text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 392 Publicatiedatum 29 april 2016 Ingekomen onder AE Ingekomen op donderdag 21 april 2016 Behandeld op donderdag 21 april 2016 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Nuijens en Moorman inzake het uitgesplitst en apart blijven bijhouden van de aantallen studentenwoningen en wooneenheden dat mee mag tellen in het bewaken van de ondergrens aan sociale huurwoningen. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Factsheet eerste resultaten woningmarkt op basis van Wonen in Amsterdam 2015 en monitor Samenwerkingsafspraken sociale huurwoningen corporaties en particuliere verhuurders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 343). Constaterende dat: — door de definitiewijziging in WIA 2015 (WiA = Wonen in Amsterdam) nu zelfstandige studentebwoningen en wooneenheden met een huurprijs onder de liberalisatiegrens ook worden meegeteld als sociale huurwoning; — door de nieuwe definitie ruim 15.000 woningen (6% van het totaal/van wat, 6 procent meer dan voorheen….) meer woningen onder de definitie sociale huur vallen; — het aandeel studentenwoningen en wooneenheden dat hierdoor nu onderdeel uitmaakt van de sociale woningvoorraad daarmee 6% bedraagt. Overwegende dat: — meerdere raadsfracties regelmatig hebben uitgesproken dat studentenwoningen niet zouden moeten worden gezien als sociale huurwoningen; — bij het meetellen van studentenwoningen en wooneenheden als sociale huurwoning het risico bestaat dat een hausse op het bouwen van dit soort woningen ontstaat, om — cijfermatig — aan de afspraken te voldoen; — daardoor het risico bestaat dat er een onevenredig groot aantal kleine c.q. deels onzelfstandige woningen zal worden gebouwd, zonder dat de gemeente daar adequaat zicht op heeft; — het onwenselijk is dat niet-studenten die recht hebben op een sociale huurwoning, terechtkomen in een studentenwoning of wooneenheid. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 392 Moti Datum _ 29 april 2016 otie — bij de toekomstige WiA-rapportages en andere relevante rapportages apart te blijven vermelden welk aandeel van de sociale woningvoorraad ‘studentenwoningen' betreft; — bij de toekomstige WiA-rapportages en andere relevante rapportages apart te blijven vermelden welk aandeel van de sociale woningvoorraad ‘wooneenheden’ betreft. De leden van de gemeenteraad J.W. Nuijens M. Moorman 2
Motie
2
discard
. Bare Een EEE Nn N er Pie SEON ze Ko Tr ER Eren gn et ER e : A k Nr 5 R : TE zf NEER | . 5 R 5 bh Ak r Tri rt 4 ö, is . ne , ie ij ORE 2 DENN J N KANUS. HA ADL IE U J WMARKT:. Ee Red. RN U kin en RCEKKENTSCE EN So Ten Bere Es Ed k i DE zESSECRETARIKAT. RECHT BOOMSELOOT 32 101 EC-AMSTERDAM ST St EET AE ZTELEFOON 6264002 FAX-620,10 BE > F5, en On TEE RE mn „‚ : | * Raadsadres jede he Bnn enn: 8 KE : DE, ij id Aan de Deelraad van het Stadsdeel Amsterdam-Centrum A Postbus 202 4 Pd 1000AE Amsterdam Sin Betreft: ouderenhuisvesting Walenburg wende er tobt aar Eee heerd AE NEUE Amsterdam, 7 april 2010 zien | Pi vd Geachte leden van de Raad, hands on ed et spee el En De Bewonersraad Nieuwmarkt (en haar werkgroep ouderen) heeft n.a.v. de EES beleidsnota Wonen met zorg en dienstverlening in stadsdeel Centrum op 0-01- En ed Tk 2006(brief), 05-07-2006(mondeling), 07-12-2006(brief), 10-09-2007 (brief) een Kk htt verzoek aan de Deelraad gedaan voor zelfstandige woningen voor ouderen cp de locatie Walenburg. Dat verzoek is gedaan conform deze nota, waarin met nadruk En ee gesproken wordt over extramuralisering. REK ek: De belangrijkste argumenten daarvoor herhalen wij hier: en - Ouderen willen graag in de binnenstad blijven wonen en vooral in hun huidige A woonbuurt, waar ze hun netwerken en vertrouwde voorzieningen hebben. RTT ie : | En - __ Ouderen willen in een aangepaste woning, d.w.z. kleiner dan de huidige BREE woning, gelijkvloers, veilig, en toegankelijk wonen. EE EN ae te Kn ie - Zelfstandig wonen, moet het uitgangspunt zijn met gebruik making van de Hi er: =p voorzieningen in de buurt. ede De Bewonersraad heeft steeds aangegeven dat Walenburg met bestemmingsplan ERO. “wonen” een geschikte bouwlocatie voor seniorenwoningen kan zijn, waar de MEERLE Me, wensen en eisen van ouderen in de binnenstad en de buurt gerealiseerd kunnen . worden. Bie Rn et «HN Ons is inmiddels duidelijk geworden dat er al geruime tijd gewerkt wordt aan een Een Ah plan voor Walenburg, voor ouderenhuisvesting (stadsdeel in samenwerking met niks IJmere), waarin het zelfstandig wonen van ouderen niet aan de orde is, dus waar 5 toch gekozen wordt voor intramuralisering. Wij zijn hier zeer verbaasd over en hebben hiertegen ernstige bezwaren. Pd nn Steeds nadrukkelijker is er aandacht in de samenleving voor het belang van sociale a Es ENE ie cohesie, het werken aan een civil society. Dat betekent in onze ogen dat het niet “ alleen voor ouderen belangrijk is om in hun eigen buurt te kunnen blijven wonen, Cees (ook als dat betekent verhuizen naar een andere woning om kleiner te kunnen 7 Dee wonen, omdat men de trap niet meer op kan) maar ook voor de hele buurtopbouw: hit On mensen blijven in verbinding met elkaar en kunnen van betekenis zijn voor elkaar, rt RK oud en jong, al jarenlange bewoner en nieuwkomer Diensten aanvullend op het mi zelfstandig wonen zijn aanwezig in de buurt en kunnen ingeschakeld worden waar in cb « hen Be nodig, maar steeds aanvullend aan wat een oudere en zijn sociale omgeving zelf RN aangeven nodig te hebben. Dat sluit o.i. naadloos aan bij de maatschappelijke visie ie hin on die ook in de WMO doorklinkt. OE gf dn U hebt hiervoor, conform uw nota, het concept woonservicebuurten ontworpen. In - Sl en een gewone buurt moeten mensen met een grotere zorgbehoefte zelfstandig kunnen A blijven wonen. In een woonservicebuurt wonen naast mensen zonder zorgvraag ook gehandicapten, ouderen en andere bewoners die zorg en diensten nodig hebben. Van stiften de geboden voorzieningen kunnen alle buurtbewoners gebruik maken. Woningen, En A: openbare ruimte en voorzieningen worden zo ontworpen en onderhouden dat men mi ee zo lang mogelijke thuis kan wonen. De Nieuwmarktbuurt zou een uitstekende buurt zijn als woonservicebuurt. Het bestaande Ouderencentrum de Flesseman zou zeer B rd geschikt zijn als dienstencentrum. biz a SE aat EE De Nieuwmarktbuurt kent een lange geschiedenis met het ontwikkelen van il voorzieningen om ouderen in de buurt langer thuis te laten wonen. Het experiment WED Rd Re “Buurtvoorzieningen de Flesseman’ is hiervan een goed voorbeeld. Om het Gn RE B experiment buurtvoorzieningen financieel mogelijk te maken zijn zelfs bedden En ingeleverd van het Ouderencentrum de Flesseman. Toen al in de zeventiger en EE ni tachtiger jaren van de vorige eeuw koos de Nieuwmarkt voor extramurale zorg! E 9, EK !4 z dt: De plannen die nu ontwikkeld worden lijken uit te gaan van een verouderd concept: verzorging in een intramurale setting, los van eigen verbanden. U gaat voorbij aan __ uw eigen beleid. U negeert hiermee onze geschiedenis en inzet voor het zolang Ei ee en mogelijk thuis laten wonen van de ouderen in onze buurt. Wij maken daartegen RET ernstig bezwaar. : zie ij Wij verzoeken u conform uw nota en met verwijzing naar ons zowel mondelinge als PN, EN schriftelijke contact met het Dagelijkse Bestuur van ons stadsdeel het Dagelijks Ki Èe KE Bestuur opdracht te geven om seniorenwoningen op de locatie Walenburg te Dr ep realiseren. nae Bovendien verzoeken wij u de Nieuwmarktbuurt aan te merken als oonservicebuurt, Hess: zoals-de Czaar Peterbuurt, Plantage-Weesperbuurt en Jordaan-Haarlemmerbuurt. __ Hoogachtend, ms —> BE > ® Ea nnee vn sss nei va aten Bezoekadres 2% Gemeente Amsterdam Amstel 1 goe NEN Stadsdeel Centrum Postbus 202 2% Sector Bouwen en Wonen 1000 AE Amsterdam Afdeling projecten Telefoon 14 020 x Fax 020 552 4433 www centrum.ammsterdam.nl € Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Bewonersraad Nieuwmarkt 1011 EC Amsterdam en - 9 NOV. 2010 Ons kenmerk Behandeld door Gerrits, Joop Rechtstreekse nummer 020 552 4085 Faxnummer 020 552 4595 Bijlage ie Onderwerp Raadsadres ouderenhuisvesting Walenburg Geachte leden van de bewonersraad Nieuwmarkt, Op 7 april 2010 heeft u aan het stadsdeel een raadsadres gestuurd waarin u bezwaar maakt tegen de huisvesting van ouderen in een intramurale setting in Walenburg. De deelraad heeft de beantwoording van dit adres in handen gesteld van het dagelijks bestuur onder de voorwaarde dat het antwoord eerst is besproken in de commissie Bouwen en Wonen. De commissie Bouwen en Wonen heeft op 14 september jongsleden het conceptantwoord op uw raadsadres besproken. Ook twee bewoners van de Nieuwmarktbuurt hebben toen van de gelegenheid gebruik gemaakt ín te spreken. Tijdens de bespreking van de conceptbeantwoording heeft de commissie aan het dagelijks bestuur gevraagd na te gaan of er in de voormalige tandwielenfabriek Blom ouderenwoningen gerealiseerd kunnen worden. Het antwoord van de portefeuillehouder hierop was dat het pand eigendom van Ymere is en het stadsdeel weinig kan veranderen aan de plannen van Ymere. Daarnaast werd de portefeuillehouder gevraagd wat er wordt gedaan met de wens van de bewonersraad om meer (betaalbare) woningen voor ouderen in de Nieuwmarktbuurt te realiseren. Naar aanleiding van deze discussie heeft de voorzitter geconcludeerd dat de commissie de conceptbeantwoording intrekt. In plaats daarvan wordt het onderwerp ‘ouderenhuisvesting' opgepakt door de commissie Welzijn en Onderwijs. Het zal daar in een breder verband worden besproken. Via deze weg willen wij u daarom laten weten dat het resultaat van uw raadsadres ís dat het onderwerp op de agenda van de commissie Welzijn en Onderwijs komt te staan. : Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. nn en wss sss sss eens stere annen Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 2 Om het onderwerp goed te kunnen bespreken wordt dit momenteel voorbereid door de portefeuillehouder Welzijn en Onderwijs. Op de werkconferentie 'Woonservicewijken in Stadsdeel Centrum’ van dinsdag 12 oktober 2010 is hier een begin mee gemaakt, Naast de portefeuillehouder, ambtenaren, corporaties en welzijnsorganisaties, waren ook bewoners bij deze conferentie aanwezig. Een van de werkgroepen heeft ingezoomd op de Nieuwmarkt/Lastage-buurt en de mogelijkheid om hier een Woonservicewijk te ontwikkelen. De resultaten van de conferentie zullen nu verder uitgewerkt worden. Omdat dit enige tijd vergt is nog niet bekend op welke datum het onderwerp ‘ouderhuisvesting' geagendeerd wordt. Graag verwijzen we u daarom naar de bestuurskalender van de stadsdeelraad. Hier worden de agenda's voor de vergaderingen van de deelraad bekend gemaakt. De bestuurskalender vindt u onder andere via de website van de stadsdeelraad: http://www.centrum amsterdam.nl/raad Wij hopen u met deze informatie te hebben geholpen en aan uw wens tegemoet te zijn gekomen. Met vriendelijke groeten, Het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum, Ú De Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren secretaris voorzitter 2
Raadsadres
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1476 Publicatiedatum 23 november 2016 Ingekomen onder AV Ingekomen op woensdag 9 november 2016 Behandeld op woensdag 9 november 2016 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Vink inzake de Strategische Visie Mobiliteit voor de regio Amsterdam (participatie en democratische legitimiteit) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer u voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de zienswijze van de raad op de Strategische Visie Mobiliteit Overwegende dat: — draagvlak bij de gemeenteraden van de metropoolregio een belangrijke voorwaarde is voor een goede samenwerking — participatie van bewoners van groot belang is voor draagvlak voor zowel de regionale mobiliteitsvisie als voor concrete projecten die daaraan invulling geven Constaterende dat: — over draagvlak en betrokkenheid van de raad bij belangrijke besluiten binnen de Metropoolregio Amsterdam geen expliciete waarborgen worden gegeven in de Zienswijze — in de visie onvoldoende aandacht aan burgerparticipatie wordt gegeven Besluit: Aan de Zienswijze toe te voegen: (…) kunnen alle partijen vanuit hun eigen bevoegdheden bijdragen aan de uitvoering. Belangrijk voor de visie en de samenwerking is ook dat inwoners participeren én dat er draagvlak bestaat bij de gemeenteraden van de metropoolregio, zeker ook bij die van Amsterdam. De gemeenteraad van Amsterdam acht het dan ook van belang betrokken te worden bij belangrijke besluiten met betrekking tot de visie en roept u op daarvoor ruimte te maken. 4 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1476 Amendement Datum 23 november 2016 endeme De leden van de gemeenteraad, B.L. Vink 2
Motie
2
val
> < Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 16 en 17 februari 2022 Ingekomen onder nummer 149 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Mbarki, Rooderkerk, Van Renssen en Flentge inzake de verbodswijken voor vakantieverhuur Onderwerp Verbodswijken voor vakantieverhuur Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de verbodswijken voor vakantieverhuur. Constaterende dat: - de verbodswijken voor vakantieverhuur eerst zijn ingevoerd en later weer afgevoerd. - de Europese Dienstenrichtlijn als reden wordt opgegeven waardoor het invoeren van verbods- wijken voor vakantieverhuur op dit moment onmogelijk lijkt. - Er volgens de huidige motivatie van de gemeente eerst weer toeristische overlast moet ontstaan om de verbodswijken opnieuw in te kunnen voeren. - De gemeente in haar onderbouwing, drukte neemt als graadmeter voor haar besluit. Overwegende dat: - Het voor de effectiviteit van verbodswijken voor vakantieverhuur van groot belang is de nieuwe toeristische overlast voor te zijn, voordat het te laat is. - Wet- en regelgeving, waaronder de Dienstenrichtlijn, ook zo uitgelegd kan worden, waarbij het herinvoeren van de verbodswijken, ook voor de te voorziene toeristische overlast, mogelijk is en juridisch houdbaar. - Daarbij, in het geval van het herinvoeren van de verbodswijken voor vakantieverhuur, er drie rechtvaardigheidsgronden zijn: - 1. Het streven naar voldoende en betaalbare (huur)woningen. - a. Hieronder lijken o.a. te vallen: antispeculatiebeleid, sociale diversiteit, vol- doende woningaanbod en aanvaardbare huurprijzen. - 2. De bescherming van het stedelijk leefmilieu. - 3. Doelstellingen van sociaal beleid. Gemeente Amsterdam Status ______Pagina 2 van 2 - De doelstellingen achter de toeristische verhuurregels in de Huisvestingswet aansluiten op deze rechtvaardigingsgronden door te focussen op: - 1. het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad. - 2. deleefbaarheid van de woonomgeving. - De voorwaarden voor het verlenen van een vergunning voor toeristische verhuur, inclusief een verbod in bepaalde wijken, kunnen dus gebaseerd worden op bovenstaande rechtvaardigings- gronden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — Te onderzoeken hoe de verbodswijken voor vakantieverhuur zo snel als mogelijk opnieuw inge- voerd kunnen worden; — Daarbij nogmaals de toepassing van de Dienstenrichtlijn te beschouwen en daarbij de notitief 2nd opinion van fractievertegenwoordiger Leenders te betrekken. — Deze beschouwing gedegen juridisch te onderbouwen en hierbij te overwegen om extern juri- disch advies in te winnen. — De raad per kwartaal te informeren over de voortgang. Indieners S. Mbarki |. Rooderkerk N.A. van Renssen E.A. Flentge
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 202 Publicatiedatum 24 maart 2017 Ingekomen onder G' Ingekomen op donderdag 16 maart 2017 Behandeld op donderdag 16 maart 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Flentge het maximeren van de vrijwillige ouderbijdrage. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het gewijzigde initiatiefvoorstel “Alle Amsterdamse kinderen hebben recht op een schoolreisje” van de leden Moorman, Timman, Ten Bruggencate en Blom (Gemeenteblad afd. 1, nr. 164). Constaterende dat: — de ouderbijdrage op een aantal scholen nog steeds te hoog is. Overwegende dat: — een maximering van de ouderbijdrage een belangrijk middel is om de ouderbijdrage betaalbaar te houden; — in het coalitieakkoord is afgesproken dat ‘we ervoor waken dat de ouderbijdrage een drempel wordt bij de toegankelijkheid van scholen". Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: nog in 2017 maximaal in te zetten om samen met de schoolbesturen om te komen tot een stadsbrede maximering van de vrijwillige ouderbijdrage waarbij ook de wensen van ouderraden en medezeggenschapsraden worden betrokken, en met de welwillende scholen op korte termijn alvast een kopgroep te vormen die deze maximering doorvoert en deze kopgroep nog in 2017 uit te breiden naar zoveel mogelijk Amsterdamse scholen. Het lid van de gemeenteraad E.A. Flentge 1
Motie
1
discard
VN2021-010433 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ directie sb Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie x Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving % en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Algemene Zaken Agendapunt 14 Datum besluit 06-04-2021 Onderwerp Voorstel Versteviging van de MRA samenwerking De commissie wordt gevraagd Het voorstel voor Versteviging van de MRA-samenwerking te bespreken en voor kennisgeving aan te nemen Wettelijke grondslag artikel 160 lid 1 onder aen e van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Inleiding: Op 9 maart 2021 ontvingen de leden van de gemeenteraad van Amsterdam een brief met bijlagen van de transitiecommissie Metropoolregio Amsterdam (MRA met daarin een voorstel voor de versterking van onze samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam. Burgemeester Halsema is voorzitter van deze transitiecommissie. Naast haar nemen in deze commissie plaats CvdK van Noord-Holland Van Dijk, CvdK van Flevoland Verbeek, wethouder Kroese van Purmerend, wethouder Kuipers van Hilversum en burgemeester Weerwind van Almere. De transitiecommissie geeft namens de Regiegroep MRA, de versterking van de samenwerking in de MRA vorm. Het is een voorstel waarmee de commissie hoopt onze regionale samenwerking meer vanuit gedeelde inhoudelijke ambities en gezamenlijke kracht te kunnen besturen. Met als doel: een metropoolregio van grote klasse. Dit voorstel is het resultaat van intensieve voorbereiding door de transitiecommissie en overleg tussen de transitiecommissie en de regiegroep van de MRA. Aanleiding voor het voorstel is de evaluatie vit 2019, de scenariobijeenkomsten die met Ben Verwaayen zijn doorlopen, en een reeks informele gesprekken met bijvoorbeeld vertegenwoordigers van de MRA-platforms en partners uit de Amsterdam Economic Board. Na verwerking van alle input hebben de leden van de Regiegroep na een extra bijeenkomst en een schriftelijke ronde de gelegenheid genomen om het voorstel van de transitiecommissie verder aan te scherpen. Eerder heeft de transitiecommissie v over dit proces om te komen tot een voorstel in de brief van 12 janvari jl. geïnformeerd. De transitiecommissie heeft haar best gedaan zorgvuldige formuleringen te kiezen en daarmee recht te doen aan de opvattingen en belangen van de verschillende gesprekspartners. Uiteindelijk heeft zij keuzes gemaakt waarvan zij veronderstelt dat die zo veel mogelijk aan de wensen van alle MRA-deelnemers tegemoetkomen. Voor de commissie staat draagvlak en transparantie, maar ook daadkracht en resultaatgerichtheid voorop Het is een voorstel om te komen tot een nieuwe sterke Metropoolregio Amsterdam met een sterke democratische controle. Dit voorstel is niet het eind van een traject, maar de start. Het vraagt nog om nadere uitwerking; hier gaat de transitiecommissie de komende maanden enthousiast mee verder. De komende periode wordt dit voorstel uitgewerkt in Samenwerkingsafspraken. Voordat de Gegenereerd: vl.12 1 VN2021-010433 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ directie sb % Amsterdam In en ‚ % Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021 Ter bespreking en ter kennisneming transitiecommissie deze Samenwerkingsafspraken opstelt vindt zij het van groot belang om van alle deelnemers, juist ook van raads- en Statenleden, te horen wat men van het voorstel vindt. Het college van Amsterdam is dan ook verzocht ook om over het voorstel met de raad het gesprek te voeren in de komende consultatieperiode. De consultatie met de raadscommissie AZ zal plaatsvinden op 29 april 2021. De reactie van de gemeente Amsterdam wordt, met die van andere gemeenten en staten, voor 5 mei 2021 ingediend. Na verwerking van alle reacties stelt de regiegroep MRA een conceptvoorstel voor de Samenwerkingsafspraken vast ter behandeling en ter goedkeuring door de colleges, raden en Staten. Voor de raad van Amsterdam staat de behandeling gepland op 7 juli 2021. Voorstel versteviging van de MRA samenwerking *Drie prioriteiten: De transitiecommissie is tot het volgende voorstel voor de prioriteiten gekomen, die samen moeten leiden tot een metropool van grote klasse. Hierbij onderstreept de commissie dat de combinatie van de drie prioriteiten de kracht van en opgave voor onze metropool bepalen: 1. De meest inventieve regio van Europa, met de best opgeleide bevolking (thema's : creatief ondernemerschap „Tech, Data, artificial intelligence , Life Sciences & Health, groene innovatie; 2. De regio voor iedereen, naar de menselijke maat (thema’s: sociaal evenwichtig , open & divers, hoge leefkwaliteit (wonen, landschap, cultuur), nabijheid van (publieke) diensten); 3. De duurzaam verbonden regio (thema’s: internationaal knooppunt, systeemsprong haven, OV, luchtvaart, verduurzaming, digitale hub). *Netwerkorganisatie: Het voorstel van de transitiecommissie is om de MRA om te vormen tot een netwerkorganisatie, waarbij de netwerksturing voor de MRA uit 5 elementen bestaat: 1. Betrokkenheid van Raden en Staten:Individvele gemeenteraden en Provinciale Staten houden vanzelfsprekend hun eigen bevoegdheden. Zij nemen besluiten over de begroting en de MRA-agenda. Ook worden digitale instrumenten ingezet om Raden en Staten inhoudelijk bij onderwerpen te betrekken. 2. De Raadtafel heeft een belangrijke signaalfunctie en een adviserende rol op procesniveau. De Raadtafel wordt gevormd door één raadslid per gemeente en twee Statenleden per provincie. De Raadtafel adviseert het Bestuur en/of de Algemene vergadering gevraagd en ongevraagd en vergadert vier keer per jaar. Bij de bijeenkomsten van de Raadtafel is minimaal één lid van het Bestuur aanwezig. 3. Algemene vergadering (AV): Benoemt de leden van het Bestuur. Geeft de kaders voor het Bestuur via vaststellen begroting en jaarplannen. Kan met moties komen. AV legitimeert het bestuur en bewaakt de koers en cultuur van de MRA-samenwerking. Alle MRA-deelnemers zijn vertegenwoordigd. Vergadert twee keer per jaar. 4. Bestuur: 5. Klein bestuur van zeven leden, burgemeester van Amsterdam is voorzitter. Bij aanvang van nieuwe netwerksturing maandelijkse vergaderingen. Het Bestuur is verantwoordelijk Gegenereerd: vl.12 2 VN2021-010433 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, directie sb % Amsterdam In en . AZ % Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021 Ter bespreking en ter kennisneming voor de eenheid van de MRA-samenwerking en is het bestuurlijke gezicht naar buiten. Het Bestuur stuurt op concrete resultaten, primair op de prioriteiten. 6. _Platforms:De Platforms hebben een directe link met de MRA-agenda en een indirecte met de prioriteiten. De Platforms zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de vitvoeringslijnen vit de MRA-agenda en koppelen terug aan het Bestuur. De Platforms staan aan de basis van de voortgang en daadkracht in de MRA. De Platforms kennen een vertegenwoordiging per deelregio en vergaderen 4 tot 6 keer per jaar. De voorzitters van de Platforms worden geleverd door beide provincies. 7. _N.B. De MRA krijgt (vermoedelijk) 4 bestuurlijke platforms, met daarnaast portefeuillehouderoverleggen (PHO’s). De overgangsperiode tot eind dit jaar wordt gebruikt om te bekijken of deze in stand moeten blijven (ikv stroomlijnen en beperken aantal bestuurlijke overleggen). 8. De Directie g. De Directie stuurt op uitvoering MRA Agenda en bestuurlijke afspraken over de prioriteiten. De Directie heeft een agenderende en initiërende rol. Signalerende en verbindende spilfunctie rond draagvlak voor te nemen besluiten. De Directie rapporteert aan het Bestuur. N.B. Het huidige MRA-bureau wordt versterkt tot een MRA-directie. Dat betekent niet slechts een staf/secretariaatsbureau meer, maar ook een inhoudelijk adviserende directie t.b.v. Bestuur. De formatie hiervoor wordt geacht door de MRA-leden naar verhouding ‘om niet’ te worden geleverd. Deze versterking van de MRA-directie moet nog verder worden ingevuld voor wat betreft de consequenties daarvan voor benodigde ambtelijke capaciteit vanuit Amsterdam. Op dit moment leveren vooral de provincie NH en Amsterdam als grootste organisaties het grootste deel van de capaciteit (zowel financieel als met mensen). Op dit moment wordt deze capaciteit deels ‘om niet’ geleverd en deels via de MRA-begroting verrekend. Reden bespreking Het college van Amsterdam is verzocht ook om over het ‘voorstel versteviging van de MRA samenwerking’ met de raad het gesprek te voeren in de komende consultatieperiode. De consultatie met de raadscommissie AZ zal plaatsvinden op 29 april 2021. Het ‘voorstel versteviging van de MRA samenwerking! wordt tevens ter kennisneming naar de andere raadscommissies gestuurd. De reactie van de gemeente Amsterdam wordt, met die van andere gemeenten en staten, voor 5 mei 2021 ingediend. Na verwerking van alle reacties stelt de regiegroep MRA een conceptvoorstel voor de Samenwerkingsafspraken vast ter behandeling en ter goedkeuring door de colleges, raden en Staten. Voor de raad van Amsterdam staat de behandeling gepland op 7 juli. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.12 3 VN2021-010433 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, directie sb % Amsterdam 5 in % Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021 Ter bespreking en ter kennisneming n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2021-038214 1a begeleidende brief aan colleges raden Staten (a).pdf (pdf) AD2021-038215 1b Voorstel MRA metropool van grote klasse (4).pdf (pdf) AD2021-038212 Commissie AZ Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Public affairs, Joost van Hövell tot Westervlier, tel.nr. 0683623197 en e-mailadres: jvan.hovell@&amsterdam.nl Gegenereerd: vl.12 4
Voordracht
4
train
> < Gemeente Bezoekadres Weesperplein 8 Amste rdam 1018 XA Amsterdam Postbus 2758 1000 CT Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 2758, 1000 CT Amsterdam Aan de leden van de Gemeenteraad Datum 18 februari 2021 Ons kenmerk Behandeld door Projectmanager PTA/Zeecruise, Rob Vooren Bijlage(n) Onderwerp Toekomst PTA in relatie tot advies Oeververbindingen Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeer ik u nader over het door het college genomen besluit om, in relatie tot haar besluit over het advies van de onafhankelijke adviescommissie onder leiding van Alexander D'Hooghe, het Westerhoofd in de Coenhaven aan te wijzen als voorgenomen voorkeurslocatie voor de mogelijke verplaatsing van de Passagiers Terminal Amsterdam (PTA). Achtergrond Eind 2017 heeft het college de Coenhaven aangewezen als voorgenomen voorkeurslocatie voor de mogelijke verplaatsing van de PTA. In het coalitieakkoord (mei 2018) werd op dit besluit teruggekomen en ingezet op — in goed overleg met de partners in de regio — verplaatsing van de PTA naar buiten Amsterdam. De regiopartners in het Noordzeekanaalgebied (NZKG) waren bereid om samen met Amsterdam te zoeken naar alternatieven voor de PTA onder de voorwaarde dat dit in het kader van een regionale visie op de zeecruise zou plaatsvinden en dat als zoekgebied voor een alternatieve locatie voor de PTA het totale NZKG, dus inclusief Amsterdam, zou gelden. Dit heeft in november 2018 geleid tot de vaststelling van de bestuursopdracht ‘Zeecruise in het NZKG’ door het Bestuursplatform NZKG met als doel het opstellen van een regionale beleidsvisie zeecruise, In regionaal verband is ten behoeve van de beleidsvisie onderzoek gedaan naar de aspecten milieu- en duurzaamheid, economie en toerisme. Parallel daaraan is met de regionale partners in het gehele NZKG (inclusief Amsterdam) gezocht naar geschikte locaties voor de zeecruise. Naast de bestaande locaties - Veemkade in Amsterdam en IJmondhaven in IJmuiden- bleek binnen het NZKG alleen de Coenhaven in Amsterdam in aanmerking te komen als nieuwe locatie Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 16 februari 2021 Kenmerk Pagina 2 van 4 voor de vestiging van een zeecruiseterminal. Andere mogelijke opties in de havens van Amsterdam, Zaanstad en IJmond (Velsen/ IJmuiden) bleken om uiteenlopende redenen niet realistisch. In november 2019 heeft het Bestuursplatform NZKG besloten om de uitwerking van de regionale beleidsvisie zeecruise op te schorten tot ná besluitvorming over het destijds in de maak zijnde Advies Oeververbindingen Rijkswateren Amsterdam door de commissie D'Hooghe. Dit vanwege de verwachting dat de uitkomst van het advies D'Hooghe en de besluitvorming daarover ingrijpende gevolgen zou kunnen hebben voor de PTA en in het verlengde daarvan voor de beleidsvisie zeecruise in het NZKG. Op lokaal niveau is wel voortgegaan met onderzoek naar de mogelijkheden van uitbreiding van zeecruise in de IJmondhaven in IJmuiden en de haalbaarheid van verplaatsing van de PTA naar de Coenhaven. De uitkomst hiervan is dat in IJmuiden slechts een beperkte uitbreiding van de capaciteit met ca. 20 calls per jaar mogelijk is. Dit is onvoldoende om de capaciteit van de PTA (ca. 190 calls{jr) te kunnen compenseren. Uit de verkenning van de mogelijkheid van verplaatsing PTA naar de Coenhaven lijkt verplaatsing vooralsnog haalbaar. Zij het dat een PTA in de Coenhaven vooralsnog beperkt is tot één ligplaats wat een halvering van de huidige capaciteit impliceert en de verdere haalbaarheid van verplaatsing nog nader moet worden onderzocht. Advies commissie D'Hooghe De commissie D'Hooghe adviseert het behoud van de zeecruise voor Amsterdam. Zoals de commissie aangeeft, is de Coenhaven onderdeel van de ontwikkelplannen Haven-Stad, en ligt in de toekomst op de grens tussen haven en stad. Op deze locatie biedt de cruiseterminal aldus de commissie kansen, mits de uitdagingen (onder meer het afwikkelen van personenvervoer) goed opgelost worden. In haar advies geeft de commissie D'Hooghe aan dat het voor de realisatie van zowel de Westbrug als de voetgangerstunnel bij CS noodzakelijk is dat het IJ ten oosten van de Haparandadam door het Rijk wordt afgewaardeerd als maritieme toegangsweg. Het afwaarderen van het IJ als maritieme toegangsweg houdt in dat dit gedeelte van het IJ niet meer toegankelijk is voor grote zeeschepen, waardoor de PTA op de huidige locatie niet kan voortbestaan. De commissie D'Hooghe heeft kennis genomen van de in regionaal verband uitgevoerde onderzoeken naar een alternatief voor de PTA en de conclusie dat binnen het NZKG alleen de Coenhaven daarvoor in aanmerking komt. Op grond hiervan heeft zij, weliswaar buiten haar opdracht, geadviseerd de PTA naar de Coenhaven te verplaatsen. Parallel aan het besluit van het college over de toekomst van de PTA, heeft het college ook besloten over de bestuurlijke reactie op het advies van de commissie D'Hooghe. Kernpunt van de bestuurlijke reactie op het advies is dat de geadviseerde maatregelen een samenhangend pakket vormen waar geen onderdelen vitgehaald kunnen worden zonder afbreuk te doen aan het geheel. Dit betreft in relatie tot de keuze voor een Westbrug en de afwaardering van het IJ als maritieme toegangsweg ook de verplaatsing van de PTA naar de Coenhaven. Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 16 februari 2021 Kenmerk Pagina 3 van 4 Coalitieakkoord In het coalitieakkoord wordt gesteld dat als gevolg van de bouw van de Javabrug grote cruiseschepen (> 250 m) niet meer bij de PTA kunnen afmeren en voor die schepen een alternatief moet worden gevonden. Er werd vanuit gegaan dat voor de ‘kleine! cruiseschepen (< 250 m) de PTA in stand zou blijven aangezien het akkoord spreekt over het niet langer gewenst zijn van de aanleg van een tweede PTA in de Coen- en Vlothaven. Nu in plaats van de Javabrug wordt geadviseerd om ten westen van de PTA één of meerdere vaste oeververbindingen in de vorm van een brug of ondiepe tunnel te realiseren, geldt dat de PTA voor alle zeecruise schepen onbereikbaar wordt indien het advies wordt opgevolgd en uitgevoerd. Het coalitieakkoord bevat een aantal argumenten waarom werd afgezien van het voornemen om in de Coenhaven een tweede PTA voor de grote cruiseschepen te realiseren. Ten aanzien van de in het coalitieakkoord genoemde bezwaren kan de volgende stand van zaken worden gemeld: -__ Aanleg van een tweede PTA in de Coenhaven is relatief duur: Het betreft niet meer de aanleg van een tweede PTA maar vervanging van de bestaande PTA. De financiële beschouwing bij de verkenning laat zien dat verplaatsing van de PTA naar de Coenhaven een saldotekort oplevert van 44 miljoen. Dit is het meest waarschijnlijk financieel resultaat van de realisatie van een PTA met één ligplaats en herontwikkeling van de locatie Veemkade. Er is vervolgonderzoek nodig naar alle financiële aspecten, inclusief de maatschappelijke kosten en baten en een bedrijfseconomische businesscase; -__ Het beperkt de woningbouwmogelijkheden: Op de beoogde locatie voor de PTA, kunnen sowieso geen woningen worden gebouwd vanwege bestaande hinderzones. De realisatie van een PTA op het Westerhoofd veroorzaakt géén additionele hinderzone die woningbouw in de omgeving t.o.v. de huidige zonering van bedrijven in Westpoort verder beperkt. Uitgangspunt is de realisatie van Europa's meest groene en duurzame terminal inclusief walstroom. De vestiging van een PTA in de Coenhaven kan ook als aanjager van de gebiedsontwikkeling worden gezien zoals dat ook in de gebiedsontwikkeling van het Oostelijk Havengebied heeft gewerkt. -__ Het draagt weinig bij aan de spreiding van toerisme: Het zeecruise toerisme bestaat uit ca. 2% van het totale toerisme in Amsterdam en 3% van het buitenlands toerisme in Amsterdam. Dit relativeert het kwantitatief aandeel van de zeecruise in de toeristische drukte. Niettemin zullen over de spreiding van het toerisme inclusief de zeecruise, in MRA verband nadere afspraken worden gemaakt. Het initiatief van een kabelbaan van de Noordelijke IJ-oever naar een cruiseterminal in de Coenhaven zou lokaal kunnen bijdragen aan spreiding. D'Hooghe stelt hierover: (…) Een kabelbaan in Haven-Stad zou perfect aansluiten bij een toekomstige cruiseterminal in de Coenhaven. Voor bezoekers op cruiseschepen is de kabelbaan een prachtige manier om de stad panoramisch te zien- en daarnaast een goede manier om ook de noordoever van het IJ te ontsluiten. (….); -__Het draagt weinig bij aan verbetering van de luchtkwaliteit: Een nieuwe PTA moet voldoen aan het geldende Amsterdamse Duurzaamheidsbeleid en de bestaande wettelijke regels op het gebied van duurzaamheid. Dit betekent dat een nieuwe PTA duurzaam moet worden ontwikkeld inclusief een walstroomvoorziening. Op dit moment is slechts een klein deel van de cruisevloot geschikt om walstroom te Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 16 februari 2021 Kenmerk Pagina 4 van 4 gebruiken. Gelet op de, mede vanwege de Green Deal én de Corona pandemie versnelde innovatie in de branche, mag worden aangenomen dat tegen de tijd dat een PTA in de Coenhaven operationeel is, dit zal zijn toegenomen. Havenbedrijf en PTA zullen daarom hun selectief toelatingsbeleid gebaseerd op milieu- en duurzaamheidseisen verder opvoeren zodat emissies van bezoekende schepen aanzienlijk beperkt zullen worden, voor zover dat binnen bestaande internationale regelgeving mogelijk is. Conclusie Op grond van het voorgaande heeft het college de afweging gemaakt om alsnog, in afwijking van het coalitieakkoord, het Westerhoofd in de Coenhaven aan te wijzen als voorgenomen voorkeurslocatie voor een mogelijke verplaatsing van de zeecruiseterminal PTA. Dit mede in het besef dat het ministerie van lenW en de regionale partners hebben aangegeven groot belang te hechten aan het behoud van de zeecruise voor Amsterdam. Nader onderzoek moet op termijn uitwijzen of de verplaatsing van de PTA haalbaar is. In het Integraal Raamwerk Haven-Stad wordt een ruimtelijke reservering voor de PTA opgenomen. Wanneer de mogelijke verplaatsing aan de orde zal zijn hangt samen met de planning van de eerste ten westen van de PTA te realiseren vaste oeververbinding. Ik hoop v hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Ei ‚ EE A er Te Met vriendelijke groet, Victor Everhardt Wethouder Economische Zaken en Haven Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl
Motie
4
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 56 Publicatiedatum 30 januari 2019 Ingekomen onder R Ingekomen op woensdag 23 januari 2019 Behandeld op woensdag 23 januari 2019 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Flentge inzake de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid Amsterdam 2019 Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid Amsterdam 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 21). Overwegende dat: — De subsidies en voorzieningen die in de VLOA 2019 zijn opgenomen mede tot doel hebben nieuwe leraren voor Amsterdam te werven en leraren voor Amsterdam te behouden. — Het bij het werven en behouden van leraren voor Amsterdam van groot belang is dat cao afspraken over de verhouding leerkrachten/leerlingen en afspraken over het ondersteunen en begeleiden van (startende) leerkrachten, correct en zonder voorbehoud worden nageleefd. Constaterende dat: — Deze cao afspraken naar oordeel van veel leraren en vakbonden door werkgevers in het primair en voortgezet onderwijs niet altijd of niet volledig worden nageleefd. Besluit: Hoofdstuk 2 Aanvraagprocedures en weigeringsgronden: Aan Artikel 7 lid 2 Weigeringsgronden: Het college kan geheel of gedeeltelijk weigeren een voorziening te verlenen als Toe te voegen: h. De (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad van het schoolbestuur niet heeft ingestemd met de verhouding leerlingen/leerkrachten zoals omschreven in artikel 2 van de cao op het primair onderwijs 2018-2019. En wanneer de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad van het schoolbestuur een negatief advies heeft gegeven over het naleven van de cao bepalingen die betrekking hebben op het ontzien en het begeleiden van startende leraren. Voor het primair onderwijs betreft het hier de artikelen 2 en 9 van de cao (2018-2019). En in het voortgezet onderwijs betreft het de artikelen 8, 9 en 18 van 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 56 Amendement Datum 30 januari 2019 de cao (2018-2019). En verzoekt het college de verordening hierop aan te passen. Het lid van de gemeenteraad, E.A. Flentge 2
Motie
2
discard
> < Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 28 juni 2023 Ingekomen onder nummer 412 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Garmy, Kabamba, Bons, Koyuncu, Benyoumya en Noordzij inzake visiedocument ‘Amsterdam, een stad uit duizenden’ Onderwerp Naast aandacht voor slachtoffers, ook aandacht voor de oorzaak van het probleem Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het visiedocument ‘Amsterdam, een stad uit duizenden’ Constaterende dat: -_ Zowel in het visiedocument? als de bijgevoegde Raadsbrief? veel nadruk ligt op de ervaringen van slachtoffers van racisme en discriminatie; - De gemeente de impact van haar beleid wil meten aan de hand van indicatoren}; -__De voorbeelden van indicatoren die in het visiedocument worden geschetst ook allen nadruk leggen op slachtoffers en niet op daders of oorzaken; Overwegende dat: -_Het van belang is ervaringen van slachtoffers te erkennen en adresseren; -_Het tevens van belang is te erkennen door wat of wie deze ervaringen worden veroorzaakt; -_We kunnen sturen op het verhelpen van racisme en discriminatie door de bron te erkennen, onderzoeken en aan te pakken; * https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/1289798o/1/A+- +23+Inclusieten+Antidiscriminatiebeleid+%2831%2g+IA+6 +Visiedocument+Kennisne ? https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/12897988/1/A+- +23+Inclusieten+Antidiscriminatiebeleid+%2831%29g+lA+6 +Raadsbrief+Kennisnemen 3 Zie voetnoot 1, pg. 30 Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 1 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_ In de uitwerking van het beleidskader niet uitsluitend aandacht te schenken aan ervaringen van slachtoffers, maar ook aan de bron van het probleem; -_Indicatoren op te nemen die gericht zijn op het aanpakken van de bron van het probleem. Indiener(s), |. Garmy C.K.E. Kabamba A.D.J. Bons S. Koyuncu Y.E. Bentoumya G. Noordzij
Motie
2
discard
Bezoekadres | 2x Gemeente En | Am ste rd am 1011 PN Amsterdam | 3 | Postbus 202 | 1000 AE Amsterdam | Telefoon 14 020 | D amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 5 februari 2019 | Ons kenmerk | Uw kenmerk Behandeld door Thomas de Jager | Kopie aan | | | Onderwerp Beantwoording raadsadres verwijderen van de letters | amsterdam. | | | | Dank voor uw brief met betrekking tot de | amsterdam letters. Op verzoek van de gemeenteraad | beantwoord ik vw brief namens het college van burgemeester en wethouders. | | U beschrijft in uw brief meerdere problemen, zoals fietsers die zich niet aan verkeersregels | houden, armoede onder minima, woningnood en toeristen die voor overlast zorgen. Problemen | die ook de aandacht van dit college hebben. | U stelt in vw brief specifiek een aantal vragen over het verplaatsen van de | amsterdam letters van het Museumplein. De | amsterdam letters staan op verschillende locaties in de stad. Als symbool | voor onze vrije stad zijn de letters een belangrijke toeristische trekpleister geworden. Op het Museumplein zorgde dit in de praktijk voor veel drukte in een gebied waar toch al veel bezoekers | komen. Het college is daarom van mening dat de letters daar niet langer wenselijk waren. Dit past ook binnen onze aanpak om drukte en bezoekers zo veel mogelijk te spreiden. De letters staan | nog wel op andere locaties in de stad. | U maakt in uw mail een aantal opmerking over het besluitvormingsproces rondom het verplaatsen van de lAmsterdam letters. De letters zijn het eigendom van stichting Amsterdam Marketing die deze, in overleg met de betrokken stadsdelen, plaatst. Het verplaatsen van de letters van het Museumplein betreft de vitvoering van een motie van de gemeenteraad. De gemeenteraad | bepaalt in hoofdlijnen het gemeentebeleid en controleert of het College van burgemeester en Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. | Gemeente Amsterdam Datum 5 februari 2019 Kenmerk Pagina 2 van 2 wethouders het gemeentebeleid goed vitvoert. Om deze taken te kunnen uitvoeren beschikt de gemeenteraad over een aantal middelen. Zo kunnen raadsleden dus een motie indienen. Door middel van een motie spreekt de raad een oordeel uit of doet hij/zij een wens of verzoek aan het college. In dit geval heeft de gemeenteraad het college verzocht om de lamsterdam-letters op het Museumplein te verwijderen en op andere locaties alleen nog beperkt in te zetten in afstemming met de bestuurscommissies. Met vriendelijke groet, Nafnens hetfcollege van burgemeester en wethouders van Amsterdam, en C p OD Wethouder Economische Zaken s | | | | || Í | | | | | | | | |
Raadsadres
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 142 Publicatiedatum 28 februari 2014 Ingekomen onder J’ Ingekomen op woensdag 12 februari 2014 Behandeld op woensdag 12 februari 2014 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de raadsleden de heer Winsemius, de heer Molenaar en de heer Bouwmeester inzake het uitvoeringsbesluit Rokin (instellen van een 30 km/h-zone voor het gemotoriseerd verkeer). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2013 tot vaststellen van het uitvoeringsbesluit Rokin op basis van het definitief ontwerp, onderdeel van de Rode Loper (Gemeenteblad afd. 1, nr. 46); Constaterende dat: — een 30 km/h-zone op het Rokin voor een veiligere verkeerssituatie zorgt; — er geen belemmeringen zijn voor een 30 km/h-zone op het Rokin aangaande doorstroming en luchtkwaliteit; — de stadsdeelraad van het stadsdeel Centrum heeft aangedrongen op een 30 km/h-zone op het Rokin; Overwegende dat de aanrijtijden van de hulpdiensten binnen de normen moeten blijven, Besluit: in ontwerpbesluit nr. 46 van 2014, aan beslispunt 1, een lid k toe te voegen, luidende als volgt: “k. — het Rokin, het gedeelte tussen de Munt en de Dam, in te stellen als 30 km/h-zone voor het gemotoriseerde verkeer; — bij de inrichting van de trambaan en de vormgeving van de eventuele drempels rekening te houden met de aanrijtijden van de hulpdiensten; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 142 A d é Datum _ 28 februri 2014 mendemen — indien geen afdoende oplossing wordt gevonden voor de aanrijtijden van de hulpdiensten de uitvoering van dit amendement wederom te bespreken met de raad.” De leden van de gemeenteraad, R. Winsemius F.M. Molenaar G.J. Bouwmeester 2
Motie
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1000 Publicatiedatum 5 augustus 2016 Ingekomen op 14 juli 2016 Ingekomen onder CB Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Verworpen Onderwerp Motie van de leden Moorman en Nuijens inzake de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente (verkoopstop bij minder dan 35% sociaal). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 675). Overwegende dat: — WA 2015 aangeeft dat in 8 van de 22 gebieden het aandeel sociale huurwoningen minder is dan 35%, te weten: o C-Centrum Oost 28% o C-Centrum West 25% o NW-de Aker/Nieuw-Sloten 22% o 0-1Jburg/Eiland Zeeburg 33% o W.-Oud-West/ de Baarsjes 31% o Z-Buitenveldert/Zuidas 25% o Z-de Pijp/Rivierenbuurt 33% o Z- Noord-West/Noord-Midden 18% — de samenwerkingsafspraken voorzien in een proces waarbij het meer dan een jaar kan duren voordat de samenwerkingspartners tot nieuwe afspraken komen. Hiermee nog niet gegarandeerd is dat een afname van het aandeel sociale huurwoningen in het gebied wordt gestuit of gekeerd; — ook in de uitwerking van de samenwerkingsafspraken nog geen afspraken zijn gemaakt met als doel de afname va het aandeel sociale huurwoningen in de 8 gebieden te stoppen; — in 2015 al 5809 woningen verloren zijn gegaan uit de voorraad sociale corporatiewoningen; Van mening dat: — door het uitblijven van maatregelen de ongedeeld stad verloren dreigt te gaan; 1 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Met de corporaties en de huurdersvereniging, zo spoedig mogelijk af te spreken dat in de wijken Centrum Oost, Centrum West, de Aker/Nieuw-Sloten, IJburg, Oud-West/de Baarsjes, Buitenveldert/Zuidas, de Pijp/Rivierenbuurt, Noord-West/Noord-Midden, geen sociale huurwoningen meer worden verkocht. De leden van de gemeenteraad M. Moorman J.W. Nuijens 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 144 Datum indiening 10 december 2018 Datum akkoord college van b&w van 12 februari 2019 Publicatiedatum 13 februari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boomsma inzake de erfpachtcorrectie voor de WOZ-waardebepaling en de gevolgen van de recente gerechtelijke uitspraak dat de gemeentelijke methode moet worden herzien. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De gemeente heft OZB en stelt daartoe jaarlijks de WOZ-waarde van woningen vast. De WOZ-waarde is het bedrag dat een onroerende zaak zou moeten opbrengen. De Wet Waardering Onroerende Zaken stelt echter dat het de waarde betreft van de woning indien er geen andere, privaatrechtelijke verplichtingen op zouden rusten. Om de WOZ-waarde te bepalen van woningen op erfpacht doet de gemeente alsof die woningen op eigen grond zouden staan. De Dienst belastingen kijkt daarom niet alleen naar de gerealiseerde prijzen van vergelijkbare verkochte woningen, maar telt daar een ‘opslag’ bij op: de zogenaamde erfpachtcorrectie. Door de erfpachtcorrectie bij de verkoopprijzen op te tellen wordt de WOZ-waarde van huizen op erfpacht hoger, en dus ook de belastingen die deze waarde als uitgangspunt nemen. De erfpachtcorrectie wordt berekend als de contante waarde van de toekomstige verplichtingen volgens het huidige contract vanaf de koopdatum tot het einde van het erfpachtcontract plus de contante waarde van de toekomstige verplichtingen over het daaropvolgende tijdvak, over in totaal 50 jaar. Omdat de canon daarvan in het voortdurende stelsel vaak nog niet bekend is op het moment dat de WOZ-waarde wordt vastgesteld, wordt deze benaderd door de canon van het huidige tijdvak te vermeerderen met een fictieve inflatie van 3,75 procent en dat geheel contant te maken over 50 jaar. Vervolgens wordt daarvan 60 procent genomen, op basis van het onderzoek van Francke en Wilders (1996) waaruit bleek dat de toekomstige erfpachtverplichtingen niet volledig worden weerspiegeld in de marktwaarde. Francke en Wilders betogen in dat onderzoek tevens dat het percentage waarmee gecorrigeerd wordt in de loop van de tijd kan worden aangepast. Op 7 december 2018 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan (zaaknummer AMS 18/1696) in een zaak die een erfpachter had aangespannen tegen de gemeente met betrekking tot deze erfpachtcorrectie. Deze erfpachter vond dat hij op grond van deze methodiek een te hoge WOZ-waarde had gekregen. De rechter heeft nu bepaald dat de belastingdienst de methode waarmee de erfpachtcorrectie wordt berekend om de WOZ-waarde vast te stellen inderdaad moet aanpassen. De fractie van het CDA heeft eerder, op 15 augustus 2017, schriftelijke vragen gesteld over de erfpachtcorrectie en de daarbij gebruikte parameters, die zijn beantwoord op 2 november 2017 (nr. 1353). 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng ls Gemeenteblad R Datum 13 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018 Gezien het vorenstaande heeft het lid Boomsma, namens de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: Het college beantwoordt de vragen 1, 2 en 3 gezamenlijk 1. Welke consequenties heeft deze uitspraak voor de wijze waarop de gemeente de erfpachtcorrectie toepast om de WOZ-waarde van woningen op erfpacht te bepalen? Dit enerzijds voor de manier waarop de gemeente in de toekomst WOZ- waarden van huizen op erfpacht gaat vaststellen, en anderzijds voor de reeds eerder vastgestelde waarden. 2. Betekent dit dat andere WOZ-waarden die op grond van dezelfde formule tot stand zijn gekomen, nu ook op losse schroeven komen te staan? En dat bezwaren daartegen waarschijnlijk ook worden toegewezen? Zo ja, wat gaat het college daar aan doen? Toelichting door vragensteller: De rechtbank oordeelt dat de toekomstige canon niet kan worden afgeleid uit de huidige canon, en dat het onderzoek van Francke en Wilders (1996) onvoldoende basis biedt voor de erfpachtcorrectie, omdat het niet representatief is voor de stad en de omstandigheden ingrijpend zijn veranderd: “Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] met de door hem overgelegde stukken twijfel gezaaid aan de bruikbaarheid van het rapport van Francke en Wilders in de huidige situatie in Amsterdam. Ten eerste is het rapport gebaseerd op een relatief klein aantal observaties. Er zijn 25 vergelijkingen van verkoopcijfers gemaakt, waarvan dertig procent buiten beschouwing is gelaten omdat geen effect van de erfpachtsituatie op de verkoopprijs werd gevonden. Ten tweede is het rapport uitsluitend gebaseerd op verkopen ín de stadsdelen Noord en Zuidoost. Weliswaar heeft de heffingsambtenaar gezegd dat andere vergelijkingsmogelijkheden niet voorhanden waren, maar het is niet zonder meer duidelijk dat deze stadsdelen representatief zijn voor de gehele stad. Ten derde zijn de marktomstandigheden sinds 1996 ingrijpend veranderd. De rechtbank vindt daarom dat het rapport van Francke en Wilders onvoldoende basis biedt voor de berekening van de erfpachtcorrectie. Deze stelling van [eiser] slaagt.” 3. Graag een reactie van het college. Hoe gaat het college hier nu mee om? Ziet het college hierin een aanleiding om de methode te heroverwegen? Is het college van plan om een nieuw onderzoek te doen naar de parameters om de WOZ-waarde te bepalen, en om een betere methode te ontwikkelen om de erfpachtcorrectie te kunnen bepalen? Zo ja, hoe en wanneer? Antwoord vragen 1, 2 en 3: Wat de lopende bezwaar- en beroepsprocedures betreft is van belang dat de Rechtbank Amsterdam inmiddels in een aantal vergelijkbare procedures hetzelfde standpunt heeft ingenomen en de betreffende WOZ-waardes heeft verlaagd met respectievelijk 0,83%, 1,1% en 1,58%. De rechtbank heeft overigens niet nader aangegeven welke aanpassingen naar haar oordeel nodig zijn. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng ls Gemeenteblad Datum 13 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018 Deze uitspraken zijn voorlopig, Belastingen is in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraken. Mede in het licht dat de berekeningswijze van de erfpachtcorrectie gedurende vele jaren stand heeft gehouden in de vele juridische procedures voor de Rechtbank Amsterdam, het Hof en de Hoge Raad. Belastingen heeft het Hof Amsterdam gevraagd enkele representatieve hoger beroepen met erfpachtcorrectie versneld en gebundeld in behandeling te nemen. De verwachting is dat de uitspraken in deze zaken kort voor de zomer van 2019 worden gedaan. De uitkomsten van deze uitspraken kunnen daarom pas worden meegenomen in de WOZ-beschikkingen van 2020. De uitspraak van de Rechtbank Amsterdam wordt beschouwd als een duidelijk signaal dat de berekeningssystematiek nader dient te worden geëvalueerd en indien nodig te worden geactualiseerd dan wel herijkt. Belastingen is van oordeel dat gezien de uitspraken van de Rechtbank Amsterdam enige aanpassing van de erfpachtcorrectie vanaf 2020 in de rede ligt. Om te onderbouwen en te bepalen of, en zo ja, op welke onderdelen de berekeningssysternatiek dient te worden herzien, is een grondige en zorgvuldige wetenschappelijke analyse noodzakelijk. Belastingen heeft dit proces in gang gezet, waarbij enkele hoogleraren vastgoed en lokale belastingen van verschillende universiteiten betrokken zijn. Het onderzoek leidt naar verwachting niet tot een fundamentele wijziging van het berekeningsmodel, maar kan wel aanleiding zijn om onderdelen uit dat model aan te passen of wegingsfactoren te herzien. Het zorgvuldig uitvoeren van het onderzoek, het vertalen van de uitkomsten naar een gewijzigde berekeningssystematiek en het testen en verankeren van de berekeningssysternatiek ín het informatiesysteem van Belastingen zal gelet op de complexiteit en de ervaringen van de betrokken deskundigen naar verwachting minimaal 6 maanden duren. Rekening houdend met de eerdere uitspraken, en vooruitlopend op het onderzoek, heeft de inspecteur van de gemeentelijke belastingen besloten ín 2019 eenmalig een verlaging van de WOZ-waarde toe te passen van 2% voor woningen op erfpachtgrond. De uitspraak van de rechtbank heeft overigens geen consequenties voor de onherroepelijk vastgestelde WOZ-waarden. 4. Als onderdeel van het nieuwe erfpachtstelsel worden de erfpachtgrondwaarde en dus de canon en afkoopsommen afgeleid van de WOZ-waarde. Welke gevolgen heeft deze uitspraak voor de houdbaarheid en bruikbaarheid van deze grondwaardebepaling en Overstapregeling? Graag een toelichting. Antwoord: De gerechtelijke uitspraak heeft geen gevolgen voor definitief beschikte WOZ waarden. De gerechtelijke uitspraak heeft mogelijk wel gevolgen voor de WOZ- waarden die 28 februari 2019 beschikt worden en kan daarmee ook gevolg hebben voor de erfpachtgrondwaarde die met deze WOZ-waarden worden berekend. Deze WOZ-waarden vormen onderdeel voor de berekening voor de BSQ (Buurt Straat Quote) voor het jaar 2020. Belastingen heeft in reactie op 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng ls Gemeenteblad R Datum 13 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018 de jurisprudentie over de erfpachtcorrectie, zoals hiervoor aangegeven, een eenmalige verlaging van 2% toegepast op de WOZ-waardebeschikking 2019 van woningen op erfpachtgrond. De grondwaardebepaling is hierin volgend, wat wil zeggen dat de hoogte van de WOZ-waarde voor het berekenen van de grondwaarde een gegeven is. Gevolgen voor de Overstapregeling Voor (onder meer) de Overstapregeling wordt gebruik gemaakt van de WOZ- waarde. In het kader van de Overstapregeling wordt gebruik gemaakt van onherroepelijke WO- waarden. De uitspraak van de rechtbank heeft hiermee geen gevolg voor de Overstapregeling. G&O maakt tot 31-12-2019 gebruik van de WOZ-waarden met peildatum 2014 of 2015 (dat zijn dan de beschikkingen van respectievelijk 2015 en 2016). Deze WOZ-waarden worden niet door deze uitspraak geraakt, tenzij het beschikkingen zijn waartegen nog een bezwaar of beroep loopt. WOZ-waarden waartegen bezwaar of beroep loopt worden niet gebruikt voor de bepaling van de erfpachtgrondwaarde. Ook bij wijziging van bestaande erfpachtrechten (o.a. canonherziening einde tijdvak, bestemmingswijziging) wordt gebruik gemaakt van de WOZ-waarde en gaat het eveneens alleen om WOZ-waarden die definitief beschikt zijn. Ook deze WOZ-waarden worden derhalve niet door deze uitspraak geraakt Toelichting door vragensteller: Op 15 augustus heeft het CDA enkele schriftelijke vragen gesteld over deze methodiek en de implicaties van het nieuwe erfpachtstelsel. Zo stelde de fractie van het CDA onder andere de vraag: “Wordt de methode om de WOZ-waarde van huizen op erfpacht vast te stellen aangepast naar aanleiding van de invoering van (de Overstapregeling op) eeuwigdurende erfpacht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat wordt de nieuwe methode om de WOZ-waarde vast te stellen van woningen op eeuwigdurende erfpacht en/of woningen die op één van de daartoe geboden mogelijkheden zijn overgestapt of gaan overstappen op eeuwigdurende erfpacht?” En: “Hoe verhoudt de nieuwe methode zich tot de oude? Leidt dit tot een hogere of tot een lagere erfpachtcorrectie en dus WOZ-waarde? Hierop was het antwoord van het college: “Wat betreft de erfpachtcorrectie zal na invoering van eeuwigdurende erfpacht het effect op de parameters die gebruikt worden voor het bepalen van de WOZ-waarde nader geanalyseerd worden. Dit gebeurt overigens permanent voor alle transactieprijzen van de woningen op erfpacht. Het effect van eeuwigdurende erfpacht op de erfpachtcorrecties voor de WOZ is nu nog niet bekend.” 5. Is daarover inmiddels meer bekend? Antwoord: Nee, omdat een onderzoek pas mogelijk is als er een significant aantal transacties beschikbaar is van objecten op afgekochte eeuwigdurende erfpacht, hetgeen nu nog niet het geval is. Door deze transacties af te zetten tegen de transacties van vergelijkbare objecten die op grond gelegen zijn waarop voortdurende of tijdelijke erfpacht van toepassing is, kan een verschil worden aangetoond. Het verschil geeft aan wat partijen bereid zijn extra te betalen voor soortgelijke objecten op (fictieve) eigen 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng ls Gemeenteblad Datum 13 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018 grond ten opzichte van een object dat is gelegen op grond met voortdurende of tijdelijke erfpacht. Toelichting door vragensteller: In de beantwoording op dezelfde set schriftelijke vragen gaf het college aan dat de gemeente “permanent marktanalyses uitvoert naar het effect van erfpacht op de verkoopprijzen.” 6. Kan het college nader ingaan op het effect van erfpacht op de verkoopprijzen, en wat blijkt uit deze permanente marktanalyses? Antwoord: {n de permanente marktanalyse komt naar voren dat na jaren van crisis de woningmarkt in Amsterdam de afgelopen drie jaren stevig is aangetrokken. De woningmarkt wordt steeds krapper en de prijzen van woningen stijgen sterk. Dit geldt voor woningen die op eigen grond staan en voor woningen die op grond staan die ín erfpacht is uitgegeven. Door de krappe woningmarkt is het op dit moment niet mogelijk een eenduidige uitspraak te doen over het effect van de erfpacht op verkoopprijzen. In dit kader is tevens van belang dat de aanwezigheid van erfpacht slechts één van de factoren is die bepalend is voor de verkoopprijzen. Locatie, bestemming en het herzieningsmoment zijn een aantal van deze factoren. Het in het vorige antwoord genoemde onderzoek zal aanvullende informatie opleveren over het effect van voortdurende of tijdelijke erfpacht op de verkoopprijzen. 7. Wat zijn de effecten die het college verwacht van de Overstapregeling op de huizenprijzen? In hoeverre verwacht het college dat de te betalen afkoopsommen, of de contante waarde van de eeuwigdurende canon bij overstap, wordt verwerkt in de erfpachtrechten? Is dat onderzocht, of wordt dat onderzocht? Zo nee, waarom niet? Is het college bereid dat alsnog te doen? Antwoord: Op dit moment zijn er onvoldoende marktgegevens op basis waarvan het effect van de Overstapregeling op de huizenprijzen kan worden bepaald. Zodra deze beschikbaar zijn, zal G&O hierop een analyse uitvoeren. 8. Maakt het informeren van huiseigenaren over de verwachte effecten van de Overstapregeling op de huizenprijzen onderdeel uit van het communicatieplan rondom de Overstapregeling dat in 2019 wordt uitgerold? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het informeren van huiseigenaren over de verwachte effecten van de Overstapregeling op de huizenprijzen is geen onderdeel van de publiekscampagne over erfpacht. Wel gaan we de erfpachter oproepen zich te oriënteren op zijn/haar opties voor zijn of haar erfpachtrecht. De verwachting is dat de huizenprijzen van woningen met eeuwigdurende erfpacht wel zullen stijgen. Op dit moment is nog niet met transacties te onderbouwen wat het effect van de overstap is op de waarde van de woning. 5 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer LS ebruar 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018 Toelichting door vragensteller: Eén van de speerpunten van het toezicht van de AFM, is dat het belang van klanten centraal moet staan en dat zij eerlijk worden behandeld. Op deze manier hoopt de AFM te voorkomen dat opnieuw affaires ontstaan rondom financiële producten, zoals de aandelenlease en woekerpolis. Het centraal stellen van het klantbelang zou daarnaast een bijdrage kunnen leveren aan het (herstel van het) vertrouwen in de financiële sector. 9. Is het college het met de fractie van het CDA eens dat de gemeente in het Grondwaardebeleid en de Overstapregeling ook het belang van de huiseigenaren centraal dient te stellen, omdat dit de beste kans biedt dat huiseigenaren op een eerlijke manier behandeld worden? Antwoord: Bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen is de gemeente gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Bij het opstellen van beleid dat ten grondslag ligt aan dergelijke rechtshandelingen worden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur derhalve ook in acht genomen. Eén van de redenen om eeuwigdurende erfpacht in te voeren is bijvoorbeeld geweest te voorkomen dat erfpachters bij aanvang van een nieuw tijdvak van het voortdurende erfpachtrecht worden geconfronteerd met een canonverhoging waar hij geen rekening mee heeft gehouden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 6
Schriftelijke Vraag
6
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 149 Publicatiedatum 20 maart 2015 Ingekomen onder AB Ingekomen op 11 februari 2015 Behandeld op 11 maart 2015 Status Aangehouden in de raadsvergadering op 11 februari 2015 en verworpen op 11 maart 2015 Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Groen inzake de Agenda Duurzaamheid (ambitie wind: streefwaarden). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Duurzaamheid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 50); Constaterende dat: — de gemeente Amsterdam een ambitieuze doelstelling heeft op het gebied van het reduceren van de CO2-uitstoot in 2025 en 2040; — windenergie in een belangrijk deel van de Amsterdamse elektriciteitsbehoefte zou kunnen voorzien, en een kosteneffectieve manier is om duurzame elektriciteit op te wekken; — in de ‘Windvisie' is vastgesteld dat er in de omgeving van Amsterdam 9 zoekgebieden geschikt zijn voor het ontwikkelen van windmolens, met een potentie van 30 — 35 windmolens en een potentieel vermogen van 200 -250 MW. Overwegende dat: — de gemeente Amsterdam in een zo hoog mogelijk tempo deze potentie moet willen verzilveren; — de Provinciale Structuurvisie en de onzekerheid rond het Luchthavenindelings- besluit thans de uitvoering van de Windvisie verhinderen; — de gemeente Amsterdam mogelijkheden heeft de besluitvorming ten aanzien van het provinciale beleid en de LIB te beïnvloeden; — de gemeente haar eigen ambities en streefwaarden ten aanzien van de ontwikkeling van windenergie moet baseren op de eigen doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid, en op basis daarvan het gesprek moet aangaan met andere overheden; — het Havengebied, de Noorder IJplas en het Cornelis Douwesterrein locaties zijn die zowel passen in de Provinciale Structuurvisie als de Windvisie Amsterdam, en deze locaties ruimte bieden voor ten minste 3 lijnopstellingen van 6 windmolens en 54 MW aan opgesteld vermogen, 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 149 Datum _ 20maart2015 Amendement Besluit: — op pagina 59 de streefwaarden voor opgestelde windenergie te veranderen in: 2016: 67MW; 2018: 85 MW; 2020: 121 MW; — op pagina 61 bij het kopje focus’ de eerste zin te vervangen door: “Het mogelijk maken van tenminste 54 MW aan extra windenergie in Amsterdam in 2020.” — toe te voegen aan de acties en maatregelen: “Met de provincie tot overeenstemming komen over het op termijn uitvoeren van de gehele ambitie uit de Windvisie ” Het lid van de gemeenteraad, RJ. Groen 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1085 Publicatiedatum 4 oktober 2017 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 27 september 2017 Behandeld op woensdag 27 september 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Ruigrok inzake de brief over de aanpak anti-homogeweld (aanpak straatintimidatie als instrument inzetten). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de brief over de aanpak anti-homogeweld (Gemeenteblad afd. 1, nr. 768). Constaterende dat: — Bestrijding van geweld tegen LHBTI's als prioriteit is opgenomen in het Regionaal Veiligheidsplan 2015-2018 en in de Uitvoering Roze Agenda 2015- 2018; — Het college met de aanpak straatintimidatie (seksuele) straatintimidatie wil verminderen. Overwegende dat: — ledereen zich in Amsterdam in vrijheid en veiligheid moet kunnen leven, ongeacht zijn of haar seksuele gerichtheid; — Er niet alleen sprake is van anti-homogeweld, maar dat Amsterdamse LHBTI's ook met regelmaat te maken hebben met verbale en fysieke intimidatie op straat, denk aan naroepen, uitschelden, hinderlijk achtervolgen, de weg belemmeren, gericht bespugen en aanstootgevende (seksueel getinte) gebaren; — De aanpak straatintimidatie zich richt op iedereen die zich geïntimideerd voelt, naast vrouwen kunnen dat bijvoorbeeld ook LHBTI-Amsterdammers zijn. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. De aanpak straatintimidatie als instrument in te zetten bij de aanpak anti- homogeweld; 2. Via de gemeentelijke kanalen richting de LHBTI-gemeenschap te communiceren dat de aanpak straatintimidatie ook gebruikt wordt als instrument om verbale en fysieke intimidatie richting LHBTI's te bestrijden; 3. Bij het geven van instructies aan handhavers extra aandacht te vragen voor de mogelijkheid om de middelen van de aanpak straatintimidatie in te kunnen zetten; 4, De raad te informeren over de uitwerking en uitvoering van deze motie. Het lid van de gemeenteraad M.H. Ruigrok 1 2
Motie
2
discard
Bezoekadres Amstel 1 1011 PN Amsterdam Postbus 202 Directie Omgevingsmanagement 1000 AE Amsterdam Afdeling Realisatie Sociaal en Vastgoed Telefoon 14 020 Fax 020 256 4433 www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Pianolamuseum ta.v. het bestuur Westerstraat 106 1015 MN Amsterdam Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door Willemijn Verhoeven Rechtstreekse nummer 020-2564529 Dossiernummer HB 06039/794/3/1 Onderwerp Uw raadsadres d.d. 21/01/13 Geacht bestuur, U heeft bij de deelraad van stadsdeel Centrum op 21 januari 2013 een raadsadres ingediend over uw huisvestingsplannen. De stadsdeelraad heeft op 29 januari 2013 besloten de beantwoording van uw raadadres in handen te stellen van het dagelijks bestuur. Dit antwoord is eerst besproken in de commissie Bouwen en Wonen onder uitnodiging van de commissie Cultuur op 9 april 2013. U vraagt het stadsdeel een bijdrage te leveren aan de realisatie van uw uitbreidingsplannen. Deze uitbreidingsplannen zijn naar uw mening nodig om de continuïteit van uw museum te kunnen waarborgen. U heeft in een eerder stadium hierover met portefeuillenouder Oranje een gesprek gehad. Op 11 maart jl. had u opnieuw een gesprek met de heer Oranje. Hierin gaf u aan dat naar uw mening de overdracht van het pand Westerstraat 106 de enige oplossing is voor de problemen waar het museum zich mee geconfronteerd ziet. Het stadsdeel heeft u in 2011 een erfpachtaanbieding gedaan. In het overleg met de heer Oranje heeft u de voor u maximaal haalbare koopsom genoemd. Deze is echter minder dan de helft van de prijs waartegen het stadsdeel u in september 2011 het pand heeft aangeboden. De heer Oranje heeft daarop aangegeven dat het stadsdeel geen mogelijkheid heeft om het pand onder de marktwaarde aan u in erfpacht uit te geven. De marktwaarde is bepaald aan de hand van drie onafhankelijke taxaties. Los van de wet- en regelgeving met betrekking tot de overdracht van onroerend goed, hanteert het stadsdeel de systematiek dat (culturele) activiteiten niet via het vastgoed Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 2 gesubsidieerd kunnen worden, maar enkel uit de desbetreffende begroting. Het stadsdeel heeft momenteel geen beleid voor cultuursubsidie waardoor het op dit moment helaas weinig voor het Pianolamuseum kan betekenen. In het gesprek met de heer Oranje heeft u aangegeven dat u met (particuliere) fondsen contact heeft over een financiële bijdrage aan uw uitbreidingsplannen. Wij wensen u daar oprecht veel succes mee. Met vriendelijke groeten, het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum, Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren secretaris voorzitter 2
Raadsadres
2
train
N Gemeente Amsterdam ap Stadsdeel Amsterdam-Noord x % AB verg : 963 x Reg.nr. : 1962 Datum :24 september 2014 CONCEPT-AGENDA Openbare vergadering Algemeen Bestuur bestuurscommissie Amsterdam-Noord woensdag 24 september 2014 in Burgerzaal van het Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 aanvang 20.00 uur Agendapunt Nadereiniormatie [Reg PROCEDUREEL 1)_Opering 2) Mededelingen 3)_ vaststellen agenda 4) Vaststellen verslag en besluitenlijst 2 juli Het kabinet deel van het verslag ligt voor 2014 de AB-leden ter inzage op de afdeling bestuursondersteuning 7) Kennismaking Rekenkamer: inleiding dhr. De Ridder 9) Benoeming lid bestuurscommissie in klankbordgroep Rekenkamer 6556 BELEIDSVOORSTELLEN 10) Advies Verordening 6547 Bodemenergiesystemen Amsterdam ALGEMEEN
