text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 392
Publicatiedatum 29 april 2016
Ingekomen onder AE
Ingekomen op donderdag 21 april 2016
Behandeld op donderdag 21 april 2016
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Nuijens en Moorman inzake het uitgesplitst en apart blijven
bijhouden van de aantallen studentenwoningen en wooneenheden dat mee mag
tellen in het bewaken van de ondergrens aan sociale huurwoningen.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Factsheet eerste resultaten woningmarkt op basis van
Wonen in Amsterdam 2015 en monitor Samenwerkingsafspraken sociale
huurwoningen corporaties en particuliere verhuurders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 343).
Constaterende dat:
— door de definitiewijziging in WIA 2015 (WiA = Wonen in Amsterdam) nu
zelfstandige studentebwoningen en wooneenheden met een huurprijs onder de
liberalisatiegrens ook worden meegeteld als sociale huurwoning;
— door de nieuwe definitie ruim 15.000 woningen (6% van het totaal/van wat,
6 procent meer dan voorheen….) meer woningen onder de definitie sociale huur
vallen;
— het aandeel studentenwoningen en wooneenheden dat hierdoor nu onderdeel
uitmaakt van de sociale woningvoorraad daarmee 6% bedraagt.
Overwegende dat:
— meerdere raadsfracties regelmatig hebben uitgesproken dat studentenwoningen
niet zouden moeten worden gezien als sociale huurwoningen;
— bij het meetellen van studentenwoningen en wooneenheden als sociale
huurwoning het risico bestaat dat een hausse op het bouwen van dit soort
woningen ontstaat, om — cijfermatig — aan de afspraken te voldoen;
— daardoor het risico bestaat dat er een onevenredig groot aantal kleine c.q. deels
onzelfstandige woningen zal worden gebouwd, zonder dat de gemeente daar
adequaat zicht op heeft;
— het onwenselijk is dat niet-studenten die recht hebben op een sociale huurwoning,
terechtkomen in een studentenwoning of wooneenheid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 392 Moti
Datum _ 29 april 2016 otie
— bij de toekomstige WiA-rapportages en andere relevante rapportages apart te
blijven vermelden welk aandeel van de sociale woningvoorraad
‘studentenwoningen' betreft;
— bij de toekomstige WiA-rapportages en andere relevante rapportages apart te
blijven vermelden welk aandeel van de sociale woningvoorraad ‘wooneenheden’
betreft.
De leden van de gemeenteraad
J.W. Nuijens
M. Moorman
2
| Motie | 2 | discard |
. Bare Een EEE Nn N er Pie SEON ze Ko
Tr ER Eren gn et ER
e : A k Nr 5 R : TE zf NEER | . 5 R 5 bh Ak r Tri rt 4 ö, is . ne , ie ij ORE
2 DENN J N KANUS. HA ADL IE U J WMARKT:. Ee
Red. RN U kin en RCEKKENTSCE EN So Ten Bere Es Ed k i DE
zESSECRETARIKAT. RECHT BOOMSELOOT 32 101 EC-AMSTERDAM ST St EET
AE ZTELEFOON 6264002 FAX-620,10 BE > F5, en On TEE RE
mn „‚ : | *
Raadsadres jede he
Bnn enn:
8 KE
: DE, ij id
Aan de Deelraad van het Stadsdeel Amsterdam-Centrum A
Postbus 202 4 Pd
1000AE Amsterdam Sin
Betreft: ouderenhuisvesting Walenburg wende er
tobt aar Eee heerd
AE NEUE
Amsterdam, 7 april 2010 zien
| Pi vd
Geachte leden van de Raad, hands on ed
et spee el En
De Bewonersraad Nieuwmarkt (en haar werkgroep ouderen) heeft n.a.v. de EES
beleidsnota Wonen met zorg en dienstverlening in stadsdeel Centrum op 0-01- En ed Tk
2006(brief), 05-07-2006(mondeling), 07-12-2006(brief), 10-09-2007 (brief) een Kk htt
verzoek aan de Deelraad gedaan voor zelfstandige woningen voor ouderen cp de
locatie Walenburg. Dat verzoek is gedaan conform deze nota, waarin met nadruk En ee
gesproken wordt over extramuralisering. REK ek:
De belangrijkste argumenten daarvoor herhalen wij hier: en
- Ouderen willen graag in de binnenstad blijven wonen en vooral in hun huidige A
woonbuurt, waar ze hun netwerken en vertrouwde voorzieningen hebben. RTT ie :
| En
- __ Ouderen willen in een aangepaste woning, d.w.z. kleiner dan de huidige BREE
woning, gelijkvloers, veilig, en toegankelijk wonen. EE EN
ae te Kn ie
- Zelfstandig wonen, moet het uitgangspunt zijn met gebruik making van de Hi er: =p
voorzieningen in de buurt. ede
De Bewonersraad heeft steeds aangegeven dat Walenburg met bestemmingsplan ERO.
“wonen” een geschikte bouwlocatie voor seniorenwoningen kan zijn, waar de MEERLE Me,
wensen en eisen van ouderen in de binnenstad en de buurt gerealiseerd kunnen .
worden. Bie Rn
et «HN
Ons is inmiddels duidelijk geworden dat er al geruime tijd gewerkt wordt aan een Een Ah
plan voor Walenburg, voor ouderenhuisvesting (stadsdeel in samenwerking met niks
IJmere), waarin het zelfstandig wonen van ouderen niet aan de orde is, dus waar 5
toch gekozen wordt voor intramuralisering. Wij zijn hier zeer verbaasd over en
hebben hiertegen ernstige bezwaren. Pd
nn
Steeds nadrukkelijker is er aandacht in de samenleving voor het belang van sociale a Es ENE ie
cohesie, het werken aan een civil society. Dat betekent in onze ogen dat het niet
“ alleen voor ouderen belangrijk is om in hun eigen buurt te kunnen blijven wonen, Cees
(ook als dat betekent verhuizen naar een andere woning om kleiner te kunnen 7 Dee
wonen, omdat men de trap niet meer op kan) maar ook voor de hele buurtopbouw: hit On
mensen blijven in verbinding met elkaar en kunnen van betekenis zijn voor elkaar, rt RK
oud en jong, al jarenlange bewoner en nieuwkomer Diensten aanvullend op het mi
zelfstandig wonen zijn aanwezig in de buurt en kunnen ingeschakeld worden waar in cb « hen Be
nodig, maar steeds aanvullend aan wat een oudere en zijn sociale omgeving zelf RN
aangeven nodig te hebben. Dat sluit o.i. naadloos aan bij de maatschappelijke visie ie hin on
die ook in de WMO doorklinkt. OE gf
dn
U hebt hiervoor, conform uw nota, het concept woonservicebuurten ontworpen. In - Sl en
een gewone buurt moeten mensen met een grotere zorgbehoefte zelfstandig kunnen A
blijven wonen. In een woonservicebuurt wonen naast mensen zonder zorgvraag ook
gehandicapten, ouderen en andere bewoners die zorg en diensten nodig hebben. Van stiften
de geboden voorzieningen kunnen alle buurtbewoners gebruik maken. Woningen, En A:
openbare ruimte en voorzieningen worden zo ontworpen en onderhouden dat men mi ee
zo lang mogelijke thuis kan wonen. De Nieuwmarktbuurt zou een uitstekende buurt
zijn als woonservicebuurt. Het bestaande Ouderencentrum de Flesseman zou zeer B rd
geschikt zijn als dienstencentrum. biz a
SE aat EE
De Nieuwmarktbuurt kent een lange geschiedenis met het ontwikkelen van il
voorzieningen om ouderen in de buurt langer thuis te laten wonen. Het experiment WED Rd Re
“Buurtvoorzieningen de Flesseman’ is hiervan een goed voorbeeld. Om het Gn RE B
experiment buurtvoorzieningen financieel mogelijk te maken zijn zelfs bedden En
ingeleverd van het Ouderencentrum de Flesseman. Toen al in de zeventiger en EE ni
tachtiger jaren van de vorige eeuw koos de Nieuwmarkt voor extramurale zorg! E 9, EK !4 z dt:
De plannen die nu ontwikkeld worden lijken uit te gaan van een verouderd concept:
verzorging in een intramurale setting, los van eigen verbanden. U gaat voorbij aan __
uw eigen beleid. U negeert hiermee onze geschiedenis en inzet voor het zolang Ei ee en
mogelijk thuis laten wonen van de ouderen in onze buurt. Wij maken daartegen RET
ernstig bezwaar. : zie ij
Wij verzoeken u conform uw nota en met verwijzing naar ons zowel mondelinge als PN, EN
schriftelijke contact met het Dagelijkse Bestuur van ons stadsdeel het Dagelijks Ki Èe KE
Bestuur opdracht te geven om seniorenwoningen op de locatie Walenburg te Dr ep
realiseren. nae
Bovendien verzoeken wij u de Nieuwmarktbuurt aan te merken als oonservicebuurt, Hess:
zoals-de Czaar Peterbuurt, Plantage-Weesperbuurt en Jordaan-Haarlemmerbuurt.
__ Hoogachtend, ms
—> BE
> ®
Ea
nnee vn sss nei va aten
Bezoekadres 2% Gemeente Amsterdam
Amstel 1
goe NEN Stadsdeel Centrum
Postbus 202 2% Sector Bouwen en Wonen
1000 AE Amsterdam Afdeling projecten
Telefoon 14 020 x
Fax 020 552 4433
www centrum.ammsterdam.nl € Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Bewonersraad Nieuwmarkt
1011 EC Amsterdam
en - 9 NOV. 2010
Ons kenmerk
Behandeld door Gerrits, Joop
Rechtstreekse nummer 020 552 4085
Faxnummer 020 552 4595
Bijlage ie
Onderwerp Raadsadres ouderenhuisvesting Walenburg
Geachte leden van de bewonersraad Nieuwmarkt,
Op 7 april 2010 heeft u aan het stadsdeel een raadsadres gestuurd waarin u bezwaar
maakt tegen de huisvesting van ouderen in een intramurale setting in Walenburg. De
deelraad heeft de beantwoording van dit adres in handen gesteld van het dagelijks
bestuur onder de voorwaarde dat het antwoord eerst is besproken in de commissie
Bouwen en Wonen.
De commissie Bouwen en Wonen heeft op 14 september jongsleden het conceptantwoord
op uw raadsadres besproken. Ook twee bewoners van de Nieuwmarktbuurt hebben toen
van de gelegenheid gebruik gemaakt ín te spreken.
Tijdens de bespreking van de conceptbeantwoording heeft de commissie aan het
dagelijks bestuur gevraagd na te gaan of er in de voormalige tandwielenfabriek Blom
ouderenwoningen gerealiseerd kunnen worden. Het antwoord van de portefeuillehouder
hierop was dat het pand eigendom van Ymere is en het stadsdeel weinig kan veranderen
aan de plannen van Ymere. Daarnaast werd de portefeuillehouder gevraagd wat er wordt
gedaan met de wens van de bewonersraad om meer (betaalbare) woningen voor ouderen
in de Nieuwmarktbuurt te realiseren.
Naar aanleiding van deze discussie heeft de voorzitter geconcludeerd dat de commissie
de conceptbeantwoording intrekt. In plaats daarvan wordt het onderwerp
‘ouderenhuisvesting' opgepakt door de commissie Welzijn en Onderwijs. Het zal daar in
een breder verband worden besproken. Via deze weg willen wij u daarom laten weten dat
het resultaat van uw raadsadres ís dat het onderwerp op de agenda van de commissie
Welzijn en Onderwijs komt te staan.
: Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
nn en
wss sss sss eens stere annen
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 2
Om het onderwerp goed te kunnen bespreken wordt dit momenteel voorbereid door de
portefeuillehouder Welzijn en Onderwijs. Op de werkconferentie 'Woonservicewijken in
Stadsdeel Centrum’ van dinsdag 12 oktober 2010 is hier een begin mee gemaakt, Naast
de portefeuillehouder, ambtenaren, corporaties en welzijnsorganisaties, waren ook
bewoners bij deze conferentie aanwezig. Een van de werkgroepen heeft ingezoomd op de
Nieuwmarkt/Lastage-buurt en de mogelijkheid om hier een Woonservicewijk te
ontwikkelen. De resultaten van de conferentie zullen nu verder uitgewerkt worden.
Omdat dit enige tijd vergt is nog niet bekend op welke datum het onderwerp
‘ouderhuisvesting' geagendeerd wordt. Graag verwijzen we u daarom naar de
bestuurskalender van de stadsdeelraad. Hier worden de agenda's voor de vergaderingen
van de deelraad bekend gemaakt. De bestuurskalender vindt u onder andere via de
website van de stadsdeelraad: http://www.centrum amsterdam.nl/raad
Wij hopen u met deze informatie te hebben geholpen en aan uw wens tegemoet te zijn
gekomen.
Met vriendelijke groeten,
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum,
Ú De
Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren
secretaris voorzitter
2
| Raadsadres | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1476
Publicatiedatum 23 november 2016
Ingekomen onder AV
Ingekomen op woensdag 9 november 2016
Behandeld op woensdag 9 november 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Vink inzake de Strategische Visie Mobiliteit voor de regio
Amsterdam (participatie en democratische legitimiteit)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer u voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de zienswijze van de raad op de Strategische Visie
Mobiliteit
Overwegende dat:
— draagvlak bij de gemeenteraden van de metropoolregio een belangrijke
voorwaarde is voor een goede samenwerking
— participatie van bewoners van groot belang is voor draagvlak voor zowel de
regionale mobiliteitsvisie als voor concrete projecten die daaraan invulling geven
Constaterende dat:
— over draagvlak en betrokkenheid van de raad bij belangrijke besluiten binnen de
Metropoolregio Amsterdam geen expliciete waarborgen worden gegeven in de
Zienswijze
— in de visie onvoldoende aandacht aan burgerparticipatie wordt gegeven
Besluit:
Aan de Zienswijze toe te voegen:
(…) kunnen alle partijen vanuit hun eigen bevoegdheden bijdragen aan de uitvoering.
Belangrijk voor de visie en de samenwerking is ook dat inwoners participeren én dat
er draagvlak bestaat bij de gemeenteraden van de metropoolregio, zeker ook bij die
van Amsterdam. De gemeenteraad van Amsterdam acht het dan ook van belang
betrokken te worden bij belangrijke besluiten met betrekking tot de visie en roept u op
daarvoor ruimte te maken.
4
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1476 Amendement
Datum 23 november 2016 endeme
De leden van de gemeenteraad,
B.L. Vink
2
| Motie | 2 | val |
> < Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 en 17 februari 2022
Ingekomen onder nummer 149
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Mbarki, Rooderkerk, Van Renssen en Flentge inzake
de verbodswijken voor vakantieverhuur
Onderwerp
Verbodswijken voor vakantieverhuur
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de verbodswijken voor vakantieverhuur.
Constaterende dat:
- de verbodswijken voor vakantieverhuur eerst zijn ingevoerd en later weer afgevoerd.
- de Europese Dienstenrichtlijn als reden wordt opgegeven waardoor het invoeren van verbods-
wijken voor vakantieverhuur op dit moment onmogelijk lijkt.
- Er volgens de huidige motivatie van de gemeente eerst weer toeristische overlast moet ontstaan
om de verbodswijken opnieuw in te kunnen voeren.
- De gemeente in haar onderbouwing, drukte neemt als graadmeter voor haar besluit.
Overwegende dat:
- Het voor de effectiviteit van verbodswijken voor vakantieverhuur van groot belang is de nieuwe
toeristische overlast voor te zijn, voordat het te laat is.
- Wet- en regelgeving, waaronder de Dienstenrichtlijn, ook zo uitgelegd kan worden, waarbij het
herinvoeren van de verbodswijken, ook voor de te voorziene toeristische overlast, mogelijk is en
juridisch houdbaar.
- Daarbij, in het geval van het herinvoeren van de verbodswijken voor vakantieverhuur, er drie
rechtvaardigheidsgronden zijn:
- 1. Het streven naar voldoende en betaalbare (huur)woningen.
- a. Hieronder lijken o.a. te vallen: antispeculatiebeleid, sociale diversiteit, vol-
doende woningaanbod en aanvaardbare huurprijzen.
- 2. De bescherming van het stedelijk leefmilieu.
- 3. Doelstellingen van sociaal beleid.
Gemeente Amsterdam Status
______Pagina 2 van 2
- De doelstellingen achter de toeristische verhuurregels in de Huisvestingswet aansluiten op deze
rechtvaardigingsgronden door te focussen op:
- 1. het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad.
- 2. deleefbaarheid van de woonomgeving.
- De voorwaarden voor het verlenen van een vergunning voor toeristische verhuur, inclusief een
verbod in bepaalde wijken, kunnen dus gebaseerd worden op bovenstaande rechtvaardigings-
gronden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— Te onderzoeken hoe de verbodswijken voor vakantieverhuur zo snel als mogelijk opnieuw inge-
voerd kunnen worden;
— Daarbij nogmaals de toepassing van de Dienstenrichtlijn te beschouwen en daarbij de notitief
2nd opinion van fractievertegenwoordiger Leenders te betrekken.
— Deze beschouwing gedegen juridisch te onderbouwen en hierbij te overwegen om extern juri-
disch advies in te winnen.
— De raad per kwartaal te informeren over de voortgang.
Indieners
S. Mbarki
|. Rooderkerk
N.A. van Renssen
E.A. Flentge
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 202
Publicatiedatum 24 maart 2017
Ingekomen onder G'
Ingekomen op donderdag 16 maart 2017
Behandeld op donderdag 16 maart 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Flentge het maximeren van de vrijwillige ouderbijdrage.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het gewijzigde initiatiefvoorstel “Alle Amsterdamse
kinderen hebben recht op een schoolreisje” van de leden Moorman, Timman,
Ten Bruggencate en Blom (Gemeenteblad afd. 1, nr. 164).
Constaterende dat:
— de ouderbijdrage op een aantal scholen nog steeds te hoog is.
Overwegende dat:
— een maximering van de ouderbijdrage een belangrijk middel is om de
ouderbijdrage betaalbaar te houden;
— in het coalitieakkoord is afgesproken dat ‘we ervoor waken dat de ouderbijdrage
een drempel wordt bij de toegankelijkheid van scholen".
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
nog in 2017 maximaal in te zetten om samen met de schoolbesturen om te komen tot
een stadsbrede maximering van de vrijwillige ouderbijdrage waarbij ook de wensen
van ouderraden en medezeggenschapsraden worden betrokken, en met
de welwillende scholen op korte termijn alvast een kopgroep te vormen die deze
maximering doorvoert en deze kopgroep nog in 2017 uit te breiden naar zoveel
mogelijk Amsterdamse scholen.
Het lid van de gemeenteraad
E.A. Flentge
1
| Motie | 1 | discard |
VN2021-010433 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
directie sb Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
x Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 14
Datum besluit 06-04-2021
Onderwerp
Voorstel Versteviging van de MRA samenwerking
De commissie wordt gevraagd
Het voorstel voor Versteviging van de MRA-samenwerking te bespreken en voor kennisgeving aan te
nemen
Wettelijke grondslag
artikel 160 lid 1 onder aen e van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Inleiding:
Op 9 maart 2021 ontvingen de leden van de gemeenteraad van Amsterdam een brief met bijlagen
van de transitiecommissie Metropoolregio Amsterdam (MRA met daarin een voorstel voor de
versterking van onze samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam. Burgemeester Halsema
is voorzitter van deze transitiecommissie. Naast haar nemen in deze commissie plaats CvdK
van Noord-Holland Van Dijk, CvdK van Flevoland Verbeek, wethouder Kroese van Purmerend,
wethouder Kuipers van Hilversum en burgemeester Weerwind van Almere. De transitiecommissie
geeft namens de Regiegroep MRA, de versterking van de samenwerking in de MRA vorm. Het is
een voorstel waarmee de commissie hoopt onze regionale samenwerking meer vanuit gedeelde
inhoudelijke ambities en gezamenlijke kracht te kunnen besturen. Met als doel: een metropoolregio
van grote klasse.
Dit voorstel is het resultaat van intensieve voorbereiding door de transitiecommissie en overleg
tussen de transitiecommissie en de regiegroep van de MRA. Aanleiding voor het voorstel is de
evaluatie vit 2019, de scenariobijeenkomsten die met Ben Verwaayen zijn doorlopen, en een reeks
informele gesprekken met bijvoorbeeld vertegenwoordigers van de MRA-platforms en partners uit
de Amsterdam Economic Board. Na verwerking van alle input hebben de leden van de Regiegroep
na een extra bijeenkomst en een schriftelijke ronde de gelegenheid genomen om het voorstel van de
transitiecommissie verder aan te scherpen. Eerder heeft de transitiecommissie v over dit proces om
te komen tot een voorstel in de brief van 12 janvari jl. geïnformeerd.
De transitiecommissie heeft haar best gedaan zorgvuldige formuleringen te kiezen en daarmee
recht te doen aan de opvattingen en belangen van de verschillende gesprekspartners. Uiteindelijk
heeft zij keuzes gemaakt waarvan zij veronderstelt dat die zo veel mogelijk aan de wensen van alle
MRA-deelnemers tegemoetkomen. Voor de commissie staat draagvlak en transparantie, maar ook
daadkracht en resultaatgerichtheid voorop
Het is een voorstel om te komen tot een nieuwe sterke Metropoolregio Amsterdam met een sterke
democratische controle. Dit voorstel is niet het eind van een traject, maar de start. Het vraagt nog
om nadere uitwerking; hier gaat de transitiecommissie de komende maanden enthousiast mee
verder. De komende periode wordt dit voorstel uitgewerkt in Samenwerkingsafspraken. Voordat de
Gegenereerd: vl.12 1
VN2021-010433 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
directie sb % Amsterdam In en ‚
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
transitiecommissie deze Samenwerkingsafspraken opstelt vindt zij het van groot belang om van alle
deelnemers, juist ook van raads- en Statenleden, te horen wat men van het voorstel vindt.
Het college van Amsterdam is dan ook verzocht ook om over het voorstel met de raad het
gesprek te voeren in de komende consultatieperiode. De consultatie met de raadscommissie AZ
zal plaatsvinden op 29 april 2021. De reactie van de gemeente Amsterdam wordt, met die van
andere gemeenten en staten, voor 5 mei 2021 ingediend. Na verwerking van alle reacties stelt de
regiegroep MRA een conceptvoorstel voor de Samenwerkingsafspraken vast ter behandeling en ter
goedkeuring door de colleges, raden en Staten. Voor de raad van Amsterdam staat de behandeling
gepland op 7 juli 2021.
Voorstel versteviging van de MRA samenwerking
*Drie prioriteiten:
De transitiecommissie is tot het volgende voorstel voor de prioriteiten gekomen, die samen moeten
leiden tot een metropool van grote klasse. Hierbij onderstreept de commissie dat de combinatie van
de drie prioriteiten de kracht van en opgave voor onze metropool bepalen:
1. De meest inventieve regio van Europa, met de best opgeleide bevolking (thema's : creatief
ondernemerschap „Tech, Data, artificial intelligence , Life Sciences & Health, groene innovatie;
2. De regio voor iedereen, naar de menselijke maat (thema’s: sociaal evenwichtig , open & divers,
hoge leefkwaliteit (wonen, landschap, cultuur), nabijheid van (publieke) diensten);
3. De duurzaam verbonden regio (thema’s: internationaal knooppunt, systeemsprong haven, OV,
luchtvaart, verduurzaming, digitale hub).
*Netwerkorganisatie:
Het voorstel van de transitiecommissie is om de MRA om te vormen tot een netwerkorganisatie,
waarbij de netwerksturing voor de MRA uit 5 elementen bestaat:
1. Betrokkenheid van Raden en Staten:Individvele gemeenteraden en Provinciale Staten
houden vanzelfsprekend hun eigen bevoegdheden. Zij nemen besluiten over de begroting
en de MRA-agenda. Ook worden digitale instrumenten ingezet om Raden en Staten
inhoudelijk bij onderwerpen te betrekken.
2. De Raadtafel heeft een belangrijke signaalfunctie en een adviserende rol op procesniveau.
De Raadtafel wordt gevormd door één raadslid per gemeente en twee Statenleden per
provincie. De Raadtafel adviseert het Bestuur en/of de Algemene vergadering gevraagd
en ongevraagd en vergadert vier keer per jaar. Bij de bijeenkomsten van de Raadtafel is
minimaal één lid van het Bestuur aanwezig.
3. Algemene vergadering (AV):
Benoemt de leden van het Bestuur. Geeft de kaders voor het Bestuur via vaststellen
begroting en jaarplannen. Kan met moties komen. AV legitimeert het bestuur en bewaakt de
koers en cultuur van de MRA-samenwerking. Alle MRA-deelnemers zijn vertegenwoordigd.
Vergadert twee keer per jaar.
4. Bestuur:
5. Klein bestuur van zeven leden, burgemeester van Amsterdam is voorzitter. Bij aanvang
van nieuwe netwerksturing maandelijkse vergaderingen. Het Bestuur is verantwoordelijk
Gegenereerd: vl.12 2
VN2021-010433 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
directie sb % Amsterdam In en . AZ
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
voor de eenheid van de MRA-samenwerking en is het bestuurlijke gezicht naar buiten. Het
Bestuur stuurt op concrete resultaten, primair op de prioriteiten.
6. _Platforms:De Platforms hebben een directe link met de MRA-agenda en een indirecte
met de prioriteiten. De Platforms zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de
vitvoeringslijnen vit de MRA-agenda en koppelen terug aan het Bestuur. De Platforms
staan aan de basis van de voortgang en daadkracht in de MRA. De Platforms kennen een
vertegenwoordiging per deelregio en vergaderen 4 tot 6 keer per jaar. De voorzitters van de
Platforms worden geleverd door beide provincies.
7. _N.B. De MRA krijgt (vermoedelijk) 4 bestuurlijke platforms, met daarnaast
portefeuillehouderoverleggen (PHO’s). De overgangsperiode tot eind dit jaar wordt gebruikt
om te bekijken of deze in stand moeten blijven (ikv stroomlijnen en beperken aantal
bestuurlijke overleggen).
8. De Directie
g. De Directie stuurt op uitvoering MRA Agenda en bestuurlijke afspraken over de prioriteiten.
De Directie heeft een agenderende en initiërende rol. Signalerende en verbindende
spilfunctie rond draagvlak voor te nemen besluiten. De Directie rapporteert aan het Bestuur.
N.B. Het huidige MRA-bureau wordt versterkt tot een MRA-directie. Dat betekent niet slechts een
staf/secretariaatsbureau meer, maar ook een inhoudelijk adviserende directie t.b.v. Bestuur. De
formatie hiervoor wordt geacht door de MRA-leden naar verhouding ‘om niet’ te worden geleverd.
Deze versterking van de MRA-directie moet nog verder worden ingevuld voor wat betreft de
consequenties daarvan voor benodigde ambtelijke capaciteit vanuit Amsterdam. Op dit moment
leveren vooral de provincie NH en Amsterdam als grootste organisaties het grootste deel van de
capaciteit (zowel financieel als met mensen). Op dit moment wordt deze capaciteit deels ‘om niet’
geleverd en deels via de MRA-begroting verrekend.
Reden bespreking
Het college van Amsterdam is verzocht ook om over het ‘voorstel versteviging van de MRA
samenwerking’ met de raad het gesprek te voeren in de komende consultatieperiode. De consultatie
met de raadscommissie AZ zal plaatsvinden op 29 april 2021. Het ‘voorstel versteviging van de
MRA samenwerking! wordt tevens ter kennisneming naar de andere raadscommissies gestuurd. De
reactie van de gemeente Amsterdam wordt, met die van andere gemeenten en staten, voor 5 mei
2021 ingediend. Na verwerking van alle reacties stelt de regiegroep MRA een conceptvoorstel voor
de Samenwerkingsafspraken vast ter behandeling en ter goedkeuring door de colleges, raden en
Staten. Voor de raad van Amsterdam staat de behandeling gepland op 7 juli.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.12 3
VN2021-010433 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
directie sb % Amsterdam 5 in
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-038214 1a begeleidende brief aan colleges raden Staten (a).pdf (pdf)
AD2021-038215 1b Voorstel MRA metropool van grote klasse (4).pdf (pdf)
AD2021-038212 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Public affairs, Joost van Hövell tot Westervlier, tel.nr. 0683623197 en e-mailadres:
jvan.hovell@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.12 4
| Voordracht | 4 | train |
> < Gemeente Bezoekadres
Weesperplein 8
Amste rdam 1018 XA Amsterdam
Postbus 2758
1000 CT Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 2758, 1000 CT Amsterdam
Aan de leden van de Gemeenteraad
Datum 18 februari 2021
Ons kenmerk
Behandeld door Projectmanager PTA/Zeecruise, Rob Vooren
Bijlage(n)
Onderwerp Toekomst PTA in relatie tot advies Oeververbindingen
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeer ik u nader over het door het college genomen besluit om, in relatie tot
haar besluit over het advies van de onafhankelijke adviescommissie onder leiding van Alexander
D'Hooghe, het Westerhoofd in de Coenhaven aan te wijzen als voorgenomen voorkeurslocatie
voor de mogelijke verplaatsing van de Passagiers Terminal Amsterdam (PTA).
Achtergrond
Eind 2017 heeft het college de Coenhaven aangewezen als voorgenomen voorkeurslocatie voor de
mogelijke verplaatsing van de PTA. In het coalitieakkoord (mei 2018) werd op dit besluit
teruggekomen en ingezet op — in goed overleg met de partners in de regio — verplaatsing van de
PTA naar buiten Amsterdam.
De regiopartners in het Noordzeekanaalgebied (NZKG) waren bereid om samen met Amsterdam
te zoeken naar alternatieven voor de PTA onder de voorwaarde dat dit in het kader van een
regionale visie op de zeecruise zou plaatsvinden en dat als zoekgebied voor een alternatieve
locatie voor de PTA het totale NZKG, dus inclusief Amsterdam, zou gelden. Dit heeft in november
2018 geleid tot de vaststelling van de bestuursopdracht ‘Zeecruise in het NZKG’ door het
Bestuursplatform NZKG met als doel het opstellen van een regionale beleidsvisie zeecruise,
In regionaal verband is ten behoeve van de beleidsvisie onderzoek gedaan naar de aspecten
milieu- en duurzaamheid, economie en toerisme. Parallel daaraan is met de regionale partners in
het gehele NZKG (inclusief Amsterdam) gezocht naar geschikte locaties voor de zeecruise.
Naast de bestaande locaties - Veemkade in Amsterdam en IJmondhaven in IJmuiden- bleek
binnen het NZKG alleen de Coenhaven in Amsterdam in aanmerking te komen als nieuwe locatie
Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 16 februari 2021
Kenmerk
Pagina 2 van 4
voor de vestiging van een zeecruiseterminal. Andere mogelijke opties in de havens van
Amsterdam, Zaanstad en IJmond (Velsen/ IJmuiden) bleken om uiteenlopende redenen niet
realistisch.
In november 2019 heeft het Bestuursplatform NZKG besloten om de uitwerking van de regionale
beleidsvisie zeecruise op te schorten tot ná besluitvorming over het destijds in de maak zijnde
Advies Oeververbindingen Rijkswateren Amsterdam door de commissie D'Hooghe. Dit vanwege
de verwachting dat de uitkomst van het advies D'Hooghe en de besluitvorming daarover
ingrijpende gevolgen zou kunnen hebben voor de PTA en in het verlengde daarvan voor de
beleidsvisie zeecruise in het NZKG. Op lokaal niveau is wel voortgegaan met onderzoek naar de
mogelijkheden van uitbreiding van zeecruise in de IJmondhaven in IJmuiden en de haalbaarheid
van verplaatsing van de PTA naar de Coenhaven. De uitkomst hiervan is dat in IJmuiden slechts
een beperkte uitbreiding van de capaciteit met ca. 20 calls per jaar mogelijk is. Dit is onvoldoende
om de capaciteit van de PTA (ca. 190 calls{jr) te kunnen compenseren. Uit de verkenning van de
mogelijkheid van verplaatsing PTA naar de Coenhaven lijkt verplaatsing vooralsnog haalbaar.
Zij het dat een PTA in de Coenhaven vooralsnog beperkt is tot één ligplaats wat een halvering van
de huidige capaciteit impliceert en de verdere haalbaarheid van verplaatsing nog nader moet
worden onderzocht.
Advies commissie D'Hooghe
De commissie D'Hooghe adviseert het behoud van de zeecruise voor Amsterdam. Zoals de
commissie aangeeft, is de Coenhaven onderdeel van de ontwikkelplannen Haven-Stad, en ligt in
de toekomst op de grens tussen haven en stad. Op deze locatie biedt de cruiseterminal aldus de
commissie kansen, mits de uitdagingen (onder meer het afwikkelen van personenvervoer) goed
opgelost worden.
In haar advies geeft de commissie D'Hooghe aan dat het voor de realisatie van zowel de Westbrug
als de voetgangerstunnel bij CS noodzakelijk is dat het IJ ten oosten van de Haparandadam door
het Rijk wordt afgewaardeerd als maritieme toegangsweg. Het afwaarderen van het IJ als
maritieme toegangsweg houdt in dat dit gedeelte van het IJ niet meer toegankelijk is voor grote
zeeschepen, waardoor de PTA op de huidige locatie niet kan voortbestaan.
De commissie D'Hooghe heeft kennis genomen van de in regionaal verband uitgevoerde
onderzoeken naar een alternatief voor de PTA en de conclusie dat binnen het NZKG alleen de
Coenhaven daarvoor in aanmerking komt. Op grond hiervan heeft zij, weliswaar buiten haar
opdracht, geadviseerd de PTA naar de Coenhaven te verplaatsen.
Parallel aan het besluit van het college over de toekomst van de PTA, heeft het college ook
besloten over de bestuurlijke reactie op het advies van de commissie D'Hooghe. Kernpunt van de
bestuurlijke reactie op het advies is dat de geadviseerde maatregelen een samenhangend pakket
vormen waar geen onderdelen vitgehaald kunnen worden zonder afbreuk te doen aan het geheel.
Dit betreft in relatie tot de keuze voor een Westbrug en de afwaardering van het IJ als maritieme
toegangsweg ook de verplaatsing van de PTA naar de Coenhaven.
Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 16 februari 2021
Kenmerk
Pagina 3 van 4
Coalitieakkoord
In het coalitieakkoord wordt gesteld dat als gevolg van de bouw van de Javabrug grote
cruiseschepen (> 250 m) niet meer bij de PTA kunnen afmeren en voor die schepen een alternatief
moet worden gevonden. Er werd vanuit gegaan dat voor de ‘kleine! cruiseschepen (< 250 m) de
PTA in stand zou blijven aangezien het akkoord spreekt over het niet langer gewenst zijn van de
aanleg van een tweede PTA in de Coen- en Vlothaven. Nu in plaats van de Javabrug wordt
geadviseerd om ten westen van de PTA één of meerdere vaste oeververbindingen in de vorm van
een brug of ondiepe tunnel te realiseren, geldt dat de PTA voor alle zeecruise schepen
onbereikbaar wordt indien het advies wordt opgevolgd en uitgevoerd.
Het coalitieakkoord bevat een aantal argumenten waarom werd afgezien van het voornemen om
in de Coenhaven een tweede PTA voor de grote cruiseschepen te realiseren. Ten aanzien van de in
het coalitieakkoord genoemde bezwaren kan de volgende stand van zaken worden gemeld:
-__ Aanleg van een tweede PTA in de Coenhaven is relatief duur:
Het betreft niet meer de aanleg van een tweede PTA maar vervanging van de bestaande
PTA. De financiële beschouwing bij de verkenning laat zien dat verplaatsing van de PTA
naar de Coenhaven een saldotekort oplevert van 44 miljoen. Dit is het meest
waarschijnlijk financieel resultaat van de realisatie van een PTA met één ligplaats en
herontwikkeling van de locatie Veemkade. Er is vervolgonderzoek nodig naar alle
financiële aspecten, inclusief de maatschappelijke kosten en baten en een
bedrijfseconomische businesscase;
-__ Het beperkt de woningbouwmogelijkheden:
Op de beoogde locatie voor de PTA, kunnen sowieso geen woningen worden gebouwd
vanwege bestaande hinderzones. De realisatie van een PTA op het Westerhoofd
veroorzaakt géén additionele hinderzone die woningbouw in de omgeving t.o.v. de
huidige zonering van bedrijven in Westpoort verder beperkt. Uitgangspunt is de realisatie
van Europa's meest groene en duurzame terminal inclusief walstroom. De vestiging van
een PTA in de Coenhaven kan ook als aanjager van de gebiedsontwikkeling worden gezien
zoals dat ook in de gebiedsontwikkeling van het Oostelijk Havengebied heeft gewerkt.
-__ Het draagt weinig bij aan de spreiding van toerisme:
Het zeecruise toerisme bestaat uit ca. 2% van het totale toerisme in Amsterdam en 3%
van het buitenlands toerisme in Amsterdam. Dit relativeert het kwantitatief aandeel van
de zeecruise in de toeristische drukte.
Niettemin zullen over de spreiding van het toerisme inclusief de zeecruise, in MRA
verband nadere afspraken worden gemaakt. Het initiatief van een kabelbaan van de
Noordelijke IJ-oever naar een cruiseterminal in de Coenhaven zou lokaal kunnen bijdragen
aan spreiding. D'Hooghe stelt hierover: (…) Een kabelbaan in Haven-Stad zou perfect
aansluiten bij een toekomstige cruiseterminal in de Coenhaven. Voor bezoekers op
cruiseschepen is de kabelbaan een prachtige manier om de stad panoramisch te zien- en
daarnaast een goede manier om ook de noordoever van het IJ te ontsluiten. (….);
-__Het draagt weinig bij aan verbetering van de luchtkwaliteit:
Een nieuwe PTA moet voldoen aan het geldende Amsterdamse Duurzaamheidsbeleid en
de bestaande wettelijke regels op het gebied van duurzaamheid. Dit betekent dat een
nieuwe PTA duurzaam moet worden ontwikkeld inclusief een walstroomvoorziening. Op
dit moment is slechts een klein deel van de cruisevloot geschikt om walstroom te
Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 16 februari 2021
Kenmerk
Pagina 4 van 4
gebruiken. Gelet op de, mede vanwege de Green Deal én de Corona pandemie versnelde
innovatie in de branche, mag worden aangenomen dat tegen de tijd dat een PTA in de
Coenhaven operationeel is, dit zal zijn toegenomen. Havenbedrijf en PTA zullen daarom
hun selectief toelatingsbeleid gebaseerd op milieu- en duurzaamheidseisen verder
opvoeren zodat emissies van bezoekende schepen aanzienlijk beperkt zullen worden,
voor zover dat binnen bestaande internationale regelgeving mogelijk is.
Conclusie
Op grond van het voorgaande heeft het college de afweging gemaakt om alsnog, in afwijking van
het coalitieakkoord, het Westerhoofd in de Coenhaven aan te wijzen als voorgenomen
voorkeurslocatie voor een mogelijke verplaatsing van de zeecruiseterminal PTA. Dit mede in het
besef dat het ministerie van lenW en de regionale partners hebben aangegeven groot belang te
hechten aan het behoud van de zeecruise voor Amsterdam.
Nader onderzoek moet op termijn uitwijzen of de verplaatsing van de PTA haalbaar is.
In het Integraal Raamwerk Haven-Stad wordt een ruimtelijke reservering voor de PTA
opgenomen. Wanneer de mogelijke verplaatsing aan de orde zal zijn hangt samen met de
planning van de eerste ten westen van de PTA te realiseren vaste oeververbinding.
Ik hoop v hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
Ei
‚ EE
A
er Te
Met vriendelijke groet,
Victor Everhardt
Wethouder Economische Zaken en Haven
Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl
| Motie | 4 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 56
Publicatiedatum 30 januari 2019
Ingekomen onder R
Ingekomen op woensdag 23 januari 2019
Behandeld op woensdag 23 januari 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Flentge inzake de Verordening op het Lokaal
Onderwijsbeleid Amsterdam 2019
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid
Amsterdam 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 21).
Overwegende dat:
— De subsidies en voorzieningen die in de VLOA 2019 zijn opgenomen mede tot
doel hebben nieuwe leraren voor Amsterdam te werven en leraren voor
Amsterdam te behouden.
— Het bij het werven en behouden van leraren voor Amsterdam van groot belang is
dat cao afspraken over de verhouding leerkrachten/leerlingen en afspraken over
het ondersteunen en begeleiden van (startende) leerkrachten, correct en zonder
voorbehoud worden nageleefd.
Constaterende dat:
— Deze cao afspraken naar oordeel van veel leraren en vakbonden door
werkgevers in het primair en voortgezet onderwijs niet altijd of niet volledig
worden nageleefd.
Besluit:
Hoofdstuk 2 Aanvraagprocedures en weigeringsgronden:
Aan Artikel 7 lid 2 Weigeringsgronden:
Het college kan geheel of gedeeltelijk weigeren een voorziening te verlenen als
Toe te voegen:
h. De (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad van het schoolbestuur niet
heeft ingestemd met de verhouding leerlingen/leerkrachten zoals omschreven in
artikel 2 van de cao op het primair onderwijs 2018-2019.
En wanneer de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad van het
schoolbestuur een negatief advies heeft gegeven over het naleven van de cao
bepalingen die betrekking hebben op het ontzien en het begeleiden van startende
leraren. Voor het primair onderwijs betreft het hier de artikelen 2 en 9 van de cao
(2018-2019). En in het voortgezet onderwijs betreft het de artikelen 8, 9 en 18 van
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 56 Amendement
Datum 30 januari 2019
de cao (2018-2019).
En verzoekt het college de verordening hierop aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad,
E.A. Flentge
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 28 juni 2023
Ingekomen onder nummer 412
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Garmy, Kabamba, Bons, Koyuncu, Benyoumya en
Noordzij inzake visiedocument ‘Amsterdam, een stad uit duizenden’
Onderwerp
Naast aandacht voor slachtoffers, ook aandacht voor de oorzaak van het probleem
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het visiedocument ‘Amsterdam, een stad uit duizenden’
Constaterende dat:
-_ Zowel in het visiedocument? als de bijgevoegde Raadsbrief? veel nadruk ligt op de
ervaringen van slachtoffers van racisme en discriminatie;
- De gemeente de impact van haar beleid wil meten aan de hand van indicatoren};
-__De voorbeelden van indicatoren die in het visiedocument worden geschetst ook allen
nadruk leggen op slachtoffers en niet op daders of oorzaken;
Overwegende dat:
-_Het van belang is ervaringen van slachtoffers te erkennen en adresseren;
-_Het tevens van belang is te erkennen door wat of wie deze ervaringen worden
veroorzaakt;
-_We kunnen sturen op het verhelpen van racisme en discriminatie door de bron te
erkennen, onderzoeken en aan te pakken;
* https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/1289798o/1/A+-
+23+Inclusieten+Antidiscriminatiebeleid+%2831%2g+IA+6 +Visiedocument+Kennisne
? https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/12897988/1/A+-
+23+Inclusieten+Antidiscriminatiebeleid+%2831%29g+lA+6 +Raadsbrief+Kennisnemen
3 Zie voetnoot 1, pg. 30
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_ In de uitwerking van het beleidskader niet uitsluitend aandacht te schenken aan
ervaringen van slachtoffers, maar ook aan de bron van het probleem;
-_Indicatoren op te nemen die gericht zijn op het aanpakken van de bron van het probleem.
Indiener(s),
|. Garmy
C.K.E. Kabamba
A.D.J. Bons
S. Koyuncu
Y.E. Bentoumya
G. Noordzij
| Motie | 2 | discard |
Bezoekadres |
2x Gemeente En |
Am ste rd am 1011 PN Amsterdam |
3 |
Postbus 202 |
1000 AE Amsterdam |
Telefoon 14 020 |
D amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum 5 februari 2019 |
Ons kenmerk |
Uw kenmerk
Behandeld door Thomas de Jager |
Kopie aan |
|
|
Onderwerp Beantwoording raadsadres verwijderen van de letters | amsterdam. |
| |
|
Dank voor uw brief met betrekking tot de | amsterdam letters. Op verzoek van de gemeenteraad |
beantwoord ik vw brief namens het college van burgemeester en wethouders. |
|
U beschrijft in uw brief meerdere problemen, zoals fietsers die zich niet aan verkeersregels |
houden, armoede onder minima, woningnood en toeristen die voor overlast zorgen. Problemen |
die ook de aandacht van dit college hebben. |
U stelt in vw brief specifiek een aantal vragen over het verplaatsen van de | amsterdam letters van
het Museumplein. De | amsterdam letters staan op verschillende locaties in de stad. Als symbool |
voor onze vrije stad zijn de letters een belangrijke toeristische trekpleister geworden. Op het
Museumplein zorgde dit in de praktijk voor veel drukte in een gebied waar toch al veel bezoekers |
komen. Het college is daarom van mening dat de letters daar niet langer wenselijk waren. Dit past
ook binnen onze aanpak om drukte en bezoekers zo veel mogelijk te spreiden. De letters staan |
nog wel op andere locaties in de stad. |
U maakt in uw mail een aantal opmerking over het besluitvormingsproces rondom het verplaatsen
van de lAmsterdam letters. De letters zijn het eigendom van stichting Amsterdam Marketing die
deze, in overleg met de betrokken stadsdelen, plaatst. Het verplaatsen van de letters van het
Museumplein betreft de vitvoering van een motie van de gemeenteraad. De gemeenteraad |
bepaalt in hoofdlijnen het gemeentebeleid en controleert of het College van burgemeester en
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
|
Gemeente Amsterdam Datum 5 februari 2019
Kenmerk
Pagina 2 van 2
wethouders het gemeentebeleid goed vitvoert. Om deze taken te kunnen uitvoeren beschikt de
gemeenteraad over een aantal middelen. Zo kunnen raadsleden dus een motie indienen. Door
middel van een motie spreekt de raad een oordeel uit of doet hij/zij een wens of verzoek aan het
college. In dit geval heeft de gemeenteraad het college verzocht om de lamsterdam-letters op het
Museumplein te verwijderen en op andere locaties alleen nog beperkt in te zetten in afstemming
met de bestuurscommissies.
Met vriendelijke groet,
Nafnens hetfcollege van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
en
C p OD
Wethouder Economische Zaken s
|
|
|
|
||
Í
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Raadsadres | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 142
Publicatiedatum 28 februari 2014
Ingekomen onder J’
Ingekomen op woensdag 12 februari 2014
Behandeld op woensdag 12 februari 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden de heer Winsemius, de heer Molenaar en de heer
Bouwmeester inzake het uitvoeringsbesluit Rokin (instellen van een 30 km/h-zone
voor het gemotoriseerd verkeer).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 17 december 2013 tot vaststellen van het uitvoeringsbesluit Rokin op
basis van het definitief ontwerp, onderdeel van de Rode Loper (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 46);
Constaterende dat:
— een 30 km/h-zone op het Rokin voor een veiligere verkeerssituatie zorgt;
— er geen belemmeringen zijn voor een 30 km/h-zone op het Rokin aangaande
doorstroming en luchtkwaliteit;
— de stadsdeelraad van het stadsdeel Centrum heeft aangedrongen op een
30 km/h-zone op het Rokin;
Overwegende dat de aanrijtijden van de hulpdiensten binnen de normen moeten
blijven,
Besluit:
in ontwerpbesluit nr. 46 van 2014, aan beslispunt 1, een lid k toe te voegen, luidende
als volgt:
“k.
— het Rokin, het gedeelte tussen de Munt en de Dam, in te stellen als 30 km/h-zone
voor het gemotoriseerde verkeer;
— bij de inrichting van de trambaan en de vormgeving van de eventuele drempels
rekening te houden met de aanrijtijden van de hulpdiensten;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 142 A d é
Datum _ 28 februri 2014 mendemen
— indien geen afdoende oplossing wordt gevonden voor de aanrijtijden van
de hulpdiensten de uitvoering van dit amendement wederom te bespreken met
de raad.”
De leden van de gemeenteraad,
R. Winsemius
F.M. Molenaar
G.J. Bouwmeester
2
| Motie | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1000
Publicatiedatum 5 augustus 2016
Ingekomen op 14 juli 2016
Ingekomen onder CB
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Moorman en Nuijens inzake de uitwerking van
de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente
(verkoopstop bij minder dan 35% sociaal).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen
huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 675).
Overwegende dat:
— WA 2015 aangeeft dat in 8 van de 22 gebieden het aandeel sociale
huurwoningen minder is dan 35%, te weten:
o C-Centrum Oost 28%
o C-Centrum West 25%
o NW-de Aker/Nieuw-Sloten 22%
o 0-1Jburg/Eiland Zeeburg 33%
o W.-Oud-West/ de Baarsjes 31%
o Z-Buitenveldert/Zuidas 25%
o Z-de Pijp/Rivierenbuurt 33%
o Z- Noord-West/Noord-Midden 18%
— de samenwerkingsafspraken voorzien in een proces waarbij het meer dan een
jaar kan duren voordat de samenwerkingspartners tot nieuwe afspraken komen.
Hiermee nog niet gegarandeerd is dat een afname van het aandeel sociale
huurwoningen in het gebied wordt gestuit of gekeerd;
— ook in de uitwerking van de samenwerkingsafspraken nog geen afspraken zijn
gemaakt met als doel de afname va het aandeel sociale huurwoningen in de 8
gebieden te stoppen;
— in 2015 al 5809 woningen verloren zijn gegaan uit de voorraad sociale
corporatiewoningen;
Van mening dat:
— door het uitblijven van maatregelen de ongedeeld stad verloren dreigt te gaan;
1
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Met de corporaties en de huurdersvereniging, zo spoedig mogelijk af te spreken dat in
de wijken Centrum Oost, Centrum West, de Aker/Nieuw-Sloten, IJburg, Oud-West/de
Baarsjes, Buitenveldert/Zuidas, de Pijp/Rivierenbuurt, Noord-West/Noord-Midden,
geen sociale huurwoningen meer worden verkocht.
De leden van de gemeenteraad
M. Moorman
J.W. Nuijens
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 144
Datum indiening 10 december 2018
Datum akkoord college van b&w van 12 februari 2019
Publicatiedatum 13 februari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boomsma inzake de erfpachtcorrectie
voor de WOZ-waardebepaling en de gevolgen van de recente gerechtelijke uitspraak
dat de gemeentelijke methode moet worden herzien.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De gemeente heft OZB en stelt daartoe jaarlijks de WOZ-waarde van woningen vast.
De WOZ-waarde is het bedrag dat een onroerende zaak zou moeten opbrengen.
De Wet Waardering Onroerende Zaken stelt echter dat het de waarde betreft van de
woning indien er geen andere, privaatrechtelijke verplichtingen op zouden rusten.
Om de WOZ-waarde te bepalen van woningen op erfpacht doet de gemeente alsof
die woningen op eigen grond zouden staan. De Dienst belastingen kijkt daarom niet
alleen naar de gerealiseerde prijzen van vergelijkbare verkochte woningen, maar telt
daar een ‘opslag’ bij op: de zogenaamde erfpachtcorrectie. Door de erfpachtcorrectie
bij de verkoopprijzen op te tellen wordt de WOZ-waarde van huizen op erfpacht
hoger, en dus ook de belastingen die deze waarde als uitgangspunt nemen. De
erfpachtcorrectie wordt berekend als de contante waarde van de toekomstige
verplichtingen volgens het huidige contract vanaf de koopdatum tot het einde van het
erfpachtcontract plus de contante waarde van de toekomstige verplichtingen over het
daaropvolgende tijdvak, over in totaal 50 jaar. Omdat de canon daarvan in het
voortdurende stelsel vaak nog niet bekend is op het moment dat de WOZ-waarde
wordt vastgesteld, wordt deze benaderd door de canon van het huidige tijdvak te
vermeerderen met een fictieve inflatie van 3,75 procent en dat geheel contant te
maken over 50 jaar. Vervolgens wordt daarvan 60 procent genomen, op basis van het
onderzoek van Francke en Wilders (1996) waaruit bleek dat de toekomstige
erfpachtverplichtingen niet volledig worden weerspiegeld in de marktwaarde. Francke
en Wilders betogen in dat onderzoek tevens dat het percentage waarmee
gecorrigeerd wordt in de loop van de tijd kan worden aangepast.
Op 7 december 2018 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan (zaaknummer
AMS 18/1696) in een zaak die een erfpachter had aangespannen tegen de gemeente
met betrekking tot deze erfpachtcorrectie. Deze erfpachter vond dat hij op grond van
deze methodiek een te hoge WOZ-waarde had gekregen. De rechter heeft nu
bepaald dat de belastingdienst de methode waarmee de erfpachtcorrectie wordt
berekend om de WOZ-waarde vast te stellen inderdaad moet aanpassen.
De fractie van het CDA heeft eerder, op 15 augustus 2017, schriftelijke vragen
gesteld over de erfpachtcorrectie en de daarbij gebruikte parameters, die zijn
beantwoord op 2 november 2017 (nr. 1353).
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng ls Gemeenteblad R
Datum 13 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boomsma, namens de fractie van het CDA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
Het college beantwoordt de vragen 1, 2 en 3 gezamenlijk
1. Welke consequenties heeft deze uitspraak voor de wijze waarop de gemeente de
erfpachtcorrectie toepast om de WOZ-waarde van woningen op erfpacht te
bepalen? Dit enerzijds voor de manier waarop de gemeente in de toekomst WOZ-
waarden van huizen op erfpacht gaat vaststellen, en anderzijds voor de reeds
eerder vastgestelde waarden.
2. Betekent dit dat andere WOZ-waarden die op grond van dezelfde formule tot
stand zijn gekomen, nu ook op losse schroeven komen te staan? En dat
bezwaren daartegen waarschijnlijk ook worden toegewezen? Zo ja, wat gaat
het college daar aan doen?
Toelichting door vragensteller:
De rechtbank oordeelt dat de toekomstige canon niet kan worden afgeleid uit de
huidige canon, en dat het onderzoek van Francke en Wilders (1996) onvoldoende
basis biedt voor de erfpachtcorrectie, omdat het niet representatief is voor de stad en
de omstandigheden ingrijpend zijn veranderd: “Naar het oordeel van de rechtbank
heeft [eiser] met de door hem overgelegde stukken twijfel gezaaid aan de
bruikbaarheid van het rapport van Francke en Wilders in de huidige situatie in
Amsterdam. Ten eerste is het rapport gebaseerd op een relatief klein aantal
observaties. Er zijn 25 vergelijkingen van verkoopcijfers gemaakt, waarvan dertig
procent buiten beschouwing is gelaten omdat geen effect van de erfpachtsituatie op
de verkoopprijs werd gevonden. Ten tweede is het rapport uitsluitend gebaseerd op
verkopen ín de stadsdelen Noord en Zuidoost. Weliswaar heeft de heffingsambtenaar
gezegd dat andere vergelijkingsmogelijkheden niet voorhanden waren, maar het is
niet zonder meer duidelijk dat deze stadsdelen representatief zijn voor de gehele
stad. Ten derde zijn de marktomstandigheden sinds 1996 ingrijpend veranderd. De
rechtbank vindt daarom dat het rapport van Francke en Wilders onvoldoende basis
biedt voor de berekening van de erfpachtcorrectie. Deze stelling van [eiser] slaagt.”
3. Graag een reactie van het college. Hoe gaat het college hier nu mee om? Ziet het
college hierin een aanleiding om de methode te heroverwegen? Is het college van
plan om een nieuw onderzoek te doen naar de parameters om de WOZ-waarde
te bepalen, en om een betere methode te ontwikkelen om de erfpachtcorrectie te
kunnen bepalen? Zo ja, hoe en wanneer?
Antwoord vragen 1, 2 en 3:
Wat de lopende bezwaar- en beroepsprocedures betreft is van belang dat de
Rechtbank Amsterdam inmiddels in een aantal vergelijkbare procedures hetzelfde
standpunt heeft ingenomen en de betreffende WOZ-waardes heeft verlaagd met
respectievelijk 0,83%, 1,1% en 1,58%. De rechtbank heeft overigens niet nader
aangegeven welke aanpassingen naar haar oordeel nodig zijn.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng ls Gemeenteblad
Datum 13 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018
Deze uitspraken zijn voorlopig, Belastingen is in hoger beroep gegaan tegen deze
uitspraken. Mede in het licht dat de berekeningswijze van de erfpachtcorrectie
gedurende vele jaren stand heeft gehouden in de vele juridische procedures voor
de Rechtbank Amsterdam, het Hof en de Hoge Raad.
Belastingen heeft het Hof Amsterdam gevraagd enkele representatieve hoger
beroepen met erfpachtcorrectie versneld en gebundeld in behandeling te nemen.
De verwachting is dat de uitspraken in deze zaken kort voor de zomer van 2019
worden gedaan. De uitkomsten van deze uitspraken kunnen daarom pas worden
meegenomen in de WOZ-beschikkingen van 2020.
De uitspraak van de Rechtbank Amsterdam wordt beschouwd als een duidelijk
signaal dat de berekeningssystematiek nader dient te worden geëvalueerd en
indien nodig te worden geactualiseerd dan wel herijkt. Belastingen is van oordeel
dat gezien de uitspraken van de Rechtbank Amsterdam enige aanpassing van de
erfpachtcorrectie vanaf 2020 in de rede ligt.
Om te onderbouwen en te bepalen of, en zo ja, op welke onderdelen de
berekeningssysternatiek dient te worden herzien, is een grondige en zorgvuldige
wetenschappelijke analyse noodzakelijk. Belastingen heeft dit proces in gang
gezet, waarbij enkele hoogleraren vastgoed en lokale belastingen van
verschillende universiteiten betrokken zijn. Het onderzoek leidt naar verwachting
niet tot een fundamentele wijziging van het berekeningsmodel, maar kan wel
aanleiding zijn om onderdelen uit dat model aan te passen of wegingsfactoren te
herzien.
Het zorgvuldig uitvoeren van het onderzoek, het vertalen van de uitkomsten naar
een gewijzigde berekeningssystematiek en het testen en verankeren van de
berekeningssysternatiek ín het informatiesysteem van Belastingen zal gelet op de
complexiteit en de ervaringen van de betrokken deskundigen naar verwachting
minimaal 6 maanden duren.
Rekening houdend met de eerdere uitspraken, en vooruitlopend op het
onderzoek, heeft de inspecteur van de gemeentelijke belastingen besloten ín
2019 eenmalig een verlaging van de WOZ-waarde toe te passen van 2% voor
woningen op erfpachtgrond.
De uitspraak van de rechtbank heeft overigens geen consequenties voor de
onherroepelijk vastgestelde WOZ-waarden.
4. Als onderdeel van het nieuwe erfpachtstelsel worden de erfpachtgrondwaarde en
dus de canon en afkoopsommen afgeleid van de WOZ-waarde. Welke gevolgen
heeft deze uitspraak voor de houdbaarheid en bruikbaarheid van deze
grondwaardebepaling en Overstapregeling? Graag een toelichting.
Antwoord:
De gerechtelijke uitspraak heeft geen gevolgen voor definitief beschikte WOZ
waarden. De gerechtelijke uitspraak heeft mogelijk wel gevolgen voor de WOZ-
waarden die 28 februari 2019 beschikt worden en kan daarmee ook gevolg
hebben voor de erfpachtgrondwaarde die met deze WOZ-waarden worden
berekend. Deze WOZ-waarden vormen onderdeel voor de berekening voor de
BSQ (Buurt Straat Quote) voor het jaar 2020. Belastingen heeft in reactie op
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng ls Gemeenteblad R
Datum 13 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018
de jurisprudentie over de erfpachtcorrectie, zoals hiervoor aangegeven, een
eenmalige verlaging van 2% toegepast op de WOZ-waardebeschikking 2019 van
woningen op erfpachtgrond. De grondwaardebepaling is hierin volgend, wat wil
zeggen dat de hoogte van de WOZ-waarde voor het berekenen van de
grondwaarde een gegeven is.
Gevolgen voor de Overstapregeling
Voor (onder meer) de Overstapregeling wordt gebruik gemaakt van de WOZ-
waarde. In het kader van de Overstapregeling wordt gebruik gemaakt van
onherroepelijke WO- waarden. De uitspraak van de rechtbank heeft hiermee geen
gevolg voor de Overstapregeling. G&O maakt tot 31-12-2019 gebruik van de
WOZ-waarden met peildatum 2014 of 2015 (dat zijn dan de beschikkingen van
respectievelijk 2015 en 2016). Deze WOZ-waarden worden niet door deze
uitspraak geraakt, tenzij het beschikkingen zijn waartegen nog een bezwaar of
beroep loopt. WOZ-waarden waartegen bezwaar of beroep loopt worden niet
gebruikt voor de bepaling van de erfpachtgrondwaarde.
Ook bij wijziging van bestaande erfpachtrechten (o.a. canonherziening einde
tijdvak, bestemmingswijziging) wordt gebruik gemaakt van de WOZ-waarde en
gaat het eveneens alleen om WOZ-waarden die definitief beschikt zijn. Ook deze
WOZ-waarden worden derhalve niet door deze uitspraak geraakt
Toelichting door vragensteller:
Op 15 augustus heeft het CDA enkele schriftelijke vragen gesteld over deze
methodiek en de implicaties van het nieuwe erfpachtstelsel. Zo stelde de fractie van
het CDA onder andere de vraag: “Wordt de methode om de WOZ-waarde van huizen
op erfpacht vast te stellen aangepast naar aanleiding van de invoering van (de
Overstapregeling op) eeuwigdurende erfpacht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat
wordt de nieuwe methode om de WOZ-waarde vast te stellen van woningen op
eeuwigdurende erfpacht en/of woningen die op één van de daartoe geboden
mogelijkheden zijn overgestapt of gaan overstappen op eeuwigdurende erfpacht?”
En: “Hoe verhoudt de nieuwe methode zich tot de oude? Leidt dit tot een hogere of tot
een lagere erfpachtcorrectie en dus WOZ-waarde? Hierop was het antwoord van het
college: “Wat betreft de erfpachtcorrectie zal na invoering van eeuwigdurende
erfpacht het effect op de parameters die gebruikt worden voor het bepalen van de
WOZ-waarde nader geanalyseerd worden. Dit gebeurt overigens permanent voor
alle transactieprijzen van de woningen op erfpacht. Het effect van eeuwigdurende
erfpacht op de erfpachtcorrecties voor de WOZ is nu nog niet bekend.”
5. Is daarover inmiddels meer bekend?
Antwoord:
Nee, omdat een onderzoek pas mogelijk is als er een significant aantal
transacties beschikbaar is van objecten op afgekochte eeuwigdurende erfpacht,
hetgeen nu nog niet het geval is.
Door deze transacties af te zetten tegen de transacties van vergelijkbare objecten
die op grond gelegen zijn waarop voortdurende of tijdelijke erfpacht van
toepassing is, kan een verschil worden aangetoond. Het verschil geeft aan wat
partijen bereid zijn extra te betalen voor soortgelijke objecten op (fictieve) eigen
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng ls Gemeenteblad
Datum 13 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018
grond ten opzichte van een object dat is gelegen op grond met voortdurende of
tijdelijke erfpacht.
Toelichting door vragensteller:
In de beantwoording op dezelfde set schriftelijke vragen gaf het college aan dat
de gemeente “permanent marktanalyses uitvoert naar het effect van erfpacht op
de verkoopprijzen.”
6. Kan het college nader ingaan op het effect van erfpacht op de verkoopprijzen, en
wat blijkt uit deze permanente marktanalyses?
Antwoord:
{n de permanente marktanalyse komt naar voren dat na jaren van crisis de
woningmarkt in Amsterdam de afgelopen drie jaren stevig is aangetrokken. De
woningmarkt wordt steeds krapper en de prijzen van woningen stijgen sterk. Dit
geldt voor woningen die op eigen grond staan en voor woningen die op grond
staan die ín erfpacht is uitgegeven. Door de krappe woningmarkt is het op dit
moment niet mogelijk een eenduidige uitspraak te doen over het effect van de
erfpacht op verkoopprijzen. In dit kader is tevens van belang dat de aanwezigheid
van erfpacht slechts één van de factoren is die bepalend is voor de
verkoopprijzen. Locatie, bestemming en het herzieningsmoment zijn een aantal
van deze factoren. Het in het vorige antwoord genoemde onderzoek zal
aanvullende informatie opleveren over het effect van voortdurende of tijdelijke
erfpacht op de verkoopprijzen.
7. Wat zijn de effecten die het college verwacht van de Overstapregeling op de
huizenprijzen? In hoeverre verwacht het college dat de te betalen afkoopsommen,
of de contante waarde van de eeuwigdurende canon bij overstap, wordt verwerkt
in de erfpachtrechten? Is dat onderzocht, of wordt dat onderzocht? Zo nee,
waarom niet? Is het college bereid dat alsnog te doen?
Antwoord:
Op dit moment zijn er onvoldoende marktgegevens op basis waarvan het effect
van de Overstapregeling op de huizenprijzen kan worden bepaald. Zodra deze
beschikbaar zijn, zal G&O hierop een analyse uitvoeren.
8. Maakt het informeren van huiseigenaren over de verwachte effecten van de
Overstapregeling op de huizenprijzen onderdeel uit van het communicatieplan
rondom de Overstapregeling dat in 2019 wordt uitgerold? Zo ja, op welke manier?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het informeren van huiseigenaren over de verwachte effecten van de
Overstapregeling op de huizenprijzen is geen onderdeel van de
publiekscampagne over erfpacht. Wel gaan we de erfpachter oproepen zich te
oriënteren op zijn/haar opties voor zijn of haar erfpachtrecht. De verwachting is
dat de huizenprijzen van woningen met eeuwigdurende erfpacht wel zullen
stijgen. Op dit moment is nog niet met transacties te onderbouwen wat het effect
van de overstap is op de waarde van de woning.
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer LS ebruar 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018
Toelichting door vragensteller:
Eén van de speerpunten van het toezicht van de AFM, is dat het belang van klanten
centraal moet staan en dat zij eerlijk worden behandeld. Op deze manier hoopt de
AFM te voorkomen dat opnieuw affaires ontstaan rondom financiële producten, zoals
de aandelenlease en woekerpolis. Het centraal stellen van het klantbelang zou
daarnaast een bijdrage kunnen leveren aan het (herstel van het) vertrouwen in de
financiële sector.
9. Is het college het met de fractie van het CDA eens dat de gemeente in het
Grondwaardebeleid en de Overstapregeling ook het belang van de huiseigenaren
centraal dient te stellen, omdat dit de beste kans biedt dat huiseigenaren op een
eerlijke manier behandeld worden?
Antwoord:
Bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen is de gemeente
gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Bij het opstellen
van beleid dat ten grondslag ligt aan dergelijke rechtshandelingen worden de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur derhalve ook in acht genomen.
Eén van de redenen om eeuwigdurende erfpacht in te voeren is bijvoorbeeld
geweest te voorkomen dat erfpachters bij aanvang van een nieuw tijdvak van
het voortdurende erfpachtrecht worden geconfronteerd met een canonverhoging
waar hij geen rekening mee heeft gehouden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 149
Publicatiedatum 20 maart 2015
Ingekomen onder AB
Ingekomen op 11 februari 2015
Behandeld op 11 maart 2015
Status Aangehouden in de raadsvergadering op 11 februari 2015 en verworpen op 11 maart 2015
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Groen inzake de Agenda Duurzaamheid
(ambitie wind: streefwaarden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Duurzaamheid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 50);
Constaterende dat:
— de gemeente Amsterdam een ambitieuze doelstelling heeft op het gebied van het
reduceren van de CO2-uitstoot in 2025 en 2040;
— windenergie in een belangrijk deel van de Amsterdamse elektriciteitsbehoefte zou
kunnen voorzien, en een kosteneffectieve manier is om duurzame elektriciteit op te
wekken;
— in de ‘Windvisie' is vastgesteld dat er in de omgeving van Amsterdam
9 zoekgebieden geschikt zijn voor het ontwikkelen van windmolens, met een
potentie van 30 — 35 windmolens en een potentieel vermogen van 200 -250 MW.
Overwegende dat:
— de gemeente Amsterdam in een zo hoog mogelijk tempo deze potentie moet willen
verzilveren;
— de Provinciale Structuurvisie en de onzekerheid rond het Luchthavenindelings-
besluit thans de uitvoering van de Windvisie verhinderen;
— de gemeente Amsterdam mogelijkheden heeft de besluitvorming ten aanzien van
het provinciale beleid en de LIB te beïnvloeden;
— de gemeente haar eigen ambities en streefwaarden ten aanzien van de
ontwikkeling van windenergie moet baseren op de eigen doelstellingen ten
aanzien van duurzaamheid, en op basis daarvan het gesprek moet aangaan met
andere overheden;
— het Havengebied, de Noorder IJplas en het Cornelis Douwesterrein locaties zijn
die zowel passen in de Provinciale Structuurvisie als de Windvisie Amsterdam, en
deze locaties ruimte bieden voor ten minste 3 lijnopstellingen van 6 windmolens en
54 MW aan opgesteld vermogen,
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 149
Datum _ 20maart2015 Amendement
Besluit:
— op pagina 59 de streefwaarden voor opgestelde windenergie te veranderen in:
2016: 67MW;
2018: 85 MW;
2020: 121 MW;
— op pagina 61 bij het kopje focus’ de eerste zin te vervangen door:
“Het mogelijk maken van tenminste 54 MW aan extra windenergie in Amsterdam in
2020.”
— toe te voegen aan de acties en maatregelen:
“Met de provincie tot overeenstemming komen over het op termijn uitvoeren van
de gehele ambitie uit de Windvisie ”
Het lid van de gemeenteraad,
RJ. Groen
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1085
Publicatiedatum 4 oktober 2017
Ingekomen onder H
Ingekomen op woensdag 27 september 2017
Behandeld op woensdag 27 september 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Ruigrok inzake de brief over de aanpak anti-homogeweld
(aanpak straatintimidatie als instrument inzetten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief over de aanpak anti-homogeweld
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 768).
Constaterende dat:
— Bestrijding van geweld tegen LHBTI's als prioriteit is opgenomen in het Regionaal
Veiligheidsplan 2015-2018 en in de Uitvoering Roze Agenda 2015- 2018;
— Het college met de aanpak straatintimidatie (seksuele) straatintimidatie wil
verminderen.
Overwegende dat:
— ledereen zich in Amsterdam in vrijheid en veiligheid moet kunnen leven, ongeacht
zijn of haar seksuele gerichtheid;
— Er niet alleen sprake is van anti-homogeweld, maar dat Amsterdamse LHBTI's
ook met regelmaat te maken hebben met verbale en fysieke intimidatie op straat,
denk aan naroepen, uitschelden, hinderlijk achtervolgen, de weg belemmeren,
gericht bespugen en aanstootgevende (seksueel getinte) gebaren;
— De aanpak straatintimidatie zich richt op iedereen die zich geïntimideerd voelt,
naast vrouwen kunnen dat bijvoorbeeld ook LHBTI-Amsterdammers zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. De aanpak straatintimidatie als instrument in te zetten bij de aanpak anti-
homogeweld;
2. Via de gemeentelijke kanalen richting de LHBTI-gemeenschap te communiceren
dat de aanpak straatintimidatie ook gebruikt wordt als instrument om verbale en
fysieke intimidatie richting LHBTI's te bestrijden;
3. Bij het geven van instructies aan handhavers extra aandacht te vragen voor de
mogelijkheid om de middelen van de aanpak straatintimidatie in te kunnen zetten;
4, De raad te informeren over de uitwerking en uitvoering van deze motie.
Het lid van de gemeenteraad
M.H. Ruigrok
1
2
| Motie | 2 | discard |
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Directie Omgevingsmanagement
1000 AE Amsterdam Afdeling Realisatie Sociaal en Vastgoed
Telefoon 14 020
Fax 020 256 4433
www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Pianolamuseum
ta.v. het bestuur
Westerstraat 106
1015 MN Amsterdam
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door Willemijn Verhoeven
Rechtstreekse nummer 020-2564529
Dossiernummer HB 06039/794/3/1
Onderwerp Uw raadsadres d.d. 21/01/13
Geacht bestuur,
U heeft bij de deelraad van stadsdeel Centrum op 21 januari 2013 een raadsadres
ingediend over uw huisvestingsplannen. De stadsdeelraad heeft op 29 januari 2013
besloten de beantwoording van uw raadadres in handen te stellen van het dagelijks
bestuur. Dit antwoord is eerst besproken in de commissie Bouwen en Wonen onder
uitnodiging van de commissie Cultuur op 9 april 2013.
U vraagt het stadsdeel een bijdrage te leveren aan de realisatie van uw
uitbreidingsplannen. Deze uitbreidingsplannen zijn naar uw mening nodig om de
continuïteit van uw museum te kunnen waarborgen.
U heeft in een eerder stadium hierover met portefeuillenouder Oranje een gesprek gehad.
Op 11 maart jl. had u opnieuw een gesprek met de heer Oranje. Hierin gaf u aan dat naar
uw mening de overdracht van het pand Westerstraat 106 de enige oplossing is voor de
problemen waar het museum zich mee geconfronteerd ziet. Het stadsdeel heeft u in 2011
een erfpachtaanbieding gedaan. In het overleg met de heer Oranje heeft u de voor u
maximaal haalbare koopsom genoemd. Deze is echter minder dan de helft van de prijs
waartegen het stadsdeel u in september 2011 het pand heeft aangeboden.
De heer Oranje heeft daarop aangegeven dat het stadsdeel geen mogelijkheid heeft om
het pand onder de marktwaarde aan u in erfpacht uit te geven. De marktwaarde is
bepaald aan de hand van drie onafhankelijke taxaties.
Los van de wet- en regelgeving met betrekking tot de overdracht van onroerend goed,
hanteert het stadsdeel de systematiek dat (culturele) activiteiten niet via het vastgoed
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 2
gesubsidieerd kunnen worden, maar enkel uit de desbetreffende begroting. Het stadsdeel
heeft momenteel geen beleid voor cultuursubsidie waardoor het op dit moment helaas
weinig voor het Pianolamuseum kan betekenen.
In het gesprek met de heer Oranje heeft u aangegeven dat u met (particuliere) fondsen
contact heeft over een financiële bijdrage aan uw uitbreidingsplannen. Wij wensen u daar
oprecht veel succes mee.
Met vriendelijke groeten,
het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum,
Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren
secretaris voorzitter
2
| Raadsadres | 2 | train |
N Gemeente Amsterdam
ap Stadsdeel Amsterdam-Noord
x
% AB verg : 963
x Reg.nr. : 1962
Datum :24 september 2014
CONCEPT-AGENDA
Openbare vergadering Algemeen Bestuur
bestuurscommissie Amsterdam-Noord
woensdag 24 september 2014
in Burgerzaal van het Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
aanvang 20.00 uur
Agendapunt Nadereiniormatie [Reg
PROCEDUREEL
1)_Opering
2) Mededelingen
3)_ vaststellen agenda
4) Vaststellen verslag en besluitenlijst 2 juli Het kabinet deel van het verslag ligt voor
2014 de AB-leden ter inzage op de afdeling
bestuursondersteuning
7) Kennismaking Rekenkamer: inleiding dhr.
