text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
X Gemeente
X Amsterdam
%
G d S h | b Resultaten 2021
EZONAEËE SCNOO ge OUWwEen Vervolgprogramma 2022
Amsterdam
rr RS SL
il E RR | ea LL
Gemeente Amsterdam "We kwamen terug van N Rn, a
Projectmanagementbureau (PMB) vakantie en dan zie je het En N
" systeem hangen, maar we an in Ee
Opdrachtgever: Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) weten er niets van
Januari 2022 natuurlijk. Het systeem EL Ei
maakt geen geluid, dus we E ïi | P ee He
vroegen ons af of het wel El d “ ie et tin |
: werkte. Maar ook tips en Tt
Projectteam Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam Wieg over het gebroken A rme dl
wat we de leerlingen wr Pa te pars Ie
. ; kunnen vertellen. Ik vond BAI EN 4 Ì
Gedelegeerd opdrachtgever: Sonja Pol ‘ het heel fijn dat er zo snel | SR | dn hp | KNS,
Uitvoerend opdrachtgever: Ron Karssing een aparte | 4 En.
Projectmanager: Anneke Loeve informatiebijeenkomst voor i
. ; ne ; het team werd _
Bouwmanager: Edwin Dijkhuis georganiseerd” Ee .
Assistent-bouwmanager: Wesley Doest É
| Ee En nn 7 EE
Wiro Boomstra De el EJ |
ae f kn - BE “ 7 B 5 r As
Contact: [email protected] oe . ST an 5 Cahen
[em VEE | ar ° a hf :
B en B”: \ NT
\ ij 5 e di je he \ | í ij ti 5 EE
TE |
meg pd U nr IA
GN
2
Inhoudsopgave Bijlage 2: Resultaten Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam 2015-
Samenvatting ……nnnnnornnrnnnrrennnrenernnrenenenneenernensneneeenern Uitvoering schoolgebouwen GSA 2015 - 2019 … … … 18
1_ Inleiding … neee eeen vennen | Toets Gezonde Schoolgebouwen … … … neee 1Ö
1.1 Ambitie en uitgangspunten… nnn Conclusies na uitvoering 2015-2021 … … nnee 19
1.2 _ Programma Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam … … ….…..8
1.3 _COVID-19 en ventilatie … … … … ener ereeeeÓ
2 Resultaten 2021 … … never verevenen verevenen d
3 Vervolgprogramma Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam
3.1 _ Uitvoeringsprogramma 2022 … … eeen TO
3.2 Uitgangspunten … … … nnee ren ververe ee | Ì
3.3 Tijdelijke huisvesting/ strategische voorraad … … … … … 11
34 Weesp … nnn nnee evenveeenvereneevenneer eer een vereen | À
4 Financiën … a enerennervenvereenerenven serene 2
4.1 Overzicht budget Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam ………12
4.2 _Investeringsraming vervolgprogramma GSA 2020 -2022 ……12
Bijlage 1 Uitgangspunten en organisatie … … … … … 13
Doel... vereen venn ver eveneeneveneneeneeneveneven serene venernvv verver | Ô
Prioriteitscategorieën … … … eener enneeeerenv venen | Ô
Maatregelen … … … nn enenververeveneversvee ser eeneeeverevevenvenen | Ô
Cofinanciering … … nennen eeens enver enne evenveerever vene vernnverrenn |À
Opbouw investeringsbudget … … … … … neee 1À
Stappenplan uitvoering … … … nnen one eveneenever vene veennnerrenn 1
Project- en uitvoeringsorganisati@e … … … nnee 15
Raamcontracten … ……… eener ennen ever eer eeneeeerene ven vereeen TÔ
Onderhoud … en eneenerenevenseeeverenn veen verenvenveervvereven 1Ó
Gezonde luchtkwaliteit vs. klimaatbeheersing … … … … … 16
3
Í schoolbestuur bestaat. Voor schoolgebouwen in een fijnstofzone worden
Samenvatting C - voor schoo'g |
fijnstofmaatregelen (filters) uitgevoerd. !
Voor u ligt de voortgangsrapportage Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam Het uitgangspunt is om alle deelnemende scholen te laten voldoen aan de
2021 en een voorstel voor het vervolgprogramma 2022. Deze rapportage normen voor gezonde schoolgebouwen zoals beschreven in het Programma
geeft een overzicht van: van Eisen Frisse Scholen. Voor GSA wordt een norm gehanteerd van Frisse
e Resultaten tot en met 2021 Scholen klasse B (klasse C bij een bestaande installatie)?
e _\Vervolgprogramma voor 2022
Ambitie
Doel programma N "
Prog De oorspronkelijke ambitie van het programma GSA was om tussen 2015 en
Het G de Schoolaeb Amsterd GSA) is in 2015 2018 het binnenklimaat gezond te maken op 111° scholen voor PO/SO/VO,
e torero hen e at ge nos kindere ( : 7 SI ' met als prioriteit het PO en SO in een fijnstofzone. Het ging hierbij om
gestart OM ervoor” e zorgen al ZOVEE" MOGEN In eren in de gemeen e scholen gebouwd voor 2015, omdat scholen gebouwd vanaf 2015 standaard
Amsterdam les krijgen in een gezonde leeromgeving met voldoende frisse : : … : :
de lucht (= laag CO--qehalt beschermina t Elinstoh. D worden voorzien van een balansventilatiesysteem. Tijdens de uitvoering van
en en e uc ' G jk 2genate jn on Foolbe toen, ns 2) e het programma bleek al snel dat ook P(S)O en VO-scholen buiten de
eit e sten eer astok nva et est 00 ee uren DO e laal fijnstofzones in aanmerking kwamen voor verbetering van de luchtkwaliteit
ee va SO en, 4 ee ° Ô en „ e VO schor eet, (PO), ee in hun lokalen. Begin 2020 heeft het college besloten tot voortzetting van
on sr )en voor geze De or ). Schoolbes ten me ‚ 5. un het programma GSA in 2020-2022, met als primaire focus het verbeteren
a en aan voor ee erouden ale de en toc eren zien aan van de luchtkwaliteit in het VO en daarnaast het verbeteren van
co elieocrd Des De er vou oen 8 En as de ee er e ne leerd luchtkwaliteit in die gebouwen in het PO/SO die eerder niet deel hebben
gerealiseerd. Deelname is niet verplicht maar wordt wel sterk gestimuleer genomen aan het programma.
door de gemeente.
Naast de aanpak van het binnenklimaat worden ook
verduurzamingsmaatregelen toegepast. De verduurzamingmaatregelen zijn 1 Fijnstofzone = schoolgebouwen ín een straal van 300 meter van de snelweg of 50 meter van een drukke
beter voor het milieu en bieden de oplossing voor de stijgende verkeersstraat waar meer dan 10.000 gemotoriseerde voertuigen per etmaal passeren
. shar: sens Het Programma van Eisen Frisse Schoten (2015) is een publicatie van de Rijksdienst van Ondernemend
energiekosten en onderhoudskosten aan de ventilatie-units in de Nederland in opdracht van het Min. van Binnenlandse Zaken en Koningrelaties. Voor ieder thema zijn 3
schoolgebouwen, waardoor een exploitatieneutraal resultaat voor het ambitieniveaus opgesteld waaraan (prestatie)eisen gekoppeld zijn. Klasse A = zeer goed, klasse B = goed
en klasse C =acceptabel. Klasse C is het basisniveau, gebaseerd op wet- en regelgeving zoals deze in het
Bouwbesluit 2012 van kracht waren.
320 PO-scholen ín 2015, 30 ín 2016, 2017 en 2018 en 1 pilot VO
4
Vervolgprogramma 2020 - 2022 In 2021 is begonnen met het treffen van maatregelen bij 19 PO/SO en 13 VO-
Beain 2020 de inschattina dat bil afrondi het scholen. De werkzaamheden zijn in 2021 bij b PO/SO en b VO-scholen
egin was de ISChArUNG Ct DI à ron ng van het programma . afgerond, 4 PO/SO-scholen zijn afgevallen wegens redenen als andere
ongeveer 84% van de PO/SO-scholen en circa 67 % van de VO-scholen die
aan het beain van het programma in aanmerkina kwamen voor deelname prioriteiten of het krijgen van vervangende nieuwbouw. Uitvoering van de
„ 9 . Prog ‚ . 9 . overige 10 PO/ SO en 8 VO-scholen schuift door naar 2022. De voorbereiding
zouden zijn voorzien van een gezond binnenklimaat. Overige scholen namen d k heden ì lex doord deel d hol
iteenlopende redenen geen deel aan het programma van de werkzaamheden is complex doordat een deel van deze scholen
om ui monumenten zijn en dat er momenteel een materialentekort bestaat
Door de nadien optredende COVID-19 problematiek is het belang van vanwege COVID-19. Om de maatregelen uit te kunnen voeren in scholen die
i - iek i v : + :
in monumentale gebouwen zijn gehuisvest, is het veelal nodig eerst een
luchtkwaliteit in scholen extra in de belangstelling gekomen. Het ministerie : 9 Jg 9
: OO, . vergunningprocedure te doorlopen.
van OCW stelde in 2020 dat ventilatie in scholen aan het bouwbesluit van
2012 dient te voldoen. Landelijk werd scholen verzocht Opnieuw een Naast de voornoemde scholen zijn momenteel over nog 12 PO/SO-scholen
inventarisatie te doen. Sinds 1 januari 2021 stelt het Rijk een subsidie, de en
specifieke Uitkerina Ventilatie In Schalen (SUVIS) beschikb en 2 VO-scholen gesprekken gaande ter voorbereiding op deelname aan
PECHIEKE VIKENNG Venta Ie D. cholen ( ) est Koaar VOOr GSA in 2022. Het betreft scholen die zich eerder om uiteenlopende redenen
maatregelen betreffende ventilatie. Met deze subsidie wordt per school : der hadd Id deel holen di der zi
. | 30% van de kosten voor ventilatie- en samenhangende niet eerder hadden aangemeld voor deelname, scholen die eerder zijn
nin dekt aangemeld voor deelname maar zich om redenen als voortzetting van het
maarregeren gedext. gebouw of op handen zijnde renovatie hebben teruggetrokken.
De noodzaak om opnieuw C O, metingen op de scholen uit te laten voeren
en het aanbod van de SUVIS-regeling heeft bij sommige Amsterdamse Financiering
scholen geleid tot een heroverweging van een eerder besluit om niet deel te Het . b d fi ierina: 80% d
nemen aan GSA. Aan het eind van 2019 was de verwachting dat bij het eind . e programma Is get aseerd op EO näncierng: o van dé
van het programma in 2020 121 scholen in het PO en VO zouden zijn van een investeringskosten zijn voor de gemeente, 20% voor de scholen (voor PO/SO
gezond binnenklimaat. In de loop van 2020 en 2021 hebben zich echter meer prak ok an van € 50.000 en voor VO een maximum van €
scholen aangemeld dan verwacht, waarmee eind 2022 143 scholen zijn per leslokaal)
voorzien van een gezond binnenklimaat. . a .
Voor het vervolgprogramma GSA 2020-2022 is €15,4 miljoen beschikbaar
gesteld door de gemeenteraad van het totale investeringsbudget van €
Stand programma per eind 2021 44,28 miljoen. . . . en
De totale verwachte investeringskosten inclusief bijdrage schoolbestuur
voor 2020 — 2022 zijn circa € 20,98 miljoen (dit is € 8,13 miljoen t/m nov. 2021
5
en prognose restant € 12,85 miljoen, waarvan de ingeschatte kosten van 7 gemeente Amsterdam loopt met dit programma voorop in Nederland als het
scholen voor 50% zijn meegenomen i.v.m. onzekere deelname) wat een gaat om luchtkwaliteit in schoolgebouwen.
potentieel tekort geeft van € 5,57 miljoen.
Voor scholen die deelnemen aan GSA en die hiervoor in aanmerking komen,
is SUVIS aangevraagd. Wanneer SUVIS wordt toegekend wordt per school
de investering verminderd met het subsidiebedrag. Het overgebleven
bedrag wordt verrekend volgens de bestaande 80%/ 20% GSA-regeling.
Inmiddels is voor 35 schoolgebouwen SUVIS (deelname 2021 en 2022)
aangevraagd en beschikt. Voor de overige 8 scholen is een aanvraag
ingediend. Naar verwachting levert dit een bedrag van totaal € 5,6 miljoen
op, waarmee het eerdergenoemde tekort van € 5,57 miljoen kan worden
gedekt. De globale raming heeft een onzekerheidsmarge van plus of min €
1,5 miljoen (10%). Nadat de kosten voor deelnemende scholen zijn geraamd
en is bepaald hoeveel van de potentiescholen daadwerkelijk deel zullen
nemen aan het programma en de kosten hiervoor geraamd zijn, kan worden
vastgesteld of het budget toereikend is. Indien het budget niet toereikend is
zal de noodzaak van een verdere uitbreiding van het programma inzichtelijk
worden gemaakt.
Resultaten uitvoering 2015- 2021
In de periode 2015-2021 is het binnenklimaat in 96 PO/SO en 15 VO-scholen
verbeterd. Met de scholen die bij aanvang van het programma al aan de
norm voldeden, de scholen die de afgelopen periode (of binnenkort) een
renovatie of vervangende nieuwbouw krijgen en de gebouwen die vervallen
als onderwijsgebouw, voldoet circa 85% van de PO/SO-scholen en circa 75%
van de VO-scholen aan de in GSA gehanteerde norm.
Met het totaalprogramma GSA is naar verwachting in 2022 het
binnenklimaat in bijna 143 Amsterdamse schoolgebouwen verbeterd. De
6
1 | n | e | d | ng oplossing voor de stijgende energiekosten en onderhoudskosten aan de
ventilatie-units in de schoolgebouwen. Voor schoolgebouwen in de
fijnstofzone (schoolgebouwen in een straal van 300 meter van de snelweg of
1.1 Ambitie en uitgangspu nten 50 meter vanaf een drukke verkeersstraat waar meer dan 10.000
gemotoriseerde voertuigen per etmaal passeren) worden
Het programma Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam is in 2015 opgezet fijnstofmaatregelen (filters) uitgevoerd.
om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen in de gemeente
Amsterdam les krijgen in een gezonde leeromgeving met voldoende frisse In 2015 heeft het college het Plan Gezonde Schoolgebouwen vastgesteld.
lucht (= laag C Oz-gehalte). Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat Hierin is opgenomen om 111 schoolgebouwen PO/SO/VO waarvan 2 pilot
een gezond binnenklimaat bijdraagt bij aan de prestaties van zowel kinderen VO te realiseren in 2015 — 2018. De prioriteit lag vanaf het begin van het
als leerkrachten en leidt tot minder gezondheidsklachten. De gemeente programma bij PO en SO en scholen in de fijnstofzone. Op 15 december
investeert daarom samen met de schoolbesturen in goede 2015 is het Uitvoeringsplan 2016 — 2018 vastgesteld waarin is uitgegaan van
ventilatiesystemen in klaslokalen van het primair onderwijs, speciaal de aanpak van 30 schoolgebouwen per jaar. Deze uitgangspunten zijn nog
onderwijs en voortgezet onderwijs. Het uitgangspunt is om alle scholen te steeds van kracht. Begin 2020 is de gemeenteraad geïnformeerd over de
laten voldoen aan de normen voor gezonde schoolgebouwen zoals voortgang van het programma en is een prognose gegeven over de
beschreven in het Programma van Eisen Frisse Scholen. Daarbij wordt de uitvoering in 2020 - 2022. In de huidige voortgangsrapportage wordt een
landelijke norm voor Frisse Scholen klasse B gehanteerd (bij nieuwe overzicht gegeven van:
installatie en klasse C bij bestaande installatie)?
e Behaalde resultaten in 2021
Naast de aanpak van het binnenklimaat worden ook e _Vervolgprogramma in de periode 2022
verduurzamingsmaatregelen toegepast, met als doel een energie- en
exploitatieneutraal resultaat voor het schoolbestuur. De In vergelijking met andere grote steden in Nederland loopt Amsterdam met
verduurzamingmaatregelen zijn beter voor het milieu en bieden de het programma Gezonde Schoolgebouwen voorop wat betreft de aanpak
van de luchtkwaliteit binnen (bestaande) gebouwen. In steden als
8 Hat Denoo van Eier Erica Cha ‚ en Rotterdam, Utrecht en Den Haag worden nieuwe gebouwen conform de
Het Programma van Eisen Frisse Scholen (2015) is een publicatie van de Rijksdienst van , … ,
Ondernemend Nederland in opdracht van het Min. van Buitenlandse Zaken. Voor ieder norm Frisse Scholen gebouwd en wordt bij voorkeur niet gebouwd langs
thema zijn 3 ambitieniveaus opgesteld waaraan (prestatie)eisen gekoppeld zijn. Klasse A = drukke wegen. Bij bestaande bouw richt men zich vooral op verduurzaming
zeer goed, klasse B = goed en klasse C =acceptabel. Klasse C is het basisniveau, gebaseerd op van scholen in algemene zin. Een programma zoals GSA dat zich volledig
wet: en regelgeving zoals deze in het Bouwbesluit 2012 van kracht waren. richt op verbetering van luchtkwaliteit in klaslokalen is uniek in Nederland.
1
1.2 Programma Gezonde Schoolgebouwen beschikbaar. Met deze regeling wordt maximaal 30% van de kosten van
Amsterdam ventilatie- en compenserende maatregelen vergoed, voor de scholen
waarvan de start van het programma tussen 1 oktober 2020 en 31 augustus
De scope van het programma GSA 2015-2018 bestond oorspronkelijk uit 111 2024 ligt. Voor scholen die meedoen aan het programma GSA wordt deze
schoolgebouwen, voornamelijk PO en 2 VO. Bij aanvang is bepaald dat er ca. subsidie aangevraagd. Aanvragen kunnen alleen door de gemeente worden
30 schoolgebouwen per jaar uitgevoerd konden worden. Het programma gedaan, niet door het schoolbestuur. Wanneer subsidie wordt toegekend,
zou daarmee ca. vier jaar duren (2015-2018). betekent dit dat van de investeringen betreffende ventilatiemaatregelen
maximaal 30% vergoed zal worden vanuit de SUVIS-regeling. Het
Eind 2018 stemde de gemeenteraad in met de inzet van het restantbudget overgebleven bedrag wordt volgens de standaard 80/20 berekening
van € 6,4 miljoen om ook de scholen die niet in een fijnstofzone liggen te verrekend. Ondanks deze regeling blijft de gemeente bouwheer bij de
voorzien van gezonde lucht. Bovendien werd voor het vervolgprogramma uitvoering van de maatregelen.
GSA 2020 — 2022 een investeringskrediet van € 9 miljoen gereserveerd
binnen de Onderwijsbegroting. Hiermee is het mogelijk geworden om met De bezorgdheid van scholen in zowel PO als VO-onderwijs, samen met het
het programma GSA het merendeel van de scholen in het P(S)O en VO in aanbod van de SUVIS-subsidie vanuit het Rijk, zorgden voor nog meer
Amsterdam te voorzien van gezonde luchtkwaliteit. interesse in deelname aan het programma, ook vanuit scholen die eerder om
uiteenlopende redenen niet aan het programma hadden meegedaan. De
gemeente is in gesprek met de betreffende schoolbesturen en uitvoering
1.3 _COVID-19 en ventilatie van een groot aantal schoolgebouwen is in 2021 al gestart of wordt
voorbereid voor uitvoering in 2022. Waar de verwachting eind 2019 nog was
Schoolgebouwen die hebben deelgenomen aan het programma Gezonde dat aan het eind van het programma GSA in 2020 121 scholen zouden mee
Schoolgebouwen Amsterdam (GSA) zijn uitgerust met een gebalanceerd hebben gedaan, wordt nu verwacht dat eind 2022 (met uitloop naar 2023)
ventilatiesysteem en voldoen minimaal aan frisse scholen klasse C. Dit is 143 zijn voorzien van een nieuw balansventilatiesysteem en daarmee een
vergelijkbaar met ongeveer 2x het bouwbesluit bestaande bouw 2012, welke gezond binnenklimaat.
door het RIVM wordt geadviseerd voor scholen.
Het jaar 2021 stond net als het voorgaande jaar in het teken van Corona. Het
RIVM adviseert dat ventilatiesystemen in schoolgebouwen moeten voldoen
aan het Bouwbesluit van 2012. Sinds 1 januari 2021 stelt het Rijk de
Specifieke Uitkering Ventilatie In Schoolgebouwen (SUVIS) als subsidie
8
2 Resu | taten 2021 is het werk beter over het hele jaar verdeeld en beperkte zich dit niet tot
alleen de schoolvakanties.
De doorlooptijd van een GSA project, van analyse van een gebouw tot en Door de Coronacrisis met de vergrote aandacht op ventilatie in
met oplevering is gemiddeld 9 maanden. De uitvoering vindt, afhankelijk schoolgebouwen is de interesse in deelname explosief toegenomen. In 2020
van de te nemen maatregelen, in een vakantieperiode plaats waarbij de is gestart met de voorbereiding en planning van het vervolgprogramma 2021
voorkeur uitgaat naar de zomervakantie. In sommige gevallen kan ervoor — 2022. Van 22 PO/SO en 10 VO-scholen is aanmelding voor deelname
worden gekozen, in samenspraak met het schoolbestuur, om na opname de onderzocht en/ of zijn de voorbereidingen voor uitvoering gestart.
uitvoering uit te stellen tot een volgend uitvoeringsjaar. Dit betekent over
het algemeen dat de investeringen die per schoolgebouw worden gedaan
over een aantal jaar zijn uitgespreid. Om deze reden is gekozen de Aantal schoolgebouwen
resultaten per jaar uit te drukken in aantal op te leveren schoolgebouwen. GSA 2015-2020 uitgevoerd 91 PO/SO + 10 VO
Het overzicht financiële resultaten is gebundeld in paragraaf 4.1 Overzicht GSA 2021 uitgevoerd BPO/SO + 5 VO
Budget Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam. GSA 2021/ 2022 in uitvoering 10 PO/SO + 8VO
_ GSA 2021/ 2022 in voorbereiding/ onderzoek 12PO/SO + 2 VO
Sinds de start van het programma GSA in 2015 zijn er 96 PO/SO-scholen
van 29 verschillende schoolbesturen voorzien van een nieuw of verbeterd
luchtventilatiesysteem. Daarnaast hebben naar aanleiding van de Pilot
Voortgezet Onderwijs hebben nog eens 15 VO-scholen van 8 verschillende
schoolbesturen meegedaan aan het Programma GSA.
Vanaf 2016 is gewerkt conform het raamcontract dat na aanbesteding door
de gemeente is afgesloten met 6 verschillende aannemers. Via mini-
competities werden de tranches (clusters van aan te passen
schoolgebouwen) bepaald. Aannemers konden zich in de loop van het jaar
hiervoor inschrijven. Om te kunnen voorzien in de enorme vraag van de
komende jaren is in 2021 een afwijkingsaanvraag ingediend waarbij niet
wordt gewerkt met mini-competities, maar met een verdeling van het werk
over de aannemers in het raamcontract aan het begin van het jaar. Hiermee
9
3 Vervolg progra mma deelname aan GSA bovendien een financieel gunstigere regeling voor de
scholen omdat zij niet slechts 30% van hun kosten vergoed krijgen, maar dat
Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam over de overgebleven 70% van de kosten nog eens 80% vergoeding van de
2021 _ 2022 gemeente volgt.
De huidige coalitie heeft in haar coalitieakkoord aangegeven belang te De uitvoering van 10 PO/ SO en 8 VO-schoolgebouwen is doorgeschoven
hechten aan een gezonde leeromgeving voor alle leerlingen en leerkrachten: naar 2022, Daarnaast hebben zich nog 12 PO/ SO en 2 VO-scholen gemeld
* We blijven investeren in schoolgebouwen met een goede luchtkwaliteit”. voor deelname. Een deel van deze scholen heeft zich al eerder aangemeld
voor het programma GSA, maar heeft zich om redenen als onzekerheid over
De concrete ambitie is om het binnenklimaat ook in alle resterende PO/SO voortzetting van het gebouw of een op handen zijnde renovatie
en VO-schoolgebouwen te verbeteren. Om deze ambitie te realiseren is het teruggetrokken. Ook zijn er scholen die eerder hebben deelgenomen aan
programma Gezonde Schoolgebouwen 2020-2022 voorbereid, met als GSA of waarvan bij eerdere toetsing is gebleken dat werd voldaan aan de
primaire focus het verbeteren van de luchtkwaliteit in het restant van de Frisse scholen eis, Hoewel deze scholen voldoende ventilatiesystemen
scholen in het PO/SO en VO. hebben, hiermee voldoen aan de frisse scholen eis en dus niet in aanmerking
komen voor SUVIS/ opnieuw deelname aan GSA, wordt onderzocht waarom
scholen zich (weer) hebben aangemeld, of uitgebreide maatregelen
3.1 _Uitvoeringsprogramma 2022 inderdaad nodig zijn of dat het mogelijk gaat om beter afstellen van de
huidige systemen of juist uitvoeren van onderhoud.
Na instemming van de gemeenteraad in 2018 met het vervolgprogramma is
begonnen met het onderzoek naar welke VO-scholen deel willen nemen en Voor 2022 geldt de volgende uitvoeringsprognose:
welke PO/SO-scholen die eerder niet hebben meegedaan aan het
programma alsnog deel willen nemen. Dit onderzoek is nog in volle gang en
mede door de COVID-19 problematiek nog niet voltooid. Vanuit het Rijk
hebben de scholen opdracht gekregen € O, metingen te doen in klaslokalen. EEE
Veel scholen die eerder geen deel wilden nemen aan het programma willen GSA 2021/2022 in uitvoering 10PO/SO + 8 VO
dit nu wel, juist vanwege COVID-19. Daarnaast stelt het Rijk de Specifieke GSA 2021/ 2022 in voorbereiding/ onderzoek 12PO/SO + 2 VO
Uitkering Ventilatie In Schoolgebouwen (SUVIS) beschikbaar. De gemeente Totaal (prognose) 22PO/SO + 10VO
Amsterdam heeft aangegeven deze uitkering aan te vragen voor scholen die
deelnemen aan het programma GSA. Dit programma richt zich immers op
verbetering van luchtkwaliteit, de speerpunt van de SUVIS, Daarnaast biedt
10
3.2 U itga ngspunten wordt als onderwijshuisvesting geldt een andere afspraak. Samen met de
school wordt gekeken welke minimale investeringen gedaan kunnen worden
Het vervolgprogramma GSA 2020-2022 wordt, gelet op de positieve om in de tijd dat de school nog in het pand gehuisvest is de luchtkwaliteit
resultaten, het draagvlak onder de schoolbesturen en de technische toch te kunnen verbeteren.
uitvoerbaarheid, uitgevoerd onder dezelfde voorwaarden en uitgangspunten
als GSA 2016-2019 zoals benoemd in bijlage, waarbij de focus zowel PO/SO
als VO omvat. Dit betekent onder meer dat er sprake is van cofinanciering 3.4 Weesp
(80% gemeente - 20% schoolbestuur), met een maximale bijdrage van . .
€50.000 per school voor PO/SO en € 4.400 per lokaal voor VO-scholen. Het De gemeente Weesp heeft eind 2020 een regeling vastgesteld over de
betreft hierbij cofinanciering van de kosten na aftrek van toegekende SUVIS. aanpak van het binnenklimaat van de schoolgebouwen in Weesp. De
gemeente Weesp heeft budget beschikbaar gesteld voor de mogelijke
maatregelen en heeft aangegeven te willen harmoniseren met het beleid
3.3 Tijdelijke huisvesting/ strategische voorraad van Amsterdam. Zo is er ook in Weesp sprake van cofinanciering, met als
verschil dat de scholen een individuele beschikking krijgen i.p.v. een krediet
Het programma GSA betrof tot op heden alleen schoolgebouwen in van waaruit het programma wordt gefinancierd.
gemeentelijk eigendom. Tot op heden zijn scholen die tijdelijk gehuisvest
zijn, in huurpanden danwel gemeentelijke strategische voorraad, niet als Vanuit het programma GSA zijn in 2020 nulmetingen uitgevoerd in de
geheel meegenomen in de aanpak GSA. Vanwege COVID-19 problematiek schoolgebouwen in Weesp om te toetsen in hoeverre zij al dan niet voldoen
heeft zich wel een deel van deze scholen aangemeld. Voor deze en de aan Frisse Scholen klasse B. Het gaat hierbij om 2 PO en 2 VO scholen. Deze
overige gebouwen wordt nu, mede door de COVID-19 problematiek, scholen worden in 2021 onder bouwheerschap van de scholen zelf voorzien
onderzocht in hoeverre zij toch in aanmerking komen voor deelname. Voor van een gezond binnenklimaat. Het GSA-team van de gemeente
panden die potentieel deelnemen aan GSA moet een goede afweging Amsterdam adviseert in het proces en zorgt voor de SUVIS-aanvragen bij
worden gemaakt of investering gerechtvaardigd is, daar het ook panden het Rijk voor deze scholen.
betreft die op de nominatie staan om op korte termijn gesloopt te worden.
Voor scholen die naar verwachting binnen 8 jaar uit een schoolgebouw
vertrekken dat na deze tijd deel uit blijft maken van de onderwijsvoorraad
wordt een specifieke regeling getroffen. Het betreft een kostenverdeling
met terugloopregeling, waarbij wanneer de school eerder uit het pand gaat
dan bij het begin van de investering gedacht, de school een evenredig deel
van de investering terugkrijgt. Wanneer een school kortere tijd dan 8 jaar in
een gebouw blijft en het gebouw daarna bovendien niet meer gebruikt
1
4 F | na nci ën meegenomen i.v.m. onzekere deelname. Dit geeft een tekort van € 5,57
miljoen. Voor alle potentieel deelnemende scholen is echter SUVIS
aangevraagd. Bij toekenning van volledige SUVIS van ca £ 5,6 miljoen wordt
A1 Overzicht budget Gezonde Schoolgebouwen dit tekort volledig afgedekt.
Amsterdam De globale raming heeft een onzekerheidsmarge van plus of min € 1,5
Het totale investeringsbudget voor Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam miljoen (10%). Nadat de kosten voor deelnemende scholen zijn geraamd en
2015 -2022 dat door de gemeenteraad ter beschikking is gesteld bedraagt is bepaald hoeveel van de aangemelde scholen daadwerkelijk deel zullen
€ 44,3 miljoen (exclusief exploitatie, toets Gezonde Schoolgebouwen en nemen aan het programma en de kosten hiervoor geraamd zijn, kan worden
Pilot VO). Hiervan is € 15,4 miljoen als restant voor het nieuwe programma vastgesteld of het budget toereikend is. Indien het budget niet toereikend is
GSA 2020-2022 beschikbaar. zal de noodzaak van een verdere uitbreiding van het programma inzichtelijk
worden gemaakt.
4.2 _Investeringsraming vervolgprogramma GSA
2020 -2022
De huidige coalitie heeft aangegeven een vervolg te willen geven aan het
programma Gezonde Schoolgebouwen 2015-2018, zodat naast de scholen in
heet PO/SO ook zoveel mogelijk leerlingen in het voortgezet onderwijs in
een gezonde leeromgeving les krijgen.
Doel is om het restant budget van circa € 15,4 miljoen voor 2020-2022 in te
zetten voor het realiseren van een gezond binnenklimaat van zowel alle
resterende VO-schoolgebouwen als ook van de PO-scholen die zich in een
eerder stadium om verschillende redenen niet hebben aangemeld maar toch
nog mee willen worden meegenomen in het programma.
De globaal geraamde investeringskosten voor vervolgprogramma 2020-
2022 bedraagt ca € 20,98 miljoen. Hiervan zijn de investeringskosten € 8,13
miljoen t/m nov. 2021 en de prognose voor het restant bedraagt € 12,85
miljoen, waarvan de ingeschatte kosten van 7 scholen voor 50% is
12
Bij lage 1 U itgangspu nten en organ isatie ooo zonder ventilatiesysteem die níet in een fijnstofzone
4, Schoolgebouwen met ventilatiesysteem dat niet voldoende functioneert
Doel om aan Frisse Scholen Klasse C te voldoen en níet in een fijnstofzone liggen.
Het Programma Gezonde Schoolgebouwen heeft als doel om de
luchtkwaliteit in de klaslokalen van PO-, SO- en waar mogelijk VO- Maatregelen
schoolgebouwen te verbeteren conform Frisse Scholen Klasse B. Het betreft ‘ ‘
. … Het programma bestaat uit verschillende maatregelen:
gebouwen van voor 2015 omdat scholen gebouwd sinds 2015 standaard zijn
voorzien van een balansventilatiesysteem. Bij schoolgebouwen met een st:
Rn ‚ en e Aanpassen, vervangen of nieuw balansventilatiesysteem
bestaand ventilatiesysteem is de ondergrens Klasse C, tenzij dit systeem als ss ve
(luchtbehandeling) in alle leslokalen (dus niet in gangen en andere
gevolg van achterstallig onderhoud niet voldoet. :
schoolruimtes)
e _ Scholen in een fijnstofzone krijgen maatregelen tegen fijnstof
Prioriteitscategorieën (fijnstoffilters in een centraal of decentraal
balansventilatiesysteem)
De eerste prioriteit van het programma ligt bij het verbeteren van het e Het verbeteren van de luchtkwaliteit leidt vrijwel altijd tot een
binnenklimaat van klaslokalen. De secundaire prioriteit ligt bij energie. Er is toename van de energie- en onderhoudslasten voor een school. Om
een prioritering vastgesteld op basis van de CO2-concentratie in relatie tot deze hogere exploitatiekosten te compenseren, worden
de al dan niet aanwezige ventilatievoorzieningen. Daarbij wordt de hoogste verduurzamingsmaatregelen getroffen, zoals het plaatsen van
prioriteit gegeven aan scholen die in een fijnstofzone® liggen. De volgende zonnepanelen of ledverlichting. Hiermee wordt de ingreep
categorieën zijn vastgesteld: exploitatieneutraal voor het schoolbestuur. Voorafgaand aan het
project wordt een energiescan opgesteld om een schoolbestuur
1. Schoolgebouwen zonder ventilatiesysteem die in een fijnstofzone liggen inzicht te geven in de verduurzamingsmogelijkheden.