Agenda
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 18 januari 2022 Portefeuille(s) Grondzaken, Bouwen en Wonen Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck en Jakob Wedemeijer Behandeld door Grond & Ontwikkeling, Harriet Wildenberg en Cor de Jong, [email protected] en c.de.jong@®amsterdam.nl Onderwerp Tijdelijke financiële woningbouwimpuls in de vorm van een regeling Ambitiebonus en een regeling Transformatie-impuls Geachte leden van de gemeenteraad, Amsterdam heeft een tekort aan betaalbare woningen en zet daarom in op het bijbouwen van woningen in het sociale en middeldure segment. Om samen te zorgen voor meer betaalbare woningen in Amsterdam is in 2020 door de gemeente Amsterdam, de leden van IVBN, Vastgoed Belang en NEPROM de intentieverklaring “Meer betaalbaar wonen met betrouwbare partners” ondertekend. * In deze intentieverklaring staan afspraken over de bouw van nieuwe woningen voor middeninkomens, die ook op de lange termijn betaalbaar blijven. Deze afspraken moeten de bouwproductie stimuleren en de huurstijgingen beperken. Deze intentieverklaring is een belangrijke stap voor gemeente en marktpartijen geweest. Voor marktpartijen een stimulans om blijvend te investeren in Amsterdam. Voor het college is van belang dat met deze afspraken de woningen gebouwd worden die het hardst nodig zijn, dat deze woningen duurzaam zijn én dat bestaande woningen betaalbaar blijven. Een positief resultaat is dat in 2021, met het in aanbouw nemen van (afgerond) 2.700 middeldure huurwoningen, de bouw van middeldure huurwoningen een goed tempo heeft bereikt. Dit jaarcijfer geeft echter nog geen garantie voor de toekomst. Ook de komende jaren zijn veel inspanningen nodig om deze woningen te realiseren en te behouden. Knelpunten voor de bouw van betaalbare huizen Gemeente, IVBN en NEPROM hebben in 2021 het gesprek en de samenwerking voortgezet, zoals is afgesproken in de Intentieverklaring. Er is overleg gevoerd over de wijze waarop grondprijzen worden bepaald, de tendersystematiek en de opgave in de transformatiegebieden. De gesprekken hebben geleid tot meer begrip en transparantie over elkaars werkwijzen. De gesprekken zijn nu afgerond. In de slotfase hebben de marktpartijen enkele voorstellen ingediend die hebben geresulteerd in een aantal toezeggingen van de gemeente die binnen de bestaande werkwijzen kunnen worden ingepast. De gemeente gaat daarbij niet in op het voorstel om het grondprijsbeleid en het tenderbeleid aan te passen, dit is niet nodig. * [VBN = Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland, Neprom = Nederlandse Vereniging van Projectontwikkeling Maatschappijen en Vastgoed Belang = Vereniging van particuliere beleggers in Vastgoed Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 januari 2022 Pagina 2 van6 In de gesprekken hebben de marktpartijen twee belangrijke knelpunten ingebracht voor het op peil houden van de bouw van betaalbare woningen. Het eerste ingebrachte knelpunt betreft de stapeling van eisen en ambities in tenders. Marktpartijen geven aan dat bij middeldure huur in tenders het gebrek aan optimalisatie aan de opbrengstenkant door het maximale huurniveau, in combinatie met aanvullende ambities en wensen een project financieel onhaalbaar kan maken. Deze extra ambities worden niet opgelegd, maar de markt geeft aan dat zij druk ervaart om deze ambities te realiseren om zo de kans te vergroten om een tender te winnen. Bovendien worden in de grondprijzen bij tenders de kosten voor aanvullende ambities, waarmee inschrijvers vitgedaagd worden om hoog te kunnen scoren, niet meegenomen. De gemeente erkent dat de kosten van evt. extra ambities niet meegenomen worden in de grondprijzen, omdat partijen niet verplicht zijn om met deze ambities in te schrijven. Ten tweede is vit de overleggen naar voren gekomen dat de leden van de koepels de werkwijze van de gemeente, om de inbrengwaarde van bestaand vastgoed in transformatiegebieden niet mee te nemen in de grondwaardebepaling (dan wel anderszins te vergoeden), niet begrijpen. Bij veel projecten is dit volgens de koepels een knelpunt. In de praktijk vertegenwoordigt het bestaande vastgoed vaak een substantiële waarde. Met name als de marktvraag naar de huidige functie groot is en/of het einde van de economische levenscyclus van het bestaande vastgoed nog niet in zicht is. De gemeente houdt bij de bepaling van grondprijzen rekening met kosten die binnen het project gemaakt moeten worden, waaronder kosten voor sloop en het bouwrijp maken. Binnen de grondprijssystematiek is de inbrengwaarde van het huidige vastgoed echter bewust geen onderdeel in de grondwaardebepaling. Dit vitgangspunt hanteert de gemeente met name zodat zij niet wil meewerken aan het bevorderen van speculatie. Naar aanleiding van deze twee door IVBN en NEPROM ingebrachte knelpunten, heeft het college op 18 januari 2022 ingestemd met een tijdelijke extra impuls voor de bouw van betaalbare woningen. Deze extra impuls bestaat uit twee tijdelijke financiële regelingen. Een tijdelijke Transformatie- impuls om de transformatie naar betaalbare woningen aan te jagen en een tijdelijke Ambitiebonus om extra inspanningen op het gebied van betaalbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit bij inschrijvingen op tenders te stimuleren. Met deze regelingen wil het college ervoor zorgen dat — ook voor betaalbare woningen - de hoge bouwcijfers en hoge ambities in deze collegeperiode worden doorgezet. De regelingen worden begin volgend jaar geëvalueerd. Ambitiebonus De tijdelijke regeling Ambitiebonus heeft als doel marktpartijen te stimuleren om bij de bouw van betaalbare woningen extra ambities te realiseren op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en/of woonprogramma. De Ambitiebonus betreft een tegemoetkoming van maximaal 10% op de grondwaarde voor het betaalbare woonprogramma dat middels de betreffende tender gerealiseerd zal worden. De exacte hoogte van deze bonus is afhankelijk van de prestatie die hier tegenover staat. De Ambitiebonus wordt toegepast in drie nog nader aan te wijzen tenders die in 2022 op de markt worden gebracht, waarbij het college om praktische redenen kiest om bij Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2022 Pagina 3 van6 nieuwbouwprojecten in Oost en de Zuidas aan de slag te gaan met de Ambitiebonus. Het gaat om tenders waarbij ook de focus op middeldure huur zal liggen. In de selectiebrochure en de bouwenvelop voor de drie tenders worden in het kader van deze Ambitiebonus de volgende punten nader vitgewerkt: - voor welke specifieke ambities een bonus van toepassing is - hoe de hoogte van de bonus berekend wordt en - hoe inschrijvingen beoordeeld worden. Transformatie-impuls De tijdelijke regeling Transformatie-impuls heeft als doel om de realisatie van transformatieprojecten met betaalbare woningen te versnellen. De Transformatie-impuls betreft een generieke tegemoetkoming van 10% op de grondwaarde met betrekking tot de te realiseren betaalbare woningen in particuliere transformatieprojecten. Het gaat om projecten waarbij sprake is van wijziging van een bestaand erfpachtrecht van een private partij, waarbij de huidige bestemming en/of bebouwing (gedeeltelijk) wordt gewijzigd in wonen en er bij die wijziging minimaal 5 nieuwe woningen in het betaalbare segment worden gerealiseerd. De Transformatie- impuls is tijdelijk voor één jaar van toepassing met als startdatum 1 februari 2022. Deze impuls geldt alleen voor transformatieprojecten waarvoor in de periode vanaf 1 februari 2022 tot uiterlijk 1 februari 2023 grondprijsafspraken worden gemaakt die binnen deze periode ook schriftelijk worden vastgelegd, in een afsprakenbrief of — bij het ontbreken van een afsprakenbrief - in een erfpachtovereenkomst. In die particuliere transformatieprojecten waar de businesscase net niet vit kan, zal de transformatie-impuls naar verwachting de erfpachter meer ruimte bieden. Algemeen geldende uitgangspunten en overwegingen De regelingen zijn tijdelijk van kracht Voor het college is tijdelijkheid een belangrijk vitgangspunt. Het college ziet op dit moment geen aanleiding om marktpartijen structureel financieel tegemoet te komen en/of de wijze van grondprijsberekeningen en de tendersystematiek blijvend aan te passen. Marktomstandigheden veranderen in deze tijd snel, over een jaar kan de situatie namelijk weer anders liggen. Hierbij komt dat er in maart 2022 gemeenteraadsverkiezingen zijn. Een nieuw college heeft wellicht andere ambities en/of wil andere accenten leggen. Er is daarom gekozen voor een tijdelijke financiële impuls met een duidelijke afbakening. Partijen weten hierdoor waar ze aan toe zijn. Op deze manier kunnen de maatregelen ook goed geëvalveerd worden en de effecten ervan worden bezien. De financiële impuls is gerelateerd aan de bouw van betaalbare woningen Het doel van de Intentieafspraken tussen gemeente en koepels is om de bouwproductie op stoom te kunnen houden en tegelijk voldoende betaalbare woningen te realiseren die langdurig in dit segment behouden blijven. Vanwege de beperkende voorwaarden die gelden voor deze woningen, knelt de financiële haalbaarheid met name bij realisatie van deze categorie (gereguleerde) betaalbare woningen. Het college relateert de financiële tegemoetkoming daarom aan de realisatie van: e _ Particuliere sociale huur: woningen die voor minimaal 25 jaar sociaal verhuurd worden. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2022 Pagina 4 van 6 e _ Middeldure huur: woningen die voor minimaal 25 jaar of zonder einddatum (in de praktijk aangeduid als eeuwigdurend of permanent) middelduur verhuurd worden. e _Middeldure koop: woningen met een verkoopprijs tot maximaal € 314.000 (VON, incl. erfpacht, prijspeil 2021). Met corporaties zijn middels de Samenwerkingsafspraken aparte afspraken gemaakt over onder ander vaste lage nieuwbouwgrondprijzen voor sociale huurwoningen. Dit zijn al minimale prijzen. Vandaar dat de regelingen niet gelden voor sociale huurwoningen van woningcorporaties. De regelingen worden begin 2023 geëvalueerd. Na afloop van beide regelingen zal een evaluatie plaatsvinden, met als specifieke aandachtspunten: ° De Ambitiebonus: heeft deze regeling geresulteerd in extra kwaliteit en een goede uitvoerbaarheid van de tenders? Hierbij wordt o.a. gekeken naar het aantal inschrijvingen op de drie tenders, de extra geboden kwaliteit van de inschrijvingen, de selectie van de winnaar, de hoogte van de berekende bonus, het tempo van de selectieprocedure en de wijze van beoordeling en berekening van de bonus. ° De transformatie-impuls: heeft deze regeling geresulteerd in snellere totstandkoming van overeenkomsten met partijen die willen transformeren? Hierbij wordt o.a. gekeken naar het aantal afsprakenbrieven en/of erfpachtovereenkomsten, de categorie en kwaliteit van het woonprogramma, de hoogte van de financiële impuls en het tempo om te komen tot een overeenkomst. Risico's Een risico is dat de vitwerking van de voorwaarden van de Ambitiebonus in een selectiebrochure en bouwenvelop extra tijd vergt en tot vertraging leidt van de betreffende tender. Het is een nieuwe manier van werken waar nog geen ervaring mee is. Verder kan het ingewikkeld zijn om achteraf het bedrag van de tegemoetkoming terug te vorderen bij het eventueel niet-nakomen van de realisatie van de beloofde ambities. Het staatssteunrisico wordt laag ingeschat: de bonus wordt gekoppeld aan een prestatie en er worden geen partijen uitgesloten. Een ieder, die geïnteresseerd is, kan meedingen naar de ontwikkeling en daarmee naar het voordeel. Dit voordeel is daarmee niet selectief, en daarmee geen staatssteun. Wat betreft de Transformatie-impuls is een risico dat het vanwege de extra te maken berekening mogelijk meer capaciteit kost om afsprakenbrieven te sluiten. Ook bestaat de kans dat erfpachters mogelijk overgaan tot ontbinding van een reeds gesloten afsprakenbrief. Conform de overgangsregeling moeten dan nieuwe grondprijzen worden afgegeven voor het volledige programma. Dit kan resulteren in vertraging in plaats van versnelling. Het risico dat sprake zal zijn van ongeoorloofde staatssteun wordt niet groot geacht. ledere private erfpachter die - in het jaar dat de regeling geldt - wenst te transformeren naar betaalbare woningen komt immers in aanmerking. Financiële consequenties Het financiële effect zal neerslaan in het Vereveningsfonds en deels in het erfpachtresultaat. Voor beide regelingen geldt dat het hierbij niet gaat om extra kosten, maar om minder opbrengsten. Dit heeft (in het geval van een negatieve grondexploitatie direct en in het geval van een positieve grondexploitatie indirect) effect op het Vereveningsfonds. Bij een canonbetaling is het gevolg dat er jaarlijks lagere canonopbrengsten binnenkomen ten gunste van het erfpachtresultaat. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2022 Pagina 5 van 6 Wat betreft de Ambitiebonus kan op dit moment geen indicatieve inschatting worden gemaakt van de financiële consequentie van de bonus. Het financiële effect is afhankelijk van het betaalbare woonprogramma in de tenders en de uiteindelijke inschrijvingen en geleverde prestatie. De financiële gevolgen van de transformatie-impuls voor het Vereveningsfonds zijn globaal en indicatief — op basis van de programmamonitor AMPG 2021 - doorgerekend. Door de Transformatie-impuls kunnen de grondopbrengsten voor de gemeente, uitgaande van ca. 1.500 betaalbare woningen, tussen de € 4 en € 5 miljoen lager uitvallen. Reactie IVBN en NEPROM De regelingen zijn tot stand gekomen na raadpleging van IVBN en NEPROM. Bij zowel IVBN als NEPROM bestaat draagvlak voor de invoering van de ambitie-bonus en transformatie-impuls. Als tijdelijke instrumenten die bijdragen aan het makkelijker realiseren van gemeentelijke kwaliteitsambities in door de gemeente uitgeschreven tenders en aan het transformatieproces. IVBN neemt met interesse kennis van beide instrumenten, NEPROM geeft aan positief te zijn over beide instrumenten. Beide koepels tekenen aan nog steeds bedenkingen te hebben over het niet meenemen/verrekenen van de inbrengwaarde van bestaand vastgoed bij transformatie en daarnaast over het voornemen om de beide nú voorgelegde tijdelijke instrumenten alléén van toepassing te verklaren op het betaalbare woonprogramma (en niet het héle woonprogramma). Ze blijven kritisch over de wijze waarop de gemeente de residuvele grondwaarde berekent en over de daarbij gehanteerde parameters. Ze stellen marktconforme residuvele grondprijzen voorwaardelijk te zien voor de realisatie van voldoende nieuwe, kwalitatief hoogwaardige middeldure woningen conform de in 2020 overeengekomen intentieverklaring en ook met de nu voorgestelde tijdelijke instrumenten is deze voorwaarde wat hen betreft niet per definitie vervuld. Daarbij zou de gemeente in de ogen van IVBN meer rekening moeten houden met de sterk gestegen bouwkosten én met de beperkingen van het opbrengstenniveau die het bouwen van betaalbare woningen met zich meebrengt en IVBN geeft aan dat een aantal leden het moeilijk vindt om in Amsterdam te blijven investeren. Het college is blij met het draagvlak van de IVBN en de NEPROM voor de maatregelen en respecteert dat de partijen graag meer hadden gezien. Echter het college meent met het hanteren van residvele grondprijsmethodiek en het aankondigen van de tijdelijke regelingen Ambitiebonus en de Transformatie-impuls, een juiste balans te hebben gevonden tussen het blijven stimuleren van de woningbouw enerzijds, en het voeren van een rechtvaardig en uitlegbaar grondprijsbeleid anderzijds. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 januari 2022 Pagina 6 van 6 Tot slot. Met de vaststelling van de Ambitiebonus en de Transformatie-impuls geeft het college een extra stimulans aan de bouw van betaalbare woningen. Voor het college wordt hiermee het in 2020 met de Intentieverklaring gestarte traject met IVBN en NEPROM afgesloten. Het eindresultaat van dit traject is positief. Niet alleen vanwege een hogere productie van betaalbare woningen, ook de onderlinge relatie is deze jaren sterk verbeterd. Uiteraard blijven we ook in de toekomst samenwerken aan een duurzame, gemengde stad. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, PA } ie ä n Or a Marieke van Doorninck Jakob Wedemeijer Wethouder Grondzaken Wethouder Bouwen en Wonen Bijlagen 1. Detijdelijke regeling Ambitiebonus 2. Detijdelijke regeling Transformatie-impuls Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
6
train
X Gemeente Amsterdam % Zuidoost Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost Datum : donderdag 4 februari 2021 Aanvang : 19.00 UUr Locatie : video vergaderen Voorzitter : Wim van der Kamp Secretaris : Rinze van Opstal Agenda 1. Opening en vaststellen agenda 19.00 2. Mededelingen 19.05 3. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 21 janvari 2021 19.10 4. Ingekomen stukken 19.15 5. Bewoners aan het woord 19.20 Bespreekpunten Gevraagde adviezen 6. a. Adviesaanvraag Kader Hondenlosloopgebieden (vaststellen) 19.30 b. Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare 19.40 Ruimte 2021-2024 (vaststellen) c. Concept VO schoolplein Vreeswijkpad (vaststellen) 19.50 d. Integraal plan van aanpak buurtbudgetten 2020 — 2021 (vaststellen) 20.00 e. Kader Buurtbudgetten (vaststellen) 20.10 f. Ontwerp warmteplan Amstel Ill Paasheuvelweggebied en 20.20 omgeving & wijziging begrenzing interferentiegebied (bespreken) g. Programma Groen Zuidoost2030 (bespreken) 20.40 h. ontwerp-Omgevingsvisie Amsterdam 2050 en bijbehorend 21.00 ontwerp-Omgevingseffectrapport (bespreken) Bespreekpunten / Ongevraagde adviezen i, Talenthuizen Masterplan —S. Grep en H. Viel (bespreken) 21.20 j. Meer zelfbouwkavels in Amsterdam Zuidoost —S. Schreuder (bespreken) 21.40 7. Rondvraag en Sluiting 22.00 Stukken ter kennisname e _Toezeggingenlijst
Agenda
1
discard
X Gemeente Amsterdam R. % Gemeenteraad X motie Jaar 2021 Nummer 191 Behandeld op 31 maart/1 april 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 6 april 2021 Onderwerp Motie van de leden De Fockert, Kilic, Veldhuyzen, La Rose, Poot en Bosman inzake de Voortgangsrapportage Programma tegen Seksuele Intimidatie en Seksueel Geweld (stop shaming) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Voortgangsrapportage Programma tegen Seksuele Intimidatie en Seksueel Geweld. Constaterende dat: -__binnen de aanpak online seksueel geweld de focus ligt op ongewenste sexting of expsoing, sextortion of grooming; - de praktijken van ongewenste sexting of exposen in de voortgangsrapportage gedefinieerd worden als “dat seksueel getinte foto's of video's worden gedeeld met derden zonder toestemming van de afgebeelde persoon, soms voorzien van persoonsgegevens.” -_ het zonder toestemming delen van beelden die niet per se seksueel van aard zijn maar wél geseksualiseerd worden, bijvoorbeeld door het toevoegen van seksuele connotaties, opmerkingen of veroordelingen, binnen de Wet Gelijke Behandeling ook gezien wordt als een vorm van seksuele intimidatie en geweld (Wet Gelijke Behandeling, Art la). - Binnen de aanpak Seksuele Intimidatie en Seksueel Geweld momenteel nog weinig aandacht is voor de praktijk van exposen of shamen, waarbij foto's en video's van jonge vrouwen en jonge LHBTI+-personen tegen hun wil gedeeld worden met het doel ze te “ontmaskeren” als seksueel actief, homoseksueel of trans gender; Overwegende dat: - Slachtoffers van online seksueel overschrijdend gedrag, inclusief exposen en shamen, uit biculturele gemeenschappen en queer personen van alle gemeenschappen een kwetsbare groep vormen door sterke taboes rond hun seksualiteit, - Gevolgen van (online) seksuele intimidatie vaak heftiger zijn als het onderwerp minder bespreekbaar is! 1 -_Grensoverschrijdend gedrag op online platforms vaak enorme proporties kan aannemen in vergelijking met offline grensoverschrijdend gedrag? Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Binnen de aanpak online seksueel geweld een specifieke aanpak te ontwikkelen voor het tegengaan en bestrijden van online exposen en shamen en deze met de gemeenteraad te bespreken; - Daarin specifieke aandacht te hebben voor de aard en de impact van exposen en shamen van jonge vrouwen en LHBTI+ -personen uit gemeenschappen waarin seksualiteit een taboe is; - Voor deze specifieke aanpak gebruik te maken van actueel onderzoek. De leden van de gemeenteraad T.C. de Fockert A. Kili JA. Veldhuyzen N.V.M. La Rose M.C.G. Poot A.M. Bosman ‘Thomas, 2020. Lost in legislation: peer sexual intimidation in secondary schools. A comparative study of France and the Netherlands. p. 34. ; Kaijadoe, Buschers, Nguyen, Klip, Knipschild, Bicanic, 2019. “Thema’s voor een multimodale interventie voor slachtoffers (12 t/m 20 jaar) van online seksueelgeweld”: p. 204. 2 Thomas, 2020. Lost in legislation: peer sexual intimidation in secondary schools. A comparative study of France and the Netherlands. p. 34. 3 De precieze omvang en gevolgen van online seksuele intimidatie blijven onduidelijk vanwege gebrek aan systematisch onderzoek. Toch blijkt uit de praktijk dat online platforms een veel groter publiek bereiken en dat dit de incidenten sterk vergroot en moeilijker maakt om op te lossen of bespreekbaar te maken. 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam EZ P % Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, x Dierenwelzijn, Waterbeheer Agenda, donderdag 7 juni 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer Tijd 13.30 tot 17.00 uur en zonodig van 19.30 tot 22.30 uur Locatie 0239 Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45) 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie EZP d.d. 10 mei 2012 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieEZP@®raadsgriffie. amsterdam.nl 4B Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie EZP d.d. 19 april 2012 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieEZP@®raadsgriffie. amsterdam.nl e _Ditverslag was de vorige vergadering niet volledig aangeleverd. Het openbare avonddeel ontbrak. 5 Termijnagenda, per portefeuille Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam EZ P Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer Agenda, donderdag 7 juni 2012 6 _Tkn-lijst 7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 17:00) 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Financiën 11 Kadernota 2013 Nr. BD2012-005353 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. e _ Stukken separaat aan u toegestuurd. Luchthaven 12 Evaluatie van het eerste jaar van het experiment met een nieuw normen -en handhavingsstelsel voor Schiphol Nr. BD2012-005419 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Economische Zaken 13 Follow up op motie De Wolf, inzake realisatie Amsterdamse Universiteit voor Toegepaste Wetenschappen Nr. BD2012-005119 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 14 Initiatiefvoorstel van Ruigrok, Piek en Toonk (VVD) getiteld: Aan de Markt overlaten. Nr. BD2012-005424 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Een aangepast initiatiefvoorstel is bijgevoegd. e _Aanheteind van de bespreking zal de indiener aangeven of het initiatiefvoorstel geagendeerd moet worden voor de Raad. e _ Uitgesteld in de vergadering van 10.05.2012. e Gevoegd behandelen met agendapunt 15,16 en 17. 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer Agenda, donderdag 7 juni 2012 15 Plan van aanpak integriteitsrisico's warenmarkten en bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel 'Aan de markt overlaten’ van de VVD Nr. BD2012-005489 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Gevoegd behandelen met agendapunt 14,16 en 17. 16 Stand van zaken Risicoanalyse Warenmarkten en voortgang Nota Aanpak Warenmarkten Nr. BD2012-005422 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de vergadering van 29.03.2012, 19.04.2012 en 10.05.2012 e Gevoegd behandelen met agendapunten 14,15 en 17. 17 Stand van zaken hoofdstuk 3.3 van het Amsterdams Ondernemers Programma (AOP) Nr. BD2012-005413 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Gevoegd behandelen met agendapunt 14,15 en 16. Personeel en Organisatie 18 CAO-akkoord 2012 Nr. BD2012-005615 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. BESLOTEN DEEL 3
Agenda
3
train
VN2023-016086 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA end on Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en ntwikkeling X Amsterdam Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023 Ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Ruimtelijke Ordening (23) Agendapunt 2 Datum besluit 13 juni 2023 Onderwerp Kennisnemen van de reactie op motie 555, in de raadsvergadering van 21 december 2022 ingediend door raadslid Van Renssen over het afwijken van de Hoofdgroenstructuur in het Martin Luther Kingpark — opnieuw tijdelijke huisvesting school. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 555, in de raadsvergadering van 21 december 2022 ingediend door raadslid Van Renssen over het afwijken van de Hoofdgroenstructuur in het Martin Luther Kingpark — opnieuw tijdelijke huisvesting school. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Op 21 december 2022 heeft de raad bij de bespreking van agendapunt g ‘Afwijken van de Hoofdgroenstructuur voor tijdelijke huisvesting van het Berlage Lyceum aan het Martin Luther Kingpark 2 VN2022-035524’ motie 555 aangenomen van het raadslid Van Renssen over het afwijken van de HGS in het Martin Luther Kingpark voor het opnieuw tijdelijk huisvesten van een school, waarin het college/de burgemeester wordt gevraagd om: # 1. Te onderzoeken bij het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs op welke manier voldoende voorzieningen en maatregelen kunnen worden getroffen om te voorkomen dat in de toekomst voor tijdelijke schoolgebouwen gebruik wordt gemaakt van de Hoofdgroenstructuur, bijvoorbeeld door permanente wissellocaties te bouwen; # 2. Te onderzoeken of in het project “Vergroenen 100 plekken” een aantal plekken in de buurt van het ML Kingpark kunnen worden vergroend voor in ieder geval de komende vijf jaar. Reden bespreking Ter kennisgeving. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.6 1 VN2023-016086 9 Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en Grond en % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoed Ontwikkeling % aatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023 Ter kennisneming De Technische Adviescommissie heeft negatief geadviseerd over het tijdelijk tot 1 mei 2027 huisvesten van het Berlage Lyceum aan het adres Martin Luther Kingpark 1. Het voorgelegde voorstel is in strijd met de Hoofdgroenstructuur. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, motie Van Renssen 555 wordt afgedaan. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.6 2 VN2023-016086 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en Grond en % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoed Ontwikkeling % aatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023 Ter kennisneming B - 25 Bijlage 9. Raadsinformatiebrief afdoening motie Van Renssen AD2023-052386 05062023 DEFdocx (oo2). pdf (pdf) Bijlage 1. 555.22 Motie Van Renssen Af te wijken van de HGS AD2023-052394 voor ML Kingpark %U2013 opnieuw tijdelijke huisvesting school - AD2023-026832.pdf (pdf) Bijlage 2. Actuele situatieschets locatie Martin Luther Kingpark 2 - AD2023-052388 AD2022-103116 - AD2022-110328 - AD2023-026671 - AD2023-026822.pdf (pdf) Bijlage 3a. Plattegrond hoofdgebouw begane grond, Martin Luther AD2023-052387 Kingpark 1 - AD2022-103115 - AD2022-110329 - AD2023-026672 - AD2023-026823.pdf (pdf) Bijlage 3b. Plattegrond hoofdgebouw ze verdieping, Martin Luther AD2023-052389 Kingpark 1 - AD2022-103119 - AD2022-110330 - AD2023-026673 - AD2023-026824.pdf (pdf) Bijlage 4. Plattegrond bijgebouw Martin Luther Kingpark 1 - AD2022-103117 AD2023-052393 - AD2022-110331 - AD2023-026674 - AD2023-026825. pdf (pdf) Bijlage 5. TAC advies DEF Martin Luther Kingpark tijdelijke school AD2023-052395 ‚ verlenging 2 november 2022.pdf (pdf) Bijlage 6. Stadsdeel Zuid DB Voordracht akkoord - AD2022-103120 - AD2023-052390 AD2022-110332 - AD2023-026676 - AD2023-026826.pdf (pdf) Bijlage 7. Gemeenteraad Voordracht - AD2022-099541 - AD2023-026677 - AD2023-052391 AD2023-026827.pdf (pdf) Bijlage 8. Raadsbesluit_Afwijken_HGS_ tijdelijke huisvesting Berlage AD2023-052392 Lyceum_22dec2022 - AD2023-026837. pdf (pdf) AD2023-052396 Commissie OZA (5) Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Projectmanagementbureau namens directie OJZD, Barbe Bock, 06-39005596, [email protected] Gegenereerd: vl.6 3
Voordracht
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 94 Publicatiedatum 27 februari 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.C.G. Poot van 9 januari 2013 inzake taakspecifieke budgetten. Aan de gemeenteraad inleiding van vragenstelster. Volgens de Algemene Rekenkamer vindt er nauwelijks controle plaats op de taakspecifieke budgetten die gemeenten vanuit het rijk krijgen. De Rekenkamer waarschuwt daarvoor op 3 januari 2013 in het Financieele Dagblad. De miljarden euro's die het rijk overhevelt naar gemeenten om taken als de jeugdzorg uit te voeren, zouden daardoor in een bestuurlijk niemandsland dreigen te komen. Gemeenten krijgen jaarlijks circa 13 miljard euro aan taakspecifieke uitkeringen op een totaalbudget van 52 miljard euro. De Rekenkamer stelt dat bij meer dan 10% van deze uitkeringen niet duidelijk is of dit geld goed of slecht is besteed. Het orgaan pleit ervoor gemeenten meer eigen verantwoordelijkheid te geven, maar dan wel met specifieke eisen voor de nieuwe taken. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 9 januari 2013, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat is het bedrag wat Amsterdam aan taakspecifieke uitkeringen ontvangt en hoe wordt dit besteed”? Antwoord: In 2011 heeft Amsterdam € 872.979.332,- besteed ten laste van specifieke uitkeringen. Deze middelen zijn besteed aan de in de gemeentebegroting opgenomen doelstellingen, conform de criteria die het rijk aan de betreffende specifieke uitkering heeft gesteld. verbeterblad 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Dimmer 2 februari 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 9 januari 2013 2. Watis de reactie van het college op de uitspraak van de Rekenkamer dat bij meer dan 10% van deze uitkeringen niet duidelijk is of dit geld goed of slecht besteed is? Antwoord: Het college herkent zich niet in deze uitspraak. De gemeente Amsterdam besteedt de specifieke uitkeringen aan de in de gemeentebegroting opgenomen doelstellingen, conform de criteria die het rijk heeft gesteld. Gemeenten verantwoorden de besteding via Single information Single audit (SiSa) in een bijlage van de gemeentelijke jaarrekening (bijlage verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen, vanaf pagina 544 in de Jaarrekening 2011). Controle op de rechtmatige besteding en de verantwoording vindt plaats via de reguliere accountantscontrole van de jaarrekening. In haar verslag geeft de accountant een specifiek oordeel (p. 16 in het verslag over 2011). In een bijlage geeft de accountant geconstateerde fouten of onzekerheden per specifieke uitkering aan (p. 65 in het verslag over 2011). 3. Hoe is de situatie volgens het college voor Amsterdam? Wat is in Amsterdam gerealiseerd voor de betreffende uitkeringen (SMART) en hoe heeft dit bijgedragen of draagt dit bij aan doelstellingen in het programakkoord? Antwoord: Zie vraag 1 voor de realisatie. De bestedingen ten laste van de specifieke uitkeringen dragen bij aan de doelstellingen van de begroting. Via de jaarrekening legt het college o.a. middels indicatoren verantwoording af over bereikte resultaten en daarvoor ingezette middelen. Hierbij wordt echter geen onderscheid gemaakt naar de herkomst van middelen (bijvoorbeeld gemeentefonds of specifieke uitkering). Er is in de gemeentebegroting en gemeenterekening daardoor geen directie relatie tussen indicatoren en specifieke uitkeringen. 4. Ziet het college dezelfde ruimte voor verbetering als de Rekenkamer en hoe denkt zij deze in te gaan vullen? Antwoord: De belangrijke verandering die de Rekenkamer voorstaat is meer ruimte voor gemeenten bij het bepalen van de bestedingsrichting van de specifieke uitkering. Deze ruimte wordt echter bepaald door het rijk. Wel wordt jaarlijks beoordeeld of verbeteringen in het proces van rechtmatig besteden en de kwaliteit van verantwoorden noodzakelijk zijn. Het college ziet nu geen aanleiding voor specifieke verbeteringen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester verbeterblad 2
Schriftelijke Vraag
2
train
Verena N% Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S E D erk, Participatie : : " Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, en Inkomen D Amsterdam Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023 Ter kennisneming Portefeuille Sociale Zaken Agendapunt 1 Datum besluit 27 juni 2023 Onderwerp Extra ondersteuning aan Amsterdammers via Sociaal Werk in collegeperiode 2022-2026 De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van de brief waarin het college aangeeft in deze collegeperiode nog meer Amsterdammers met een arbeidsbeperking via Sociaal Werk aan het werk te krijgen en te houden. En daarnaast deze ondersteuning naar werk voor een grotere groep Amsterdammers met een beperkte kans op de arbeidsmarkt in te zetten. Mede omdat de huidige krappe arbeidsmarkt hen kansen biedt als ze daar (tijdelijk) extra ondersteuning bij krijgen. Deze groep krijgt dan ook extra ondersteuning zonder dat op voorhand duidelijk is dat ze een arbeidsbeperking hebben. Dit sluit aan bij de ambitie vit het Amsterdams Akkoord 2022-2026, namelijk: “Loonkostensubsidie kan een effectief instrument zijn. We investeren extra om het aanbod vit te breiden en kijken ook hoe we Amsterdamse werkgevers kunnen helpen om hun bijdrage aan voldoende passend werk in de stad te leveren”. Met deze brief informeert het college u hierover. Eind 2023 zullen op basis van deze inzet ongeveer 2100 Amsterdammers (excl. sw-ers) werkzaam zijn met loonkostensubsidie en/of jobcoaching, een aanzienlijke groei ten opzichte van de 1600 aan het begin van de collegeperiode. Dit om aan de vraag van Amsterdammers voor extra ondersteuning te kunnen voldoen. Wettelijke grondslag Artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet. Het college heeft de opdracht om te ondersteunen bij arbeidsinschakeling Artikel 10 van de Participatiewet. Aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling Artikel 1oc van de Participatiewet. Vaststelling van de doelgroep voor loonkostensubsidie Artikel 1od van de Participatiewet. Verlening van loonkostensubsidie aan werkgevers Artikel 1oda van de Participatiewet. Aanspraak op begeleiding op de werkplek Artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet. Het college geeft de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft . Artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet juncto artikel 11, tweede lid en onder d, van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam — de commissie is belast met het namens de raad kennisnemen van stukken. Bestuurlijke achtergrond Huidige ambitie en trends Sociaal Werk (periode 2018-2022) Sociaal Werk is de aanpak om Amsterdammers met beperkte kansen op de arbeidsmarkt waarbij sprake is van een structurele arbeidsbeperking te ondersteunen betaald werk te vinden en te Gegenereerd: vl.19 1 VN2022-033208 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, Werk, Participatie __$€ Amsterdam ‚ ‚ „ EF D en Inkomen % Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023 Ter kennisneming behouden. Dit met de inzet van loonkostensubsidies gerelateerd aan de loonwaarde van de werknemer en/of de inzet van begeleiding (bijvoorbeeld in de vorm van job coaching). Ook de inzet via Beschut Werk en de inzet voor de sw-medewerkers behoren tot de maatschappelijke opgave van Sociaal Werk. De huidige ambitie van Sociaal Werk is er op gericht 4.500 Amsterdammers (inclusief de sw- medewerkers) met een arbeidsbeperking, die extra begeleiding nodig hebben naar werk te hebben begeleid, zoals ook opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Sociaal Werk uit 2018. Collegebesluit tijdelijke inzet extra maatregelen 2021 Het college besloot in haar vergadering van 16 november 2021 om een extra impuls aan Sociaal Werk te geven met als doel de ambitie, die door de coronacrisis onder druk is komen te staan, te realiseren om eind 2022 4.500 Amsterdammers aan het werk te hebben op Sociaal Werk. Het college besluit hiertoe een aantal concrete extra maatregelen in te zetten. Collegeprogramma 2022-2026 Het college blijft sterk inzetten op het naar werk helpen van Amsterdammers. Dit is in de volgende punten vit het Amsterdams Akkoord 2022-2026 meegenomen: el oonkostensubsidie (LKS) kan een effectief instrument zijn. We investeren extra om het aanbod uit te breiden en kijken ook hoe we Amsterdamse werkgevers kunnen helpen om hun bijdrage aan voldoende passend werk in de stad te leveren. sGesubsidieerd werk kan voor sommige mensen een hele goede opstap zijn naar het vinden van betaald werk. In Amsterdam bestaan verschillende vormen zoals de Werkbrigade en buurtbanen en wordt nagedacht over basisbanen. We beoordelen komende periode de inzet op gesubsidieerd werk de komende jaren in relatie tot Sociaal Werk. Reden bespreking Niet van toepassing. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.19 2 VN2022-033208 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, Werk, Participatie 9 Amsterdam - Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, en Inkomen % Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023 Ter kennisneming Niet van toepassing. Welke stukken treft v aan? AD2023-053105 Bijlage - Sociaal Werk onder de Participatiewet (pdf) AD2022-094603 Commissie SED Voordracht (pdf) AD2023-053104 Raadsinformatiebrief Sociaal Werk 2022-2026. pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) WPI, Marc de Lange, 06-50065757, marc. lange @amsterdam.nl Gegenereerd: vl.19 3
Voordracht
3
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 11 november 2021 Ingekomen onder nummer 709 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake geen onderwijshuisvesting voor FETO- gelieerde instituten Onderwerp Geen onderwijshuisvesting voor FETO-gelieerde instituten Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Begroting 2022. Constaterende dat: -_ Het bekend is geworden dat FETO-gelieerde instituten aanvragen hebben ingediend voor onderwijshuisvesting; -__FETO een internationaal erkende terroristische organisatie is. Overwegende dat: -_Het recht op onderwijshuisvesting niet misbruikt mag worden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Onderwijshuisvesting niet mogelijk te maken voor scholen die gelieerd zijn aan FETO. Indiener N. Yilmaz
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 2057 Datum indiening 14 oktober 2019 Datum akkoord 11 december 2019 Publicatiedatum 12 december 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Nanninga inzake het aantal terugkerende uitgeprocedeerden. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 12 oktober 2019 berichtte De Telegraaf’ dat in vier van de steden waar op het moment de LVV-pilot (LVV = Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen) wordt uitgevoerd, in totaal nog maar 13 personen zijn teruggekeerd. En dat terwijl er het afgelopen jaar in deze vier steden maar liefst 750 mensen zijn opgevangen. In het krantenartikel wordt voorts gemeld dat de gemeente Amsterdam geen cijfers wilde verstrekken over de LVV in Amsterdam. In Amsterdam is het streven van het college van GroenLinks, D66, PvdA en SP, op termijn 500 opvangplekken te realiseren voor ongedocumenteerden. Op sommige locaties worden reeds ongedocumenteerden opgevangen. De fractie van Forum voor Democratie wil graag weten wat de huidige stand van zaken is, en of er al resultaten worden geboekt met de opvang van ongedocumenteerden die onze stad opzadelt met miljoenen euro's aan kosten. Gezien het vorenstaande heeft het lid Nanninga, namens de fractie van Forum voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het bericht dat de gemeente Amsterdam geen cijfers wilde verstrekken aan De Telegraaf? Zo ja, waarom niet? Antwoord De gemeente Amsterdam wil eerst de raadsleden informeren, voor zij de media informeert. In de raadsbrief d.d.11 juli 2019 is aan de raad gecommuniceerd dat de resultaten van het Uitvoeringsplan 24-uursopvang begin 2020 worden verstuurd middels een voortgangsbrief. ' https://www.telegraaf.nl/nieuws/494975987/uitgeprocedeerde-asielzoekers-vertrekken- amper 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer we cember 2019 Schriftelijke vragen, maandag 14 oktober 2019 Disclaimer: De LVV-pilot is op 1 maart 2019 van start gegaan. Amsterdam is op 1 juli 2019 begonnen met de uitvoering van het Uitvoeringsplan 24-uursopvang: de LVV- en Dublinpilot. De cijfers die aan u worden verstrekt zijn een momentopname en deels afkomstig van begeleiding en inspanningen van vóór 1 juli 2019. De gemiddelde verblijfsduur is vóór 1 juli 2019 niet geregistreerd, hier kan daarom niet op worden ingegaan. In de voortgangsbrief van begin 2020 zult u worden geïnformeerd over de resultaten over het Uitvoeringsplan 24-uursopvang. 2. Hoeveel ongedocumenteerden in totaal worden nu in Amsterdam opgevangen? Hoeveel daarvan zitten er in 24-uursopvang? Antwoord In de huidige 24-uursopvang verblijven op dit moment 484 ongedocumenteerden (waaronder 82 mensen met leefgeld). Hieronder vallen ook de 360 personen die tot het programma LVV behoren. 3. Hoeveel plekken voor 24-uursopvang zijn er tot nu toe gerealiseerd”? Antwoord Zie de raadsbrief d.d. 20 november 2019. 4. Hoeveel ongedocumenteerden zijn er de afgelopen jaren teruggekeerd? Hoe lang duurde het verblijf voor deze groep gemiddeld, en hoe lang daarvan was het verblijf in 24-uursopvang? En wat is het aantal sinds de start van de LVV-pilot? Antwoord Zowel in 2017 als in 2018 zijn er 29 ongedocumenteerden teruggekeerd. Sinds de start van de LVV-pilot op 1 maart 2019 zijn er 15 ongedocumenteerden teruggekeerd naar hun land van herkomst. 1 Dublinclaimant is vrijwillig teruggekeerd naar het Dublin land. 5. Hoeveel ongedocumenteerden zijn vertrokken naar onbekende bestemming? Hoe lang duurde het verblijf voor deze groep gemiddeld, en hoe lang daarvan was het verblijf in de 24-uursopvang? En wat is het aantal sinds de start van de LVV-pilot? Antwoord Sinds de start van de LVV-pilot zijn er 38 ongedocumenteerden, waarvan 5 Dublinclaimanten vertrokken met onbekende bestemming. 6. Hoeveel uitgeprocedeerden die opvang hebben genoten in Amsterdam zijn er in detentie gezet in afwachting van terugkeer? Antwoord Er zijn vanaf 1 maart 20 ongedocumenteerden in detentie gezet, waarvan 7 Dublinclaimanten, vanwege het niet hebben van rechtmatig verblijf (vreemdelingenbewaring) of een strafbaar feit. 2 mensen zijn vanuit bewaring uitgezet naar land van herkomst. 5 mensen zijn vanuit bewaring overgedragen aan het Dublin land. Van de mensen die onder de LVV-pilot vallen, wordt per 1 juli 2019 een label aangemaakt in het landelijke politieregistratiesysteem van de nationale politie. Dit houdt in dat hoewel de ongedocumenteerde onrechtmatig is 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer we cember 2019 Schriftelijke vragen, maandag 14 oktober 2019 in Nederland, er niet meteen een maatregel zal volgen (vreemdelingenbewaring), omdat hij/zij meewerkt aan perspectief en in gesprek is met de overheid. 7. Hoeveel uitgeprocedeerden die in de Amsterdamse 24-uursopvang verblijven hebben een verblijfsvergunning gekregen? Hoeveel hebben er een nieuwe aanvraag gedaan? Wat is het aantal sinds de start van de LVV-pilot? Antwoord Sinds de start van de LVV-pilot hebben 9 ongedocumenteerden een verblijfsvergunning gekregen en 26 ongedocumenteerden hebben een nieuwe aanvraag gedaan. 8. Zijn er uitgeprocedeerden in de Amsterdamse 24-uursopvang die niet wilden meewerken en zo ja hoeveel? Wat is er met deze personen gebeurd? Antwoord In deze fase van de pilot kan dit nog niet worden beoordeeld. Begin 2020 zult u hierover worden geïnformeerd middels een voortgangsbrief. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 618 Datum indiening 24 september 2019 Datum akkoord 18 mei 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake de mogelijke opheffing van het doelgroepenteam zakkenrollers Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 24 september 2019 publiceerde De Telegraaf over de successen die het doelgroepenteam zakkenrollers boekt in het centrum. Sinds januari zouden er meer dan 7/50 personen zijn gearresteerd voor zakkenrollen, dealen en straatroven. Ondanks dit succes, zou er sprake zijn van een mogelijke opheffing van het team. De fractie van de VVD vindt het van cruciaal belang dat dit team actief blijft in de stad. Zonder dit team hebben zakkenrollers, drugsdealers en horlogebendes vrij spel in de binnenstad, met alle gevolgen van dien voor de veiligheid van bewoners en bezoekers. Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe oordeelt het college over het functioneren van dit doelgroepenteam? Antwoord: Het doelgroepenteam is een waardevol team met, gelet op de aantallen arrestaties per jaar, een heterdaadkracht op delicten als zakkenrollen, straatroof en nepdope dealen. Daar gaat richting daders een afschrikkende werking van uit. 2. Draagt dit team volgens het college bij aan een dagelijkse en systematische aanpak van misdaad in de binnenstad? Graag een toelichting. Antwoord: Zie beantwoording vraag 1. 3. Vindt het college net als de fractie van de VVD dat de werkwijze van dit team (in burger) de heterdaadkracht en slagkracht van dit team enorm versterkt? Antwoord: Agenten in burger versterken bij delicten als zakkenrollen, straatroof en nepdope dealen de heterdaadkracht en daarmee ook de slagkracht. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Bis Gemeenteblad R Datum 18 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 september 2019 4. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het aanpakken van deze criminaliteitsvormen een continue aanpak en inzet vraagt? Antwoord: Het doelgroepenteam bepaalt aan de hand van de situatie op straat of zij (lok)agenten in burger inzetten. Zij zijn dan voorzien van gewilde straatroofbuit zoals horloges. Dit is echter opsporing en daarom een afweging tussen politie en OM. Zolang dit effectief is ondersteunen we deze inzet bij het voorkomen van berovingen. 5. Kan het college de berichten bevestigen dat er sprake is van een mogelijke opheffing van dit tam? Zo ja, per wanneer zou het team worden opgeheven? Antwoord: Het volledig opheffen van het team is nu niet aan de orde. Wel is het zo dat — in brede zin — de beschikbare politiecapaciteit terugloopt. Dit geeft aanleiding tot het maken van nog nader te bepalen keuzes. Het ‘doelgroepenteam'’ is met bestuurlijk mandaat ingesteld en kan alleen na besluitvorming in de Driehoek worden opgeheven. 6. Wat is er qua capaciteit (uitgedrukt in mankracht en geld) nodig om dit team actief te houden? Antwoord: De afgesproken bezetting zoals vastgesteld door District Centrum-Noord ten aanzien van het Doelgroepenteam bedraagt 11fte. Het samenstel van dit team komt voort uit de levering door de drie basisteams van het centrum. Het doelgroepenteam bestaat uit één Operationeel Expert (Inspecteur — schaal 9) en een aantal brigadiers en hoofdagenten (schalen 8/7) 7. Hoeveel gebiedsverboden heeft dit doelgroepenteam het afgelopen jaar op last van de officier van justitie opgelegd? Welke geografische omvang en tijdsduur hebben deze gebiedsverboden? Antwoord: Het aantal gebiedsverboden opgelegd op last van de Officier van Justitie wordt bijgehouden door het Openbaar Ministerie. Een dergelijk gebiedsverbod vindt namelijk zijn grondslag in art. 38v lid 2 Wetboek van Strafrecht. Artikel 38v Sr kent niet een specifiek gebied waarop het verbod van toepassing is. De Officier bepaalt voor welk gebied het verbod geldt. Vanaf januari 2019 tot september 2019 zijn er 750 aanhoudingen verricht. In december 2019 berichtte de politie dat het doelgroepenteam ruim 1000 aanhoudingen heeft verricht. Parallel daaraan zijn er een vergelijkbaar aantal gebiedsverboden opgelegd. Dit betreffen bestuurlijke verblijfsverboden, waarvan hun juridische grondslag voortkomt uit art. 2.9 APV Amsterdam. Het gebied waarin deze verboden zijn uitgeschreven betreft het ‘Algemeen Overlast Gebied’ op grond van artikel 2.9 APV Amsterdam. De tijdsduur van het verblijfsverbod varieert van 24-uur tot drie maanden en hangt af van het gegeven of er sprake is van een first offender, of het overtreden van een reeds opgelegd gebiedsverbod. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Bis Gemeenteblad R Datum 18 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 september 2019 8. Wat kan het college zeggen over de groep daders? Welk deel van de arrestanten heeft een verblijfsvergunning? Klopt het dat asielzoekers in toenemende mate deel uitmaken van deze groep? Antwoord: De politie registreert niet of een verdachte een verblijfsvergunning heeft. De verblijfstatus is echter wel te herleiden uit de gegevens die de verdachte opgeeft ten behoeve van de aanhouding. Het vaststellen van de identiteit van een verdachte geschiedt op basis van identiteitsdocumenten, documenten die daarmee verband houden en/of naam-, adres- en woonplaatsgegevens. Dit wordt in het kader van het strafrecht uitgevoerd en valt daarmee onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. Om zicht te krijgen op welke personen betrokken zijn bij criminele activiteiten is de verblijfsstatus voor politie en OM irrelevant in de strafrechtketen. Om die reden is er voor de politie geen grondslag voor het registreren van de juridische verblijfsstatus van verdachten. De Immigratie- & Naturalisatiedienst (IND) registreert wel de status van vreemdelingen in Nederland. De juridische verblijfsstatus wordt door de IND vastgesteld en kan aan verandering onderhevig zijn. De strafrechtketen en de migratieketen hebben een protocol afgesloten ten aanzien van vreemdelingen in strafrechtketen. Het VRIS-protocol is van toepassing op een in Nederland verblijvende vreemdeling met of zonder rechtmatig verblijf die in Nederland verdacht wordt van het plegen van een misdrijf en/of hiervoor is veroordeeld. Het doel van het protocol is vreemdelingenrechtelijke gevolgen te verbinden aan door politie en justitie geconstateerde strafbare feiten. Hierbij valt de denken aan intrekking van de verblijfsvergunning en uitzetting. De politie bevestigt wel dat ervaring uit de dagelijkse praktijk leert dat de daders die zich in Centrum bezighouden met diefstallen, berovingen, dealen en zakkenrollen vooral afkomstig zijn uit de zogenaamde “veilige landen”. De ervaring is dat het aandeel van deze dadergroep bij deze delicten de afgelopen jaren min of meer hetzelfde is gebleven. Sinds 2019 registreert de politie wel met het kenmerk ‘mobiel banditisme’. Dat heeft betrekking op rondtrekkende internationale bendes zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland die zich met name richten op vermogensdelicten!. Naast “veilige landers” vallen in die definitie ook daders uit andere landen, zoals de Oost-Europese. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, gemeentesecretaris 1 Exacte definitie: https://wetten.overheid.nl/BWBRO042162/2019-05-01 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord Datum Invulling Oud Noord Noord Oost Noord West 16-okt[Plenair - Agenda Amsterdam autoluw - Nota Varen II Geen vergadering 6-nov|Gebieden Oud Noord: Noord Oost: Noord West: -Gebiedsplannen -Gebiedsplannen -Gebiedsplannen -Stedenbouwkundig plan Klaprozenbuurt Geen vergaderng |___—————— 20-nov/Plenair -Staat van Noord - Presentatie Elzenhagen Zuid 4-decfPlenair - Advies inzake aanpassing van de Welstandsnota Schoonheid van Amsterdam -Vaststellen gebiedsplannen Geen vergadering BE Geen vergadering BE Geen vergadering Oud Noord: Noord Oost: Noord West: Geen vergadering -Visie en toetsingskader Noorder-Ijplas teder OP Geen vergaderd EE - Consultatie voorkeurslocatie PTA Oud Noord: Noord Oost: Noord West: ng ij ij Oud Noord: Noord Oost: Noord West: mee OE BE Oud Noord: Noord Oost: Noord West: BE BE Oud Noord: Noord Oost: Noord West: B B Nog niet ingeplande onderwerpen: Jaar Datum Onderwerp ELC Bijzonderheden n.n.b. jn.n.b. Recreatieschap Twiske Robert Brand Pfh. Groenewoud adviseert de Landschapsvisie hierbij te betrekken Overweg Luchtkwaliteit Nicoline van der Torre ee n.n.b. jn.n.b. Geluidswal Kadoelen Dennis Overweg, Frans Rein JN.a.v. Stem van Noord 15 Jurrema, Canan Uyar & mei 2019 Nicoline van der Torre n.n.b. _ijn.n.b. Groen Wijbe Langeveld, Fatin Bewoner die hierbij Bouali, Canan Uyar betrokken wil worden: Camiel Ledderhof en Rebecca Kloosterman [email protected] NDSM © stoepen Canan Uyar 2018 OO NoordWest Overweg n.n.b. jn.n.b. Bereikbaarheid Frans Rein Jurrema, Canan TE Eel Fatin Bouali n.n.b. Jn.n.b. Meer sportmogelijkheden in JCanan Uyar, Dennis In samenwerking met Robert TT Peter Willing Noord). OO Hamerstraatgebied Overweg OO Langeveld n.n.b. Jn.n.b. Toegankelijkheid van Noord fFatin Bouali, Dennis TT ee beperking 201901 Tweede technische sessie Verzoek gedaan op eerste TEE informatieavonden ed Werkbezoeken: Jaar Datum Onderwerp EKL Bijzonderheden A n.n.b. _n.n.b. Hamerkwartier Verzoek gedaan op EL
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam VV L % Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit) % Gewijzigde agenda, donderdag 7 juni 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit) Tijd 09.00 tot 12.30 uur Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL d.d. 09 mei 2012 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie VVL@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen. 6 _ Tkn-lijst Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Gewijzigde agenda, donderdag 7 juni 2012 Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Financiën 11 Kadernota 2013 Nr. BD2012-005356 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 20/21 juni 2012). e _ Stukken zijn separaat verzonden Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 12 Meerjaren Werk- en Investeringsprogramma 2012-2016 Nr. BD2012-003291 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld te betrekken bij Kadernota 2013, agendapunt 11 13 Instemmen met het laten vervallen van de ondergrondse fietsenstalling Kleine- Gartmanplantsoen Leidseplein Nr. BD2012-005078 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 20 juni 2012). 14 Vaststellen wijziging bijzondere subsidieverordening oplaadpunten buiten de openbare ruimte voor elektrische voertuigen Nr. BD2012-004387 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d.). 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Gewijzigde agenda, donderdag 7 juni 2012 15 Uitstoot rondvaart: onderzoek TAUW, GGD en gesprek rederijen 25 april 2012 Nr. BD2012-004801 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 16 16 Afdoening toezeggingen raadscommissie VVL Nr. BD2012-004378 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen Geagendeerd op verzoek van commissielid Molenaar (GrLí) m.b.t TAUW rapport schone rondvaart e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 15 17 Beleidsregels nadeelcompensatie groot onderhoud Utrechtsestraat 2012 Nr. BD2012-005253 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Klatser (RED) e Was Tkn 6 in de raadscommissie VVL, d.d. 9 mei 2012 18 Vaststellen Werkprogramma Luchtkwaliteit 2012 en kennisname resultaten monitoring NSL 2011 Nr. BD2012-005251 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Molenaar (GrLi) e Was Tkn1 in de raadscommissie VVL, d.d. 9 mei 2012 19 AMSYS: Voortgangsrapportage Q3Q4-2011 Nr. BD2012-004379 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 20 20 Stand van zaken Renovatie Oostlijn - april 2012 Nr. BD2012-005252 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Van der Velde (Trots) e Was Tkn 5 in de raadscommissie VVL, d.d. 9 mei 2012 e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19 3 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Gewijzigde agenda, donderdag 7 juni 2012 21 Veiligheid en scenario's buitendienststelling Oostlijn ten behoeve van de renovatie Nr. BD2012-004979 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Kabinetbijlage ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de raadsgriffie TOEGEVOEGD AGENDAPUNT Financiën 22 Brief wethouders inzake Kunst in de metro Noord-Zuidlijn naar aanleiding van raadsinitiatief Nr. BD2012-005773 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De commissie KSZ is hierbij uitgenodigd. 4
Agenda
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1275 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 12 oktober 2016 Ingekomen in raadscommissie ID Te behandelen op 9/10 november 2016 Onderwerp Motie van het lid Alberts inzake de Begroting 2017 (de vervuiler betaalt). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Overwegende dat: — Amsterdam veel waarde hecht aan schone lucht; — de raad recent heeft ingestemd met het instellen van milieuzones voor scooters, bestelbusjes, touringcars en taxi's; — bij de behandeling van deze milieuzones door meerdere partijen werd gewezen op de enorme uitstoot van cruiseschepen, met een gemiddelde uitstoot van 700 vrachtwagens per schip; — vanuit de cruiseindustrie tot op heden geen medewerking is verleend aan voorstellen van Amsterdam om te verduurzamen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een plan uit te werken om hogere havengelden te heffen op bovengemiddeld vervuilende (cruise)schepen. Het lid van de gemeenteraad R. Alberts 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 592 Publicatiedatum 16 juni 2017 Ingekomen onder AR Ingekomen op donderdag 8 juni 2017 Behandeld op donderdag 8 juni 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake het beleidskader Verlichting (uitwerking van plan experimenten naar raad). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het beleidskader Verlichting (Gemeenteblad afd. 1, nr.427). Constaterende dat in het beleidskader Verlichting ruimte wordt geboden aan experimenten met faunavriendelijke verlichting in groenstructuren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de uitwerking van de plannen voor de experimenten met faunavriendelijke verlichting in groenstructuren voor de start van de uitvoering naar de gemeenteraad te sturen. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 18 januari 2024 Portefeuille(s) Regelgeving en Handhaving Portefeuillehouder(s): Femke Halsema Behandeld door Toezicht & Handhaving Openbare Ruimte ([email protected]) Onderwerp Automatische containersignalering Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. Vorig jaar is een pilot ‘Objectherkenning in de Openbare Ruimte’ succesvol afgerond in het centrum van Amsterdam. In deze pilot werden illegale bouwcontainers in stadsdeel Centrum gesignaleerd door een scanauto en doorgestuurd naar handhavers van Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR). Een belangrijk voordeel van deze voorziening voor de gemeente is dat toezichthouders en handhavers beter en doelgerichter kunnen handhaven op illegale bouwcontainers, waarbij de focus ligt op kwetsbare bruggen en kademuren. Voor de gemeente is deze voorziening daarmee een belangrijke ontwikkeling in het slim en effectief handhaven voor een toegankelijke, leefbare, schone en veilige stad. De pilot voor containerherkenning heeft aangetoond dat voor stadsdeel Centrum potentieel 72 vur per maand kan worden bespaard indien alle illegale containers via deze werkwijze worden opgespoord. Het streven is om vanaf 1 april dit jaar in het centrum van Amsterdam de objectherkenning toe te passen. Automatische Containersignalering De techniek en werkwijze maakt automatische signalering van mogelijke illegale bouwcontainers en bouwketen mogelijk. Dat gebeurt door gebruik van artificiële intelligentie. Daarmee kan meer proactief en doelgerichter onderzoek naar bouwcontainers worden uitgevoerd. We zijn daardoor beter in staat te handhaven op illegale objecten in de openbare ruimte. Dat speelt handhavingscapaciteit vrij. De implementatie is gericht op stadsdeel Centrum, zoals bij de pilot. Voor de containerherkenning worden één keer per twee weken beelden verzameld van de bruggen en kademvren in stadsdeel Centrum. Hiervoor is een marktpartij geselecteerd via een niet-openbare Europese aanbesteding. De opdracht is op 8 december 2023 definitief gegund aan Velo Postal B.V. Deze partij heeft zich van de andere twee inschrijvers onderscheiden door op een duurzame en relatief goedkope manier beelden van de openbare ruimte in te winnen. De verzameling van de beelden vindt namelijk plaats per fiets. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 janvari 2024 Pagina 2 van 2 Beeldherkenningsvoorziening De containerherkenning is onderdeel van de beeldherkenningsvoorziening OOR, ‘Objectherkenning in de Openbare Ruimte’. Containerherkenning is de eerste toepassing waarvoor OOR in gebruik genomen gaat worden. De potentie van deze beeldherkenningsvoorziening is breder, waarbij meerdere objecten tegelijkertijd gesignaleerd kunnen worden die relevant zijn voor onder andere het beheer van de openbare ruimte. Denk hierbij aan afval, scheuren in het wegdek en scheve lantaarnpalen. Risiconiveau en participatie Alle privacy- en beveiligingsprotocollen zijn met zorg doorlopen voor de pilot containerherkenning begin 2023. Voor april 2024 zal de beeldherkenningsvoorziening klaar worden gemaakt voor implementatie van containerherkenning. Hierbij worden alle privacy- en beveiligingsprotocollen nog een keer doorlopen. Er zal worden voldaan aan het Toetsingskader Algoritmes van de Algemene Rekenkamer. Binnen de voorziening wordt er gebruik gemaakt van Blurring as a Service (BaaS). Het risiconiveau van het containeralgoritme is beperkt. Het verwerkt mogelijk nog persoonsgegevens (beelden) die niet door BaaS zijn geanonimiseerd. Het systeem stuurt alleen meldingen naar handhaving over mogelijk illegale objecten. De analyse en anonimisering van de beelden vindt plaats in de camera op de fiets. Een handhaver besluit uiteindelijk of er een boete wordt geschreven. Amsterdammers worden bij de doorontwikkeling van de beeldherkenningsvoorziening OOR betrokken via een speciaal daarvoor ingericht burgerpanel, dat in januari van dit jaar van start is gegaan. Voor elke nieuwe toepassing zal een apart besluit worden genomen. In een later stadium wordt voor THOR gekeken naar uitbreiding naar andere stadsdelen en uitbreiding naar andere mogelijk illegale objecten in de openbare ruimte. Bijvoorbeeld steigers en dixis die onder dezelfde objectvergunning vallen. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, / / Femke Halsema Burgemeester Bijlagen 1. Evaluatie pilot automatische containerherkenning (geanonimiseerd) Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 721 Publicatiedatum 18 september 2013 Ingekomen onder j Ingekomen op woensdag 11 september 2013 Behandeld op woensdag 11 september 2013 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake het collegebesluit om 2900 handtekeningen voor het erfpachtreferendum niet mee te laten tellen (laat de 2900 handtekeningen wél meetellen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid mevrouw Shahsavari- Jansen van 9 september 2013 inzake het collegebesluit om 2900 handtekeningen voor het erfpachtreferendum niet mee te laten tellen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 707); Overwegende dat: — _hetcollege heeft besloten om 2900 handtekeningen die zijn opgehaald in de eerste fase van het erfpachtreferendum niet te laten meetelleen voor de daaropvolgende twee fasen; — de drie fases van een referendumverzoek allen betrekking hebben op hetzelfde onderwerp; — _hetniet logisch en niet goed uit te leggen is als mensen twee keer hetzelfde referenduminitiatief moeten ondertekenen; — de Amsterdammers achter deze 2900 handtekeningen hiermee ook hun stem kwijt zijn, omdat via petities.nl niet opnieuw getekend kan worden; — de gemeente een samenwerkingsverband is aangegaan met petities.nl; — de initiatiefnemer van het referendum op 15 juli een ‘optout-regeling’ aan het college heeft voorgesteld om deze 2900 handtekeningen toch te kunnen laten meetellen voor de volgende fasen; — het college hier pas op 3 september 2013 negatief op heeft geantwoord; — de Verordening op het Burgerinitiatief, het Volksinitiatief en het Referendum onduidelijk hierover is, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 721 Moti Datum 18 september 2013 Ie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de in de eerste fase opgehaalde 2900 handtekeningen wel mee te laten tellen voor fase twee en drie van het erfpachtreferendum. Het lid van de gemeenteraad, M.D. Shahsavari-Jansen 2
Motie
2
discard
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord 16 juli t/m 28 |\Zomerreces augustus 6 september | Technische Uitnodiging 19 juli 2022 gemaild 2022 sessie omgevingswet nn Slaan eerste paal Buurtkamer Diereneiland 17 t/m 21 Herfstreces oktober 2022 | _25 november [Heidag | 2022 28 december |Kerstreces 2022 t/m 6 januari 2022
Agenda
1
train
2x Gemeente Amsterdam D West 2 Agenda Stadsdeelcommissie West Vergaderdatum Dinsdag 26 januari 2021 19.45- 23.00uur Locatie MS-Teams Telefoonnummer Bestuursondersteuning 06-51250957 E-mail [email protected] Internet Wwww.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden). Daar staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl Voorzitter Hans Mol Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE 26 januari 2021 Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is voorgedragen 1. 19,45 - 20.00u Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten Ruimte voor inbreng van actualiteiten!, 2. 20.00 - 20.30u Bewoners aan het woord Ruimte voor inspraak van bewoners over niet geagendeerde onderwerpen? OORDEELSVORMEND 3. 20.30 - 21.30u Dagelijks Bestuur: Stedelijk Kader Buurtbudgetten Portefeuille: Carolien de Heer Deadline 4 februari 2021 OORDEELSVORMEND 4, 21.30 - 22.30u Stadsdeelcommissie: Evaluatie Bestuurlijk Stelsel Portefeuille: Carolien de Heer Deadline 27 januari 2021 OORDEELSVORMEND 5. 22.30 - 22.55u Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag Ontwerpverkeersbesluit 7,5 t-zone - Programma Bruggen en Kademuren Portefeuille: Carolien de Heer Deadline: 15 februari 2020 Rondvraag TKN: Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag Regels voor het aanbrengen van feestverlichting Portefeuille: Carolien de Heer Deadline: 21 februari 2021 1 De agendacommissie beslist voorafgaand aan de bijeenkomst of iets een actualiteit is. 2 Als u wilt inspreken dan kan dat. Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via [email protected]. Pagina 2 van 2 Gemeente Amsterdam West 2
Agenda
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 803 Publicatiedatum 16 oktober 2013 Ingekomen onder Y Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013 Behandeld op woensdag 2 oktober 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het raadslid de heer Ivens inzake de ontruiming van de vluchtflat. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de raadsleden mevrouw Van Doorninck, de heer Ivens en de heer Paternotte van 30 september 2013 inzake de ontruiming van de vluchtflat per 1 oktober 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 772); Overwegende dat: — erna 371 dagen actievoeren nog geen oplossing komt voor het gegeven dat niet alle uitgeprocedeerde asielzoekers verplicht uitgezet kunnen worden; — veel uitgeprocedeerde asielzoekers de voorkeur geven aan illegaal in dit land te blijven boven vrijwillig vertrek; — dit gevolgen heeft voor de veiligheid en gezondheid van deze uitgeprocedeerde asielzoekers, alsmede voor de veiligheid en leefbaarheid van de Amsterdamse buurten; Constaterende dat: — de gemeente wettelijk geen uitgeprocedeerde asielzoekers mag opvangen, maar ook een zorgplicht heeft voor mensen die in deze stad verblijven en verantwoordelijk is voor de veiligheid in de stad, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: een tijdelijk onderkomen te zoeken voor de huidige groep uitgeprocedeerde asielzoekers die in de vluchtflat verblijven voor de periode totdat de regering met een permanente oplossing komt. Het lid van de gemeenteraad, L.G.F. Ivens 1
Motie
1
discard
% An Agenda vergadering Stadsdeelcommissie X Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. 1 X 28 maart 2023 Start om 19.30 uur Vergadering Stadsdeelcommissie Voorzitter SDC: Pieter Nijhof Secretaris SDC: Karin Grent 1. Opening 2. Mededelingen 3. Insprekers 4. Mondelinge vragen 5. Adviesaanvraag Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (besluitvorming) 6. Stadsdeelpanel/Democratisering tools 7. Openbaar vervoer vanwege de nieuwe concessie 8. Motie inzake dak- en thuislozen 9. Ingekomen stukkenlijst 10. Vaststellen afsprakenlijst SDC 14 maart 2023 11. Rondvraag 12. Sluiting Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via [email protected] Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
Agenda