De Ridder
9) Benoeming lid bestuurscommissie in
klankbordgroep Rekenkamer 6556
BELEIDSVOORSTELLEN
10) Advies Verordening 6547
Bodemenergiesystemen Amsterdam
ALGEMEEN
| Agenda | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 18 januari 2022
Portefeuille(s) Grondzaken, Bouwen en Wonen
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck en Jakob Wedemeijer
Behandeld door Grond & Ontwikkeling, Harriet Wildenberg en Cor de Jong,
[email protected] en c.de.jong@®amsterdam.nl
Onderwerp Tijdelijke financiële woningbouwimpuls in de vorm van een regeling
Ambitiebonus en een regeling Transformatie-impuls
Geachte leden van de gemeenteraad,
Amsterdam heeft een tekort aan betaalbare woningen en zet daarom in op het bijbouwen van
woningen in het sociale en middeldure segment. Om samen te zorgen voor meer betaalbare
woningen in Amsterdam is in 2020 door de gemeente Amsterdam, de leden van IVBN, Vastgoed
Belang en NEPROM de intentieverklaring “Meer betaalbaar wonen met betrouwbare partners”
ondertekend. * In deze intentieverklaring staan afspraken over de bouw van nieuwe woningen voor
middeninkomens, die ook op de lange termijn betaalbaar blijven. Deze afspraken moeten de
bouwproductie stimuleren en de huurstijgingen beperken.
Deze intentieverklaring is een belangrijke stap voor gemeente en marktpartijen geweest. Voor
marktpartijen een stimulans om blijvend te investeren in Amsterdam. Voor het college is van
belang dat met deze afspraken de woningen gebouwd worden die het hardst nodig zijn, dat deze
woningen duurzaam zijn én dat bestaande woningen betaalbaar blijven. Een positief resultaat is
dat in 2021, met het in aanbouw nemen van (afgerond) 2.700 middeldure huurwoningen, de bouw
van middeldure huurwoningen een goed tempo heeft bereikt. Dit jaarcijfer geeft echter nog geen
garantie voor de toekomst. Ook de komende jaren zijn veel inspanningen nodig om deze
woningen te realiseren en te behouden.
Knelpunten voor de bouw van betaalbare huizen
Gemeente, IVBN en NEPROM hebben in 2021 het gesprek en de samenwerking voortgezet, zoals
is afgesproken in de Intentieverklaring. Er is overleg gevoerd over de wijze waarop grondprijzen
worden bepaald, de tendersystematiek en de opgave in de transformatiegebieden. De gesprekken
hebben geleid tot meer begrip en transparantie over elkaars werkwijzen. De gesprekken zijn nu
afgerond. In de slotfase hebben de marktpartijen enkele voorstellen ingediend die hebben
geresulteerd in een aantal toezeggingen van de gemeente die binnen de bestaande werkwijzen
kunnen worden ingepast. De gemeente gaat daarbij niet in op het voorstel om het
grondprijsbeleid en het tenderbeleid aan te passen, dit is niet nodig.
* [VBN = Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland, Neprom = Nederlandse Vereniging van
Projectontwikkeling Maatschappijen en Vastgoed Belang = Vereniging van particuliere beleggers in Vastgoed
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 januari 2022
Pagina 2 van6
In de gesprekken hebben de marktpartijen twee belangrijke knelpunten ingebracht voor het op
peil houden van de bouw van betaalbare woningen.
Het eerste ingebrachte knelpunt betreft de stapeling van eisen en ambities in tenders.
Marktpartijen geven aan dat bij middeldure huur in tenders het gebrek aan optimalisatie aan de
opbrengstenkant door het maximale huurniveau, in combinatie met aanvullende ambities en
wensen een project financieel onhaalbaar kan maken. Deze extra ambities worden niet opgelegd,
maar de markt geeft aan dat zij druk ervaart om deze ambities te realiseren om zo de kans te
vergroten om een tender te winnen. Bovendien worden in de grondprijzen bij tenders de kosten
voor aanvullende ambities, waarmee inschrijvers vitgedaagd worden om hoog te kunnen scoren,
niet meegenomen. De gemeente erkent dat de kosten van evt. extra ambities niet meegenomen
worden in de grondprijzen, omdat partijen niet verplicht zijn om met deze ambities in te schrijven.
Ten tweede is vit de overleggen naar voren gekomen dat de leden van de koepels de werkwijze
van de gemeente, om de inbrengwaarde van bestaand vastgoed in transformatiegebieden niet
mee te nemen in de grondwaardebepaling (dan wel anderszins te vergoeden), niet begrijpen. Bij
veel projecten is dit volgens de koepels een knelpunt. In de praktijk vertegenwoordigt het
bestaande vastgoed vaak een substantiële waarde. Met name als de marktvraag naar de huidige
functie groot is en/of het einde van de economische levenscyclus van het bestaande vastgoed nog
niet in zicht is. De gemeente houdt bij de bepaling van grondprijzen rekening met kosten die
binnen het project gemaakt moeten worden, waaronder kosten voor sloop en het bouwrijp
maken. Binnen de grondprijssystematiek is de inbrengwaarde van het huidige vastgoed echter
bewust geen onderdeel in de grondwaardebepaling. Dit vitgangspunt hanteert de gemeente met
name zodat zij niet wil meewerken aan het bevorderen van speculatie.
Naar aanleiding van deze twee door IVBN en NEPROM ingebrachte knelpunten, heeft het college
op 18 januari 2022 ingestemd met een tijdelijke extra impuls voor de bouw van betaalbare
woningen.
Deze extra impuls bestaat uit twee tijdelijke financiële regelingen. Een tijdelijke Transformatie-
impuls om de transformatie naar betaalbare woningen aan te jagen en een tijdelijke Ambitiebonus
om extra inspanningen op het gebied van betaalbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit
bij inschrijvingen op tenders te stimuleren. Met deze regelingen wil het college ervoor zorgen dat —
ook voor betaalbare woningen - de hoge bouwcijfers en hoge ambities in deze collegeperiode
worden doorgezet. De regelingen worden begin volgend jaar geëvalueerd.
Ambitiebonus
De tijdelijke regeling Ambitiebonus heeft als doel marktpartijen te stimuleren om bij de bouw van
betaalbare woningen extra ambities te realiseren op het gebied van ruimtelijke kwaliteit,
duurzaamheid en/of woonprogramma. De Ambitiebonus betreft een tegemoetkoming van
maximaal 10% op de grondwaarde voor het betaalbare woonprogramma dat middels de
betreffende tender gerealiseerd zal worden. De exacte hoogte van deze bonus is afhankelijk van
de prestatie die hier tegenover staat.
De Ambitiebonus wordt toegepast in drie nog nader aan te wijzen tenders die in 2022
op de markt worden gebracht, waarbij het college om praktische redenen kiest om bij
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2022
Pagina 3 van6
nieuwbouwprojecten in Oost en de Zuidas aan de slag te gaan met de Ambitiebonus. Het gaat om
tenders waarbij ook de focus op middeldure huur zal liggen. In de selectiebrochure en de
bouwenvelop voor de drie tenders worden in het kader van deze Ambitiebonus de volgende
punten nader vitgewerkt:
- voor welke specifieke ambities een bonus van toepassing is
- hoe de hoogte van de bonus berekend wordt en
- hoe inschrijvingen beoordeeld worden.
Transformatie-impuls
De tijdelijke regeling Transformatie-impuls heeft als doel om de realisatie van
transformatieprojecten met betaalbare woningen te versnellen. De Transformatie-impuls betreft
een generieke tegemoetkoming van 10% op de grondwaarde met betrekking tot de te realiseren
betaalbare woningen in particuliere transformatieprojecten. Het gaat om projecten waarbij
sprake is van wijziging van een bestaand erfpachtrecht van een private partij, waarbij de huidige
bestemming en/of bebouwing (gedeeltelijk) wordt gewijzigd in wonen en er bij die wijziging
minimaal 5 nieuwe woningen in het betaalbare segment worden gerealiseerd. De Transformatie-
impuls is tijdelijk voor één jaar van toepassing met als startdatum 1 februari 2022. Deze impuls
geldt alleen voor transformatieprojecten waarvoor in de periode vanaf 1 februari 2022 tot uiterlijk
1 februari 2023 grondprijsafspraken worden gemaakt die binnen deze periode ook schriftelijk
worden vastgelegd, in een afsprakenbrief of — bij het ontbreken van een afsprakenbrief - in een
erfpachtovereenkomst.
In die particuliere transformatieprojecten waar de businesscase net niet vit kan, zal de
transformatie-impuls naar verwachting de erfpachter meer ruimte bieden.
Algemeen geldende uitgangspunten en overwegingen
De regelingen zijn tijdelijk van kracht
Voor het college is tijdelijkheid een belangrijk vitgangspunt. Het college ziet op dit moment geen
aanleiding om marktpartijen structureel financieel tegemoet te komen en/of de wijze van
grondprijsberekeningen en de tendersystematiek blijvend aan te passen. Marktomstandigheden
veranderen in deze tijd snel, over een jaar kan de situatie namelijk weer anders liggen.
Hierbij komt dat er in maart 2022 gemeenteraadsverkiezingen zijn. Een nieuw college heeft
wellicht andere ambities en/of wil andere accenten leggen. Er is daarom gekozen voor een
tijdelijke financiële impuls met een duidelijke afbakening. Partijen weten hierdoor waar ze aan toe
zijn. Op deze manier kunnen de maatregelen ook goed geëvalveerd worden en de effecten ervan
worden bezien.
De financiële impuls is gerelateerd aan de bouw van betaalbare woningen
Het doel van de Intentieafspraken tussen gemeente en koepels is om de bouwproductie op stoom
te kunnen houden en tegelijk voldoende betaalbare woningen te realiseren die langdurig in dit
segment behouden blijven. Vanwege de beperkende voorwaarden die gelden voor deze
woningen, knelt de financiële haalbaarheid met name bij realisatie van deze categorie
(gereguleerde) betaalbare woningen. Het college relateert de financiële tegemoetkoming daarom
aan de realisatie van:
e _ Particuliere sociale huur: woningen die voor minimaal 25 jaar sociaal verhuurd worden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2022
Pagina 4 van 6
e _ Middeldure huur: woningen die voor minimaal 25 jaar of zonder einddatum (in de praktijk
aangeduid als eeuwigdurend of permanent) middelduur verhuurd worden.
e _Middeldure koop: woningen met een verkoopprijs tot maximaal € 314.000 (VON, incl.
erfpacht, prijspeil 2021).
Met corporaties zijn middels de Samenwerkingsafspraken aparte afspraken gemaakt over onder
ander vaste lage nieuwbouwgrondprijzen voor sociale huurwoningen. Dit zijn al minimale prijzen.
Vandaar dat de regelingen niet gelden voor sociale huurwoningen van woningcorporaties.
De regelingen worden begin 2023 geëvalueerd.
Na afloop van beide regelingen zal een evaluatie plaatsvinden, met als specifieke
aandachtspunten:
° De Ambitiebonus: heeft deze regeling geresulteerd in extra kwaliteit en een goede
uitvoerbaarheid van de tenders? Hierbij wordt o.a. gekeken naar het aantal inschrijvingen
op de drie tenders, de extra geboden kwaliteit van de inschrijvingen, de selectie van de
winnaar, de hoogte van de berekende bonus, het tempo van de selectieprocedure en de
wijze van beoordeling en berekening van de bonus.
° De transformatie-impuls: heeft deze regeling geresulteerd in snellere totstandkoming van
overeenkomsten met partijen die willen transformeren? Hierbij wordt o.a. gekeken naar het
aantal afsprakenbrieven en/of erfpachtovereenkomsten, de categorie en kwaliteit van het
woonprogramma, de hoogte van de financiële impuls en het tempo om te komen tot een
overeenkomst.
Risico's
Een risico is dat de vitwerking van de voorwaarden van de Ambitiebonus in een selectiebrochure
en bouwenvelop extra tijd vergt en tot vertraging leidt van de betreffende tender. Het is een
nieuwe manier van werken waar nog geen ervaring mee is. Verder kan het ingewikkeld zijn om
achteraf het bedrag van de tegemoetkoming terug te vorderen bij het eventueel niet-nakomen
van de realisatie van de beloofde ambities. Het staatssteunrisico wordt laag ingeschat: de bonus
wordt gekoppeld aan een prestatie en er worden geen partijen uitgesloten. Een ieder, die
geïnteresseerd is, kan meedingen naar de ontwikkeling en daarmee naar het voordeel. Dit
voordeel is daarmee niet selectief, en daarmee geen staatssteun.
Wat betreft de Transformatie-impuls is een risico dat het vanwege de extra te maken berekening
mogelijk meer capaciteit kost om afsprakenbrieven te sluiten. Ook bestaat de kans dat
erfpachters mogelijk overgaan tot ontbinding van een reeds gesloten afsprakenbrief. Conform de
overgangsregeling moeten dan nieuwe grondprijzen worden afgegeven voor het volledige
programma. Dit kan resulteren in vertraging in plaats van versnelling. Het risico dat sprake zal zijn
van ongeoorloofde staatssteun wordt niet groot geacht. ledere private erfpachter die - in het jaar
dat de regeling geldt - wenst te transformeren naar betaalbare woningen komt immers in
aanmerking.
Financiële consequenties
Het financiële effect zal neerslaan in het Vereveningsfonds en deels in het erfpachtresultaat. Voor
beide regelingen geldt dat het hierbij niet gaat om extra kosten, maar om minder opbrengsten. Dit
heeft (in het geval van een negatieve grondexploitatie direct en in het geval van een positieve
grondexploitatie indirect) effect op het Vereveningsfonds. Bij een canonbetaling is het gevolg dat
er jaarlijks lagere canonopbrengsten binnenkomen ten gunste van het erfpachtresultaat.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2022
Pagina 5 van 6
Wat betreft de Ambitiebonus kan op dit moment geen indicatieve inschatting worden gemaakt
van de financiële consequentie van de bonus. Het financiële effect is afhankelijk van het
betaalbare woonprogramma in de tenders en de uiteindelijke inschrijvingen en geleverde
prestatie.
De financiële gevolgen van de transformatie-impuls voor het Vereveningsfonds zijn globaal en
indicatief — op basis van de programmamonitor AMPG 2021 - doorgerekend. Door de
Transformatie-impuls kunnen de grondopbrengsten voor de gemeente, uitgaande van ca. 1.500
betaalbare woningen, tussen de € 4 en € 5 miljoen lager uitvallen.
Reactie IVBN en NEPROM
De regelingen zijn tot stand gekomen na raadpleging van IVBN en NEPROM.
Bij zowel IVBN als NEPROM bestaat draagvlak voor de invoering van de ambitie-bonus en
transformatie-impuls. Als tijdelijke instrumenten die bijdragen aan het makkelijker realiseren van
gemeentelijke kwaliteitsambities in door de gemeente uitgeschreven tenders en aan het
transformatieproces. IVBN neemt met interesse kennis van beide instrumenten, NEPROM geeft
aan positief te zijn over beide instrumenten. Beide koepels tekenen aan nog steeds bedenkingen
te hebben over het niet meenemen/verrekenen van de inbrengwaarde van bestaand vastgoed bij
transformatie en daarnaast over het voornemen om de beide nú voorgelegde tijdelijke
instrumenten alléén van toepassing te verklaren op het betaalbare woonprogramma (en niet het
héle woonprogramma). Ze blijven kritisch over de wijze waarop de gemeente de residuvele
grondwaarde berekent en over de daarbij gehanteerde parameters. Ze stellen marktconforme
residuvele grondprijzen voorwaardelijk te zien voor de realisatie van voldoende nieuwe, kwalitatief
hoogwaardige middeldure woningen conform de in 2020 overeengekomen intentieverklaring en
ook met de nu voorgestelde tijdelijke instrumenten is deze voorwaarde wat hen betreft niet per
definitie vervuld. Daarbij zou de gemeente in de ogen van IVBN meer rekening moeten houden
met de sterk gestegen bouwkosten én met de beperkingen van het opbrengstenniveau die het
bouwen van betaalbare woningen met zich meebrengt en IVBN geeft aan dat een aantal leden het
moeilijk vindt om in Amsterdam te blijven investeren.
Het college is blij met het draagvlak van de IVBN en de NEPROM voor de maatregelen en
respecteert dat de partijen graag meer hadden gezien. Echter het college meent met het hanteren
van residvele grondprijsmethodiek en het aankondigen van de tijdelijke regelingen Ambitiebonus
en de Transformatie-impuls, een juiste balans te hebben gevonden tussen het blijven stimuleren
van de woningbouw enerzijds, en het voeren van een rechtvaardig en uitlegbaar grondprijsbeleid
anderzijds.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 januari 2022
Pagina 6 van 6
Tot slot.
Met de vaststelling van de Ambitiebonus en de Transformatie-impuls geeft het college een extra
stimulans aan de bouw van betaalbare woningen. Voor het college wordt hiermee het in 2020 met
de Intentieverklaring gestarte traject met IVBN en NEPROM afgesloten. Het eindresultaat van dit
traject is positief. Niet alleen vanwege een hogere productie van betaalbare woningen, ook de
onderlinge relatie is deze jaren sterk verbeterd. Uiteraard blijven we ook in de toekomst
samenwerken aan een duurzame, gemengde stad.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
PA } ie ä n Or a
Marieke van Doorninck Jakob Wedemeijer
Wethouder Grondzaken Wethouder Bouwen en Wonen
Bijlagen
1. Detijdelijke regeling Ambitiebonus
2. Detijdelijke regeling Transformatie-impuls
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 6 | train |
X Gemeente
Amsterdam
% Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum : donderdag 4 februari 2021
Aanvang : 19.00 UUr
Locatie : video vergaderen
Voorzitter : Wim van der Kamp
Secretaris : Rinze van Opstal
Agenda
1. Opening en vaststellen agenda 19.00
2. Mededelingen 19.05
3. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 21 janvari 2021 19.10
4. Ingekomen stukken 19.15
5. Bewoners aan het woord 19.20
Bespreekpunten
Gevraagde adviezen
6. a. Adviesaanvraag Kader Hondenlosloopgebieden (vaststellen) 19.30
b. Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare 19.40
Ruimte 2021-2024 (vaststellen)
c. Concept VO schoolplein Vreeswijkpad (vaststellen) 19.50
d. Integraal plan van aanpak buurtbudgetten 2020 — 2021 (vaststellen) 20.00
e. Kader Buurtbudgetten (vaststellen) 20.10
f. Ontwerp warmteplan Amstel Ill Paasheuvelweggebied en 20.20
omgeving & wijziging begrenzing interferentiegebied (bespreken)
g. Programma Groen Zuidoost2030 (bespreken) 20.40
h. ontwerp-Omgevingsvisie Amsterdam 2050 en bijbehorend 21.00
ontwerp-Omgevingseffectrapport (bespreken)
Bespreekpunten / Ongevraagde adviezen
i, Talenthuizen Masterplan —S. Grep en H. Viel (bespreken) 21.20
j. Meer zelfbouwkavels in Amsterdam Zuidoost —S. Schreuder (bespreken) 21.40
7. Rondvraag en Sluiting 22.00
Stukken ter kennisname
e _Toezeggingenlijst
| Agenda | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R.
% Gemeenteraad
X motie
Jaar 2021
Nummer 191
Behandeld op 31 maart/1 april 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 6 april 2021
Onderwerp
Motie van de leden De Fockert, Kilic, Veldhuyzen, La Rose, Poot en Bosman
inzake de Voortgangsrapportage Programma tegen Seksuele Intimidatie en
Seksueel Geweld (stop shaming)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Voortgangsrapportage Programma tegen
Seksuele Intimidatie en Seksueel Geweld.
Constaterende dat:
-__binnen de aanpak online seksueel geweld de focus ligt op ongewenste
sexting of expsoing, sextortion of grooming;
- de praktijken van ongewenste sexting of exposen in de
voortgangsrapportage gedefinieerd worden als “dat seksueel getinte
foto's of video's worden gedeeld met derden zonder toestemming van
de afgebeelde persoon, soms voorzien van persoonsgegevens.”
-_ het zonder toestemming delen van beelden die niet per se seksueel van
aard zijn maar wél geseksualiseerd worden, bijvoorbeeld door het
toevoegen van seksuele connotaties, opmerkingen of veroordelingen,
binnen de Wet Gelijke Behandeling ook gezien wordt als een vorm van
seksuele intimidatie en geweld (Wet Gelijke Behandeling, Art la).
- Binnen de aanpak Seksuele Intimidatie en Seksueel Geweld momenteel
nog weinig aandacht is voor de praktijk van exposen of shamen, waarbij
foto's en video's van jonge vrouwen en jonge LHBTI+-personen tegen
hun wil gedeeld worden met het doel ze te “ontmaskeren” als seksueel
actief, homoseksueel of trans gender;
Overwegende dat:
- Slachtoffers van online seksueel overschrijdend gedrag, inclusief
exposen en shamen, uit biculturele gemeenschappen en queer
personen van alle gemeenschappen een kwetsbare groep vormen door
sterke taboes rond hun seksualiteit,
- Gevolgen van (online) seksuele intimidatie vaak heftiger zijn als het
onderwerp minder bespreekbaar is!
1
-_Grensoverschrijdend gedrag op online platforms vaak enorme proporties
kan aannemen in vergelijking met offline grensoverschrijdend gedrag?
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Binnen de aanpak online seksueel geweld een specifieke aanpak te
ontwikkelen voor het tegengaan en bestrijden van online exposen en
shamen en deze met de gemeenteraad te bespreken;
- Daarin specifieke aandacht te hebben voor de aard en de impact van
exposen en shamen van jonge vrouwen en LHBTI+ -personen uit
gemeenschappen waarin seksualiteit een taboe is;
- Voor deze specifieke aanpak gebruik te maken van actueel onderzoek.
De leden van de gemeenteraad
T.C. de Fockert
A. Kili
JA. Veldhuyzen
N.V.M. La Rose
M.C.G. Poot
A.M. Bosman
‘Thomas, 2020. Lost in legislation: peer sexual intimidation in secondary
schools. A comparative study of France and the Netherlands. p. 34. ; Kaijadoe,
Buschers, Nguyen, Klip, Knipschild, Bicanic, 2019. “Thema’s voor een
multimodale interventie voor slachtoffers (12 t/m 20 jaar) van online
seksueelgeweld”: p. 204.
2 Thomas, 2020. Lost in legislation: peer sexual intimidation in secondary
schools. A comparative study of France and the Netherlands. p. 34.
3 De precieze omvang en gevolgen van online seksuele intimidatie blijven
onduidelijk vanwege gebrek aan systematisch onderzoek. Toch blijkt uit de
praktijk dat online platforms een veel groter publiek bereiken en dat dit de
incidenten sterk vergroot en moeilijker maakt om op te lossen of bespreekbaar
te maken.
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam EZ P
% Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven,
x Dierenwelzijn, Waterbeheer
Agenda, donderdag 7 juni 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen,
Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer
Tijd 13.30 tot 17.00 uur en zonodig van 19.30 tot 22.30 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie EZP
d.d. 10 mei 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieEZP@®raadsgriffie. amsterdam.nl
4B Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie EZP
d.d. 19 april 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieEZP@®raadsgriffie. amsterdam.nl
e _Ditverslag was de vorige vergadering niet volledig aangeleverd. Het openbare
avonddeel ontbrak.
5 Termijnagenda, per portefeuille
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam EZ P
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 7 juni 2012
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 17:00)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Financiën
11 Kadernota 2013 Nr. BD2012-005353
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
e _ Stukken separaat aan u toegestuurd.
Luchthaven
12 Evaluatie van het eerste jaar van het experiment met een nieuw normen -en
handhavingsstelsel voor Schiphol Nr. BD2012-005419
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Economische Zaken
13 Follow up op motie De Wolf, inzake realisatie Amsterdamse Universiteit voor
Toegepaste Wetenschappen Nr. BD2012-005119
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
14 Initiatiefvoorstel van Ruigrok, Piek en Toonk (VVD) getiteld: Aan de Markt
overlaten. Nr. BD2012-005424
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Een aangepast initiatiefvoorstel is bijgevoegd.
e _Aanheteind van de bespreking zal de indiener aangeven of het initiatiefvoorstel
geagendeerd moet worden voor de Raad.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 10.05.2012.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 15,16 en 17.
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 7 juni 2012
15 Plan van aanpak integriteitsrisico's warenmarkten en bestuurlijke reactie
initiatiefvoorstel 'Aan de markt overlaten’ van de VVD Nr. BD2012-005489
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 14,16 en 17.
16 Stand van zaken Risicoanalyse Warenmarkten en voortgang Nota Aanpak
Warenmarkten Nr. BD2012-005422
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 29.03.2012, 19.04.2012 en 10.05.2012
e Gevoegd behandelen met agendapunten 14,15 en 17.
17 Stand van zaken hoofdstuk 3.3 van het Amsterdams Ondernemers Programma
(AOP) Nr. BD2012-005413
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 14,15 en 16.
Personeel en Organisatie
18 CAO-akkoord 2012 Nr. BD2012-005615
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
BESLOTEN DEEL
3
| Agenda | 3 | train |
VN2023-016086 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
end on Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
ntwikkeling X Amsterdam
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Ruimtelijke Ordening (23)
Agendapunt 2
Datum besluit 13 juni 2023
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op motie 555, in de raadsvergadering van 21 december 2022 ingediend
door raadslid Van Renssen over het afwijken van de Hoofdgroenstructuur in het Martin Luther
Kingpark — opnieuw tijdelijke huisvesting school.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 555, in de
raadsvergadering van 21 december 2022 ingediend door raadslid Van Renssen over het afwijken van
de Hoofdgroenstructuur in het Martin Luther Kingpark — opnieuw tijdelijke huisvesting school.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Op 21 december 2022 heeft de raad bij de bespreking van agendapunt g ‘Afwijken van de
Hoofdgroenstructuur voor tijdelijke huisvesting van het Berlage Lyceum aan het Martin Luther
Kingpark 2 VN2022-035524’ motie 555 aangenomen van het raadslid Van Renssen over het afwijken
van de HGS in het Martin Luther Kingpark voor het opnieuw tijdelijk huisvesten van een school,
waarin het college/de burgemeester wordt gevraagd om: #
1. Te onderzoeken bij het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs op welke manier voldoende
voorzieningen en maatregelen kunnen worden getroffen om te voorkomen dat in de toekomst voor
tijdelijke schoolgebouwen gebruik wordt gemaakt van de Hoofdgroenstructuur, bijvoorbeeld door
permanente wissellocaties te bouwen; #
2. Te onderzoeken of in het project “Vergroenen 100 plekken” een aantal plekken in de buurt van het
ML Kingpark kunnen worden vergroend voor in ieder geval de komende vijf jaar.
Reden bespreking
Ter kennisgeving.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.6 1
VN2023-016086 9 Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
Grond en % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoed
Ontwikkeling % aatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023
Ter kennisneming
De Technische Adviescommissie heeft negatief geadviseerd over het tijdelijk tot 1 mei 2027
huisvesten van het Berlage Lyceum aan het adres Martin Luther Kingpark 1. Het voorgelegde
voorstel is in strijd met de Hoofdgroenstructuur.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, motie Van Renssen 555 wordt afgedaan.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.6 2
VN2023-016086 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
Grond en % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoed
Ontwikkeling % aatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023
Ter kennisneming
B - 25 Bijlage 9. Raadsinformatiebrief afdoening motie Van Renssen
AD2023-052386
05062023 DEFdocx (oo2). pdf (pdf)
Bijlage 1. 555.22 Motie Van Renssen Af te wijken van de HGS
AD2023-052394 voor ML Kingpark %U2013 opnieuw tijdelijke huisvesting school -
AD2023-026832.pdf (pdf)
Bijlage 2. Actuele situatieschets locatie Martin Luther Kingpark 2 -
AD2023-052388 AD2022-103116 - AD2022-110328 - AD2023-026671 - AD2023-026822.pdf
(pdf)
Bijlage 3a. Plattegrond hoofdgebouw begane grond, Martin Luther
AD2023-052387 Kingpark 1 - AD2022-103115 - AD2022-110329 - AD2023-026672 -
AD2023-026823.pdf (pdf)
Bijlage 3b. Plattegrond hoofdgebouw ze verdieping, Martin Luther
AD2023-052389 Kingpark 1 - AD2022-103119 - AD2022-110330 - AD2023-026673 -
AD2023-026824.pdf (pdf)
Bijlage 4. Plattegrond bijgebouw Martin Luther Kingpark 1 - AD2022-103117
AD2023-052393
- AD2022-110331 - AD2023-026674 - AD2023-026825. pdf (pdf)
Bijlage 5. TAC advies DEF Martin Luther Kingpark tijdelijke school
AD2023-052395 ‚
verlenging 2 november 2022.pdf (pdf)
Bijlage 6. Stadsdeel Zuid DB Voordracht akkoord - AD2022-103120 -
AD2023-052390
AD2022-110332 - AD2023-026676 - AD2023-026826.pdf (pdf)
Bijlage 7. Gemeenteraad Voordracht - AD2022-099541 - AD2023-026677 -
AD2023-052391
AD2023-026827.pdf (pdf)
Bijlage 8. Raadsbesluit_Afwijken_HGS_ tijdelijke huisvesting Berlage
AD2023-052392
Lyceum_22dec2022 - AD2023-026837. pdf (pdf)
AD2023-052396 Commissie OZA (5) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Projectmanagementbureau namens directie OJZD, Barbe Bock, 06-39005596,
[email protected]
Gegenereerd: vl.6 3
| Voordracht | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 94
Publicatiedatum 27 februari 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.C.G. Poot van
9 januari 2013 inzake taakspecifieke budgetten.
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragenstelster.
Volgens de Algemene Rekenkamer vindt er nauwelijks controle plaats op de
taakspecifieke budgetten die gemeenten vanuit het rijk krijgen. De Rekenkamer
waarschuwt daarvoor op 3 januari 2013 in het Financieele Dagblad. De miljarden
euro's die het rijk overhevelt naar gemeenten om taken als de jeugdzorg uit te voeren,
zouden daardoor in een bestuurlijk niemandsland dreigen te komen.
Gemeenten krijgen jaarlijks circa 13 miljard euro aan taakspecifieke uitkeringen op
een totaalbudget van 52 miljard euro. De Rekenkamer stelt dat bij meer dan 10% van
deze uitkeringen niet duidelijk is of dit geld goed of slecht is besteed. Het orgaan pleit
ervoor gemeenten meer eigen verantwoordelijkheid te geven, maar dan wel met
specifieke eisen voor de nieuwe taken.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 9 januari 2013, namens de fractie
van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat is het bedrag wat Amsterdam aan taakspecifieke uitkeringen ontvangt en hoe
wordt dit besteed”?
Antwoord:
In 2011 heeft Amsterdam € 872.979.332,- besteed ten laste van specifieke
uitkeringen. Deze middelen zijn besteed aan de in de gemeentebegroting
opgenomen doelstellingen, conform de criteria die het rijk aan de betreffende
specifieke uitkering heeft gesteld.
verbeterblad 1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Dimmer 2 februari 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 9 januari 2013
2. Watis de reactie van het college op de uitspraak van de Rekenkamer dat bij meer
dan 10% van deze uitkeringen niet duidelijk is of dit geld goed of slecht besteed
is?
Antwoord:
Het college herkent zich niet in deze uitspraak. De gemeente Amsterdam
besteedt de specifieke uitkeringen aan de in de gemeentebegroting opgenomen
doelstellingen, conform de criteria die het rijk heeft gesteld. Gemeenten
verantwoorden de besteding via Single information Single audit (SiSa) in een
bijlage van de gemeentelijke jaarrekening (bijlage verantwoordingsinformatie
specifieke uitkeringen, vanaf pagina 544 in de Jaarrekening 2011).
Controle op de rechtmatige besteding en de verantwoording vindt plaats via de
reguliere accountantscontrole van de jaarrekening. In haar verslag geeft de
accountant een specifiek oordeel (p. 16 in het verslag over 2011). In een bijlage
geeft de accountant geconstateerde fouten of onzekerheden per specifieke
uitkering aan (p. 65 in het verslag over 2011).
3. Hoe is de situatie volgens het college voor Amsterdam? Wat is in Amsterdam
gerealiseerd voor de betreffende uitkeringen (SMART) en hoe heeft dit
bijgedragen of draagt dit bij aan doelstellingen in het programakkoord?
Antwoord:
Zie vraag 1 voor de realisatie. De bestedingen ten laste van de specifieke
uitkeringen dragen bij aan de doelstellingen van de begroting. Via de jaarrekening
legt het college o.a. middels indicatoren verantwoording af over bereikte
resultaten en daarvoor ingezette middelen. Hierbij wordt echter geen onderscheid
gemaakt naar de herkomst van middelen (bijvoorbeeld gemeentefonds of
specifieke uitkering). Er is in de gemeentebegroting en gemeenterekening
daardoor geen directie relatie tussen indicatoren en specifieke uitkeringen.
4. Ziet het college dezelfde ruimte voor verbetering als de Rekenkamer en hoe
denkt zij deze in te gaan vullen?
Antwoord:
De belangrijke verandering die de Rekenkamer voorstaat is meer ruimte voor
gemeenten bij het bepalen van de bestedingsrichting van de specifieke uitkering.
Deze ruimte wordt echter bepaald door het rijk. Wel wordt jaarlijks beoordeeld of
verbeteringen in het proces van rechtmatig besteden en de kwaliteit van
verantwoorden noodzakelijk zijn. Het college ziet nu geen aanleiding voor
specifieke verbeteringen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
verbeterblad 2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Verena N% Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S E D
erk, Participatie : : "
Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
en Inkomen
D Amsterdam Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Sociale Zaken
Agendapunt 1
Datum besluit 27 juni 2023
Onderwerp
Extra ondersteuning aan Amsterdammers via Sociaal Werk in collegeperiode 2022-2026
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de brief waarin het college aangeeft in deze collegeperiode nog meer
Amsterdammers met een arbeidsbeperking via Sociaal Werk aan het werk te krijgen en te houden.
En daarnaast deze ondersteuning naar werk voor een grotere groep Amsterdammers met een
beperkte kans op de arbeidsmarkt in te zetten.
Mede omdat de huidige krappe arbeidsmarkt hen kansen biedt als ze daar (tijdelijk) extra
ondersteuning bij krijgen. Deze groep krijgt dan ook extra ondersteuning zonder dat op voorhand
duidelijk is dat ze een arbeidsbeperking hebben. Dit sluit aan bij de ambitie vit het Amsterdams
Akkoord 2022-2026, namelijk: “Loonkostensubsidie kan een effectief instrument zijn. We investeren
extra om het aanbod vit te breiden en kijken ook hoe we Amsterdamse werkgevers kunnen helpen om
hun bijdrage aan voldoende passend werk in de stad te leveren”. Met deze brief informeert het college
u hierover.
Eind 2023 zullen op basis van deze inzet ongeveer 2100 Amsterdammers (excl. sw-ers) werkzaam
zijn met loonkostensubsidie en/of jobcoaching, een aanzienlijke groei ten opzichte van de 1600
aan het begin van de collegeperiode. Dit om aan de vraag van Amsterdammers voor extra
ondersteuning te kunnen voldoen.
Wettelijke grondslag
Artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet. Het college heeft de opdracht om te
ondersteunen bij arbeidsinschakeling
Artikel 10 van de Participatiewet. Aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling
Artikel 1oc van de Participatiewet. Vaststelling van de doelgroep voor loonkostensubsidie
Artikel 1od van de Participatiewet. Verlening van loonkostensubsidie aan werkgevers
Artikel 1oda van de Participatiewet. Aanspraak op begeleiding op de werkplek
Artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet. Het college geeft de raad alle inlichtingen die de raad
voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft .
Artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet juncto artikel 11, tweede lid en onder d, van het
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam — de commissie is belast met
het namens de raad kennisnemen van stukken.
Bestuurlijke achtergrond
Huidige ambitie en trends Sociaal Werk (periode 2018-2022)
Sociaal Werk is de aanpak om Amsterdammers met beperkte kansen op de arbeidsmarkt waarbij
sprake is van een structurele arbeidsbeperking te ondersteunen betaald werk te vinden en te
Gegenereerd: vl.19 1
VN2022-033208 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie,
Werk, Participatie __$€ Amsterdam ‚ ‚ „ EF D
en Inkomen % Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023
Ter kennisneming
behouden. Dit met de inzet van loonkostensubsidies gerelateerd aan de loonwaarde van de
werknemer en/of de inzet van begeleiding (bijvoorbeeld in de vorm van job coaching). Ook de inzet
via Beschut Werk en de inzet voor de sw-medewerkers behoren tot de maatschappelijke opgave van
Sociaal Werk.
De huidige ambitie van Sociaal Werk is er op gericht 4.500 Amsterdammers (inclusief de sw-
medewerkers) met een arbeidsbeperking, die extra begeleiding nodig hebben naar werk te hebben
begeleid, zoals ook opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Sociaal Werk uit 2018.
Collegebesluit tijdelijke inzet extra maatregelen 2021
Het college besloot in haar vergadering van 16 november 2021 om een extra impuls aan Sociaal
Werk te geven met als doel de ambitie, die door de coronacrisis onder druk is komen te staan, te
realiseren om eind 2022 4.500 Amsterdammers aan het werk te hebben op Sociaal Werk. Het college
besluit hiertoe een aantal concrete extra maatregelen in te zetten.
Collegeprogramma 2022-2026
Het college blijft sterk inzetten op het naar werk helpen van Amsterdammers. Dit is in de volgende
punten vit het Amsterdams Akkoord 2022-2026 meegenomen:
el oonkostensubsidie (LKS) kan een effectief instrument zijn. We investeren extra om het aanbod
uit te breiden en kijken ook hoe we Amsterdamse werkgevers kunnen helpen om hun bijdrage aan
voldoende passend werk in de stad te leveren.
sGesubsidieerd werk kan voor sommige mensen een hele goede opstap zijn naar het vinden van
betaald werk. In Amsterdam bestaan verschillende vormen zoals de Werkbrigade en buurtbanen en
wordt nagedacht over basisbanen. We beoordelen komende periode de inzet op gesubsidieerd werk
de komende jaren in relatie tot Sociaal Werk.
Reden bespreking
Niet van toepassing.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.19 2
VN2022-033208 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie,
Werk, Participatie 9 Amsterdam -
Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
en Inkomen %
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023
Ter kennisneming
Niet van toepassing.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-053105 Bijlage - Sociaal Werk onder de Participatiewet (pdf)
AD2022-094603 Commissie SED Voordracht (pdf)
AD2023-053104 Raadsinformatiebrief Sociaal Werk 2022-2026. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
WPI, Marc de Lange, 06-50065757, marc. lange @amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.19 3
| Voordracht | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 709
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake geen onderwijshuisvesting voor FETO-
gelieerde instituten
Onderwerp
Geen onderwijshuisvesting voor FETO-gelieerde instituten
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Begroting 2022.
Constaterende dat:
-_ Het bekend is geworden dat FETO-gelieerde instituten aanvragen hebben ingediend voor
onderwijshuisvesting;
-__FETO een internationaal erkende terroristische organisatie is.
Overwegende dat:
-_Het recht op onderwijshuisvesting niet misbruikt mag worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Onderwijshuisvesting niet mogelijk te maken voor scholen die gelieerd zijn aan FETO.
Indiener
N. Yilmaz
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2057
Datum indiening 14 oktober 2019
Datum akkoord 11 december 2019
Publicatiedatum 12 december 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Nanninga inzake het aantal
terugkerende uitgeprocedeerden.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 12 oktober 2019 berichtte De Telegraaf’ dat in vier van de steden waar op het
moment de LVV-pilot (LVV = Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen) wordt
uitgevoerd, in totaal nog maar 13 personen zijn teruggekeerd. En dat terwijl er het
afgelopen jaar in deze vier steden maar liefst 750 mensen zijn opgevangen. In het
krantenartikel wordt voorts gemeld dat de gemeente Amsterdam geen cijfers wilde
verstrekken over de LVV in Amsterdam.
In Amsterdam is het streven van het college van GroenLinks, D66, PvdA en SP, op
termijn 500 opvangplekken te realiseren voor ongedocumenteerden. Op sommige
locaties worden reeds ongedocumenteerden opgevangen. De fractie van Forum voor
Democratie wil graag weten wat de huidige stand van zaken is, en of er al resultaten
worden geboekt met de opvang van ongedocumenteerden die onze stad opzadelt
met miljoenen euro's aan kosten.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Nanninga, namens de fractie van Forum voor
Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Klopt het bericht dat de gemeente Amsterdam geen cijfers wilde verstrekken aan
De Telegraaf? Zo ja, waarom niet?
Antwoord
De gemeente Amsterdam wil eerst de raadsleden informeren, voor zij de media
informeert. In de raadsbrief d.d.11 juli 2019 is aan de raad gecommuniceerd dat
de resultaten van het Uitvoeringsplan 24-uursopvang begin 2020 worden
verstuurd middels een voortgangsbrief.
' https://www.telegraaf.nl/nieuws/494975987/uitgeprocedeerde-asielzoekers-vertrekken-
amper
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer we cember 2019 Schriftelijke vragen, maandag 14 oktober 2019
Disclaimer: De LVV-pilot is op 1 maart 2019 van start gegaan. Amsterdam is op
1 juli 2019 begonnen met de uitvoering van het Uitvoeringsplan 24-uursopvang:
de LVV- en Dublinpilot. De cijfers die aan u worden verstrekt zijn een
momentopname en deels afkomstig van begeleiding en inspanningen van vóór
1 juli 2019. De gemiddelde verblijfsduur is vóór 1 juli 2019 niet geregistreerd, hier
kan daarom niet op worden ingegaan. In de voortgangsbrief van begin 2020 zult u
worden geïnformeerd over de resultaten over het Uitvoeringsplan 24-uursopvang.
2. Hoeveel ongedocumenteerden in totaal worden nu in Amsterdam opgevangen?
Hoeveel daarvan zitten er in 24-uursopvang?
Antwoord
In de huidige 24-uursopvang verblijven op dit moment 484 ongedocumenteerden
(waaronder 82 mensen met leefgeld). Hieronder vallen ook de 360 personen die
tot het programma LVV behoren.
3. Hoeveel plekken voor 24-uursopvang zijn er tot nu toe gerealiseerd”?
Antwoord
Zie de raadsbrief d.d. 20 november 2019.
4. Hoeveel ongedocumenteerden zijn er de afgelopen jaren teruggekeerd? Hoe lang
duurde het verblijf voor deze groep gemiddeld, en hoe lang daarvan was het
verblijf in 24-uursopvang? En wat is het aantal sinds de start van de LVV-pilot?
Antwoord
Zowel in 2017 als in 2018 zijn er 29 ongedocumenteerden teruggekeerd. Sinds de
start van de LVV-pilot op 1 maart 2019 zijn er 15 ongedocumenteerden
teruggekeerd naar hun land van herkomst. 1 Dublinclaimant is vrijwillig
teruggekeerd naar het Dublin land.
5. Hoeveel ongedocumenteerden zijn vertrokken naar onbekende bestemming?
Hoe lang duurde het verblijf voor deze groep gemiddeld, en hoe lang daarvan
was het verblijf in de 24-uursopvang? En wat is het aantal sinds de start van
de LVV-pilot?
Antwoord
Sinds de start van de LVV-pilot zijn er 38 ongedocumenteerden, waarvan
5 Dublinclaimanten vertrokken met onbekende bestemming.
6. Hoeveel uitgeprocedeerden die opvang hebben genoten in Amsterdam zijn er in
detentie gezet in afwachting van terugkeer?
Antwoord
Er zijn vanaf 1 maart 20 ongedocumenteerden in detentie gezet, waarvan
7 Dublinclaimanten, vanwege het niet hebben van rechtmatig verblijf
(vreemdelingenbewaring) of een strafbaar feit. 2 mensen zijn vanuit bewaring
uitgezet naar land van herkomst. 5 mensen zijn vanuit bewaring overgedragen
aan het Dublin land. Van de mensen die onder de LVV-pilot vallen, wordt per 1 juli
2019 een label aangemaakt in het landelijke politieregistratiesysteem van de
nationale politie. Dit houdt in dat hoewel de ongedocumenteerde onrechtmatig is
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer we cember 2019 Schriftelijke vragen, maandag 14 oktober 2019
in Nederland, er niet meteen een maatregel zal volgen (vreemdelingenbewaring),
omdat hij/zij meewerkt aan perspectief en in gesprek is met de overheid.
7. Hoeveel uitgeprocedeerden die in de Amsterdamse 24-uursopvang verblijven
hebben een verblijfsvergunning gekregen? Hoeveel hebben er een nieuwe
aanvraag gedaan? Wat is het aantal sinds de start van de LVV-pilot?
Antwoord
Sinds de start van de LVV-pilot hebben 9 ongedocumenteerden een
verblijfsvergunning gekregen en 26 ongedocumenteerden hebben een nieuwe
aanvraag gedaan.
8. Zijn er uitgeprocedeerden in de Amsterdamse 24-uursopvang die niet wilden
meewerken en zo ja hoeveel? Wat is er met deze personen gebeurd?
Antwoord
In deze fase van de pilot kan dit nog niet worden beoordeeld. Begin 2020 zult u
hierover worden geïnformeerd middels een voortgangsbrief.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 618
Datum indiening 24 september 2019
Datum akkoord 18 mei 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake de mogelijke opheffing van
het doelgroepenteam zakkenrollers
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 24 september 2019 publiceerde De Telegraaf over de successen die het
doelgroepenteam zakkenrollers boekt in het centrum. Sinds januari zouden er meer
dan 7/50 personen zijn gearresteerd voor zakkenrollen, dealen en straatroven.
Ondanks dit succes, zou er sprake zijn van een mogelijke opheffing van het team.
De fractie van de VVD vindt het van cruciaal belang dat dit team actief blijft in de stad.
Zonder dit team hebben zakkenrollers, drugsdealers en horlogebendes vrij spel in de
binnenstad, met alle gevolgen van dien voor de veiligheid van bewoners en
bezoekers.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Hoe oordeelt het college over het functioneren van dit doelgroepenteam?
Antwoord:
Het doelgroepenteam is een waardevol team met, gelet op de aantallen
arrestaties per jaar, een heterdaadkracht op delicten als zakkenrollen, straatroof
en nepdope dealen. Daar gaat richting daders een afschrikkende werking van uit.
2. Draagt dit team volgens het college bij aan een dagelijkse en systematische
aanpak van misdaad in de binnenstad? Graag een toelichting.
Antwoord:
Zie beantwoording vraag 1.
3. Vindt het college net als de fractie van de VVD dat de werkwijze van dit team (in
burger) de heterdaadkracht en slagkracht van dit team enorm versterkt?
Antwoord:
Agenten in burger versterken bij delicten als zakkenrollen, straatroof en nepdope
dealen de heterdaadkracht en daarmee ook de slagkracht.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Bis Gemeenteblad R
Datum 18 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 september 2019
4. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het aanpakken van deze
criminaliteitsvormen een continue aanpak en inzet vraagt?
Antwoord:
Het doelgroepenteam bepaalt aan de hand van de situatie op straat of zij
(lok)agenten in burger inzetten. Zij zijn dan voorzien van gewilde straatroofbuit
zoals horloges. Dit is echter opsporing en daarom een afweging tussen politie en
OM. Zolang dit effectief is ondersteunen we deze inzet bij het voorkomen van
berovingen.
5. Kan het college de berichten bevestigen dat er sprake is van een mogelijke
opheffing van dit tam? Zo ja, per wanneer zou het team worden opgeheven?
Antwoord:
Het volledig opheffen van het team is nu niet aan de orde. Wel is het zo dat — in
brede zin — de beschikbare politiecapaciteit terugloopt. Dit geeft aanleiding tot het
maken van nog nader te bepalen keuzes. Het ‘doelgroepenteam'’ is met
bestuurlijk mandaat ingesteld en kan alleen na besluitvorming in de Driehoek
worden opgeheven.
6. Wat is er qua capaciteit (uitgedrukt in mankracht en geld) nodig om dit team actief
te houden?
Antwoord:
De afgesproken bezetting zoals vastgesteld door District Centrum-Noord ten
aanzien van het Doelgroepenteam bedraagt 11fte. Het samenstel van dit team
komt voort uit de levering door de drie basisteams van het centrum. Het
doelgroepenteam bestaat uit één Operationeel Expert (Inspecteur — schaal 9) en
een aantal brigadiers en hoofdagenten (schalen 8/7)
7. Hoeveel gebiedsverboden heeft dit doelgroepenteam het afgelopen jaar op last
van de officier van justitie opgelegd? Welke geografische omvang en tijdsduur
hebben deze gebiedsverboden?
Antwoord:
Het aantal gebiedsverboden opgelegd op last van de Officier van Justitie wordt
bijgehouden door het Openbaar Ministerie. Een dergelijk gebiedsverbod vindt
namelijk zijn grondslag in art. 38v lid 2 Wetboek van Strafrecht. Artikel 38v Sr kent
niet een specifiek gebied waarop het verbod van toepassing is. De Officier
bepaalt voor welk gebied het verbod geldt.
Vanaf januari 2019 tot september 2019 zijn er 750 aanhoudingen verricht. In
december 2019 berichtte de politie dat het doelgroepenteam ruim 1000
aanhoudingen heeft verricht. Parallel daaraan zijn er een vergelijkbaar aantal
gebiedsverboden opgelegd. Dit betreffen bestuurlijke verblijfsverboden, waarvan
hun juridische grondslag voortkomt uit art. 2.9 APV Amsterdam. Het gebied
waarin deze verboden zijn uitgeschreven betreft het ‘Algemeen Overlast Gebied’
op grond van artikel 2.9 APV Amsterdam. De tijdsduur van het verblijfsverbod
varieert van 24-uur tot drie maanden en hangt af van het gegeven of er sprake is
van een first offender, of het overtreden van een reeds opgelegd gebiedsverbod.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Bis Gemeenteblad R
Datum 18 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 september 2019
8. Wat kan het college zeggen over de groep daders? Welk deel van de arrestanten
heeft een verblijfsvergunning? Klopt het dat asielzoekers in toenemende mate
deel uitmaken van deze groep?
Antwoord:
De politie registreert niet of een verdachte een verblijfsvergunning heeft. De
verblijfstatus is echter wel te herleiden uit de gegevens die de verdachte opgeeft
ten behoeve van de aanhouding. Het vaststellen van de identiteit van een
verdachte geschiedt op basis van identiteitsdocumenten, documenten die
daarmee verband houden en/of naam-, adres- en woonplaatsgegevens. Dit wordt
in het kader van het strafrecht uitgevoerd en valt daarmee onder
verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. Om zicht te krijgen op welke
personen betrokken zijn bij criminele activiteiten is de verblijfsstatus voor politie
en OM irrelevant in de strafrechtketen. Om die reden is er voor de politie geen
grondslag voor het registreren van de juridische verblijfsstatus van verdachten.
De Immigratie- & Naturalisatiedienst (IND) registreert wel de status van
vreemdelingen in Nederland. De juridische verblijfsstatus wordt door de IND
vastgesteld en kan aan verandering onderhevig zijn. De strafrechtketen en de
migratieketen hebben een protocol afgesloten ten aanzien van vreemdelingen in
strafrechtketen. Het VRIS-protocol is van toepassing op een in Nederland
verblijvende vreemdeling met of zonder rechtmatig verblijf die in Nederland
verdacht wordt van het plegen van een misdrijf en/of hiervoor is veroordeeld. Het
doel van het protocol is vreemdelingenrechtelijke gevolgen te verbinden aan door
politie en justitie geconstateerde strafbare feiten. Hierbij valt de denken aan
intrekking van de verblijfsvergunning en uitzetting.
De politie bevestigt wel dat ervaring uit de dagelijkse praktijk leert dat de daders
die zich in Centrum bezighouden met diefstallen, berovingen, dealen en
zakkenrollen vooral afkomstig zijn uit de zogenaamde “veilige landen”. De
ervaring is dat het aandeel van deze dadergroep bij deze delicten de afgelopen
jaren min of meer hetzelfde is gebleven. Sinds 2019 registreert de politie wel met
het kenmerk ‘mobiel banditisme’. Dat heeft betrekking op rondtrekkende
internationale bendes zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland die zich
met name richten op vermogensdelicten!. Naast “veilige landers” vallen in die
definitie ook daders uit andere landen, zoals de Oost-Europese.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, gemeentesecretaris
1 Exacte definitie: https://wetten.overheid.nl/BWBRO042162/2019-05-01
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Oud Noord Noord Oost Noord West
16-okt[Plenair - Agenda Amsterdam autoluw
- Nota Varen II
Geen vergadering
6-nov|Gebieden Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
-Gebiedsplannen -Gebiedsplannen -Gebiedsplannen
-Stedenbouwkundig plan
Klaprozenbuurt
Geen vergaderng |___——————
20-nov/Plenair -Staat van Noord
- Presentatie Elzenhagen Zuid
4-decfPlenair - Advies inzake aanpassing van de Welstandsnota Schoonheid van Amsterdam
-Vaststellen gebiedsplannen
Geen vergadering
BE
Geen vergadering
BE
Geen vergadering
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
Geen vergadering
-Visie en toetsingskader Noorder-Ijplas
teder OP
Geen vergaderd
EE
- Consultatie voorkeurslocatie PTA
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
ng
ij
ij
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
mee
OE
BE
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
BE
BE
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
B
B
Nog niet ingeplande onderwerpen:
Jaar Datum Onderwerp ELC Bijzonderheden
n.n.b. jn.n.b. Recreatieschap Twiske Robert Brand Pfh. Groenewoud adviseert
de Landschapsvisie hierbij te
betrekken
Overweg
Luchtkwaliteit Nicoline van der Torre ee
n.n.b. jn.n.b. Geluidswal Kadoelen Dennis Overweg, Frans Rein JN.a.v. Stem van Noord 15
Jurrema, Canan Uyar & mei 2019
Nicoline van der Torre
n.n.b. _ijn.n.b. Groen Wijbe Langeveld, Fatin Bewoner die hierbij
Bouali, Canan Uyar betrokken wil worden:
Camiel Ledderhof en
Rebecca Kloosterman
[email protected]
NDSM
©
stoepen
Canan Uyar 2018
OO
NoordWest Overweg
n.n.b. jn.n.b. Bereikbaarheid Frans Rein Jurrema, Canan
TE Eel
Fatin Bouali
n.n.b. Jn.n.b. Meer sportmogelijkheden in JCanan Uyar, Dennis In samenwerking met Robert
TT
Peter Willing Noord).
OO
Hamerstraatgebied Overweg
OO
Langeveld
n.n.b. Jn.n.b. Toegankelijkheid van Noord fFatin Bouali, Dennis
TT ee
beperking
201901 Tweede technische sessie Verzoek gedaan op eerste
TEE
informatieavonden
ed
Werkbezoeken:
Jaar Datum Onderwerp EKL Bijzonderheden
A
n.n.b. _n.n.b. Hamerkwartier Verzoek gedaan op
EL
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam VV L
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn
en Luchtkwaliteit)
% Gewijzigde agenda, donderdag 7 juni 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit)
Tijd 09.00 tot 12.30 uur
Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis
Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL
d.d. 09 mei 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie VVL@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering
per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen.
6 _ Tkn-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Gewijzigde agenda, donderdag 7 juni 2012
Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Financiën
11 Kadernota 2013 Nr. BD2012-005356
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 20/21 juni 2012).
e _ Stukken zijn separaat verzonden
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
12 Meerjaren Werk- en Investeringsprogramma 2012-2016 Nr. BD2012-003291
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld te betrekken bij Kadernota 2013, agendapunt 11
13 Instemmen met het laten vervallen van de ondergrondse fietsenstalling Kleine-
Gartmanplantsoen Leidseplein Nr. BD2012-005078
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 20 juni 2012).
14 Vaststellen wijziging bijzondere subsidieverordening oplaadpunten buiten de
openbare ruimte voor elektrische voertuigen Nr. BD2012-004387
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d.).
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Gewijzigde agenda, donderdag 7 juni 2012
15 Uitstoot rondvaart: onderzoek TAUW, GGD en gesprek rederijen 25 april 2012
Nr. BD2012-004801
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 16
16 Afdoening toezeggingen raadscommissie VVL Nr. BD2012-004378
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
Geagendeerd op verzoek van commissielid Molenaar (GrLí) m.b.t TAUW rapport
schone rondvaart
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 15
17 Beleidsregels nadeelcompensatie groot onderhoud Utrechtsestraat 2012 Nr.
BD2012-005253
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Klatser (RED)
e Was Tkn 6 in de raadscommissie VVL, d.d. 9 mei 2012
18 Vaststellen Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 en kennisname resultaten
monitoring NSL 2011 Nr. BD2012-005251
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Molenaar (GrLi)
e Was Tkn1 in de raadscommissie VVL, d.d. 9 mei 2012
19 AMSYS: Voortgangsrapportage Q3Q4-2011 Nr. BD2012-004379
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 20
20 Stand van zaken Renovatie Oostlijn - april 2012 Nr. BD2012-005252
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Van der Velde (Trots)
e Was Tkn 5 in de raadscommissie VVL, d.d. 9 mei 2012
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Gewijzigde agenda, donderdag 7 juni 2012
21 Veiligheid en scenario's buitendienststelling Oostlijn ten behoeve van de
renovatie Nr. BD2012-004979
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Kabinetbijlage ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de raadsgriffie
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Financiën
22 Brief wethouders inzake Kunst in de metro Noord-Zuidlijn naar aanleiding van
raadsinitiatief Nr. BD2012-005773
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie KSZ is hierbij uitgenodigd.
4
| Agenda | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1275
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 12 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie ID
Te behandelen op 9/10 november 2016
Onderwerp
Motie van het lid Alberts inzake de Begroting 2017 (de vervuiler betaalt).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— Amsterdam veel waarde hecht aan schone lucht;
— de raad recent heeft ingestemd met het instellen van milieuzones voor scooters,
bestelbusjes, touringcars en taxi's;
— bij de behandeling van deze milieuzones door meerdere partijen werd gewezen op
de enorme uitstoot van cruiseschepen, met een gemiddelde uitstoot van 700
vrachtwagens per schip;
— vanuit de cruiseindustrie tot op heden geen medewerking is verleend aan
voorstellen van Amsterdam om te verduurzamen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een plan uit te werken om hogere havengelden te heffen op bovengemiddeld
vervuilende (cruise)schepen.
Het lid van de gemeenteraad
R. Alberts
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 592
Publicatiedatum 16 juni 2017
Ingekomen onder AR
Ingekomen op donderdag 8 juni 2017
Behandeld op donderdag 8 juni 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het beleidskader Verlichting (uitwerking van
plan experimenten naar raad).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het beleidskader Verlichting (Gemeenteblad afd. 1,
nr.427).
Constaterende dat in het beleidskader Verlichting ruimte wordt geboden aan
experimenten met faunavriendelijke verlichting in groenstructuren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de uitwerking van de plannen voor de experimenten met faunavriendelijke verlichting
in groenstructuren voor de start van de uitvoering naar de gemeenteraad te sturen.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 18 januari 2024
Portefeuille(s) Regelgeving en Handhaving
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema
Behandeld door Toezicht & Handhaving Openbare Ruimte
([email protected])
Onderwerp Automatische containersignalering
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Vorig jaar is een pilot ‘Objectherkenning in de Openbare Ruimte’ succesvol afgerond in het
centrum van Amsterdam. In deze pilot werden illegale bouwcontainers in stadsdeel Centrum
gesignaleerd door een scanauto en doorgestuurd naar handhavers van Toezicht en Handhaving
Openbare Ruimte (THOR).
Een belangrijk voordeel van deze voorziening voor de gemeente is dat toezichthouders en
handhavers beter en doelgerichter kunnen handhaven op illegale bouwcontainers, waarbij de
focus ligt op kwetsbare bruggen en kademuren. Voor de gemeente is deze voorziening daarmee
een belangrijke ontwikkeling in het slim en effectief handhaven voor een toegankelijke, leefbare,
schone en veilige stad. De pilot voor containerherkenning heeft aangetoond dat voor stadsdeel
Centrum potentieel 72 vur per maand kan worden bespaard indien alle illegale containers via deze
werkwijze worden opgespoord. Het streven is om vanaf 1 april dit jaar in het centrum van
Amsterdam de objectherkenning toe te passen.
Automatische Containersignalering
De techniek en werkwijze maakt automatische signalering van mogelijke illegale bouwcontainers
en bouwketen mogelijk. Dat gebeurt door gebruik van artificiële intelligentie. Daarmee kan meer
proactief en doelgerichter onderzoek naar bouwcontainers worden uitgevoerd. We zijn daardoor
beter in staat te handhaven op illegale objecten in de openbare ruimte. Dat speelt
handhavingscapaciteit vrij. De implementatie is gericht op stadsdeel Centrum, zoals bij de pilot.
Voor de containerherkenning worden één keer per twee weken beelden verzameld van de
bruggen en kademvren in stadsdeel Centrum. Hiervoor is een marktpartij geselecteerd via een
niet-openbare Europese aanbesteding. De opdracht is op 8 december 2023 definitief gegund aan
Velo Postal B.V. Deze partij heeft zich van de andere twee inschrijvers onderscheiden door op een
duurzame en relatief goedkope manier beelden van de openbare ruimte in te winnen. De
verzameling van de beelden vindt namelijk plaats per fiets.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2024
Pagina 2 van 2
Beeldherkenningsvoorziening
De containerherkenning is onderdeel van de beeldherkenningsvoorziening OOR,
‘Objectherkenning in de Openbare Ruimte’. Containerherkenning is de eerste toepassing
waarvoor OOR in gebruik genomen gaat worden. De potentie van deze
beeldherkenningsvoorziening is breder, waarbij meerdere objecten tegelijkertijd gesignaleerd
kunnen worden die relevant zijn voor onder andere het beheer van de openbare ruimte. Denk
hierbij aan afval, scheuren in het wegdek en scheve lantaarnpalen.
Risiconiveau en participatie
Alle privacy- en beveiligingsprotocollen zijn met zorg doorlopen voor de pilot containerherkenning
begin 2023. Voor april 2024 zal de beeldherkenningsvoorziening klaar worden gemaakt voor
implementatie van containerherkenning. Hierbij worden alle privacy- en beveiligingsprotocollen
nog een keer doorlopen. Er zal worden voldaan aan het Toetsingskader Algoritmes van de
Algemene Rekenkamer. Binnen de voorziening wordt er gebruik gemaakt van Blurring as a Service
(BaaS). Het risiconiveau van het containeralgoritme is beperkt. Het verwerkt mogelijk nog
persoonsgegevens (beelden) die niet door BaaS zijn geanonimiseerd. Het systeem stuurt alleen
meldingen naar handhaving over mogelijk illegale objecten. De analyse en anonimisering van de
beelden vindt plaats in de camera op de fiets. Een handhaver besluit uiteindelijk of er een boete
wordt geschreven.
Amsterdammers worden bij de doorontwikkeling van de beeldherkenningsvoorziening OOR
betrokken via een speciaal daarvoor ingericht burgerpanel, dat in januari van dit jaar van start is
gegaan.
Voor elke nieuwe toepassing zal een apart besluit worden genomen. In een later stadium wordt
voor THOR gekeken naar uitbreiding naar andere stadsdelen en uitbreiding naar andere mogelijk
illegale objecten in de openbare ruimte. Bijvoorbeeld steigers en dixis die onder dezelfde
objectvergunning vallen.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
/
/
Femke Halsema
Burgemeester
Bijlagen
1. Evaluatie pilot automatische containerherkenning (geanonimiseerd)
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 721
Publicatiedatum 18 september 2013
Ingekomen onder j
Ingekomen op woensdag 11 september 2013
Behandeld op woensdag 11 september 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake het collegebesluit om
2900 handtekeningen voor het erfpachtreferendum niet mee te laten tellen
(laat de 2900 handtekeningen wél meetellen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid mevrouw Shahsavari-
Jansen van 9 september 2013 inzake het collegebesluit om 2900 handtekeningen
voor het erfpachtreferendum niet mee te laten tellen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 707);
Overwegende dat:
— _hetcollege heeft besloten om 2900 handtekeningen die zijn opgehaald in de
eerste fase van het erfpachtreferendum niet te laten meetelleen voor de
daaropvolgende twee fasen;
— de drie fases van een referendumverzoek allen betrekking hebben op hetzelfde
onderwerp;
— _hetniet logisch en niet goed uit te leggen is als mensen twee keer hetzelfde
referenduminitiatief moeten ondertekenen;
— de Amsterdammers achter deze 2900 handtekeningen hiermee ook hun stem
kwijt zijn, omdat via petities.nl niet opnieuw getekend kan worden;
— de gemeente een samenwerkingsverband is aangegaan met petities.nl;
— de initiatiefnemer van het referendum op 15 juli een ‘optout-regeling’ aan het
college heeft voorgesteld om deze 2900 handtekeningen toch te kunnen laten
meetellen voor de volgende fasen;
— het college hier pas op 3 september 2013 negatief op heeft geantwoord;
— de Verordening op het Burgerinitiatief, het Volksinitiatief en het Referendum
onduidelijk hierover is,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 721 Moti
Datum 18 september 2013 Ie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de in de eerste fase opgehaalde 2900 handtekeningen wel mee te laten tellen voor
fase twee en drie van het erfpachtreferendum.
Het lid van de gemeenteraad,
M.D. Shahsavari-Jansen
2
| Motie | 2 | discard |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
16 juli t/m 28 |\Zomerreces
augustus
6 september | Technische Uitnodiging 19 juli 2022 gemaild
2022 sessie
omgevingswet
nn Slaan eerste paal Buurtkamer Diereneiland
17 t/m 21 Herfstreces
oktober 2022
| _25 november [Heidag |
2022
28 december |Kerstreces
2022 t/m 6
januari 2022
| Agenda | 1 | train |
2x Gemeente
Amsterdam
D West
2 Agenda Stadsdeelcommissie West
Vergaderdatum Dinsdag 26 januari 2021 19.45- 23.00uur
Locatie MS-Teams
Telefoonnummer Bestuursondersteuning 06-51250957
E-mail [email protected]
Internet Wwww.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden). Daar
staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het
raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl
Voorzitter Hans Mol
Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE 26 januari 2021
Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is
voorgedragen
1. 19,45 - 20.00u
Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten
Ruimte voor inbreng van actualiteiten!,
2. 20.00 - 20.30u
Bewoners aan het woord
Ruimte voor inspraak van bewoners over niet geagendeerde
onderwerpen?
OORDEELSVORMEND
3. 20.30 - 21.30u
Dagelijks Bestuur: Stedelijk Kader Buurtbudgetten
Portefeuille: Carolien de Heer
Deadline 4 februari 2021
OORDEELSVORMEND
4, 21.30 - 22.30u
Stadsdeelcommissie: Evaluatie Bestuurlijk Stelsel
Portefeuille: Carolien de Heer
Deadline 27 januari 2021
OORDEELSVORMEND
5. 22.30 - 22.55u
Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag
Ontwerpverkeersbesluit 7,5 t-zone - Programma Bruggen
en Kademuren
Portefeuille: Carolien de Heer
Deadline: 15 februari 2020
Rondvraag
TKN: Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag Regels
voor het aanbrengen van
feestverlichting
Portefeuille: Carolien de Heer
Deadline: 21 februari 2021
1 De agendacommissie beslist voorafgaand aan de bijeenkomst of iets een actualiteit is.
2 Als u wilt inspreken dan kan dat. Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via
[email protected].
Pagina 2 van 2 Gemeente
Amsterdam
West
2
| Agenda | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 803
Publicatiedatum 16 oktober 2013
Ingekomen onder Y
Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013
Behandeld op woensdag 2 oktober 2013
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Ivens inzake de ontruiming van de vluchtflat.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de raadsleden mevrouw Van Doorninck,
de heer Ivens en de heer Paternotte van 30 september 2013 inzake de ontruiming
van de vluchtflat per 1 oktober 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 772);
Overwegende dat:
— erna 371 dagen actievoeren nog geen oplossing komt voor het gegeven dat niet
alle uitgeprocedeerde asielzoekers verplicht uitgezet kunnen worden;
— veel uitgeprocedeerde asielzoekers de voorkeur geven aan illegaal in dit land te
blijven boven vrijwillig vertrek;
— dit gevolgen heeft voor de veiligheid en gezondheid van deze uitgeprocedeerde
asielzoekers, alsmede voor de veiligheid en leefbaarheid van de Amsterdamse
buurten;
Constaterende dat:
— de gemeente wettelijk geen uitgeprocedeerde asielzoekers mag opvangen, maar
ook een zorgplicht heeft voor mensen die in deze stad verblijven en
verantwoordelijk is voor de veiligheid in de stad,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een tijdelijk onderkomen te zoeken voor de huidige groep uitgeprocedeerde
asielzoekers die in de vluchtflat verblijven voor de periode totdat de regering met een
permanente oplossing komt.
Het lid van de gemeenteraad,
L.G.F. Ivens
1
| Motie | 1 | discard |
% An Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
X Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. 1
X 28 maart 2023
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Voorzitter SDC: Pieter Nijhof
Secretaris SDC: Karin Grent
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
4. Mondelinge vragen
5. Adviesaanvraag Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (besluitvorming)
6. Stadsdeelpanel/Democratisering tools
7. Openbaar vervoer vanwege de nieuwe concessie
8. Motie inzake dak- en thuislozen
9. Ingekomen stukkenlijst
10. Vaststellen afsprakenlijst SDC 14 maart 2023
11. Rondvraag
12. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via
[email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 370
Datum indiening 8 december 2017
Datum akkoord 3 april 2018
Publicatiedatum 4 april 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groen inzake de documentaire
'Beerput Nederland’.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op zondag 3 december 2017 was de documentaire ‘Beerput Nederland’ te zien bij
de NPO.
In 2009 is 30 miljoen liter zwaar giftig afvalwater uit Angola naar Nederland
verscheept. Bij de verwerking is gesjoemeld met transportdocumenten. Een deel van
het afvalwater is in Amsterdam verwerkt door het bedrijf Main, en daarna aangeboden
aan de waterzuivering west. Bij de zuivering door Main zijn alleen vaste bestanddelen
uit het water gehaald, maar de giftige stoffen in het water zijn er daardoor niet uit
gehaald. Een groot deel is in het IJ beland. Door de stroming in het IJ is dit giftige
afvalwater weggestroomd langs zwemplekken waar ook kinderen zwemmen.
De documentaire maakt aannemelijk dat dit soort gesjoemel met afvalstoffen nog
altijd door gaat. Voorts haalt de documentaire milieu-inspecteurs aan die vertellen dat
ze bij hun inspectiewerk soms worden tegengewerkt. Volgens emeritus hoogleraar
TU Delft Ben Ale worden milieu-inspecties vaak gezien als het lastigvallen van
bedrijven. Gegeven deze situatie baart het de fractie van GroenLinks grote zorgen dat
incidenten zoals in 2009 zich zouden kunnen herhalen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Groen, namens de fractie van GroenLinks,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van de (inhoud van) de documentaire? Zo ja,
wat is in algemene zin de reactie van het college op de onthullingen?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van de documentaire ‘Beerput Nederland’.
In de bedoelde documentaire wordt een aantal oude zaken voor het voetlicht
gebracht. De aangehaalde kritiek van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid op
het bezuinigingsbeleid van de regering dateert van begin 2013. Sindsdien zijn het
Rijk, de provincies, de gemeenten, de omgevingsdiensten (na oprichting in 2014)
en waterschappen hard bezig geweest om vergunningverlening, toezicht en
handhaving te verbeteren.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng 10 Gemeenteblad R
Datum 4 april 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 december 2017
De documentaire had betrekking op een illegale lozing op het persriool naar de
waterzuivering van Stichting Waternet door een specifiek Amsterdams bedrijf. Het
betreffende bedrijf, Maritieme Afval Inzameling Nederland (MAIN) B.V, heeft
geen lozingspijp of vergunning van Rijkswaterstaat (RWS) om afvalwater
afkomstig van het bewerken van afvalstoffen direct in het oppervlaktewater te
lozen. Er is destijds geen illegale lozing op het oppervlaktewater geconstateerd.
Sinds 2010 loopt een verbeterproces voor de vergunningverlening, toezicht en
handhaving. Ook wordt er scherper en consequenter toezicht gehouden en
gehandhaafd. Deze intensievere aandacht voor MAIN heeft geleid tot een
aanzienlijke verbetering van de kwaliteit van het op het gemeentelijk riool
geloosde bedrijfsafvalwater. Vanaf november 2016 gelden er voor MAIN
strengere rioollozingsnormen. In februari 2017 is gebleken dat MAIN in strijd met
die strengere normen in december 2016 en januari 2017 afvalwater heeft geloosd
op het riool. Door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) is
daarop een last onder dwangsom opgelegd, waarna geen overtredingen meer zijn
geconstateerd.
Momenteel loopt een revisievergunningstraject, waarbij aandacht wordt besteed
aan een beheersing van het gehele proces (inname, verwerking en afvoer/lozing
van afvalstromen).
2. Op welke wijze verloopt de inspectie van de verwerking van afvalwater in
Amsterdam op dit moment? Is het college van mening dat de capaciteit bij de
milieu-inspectie voldoende is om dit soort incidenten in de toekomst te
voorkomen?
Antwoord:
De vergunningverlenings-, toezicht- en handhavingstaken (VTH) in relatie tot
afvalstromen worden in het Noordzeekanaalgebied door verschillende bevoegde
gezagen uitgevoerd.
e Rijkswaterstaat West-Nederland Noord (RWS WNN) is de
waterkwaliteitsbeheerder van het Noordzeekanaal. RWS WNN houdt toezicht
en handhaaft bij ca. 400 installaties die lozen op het Noordzeekanaal.
* OD NZKG voert voor de provincie Noord-Holland toezicht- en
handhavingstaken uit met betrekking tot de acceptatie en verwerking van
afvalwater en wat er wordt geloosd op het riool vanaf de inrichting.
e Stichting Waternet voert voor het waterschap Amstel, Gooi en Vecht
inspecties uit op lozingen op het overige oppervlaktewater en de zuivering van
het afvalwater uit het riool. Waternet is daarnaast rioolbeheerder. Stichting
Waternet is genoodzaakt aanvullende monitoring uit te voeren. Door Waternet
is een aanvullend veiligheidsprotocol opgesteld ter bescherming van eigen
medewerkers én de omgeving vanwege de potentieel gevaarlijke
waterkwaliteit in dit gemeentelijke rioolstelsel.