2. Schoolgebouwen met ventilatiesysteem die in een fijnstofzone liggen
9 (Fijnstofzone = schoolgebouwen in een straal van 300 meter van de snelweg of 50 meter
van een drukke verkeersstraat waar meer dan 10.000 gemotoriseerde voertuigen per etmaal
passeren).
13
5 - krijgen, indien de school het gebouw binnen 8 jaar verlaat en er weer ruimte
Le enk heere komt voor de gemeente om een andere gebruiker aan te wijzen. Scholen in
= giekosten} besparende D
E db maatregelen 5 beheer van Gemeentelijk Vastgoed worden ook door gemeente zelf
_ : :
6 - Toename - Duurzame aa, gefinancierd.
S onderhouds- energie Lo)
= kosten
ca
Cofinanciering Totale investering minimaal nodig voor klasse B/C
Gemeente Schoolbestuur
e 80% e 20% (Max)
Het onderhoud en beheer van schoolgebouwen valt formeel onder Maatregelen lucht, licht (PvE), € 50.000, -per schoolgebouw (PO/ SO)
verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Omdat de gemeente verduurzamingsmaatregelen t.b.v. of € 4.400, - per lokaal (VO)
Amsterdam het van belang acht dat leerlingen in een gezonde leeromgeving exploitatieresultaat= 0,
les krijgen, investeert zij in de luchtkwaliteit van de gebouwen. Deelname voorbereidingskosten en BTW
aan het programma is niet verplicht, maar wordt wel sterk door de *_Aanvullende wensen
‚ ‚ , ‚ Budget afhankelijk van maatregelen
gemeente gestimuleerd. Het project wordt daarom uitgevoerd op basis van TT
cofinanciering. De gemeente Amsterdam financiert 80% van het totale
investeringsbudget (incl. btw). Schoolbesturen betalen 20% van het totale Opbouw investeringsbudget
investeringsbudget. Hierbij is een maximum vastgesteld van € 50.000 per
schoolgebouw bij PO en SO en € 4.400 per klaslokaal bij het VO. De benodigde investeringen zijn gebaseerd op de ingrepen die nodig zijn om
Klasse B (of ondergrens Klasse C) en een neutraal exploitatieresultaat te
Voor scholen die op termijn worden verlaten, maar toch voor langere tijd in behalen. Het investeringsbudget is opgebouwd uit de bouwkosten,
gebruik zijn, kan de gemeente een uitzondering maken en beslissen om voorbereidingskosten, btw en onvoorziene kosten. De voorbereidingskosten
gedeeltelijk of volledig zelf de financiering op zich te nemen. Dit gebeurt zijn gebaseerd op een vast percentage van het totale investeringsbudget
bijvoorbeeld wanneer een school gebruikt wordt als wissellocatie. In dit voor alle schoolgebouwen.
geval kan ervoor worden gekozen de scholen een gedeelte van de kosten te In geval van asbestsanering neemt de gemeente deze kosten op zich. Indien
laten betalen, naar rato van het aantal jaren dat zij nog gebruik maken van een schoolbestuur extra wensen heeft ten aanzien van bijvoorbeeld
het gebouw. De gemeente Amsterdam (OJZ) kan bijvoorbeeld een verduurzamingsmaatregelen, koeling of inrichting, zijn deze meerkosten
aflopende garantstelling aanbieden op basis van 8 jaar (12,5% per jaar) voor het schoolbestuur.
exclusief voor een gebouw. Het schoolbestuur kan de bijdrage terugbetaald
14
Stappenplan uitvoering Project- en uitvoeringsorganisatie
Deelname aan het programma is niet verplicht en gebeurt door aanmelding Het Programma Gezonde Schoolgebouwen wordt uitgevoerd onder
door het schoolbestuur bij de gemeente. Schoolbesturen van alle scholen bestuurlijk opdrachtgeverschap van de wethouder Onderwijs en ambtelijk
die niet voldoen aan het Scholen Klasse B eis, worden door de gemeente opdrachtgeverschap van de directie Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ). In 2015
benaderd als zij op basis van de C Os-meetresultaten in aanmerking komen is een projectorganisatie opgericht voor de uitvoering van het programma.
voor deelname. Naar aanleiding van de in 2020 door de scholenzelf De projectorganisatie is nog steeds opgebouwd volgens dezelfde structuur.
uitgevoerde metingen meldden zich ook een aantal scholen zelf aan. De
schoolbesturen tekenen eerst een intentieverklaring, waarna onderzoek
wordt gedaan naar de mogelijkheden voor de betreffende school. Op basis
hiervan wordt een definitief besluit genomen over deelname en worden alle Bestuurlijke Opdrachtgever
afspraken vastgesteld in een afsprakenbrief. Na ondertekening van de Eee
afsprakenbrief is deelname van het schoolbestuur definitief en zijn ook de
. En Ambtelijk Opdrachtgever
financiële afspraken vastgelegd. Behe
Er is in dit project sprake van een intensieve samenwerking met de
schoolbesturen. De doorlooptijd van het project (analyse gebouw t/m Bestuurlijke Opdrachtgever
oplevering) is gemiddeld 9 maanden. De uitvoering vindt, afhankelijk van de SEU
te nemen maatregelen, in een vakantieperiode plaats waarbij de voorkeur NN
, . , Bauwmanagerst assistent
uitgaat naar de zomervakantie, De verschillende procesfasen worden met bouwmanagers
een beslisdocument afgesloten. Alle fasen van het project zijn schematisch TL L
weergegeven in onderstaand overzicht. Project-/
, , , ‚ , Procesmanager schaal
Analyse | Onderzoek (varianten) Ontwerp en vergunning, Aanbesteding Uitvoering | [PMB] Benen ek =
Kennismaking Startgesprek Keuzegesprek Afsprakenbrief | Afstemmings | schaal adviseurs +
gesprek | | | overleg directies En
| | | | | | Raamcontract
! | f ; EN Tr | 7 ! aannemers
! opname + | voorstel opties : Weed uitwerking ï A | ! nn EN
: Pele ICD Ko) oe Ze 173 Vr | Pell | Ei ë |
! 1 ï Î ;
ï Î ï Ï ‚
| | ï Î :
G8
SB = schoolbestuur (bij keuzegesprek met tekenbevoegde namens SB) * Zie tijdlijn ‘protocol
= optioneel tussentijds gesprekf van oplevering’
15
Raamcontracten onderhoudsbedrijf. Het schoolbestuur is zelf verantwoordelijk voor het
onderhoud van de ventilatiesystemen na oplevering. Zij is vrij om te kiezen
Om de GSA-maatregelen tot uitvoering te brengen werkt de gemeente sinds bij welke gecertificeerde onderhoudspartij zij het onderhoud uitbesteedt.
2016 met een raamovereenkomst met aannemers (verlengd in 2019 en Een contract mag ook uit meerdere opeenvolgende kortere contracten
opnieuw afgesloten voor de periode 2020 — 2022) wat zorgt voor zowel bestaan, maar er moet sprake zijn van 10 jaar aansluitend onderhoud.
tempo als continuiteit in uitvoering. Deze raamovereenkomst voorziet in
mini-competities om de zogenaamde tranches op te dragen aan de Alle schoolgebouwen worden na deelname voorzien van een
aannemer die de beste aanbieding doet. Gezien de grotere belangstelling monitoringssysteem (CO -meter) in klaslokalen. Scholen hebben hierdoor
voor deelname door scholen in 2021-2022 mede in verband met het belang direct zicht op de luchtkwaliteit in de leslokalen en kunnen hiernaar
van goede ventilatie in schoolgebouwen door de COVID19-problematiek en handelen.
het aanbod van SUVIS door het Rijk, is besloten om tot een alternatieve
werkverdeling te komen. In overleg met de aannemers is een verdeling
gemaakt in het werkpakket, waardoor zij efficiënter kunnen werken, door Gezonde luchtkwaliteit vs. klimaatbeheersing
bijvoorbeeld uitvoering niet te beperken tot de zomervakantie. Dit maakt . . .
het voor de gemeente mogelijk om voor alle scholen het gehele jaar door Gedurende het programma is, vooral in de zomer, regelmatig de vraag
9 gel) 9 J Rn
een aannemer beschikbaar te hebben. gesteld of de temperatuurbeheersing in klaslokalen ook onderdeel is van de
scope. Het Programma Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam (GSA) heeft
tot doel om klaslokalen van gezonde lucht te voorzien, conform de normen
Onderhoud voor Frisse Scholen. Dit betekent dat de lucht in klaslokalen continu wordt
ververst waardoor het CO, -gehalte daalt en het minder benauwd wordt. De
Het onderhoud van de nieuwe ventilatiesystemen is van cruciaal belang voor verversing van de lucht zorgt ook voor enige verkoeling, maar het is niet
het in stand houden van een verbeterd binnenklimaat. Als bijvoorbeeld vergelijkbaar met airco. Het is wel mogelijk om de
filters niet op tijd worden vervangen heeft dit direct invloed op de luchtbehandelingssystemen te koppelen aan koelingssystemen, maar dit
luchtkwaliteit. Het onderhoud is daarom onderdeel van de afspraken die de valt buiten de scope van het project. Dit kan als aanvullende wens door de
gemeente maakt met de schoolbesturen. schoolbesturen worden meegegeven bij uitvoering van GSA.
Een gezond schoolgebouw wordt na oplevering overgedragen aan het Een deel van scholen die meedoen of hebben meegedaan aan GSA hebben
schoolbestuur. Het eerste jaar na oplevering is de betreffende aannemer een centraal balansventilatiesysteem (kasten op het dak) gekregen en
verantwoordelijk voor het onderhoud. Het schoolbestuur committeert zich hierbij is een koppeling aan koeling over het algemeen eenvoudig in te
door deelname aan het project aan de afspraak om voor de daaropvolgende passen. De frisse lucht die in de scholen wordt geblazen kan dan ook worden
10 jaar een onderhoudscontract af te sluiten bij een gecertificeerd gekoeld. Het is aan de schoolbesturen om te investeren in een koelsysteem.
16
Ook de scholen voorzien van een decentraal balansventilatiesysteem
(units in de klaslokalen) kunnen deze uitbreiden met een koelsysteem, maar
dit vraagt, vooral bij units die deels onder het plafond uitsteken, meer
maatwerk.
Overigens is het bij alle scholen met een balansventilatiesysteem (zowel
centraal als decentraal) mogelijk om nachtventilatie aan te zetten. Dit
betekent dat de lucht in de klaslokalen ook gedurende de nacht voortdurend
wordt ververst met buitenlucht. Omdat de buitenlucht 's nachts ook in
warme periodes afkoelt, zijn de lokalen 's morgens koeler en warmen
langzamer op.
17
B ij lage 2: Resu | taten Gezien de huidige omstandigheden rond COVID-19 is de interesse van
scholen nog groter dan verwacht.
Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam
201 5-2027 Tijdens de uitvoering in de periode 2015-2018 bleek dat er bij een aantal
scholen een kleinere ingreep nodig was dan verwacht (‘quick win’).
Daarnaast zijn er voordelen behaald door het toepassen van slimmere en
Uitvoering schoolgebouwen GSA 2015 - 2019 daarmee efficiëntere ontwerpen en voordelige aanbestedingsresultaten. De
totale verwachte investeringen voor de budgetjaren 2015 — 2018 bleken
Het oorspronkelijke uitvoeringsprogramma GSA 2015-2018 (111 hierdoor lager dan verwacht. Hierdoor ontstond een restantbudget
schoolgebouwen) was gebaseerd op alle PO/SO-scholen die op basis van de waarmee het mogelijk bleek om nog meer klaslokalen van een gezond
Toets Gezonde Schoolgebouwen in aanmerking kwamen voor deelname aan binnenklimaat te voorzien. Met een toegekend extra budget in de
het programma en zijn aangemeld door hun schoolbestuur. In de loop van de Najaarsnota 2018 voor het vervolgprogramma Voortgezet Onderwijs is het
jaren is het programma regelmatig geactualiseerd en zijn er ook VO-scholen programma ontstond ruimte voor meer scholen dan oorspronkelijk bedacht.
toegevoegd en PO-scholen die op basis van het onderzoek Monitoring
Binnenklimaat of de in 2020 door de overheid verplichte metingen voor
ventilatie alsnog aan het programma wilden deelnemen. Toets Gezonde Schoolgebouwen
In 2016 is de Toets Gezonde Schoolgebouwen afgenomen, hierover is ook in
Het was de ambitie om het programma Gezonde Schoolgebouwen in 2018 de laatste voortgangsrapportage (2017) verslag gedaan. Middels een visuele
af te ronden. Eind 2018 bleek er echter een restantbudget te zijn. Dit opname en CO2-metingen is inzicht verkregen in de luchtkwaliteit van
overschot is grotendeels ontstaan omdat er bij een aantal scholen een klaslokalen van 362 schoolgebouwen (262 PO, 30 SO en 70 VO). Deze
Kleinere ingreep nodig was dan verwacht, door het toepassen van slimmere scholen zijn vervolgens gecategoriseerd volgens de 4 prioriteitscategorieën
en daarmee efficiëntere ontwerpen en/of voordelige (zie ook paragraaf 2.2.). Vervolgens is per categorie aangegeven of de school
aanbestedingsresultaten. De gemeenteraad heeft toen besloten het voldoet aan de eisen voor Frisse Scholen klasse B (of C bij bestaande
restbudget aan te vullen met nog eens € 9,- miljoen en dit totaalbedrag aan installatie). Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een school niet
te wenden om nog meer klaslokalen van een gezond binnenklimaat te voldoet:
voorzien. Er is onderzocht of er alsnog meer PO/SO-scholen in aanmerking
kwamen voor deelname. Scholen die niet eerder op oproepen van de e Gebouwen liggen in een fijnstofzone en hebben geen speciale
gemeente hebben gereageerd om zich aan te melden zijn opnieuw benaderd maatregelen (F9-filters) tegen fijnstof
met als boodschap dat zij nog een laatste kans hebben om mee te doen. e Gebouwen hebben geen balansventilatiesysteem
18
e Gebouwen hebben wel een balansventilatiesysteem maar voldoen
niet aan klasse C van Frisse Scholen
De toets resultaten zijn naar alle schoolbesturen gestuurd. Schoolbesturen
waarvan (bepaalde) scholen in aanmerking kwamen voor deelname zijn
actief benaderd met de vraag of zij deel wilden nemen aan het programma.
Uit de toets bleek ook dat er van de schoolgebouwen met een adequaat
ventilatiesysteem toch ca. 80 scholen niet voldeden aan de normen voor
Klasse B. Deze scholen scoorden klasse D. Om de oorzaak hiervan te
achterhalen is in 2017 gestart met het project Monitoring Binnenklimaat
uitgevoerd. Daarnaast zijn, naar aanleiding van de toets, alle scholen met
een balansventilatiesysteem voortaan voorzien van een CO2-meetset om
een niet-functionerend systeem eerder te kunnen signaleren.
Conclusies na uitvoering 2015-2021
Met het programma Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam is het mogelijk
gemaakt om sinds de start in 2015 bij 96 PO/SO en 15 VO scholen het
binnenklimaat te verbeteren. De aanpassingen varieerden van het
installeren van volledig nieuwe installaties tot kleine aanpassingen aan
bestaande systemen. Het merendeel van de scholen waarbij de
luchtkwaliteit niet voldoende was deed mee, voor scholen die niet aan het
programma deelnamen waren duidelijke redenen van toepassing als een op
handen zijnde verhuizing of renovatie.
19
| Onderzoeksrapport | 19 | train |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
sessie
6 juli 2022 79° vergadering |Vaststellenadwies stedelijk beleidskaderhorecaenterrassen{stond-30
maart 2022 terkennisname-ep-agenda} > Verplaatst naar 5 oktober
2022
Maaiveldontwerp Citypilot Buiksloterham
Nota van Uitgangspunten herinrichting Mosplein-rotonde
EE
augustus
2022 kennisname op de agenda)
ge
2022
DE
2022
maart 2022 ter kennisname op agenda)
ee
oktober 2022
A
2022
EE
2022
7 december [15° vergadering
A
En
2022
28 december |Kerstreces
ng EP
januari 2022
29 maart; 11, 21 april; 2, 9, 19, 23 mei, 2, 9, 16,20 juni & 4 juli
| Agenda | 1 | train |
Aan Gemeenteraad Amsterdam
Postbus 202
1000 AB Amsterdam Huurderskoepel Arcade
Berkenplein 100
1112 CM Diemen
T 020 623 36 28
. . E [email protected]
Onze referentie: ADK15/003b/GA/jh 1 www.hvorcade.nl
Inzake: Inschrijfduur woningzoekenden
KvK 405 39 203
Diemen, 16 januari 2015
Geacht College,
Zoals u weet wordt per 1 juli de nieuwe huisvestingsverordening van kracht voor de Regio Amsterdam.
De Stadsregio Amsterdam heeft een concept huisvestingsverordening gemaakt die nu ter inspraak ligt. In
de verordening staan een aantal punten die nadelig uitvallen voor woningzoekenden.
De belangrijkste verandering is dat de woonduur als toewijzingscriterium vervalt. Je kan alleen op
inschrijfduur bij Woningnet een woning toegewezen krijgen. De inkomensgrenzen veranderen niet
(worden wel jaarlijks geïndexeerd). Voor iedereen die nu ingeschreven staat in Woningnet verandert er
niets. In die zin dat de opgebouwde woonduur per 1 juli automatisch wordt omgezet in schrijfduur.
€50 inschrijfgeld is een veel te hoog bedrag
Voor veel huishoudens met een laag inkomen is €50 een te hoog bedrag. Het is daarbij een uitgave
waarvoor heel veel jaren niets tegenover staat, immers woonduur kost niets extra, inschrijfduur wel. Dit
bedrag kan een drempel zijn om zich in te schrijven. Helemaal als mensen nu goed wonen. Het punt ís dat
iemand die nu geen reden ziet om te verhuizen daar over een aantal jaren wel een reden voor kan hebben.
Als men zich inschrijft op het moment dat het nodig is om naar een andere woning te verhuizen, begin je
met een inschrijfduur van nul jaar. Pas veel later merk je de gevolgen van het niet inschrijven, maar dan ís
het te laat. Om deze wijze worden mensen gedwongen nu al te betalen en te beslissen voor iets dat ver in
de toekomst kan liggen. Daarbij weet je ook niet dat als je nu met iemand naar tevredenheid goed
samenwoont of dat over 15 jaar nog het geval is. Tevens moet ieder volwassen lid van een huishouden
zich nu al inschrijven. Dat betekent dat de drempel nog hoger wordt want inschrijven kost een
huishouden dan minstens €100.
€50 inschrijfgeld is onredelijk
Niet alleen is €50 per persoon voor veel huishoudens een te hoge uitgave, maar het ís ook om het
volgende een onredelijk bedrag om te vragen.
Waarschijnlijk zullen tienduizenden mensen zich voor 1 juli gaan inschrijven bij Woningnet. Dat levert
Woningnet heel veel geld op. Ook omdat al die mensen daarna jaarlijks €10 betalen.
l
Huurderskoepel Arcade
Vereniging voor huurders van Woonstichting De Key
Het is niet juist en niet eerlijk dat de kosten voor Woningnet nu voor ca 90% door de huurders betaald
gaat worden. Arcade vond en vindt dit niet correct. Woningnet is een systeem waardoor de corporaties
een deel van hun kerntaken kunnen uitvoeren: het huisvesten van mensen met een bescheiden inkomen.
Corporaties dienen de kosten voor het uitvoeren van hun kerntaak uit de algemene inkomsten (huur) te
betalen en niet apart in rekening te brengen.
Coulanceregeling van vier jaat
Veel mensen zullen zich waarschijnlijk ntet inschrijven omdat zij het bedrag te hoog vinden in combinatie
met het nut en het niet te kunnen overzien van hun toekomst. Of omdat de informatie over de wijziging
en de noodzaak om zich ín te schrijven hen niet bereikt. Het is belangrijk dat er coulant wordt omgegaan
met mensen die om wat voor reden dan ook zich niet voor 1 juli 2015 hebben ingeschreven. Zij moeten
zich alsnog kunnen inschrijven met de opgebouwde woonduur. Vele jaren opgebouwde woonduur
mislopen omdat men zich niet heeft ingeschreven voor 1 juli is een veel te harde maatregel.
Arcade steunt het voorstel van de Huurdersvereniging Amsterdam dat stelt om gedurende een periode van
4 jaar coulant om te gaan met mensen die zich niet voor 1 juli 2015 hebben ingeschreven. Deze periode is
gelijk aan de looptijd van de huisvestingsverordening. Na 4 jaar moet de verordening geëvalueerd en
opnieuw vastgesteld worden.
Tijdelijk behoud inschrijfduur en woonduur
© Een starter die via Woningnet een corporatiewoning in de Stadsregio Amsterdam betrekt op
grond van inschrijfduur kan gedurende de eerste twee jaar na verhuizing eenmalig, de opgebouwde
inschrijfduur gebruiken. Een huishouden dat via Woningnet een sociale huurwoning van een
corporatie in de Stadsregio Amsterdam betrekt en daarbij een corporatiewoning in de Stadsregio
Amsterdam leeg achterlaat, kan gedurende de eerste vijf jaar na verhuizing eenmalig de op de
vorige woning opgebouwde woonduur gebruiken. Voor deze twee regelingen is geen
overgangsperiode in de verordening opgenomen. Deze maatregelen zijn ingevoerd om de
drempel om te gaan verhuizen te verlagen. Zij kunnen de twijfel weg nemen om een woning te
accepteren. Als achteraf de woning niet bevalt, kan er toch met meer succes gezocht worden naar
een andere woning.
e Arcade vindt dat deze twee maatregelen ín de verordening moeten worden opgenomen.
Samenvoegen woonduur
Thans geldt dat twee woningzoekenden die willen gaan samenwonen en die elk een zelfstandige woning in
de Stadsregio Amsterdam leeg achter laten, hun woonduur kunnen samenvoegen. Ze maken gebruik van
de opgetelde woonduur en kunnen met beide inschrijvingen op woningen reageren. In de nieuwe
verordening is deze mogelijkheid geschrapt. Dit vinden wij dit onterecht en deze mogelijkheid moet weer
in de nieuwe huisvestingsverordening opgenomen worden.
Voorlichtingscampagne
De voorgestelde wijzigingen zijn ingtijpend en ingewikkeld. Het is belangrijk dat mensen gewezen worden
op het belang om zich voor 1 juli 2015 in te schrijven bij Woningnet. Voor veel mensen zal het niet
duidelijk zijn wat het nut is om €50 te betalen om zich in te schrijven voor iets waar je nu niets aan hebt.
Dit geldt voor verschillende categorieën:
Te hoog inkomen, naar tevredenheid wonen, te weinig inkomen en bij ouderen die op den duur
aangewezen zijn op aangepaste woningen. Het ís belangrijk dat er een zo breed mogelijke
voorlichtingscampagne wordt gehouden. Daarbij moet tevens rekening gehouden worden met mensen die
2
Huurderskoepel Arcade
Varena vaa huurders wan Woarsliching be key
niet kunnen lezen, geen digitale informatie ontvangen en/of hun belangen op lange termijn niet goed
kunnen inschatten. Maar even groot als het belang van adequate voorlichting.
Hopelijk wilt u bovengenoemde zaken in welwillende overweging nemen en uw invloed uitoefenen om dit
te kunnen bewerkstelligen.
Met vriendelijke groet,
Voor het bestuur van de Huurdersvereniging Arcade
Henk Geurtsen
Voorzitter
3
Huurderskoepel Arcade
Vereniging voor huurders van Woonstichting De Key
| Raadsadres | 3 | train |
G emeente Bezoekadres
Stadhuis, Amstel 1
Amsterdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14020
> < www.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening
Datum 12 mei 2020
Kenmerk
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, Chris Rümke, 06-1481 8983, chris.rumke @ amsterdam.nl Roel
Versmissen, 06-3032 8149, r.versmissen @ amsterdam.nl
Onderwerp Reactie op motie 661 van 18 juli 2018 van de leden N.T. Bakker (SP), Van Renssen
(GroenLinks), De Heer (PvdA) en Kat (D66) inzake beleid omtrent grote
nieuwbouwwoonboten
Geachte raadsleden,
In de vergadering van de gemeenteraad van 18 juli 2018 heeft uw raad bij de behandeling van de
Nota Welstand op het water, motie 661 van de raadsleden (N.T. Bakker (SP), Van Renssen
(GroenLinks), De Heer (PvdA) en Kat (D66) aangenomen waarin het college gevraagd wordt om
nader beleid te formuleren omtrent grote nieuwbouwwoonboten niet zijnde van origine varende
schepen, bij voorkeur in overleg met de woonbotenorganisaties en de welstandscommissies.
In de discussie over de motie heb ik indertijd aangegeven de uitgesproken zorg te delen. De vraag
was vooral in hoeverre nieuw beleid gewenst is in aanvulling op de kaders, die er nu al zijn.
Op 19 augustus 2019 heb ik v in een brief over Actualiteiten rond woonboten op de hoogte gesteld
van de stand van zaken. Daarin heb ik ook aangegeven dat het inventariseren van alle relevante
bestemmingsplannen en de situatie rond circa 2.900 woonboten meer tijd zou kosten.
Voor de beantwoording van vw motie heb ik breed gekeken naar zowel het toetsingskader als ook
de aard en omvang van de problematiek in de stad. Op de resultaten hiervan ga ik verderop in
deze brief nader in, maar kort samengevat zie ik dat met het vaststellen van het
paraplubestemmingsplan Drijvende bouwwerken er een duidelijk en compleet toetsingskader is.
Het onderzoek naar mogelijkheden tot vergroting van woonboten heeft verduidelijkt dat op veel
plaatsen de maximale maten bereikt zijn, maar ook dat er hier en daar nog mogelijkheden voor
vergroting bij verbouw of vervanging zijn. Per bestemmingsplan zijn hierover zorgvuldige
afwegingen gemaakt.
Op korte termijn zie ik daarom geen noodzaak voor nieuw beleid. Voor de langere termijn zet ik in
gang dat in het Omgevingsplan de meetmethode en het begrippenkader worden geharmoniseerd,
omdat ik heb geconstateerd dat veel bestemmingsplannen verschillende terminologie hanteren.
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 12 mei 2020
Kenmerk
Pagina 2 van 4
In het vervolg van deze brief ga ik in aansluiting op een aantal overwegingen in de motie nader in
op de volgende punten:
1. Toetsingskader voor vergunningaanvragen.
2. Uitgevoerd onderzoek naar mogelijkheden voor vergroting van woonboten.
3. Watishet probleem rond de grote nieuwbouwboten?
4. Juridische schillen
5. Is een beleidswijziging gewenst?
6. Handhavingsbeleid en sanctiestrategie woonboten
1: Toetsingskader voor vergunningaanvragen
Sinds de vaststelling van de Wet verduidelijking voorschriften woonboten, (invoering per 1 januari
2018) worden de meeste woonboten als bouwwerk beschouwd. Bij veranderingen moet daarvoor
dan een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Met het vaststellen van het
paraplubestemmingsplan Drijvende Bouwwerken (2019) is geregeld dat bij vervanging of
nieuwbouw van woonboten een omgevingsvergunning in een reguliere procedure mogelijk is. Ook
zijn met dat parapluplan alle bestaande beleidsregels bekrachtigd, die ook maatvoeringen van
woonboten bevatten.
Hiermee is de juridische onduidelijkheid rond de veranderde status van woonboten zoals die in de
overwegingen bij de motie genoemd wordt mijns inziens weggenomen.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning over een woonboot wordt getoetst aan:
e het vigerende bestemmingsplan;
de nota Welstand te water;
e nautische regels.
In bestemmingsplannen is een ruimtelijke afweging gemaakt over de locatie van de woonboten en
omvang die op die plek als aanvaardbaar wordt gezien, passend bij het karakter van het gebied.
In de regels in bestemmingsplannen of geldende beleidsregels (waarnaar in bestemmingsplannen
is verwezen, zodat ze werking hebben als bestemmingsplanregels) zijn maximale maten voor
lengte, breedte, hoogte en soms diepte opgenomen, voor verschillende types woonboten, na
zorgvuldige afweging per locatie of gebied. Deze worden gebruikt bij oprichting, vervanging of
vergroting van woonboten. Zo zijn er ruimere mogelijkheden in brede wateren of naast
industrieterreinen. In de Watervisie Amsterdam 2040 (2016) is opgenomen dat uitbreiding van het
aantal ligplaatsen niet is gewenst, behalve op een aantal ontwikkellocaties (Houthavens,
Amstelkwartier, IJburg).
Welstand op het water (2018) regelt de eisen voor de visvele kwaliteit, per ruimtelijk systeem. Zo
dienen woonboten in beschermd stadsgezicht qua uiterlijk terughoudender te zijn en het liefst een
bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het gebied. Het gaat nadrukkelijk niet om eisen hoe groot
een boot mag zijn, maar meer over verhoudingen tussen verschillende onderdelen van de boot.
Voor een omgevingsvergunning en een ligplaatsvergunning wordt ook getoetst aan nautische
regels. Een woonboot mag een veilige en vlotte doorvaart niet hinderen.
2. Uitgevoerd onderzoek naar mogelijkheden voor vergroting van woonboten
Voor de beantwoording van de motie heeft bureau Van Riezen & Partners onderzoek gedaan:
‘Regels voor maatvoering van woonboten in Amsterdam’.
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 12 mei 2020
Kenmerk
Pagina 3 van 4
Het onderzoek is als bijlage bijgevoegd. Onderzocht is per stadsdeel en per bestemmingsplan op
welke plekken grotere maatvoering mogelijk is, bij verbouw of vervanging. Daartoe zijn de
gegevens over de vergunde woonboten vergeleken met de maximaal vergunbare maten. Het
verschil is benoemd als het ‘risico’ voor uitbreiding (zonder ‘risico’ te voorzien van een kwalificatie
gewenst/ongewenst).
Dit onderzoek leidt tot de volgende conclusies:
1) Inde bestemmingsplannen zijn bewuste en zorgvuldige planologische keuzes gemaakt voor
het al of niet mogen vergroten van woonboten. Verandering daarvan is mogelijk, maar vergt
dan een zeer zorgvuldige motivering (met het risico van planschade bij beperking).
2) Op een aantal plekken is nog vergroting mogelijk (soms in de lengte, soms in de breedte, soms
in de hoogte). Dit gaat meestal over enkele boten of een groep boten, vaak in breder water.
Deze mogelijkheden zijn geboden op basis van een zorgvuldige afweging.
Al voor deze inventarisatie is ontdekt dat in het bestemmingsplan Stadswerf Oostenburg een fout
is geslopen die ongewenste uitbreidingen in de hoogte mogelijk zou maken. Om dit te voorkomen
is het Voorbereidingsbesluit woonboten Oostenburgervaart genomen (publicatie 15 janvari 2020).
Naar aanleiding van dit onderzoek is ook geconstateerd dat in de loop der jaren per stadsdeel
verschillende meetmethodes en begrippenkaders bestuurlijk zijn vastgesteld, in de vorm van
(regels in) bestemmingsplannen en/of beleidsregels.
3. Wat is het probleem rond de grote nieuwbouwwoonboten?
De kwestie gaat vooral over vervanging van bestaande woonboten door grotere, nieuwe
woonboten. De aanvrager gebruikt vaak de maximaal toegestane maten in het bestemmingsplan.
Als het woonschepen betreft zijn de ontwerpen vaak vierkanter en breder dan de oorspronkelijke
woonboten. In veel bestemmingsplannen kunnen de aanvragen worden gehonoreerd, als wordt
voldaan aan de redelijke eisen van welstand. Als het aangevraagde voor het relevante type schip
niet past bij de gebruikelijke proporties, kan dit op basis van welstand worden geweigerd.
In een aantal gebieden is in het bestemmingsplan de eis opgenomen dat een woonschip
‘herkenbaar is als een van origine varend schip’. Dat is vooral het geval in de voormalige
havengebieden. Het probleem zit in het feit dat ter vervanging van oude woonschepen regelmatig
nieuwe worden aangevraagd die er op het eerste gezicht uitzien als ‘van origine varende schepen’.
Aanvragen voor nieuwbouwboten kunnen worden geweigerd vanwege óf het feit dat het schip
niet voldoet aan de bestemmingsplaneis ‘herkenbaar als van origine varend schip’ (daar op lijken is
onvoldoende) óf vanwege het niet voldoen aan redelijke eisen voor welstand.
Het lastige is dat woonboten en locaties dermate verschillen dat iedere keer opnieuw moet
worden onderzocht wat voor de betrokken woonboot op de betreffende locatie toegestaan is.
4. Juridische geschillen
In een overweging van de motie werd gesteld dat ‘er veel (ongewenste en dure) procedures’ rond
deze problematiek worden gevoerd. Bij mijn weten loopt er op dit moment hierover één
procedure. Zo lang deze zaak onder de rechter is doe ik daar geen inhoudelijke mededeling over.
Het samenspel tussen aanvragers van vergunningen en omwonenden is veranderd. De aanvragers
zoeken vaker de maximale grenzen van maatvoering op.
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 12 mei 2020
Kenmerk
Pagina 4 van 4
De omwonenden maken vaker bezwaar tegen plannen die ze minder gewenst vinden. Beide
ontwikkelingen staan los van het beleid. De kaders zijn duidelijk. De regels over bezwaar- en
beroep zorgen voor een correcte afhandeling van deze geschillen. De conclusie is dat ik hierin geen
reden zie om het beleid te wijzigen.
5. Is een beleidswijziging gewenst?
Binnen de kaders van de bestemmingsplannen is op diverse locaties vergroting van woonboten
mogelijk. Dit is bewust afgewogen in bestemmingsplanprocedures, met mogelijkheden voor
inspraak, bezwaar en beroep. Wat mij betreft zijn geen nieuwe planologische keuzes nodig.
Ik vind het overigens wenselijk om meer eenheid aan te brengen in de gehanteerde meetmethode
en het begrippenkader. Bijvoorbeeld tellen ondergeschikte of makkelijk te verwijderen delen bij
berekening van de maatvoering vaak niet mee. De definitie van ‘ondergeschikt’ kan per
bestemmingsplan variëren. Dit gaat in de praktijk onder andere over stuurhutten.
Meer eenheid in terminologie vereenvoudigt communicatie, kan fouten voorkomen, procedures
versnellen en rechtsgelijkheid bevorderen. Dat sluit aan bij de overwegingen die in de motie zijn
geformuleerd. Per locatie kan de maatvoering uiteraard dan nog wel verschillen. Ik stel voor om de
harmonisatie van terminologie op langere termijn praktisch te regelen in het Omgevingsplan.