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 370 Datum indiening 8 december 2017 Datum akkoord 3 april 2018 Publicatiedatum 4 april 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groen inzake de documentaire 'Beerput Nederland’. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op zondag 3 december 2017 was de documentaire ‘Beerput Nederland’ te zien bij de NPO. In 2009 is 30 miljoen liter zwaar giftig afvalwater uit Angola naar Nederland verscheept. Bij de verwerking is gesjoemeld met transportdocumenten. Een deel van het afvalwater is in Amsterdam verwerkt door het bedrijf Main, en daarna aangeboden aan de waterzuivering west. Bij de zuivering door Main zijn alleen vaste bestanddelen uit het water gehaald, maar de giftige stoffen in het water zijn er daardoor niet uit gehaald. Een groot deel is in het IJ beland. Door de stroming in het IJ is dit giftige afvalwater weggestroomd langs zwemplekken waar ook kinderen zwemmen. De documentaire maakt aannemelijk dat dit soort gesjoemel met afvalstoffen nog altijd door gaat. Voorts haalt de documentaire milieu-inspecteurs aan die vertellen dat ze bij hun inspectiewerk soms worden tegengewerkt. Volgens emeritus hoogleraar TU Delft Ben Ale worden milieu-inspecties vaak gezien als het lastigvallen van bedrijven. Gegeven deze situatie baart het de fractie van GroenLinks grote zorgen dat incidenten zoals in 2009 zich zouden kunnen herhalen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Groen, namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van de (inhoud van) de documentaire? Zo ja, wat is in algemene zin de reactie van het college op de onthullingen? Antwoord: Ja, het college heeft kennisgenomen van de documentaire ‘Beerput Nederland’. In de bedoelde documentaire wordt een aantal oude zaken voor het voetlicht gebracht. De aangehaalde kritiek van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid op het bezuinigingsbeleid van de regering dateert van begin 2013. Sindsdien zijn het Rijk, de provincies, de gemeenten, de omgevingsdiensten (na oprichting in 2014) en waterschappen hard bezig geweest om vergunningverlening, toezicht en handhaving te verbeteren. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng 10 Gemeenteblad R Datum 4 april 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 december 2017 De documentaire had betrekking op een illegale lozing op het persriool naar de waterzuivering van Stichting Waternet door een specifiek Amsterdams bedrijf. Het betreffende bedrijf, Maritieme Afval Inzameling Nederland (MAIN) B.V, heeft geen lozingspijp of vergunning van Rijkswaterstaat (RWS) om afvalwater afkomstig van het bewerken van afvalstoffen direct in het oppervlaktewater te lozen. Er is destijds geen illegale lozing op het oppervlaktewater geconstateerd. Sinds 2010 loopt een verbeterproces voor de vergunningverlening, toezicht en handhaving. Ook wordt er scherper en consequenter toezicht gehouden en gehandhaafd. Deze intensievere aandacht voor MAIN heeft geleid tot een aanzienlijke verbetering van de kwaliteit van het op het gemeentelijk riool geloosde bedrijfsafvalwater. Vanaf november 2016 gelden er voor MAIN strengere rioollozingsnormen. In februari 2017 is gebleken dat MAIN in strijd met die strengere normen in december 2016 en januari 2017 afvalwater heeft geloosd op het riool. Door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) is daarop een last onder dwangsom opgelegd, waarna geen overtredingen meer zijn geconstateerd. Momenteel loopt een revisievergunningstraject, waarbij aandacht wordt besteed aan een beheersing van het gehele proces (inname, verwerking en afvoer/lozing van afvalstromen). 2. Op welke wijze verloopt de inspectie van de verwerking van afvalwater in Amsterdam op dit moment? Is het college van mening dat de capaciteit bij de milieu-inspectie voldoende is om dit soort incidenten in de toekomst te voorkomen? Antwoord: De vergunningverlenings-, toezicht- en handhavingstaken (VTH) in relatie tot afvalstromen worden in het Noordzeekanaalgebied door verschillende bevoegde gezagen uitgevoerd. e Rijkswaterstaat West-Nederland Noord (RWS WNN) is de waterkwaliteitsbeheerder van het Noordzeekanaal. RWS WNN houdt toezicht en handhaaft bij ca. 400 installaties die lozen op het Noordzeekanaal. * OD NZKG voert voor de provincie Noord-Holland toezicht- en handhavingstaken uit met betrekking tot de acceptatie en verwerking van afvalwater en wat er wordt geloosd op het riool vanaf de inrichting. e Stichting Waternet voert voor het waterschap Amstel, Gooi en Vecht inspecties uit op lozingen op het overige oppervlaktewater en de zuivering van het afvalwater uit het riool. Waternet is daarnaast rioolbeheerder. Stichting Waternet is genoodzaakt aanvullende monitoring uit te voeren. Door Waternet is een aanvullend veiligheidsprotocol opgesteld ter bescherming van eigen medewerkers én de omgeving vanwege de potentieel gevaarlijke waterkwaliteit in dit gemeentelijke rioolstelsel. Deze bovengenoemde instanties zijn van mening dat zij voldoende capaciteit hebben om risicogerichte inspecties uit te kunnen voeren bij vergunning-plichtige inrichtingen. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng 10 Gemeenteblad R Datum 4 april 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 december 2017 3. Heeft het college zich er van vergewist dat milieu-inspecteurs in Amsterdam vrijelijk hun werk kunnen doen, daarbij niet worden tegengewerkt, en niet behandeld worden als een instantie die bedrijven lastig valt? Antwoord: De inspecteurs van de eerder genoemde instanties zijn specifiek opgeleid hun taak professioneel uit te kunnen voeren. De medewerkers zijn zich bewust van hun eigenstandige rol en ervaren niet dat ze worden gezien als vertegenwoordigers van een instantie die bedrijven lastig valt. 4. Wat kan de gemeente doen aan (chemische) bedrijven die de veiligheidsregels overtreden of hun afval niet legaal verwerken? Antwoord: De betrokken instanties kunnen diverse handhavingsmiddelen inzetten zoals bestuursdwang en strafrecht. Indien geconstateerd wordt dat een bedrijf voortdurend vergunningvoorschriften of algemene regels overtreedt, worden zwaardere handhavingsmiddelen ingezet, zoals verscherpt toezicht, hogere frequentie van (on)aangekondigde inspecties, last onder dwangsommen of strafrechtelijke procedures. Dit komt in de praktijk niet vaak voor. Afhankelijk van de ernst van de overtreding wordt ook strafrechtelijk opgetreden al dan niet in samenwerking met de politie en het Openbaar Ministerie. 5. Welke stappen kan het college zetten om een herhaling van lozingen van afvalwater als in 2009 te voorkomen? Is het college bereid die stappen ook te zetten? Antwoord: Lozingen van afvalwater valt onder het bevoegd gezag van de hierboven genoemde instanties. Het college is van mening dat deze instanties voldoende zijn toegerust een herhaling van een dergelijke lozing zoveel mogelijk te voorkomen en zo nodig namens het bevoegde gezag (Gedeputeerde Staten) bestuurlijk op te treden. Zie ook de beantwoording onder de vragen 1 en 4. Toelichting door vragensteller: Tenslotte stelt de documentaire dat het mogelijk is dat in de Rotterdamse haven giftige afvalstoffen worden bijgemengd in stookolie. Eerder stelde de fractie van GroenLinks al vragen over het bijmengen van gifstoffen in diesel die naar Afrika wordt geëxporteerd. Als reactie op de vragen van Groenlinks is een conferentie georganiseerd over de rol van havens en overheden ten aanzien van het bijmengen van afval. Daar zal nog een vervolg op worden georganiseerd in Antwerpen. Een van de andere uitkomsten van de conferentie was dat “de Leefomgeving en Transport (ILT) onderzoekt of en hoe de afvalregels van toepassing zijn op de betreffende mengsels. Hieruit komen mogelijk duidelijkere richtlijnen voor de producenten en opslagtankers over wat wel en niet gemengd en verhandeld mag worden. Het onderzoek is gestart in Amsterdam en zal worden uitgebreid naar Rotterdam en misschien Antwerpen. De resultaten worden eind 2017 verwacht.” 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer daor 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 december 2017 6. Zijn de resultaten al beschikbaar en zo nee, wanneer worden die verwacht? Antwoord: Op dit moment voert ILT een onderzoek uit naar de herkomst en kwaliteit van chemische (rest)stromen die worden gebruikt bij het blenden van zowel stookolie voor zeeschepen als benzine of diesel voor de West-Afrikaanse markt. Daarbij wordt specifiek bekeken of er mogelijk afvalstromen in de brandstoffen worden bijgemengd. ILT verwacht de resultaten van dit onderzoek in de eerste helft van 2018. Ter bestrijding van illegale toevoeging van stoffen aan stookolie is ILT de bevoegde instantie. Ook onderneemt zij, waar mogelijk, stappen op illegale handelswijzen zoals binnenlands gebruik van stookolie die niet aan de Nederlandse kwaliteitsnormen voldoen. Het college stuurt deze brief met de resultaten van het onderzoek ter kennisname aan de raadscommissie Werk en Economie. 7. Hoe staat het met de voorbereidingen van de vervolgconferentie in Antwerpen? Antwoord: Tijdens de stakeholdermeeting Schone Brandstoffen voor West-Afrika, georganiseerd door de gemeente Amsterdam op verzoek van enkele fracties in de Raad, is de problematiek van de export van brandstoffen met een hoog zwavelgehalte geagendeerd. Het Havenbedrijf Antwerpen heeft tijdens de meeting toegezegd in 2018 een vervolgmeeting te organiseren. Zodra het college meer weet over de timing van deze conferentie wordt de raad hierover geïnformeerd. Het Havenbedrijf Amsterdam wordt inzake het onderwerp geconsulteerd. Toelichting door vragensteller: Volgens de documentaire wordt er op dit moment nieuwe milieuwetgeving voorbereid, onder andere over het bijmengen van afvalstoffen in petroleumproducten. Verschillende partijen worden daarbij geconsulteerd. 8. Wordt de gemeente Amsterdam of de Haven Amsterdam, als grootste benzinehaven van de wereld, ook geconsulteerd? Antwoord: Zie het gecombineerde antwoord onder vraag 7. 9. Ongeacht het antwoord op de vorige vraag: is het college bereid contact te zoeken met de minister om het standpunt van de Amsterdamse gemeenteraad over te brengen dat er in de Amsterdamse haven geen afvalstoffen en gif mogen worden bijgemengd in diesel of stookolie? Antwoord: Het college is van mening dat het niet zo mag zijn, dat verboden (afval)stoffen worden bijgemengd in scheepsbrandstoffen of diesels in de olieterminals. Het college is van mening dat alle bedrijven zich aan de betreffende wet- en regelgeving moeten houden. Vooralsnog wordt het resultaat van het onderzoek van ILT afgewacht. 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing 10 Gemeenteblad ummer seat Datum 4 april 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 december 2017 Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
Bezoekadres > 4 Gemeente Bezoele Am ste rda m 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 x amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Stichting Cuypersgenootschap Afdeling Amsterdam T.a.v de heer D. Mulder Eerste Jacob van Campenstraat 14-3A 1072 BE Amsterdam Datum 5 september 2019 Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, Sacha Hansen, 06- 1081 5254, [email protected] Onderwerp Uw brief van 1 juli 2019 over het Parool-artikel over de Hollandsche Manege Geachte heer Mulder, Hartelijk dank voor vw brief d.d. a juli 2019 over de Hollandsche Manege aan de gemeenteraad. U maakt de gemeenteraad deelgenoot van uw teleurstelling over de negatieve berichtgeving over de behandeling van paarden in de Hollandsche manege d.d. 25 juni 2019. Op 10 juli 2019 heeft de gemeenteraad mij gevraagd om uw brief te beantwoorden. In vw brief beschrijft v de Hollandsche manege als vniek monument dat op het punt staat om ingrijpend gerenoveerd en gerestaureerd te worden. U bepleit dat de voortzetting van de originele functie (die van manege) voor het behoud van dit monument het allerbeste is. U laat weten dat door de aanpassingen op het gebied van dierenwelzijn, die bij de restauratie door Stadsherstel uitgevoerd gaan worden, het gebouw weer in alle opzichten laten voldoen aan de eisen van deze tijd. Gezien de inhoud van uw brief gaan wij er vanuit dat u hiermee een bijdrage heeft willen leveren aan de discussie die over de Hollandsche manege is gevoerd in de raadscommissie Wonen en Bouwen op 3 juli 2019. In deze vergadering werd de actualiteit van Raadslid Akerboom van de Partij voor de Dieren besproken. In deze actualiteit wordt verwezen naar het onderzoek van Stichting Dier & Recht: Paardenwelzijn op De Hollandsche Manege in Amsterdam, mei 2019. De inhoud van het Paroolartikel is gebaseerd op hetzelfde onderzoek. De raadsleden hebben voor de bespreking kennis kunnen nemen van uw brief. Zij hebben daarmee de nuancering die vw Stichting voor het voetlicht brengt, kunnen betrekken in hun oordeel. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, aurens Ivens Wethouder Dierenwelzijn Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Raadsadres
1
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 39 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Marttin en Boomsma inzake het voorkeursbesluit en vitvoeringsbudget voor het verkeersveilig maken van de Sloterweg West Onderwerp Randvoorwaardelijk maken van de verbeteringen aan de S106 , 5107, en de doorstroom Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het voorkeursbesluit en vitvoeringsbudget voor het verkeersveilig ma- ken van de Sloterweg West Constaterende dat, — Er mogelijk negatieve effecten zullen ontstaan ten aanzien van de doorstroom wanneer er tij- dens de herinrichting van de Sloterweg niet tevens ook verbeteringen ten behoeve van de al- gehele doorstroom worden gerealiseerd — Er plannen liggen om de S106 en de s107 te verbeteren, die verplaats zijn naar respectievelijk 2026, en 2029 — _ Het oplossen van zoveel mogelijk van de bovengenoemde problematiek leidt tot een duur- zame oplossing voor het hele gebied Overwegende dat, — Naast verkeersveiligheid, de doorstroom van de Sloterweg en het omliggende gebied van groot belang is — Het verbeteren van de S106 en S107, alsmede de algehele doorstroming in een eerder stadium onderdeel hebben uitgemaakt van de originele startnotitie — De huidige, voorliggende variant enkel aan symptoombestrijding doet, i.p.v. een duurzame oplossing bied voor zowel de verkeersveiligheid, de doorstroom en het ontsluitingsvraagstuk Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — De verbeteringen aan de S106 en S107 als randvoorwaarden onderdeel te laten vitmaken van de herinrichting van de Sloterweg — Deze verbeteringen, alsmede de verbetering van de doorstroming gelijktijdig met het sluiten van de Sloterweg moeten worden gerealiseerd Indieners A.A.M. Marttin D.T. Boomsma
Motie
2
discard
ke 000996 N% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Portefeuille Openbare Ruimte en Groen Agendapunt 32 Datum besluit College 8 maart 2022 Onderwerp Kennisnemen van het 3de verdeelvoorstel SHP Bovenwijks Groen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van het collegebesluit van 8 maart 2022 waarbij het college heeft ingestemd met het verdelingsvoorstel SHP Bovenwijks Groen van € 15.330.550 en de verdeling over de projecten. Wettelijke grondslag Artikel 108, tweede lid van de Gemeentewet. De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente wordt aan het gemeentebestuur overgelaten. Artikel 169 Gemeentewet Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Het SHP Bovenwijks Groen is in december 2020 vastgesteld door de gemeenteraad. Een projectenlijst met ingediende projecten heeft als onderbouwing gediend voor de investeringsaanvraag in de Voorjaarsnota 2021. De projecten zijn volgens de door het college vastgestelde criteria (besluit college B&W van 25 mei 2021) beoordeeld en gerangschikt. Naar aanleiding van deze aanvraag is in de begroting 2022 € 26,6 miljoen investeringsruimte opgenomen voor het SHP tot en met 2025. Met voorliggend verdeelvoorstel is er voor de genoemde projecten dekking en kan de voorbereiding van de projecten en kredietbesluit ter hand worden genomen. In de begroting 2021 was reeds € 26,5 miljoen opgenomen. Voor het gehele SHP t/m 2025 is daarmee € 53,1 miljoen beschikbaar. Na het vaststellen van een verdeelbesluit door het college gaan projecten door met de verdere voorbereiding. Indien het project voldoende zeker is van uitvoering kan een kredietbesluit worden genomen door het college. Daarmee worden de middelen definitief toegewezen aan de betreffende projecten. In totaal zijn kredietbesluiten SHP genomen voor € 19.644.000 (incl. het laatste kredietbesluit van 8 maart 2022) Onderbouwing besluit: Investeren in Bovenwijks Groen In het SHP Bovenwijks Groen is de ruimtelijke en financiële opgave tot en met 2025 opgenomen. De belangrijkste opgaven zijn in beeld gebracht op basis van de Groenvisie en ander vigerend beleid, de groei van de stad, ontwikkelingen op het gebied van groen en bestuurlijke ambities. Het verdelingsvoorstel vloeit voort uit het SHP en de daarin opgenomen projecten. Gegenereerd: vl.12 1 VN2022-006996 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming In de begroting van 2022 is voor het SHP Bovenwijks Groen 26,6 miljoen opgenomen tot 2025. De verdeling van € 10.947.520 over de verschillende projecten was opgenomen in het verdelingsvoorstel voor de eerste tranche eind 2021. Dit is inmiddels aangepast met € 198.930 tot € 11.146.450. De tweede tranche, de resterende € 15.330.550, wordt hierbij, na de actualisatie van de projectenlijst die eind 2021/begin 2022 heeft plaatsgevonden, ter kennisname aangeboden. Het totaal beschikbare budget voor SHP 2021-2025 is hiermee belegd: Vastgestelde Aanpassing agv Geactwaliseerde kredietbesluiten en bedragen Rn bedragen actualisatie Verdeelbesluit 1 € 26.455.000 € 26.578.000 Verdeelbesluit 2 € 10.947.520 € 198.930 € 11.146.450 Verdeelbesluit 3 € 15.330.550 € 15.330.550 | £52-733:079 £53055-009 De middelen worden aan de volgende projecten toegewezen: Sportpark Kadoelen, vitbreiding, aanvullende aanvraag € 737.295 Kwaliteitsimpuls Nelson Mandelapark Sportpark Sloten, herinrichting Drijfeilanden Zeeburgereiland Herinrichting Bijlmer Sportpark Bomenstructuur Buiksloterham Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie 1000 eoa f € 200.000 dierwoningen Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie vogeleiland voor f € 350.000 visdiefjes en rifballen Spoorbermen Overamstel € 262.656 Toekomstbestendig Erasmuspark Herinrichting/vergroening Platanenweg Recreatieve voorzieningen Markerdijk Westerpark Entreegebied Transformatorweg € 1.442.751 Gegenereerd: vl.12 2 VN2022-006996 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Ruimte en % Amsterdam jee 9 TAR Duurzaamheid % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Inpassing locatie Spinoza 2oFirst in Martin Luther Kingpark en € 300.000 Amstelscheg Toelichting keuze projecten Inhoudelijke onderbouwing projecten Door het toekennen van middelen aan de genoemde projecten kiest het college voor investeren in parken die voortkomen vit de groei van de stad of grenzen aan ontwikkelbuurten. Op deze manier profiteert zowel de bestaande stad als de nieuwe stad. Met deze keuze zet het college de lijn van het eerste bestedingsvoorstel voort. Sportpark Kadoelen, uitbreiding Herinrichting en uitbreiding sportpark Kadoelen Kwaliteitsimpuls Nelson Mandelapark Vanwege woningbouw aan de oost- en noordkant en aanleg tunnelpark Ag moeten (buiten de betreffende GREX- en planlijnen) aansluitingen en routes worden verbeterd en is, door steeds intensievere gebruik, kwaliteitsverbetering nodig door toevoeging groen, grondverbetering, etc. Verbetering HGS, betere integratie met sportpark, toevoeging urban sports. Verbetering HGS, beter integratie stadspark en sportpark, toevoeging voorzieningen, zoals pierenbadje en Urban Sports. Sportpark Sloten, herinrichting Sportpark Sloten ligt prachtig ten midden in een groene omgeving van het puntje van het Amsterdamse bos, de oeverlanden, met het Nieuwemeer, de Ringvaart, De polder de Volkstuinenparken, parken en het Ag talud. Door deze perfecte ligging en het gebruik van het gebied is er heel veel mogelijk op het gebied van de biodiversiteit. Het doel van de herontwikkeling is om het sportpark te transformeren naar een vernieuwd, open, duurzaam en transparant park dat een groter aanbod mensen vitnodigt om actief te sporten. Deelprojecten: - Vervangen (verouderde) ondergrondse kabels en leidingen; - Herinrichten openbare ruimte (sloten, watergangen, groenvoorzieningen en de wegen, natuurvriendelijke oevers); - Vergroenen en verduurzamen sportvelden en gebouwen. Denk aan sedum daken icm zonnepanelen, geveltuinen, waterberging onder kunstgrasvelden wat ook de verkoeling op het sportpark zal verbeteren. Drijfeilanden Zeeburgereiland Realiseren van met riet en moerasplanten begroeide drijvende eilanden. Daarmee de ecologische verbinding over het Buiten-IJ aan te leggen. Dit door het habitat van doelsoorten (oa ringslang, waterspits en otter) te realiseren. De drijvende eilanden zijn onderdeel van de ecologische structuur van Amsterdam en de groene NNN- corridor Gooi-Waterland Sciencepark Het sciencepark wordt stedenbouwkundig verder ontwikkeld waarbij groen een belangrijk onderdeel is. Met deze bijdrage wordt een natuur-inclusieve invulling gegeven: de aanleg van een nieuwe ecologische zone en de integratie van landschappelijk groen zoals een bosplantsoen. Bijlmer Sportpark, herinrichting Gegenereerd: vl.12 3 VN2022-006996 G üdeli issi Ruimte en % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Duurzaamheid % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Het Bijlmer Sportpark wordt getransformeerd naar een open(baar) sportpark. Eén van de ambities binnen deze transformatie is het vergroenen van het sportpark, zodat het sportpark beter geïntegreerd wordt met de omringende openbare ruimte in het Nelson Mandelapark. Bomenstructuur Buiksloterham Grasweg, Papaverweg en Westelijke Ontsluiting zijn onderdeel van de Hoofdbomenstructuur Buiksloterham. Extra middelen maken het verschil tussen jonge bomen en meer volgroeide bomen. Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie 1000 dierwoningen Onderdeel van de ontwikkelstrategie Oeverlanden zijn soortgerichte natvurmaatregelen. Maatregelen ter verbetering van de natuurwaarden, biodiversiteit en de waterkwaliteit in De Oeverlanden en van de Nieuwe Meer. Het gaat in dit geval om de realisatie van 1000 dierwoningen (ringslanghopen, vleermuiskasten, ijsvogelwand etc). Om dat te bereiken wordt in 2022 gestart met het opstellen van soortenmaatregelenkaart (per doelsoort concrete plaatsen aangeven -in overleg/ afstemming met terreineigenaren- waar de maatregelen kunnen worden getroffen), daarna volgt een actieplan en een overzicht van alle locaties waar diervoorzieningen worden getroffen (aard, aantal etc.). Daarna volgt realisatie. De voorbereidingen worden gedaan vanuit het budget van de ontwikkelstrategie, voor de realisatie willen we aanspraak maken op financiering vanuit het SHP Bovenwijkse Groenvoorzieningen. Ontwikkelstrategie De Oeverlanden; realisatie vogeleiland voor visdiefjes en rifballen Onderdeel van de ontwikkelstrategie Oeverlanden zijn maatregelen ter verbetering van de natuurwaarden, biodiversiteit en de waterkwaliteit in De Oeverlanden en van de Nieuwe Meer. Het gaat in dit geval om de realisatie van een vogeleiland voor visdiefjes, gekoppeld aan de realisatie van rifballen die het eiland onder meer ook drijvende houden. Dit project wordt, in principe, conform het voorbeeld van de Houthavens gerealiseerd in de Nieuwe Meer en dient ter verbetering van de waterkwaliteit. Om dat te bereiken wordt in 2022 gestart met het opstellen van soortenmaatregelenkaart (per doelsoort concrete plaatsen aangeven -in overleg/afstermming met terreineigenaren- waar de maatregelen kunnen worden getroffen), daarna volgt een actieplan en een overzicht van de locaties waar de eilandjes gerealiseerd kunnen worden. Hiervoor is afstemming nodig met stakeholders waaronder ook hoogheemraadschap van Rijnland en VDOB en is het noodzakelijk de vergunningverlening tijdig te regelen. Daarna volgt realisatie. De voorbereidingen worden grotendeels gedaan vanuit het budget van de ontwikkelstrategie, voor de realisatie willen we aanspraak maken op financiering vanuit het SHP Bovenwijkse Groenvoorzieningen. Spoorbermen Overamstel Verbeteren ecologische- en recreatieve waarden van de groenzone op en langs het spoortalud na de herontwikkeling van het Bajeskwartier, Kop Weespertrekvaart en realisatie onderdoorgang en geluidswand. Groenboog Groengedeelte ten noorden van de Azo tussen Nieuwe Leeuwardenweg en Durgerdammerdijk / Schellingwoude. Realisatie voorstellen uit studie ruimtelijke verkenning groengebied tbv lokale recreatie en verbeteren HGS. Toekomstbestendig Erasmuspark Het Erasmuspark wordt steeds populairder maar is voor een stadspark erg sober en heeft weinig groenkwaliteit (weinig variatie). Het vormt een belangrijke schakel in de Hoofdgroenstructuur en ecologische structuur voor westelijk Amsterdam. Er zijn kansen voor meer bomen en biodiversiteit en een betere waternatuur. Meer kwaliteit en keuzes in haalbare gebruiksfuncties zijn nodig om de grotere gebruiksdruk op te vangen. Het doel van het project is de uitvoering van het visie- en uitvoeringsplan. Jeugdland Gegenereerd: vl.12 4 VN2022-006996 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Ruimte en % Amsterdam jee 9 TAR Duurzaamheid % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Jeugdland heeft nu al een groene en educatieve functie. Met deze bijdrage wordt extra groen gerealiseerd op de plek waar nu een parkeerplaats is. Door deze parkeerplaats te vergroenen wordt de kwaliteit en robuustheid van het bestaande groen verbeterd en uitgebreid op een belangrijke groene locatie waar verschillende verbindingen vit de Hoofdgroenstructuur en de Ecologische Structuur Amsterdam samenkomen. Herinrichting/vergroening Platanenweg De Platanenweg kent meerdere overlast gevende factoren; zwerfafvalfratten, sociale onveiligheid en achterstallig onderhoud. Bewoners komen er niet en passanten gaan er met een boog omheen. Deze overlast wordt opgelost door alle parkeerplekken en afvalcontainers weg te halen en gebruiksfuncties in het groen toe te voegen. Significante vergroening, waarbij tegelijkertijd het talud ecologisch en kwalitatief verbeterd wordt, als ook het toevoegen van gebruiksfuncties zijn straks een aanleiding voor meer mensen om het gebied te gebruiken. Uitvoering van het project herinrichting/vergroening Platanenweg e.o wordt zowel bestuurlijk als door het gebied gedragen. Recreatieve voorzieningen Markerdijk Aanleg van recreatieve voorzieningen gekoppeld aan een dijkversterking. te weten zachte land waterovergangen langs de Markermeerdijk; Inrichting oost oever Kinselmeer voor recreatie; verbetering omstandigheden om te varen in waterland (binnendijks) en het aanleggen van een steiger buitendijks voor kanoërs. Westerpark Entreegebied Transformatorweg Kick-starten van de ambitie het Toekomstbestendig Westerpark een volwaardige entreezone naar de deelgebieden van Haven-Stad te geven. Het met minimale ingrepen, deels permanent, deels tijdelijk/verplaatsbaar, gefaseerd creëren van een unieke parkplek voor ontmoeting, natuureducatie, sport&spel en cultuur gerelateerde bijeenkomsten aan het enige historisch originele deel van de Spaarndammerdijk. Herinrichting Frederiksplein tot Frederikspark Het DNB-gebouw aan het Frederiksplein is toe aan een grondige renovatie. Het gebouw is technisch op en niet duurzaam meer, er komt een publieksfunctie in, de hoofdentree van DNB wordt verplaatst naar de zijde van de Sarphatistraat, er komt een openbaar toegankelijke binnentuin in het gebouw en er wordt een openbaar toegankelijke steiger gerealiseerd aan de zijde van de Stadhouderskade . Eind 2023/begin 2024 is de renovatie naar verwachting gereed. Op verzoek van de President van DNB heeft stadsdeel Centrum een kansenverkenning en een schets laten maken om te onderzoeken of het mogelijk is om het Frederiksplein, Oosteinde en Westeinde in combinatie met het “nieuwe” DNB-gebouw, een heldere identiteit en samenhang te geven in de toekomst. Als referentiekader wordt gehanteerd de parkachtige allure die aanwezig was ten tijde van het Paleis van de Volksvlijt, waarbij het gebouw van de Nederlandsche Bank de rol vertolkt die het Paleis voorheen deed. Park en gebouw hebben daarbij als combinatie een heldere identiteit en samenhang met als verbindend element een vergroeningsopgave. Inpassing locatie Spinoza 2oFirst in Martin Luther Kingpark en Amstelscheg De tijdelijke Spinoza 2oFirst locatie wordt in de zomer van 2022 opgeheven. De school wordt verwijderd en het vrijkomende terrein wordt opnieuw ingericht. De nieuwe inrichting zorgt voor een betere aansluiting van het park op de Rivierenbuurt. Dit alles zorgt voor een betere inpassing en versteviging van de HGS. Toelichting weging projecten Concreetheid Om tot een weging te komen is er gekeken naar de projecten die het meest concreet zijn (gereed voor uitvoering), een eigenaar hebben in de vorm van een ambtelijk opdrachtgever/projectleider en het eerst kunnen worden opgepakt en uitgevoerd. Een hoge score wordt toegekend aan projecten Gegenereerd: vl. 12 5 VN2022-006996 G idelij issi Ruimte en % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Duurzaamheid % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming waaraan al wordt gewerkt en waarvoor vaak ook al een participatietraject is gestart met bewoners. De projecten die nog niet concreet genoeg zijn scoren lager en kunnen eventueel op een later moment worden opgepakt indien de middelen niet toereikend zijn. Deze weging biedt de meeste kans op snelle uitvoering van groenprojecten en besteding van de middelen. Inhoudelijke weging De inhoudelijke weging is gebaseerd op de groei van de stad (verdichting/dichtheid), de relatie met ontwikkelbuurten en met toegevoegde ecologische waarde. Door de inhoudelijke weging ontstaat er een verdere verfijning van de prioriteit van de meest concrete projecten. De afweging legt inhoudelijke focus op de projecten waarin als eerste geïnvesteerd kan worden. Onderstaand is weergegeven hoe de inhoudelijke thema’s zijn gewaardeerd om tot een score te komen. Er is geen wegingsfactor gebruikt. De score is bij elkaar opgeteld. Verdichting (Groei van de stad) e Niet in omgeving van verdichting/gebiedsontwikkeling 1 punt * Nabij verdichting/gebiedsontwikkeling 2 punten e In verdichting/gebiedsontwikkeling 3 punten Ontwikkelbuurt e Niet ineen stadsdeel met ontwikkelbuurten o punten e In stadsdeel Nieuw-West, Noord en Zuidoost maarniet in een ontwikkelbuurt 2 punten * _Ineen ontwikkelbuurt 3 punten Ecologische Waarde Bij ecologische waarde is gekeken naar de nabijheid en potentiële bijdrage aan de Amsterdamse Ecologische Structuur (AES). e Minimale bijdrage, geen verbinding met AES 1 punt e Nabij, in verbinding met AES 2 punten * Project onderdeel van AES 3 punten Aanvullende wegingsfactoren Om tot een optimale prioritering en benutting van de middelen te komen kunnen door de wethouder aanvullende criteria worden toegepast, zoals: * een evenwichtige verdeling van projecten over de stad/stadsdelen binnen één of enkele jaren * het multipliereffect waardoor met een relatief kleine bijdrage vit het SHP een relatief grote investering in gang gezet kan worden * de mate waarin het project bijdraagt aan meer of beter groen in de stad * een evenwichtige verdeling over de verschillende groene beleidsthema's in de stad, zoals de aanleg van nieuwe natuur, het versterken van het eigen karakter van verschillende stadsparken, een goede landschappelijke inpassing van sportparken of het vergroten van de toegankelijkheid en biodiversiteit van volkstuinparken e de mogelijkheid om via toekenning van middelen aan deelprojecten (bij grote groenprojecten met een investering van indicatief meer dan 5 miljoen euro) een betere spreiding van de middelen over de stad en over de verschillende groene beleidsdoelen te bereiken Deze aanvullende wegingsfactoren zijn niet gekoppeld aan een score om het systeem overzichtelijk te houden en ruimte te houden in de toekenning van middelen om zo goed mogelijk in te kunnen spelen op kansen die er liggen voor snelle investeringen in het bovenwijks groen. Reden bespreking Gegenereerd: vl.12 6 VN2022-006996 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Ruimte en % Amsterdam jee 9 TAR Duurzaamheid % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming n.v.t. Uitkomsten extern advies Voor het SHP Bovenwijks Groen heeft een uitvraag naar groenprojecten plaatsgevonden bij de stadsdelen en directies. Op basis hiervan is de projectenlijst opgesteld. De stadsdelen hebben hun advies gegeven en een prioritering meegegeven voor hun stadsdeel. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2022-027539 1. Raadsinformatiebrief 3e verdeelbesluit SHP Bovenwijks Groen.pdf (pdf) AD2022-024005 | Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) | Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Enno Ebels, 06-38160477, [email protected] Gegenereerd: vl. 12 7
Voordracht
7
train
€ G emee nte Bezoekadres i Amstel 1 | Amste rd am 1011 PN Amsterdam | x Postbus 202 | 1000 AE Amsterdam | 2% Telefoon o20 255 3000 | www.amsterdam.nl | Retouradres: Gemeente Amsterdam, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam | Aan de leden van de Gemeenteraad Amsterdam | | | AE | | { ! | Datum 30 janvari 2018 | Ons kenmerk __MET/SBZ/UIT/o0161 | Uw kenmerk | Behandeld door Jan van der Meulen, Metro en Tram, | [email protected] | Kopie aan | Bijlage(n) Actieplan Bloeiende Stationsomgevingen Oostlijn versie 3.0 | Onderwerp Reactie op motie 821.17 van Vink en Boldewijn inzake verbetering van de | aantrekkelijkheid en ruimtelijke kwaliteit van de stationsomgevingen van de | Bovengrondse stations van de Oostlijn | | | | Zeer geachte leden van de Gemeenteraad, | | In de gemeenteraadsvergadering van 29 juni 2017 is tijdens de behandeling van het Actieplan | Bloeiende Stationsomgevingen Oostlijn 2.0 een motie aangenomen van de leden Vink en Boldewijn. In deze motie 821.17 wordt het college van B&W verzocht om: | a. Perlocatie inzichtelijk te maken op welke wijze het verbeterproces van de kwaliteit van de | openbare ruimte rondom de bovengrondse metrostations aan de Oostlijn kan worden | geoptimaliseerd; | 2. Perlocatie inzichtelijk te maken welke concrete acties bovenop de huidige inzet nodig zijn | om de aantrekkelijkheid, sociale veiligheid en (ruimtelijke) kwaliteit van deze | stationsomgevingen op peil te krijgen; | 3. Bij dit onderzoek te betrekken wie qua praces en budget verantwoordelijk is voor welk | onderdeel van de openbare ruimte c.q. de ruimtelijke kwaliteit rond de stations; | 4. Samen met de andere betrokken actoren een voorstel te doen op welke wijze (inhoudelijk, | procesmatig, budgettair, etc.) extra invulling gegeven kan worden aan dit verbeterproces, | inclusief de benodigde concrete acties; | Gemeente Amsterdam Datum 30 januari 2018 | Kenmerk MET/SBZ/UIT/oo161 | Pagina 2 van3 | 5. De uitkomsten van dit onderzoek voor eind 2017 aan de raad voor te leggen. | Omdat om deze acties is gevraagd naar aanleiding van de behandeling van het Actieplan | Bloeiende Stationsomgevingen Oostlijn versie 2.0, is de vitwerking van de acties opgenomen in de | update van het actieplan. Uw vergadering is door ons college per brief van 13 december 2017 | (MET/SBZ/UIT/o0158) hierover geïnformeerd. | Deze update — Actieplan versie 3.0 — is nu gereed. Ons college legt het actieplan nu aan v voor om | aan te geven hoe het college uitvoering geeft aan de motie. | Naar aanleiding van motie 821.17 zijn lopende acties uit versie 2.0 geactualiseerd en | geconcretiseerd en enkele nieuwe acties zijn toegevoegd. Het actieplan is een overkoepelend | coördinerend plan voor elke stakeholder om vanuit zijn eigen bevoegdheid, verantwoordelijkheid | en budget er aan mee te werken dat er aansluiting is tussen het project Stationsrenovatie Oostlijn | en de verschillende beheersituaties in de stationsomgevingen. De betreffende stakeholders zijn | zelf actiehouder van de beschreven acties en blijven daarmee zelf verantwoordelijk voor het | vinden van budget en voor uitvoering van de acties. | Eris relatie gelegd met andere plannen en initiatieven: | 1. Investeringsagenda Metro. Dit is een investeringsprogramma voor het beter benutten | van de ruimtelijke potentie, de snelheid en betrouwbaarheid van het metronet. Het | programma bevat maatregelen ten behoeve van toegankelijkheid en capaciteit van | metrostations, die deels afhankelijk zijn gesteld van de realisatie van ruimtelijke plannen | în de stationsomgeving. Het bevat alle investeringen van de Vervoerregio (deels | gekoppeld met investeringen van de gemeente en/of ProRail/NS) in het metrosysteem | tot 2025. | 2. Het actieplan Stationskwartieren. Dit is een plan gericht op het stimuleren van de | toepassing van de beginselen van Transit Oriented Development (TOD) in de ruimtelijke | plannen rond metrostations. Maatregelen betreffen verhoging van de bebouwingsdichtheid rond stations, stimuleren van stedelijke functies die OV gebruik | genereren en het zorgen voor op OV gebruikers gerichte inrichting van de openbare | ruimte. | 3. Opstellen beheerconvenanten. Naar voorbeeld van het reeds vastgestelde | beheerconvenant station Lelylaan wordt per metrostation inzichtelijk gemaakt wat de | verantwoordelijkheden zijn van de verschillende beheerders, zodat er geen verweesde | gedeelten/elementen zijn. | 4. _#ZO Stationsgebieden. In dit project worden de onderdoorgangen bij de metrostations in | Stadsdeel Zuidoost en de directe omgeving van het station onbeschadigd, schoner, | veiliger en toegankelijker gemaakt. | ! Ï Gemeente Amsterdam Datum 30 januari 2018 | Kenmerk MET/SBZ/UIT/o0161 | Pagina 3 van 3 | | Per station is aangegeven welke acties lopen of zullen worden opgepakt binnen welk plan of | initiatief, met de verantwoordelijke partij dan wel trekker. | Het college beschouwt hiermee motie 821.17 als afgedaan. ij | | Met de meeste hoogachting, | Het college van burgemeester en wethouders van m, | (dn N | „Il Adrtse H.P. van|fsils | wad end bbrgemeester gemeentedgecretaris | | Í | | | | | | | | | | | | | Ì | | Í | |
Motie
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 65 Publicatiedatum 30 januari 2019 Ingekomen onder AA Ingekomen op donderdag 24 januari 2019 Behandeld op donderdag 24 januari 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het uitvoeringsplan 24-uursopvang voor ongedocumenteerden (geen 24-uursopvang voor Dublinclaimanten) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het uitvoeringsplan 24-uursopvang voor ongedocumenteerden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 16). Overwegende dat: - Volgens de Dublinafspraken binnen de Europese Unie een asielzoeker die reeds een asielaanvraag heeft ingediend in een ander EU-land kan worden teruggestuurd naar dat andere land; - De 24-uursopvang die het college wil instellen niet moet worden blootgesteld aan een aanzuigende werking van dergelijke zogeheten Dublinclaimanten:; - Voor deze groep opvang in een derde land bestaat. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - __- Aangaande Dublinclaimanten het landelijke beleid te volgen en voor deze groep de 24-uursopvang niet open te stellen. De leden van de gemeenteraad M.C.G. Poot D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
N Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Amsterdam-Noord % Vergadering: 650 x Agenda :1439 Datum :8 maart 2012 CONCEPT-AGENDA Openbare vergadering van de deelraad Amsterdam-Noord woensdag 28 maart 2012 in de raadzaal van het Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 aanvang 20.00 uur Agendapunt Nadere informatie Regnr. | PROCEDUREEL 1)_Opening 6)_ Mondelinge vragen vagenerat SfegenentsenOne | 7) Vaststellen vergaderschema raad en raadscommissies april t/m december 2012 5077 8) Vaststellen fractiebijdragen 1 april 2010 tot en met 31 december 2010 5170 9) Vaststellen Verordening tot wijziging van de Verordening op de raadscommissies 5120 van het stadsdeel Amsterdam-Noord 2007 10) Vaststellen thema’s burgeravonden 2012 EO 5108 BELEIDSVOORSTELLEN 11) Meerjarenplanning Openbare Ruimte 2012-2016 4976 12) Basisinfrastructuur Welzijn en Zorg en Hervormingsagenda 2010-2014, domein 4957 Volwassenen 13) Het veranderen van de bedrijfsruimte aan de Liergouw 81 in een woning 4990 14) Projectbesluit Realisatie nieuw jongerencentrum & JIP in Amsterdam- 4914 Noord 16) Registratie en toezicht voorscholen en peuterspeelzalen 5016 Volg de raadsvergadering live via internet op www.noord.amsterdam.nl/deelraad of op http://noord.raadsinformatie.nl ZOZ N Gemeente Amsterdam as Stadsdeel Amsterdam-Noord % veraaderina: % ergadering: 650 x Agenda :1439 Datum :8 maart 2012 Agendapunt Nadere informatie | Reginr. | 17) Oprichten van 6 woningen op het terrein van de te slopen manege aan de 4993 Broekergouw 1 18) Welstandsvrij verklaren kavels 5 en 21 in Buiksloterham 5019 ALGEMEEN Volg de raadsvergadering live via internet op www.noord.amsterdam.nl/deelraad of op http://noord.raadsinformatie.nl Zo.Z
Agenda
2
train
x Gemeente Amsterdam J C % Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten % Agenda, donderdag 2 november 2017 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur Locatie Boekmanzaal, stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Tkn-lijst 5 Opening inhoudelijk gedeelte 6 _Inspreekhalfuur publiek 7 Actualiteiten en mededelingen e Actualiteit van de leden Van den Heuvel (D66), Moorman (PvdA), Duijndam (SP) en Ernsting (GL), inzake de recente berichtgeving over het stedelijk museum. 8 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur’ geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Agenda, donderdag 2 november 2017 Financiën 9 Instemmen met de budgettair neutrale begrotingswijziging 2017 Nr. BD2017- 013167 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017). 10 De Begroting 2018 Nr. BD2017-013168 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017). e _Hetbegrotingsboek 2018 is separaat aan alle (duo)raadsleden gezonden. Dienstverlening 11 Intrekken van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2017 en vaststellen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2018 Nr. BD2017-013103 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2017). 2
Actualiteit
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1174 Publicatiedatum 15 november 2017 Ingekomen op 17 oktober 2017 Behandeld op 9 november 2017 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Groen inzake de Begroting 2018 (vastgoed ‘DMOPS bij verkoop’). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2018. Overwegende dat: — Voor verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed via de systematiek van DMOPS in deze begroting een voorziening getroffen wordt; — Deze DMOPS alleen worden opgesteld voor panden in eigen beheer: — Voor panden die verkocht worden géén DMOPS worden opgesteld; — Het meeleveren van DMOPS bij verkoop van panden een effectieve manier is om te stimuleren dat panden ook door de nieuwe eigenaar Duurzaam onderhouden worden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Ook voor gemeentelijk vastgoed dat verkocht wordt DMOPS op te stellen; — Ditte dekken binnen de begroting Vastgoed. Het lid van de gemeenteraad RJ. Groen 1
Motie
1
discard
ME en Agenda vergadering Stadsdeelcommissie x Nieuw-West Plein 40-45, nr. 1 x 12 oktober 2021 Start om 19.30 uur Vergadering Stadsdeelcommissie Voorzitter SDC: Alexander Grassi Secretaris SDC: Ilse Plasmeijer 1. Opening 2. Mededeling -Wisseling voorzitter 3. Vaststelling besluitenlijst SDC van 28 september 2021 4. Ingekomen stukkenlijst 5. Insprekers 6. Mondelinge vragen 7. Adviesaanvraag Referendumverordening 8. Adviesaanvraag Nota van Uitgangspunten Sloterweg 9. Sluiting Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via [email protected] Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
Agenda
1
discard
Naam nn Uw bericht Raadsadres over de gezondheidsrisico’s van houtrook Ik ben heel bezorgd over de houtrook in de stad. Als hout verbrandt wordt, wordt er ZEER VEEL fijnstof uitgestoten. Dat is heel slecht voor de gezondheid-het is kankerverwekkend en slecht voor de ontwikkeling van de longen. De lucht in Amsterdam is al slecht/ongezond genoeg! Weet u dat er plekken in de stad zijn waar hout regelmatig ‘voor de gezelligheid’ buiten verbrand wordt? Een voorbeeld: op de buurtboerderij in het Westerpark wordt al jarenlang regelmatig buiten hout verbrand. De rookontwikkeling is soms enorm. Er worden kinderfeestjes op de boerderij gehouden, en kinderen gaan daar naar toe om te spelen. Volwassenen zijn natuurlijk ook de dupe daarvan, en sommige (veel?) van de bezoekers en vrijwilligers weten niet hoe ongezond houtrook is. De rook is ook zeer irriterend voor de longen, neus en keel. Ik vind het onbegrijpelijk dat dit wel mag. (Er zijn nog één paar plekken in het park waar iets [hout?] regelmatig buiten voor de gezelligheid verbrand wordt, ook met veel rookontwikkeling als gevolg.) Ik heb 14020 daarover gebeld, en kreeg te horen dat er geen verordening over houtrook is. Ik verzoek u deze (onnodige) gezondheidsrisico onder handen te nemen, en er en beleid voor te maken. Zeer bedankt!
Raadsadres
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 71 Publicatiedatum 31 januari 2018 Ingekomen onder C Ingekomen op donderdag 25 januari 2018 Behandeld op donderdag 25 januari 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake het feitenrelaas over de Kernprocedure 2017 (resultaten van de loting en matching 2017 (kom met een maatwerkoplossing)). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Moorman, Flentge, Blom en Boomsma inzake het feitenrelaas van het college en het OSVO over de Kernprocedure 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 40). Overwegende dat: — resultaat van de loting en matching van 2017 was dat 130 kinderen niet zijn geplaatst in een school in hun top-5; — dat voor de betreffende kinderen zeer teleurstellend is velen als gevolg daarvan niet op een school terecht zijn gekomen die bij ze past of die op een gepaste afstand ligt; — heteen verantwoordelijkheid is van de gemeente om zorg te dragen voor een goed onderwijsaanbod zodat kinderen niet worden geplaatst op scholen die zeer laag op hun voorkeurslijst staan; — kinderen die als gevolg van de uitslagen op een school zijn geplaatst buiten de top-5 worden benadeeld, ten opzichte van kinderen die buiten de reguliere procedure om alsnog zijn geplaatst. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: samen en in gesprek met de ouders en kinderen, de OSVO, de scholen en de kinderombudsman op zoek te gaan naar een mogelijke maatwerkoplossing voor de relatief kleine groep kinderen die niet in hun top-5 van scholen zijn geplaatst én alsnog naar een andere school zouden willen. Het lid van de gemeenteraad D.T. Boomsma 1
Actualiteit
1
train
2x Gemeente Amsterdam D West 2 Agenda Stadsdeelcommissie West Vergaderdatum Dinsdag 12 januari 2021 19.45- 22.05 uur Locatie MS-Teams Telefoonnummer Bestuursondersteuning 06-51250957 E-mail [email protected] Internet Wwww.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden). Daar staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl Voorzitter Hans Mol Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE 12 januari 2021 Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is voorgedragen 1. 19,45 -20.00u Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten Ruimte voor inbreng van actualiteiten!, 2. 20.00 -20.30u Bewoners aan het woord Ruimte voor inspraak van bewoners over niet geagendeerde onderwerpen? OORDEELVORMEND 3. 20.30- 21.00u Stadsdeelcommissie: Monitor wonen Geagendeerd door Laurent Staartjes/VVD/Oud West de Baarsjes Portefeuille: Melanie van der Horst OORDEELVORMEND 4, 21.00- 21,30u Dagelijks Bestuur: Adviesvraag concept Bijstelling 2020 van het Handhavingsbeleid Wabo 2e helft 2017-2018 Portefeuille: Melanie van der Horst Deadline 1 februari 2021 BESLUITVORMEND 5. 21.30- 22.00u Dagelijks Bestuur: Kolenkitbuurt, focusopgaven Portefeuille: Carolien de Heer Rondvraag 1 De agendacommissie beslist voorafgaand aan de bijeenkomst of iets een actualiteit is. 2 Als u wilt inspreken dan kan dat. Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via [email protected].
Agenda
1
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1456 Datum indiening 25 april 2019 Datum akkoord 18 september 2019 Publicatiedatum 18 september 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Vroege inzake “homogenezings- behandelingen” in Amsterdam Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De fractie van D66 heeft met grote verontwaardiging kennisgenomen van de uitkomsten uit het programma Ewout & waaruit blijkt dat er in Nederland tal van kerken actief zijn die “homogenezingsbehandelingen” aanbieden. In de uitzending worden schokkende undercoverbeelden getoond waarbij er in verschillende gemeenschappen de meest bijzondere rituelen worden uitgevoerd om homoseksualiteit te genezen. Een voorbeeld hiervan zijn homogenezing- of homoconversie therapieën waarbij gepoogd wordt iemands homoseksuele gevoelens te laten verdwijnen. De fractie van D66 maakt zich al jaren zorgen om deze praktijken die ook in Amsterdam in diverse religieuze gemeenschappen plaatsvinden . Veelal jonge LHBTI-ers worden onder druk gezet om zich te laten ‘genezen.’ Dit leidt in veel gevallen tot psychische schade. De Vereniging van Jeugdartsen spreekt over wanpraktijken en kwakzalverij. Deze verwerpelijke praktijken waarbij gepoogd wordt LHBTI-ers te ‘genezen’ druisen in tegen de diepste vezels van onze Amsterdamse waarden. In Amsterdam hoort iedereen zichzelf te kunnen zijn ongeacht afkomst, etniciteit, geslacht of seksuele voorkeur. De fractie van D66 maakt zich zorgen dat de aflevering van Ewout & een wereld heeft blootgelegd die zich ook in Amsterdam afspeelt, wat zou betekenen dat ook in onze stad veel jongeren niet alleen belemmerd worden in het zijn van wie ze zijn, maar verteld worden dat ze genezen dienen te worden van wat ze zijn. Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen: 1. Heeft het college kennisgenomen van de uitzending Ewoud & waarin wordt ingegaan op homogenezingstherapie? Antwoord: Ja, het college heeft hiervan kennisgenomen. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing Lise Gemeenteblad ummer - -. - Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, 25 april 2019 2. Is college het met de fractie van D66 eens dat homogenezing schadelijk is, en daarom verboden moet worden? Antwoord: Het college staat pal achter de LHBTIQ+-gemeenschap en voor een open tolerante samenleving waar iedereen mag zijn wie hij of zij is ongeacht culturele achtergrond of seksuele geaardheid. Het college vindt homogenezing absoluut in strijd met dit uitgangspunt. De vraag of homogenezing moet worden verboden is echter een Rijksbevoegdheid. Dat laat onverlet dat het college zich scherp zal uitspreken tegen zulke praktijken als zij signalen hierover ontvangt. Homogenezingen komen voor bij diverse religies. Onder andere bij christelijke stromingen zoals de evangelische en de pinkstergemeenschap, maar ook Hindoestaanse, islamitische en joodse gemeenschappen kennen vormen van homogenezingen. Veelal gaat dit via gebeden, echter zijn er ook minder bekende vormen zoals de rogya. 3. Heeft het college zicht op de Amsterdamse geloofsgemeenschappen waarbinnen homogenezingen plaatsvinden? Zo nee, is het college bereid hier onderzoek naar te doen? Antwoord: Het college heeft geen zicht op wat de geloofsgemeenschappen in Amsterdam in beslotenheid doen. Op dit moment zijn er geen signalen van de politie of stadsdelen dat homogenezing in Amsterdam wordt gepraktiseerd. Als bekend is dat er ergens sprake is van homogenezing zal de gemeente/het stadsdeel actief het gesprek aangaan met de vertegenwoordigers van de betrokken geloofsgemeenschap en de boodschap overbrengen dat we een dergelijke praktijk niet vinden passen bij de waarden van onze stad. Een algemeen onderzoek hiernaar ligt volgens het college op dit moment niet in de rede. 4. Is homogenezing een onderwerp dat door het college besproken wordt in haar overleggen met (vertegenwoordigers) van de diverse geloofsgemeenschappen? Zo ja, hoe wordt er in algemeenheid op dit fenomeen gereageerd? En zo niet, waarom niet, en is zij voornemens dit onderwerp bespreekbaar te maken? Antwoord: Het college vindt de praktijk van ‘homogenezing’ zeer kwalijk en schadelijk en gaat daarover in gesprek met geloofsgemeenschappen wanneer zich daartoe een geschikte gelegenheid voordoet. Indien er concrete signalen zijn dat een gemeenschap in Amsterdam deze praktijk hanteert, zal het college actief het gesprek hierover opzoeken. 5. Heeft het college zicht op hoeveel LHBTií- ers (al dan niet gedwongen óf onder druk van familie/omgeving) deze behandelingen ondergaan in Amsterdam? Antwoord: Het college heeft daar geen zicht op. Zie ook het antwoord op vraag 3. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng Lise Gemeenteblad R Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, 25 april 2019 6. Heeft het college inzicht in het aantal LHBTI-ers die lijden aan psychische of andere problemen (zoals financiële problemen, sociaal isolement, dakloos worden), als gevolg van homogenezingpraktijken? Zo niet, is college bereid hier onderzoek naar te doen om de omvang van dit probleem inzichtelijk te maken? Antwoord: Er zijn bij de GGD geen gevallen bekend van mensen die lijden aan psychische of andere problemen als gevolg van homogenezingspraktijken. Arkin/Jellinek heeft in de afgelopen anderhalf jaar enkele LHBTIQ+ personen behandeld die homogenezing hebben ondergaan en tegelijk worstelen met hun geaardheid. Momenteel is er bij Jellinek een project om met homogenezers in contact te komen. Als er uit dit project (of ander onderzoek) concrete signalen komen over deze praktijken, zal de gemeente actie ondernemen. 7. In de uitzending van Ewoud & kwam ook Dominee Koney in beeld; over deze dominee heeft de fractie van D66 vorig jaar ook al vragen gesteld. Heeft de gemeente Amsterdam nog contact met Dominee Koney en op welke manier waarborgt de gemeente Amsterdam dat er geen samenwerkingsverbanden zijn met mensen die de LBHTI gemeenschap verbaal aanvallen? Antwoord: Wij betreuren de kwetsende uitspraken van de heer Koney ten zeerste. Overigens hebben wij in antwoord op schriftelijke vragen op 18 februari 2018 over deze zaak! aangegeven dat de heer Koney daags na de uitspraken is uitgenodigd bij de stadsdeelvoorzitter van Zuidoost om uitleg te geven. De heer Koney heeft zijn excuses aangeboden omdat hij besefte dat hij mensen heeft gekwetst met zijn woorden. Hij heeft een brief aan het COC gestuurd waarin hij aangeeft graag in gesprek te willen met het COC om op die manier het thema homoseksualiteit bespreekbaar te maken in zijn kerk. Dit heeft op 20 april 2018 geresulteerd in een dialoogbijeenkomst in de kerk met vertegenwoordigers van de LHBTI- gemeenschap. De heer Koney is één van de leidende figuren in de Ghanese gemeenschap in Zuidoost. In dit kader neemt hij deel aan het Bondgenotennetwerk (een diversiteitsnetwerk met verschillende gemeenschappen). Dit project is het vervolg van de samenwerkingsrelatie met de politie eenheid Amsterdam in het kader van verbinding overheid en bewoners. Er is geen subsidierelatie met de heer Koney. Mocht er door de heer Koney of een andere vertegenwoordiger van een gemeenschap opnieuw kwetsende uitspraken worden gedaan over LHBTIQ+ers - of welke groep dan ook - dan zal het college de persoon in kwestie hierop direct aanspreken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris Ihttps://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/6202195/2/516 18_Schriftelijke%20vrag en%20Vroege%2Quitspraak%20dominee%20vergelijking%2Ohomoseksualiteit%20met%2 Ocrimineel%20gedrag 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing Lise Gemeenteblad ummer wees: . Datum 18 september 2019 Schriftelijke vragen, 25 april 2019 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 18 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Vroege inzake Denk aan omgeving taxiluwzone Onderwerp Denk aan omgeving taxiluwzone Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over agp 21 Kennisnemen van de Amsterdamse taxiaanpak VN2021-036508. Overwegende: — Het voornemen om taxiluwzones in te stellen; — Dat dit zal leiden tot extra taxi en verkeersdrukte aan de randen van zo'n taxiluwgebied; — Dat ook snorders zich daar gemakkelijk zullen kunnen aanbieden met alle overlast van dien. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Bij de nadere uitwerking van de taxiluwzones zorg te dragen voor goed en veilig taxiverkeer aan de buitenranden van een taxiluwzone en aldaar zorg te dragen voor strenge handhaving van illegale praktijken zoals snorders. Indiener J.S.A. Vroege
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam x Motie Datum raadsvergadering 13-07-2022 Ingekomen onder nummer 275 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Belkasmi, Schmit, Bentoumya, Khan, Hoogtanders, Kabamba en Boomsma inzake het onderzoeken van de mogelijkheden om samen met het MBO een oriëntatietraject te starten in Amsterdam-Noord Onderwerp de mogelijkheden onderzoeken om samen met het MBO een oriëntatietraject te starten in Amsterdam-Noord Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de raadsinformatiebrief voortgang MBO-agenda en de vitvoeringsagenda’s JIKOP en Onderwijs-arbeidsmarkt schooljaar 2020-2021 Constaterende dat: — _Ertwee grote instroommomenten zijn in het MBO namelijk januari en september, waardoor het moment van inschrijven en het moment van starten in de beleving van jongeren ver uit elkaar kunnen staan. — Er (lzone) oriëntatietrajecten zijn in Amsterdam-West en Amsterdam Zuidoost. — We extra willen investeren in stadsdeel Noord middels de aanpak Noord. — In de Mbo-agenda de ambitie staat opgenomen om jongeren extra kansen te bieden om een succesvolle schoolloopbaan te realiseren en dat schooluitval door bijvoorbeeld verkeerde studiekeuzes voorkomen moet worden. Overwegende dat: — Jongeren vanwege het verschil tussen het moment van inschrijven en het moment van starten er toe kunnen besluiten niet meer te gaan studeren. — _Oriëntatietrajecten, zoals dat van lzone, meerdere instroommomenten kennen. — _ Oriëntatietrajecten tevens kunnen bijdragen aan een passende studiekeuze en daarmee het voorkomen van schooluitval. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — De mogelijkheden te onderzoeken om samen met het MBO een oriëntatietraject te starten in Amsterdam-Noord. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 — De behoefte voor het starten van een oriëntatietraject in andere stadsdelen samen met het MBO te inventariseren. Indieners M. Belkasmi EW. Schmit Y.E. Bentoumya S.Y. Khan Y.F.W. Hoogtanders C.K.E. Kabamba D.T. Boomsma
Motie
2
discard
| recreatieschap NI twiske-waterland Ambitiedocument eëh samenspel van recreatieve acti an rust, stilte en natt 25 | Îg//4 ad men an ec mac Conceptversie 4, 18 oktober 2019 2 Inhoudsopgave Twiske-Waterland, waar hebben we het over… ….…......nennneenvennvenseenvveenvennvenseeneenvvernvvenneeeeven D 1.1.1 Ontworpen en ingericht: Het Twiske … nnn erenenerenereeennerenerseenerenenenenereneneeeneren eneen D 1.1.2 Historisch landschap: Waterland en de droogmakerijen … … … nnen ereen eere enne Ó 1.1.3 Natuur …...eneneeeneennerenerenneeenveernvenerenverenvenvenvvernvvennerenereneeenveernnvennevenverenveernveervvvenveeenvenn  Urgentie, waarom nu een ambitiedocument… neee enereneneerenerenennsenerenenseenerenenesenereenneenvereerenenveen Proces, Verkenning Waterland-Twiskepark’ … nne oeeenereneneerenerenennsenerenenseennerenenesenerenenevenereneneeeneeen Ö 2 \dentiteiten en ontwikkelingen … … nnen erenenenernerenenesennereneneeennerenenenenn eren enenenerenenenenn ereen Ô Verhalen … nonnen ennen enven eenen enenvenenvenenveneenenveneneenenvenenvenenneenenvenenvenenneneeneneenenvenenvenenveneeneneenenvenenven erven eeven Ó Trends en opgaven……....nnnnnnnnennenreennsennerenenseenereneneseneren ennen erenenenenereneneeenereneneneneerenenenenveeereneneeren erneer. LO 3 Ambitie: balans en optimale beleving … … ……....nnnnnennnnenenereneneeeeerenenseeeerenenseenereneneerenereeneerevernenvveeve reen LL Korte termijn ambities, waar kunnen we ‘morgen’ al aan werken… … nnen erneer neen LL 31.1 Identiteit definiëren en uitdragen van ‘de verhalen van Twiske-Waterland’ … … … nnn 11 3.1.2 Zonering aanbrengen, ‘wat kan waar! … nnen ereneneneeereneneeenerenenneenereeneeennreneneenvree reen LL 3.1.3 Overnachtingsmogelijkheden … … … nnee nenenereneneeenerenerseeneereereneneerevereenveeevereee neren 12 3.14 Voedsel, educatie en gezondheid ‘gebruik de kwaliteiten van het gebied” … … nnee 12 3.1.5 Belevingsroutes ‘verbind alle recreatie-hotspots met elkaar” … nnee erneer 12 3.1.6 Toegankelijkheid: ‘ontwikkel nieuwe recreatieve verbindingen naar het gebied’ … … 12 3.1.7 Informatievoorziening verbeteren ‘laat zien wat er te beleven is’ … nnee erneer 13 Lange termijn ambities, waar werken we naar TOE. nnen ennen eseeereeennerenereneneveevereneneveeere eneen 13 318 Recreatie … nennen vernvenvernvenneenverneennveenverneenveenverneenveenvereerveenversverneenvervverveenvervvervververvverveen LI 31.9 Natuur nennen vennerenneeenveernnvenevenverenvverennveenveernvvensevenvereneernveervevenvevenvveenveernveervvverveeen 13 3.1.10 Tale rol gf: Regionale opgaven, de 11 van de MRA..… nnen nenseennerenerseenereneneeenereeneeeneereereeenevenveren eneen enveeenen 13 Wetlands en vitaal platteland, … … nnen eeen neerenereneneeennerveneneernereneneeenerenenenenvereenenenvvreeneenvvree neer 1 4 Communicatie en participatiestrategie… sense nsneeneneneesenereensnerreneneerenenenrensnverennnverensnverensvveensverenenn LO Communicatie … … enn vonornvernvenvernvernvenvernverneenversverveenverneenveensverneerneenverneerveenverneenveenververveevvervverveenvervververnne LÓ Participatiestrategi@ … nnn ennnnrennnenrensnnrrensnerrensnserenenverenensseensnensneeneneseeneneneenensveeneneveesenveeenenereenenvneenenerernenerenn LÓ 5 Samenwerking en eigenaarschap … nnee ennnennerenerenenseeenesreneneerenerenenenenereneneveeerenenevenvereenevenvvree reen 17 Handelingsperspectief, hoe gaan we om met initiatieven … … … nnee enenennerenenneenvere ereen 17 Ambities waar maken, wat doen we zelf… … … nen eeeenvenveenneenvennvennvenneenvvernvvernvvenseenveenvvernvvenven 17 6 Financiering. sn ennnenernnereennereennereennerernevereenenereenevereeneneverseneneverseneversensverseneversensreennererseverensenereenenerernenerenn 1 7 Tussen Ambitie en Uitvoering … … nnn nennen rnnennerenenneenereneneenennerenensernereneneeennerenenenennereenenenvreeneenvren enen ÚS 8 Bijlagen … ….…nnnnnnnnennenennnennsennseenenneeeereneneerenerenenesennereneneeennereneneenrnnerenenenenerenenevenerenenenenereenenenveree neen enen ÍÔ Bijlage 1: Lange termijn ambities … … nnen erneer eeens nensenerenenenenereneneneneereenenenvereeneennren neen enen AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 3 Recreatie nennen vennen venneenvennverneenvernvenneenvervenneenversverneenververnevenversverneenververnvenvernverneerveenvervverveenvervverveenverveen 1 Natuur enn venneeenneernnvennerenerenneeenvvernvververenverenveeenveernvvenerenveerenneeenveeenveenvvennevenerenveernvvervevenverenverenveernvvervveer ZÛ Landschap … ….nnnnnnnennreneneennseenenenenerenenneensrenenenenenrenenedeneeenneereneneeennenenenenennerenenevenereneneeenerenennvenvreenenen ee 2 Bijlage 2: Trends, ontwikkelingen en maatschappelijke opgaven … …… nnn nnen neen 2Ì Verandering van de recreatievraag … ….…nnnnnenneenernenseeeenenennereneerenensernerenenevennere erneer enevenvereneneeenre neen DL Naar een duurzame samenleving … … nnen renesse eneenenerenenenennerenenenenneren ereen reen ZÌ Landbouw dichtbij: lokale voedselvoorzieningen … nnee reeneeeenerenenneeeerenenneevereeenneene ÈÀ Afwisseling in (ecologische) deelgebieden … … nnen eeennennreennennereeneeennere enne nereenenennreereenee ne Bijlage 3: Regionale opgaven, de 11 van de MRA... nnee eneen sreneneeeenereneneseeereneneeeenerenensvenereeenneren eneen 23 AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 4 Samenvatting Laag Holland is een uniek stukje echt Holland boven het Noordzeekanaal. Daarom is Laag Holland een nationaal landschap en Twiske-Waterland is een belangrijk onderdeel daarvan. Mens en natuur hebben in Laag Holland samengewerkt om iets heel moois onder zeeniveau te maken. Dat vind je terug in de openheid, de prachtige rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Door de ligging nabij de stedelijke gebieden in combinatie met de relatieve rust van het landelijk gebied, is Twiske-Waterland een aantrekkelijk en gewild woon- natuur- en recreatiegebied. De wereld om ons heen verandert snel. De (nationale) woonagenda, bereikbaarheidsopgaven, energietransitie en klimaatadaptatie zijn zaken die de komende tijd veel aandacht vragen. Niet alleen voor de natuur en het landschap in het gebied, maar ook voor de rol die het moet vervullen voor de openluchtrecreatie. Ook in MRA verband zijn opgaven en ambities geformuleerd. Deze zijn breder dan ‘enkel’ natuur, recreatie en landschap — waar wij ons op richten. Het recreatieschap Twiske-Waterland zoekt de aansluiting op de reeds gedefinieerde 11 MRA opgaven. In een expertbijeenkomst werd een verkenning uitgevoerd van de toekomst voor het gebied. Vanuit verschillende disciplines werden beelden opgehaald, geanalyseerd, gewogen en bediscussieerd. Het resultaat geeft een out-of-the-box inspiratiedocument: Een Verkenning Waterland- Twiskepark (juni 2019). Voor dit ambitiedocument hebben wij ons laten inspireren door deze verkenning. In het vervolgproces — het vormgeven aan het uitvoeringsprogramma — wordt deze verkenning verder benut en toegepast in combinatie met de identiteiten van het diverse Twiske-Waterland. Veel van de opgehaalde ambities en het tempo van de ontwikkelingen voor de langere termijn zijn nog ongewis. Daarom wordt voorgesteld te werken met een voortschrijdend vierjaren uitvoeringsprogramma voor de toekomst van het recreatieschap. De afzonderlijke coalitieakkoorden van de gemeenten en provincie zijn belangrijke bouwstenen voor dit ambitiedocument. Die bepalen voor een groot deel de korte termijn opgaven waarvoor we aan de lat staan. Voor de inhoud en uitwerking van ambities is draagvlak gewenst. Participatie zal telkens aan bod moeten komen bij het ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en actualiseren van het uitvoeringsprogramma. In die processen worden belanghebbenden zoals de belangenorganisaties van natuur, gebruikers, recreanten en ondernemers en de eigenaren van zakelijke rechten in het gebied betrokken. In die processen zullen zij zich ook zelf melden, willen mee doen en mee willen bepalen. De vorm, het participatieniveau en de intensiteit zullen afhankelijk zijn van het onderwerp, de stakeholders: ze zijn nader te bepalen. Het borgen van een goede balans tussen natuur, landschap en recreatie gaat niet alleen over het gebruik van de fysieke ruimte. Ook een financieel goede balans is een opgave. Voor het reguliere beheer- en onderhoud worden de kosten gedekt in de begroting, uitgewerkt in jaarplannen. De Kadernota blikt vooruit met verwerking van de volgende jaarschijf van het uitvoeringsprogramma. Met name in de Kadernota liggen de sturingsmogelijkheden. Zoals hiervoor al genoemd, kunnen accenten worden gelegd en prioriteiten worden gesteld. De financiële consequenties worden dan zichtbaar gemaakt en voor besluitvorming aangeboden. Keuzescenario’s als ‘nieuw voor oud’, onderhoudsintensivering of juist afbouw, de inkomstenkant te vergroten door het aanwijzen van ontwikkelruimte: ze behoren tot de beslisruimte. Het ambitiedocument geeft een aanzet om, e komen tot gedragen ontwikkeling, beheer en onderhoud van dit waardevolle en diverse gebied. Een gebied dat blijvend van waarde is voor natuur en de mens die er zijn brood verdiend en geniet van de omgeving. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 5 1 INLEIDING 1.1 Twiske-Waterland, waar hebben we het over… Twiske-Waterland, ten noorden van Amsterdam, wordt aan de west- en zuidzijde begrensd door verstedelijkte gebieden van Zaandam en Amsterdam. In het noorden liggen de Beemster en Westfriesland. Twiske-Waterland is een samenstel van waterrijke veenpolders en veenstromen en verschillende grote droogmakerijen— veelal ontstaan in de 17e eeuw. De droogmakerijen vormen een groot contrast met de waterrijke veenbovenlanden. Het oostelijk deel van Waterland grenst aan het Markermeer. De Purmer is hier de grootste droogmakerij. Kleinere droogmakerijen liggen verspreid tussen de veenpolders. Verschillende braken herinneren aan de verschillende overstromingen vanuit de Zuiderzee. Diezelfde Zuiderzee heeft bijgedragen aan de economische ontwikkeling van de kustplaatsen en achterland. Het gebied heeft om die reden een rijke cultuurhistorie. Door de ligging nabij de stedelijke gebieden Re en mm CT in combinatie met de relatieve rust van het end EN landelijk gebied, is Twiske-Waterland een en an zr » aantrekkelijk en gewild woon- natuur- en É en nee p . . / pe TT == recreatiegebied. 5 k Tt eind Het is onderdeel van het voormalig Nationaal ee Lis wk, ee af OL ln hae Landschap Laag Holland. De Stelling van Ta : | Amsterdam ligt aan de noordzijde van het / N gebied. De snelwegen A7, A8 en AlO, de Pf - ‚& = spoorlijn Zaandam-Hoorn, twee nú kn fe | hoogspanningstrajecten en het Noord- Pee rr AF Ts TRE € as ee Hollands Kanaal lopen door het gebied. El 5 De uitvoering van taken en rollen op het " terrein van natuur- en landschapsbeheer en Figuur 1 Volgermeer de zorg voor openluchtrecreatie in dit gebied zijn ondergebracht bij het recreatieschap Twiske-Waterland. Haar beheergebied beslaat meer dan 31.000 hectare. Onderscheid wordt gemaakt tussen het Landschap Waterland en oorspronkelijk als recreatiegebied aangelegde Twiske. Naast het recreatieschap zijn ook andere terrein beherende organisaties actief in het gebied. Grote delen zijn in beheer en onderhoud bij onder meer Staatsbosbeheer en Landschap Noord Holland. 1.1.1 Ontworpen en ingericht: Het Twiske Het recreatiegebied is niet zomaar ontstaan. Een lange geschiedenis van veranderingen ging eraan vooraf. Het Twiske in zijn huidige omvang werd in 1943 ingepolderd. De ontginning bleek kostbaarder dan gepland en in 1957 werd die gestaakt. In 1962 kocht de gemeente Oostzaan een deel van het gebied voor de aanleg van sportvelden. Vanaf 1964 werden er plannen gemaakt om in het Twiske voor met name de inwoners van Amsterdam, Zaanstad en Purmerend een recreatiegebied aan te leggen. Tegelijkertijd werden in 1964 een concessie voor zandwinning en een eerste ontheffing ‘bodemverlagingsverordening’ afgegeven. Tot 1980 is ongeveer 12 miljoen m3 zand gewonnen voor onder meer het Coentunnel-tracé. Hierdoor ontstond de Stooterplas, 90 ha groot en 30 tot 35 m diep. In 1968 was het voorlopig schetsplan gereed. Dit resulteerde in de oprichting van de Stichting Recreatiegebied Het Twiske. Het Rijk had een adviserende taak. In het bestuur van de stichting zaten de Provincie Noord-Holland, het Ontwikkelingsschap Zaanstreek en de gemeenten Amsterdam, Purmerend, Oostzaan, Landsmeer en Ilpendam. In 1984 is de stichting overgegaan in Recreatieschap Het Twiske. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 6 Grontmij NV stelde een plan op voor de recreatieve hoofdstructuur en heeft dit ook uitgevoerd. Voor de zoveelste keer ging het gebied op de schop. Maar de natuur paste zich weer aan. Zo broedden er in 1977 in de uitgestrekte slibdepots in het noordelijke deel zeventig paar kluten. Er was zelfs sprake vaneen kokmeeuwenkolonie met zeker vierduizend broedparen in de jaren zeventig. boeten werkeenioë Eén van de uitgangspunten in het Artikel 2 } in schetsontwerp was dat Het Twiske den tete wdd | deel moest bijven uimaken van a. het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie; Waterland. Er moest niet alleen b. in samenhang met het vorenstaande tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijk milieu sprake zijn van ontwikkeling als c. het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifiek en , , gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling recreatiegebied, maar ook behoud en en consolidatie van de waarden die het in zich draagt. ontwikkeling van het natuurlijk milieu ‚ ‚ _ ‚ ‚ en aansluiting bij het Waterlandse Figuur 2 Uit Gemeenschappelijke Regeling Twiske-Waterland landschap werd nagestreefd. Er werd onderscheid gemaakt in gebieden voor intensive en extensieve recreatie. Van de 650 ha die het gebied groot is, bestaat 200 ha uit weiland, hooiland, rietland of bosschages. Vanwege de nieuwe bestemming werd + vanaf 1972 weer volop gegraven in het gebied. De rechte sloten in het zuidelijke ei deel, indertijd met de hand gegraven, ms ie E werden met behulp van draglines breder en ent en grilliger gemaakt. Er ontstond een eN gn E Ee — == : zi nieuw landschap dat voor een deel lijkt en Fe NN bo lis en _Ì op het landschap uit de tijd dat het @ he AT Î Ë ir gebied nog De Veen heette. Maar de Ee mn me | vegetatie uit het verleden is niet meer : terug te halen, aangezien het oorspronkelijke veenoppervlak door ontginning en het storten van zand en … ‚ Figuur 3 Terras aan de Stooterplas bagger is verdwenen. 