Deze bovengenoemde instanties zijn van mening dat zij voldoende capaciteit
hebben om risicogerichte inspecties uit te kunnen voeren bij vergunning-plichtige
inrichtingen.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng 10 Gemeenteblad R
Datum 4 april 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 december 2017
3. Heeft het college zich er van vergewist dat milieu-inspecteurs in Amsterdam
vrijelijk hun werk kunnen doen, daarbij niet worden tegengewerkt, en niet
behandeld worden als een instantie die bedrijven lastig valt?
Antwoord:
De inspecteurs van de eerder genoemde instanties zijn specifiek opgeleid hun
taak professioneel uit te kunnen voeren. De medewerkers zijn zich bewust van
hun eigenstandige rol en ervaren niet dat ze worden gezien als
vertegenwoordigers van een instantie die bedrijven lastig valt.
4. Wat kan de gemeente doen aan (chemische) bedrijven die de veiligheidsregels
overtreden of hun afval niet legaal verwerken?
Antwoord:
De betrokken instanties kunnen diverse handhavingsmiddelen inzetten zoals
bestuursdwang en strafrecht. Indien geconstateerd wordt dat een bedrijf
voortdurend vergunningvoorschriften of algemene regels overtreedt, worden
zwaardere handhavingsmiddelen ingezet, zoals verscherpt toezicht, hogere
frequentie van (on)aangekondigde inspecties, last onder dwangsommen of
strafrechtelijke procedures. Dit komt in de praktijk niet vaak voor. Afhankelijk van
de ernst van de overtreding wordt ook strafrechtelijk opgetreden al dan niet in
samenwerking met de politie en het Openbaar Ministerie.
5. Welke stappen kan het college zetten om een herhaling van lozingen van
afvalwater als in 2009 te voorkomen? Is het college bereid die stappen ook te
zetten?
Antwoord:
Lozingen van afvalwater valt onder het bevoegd gezag van de hierboven
genoemde instanties. Het college is van mening dat deze instanties voldoende
zijn toegerust een herhaling van een dergelijke lozing zoveel mogelijk te
voorkomen en zo nodig namens het bevoegde gezag (Gedeputeerde Staten)
bestuurlijk op te treden. Zie ook de beantwoording onder de vragen 1 en 4.
Toelichting door vragensteller:
Tenslotte stelt de documentaire dat het mogelijk is dat in de Rotterdamse haven
giftige afvalstoffen worden bijgemengd in stookolie. Eerder stelde de fractie van
GroenLinks al vragen over het bijmengen van gifstoffen in diesel die naar Afrika wordt
geëxporteerd. Als reactie op de vragen van Groenlinks is een conferentie
georganiseerd over de rol van havens en overheden ten aanzien van het bijmengen
van afval. Daar zal nog een vervolg op worden georganiseerd in Antwerpen. Een van
de andere uitkomsten van de conferentie was dat “de Leefomgeving en Transport
(ILT) onderzoekt of en hoe de afvalregels van toepassing zijn op de betreffende
mengsels. Hieruit komen mogelijk duidelijkere richtlijnen voor de producenten en
opslagtankers over wat wel en niet gemengd en verhandeld mag worden.
Het onderzoek is gestart in Amsterdam en zal worden uitgebreid naar Rotterdam en
misschien Antwerpen. De resultaten worden eind 2017 verwacht.”
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer daor 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 december 2017
6. Zijn de resultaten al beschikbaar en zo nee, wanneer worden die verwacht?
Antwoord:
Op dit moment voert ILT een onderzoek uit naar de herkomst en kwaliteit van
chemische (rest)stromen die worden gebruikt bij het blenden van zowel stookolie
voor zeeschepen als benzine of diesel voor de West-Afrikaanse markt. Daarbij
wordt specifiek bekeken of er mogelijk afvalstromen in de brandstoffen worden
bijgemengd. ILT verwacht de resultaten van dit onderzoek in de eerste helft van
2018. Ter bestrijding van illegale toevoeging van stoffen aan stookolie is ILT de
bevoegde instantie. Ook onderneemt zij, waar mogelijk, stappen op illegale
handelswijzen zoals binnenlands gebruik van stookolie die niet aan de
Nederlandse kwaliteitsnormen voldoen. Het college stuurt deze brief met de
resultaten van het onderzoek ter kennisname aan de raadscommissie Werk en
Economie.
7. Hoe staat het met de voorbereidingen van de vervolgconferentie in Antwerpen?
Antwoord:
Tijdens de stakeholdermeeting Schone Brandstoffen voor West-Afrika,
georganiseerd door de gemeente Amsterdam op verzoek van enkele fracties in
de Raad, is de problematiek van de export van brandstoffen met een hoog
zwavelgehalte geagendeerd. Het Havenbedrijf Antwerpen heeft tijdens de
meeting toegezegd in 2018 een vervolgmeeting te organiseren. Zodra het college
meer weet over de timing van deze conferentie wordt de raad hierover
geïnformeerd. Het Havenbedrijf Amsterdam wordt inzake het onderwerp
geconsulteerd.
Toelichting door vragensteller:
Volgens de documentaire wordt er op dit moment nieuwe milieuwetgeving voorbereid,
onder andere over het bijmengen van afvalstoffen in petroleumproducten.
Verschillende partijen worden daarbij geconsulteerd.
8. Wordt de gemeente Amsterdam of de Haven Amsterdam, als grootste
benzinehaven van de wereld, ook geconsulteerd?
Antwoord:
Zie het gecombineerde antwoord onder vraag 7.
9. Ongeacht het antwoord op de vorige vraag: is het college bereid contact te
zoeken met de minister om het standpunt van de Amsterdamse gemeenteraad
over te brengen dat er in de Amsterdamse haven geen afvalstoffen en gif mogen
worden bijgemengd in diesel of stookolie?
Antwoord:
Het college is van mening dat het niet zo mag zijn, dat verboden (afval)stoffen
worden bijgemengd in scheepsbrandstoffen of diesels in de olieterminals. Het
college is van mening dat alle bedrijven zich aan de betreffende wet- en
regelgeving moeten houden. Vooralsnog wordt het resultaat van het onderzoek
van ILT afgewacht.
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing 10 Gemeenteblad
ummer seat
Datum 4 april 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 december 2017
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
Bezoekadres
> 4 Gemeente Bezoele
Am ste rda m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Stichting Cuypersgenootschap
Afdeling Amsterdam
T.a.v de heer D. Mulder
Eerste Jacob van Campenstraat 14-3A
1072 BE Amsterdam
Datum 5 september 2019
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, Sacha Hansen, 06- 1081 5254,
[email protected]
Onderwerp Uw brief van 1 juli 2019 over het Parool-artikel over de Hollandsche Manege
Geachte heer Mulder,
Hartelijk dank voor vw brief d.d. a juli 2019 over de Hollandsche Manege aan de gemeenteraad. U
maakt de gemeenteraad deelgenoot van uw teleurstelling over de negatieve berichtgeving over
de behandeling van paarden in de Hollandsche manege d.d. 25 juni 2019. Op 10 juli 2019 heeft de
gemeenteraad mij gevraagd om uw brief te beantwoorden.
In vw brief beschrijft v de Hollandsche manege als vniek monument dat op het punt staat om
ingrijpend gerenoveerd en gerestaureerd te worden. U bepleit dat de voortzetting van de originele
functie (die van manege) voor het behoud van dit monument het allerbeste is. U laat weten dat
door de aanpassingen op het gebied van dierenwelzijn, die bij de restauratie door Stadsherstel
uitgevoerd gaan worden, het gebouw weer in alle opzichten laten voldoen aan de eisen van deze
tijd.
Gezien de inhoud van uw brief gaan wij er vanuit dat u hiermee een bijdrage heeft willen leveren
aan de discussie die over de Hollandsche manege is gevoerd in de raadscommissie Wonen en
Bouwen op 3 juli 2019. In deze vergadering werd de actualiteit van Raadslid Akerboom van de
Partij voor de Dieren besproken. In deze actualiteit wordt verwezen naar het onderzoek van
Stichting Dier & Recht: Paardenwelzijn op De Hollandsche Manege in Amsterdam, mei 2019. De
inhoud van het Paroolartikel is gebaseerd op hetzelfde onderzoek. De raadsleden hebben voor de
bespreking kennis kunnen nemen van uw brief. Zij hebben daarmee de nuancering die vw
Stichting voor het voetlicht brengt, kunnen betrekken in hun oordeel.
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
aurens Ivens
Wethouder Dierenwelzijn
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
| Raadsadres | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 39
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Marttin en Boomsma inzake het voorkeursbesluit en
vitvoeringsbudget voor het verkeersveilig maken van de Sloterweg West
Onderwerp
Randvoorwaardelijk maken van de verbeteringen aan de S106 , 5107, en de doorstroom
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het voorkeursbesluit en vitvoeringsbudget voor het verkeersveilig ma-
ken van de Sloterweg West
Constaterende dat,
— Er mogelijk negatieve effecten zullen ontstaan ten aanzien van de doorstroom wanneer er tij-
dens de herinrichting van de Sloterweg niet tevens ook verbeteringen ten behoeve van de al-
gehele doorstroom worden gerealiseerd
— Er plannen liggen om de S106 en de s107 te verbeteren, die verplaats zijn naar respectievelijk
2026, en 2029
— _ Het oplossen van zoveel mogelijk van de bovengenoemde problematiek leidt tot een duur-
zame oplossing voor het hele gebied
Overwegende dat,
— Naast verkeersveiligheid, de doorstroom van de Sloterweg en het omliggende gebied van
groot belang is
— Het verbeteren van de S106 en S107, alsmede de algehele doorstroming in een eerder stadium
onderdeel hebben uitgemaakt van de originele startnotitie
— De huidige, voorliggende variant enkel aan symptoombestrijding doet, i.p.v. een duurzame
oplossing bied voor zowel de verkeersveiligheid, de doorstroom en het ontsluitingsvraagstuk
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— De verbeteringen aan de S106 en S107 als randvoorwaarden onderdeel te laten vitmaken van
de herinrichting van de Sloterweg
— Deze verbeteringen, alsmede de verbetering van de doorstroming gelijktijdig met het sluiten
van de Sloterweg moeten worden gerealiseerd
Indieners
A.A.M. Marttin
D.T. Boomsma
| Motie | 2 | discard |
ke 000996 N% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Ruimte en Groen
Agendapunt 32
Datum besluit College 8 maart 2022
Onderwerp
Kennisnemen van het 3de verdeelvoorstel SHP Bovenwijks Groen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het collegebesluit van 8 maart 2022 waarbij het college heeft ingestemd met
het verdelingsvoorstel SHP Bovenwijks Groen van € 15.330.550 en de verdeling over de projecten.
Wettelijke grondslag
Artikel 108, tweede lid van de Gemeentewet. De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de
huishouding van de gemeente wordt aan het gemeentebestuur overgelaten.
Artikel 169 Gemeentewet
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven
de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Het SHP Bovenwijks Groen is in december 2020 vastgesteld door de gemeenteraad.
Een projectenlijst met ingediende projecten heeft als onderbouwing gediend voor de
investeringsaanvraag in de Voorjaarsnota 2021. De projecten zijn volgens de door het college
vastgestelde criteria (besluit college B&W van 25 mei 2021) beoordeeld en gerangschikt.
Naar aanleiding van deze aanvraag is in de begroting 2022 € 26,6 miljoen investeringsruimte
opgenomen voor het SHP tot en met 2025. Met voorliggend verdeelvoorstel is er voor de genoemde
projecten dekking en kan de voorbereiding van de projecten en kredietbesluit ter hand worden
genomen.
In de begroting 2021 was reeds € 26,5 miljoen opgenomen. Voor het gehele SHP t/m 2025 is
daarmee € 53,1 miljoen beschikbaar.
Na het vaststellen van een verdeelbesluit door het college gaan projecten door met de verdere
voorbereiding. Indien het project voldoende zeker is van uitvoering kan een kredietbesluit worden
genomen door het college. Daarmee worden de middelen definitief toegewezen aan de betreffende
projecten.
In totaal zijn kredietbesluiten SHP genomen voor € 19.644.000 (incl. het laatste kredietbesluit van 8
maart 2022)
Onderbouwing besluit:
Investeren in Bovenwijks Groen
In het SHP Bovenwijks Groen is de ruimtelijke en financiële opgave tot en met 2025 opgenomen.
De belangrijkste opgaven zijn in beeld gebracht op basis van de Groenvisie en ander vigerend
beleid, de groei van de stad, ontwikkelingen op het gebied van groen en bestuurlijke ambities. Het
verdelingsvoorstel vloeit voort uit het SHP en de daarin opgenomen projecten.
Gegenereerd: vl.12 1
VN2022-006996 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
In de begroting van 2022 is voor het SHP Bovenwijks Groen 26,6 miljoen opgenomen tot 2025. De
verdeling van € 10.947.520 over de verschillende projecten was opgenomen in het verdelingsvoorstel
voor de eerste tranche eind 2021. Dit is inmiddels aangepast met € 198.930 tot € 11.146.450.
De tweede tranche, de resterende € 15.330.550, wordt hierbij, na de actualisatie van de projectenlijst
die eind 2021/begin 2022 heeft plaatsgevonden, ter kennisname aangeboden.
Het totaal beschikbare budget voor SHP 2021-2025 is hiermee belegd:
Vastgestelde Aanpassing agv Geactwaliseerde
kredietbesluiten en
bedragen Rn bedragen
actualisatie
Verdeelbesluit 1 € 26.455.000 € 26.578.000
Verdeelbesluit 2 € 10.947.520 € 198.930 € 11.146.450
Verdeelbesluit 3 € 15.330.550 € 15.330.550
| £52-733:079 £53055-009
De middelen worden aan de volgende projecten toegewezen:
Sportpark Kadoelen, vitbreiding, aanvullende aanvraag € 737.295
Kwaliteitsimpuls Nelson Mandelapark
Sportpark Sloten, herinrichting
Drijfeilanden Zeeburgereiland
Herinrichting Bijlmer Sportpark
Bomenstructuur Buiksloterham
Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie 1000 eoa
f € 200.000
dierwoningen
Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie vogeleiland voor
f € 350.000
visdiefjes en rifballen
Spoorbermen Overamstel € 262.656
Toekomstbestendig Erasmuspark
Herinrichting/vergroening Platanenweg
Recreatieve voorzieningen Markerdijk
Westerpark Entreegebied Transformatorweg € 1.442.751
Gegenereerd: vl.12 2
VN2022-006996 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Ruimte en % Amsterdam jee 9 TAR
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Inpassing locatie Spinoza 2oFirst in Martin Luther Kingpark en € 300.000
Amstelscheg
Toelichting keuze projecten
Inhoudelijke onderbouwing projecten
Door het toekennen van middelen aan de genoemde projecten kiest het college voor investeren in
parken die voortkomen vit de groei van de stad of grenzen aan ontwikkelbuurten. Op deze manier
profiteert zowel de bestaande stad als de nieuwe stad. Met deze keuze zet het college de lijn van het
eerste bestedingsvoorstel voort.
Sportpark Kadoelen, uitbreiding
Herinrichting en uitbreiding sportpark Kadoelen
Kwaliteitsimpuls Nelson Mandelapark
Vanwege woningbouw aan de oost- en noordkant en aanleg tunnelpark Ag moeten (buiten de
betreffende GREX- en planlijnen) aansluitingen en routes worden verbeterd en is, door steeds
intensievere gebruik, kwaliteitsverbetering nodig door toevoeging groen, grondverbetering, etc.
Verbetering HGS, betere integratie met sportpark, toevoeging urban sports. Verbetering HGS, beter
integratie stadspark en sportpark, toevoeging voorzieningen, zoals pierenbadje en Urban Sports.
Sportpark Sloten, herinrichting
Sportpark Sloten ligt prachtig ten midden in een groene omgeving van het puntje van
het Amsterdamse bos, de oeverlanden, met het Nieuwemeer, de Ringvaart, De polder de
Volkstuinenparken, parken en het Ag talud. Door deze perfecte ligging en het gebruik van het
gebied is er heel veel mogelijk op het gebied van de biodiversiteit. Het doel van de herontwikkeling
is om het sportpark te transformeren naar een vernieuwd, open, duurzaam en transparant park dat
een groter aanbod mensen vitnodigt om actief te sporten. Deelprojecten:
- Vervangen (verouderde) ondergrondse kabels en leidingen;
- Herinrichten openbare ruimte (sloten, watergangen, groenvoorzieningen en de wegen,
natuurvriendelijke oevers);
- Vergroenen en verduurzamen sportvelden en gebouwen. Denk aan sedum daken icm
zonnepanelen, geveltuinen, waterberging onder kunstgrasvelden wat ook de verkoeling op het
sportpark zal verbeteren.
Drijfeilanden Zeeburgereiland
Realiseren van met riet en moerasplanten begroeide drijvende eilanden. Daarmee de ecologische
verbinding over het Buiten-IJ aan te leggen. Dit door het habitat van doelsoorten (oa ringslang,
waterspits en otter) te realiseren. De drijvende eilanden zijn onderdeel van de ecologische structuur
van Amsterdam en de groene NNN- corridor Gooi-Waterland
Sciencepark
Het sciencepark wordt stedenbouwkundig verder ontwikkeld waarbij groen een belangrijk
onderdeel is. Met deze bijdrage wordt een natuur-inclusieve invulling gegeven: de aanleg van een
nieuwe ecologische zone en de integratie van landschappelijk groen zoals een bosplantsoen.
Bijlmer Sportpark, herinrichting
Gegenereerd: vl.12 3
VN2022-006996 G üdeli issi
Ruimte en % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Het Bijlmer Sportpark wordt getransformeerd naar een open(baar) sportpark. Eén van de ambities
binnen deze transformatie is het vergroenen van het sportpark, zodat het sportpark beter
geïntegreerd wordt met de omringende openbare ruimte in het Nelson Mandelapark.
Bomenstructuur Buiksloterham
Grasweg, Papaverweg en Westelijke Ontsluiting zijn onderdeel van de Hoofdbomenstructuur
Buiksloterham. Extra middelen maken het verschil tussen jonge bomen en meer volgroeide bomen.
Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie 1000 dierwoningen
Onderdeel van de ontwikkelstrategie Oeverlanden zijn soortgerichte natvurmaatregelen.
Maatregelen ter verbetering van de natuurwaarden, biodiversiteit en de waterkwaliteit in De
Oeverlanden en van de Nieuwe Meer. Het gaat in dit geval om de realisatie van 1000 dierwoningen
(ringslanghopen, vleermuiskasten, ijsvogelwand etc). Om dat te bereiken wordt in 2022 gestart met
het opstellen van soortenmaatregelenkaart (per doelsoort concrete plaatsen aangeven -in overleg/
afstemming met terreineigenaren- waar de maatregelen kunnen worden getroffen), daarna volgt
een actieplan en een overzicht van alle locaties waar diervoorzieningen worden getroffen (aard,
aantal etc.). Daarna volgt realisatie. De voorbereidingen worden gedaan vanuit het budget van de
ontwikkelstrategie, voor de realisatie willen we aanspraak maken op financiering vanuit het SHP
Bovenwijkse Groenvoorzieningen.
Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie vogeleiland voor visdiefjes en rifballen
Onderdeel van de ontwikkelstrategie Oeverlanden zijn maatregelen ter verbetering van de
natuurwaarden, biodiversiteit en de waterkwaliteit in De Oeverlanden en van de Nieuwe Meer.
Het gaat in dit geval om de realisatie van een vogeleiland voor visdiefjes, gekoppeld aan de
realisatie van rifballen die het eiland onder meer ook drijvende houden. Dit project wordt, in
principe, conform het voorbeeld van de Houthavens gerealiseerd in de Nieuwe Meer en dient ter
verbetering van de waterkwaliteit. Om dat te bereiken wordt in 2022 gestart met het opstellen van
soortenmaatregelenkaart (per doelsoort concrete plaatsen aangeven -in overleg/afstermming met
terreineigenaren- waar de maatregelen kunnen worden getroffen), daarna volgt een actieplan en
een overzicht van de locaties waar de eilandjes gerealiseerd kunnen worden. Hiervoor is afstemming
nodig met stakeholders waaronder ook hoogheemraadschap van Rijnland en VDOB en is het
noodzakelijk de vergunningverlening tijdig te regelen. Daarna volgt realisatie. De voorbereidingen
worden grotendeels gedaan vanuit het budget van de ontwikkelstrategie, voor de realisatie willen
we aanspraak maken op financiering vanuit het SHP Bovenwijkse Groenvoorzieningen.
Spoorbermen Overamstel
Verbeteren ecologische- en recreatieve waarden van de groenzone op en langs het spoortalud na
de herontwikkeling van het Bajeskwartier, Kop Weespertrekvaart en realisatie onderdoorgang en
geluidswand.
Groenboog
Groengedeelte ten noorden van de Azo tussen Nieuwe Leeuwardenweg en Durgerdammerdijk /
Schellingwoude. Realisatie voorstellen uit studie ruimtelijke verkenning groengebied tbv lokale
recreatie en verbeteren HGS.
Toekomstbestendig Erasmuspark
Het Erasmuspark wordt steeds populairder maar is voor een stadspark erg sober en heeft weinig
groenkwaliteit (weinig variatie). Het vormt een belangrijke schakel in de Hoofdgroenstructuur en
ecologische structuur voor westelijk Amsterdam. Er zijn kansen voor meer bomen en biodiversiteit
en een betere waternatuur. Meer kwaliteit en keuzes in haalbare gebruiksfuncties zijn nodig om
de grotere gebruiksdruk op te vangen. Het doel van het project is de uitvoering van het visie- en
uitvoeringsplan.
Jeugdland
Gegenereerd: vl.12 4
VN2022-006996 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Ruimte en % Amsterdam jee 9 TAR
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Jeugdland heeft nu al een groene en educatieve functie. Met deze bijdrage wordt extra groen
gerealiseerd op de plek waar nu een parkeerplaats is. Door deze parkeerplaats te vergroenen wordt
de kwaliteit en robuustheid van het bestaande groen verbeterd en uitgebreid op een belangrijke
groene locatie waar verschillende verbindingen vit de Hoofdgroenstructuur en de Ecologische
Structuur Amsterdam samenkomen.
Herinrichting/vergroening Platanenweg
De Platanenweg kent meerdere overlast gevende factoren; zwerfafvalfratten, sociale onveiligheid
en achterstallig onderhoud. Bewoners komen er niet en passanten gaan er met een boog omheen.
Deze overlast wordt opgelost door alle parkeerplekken en afvalcontainers weg te halen en
gebruiksfuncties in het groen toe te voegen. Significante vergroening, waarbij tegelijkertijd het
talud ecologisch en kwalitatief verbeterd wordt, als ook het toevoegen van gebruiksfuncties zijn
straks een aanleiding voor meer mensen om het gebied te gebruiken. Uitvoering van het project
herinrichting/vergroening Platanenweg e.o wordt zowel bestuurlijk als door het gebied gedragen.
Recreatieve voorzieningen Markerdijk
Aanleg van recreatieve voorzieningen gekoppeld aan een dijkversterking. te weten zachte land
waterovergangen langs de Markermeerdijk; Inrichting oost oever Kinselmeer voor recreatie;
verbetering omstandigheden om te varen in waterland (binnendijks) en het aanleggen van een
steiger buitendijks voor kanoërs.
Westerpark Entreegebied Transformatorweg
Kick-starten van de ambitie het Toekomstbestendig Westerpark een volwaardige entreezone naar
de deelgebieden van Haven-Stad te geven. Het met minimale ingrepen, deels permanent, deels
tijdelijk/verplaatsbaar, gefaseerd creëren van een unieke parkplek voor ontmoeting, natuureducatie,
sport&spel en cultuur gerelateerde bijeenkomsten aan het enige historisch originele deel van de
Spaarndammerdijk.
Herinrichting Frederiksplein tot Frederikspark
Het DNB-gebouw aan het Frederiksplein is toe aan een grondige renovatie. Het gebouw is technisch
op en niet duurzaam meer, er komt een publieksfunctie in, de hoofdentree van DNB wordt
verplaatst naar de zijde van de Sarphatistraat, er komt een openbaar toegankelijke binnentuin
in het gebouw en er wordt een openbaar toegankelijke steiger gerealiseerd aan de zijde van de
Stadhouderskade . Eind 2023/begin 2024 is de renovatie naar verwachting gereed. Op verzoek van
de President van DNB heeft stadsdeel Centrum een kansenverkenning en een schets laten maken
om te onderzoeken of het mogelijk is om het Frederiksplein, Oosteinde en Westeinde in combinatie
met het “nieuwe” DNB-gebouw, een heldere identiteit en samenhang te geven in de toekomst. Als
referentiekader wordt gehanteerd de parkachtige allure die aanwezig was ten tijde van het Paleis
van de Volksvlijt, waarbij het gebouw van de Nederlandsche Bank de rol vertolkt die het Paleis
voorheen deed. Park en gebouw hebben daarbij als combinatie een heldere identiteit en samenhang
met als verbindend element een vergroeningsopgave.
Inpassing locatie Spinoza 2oFirst in Martin Luther Kingpark en Amstelscheg
De tijdelijke Spinoza 2oFirst locatie wordt in de zomer van 2022 opgeheven. De school wordt
verwijderd en het vrijkomende terrein wordt opnieuw ingericht. De nieuwe inrichting zorgt voor een
betere aansluiting van het park op de Rivierenbuurt. Dit alles zorgt voor een betere inpassing en
versteviging van de HGS.
Toelichting weging projecten
Concreetheid
Om tot een weging te komen is er gekeken naar de projecten die het meest concreet zijn (gereed
voor uitvoering), een eigenaar hebben in de vorm van een ambtelijk opdrachtgever/projectleider en
het eerst kunnen worden opgepakt en uitgevoerd. Een hoge score wordt toegekend aan projecten
Gegenereerd: vl. 12 5
VN2022-006996 G idelij issi
Ruimte en % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
waaraan al wordt gewerkt en waarvoor vaak ook al een participatietraject is gestart met bewoners.
De projecten die nog niet concreet genoeg zijn scoren lager en kunnen eventueel op een later
moment worden opgepakt indien de middelen niet toereikend zijn. Deze weging biedt de meeste
kans op snelle uitvoering van groenprojecten en besteding van de middelen.
Inhoudelijke weging
De inhoudelijke weging is gebaseerd op de groei van de stad (verdichting/dichtheid), de relatie
met ontwikkelbuurten en met toegevoegde ecologische waarde. Door de inhoudelijke weging
ontstaat er een verdere verfijning van de prioriteit van de meest concrete projecten. De afweging
legt inhoudelijke focus op de projecten waarin als eerste geïnvesteerd kan worden. Onderstaand is
weergegeven hoe de inhoudelijke thema’s zijn gewaardeerd om tot een score te komen. Er is geen
wegingsfactor gebruikt. De score is bij elkaar opgeteld.
Verdichting (Groei van de stad)
e Niet in omgeving van verdichting/gebiedsontwikkeling 1 punt
* Nabij verdichting/gebiedsontwikkeling 2 punten
e In verdichting/gebiedsontwikkeling 3 punten
Ontwikkelbuurt
e Niet ineen stadsdeel met ontwikkelbuurten o punten
e In stadsdeel Nieuw-West, Noord en Zuidoost maarniet in een ontwikkelbuurt 2 punten
* _Ineen ontwikkelbuurt 3 punten
Ecologische Waarde
Bij ecologische waarde is gekeken naar de nabijheid en potentiële bijdrage aan de Amsterdamse
Ecologische Structuur (AES).
e Minimale bijdrage, geen verbinding met AES 1 punt
e Nabij, in verbinding met AES 2 punten
* Project onderdeel van AES 3 punten
Aanvullende wegingsfactoren
Om tot een optimale prioritering en benutting van de middelen te komen kunnen door de
wethouder aanvullende criteria worden toegepast, zoals:
* een evenwichtige verdeling van projecten over de stad/stadsdelen binnen één of enkele jaren
* het multipliereffect waardoor met een relatief kleine bijdrage vit het SHP een relatief grote
investering in gang gezet kan worden
* de mate waarin het project bijdraagt aan meer of beter groen in de stad
* een evenwichtige verdeling over de verschillende groene beleidsthema's in de stad, zoals
de aanleg van nieuwe natuur, het versterken van het eigen karakter van verschillende
stadsparken, een goede landschappelijke inpassing van sportparken of het vergroten van de
toegankelijkheid en biodiversiteit van volkstuinparken
e de mogelijkheid om via toekenning van middelen aan deelprojecten (bij grote groenprojecten
met een investering van indicatief meer dan 5 miljoen euro) een betere spreiding van de
middelen over de stad en over de verschillende groene beleidsdoelen te bereiken
Deze aanvullende wegingsfactoren zijn niet gekoppeld aan een score om het systeem overzichtelijk
te houden en ruimte te houden in de toekenning van middelen om zo goed mogelijk in te kunnen
spelen op kansen die er liggen voor snelle investeringen in het bovenwijks groen.
Reden bespreking
Gegenereerd: vl.12 6
VN2022-006996 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Ruimte en % Amsterdam jee 9 TAR
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
Voor het SHP Bovenwijks Groen heeft een uitvraag naar groenprojecten plaatsgevonden bij de
stadsdelen en directies. Op basis hiervan is de projectenlijst opgesteld. De stadsdelen hebben hun
advies gegeven en een prioritering meegegeven voor hun stadsdeel.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-027539 1. Raadsinformatiebrief 3e verdeelbesluit SHP Bovenwijks Groen.pdf (pdf)
AD2022-024005 | Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) |
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Enno Ebels, 06-38160477, [email protected]
Gegenereerd: vl. 12 7
| Voordracht | 7 | train |
€ G emee nte Bezoekadres i
Amstel 1 |
Amste rd am 1011 PN Amsterdam |
x Postbus 202 |
1000 AE Amsterdam |
2% Telefoon o20 255 3000 |
www.amsterdam.nl |
Retouradres: Gemeente Amsterdam, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam |
Aan de leden van de Gemeenteraad Amsterdam |
|
|
AE |
|
{
!
|
Datum 30 janvari 2018 |
Ons kenmerk __MET/SBZ/UIT/o0161 |
Uw kenmerk |
Behandeld door Jan van der Meulen, Metro en Tram, |
[email protected] |
Kopie aan |
Bijlage(n) Actieplan Bloeiende Stationsomgevingen Oostlijn versie 3.0 |
Onderwerp Reactie op motie 821.17 van Vink en Boldewijn inzake verbetering van de |
aantrekkelijkheid en ruimtelijke kwaliteit van de stationsomgevingen van de |
Bovengrondse stations van de Oostlijn |
| |
|
Zeer geachte leden van de Gemeenteraad, |
|
In de gemeenteraadsvergadering van 29 juni 2017 is tijdens de behandeling van het Actieplan |
Bloeiende Stationsomgevingen Oostlijn 2.0 een motie aangenomen van de leden Vink en
Boldewijn. In deze motie 821.17 wordt het college van B&W verzocht om: |
a. Perlocatie inzichtelijk te maken op welke wijze het verbeterproces van de kwaliteit van de |
openbare ruimte rondom de bovengrondse metrostations aan de Oostlijn kan worden |
geoptimaliseerd; |
2. Perlocatie inzichtelijk te maken welke concrete acties bovenop de huidige inzet nodig zijn |
om de aantrekkelijkheid, sociale veiligheid en (ruimtelijke) kwaliteit van deze |
stationsomgevingen op peil te krijgen; |
3. Bij dit onderzoek te betrekken wie qua praces en budget verantwoordelijk is voor welk |
onderdeel van de openbare ruimte c.q. de ruimtelijke kwaliteit rond de stations; |
4. Samen met de andere betrokken actoren een voorstel te doen op welke wijze (inhoudelijk, |
procesmatig, budgettair, etc.) extra invulling gegeven kan worden aan dit verbeterproces, |
inclusief de benodigde concrete acties; |
Gemeente Amsterdam Datum 30 januari 2018 |
Kenmerk MET/SBZ/UIT/oo161 |
Pagina 2 van3 |
5. De uitkomsten van dit onderzoek voor eind 2017 aan de raad voor te leggen. |
Omdat om deze acties is gevraagd naar aanleiding van de behandeling van het Actieplan |
Bloeiende Stationsomgevingen Oostlijn versie 2.0, is de vitwerking van de acties opgenomen in de |
update van het actieplan. Uw vergadering is door ons college per brief van 13 december 2017 |
(MET/SBZ/UIT/o0158) hierover geïnformeerd. |
Deze update — Actieplan versie 3.0 — is nu gereed. Ons college legt het actieplan nu aan v voor om |
aan te geven hoe het college uitvoering geeft aan de motie. |
Naar aanleiding van motie 821.17 zijn lopende acties uit versie 2.0 geactualiseerd en |
geconcretiseerd en enkele nieuwe acties zijn toegevoegd. Het actieplan is een overkoepelend |
coördinerend plan voor elke stakeholder om vanuit zijn eigen bevoegdheid, verantwoordelijkheid |
en budget er aan mee te werken dat er aansluiting is tussen het project Stationsrenovatie Oostlijn |
en de verschillende beheersituaties in de stationsomgevingen. De betreffende stakeholders zijn |
zelf actiehouder van de beschreven acties en blijven daarmee zelf verantwoordelijk voor het |
vinden van budget en voor uitvoering van de acties. |
Eris relatie gelegd met andere plannen en initiatieven: |
1. Investeringsagenda Metro. Dit is een investeringsprogramma voor het beter benutten |
van de ruimtelijke potentie, de snelheid en betrouwbaarheid van het metronet. Het |
programma bevat maatregelen ten behoeve van toegankelijkheid en capaciteit van |
metrostations, die deels afhankelijk zijn gesteld van de realisatie van ruimtelijke plannen |
în de stationsomgeving. Het bevat alle investeringen van de Vervoerregio (deels |
gekoppeld met investeringen van de gemeente en/of ProRail/NS) in het metrosysteem |
tot 2025. |
2. Het actieplan Stationskwartieren. Dit is een plan gericht op het stimuleren van de |
toepassing van de beginselen van Transit Oriented Development (TOD) in de ruimtelijke |
plannen rond metrostations. Maatregelen betreffen verhoging van de
bebouwingsdichtheid rond stations, stimuleren van stedelijke functies die OV gebruik |
genereren en het zorgen voor op OV gebruikers gerichte inrichting van de openbare |
ruimte. |
3. Opstellen beheerconvenanten. Naar voorbeeld van het reeds vastgestelde |
beheerconvenant station Lelylaan wordt per metrostation inzichtelijk gemaakt wat de |
verantwoordelijkheden zijn van de verschillende beheerders, zodat er geen verweesde |
gedeelten/elementen zijn. |
4. _#ZO Stationsgebieden. In dit project worden de onderdoorgangen bij de metrostations in |
Stadsdeel Zuidoost en de directe omgeving van het station onbeschadigd, schoner, |
veiliger en toegankelijker gemaakt. |
!
Ï
Gemeente Amsterdam Datum 30 januari 2018 |
Kenmerk MET/SBZ/UIT/o0161 |
Pagina 3 van 3 |
|
Per station is aangegeven welke acties lopen of zullen worden opgepakt binnen welk plan of |
initiatief, met de verantwoordelijke partij dan wel trekker. |
Het college beschouwt hiermee motie 821.17 als afgedaan. ij
|
|
Met de meeste hoogachting, |
Het college van burgemeester en wethouders van m, |
(dn
N |
„Il Adrtse H.P. van|fsils |
wad end bbrgemeester gemeentedgecretaris |
|
Í
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ì
|
|
Í
|
|
| Motie | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 65
Publicatiedatum 30 januari 2019
Ingekomen onder AA
Ingekomen op donderdag 24 januari 2019
Behandeld op donderdag 24 januari 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24-uursopvang
voor ongedocumenteerden (geen 24-uursopvang voor Dublinclaimanten)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het uitvoeringsplan 24-uursopvang voor
ongedocumenteerden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 16).
Overwegende dat:
- Volgens de Dublinafspraken binnen de Europese Unie een asielzoeker die
reeds een asielaanvraag heeft ingediend in een ander EU-land kan worden
teruggestuurd naar dat andere land;
- De 24-uursopvang die het college wil instellen niet moet worden blootgesteld
aan een aanzuigende werking van dergelijke zogeheten Dublinclaimanten:;
- Voor deze groep opvang in een derde land bestaat.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- __- Aangaande Dublinclaimanten het landelijke beleid te volgen en voor deze
groep de 24-uursopvang niet open te stellen.
De leden van de gemeenteraad
M.C.G. Poot
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
N Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Amsterdam-Noord
% Vergadering: 650
x Agenda :1439
Datum :8 maart 2012
CONCEPT-AGENDA
Openbare vergadering van de deelraad Amsterdam-Noord
woensdag 28 maart 2012
in de raadzaal van het Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
aanvang 20.00 uur
Agendapunt Nadere informatie Regnr. |
PROCEDUREEL
1)_Opening
6)_ Mondelinge vragen vagenerat SfegenentsenOne |
7) Vaststellen vergaderschema raad en
raadscommissies april t/m december 2012 5077
8) Vaststellen fractiebijdragen 1 april 2010 tot
en met 31 december 2010 5170
9) Vaststellen Verordening tot wijziging van
de Verordening op de raadscommissies 5120
van het stadsdeel Amsterdam-Noord 2007
10) Vaststellen thema’s burgeravonden 2012 EO 5108
BELEIDSVOORSTELLEN
11) Meerjarenplanning Openbare Ruimte
2012-2016 4976
12) Basisinfrastructuur Welzijn en Zorg en
Hervormingsagenda 2010-2014, domein 4957
Volwassenen
13) Het veranderen van de bedrijfsruimte aan
de Liergouw 81 in een woning 4990
14) Projectbesluit Realisatie nieuw
jongerencentrum & JIP in Amsterdam- 4914
Noord
16) Registratie en toezicht voorscholen en
peuterspeelzalen 5016
Volg de raadsvergadering live via internet op www.noord.amsterdam.nl/deelraad of op http://noord.raadsinformatie.nl
ZOZ
N Gemeente Amsterdam
as Stadsdeel Amsterdam-Noord
% veraaderina:
% ergadering: 650
x Agenda :1439
Datum :8 maart 2012
Agendapunt Nadere informatie | Reginr. |
17) Oprichten van 6 woningen op het terrein
van de te slopen manege aan de 4993
Broekergouw 1
18) Welstandsvrij verklaren kavels 5 en 21 in
Buiksloterham 5019
ALGEMEEN
Volg de raadsvergadering live via internet op www.noord.amsterdam.nl/deelraad of op http://noord.raadsinformatie.nl
Zo.Z
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Agenda, donderdag 2 november 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur
Locatie Boekmanzaal, stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Tkn-lijst
5 Opening inhoudelijk gedeelte
6 _Inspreekhalfuur publiek
7 Actualiteiten en mededelingen
e Actualiteit van de leden Van den Heuvel (D66), Moorman (PvdA), Duijndam (SP)
en Ernsting (GL), inzake de recente berichtgeving over het stedelijk museum.
8 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur’ geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Agenda, donderdag 2 november 2017
Financiën
9 Instemmen met de budgettair neutrale begrotingswijziging 2017 Nr. BD2017-
013167
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017).
10 De Begroting 2018 Nr. BD2017-013168
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017).
e _Hetbegrotingsboek 2018 is separaat aan alle (duo)raadsleden gezonden.
Dienstverlening
11 Intrekken van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2017 en
vaststellen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2018 Nr.
BD2017-013103
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017).
2
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1174
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen op 17 oktober 2017
Behandeld op 9 november 2017
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Groen inzake de Begroting 2018 (vastgoed ‘DMOPS bij verkoop’).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2018.
Overwegende dat:
— Voor verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed via de systematiek van
DMOPS in deze begroting een voorziening getroffen wordt;
— Deze DMOPS alleen worden opgesteld voor panden in eigen beheer:
— Voor panden die verkocht worden géén DMOPS worden opgesteld;
— Het meeleveren van DMOPS bij verkoop van panden een effectieve manier is om
te stimuleren dat panden ook door de nieuwe eigenaar Duurzaam onderhouden
worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Ook voor gemeentelijk vastgoed dat verkocht wordt DMOPS op te stellen;
— Ditte dekken binnen de begroting Vastgoed.
Het lid van de gemeenteraad
RJ. Groen
1
| Motie | 1 | discard |
ME en Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
x Nieuw-West Plein 40-45, nr. 1
x 12 oktober 2021
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Voorzitter SDC: Alexander Grassi
Secretaris SDC: Ilse Plasmeijer
1. Opening
2. Mededeling
-Wisseling voorzitter
3. Vaststelling besluitenlijst SDC van 28 september 2021
4. Ingekomen stukkenlijst
5. Insprekers
6. Mondelinge vragen
7. Adviesaanvraag Referendumverordening
8. Adviesaanvraag Nota van Uitgangspunten Sloterweg
9. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via
[email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | discard |
Naam
nn
Uw bericht
Raadsadres over de gezondheidsrisico’s van houtrook
Ik ben heel bezorgd over de houtrook in de stad. Als hout verbrandt wordt, wordt er
ZEER VEEL fijnstof uitgestoten. Dat is heel slecht voor de gezondheid-het is
kankerverwekkend en slecht voor de ontwikkeling van de longen. De lucht in
Amsterdam is al slecht/ongezond genoeg! Weet u dat er plekken in de stad zijn waar
hout regelmatig ‘voor de gezelligheid’ buiten verbrand wordt? Een voorbeeld: op de
buurtboerderij in het Westerpark wordt al jarenlang regelmatig buiten hout verbrand. De
rookontwikkeling is soms enorm. Er worden kinderfeestjes op de boerderij gehouden,
en kinderen gaan daar naar toe om te spelen. Volwassenen zijn natuurlijk ook de dupe
daarvan, en sommige (veel?) van de bezoekers en vrijwilligers weten niet hoe ongezond
houtrook is. De rook is ook zeer irriterend voor de longen, neus en keel. Ik vind het
onbegrijpelijk dat dit wel mag. (Er zijn nog één paar plekken in het park waar iets
[hout?] regelmatig buiten voor de gezelligheid verbrand wordt, ook met veel
rookontwikkeling als gevolg.) Ik heb 14020 daarover gebeld, en kreeg te horen dat er
geen verordening over houtrook is. Ik verzoek u deze (onnodige) gezondheidsrisico
onder handen te nemen, en er en beleid voor te maken.
Zeer bedankt!
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 71
Publicatiedatum 31 januari 2018
Ingekomen onder C
Ingekomen op donderdag 25 januari 2018
Behandeld op donderdag 25 januari 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake het feitenrelaas over de Kernprocedure 2017
(resultaten van de loting en matching 2017 (kom met een maatwerkoplossing)).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Moorman, Flentge, Blom en
Boomsma inzake het feitenrelaas van het college en het OSVO over de
Kernprocedure 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 40).
Overwegende dat:
— resultaat van de loting en matching van 2017 was dat 130 kinderen niet zijn
geplaatst in een school in hun top-5;
— dat voor de betreffende kinderen zeer teleurstellend is velen als gevolg daarvan
niet op een school terecht zijn gekomen die bij ze past of die op een gepaste
afstand ligt;
— heteen verantwoordelijkheid is van de gemeente om zorg te dragen voor een
goed onderwijsaanbod zodat kinderen niet worden geplaatst op scholen die zeer
laag op hun voorkeurslijst staan;
— kinderen die als gevolg van de uitslagen op een school zijn geplaatst buiten de
top-5 worden benadeeld, ten opzichte van kinderen die buiten de reguliere
procedure om alsnog zijn geplaatst.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
samen en in gesprek met de ouders en kinderen, de OSVO, de scholen en de
kinderombudsman op zoek te gaan naar een mogelijke maatwerkoplossing voor
de relatief kleine groep kinderen die niet in hun top-5 van scholen zijn geplaatst én
alsnog naar een andere school zouden willen.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
1
| Actualiteit | 1 | train |
2x Gemeente
Amsterdam
D West
2 Agenda Stadsdeelcommissie West
Vergaderdatum Dinsdag 12 januari 2021 19.45- 22.05 uur
Locatie MS-Teams
Telefoonnummer Bestuursondersteuning 06-51250957
E-mail [email protected]
Internet Wwww.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden). Daar
staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het
raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl
Voorzitter Hans Mol
Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE 12 januari 2021
Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is
voorgedragen
1. 19,45 -20.00u
Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten
Ruimte voor inbreng van actualiteiten!,
2. 20.00 -20.30u
Bewoners aan het woord
Ruimte voor inspraak van bewoners over niet geagendeerde
onderwerpen?
OORDEELVORMEND
3. 20.30- 21.00u
Stadsdeelcommissie: Monitor wonen
Geagendeerd door Laurent Staartjes/VVD/Oud West de Baarsjes
Portefeuille: Melanie van der Horst
OORDEELVORMEND
4, 21.00- 21,30u
Dagelijks Bestuur: Adviesvraag concept Bijstelling 2020
van het Handhavingsbeleid Wabo 2e helft 2017-2018
Portefeuille: Melanie van der Horst
Deadline 1 februari 2021
BESLUITVORMEND
5. 21.30- 22.00u
Dagelijks Bestuur: Kolenkitbuurt, focusopgaven
Portefeuille: Carolien de Heer
Rondvraag
1 De agendacommissie beslist voorafgaand aan de bijeenkomst of iets een actualiteit is.
2 Als u wilt inspreken dan kan dat. Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via
[email protected].
| Agenda | 1 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1456
Datum indiening 25 april 2019
Datum akkoord 18 september 2019
Publicatiedatum 18 september 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Vroege inzake “homogenezings-
behandelingen” in Amsterdam
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De fractie van D66 heeft met grote verontwaardiging kennisgenomen van de
uitkomsten uit het programma Ewout & waaruit blijkt dat er in Nederland tal van
kerken actief zijn die “homogenezingsbehandelingen” aanbieden. In de uitzending
worden schokkende undercoverbeelden getoond waarbij er in verschillende
gemeenschappen de meest bijzondere rituelen worden uitgevoerd om
homoseksualiteit te genezen. Een voorbeeld hiervan zijn homogenezing- of
homoconversie therapieën waarbij gepoogd wordt iemands homoseksuele gevoelens
te laten verdwijnen.
De fractie van D66 maakt zich al jaren zorgen om deze praktijken die ook in
Amsterdam in diverse religieuze gemeenschappen plaatsvinden . Veelal jonge
LHBTI-ers worden onder druk gezet om zich te laten ‘genezen.’ Dit leidt in veel
gevallen tot psychische schade. De Vereniging van Jeugdartsen spreekt over
wanpraktijken en kwakzalverij.
Deze verwerpelijke praktijken waarbij gepoogd wordt LHBTI-ers te ‘genezen’ druisen
in tegen de diepste vezels van onze Amsterdamse waarden. In Amsterdam hoort
iedereen zichzelf te kunnen zijn ongeacht afkomst, etniciteit, geslacht of seksuele
voorkeur. De fractie van D66 maakt zich zorgen dat de aflevering van Ewout & een
wereld heeft blootgelegd die zich ook in Amsterdam afspeelt, wat zou betekenen dat
ook in onze stad veel jongeren niet alleen belemmerd worden in het zijn van wie ze
zijn, maar verteld worden dat ze genezen dienen te worden van wat ze zijn.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van D66, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen:
1. Heeft het college kennisgenomen van de uitzending Ewoud & waarin wordt
ingegaan op homogenezingstherapie?
Antwoord:
Ja, het college heeft hiervan kennisgenomen.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Lise Gemeenteblad
ummer - -. -
Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, 25 april 2019
2. Is college het met de fractie van D66 eens dat homogenezing schadelijk is, en
daarom verboden moet worden?
Antwoord:
Het college staat pal achter de LHBTIQ+-gemeenschap en voor een open
tolerante samenleving waar iedereen mag zijn wie hij of zij is ongeacht culturele
achtergrond of seksuele geaardheid.
Het college vindt homogenezing absoluut in strijd met dit uitgangspunt. De vraag
of homogenezing moet worden verboden is echter een Rijksbevoegdheid. Dat
laat onverlet dat het college zich scherp zal uitspreken tegen zulke praktijken als
zij signalen hierover ontvangt.
Homogenezingen komen voor bij diverse religies. Onder andere bij christelijke
stromingen zoals de evangelische en de pinkstergemeenschap, maar ook
Hindoestaanse, islamitische en joodse gemeenschappen kennen vormen van
homogenezingen. Veelal gaat dit via gebeden, echter zijn er ook minder bekende
vormen zoals de rogya.
3. Heeft het college zicht op de Amsterdamse geloofsgemeenschappen waarbinnen
homogenezingen plaatsvinden? Zo nee, is het college bereid hier onderzoek naar
te doen?
Antwoord:
Het college heeft geen zicht op wat de geloofsgemeenschappen in Amsterdam in
beslotenheid doen. Op dit moment zijn er geen signalen van de politie of
stadsdelen dat homogenezing in Amsterdam wordt gepraktiseerd. Als bekend is
dat er ergens sprake is van homogenezing zal de gemeente/het stadsdeel actief
het gesprek aangaan met de vertegenwoordigers van de betrokken
geloofsgemeenschap en de boodschap overbrengen dat we een dergelijke
praktijk niet vinden passen bij de waarden van onze stad. Een algemeen
onderzoek hiernaar ligt volgens het college op dit moment niet in de rede.
4. Is homogenezing een onderwerp dat door het college besproken wordt in haar
overleggen met (vertegenwoordigers) van de diverse geloofsgemeenschappen?
Zo ja, hoe wordt er in algemeenheid op dit fenomeen gereageerd? En zo niet,
waarom niet, en is zij voornemens dit onderwerp bespreekbaar te maken?
Antwoord:
Het college vindt de praktijk van ‘homogenezing’ zeer kwalijk en schadelijk en gaat
daarover in gesprek met geloofsgemeenschappen wanneer zich daartoe een
geschikte gelegenheid voordoet. Indien er concrete signalen zijn dat een
gemeenschap in Amsterdam deze praktijk hanteert, zal het college actief het
gesprek hierover opzoeken.
5. Heeft het college zicht op hoeveel LHBTií- ers (al dan niet gedwongen óf onder
druk van familie/omgeving) deze behandelingen ondergaan in Amsterdam?
Antwoord:
Het college heeft daar geen zicht op. Zie ook het antwoord op vraag 3.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Lise Gemeenteblad R
Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, 25 april 2019
6. Heeft het college inzicht in het aantal LHBTI-ers die lijden aan psychische of
andere problemen (zoals financiële problemen, sociaal isolement, dakloos
worden), als gevolg van homogenezingpraktijken? Zo niet, is college bereid hier
onderzoek naar te doen om de omvang van dit probleem inzichtelijk te maken?
Antwoord:
Er zijn bij de GGD geen gevallen bekend van mensen die lijden aan psychische of
andere problemen als gevolg van homogenezingspraktijken. Arkin/Jellinek heeft in
de afgelopen anderhalf jaar enkele LHBTIQ+ personen behandeld die
homogenezing hebben ondergaan en tegelijk worstelen met hun geaardheid.
Momenteel is er bij Jellinek een project om met homogenezers in contact te
komen. Als er uit dit project (of ander onderzoek) concrete signalen komen over
deze praktijken, zal de gemeente actie ondernemen.
7. In de uitzending van Ewoud & kwam ook Dominee Koney in beeld; over deze
dominee heeft de fractie van D66 vorig jaar ook al vragen gesteld. Heeft de
gemeente Amsterdam nog contact met Dominee Koney en op welke manier
waarborgt de gemeente Amsterdam dat er geen samenwerkingsverbanden zijn
met mensen die de LBHTI gemeenschap verbaal aanvallen?
Antwoord:
Wij betreuren de kwetsende uitspraken van de heer Koney ten zeerste. Overigens
hebben wij in antwoord op schriftelijke vragen op 18 februari 2018 over deze zaak!
aangegeven dat de heer Koney daags na de uitspraken is uitgenodigd bij de
stadsdeelvoorzitter van Zuidoost om uitleg te geven. De heer Koney heeft zijn
excuses aangeboden omdat hij besefte dat hij mensen heeft gekwetst met zijn
woorden. Hij heeft een brief aan het COC gestuurd waarin hij aangeeft graag in
gesprek te willen met het COC om op die manier het thema homoseksualiteit
bespreekbaar te maken in zijn kerk. Dit heeft op 20 april 2018 geresulteerd in een
dialoogbijeenkomst in de kerk met vertegenwoordigers van de LHBTI-
gemeenschap.
De heer Koney is één van de leidende figuren in de Ghanese gemeenschap in
Zuidoost. In dit kader neemt hij deel aan het Bondgenotennetwerk (een
diversiteitsnetwerk met verschillende gemeenschappen). Dit project is het vervolg
van de samenwerkingsrelatie met de politie eenheid Amsterdam in het kader van
verbinding overheid en bewoners. Er is geen subsidierelatie met de heer Koney.
Mocht er door de heer Koney of een andere vertegenwoordiger van een
gemeenschap opnieuw kwetsende uitspraken worden gedaan over LHBTIQ+ers -
of welke groep dan ook - dan zal het college de persoon in kwestie hierop direct
aanspreken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
Ihttps://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/6202195/2/516 18_Schriftelijke%20vrag
en%20Vroege%2Quitspraak%20dominee%20vergelijking%2Ohomoseksualiteit%20met%2
Ocrimineel%20gedrag
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Lise Gemeenteblad
ummer wees: .
Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, 25 april 2019
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 18
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Vroege inzake Denk aan omgeving taxiluwzone
Onderwerp
Denk aan omgeving taxiluwzone
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over agp 21 Kennisnemen van de Amsterdamse taxiaanpak VN2021-036508.
Overwegende:
— Het voornemen om taxiluwzones in te stellen;
— Dat dit zal leiden tot extra taxi en verkeersdrukte aan de randen van zo'n taxiluwgebied;
— Dat ook snorders zich daar gemakkelijk zullen kunnen aanbieden met alle overlast van
dien.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Bij de nadere uitwerking van de taxiluwzones zorg te dragen voor goed en veilig taxiverkeer aan de
buitenranden van een taxiluwzone en aldaar zorg te dragen voor strenge handhaving van illegale
praktijken zoals snorders.
Indiener
J.S.A. Vroege
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
x Motie
Datum raadsvergadering 13-07-2022
Ingekomen onder nummer 275
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Belkasmi, Schmit, Bentoumya, Khan, Hoogtanders,
Kabamba en Boomsma inzake het onderzoeken van de mogelijkheden om
samen met het MBO een oriëntatietraject te starten in Amsterdam-Noord
Onderwerp
de mogelijkheden onderzoeken om samen met het MBO een oriëntatietraject te starten in
Amsterdam-Noord
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de raadsinformatiebrief voortgang MBO-agenda en de
vitvoeringsagenda’s JIKOP en Onderwijs-arbeidsmarkt schooljaar 2020-2021
Constaterende dat:
— _Ertwee grote instroommomenten zijn in het MBO namelijk januari en september, waardoor
het moment van inschrijven en het moment van starten in de beleving van jongeren ver uit
elkaar kunnen staan.
— Er (lzone) oriëntatietrajecten zijn in Amsterdam-West en Amsterdam Zuidoost.
— We extra willen investeren in stadsdeel Noord middels de aanpak Noord.
— In de Mbo-agenda de ambitie staat opgenomen om jongeren extra kansen te bieden om een
succesvolle schoolloopbaan te realiseren en dat schooluitval door bijvoorbeeld verkeerde
studiekeuzes voorkomen moet worden.
Overwegende dat:
— Jongeren vanwege het verschil tussen het moment van inschrijven en het moment van starten
er toe kunnen besluiten niet meer te gaan studeren.
— _Oriëntatietrajecten, zoals dat van lzone, meerdere instroommomenten kennen.
— _ Oriëntatietrajecten tevens kunnen bijdragen aan een passende studiekeuze en daarmee het
voorkomen van schooluitval.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— De mogelijkheden te onderzoeken om samen met het MBO een oriëntatietraject te starten in
Amsterdam-Noord.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
— De behoefte voor het starten van een oriëntatietraject in andere stadsdelen samen met het
MBO te inventariseren.
Indieners
M. Belkasmi
EW. Schmit
Y.E. Bentoumya
S.Y. Khan
Y.F.W. Hoogtanders
C.K.E. Kabamba
D.T. Boomsma
| Motie | 2 | discard |
| recreatieschap
NI
twiske-waterland
Ambitiedocument
eëh samenspel van recreatieve acti an rust,
stilte en natt 25 | Îg//4
ad men an ec mac
Conceptversie 4, 18 oktober 2019
2
Inhoudsopgave
Twiske-Waterland, waar hebben we het over… ….…......nennneenvennvenseenvveenvennvenseeneenvvernvvenneeeeven D
1.1.1 Ontworpen en ingericht: Het Twiske … nnn erenenerenereeennerenerseenerenenenenereneneeeneren eneen D
1.1.2 Historisch landschap: Waterland en de droogmakerijen … … … nnen ereen eere enne Ó
1.1.3 Natuur …...eneneeeneennerenerenneeenveernvenerenverenvenvenvvernvvennerenereneeenveernnvennevenverenveernveervvvenveeenvenn Â
Urgentie, waarom nu een ambitiedocument… neee enereneneerenerenennsenerenenseenerenenesenereenneenvereerenenveen
Proces, Verkenning Waterland-Twiskepark’ … nne oeeenereneneerenerenennsenerenenseennerenenesenerenenevenereneneeeneeen Ö
2 \dentiteiten en ontwikkelingen … … nnen erenenenernerenenesennereneneeennerenenenenn eren enenenerenenenenn ereen Ô
Verhalen … nonnen ennen enven eenen enenvenenvenenveneenenveneneenenvenenvenenneenenvenenvenenneneeneneenenvenenvenenveneeneneenenvenenven erven eeven Ó
Trends en opgaven……....nnnnnnnnennenreennsennerenenseenereneneseneren ennen erenenenenereneneeenereneneneneerenenenenveeereneneeren erneer. LO
3 Ambitie: balans en optimale beleving … … ……....nnnnnennnnenenereneneeeeerenenseeeerenenseenereneneerenereeneerevernenvveeve reen LL
Korte termijn ambities, waar kunnen we ‘morgen’ al aan werken… … nnen erneer neen LL
31.1 Identiteit definiëren en uitdragen van ‘de verhalen van Twiske-Waterland’ … … … nnn 11
3.1.2 Zonering aanbrengen, ‘wat kan waar! … nnen ereneneneeereneneeenerenenneenereeneeennreneneenvree reen LL
3.1.3 Overnachtingsmogelijkheden … … … nnee nenenereneneeenerenerseeneereereneneerevereenveeevereee neren 12
3.14 Voedsel, educatie en gezondheid ‘gebruik de kwaliteiten van het gebied” … … nnee 12
3.1.5 Belevingsroutes ‘verbind alle recreatie-hotspots met elkaar” … nnee erneer 12
3.1.6 Toegankelijkheid: ‘ontwikkel nieuwe recreatieve verbindingen naar het gebied’ … … 12
3.1.7 Informatievoorziening verbeteren ‘laat zien wat er te beleven is’ … nnee erneer 13
Lange termijn ambities, waar werken we naar TOE. nnen ennen eseeereeennerenereneneveevereneneveeere eneen 13
318 Recreatie … nennen vernvenvernvenneenverneennveenverneenveenverneenveenvereerveenversverneenvervverveenvervvervververvverveen LI
31.9 Natuur nennen vennerenneeenveernnvenevenverenvverennveenveernvvensevenvereneernveervevenvevenvveenveernveervvverveeen 13
3.1.10 Tale rol gf:
Regionale opgaven, de 11 van de MRA..… nnen nenseennerenerseenereneneeenereeneeeneereereeenevenveren eneen enveeenen 13
Wetlands en vitaal platteland, … … nnen eeen neerenereneneeennerveneneernereneneeenerenenenenvereenenenvvreeneenvvree neer 1
4 Communicatie en participatiestrategie… sense nsneeneneneesenereensnerreneneerenenenrensnverennnverensnverensvveensverenenn LO
Communicatie … … enn vonornvernvenvernvernvenvernverneenversverveenverneenveensverneerneenverneerveenverneenveenververveevvervverveenvervververnne LÓ
Participatiestrategi@ … nnn ennnnrennnenrensnnrrensnerrensnserenenverenensseensnensneeneneseeneneneenensveeneneveesenveeenenereenenvneenenerernenerenn LÓ
5 Samenwerking en eigenaarschap … nnee ennnennerenerenenseeenesreneneerenerenenenenereneneveeerenenevenvereenevenvvree reen 17
Handelingsperspectief, hoe gaan we om met initiatieven … … … nnee enenennerenenneenvere ereen 17
Ambities waar maken, wat doen we zelf… … … nen eeeenvenveenneenvennvennvenneenvvernvvernvvenseenveenvvernvvenven 17
6 Financiering. sn ennnenernnereennereennereennerernevereenenereenevereeneneverseneneverseneversensverseneversensreennererseverensenereenenerernenerenn 1
7 Tussen Ambitie en Uitvoering … … nnn nennen rnnennerenenneenereneneenennerenensernereneneeennerenenenennereenenenvreeneenvren enen ÚS
8 Bijlagen … ….…nnnnnnnnennenennnennsennseenenneeeereneneerenerenenesennereneneeennereneneenrnnerenenenenerenenevenerenenenenereenenenveree neen enen ÍÔ
Bijlage 1: Lange termijn ambities … … nnen erneer eeens nensenerenenenenereneneneneereenenenvereeneennren neen enen
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
3
Recreatie nennen vennen venneenvennverneenvernvenneenvervenneenversverneenververnevenversverneenververnvenvernverneerveenvervverveenvervverveenverveen 1
Natuur enn venneeenneernnvennerenerenneeenvvernvververenverenveeenveernvvenerenveerenneeenveeenveenvvennevenerenveernvvervevenverenverenveernvvervveer ZÛ
Landschap … ….nnnnnnnennreneneennseenenenenerenenneensrenenenenenrenenedeneeenneereneneeennenenenenennerenenevenereneneeenerenennvenvreenenen ee 2
Bijlage 2: Trends, ontwikkelingen en maatschappelijke opgaven … …… nnn nnen neen 2Ì
Verandering van de recreatievraag … ….…nnnnnenneenernenseeeenenennereneerenensernerenenevennere erneer enevenvereneneeenre neen DL
Naar een duurzame samenleving … … nnen renesse eneenenerenenenennerenenenenneren ereen reen ZÌ
Landbouw dichtbij: lokale voedselvoorzieningen … nnee reeneeeenerenenneeeerenenneevereeenneene ÈÀ
Afwisseling in (ecologische) deelgebieden … … nnen eeennennreennennereeneeennere enne nereenenennreereenee ne
Bijlage 3: Regionale opgaven, de 11 van de MRA... nnee eneen sreneneeeenereneneseeereneneeeenerenensvenereeenneren eneen 23
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
4
Samenvatting
Laag Holland is een uniek stukje echt Holland boven het Noordzeekanaal. Daarom is Laag Holland een nationaal
landschap en Twiske-Waterland is een belangrijk onderdeel daarvan. Mens en natuur hebben in Laag Holland
samengewerkt om iets heel moois onder zeeniveau te maken. Dat vind je terug in de openheid, de prachtige
rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Door de ligging nabij de stedelijke gebieden in
combinatie met de relatieve rust van het landelijk gebied, is Twiske-Waterland een aantrekkelijk en gewild woon-
natuur- en recreatiegebied.
De wereld om ons heen verandert snel. De (nationale) woonagenda, bereikbaarheidsopgaven, energietransitie en
klimaatadaptatie zijn zaken die de komende tijd veel aandacht vragen. Niet alleen voor de natuur en het landschap
in het gebied, maar ook voor de rol die het moet vervullen voor de openluchtrecreatie.
Ook in MRA verband zijn opgaven en ambities geformuleerd. Deze zijn breder dan ‘enkel’ natuur, recreatie en
landschap — waar wij ons op richten. Het recreatieschap Twiske-Waterland zoekt de aansluiting op de reeds
gedefinieerde 11 MRA opgaven. In een expertbijeenkomst werd een verkenning uitgevoerd van de toekomst voor
het gebied. Vanuit verschillende disciplines werden beelden opgehaald, geanalyseerd, gewogen en
bediscussieerd. Het resultaat geeft een out-of-the-box inspiratiedocument: Een Verkenning Waterland-
Twiskepark (juni 2019). Voor dit ambitiedocument hebben wij ons laten inspireren door deze verkenning. In het
vervolgproces — het vormgeven aan het uitvoeringsprogramma — wordt deze verkenning verder benut en
toegepast in combinatie met de identiteiten van het diverse Twiske-Waterland.
Veel van de opgehaalde ambities en het tempo van de ontwikkelingen voor de langere termijn zijn nog ongewis.
Daarom wordt voorgesteld te werken met een voortschrijdend vierjaren uitvoeringsprogramma voor de toekomst
van het recreatieschap. De afzonderlijke coalitieakkoorden van de gemeenten en provincie zijn belangrijke
bouwstenen voor dit ambitiedocument. Die bepalen voor een groot deel de korte termijn opgaven waarvoor we
aan de lat staan.
Voor de inhoud en uitwerking van ambities is draagvlak gewenst. Participatie zal telkens aan bod moeten komen
bij het ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en actualiseren van het uitvoeringsprogramma. In die processen worden
belanghebbenden zoals de belangenorganisaties van natuur, gebruikers, recreanten en ondernemers en de
eigenaren van zakelijke rechten in het gebied betrokken. In die processen zullen zij zich ook zelf melden, willen
mee doen en mee willen bepalen. De vorm, het participatieniveau en de intensiteit zullen afhankelijk zijn van het
onderwerp, de stakeholders: ze zijn nader te bepalen.
Het borgen van een goede balans tussen natuur, landschap en recreatie gaat niet alleen over het gebruik van de
fysieke ruimte. Ook een financieel goede balans is een opgave. Voor het reguliere beheer- en onderhoud worden
de kosten gedekt in de begroting, uitgewerkt in jaarplannen. De Kadernota blikt vooruit met verwerking van de
volgende jaarschijf van het uitvoeringsprogramma. Met name in de Kadernota liggen de sturingsmogelijkheden.
Zoals hiervoor al genoemd, kunnen accenten worden gelegd en prioriteiten worden gesteld. De financiële
consequenties worden dan zichtbaar gemaakt en voor besluitvorming aangeboden. Keuzescenario’s als ‘nieuw
voor oud’, onderhoudsintensivering of juist afbouw, de inkomstenkant te vergroten door het aanwijzen van
ontwikkelruimte: ze behoren tot de beslisruimte.
Het ambitiedocument geeft een aanzet om, e komen tot gedragen ontwikkeling, beheer en onderhoud van dit
waardevolle en diverse gebied. Een gebied dat blijvend van waarde is voor natuur en de mens die er zijn brood
verdiend en geniet van de omgeving.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
5
1 INLEIDING
1.1 Twiske-Waterland, waar hebben we het over…
Twiske-Waterland, ten noorden van Amsterdam, wordt aan de west- en zuidzijde begrensd door verstedelijkte
gebieden van Zaandam en Amsterdam. In het noorden liggen de Beemster en Westfriesland. Twiske-Waterland is
een samenstel van waterrijke veenpolders en veenstromen en verschillende grote droogmakerijen— veelal
ontstaan in de 17e eeuw. De droogmakerijen vormen een groot contrast met de waterrijke veenbovenlanden.
Het oostelijk deel van Waterland grenst aan het Markermeer. De Purmer is hier de grootste droogmakerij. Kleinere
droogmakerijen liggen verspreid tussen de veenpolders. Verschillende braken herinneren aan de verschillende
overstromingen vanuit de Zuiderzee. Diezelfde Zuiderzee heeft bijgedragen aan de economische ontwikkeling van
de kustplaatsen en achterland. Het gebied heeft om die reden een rijke cultuurhistorie.
Door de ligging nabij de stedelijke gebieden Re en mm CT
in combinatie met de relatieve rust van het end EN
landelijk gebied, is Twiske-Waterland een en an zr »
aantrekkelijk en gewild woon- natuur- en É en nee p
. . / pe TT ==
recreatiegebied. 5 k Tt eind
Het is onderdeel van het voormalig Nationaal ee Lis wk, ee
af OL ln hae
Landschap Laag Holland. De Stelling van Ta : |
Amsterdam ligt aan de noordzijde van het / N
gebied. De snelwegen A7, A8 en AlO, de Pf - ‚& =
spoorlijn Zaandam-Hoorn, twee nú kn fe |
hoogspanningstrajecten en het Noord- Pee rr AF Ts TRE
€ as ee
Hollands Kanaal lopen door het gebied. El 5
De uitvoering van taken en rollen op het "
terrein van natuur- en landschapsbeheer en Figuur 1 Volgermeer
de zorg voor openluchtrecreatie in dit gebied zijn ondergebracht bij het recreatieschap Twiske-Waterland. Haar
beheergebied beslaat meer dan 31.000 hectare. Onderscheid wordt gemaakt tussen het Landschap Waterland en
oorspronkelijk als recreatiegebied aangelegde Twiske. Naast het recreatieschap zijn ook andere terrein beherende
organisaties actief in het gebied. Grote delen zijn in beheer en onderhoud bij onder meer Staatsbosbeheer en
Landschap Noord Holland.
1.1.1 Ontworpen en ingericht: Het Twiske
Het recreatiegebied is niet zomaar ontstaan. Een lange geschiedenis van veranderingen ging eraan vooraf. Het
Twiske in zijn huidige omvang werd in 1943 ingepolderd. De ontginning bleek kostbaarder dan gepland en in 1957
werd die gestaakt. In 1962 kocht de gemeente Oostzaan een deel van het gebied voor de aanleg van sportvelden.
Vanaf 1964 werden er plannen gemaakt om in het Twiske voor met name de inwoners van Amsterdam, Zaanstad
en Purmerend een recreatiegebied aan te leggen. Tegelijkertijd werden in 1964 een concessie voor zandwinning
en een eerste ontheffing ‘bodemverlagingsverordening’ afgegeven. Tot 1980 is ongeveer 12 miljoen m3 zand
gewonnen voor onder meer het Coentunnel-tracé. Hierdoor ontstond de Stooterplas, 90 ha groot en 30 tot 35 m
diep.
In 1968 was het voorlopig schetsplan gereed. Dit resulteerde in de oprichting van de Stichting Recreatiegebied
Het Twiske. Het Rijk had een adviserende taak. In het bestuur van de stichting zaten de Provincie Noord-Holland,
het Ontwikkelingsschap Zaanstreek en de gemeenten Amsterdam, Purmerend, Oostzaan, Landsmeer en
Ilpendam. In 1984 is de stichting overgegaan in Recreatieschap Het Twiske.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
6
Grontmij NV stelde een plan op voor de recreatieve hoofdstructuur en heeft dit ook uitgevoerd. Voor de zoveelste
keer ging het gebied op de schop. Maar de natuur paste zich weer aan. Zo broedden er in 1977 in de uitgestrekte
slibdepots in het noordelijke deel zeventig paar kluten. Er was zelfs sprake vaneen kokmeeuwenkolonie met zeker
vierduizend broedparen in de jaren zeventig.
boeten werkeenioë Eén van de uitgangspunten in het
Artikel 2 } in schetsontwerp was dat Het Twiske
den tete wdd | deel moest bijven uimaken van
a. het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie; Waterland. Er moest niet alleen
b. in samenhang met het vorenstaande tot stand brengen en bewaren van een
evenwichtig natuurlijk milieu sprake zijn van ontwikkeling als
c. het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifiek en , ,
gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling recreatiegebied, maar ook behoud en
en consolidatie van de waarden die het in zich draagt. ontwikkeling van het natuurlijk milieu
‚ ‚ _ ‚ ‚ en aansluiting bij het Waterlandse
Figuur 2 Uit Gemeenschappelijke Regeling Twiske-Waterland
landschap werd nagestreefd. Er werd
onderscheid gemaakt in gebieden voor intensive en extensieve recreatie. Van de 650 ha die het gebied groot is,
bestaat 200 ha uit weiland, hooiland, rietland of bosschages.
Vanwege de nieuwe bestemming werd +
vanaf 1972 weer volop gegraven in het
gebied. De rechte sloten in het zuidelijke ei
deel, indertijd met de hand gegraven, ms ie E
werden met behulp van draglines breder en ent
en grilliger gemaakt. Er ontstond een eN gn E Ee — == : zi
nieuw landschap dat voor een deel lijkt en Fe NN bo lis en _Ì
op het landschap uit de tijd dat het @ he AT Î Ë ir
gebied nog De Veen heette. Maar de Ee mn me |
vegetatie uit het verleden is niet meer :
terug te halen, aangezien het
oorspronkelijke veenoppervlak door
ontginning en het storten van zand en …
‚ Figuur 3 Terras aan de Stooterplas
bagger is verdwenen.
1.1.2 Historisch landschap: Waterland en de droogmakerijen
Laag Holland is een uniek stukje echt Holland boven het Noordzeekanaal. Laag, lager, laagst. Mens en natuur
hebben in Laag Holland samengewerkt om iets heel moois onder zeeniveau te maken. Dat vind je terug in de
openheid, de prachtige rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Daarom is Laag Holland een
nationaal landschap en Twiske-Waterland is een belangrijk onderdeel daarvan.
Twee van de tien Nederlandse vermeldingen op Werelderfgoedlijst van VN-cultuurorganisatie Unesco liggen in
Laag Holland. Dat onderstreept de grote historische betekenis van het gebied: oud, mooi en uniek in de wereld.
De Stelling van Amsterdam kreeg in 1996 een vermelding op de Werelderfgoedlijst, in 1999 gevolgd door de
droogmakerij de Beemster.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
7
1.1.3 Natuur
Recreatieschap Twiske-Waterland bestrijkt een groot gebied van Noord Holland. Een gebied vol met prachtige
landschappen en uitermate bijzondere natuur. Een aantal van deze natuurgebieden is zelfs uniek binnen Europa.
Het is dan ook om deze redenen dat verschillende delen van het Twiske-Waterland gebied door Europa vastgelegd
zijn als Natura 2000 gebied en/of door het Rijk zijn aangewezen als onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland
(NNN) of Weidevogelleefgebied. Om zo deze bijzondere natuur te beschermen en te versterken.