6. Handhavingsbeleid en sanctiestrategie woonboten
Ook voor bestaande woonboten wordt gewerkt aan het realiseren van meer eenheid in beleid. Er
wordt daartoe gewerkt aan een nieuwe sanctiestrategie voor woonboten, als aanvulling op het
Handhavingsbeleid Wabo. Daarnaast is een voorstel in voorbereiding voor de projectmatige
aanpak van bestaande woonboten die geen medewerking verlenen aan inspecties, die geen
ligplaatsvergunning hebben en/of die op dit moment te groot zijn op grond van de ruimtelijke
en/of nautische regelgeving. Hierbij worden excessen op het gebied van maatvoering, zorgplicht,
welstand, illegaal wonen en illegaal bouwen op de kade met prioriteit aangepakt.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Hoogachtend,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
KH
SS, E 5 a e
S CAD batte
(Ó ipo |
ke 0 mgee
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Motie | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 710
Datum akkoord 7 juli 2015
Publicatiedatum 8 juli 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw M.H. Ruigrok
en de heer M.E. van den Heuvel van 22 mei 2015 inzake de openingstijden van
stadsloketten.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Waar Amsterdammers voorheen naar 55 verschillende balies moesten om hun
gemeentelijke zaken te regelen, kan dat nu bij een van de zeven stadsloketten,
wat de indieners van de vragen betreft een goede zaak. De introductie van de
stadsloketten had ook benut kunnen worden om de openingstijden te verruimen en te
uniformeren. Volgens de fracties van de VVD en D66 moeten Amsterdammers overal
in de stad op dezelfde tijden een paspoort kunnen afhalen of een vergunning kunnen
aanvragen, zonder daarvoor vrij te hoeven nemen. In het kader hiervan diende
voormalig lid Visser en lid Paternotte, namens de fractie van D66, tijdens de
behandeling van de Kadernota 2013 op 20 juni 2012 een motie in waarin het college
werd verzocht om de mogelijkheid van een doordeweekse openstelling van 8.00 tot
20.00 uur te betrekken bij de vormgeving van de stadsloketten (Gemeenteblad 2012,
afd. 1, nr. 386). Mogelijkerwijs kan het flexibel inzetten van personeel een rol spelen
in het mogelijk maken van deze door de fracties van de VVD en D66 gedeelde
ambitie.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 22 mei 2015, respectievelijk
namens de fracties van de VVD en D66, op grond van artikel 45 van het Reglement
van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het
college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Kan het college aangeven waarom niet gelijktijdig met de introductie van de
stadsloketten is gekozen voor uniforme openingstijden?
2. Wanneer worden de openingstijden wel geüniformeerd? Wat zullen deze nieuwe
uniforme openingstijden zijn? Gelden deze tijden voor alle lokethandelingen?
Antwoord vragen 1 en 2:
Het nieuwe dienstverleningsconcept gaat uit van baliedienstverlening via zeven
Stadsloketten met dezelfde werkwijze, uitstraling, een gelijk productenaanbod en
uniforme openingstijden van 08:00 tot 18:00 uur.
Inmiddels zijn alle zeven locaties verbouwd tot Stadsloket. Na een pilotperiode
werkt de locatie Nieuw-West vanaf juni 2015 volgens de nieuwe uitgangspunten
en openingstijden. De uitgangspunten houden in dat er een duidelijk onderscheid
is in lokethandelingen die kort contact vereisen en vragen van burgers die langer
contact met zich mee brengen. Op basis van de te verwachten klantenstroom op
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing Jo Gemeenteblad
Datum 8 juli 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 mei 2015
beide gebieden, worden de medewerkers ingedeeld volgens een nieuwe, slimme
manier van inroostering. Hiermee wordt capaciteit vrijgespeeld waardoor de
loketten van 8:00-18:00 uur open kunnen zijn. De nieuwe roostersystematiek
vereiste instemming van de centrale ondernemingsraad (COR). Dit
instemmingstraject heeft veel langer geduurd dan normaal. In mei dit jaar is de
COR uiteindelijk akkoord gegaan met de werkwijze en verdere uitrol hiervan naar
de overige stadsloketten. De uitrol is hierdoor minstens een half jaar vertraagd.
Op het moment dat een Stadsloket op de nieuwe manier gaat werken — en dus
officieel open gaat - worden ook de nieuwe openingstijden geïntroduceerd.
De planning voor de opening voor de Stadsloketten is als volgt:
-__ Stadsloket Nieuw-West: reeds geopend
-__ Stadsloket Zuid: reeds geopend
-__ Stadsloket Centrum: reeds geopend
-__ Stadsloket Oost: week 35
-__ Stadsloket Zuidoost: week 38
-__ Stadsloket Noord: week 41
-__ Stadsloket West: week 44
Eind oktober 2014 zijn de openingstijden stadsbreed geüniformeerd. Gedurende
de openingstijden wordt het volledige pakket aan lokethandelingen aangeboden.
3. Zal naast uniformering ook verruiming van de openingstijden worden ingevoerd?
Wordt bij deze verruiming ook avondopenstelling, die niet ten koste gaat van
ochtendopenstelling, meegenomen? Zo ja, gebeurt dit gelijktijdig met het invoeren
van de nieuwe openingstijden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het College heeft in de Voorjaarsnota een structurele inzet van € 1 miljoen
opgenomen voor verdere verruiming van de openingstijden conform motie 386,
waardoor de doordeweekse openstelling van de Stadsloketten van 8:00 tot 20:00
uur mogelijk wordt.
4. Welke rol ziet het college weggelegd voor flexibele inzet van personeel op dal- en
piekmomenten van de stadsloketten om zo verdere verruiming van
de openingstijden met een eenzelfde aantal fte's mogelijk te maken?
Antwoord:
Zoals in antwoord 2 gemeld, is door een slimme manier van inroostering
capaciteit vrijgekomen die wordt ingezet om de Stadsloketten van 8:00 — 18:00
uur te bemensen. Tevens is hiermee de besparing van € 9,9 miljoen (1S10) per
2015 gerealiseerd. De Amsterdammer kan in de nieuwe situatie 50 uur per week
terecht voor baliedienstverlening. Dit is (afhankelijk van het betreffende stadsdeel)
12 tot 18 uur per week meer dan de stadsdelen voorheen open waren.
Bij avondopenstelling gaan de Stadsloketten 22 tot 28 uur per week meer open
dan vóór de introductie van de vernieuwde dienstverlening. De verruiming van
18:00 naar 20:00 uur kan niet meer intern worden opgevangen en brengt jaarlijks
£1 miljoen extra kosten met zich mee.
Met een openstelling van de loketten van 8:00-20:00 uur, zijn de Amsterdamse
stadsloketten 18-20 uur langer open dan de drie andere grote gemeenten (Den
Haag, Utrecht, Rotterdam).
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing Jo Gemeenteblad R
Datum 8 juli 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 mei 2015
5. Ziet het college ook mogelijkheden om het stadsloket in het weekend te openen?
Graag met motivatie.
Antwoord:
Mede naar aanleiding van motie 386 is de universiteit van Twente vorig jaar
gevraagd onderzoek te doen naar de dagen en tijdstippen waarop
Amsterdammers bij voorkeur gebruik maken van de balies. De mogelijkheid van
een weekendopenstelling is hier bij meegenomen. Uit het onderzoek blijkt slechts
een zeer beperkte groep Amsterdammers behoefte te hebben aan een
weekendopenstelling. Van de voorkeurstijden van de respondenten die de balie
als favoriet kanaal aangeven, valt 7% op zaterdag en 2% op zondag. De jaarlijkse
extra kosten voor weekendopenstelling worden geschat op € 3,3 miljoen euro
voor openstelling op zaterdag en € 2,2 min op zondag. Het verschil in tussen
deze dagen heeft te maken met het verwachte aantal bezoekers (nav
voorkeurstijden van respondenten meer bezoekers op zaterdag dan op zondag).
De hoge kosten hebben te maken met roostertoeslag in het weekend en het feit
dat in dan alle kantoren gesloten zijn en veel extra kosten gemaakt moeten
worden om deze te openen en te bemensen.
Gezien de beperkte vraag, de hogere kosten voor personeel en de grote impact
voor de medewerkers ziet het College geen aanleiding voor een
weekendopenstelling.
6. Volgens Het Parool van 23 april 2015 heeft stadsbestuur in het kader van het
nieuwe bestuurlijk stelsel verordonneert dat de nieuwe stadsloketten in alle zeven
stadsdelen identiek moeten zijn, dat wil zeggen: 'ze moeten sterk lijken op de
frisse en fleurige vertrekhal van een prijsvechter naar de zon’, aldus de krant.
Heeft het college besloten dat de nieuwe stadsloketten op dezelfde wijze worden
ingericht en wat zijn de kosten die met deze herinrichting is gemoeid? En indien
ja, wat zijn de gevolgen voor de kunstwerken en/of installaties die zich in
momenteel in de publieksruimten van de huidige stadsdeelkantoren bevinden?
Antwoord:
Het College heeft in 2012 besloten dat de nieuwe Stadsloketten hetzelfde worden
ingericht. De nieuwe inrichting vergroot de herkenbaarheid van de Stadsloketten,
is toegankelijk voor alle Amsterdammers en de open, ruimtelijke opbouw sluit aan
bij de uitnodigende uitstraling die de gemeente voor ogen heeft. De inrichting leidt
de bezoeker op een duidelijke en overzichtelijke manier door de ruimte waardoor
de nieuwe werkwijze (zie ook antwoord op vraag 3) met een knip tussen lang en
kort contact mogelijk is.
De totale verbouwingskosten van de Stadsloketten worden in de buisinesscase
geraamd op 12,5 min. euro en zijn in de begroting gedekt. Dit bedrag is inclusief
de kosten voor nazorg die momenteel plaatsvindt. Het project wordt november/
december dit jaar afgesloten. Daarna zijn de definitieve kosten bekend. Deze
zullen overigens binnen de begroting blijven.
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 6 ui 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 mei 2015
Bijna alle aanwezige kunstwerken worden na de verbouwing teruggeplaatst in de
stadsloketten. In onderstaand overzicht staan de gevolgen per Stadsloket:
— Stadsloket Nieuw-West: Pand was leegstaand voor intrek Stadsloket.
Geen kunstwerken aanwezig.
— Stadsloket Zuid: Deel van de spreekkamers hergebruikt.
Glazen kunstwerk (lamp) in voormalige
Raadszaal verwijderd en opgeslagen.
Overige kunstwerken gehandhaafd.
— Stadsloket Centrum: Kunstwerken gehandhaafd.
— Stadsloket Oost: Balies, spreekkamers en wachtbankmeubilair
Hergebruikt, Kunstwerken gehandhaafd
— Stadsloket Zuidoost: Kunstwerk “Bijlmer Bubbels” in goed met de
kunstenaar teruggegeven aan de kunstenaar ',
Overige kunstwerken gehandhaafd.
— Stadsloket Noord: Kunstwerken gehandhaafd.
Wachtbankmeubilair gehandhaafd.
— Stadsloket West: Kunstwerken gehandhaafd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
' Argumenten om het kunstwerk niet te handhaven waren dat het te veel ruimte in beslag nam in de
wachtruimte van het Stadsloket, het kunstwerk de zichtlijnen van het Stadsloket belemmerde, de
‘look en feel’ niet paste bij de vormgeving van het nieuwe stadsloket en er onvoldoende garanties
waren voor toekomstig onderhoud
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R.
% Gemeenteraad
% Motie
Jaar 2021
Nummer 152
Behandeld op 10 maart 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van het lid Poot inzake de nadere uitwerking van de scenario's
raamprostitutie Wallen/Singel (onderzoek ook nieuw te ontwikkelen
gebieden)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de nadere uitwerking van de scenario's
raamprostitutie Wallen/Singel.
Constaterende dat:
- Het locatieonderzoek van het Projectmanagementbureau (PMB) heeft
geleid tot een shortlist met voorlopige locaties voor een prostitutiehotel
(PH) of erotisch centrum (EC);
-— Deze locaties zich veelal bevinden in bestaande gebieden, die al dan
wel of niet een transformatie door (gaan) maken.
Overwegende dat:
- De mogelijke komst van een PH of EC tot weerstand kan leiden bij
omwonenden van de genoemde locaties;
-— Dit in locaties in nieuw te ontwikkelen gebieden niet of in ieder geval
veel minder het geval zal zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Het PMB de opdracht te geven om bij het locatieonderzoek voor een
prostitutiehotel (PH) of erotisch centrum (EC) ook uitdrukkelijk te
zoeken naar locaties in nieuw te ontwikkelen gebieden en (dus) niet
alleen transformatielocaties of bestaande buurten te onderzoeken;
— De raad in het najaar 2021 te informeren over de uitkomsten van de
onderzochte locaties.
Het lid van de gemeenteraad
M.C.G. Poot
| Motie | 1 | train |
Kernprocedure Overstap PO - VO
Amsterdam 2020-2021
Afspraken van schoolbesturen en gemeente Amsterdam over de overstap van primair onderwijs
naar voortgezet onderwijs
Versie schooljaar 2020-2021
Datum: september 2019
Inhoud
Belangrijkste wijzigingen 5
Waarom de Kernprocedure? 7
Doelstellingen 7
1. HET BASISSCHOOLADVIES … noon eeeneonneneneneeresnnnnonsneneensennsnenseeerssennssnnsnsernnsnnnnnneneer 0
1.1 Het basisschooladvies 9
Basisschooladviezen van de Kernprocedure 9
Aanvullende voorzieningen 9
Leerlingen met (extra) ondersteuningsbehoefte 9
1.2 Opstellen basisschooladvies 10
Traject eindadvisering 11
1.3 Toetsing ten behoeve van toewijzing lwoo of pro (didactisch onderzoek) 12
1.4 Enkele (aanvullende) adviezen toegelicht 13
Praktijkonderwijs 13
Leerwegondersteunend onderwijs 13
Tussenvoorziening 13
1.5 Basisschooladvies zonder onderwijsniveau 14
1.6 Doorstroom vanuit groep 7 15
1.7 Hulp bij advisering: Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen 15
2. ONDERWIJSKUNDIGE INFORMATIE nnn oeenenenseensennnonsnerrensnnnsonnneneensnnnssnnsseernsennnnnnnnerrnnn 16
Elektronisch Loket Kernprocedure, ELK 16
Onderbouwing basisschooladvies, het oki-doc 16
Oki-doc: gegevens en bijlagen 16
Geen aanvullende toetsen door VO 16
Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) 16
PO in ELK 17
VO in ELK 17
Randgemeenten 18
2.2 Informatieplicht aan ouders 18
2.3 Verplichte eindtoets 18
Wél eindtoets voor vmbo (met of zonder lwoo), havo of vwo 19
Géén eindtoets voor pro-leerlingen 19
Uitslag eindtoets 19
3. ORIËNTATIE EN VOORLICHTING nanne onoveovnsvenrrnovarvenrnnvenrvnrvenvenvenrensvenvenoenovesvenvenoensvnnvenvvvenseerveneee 21
3.1 Voorlichting ouders en leerlingen 21
Keuzegids Voortgezet Onderwijs Amsterdam 21
Open dagen VO 21
www.voschoolkeuze020.nl 21
Informatiemoment door PO 21
Open dagen voor groep 7 22
3.2. Informatievoorziening scholen 22
Beheerorganisatie Kernprocedure 1 22
Leerlingen van buiten Amsterdam (buitenleerlingen) 23
4.1 Kopklas of VSO-school 23
4.2 Tussenvoorziening, school voor praktijkonderwijs of ISK 23
Ll
4.3 Regulier voortgezet onderwijs (met of zonder lwoo) 24
Voorkeurslijst opstellen VO-scholen 24
Plaatsingsgarantie en minimale lijstlengte 24
4.4 Centrale Loting & Matching 25
Aanmelden LOOT en DAMU 25
Profielklassen 25
Aanmelding vakscholen 25
Stappenplan aanmelding 26
Leerlingen van buiten Amsterdam (buitenleerlingen) 26
Verklaring aanmelding 27
4.5 Voorrangsregels en hardheidsclausule 27
Afbouw voorrangsregels 27
Kopklas en doorstroom vanuit SBO of SO 27
4.6 Procedurele controle (compleetheid oki-doc en onderbouwing basisschooladvies) 28
5. PLAATSINGSFASE, INCLUSIEF BEHANDELFASE noon oonononerennensrrsnersrssnnrsrssnnonsesnsrrrennsrrresnrrrrn 2
Oriëntatiegesprekken 29
5,1 Plaatsing zonder de Centrale Loting & Matching 29
Leerlingen met VSO advies 29
5,2 Traject plaatsing met de Centrale Loting & Matching 29
5.3 De Centrale Loting & Matching 30
Opgave beschikbare plaatsen, controle keuzelijsten 30
Proef-Centrale Loting & Matching 30
Reservelijst 31
5,4 Publicatie van de Centrale Loting & Matching 31
5.5 Afrondingsfase voor niet-gematchte leerlingen 31
5.6 Behandelfase 31
Zorgplicht 32
Zorgvuldige behandeling, ook in het kader van zorgplicht 32
Tafeltjesmiddagen, warme overdracht 32
5.7 Leerlingen met hogere score op eindtoets dan basisschooladvies - heroverwegingsfase 32
5.8 Vragen, verzoeken en/of klachten 33
Het basisschooladvies 33
Vragen over passend onderwijs 33
Algemene procedure 33
5,9 Plaatsing na de zomervakantie 2020 33
5,10 Mentorbegeleiding: hulp bij de overstap 34
5,11 Overstappen naar een andere VO-school? 34
BIJLAGEN KERNPROCEDURE … noon oo nononrrsnnrrrssersresnersrssnnsnresnnenrensorerenserersssnrensssnsersssnrersssnrersnsnrnr 3D
Bijlage 1 Tijdpad Kernprocedure PO/VO 2019-2020 35
Bijlage Il Procesomschrijving Centrale Loting en Matching OSVO 35
Bijlage III Notitie BBO: Gezamenlijke toetsstandaard 2019-2020 35
Bijlage IV Handboek Toewijzing lwoo en pro 35
Bijlage V Beslisboom OCW voor leerlingdeelname aan eindtoets 35
Ll
Afkortingen en begrippen
MORE tlg
Dienst Uitvoering Onderwijs, beschikt over onderwijsgegevens leerlingen, t.b.v.
mende
ELK Elektronisch Loket Kernprocedure (voorheen ELKK en MEPS): beveiligde website voor
EE lr anvensnneateenomv ande
er membegelederinhetbessondejs
SK memaionsesdelelds
woo teerwegondersteunend onderwijs, exa voorening binnen hetumbo
oz ____AldeingOnderwijs Jeugden Zorg GemeenteAmsterdan
olde onderwsndgdoeument
opp onmkelngpersetifden
PO pamarOndends
pro______Prakijkonderwis
RVC Regionale Verwijzingscommissie, voor indicatiestelling praktijkonderwijs en
gnd
SM soestemotonredondemoek
so secondes
WISC-III Wechsler Intelligence Scale for Children-Ill, een intelligentietest voor het bepalen van
genegen
Centrale Loting & Matching betekent dat door middel van een algoritme de voorkeuren voor VO-
scholen van alle leerlingen die conform de Kernprocedure een keuzelijst hebben ingediend, worden
vergeleken met beschikbare plaatsen op de VO-scholen op de wijze zoals in Hoofdstuk 5 en Bijlage II
(Procesomschrijving Centrale Loting en Matching) omschreven.
Ll
Inleiding
In Amsterdam schrijven zich ieder jaar meer dan 7.000 leerlingen in voor het voortgezet onderwijs.
Amsterdam biedt voor alle leerlingen en voor alle onderwijsniveaus voldoende plaats op de VO
scholen in de stad. leder jaar zijn er een aantal scholen die meer aanmeldingen ontvangen dan zij
plekken hebben. Daarom wordt er geloot en gematcht. In deze Kernprocedure staan de afspraken
over de overstap van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. In grote lijnen is deze
Kernprocedure gelijk gebleven aan die van het schooljaar 2018-2019. Met name vanuit het
tevredenheidsonderzoek en de cijfermatige evaluatie (beiden uitgevoerd in 2016, 2017, 2018 en
2019) zijn enkele verbeterpunten doorgevoerd.
Belangrijkste wijzigingen
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen sinds 2014. Deze staan nader
uitgewerkt in deze gids:
1. Het basisschooladvies
Het basisschooladvies is leidend en bindend voor het VO. De wetgever heeft hierbij overwogen dat
het advies van het PO is gebaseerd op meerdere jaren aan observaties van de ontwikkeling, kennis
en vaardigheden van de leerling.
2. Centrale eindtoets als ‘second opinion’
De score van een eindtoets wordt niet meer gebruikt in de eerste fase van aanmelding op het VO.
Deze eindtoets wordt later in het schooljaar afgenomen (april/mei). De uitkomst/score heeft de
status van ‘second opinion’. De basisschool is verplicht het advies te heroverwegen als de uitkomst
hoger is dan het basisschooladvies. Het is aan de basisschool of het basisschooladvies wordt
bijgesteld.
3. Centrale Loting & Matching
In de Centrale Loting & Matching worden leerlingen zoveel mogelijk gelijktijdig en op VO-scholen
van hoge voorkeur geplaatst. In dit plaatsingssysteem hoeven leerlingen niet strategisch te kiezen,
maar maken ze een voorkeurslijst van VO-scholen waar ze daadwerkelijk naar toe willen. Alle
leerlingen met een lange voorkeurslijst (zie pagina 19 voor de lijstlengte per advies) worden
geplaatst op een school van hun voorkeurslijst.
4. Afbouw voorrang voor broertjes/zusjes en kinderen van personeelsleden
Dit betekent dat nieuwe leerlingen of kinderen van personeelsleden geen recht meer zullen hebben
op voorrang door hun broertjes/zusjes of ouders. Als overgangsregel geldt dat er voorrang is voor
broertjes en/of zusjes van zittende leerlingen die op O1 oktober 2016 stonden ingeschreven, en voor
kinderen van personeelsleden die op O1 oktober 2016 in dienst van het VO-schoolbestuur waren.
5. Opbouw reservelijsten
Bij de samenstelling van de volgorde van de reservelijst is het lotnummer leidend waarbij de leerling
met het meest ongunstige lotnummer die de betreffende school als eerste voorkeur heeft
opgegeven, maar niet geplaatst is op deze school, bovenaan de reservelijst komt te staan. De
leerling met het meest gunstige lotnummer komt, binnen de groep van de eerste keuze, onderaan te
staan. Daarna komen de leerlingen die deze school als tweede keuze hebben opgegeven en hiervoor
geldt dat de leerling met het meest ongunstige lotnummer in deze groep bovenaan komt te staan.
Op deze manier heeft een leerling niet meerdere keren nadeel van een ongunstig lotnummer.
Ll
Privacy
Vereniging OSVO en Stichting ELK zullen alle persoonsgegevens die zij ontvangen, verwerken
conform de toepasselijke regelgeving, uitsluitend met het doel uitvoering te geven aan de
Kernprocedure en alle daarmee samenhangende werkzaamheden.
Door het geven van het akkoord op de Kernprocedure geven de ouders of wettelijk
vertegenwoordigers van leerlingen toestemming voor deze gegevensverwerking.
De Kernprocedure
In dit hoofdstuk leest u waarom er stedelijke afspraken zijn gemaakt over de overstap van het
primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. Alle Amsterdamse schoolbesturen hebben
toegezegd zich te houden aan de afspraken van de Kernprocedure. Alle ouders van leerlingen die
zich bij instroom vanuit het primair onderwijs aanmelden voor VO-scholen moeten ook toezeggen
zich aan de afspraken in de Kernprocedure te houden. De bijlagen bij de Kernprocedure, waaronder
met name de Procesomschrijving Centrale Loting en Matching (Bijlage II) maken van de
Kernprocedure onverbrekelijk deel uit.
Waarom de Kernprocedure?
Een goede overstap van de basisschool naar de VO-school is van groot belang voor een succesvolle
schoolcarrière. Daarom maken de Amsterdamse schoolbesturen van het primair onderwijs (bijna
allemaal vertegenwoordigd in het BBO) en het voortgezet onderwijs (bijna allemaal verenigd in
vereniging OSVO) elk jaar afspraken over het proces van verwijzing naar, en inschrijving op, een
school voor voortgezet onderwijs. De gezamenlijke schoolbesturen hebben deze afspraken
vastgesteld in overleg met de gemeente Amsterdam. De gemeente faciliteert de uitvoering van de
Kernprocedure en de voorlichting van ouders over de schoolkeuze.
Jaarlijks wordt de Kernprocedure geëvalueerd. Daarin wordt de inbreng van alle belanghebbende
partijen meegenomen. De Kernprocedure die voor een bepaald jaar geldt, vormt een bindende
afspraak tussen de wettelijk vertegenwoordigers van leerlingen en VO-scholen.
Doelstellingen
De Kernprocedure is van toepassing op de instroom in het voortgezet (speciaal) onderwijs in
Amsterdam.
1. Zo goed mogelijke advisering van de basisschool
Een goed basisschooladvies is belangrijk. Dit advies is bepalend bij de toelating tot het voortgezet
onderwijs. Een leerling dient terecht te komen op een VO-school met het onderwijs dat het beste
aansluit op de mogelijkheden, ambitie en verdere opleidings- en beroepswensen van de leerling. De
overgang hoort zowel pedagogisch als onderwijskundig (of didactisch) een doorgaande lijn te
vormen.
2. Kwalitatief hoogwaardige behandeling van de aanmelding door de VO-school
Het tweede doel van de Kernprocedure is dat de VO-school elke aangemelde, of door de Centrale
Loting & Matching geplaatste, leerling zorgvuldig behandelt. Naast de procedurele check op het
basisschooladvies en de volledige en corresponderende onderbouwing hiervan, wordt elke leerling
met diens eventuele ondersteuningsvraag op een hoogwaardige manier behandeld om tot een
definitieve plaatsing te komen op een passende VO-school.
Ll
3. Transparant proces van schoolkeuze, aanmelding en plaatsing
Het derde doel is dat de Kernprocedure het proces van schoolkeuze, aanmelding en plaatsing helder
en zo eerlijk mogelijk laat verlopen. Voor ouders en leerlingen wil dat zeggen dat zij duidelijke
informatie krijgen over het samenstellen van de voorkeurslijst en het toelatingsbeleid op de VO-
scholen. PO- en VO-scholen weten welke procedures zijn afgesproken en houden zich hieraan.
4. Verzameling van gegevens rondom de schoolkeuze
Ten vierde dient de Kernprocedure aan verschillende partijen gegevens te verschaffen rondom het
keuzeproces, zodat er gedegen kan worden geëvalueerd, bijgesteld en eventueel verantwoord. Ook
kunnen de gezamenlijke bestuurlijke partijen stedelijk beleid formuleren, evalueren en waar nodig
aanpassen.
Ll
1. Het basisschooladvies
Dit hoofdstuk beschrijft het opstellen van het basisschooladvies. U leest hier welke adviezen en
aanvullende voorzieningen er zijn.
1.1 Het basisschooladvies
Het basisschooladvies is gebaseerd op, en wordt ondersteund door, het dossier over de
leerprestaties gedurende de laatste drie jaar in een aantal leervakken, van een leerling. De
basisschool neemt bij het formuleren van het advies gegevens mee die het beste zicht geven op de
ontwikkeling van de leerling in brede zin: kennis en vaardigheden, de sociaal-emotionele
ontwikkeling, de werkhouding, motivatie en gedrag, de onderwijsbehoefte, de geboden
ondersteuning en het effect hiervan.
Het basisschooladvies beschrijft welk onderwijsniveau de meest passende vorm van onderwijs is in
het VO, voor de leerling.
Basisschooladviezen van de Kernprocedure
De basisschool kan de volgende niveau-adviezen geven:
. Praktijkonderwijs . Vmbo-theoretisch/Havo
" Vmbo-basis " Havo
. Vmbo-basis/kader . Havo/Vwo
n VMBO-kader n Vwo
. Vmbo-theoretisch? . Kopklas?
. ISK?
t‚ Vmbo-theoretisch = mavo
2, Kopklas = extra jaar taalonderwijs na PO en vóór VO
3, ISK = Internationale schakelklas (alleen ISK PO kan verwijzen naar ISK VO)
Aanvullende voorzieningen
De basisschool kan naast het niveau-advies, ook een advies geven over de onderwijsvorm waar de
leerling het best terecht kan gezien diens ondersteuningsbehoefte. In Amsterdam hebben we drie
type voorzieningen die leerlingen extra kunnen ondersteunen:
. Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo), aanvullend op een vmbo-advies
. Tussenvoorziening (voorheen nevenvestiging zorg)
. Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO)
Leerlingen met (extra) ondersteuningsbehoefte
Leerlingen met een basisschooladvies en (extra) ondersteuningsbehoefte kunnen afhankelijk van de
mate van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte onderwijs volgen in het regulier onderwijs (met
of zonder lwoo), in één van de tussenvoorzieningen of het voortgezet speciaal onderwijs. Zowel de
ouders als de basisschool en/of het voortgezet onderwijs kunnen menen dat er sprake is van extra
ondersteuningsbehoefte en hierop anticiperen.
Ll
1.2 Opstellen basisschooladvies
Over de wijze waarop het basisschooladvies tot stand komt zijn op initiatief van de schoolbesturen
primair onderwijs in de Kernprocedure afspraken gemaakt.
Basisscholen hebben de plicht om een goed onderbouwd basisschooladvies te geven. De basisschool
beschrijft in het onderwijskundig document het uitstroomperspectief van de leerling en maakt een
inschatting van eventuele risico’s bij de overgang naar het VO.
Deze procedure heeft tot doel het VO voldoende vertrouwen te geven in het advies van het PO om
een toelatingsbesluit te nemen. Het VO is verantwoordelijk voor de juiste plaatsing. Wanneer een
leerling is geplaatst, is het immers de bedoeling dat hij zijn eindexamen doet op deze VO-school.
Omdat het basisschooladvies leidend en bindend is, is het van belang om te komen tot een goede
afweging. Daarvoor dient onderstaand stappenplan:
1. Voor iedere leerling wordt de vaste set toetsgegevens overgedragen (zie bijlage III).
2. Overige factoren, zoals de motivatie van de leerling, eventuele onderwijs- en/of
ondersteuningsbehoeften, kleuren het beeld verder in. Ook onderstaande factoren horen bij de
overwegingen van de basisschool en krijgen zo nodig een plek in de toelichting. Deze onderwerpen
komen deels aan de orde in de vragenlijst Werkhouding en Gedrag in ELK:
. Aandacht en concentratie, taakgerichtheid, motivatie, werkverzorging, interesses,
creativiteit, doorzettingsvermogen, analytisch denkvermogen, probleemoplossend
vermogen, samenwerken, zelfvertrouwen/faalangst, zelfstandigheid, omgaan met kritiek.
. Voorbereiding van de leerling op meer zelfstandig werken, het werken aan competenties als
planning en organisatie, huiswerk maken, toetsen voorbereiden, op tijd aanwezig zijn.
. Omgang met leerlingen, omgang met leerkrachten, omgang met gezag, stellen van grenzen,
weerbaarheid, teruggetrokken gedrag, sociale vaardigheden en participatie.
. Medische bijzonderheden, opvallende factoren in motorische, visuele, auditieve, taal- en
spraakontwikkeling.
. Thuissituatie, onderwijsondersteunend gedrag, educatief partnerschap.
3. In de meeste gevallen zal daarbij sprake zijn van een harmonieus beeld, dat aansluit bij de eigen
inschatting van de basisschool wat betreft het vervolgonderwijs.
4. Wanneer het beeld nog niet voldoende helder is, wordt bekeken welke leergebieden zwaarder
horen mee te tellen in het uitstroomperspectief. Ook worden de benodigde onderwijs- en
ondersteuningsbehoefte en de aanpak als factoren overwogen. Bij leerlingen met een
taalachterstand (gewichtenleerlingen), vooral bij allochtone leerlingen, speelt de rekenscore een
doorslaggevende rol, voor de overige leerlingen is dit begrijpend lezen. De spellingsgegevens zijn
daarbij ondersteunende informatie.
Daarbij stelt de leerkracht zichzelf de volgende vragen:
. Spelen belemmerende en/of stimulerende factoren een rol?
. Zijn er extra onderwijs- en ondersteuningsbehoeften en is er een
ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opgesteld?
. Welke vaardigheden zal de leerling het meest nodig hebben op het toekomstige schooltype?
. Heeft de leerling compenserende mogelijkheden?
Op basis van deze afwegingen maakt de basisschool een weloverwogen keuze voor het
basisschooladvies (met eventueel advies richting een aanvullende voorziening). Een toelichting op
deze keuze wordt in het oki-doc gegeven. De scholen gebruiken het oki-doc in het adviesgesprek ter
onderbouwing van het advies. Ouders krijgen tijdens dit gesprek een kopie en inzage in het oki-doc.
Ll
Traject eindadvisering
De basisschool voert met regelmaat leerling- en oudergesprekken over de ontwikkeling van de
leerling. De LVS-gegevens zijn daarin ondersteunend en worden afgezet tegen normgegevens van de
Inspectie. Hierdoor is het voor de leerling en de ouders duidelijk hoe de leerling presteert, hoe dit is
in vergelijking tot leeftijdsgenoten (gemiddeld, voorsprong of achterstand) en hoe dit tot uiting komt
in de gegevens van het LVS. De communicatie tussen ouders, leerling en de basisschool hierover is
transparant. In dit traject zijn tenminste twee professionals van de basisschool betrokken (leerkracht
van groep 8, de ib'er en/of schoolleider).