1.1.2 Historisch landschap: Waterland en de droogmakerijen Laag Holland is een uniek stukje echt Holland boven het Noordzeekanaal. Laag, lager, laagst. Mens en natuur hebben in Laag Holland samengewerkt om iets heel moois onder zeeniveau te maken. Dat vind je terug in de openheid, de prachtige rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Daarom is Laag Holland een nationaal landschap en Twiske-Waterland is een belangrijk onderdeel daarvan. Twee van de tien Nederlandse vermeldingen op Werelderfgoedlijst van VN-cultuurorganisatie Unesco liggen in Laag Holland. Dat onderstreept de grote historische betekenis van het gebied: oud, mooi en uniek in de wereld. De Stelling van Amsterdam kreeg in 1996 een vermelding op de Werelderfgoedlijst, in 1999 gevolgd door de droogmakerij de Beemster. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 7 1.1.3 Natuur Recreatieschap Twiske-Waterland bestrijkt een groot gebied van Noord Holland. Een gebied vol met prachtige landschappen en uitermate bijzondere natuur. Een aantal van deze natuurgebieden is zelfs uniek binnen Europa. Het is dan ook om deze redenen dat verschillende delen van het Twiske-Waterland gebied door Europa vastgelegd zijn als Natura 2000 gebied en/of door het Rijk zijn aangewezen als onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) of Weidevogelleefgebied. Om zo deze bijzondere natuur te beschermen en te versterken. Gebieden als Wormer-en Jisperveld, Oostzanerveld, Ilperveld en Varkensland maken deel uit van Laag Holland en zijn interessante veenweidegebieden. Hier is door ontwatering en kavelscheiding een karakteristiek slotenpatroon ontstaan. Boeren beheerden hun stukjes grond elk op net een andere manier. De een maaide net iets later dan de ander, of er liep ander vee. Hierdoor ontstond een grote diversiteit aan biotopen. Deze brakke graslanden met hun grote diversiteit aan biotopen en open karakten vormen bij een duurzame extensieve beweiding een uitstekend broedgebied voor weidevogels. Vandaar dat hier ook bijzondere vogels voorkomen als de Kemphaan en de Watersnip. Ook leeft er Bittervoorn, Meervleermuizen en de Noordse Woelmuis, bijzondere planten als Zonnedauw en diverse Veenmossen. En nog steeds dragen de boeren naast voedselproductie bij een het natuurbeheer van het gebied Het Europese Natura 2000 beleid beschrijft het netwerk van leefgebieden van soorten die beschermd zijn op grond van de Vogel en Habitatrichtlijn. Hierin staat vastgesteld welke habitattypen en leefgebieden van soorten in stand moeten worden gehouden, de zogenoemde instandhoudingsdoelen. Het Rijksbeleid NNN beschrijft het landelijke netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden. Hierin staan de wezenlijke kenmerken en waarden van de gebieden welke worden uitgedrukt in beheertypen. Terwijl de Natura 2000 een wettelijk regime is welke geregeld is in de Wet Natuurbescherming is het NNN een planologisch regime welke geregeld is in een Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRO). De Natura 2000 doelen staan beschreven in de zogenoemde beheerplannen, terwijl de NNN beschreven staat in bestemmingsplannen. Het Twiske is een populair recreatie- en natuurgebied. Een vijfde deel van is toegankelijk voor recreanten en wordt om te fietsen, zwemmen, varen en wandelen. In het grootste, extensief beheerde deel komen bijzondere planten en diersoorten voor: weide- en moerasvogels, de Donderpad, de Meervleermuis, de Noordse Woelmuis en meer. Met stedelijke gebieden en belangrijke verkeersaders in de nabijheid is het gebied essentieel voor flora en voor fauna om zich te kunnen verplaatsen tussen foerageer-, broed- en leefgebieden. Ilperveld, Varkensland en Twiske worden gekwalificeerd als Speciale Beschermingszone onder de Vogelrichtlijn vanwege het voorkomen van drempel overschrijdende aantallen van Krakeend, Smient, Kemphaan en Grutto die het gebied benutten als overwinteringsgebied en/of rustplaats. Bovendien behoort het gebied tot één van de vijf belangrijkste broedgebieden voor de Roerdomp in Nederland. 1.2 Urgentie, waarom nu een ambitiedocument… De wereld om ons heen verandert snel. De (nationale) woonagenda, bereikbaarheidsopgaven, energietransitie en klimaatadaptatie zijn zaken die de komende tijd veel aandacht vragen. Niet alleen voor de natuur en het landschap in het gebied, maar ook voor de rol die het moet vervullen voor de openluchtrecreatie. Een van de opgaven voor de Metropoolregio Amsterdam betekent dat er honderdduizenden huishoudens bij gaan komen. Daarvan zal een aanzienlijk deel dicht op het recreatiegebied Twiske-Waterland worden gerealiseerd. Dit potentieel aan toekomstige bewoners zal gebruik gaan maken van de recreatieve faciliteiten die het gebied biedt voor ontspanning en vrijetijdsbesteding. Natuur en recreatie moeten in balans zijn en blijven, waarbij recreatie en initiatieven voor recreatieve voorzieningen worden getoetst aan de natuurwet- en regelgeving. Twiske-Waterland is er specifiek voor de AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 8 individuele recreant die zichzelf informeert en erop uitgaat bijvoorbeeld te voet of te fiets. De balans tussen recreatieve activiteiten en rust, stilte en natuurbescherming moet geborgd zijn. Door telkens een gezamenlijke afweging te blijven maken streven we naar deze balans. Dit kan bijvoorbeeld door georganiseerde recreatieve activiteiten op het juiste moment in het jaar te plannen. De wezenlijke kenmerken en waarden — verankerd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening — vormen de basis ter bescherming en versterking van de specifieke natuurwaarden in het recreatiegebied. Ook op lange termijn blijven we de waternatuurwaarden door natuurontwikkeling en natuurbeheer vergroten. Het agrarische cultuurhistorische productielandschap blijft een fundamentele kernwaarde van het gebied. Ook op de lange termijn moet dit behouden blijven. Vanuit een aantal kernprincipes streven we naar het op een passende manier meer beleefbaar maken van het historische landschap en de bijzondere natuur. De recreant gaat zelf ontdekken en beleven, informeert zichzelf en trekt er op uit allemaal passend bij het landschap. We gaan uit van het principe ‘wees groot in kleinschaligheid’, houd de stad op afstand maar versterk de verbindingen. Beleef, respecteer en ga voor duurzaam. Zo draagt dit ambitiedocument met een daaraan verbonden uitvoeringsprogramma bij aan de ontwikkeling van de ‘Amsterdam Wetlands’, een Vitaal Platteland en realisatie van een deel van de MRA opgaven. In algemene zin hoort het ambitiedocument antwoord te geven met daarop afgestemde beschrijving van de ambities voor openluchtrecreatie, natuur en landschapsbeheer. Concrete invulling en uitwerking van deze ambities kan per deelgebied, perceel of participerende gemeente anders zijn, passend bij de betreffende behoeften, maat/schaal en ontwikkeltempo. Door vigerende wet- en regelgeving en beleid, zijn functies en (natuur}waarden leidend voor potenties en inpassing van recreatieve ambities. 1.3 Proces, ‘Verkenning Waterland-Twiskepark’ Het ambitiedocument is tot stand gekomen door het analyseren van bestaande visies, ambities, routes en verhalen, geldende regelingen en agenda’s voor de toekomst. Tegelijkertijd worden door de deelnemende gemeenten en in diverse samenwerkingsverbanden nieuw beleid- en (omgevings}visies ontwikkeld. We bundelen al deze elementen die van invloed zijn op natuur, recreatie en landschap in Twiske-Waterland. Hierbij sturen we op de balans tussen natuur en recreatie. In een expertbijeenkomst werd een verkenning uitgevoerd van de toekomst voor het gebied. Vanuit verschillende disciplines werd opgehaald, geanalyseerd, gewogen en bediscussieerd. Het resultaat geeft een out-of-the-box inspiratiedocument: Een Verkenning Waterland-Twiskepark (juni 2019). Voor dit ambitiedocument hebben wij ons laten inspireren door deze verkenning. In het vervolgproces — het vormgeven aan het uitvoeringsprogramma — wordt deze verkenning verder vertaald naar en toegepast in combinatie met de identiteiten van het diverse Twiske-Waterland. Veel van de opgehaalde ambities en het tempo van de ontwikkelingen voor de langere termijn zijn nog ongewis. Daarom wordt voorgesteld te werken met een voortschrijdend vierjaren uitvoeringsprogramma voor de toekomst van het recreatieschap. De afzonderlijke coalitieakkoorden van de gemeenten en provincie zijn belangrijke bouwstenen voor dit ambitiedocument. Die bepalen voor een groot deel de korte termijn opgaven waarvoor we aan de lat staan. Ook in MRA verband zijn opgaven en ambities geformuleerd. Deze zijn breder dan ‘enkel’ natuur, recreatie en landschap — waar wij ons op richten. Het recreatieschap Twiske-Waterland zoekt de aansluiting op de reeds gedefinieerde 11 MRA opgaven. De agenda voor de Metropool Regio Amsterdam heeft al een grote rol gespeeld tijdens de expertbijeenkomst. De opgaven zullen een belangrijke rol blijven spelen voor de uitvoering van de taken en rollen van het recreatieschap. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 9 Wat zijn de karakters en de ‘verhalen’ van de gebieden, waarom komen mensen naar Twiske-Waterland of omgekeerd; waarom moeten mensen erheen. Twiske-Waterland is een van de vijf recreatieschappen binnen de MRA, maar wel met eigen unieke culturele en Wetlands-identiteiten. Door deze identiteiten meer tot uiting te laten komen ontstaat er een ongedefinieerde ‘selectie aan de voorkant’ van bezoekers, gebruikers en activiteiten. Het aanbod van het gevarieerde landschap en vergezichten, de rijke natuur en verrassende Zuiderzee stadjes, R ie RE: aen Deme en en VE Den ER ie En Ed rn ee EE er ö Er Zed BP te Ee Tt En EN: ê ne En | Te | ze en, a Ni Een EK 1027) EER EAR Ie ie pe a WEE zg B HEEE PRS ER Yi Fe EARN È EK EN ENA ENE LET EN Ape, a ef, TS AA A k, ON, DS Ge KN bl F/ PAS NN 5 Eg IJ We TAP Re ie Zes L EE EN ASL NNI CNE NE VESES es FA RN 8 ACH De Y pe Ta AE, Sk SS eN NS kN PN ozel, SE \ $ ef Wi Ke EEN AMEN Ter ce 2 k De PR IEN ONE ete. el SEE A HEN ANT BAAL EN TS BTN AN WAA ENNE RA AN SS HAN | WEN REU DE Ne Ar IA ES nn Ve AE NE E \ EU EP) he A OT EZ ZOE Rae ee CPT Sd SE s ES, rrd ' Ri d Rn = Ree AN ok 1 NSER É : p ee if f aen. pi E dt = ON \ hd ed f Taggen ME k SR ed Kn Figuur 4 Rijk aanbod aan landschapstypen wekken de interesse van de bezoekers. Met ‘story telling’ wordt natuur, cultuur en landschap meer tot leven gebracht en verbinden de dijken als linten de mooie vergezichten, dorpen en monumenten: de parels. De verhalen van hoe het was vertellen de geschiedenis. Ondernemingen gericht op de recreant en toerist en evenementen zijn over het algemeen klein van schaal, passend bij de omgeving. Vanuit de perspectieven recreatie, natuur en landschap brengen de verhalen identiteiten en kenmerken van de gebieden in beeld. Een vervolg, in welke vorm dan ook, zal vanuit deze kenmerken worden opgebouwd. Passend bij de identiteit, met een goede balans tussen natuur en recreatie en voorbereid op de toekomst. De verhalen van Twiske-Waterland vormen de basis voor de gebiedsbranding. De basis voor recreatieve verbindingen, voorzieningen en evenementen. De verhalen op zich zijn wellicht de grootste culturele en recreatieve component die het gebied te bieden heeft. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 10 2.2 Trends en opgaven Trends en maatschappelijke opgaven spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de ontwikkellijnen en ambities voor Twiske-Waterland. Soms ter inspiratie om op voort te filosoferen, soms als opgave om te incorporeren en soms als risico om te beheersen. De verstedelijking — met alles wat daar bij hoort — van de omgeving is wel een van de belangrijkste invloeden. Bij de beschreven trends en ontwikkelingen ligt de nadruk op functies en activiteiten die gevolgen hebben voor de ruimtelijke indeling van het gebied. De samenvatting in bijlage 2 is niet uitputtend, maar gaat in op de belangrijkste ontwikkelingen die op ons afkomen. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 11 3 Ambitie: balans en optimale beleving Bij de voorbereiding op de toekomst zijn ambitie, focus en tempo belangrijk. Voor uitvoering van de ambities voor Twiske-Waterland onderscheiden we korte- en lange termijn. Het adaptieve karakter van een te maken uitvoeringsprogramma biedt de mogelijkheid om bij het realiseren van ambities onderdelen naar voren te halen of in de tijd vooruit te schuiven. De ambities voor Twiske-Waterland komen onder meer voort uit coalitieakkoorden van de individuele gemeenten en de provincie, aangevuld met ambities van bestuurders (consultatieronde mei 2019 en pitches). Daarnaast wordt er geput uit bestaande visie- en beleidsstukken van de gemeenten. En vormt de verkenning Waterland- Twiskepark een lange termijnperspectief met ontwikkelrichtingen. Daarnaast participeren en zoeken we aansluiting op het verhaal van Amsterdam Wetlands, en in het verlengde Vitaal Platteland. Twiske-Waterland ligt binnen de contouren van de MRA. De opgaven en de bijbehorende agenda's voor de MRA zijn belangrijke voedingscomponenten als het gaat om de toekomst van het gebied en daarmee ook het recreatieschap. Dat geldt niet alleen voor huisvesting van een toenemend inwonertal in de regio en daarmee een toenemend recreatiedruk. De meeste van de 11 gedefinieerde opgaven zijn van invloed op de ambities voor Twiske-Waterland. 3.1 Korte termijn ambities, waar kunnen we ‘morgen’ al aan werken… Van de ‘Ruimtelijk-economische Actie-Agenda 2016-2020’, in februari 2016 gelanceerd met 57 concrete acties is het merendeel in uitvoering of afgerond. Concrete resultaten worden zichtbaar bij speerpunten als woningbouw en energietransitie. Hieruit blijkt dat het een actiegericht en dynamisch document is. Door voortschrijdend inzicht bij de uitvoering werden sommige acties aangepast of beter in combinatie met andere acties uitgevoerd. Een tussentijdse actualisatie van de MRA Agenda werd wenselijk, zonder dat de grotere keuzes ter discussie staan. In deze geactualiseerde MRA Agenda zijn waar mogelijk actiepunten samengevoegd of krijgen ze een vervolg. Voor het uitvoeringsprogramma, horende bij dit ambitiedocument wordt een gelijke aanpak voorzien. De korte termijn ambities landen in de eerste twee jaren van het uitvoeringsprogramma. Dit betekent niet dat alles dan ook ontwikkelbaar en gerealiseerd is. Het kan ook goed zijn dat een tussenstap noodzakelijk is om inzicht te krijgen in de kansrijkheid van een bepaalde ambitie. De ambities in deze paragraaf zijn niet uitputtend, maar samengevat in een aantal thema’s en komen voort uit een quickscan van de verschillende coalitieakkoorden aangevuld door de resultaten van de individuele bestuurlijke consultatieronde (mei 2019). 31.1 Identiteit definiëren en uitdragen van ‘de verhalen van Twiske-Waterland’ Voor onderdelen van Twiske-Waterland zijn al verhalen geschreven. De mogelijkheden zijn nog niet uitgeput en ook de bereikbaarheid kan beter. Wat zijn de ‘verhalen’ van Twiske-Waterland, waarom moet de recreant naar het gebied komen, waaruit blijkt dat en welke ontwikkelingen (evenementen en/of fysiek) passen het beste bij dit gebied. Een van de belangrijkste ‘basis’ ambities voor de vervolgkoers van het gebied is het definiëren en uitdragen van de identiteiten en kenmerken van Twiske-Waterland. Door dit in samenhang te bezien met de andere regionale recreatiegebieden is het voor bezoekers, gebruikers en initiatiefnemers eenduidig wat, waar het beste past. 3.1.2 Zonering aanbrengen, ‘wat kan waar’ Natuur en recreatie staan soms op gespannen voet in het gebied. Zeker met de toenemende recreatievraag zal het een uitdaging zijn om deze kwaliteiten te blijven borgen. Tegelijkertijd staat de wereld niet stil en zal een antwoord gevonden moeten worden voor maatschappelijke opgaven en initiatieven uit de samenleving. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 12 Daarnaast is het van belang om initiatiefnemers in een vroeg stadium duidelijkheid te bieden over de mogelijk- en onmogelijkheden en dit vervolgens te faciliteren. Een opgave voor de toekomst is een zonering aan te brengen van hoge- en lage natuurwaarden in het gebied waarmee twee essentiële ambities worden bewerkstelligd. Het borgen van de natuurkwaliteiten enerzijds en het creëren van ontwikkelruimte (voor het faciliteren van ondernemerschap) passend bij het landschap anderzijds. Bij een dergelijke zonering maken we gebruik van de ‘wezenlijke kenmerken en waarden’ (WKW) die door de provincie Noord-Holland is vastgesteld. Een recreatieve ontwikkeling in een bepaalde zone kan effect hebben op de natuurwaarden in een naastgelegen gebied. Er zal dus altijd een natuurtoets uitgevoerd moeten worden om zeker te zijn dat ontwikkeling geen significant negatief effect heeft op de omliggende natuur. 3.1.3 Overnachtingsmogelijkheden Het kunnen ontwikkelen met inachtneming van natuurkwaliteiten op basis van natuurwet- en regelgeving en op de juiste en mogelijke plek gefaciliteerd van overnachtingsmogelijkheden behoort tot de ambities van Twiske- Waterland. Overnachtingsmogelijkheden moeten een bij het landschap en haar kwaliteiten passende maat en schaal hebben. 31.4 Voedsel, educatie en gezondheid ‘gebruik de kwaliteiten van het gebied’ Het beter benutten van alles wat het gebied kenmerkt is het laaghangend fruit waarbij de eerste winst behaald kan worden. Specifiek gericht op de thema’s voedsel, educatie en gezondheid ligt er een ambitie. Speciale aandacht zou uit moeten gaan naar kinderen, waarbij in het uitvoeringsprogramma de samenwerking met onderwijs en verenigingsleven wordt gezocht en de buitenruimte beweegvriendelijk wordt ingericht. Recreatie die dient als natuureducatie zou de natuur zelfs kunnen versterken. In de vorm van cursussen en/of vrijwilligerswerk kunnen recreanten bijvoorbeeld helpen met onderhoud. 3.1.5 Belevingsroutes ‘verbind alle recreatie-hotspots met elkaar’ Met een toenemende recreatievraag in het verschiet is het essentieel om als schap ‘zelf’ in de lead blijft. Door het ontwikkelen van belevingsroutes waarmee (deels) de mogelijkheid ontstaat om sturing te geven aan bezoekers en gebruikers van het gebied. De belevingsroute zelf is vervolgens een mooie toegevoegde vrijetijdsbesteding die passend is bij het landschap. De opgave is om zowel op gebiedsniveau als op regionale schaal (groene scheg) gebieden op een recreatieve manier (wandelen, fietsen en varen) met elkaar te verbinden. 3.1.6 Toegankelijkheid: ‘ontwikkel nieuwe recreatieve verbindingen naar het gebied? Door een aantal slimme ontwikkelmogelijkheden met elkaar te combineren ontstaat de kans om de toegankelijkheid van en naar, maar ook binnen het gebied te vergroten. Met de versterking van de Markermeerdijken ontstaat de kans om duurzame mobiliteitsverbindingen (zoals te voet en te fiets) van en naar het achterland te vergroten. Het verweven van cultuurhistorische verhalen aan de ambitie van toegankelijkheid biedt een uitgelezen kans om bijvoorbeeld de oude vaarverbinding (de handelsroute Waterlandse Melkschuit) in ere te herstellen. Het verzilveren van deze kans betekent tevens een versterking van de identiteit en draagt bij aan een rijke collectie aan verhalen over Twiske-Waterland. Door de verbindingen met aangrenzende recreatiegebieden zoals bijvoorbeeld de Jagersplas en de te ontwikkelen Noorder IJplas te verbeteren ontstaat er een breder aanbod aan recreatiemogelijkheden en kan spreiding van recreanten beter worden gefaciliteerd. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 13 3.1.7 Informatievoorziening verbeteren ‘laat zien wat er te beleven is’ Gekoppeld aan de eerste ambitie voor het definiëren en uitdragen van de identiteiten van Twiske-Waterland is de opgave om de informatievoorziening over het gebied te verbeteren. Dit kan via twee sporen. Direct aan de rand van het gebied via de verschillende ‘toegangspoorten’ en vanuit de verschillende gemeenten bijvoorbeeld met de ontwikkeling van een informatiepunt bij het metrostation Noord (Noord-Zuidlijn). 3.2 Lange termijn ambities, waar werken we naar toe… Lange termijn ambities komen voort uit bestaande visie- en beleidsstukken uit de verschillende gemeenten. Daarnaast is de verkenning Waterland-Twiskepark d.d. juni 2019 opgeleverd door UN Studio een belangrijke bouwsteen voor de lange termijn. Voor onze lange termijn ambities hanteren we de drie gebruikelijke en herkenbare perspectieven; Recreatie, Natuur en Landschap. Vanuit deze ambities zal — in samenwerking (participatie) met een breed netwerk aan stakeholders — een vertaalslag gemaakt moeten worden naar een uitvoeringsprogramma. 3.2.1 Recreatie Met inachtneming van de natuur- en landschapskwaliteiten versterken we de recreatie en het toerisme door het beter benutten van het aantrekkelijke landschap en de bestaande hotspots. Recreatie moet in balans blijven met de leefbaarheid van de kernen. Recreatiegebieden moeten toegankelijk, gemakkelijk en duurzaam bereikbaar blijven en er moet ruimte zijn voor recreatieve elementen en ondernemerschap. 3.2.2 Natuur Recreatieve activiteiten, rust, stilte en natuurbescherming moeten zoveel mogelijk met elkaar in balans zijn. De wezenlijke kenmerken en waarden — verankerd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening — vormen de basis ter bescherming en versterking van de specifieke natuurwaarden in het recreatiegebied. Ook op lange termijn blijven we de natuurwaarden door ontwikkeling en beheer vergroten. 3.2.3 Landschap Het agrarische cultuurhistorische productielandschap blijft een fundamentele kernwaarde van het gebied. Ook op de lange termijn moet dit behouden blijven en versterkt worden. Vanuit een aantal kernprincipes streven we naar het meer beleefbaar maken van het historische landschap en de bijzondere natuur. We gaan uit van het principe ‘wees groot in kleinschaligheid’, houdt de stad op afstand maar versterk de verbindingen. Beleef en respecteer het water en ga voor duurzaam. 3.3 Regionale opgaven, de 11 van de MRA... Binnen de Metropoolregio Amsterdam zijn elf opgaven benoemd in samenhang met de ontwikkelingen die op de samenleving afkomen. De duiding van deze elf opgaven is slechts een eerste stap. Ook in MRA verband worden deze opgaven nog verder uitgewerkt. Voor Twiske-Waterland als recreatie- en natuurgebied is het dan ook zeker niet zo dat alle elf de opgaven van toepassing zijn, of dat daar een ‘antwoord’ op gevonden moet worden. De vertaalslag van MRA opgaven naar de betekenis of focus voor het schap Twiske-Waterland vindt plaats in een later stadium bij de ontwikkeling van een uitvoeringsprogramma. Het nu echter niet benoemen van deze opgave zou onverstandig zijn. Weten wat er speelt en zelf in de lead blijven, is ook zeker hierbij van toepassing! AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 14 De vijf, voor dit ambitiedocument meest relevante MRA opgaven zijn: CO2 en bodemdaling Een MRA landschap dat koolstofdioxide vastlegt in plaats van uitstoot. Vernatting van veenweidegebied combineren met natuur en nieuwe (vee}teelt. Uitstoot van industrie en transport compenseren met nieuwe bossen en veenregeneratie. Klimaatadaptatie Leefbaar MRA, ook op termijn bij een veranderd klimaat. Inspelen op ruim 2 meter zeespiegelstijging in 2100, met robuuste water- en landschapsstructuren. Landschap als airco tegen hittestress. Waterberging in de binnenduinring. Recreatie en toerisme Spreiding van toerisme en recreatie, met hotspots in het metropolitane landschap. Investeren in het landschap voor recreatie (35% toename recreatiedruk verwacht tot 2040). Kwaliteit behouden onder die hoge druk. Agrarische transformatie Duurzaam en multifunctioneel boerenland. Meer eten uit de streek, zonder zelfvoorzienend te hoeven zijn. Natuur-inclusieve landbouw met bodemherstel en goed verdienmodel voor de boer. Nutriënten kringloop sluiten. Natuur en ecologie Biodiversiteit en een robuust MRA netwerk. Hoe kan 3500 ha nieuwe natuur samengaan met andere opgaven? Aantal vogels en insecten terug op niveau. Natuurdoelen halen onder druk van recreatie en ander gebruik 34 Wetlands en vitaal platteland, … Voor de componenten natuur en (cultuur)landschap is En _# ee in regionaalverband door de terrein beherende | naj SS organisaties het Amsterdam Wetlands visiedocument opgesteld (vastgesteld, mei 2018). Voor Twiske- 4 Ee en ener Waterland gaan we dit niet opnieuw doen, maar D or £ maken we gebruik van die basis. - g _ 5) rr ee ee ne Het verhaal van Amsterdam Wetlands, en in het =S nn en verlengde Vitaal Platteland, zorgt voor een goed kader Ee Dee en voor de verdere ontwikkeling van de beleving van er Te ST Ee biodiversiteit, cultuurhistorie en voedselproductie in En E- = Twiske-Waterland. De initiatieven bieden ruimte voor Gen Te nieuwe verbindingen tussen mensen, zoals het bij 7 , C elkaar brengen van boer en stedeling rond == Aes: Pz voedselproductie. Maar ook het leren over — en me Se = ee Re waarderen van — belangrijke cultuurhistorie en 8 PRE natuur. Om Twiske-Waterland toekomstbestendig te En Figuur 5 Topnatuur met ruimte voor de otter, purperreiger, maken, kunnen we de vele bestaande kwaliteiten lepelaar, kemphaan en zeearend; en daarmee een uitbouwen en beleefbaar maken. onvergetelijke natuurbeleving (Amsterdam Wetlands, Een perspectief voor Laag-Holland in 2050 — d.d. mei 2018) AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 15 In de visie voor Amsterdam Wetlands zijn zeven bouwstenen gedefinieerd, met vervolgens een viertal programmalijnen en tot op heden drie pilotprojecten. Verdere vertaling van de Amsterdam Wetlands visie naar daadwerkelijke uitvoeringsprojecten zal via een programmatische aanpak, in samenwerking met stakeholders tot stand gaan komen. Daar waar het Twiske-Waterland raakt zal samenwerking worden georganiseerd. ZZ #1 Robuuste top-natuur als basis #2 Landschappen van de Hollandse #3 Aantrekkelijke landschappen voor z Meesters de MRA, natuur als bestemming Lul md 2 #4 Toekomstbestendige landbouw die #5 Aantrekkelijke leefomgeving MRA, #6 Beleving van Nederland voor 5 bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van parknetwerken bezoekers Oo het gebied ch #7 Aantrekkelijke leefomgeving MRA — wonen aan het landschap zZz 2 z Programmalijn 1: Programmalijn 2: 2 Bodemdaling en klimaat Landbouw en natuur & Programmalijn 3: Programmalijn 4: Q Recreatie en toerisme Governance a Voorstel pilot 1 Voorstel pilot 2 Voorstel pilot 3 De het verbeteren van de Historisch veen en Alkmaar Kaasstad o et . ‚ — waterkwaliteit ten behoeve weidevogels: a van veenherstel in Ilperveld, Waterland Oost re Varkensland (met in tweede e instantie ook Oostzanerveld en a mogelijk Twiske) Figuur 6 Bouwstenen Amsterdam Wetlands (Amsterdam Wetlands, Een perspectief voor Laag-Holland in 2050 — d.d. mei 2018) AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 16 4 Communicatie en participatiestrategie Communicatie en participatie worden vaak in een adem genoemd als het gaat over fysiek-ruimtelijke ontwikkelingen en/of bij het maken van visie of beleid. Feitelijk zijn het twee afzonderlijke elementen die ook voor Twiske-Waterland worden uitgewerkt en ingezet. In een passende vorm naar aanleiding van het dan voorliggende vraagstuk en afgestemd op de stakeholders die we willen bereiken. 4.1 Communicatie Een belangrijke ambitie is om de identiteiten en de verhalen van Twiske-Waterland beter te benutten. De bestaande kwaliteiten en historische context van het gebied kunnen beschouwd worden als een recreatieve component op zich. Hiermee definiëren we onze eigen communicatieopgave, een die meegroeit en communiceert over de dingen van het verleden, heden en toekomst. Het begin hiervan is terug te lezen in H2 Identiteiten van Twiske-Waterland, dit bouwen we verder uit. Het recreatieschap ondersteunt de deelnemende gemeenten bij het informeren over de ontwikkelingen binnen Twiske-Waterland. 4.2 Participatiestrategie Voor de inhoud en uitwerking van ambities is draagvlak gewenst. Participatie zal telkens aan bod moeten komen bij het ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en actualiseren van het uitvoeringsprogramma. In die processen worden belanghebbenden zoals de belangenorganisaties van natuur, gebruikers, recreanten en ondernemers en de eigenaren van zakelijke rechten in het gebied betrokken. In die processen zullen zij zich ook zelf melden, willen mee doen en mee willen bepalen. De vorm, het participatieniveau en de intensiteit zullen afhankelijk zijn van het onderwerp, de stakeholders: ze zijn nader te bepalen. Participatie betekent dus interactie. En interactie is altijd waarde geladen. Het gaat, behalve om feiten, ook om beeldvorming, associaties en meningen. Het kan gaan om samen besluiten en om samen doen. Samen besluiten is aan regels gebonden en vaak voorbehouden aan de gemeenteraad. Daar waar het gaat om ruimtelijke ordening en het groene domein is meer ruimte. De vraag of elke uitkomst acceptabel is, moet vaak weer door de gemeenteraad worden beantwoord. Samen doen gaat over alle participatieve trajecten die producten of diensten opleveren waarmee je publieke waarde creëert. Begrippen die hierbij horen zijn: coproduceren, co-creëren, samenwerken, realiseren, doe- democratie en handen uit de mouwen. Participatie heeft een functie om mensen te betrekken en is van meerwaarde. Over het algemeen mag geconcludeerd worden dat hoe concreter het voorliggende vraagstuk is, des te groter is de kans dat participatie van toegevoegde waarde is als het gaat om draagvlak en of betrokkenheid. Een meerjarenuitvoeringsprogramma is verbonden aan het ambitiedocument. Deze is naast de reguliere beheer en onderhoudsactiviteiten, gevuld met ambities en wensen waarvoor de gemeenten werden geconsulteerd (zie ook hierboven). Daarmee wordt voldaan aan een belangrijk uitgangspunt: besturen worden op hoofdlijnen betrokken bij de ontwikkelingen. Jaarlijks wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering als onderdeel van de planning en control-cyclus. Beleidsbijdragen en sturing zijn jaarlijks mogelijk via de Kadernota. De wijze van betrekken van particuliere belanghebbenden, ondernemers en verenigingen bij vormgeving en realisatie van onderdelen uit het uitvoeringsprogramma, wordt per onderwerp ingeschat. Daarbij helpt dat met de komst van de Omgevingswet (2021) iedere gemeente verplicht is om een omgevingsvisie te hebben waarbij participatie een belangrijke onderwerp is. Daar waar het kan, is het nuttig om een slimme samenwerking te organiseren als het gaat om het betrekken van inwoners, bedrijven en verenigingsleven. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 17 5 Samenwerking en eigenaarschap Het enkel verwoorden van ambities is slechts een eerste stap die gezet moet worden. Een ambitiedocument tot uitvoering brengen vergt de nodige energie op verschillende fronten. Het is ook niet zo dat er slechts een partij is die het geheel kan uitvoeren, samenwerking en het benutten van elkaars kracht is hierbij nodig. Er zijn twee manieren om tot uitvoering te komen. Beide kunnen afzonderlijk van elkaar bestaan, effectiever is om beide manieren ook met elkaar te verweven zodat het schap zelf de regie houdt. 51 Handelingsperspectief, hoe gaan we om met initiatieven… Voor initiatieven vanuit de samenleving moet op voorhand een aantal dingen duidelijk zijn. Dit ligt in lijn met een belangrijke ambitie; het ontwikkelen van een zonering in het gebied. Zorg voor een gedragen beeld waarbij inzichtelijk is waar er ontwikkelmogelijkheden zijn en waar niet. Dit volgt uit de zonering met natuurwaarden in het gebied, gekoppeld aan de provinciale ruimtelijke verordening. 5.2 Ambities waar maken, wat doen we zelf … Er zijn ook ambities waaraan het recreatieschap zelf uitvoering moet geven. We nemen hiervoor de tijd en koppelen onze ambities aan het jaarlijkse beheer- en onderhoudsprogramma. Hierbij is eigenaarschap vanuit de verschillende gemeenten noodzakelijk. Door ook een slimme koppeling te maken met initiatieven kan werk-met- werk gemaakt worden of kunnen ambities of delen van ambities door andere partijen tot uitvoering komen. Hiervoor hanteren we een vorm van een multiplier zodat we met een ontwikkeling meer doen dan alleen een betreffende ontwikkeling en is participatie een belangrijk uitgangspunt voor het verkrijgen van draagvlak. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 18 6 Financiering Het borgen van een goede balans tussen natuur, landschap en recreatie gaat niet alleen over het gebruik van de fysieke ruimte. Ook een financieel goede balans is een opgave. Voor het reguliere beheer- en onderhoud worden de kosten gedekt in de begroting, uitgewerkt in het jaarplan. De Kadernota blikt vooruit met verwerking van de volgende jaarschijf van het uitvoeringsprogramma. Met name in de Kadernota liggen de sturingsmogelijkheden. Zoals hiervoor al genoemd, kunnen accenten worden gelegd en prioriteiten worden gesteld. De financiële consequenties worden dan zichtbaar gemaakt en voor besluitvorming aangeboden. Keuzescenario’s als ‘nieuw voor oud’, onderhoudsintensivering of juist afbouw, de inkomstenkant te vergroten door het aanwijzen van ontwikkelruimte: ze behoren tot de beslisruimte. Bij de uitwerking van ambities tot concrete projecten kan gezocht worden naar externe financieringsbronnen op het moment dat de reguliere middelen niet toereikend zijn. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld publieke of private financiering. 7 Tussen Ambitie en Uitvoering Na het vaststellen van het Ambitiedocument (verwacht eind 2019) besluit het bestuur over de totstandkoming van het uitvoeringsprogramma. Dit programma bevat een vierjarige planhorizon en wordt jaarlijks getoetst, geactualiseerd en voorzien van een volgende jaarschijf. Belangrijk daarvoor is afstemming op de MRA-agenda en de ontwikkelingen in de Amsterdam Wetlands. Door deze werkwijze krijgt het programma een voortschrijdend en adaptief karakter en is participatie af te stemmen op de thema’s en opgaven die aan de orde komen. TOEKOMSTBESTENDIG RECREATIESCHAP Twiske-Waterland vertaling naar de uitvoering’ OTT ! 1! 1! I ! 1! 1! I ! 1! 1! I ! 1! IN, I hieuwe Programmas Jaar- Kader ! 1! 1! I plan nota 2020 2021 I 1! 1! I ! 1! 1 I ! 1! 1! I ! 1! 1! I , ! 1! 1! I Bestdande prodrdmma’s I 1! 1! i Ï Ï Ï j 1 1 Hr Uitvoeringsprogramma adaptief | dynamisch Reguliere beheer- en onderhoudsactiviteiten Figuur 7 Schematische weergave programma's, van ambitie — per jaarschijf - naar uitvoering AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 19 8 Bijlagen Bijlage 1: Lange termijn ambities Voorliggende opsomming toont de lange termijn ambities die voort komen uit de bestaande visie- en beleidsstukken uit de verschillende gemeenten en de provincie. Belangrijke wettelijke kaders voor ontwikkelingen vinden hun oorsprong in: - N2000: instandhoudingsdoelen, veranderd in de Wet natuurbescherming -NNN: begrenzing en ‘wezenlijke kenmerken en waarden’ veranderd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening - Lokale wet- en regelgeving: verankerd in omgevingsvisies, omgevingsprogramma’s en omgevingsplannen Recreatie 1. Wereld erfgoed als predicaat benutten en het vinden van een balans tussen strikte regels en ontwikkelvragen vanuit de samenleving 2. Het Beusebos/Kom A7 wordt —buiten het deel waar een hotel is gepland- een natuur-, recreatie- en wandel- bos met een educatief karakter 3. Verbetering van de toegankelijkheid van/naar recreatieve voorziening 4. Verbeteren van de communicatie rondom het bestaan van recreatieve voorzieningen 5. Een toegangspoort (transferium) tot het cultuurlandschap van Laag-Holland in Purmerend 6. Versterken van recreatie en toerisme door het beter benutten van het aantrekkelijke landschap en de bestaande hotspots zoals o.a. Volendam, Marken en Zaanse Schans 7. Het benutten van de potenties van het havengebied en van waterrecreatie 8. Het toerisme in regionaal verband verder ontwikkelen, met oog voor de balans tussen inwoners en toerisme 9. Het versterken van de kernwaarden; authentieke dorpen en stad, het groene en open landschap, de veelheid aan water en de ligging dicht bij Amsterdam door vijf speerpunten: a. verbeteren van recreatieve/toeristische infrastructuur; b. citymarketing; c. stimuleren van productontwikkeling en kwaliteitsverbetering van het bestaande aanbod; d. watersport en waterrecreatie; e. stimuleren van verblijfsaccommodaties die voldoen aan de behoeften van Waterland. 10. Recreatie en toerisme moeten in balans blijven met de leefbaarheid van de kernen 11. Een betere spreiding van toeristen, zowel in tijd als in ruimte 12. Stimuleren van cultuurtoerisme 13. Aansluiten bij de overkoepelende recreatie- en toerismevisie van de provincie 14. Recreatiegebieden moeten toegankelijk en gemakkelijk bereikbaar blijven en er moet ruimte zijn voor recreatieve elementen en ondernemerschap 15. Het versterken van de recreatieve mogelijkheden op en langs de dijk, bijvoorbeeld met de aanleg van het Stadsstrand in Hoorn en het verbeteren van de recreatieve verbindingen 16. Verbreding en vergroting van het toeristisch en recreatief aanbod t.b.v. gebruik vanuit Amsterdam (aantrekkelijkheid en bekendheid van alternatieve bestemmingen, optimaliseren van bereikbaarheid en capaciteit alsmede het verhogen van ruimtelijke kwaliteit op strategische plaatsen); 17. Creëer aanbod dat voldoet aan de recreatieve vraag van de eigen bewoners van de Kustzone en de vraag vanuit de metropoolregio Amsterdam; een zonering in rustiger plekken die horen bij de eigen leefomgeving van de bewoners van de Kustzone enerzijds en plekken waar de draagkracht voor AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 20 intensiever vormen van recreatie aanwezig is anderzijds; dat laatste is met name in de watersteden en - stadjes in de Kustzone het geval; 18. Voor de Kustzone buiten de watersteden is ‘kleinschalig en hoogwaardig’ het motto voor de recreatieve (en toeristische} ontwikkeling 19. Diversificatie van het verblijfsrecreatieaanbod; ook door herstructurering van de bestaande voorzieningen en complexen 20. Meer ruimte voor waterrecreatie binnendijks en uitwisselmogelijkheden tussen binnen-en buitenwater (via waterverbinding of overtoom) 21. Meer aanlegmogelijkheden voor watersport (meelift-mogelijkheden op de vaargeulen die aangelegd worden i.v.m. dijkversterking benutten) 22. Creëer meer kansen voor de (sport)visserij 23. De buitenruimte beweegvriendelijk inrichten (Nationaal Sportakkoord, d.d. 29.6.2018) Natuur 1. De balans tussen recreatieve activiteiten en rust, stilte en natuurbescherming moet geborgd zijn 2. Recreatie mag niet leiden tot schade aan de wezenlijke kenmerken en waarden van de natuurgebieden 3. Natuur als specifiek kenmerk/waarde benoemen, TW kent meer bijzondere natuur dan in andere recreatiegebieden 4. Inzicht in wat de impact is van de (groeiende) evenementen, de toename van horeca en verblijfsmogelijkheden en van de (mede hierdoor) stijgende bezoekersaantallen op de natuurwaarden > nieuwe initiatieven moeten ook de impact op natuur aantonen 5. Het beheer (meer) richten op de natuurwaarden, zowel actuele als potentiële > zie de WKW .T.b.v. hiervan een programma voor monitoring opstellen en uitvoeren 6. Vergroting van de waternatuurwaarden, vooral door het creëren van brede ondiepe oeverzones voor waterplanten, vissen, schelpdieren en vogels en overstroombare gras-oeverlanden 7. Waterplant-vrije zones en vaarroutes in het Markermeer voor de watersport creëren Landschap 1. Agrarisch cultuurhistorisch productielandschap als kernwaarde versterken 2. Behoud en actieve bescherming van het Waterlandse landschap 3. Kernprincipes als vertrekpunt: a. Vertrek vanuit historie, landschap en natuur; b. Wees groot in kleinschaligheid; c. Houd de stad op afstand maar versterk de verbindingen; d. Ga voor duurzaam; e. Beleef en respecteer het water 4. De dijkversterkingen en de te ontwikkelen ruimtelijke projecten dragen bij aan de ruimtelijke kwaliteitswaarden van het gebied 5. Behoud door ontwikkeling- én het meer beleefbaar maken van het cultuurhistorisch erfgoed 6. Aansluiten op de innovaties op het gebied van waterveiligheid en klimaatbestendigheid volgens de principes van Building with Nature 7. De ontwikkeling van multifunctionele ‘achteroever’- projecten met o.a. aquacultures 8. De Kustzone en de dijk beter toegankelijk maken; verbeteren van de verkeerssituatie door wegen die naar de Kustzone leiden te verbeteren/ verbreden; vooral aandacht voor langzaam verkeer; scheiding verkeerssoorten op diverse plekken aanbrengen en doorgaand auto- en motorverkeer in de dijkzone weren; doorgaande en verbrede fiets- en wandelverbinding over en langs de dijk; door te sturen op toegankelijkheid een bij de karakteristiek passende verdeling van luwte en drukte in de Kustzone orkestreren 9. _Dijkzone als gebied voor water- en oeverrecreatie verbeteren (binnen-en buitendijks); 10. Bredere Kustzone met langere en zachtere overgangen land-water AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 21 Bijlage 2: Trends, ontwikkelingen en maatschappelijke opgaven Trends en maatschappelijke opgaven spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de ontwikkellijnen en ambities voor Twiske-Waterland. Soms ter inspiratie om op voort te filosoferen, soms als opgave om te incorporeren en soms als risico om te beheersen. De verstedelijking — met alles wat daar bij hoort — van de omgeving is wel een van de belangrijkste invloeden. Niet alleen in Twiske-Waterland staan de mens en het landschap onder druk door verstedelijking en klimaatverandering. Kijken we hoe anderen met deze uitdagingen omgaan, dan zien we een duidelijke beweging. De manier van recreëren is in de 21ste eeuw anders. Het mede verantwoordelijk voelen voor de omgeving en het delen van middelen staat bij mensen veel meer op het netvlies. Bij de beschreven trends en ontwikkelingen ligt de nadruk op functies en activiteiten die gevolgen hebben voor de ruimtelijke indeling van het gebied. Dit hoofdstuk is niet uitputtend, maar gaat in op de belangrijkste ontwikkelingen die op ons afkomen. 81 Verandering van de recreatievraag Er is vanuit de samenleving een verandering waarneembaar als het gaat over (meer) keuzes in de wijze waarop vrije tijd en (buiten)sport kunnen worden beleefd. De behoefte is er voor meer en gevarieerde recreatie- extensieve ontspanning in de openlucht, intensieve en uitdagende belevenissen en veel sport en spel. Gezondheid en bewegen zijn terugkerende thema’s die meer en meer in ontwikkeling zijn binnen onze samenleving. De verbreding en variatie in recreatiegebruik wordt door gebruikers ook toenemend gezocht in mogelijkheden en combinatie met allerlei vormen van verblijfs-arrangementen, met daarbij keuze in overnachtingsmogelijkheden. Innovatieve samenwerkingsvraagstukken tussen overheid (basisinfrastructuur recreatie) en ruimte voor vrijetijdsmarkt: ondernemerschap in beleving en activiteiten is nodig om invulling te geven aan deze behoefte. 8.2 Naareen duurzame samenleving Duurzaamheid is een breed begrip waarin een veelvoud van aanvliegroutes past. Vanuit de maatschappelijke opgave wordt hier met duurzaamheid gedoeld op de bijdrage van gebieden aan energietransitie en klimaat- adaptatie (bijv. waterberging) en circulaire En ontwikkeling. Binnen Nederland staan we voor ee NEEN gdelerischevweegen _ namnirgebieden En meae cr ar grote maatschappelijke opgave op het gebied van marre gd edes dan maatveld marge aan duurzaamheid die ruimtelijk vertaald moeten “cue NeRdijke groencirculair meme worden. Voor elke potentiele locatie moet De endet windenergie wap monden ern bepaald worden of deze in aanmerking komt voor mano dedvesige — zonnepanelen „windmolens ermm het invullen van deze opgave. Twiske-Waterland En warmee verornnseenege mn kan op gebiedsniveau compensatie organiseren romaanse OSE etsen aon om tot een energie- en CO2-neutraal gebied te komen. Nieuwe ontwikkelingen moeten Figuur! Duurzaamheidsvisie van professionals Landsmeer 2050 bijvoorbeeld in hun eigen energie voorzien. Of door het ontwikkelen van locaties voor zonneakkers, geothermie, energieopslag, waterberging voor piekopvang, CO2-reductie (laagveen, bospercelen) en duurzame landbouw. Dit vraagt letterlijk om ruimte en om selectie bij activiteiten. En het zal gestroomlijnd moeten worden met landschapsambities (openheid) en recreatie- en natuurwaarden. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 22 8.3 84 Landbouw dichtbij: lokale voedselvoorzieningen Met landbouw dichtbij wordt bedoeld dat landbouwproductie in de regio (biologisch) plaats vindt en dient als voedselvoorziening voor omliggende dorpen en steden in plaats van de wereldmarkt. Een sterk thema kan zijn dat alle (agrarische) ondernemers in het gebied een duurzaam plan hebben en starten of omschakelen naar Ks di circulair produceren en nieuwe teelten, rekening Ni \ ai, . houdend met de opkomende andere waterhuishouding Ee Fe De en in het gebied. De opkomende behoefte van h/ 4 f\) a K ee À consumenten is dat voedsel met weinig milieudruk : P { j/, e (transport) en dichtbij is geproduceerd. Hieraan . F, Tt gekoppeld zou een gedachte kunnen ontstaan van een ror à lokale markt, waarbij de inwoners van de regio enn: : Ì hoofdafnemer worden van het lokaal geteelde voedsel. hieu, Ke Meer ‘gevoel’ en ‘verantwoordelijkheid’ van de » mn) k, consument bij de productie van ons voedsel en de ed ee En (schaarse) beschikbare ruimte die we daarvoor nodig hebben. Figuur Il Streekproducten 8.5 Afwisseling in (ecologische) deelgebieden Een laatste ontwikkeling die van invloed is op de ruimte indeling gaat over het verschil in deelgebieden. Dat is van invloed op de bescherming van natuurwaarden, met meer nadruk op beeldkwaliteit (esthetische waarde) en een betere afweging in medegebruik (recreatieve waarde van natuur). De balans tussen natuur, landschap en recreatie is daarbij essentieel. Met de verstedelijkingsopgave (230.000 woningen in de metropoolregio) blijft het een uitdaging om de landschappelijke openhoud te borgen. Tegelijkertijd is het ook niet zondermeer mogelijk om gebieden ‘op slot’ te zetten. Er is een gradatie in biodiversiteit in de ontstane natuurwaarde (van monofunctioneel tot divers), maar dit vormt nog beperkt een leidraad voor ontwikkeling. De borging van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), dient er toe beter te gaan afspreken welke natuurwaarden gelden of versterkt kunnen worden. Dit zal een belangrijke basis blijken voor een mogelijke zonering in het gebied om daarmee potentiele ‘ontwikkel’ locaties te vinden enerzijds en meer focus op de bescherming en versterking van de belangrijkste natuurdelen anderzijds. Deze fundamentele keuzes moeten in gezamenlijkheid binnen het recreatieschap worden gemaakt. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 23 Bijlage 3: Regionale opgaven, de 11 van de MRA... Binnen de Metropoolregio Amsterdam zijn elf opgaven benoemd die op de samenleving afkomen. De duiding van deze elf opgaven is slecht een eerste stap. Ook in MRA verband worden deze opgaven nog verder uitgekristalliseerd. 1. Woningproductie Inzetten op compacte steden en buiten wonen dat het landschap versterkt. De MRA plant 230.000 woningen tot 2040, liggen ze op de juiste plek? Hoe kan verdichting beter gekoppeld worden aan (investeringen in) het landschap? 2. Bereikbaarheid Een sterk verbonden MRA met een toegankelijk aaneengesloten landschap. Multimodale uitsluiting woningen en economische toplocaties. Infrastructuurprojecten die bijdragen aan landschappelijke kwaliteit. Utilitair en recreatief vervoer over water. 3. Bedrijven en kantoren Werklocaties van internationaal topniveau, en lokale banen. Aantrekkelijke campusmilieus en mixmilieus waar productie en consumptie samenkomen. (Logistieke) bedrijventerreinen met kwalitatieve dubbeldoelstelling, zonder Barrierwerking. 4. CO2 en bodemdaling Een MRA landschap dat koolstofdioxide vastlegt in plaats van uitstoot. Vernatting van veenweidegebied combineren met natuur en nieuwe (vee}teelt. Uitstoot van industrie en transport compenseren met nieuwe bossen en veenregeneratie. 5. Energietransitie Voorbeeldregio MRA: zoveel mogelijk zelfvoorzienend. Opwekken capaciteit voor deel 176 petajoule in 2040 combineren met versterking van het landschap. Biomassa en energieopslag. Circulaire stromen, geothermie en andere infrastructuur goed inpassen. 6. Klimaatadaptatie Leefbaar MRA, ook op termijn bij een veranderd klimaat. Inspelen op ruim 2 meter zeespiegelstijging in 2100, met robuuste water- en landschapsstructuren. Landschap als airco tegen hittestress. Waterberging in de binnenduinring. 7. Recreatie en toerisme Spreiding van toerisme en recreatie, met hotspots in het metropolitane landschap. Investeren in het landschap voor recreatie (35% toename recreatiedruk verwacht tot 2040). Kwaliteit behouden onder die hoge druk. 8. Agrarische transformatie Duurzaam en multifunctioneel boerenland. Meer eten uit de streek, zonder zelfvoorzienend te hoeven zijn. Natuur-inclusieve landbouw met bodemherstel en goed verdienmodel voor de boer. Nutriënten kringloop sluiten. 9. Natuur en ecologie Biodiversiteit en een robuust MRA netwerk. Hoe kan 3500 ha nieuwe natuur samengaan met andere opgaven? Aantal vogels en insecten terug op niveau. Natuurdoelen halen onder druk van recreatie en ander gebruik. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019 24 10. Circulaire economie MRA nul-afval regio in 2050. Ruimtelijke impact inschatten van koppeling van materiaalstromen zoals afval, fosfaat en water. Benutten warmte en materialen Noordzeekanaalgebied en Schiphol. Biobased materialenteelt in het landschap. 11. Smart Landscapes Het MRA landschap als multimodale datahub en proeftuin. Benutten van centrale positie in glasvezelnetwerk en datacentra voor ontwikkeling en financiering van het landschap. Sensoren inzetten bij perceptie en sturing van de leefomgeving. Datagedreven landbouw. AMBITIEDOCUMENT TWISKE-WATERLAND In ontwerp vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 oktober 2019
Onderzoeksrapport
24
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1062 Publicatiedatum 9 oktober 2015 Ingekomen op 8 oktober 2015 Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN Te behandelen op 4/5 november 2015 Onderwerp Amendement van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2016 (bezuiniging Artis ten goede aan dierenwelzijnsketen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2016; Constaterende dat: — Artis het afgelopen jaar een subsidie ontving van £4.753.700; — de subsidie die Artis per bezoeker ontvangt stukken hoger is in vergelijking tot andere dierentuinen; per bezoeker een subsidie van €3,40 vergeleken met Blijdorp (€0,60) en Burgers zoo (€0,00), terwijl dekaartprijzen gelijk liggen; — de subsidie van Blijdorp (eenzelfde bezoekersaantal als Artis) in een paar jaar tijd is verminderd van £4,8 miljoen naar €0,8 miljoen in2015; — alle Amsterdamse dierenwelzijnsorganisaties bij elkaar dit jaar een subsidie ontvingen van £1.130.788; — het college op dierenwelzijn in de stad jaarlijks £100.000 wil bezuinigen (3 maal = €300.000); Overwegende dat: — de subsidie voor Artis bijna vijf keer zoveel is als het bedrag dat álle Amsterdamse dierenwelzijnsorganisaties, zoals de Dierenbescherming, dierenambulance en dierenopvangcentra, met elkaar moeten delen; — er niet op dierenwelzijn bezuinigd hoeft te worden als in 2016, 2017 en 2018 de jaarlijkse bezuiniging van £100.000 aan de dierenwelzijnsketen wordt overgeheveld naar de subsidie van Artis voor het tentoonstellen van dieren; — Artis deze extra bezuiniging gemakkelijk zou kunnen opvangen; door bijvoorbeeld geen nieuwe katachtige roofdieren (in 2016 twee jaguars) naar de dierentuin te halen. Besluit: Op pagina 81 de volgende tekst: ‘Met ingang van 2016 wordt bezuinigd op de subsidies voor dierenwelzijn (€ 0,1 miljoen structureel) en Artis (€ 0,1 miljoen in 2016, oplopend tot (€ 1,0 miljoen in 2018). Te wijzigen in: 1 ‘Met ingang van 2016 wordt bezuinigd op de subsidie voor en Artis (€ 0,2 miljoen in 2016, oplopend tot (€ 1,3 miljoen ín 2018)’ Op pagina 81 onder ‘Subsidies van betekenis in 2016'de volgende bedragen: 4.654 en 996 Te wijzigen in: 4.554 en 1096 En tot slot op pagina 326 het volgende bedrag: 4.653.700 Te wijzigen in: 4.553.700 Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 52 Ingekomen onder E Ingekomen op woensdag 22 januari 2020 Behandeld op donderdag 23 januari 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Ernsting, N.T. Bakker en Vroege inzake de Agenda Autoluw (parkeerplaatsen ook gebundeld opheffen) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 31). Overwegende dat: — Het college in de Agenda Autoluw voorstelt om gespreid en versnipperd parkeerplaatsen op te heffen in het kader van het opheffen van 10.000 parkeerplaatsen; — Het ook wenselijk en nuttig kan zijn om in sommige gebieden ook gebundeld in een keer alle parkeerplaatsen weg te halen, om zo op sommige plekken een groot effect te ressorteren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een aantal woonstraten en grachtenrakken aan te wijzen als plekken die parkeervrij worden, zoals de Kattenburgerstraat. De leden van de gemeenteraad Z.D. Ernsting N.T. Bakker J.S.A. Vroege 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder 267 nummer Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake ‘voorjaarsnota 2023 Onderwerp Inspannen om 2/3 van de containers te voorzien van een containeradoptant Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de voorjaarsnota 2023 Overwegende dat: -_Erzo'n 13.000 ondergrondse vuilniscontainers in Amsterdam zijn; -__ Dat deze niet allemaal voorzien zijn van een adoptant; -_Containeradoptanten bijdragen aan een schone stad en dat geadopteerde containers schoner zijn dan niet-geadopteerde containers. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders zich in te spannen om in 2024 voor minimaal 67% van de containers een adoptant gevonden te hebben en hiervoor samen te werken met de stadsdelen en het stadsgebied Weesp. Indiener(s), D.T. Boomsma
Motie
1
val
Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg % ed. en Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en O VAN XX Amsterdam Armoede en Schuldhulpverlening Agenda, 18 oktober 2023 Hierbij wordt u vitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie Onderwijs, Zorg en Armoedebestrijding Tijd: 19:30 tot 23:00 vur Locatie: WillemKraanzaal 1 Algemeen deel a Opening procedureel gedeelte b Mededelingen C Vaststellen agenda d Conceptverslag van de openbare e Tekstuele wijzigingen kunt u vergadering van de raadscommissie voor de vergadering aan de OZA d.d. 4 oktober 2023 commissiegriffier doorgeven via [email protected]. e Termijnagenda, per portefeuille f___TKN-lijst g Ingekomen stukken stadsdeelcommissies 2 Inhoudelijk deel a Opening inhoudelijk gedeelte b Inspreekmoment Publiek C Actualiteiten d Rondvraag 2023-10-04 13:51:50 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs O VA\ en Armoede en Schuldhulpverlening Agenda 18 oktober 2023 Bespreekpunten Financiën 3 De Begroting 2024 e De gemeenteraad te adviseren in te Nr. VN2023-021031 stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2023). * Moties en amendementen kunt v voorafgaand of tijdens de vergadering indienen via [email protected]. Dienstverlening L Vaststellen Legesverordening e De gemeenteraad te adviseren in te Amsterdam 2024, stemmen met de raadsvoordracht Nr. VN2023-021050 (Gemeenteraad d.d. 8 en 9 november 2023). 2023-10-04 13:51:50 2
Agenda
2
train
VN2022-030357 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV Wonen en Erfgoed % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 11 oktober 2022 Ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt 3 Datum besluit 20 september 2022 Onderwerp Kennisnemen van de raadsbrief ‘Nieuwe woonrvimteverdeling: definitieve ingangsdatum 216 januari 2023.’ De commissie wordt gevraagd Om kennis te nemen van de raadsbrief over de definitieve ingangsdatum van de nieuwe woonruimteverdeling. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet: Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond Op 15 februari 2022 heeft het college de raad geïnformeerd dat de ingangsdatum van de nieuwe woonruvimteverdeling voorzien is tussen 2 janvari 2023 en 1 februari 2023. De raad is hier begin 2022 over geïnformeerd. De definitieve ingangsdatum van de nieuwe woonruimteverdeling is nu vastgesteld op 16 januari 2023. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2022-030357 % Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 11 oktober 2022 Ter kennisneming Nee Welke stukken treft v aan? AD2022-087696 Commissie WV Voordracht (pdf) AD2022-087698 Raadsbrief definitieve ingangsdatum nieuwe WRV.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen: Valerie Witte, 06 28 17 48 52, v. witte ®amsterdam.nl; Yorick Schram, o6 5206 5834, [email protected] Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
train
x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 28-1-2022 On Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken Termijnagenda: Alle punten behorende tot portefeuille "Juridische Zaken" Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel Ingediend Einddatum einddatum Motie Bezwaar maken Verzoekt de bezwaarschriftencommissie Poot, 2019/10/10 2020/12/31 Niet tegen advies van de raad: - De taak op zich te nemen Hammelburg, ingevuld adviescommmissie om bezwaren van partijen aangaande de Boomsma, Joodse toekenning van de subsidies beschikbaar Boutkan, Erfpachttegoeden gesteld door de gemeente in het kader Ceder, (TA2019-001346) van de Subsidieverordening Joodse Simons, Erfpachttegoeden af te handelen Ernsting, = Zich hierbij nadrukkelijk te laten Temmink, adviseren door de Commissie Joodse van erfpachttegoeden en indien nodig Lammeren, ook elders advies in te winnen - De van Soest, raad te adviseren over de uitkomst Taimounti, Verzoekt het college van burgemeester en Nanninga wethouders: - Gericht te communiceren dat bezwaar maken tegen het besluit van de gemeenteraad aangaande de verdeling van de Joodse Erfpachttegoeden mogelijk is - Partijen die bezwaar willen maken en zich wenden tot het college of ambtelijke organisatie, zo goed mogelijk te verwijzen naar de bezwaarschriftencommissie Raadsadres Betere transparantie en in handen van het college van ben w 2020/09/09 2020/10/21 2020/10/21 privayc bij behandeling ter afhandeling en kopie antwoord naar bezwaarschriften en raadscommissie AZ verzoek om interventie wegens onduidelijkheid van regels en verzuim ED === Raadsadres Verzoek om een 2021/03/31 2021/05/12 Niet nieuwe locatie en ingevuld verlenging van de sUubsidieperiode tot 2025 voor de realisatie van een Joods hospice voor dementerenden (TA2021-000460) Raadsadres Verzoek om verlenging Besloten is dit raadsadres in handen 2021/04/09 2021/05/12 Niet van de subsidieperiode van het college van burgemeester en ingevuld in verband met wethouders te stellen ter afhandeling. Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 1 of 3 x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 28-1-2022 x Amsterdam Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel Ingediend Einddatum einddatum Covid-19 tot juni 2024. (TA2021-000487) Raadsadres Verzoek om Besloten is deze brief in handen van het 2021/04/22 2021/06/03 Niet toestemming tot een college van burgemeester en wethouders ingevuld statutenwijziging. te stellen ter afhandeling. Gewijzigd op (TA2021-000583) verzoek van het lid Yilmaz. Raadsadres Nog steeds niet Besloten is dit raadsadres in handen 2021/04/22 2021/06/03 Niet publiceren van veel van het college van burgemeester en ingevuld vergunningaanvragen wethouders te stellen ter afhandeling. door stadsdelen, de gemeente en de Omgevingsdienst. (TA2021-000584) Raadsadres Procedure voor Besloten is dit raadsadres in handen 2021/09/15 2021/10/27 Niet het afgeven van van het college van burgemeester en ingevuld vergunningen wethouders te stellen ter afhandeling. voor festivals RAND === Raadsadres Inmenging van het Besloten is dit raadsadres in handen 2021/11/10 2021/12/22 Niet college van b&w bij van het college van burgemeester en ingevuld de beroepsprocedure wethouders te stellen ter afhandeling. bij de Raad van State over het legaliseren van de aanwezigheid van twee woonboten aan de Diemerzeedijk (TA2021-001296) Toezegging AZ Namenmonument, N.a.v. een vraag van het lid Ceder over Ceder 2019/02/28 2019/04/16 2019/04/16 aan de nadere informatie. de financiering van het Namenmonument commissie _ (TA2019-000349) heeft de burgemeester toegezegd dat zij de commissie zal informeren zodra er meer bekend is. Toezegging Volksinitiatief, Op verzoek van het lid Boomsma heeft Boomsma 2020/12/03 2021/01/28 Niet aan de onderzoek of het de burgemeester toegezegd om te ingevuld commissie mogelijk is om eerder onderzoeken of het mogelijk is om eerder met initiatiefnemers met initiatiefnemers te overleggen over te overleggen als het het al dan niet op de website plaatsen niet ontvankelijk is. van een initiatief als duidelijk is dat het (TA2021-000032) initiatief niet ontvankelijk is. Toezegging WOB verzoek Het lid Van Lammeren heeft vraag gesteld van 2021/01/07 2021/02/18 Niet aan de emissie uitkomsten over de afwijzing van een WOB verzoek Lammeren ingevuld commissie over de emissie uitkomsten van het AEB Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 2 of 3 x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 28-1-2022 x Amsterdam Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel Ingediend Einddatum einddatum AEB, afwijzing. en de burgemeester heeft toegezegd (TA2021-000103) dat zij de leden hierover schriftelijk zal informeren. Toezegging AZ Actualiteit Op verzoek van het lid Poot heeft Poot 2021/01/28 2021/03/18 Niet aan de demonstratie de burgemeester toegezegd om te ingevuld commissie Museumplein, onderzoeken of het mogelijk is om vanuit schade verhalen de gemeente veroorzakers van de schade op veroorzakers aansprakelijk gesteld kunnen worden. (TA2021-000264) Toezegging AZ Actualiteit Op verzoek van het lid Kreuger heeft de Kreuger 2021/01/28 2021/03/18 Niet aan de demonstratie burgemeester toegezegd dat zij zal bezien ingevuld commissie Museumplein, of ondernemers vanuit het landelijke Ondernemers vanuit fonds geholpen kunnen worden. Mocht het landelijke fonds dat niet kunnen, dan zal zij het in het helpen (TA2021-000265) college aan de orde stellen. Toezegging AZ juridische De leden hebben positief gereageerd op 2021/02/18 2021/06/03 Niet aan de functie, kwaliteit het aanbod van de burgemeester om haar ingevuld commissie _(TA2021-000281) opvattingen over de juridische functie van de gemeente op papier te zetten teneinde daarover met de leden in debat te gaan. Toezegging AZ Juridische functie, Op verzoek van het lid De Fockert heeft de de Fockert _2021/04/29 2021/11/18 Niet aan de advies SDC West burgemeester toegezegd dat zij dit advies ingevuld commissie _ betrekken in visie zal betrekken bij de voorbereiding van (TA2021-000636) haar visie op de juridische functie die zij in het najaar aan de leden zal voorleggen. Toezegging AZ-Staat Juridische Op verzoek van het lid Van Schijndel van Schijndel 2021/06/03 2021/06/24 In de commissie AZ van Niet aan de functie gemeente heeft de burgemeester toegezegd om de 13 januari 2022 heeft de ingevuld commissie _(TA2021-000767) commissie nog voor het zomerreces te burgemeester toegezegd informeren over de staat van de juridische dat nadere informatie voor functie van de gemeente. de volgende commissiever- gadering beschikbaar komt. Toezegging AZ- Uitspraak N.a.v. een vraag van het lid Boomsma 2021/06/24 2021/09/23 Niet aan de WOB verzoek Boomsma over WOB verzoek over ingevuld commissie _erfpachtdocumenten erfpachtdocumenten en de uitspraak (TA2021-000828) van de rechter op dit verzoek heeft de burgemeester toegezegd dat zij zal onderzoeken of en zo ja hoe gevolg wordt gegeven aan de rechterlijke uitspraak. Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 3 of 3
Actualiteit
3
train
X Gemeente Gemeenteraad RAAD % Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 23 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake bezwaarschriftprocedure afwachten Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Investeringsnota IJdoornschoollocatie. Constaterende dat: — de schoorsteen van de IJdoornschool op dit moment als (kraam)verblijf van een kolonie meervleermuizen dient; — er reeds maatregelen getroffen zijn om de meervleermuis te lokken naar een nieuwe verblijfplaats (vleermuistoren), maar dit tot op heden nog niet gelukt is; — erin de huidige plannen slechts een gewenningsperiode voor de meervleermuis van één jaar is opgenomen; — _ uit stukken echter blijkt dat meervleermuizen een “extreem lange gewenningstijd van soms wel 3 jaar” hebben; — de meervleermuis een beschermde diersoort is. Overwegende dat: — _ het belangrijk is om kwetsbare flora en fauna te beschermen; — _erbezwaaris aangetekend tegen de aangevraagde ontheffing voor de Milieuwet en deze procedure nog loopt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: niet te starten met werkzaamheden en geen onomkeerbare stappen te zetten tot de procedure rondom het bezwaarschrift inzake de aangevraagde ontheffing voor de Milieuwet is afgerond. Indiener J.F. Bloemberg-Issa
Motie
1
discard
Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1621 Publicatiedatum 14 december 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Grave-Verkerk inzake de gezondheidsgevolgen coronacrisis op kinderen. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller: Tijdens de loekdown lag het leven tijdelijk stil en de coronacrisis blijft voor de gehele samenleving ingrijpende gevolgen hebben. Dit geldt ook voor kinderen en de gevolgen op hun fysieke en psychosociale gezondheid. Kinderen konden niet naar school, sportclubs waren voor weken gesloten, kleine kinderen konden slechts beperkt buitenspelen. Tot nu toe waren de effecten van het programma Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) zeer bemoedigend: het aantal kinderen met obesitas werd effectief teruggedrongen. De fractie van de VVD is bang dat de coronacrisis hierin mogelijk voor een terugslag heeft gezorgd. Tevens hebben andere aspecten van de gezondheidszorg zoals de vaccinatieprogramma’s en de acute zorg mogelijk te lijden onder de coronacrisis. De fractie van de VVD maakt zich zorgen over de continuering van deze gezondheidszorg en specifiek de schade die dit kan berokkenen aan kinderen. Gezien het vorenstaande heeft het lid De Grave-Verkerk, namens de fractie van de VVD, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. In 2018 is het programma Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2018-2021 (AAGG) van start gegaan. Is het college van mening dat het programma succesvol is? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) is in 2012 gestart vanuit de ambitie: alle Amsterdamse kinderen op gezond gewicht in 2033. Het programma bestaat uit een integrale aanpak met onder andere een community-aanpak in de focusbuurten, ondersteuning voor kinderen die al te zwaar te zijn en een lobby voor landelijke maatregelen om de voedselomgeving gezonder te maken. Op individueel niveau zijn er goede resultaten, het is lastiger om daar op populatieniveau in deze tijd uitspraken over te doen. Het programma is een belangrijk onderdeel om de gezondheid van Amsterdamse kinderen te bevorderen en in het tegengaan van gezondheidsverschillen. Recente successen zijn bijvoorbeeld 70 basisscholen die een Jump-in certificaat hebben gehaald waardoor deze scholieren extra bewegen en gezonde lunch en tussendoortjes krijgen. En het verbod op kindermarketing in het stedelijk kader reclame buitenruimte waardoor er geen reclame voor ongezonde producten mag worden gemaakt in de openbare ruimte van Amsterdam die gericht is op kinderen en jongeren. 2. Heeft de coronacrisis significante verandering gebracht in het succes van dit Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng er Gemeenteblad R Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 september 2020 programma? Zo ja, waaruit blijkt dat? Antwoord: Het college deelt uw zorg over de invloed van de coronacrisis op de gezondheid van kinderen en kwetsbare gezinnen. Het is lastig om een direct effect van de coronacrisis op het succes van dit programma te meten. We weten wel dat de crisis effect heeft op de leefstijl en daarmee waarschijnlijk ook op het gewicht van kinderen (zie ook het antwoord onder vraag 3). Tegelijkertijd is het maatschappelijk besef van het belang van een gezonde leefstijl door corona gegroeid. 3. Heeft het college zicht op de gevolgen die de coronacrisis heeft op deze AAGG met betrekking tot overgewicht? Zo ja, wat zijn deze gevolgen? Zo nee, is het college bereid deze in kaart te brengen? Antwoord: Het college heeft op dit moment beperkt zicht op de gevolgen van de coronacrisis op het gewicht van Amsterdamse kinderen. Door de maatregelen kwam de leefsituatie en de dagindeling van kinderen en hun ouders er opeens heel anders uit te zien. Gezinnen die te kampen hebben met bredere problematiek dan alleen overgewicht, zoals financiële onzekerheid, (dreigende) werkeloosheid en psychosociale problematiek, lopen het risico dat ingezette verbetering van gewicht stagneert of zelfs terugvalt. Dit blijkt ook uit rapporten die over dit onderwerp zijn gepubliceerd. Tijdens de gehele lockdown hebben hulpverleners (telefonisch) contact gehouden met kwetsbare kinderen en gezinnen. Kinderen van 0-4 jaar zijn wel fysiek gezien. Na de zomervakantie zijn de spreekuren op het primair en voortgezet onderwijs weer gestart. We horen van de professionals dat kinderen vaak niet meer op een weegschaal durven te staan omdat ze weten dat ze zijn aangekomen tijdens de loekdown. Ons doel is ook niet het wegen en meten op zich, maar het gesprek voeren over welke hulp ze eventueel nodig hebben. 4. Heeft het college zicht op de gevolgen die de coronacrisis heeft voor kinderen met betrekking tot de psychosociale gevolgen? Zo ja, wat zijn deze gevolgen? Zo nee, is het college bereid deze in kaart te brengen? Antwoord: De gevolgen voor kinderen zijn met name indirect van aard en dat betekent dat als de gezinssituatie en schoolsituatie duidelijk en veilig is, dit grote invloed heeft op het psychosociale welbevinden van het kind. Vanuit Jeugdgezondheidszorg, de Ouder en kind teams en via sleutelpersonen zetten wij in op een veilige gezinssituatie ook in coronatijd. Dat doen we door middel van campagnes, online en offline en door de inzet van sleutelpersonen. Door middel van online vraag en antwoord sessies met ouders en docenten in het primair en voortgezet onderwijs proberen we te achterhalen waar precies angst en onduidelijkheid zit bij inwoners, en kan men rechtstreeks vragen stellen aan artsen en andere experts van de GGD. 5. Heeft het college zicht op hoe de mogelijke gevolgen van de coronacrisis met betrekking tot de fysieke en psychosociale gezondheid verschillen per stadsdeel? 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng er Gemeenteblad R Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 september 2020 Zo ja, kan het college een uitsplitsing geven per stadsdeel? Zo nee, is het college bereid dit in kaart te brengen? Antwoord: De lokale Corona Preventie Teams in de stadsdelen peilen met grote regelmaat via de formele en informele netwerken waar de meest kwetsbare mensen zich bevinden en hoe deze mensen het beste bereikt kunnen worden. We hebben op dit moment geen exacte cijfers van mentale problematiek naar stadsdeel beschikbaar maar zodra deze er zijn worden ze met u gedeeld. 6. Is het college voornemens stappen te ondernemen om te kunnen inspelen op de gevolgen die de coronacrisis mogelijkerwijs heeft met betrekking tot de fysieke en psychosociale gezondheid van kinderen? Zo ja, welke stappen zijn dit? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college heeft stappen ondernomen om te kunnen inspelen op de gevolgen die de coronacrisis mogelijkerwijs heeft op de gezondheid en ontwikkeling van kinderen. De jeugdgezondheidszorg blijft ook in coronacrisis doorgaan, zowel face to face als digitaalftelefonisch. We bieden zorg op maat, waarbij waar nodig voor 0-4 jaar prioriteit gegeven wordt aan prenatale contacten, de (extra) zorg aan de allerjongste kinderen, de vaccinaties en de zorg aan nieuwkomers. Voor 4- 18/23 jaar hebben we de afgelopen periode naast het individueel vaccineren de ondersteuning aan de scholen geprioriteerd. We blijven dit doen en zien een toename van vragen. Daarnaast hebben we de prioriteit gegeven aan de zorg aan de kinderen en jongeren (en hun gezinnen) die dit het meest nodig hebben. Vanaf de herfstvakantie zijn we op maat gestart met de preventieve gezondheidsonderzoeken op de scholen. Zodra er signalen komen vanuit de lokale Corona Preventie Teams in de stadsdelen of via andere formele en informele kanalen zullen wij daar direct op inspelen. De situatie verschilt per week en door de inzet van sleutelpersonen en de mobiele coronateams houden wij goed zicht op de actuele situatie in de stadsdelen. 7. Hoe denkt het college de fysieke en psychosociale gevolgen voor kinderen te kunnen beperken tijdens een eventuele tweede coronagolf”? Antwoord: Het college denkt de fysieke en psychosociale gevolgen voor kinderen te kunnen beperken door het leven van kinderen waar mogelijk zo normaal als kan door te laten gaan, in de zin van het open houden scholen en sportclubs. Daarnaast zetten we met onze online vraag en antwoordsessies specifiek in op het voorlichten en adviseren van ouders van leerlingen en medewerkers van scholen met vragen of zorgen over besmettingen van leerlingen en/of medewerkers van de scholen Hierdoor kunnen wij zowel scholen als ouders ondersteunen en eraan bijdragen dat kinderen veilig naar school kunnen gaan. Dat is belangrijk voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. Ook tijdens midzomer ook maar winter Mokum zetten we als gemeente natuurlijk extra in om kwetsbare kinderen extra te zien, te normaliseren, extra support te bieden en indien nodig te kunnen acteren. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng er Gemeenteblad R Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 september 2020 8. Heeft het college of de GGD contact met de basis- en middelbare scholen in Amsterdam om de gezondheid van de Amsterdamse kinderen in relatie met het coronavirus te monitoren? Zo ja, wat blijkt uit deze contacten? Zo nee, is het college van plan dit wel te gaan doen? Antwoord: Het college heeft eind augustus alle scholen een hart onder de riem gestoken en geïnformeerd op welke manier de GGD de scholen kan ondersteunen. Op 25 september zijn de scholen opnieuw geïnformeerd vanuit de GGD met een stappenplan hoe te handelen als een leerling of medewerker van de school positief test op corona. In geval van een positieve leerling, student of medewerker van school heeft de GGD contact met de school en adviseert over te nemen maatregelen. De GGD heeft begin september drie webinars aangeboden voor PO en VO en MBO scholen om hen goed te informeren. De GGD biedt daarnaast op maat online webinars voor medewerkers en/of ouders aan. Zie ook bij antwoord 7. De jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen zijn in contact met alle scholen en bieden ondersteuning op maat. Zowel scholen als ouders waarderen de extra ondersteuning van de GGD op individueel en op collectief niveau. 9, “Het college schat in dat na de corona-uitbraak een tijdelijke groei van de jeugdhulp zou kunnen optreden”! Heeft er zich reeds een stijging in de jeugdhulp voorgedaan? Is het college van mening dat het momenteel monitoren van de situatie afdoende is om, indien er in een later stadium nog een sterkere toename in de jeugdhulp volgt, daarop te kunnen inspelen? Antwoord: Gedurende de lockdown-periode zagen we dat minder kinderen door- of instroomden bij de specialistische jeugdhulp. Doordat behandelingen vertraagden zagen we tegelijkertijd ook minder kinderen uitstromen. Hierdoor stabiliseerde het aantal kinderen in de jeugdhulp gedurende deze periode. In juni zagen we een groei in het aantal kinderen dat jeugdhulp nodig heeft, maar deze groei was tijdelijk en heeft zich niet doorgezet. Zeker ook gezien de huidige situatie rondom Covid-19, blijven we in afstemming met het Ouder-Kindteam en de Gecertificeerde Instellingen de situatie monitoren, zowel voor nu als voor in de toekomst zodat we indien nodig tijdig op veranderingen kunnen inspelen. 10. Heeft de coronacrisis de vaccinatieprogramma’s voor kinderen significant belemmerd? Zo ja, wat zijn hiervan de (gezondheids)gevolgen en welke stappen onderneemt het college om dit mogelijk op te kunnen vangen? Antwoord: Jeugdgezondheidszorg blijft kinderen en jongeren fysiek zien tijdens de coronacrisis. Het vaccineren van kinderen, jongeren en ook zwangeren (22 wekenprik) heeft hierbij grote prioriteit. We hebben extra maatregelen genomen om (aanstaande) ouders, kinderen, jongeren en medewerkers te beschermen tegen het coronavirus. Landelijk is in maart besloten besloten dat er vanwege de coronacrisis geen grootschalige groepsvaccinaties voor 9-18 jarigen in sporthallen kunnen plaatsvinden. Deze vaccinaties dienen individueel gegeven te worden. Jeugdgezondheidszorg heeft conform landelijk beleid tijdens de coronacrisis de t https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8703196/3/728 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng er Gemeenteblad R Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 september 2020 Meningokokken ACWY vaccinatie (14-jarigen en eerdere no-show) voor de zomer geprioriteerd. Daarnaast is evenals conform landelijk beleid rond de zomer gestart met het individueel op afspraak op OKT locaties uitnodigen van 9-jarigen (BMR en DTP) en 12-jarige meisjes (2x HPV). De vaccinatiespreekuren lopen dit najaar en ook in 2021 nog door. Voor de zomer hebben we zoveel mogelijk jongeren en ouders voorafgaand aan het vaccineren telefonisch gesproken om informatie te geven over de corona maatregelen (zoals bij klachten thuis blijven, zoveel mogelijk met 1 ouder/begeleider naar de locatie komen). Ook heeft de GGD de informatie op de website aangepast en zijn specifieke filmpjes gemaakt. Niet alle ouders en jongeren verschijnen op een eerste afspraak. De jeugdgezondheidszorg benadert actief ouders en jongeren die niet verschijnen. (nabellen, deur- of huisbezoeken, vervolgafspraak). 11. Heeft tijdens de coronacrisis de acute zorg voor kinderen hinder ondervonden? Zo ja, hoe is het college van plan tijdens een eventuele tweede coronagolf dit type zorg te kunnen blijven garanderen? Antwoord: In maart 2020 diende veel van de dienstverlening richting kinderen aangepast te worden. Denk daarbij aan het omzetten van ambulante begeleiding naar digitale vormen van begeleiding. Over het algemeen hebben de partners in het jeugddomein daar bijzonder adequaat op gereageerd, en is het hen gelukt om met heel veel inzet en creativiteit de ondersteuning en begeleiding van kinderen en jongeren in de lucht te houden. We zien wel dat er als gevolg van de vele veranderingen die elkaar in snel tempo opvolgden incidenteel gaten zijn gevallen waardoor kinderen tijdelijk minder, andere of soms zelf tijdelijk geen ondersteuning hebben ontvangen. Mede op basis van signalen hierover vanuit het Jongenplatform Amsterdam en nauwe contacten met de jeugdhulppartners is daar zoveel als mogelijk op geanticipeerd. Overigens is een deel van de wegvallende ondersteuning te verklaren doordat kinderen en gezinnen uit angst voor besmetting zorg meden in de eerste golf. Voor de tweede golf heeft het college een aantal voorbereidingen getroffen om te zorgen dat nóg minder kinderen de benodigde ondersteuning niet ontvangen. De belangrijkste daarvan zijn. Zo hebben we nauw contact met de jeugdhulpaanbieders om signalen te bespreken. Hiervoor is het Netwerk Niet Acute Zorg opgezet waardoor de lijnen bijzonder kort zijn. Ook met het Jeugdplatform en andere vertegenwoordigende organen zijn de lijnen kort zodat signalen direct opgepakt kunnen worden. Daarnaast hebben we het Verwey Jonker instituut opdracht gegeven een evaluatie van de ondersteuning in de eerste golf te maken: wat ging er goed en zou in de toekomst behouden moeten blijven; en wat ging er niet goed en zou anders ingevuld moeten worden in een mogelijke tweede golf. Dat onderzoek wordt momenteel uitgevoerd en tussenresultaten kunnen in de komende periode worden meegenomen. Ook hebben we een korte lijn met VWS om het Rijk feedback te geven op de gevolgen van de landelijke maatregelen op kinderen en jongeren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Ndeing er Gemeenteblad ummer err: . Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 september 2020 6
Schriftelijke Vraag
6
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 488 Publicatiedatum 6 juni 2018 Ingekomen onder Ingekomen op woensdag 30 mei 2018 Behandeld op woensdag 30 mei 2018 Status Verworpen Onderwerp Amendement van de leden Taimounti, Ceder en Simons inzake het coalitieakkoord 2018-2022 “Een nieuwe lente en een nieuw geluid”. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2018-2022, getiteld: “Een nieuwe lente en een nieuw geluid” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 456). Overwegende dat: — In het coalitieakkoord op blz. 24 een voorstel is opgenomen om de onafhankelijke klachtencommissie uit te breiden, maar verder niets over hoe individuele politieagenten zelfbewust worden gemaakt van hun discriminerende handelen. Besluit: In het coalitieakkoord 2018-2022: Op pagina blz. 24 onder de kop ‘Bedrijven, organisaties en de politie! het volgende staat: — _Ín Amsterdam wordt niet etnisch geprofileerd. Met de politie werken we instrumenten uit om het politieoptreden beter te monitoren. De driehoek doet een sterk beroep op het ministerie om de onafhankelijke klachtencommissie uit te breiden met een of meerdere burgerleden. De commissie rapporteert jaarlijks aan de raad. Dit moet gewijzigd worden in: — _Ín Amsterdam wordt niet etnisch geprofileerd. Met de politie werken we instrumenten uit om het politieoptreden beter te monitoren. De driehoek doet een sterk beroep op het ministerie om de onafhankelijke klachtencommissie uit te breiden met een of meerdere burgerleden. De commissie rapporteert jaarlijks aan de raad. Ook gaan we pleiten voor een pilot om STOP-formulieren in te voeren. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 488 Amendement Datum 6 juni 2018 De leden van de gemeenteraad, M. Taimounti D.G.M. Ceder S.H. Simons 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 525 Publicatiedatum 13 juni 2018 Ingekomen onder D' Ingekomen op 6 juni 2018 Behandeld op 6 juni 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het afwijzen van de aangeboden 24-uursopvang door We Are Here. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Poot inzake het afwijzen van de aangeboden 24-uursopvang door We Are Here (Gemeenteblad afd. 1, nr. 515). Overwegende dat: — We Are Here doorgaat met het kraken van panden, waarbij reeds bewoonde panden niet worden geschuwd; — Het voortdurende kraken in combinatie met het afwijzen van een 24-uursopvang een volstrekt onhoudbare situatie is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Alvorens over te gaan tot eventuele opening van een 24-uursopvang duidelijke toelatingscriteria, voorwaarden en regels op te stellen die van toepassing zijn op hen die in de opvang verblijven of willen verblijven; — Deze criteria af te stemmen met de Rijksoverheid; — Deze criteria voor te leggen aan de gemeenteraad. De leden van de gemeenteraad, M.C.G. Poot D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1223 Datum indiening 15 mei 2019 Datum akkoord 5 juli 2019 Publicatiedatum 8 juli 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake containertuintjes tegen afvaldump. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Ook in Amsterdam is het een groot probleem: afval dat geplaatst wordt naast de ondergrondse vuilcontainers. Het ziet er rommelig uit en zorgt voor overlast en ongedierte. Met een even simpele als kleurrijke oplossing kan dit verholpen worden: het containertuintje. In zowel Den Haag als Rotterdam is het een groot succes en levert het zelfs tot 80% minder bijplaatsingen naast containers op. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met de containertuintjes in Rotterdam! en Den Haag’? Antwoord: Het college is bekend met de containertuintjes in Rotterdam en Den Haag. Het afgelopen jaar zijn er ook in Amsterdam meerdere experimenten en bewonersinitiatieven uitgevoerd om bijplaatsingen tegen te gaan door het plaatsen van grasmatten rondom een afvalcontainer. 2. In beide steden heeft de aanleg van de containertuintjes ervoor gezorgd dat bijplaatsingen van afval fors teruggedrongen zijn. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat de gemeente zich optimaal moet inspannen om vuil rondom containers zoveel mogelijk terug te dringen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college deelt de mening dat de gemeente zich dient in te spannen om bijplaatsingen van afval bij de afvalcontainer tegen te gaan. Eerder is dit gemeld in de afhandeling motie Nadif (ingekomen stuk 39 bij raad van 29 mei 2019). 1 https://www.ad.nl/rotterdam/fleurige-containers-tegen-zwerfvuil-a491 1dfe/ 2 https://www.hethaagsegroen.nl/groen+in+de+buurt/1291612.aspx 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing loos Gemeenteblad ummer - =: . Datum 8 juli 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 15 mei 2019 In de praktijk blijkt dat een combinatie van een grasmatje rondom de containers mét communicatie én actief beheer door bewoners het meest effectief is. Daarom plaatst de gemeente de containertuintjes mét communicatie over de afvalregels als de bewoners zorgen voor draagvlak in de straat met actief beheer zodat de tuintjes heel en schoon blijven. 3. Is het college bereid om een pilot te starten met het aanleggen van containertuintjes in diverse stadsdelen en de bevindingen daarvan na een jaar met de raad te delen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het plaatsen van een containertuintje is opgenomen in het aanvullende aanbod aan de bewoners binnen het project ‘Adoptie ondergrondse afvalcontainers’ en is daarmee onderdeel van de lokale aanpak om bijplaatsingen van afval bij afvallocaties tegen te gaan. Na een jaar zal het college de bevindingen van bewoners inclusief de resultaten delen met de gemeenteraad. Ook het inzetten van een technische interventie aan de afvalcontainer zelf, zal onderdeel zijn van deze evaluatie. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1579 Publicatiedatum 16 oktober 2019 Ingekomen onder K Ingekomen op woensdag 9 oktober 2019 Behandeld op woensdag 9 oktober 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid N.T. Bakker inzake het Amsterdams Ondernemers Programma 2019-2022 'Naar een sterke buurteconomie’ (opknippen aanbestedingen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Amsterdams Ondernemers Programma 2019-2022 'Naar een sterke buurteconomie’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1427). Overwegende dat: - Amsterdam belang hecht aan een sterke buurteconomie; - Het hierom belangrijk is om kleine buurtondernemers te stimuleren en waar mogelijk te ondersteunen; - De gemeente zelf het goede voorbeeld kan geven door middel van hun inkoop- en aan bestedingsmacht; - Veel aanbestedingen vaak echter dermate groot zijn, waardoor kleine ondernemers weinig kans maken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te onderzoeken om, waar mogelijk, aanbestedingen op te knippen zodat kleine ondernemers makkelijker mee kunnen dingen naar gemeentelijke opdrachten. Het lid van de gemeenteraad N.T. Bakker 1
Motie
1
train
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering _1juni 2022 Ingekomen onder nummer 248 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake Amsterdams Akkoord (geen toename aantal sekswerkplekken) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het Amsterdams Akkoord, Overwegende dat: — _P37 van het akkoord stelt “We verminderen het aantal ramen op de Wallen door een deel te verplaatsen naar een erotisch centrum waar sekswerkers meer regie kunnen nemen over hun werk.” — Deze passage is niet duidelijk wat dit betekent voor het totale aantal werkplekken, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Bij het realiseren van een erotisch centrum het totale aantal vergunde, bedrijfsmatige ramen/sekswerkplekken in de stad niet te verhogen, maar voor elke nieuwe plek, een bestaande plek op de Wallen te sluiten Indiener D. T. Boomsma
Motie
1
discard
2017 Documenten intern - 761 Gemeente Bezoekadres Plein '40'451 Am ste rd am 1064 SW Amsterdam Nieuw-West Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 | | | amsterdam.nl{nieuwwest Voordracht en besluit DB-AB Registratienummer 75988 - 2017/INT/o0761 Afdeling Gebiedspool mmm Onderwerp Advies n.a.v. het voornemen van B&W tot vaststelling van het stedelijk kader Particuliere Transformaties. | mmm Portefeuille Wonen, Stedelijke vernieuwing en Gebiedsontwikkeling DB lid R. Maver Gebied Nieuw-West Vergaderdatum DB 12 september 2017 Vergaderdata AB 20 september 2017 27 september 2017 Agenderen College / Najaar 2017 | Gemeenteraad nennen nennen nennen Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Bram Berendse 0622932239 [email protected] Pagina 1 van 5 Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 1 van 9 2017 Documenten intern - 761 Bezoekadres Plein'40'451 1064 SW Amsterdam Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 amsterdam.nl/nieuwwest Datum 27 september 2017 Onderwerp Advies n.a.v. het voornemen van B&W tot vaststelling van het stedelijk kader Particuliere Transformaties. mmm Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit: 1. Het Algemeen Bestuur voor te stellen de adviesaanvraag van het College van B&W | inzake het voornemen om het stedelijk kader Particuliere Transformaties vast te stellen te beantwoorden met bijgevoegde brief. nennen eee | Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit: besluiten wordt | gepubliceerd 1. De adviesaanvraag van het College van B&W inzake het voornemen om het stedelijk kader Particuliere Transformaties vast te stellen te beantwoorden met bijgevoegde brief. mn Ondertekening Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West, en med 7 Íy ij „ es / ZN / 3 / Ll ASR = | Mevrouw E‚J.M. FI ijer, ‚ de heer A. Baâdoud, stadsdeelsecretaris, voorzitter — ANY 8 jw Cv” Registratienummer 75988 - 2017/INT/oo761 Pagina 2 van 5 Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 2 van 9 2017 Documenten intern - 761 DB-AB Bevoegdheid Verordening op de bestuurscommissies, artikel 28- adviesrecht Bestuurlijke achtergrond Op 20 juli 2017 is ons per brief (bijlage 1) gevraagd om; 1. Conform artikel 28 van de verordening op de bestuurscommissies te adviseren op het voornemen om het stedelijk kader particuliere transformaties Aanvullend is gevraagd om specifiek te adviseren over de; 2. Doelgroepenverordening 3. Procedure om af te wijken van het stedelijk kader Het kader richt zich op particuliere transformaties van gebouwen en/of gebieden met als aanleiding; 1. Testuren op extra sociale huurwoningen in gebieden met een laag voorraadpercentage sociale huurwoningen. | 2. Te sturen op de realisatie van woningen in het middensegment na het besluit Ruimtelijke Ordening 3. Het nastreven van de 40-40-20 via transformaties Het doel van het stedelijk kader is; 1. Beschrijven van de instrumenten 2. Vastleggen van de stedelijke uitgangspunten Ad 1. Advies Nieuw-West op het voornemen van B&W om het stedelijk kader particuliere transformaties vast te stellen / beslispunt 1. In ons advies onderschrijven we de moeite die is genomen om tot een uniform kader te komen voor transformaties maar vragen wij ons af in hoeverre sturingsinstrumenten nodig zijn wanneer de regels om af te mogen wijken helder zijn. Ook zonder de sturingsinstrumenten wordt dus het gewenste uniforme beeld bereikt zonder dat het gebiedsgerichte werken verder aan banden wordt gelegd. Naast dit algemene advies hebben we vragen over de definities, organisatorische inbedding en de gebruikte sturingsinstrumenten. Tevens zetten we vraagtekens bij de stedelijke vitgangspunten waarbij de volgende het meest relevant zijn voor Nieuw-West; a. We adviseren om de gemengde stad niet op woningbouwplan te realiseren maar om dit op buurtniveau na te streven. Immers de ervaring leert dat de gemengde stad op woningbouwplanniveau spanningen kan opleveren. c. Soepel om te gaan met de afwijkingsregels van ‘40-40-20’ bij particuliere transformaties omdat deze panden veelal in de dure jaren ‘go zijn gekocht en zonder soepele toepassing van deze regels niet rendabel zijn. Deze panden zijn veelal in Slotervaart te vinden. Daarnaast gebruiken we deze brief om ons ongenoegen te uitten met betrekking tot de besluitvorming omtrent de Woonagenda 2025 (AB van 21-7-2017) waarbij er is geadviseerd op een concept stuk dat later middels de ‘40-40-20’ regel flink is gewijzigd. Over deze wijziging hebben wij geen advies kunnen uitbrengen. Ook wordt aandacht gevraagd voor de beperkte reactietijd. Specifiek advies op de doelgroepen verordening en de procedure om af te wijken. Ten slotte adviseren we zoals gevraagd op de doelgroepenverordening en de procedure om af te wijken. Met betrekking tot de doelgroepenverordening vragen we o.a. termijnen vast te stellen voor panden met de bestemming sociale huur of middensegment om zo te voorkomen dat deze na beperkte tijd verkocht worden aan de vrije sector. Daarnaast vragen we aandacht voor het Registratienummer 75988 - 2017/INT/o0761 Pagina 3 van 5 Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 3 van 9 2017 Documenten intern - 761 middensegment woningen zodat de gezinnen in het gebied die nu in krappe woningen verblijven kunnen doorgroeien op de woningmarkt. Voor betreft de procedure om af te wijken is inzichtelijk gemaakt voor welke projecten dit mogelijk geldt. Onderbouwing besluit Argumenten Middels de bijgevoegde brief geven we invulling aan ons adviesrecht conform artikel 28 van de verordening op de bestuurscommissies. Risico's / neveneffecten Wanneer de raad instemt met het voorstel van B&W zonder dat onze wijzigingen zijn er de volgende risico’s; 1. Door de sturingsinstrumenten is er minder ruimte om gebiedsgericht te werken 2. Wanneer het bestemmingsplan wordt gebruikt als instrument en hier ook de percentages en bijbehorende vierkante meters in te vermelden zonder goed registratiesysteem wordt de handhaving een knelpunt en bestaat het risico op planschade. De reactietermijn was 15 september 2017. Gegeven het reces was deze deadline niet haalbaar. Hierom wordt de bestuurlijke reactie na het DB van 12 september 2017 onder voorbehoud van de instemming van het AB verstuurd. De (mogelijk gewijzigde) brief van het AB wordt na 27 september 2017 verstuurd. Maatschappelijke effecten Selecteer de maatschappelijke longeren aan het werk effecten waar het besluit aan (Jeugd benut talent bijdraagt [Goed veiligheidsgevoel DIPrettig wonen Uledereen doet en telt mee (Prettig samenleven (Gezonde leefstijl Maatschappelijke Met de advisering wordt invloed uitgeoefend op de draaiknop passende woningen. effecten Uitkomsten ingewonnen adviezen Juridisch bureau N.v.t. Financiën N.v.t. Dit is een beleid stuk en heeft geen financiele gevolgen voor stadsdeel Nieuw-West Commvnicatie N.v.t. Eris nog geen definitief besluit genomen. Aangezien het nog niet duidelijk of het advies wordt overgenomen/wat het definitieve besluit is wordt er, om verwarring te voorkomen, niet actief over gecommuniceerd. Overige Verwerkt Financiële paragraaf N.v.t. Financiële gevolgen? Nee. Indien ja, dekking aanwezig? N.v.t. Registratienummer 75988 -2017/INT/oo761 Pagina 4 van 5 Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 4 van 9 2017 Documenten intern - 761 Indien ja, welke kostenplaats? Toelichting Voorlichting en communicatie Eisen publicatie N.v.t. Commvunicatiestappen N.v.t. / eee eere ee sn Uitkomsten inspraak | Nvt. | Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie) Niet van toepassing | Geheimhouding Geheimhouding Niet van toepassing Einde geheimhouding Niet van toepassing Stukken Meegestuurd 1. Stedelijk kader particuliere transformaties a. Begeleidende brief b. Stedelijk kader 2. Antwoordbrief Nieuw-West Ter inzage gelegd Niet van toepassing Te verzenden stukken 2. Antwoordbrief Nieuw-West College van Burgemeester en Wethouders (B&W) Amsterdam Postbus 202 1000AE AMSTERDAM Aangetekend versturen Nee. Akkoord agendering Datum voorbereidende staf 4 september 2017 Portefeuillehouder R. Mauer. Portefeuillehouder akkoord? Ja (opmerkingen op de brief zijn verwerkt) Verantwoordelijk manager _ B. Berendse Manager akkoord? Ja Besluit dagelijks bestuur Registratienummer 75988 -2017/INT/oo761 Pagina 5 van 5 Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 5 van 9 2017 Documenten intern - 761 Bezoekadres x Gemeente Beede eesperplein8 Ä m ste rd am 1018 XA Amsterdam Postbus 1104 1000 BC Amsterdam Telefoon 14 020 | amsterdam.nl | | Retouradres: Postbus 1104, 1000 BC Amsterdam | Algemeen Bestuur van de bestuurscommissies Centrum, | Nieuw-West, Noord, Oost, West, Zuid en Zuidoost | Datum 20 juli 2017 | Ons kenmerk _ 2017-7113 Behandeld door Harriet Wildenberg / [email protected] | Onderwerp Stedelijk Kader voor particuliere transformaties Geacht bestuur, Hierbij bied ik u het “Stedelijk Kader voor particuliere transformaties”, dat specifiek gericht is op particuliere transformaties van gebouwen en/of gebieden naar woningen, ter advisering aan. Transformaties vinden overal in de stad plaats. In grootstedelijke projecten, maar ook onder de verantwoordelijkheid van stadsdelen. Met het oog daarop wordt aan de bestuurscommissies ad- vies gevraagd met betrekking tot dit nieuwe stedelijke kader. Er zijn meerdere aanleidingen voor dit kader: e _ De gemeente heeft met corporaties en huurders afgesproken om te bezien hoe ze, met na- me in gebieden waar het voorraadpercentage sociale huurwoningen laag is, ook in particulie- re ontwikkelingen (eigen grond van particulieren of in geval van een reeds bestaand erfpacht- recht) kan sturen op het realiseren van sociale huurwoningen. e _ Opa juli 2047 is een wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening in werking getreden waarin gemeenten de gelegenheid wordt geboden om via bestemmingsplannen te sturen op de rea- lisatie van middensegment huurwoningen. Via het bestemmingsplan sturen op sociale huur is al mogelijk. e Inde Woonagenda 2025 is als stedelijke vitgangspunt voor nieuwbouw opgenomen dat van de woningen 40% als sociale huurwoning wordt gerealiseerd, 4,0% van de woningen als mid- deldure huur- of koopwoning en 20% als dure huur- of koopwoning. Voor de toepassing van dit vitgangspunt zijn spelregels vastgesteld (Collegebesluit d.d. 20 juni 2017). In Spelregel 10 is opgenomen dat dit stedelijk vitgangspunt ook geldt voor transformatieprojecten, waarbij is aangegeven dat de nadere regels worden uitgewerkt in een Stedelijk Kader voor particuliere transformaties. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 8 van 9 2017 Documenten intern - 761 Gemeente Amsterdam 20 juli 2017 2017-7113 Pagina 2 van4 Stedelijk Kader voor particuliere transformaties Het doel van het Stedelijk Kader voor particuliere transformaties is tweeledig: 1. Beschrijven van instrumenten om te sturen en de (on)mogelijkheden hierbij. Met welke zaken moet rekening worden gehouden als de stad ook in particuliere ontwikkelingen sociale en middensegment huurwoningen gerealiseerd wil zien en hoe wordt dat dan vorm gegeven? 2. Vastleggen van de stedelijke uitgangspunten bij transformaties. Waar willen we als gemeente programmatisch op sturen? Ada In bijgevoegd kader zijn de twee mogelijke “instrumenten” om te sturen, erfpacht en bestem- mingsplan, nader toegelicht. Hierbij wordt geconstateerd dat in het geval van transformatie op erfpachtgrond het uitoefenen van programmatische sturing in eerste instantie via de erfpacht ver- loopt. Het erfpachtinstrument is in samenhang met een expliciete formulering van gemeentelijk beleid voldoende om programmatische doelen na te streven. | Het gebruik maken van de mogelijkheden die de wet biedt bij bestemmingsplannen kan hierbij wel | toegevoegde waarde hebben. | Als het gaat om particulier grondeigendom is de constatering dat, in het verlengde van het verle- nen van medewerking aan het opstellen van een nieuw bestemmingsplan, het exploitatieplan een “stok achter de deur” kan vormen om te komen tot de beoogde woningprogrammering bij trans- formatie. Dit in verband met het kostenverhaal van door de gemeente te realiseren openbare ruimte, waarbij ook de realisatie van vastgoed met lagere grondwaarden in het exploitatieplan kan worden meegenomen. Er wordt gesproken over “stok achter de deur“want de eigenlijke zaken met de ontwikkelaar worden bij voorkeur gedaan door het afsluiten van een anterieure overeen- komst, mogelijk op basis van een concept-exploitatieplan. Tot slot. Als het bestemmingsplan al uitgaat van (de mogelijkheid van) woningen èn er is sprake | van particuliere grond, dan zijn de gemeentelijke beïnvloedingsmogelijkheden zeer beperkt. Op deze specifieke situatie gaat bijgevoegd kader verder niet in. Ad 2 De stedelijke vitgangspunten kunnen als volgt worden samengevat: a. De gemeente Amsterdam wil ten behoeve van een gemengde stad dat in woningbouwplan- nen sprake is van een gedifferentieerd programma, waarmee verschillende inkomensgroepen worden bediend. De gemeente geeft hier zelf vorm aan door bij de uitgifte van gemeentelijke grond te sturen op die differentiatie. b. _Ookin de plannen van particulieren, waarbij geen sprake is van nieuwe gronduitgifte maar van eigen grond van particulieren of een reeds bestaand erfpachtcontract, wil de stad een gedifferentieerd aanbod bewerkstelligen. De stad werkt door middel van bestemmingsplan- wijzigingen en erfpachtherzieningen alleen mee aan particuliere woningbouwplannen als er sprake is van een gedifferentieerd woningaanbod. c. _ Het stedelijk vitgangspunt voor een gedifferentieerd aanbod houdt in dat ook voor particulie- re transformaties geldt dat 40% van de woningen als sociale woning wordt gerealiseerd, 40% van de woningen als middeldure woning en 20% als dure huur- of koopwoning. d. Van dit stedelijke uitgangspunt kan, onderbouwd en na goedkeuring door de directeur Grond en Ontwikkeling, worden afgeweken indien: Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 7 van 9 2017 Documenten intern - 761 Gemeente Amsterdam 20 juli 2017 2017-7113 Pagina 3 van 4 e _met de beoogde afwijking een ander stedelijk doel of programma wordt bediend in het betreffende project; | e _de bestaande woningdifferentiatie in het omliggende gebied van het gebouw dusdanig specifiek is, dat een andere menging in het te transformeren gebouw beter past om de | gewenste gemengde wijk te bereiken; | e __Hetgebouw een dusdanige geringe omvang heeft dat de beoogde menging vanuit be- heersoogpunt niet wenselijk is . e. In project- of investeringsbesluiten die betrekking hebben op projecten waarin (ook) particu- liere ontwikkelingen zijn voorzien, wordt de gewenste differentiatie vastgelegd en een even- tuele afwijking van het stedelijke vitgangspunt onderbouwd. f. _ Om via het bestemmingsplan te (kunnen) sturen op het programma in woningbouwplannen stelt de gemeente een doelgroepenverordening op teneinde de woningcategorie midden- segment te definiëren en de termijnen vast te leggen waarop de sociale en middensegment huurwoningen moeten worden verhuurd. Voor het middensegment huur wordt daarbij aan- gesloten bij het Actieplan Meer Middeldure Huur. g. De gemeentelijke verantwoordelijken voor de uitvoering van het beleidskader zijn: e __Bij eigen particuliere grond: projectmanagers verantwoordelijk voor planontwikkelingen in hun gebied of, als er geen sprake is van een project, de betrokken stadsdeelmedewer- ker in samenwerking met de bestemmingsplanjurist. e __In geval van een benodigde erfpachtherziening: projectmanagers verantwoordelijk voor planontwikkelingen in hun gebied of, als er geen sprake is van een project, de betrokken stadsdeelmedewerker in samenwerking met Grond en Ontwikkeling (afdeling Uitgifte en Erfpacht). NB De Woonagenda 2025 is op 19 juli 2017 door de Gemeenteraad vastgesteld waarin de nieuwe stedelijke uitgangspunten voor woningbouwprogrammering zijn opgenomen.Deze vitgansgpun- ten zijn niet van toepassing op ruimtelijke projecten waarvoor reeds investeringsbesluiten zijn genomen en niet van toepassing op locaties waarvoor de gemeente al contractuele verplichtingen is aangegaan met een marktpartij. Adviesvraag bestuurscommissies Graag ontvang ik uiterlijk 15 september a.s. vw advies op dit Stedelijk Kader. Naast vw algemene visie op de toepassing van dit kader in de praktijk vraag ik daarbij vw expliciete aandacht voor de volgende punten: e _ Doelgroepenverordening: de gemeente gaat een verordening opstellen teneinde de woning- categorie middensegment te definiëren en de termijnen vast te leggen waarop de sociale en middensegment huurwoningen moeten worden verhuurd. Zijn er vanuit de stadsdelen spei- cifke aandachtspunten die hierbij betrokken moeten worden ? e _ Procedure om af te wijken van het Stedelijk Kader: er zijn drie vitzonderingssitvaties opge- nomen op basis waarvan het stadsdeel kan verzoeken af te mogen wijken van het Stedelijk Kader. Hiernaast is aangegeven dat het Stedelijk Kader niet geldt als de gemeente reeds een contractuele verplichting is aangegaan met de ontwikkelaar. o _ Kunt u aangeven voor welke stadsdeelprojecten, die zich in de planvoorbereidingsfase bevinden, v verwacht zo’n “afwijkingsverzoek” in te dienen? o _ Kunt u aangeven voor welke stadsdeelprojecten, die zich in de planvoorbereidingsfase | bevinden, de “40-40-20” vitgangspunt zal zijn? Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 8 van 9 2017 Documenten intern - 761 Gemeente Amsterdam 20 juli 2017 | 2017-7113 | Pagina 4 van 4 | | | | Bestuurlijk proces | Wethouder Ivens en Wethouder Van der Burg hebben in de Projectenstaf van 3 juli ingestemd met | dit Stedelijk Kader. De volgende stap is het vragen van schriftelijk advies aan de bestuurscommis- | sies middels onderliggende brief. U heeft hiervoor tot 15 september de tijd. | Vervolgens kan het stedelijke kader, eventueel aangepast en nogmaals besproken met Wethouder Ivens en Wethouder Van der Burg naar aanleiding van uw adviezen, worden voorgelegd aan het College van B&W, Raadscommissie en de Gemeenteraad. De bestuurlijke besluitvorming zal in het | najaar plaatsvinden. De nog op te stellen doelgroepenverordening volgt een apart bestuurlijk tra- | ject. | Naast de Woonagenda zijn ook de “Uitvoeringsregels voor kleine huurwoningen” en het “Actie- | plan Meer Middeldure Huur” recent vastgesteld. Beide beleidsproducten zijn relevant als het gaat om de realisatie van sociale en middeldure woningen. Zo betekenen de Uitvoeringsregels voor kleine huurwoningen dat het stedelijk vitgangspunt is dat woningen onder de 4,0 m2 gbo alleen sociaal verhuurd worden. Het Actieplan Meer Middeldure Huur biedt mogelijkheden om middensegmentwoningen te reali- seren tegen een verlaagde grondprijs waar (o.a.) tegen over staat dat deze woningen minimaal 25 jaar verhuurd worden met een huurindexering gelijk aan CPI. Bij beoogde particuliere transformaties is het zaak deze beleidsregels ook bij de onderhandelingen te betrekken. Tot slot. Middels dit Stedelijk Kader voor particuliere transformaties wordt beoogd een in de prak- tijk werkbare situatie te creëren. De bedoeling van dit kader en de nog op te stellen doelgroepver- ordening is om de gemeente meer instrumentarium te geven om te sturen op woonprogramma. Ik realiseer me dat het opeenstapelen van wensen en eisen wringt met de gewenste voortgang en realisatie van (toch al vaak complexe) particuliere gebouwtransformaties inde stad. Het toepassen van het programmatische uitgangspunt 40-40-20 is dan ook geen wet van Meden en Perzen. Ik hoop u hiermee voldoende geinformeerd te hebben en zie vw advies graag tegemoet. Met vriendelijke groet, \ a. 7 EE e) P. van Rossbm Directeur Grond en Ontwikkeling Scan nummer 1 van 1 - Scanpaaina 9 van 9
Besluit
9
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1413 Publicatiedatum 28 december 2018 Ingekomen onder AB Ingekomen op woensdag 19 december 2018 Behandeld op woensdag 19 december 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Kreuger en Yilmaz inzake de Verordening Parkeerbelastingen 2019. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Verordening Parkeerbelastingen 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1355). Constaterende dat: — er nualleen na 10:00 uur met korting kan worden geparkeerd bij P+R's; — het College automobilisten wil stimuleren niet met de auto de stad in te rijden; — slimme inzet van de P+R en het aantrekkelijk maken van P+R hieraan bijdraagt Overwegende dat: — Veel werkende automobilisten niet na 10:00 uur op hun werk kunnen aankomen, maar wel graag hun auto bij een P&R zouden willen neerzetten. — Een verruiming van de kortingstijden de P+R aantrekkelijker maakt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Parkeren op een P&R ook voor 10:00 uur 1 euro per dag te maken. De leden van de gemeenteraad, K.M. Kreuger N. Yilmaz 1
Motie
1
discard
AGENDA (concept) Raadscommissie RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Datum: Woensdag 6 maart 2013 Aanvang: 20.00 uur Zaal: Raadzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 Blok A Procedureel ‚Nr. |Onderwerp________________|Nadereïnfo | Opening/Mededelingen Vaststellen agenda Ter vaststelling 3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde onderwerpen Verslag 6 februari 2013 Ter vaststelling Openstaande toezeggingen L6._\ Mededelingen portefeuillehouder(s) Blok B Bespreking beleidsonderwerpen Nr. [Onderwerp ____________________|Nadereinfo [Reg.nr 7. A. Optimalisatie buitensportaccommodaties Ter advisering 5806 B. Kabinet 267 8. | Projectbesluit Herontwikkeling Sportpark Melkweg 5794 Conceptverklaring van geen bedenkingen voor het Ter advisering 5785 realiseren van het project “Poort van Waterland" aan de Volendammerweg ongenummerd naast nummer 310. Voortgangsrapportage moties Ter bespreking || 11. | Presentatie zelfbouwers kavel 5 — Bosrankstraat, Ter informatie Buiksloterham. Blok C Algemeen Nr. [Onderwerp Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-2529924 of [email protected]. De raads- en commissievergaderingen worden live uitgezonden via internet. De uitzending is ook achteraf te raadplegen. www.noord.amsterdam.nl/deelraad
Agenda
1
discard
N Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Amsterdam-Noord se Reg.nr. : 1121 Datum : 05 september 2011 CONCEPT-AGENDA Openbare vergadering van de deelraad Amsterdam-Noord woensdag 28 september 2011 in de raadzaal van het Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 aanvang 20.00 uur Agendapunt Nadere informatie Reg.nr. PROCEDUREEL 1)_openind 6)_ Mondelinge vragen | vageneransSfegemensanode | | 7) Aanwijzen leden commissie voor de ingevolge art. 5:2 RvO worden de leden door geloofsbrieven de raadsvoorzitter aangewezen 8) Rapportage commissie voor de geloofsbrieven tb.v. agendapunt 9 9) Toelating en beëdiging waarnemer SP, mevrouw R. Elst-Vijlbrief 4629 10) Vaststellen thema Theo Fransman Eremedaille 2011 4614 BELEIDSVOORSTELLEN 11) Onderzoek ‘Kompas voor Noord: Zonder doel geen richting’, onderzoek naar de bedrijfsvoering van de afvalinzameling in 4615 Amsterdam Noord 2007-2009 12) Herschikken begroting 2011 Parkeer beleid- en regulering 4547 13) Voorbereidingsbesluit Nieuwendam-Zuid 4366 14) Programma Onderwijshuisvesting 2011 4451 15) Stichting Openbaar Onderwijs Noord: wijzigen bestuursvorm in verband met 4545 wettelijke bepalingen 16) Vaststellen programma van eisen voor de accountantscontrole 2011 4613 Volg de raadsvergadering live via internet op www.noord.amsterdam.nl/deelraad of op hitp://noord.raadsinformatie.nl N Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Amsterdam-Noord se Reg.nr. : 1121 Datum : 05 september 2011 Agendapunt Nadere informatie Regunr. | 17) Voorstel kostendekkend maken 4375 huwelijksleges per 1 oktober 2011 18) Autorisatieregels financiële mutaties op de 4468 stadsdeelbegroting 19) Raadsinitiatevoorstel Vila Bredero aren ALGEMEEN Volg de raadsvergadering live via internet op www.noord.amsterdam.nl/deelraad of op http://noord.raadsinformatie.nl
Agenda
2
train
Bezoekadres xX Gemeente Batel Amste rda m 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 x amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam | Datum 26 september 2017 Ons kenmerk Behandeld door Dagmar Letanche (d.letanche@&amsterdam.nl, 06-20633918) en Jacolien Krooneman ([email protected], 06-16345960) Bijlage Rapport scenario onderzoek vervanging Andreas KPMG Onderwerp Beantwoording van motie 607 van raadsleden Vroege (D66) en Boutkan (PvdA) getiteld ‘Onderzoek heroverweging Andreas 2.0’ en motie 608 van raadslid Ernsting | (GL) getiteld ‘Open Data als functionele eis’ Geachte leden van de gemeenteraad, Op 8 juni 2017 heeft uw raad een tweetal moties aangenomen die samenhangen met de evaluatie en vervanging van Andreas. Het betreffen motie nr. 607 van de leden Vroege (D66) en Boutkan (PvdA) ‘Onderzoek heroverweging Andreas 2.0’ en motie nr. 608 van het lid Ernsting (GL) ‘Open Data als functionele eis’. Motie 607 Met een motie hebben de leden Vroege en Boutkan het college verzocht: Een extern onderzoek te laten vitvoeren waarin de vraag wordt beantwoord: ‘Wat willen we, wat hebben we nodig en welk systeem/applicatie pas daarbij’?; | 1. Daarbij de optie mee te nemen om geheel opnieuw te beginnen, of voor de resterende fase een radicaal andere benadering te kiezen; 2. De uitkomsten van dit onderzoek vóór 1 oktober 2017 aan de raad voor te leggen. Uitkomsten onderzoek Op 17 juli is de opdracht voor het onderzoek verstrekt aan KPMG. Het onderzoeksrapport is als bijlage toegevoegd. De onderzoekers is gevraagd minimaal drie scenario's te onderzoeken en daarbij een onafhankelijk advies te geven ten aanzien van deze scenario’s. o Scenario 1: Doorgaan op de ingeslagen weg (Andreas 1 wordt volledig vervangen | door Andreas 2). o Scenario 2: Een andere oplossing zoeken voor fase 2 en verder. o Scenario 3: Voor het gehele besluitvormingsproces een nieuw systeem aanschaffen en implementeren. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum ° Kenmerk Pagina 2 van 3 Voor de analyse van de scenario's is gekozen voor een aanpak die afstand houdt van al eerder gemaakte keuzes, waaronder het collegebesluit vervanging Andreas van 18 februari 2014, met als doel een zo objectief mogelijke afweging te kunnen maken tussen de scenario's. De onderzoekers hebben de volgende onderzoeksaanpak gehanteerd: o Het inventariseren van de IV kaders en globale eisen ten aanzien van de te ondersteunen processen op basis van de wettelijke taak ten aanzien van besluitvorming. o Het inventariseren van de relevante ontwikkelingen in de markt met betrekking tot dit type systemen. o Het opstellen van de criteria en weegfactoren voor het vergelijken van scenario's. o _Hetopstellen van scenario’s die kunnen worden onderscheiden voor de gemeente Amsterdam voor het vervolg van de vervanging van Andreas. KPMG adviseert scenario 1 voor de vervanging van Andreas: Andreas 1 volledig te vervangen voor Andreas 2 en dus door te gaan op de reeds ingeslagen weg. Uit het marktonderzoek dat uitgevoerd is, blijkt dat er een beperkt aantal alternatieve oplossingen zijn die deels overeenkomen met de oplossing van de gemeente Amsterdam. De complexiteit van de bestuurlijke besluitvormingsprocessen in combinatie met de wettelijke en IV kaders leiden tot noodzakelijk maatwerk. Scenario 2 (een andere oplossing voor fase 2 en verder) zal leiden tot meerdere applicaties ter ondersteuning van de verschillende processen en, naar verwachting, meerdere locaties voor de opslag van documenten. Dit scenario voldoet daarmee onvoldoende aan de in het onderzoek vastgestelde criteria en een aantal IV-kaders, zoals het hergebruik van gegevens en informatiediensten. Scenario 3 voldoet in dezelfde mate aan een deel van de gestelde criteria als scenario 1, maar biedt weinig voordelen. Uit scenario 3 volgt een aanzienlijke langduriger technisch risico door het wegvallen van ondersteuning van Andreas 1. Ook heeft dit scenario kapitaalvernietiging tot gevolg doordat reeds gedane investeringen in de vervanging van Andreas teniet worden gedaan. Tenslotte is de organisatorische impact zeer groot bij de aanschaf en implementatie van een nieuw systeem. Voor de vervanging van Andreas 2 wordt een drietal aanbevelingen meegegeven. KPMG adviseert onderzoek te doen naar de mogelijkheden om meer koppelingen te automatiseren en dit in gang te zetten, omdat dit de gebruikersvriendelijkheid van het systeem ten goede zal komen. Verder wordt geadviseerd om per module het hele proces in kaart te brengen voordat met de ontwikkeling van de applicatie wordt gestart. Tenslotte wordt aanbevolen om onderzoek te doen of het papierloos werken in hogere mate kan worden doorgevoerd in het proces. Reactie college Het college dankt de onderzoekers voor de analyse en het advies met aanbevelingen om de vervanging van Andreas die reeds is ingezet af te ronden. Het college zal het advies en de aanbevelingen betrekken bij de nadere inrichting van de vervolgfases vervanging Andreas 1. Op dit moment is de eerste fase van de vervanging van Andreas zo goed als afgerond. Het betreft de module die het proces tot aan de collegevergadering ondersteunt. Voor het einde van het jaar Gemeente Amsterdam Datum Kenmerk Pagina 3 van 3 zal de raad geïnformeerd worden over de het tijdpad van de afronding van de volledige vervanging | van Andreas. Motie 608 Ten aanzien van open data geldt dat deze als requirements betrokken zullen worden bij de inrichting van de volgende modules van Andreas 2. | Het college beschouwt de moties 607 en 608 hiermee als afgehandeld. | Met vriendelijke groet, Het college van burgemeester en wethouders var Amsterdam, \ Cn P fr Vl / n EL mr. É ú der Caan mr, A,H-P- Is e burgeme geryieentesecretaris | | | | | Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Heroverweging vervolg van project Andreas op verzoek van de Gemeenteraad van de Gemeente Amsterdam 17.A1700011853.RA © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Inhoudsopgave 1 Samenvatting 3 1.1 Onderzoek 3 1.2 Resultaten en vervolgstappen 3 2 Aanleiding en doelstelling 5 2.1 Achtergrond 5 2.2 Leeswijzer 5 2.3 Onderzoeksdoelstelling 5 2.4 Context 6 24.1 Bestuurlijke context 6 242 Gebruikers 6 24.3 Context Andreas 7 244 Kaders 7 2.5 Buiten scope 7 2.6 Aanpak onderzoek 8 3 Analyse huidige situatie 9 3.1 Inleiding 9 3.2 Actoren 9 3.3 Proces 12 3.3.1 Voorbereiding 12 3.3.2 Besluitvorming College 13 3.3.3 Behandeling Raadscommissie en besluitvorming Gemeenteraad 13 3.4 Systeem 14 3.4.1 Modules 14 342 Technologie 15 3.4.3 Koppelingen 16 3.5 Kaders en criteria 17 3.5.1 Wettelijke kaders 17 3.5.2 De IV-kaders 18 3.5.3 De criteria 19 4 Marktonderzoek 21 4.1 Inleiding 21 4,2 Cases 21 4.3 Belangrijkste bevindingen 24 17.A1700011853. RA i © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 5 Scenarioanalyse 26 5.1 Inleiding 26 5.2 De scenario’s 26 5.3 Scenarioanalyse 27 54 Conclusie: het voorkeursscenario 29 IN Overeenkomsten cases per criterium 32 B Overeenkomsten scenario’s per criterium 40 C Het besluitvormingsproces 55 D De systeemarchitectuur 56 E Documentatieoverzicht 51 F Overzicht afgenomen interviews 59 17.A1700011853. RA ii © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 1 Samenvatting Naar aanleiding van de motie van raadsleden Vroege en Boutkan op 8 juni 2017 heeft KPMG in opdracht van de Gemeente Amsterdam een scenario-onderzoek uitgevoerd naar de vervanging van Andreas. 1.1 Onderzoek De onderzoeksvragen die het startpunt vormen zijn: — Wat zijn op hoofdlijnen de eisen en wensen van de Gemeente Amsterdam voor de vervanging van Andreas 1? — Welk scenario voor de vervanging is het meest kansrijk en sluit het beste aan bij de eisen en wensen van de Gemeente? Drie scenario’s zijn voor de start van het onderzoek vastgesteld om te onderzoeken: 1 doorgaan op de ingeslagen weg (Andreas 1 wordt vervangen door Andreas 2), 2 een andere oplossing zoeken voor fase 2 en verder, en 3 voor het gehele besluitvormingsproces een nieuw systeem aanschaffen en implementeren. Dit rapport bevat naast deze samenvatting, een hoofdstuk waarin de aanleiding van het onderzoek wordt toegelicht. De volgende hoofdstukken bevatten respectievelijk een overzicht van de huidige situatie, een overzicht van de wijze van automatisering van vergelijkbare processen bij andere organisaties (marktanalyse) en vervolgens een scenarioanalyse welke resulteert in een voorkeurscenario. Dit voorkeursscenario is naar onze mening de preferente manier voorwaarts. 1.2 Resultaten en vervolgstappen Op basis van ons onderzoek komen wij tot de conclusie dat de Gemeente Amsterdam het best kan kiezen voor scenario 1: Andreas 1 volledig te vervangen door Andreas 2 en dus door te gaan op de ingeslagen weg. Uit de verkenning van de wijze van automatisering van vergelijkbare processen bij andere organisaties komt naar voren dat enerzijds een beperkt aantal alternatieve oplossingen beschikbaar is en anderzijds deze oplossingen in meer of in mindere mate voldoen aan de voor dit onderzoek gehanteerde criteria. Scenario 2 zou resulteren in een situatie waarin meerdere applicaties nodig zijn om de verschillende processen te ondersteunen en waarin documenten naar verwachting op meerdere locaties zouden worden opgeslagen. Dit scenario voldoet daarmee onvoldoende aan de criteria en is daarnaast niet in lijn met een aantal IV-kaders 'zoals het hergebruik van gegevens en informatiediensten. Scenario 3 zou in dezelfde mate als scenario 1 aan een groot deel van de gestelde criteria kunnen voldoen. Een keuze voor scenario 3 betekent tevens dat er langer gebruik moet worden gemaakt van een versie van Andreas die niet langer door de leverancier wordt ondersteund, inclusief bijbehorende risico’s. Ook is er sprake van kapitaalvernietiging doordat gedane investeringen in de vervanging van Andreas teniet worden gedaan. ‘Ten slotte is de organisatorische impact zeer groot (denk aan opleidingen, inrichten van beheer en het inrichten van processen). l Kaders omtrent informatievoorziening van de Gemeente Amsterdam 17.A1700011853. RA 3 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Doordat deze punten niet worden gecompenseerd door aantoonbare voordelen van het kiezen voor scenario 3, leidt dit tot een advies voor scenario 1. Het is goed om ook ín ogenschouw te nemen dat het projectteam na een moeizame start in voorgaande jaren en na opvolging van de adviezen uit eerdere onderzoeken, recent met de implementatie van de collegemodule een goede stap heeft gezet in de vervanging van Andreas 1 Ook is het onze verwachting dat de gebruiksvriendelijkheid (‘het monster Andreas’) met de overgang van 2 systemen naar 1 systeem in de toekomst zal verbeteren. Hierbij zouden de automatisering van koppelingen met, en verdere integratie van, omringende systemen vervolgstappen kunnen zijn met een positieve impact op de ondersteuning van het besluitvormingsproces en de gebruiksvriendelijkheid. 17.A1700011853. RA 4 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 2 Aanleiding en doelstelling 2.1 Achtergrond In 2013 word geconstateerd dat het uit 2005 daterende systeem Andreas 1 op omvallen stond. Het systeem, dat het bestuurlijk besluitvormingsproces ondersteunt, was technisch instabiel en kon niet meer voldoen aan de huidige eisen en wensen van de Gemeente. Daarnaast lopen de kosten voor beheer op en kon de betrouwbaarheid niet langer worden gegarandeerd, mede omdat er niet langer ondersteuning door de leverancier werd geboden. Begin 2014 ís gestart met de vervanging van het systeem. Dit traject loopt in het derde kwartaal van 2014 vast. In januari 2015 is opnieuw gestart met de eerste fase van de vervanging van het systeem. De scope wordt daarbij uitgebreid om de nieuwe werkprocessen van de Gemeente te kunnen ondersteunen. In 2016 wordt vastgesteld dat de aanpak niet voldoende resultaat opleverde. Het projectteam ‘eerste fase’ Is om deze reden na de zomer 2016 gestopt. Gezien de kritieke situatie en de wens om gemaakte fouten niet te herhalen, is er een externe adviseur van het Adviesbureau Andersson, Elffers en Felix gevraagd om de eerste fase te evalueren [17]. Na evaluatie is het project doorgestart met de ontwikkeling van de collegemodule. Er is na deze doorstart gekozen voor een andere werkwijze waarbij onder andere een volledige beschrijving van de processen en het systeem is opgesteld voordat gestart werd met de ontwikkeling. De vernieuwing van de collegemodule is nagenoeg afgerond en geïmplementeerd. Na afronding van fase 1 is voorzien in een start van fase 2: de Raadsmodule. De daaropvolgende fase 3 omvat de overige modules van Andreas. 2.2 Leeswijzer Hoofdstuk 1 bevat de overkoepelende samenvatting van het onderzoek. De aanleiding en achtergrond van het onderzoek zijn in hoofdstuk 2 opgenomen. Vervolgens bevat hoofdstuk 3 een beschrijving van de huidige situatie. Hoofdstuk 4 beschrijft het marktonderzoek. Afsluitend volgt de analyse van de scenario’s in hoofdstuk 5 waarin ook de conclusie in de vorm van een voorkeursscenario wordt beschreven. Het rapport omvat bijlagen met daarin opgenomen de overzichten van geïnterviewde personen, geraadpleegde documentatie en een verdere detaillering van de bevindingen en analyses. 2.3 Onderzoeksdoelstelling Over de voortgang van de vervanging van Andreas is op 8 juni gesproken in de Raad. Naar aanleiding van deze bespreking is een motie ingediend en aangenomen met het verzoek tot het laten uitvoeren van een extern onderzoek. De motie luidt als volgt: De Raad, “Gehoord de discussie over de stand van zaken van de vervanging van Andreas en de evaluatie van de eerste fase vervanging (Gemeenteblad afd. 1, nr. 413). Overwegende dat: — — Het Andreas 2.0 project gekenmerkt wordt door een lange reeks vertragingen en hoger uitgevallen kosten. — 17.A1700011853. RA 5 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 — Deze reeks tegenvallers leidt tot de vraag hoe zinvol het is om nog met het project door te gaan. — Verzoekt het College van burgemeester en wethouders: 1. Een extern onderzoek te laten uitvoeren waarin de vraag wordt beantwoord: ‘wat willen we, wat hebben we nodig en welk systeem/applicatie past daarbij'?; 2. Daarbij de optie mee te nemen om geheel opnieuw te beginnen, of voor de resterende fase een radicaal andere benadering te kiezen; 3. De uitkomsten van dit onderzoek vóór 1 oktober 2017 aan de Raad voor te leggen.” KPMG is naar aanleiding van de motie gevraagd onderzoek te doen om te komen tot een antwoord op de volgende vragen: — Wat zijn op hoofdlijnen de eisen en wensen van de Gemeente Amsterdam voor de vervanging van Andreas 1? — Welk scenario voor de vervanging is het meest kansrijk en sluit het beste aan bij de eisen en wensen van de Gemeente? Hierbij worden de onderstaande scenario’s meegenomen: 1. Doorgaan op de ingeslagen weg (Andreas 1 wordt vervangen door Andreas 2). 2. Een andere oplossing zoeken voor fase 2 en verder. 3. Voor het gehele besluitvormingsproces een nieuw systeem aanschaffen en implementeren. 2.4 Context 2.4.1 Bestuurlijke context Het onderzoek wordt uitgevoerd in de bestuurlijke context van de Gemeente Amsterdam. Hierin heeft de Gemeenteraad middels bovengenoemde motie opdracht gegeven voor een extern onderzoek. Formeel opdrachtgeverschap voor dit onderzoek ligt bij de loco-Gemeentesecretaris tevens directeur Bestuursadvisering van de Gemeente Amsterdam. De Gemeenteraad heeft aangegeven dat het zich bekommert om de vervanging van Andreas vanuit twee perspectieven: (1) Vanuit de rol van controlerend orgaan van de Gemeente Amsterdam en (2) als onderdeel van het besluitvormingsproces en daarmee gebruiker van Andreas. 2.4.2 Gebruikers Andreas ondersteunt momenteel een groot deel van het besluitvormingsproces van de Gemeente. De betrokkenen die direct worden geraakt door deze vervanging zijn betrokken bij het onderzoek en kunnen ingedeeld worden in twee groepen. 1. Het College van Burgemeesters & Wethouders en het ambtelijk apparaat van de Gemeente Amsterdam dat het College ondersteunt in haar werkzaamheden, waaronder behandelend ambtenaren, adviseurs, de agendakamer en staven. 2. De Gemeenteraad van de Gemeente Amsterdam en de Griffie die haar ondersteund in haar werkzaamheden. 17.A1700011853. RA 6 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 24.3 Context Andreas Als ondersteunend systeem voor het besluitvormingsproces wordt Andreas gebruikt voor het ondersteunen van ongeveer 75 vergaderingen per jaar [13]. Andreas 1 wordt al langere tijd niet meer ondersteunt door de leverancier. Andreas 1 is gebouwd met de technologie Webtop. Het systeem is modulair opgebouwd, waarbij iedere module een onderdeel van het besluitvormingsproces ondersteunt, namelijk: 1. Behandeling/Staf 2. College 3. (Commissie) en Raad 4. Publicatie 5. Archief 6. Diversen Fase 1 van het project Andreas, waarbij de collegemodule (2) van Andreas wordt vernieuwd, is met de live-gang van het agenda-onderdeel in de productieomgeving in augustus 2017 afgerond. Fase 2 bestaat uit de vervanging van de Raadsmodule (3). De overige modules (1, 4, 5 en 6) staan gepland voor fase 3. De publicatiemodule betreft de koppeling van Andreas met DROP. DROP is een publicatiesysteem waarvan de ontwikkeling onder verantwoordelijkheid van het Rijk valt. De implementatie van de koppeling met DROP vanuit de Gemeente Amsterdam is ondergebracht in een apart project. 24.4 Kaders De ondersteuning van het besluitvormingsproces van de Gemeente Amsterdam moet voldoen aan een aantal kaders. Hierin kunnen 2 niveaus worden onderscheiden: 1. Wettelijke kaders — De kaders die vanuit de Gemeentewet worden gesteld aan het besluitvormingsproces van de Gemeente Amsterdam. 2. IV-kaders —- De Gemeente kent IV-kaders die als uitgangspunt dienen voor de Gemeentelijke informatievoorziening. Hier kan enkel bij uitzondering en met instemming van de CIO van worden afgeweken. De wettelijke kaders en de IV-kaders worden in samenvatting geïntroduceerd in hoofdstuk 3. 2.5 Buiten scope Een aantal zaken valt buiten scope van dit onderzoek. Dit onderzoek is niet bedoeld om requirements voor het vervangende systeem van Andreas 1 vast te stellen. Daarnaast wordt aangenomen dat het huidige besluitvormingsproces voldoet aan de wettelijke kaders. In dit onderzoek wordt geen pakketvergelijking of aanbiedersselectie uitgevoerd. Tot slot wordt er geen onderzoek gedaan naar het functioneren van het huidige besluitvormingsproces. 17.A1700011853. RA 7 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 2.6 Aanpak onderzoek Om tot een antwoord op de onderzoeksvragen te komen zijn wij stapsgewijs te werk gegaan. Ter voorbereiding is een lijst met te onderzoeken documentatie opgesteld, zijn interviews gepland en is de opzet van het onderzoek afgestemd met de (gedelegeerd) opdrachtgever tijdens een kick- off. Middels interviews en documentonderzoek zijn het proces en het systeem in kaart gebracht. Voor de analyse van de scenario’s is gekozen voor een aanpak die afstand houdt van al eerder gemaakte keuzes (w.o. collegebesluit 18 feb 2014) [23]. Het doel is immers om een zo objectief mogelijke afweging te kunnen maken tussen de scenario's. Tegelijkertijd was er wel input nodig vanuit de Gemeente Amsterdam om de uiteindelijke criteria waarop de scenario’s beoordeeld moesten worden vast te stellen. Om dit lastige punt te ondervangen is er voor gekozen om een workshop te houden waarin vertegenwoordigers vanuit verschillende perspectieven de beoordelingscriteria en wegingsfactoren vast hebben gesteld. Hiervoor waren beide gebruikersgroepen uitgenodigd, namelijk de ambtelijke organisatie en de Griffie. De laatste heeft hiervan afgezien en aangegeven dat zij haar wensen en eisen al eerder kenbaar heeft gemaakt en dat ze de onafhankelijke positie van de Raad m.b.t. de beoordeling van het onderzoek niet wil beïnvloeden. De beoordelingscriteria en wegingen zijn als volgt tot stand gekomen. Allereerst boden de wettelijke kaders en IV-kaders een afbakening van het speelveld waarbinnen criteria vastgesteld konden worden. Op basis hiervan hebben wij op basis van onze kennis en expertise een voorstel gedaan van beoordelingscriteria om de scenario’s op te beoordelen. Dit voorstel is vervolgens in workshop-verband verrijkt met inzichten van de deelnemers. Deze definitieve set van criteria en de weging daarvan beoordelen wij als zijnde in lijn met hetgeen gebruikelijk is in vergelijkbare onderzoeken. Parallel hieraan is een marktonderzoek uitgevoerd waarin is gekeken naar hoe besluitvormingsprocessen in de markt worden ondersteund bij vergelijkbare instanties binnen en buiten de publieke sector. Hierbij is gekeken naar cases die in eerdere projecten door KPMG zijn onderzocht. Daar waar de organisatie in de workshop de beoordelingscriteria en wegingsfactoren heeft vastgesteld heeft KPMG deze gebruikt om de scenario’s te analyseren en uiteindelijk tot een advies omtrent een voorkeursscenario te komen. De globale aanpak is weergegeven in onderstaande figuur. Voorkeursscenario en Voorbereiding Uitwerken scenario’s en * Verzamelen en analyseren *_ Inventariseren high-level * Inventariseren mogelijke * Opstellen weging aan de hand achtergrond informatie requirements middels: scenario's van criteria en vaststellen * Kick-off met opdrachtgever * Verzamelen documentatie * Uitwerken mogelijke voorkeursscenario * Vaststellen planning * Interviews met betrokkenen scenario’s * Opstellen concept rapportage 5 * Opstellen lijst benodigde *_ Verwerken inzichten uit * Doorgaan op ingeslagen * Bespreken conceptrapportage 5 gegevens documenten en interviews: weg met begeleidingsgroep 5 * Selecteren betrokkenen * Opstellen overzicht high level * Andere oplossing na fase 1 *_Valideren en aanpassen © medewerkers requirements * Selecteren nieuw systeem concept rapportage waar <t, Plannen interviews met * Opstellen criteria voor *_ Met per scenario een nodig ‚ betrokkenen besluitvorming uitwerking van: “Opstellen eindrapportage * Plannen overige bijeenkomsten *_ Uitvoeren marktonderzoek ten * Voor- en nadelen * Presenteren eindrapportage behoeve van opstellen . Randvoorwaarden aan opdrachtgever alternatieve scenario's bern * Risico's * Workshop vaststellen . bar: requirements en criteria/weging * Globale financiële impact c * Kick-off * Overzicht high level * Beschrijving van mogelijke * Voorkeurscenario 8 « Planning (interviews en overige requirements scenario's * Concept rapportage ë bijeenkomsten) . Criteria/weging voor vergelijken «Definitieve rapportage 8 scenario s a Marktonderzoek 17.A1700011853. RA 8 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 3 Analyse huidige situatie 3.1 Inleiding Het doel van dit hoofdstuk is het geven van inzicht in de huidige situatie van de vervanging van het systeem Andreas. Op dit moment zijn er 2 versies van Andreas, Andreas 1 en Andreas 2, in gebruik en daarnaast een aantal omringende applicaties die gezamenlijk het besluitvormingsproces ondersteunen. De opbouw van dit hoofdstuk bestaat uit 3 onderdelen. Gestart wordt met een analyse van de betrokken actoren. Na de analyse van de betrokkenen volgen beschrijvingen van het proces, het systeem, de kaders en de criteria. 3.2 Actoren De verschillende betrokkenen bij Andreas worden in deze paragraaf geïntroduceerd. Het doel van dit onderdeel is niet om de volledige organisatie van de Gemeente Amsterdam te inventariseren. Om deze reden worden enkel in het kader van de dit onderzoek relevante actoren benoemd. Gemeenteraad De Gemeenteraad is als controlerend orgaan van het College het belangrijkste besluitvormende orgaan binnen de Gemeente Amsterdam. De Gemeenteraad vergadert 1 maal per drie weken, waarbij gestemd kan worden over beleidsvoordrachten, maar ook opheldering gevraagd kan worden aan het College. Middels verschillende onderwerp-specifieke raadscommissies bestaande uit leden van de Gemeenteraad worden sommige onderwerpen eerst diepgaander besproken voordat er in de Gemeenteraad over wordt besloten. In raadscommissies worden geen besluiten genomen. De Gemeenteraad is als gebruiker betrokken bij Andreas. Voordrachten die aan de Raadscommissies en aan de Gemeenteraad worden voorgelegd, worden verwerkt door de Griffie. Raadsleden hebben toegang tot de documenten middels het Raadsinformatiesysteem Amsterdam (RIA/Notubiz). Ook is de Gemeenteraad als controlerend orgaan van het College betrokken bij het verloop van het project Andreas. College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeesters en Wethouders (hierna het College) vormt het dagelijks bestuur van de Gemeente Amsterdam en is verantwoordelijk voor het te voeren beleid van de Gemeente. Dossiers, die in vergaderingen van het College worden behandeld, worden in Andreas voorbereid, geagendeerd en vastgelegd. Op die manier is het College gebruiker van de applicatie. Wethouders en burgemeester hebben toegang tot de stukken middels de applicatie Point2Share. Naast de rol van gebruiker heeft het College ook de rol van eindverantwoordelijke voor het systeem. Griffie De Raadsgriffie is een onafhankelijke ambtelijke organisatie binnen de Gemeente Amsterdam die de Gemeenteraad ondersteunt in haar werkzaamheden. Hieronder vallen het voorbereiden en 17.A1700011853. RA 9 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 begeleiden van commissie- en raadsvergaderingen en de administratieve verwerking van wat in de vergadering besproken is. De Raadsgriffie is gebruiker van Andreas. De agendering van punten voor vergaderingen wordt in Andreas uitgevoerd. Daarnaast wordt de administratieve verwerking van vergaderingen in Andreas gedaan en voert de Griffie archiveringswerkzaamheden uit in Andreas. rve Bestuur & Organisatie De rve Bestuur & Organisatie heeft een kader stellende rol ten aanzien van de besluitvorming van de Gemeente Amsterdam. Onder deze rve valt ook de Directie Bestuursadvisering. De afdeling adviseert het bestuur van de Gemeente Amsterdam aangaande besluitvormingsprocessen. Deze rol vervullen zij met name als het gaat om bestuurlijk complexe dossiers. De directeur Bestuursadvisering is tevens loco-Gemeentesecretaris en is opdrachtgever voor IV Bedrijfsvoering, waar Andreas onder valt. Onder de rve Bestuur & Organisatie valt ook het Bureau Bestuur Gemeentesecretaris, waar de Agendakamer onder valt. Dit is een team dat de besluitvorming van het College ondersteunt. CIO-Office De CIO-office stelt kaders op voor het ICT-landschap van de Gemeente Amsterdam. Relevant voor dit onderzoek zijn hierbij de IV-kaders, waar nieuwe ICT-projecten en applicaties aan moeten voldoen. Als ICT-project moet het project Andreas voldoen aan de gestelde IV -kaders. Directie Juridische Zaken De Directie Juridische Zaken (DJZ) ziet toe op de juridische kwaliteit van het handelen van de Gemeente in brede zin. Onderdeel hiervan is het verlenen van juridisch advies aan het College aangaande aangeleverde beleidsvoordrachten vanuit de ambtelijke organisatie. DJZ is als gebruiker betrokken bij Andreas. Beleidsvoordrachten moeten verplicht van juridisch advies van DJZ worden voorzien. Deze adviesaanvragen worden middels Andreas digitaal ingediend en afgehandeld. Directie Middelen en Control De Directie Middelen en Control (DMC) is verantwoordelijk voor ondersteuning op gebied van financiën, personeel, en inkoop. Onderdeel hiervan is het verlenen van financieel advies aan het College aangaande aangeleverde beleidsvoordrachten vanuit de ambtelijke organisatie. DMC is als gebruiker betrokken bij Andreas. Beleidsvoordrachten moeten verplicht van financieel advies van DMC zijn voorzien. Deze adviesaanvragen worden middels Andreas digitaal ingediend en afgehandeld. IV Bedrijfsvoering De afdeling IV Bedrijfsvoering van de Gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor de informatievoorziening van de Gemeente. Momenteel heeft de afdeling ongeveer 1800 applicaties in beheer. Andreas en de omringende applicaties worden beheerd door de afdeling IV bedrijfsvoering. Het functioneel beheerteam Andreas is onderdeel van deze afdeling. 