Gebieden als Wormer-en Jisperveld, Oostzanerveld, Ilperveld en Varkensland maken deel uit van Laag Holland en
zijn interessante veenweidegebieden. Hier is door ontwatering en kavelscheiding een karakteristiek slotenpatroon
ontstaan. Boeren beheerden hun stukjes grond elk op net een andere manier. De een maaide net iets later dan
de ander, of er liep ander vee. Hierdoor ontstond een grote diversiteit aan biotopen. Deze brakke graslanden met
hun grote diversiteit aan biotopen en open karakten vormen bij een duurzame extensieve beweiding een
uitstekend broedgebied voor weidevogels. Vandaar dat hier ook bijzondere vogels voorkomen als de Kemphaan
en de Watersnip. Ook leeft er Bittervoorn, Meervleermuizen en de Noordse Woelmuis, bijzondere planten als
Zonnedauw en diverse Veenmossen. En nog steeds dragen de boeren naast voedselproductie bij een het
natuurbeheer van het gebied
Het Europese Natura 2000 beleid beschrijft het netwerk van leefgebieden van soorten die beschermd
zijn op grond van de Vogel en Habitatrichtlijn. Hierin staat vastgesteld welke habitattypen en
leefgebieden van soorten in stand moeten worden gehouden, de zogenoemde
instandhoudingsdoelen. Het Rijksbeleid NNN beschrijft het landelijke netwerk van bestaande en nog
te ontwikkelen natuurgebieden. Hierin staan de wezenlijke kenmerken en waarden van de gebieden
welke worden uitgedrukt in beheertypen. Terwijl de Natura 2000 een wettelijk regime is welke
geregeld is in de Wet Natuurbescherming is het NNN een planologisch regime welke geregeld is in
een Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRO). De Natura 2000 doelen staan beschreven in de
zogenoemde beheerplannen, terwijl de NNN beschreven staat in bestemmingsplannen.
Het Twiske is een populair recreatie- en natuurgebied. Een vijfde deel van is toegankelijk voor recreanten en wordt
om te fietsen, zwemmen, varen en wandelen. In het grootste, extensief beheerde deel komen bijzondere planten
en diersoorten voor: weide- en moerasvogels, de Donderpad, de Meervleermuis, de Noordse Woelmuis en meer.
Met stedelijke gebieden en belangrijke verkeersaders in de nabijheid is het gebied essentieel voor flora en voor
fauna om zich te kunnen verplaatsen tussen foerageer-, broed- en leefgebieden.
Ilperveld, Varkensland en Twiske worden gekwalificeerd als Speciale Beschermingszone onder de Vogelrichtlijn
vanwege het voorkomen van drempel overschrijdende aantallen van Krakeend, Smient, Kemphaan en Grutto die
het gebied benutten als overwinteringsgebied en/of rustplaats. Bovendien behoort het gebied tot één van de vijf
belangrijkste broedgebieden voor de Roerdomp in Nederland.
1.2 Urgentie, waarom nu een ambitiedocument…
De wereld om ons heen verandert snel. De (nationale) woonagenda, bereikbaarheidsopgaven, energietransitie en
klimaatadaptatie zijn zaken die de komende tijd veel aandacht vragen. Niet alleen voor de natuur en het landschap
in het gebied, maar ook voor de rol die het moet vervullen voor de openluchtrecreatie.
Een van de opgaven voor de Metropoolregio Amsterdam betekent dat er honderdduizenden huishoudens bij gaan
komen. Daarvan zal een aanzienlijk deel dicht op het recreatiegebied Twiske-Waterland worden gerealiseerd. Dit
potentieel aan toekomstige bewoners zal gebruik gaan maken van de recreatieve faciliteiten die het gebied biedt
voor ontspanning en vrijetijdsbesteding.
Natuur en recreatie moeten in balans zijn en blijven, waarbij recreatie en initiatieven voor recreatieve
voorzieningen worden getoetst aan de natuurwet- en regelgeving. Twiske-Waterland is er specifiek voor de
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
8
individuele recreant die zichzelf informeert en erop uitgaat bijvoorbeeld te voet of te fiets. De balans tussen
recreatieve activiteiten en rust, stilte en natuurbescherming moet geborgd zijn. Door telkens een gezamenlijke
afweging te blijven maken streven we naar deze balans. Dit kan bijvoorbeeld door georganiseerde recreatieve
activiteiten op het juiste moment in het jaar te plannen. De wezenlijke kenmerken en waarden — verankerd in de
Provinciale Ruimtelijke Verordening — vormen de basis ter bescherming en versterking van de specifieke
natuurwaarden in het recreatiegebied. Ook op lange termijn blijven we de waternatuurwaarden door
natuurontwikkeling en natuurbeheer vergroten.
Het agrarische cultuurhistorische productielandschap blijft een fundamentele kernwaarde van het gebied. Ook op
de lange termijn moet dit behouden blijven. Vanuit een aantal kernprincipes streven we naar het op een passende
manier meer beleefbaar maken van het historische landschap en de bijzondere natuur. De recreant gaat zelf
ontdekken en beleven, informeert zichzelf en trekt er op uit allemaal passend bij het landschap. We gaan uit van
het principe ‘wees groot in kleinschaligheid’, houd de stad op afstand maar versterk de verbindingen. Beleef,
respecteer en ga voor duurzaam.
Zo draagt dit ambitiedocument met een daaraan verbonden uitvoeringsprogramma bij aan de ontwikkeling van
de ‘Amsterdam Wetlands’, een Vitaal Platteland en realisatie van een deel van de MRA opgaven. In algemene zin
hoort het ambitiedocument antwoord te geven met daarop afgestemde beschrijving van de ambities voor
openluchtrecreatie, natuur en landschapsbeheer. Concrete invulling en uitwerking van deze ambities kan per
deelgebied, perceel of participerende gemeente anders zijn, passend bij de betreffende behoeften, maat/schaal
en ontwikkeltempo. Door vigerende wet- en regelgeving en beleid, zijn functies en (natuur}waarden leidend voor
potenties en inpassing van recreatieve ambities.
1.3 Proces, ‘Verkenning Waterland-Twiskepark’
Het ambitiedocument is tot stand gekomen door het analyseren van bestaande visies, ambities, routes en
verhalen, geldende regelingen en agenda’s voor de toekomst. Tegelijkertijd worden door de deelnemende
gemeenten en in diverse samenwerkingsverbanden nieuw beleid- en (omgevings}visies ontwikkeld. We bundelen
al deze elementen die van invloed zijn op natuur, recreatie en landschap in Twiske-Waterland. Hierbij sturen we
op de balans tussen natuur en recreatie.
In een expertbijeenkomst werd een verkenning uitgevoerd van de toekomst voor het gebied. Vanuit verschillende
disciplines werd opgehaald, geanalyseerd, gewogen en bediscussieerd. Het resultaat geeft een out-of-the-box
inspiratiedocument: Een Verkenning Waterland-Twiskepark (juni 2019). Voor dit ambitiedocument hebben wij ons
laten inspireren door deze verkenning. In het vervolgproces — het vormgeven aan het uitvoeringsprogramma —
wordt deze verkenning verder vertaald naar en toegepast in combinatie met de identiteiten van het diverse
Twiske-Waterland.
Veel van de opgehaalde ambities en het tempo van de ontwikkelingen voor de langere termijn zijn nog ongewis.
Daarom wordt voorgesteld te werken met een voortschrijdend vierjaren uitvoeringsprogramma voor de toekomst
van het recreatieschap. De afzonderlijke coalitieakkoorden van de gemeenten en provincie zijn belangrijke
bouwstenen voor dit ambitiedocument. Die bepalen voor een groot deel de korte termijn opgaven waarvoor we
aan de lat staan.
Ook in MRA verband zijn opgaven en ambities geformuleerd. Deze zijn breder dan ‘enkel’ natuur, recreatie en
landschap — waar wij ons op richten. Het recreatieschap Twiske-Waterland zoekt de aansluiting op de reeds
gedefinieerde 11 MRA opgaven. De agenda voor de Metropool Regio Amsterdam heeft al een grote rol gespeeld
tijdens de expertbijeenkomst. De opgaven zullen een belangrijke rol blijven spelen voor de uitvoering van de taken
en rollen van het recreatieschap.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
9
Wat zijn de karakters en de ‘verhalen’ van de gebieden, waarom komen mensen naar Twiske-Waterland of
omgekeerd; waarom moeten mensen erheen. Twiske-Waterland is een van de vijf recreatieschappen binnen de
MRA, maar wel met eigen unieke culturele en Wetlands-identiteiten. Door deze identiteiten meer tot uiting te
laten komen ontstaat er een ongedefinieerde ‘selectie aan de voorkant’ van bezoekers, gebruikers en activiteiten.
Het aanbod van het gevarieerde landschap en vergezichten, de rijke natuur en verrassende Zuiderzee stadjes,
R ie
RE: aen Deme en en VE Den
ER ie En
Ed rn ee EE
er ö Er Zed BP te Ee Tt En EN: ê ne En
| Te | ze
en, a Ni Een EK 1027) EER EAR Ie ie pe a WEE zg B HEEE PRS ER Yi Fe
EARN È EK EN ENA ENE LET EN Ape,
a ef, TS AA A k, ON, DS Ge KN bl F/ PAS NN 5 Eg IJ We TAP Re ie Zes L
EE EN ASL NNI CNE NE VESES
es FA RN 8 ACH De Y pe Ta AE,
Sk SS eN NS kN PN ozel, SE
\ $ ef Wi Ke EEN AMEN Ter
ce 2 k De PR IEN ONE ete.
el SEE A HEN ANT BAAL EN
TS BTN AN WAA ENNE RA
AN SS HAN | WEN REU DE Ne
Ar IA ES nn Ve AE NE E
\ EU EP) he A OT
EZ ZOE Rae ee
CPT Sd SE s ES,
rrd ' Ri d Rn
= Ree AN ok 1 NSER É : p
ee if f aen. pi E dt = ON \ hd ed
f Taggen ME k SR
ed Kn
Figuur 4 Rijk aanbod aan landschapstypen
wekken de interesse van de bezoekers. Met ‘story telling’ wordt natuur, cultuur en landschap meer tot leven
gebracht en verbinden de dijken als linten de mooie vergezichten, dorpen en monumenten: de parels. De verhalen
van hoe het was vertellen de geschiedenis. Ondernemingen gericht op de recreant en toerist en evenementen zijn
over het algemeen klein van schaal, passend bij de omgeving.
Vanuit de perspectieven recreatie, natuur en landschap brengen de verhalen identiteiten en kenmerken van de
gebieden in beeld. Een vervolg, in welke vorm dan ook, zal vanuit deze kenmerken worden opgebouwd. Passend
bij de identiteit, met een goede balans tussen natuur en recreatie en voorbereid op de toekomst.
De verhalen van Twiske-Waterland vormen de basis voor de gebiedsbranding. De basis voor recreatieve
verbindingen, voorzieningen en evenementen. De verhalen op zich zijn wellicht de grootste culturele en
recreatieve component die het gebied te bieden heeft.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
10
2.2 Trends en opgaven
Trends en maatschappelijke opgaven spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de ontwikkellijnen en ambities
voor Twiske-Waterland. Soms ter inspiratie om op voort te filosoferen, soms als opgave om te incorporeren en
soms als risico om te beheersen. De verstedelijking — met alles wat daar bij hoort — van de omgeving is wel een
van de belangrijkste invloeden.
Bij de beschreven trends en ontwikkelingen ligt de nadruk op functies en activiteiten die gevolgen hebben voor de
ruimtelijke indeling van het gebied. De samenvatting in bijlage 2 is niet uitputtend, maar gaat in op de belangrijkste
ontwikkelingen die op ons afkomen.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
11
3 Ambitie: balans en optimale beleving
Bij de voorbereiding op de toekomst zijn ambitie, focus en tempo belangrijk. Voor uitvoering van de ambities voor
Twiske-Waterland onderscheiden we korte- en lange termijn. Het adaptieve karakter van een te maken
uitvoeringsprogramma biedt de mogelijkheid om bij het realiseren van ambities onderdelen naar voren te halen
of in de tijd vooruit te schuiven.
De ambities voor Twiske-Waterland komen onder meer voort uit coalitieakkoorden van de individuele gemeenten
en de provincie, aangevuld met ambities van bestuurders (consultatieronde mei 2019 en pitches). Daarnaast
wordt er geput uit bestaande visie- en beleidsstukken van de gemeenten. En vormt de verkenning Waterland-
Twiskepark een lange termijnperspectief met ontwikkelrichtingen.
Daarnaast participeren en zoeken we aansluiting op het verhaal van Amsterdam Wetlands, en in het verlengde
Vitaal Platteland.
Twiske-Waterland ligt binnen de contouren van de MRA. De opgaven en de bijbehorende agenda's voor de MRA
zijn belangrijke voedingscomponenten als het gaat om de toekomst van het gebied en daarmee ook het
recreatieschap. Dat geldt niet alleen voor huisvesting van een toenemend inwonertal in de regio en daarmee een
toenemend recreatiedruk. De meeste van de 11 gedefinieerde opgaven zijn van invloed op de ambities voor
Twiske-Waterland.
3.1 Korte termijn ambities, waar kunnen we ‘morgen’ al aan werken…
Van de ‘Ruimtelijk-economische Actie-Agenda 2016-2020’, in februari 2016 gelanceerd met 57 concrete acties is
het merendeel in uitvoering of afgerond. Concrete resultaten worden zichtbaar bij speerpunten als woningbouw
en energietransitie. Hieruit blijkt dat het een actiegericht en dynamisch document is. Door voortschrijdend inzicht
bij de uitvoering werden sommige acties aangepast of beter in combinatie met andere acties uitgevoerd. Een
tussentijdse actualisatie van de MRA Agenda werd wenselijk, zonder dat de grotere keuzes ter discussie staan. In
deze geactualiseerde MRA Agenda zijn waar mogelijk actiepunten samengevoegd of krijgen ze een vervolg. Voor
het uitvoeringsprogramma, horende bij dit ambitiedocument wordt een gelijke aanpak voorzien.
De korte termijn ambities landen in de eerste twee jaren van het uitvoeringsprogramma. Dit betekent niet dat
alles dan ook ontwikkelbaar en gerealiseerd is. Het kan ook goed zijn dat een tussenstap noodzakelijk is om inzicht
te krijgen in de kansrijkheid van een bepaalde ambitie. De ambities in deze paragraaf zijn niet uitputtend, maar
samengevat in een aantal thema’s en komen voort uit een quickscan van de verschillende coalitieakkoorden
aangevuld door de resultaten van de individuele bestuurlijke consultatieronde (mei 2019).
31.1 Identiteit definiëren en uitdragen van ‘de verhalen van Twiske-Waterland’
Voor onderdelen van Twiske-Waterland zijn al verhalen geschreven. De mogelijkheden zijn nog niet uitgeput en
ook de bereikbaarheid kan beter. Wat zijn de ‘verhalen’ van Twiske-Waterland, waarom moet de recreant naar
het gebied komen, waaruit blijkt dat en welke ontwikkelingen (evenementen en/of fysiek) passen het beste bij dit
gebied. Een van de belangrijkste ‘basis’ ambities voor de vervolgkoers van het gebied is het definiëren en uitdragen
van de identiteiten en kenmerken van Twiske-Waterland. Door dit in samenhang te bezien met de andere
regionale recreatiegebieden is het voor bezoekers, gebruikers en initiatiefnemers eenduidig wat, waar het beste
past.
3.1.2 Zonering aanbrengen, ‘wat kan waar’
Natuur en recreatie staan soms op gespannen voet in het gebied. Zeker met de toenemende recreatievraag zal
het een uitdaging zijn om deze kwaliteiten te blijven borgen. Tegelijkertijd staat de wereld niet stil en zal een
antwoord gevonden moeten worden voor maatschappelijke opgaven en initiatieven uit de samenleving.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
12
Daarnaast is het van belang om initiatiefnemers in een vroeg stadium duidelijkheid te bieden over de mogelijk- en
onmogelijkheden en dit vervolgens te faciliteren.
Een opgave voor de toekomst is een zonering aan te brengen van hoge- en lage natuurwaarden in het gebied
waarmee twee essentiële ambities worden bewerkstelligd. Het borgen van de natuurkwaliteiten enerzijds en het
creëren van ontwikkelruimte (voor het faciliteren van ondernemerschap) passend bij het landschap anderzijds. Bij
een dergelijke zonering maken we gebruik van de ‘wezenlijke kenmerken en waarden’ (WKW) die door de
provincie Noord-Holland is vastgesteld.
Een recreatieve ontwikkeling in een bepaalde zone kan effect hebben op de natuurwaarden in een naastgelegen
gebied. Er zal dus altijd een natuurtoets uitgevoerd moeten worden om zeker te zijn dat ontwikkeling geen
significant negatief effect heeft op de omliggende natuur.
3.1.3 Overnachtingsmogelijkheden
Het kunnen ontwikkelen met inachtneming van natuurkwaliteiten op basis van natuurwet- en regelgeving en op
de juiste en mogelijke plek gefaciliteerd van overnachtingsmogelijkheden behoort tot de ambities van Twiske-
Waterland. Overnachtingsmogelijkheden moeten een bij het landschap en haar kwaliteiten passende maat en
schaal hebben.
31.4 Voedsel, educatie en gezondheid ‘gebruik de kwaliteiten van het gebied’
Het beter benutten van alles wat het gebied kenmerkt is het laaghangend fruit waarbij de eerste winst behaald
kan worden. Specifiek gericht op de thema’s voedsel, educatie en gezondheid ligt er een ambitie. Speciale
aandacht zou uit moeten gaan naar kinderen, waarbij in het uitvoeringsprogramma de samenwerking met
onderwijs en verenigingsleven wordt gezocht en de buitenruimte beweegvriendelijk wordt ingericht. Recreatie die
dient als natuureducatie zou de natuur zelfs kunnen versterken. In de vorm van cursussen en/of vrijwilligerswerk
kunnen recreanten bijvoorbeeld helpen met onderhoud.
3.1.5 Belevingsroutes ‘verbind alle recreatie-hotspots met elkaar’
Met een toenemende recreatievraag in het verschiet is het essentieel om als schap ‘zelf’ in de lead blijft. Door het
ontwikkelen van belevingsroutes waarmee (deels) de mogelijkheid ontstaat om sturing te geven aan bezoekers en
gebruikers van het gebied. De belevingsroute zelf is vervolgens een mooie toegevoegde vrijetijdsbesteding die
passend is bij het landschap. De opgave is om zowel op gebiedsniveau als op regionale schaal (groene scheg)
gebieden op een recreatieve manier (wandelen, fietsen en varen) met elkaar te verbinden.
3.1.6 Toegankelijkheid: ‘ontwikkel nieuwe recreatieve verbindingen naar het gebied?
Door een aantal slimme ontwikkelmogelijkheden met elkaar te combineren ontstaat de kans om de
toegankelijkheid van en naar, maar ook binnen het gebied te vergroten.
Met de versterking van de Markermeerdijken ontstaat de kans om duurzame mobiliteitsverbindingen (zoals te
voet en te fiets) van en naar het achterland te vergroten.
Het verweven van cultuurhistorische verhalen aan de ambitie van toegankelijkheid biedt een uitgelezen kans om
bijvoorbeeld de oude vaarverbinding (de handelsroute Waterlandse Melkschuit) in ere te herstellen. Het
verzilveren van deze kans betekent tevens een versterking van de identiteit en draagt bij aan een rijke collectie
aan verhalen over Twiske-Waterland.
Door de verbindingen met aangrenzende recreatiegebieden zoals bijvoorbeeld de Jagersplas en de te ontwikkelen
Noorder IJplas te verbeteren ontstaat er een breder aanbod aan recreatiemogelijkheden en kan spreiding van
recreanten beter worden gefaciliteerd.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
13
3.1.7 Informatievoorziening verbeteren ‘laat zien wat er te beleven is’
Gekoppeld aan de eerste ambitie voor het definiëren en uitdragen van de identiteiten van Twiske-Waterland is de
opgave om de informatievoorziening over het gebied te verbeteren. Dit kan via twee sporen. Direct aan de rand
van het gebied via de verschillende ‘toegangspoorten’ en vanuit de verschillende gemeenten bijvoorbeeld met de
ontwikkeling van een informatiepunt bij het metrostation Noord (Noord-Zuidlijn).
3.2 Lange termijn ambities, waar werken we naar toe…
Lange termijn ambities komen voort uit bestaande visie- en beleidsstukken uit de verschillende gemeenten.
Daarnaast is de verkenning Waterland-Twiskepark d.d. juni 2019 opgeleverd door UN Studio een belangrijke
bouwsteen voor de lange termijn.
Voor onze lange termijn ambities hanteren we de drie gebruikelijke en herkenbare perspectieven; Recreatie,
Natuur en Landschap. Vanuit deze ambities zal — in samenwerking (participatie) met een breed netwerk aan
stakeholders — een vertaalslag gemaakt moeten worden naar een uitvoeringsprogramma.
3.2.1 Recreatie
Met inachtneming van de natuur- en landschapskwaliteiten versterken we de recreatie en het toerisme door het
beter benutten van het aantrekkelijke landschap en de bestaande hotspots. Recreatie moet in balans blijven met
de leefbaarheid van de kernen. Recreatiegebieden moeten toegankelijk, gemakkelijk en duurzaam bereikbaar
blijven en er moet ruimte zijn voor recreatieve elementen en ondernemerschap.
3.2.2 Natuur
Recreatieve activiteiten, rust, stilte en natuurbescherming moeten zoveel mogelijk met elkaar in balans zijn. De
wezenlijke kenmerken en waarden — verankerd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening — vormen de basis ter
bescherming en versterking van de specifieke natuurwaarden in het recreatiegebied. Ook op lange termijn blijven
we de natuurwaarden door ontwikkeling en beheer vergroten.
3.2.3 Landschap
Het agrarische cultuurhistorische productielandschap blijft een fundamentele kernwaarde van het gebied. Ook op
de lange termijn moet dit behouden blijven en versterkt worden. Vanuit een aantal kernprincipes streven we naar
het meer beleefbaar maken van het historische landschap en de bijzondere natuur. We gaan uit van het principe
‘wees groot in kleinschaligheid’, houdt de stad op afstand maar versterk de verbindingen. Beleef en respecteer
het water en ga voor duurzaam.
3.3 Regionale opgaven, de 11 van de MRA...
Binnen de Metropoolregio Amsterdam zijn elf opgaven benoemd in samenhang met de ontwikkelingen die op de
samenleving afkomen. De duiding van deze elf opgaven is slechts een eerste stap. Ook in MRA verband worden
deze opgaven nog verder uitgewerkt.
Voor Twiske-Waterland als recreatie- en natuurgebied is het dan ook zeker niet zo dat alle elf de opgaven van
toepassing zijn, of dat daar een ‘antwoord’ op gevonden moet worden. De vertaalslag van MRA opgaven naar de
betekenis of focus voor het schap Twiske-Waterland vindt plaats in een later stadium bij de ontwikkeling van een
uitvoeringsprogramma. Het nu echter niet benoemen van deze opgave zou onverstandig zijn. Weten wat er speelt
en zelf in de lead blijven, is ook zeker hierbij van toepassing!
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
14
De vijf, voor dit ambitiedocument meest relevante MRA opgaven zijn:
CO2 en bodemdaling
Een MRA landschap dat koolstofdioxide vastlegt in plaats van uitstoot. Vernatting van veenweidegebied
combineren met natuur en nieuwe (vee}teelt. Uitstoot van industrie en transport compenseren met
nieuwe bossen en veenregeneratie.
Klimaatadaptatie
Leefbaar MRA, ook op termijn bij een veranderd klimaat. Inspelen op ruim 2 meter zeespiegelstijging in
2100, met robuuste water- en landschapsstructuren. Landschap als airco tegen hittestress. Waterberging
in de binnenduinring.
Recreatie en toerisme
Spreiding van toerisme en recreatie, met hotspots in het metropolitane landschap. Investeren in het
landschap voor recreatie (35% toename recreatiedruk verwacht tot 2040). Kwaliteit behouden onder die
hoge druk.
Agrarische transformatie
Duurzaam en multifunctioneel boerenland. Meer eten uit de streek, zonder zelfvoorzienend te hoeven
zijn. Natuur-inclusieve landbouw met bodemherstel en goed verdienmodel voor de boer. Nutriënten
kringloop sluiten.
Natuur en ecologie
Biodiversiteit en een robuust MRA netwerk. Hoe kan 3500 ha nieuwe natuur samengaan met andere
opgaven? Aantal vogels en insecten terug op niveau. Natuurdoelen halen onder druk van recreatie en
ander gebruik
34 Wetlands en vitaal platteland, …
Voor de componenten natuur en (cultuur)landschap is En _# ee
in regionaalverband door de terrein beherende | naj SS
organisaties het Amsterdam Wetlands visiedocument
opgesteld (vastgesteld, mei 2018). Voor Twiske- 4 Ee en ener
Waterland gaan we dit niet opnieuw doen, maar D or £
maken we gebruik van die basis. - g _ 5) rr
ee ee ne
Het verhaal van Amsterdam Wetlands, en in het =S nn en
verlengde Vitaal Platteland, zorgt voor een goed kader Ee Dee en
voor de verdere ontwikkeling van de beleving van er Te ST Ee
biodiversiteit, cultuurhistorie en voedselproductie in En E- =
Twiske-Waterland. De initiatieven bieden ruimte voor Gen Te
nieuwe verbindingen tussen mensen, zoals het bij 7 , C
elkaar brengen van boer en stedeling rond == Aes: Pz
voedselproductie. Maar ook het leren over — en me Se = ee Re
waarderen van — belangrijke cultuurhistorie en 8 PRE
natuur. Om Twiske-Waterland toekomstbestendig te
En Figuur 5 Topnatuur met ruimte voor de otter, purperreiger,
maken, kunnen we de vele bestaande kwaliteiten lepelaar, kemphaan en zeearend; en daarmee een
uitbouwen en beleefbaar maken. onvergetelijke natuurbeleving (Amsterdam Wetlands, Een
perspectief voor Laag-Holland in 2050 — d.d. mei 2018)
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
15
In de visie voor Amsterdam Wetlands zijn zeven bouwstenen gedefinieerd, met vervolgens een viertal
programmalijnen en tot op heden drie pilotprojecten. Verdere vertaling van de Amsterdam Wetlands visie naar
daadwerkelijke uitvoeringsprojecten zal via een programmatische aanpak, in samenwerking met stakeholders tot
stand gaan komen. Daar waar het Twiske-Waterland raakt zal samenwerking worden georganiseerd.
ZZ #1 Robuuste top-natuur als basis #2 Landschappen van de Hollandse #3 Aantrekkelijke landschappen voor
z Meesters de MRA, natuur als bestemming
Lul
md
2 #4 Toekomstbestendige landbouw die #5 Aantrekkelijke leefomgeving MRA, #6 Beleving van Nederland voor
5 bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van parknetwerken bezoekers
Oo het gebied
ch
#7 Aantrekkelijke leefomgeving MRA —
wonen aan het landschap
zZz
2
z Programmalijn 1: Programmalijn 2:
2 Bodemdaling en klimaat Landbouw en natuur
& Programmalijn 3: Programmalijn 4:
Q Recreatie en toerisme Governance
a
Voorstel pilot 1 Voorstel pilot 2 Voorstel pilot 3
De het verbeteren van de Historisch veen en Alkmaar Kaasstad
o et . ‚
— waterkwaliteit ten behoeve weidevogels:
a van veenherstel in Ilperveld, Waterland Oost
re Varkensland (met in tweede
e instantie ook Oostzanerveld en
a mogelijk Twiske)
Figuur 6 Bouwstenen Amsterdam Wetlands (Amsterdam Wetlands,
Een perspectief voor Laag-Holland in 2050 — d.d. mei 2018)
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
16
4 Communicatie en participatiestrategie
Communicatie en participatie worden vaak in een adem genoemd als het gaat over fysiek-ruimtelijke
ontwikkelingen en/of bij het maken van visie of beleid. Feitelijk zijn het twee afzonderlijke elementen die ook voor
Twiske-Waterland worden uitgewerkt en ingezet. In een passende vorm naar aanleiding van het dan voorliggende
vraagstuk en afgestemd op de stakeholders die we willen bereiken.
4.1 Communicatie
Een belangrijke ambitie is om de identiteiten en de verhalen van Twiske-Waterland beter te benutten. De
bestaande kwaliteiten en historische context van het gebied kunnen beschouwd worden als een recreatieve
component op zich. Hiermee definiëren we onze eigen communicatieopgave, een die meegroeit en communiceert
over de dingen van het verleden, heden en toekomst. Het begin hiervan is terug te lezen in H2 Identiteiten van
Twiske-Waterland, dit bouwen we verder uit. Het recreatieschap ondersteunt de deelnemende gemeenten bij het
informeren over de ontwikkelingen binnen Twiske-Waterland.
4.2 Participatiestrategie
Voor de inhoud en uitwerking van ambities is draagvlak gewenst. Participatie zal telkens aan bod moeten komen
bij het ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en actualiseren van het uitvoeringsprogramma. In die processen worden
belanghebbenden zoals de belangenorganisaties van natuur, gebruikers, recreanten en ondernemers en de
eigenaren van zakelijke rechten in het gebied betrokken. In die processen zullen zij zich ook zelf melden, willen
mee doen en mee willen bepalen. De vorm, het participatieniveau en de intensiteit zullen afhankelijk zijn van het
onderwerp, de stakeholders: ze zijn nader te bepalen.
Participatie betekent dus interactie. En interactie is altijd waarde geladen. Het gaat, behalve om feiten, ook om
beeldvorming, associaties en meningen. Het kan gaan om samen besluiten en om samen doen.
Samen besluiten is aan regels gebonden en vaak voorbehouden aan de gemeenteraad. Daar waar het gaat om
ruimtelijke ordening en het groene domein is meer ruimte. De vraag of elke uitkomst acceptabel is, moet vaak
weer door de gemeenteraad worden beantwoord.
Samen doen gaat over alle participatieve trajecten die producten of diensten opleveren waarmee je publieke
waarde creëert. Begrippen die hierbij horen zijn: coproduceren, co-creëren, samenwerken, realiseren, doe-
democratie en handen uit de mouwen.
Participatie heeft een functie om mensen te betrekken en is van meerwaarde. Over het algemeen mag
geconcludeerd worden dat hoe concreter het voorliggende vraagstuk is, des te groter is de kans dat participatie
van toegevoegde waarde is als het gaat om draagvlak en of betrokkenheid.
Een meerjarenuitvoeringsprogramma is verbonden aan het ambitiedocument. Deze is naast de reguliere beheer
en onderhoudsactiviteiten, gevuld met ambities en wensen waarvoor de gemeenten werden geconsulteerd (zie
ook hierboven). Daarmee wordt voldaan aan een belangrijk uitgangspunt: besturen worden op hoofdlijnen
betrokken bij de ontwikkelingen. Jaarlijks wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering als onderdeel van de
planning en control-cyclus. Beleidsbijdragen en sturing zijn jaarlijks mogelijk via de Kadernota.
De wijze van betrekken van particuliere belanghebbenden, ondernemers en verenigingen bij vormgeving en
realisatie van onderdelen uit het uitvoeringsprogramma, wordt per onderwerp ingeschat. Daarbij helpt dat met
de komst van de Omgevingswet (2021) iedere gemeente verplicht is om een omgevingsvisie te hebben waarbij
participatie een belangrijke onderwerp is. Daar waar het kan, is het nuttig om een slimme samenwerking te
organiseren als het gaat om het betrekken van inwoners, bedrijven en verenigingsleven.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
17
5 Samenwerking en eigenaarschap
Het enkel verwoorden van ambities is slechts een eerste stap die gezet moet worden. Een ambitiedocument tot
uitvoering brengen vergt de nodige energie op verschillende fronten. Het is ook niet zo dat er slechts een partij is
die het geheel kan uitvoeren, samenwerking en het benutten van elkaars kracht is hierbij nodig.
Er zijn twee manieren om tot uitvoering te komen. Beide kunnen afzonderlijk van elkaar bestaan, effectiever is om
beide manieren ook met elkaar te verweven zodat het schap zelf de regie houdt.
51 Handelingsperspectief, hoe gaan we om met initiatieven…
Voor initiatieven vanuit de samenleving moet op voorhand een aantal dingen duidelijk zijn. Dit ligt in lijn met een
belangrijke ambitie; het ontwikkelen van een zonering in het gebied. Zorg voor een gedragen beeld waarbij
inzichtelijk is waar er ontwikkelmogelijkheden zijn en waar niet. Dit volgt uit de zonering met natuurwaarden in
het gebied, gekoppeld aan de provinciale ruimtelijke verordening.
5.2 Ambities waar maken, wat doen we zelf …
Er zijn ook ambities waaraan het recreatieschap zelf uitvoering moet geven. We nemen hiervoor de tijd en
koppelen onze ambities aan het jaarlijkse beheer- en onderhoudsprogramma. Hierbij is eigenaarschap vanuit de
verschillende gemeenten noodzakelijk. Door ook een slimme koppeling te maken met initiatieven kan werk-met-
werk gemaakt worden of kunnen ambities of delen van ambities door andere partijen tot uitvoering komen.
Hiervoor hanteren we een vorm van een multiplier zodat we met een ontwikkeling meer doen dan alleen een
betreffende ontwikkeling en is participatie een belangrijk uitgangspunt voor het verkrijgen van draagvlak.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
18
6 Financiering
Het borgen van een goede balans tussen natuur, landschap en recreatie gaat niet alleen over het gebruik van de
fysieke ruimte. Ook een financieel goede balans is een opgave.
Voor het reguliere beheer- en onderhoud worden de kosten gedekt in de begroting, uitgewerkt in het jaarplan.
De Kadernota blikt vooruit met verwerking van de volgende jaarschijf van het uitvoeringsprogramma. Met name
in de Kadernota liggen de sturingsmogelijkheden. Zoals hiervoor al genoemd, kunnen accenten worden gelegd en
prioriteiten worden gesteld. De financiële consequenties worden dan zichtbaar gemaakt en voor besluitvorming
aangeboden. Keuzescenario’s als ‘nieuw voor oud’, onderhoudsintensivering of juist afbouw, de inkomstenkant te
vergroten door het aanwijzen van ontwikkelruimte: ze behoren tot de beslisruimte.
Bij de uitwerking van ambities tot concrete projecten kan gezocht worden naar externe financieringsbronnen op
het moment dat de reguliere middelen niet toereikend zijn. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld publieke
of private financiering.
7 Tussen Ambitie en Uitvoering
Na het vaststellen van het Ambitiedocument (verwacht eind 2019) besluit het bestuur over de totstandkoming
van het uitvoeringsprogramma. Dit programma bevat een vierjarige planhorizon en wordt jaarlijks getoetst,
geactualiseerd en voorzien van een volgende jaarschijf. Belangrijk daarvoor is afstemming op de MRA-agenda en
de ontwikkelingen in de Amsterdam Wetlands.
Door deze werkwijze krijgt het programma een voortschrijdend en adaptief karakter en is participatie af te
stemmen op de thema’s en opgaven die aan de orde komen.
TOEKOMSTBESTENDIG RECREATIESCHAP Twiske-Waterland
vertaling naar de uitvoering’
OTT
! 1! 1! I
! 1! 1! I
! 1! 1! I
! 1! IN, I
hieuwe Programmas
Jaar- Kader ! 1! 1! I
plan nota
2020 2021 I 1! 1! I
! 1! 1 I
! 1! 1! I
! 1! 1! I
, ! 1! 1! I
Bestdande prodrdmma’s I 1! 1! i
Ï Ï Ï
j 1 1
Hr Uitvoeringsprogramma
adaptief | dynamisch
Reguliere beheer- en onderhoudsactiviteiten
Figuur 7 Schematische weergave programma's, van ambitie — per jaarschijf - naar uitvoering
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
19
8 Bijlagen
Bijlage 1: Lange termijn ambities
Voorliggende opsomming toont de lange termijn ambities die voort komen uit de bestaande visie- en
beleidsstukken uit de verschillende gemeenten en de provincie.
Belangrijke wettelijke kaders voor ontwikkelingen vinden hun oorsprong in:
- N2000: instandhoudingsdoelen, veranderd in de Wet natuurbescherming
-NNN: begrenzing en ‘wezenlijke kenmerken en waarden’ veranderd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening
- Lokale wet- en regelgeving: verankerd in omgevingsvisies, omgevingsprogramma’s en omgevingsplannen
Recreatie
1. Wereld erfgoed als predicaat benutten en het vinden van een balans tussen strikte regels en
ontwikkelvragen vanuit de samenleving
2. Het Beusebos/Kom A7 wordt —buiten het deel waar een hotel is gepland- een natuur-, recreatie- en
wandel- bos met een educatief karakter
3. Verbetering van de toegankelijkheid van/naar recreatieve voorziening
4. Verbeteren van de communicatie rondom het bestaan van recreatieve voorzieningen
5. Een toegangspoort (transferium) tot het cultuurlandschap van Laag-Holland in Purmerend
6. Versterken van recreatie en toerisme door het beter benutten van het aantrekkelijke landschap en de
bestaande hotspots zoals o.a. Volendam, Marken en Zaanse Schans
7. Het benutten van de potenties van het havengebied en van waterrecreatie
8. Het toerisme in regionaal verband verder ontwikkelen, met oog voor de balans tussen inwoners en
toerisme
9. Het versterken van de kernwaarden; authentieke dorpen en stad, het groene en open landschap, de
veelheid aan water en de ligging dicht bij Amsterdam door vijf speerpunten:
a. verbeteren van recreatieve/toeristische infrastructuur;
b. citymarketing;
c. stimuleren van productontwikkeling en kwaliteitsverbetering van het bestaande aanbod;
d. watersport en waterrecreatie;
e. stimuleren van verblijfsaccommodaties die voldoen aan de behoeften van Waterland.
10. Recreatie en toerisme moeten in balans blijven met de leefbaarheid van de kernen
11. Een betere spreiding van toeristen, zowel in tijd als in ruimte
12. Stimuleren van cultuurtoerisme
13. Aansluiten bij de overkoepelende recreatie- en toerismevisie van de provincie
14. Recreatiegebieden moeten toegankelijk en gemakkelijk bereikbaar blijven en er moet ruimte zijn voor
recreatieve elementen en ondernemerschap
15. Het versterken van de recreatieve mogelijkheden op en langs de dijk, bijvoorbeeld met de aanleg van het
Stadsstrand in Hoorn en het verbeteren van de recreatieve verbindingen
16. Verbreding en vergroting van het toeristisch en recreatief aanbod t.b.v. gebruik vanuit Amsterdam
(aantrekkelijkheid en bekendheid van alternatieve bestemmingen, optimaliseren van bereikbaarheid en
capaciteit alsmede het verhogen van ruimtelijke kwaliteit op strategische plaatsen);
17. Creëer aanbod dat voldoet aan de recreatieve vraag van de eigen bewoners van de Kustzone en de vraag
vanuit de metropoolregio Amsterdam; een zonering in rustiger plekken die horen bij de eigen
leefomgeving van de bewoners van de Kustzone enerzijds en plekken waar de draagkracht voor
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
20
intensiever vormen van recreatie aanwezig is anderzijds; dat laatste is met name in de watersteden en -
stadjes in de Kustzone het geval;
18. Voor de Kustzone buiten de watersteden is ‘kleinschalig en hoogwaardig’ het motto voor de recreatieve
(en toeristische} ontwikkeling
19. Diversificatie van het verblijfsrecreatieaanbod; ook door herstructurering van de bestaande
voorzieningen en complexen
20. Meer ruimte voor waterrecreatie binnendijks en uitwisselmogelijkheden tussen binnen-en buitenwater
(via waterverbinding of overtoom)
21. Meer aanlegmogelijkheden voor watersport (meelift-mogelijkheden op de vaargeulen die aangelegd
worden i.v.m. dijkversterking benutten)
22. Creëer meer kansen voor de (sport)visserij
23. De buitenruimte beweegvriendelijk inrichten (Nationaal Sportakkoord, d.d. 29.6.2018)
Natuur
1. De balans tussen recreatieve activiteiten en rust, stilte en natuurbescherming moet geborgd zijn
2. Recreatie mag niet leiden tot schade aan de wezenlijke kenmerken en waarden van de natuurgebieden
3. Natuur als specifiek kenmerk/waarde benoemen, TW kent meer bijzondere natuur dan in andere
recreatiegebieden
4. Inzicht in wat de impact is van de (groeiende) evenementen, de toename van horeca en
verblijfsmogelijkheden en van de (mede hierdoor) stijgende bezoekersaantallen op de natuurwaarden >
nieuwe initiatieven moeten ook de impact op natuur aantonen
5. Het beheer (meer) richten op de natuurwaarden, zowel actuele als potentiële > zie de WKW .T.b.v.
hiervan een programma voor monitoring opstellen en uitvoeren
6. Vergroting van de waternatuurwaarden, vooral door het creëren van brede ondiepe oeverzones voor
waterplanten, vissen, schelpdieren en vogels en overstroombare gras-oeverlanden
7. Waterplant-vrije zones en vaarroutes in het Markermeer voor de watersport creëren
Landschap
1. Agrarisch cultuurhistorisch productielandschap als kernwaarde versterken
2. Behoud en actieve bescherming van het Waterlandse landschap
3. Kernprincipes als vertrekpunt:
a. Vertrek vanuit historie, landschap en natuur;
b. Wees groot in kleinschaligheid;
c. Houd de stad op afstand maar versterk de verbindingen;
d. Ga voor duurzaam;
e. Beleef en respecteer het water
4. De dijkversterkingen en de te ontwikkelen ruimtelijke projecten dragen bij aan de ruimtelijke
kwaliteitswaarden van het gebied
5. Behoud door ontwikkeling- én het meer beleefbaar maken van het cultuurhistorisch erfgoed
6. Aansluiten op de innovaties op het gebied van waterveiligheid en klimaatbestendigheid volgens de
principes van Building with Nature
7. De ontwikkeling van multifunctionele ‘achteroever’- projecten met o.a. aquacultures
8. De Kustzone en de dijk beter toegankelijk maken; verbeteren van de verkeerssituatie door wegen die
naar de Kustzone leiden te verbeteren/ verbreden; vooral aandacht voor langzaam verkeer; scheiding
verkeerssoorten op diverse plekken aanbrengen en doorgaand auto- en motorverkeer in de dijkzone
weren; doorgaande en verbrede fiets- en wandelverbinding over en langs de dijk; door te sturen op
toegankelijkheid een bij de karakteristiek passende verdeling van luwte en drukte in de Kustzone
orkestreren
9. _Dijkzone als gebied voor water- en oeverrecreatie verbeteren (binnen-en buitendijks);
10. Bredere Kustzone met langere en zachtere overgangen land-water
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
21
Bijlage 2: Trends, ontwikkelingen en maatschappelijke opgaven
Trends en maatschappelijke opgaven spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de ontwikkellijnen en ambities
voor Twiske-Waterland. Soms ter inspiratie om op voort te filosoferen, soms als opgave om te incorporeren en
soms als risico om te beheersen. De verstedelijking — met alles wat daar bij hoort — van de omgeving is wel een
van de belangrijkste invloeden.
Niet alleen in Twiske-Waterland staan de mens en het landschap onder druk door verstedelijking en
klimaatverandering. Kijken we hoe anderen met deze uitdagingen omgaan, dan zien we een duidelijke beweging.
De manier van recreëren is in de 21ste eeuw anders. Het mede verantwoordelijk voelen voor de omgeving en het
delen van middelen staat bij mensen veel meer op het netvlies.
Bij de beschreven trends en ontwikkelingen ligt de nadruk op functies en activiteiten die gevolgen hebben voor de
ruimtelijke indeling van het gebied. Dit hoofdstuk is niet uitputtend, maar gaat in op de belangrijkste
ontwikkelingen die op ons afkomen.
81 Verandering van de recreatievraag
Er is vanuit de samenleving een verandering waarneembaar als het gaat over (meer) keuzes in de wijze waarop
vrije tijd en (buiten)sport kunnen worden beleefd. De behoefte is er voor meer en gevarieerde recreatie-
extensieve ontspanning in de openlucht, intensieve en uitdagende belevenissen en veel sport en spel. Gezondheid
en bewegen zijn terugkerende thema’s die meer en meer in ontwikkeling zijn binnen onze samenleving. De
verbreding en variatie in recreatiegebruik wordt door gebruikers ook toenemend gezocht in mogelijkheden en
combinatie met allerlei vormen van verblijfs-arrangementen, met daarbij keuze in overnachtingsmogelijkheden.
Innovatieve samenwerkingsvraagstukken tussen overheid (basisinfrastructuur recreatie) en ruimte voor
vrijetijdsmarkt: ondernemerschap in beleving en activiteiten is nodig om invulling te geven aan deze behoefte.
8.2 Naareen duurzame samenleving
Duurzaamheid is een breed begrip waarin een veelvoud van aanvliegroutes past. Vanuit de maatschappelijke
opgave wordt hier met duurzaamheid gedoeld op de bijdrage van gebieden aan energietransitie en klimaat-
adaptatie (bijv. waterberging) en circulaire En
ontwikkeling. Binnen Nederland staan we voor ee NEEN gdelerischevweegen _ namnirgebieden En meae cr ar
grote maatschappelijke opgave op het gebied van marre gd edes dan maatveld marge aan
duurzaamheid die ruimtelijk vertaald moeten “cue NeRdijke groencirculair meme
worden. Voor elke potentiele locatie moet De endet windenergie wap monden ern
bepaald worden of deze in aanmerking komt voor mano dedvesige — zonnepanelen „windmolens ermm
het invullen van deze opgave. Twiske-Waterland En warmee verornnseenege mn
kan op gebiedsniveau compensatie organiseren romaanse OSE etsen aon
om tot een energie- en CO2-neutraal gebied te
komen. Nieuwe ontwikkelingen moeten Figuur! Duurzaamheidsvisie van professionals Landsmeer 2050
bijvoorbeeld in hun eigen energie voorzien. Of
door het ontwikkelen van locaties voor zonneakkers, geothermie, energieopslag, waterberging voor piekopvang,
CO2-reductie (laagveen, bospercelen) en duurzame landbouw. Dit vraagt letterlijk om ruimte en om selectie bij
activiteiten. En het zal gestroomlijnd moeten worden met landschapsambities (openheid) en recreatie- en
natuurwaarden.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
22
8.3
84 Landbouw dichtbij: lokale voedselvoorzieningen
Met landbouw dichtbij wordt bedoeld dat landbouwproductie in de regio (biologisch) plaats vindt en dient als
voedselvoorziening voor omliggende dorpen en steden in plaats van de wereldmarkt. Een sterk thema kan zijn dat
alle (agrarische) ondernemers in het gebied een
duurzaam plan hebben en starten of omschakelen naar Ks di
circulair produceren en nieuwe teelten, rekening Ni \ ai, .
houdend met de opkomende andere waterhuishouding Ee Fe De en
in het gebied. De opkomende behoefte van h/ 4 f\) a K ee À
consumenten is dat voedsel met weinig milieudruk : P { j/, e
(transport) en dichtbij is geproduceerd. Hieraan . F, Tt
gekoppeld zou een gedachte kunnen ontstaan van een ror à
lokale markt, waarbij de inwoners van de regio enn: : Ì
hoofdafnemer worden van het lokaal geteelde voedsel. hieu, Ke
Meer ‘gevoel’ en ‘verantwoordelijkheid’ van de » mn) k,
consument bij de productie van ons voedsel en de ed ee En
(schaarse) beschikbare ruimte die we daarvoor nodig
hebben. Figuur Il Streekproducten
8.5 Afwisseling in (ecologische) deelgebieden
Een laatste ontwikkeling die van invloed is op de ruimte indeling gaat over het verschil in deelgebieden. Dat is van
invloed op de bescherming van natuurwaarden, met meer nadruk op beeldkwaliteit (esthetische waarde) en een
betere afweging in medegebruik (recreatieve waarde van natuur). De balans tussen natuur, landschap en recreatie
is daarbij essentieel. Met de verstedelijkingsopgave (230.000 woningen in de metropoolregio) blijft het een
uitdaging om de landschappelijke openhoud te borgen. Tegelijkertijd is het ook niet zondermeer mogelijk om
gebieden ‘op slot’ te zetten.
Er is een gradatie in biodiversiteit in de ontstane natuurwaarde (van monofunctioneel tot divers), maar dit vormt
nog beperkt een leidraad voor ontwikkeling. De borging van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), dient er toe
beter te gaan afspreken welke natuurwaarden gelden of versterkt kunnen worden. Dit zal een belangrijke basis
blijken voor een mogelijke zonering in het gebied om daarmee potentiele ‘ontwikkel’ locaties te vinden enerzijds
en meer focus op de bescherming en versterking van de belangrijkste natuurdelen anderzijds. Deze fundamentele
keuzes moeten in gezamenlijkheid binnen het recreatieschap worden gemaakt.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
23
Bijlage 3: Regionale opgaven, de 11 van de MRA...
Binnen de Metropoolregio Amsterdam zijn elf opgaven benoemd die op de samenleving afkomen. De duiding van
deze elf opgaven is slecht een eerste stap. Ook in MRA verband worden deze opgaven nog verder
uitgekristalliseerd.
1. Woningproductie
Inzetten op compacte steden en buiten wonen dat het landschap versterkt. De MRA plant 230.000 woningen tot
2040, liggen ze op de juiste plek? Hoe kan verdichting beter gekoppeld worden aan (investeringen in) het
landschap?
2. Bereikbaarheid
Een sterk verbonden MRA met een toegankelijk aaneengesloten landschap. Multimodale uitsluiting woningen en
economische toplocaties. Infrastructuurprojecten die bijdragen aan landschappelijke kwaliteit. Utilitair en
recreatief vervoer over water.
3. Bedrijven en kantoren
Werklocaties van internationaal topniveau, en lokale banen. Aantrekkelijke campusmilieus en mixmilieus waar
productie en consumptie samenkomen. (Logistieke) bedrijventerreinen met kwalitatieve dubbeldoelstelling,
zonder Barrierwerking.
4. CO2 en bodemdaling
Een MRA landschap dat koolstofdioxide vastlegt in plaats van uitstoot. Vernatting van veenweidegebied
combineren met natuur en nieuwe (vee}teelt. Uitstoot van industrie en transport compenseren met nieuwe
bossen en veenregeneratie.
5. Energietransitie
Voorbeeldregio MRA: zoveel mogelijk zelfvoorzienend. Opwekken capaciteit voor deel 176 petajoule in 2040
combineren met versterking van het landschap. Biomassa en energieopslag. Circulaire stromen, geothermie en
andere infrastructuur goed inpassen.
6. Klimaatadaptatie
Leefbaar MRA, ook op termijn bij een veranderd klimaat. Inspelen op ruim 2 meter zeespiegelstijging in 2100, met
robuuste water- en landschapsstructuren. Landschap als airco tegen hittestress. Waterberging in de
binnenduinring.
7. Recreatie en toerisme
Spreiding van toerisme en recreatie, met hotspots in het metropolitane landschap. Investeren in het landschap
voor recreatie (35% toename recreatiedruk verwacht tot 2040). Kwaliteit behouden onder die hoge druk.
8. Agrarische transformatie
Duurzaam en multifunctioneel boerenland. Meer eten uit de streek, zonder zelfvoorzienend te hoeven zijn.
Natuur-inclusieve landbouw met bodemherstel en goed verdienmodel voor de boer. Nutriënten kringloop sluiten.
9. Natuur en ecologie
Biodiversiteit en een robuust MRA netwerk. Hoe kan 3500 ha nieuwe natuur samengaan met andere opgaven?
Aantal vogels en insecten terug op niveau. Natuurdoelen halen onder druk van recreatie en ander gebruik.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
24
10. Circulaire economie
MRA nul-afval regio in 2050. Ruimtelijke impact inschatten van koppeling van materiaalstromen zoals afval, fosfaat
en water. Benutten warmte en materialen Noordzeekanaalgebied en Schiphol. Biobased materialenteelt in het
landschap.
11. Smart Landscapes
Het MRA landschap als multimodale datahub en proeftuin. Benutten van centrale positie in glasvezelnetwerk en
datacentra voor ontwikkeling en financiering van het landschap. Sensoren inzetten bij perceptie en sturing van de
leefomgeving. Datagedreven landbouw.
AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND
In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
| Onderzoeksrapport | 24 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1062
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen op 8 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 4/5 november 2015
Onderwerp
Amendement van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2016 (bezuiniging Artis
ten goede aan dierenwelzijnsketen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Constaterende dat:
— Artis het afgelopen jaar een subsidie ontving van £4.753.700;
— de subsidie die Artis per bezoeker ontvangt stukken hoger is in vergelijking tot
andere dierentuinen; per bezoeker een subsidie van €3,40 vergeleken met
Blijdorp (€0,60) en Burgers zoo (€0,00), terwijl dekaartprijzen gelijk liggen;
— de subsidie van Blijdorp (eenzelfde bezoekersaantal als Artis) in een paar jaar tijd
is verminderd van £4,8 miljoen naar €0,8 miljoen in2015;
— alle Amsterdamse dierenwelzijnsorganisaties bij elkaar dit jaar een subsidie
ontvingen van £1.130.788;
— het college op dierenwelzijn in de stad jaarlijks £100.000 wil bezuinigen (3 maal =
€300.000);
Overwegende dat:
— de subsidie voor Artis bijna vijf keer zoveel is als het bedrag dat álle
Amsterdamse dierenwelzijnsorganisaties, zoals de Dierenbescherming,
dierenambulance en dierenopvangcentra, met elkaar moeten delen;
— er niet op dierenwelzijn bezuinigd hoeft te worden als in 2016, 2017 en 2018 de
jaarlijkse bezuiniging van £100.000 aan de dierenwelzijnsketen wordt
overgeheveld naar de subsidie van Artis voor het tentoonstellen van dieren;
— Artis deze extra bezuiniging gemakkelijk zou kunnen opvangen; door bijvoorbeeld
geen nieuwe katachtige roofdieren (in 2016 twee jaguars) naar de dierentuin te
halen.
Besluit:
Op pagina 81 de volgende tekst:
‘Met ingang van 2016 wordt bezuinigd op de subsidies voor dierenwelzijn (€ 0,1
miljoen structureel) en Artis (€ 0,1 miljoen in 2016, oplopend tot (€ 1,0 miljoen in
2018).
Te wijzigen in:
1
‘Met ingang van 2016 wordt bezuinigd op de subsidie voor en Artis (€ 0,2 miljoen in
2016, oplopend tot (€ 1,3 miljoen ín 2018)’
Op pagina 81 onder ‘Subsidies van betekenis in 2016'de volgende bedragen:
4.654 en 996
Te wijzigen in:
4.554 en 1096
En tot slot op pagina 326 het volgende bedrag:
4.653.700
Te wijzigen in:
4.553.700
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 52
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 22 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Ernsting, N.T. Bakker en Vroege inzake de Agenda Autoluw
(parkeerplaatsen ook gebundeld opheffen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 31).
Overwegende dat:
— Het college in de Agenda Autoluw voorstelt om gespreid en versnipperd
parkeerplaatsen op te heffen in het kader van het opheffen van 10.000
parkeerplaatsen;
— Het ook wenselijk en nuttig kan zijn om in sommige gebieden ook gebundeld in
een keer alle parkeerplaatsen weg te halen, om zo op sommige plekken een
groot effect te ressorteren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een aantal woonstraten en grachtenrakken aan te wijzen als plekken die parkeervrij
worden, zoals de Kattenburgerstraat.
De leden van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
N.T. Bakker
J.S.A. Vroege
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder 267
nummer
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake ‘voorjaarsnota 2023
Onderwerp
Inspannen om 2/3 van de containers te voorzien van een containeradoptant
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de voorjaarsnota 2023
Overwegende dat:
-_Erzo'n 13.000 ondergrondse vuilniscontainers in Amsterdam zijn;
-__ Dat deze niet allemaal voorzien zijn van een adoptant;
-_Containeradoptanten bijdragen aan een schone stad en dat geadopteerde containers
schoner zijn dan niet-geadopteerde containers.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
zich in te spannen om in 2024 voor minimaal 67% van de containers een adoptant gevonden te
hebben en hiervoor samen te werken met de stadsdelen en het stadsgebied Weesp.
Indiener(s),
D.T. Boomsma
| Motie | 1 | val |
Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg
% ed. en Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en O VAN
XX Amsterdam Armoede en Schuldhulpverlening
Agenda, 18 oktober 2023
Hierbij wordt u vitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie Onderwijs,
Zorg en Armoedebestrijding
Tijd: 19:30 tot 23:00 vur
Locatie: WillemKraanzaal
1 Algemeen deel
a Opening procedureel gedeelte
b Mededelingen
C Vaststellen agenda
d Conceptverslag van de openbare e Tekstuele wijzigingen kunt u
vergadering van de raadscommissie voor de vergadering aan de
OZA d.d. 4 oktober 2023 commissiegriffier doorgeven via
[email protected].
e Termijnagenda, per portefeuille
f___TKN-lijst
g Ingekomen stukken
stadsdeelcommissies
2 Inhoudelijk deel
a Opening inhoudelijk gedeelte
b Inspreekmoment Publiek
C Actualiteiten
d Rondvraag
2023-10-04 13:51:50 1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs O VA\
en Armoede en Schuldhulpverlening
Agenda 18 oktober 2023
Bespreekpunten
Financiën
3 De Begroting 2024 e De gemeenteraad te adviseren in te
Nr. VN2023-021031 stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november
2023).
* Moties en amendementen
kunt v voorafgaand of tijdens
de vergadering indienen via
[email protected].
Dienstverlening
L Vaststellen Legesverordening e De gemeenteraad te adviseren in te
Amsterdam 2024, stemmen met de raadsvoordracht
Nr. VN2023-021050 (Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november
2023).
2023-10-04 13:51:50 2
| Agenda | 2 | train |
VN2022-030357 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Wonen en Erfgoed
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 11 oktober 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt 3
Datum besluit 20 september 2022
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsbrief ‘Nieuwe woonrvimteverdeling: definitieve ingangsdatum 216 januari
2023.’
De commissie wordt gevraagd
Om kennis te nemen van de raadsbrief over de definitieve ingangsdatum van de nieuwe
woonruimteverdeling.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet: Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van
de gemeente te voeren.
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
Op 15 februari 2022 heeft het college de raad geïnformeerd dat de ingangsdatum van de nieuwe
woonruvimteverdeling voorzien is tussen 2 janvari 2023 en 1 februari 2023. De raad is hier begin
2022 over geïnformeerd. De definitieve ingangsdatum van de nieuwe woonruimteverdeling is nu
vastgesteld op 16 januari 2023.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2022-030357 % Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 11 oktober 2022
Ter kennisneming
Nee
Welke stukken treft v aan?
AD2022-087696 Commissie WV Voordracht (pdf)
AD2022-087698 Raadsbrief definitieve ingangsdatum nieuwe WRV.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen: Valerie Witte, 06 28 17 48 52, v. witte ®amsterdam.nl; Yorick Schram, o6 5206 5834,
[email protected]
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 28-1-2022
On Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken
Termijnagenda: Alle punten behorende tot portefeuille "Juridische Zaken"
Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel
Ingediend Einddatum einddatum
Motie Bezwaar maken Verzoekt de bezwaarschriftencommissie Poot, 2019/10/10 2020/12/31 Niet
tegen advies van de raad: - De taak op zich te nemen Hammelburg, ingevuld
adviescommmissie om bezwaren van partijen aangaande de Boomsma,
Joodse toekenning van de subsidies beschikbaar Boutkan,
Erfpachttegoeden gesteld door de gemeente in het kader Ceder,
(TA2019-001346) van de Subsidieverordening Joodse Simons,
Erfpachttegoeden af te handelen Ernsting,
= Zich hierbij nadrukkelijk te laten Temmink,
adviseren door de Commissie Joodse van
erfpachttegoeden en indien nodig Lammeren,
ook elders advies in te winnen - De van Soest,
raad te adviseren over de uitkomst Taimounti,
Verzoekt het college van burgemeester en Nanninga
wethouders: - Gericht te communiceren
dat bezwaar maken tegen het besluit van
de gemeenteraad aangaande de verdeling
van de Joodse Erfpachttegoeden mogelijk
is - Partijen die bezwaar willen maken en
zich wenden tot het college of ambtelijke
organisatie, zo goed mogelijk te verwijzen
naar de bezwaarschriftencommissie
Raadsadres Betere transparantie en in handen van het college van ben w 2020/09/09 2020/10/21 2020/10/21
privayc bij behandeling ter afhandeling en kopie antwoord naar
bezwaarschriften en raadscommissie AZ
verzoek om interventie
wegens onduidelijkheid
van regels en verzuim
ED ===
Raadsadres Verzoek om een 2021/03/31 2021/05/12 Niet
nieuwe locatie en ingevuld
verlenging van de
sUubsidieperiode tot
2025 voor de realisatie
van een Joods hospice
voor dementerenden
(TA2021-000460)
Raadsadres Verzoek om verlenging Besloten is dit raadsadres in handen 2021/04/09 2021/05/12 Niet
van de subsidieperiode van het college van burgemeester en ingevuld
in verband met wethouders te stellen ter afhandeling.
Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 1 of 3
x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 28-1-2022
x Amsterdam Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken
Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel
Ingediend Einddatum einddatum
Covid-19 tot juni 2024.
(TA2021-000487)
Raadsadres Verzoek om Besloten is deze brief in handen van het 2021/04/22 2021/06/03 Niet
toestemming tot een college van burgemeester en wethouders ingevuld
statutenwijziging. te stellen ter afhandeling. Gewijzigd op
(TA2021-000583) verzoek van het lid Yilmaz.
Raadsadres Nog steeds niet Besloten is dit raadsadres in handen 2021/04/22 2021/06/03 Niet
publiceren van veel van het college van burgemeester en ingevuld
vergunningaanvragen wethouders te stellen ter afhandeling.
door stadsdelen,
de gemeente en de
Omgevingsdienst.
(TA2021-000584)
Raadsadres Procedure voor Besloten is dit raadsadres in handen 2021/09/15 2021/10/27 Niet
het afgeven van van het college van burgemeester en ingevuld
vergunningen wethouders te stellen ter afhandeling.
voor festivals
RAND ===
Raadsadres Inmenging van het Besloten is dit raadsadres in handen 2021/11/10 2021/12/22 Niet
college van b&w bij van het college van burgemeester en ingevuld
de beroepsprocedure wethouders te stellen ter afhandeling.
bij de Raad van State
over het legaliseren
van de aanwezigheid
van twee woonboten
aan de Diemerzeedijk
(TA2021-001296)
Toezegging AZ Namenmonument, N.a.v. een vraag van het lid Ceder over Ceder 2019/02/28 2019/04/16 2019/04/16
aan de nadere informatie. de financiering van het Namenmonument
commissie _ (TA2019-000349) heeft de burgemeester toegezegd dat zij
de commissie zal informeren zodra er
meer bekend is.
Toezegging Volksinitiatief, Op verzoek van het lid Boomsma heeft Boomsma 2020/12/03 2021/01/28 Niet
aan de onderzoek of het de burgemeester toegezegd om te ingevuld
commissie mogelijk is om eerder onderzoeken of het mogelijk is om eerder
met initiatiefnemers met initiatiefnemers te overleggen over
te overleggen als het het al dan niet op de website plaatsen
niet ontvankelijk is. van een initiatief als duidelijk is dat het
(TA2021-000032) initiatief niet ontvankelijk is.
Toezegging WOB verzoek Het lid Van Lammeren heeft vraag gesteld van 2021/01/07 2021/02/18 Niet
aan de emissie uitkomsten over de afwijzing van een WOB verzoek Lammeren ingevuld
commissie over de emissie uitkomsten van het AEB
Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 2 of 3
x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 28-1-2022
x Amsterdam Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken
Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel
Ingediend Einddatum einddatum
AEB, afwijzing. en de burgemeester heeft toegezegd
(TA2021-000103) dat zij de leden hierover schriftelijk zal
informeren.
Toezegging AZ Actualiteit Op verzoek van het lid Poot heeft Poot 2021/01/28 2021/03/18 Niet
aan de demonstratie de burgemeester toegezegd om te ingevuld
commissie Museumplein, onderzoeken of het mogelijk is om vanuit
schade verhalen de gemeente veroorzakers van de schade
op veroorzakers aansprakelijk gesteld kunnen worden.
(TA2021-000264)
Toezegging AZ Actualiteit Op verzoek van het lid Kreuger heeft de Kreuger 2021/01/28 2021/03/18 Niet
aan de demonstratie burgemeester toegezegd dat zij zal bezien ingevuld
commissie Museumplein, of ondernemers vanuit het landelijke
Ondernemers vanuit fonds geholpen kunnen worden. Mocht
het landelijke fonds dat niet kunnen, dan zal zij het in het
helpen (TA2021-000265) college aan de orde stellen.
Toezegging AZ juridische De leden hebben positief gereageerd op 2021/02/18 2021/06/03 Niet
aan de functie, kwaliteit het aanbod van de burgemeester om haar ingevuld
commissie _(TA2021-000281) opvattingen over de juridische functie van
de gemeente op papier te zetten teneinde
daarover met de leden in debat te gaan.
Toezegging AZ Juridische functie, Op verzoek van het lid De Fockert heeft de de Fockert _2021/04/29 2021/11/18 Niet
aan de advies SDC West burgemeester toegezegd dat zij dit advies ingevuld
commissie _ betrekken in visie zal betrekken bij de voorbereiding van
(TA2021-000636) haar visie op de juridische functie die zij
in het najaar aan de leden zal voorleggen.
Toezegging AZ-Staat Juridische Op verzoek van het lid Van Schijndel van Schijndel 2021/06/03 2021/06/24 In de commissie AZ van Niet
aan de functie gemeente heeft de burgemeester toegezegd om de 13 januari 2022 heeft de ingevuld
commissie _(TA2021-000767) commissie nog voor het zomerreces te burgemeester toegezegd
informeren over de staat van de juridische dat nadere informatie voor
functie van de gemeente. de volgende commissiever-
gadering beschikbaar komt.
Toezegging AZ- Uitspraak N.a.v. een vraag van het lid Boomsma 2021/06/24 2021/09/23 Niet
aan de WOB verzoek Boomsma over WOB verzoek over ingevuld
commissie _erfpachtdocumenten erfpachtdocumenten en de uitspraak
(TA2021-000828) van de rechter op dit verzoek heeft de
burgemeester toegezegd dat zij zal
onderzoeken of en zo ja hoe gevolg wordt
gegeven aan de rechterlijke uitspraak.
Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 3 of 3
| Actualiteit | 3 | train |
X Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 23
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake bezwaarschriftprocedure afwachten
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Investeringsnota IJdoornschoollocatie.
Constaterende dat:
— de schoorsteen van de IJdoornschool op dit moment als (kraam)verblijf van een
kolonie meervleermuizen dient;
— er reeds maatregelen getroffen zijn om de meervleermuis te lokken naar een nieuwe
verblijfplaats (vleermuistoren), maar dit tot op heden nog niet gelukt is;
— erin de huidige plannen slechts een gewenningsperiode voor de meervleermuis van
één jaar is opgenomen;
— _ uit stukken echter blijkt dat meervleermuizen een “extreem lange gewenningstijd
van soms wel 3 jaar” hebben;
— de meervleermuis een beschermde diersoort is.
Overwegende dat:
— _ het belangrijk is om kwetsbare flora en fauna te beschermen;
— _erbezwaaris aangetekend tegen de aangevraagde ontheffing voor de Milieuwet en
deze procedure nog loopt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
niet te starten met werkzaamheden en geen onomkeerbare stappen te zetten tot de
procedure rondom het bezwaarschrift inzake de aangevraagde ontheffing voor de
Milieuwet is afgerond.
Indiener
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 1 | discard |
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1621
Publicatiedatum 14 december 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Grave-Verkerk inzake de
gezondheidsgevolgen coronacrisis op kinderen.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
Tijdens de loekdown lag het leven tijdelijk stil en de coronacrisis blijft voor de gehele
samenleving ingrijpende gevolgen hebben. Dit geldt ook voor kinderen en de
gevolgen op hun fysieke en psychosociale gezondheid. Kinderen konden niet naar
school, sportclubs waren voor weken gesloten, kleine kinderen konden slechts
beperkt buitenspelen.
Tot nu toe waren de effecten van het programma Amsterdamse Aanpak Gezond
Gewicht (AAGG) zeer bemoedigend: het aantal kinderen met obesitas werd effectief
teruggedrongen. De fractie van de VVD is bang dat de coronacrisis hierin mogelijk
voor een terugslag heeft gezorgd. Tevens hebben andere aspecten van de
gezondheidszorg zoals de vaccinatieprogramma’s en de acute zorg mogelijk te lijden
onder de coronacrisis. De fractie van de VVD maakt zich zorgen over de continuering
van deze gezondheidszorg en specifiek de schade die dit kan berokkenen aan
kinderen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid De Grave-Verkerk, namens de fractie van de
VVD, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester
en wethouders gesteld:
1. In 2018 is het programma Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2018-2021
(AAGG) van start gegaan. Is het college van mening dat het programma
succesvol is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) is in 2012 gestart vanuit de
ambitie: alle Amsterdamse kinderen op gezond gewicht in 2033. Het programma
bestaat uit een integrale aanpak met onder andere een community-aanpak in de
focusbuurten, ondersteuning voor kinderen die al te zwaar te zijn en een lobby
voor landelijke maatregelen om de voedselomgeving gezonder te maken.
Op individueel niveau zijn er goede resultaten, het is lastiger om daar op
populatieniveau in deze tijd uitspraken over te doen.
Het programma is een belangrijk onderdeel om de gezondheid van Amsterdamse
kinderen te bevorderen en in het tegengaan van gezondheidsverschillen.
Recente successen zijn bijvoorbeeld 70 basisscholen die een Jump-in certificaat
hebben gehaald waardoor deze scholieren extra bewegen en gezonde lunch en
tussendoortjes krijgen. En het verbod op kindermarketing in het stedelijk kader
reclame buitenruimte waardoor er geen reclame voor ongezonde producten mag
worden gemaakt in de openbare ruimte van Amsterdam die gericht is op kinderen
en jongeren.
2. Heeft de coronacrisis significante verandering gebracht in het succes van dit
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng er Gemeenteblad R
Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 september 2020
programma? Zo ja, waaruit blijkt dat?
Antwoord:
Het college deelt uw zorg over de invloed van de coronacrisis op de gezondheid
van kinderen en kwetsbare gezinnen. Het is lastig om een direct effect van de
coronacrisis op het succes van dit programma te meten. We weten wel dat de
crisis effect heeft op de leefstijl en daarmee waarschijnlijk ook op het gewicht van
kinderen (zie ook het antwoord onder vraag 3). Tegelijkertijd is het
maatschappelijk besef van het belang van een gezonde leefstijl door corona
gegroeid.
3. Heeft het college zicht op de gevolgen die de coronacrisis heeft op deze AAGG
met betrekking tot overgewicht? Zo ja, wat zijn deze gevolgen? Zo nee, is het
college bereid deze in kaart te brengen?
Antwoord:
Het college heeft op dit moment beperkt zicht op de gevolgen van de coronacrisis
op het gewicht van Amsterdamse kinderen. Door de maatregelen kwam de
leefsituatie en de dagindeling van kinderen en hun ouders er opeens heel anders
uit te zien. Gezinnen die te kampen hebben met bredere problematiek dan alleen
overgewicht, zoals financiële onzekerheid, (dreigende) werkeloosheid en
psychosociale problematiek, lopen het risico dat ingezette verbetering van
gewicht stagneert of zelfs terugvalt. Dit blijkt ook uit rapporten die over dit
onderwerp zijn gepubliceerd.
Tijdens de gehele lockdown hebben hulpverleners (telefonisch) contact gehouden
met kwetsbare kinderen en gezinnen. Kinderen van 0-4 jaar zijn wel fysiek gezien.
Na de zomervakantie zijn de spreekuren op het primair en voortgezet onderwijs
weer gestart. We horen van de professionals dat kinderen vaak niet meer op een
weegschaal durven te staan omdat ze weten dat ze zijn aangekomen tijdens de
loekdown. Ons doel is ook niet het wegen en meten op zich, maar het gesprek
voeren over welke hulp ze eventueel nodig hebben.
4. Heeft het college zicht op de gevolgen die de coronacrisis heeft voor kinderen
met betrekking tot de psychosociale gevolgen? Zo ja, wat zijn deze gevolgen? Zo
nee, is het college bereid deze in kaart te brengen?
Antwoord:
De gevolgen voor kinderen zijn met name indirect van aard en dat betekent dat
als de gezinssituatie en schoolsituatie duidelijk en veilig is, dit grote invloed heeft
op het psychosociale welbevinden van het kind. Vanuit Jeugdgezondheidszorg,
de Ouder en kind teams en via sleutelpersonen zetten wij in op een veilige
gezinssituatie ook in coronatijd. Dat doen we door middel van campagnes, online
en offline en door de inzet van sleutelpersonen. Door middel van online vraag en
antwoord sessies met ouders en docenten in het primair en voortgezet onderwijs
proberen we te achterhalen waar precies angst en onduidelijkheid zit bij inwoners,
en kan men rechtstreeks vragen stellen aan artsen en andere experts van de
GGD.
5. Heeft het college zicht op hoe de mogelijke gevolgen van de coronacrisis met
betrekking tot de fysieke en psychosociale gezondheid verschillen per stadsdeel?
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng er Gemeenteblad R
Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 september 2020
Zo ja, kan het college een uitsplitsing geven per stadsdeel? Zo nee, is het college
bereid dit in kaart te brengen?
Antwoord:
De lokale Corona Preventie Teams in de stadsdelen peilen met grote regelmaat
via de formele en informele netwerken waar de meest kwetsbare mensen zich
bevinden en hoe deze mensen het beste bereikt kunnen worden. We hebben op
dit moment geen exacte cijfers van mentale problematiek naar stadsdeel
beschikbaar maar zodra deze er zijn worden ze met u gedeeld.
6. Is het college voornemens stappen te ondernemen om te kunnen inspelen op de
gevolgen die de coronacrisis mogelijkerwijs heeft met betrekking tot de fysieke en
psychosociale gezondheid van kinderen? Zo ja, welke stappen zijn dit? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
Het college heeft stappen ondernomen om te kunnen inspelen op de gevolgen die
de coronacrisis mogelijkerwijs heeft op de gezondheid en ontwikkeling van
kinderen. De jeugdgezondheidszorg blijft ook in coronacrisis doorgaan, zowel
face to face als digitaalftelefonisch. We bieden zorg op maat, waarbij waar nodig
voor 0-4 jaar prioriteit gegeven wordt aan prenatale contacten, de (extra) zorg aan
de allerjongste kinderen, de vaccinaties en de zorg aan nieuwkomers. Voor 4-
18/23 jaar hebben we de afgelopen periode naast het individueel vaccineren de
ondersteuning aan de scholen geprioriteerd. We blijven dit doen en zien een
toename van vragen. Daarnaast hebben we de prioriteit gegeven aan de zorg aan
de kinderen en jongeren (en hun gezinnen) die dit het meest nodig hebben. Vanaf
de herfstvakantie zijn we op maat gestart met de preventieve
gezondheidsonderzoeken op de scholen.