De volgende stappen maken onderdeel uit van de gemaakte afspraken:
Groep 7, start eindadviseringstraject
e De basisschool heeft aan het eind van groep 7 een gesprek met de ouders en de leerling over
het vervolgonderwijs van hun kind. De LVS-gegevens tot met E7 zijn hierin ondersteunend. De
leerkracht geeft ook een duidelijk beeld van de vaardigheden en (werk)houding van de leerling,
de eventuele onderwijsbehoeften en benodigde ondersteuning. Het uitstroomperspectief VO uit
het LVS kan ter onderbouwing van het voorlopig advies worden gegeven, evenals de resultaten
uit het sociaal emotioneel volgsysteem.
e Indit gesprek worden werkpunten voor de individuele leerling en de eventueel nog te
ondernemen stappen besproken om te komen tot een weloverwogen basisschooladvies in
januari, na de M8 toetsen.
e Het gesprek wordt op hoofdlijnen vastgelegd in het LVS.
e Bij de overdracht van groep 7 naar groep 8 wordt stilgestaan bij alle gegevens die van belang zijn
voor het opstellen van het basisschooladvies. In onderling overleg tussen leraren groep 7, 8 en
de intern begeleider wordt nagegaan of deze gegevens voldoende zijn om later in groep 8 te
komen tot een weloverwogen advies. Er wordt rekening gehouden met leerlingen die een
‘eindspurt’ maken.
Groep 8, vervolg en afronding eindadvisering
e Er worden voor leerlingen waarbij nog niet helder is op welk niveau zij zullen uitstromen,
plannen gemaakt en uitgevoerd om tot een goed basisschooladvies te komen.
e Vanleerlingen die waarschijnlijk naar vmbo uitstromen, wordt een eventuele leerachterstand in
kaart gebracht (de LAT). Vervolgens kan een bestaande leerachterstand verklaard worden door
een intelligentieonderzoek (de CAP) of een sociaal-emotioneel onderzoek (de SEM). Voor de CAP
en de SEM moeten ouders toestemming geven. De basisschool kiest zelf een door OCW
goedgekeurde en geschikte toets en informeert ouders tijdig over bijvoorbeeld afname en
eventuele toestemming voor deelname aan een toets (zie regeling screenings- en
testinstrumenten lwoo en pro schooljaar 2019-2020). Ook kan ouders geadviseerd worden om
vroegtijdig te oriënteren op passende VO-scholen.
e In groep 8 vindt tussen de herfst- en de kerstvakantie een tweede voorlopig adviesgesprek
plaats tussen de basisschool, de ouders en de leerling.
e _Na verwerking van de M8-toetsen (januari 2020) stelt de basisschool een definitief
basisschooladvies op en bespreekt dat met de ouders en de leerling.
e Ook dit gesprek wordt op hoofdlijnen vastgelegd.
Ouders ontvangen het complete onderwijskundig document (oki-doc) met de bijlagen.
Ll
e Na de uitslag van de centrale eindtoets vindt eventueel nog een gesprek plaats waarin het
basisschooladvies in relatie tot de eindtoetsscore wordt besproken (zie 5.7). Als het advies op
basis van de Centrale eindtoets hoger is dan het eerder gegeven basisschooladvies, dan
bespreekt de basisschool dit met de ouders en leerling. De wet spreekt in dit geval van
heroverwegen en niet van de plicht tot aanpassen. De basisschool besluit na overleg met de
ouders en leerling of het basisschooladvies wordt bijgesteld. Bij verschil van inzicht besluit de
basisschool. Indien bij een hogere score het basisschooladvies niet wordt bijgesteld, vereist de
wet dat de basisschool dit motiveert.
Deze werkwijze wordt door de basisscholen gecommuniceerd met ouders en onder voorbehoud van
aanpassingen opgenomen in hun schoolgids ter informatie aan leerlingen en ouders.
1.3 Toetsing ten behoeve van toewijzing lwoo of pro (didactisch onderzoek)
Informatie over de toetsing ten behoeve van toewijzing lwoo of pro is te vinden in het handboek
Toewijzing lwoo en pro van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen
(bijlage IV van de Kernprocedure) of op de website van het ABC (www.hetabc.nl/kernprocedure).
In grove lijnen staat hieronder beschreven welke aanvullende toetsing kan worden gedaan in het
kader van toewijzing lwoo of pro:
. Een leerachterstandentest (LAT) wordt afgenomen bij leerlingen die waarschijnlijk
uitstromen naar één van de volgende onderwijssoorten:
. praktijkonderwijs
. vmbo-b
. vmbo-k
. vmbo-t (met vermoedelijke achterstanden)
e Een capaciteitenonderzoek (CAP) wordt afgenomen bij leerlingen die volgens de LAT een
leerachterstand hebben van 25% of meer op minstens twee gebieden, waarbij tenminste één
van deze twee inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen is.
e Een sociaal-emotioneel onderzoek (SEM) wordt afgenomen bij leerlingen waarbij de
leerachterstanden niet te verklaren zijn uit een lage intelligentie (IQ 291).
Als uit de LAT, CAP en/of SEM een lwoo aanwijzing of toelaatbaarheid tot pro blijkt, moet dit
(aanvullende) advies door de basisschool gegeven worden.
Niet alle leerlingen scoren volledig binnen de pro of lwoo criteria. Vaak is ook sprake van
tegenstrijdige gegevens. Het is van belang dat de basisschool in het oki-doc goed beschrijft wat de
verklaring van de tegenstrijdige gegevens zou kunnen zijn.
Voor aanvullend onderzoek is toestemming van ouders nodig (CAP en SEM).
Geen toestemming van ouders voor CAP en/of SEM, wel pro/lwoo adviseren
Geven ouders geen toestemming voor de CAP en/of SEM en is vanuit de LAT wel een
leerachterstand gebleken vallende in het gebied pro/lwoo, dan moet de basisschool ook dit
(aanvullende) advies geven. De basisschool beschrijft dan in het oki-doc wat de vermoedelijke reden
is voor de achterstanden.
Ll
1.4 Enkele (aanvullende) adviezen toegelicht
Praktijkonderwijs
Leerlingen die bij de start in het voortgezet onderwijs een leerachterstand hebben van tenminste 3
jaar op twee leerdomeinen, waarbij tenminste één van deze twee inzichtelijk rekenen of begrijpend
lezen is, kunnen worden aangemeld voor het praktijkonderwijs. Zie voor meer informatie het
handboek Toewijzing lwoo en pro van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs
Amsterdam-Diemen (bijlage IV).
Wanneer het niet zeker is dat het praktijkonderwijs het juiste onderwijs is voor een leerling, dan kan
het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen advies geven. Deze
leerlingen oriënteren zich zo vroeg mogelijk in het schooljaar van groep 8. Aanmelden kan tussen 27
januari en 7 februari 2020. De VO-school voor praktijkonderwijs vraagt bij het
Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen de toelaatbaarheidsverklaring
aan.
Praktijkonderwijs geen Centrale Loting & Matching
Leerlingen met een advies praktijkonderwijs doen niet mee aan de Centrale Loting & Matching. Het
aanmelden kan tot uiterlijk 7 februari 2020.
Leerwegondersteunend onderwijs
Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is geen apart onderwijs, maar specifieke ondersteuning
binnen het vmbo. Het is bedoeld voor leerlingen die een vmbo-diploma kunnen halen, maar die
hierbij extra ondersteuning nodig hebben omdat zij een leerachterstand hebben van meer dan 1,5
jaar op twee leerdomeinen, waarbij tenminste één van deze twee inzichtelijk rekenen of begrijpend
lezen is. Zie voor meer informatie het handboek LWOO/pro van het Samenwerkingsverband
Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen (bijlage IV). Het is van belang dat een advies voor
leerwegondersteuning in het oki-doc goed wordt genoteerd en gemotiveerd.
Lwoo en de Centrale Loting & Matching
Leerlingen met een aanvullend advies voor lwoo doen wel mee aan de Centrale Loting & Matching,
met uitzondering van leerlingen die zijn geplaatst op een tussenvoorziening (zie 1.3). Tussen 2 en 13
maart 2020 kunnen leerlingen zich, met een voorkeurslijst van VO-scholen, aanmelden. Niet alle
vmbo-scholen bieden lwoo. Een leerling met een vmbo+lwoo advies, kan alleen VO-scholen op de
voorkeurslijst noteren die lwoo aanbieden. Het weglaten van het lwoo advies terwijl dit wel uit de
LAT, CAP en/of SEM is gebleken, is niet toegestaan (zie 2.1).
Tussenvoorziening
Tussenvoorzieningen zijn reguliere VO-scholen waar specifieke ondersteuning geboden wordt. De
mate van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte wijst uit of de leerling hiervoor in aanmerking
komt. Om te kunnen beoordelen of een leerling thuishoort op een tussenvoorziening, neemt de
basisschool contact op met de betreffende tussenvoorziening voor overleg. Het is zaak dit zo vroeg
mogelijk in het schooljaar te doen, zodat duidelijk is of de leerling geplaatst is op de
tussenvoorziening, of dat er een traject naar een reguliere VO-school of een VSO-school wordt
gestart.
Ll
Het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen (Onderwijsadviseurs) kan
ondersteunen in de verwijzing of aanname op een tussenvoorziening. Voor meer informatie over de
tussenvoorzieningen zie de website van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs
Amsterdam-Diemen.
Tussenvoorzieningen in Amsterdam zijn: Tobiasschool, Hogelant, Metis, ledersland College, Mundus
(ook regulier) en De Apollo.
Tussenvoorziening geen Centrale Loting & Matching
Leerlingen die op een tussenvoorziening zijn geplaatst, doen niet mee aan de Centrale Loting &
Matching. Tussen 27 januari en 7 februari kunnen leerlingen zich aanmelden bij een
tussenvoorziening. Bij de tussenvoorziening kan informatie over de aanmelding worden opgevraagd.
1.5 Basisschooladvies zonder onderwijsniveau
Kopklas: extra jaar taalonderwijs
Het advies ‘Kopklas’ is bedoeld voor een leerling die in aanmerking komt voor een advies vmbo-t,
havo of vwo, maar door taalachterstand dat niveau nog niet heeft bereikt. Doel van de Kopklas is het
wegnemen van taalachterstand, waardoor het beoogde advies wel mogelijk wordt. De Kopklas is een
voorbereidend jaar op het VO. De leerling krijgt les op de locatie van een VO-school, maar blijft
ingeschreven op de PO-school. Na de Kopklas mag de leerling net zo lang doen over het voortgezet
onderwijs als een leerling die geen Kopklas heeft gevolgd. De Kopklas is een voorziening voor één
jaar.
Het is zaak dat de basisschool en de ouders zich zo vroeg mogelijk in het schooljaar oriënteren op de
Kopklas, zodat duidelijk is of de leerling geplaatst is in de Kopklas, of dat er een traject naar een
reguliere VO-school wordt gestart.
Leerlingen die vanuit de Kopklas naar een VO-school gaan, worden gelijk behandeld als alle andere
leerlingen die de overstap van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs maken. Wel
hebben zij voorrang op de VO-school waar hun Kopklas gevestigd is, mits die het passende onderwijs
bieden.
Meer informatie over de Kopklas:
Martine Keuning, contactpersoon Kopklas Amsterdam
M 06 — 20 956 777
E [email protected]
W www.kopklasamsterdam.nl
Kopklas geen Centrale Loting & Matching
Leerlingen die naar de Kopklas gaan, doen niet mee aan de Centrale Loting & Matching. Leerlingen
melden zich hiervoor via de basisschool in een eerder stadium aan (kan al vanaf 1 oktober 2019 tot
uiterlijk 7 februari 2020).
internationale schakelklas
Er zijn in Amsterdam enkele VO-scholen met opvangklassen voor nieuwkomers, de zogenaamde
internationale schakelklassen (ISK). Nieuwkomers zijn leerlingen die korter dan twee jaar in
Nederland zijn en niet of nauwelijks Nederlands onderwijs hebben gevolgd. Deze leerlingen
beheersen de Nederlandse taal onvoldoende om meteen het reguliere onderwijs in te stappen en
ed
hebben dus geen basisschooladvies gekregen. Veelal stromen leerlingen van een schakelklas PO over
naar de schakelklas VO. Na de schakelklas stromen de leerlingen door naar het gewone onderwijs
met een uitstroomperspectief. Raadpleeg de betreffende VO-school voor meer informatie over
bijvoorbeeld het traject, de intake en een aanmelding bij de schakelklassen.
ÍSK geen Centrale Loting & Matching
Leerlingen die naar een ISK gaan, doen niet mee aan de Centrale Loting & Matching. De
aanmeldingen lopen door het jaar heen bij de betreffende schakelklas. Deze leerlingen gaan door
van een ISK PO naar een ISK VO, voor deze overstap zijn onderlinge afspraken gemaakt.
1.6 Doorstroom vanuit groep 7
De basisschool neemt contact op met het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs
Amsterdam-Diemen voor advies over de doorstroom van een leerling uit groep 7 naar het VO.
www.swvadam.nl
1.7 Hulp bij advisering: Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen
De basisschool moet het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen
consulteren. Bijvoorbeeld over een leerlingen met een (extra) onderwijs- en
ondersteuningsbehoefte, een leerling waarbij de gegevens niet eenduidig zijn, een slimme leerling
die extra begeleiding nodig heeft, een leerling die pas in Nederland is of een leerling waarvoor
mogelijk speciaal onderwijs beter past. Het gehele schooljaar kan het Samenwerkingsverband
Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen om advies gevraagd worden. Het is aan te raden dit zo
vroeg mogelijk in het schooljaar te doen, om zo snel mogelijk duidelijk te hebben naar welke
onderwijssoort, naar welke VO-school en op welke wijze de leerling kan worden verwezen.
Voor meer informatie zie de website van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs
Amsterdam-Diemen: www.swvadam.nl
Ll
2. Onderwijskundige informatie
Dit hoofdstuk gaat over de onderwijskundige informatie die een rol speelt bij de overstap. Zie voor
de concrete data waarop de acties moeten worden genoten het Tijdpad (bijlage | van deze
Kernprocedure).
Elektronisch Loket Kernprocedure, ELK
ELK staat voor Elektronisch Loket Kernprocedure en is de beveiligde webapplicatie die het logistieke
proces van de Kernprocedure voor alle scholen ondersteunt. Aangewezen medewerkers van het PO,
het VO en de samenwerkingsverbanden werken in ELK als het gaat om de overstap van PO naar VO.
In het kader van de Kernprocedure wisselen basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs via
ELK informatie uit over leerlingen die overstappen, zoals basisschooladvies, aanvullende
onderwijskundige informatie en de uitkomst/score van de eindtoets.
Voor ELK komen handleidingen beschikbaar via de beheerorganisatie KP1.
Onderbouwing basisschooladvies, het oki-doc
Het basisschooladvies is leidend en bindend op niveau. Leerlingen melden zich bij het VO aan met
dit basisschooladvies. Dit wordt ondersteund en onderbouwd door het onderwijskundig document
(oki-doc) dat via ELK wordt overgedragen van de basisschool naar de VO-school. In het oki-doc staat
relevante leerlinginformatie voor het VO.
Oki-doc: gegevens en bijlagen
In elk oki-doc is standaard enkele onderwijskundige informatie vastgelegd, zoals het
basisschooladvies met eventuele toelichting, de standaard LVS gegevens (zie ook bijlage III), de
aanwezigheid van een dyslexieverklaring, de aanwezigheid van een SO-indicatie, informatie over de
schoolloopbaan, leerdomeinen en informatie over gedrag en houding. Naast de standaardinformatie
is er de mogelijkheid om bijlagen toe te voegen aan het oki-doc.
Geen aanvullende toetsen door VO
In de wet Eindtoetsing PO (art. 13 lid 4) is vastgelegd dat VO-scholen geen aanvullende toetsen
(zoals NIO) kunnen afnemen bij leerlingen die zich bij hen aanmelden. Dit betreft het niveau. Op
ondersteuningsbehoefte kan wel aanvullend worden getoetst.
De basisschool kan aanvullende testinformatie in overleg en/of met toestemming van
ouders/verzorgers van de leerling overdragen aan de VO-school, bijvoorbeeld LAT, CAP‚ SEM, ter
onderbouwing van het advies pro of lwoo. Noodzakelijk is dat de basisschool de
ondersteuningsbehoefte van het kind bij pro of lwoo opneemt in het onderwijskundig rapport ter
voorkoming van aanvullend onderzoek (bijvoorbeeld Drempelonderzoek) door het VO in groep 8. Dit
dient ook ter voorkoming van het inzetten andere wettelijk toegestane screenings- en
testinstrumenten, ten behoeve van de indicatiestelling voor lwoo en pro door het VO, bijvoorbeeld
ZIEN/leerkrachtversie of de Schoolvragenlijst (SVL).
Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)
Indien een leerling een OPP heeft, moet de basisschool dit als bijlage toevoegen aan het oki-doc. Dit
geldt voor een aantal reguliere leerlingen binnen het BO en voor alle SBO-leerlingen.
De basisschool moet de ouders op de hoogte stellen van het feit dat deze gegevens aan het
voortgezet onderwijs worden gemeld. De afdruk van het oki-doc (welke verplicht aan elke ouder
wordt gegeven) kan hierin voorzien.
2.1 Informatieoverdracht via ELK
Handleidingen voor het werken met ELK volgen separaat.
PO in ELK
Als het LAS (bijvoorbeeld ParnasSys) juist en volledig is ingevuld, zal een basisschool in ELK nog
weinig hoeven te doen.
Vanaf september 2017 worden, via de Amsterdamse schoolbesturen, gebruikers in ELK
geregistreerd. Deze gebruikers zullen via OSO (overstap service onderwijs) alle overstapleerlingen in
ELK opnemen. Uiterlijk vrijdag 4 oktober moeten de basisscholen alle overstapleerlingen hebben
opgenomen in ELK en hun voorlopige advies genoteerd hebben.
Voor deze leerlingen ontvangt de basisschool in november de Keuzegids Voortgezet Onderwijs
Amsterdam 2020. Ook geeft de basisschool in ELK aan welke leerlingen mogelijk in aanmerking
komen voor de Kopklas en bij welke leerlingen een didactisch onderzoek zal worden afgenomen (zie
1.2).
De basisschooladviezen moeten tijdig door de basisscholen in ELK zijn ingevuld. Het invullen van de
basisschooladviezen in ELK is een belangrijke handeling. Met name voor de aanmelding van de
leerlingen bij een V(S)O-schooal. Ook voor de prognose is het van belang om tijdig inzicht te krijgen in
de afgegeven basisschooladviezen.
Nadat de basisschool voor een leerling het oki-doc heeft ingevuld, geeft het deze vrij. Vanaf dat
moment kan een VO-school van aanmelding het oki-doc inzien. Bijlagen en de scores van de
eindtoets kunnen later worden toegevoegd. Zie het Tijdpad voor de specifieke data (bijlage I).
VO in ELK
VO-scholen kunnen met het aanmelden van een leerling in ELK, het oki-doc met de bijlagen vinden.
Dit oki-doc wordt door de VO-school gelezen ter onderbouwing van het basisschooladvies en om
een aanmelding te kunnen behandelen. Ook vragen de VO-scholen lwoo en pro de aanwijzingen en
toelaatbaarheidsverklaringen aan via ELK.
Website ELK
ELK is voor scholen toegankelijk via de website www.elkadam.nl. Scholen loggen in met hun eigen
inlogcode. Tussentijdse mededelingen en nieuwsberichten over de Kernprocedure en de uitvoering
daarvan worden geplaatst op de startpagina van ELK. Gedetailleerde informatie over het gebruik van
ELK vinden de scholen in ELK, onder het menu Handleidingen. Hier staan ook digitale versies van
belangrijke publicaties, zoals deze brochure en het Tijdpad.
De scholen zijn verantwoordelijk voor de opbouw en uitwisseling van inhoudelijke gegevens over
hun leerlingen. Andere partijen (zoals de gemeente) hebben daar geen toegang toe.
Ll
Voor technische vragen over de werking van ELK kunnen gebruikers terecht bij het contactpersoon
LAS/ELK binnen uw bestuur.
Anonieme gegevensset
Naast de vernietiging van de persoonsgebonden gegevens uit ELK wordt een geanonimiseerde
gegevensset bewaard voor de monitor Kernprocedure. In de loop van de jaren zullen deze gegevens
worden aangevuld met de voortgangsgegevens uit het voortgezet onderwijs. Doel van deze monitor
is het geanonimiseerd vaststellen van het verloop van de onderwijscarrières van de gehele
leerlingenpopulatie van Amsterdam.
Randgemeenten
Alle VO-scholen in regio Amstelland en De Ronde Venen (waaronder Amstelveen) registreren
eveneens in ELK. De gemeente Amstelland en De Ronde Venen hebben eigen afspraken gemaakt
over de overstap. Zij hanteren meerdere aanmeldings- en behandelrondes en volgen een ander
tijdpad. Voor vragen en meer informatie kunt u hier terecht bij:
Steunpunt Kernprocedure Amstelland
T. 088 - 00 46 900
E. [email protected]
2.2 Informatieplicht aan ouders
De basisschool is verplicht om ouders te informeren over welke gegevens van de leerling worden
gebruikt, aan wie deze gegevens worden verstrekt en op welk moment en met welk doel. De
basisschool dient ouders hiervan op de hoogte te stellen. Het is wettelijk vastgelegd dat de
basisschool een actieve invulling moet geven aan deze informatieplicht. Uit het leerlingendossier
moet bovendien blijken dat de ouders daadwerkelijk zijn geïnformeerd.
De informatieplicht is ook van toepassing als een basisschool van plan is om voor een leerling een
‘warme overdracht’ te doen tijdens de tafeltjesmiddagen (zie 5.6). Ouders dienen hiervan op de
hoogte te worden gesteld.
Ouders hebben soms aanvullende onderwijskundige informatie over hun kind, informatie die de
basisschool niet heeft. Het is raadzaam om als VO-school expliciet aan de ouders te vragen of zij
aanvullende informatie hebben, bijvoorbeeld over extra onderwijs- of ondersteuningsbehoefte. De
VO-school zal bij extra ondersteuningsbehoefte een ontwikkelingsperspectief moeten opstellen met
daarin een analyse van verschillende factoren.
Bij de aanmelding kan de VO-school vragen stellen over de aangeleverde gegevens en de
compleetheid van het dossier. De basisschool draagt dan tijdig zorg voor het verstrekken van meer
gegevens en/of het geven van een nadere toelichting. Als er sprake is van discrepantie tussen de
LVS-gegevens en het advies, doet het PO in een eerder stadium aanvullend onderzoek.
2.3 Verplichte eindtoets
Sinds schooljaar 2014-2015 is het voor leerlingen van groep 8 wettelijk verplicht om een eindtoets te
maken. In Amsterdam nemen de meeste leerlingen deel aan de landelijke Centrale eindtoets (Cito).
Maar er zijn ook basisscholen die een andere wettelijk toegestane eindtoets afnemen. De afname
van de Centrale eindtoets vindt plaats in het tijdvak 15 april — 15 mei. In de bijlage van de
Kernprocedure is de beslisboom van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Ll
toegevoegd waar bekeken kan worden of een leerling wel of niet moet deelnemen aan de Centrale
eindtoets (bijlage V).
Scholen kunnen dit schooljaar uit de volgende eindtoetsen kiezen:
Centrale Eindtoets www.centraleeindtoetspo.nl
IEP Eindtoets www.toets.nl/basisonderwijs
ROUTE 8 https://route8.nl/
Dia-eindtoets https://www.diatoetsen.nl/basisonderwijs/dia-eindtoets/
AMN Eindtoets https://www.amn.nl/onderwijs/po-2/eindtoets-po/
Het leerlingrapport van de eindtoets bevat ook informatie over de beheersing van de
referentieniveaus. Over Nederlandse taal geeft het leerlingrapport van iedere eindtoets ten minste
de mate van beheersing op het domein leesvaardigheid (1F/2F) en de mate van beheersing op het
domein taalverzorging (1F/2F) aan. Over rekenen geeft het leerlingrapport van iedere eindtoets ten
minste de mate van beheersing op het onderdeel rekenen (1F/1S) aan.
Eindtoets
De Centrale eindtoets wordt in 2020 afgenomen in week 16. De Centrale eindtoets bestaat uit twee
verplichte onderdelen: Nederlandse taal en rekenen. Op de meeste scholen in Amsterdam wordt
daarnaast ook Wereld Oriëntatie afgenomen. De score van de Centrale eindtoets wordt net als
voorgaande jaren aangegeven op een schaal van 500 t/m 550.
Dit schooljaar kan de school ervoor kiezen om alle of een aantal leerlingen digitaal te toetsen. De
digitale toets is voor rekenen en taal adaptief. Wereld Oriëntatie kan ook digitaal maar is niet
adaptief. Adaptief wil zeggen dat de toets zich aanpast terwijl de leerling de toets maakt aan het
niveau van de leerling. Zie ook www.centraleeindtoetspo.nl.
Wél eindtoets voor vmbo (met of zonder lwoo), havo of vwo
Alle leerlingen met een advies voor een vorm van vmbo (zonder lwoo), havo of vwo nemen deel aan
de eindtoets. Dit geldt ook voor kinderen met een SO-indicatie. De uitslag van de leerlingen wordt
na handelen van de basisschool via ELK toegankelijk gemaakt voor de VO-school van plaatsing.
Ook alle leerlingen met een advies vmbo mét lwoo nemen deel aan de eindtoets. De basisschool
bepaalt, mede in overleg met de ouders, op welke wijze de uitslag van deze toets wordt ingebracht
in het overleg met de VO-school. De uitslag van deze leerling wordt niet automatisch via ELK aan de
VO-school van aanmelding geleverd. De basisschool doet dit per geval via het oki-doc.
Géén eindtoets voor pro-leerlingen
Alle leerlingen met een advies voor praktijkonderwijs hoeven niet deel te nemen aan de eindtoets.
Voor deze leerlingen zijn andere toetsen beschikbaar ter onderbouwing van hun basisschooladvies.
Uitslag eindtoets
De uitslag van de Centrale eindtoets is bekend vanaf half mei. Ook van andere eindtoetsen komt de
bekendmaking in die periode. De basisschool bepaalt aan de hand van de resultaten of er leerlingen
zijn die in aanmerking komen voor heroverweging van het basisschooladvies. Het advies kan alleen
naar boven worden aangepast en dat mag alleen als de leerling de eindtoets boven het niveau-
advies heeft gemaakt. Of het advies na de heroverweging daadwerkelijk wordt aangepast, is aan de
basisschool. Indien de basisschool besluit niet naar boven bij te stellen, is de basisschool wel
wettelijk verplicht om dit te motiveren aan ouders en leerling. (Art. 42 lid 2 WPO)
Ll
3. Oriëntatie en voorlichting
In hoofdstuk 3 wordt vermeld hoe ouders en leerlingen worden voorgelicht over de Kernprocedure.
3.1 Voorlichting ouders en leerlingen
Keuzegids Voortgezet Onderwijs Amsterdam
De basisschool geeft in het najaar van 2020 in ELK aan welke leerlingen zullen overstappen naar het
voortgezet onderwijs. Voor al deze leerlingen ontvangt de basisschool in het najaar de Keuzegids
Voortgezet Onderwijs Amsterdam 2020 en verspreid deze onder alle leerlingen in groep 8. Deze gids
is gratis. In de keuzegids staat een portret van alle Amsterdamse VO-scholen. Op de schoolpagina’s
staan bijzonderheden over de VO-school, zoals de aanmeldprocedure, schoolkosten, huisvesting en
het aantal beschikbare plaatsen per brugklas.
In de Keuzegids wordt tevens uitgelegd hoe de overstap naar het voortgezet onderwijs in
Amsterdam is geregeld. Ouders worden hierin geïnformeerd over de afspraken tussen de
onderwijsinstellingen in het kader van de Kernprocedure en de uitvoering daarvan via ELK. Ook
staan in de Keuzegids alle data van de open dagen waarop ouders en leerlingen de VO-scholen
kunnen bezoeken.
Open dagen VO
In januari en februari organiseren alle scholen voor voortgezet onderwijs minimaal één
informatiebijeenkomst voor aankomende leerlingen. De data van de open dagen staan in de
Keuzegids.
ScholenArenA
In week 44 wordt de scholenArena georganiseerd voor leerlingen uit groep 8 en hun
ouders/verzorgers. Zo kunnen zij in een vroegtijdig stadium breed kennismaken met het aanbod en
de mogelijkheden van alle voortgezet (speciaal) onderwijs scholen en tussenvoorzieningen in
Amsterdam.
www.voschoolkeuze020.nl
Deze website zal leerlingen en hun ouders informeren over de overstap. Op deze website staat de
Keuzegids digitaal, net als deze Kernprocedure en veel gestelde vragen over de overstap.
De gemeente Amsterdam informeert ouders en leerlingen over het onderwijsaanbod via de website
www.amsterdam.nl/schoolwijzer. Hier kunnen gebruikers via de kaart en verschillende zoekcriteria
zoeken naar schoolinformatie van Amsterdamse VO-scholen.
Op de website ‘scholen op de kaart’ van de overheid is veel informatie over de verschillende scholen
te vinden: www.scholenopdekaart.nl
Informatiemoment door PO
Veel basisscholen organiseren een informatieavond voor ouders van groep 8. Ter ondersteuning
hiervan wordt door de Kernprocedure een presentatie beschikbaar gesteld die hiervoor kan worden
gebruikt.
Ll
Open dagen voor groep 7
Voor leerlingen van groep 7 vinden in de periode april-juni open dagen plaats op de Amsterdamse
VO-scholen. Zo hoeven zij niet tegelijk met groep 8 leerlingen in januari-februari de open dagen te
bezoeken. Op de website www.voschoolkeuze020.nl staat het meest actuele overzicht van scholen
die dit voor leerlingen van groep 7 aanbieden.
3.2. Informatievoorziening scholen
Wanneer PO en/of VO scholen een vraag hebben, die niet binnen de eigen school of het
schoolbestuur kan worden beantwoord, kan een van de onderstaande partijen worden
geraadpleegd.
Beheerorganisatie Kernprocedure 1
W elkadam.nl
E servicedesk. [email protected]
T 0208119944
Voor vragen over ELK en de uitvoering van de Kernprocedure, waaronder de Centrale Loting &
Matching.
BBO (Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam PO)
W bboamsterdam.nl
E [email protected]
Voor vragen over het basisschooladvies, de onderbouwing hiervan, (eind-)toetsen en opstellen van
voorkeurslijsten.
OSVO (Vereniging van Amsterdamse VO-schoolbesturen)
W verenigingosvo.nl
E [email protected]
Voor vragen over aanmelding, opstellen van voorkeurslijsten VO-scholen, de Centrale Loting &
Matching en de plaatsing.
SWV-VO (Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen)
W swvadam.nl
E [email protected]
Voor vragen over de overstap als het gaat om leerlingen met (extra) onderwijs-/
ondersteuningsbehoefte.
Ll
4. Aanmelding
In hoofdstuk 4 leest u hoe de aanmelding in zijn werk gaat. Er zijn data afgesproken voor de
aanmelding (zie bijlage | Tijdpad 2019/2020).
Een leerling meldt zich aan op een Amsterdamse schaal voor voortgezet onderwijs. Dit doet de
leerling door het inleveren van het op naam gestelde aanmeldingsformulier, dat elke Amsterdamse
leerling van de basisschool krijgt, bij de school van eerste voorkeur.
Leerlingen van buiten Amsterdam (buitenleerlingen)
De Kernprocedure geldt ook voor leerlingen van buiten Amsterdam die naar het eerste jaar van een
Amsterdamse school voor voortgezet onderwijs willen. Zij volgen hetzelfde traject voor aanmelding
en plaatsing als leerlingen van binnen Amsterdam.
De basisscholen buiten Amsterdam werken niet in ELK, daarom zal de onderwijskundige informatie,
voor de onderbouwing van het basisschooladvies en de behandeling van de aanmelding, via OSO
naar de betreffende VO-school komen. De betreffende basisschool en VO-school stemmen dit
onderling af.
4.1 Kopklas of VSO-school
Leerlingen die het advies Kopklas hebben of een extra ondersteuningsbehoefte hebben die door het
speciaal voortgezet onderwijs (VSO) kan worden geboden, kunnen zich vanaf 1 oktober 2019
aanmelden. Voor de Kopklas gaat de aanmelding direct naar de Kopklas (zie 1.5) en voor een VSO-
school neemt de basisschool contact op met het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs
Amsterdam-Diemen (www.swvadam.nl). Zie voor specifieke aanmelddata het Tijdpad VSO Overstap
op de website van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen.
Het aanmeldingsformulier uit ELK kan worden gebruikt en de benodigde documentatie voor de
aanmelding wordt via het oki-doc overgedragen van de basisschool aan de Kopklas of VSO-school.
Blijkt deze voorziening niet passend voor de leerling, dan zal het traject voor plaatsing op een
tussenvoorziening of reguliere VO-school moeten worden gestart (zie 4.2 en 4.3).
4.2 Tussenvoorziening, school voor praktijkonderwijs of ISK
Leerlingen die het advies praktijkonderwijs hebben, een extra ondersteuningsbehoefte hebben die
door een tussenvoorziening kan worden geboden of naar ISK gaan, dienen zich zo vroeg mogelijk te
oriënteren. Tijdens het oriënteren kan wel een uitspraak worden gedaan over de vermoedelijke
plaatsbaarheid. Vervolgens worden deze leerlingen tussen 27 januari en 7 februari aangemeld bij
hun VO-school van voorkeur. Het aanmeldingsformulier uit ELK kan worden gebruik en de
benodigde documentatie voor de aanmelding wordt via het oki-doc overgedragen van de
basisschool aan de tussenvoorziening, school voor praktijkonderwijs of ISK.
Scholen die overaanmeldingen hebben, zorgen voor een transparante plaatsingsprocedure en
eventueel loting.
Uiterlijk 1 maart is duidelijk of de leerling geplaatst is. Blijkt deze voorziening niet passend voor de
leerling, dan zal een traject naar plaatsing op een passende V(S)O-school worden gestart in het
kader van de zorgplicht. Als het regulier onderwijs betreft, zal het traject voor plaatsing middels de
Centrale Loting & Matching worden gestart (zie 4.3).
Ll
4.3 Regulier voortgezet onderwijs (met of zonder lwoo)
Deze leerlingen zullen deelnemen aan de Centrale Loting & Matching en melden zich tussen 2 en 13
maart aan met een voorkeurslijst van VO-scholen. De basisschool haalt uit ELK een persoonlijk
aanmeldingsformulier met keuzelijst van VO-scholen voor elke leerling. De keuzelijst van VO-scholen
correspondeert met het gegeven basisschooladvies (eventueel inclusief het aanvullende advies
lwoo).