17.A1700011853. RA 10 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Resultaat Verantwoordelijke Eenheden Sinds de reorganisatie van 2014 is de Gemeente Amsterdam ingedeeld in clusters met daaronder Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (rve’s). ledere rve heeft een eigen expertisegebied waarbinnen zij beleid uitwerkt. Het uitwerken van dit beleid wordt binnen de rve’s gedaan door behandelend ambtenaren. Deze behandelend ambtenaren zijn ook verantwoordelijk voor het indienen van beleidsvoordrachten bij het College. In de meeste gevallen vindt er vooraf afstemming plaats met de wethouder. Het indienen van een voordracht voor agendering in een collegevergadering en de verplichte aanvraag van advies op een voordracht bij DJZ en DMC gebeurt middels Andreas. Daarmee is de behandelend ambtenaar gebruiker van de applicatie. In de praktijk wordt het indienen van een voordracht gedaan door gebruikers die gespecialiseerd zijn in het bestuurlijke besluitvormingsproces en goede kennis hebben van Andreas. rve ICT De rve ICT is een centrale eenheid binnen de Gemeente Amsterdam en is verantwoordelijk voor alle infrastructurele zaken op het gebied van IT zoals het netwerk, werkstations en data-centers. De rve ICT is betrokken bij Andreas in die zin dat zij verantwoordelijk is voor het functioneren en onderhouden van alle onderdelen van de IT, behalve de functionele applicatie zelf. De feitelijke hosting van Andreas is ondergebracht bij KPN. Projectteam: Vervanging Andreas Het projectteam Andreas heeft de verantwoordelijkheid voor de vervanging van Andreas. Het project dat momenteel loopt is het afronden van fase 1 Andreas 2. Het project heeft twee projectleiders: één vanuit IV en één vanuit de “business”, dit is tevens de projectmanager. In zijn huidige opzet bestaat het kernteam uit ongeveer 10 mensen die part-time of full-tme aan het project werken. Deze mensen werken binnen verschillende delen van de organisatie. De opdrachtgever van het project is de Loco-Gemeentesecretaris tevens directeur Bestuursadvisering. De ontwikkeling van het vernieuwde Andreas (Andreas 2) wordt uitgevoerd door een externe partij, namelijk Informed Consulting. Vanuit Informed Consulting werken momenteel 3-4 mensen aan het project. Projectteam: DROP Het project DROP houdt zich bezig met de vervanging van de publicatie-systemen GVOP en CVDR. Deze vervanging is een landelijke aangelegenheid geïnitieerd vanuit het Ministerie van Binnenlandse zaken. De ontwikkeling van de nieuwe applicatie wordt op landelijk niveau georganiseerd. De scope van het project behelst het verzorgen van aansluiting van de processen van de Gemeente Amsterdam op het werken met de applicatie DROP, het verzorgen van scholing van medewerkers en het vaststellen van de hiervoor benodigde organisatiestructuur. Om correct te publiceren is DROP afhankelijk van de juiste output vanuit Andreas. Leverancier: KPN KPN is verantwoordelijk voor het technisch beheer, de housing en de hosting van Andreas. Dit wordt al langere tijd gedaan middels individuele contracten tussen het team dat binnen de Gemeente Amsterdam het beheer van Andreas uitvoert (onderdeel van IV bedrijfsvoering) en 17.A1700011853. RA 11 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 KPN. Op dit moment loopt er een Gemeentebreed project (Henl) waarbinnen het volledige technische beheer van applicaties van de Gemeente Amsterdam wordt overgedragen aan KPN. 3.3 Proces De context waarin dit onderzoek zich afspeelt is het bestuurlijke besluitvormingsproces van de Gemeente Amsterdam. Dit proces verloopt deels geautomatiseerd. Momenteel vindt deze automatisering plaats middels Andreas en een aantal omringende systemen. Na de vervanging hiervan dient het proces ondersteund te blijven. Om deze reden wordt in deze paragraaf het proces beschreven. Het besluitvormingsproces loopt van het ontkiemen van nieuwe beleidsideeën tot aan het archiveren van besluiten na publicatie. Een schematische weergave van het proces is weergegeven in onderstaande figuur [14]. Het proces is grofweg in te delen in drie onderdelen: ° 1 Voorbereiding binnen de ambtelijke organisatie van de Gemeente Amsterdam (bijvoorbeeld een rve). 2 Besluitvorming binnen het College. 3 Besluitvorming in de Gemeenteraad, eventueel na behandeling in een raadscommissie. Voorbereiding (Andreas 1 en 2) College B&W (Andreas 2) Commissie/Raad (Andreas 1) Raad Vertegenwoordiger Akkoord RVE de Telia voordracht agendering resultaat actie Ol A A Ondersteuning! 7 / 7 = wblicatie, Grifre 3.3.1 Voorbereiding Het bestuurlijke besluitvormingsproces begint wanneer een wethouder of directeur aanleiding heeft om een voorstel tot het voeren van beleid te formuleren. Hier kunnen diverse aanleidingen voor zijn, waaronder, eigen initiatief vanuit de Wethouder (al dan niet op basis van het coalitieakkoord van het College), een verzoek vanuit de Gemeenteraad, bijvoorbeeld middels een motie, initiatiefvoorstel of schriftelijke vragen, of een verzoek vanuit de burger. Het voorstel voor beleid wordt uitgewerkt door een behandelend ambtenaar van een RVE met expertise op het vlak waarop het beleid van toepassing is. De ambtenaar maakt een voordracht en stemt dit af met juridisch en financieel adviseurs. Deze voordracht gaat in concept naar de weekendmap of staf van de wethouder. De wethouder levert zijn commentaar op de voordracht 2 Niet ieder dossier bewandelt deze route. Er zijn dossiers die een korter pad volgen 3 Bovenstaande afbeelding betreft een high-level weergave van het proces. Deze weergave is gebaseerd op een gedetailleerde procesbeschrijving gemaakt door Dirkjan Langeveld [14] 17.A1700011853. RA 12 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 wat vervolgens verwerkt wordt door de behandelend ambtenaar. Dit deel van het proces is in de meeste gevallen iteratief. Wanneer de voordracht goed genoeg is om te agenderen voor de Collegevergadering wordt deze na finaal akkoord van de juridisch en financieel adviseur en akkoord van de RVE directie ingediend ter agendering in het college. Er wordt middels Andreas een zaakdossier aangemaakt. Tot aan akkoord op het concept van de voordracht wordt niet alleen gebruik gemaakt van Andreas, maar worden ook informelere kanalen gebruikt (mail, telefoon etc.). Voor het toevoegen van een voordracht aan de weekendmap of staf van een wethouder wordt Andreas 1 gebruikt. 3.3.2 Besluitvorming College Wanneer een zaakdossier wordt aangemaakt worden er afhankelijk van het type besluit drie dossiers aangemaakt voor College, Raadscommissie en Gemeenteraad. Op dat moment worden ook direct vergaderdata vastgesteld en wordt de voordracht ter agendering voorgesteld bij de drie organen. De voordracht wordt geagendeerd door de agendakamer en behandeld binnen het College. Het College kan ervoor kiezen om met de voordracht in te stemmen en deze door te sturen naar de Gemeenteraad. Ook kan het College ervoor kiezen onder voorbehoud in te stemmen met de voordracht. Dit houdt in dat de wethouder een mandaat van het College krijgt om enkele wijzigingen door te voeren in de voordracht en deze vervolgens zonder inmenging van het College door te sturen naar de Gemeenteraad. Het aanmaken van het zaakdossier wordt momenteel nog in Andreas 1 gedaan. De rest van bovenstaand proces wordt inmiddels ondersteund door Andreas 2. 3.3.3 Behandeling Raadscommissie en besluitvorming Gemeenteraad Vanaf het moment dat het College besluit dat een voordracht bij de Gemeenteraad voorgelegd wordt, wordt de ondersteuning van dat deel van het proces uitgevoerd door de Griffie. De Griffie controleert of stukken correct en volledig worden aangeleverd. Veel dossiers worden alvorens er over besloten wordt in de Gemeenteraad voorgelegd aan een Raadscommissie. Agendering hiervoor wordt gedaan door de Griffie. De datum hiervoor staat in principe al bij het aanmaken van het dossier vast. Na behandeling in een Commissie wordt het dossier behandeld in de Gemeenteraad. De Gemeenteraad neemt op basis van stemming een besluit. Dit besluit wordt vastgelegd door de Griffie. Ook kunnen toezeggingen van een wethouder omtrent het dossier worden gevraagd. Deze toezeggingen worden door de Griffie vastgelegd in Andreas. Een toezegging kan inhouden dat een wethouder later nog op een punt in de Gemeenteraad toelichting moet geven. De termijnen die hiervoor gesteld worden, worden in de ondersteunende applicatie vastgelegd. Dit wordt de termijnagenda genoemd. Na besluitvorming zorgt de Griffie voor de archivering van het dossier. Ook worden de genomen besluiten gepubliceerd, zodat deze openbaar ingezien kunnen worden en om te zorgen dat algemene besluiten rechtsgeldig zijn. Publicatie wordt uitgevoerd door de ondersteuning van de Raad. 17.A1700011853. RA 13 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 3.4 Systeem Het besluitvormingsproces wordt grotendeels ondersteund door Andreas. Het systeem is modulair opgebouwd. In deze paragraaf gaan wij in op de verschillende modules van Andreas, globaal op de technologie waarmee het systeem gebouwd is en de koppelingen die het systeem momenteel heeft. De omschrijving van het systeem is opgesteld op basis van interviews en documentatie waaronder bijlage D. 3.4.1 Modules Andreas bestaat uit vijf verschillende modules. Deze modules zijn weergegeven in onderstaande figuur. Er is binnen het project Andreas voor gekozen om de modules gefaseerd te vervangen. De collegemodule ís recent vernieuwd. De module voor de Raadscommissies en de Gemeenteraad staat in het programmaplan voor fase 2 gepland. De voorbereidingsmodule, de archiveringsmodule en enkele diverse functionaliteiten staan gepland voor fase 3. De publicatiemodule maakt onderdeel uit van een apart project DROP, maar is wel een onderdeel van het systeem in brede zin. De modules van Andreas worden beschreven in de volgende paragraven [8]. Voorbereiding/ Behandeling Commissie TST sari ublicatie Archiverin NA] Oner PEP 2 Voorbereiding/staf: De module Staven automatiseert delen van het voorbereidende bestuurlijke proces tot aan het indienen van een beleidsvoorstel bij het College (onderdeel van fase 3). De behandelend ambtenaar kan in de module voordrachten opstellen en deze naar staven sturen of in weekendmappen plaatsen, zodat deze door een wethouder en zijn staf kan worden ingezien. Middels de module kunnen vergaderingen worden gepland, agenda’s worden opgesteld en de juiste bijlagen bij agendapunten worden geplaatst. Collegemodule De collegemodule automatiseert het besluitvormingsproces van het College. Besluiten die door het College genomen worden, worden middels de collegemodule en de applicatie Point2Share aan het College voorgelegd. Via deze module kan de behandelend ambtenaar de concept voordracht voorleggen bij een adviseur van DJZ en DMC voor finaal advies. De ambtenaar die verantwoordelijk is voor het afhandelen van de collegevergadering kan een vergadering organiseren, een agenda opstellen, na de vergadering de besluiten vastleggen en de uitslag van een vergadering vastleggen. Raad (en Commissies): De Raadsmodule automatiseert grote delen van het besluitvormingsproces van de Gemeenteraad en de Raadscommissies. Dit proces loopt vanaf het verwerken van resultaten van een Collegevergadering tot aan de uiteindelijke verwerking van de resultaten van de Raadsvergadering. De Griffie kan middels de module een Commissie of Raadsvergadering 17.A1700011853. RA 14 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 organiseren, een agenda opstellen, en besluiten en uitslagen vastleggen. De Griffie kan ook de termijnagenda vastleggen, waarin alle toezeggingen die in de Raad zijn gedaan worden vastgelegd. Afgeronde dossiers worden gearchiveerd in Andreas 1. Publicatie Landelijk is bepaald dat alle Gemeentelijke publicatie per 1 januari mogelijk moet zijn middels het systeem DROP. Een automatische koppeling tussen Andreas en DROP is en komt er niet. Dit ligt niet aan de mogelijkheden die Andreas biedt, maar aan de vereisten voor aanlevering van DROP Momenteel vindt publicatie nog plaats middels GVOP en CVDR. Ondersteuning hiervoor vervalt in de toekomst. Archief Toegang tot het archief vindt plaats via Andreas 1. De opslag van de documenten vindt plaats in Documentum. Op dit moment wordt in een separaat project onderzocht of Documentum kan worden vervangen door een generiek DMS systeem. 3.4.2 Technologie De applicatie Andreas is een interface (koppeling) gebouwd op het systeem Documentum. Andreas 1 en 2 zijn gebouwd met behulp van twee verschillende technologieën: respectievelijk Webtop en XCP2. Documentum Documentum is een systeem waarin documenten en informatie opgeslagen kunnen worden. Het systeem heeft functionaliteit voor het toevoegen van kenmerken en metadata aan documenten en informatie waarmee kan worden voldaan aan de voorwaarden voor digitale archivering [21]. Documentum heeft van zichzelf geen workflow functionaliteit. Documentum dient als platform waarop workflow functionaliteit kan worden ontwikkeld. Webtop Webtop is een door Documentum ondersteunde technologie. Hiermee kan middels een interface toegang worden verkregen tot informatie in Documentum. Webtop wordt ook gebruikt voor het ontwikkelen van workflow. Webtop is op de programmeertaal Java gebaseerd. Dit houdt in dat voor het bouwen en onderhouden van een applicaties in Webtop codeeractiviteit (programmeren) nodig is. xCP2 xCP2 is een nieuwe technologie vergeleken met Webtop waarmee ook interfaces en workflow gemaakt kunnen worden. Op deze manier kan, net als bij Webtop, de informatie in Documentum worden ontsloten. XCP2 biedt uitgebreidere functionaliteit dan Webtop en kan gezien worden als een blokkendoos, met daarin functionele bouwstenen voor te bouwen applicaties. Dit zorgt ervoor dat codeeractiviteit niet nodig is om te ontwikkelen en om het systeem te onderhouden. 17.A1700011853. RA 15 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 3.4.3 Koppelingen DROP Eerder in dit rapport is het systeem DROP al genoemd als (verplichte) applicatie voor het publiceren van Gemeentelijke besluiten. Besluiten worden conform de Algemene Wet Bestuursrecht bekend gemaakt in het Gemeenteblad om in werking te treden. De leverancier van DROP heeft aangegeven dat aanlevering van informatie momenteel enkel nog in een MS Word format kan. Dit betekent in de huidige situatie dat een koppeling zonder tussenkomst van een los template niet realiseerbaar is. Grofweg zijn er twee mogelijkheden om juiste aanlevering te realiseren in de toekomst. 1. Het template wordt in Andreas bij het indienen van de eerste voordracht automatisch gegenereerd, en wordt in het volledige proces meegenomen en, zo nodig, aangepast. Op dit moment worden er alleen bestanden in PDF formaat gegenereerd binnen Andreas. 2. De template wordt door de behandelend ambtenaar in Andreas aangevuld op basis van de initiële voordracht en als bijlage meegenomen in de rest van het proces. De template wordt tijdens het proces aangepast. De uiteindelijke invulling hiervan wordt uitgevoerd binnen het project DROP. RIA/Notubiz De Gemeenteraad en Raadscommissies hebben toegang tot de in de vergaderingen besproken documenten middels de applicatie Notubiz, binnen de Gemeente Amsterdam RIA(Raadsinformatiesysteem Amsterdam) genoemd. De koppeling tussen Andreas en deze applicatie is momenteel handmatig. Dit wil zeggen dat documenten door de Griffie handmatig in de applicatie worden klaargezet zodat Raadsleden hier toegang toe hebben. Point2Share/SharePoint Het College heeft toegang tot in de vergaderingen besproken documenten middels de applicatie Point2Share. Point2Share is op een SharePoint omgeving gebouwd en biedt toegang tot documenten die in deze omgeving zijn neergezet. De koppeling tussen Andreas en deze applicatie is momenteel handmatig. Dit wil zeggen dat documenten handmatig door de Agendakamer in SharePoint worden klaargezet zodat Collegeleden hier toegang toe hebben. Repro Het College, de Gemeenteraad, en Raadscommissies kunnen documenten die worden besproken in de vergaderingen fysiek inzien door deze door de afdeling Repro te laten printen. Momenteel kunnen de Griffie en de Agendakamer vanuit Andreas documenten naar de Repro sturen om deze te laten printen. Archief Momenteel worden dossiers die in Andreas verwerkt worden, opgeslagen in Documentum. Documentum biedt in het beginsel functionaliteit voor het correct archiveren van documenten, waarbij gecategoriseerd kan worden op archiveringsregime (de regels, zoals bewaartijd, waaraan 17.A1700011853. RA 16 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 een bepaald stuk moet voldoen). Echter, Documentum is binnen de Gemeente momenteel niet optimaal ingericht waardoor er geen correct archiveringsregime gevoerd kan worden, documenten moeilijk zijn terug te vinden en besluitvormingstrajecten moeilijk reproduceerbaar zijn. Dit zal worden geadresseerd In de volgende fasen van Andreas 2. 3.5 Kaders en criteria Op basis van de wettelijke- en IV-kaders zijn de criteria en weegfactoren voor de scenarioanalyse vastgesteld door de Gemeente Amsterdam tijdens een workshop in het kader van het scenario- onderzoek [27]. 3.5.1 Wettelijke kaders Vanuit de Gemeentewet volgt een aantal wettelijke richtlijnen waaraan een bestuurlijk besluitvormingsproces moet voldoen. Deze richtlijnen richten zich vooral op de vraag of, en op welke manier, informatie naar buiten (de gemeentelijke organisatie) wordt gebracht. Het is van belang hierbij te noemen dat de Gemeentewet niet gericht is op gebruik van ICT en dat dit nergens expliciet in de wet genoemd wordt. 3.5.1.1 Openbaarheid documenten Documenten die behandeld worden in het College en in de Gemeenteraad kunnen de status openbaar en de status geheim hebben. Dit staat in de Gemeentewet en de Wet openbaarheid van bestuur. — Openbare besluiten worden via de bestaande kanalen gepubliceerd. Documenten die in de Gemeenteraad worden behandeld zijn normaal gesproken openbaar. — Geheime stukken mogen niet buiten de Gemeente verspreid worden en er mogen naar buiten toe ook geen mededelingen over worden gedaan. Wanneer dit wel gebeurd, is dat strafbaar. Het verspreiden van geheime documenten binnen de Gemeentelijke organisatie is dus niet strafbaar maar als meer mensen kennis hebben van een stuk dan is de kans op lekken groter en dat vormt dus een juridisch risico. Documenten die besproken worden in het College zijn vaker geheim dan de stukken die in de Raad aan de orde komen. De vergaderingen van het college zijn in beginsel ook besloten en die van de raad niet. Geheimhouding wordt bijvoorbeeld opgelegd bij aanbestedingstrajecten en in situaties waarbij vertrouwelijke informatie van derden ter tafel komt. — Er zijn ook documenten binnen de Gemeentelijke organisatie waarvan de status nog niet vastgesteld is. Deze documenten zijn niet geheim, maar worden ook niet actief naar buiten gebracht. Deze status kan niet openbaar genoemd worden en geldt vooral voor de documenten buiten de systemen van Andreas. In Andreas moet een expliciete keuze worden gemaakt. Om het juridische risico van het lekken van documenten naar buiten toe (buiten de Gemeente) af te dekken kunnen geheime documenten de status kabinet en beperkt kabinet krijgen. In beide gevallen zijn de stukken dan geheim in de zin van de Gemeentewet, maar de stukken worden op een andere manier en onder minder mensen verspreid. — Kabinetsstukken worden digitaal verspreid onder het College en hun directe medewerkers. De stukken worden per post naar Raadsleden gestuurd. 17.A1700011853. RA 17 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 — Beperkt kabinetsstukken worden zeer beperkt digitaal verspreid onder de leden van het College. Voor Raadsleden zijn de stukken, voor zover bekend, enkel ter inzage beschikbaar in de leeskamer van de raad. 3.5.1.2 Publicatie Een deel van de besluiten van de Gemeenteraad en het college moet bekend gemaakt worden alvorens zij rechtsgeldig zijn. Het gaat hierbij om besluiten die in algemene zin invloed hebben op de burger en niet slechts op een of enkele burgers of organisaties (besluiten van algemene strekking). Naast het feit dat besluiten bekend moeten worden gemaakt, dient de wet- en regelgeving in bepaalde gevallen ook te worden geconsolideerd. Dit houdt in dat als er wijzigingen in wet- en regelgeving worden doorgevoerd, er een versie van de volledige nieuw geldende regeling beschikbaar moet worden gesteld aan de burger. 3.5.1.3 Reproduceerbaarheid proces Onder de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) hebben burgers het recht om documenten op te vragen van de Gemeente. In de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) is opgenomen dat van, onder andere, een Gemeente zorgvuldigheid in het besluitvormingsproces verwacht wordt. In de praktijk lijkt dit steeds meer te betekenen dat naast het opvragen van documenten waarop uiteindelijke besluitvorming gebaseerd is, ook eerdere versies van het document, en eventuele aanverwante documentatie, opgevraagd kunnen worden om daarmee een beeld te krijgen van het besluitvormingsproces zelf. Het is dus wenselijk dat alle versies van documenten traceerbaar zijn, maar ook dat er reproduceerbaar moet zijn wie wanneer welke aanpassing aan een document heeft gemaakt. 3.5.2 De IV-kaders De IV-kaders zijn leidend voor de informatievoorziening van de Gemeente Amsterdam waarbij een ‘comply or explain’ ofwel een ‘nee, tenzij’ principe wordt gehanteerd ten aan zien van afwijkingen. De 10 IV-kaders staan hier beschreven [9]: 1. Informatievoorziening is van de business. 2. Informatievoorziening wordt in stedelijke samenhang en kaders vormgegeven. 3. Informatiediensten worden hergebruikt en gedeeld. 4. Gegevens worden hergebruikt en gedeeld. 5. Informatiediensten moeten veilig en betrouwbaar zijn. ó. De kosten van de informatievoorziening worden altijd afgezet tegen nut en noodzaak. 7. Informatie wordt vastgelegd en verwerkt op basis van Europese, landelijke en open standaarden. 8. De rve ICT is binnen de Gemeente verantwoordelijk voor de regie op de ICT- infrastructuur. 17.A1700011853. RA 18 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 9, Informatiediensten worden door Amsterdam geregisseerd, maar door de markt uitgevoerd. 10. Informatievoorziening realiseren we middels bewezen oplossingen. 3.5.3 De criteria Op 15 augustus heeft de criteria-workshop plaats gevonden. Tijdens de workshop zijn op basis van een voorstel vanuit KPMG de criteria en de bijbehorende weegfactoren vastgesteld conform de beschreven aanpak in paragraaf 2.6. De aanwezigen bij deze workshop zijn dusdanig uitgekozen dat er vanuit verschillende perspectieven naar de criteria en bijbehorende weegfactoren gekeken kon worden. Er waren aanwezigen die als gebruiker vanuit de ambtelijke organisatie (indiener) betrokken zijn bij Andreas en aanwezigen die Andreas vanuit Juridisch perspectief bekijken. Verder was het IV perspectief vertegenwoordigd, zowel op het gebied van de Gemeentebrede IV-kaders als op het gebied van beheer van Andreas. Tot slot was het projectteam vertegenwoordigd en was de opdrachtgever van het project aanwezig.* Conform de gebruikte methode zoals uitgelegd in paragraaf 2.6 bestond de agenda van de workshop uit een uitleg van het proces, de systeem architectuur, de [V-kaders en het vaststellen van een set criteria en bijbehorende weegfactoren. In de beschrijving van de criteria wordt het woord ‘systeem’ gebruikt voor de set van applicaties die het besluitvormingsproces ondersteunen. De criteria met de bijbehorende weegfactoren zijn hieronder beschreven. Criterium Weegfactor 1. Veiligheid en betrouwbaarheid. Het systeem dient te voldoen aan de 15% wettelijke kaders en de IV-kaders met betrekking tot veiligheid en betrouwbaarheid. 2. Koppelbaarheid. Het systeem dient te kunnen worden gekoppeld met de in 10% de context relevante systemen waaronder RIA, DROP en Point2Share. 3. Ondersteuning en bewaking van het proces. De gebruiksvriendelijkheid, 15% mate van ondersteuning van het proces en de mate waarin de kwaliteit van de uit te voeren processen wordt bewaakt. 4. Geïntegreerd door de hele keten. De volledige keten van het bestuurlijke 5% besluitvormingsproces dient in het systeem vertegenwoordigd zijn. Hiervoor kunnen meerdere applicaties worden gebruikt. 5. Flexibiliteit. Het systeem dient aanpasbaar te zijn wanneer regelgeving, 5% proces of beleidswijzigingen hier om vragen waarbij de bijbehorende kosten in acht worden genomen. 6. Bewezen oplossing. Het systeem dient zich in de praktijk te hebben 10% bewezen in een vergelijkbare context. 4 De Griffie was uitgenodigd om deel te nemen aan deze workshop, maar heeft hiervan afgezien en aangegeven dat zij haar wensen en eisen al eerder kenbaar heeft gemaakt en dat ze de onafhankelijke positie van de Raad m.b.t. de beoordeling van het onderzoek niet wil beïnvloeden. 17.A1700011853. RA 19 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 7. Impact op de organisatie. De mate van impact van de verandering op de 15% organisatie. 8. Transitiekosten. De kosten voor de vervanging van het huidige systeem. | 10% 9. Beheerkosten. De structurele kosten die worden gemaakt voor het beheer 15% van het systeem inclusief licenties. 17.A1700011853. RA 20 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 4 Marktonderzoek 4.1 Inleiding De Gemeente Amsterdam heeft bijzondere kenmerken vergeleken met veel Gemeenten in Nederland. Het bestuurlijke besluitvormingsproces is complex en het aantal gebruikers is groot. Om het besluitvormingsproces van de Gemeente op de gewenste wijze (binnen de gestelde kaders) te kunnen ondersteunen is een systeem nodig dat aan bepaalde criteria voldoet. Deze criteria zijn in hoofdstuk 3 geïntroduceerd. Alhoewel de situatie van de Gemeente Amsterdam en haar besluitvormingsproces uniek zijn, zijn er in de praktijk vergelijkbare situaties te vinden waarin vergelijkbaar complexe besluitvormingsprocessen ondersteund worden door een IT- systeem. Het doel van dit hoofdstuk is om een beeld te schetsen van de oplossingen die gebruikt worden in de markt en om aan te geven in hoeverre deze oplossingen overeenkomen met de oplossing van de Gemeente Amsterdam. Dit beeld wordt vervolgens gebruikt om de verschillende scenario’s tegen elkaar af te wegen. Het marktonderzoek beschreven in dit hoofdstuk draagt bij aan het komen tot een voorkeursscenario. Dit onderzoek kan niet worden gebruikt voor het selecteren van een specifieke oplossing voor de Gemeente Amsterdam. Mocht de Gemeente Amsterdam besluiten om een scenario te kiezen waarin een alternatieve oplossing zal worden gekozen voor de vervanging van (een deel) van Andreas, dan zal er om te komen tot de selectie van deze oplossing vervolgonderzoek nodig zijn. 4.2 Cases De ondersteuning die het systeem Andreas biedt aan het besluitvormingsproces van de Gemeente Amsterdam wordt vergeleken met een aantal situaties bij andere instanties. De instanties die zijn geselecteerd, op basis van vergelijkbaarheid van complexe besluitvormingsprocessen, omvang en bestuurlijke complexiteit, zijn: — Overheidsinstelling 1 — Overheidsinstelling 2 — Pensioenfonds — Professioneel Dienstverlener — Provincie Naast het marktonderzoek dat uitgevoerd is op basis van in het verleden uitgevoerde trajecten, zijn interviews gehouden met experts van drie grote Nederlandse Gemeentes om de situatie bij grote Gemeentelijke organisaties te kunnen vergelijken. Vergeleken instanties In deze paragraaf geven wij een overzicht van de geanalyseerde cases. Hierbij zullen wij ingaan op de aard van de organisatie en de oplossing die gekozen is. 17.A1700011853. RA 21 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Overheidsinstelling Ì De organisatie werkt zaakgericht en gebruikt het systeem om de volledige procesgang van inkomende documenten, van het moment van de binnenkomst van stukken door burger, bedrijf of medewerker te verwerken tot aan archivering, te ondersteunen. Hierbij is het van groot belang dat het systeem voldoet aan wet en regelgeving (WPG, WOB, Archiefwet). De overheidsinstelling in deze case is overgestapt van Corsa naar Documentum. De beweegreden hiervoor was dat Corsa niet goed aansloot bij de manier van werken van de organisatie, en dat Documentum, mits goed geïmplementeerd, meer mogelijkheden biedt. In het zaakgericht werken, het belang dat wordt gehecht aan een goede procesondersteuning, het voldoen aan wetgeving en de grootte van de overheidsinstelling in kwestie, vertoont deze case gelijkenissen met de Gemeente Amsterdam Overheidsinstelling 2 De overheidsinstelling uit deze case gebruikt Documentum voor het ondersteunen van haar processen. De reden dat er destijds, in 2015 voor Documentum is gekozen is dat Documentum binnen het uitgevoerde selectietraject de meest uitgebreide functionaliteit bood. Professioneel Dienstverlener De professioneel dienstverlener in deze case staat op het punt een traject in te gaan voor de selectie van een nieuwe oplossing voor het opslaan en verwerken van documenten. Binnen de organisatie werden in de oude situatie documenten gecreëerd, gedeeld en opgeslagen middels persoonlijke computerschijven, lokale file shares en email. Documenten werden niet gearchiveerd of vernietigd. Voor de documenten waren geen gestandaardiseerde processen en maatregelen (bijv. versiebeheer of naamgeving) aanwezig. Centrale dossiers werden in papieren vorm en digitaal samengesteld. Het terugvinden van documenten voor hergebruik, kennismanagement of dossiervorming was zeer arbeidsintensief. De hoeveelheid documenten die opgeslagen was op de fileservers zorgde voor hoge serverkosten. Daarbij voldeed de situatie niet aan wet- en regelgeving. Op het moment van onderzoeken was er nog geen pakket geselecteerd. De betreffende dienstverlener bevind zich in een markt met strenge regelgeving omtrent vertrouwelijkheid en beveiliging van documenten. Dit terwijl er sprake is van een zeer intensieve uitwisseling van documenten en een zeer hoog aantal medewerkers (meer dan 3000) toegang moet hebben. De reden dat deze casus is opgenomen ondanks dat er nog geen pakket geselecteerd is, is om te kunnen vergelijken hoe de overwegingen van deze organisatie zich verhouden tot die van de Gemeente Amsterdam. Provincie De provincie is een grote publieke organisatie met een uitgebreid besluitvormingsproces met zowel een ambtelijke als een politieke component, en met de wens om dit proces zo goed en veilig mogelijk te automatiseren, waarbij rekening moet worden gehouden met de voor een publieke organisatie specifieke vereisten. De provincie in deze case beschikt over een centrale oplossing voor het opslaan van documenten. De oplossing ondersteunt het centraal beheer (creatie, opslag, archivering en vernietiging) van documenten, waardoor eenduidig versiebeheer van documenten, archivering aan de bron (middels automatische en correcte metadata) en de stroom van documenten van de provincie word 17.A1700011853. RA 22 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 ondersteund. Hierbij biedt het systeem de mogelijkheid om zaakgericht te werken, maar is het proces niet op die manier ingericht. Pensioenfonds Het pensioenfonds is geen publieke organisatie. Wel is er in hoge mate sprake van bestuurlijke besluitvorming die ondersteund moet worden, en heeft deze organisatie zeer recent de transitie gemaakt naar een situatie waarbij de besluitvorming door een gelijksoortig systeem als dat van de Gemeente Amsterdam ondersteund wordt. Het pensioenfonds maakt gebruik van de applicatie MS SharePoint. MS SharePoint is in dit geval de vervanger van een situatie waarbij er geen centrale plek voor het opslaan van documenten was. Met MS SharePoint kunnen documenten centraal worden opgeslagen, kan authenticatie op centraal en op documentniveau worden vastgelegd, kan er aan versiebeheer gedaan worden, kunnen, documentstromen (workflows) worden vastgelegd en kan er gezocht worden naar documenten. Door de implementatie van MS SharePoint heeft het pensioenfonds de hoeveelheid handwerk in processen en dubbele opslag van documenten weten te verminderen en versiebeheer weten te verbeteren. Grote Nederlandse Gemeentes Naast de bovengenoemde cases zijn ook drie grote Nederlandse Gemeentes onderzocht. De volgende paragraven beschrijven de systemen die het besluitvormingsproces ondersteunen bij de Gemeenten. Gemeente (A) De Gemeente is qua grootte vergelijkbaar met Amsterdam. Binnen de Gemeente wordt zaakgericht gewerkt vanaf het moment dat een besluit voorgelegd wordt aan het College. De voorbereiding door staf en wethouders is niet zaakgericht ingericht. De andere stappen in het proces, namelijk besluitvorming door het College en de Raad, archivering en publicatie zijn vergelijkbaar met de Gemeente Amsterdam. De ondersteuning door middel van IT is beperkter. De Gemeente gebruikt twee systemen voor de ondersteuning van het besluitvormingsproces. Notubox wordt in gebruikt voor het presenteren van documenten aan de raadsleden en de wethouders. De applicatie Corsa wordt gebruikt voor het archiveren van documenten. De combinatie van beide applicaties biedt geen ondersteuning voor het volgen van het proces op de Juiste wijze middels een workflow en bijvoorbeeld het verplicht toevoegen van finaal advies aan een voordracht. Het delen van documenten tussen afdelingen wordt gedaan per email. De geïntegreerde ondersteuning in de keten is daarmee beperkt tot twee activiteiten, namelijk het archiveren en het presenteren van documentatie. Gemeente (B) Het proces van de Gemeente komt voor een groot deel overeen met dat van de Gemeente Amsterdam. De Gemeente werkt zaakgericht en gebruikt verschillende applicaties voor de ondersteuning van het College en de Raad. In de applicaties zit een workflow die het verkrijgen van goedkeuring van verschillende betrokken ondersteunt. De Gemeente werkt aan de vervanging van het systeem, omdat 1 applicatie niet meer ondersteund wordt door de leverancier en omdat de gebruiksvriendelijkheid beperkt is, voornamelijk rondom het invoeren van voordrachten. 17.A1700011853. RA 23 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Het College gebruikt de applicatie 1Babs voor het verwerken van voordrachten. Voor het lezen en goedkeuren van voordrachten wordt iBabs gebruikt door het College en de Raad. De Raad gebruikt daarnaast iBabs Dossier voor het proces rondom de raadsvergadering. Voor archivering gebruikt de Gemeente een zaaksysteem van de leverancier Exxcellence. De verschillende systemen zijn handmatig gekoppeld. Het invoeren van voordrachten en het overzetten van documenten tussen de systemen neemt het meeste tijd in beslag en bij het vervangen van systeem wordt de mogelijkheid tot het ontwikkelen van automatische koppelingen onderzocht. Gemeente (C) De Gemeente heeft een besluitvormingsproces dat in hoge mate overeenkomt met de Gemeente Amsterdam. Het proces is onderverdeeld in 4 fasen waarvan fase 1 en 2 de bestaan uit de voorbereiding van de besluitvorming en fase 3 en 4 uit de besluitvorming door respectievelijk het College en de Raad. Binnen de Gemeente is er op beperkte schaal sprake van zaakgericht werken vergeleken met de Gemeente Amsterdam. Dit uit zich in het feit dat voordrachten voor de Raad en de verwerking van de voordrachten worden geregisterd onder 1 nummer. Een ander verschil met de Gemeente Amsterdam ligt in het feit dat de diensten verantwoordelijk zijn voor de archivering en dat archivering en ook de ondersteuning van het College niet gedigitaliseerd zijn. De Gemeente gebruikt meerdere systemen ter ondersteuning van het besluitvormingsproces. Reden hiervoor is dat een eerdere poging om het gehele proces te ondersteunen rond 2007 1s gestrand. Er wordt een systeem gebruikt binnen de diensten voor het digitaal archiveren naast het archiveren op papier. MS SharePoint wordt gebruikt binnen de diensten voor het voorbereiden van voordrachten. Het College gebruikt papier voor de besluitvorming, maar ís recent gestart met een pilot voor het gebruik van de applicatie iBabs. De Raad gebruikt Notubiz ter ondersteuning en GVOP wordt gebruikt vanuit de overheid voor publicatie. De bovenstaande paragraven geven een overzicht van vergelijkbare instanties, processen en systemen die zich in de markt bevinden. Dit overzicht geeft een beeld van systemen die in de markt voorkomen voor de ondersteuning van vergelijkbare processen waarbij in een aantal gevallen zaakgericht werken centraal staat. Dit is geen uitputtend overzicht van de beschikbare systemen die een besluitvormingsproces kunnen ondersteunen. In de volgende paragraaf zal beschreven worden in hoeverre iedere instantie overeenkomt met de door de Gemeente vastgestelde criteria. 4.3 Belangrijkste bevindingen In hoofdstuk 3 zijn de criteria beschreven die gesteld worden aan de vervanging van de Andreas. De in de vorige paragraaf geïntroduceerde instanties en de oplossingen die zij gebruiken voldoen in verschillende mate aan de criteria. In deze paragraaf beschrijven wij algemene bevindingen naar aanleiding van (het vergelijken van) deze cases met elkaar en met de Gemeente Amsterdam. Een gedetailleerde uitwerking per case, waarin iedere case gestaafd wordt aan de criteria, Is te vinden in Bijlage A. De onderzochte instellingen vertonen gelijkenissen in de wens die zij hebben om het centraal opslaan van documenten aan workflow te koppelen om zo hun processen optimaal geautomatiseerd te ondersteunen. Hierbij kunnen twee redenen worden genoemd om te kiezen voor een nieuwe oplossing. De eerste is dat een aantal organisaties geen geïntegreerde oplossing 17.A1700011853. RA 24 © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 had, maar in plaats daarvan werkte met meerdere systemen om documenten op te slaan. De andere reden ís dat het oude systeem niet voldoende functionaliteit bood. Opvallend is dat in algemene zin wordt aangegeven dat de systemen die gebruikt worden veel mogelijkheden bieden met betrekking tot het op maat maken van het systeem naar de wensen van de organisatie die het systeem gaat gebruiken. Hierbij bieden systemen van zichzelf al veel functionaliteit en is er de mogelijkheid dit aan te vullen met maatwerk door derden. Steevast wordt ook aangegeven dat er hierbij sprake is van een uitruil tussen de gewenste flexibiliteit en ondersteuning enerzijds en gebruiksvriendelijkheid anderzijds. Tot slot wordt in de meeste cases aangegeven dat de implementatie van het gekozen systeem veel voeten in de aarde heeft, zoals ook de Gemeente Amsterdam heeft ervaren. Met name het configureren, zodat de oplossing voldoet aan de eisen van de organisatie, het trainen van medewerkers en het overzetten van data kosten tijd en geld en hebben daarmee impact op de organisatie. Hierbij is geen informatie gevonden die aangeeft dat er verschillen in beheerkosten zijn die kunnen leiden tot de keuze voor één bepaald systeem. Kort samengevat zien we veel overeenkomsten in de onderzochte cases: —- Zaakgericht werken met een voorkeur voor geautomatiseerde ondersteuning van de besluitvormingsprocessen. — Een voorkeur voor een geïntegreerde oplossing voor het gehele proces, inclusief archivering. — Onvermijdelijk maatwerk om goed aan te sluiten op de te ondersteunen processen en te voldoen aan de (wettelijke) vereisten. — Uitdagingen bij de inrichting en implementatie van de gekozen oplossing, ongeacht de gekozen oplossing(en). — Opslag van documenten in 1 enkele bron. 17.A1700011853. RA 25 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 5 Scenarioanalyse 5.1 Inleiding Met het inzichtelijk hebben van de huidige situatie van het systeem Andreas is de relevante omgeving in kaart gebracht. Nu ook de situatie in de markt is beschreven zijn alle componenten aanwezig om de scenarioanalyse uit te kunnen voeren. Het doel van een scenarioanalyse is dat de Gemeente een weloverwogen besluit kan nemen over het uit te voeren scenario. De scenarioanalyse leidt tot een voorkeursscenario voor het vervolg van de vervanging van Andreas. De stappen om tot dit resultaat te komen volgt een beschrijving van de voorafgaand aan het onderzoek gedefinieerde scenario’s, de vastgestelde criteria en weegfactoren zoals beschreven in hoofdstuk 3 en de analyse van de scenario’s. In de scenarioanalyse wordt beschreven in hoeverre de scenario’s voldoen aan de gestelde criteria. Ook worden in bijlage A de. bij het uitvoeren van de analyse. geïdentificeerde kansen en risico’s per scenario gepresenteerd. De laatste paragraaf beschrijft de onderbouwing van het voorkeursscenario dat door KPMG is vastgesteld op basis van het scenario-onderzoek en een advies voor vervolgstappen. 5.2 De scenario’s De scenario’s voor de vervanging van Andreas zijn geformuleerd op basis van de vragen van de Raad zoals gesteld in de motie van raadsleden Vroege en Boutkan [11]. De scenario’s zijn tijdens de offertegesprekken bij de start van het onderzoek door de opdrachtgever in overleg met KPMG afgeleid uit de ingediende motie en worden hieronder kort beschreven. De scenario’s geven ieder een verschillende richting weer voor het project Andreas. - Doorgaan op de ingeslagen weg (Andreas 1 wordt vervangen door Andreas 2). Het oorspronkelijk goedgekeurde project voor de vervanging van Andreas richtte zich op de vervanging van het hele systeem. Het systeem bestaat uit een aantal modules, zie hoofdstuk 3, waarvan op dit moment de collegemodule is vervangen. De vervanging van de overige modules zal leiden tot de complete vervanging van Andreas 1 door Andreas 2, - Een andere oplossing zoeken voor fase 2 en verder. Met de afronding van fase 1 van de vervanging van Andreas is het project op een moment aangekomen waarop er gekozen zou kunnen worden voor een alternatief (of meerdere alternatieven) voor de modules die nog niet vervangen zijn. Vanuit het proces gezien zou dit betekenen dat alleen het College ondersteund wordt door Andreas. De ondersteuning van de voorbereiding van een besluit, de Raad, de Raadscommissies, de archivering en de publicatie worden in dit scenario ondersteund door (een) alternatieve applicatie(s). Technisch gezien zou dit betekenen dat alle modules behalve de collegemodule vervangen zouden worden door een alternatief of alternatieven. Een consequentie hiervan is de introductie van meerdere (handmatig) koppelingen in het proces en mogelijk in het applicatielandschap. - Voor het gehele besluitvormingsproces een nieuw systeem aanschaffen en implementeren. Het derde scenario is om voor de volledige vervanging van Andreas te kiezen voor een alternatief. Dit zou o.a. inhouden dat de reeds vervangen collegemodule opnieuw zou worden vervangen door een alternatief. De scenarioanalyse wordt uitgevoerd op basis van de huidige situatie. In het verleden 17.A1700011853. RA 26 © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 gemaakte kosten voor de vervanging van Andreas worden niet meegenomen in de scenarioanalyse. Bij het vaststellen van de scenario’s is niet gekozen voor het definiëren van een scenario waarin het besluitvormingsproces zonder enige vorm van automatisering wordt ondersteund. De reden hiervoor is dat, mede op basis van een eerdere moties van de Raad over een papierloze ambtelijke organisatie en vanuit het Rijk opgelegde vereisten met betrekking tot publicatie, dit niet als een realistisch scenario [10, 16] wordt gezien voor de Gemeente Amsterdam. Daarnaast is duurzaamheid een uitgangspunt voor de Gemeente Amsterdam dat naar voren komt in de IV- kaders en waar rekening mee wordt gehouden bij de inrichting van het proces en de automatische ondersteuning ervan. De scenario’s zoals hier beschreven vragen om een afweging die meerdere in de toekomst gelegen componenten in zich heeft. Daarmee kan de analyse van deze componenten niet anders dan subjectief van aard zijn. De analyse is gebaseerd op het feitenonderzoek, het marktonderzoek en de kennis en expertise van KPMG in deze context. 5.3 Scenarioanalyse In deze paragraaf wordt een samenvatting getoond van de mate waarin de scenario’s aan de criteria voldoen en worden de belangrijkste bevindingen gepresenteerd met betrekking tot de overeenkomsten tussen de scenario’s en de criteria. De overeenkomst van de drie scenario’s met teder criterium is op basis van het marktonderzoek en de huidige situatie vastgesteld. Ook worden de geïdentificeerde risico’s van ieder scenario beschreven. De gedetailleerde beschrijving hiervan is te vinden in bijlage B. Op basis van deze overeenkomsten tussen de criteria en de scenario’s is het volgende overzicht gemaakt dat de overeenkomsten per scenario weergeeft. De legenda geeft de mate van overeenkomst weer: - Geen B _ Laag D - Beperkt B - Redelijk ® - Hoog 17.A1700011853. RA 27 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 DO | Scenario1 Scenario 2 Scenario 3 Wegingsfactor Veiligheid en 15% betrouwbaarheid Ondersteuning en bewaking van 15% het proces Geïntegreerd door de hele 5% GE ad 10% fe o}fe SEN ple De bovenstaande tabel geeft een beeld van de overeenkomst tussen scenario’s en de criteria.” De overeenkomsten van ieder scenario met de individuele criteria zijn beschreven in bijlage B. Op basis van de analyse van de criteria worden de belangrijkste bevindingen per scenario in de volgende paragraven samengevat. Scenario 1, doorgaan met de vervanging van Andreas op de huidige weg, voldoet voor een groot deel aan de criteria. Het huidige systeem wordt niet omschreven als gebruiksvriendelijk, maar ondersteund het proces en draagt bij aan de kwaliteit van de besluitvorming. Naar verwachting zal de gebruiksvriendelijkheid toenemen nadat het systeem geheel vervangen is en er niet meer 2 versies van Andreas in gebruik zijn. Daarnaast is de verwachting dat de functionaliteit ontwikkeld voor de collegemodule deels ook gebruikt kan worden voor de andere modules vanwege de overeenkomsten in het proces en de manier waarop de nieuwe versie van Andreas is ontwikkeld. De positieve beoordeling van de ontwikkelde collegemodule onderschrijft de onderhoudbaarheid en betrouwbaarheid van het systeem [18]. De bron (Documentum) waarin de documenten zijn opgeslagen wordt gebruikt door meerdere vergelijkbare instanties in de markt en de impact op de organisatie zal laag zijn in vergelijking met de andere scenario’s waarin alternatieve oplossingen worden geïntroduceerd. Scenario 2, het ín stand houden van de collegemodule en voor de overige modules een alternatieve oplossing zoeken, komt overeen met een aantal criteria, maar brengt naar verwachting ook een aantal risico’s met zich mee en is in meerdere opzichten niet in lijn met de IV-kaders. De verwachting is dat de introductie van een zorgvuldig geselecteerde en geïmplementeerde oplossing voor de overige modules de veiligheid en betrouwbaarheid niet in gevaar zal brengen. 5 Bij scenario 1 is er voor het criterium “Geïntegreerd door de hele keten” gekozen om de beoordeling “redelijk” te geven. Dit is echter niet het gevolg van een beperking vanuit het systeem, maar een gevolg van de inrichtingskeuzes. Indien gewenst zou dit binnen het systeem verbeterd kunnen worden en leiden tot een beoordeling “hoog’… 17.A1700011853. RA 28 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Ook biedt de markt de mogelijkheid om een oplossing te selecteren die in staat zou moeten zijn om met gebruik van maatwerk het proces te ondersteunen. Een consequentie van scenario 2 is dat er meerdere bronnen zullen ontstaan waarin documenten uit het besluitvormingsproces worden opgeslagen. Dit is tegengesteld aan de IV-kaders met betrekking tot het hergebruik van gegevens en informatiediensten (lees: Applicaties). Het opslaan van documenten in meerdere bronnen binnen het besluitvormingsproces vergroot daarnaast het risico dat besluitvormingstrajecten niet of moeilijk reproduceerbaar zijn, omdat de documenten gemaakt in verschillende onderdelen van het proces in verschillende bronnen zijn opgeslagen. Een automatische koppeling om dit risico te mitigeren tussen de bron systemen is technisch gezien complex. Scenario 2 heeft als gevolg dat er extra koppelingen zullen ontstaan tussen Andreas, de omringende applicaties en de nieuwe alternatieve oplossing. In de te verwachten situatie dat deze koppelingen (deels) handmatig zullen zijn, zal dit extra werk en inefficiënties in het proces opleveren. De introductie van een alternatieve oplossing zal naar verwachting leiden tot hogere transitiekosten en beheerkosten. De transitiekosten zullen onder andere stijgen doordat er een selectietraject zal moeten worden uitgevoerd om de nieuwe oplossing en de leverancier die deze oplossing ontwikkelt te kiezen. De beheerkosten zullen stijgen omdat het beheerteam meerdere applicaties moet ondersteunen en er, mits de licenties in bezit zijn van de Gemeente Amsterdam, nieuwe licenties aangeschaft moeten worden. Scenario 3, een alternatieve oplossing ter vervanging van heel Andreas, kan in hoge mate voldoen aan de gestelde criteria. Voor scenario 3 geldt dat de markt alternatieven biedt die in de basis veilig, betrouwbaar, koppelbaar en flexibel zijn en die in potentie de hele keten geïntegreerd kunnen ondersteunen. De markt biedt oplossingen die met de ontwikkeling van maatwerk het proces van de Gemeente op gelijke wijze kan ondersteunen als in de huidige situatie. Echter, vanwege het vereiste maatwerk, biedt de markt geen mogelijkheid om tot een sterke verbetering te komen ten opzichte van scenario 1. Daarnaast zullen de transitiekosten naar verwachting hoger zijn dan in scenario 1 omdat de reeds ontwikkelde collegemodule opnieuw wordt vervangen en deze niet kan worden gebruikt om de ontwikkeling van de andere modules te versnellen, hier wordt dus kapitaal vernietigd. Er is geen aanwijzing dat een alternatieve oplossing de beheerkosten zal verlagen en er zullen in dit scenario mogelijk extra kosten moeten worden gemaakt voor de aanschaf van licenties, en het voeren van (tijdelijk) parallel beheer van het nieuwe systeem en Andreas. De introductie van een nieuw systeem zal naar verwachting een grote 1mpact hebben op de organisatie. Hierbij moet in ogenschouw genomen worden dat er momenteel 1200 gebruikers van Andreas zijn die opnieuw getraind moeten worden, dat er processen opnieuw moeten worden ingericht en dat het beheer van het nieuwe systeem ingeregeld moet worden. Tot slot zal de keuze voor dit scenario leiden tot additionele vertraging van het project. Dit brengt een risico met zich mee doordat het oude systeem steeds lastiger te onderhouden is, technisch achterhaald is en niet meer ondersteund wordt. Na het beschrijven van de belangrijkste bevindingen op basis van de scenarioanalyse, worden in de volgende paragraaf het voorkeursscenario en de bijbehorende overwegingen beschreven. 5.4 Conclusie: het voorkeursscenario Het voorkeursscenario voor de vervanging van Andreas is gebaseerd op de vergelijking van de scenario’s met de criteria. In deze paragraaf wordt het voorkeursscenario gepresenteerd en worden de overwegingen voor het vaststellen van het voorkeursscenario beschreven. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een advies voor vervolgstappen die de Gemeente Amsterdam zou kunnen zetten op basis van dit onderzoek. 17.A1700011853. RA 29 © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 De overeenkomsten van ieder scenario met de criteria zijn beschreven in de samenvatting van de scenarioanalyse in de vorige paragraaf. Op basis van de belangrijkste bevindingen uit de scenarioanalyse adviseren wij scenario 1 als voorkeursscenario. De volgende overwegingen zijn doorslaggevend bij het vaststellen van het voorkeursscenario naast de in het overzicht gepresenteerde wegingsfactor. - Een door geïnterviewden benoemd groot nadeel van Andreas is de beperkte gebruiksvriendelijkheid. Het systeem is moeilijk te doorgronden en vraagt veel kennis en ervaring. Gezien de complexiteit van het besluitvormingsproces van de Gemeente Amsterdam en het benodigde maatwerk om dit te kunnen ondersteunen is de inschatting dat de markt geen alternatieve oplossingen biedt die de gebruiksvriendelijkheid aanzienlijk kan verhogen zonder een ongeveer gelijke hoeveelheid maatwerk. Daarnaast is de verwachting dat de volledige vervanging van Andreas in scenario 1 de gebruiksvriendelijkheid zal verbeteren. - Scenario 2 introduceert met een extra applicatie of applicaties meerdere nadelen, waaronder een verslechtering van de reproduceerbaarheid van het proces door documenten in meerdere bronnen op te slaan. Daarnaast is scenario 2 niet in lijn met de IV-kaders die erop richten dat gegevens worden hergebruikt en dat de informatievoorziening van de Gemeente Amsterdam efficiënt en duurzaam is ingericht bijvoorbeeld door niet meerdere systemen te gebruiken voor gelijksoortige processen of delen van processen. - Scenario 3 zou in dezelfde mate als scenario 1 aan een groot deel van de gestelde criteria kunnen voldoen. Echter, de impact van scenario 3 op de gebruikersorganisatie en de projectorganisatie zal groter zijn in negatieve zin. Gebruikers en beheerders zullen (opnieuw) moeten investeren in deelname aan het ontwikkeltraject, zullen getraind moeten worden en zullen naar verwachting hun werkwijze in hogere mate moeten aanpassen in scenario 3 dan in scenario 1. Daarnaast is de vervanging van Andreas een complex project waarbij de organisatie met de live-gang van de collegemodule succes heeft geboekt waar dit in het verleden anders is geweest. Verder bevat de collegemodule functionaliteit die naar verwachting ook in andere modules kan worden gebruikt vanwege de overeenkomsten in delen van het proces en de manier waarop de code is ontwikkeld. Deze code is recent door een onafhankelijke partij middels een audit beoordeeld als betrouwbaar, onderhoudbaar en overdraagbaar [18]. In scenario 3 zal niet langer gebruik gemaakt worden van de nieuwe collegemodule waarmee de waarde van de module verloren zal gaan en er naar verwachting hogere transitiekosten gemaakt zullen moeten worden vergeleken met scenario 1 onder andere om de collegemodule (opnieuw) te vervangen. Tot slot wordt met het kiezen voor scenario 3, waarbij vertraging wordt opgelopen, een technisch risico gelopen, waarbij de mogelijkheid bestaat dat Andreas 1 niet vervangen is voordat de ondersteuning hiervoor wegvalt. Dit technische risico, in combinatie met de financiële impact (kapitaalvernietiging en dubbele beheerskosten), en de organisatorische impact worden, zoals gezegd, niet dusdanig gecompenseerd door duidelijke voordelen met betrekking tot de overige beoordelingscriteria om een keuze voor scenario 3 verdedigbaar te maken. 17.A1700011853. RA 30 © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Met het vaststellen van het voorkeursscenario is de hoofdvraag van het onderzoek beantwoord. In de afsluitende paragraaf adviseren wij de Gemeente Amsterdam over vervolgstappen op basis van het onderzoek. Zoals iedere Gemeente in Nederland heeft de Gemeente Amsterdam een degelijk en zorgvuldig besluitvormingsproces nodig. Op een aantal vlakken is de Gemeente Amsterdam echter uniek. Dit uit zich in zichtbare aspecten zoals het feit dat het de hoofdstad is en het grootste aantal inwoners en toeristen heeft, maar ook in voor de burger minder zichtbare aspecten zoals de complexiteit van het besluitvormingsproces. Vanwege deze complexiteit en het belang van efficiënte en kwalitatief hoogstaande besluitvorming adviseren wij de Gemeente Amsterdam om de mogelijkheden tot het automatiseren van koppelingen verder te onderzoeken en in gang te zetten, omdat dit de gebruiksvriendelijkheid van het systeem ten goede zal komen. Daarnaast adviseren wij om per module het proces volledig in kaart te brengen voordat met de ontwikkeling van de applicatie wordt gestart. Als laatste adviseren wij met het oog op duurzaamheid om te onderzoeken of het papierloos werken in hogere mate kan worden doorgevoerd in het proces. In het geval dat de Gemeente Amsterdam besluit tot het uitvoeren van scenario 2 of 3, adviseren wij voor de aanschaf van een nieuwe oplossing eerst verder onderzoek te doen. 17.A1700011853. RA 31 © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 À Overeenkomsten cases per criterium De volgende tabellen beschrijven de overeenkomsten van de cases met de individuele criteria. Dit is een analyse die onderdeel is van en gebruikt is voor het marktonderzoek gepresenteerd in hoofdstuk 4. Overheidsinstelling 1 (Documentum) Toegang tot het systeem is geregeld via de Active-Directory ea . het Windows account) van de organisatie. In deze casus is Veiligheid en betrouwbaarheid ( . ) 5 besloten om iedereen die toegang tot het systeem heeft, ook daadwerkelijk toegang tot het hele systeem te geven. Het ontwikkelde Documentum systeem is gekoppeld met Koppelbaarheid een externe mailbox en met een zelf ontwikkelde uitbreiding gekoppeld aan een rapportagesysteem. Documentum bood ondersteuning voor zaakgericht werken. Hierbij werd voor de eerste overgang naar Documentum . . besloten om de oude processen, zoals deze in het oude Ondersteuning en bewaking . . . systeem ingesteld waren direct over te zetten in van het proces N Documentum. In een tweede slag zijn deze processen gewijzigd zodat de bredere functionaliteit van Documentum betere ondersteuning kon bieden. Documentum ís in deze case ingericht om de volledige keten, Geïntegreerd door de hele | vanaf het scannen van documenten (dit werd gedaan middels keten een koppeling met een ander systeem, Captiva) tot aan archiveren, te ondersteunen. Het Documentum systeem in deze casus is geconfigureerd met D2. Dit is een standaard, door leverancier OpenText ontwikkelde methode om Documentum te configureren. Flexibiliteit Uitbreidingen hierop zijn middels Documentum standaarden ontwikkeld, in deze casus was het aantal uitbreidingen zeer beperkt, het grootste deel van de functionaliteit was beschikbaar in de standaardoplossing. In deze casus is het eerste gedeelte van het systeem kort geleden in gebruik genomen. Over de ervaringen met het Bewezen oplossing systeem in deze case kan zodoende nog niets gezegd worden, behalve dat het systeem is geselecteerd en is geïmplementeerd door de organisatie. Impact op de organisatie De manier van werken met Documentum was nieuw en voor de organisatie. Processen moesten worden aangepast op 17.A1700011853. RA 32 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Documentum. Het benodigde leer/verander traject verloopt moeizaam, hierbij is er een hoog verloop van kennis. 'Transitiekosten | Niet naar gekeken in deze casus. Beheerkosten | Niet naar gekeken in deze casus. Overheidsinstelling 2 (Documentum) Veiligheid en betrouwbaarheid | Niet naar gekeken in deze casus Binnen de onderzochte organisatie zijn diverse koppelingen . gemaakt tussen het systeem (Documentum) en andere Koppelbaarheid oe . . applicaties. De algehele indruk was dat deze koppelingen goed werkten. . . Niet naar gekeken in deze casus. Wel kan worden gesteld dat Ondersteuning en bewaking : Documentum als complex werd ervaren vanuit een van het proces . . beheersperspectief, met name í.g.v. maatwerk. Geïntegreerd door de hele | Niet naar gekeken in deze casus keten Flexibiliteit | Niet naar gekeken in deze casus Documentum is een bewezen en robuust systeem voor document management. Het wordt door veel organisaties gebruikt. Voor de onderzochte organisatie voldeed het systeem aan de vereisten die voor technisch beheer werden Bewezen oplossing gesteld, denk hierbij aan snelheid, grote en dergelijken. Ook de koppelingen met de gebruikers-interface, datgene waar de gebruiker uiteindelijk in werkt, (bij Gemeente Amsterdam is dit wat Andreas genoemd wordt) en andere applicaties (zoals voor archivering) waren op orde. De implementatie van Documentum binnen deze organisatie . vroeg een grote inzet, kennis, expertise en consistente Veranderimpact 5 CEN 5 »_SENMIS, GXPENISE . regievoering van de organisatie. De organisatie bleek hiertoe onvoldoende in staat. De kosten voor de Documentum implementatie waren hoger Transitiekosten dan origineel beraamd. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door projectmatige factoren (test management, project management, stuurgroep, kennis van de benodigde 17.A1700011853. RA 33 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 functionaliteit, scope wijzigingen en onvoldoende leverancier management) Beheerkosten | Niet naar gekeken in deze casus Pensioenfonds (MS SharePoint) De veiligheidsstandaarden van SharePoint zijn op een voldoende niveau. Er is de mogelijkheid tot een tweetraps authenticatiemethode wanneer men met een onbekend apparaat, bijvoorbeeld een persoonlijke telefoon, tablet of Veiligheid en betrouwbaarheid laptop, toegang wil krijgen tot het systeem. Hierbij wordt na invoering van het wachtwoord door de gebruiker een sms gestuurd naar deze gebruiker waarmee hij kan inloggen. Toegang tot documenten kan tot op documentniveau worden ingesteld. In de onderzochte casus was koppelbaarheid niet aan de orde. Wel kan over het algemeen gezegd worden dat SharePoint met een groot aantal andere systemen en applicaties gekoppeld kan worden door het middel van API's. Dit houdt Koppelbaarheid in dat derden (applicaties, systemen, programmeurs) toegang kunnen krijgen tot functionaliteit en data van SharePoint, wanneer besloten wordt deze derden toegang te verlenen en dat er ook functionaliteit beschikbaar is om efficiënt met derden te koppelen. Het systeem is ingericht op basis van het door de business goedgekeurde proces. Dit betekent dat het systeem het gewenste proces ondersteunt in plaats van andersom. Het gewenste proces bevat controles waarbij gekeken wordt Ondersteuning en bewaking of het proces gevolgd wordt, en of aan kwaliteitsmaatstaven van het proces voldaan is. Deze controles zijn in SharePoint vastgelegd. Het 1s bijvoorbeeld bij sommige stappen niet mogelijk om verder door het proces te gaan tenzij een check op kwaliteit is uitgevoerd door de juiste persoon. Het ontwerp van de applicatie is zo logisch en simpel mogelijk gehouden, om gebruikersvriendelijkheid te garanderen. Geïntegreerd door de hele | De hele keten van het bestuurlijke besluitvormingsproces keten wordt middels MS SharePoint uitgevoerd. Oe Bij het inrichten van SharePoint kan de keuze gemaakt Flexibiliteit worden om (1) alleen eigen functionaliteit in te bouwen (2) alleen standaardfunctionaliteit te gebruiken of (3) 17.A1700011853. RA 34 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 standaardfunctionaliteit te gebruiken aangevuld met zelf gebouwde functionaliteit. SharePoint is daarom zeer flexibel. In de case van het pensioenfonds hebben ontwikkelaars alleen gebruik gemaakt van standaardfunctionaliteit. Dit betekent overigens niet dat het slechts een kwestie is van het installeren van het systeem. De beschikbare functionaliteit moet wel degelijk dusdanig geconfigureerd worden om er voor te zorgen dat het optimaal werkt voor de specifieke organisatie. SharePoint is een veel gebruikte applicatie door bedrijven. Veel bedrijven gebruiken SharePoint om het samenwerken te faciliteren. Dit is een van de sterkste punten van SharePoint. Het is makkelijk om het groot of klein in te richten, afhankelijk van de maat van het bedrijf. Er zijn veel . mogelijkheden qua functionaliteiten, de applicatie kan Bewezen oplossing … … - aangepast worden om bij de bedrijfsbehoefte aan te sluiten. Toegang tot SharePoint is mogelijk via telefoon of iPad. Er zijn een aantal nadelen: Het inrichten van de applicatie kan veel tijd kosten, de applicatie staat niet bekend voor haar snelheid en het kan lang duren voordat pagina’s geladen worden. Vaak kan worden waargenomen dat wanneer organisaties overgaan van het gebruik van een traditionele server voor het opslaan van documenten naar een documentmanagement systeem met workflow functionaliteit, dat SharePoint als kopie van de server wordt ingericht, waardoor geen verbetering in manier van werken ontstaat. Het juist inrichten a van SharePoint heeft in dat geval grote impact op de Impact op de organisatie ee organisatie, omdat alle werkprocessen moeten worden aangepast en in kaart moeten worden gebracht, werknemers hierin moeten worden getraind, en alle processen technisch moeten worden verwerkt in MS SharePoint. In het geval dat er al met een documentmanagementsysteemm wordt gewerkt geldt het laatste aspect ook en is er dus ook impact op de organisatie, hoewel deze dan wel kleiner is. Transitiekosten zullen bestaan uit (1) het functioneel ontwerp van de applicatie, waarbij gekeken wordt hoe te uiteindelijke applicatie er tot in detail uit gaat zien, welke n functionaliteit er nodig en hoe controles zijn ingeregeld (2) Transitiekosten de ontwikkeling van het gekozen ontwerp waarbij het functioneel ontwerp wordt geconfigureerd in MS SharePoint, (3) het overzetten van bestaande documenten naar SharePoint en (4) gebruikerstrainingen… inclusief het omscholen van functioneel beheerders. Voor alle vier de 17.A1700011853. RA 35 © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 stappen zullen waarschijnlijk externe partijen moeten worden ingehuurd. De beheerkosten zijn afhankelijk van hoeveel opslag er Beheerkosten nodig is, maar SharePoint is een standaard onderdeel van Microsoft Office. Professioneel dienstverlener Het aan te schaffen systeem diende aan wettelijke kaders te voldoen, hieronder viel de hoge mate van vertrouwelijkheid van sommige stukken en reglementen omtrent veilige Veiligheid en betrouwbaarheid | dossiervorming en dossiervernietiging. Verder was de hoogste mate van veiligheid een van de vereisten, vanuit perspectief van zowel autorisatie management als vanuit externe hacking. Een van de vereisten van het aan te schaffen systeem was dat het flexibel en robuust genoeg te zijn om koppelingen te . kunnen maken met andere systemen/applicaties. Voor Koppelbaarheid ve . y Pp . specifieke dossiers was er een separate oplossing. Het document en records management systeem diende niet te worden gekoppeld met het dossier systeem. Een van de vereisten van het aan te schaffen systeem was dat . . het in afdoende mate gebruikersvriendelijk (“intuïtief”) 1s. Ondersteuning en bewaking . Documentroutering/stukkenstroom en processen voor van het proces . ve . creatie/vernietiging/archivering diende te worden ondersteund. In deze casus is de stukkenstroom ook de keten. De Geïntegreerd door de hele | stukkenstroom is het proces vanaf het maken van keten documenten tot aan de archivering. De gehele stukkenstroom diende te worden ondersteund. Het systeem diende flexibel te zijn voor (toekomstige) are: ontwikkelingen. De in te richten functionaliteit richtte zich Flexibiliteit echter wel vooralsnog op enkel document en records management. Voor de keuze van een document en records management systeem werd er gekeken naar bewezen oplossingen in de Bewezen oplossing markt (via referentiebezoeken). Het feit dat een systeem zich bij andere organisaties bewezen heeft was een belangrijke weegfactor voor de pakket selectie. 17.A1700011853. RA 36 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Omdat het project zich nog in de pakket selectie fase bevindt 1s de impact op de organisatie geen onderdeel van deze casus. Impact op de organisatie Echter de verwachting is dat de implementatie van het nieuwe systeem een dusdanige impact heeft op gebruikers dat hiervoor een specifieke veranderaanpak is opgesteld. 'Transitiekosten | Niet naar gekeken in deze casus Beheerkosten | Niet naar gekeken in deze casus Provincie (eDOCS DM/RM van leverancier Open Text) Het systeem voldeed niet in afdoende mate aan de toenmalige geldende wetgeving voor beveiliging. Voor wat betreft betrouwbaarheid van documenten is gebleken dat autorisatie management diende te worden aangevuld. Goed ee: ‚‚ | om hierbij in ogenschouw te nemen dat de wetgeving voor Veiligheid en betrouwbaarheid | IJ Sense . . SEVIN8 informatiebeveiliging in 2012 minder uitgebreid was dan de huidige wet- en regelgeving welke de afgelopen jaren is aangescherpt vanuit o.a. GDPR en Wbp. De stukkenstroom voor geheime en vertrouwelijke documenten maakte geen deel uit van deze casus. Koppelbaarheid | Niet naar gekeken in deze casus Het systeem was vooral gericht op centraal beheer van digitale documenten en records. Documenten en records werden vanuit 1 centraal systeem gecreëerd, gebruikt, opgeslagen, gearchiveerd en vernietigd. Daarbij had de organisatie aanvullende wensen (bijv. document routering c.q. stukkenstroom) welke via maatwerk diende te worden Ondersteuning en bewaking | opgelost. Deze maatwerk toepassingen hadden een tweeledig van het proces effect: (1) Verminderde gebruiksvriendelijkheid omdat het systeem in onvoldoende mate voldeed aan de eisen en wensen van de gebruikers en arbeidsintensief was om mee te werken en (2) inrichting van aanvullende processen (bijvoorbeeld zaakgericht werken, document routering/stukkenstroom, digitale handtekening en voortgangsbewaking). Geïntegreerd door de hele | Niet naar gekeken in deze casus keten Flexibiliteit Aanvullende functionaliteit c.q. maatwerk was aanwezig. Echter, dit heeft een negatief effect gehad op 17.A1700011853. RA 37 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 gebruiksvriendelijkheid, release management en beschikbare resources voor implementaties. . In deze casus is niet gekeken naar de mate waarin het Bewezen oplossing . systeem zich heeft bewezen. Impact op de organisatie | Niet naar gekeken in deze casus Bij de provincie is aanbevolen om aanvullende oplossingen voor aanvullende vereisten zoals digitaal samenwerken en 'Transitiekosten kennisdelen te vinden. Deze aanbeveling is mede gebaseerd op de relatief lage kosten voor mogelijke systemen in de markt (bijv. Microsoft SharePoint of Alfresco). Beheerkosten | Niet naar gekeken in deze casus De overeenkomst met de criteria wordt in de onderstaande tabel samengevat door middel van een Harvey Ball. Hierbij is de volgende legenda van toepassing die de mate van overeenkomst uitdrukt: @ - Geen ® _ Laag PB - Beperkt B - Redelijk ® - Hoog Overheids- Overheids- Pensioenfond Professionele nr instelling 1 instelling 2 heheh Dienstverlening rovincie hatha Pocumentum Sharepoint EEE OpenText Veiligheid en Nvt betrouwbaarheid Ondersteuning en bewaking van Nvt Lal eerste Geïntegreerd door de hele Nvt LE be Nvt oplossing 17.A1700011853. RA 38 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 De bovenstaande tabel presenteert het beeld van de mate van overeenkomst tussen de geselecteerde instanties en de door de Gemeente Amsterdam vastgestelde criteria. De doelstelling van het marktonderzoek en dit samenvattende overzicht is om aan te geven in hoeverre in de markt beschikbare alternatieven overeenkomen met de gestelde criteria. De mate van overeenkomst is in hoofdstuk 5 gebruikt om de scenario’s te vergelijken en om te komen tot een voorkeursscenario. Het doel van dit overzicht is niet om te komen tot 1 instantie die als ‘beste’ beoordeeld kan worden op basis van de gestelde criteria. Mocht de Gemeente Amsterdam de keuze maken om deze richting op te gaan, adviseren wij om verder onderzoek naar de details van alternatieven te doen voordat een keuze wordt gemaakt in de vorm van een pakketselectieproces. 17.A1700011853. RA 39 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 . 