Zodra er signalen komen vanuit de lokale Corona Preventie Teams in de
stadsdelen of via andere formele en informele kanalen zullen wij daar direct op
inspelen. De situatie verschilt per week en door de inzet van sleutelpersonen en
de mobiele coronateams houden wij goed zicht op de actuele situatie in de
stadsdelen.
7. Hoe denkt het college de fysieke en psychosociale gevolgen voor kinderen te
kunnen beperken tijdens een eventuele tweede coronagolf”?
Antwoord:
Het college denkt de fysieke en psychosociale gevolgen voor kinderen te kunnen
beperken door het leven van kinderen waar mogelijk zo normaal als kan door te
laten gaan, in de zin van het open houden scholen en sportclubs.
Daarnaast zetten we met onze online vraag en antwoordsessies specifiek in op
het voorlichten en adviseren van ouders van leerlingen en medewerkers van
scholen met vragen of zorgen over besmettingen van leerlingen en/of
medewerkers van de scholen Hierdoor kunnen wij zowel scholen als ouders
ondersteunen en eraan bijdragen dat kinderen veilig naar school kunnen gaan.
Dat is belangrijk voor een gezonde ontwikkeling van kinderen.
Ook tijdens midzomer ook maar winter Mokum zetten we als gemeente natuurlijk
extra in om kwetsbare kinderen extra te zien, te normaliseren, extra support te
bieden en indien nodig te kunnen acteren.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng er Gemeenteblad R
Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 september 2020
8. Heeft het college of de GGD contact met de basis- en middelbare scholen in
Amsterdam om de gezondheid van de Amsterdamse kinderen in relatie met het
coronavirus te monitoren? Zo ja, wat blijkt uit deze contacten? Zo nee, is het
college van plan dit wel te gaan doen?
Antwoord: Het college heeft eind augustus alle scholen een hart onder de riem
gestoken en geïnformeerd op welke manier de GGD de scholen kan
ondersteunen. Op 25 september zijn de scholen opnieuw geïnformeerd vanuit de
GGD met een stappenplan hoe te handelen als een leerling of medewerker van
de school positief test op corona. In geval van een positieve leerling, student of
medewerker van school heeft de GGD contact met de school en adviseert over te
nemen maatregelen.
De GGD heeft begin september drie webinars aangeboden voor PO en VO en
MBO scholen om hen goed te informeren. De GGD biedt daarnaast op maat
online webinars voor medewerkers en/of ouders aan. Zie ook bij antwoord 7.
De jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen zijn in contact met alle scholen en
bieden ondersteuning op maat. Zowel scholen als ouders waarderen de extra
ondersteuning van de GGD op individueel en op collectief niveau.
9, “Het college schat in dat na de corona-uitbraak een tijdelijke groei van de
jeugdhulp zou kunnen optreden”! Heeft er zich reeds een stijging in de jeugdhulp
voorgedaan? Is het college van mening dat het momenteel monitoren van de
situatie afdoende is om, indien er in een later stadium nog een sterkere toename
in de jeugdhulp volgt, daarop te kunnen inspelen?
Antwoord:
Gedurende de lockdown-periode zagen we dat minder kinderen door- of
instroomden bij de specialistische jeugdhulp. Doordat behandelingen vertraagden
zagen we tegelijkertijd ook minder kinderen uitstromen. Hierdoor stabiliseerde het
aantal kinderen in de jeugdhulp gedurende deze periode. In juni zagen we een
groei in het aantal kinderen dat jeugdhulp nodig heeft, maar deze groei was
tijdelijk en heeft zich niet doorgezet. Zeker ook gezien de huidige situatie rondom
Covid-19, blijven we in afstemming met het Ouder-Kindteam en de
Gecertificeerde Instellingen de situatie monitoren, zowel voor nu als voor in de
toekomst zodat we indien nodig tijdig op veranderingen kunnen inspelen.
10. Heeft de coronacrisis de vaccinatieprogramma’s voor kinderen significant
belemmerd? Zo ja, wat zijn hiervan de (gezondheids)gevolgen en welke stappen
onderneemt het college om dit mogelijk op te kunnen vangen?
Antwoord: Jeugdgezondheidszorg blijft kinderen en jongeren fysiek zien tijdens
de coronacrisis. Het vaccineren van kinderen, jongeren en ook zwangeren (22
wekenprik) heeft hierbij grote prioriteit. We hebben extra maatregelen genomen
om (aanstaande) ouders, kinderen, jongeren en medewerkers te beschermen
tegen het coronavirus.
Landelijk is in maart besloten besloten dat er vanwege de coronacrisis geen
grootschalige groepsvaccinaties voor 9-18 jarigen in sporthallen kunnen
plaatsvinden. Deze vaccinaties dienen individueel gegeven te worden.
Jeugdgezondheidszorg heeft conform landelijk beleid tijdens de coronacrisis de
t https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8703196/3/728
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng er Gemeenteblad R
Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 september 2020
Meningokokken ACWY vaccinatie (14-jarigen en eerdere no-show) voor de zomer
geprioriteerd. Daarnaast is evenals conform landelijk beleid rond de zomer gestart
met het individueel op afspraak op OKT locaties uitnodigen van 9-jarigen (BMR
en DTP) en 12-jarige meisjes (2x HPV). De vaccinatiespreekuren lopen dit najaar
en ook in 2021 nog door. Voor de zomer hebben we zoveel mogelijk jongeren en
ouders voorafgaand aan het vaccineren telefonisch gesproken om informatie te
geven over de corona maatregelen (zoals bij klachten thuis blijven, zoveel
mogelijk met 1 ouder/begeleider naar de locatie komen). Ook heeft de GGD de
informatie op de website aangepast en zijn specifieke filmpjes gemaakt. Niet alle
ouders en jongeren verschijnen op een eerste afspraak. De
jeugdgezondheidszorg benadert actief ouders en jongeren die niet verschijnen.
(nabellen, deur- of huisbezoeken, vervolgafspraak).
11. Heeft tijdens de coronacrisis de acute zorg voor kinderen hinder ondervonden?
Zo ja, hoe is het college van plan tijdens een eventuele tweede coronagolf dit type
zorg te kunnen blijven garanderen?
Antwoord:
In maart 2020 diende veel van de dienstverlening richting kinderen aangepast te
worden. Denk daarbij aan het omzetten van ambulante begeleiding naar digitale
vormen van begeleiding. Over het algemeen hebben de partners in het
jeugddomein daar bijzonder adequaat op gereageerd, en is het hen gelukt om
met heel veel inzet en creativiteit de ondersteuning en begeleiding van kinderen
en jongeren in de lucht te houden. We zien wel dat er als gevolg van de vele
veranderingen die elkaar in snel tempo opvolgden incidenteel gaten zijn gevallen
waardoor kinderen tijdelijk minder, andere of soms zelf tijdelijk geen
ondersteuning hebben ontvangen. Mede op basis van signalen hierover vanuit
het Jongenplatform Amsterdam en nauwe contacten met de jeugdhulppartners is
daar zoveel als mogelijk op geanticipeerd. Overigens is een deel van de
wegvallende ondersteuning te verklaren doordat kinderen en gezinnen uit angst
voor besmetting zorg meden in de eerste golf.
Voor de tweede golf heeft het college een aantal voorbereidingen getroffen om te
zorgen dat nóg minder kinderen de benodigde ondersteuning niet ontvangen. De
belangrijkste daarvan zijn. Zo hebben we nauw contact met de
jeugdhulpaanbieders om signalen te bespreken. Hiervoor is het Netwerk Niet
Acute Zorg opgezet waardoor de lijnen bijzonder kort zijn. Ook met het
Jeugdplatform en andere vertegenwoordigende organen zijn de lijnen kort zodat
signalen direct opgepakt kunnen worden. Daarnaast hebben we het Verwey
Jonker instituut opdracht gegeven een evaluatie van de ondersteuning in de
eerste golf te maken: wat ging er goed en zou in de toekomst behouden moeten
blijven; en wat ging er niet goed en zou anders ingevuld moeten worden in een
mogelijke tweede golf. Dat onderzoek wordt momenteel uitgevoerd en
tussenresultaten kunnen in de komende periode worden meegenomen. Ook
hebben we een korte lijn met VWS om het Rijk feedback te geven op de gevolgen
van de landelijke maatregelen op kinderen en jongeren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Ndeing er Gemeenteblad
ummer err: .
Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 september 2020
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 488
Publicatiedatum 6 juni 2018
Ingekomen onder
Ingekomen op woensdag 30 mei 2018
Behandeld op woensdag 30 mei 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van de leden Taimounti, Ceder en Simons inzake het coalitieakkoord
2018-2022 “Een nieuwe lente en een nieuw geluid”.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2018-2022, getiteld: “Een nieuwe
lente en een nieuw geluid” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 456).
Overwegende dat:
— In het coalitieakkoord op blz. 24 een voorstel is opgenomen om de onafhankelijke
klachtencommissie uit te breiden, maar verder niets over hoe individuele
politieagenten zelfbewust worden gemaakt van hun discriminerende handelen.
Besluit:
In het coalitieakkoord 2018-2022:
Op pagina blz. 24 onder de kop ‘Bedrijven, organisaties en de politie! het volgende
staat:
— _Ín Amsterdam wordt niet etnisch geprofileerd. Met de politie werken we
instrumenten uit om het politieoptreden beter te monitoren. De driehoek doet een
sterk beroep op het ministerie om de onafhankelijke klachtencommissie uit te
breiden met een of meerdere burgerleden. De commissie rapporteert jaarlijks aan
de raad.
Dit moet gewijzigd worden in:
— _Ín Amsterdam wordt niet etnisch geprofileerd. Met de politie werken we
instrumenten uit om het politieoptreden beter te monitoren. De driehoek doet een
sterk beroep op het ministerie om de onafhankelijke klachtencommissie uit te
breiden met een of meerdere burgerleden. De commissie rapporteert jaarlijks aan
de raad. Ook gaan we pleiten voor een pilot om STOP-formulieren in te voeren.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 488 Amendement
Datum 6 juni 2018
De leden van de gemeenteraad,
M. Taimounti
D.G.M. Ceder
S.H. Simons
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 525
Publicatiedatum 13 juni 2018
Ingekomen onder D'
Ingekomen op 6 juni 2018
Behandeld op 6 juni 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het afwijzen van de aangeboden
24-uursopvang door We Are Here.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Poot inzake het afwijzen van
de aangeboden 24-uursopvang door We Are Here (Gemeenteblad afd. 1, nr. 515).
Overwegende dat:
— We Are Here doorgaat met het kraken van panden, waarbij reeds bewoonde
panden niet worden geschuwd;
— Het voortdurende kraken in combinatie met het afwijzen van een 24-uursopvang
een volstrekt onhoudbare situatie is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Alvorens over te gaan tot eventuele opening van een 24-uursopvang duidelijke
toelatingscriteria, voorwaarden en regels op te stellen die van toepassing zijn
op hen die in de opvang verblijven of willen verblijven;
— Deze criteria af te stemmen met de Rijksoverheid;
— Deze criteria voor te leggen aan de gemeenteraad.
De leden van de gemeenteraad,
M.C.G. Poot
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1223
Datum indiening 15 mei 2019
Datum akkoord 5 juli 2019
Publicatiedatum 8 juli 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake containertuintjes
tegen afvaldump.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Ook in Amsterdam is het een groot probleem: afval dat geplaatst wordt naast de
ondergrondse vuilcontainers. Het ziet er rommelig uit en zorgt voor overlast en
ongedierte. Met een even simpele als kleurrijke oplossing kan dit verholpen worden:
het containertuintje. In zowel Den Haag als Rotterdam is het een groot succes en
levert het zelfs tot 80% minder bijplaatsingen naast containers op.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met de containertuintjes in Rotterdam! en Den Haag’?
Antwoord:
Het college is bekend met de containertuintjes in Rotterdam en Den Haag.
Het afgelopen jaar zijn er ook in Amsterdam meerdere experimenten en
bewonersinitiatieven uitgevoerd om bijplaatsingen tegen te gaan door het
plaatsen van grasmatten rondom een afvalcontainer.
2. In beide steden heeft de aanleg van de containertuintjes ervoor gezorgd dat
bijplaatsingen van afval fors teruggedrongen zijn. Is het college het met de fractie
van de Partij van de Ouderen eens dat de gemeente zich optimaal moet
inspannen om vuil rondom containers zoveel mogelijk terug te dringen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college deelt de mening dat de gemeente zich dient in te spannen om
bijplaatsingen van afval bij de afvalcontainer tegen te gaan. Eerder is dit gemeld
in de afhandeling motie Nadif (ingekomen stuk 39 bij raad van 29 mei 2019).
1 https://www.ad.nl/rotterdam/fleurige-containers-tegen-zwerfvuil-a491 1dfe/
2 https://www.hethaagsegroen.nl/groen+in+de+buurt/1291612.aspx
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing loos Gemeenteblad
ummer - =: .
Datum 8 juli 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 15 mei 2019
In de praktijk blijkt dat een combinatie van een grasmatje rondom de containers
mét communicatie én actief beheer door bewoners het meest effectief is. Daarom
plaatst de gemeente de containertuintjes mét communicatie over de afvalregels
als de bewoners zorgen voor draagvlak in de straat met actief beheer zodat de
tuintjes heel en schoon blijven.
3. Is het college bereid om een pilot te starten met het aanleggen van
containertuintjes in diverse stadsdelen en de bevindingen daarvan na een jaar
met de raad te delen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het plaatsen van een containertuintje is opgenomen in het aanvullende aanbod
aan de bewoners binnen het project ‘Adoptie ondergrondse afvalcontainers’ en is
daarmee onderdeel van de lokale aanpak om bijplaatsingen van afval bij
afvallocaties tegen te gaan. Na een jaar zal het college de bevindingen van
bewoners inclusief de resultaten delen met de gemeenteraad. Ook het inzetten
van een technische interventie aan de afvalcontainer zelf, zal onderdeel zijn van
deze evaluatie.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1579
Publicatiedatum 16 oktober 2019
Ingekomen onder K
Ingekomen op woensdag 9 oktober 2019
Behandeld op woensdag 9 oktober 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid N.T. Bakker inzake het Amsterdams Ondernemers Programma
2019-2022 'Naar een sterke buurteconomie’ (opknippen aanbestedingen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Amsterdams Ondernemers Programma 2019-2022
'Naar een sterke buurteconomie’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1427).
Overwegende dat:
- Amsterdam belang hecht aan een sterke buurteconomie;
- Het hierom belangrijk is om kleine buurtondernemers te stimuleren en waar mogelijk te
ondersteunen;
- De gemeente zelf het goede voorbeeld kan geven door middel van hun inkoop- en aan
bestedingsmacht;
- Veel aanbestedingen vaak echter dermate groot zijn, waardoor kleine ondernemers
weinig kans maken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken om, waar mogelijk, aanbestedingen op te knippen zodat kleine
ondernemers makkelijker mee kunnen dingen naar gemeentelijke opdrachten.
Het lid van de gemeenteraad
N.T. Bakker
1
| Motie | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering _1juni 2022
Ingekomen onder nummer 248
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake Amsterdams Akkoord
(geen toename aantal sekswerkplekken)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Amsterdams Akkoord,
Overwegende dat:
— _P37 van het akkoord stelt “We verminderen het aantal ramen op de Wallen door een deel te
verplaatsen naar een erotisch centrum waar sekswerkers meer regie kunnen nemen over hun
werk.”
— Deze passage is niet duidelijk wat dit betekent voor het totale aantal werkplekken,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Bij het realiseren van een erotisch centrum het totale aantal vergunde, bedrijfsmatige
ramen/sekswerkplekken in de stad niet te verhogen, maar voor elke nieuwe plek, een bestaande
plek op de Wallen te sluiten
Indiener
D. T. Boomsma
| Motie | 1 | discard |
2017 Documenten intern - 761
Gemeente Bezoekadres
Plein '40'451
Am ste rd am 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020 |
| | amsterdam.nl{nieuwwest
Voordracht en besluit DB-AB
Registratienummer 75988 - 2017/INT/o0761
Afdeling Gebiedspool
mmm
Onderwerp
Advies n.a.v. het voornemen van B&W tot vaststelling van het stedelijk kader Particuliere
Transformaties. |
mmm
Portefeuille Wonen, Stedelijke vernieuwing en Gebiedsontwikkeling
DB lid R. Maver
Gebied Nieuw-West
Vergaderdatum DB 12 september 2017
Vergaderdata AB 20 september 2017
27 september 2017
Agenderen College / Najaar 2017 |
Gemeenteraad
nennen nennen nennen
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Bram Berendse
0622932239
[email protected]
Pagina 1 van 5
Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 1 van 9
2017 Documenten intern - 761
Bezoekadres
Plein'40'451
1064 SW Amsterdam
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
amsterdam.nl/nieuwwest
Datum 27 september 2017
Onderwerp Advies n.a.v. het voornemen van B&W tot vaststelling van het stedelijk kader Particuliere
Transformaties.
mmm
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit:
1. Het Algemeen Bestuur voor te stellen de adviesaanvraag van het College van B&W |
inzake het voornemen om het stedelijk kader Particuliere Transformaties vast te stellen
te beantwoorden met bijgevoegde brief.
nennen eee |
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit:
besluiten wordt |
gepubliceerd
1. De adviesaanvraag van het College van B&W inzake het voornemen om het stedelijk
kader Particuliere Transformaties vast te stellen te beantwoorden met bijgevoegde
brief.
mn
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West,
en med 7
Íy ij
„ es /
ZN /
3 /
Ll ASR
= |
Mevrouw E‚J.M. FI ijer, ‚ de heer A. Baâdoud,
stadsdeelsecretaris, voorzitter —
ANY
8 jw
Cv”
Registratienummer 75988 - 2017/INT/oo761
Pagina 2 van 5
Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 2 van 9
2017 Documenten intern - 761
DB-AB
Bevoegdheid
Verordening op de bestuurscommissies, artikel 28- adviesrecht
Bestuurlijke achtergrond
Op 20 juli 2017 is ons per brief (bijlage 1) gevraagd om;
1. Conform artikel 28 van de verordening op de bestuurscommissies te adviseren op het
voornemen om het stedelijk kader particuliere transformaties
Aanvullend is gevraagd om specifiek te adviseren over de;
2. Doelgroepenverordening
3. Procedure om af te wijken van het stedelijk kader
Het kader richt zich op particuliere transformaties van gebouwen en/of gebieden met als
aanleiding;
1. Testuren op extra sociale huurwoningen in gebieden met een laag
voorraadpercentage sociale huurwoningen. |
2. Te sturen op de realisatie van woningen in het middensegment na het besluit
Ruimtelijke Ordening
3. Het nastreven van de 40-40-20 via transformaties
Het doel van het stedelijk kader is;
1. Beschrijven van de instrumenten
2. Vastleggen van de stedelijke uitgangspunten
Ad 1. Advies Nieuw-West op het voornemen van B&W om het stedelijk kader particuliere
transformaties vast te stellen / beslispunt 1.
In ons advies onderschrijven we de moeite die is genomen om tot een uniform kader te komen
voor transformaties maar vragen wij ons af in hoeverre sturingsinstrumenten nodig zijn
wanneer de regels om af te mogen wijken helder zijn. Ook zonder de sturingsinstrumenten
wordt dus het gewenste uniforme beeld bereikt zonder dat het gebiedsgerichte werken verder
aan banden wordt gelegd. Naast dit algemene advies hebben we vragen over de definities,
organisatorische inbedding en de gebruikte sturingsinstrumenten. Tevens zetten we
vraagtekens bij de stedelijke vitgangspunten waarbij de volgende het meest relevant zijn voor
Nieuw-West;
a. We adviseren om de gemengde stad niet op woningbouwplan te realiseren maar om
dit op buurtniveau na te streven. Immers de ervaring leert dat de gemengde stad op
woningbouwplanniveau spanningen kan opleveren.
c. Soepel om te gaan met de afwijkingsregels van ‘40-40-20’ bij particuliere
transformaties omdat deze panden veelal in de dure jaren ‘go zijn gekocht en zonder
soepele toepassing van deze regels niet rendabel zijn. Deze panden zijn veelal in
Slotervaart te vinden.
Daarnaast gebruiken we deze brief om ons ongenoegen te uitten met betrekking tot de
besluitvorming omtrent de Woonagenda 2025 (AB van 21-7-2017) waarbij er is geadviseerd op
een concept stuk dat later middels de ‘40-40-20’ regel flink is gewijzigd. Over deze wijziging
hebben wij geen advies kunnen uitbrengen. Ook wordt aandacht gevraagd voor de beperkte
reactietijd.
Specifiek advies op de doelgroepen verordening en de procedure om af te wijken.
Ten slotte adviseren we zoals gevraagd op de doelgroepenverordening en de procedure om af te
wijken. Met betrekking tot de doelgroepenverordening vragen we o.a. termijnen vast te stellen
voor panden met de bestemming sociale huur of middensegment om zo te voorkomen dat deze
na beperkte tijd verkocht worden aan de vrije sector. Daarnaast vragen we aandacht voor het
Registratienummer 75988 - 2017/INT/o0761
Pagina 3 van 5
Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 3 van 9
2017 Documenten intern - 761
middensegment woningen zodat de gezinnen in het gebied die nu in krappe woningen verblijven
kunnen doorgroeien op de woningmarkt. Voor betreft de procedure om af te wijken is inzichtelijk
gemaakt voor welke projecten dit mogelijk geldt.
Onderbouwing besluit
Argumenten Middels de bijgevoegde brief geven we invulling aan ons adviesrecht conform artikel 28 van de
verordening op de bestuurscommissies.
Risico's / neveneffecten Wanneer de raad instemt met het voorstel van B&W zonder dat onze wijzigingen zijn er de
volgende risico’s;
1. Door de sturingsinstrumenten is er minder ruimte om gebiedsgericht te werken
2. Wanneer het bestemmingsplan wordt gebruikt als instrument en hier ook de
percentages en bijbehorende vierkante meters in te vermelden zonder goed
registratiesysteem wordt de handhaving een knelpunt en bestaat het risico op
planschade.
De reactietermijn was 15 september 2017. Gegeven het reces was deze deadline niet
haalbaar. Hierom wordt de bestuurlijke reactie na het DB van 12 september 2017 onder
voorbehoud van de instemming van het AB verstuurd. De (mogelijk gewijzigde) brief van
het AB wordt na 27 september 2017 verstuurd.
Maatschappelijke effecten
Selecteer de maatschappelijke longeren aan het werk
effecten waar het besluit aan (Jeugd benut talent
bijdraagt [Goed veiligheidsgevoel
DIPrettig wonen
Uledereen doet en telt mee
(Prettig samenleven
(Gezonde leefstijl
Maatschappelijke Met de advisering wordt invloed uitgeoefend op de draaiknop passende woningen.
effecten
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau N.v.t.
Financiën N.v.t. Dit is een beleid stuk en heeft geen financiele gevolgen voor stadsdeel Nieuw-West
Commvnicatie N.v.t. Eris nog geen definitief besluit genomen. Aangezien het nog niet duidelijk of het advies
wordt overgenomen/wat het definitieve besluit is wordt er, om verwarring te voorkomen, niet
actief over gecommuniceerd.
Overige Verwerkt
Financiële paragraaf
N.v.t.
Financiële gevolgen? Nee.
Indien ja, dekking aanwezig? N.v.t.
Registratienummer 75988 -2017/INT/oo761
Pagina 4 van 5
Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 4 van 9
2017 Documenten intern - 761
Indien ja, welke
kostenplaats?
Toelichting
Voorlichting en communicatie
Eisen publicatie N.v.t.
Commvunicatiestappen N.v.t.
/
eee eere ee sn
Uitkomsten inspraak |
Nvt.
|
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
Niet van toepassing |
Geheimhouding
Geheimhouding Niet van toepassing
Einde geheimhouding Niet van toepassing
Stukken
Meegestuurd 1. Stedelijk kader particuliere transformaties
a. Begeleidende brief
b. Stedelijk kader
2. Antwoordbrief Nieuw-West
Ter inzage gelegd Niet van toepassing
Te verzenden stukken 2. Antwoordbrief Nieuw-West
College van Burgemeester en Wethouders (B&W) Amsterdam
Postbus 202
1000AE AMSTERDAM
Aangetekend versturen Nee.
Akkoord agendering
Datum voorbereidende staf 4 september 2017
Portefeuillehouder R. Mauer.
Portefeuillehouder akkoord? Ja (opmerkingen op de brief zijn verwerkt)
Verantwoordelijk manager _ B. Berendse
Manager akkoord? Ja
Besluit dagelijks bestuur
Registratienummer 75988 -2017/INT/oo761
Pagina 5 van 5
Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 5 van 9
2017 Documenten intern - 761
Bezoekadres
x Gemeente Beede
eesperplein8
Ä m ste rd am 1018 XA Amsterdam
Postbus 1104
1000 BC Amsterdam
Telefoon 14 020 |
amsterdam.nl |
|
Retouradres: Postbus 1104, 1000 BC Amsterdam |
Algemeen Bestuur van de bestuurscommissies Centrum, |
Nieuw-West, Noord, Oost, West, Zuid en Zuidoost |
Datum 20 juli 2017 |
Ons kenmerk _ 2017-7113
Behandeld door Harriet Wildenberg / [email protected] |
Onderwerp Stedelijk Kader voor particuliere transformaties
Geacht bestuur,
Hierbij bied ik u het “Stedelijk Kader voor particuliere transformaties”, dat specifiek gericht is op
particuliere transformaties van gebouwen en/of gebieden naar woningen, ter advisering aan.
Transformaties vinden overal in de stad plaats. In grootstedelijke projecten, maar ook onder de
verantwoordelijkheid van stadsdelen. Met het oog daarop wordt aan de bestuurscommissies ad-
vies gevraagd met betrekking tot dit nieuwe stedelijke kader.
Er zijn meerdere aanleidingen voor dit kader:
e _ De gemeente heeft met corporaties en huurders afgesproken om te bezien hoe ze, met na-
me in gebieden waar het voorraadpercentage sociale huurwoningen laag is, ook in particulie-
re ontwikkelingen (eigen grond van particulieren of in geval van een reeds bestaand erfpacht-
recht) kan sturen op het realiseren van sociale huurwoningen.
e _ Opa juli 2047 is een wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening in werking getreden waarin
gemeenten de gelegenheid wordt geboden om via bestemmingsplannen te sturen op de rea-
lisatie van middensegment huurwoningen. Via het bestemmingsplan sturen op sociale huur is
al mogelijk.
e Inde Woonagenda 2025 is als stedelijke vitgangspunt voor nieuwbouw opgenomen dat van
de woningen 40% als sociale huurwoning wordt gerealiseerd, 4,0% van de woningen als mid-
deldure huur- of koopwoning en 20% als dure huur- of koopwoning. Voor de toepassing van
dit vitgangspunt zijn spelregels vastgesteld (Collegebesluit d.d. 20 juni 2017). In Spelregel 10
is opgenomen dat dit stedelijk vitgangspunt ook geldt voor transformatieprojecten, waarbij is
aangegeven dat de nadere regels worden uitgewerkt in een Stedelijk Kader voor particuliere
transformaties.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 8 van 9
2017 Documenten intern - 761
Gemeente Amsterdam 20 juli 2017
2017-7113
Pagina 2 van4
Stedelijk Kader voor particuliere transformaties
Het doel van het Stedelijk Kader voor particuliere transformaties is tweeledig:
1. Beschrijven van instrumenten om te sturen en de (on)mogelijkheden hierbij. Met welke zaken
moet rekening worden gehouden als de stad ook in particuliere ontwikkelingen sociale en
middensegment huurwoningen gerealiseerd wil zien en hoe wordt dat dan vorm gegeven?
2. Vastleggen van de stedelijke uitgangspunten bij transformaties. Waar willen we als gemeente
programmatisch op sturen?
Ada
In bijgevoegd kader zijn de twee mogelijke “instrumenten” om te sturen, erfpacht en bestem-
mingsplan, nader toegelicht. Hierbij wordt geconstateerd dat in het geval van transformatie op
erfpachtgrond het uitoefenen van programmatische sturing in eerste instantie via de erfpacht ver-
loopt. Het erfpachtinstrument is in samenhang met een expliciete formulering van gemeentelijk
beleid voldoende om programmatische doelen na te streven. |
Het gebruik maken van de mogelijkheden die de wet biedt bij bestemmingsplannen kan hierbij wel |
toegevoegde waarde hebben. |
Als het gaat om particulier grondeigendom is de constatering dat, in het verlengde van het verle-
nen van medewerking aan het opstellen van een nieuw bestemmingsplan, het exploitatieplan een
“stok achter de deur” kan vormen om te komen tot de beoogde woningprogrammering bij trans-
formatie. Dit in verband met het kostenverhaal van door de gemeente te realiseren openbare
ruimte, waarbij ook de realisatie van vastgoed met lagere grondwaarden in het exploitatieplan kan
worden meegenomen. Er wordt gesproken over “stok achter de deur“want de eigenlijke zaken
met de ontwikkelaar worden bij voorkeur gedaan door het afsluiten van een anterieure overeen-
komst, mogelijk op basis van een concept-exploitatieplan.
Tot slot. Als het bestemmingsplan al uitgaat van (de mogelijkheid van) woningen èn er is sprake |
van particuliere grond, dan zijn de gemeentelijke beïnvloedingsmogelijkheden zeer beperkt. Op
deze specifieke situatie gaat bijgevoegd kader verder niet in.
Ad 2
De stedelijke vitgangspunten kunnen als volgt worden samengevat:
a. De gemeente Amsterdam wil ten behoeve van een gemengde stad dat in woningbouwplan-
nen sprake is van een gedifferentieerd programma, waarmee verschillende inkomensgroepen
worden bediend. De gemeente geeft hier zelf vorm aan door bij de uitgifte van gemeentelijke
grond te sturen op die differentiatie.
b. _Ookin de plannen van particulieren, waarbij geen sprake is van nieuwe gronduitgifte maar
van eigen grond van particulieren of een reeds bestaand erfpachtcontract, wil de stad een
gedifferentieerd aanbod bewerkstelligen. De stad werkt door middel van bestemmingsplan-
wijzigingen en erfpachtherzieningen alleen mee aan particuliere woningbouwplannen als er
sprake is van een gedifferentieerd woningaanbod.
c. _ Het stedelijk vitgangspunt voor een gedifferentieerd aanbod houdt in dat ook voor particulie-
re transformaties geldt dat 40% van de woningen als sociale woning wordt gerealiseerd, 40%
van de woningen als middeldure woning en 20% als dure huur- of koopwoning.
d. Van dit stedelijke uitgangspunt kan, onderbouwd en na goedkeuring door de directeur Grond
en Ontwikkeling, worden afgeweken indien:
Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 7 van 9
2017 Documenten intern - 761
Gemeente Amsterdam 20 juli 2017
2017-7113
Pagina 3 van 4
e _met de beoogde afwijking een ander stedelijk doel of programma wordt bediend in het
betreffende project; |
e _de bestaande woningdifferentiatie in het omliggende gebied van het gebouw dusdanig
specifiek is, dat een andere menging in het te transformeren gebouw beter past om de |
gewenste gemengde wijk te bereiken; |
e __Hetgebouw een dusdanige geringe omvang heeft dat de beoogde menging vanuit be-
heersoogpunt niet wenselijk is .
e. In project- of investeringsbesluiten die betrekking hebben op projecten waarin (ook) particu-
liere ontwikkelingen zijn voorzien, wordt de gewenste differentiatie vastgelegd en een even-
tuele afwijking van het stedelijke vitgangspunt onderbouwd.
f. _ Om via het bestemmingsplan te (kunnen) sturen op het programma in woningbouwplannen
stelt de gemeente een doelgroepenverordening op teneinde de woningcategorie midden-
segment te definiëren en de termijnen vast te leggen waarop de sociale en middensegment
huurwoningen moeten worden verhuurd. Voor het middensegment huur wordt daarbij aan-
gesloten bij het Actieplan Meer Middeldure Huur.
g. De gemeentelijke verantwoordelijken voor de uitvoering van het beleidskader zijn:
e __Bij eigen particuliere grond: projectmanagers verantwoordelijk voor planontwikkelingen
in hun gebied of, als er geen sprake is van een project, de betrokken stadsdeelmedewer-
ker in samenwerking met de bestemmingsplanjurist.
e __In geval van een benodigde erfpachtherziening: projectmanagers verantwoordelijk voor
planontwikkelingen in hun gebied of, als er geen sprake is van een project, de betrokken
stadsdeelmedewerker in samenwerking met Grond en Ontwikkeling (afdeling Uitgifte
en Erfpacht).
NB De Woonagenda 2025 is op 19 juli 2017 door de Gemeenteraad vastgesteld waarin de nieuwe
stedelijke uitgangspunten voor woningbouwprogrammering zijn opgenomen.Deze vitgansgpun-
ten zijn niet van toepassing op ruimtelijke projecten waarvoor reeds investeringsbesluiten zijn
genomen en niet van toepassing op locaties waarvoor de gemeente al contractuele verplichtingen
is aangegaan met een marktpartij.
Adviesvraag bestuurscommissies
Graag ontvang ik uiterlijk 15 september a.s. vw advies op dit Stedelijk Kader. Naast vw algemene
visie op de toepassing van dit kader in de praktijk vraag ik daarbij vw expliciete aandacht voor de
volgende punten:
e _ Doelgroepenverordening: de gemeente gaat een verordening opstellen teneinde de woning-
categorie middensegment te definiëren en de termijnen vast te leggen waarop de sociale en
middensegment huurwoningen moeten worden verhuurd. Zijn er vanuit de stadsdelen spei-
cifke aandachtspunten die hierbij betrokken moeten worden ?
e _ Procedure om af te wijken van het Stedelijk Kader: er zijn drie vitzonderingssitvaties opge-
nomen op basis waarvan het stadsdeel kan verzoeken af te mogen wijken van het Stedelijk
Kader. Hiernaast is aangegeven dat het Stedelijk Kader niet geldt als de gemeente reeds een
contractuele verplichting is aangegaan met de ontwikkelaar.
o _ Kunt u aangeven voor welke stadsdeelprojecten, die zich in de planvoorbereidingsfase
bevinden, v verwacht zo’n “afwijkingsverzoek” in te dienen?
o _ Kunt u aangeven voor welke stadsdeelprojecten, die zich in de planvoorbereidingsfase |
bevinden, de “40-40-20” vitgangspunt zal zijn?
Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 8 van 9
2017 Documenten intern - 761
Gemeente Amsterdam 20 juli 2017 |
2017-7113 |
Pagina 4 van 4 |
|
|
|
Bestuurlijk proces |
Wethouder Ivens en Wethouder Van der Burg hebben in de Projectenstaf van 3 juli ingestemd met |
dit Stedelijk Kader. De volgende stap is het vragen van schriftelijk advies aan de bestuurscommis- |
sies middels onderliggende brief. U heeft hiervoor tot 15 september de tijd. |
Vervolgens kan het stedelijke kader, eventueel aangepast en nogmaals besproken met Wethouder
Ivens en Wethouder Van der Burg naar aanleiding van uw adviezen, worden voorgelegd aan het
College van B&W, Raadscommissie en de Gemeenteraad. De bestuurlijke besluitvorming zal in het |
najaar plaatsvinden. De nog op te stellen doelgroepenverordening volgt een apart bestuurlijk tra- |
ject. |
Naast de Woonagenda zijn ook de “Uitvoeringsregels voor kleine huurwoningen” en het “Actie- |
plan Meer Middeldure Huur” recent vastgesteld. Beide beleidsproducten zijn relevant als het gaat
om de realisatie van sociale en middeldure woningen.
Zo betekenen de Uitvoeringsregels voor kleine huurwoningen dat het stedelijk vitgangspunt is dat
woningen onder de 4,0 m2 gbo alleen sociaal verhuurd worden.
Het Actieplan Meer Middeldure Huur biedt mogelijkheden om middensegmentwoningen te reali-
seren tegen een verlaagde grondprijs waar (o.a.) tegen over staat dat deze woningen minimaal 25
jaar verhuurd worden met een huurindexering gelijk aan CPI.
Bij beoogde particuliere transformaties is het zaak deze beleidsregels ook bij de onderhandelingen
te betrekken.
Tot slot. Middels dit Stedelijk Kader voor particuliere transformaties wordt beoogd een in de prak-
tijk werkbare situatie te creëren. De bedoeling van dit kader en de nog op te stellen doelgroepver-
ordening is om de gemeente meer instrumentarium te geven om te sturen op woonprogramma.
Ik realiseer me dat het opeenstapelen van wensen en eisen wringt met de gewenste voortgang en
realisatie van (toch al vaak complexe) particuliere gebouwtransformaties inde stad. Het toepassen
van het programmatische uitgangspunt 40-40-20 is dan ook geen wet van Meden en Perzen.
Ik hoop u hiermee voldoende geinformeerd te hebben en zie vw advies graag tegemoet.
Met vriendelijke groet,
\ a.
7 EE
e)
P. van Rossbm
Directeur Grond en Ontwikkeling
Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 9 van 9
| Besluit | 9 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1413
Publicatiedatum 28 december 2018
Ingekomen onder AB
Ingekomen op woensdag 19 december 2018
Behandeld op woensdag 19 december 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Kreuger en Yilmaz inzake de Verordening Parkeerbelastingen
2019.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Verordening Parkeerbelastingen 2019
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1355).
Constaterende dat:
— er nualleen na 10:00 uur met korting kan worden geparkeerd bij P+R's;
— het College automobilisten wil stimuleren niet met de auto de stad in te rijden;
— slimme inzet van de P+R en het aantrekkelijk maken van P+R hieraan
bijdraagt
Overwegende dat:
— Veel werkende automobilisten niet na 10:00 uur op hun werk kunnen
aankomen, maar wel graag hun auto bij een P&R zouden willen neerzetten.
— Een verruiming van de kortingstijden de P+R aantrekkelijker maakt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Parkeren op een P&R ook voor 10:00 uur 1 euro per dag te maken.
De leden van de gemeenteraad,
K.M. Kreuger
N. Yilmaz
1
| Motie | 1 | discard |
AGENDA (concept)
Raadscommissie RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
Datum: Woensdag 6 maart 2013
Aanvang: 20.00 uur
Zaal: Raadzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
Blok A Procedureel
‚Nr. |Onderwerp________________|Nadereïnfo |
Opening/Mededelingen
Vaststellen agenda Ter vaststelling
3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde
onderwerpen
Verslag 6 februari 2013 Ter vaststelling
Openstaande toezeggingen
L6._\ Mededelingen portefeuillehouder(s)
Blok B Bespreking beleidsonderwerpen
Nr. [Onderwerp ____________________|Nadereinfo [Reg.nr
7. A. Optimalisatie buitensportaccommodaties Ter advisering 5806
B. Kabinet 267
8. | Projectbesluit Herontwikkeling Sportpark Melkweg 5794
Conceptverklaring van geen bedenkingen voor het Ter advisering 5785
realiseren van het project “Poort van Waterland" aan
de Volendammerweg ongenummerd naast nummer
310.
Voortgangsrapportage moties Ter bespreking ||
11. | Presentatie zelfbouwers kavel 5 — Bosrankstraat, Ter informatie
Buiksloterham.
Blok C Algemeen
Nr. [Onderwerp
Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering
zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-2529924 of [email protected]. De raads- en
commissievergaderingen worden live uitgezonden via internet. De uitzending is ook achteraf te raadplegen.
www.noord.amsterdam.nl/deelraad
| Agenda | 1 | discard |
N Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Amsterdam-Noord
se Reg.nr. : 1121
Datum : 05 september 2011
CONCEPT-AGENDA
Openbare vergadering van de deelraad Amsterdam-Noord
woensdag 28 september 2011
in de raadzaal van het Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
aanvang 20.00 uur
Agendapunt Nadere informatie Reg.nr.
PROCEDUREEL
1)_openind
6)_ Mondelinge vragen | vageneransSfegemensanode | |
7) Aanwijzen leden commissie voor de ingevolge art. 5:2 RvO worden de leden door
geloofsbrieven de raadsvoorzitter aangewezen
8) Rapportage commissie voor de
geloofsbrieven tb.v. agendapunt 9
9) Toelating en beëdiging waarnemer SP,
mevrouw R. Elst-Vijlbrief 4629
10) Vaststellen thema Theo Fransman
Eremedaille 2011 4614
BELEIDSVOORSTELLEN
11) Onderzoek ‘Kompas voor Noord: Zonder
doel geen richting’, onderzoek naar de
bedrijfsvoering van de afvalinzameling in 4615
Amsterdam Noord 2007-2009
12) Herschikken begroting 2011 Parkeer
beleid- en regulering 4547
13) Voorbereidingsbesluit Nieuwendam-Zuid 4366
14) Programma Onderwijshuisvesting 2011 4451
15) Stichting Openbaar Onderwijs Noord:
wijzigen bestuursvorm in verband met 4545
wettelijke bepalingen
16) Vaststellen programma van eisen voor de
accountantscontrole 2011 4613
Volg de raadsvergadering live via internet op www.noord.amsterdam.nl/deelraad of op hitp://noord.raadsinformatie.nl
N Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Amsterdam-Noord
se Reg.nr. : 1121
Datum : 05 september 2011
Agendapunt Nadere informatie Regunr. |
17) Voorstel kostendekkend maken 4375
huwelijksleges per 1 oktober 2011
18) Autorisatieregels financiële mutaties op de 4468
stadsdeelbegroting
19) Raadsinitiatevoorstel Vila Bredero aren
ALGEMEEN
Volg de raadsvergadering live via internet op www.noord.amsterdam.nl/deelraad of op http://noord.raadsinformatie.nl
| Agenda | 2 | train |
Bezoekadres
xX Gemeente Batel
Amste rda m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam |
Datum 26 september 2017
Ons kenmerk
Behandeld door Dagmar Letanche (d.letanche@&amsterdam.nl, 06-20633918) en Jacolien Krooneman
([email protected], 06-16345960)
Bijlage Rapport scenario onderzoek vervanging Andreas KPMG
Onderwerp Beantwoording van motie 607 van raadsleden Vroege (D66) en Boutkan (PvdA)
getiteld ‘Onderzoek heroverweging Andreas 2.0’ en motie 608 van raadslid Ernsting |
(GL) getiteld ‘Open Data als functionele eis’
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 8 juni 2017 heeft uw raad een tweetal moties aangenomen die samenhangen met de evaluatie
en vervanging van Andreas. Het betreffen motie nr. 607 van de leden Vroege (D66) en Boutkan
(PvdA) ‘Onderzoek heroverweging Andreas 2.0’ en motie nr. 608 van het lid Ernsting (GL) ‘Open
Data als functionele eis’.
Motie 607
Met een motie hebben de leden Vroege en Boutkan het college verzocht: Een extern onderzoek
te laten vitvoeren waarin de vraag wordt beantwoord: ‘Wat willen we, wat hebben we nodig en
welk systeem/applicatie pas daarbij’?; |
1. Daarbij de optie mee te nemen om geheel opnieuw te beginnen, of voor de resterende
fase een radicaal andere benadering te kiezen;
2. De uitkomsten van dit onderzoek vóór 1 oktober 2017 aan de raad voor te leggen.
Uitkomsten onderzoek
Op 17 juli is de opdracht voor het onderzoek verstrekt aan KPMG. Het onderzoeksrapport is als
bijlage toegevoegd. De onderzoekers is gevraagd minimaal drie scenario's te onderzoeken en
daarbij een onafhankelijk advies te geven ten aanzien van deze scenario’s.
o Scenario 1: Doorgaan op de ingeslagen weg (Andreas 1 wordt volledig vervangen |
door Andreas 2).
o Scenario 2: Een andere oplossing zoeken voor fase 2 en verder.
o Scenario 3: Voor het gehele besluitvormingsproces een nieuw systeem
aanschaffen en implementeren.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum °
Kenmerk
Pagina 2 van 3
Voor de analyse van de scenario's is gekozen voor een aanpak die afstand houdt van al eerder
gemaakte keuzes, waaronder het collegebesluit vervanging Andreas van 18 februari 2014, met als
doel een zo objectief mogelijke afweging te kunnen maken tussen de scenario's.
De onderzoekers hebben de volgende onderzoeksaanpak gehanteerd:
o Het inventariseren van de IV kaders en globale eisen ten aanzien van de te
ondersteunen processen op basis van de wettelijke taak ten aanzien van
besluitvorming.
o Het inventariseren van de relevante ontwikkelingen in de markt met betrekking
tot dit type systemen.
o Het opstellen van de criteria en weegfactoren voor het vergelijken van scenario's.
o _Hetopstellen van scenario’s die kunnen worden onderscheiden voor de gemeente
Amsterdam voor het vervolg van de vervanging van Andreas.
KPMG adviseert scenario 1 voor de vervanging van Andreas: Andreas 1 volledig te vervangen voor
Andreas 2 en dus door te gaan op de reeds ingeslagen weg. Uit het marktonderzoek dat
uitgevoerd is, blijkt dat er een beperkt aantal alternatieve oplossingen zijn die deels
overeenkomen met de oplossing van de gemeente Amsterdam. De complexiteit van de
bestuurlijke besluitvormingsprocessen in combinatie met de wettelijke en IV kaders leiden tot
noodzakelijk maatwerk.
Scenario 2 (een andere oplossing voor fase 2 en verder) zal leiden tot meerdere
applicaties ter ondersteuning van de verschillende processen en, naar verwachting, meerdere
locaties voor de opslag van documenten. Dit scenario voldoet daarmee onvoldoende aan de in het
onderzoek vastgestelde criteria en een aantal IV-kaders, zoals het hergebruik van gegevens en
informatiediensten.
Scenario 3 voldoet in dezelfde mate aan een deel van de gestelde criteria als scenario 1,
maar biedt weinig voordelen. Uit scenario 3 volgt een aanzienlijke langduriger technisch risico
door het wegvallen van ondersteuning van Andreas 1. Ook heeft dit scenario kapitaalvernietiging
tot gevolg doordat reeds gedane investeringen in de vervanging van Andreas teniet worden
gedaan. Tenslotte is de organisatorische impact zeer groot bij de aanschaf en implementatie van
een nieuw systeem.
Voor de vervanging van Andreas 2 wordt een drietal aanbevelingen meegegeven. KPMG
adviseert onderzoek te doen naar de mogelijkheden om meer koppelingen te automatiseren en dit
in gang te zetten, omdat dit de gebruikersvriendelijkheid van het systeem ten goede zal komen.
Verder wordt geadviseerd om per module het hele proces in kaart te brengen voordat met de
ontwikkeling van de applicatie wordt gestart. Tenslotte wordt aanbevolen om onderzoek te doen
of het papierloos werken in hogere mate kan worden doorgevoerd in het proces.
Reactie college
Het college dankt de onderzoekers voor de analyse en het advies met aanbevelingen om de
vervanging van Andreas die reeds is ingezet af te ronden. Het college zal het advies en de
aanbevelingen betrekken bij de nadere inrichting van de vervolgfases vervanging Andreas 1.
Op dit moment is de eerste fase van de vervanging van Andreas zo goed als afgerond. Het betreft
de module die het proces tot aan de collegevergadering ondersteunt. Voor het einde van het jaar
Gemeente Amsterdam Datum
Kenmerk
Pagina 3 van 3
zal de raad geïnformeerd worden over de het tijdpad van de afronding van de volledige vervanging |
van Andreas.
Motie 608
Ten aanzien van open data geldt dat deze als requirements betrokken zullen worden bij de
inrichting van de volgende modules van Andreas 2. |
Het college beschouwt de moties 607 en 608 hiermee als afgehandeld.
|
Met vriendelijke groet,
Het college van burgemeester en wethouders var Amsterdam, \
Cn P fr
Vl / n EL
mr. É ú der Caan mr, A,H-P- Is e
burgeme geryieentesecretaris
|
|
|
|
|
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek
vervanging Andreas
Heroverweging vervolg van project
Andreas op verzoek van de Gemeenteraad
van de Gemeente Amsterdam
17.A1700011853.RA
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder
nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse
entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde
merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Inhoudsopgave
1 Samenvatting 3
1.1 Onderzoek 3
1.2 Resultaten en vervolgstappen 3
2 Aanleiding en doelstelling 5
2.1 Achtergrond 5
2.2 Leeswijzer 5
2.3 Onderzoeksdoelstelling 5
2.4 Context 6
24.1 Bestuurlijke context 6
242 Gebruikers 6
24.3 Context Andreas 7
244 Kaders 7
2.5 Buiten scope 7
2.6 Aanpak onderzoek 8
3 Analyse huidige situatie 9
3.1 Inleiding 9
3.2 Actoren 9
3.3 Proces 12
3.3.1 Voorbereiding 12
3.3.2 Besluitvorming College 13
3.3.3 Behandeling Raadscommissie en besluitvorming Gemeenteraad 13
3.4 Systeem 14
3.4.1 Modules 14
342 Technologie 15
3.4.3 Koppelingen 16
3.5 Kaders en criteria 17
3.5.1 Wettelijke kaders 17
3.5.2 De IV-kaders 18
3.5.3 De criteria 19
4 Marktonderzoek 21
4.1 Inleiding 21
4,2 Cases 21
4.3 Belangrijkste bevindingen 24
17.A1700011853. RA i
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
5 Scenarioanalyse 26
5.1 Inleiding 26
5.2 De scenario’s 26
5.3 Scenarioanalyse 27
54 Conclusie: het voorkeursscenario 29
IN Overeenkomsten cases per criterium 32
B Overeenkomsten scenario’s per criterium 40
C Het besluitvormingsproces 55
D De systeemarchitectuur 56
E Documentatieoverzicht 51
F Overzicht afgenomen interviews 59
17.A1700011853. RA ii
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
1 Samenvatting
Naar aanleiding van de motie van raadsleden Vroege en Boutkan op 8 juni 2017 heeft KPMG in
opdracht van de Gemeente Amsterdam een scenario-onderzoek uitgevoerd naar de vervanging
van Andreas.
1.1 Onderzoek
De onderzoeksvragen die het startpunt vormen zijn:
— Wat zijn op hoofdlijnen de eisen en wensen van de Gemeente Amsterdam voor de vervanging
van Andreas 1?
— Welk scenario voor de vervanging is het meest kansrijk en sluit het beste aan bij de eisen en
wensen van de Gemeente?
Drie scenario’s zijn voor de start van het onderzoek vastgesteld om te onderzoeken:
1 doorgaan op de ingeslagen weg (Andreas 1 wordt vervangen door Andreas 2),
2 een andere oplossing zoeken voor fase 2 en verder, en
3 voor het gehele besluitvormingsproces een nieuw systeem aanschaffen en implementeren.
Dit rapport bevat naast deze samenvatting, een hoofdstuk waarin de aanleiding van het onderzoek
wordt toegelicht. De volgende hoofdstukken bevatten respectievelijk een overzicht van de huidige
situatie, een overzicht van de wijze van automatisering van vergelijkbare processen bij andere
organisaties (marktanalyse) en vervolgens een scenarioanalyse welke resulteert in een
voorkeurscenario. Dit voorkeursscenario is naar onze mening de preferente manier voorwaarts.
1.2 Resultaten en vervolgstappen
Op basis van ons onderzoek komen wij tot de conclusie dat de Gemeente Amsterdam het best kan
kiezen voor scenario 1: Andreas 1 volledig te vervangen door Andreas 2 en dus door te gaan op
de ingeslagen weg. Uit de verkenning van de wijze van automatisering van vergelijkbare
processen bij andere organisaties komt naar voren dat enerzijds een beperkt aantal alternatieve
oplossingen beschikbaar is en anderzijds deze oplossingen in meer of in mindere mate voldoen
aan de voor dit onderzoek gehanteerde criteria.
Scenario 2 zou resulteren in een situatie waarin meerdere applicaties nodig zijn om de
verschillende processen te ondersteunen en waarin documenten naar verwachting op meerdere
locaties zouden worden opgeslagen. Dit scenario voldoet daarmee onvoldoende aan de criteria en
is daarnaast niet in lijn met een aantal IV-kaders 'zoals het hergebruik van gegevens en
informatiediensten.
Scenario 3 zou in dezelfde mate als scenario 1 aan een groot deel van de gestelde criteria kunnen
voldoen. Een keuze voor scenario 3 betekent tevens dat er langer gebruik moet worden gemaakt
van een versie van Andreas die niet langer door de leverancier wordt ondersteund, inclusief
bijbehorende risico’s. Ook is er sprake van kapitaalvernietiging doordat gedane investeringen in
de vervanging van Andreas teniet worden gedaan. ‘Ten slotte is de organisatorische impact zeer
groot (denk aan opleidingen, inrichten van beheer en het inrichten van processen).
l Kaders omtrent informatievoorziening van de Gemeente Amsterdam
17.A1700011853. RA 3
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Doordat deze punten niet worden gecompenseerd door aantoonbare voordelen van het kiezen voor
scenario 3, leidt dit tot een advies voor scenario 1.
Het is goed om ook ín ogenschouw te nemen dat het projectteam na een moeizame start in
voorgaande jaren en na opvolging van de adviezen uit eerdere onderzoeken, recent met de
implementatie van de collegemodule een goede stap heeft gezet in de vervanging van Andreas 1
Ook is het onze verwachting dat de gebruiksvriendelijkheid (‘het monster Andreas’) met de
overgang van 2 systemen naar 1 systeem in de toekomst zal verbeteren. Hierbij zouden de
automatisering van koppelingen met, en verdere integratie van, omringende systemen
vervolgstappen kunnen zijn met een positieve impact op de ondersteuning van het
besluitvormingsproces en de gebruiksvriendelijkheid.
17.A1700011853. RA 4
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
2 Aanleiding en doelstelling
2.1 Achtergrond
In 2013 word geconstateerd dat het uit 2005 daterende systeem Andreas 1 op omvallen stond. Het
systeem, dat het bestuurlijk besluitvormingsproces ondersteunt, was technisch instabiel en kon
niet meer voldoen aan de huidige eisen en wensen van de Gemeente. Daarnaast lopen de kosten
voor beheer op en kon de betrouwbaarheid niet langer worden gegarandeerd, mede omdat er niet
langer ondersteuning door de leverancier werd geboden. Begin 2014 ís gestart met de vervanging
van het systeem. Dit traject loopt in het derde kwartaal van 2014 vast.
In januari 2015 is opnieuw gestart met de eerste fase van de vervanging van het systeem. De scope
wordt daarbij uitgebreid om de nieuwe werkprocessen van de Gemeente te kunnen ondersteunen.
In 2016 wordt vastgesteld dat de aanpak niet voldoende resultaat opleverde. Het projectteam
‘eerste fase’ Is om deze reden na de zomer 2016 gestopt. Gezien de kritieke situatie en de wens
om gemaakte fouten niet te herhalen, is er een externe adviseur van het Adviesbureau Andersson,
Elffers en Felix gevraagd om de eerste fase te evalueren [17]. Na evaluatie is het project
doorgestart met de ontwikkeling van de collegemodule.
Er is na deze doorstart gekozen voor een andere werkwijze waarbij onder andere een volledige
beschrijving van de processen en het systeem is opgesteld voordat gestart werd met de
ontwikkeling.
De vernieuwing van de collegemodule is nagenoeg afgerond en geïmplementeerd. Na afronding
van fase 1 is voorzien in een start van fase 2: de Raadsmodule. De daaropvolgende fase 3 omvat
de overige modules van Andreas.
2.2 Leeswijzer
Hoofdstuk 1 bevat de overkoepelende samenvatting van het onderzoek. De aanleiding en
achtergrond van het onderzoek zijn in hoofdstuk 2 opgenomen. Vervolgens bevat hoofdstuk 3 een
beschrijving van de huidige situatie. Hoofdstuk 4 beschrijft het marktonderzoek. Afsluitend volgt
de analyse van de scenario’s in hoofdstuk 5 waarin ook de conclusie in de vorm van een
voorkeursscenario wordt beschreven.
Het rapport omvat bijlagen met daarin opgenomen de overzichten van geïnterviewde personen,
geraadpleegde documentatie en een verdere detaillering van de bevindingen en analyses.
2.3 Onderzoeksdoelstelling
Over de voortgang van de vervanging van Andreas is op 8 juni gesproken in de Raad. Naar
aanleiding van deze bespreking is een motie ingediend en aangenomen met het verzoek tot het
laten uitvoeren van een extern onderzoek. De motie luidt als volgt:
De Raad,
“Gehoord de discussie over de stand van zaken van de vervanging van Andreas en de evaluatie
van de eerste fase vervanging (Gemeenteblad afd. 1, nr. 413). Overwegende dat: —
— Het Andreas 2.0 project gekenmerkt wordt door een lange reeks vertragingen en hoger
uitgevallen kosten. —
17.A1700011853. RA 5
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
— Deze reeks tegenvallers leidt tot de vraag hoe zinvol het is om nog met het project door te
gaan. —
Verzoekt het College van burgemeester en wethouders:
1. Een extern onderzoek te laten uitvoeren waarin de vraag wordt beantwoord: ‘wat
willen we, wat hebben we nodig en welk systeem/applicatie past daarbij'?;
2. Daarbij de optie mee te nemen om geheel opnieuw te beginnen, of voor de resterende
fase een radicaal andere benadering te kiezen;
3. De uitkomsten van dit onderzoek vóór 1 oktober 2017 aan de Raad voor te leggen.”
KPMG is naar aanleiding van de motie gevraagd onderzoek te doen om te komen tot een antwoord
op de volgende vragen:
— Wat zijn op hoofdlijnen de eisen en wensen van de Gemeente Amsterdam voor de vervanging
van Andreas 1?
— Welk scenario voor de vervanging is het meest kansrijk en sluit het beste aan bij de eisen en
wensen van de Gemeente? Hierbij worden de onderstaande scenario’s meegenomen:
1. Doorgaan op de ingeslagen weg (Andreas 1 wordt vervangen door Andreas 2).
2. Een andere oplossing zoeken voor fase 2 en verder.
3. Voor het gehele besluitvormingsproces een nieuw systeem aanschaffen en implementeren.
2.4 Context
2.4.1 Bestuurlijke context
Het onderzoek wordt uitgevoerd in de bestuurlijke context van de Gemeente Amsterdam. Hierin
heeft de Gemeenteraad middels bovengenoemde motie opdracht gegeven voor een extern
onderzoek. Formeel opdrachtgeverschap voor dit onderzoek ligt bij de loco-Gemeentesecretaris
tevens directeur Bestuursadvisering van de Gemeente Amsterdam.
De Gemeenteraad heeft aangegeven dat het zich bekommert om de vervanging van Andreas
vanuit twee perspectieven: (1) Vanuit de rol van controlerend orgaan van de Gemeente
Amsterdam en (2) als onderdeel van het besluitvormingsproces en daarmee gebruiker van
Andreas.
2.4.2 Gebruikers
Andreas ondersteunt momenteel een groot deel van het besluitvormingsproces van de Gemeente.
De betrokkenen die direct worden geraakt door deze vervanging zijn betrokken bij het onderzoek
en kunnen ingedeeld worden in twee groepen.
1. Het College van Burgemeesters & Wethouders en het ambtelijk apparaat van de Gemeente
Amsterdam dat het College ondersteunt in haar werkzaamheden, waaronder behandelend
ambtenaren, adviseurs, de agendakamer en staven.
2. De Gemeenteraad van de Gemeente Amsterdam en de Griffie die haar ondersteund in haar
werkzaamheden.
17.A1700011853. RA 6
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
24.3 Context Andreas
Als ondersteunend systeem voor het besluitvormingsproces wordt Andreas gebruikt voor het
ondersteunen van ongeveer 75 vergaderingen per jaar [13]. Andreas 1 wordt al langere tijd niet
meer ondersteunt door de leverancier. Andreas 1 is gebouwd met de technologie Webtop. Het
systeem is modulair opgebouwd, waarbij iedere module een onderdeel van het
besluitvormingsproces ondersteunt, namelijk:
1. Behandeling/Staf
2. College
3. (Commissie) en Raad
4. Publicatie
5. Archief
6. Diversen
Fase 1 van het project Andreas, waarbij de collegemodule (2) van Andreas wordt vernieuwd, is
met de live-gang van het agenda-onderdeel in de productieomgeving in augustus 2017 afgerond.
Fase 2 bestaat uit de vervanging van de Raadsmodule (3). De overige modules (1, 4, 5 en 6) staan
gepland voor fase 3. De publicatiemodule betreft de koppeling van Andreas met DROP. DROP
is een publicatiesysteem waarvan de ontwikkeling onder verantwoordelijkheid van het Rijk valt.
De implementatie van de koppeling met DROP vanuit de Gemeente Amsterdam is ondergebracht
in een apart project.
24.4 Kaders
De ondersteuning van het besluitvormingsproces van de Gemeente Amsterdam moet voldoen aan
een aantal kaders. Hierin kunnen 2 niveaus worden onderscheiden:
1. Wettelijke kaders — De kaders die vanuit de Gemeentewet worden gesteld aan het
besluitvormingsproces van de Gemeente Amsterdam.
2. IV-kaders —- De Gemeente kent IV-kaders die als uitgangspunt dienen voor de Gemeentelijke
informatievoorziening. Hier kan enkel bij uitzondering en met instemming van de CIO van
worden afgeweken.
De wettelijke kaders en de IV-kaders worden in samenvatting geïntroduceerd in hoofdstuk 3.
2.5 Buiten scope
Een aantal zaken valt buiten scope van dit onderzoek. Dit onderzoek is niet bedoeld om
requirements voor het vervangende systeem van Andreas 1 vast te stellen. Daarnaast wordt
aangenomen dat het huidige besluitvormingsproces voldoet aan de wettelijke kaders. In dit
onderzoek wordt geen pakketvergelijking of aanbiedersselectie uitgevoerd. Tot slot wordt er geen
onderzoek gedaan naar het functioneren van het huidige besluitvormingsproces.
17.A1700011853. RA 7
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
2.6 Aanpak onderzoek
Om tot een antwoord op de onderzoeksvragen te komen zijn wij stapsgewijs te werk gegaan. Ter
voorbereiding is een lijst met te onderzoeken documentatie opgesteld, zijn interviews gepland en
is de opzet van het onderzoek afgestemd met de (gedelegeerd) opdrachtgever tijdens een kick-
off. Middels interviews en documentonderzoek zijn het proces en het systeem in kaart gebracht.
Voor de analyse van de scenario’s is gekozen voor een aanpak die afstand houdt van al eerder
gemaakte keuzes (w.o. collegebesluit 18 feb 2014) [23]. Het doel is immers om een zo objectief
mogelijke afweging te kunnen maken tussen de scenario's. Tegelijkertijd was er wel input nodig
vanuit de Gemeente Amsterdam om de uiteindelijke criteria waarop de scenario’s beoordeeld
moesten worden vast te stellen. Om dit lastige punt te ondervangen is er voor gekozen om een
workshop te houden waarin vertegenwoordigers vanuit verschillende perspectieven de
beoordelingscriteria en wegingsfactoren vast hebben gesteld. Hiervoor waren beide
gebruikersgroepen uitgenodigd, namelijk de ambtelijke organisatie en de Griffie. De laatste heeft
hiervan afgezien en aangegeven dat zij haar wensen en eisen al eerder kenbaar heeft gemaakt en
dat ze de onafhankelijke positie van de Raad m.b.t. de beoordeling van het onderzoek niet wil
beïnvloeden.
De beoordelingscriteria en wegingen zijn als volgt tot stand gekomen. Allereerst boden de
wettelijke kaders en IV-kaders een afbakening van het speelveld waarbinnen criteria vastgesteld
konden worden. Op basis hiervan hebben wij op basis van onze kennis en expertise een voorstel
gedaan van beoordelingscriteria om de scenario’s op te beoordelen. Dit voorstel is vervolgens in
workshop-verband verrijkt met inzichten van de deelnemers. Deze definitieve set van criteria en
de weging daarvan beoordelen wij als zijnde in lijn met hetgeen gebruikelijk is in vergelijkbare
onderzoeken.
Parallel hieraan is een marktonderzoek uitgevoerd waarin is gekeken naar hoe
besluitvormingsprocessen in de markt worden ondersteund bij vergelijkbare instanties binnen en
buiten de publieke sector. Hierbij is gekeken naar cases die in eerdere projecten door KPMG zijn
onderzocht. Daar waar de organisatie in de workshop de beoordelingscriteria en wegingsfactoren
heeft vastgesteld heeft KPMG deze gebruikt om de scenario’s te analyseren en uiteindelijk tot een
advies omtrent een voorkeursscenario te komen. De globale aanpak is weergegeven in
onderstaande figuur.
Voorkeursscenario en
Voorbereiding Uitwerken scenario’s en
* Verzamelen en analyseren *_ Inventariseren high-level * Inventariseren mogelijke * Opstellen weging aan de hand
achtergrond informatie requirements middels: scenario's van criteria en vaststellen
* Kick-off met opdrachtgever * Verzamelen documentatie * Uitwerken mogelijke voorkeursscenario
* Vaststellen planning * Interviews met betrokkenen scenario’s * Opstellen concept rapportage
5 * Opstellen lijst benodigde *_ Verwerken inzichten uit * Doorgaan op ingeslagen * Bespreken conceptrapportage
5 gegevens documenten en interviews: weg met begeleidingsgroep
5 * Selecteren betrokkenen * Opstellen overzicht high level * Andere oplossing na fase 1 *_Valideren en aanpassen
© medewerkers requirements * Selecteren nieuw systeem concept rapportage waar
<t, Plannen interviews met * Opstellen criteria voor *_ Met per scenario een nodig ‚
betrokkenen besluitvorming uitwerking van: “Opstellen eindrapportage
* Plannen overige bijeenkomsten *_ Uitvoeren marktonderzoek ten * Voor- en nadelen * Presenteren eindrapportage
behoeve van opstellen . Randvoorwaarden aan opdrachtgever
alternatieve scenario's bern
* Risico's
* Workshop vaststellen . bar:
requirements en criteria/weging * Globale financiële impact
c * Kick-off * Overzicht high level * Beschrijving van mogelijke * Voorkeurscenario
8 « Planning (interviews en overige requirements scenario's * Concept rapportage
ë bijeenkomsten) . Criteria/weging voor vergelijken «Definitieve rapportage
8 scenario s
a Marktonderzoek
17.A1700011853. RA 8
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
3 Analyse huidige situatie
3.1 Inleiding
Het doel van dit hoofdstuk is het geven van inzicht in de huidige situatie van de vervanging van
het systeem Andreas. Op dit moment zijn er 2 versies van Andreas, Andreas 1 en Andreas 2, in
gebruik en daarnaast een aantal omringende applicaties die gezamenlijk het
besluitvormingsproces ondersteunen.
De opbouw van dit hoofdstuk bestaat uit 3 onderdelen. Gestart wordt met een analyse van de
betrokken actoren. Na de analyse van de betrokkenen volgen beschrijvingen van het proces, het
systeem, de kaders en de criteria.
3.2 Actoren
De verschillende betrokkenen bij Andreas worden in deze paragraaf geïntroduceerd. Het doel van
dit onderdeel is niet om de volledige organisatie van de Gemeente Amsterdam te inventariseren.
Om deze reden worden enkel in het kader van de dit onderzoek relevante actoren benoemd.
Gemeenteraad
De Gemeenteraad is als controlerend orgaan van het College het belangrijkste besluitvormende
orgaan binnen de Gemeente Amsterdam. De Gemeenteraad vergadert 1 maal per drie weken,
waarbij gestemd kan worden over beleidsvoordrachten, maar ook opheldering gevraagd kan
worden aan het College. Middels verschillende onderwerp-specifieke raadscommissies bestaande
uit leden van de Gemeenteraad worden sommige onderwerpen eerst diepgaander besproken
voordat er in de Gemeenteraad over wordt besloten. In raadscommissies worden geen besluiten
genomen.
De Gemeenteraad is als gebruiker betrokken bij Andreas. Voordrachten die aan de
Raadscommissies en aan de Gemeenteraad worden voorgelegd, worden verwerkt door de Griffie.
Raadsleden hebben toegang tot de documenten middels het Raadsinformatiesysteem Amsterdam
(RIA/Notubiz). Ook is de Gemeenteraad als controlerend orgaan van het College betrokken bij
het verloop van het project Andreas.
College van Burgemeester en Wethouders
Het College van Burgemeesters en Wethouders (hierna het College) vormt het dagelijks bestuur
van de Gemeente Amsterdam en is verantwoordelijk voor het te voeren beleid van de Gemeente.
Dossiers, die in vergaderingen van het College worden behandeld, worden in Andreas voorbereid,
geagendeerd en vastgelegd. Op die manier is het College gebruiker van de applicatie. Wethouders
en burgemeester hebben toegang tot de stukken middels de applicatie Point2Share. Naast de rol
van gebruiker heeft het College ook de rol van eindverantwoordelijke voor het systeem.
Griffie
De Raadsgriffie is een onafhankelijke ambtelijke organisatie binnen de Gemeente Amsterdam die
de Gemeenteraad ondersteunt in haar werkzaamheden. Hieronder vallen het voorbereiden en
17.A1700011853. RA 9
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
begeleiden van commissie- en raadsvergaderingen en de administratieve verwerking van wat in
de vergadering besproken is.
De Raadsgriffie is gebruiker van Andreas. De agendering van punten voor vergaderingen wordt
in Andreas uitgevoerd. Daarnaast wordt de administratieve verwerking van vergaderingen in
Andreas gedaan en voert de Griffie archiveringswerkzaamheden uit in Andreas.
rve Bestuur & Organisatie
De rve Bestuur & Organisatie heeft een kader stellende rol ten aanzien van de besluitvorming
van de Gemeente Amsterdam. Onder deze rve valt ook de Directie Bestuursadvisering. De
afdeling adviseert het bestuur van de Gemeente Amsterdam aangaande
besluitvormingsprocessen. Deze rol vervullen zij met name als het gaat om bestuurlijk
complexe dossiers. De directeur Bestuursadvisering is tevens loco-Gemeentesecretaris en is
opdrachtgever voor IV Bedrijfsvoering, waar Andreas onder valt. Onder de rve Bestuur &
Organisatie valt ook het Bureau Bestuur Gemeentesecretaris, waar de Agendakamer onder valt.
Dit is een team dat de besluitvorming van het College ondersteunt.
CIO-Office
De CIO-office stelt kaders op voor het ICT-landschap van de Gemeente Amsterdam. Relevant
voor dit onderzoek zijn hierbij de IV-kaders, waar nieuwe ICT-projecten en applicaties aan
moeten voldoen. Als ICT-project moet het project Andreas voldoen aan de gestelde IV -kaders.
Directie Juridische Zaken
De Directie Juridische Zaken (DJZ) ziet toe op de juridische kwaliteit van het handelen van de
Gemeente in brede zin. Onderdeel hiervan is het verlenen van juridisch advies aan het College
aangaande aangeleverde beleidsvoordrachten vanuit de ambtelijke organisatie.
DJZ is als gebruiker betrokken bij Andreas. Beleidsvoordrachten moeten verplicht van juridisch
advies van DJZ worden voorzien. Deze adviesaanvragen worden middels Andreas digitaal
ingediend en afgehandeld.
Directie Middelen en Control
De Directie Middelen en Control (DMC) is verantwoordelijk voor ondersteuning op gebied van
financiën, personeel, en inkoop. Onderdeel hiervan is het verlenen van financieel advies aan het
College aangaande aangeleverde beleidsvoordrachten vanuit de ambtelijke organisatie.
DMC is als gebruiker betrokken bij Andreas. Beleidsvoordrachten moeten verplicht van
financieel advies van DMC zijn voorzien. Deze adviesaanvragen worden middels Andreas
digitaal ingediend en afgehandeld.
IV Bedrijfsvoering
De afdeling IV Bedrijfsvoering van de Gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor de
informatievoorziening van de Gemeente. Momenteel heeft de afdeling ongeveer 1800 applicaties
in beheer. Andreas en de omringende applicaties worden beheerd door de afdeling IV
bedrijfsvoering. Het functioneel beheerteam Andreas is onderdeel van deze afdeling.
17.A1700011853. RA 10
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Resultaat Verantwoordelijke Eenheden
Sinds de reorganisatie van 2014 is de Gemeente Amsterdam ingedeeld in clusters met daaronder
Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (rve’s). ledere rve heeft een eigen expertisegebied
waarbinnen zij beleid uitwerkt. Het uitwerken van dit beleid wordt binnen de rve’s gedaan door
behandelend ambtenaren. Deze behandelend ambtenaren zijn ook verantwoordelijk voor het
indienen van beleidsvoordrachten bij het College. In de meeste gevallen vindt er vooraf
afstemming plaats met de wethouder.
Het indienen van een voordracht voor agendering in een collegevergadering en de verplichte
aanvraag van advies op een voordracht bij DJZ en DMC gebeurt middels Andreas. Daarmee is de
behandelend ambtenaar gebruiker van de applicatie. In de praktijk wordt het indienen van een
voordracht gedaan door gebruikers die gespecialiseerd zijn in het bestuurlijke
besluitvormingsproces en goede kennis hebben van Andreas.
rve ICT
De rve ICT is een centrale eenheid binnen de Gemeente Amsterdam en is verantwoordelijk voor
alle infrastructurele zaken op het gebied van IT zoals het netwerk, werkstations en data-centers.
De rve ICT is betrokken bij Andreas in die zin dat zij verantwoordelijk is voor het functioneren
en onderhouden van alle onderdelen van de IT, behalve de functionele applicatie zelf. De feitelijke
hosting van Andreas is ondergebracht bij KPN.
Projectteam: Vervanging Andreas
Het projectteam Andreas heeft de verantwoordelijkheid voor de vervanging van Andreas. Het
project dat momenteel loopt is het afronden van fase 1 Andreas 2. Het project heeft twee
projectleiders: één vanuit IV en één vanuit de “business”, dit is tevens de projectmanager. In zijn
huidige opzet bestaat het kernteam uit ongeveer 10 mensen die part-time of full-tme aan het
project werken. Deze mensen werken binnen verschillende delen van de organisatie. De
opdrachtgever van het project is de Loco-Gemeentesecretaris tevens directeur
Bestuursadvisering. De ontwikkeling van het vernieuwde Andreas (Andreas 2) wordt uitgevoerd
door een externe partij, namelijk Informed Consulting. Vanuit Informed Consulting werken
momenteel 3-4 mensen aan het project.
Projectteam: DROP
Het project DROP houdt zich bezig met de vervanging van de publicatie-systemen GVOP en
CVDR. Deze vervanging is een landelijke aangelegenheid geïnitieerd vanuit het Ministerie van
Binnenlandse zaken. De ontwikkeling van de nieuwe applicatie wordt op landelijk niveau
georganiseerd. De scope van het project behelst het verzorgen van aansluiting van de processen
van de Gemeente Amsterdam op het werken met de applicatie DROP, het verzorgen van scholing
van medewerkers en het vaststellen van de hiervoor benodigde organisatiestructuur. Om correct
te publiceren is DROP afhankelijk van de juiste output vanuit Andreas.