Voorkeurslijst opstellen VO-scholen
Aansluitend aan de oriëntatiefase begint de aanmeldfase. Ouders en leerlingen maken een
voorkeurslijst van VO-scholen, passend bij het basisschooladvies. Hierbij wordt in volgorde
aangegeven voor welke VO-school de leerling en de ouders een eerste voorkeur hebben, tweede,
enz. Leerlingen en ouders zetten op deze wijze het juiste aantal VO-scholen van voorkeur op de lijst,
conform het matchingprotocol, om aanspraak te kunnen maken op plaatsingsgarantie. Strategisch
kiezen loont niet, men kan het beste de echte voorkeuren opgeven.
Op de VO-school wordt gecontroleerd of de voorkeurslijst in overeenstemming is met het
basisschooladvies (eventueel inclusief het aanvullende advies lwoo). De VO-scholen op de lijst
moeten immers het passende onderwijsniveau bieden. De VO-school voert deze voorkeurslijst in ELK
in. Een uitdraai van deze aanmelding met voorkeurslijst van VO-scholen zoals die in ELK is
geregistreerd door de VO-school, wordt ter plekke door de ouders twee maal voor akkoord
getekend, waarna er één getekende kopie achterblijft op de VO-school.
Plaatsingsgarantie en minimale lijstlengte
De plaatsingsgarantie van de Amsterdamse VO-scholen geldt als een leerling een minimumaantal
voorkeuren indient. De VO-scholen in Amsterdam zorgen er dan voor dat al deze leerlingen op een
school van hun voorkeurslijst worden geplaatst. Hieronder staat de minimale lijstlengte per
basisschooladvies genoteerd:
e _Vmbo-b, vmbo-b/k, vmbo-k met of zonder lwoo: minimaal 4 VO-scholen op de voorkeurslijst.
e _Vmbo-t met of zonder lwoo en vmbo-t/havo: minimaal 6 VO-scholen op de voorkeurslijst.
e Havo, havo/vwo en vwo: minimaal 12 VO-scholen op de voorkeurslijst.
Als een VO-school ook een profielklas op de keuzelijst heeft opgenomen en een leerling zowel de
school als de profielklas van dezelfde school op de voorkeurslijst noteert, dan telt dat als 1 school.
De voorkeurslijst van deze leerling zal dan langer moeten worden om de plaatsingsgarantie te
kunnen krijgen.
Als een leerling onverhoopt niet geplaatst kan worden op een VO-school van zijn lijst omdat alle VO-
scholen op die lijst geen plek hebben, dan gaat vereniging OSVO in overleg met de betreffende
schoolbesturen om de plaatsingsgarantie ter verwezenlijken.
De leerlingen worden behandeld op volgorde van lotnummer en door de voorkeurslijst vanaf eerste
voorkeursschool door te nemen. Wanneer de vertegenwoordiger van de betreffende school van
eerste voorkeur een aanbod kan doen steekt hij zijn hand op. Mocht dit niet mogelijk zijn dan wordt
gekeken naar de school van tweede voorkeur enzovoorts. De leerling wordt geplaatst op die school
waarvan de vertegenwoordiger zijn hand heeft opgestoken.
Ll
Voorwaarde is dat de leerling wel voldaan moet hebben aan de eisen om aanspraak te kunnen
maken op de plaatsingsgarantie. Indien er niet is voldaan aan de voorwaarden van de
plaatsingsgarantie zal de leerling zich opnieuw moeten inschrijven bij een school van eerste
voorkeur op de lijst van de tweede Centrale Loting & Matching (Afrondingsfase), conform het
matchingsprotocol, om aanspraak te kunnen maken op plaatsingsgarantie.
Wordt in de eerste ronde van de Centrale Loting & Matching geen of een te beperkte lijst
aangeleverd, dan geldt geen plaatsingsgarantie en zal, indien geen plaatsing plaatsvindt, dit worden
gezien als het niet aanmelden van een leerling bij een VO-school.
4.4 Centrale Loting & Matching
Aanmelden LOOT en DAMU
Leerlingen die op een LOOT (Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport, voor speciale sporttalenten)
of DAMU (DAns en MUziek, combinatie van voortgezet onderwijs met vooropleiding voor dans en
muziek) afdeling van een VO-school willen starten, melden zich bij de VO-school van voorkeur en
leveren geen lijst met overige voorkeuren in. Voor deze scholen geldt een voorselectie. De
aanmelding en plaatsing loopt niet gelijk aan de reguliere procedure van de Centrale Loting &
Matching. De betreffende LOOT- of DAMU-school biedt meer informatie over de
plaatsingsprocedure. Ouders en leerling moeten zich wel verzekeren van een plek op de LOOT- of
DAM Uschool, anders dienen zij deel te nemen aan de (aanmeld)procedure van de Centrale Loting &
Matching.
Profielklassen
Diverse VO-scholen bieden profielklassen. Een VO-school die profielklassen hanteert is transparant
over de toelatingscriteria. Het is voor alle betrokken partijen van belang dat VO-scholen de
specifieke toelatingscriteria vooraf inzichtelijk maken. De afspraak is dat de VO-scholen eventuele
aanvullende toelatingscriteria vermelden in hun schoolgids. Ook vermelding op de website en in de
Keuzegids verdient aanbeveling. Wanneer blijkt dat een gematchte leerling niet geschikt is voor de
betreffende profielklas, wordt er een plek in een reguliere klas aangeboden. Is dit niet mogelijk,
omdat de VO-school alleen profielklassen aanbiedt, dan wordt er een beschikbare plek op een
andere VO-school binnen hetzelfde schoolbestuur aangeboden.
Aanmelding vakscholen
Een Amsterdamse vakschool is een school voor voortgezet onderwijs waar het opleidingsaanbod
specifiek gericht is op (een vervolgopleiding in) één beroepenveld.
Voor de drie vakscholen in Amsterdam (Hubertus & Berkhoff, het Mediacollege Amsterdam en IVKO
kunstschool) geldt, dat er een intake vooraf gaat aan de aanmelding. De intake vindt plaats vóór
woensdag 6 maart 2020. Tijdens deze intake kunnen de vakschool en de leerling beoordelen in
hoeverre de leerling bij het onderwijs past. Als een intake positief is, dan registreert de vakschool dit
in ELK. Hierdoor verschijnt voor die leerling de vakschool op de keuzelijst. Ook als de leerling deze
vakschool niet op de eerste plaats op de voorkeurslijst wil zetten, zal de leerling de intake moeten
doen met positief gevolg. Een positieve intake betekent niet dat een leerling geplaatst is op een
vakschool. Deze leerlingen doen mee aan de Centrale Loting & Matching en leveren ook een
voorkeurslijst met (andere) VO-scholen in.
ed
Stappenplan aanmelding
Leerlingen melden zich aan in de periode 2 maart t/m 13 maart 2020. Voorafgaand en tijdens deze
periode moet het volgende gebeuren:
. Het aanmeldingsformulier komt uit ELK. Het aanmeldingsformulier is een samenvoeging van
het aanmeldingsformulier en een keuzelijst met VO-scholen.
. De basisschool controleert of het aanmeldingsformulier per leerling, dat uit ELK kan worden
gehaald, correct is. De naw-gegevens, het basisschooladvies en het unieke ELK-nummer van
een leerling. Dit aanmeldingsformulier is uniek per leerling.
. De basisschool print het aanmeldingsformulier voor elke leerling uit.
. Ouders en leerling vullen de keuzelijst op het aanmeldingsformulier in met het juiste aantal
VO-scholen van voorkeur, conform het matchingprotocol. Let op het aantal voorkeursscholen.
. De basisschool ondersteunt waar nodig de ouders bij het opstellen van de voorkeurslijst,
gezamenlijk tekenen ze deze voordat ouders en leerling naar de VO-school van eerste
voorkeur gaan voor de aanmelding.
. Ouders melden de leerling in de periode van 2 maart t/m 13 maart 2020 aan bij de VO-school
van eerste voorkeur. Ouders brengen het persoonlijke en door henzelf en de basisschool
getekende aanmeldingsformulier mee. Daarnaast moet de ouder zich kunnen legitimeren en
de inschrijver van de VO-school moet kunnen constateren dat er een ouder-kind (verzorger-
kind) relatie is tussen leerling en de volwassene.
. De VO-schaol van eerste voorkeur neemt de voorkeurslijst en eventuele voorrang over in ELK
en print deze (in tweevoud) uit.
. De ouders en leerling controleren of deze print de correcte informatie bevat en tekenen
vervolgens de lijst. Ook ondertekenen zij voor akkoord voor de voorwaarden voor deelname
aan de Centrale Loting & Matching.
. De VO-school vraagt de ouders om extra contactinformatie voor het communiceren van de
uitkomst van de Centrale Loting & Matching of eventueel bij inwerkingtreding van de
reservelijst.
Leerlingen die zich aanmelden in de periode van 2 maart t/m 13 maart worden behandeld als
gelijktijdig aangemeld. Ouders die niet in staat zijn om hun kind fysiek aan te melden, kunnen de VO-
school van eerste voorkeur verzoeken om dit op een andere manier af te handelen. Leerlingen die
niet in staat zijn zich in deze periode aan te melden, kunnen dat alsnog doen op een later moment in
de tweede Centrale Loting & Matching (Afrondingsfase), bij een VO-school die nog plek heeft (zie
bijlage | voor het Tijdpad 2020).
Een aanmelding kan worden teruggetrokken bij de VO-school van eerste voorkeur. In uitzonderlijke
gevallen, bij calamiteiten of onvoorziene omstandigheden kan ELK een leerling terugtrekken in
plaats van via de school van eerste voorkeur. Dit gebeurt enkel op schriftelijk verzoek van de
ouders/wettelijk vertegenwoordigers.
Leerlingen van buiten Amsterdam (buitenleerlingen)
In Amsterdam geldt dat elke leerling zich bij de VO-school van eerste voorkeur aanmeldt; zij doen de
administratie voor de aanmelding in ELK. Ouders hoeven de leerling dus maar één keer aan te
melden, met de lijst van alle voorkeursscholen.
Voor leerlingen van buiten Amsterdam die zich aanmelden op een Amsterdamse VO-school geldt
verder dat zij bij de betreffende VO-school tijdens de aanmelding moeten informeren over wat
Ll
nodig en gewenst is voor de leerling als het gaat om onderwijsbehoefte en ondersteuning. Ook
zullen zij het niveau-advies en de onderbouwing van dit advies aan de VO-school van aanmelding
overhandigen. De VO-school zal vervolgens vaststellen of de documentatie overeenkomt met het
basisschooladvies.
Verklaring aanmelding
Ouders ondertekenen een verklaring waarin ze stellen dat ze zich voor de Centrale Loting &
Matching hebben aangemeld met de voorkeurslijst van VO-scholen waar de leerling zich in die
periode voor aanmeldt. De benodigde verklaring is opgesteld door vereniging OSVO en maakt
onderdeel uit van de aanmeldingsdocumentatie van de afzonderlijke VO-scholen.
4.5 Voorrangsregels en hardheidsclausule
Voorrangsregels
Een aantal VO-scholen hanteert voorrangsregels. Raadpleeg hiervoor de betreffende schoolpagina in
de Keuzegids 2020. Als een leerling recht heeft op voorrang, kan deze alleen worden verzilverd als
deze VO-school op de eerste plaats op de voorkeurslijst staat. Dit is dan ook de VO-school waar de
leerling wordt aangemeld.
Als de leerling gebruik wil maken van een voorrangsregel op een VO-schaol van voorkeur, dan dient
dit op de voorkeurslijst aangegeven te worden. Hiermee is de leerling niet automatisch geplaatst,
maar neemt de leerling het recht op voorrang mee in de Centrale Loting & Matching.
Een leerling kan alleen voorrang verzilveren bij de VO-school die bovenaan de lijst staat. Dit kan
betekenen dat dit een reden voor een leerling is om die VO-school op nummer één te zetten. De
algemene boodschap is echter dat je de VO-scholen in volgorde zet van je echte voorkeur. De VO-
school van aanmelding (dat is de VO-school die bovenaan de lijst staat) controleert of de
betreffende leerling inderdaad voorrang heeft.
Afbouw voorrangsregels
De voorrangsregels voor broertjes en/of zusjes van zittende leerlingen en voor kinderen van
personeelsleden worden afgebouwd. Enkele VO-scholen hebben deze gefaseerde afschaffing in
2010 al ingezet, de overige VO-scholen hebben in 2016 gevolgd.
Kopklas en doorstroom vanuit SBO of SO
Leerlingen die vanuit de Kopklas naar een reguliere VO-school gaan, hebben voorrang op de VO-
school waar hun Kopklas gevestigd was, mits deze uiteraard de passende onderwijssoort biedt
(inclusief eventuele ondersteuning).
Leerlingen in het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs waarvan het advies is dat ze naar een
reguliere VO-school of tussenvoorziening zouden kunnen (met eventueel extra
ondersteuningsbehoefte), zullen zich vroeg moeten oriënteren op een passende VO-school. Als zij
een passende plek op een VO-school hebben gevonden, mag deze VO-school de leerling in de
Centrale Loting & Matching met voorrang plaatsen. Hierbij zijn dezelfde voorrangsregels van
toepassing als genoemd in de paragraaf Voorrangsregels.
Ll
Hardheidsclausule
Ouders kunnen een beroep doen op de hardheidsclausule wanneer zij van mening zijn dat voor hun
kind een plaatsing op een specifieke VO-school noodzakelijk is. Dit moet op grond van een
combinatie van individuele persoonlijke kenmerken, een gezondheids- en/of thuissituatie zijn die
een specifiek aanbod geëigend maakt. Het is aan de desbetreffende VO-school of diens bestuur om
te beoordelen of het beroep op de hardheidsclausule van de ouders wordt gehonoreerd en de
leerling in de procedure van de Centrale Loting & Matching direct wordt geplaatst. Elke VO-school
kan maximaal 2% van het aantal beschikbare plekken in de eerste klas inzetten voor leerlingen die
een beroep op de hardheidsclausule doen. Ouders en leerling moeten zich voorafgaand aan de
sluiting van de aanmeldingsperiode verzekeren van een plek op de VO-school middels de
hardheidsclausule. Wordt deze niet toegekend, dan dient de leerling, gelijk aan alle andere
leerlingen, deel te nemen aan de procedure van de Centrale Loting & Matching met een
voorkeurslijst van VO-scholen. In uitzonderlijke gevallen kan de VO school tijdens de
aanmeldingsperiode bij ELK verzoeken om het alsnog toepassen van de hardheidsclausule.
4.6 Procedurele controle (compleetheid oki-doc en onderbouwing basisschooladvies)
In de periode tussen de aanmelding en de Centrale Loting & Matching, is een procedurele controle
ingevoegd. De VO-school controleert in ELK of het oki-doc compleet is en controleert of de gegevens
uit het LVS aangeleverd zijn via de bijlagen (zie bijlage Ill voor een overzicht van de standaard
toetsen). Naast de controle op compleetheid, bekijken de VO-scholen ook of de gegevens
corresponderen met het gegeven basisschooladvies (met eventueel het aanvullende lwoo advies).
Deze procedure moet het VO voldoende vertrouwen geven in het advies van het PO om een
toelatingsbesluit te nemen. Het VO is verantwoordelijk voor de juiste plaatsing.
Mocht de VO-school vaststellen dat er informatie ontbreekt, waardoor er geen vanzelfsprekende
basis is voor het advies, dan legt de VO-school contact met de basisschool. Zo nodig verzoekt de VO-
school in ELK de basisschool het dossier aan te vullen. Ouders dienen dan een nieuwe kopie te
ontvangen van het oki-doc met bijlagen. Bij een verschil in inzicht, heeft de basisschool in deze fase
het laatste woord.
Ll
5. Plaatsingsfase, inclusief behandelfase
Dit hoofdstuk gaat onder andere over de Centrale Loting & Matching en de behandeling van
leerlingen die geplaatst of gematcht zijn. In dit hoofdstuk staat het algoritme uitgelegd, de Proef-
Centrale Loting & Matching en de werking van de reservelijsten. Ook leest u hier over
tafeltjesmiddagen, mentorbegeleiding en de plaatsingsprocedure op het VSO.
Oriëntatiegesprekken
Het staat VO-scholen vrij om oriëntatiegesprekken met leerlingen en ouders te voeren. De
toelatingscriteria blijven echter de voorgeschreven behandelwijzen en onderwijskundige toetsing
van het basisschooladvies, en aanvullende onderwijskundige informatie van de basisschool. Wel kan
het zijn dat in nader overleg tussen de VO-schaol, de basisschool en de ouders/leerling de afweging
wordt gemaakt of het verstandig is dat de leerling op de betreffende VO-school wordt geplaatst.
5,1 Plaatsing zonder de Centrale Loting & Matching
Leerlingen die naar een tussenvoorziening, VSO-school, school voor praktijkonderwijs of Kopklas
gaan, vernemen uiterlijk 1 maart of ze geplaatst zijn. In sommige gevallen zal dat onder voorbehoud
van de toekenning van de toelaatbaarheidsverklaring (TLV) zijn. Om tot die plaatsing te komen,
hebben de V(S)O-scholen de aanmeldingen zorgvuldig behandeld en zijn in overleg met de
basisschool en de ouders tot de conclusie gekomen dat de V(S)O-school passend is bij de
mogelijkheden, ambitie en wensen van de leerling.
Leerlingen met VSO advies
Voor leerlingen die naast het niveau-advies ook een VSO advies krijgen, moet bij het
Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen een zogenoemde
toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aangevraagd worden door de basisschool of het speciaal onderwijs.
In het onderwijskundig rapport en ontwikkelingsperspectief (OP) wordt beschreven welke extra
onderwijs- en ondersteuningsbehoefte de leerling nodig heeft.
Voor meer informatie, zie www.swvadam.nl onder de kop 'Toelaatbaarheidsverklaring.'
5,2 Traject plaatsing met de Centrale Loting & Matching
Het traject na de aanmelding voor de Centrale Loting & Matching in 2020:
e Procedurele controle op compleetheid oki-doc en onderbouwing basisschooladvies 16 t/m 26
maart 2020. (zie 4.6)
e Centrale Loting & Matching met alle aangemelde leerlingen, hun voorkeurslijsten en eventuele
voorrangen week 14 2020. (zie 5.3)
e Publicatie Centrale Loting & Matching op 2 april 2020. (zie 5.4)
e Afronding primair voor niet-gematchte leerlingen in de Centrale Loting & Matching van 3 t/m 9
april 2020. (zie 5.5)
e Behandeling gematchte leerlingen op hun ondersteuningsvraag week 14 t/m 20 2020. (zie 5.6)
ed
5.3 De Centrale Loting & Matching
Opgave beschikbare plaatsen, controle keuzelijsten
Het aanbod (de beschikbare plaatsen) speelt een belangrijke rol in de Centrale Loting & Matching.
Daarnaast worden ook de onderwijssoorten die een VO-school aanbiedt in ELK gevraagd, om de
keuzelijsten per basisschooladvies te kunnen genereren. De VO-scholen hebben zelf de regie over de
verdeling van hun capaciteit over capaciteitsgroepen met aan elke capaciteitsgroep één of meerdere
basisschooladviezen gekoppeld.
In week 49 van 2019 wordt via ELK de eerste capaciteitsopgave opgevraagd bij de VO-scholen.
Vervolgens wordt voor 31 januari 2020 een controle gevraagd op de capaciteit en de keuzelijsten.
Snel hierna worden door de basisscholen de aanmeldingsformulieren met keuzelijst van VO-scholen
uitgeprint en uitgedeeld (10 t/m 28 februari 2020).
Proef-Centrale Loting & Matching
Na sluiting van de aanmeldingsperiode is bekend welke leerlingen met hun voorkeurslijsten deel
gaan nemen aan de Centrale Loting & Matching. Ook de VO-scholen hebben in die periode definitief
aangegeven hoeveel leerlingen ze kunnen verwelkomen volgend schooljaar.
Het primaire doel van de Proef-Centrale Loting & Matching is controleren of de computer, met alle
benodigde gegevens, het algoritme laat draaien volgens het afgesproken Protocol Centrale Loting &
Matching. Daarnaast gebruiken de VO-scholen de Proef-Centrale Loting & Matching om te bekijken
of het mogelijk is om de uitkomst van de Centrale Loting & Matching te verbeteren. Dit kunnen ze
doen door het aantal plekken anders te verdelen over de verschillende basisschooladviezen. Soms is
dit mogelijk, soms niet. Tijdens de Proef-Centrale Loting & Matching wordt er aan de onderzoekers
van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam om advies gevraagd. Het gezamenlijk
streven is om zoveel mogelijk leerlingen op een VO-school van zo hoog mogelijke voorkeur te
plaatsen.
Procesomschrijving Centrale Loting en Matching
Om een eerlijke en transparante Centrale Loting & Matching te waarborgen hebben de gezamenlijke
VO-schoolbesturen een Procesomschrijving Centrale Loting en Matching opgesteld. Hierin staan
onder meer afspraken over de uitvoering van de Centrale Loting & Matching, de aanwezigheid van
notaris en getuigen, en transparantie over registratie van de aantallen (zie bijlage II). De
procesomschrijving Centrale Loting en Matching is een onverbrekelijk deel van de Kernprocedure.
Er wordt gebruik gemaakt van het algoritme DA-STB. Bij deze vorm van Centrale Loting & Matching
komen veel leerlingen op hun VO-school van eerste voorkeur. Echter, er zullen ook leerlingen
terechtkomen op een VO-school laag op hun voorkeurslijst. Dit kan ook een VO-school buiten de top
tien betekenen. Leerlingen maken een uitgebreide voorkeurslijst om op een VO-school van hun lijst
gematcht te kunnen worden, hier staat plaatsingsgarantie tegenover. Leerlingen worden niet op een
willekeurige VO-school gematcht als hun lijst niet lang genoeg is. Als een leerling niet gematcht is,
krijgt de leerling de kans om opnieuw een voorkeurslijst te maken van VO-scholen die nog
beschikbare plekken hebben.
ed
Reservelijst
Voor de VO-scholen waar een capaciteitsprobleem is, en er dus leerlingen niet zijn geplaatst omdat
deze vol waren, wordt een reservelijst aangemaakt. Bij de samenstelling van de volgorde van de
reservelijst is het lotnummer leidend waarbij de leerling met het meest ongunstige lotnummer die
de betreffende school als eerste voorkeur heeft opgegeven, maar niet geplaatst is op deze school,
bovenaan de reservelijst komt te staan. De leerling met het meest gunstige lotnummer komt, binnen
de groep van de eerste keuze, onderaan te staan. Daarna komen de leerlingen die deze school als
tweede keuze hebben opgegeven en hiervoor geldt dat de leerling met het meest ongunstige
lotnummer in deze groep bovenaan komt te staan. Op deze manier heeft een leerling niet meerdere
keren nadeel van een ongunstig lotnummer. VO-scholen benaderen bij het vrijvallen van plekken de
leerlingen op volgorde van de reservelijst. De reservelijsten worden niet centraal bijgehouden, maar
per school. De reservelijsten treden in werking vanaf het vrijvallen van plekken vanaf de opgegeven
capaciteit. De reservelijsten zijn geldig tot en met de laatste dag van het schooljaar van de
leerlingen.
5.4 Publicatie van de Centrale Loting & Matching
Het gaat hierbij om leerlingen waarvoor een plek is gereserveerd op een VO-school door de Centrale
Loting & Matching. Deze leerlingen zijn gematcht en hen wordt een plaatsingsaanbod gedaan.
De VO-school waar de leerling middels de Centrale Loting & Matching terecht is gekomen, stuurt op
2 april 2020 een brief naar de ouders en de leerling met het plaatsingsaanbod. De basisschool kan op
2 april 2020 in ELK de uitkomst vinden. Leerlingen en ouders hebben een ouderportaal waar zij naast
de plaatsing ook het lotnummer en eventueel de posities op de reservelijst kunnen vinden.
5.5 Afrondingsfase voor niet-gematchte leerlingen
Wanneer een leerling op 2 april 2020 geen plaatsingsaanbod kan worden gedaan omdat de
voorkeurslijst te kort was (dus korter dan de minimale lijstlengte om de plaatsingsgarantie te kunnen
hebben, zie pagina 24) of de leerling zich te laat heeft aangemeld, dan krijgt de leerling de
mogelijkheid om opnieuw een voorkeurslijst op te stellen met VO-scholen die nog plek hebben. Een
leerling die gematcht is op een VO-school en om welke reden dan ook toch van gedachte is
veranderd, kan zichzelf terugtrekken van de VO-school. De reservelijst die is opgebouwd tijdens
deelname aan de eerste ronde loting en matching blijft geldig.
In de eerste week na de eerste Centrale Loting & Matching zullen de VO-scholen met beschikbare
plekken extra voorlichting geven en gaan de ouders de leerlingen opnieuw aanmelden met een
voorkeurslijst bij de VO-school van (nieuwe) eerste voorkeur. Deze leerling zal dan in de
afrondingsfase nogmaals aan de Centrale Loting & Matching deelnemen. In de afrondingsfase van de
Centrale Loting & Matching zullen de leerlingen een nieuw lotnummer krijgen. Verder verloopt de
Centrale Loting & Matching op dezelfde manier als ten aanzien van de eerste voorkeurslijst.
Uiterlijk 9 april 2020 wordt deze leerlingen een (nieuw) plaatsingsaanbod gedaan.
5.6 Behandelfase
Na de Centrale Loting & Matching zullen de VO-scholen de ondersteuningsbehoefte van de
gematchte leerlingen in kaart brengen. In veel gevallen gaan de VO-scholen hierover in gesprek met
de basisschool en indien gewenst met de ouders en de leerling zelf. Dit met als belangrijkste doel om
de leerlingen passend onderwijs te kunnen bieden op hun nieuwe school.
Ll
Zorgplicht
Vanaf de publicatie van de Centrale Loting & Matching zijn de VO-scholen van plaatsing
verantwoordelijk voor de daadwerkelijke plaatsing van de leerling. Ofwel, de VO-school zorgt ervoor
dat deze leerling een voor hem of haar geschikte plaats krijgt aangeboden op deze VO-school of een
andere VO-school.
Zorgvuldige behandeling, ook in het kader van zorgplicht
Afgesproken is dat er een aantal stappen door de VO-school wordt doorlopen in het kader van de
zorgplicht om voor elke leerlingen een passende plek te realiseren: het opvragen van
leerlinggegevens (oki-doc), het opstellen van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte, zien en
spreken van leerling en ouders, overleg met de PO-school van herkomst, aangeven en beschrijven
wat wel en niet kan worden geboden (basisondersteuning-overstijgend) en indien wenselijk
doorgeleiden naar de passende plek. Met de VO-school waarnaar de leerling wordt doorgeleid,
moet overleg zijn geweest over de leerling en er moet een beschikbare plek zijn voor deze specifieke
leerling. Pas dan gaat de zorgplicht over op de school waar de leerling dan wordt geplaatst.
Tafeltjesmiddagen, warme overdracht
Informatie die naar het oordeel van de basisschool niet nodig is om een plaatsingsbesluit te nemen,
maar die wel van waarde is om mee te geven aan de VO-school, kan via de zogenaamde ‘warme
overdracht’ worden uitgewisseld. In de regio’s Oost, West, Noord en Zuid worden hiervoor
tafeltjesmiddagen georganiseerd door het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs
Amsterdam-Diemen. Tafeltjesmiddagen vinden plaats na de plaatsingsbesluiten.
Een basisschool die voor een leerling een ‘warme overdracht’ wil doen, dient de ouders van de
betreffende leerling hiervan op de hoogte te stellen. De basisschool geeft in ELK aan of zij een
leerling aanmeldt voor de tafeltjesmiddag. De basisscholen die leerlingen hebben opgegeven
worden hierover verder geïnformeerd.
Sommige VO-scholen maken voor de ‘warme overdracht’ hun eigen afspraken met het
basisonderwijs. Meer informatie, data en locaties voor de warme overdracht is te vinden bij het
Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen.
5.7 Leerlingen met hogere score op eindtoets dan basisschooladvies - heroverwegingsfase
Wanneer een leerling een hogere score haalt op de eindtoets dan het basisschooladvies luidde, dan
kunnen de ouders en de leerling in gesprek gaan met de basisschool om het basisschooladvies te
heroverwegen. In enkele gevallen zal het basisschooladvies dan worden bijgesteld. Ouders en
leerlingen die verwachten dat de score op de eindtoets hoger zal zijn dan het basisschooladvies,
wordt geadviseerd om hier rekening mee te houden in de keuze van VO-scholen op de
voorkeurslijst.
De ouders en de leerling zullen aanvankelijk met de VO-school waar de leerling is geplaatst
onderzoeken of de leerling met het bijgestelde basisschooladvies daar evengoed terecht kan. Indien
dit intern mogelijk is, dan gaat deze leerling voor op de reservelijst van deze VO-school. Kan dit niet,
dan zullen de ouders en de leerling, indien nodig in overleg met de basisschool, de leerling
aanmelden bij een VO-school die het passende onderwijsniveau aanbiedt en nog een plek heeft. De
ed
reservelijst van de externe VO-school heeft voorrang. Zie het Tijdpad voor de specifieke data van de
heroverwegingsfase (zie bijlage I).
5.8 Vragen, verzoeken en/of klachten
De VO-scholen streven ernaar om leerlingen zo snel mogelijk zekerheid te bieden en informeren
basisscholen en ouders bij de overstap naar het voortgezet onderwijs.
Het basisschooladvies
Als ouders bezwaar hebben tegen het proces van totstandkoming van het basisschooladvies en/of
het basisschooladvies zelf en hier met de professionals van de basisschool niet uit komen, kunnen zij
een klacht indienen bij het bestuur van de desbetreffende basisschool. Zie daarvoor ook de
klachtenregeling van het bestuur van de basisschool.
Vragen over passend onderwijs
Ouders die vragen hebben over de samenhang tussen het onderwijsaanbod van de VO-school
waarvan zij het plaatsingsaanbod hebben ontvangen en de extra ondersteuningsbehoefte, kunnen
contact opnemen met de VO-school om nader kennis te maken. Samen kan dan worden gekeken of
het onderwijsaanbod aansluit op de persoonlijke kenmerken van de leerling en of er misschien extra
hulp/ondersteuning nodig is.
Algemene procedure
Opmerkingen en suggesties over de procedure van de Centrale Loting & Matching als zodanig
kunnen worden gestuurd naar OSVO ([email protected]). Deze opmerkingen worden
meegenomen bij de evaluatie van de procedure in het volgende jaar.
Bij klachten
Als een ouder, leerling of medewerker van een PO- of VO-school meent dat er gehandeld wordt in
strijd met de Kernprocedure, met als gevolg een onrechtvaardige benadeling van een betrokkene,
dan kan dit in de vorm van een klacht of bezwaarschrift kan gestuurd worden aan; [volledige naam
van de betreffende VO-school] p/a OSVO, Bijlmerdreef 1289, 1103TV Amsterdam. Let op: dit geldt
als een bezwaar gericht tegen de betreffende VO-school, niet tegen OSVO.
De VO-school kan bij de behandeling van het verzoek van ouders gebruik maken van een eigen
bezwaar- en/of klachtenregeling. De informatie over deze regeling van de verschillende VO-scholen
staat op de websites van elke afzonderlijke VO-school. De VO-scholen melden een na de Centrale
Loting & Matching binnengekomen klacht/bezwaar en de voorgenomen behandeling bij vereniging
OSVO.
5,9 Plaatsing na de zomervakantie 2020
Is een leerling vlak voor of net na de zomervakantie nog niet geplaatst, dan stuurt de basisschool zo
snel mogelijk het volledige dossier van deze leerling naar het Samenwerkingsverband Voortgezet
Onderwijs Amsterdam-Diemen. Het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-
Diemen geeft aan de hand van de aanwezige gegevens een bindend advies voor plaatsing van de
betreffende leerling op een bepaalde VO-school. Op basis van dit advies plaatst de VO-school deze
leerling.
ed
5,10 Mentorbegeleiding: hulp bij de overstap
Voor leerlingen die een steuntje in de rug kunnen gebruiken bij de overgang naar het voortgezet
onderwijs kunnen basisscholen hun leerlingen opgeven voor een mentoraat. Gedurende een
mentoraat worden leerlingen voorbereid op en begeleid bij de overgang naar de VO-school, zodat zij
hun schoolloopbaan zelfstandig en succesvol doorlopen.
Mentoraten worden in de gehele stad aangeboden. Bent u als basisschool hierin geïnteresseerd of
wilt u een leerling hiervoor aanmelden dan kunt u contact opnemen met het stadsdeel of met één
van deze projecten: www.schoolscool.nl/amsterdam of www.skcnet.nl (mentorproject) of
WWw.radaradvies.nl/goal
5.11 Overstappen naar een andere VO-school?
De laatste schooldag van het schooljaar voor de leerlingen is de uiterste termijn waarop leerlingen
nog kunnen overstappen naar een andere VO-school. Ook de reservelijsten vervallen na deze datum.
Bijlagen Kernprocedure
Bijlage | Tijdpad Kernprocedure PO/VO 2019-2020
Tijdpad Kernprocedure PO/VO 2019-2020 met alle belangrijke data rondom de overstap, is apart
bijgevoegd.
Bijlage Il Procesomschrijving Centrale Loting en Matching OSVO
Een technische uitleg van de Centrale Loting & Matching.
Bijlage Ill Notitie BBO: Gezamenlijke toetsstandaard 2019-2020
Amsterdamse afspraken over de methode-onafhankelijke toetsen die worden afgenomen in het PO.
En welke toetsresultaten worden overgedragen aan VO. Dit document is apart bijgevoegd.
Bijlage IV Handboek Toewijzing lwoo en pro
Document van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen is apart
bijgevoegd.
Bijlage V Beslisboom OCW voor leerlingdeelname aan eindtoets
Beslisboom OCW voor leerlingdeelname aan eindtoets is apart bijgevoegd.
ed
Bijlagen Il Procesomschrijving Centrale Loting en Matching OSVO
1. Definities en afwegingen
1.1 In deze procesbeschrijving wordt verstaan onder:
* _ Algoritme: het in paragraaf 2.4 bedoelde vastgestelde algoritme;
* _basisschooladvies: het schooladvies als bedoeld in artikel 42 lid 2 Wpo;
* _ beheerder: degene die belast is met de uitvoering van de LMS-applicatie;
* Benoemde Uitkomst: de in paragraaf 2.5 van deze procesbeschrijving bedoelde
benoemde uitkomst;
* _ Definitieve Matching: de in paragraaf 4.7 van deze procesbeschrijving bedoelde
definitieve matching;
* _ ELK-applicatie: de in paragraaf 2.2 van deze procesbeschrijving bedoelde software
applicatiesysteem;
* _ Garantie-overleg: het in paragraaf 2.9 beschreven inspanningsoverleg van de VO-
besturen ter verwezenlijking van de Plaatsingsgarantie;
* _ Garantie Resultaat: de vast te leggen uitkomst van het Garantie-overleg en welk resultaat
voorziet in de verwezenlijking van de Plaatsingsgarantie, een en ander zoals beschreven
in paragraaf 7.8 en paragraaf 7.10.