9 . . B Overeenkomsten scenario’s per criterium Scenario 1: Doorgaan op de ingeslagen weg (Andreas 1 wordt vervangen door Andreas 2). Criterium Beschrijving overeenkomst De vervanging van Andreas 1 door Andreas 2 komt in hoge mate overeen met dit criterium op basis van de IV — kaders rondom veiligheid en betrouwbaarheid waaraan wordt voldaan. Argumentatie: - Het programma plan voor fasen 2 en 3 benoemd expliciet dat alle modules na vervanging zullen voldoen Veiligheid en aan de IV-kaders. betrouwbaarheid - De in 2016 succesvol uitgevoerde Penetratie- en Hack test. - De op korte termijn geplande migratie van hosting en technisch beheer zorgt voor een vernieuwing van de hardware en hosting. - De positieve resultaten van de uitgevoerde systeem audit [18]. De mate van koppelbaarheid is hoog bij scenario In het huidige programmaplan zijn koppelingen geen onderdeel van de scope. Procesmatige koppelingen met de aanpalende systemen zijn mogelijk, maar bestaan voornamelijk uit handmatige activiteiten. Argumentatie: -__In secenario 1 worden de modules ‘as-is’ vervangen [20] De huidige koppelingen tussen Andreas en omringende systemen zijn niet geautomatiseerd. - De koppelingen met de systemen Point2Share, RIA en GVOP vereisen op dit moment handmatige activiteiten . en automatisering van deze koppelingen zijn niet in Koppelbaarheid 8 Ppe'mg J scope van fasen 2 en 3 van het programma [20]. De ontwikkeling van de koppelingen staat gepland in een apart project. De verwachting is dat dit de gebruiksvriendelijkheid ten goede zal komen. - De verwachting vanuit het DROP project team op basis van de huidige situatie is dat er geen automatische koppeling gemaakt zal worden tussen Andreas en DROP vanaf 1 januari 2018. Voor de ontwikkeling van deze koppeling zal een nieuw project gestart moeten worden. - De huidige koppelingen vragen handmatige activiteiten, maar blokkeren het besluitvormingsproces 17.A1700011853. RA 40 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 niet. De verwachting is dat deze situatie niet verandert in scenario 1. - Er zijn geen aanleidingen vastgesteld om te concluderen dat het automatiseren van de verschillende koppelingen technisch niet mogelijk is. Voor het realiseren van deze koppelingen zullen separate projecten gestart moeten worden. De ondersteuning en bewaking van het proces is beperkt. Het systeem is een workflow systeem dat in de opzet de verschillende stappen van het proces ondersteunt en de kwaliteit van het resultaat bewaakt door de verschillende stappen binnen het proces af te dwingen. Echter, de gebruiksvriendelijkheid van het systeem is (nog) beperkt en de volgordelijkheid van de processtappen wordt niet afgedwongen of in de tijd bewaakt waardoor inefficiënties ontstaan. Argumentatie: - Uit de gehouden interviews komt een eenduidig beeld naar voren dat het systeem niet gebruiksvriendelijk is. Hierbij komen ook voorbeelden van inefficiëntie naar voren zoals het feit dat een besluit met volmacht waarbij de wethouder gemachtigd 1s tot het maken van wijzigingen altijd opnieuw van finaal advies moet worden voorzien terwijl dit niet in alle gevallen daadwerkelijk noodzakelijk is. Een ander voorbeeld is het ontbreken van een zoekfunctie binnen Andreas om Ondersteuning en dossiers op efficiënte wijze uit het (archief) systeem te bewaking van het proces kunnen halen. Deels betreft dit proceskeuzes die niet 1- op-1 te wijten zijn aan het systeem. - Het systeem omvat de stappen die kwalitatieve besluitvorming ondersteunen. Voorbeelden hiervan zijn het finaal advies en goedkeuring van de directeur voor behandeling van een voordracht in het College. - Uit de gehouden interviews komt naar voren dat het besluitvormingsproces functioneert met de ondersteuning van het proces en dat, ondanks de gebruiksvriendelijkheid, niet wordt vastgesteld dat het proces vastloopt door Andreas. - Op basis van de interviews ontstaat het beeld dat de beperkte gebruiksvriendelijkheid van Andreas mede wordt veroorzaakt door de trage performance van het systeem. De trage performance van het systeem wordt ervaren als vergelijkbaar met de andere IT systemen van de Gemeente Amsterdam. Om deze reden is deze component van de beperkte gebruiksvriendelijkheid niet toe te schrijven aan het systeem Andreas. 17.A1700011853. RA A1 © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 - De inrichting van Andreas maakt het mogelijk dat gebruikers met de rol van indiener alle documenten waaronder die met de classificatie kabinet of beperkt kabinet kunnen openen en inzien. Daarnaast is de classificatie pas zichtbaar voor de gebruiker wanneer het document wordt geopend. Dit vergroot het risico dat documenten onbedoeld openbaar worden. - De gehele vervanging van Andreas betekent dat er nog maar 1 versie van Andreas in gebruik zal zijn in scenario 1. Dit zal de gebruiksvriendelijkheid ten goede komen. Scenario 1 komt redelijk overeen met het criterium. Andreas ondersteunt in scenario 1 het besluitvormingsproces van voorbereiding tot aan publicatie en archivering. Ontbrekend in deze ondersteuning zijn de functionaliteit voor het presenteren van documenten aan degenen die de besluiten nemen (de wethouders, de burgemeester en de Raadsleden) en de functionaliteit om in de toekomst publicatie via DROP te ondersteunen. Argumentatie: Geïntegreerd door de -_ Uit het proces zoals gepresenteerd in hoofdstuk 3 en de hele keten systeem architectuur in bijlage B volgt dat in scenario 1 Andreas het grootste deel van de keten ondersteunt. - Uit de gebruiker interviews komt naar voren dat vooral tijdens de voorbereiding van besluiten, maar ook op andere momenten in het proces wanneer er wijzigingen in dossiers worden doorgevoerd, Andreas niet wordt gebruikt. Voor de afstemming en (iteratieve) aanpassingen van documenten wordt gebruik gemaakt van email en telefoon. Scenario 1 komt in hoge mate overeen met het gestelde criterium. De technologie (XCP2) gebruikt voor de ontwikkeling van de collegemodule is in hoge mate flexibel ten aanzien van de ondersteuning van het proces. Argumentatie: - De collegemodule en de agendamodule ondersteunen Flexibiliteit het deel van het proces waarin het College is betrokken. Op basis van het functioneel ontwerp en de gebruikerstesten kan worden gesteld dat de flexibiliteit van de technologie toereikend is om het proces van de Gemeente Amsterdam te ondersteunen. - Er is geen aanleiding om aan te nemen dat nieuwe wijzigingen aan het systeem technisch gezien niet kunnen worden doorgevoerd. 17.A1700011853. RA 42 © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Scenario 1 komt in hoge mate overeen met het gestelde criterium. Het marktonderzoek toont aan dat Documentum ingezet wordt bij meerdere vergelijkbare instanties in de markt. Argumentatie: Bewezen oplossing -__Documentum wordt succesvol ingezet meerdere Nederlandse overheidsinstanties. - De collegemodule van Andreas heeft in de afgelopen periode bewezen in staat te zijn om het proces te ondersteunen. In Scenario 1 zal de impact beperkt zijn in vergelijking met de andere scenario’s. De gebruikers binnen de Gemeente Amsterdam zijn gewend aan het gebruik van het systeem Andreas 1 en een deel van de gebruikers werkt op dit moment in Andreas 1 en 2. Ook is er een bestaande projectorganisatie die contact heeft met de verschillende gebruikersgroepen. Argumentatie: - Het uitfaseren van Andreas 1 zal een versimpeling van a het gebruik van het systeem Andreas betekenen voor de Impact op de organisatie a har organisatie, omdat er van 2 applicaties teruggegaan wordt naar 1 applicatie. Dit zal ook de gebruiksvriendelijkheid ten goede komen. - Trainingen en trainingsmaterialen ontwikkeld voor het opleiden van de gebruikers van Andreas hoeven in beperkte mate aangepast te worden. - De helpdesk en beheerafdelingen die de gebruikers van het systeem Andreas ondersteunen hoeven in beperkte mate hun kennis en werkwijze aan te passen. € 2.6m [15] Argumentatie: -_ Er is een project controller aangesteld binnen het project gericht op de vervanging van Andreas. De toevoeging van deze rol leidt naar verwachting tot een betere inschatting van de kosten en vroegtijdige Transitiekosten identificatie van afwijkingen van het budget. - De ervaring die is opgedaan tijdens het ontwikkelen en live brengen van de collegemodule ondersteunt het maken van een kosteninschatting voor de overige modules. - De inschatting van de kosten voor de overige modules is gebaseerd op de aanname dat een deel van de functionaliteit van de collegemodule hergebruikt zal 17.A1700011853. RA 43 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 kunnen worden. De mate waarin hergebruik mogelijk is, is gebaseerd op een inschatting en brengt een risico op extra kosten met zich mee. € IM per jaar - De inschatting van de beheerkosten volgt uit een KPMG analyse gebaseerd op de exploitatiekosten van het systeem Andreas in 2015 en 2016. Deze kosten omvatten interne en externe kosten en zijn inclusief licenties en exclusief kosten voor technisch beheer, housing en hosting omdat de informatie over deze componenten op applicatie niveau niet beschikbaar is. Het uitgangspunt hierbij is dat alle kosten gerelateerd aan de vervanging van Andreas onder de transitiekosten Beheerkosten vallen. - Op het moment van de uitvoer van het onderzoek beheert het beheerteam van Andreas 2 applicaties, namelijk Andreas 1 en Andreas 2. Na het uitfaseren van Andreas 1 kan het beheer mogelijk efficiënter uitgevoerd worden. Op basis van het feit dat in scenario 1 het gehele besluitvormingsproces ongewijzigd ondersteund wordt door het systeem Andreas, is de aanname dat de efficiëntie mogelijkheden beperkt zullen zijn. Kansen - De technologie gebaseerd op bouwstenen die gebruikt wordt voor Andreas 2 biedt kansen voor het hergebruik van functionaliteit. Gezien het feit dat er overeenkomsten zitten tussen de delen van het proces waarin het College en de Raad een rol spelen is de inschatting dat het mogelijk is om delen van de functionaliteit te hergebruiken. Dit heeft voordelen onder andere met betrekking tot ontwikkelkosten en de Ds toekomstige beheerkosten omdat het systeem Kansen en Risico's . overzichtelijker wordt en daarmee beter onderhoudbaar. Risico's - Handmatige activiteiten vormen een risico op fouten en interpretaties. In scenario 1 ondersteunt het systeem Andreas het besluitvormingsproces. Onderdeel van dit proces zijn een aantal handmatige activiteiten waarbij besluiten en onderliggende teksten handmatig overgezet worden uit PDF bestanden naar andere formats zoals MS Word. Deze handmatige activiteiten 17.A1700011853. RA 44 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 vormen een risico op fouten en interpretaties binnen proces. - Het opslaan van documenten op MS SharePoint vormt een risico op foutief versie beheer. Het College gebruikt de applicatie Point2Share voor de digitale presentatie van documenten aan burgemeester en wethouders. Om de applicatie te gebruiken worden de documenten opgeslagen op een SharePoint pagina. Het gevolg hiervan is dat er meerdere bronnen zijn die het proces ondersteunen. Dit vergroot de kans op foutief versie beheer en onzorgvuldige besluitvorming. - Het gebruik van meerdere dossiers binnen een zaakdossier vormt een risico met betrekking tot de kwaliteit van de besluitvorming. Binnen het systeem Andreas worden in scenario 1 meerdere behandeldossiers aangemaakt voor besluitvorming door het College en de Raad. Het vullen van deze dossiers is een handmatige activiteit die voor een deel bestaat uit het overzetten van informatie tussen dossiers. Tijdens deze onderdelen van het proces wordt het risico gelopen dat er inhoudelijke verschillen ontstaan tussen dossiers waardoor besluitvorming niet op dezelfde basis plaatsvindt. -__ Flexibiliteit van de organisatie om aanpassingen te doen aan het systeem vormt een risico voor de (beoordeling van het criterium) systeem flexibiliteit. Het criterium flexibiliteit is vastgesteld door de Gemeente Amsterdam om mee te wegen in hoeverre een ondersteunend systeem technisch kan worden aangepast ten bate van veranderingen in het proces. Uit de interviews is naar voren gekomen dat het live brengen van modules van Andreas in principe alleen tijdens het reces mogelijk is, omdat dit tijdens het vergaderseizoen het proces in hoge mate verstoord. Deze factor beperkt de flexibiliteit van het systeem binnen ieder scenario. - De medewerking van alle betrokken bij de uitvoering van scenario 1 is nodig om de vervanging van Andreas succesvol uit te voeren. Beperkte medewerking kan leiden tot vertraging en extra kosten. De detail overeenkomsten tussen scenario 2 en de criteria worden beschreven in de volgende tabel. Hierbij wordt specifiek gekeken naar de combinatie van de collegemodule in Andreas 2 in combinatie met een alternatief voor de andere modules van Andreas. 17.A1700011853. RA 45 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 Scenario 2: een andere oplossing zoeken voor fase 2 en verder. Criterium Beschrijving overeenkomst Scenario 2 komt in redelijke mate overeen met het criterium. Argumentatie: - De collegemodule voldoet zoals beschreven in scenario 1 in hoge mate aan dit criterium. - De koppelingen en alternatieve oplossing(en) in dit systeem zullen gebruik maken van dezelfde hardware als de collegemodule en hiermee op dezelfde wijze aan de IV-kaders op dit vlak voldoen. Veiligheid en . . . 8 , - __Autorisatiebeheer gericht op het inrichten van de betrouwbaarheid . Nen toegang tot documenten is mogelijk bij alle realistische alternatieve oplossingen. - De introductie van meerdere systemen voor de ondersteuning van het proces zal leiden tot extra koppelingen tussen applicaties. Deze extra koppelingen vergroten in generieke zin het risico op incidenten. - Op basis van de onderzochte alternatieven kan worden vastgesteld dat bij bepaalde alternatieven veiligheid een aandachtspunt is. De overeenkomst met dit criterium is beperkt. Argumentatie: - In het geval dat er naast Andreas andere applicatie(s) zouden worden gebruikt voor het ondersteunen van het besluitvormingsproces, zou er ook een tweede systeem nodig zijn om documenten in op te slaan. Het huidige Koppelbaarheid systeem om documenten in op te slaan automatisch koppelen met een tweede systeem is naar inschatting zeer complex of niet mogelijk. - Koppelingen tussen alternatieve oplossingen en de applicaties die op dit moment rondom Andreas gebruikt worden zijn naar verwachting technisch mogelijk. De beschikbare informatie in het marktonderzoek op dit specifieke onderwerp is beperkt. De overeenkomst met dit criterium is redelijk. . Argumentatie: Ondersteuning en sn bewaking van het proces - Alternatieve oplossingen bieden de mogelijkheid om door middel van maatwerk (delen van) het proces te ondersteunen. 17.A1700011853. RA 46 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 - Het gebruik van meerdere oplossingen ter ondersteuning van het proces is naar verwachting beperkt gebruiksvriendelijk. - De kwaliteit van de output van het besluitvormingsproces kan bewaakt worden door middel van maatwerk. - De koppeling van meerder applicaties en meerdere bronnen heeft naar verwachting een negatieve impact op de kwaliteit van de output. De overeenkomst met dit criterium is beperkt. Argumentatie: -__ De introductie van een alternatieve oplossing naast de collegemodule van Andreas vergroot het aantal Geïntegreerd door de systemen binnen de keten en verkleind de mate van hele keten integratie van de ondersteuning van het proces. - De set van applicaties die het proces zal ondersteunen in scenario 2 zou in staat moeten kunnen zijn om de hele te keten te ondersteunen waarbij de inschatting is dat automatisering van koppelingen een positieve 1mpact heeft op het niveau van ondersteuning. Scenario 2 komt in redelijke mate overeen met het criterium. Argumentatie: - De collegemodule van Andreas en vergelijkbare oplossingen in de markt bieden de flexibiliteit om een complex proces te ondersteunen. Deze flexibiliteit wordt geboden in de vorm van maatwerk. Aan Flexibiliteit maatwerk zijn over het algemeen hogere kosten en een langere doorlooptijd voor ontwikkeling verbonden. - In het geval dat binnen scenario 2 gekozen wordt voor een kant en klare oplossing die het proces ondersteunt zoals bijvoorbeeld het gebruik van MS Outlook en MS SharePoint zonder maatwerk in te bouwen, zal de flexibiliteit en ondersteuning van het proces naar verwachting lager zijn. Scenario 2 komt in beperkte mate overeen met het criterium. Argumentatie: Bewezen oplossin . . . . p 8 - Er zijn in de markt alternatieve oplossingen beschikbaar die worden ingezet bij vergelijkbare instanties ter ondersteuning van zaakgericht werken. 17.A1700011853. RA 47 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 - De introductie van een alternatieve oplossing naast Andreas zal ertoe leiden dat er een tweede systeem nodig is om documentatie ín op te slaan. De ondersteuning van een stukkenstroom zoals het besluitvormingsproces wordt over het algemeen ondersteund door 1 systeem om de documentatie in op te slaan ten bate van correct versie beheer en reproduceerbaarheid van het besluitvormingsproces. Scenario 2 heeft een redelijke impact op de organisatie. Argumentatie: - De gebruikers van de collegemodule zullen deze module kunnen blijven gebruiken, maar zullen daarnaast een nieuwe applicatie moeten gaan gebruiken. Impact op de organisatie - De overige gebruikers zullen een nieuwe applicatie moeten gaan gebruiken. De introductie van een nieuw systeem heeft naar verwachting een grotere impact op de organisatie dan het gebruik van een nieuwe versie van het huidige systeem. - Het gebruik van meerdere applicaties in de keten heeft een hogere impact op de organisatie mede door de introductie van extra handmatige koppelingen. De transitiekosten zullen naar verwachting hoger zijn bij de introductie een alternatieve oplossing naast Andreas. Argumentatie: - De kosten voor de ontwikkeling en implementatie van een alternatieve maatwerk oplossing zullen naar verwachting hoger zijn dan de kosten voor het ontwikkelen van de overige modules in Andreas, omdat een deel van de functionaliteit van de collegemodule kan worden hergebruikt. Transitiekosten - Het project team zal een andere leverancier moeten selecteren voor de ontwikkeling van de alternatieve oplossing. Dit traject zal, naast het tot stand brengen van een productieve samenwerking, tijd en geld kosten. - Voor de implementatie van een alternatieve oplossing naast Andreas zullen trainingsmaterialen moeten worden ontwikkeld en zullen trainers moeten worden ingehuurd of opgeleid. - In het geval van een kant en klare oplossing zullen de transitiekosten lager zijn, maar een kant en klare oplossing sluit niet aan bij de criteria van de Gemeente. 17.A1700011853. RA 48 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 De beheerkosten zullen naar verwachting hoog zijn bij de introductie van een alternatieve oplossing naast Andreas. Argumentatie: - Het beheerteam zal moeten bestaan uit personeel dat kennis heeft van meerdere oplossingen om het functioneel beheer uit te kunnen voeren. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met het feit dat het beheerteam in staat moet zijn om changes door te voeren in de alternatieve applicatie en in Andreas. De inschatting is dat hiervoor een groter en uitgebreider opgeleid beheerteam nodig is of dat er hogere externe Beheerkosten Ps 8 8 kosten moeten worden gemaakt. - Er zullen licenties nodig zijn van voor het gebruik van de alternatieve oplossing en voor het gebruik van Andreas. Dit geldt voor de gebruikers die op dit moment in Andreas 1 en in Andreas 2 werken. Er zullen geen extra licenties nodig zijn in het geval dat de Gemeente kiest voor een alternatieve oplossing waarvan het reeds licenties bezit zoals MS SharePoint. - De helpdesk zal in staat moeten worden gesteld om gebruikers te ondersteunen bij het gebruik van meerdere applicaties. Kansen: - Het selecteren van een alternatieve oplossing naast Andreas biedt mogelijk kansen op het gebruik van specifieke functionaliteit die Andreas niet biedt zoals versie beheer met de mogelijkheid om te identificeren wie in een bepaalde versie van een document wijzigingen heeft gemaakt. - Een alternatieve oplossing biedt de mogelijkheid om aan te sluiten bij het (te starten) traject gericht op de implementatie van 1 generiek systeem voor het opslaan Kansen en risico’s van documenten binnen de Gemeente Amsterdam. Risico's: - Het introduceren van een alternatieve oplossing naast Andreas houdt in dat er ook een extra bron voor de opslag van documentatie bij komt. Meerdere bronnen voor de opslag van documentatie vormen een risico voor de integriteit en reproduceerbaarheid van het besluitvormingsproces. -__ Een alternatieve oplossing naast Andreas zal resulteren in extra koppelingen die of indien mogelijk tegen kosten moeten worden geautomatiseerd of die er 17.A1700011853. RA 49 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 mogelijk toe leiden dat er meer handmatig werk moet worden gedaan en de gebruiksvriendelijkheid omlaag gaat. In de bovenstaande tabel is de overeenkomst van scenario 2 met de criteria beschreven. In de volgende tabel wordt deze afweging gemaakt voor scenario 3. Dit is het scenario waarin Andreas in zijn geheel wordt vervangen door een alternatieve oplossing. Bij het wegen van dit scenario worden alternatieve oplossingen die op basis van de in hoofdstuk 4 beschreven bevindingen mogelijk geschikt zijn om het besluitvormingsproces van de Gemeente Amsterdam te ondersteunen. Scenario 3: voor het gehele besluitvormingsproces een nieuw systeem aanschaffen en implementeren. Criterium Beschrijving overeenkomst De overeenkomst met het criterium is hoog. Argumentatie: - Het veilig gebruik van een alternatieve oplossing is voor een groot deel afhankelijk van de inrichting van de Oe IT Infrastructuur die Gemeente breed wordt Veiligheid en georganiseerd en naar verwachting voldoet aan de IV- betrouwbaarheid kaders. - Eris geen aanwijzing dat alternatieve oplossingen in de markt in de basis niet veilig of te beveiligen zijn op applicatie niveau. Hierbij gaat het voornamelijk om de inrichting van autorisaties (wie mag wat) en de afscherming van documentatie. De inschatting van de overeenkomst met het criterium is hoog. De beschikbare informatie op dit specifieke criterium is beperkt. Argumentatie: - De handmatige koppeling (lees: het handmatig Koppelbaarheid overzetten van documenten zoals dit op dit moment ook gebeurt) tussen een alternatieve oplossing en de omringende applicaties is naar verwachting mogelijk. - Het is naar verwachting mogelijk om automatische koppelingen te creëren tussen omringende systemen en de alternatieve oplossing. Scenario 3 komt in beperkte mate overeen met het criterium. Ondersteuning en Argumentatie: bewaking van het proces - Relevante alternatieve oplossingen in de markt bieden de mogelijkheid tot de ontwikkeling van een workflow 17.A1700011853. RA 50 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 (maatwerk) waardoor het proces kan worden ondersteund. - De ontwikkeling van maatwerk in een alternatieve oplossing kan bijdragen aan de borging van kwaliteit binnen het proces. - De ontwikkelingen van het bovengenoemde maatwerk heeft tot gevolg dat de gebruiksvriendelijkheid van de applicatie omlaag gaat. - Het gebruik van een voor de gebruiker onbekend systeem heeft (initieel) een negatieve impact op de gebruiksvriendelijkheid. Scenario 3 komt in hoge mate overeen met het criterium. Argumentatie: … - De keuze voor een alternatieve oplossing inclusief de Geïntegreerd door de . ve . en hele keten functionaliteit van de omringende applicaties of automatische koppelingen met deze applicaties betekent dat de ondersteuning van de activiteiten binnen het proces naar verwachting in hoge mate geïntegreerd uitgevoerd kunnen worden. Scenario 3 komt in redelijke mate overeen met het criterium. Argumentatie: Oe - Relevante alternatieve oplossingen in de markt bieden Flexibiliteit de mogelijkheid tot de ontwikkeling van maatwerk waarmee flexibiliteit wordt verkregen. - De ontwikkeling van maatwerk is over het algemeen kosten en resource intensief. Scenario 3 komt in hoge mate overeen met het criterium. Argumentatie: - Op basis van het marktonderzoek kan worden gesteld dat er bij andere instanties met vergelijkbare processen Bewezen oplossing oplossingen worden gebruikt die ín staat zijn om het proces te ondersteunen. - Bij het wegen van dit criterium is rekening gehouden met de schaal en de complexiteit van (het besluitvormingsproces) van de Gemeente Amsterdam. _ | De impact op de organisatie van scenario 3 is groot. Impact op de organisatie Argumentatie: 17.A1700011853. RA 51 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 - Gebruikers zullen getraind moeten worden in het gebruik van een nieuw systeem en zullen hun manier van werken moeten aanpassen. - De gebruiksvriendelijkheid van een alternatieve oplossing zal vanwege het benodigde maatwerk om het proces te ondersteunen naar verwachting niet verbeteren. - _ Het overzetten van de gearchiveerde documentatie naar een nieuw systeem is technisch complex. De transitiekosten in scenario 3 zullen naar verwachting hoog zijn. Argumentatie: - Het opnieuw ontwikkelen van een alternatieve oplossing ter ondersteuning van het college zal een extra investering opleveren ten opzichte van de andere scenario’s. Dit volgt ook uit een stuk kapitaal vernietiging, doordat het reeds geïmplementeerde deel van Andreas 2, de collegemodule, “weggegooid” wordt, daar waar functionaliteit mogelijk herbruikbaar was in nieuwe modules. - De huidige project organisatie zal extra tijd en kosten Transitiekosten moeten investeren voor het selecteren van een nieuwe oplossing en het organiseren van een ontwikkeltraject met een nieuwe leverancier. - Extra kosten voor managen van de verandering binnen de organisatie richting een nieuw systeem. - Voor de implementatie van een alternatieve oplossing zullen trainingsmaterialen moeten worden ontwikkeld en zullen trainers moeten worden ingehuurd of opgeleid voor het trainen van gebruikers en het beheerteam. - In het geval van een kant en klare oplossing zullen de transitiekosten lager zijn, maar een kant en klare oplossing sluit niet/beperkt aan bij de eisen en wensen van de Gemeente. De beheerkosten zullen naar verwachting beperkt hoger zijn bij de keuze voor een alternatieve oplossing. Beheerkosten - Extra kosten voor de aanschaf van licenties voor het gebruik van een nieuwe applicatie, mits de Gemeente deze licenties nog niet in bezit heeft bijvoorbeeld in het geval van het gebruik van MS SharePoint. 17.A1700011853. RA 52 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 - Zeker in het begin zullen de beheerkosten voor Andreas en die van een nieuw systeem parallel lopen. - In het geval dat er in lijn met de IV-kaders wordt gekozen om het beheer uit te laten voeren door een externe partij zullen de personeelskosten van het functioneel beheer stijgen. Kansen: - De keuze voor een alternatieve oplossing biedt de mogelijkheid om eerst het proces in zijn geheel vast te leggen en te optimaliseren om vervolgens te bepalen hoe een alternatieve oplossing het proces in het zijn geheel optimaal kan ondersteunen. - Het selecteren van een alternatieve oplossing kan de mogelijkheid bieden om ook omringende systemen uit te faseren en handmatige koppelingen te verwijderen waardoor er minder handmatig werk hoeft te worden gedaan. Risico’s: - De keuze voor een alternatieve oplossing voor Andreas houdt in dat alle documenten die opgeslagen zijn in het archiefsysteem van Andreas zullen moeten worden overgezet naar een nieuw systeem. Dit is een technisch complexe verandering waaraan mogelijk hoge kosten De, en doorlooptijd verbonden zijn. Kansen en risico’s - De keuze voor een alternatieve oplossing zal mogelijk tot een vertraging leiden in het project gericht op de vervanging, omdat er een selectietraject zal moeten worden gestart en de samenwerking zal moeten worden aangegaan met nieuwe partijen en het project opnieuw moet worden opgezet. Dit brengt een belangrijk technisch risico met zich mee, aangezien nu al wordt aangegeven dat Andreas 1 steeds lastiger te onderhouden is. Een vertraging in het project maakt de kans op tijdige vervanging kleiner. - Ondanks de mogelijkheid tot het ontwikkelen van maatwerk, bestaat het risico dat gebruikers op een andere manier ondersteund zullen gaan worden door een alternatieve oplossing. Zij zullen hun werkwijze moeten aanpassen waarbij een verbetering van de gebruiksvriendelijkheid niet gegarandeerd is. - Het kiezen van een alternatieve oplossing voor Andreas heeft mogelijk een negatieve impact op het project team en de gebruikers van de collegemodule, omdat met een 17.A1700011853. RA 53 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 tweede vervanging de eerste vervanging zal worden ervaren als nutteloos. In de bovenstaande tabellen zijn de overeenkomsten tussen de scenario’s en de criteria beschreven. Hierbij zijn de centrale argumenten in lijn en tegenovergesteld aan de overeenkomst gepresenteerd en zijn geïdentificeerd kansen en risico’s genoemd. De bovenstaande analyse is uitgevoerd op basis van de gehouden interviews, de beschikbare documentatie en het marktonderzoek. De mate van overeenkomst is een inschatting van KPMG, gemaakt op basis van deze eerder in het onderzoek gepresenteerde componenten. De vaststelling van de overeenkomsten tussen de criteria en de scenario’s op basis van de componenten is subjectief. Het (enige) doel van deze analyse is om op basis van de vastgestelde overeenkomsten per criterium te komen tot een advies voor een voorkeursscenario over de vervanging van Andreas. De analyse is niet bedoeld om verdere vervolgstappen te bepalen ten aanzien van bepaalde criteria. Hiervoor Is in de meeste gevallen extra onderzoek nodig. 17.A1700011853. RA 54 © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 e KJ C Het besluitvormingsproces [14] Het proces Is tijdens de uitvoering van dit onderzoek in kaart gebracht door het eerder genoemde lid van het DROP project team, Dirkjan Langeveld. Op verzoek van het projectteam hebben wij de visualisaties niet rechtstreeks verwerkt in het rapport. Wel is het processchema op pagina 13 in grote lijnen op deze visualisatie gebaseerd. 17.A1700011853. RA 55 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 D De systeemarchitectuur 20 NA Ee a 88E Se 8 EEE8 je 48 Je 8 Ke) s zi, 2 a S In ni En i | Ke) (tej gef _ oe \ nd 5 5 | 5 Hi Batt. 8 Pe ú nn, KERS L Ke A hm E Ke NS 74 9 A al JS an 4 ed! je) dik SS ' il © Á Ee / id Zi A ml == mt EA EE: ZM EE th) | \ he DONS P5 î [4 | { fa mn : af hr í AN ON _ [ en: | ke | a N ed — | \ 0 ed EN | le) a ij Je — pn | je ll NE | je eN RR | I | M D dend BE el 8 | le! hic f om / 5 | f hi ij EL 17.A1700011853. RA 56 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 E Documentatieoverzicht Referentie Document Toelichting Datum 1 Aanbevelingen CIO _ | Afmbevelingen van de CIO aan de 4-11-2014 Gemeentesecretaris omtrent Andreas . Verslagen en bijlagen van de 22-2-2017 t/m 2 | Adviesgroep | adviesgroep Andreas 17-7-2017 Brief commissie Brief aan de commissie Financiën 3 . . 28-3-2017 Financiën omtrent de vervaging van Andreas Advies van het Cluster Advies Team 4 CAT Advies van de cluster Bedrijfsvoering 4-4-2017 omtrent Andreas (inclusief bijlagen) 5 Documenten VKA Rapport van Verdonck Klooster & Tot aan 3-11- Associates van 2016 6 Exploitatiekosten Exploitatie kosten 2015-2016 van N.D. Andreas 7 IB Memo Memo omtrent Informatiebeveiliging 7-4-2015 en Privacy Andreas . Mail met achtergrondinformatie 8 Informatie modules omtrent indeling modules Andreas 2 19-7-2017 9 TV-kaders IV-kaders van de Gemeente 10-3-2014 Amsterdam 10 Motie Bosman, Toonk Motie om trent dehet bereiken van 11-3-2016 een papierloze ambtelijke organisatie Motie omtrent onderzoek naar u Motie(s) Boutkan, vervanging Andreas inclusief 7-6-2017 Vroege Ernsting aanvullende motie omtrent Open Data en verslag raadsdebat Plan van aanpak voor de afronding 12 Plan van Aanpak van de Collegemodule van 22-4- 22-4-2016 Collegemodule 2016 . Presentatie met informatie over 13 Kiest Alntlieas &5 Andreas omtrent architectuur, 9-5-2017 HenT . modules, techniek en achtergrond 17.A1700011853. RA 57 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 14 Procesoverzichten Voorlopige procesverzichten 18-8-2017 gemaakt door Dirkjan Langeveld Programmavoorstel voor het 15 Programmavoorstel programma Andreas fase 2 en 3 van 26-1-2017 26-1-2017 . Raadsbesluit omtrent het houden van Raadsbesluit . . . 16 . papierloze vergaderingen in de 19-10-2011 papierloos vergaderen Gemeenteraad Rapport van Anderson Elffers Felix 0 | Rapport AEF | omtrent het programma Andreas | ND. … Rapport van Duijnborgh omtrent een 18 Rapport Duijnborgh kwaliteitsaudit op Andreas 25-7-2017 Stuurgroepverslagen van de 30-8-2016 t/m 1 Stuurgroepverslagen stuurgroep Andreas 31-1-2017 Overzicht van het systeem Andreas, 20 Systeemoverzicht gemaakt door het projectteam 5-1-2017 Andreas . Uitgangspunten voor digital 21 Uitgangspunten archiveren van de Gemeente 11-3-2014 Archivering Amsterdam Verslag van het debat in de 22 Verslag debat Gemeenteraad, waar de motie die 8-6-2017 Gemeenteraad aanleiding geeft tot dit onderzoek is ingediend. Voordracht voor de 23 Voordracht Andreas collegevergadering van 18-2-2014 18-2-2014 omtrent de vervanging van Andreas 1 24 Voorjaarsnota Voorjaarsnota van de Gemeente ND. Amsterdam Voortgangsrapportages van het 1-3-2017 t/m Ze | Voortgangsrapportages | programma Andreas 1-6-2017 … Wekelijkse updates per mail omtrent 3-3-2017 t/m 26 | Wekelijkse updates | Andreas 21-7-2017 Vastlegging van de gezamenlijke 27 Workshop workshop waarin de criteria en 3-3-2017 t/m documentatie weging voor de scenario-analyse zijn 21-7-2017 vastgesteld 17.A1700011853. RA 58 © 2017 KPMG Advisory N.V. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International. Gemeente Amsterdam Scenario-onderzoek vervanging Andreas Amsterdam, 18 september 2017 F Overzicht afgenomen interviews Geïnterviewde Ve Driel Rve Ruimte & Economie bedrijfsvoering 17.A1700011853. RA 59 © 2017 KPMG Advisory N.V, ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG en het logo zijn geregistreerde merken van KPMG International.
Motie
63
train
Van: Bo de Koning [mailto:[email protected]] Verzonden: vrijdag 12 januari 2018 11:57 Aan: Pe Marijke Onderwerp: Verkorten van de termijn voor vakantieverhuur Geacht raadslid, Met interesse heeft Airbnb de ontwikkelingen rondom het voornemen van het college gevolgd m.b.t. het verkorten van de termijn voor vakantieverhuur. De Amsterdamse Airbnb-gemeenschap - bestaande uit zo'n 19.000 verhuurders - is teleurgesteld over dit voornemen. Graag zou ik van de gelegenheid gebruik maken om u een aantal zaken ter overweging mee te geven: e Bijgevoegd vindt u onze schriftelijke reactie op het voorstel die wij aan het college hebben doen toekomen, waarin wij een aantal zaken uiteenzetten over vakantieverhuur via Airbnb in Amsterdam en onze samenwerking met de gemeente. e Daarnaast wil ik u graag wijzen op een aantal eerste reacties van juridische experts m.b.t. de juridische houdbaarheid van het voorstel: o Telegraaf 1 o Telegraaf 2 e _ Als laatste verwijs ik u graag naar een aantal eerste reacties van Amsterdamse verhuurders, die het voornemen betreuren: o Parool o Trouw Uiteraard kunt u mij bereiken voor eventuele vragen en opmerkingen. Met hartelijke groet, Bo de Koning Public Policy Netherlands & Nordics +31 6 3083 1388
Raadsadres
1
val
> Gemeente Bezoekadres Amstel 1 1011 PN Amsterdam Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > amsterdam.nl Datum 26 oktober 2023 Onderwerp Palenplan Geachte leden van de gemeenteraad, Maandag 16 oktober is de proef palenplan in de Westelijke grachtengordel, Noord Jordaan en Haarlemmerbuurt van start gegaan. De nood- en hulpdiensten waren uitvoerig betrokken bij het uitwerken van dit plan. Hierbij zijn duidelijke afspraken gemaakt. Echter blijkt nu in de praktijk dat er meer hinder wordt ondervonden dan aanvankelijk gedacht. Vanochtend is ook samen met de brandweer, politie en ambulancedienst gekeken in het projectgebied welke problemen er zijn. Daarna hebben wij gezamenlijk besloten om het palenplan per direct op te schorten. De pilot Weesperstraat heeft ons geleerd dat de nood- en hulpdiensten zorgen hebben over de bereikbaarheid van de stad. Een van de opbrengsten van de pilot is dan ook dat duidelijk is geworden dat de afstemming tussen de nood- en hulpdiensten en de gemeente op het gebied van bereikbaarheid beter kan en moet. Dit wordt nu verder geëvalveerd, vitgewerkt en omgezet naar reguliere processen om dit in de toekomst beter met elkaar te regelen. Dit werpt ook nieuw licht op het palenplan en hoe we samenwerken met de nood- en hulpdiensten om te zorgen voor een autoluwe stad met meer ruimte voor fietser en voetganger waar tegelijkertijd de nood- en hulpdiensten optimaal hun werk kunnen doen. De komende tijd gaan we verder in overleg met de nood- en hulpdiensten om te kijken hoe het palenplan met de juiste instrumenten wel uitgevoerd kan worden op een voor iedereen goed werkbare manier. Zodra er zicht is op een herstart wordt u uiteraard geïnformeerd. Met vriendelijke groet, f3 TT ZD SC (ISSN LL T Melanie van der Horst Micha Mos Wethouder Verkeer en Vervoer Portefeuillehouder Openbare Ruimte Stadsdeel Centrum Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
1
train
G emeente Bezoekadres Plein'40'45 1 Amsterdam 1064 SW Amsterdam Nieuw-West Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 2x Nieuwwest.amsterdam.nl Vergadering Bestuurscommissie Datum 21 september 2016 Decos nummer 2016/INT /1148 Onderwerp Reactie op Sportplan Amsterdam 2017-2020, De Sportieve Stad Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 6 september 2016 Besluit De wethouder Sport en recreatie van Amsterdam, de heer E. van der Burg, met bijgevoegde brief te adviseren inzake het Sportplan De Sportieve Stad. de heer H.J.M. Wink de heer A. Baâdoud stadsdeelsecretaris voorzitter
Besluit
1
train
x Gemeente Amsterdam R. % Gemeenteraad % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 3 Datum indiening 25 september 2020 Datum akkoord 4 januari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid El Ksaihi inzake de toegankelijkheid van overheidswebsites voor Amsterdammers met een beperking Aan de gemeenteraad Toelichting vragensteller: Vanaf 23 september 2020 geldt een wettelijke verplichting voor overheidswebsites een toegankelijkheidsverklaring te publiceren. Daarin wordt toegelicht hoe een website aan de toegankelijkheidseisen voldoet en op welke punten nog de site nog moet worden verbeterd. Hoewel sinds 20181 duidelijk is dat deze wettelijke verplichting zou gaan gelden is na onderzoek gebleken dat aan deze wettelijke verplichting in veel gevallen niet wordt voldaan.2 Twee onderzoekers analyseerden 7000 overheidswebsites en slechts 1% bleek aantoonbaar goed toegankelijk voor mensen met een beperking. Dat betekent dat een deel van hun bezoekers, die mogelijk afhankelijk zijn van het gebruik van deze overheidssites, de informatie of dienst niet (goed) kan gebruiken De fractie van D66 is van mening dat Amsterdammer erop moeten kunnen rekenen dat overheidswebsites waar zij van afhankelijk zijn voldoen aan deze wettelijke verplichting. Een beperking mag er niet toe leiden dat het doen van aangifte, het aanvragen van een coronatest of het ophalen van informatie van de gemeentewebsite onmogelijk is. Gezien het vorenstaande heeft het lid El Ksaihi, namens de fractie van D66, op grond van toenmalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met de rapportage waaruit blijkt dat slechts 1% van de overheidswebsites aantoonbaar goed toegankelijk blijkt voor mensen met een beperking? Ja, het college heeft daarvan kennisgenomen. 2. Is het college het met de fractie van D66 eens dat toegankelijkheid van overheidswebsites voor mensen met een beperking anno 2020 de standaard zou moeten zijn? Ja, het college onderschrijft dat volledig. Toegankelijkheid voor alle Amsterdammers is voor het college een basisvoorwaarde voor goede 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdelin 1 Gemeenteblad Numme SV 3 Schriftelijke vragen, 25 september 2020 r Datum 4 januari 2021 communicatie en dienstverlening. Digitale inclusie is daar een essentieel onderdeel van. 3. Voldoen alle gemeentewebsites (niet alleen mijn.amsterdam.nl) aan de wettelijke verplichting om de toegankelijkheid van websites en apps te optimaliseren op basis van de eisen uit hoofdstuk 9 van de Europese standaard EN 301 549? In Nederfand geldt de open standaard ‘Digitoegankelijk’ https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/digitoegankelijk- en-301-549-met-wcag-21: de Europese standaard EN 301 549 met WCAG 2.1. De gemeente Amsterdam voldoet momenteel deels aan de web content accessibility guidelines (WCAG) die ervoor staan dat websites toegankelijk zijn voor iedere gebruiker. De onafhankelijke Stichting Accessebility heeft eind 2019 een onderzoek gedaan naar de belangrijkste informatievoorziening en dienstverlening van de gemeente Amsterdam, namelijk www.amsterdam.nl en de vele subpagina's die daar onderdeel van zijn. De conclusie was dat er voldaan werd aan de WCAG. Daarvoor geldt de toegankelijkheidsverklaring die is gepubliceerd op https://www.amsterdam.nl/toegankelijkheidsverklaring/. Daarmee voldoet de belangrijkste informatievoorziening en dienstverlening van de gemeente aan de WCAG. Voor de digitale content die niet in de scope van het onderzoek zat, is geconstateerd dat daar nog werk aan de winkel is. Er is een gemeentebreed project opgezet om in kaart te brengen wat er nodig is om zo snel mogelijk alle digitale content van de gemeente te laten voldoen. Dat behelst naast websites ook webinhoud zoals pdf's en apps. 4. Voldoen alle gemeentewebsites (niet alleen mijn.amsterdam.nl) aan de wettelijke verplichting om een toegankelijkheidsverklaring te maken en te publiceren waarin is opgenomen welke maatregelen worden genomen, inclusief een planning, om de website toegankelijk te maken en te houden? Voor de belangrijkste informatievoorzieningen is dit gedaan, voor het overige is dit onderdeel van eerder genoemd gemeentebreed project. 5. Indien op de vragen 2 en 3 niet onvoorwaardelijk met ja wordt geantwoord, wanneer verwacht u wel aan die verplichtingen te kunnen voldoen? Op dit moment wordt een inventarisatie gemaakt van alle digitale content. Deze inventarisatie heeft als doel te bepalen welk deel van de content nog niet aan de normen voor webtoegankelijkheid voldoet en welke blokkades er zijn om daaraan te voldoen. In de inventarisatie wordt ook een plan gemaakt om de content die nog niet voldoet op korte termijn aan de WCAG te laten voldoen. 6. Is het voor Amsterdammers met een visuele beperking mogelijk om zelfstandig online aangifte te doen? 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdelin 1 Gemeenteblad Numme SV 3 Schriftelijke vragen, 25 september 2020 r Datum 4 januari 2021 Ja, een aantal soorten aangiftes kan online worden gedaan. Hierbij is het ook voor Amsterdammers met een visuele beperking mogelijk om zelfstandig online aangifte te doen. Daarvoor geldt de toegankelijkheidsverklaring. 7. Is het voor Amsterdammers met een visuele beperking mogelijk om zelfstandig een coronatest aan te vragen? Ja, de betreffende webpagina's van de GGD Amsterdam voldoen aan de toegankelijkheidseisen. De GGD heeft ook een toegankelijkheidsverklaring gepubliceerd. 8. Zijn er gemeentewebsites die gebruik maken van de mogelijkheid om afzonderlijke eisen uit de toegankelijkheidsstandaard tijdelijk niet toe te passen, omdat dit onevenredig belastend is? Welke sites zijn dit? Welke eisen worden bewust tijdelijk niet toegepast? Als het gaat om belangrijkste informatievoorziening en dienstverlening van de gemeente Amsterdam (o.a. www.amsterdam.nl) wordt er geen gebruik gemaakt van deze uitzonderingsgrond. Zoals aangegeven staat in vraag 3 en 5 vindt er nu een inventarisatie plaats naar alle overige digitale content. Hierbij wordt ook bekeken ofer van deze uitzonderingsgrond gebruik wordt gemaakt en of dat terecht is. Het doel is uiteraard om alle digitale content toegankelijk te maken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
x Gemeente Amsterdam VV L % Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit) % Agenda, donderdag 9 februari 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit) Tijd 09.00 tot 12.30 uur en eventueel vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL d.d. 19 januari 2012 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie VVL@raadsgriffie amsterdam.nl 5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen en schriftelijke vragen , _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen. 6 _Tkn-lijst Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Agenda, donderdag 9 februari 2012 Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en Mededelingen 10 Rondvraag Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 11 Instemmen met enkele wijzigingen in de subsidieverordening ter stimulering van de schone rondvaart Nr. BD2012-000466 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 februari 2012). 12 Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2012 tm 2015 Nr. BD2012-000728 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e _ Uitgesteld in uw raadscommissie van 19 januari 2012 e _ Stukken reeds in uw bezit 13 Initiatiefvoorstel van raadslid Molenaar van GroenLinks getiteld Dus niet Brommen — Nieuw Scooterbeleid voor Amsterdam Nr. BD2012-000729 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e _ Uitgesteld in uw raadscommissie van 19 januari 2012 e _ Stukken reeds in uw bezit e Voorstel om gevoegd te behandelen met agendapunt 14 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Agenda, donderdag 9 februari 2012 14 Brom- en snorfietsen Nr. BD2012-000730 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e De raadsadressanten zijn hierbij uitgenodigd e _ Uitgesteld in uw raadscommissie van 19 januari 2012 e _ Stukken reeds in uw bezit e Voorstel om gevoegd te behandelen met agendapunt 13 15 Initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Molenaar van 11 november 2011, getiteld: ‘Ruimte Durven Delen — Moderne Mobiliteit in een Monumentale Metropool’ Nr. BD2012-000724 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Voorstel om gevoegd te behandelen met agendapunt 16 16 Voortgang MobiliteitsAanpak en bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel Ruimte Durven Delen Nr. BD2012-000664 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Voorstel om gevoegd te behandelen met agendapunt 15 17 Meerjarenanalyse 2012-2014. Afstemming werkzaamheden door stadsregisseur Amsterdam Nr. BD2012-000723 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e _ Hierbij wordt een presentatie gehouden 18 Herbestemmen brugwachtershuisjes Nr. BD2012-000779 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Ter visie stuk ligt alleen voor de commissieleden ter inzage bij de raadsgriffie e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd 3 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Agenda, donderdag 9 februari 2012 19 Afronden onderzoek beroepsaansprakelijkheidsverzekering Noord-Zuidlijn Nr. BD2011-011390 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 20 Onderzoeksrapport “Bloeiende stationsomgevingen” Nr. BD2012-000727 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Hoek (GrLí) e Was Tkn 1 in de raadscommissie VVL, d.d. 19 januari 2012 4
Agenda
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1553 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 9 november 2016 Ingekomen onder D Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Ingetrokken Onderwerp Amendement van de leden Roosma en Poorter inzake de Begroting 2017 (investeren in gebiedsgerichte preventie in de zorg — maar echt — versie 5). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Overwegende dat: — Bij de Voorjaarsnota 2016 de motie 790 Investeren in gebiedsgerichte preventie zorg en welzijn’ is aangenomen waarin het college wordt opgedragen bij de Begroting 2017 aan de raad voorstellen te doen hoe structureel meer ingezet kan worden op gebiedsgerichte preventieve activiteiten op het gebied van zorg en welzijn (via basisvoorzieningen)' — Het college deze motie heeft afgedaan met “De actuele situatie is tegengesteld aan de strekking van de motie: stadsdelen moeten in 2017 bezuinigingen doorvoeren die van invloed zijn op de kwaliteit en kwantiteit van de basisvoorzieningen.” — De noodzaak om te investeren in gebiedsgerichte preventie sterker is geworden door de bedoelde bezuinigingen. Besluit: — Binnen het Programma Welzijn, Zorg en Sport, Programmaonderdeel Maatschappelijke Ondersteuning, voor de jaren 2017 en 2018, 3.000.000 euro te bestemmen voor gebiedsgerichte preventieve activiteiten op het terrein van zorg en welzijn; — Het college hiervoor aan de raad voorstellen te laten doen, conform de motie 790, aangenomen bij de Voorjaarsnota 2016; — Als dekking hiervoor in te zetten de middelen die in 2017 zullen vrijvallen uit het Fonds Jeugd Zorg en Werk — Het college opdracht te geven bij de Voorjaarsnota 2017 te bezien of een structurele dekking voor de jaren 2019 en verder mogelijk is. De leden van de gemeenteraad F. Roosma M.F. Poorter 4 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 406 Publicatiedatum 29 april 2016 Ingekomen onder AP‘ Ingekomen op donderdag 21 april 2016 Behandeld op donderdag 21 april 2016 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Van Lammeren en Nuijens inzake de Agenda Dieren (geen verkoop dieren tuincentra). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Dieren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 261). Overwegende dat: — de Agenda Dieren erkent dat een bewuste keuze bij de aanschaf van een dier lastig te maken is; — gezien het aantal gedumpte huisdieren en matig dierenwelzijn bij bijvoorbeeld gehouden konijnen de verplichte voorlichting tekortschiet; — tuincentra, ofwel winkels die niet hoofdzakelijk gericht zijn op de verkoop van dieren, door het plaatsen van dieren tussen de tuingerelateerde artikelen extra aanzetten tot impulsaankopen. Besluit: aan de tabel op pagina 20 toe te voegen: Verantwoorde De gemeente gaat in Wethouder Dierenverkooppunten verkoop van gesprek met Dierenwelzijn huisdieren Amsterdamse tuincentra die dieren verkopen om deze verkoop af te bouwen De leden van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren J.W. Nuijens 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 232 Publicatiedatum 16 maart 2016 Ingekomen onder A’ Ingekomen op 9 maart 2016 Behandeld op 9 maart 2016 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Peters inzake de Algemene Inspraakverordening. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Algemene Inspraakverordening (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 168). Overwegende dat: — inspraak een belangrijk middel is om Amsterdammers en belangenorganisaties te betrekken bij de totstandkoming en verbetering van beleidsplannen; — het college voorstelt om van inspraak af te kunnen zien als ‘insprekers’ al op een andere manier in een vroeg stadium betrokken zijn bij de voorbereiding van een beleidsvoornemen. Besluit: in ontwerp-besluit nr. 168 van 2016: aan artikel 2.4, lid a, luidende: “Het bestuursorgaan kan besluiten van inspraak af te zien als: a. de insprekers al op een andere manier in een vroeg stadium bij de voorbereiding van het beleidsvoornemen zijn betrokken;”, toe te voegen de zinssnede: “en voldoende aannemelijk is dat het bestuursorgaan daardoor alle relevante belangen bij zijn afweging heeft kunnen betrekken.” Het lid van de gemeenteraad, D W.S. Peters 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1051 Publicatiedatum 19 november 2014 Ingekomen op 5 november 2014 Ingekomen onder 815’ Behandeld op 6 november 2014 Status Ingetrokken en vervangen door 815" Onderwerp Amendement van de raadsleden mevrouw Roosma en de heer Poorter inzake de begroting voor 2015 (cliëntondersteuning). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — de gemeente vanaf 2015 ook verantwoordelijk wordt voor het financieren van onafhankelijke cliëntondersteuning; — onafhankelijke cliëntondersteuning van essentieel belang is om eigen regie in de zorg te kunnen garanderen; — onafhankelijke cliëntondersteuning voor alle groepen in de zorg beschikbaar en toegankelijk moet zijn; — in vergelijking met andere groepen onafhankelijke cliëntondersteuning voor de groepen GGZ, OGGZ en dak- en thuislozen weliswaar beschikbaar is, maar minder goed gefinancierd; — het wenselijk zou zijn als een groter deel van de huidige financiering ten goede komt aan de onafhankelijke cliëntondersteuning van GGZ, OGGZ en dak- en thuislozen, Besluit: — 0,15 miljoen euro extra (bovenop de huidige financiering) vrij te maken ten behoeve van het Steunpunt GGZ/Meldpunt klachten stedelijke cliëntondersteuning; — ditte dekken uit de middelen die beschikbaar is voor onafhankelijke cliëntondersteuning onder het product 296 “Stelpost 3D WMO-taken alle gemeenten”; — 0,20 miljoen euro extra (bovenop de huidige financiering) vrij te maken ten behoeve van de organisaties die OGGZ-cliënten en dak- en thuislozen ondersteunen, zoals de MDHG, de Daklozenvakbond, het Juridisch Steunpunt voor dak- en thuislozen en BAADT; — ditte dekken uit de structurele coalitieakkoord middelen die beschikbaar zijn voor maatschappelijke opvang; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1051 A d é Datum 19 november mendemen 2014 — deze organisaties te vragen zelf een voorstel te doen voor de verdeling van de middelen. De leden van de gemeenteraad, F. Roosma M.F. Poorter 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 423 Datum indiening 21 maart 2019 Datum akkoord 16 april 2019 Publicatiedatum 17 april 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Heer inzake het doorstromen van de Werkbrigade naar werk bij de gemeente Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 14 maart 2019 is vragenstelster op werkbezoek geweest bij de Werkbrigade, waar ik de kans heb gekregen om uitgebreid te spreken met de zogenoemde brigadisten. Een groot deel van hen werkt momenteel aan het onderhoud van groen in de stad. Het werk bevalt velen goed. De brigadisten zijn gelukkig met het werk in de open lucht, trots op hun resultaten en ze merken dat Amsterdammers blij worden van wat ze doen. Het komt vaak voor dat brigadisten aan het eind van hun traject aan de slag willen blijven in het groenbeheer. Helaas is dat niet altijd een mogelijkheid voor degenen die dat willen. Ik heb begrepen dat er weinig werk is bij de gemeente in het groenbeheer. Bovendien zouden brigadisten die gaan werken bij de gemeente eerst via het uitzendbureau aan de slag moeten. De fractie van de Pvd verbaast zich hier over, zeker gezien het recent gepresenteerde beleid rondom flexwerk. Naast deze vragen over het doorstromen van de werkbrigade naar werken bij de gemeente, zal vragenstelster haar vragen over het algemene arbeidsperspectief van de brigadisten en eventuele toekomstige toeleidingsprojecten in andere typen werk stellen bij de bespreking van de voortgang van de Werkbrigade. Gezien het vorenstaande heeft het lid De Heer, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het dat er beperkte doorstroommogelijkheden zijn als het gaat om werken in het (gemeentelijk) groenbeheer? a. Zo ja, wat is de reden daarvoor? b. Zo nee, hoe komt het dat het voor brigadisten moeilijk is om naar regulier werk in het gemeentelijk groenbeheer door te stromen? Antwoord: Het klopt dat voor Stadswerken geldt dat de bezuinigingsopgave Slagvaardig Werken in de Openbare Ruimte vraagt dat de gemeente met minder mensen het 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 7 apri 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 21 maart 2019 dagelijks beheer uitvoert. Het uitgangspunt daarbij is geen gedwongen ontslagen. We maken gebruik van natuurlijk verloop, het beperken van inhuur etc. Dat betekent dat er bijvoorbeeld bij de afdeling Groen van Stadswerken, geen openstaande vacatures zijn. Tegelijkertijd vinden we in het kader van Sociaal Werkgeverschap dat als er dan toch een vacature is, deze zeker door een geschikte werkbrigadist kan worden vervuld. Zo zijn er in de afgelopen periode vanuit de Werkbrigade twee meewerkend voormannen bij Schoon aan de slag gegaan. 2. Welk percentage van de brigadisten gaat na hun traject aan de slag bij de groenvoorziening van de gemeente”? Antwoord: Er zijn geen openstaande vacatures bij Groen, waardoor daar geen brigadisten zijn aangenomen. 3. Welk percentage brigadisten gaat na hun traject aan het werk bij de gemeente? En bij welke afdelingen gaan zij aan het werk? Antwoord: Er zijn drie werkbrigadisten aan het werk gegaan bij de gemeente: twee bij de afdeling Schoon en één via het uitzendbureau bij de afdeling Afval. Dat is ongeveer 4%. 4. Klopt het dat voormalige brigadisten die voor de gemeente gaan werken eerst via het uitzendbureau aan het werk gaan? Zo ja, wat is de reden daarvoor? Antwoord: Nee, dat klopt niet, bij de afdeling Schoon hebben de twee werkbrigadisten een contract bij de gemeente gekregen. Degene die via het uitzendbureau is gaan werken, heeft daar zelf voor gekozen vanwege de mogelijkheid van een opleidingstraject tot chauffeur/belader. Als je een dergelijke opleiding bezit, kan je instromen bij de gemeente. 5. Hoeveel medewerkers werken via het uitzendbureau voor de gemeentelijke afdeling Stadswerken, waar het werken in de openbare ruimte voor het grootste deel is belegd? En hoeveel van deze medewerkers werkt langer dan 5 jaar op een uitzendcontract. Antwoord: In totaal werken er ongeveer 200 uitzendkrachten voor Stadswerken op het terrein van Schoon. Er werken ook nog 150 mensen in dezelfde pool voor Afval en Grondstoffen. Een groot deel van deze mensen kan onderling uitgewisseld worden. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 7 apri 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 21 maart 2019 Hiervan zijn op dit moment 9 mensen die langer dan 5 jaar op een uitzendcontract zitten en zij krijgen allen een aanbieding om te werken voor de Gemeente. Het aantal dat we in 2019 een zelfde voorstel doen, is bij de huidige stand van kennis, tussen de 12 en 15. Omdat een aantal van de mensen in de loop van 2019 langer dan 5 jaar op een uitzendcontract werken. 6. Watis de reden om medewerkers via een uitzendconstructie te laten werken bij Stadswerken”? 7. Hoe kan het aantal uitzendcontracten teruggebracht worden, en vervangen worden door reguliere arbeidscontracten bij de gemeente”? Antwoord op vragen 6 en 7: Verschillende vormen van externe inzet zijn bij Stadswerken nog noodzakelijk. Bijvoorbeeld om mensen in te kunnen zetten op piekmomenten, of waar tijdelijk extra capaciteit nodig is. Het is de doelstelling om bewuster omgaan met externe inhuur, en zoveel mogelijk werk door eigen mensen uit te laten voeren. In de brief die het college op 12 februari 2019 aan u stuurde over dit onderwerp (Gemeenteblad 2019, afd. 1, nr. 328, bijlage 1), staat beschreven hoe we als gemeente dit willen bereiken. Deze brief is door u besproken in de raad van 4 april 2019. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 938 Datum indiening 4 juli 2018 Datum akkoord college van b&w van 9 oktober 2018 Publicatiedatum 10 oktober 2018 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van lid Flentge inzake de opvang van jongeren in gesloten instellingen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Unicef en Defence for Children publiceerden in juni 2018 hun jaarrapport kinderrechten. Daaruit bleek dat sinds 2016 8% meer kinderen in Nederland in een gesloten jeugdzorginstelling zijn geplaatst. Daarnaast werden zorgen geuit over de staande praktijk van vrijheidsbenemende maatregelen in de gesloten jeugdzorg, zoals afzondering en separatie. Bedenkend dat het hier vaak gaat om onveilig gehechte jongeren met forse emotionele en gedragsproblemen is deze toename van repressieve jeugdzorg voor de toekomst van deze kinderen en de stad Amsterdam zorgelijk. Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van de leden Hammelburg en Grooten van 21 juni 2018 (nr. 938) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe beoordeelt het college de constatering van Unicef dat er sinds 2015 8% meer kinderen in de gesloten jeugdzorg terechtkomen, gezien de eigen doelstelling om het beroep op specialistische jeugdhulp juist terug te dringen? Reactie college: In de regio Amsterdam Amstelland zien wij geen gestegen vraag bij de gesloten jeugdhulp. In de tabellen hieronder is te zien hoeveel Amsterdamse kinderen van 2016 tot juni 2018 verbleven in een gesloten jeugdinrichting (de Koppeling of buiten- regionaal). Te zien is dat het aantal kinderen gemiddeld genomen licht daalt. In Amsterdam is toename te zien van het aantal kinderen in de specialistische jeugdhulp. Deze stijging is vooral te zien in jeugdhulp geboden aan kinderen met een beperking (de voormalig AWBZ-zorg) die zwaarder zorg nodig hebben en voorheen in de Wet Langdurige Zorg werden opgevangen. Ook is een groei zichtbaar in het aantal persoonsgebonden budgetten (PGB), jeugdhulp in het 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer te ktober 2018 Schriftelijke vragen, datum… speciaal onderwijs en het aantal meerderjarige (18-23) dat gebruik maakt van de jeugdhulp. Voor verdere informatie over de stijging van de jeugdhulp verwijst het college naar de Bestuursrapportage 2017 Jeugdstelsel Amsterdam, pagina 14 tot en met 19. Deze rapportage is op 6 september 2018 besproken in de commissie ZJS. Ook heeft u van het college op 4 september jl. en op 20 september jl. een brief ontvangen waarin het aantal kinderen in de specialistische jeugdhulp aan de orde komt. Bezetting verblijf Koppeling 2016 t/m juni 2018 (Amsterdam) 60 50 nd AN NR ANNEN EEN Kk RR EN B RENNEN en [a og [oe m 2016 41,75/41,16/45,27/40,47 38,0333,86/35,57133,79/32,97/36,46/33,43)38,95 m2017 |46,19/42,93)48,36/ 49,8 (53,78/49,28)47,7643,33,34,22/32,58/27,09)31,62 =2018|31,8928,11/29,82/32,5835,5432,64| 0 | O0 | O0 | O0 | O0 | O0 2. Kan het college garanderen dat behalve preventieve zorg, ook specialistische jeugdhulp voor alle Amsterdamse kinderen beschikbaar blijft? Reactie college: Naast dat het college stevig in zet op de preventieve zorg blijft het voor kinderen die specialistische jeugdhulp nodig hebben beschikbaar. Voorop staat dat kinderen de hulp krijgen die zij nodig hebben. Vanaf 1 januari 2018 is de nieuwe werkwijze specialistische jeugdhulp gestart. De nieuwe werkwijze is een werkwijze waarbij breder wordt gekeken naar wat het gezin nodig heeft. De professionals hebben de ruimte om te doen wat nodig is voor het kind en het gezin en wordt er domein overstijgend hulp geboden. 3. Is het college op de hoogte dat in de enige Amsterdamse gesloten jeugdzorginstelling de Koppeling voor de 50 opgesloten kinderen zeer weinig behandelaren zijn aangesteld (Op dit moment 1 psychiater voor 24 uur, 1 psychotherapeut voor 12 uur & 1 GZ-psycholoog voor 16 uur)? Hoe garandeert zij het recht op specialistische behandeling tijdens opname in deze gesloten setting voor deze kinderen? 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng as Gemeenteblad Datum 10 oktober 2018 Schriftelijke vragen, datum… Reactie college: Het is niet zo dat er zeer weinig behandelaren zijn aangesteld bij de Koppeling. Op de Koppeling werkt zeven fte behandelaren gedetacheerd vanuit de Bascule, waaronder een kinder-/jeugdpsychiater, traumatherapeuten, (gz)psychologen, systeemtherapeuten, creatieve therapeuten. Twee fte is vacant. Daarnaast werken er zeven fte behandelcoördinatoren (orthopedagogen & (gz)psychologen). Specialistische behandeling gedurende een gesloten opname bestaat naast de ggz-behandelingen ook uit groepsbehandelingen, onderwijs en talentontwikkeling in een behandelprogramma op maat. Binnen de jeugdzorg is het al geruime tijd lastig om goede ervaren mensen te vinden. Er is grote krapte op de arbeidsmarkt en een toename in de keuze van mensen om als zzp-er te werken. Dit geldt zowel voor gespecialiseerde behandelaren als pedagogische medewerkers. Niettemin is de behandelcapaciteit bij de Koppeling in voldoende mate ingevuld. 4. Kan het college inzicht geven in de hoeveelheid vrijheidsbenemende maatregelen in de Amsterdamse gesloten jeugdzorginstelling? Reactie college: In 2017 zijn van de 229 behandelde jongeren 21 unieke jongeren tijdelijk in afzondering geplaatst, zoals beschreven in de jeugdwet artikel 6.3.1. De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het terugdringen van het aantal separaties in de Koppeling en dit aantal is ook dalende ondanks toenemende verbale (schelden, dreigen) en fysieke agressie (schoppen, slaan, bijten en gooien van spullen). Binnen de Koppeling is de afgelopen jaren ook ingezet op het specialistische vakmanschap van alle behandelaren binnen de Koppeling: de-escalerend werken, traumasensitief werken. De behandelaren worden hierin gefaciliteerd middels opleiding, training, coaching (on the job), inter- en supervisie. 5. Kan het college aangeven hoe zij stuurt op een actief deseparatiebeleid en uniforme rechtsbescherming van opgenomen kinderen/ jongeren rondom vrijheidsbeperkingen”? Reactie college: Binnen de Koppeling wordt actief gestuurd op de-separatiebeleid. Er is heden slechts één ruimte beschikbaar en het doel is om ook deze ruimte op termijn te sluiten. De koers om te stoppen met separeren doet de Koppeling in samenwerking met Jeugdzorg Nederland en collega’s van gesloten jeugdhulp instellingen. De gemeente ondersteunt dit door middel van de aanvraag bij het Transformatiefonds. Rechtsbescherming rondom vrijheidsbeperkende maatregelen worden zoals vastgelegd in de jeugdwet bepaald/goedgekeurd door de behandelend coördinator/gedragswetenschapper. De vrijheidsbeperkende maatregel is zijn tevens vastgelegd in het behandel of trajectplan van de individuele jeugdige. 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing as Gemeenteblad ummer = en Datum 10 oktober 2018 Schriftelijke vragen, datum… 6. Kan het college aangeven of er een SES-verschil bestaat tussen jongeren die (gesloten) jeugdzorg krijgen in vergelijking met jongeren die specialistische jeugdhulp krijgen? Reactie college: Hier is binnen de Koppeling geen onderzoek naar gedaan. De Koppeling laat wel weten dat uit veel andere onderzoeken dat in het kader van de intergenerationele probleemoverdracht meer kinderen met een lage SES (Sociaal Economische Status) een grotere zorgbehoefte hebben en daardoor waarschijnlijk eerder in zwaardere vormen van zorg terechtkomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 363 Publicatiedatum 19 mei 2017 Ingekomen onder Ingekomen op woensdag 10 mei 2017 Behandeld op woensdag 10 mei 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Van Dantzig, Dijk en Boomsma inzake de uitwerking van motie 929 van 14 juli 2016 ‘stop de Blokhokken’. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de bestuurlijke reactie op motie 929 van de leden Flentge, Moorman en Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota 2016 (stop de Blokhokken) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 319). Overwegende dat: — ledere Amsterdammer voor zichzelf de keuze moet kunnen maken of hij groot of klein wil wonen — Het niet aan de gemeente is om mensen met een middeninkomen te verplichten groot te wonen, of te verbieden klein te wonen. Constaterende dat: — De uitwerking van de motie “Stop de Blokhokken” mensen met een middeninkomen uitsluit van woningen die kleiner zijn dan 40 m2 — Deze uitwerking voorbij gaat aan het doel, namelijk excessieve huurstijgingen in het gereguleerde segment aanpakken — Maatwerk middels afspraken in erfpachtcontracten en korting op de grondprijs geschikte en effectievere instrumenten kunnen zijn om excessen aan te pakken, zonder middeninkomens te duperen — Uitzonderingsgronden op de uitgewerkte maatregel ontbreken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij de uitwerking van de motie 'Stop de Blokhokken" de generieke maatregel waarmee elke woning onder de 40m2 in het gereguleerde segment zal vallen te schrappen, maar per individueel project te kijken of het onderbrengen van een woning in het gereguleerde segment opportuun is en dit dan in de erfpachtvoorwaarden te regelen. De leden van de gemeenteraad R.H. van Dantzig T.W. Dijk D.T. Boomsma 1 2
Motie
2
discard
> < Gemeente Amsterdam Amendement Datum raadsvergadering 11 november 2021 Ingekomen onder nummer 783 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Mbarki inzake sanering loden leidingen blijft een belangrijke prioriteit Onderwerp Amendement van de leden Mbarki nzake sanering loden leidingen blijft een belangrijke prioriteit De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2022. Constaterende dat: e Inde begroting 2021 het verwijderen van de loden drinkwaterleidingen nog een prioriteit was. e Deze prioriteit niet meer terug te vinden is in de begroting 2022. e De loden drinkwaterleidingen nog niet allemaal verwijderd zijn. Overwegende dat: e het van groot belang is de prioriteit om de loden drinkwaterleidingen in Amsterdam te verwij- deren, vast te houden. e het benoemen van deze prioriteit er aan bijdraagt aandacht te houden voor deze vitdaging. Besluit: In de wijziging van de Begroting 2022 de volgende tekst op te nemen in paragraaf 3.11.1 (Wonen en bouwen): “Met het programma Woningkwaliteit streven we naar een gezonde, kwalitatief goede en toe- komstbestendige woningvoorraad. Daarbinnen en daarnaast is inzet nodig op actuele aandachts- punten zoals de sanering van loden leidingen.” Indiener S. Mbarki
Motie
1
train