Leverancier: KPN
KPN is verantwoordelijk voor het technisch beheer, de housing en de hosting van Andreas. Dit
wordt al langere tijd gedaan middels individuele contracten tussen het team dat binnen de
Gemeente Amsterdam het beheer van Andreas uitvoert (onderdeel van IV bedrijfsvoering) en
17.A1700011853. RA 11
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
KPN. Op dit moment loopt er een Gemeentebreed project (Henl) waarbinnen het volledige
technische beheer van applicaties van de Gemeente Amsterdam wordt overgedragen aan KPN.
3.3 Proces
De context waarin dit onderzoek zich afspeelt is het bestuurlijke besluitvormingsproces van de
Gemeente Amsterdam. Dit proces verloopt deels geautomatiseerd. Momenteel vindt deze
automatisering plaats middels Andreas en een aantal omringende systemen. Na de vervanging
hiervan dient het proces ondersteund te blijven. Om deze reden wordt in deze paragraaf het proces
beschreven.
Het besluitvormingsproces loopt van het ontkiemen van nieuwe beleidsideeën tot aan het
archiveren van besluiten na publicatie. Een schematische weergave van het proces is weergegeven
in onderstaande figuur [14]. Het proces is grofweg in te delen in drie onderdelen: °
1 Voorbereiding binnen de ambtelijke organisatie van de Gemeente Amsterdam (bijvoorbeeld
een rve).
2 Besluitvorming binnen het College.
3 Besluitvorming in de Gemeenteraad, eventueel na behandeling in een raadscommissie.
Voorbereiding (Andreas 1 en 2) College B&W (Andreas 2) Commissie/Raad (Andreas 1)
Raad
Vertegenwoordiger Akkoord RVE
de
Telia voordracht agendering resultaat actie
Ol
A A
Ondersteuning! 7 / 7 = wblicatie,
Grifre
3.3.1 Voorbereiding
Het bestuurlijke besluitvormingsproces begint wanneer een wethouder of directeur aanleiding
heeft om een voorstel tot het voeren van beleid te formuleren. Hier kunnen diverse aanleidingen
voor zijn, waaronder, eigen initiatief vanuit de Wethouder (al dan niet op basis van het
coalitieakkoord van het College), een verzoek vanuit de Gemeenteraad, bijvoorbeeld middels een
motie, initiatiefvoorstel of schriftelijke vragen, of een verzoek vanuit de burger.
Het voorstel voor beleid wordt uitgewerkt door een behandelend ambtenaar van een RVE met
expertise op het vlak waarop het beleid van toepassing is. De ambtenaar maakt een voordracht en
stemt dit af met juridisch en financieel adviseurs. Deze voordracht gaat in concept naar de
weekendmap of staf van de wethouder. De wethouder levert zijn commentaar op de voordracht
2 Niet ieder dossier bewandelt deze route. Er zijn dossiers die een korter pad volgen
3 Bovenstaande afbeelding betreft een high-level weergave van het proces. Deze weergave is gebaseerd op een
gedetailleerde procesbeschrijving gemaakt door Dirkjan Langeveld [14]
17.A1700011853. RA 12
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
wat vervolgens verwerkt wordt door de behandelend ambtenaar. Dit deel van het proces is in de
meeste gevallen iteratief.
Wanneer de voordracht goed genoeg is om te agenderen voor de Collegevergadering wordt deze
na finaal akkoord van de juridisch en financieel adviseur en akkoord van de RVE directie
ingediend ter agendering in het college.
Er wordt middels Andreas een zaakdossier aangemaakt. Tot aan akkoord op het concept van de
voordracht wordt niet alleen gebruik gemaakt van Andreas, maar worden ook informelere kanalen
gebruikt (mail, telefoon etc.). Voor het toevoegen van een voordracht aan de weekendmap of staf
van een wethouder wordt Andreas 1 gebruikt.
3.3.2 Besluitvorming College
Wanneer een zaakdossier wordt aangemaakt worden er afhankelijk van het type besluit drie
dossiers aangemaakt voor College, Raadscommissie en Gemeenteraad. Op dat moment worden
ook direct vergaderdata vastgesteld en wordt de voordracht ter agendering voorgesteld bij de drie
organen.
De voordracht wordt geagendeerd door de agendakamer en behandeld binnen het College. Het
College kan ervoor kiezen om met de voordracht in te stemmen en deze door te sturen naar de
Gemeenteraad. Ook kan het College ervoor kiezen onder voorbehoud in te stemmen met de
voordracht. Dit houdt in dat de wethouder een mandaat van het College krijgt om enkele
wijzigingen door te voeren in de voordracht en deze vervolgens zonder inmenging van het College
door te sturen naar de Gemeenteraad.
Het aanmaken van het zaakdossier wordt momenteel nog in Andreas 1 gedaan. De rest van
bovenstaand proces wordt inmiddels ondersteund door Andreas 2.
3.3.3 Behandeling Raadscommissie en besluitvorming Gemeenteraad
Vanaf het moment dat het College besluit dat een voordracht bij de Gemeenteraad voorgelegd
wordt, wordt de ondersteuning van dat deel van het proces uitgevoerd door de Griffie. De Griffie
controleert of stukken correct en volledig worden aangeleverd. Veel dossiers worden alvorens er
over besloten wordt in de Gemeenteraad voorgelegd aan een Raadscommissie. Agendering
hiervoor wordt gedaan door de Griffie. De datum hiervoor staat in principe al bij het aanmaken
van het dossier vast.
Na behandeling in een Commissie wordt het dossier behandeld in de Gemeenteraad. De
Gemeenteraad neemt op basis van stemming een besluit. Dit besluit wordt vastgelegd door de
Griffie. Ook kunnen toezeggingen van een wethouder omtrent het dossier worden gevraagd. Deze
toezeggingen worden door de Griffie vastgelegd in Andreas. Een toezegging kan inhouden dat
een wethouder later nog op een punt in de Gemeenteraad toelichting moet geven. De termijnen
die hiervoor gesteld worden, worden in de ondersteunende applicatie vastgelegd. Dit wordt de
termijnagenda genoemd.
Na besluitvorming zorgt de Griffie voor de archivering van het dossier. Ook worden de genomen
besluiten gepubliceerd, zodat deze openbaar ingezien kunnen worden en om te zorgen dat
algemene besluiten rechtsgeldig zijn. Publicatie wordt uitgevoerd door de ondersteuning van de
Raad.
17.A1700011853. RA 13
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
3.4 Systeem
Het besluitvormingsproces wordt grotendeels ondersteund door Andreas. Het systeem is modulair
opgebouwd. In deze paragraaf gaan wij in op de verschillende modules van Andreas, globaal op
de technologie waarmee het systeem gebouwd is en de koppelingen die het systeem momenteel
heeft. De omschrijving van het systeem is opgesteld op basis van interviews en documentatie
waaronder bijlage D.
3.4.1 Modules
Andreas bestaat uit vijf verschillende modules. Deze modules zijn weergegeven in onderstaande
figuur. Er is binnen het project Andreas voor gekozen om de modules gefaseerd te vervangen. De
collegemodule ís recent vernieuwd. De module voor de Raadscommissies en de Gemeenteraad
staat in het programmaplan voor fase 2 gepland. De voorbereidingsmodule, de
archiveringsmodule en enkele diverse functionaliteiten staan gepland voor fase 3. De
publicatiemodule maakt onderdeel uit van een apart project DROP, maar is wel een onderdeel
van het systeem in brede zin. De modules van Andreas worden beschreven in de volgende
paragraven [8].
Voorbereiding/ Behandeling Commissie TST sari
ublicatie Archiverin
NA] Oner PEP 2
Voorbereiding/staf:
De module Staven automatiseert delen van het voorbereidende bestuurlijke proces tot aan het
indienen van een beleidsvoorstel bij het College (onderdeel van fase 3). De behandelend
ambtenaar kan in de module voordrachten opstellen en deze naar staven sturen of in
weekendmappen plaatsen, zodat deze door een wethouder en zijn staf kan worden ingezien.
Middels de module kunnen vergaderingen worden gepland, agenda’s worden opgesteld en de
juiste bijlagen bij agendapunten worden geplaatst.
Collegemodule
De collegemodule automatiseert het besluitvormingsproces van het College. Besluiten die door
het College genomen worden, worden middels de collegemodule en de applicatie Point2Share
aan het College voorgelegd. Via deze module kan de behandelend ambtenaar de concept
voordracht voorleggen bij een adviseur van DJZ en DMC voor finaal advies. De ambtenaar die
verantwoordelijk is voor het afhandelen van de collegevergadering kan een vergadering
organiseren, een agenda opstellen, na de vergadering de besluiten vastleggen en de uitslag van
een vergadering vastleggen.
Raad (en Commissies):
De Raadsmodule automatiseert grote delen van het besluitvormingsproces van de Gemeenteraad
en de Raadscommissies. Dit proces loopt vanaf het verwerken van resultaten van een
Collegevergadering tot aan de uiteindelijke verwerking van de resultaten van de
Raadsvergadering. De Griffie kan middels de module een Commissie of Raadsvergadering
17.A1700011853. RA 14
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
organiseren, een agenda opstellen, en besluiten en uitslagen vastleggen. De Griffie kan ook de
termijnagenda vastleggen, waarin alle toezeggingen die in de Raad zijn gedaan worden
vastgelegd. Afgeronde dossiers worden gearchiveerd in Andreas 1.
Publicatie
Landelijk is bepaald dat alle Gemeentelijke publicatie per 1 januari mogelijk moet zijn middels
het systeem DROP. Een automatische koppeling tussen Andreas en DROP is en komt er niet. Dit
ligt niet aan de mogelijkheden die Andreas biedt, maar aan de vereisten voor aanlevering van
DROP Momenteel vindt publicatie nog plaats middels GVOP en CVDR. Ondersteuning hiervoor
vervalt in de toekomst.
Archief
Toegang tot het archief vindt plaats via Andreas 1. De opslag van de documenten vindt plaats in
Documentum. Op dit moment wordt in een separaat project onderzocht of Documentum kan
worden vervangen door een generiek DMS systeem.
3.4.2 Technologie
De applicatie Andreas is een interface (koppeling) gebouwd op het systeem Documentum.
Andreas 1 en 2 zijn gebouwd met behulp van twee verschillende technologieën: respectievelijk
Webtop en XCP2.
Documentum
Documentum is een systeem waarin documenten en informatie opgeslagen kunnen worden. Het
systeem heeft functionaliteit voor het toevoegen van kenmerken en metadata aan documenten en
informatie waarmee kan worden voldaan aan de voorwaarden voor digitale archivering [21].
Documentum heeft van zichzelf geen workflow functionaliteit. Documentum dient als platform
waarop workflow functionaliteit kan worden ontwikkeld.
Webtop
Webtop is een door Documentum ondersteunde technologie. Hiermee kan middels een interface
toegang worden verkregen tot informatie in Documentum. Webtop wordt ook gebruikt voor het
ontwikkelen van workflow. Webtop is op de programmeertaal Java gebaseerd. Dit houdt in dat
voor het bouwen en onderhouden van een applicaties in Webtop codeeractiviteit (programmeren)
nodig is.
xCP2
xCP2 is een nieuwe technologie vergeleken met Webtop waarmee ook interfaces en workflow
gemaakt kunnen worden. Op deze manier kan, net als bij Webtop, de informatie in Documentum
worden ontsloten. XCP2 biedt uitgebreidere functionaliteit dan Webtop en kan gezien worden als
een blokkendoos, met daarin functionele bouwstenen voor te bouwen applicaties. Dit zorgt ervoor
dat codeeractiviteit niet nodig is om te ontwikkelen en om het systeem te onderhouden.
17.A1700011853. RA 15
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
3.4.3 Koppelingen
DROP
Eerder in dit rapport is het systeem DROP al genoemd als (verplichte) applicatie voor het
publiceren van Gemeentelijke besluiten. Besluiten worden conform de Algemene Wet
Bestuursrecht bekend gemaakt in het Gemeenteblad om in werking te treden. De leverancier van
DROP heeft aangegeven dat aanlevering van informatie momenteel enkel nog in een MS Word
format kan. Dit betekent in de huidige situatie dat een koppeling zonder tussenkomst van een los
template niet realiseerbaar is. Grofweg zijn er twee mogelijkheden om juiste aanlevering te
realiseren in de toekomst.
1. Het template wordt in Andreas bij het indienen van de eerste voordracht automatisch
gegenereerd, en wordt in het volledige proces meegenomen en, zo nodig, aangepast. Op dit
moment worden er alleen bestanden in PDF formaat gegenereerd binnen Andreas.
2. De template wordt door de behandelend ambtenaar in Andreas aangevuld op basis van de
initiële voordracht en als bijlage meegenomen in de rest van het proces. De template wordt
tijdens het proces aangepast.
De uiteindelijke invulling hiervan wordt uitgevoerd binnen het project DROP.
RIA/Notubiz
De Gemeenteraad en Raadscommissies hebben toegang tot de in de vergaderingen besproken
documenten middels de applicatie Notubiz, binnen de Gemeente Amsterdam
RIA(Raadsinformatiesysteem Amsterdam) genoemd. De koppeling tussen Andreas en deze
applicatie is momenteel handmatig. Dit wil zeggen dat documenten door de Griffie handmatig in
de applicatie worden klaargezet zodat Raadsleden hier toegang toe hebben.
Point2Share/SharePoint
Het College heeft toegang tot in de vergaderingen besproken documenten middels de applicatie
Point2Share. Point2Share is op een SharePoint omgeving gebouwd en biedt toegang tot
documenten die in deze omgeving zijn neergezet. De koppeling tussen Andreas en deze applicatie
is momenteel handmatig. Dit wil zeggen dat documenten handmatig door de Agendakamer in
SharePoint worden klaargezet zodat Collegeleden hier toegang toe hebben.
Repro
Het College, de Gemeenteraad, en Raadscommissies kunnen documenten die worden besproken
in de vergaderingen fysiek inzien door deze door de afdeling Repro te laten printen. Momenteel
kunnen de Griffie en de Agendakamer vanuit Andreas documenten naar de Repro sturen om deze
te laten printen.
Archief
Momenteel worden dossiers die in Andreas verwerkt worden, opgeslagen in Documentum.
Documentum biedt in het beginsel functionaliteit voor het correct archiveren van documenten,
waarbij gecategoriseerd kan worden op archiveringsregime (de regels, zoals bewaartijd, waaraan
17.A1700011853. RA 16
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
een bepaald stuk moet voldoen). Echter, Documentum is binnen de Gemeente momenteel niet
optimaal ingericht waardoor er geen correct archiveringsregime gevoerd kan worden,
documenten moeilijk zijn terug te vinden en besluitvormingstrajecten moeilijk reproduceerbaar
zijn. Dit zal worden geadresseerd In de volgende fasen van Andreas 2.
3.5 Kaders en criteria
Op basis van de wettelijke- en IV-kaders zijn de criteria en weegfactoren voor de scenarioanalyse
vastgesteld door de Gemeente Amsterdam tijdens een workshop in het kader van het scenario-
onderzoek [27].
3.5.1 Wettelijke kaders
Vanuit de Gemeentewet volgt een aantal wettelijke richtlijnen waaraan een bestuurlijk
besluitvormingsproces moet voldoen. Deze richtlijnen richten zich vooral op de vraag of, en op
welke manier, informatie naar buiten (de gemeentelijke organisatie) wordt gebracht. Het is van
belang hierbij te noemen dat de Gemeentewet niet gericht is op gebruik van ICT en dat dit nergens
expliciet in de wet genoemd wordt.
3.5.1.1 Openbaarheid documenten
Documenten die behandeld worden in het College en in de Gemeenteraad kunnen de status
openbaar en de status geheim hebben. Dit staat in de Gemeentewet en de Wet openbaarheid van
bestuur.
— Openbare besluiten worden via de bestaande kanalen gepubliceerd. Documenten die in de
Gemeenteraad worden behandeld zijn normaal gesproken openbaar.
— Geheime stukken mogen niet buiten de Gemeente verspreid worden en er mogen naar buiten
toe ook geen mededelingen over worden gedaan. Wanneer dit wel gebeurd, is dat strafbaar.
Het verspreiden van geheime documenten binnen de Gemeentelijke organisatie is dus niet
strafbaar maar als meer mensen kennis hebben van een stuk dan is de kans op lekken groter
en dat vormt dus een juridisch risico. Documenten die besproken worden in het College zijn
vaker geheim dan de stukken die in de Raad aan de orde komen. De vergaderingen van het
college zijn in beginsel ook besloten en die van de raad niet. Geheimhouding wordt
bijvoorbeeld opgelegd bij aanbestedingstrajecten en in situaties waarbij vertrouwelijke
informatie van derden ter tafel komt.
— Er zijn ook documenten binnen de Gemeentelijke organisatie waarvan de status nog niet
vastgesteld is. Deze documenten zijn niet geheim, maar worden ook niet actief naar buiten
gebracht. Deze status kan niet openbaar genoemd worden en geldt vooral voor de documenten
buiten de systemen van Andreas. In Andreas moet een expliciete keuze worden gemaakt.
Om het juridische risico van het lekken van documenten naar buiten toe (buiten de Gemeente) af
te dekken kunnen geheime documenten de status kabinet en beperkt kabinet krijgen. In beide
gevallen zijn de stukken dan geheim in de zin van de Gemeentewet, maar de stukken worden op
een andere manier en onder minder mensen verspreid.
— Kabinetsstukken worden digitaal verspreid onder het College en hun directe medewerkers.
De stukken worden per post naar Raadsleden gestuurd.
17.A1700011853. RA 17
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
— Beperkt kabinetsstukken worden zeer beperkt digitaal verspreid onder de leden van het
College. Voor Raadsleden zijn de stukken, voor zover bekend, enkel ter inzage beschikbaar
in de leeskamer van de raad.
3.5.1.2 Publicatie
Een deel van de besluiten van de Gemeenteraad en het college moet bekend gemaakt worden
alvorens zij rechtsgeldig zijn. Het gaat hierbij om besluiten die in algemene zin invloed hebben
op de burger en niet slechts op een of enkele burgers of organisaties (besluiten van algemene
strekking).
Naast het feit dat besluiten bekend moeten worden gemaakt, dient de wet- en regelgeving in
bepaalde gevallen ook te worden geconsolideerd. Dit houdt in dat als er wijzigingen in wet- en
regelgeving worden doorgevoerd, er een versie van de volledige nieuw geldende regeling
beschikbaar moet worden gesteld aan de burger.
3.5.1.3 Reproduceerbaarheid proces
Onder de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) hebben burgers het recht om documenten op te
vragen van de Gemeente. In de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) is opgenomen dat van, onder
andere, een Gemeente zorgvuldigheid in het besluitvormingsproces verwacht wordt. In de
praktijk lijkt dit steeds meer te betekenen dat naast het opvragen van documenten waarop
uiteindelijke besluitvorming gebaseerd is, ook eerdere versies van het document, en eventuele
aanverwante documentatie, opgevraagd kunnen worden om daarmee een beeld te krijgen van het
besluitvormingsproces zelf. Het is dus wenselijk dat alle versies van documenten traceerbaar zijn,
maar ook dat er reproduceerbaar moet zijn wie wanneer welke aanpassing aan een document heeft
gemaakt.
3.5.2 De IV-kaders
De IV-kaders zijn leidend voor de informatievoorziening van de Gemeente Amsterdam waarbij
een ‘comply or explain’ ofwel een ‘nee, tenzij’ principe wordt gehanteerd ten aan zien van
afwijkingen. De 10 IV-kaders staan hier beschreven [9]:
1. Informatievoorziening is van de business.
2. Informatievoorziening wordt in stedelijke samenhang en kaders vormgegeven.
3. Informatiediensten worden hergebruikt en gedeeld.
4. Gegevens worden hergebruikt en gedeeld.
5. Informatiediensten moeten veilig en betrouwbaar zijn.
ó. De kosten van de informatievoorziening worden altijd afgezet tegen nut en noodzaak.
7. Informatie wordt vastgelegd en verwerkt op basis van Europese, landelijke en open
standaarden.
8. De rve ICT is binnen de Gemeente verantwoordelijk voor de regie op de ICT-
infrastructuur.
17.A1700011853. RA 18
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
9, Informatiediensten worden door Amsterdam geregisseerd, maar door de markt
uitgevoerd.
10. Informatievoorziening realiseren we middels bewezen oplossingen.
3.5.3 De criteria
Op 15 augustus heeft de criteria-workshop plaats gevonden. Tijdens de workshop zijn op basis
van een voorstel vanuit KPMG de criteria en de bijbehorende weegfactoren vastgesteld conform
de beschreven aanpak in paragraaf 2.6. De aanwezigen bij deze workshop zijn dusdanig
uitgekozen dat er vanuit verschillende perspectieven naar de criteria en bijbehorende
weegfactoren gekeken kon worden. Er waren aanwezigen die als gebruiker vanuit de ambtelijke
organisatie (indiener) betrokken zijn bij Andreas en aanwezigen die Andreas vanuit Juridisch
perspectief bekijken. Verder was het IV perspectief vertegenwoordigd, zowel op het gebied van
de Gemeentebrede IV-kaders als op het gebied van beheer van Andreas. Tot slot was het
projectteam vertegenwoordigd en was de opdrachtgever van het project aanwezig.* Conform de
gebruikte methode zoals uitgelegd in paragraaf 2.6 bestond de agenda van de workshop uit een
uitleg van het proces, de systeem architectuur, de [V-kaders en het vaststellen van een set criteria
en bijbehorende weegfactoren. In de beschrijving van de criteria wordt het woord ‘systeem’
gebruikt voor de set van applicaties die het besluitvormingsproces ondersteunen. De criteria met
de bijbehorende weegfactoren zijn hieronder beschreven.
Criterium Weegfactor
1. Veiligheid en betrouwbaarheid. Het systeem dient te voldoen aan de 15%
wettelijke kaders en de IV-kaders met betrekking tot veiligheid en
betrouwbaarheid.
2. Koppelbaarheid. Het systeem dient te kunnen worden gekoppeld met de in 10%
de context relevante systemen waaronder RIA, DROP en Point2Share.
3. Ondersteuning en bewaking van het proces. De gebruiksvriendelijkheid, 15%
mate van ondersteuning van het proces en de mate waarin de kwaliteit van
de uit te voeren processen wordt bewaakt.
4. Geïntegreerd door de hele keten. De volledige keten van het bestuurlijke 5%
besluitvormingsproces dient in het systeem vertegenwoordigd zijn.
Hiervoor kunnen meerdere applicaties worden gebruikt.
5. Flexibiliteit. Het systeem dient aanpasbaar te zijn wanneer regelgeving, 5%
proces of beleidswijzigingen hier om vragen waarbij de bijbehorende kosten
in acht worden genomen.
6. Bewezen oplossing. Het systeem dient zich in de praktijk te hebben 10%
bewezen in een vergelijkbare context.
4 De Griffie was uitgenodigd om deel te nemen aan deze workshop, maar heeft hiervan afgezien en aangegeven dat
zij haar wensen en eisen al eerder kenbaar heeft gemaakt en dat ze de onafhankelijke positie van de Raad m.b.t. de
beoordeling van het onderzoek niet wil beïnvloeden.
17.A1700011853. RA 19
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
7. Impact op de organisatie. De mate van impact van de verandering op de 15%
organisatie.
8. Transitiekosten. De kosten voor de vervanging van het huidige systeem. | 10%
9. Beheerkosten. De structurele kosten die worden gemaakt voor het beheer 15%
van het systeem inclusief licenties.
17.A1700011853. RA 20
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
4 Marktonderzoek
4.1 Inleiding
De Gemeente Amsterdam heeft bijzondere kenmerken vergeleken met veel Gemeenten in
Nederland. Het bestuurlijke besluitvormingsproces is complex en het aantal gebruikers is groot.
Om het besluitvormingsproces van de Gemeente op de gewenste wijze (binnen de gestelde
kaders) te kunnen ondersteunen is een systeem nodig dat aan bepaalde criteria voldoet. Deze
criteria zijn in hoofdstuk 3 geïntroduceerd. Alhoewel de situatie van de Gemeente Amsterdam en
haar besluitvormingsproces uniek zijn, zijn er in de praktijk vergelijkbare situaties te vinden
waarin vergelijkbaar complexe besluitvormingsprocessen ondersteund worden door een IT-
systeem. Het doel van dit hoofdstuk is om een beeld te schetsen van de oplossingen die gebruikt
worden in de markt en om aan te geven in hoeverre deze oplossingen overeenkomen met de
oplossing van de Gemeente Amsterdam. Dit beeld wordt vervolgens gebruikt om de verschillende
scenario’s tegen elkaar af te wegen.
Het marktonderzoek beschreven in dit hoofdstuk draagt bij aan het komen tot een
voorkeursscenario. Dit onderzoek kan niet worden gebruikt voor het selecteren van een specifieke
oplossing voor de Gemeente Amsterdam. Mocht de Gemeente Amsterdam besluiten om een
scenario te kiezen waarin een alternatieve oplossing zal worden gekozen voor de vervanging van
(een deel) van Andreas, dan zal er om te komen tot de selectie van deze oplossing
vervolgonderzoek nodig zijn.
4.2 Cases
De ondersteuning die het systeem Andreas biedt aan het besluitvormingsproces van de Gemeente
Amsterdam wordt vergeleken met een aantal situaties bij andere instanties. De instanties die zijn
geselecteerd, op basis van vergelijkbaarheid van complexe besluitvormingsprocessen, omvang en
bestuurlijke complexiteit, zijn:
— Overheidsinstelling 1
— Overheidsinstelling 2
— Pensioenfonds
— Professioneel Dienstverlener
— Provincie
Naast het marktonderzoek dat uitgevoerd is op basis van in het verleden uitgevoerde trajecten,
zijn interviews gehouden met experts van drie grote Nederlandse Gemeentes om de situatie bij
grote Gemeentelijke organisaties te kunnen vergelijken.
Vergeleken instanties
In deze paragraaf geven wij een overzicht van de geanalyseerde cases. Hierbij zullen wij ingaan
op de aard van de organisatie en de oplossing die gekozen is.
17.A1700011853. RA 21
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Overheidsinstelling Ì
De organisatie werkt zaakgericht en gebruikt het systeem om de volledige procesgang van
inkomende documenten, van het moment van de binnenkomst van stukken door burger, bedrijf
of medewerker te verwerken tot aan archivering, te ondersteunen. Hierbij is het van groot belang
dat het systeem voldoet aan wet en regelgeving (WPG, WOB, Archiefwet).
De overheidsinstelling in deze case is overgestapt van Corsa naar Documentum. De beweegreden
hiervoor was dat Corsa niet goed aansloot bij de manier van werken van de organisatie, en dat
Documentum, mits goed geïmplementeerd, meer mogelijkheden biedt. In het zaakgericht werken,
het belang dat wordt gehecht aan een goede procesondersteuning, het voldoen aan wetgeving en
de grootte van de overheidsinstelling in kwestie, vertoont deze case gelijkenissen met de
Gemeente Amsterdam
Overheidsinstelling 2
De overheidsinstelling uit deze case gebruikt Documentum voor het ondersteunen van haar
processen. De reden dat er destijds, in 2015 voor Documentum is gekozen is dat Documentum
binnen het uitgevoerde selectietraject de meest uitgebreide functionaliteit bood.
Professioneel Dienstverlener
De professioneel dienstverlener in deze case staat op het punt een traject in te gaan voor de selectie
van een nieuwe oplossing voor het opslaan en verwerken van documenten. Binnen de organisatie
werden in de oude situatie documenten gecreëerd, gedeeld en opgeslagen middels persoonlijke
computerschijven, lokale file shares en email. Documenten werden niet gearchiveerd of
vernietigd. Voor de documenten waren geen gestandaardiseerde processen en maatregelen (bijv.
versiebeheer of naamgeving) aanwezig. Centrale dossiers werden in papieren vorm en digitaal
samengesteld. Het terugvinden van documenten voor hergebruik, kennismanagement of
dossiervorming was zeer arbeidsintensief. De hoeveelheid documenten die opgeslagen was op de
fileservers zorgde voor hoge serverkosten. Daarbij voldeed de situatie niet aan wet- en
regelgeving. Op het moment van onderzoeken was er nog geen pakket geselecteerd.
De betreffende dienstverlener bevind zich in een markt met strenge regelgeving omtrent
vertrouwelijkheid en beveiliging van documenten. Dit terwijl er sprake is van een zeer intensieve
uitwisseling van documenten en een zeer hoog aantal medewerkers (meer dan 3000) toegang moet
hebben. De reden dat deze casus is opgenomen ondanks dat er nog geen pakket geselecteerd is,
is om te kunnen vergelijken hoe de overwegingen van deze organisatie zich verhouden tot die van
de Gemeente Amsterdam.
Provincie
De provincie is een grote publieke organisatie met een uitgebreid besluitvormingsproces met
zowel een ambtelijke als een politieke component, en met de wens om dit proces zo goed en veilig
mogelijk te automatiseren, waarbij rekening moet worden gehouden met de voor een publieke
organisatie specifieke vereisten.
De provincie in deze case beschikt over een centrale oplossing voor het opslaan van documenten.
De oplossing ondersteunt het centraal beheer (creatie, opslag, archivering en vernietiging) van
documenten, waardoor eenduidig versiebeheer van documenten, archivering aan de bron (middels
automatische en correcte metadata) en de stroom van documenten van de provincie word
17.A1700011853. RA 22
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
ondersteund. Hierbij biedt het systeem de mogelijkheid om zaakgericht te werken, maar is het
proces niet op die manier ingericht.
Pensioenfonds
Het pensioenfonds is geen publieke organisatie. Wel is er in hoge mate sprake van bestuurlijke
besluitvorming die ondersteund moet worden, en heeft deze organisatie zeer recent de transitie
gemaakt naar een situatie waarbij de besluitvorming door een gelijksoortig systeem als dat van
de Gemeente Amsterdam ondersteund wordt.
Het pensioenfonds maakt gebruik van de applicatie MS SharePoint. MS SharePoint is in dit geval
de vervanger van een situatie waarbij er geen centrale plek voor het opslaan van documenten was.
Met MS SharePoint kunnen documenten centraal worden opgeslagen, kan authenticatie op
centraal en op documentniveau worden vastgelegd, kan er aan versiebeheer gedaan worden,
kunnen, documentstromen (workflows) worden vastgelegd en kan er gezocht worden naar
documenten. Door de implementatie van MS SharePoint heeft het pensioenfonds de hoeveelheid
handwerk in processen en dubbele opslag van documenten weten te verminderen en versiebeheer
weten te verbeteren.
Grote Nederlandse Gemeentes
Naast de bovengenoemde cases zijn ook drie grote Nederlandse Gemeentes onderzocht. De
volgende paragraven beschrijven de systemen die het besluitvormingsproces ondersteunen bij de
Gemeenten.
Gemeente (A)
De Gemeente is qua grootte vergelijkbaar met Amsterdam. Binnen de Gemeente wordt
zaakgericht gewerkt vanaf het moment dat een besluit voorgelegd wordt aan het College. De
voorbereiding door staf en wethouders is niet zaakgericht ingericht. De andere stappen in het
proces, namelijk besluitvorming door het College en de Raad, archivering en publicatie zijn
vergelijkbaar met de Gemeente Amsterdam. De ondersteuning door middel van IT is beperkter.
De Gemeente gebruikt twee systemen voor de ondersteuning van het besluitvormingsproces.
Notubox wordt in gebruikt voor het presenteren van documenten aan de raadsleden en de
wethouders. De applicatie Corsa wordt gebruikt voor het archiveren van documenten. De
combinatie van beide applicaties biedt geen ondersteuning voor het volgen van het proces op de
Juiste wijze middels een workflow en bijvoorbeeld het verplicht toevoegen van finaal advies aan
een voordracht. Het delen van documenten tussen afdelingen wordt gedaan per email. De
geïntegreerde ondersteuning in de keten is daarmee beperkt tot twee activiteiten, namelijk het
archiveren en het presenteren van documentatie.
Gemeente (B)
Het proces van de Gemeente komt voor een groot deel overeen met dat van de Gemeente
Amsterdam. De Gemeente werkt zaakgericht en gebruikt verschillende applicaties voor de
ondersteuning van het College en de Raad. In de applicaties zit een workflow die het verkrijgen
van goedkeuring van verschillende betrokken ondersteunt. De Gemeente werkt aan de vervanging
van het systeem, omdat 1 applicatie niet meer ondersteund wordt door de leverancier en omdat
de gebruiksvriendelijkheid beperkt is, voornamelijk rondom het invoeren van voordrachten.
17.A1700011853. RA 23
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Het College gebruikt de applicatie 1Babs voor het verwerken van voordrachten. Voor het lezen en
goedkeuren van voordrachten wordt iBabs gebruikt door het College en de Raad. De Raad
gebruikt daarnaast iBabs Dossier voor het proces rondom de raadsvergadering. Voor archivering
gebruikt de Gemeente een zaaksysteem van de leverancier Exxcellence. De verschillende
systemen zijn handmatig gekoppeld. Het invoeren van voordrachten en het overzetten van
documenten tussen de systemen neemt het meeste tijd in beslag en bij het vervangen van systeem
wordt de mogelijkheid tot het ontwikkelen van automatische koppelingen onderzocht.
Gemeente (C)
De Gemeente heeft een besluitvormingsproces dat in hoge mate overeenkomt met de Gemeente
Amsterdam. Het proces is onderverdeeld in 4 fasen waarvan fase 1 en 2 de bestaan uit de
voorbereiding van de besluitvorming en fase 3 en 4 uit de besluitvorming door respectievelijk
het College en de Raad. Binnen de Gemeente is er op beperkte schaal sprake van zaakgericht
werken vergeleken met de Gemeente Amsterdam. Dit uit zich in het feit dat voordrachten voor
de Raad en de verwerking van de voordrachten worden geregisterd onder 1 nummer. Een ander
verschil met de Gemeente Amsterdam ligt in het feit dat de diensten verantwoordelijk zijn voor
de archivering en dat archivering en ook de ondersteuning van het College niet gedigitaliseerd
zijn.
De Gemeente gebruikt meerdere systemen ter ondersteuning van het besluitvormingsproces.
Reden hiervoor is dat een eerdere poging om het gehele proces te ondersteunen rond 2007 1s
gestrand. Er wordt een systeem gebruikt binnen de diensten voor het digitaal archiveren naast
het archiveren op papier. MS SharePoint wordt gebruikt binnen de diensten voor het
voorbereiden van voordrachten. Het College gebruikt papier voor de besluitvorming, maar ís
recent gestart met een pilot voor het gebruik van de applicatie iBabs. De Raad gebruikt Notubiz
ter ondersteuning en GVOP wordt gebruikt vanuit de overheid voor publicatie.
De bovenstaande paragraven geven een overzicht van vergelijkbare instanties, processen en
systemen die zich in de markt bevinden. Dit overzicht geeft een beeld van systemen die in de
markt voorkomen voor de ondersteuning van vergelijkbare processen waarbij in een aantal
gevallen zaakgericht werken centraal staat. Dit is geen uitputtend overzicht van de beschikbare
systemen die een besluitvormingsproces kunnen ondersteunen. In de volgende paragraaf zal
beschreven worden in hoeverre iedere instantie overeenkomt met de door de Gemeente
vastgestelde criteria.
4.3 Belangrijkste bevindingen
In hoofdstuk 3 zijn de criteria beschreven die gesteld worden aan de vervanging van de Andreas.
De in de vorige paragraaf geïntroduceerde instanties en de oplossingen die zij gebruiken voldoen
in verschillende mate aan de criteria. In deze paragraaf beschrijven wij algemene bevindingen
naar aanleiding van (het vergelijken van) deze cases met elkaar en met de Gemeente Amsterdam.
Een gedetailleerde uitwerking per case, waarin iedere case gestaafd wordt aan de criteria, Is te
vinden in Bijlage A.
De onderzochte instellingen vertonen gelijkenissen in de wens die zij hebben om het centraal
opslaan van documenten aan workflow te koppelen om zo hun processen optimaal
geautomatiseerd te ondersteunen. Hierbij kunnen twee redenen worden genoemd om te kiezen
voor een nieuwe oplossing. De eerste is dat een aantal organisaties geen geïntegreerde oplossing
17.A1700011853. RA 24
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
had, maar in plaats daarvan werkte met meerdere systemen om documenten op te slaan. De andere
reden ís dat het oude systeem niet voldoende functionaliteit bood.
Opvallend is dat in algemene zin wordt aangegeven dat de systemen die gebruikt worden veel
mogelijkheden bieden met betrekking tot het op maat maken van het systeem naar de wensen van
de organisatie die het systeem gaat gebruiken. Hierbij bieden systemen van zichzelf al veel
functionaliteit en is er de mogelijkheid dit aan te vullen met maatwerk door derden. Steevast wordt
ook aangegeven dat er hierbij sprake is van een uitruil tussen de gewenste flexibiliteit en
ondersteuning enerzijds en gebruiksvriendelijkheid anderzijds.
Tot slot wordt in de meeste cases aangegeven dat de implementatie van het gekozen systeem veel
voeten in de aarde heeft, zoals ook de Gemeente Amsterdam heeft ervaren. Met name het
configureren, zodat de oplossing voldoet aan de eisen van de organisatie, het trainen van
medewerkers en het overzetten van data kosten tijd en geld en hebben daarmee impact op de
organisatie. Hierbij is geen informatie gevonden die aangeeft dat er verschillen in beheerkosten
zijn die kunnen leiden tot de keuze voor één bepaald systeem.
Kort samengevat zien we veel overeenkomsten in de onderzochte cases:
—- Zaakgericht werken met een voorkeur voor geautomatiseerde ondersteuning van de
besluitvormingsprocessen.
— Een voorkeur voor een geïntegreerde oplossing voor het gehele proces, inclusief archivering.
— Onvermijdelijk maatwerk om goed aan te sluiten op de te ondersteunen processen en te
voldoen aan de (wettelijke) vereisten.
— Uitdagingen bij de inrichting en implementatie van de gekozen oplossing, ongeacht de
gekozen oplossing(en).
— Opslag van documenten in 1 enkele bron.
17.A1700011853. RA 25
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
5 Scenarioanalyse
5.1 Inleiding
Met het inzichtelijk hebben van de huidige situatie van het systeem Andreas is de relevante
omgeving in kaart gebracht. Nu ook de situatie in de markt is beschreven zijn alle componenten
aanwezig om de scenarioanalyse uit te kunnen voeren. Het doel van een scenarioanalyse is dat de
Gemeente een weloverwogen besluit kan nemen over het uit te voeren scenario.
De scenarioanalyse leidt tot een voorkeursscenario voor het vervolg van de vervanging van
Andreas. De stappen om tot dit resultaat te komen volgt een beschrijving van de voorafgaand aan
het onderzoek gedefinieerde scenario’s, de vastgestelde criteria en weegfactoren zoals beschreven
in hoofdstuk 3 en de analyse van de scenario’s. In de scenarioanalyse wordt beschreven in
hoeverre de scenario’s voldoen aan de gestelde criteria. Ook worden in bijlage A de. bij het
uitvoeren van de analyse. geïdentificeerde kansen en risico’s per scenario gepresenteerd. De
laatste paragraaf beschrijft de onderbouwing van het voorkeursscenario dat door KPMG is
vastgesteld op basis van het scenario-onderzoek en een advies voor vervolgstappen.
5.2 De scenario’s
De scenario’s voor de vervanging van Andreas zijn geformuleerd op basis van de vragen van de
Raad zoals gesteld in de motie van raadsleden Vroege en Boutkan [11]. De scenario’s zijn tijdens
de offertegesprekken bij de start van het onderzoek door de opdrachtgever in overleg met KPMG
afgeleid uit de ingediende motie en worden hieronder kort beschreven. De scenario’s geven ieder
een verschillende richting weer voor het project Andreas.
- Doorgaan op de ingeslagen weg (Andreas 1 wordt vervangen door Andreas 2).
Het oorspronkelijk goedgekeurde project voor de vervanging van Andreas richtte zich
op de vervanging van het hele systeem. Het systeem bestaat uit een aantal modules,
zie hoofdstuk 3, waarvan op dit moment de collegemodule is vervangen. De
vervanging van de overige modules zal leiden tot de complete vervanging van
Andreas 1 door Andreas 2,
- Een andere oplossing zoeken voor fase 2 en verder. Met de afronding van fase 1
van de vervanging van Andreas is het project op een moment aangekomen waarop er
gekozen zou kunnen worden voor een alternatief (of meerdere alternatieven) voor de
modules die nog niet vervangen zijn. Vanuit het proces gezien zou dit betekenen dat
alleen het College ondersteund wordt door Andreas. De ondersteuning van de
voorbereiding van een besluit, de Raad, de Raadscommissies, de archivering en de
publicatie worden in dit scenario ondersteund door (een) alternatieve applicatie(s).
Technisch gezien zou dit betekenen dat alle modules behalve de collegemodule
vervangen zouden worden door een alternatief of alternatieven. Een consequentie
hiervan is de introductie van meerdere (handmatig) koppelingen in het proces en
mogelijk in het applicatielandschap.
- Voor het gehele besluitvormingsproces een nieuw systeem aanschaffen en
implementeren. Het derde scenario is om voor de volledige vervanging van Andreas
te kiezen voor een alternatief. Dit zou o.a. inhouden dat de reeds vervangen
collegemodule opnieuw zou worden vervangen door een alternatief. De
scenarioanalyse wordt uitgevoerd op basis van de huidige situatie. In het verleden
17.A1700011853. RA 26
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
gemaakte kosten voor de vervanging van Andreas worden niet meegenomen in de
scenarioanalyse.
Bij het vaststellen van de scenario’s is niet gekozen voor het definiëren van een scenario waarin
het besluitvormingsproces zonder enige vorm van automatisering wordt ondersteund. De reden
hiervoor is dat, mede op basis van een eerdere moties van de Raad over een papierloze ambtelijke
organisatie en vanuit het Rijk opgelegde vereisten met betrekking tot publicatie, dit niet als een
realistisch scenario [10, 16] wordt gezien voor de Gemeente Amsterdam. Daarnaast is
duurzaamheid een uitgangspunt voor de Gemeente Amsterdam dat naar voren komt in de IV-
kaders en waar rekening mee wordt gehouden bij de inrichting van het proces en de automatische
ondersteuning ervan.
De scenario’s zoals hier beschreven vragen om een afweging die meerdere in de toekomst gelegen
componenten in zich heeft. Daarmee kan de analyse van deze componenten niet anders dan
subjectief van aard zijn. De analyse is gebaseerd op het feitenonderzoek, het marktonderzoek en
de kennis en expertise van KPMG in deze context.
5.3 Scenarioanalyse
In deze paragraaf wordt een samenvatting getoond van de mate waarin de scenario’s aan de
criteria voldoen en worden de belangrijkste bevindingen gepresenteerd met betrekking tot de
overeenkomsten tussen de scenario’s en de criteria. De overeenkomst van de drie scenario’s met
teder criterium is op basis van het marktonderzoek en de huidige situatie vastgesteld. Ook worden
de geïdentificeerde risico’s van ieder scenario beschreven. De gedetailleerde beschrijving hiervan
is te vinden in bijlage B.
Op basis van deze overeenkomsten tussen de criteria en de scenario’s is het volgende overzicht
gemaakt dat de overeenkomsten per scenario weergeeft. De legenda geeft de mate van
overeenkomst weer:
- Geen
B _ Laag
D - Beperkt
B - Redelijk
® - Hoog
17.A1700011853. RA 27
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
DO | Scenario1 Scenario 2 Scenario 3 Wegingsfactor
Veiligheid en 15%
betrouwbaarheid
Ondersteuning
en bewaking van 15%
het proces
Geïntegreerd
door de hele 5%
GE
ad 10%
fe o}fe SEN ple
De bovenstaande tabel geeft een beeld van de overeenkomst tussen scenario’s en de criteria.”
De overeenkomsten van ieder scenario met de individuele criteria zijn beschreven in bijlage B.
Op basis van de analyse van de criteria worden de belangrijkste bevindingen per scenario in de
volgende paragraven samengevat.
Scenario 1, doorgaan met de vervanging van Andreas op de huidige weg, voldoet voor een groot
deel aan de criteria. Het huidige systeem wordt niet omschreven als gebruiksvriendelijk, maar
ondersteund het proces en draagt bij aan de kwaliteit van de besluitvorming. Naar verwachting
zal de gebruiksvriendelijkheid toenemen nadat het systeem geheel vervangen is en er niet meer 2
versies van Andreas in gebruik zijn. Daarnaast is de verwachting dat de functionaliteit ontwikkeld
voor de collegemodule deels ook gebruikt kan worden voor de andere modules vanwege de
overeenkomsten in het proces en de manier waarop de nieuwe versie van Andreas is ontwikkeld.
De positieve beoordeling van de ontwikkelde collegemodule onderschrijft de onderhoudbaarheid
en betrouwbaarheid van het systeem [18]. De bron (Documentum) waarin de documenten zijn
opgeslagen wordt gebruikt door meerdere vergelijkbare instanties in de markt en de impact op de
organisatie zal laag zijn in vergelijking met de andere scenario’s waarin alternatieve oplossingen
worden geïntroduceerd.
Scenario 2, het ín stand houden van de collegemodule en voor de overige modules een alternatieve
oplossing zoeken, komt overeen met een aantal criteria, maar brengt naar verwachting ook een
aantal risico’s met zich mee en is in meerdere opzichten niet in lijn met de IV-kaders. De
verwachting is dat de introductie van een zorgvuldig geselecteerde en geïmplementeerde
oplossing voor de overige modules de veiligheid en betrouwbaarheid niet in gevaar zal brengen.
5 Bij scenario 1 is er voor het criterium “Geïntegreerd door de hele keten” gekozen om de beoordeling “redelijk” te
geven. Dit is echter niet het gevolg van een beperking vanuit het systeem, maar een gevolg van de
inrichtingskeuzes. Indien gewenst zou dit binnen het systeem verbeterd kunnen worden en leiden tot een
beoordeling “hoog’…
17.A1700011853. RA 28
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Ook biedt de markt de mogelijkheid om een oplossing te selecteren die in staat zou moeten zijn
om met gebruik van maatwerk het proces te ondersteunen. Een consequentie van scenario 2 is dat
er meerdere bronnen zullen ontstaan waarin documenten uit het besluitvormingsproces worden
opgeslagen. Dit is tegengesteld aan de IV-kaders met betrekking tot het hergebruik van gegevens
en informatiediensten (lees: Applicaties). Het opslaan van documenten in meerdere bronnen
binnen het besluitvormingsproces vergroot daarnaast het risico dat besluitvormingstrajecten niet
of moeilijk reproduceerbaar zijn, omdat de documenten gemaakt in verschillende onderdelen van
het proces in verschillende bronnen zijn opgeslagen. Een automatische koppeling om dit risico te
mitigeren tussen de bron systemen is technisch gezien complex. Scenario 2 heeft als gevolg dat
er extra koppelingen zullen ontstaan tussen Andreas, de omringende applicaties en de nieuwe
alternatieve oplossing. In de te verwachten situatie dat deze koppelingen (deels) handmatig zullen
zijn, zal dit extra werk en inefficiënties in het proces opleveren. De introductie van een
alternatieve oplossing zal naar verwachting leiden tot hogere transitiekosten en beheerkosten. De
transitiekosten zullen onder andere stijgen doordat er een selectietraject zal moeten worden
uitgevoerd om de nieuwe oplossing en de leverancier die deze oplossing ontwikkelt te kiezen. De
beheerkosten zullen stijgen omdat het beheerteam meerdere applicaties moet ondersteunen en er,
mits de licenties in bezit zijn van de Gemeente Amsterdam, nieuwe licenties aangeschaft moeten
worden.
Scenario 3, een alternatieve oplossing ter vervanging van heel Andreas, kan in hoge mate voldoen
aan de gestelde criteria. Voor scenario 3 geldt dat de markt alternatieven biedt die in de basis
veilig, betrouwbaar, koppelbaar en flexibel zijn en die in potentie de hele keten geïntegreerd
kunnen ondersteunen. De markt biedt oplossingen die met de ontwikkeling van maatwerk het
proces van de Gemeente op gelijke wijze kan ondersteunen als in de huidige situatie. Echter,
vanwege het vereiste maatwerk, biedt de markt geen mogelijkheid om tot een sterke verbetering
te komen ten opzichte van scenario 1. Daarnaast zullen de transitiekosten naar verwachting hoger
zijn dan in scenario 1 omdat de reeds ontwikkelde collegemodule opnieuw wordt vervangen en
deze niet kan worden gebruikt om de ontwikkeling van de andere modules te versnellen, hier
wordt dus kapitaal vernietigd. Er is geen aanwijzing dat een alternatieve oplossing de
beheerkosten zal verlagen en er zullen in dit scenario mogelijk extra kosten moeten worden
gemaakt voor de aanschaf van licenties, en het voeren van (tijdelijk) parallel beheer van het
nieuwe systeem en Andreas. De introductie van een nieuw systeem zal naar verwachting een grote
1mpact hebben op de organisatie. Hierbij moet in ogenschouw genomen worden dat er momenteel
1200 gebruikers van Andreas zijn die opnieuw getraind moeten worden, dat er processen opnieuw
moeten worden ingericht en dat het beheer van het nieuwe systeem ingeregeld moet worden. Tot
slot zal de keuze voor dit scenario leiden tot additionele vertraging van het project. Dit brengt een
risico met zich mee doordat het oude systeem steeds lastiger te onderhouden is, technisch
achterhaald is en niet meer ondersteund wordt.
Na het beschrijven van de belangrijkste bevindingen op basis van de scenarioanalyse, worden in
de volgende paragraaf het voorkeursscenario en de bijbehorende overwegingen beschreven.
5.4 Conclusie: het voorkeursscenario
Het voorkeursscenario voor de vervanging van Andreas is gebaseerd op de vergelijking van de
scenario’s met de criteria. In deze paragraaf wordt het voorkeursscenario gepresenteerd en
worden de overwegingen voor het vaststellen van het voorkeursscenario beschreven. Dit
hoofdstuk wordt afgesloten met een advies voor vervolgstappen die de Gemeente Amsterdam
zou kunnen zetten op basis van dit onderzoek.
17.A1700011853. RA 29
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
De overeenkomsten van ieder scenario met de criteria zijn beschreven in de samenvatting van
de scenarioanalyse in de vorige paragraaf. Op basis van de belangrijkste bevindingen uit de
scenarioanalyse adviseren wij scenario 1 als voorkeursscenario. De volgende overwegingen zijn
doorslaggevend bij het vaststellen van het voorkeursscenario naast de in het overzicht
gepresenteerde wegingsfactor.
- Een door geïnterviewden benoemd groot nadeel van Andreas is de beperkte
gebruiksvriendelijkheid. Het systeem is moeilijk te doorgronden en vraagt veel kennis
en ervaring. Gezien de complexiteit van het besluitvormingsproces van de Gemeente
Amsterdam en het benodigde maatwerk om dit te kunnen ondersteunen is de
inschatting dat de markt geen alternatieve oplossingen biedt die de
gebruiksvriendelijkheid aanzienlijk kan verhogen zonder een ongeveer gelijke
hoeveelheid maatwerk. Daarnaast is de verwachting dat de volledige vervanging van
Andreas in scenario 1 de gebruiksvriendelijkheid zal verbeteren.
- Scenario 2 introduceert met een extra applicatie of applicaties meerdere nadelen,
waaronder een verslechtering van de reproduceerbaarheid van het proces door
documenten in meerdere bronnen op te slaan. Daarnaast is scenario 2 niet in lijn met
de IV-kaders die erop richten dat gegevens worden hergebruikt en dat de
informatievoorziening van de Gemeente Amsterdam efficiënt en duurzaam is
ingericht bijvoorbeeld door niet meerdere systemen te gebruiken voor gelijksoortige
processen of delen van processen.
- Scenario 3 zou in dezelfde mate als scenario 1 aan een groot deel van de gestelde
criteria kunnen voldoen. Echter, de impact van scenario 3 op de gebruikersorganisatie
en de projectorganisatie zal groter zijn in negatieve zin. Gebruikers en beheerders
zullen (opnieuw) moeten investeren in deelname aan het ontwikkeltraject, zullen
getraind moeten worden en zullen naar verwachting hun werkwijze in hogere mate
moeten aanpassen in scenario 3 dan in scenario 1. Daarnaast is de vervanging van
Andreas een complex project waarbij de organisatie met de live-gang van de
collegemodule succes heeft geboekt waar dit in het verleden anders is geweest. Verder
bevat de collegemodule functionaliteit die naar verwachting ook in andere modules
kan worden gebruikt vanwege de overeenkomsten in delen van het proces en de
manier waarop de code is ontwikkeld. Deze code is recent door een onafhankelijke
partij middels een audit beoordeeld als betrouwbaar, onderhoudbaar en overdraagbaar
[18]. In scenario 3 zal niet langer gebruik gemaakt worden van de nieuwe
collegemodule waarmee de waarde van de module verloren zal gaan en er naar
verwachting hogere transitiekosten gemaakt zullen moeten worden vergeleken met
scenario 1 onder andere om de collegemodule (opnieuw) te vervangen. Tot slot wordt
met het kiezen voor scenario 3, waarbij vertraging wordt opgelopen, een technisch
risico gelopen, waarbij de mogelijkheid bestaat dat Andreas 1 niet vervangen is
voordat de ondersteuning hiervoor wegvalt. Dit technische risico, in combinatie met
de financiële impact (kapitaalvernietiging en dubbele beheerskosten), en de
organisatorische impact worden, zoals gezegd, niet dusdanig gecompenseerd door
duidelijke voordelen met betrekking tot de overige beoordelingscriteria om een keuze
voor scenario 3 verdedigbaar te maken.
17.A1700011853. RA 30
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Met het vaststellen van het voorkeursscenario is de hoofdvraag van het onderzoek beantwoord.
In de afsluitende paragraaf adviseren wij de Gemeente Amsterdam over vervolgstappen op basis
van het onderzoek.
Zoals iedere Gemeente in Nederland heeft de Gemeente Amsterdam een degelijk en zorgvuldig
besluitvormingsproces nodig. Op een aantal vlakken is de Gemeente Amsterdam echter uniek.
Dit uit zich in zichtbare aspecten zoals het feit dat het de hoofdstad is en het grootste aantal
inwoners en toeristen heeft, maar ook in voor de burger minder zichtbare aspecten zoals de
complexiteit van het besluitvormingsproces. Vanwege deze complexiteit en het belang van
efficiënte en kwalitatief hoogstaande besluitvorming adviseren wij de Gemeente Amsterdam om
de mogelijkheden tot het automatiseren van koppelingen verder te onderzoeken en in gang te
zetten, omdat dit de gebruiksvriendelijkheid van het systeem ten goede zal komen. Daarnaast
adviseren wij om per module het proces volledig in kaart te brengen voordat met de
ontwikkeling van de applicatie wordt gestart. Als laatste adviseren wij met het oog op
duurzaamheid om te onderzoeken of het papierloos werken in hogere mate kan worden
doorgevoerd in het proces. In het geval dat de Gemeente Amsterdam besluit tot het uitvoeren
van scenario 2 of 3, adviseren wij voor de aanschaf van een nieuwe oplossing eerst verder
onderzoek te doen.
17.A1700011853. RA 31
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
À Overeenkomsten cases per criterium
De volgende tabellen beschrijven de overeenkomsten van de cases met de individuele criteria. Dit
is een analyse die onderdeel is van en gebruikt is voor het marktonderzoek gepresenteerd in
hoofdstuk 4.
Overheidsinstelling 1 (Documentum)
Toegang tot het systeem is geregeld via de Active-Directory
ea . het Windows account) van de organisatie. In deze casus is
Veiligheid en betrouwbaarheid ( . ) 5
besloten om iedereen die toegang tot het systeem heeft, ook
daadwerkelijk toegang tot het hele systeem te geven.
Het ontwikkelde Documentum systeem is gekoppeld met
Koppelbaarheid een externe mailbox en met een zelf ontwikkelde uitbreiding
gekoppeld aan een rapportagesysteem.
Documentum bood ondersteuning voor zaakgericht werken.
Hierbij werd voor de eerste overgang naar Documentum
. . besloten om de oude processen, zoals deze in het oude
Ondersteuning en bewaking . . .
systeem ingesteld waren direct over te zetten in
van het proces N
Documentum. In een tweede slag zijn deze processen
gewijzigd zodat de bredere functionaliteit van Documentum
betere ondersteuning kon bieden.
Documentum ís in deze case ingericht om de volledige keten,
Geïntegreerd door de hele | vanaf het scannen van documenten (dit werd gedaan middels
keten een koppeling met een ander systeem, Captiva) tot aan
archiveren, te ondersteunen.
Het Documentum systeem in deze casus is geconfigureerd
met D2. Dit is een standaard, door leverancier OpenText
ontwikkelde methode om Documentum te configureren.
Flexibiliteit Uitbreidingen hierop zijn middels Documentum standaarden
ontwikkeld, in deze casus was het aantal uitbreidingen zeer
beperkt, het grootste deel van de functionaliteit was
beschikbaar in de standaardoplossing.
In deze casus is het eerste gedeelte van het systeem kort
geleden in gebruik genomen. Over de ervaringen met het
Bewezen oplossing systeem in deze case kan zodoende nog niets gezegd worden,
behalve dat het systeem is geselecteerd en is
geïmplementeerd door de organisatie.
Impact op de organisatie De manier van werken met Documentum was nieuw en voor
de organisatie. Processen moesten worden aangepast op
17.A1700011853. RA 32
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Documentum. Het benodigde leer/verander traject verloopt
moeizaam, hierbij is er een hoog verloop van kennis.
'Transitiekosten | Niet naar gekeken in deze casus.
Beheerkosten | Niet naar gekeken in deze casus.
Overheidsinstelling 2 (Documentum)
Veiligheid en betrouwbaarheid | Niet naar gekeken in deze casus
Binnen de onderzochte organisatie zijn diverse koppelingen
. gemaakt tussen het systeem (Documentum) en andere
Koppelbaarheid oe . .
applicaties. De algehele indruk was dat deze koppelingen
goed werkten.
. . Niet naar gekeken in deze casus. Wel kan worden gesteld dat
Ondersteuning en bewaking :
Documentum als complex werd ervaren vanuit een
van het proces . .
beheersperspectief, met name í.g.v. maatwerk.
Geïntegreerd door de hele | Niet naar gekeken in deze casus
keten
Flexibiliteit | Niet naar gekeken in deze casus
Documentum is een bewezen en robuust systeem voor
document management. Het wordt door veel organisaties
gebruikt. Voor de onderzochte organisatie voldeed het
systeem aan de vereisten die voor technisch beheer werden
Bewezen oplossing gesteld, denk hierbij aan snelheid, grote en dergelijken. Ook
de koppelingen met de gebruikers-interface, datgene waar de
gebruiker uiteindelijk in werkt, (bij Gemeente Amsterdam is
dit wat Andreas genoemd wordt) en andere applicaties (zoals
voor archivering) waren op orde.
De implementatie van Documentum binnen deze organisatie
. vroeg een grote inzet, kennis, expertise en consistente
Veranderimpact 5 CEN 5 »_SENMIS, GXPENISE .
regievoering van de organisatie. De organisatie bleek hiertoe
onvoldoende in staat.
De kosten voor de Documentum implementatie waren hoger
Transitiekosten dan origineel beraamd. Dit werd voornamelijk veroorzaakt
door projectmatige factoren (test management, project
management, stuurgroep, kennis van de benodigde
17.A1700011853. RA 33
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
functionaliteit, scope wijzigingen en onvoldoende
leverancier management)
Beheerkosten | Niet naar gekeken in deze casus
Pensioenfonds (MS SharePoint)
De veiligheidsstandaarden van SharePoint zijn op een
voldoende niveau. Er is de mogelijkheid tot een tweetraps
authenticatiemethode wanneer men met een onbekend
apparaat, bijvoorbeeld een persoonlijke telefoon, tablet of
Veiligheid en betrouwbaarheid laptop, toegang wil krijgen tot het systeem. Hierbij wordt na
invoering van het wachtwoord door de gebruiker een sms
gestuurd naar deze gebruiker waarmee hij kan inloggen.
Toegang tot documenten kan tot op documentniveau worden
ingesteld.
In de onderzochte casus was koppelbaarheid niet aan de orde.
Wel kan over het algemeen gezegd worden dat SharePoint
met een groot aantal andere systemen en applicaties
gekoppeld kan worden door het middel van API's. Dit houdt
Koppelbaarheid in dat derden (applicaties, systemen, programmeurs) toegang
kunnen krijgen tot functionaliteit en data van SharePoint,
wanneer besloten wordt deze derden toegang te verlenen en
dat er ook functionaliteit beschikbaar is om efficiënt met
derden te koppelen.
Het systeem is ingericht op basis van het door de business
goedgekeurde proces. Dit betekent dat het systeem het
gewenste proces ondersteunt in plaats van andersom.
Het gewenste proces bevat controles waarbij gekeken wordt
Ondersteuning en bewaking of het proces gevolgd wordt, en of aan kwaliteitsmaatstaven
van het proces voldaan is. Deze controles zijn in SharePoint vastgelegd. Het
1s bijvoorbeeld bij sommige stappen niet mogelijk om verder
door het proces te gaan tenzij een check op kwaliteit is
uitgevoerd door de juiste persoon. Het ontwerp van de
applicatie is zo logisch en simpel mogelijk gehouden, om
gebruikersvriendelijkheid te garanderen.
Geïntegreerd door de hele | De hele keten van het bestuurlijke besluitvormingsproces
keten wordt middels MS SharePoint uitgevoerd.
Oe Bij het inrichten van SharePoint kan de keuze gemaakt
Flexibiliteit worden om (1) alleen eigen functionaliteit in te bouwen (2)
alleen standaardfunctionaliteit te gebruiken of (3)
17.A1700011853. RA 34
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
standaardfunctionaliteit te gebruiken aangevuld met zelf
gebouwde functionaliteit. SharePoint is daarom zeer flexibel.
In de case van het pensioenfonds hebben ontwikkelaars
alleen gebruik gemaakt van standaardfunctionaliteit. Dit
betekent overigens niet dat het slechts een kwestie is van het
installeren van het systeem. De beschikbare functionaliteit
moet wel degelijk dusdanig geconfigureerd worden om er
voor te zorgen dat het optimaal werkt voor de specifieke
organisatie.
SharePoint is een veel gebruikte applicatie door bedrijven.
Veel bedrijven gebruiken SharePoint om het samenwerken
te faciliteren. Dit is een van de sterkste punten van
SharePoint. Het is makkelijk om het groot of klein in te
richten, afhankelijk van de maat van het bedrijf. Er zijn veel
. mogelijkheden qua functionaliteiten, de applicatie kan
Bewezen oplossing … … -
aangepast worden om bij de bedrijfsbehoefte aan te sluiten.
Toegang tot SharePoint is mogelijk via telefoon of iPad. Er
zijn een aantal nadelen: Het inrichten van de applicatie kan
veel tijd kosten, de applicatie staat niet bekend voor haar
snelheid en het kan lang duren voordat pagina’s geladen
worden.
Vaak kan worden waargenomen dat wanneer organisaties
overgaan van het gebruik van een traditionele server voor het
opslaan van documenten naar een documentmanagement
systeem met workflow functionaliteit, dat SharePoint als
kopie van de server wordt ingericht, waardoor geen
verbetering in manier van werken ontstaat. Het juist inrichten
a van SharePoint heeft in dat geval grote impact op de
Impact op de organisatie ee
organisatie, omdat alle werkprocessen moeten worden
aangepast en in kaart moeten worden gebracht, werknemers
hierin moeten worden getraind, en alle processen technisch
moeten worden verwerkt in MS SharePoint. In het geval dat
er al met een documentmanagementsysteemm wordt gewerkt
geldt het laatste aspect ook en is er dus ook impact op de
organisatie, hoewel deze dan wel kleiner is.
Transitiekosten zullen bestaan uit (1) het functioneel
ontwerp van de applicatie, waarbij gekeken wordt hoe te
uiteindelijke applicatie er tot in detail uit gaat zien, welke
n functionaliteit er nodig en hoe controles zijn ingeregeld (2)
Transitiekosten de ontwikkeling van het gekozen ontwerp waarbij het
functioneel ontwerp wordt geconfigureerd in MS
SharePoint, (3) het overzetten van bestaande documenten
naar SharePoint en (4) gebruikerstrainingen… inclusief het
omscholen van functioneel beheerders. Voor alle vier de
17.A1700011853. RA 35
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
stappen zullen waarschijnlijk externe partijen moeten
worden ingehuurd.
De beheerkosten zijn afhankelijk van hoeveel opslag er
Beheerkosten nodig is, maar SharePoint is een standaard onderdeel van
Microsoft Office.
Professioneel dienstverlener
Het aan te schaffen systeem diende aan wettelijke kaders te
voldoen, hieronder viel de hoge mate van vertrouwelijkheid
van sommige stukken en reglementen omtrent veilige
Veiligheid en betrouwbaarheid | dossiervorming en dossiervernietiging. Verder was de
hoogste mate van veiligheid een van de vereisten, vanuit
perspectief van zowel autorisatie management als vanuit
externe hacking.
Een van de vereisten van het aan te schaffen systeem was dat
het flexibel en robuust genoeg te zijn om koppelingen te
. kunnen maken met andere systemen/applicaties. Voor
Koppelbaarheid ve . y Pp .
specifieke dossiers was er een separate oplossing. Het
document en records management systeem diende niet te
worden gekoppeld met het dossier systeem.
Een van de vereisten van het aan te schaffen systeem was dat
. . het in afdoende mate gebruikersvriendelijk (“intuïtief”) 1s.
Ondersteuning en bewaking .
Documentroutering/stukkenstroom en processen voor
van het proces . ve .
creatie/vernietiging/archivering diende te worden
ondersteund.
In deze casus is de stukkenstroom ook de keten. De
Geïntegreerd door de hele | stukkenstroom is het proces vanaf het maken van
keten documenten tot aan de archivering. De gehele stukkenstroom
diende te worden ondersteund.
Het systeem diende flexibel te zijn voor (toekomstige)
are: ontwikkelingen. De in te richten functionaliteit richtte zich
Flexibiliteit
echter wel vooralsnog op enkel document en records
management.
Voor de keuze van een document en records management
systeem werd er gekeken naar bewezen oplossingen in de
Bewezen oplossing markt (via referentiebezoeken). Het feit dat een systeem zich
bij andere organisaties bewezen heeft was een belangrijke
weegfactor voor de pakket selectie.
17.A1700011853. RA 36
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Omdat het project zich nog in de pakket selectie fase bevindt
1s de impact op de organisatie geen onderdeel van deze casus.
Impact op de organisatie Echter de verwachting is dat de implementatie van het
nieuwe systeem een dusdanige impact heeft op gebruikers
dat hiervoor een specifieke veranderaanpak is opgesteld.
'Transitiekosten | Niet naar gekeken in deze casus
Beheerkosten | Niet naar gekeken in deze casus
Provincie (eDOCS DM/RM van leverancier Open Text)
Het systeem voldeed niet in afdoende mate aan de
toenmalige geldende wetgeving voor beveiliging. Voor wat
betreft betrouwbaarheid van documenten is gebleken dat
autorisatie management diende te worden aangevuld. Goed
ee: ‚‚ | om hierbij in ogenschouw te nemen dat de wetgeving voor
Veiligheid en betrouwbaarheid | IJ Sense . . SEVIN8
informatiebeveiliging in 2012 minder uitgebreid was dan de
huidige wet- en regelgeving welke de afgelopen jaren is
aangescherpt vanuit o.a. GDPR en Wbp. De stukkenstroom
voor geheime en vertrouwelijke documenten maakte geen
deel uit van deze casus.
Koppelbaarheid | Niet naar gekeken in deze casus
Het systeem was vooral gericht op centraal beheer van
digitale documenten en records. Documenten en records
werden vanuit 1 centraal systeem gecreëerd, gebruikt,
opgeslagen, gearchiveerd en vernietigd. Daarbij had de
organisatie aanvullende wensen (bijv. document routering
c.q. stukkenstroom) welke via maatwerk diende te worden
Ondersteuning en bewaking | opgelost. Deze maatwerk toepassingen hadden een tweeledig
van het proces effect: (1) Verminderde gebruiksvriendelijkheid omdat het
systeem in onvoldoende mate voldeed aan de eisen en
wensen van de gebruikers en arbeidsintensief was om mee te
werken en (2) inrichting van aanvullende processen
(bijvoorbeeld zaakgericht werken, document
routering/stukkenstroom, digitale handtekening en
voortgangsbewaking).
Geïntegreerd door de hele | Niet naar gekeken in deze casus
keten
Flexibiliteit Aanvullende functionaliteit c.q. maatwerk was aanwezig.
Echter, dit heeft een negatief effect gehad op
17.A1700011853. RA 37
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
gebruiksvriendelijkheid, release management en beschikbare
resources voor implementaties.
. In deze casus is niet gekeken naar de mate waarin het
Bewezen oplossing .
systeem zich heeft bewezen.
Impact op de organisatie | Niet naar gekeken in deze casus
Bij de provincie is aanbevolen om aanvullende oplossingen
voor aanvullende vereisten zoals digitaal samenwerken en
'Transitiekosten kennisdelen te vinden. Deze aanbeveling is mede gebaseerd
op de relatief lage kosten voor mogelijke systemen in de
markt (bijv. Microsoft SharePoint of Alfresco).
Beheerkosten | Niet naar gekeken in deze casus
De overeenkomst met de criteria wordt in de onderstaande tabel samengevat door middel van een
Harvey Ball. Hierbij is de volgende legenda van toepassing die de mate van overeenkomst
uitdrukt:
@ - Geen
® _ Laag
PB - Beperkt
B - Redelijk
® - Hoog
Overheids- Overheids- Pensioenfond Professionele nr
instelling 1 instelling 2 heheh Dienstverlening rovincie
hatha Pocumentum Sharepoint EEE OpenText
Veiligheid en Nvt
betrouwbaarheid
Ondersteuning
en bewaking van Nvt
Lal eerste
Geïntegreerd
door de hele Nvt
LE
be Nvt
oplossing
17.A1700011853. RA 38
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
De bovenstaande tabel presenteert het beeld van de mate van overeenkomst tussen de
geselecteerde instanties en de door de Gemeente Amsterdam vastgestelde criteria. De doelstelling
van het marktonderzoek en dit samenvattende overzicht is om aan te geven in hoeverre in de
markt beschikbare alternatieven overeenkomen met de gestelde criteria. De mate van
overeenkomst is in hoofdstuk 5 gebruikt om de scenario’s te vergelijken en om te komen tot een
voorkeursscenario.
Het doel van dit overzicht is niet om te komen tot 1 instantie die als ‘beste’ beoordeeld kan worden
op basis van de gestelde criteria. Mocht de Gemeente Amsterdam de keuze maken om deze
richting op te gaan, adviseren wij om verder onderzoek naar de details van alternatieven te doen
voordat een keuze wordt gemaakt in de vorm van een pakketselectieproces.
17.A1700011853. RA 39
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
. 9 . .
B Overeenkomsten scenario’s per criterium
Scenario 1: Doorgaan op de ingeslagen weg (Andreas 1 wordt vervangen door Andreas 2).
Criterium Beschrijving overeenkomst
De vervanging van Andreas 1 door Andreas 2 komt in hoge mate
overeen met dit criterium op basis van de IV — kaders rondom
veiligheid en betrouwbaarheid waaraan wordt voldaan.
Argumentatie:
- Het programma plan voor fasen 2 en 3 benoemd
expliciet dat alle modules na vervanging zullen voldoen
Veiligheid en aan de IV-kaders.
betrouwbaarheid - De in 2016 succesvol uitgevoerde Penetratie- en Hack
test.
- De op korte termijn geplande migratie van hosting en
technisch beheer zorgt voor een vernieuwing van de
hardware en hosting.
- De positieve resultaten van de uitgevoerde systeem
audit [18].
De mate van koppelbaarheid is hoog bij scenario In het huidige
programmaplan zijn koppelingen geen onderdeel van de scope.
Procesmatige koppelingen met de aanpalende systemen zijn
mogelijk, maar bestaan voornamelijk uit handmatige activiteiten.
Argumentatie:
-__In secenario 1 worden de modules ‘as-is’ vervangen [20]
De huidige koppelingen tussen Andreas en omringende
systemen zijn niet geautomatiseerd.
- De koppelingen met de systemen Point2Share, RIA en
GVOP vereisen op dit moment handmatige activiteiten
. en automatisering van deze koppelingen zijn niet in
Koppelbaarheid 8 Ppe'mg J
scope van fasen 2 en 3 van het programma [20]. De
ontwikkeling van de koppelingen staat gepland in een
apart project. De verwachting is dat dit de
gebruiksvriendelijkheid ten goede zal komen.
- De verwachting vanuit het DROP project team op basis
van de huidige situatie is dat er geen automatische
koppeling gemaakt zal worden tussen Andreas en
DROP vanaf 1 januari 2018. Voor de ontwikkeling van
deze koppeling zal een nieuw project gestart moeten
worden.
- De huidige koppelingen vragen handmatige
activiteiten, maar blokkeren het besluitvormingsproces
17.A1700011853. RA 40
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
niet. De verwachting is dat deze situatie niet verandert
in scenario 1.
- Er zijn geen aanleidingen vastgesteld om te
concluderen dat het automatiseren van de verschillende
koppelingen technisch niet mogelijk is. Voor het
realiseren van deze koppelingen zullen separate
projecten gestart moeten worden.
De ondersteuning en bewaking van het proces is beperkt. Het
systeem is een workflow systeem dat in de opzet de verschillende
stappen van het proces ondersteunt en de kwaliteit van het resultaat
bewaakt door de verschillende stappen binnen het proces af te
dwingen. Echter, de gebruiksvriendelijkheid van het systeem is
(nog) beperkt en de volgordelijkheid van de processtappen wordt
niet afgedwongen of in de tijd bewaakt waardoor inefficiënties
ontstaan.
Argumentatie:
- Uit de gehouden interviews komt een eenduidig beeld
naar voren dat het systeem niet gebruiksvriendelijk is.
Hierbij komen ook voorbeelden van inefficiëntie naar
voren zoals het feit dat een besluit met volmacht
waarbij de wethouder gemachtigd 1s tot het maken van
wijzigingen altijd opnieuw van finaal advies moet
worden voorzien terwijl dit niet in alle gevallen
daadwerkelijk noodzakelijk is. Een ander voorbeeld is
het ontbreken van een zoekfunctie binnen Andreas om
Ondersteuning en dossiers op efficiënte wijze uit het (archief) systeem te
bewaking van het proces kunnen halen. Deels betreft dit proceskeuzes die niet 1-
op-1 te wijten zijn aan het systeem.