* _ Kernprocedure VO: de gehele procedure voor aanmelding, matching en plaatsing zoals
gepubliceerd op www.osvo.nl;
* _ Keuzegids: de Keuzegids voortgezet onderwijs Amsterdam 2020;
* leerling: een kind dat zich aanmeldt om voor het eerst in het schooljaar 2019-2020
ingeschreven te worden op een VO-school;
* _ LMS Garantieverwijzing: de in paragraaf 5.8 onder d van deze procesbeschrijving
bedoelde verwijzing;
* _LMS Leerlingmatch: het in paragraaf 5.8 onder c van deze procesbeschrijving bedoelde
resultaat;
* _ LMS Matching-resultaat: het in paragraaf 5.8 onder a van deze procesbeschrijving
bedoelde resultaat;
* _LMS Matching-schoolresultaat: het in paragraaf 5.8 onder b van deze procesbeschrijving
bedoelde resultaat;
* Matching: Centrale Loting & Matching
* Matching 1: eerste ronde Centrale Loting & Matching;
* _ Matching 2: tweede ronde Centrale Loting & Matching;
* _Matchingsprotocol: De procedure voor aanmelding en matching zoals beschreven in de
Keuzegids en de Kernprocedure VO;
* _LMS-applicatie: de in paragraaf 2.4 van deze procesbeschrijving bedoelde software
applicatiesysteem;
* _ Plaatsingsgarantie: de in paragraaf 1.5 beschreven Plaatsingsgarantie;
* _ schoolgegevens 2020-2021: de in paragraaf 2.6 van deze procesbeschrijving bedoelde
schoolgegevens;
* _ schooljaar 2020-2021: het schooljaar tweeduizend twintig - tweeduizend éénentwintig;
* _ Skrepr: het ict-bedrijf Digital Natives B.V. een besloten vennootschap met beperkte
aansprakelijkheid en statutair gevestigd te Urk, met adres: Marsdiep 16 a, 8321 MC te
Urk, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder
dossiernummer 56891563;
Ll
* _ Stichting ELK: Stichting Elektronisch Loket Kernprocedure Amsterdam, een stichting,
statutair gevestigd te gemeente Amsterdam en ingeschreven in het handelsregister van
de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 70327726;
* _ VO-besturen: de rechtspersonen die lid zijn van OSVO of zich daarbij hebben aangesloten;
* _ VO-scholen: de scholen voor voortgezet onderwijs die in de Kernprocedure VO, met
instemming van zijn aangewezen als scholen waarvoor gebruik wordt gemaakt van het
Matchingsprotocol;
* __Wpo: Wet op het primair onderwijs; en,
* __ Wvo: Wet op het voortgezet onderwijs.
Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, sluit een verwijzing naar een begrip of
woord in het enkelvoud een verwijzing naar de meervoudsvorm van dit begrip of woord in en
omgekeerd.
Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, sluit een verwijzing naar het mannelijke
geslacht een verwijzing naar het vrouwelijke geslacht in en omgekeerd.
1.2 De VO-besturen hebben de afgelopen jaren bekeken op welke wijze zij leerlingen een plek
kunnen geven op een school van hun voorkeur. Tot en met de aanmeldingen voor het
schooljaar 2014-2015 hanteerden de VO-besturen in overleg met de gemeente Amsterdam
een systeem waarbij kinderen die naar een school voor voortgezet onderwijs wensten te gaan
inde gemeente Amsterdam zich konden aanmelden, er per afzonderlijke school zonodig werd
geloot en waarna na deze eerste ronde kinderen die nog niet konden worden ingeschreven
zich konden oriënteren op een inschrijving bij een school die nog plaats over had. De VO-
besturen en de gemeente Amsterdam hebben geoordeeld dat deze procedure heeft geleid
tot veel onzekerheden voor die kinderen die na de eerste ronde niet konden worden
ingeschreven op hun school van voorkeur.
1.3 De VO-besturen hebben voorts geconstateerd dat uit artikel 27 lid 1c Wvo volgt dat de
toelating van een leerling wordt gebaseerd op het basisschooladvies en dat dit
basisschooladvies daarmee voor de VO-besturen leidend is.
1.4 De VO-besturen hebben in het najaar van 2017 besloten om bij de aanmeldingen voor
komende schooljaren opnieuw gebruik te maken van een gezamenlijke procedure voor
aanmelding en matching. Dit besluit is nog steeds van kracht en ook van toepassing voor de
aanmeldingen voor het schooljaar 2020-2021.
1.5 De procedure voor aanmelding en matching is beschreven in de 'Keuzegids voortgezet
onderwijs Amsterdam 2020' en in de Kernprocedure VO inclusief bijlagen. Beide documenten
zijn met instemming van de gemeente Amsterdam en de VO-besturen vastgesteld door
Stichting ELK, Vereniging OSVO en afgestemd met de scholen voor primair onderwijs, verenigd
in het zogeheten Breed Bestuurlijk Overleg. Alle VO-besturen sluiten met hun regeling voor
de aanmelding en toelating aan bij de gezamenlijke procedure voor aanmelding, matching en
plaatsing. Zij hebben hiertoe een aansluitingsovereenkomst getekend en hebben hun
schoolinformatie laten opnemen in de Keuzegids voortgezet onderwijs Amsterdam 2020.
1.6 De VO-besturen hebben in het kader van de Kernprocedure VO voor het schooljaar 2020-
2021, net als voor het schooljaar 2019-2020 de wens uitgesproken ter optimalisatie van de
procedure te werken met een Plaatsingsgarantie. Deze Plaatsingsgarantie houdt in dat
Ll
leerlingen met een basisschooladvies vmbo-b, vmbo-b/k, vmbo-k met of zonder lwoo die
minimaal 4 vo-scholen op de voorkeurslijst opgeven, leerlingen met een basisschooladvies
vmbo-t met of zonder lwoo en vmbo-t/havo die minimaal 6 vo-scholen op de voorkeurslijst
opgeven en leerlingen met een basisschooladvies havo, havo/vwo en vwo die minimaal 12 vo-
scholen op de voorkeurslijst opgeven, de garantie wordt geboden dat zij op één van deze 4, 6
respectievelijk 12 VO-scholen een plaats aangeboden krijgen.
1.7 Net als voor het schooljaar 2019-2020 wordt voor het schooljaar 2020-2021 gewerkt met
omgedraaide reservelijsten. Dit houdt in dat leerlingen die op basis van de matching niet een
plaats krijgen aangeboden op de VO-school van hun eerste voorkeur bovenaan de reservelijst
van de school van eerste voorkeur worden geplaatst. Zijn er meer leerlingen op de reservelijst
waarvan deze school de eerste voorkeur was, dan worden deze leerlingen op volgorde van
lotnummer gesorteerd, waarbij de sortering is omgedraaid: de ongunstige lotnummers
(hogere getallen) staan bovenaan de lijst. Daarna de leerlingen op de reservelijst waarvoor de
school de tweede voorkeur op hun voorkeurslijst was, eveneens omgedraaid gesorteerd op
lotnummer enzovoorts. Hiermee wordt ondervangen dat leerlingen dubbel nadeel
ondervinden van een ongunstig lotnummer.
2. Beschrijving uitgangspunten Matching 1
2.1 De Kernprocedure VO houdt in dat elke leerling die zich wenst in te schrijven op een VO-school
in de gemeente Amsterdam, zich aanmeldt bij de VO-school van eerste voorkeur en op een
voorkeurslijst alle door hem gewenste VO-scholen - waarop hij inschrijfbaar is op basis van
het basisschooladvies - rangschikt waarbij het laagste nummer de hoogste voorkeur heeft.
2.2 Ter ondersteuning van de uitvoering van de Kernprocedure VO, is de ELK-applicatie gebouwd.
2.3 Op basis van de uitkomst van de Matching kan een leerling op een school worden
ingeschreven. De procedure voor matching houdt samengevat in dat de VO-besturen gebruik
maken van een systeem waarbij de voorkeuren van de leerlingen en het door de VO-besturen
benoemde aantal beschikbare plaatsen worden gematcht. Op basis van de uitkomst van deze
Matching wordt de leerlingen een plaats aangeboden en worden zij op de reservelijst
geplaatst bij die scholen van hogere voorkeur waarop zij in beginsel niet kunnen worden
geplaatst.
2.4 Onder begeleiding van de heer Van der Klaauw, verbonden aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam, heeft OSVO, namens de VO-besturen, uitgaande van een uitkomst die voldoet
aan Deferred Acceptance - Single Tie-Breaking Mechanism en het Random Serial Dictatorship
een matchingsprocedure en bijbehorend Algoritme laten ontwikkelen. OSVO heeft, namens
de VO-besturen, aan Skrepr gevraagd een ict-applicatie (LMS-applicatie) te bouwen die uitgaat
van deze matchingsprocedure, de rekenmethode Random Serial Dictatorship en het
Algoritme. De ELK-applicatie draagt de benodigde gegevens over aan de LMS-applicatie.
2.5 De door OSVO, namens de VO-schoolbesturen, Benoemde Uitkomst van de Matching is dat,
met inachtneming van de Plaatsingsgarantie, zoveel mogelijk leerlingen die zich aanmelden
voor plaatsing op een VO-school in Amsterdam kunnen worden geplaatst op hun school van
eerste voorkeur. De Benoemde Uitkomst is ook als zodanig benoemd als uitgangspunt bij de
Ll
ontwikkeling van de LMS-applicatie.
2.6 De Matching vindt plaats na de invoer in de LMS-applicatie van de voor de Matching
benodigde leerlinggegevens (NAW gegevens, schooladvies, voorkeurslijsten van de
leerlingen), de door de VO-besturen opgegeven en in de Keuzegids opgenomen capaciteit per
VO-school met onderwijsniveau en leerweg voor het eerste leerjaar in het schooljaar 2020-
2021 (hierna: “schoolgegevens 2020-2021"). De wijze waarop en de termijnen waarbinnen
deze invoer in de LMS-applicatie geschiedt, is beschreven in het Matchingsprotocol.
2.7 Bij de invoer van de leerlinggegevens wordt door de VO-school getoetst of een leerling op
basis van zijn/haar basisschooladvies plaatsbaar is op de VO-school van eerste voorkeur, of
sprake is dat de leerling beschikt over specifieke kenmerken en of een leerling aanspraak kan
maken op een voorrangsrecht bij de school van eerste voorkeur. In de Kernprocedure VO is
beschreven in welke situaties een leerling beschikt over kenmerken op basis waarvan hij/zij
zonder meer, en dus buiten de matching, plaatsbaar is op een specifieke school (Kopklas,
Internationale Schakelklas, tussenvoorziening, praktijkonderwijs (PrO), joods-orthodox) en in
welke gevallen en bij welke VO-scholen het mogelijk is een beroep te doen op een
voorrangsrecht. De scholen voor voortgezet speciaal onderwijs hanteren een afwijkende
procedure.
2.8 De directeuren van de vakscholen Hubertus & Berkhoff, IVKO Kunstschool en het
Mediacollege Amsterdam en de directeuren van de VO-scholen die zogenoemde
LOOT/DAMU-klassen aanbieden, toetsen voorafgaand aan een aanmelding of een leerling op
basis van zijn/haar basisschooladvies plaatsbaar is op de vakschool of LOOT/DAMU-klas en of
de betreffende leerling beschikt over specifieke kwaliteiten en interesses die aansluiten bij
het specifieke onderwijs op een vakschool of LOOT/DAMU-klas. Wanneer een leerling hieraan
naar het oordeel van bedoelde directeuren voldoet, registreren de medewerkers van de
school dit en kan de leerling de vakschool of LOOT/DAMU-klas op elke plaats op de
voorkeurslijst opnemen.
2.9 Indien blijkt dat leerlingen die voldoen aan de voorwaarden voor de Plaatsingsgarantie niet
direct een aanbod tot plaatsing kan worden gedaan, spannen de VO-besturen zich gezamenlijk
in het Garantie-overleg in om in overleg met elkaar te bereiken dat elk van die leerlingen
alsnog een plaats wordt aangeboden op één van de opgegeven 4, 6 respectievelijk 12 VO-
scholen van voorkeur.
3. Beschrijving uitgangspunten Matching 2
3.1 De procedure van Matching 2 houdt in dat elke leerling die geen plaats aangeboden heeft
gekregen op een VO-school na Matching 1 en het Garantie-overleg (en die ook geen beroep
konden doen op de Plaatsingsgarantie wegens een door hen te laag opgegeven aantal scholen
van voorkeur) of geen gebruik wenst te maken van het na Matching 1 ontvangen aanbod tot
inschrijving, een nieuwe keuzelijst kan opgeven met daarop die VO-scholen die op basis van
de uitkomst van Matching 1 nog plaatsen beschikbaar hebben. De betreffende leerling kan
zich aanmelden bij de VO-school van eerste voorkeur en op de nieuwe keuzelijst alle door hem
gewenste VO-scholen - waarop de leerling inschrijfbaar is op basis van het basisschooladvies
en waar nog plaats is - rangschikken waarbij het laagste nummer de hoogste voorkeur heeft.
Ll
3.2 De VO-besturen maken voor Matching 2 gebruik van een systeem waarbij de nieuwe
voorkeuren van de leerlingen en het door de VO-besturen benoemde aantal nog beschikbare
plaatsen worden gematcht. Op basis van de uitkomst van Matching 2 wordt de leerlingen een
plaats aangeboden en worden de leerlingen die geen plaats aangeboden hebben gekregen op
een VO-school na Matching 1 en het Garantie-overleg, op de reservelijst geplaatst bij die
scholen van hogere voorkeur waarop zij in het kader van Matching 2 in beginsel niet kunnen
worden geplaatst.
3.3 Bij Matching 2 - net als bij Matching 1 — heeft OSVO, namens de VO-besturen uitgaande van
een uitkomst die voldoet aan Deferred Acceptance - Single Tie-Breaking Mechanism en het
Random Serial Dictatorship een matchingsprocedure en bijbehorend Algoritme vastgesteld.
OSVO heeft aan Skrepr gevraagd een ict-applicatie (LMS-Applicatie) te bouwen die uitgaat van
deze matchingsprocedure, de rekenmethode Random Serial Dictatorship en het Algoritme. De
ELK-applicatie draagt de benodigde gegevens over aan de LMS-applicatie.
3.4 De door OSVO, namens de VO-besturen, Benoemde Uitkomst van Matching 2 is dat zoveel
mogelijk leerlingen die zich aanmelden voor plaatsing op een VO-school in Amsterdam kunnen
worden geplaatst op één van de door hen als voorkeur opgegeven VO-scholen en dat zoveel
mogelijk leerlingen in deze tweede ronde kunnen worden geplaatst op de VO-school van
nieuwe eerste voorkeur.
3.5 Matching 2 vindt plaats na de invoer in de LMS-applicatie van de leerlinggegevens (gegevens
van de leerlingen en de nieuwe keuzelijsten van de leerlingen en het door de VO-besturen
opgegeven en overgebleven aantal plaatsen per VO-school, onderwijsniveau en leerweg voor
het eerste leerjaar in het schooljaar 2019-2020).
3.6 Bij de invoer van de leerlinggegevens wordt door de VO-school van nieuwe eerste voorkeur
gekeken of een leerling op basis van zijn/haar basisschooladvies plaatsbaar is op de VO-school
van nieuwe eerste voorkeur, of er sprake van is dat de leerling beschikt over specifieke
kenmerken en of een leerling aanspraak kan maken op een voorrangsrecht bij de school van
nieuwe eerste voorkeur. Bij de invoer van de leerlinggegevens door de VO-school worden de
leerling en zijn/haar ouder(s)/wettelijk verzorger(s) er door de VO-school op gewezen dat bij
deelname aan Matching 2, voor zover de betreffende leerling eerder in het kader van
Matching 1 een aanbod tot plaatsing is gedaan, dat oorspronkelijke aanbod geheel komt te
vervallen ten gunste van leerlingen die na Matching 1 op de reservelijst van die bewuste VO-
school staan waarvan zij een aanbod hebben ontvangen. De ouder(s)/wettelijk verzorger(s)
van de leerlingen hebben voorafgaand aan de aanmelding van hun kind voor Matching 2
schriftelijk bevestigd dat zij daarmee afstand deden van het door hen na Matching 1
ontvangen aanbod tot inschrijving. De betreffende leerlingen behouden hun in Matching 1
verkregen positie op de reservelijst van die VO-scholen waarop zij in die ronde niet konden
worden geplaatst.
4. Beschrijving controle op juistheid van de invoer van leerling- en schoolgegevens
41 Het model van de door de bevoegde gezagen van de scholen voor het primair onderwijs aan
hun leerlingen in groep acht te verstrekken basisschooladvies is afgestemd met OSVO.
ed
4.2 Het model van de voor de aanmelding voor Matching 1 en Matching 2 te hanteren keuzelijsten
is vastgesteld door OSVO. Op een keuzelijst wordt het basisschooladvies vermeld.
4.3 Een keuzelijst voor Matching 1 en Matching 2 biedt de mogelijkheid om de VO-scholen waar
de leerling op basis van het basisschooladvies kan worden ingeschreven als voorkeur op te
geven, biedt voorts de mogelijkheid om aan te geven of bij de VO-school van eerste voorkeur
een beroep wordt gedaan op een voorrangsrecht en geeft ingevuld aan of een leerling voldoet
aan de voorwaarden van de Plaatsingsgarantie.
44 Elke nieuwe keuzelijst voor Matching 2 biedt de mogelijkheid om alleen voor die VO-scholen
waar op basis van de uitkomst van Matching 1 nog plaatsen beschikbaar zijn en de leerling op
basis van het basisschooladvies kan worden ingeschreven voorkeuren op te geven en geeft
ouder(s)/wettelijk verzorger(s) van de leerling voorts de mogelijkheid om aan te geven of bij
de VO-school van nieuwe eerste voorkeur een beroep wordt gedaan op een voorrangsrecht.
4.5 Een vakschool of LOOT/DAMU-klas wordt alleen getoond op een keuzelijst wanneer een
leerling op basis van het basisschooladvies kan worden ingeschreven en de leerling
voorafgaand aan de aanmelding is getoetst op geschiktheid (zie paragraaf 2.8).
4.6 Aanmelding geschiedt bij de VO-school van eerste voorkeur. Een vertegenwoordiger van de
VO-school van eerste voorkeur voert zelf - in het bijzijn van ouder(s)/wettelijk verzorger(s) en
op basis van de van de ouder(s)/wettelijk verzorger(s) te ontvangen voorkeurslijst - de
aanmelding en leerling gegevens in de ELK-applicatie in. Een vertegenwoordiger van de VO-
school van eerste voorkeur draagt zorg voor een uitdraai van de invoer van de aanmelding en
verzoekt de ouders/wettelijk verzorgers van de leerling deze te controleren op juistheid en bij
akkoord te ondertekenen. Vervolgens bevestigt de vertegenwoordiger van de VO-schaool van
eerste voorkeur in de ElK-applicatie de ondertekening van de aanmelding en leerling
gegevens door de ouder(s)/wettelijk verzorger(s) en verstrekt hij aan de ouders/wettelijk
verzorgers van de leerling een bevestiging van de definitieve aanmelding en ingevoerde
leerlinggegevens welke eveneens door ouders/wettelijk verzorgers wordt ondertekend. Deze
bevestiging bevat een unieke controlecode.
4.7 Alle VO-besturen wijzen per VO-school één of meer personen aan die belast zijn met de invoer
van de schoolgegevens 2020-2021 in de ELK-applicatie. Deze personen voeren de door het
betreffende VO-bestuur vast te stellen schoolgegevens 2020-2021 in de ELK-applicatie in,
controleren de juistheid en bevestigen vervolgens die juistheid.
4.8 Indien en voor zover na het voltrekken van Matching 1 op maandag 30 maart 2020 een leerling
niet als uitkomst van het Garantie-overleg van woensdag 1 april 2020 geplaatst wordt ter
verwezenlijking van de Plaatsingsgarantie (en de aanmelding van de leerling dus gelet op het
aantal opgegeven voorkeuren niet voldeed aan de voorwaarden voor aanspraak op de
Plaatsingsgarantie), wordt die leerling in de gelegenheid gesteld in de periode van vrijdag 3
april tot en met dinsdag 7 april 2020 een nieuwe voorkeurslijst op te geven. Voor deze groep
leerlingen, aangevuld met die leerlingen die niet op het ontvangen aanbod tot plaatsing in
wensen te gaan en deelname aan een nieuwe matchingsronde prefereren, vindt op woensdag
8 april 2020 Matching 2 plaats, uitgaande van door de ouder(s)/wettelijk verzorger(s) nieuw
Ll
op te geven voorkeurslijsten met daarop die VO-scholen die na Matching 1 van maandag 30
maart 2020 nog plaatsruimte hebben. De procedure van Matching 2 volgt de uitgangspunten
van de Kernprocedure VO en het Matchingsprotocol.
5, Beschrijving werking LMS
5.1 Elke leerling krijgt in de LMS-applicatie en met gebruikmaking van de rekenmethode Random
Serial Dictatorship geheel willekeurig een lotnummer toegewezen. Het aantal toe te wijzen
nummers is gelijk aan de som van het aantal leerlingen dat zich heeft aangemeld voor
inschrijving op een VO-school. Geheel willekeurig wil zeggen zonder enig onderscheid op basis
van de kenmerken van een leerling, achtergrond, alfabetische volgorde, wijze van aanmelding
of welk ander feitelijk kenmerk dan ook.
5.2 Het nummer één (1) geldt hierna als het hoogste lotnummer, hetgeen als effect heeft dat bij
een fictief aantal van éénhonderd (100) leerlingen de leerling aan wie geheel willekeurig het
nummer één (1) is toegekend het hoogste lotnummer heeft en de leerling aan wie geheel
willekeurig het nummer éénhonderd (100) is toegekend het laagste lotnummer heeft.
5.3 Nadat tijdens Matching 1 de capaciteit is vastgesteld, wordt de leerling met lotnummer één
(1) geplaatst op de VO-school van zijn eerste voorkeur. Dit gaat per leerling zo verder totdat
wordt geconstateerd dat een leerling met een lager lotnummer niet langer op de school van
zijn eerste voorkeur kan worden geplaatst omdat die VO-school “vol” is (en het aantal plaatsen
dus vergeven is). Alsdan, wordt voor die leerling door de LMS-applicatie beoordeeld of op de
VO-school van tweede voorkeur plaats is en wordt de leerling op de reservelijst voor de VO-
school van eerste voorkeur gezet. Mocht de VO-school van tweede voorkeur “vol” zijn, dan
wordt de leerling ook op de reservelijst van die VO-school geplaatst (in volgorde na die
leerlingen die deze VO-school als eerste voorkeur hebben opgegeven) en wordt bekeken of er
plaats is op de VO-school van derde voorkeur; en zo nodig verder tot het aantal opgegeven
voorkeuren is bereikt.
54 Leerlingen die conform de Kernprocedure VO een beroep op een voorrangsrecht hebben
gedaan, worden - na controle door de betreffende VO-school - geplaatst bij die VO-school
waar zij een voorrangsrecht hebben. Leerlingen met een voorrangsrecht voor de VO-school
van eerste voorkeur hebben voorrang op leerlingen met een hoger lotnummer zonder
voorrang. Indien en voor zover het aantal plaatsen op een VO-school beperkter is dan het
aantal leerlingen dat voor die VO-school een voorrangsrecht heeft, komen de leerlingen met
de hoogste lotnummers voor plaatsing in aanmerking totdat het aantal plaatsen op de
betreffende VO-school “vol” is (en het aantal plaatsen dus vergeven is), waarna de leerlingen
op de reservelijst voor die VO-school worden gezet en de in paragraaf 5.4 beschreven stappen
worden doorlopen.
5.5 Op basis van de ingevoerde aanmelding, de leerling- en schoolgegevens en de Benoemde
Uitkomst, verricht OSVO met behulp van de LMS-applicatie op 23 maart 2020 een
proefmatching. Op basis van de uitkomst van deze proefmatching, beoordelen OSVO en de
VO-besturen of het noodzakelijk en redelijkerwijs voor de VO-besturen mogelijk is om binnen
de per VO-school vastgestelde capaciteit het door de VO-besturen opgegeven aantal plaatsen
per onderwijsniveau en leerweg aan te passen om meer leerlingen op de VO-school van eerste
Ll
voorkeur te kunnen plaatsen. De VO scholen ontvangen hier in adviserende zin bericht over
en maken zelf de overweging dit advies over te nemen.
5.6 Na de onder 5.5 bedoelde beoordeling van de proefmatching en eventuele aanpassingen in
de verhouding van capaciteit tussen capaciteitsgroepen binnen dezelfde VO-school (ook wel
aangeduid als ‘bordjes verhangen’), vindt op 30 maart 2020 Matching 1 plaats met behulp van
de LMS-applicatie op de wijze als hiervoor beschreven. OSVO nodigt bestuursleden van OSVO,
vertegenwoordigers van de VO-besturen, ambtenaren van de gemeente Amsterdam,
medewerkers van het Samenwerkingsverband VO Amsterdam-Diemen, benoemde getuigen
uit vertegenwoordigers/afgevaardigden van oudergeledingen en de kinderombudsman van
de Gemeente Amsterdam uit om aanwezig te zijn. De aanwezigen bij het voltrekken van
Matching 1 wordt voorafgaand aan Matching 1 door OSVO verzocht een verklaring te
ondertekenen met het oog op de bescherming van vertrouwelijke persoonsgegevens van
ouders en leerlingen (“Verklaring Vertrouwelijkheid Persoonsgegevens”). OSVO zal de
notaris verzoeken deze verklaring in bewaring te nemen.
5.7 De LMS-applicatie maakt direct nadat Matching 1 op 30 maart 2020 is voltrokken het volgende
inzichtelijk:
a. LMS Matching-resultaat
In zijn algemeenheid is per individuele VO-school inzichtelijk:
i. hoeveel leerlingen op de betreffende VO-school worden geplaatst (per
niveau, en per reguliere en/of profielklassen);
i. hoeveel leerlingen, per VO-school afzonderlijk, op die VO-school op de
reservelijst zijn geplaatst;
iii. of en hoeveel leerlingen die voldoen aan de voorwaarden voor
Plaatsingsgarantie niet binnen de matching kunnen worden geplaatst;
ii. de datum en het tijdstip van de Definitieve Matching; en,
iv. een unieke controlecode.
b. LMS Matching-schoolresultaat
Per individuele VO-school (inclusief onderwijsniveau en leerweg) is inzichtelijk:
i. het beschikbare aantal plaatsen op de betreffende VO-school, onderverdeeld
in klassen per onderwijsniveau, leerweg en profiel;
i. welke leerlingen op deze VO-school worden geplaatst om reden van voorrang;
ii. welke overige leerlingen op deze VO-school worden geplaatst (zonder
voorrang);
iv. wat de nummers en namen zijn van de leerlingen op de reservelijst (de naam
van leerlingen op de reservelijst wordt niet eerder vrijgegeven dan nadat de
VO-school de leerling wegens het vrijkomen van een plaats wenst te
benaderen);
Vv. de datum en het tijdstip van de Definitieve Matching; en,
vi. een unieke controlecode die correspondeert met het unieke nummer op het
LMS Matching-resultaat.
C. LMS Leerlingmatch
Per individuele leerling is, met vermelding van het ELK-nummer, inzichtelijk:
ed
i. het basisschooladvies van de leerling;
i. de door de leerling opgegeven VO-scholen van voorkeur;
ii. welk lotnummer hij/zij toegekend heeft gekregen;
iv. op welke VO-school hij/zij kan worden geplaatst;
v. welke plaats hij/zij inneemt op de reservelijst van die VO-scholen van
voorkeur waarop hij/zij uitgaande van de Definitieve Matching in eerste
instantie niet kan worden geplaatst;
vi. de datum en het tijdstip van de Definitieve Matching;
vii, een unieke controlecode die correspondeert met het unieke nummer op het
LMS Matching-resultaat.
d. LMS Garantieverwijzing
Of en welke leerlingen die voldoen aan de voorwaarden voor Plaatsingsgarantie niet
binnen de Definitieve Matching kunnen worden geplaatst en op basis van het
Garantie-overleg ter verwezenlijking van de Plaatsingsgarantie een aanbod moet
worden gedaan op de wijze als beschreven in hoofdstuk 7.
6. Controle proces
6.1 Op de dag van het voltrekken van Matching 1 maakt OSVO in aanwezigheid van een notaris
met behulp van de LMS-applicatie een éénmalige uitdraai van de resultaten van Matching 1.
Dit geldt ook voor Matching 2.
De betreffende uitdraai bestaat uit één (1) Algemeen Matching-resultaat en een aantal
Matching-schoolresultaten gelijk aan het aantal VO-scholen. Op het Algemeen Matching-
resultaat is de datum en tijdstip van de Matching en een unieke controlecode vermeld. Op elk
Matching-schoolresultaat is de datum en tijdstip van de Matching vermeld en een unieke
controlecode die correspondeert met het unieke nummer op het Algemeen Matching-
resultaat. OSVO controleert vervolgens steekproefsgewijs of de op het Matching-
schoolresultaat weergegeven gegevens in overeenstemming zijn met de onder paragraaf 4.6
bedoelde bevestiging. De beheerder zal de notaris verzoeken deze uitdraai in bewaring te
nemen.
6.2 Skrepr zal voorafgaand aan de Definitieve Matching 1 een verklaring ondertekenen
inhoudende dat:
a. de LMS-applicatie is ontwikkeld op basis van de door OSVO benoemde
uitgangspunten;
b. de kwaliteit van LMS-applicatie zodanig is dat de Definitieve Matching behoort
overeen te komen met de ingevoerde leerlinggegevens, de ingevoerde
schoolgegevens 2020-2021 en de Benoemde Uitkomst;
C. de LMS-applicatie bij de Definitieve Matching 1 lotnummers toekent aan leerlingen;
d. de LMS-applicatie bij de Definitieve Matching 1 uitgaat van deze matchingsprocedure,
de rekenmethode Random Serial Dictatorship en het Algoritme en is afgestemd met
de heer Van der Klaauw van de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Skrepr zal deze verklaring overhandigen aan OSVO en OSVO zal de notaris verzoeken deze
verklaring in bewaring te nemen.
6.3 De heer Van der Klauw zal voorafgaand aan de Definitieve Matching 1 een verklaring
ondertekenen inhoudende dat aan Skrepr ten behoeve van de door hen ontwikkelde LMS-
applicatie een algoritme is aangeleverd dat uitgaat van deze matchingsprocedure, de
rekenmethode Random Serial Dictatorship en het Algoritme. De heer Van der Klaauw zal deze
verklaring overhandigen aan OSVO en OSVO zal de notaris verzoeken deze verklaring in
bewaring te nemen.
7. Garantie-overleg en Garantie Resultaat
71 Onderdeel van de Kernprocedure VO is de Plaatsingsgarantie, zoals benoemd in paragraaf 1.6.
7.2 Indien en voor zover op basis van Matching 1 en uit het LMS-Resultaat blijkt dat leerlingen die
voldoen aan de voorwaarden voor de Plaatsingsgarantie niet direct een aanbod tot plaatsing
kan worden gedaan, spannen de VO-besturen zich gezamenlijk in het Garantie-Overleg in om
in overleg met elkaar te bereiken dat elk van die leerlingen alsnog een plaats wordt
aangeboden die voldoet aan de Plaatsingsgarantie.
7.3 OSVO doet verslag van dit overleg en geeft dit verslag in bewaring bij de notaris. De VO-
besturen dragen er zorg voor dat alle VO-scholen op de voorkeurslijsten van de betreffende
leerlingen vertegenwoordigd zijn bij het Garantie-Overleg.
74 Het Garantie-Overleg is toegankelijk voor dezelfde getuigen als aanwezig bij de loting en
matching.
7.5 De Benoemde Uitkomst van het Garantie-Overleg is dat elke leerling ter verwezenlijking van
de Plaatsingsgarantie een plaats wordt aangeboden op een door die leerling opgegeven VO-
school van voorkeur, zulks binnen de bandbreedte van de — afhankelijk van het
basisschooladvies - door hen opgegeven 4, 6 respectievelijk 12 VO-scholen van voorkeur.
7.6 Aan het begin van het Garantie-Overleg worden door OSVO met de aanwezigen bij het
Garantie-Overleg de voorkeurslijsten met de opgegeven VO-scholen van voorkeur van de
betreffende leerlingen gedeeld. Deze lijsten zijn geanonimiseerd.
7.8 Ter verwezenlijking van de Plaatsingsgarantie worden de leerlingen separaat behandeld in de
volgorde zoals zij zijn opgenomen in het Resultaat definitieve matching 1 (dus op volgorde van
lotnummer) en door de voorkeurslijst vanaf eerste voorkeur af te lopen. Wanneer de
vertegenwoordiger van de betreffende school van eerste voorkeur een aanbod kan doen
steekt hij zijn hand op. Mocht dit niet mogelijk zijn dan wordt gekeken naar de school van
tweede voorkeur enzovoorts. De leerling wordt geplaatst op die school waarvan de
vertegenwoordiger zijn hand heeft opgestoken.
7.9 Deze reacties worden vastgelegd. Vervolgens wordt, conform en aan de hand van de reacties,
door de vertegenwoordigers van OSVO geconstateerd dat is voldaan aan verwezenlijking van
de Plaatsingsgarantie.
7.10 De vertegenwoordigers van OSVO stellen vast of het Garantie-overleg ordentelijk is verlopen
en heeft geleid tot een uitkomst die erin voorziet dat alle leerlingen die vallen onder de
Plaatsingsgarantie een aanbod kan worden gedaan (“Garantie Resultaat”).
7.11 Het OSVO overhandigt aan de notaris op schrift het Garantie Resultaat, een overzicht van de
leerlingen die het betreft en een verklaring dat het Garantie-overleg ordentelijk is verlopen.