Gemeente Amsterdam Bestuurscommissie Oost Voordracht en besluit D B = AB Registratienummer Z-17-38633 / INT-17-13457 Afdeling Gebiedspool Onderwerp Principenota Transformatie Bedrijventerrein Overamstel/Kauwgomballenkwartier Portefeuille Wonen en Bouwen DB lid Thijs Reuten Gebied Watergraafsmeer Datum DB g janvari 2018 Datum AB voorbereidend 30 januari 2018 Datum AB besluitvormend 6 februari 2018 Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Marieke Muller 06 8364 4925 [email protected] *ZOO4133848D« Pagina a van7 Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: 1. het ABte adviseren om positief te adviseren aan B&W over de Principenota Bedrijventerrein Overamstel/Kauwgomballenkwartier. Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: besluiten wordt gepubliceerd 1. positief te adviseren aan B&W over de Principenota Bedrijventerrein Overamstel/Kauwgomballenkwartier. Ondertekening Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost, Sjoukje Alta, Ivar Manuel, secretaris voorzitter Pagina 2 van7 Bevoegdheid Verordening bestuurscommissies, bijlage 2, “Takenlijst bestuurscommissies”, versie 10 juni 2014, met als taak voor de bestuurscommissie: ‘1.5, aansturing van ruimtelijke projecten binnen stedelijk kaders behorende bij de toegewezen bevoegdheid voor gebiedsontwikkeling’ en Plaberum 2017, over de besluitvorming van de Principenota: bestuurscommissie adviseert voorafgaand aan besluitvorming; college van B&W beslist Bestuurlijke achtergrond Bestuurlijke relevante besluiten: - Visie Overamstel 2005, Projectbureau Zuidoostlob, Gemeenteraadsbesluit, november 2005 - OverAmstel deelgebied 3, Ruimtelijk-programmatische onderlegger, Projectbureau Wibaut aan de Amstel, Gemeenteraadsbesluit, juli 2007 - Vaststelling bestemmingsplan Bedrijventerrein Overamstel, 2010 - Structuurvisie Amsterdam 2040, Gemeenteraadsbesluit, februari 2011 - Investeringsbesluit Bedrijventerrein Overamstel, Projectbureau Oost, Gemeenteraadbesluit, december 2011 - Overdracht planontwikkeling en uitvoering deelgebieden A2 zone Joan Muyskenweg en Bedrijventerrein Overamstel aan stadsdeel Oost, o.b.v. Instellingsbesluit Projectbureau Oost, Collegebesluit, januari 2014 - Koers 2025, Gemeenteraadsbesluit, april 2016, - Ruimte voor de Economie van Morgen, Gemeenteraadsbesluit, juli 2017 - Ambtelijke verkenning/studie i.r.t. Koers 2025, “Gebiedsuitwerking Amstel-ArenA”, Collegebesluit, augustus 2017) Onderbouwing besluit Beoogd effect De voorliggende Principenota Bedrijventerrein Overamstel/Kauwgomballenkwartier, is de afsluiting van fase 1 (Verkenning) van het Plan- en besluitvormingsproces ruimtelijke maatregelen (Plaberum). In de Verkenning worden de wenselijkheid en mogelijkheden van ruimtelijke ontwikkeling in dit gebied onderzocht. De opgave, ingegeven door Koers 2025, Ruimte voor de Economie van Morgen en een ambitiedocument van marktpartijen, betreft: verdere transformatie van traditioneel- industrieel werkgebied naar gemengde stadswijk. Essentie: verdichting (meer bouwlagen/hoogte) en intensivering door toevoegen werken, wonen en voorzieningen ingebed in een vitnodigende openbare ruimte waar bewoners en werkenden elkaar ontmoeten. In tegenstelling tot andere (transformatie)ontwikkelingen blijft werken hier de boventoon voeren en is het uitgangspunt dat tenminste evenveel of meer personen in het gebied werken als nu het geval is. De toevoeging van wonen creëert een nieuw en uniek stadsmilieu voor Amsterdam. Om deze opgave te realiseren zijn ambities gesteld, die in de volgende projectfase nader worden uitgewerkt tot een Ruimtelijk Programmatisch Ontwikkelkader, waaraan marktinitiatieven kunnen worden getoetst. Dit zal samen met de herijking van het Investeringsbesluit vit 2011 resulteren in een nieuw Investeringsbesluit voor het plangebied. Dit gemeenteraadsbesluit staat gepland voor eind 2018/begin 2019. Pagina 3 van 7 Argumenten — Het gebied maakt sinds enkele jaren al een geslaagde transformatie door naar een stedelijk bedrijfs- en voorzieningen gebied. Deze transformatie is ingegeven door een verruiming van het Bestemmingsplan (2010). De zwaardere industriële bedrijven en fabrieken verlaten het gebied en daarvoor in de plaats komen kleinere, al dan niet samengevoegd in bedrijfsverzamelpanden, creatieve bedrijven terug. Zo is de voormalige fabriek van MapleLeaf getransformeerd naar de succesvolle Kauwgomballenfabriek (Lingotto), is er een congrescentrum geopend en zijn er in het gebied twee hotels in aanbouw. — _Eenrecent initiatief dat daarbij komt, is het gezamenlijk optrekken van twee partijen met aanzienlijke grondpositie in het gebied (Nijkerk Holding BV en Lingotto) in het formuleren van een ambitiedocument, waarin zij hun visie op de transformatie naar een gemengd milieu van werken en wonen hebben gepresenteerd. — Bovendien heeft het laatste grote industriële bedrijf, Amsterdam Metallized Products/APl aangekondigd hun productielijn in 2018 te verplaatsen naar het buitenland. — In “Ruimte voor de Economie van Morgen”(2017), wordt het Bedrijventerrein Overamstel aangeduid als Productieve Wijk, waarin ruimte wordt geboden aan bedrijven die verenigbaar zijn met een stedelijk woonmilieu. — Deze ruimtelijk-economische visie vloeit voort uit Koers 2025” (2016) waarin het Bedrijventerrein Overamstel aangewezen is als strategische ruimte voor circa.1.000 woningen (in de omgeving van het metrostation Overamstel). Door de gunstige centrale ligging van het gebied en goede bereikbaarheid is het gebied geschikt om op korte termijn verder te transformeren en te intensiveren naar een gemengd stedelijk werk-woongebied, hetgeen wordt bevestigd in de ambtelijke verkenning “Gebiedsuitwerking Amstel-ArenA” (B&W, augustus 2017). — Koers 2025 en Ruimte voor de Economie van Morgen wijken af van de Structuurvisie Amsterdam 2040 (2011), waarin het plangebied aangeduid wordt als monofunctioneel werkgebied. Een transformatie naar gemengd werk-woongebied betekent dat wordt afgeweken van de Structuurvisie. Kanttekeningen — Uit het door DPA Cauberg-Huygen B.V. uitgevoerde akoestisch onderzoek (uni/sept 2017) voor het Bedrijventerrein Overamstel blijkt dat het projectgebied deels binnen de 5o dB (A) geluidzone van gezoneerd industrieterrein Amstel Businesspark Zuid ligt. Ook ligt het plangebied binnen de geluidszones van verschillende (snel)wegen en metrolijnen. Bovendien hebben een aantal zittende bedrijven een eigen milieuzonering/contour, waarbinnen restricties gelden voor geluidsgevoelige functies als woningbouw. Voor de realisatie van woningen is geluid dus een aandachtspunt. — _ Woningbouw wordt binnen de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein niet uitgesloten, maar er dient rekening te worden gehouden met het nemen van maatregelen zoals bijvoorbeeld dove gevels. — Inhet plangebied zijn conform het bestemmingsplan enkele bedrijven met een milieuhindercategorie 3.2 en is één bedrijf met milieucategorie 4.1 toegestaan (dit is het in 2018 vertrekkende AMP/API). Woningbouw is alleen buiten een bepaalde afstand tot deze bedrijven mogelijk (hoe hoger de categorie, hoe meer afstand). Nader onderzoek kan uitwijzen of van deze bedrijfspercelen de milieucategorie kan worden verlaagd, zodat ook de aanbevolen richtafstand kan afnemen voor woningbouw. De kosten voor onderzoeken, vaststelling van ontheffingswaarden en eventuele maatregelen zijn een verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer van de betreffende ontwikkeling. Pagina 4 van 7 Risico's / Neveneffecten Onderdeel van de principenota is een krachtenveldanalyse en risicoverkenning. Op hoofdlijn worden de volgende risico’s voorzien, waarbij tevens wordt aangegeven welke beheersmaatregelen kunnen worden genomen: De belangrijkste stakeholders zijn de erfpachters met grondposities en ambities, met daar tegenover de bedrijven binnen en buiten het gebied voor wie de introductie van woningbouw mogelijk tot beperkingen leidt. De initiatief nemende erfpachters, die als verhuurders van bedrijfsruimten mede het bedrijfsbelang in het gebied vertegenwoordigen, zetten zich in voor het vinden van draagvlak bij de vertegenwoordigende partijen als de ORAM en de KvK. Van belang is te benadrukken dat hier met de keuze voor ‘de productieve en creatieve wijk’, sprake is van een werk-woonconcept, waarbij het wonen als het ware te gast is en het werken extra bescherming geniet. In het bovengeschetste spanningsveld schuilt het belangrijkste transformatierisico: zittende bedrijven die via bezwaarprocedures een wissel kunnen trekken op de voortgang van de transformatie en de realisatie van het concept van ‘de productieve en creatieve wijk’. Eerdere transformaties in de directe omgeving wijzen uit dat er verder geen substantiële juridische of ander praktische belemmeringen zijn te verwachten. Voor zover daar toch sprake van blijkt te zijn, zijn de initiatief nemende marktpartijen de risicodragers. Uitkomsten ingewonnen adviezen Juridisch bureau Niet van toepassing Financiën Ja, positief advies van Grond en Ontwikkeling, zie onderstaand bij ‘Financiële paragraaf’ Communicatie Ja, zie H7 “Consultatie, participatie en communicatie” en bijlage 5 “Verslag informatiebijeenkomst” onderdeel van de voorliggende Principenota. Overige Ja, namelijk: Advies Stedelijke Adviesgroep Plaberum (waarin o.a. EZ, DMC, GenO, RenD, VenOR, Waternet, BMA, Maatschappelijke Voorzieningen), verwerkt in de voorliggende Principenota; Positief advies Directeur Grond en Ontwikkeling; Positief advies Team Ruimte voor de Stad/Ruimte en Duurzaamheid. Financiële paragraaf Financiële gevolgen? Ja, incidenteel m.b.t.de proceskosten voor de volgende fase (Investeringsbesluit) Indien ja, dekking aanwezig? Ja, bestaande grondexploitatie Bedrijventerrein Overamstel Indien ja, welke kostenplaats? Plannummer 57960 Toelichting De geactiveerde grondexploitatie Bedrijventerrein Overamstel (57960) sluit niet aan op het voornemen de transformatieopgave ruimer te definiëren. In navolging op het Principebesluit zal in de vervolgfase worden onderzocht welke ruimtelijke en programmatische spelregels gaan gelden voor de transformaties. Met name het toevoegen van het woonprogramma zal leiden tot hogere opbrengsten binnen het plangebied, ook gezien de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt en de daarbij stijgende grondprijzen. Ter indicatie, Koers 2025/Gebiedsuitwerking Amstel-Arena gaat uit van het toevoegen van circa 1.000 woningen in het plangebied. Bovendien zal het te verwachten aandeel extra toe te voegen kantoorprogramma het plansaldo positief beïnvloeden. In de vervolgfase wordt het ‘maximale laadvermogen’ van het plangebied in relatie tot leefbaarheid en verkeerontsluiting etc. getoetst. Dan wordt ook getoetst in hoeverre de voornoemde programmatische ambities in de volle omvang realistisch zijn. Bij de herijking van het investeringsbesluit vit 2011 zal dan definitief duidelijk worden in welke mate het plansaldo zal verbeteren. De verwachting is nu dat de extra inkomsten ruimschoots opwegen tegen de extra uitgaven in het openbaar gebied (bovenop de reeds geprognotiseerde herinrichtingskosten). Dit wordt bewaakt door sturing op een positief plansaldo, waarbij afhankelijk van de fasering van het plan de uitgaven en inkomsten in Pagina 5 van 7 balans worden gehouden. Concreet betekent dit: pas investeren in de openbare ruimte indien de meerwaarde via erfpachtconversies zijn zeker gesteld. Voorlichting en communicatie Ja; Hoewel er ook een beleidsmatige aanleiding is, zijn de initiatieven vanuit de markt de katalysator voor een versnelde aanpak van de transformatieopgave. Het is illustratief voor de wederzijdse behoefte om de opdracht gezamenlijk op te pakken. Een verdere intensivering van de samenwerking biedt de beste garanties om de doelstellingen te realiseren. Ook andere partijen, zoals de woonbootbewoners zullen intensiever worden betrokken. Zie H7 “Consultatie, participatie en communicatie” en bijlage 5 “Verslag informatiebijeenkomst” in de principenota. Uitkomsten inspraak Niet van toepassing op deze fase. Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie) Op donderdag 9 november 2017 is een bijeenkomst gehouden waarbij bedrijven, ondernemers, werknemers en woonbootbewoners uit het gebied zijn geïnformeerd en waarbij afspraken zijn gemaakt over hun betrokkenheid bij de verdere uitwerking: er is een mailinglijst opgesteld met behulp waarvan belangstellenden actief op de hoogte worden gehouden en betrokken kunnen worden als participant in de vervolgfase; er worden gebiedsbijeenkomsten georganiseerd waarbij belangstellenden worden uitgenodigd om input te leveren voor het ruimtelijk-programmatisch raamwerk; er is een webpagina aangemaakt over het gebied op gemeentelijke website. er is een verslag gemaakt van de informatiebijeenkomst en op de webpagina gepubliceerd met daarin de opmerkingen en ideeën die zijn meegegeven (zie bijlage 5 van de principenota). Het initiatief voor verdere transformatie werd positief ontvangen en gezien als een kans voor een algehele kwaliteitsimpuls. Vanuit de zittende bedrijven kwam naar voren dat zij hechten aan hun positie in het gebied en aan de status die aan werkfuncties in het nieuwe ruimtelijk concept wordt toegedicht Pagina 6 van 7 Geheimhouding Kabinet bijlage 6 bij principenota “Notitie Financiële Haalbaarheid”: Een globale indicatie van geraamde investeringen voor de uitvoering en de geraamde opbrengsten zijn in de kabinet bijlage “Notitie Financiële Haalbaarheid” opgenomen. Deze is nadrukkelijk alleen bedoeld ter ondersteuning van de Principenota Transformatie Bedrijventerrein Overamstel/Kauwgomballenkwartier en wordt niet ter besluitvorming voorgelegd. De notitie geeft een globale indicatie van de opbrengstpotentie van het gebied weer, na transformatie naar een gemengd werk- woongebied. Op grond van artikel 55 van de Gemeentewet wordt, gelet op artikel zo lid 2 sub c en artikel 10 lid 2 sub ben g Wob, geheimhouding opgelegd op de bij deze voordracht, onderdeel zijnde van de Principenota, meegezonden bijlage 6 ‘Notitie Financiële Verkenning’. Door openbaarheid van de gegevens uit de bijlage kunnen de financiële belangen van de gemeente worden geschaad. Het belang van openbaarheid weegt daar niet tegenop. Einde geheimhouding <datum invullen> Stukken Meegestuurd e Bijlage 1: Concept Principenota Transformatie Bedrijventerrein Overamstel/Kauwgomballenkwartier van 12 december 2017 e Bijlage 2: Concept Principebesluit (Voordracht B&W) van 12 december 2017 e Bijlage 3: Planning bestuurlijke besluitvorming Principenota Transformatie Bedrijventerrein Overamstel/Kavwgomballenkwartier e Bijlage 4: Notitie financiële haalbaarheid KABINET Ter inzage gelegd Niet van toepassing in deze fase Parafen Manager Portefeuillehouder Bas Bruggeman Thijs Reuten Besluit dagelijks bestuur Conform. Pagina 7 van 7
Besluit
7
train
| E } me ss Î er Ì n CZ ee” | | / f Se ; A df Je nr} nE dé 7 on le 1 2 a De Zn Î Is Bi rÀ Ë Î / wa EA \ NP | wf EE Nl | 5 oz, kn di Í | : Od NE Ë k4 e pp Pe 5 dd f sc } EE een JN ” „ b, EH fe Fi 4 Re VE ck 7e En AN Ge EM PONNE raft Ed i Bp U NN IA SH Ze IEF eN bp | re ENE ee e EEN. Ì “e i ri Are / kaf Bi E ! ae sr ‚N } # "mid er EE) TTE à rad! beani RE u EA 4 9 ME Zn RN OT LLE Aiel Ans uz Zi al 1 1 Zee BE - } Ca a d 9 ple (TS er Î an NAT - If pie et fe {| eel CUNID en OU © Ll TL Babette Ep u iel nt A p a WU mn ET 3 Ef Al ja 6 8 j a ik CEE ie EN EE ES mn pe . Ka En li _ Ì is END Ms \ Nr En À ms ie EN df h ei! Bie Di ade Ne EN i ‘ ‘ oe ar dn ee h nne [ ® gl … é ; a é p he ie : ' É bk en : à í ne — 4 , Y Ee Ps ES & ” Alen & OD GS Sr: A Rd Kes Ge \ Re p \ P ms © , | rr 5 é AR Update in lid GEN) Abm dd e= F DN Kn > Se 4 tCorona dp eci k : 5 d.d. 1 decemb Et afvakinzamelproces ne . : R in Aden GC 5 EA OD VE EED teren ie: ee ‚ 0 Ker 4 3-12-2020 | 1 De toelichting en legenda monitor Afval en Grondstoffen - 4 aspecten die we dagelijks monitoren om de continuïteit van de Amsterdamse afvalinzameling inclusief de afvalverwerking te borgen. - Stoplichten model (groen, oranje, rood); de monitor geeft snel een indicatie en inzicht in stand van zaken. - Groeimodel; de monitor Afval en Grondstoffen is als sturingsmodel nog volop in ontwikkeling. Deze ligt mn. op ‘het beeld buiten’ en de kopeling van data en informatie. NB. Voor meer toelichting en achtergrond zie de memo update Corona d.d. 16 april, die v allen 21 april jl. is toegezonden. En de monitor week 17 (22 april jl.) 3-12-2020 | 2 2% De monitor Afval en Grondstoffen > < De te monitoren aspecten om de continuiteit afvalinzameling + incl. de afvalverwerking te borgen Ai cn p ï dE Beschikbaarheid personeel | Beschikbaarheid materieel/materiaal | 4 5: Het aanbod van afval A Sn Capaciteit afvalverwerkers, ER 2 leveranciers en onderaannemers % Beschikbaarheid personeel oe ll BER GROEN = Alle reguliere 4b Slim iP processen zijn gedekt door | me SAR je 14 al PV k eigen medewerkers en vaste A DERE Co rebeleschl eed … À Í < ORANJE = Alle reguliere « 4 me u ll | 2 | processen gedekt, maar Heee ke | „eme inhuur derden noodzakelijk NP Sg Ë ROOD = Niet alle processen SR 5 tij zijn nog gedekt. Noodscenario E Pan De en proces(sen) afschalen aan KS de orde. x Beschikbaarheid materieel & materiaal e GROEN = Alle reguliere ZB rin processen zijn gedekt door eigen a nn En. voertuigen en de reguliere NE inhuur materieel. Nn (en ORANJE = Alle reguliere EN B Be es processen gedekt, maar inhuur | mer JA materieel derden noodzakelijk em OO Ee GN Pale Ie a Dr ROOD = Niet alle processen zijn À a er Den nog gedekt. Noodscenario en ke ee proces(sen) afschalen aan de < Dn Ze on Ee orde. % Het aanbod van afval Ee En GROEN = Reguliere proces komt en niet in gevaar door het actuele et KA aanbod van afval. ee ae a P _ ORANJE = Extra aanbod afval. Er ge EE eN moet extra inzet gepleegd LE ze en Ta worden door extra afval (incl. 7 ar al Ä ja, an bijplaastingen). Extra inzet en Si A nr | inhuur om het afval aanbod op te E R og ds ( kunnen ruimen. nn | A ROOD = Eris te veel extra ne OO re aanbod van afval (incl. Bee df bijplaatsingen) Reguliere proces => ma ed ondervindt hindervan eN ad hoeveelheden en bijplaastingen HE ly p rondom de containers. % Capaciteit afvalverwerkers, leveranciers en onderaannemers Pd GROEN = er is geen sprake É van beperkte on U beschikbaarheid van een of Ee Mi ne ad heef meerdere leveranciers en RTT verwerkers Rn Ln S B. B IT ee AN ORANJE = er is beperkte eN Le nl | beschikbaarheid van een of ERE ne Pas meerdere leveranciers en zkt OE en 1 verwerkers, maar dit kan == en rie opgelost worden met derden A ii Dn ROOD = er is beperkte eN \ beschikbaarheid en een al 5 proces moet aangepast E P worden. De Monitor Afval en Grondstoffen d.d. 1 december 2020 3-12-2020 |8 % Monitor Afval en Grondstoffen % Stand van zaken 1 december 2020 el, 1. Beschikbaarheid personeel Er 2. Beschikbaarheid materieel 3. Beeld op straat Een 4. Capaciteit afvalverwerkers % Stand van zaken 1 december 2020 Samenvatting & actualiteit Afval en Grondstoffen — Inzameling m 2 stoplichten van de monitor staat op groen: Beschikbaarheid materiaal Capaciteit eindverwerkers m Eris voldoende capaciteit bij de eindverwerkers van o.a. textiel, plasticen papier. m Tuinafval in Noord wordt weer meegenomen en op de normale pre-Corona wijze gesorteerd en geleverd bij Renewi voor eindverwerking. m Hetstoplicht op beschikbaarheid materieel staat op groen. Inzet op preventief onderhoud voor het wagenpark om uitval te voorkomen en onderhoud planbaar te maken i.c.m. nauw contact met externe partijen voor extra inzet op het extra aanbod afval maakt dat dit stoplicht groen kleurt. 2 Stand van zaken 1 december 20202 Samenvatting & actualiteit Het stoplicht‘ beeld op straat’ staat op nog oranje. We zien wel dat het aanbod grof afvalinzameling, zich ontwikkelt naar een stabiel hoog niveau. Er is nog wel sprake van incidentele uitschieters naar boven. -_Het aantal zieken i.v.m. Corona gerelateerde klachten en het niet beschikbaar zijn van medewerkers i.v.m. test/quarantaine blijft onze aandacht vragen. Het stoplicht bij ‘beschikbaarheid medewerkers’ blijft op oranje. Dit geldt zowel voor eigen medewerkers als medewerkers uitzendbureaus. Extra aanbod: -_Ten opzichte van 2019 is er nog steeds sprake van een extra aanbod grof afval. Gemiddeld is dat 26% hoger. Nieuw West en Zuidoost zijn de uitschieters naar boven. De situatie in Centrum, Noord en Oost lijkt zich te stabiliseren op het * nieuwe’ hoge niveau. …_ Het beeld op aanbod restafval fluctueert minder en lijkt zich te stabiliseren de laatste weken. Het aanbod restafval ligt nog ruim 6% hoger dan dezelfde periode 2019. %& Stand van zaken 1 december 2020 % Samenvatting & actualiteit 2° golf Corona en ‘beschikbaarheid medewerkers’: m A&G volgt het landelijke beleid. Bij klachten blijven de medewerkers thuis en laat men zich testen. Het effect van de 2e golf is helaas ondanks dit beleid en alle andere preventieve maatregelen nog niet uitgewerkt bij A&G. ldem aan het landelijke beeld kampt de directie A&G ook met diverse Corona gevallen en Corona gerelateerd verzuim. De kleur van het stoplicht ‘beschikbaarheid medewerkers’ staat daarmee op oranje. m De piek van de 2° golf lijkt weer wat te stabiliseren. Deze week 7 nieuwe Corona gevallen. Quarantaine, wachten op testuitslagen en het preventief naar huis sturen van medewerkers blijven vooralsnog wel orde van de dag. Om het Corona verzuim op te vangen worden medewerkers * verspreid’ over de stadsdelen zodat alle stadsdelen voldoende medewerkers in de uitvoering hebben. Daarnaast worden eventuele achterstanden in inzamelroutes weggewerkt door extra routes te rijden. Ook worden vanuit BAC/Bedrijfsafval medewerkers actief doorgeschoven om zieke medewerkers te kunnen vervangen en geen * gaten’ te laten vallen. Daarnaast worden opties voor * extra handjes! en * extra inzet externen’ klaar gezet zodat op afroep deze scenario’s in werking kunnen treden. = In verband met Black Friday, Sinterklaas en de aankomende feestdagen worden i.i.g. reeds structureel 3 extra wagens en 6 units van de werkbrigade ingezet om extra te kunnen rijden op papier en karton. 2 Stand van zaken 1 december 2020 Samenvatting & actualitert Welke acties zetten we in: m Het oranje stoplicht op ‘beschikbaarheid medewerkers’ piekt vooral in het begin van de week vanwege extra afvalaanbod na het weekend. We anticiperen zoveel mogelijk daarop. Eventuele achterstanden door uitval medewerkers bij het inzamelen van het afval proberen we in de loop van de week inte lopen en op te lossen door extra inzet (schuiven van medewerkers en inhuur) en het rijden van extra rondes op meldingen etc. m Eris nauw contact met onze externe partners. Zij kunnen op afroep extra inzet bij de grof afval inzameling leveren. m Daarnaast is er veel aandacht voor preventie met een grote focus op snel herstel van medewerkers. m Het noodplan A&G is t.a.v. de ‘beschikbaarheid medewerkers’ aangevuld en aangepast. m Uitvoeren van extra rondes en inzet waar mogelijk. Deze acties i.c.m. met de landelijke inzet en ingezette RIVM maatregelen maken dat we er alles aan doen om het stoplicht ‘beschikbaarheid medewerkers’ weer op groen te krijgen. Stand van zaken 1 december 2020 Samenvatting & actualitert m Het stoplicht‘ beeld op straat’ staat helaas op oranje. Het blijft een hardnekkig probleem dat afval op de verkeerde dag en of naast de containers wordt geplaatst. Hiernaast is er een blijvend groot extra aanbod grof afval in de stad en de grotere uitval van medewerkers met Corona of Corona gerelateerde klachten. = We bereiden ons tevens voor op de komende feestdagen en het verwachte extra aanbod afval (o.a. papier en karton, kerstbomen, etc.). We weten dat in periodes van feestdagen en schoolvakanties het aanbod van grof afval in ‘gewone tijden’ reeds een behoorlijke toename vertoont. Dit extra aanbod komt dit jaar i.v.m. de Corona nog bovenop het stabiel grote aanbod van extra grof afval (25%) en betekent dat wij alle zeilen zullen moeten bijzetten in Q4 om al het afval (extra aanbod Corona + feestdagen/vakanties) in te zamelen. Hiervoor is een actieplan in de maak, om vroegtijdig in te spelen op deze verwachting en te kunnen opschalen waar nodig. Vanaf 1 december jl. wordt er op de fractie papier en karton reeds extra gereden en is er extra inzet van 6 kraak pers wagens. Stand van zaken 1 december 2020 Fractie Restafval m Het aanbod rest afval lijkt zich te stabiliseren op een meer ‘normaal Corona aanbod’. Het aanbod is nog steeds hoger dan in 2019 maar er zijn geen extreem hoge pieken meer. m Erwordt gemiddeld ruim 6,4 % extra huishoudelijk restafval aangeboden. In tonnage is dat 9.933 ton extra aangeboden restafval. m De stadsdelen Nieuw- West, Oost en West en Zuid hebben de afgelopen weken het grootste extra aanbod restafval. m Stadsdeel Centrum laat, net als bij de fractie grof afval, een daling in het aanbod restafval zien. De oorzaak zal te maken hebben met het ontbreken van toeristen. Stand van zaken 1 december 2020 Fractie Grof afval m Het aanbod grof afval blijft hoog! De afgelopen weken 25,7 % meer aanbod grof afval dan in 2019. m In totaal is er in ten opzichte van dezelfde week in 2019 7.061 ton meer grof afval ingezameld. m De stadsdelen met het hoogste aanbod grof afval zijn: Nieuw West en Zuidoost. m Ook inde stadsdelen West en Zuid is nog een groot extra aanbod grof vuil in vergelijking met dezelfde periode 2019. m In Centrum is het aanbod t.o.v. voorgaande weken gedaald. m Met behulp van de A&G monitor en de CROW meting houden we het aanbod afval en de trend continue in de gaten. ABP; aanpak bij plaatsingen m De aanpak bij plaatsingen richt zich op de meest vervuilde locaties per stadsdeel. m Deze locaties worden dagelijks gecontroleerd en beoordeeld waarbij wordt vastgelegd wat de aard en omvang verstoring is geweest. Dit wordt geregistreerd met behulp van de ABP CROW app. Tevens wordt vastgelegd wat de kwaliteitsscore van de desbetreffende locatie is. m Op de inzet van toezichthouders wordt door bewoners enthousiast gereageerd omdat men het waardeert dat er weer wordt opgetreden tegen de afvaloverlast. Het aantal constateringen stijgt nog steeds. In totaal zijn er 16.902 constateringen gedaan (15.801 particulieren en 1.101 bedrijven). m Tot nu toe zijn ruim 5.000 zaken beoordeeld en zijn er ruim 4.ooo bestuurlijke boetes opgelegd. Er is extra capaciteit ingezet voor de afhandeling van de constateringen. ABP; aanpak bij plaatsingen De toezichthouders afval schouwen de probleemlocaties en rapporteren hun bevindingen in de ABP CROW app. Deze extra data leidt tot een nauwkeurige meting van de schoonheidsgraad. De TAM teams zetten hun bevindingen ook in de ABP CROW app waardoor gedeelde informatie ontstaat waarop actie kan worden ingezet. En u u % ABP; aanpak bij plaatsingen EN RT Centrum 5 En 4.999 are ERE | RAe sn 4.086 Ee 3395 as Een juli augustus september oktober november score Ho Hc Be Ba He Zuidoost AN ee 2010 Update week 47: Bovenstaande cijfers laten het resultaat zien van de registraties die plaatsvinden vanuit Aanpak bijplaatsingen. Omdat ABP zich richt op de meest vervuilde locaties in de stad zijn deze cijfers niet de gemiddelde schoonheidsgraad (CROW) over de hele stad. Dit gemiddelde licht hoger en de basis voor de rapportage ligt bij de schoon rapportage van Schoon/ Stadswerken. De ABP CROW cijfers laten hierdoor een ‘negatiever’ beeld zien wat niet evenredig is voor een heel stadsdeel en/of de hele stad. CROW beeldmeetlat op gebiedsniveau Selecteer jaar Selecteerweek |Selecteerschouwronde Selecteerstadsdeel Selecteergebied Filter CROW score op gebr. Hi ï i 2020 Multiple values All All All en Bijplaatsingen rondom container EE on a ET BERT et te 85% on om 2 en on 85% ga ga 86% AS & Oene HNEAURERRENDSAENERRBHNRS BS 3333 EE © 2020 Mapbox © OpenStreetMap STEE E Legenda 20% EN Update week 47: NB. Cijfers CROW stadsbreed worden eens per 6 weken geüpdatet. n Meldingen; stand van zaken week h/ 2. SIA- meldingen Selecteer jaar Selecteer week Selecteer stadsdeel Buurtcombinatienaa Buurtnaam Selecteer subrubriek Multiple valves Multiple valves Mulziie values Alt Al Multiple values EN EE EET zien «ons Centrum 2019 72: se 7 3885 3007 107.936 zee 8: Dn 2020 << nad pn 062 316 LOOK Nieuw-West 2019 BN: ::: 3876, = ” * 2866 2974 mes à 23 EE á 8 5 \ EK EN 5 2922 z08s zes 2 zes Jzon3 en en ee: n ë Ee 5 2639 2658 Ee ED se En oe 8 5 200 sszrszonon OOMEN znne 25 s <<: 8e “ 1727 . € ri RS 5 277 ps > Oe $ el Nn EEN ar a NE : 59.315 nn Dn * Tsai °° za {550 157 NLT eer 2600 21620 14 regram 257 BE oo o 2020 AN : : +” : 3 5 wer cs +: $ mmm n zo Zus 2019 VN 27° NAAMSE SARANNAHENBSDRENDARRKRANTEINNE ISS 2020 EN: ::-: tittftttrttttErttEEREEREEEEREEEER tweoon 209 MM 2756 L Ow Eu Oe Er SOK 6 u IN zozs ox n 5 DN 5 De Se Em 20:20 2019 2020 Number of Records % Meldingen; week 4,7 De meldingen zijn na een scherpe stijging nu weer aan het dalen. Oorzaken van de stijging: a Vanwege veel zieke medewerkers in m.n. SD West konden niet alle routes cq. volle containers worden gereden. Dit zie je terug in de stijging van de meldingen in SD West. Door middel van inzet extra handjes en capaciteit is de achterstand de afgelopen dagen weggewerkt. Het opvangen van zieke medewerkers en het * geen gaten laten vallen! heeft onze continue aandacht en werpt zijn vruchten af deze laatste weken, wat resulteert in minder meldingen. = Meldingen en routes die niet afgerond kunnen worden door personeelstekort lopen we de rest van de week weer in door extra rij rondes, extra inzet en externe partijen. Hierdoor zijn de meldingen aan het begin van de week hoger en wordt dit eind van de week weer in gelopen. Acties en aandacht voor extra inhuur, terug dringen verzuim zijn ingezet en moeten ‘het nieuwe normaal’ weer inregelen in de bedrijfsvoering. Deze genomen acties lijken hun vruchten af te werken. Het aantal meldingen is deze week fors gedaald. = NB. Daarnaast betreffen sommige meldingen dubbellingen. Er zijn acties uitgezet om deze dubbellingen te voorkomen cq. ‘eruit te halen’ dit om efficiënt te kunnen blijven acteren op de meldingen. 2x B u a ABP; inzet toezichthouders Sinds enkele weken zijn de Toezichthouders afval actief. In de tabel per week het aantal constateringen en verdachten. zi 5 3 3 & 5 e un vd sí 5 oo md A 0 0 0 st Dn oa Ln Dn 00 oa a oo ed 4 oo 00 M ee Ln oJ 38 8 Hg st dl dM Le) ed od mi) <{ un Lo n= oò M Lj ed od mm <t un wÒ n= où EEE EE EE EE EE AAA & 2x x D ABP; constateringen per stadsdeel ceren NN: Nieuw-West 1.485 Noord 1.097 oost NN == vest AN -: ze EN: =: Zuidoost En 1.341 X Verwerkers; Stand van zaken 1 december 2 2020 Samenvatting & actualitert m Eris voldoende verwerkingscapaciteit voor alle fracties (o.a. textiel, plastic, papier etc.) beschikbaar. í EAA Lr nn er 7 nn : mmm + 5 en En Dn mn ; A + <<: ang REN : Ì ì IGI Semen 1 BN: :; titetirttrttetrettEttErrtrrEtErtEEt MN: 5: bss °° eos ke is is Saen + Tas RS sss NS ne ee rs manera! mn: _ ze > +5» Rozenburgias 19 BN : °:: BITE TEELTRETLL TRR AEER ATIE digg seen 2 En za % Stand van zaken Communicatie m Aandacht en oproep aan de Amsterdammers hou de stad schoon d.m.v. inzet van diverse communicatie middelen en kanalen blijft van belang. m Met diverse vlogs van de inzamelaar Wesley is blijvende continve aandacht gegenereerd met de oproep: help mee de stad schoon te houden & biedt je afval goed aan. m Gestart met campagne aanpak bijplaatsingen (ABP). Social campagne om mensen in deze tijden van Sinterklaas, black Friday en de kerst te wijzen op het belang van goed aanbiedgedrag. m Campagnestrategie: informeren hoe je je afval correct aan kunt bieden denk aan grof afval en papier/karton. Met behulp van o.a. trotters en green graffiti ter plekke. m Verder worden de containers op nieuw bestickerd met ‘instructie stickers’, Wethouder Ivens heeft maandag 30 november jl. de 1° sticker geplakt en daarmee de aftrap gegeven voor het bestickeren. Stand van zaken Communicatie nm Ooktelevisie, radio, krant of tijdschrift: ze geïnteresseerd in ‘het schoonhouden van de stad’ en het werk van Afval & Grondstoffen. Wij krijgen dan ook regelmatig vragen van journalisten die willen meelopen op straat. Of reporters die onze medewerkers willen interviewen. Daarom hebben we een mediapoule opgezet. Hierin zitten medewerkers Inzameling die het leuk vinden om op camera iets te vertellen over hun werk, om met een interview in de krant te komen of om mee te helpen aan een publiekscampagne. am De medewerkers inzameling hebben onlangs een training gekregen waarin is uitgelegd hoe een interviewer te werk gaat: Wat kan je wel en niet zeggen? En welke houding neem je aan? Mag je een interview nog checken voordat het wordt gepubliceerd? Hierdoor kunnen we snel kunnen schakelen in vlogs, communicatie boodschappen en mediaverzoeken. m Er worden frames op de vuilnisauto’s geplaatst als rijdende boodschap * Biedt je afval goed aan en help mee de stad schoon te houden”, m Bestickeren instructiestickers op de afvalcontainers 1/12 jl. gestart. | , * Keer taten | U — Grofvuil? dr ER En = VA me EN Altijd een afvalpunt En Ù | B Pd en _ bijjouin de buurt. 3 Ee el EFC mi ie ie ENGELEN: TER UFA liel nn} 4 hehe 4 hd ai ke NX En _K TV Ï 7 8 (Samen Sta ® en or | | | ed Ke B mr Ear — el | pt | opde inzamelwagens voor Micate boodschappen 7% bk | ‘punt 19 ï rd ‘ Graka | Samen stad schoon Altijd een afvalpunt bij jou in de buurt.
Actualiteit
28
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1255 Publicatiedatum 15 november 2017 Ingekomen op 9 november 2017 Ingekomen onder 1190” Behandeld op 9 november 2017 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Duijndam, Ernsting, Moorman en Van Soest inzake de Begroting 2018 (redding theater Oostblok voor de realisering van een vijfde cultuurhuis in Amsterdam). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2018. Constaterende dat: — De tweekoppige directie van theater Oostblok per 1 januari 2018 opstapt; — Oostblok met het vertrek van de zakelijk directeur geen aanspraak meer kan maken op loonkostensubsidie (zogenaamde ‘Sargentini-gelden') van 25.000 euro; — Stadsdeel Oost heeft besloten Oostblok een extra bezuiniging op te leggen ter grootte van 13.000 euro; — Theater Oostblok meer financiële tegenslagen heeft moeten incasseren, zoals een korting op de exploitatiesubsidie in 2014, het stoppen van de subsidiebijdrage uit de regeling Stichting Jeugdtheater Amsterdam (SJTA), het stoppen van de regeling “samenhangende programmering buurtaccommodaties' van het AFK en een afwijzing van het AFK voor het kunstenplan in de zomer van 2016; — Ernaar wordt gestreefd om Oostblok een rol te laten vervullen bij het realiseren van het vijfde Amsterdamse cultuurhuis (Oost), naast de Tolhuistuin (Noord), de Meervaart (Nieuw-West), Podium Mozaïek (West) en het Bijlmer Parktheater (Zuidoost). Overwegende dat: — Oostblok 120 presentaties per jaar maakt en daarmee bijna 16.000 bezoekers bedient, met name bewoners van stadsdeel Oost en mensen die niet vaak naar de schouwburg gaan; — Oostblok daarmee van grote waarde is voor het cultuuraanbod in Oost; — Het voor Oostblok moeilijk wordt om het onder deze omstandigheden financieel te redden en stadsdeel Oost mogelijk het podium verliest; — Hiermee de realisatie van een vijfde cultuurhuis lastiger wordt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In de verkenning naar de mogelijkheden van een Cultuurhuis in Oost onder meer Oostblok, CBK Oost en Moving Arts Project te betrekken. 1 De leden van de gemeenteraad P.J.M. Duijndam Z.D. Ernsting M. Moorman W. van Soest 2
Motie
2
discard
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord Datum Invulling Oud Noord Noord Oost Noord West A-decfPlenair - Advies inzake aanpassing van de Welstandsnota Schoonheid van Amsterdam -Vaststellen gebiedsplannen - Uitwerking Marktvisie Amsterdam -Buurtbudaetten. Noordmakers en Democratiserina Geen vergadering degPlnsr ___ | Geen vergadering B Geen vergadering Oud Noord: Noord Oost: Noord West: Geen vergadermg -Visie en toetsingskader Noorder-IJplas Geen vergaderd EE - Consultatie voorkeurslocatie PTA Oud Noord: Noord Oost: Noord West: BE B BE Oud Noord: Noord Oost: Noord West: A ES ME Oud Noord: Noord Oost: Noord West: ERE nn ER Oud Noord: Noord Oost: Noord West: B En Nog niet ingeplande onderwerpen: Jaar Datum Onderwerp ELC Bijzonderheden n.n.b. Jn.n.b. Recreatieschap Twiske Robert Brand Pfh. Groenewoud adviseert de Landschapsvisie hierbij te betrekken Overweg Luchtkwaliteit Nicoline van der Torre ee n.n.b. jn.n.b. Geluidswal Kadoelen Dennis Overweg, Frans Rein JN.a.v. Stem van Noord 15 Jurrema, Canan Uyar & mei 2019 Nicoline van der Torre n.n.b. _ijn.n.b. Groen Wijbe Langeveld, Fatin Bewoner die hierbij Bouali, Canan Uyar betrokken wil worden: Camiel Ledderhof en Rebecca Kloosterman [email protected] n.n.b. _Jn.n.b. Openbare ruimte op de Wijbe Langeveld NDSM stoepen Participatie Nicoline van der Torre, Voorgesteld in SDC 14 nov Canan Uyar 2018 Gevaarlijke kruispunten in _[Régine Anmuth, Dennis | NoordWest Overweg n.n.b. jn.n.b. Bereikbaarheid Frans Rein Jurrema, Canan Uyar, Nicoline van der Torre, Fatin Bovali n.n.b. Jn.n.b. Meer sportmogelijkheden in JCanan Uyar, Dennis In samenwerking met Robert TE Peter Willing Noord). Hamerstraatgebied Overweg Langeveld n.n.b. Jn.n.b. Toegankelijkheid van Noord fFatin Bouali, Dennis TT ee beperking 201901 Tweede technische sessie Verzoek gedaan op eerste TEE informatieavonden ed Werkbezoeken: Jaar Datum Onderwerp EKL Bijzonderheden n.n.b. _n.n.b. Hamerkwartier Verzoek gedaan op TL
Agenda
3
train
Vergadering stadsdeelcommissie Agenda Datum 07-07-2021 Aanvang 19:30 Locatie MSteams 1 Welkom 2 Vaststellen agenda en verslag 3 Bewoners aan het woord Bewoners en ondernemers krijgen de gelegenheid om iets met de stadsdeelcommissie te delen. Maximale spreektijd is 3 minuten. 4 Adviesaanvraag principenota De Kleine Wereld De commissie stelt deze vergadering het advies vast. 5 Adviesaanvraag Investeringsbesluit Hamerkwartier De commissie stelt deze vergadering het advies vast. 6 Adviesaanvraag bestemmingsplan Exclusiva Hamerkwartier (incl. MER) De commissie stelt deze vergadering het advies vast. 7 Adviesaanvraag herinrichting Wingerdweg De commissie stelt deze vergadering het advies vast. 8 Adviesaanvraag ontwerpbestemmingsplan Oostzanerdijk 76 De commissie stelt deze vergadering het advies vast. 9 TKN Adviesaanvragen De commissie neemt deze vergadering kennis van de adviesaanvraag. Stukken volgen. A TKN Adviesaanvraag Actieprogramma Banne Zuid De commissie neemt deze vergadering kennis van de adviesaanvraag. Vaststelling volgt 8 september. B TKN AV BP Buiksloterham 7e partiële herziening De commissie neemt deze vergadering kennis van de adviesaanvraag. Vaststelling volgt 25 augustus. e TKN Adviesaanvraag Groen en Sport NDSM-werf Oost De commissie neemt deze vergadering kennis van de adviesaanvraag. Vaststelling volgt 25 augustus. 10 TKN presentaties Bijgaande presentaties zijn op verzoek van de commissie ter kennisname geagendeerd. A Presentatie Veiligheidscijfers 2020 B Presentatie Actieplan THOR 11 TKN Reactie DB op ongevraagd advies jongerenvoorziening WLPB Het ongevraagd advies jongerenvoorziening WLPB is ter kennisname geagendeerd. 12 Mededelingen stadsdeelcommissie 13 Update DB Het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord informeert de stadsdeelcommissie over bestuurlijke zaken. Mededelingen dagelijks bestuur Toezeggingenlijst Vragen aan het DB 14 Termijnagenda 15 Sluiting
Agenda
3
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 2 november 2023 Portefeuille(s) Algemene Zaken Portefeuillehouder(s): Burgemeester Halsema Behandeld door Dienstverlening, dienstverlening @amsterdam.nl Onderwerp Update voorbereiding verkiezingen Tweede Kamer op 22 november 2023 Geachte leden van de gemeenteraad, In de dagmail van 19 september jl. heb ik v geïnformeerd over de organisatie van de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november aanstaande. In deze brief geef ik v een update van de voorbereidingen. Ik kan u alvast melden dat alles tot nu toe voorspoedig verloopt en zich op dit moment geen problemen voordoen. Aantallen partijen, kiezers en stembiljetten Deze verkiezingen doen 26 partijen mee. De vorige keer in 2021 waren dat er 33. Er mogen 598.610 Amsterdammers hun stem uitbrengen op één van de toegelaten partijen. We hebben 700.000 stembiljetten besteld en gaan ervan uit dat ieder stembureau 1.200 stemmers aan kan. leder stembureau krijgt 1.250 stembiljetten. Het resterende aantal stembiljetten (80.000) wordt, indien nodig, naar de stembureaus gebracht waar het drukker is. Stembureaus Voor de verkiezingen van de Tweede Kamer hebben we 496 stembureaus op 373 locaties. Via een data-model zijn de stembureaus zo goed mogelijk over de stad verdeeld. We hebben geprobeerd om voor elke kiesgerechtigde binnen vijfhonderd meter een stembureau te hebben. Dat lukt helaas niet overal. Vooral in de vithoeken{randen van de stad is dat lastig. Hier zijn ook niet altijd geschikte gebouwen aanwezig die als stemlocatie kunnen dienen. Ook merkten we dat niet alle mogelijke locaties enthousiast zijn om als stembureau te fungeren. Zo zijn verpleeg- en verzorgingstehuizen sinds de coronapandemie terughoudend. Daarnaast zijn sommige locaties niet beschikbaar omdat ze andere activiteiten gepland hebben, zoals bijvoorbeeld het Concertgebouw. Bijzonder stembureau Volgens de definitie van de Kieswet hebben we één bijzonder stembureau: het Anne Frank Huis. Een bijzonder stembureau is niet alle vren van de verkiezingsdag geopend. Het Anne Frank Huis is tussen 9:00 en 19:00 uur geopend. Stemmers kunnen die dag gratis het Anne Frank Huis bezoeken en is voor ander publiek gesloten. Als in de praktijk blijkt dat er weinig mensen komen stemmen, dan worden wel andere bezoekers toegelaten. Gelet op de situatie in Israël en de Palestijnse gebieden is er speciale aandacht voor de veiligheid van dit stembureau. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2023 Pagina 2 van 4 Samen met het Anne Frank Huis zijn ook het Van Goghmuseum en de Westermoskee dit jaar stembureaus op een bijzondere locatie. Jongerenstembureaus In Amsterdam zijn deze verkiezingen twee jongerenstembureaus actief: het CJP kantoor aan de Admiralengracht en Pension Homeland op het Marineterrein, die worden beheerd door jongeren. Toegankelijkheid We willen het stemmen voor iedereen mogelijk maken. Voor de toegankelijkheid van stemlocaties wordt onderscheid gemaakt in A-locaties (zelfstandig toegankelijk voor mensen in een rolstoel), B-locaties (met hulp toegankelijk) en C-locaties (niet toegankelijk). Ondanks de ingelaste verkiezingen en veel meer stembureaus hebben we de mate van toegankelijkheid kunnen handhaven. Via https://stembureaus.amsterdam.nl{ en in de Verkiezingskrant kan de kiezer zien waar de stembureaus zich bevinden, welke locaties rolstoeltoegankelijk zijn en/ of hulpmiddelen beschikbaar hebben voor slechtzienden en slechthorenden. Op de site kan de kiezer ook zien hoe druk de stembureaus zijn. Op acht stembureaus kunnen mensen met een visuele beperking stemmen. Op deze plekken is een stemmal en soundbox aanwezig. Ook is op deze stembureaus speciale aandacht voor mensen met een auditieve beperking en een licht verstandelijke beperking. Aanstaande verkiezing is er voor het eerst speciale aandacht voor mensen met een hidden disabilities sunflower. Het dragen van dit keycord wijst mensen in de omgeving van de drager er discreet op dat zij extra steun, hulp of wat meer tijd nodig hebben. In de trainingen voor stembureauleden is dit jaar extra aandacht voor mensen met een beperking (via een filmpje). Bij de Stichting Welzijn Doven Amsterdam (SWDA) is een doventolk aanwezig. Nieuw dit jaar is speciale aandacht voor mensen zonder woon- en verblijfplaats. We zetten in op persoonlijke communicatie met de doelgroep via de postkamer (Jan van Galenstraat), De Regenboog Groep, Leger des Heils en HVO-Querido. Hiervoor zijn (7oo) extra verkiezingskranten gedrukt en verspreid onder verschillende inloophuizen. Eris een q&a gemaakt die hulpverleners kunnen gebruiken en we leveren posters die ze op kunnen hangen in de verschillende locaties. Opkomstbevordering Naast het inzetten van bijzondere stembureaus en jongerenstembureaus, ondernemen wij enkele andere acties om de stemopkomst te bevorderen, met een focus op doelgroepen waar de opkomst lager is dan gemiddeld. Deze doelgroepen zijn jongeren tussen 18 en 25 jaar, Amsterdammers met een migratieachtergrond en praktisch geschoolde Amsterdammers. Voor jongeren is weer een jongerencampagne ontwikkeld met de titel ‘Stem voor je toekomst Je laat een ander toch niet bepalen?’ Deze campagne startte 1 november jl. en loopt 3 weken. Er is extra aandacht voor jongeren uit de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord. We spelen in op de verschillende barrières die jongeren hebben om niet te stemmen. De campagne is zichtbaar op straat en op plekken waar jongeren veel tijd doorbrengen, zoals op mbo- en hbo-instellingen, in het openbaar vervoer, sportverenigingen, sportclubs en online. Er zijn Whatsapp/DM stickers Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2023 Pagina 3 van 4 beschikbaar om te delen met het netwerk. Mocht v deze in uw jongerennetwerk willen verspreiden, laat het weten via dienstverlening ®@amsterdam.nl dan krijgt u ze toegestuurd. Daarnaast werken we in samenwerking met de Tolhuistuin aan een educatieprogramma voor middelbare scholieren op tien scholen (voornamelijk in stadsdeel Noord). We onderzoeken de impact van dit programma om dit bij succes bij volgende verkiezingen breder in de stad uitte zetten. Ook ondersteunen we de organisatie Represent Jezelf (financieel) in de ontwikkeling van de RepresentWijzer. Dit is een stemhulp mede geproduceerd door jongeren. Tenslotte hebben we wervingsoproepen gedaan bij verschillende onderwijsinstellingen in de stad, waaronder mbo'’s, de UvA en de HvA. We roepen studenten op zich aan te melden als stembureaulid om een bijdrage te leveren aan de democratie én een zakcentje te verdienen. We roepen ook werkgevers op om hun werknemers attent te maken op de naderende verkiezingen en het belang van stemmen. Dit doen wij door een oproep te plaatsen in de Nieuwsbrief Ondernemen. Communicatie e _Amsterdam.nl/verkiezingen, website gemeente waar alle informatie op staat voor kiesgerechtigde Amsterdammers. e Trotters (mobiele borden) door de hele stad. Op de trotters staat eerst de datum van de verkiezingen en vervolgens de verkiezingsposters van alle partijen. e Brief voor sleutelpersonen in de stad met het verzoek hun achterban aan te sporen om te gaan stemmen. Brieven worden 6 november as. verstuurd. e Kaart voor 18 jarigen die voor het eerst voor de Tweede Kamerverkiezingen mogen stemmen (meer dan 5200 kaarten). De kaart is in de stijl van de jongerencampagne en wordt verstuurd nadat de stempassen de deur uit zijn. e _Verkiezingskrant (wordt 6-13 november verspreid). e Nieuwsberichten via amsterdam.nl en de social mediakanalen van de gemeente Amsterdam. e _Indeflyer die met de stempas wordt meegestuurd en in de verkiezingskrant is voor het eerst een OR-code opgenomen waarmee de informatie ook direct beschikbaar is in het Engels, Spaans, Turks en Arabisch. Hiermee komen we tegemoet aan een verzoek vanuit de gemeenteraad. Tellen van stemmen Bij de stembureaus worden om 21:00 uur drie tellers ingezet. Nadat er op partijniveau geteld is, blijven er per locatie stembureauleden achter die op de stembussen letten totdat deze opgehaald worden door het transportbedrijf. Door deze twee maatregelen verwachten we dat tellers en stembureauleden eerder naar huis kunnen. Daarmee geven we gehoor aan de klacht dat de dag van de verkiezingen te lang duurt. CSO Op de donderdag en vrijdag na de verkiezingsdag worden de stemmen centraal geteld in hal 7 van de RAI. Hier worden de stembiljetten geteld op kandidaatsniveau. De processen-verbaal per stembureau worden ter plaatste ingevoerd in een door de Kieswet voorgeschreven softwareprogramma. De uitkomst levert de verkiezingsuitslag op. Op donderdag en vrijdag zijn Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2023 Pagina 4 van 4 ongeveer 450 mensen in de hal aanwezig. We beginnen beide dagen om 8:30 vur met tellen en ronden om 18:00 uur af. Het invoeren van de uitslag gaat door tot 21:00 vur. Voorlopige uitslag Op de verkiezingsavond/nacht geven we de voorlopige uitslag vrij (via website en aan ANP). Naar verwachting zal dit tussen 23.00 — 01.00 uur zijn. We streven tussen 23.00-24.00 Uur 70% van de stemmen geteld te hebben. Bij het vrijgeven van de voorlopige uitslag zullen we nadrukkelijk communiceren dat het een voorlopige uitslag betreft. We communiceren geen 100% voorlopige uitslag. Hiervoor zijn verschillende redenen. De uitslagen van de verschillende stembureaus worden via een app aan Bureau Verkiezingen doorgegeven. Soms kan dat niet omdat er op die locatie geen wifi is. Soms is het niet wenselijk om een uitslag in de voorlopige uitslag te verwerken omdat er duidelijke (tel)fouten in zitten. Rest mij v een voorspoedige verkiezingscampagne te wensen. Met vriendelijke groet, ( / / \ f | ‚ a tf k L- { $ nn m Femke Halsema Burgemeester Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1957 Datum indiening 8 oktober 2019 Datum akkoord 25 november 2019 Publicatiedatum 26 november 2019 Onderwerp Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake gegevens over ‘eenzame doden’. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 8 oktober 2018 stelde de fractie van de ChristenUnie nadere schriftelijke vragen op zijn schriftelijke vragen van 16 juli 2018 (zie nr. 828.18) inzake gegevens over zogenaamde eenzame doden (zie nr. 1379.18). De afgelopen maand zijn wij in Amsterdam opnieuw getuige geweest van een schrijnende situatie in Amsterdam Noord? Het ongedierte en de geur maakten leven onmogelijk in de directe fysieke omgeving van een huis waarin een buurvrouw, al overleden, enige tijd verlaten had gelegen. Deze situatie staat niet op zich want nog steeds worden er in Amsterdam regelmatig mensen gevonden die al enige tijd overleden in hun woning liggen. Dit gaat de fractie van de ChristenUnie zeer aan het hart en de fractie wil zich blijvend inzetten voor eenzame ouderen en meedenken over hoe dergelijke situaties zoals hierboven beschreven kunnen worden voorkomen. De fractie van de ChristenUnie stelde al eerder voor om een eigenstandig meldpunt eenzaamheid in te richten. In de beantwoording van de schriftelijke vragen die de fractie van de ChristenUnie precies een jaar geleden stelde, geeft het college aan samen met betrokken partijen te onderzoeken wat de meerwaarde zou zijn van een eigenstandig meldpunt eenzaamheid. De fractie van de ChristenUnie wil weten wat de resultaten zijn van dit onderzoek en roept het college op snel werk te maken van een dergelijk meldpunt. Ook buurtbewoners kunnen bij een dergelijk meldpunt dan bijvoorbeeld aan de bel trekken wanneer zij vermoeden dat er iets niet in de haak is bij hun buren en zij hen al een tijdje niet hebben gezien. Daarnaast wil de fractie van de ChristenUnie weten hoe de gemeente handelt bij een dergelijke situatie zoals eerder in de toelichting beschreven. Op welke manier speelt de gemeente een rol in de reiniging en het weer leefbaar maken van de woningen waarin eenzame doden zijn gevonden alsmede de woningen in de directe omgeving? ' https://www.at5.nl/artikelen/197 151/ondraaglijke-lijkgeur-en-maden-in-invalidenwoning- voel-me-in-de-steek-gelaten https://www.parool.nl/ps/nachtmerries-en-maden-dit-gebeurt-er-als-je-buur-weken-dood- in-huis-ligt-b314012f/ 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Îos7 Gemeenteblad R Datum 26 november 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 oktober 2019 Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen — op zijn schriftelijke vragen van 8 oktober 2018 (nr. 1379. 18) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wat waren de uitkomsten van het onderzoek naar de meerwaarde van een eigenstandig meldpunt eenzaamheid zoals aangekondigd in de beantwoording van de schriftelijke vragen van de fractie van de ChristenUnie van 8 oktober 2018 (nr. 1379)? Antwoord: Vooropgesteld wil het college benadrukken hoe schrijnend het is als een stadsgenoot eenzaam te overlijden komt en daarna verlaten in de woning blijft liggen. Het tegengaan van eenzaamheid is dan ook een van de speerpunten van dit college en onderdeel van het nieuwe coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’. Om de meerwaarde van een eigenstandig meldpunt te achterhalen, is opnieuw onderzoek gedaan onder de betrokken partners in de stad. De reacties bevestigden het eerdere beeld; namelijk dat de meeste partijen gezien de Amsterdamse context, geen meerwaarde zien in nog een (extra) loket. Dit leidt niet tot een betere aanpak van het probleem. De Amsterdamse context is hierbij van belang want een meldpunt zou van meerwaarde kunnen zijn als er geen (goede) alternatieven zijn voor het signaleren en melden van sociale problematiek. Dat is in Amsterdam wel het geval. Het meldpunt Zorg en Woonoverlast voorziet in die functie, waarbij signalering door professionals ook via andere kanalen verloopt, zoals de wijkteams, sociale basis en sociale loketten. De samenwerking tussen het meldpunt, de loketten en wijkteams is belangrijk om ook opvolging te kunnen geven aan een signaal of melding. Een nieuw meldpunt daaraan toevoegen betekent ook dat bestaande samenwerkingsafspraken en werkwijzen moet worden herzien. Dat is te realiseren als er daadwerkelijk meerwaarde wordt verwacht. Dit blijkt niet het geval. Ook blijkt er onder de betrokken partners geen bereidheid om de haalbaarheid van een dergelijke meldpunt nog verder te verkennen. Wel is door onze partners aangegeven dat goede opvolging en daarmee een meer vraaggerichte benadering, een punt van aandacht is. Het Rode Kruis start daarom samen met Deloitte, Koppl en de Hogeschool van Amsterdam het project Hulp naar Hulp. Dit project richt zich op het begeleiden van Amsterdammers met gevoelens van eenzaamheid, die via verschillende kanalen, zoals het meldpunt Zorg en Woonoverlast, zijn gesignaleerd. En waarbij een meer vraaggerichte wijze van ondersteuning nodig is omdat het bestaande aanbod niet altijd tegemoet komt aan de behoefte van deze groep. 2. Heeft het college kennisgenomen van de berichtgeving omtrent de vrouw in Noord die al drie weken dood in haar woning lag? Antwoord: Ja, het college heeft hier kennis van genomen. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Îos7 Gemeenteblad R Datum 26 november 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 oktober 2019 3. Deelt het college de mening van de fractie van de ChristenUnie dat het hier, net zoals bij andere gevonden eenzame doden, een schrijnende, mensonterende situatie betreft die zo veel mogelijk voorkomen dient te worden? Antwoord: Ja, het college deelt de mening van de fractie van de ChristenUnie dat de situatie van gevonden eenzame doden een schrijnende situatie is, die zoveel mogelijk voorkomen dient te worden. Het terugdringen van eenzaamheid is een van de speerpunten van dit college en onderdeel van het nieuwe coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’. 4. Hoeveel personen zijn er in Amsterdam in 2019 al gevonden waarbij de lijkschouwer constateerde dat deze persoon er 14 dagen of langer heeft gelegen? Kan dit aantal uitgesplitst worden naar stadsdeel? Antwoord: Uit onderstaande tabel blijkt dat er in 2019 in heel Amsterdam 25 personen waren, waarvan de lijkschouwer constateerde dat deze persoon er 14 dagen of langer heeft gelegen. Uit onderstaande tabel blijkt verder dat in de periode 1 januari 2019 t/m 9 oktober 2019 meer dan de helft van de woninglijken, namelijk 56% (14 van de 25 casussen) in de stadsdelen Noord of Zuidoost gevonden is, terwijl hier 19% van de éénpersoons-huishoudens woonachtig is. De aantallen zijn echter dermate klein dat de toevalsfactor hierbij een grotere rol speelt. Indien we ook de cijfers uit 2018 erbij betrekken, blijft het percentage in Noord met 22% van de woninglijken hoger dan verwacht op grond van de verdeling van het aantal éénpersoons-huishoudens . Woninglijken Woninglijken periode 1 periode 2018* Éénpersoons /ian/2019 t/m huishoudens 9/okt/2019* (1/1/2019)# ses | smal oo) jm Ie stadsdeel aantal % 2018 % | aantal % ACentrum | ___ 3} 12%| 8} 11% 34231) 14% Bwestpoort | __0| 0% of} o%| sa) 0% ewest | 0} 0% 8 z11%| 47774) 19% NNoord | ___8| 32%| 16} 22%| 21740) 9% Tzuidoost__| ___6| 24%| 7} z10%| 24106) 10% * tenminste 14 dagen overleden bij schouw. # Afgeleid van tabel kerncijfers stadsdelen (1.2.1a Standgegevens, 1 januari 2019), OIS, 2019. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Îos7 Gemeenteblad R Datum 26 november 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 oktober 2019 5. Welke rol speelt de gemeente in het schoonmaken en opruimen wanneer na het vinden van een lijk geconstateerd wordt dat een woning ernstig bevuild is door ongedierte etc.? Antwoord: De eigenaar of erfgenaam van de woning is verantwoordelijk voor het schoonmaken en opruimen van een ernstig bevuilde woning en kan zelf bepalen wie hij/zij daarvoor inhuurt. Als de familie de uitvaart niet wil of kan regelen, dan neemt team Uitvaarten van de gemeente het over en regelt de uitvaart. Als er sprake is van een vervuilde woning schakelen zij voor de schoonmaak na lijkvinding de afdeling Hygiënisch Woningtoezicht (HWT) van de GGD in. HWT kan hiervoor ook ingeschakeld worden door de politie. Het is trouwens niet zo dat bij een overlijden altijd sprake is van stank of insecten. Het stoffelijk overschot kan namelijk ook indrogen en mummificeren. Die kans is groter in de winter. De overlast voor de directe omgeving is dan een stuk kleiner, zo niet afwezig, waardoor het overlijden ook langer onopgemerkt kan blijven. 6. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat de gemeente een taak heeft in het leefbaar houden van de stad en dus ook een taak heeft bij het opruimen en schoonmaken van woningen wanneer hier een lijk is gevonden? Antwoord: Het college is het met de fractie van de ChristenUnie eens dat de gemeente een taak heeft in het leefbaar houden van de stad. Het college is het niet eens dat de gemeente een taak heeft bij het opruimen en schoonmaken van woningen na lijkvinding. Het (laten) schoonmaken van een woning is primair een taak van de eigenaar of erfgenaam, behalve in die gevallen waar de familie de uitvaart en alle bijkomende zaken, niet wil of kan regelen. 7. De specifieke situatie in Noord laat zien dat het in sommige gevallen enige weken kan duren voordat een dergelijke situatie wordt aangepakt. Wat kan de gemeente doen om ervoor te zorgen dat dergelijke situaties die de leefomgeving onleefbaar maken, sneller worden opgelost? Antwoord: Het college heeft de ambitie om zicht te krijgen en houden op personen die eenzaam zijn of dreigen te vereenzamen. Binnen de sociale basis is eenzaamheid prioriteit. Er wordt aandacht besteed aan het beter signaleren van eenzaamheid door middel van deskundigheidsbevordering van professionals. Daarnaast bieden professionals binnen de Wijkzorg ondersteuning en activering op sociale levensdomeinen op basis van de vraag van de cliënt. Daar waar de expertise niet in het netwerk aanwezig is, wordt doorverwezen naar andere vormen van ondersteuning. Deze taken worden onderdeel van het toekomstige buurtteam Amsterdam. 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Îos7 Gemeenteblad R Datum 26 november 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 oktober 2019 Daarnaast werken onder de vlag van de Meldpunten Zorg & Woonoverlast wijkagenten, GGD, woningcorporaties en zorgaanbieders nauw samen om bewoners die zorg nodig hebben maar dit niet willen of kunnen vragen, toch hulp te bieden. Ook kunnen bewoners zelf (of hun buren, familie of vrienden) hun zorgen melden die ze hebben over deze bewoners. De signalen betreffen overlast, verward gedrag of verloedering en vervuiling. De samenwerking tussen de verschillende partners leidt ertoe dat mensen in beeld komen en blijven en waar nodig toegeleid worden naar passende zorg en ondersteuning. Daarnaast ondernemen zorgaanbieders actie wanneer een cliënt zonder bericht niet open doet of reageert. Het is een gezamenlijke opgave van directies en stadsdelen, om het netwerk van partners en bewoners zodanig te organiseren dat er sprake is van zicht op individuele casussen, beleid en actualiteiten. Het systeem zal echter nooit waterdicht zijn. Wanneer mensen geen zorg en ondersteuning ontvangen, alleen wonen, geen of weinig contact met de omgeving onderhouden en bijvoorbeeld de huur automatisch betalen kunnen signalen gemist worden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
train
x Gemeente Amsterdam Gemeenteraad x Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 545 Ingekomen op dinsdag 19 mei 2020 Behandeld op dinsdag 19 mei 2020 Status Ingetrokken “Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake de actualiteit aanpak Coronacrisis (onrust over de stageplaatsen voor MBO'ers) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit inzake aanpak Coronacrisis. Constaterende dat: - De MBO Raad vaststelt dat er veel te weinig stageplekken dreigen te ontstaan voor MBO leerlingen! Overwegende dat: - Zonder stageplekken leerlingen geraakt worden in hun carrièreverloop en misschien zelfs niet kunnen afstuderen; - De gevolgen groot kunnen zijn voor de economie in de komende jaren; - De gesprekken die de MBO-Raad heeft gevoerd met de SBB en verscheidene MBO-instellingen vooral uitgingen van cijfers in kleine steden met maximaal 10 studenten in de klas. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In gesprek te treden met de MBO-Raad, de SBB en de Amsterdamse MBO- instellingen om te inventariseren in hoeverre dit probleem in Amsterdam speelt, hoeveel Amsterdamse leerlingen hierdoor geraakt worden en hoe de gemeente hierbij kan helpen? Het lid van de gemeenteraad N. Yilmaz 1 https://www.ad.nl/binnenland/13-000-mbo-ers-hebben-geen-stageplek-of-leerbaan- mogelijk-voorbode-van-werkloosheid-a98cd115/ 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 610 Publicatiedatum 17 juni 2016 Ingekomen op 16 juni 2016 Ingekomen in raadscommissie FIN Te behandelen op 13/14 juli 2016 Onderwerp Motie van het lid Flentge inzake de Voorjaarsnota 2016 (drempelloze vmbo-t/havo). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449). Constaterende dat: — veel scholen sinds 2012 een code hanteren waarmee zij een gemiddeld eindexamencijfer van 6,8 kunnen eisen van vmbo-t-leerlingen die willen doorstromen naar de havo. Overwegende dat: — een willekeurig gestelde toegangscode (i.c. 6,8 gemiddeld eindcijfer) een oneigenlijke drempel vormt voor ambitieuze vmbo-t-leerlingen die gemotiveerd zijn om hun opleidingsniveau te verbeteren met een havo-diploma; — een drempelloze doorstroming van een lagere opleiding naar een hogere opleiding extra belangrijk is voor zogenaamde laatbloeiers on kinderen die wat langer nodig hebben om zich een leerproces eigen te maken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: met Amsterdamse schoolbesturen af te spreken dat bovengenoemde toelatingscode voor vmbo-t-leerlingen die op de havo willen verder leren met onmiddellijke ingang komt te vervallen. Het lid van de gemeenteraad E.A. Flentge 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam Z S % Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie % Agenda, donderdag 8 februari 2018 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie Raadszaal, stadhuis Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ZS d.d. 18 januari 2018 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieZS @raadsgriffie.amsterdam.nl 4B Verslag van de openbare expertmeeting wijkzorgnetwerken - Cie ZS d.d. 12 januari 2018 e Ter kennisname. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam Z S Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Agenda, donderdag 8 februari 2018 5 Termijnagenda , Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Zorg en Welzijn 11 Ontwerpbesluit oprichting stichting Sarphati Amsterdam Nr. BD2017-015949 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 14 februari 2018). 12 Kennisnemen van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2018 en het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2018 Nr. BD2018-001291 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 13 Motie nr. 275.17 mw Roosma c.s. inzake aanpassing op het beleid Hulp bij het huishouden - signalering Nr. BD2018-001108 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 2 Gemeente Amsterdam Z S Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Agenda, donderdag 8 februari 2018 14 Uitvoering motie nr 725.17 van mw Duijndam c.s. over Kluisjes voor daklozen Nr. BD2018-001093 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 15 op weg naar een rookvrij amsterdam Nr. BD201 7-016324 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 16 Beantwoording toezegging voorlichting en preventie zwangere vrouwen Nr. BD2018-001019 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 17 beantwoording motie stimuleren gezonde schoolomgeving Nr. BD2018-001021 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 18 Lachgas als roesmiddel en beantwoording schriftelijke vragen van Soest Nr. BD2018-001121 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Sport en Recreatie 19 Initiatiefvoorstel van de leden Yesilgöz en Van Dantzig: Amsterdam verdient een veilig sportklimaat Nr. BD2017-016705 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. © Geagendeerd op verzoek van het lid Van Dantzig (D66). e indiener zal na behandeling aangeven of behandeling in de raad gewenst is. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 20, 21, en 22. 3 Gemeente Amsterdam Z S Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Agenda, donderdag 8 februari 2018 20 ‘Amsterdam verdient een veilig sportklimaat': beantwoording initiatiefvoorstel Nr. BD2018-000944 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 19, 21, en 22. 21 Veilige Amsterdamse Sportaanbieders Nr. BD2017-016702 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 19, 20, en 22. 22 Verslag Expertmeeting veilig Sportklimaat dd 22 januari 2016. Nr. BD2017- 016703 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 19, 20, en 21. 23 Tussentijdse evaluatie initiatiefvoorstel Betrokkensportverenigingen Nr. BD2018- 001116 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 18 januari 2018. 24 Amsterdams Voetbalverdrag, 2016 Werkplan. Nr. BD2017-016704 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 25 Afhandeling motie Amsterdamse sport app Nr. BD2018-001115 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 4
Agenda
4
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1334 Publicatiedatum 4 december 2015 Ingekomen onder AG Ingekomen op donderdag 26 november 2015 Behandeld op donderdag 26 november 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Ernsting en Vroege inzake de brief “Afdoen toezegging haalbaarheidsonderzoek Groene Lopers fietsroutes” (Groen toevoegen aan de Groene Lopers). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de brief “Afdoen toezegging haalbaarheidsonderzoek Groene Lopers fietsroutes” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1264); Overwegende dat: — het ‘Groen’ bij de uitvoering van ‘Groene Lopers’ niet of nauwelijks aan bod komt; — vergroening van de route sowieso pas aan het einde van het tijdspad genoemd wordt en ook nog facultatief; — Groen en emissievrij belangrijke uitgangspunten waren in het oorspronkelijke initiatiefvoorstel In het belang van de gezondheid van de fietser en de aantrekkelijkheid van de routes. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in de uitvoering van Groene Lopers, het realiseren van aanzienlijke vergroening op de route een onderdeel van de maatregelen en tijdspad te laten zijn en vergroening van groene fietsroutes zo vroeg mogelijk in het traject op te nemen. De leden van de gemeenteraad Z.D. Ernsting J.S.A. Vroege 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam K D D % Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Diversiteit en Antidiseriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale x Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop Agenda, woensdag 17 oktober 2018 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop Tijd 13:30 tot 17:00 uur Locatie De Commissiezaal Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _TKN-lijst 5 Opening inhoudelijke gedeelte 6 _Inspreekhalfuur Publiek 7 _ Actualiteiten en Mededelingen 8 Rondvraag Financiën 9 De Begroting 2019 Nr. BD2018-012032 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad d.d. 7 november 2018). e Tweede termijn wordt besproken in de commissie KDD, d.d. 31.10.2018. e indienen van moties en amendementen. e Het begrotingsboek 2019 is separaat aan alle (duo)raadsleden gezonden. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1
Agenda
1
test
2x Camaanta Na Se INNS Sol LSe Amsterdam D West Agenda Stadsdeelcommissie West Vergaderdatum Dinsdag 17 december 2019 19.45-22.05 uur Locatie Raadszaal 1° etage Stadsdeelkantoor Bos en Lommerplein 250, 1055 EK Amsterdam Telefoonnummer Bestuursondersteuning 0202530050 E-mail [email protected] Internet www.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden). Daar staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl Voorzitter Michiel Pijpers Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is voorgedragen 1. 19.45-19.50u Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten Ruimte voor inbreng van actualiteiten!. 2. 19.50 - 20.00u Toelating en Beêdiging Ouafae Harmouch /DENK/gebied Oud West de Baarsjes 3. 20.00-20.30u Bewoners aan het woord Ruimte voor inspraak van bewoners over onderwerpen die niet geagendeerd staan’. BESLUITVORMEND DEEL 4. 20.30-21.15u Dagelijks Bestuur: Gebiedsplannen 2020 Portefeuillehouder: Jeroen van Berkel OORDEELVORMEND DEEL 5. 21.15-22.00u Dagelijks Bestuur: Stedelijk adviesaanvraag Agenda Taxi 2020- 2025 Portefeuillehouder: Jeroen van Berkel 6. 22.00-22.05u Rondvraag 7. Afsluiting 1 De agendacommissie kan beslist voorafgaand aan de bijeenkomst of iets een actualiteit is. 2 wilt u langskomen? Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via [email protected].
Agenda
1
train
ez 02300 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D ersoneel en oe tidiscriminatiebeleid, Lucht- h incl. Schiphol Organisatie % Amsterdam en anti Íscrimina iebeleid, Lucht- en zee aven (inc chip 10 )‚, Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening, % Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale media, ICT en digitale stad, Evenementen Voordracht voor de Commissie FKD van 23 november 2023 Portefeuille Perdoespslekir@ gartieetkennisneming Agendapunt 5 Datum besluit Nvt. Onderwerp Kennisnemen van de Barometer Culturele Diversiteit 2022 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de Barometer Culturele Diversiteit 2022 Wettelijke grondslag Artikel 160 van de Gemeentewet (voeren dagelijks beheer van de gemeente). Artikel 169 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht van college aan gemeenteraad). Bestuurlijke achtergrond De bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit (2020-2023) richt zich op het vergroten van een inclusieve werkcultuur en de representativiteit in de personele samenstelling van de gemeente Amsterdam. In de bestuursopdracht is aangegeven dat er meerdere onderzoeken ter monitoring zullen plaatsvinden en dat de raad geïnformeerd zal worden over de voortgang. * Een van deze onderzoeken is het onderzoek naar migratieachtergrond onder gemeenteambtenaren door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), namelijk de Barometer Culturele Diversiteit van het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid. Dit onderzoek is een vervolg op een onderzoek dat het CBS in 2020 en 2021 voor de gemeente Amsterdam heeft uitgevoerd. Het onderzoek wordt jaarlijks herhaald. * Op 2 oktober 2023 is de raad door middel van een raadsbrief via de dagmail op de hoogte gesteld over het beschikbaar komen van de cijfers van de Barometer Culturele Diversiteit 2022 op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). e De komende weken worden de cijfers geanalyseerd. Hierover wordt u geïnformeerd via de eerstvolgende voortgangsbrief Inclusie & Diversiteit, in het eerste kwartaal van 2024. Reden bespreking o.v.v. het lid Van Pijpen (GroenLinks) - gevoegd behandelen met het Muzus-rapport en KIS-rapport op 23 november. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.9 1 VN2023-023863 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit Personeel en % Amsterdam On ‚ ‚ ‚ oe en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol), Organisatie % Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale media, ICT en digitale stad, Evenementen Voordracht voor de Commissie FKD van 23 november 2023 Ley bespreking en ter kennisneming Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee Welke stukken treft v aan? AD2023-082570 20230210 - Raadsbrief Barometer Culturele Diversiteit 2022.pdf (pdf) AD2023-082572 Commissie FKD (2) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Programma Inclusie en Diversiteit, Luke Schut, L.schut@®amsterdam.nl, 06-52479242 Gegenereerd: vl.9 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam WP A % Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen % Agenda, donderdag 14 april 2011 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Tijd 09.00 tot 12.30 uur Locatie 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Inspreekhalfuur publiek 5 Actualiteiten 6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Werk, Participatie en Armoede van 24.03.2011 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie WPA@raadsgriffie. amsterdam.nl 7 Openstaande toezeggingen 8 Termijnagenda 9 Openstaande Schriftelijke vragen 10 Rondvraag - Tkn lijst Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, WPA Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Agenda, donderdag 14 april 2011 Werk, Inkomen en Participatie 11 Beantwoording schriftelijke vragen inzake de rol van DWI bij het aanvragen van een persoonsgebonden budget Nr. BD2011-003117 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP). 12 Uitwerking beleid Sociale Werkvoorziening 2011 Nr. BD2010-008296 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 13 Brief inzake gemeentelijk werkaanbod voormalige ID-werknemers en de afloop daarvan Nr. BD2011-003013 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 14 Rapportage DWI, 4e kwartaal 2010 Nr. BD2011-003104 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 2
Agenda
2
discard