- Het systeem omvat de stappen die kwalitatieve
besluitvorming ondersteunen. Voorbeelden hiervan zijn
het finaal advies en goedkeuring van de directeur voor
behandeling van een voordracht in het College.
- Uit de gehouden interviews komt naar voren dat het
besluitvormingsproces functioneert met de
ondersteuning van het proces en dat, ondanks de
gebruiksvriendelijkheid, niet wordt vastgesteld dat het
proces vastloopt door Andreas.
- Op basis van de interviews ontstaat het beeld dat de
beperkte gebruiksvriendelijkheid van Andreas mede
wordt veroorzaakt door de trage performance van het
systeem. De trage performance van het systeem wordt
ervaren als vergelijkbaar met de andere IT systemen
van de Gemeente Amsterdam. Om deze reden is deze
component van de beperkte gebruiksvriendelijkheid
niet toe te schrijven aan het systeem Andreas.
17.A1700011853. RA A1
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
- De inrichting van Andreas maakt het mogelijk dat
gebruikers met de rol van indiener alle documenten
waaronder die met de classificatie kabinet of beperkt
kabinet kunnen openen en inzien. Daarnaast is de
classificatie pas zichtbaar voor de gebruiker wanneer
het document wordt geopend. Dit vergroot het risico dat
documenten onbedoeld openbaar worden.
- De gehele vervanging van Andreas betekent dat er nog
maar 1 versie van Andreas in gebruik zal zijn in
scenario 1. Dit zal de gebruiksvriendelijkheid ten goede
komen.
Scenario 1 komt redelijk overeen met het criterium. Andreas
ondersteunt in scenario 1 het besluitvormingsproces van
voorbereiding tot aan publicatie en archivering. Ontbrekend in deze
ondersteuning zijn de functionaliteit voor het presenteren van
documenten aan degenen die de besluiten nemen (de wethouders,
de burgemeester en de Raadsleden) en de functionaliteit om in de
toekomst publicatie via DROP te ondersteunen.
Argumentatie:
Geïntegreerd door de -_ Uit het proces zoals gepresenteerd in hoofdstuk 3 en de
hele keten systeem architectuur in bijlage B volgt dat in scenario 1
Andreas het grootste deel van de keten ondersteunt.
- Uit de gebruiker interviews komt naar voren dat vooral
tijdens de voorbereiding van besluiten, maar ook op
andere momenten in het proces wanneer er wijzigingen
in dossiers worden doorgevoerd, Andreas niet wordt
gebruikt. Voor de afstemming en (iteratieve)
aanpassingen van documenten wordt gebruik gemaakt
van email en telefoon.
Scenario 1 komt in hoge mate overeen met het gestelde criterium.
De technologie (XCP2) gebruikt voor de ontwikkeling van de
collegemodule is in hoge mate flexibel ten aanzien van de
ondersteuning van het proces.
Argumentatie:
- De collegemodule en de agendamodule ondersteunen
Flexibiliteit het deel van het proces waarin het College is betrokken.
Op basis van het functioneel ontwerp en de
gebruikerstesten kan worden gesteld dat de flexibiliteit
van de technologie toereikend is om het proces van de
Gemeente Amsterdam te ondersteunen.
- Er is geen aanleiding om aan te nemen dat nieuwe
wijzigingen aan het systeem technisch gezien niet
kunnen worden doorgevoerd.
17.A1700011853. RA 42
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Scenario 1 komt in hoge mate overeen met het gestelde criterium.
Het marktonderzoek toont aan dat Documentum ingezet wordt bij
meerdere vergelijkbare instanties in de markt.
Argumentatie:
Bewezen oplossing -__Documentum wordt succesvol ingezet meerdere
Nederlandse overheidsinstanties.
- De collegemodule van Andreas heeft in de afgelopen
periode bewezen in staat te zijn om het proces te
ondersteunen.
In Scenario 1 zal de impact beperkt zijn in vergelijking met de
andere scenario’s. De gebruikers binnen de Gemeente Amsterdam
zijn gewend aan het gebruik van het systeem Andreas 1 en een deel
van de gebruikers werkt op dit moment in Andreas 1 en 2. Ook is
er een bestaande projectorganisatie die contact heeft met de
verschillende gebruikersgroepen.
Argumentatie:
- Het uitfaseren van Andreas 1 zal een versimpeling van
a het gebruik van het systeem Andreas betekenen voor de
Impact op de organisatie a har
organisatie, omdat er van 2 applicaties teruggegaan
wordt naar 1 applicatie. Dit zal ook de
gebruiksvriendelijkheid ten goede komen.
- Trainingen en trainingsmaterialen ontwikkeld voor het
opleiden van de gebruikers van Andreas hoeven in
beperkte mate aangepast te worden.
- De helpdesk en beheerafdelingen die de gebruikers van
het systeem Andreas ondersteunen hoeven in beperkte
mate hun kennis en werkwijze aan te passen.
€ 2.6m [15]
Argumentatie:
-_ Er is een project controller aangesteld binnen het
project gericht op de vervanging van Andreas. De
toevoeging van deze rol leidt naar verwachting tot een
betere inschatting van de kosten en vroegtijdige
Transitiekosten identificatie van afwijkingen van het budget.
- De ervaring die is opgedaan tijdens het ontwikkelen en
live brengen van de collegemodule ondersteunt het
maken van een kosteninschatting voor de overige
modules.
- De inschatting van de kosten voor de overige modules
is gebaseerd op de aanname dat een deel van de
functionaliteit van de collegemodule hergebruikt zal
17.A1700011853. RA 43
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
kunnen worden. De mate waarin hergebruik mogelijk
is, is gebaseerd op een inschatting en brengt een risico
op extra kosten met zich mee.
€ IM per jaar
- De inschatting van de beheerkosten volgt uit een
KPMG analyse gebaseerd op de exploitatiekosten van
het systeem Andreas in 2015 en 2016. Deze kosten
omvatten interne en externe kosten en zijn inclusief
licenties en exclusief kosten voor technisch beheer,
housing en hosting omdat de informatie over deze
componenten op applicatie niveau niet beschikbaar is.
Het uitgangspunt hierbij is dat alle kosten gerelateerd
aan de vervanging van Andreas onder de transitiekosten
Beheerkosten
vallen.
- Op het moment van de uitvoer van het onderzoek
beheert het beheerteam van Andreas 2 applicaties,
namelijk Andreas 1 en Andreas 2. Na het uitfaseren van
Andreas 1 kan het beheer mogelijk efficiënter
uitgevoerd worden. Op basis van het feit dat in scenario
1 het gehele besluitvormingsproces ongewijzigd
ondersteund wordt door het systeem Andreas, is de
aanname dat de efficiëntie mogelijkheden beperkt
zullen zijn.
Kansen
- De technologie gebaseerd op bouwstenen die gebruikt
wordt voor Andreas 2 biedt kansen voor het hergebruik
van functionaliteit. Gezien het feit dat er
overeenkomsten zitten tussen de delen van het proces
waarin het College en de Raad een rol spelen is de
inschatting dat het mogelijk is om delen van de
functionaliteit te hergebruiken. Dit heeft voordelen
onder andere met betrekking tot ontwikkelkosten en de
Ds toekomstige beheerkosten omdat het systeem
Kansen en Risico's .
overzichtelijker wordt en daarmee beter
onderhoudbaar.
Risico's
- Handmatige activiteiten vormen een risico op fouten en
interpretaties. In scenario 1 ondersteunt het systeem
Andreas het besluitvormingsproces. Onderdeel van dit
proces zijn een aantal handmatige activiteiten waarbij
besluiten en onderliggende teksten handmatig
overgezet worden uit PDF bestanden naar andere
formats zoals MS Word. Deze handmatige activiteiten
17.A1700011853. RA 44
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
vormen een risico op fouten en interpretaties binnen
proces.
- Het opslaan van documenten op MS SharePoint vormt
een risico op foutief versie beheer. Het College gebruikt
de applicatie Point2Share voor de digitale presentatie
van documenten aan burgemeester en wethouders. Om
de applicatie te gebruiken worden de documenten
opgeslagen op een SharePoint pagina. Het gevolg
hiervan is dat er meerdere bronnen zijn die het proces
ondersteunen. Dit vergroot de kans op foutief versie
beheer en onzorgvuldige besluitvorming.
- Het gebruik van meerdere dossiers binnen een
zaakdossier vormt een risico met betrekking tot de
kwaliteit van de besluitvorming. Binnen het systeem
Andreas worden in scenario 1 meerdere
behandeldossiers aangemaakt voor besluitvorming
door het College en de Raad. Het vullen van deze
dossiers is een handmatige activiteit die voor een deel
bestaat uit het overzetten van informatie tussen
dossiers. Tijdens deze onderdelen van het proces wordt
het risico gelopen dat er inhoudelijke verschillen
ontstaan tussen dossiers waardoor besluitvorming niet
op dezelfde basis plaatsvindt.
-__ Flexibiliteit van de organisatie om aanpassingen te doen
aan het systeem vormt een risico voor de (beoordeling
van het criterium) systeem flexibiliteit. Het criterium
flexibiliteit is vastgesteld door de Gemeente
Amsterdam om mee te wegen in hoeverre een
ondersteunend systeem technisch kan worden
aangepast ten bate van veranderingen in het proces. Uit
de interviews is naar voren gekomen dat het live
brengen van modules van Andreas in principe alleen
tijdens het reces mogelijk is, omdat dit tijdens het
vergaderseizoen het proces in hoge mate verstoord.
Deze factor beperkt de flexibiliteit van het systeem
binnen ieder scenario.
- De medewerking van alle betrokken bij de uitvoering
van scenario 1 is nodig om de vervanging van Andreas
succesvol uit te voeren. Beperkte medewerking kan
leiden tot vertraging en extra kosten.
De detail overeenkomsten tussen scenario 2 en de criteria worden beschreven in de volgende
tabel. Hierbij wordt specifiek gekeken naar de combinatie van de collegemodule in Andreas 2 in
combinatie met een alternatief voor de andere modules van Andreas.
17.A1700011853. RA 45
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
Scenario 2: een andere oplossing zoeken voor fase 2 en verder.
Criterium Beschrijving overeenkomst
Scenario 2 komt in redelijke mate overeen met het criterium.
Argumentatie:
- De collegemodule voldoet zoals beschreven in scenario
1 in hoge mate aan dit criterium.
- De koppelingen en alternatieve oplossing(en) in dit
systeem zullen gebruik maken van dezelfde hardware
als de collegemodule en hiermee op dezelfde wijze aan
de IV-kaders op dit vlak voldoen.
Veiligheid en . . .
8 , - __Autorisatiebeheer gericht op het inrichten van de
betrouwbaarheid . Nen
toegang tot documenten is mogelijk bij alle realistische
alternatieve oplossingen.
- De introductie van meerdere systemen voor de
ondersteuning van het proces zal leiden tot extra
koppelingen tussen applicaties. Deze extra koppelingen
vergroten in generieke zin het risico op incidenten.
- Op basis van de onderzochte alternatieven kan worden
vastgesteld dat bij bepaalde alternatieven veiligheid een
aandachtspunt is.
De overeenkomst met dit criterium is beperkt.
Argumentatie:
- In het geval dat er naast Andreas andere applicatie(s)
zouden worden gebruikt voor het ondersteunen van het
besluitvormingsproces, zou er ook een tweede systeem
nodig zijn om documenten in op te slaan. Het huidige
Koppelbaarheid systeem om documenten in op te slaan automatisch
koppelen met een tweede systeem is naar inschatting
zeer complex of niet mogelijk.
- Koppelingen tussen alternatieve oplossingen en de
applicaties die op dit moment rondom Andreas gebruikt
worden zijn naar verwachting technisch mogelijk. De
beschikbare informatie in het marktonderzoek op dit
specifieke onderwerp is beperkt.
De overeenkomst met dit criterium is redelijk.
. Argumentatie:
Ondersteuning en sn
bewaking van het proces - Alternatieve oplossingen bieden de mogelijkheid om
door middel van maatwerk (delen van) het proces te
ondersteunen.
17.A1700011853. RA 46
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
- Het gebruik van meerdere oplossingen ter
ondersteuning van het proces is naar verwachting
beperkt gebruiksvriendelijk.
- De kwaliteit van de output van het
besluitvormingsproces kan bewaakt worden door
middel van maatwerk.
- De koppeling van meerder applicaties en meerdere
bronnen heeft naar verwachting een negatieve impact
op de kwaliteit van de output.
De overeenkomst met dit criterium is beperkt.
Argumentatie:
-__ De introductie van een alternatieve oplossing naast de
collegemodule van Andreas vergroot het aantal
Geïntegreerd door de systemen binnen de keten en verkleind de mate van
hele keten integratie van de ondersteuning van het proces.
- De set van applicaties die het proces zal ondersteunen
in scenario 2 zou in staat moeten kunnen zijn om de hele
te keten te ondersteunen waarbij de inschatting is dat
automatisering van koppelingen een positieve 1mpact
heeft op het niveau van ondersteuning.
Scenario 2 komt in redelijke mate overeen met het criterium.
Argumentatie:
- De collegemodule van Andreas en vergelijkbare
oplossingen in de markt bieden de flexibiliteit om een
complex proces te ondersteunen. Deze flexibiliteit
wordt geboden in de vorm van maatwerk. Aan
Flexibiliteit maatwerk zijn over het algemeen hogere kosten en een
langere doorlooptijd voor ontwikkeling verbonden.
- In het geval dat binnen scenario 2 gekozen wordt voor
een kant en klare oplossing die het proces ondersteunt
zoals bijvoorbeeld het gebruik van MS Outlook en MS
SharePoint zonder maatwerk in te bouwen, zal de
flexibiliteit en ondersteuning van het proces naar
verwachting lager zijn.
Scenario 2 komt in beperkte mate overeen met het criterium.
Argumentatie:
Bewezen oplossin . . . .
p 8 - Er zijn in de markt alternatieve oplossingen beschikbaar
die worden ingezet bij vergelijkbare instanties ter
ondersteuning van zaakgericht werken.
17.A1700011853. RA 47
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
- De introductie van een alternatieve oplossing naast
Andreas zal ertoe leiden dat er een tweede systeem
nodig is om documentatie ín op te slaan. De
ondersteuning van een stukkenstroom zoals het
besluitvormingsproces wordt over het algemeen
ondersteund door 1 systeem om de documentatie in op
te slaan ten bate van correct versie beheer en
reproduceerbaarheid van het besluitvormingsproces.
Scenario 2 heeft een redelijke impact op de organisatie.
Argumentatie:
- De gebruikers van de collegemodule zullen deze
module kunnen blijven gebruiken, maar zullen
daarnaast een nieuwe applicatie moeten gaan
gebruiken.
Impact op de organisatie - De overige gebruikers zullen een nieuwe applicatie
moeten gaan gebruiken. De introductie van een nieuw
systeem heeft naar verwachting een grotere impact op
de organisatie dan het gebruik van een nieuwe versie
van het huidige systeem.
- Het gebruik van meerdere applicaties in de keten heeft
een hogere impact op de organisatie mede door de
introductie van extra handmatige koppelingen.
De transitiekosten zullen naar verwachting hoger zijn bij de
introductie een alternatieve oplossing naast Andreas.
Argumentatie:
- De kosten voor de ontwikkeling en implementatie van
een alternatieve maatwerk oplossing zullen naar
verwachting hoger zijn dan de kosten voor het
ontwikkelen van de overige modules in Andreas, omdat
een deel van de functionaliteit van de collegemodule
kan worden hergebruikt.
Transitiekosten - Het project team zal een andere leverancier moeten
selecteren voor de ontwikkeling van de alternatieve
oplossing. Dit traject zal, naast het tot stand brengen
van een productieve samenwerking, tijd en geld kosten.
- Voor de implementatie van een alternatieve oplossing
naast Andreas zullen trainingsmaterialen moeten
worden ontwikkeld en zullen trainers moeten worden
ingehuurd of opgeleid.
- In het geval van een kant en klare oplossing zullen de
transitiekosten lager zijn, maar een kant en klare
oplossing sluit niet aan bij de criteria van de Gemeente.
17.A1700011853. RA 48
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
De beheerkosten zullen naar verwachting hoog zijn bij de
introductie van een alternatieve oplossing naast Andreas.
Argumentatie:
- Het beheerteam zal moeten bestaan uit personeel dat
kennis heeft van meerdere oplossingen om het
functioneel beheer uit te kunnen voeren. Hierbij moet
ook rekening worden gehouden met het feit dat het
beheerteam in staat moet zijn om changes door te
voeren in de alternatieve applicatie en in Andreas. De
inschatting is dat hiervoor een groter en uitgebreider
opgeleid beheerteam nodig is of dat er hogere externe
Beheerkosten Ps 8 8
kosten moeten worden gemaakt.
- Er zullen licenties nodig zijn van voor het gebruik van
de alternatieve oplossing en voor het gebruik van
Andreas. Dit geldt voor de gebruikers die op dit
moment in Andreas 1 en in Andreas 2 werken. Er zullen
geen extra licenties nodig zijn in het geval dat de
Gemeente kiest voor een alternatieve oplossing
waarvan het reeds licenties bezit zoals MS SharePoint.
- De helpdesk zal in staat moeten worden gesteld om
gebruikers te ondersteunen bij het gebruik van
meerdere applicaties.
Kansen:
- Het selecteren van een alternatieve oplossing naast
Andreas biedt mogelijk kansen op het gebruik van
specifieke functionaliteit die Andreas niet biedt zoals
versie beheer met de mogelijkheid om te identificeren
wie in een bepaalde versie van een document
wijzigingen heeft gemaakt.
- Een alternatieve oplossing biedt de mogelijkheid om
aan te sluiten bij het (te starten) traject gericht op de
implementatie van 1 generiek systeem voor het opslaan
Kansen en risico’s van documenten binnen de Gemeente Amsterdam.
Risico's:
- Het introduceren van een alternatieve oplossing naast
Andreas houdt in dat er ook een extra bron voor de
opslag van documentatie bij komt. Meerdere bronnen
voor de opslag van documentatie vormen een risico
voor de integriteit en reproduceerbaarheid van het
besluitvormingsproces.
-__ Een alternatieve oplossing naast Andreas zal resulteren
in extra koppelingen die of indien mogelijk tegen
kosten moeten worden geautomatiseerd of die er
17.A1700011853. RA 49
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
mogelijk toe leiden dat er meer handmatig werk moet
worden gedaan en de gebruiksvriendelijkheid omlaag
gaat.
In de bovenstaande tabel is de overeenkomst van scenario 2 met de criteria beschreven. In de
volgende tabel wordt deze afweging gemaakt voor scenario 3. Dit is het scenario waarin Andreas
in zijn geheel wordt vervangen door een alternatieve oplossing. Bij het wegen van dit scenario
worden alternatieve oplossingen die op basis van de in hoofdstuk 4 beschreven bevindingen
mogelijk geschikt zijn om het besluitvormingsproces van de Gemeente Amsterdam te
ondersteunen.
Scenario 3: voor het gehele besluitvormingsproces een nieuw systeem aanschaffen en
implementeren.
Criterium Beschrijving overeenkomst
De overeenkomst met het criterium is hoog.
Argumentatie:
- Het veilig gebruik van een alternatieve oplossing is
voor een groot deel afhankelijk van de inrichting van de
Oe IT Infrastructuur die Gemeente breed wordt
Veiligheid en georganiseerd en naar verwachting voldoet aan de IV-
betrouwbaarheid kaders.
- Eris geen aanwijzing dat alternatieve oplossingen in de
markt in de basis niet veilig of te beveiligen zijn op
applicatie niveau. Hierbij gaat het voornamelijk om de
inrichting van autorisaties (wie mag wat) en de
afscherming van documentatie.
De inschatting van de overeenkomst met het criterium is hoog. De
beschikbare informatie op dit specifieke criterium is beperkt.
Argumentatie:
- De handmatige koppeling (lees: het handmatig
Koppelbaarheid overzetten van documenten zoals dit op dit moment ook
gebeurt) tussen een alternatieve oplossing en de
omringende applicaties is naar verwachting mogelijk.
- Het is naar verwachting mogelijk om automatische
koppelingen te creëren tussen omringende systemen en
de alternatieve oplossing.
Scenario 3 komt in beperkte mate overeen met het criterium.
Ondersteuning en Argumentatie:
bewaking van het proces
- Relevante alternatieve oplossingen in de markt bieden
de mogelijkheid tot de ontwikkeling van een workflow
17.A1700011853. RA 50
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
(maatwerk) waardoor het proces kan worden
ondersteund.
- De ontwikkeling van maatwerk in een alternatieve
oplossing kan bijdragen aan de borging van kwaliteit
binnen het proces.
- De ontwikkelingen van het bovengenoemde maatwerk
heeft tot gevolg dat de gebruiksvriendelijkheid van de
applicatie omlaag gaat.
- Het gebruik van een voor de gebruiker onbekend
systeem heeft (initieel) een negatieve impact op de
gebruiksvriendelijkheid.
Scenario 3 komt in hoge mate overeen met het criterium.
Argumentatie:
… - De keuze voor een alternatieve oplossing inclusief de
Geïntegreerd door de . ve . en
hele keten functionaliteit van de omringende applicaties of
automatische koppelingen met deze applicaties
betekent dat de ondersteuning van de activiteiten
binnen het proces naar verwachting in hoge mate
geïntegreerd uitgevoerd kunnen worden.
Scenario 3 komt in redelijke mate overeen met het criterium.
Argumentatie:
Oe - Relevante alternatieve oplossingen in de markt bieden
Flexibiliteit de mogelijkheid tot de ontwikkeling van maatwerk
waarmee flexibiliteit wordt verkregen.
- De ontwikkeling van maatwerk is over het algemeen
kosten en resource intensief.
Scenario 3 komt in hoge mate overeen met het criterium.
Argumentatie:
- Op basis van het marktonderzoek kan worden gesteld
dat er bij andere instanties met vergelijkbare processen
Bewezen oplossing oplossingen worden gebruikt die ín staat zijn om het
proces te ondersteunen.
- Bij het wegen van dit criterium is rekening gehouden
met de schaal en de complexiteit van (het
besluitvormingsproces) van de Gemeente Amsterdam.
_ | De impact op de organisatie van scenario 3 is groot.
Impact op de organisatie
Argumentatie:
17.A1700011853. RA 51
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
- Gebruikers zullen getraind moeten worden in het
gebruik van een nieuw systeem en zullen hun manier
van werken moeten aanpassen.
- De gebruiksvriendelijkheid van een alternatieve
oplossing zal vanwege het benodigde maatwerk om het
proces te ondersteunen naar verwachting niet
verbeteren.
- _ Het overzetten van de gearchiveerde documentatie naar
een nieuw systeem is technisch complex.
De transitiekosten in scenario 3 zullen naar verwachting hoog zijn.
Argumentatie:
- Het opnieuw ontwikkelen van een alternatieve
oplossing ter ondersteuning van het college zal een
extra investering opleveren ten opzichte van de andere
scenario’s. Dit volgt ook uit een stuk
kapitaal vernietiging, doordat het reeds
geïmplementeerde deel van Andreas 2, de
collegemodule, “weggegooid” wordt, daar waar
functionaliteit mogelijk herbruikbaar was in nieuwe
modules.
- De huidige project organisatie zal extra tijd en kosten
Transitiekosten moeten investeren voor het selecteren van een nieuwe
oplossing en het organiseren van een ontwikkeltraject
met een nieuwe leverancier.
- Extra kosten voor managen van de verandering binnen
de organisatie richting een nieuw systeem.
- Voor de implementatie van een alternatieve oplossing
zullen trainingsmaterialen moeten worden ontwikkeld
en zullen trainers moeten worden ingehuurd of opgeleid
voor het trainen van gebruikers en het beheerteam.
- In het geval van een kant en klare oplossing zullen de
transitiekosten lager zijn, maar een kant en klare
oplossing sluit niet/beperkt aan bij de eisen en wensen
van de Gemeente.
De beheerkosten zullen naar verwachting beperkt hoger zijn bij de
keuze voor een alternatieve oplossing.
Beheerkosten - Extra kosten voor de aanschaf van licenties voor het
gebruik van een nieuwe applicatie, mits de Gemeente
deze licenties nog niet in bezit heeft bijvoorbeeld in het
geval van het gebruik van MS SharePoint.
17.A1700011853. RA 52
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
- Zeker in het begin zullen de beheerkosten voor Andreas
en die van een nieuw systeem parallel lopen.
- In het geval dat er in lijn met de IV-kaders wordt
gekozen om het beheer uit te laten voeren door een
externe partij zullen de personeelskosten van het
functioneel beheer stijgen.
Kansen:
- De keuze voor een alternatieve oplossing biedt de
mogelijkheid om eerst het proces in zijn geheel vast te
leggen en te optimaliseren om vervolgens te bepalen
hoe een alternatieve oplossing het proces in het zijn
geheel optimaal kan ondersteunen.
- Het selecteren van een alternatieve oplossing kan de
mogelijkheid bieden om ook omringende systemen uit
te faseren en handmatige koppelingen te verwijderen
waardoor er minder handmatig werk hoeft te worden
gedaan.
Risico’s:
- De keuze voor een alternatieve oplossing voor Andreas
houdt in dat alle documenten die opgeslagen zijn in het
archiefsysteem van Andreas zullen moeten worden
overgezet naar een nieuw systeem. Dit is een technisch
complexe verandering waaraan mogelijk hoge kosten
De, en doorlooptijd verbonden zijn.
Kansen en risico’s
- De keuze voor een alternatieve oplossing zal mogelijk
tot een vertraging leiden in het project gericht op de
vervanging, omdat er een selectietraject zal moeten
worden gestart en de samenwerking zal moeten worden
aangegaan met nieuwe partijen en het project opnieuw
moet worden opgezet. Dit brengt een belangrijk
technisch risico met zich mee, aangezien nu al wordt
aangegeven dat Andreas 1 steeds lastiger te
onderhouden is. Een vertraging in het project maakt de
kans op tijdige vervanging kleiner.
- Ondanks de mogelijkheid tot het ontwikkelen van
maatwerk, bestaat het risico dat gebruikers op een
andere manier ondersteund zullen gaan worden door
een alternatieve oplossing. Zij zullen hun werkwijze
moeten aanpassen waarbij een verbetering van de
gebruiksvriendelijkheid niet gegarandeerd is.
- Het kiezen van een alternatieve oplossing voor Andreas
heeft mogelijk een negatieve impact op het project team
en de gebruikers van de collegemodule, omdat met een
17.A1700011853. RA 53
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
tweede vervanging de eerste vervanging zal worden
ervaren als nutteloos.
In de bovenstaande tabellen zijn de overeenkomsten tussen de scenario’s en de criteria
beschreven. Hierbij zijn de centrale argumenten in lijn en tegenovergesteld aan de overeenkomst
gepresenteerd en zijn geïdentificeerd kansen en risico’s genoemd. De bovenstaande analyse is
uitgevoerd op basis van de gehouden interviews, de beschikbare documentatie en het
marktonderzoek. De mate van overeenkomst is een inschatting van KPMG, gemaakt op basis van
deze eerder in het onderzoek gepresenteerde componenten. De vaststelling van de
overeenkomsten tussen de criteria en de scenario’s op basis van de componenten is subjectief.
Het (enige) doel van deze analyse is om op basis van de vastgestelde overeenkomsten per
criterium te komen tot een advies voor een voorkeursscenario over de vervanging van Andreas.
De analyse is niet bedoeld om verdere vervolgstappen te bepalen ten aanzien van bepaalde
criteria. Hiervoor Is in de meeste gevallen extra onderzoek nodig.
17.A1700011853. RA 54
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
e KJ
C Het besluitvormingsproces [14]
Het proces Is tijdens de uitvoering van dit onderzoek in kaart gebracht door het eerder genoemde
lid van het DROP project team, Dirkjan Langeveld. Op verzoek van het projectteam hebben wij
de visualisaties niet rechtstreeks verwerkt in het rapport. Wel is het processchema op pagina 13
in grote lijnen op deze visualisatie gebaseerd.
17.A1700011853. RA 55
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
D De systeemarchitectuur 20
NA Ee a
88E
Se 8
EEE8 je
48
Je
8 Ke)
s zi,
2 a
S
In ni
En i
| Ke)
(tej
gef _ oe
\ nd 5 5 | 5
Hi Batt. 8 Pe ú
nn, KERS L
Ke A hm E
Ke NS 74
9 A al
JS an
4 ed!
je) dik SS ' il
© Á Ee /
id Zi A ml
== mt EA EE:
ZM EE
th) | \ he DONS
P5 î [4 | { fa mn
: af hr í AN
ON
_ [ en:
| ke | a N
ed — | \
0 ed EN
| le) a ij Je —
pn
| je ll NE
| je eN RR
| I | M D dend BE el 8
| le! hic
f om
/ 5 |
f hi
ij EL
17.A1700011853. RA 56
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
E Documentatieoverzicht
Referentie Document Toelichting Datum
1 Aanbevelingen CIO _ | Afmbevelingen van de CIO aan de 4-11-2014
Gemeentesecretaris omtrent Andreas
. Verslagen en bijlagen van de 22-2-2017 t/m
2 | Adviesgroep | adviesgroep Andreas 17-7-2017
Brief commissie Brief aan de commissie Financiën
3 . . 28-3-2017
Financiën omtrent de vervaging van Andreas
Advies van het Cluster Advies Team
4 CAT Advies van de cluster Bedrijfsvoering 4-4-2017
omtrent Andreas (inclusief bijlagen)
5 Documenten VKA Rapport van Verdonck Klooster & Tot aan 3-11-
Associates van 2016
6 Exploitatiekosten Exploitatie kosten 2015-2016 van N.D.
Andreas
7 IB Memo Memo omtrent Informatiebeveiliging 7-4-2015
en Privacy Andreas
. Mail met achtergrondinformatie
8 Informatie modules omtrent indeling modules Andreas 2 19-7-2017
9 TV-kaders IV-kaders van de Gemeente 10-3-2014
Amsterdam
10 Motie Bosman, Toonk Motie om trent dehet bereiken van 11-3-2016
een papierloze ambtelijke organisatie
Motie omtrent onderzoek naar
u Motie(s) Boutkan, vervanging Andreas inclusief 7-6-2017
Vroege Ernsting aanvullende motie omtrent Open
Data en verslag raadsdebat
Plan van aanpak voor de afronding
12 Plan van Aanpak van de Collegemodule van 22-4- 22-4-2016
Collegemodule
2016
. Presentatie met informatie over
13 Kiest Alntlieas &5 Andreas omtrent architectuur, 9-5-2017
HenT .
modules, techniek en achtergrond
17.A1700011853. RA 57
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
14 Procesoverzichten Voorlopige procesverzichten 18-8-2017
gemaakt door Dirkjan Langeveld
Programmavoorstel voor het
15 Programmavoorstel programma Andreas fase 2 en 3 van 26-1-2017
26-1-2017
. Raadsbesluit omtrent het houden van
Raadsbesluit . . .
16 . papierloze vergaderingen in de 19-10-2011
papierloos vergaderen Gemeenteraad
Rapport van Anderson Elffers Felix
0 | Rapport AEF | omtrent het programma Andreas | ND.
… Rapport van Duijnborgh omtrent een
18 Rapport Duijnborgh kwaliteitsaudit op Andreas 25-7-2017
Stuurgroepverslagen van de 30-8-2016 t/m
1 Stuurgroepverslagen stuurgroep Andreas 31-1-2017
Overzicht van het systeem Andreas,
20 Systeemoverzicht gemaakt door het projectteam 5-1-2017
Andreas
. Uitgangspunten voor digital
21 Uitgangspunten archiveren van de Gemeente 11-3-2014
Archivering
Amsterdam
Verslag van het debat in de
22 Verslag debat Gemeenteraad, waar de motie die 8-6-2017
Gemeenteraad aanleiding geeft tot dit onderzoek is
ingediend.
Voordracht voor de
23 Voordracht Andreas collegevergadering van 18-2-2014 18-2-2014
omtrent de vervanging van Andreas 1
24 Voorjaarsnota Voorjaarsnota van de Gemeente ND.
Amsterdam
Voortgangsrapportages van het 1-3-2017 t/m
Ze | Voortgangsrapportages | programma Andreas 1-6-2017
… Wekelijkse updates per mail omtrent 3-3-2017 t/m
26 | Wekelijkse updates | Andreas 21-7-2017
Vastlegging van de gezamenlijke
27 Workshop workshop waarin de criteria en 3-3-2017 t/m
documentatie weging voor de scenario-analyse zijn 21-7-2017
vastgesteld
17.A1700011853. RA 58
© 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
Gemeente Amsterdam
Scenario-onderzoek vervanging Andreas
Amsterdam, 18 september 2017
F Overzicht afgenomen interviews
Geïnterviewde Ve
Driel Rve Ruimte & Economie
bedrijfsvoering
17.A1700011853. RA 59
© 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die
verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn
geregistreerde merken van KPMG International.
| Motie | 63 | train |
Van: Bo de Koning [mailto:[email protected]]
Verzonden: vrijdag 12 januari 2018 11:57
Aan: Pe Marijke
Onderwerp: Verkorten van de termijn voor vakantieverhuur
Geacht raadslid,
Met interesse heeft Airbnb de ontwikkelingen rondom het voornemen van het college
gevolgd m.b.t. het verkorten van de termijn voor vakantieverhuur.
De Amsterdamse Airbnb-gemeenschap - bestaande uit zo'n 19.000 verhuurders - is
teleurgesteld over dit voornemen.
Graag zou ik van de gelegenheid gebruik maken om u een aantal zaken ter overweging
mee te geven:
e Bijgevoegd vindt u onze schriftelijke reactie op het voorstel die wij aan het
college hebben doen toekomen, waarin wij een aantal zaken uiteenzetten over
vakantieverhuur via Airbnb in Amsterdam en onze samenwerking met de
gemeente.
e Daarnaast wil ik u graag wijzen op een aantal eerste reacties van juridische
experts m.b.t. de juridische houdbaarheid van het voorstel:
o Telegraaf 1
o Telegraaf 2
e _ Als laatste verwijs ik u graag naar een aantal eerste reacties van Amsterdamse
verhuurders, die het voornemen betreuren:
o Parool
o Trouw
Uiteraard kunt u mij bereiken voor eventuele vragen en opmerkingen.
Met hartelijke groet,
Bo de Koning
Public Policy Netherlands & Nordics
+31 6 3083 1388
| Raadsadres | 1 | val |
> Gemeente Bezoekadres Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> amsterdam.nl
Datum 26 oktober 2023
Onderwerp Palenplan
Geachte leden van de gemeenteraad,
Maandag 16 oktober is de proef palenplan in de Westelijke grachtengordel, Noord Jordaan en
Haarlemmerbuurt van start gegaan. De nood- en hulpdiensten waren uitvoerig betrokken bij het
uitwerken van dit plan. Hierbij zijn duidelijke afspraken gemaakt. Echter blijkt nu in de praktijk dat
er meer hinder wordt ondervonden dan aanvankelijk gedacht. Vanochtend is ook samen met de
brandweer, politie en ambulancedienst gekeken in het projectgebied welke problemen er zijn.
Daarna hebben wij gezamenlijk besloten om het palenplan per direct op te schorten.
De pilot Weesperstraat heeft ons geleerd dat de nood- en hulpdiensten zorgen hebben over de
bereikbaarheid van de stad. Een van de opbrengsten van de pilot is dan ook dat duidelijk is
geworden dat de afstemming tussen de nood- en hulpdiensten en de gemeente op het gebied van
bereikbaarheid beter kan en moet. Dit wordt nu verder geëvalveerd, vitgewerkt en omgezet naar
reguliere processen om dit in de toekomst beter met elkaar te regelen.
Dit werpt ook nieuw licht op het palenplan en hoe we samenwerken met de nood- en hulpdiensten
om te zorgen voor een autoluwe stad met meer ruimte voor fietser en voetganger waar
tegelijkertijd de nood- en hulpdiensten optimaal hun werk kunnen doen.
De komende tijd gaan we verder in overleg met de nood- en hulpdiensten om te kijken hoe het
palenplan met de juiste instrumenten wel uitgevoerd kan worden op een voor iedereen goed
werkbare manier. Zodra er zicht is op een herstart wordt u uiteraard geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
f3 TT ZD SC
(ISSN LL T
Melanie van der Horst Micha Mos
Wethouder Verkeer en Vervoer Portefeuillehouder Openbare Ruimte
Stadsdeel Centrum
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 1 | train |
G emeente Bezoekadres
Plein'40'45 1
Amsterdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
2x Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 21 september 2016
Decos nummer 2016/INT /1148
Onderwerp Reactie op Sportplan Amsterdam 2017-2020, De Sportieve Stad
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 6 september 2016
Besluit
De wethouder Sport en recreatie van Amsterdam, de heer E. van der Burg, met bijgevoegde brief
te adviseren inzake het Sportplan De Sportieve Stad.
de heer H.J.M. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R.
% Gemeenteraad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 3
Datum indiening 25 september 2020
Datum akkoord 4 januari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid El Ksaihi inzake de
toegankelijkheid van overheidswebsites voor Amsterdammers met een
beperking
Aan de gemeenteraad
Toelichting vragensteller:
Vanaf 23 september 2020 geldt een wettelijke verplichting voor
overheidswebsites een toegankelijkheidsverklaring te publiceren. Daarin
wordt toegelicht hoe een website aan de toegankelijkheidseisen voldoet en
op welke punten nog de site nog moet worden verbeterd. Hoewel sinds
20181 duidelijk is dat deze wettelijke verplichting zou gaan gelden is na
onderzoek gebleken dat aan deze wettelijke verplichting in veel gevallen
niet wordt voldaan.2
Twee onderzoekers analyseerden 7000 overheidswebsites en slechts 1%
bleek aantoonbaar goed toegankelijk voor mensen met een beperking. Dat
betekent dat een deel van hun bezoekers, die mogelijk afhankelijk zijn van
het gebruik van deze overheidssites, de informatie of dienst niet (goed)
kan gebruiken
De fractie van D66 is van mening dat Amsterdammer erop moeten kunnen
rekenen dat overheidswebsites waar zij van afhankelijk zijn voldoen aan
deze wettelijke verplichting. Een beperking mag er niet toe leiden dat het
doen van aangifte, het aanvragen van een coronatest of het ophalen van
informatie van de gemeentewebsite onmogelijk is.
Gezien het vorenstaande heeft het lid El Ksaihi, namens de fractie van
D66, op grond van toenmalig artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college
van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met de rapportage waaruit blijkt dat slechts 1%
van de overheidswebsites aantoonbaar goed toegankelijk blijkt voor
mensen met een beperking?
Ja, het college heeft daarvan kennisgenomen.
2. Is het college het met de fractie van D66 eens dat toegankelijkheid van
overheidswebsites voor mensen met een beperking anno 2020 de
standaard zou moeten zijn?
Ja, het college onderschrijft dat volledig. Toegankelijkheid voor alle
Amsterdammers is voor het college een basisvoorwaarde voor goede
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdelin 1 Gemeenteblad
Numme SV 3 Schriftelijke vragen, 25 september 2020
r
Datum 4 januari 2021
communicatie en dienstverlening. Digitale inclusie is daar een essentieel
onderdeel van.
3. Voldoen alle gemeentewebsites (niet alleen mijn.amsterdam.nl) aan de
wettelijke verplichting om de toegankelijkheid van websites en apps te
optimaliseren op basis van de eisen uit hoofdstuk 9 van de Europese
standaard EN 301 549?
In Nederfand geldt de open standaard ‘Digitoegankelijk’
https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/digitoegankelijk-
en-301-549-met-wcag-21: de Europese standaard EN 301 549 met WCAG
2.1. De gemeente Amsterdam voldoet momenteel deels aan de web
content accessibility guidelines (WCAG) die ervoor staan dat websites
toegankelijk zijn voor iedere gebruiker.
De onafhankelijke Stichting Accessebility heeft eind 2019 een onderzoek
gedaan naar de belangrijkste informatievoorziening en dienstverlening van
de gemeente Amsterdam, namelijk www.amsterdam.nl en de vele
subpagina's die daar onderdeel van zijn. De conclusie was dat er voldaan
werd aan de WCAG. Daarvoor geldt de toegankelijkheidsverklaring die is
gepubliceerd op https://www.amsterdam.nl/toegankelijkheidsverklaring/.
Daarmee voldoet de belangrijkste informatievoorziening en
dienstverlening van de gemeente aan de WCAG.
Voor de digitale content die niet in de scope van het onderzoek zat, is
geconstateerd dat daar nog werk aan de winkel is. Er is een
gemeentebreed project opgezet om in kaart te brengen wat er nodig is om
zo snel mogelijk alle digitale content van de gemeente te laten voldoen.
Dat behelst naast websites ook webinhoud zoals pdf's en apps.
4. Voldoen alle gemeentewebsites (niet alleen mijn.amsterdam.nl) aan de
wettelijke verplichting om een toegankelijkheidsverklaring te maken en te
publiceren waarin is opgenomen welke maatregelen worden genomen,
inclusief een planning, om de website toegankelijk te maken en te houden?
Voor de belangrijkste informatievoorzieningen is dit gedaan, voor het
overige is dit onderdeel van eerder genoemd gemeentebreed project.
5. Indien op de vragen 2 en 3 niet onvoorwaardelijk met ja wordt
geantwoord, wanneer
verwacht u wel aan die verplichtingen te kunnen voldoen?
Op dit moment wordt een inventarisatie gemaakt van alle digitale content.
Deze inventarisatie heeft als doel te bepalen welk deel van de content nog
niet aan de normen voor webtoegankelijkheid voldoet en welke blokkades
er zijn om daaraan te voldoen. In de inventarisatie wordt ook een plan
gemaakt om de content die nog niet voldoet op korte termijn aan de
WCAG te laten voldoen.
6. Is het voor Amsterdammers met een visuele beperking mogelijk om
zelfstandig online
aangifte te doen?
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdelin 1 Gemeenteblad
Numme SV 3 Schriftelijke vragen, 25 september 2020
r
Datum 4 januari 2021
Ja, een aantal soorten aangiftes kan online worden gedaan. Hierbij is het
ook voor Amsterdammers met een visuele beperking mogelijk om
zelfstandig online aangifte te doen. Daarvoor geldt de
toegankelijkheidsverklaring.
7. Is het voor Amsterdammers met een visuele beperking mogelijk om
zelfstandig een coronatest aan te vragen?
Ja, de betreffende webpagina's van de GGD Amsterdam voldoen aan de
toegankelijkheidseisen. De GGD heeft ook een toegankelijkheidsverklaring
gepubliceerd.
8. Zijn er gemeentewebsites die gebruik maken van de mogelijkheid om
afzonderlijke eisen uit de toegankelijkheidsstandaard tijdelijk niet toe te
passen, omdat dit onevenredig belastend is? Welke sites zijn dit? Welke
eisen worden bewust tijdelijk niet toegepast?
Als het gaat om belangrijkste informatievoorziening en dienstverlening van
de gemeente Amsterdam (o.a. www.amsterdam.nl) wordt er geen gebruik
gemaakt van deze uitzonderingsgrond.
Zoals aangegeven staat in vraag 3 en 5 vindt er nu een inventarisatie
plaats naar alle overige digitale content. Hierbij wordt ook bekeken ofer
van deze uitzonderingsgrond gebruik wordt gemaakt en of dat terecht is.
Het doel is uiteraard om alle digitale content toegankelijk te maken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam VV L
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn
en Luchtkwaliteit)
% Agenda, donderdag 9 februari 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit)
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en eventueel vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis
Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL
d.d. 19 januari 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie VVL@raadsgriffie amsterdam.nl
5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen en schriftelijke vragen
, _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar
e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering
per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen.
6 _Tkn-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Agenda, donderdag 9 februari 2012
Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en Mededelingen
10 Rondvraag
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
11 Instemmen met enkele wijzigingen in de subsidieverordening ter stimulering van
de schone rondvaart Nr. BD2012-000466
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 februari 2012).
12 Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2012 tm 2015 Nr. BD2012-000728
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _ Uitgesteld in uw raadscommissie van 19 januari 2012
e _ Stukken reeds in uw bezit
13 Initiatiefvoorstel van raadslid Molenaar van GroenLinks getiteld Dus niet
Brommen — Nieuw Scooterbeleid voor Amsterdam Nr. BD2012-000729
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _ Uitgesteld in uw raadscommissie van 19 januari 2012
e _ Stukken reeds in uw bezit
e Voorstel om gevoegd te behandelen met agendapunt 14
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Agenda, donderdag 9 februari 2012
14 Brom- en snorfietsen Nr. BD2012-000730
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e De raadsadressanten zijn hierbij uitgenodigd
e _ Uitgesteld in uw raadscommissie van 19 januari 2012
e _ Stukken reeds in uw bezit
e Voorstel om gevoegd te behandelen met agendapunt 13
15 Initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Molenaar van 11 november 2011,
getiteld: ‘Ruimte Durven Delen — Moderne Mobiliteit in een Monumentale
Metropool’ Nr. BD2012-000724
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorstel om gevoegd te behandelen met agendapunt 16
16 Voortgang MobiliteitsAanpak en bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel Ruimte
Durven Delen Nr. BD2012-000664
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorstel om gevoegd te behandelen met agendapunt 15
17 Meerjarenanalyse 2012-2014. Afstemming werkzaamheden door stadsregisseur
Amsterdam Nr. BD2012-000723
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _ Hierbij wordt een presentatie gehouden
18 Herbestemmen brugwachtershuisjes Nr. BD2012-000779
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Ter visie stuk ligt alleen voor de commissieleden ter inzage bij de raadsgriffie
e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en
Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening,
Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Agenda, donderdag 9 februari 2012
19 Afronden onderzoek beroepsaansprakelijkheidsverzekering Noord-Zuidlijn Nr.
BD2011-011390
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
20 Onderzoeksrapport “Bloeiende stationsomgevingen” Nr. BD2012-000727
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Hoek (GrLí)
e Was Tkn 1 in de raadscommissie VVL, d.d. 19 januari 2012
4
| Agenda | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1553
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 9 november 2016
Ingekomen onder D
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Ingetrokken
Onderwerp
Amendement van de leden Roosma en Poorter inzake de Begroting 2017
(investeren in gebiedsgerichte preventie in de zorg — maar echt — versie 5).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— Bij de Voorjaarsnota 2016 de motie 790 Investeren in gebiedsgerichte preventie
zorg en welzijn’ is aangenomen waarin het college wordt opgedragen bij de
Begroting 2017 aan de raad voorstellen te doen hoe structureel meer ingezet kan
worden op gebiedsgerichte preventieve activiteiten op het gebied van zorg en
welzijn (via basisvoorzieningen)'
— Het college deze motie heeft afgedaan met “De actuele situatie is tegengesteld
aan de strekking van de motie: stadsdelen moeten in 2017 bezuinigingen
doorvoeren die van invloed zijn op de kwaliteit en kwantiteit van de
basisvoorzieningen.”
— De noodzaak om te investeren in gebiedsgerichte preventie sterker is geworden
door de bedoelde bezuinigingen.
Besluit:
— Binnen het Programma Welzijn, Zorg en Sport, Programmaonderdeel
Maatschappelijke Ondersteuning, voor de jaren 2017 en 2018, 3.000.000 euro te
bestemmen voor gebiedsgerichte preventieve activiteiten op het terrein van zorg
en welzijn;
— Het college hiervoor aan de raad voorstellen te laten doen, conform de motie 790,
aangenomen bij de Voorjaarsnota 2016;
— Als dekking hiervoor in te zetten de middelen die in 2017 zullen vrijvallen uit het
Fonds Jeugd Zorg en Werk
— Het college opdracht te geven bij de Voorjaarsnota 2017 te bezien of een
structurele dekking voor de jaren 2019 en verder mogelijk is.
De leden van de gemeenteraad
F. Roosma
M.F. Poorter
4
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 406
Publicatiedatum 29 april 2016
Ingekomen onder AP‘
Ingekomen op donderdag 21 april 2016
Behandeld op donderdag 21 april 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de leden Van Lammeren en Nuijens inzake de Agenda Dieren
(geen verkoop dieren tuincentra).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Dieren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 261).
Overwegende dat:
— de Agenda Dieren erkent dat een bewuste keuze bij de aanschaf van een dier
lastig te maken is;
— gezien het aantal gedumpte huisdieren en matig dierenwelzijn bij bijvoorbeeld
gehouden konijnen de verplichte voorlichting tekortschiet;
— tuincentra, ofwel winkels die niet hoofdzakelijk gericht zijn op de verkoop van
dieren, door het plaatsen van dieren tussen de tuingerelateerde artikelen extra
aanzetten tot impulsaankopen.
Besluit:
aan de tabel op pagina 20 toe te voegen:
Verantwoorde De gemeente gaat in Wethouder Dierenverkooppunten
verkoop van gesprek met Dierenwelzijn
huisdieren Amsterdamse
tuincentra die dieren
verkopen om deze
verkoop af te bouwen
De leden van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
J.W. Nuijens
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 232
Publicatiedatum 16 maart 2016
Ingekomen onder A’
Ingekomen op 9 maart 2016
Behandeld op 9 maart 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Peters inzake de Algemene Inspraakverordening.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Algemene Inspraakverordening (Gemeenteblad, afd. 1,
nr. 168).
Overwegende dat:
— inspraak een belangrijk middel is om Amsterdammers en belangenorganisaties te
betrekken bij de totstandkoming en verbetering van beleidsplannen;
— het college voorstelt om van inspraak af te kunnen zien als ‘insprekers’ al op een
andere manier in een vroeg stadium betrokken zijn bij de voorbereiding van een
beleidsvoornemen.
Besluit:
in ontwerp-besluit nr. 168 van 2016:
aan artikel 2.4, lid a, luidende:
“Het bestuursorgaan kan besluiten van inspraak af te zien als:
a. de insprekers al op een andere manier in een vroeg stadium bij de voorbereiding
van het beleidsvoornemen zijn betrokken;”,
toe te voegen de zinssnede:
“en voldoende aannemelijk is dat het bestuursorgaan daardoor alle relevante
belangen bij zijn afweging heeft kunnen betrekken.”
Het lid van de gemeenteraad,
D W.S. Peters
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1051
Publicatiedatum 19 november 2014
Ingekomen op 5 november 2014
Ingekomen onder 815’
Behandeld op 6 november 2014
Status Ingetrokken en vervangen door 815"
Onderwerp
Amendement van de raadsleden mevrouw Roosma en de heer Poorter inzake
de begroting voor 2015 (cliëntondersteuning).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— de gemeente vanaf 2015 ook verantwoordelijk wordt voor het financieren van
onafhankelijke cliëntondersteuning;
— onafhankelijke cliëntondersteuning van essentieel belang is om eigen regie in de
zorg te kunnen garanderen;
— onafhankelijke cliëntondersteuning voor alle groepen in de zorg beschikbaar en
toegankelijk moet zijn;
— in vergelijking met andere groepen onafhankelijke cliëntondersteuning voor
de groepen GGZ, OGGZ en dak- en thuislozen weliswaar beschikbaar is, maar
minder goed gefinancierd;
— het wenselijk zou zijn als een groter deel van de huidige financiering ten goede
komt aan de onafhankelijke cliëntondersteuning van GGZ, OGGZ en dak- en
thuislozen,
Besluit:
— 0,15 miljoen euro extra (bovenop de huidige financiering) vrij te maken ten
behoeve van het Steunpunt GGZ/Meldpunt klachten stedelijke
cliëntondersteuning;
— ditte dekken uit de middelen die beschikbaar is voor onafhankelijke
cliëntondersteuning onder het product 296 “Stelpost 3D WMO-taken alle
gemeenten”;
— 0,20 miljoen euro extra (bovenop de huidige financiering) vrij te maken ten
behoeve van de organisaties die OGGZ-cliënten en dak- en thuislozen
ondersteunen, zoals de MDHG, de Daklozenvakbond, het Juridisch Steunpunt
voor dak- en thuislozen en BAADT;
— ditte dekken uit de structurele coalitieakkoord middelen die beschikbaar zijn voor
maatschappelijke opvang;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1051 A d é
Datum 19 november mendemen
2014
— deze organisaties te vragen zelf een voorstel te doen voor de verdeling van
de middelen.
De leden van de gemeenteraad,
F. Roosma
M.F. Poorter
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 423
Datum indiening 21 maart 2019
Datum akkoord 16 april 2019
Publicatiedatum 17 april 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Heer inzake het doorstromen van
de Werkbrigade naar werk bij de gemeente Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 14 maart 2019 is vragenstelster op werkbezoek geweest bij de Werkbrigade, waar
ik de kans heb gekregen om uitgebreid te spreken met de zogenoemde brigadisten.
Een groot deel van hen werkt momenteel aan het onderhoud van groen in de stad.
Het werk bevalt velen goed. De brigadisten zijn gelukkig met het werk in de open
lucht, trots op hun resultaten en ze merken dat Amsterdammers blij worden van wat
ze doen.
Het komt vaak voor dat brigadisten aan het eind van hun traject aan de slag willen
blijven in het groenbeheer. Helaas is dat niet altijd een mogelijkheid voor degenen die
dat willen. Ik heb begrepen dat er weinig werk is bij de gemeente in het groenbeheer.
Bovendien zouden brigadisten die gaan werken bij de gemeente eerst via het
uitzendbureau aan de slag moeten. De fractie van de Pvd verbaast zich hier over,
zeker gezien het recent gepresenteerde beleid rondom flexwerk.
Naast deze vragen over het doorstromen van de werkbrigade naar werken bij de
gemeente, zal vragenstelster haar vragen over het algemene arbeidsperspectief van
de brigadisten en eventuele toekomstige toeleidingsprojecten in andere typen werk
stellen bij de bespreking van de voortgang van de Werkbrigade.
Gezien het vorenstaande heeft het lid De Heer, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Klopt het dat er beperkte doorstroommogelijkheden zijn als het gaat om werken in
het (gemeentelijk) groenbeheer?
a. Zo ja, wat is de reden daarvoor?
b. Zo nee, hoe komt het dat het voor brigadisten moeilijk is om naar regulier werk
in het gemeentelijk groenbeheer door te stromen?
Antwoord:
Het klopt dat voor Stadswerken geldt dat de bezuinigingsopgave Slagvaardig
Werken in de Openbare Ruimte vraagt dat de gemeente met minder mensen het
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 7 apri 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 21 maart 2019
dagelijks beheer uitvoert. Het uitgangspunt daarbij is geen gedwongen ontslagen.
We maken gebruik van natuurlijk verloop, het beperken van inhuur etc.
Dat betekent dat er bijvoorbeeld bij de afdeling Groen van Stadswerken, geen
openstaande vacatures zijn. Tegelijkertijd vinden we in het kader van Sociaal
Werkgeverschap dat als er dan toch een vacature is, deze zeker door een
geschikte werkbrigadist kan worden vervuld. Zo zijn er in de afgelopen periode
vanuit de Werkbrigade twee meewerkend voormannen bij Schoon aan de slag
gegaan.
2. Welk percentage van de brigadisten gaat na hun traject aan de slag bij de
groenvoorziening van de gemeente”?
Antwoord:
Er zijn geen openstaande vacatures bij Groen, waardoor daar geen brigadisten
zijn aangenomen.
3. Welk percentage brigadisten gaat na hun traject aan het werk bij de gemeente?
En bij welke afdelingen gaan zij aan het werk?
Antwoord:
Er zijn drie werkbrigadisten aan het werk gegaan bij de gemeente: twee bij de
afdeling Schoon en één via het uitzendbureau bij de afdeling Afval. Dat is
ongeveer 4%.
4. Klopt het dat voormalige brigadisten die voor de gemeente gaan werken eerst via
het uitzendbureau aan het werk gaan? Zo ja, wat is de reden daarvoor?
Antwoord:
Nee, dat klopt niet, bij de afdeling Schoon hebben de twee werkbrigadisten een
contract bij de gemeente gekregen.
Degene die via het uitzendbureau is gaan werken, heeft daar zelf voor gekozen
vanwege de mogelijkheid van een opleidingstraject tot chauffeur/belader. Als je
een dergelijke opleiding bezit, kan je instromen bij de gemeente.
5. Hoeveel medewerkers werken via het uitzendbureau voor de gemeentelijke
afdeling Stadswerken, waar het werken in de openbare ruimte voor het grootste
deel is belegd? En hoeveel van deze medewerkers werkt langer dan 5 jaar op
een uitzendcontract.
Antwoord:
In totaal werken er ongeveer 200 uitzendkrachten voor Stadswerken op het
terrein van Schoon. Er werken ook nog 150 mensen in dezelfde pool voor Afval
en Grondstoffen. Een groot deel van deze mensen kan onderling uitgewisseld
worden.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 7 apri 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 21 maart 2019
Hiervan zijn op dit moment 9 mensen die langer dan 5 jaar op een uitzendcontract
zitten en zij krijgen allen een aanbieding om te werken voor de Gemeente.
Het aantal dat we in 2019 een zelfde voorstel doen, is bij de huidige stand van
kennis, tussen de 12 en 15. Omdat een aantal van de mensen in de loop van
2019 langer dan 5 jaar op een uitzendcontract werken.
6. Watis de reden om medewerkers via een uitzendconstructie te laten werken bij
Stadswerken”?
7. Hoe kan het aantal uitzendcontracten teruggebracht worden, en vervangen
worden door reguliere arbeidscontracten bij de gemeente”?
Antwoord op vragen 6 en 7:
Verschillende vormen van externe inzet zijn bij Stadswerken nog noodzakelijk.
Bijvoorbeeld om mensen in te kunnen zetten op piekmomenten, of waar tijdelijk
extra capaciteit nodig is. Het is de doelstelling om bewuster omgaan met externe
inhuur, en zoveel mogelijk werk door eigen mensen uit te laten voeren.
In de brief die het college op 12 februari 2019 aan u stuurde over dit onderwerp
(Gemeenteblad 2019, afd. 1, nr. 328, bijlage 1), staat beschreven hoe we als
gemeente dit willen bereiken. Deze brief is door u besproken in de raad van
4 april 2019.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 938
Datum indiening 4 juli 2018
Datum akkoord college van b&w van 9 oktober 2018
Publicatiedatum 10 oktober 2018
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van lid Flentge inzake de opvang van
jongeren in gesloten instellingen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Unicef en Defence for Children publiceerden in juni 2018 hun jaarrapport
kinderrechten. Daaruit bleek dat sinds 2016 8% meer kinderen in Nederland in
een gesloten jeugdzorginstelling zijn geplaatst. Daarnaast werden zorgen geuit over
de staande praktijk van vrijheidsbenemende maatregelen in de gesloten jeugdzorg,
zoals afzondering en separatie.
Bedenkend dat het hier vaak gaat om onveilig gehechte jongeren met forse
emotionele en gedragsproblemen is deze toename van repressieve jeugdzorg voor
de toekomst van deze kinderen en de stad Amsterdam zorgelijk.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van de leden
Hammelburg en Grooten van 21 juni 2018 (nr. 938) — aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoe beoordeelt het college de constatering van Unicef dat er sinds 2015 8%
meer kinderen in de gesloten jeugdzorg terechtkomen, gezien de eigen
doelstelling om het beroep op specialistische jeugdhulp juist terug te
dringen?
Reactie college:
In de regio Amsterdam Amstelland zien wij geen gestegen vraag bij de gesloten
jeugdhulp.
In de tabellen hieronder is te zien hoeveel Amsterdamse kinderen van 2016 tot
juni 2018 verbleven in een gesloten jeugdinrichting (de Koppeling of buiten-
regionaal). Te zien is dat het aantal kinderen gemiddeld genomen licht daalt.
In Amsterdam is toename te zien van het aantal kinderen in de specialistische
jeugdhulp. Deze stijging is vooral te zien in jeugdhulp geboden aan kinderen met
een beperking (de voormalig AWBZ-zorg) die zwaarder zorg nodig hebben en
voorheen in de Wet Langdurige Zorg werden opgevangen. Ook is een groei
zichtbaar in het aantal persoonsgebonden budgetten (PGB), jeugdhulp in het
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer te ktober 2018 Schriftelijke vragen, datum…
speciaal onderwijs en het aantal meerderjarige (18-23) dat gebruik maakt van de
jeugdhulp.
Voor verdere informatie over de stijging van de jeugdhulp verwijst het college
naar de Bestuursrapportage 2017 Jeugdstelsel Amsterdam, pagina 14 tot en met
19. Deze rapportage is op 6 september 2018 besproken in de commissie ZJS.
Ook heeft u van het college op 4 september jl. en op 20 september jl. een brief
ontvangen waarin het aantal kinderen in de specialistische jeugdhulp aan de
orde komt.
Bezetting verblijf Koppeling 2016
t/m juni 2018 (Amsterdam)
60
50 nd
AN NR
ANNEN EEN Kk
RR EN B
RENNEN
en [a og [oe
m 2016 41,75/41,16/45,27/40,47 38,0333,86/35,57133,79/32,97/36,46/33,43)38,95
m2017 |46,19/42,93)48,36/ 49,8 (53,78/49,28)47,7643,33,34,22/32,58/27,09)31,62
=2018|31,8928,11/29,82/32,5835,5432,64| 0 | O0 | O0 | O0 | O0 | O0
2. Kan het college garanderen dat behalve preventieve zorg, ook
specialistische jeugdhulp voor alle Amsterdamse kinderen beschikbaar
blijft?
Reactie college:
Naast dat het college stevig in zet op de preventieve zorg blijft het voor kinderen
die specialistische jeugdhulp nodig hebben beschikbaar. Voorop staat dat
kinderen de hulp krijgen die zij nodig hebben. Vanaf 1 januari 2018 is de nieuwe
werkwijze specialistische jeugdhulp gestart. De nieuwe werkwijze is een
werkwijze waarbij breder wordt gekeken naar wat het gezin nodig heeft. De
professionals hebben de ruimte om te doen wat nodig is voor het kind en het
gezin en wordt er domein overstijgend hulp geboden.
3. Is het college op de hoogte dat in de enige Amsterdamse gesloten
jeugdzorginstelling de Koppeling voor de 50 opgesloten kinderen zeer
weinig behandelaren zijn aangesteld (Op dit moment 1 psychiater voor 24
uur, 1 psychotherapeut voor 12 uur & 1 GZ-psycholoog voor 16 uur)? Hoe
garandeert zij het recht op specialistische behandeling tijdens opname in
deze gesloten setting voor deze kinderen?
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng as Gemeenteblad
Datum 10 oktober 2018 Schriftelijke vragen, datum…
Reactie college:
Het is niet zo dat er zeer weinig behandelaren zijn aangesteld bij de Koppeling.
Op de Koppeling werkt zeven fte behandelaren gedetacheerd vanuit de Bascule,
waaronder een kinder-/jeugdpsychiater, traumatherapeuten, (gz)psychologen,
systeemtherapeuten, creatieve therapeuten. Twee fte is vacant. Daarnaast
werken er zeven fte behandelcoördinatoren (orthopedagogen & (gz)psychologen).
Specialistische behandeling gedurende een gesloten opname bestaat naast de
ggz-behandelingen ook uit groepsbehandelingen, onderwijs en talentontwikkeling
in een behandelprogramma op maat.
Binnen de jeugdzorg is het al geruime tijd lastig om goede ervaren mensen te
vinden. Er is grote krapte op de arbeidsmarkt en een toename in de keuze van
mensen om als zzp-er te werken. Dit geldt zowel voor gespecialiseerde
behandelaren als pedagogische medewerkers. Niettemin is de behandelcapaciteit
bij de Koppeling in voldoende mate ingevuld.
4. Kan het college inzicht geven in de hoeveelheid vrijheidsbenemende
maatregelen in de Amsterdamse gesloten jeugdzorginstelling?
Reactie college:
In 2017 zijn van de 229 behandelde jongeren 21 unieke jongeren tijdelijk in
afzondering geplaatst, zoals beschreven in de jeugdwet artikel 6.3.1.
De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het terugdringen van het aantal
separaties in de Koppeling en dit aantal is ook dalende ondanks toenemende
verbale (schelden, dreigen) en fysieke agressie (schoppen, slaan, bijten en
gooien van spullen).
Binnen de Koppeling is de afgelopen jaren ook ingezet op het specialistische
vakmanschap van alle behandelaren binnen de Koppeling: de-escalerend
werken, traumasensitief werken. De behandelaren worden hierin gefaciliteerd
middels opleiding, training, coaching (on the job), inter- en supervisie.
5. Kan het college aangeven hoe zij stuurt op een actief deseparatiebeleid en
uniforme rechtsbescherming van opgenomen kinderen/ jongeren rondom
vrijheidsbeperkingen”?
Reactie college:
Binnen de Koppeling wordt actief gestuurd op de-separatiebeleid. Er is heden
slechts één ruimte beschikbaar en het doel is om ook deze ruimte op termijn te
sluiten. De koers om te stoppen met separeren doet de Koppeling in
samenwerking met Jeugdzorg Nederland en collega’s van gesloten jeugdhulp
instellingen. De gemeente ondersteunt dit door middel van de aanvraag bij het
Transformatiefonds.
Rechtsbescherming rondom vrijheidsbeperkende maatregelen worden zoals
vastgelegd in de jeugdwet bepaald/goedgekeurd door de behandelend
coördinator/gedragswetenschapper. De vrijheidsbeperkende maatregel is zijn
tevens vastgelegd in het behandel of trajectplan van de individuele jeugdige.
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing as Gemeenteblad
ummer = en
Datum 10 oktober 2018 Schriftelijke vragen, datum…
6. Kan het college aangeven of er een SES-verschil bestaat tussen jongeren
die (gesloten) jeugdzorg krijgen in vergelijking met jongeren die
specialistische jeugdhulp krijgen?
Reactie college:
Hier is binnen de Koppeling geen onderzoek naar gedaan. De Koppeling laat wel
weten dat uit veel andere onderzoeken dat in het kader van de intergenerationele
probleemoverdracht meer kinderen met een lage SES (Sociaal Economische
Status) een grotere zorgbehoefte hebben en daardoor waarschijnlijk eerder in
zwaardere vormen van zorg terechtkomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 363
Publicatiedatum 19 mei 2017
Ingekomen onder
Ingekomen op woensdag 10 mei 2017
Behandeld op woensdag 10 mei 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Van Dantzig, Dijk en Boomsma inzake de uitwerking van motie
929 van 14 juli 2016 ‘stop de Blokhokken’.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de bestuurlijke reactie op motie 929 van de leden Flentge,
Moorman en Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota 2016 (stop de Blokhokken)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 319).
Overwegende dat:
— ledere Amsterdammer voor zichzelf de keuze moet kunnen maken of hij groot of
klein wil wonen
— Het niet aan de gemeente is om mensen met een middeninkomen te verplichten
groot te wonen, of te verbieden klein te wonen.
Constaterende dat:
— De uitwerking van de motie “Stop de Blokhokken” mensen met een
middeninkomen uitsluit van woningen die kleiner zijn dan 40 m2
— Deze uitwerking voorbij gaat aan het doel, namelijk excessieve huurstijgingen in
het gereguleerde segment aanpakken
— Maatwerk middels afspraken in erfpachtcontracten en korting op de grondprijs
geschikte en effectievere instrumenten kunnen zijn om excessen aan te pakken,
zonder middeninkomens te duperen
— Uitzonderingsgronden op de uitgewerkte maatregel ontbreken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij de uitwerking van de motie 'Stop de Blokhokken" de generieke maatregel
waarmee elke woning onder de 40m2 in het gereguleerde segment zal vallen te
schrappen, maar per individueel project te kijken of het onderbrengen van een woning
in het gereguleerde segment opportuun is en dit dan in de erfpachtvoorwaarden te
regelen.
De leden van de gemeenteraad
R.H. van Dantzig
T.W. Dijk
D.T. Boomsma
1
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 783
Status Aangenomen
Onderwerp Amendement van het lid Mbarki inzake sanering loden leidingen blijft
een belangrijke prioriteit
Onderwerp
Amendement van de leden Mbarki nzake sanering loden leidingen blijft een belangrijke prioriteit
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2022.
Constaterende dat:
e Inde begroting 2021 het verwijderen van de loden drinkwaterleidingen nog een prioriteit was.
e Deze prioriteit niet meer terug te vinden is in de begroting 2022.
e De loden drinkwaterleidingen nog niet allemaal verwijderd zijn.
Overwegende dat:
e het van groot belang is de prioriteit om de loden drinkwaterleidingen in Amsterdam te verwij-
deren, vast te houden.
e het benoemen van deze prioriteit er aan bijdraagt aandacht te houden voor deze vitdaging.
Besluit:
In de wijziging van de Begroting 2022 de volgende tekst op te nemen in paragraaf 3.11.1 (Wonen
en bouwen):
“Met het programma Woningkwaliteit streven we naar een gezonde, kwalitatief goede en toe-
komstbestendige woningvoorraad. Daarbinnen en daarnaast is inzet nodig op actuele aandachts-
punten zoals de sanering van loden leidingen.”
Indiener
S. Mbarki
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Voordracht en besluit D B = AB
Registratienummer Z-17-38633 / INT-17-13457
Afdeling Gebiedspool
Onderwerp
Principenota Transformatie Bedrijventerrein Overamstel/Kauwgomballenkwartier
Portefeuille Wonen en Bouwen
DB lid Thijs Reuten
Gebied Watergraafsmeer
Datum DB g janvari 2018
Datum AB voorbereidend 30 januari 2018
Datum AB besluitvormend 6 februari 2018
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Marieke Muller
06 8364 4925
[email protected]
*ZOO4133848D« Pagina a van7
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
1. het ABte adviseren om positief te adviseren aan B&W over de Principenota
Bedrijventerrein Overamstel/Kauwgomballenkwartier.
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd
1. positief te adviseren aan B&W over de Principenota Bedrijventerrein
Overamstel/Kauwgomballenkwartier.
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van7
Bevoegdheid
Verordening bestuurscommissies, bijlage 2, “Takenlijst bestuurscommissies”, versie 10 juni
2014, met als taak voor de bestuurscommissie: ‘1.5, aansturing van ruimtelijke projecten
binnen stedelijk kaders behorende bij de toegewezen bevoegdheid voor
gebiedsontwikkeling’
en
Plaberum 2017, over de besluitvorming van de Principenota: bestuurscommissie adviseert
voorafgaand aan besluitvorming; college van B&W beslist
Bestuurlijke achtergrond
Bestuurlijke relevante besluiten:
- Visie Overamstel 2005, Projectbureau Zuidoostlob, Gemeenteraadsbesluit, november
2005
- OverAmstel deelgebied 3, Ruimtelijk-programmatische onderlegger, Projectbureau
Wibaut aan de Amstel, Gemeenteraadsbesluit, juli 2007
- Vaststelling bestemmingsplan Bedrijventerrein Overamstel, 2010
- Structuurvisie Amsterdam 2040, Gemeenteraadsbesluit, februari 2011
- Investeringsbesluit Bedrijventerrein Overamstel, Projectbureau Oost,
Gemeenteraadbesluit, december 2011
- Overdracht planontwikkeling en uitvoering deelgebieden A2 zone Joan Muyskenweg
en Bedrijventerrein Overamstel aan stadsdeel Oost, o.b.v. Instellingsbesluit
Projectbureau Oost, Collegebesluit, januari 2014
- Koers 2025, Gemeenteraadsbesluit, april 2016,
- Ruimte voor de Economie van Morgen, Gemeenteraadsbesluit, juli 2017
- Ambtelijke verkenning/studie i.r.t. Koers 2025, “Gebiedsuitwerking Amstel-ArenA”,
Collegebesluit, augustus 2017)
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
De voorliggende Principenota Bedrijventerrein Overamstel/Kauwgomballenkwartier, is de
afsluiting van fase 1 (Verkenning) van het Plan- en besluitvormingsproces ruimtelijke
maatregelen (Plaberum). In de Verkenning worden de wenselijkheid en mogelijkheden van
ruimtelijke ontwikkeling in dit gebied onderzocht.
De opgave, ingegeven door Koers 2025, Ruimte voor de Economie van Morgen en een
ambitiedocument van marktpartijen, betreft: verdere transformatie van traditioneel-
industrieel werkgebied naar gemengde stadswijk.
Essentie: verdichting (meer bouwlagen/hoogte) en intensivering door toevoegen werken,
wonen en voorzieningen ingebed in een vitnodigende openbare ruimte waar bewoners en
werkenden elkaar ontmoeten. In tegenstelling tot andere (transformatie)ontwikkelingen
blijft werken hier de boventoon voeren en is het uitgangspunt dat tenminste evenveel of
meer personen in het gebied werken als nu het geval is. De toevoeging van wonen creëert
een nieuw en uniek stadsmilieu voor Amsterdam.
Om deze opgave te realiseren zijn ambities gesteld, die in de volgende projectfase nader
worden uitgewerkt tot een Ruimtelijk Programmatisch Ontwikkelkader, waaraan
marktinitiatieven kunnen worden getoetst. Dit zal samen met de herijking van het
Investeringsbesluit vit 2011 resulteren in een nieuw Investeringsbesluit voor het plangebied.
Dit gemeenteraadsbesluit staat gepland voor eind 2018/begin 2019.
Pagina 3 van 7
Argumenten
— Het gebied maakt sinds enkele jaren al een geslaagde transformatie door naar een
stedelijk bedrijfs- en voorzieningen gebied. Deze transformatie is ingegeven door
een verruiming van het Bestemmingsplan (2010). De zwaardere industriële
bedrijven en fabrieken verlaten het gebied en daarvoor in de plaats komen kleinere,
al dan niet samengevoegd in bedrijfsverzamelpanden, creatieve bedrijven terug. Zo
is de voormalige fabriek van MapleLeaf getransformeerd naar de succesvolle
Kauwgomballenfabriek (Lingotto), is er een congrescentrum geopend en zijn er in
het gebied twee hotels in aanbouw.
— _Eenrecent initiatief dat daarbij komt, is het gezamenlijk optrekken van twee
partijen met aanzienlijke grondpositie in het gebied (Nijkerk Holding BV en
Lingotto) in het formuleren van een ambitiedocument, waarin zij hun visie op de
transformatie naar een gemengd milieu van werken en wonen hebben
gepresenteerd.
— Bovendien heeft het laatste grote industriële bedrijf, Amsterdam Metallized
Products/APl aangekondigd hun productielijn in 2018 te verplaatsen naar het
buitenland.
— In “Ruimte voor de Economie van Morgen”(2017), wordt het Bedrijventerrein
Overamstel aangeduid als Productieve Wijk, waarin ruimte wordt geboden aan
bedrijven die verenigbaar zijn met een stedelijk woonmilieu.