Het OSVO zal de notaris verzoeken deze verklaring in bewaring te nemen.
7.12 Het bestuur van het OSVO draagt er zorg voor dat het Garantie Resultaat wordt verwerkt in
de LMS-applicatie.
kk
| Onderzoeksrapport | 46 | train |
Bezoekadres Gemeente Amsterdam
Stadhuis, Amstel 1 Best di t
1011 PN Amsterdam estuursaiens
Directie Openbare Orde en Veiligheid
Postbus 202 Afdeling Toezicht & Handhaving en Beheer
1000 AE Amsterdam
Telefoon 020 552 9111
Fax 020 552 3426
www.amsterdam.nl Retouradres: BDA, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Wijkcentrum ‘d Oude Stadt
Nieuwe Doelenstraat 55
1012 CP Amsterdam
Datum 11 november 2014
Ons kenmerk
Behandeld door S. Rechtuijt
Doorkiesnummer 06-10628343
E-mail [email protected]
Onderwerp Reactie raadsadres inzake bierfietsen
Geachte L. Harten,
Op 11 september stuurde u een raadsadres over de overlast die bewoners van de
binnenstad ervaren van de bierfiets.
Dat de bierfiets voor overlast zorgt is mij bekend en dit heeft dan ook de aandacht van het
college. Afgelopen zomer zijn er veel overlastmeldingen ontvangen over de bierfiets.
Het college heeft onlangs in de beantwoording van schriftelijke vragen van het raadslid
Boldewijn van de PvdA aangegeven dat zij de overlast van de bierfiets actief tegen zal
gaan, allereerst op basis van de mogelijkheden in de APV. De periode tot het nieuwe
‘bierfietsseizoen’ in 2015 gebruikt het college daarnaast voor het uitvoeren van
vervolgonderzoek naar het instellen van een verbod op de bierfietsen. Tegelijk ga ik,
namens het college, samen met de voorzitter van bestuurscommissie Centrum in gesprek
met de ondernemers in de bierfietsbranche. Dit alles met het doel dat de overlast in het
nieuwe seizoen is opgelost of sterk verminderd.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
De burgemeester van Amsterdam
Mr. E.E. van der Laan
Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Bestuursdienst
Pagina 2 van 2
2
| Raadsadres | 2 | test |
VN2021-033335 Gemeenteraad
Griffie X Gemeente RAAD
% Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 22 december 2021
Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie
Agendapunt 28
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de commissievoordracht over MRA als lobbyplatform voor (fossiele)
multinationals en vitbreiding Schiphol
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
Kennis te nemen van de commissievoordracht over MRA als lobbyplatform voor (fossiele)
multinationals en vitbreiding Schiphol
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
Deze voordracht is besproken in de commissie FED op 25 november 2021 en is geagendeerd door
het lid Van Lammeren (PvdD)
Onderbouwing besluit
Op 14 oktober heeft de voorzitter van VNO-NCW een manifest aangeboden aan de informateurs
Remkes en Koolmees. In dit manifest wordt gepleit voor ontwikkelruimte voor Schiphol met als doel
de Nederlands economie en concurrentiepositie te versterken. Een van de ondertekenaars van dit
manifest is burgemeester Halsema, namens de Amsterdam Economic Board. [a]
[2] https://drive.google.com/file/d/1ZAojVegrEaFrEL5X7MZXI_AkGsWKGLCY/view
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Geheimhouding
nvt.
Welke stukken treft v aan
Gegenereerd: vl.14 1
VN2021-033335 % Gemeente Gemeenteraad
Grifie x Amsterdam RAAD
%
Voordracht voor de raadsvergadering van 22 december 2021
Commissie FED Voordracht 25 nov 2021 - MRA als lobbyplatform voor
AD2021-127544 ‚ ‚ In ‚
(fossiele)multinationals en uitbreiding Schiphol.pdf (pdf)
AD2021-127526 Gemeenteraad Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Nadere informatie bij lid J.F. van Lammeren (Partij voor de Dieren) email:
[email protected]
Gegenereerd: vl.14 2
| Voordracht | 2 | train |
9
em |
INGEKOMEN
12 JUNI 2013
Amsterdam, 11 juni 2013-06-11 Geregistreerd in DORA
Aan de stadsdeelraad Amsterdam Centrum
t.a.v. de griffie
Geachte stadsdeelraad,
Wij vernamen dat op 18 juni a.s. de evaluatie straatmanagement wordt besproken in de
commissie Algemene Zaken. Hoewel de agenda al vastgesteld is menen wij toch dat het
goed zou zijn als u bijgaande verklaring bij uw beraadslagingen zou willen betrekken. Het
gaat om een verklaring die afgelopen november is opgesteld door een aantal verontruste
ondernemers uit de Haarlemmerbuurt. De verklaring was bedoeld voor behandeling in de
algemene ledenvergadering van de BIZ-vereniging Haarlemmerbuurt. Daar is het door
tegenwerking van het bestuur niet van gekomen.
Voor een goed begrip van de verklaring dient u te weten dat het bij ons de straatmanager is
die de gang van zaken bepaalt. Zij is het die de bestuursleden heeft aangezocht, zij is het
ook die bepaalt welke informatie aan de ondernemers wordt gegeven en welke niet, zij is het
die onwaarheden verspreidt en de leden van de vereniging manipuleert. Om die reden leek
het ons goed dat u kennis neemt van onze verklaring. De praktijken in de Haarlemmerbuurt
lijken ons een goede illustratie van wat op blz. 6 van de evaluatie in zeer voorzichtige
bewoordingen wordt gesteld, namelijk dat soms “de straatmanager een positie krijgt waarin
het bestuur van een ondernemersvereniging niet langer de straatmanager aanstuurt, maar
de straatmanager het bestuur aanstuurt”. En even verder: “Een veel voorkomende praktijk is
dat straatmanagers actief op zoek gaan naar kandidaten voor bestuursfuncties en dus hun
eigen opdrachtgever selecteren’.
Zoals gezegd, dit is nog slechts een zeer voorzichtige beschrijving van de situatie in onze
straat.
Met vriendelijke groet,
Namens de verontruste ondernemers,
Amsterdam, 23 november 2012
Geacht Bestuur BIZ-Vereniging Haarlemmerbuurt,
Graag willen wij jullie het volgende onder de aandacht brengen en verzoeken dit stuk op de
komende ALV van 26 november a.s. te bespreken.
Wij willen onze zorg uiten over de gang van zaken in de BIZ-vereniging Haarlemmerbuurt.
Reden van deze brief is dat wij al enige tijd in de wandelgangen allerlei zaken horen die niet
juist zijn. Deze zaken moeten absoluut opgelost worden binnen onze vereniging, om deze
vereniging met goed resultaat te laten werken en tot een succes te maken voor alle leden.
Om één en ander helder te maken hebben wij een inventarisatie gemaakt van de problemen
die opgelost moeten worden.
1. Het bestuur verschaft de leden onjuiste informatie
We hebben geconstateerd dat er beweringen worden gedaan die onjuist zijn. Enkele
voorbeelden:
Er is op de ledenvergaderingen beweerd dat jaarplan en begroting 2012 al goedgekeurd
waren, terwijl die pas na de vergadering van 20 juni j.l. ingediend blijken te zijn
zonder stemming van de ALV (stemming ook niet geagendeerd). Dit jaarplan en deze
begroting zijn dus niet rechtsgeldig.
In mei 2012 wordt er beweerd dat de BIZ vereniging niet van start kan. Deze is echter per
15 dec 2011 opgericht en als zodanig rechtsgeldig vanaf die datum.
Er wordt beweerd dat men pas lid is na betaling van contributie, terwijl het bestuur
verplicht is een ieder die voldoet aan het bepaalde in het tweede lid (van de statuten),
onmiddellijk als lid toe te laten. Er dient een heldere ledenlijst opgesteld te worden.
Het bestuur heeft de plicht op de hoogte te zijn en de leden juist te informeren, anders
kan zij niet functioneren.
2. Het bestuur geeft geen openheid/inzage in de stukken
Er is door diverse leden en bestuursleden om stukken gevraagd en worden niet gegeven of
met enorme vertraging verstrekt.
statuten worden niet aan alle leden verzonden
er wordt geen inzage gegeven in de begrotingen
er wordt geen inzage gegeven in de taken van de bestuursleden
er wordt geen ledenlijst met bijbehorende contactgegevens verstrekt
er wordt geen inzicht gegeven in de overeenkomsten (en dus verplichtingen) die de BIZ
vereniging is aangegaan
ingekomen stukken zoals bijv het advies van EZ worden niet gemeld cq behandeld, NB
een stuk wat cruciaal is voor de broodnodige subsidie.
Het bestuur heeft de plicht openheid te geven van alle stukken van de vereniging.
Enkele stukken dienen zelfs actief toegezonden te worden, zoals de statuten.
3. procedures worden door het bestuur niet volgens de statuten uitgevoerd
communicatiewijze: deze vindt hap-snap plaats door ronddelen van briefjes en niet
consequent bij alle leden. Communicatie moet per email, tenzij anders aangegeven
door het desbetreffende lid. leder lid dient een emailadres op te geven waarop hij de
communicatie dient te ontvangen. Zie alleen al het voorbeeld hoe datum en tijdstip
van deze vergadering zijn ontstaan.
tijdige communicatie gebeurt nu niet en is noodzakelijk, zie statuten voor de daarin
bepaalde perioden voor ‘tijdige’ communicatie
overeenkomsten worden nu aangegaan zonder goedkeuring van ALV en zijn als zodanig
niet rechtsgeldig. Aangegane overeenkomsten dienen geïnventariseerd en
geëvalueerd en indien nodig ontbonden worden. Toekomstige overeenkomsten
dienen vooraf ter goedkeuring aan de ALV voorgelegd te worden.
agenda en notulen zijn incompleet, stemming en bijbehorende stukken horen
geagendeerd en op tijd verstrekt te worden aan de leden, voorafgaande aan de ALV.
Notulen dienen van iedere vergadering te worden gemaakt, binnen een bepaalde tijd
aan de leden ter inzage verstrekt te worden en op de daarop volgende vergadering
goedgekeurd te worden.
Het bestuur dient te handelen volgens de procedures zoals in de statuten vermeld.
4. De winkelstraatmanager voert taken niet uit zoals bedoeld in de statuten en wordt
niet hierop bijgestuurd door het bestuur
De winkelstraatmanager is de uitvoerende persoon die haar taken nu niet juist uitvoert. Zij
communiceert zoals boven beschreven. Daarnaast is het is niet helder wat haar taken zijn en
in welke taken zij ondersteund wordt door het bestuur. Deze zaken lopen door elkaar.
Zij dient een heldere functieomschrijving te krijgen en een werkwijze te hanteren die door het
bestuur wordt aangedragen. Deze werkwijze is nu niet helder en verschaft nu een wolk van
onduidelijkheden, geheimen, slechte communicatie, onvolledigheid!
Al met al denken wij dat deze zaken besproken moeten worden hoe ze opgelost kunnen
worden en binnen welke termijn. Wij denken oprecht dat als wij dit niet oplossen de BIZ
vereniging gedoemd is te mislukken, wat we uiteraard niet willen. Net zoals alle ondernemers
in de straat willen we de handen ineen slaan om gezamenlijk succes te hebben!
Wij hopen dat jullie samen met alle leden aan een oplossing willen werken. Tot maandag 26
november 12!
Met vriendelijke groet,
2008 Wijn en Dranken
Affaire d'Eau
Bling Optiek
BNK
Callas 43
Deksels! Lekkere dingen
Deksels! Keukenspullen
Jordino
Kaasland
De Knipperette
Mary Ann Lingerie
Meeuwig & Zn
Op De Dijk
Papabubble
De Pizzabakkers
‘t Schoenmakertje
Tafeltje Deksels!
Typique
De Wijnbergh & Ensink
‘t Zonnetje
OPLEGGER (hempje)
ingekomen raadsadressen aan de stadsdeelraad
Ingekomen d.d. (in te vullen door Griffie) \ rn AAA 20 ( L IN
ES
Wollen R 9
Naam afzender in te vullen door Griffie) StAL
pg Ig
Oe Û Û
Evt. organisatie (in te vullen door Griffie) JLN Ag RONAR wam dake l HOL ANKE wt IG,
Betreft (in te vullen door Griffie) nn dit Manaaë ml
în te vullen door DI
|
De wijze van afdoening wordt vastgesteld in de raadsvergadering van:
Vanaf deze datum begint afdoeningstermijn te lopen. anaf
Afdoening
De raadsvoorzitter zal voorstellen dit adres:
M in handen van het dagelijks bestuur (db) te stellen ter afdoening
___ met afschrift van het antwoord ter kennisneming aan de commissie: (afdoeningstermijn 8 weken)
o ná behandeling van concept-antwoord in de commissie: 9 (afdoeningstermijn 12 weken)
xq te betrekken bij de voorstellen / bespreking ter zake Av Ere fi É. \ It,
a in handen van het presidium te stellen
a voor kennisgeving aan te nemen
a anders, namelijk:
Beantwoording
o _ Antwoord altijd via DIV versturen
o Als de beantwoording op zich laat wachten (bijv. omdat commissiebehandeling bij concept-antwoorden moet worden
afgewacht, of bij zomerreces of bij complexe onderwerpen of waarbij elders/bij centrale stad info moet worden
ingewonnen), moet de behandelende ambtenaar via DIV een tussenbericht sturen naar adressant met korte uitleg
en schatting van tijdstip waarop antwoord vermoedelijk komt. Dit tussenbericht moet cc naar de griffie.
o Het db bepaalt zelf hoe het afhandelt: via db of portefeuillehouder of via mandaat aan de desbetreffende directeur.
o Na afhandeling stuurt sectorhoofd het originele getekende antwoord naar DIV ter verzending en archivering.
o De Griffie zet het antwoord op het web bij het raadsadres dat zij al op het web heeft gezet (beiden geanonimiseerd).
Let op:
-___Het kan zijn dat het afhandelingsvoorstel van de voorzitter anders is dan hierboven staat aangekruist. Lees dus altijd de
definitieve agenda van de raad met de definitieve afhandelingsvoorstellen (zie internet).
-__ Het kan ook zijn dat de raad ter vergadering anders besluit dan het voorstel van de raadsvoorzitter zoals dat op de
definitieve agenda is vermeld; de griffier meldt dit bij haar briefing na de raad. Meld u aan voor een abonnement op de
briefing, als u wel eens raadsadressen moet behandelen.
| Raadsadres | 5 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1039
Publicatiedatum 19 november 2014
Ingekomen op 5 november 2014
Ingekomen onder E
Behandeld op 6 november 2014
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de begroting
voor 2015 (geen greep van € 11 miljoen uit het Mobiliteitsfonds).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— het college in de begroting 2015 voorstelt € 11 miljoen structureel uit
het Mobiliteitsfonds te halen;
— dit tegen afspraak ingaat om met parkeergelden alleen uitgaven te dekken ten
bate van mobiliteit in brede zin;
— heteen enorme uitdaging is om de bereikbaarheid van de stad te behouden en
verbeteren, en dat de middelen uit het Mobiliteitsfonds juist daarvoor van cruciaal
belang zijn;
— met deze nieuwe greep uit het Mobiliteitsfonds de parkeerkosten steeds meer een
‘gewone’ belasting worden, waarbij de automobilist de facto wordt gebruikt als een
melkkoe,
Besluit:
— niet structureel € 11 miljoen uit het mobiliteitsfonds te halen;
— de hiermee gedekte uitgaven te schrappen;
— de begroting 2015 op deze wijze aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad,
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1708
Ingekomen op 29 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie KDD
Te behandelen op 6/7 november 2019
Onderwerp
Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2020 (Nominale compensatie
voor kunstinstellingen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Overwegende dat:
— Bij de Voorjaarsnota 2019 is bepaald dat de gemeente nominale compensatie
toepast op de budgetten in 2020 van loon en subsidies van 100%;
— _Kunstinstellingen hebben gerekend op het ontvangen van deze nominale
compensatie bij het opstellen van hun begrotingen;
— Voor veel instellingen geldt dat de kosten volgend jaar wel toenemen;
— De begroting 2020 voorstelt om de nominale compensatie te verlagen naar 45%
voor subsidies;
— In de begroting wel is voorzien om vanaf 2021 in het nieuwe kunstenplan
5 miljoen euro extra per jaar beschikbaar te stellen;
— Het zinniger is om niet eerst instellingen onverwachts te korten om vervolgens
extra budget ter beschikking te stellen.
Besluit:
De Begroting 2020 als volgt aan te passen:
— Op pag. 20 onder het kopje Maatregelen’ bij punt 7 toe te voegen:
“Bij subsidies aan kunstinstellingen passen we voor 2020 wel de 100% nominale
compensatie toe. De hiervoor benodigde € 1,4 miljoen dekken we door in 2020
datzelfde bedrag te onttrekken aan de reserve intertemporele compensatie. Deze
wordt vervolgens weer gevuld uit de extra middelen voor het Kunstenplan 2021-
2024. Van de eerder gereserveerde 5 miljoen euro extra voor het Kunstenplan
gaat gedurende deze periode dan € 360.000 per jaar terug naar de reserve
intertemporele compensatie. Voor het nieuwe kunstenplan is dan een extra
bedrag beschikbaar van € 4.640.000 per jaar. Bij de vaststelling van het
kunstenplan 2021-2024 maken we afspraken over de toepassing van nominale
compensatie voor die periode”
— De rest van de begroting en bijbehorende tabellen conform het hier bovenstaande
aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad
4
D.T. Boomsma
2
| Motie | 2 | discard |
30 januari 2017
AMSTERDAM-
AMSTELLAND
Managementrapportage Veilig
Thuis Amsterdam-Amstelland
Vierde kwartaal 2016
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
Inhoud
1 Leeswijzer 3
2 Samenvatting 4
3 Instroom 5
3.1 Adviesvragen 6
3.2 Meldingen 9
3.2.1 Meldingen van huishoudens met kinderen 9
3.2.2 Meldingen van huishoudens zonder kinderen 12
4 Doorlooptijden en wachttijden 14
41 Triagebesluiten 14
4,2 Doorlooptijden triage 15
4,3 Doorlooptijden onderzoek 16
5 Uitstroom 17
5.1 Uitstroom 17
6 Herhaalde meldingen na een gesloten dossier 19
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
1 Leeswijzer
In deze kwartaalrapportage wordt een beschrijving gegeven van de ontwikkelingen van Veilig Thuis regio
Amsterdam-Amstelland in het vierde kwartaal 2016. Deze gegevens zijn wettelijk voorgeschreven in het
CBS informatieprotocol. Dit betekent dat de indelingen/categorieën in de rapportage soms niet helemaal
aansluiten bij de situatie van de regio Amsterdam en vaak algemener zijn geformuleerd. In hoofdstuk
twee worden de belangrijkste resultaten samengevat. Het derde hoofdstuk beschrijft het aantal adviezen
en meldingen die in het vierde kwartaal behandeld zijn. In hoofdstuk vier wordt een overzicht gegeven
van de doorlooptijden en wachttijden. Hoofdstuk vijf gaat in op de uitstroom. Hoofdstuk zes geeft inzicht
in het aandeel herhaaldelijke meldingen (na een afgesloten dossier) die in 2016 zijn binnengekomen. Op
verzoek van de zes gemeenten wordt in hoofdstuk zeven de instroomcijfers per type melder uitgesplitst
naar gemeente. Voor Amsterdam wordt het aantal meldingen op gebiedsniveau gepresenteerd.
3
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
2 Samenvatting
Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste punten uit deze rapportage:
Instroom
-_ Inhet vierde kwartaal zijn 1243 adviesvragen en 1679 meldingen binnengekomen. Van dit aantal
meldingen betreft 1353 meldingen van huishoudens met kinderen en 326 huishoudens zonder
kinderen.
Adviesvragen
-__ Meer dan de helft (b5%) van de adviesvragen komt van professionals.
-__ Het aandeel adviesvragen vanuit het onderwijs is weer gestegen (+8%). Ook het aantal
adviesvragen vanuit de jeugdgezondheidszorg is duidelijk toegenomen.
-__ Het aandeel adviesvragen van burgers laat vanaf het eerste kwartaal een stijging zien; van 34%
tot 38% in het vierde kwartaal.
Meldingen van huishoudens met kinderen
-__ Gemiddeld over 2016 stijgt het aandeel meldingen van huishoudens met kinderen. Van 70% in het
eerste kwartaal naar 80% in het vierde kwartaal.
-__In81% van de meldingen is de politie de melder
-__ Bijna zes op de tien meldingen betreft kindermishandeling, meer dan een derde (ex-)
partnergeweld. Dit beeld is vergelijkbaar met de vorige kwartalen.
-__Eriseen verdubbeling van de kindcheck en stijging in aantal vechtscheidingen
Meldingen van huishoudens zonder kinderen
-__ Negen op de tien meldingen komt van de politie (91%).
-_In 65% van de gevallen is (ex-)partnergeweld de aanleiding om te melden.
-__ 66% van de meldingen betreft psychische geweld; 47% lichamelijke mishandeling.
Doorlooptijden en wachtlijsten
-__87% van de triagebesluiten in het vierde kwartaal (waarvan 89% in december) is binnen 5
werkdagen afgerond tegen 48% in het eerste kwartaal.
-__ Vande afgeronde onderzoeken heeft 53,2% een doorlooptijd van maximaal 10 weken tegen
50,2% in het derde kwartaal.
Uitstroom
-_ Inhet vierde kwartaal zijn 17/59 casussen door Veilig Thuis afgerond.
-_ 61% hiervan wordt verwezen naar een reeds betrokken gecertificeerde instelling of
(jeugd)hulpinstantie
-_In 33% van de vervolgtrajecten is de overdracht naar een Gecertificeerde Instelling (GI). Dit is
vergelijkbaar met de vorige kwartalen. In 29% van de zaken wordt doorverwezen naar de lokale
wijkteams.
Herhaalde melding
- Een kwart van de binnengekomen meldingen in 2016 betreft een herhaalde melding.
4
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
3 Instroom
Hieronder wordt een beschrijving gegeven van de instroom van adviezen en meldingen in het vierde
kwartaal 2016. Voor de binnengekomen meldingen maken we een verdeling tussen meldingen van
huishoudens mét kinderen en huishoudens zonder kinderen. Er wordt een onderscheid gemaakt naar
adviesvrager/melder, aantallen naar gemeente en aanleiding om contact op te nemen of te melden.
Figuur 1: Instroom adviezen en meldingen
700
OZ
500
400 4 LZS ans
300
200
°
— Meldingen
Wonder Kinderen
— Me motknderen _| aar | 33e | 350 | 399 | 302 | 403 | 265 | 029 | 408 | aa | 402 | 0 |
In figuur 1 is te zien dat in het vierde kwartaal 1243 adviesvragen en 1679 meldingen zijn binnengekomen.
Van dit aantal meldingen betreft 1353 meldingen van huishoudens met kinderen en 326 huishoudens
zonder kinderen. De instroom van meldingen laat in 2016 een stijgende lijn zien. Ten opzichte van het
begin van het jaar is het aantal meldingen in december met 24% gestegen. Het aantal adviesvragen laat in
2016 ook een stijgende lijn maar minder hard. Gemiddeld is het aantal adviesvragen over heel 2016 met
8% gestegen. Opvallend zijn de pieken in juni wat betreft de adviesvragen en september wat betreft de
meldingen.
5
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
3.1 Adviesvragen
In figuur 2 is de verdeling van het aantal adviesvragen per gemeente weergegeven. Vergeleken met het
derde kwartaal is voornamelijk de instroom vanuit Amsterdam gestegen.
Figuur 2: Instroom adviesvragen naar gemeente
Diemen, 1% Ouder-Amstel, 0%
Andere regio, 9%
Amstelland regio
Amsteggen, 3%
Aalsmeer, 1%
Adviesvragers
Tabel 1 laat het overzicht zien van de diverse adviesvragers. Meer dan de helft (55%) van de adviesvragen
komt van professionals, wat vergelijkbaar is met het vorige kwartaal. Het aandeel adviesvragen vanuit het
onderwijs is na de vakantie weer gestegen naar 8% wat ongeveer overeenkomst met de eerste twee
kwartalen. Verder zien we een duidelijke toename van adviesvragen vanuit de jeugdgezondheidszorg
(4,1%). Het aandeel vanuit het ziekenhuis lijkt te zijn gedaald maar dit kan een vertekend beeld zijn.
Vertrouwensartsen geven meerdere adviezen tijdens ziekenhuiswerkgroepen en casuïstiekoverleg. Deze
adviezen worden als één advies geregistreerd. Bijna vier op de tien van alle adviesvragen komen van
burgers. We zien dat in 2016 het aandeel adviesvragen van burgers langzaam stijgt van 34% in het eerste
kwartaal naar 38% in het vierde kwartaal. Opvallend is dat het aandeel adviesvragen van jeugdigen per
kwartaal stijgt.
Tabel 1: Hoedanigheid van de adviesvrager!
6
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
ey Op) O3 Oy.
Hoedanigheid adviesvrager Kz Kz Kz Kz
spoedeisende hulp 8,1 1,6 9,5 [ 5,6
welzijnsorganisatie 2,7 3,2 1,8 3,5
peuterspeelzaal 1,2 1,6 1 1,3
|
Tabel 2: Aanleiding adviesvraag
Aanleiding tot contact VT e oe, ox e,
Kz Kz Kz Kz
| Hipectijfstjetwenwoatijkbesten voor de hoedanigppid melderd komstig gighet JandrijB nformatieprotocol Beleidsinformatie AMHK
elke opgesteld Is om beleidsmrormatie zo adequaat mogelijk te registreren voor het verplichte vertrekking van informatie aan het
1
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
zorg 2,9 24 1,9 3,0
ouders 2,4 3,5 25 | 29
* Het CBS onderscheidt twee specifieke categorieën binnen de kindermishandeling (als gevolg van kindcheck of vechtscheiding). Met
‘anders’ wordt alle andere vormen van kindermishandeling bedoeld
Tabel 3: Aard van het geweld of mishandeling
Aard van het geweld/ mishandeling e ey ok e
Kz Kz Kz Kz
“Meerdere vormen van geweld per advies is mogelijk
Waarover wordt advies gevraagd?
Zes op de tien vragen betreft advies over kindermishandeling, een vijfde over huiselijk geweld zo blijkt uit
tabel 2. Drie procent van de adviesvragen betreft ouderenmishandeling en ontspoorde zorg. Meer dan
een derde van de adviesvragen gaat over pedagogische verwaarlozing of psychisch geweld, dit is
vergelijkbaar met de vorige kwartalen.
8
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
3.2 Meldingen
In het volgende hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de instroom van meldingen. We maken
een onderscheid in meldingen van huishoudens met kinderen en huishoudens zonder kinderen. We
beschrijven wie de melder is en wat de aanleiding is om bij Veilig Thuis te melden.
3.2.1 Meldingen van huishoudens met kinderen
Figuur 3: Instroom meldingen van huishoudens met kinderen
Beder-Amstel, 1%
Andere regio, 1%
Amstelland regio
11% °
„1%
Gemiddeld over 2016 stijgt het aandeel meldingen van huishoudens met kinderen. Van 70% in het eerste
kwartaal naar 80% in het vierde kwartaal. Verder zien we in het vierde kwartaal dat alleen in Amsterdam
het aantal meldingen van huishoudens met kinderen is gestegen ten opzichte van de derde kwartaal.
Wie melden er bij Veilig Thuis?
In 81% van de meldingen is de politie de melder. Overige professionals melden in 13% van de meldingen,
wat vergelijkbaar is met het vorige kwartaal. De verdubbeling in het aandeel meldingen van burgers in het
derde kwartaal zet niet door in het vierde kwartaal; 3,9 % van de meldingen komt van burgers.
9
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
Tabel 4: Hoedanigheid melder
eN ep) ek) er!
Hoedanigheid melder Kz Kz Kz Kz
spoedeisende hulp 1,8 1,8 1,7 1 1,6
welzijnsorganisatie 0,6 1,2 04 | 0,7
peuterspeelzaal 0,4 0,2 02 | 01
10
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
Tabel 5: Aanleiding melding
Aanleiding tot contact VT e ey ok 04
Kz Kz Kz Kz
* Het CBS onderscheidt twee specifieke categorieën binnen de kindermishandeling (als gevolg van kindcheck of vechtscheiding). Met
‘anders’ wordt alle andere vormen van kindermishandeling bedoeld
Tabel 6: Aard van het geweld of mishandeling van de melding
Aard van het geweld/mishandeling* e ey, ox e,
Kz Kz Kz Kz
“Meerdere vormen van geweld per melding is mogelijk
Aanleiding en aard geweld
In tabel 5 is te zien dat bijna zes op de tien meldingen kindermishandeling betreft, meer dan een derde
(ex-) partnergeweld. Dit beeld is vergelijkbaar met de vorige kwartalen. De kindcheck is meer dan
verdubbeld ten opzichte van de vorige kwartaal. Ook zijn er relatief meer meldingen binnengekomen over
vechtscheidingen (7,2%) dan in de rest van 2016. In bijna de helft van de meldingen betreft het psychisch
geweld, zie tabel 6. Ongeveer een derde van de gevallen gaat over pedagogische verwaarlozing en het
getuige zijn van huiselijk geweld. Opvallend is dat het aantal meldingen over seksueel misbruik per
kwartaal daalt.
1
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
3.2.2 Meldingen van huishoudens zonder kinderen
Figuur 4: Instroom meldingen huishoudens zonder kinderen naar gemeente
Ouder-Amstel, 1%
ndere regjo, 1%
Ane regio
14% Drn, 4%
Amstelveë
Aalsmeer, 3%
Tabel 7: Hoedanigheid melder huiselijk geweld
eN ep) ek) er!
Hoedanigheid melder Kz Kz Kz Kz
Politie 75,3 95,9 912 | 91,4
Medewerker andere Veilig Thuis 0,5 1,5 217 31
Medewerker thuiszorg 0 0 06 | 06
Medewerker vrouwenopvang 0 0 0 ‚ 0,6
Medewerker bij gemeente, overig 0 0 03 | 03
Huisarts of praktijkondersteuner 0,3 0 0 ‚ 03
Arts of verpleegkundige ziekenhuis /
spoedeisende hulp 0,0 0,0 00 | 03
Professional anders dan bovenstaande 0,3 0,3 06 | 03
Arts of verpleegkundige jeugdgezondheidzorg 0,3 0,3 03 | 0,0
GZ-psycholoog (zelfstandig) 0 0 03 | 0,0
Geen professional
Buurtbewoner 0,5 0,8 03 1: 1,2
Persoon behorend tot het sociale netwerk 0 0 0 ‚ 0,6
Direct betrokkene, volwassen slachtoffer 0,3 0,5 06 |, 03
Familielid van direct betrokkene 1 0,3 06 | 03
Direct betrokkene, kind 0 0,3 0 ‚0,0
Onbekend/ anders 21,5 0,3 24 , 0,6
12
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
Tabel 8: Aanleiding melding huiselijk geweld.
Aanleiding melding e ey, ox 04
Kz Kz Kz Kz
“Meerdere aanleidingen per melding is mogelijk
Tabel 9: Aard van het geweld of mishandeling van de melding
Aard van het geweld/ mishandeling e ey ok 04
Kz Kz Kz Kz
“Meerdere vormen van geweld per melding is mogelijk
Kenmerken meldingen huishoudens zonder kinderen
Uit bovenstaande tabellen is op te maken dat de instroom van meldingen van huishoudens zonder
kinderen in de tweede helft van het jaar is afgenomen ten opzicht van de eerste helft (-15%). Bijna alle
meldingen van huishoudens zonder kinderen worden gemeld door de politie (91%). We zien geen grote
veranderingen met voorgaande kwartalen. Meer dan zes op de tien meldingen betreft (ex-)
partnergeweld. Indien gemeld wordt gaat het in 66% van de meldingen om psychisch geweld en in 47%
om lichamelijke mishandeling.
13
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
4 Doorlooptijden en wachttijden
Alle meldingen die bij Veilig Thuis binnenkomen worden beoordeeld op spoed. De zaken die onmiddellijk
een onderzoek en interventie vragen, de spoedmeldingen, worden binnen 2 uur opgepakt en kennen geen
wachttijd. Alle meldingen, niet zijnde spoed, komen in de postbus. Hier wordt de melding met
beschikbare informatie verrijkt en wordt een besluit genomen over het vervolg van de melding. De triage
wordt zo spoedig mogelijk afgerond. De wettelijke eis is dat dit binnen 5 werkdagen gebeurt. De triage
wordt door de frontoffice van Veilig Thuis uitgevoerd.
Na triage kan besloten worden de meldingen door te verwijzen naar bijvoorbeeld een lokale wijkteam of
een Gecertificeerde Instelling (GI). Ook kan besloten worden dat de melding nader onderzoek van Veilig
Thuis vraagt. Deze zaken komen op de uitdeellijst voor onderzoek. De maximale doorlooptijd van een
onderzoek is wettelijk gesteld op 10 weken na triage. Hieronder worden de doorlooptijden en wachttijden
voor de triage en onderzoek weergegeven in de regio Amsterdam-Amstelland.
41 Triagebesluiten
Figuur b: Aandeel en type triagebesluiten per maand
50.0
40.0 7 ED en”.
ED TC
Lud 7 È
30.0 Be =— Einde bemoeienis Veilig Thuis
25.0 AS — Inzetten vervolgtraject
20.0 RN — gm NN ne == Melding omgezet in advies
15.0 ) me Onderzoek
10.0
5.0
0.0 DE 0.7
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
Triagebesluiten
In figuur b wordt een overzicht gegeven van het aandeel van de verschillende type triagebesluiten per
maand. Rekening gehouden met het aantal binnengekomen meldingen zien we dat er ten opzichte van
het begin van 2016 vaker besloten wordt direct een vervolgtraject in te zetten (van 38,4% naar 46,9%).
Vooral in het vierde kwartaal is dit aandeel gestegen. Ook het aandeel start onderzoek laat over 2016
gemiddeld een stijgende trend zien. Echter in het vierde kwartaal daalde het aandeel naar 34,8% in
december.