— Deze ruimtelijk-economische visie vloeit voort uit Koers 2025” (2016) waarin het
Bedrijventerrein Overamstel aangewezen is als strategische ruimte voor circa.1.000
woningen (in de omgeving van het metrostation Overamstel). Door de gunstige
centrale ligging van het gebied en goede bereikbaarheid is het gebied geschikt om
op korte termijn verder te transformeren en te intensiveren naar een gemengd
stedelijk werk-woongebied, hetgeen wordt bevestigd in de ambtelijke verkenning
“Gebiedsuitwerking Amstel-ArenA” (B&W, augustus 2017).
— Koers 2025 en Ruimte voor de Economie van Morgen wijken af van de
Structuurvisie Amsterdam 2040 (2011), waarin het plangebied aangeduid wordt als
monofunctioneel werkgebied. Een transformatie naar gemengd werk-woongebied
betekent dat wordt afgeweken van de Structuurvisie.
Kanttekeningen
— Uit het door DPA Cauberg-Huygen B.V. uitgevoerde akoestisch onderzoek
(uni/sept 2017) voor het Bedrijventerrein Overamstel blijkt dat het projectgebied
deels binnen de 5o dB (A) geluidzone van gezoneerd industrieterrein Amstel
Businesspark Zuid ligt. Ook ligt het plangebied binnen de geluidszones van
verschillende (snel)wegen en metrolijnen. Bovendien hebben een aantal zittende
bedrijven een eigen milieuzonering/contour, waarbinnen restricties gelden voor
geluidsgevoelige functies als woningbouw. Voor de realisatie van woningen is
geluid dus een aandachtspunt.
— _ Woningbouw wordt binnen de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein
niet uitgesloten, maar er dient rekening te worden gehouden met het nemen van
maatregelen zoals bijvoorbeeld dove gevels.
— Inhet plangebied zijn conform het bestemmingsplan enkele bedrijven met een
milieuhindercategorie 3.2 en is één bedrijf met milieucategorie 4.1 toegestaan (dit
is het in 2018 vertrekkende AMP/API). Woningbouw is alleen buiten een bepaalde
afstand tot deze bedrijven mogelijk (hoe hoger de categorie, hoe meer afstand).
Nader onderzoek kan uitwijzen of van deze bedrijfspercelen de milieucategorie kan
worden verlaagd, zodat ook de aanbevolen richtafstand kan afnemen voor
woningbouw.
De kosten voor onderzoeken, vaststelling van ontheffingswaarden en eventuele
maatregelen zijn een verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer van de
betreffende ontwikkeling.
Pagina 4 van 7
Risico's / Neveneffecten
Onderdeel van de principenota is een krachtenveldanalyse en risicoverkenning.
Op hoofdlijn worden de volgende risico’s voorzien, waarbij tevens wordt aangegeven welke
beheersmaatregelen kunnen worden genomen:
De belangrijkste stakeholders zijn de erfpachters met grondposities en ambities, met daar
tegenover de bedrijven binnen en buiten het gebied voor wie de introductie van
woningbouw mogelijk tot beperkingen leidt. De initiatief nemende erfpachters, die als
verhuurders van bedrijfsruimten mede het bedrijfsbelang in het gebied vertegenwoordigen,
zetten zich in voor het vinden van draagvlak bij de vertegenwoordigende partijen als de
ORAM en de KvK. Van belang is te benadrukken dat hier met de keuze voor ‘de productieve
en creatieve wijk’, sprake is van een werk-woonconcept, waarbij het wonen als het ware te
gast is en het werken extra bescherming geniet.
In het bovengeschetste spanningsveld schuilt het belangrijkste transformatierisico: zittende
bedrijven die via bezwaarprocedures een wissel kunnen trekken op de voortgang van de
transformatie en de realisatie van het concept van ‘de productieve en creatieve wijk’.
Eerdere transformaties in de directe omgeving wijzen uit dat er verder geen substantiële
juridische of ander praktische belemmeringen zijn te verwachten. Voor zover daar toch
sprake van blijkt te zijn, zijn de initiatief nemende marktpartijen de risicodragers.
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau Niet van toepassing
Financiën Ja, positief advies van Grond en Ontwikkeling, zie onderstaand bij ‘Financiële paragraaf’
Communicatie Ja, zie H7 “Consultatie, participatie en communicatie” en bijlage 5 “Verslag
informatiebijeenkomst” onderdeel van de voorliggende Principenota.
Overige Ja, namelijk:
Advies Stedelijke Adviesgroep Plaberum (waarin o.a. EZ, DMC, GenO, RenD, VenOR,
Waternet, BMA, Maatschappelijke Voorzieningen), verwerkt in de voorliggende
Principenota;
Positief advies Directeur Grond en Ontwikkeling;
Positief advies Team Ruimte voor de Stad/Ruimte en Duurzaamheid.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? Ja, incidenteel m.b.t.de proceskosten voor de volgende fase (Investeringsbesluit)
Indien ja, dekking aanwezig? Ja, bestaande grondexploitatie Bedrijventerrein Overamstel
Indien ja, welke kostenplaats? Plannummer 57960
Toelichting De geactiveerde grondexploitatie Bedrijventerrein Overamstel (57960) sluit niet aan op het
voornemen de transformatieopgave ruimer te definiëren. In navolging op het
Principebesluit zal in de vervolgfase worden onderzocht welke ruimtelijke en
programmatische spelregels gaan gelden voor de transformaties. Met name het
toevoegen van het woonprogramma zal leiden tot hogere opbrengsten binnen het
plangebied, ook gezien de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt en de daarbij
stijgende grondprijzen. Ter indicatie, Koers 2025/Gebiedsuitwerking Amstel-Arena gaat uit
van het toevoegen van circa 1.000 woningen in het plangebied. Bovendien zal het te
verwachten aandeel extra toe te voegen kantoorprogramma het plansaldo positief
beïnvloeden.
In de vervolgfase wordt het ‘maximale laadvermogen’ van het plangebied in relatie tot
leefbaarheid en verkeerontsluiting etc. getoetst. Dan wordt ook getoetst in hoeverre de
voornoemde programmatische ambities in de volle omvang realistisch zijn. Bij de herijking
van het investeringsbesluit vit 2011 zal dan definitief duidelijk worden in welke mate het
plansaldo zal verbeteren. De verwachting is nu dat de extra inkomsten ruimschoots
opwegen tegen de extra uitgaven in het openbaar gebied (bovenop de reeds
geprognotiseerde herinrichtingskosten). Dit wordt bewaakt door sturing op een positief
plansaldo, waarbij afhankelijk van de fasering van het plan de uitgaven en inkomsten in
Pagina 5 van 7
balans worden gehouden. Concreet betekent dit: pas investeren in de openbare ruimte
indien de meerwaarde via erfpachtconversies zijn zeker gesteld.
Voorlichting en communicatie
Ja; Hoewel er ook een beleidsmatige aanleiding is, zijn de initiatieven vanuit de markt de
katalysator voor een versnelde aanpak van de transformatieopgave. Het is illustratief voor
de wederzijdse behoefte om de opdracht gezamenlijk op te pakken. Een verdere
intensivering van de samenwerking biedt de beste garanties om de doelstellingen te
realiseren. Ook andere partijen, zoals de woonbootbewoners zullen intensiever worden
betrokken.
Zie H7 “Consultatie, participatie en communicatie” en bijlage 5 “Verslag
informatiebijeenkomst” in de principenota.
Uitkomsten inspraak
Niet van toepassing op deze fase.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
Op donderdag 9 november 2017 is een bijeenkomst gehouden waarbij bedrijven,
ondernemers, werknemers en woonbootbewoners uit het gebied zijn geïnformeerd en
waarbij afspraken zijn gemaakt over hun betrokkenheid bij de verdere uitwerking:
er is een mailinglijst opgesteld met behulp waarvan belangstellenden actief op de hoogte
worden gehouden en betrokken kunnen worden als participant in de vervolgfase;
er worden gebiedsbijeenkomsten georganiseerd waarbij belangstellenden worden
uitgenodigd om input te leveren voor het ruimtelijk-programmatisch raamwerk;
er is een webpagina aangemaakt over het gebied op gemeentelijke website.
er is een verslag gemaakt van de informatiebijeenkomst en op de webpagina gepubliceerd
met daarin de opmerkingen en ideeën die zijn meegegeven (zie bijlage 5 van de
principenota).
Het initiatief voor verdere transformatie werd positief ontvangen en gezien als een kans
voor een algehele kwaliteitsimpuls. Vanuit de zittende bedrijven kwam naar voren dat zij
hechten aan hun positie in het gebied en aan de status die aan werkfuncties in het nieuwe
ruimtelijk concept wordt toegedicht
Pagina 6 van 7
Geheimhouding
Kabinet bijlage 6 bij principenota “Notitie Financiële Haalbaarheid”:
Een globale indicatie van geraamde investeringen voor de uitvoering en de geraamde
opbrengsten zijn in de kabinet bijlage “Notitie Financiële Haalbaarheid” opgenomen. Deze
is nadrukkelijk alleen bedoeld ter ondersteuning van de Principenota Transformatie
Bedrijventerrein Overamstel/Kauwgomballenkwartier en wordt niet ter besluitvorming
voorgelegd. De notitie geeft een globale indicatie van de opbrengstpotentie van het gebied
weer, na transformatie naar een gemengd werk- woongebied.
Op grond van artikel 55 van de Gemeentewet wordt, gelet op artikel zo lid 2 sub c en artikel
10 lid 2 sub ben g Wob, geheimhouding opgelegd op de bij deze voordracht, onderdeel
zijnde van de Principenota, meegezonden bijlage 6 ‘Notitie Financiële Verkenning’. Door
openbaarheid van de gegevens uit de bijlage kunnen de financiële belangen van de
gemeente worden geschaad. Het belang van openbaarheid weegt daar niet tegenop.
Einde geheimhouding <datum invullen>
Stukken
Meegestuurd e Bijlage 1: Concept Principenota Transformatie Bedrijventerrein
Overamstel/Kauwgomballenkwartier van 12 december 2017
e Bijlage 2: Concept Principebesluit (Voordracht B&W) van 12 december 2017
e Bijlage 3: Planning bestuurlijke besluitvorming Principenota Transformatie
Bedrijventerrein Overamstel/Kavwgomballenkwartier
e Bijlage 4: Notitie financiële haalbaarheid KABINET
Ter inzage gelegd Niet van toepassing in deze fase
Parafen
Manager Portefeuillehouder
Bas Bruggeman Thijs Reuten
Besluit dagelijks bestuur
Conform.
Pagina 7 van 7
| Besluit | 7 | train |
| E } me ss Î er
Ì n CZ ee” | | /
f Se ; A
df Je nr} nE dé 7
on le 1 2 a De Zn Î
Is Bi rÀ Ë Î
/ wa EA \ NP
| wf EE Nl | 5 oz, kn di
Í | : Od NE Ë k4 e pp Pe 5 dd f
sc } EE een JN ” „ b, EH fe Fi 4
Re VE ck 7e En AN Ge EM PONNE raft Ed i
Bp U NN IA SH Ze IEF eN bp |
re ENE ee e EEN. Ì “e i ri Are / kaf Bi E ! ae sr ‚N } #
"mid er EE) TTE à rad! beani RE u EA 4 9
ME Zn RN OT LLE Aiel Ans uz Zi al 1 1 Zee BE - }
Ca a d 9 ple (TS er Î an NAT -
If pie et fe {| eel CUNID en OU © Ll
TL Babette Ep u iel
nt A p a WU mn ET 3 Ef Al ja 6 8
j a ik CEE ie EN EE ES mn
pe . Ka En li _ Ì is END Ms \
Nr En À ms ie EN df h
ei! Bie Di
ade Ne EN i ‘ ‘
oe ar dn ee h nne [ ® gl …
é ; a
é p he ie : ' É bk
en : à í ne — 4 , Y Ee
Ps ES
& ” Alen & OD GS
Sr: A Rd Kes Ge
\ Re p \ P ms © , |
rr 5 é AR
Update in lid GEN) Abm
dd e= F DN Kn >
Se 4 tCorona dp eci k : 5
d.d. 1 decemb Et afvakinzamelproces
ne . : R in
Aden GC
5 EA OD VE EED teren ie: ee ‚
0 Ker 4 3-12-2020 | 1
De toelichting en legenda monitor Afval
en Grondstoffen
- 4 aspecten die we dagelijks monitoren om de continuïteit van de
Amsterdamse afvalinzameling inclusief de afvalverwerking te borgen.
- Stoplichten model (groen, oranje, rood); de monitor geeft snel een
indicatie en inzicht in stand van zaken.
- Groeimodel; de monitor Afval en Grondstoffen is als sturingsmodel nog
volop in ontwikkeling. Deze ligt mn. op ‘het beeld buiten’ en de kopeling
van data en informatie.
NB. Voor meer toelichting en achtergrond zie de memo update Corona d.d.
16 april, die v allen 21 april jl. is toegezonden. En de monitor week 17 (22
april jl.)
3-12-2020 | 2
2% De monitor Afval en Grondstoffen
> < De te monitoren aspecten om de continuiteit afvalinzameling
+ incl. de afvalverwerking te borgen
Ai cn p ï
dE Beschikbaarheid personeel |
Beschikbaarheid materieel/materiaal |
4 5: Het aanbod van afval
A
Sn Capaciteit afvalverwerkers,
ER 2 leveranciers en onderaannemers
% Beschikbaarheid personeel
oe ll BER GROEN = Alle reguliere
4b Slim iP processen zijn gedekt door
| me SAR je 14 al PV k eigen medewerkers en vaste
A DERE Co rebeleschl
eed … À Í < ORANJE = Alle reguliere
« 4 me u ll | 2 | processen gedekt, maar
Heee ke | „eme inhuur derden noodzakelijk
NP Sg Ë ROOD = Niet alle processen
SR 5 tij zijn nog gedekt. Noodscenario
E Pan De en proces(sen) afschalen aan
KS de orde.
x Beschikbaarheid materieel & materiaal
e GROEN = Alle reguliere
ZB rin processen zijn gedekt door eigen
a nn En. voertuigen en de reguliere
NE inhuur materieel.
Nn (en ORANJE = Alle reguliere
EN B Be es processen gedekt, maar inhuur
| mer JA materieel derden noodzakelijk
em OO Ee GN
Pale Ie a Dr ROOD = Niet alle processen zijn
À a er Den nog gedekt. Noodscenario en
ke ee proces(sen) afschalen aan de
< Dn Ze on Ee orde.
% Het aanbod van afval
Ee En GROEN = Reguliere proces komt
en niet in gevaar door het actuele
et KA aanbod van afval.
ee ae a P _ ORANJE = Extra aanbod afval. Er
ge EE eN moet extra inzet gepleegd
LE ze en Ta worden door extra afval (incl.
7 ar al Ä ja, an bijplaastingen). Extra inzet en
Si A nr | inhuur om het afval aanbod op te
E R og ds ( kunnen ruimen.
nn | A ROOD = Eris te veel extra
ne OO re aanbod van afval (incl.
Bee df bijplaatsingen) Reguliere proces
=> ma ed ondervindt hindervan
eN ad hoeveelheden en bijplaastingen
HE ly p rondom de containers.
% Capaciteit afvalverwerkers, leveranciers
en onderaannemers
Pd GROEN = er is geen sprake
É van beperkte
on U beschikbaarheid van een of
Ee Mi ne ad heef meerdere leveranciers en
RTT verwerkers
Rn Ln S B. B
IT ee AN ORANJE = er is beperkte
eN Le nl | beschikbaarheid van een of
ERE ne Pas meerdere leveranciers en
zkt OE en 1 verwerkers, maar dit kan
== en rie opgelost worden met derden
A ii Dn ROOD = er is beperkte
eN \ beschikbaarheid en een
al 5 proces moet aangepast
E P worden.
De Monitor Afval en Grondstoffen
d.d. 1 december 2020
3-12-2020 |8
% Monitor Afval en Grondstoffen
% Stand van zaken 1 december 2020
el, 1. Beschikbaarheid personeel
Er 2. Beschikbaarheid materieel
3. Beeld op straat
Een 4. Capaciteit afvalverwerkers
% Stand van zaken 1 december 2020
Samenvatting & actualiteit
Afval en Grondstoffen — Inzameling
m 2 stoplichten van de monitor staat op groen:
Beschikbaarheid materiaal
Capaciteit eindverwerkers
m Eris voldoende capaciteit bij de eindverwerkers van o.a. textiel, plasticen papier.
m Tuinafval in Noord wordt weer meegenomen en op de normale pre-Corona wijze
gesorteerd en geleverd bij Renewi voor eindverwerking.
m Hetstoplicht op beschikbaarheid materieel staat op groen. Inzet op preventief
onderhoud voor het wagenpark om uitval te voorkomen en onderhoud planbaar
te maken i.c.m. nauw contact met externe partijen voor extra inzet op het extra
aanbod afval maakt dat dit stoplicht groen kleurt.
2 Stand van zaken 1 december 20202
Samenvatting & actualiteit
Het stoplicht‘ beeld op straat’ staat op nog oranje. We zien wel dat het aanbod
grof afvalinzameling, zich ontwikkelt naar een stabiel hoog niveau. Er is nog wel
sprake van incidentele uitschieters naar boven.
-_Het aantal zieken i.v.m. Corona gerelateerde klachten en het niet beschikbaar
zijn van medewerkers i.v.m. test/quarantaine blijft onze aandacht vragen. Het
stoplicht bij ‘beschikbaarheid medewerkers’ blijft op oranje. Dit geldt zowel voor
eigen medewerkers als medewerkers uitzendbureaus.
Extra aanbod:
-_Ten opzichte van 2019 is er nog steeds sprake van een extra aanbod grof afval.
Gemiddeld is dat 26% hoger.
Nieuw West en Zuidoost zijn de uitschieters naar boven. De situatie in Centrum,
Noord en Oost lijkt zich te stabiliseren op het * nieuwe’ hoge niveau.
…_ Het beeld op aanbod restafval fluctueert minder en lijkt zich te stabiliseren de
laatste weken. Het aanbod restafval ligt nog ruim 6% hoger dan dezelfde periode
2019.
%& Stand van zaken 1 december 2020
% Samenvatting & actualiteit
2° golf Corona en ‘beschikbaarheid medewerkers’:
m A&G volgt het landelijke beleid. Bij klachten blijven de medewerkers thuis en laat men zich
testen. Het effect van de 2e golf is helaas ondanks dit beleid en alle andere preventieve
maatregelen nog niet uitgewerkt bij A&G. ldem aan het landelijke beeld kampt de directie
A&G ook met diverse Corona gevallen en Corona gerelateerd verzuim. De kleur van het
stoplicht ‘beschikbaarheid medewerkers’ staat daarmee op oranje.
m De piek van de 2° golf lijkt weer wat te stabiliseren. Deze week 7 nieuwe Corona gevallen.
Quarantaine, wachten op testuitslagen en het preventief naar huis sturen van medewerkers
blijven vooralsnog wel orde van de dag. Om het Corona verzuim op te vangen worden
medewerkers * verspreid’ over de stadsdelen zodat alle stadsdelen voldoende medewerkers
in de uitvoering hebben. Daarnaast worden eventuele achterstanden in inzamelroutes
weggewerkt door extra routes te rijden. Ook worden vanuit BAC/Bedrijfsafval medewerkers
actief doorgeschoven om zieke medewerkers te kunnen vervangen en geen * gaten’ te laten
vallen. Daarnaast worden opties voor * extra handjes! en * extra inzet externen’ klaar gezet
zodat op afroep deze scenario’s in werking kunnen treden.
= In verband met Black Friday, Sinterklaas en de aankomende feestdagen worden i.i.g. reeds
structureel 3 extra wagens en 6 units van de werkbrigade ingezet om extra te kunnen rijden
op papier en karton.
2 Stand van zaken 1 december 2020
Samenvatting & actualitert
Welke acties zetten we in:
m Het oranje stoplicht op ‘beschikbaarheid medewerkers’ piekt vooral in het begin
van de week vanwege extra afvalaanbod na het weekend. We anticiperen zoveel
mogelijk daarop. Eventuele achterstanden door uitval medewerkers bij het
inzamelen van het afval proberen we in de loop van de week inte lopen en op te
lossen door extra inzet (schuiven van medewerkers en inhuur) en het rijden van
extra rondes op meldingen etc.
m Eris nauw contact met onze externe partners. Zij kunnen op afroep extra inzet bij
de grof afval inzameling leveren.
m Daarnaast is er veel aandacht voor preventie met een grote focus op snel herstel
van medewerkers.
m Het noodplan A&G is t.a.v. de ‘beschikbaarheid medewerkers’ aangevuld en
aangepast.
m Uitvoeren van extra rondes en inzet waar mogelijk.
Deze acties i.c.m. met de landelijke inzet en ingezette RIVM maatregelen maken dat
we er alles aan doen om het stoplicht ‘beschikbaarheid medewerkers’ weer op groen
te krijgen.
Stand van zaken 1 december 2020
Samenvatting & actualitert
m Het stoplicht‘ beeld op straat’ staat helaas op oranje. Het blijft een hardnekkig
probleem dat afval op de verkeerde dag en of naast de containers wordt geplaatst.
Hiernaast is er een blijvend groot extra aanbod grof afval in de stad en de grotere
uitval van medewerkers met Corona of Corona gerelateerde klachten.
= We bereiden ons tevens voor op de komende feestdagen en het verwachte extra
aanbod afval (o.a. papier en karton, kerstbomen, etc.). We weten dat in periodes
van feestdagen en schoolvakanties het aanbod van grof afval in ‘gewone tijden’
reeds een behoorlijke toename vertoont. Dit extra aanbod komt dit jaar i.v.m. de
Corona nog bovenop het stabiel grote aanbod van extra grof afval (25%) en
betekent dat wij alle zeilen zullen moeten bijzetten in Q4 om al het afval (extra
aanbod Corona + feestdagen/vakanties) in te zamelen. Hiervoor is een actieplan in
de maak, om vroegtijdig in te spelen op deze verwachting en te kunnen opschalen
waar nodig. Vanaf 1 december jl. wordt er op de fractie papier en karton reeds
extra gereden en is er extra inzet van 6 kraak pers wagens.
Stand van zaken 1 december 2020
Fractie Restafval
m Het aanbod rest afval lijkt zich te stabiliseren op een meer ‘normaal Corona
aanbod’. Het aanbod is nog steeds hoger dan in 2019 maar er zijn geen extreem
hoge pieken meer.
m Erwordt gemiddeld ruim 6,4 % extra huishoudelijk restafval aangeboden. In
tonnage is dat 9.933 ton extra aangeboden restafval.
m De stadsdelen Nieuw- West, Oost en West en Zuid hebben de afgelopen weken
het grootste extra aanbod restafval.
m Stadsdeel Centrum laat, net als bij de fractie grof afval, een daling in het aanbod
restafval zien. De oorzaak zal te maken hebben met het ontbreken van toeristen.
Stand van zaken 1 december 2020
Fractie Grof afval
m Het aanbod grof afval blijft hoog! De afgelopen weken 25,7 % meer aanbod grof
afval dan in 2019.
m In totaal is er in ten opzichte van dezelfde week in 2019 7.061 ton meer grof afval
ingezameld.
m De stadsdelen met het hoogste aanbod grof afval zijn: Nieuw West en Zuidoost.
m Ook inde stadsdelen West en Zuid is nog een groot extra aanbod grof vuil in
vergelijking met dezelfde periode 2019.
m In Centrum is het aanbod t.o.v. voorgaande weken gedaald.
m Met behulp van de A&G monitor en de CROW meting houden we het aanbod afval
en de trend continue in de gaten.
ABP; aanpak bij plaatsingen
m De aanpak bij plaatsingen richt zich op de meest vervuilde locaties per stadsdeel.
m Deze locaties worden dagelijks gecontroleerd en beoordeeld waarbij wordt
vastgelegd wat de aard en omvang verstoring is geweest. Dit wordt geregistreerd
met behulp van de ABP CROW app. Tevens wordt vastgelegd wat de
kwaliteitsscore van de desbetreffende locatie is.
m Op de inzet van toezichthouders wordt door bewoners enthousiast gereageerd
omdat men het waardeert dat er weer wordt opgetreden tegen de afvaloverlast.
Het aantal constateringen stijgt nog steeds. In totaal zijn er 16.902 constateringen
gedaan (15.801 particulieren en 1.101 bedrijven).
m Tot nu toe zijn ruim 5.000 zaken beoordeeld en zijn er ruim 4.ooo bestuurlijke
boetes opgelegd. Er is extra capaciteit ingezet voor de afhandeling van de
constateringen.
ABP; aanpak bij plaatsingen
De toezichthouders afval schouwen de probleemlocaties en rapporteren hun
bevindingen in de ABP CROW app. Deze extra data leidt tot een nauwkeurige
meting van de schoonheidsgraad. De TAM teams zetten hun bevindingen ook in de
ABP CROW app waardoor gedeelde informatie ontstaat waarop actie kan worden
ingezet.
En u
u
% ABP; aanpak bij plaatsingen
EN RT Centrum 5
En 4.999 are ERE |
RAe
sn 4.086 Ee 3395 as Een
juli augustus september oktober november
score Ho Hc Be Ba He Zuidoost AN ee 2010
Update week 47:
Bovenstaande cijfers laten het resultaat zien van de registraties die plaatsvinden
vanuit Aanpak bijplaatsingen. Omdat ABP zich richt op de meest vervuilde locaties
in de stad zijn deze cijfers niet de gemiddelde schoonheidsgraad (CROW) over de
hele stad. Dit gemiddelde licht hoger en de basis voor de rapportage ligt bij de
schoon rapportage van Schoon/ Stadswerken. De ABP CROW cijfers laten hierdoor
een ‘negatiever’ beeld zien wat niet evenredig is voor een heel stadsdeel en/of de
hele stad.
CROW beeldmeetlat op gebiedsniveau Selecteer jaar Selecteerweek |Selecteerschouwronde Selecteerstadsdeel Selecteergebied Filter CROW score op gebr.
Hi ï i 2020 Multiple values All All All en
Bijplaatsingen rondom container
EE on a
ET BERT et te
85% on om 2 en on 85% ga ga 86%
AS
& Oene HNEAURERRENDSAENERRBHNRS BS
3333 EE
© 2020 Mapbox © OpenStreetMap STEE E
Legenda 20% EN
Update week 47:
NB. Cijfers CROW stadsbreed worden eens per 6 weken geüpdatet.
n
Meldingen; stand van zaken week h/
2. SIA- meldingen
Selecteer jaar Selecteer week Selecteer stadsdeel Buurtcombinatienaa Buurtnaam Selecteer subrubriek
Multiple valves Multiple valves Mulziie values Alt Al Multiple values
EN EE EET
zien «ons Centrum 2019 72:
se 7 3885 3007 107.936
zee 8: Dn 2020 <<
nad pn 062 316 LOOK Nieuw-West 2019 BN: :::
3876, = ” * 2866 2974 mes à 23 EE á
8 5 \ EK EN
5 2922 z08s zes 2 zes Jzon3 en en ee: n
ë Ee 5 2639 2658 Ee ED se En oe 8
5 200 sszrszonon OOMEN znne 25 s <<:
8e “ 1727 . € ri RS 5 277 ps > Oe
$ el Nn EEN ar a NE : 59.315 nn Dn
* Tsai °° za {550 157 NLT eer 2600 21620 14 regram 257 BE oo o 2020 AN : : +”
: 3 5 wer cs +:
$ mmm
n zo Zus 2019 VN 27°
NAAMSE SARANNAHENBSDRENDARRKRANTEINNE ISS 2020 EN: ::-:
tittftttrttttErttEEREEREEEEREEEER tweoon 209 MM 2756
L Ow Eu Oe Er SOK 6 u
IN zozs ox n 5 DN 5 De Se
Em 20:20 2019 2020 Number of Records
% Meldingen; week 4,7
De meldingen zijn na een scherpe stijging nu weer aan het dalen.
Oorzaken van de stijging:
a Vanwege veel zieke medewerkers in m.n. SD West konden niet alle routes cq. volle
containers worden gereden. Dit zie je terug in de stijging van de meldingen in SD
West. Door middel van inzet extra handjes en capaciteit is de achterstand de
afgelopen dagen weggewerkt. Het opvangen van zieke medewerkers en het * geen
gaten laten vallen! heeft onze continue aandacht en werpt zijn vruchten af deze
laatste weken, wat resulteert in minder meldingen.
= Meldingen en routes die niet afgerond kunnen worden door personeelstekort
lopen we de rest van de week weer in door extra rij rondes, extra inzet en externe
partijen. Hierdoor zijn de meldingen aan het begin van de week hoger en wordt dit
eind van de week weer in gelopen. Acties en aandacht voor extra inhuur, terug
dringen verzuim zijn ingezet en moeten ‘het nieuwe normaal’ weer inregelen in de
bedrijfsvoering. Deze genomen acties lijken hun vruchten af te werken. Het aantal
meldingen is deze week fors gedaald.
= NB. Daarnaast betreffen sommige meldingen dubbellingen. Er zijn acties uitgezet
om deze dubbellingen te voorkomen cq. ‘eruit te halen’ dit om efficiënt te kunnen
blijven acteren op de meldingen.
2x B u
a
ABP; inzet toezichthouders
Sinds enkele weken zijn de Toezichthouders afval actief. In de tabel per
week het aantal constateringen en verdachten.
zi
5 3 3 & 5
e un vd sí 5
oo md A
0 0 0 st Dn oa
Ln Dn 00 oa a oo
ed 4 oo 00 M
ee Ln
oJ
38 8 Hg
st
dl
dM Le) ed od mi) <{ un Lo n= oò M Lj ed od mm <t un wÒ n= où
EEE EE EE EE EE
AAA &
2x
x
D
ABP; constateringen per stadsdeel
ceren NN:
Nieuw-West 1.485
Noord 1.097
oost NN ==
vest AN -:
ze EN: =:
Zuidoost En 1.341
X Verwerkers; Stand van zaken 1 december
2 2020
Samenvatting & actualitert
m Eris voldoende verwerkingscapaciteit voor alle fracties (o.a. textiel, plastic, papier
etc.) beschikbaar.
í EAA Lr nn er 7 nn : mmm +
5 en En Dn mn
; A + <<:
ang REN : Ì ì IGI Semen 1 BN: :;
titetirttrttetrettEttErrtrrEtErtEEt MN: 5:
bss °° eos ke is is Saen +
Tas RS sss NS ne ee rs manera! mn:
_ ze > +5»
Rozenburgias 19 BN : °::
BITE TEELTRETLL TRR AEER ATIE digg seen 2 En za
% Stand van zaken Communicatie
m Aandacht en oproep aan de Amsterdammers hou de stad schoon d.m.v. inzet van
diverse communicatie middelen en kanalen blijft van belang.
m Met diverse vlogs van de inzamelaar Wesley is blijvende continve aandacht
gegenereerd met de oproep: help mee de stad schoon te houden & biedt je afval
goed aan.
m Gestart met campagne aanpak bijplaatsingen (ABP). Social campagne om mensen
in deze tijden van Sinterklaas, black Friday en de kerst te wijzen op het belang van
goed aanbiedgedrag.
m Campagnestrategie: informeren hoe je je afval correct aan kunt bieden denk aan
grof afval en papier/karton. Met behulp van o.a. trotters en green graffiti ter plekke.
m Verder worden de containers op nieuw bestickerd met ‘instructie stickers’,
Wethouder Ivens heeft maandag 30 november jl. de 1° sticker geplakt en daarmee
de aftrap gegeven voor het bestickeren.
Stand van zaken Communicatie
nm Ooktelevisie, radio, krant of tijdschrift: ze geïnteresseerd in ‘het schoonhouden
van de stad’ en het werk van Afval & Grondstoffen. Wij krijgen dan ook regelmatig
vragen van journalisten die willen meelopen op straat. Of reporters die onze
medewerkers willen interviewen. Daarom hebben we een mediapoule opgezet.
Hierin zitten medewerkers Inzameling die het leuk vinden om op camera iets te
vertellen over hun werk, om met een interview in de krant te komen of om mee te
helpen aan een publiekscampagne.
am De medewerkers inzameling hebben onlangs een training gekregen waarin is
uitgelegd hoe een interviewer te werk gaat: Wat kan je wel en niet zeggen? En
welke houding neem je aan? Mag je een interview nog checken voordat het wordt
gepubliceerd? Hierdoor kunnen we snel kunnen schakelen in vlogs, communicatie
boodschappen en mediaverzoeken.
m Er worden frames op de vuilnisauto’s geplaatst als rijdende boodschap * Biedt je
afval goed aan en help mee de stad schoon te houden”,
m Bestickeren instructiestickers op de afvalcontainers 1/12 jl. gestart.
| , * Keer taten | U
— Grofvuil? dr ER En = VA me EN
Altijd een afvalpunt En Ù | B Pd en
_ bijjouin de buurt. 3 Ee el EFC
mi ie ie ENGELEN: TER UFA liel
nn} 4 hehe 4 hd ai ke
NX En _K TV Ï 7 8
(Samen Sta ® en
or | | | ed Ke B mr
Ear — el
| pt | opde inzamelwagens voor
Micate boodschappen
7%
bk | ‘punt
19 ï rd
‘ Graka | Samen stad schoon
Altijd een afvalpunt bij jou in de buurt.
| Actualiteit | 28 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1255
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen op 9 november 2017
Ingekomen onder 1190”
Behandeld op 9 november 2017
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Duijndam, Ernsting, Moorman en Van Soest inzake de Begroting
2018 (redding theater Oostblok voor de realisering van een vijfde cultuurhuis in
Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2018.
Constaterende dat:
— De tweekoppige directie van theater Oostblok per 1 januari 2018 opstapt;
— Oostblok met het vertrek van de zakelijk directeur geen aanspraak meer kan
maken op loonkostensubsidie (zogenaamde ‘Sargentini-gelden') van 25.000 euro;
— Stadsdeel Oost heeft besloten Oostblok een extra bezuiniging op te leggen ter
grootte van 13.000 euro;
— Theater Oostblok meer financiële tegenslagen heeft moeten incasseren, zoals
een korting op de exploitatiesubsidie in 2014, het stoppen van de subsidiebijdrage
uit de regeling Stichting Jeugdtheater Amsterdam (SJTA), het stoppen van de
regeling “samenhangende programmering buurtaccommodaties' van het AFK en
een afwijzing van het AFK voor het kunstenplan in de zomer van 2016;
— Ernaar wordt gestreefd om Oostblok een rol te laten vervullen bij het realiseren
van het vijfde Amsterdamse cultuurhuis (Oost), naast de Tolhuistuin (Noord), de
Meervaart (Nieuw-West), Podium Mozaïek (West) en het Bijlmer Parktheater
(Zuidoost).
Overwegende dat:
— Oostblok 120 presentaties per jaar maakt en daarmee bijna 16.000 bezoekers
bedient, met name bewoners van stadsdeel Oost en mensen die niet vaak naar
de schouwburg gaan;
— Oostblok daarmee van grote waarde is voor het cultuuraanbod in Oost;
— Het voor Oostblok moeilijk wordt om het onder deze omstandigheden financieel te
redden en stadsdeel Oost mogelijk het podium verliest;
— Hiermee de realisatie van een vijfde cultuurhuis lastiger wordt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In de verkenning naar de mogelijkheden van een Cultuurhuis in Oost onder meer
Oostblok, CBK Oost en Moving Arts Project te betrekken.
1
De leden van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
Z.D. Ernsting
M. Moorman
W. van Soest
2
| Motie | 2 | discard |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Oud Noord Noord Oost Noord West
A-decfPlenair - Advies inzake aanpassing van de Welstandsnota Schoonheid van Amsterdam
-Vaststellen gebiedsplannen
- Uitwerking Marktvisie Amsterdam
-Buurtbudaetten. Noordmakers en Democratiserina
Geen vergadering
degPlnsr ___ |
Geen vergadering
B
Geen vergadering
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
Geen vergadermg
-Visie en toetsingskader Noorder-IJplas
Geen vergaderd
EE
- Consultatie voorkeurslocatie PTA
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
BE
B
BE
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
A
ES
ME
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
ERE
nn
ER
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
B
En
Nog niet ingeplande onderwerpen:
Jaar Datum Onderwerp ELC Bijzonderheden
n.n.b. Jn.n.b. Recreatieschap Twiske Robert Brand Pfh. Groenewoud adviseert
de Landschapsvisie hierbij te
betrekken
Overweg
Luchtkwaliteit Nicoline van der Torre ee
n.n.b. jn.n.b. Geluidswal Kadoelen Dennis Overweg, Frans Rein JN.a.v. Stem van Noord 15
Jurrema, Canan Uyar & mei 2019
Nicoline van der Torre
n.n.b. _ijn.n.b. Groen Wijbe Langeveld, Fatin Bewoner die hierbij
Bouali, Canan Uyar betrokken wil worden:
Camiel Ledderhof en
Rebecca Kloosterman
[email protected]
n.n.b. _Jn.n.b. Openbare ruimte op de Wijbe Langeveld
NDSM
stoepen
Participatie Nicoline van der Torre, Voorgesteld in SDC 14 nov
Canan Uyar 2018
Gevaarlijke kruispunten in _[Régine Anmuth, Dennis |
NoordWest Overweg
n.n.b. jn.n.b. Bereikbaarheid Frans Rein Jurrema, Canan
Uyar, Nicoline van der Torre,
Fatin Bovali
n.n.b. Jn.n.b. Meer sportmogelijkheden in JCanan Uyar, Dennis In samenwerking met Robert
TE
Peter Willing Noord).
Hamerstraatgebied Overweg
Langeveld
n.n.b. Jn.n.b. Toegankelijkheid van Noord fFatin Bouali, Dennis
TT ee
beperking
201901 Tweede technische sessie Verzoek gedaan op eerste
TEE
informatieavonden
ed
Werkbezoeken:
Jaar Datum Onderwerp EKL Bijzonderheden
n.n.b. _n.n.b. Hamerkwartier Verzoek gedaan op
TL
| Agenda | 3 | train |
Vergadering stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 07-07-2021
Aanvang 19:30
Locatie MSteams
1 Welkom
2 Vaststellen agenda en verslag
3 Bewoners aan het woord
Bewoners en ondernemers krijgen de gelegenheid om iets met de stadsdeelcommissie te delen. Maximale
spreektijd is 3 minuten.
4 Adviesaanvraag principenota De Kleine Wereld
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
5 Adviesaanvraag Investeringsbesluit Hamerkwartier
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
6 Adviesaanvraag bestemmingsplan Exclusiva Hamerkwartier (incl. MER)
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
7 Adviesaanvraag herinrichting Wingerdweg
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
8 Adviesaanvraag ontwerpbestemmingsplan Oostzanerdijk 76
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
9 TKN Adviesaanvragen
De commissie neemt deze vergadering kennis van de adviesaanvraag. Stukken volgen.
A TKN Adviesaanvraag Actieprogramma Banne Zuid
De commissie neemt deze vergadering kennis van de adviesaanvraag. Vaststelling volgt 8
september.
B TKN AV BP Buiksloterham 7e partiële herziening
De commissie neemt deze vergadering kennis van de adviesaanvraag. Vaststelling volgt 25
augustus.
e TKN Adviesaanvraag Groen en Sport NDSM-werf Oost
De commissie neemt deze vergadering kennis van de adviesaanvraag. Vaststelling volgt 25
augustus.
10 TKN presentaties
Bijgaande presentaties zijn op verzoek van de commissie ter kennisname geagendeerd.
A Presentatie Veiligheidscijfers 2020
B Presentatie Actieplan THOR
11 TKN Reactie DB op ongevraagd advies jongerenvoorziening WLPB
Het ongevraagd advies jongerenvoorziening WLPB is ter kennisname geagendeerd.
12 Mededelingen stadsdeelcommissie
13 Update DB
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord informeert de stadsdeelcommissie over bestuurlijke zaken.
Mededelingen dagelijks bestuur
Toezeggingenlijst
Vragen aan het DB
14 Termijnagenda
15 Sluiting
| Agenda | 3 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 2 november 2023
Portefeuille(s) Algemene Zaken
Portefeuillehouder(s): Burgemeester Halsema
Behandeld door Dienstverlening, dienstverlening @amsterdam.nl
Onderwerp Update voorbereiding verkiezingen Tweede Kamer op 22 november 2023
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de dagmail van 19 september jl. heb ik v geïnformeerd over de organisatie van de Tweede
Kamerverkiezingen van 22 november aanstaande. In deze brief geef ik v een update van de
voorbereidingen. Ik kan u alvast melden dat alles tot nu toe voorspoedig verloopt en zich op dit
moment geen problemen voordoen.
Aantallen partijen, kiezers en stembiljetten
Deze verkiezingen doen 26 partijen mee. De vorige keer in 2021 waren dat er 33.
Er mogen 598.610 Amsterdammers hun stem uitbrengen op één van de toegelaten partijen.
We hebben 700.000 stembiljetten besteld en gaan ervan uit dat ieder stembureau 1.200 stemmers
aan kan. leder stembureau krijgt 1.250 stembiljetten. Het resterende aantal stembiljetten (80.000)
wordt, indien nodig, naar de stembureaus gebracht waar het drukker is.
Stembureaus
Voor de verkiezingen van de Tweede Kamer hebben we 496 stembureaus op 373 locaties. Via een
data-model zijn de stembureaus zo goed mogelijk over de stad verdeeld. We hebben geprobeerd
om voor elke kiesgerechtigde binnen vijfhonderd meter een stembureau te hebben. Dat lukt
helaas niet overal. Vooral in de vithoeken{randen van de stad is dat lastig. Hier zijn ook niet altijd
geschikte gebouwen aanwezig die als stemlocatie kunnen dienen.
Ook merkten we dat niet alle mogelijke locaties enthousiast zijn om als stembureau te fungeren.
Zo zijn verpleeg- en verzorgingstehuizen sinds de coronapandemie terughoudend. Daarnaast zijn
sommige locaties niet beschikbaar omdat ze andere activiteiten gepland hebben, zoals
bijvoorbeeld het Concertgebouw.
Bijzonder stembureau
Volgens de definitie van de Kieswet hebben we één bijzonder stembureau: het Anne Frank Huis.
Een bijzonder stembureau is niet alle vren van de verkiezingsdag geopend. Het Anne Frank Huis is
tussen 9:00 en 19:00 uur geopend. Stemmers kunnen die dag gratis het Anne Frank Huis bezoeken
en is voor ander publiek gesloten. Als in de praktijk blijkt dat er weinig mensen komen stemmen,
dan worden wel andere bezoekers toegelaten. Gelet op de situatie in Israël en de Palestijnse
gebieden is er speciale aandacht voor de veiligheid van dit stembureau.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2023
Pagina 2 van 4
Samen met het Anne Frank Huis zijn ook het Van Goghmuseum en de Westermoskee dit jaar
stembureaus op een bijzondere locatie.
Jongerenstembureaus
In Amsterdam zijn deze verkiezingen twee jongerenstembureaus actief: het CJP kantoor aan de
Admiralengracht en Pension Homeland op het Marineterrein, die worden beheerd door jongeren.
Toegankelijkheid
We willen het stemmen voor iedereen mogelijk maken. Voor de toegankelijkheid van stemlocaties
wordt onderscheid gemaakt in A-locaties (zelfstandig toegankelijk voor mensen in een rolstoel),
B-locaties (met hulp toegankelijk) en C-locaties (niet toegankelijk). Ondanks de ingelaste
verkiezingen en veel meer stembureaus hebben we de mate van toegankelijkheid kunnen
handhaven. Via https://stembureaus.amsterdam.nl{ en in de Verkiezingskrant kan de kiezer zien
waar de stembureaus zich bevinden, welke locaties rolstoeltoegankelijk zijn en/ of hulpmiddelen
beschikbaar hebben voor slechtzienden en slechthorenden. Op de site kan de kiezer ook zien hoe
druk de stembureaus zijn.
Op acht stembureaus kunnen mensen met een visuele beperking stemmen. Op deze plekken is
een stemmal en soundbox aanwezig. Ook is op deze stembureaus speciale aandacht voor mensen
met een auditieve beperking en een licht verstandelijke beperking. Aanstaande verkiezing is er
voor het eerst speciale aandacht voor mensen met een hidden disabilities sunflower. Het dragen
van dit keycord wijst mensen in de omgeving van de drager er discreet op dat zij extra steun, hulp
of wat meer tijd nodig hebben. In de trainingen voor stembureauleden is dit jaar extra aandacht
voor mensen met een beperking (via een filmpje). Bij de Stichting Welzijn Doven Amsterdam
(SWDA) is een doventolk aanwezig.
Nieuw dit jaar is speciale aandacht voor mensen zonder woon- en verblijfplaats. We zetten in op
persoonlijke communicatie met de doelgroep via de postkamer (Jan van Galenstraat), De
Regenboog Groep, Leger des Heils en HVO-Querido. Hiervoor zijn (7oo) extra verkiezingskranten
gedrukt en verspreid onder verschillende inloophuizen. Eris een q&a gemaakt die hulpverleners
kunnen gebruiken en we leveren posters die ze op kunnen hangen in de verschillende locaties.
Opkomstbevordering
Naast het inzetten van bijzondere stembureaus en jongerenstembureaus, ondernemen wij enkele
andere acties om de stemopkomst te bevorderen, met een focus op doelgroepen waar de
opkomst lager is dan gemiddeld. Deze doelgroepen zijn jongeren tussen 18 en 25 jaar,
Amsterdammers met een migratieachtergrond en praktisch geschoolde Amsterdammers.
Voor jongeren is weer een jongerencampagne ontwikkeld met de titel ‘Stem voor je toekomst Je
laat een ander toch niet bepalen?’ Deze campagne startte 1 november jl. en loopt 3 weken. Er is
extra aandacht voor jongeren uit de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord. We spelen in op
de verschillende barrières die jongeren hebben om niet te stemmen. De campagne is zichtbaar
op straat en op plekken waar jongeren veel tijd doorbrengen, zoals op mbo- en hbo-instellingen, in
het openbaar vervoer, sportverenigingen, sportclubs en online. Er zijn Whatsapp/DM stickers
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2023
Pagina 3 van 4
beschikbaar om te delen met het netwerk. Mocht v deze in uw jongerennetwerk willen
verspreiden, laat het weten via dienstverlening ®@amsterdam.nl dan krijgt u ze toegestuurd.
Daarnaast werken we in samenwerking met de Tolhuistuin aan een educatieprogramma voor
middelbare scholieren op tien scholen (voornamelijk in stadsdeel Noord). We onderzoeken de
impact van dit programma om dit bij succes bij volgende verkiezingen breder in de stad uitte
zetten. Ook ondersteunen we de organisatie Represent Jezelf (financieel) in de ontwikkeling van
de RepresentWijzer. Dit is een stemhulp mede geproduceerd door jongeren.
Tenslotte hebben we wervingsoproepen gedaan bij verschillende onderwijsinstellingen in de stad,
waaronder mbo'’s, de UvA en de HvA. We roepen studenten op zich aan te melden als
stembureaulid om een bijdrage te leveren aan de democratie én een zakcentje te verdienen. We
roepen ook werkgevers op om hun werknemers attent te maken op de naderende verkiezingen en
het belang van stemmen. Dit doen wij door een oproep te plaatsen in de Nieuwsbrief
Ondernemen.
Communicatie
e _Amsterdam.nl/verkiezingen, website gemeente waar alle informatie op staat voor
kiesgerechtigde Amsterdammers.
e Trotters (mobiele borden) door de hele stad. Op de trotters staat eerst de datum van de
verkiezingen en vervolgens de verkiezingsposters van alle partijen.
e Brief voor sleutelpersonen in de stad met het verzoek hun achterban aan te sporen om te
gaan stemmen. Brieven worden 6 november as. verstuurd.
e Kaart voor 18 jarigen die voor het eerst voor de Tweede Kamerverkiezingen mogen
stemmen (meer dan 5200 kaarten). De kaart is in de stijl van de jongerencampagne en
wordt verstuurd nadat de stempassen de deur uit zijn.
e _Verkiezingskrant (wordt 6-13 november verspreid).
e Nieuwsberichten via amsterdam.nl en de social mediakanalen van de gemeente
Amsterdam.
e _Indeflyer die met de stempas wordt meegestuurd en in de verkiezingskrant is voor het
eerst een OR-code opgenomen waarmee de informatie ook direct beschikbaar is in het
Engels, Spaans, Turks en Arabisch. Hiermee komen we tegemoet aan een verzoek vanuit
de gemeenteraad.
Tellen van stemmen
Bij de stembureaus worden om 21:00 uur drie tellers ingezet. Nadat er op partijniveau geteld is,
blijven er per locatie stembureauleden achter die op de stembussen letten totdat deze opgehaald
worden door het transportbedrijf. Door deze twee maatregelen verwachten we dat tellers en
stembureauleden eerder naar huis kunnen. Daarmee geven we gehoor aan de klacht dat de dag
van de verkiezingen te lang duurt.
CSO
Op de donderdag en vrijdag na de verkiezingsdag worden de stemmen centraal geteld in hal 7 van
de RAI. Hier worden de stembiljetten geteld op kandidaatsniveau. De processen-verbaal per
stembureau worden ter plaatste ingevoerd in een door de Kieswet voorgeschreven
softwareprogramma. De uitkomst levert de verkiezingsuitslag op. Op donderdag en vrijdag zijn
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2023
Pagina 4 van 4
ongeveer 450 mensen in de hal aanwezig. We beginnen beide dagen om 8:30 vur met tellen en
ronden om 18:00 uur af. Het invoeren van de uitslag gaat door tot 21:00 vur.
Voorlopige uitslag
Op de verkiezingsavond/nacht geven we de voorlopige uitslag vrij (via website en aan ANP). Naar
verwachting zal dit tussen 23.00 — 01.00 uur zijn. We streven tussen 23.00-24.00 Uur 70% van de
stemmen geteld te hebben. Bij het vrijgeven van de voorlopige uitslag zullen we nadrukkelijk
communiceren dat het een voorlopige uitslag betreft.
We communiceren geen 100% voorlopige uitslag. Hiervoor zijn verschillende redenen. De
uitslagen van de verschillende stembureaus worden via een app aan Bureau Verkiezingen
doorgegeven. Soms kan dat niet omdat er op die locatie geen wifi is. Soms is het niet wenselijk om
een uitslag in de voorlopige uitslag te verwerken omdat er duidelijke (tel)fouten in zitten.
Rest mij v een voorspoedige verkiezingscampagne te wensen.
Met vriendelijke groet,
( / /
\ f | ‚
a tf k
L- { $ nn m
Femke Halsema
Burgemeester
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1957
Datum indiening 8 oktober 2019
Datum akkoord 25 november 2019
Publicatiedatum 26 november 2019
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake gegevens over
‘eenzame doden’.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 8 oktober 2018 stelde de fractie van de ChristenUnie nadere schriftelijke vragen
op zijn schriftelijke vragen van 16 juli 2018 (zie nr. 828.18) inzake gegevens over
zogenaamde eenzame doden (zie nr. 1379.18). De afgelopen maand zijn wij in
Amsterdam opnieuw getuige geweest van een schrijnende situatie in Amsterdam
Noord? Het ongedierte en de geur maakten leven onmogelijk in de directe fysieke
omgeving van een huis waarin een buurvrouw, al overleden, enige tijd verlaten had
gelegen. Deze situatie staat niet op zich want nog steeds worden er in Amsterdam
regelmatig mensen gevonden die al enige tijd overleden in hun woning liggen. Dit
gaat de fractie van de ChristenUnie zeer aan het hart en de fractie wil zich blijvend
inzetten voor eenzame ouderen en meedenken over hoe dergelijke situaties zoals
hierboven beschreven kunnen worden voorkomen.
De fractie van de ChristenUnie stelde al eerder voor om een eigenstandig meldpunt
eenzaamheid in te richten. In de beantwoording van de schriftelijke vragen die de
fractie van de ChristenUnie precies een jaar geleden stelde, geeft het college aan
samen met betrokken partijen te onderzoeken wat de meerwaarde zou zijn van een
eigenstandig meldpunt eenzaamheid. De fractie van de ChristenUnie wil weten wat
de resultaten zijn van dit onderzoek en roept het college op snel werk te maken van
een dergelijk meldpunt. Ook buurtbewoners kunnen bij een dergelijk meldpunt dan
bijvoorbeeld aan de bel trekken wanneer zij vermoeden dat er iets niet in de haak is
bij hun buren en zij hen al een tijdje niet hebben gezien.
Daarnaast wil de fractie van de ChristenUnie weten hoe de gemeente handelt bij een
dergelijke situatie zoals eerder in de toelichting beschreven. Op welke manier speelt
de gemeente een rol in de reiniging en het weer leefbaar maken van de woningen
waarin eenzame doden zijn gevonden alsmede de woningen in de directe omgeving?
' https://www.at5.nl/artikelen/197 151/ondraaglijke-lijkgeur-en-maden-in-invalidenwoning-
voel-me-in-de-steek-gelaten
https://www.parool.nl/ps/nachtmerries-en-maden-dit-gebeurt-er-als-je-buur-weken-dood-
in-huis-ligt-b314012f/
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Îos7 Gemeenteblad R
Datum 26 november 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 oktober 2019
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende nadere schriftelijke vragen — op zijn schriftelijke vragen van 8 oktober
2018 (nr. 1379. 18) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Wat waren de uitkomsten van het onderzoek naar de meerwaarde van een
eigenstandig meldpunt eenzaamheid zoals aangekondigd in de beantwoording
van de schriftelijke vragen van de fractie van de ChristenUnie van 8 oktober 2018
(nr. 1379)?
Antwoord:
Vooropgesteld wil het college benadrukken hoe schrijnend het is als een
stadsgenoot eenzaam te overlijden komt en daarna verlaten in de woning blijft
liggen. Het tegengaan van eenzaamheid is dan ook een van de speerpunten van
dit college en onderdeel van het nieuwe coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een
nieuw geluid’.
Om de meerwaarde van een eigenstandig meldpunt te achterhalen, is opnieuw
onderzoek gedaan onder de betrokken partners in de stad. De reacties
bevestigden het eerdere beeld; namelijk dat de meeste partijen gezien de
Amsterdamse context, geen meerwaarde zien in nog een (extra) loket. Dit leidt
niet tot een betere aanpak van het probleem.
De Amsterdamse context is hierbij van belang want een meldpunt zou van
meerwaarde kunnen zijn als er geen (goede) alternatieven zijn voor het
signaleren en melden van sociale problematiek. Dat is in Amsterdam wel het
geval. Het meldpunt Zorg en Woonoverlast voorziet in die functie, waarbij
signalering door professionals ook via andere kanalen verloopt, zoals de
wijkteams, sociale basis en sociale loketten. De samenwerking tussen het
meldpunt, de loketten en wijkteams is belangrijk om ook opvolging te kunnen
geven aan een signaal of melding. Een nieuw meldpunt daaraan toevoegen
betekent ook dat bestaande samenwerkingsafspraken en werkwijzen moet
worden herzien. Dat is te realiseren als er daadwerkelijk meerwaarde wordt
verwacht. Dit blijkt niet het geval. Ook blijkt er onder de betrokken partners geen
bereidheid om de haalbaarheid van een dergelijke meldpunt nog verder te
verkennen.
Wel is door onze partners aangegeven dat goede opvolging en daarmee een
meer vraaggerichte benadering, een punt van aandacht is. Het Rode Kruis start
daarom samen met Deloitte, Koppl en de Hogeschool van Amsterdam het project
Hulp naar Hulp. Dit project richt zich op het begeleiden van Amsterdammers met
gevoelens van eenzaamheid, die via verschillende kanalen, zoals het meldpunt
Zorg en Woonoverlast, zijn gesignaleerd. En waarbij een meer vraaggerichte
wijze van ondersteuning nodig is omdat het bestaande aanbod niet altijd
tegemoet komt aan de behoefte van deze groep.
2. Heeft het college kennisgenomen van de berichtgeving omtrent de vrouw in
Noord die al drie weken dood in haar woning lag?
Antwoord:
Ja, het college heeft hier kennis van genomen.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Îos7 Gemeenteblad R
Datum 26 november 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 oktober 2019
3. Deelt het college de mening van de fractie van de ChristenUnie dat het hier, net
zoals bij andere gevonden eenzame doden, een schrijnende, mensonterende
situatie betreft die zo veel mogelijk voorkomen dient te worden?
Antwoord:
Ja, het college deelt de mening van de fractie van de ChristenUnie dat de situatie
van gevonden eenzame doden een schrijnende situatie is, die zoveel mogelijk
voorkomen dient te worden. Het terugdringen van eenzaamheid is een van de
speerpunten van dit college en onderdeel van het nieuwe coalitieakkoord ‘Een
nieuwe lente en een nieuw geluid’.
4. Hoeveel personen zijn er in Amsterdam in 2019 al gevonden waarbij de
lijkschouwer constateerde dat deze persoon er 14 dagen of langer heeft gelegen?
Kan dit aantal uitgesplitst worden naar stadsdeel?
Antwoord:
Uit onderstaande tabel blijkt dat er in 2019 in heel Amsterdam 25 personen
waren, waarvan de lijkschouwer constateerde dat deze persoon er 14 dagen of
langer heeft gelegen.
Uit onderstaande tabel blijkt verder dat in de periode 1 januari 2019 t/m 9 oktober
2019 meer dan de helft van de woninglijken, namelijk 56% (14 van de 25
casussen) in de stadsdelen Noord of Zuidoost gevonden is, terwijl hier 19% van
de éénpersoons-huishoudens woonachtig is.
De aantallen zijn echter dermate klein dat de toevalsfactor hierbij een grotere rol
speelt. Indien we ook de cijfers uit 2018 erbij betrekken, blijft het percentage in
Noord met 22% van de woninglijken hoger dan verwacht op grond van de
verdeling van het aantal éénpersoons-huishoudens .
Woninglijken Woninglijken
periode 1 periode 2018* Éénpersoons
/ian/2019 t/m huishoudens
9/okt/2019* (1/1/2019)#
ses | smal oo) jm Ie
stadsdeel aantal % 2018 % | aantal %
ACentrum | ___ 3} 12%| 8} 11% 34231) 14%
Bwestpoort | __0| 0% of} o%| sa) 0%
ewest | 0} 0% 8 z11%| 47774) 19%
NNoord | ___8| 32%| 16} 22%| 21740) 9%
Tzuidoost__| ___6| 24%| 7} z10%| 24106) 10%
* tenminste 14 dagen overleden bij schouw.
# Afgeleid van tabel kerncijfers stadsdelen (1.2.1a Standgegevens, 1 januari 2019), OIS, 2019.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Îos7 Gemeenteblad R
Datum 26 november 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 oktober 2019
5. Welke rol speelt de gemeente in het schoonmaken en opruimen wanneer na het
vinden van een lijk geconstateerd wordt dat een woning ernstig bevuild is door
ongedierte etc.?
Antwoord:
De eigenaar of erfgenaam van de woning is verantwoordelijk voor het
schoonmaken en opruimen van een ernstig bevuilde woning en kan zelf bepalen
wie hij/zij daarvoor inhuurt.
Als de familie de uitvaart niet wil of kan regelen, dan neemt team Uitvaarten van
de gemeente het over en regelt de uitvaart. Als er sprake is van een vervuilde
woning schakelen zij voor de schoonmaak na lijkvinding de afdeling Hygiënisch
Woningtoezicht (HWT) van de GGD in. HWT kan hiervoor ook ingeschakeld
worden door de politie.
Het is trouwens niet zo dat bij een overlijden altijd sprake is van stank of insecten.
Het stoffelijk overschot kan namelijk ook indrogen en mummificeren. Die kans is
groter in de winter. De overlast voor de directe omgeving is dan een stuk kleiner,
zo niet afwezig, waardoor het overlijden ook langer onopgemerkt kan blijven.
6. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat de gemeente een
taak heeft in het leefbaar houden van de stad en dus ook een taak heeft bij het
opruimen en schoonmaken van woningen wanneer hier een lijk is gevonden?
Antwoord:
Het college is het met de fractie van de ChristenUnie eens dat de gemeente een
taak heeft in het leefbaar houden van de stad. Het college is het niet eens dat de
gemeente een taak heeft bij het opruimen en schoonmaken van woningen na
lijkvinding. Het (laten) schoonmaken van een woning is primair een taak van de
eigenaar of erfgenaam, behalve in die gevallen waar de familie de uitvaart en alle
bijkomende zaken, niet wil of kan regelen.
7. De specifieke situatie in Noord laat zien dat het in sommige gevallen enige weken
kan duren voordat een dergelijke situatie wordt aangepakt. Wat kan de gemeente
doen om ervoor te zorgen dat dergelijke situaties die de leefomgeving onleefbaar
maken, sneller worden opgelost?
Antwoord:
Het college heeft de ambitie om zicht te krijgen en houden op personen die
eenzaam zijn of dreigen te vereenzamen. Binnen de sociale basis is
eenzaamheid prioriteit. Er wordt aandacht besteed aan het beter signaleren van
eenzaamheid door middel van deskundigheidsbevordering van professionals.
Daarnaast bieden professionals binnen de Wijkzorg ondersteuning en activering
op sociale levensdomeinen op basis van de vraag van de cliënt. Daar waar de
expertise niet in het netwerk aanwezig is, wordt doorverwezen naar andere
vormen van ondersteuning. Deze taken worden onderdeel van het toekomstige
buurtteam Amsterdam.
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Îos7 Gemeenteblad R
Datum 26 november 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 oktober 2019
Daarnaast werken onder de vlag van de Meldpunten Zorg & Woonoverlast
wijkagenten, GGD, woningcorporaties en zorgaanbieders nauw samen om
bewoners die zorg nodig hebben maar dit niet willen of kunnen vragen, toch hulp
te bieden. Ook kunnen bewoners zelf (of hun buren, familie of vrienden) hun
zorgen melden die ze hebben over deze bewoners. De signalen betreffen
overlast, verward gedrag of verloedering en vervuiling. De samenwerking tussen
de verschillende partners leidt ertoe dat mensen in beeld komen en blijven en
waar nodig toegeleid worden naar passende zorg en ondersteuning. Daarnaast
ondernemen zorgaanbieders actie wanneer een cliënt zonder bericht niet open
doet of reageert.
Het is een gezamenlijke opgave van directies en stadsdelen, om het netwerk van
partners en bewoners zodanig te organiseren dat er sprake is van zicht op
individuele casussen, beleid en actualiteiten. Het systeem zal echter nooit
waterdicht zijn. Wanneer mensen geen zorg en ondersteuning ontvangen, alleen
wonen, geen of weinig contact met de omgeving onderhouden en bijvoorbeeld de
huur automatisch betalen kunnen signalen gemist worden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
x Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 545
Ingekomen op dinsdag 19 mei 2020
Behandeld op dinsdag 19 mei 2020
Status Ingetrokken
“Onderwerp
Motie van het lid Yilmaz inzake de actualiteit aanpak Coronacrisis (onrust over de
stageplaatsen voor MBO'ers)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit inzake aanpak Coronacrisis.
Constaterende dat:
- De MBO Raad vaststelt dat er veel te weinig stageplekken dreigen te ontstaan
voor MBO leerlingen!
Overwegende dat:
- Zonder stageplekken leerlingen geraakt worden in hun carrièreverloop en
misschien zelfs niet kunnen afstuderen;
- De gevolgen groot kunnen zijn voor de economie in de komende jaren;
- De gesprekken die de MBO-Raad heeft gevoerd met de SBB en verscheidene
MBO-instellingen vooral uitgingen van cijfers in kleine steden met maximaal
10 studenten in de klas.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In gesprek te treden met de MBO-Raad, de SBB en de Amsterdamse MBO-
instellingen om te inventariseren in hoeverre dit probleem in Amsterdam speelt,
hoeveel Amsterdamse leerlingen hierdoor geraakt worden en hoe de gemeente
hierbij kan helpen?
Het lid van de gemeenteraad
N. Yilmaz
1 https://www.ad.nl/binnenland/13-000-mbo-ers-hebben-geen-stageplek-of-leerbaan-
mogelijk-voorbode-van-werkloosheid-a98cd115/
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 610
Publicatiedatum 17 juni 2016
Ingekomen op 16 juni 2016
Ingekomen in raadscommissie FIN
Te behandelen op 13/14 juli 2016
Onderwerp
Motie van het lid Flentge inzake de Voorjaarsnota 2016 (drempelloze vmbo-t/havo).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Constaterende dat:
— veel scholen sinds 2012 een code hanteren waarmee zij een gemiddeld
eindexamencijfer van 6,8 kunnen eisen van vmbo-t-leerlingen die willen
doorstromen naar de havo.
Overwegende dat:
— een willekeurig gestelde toegangscode (i.c. 6,8 gemiddeld eindcijfer) een
oneigenlijke drempel vormt voor ambitieuze vmbo-t-leerlingen die gemotiveerd
zijn om hun opleidingsniveau te verbeteren met een havo-diploma;
— een drempelloze doorstroming van een lagere opleiding naar een hogere
opleiding extra belangrijk is voor zogenaamde laatbloeiers on kinderen die wat
langer nodig hebben om zich een leerproces eigen te maken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
met Amsterdamse schoolbesturen af te spreken dat bovengenoemde toelatingscode
voor vmbo-t-leerlingen die op de havo willen verder leren met onmiddellijke ingang
komt te vervallen.
Het lid van de gemeenteraad
E.A. Flentge
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam Z S
% Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
% Agenda, donderdag 8 februari 2018
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie Raadszaal, stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ZS
d.d. 18 januari 2018
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieZS @raadsgriffie.amsterdam.nl
4B Verslag van de openbare expertmeeting wijkzorgnetwerken - Cie ZS
d.d. 12 januari 2018
e Ter kennisname.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam Z S
Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Agenda, donderdag 8 februari 2018
5 Termijnagenda
, Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Zorg en Welzijn
11 Ontwerpbesluit oprichting stichting Sarphati Amsterdam Nr. BD2017-015949
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 14 februari 2018).
12 Kennisnemen van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2018 en het
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2018 Nr. BD2018-001291
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
13 Motie nr. 275.17 mw Roosma c.s. inzake aanpassing op het beleid Hulp bij het
huishouden - signalering Nr. BD2018-001108
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Gemeente Amsterdam Z S
Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Agenda, donderdag 8 februari 2018
14 Uitvoering motie nr 725.17 van mw Duijndam c.s. over Kluisjes voor daklozen Nr.
BD2018-001093
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
15 op weg naar een rookvrij amsterdam Nr. BD201 7-016324
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 Beantwoording toezegging voorlichting en preventie zwangere vrouwen Nr.
BD2018-001019
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
17 beantwoording motie stimuleren gezonde schoolomgeving Nr. BD2018-001021
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
18 Lachgas als roesmiddel en beantwoording schriftelijke vragen van Soest Nr.
BD2018-001121
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Sport en Recreatie
19 Initiatiefvoorstel van de leden Yesilgöz en Van Dantzig: Amsterdam verdient een
veilig sportklimaat Nr. BD2017-016705
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
© Geagendeerd op verzoek van het lid Van Dantzig (D66).
e indiener zal na behandeling aangeven of behandeling in de raad gewenst is.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 20, 21, en 22.
3
Gemeente Amsterdam Z S
Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Agenda, donderdag 8 februari 2018
20 ‘Amsterdam verdient een veilig sportklimaat': beantwoording initiatiefvoorstel Nr.
BD2018-000944
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 19, 21, en 22.
21 Veilige Amsterdamse Sportaanbieders Nr. BD2017-016702
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 19, 20, en 22.
22 Verslag Expertmeeting veilig Sportklimaat dd 22 januari 2016. Nr. BD2017-
016703
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 19, 20, en 21.
23 Tussentijdse evaluatie initiatiefvoorstel Betrokkensportverenigingen Nr. BD2018-
001116
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 18 januari 2018.
24 Amsterdams Voetbalverdrag, 2016 Werkplan. Nr. BD2017-016704
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
25 Afhandeling motie Amsterdamse sport app Nr. BD2018-001115
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
4
| Agenda | 4 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1334
Publicatiedatum 4 december 2015
Ingekomen onder AG
Ingekomen op donderdag 26 november 2015
Behandeld op donderdag 26 november 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Ernsting en Vroege inzake de brief “Afdoen toezegging
haalbaarheidsonderzoek Groene Lopers fietsroutes” (Groen toevoegen aan
de Groene Lopers).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief “Afdoen toezegging haalbaarheidsonderzoek
Groene Lopers fietsroutes” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1264);
Overwegende dat:
— het ‘Groen’ bij de uitvoering van ‘Groene Lopers’ niet of nauwelijks aan bod komt;
— vergroening van de route sowieso pas aan het einde van het tijdspad genoemd
wordt en ook nog facultatief;
— Groen en emissievrij belangrijke uitgangspunten waren in het oorspronkelijke
initiatiefvoorstel In het belang van de gezondheid van de fietser en de
aantrekkelijkheid van de routes.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de uitvoering van Groene Lopers, het realiseren van aanzienlijke vergroening op
de route een onderdeel van de maatregelen en tijdspad te laten zijn en vergroening
van groene fietsroutes zo vroeg mogelijk in het traject op te nemen.
De leden van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
J.S.A. Vroege
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam K D D
% Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Diversiteit en
Antidiseriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale
x Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Agenda, woensdag 17 oktober 2018
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid,
Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening,
Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Tijd 13:30 tot 17:00 uur
Locatie De Commissiezaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _TKN-lijst
5 Opening inhoudelijke gedeelte
6 _Inspreekhalfuur Publiek
7 _ Actualiteiten en Mededelingen
8 Rondvraag
Financiën
9 De Begroting 2019 Nr. BD2018-012032
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 7 november 2018).
e Tweede termijn wordt besproken in de commissie KDD, d.d. 31.10.2018.
e indienen van moties en amendementen.
e Het begrotingsboek 2019 is separaat aan alle (duo)raadsleden gezonden.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
| Agenda | 1 | test |
2x Camaanta
Na Se INNS Sol LSe
Amsterdam
D West
Agenda Stadsdeelcommissie West
Vergaderdatum Dinsdag 17 december 2019 19.45-22.05 uur
Locatie Raadszaal 1° etage
Stadsdeelkantoor Bos en Lommerplein 250, 1055 EK Amsterdam
Telefoonnummer Bestuursondersteuning 0202530050
E-mail [email protected]
Internet www.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden).
Daar staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het
raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl
Voorzitter Michiel Pijpers
Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE
Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is
voorgedragen
1. 19.45-19.50u
Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten
Ruimte voor inbreng van actualiteiten!.
2. 19.50 - 20.00u
Toelating en Beêdiging Ouafae Harmouch /DENK/gebied Oud West de
Baarsjes
3. 20.00-20.30u
Bewoners aan het woord
Ruimte voor inspraak van bewoners over onderwerpen die niet
geagendeerd staan’.
BESLUITVORMEND DEEL
4. 20.30-21.15u
Dagelijks Bestuur: Gebiedsplannen 2020
Portefeuillehouder: Jeroen van Berkel
OORDEELVORMEND DEEL
5. 21.15-22.00u
Dagelijks Bestuur: Stedelijk adviesaanvraag Agenda Taxi 2020-
2025
Portefeuillehouder: Jeroen van Berkel
6. 22.00-22.05u
Rondvraag
7. Afsluiting
1 De agendacommissie kan beslist voorafgaand aan de bijeenkomst of iets een actualiteit is.
2 wilt u langskomen? Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via
[email protected].
| Agenda | 1 | train |
ez 02300 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D
ersoneel en
oe tidiscriminatiebeleid, Lucht- h incl. Schiphol
Organisatie % Amsterdam en anti Íscrimina iebeleid, Lucht- en zee aven (inc chip 10 )‚,
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
% Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van 23 november 2023
Portefeuille Perdoespslekir@ gartieetkennisneming
Agendapunt 5
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Kennisnemen van de Barometer Culturele Diversiteit 2022
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de Barometer Culturele Diversiteit 2022
Wettelijke grondslag
Artikel 160 van de Gemeentewet (voeren dagelijks beheer van de gemeente).
Artikel 169 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht van college aan gemeenteraad).
Bestuurlijke achtergrond
De bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit (2020-2023) richt zich op het vergroten van een
inclusieve werkcultuur en de representativiteit in de personele samenstelling van de gemeente
Amsterdam. In de bestuursopdracht is aangegeven dat er meerdere onderzoeken ter monitoring
zullen plaatsvinden en dat de raad geïnformeerd zal worden over de voortgang.
* Een van deze onderzoeken is het onderzoek naar migratieachtergrond onder
gemeenteambtenaren door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), namelijk de
Barometer Culturele Diversiteit van het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid. Dit
onderzoek is een vervolg op een onderzoek dat het CBS in 2020 en 2021 voor de gemeente
Amsterdam heeft uitgevoerd. Het onderzoek wordt jaarlijks herhaald.
* Op 2 oktober 2023 is de raad door middel van een raadsbrief via de dagmail op de hoogte
gesteld over het beschikbaar komen van de cijfers van de Barometer Culturele Diversiteit
2022 op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
e De komende weken worden de cijfers geanalyseerd. Hierover wordt u geïnformeerd via de
eerstvolgende voortgangsbrief Inclusie & Diversiteit, in het eerste kwartaal van 2024.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Van Pijpen (GroenLinks) - gevoegd behandelen met het Muzus-rapport en KIS-rapport
op 23 november.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.9 1
VN2023-023863 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit
Personeel en % Amsterdam On ‚ ‚ ‚
oe en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol),
Organisatie %
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van 23 november 2023
Ley bespreking en ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
AD2023-082570 20230210 - Raadsbrief Barometer Culturele Diversiteit 2022.pdf (pdf)
AD2023-082572 Commissie FKD (2) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Programma Inclusie en Diversiteit, Luke Schut, L.schut@®amsterdam.nl, 06-52479242
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam WP A
% Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie,
Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
% Agenda, donderdag 14 april 2011
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede,
Programma Maatschappelijke Investeringen
Tijd 09.00 tot 12.30 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Inspreekhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Werk,
Participatie en Armoede van 24.03.2011
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie WPA@raadsgriffie. amsterdam.nl
7 Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
9 Openstaande Schriftelijke vragen
10 Rondvraag - Tkn lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, WPA
Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
Agenda, donderdag 14 april 2011
Werk, Inkomen en Participatie
11 Beantwoording schriftelijke vragen inzake de rol van DWI bij het aanvragen van
een persoonsgebonden budget Nr. BD2011-003117
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP).
12 Uitwerking beleid Sociale Werkvoorziening 2011 Nr. BD2010-008296
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
13 Brief inzake gemeentelijk werkaanbod voormalige ID-werknemers en de afloop
daarvan Nr. BD2011-003013
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
14 Rapportage DWI, 4e kwartaal 2010 Nr. BD2011-003104
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
| Agenda | 2 | discard |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.