14
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
4.2 Doorlooptijden triage
Doorlooptijden
In figuur 7 is per maand de doorlooptijd te zien tussen binnenkomst van de melding en het triagebesluit in
werkdagen. Het aandeel triagebesluiten dat binnen de wettelijke termijn van b werkdagen is afgerond
blijft toenemen. Van gemiddeld 48% in het eerste kwartaal tot 87% in het vierde kwartaal.
Figuur 7: Doorlooptijden triage in werkdagen (wettelijke termijn is 5 werkdagen)
9 pij 9 9 ) ) 9
100%
RR EN
«ANR
REEN
ERR
ANR NE
RR RR MB
RNR RE
AANEEN NE
CARRER DE
„ANNEER ED
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
mBinnen termijn m6-10dagen me>11 dagen
4,3 Doorlooptijden onderzoek
Na triage kan besloten worden dat de melding nader onderzoek van Veilig Thuis vraagt. Deze zaken
komen op de uitdeellijst voor onderzoek. Er vindt prioritering in de meldingen plaats in de vorm van
urgent en regulier. Een voorbeeld: meldingen waarbij kinderen betrokken zijn krijgen voorrang boven
andere meldingen. Specifieke voorrang krijgen meldingen waarbij kinderen tussen 0-4 jaar betrokken zijn
of waarbij er sprake is van zwangerschap. Daarnaast worden de meldingen die het langst wachten zoveel
mogelijk als eerst opgepakt. Het onderzoek wordt door de backoffice van Veilig Thuis uitgevoerd.
Doorlooptijden
De maximale doorlooptijd van een onderzoek is 10 weken na triage. Figuur 9 laat van de afgeronde
onderzoeken de doorlooptijd zien en het aandeel welke binnen de termijn van 10 weken zijn afgerond.
In het vierde kwartaal was gemiddeld meer dan de helft (53,2%) van de onderzoeken binnen de wettelijke
termijn afgerond. Dit is een lichte verbetering ten opzicht van het derde kwartaal (50,2%).
15
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
Figuur 9: Doorlooptijden afgeronde onderzoeken (wettelijke termijn is 10 weken)
9
CEENEEENEEENNE
ANNEER NE
CNN NE B
ANNEN NN
SANNE EE
ANNEN NN
SANNE EE
nnn nnn
ANNEN NN
EENDEN
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
m Binnen termijn _m Buiten termijn
16
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
5 Uitstroom
5.1 Uitstroom
In het vierde kwartaal zijn 1759 casussen uitgestroomd en daarmee door Veilig Thuis afgerond (zie figuur
10). In de laatste drie maanden is 21% van de meldingen afgerond direct na de triage. Dat is de categorie
‘Einde bemoeienis Veilig Thuis’. Dit zijn zaken waar een tijdelijk huisverbod is ingezet (zorg coördinatie is
elders belegd), zaken die direct doorgezet konden worden naar het lokale veld of waar de melding na
triage is afgerond en betrokkenen advies hebben gekregen. Daarnaast is 38% van de meldingen na triage
doorverwezen naar een vervolghulpverleningstraject (zie ook tabel 10).
In het vierde kwartaal is 40% van de zaken afgerond na onderzoek. Hiervan is de helft, als uitkomst van
het onderzoek, doorverwezen naar een vervolgtraject. De laatste categorie betreft de meldingen die
omgezet zijn in een adviesvraag (1%).
Tabel 10 laat zien naar welke instellingen is overgedragen of doorverwezen. In 33% van de zaken betreft
dit een overdracht aan een Gecertificeerde Instelling (GI). Dit is vergelijkbaar met de vorige kwartalen.
Overdracht aan de lokale teams van de zes gemeenten vindt in 29% plaats. Van alle overdrachten wordt
in 61% verwezen naar een reeds betrokken hulpverlener.
Figuur 10: Uitstroom vierde kwartaal 2016
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Oktober November December
m Einde bemoeienis Veilig Thuis _minzetten vervolgtraject _m Melding omgezet in advies
m Onderzoek
17
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
Tabel 10: Verwijzingen vierde kwartaal 2016
o) O3 ©}
Instellingen Kz Kz Kz
|
18
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
6 Herhaalde meldingen na een gesloten dossier
Een belangrijk speerpunt in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is het terugdringen van
herhaalde meldingen. Van een herhaalde melding wordt gesproken wanneer binnen een jaar nadat de
vorige melding is afgesloten een nieuwe melding binnenkomt bij Veilig Thuis.
Van alle binnengekomen meldingen in 2016 was 25,4% een herhaalde melding. Het aantal keer dat deze
huishoudens herhaaldelijk in beeld kwamen varieerde van eenmaal tot en met acht maal. Van de
binnengekomen meldingen kwam 19% eenmaal herhaaldelijk in beeld, 6,8% kwam meer dan 2 keer in
beeld (zie tabel 12). Tabel 13 laat zien dat in de gemeente Ouder-Amstel het percentage herhaalde
meldingen met 33% het hoogst is, Amstelveen en Diemen scoren met 23,3% het laagst.
Tabel 12: aantal herhaalde meldingen 2016 Tabel 13: Herhaalde meldingen naar gemeente
LAA CID See Sa CCG efeTnnieeld hier RST: LLT ETC ES
19
Managementrapportage Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
20
| Onderzoeksrapport | 20 | train |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
Agenda van de openbare Commissie
Ruimte & Wonen van 9 mei 2012
Vergaderdatum woensdag 9 mei 2012
Tijd 20:00 -23.00 uur
Locatie Raadzaal te President Kennedylaan 923
Voorzitter Dhr. P. Guldemond
Griffier Mw. F. Alkan
Vanaf 19.30 uur is er de mogelijkheid om technische vragen te stellen
m.b.t. de Jaarrekening 2011
De tijden die zijn genoemd bij de agendapunten zijn slechts richtlijnen, hier
kunnen geen rechten aan ontleend worden. De raadscommissie kan ter plekke
de concept-agenda aanpassen.
1. Opening en vaststellen agenda (20.00 uur)
2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB (20.05 uur)
3. Vaststellen verslag van de vergadering van 7 maart 2012 (20.10 uur)
4. Toezeggingen en termijnagenda (20.15 uur)
5. Jaarrekening 2011 (20.20 uur)
Ter advisering aan de deelraad
6. Vaststelling bestemmingsplan Banstraat 23-27 en Besluit wegonttrekking
ter hoogte van Banstraat 23-27 (20.50 uur)
Ter advisering aan de deelraad
7. Bouwenvelop Lutmastraat 175 (21.45 uur)
Ter advisering aan de deelraad
8. Presentatie Havenstraatterrein (22.15)
9. Sluiting (23.00)
1
Commissie Ruimte & Wonen - woensdag 9 mei 2012
Ter kennisname stukken
- Monumenten stand van zaken 2012
- Convenant Crematiecapaciteit 2012-2017
- Omgevingsvergunning A3 KDV Ceintuurbaan 392h
- Ombudsmanrapport ‘Amsterdam beneden Peil’
- Het knippen van de bouwenvelop Stadionplein
- Uitbreiding Gelderlandplein
- Omgevingsvergunning A3 KDV Ceintuurbaan 207
- Rustenburgerstraat 140
2
| Agenda | 2 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
> West
Besluit Algemeen Bestuur
A-besluit
Afdeling: Programmering Vergunningen & Handhaving
Behandelende ambtenaar: Maurice Jörissen
Telefoon 0612 728249
Datum behandeling: 15 maart 2016
Besluitnummer: INT-16-01797
Portefeuille: Vergunningverlening Toezicht en Handhaving
Stadsdeel West Pagina 2 van 4
A-besluit
Besluitnr: INT-16-01797
Onderwerp:
Handhavingsuitvoeringsplan (HUP) 2016 West
Planning van de bespreking en besluitvorming
* _ Oordeelvorming dinsdag 23 februari 2016
* _ Besluitvorming dinsdag 15 maart 2016
Het Algemeen Bestuur besluit:
Het Handhavingsuitvoeringsplan (HUP) 2016 West vast te stellen.
Korte samenvatting: (max. 10 regels)
Korte samenvatting: (max. 10 regels)
Jaarlijks wordt een Stedelijk Handhavingsprogramma gezamenlijk
vastgesteld door de centrale stad en stadsdelen als instrument voor een
gemeentebrede handhavingsaanpak. Op basis van dit stedelijke programma
stellen de stadsdelen en diensten ieder jaar afzonderlijke vitvoeringsplannen
op waarin naast de gezamenlijke handhavingsprioriteiten van de stad, ook de
lokale en stadsdeelspecifieke prioriteiten inzichtelijk worden gemaakt voor
een planmatige aanpak: het Handhaving Uitvoeringsprogramma (HUP). leder
stadsdeel maakt hiervoor gebruik van het stedelijk vastgestelde format.
Bijgaand ontvangt u het HUP voor stadsdeel West. Het geeft inzicht in hoe de
stedelijke en lokale prioriteiten aangepakt worden en laat per prioriteit zien
hoeveel vur hiervoor beschikbaar is.
Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context):
Stadsdeel West heeft zich bestuurlijk geconformeerd aan de stedelijke
plannen voor toezicht en handhaving zoals geformuleerd in onder andere
SPRH (Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving) en OBT
(Organisatie Bestuurlijk Toezicht). Deze plannen kennen een grote rol toe aan
programmatisch en informatiegestuurd handhaven. Het Stedelijk
Handhavingsprogramma is hiervoor een belangrijk sturingsinstrument. De
prioriteiten in dit programma zijn gebaseerd op risicoanalyses,
gebiedsanalyse, gebiedsplannen en beslaan alle domeinen (fysiek, sociaal en
openbare ruimte). Het programma wordt jaarlijks opgesteld door de centrale
stad en de stadsdelen. Door te kiezen voor een gezamenlijke
handhavingsaanpak kan de gemeente Amsterdam effectiever handelen en de
leefbaarheid en veiligheid stadsbreed vanuit een gezamenlijk aanpakplan
verbeteren. Op basis van de hoofdlijnen van het Stedelijk
Handhavingsprogramma stellen de Amsterdamse stadsdelen en diensten
vervolgens jaarlijks afzonderlijke vitvoeringsplannen op. Hierin worden naast
de gezamenlijke handhavingsprioriteiten ook lokale prioriteiten opgenomen
(afkomstig uit de jaarlijkse Risico Inventarisatie, Gebiedsanalyses en
gebiedsplannen). Handhaving levert zo ook een bijdrage aan de uitvoering
van het Gebiedsgericht Werken (GGW). Door tweemaandelijkse afstemming
in het samenwerkingsplatform wordt de aanpak per gebied verder
gespecificeerd.
Reden van het besluit:
* _ Uitvoering geven aan de beslissing van het college van de
Burgemeester en wethouders om jaarlijks een
handhavingsprogramma vastte stellen als garantie voor de
Stadsdeel West Pagina 3 van 4
A-besluit
Besluitnr: INT-16-01797
bestuurlijke commitment over de overeengekomen stedelijke doelen.
+ _ Bestuurlijk vaststellen van de gekozen prioriteiten voor 2016 en de
wijze waarop deze worden aangepakt zodat hierover verantwoording
kan worden afgelegd.
Kosten, baten en dekking:
De in het HUP opgenomen uren zijn gebaseerd op de beschikbare capaciteit
bij de uitvoerende afdelingen GBM en OR & V en onderdeel van de reguliere
begroting.
Voorbereiding en adviezen:
Bij de voorbereidingen van het HUP zijn diverse partijen betrokken geweest.
De input voor het vaststellen van de prioriteiten van West is geleverd door
vertegenwoordigers van de afdelingen Veiligheid, Wijken, BOR,
Leefomgeving, de 3 Gebiedsmanagers, de 3 Gebiedscoördinatoren, alle
Gebiedsmakelaars, Vergunningen Bouw, Vergunningen Drank en Horeca,
Handhaving Openbare Ruimte en handhaving Gebruik Bouw Milieu & Horeca.
Stedelijk zijn de prioriteiten afgestemd met diensten en andere stadsdelen.
Het HUP is besproken in de integrale tafels van Westerpark en De
Baarsjes/Oud-West en ter kennisname verzonden aan de integrale tafel van
Bos en Lommer.
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg:
Inspraak is via de gebiedsplannen verlopen. De prioriteiten vanuit de
gebiedsplannen zijn opgenomen in het HUP 2016
Meegezonden/ter inzage gelegde stukken:
1. Handhaving Uitvoeringsplan 2016 (HUP) voor Stadsdeel West
2. Logisch kader (stedelijke prioriteiten) van het HUP 2016
3. Stedelijk handhavingsprogramma 2016 deel 1
4. Stedelijk handhavingsprogramma 2016 deel 2
5. Toelichting HUP2016
Afhandeling:
Afschrift aan:
J. Hevel, W. Hiskemuller, C. Overdijk, |. Adiguzel, J. Kenter
Bekendmaking / publicatie:
Digitale publicatie en opname in besluitenlijst
Communicatie:
Ter kennisname doorsturen aan:
Besloten in de vergadering van: 15 maart 2016
Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West,
Wnd. Secretaris: Voorzitter:
Stadsdeel West Pagina 4 van 4
A-besluit
Besluitnr: INT-16-01797
H. Visser G.J. Bouwmeester
| Besluit | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1248
Datum indiening 8 augustus 2018
Datum akkoord 12 november
Publicatiedatum 13 november
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boomsma inzake de aanpak van
(nep)drugsdealers.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Tijdens haar nachtelijk bezoek aan de Wallen op vrijdag 27 juli 2018 werd de
burgemeester o.a. bijgepraat over de hardnekkige problematiek van
(nep)drugsdealers, waarbij toeristen worden belazerd door ze o.a. bakpoeder,
gemalen paarden-ontwormingstabletten en anticonceptiepillen te verkopen die
worden gepresenteerd als recreatieve drugs. De Telegraaf citeert daarbij een agent
die aangeeft dat de politie niet langer spreekt van ‘nep-dopedealers’, maar van
straatdealers, veelplegers die het inmiddels als een ‘bedrijfsrisico’ zien om
aangehouden te worden: “een boete betalen is vaak lucratiever dan thuisblijven.”
Daarnaast zouden er nu zo’n duizend straatdealers in kaart zijn gebracht en zouden
nu ook dealers uit Den Haag en Rotterdam naar onze stad komen.
In september 2015 zijn in de Subdriehoek Centrum en de bilateraal van de
burgemeester met de voorzitter van de bestuurscommissie Centrum “denkrichtingen”
voor een aanpak van deze problematiek besproken vanuit vier ‘kwadranten’;
preventie vraagkant (informeren van toeristen), repressie vraagkant (bestraffen van
kopers van nepdrugs op straat), preventie aanbodkant (zorg en straf op maat voor
dealers) en repressie aanbodkant (het efficiënter maken van vervolging en opsporing
van dealers). Vervolgens is in Maart 2016 het Project “Aanpak intimidatie
(nep)drugsdealers stadsdeel Centrum” van start gegaan, waarin al werd
geconstateerd: “Het probleem is bekend, de daders zijn bekend, het probleemgebied
is bekend en de slachtoffers zijn bekend. Toch neemt de problematiek in stadsdeel
centrum toe”, waarbij als grote knelpunt al werd gewezen op de scheve verhouding
tussen de (vermoedelijke) inkomsten die op relatief eenvoudige wijze met
nepdrugshandel te genereren zijn, en de pakkans/strafmaat. “Omdat nepdrugshandel
‘slechts’ een APV-overtreding (artikel 2.7 lid 2) betreft, is de geldboete relatief laag in
vergelijking tot de opbrengsten. Het Openbaar Ministerie eist voor nepdrugshandel de
hoogste straf die voor een APV-delict op grond van de Gemeentewet mogelijk is. (….)
De opbrengsten van nepdrugshandel kunnen naar schatting echter oplopen tot
enkele honderden euro's per avond.” Volgens de begeleidende brief van toenmalig
burgemeester Van der Laan blijkt uit gegevens van de politie dat “straatdealers die
nepdrugs verkopen vaak ook in echte verdovende middelen handelen”.
* https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/3150613/1/document
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Lus Gemeenteblad R
Datum 13 november 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
De aanpak van nepdrugsdealers is ook een speerpunt van het Binnenstadoffensief.
De derde tussenrapportage Binnenstad Offensief stelt dat het aantal incidenten rond
nepdrugs toeneemt, waarbij het niet is uitgesloten dat er meer dealers actief zijn door
de stijging van het aantal bezoekers. Daarin staat bovendien dat ondernemers en
bewoners constateren dat de overlast van nepdrugdealers wel was afgenomen maar
dat zij direct een toename zien zodra de inzet afneemt. Dit wordt bevestigd in de
vierde tussenrapportage; daarin staat dat incidenten met (nep)drugs weer afnemen,
maar dat dit waarschijnlijk als reden heeft: “door verminderde politie-inzet (de sterkte
van het Binnenstad Offensief is sinds oktober immers afgenomen) wordt er mogelijk
minder waargenomen en geregistreerd.”
De burgemeester kan op grond van artikel 2.8 van de Algemene Plaatselijke
Verordening (APV) gebieden aanwijzen als overlastgebied, en op grond van artikel
2.9 A deze dealers een verblijfsverbod opleggen van drie maanden (en bij herhaling
binnen een jaar zes maanden), als ze antecedenten hebben op dat vlak. Naar
aanleiding van het binnenstadoffensief is het Dealersoverlastgebied uitgebreid en
omvat nu een fors deel van de binnenstad inclusief uitgaanspleinen. Het is echter
de zeer de vraag of de gemeente en politie nu voldoende mogelijkheden hebben om
effectief op te treden. De verkoop van (nep)drugs is niet alleen storend en
intimiderend voor bewoners, maar draagt ook bij aan het imago van Amsterdam als
drugsstad; een imago dat volgens het CDA het verkeerde soort toeristen aantrekt en
waar we volgens het CDA vanaf moeten proberen te komen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boomsma, namens de fractie van het CDA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. In de tussenrapportage van het project aanpak van (nep)drugsdealers stadsdeel
Centrum staat dat er een jaar na de start van de aanpak in april 2017
gerapporteerd zal worden of de doelstellingen zijn behaald en de verschillende
actiepunten die in het project staan opgenoemd zijn uitgevoerd.” Is deze
slotrapportage opgesteld en al gedeeld? Kan deze anders aan de raad worden
gestuurd’?
Antwoord:
Het bedoelde rapport is gereed en in de Driehoek besproken. Wel zijn er
ontwikkelingen gaande op het bredere terrein van de drugscriminaliteit en de
bestuurlijke aanpak daarvan. De Driehoek (en het college van B&W) zullen in het
najaar nader over de brede aanpak van drugscriminaliteit spreken. De uitkomsten
van het rapport inzake de (nep)drugsdealers zullen bij deze bespreking worden
betrokken. De gemeenteraad wordt nader over de uitkomsten van deze
bespreking geïnformeerd.
? https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/4696053/1#search=%22nepdrugsdealers%22
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Lus Gemeenteblad R
Datum 13 november 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
2. Hoe wordt, na een aanhouding, geconstateerd dat sprake is van nepdrugs en niet
van echte drugs? Hoe en waar wordt de te koop aangeboden waar getest? Maakt
het vervolgens uit voor het verdere strafproces in hoeverre de te koop
aangeboden middelen gevaarlijk zijn voor de gezondheid’?
Antwoord:
De politie heeft de mogelijkheid om middels een test te controleren of het bij de
verdachte aangetroffen goed indicatief echte drugs bevat. Dit heeft gevolgen voor
het verdere afhandelproces. Bij een positieve indicatie (echte drugs) wordt de
aanhouding en inbeslagname op basis van artikel 2 Opiumwet afgehandeld door
de recherche. Het inbeslaggenomen goed wordt dan ter beoordeling aangeboden
bij de afdeling Forensische Opsporing die een rapportage opmaakt inzake hun
bevindingen ter voeging aan het (straf)}dossier. Bij een negatieve indicatie
(nepdrugs) wordt de aanhouding en inbeslagname afgehandeld op basis van de
APV door de betreffende politieambtenaar. Daar waar mogelijk wordt dit
opgevolgd door een 24uur verblijfsverbod en in geval van recidive een voordracht
aan de burgemeester tot een (dealer)verblijfsverbod van 1, 3 of 6 maanden.
3. Zijn er tot nu toe undercoveracties uitgevoerd, bijvoorbeeld door de inzet van
‘loktoeristen’'? Zo ja, hoe vaak en hoe vaak heeft dat tot arrestaties geleid? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord:
De politie kent geen inzet van ‘loktoeristen’. Voor een dergelijke inzet is er
toestemming van het Openbaar Ministerie nodig. Er wordt wel regelmatig gebruik
gemaakt van agenten ‘in burger’. De politie (basisteam Burgwallen) heeft
daarnaast in haar jaarplan 2018 vijf geplande acties ingericht. Dit houdt in dat in
één jaar gedurende 40 (nacht)diensten specifiek en in burger wordt ingezet op
straatdealers in met name het Wallengebied. Deze inzet vindt plaats in
samenwerking met het doelgroepenteam van District Centrum Noord. Bij deze
acties in 2018 werden er tot op heden per inzetperiode (8 nachtdiensten)
gemiddeld 150 tot 200 aan- en/of staande houdingen verricht. Waar mogelijk
wordt er aansluitend een verblijfsverbod voor de duur van 24 uur opgelegd en in
geval van recidive een voordracht aan de burgemeester gedaan tot een
(dealer)verblijfsverbod van 1, 3 of 6 maanden.
4. Hoe veel (nep)drugsdealers zijn opgenomen in een persoonsgerichte aanpak?
Antwoord:
Van de personen die in de periode tussen 1 januari 2013 en 1 januari 2018 één of
meerdere malen zijn aangehouden voor de handel in nepdrugs, zijn 148 personen
opgenomen in een integrale persoonsgerichte aanpak (122 personen in de Top
600 en 26 personen in de Top400). Een klein deel van deze personen zorgt voor
een aanzienlijk deel van de aanhoudingen. Bij de Top 600/Top400 wordt ingezet
op het verminderen van recidive (veiligheid), het bieden van perspectief door zorg
en het voorkomen van instroom van broertjes en zusjes (preventie). Als onderdeel
van het project ‘Aanpak intimidatie (nep)drugsdealers stadsdeel Centrum’ is een
focusgroep van in totaal 40 intimiderende dealers (28 vanuit de Top600 en 12
vanuit de Top400) gevormd. Met betrekking tot deze focusgroep zijn aanvullende
maatregelen genomen, zoals het verwijderen van (nep)drugsdealers uit de
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1e vember 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
toeristische delen van het centrum en (andere) interventies die de dealers
financieel treffen, In de pilotperiode is het aantal aanhoudingen voor de handel
nepdrugs voor die personen met 60% afgenomen.
5. Hoe worden de gebiedsverboden gehandhaafd? Controleert alleen de politie of
mensen een gebiedsverbod opgelegd hebben gekregen, of kunnen ook BOA's
dat doen? Hoe gaat dat in zijn werk?
Antwoord:
Het overtreden van een gebiedsverbod is een misdrijf op grond van artikel 184
van het Wetboek van Strafrecht. Alleen de politie is bevoegd om te handhaven op
gebiedsverboden. Bij een dergelijke overtreding volgt in beginsel aanhouding en
een strafrechtelijke vervolging door het Openbaar Ministerie. Boa's hebben geen
bevoegdheden om te handhaven op artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht.
6. Kunnen uitkeringen van nepdrugsdealers, bijvoorbeeld via de bestaande
persoonsgerichte aanpak, worden teruggevorderd, en gebeurt dit? Zo ja, hoe
vaak is dat succesvol gedaan”?
Antwoord:
Uitkeringen WPI
Ja, sinds september 2016 is met Werk, Participatie en Inkomen (WPI) een pilot
gestart om straatdealers met een uitkering aan te pakken waarbij mogelijk sprake
is van uitkeringsfraude. De aanpak betreft niet alleen straatdealers in een
persoonsgerichte aanpak (Top 600/ Top 400) maar alle straatdealers die in de
binnenstad meermaals voor (nep)drugsdealen zijn aangehouden en daarvoor een
dealerverblijfsverbod hebben gekregen. In de periode vanaf september 2016 tot
en met juni 2018 zijn er 619 meldingen van de politie ontvangen. In onderstaande
tabel zijn de resultaten met betrekking tot deze meldingen opgenomen. Het totale
invorderingsbedrag in deze periode is £186.263,69. Dit resultaat is bereikt met
beperkte capaciteit van de politie en de sociale recherche van WPI.
Tabel 1
Onderverdeling vervolg na melding van de politie
Ontvangers (bijstands)uitkering van WPI
> Personen doorgezet naar sociale recherche:
a) Meldingen waarbij fraude is geconstateerd
b) Meldingen waarbij geen fraude is geconstateerd
c) Meldingen die nog worden onderzocht
Personen waarvoor een andere aanpak* is gekozen
*De andere aanpak betreft afspraken in het kader van gedragsverandering
waarbij zorg en behandelinterventies zijn ingezet vanuit het netwerk/ de
regisseur. NB: Ook in het kader van de persoonsgerichte aanpakken wordt
samengewerkt met de sociale recherche.
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Lus Gemeenteblad R
Datum 13 november 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
Uitkeringen UWV
Naast bovengenoemde pilot met WPI is ook onderzocht of fraude met UWV-
uitkeringen kan worden aangepakt. Uit een eerste inventarisatie bleek dat circa
10% van de unieke verdachten een uitkering heeft bij UWV (zoals WW, Wajong of
WIA uitkering). De informatie van de politie is voor het UWV juridisch niet
toereikend genoeg om te kunnen vaststellen of en hoeveel inkomsten iemand
heeft door het (nep)drugsdealen. Het UWV dient een benadelingsbedrag aan te
kunnen tonen om fraude aan te pakken. Naast benadeling is ook onderzocht of
het kan lonen om betrokken personen te laten herkeuren. Herkeuring van
nepdrugsdealers met bijvoorbeeld een Wajong uitkering levert naar verwachting
van UWV echter onvoldoende op. Uit de nepdrugsactiviteiten valt niet direct af te
leiden dat de betrokken personen wel kunnen werken. De activiteiten zijn vaak
ook een bevestiging van de problematiek waarvoor zij bijvoorbeeld een Wajong-
uitkering krijgen. Hoewel verdere samenwerking op dit onderwerp op dit moment
niet het gewenste resultaat oplevert, blijft UWV inzetten op het creëren van
mogelijkheden in de toekomst.
7. Onderdeel van het in 2016 geïnitieerde project was een campagne om toeristen
te waarschuwen dat ze belazerd worden (inclusief risico's) en ontmoedigen om
(nep)drugs op straat te kopen, om ze daarnaast een handelingsperspectief te
bieden en op te roepen om aangifte te doen en te verzekeren dat ze hierdoor niet
zelf in de problemen komen. In de voorlaatste voortgangsrapportage van het
binnenstadoffensief staat echter dat de bereidheid om melding te doen van de
activiteiten van straatdealers nog altijd minimaal is. Tegelijkertijd bleek de
grootschalige informatiecampagne rond het incident waarbij heroïne als cocaïne
was verkocht wel kortstondig effectief. Wat is de stand van zaken ten aanzien van
de indertijd ingezette informatie en waarschuwingscampagne? Hoe vaak toeristen
zelf aangifte of melding van het aanbod van drugs op straat? Is het niet zinnig om
deze informatiecampagne uit te breiden en intensiveren, zodat toeristen goed
doordrongen zijn van de risico's en weten wat ze kunnen (en moeten) doen?
Antwoord:
De bedoelde campagne wordt nog steeds gevoerd op piekmomenten voor
toeristen. Er worden verschillende middelen ingezet. Vorig jaar is gebruik
gemaakt van street-tags (green graffiti), social media, posters en mupi’s (verlichte
reclameborden) en dit jaar van posters, mupi’s en social media. De posters zijn
de hele zomer verspreid bij locaties waar veel toeristen komen (hotspots) en de
mupi’s staan ook op de hotspots. Voor de social media campagne wordt gebruik
gemaakt van een campagnevideo op Facebook met verwijzing naar
iamsterdam.com/besmartbesafe. Hiermee wordt in de vakantieperiodes op
Facebook geadverteerd van donderdag tot en met zondag. In onderstaande tabel
treft u de cijfers aan van de social media campagne van 1 januari 2018 tot 6
augustus van dit jaar.
5
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Lus Gemeenteblad R
Datum 13 november 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
Tabel 2
886.890
452.887
181.204
93.981
13.141
4172
Er wordt niet specifiek bijgehouden hoe vaak toeristen meldingen of aangifte doen
van het aanbod van drugs op straat. Met de campagne worden toeristen
gewaarschuwd voor de risico’s op straat en worden zij aangemoedigd om naar
de politie te gaan als zij bedreigd of beroofd worden. Dit blijft wel een punt van
aandacht: Uit verschillende bronnen (Jellinek, politie, enquêtes) blijkt dat toeristen
vaak kortstondig in de stad zijn, waarbij het doen van aangifte geen prioriteit lijkt
te zijn. Daarnaast blijven toeristen het lastig vinden om aan de politie te vertellen
dat zij iets met drugs te maken hebben gehad. Een complicerende factor kan ook
zijn dat (jonge) toeristen soms vanwege de invloed van het middelengebruik niet
meer precies weten wat er is gebeurd. Daarom is de campagne onderdeel van
een bredere aanpak waarbij op meerdere manieren wordt getracht deze
problematiek tegen te gaan.
8. In de brief over de start van het binnenstadoffensief van december 2016 staat dat
de politie bezig is om ‘het aangifteproces, ook voor buitenlanders, te
vereenvoudigen’ en beter bekend te maken, en dat dit de komende tijd verder
vorm krijgt. Hoe gaat dat? Zijn daar vorderingen geboekt?
Antwoord:
Normaliter kan een toerist in persoon aangifte doen en kan de politie bij vreemde
talen gebruik maken van de tolkentelefoon. De aangifte die de toerist meekrijgt is
altijd in het Nederlands.
Bij grote drukte werkt de politie met twee systemen die het doen van een
eenvoudige aangifte makkelijker moeten maken. Dat zijn het internet aangifte
programma in het Nederlands via de website politie.nl (ontwikkeld door de
Nationale Politie) en een applicatie die beschikbaar is in 8 talen (ontwikkeld door
de politie Eenheid Amsterdam). Aan het basisteam Burgwallen werken van
donderdag tot en met zaterdag hosts die toeristen helpen met het doen van
aangifte in één van beide systemen. De hosts zijn vrijwilligers die vier uur per dag
aan het bureau werken. Als de aangifte is afgerond krijgt de toerist direct een mail
met daarin zijn voorlopige internetaangifte nummer. Deze mail is in het Engels.
Ook wordt door de host een Bewijs van Aangifte meegeven met daarop de naam
van de aangever en de goederen die zijn gestolen.
6
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Lus Gemeenteblad R
Datum 13 november 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 8 augustus 2018
9. Bij een tweede recidive kunnen dealers van nepdrugs een straf krijgen van een
hechtenis van 4 tot 6 weken. Hoe vaak zijn straatdealers het afgelopen jaar
veroordeeld tot een boete, en hoe vaak tot een hechtenis?
Antwoord:
Op basis van de cijfers van de afgelopen jaren, kan het volgende worden gezegd.
Van het aantal zaken dat het Openbaar Ministerie op zitting aanbrengt, wordt in
ongeveer 20% hechtenis opgelegd (dit is een gevangenisstraf opgelegd door een
kantonrechter). In de periode van 2014 tot heden zijn er in 260 zaken zulke
hechtenisstraffen opgelegd. In de overige zaken zijn werkstraffen en/of boetes
opgelegd.
10. Is het college het eens met de CDA-fractie dat het, gezien de relatief beperkte
pakkans en effectiviteit van de boetes die kunnen worden opgelegd, zinnig is om
te bezien of er andere mogelijkheden zijn om deze zeer onwenselijke praktijken te
ontmoedigen? Een idee dat o.a. is geopperd door de ombudsman daarvoor is om,
naar analogie met hennepteelt, een naheffingsaanslag op te leggen. Bij wie wordt
betrapt op een hennepplantage wordt op grond van het proces-verbaal ingeschat
hoe groot de oogst was, hoeveel oogsten de betreffende persoon al heeft gehad,
en op basis daarvan legt de rijksbelastingdienst een naheffing op. Het is immers
aannemeling dat dealers van nepdrugs daar inkomsten uit hebben gegenereerd,
waarover ze BTW en inkomstenbelasting zouden moeten betalen. Worden ook
aan straatdealers van (nep)drugs dergelijke naheffingen opgelegd? Zo ja, kan het
college ingaan op de manier waarop dat gaat, hoe vaak dat al succes heeft
gesorteerd en dergelijke? En zo nee, is het college het met de CDA-fractie eens
dat dit een goed idee zou zijn? En is het college bereid om daar in samenwerking
met de relevante instanties toe over te gaan? Graag een toelichting.
Antwoord:
Nee, er worden geen naheffingen aan straatdealers opgelegd. Het opleggen van
naheffingen bij henneptelers kan effectief zijn, omdat bij hennepteelt aan de hand
van de staat van de plantjes en de verklaringen een indicatie gemaakt kan
worden van het aantal oogsten. Op basis hiervan kan een berekening worden
gemaakt van de genoten inkomsten voor de naheffingsaanslag. Bij straatdealers
zijn er echter niet zulke indicatoren voor het bepalen van een naheffing.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
7
| Schriftelijke Vraag | 7 | train |
x Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede WIO
% Amsterdam en Schuldhulpverlening, Onderwijs, Voorschool
Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
XX Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en
Inburgering
Agenda, 8 december 2021
Tijd: og:oo tot 12:30 vur
Locatie: Digitaal
1 Algemeen deel
a Opening inhoudelijk gedeelte
b Mededelingen
C Vaststellen agenda
d Conceptverslag van de openbare e Tekstuele wijzigingen worden
vergadering van de Raadscommissie voor de vergadering aan de
WIO d.d. 17 november 2021 commissiegriffier
doorgegeven:
secretariaatcommissie WIO@Ò
amsterdam.nl
e Termijnagenda per portefeuille
f___TKN-lijst
g Ingekomen stukken
stadsdeelcommissies
2 Inhoudelijk deel
a Opening inhoudelijk gedeelte
b Inspreekmoment Publiek
C Actualiteiten
d Rondvraag
Bespreekpunten
Onderwijs
3 Wijzigen van de Verordening e De gemeenteraad te adviseren in te
huisvestingsvoorzieningen onderwijs stemmen met de raadsvoordracht
Amsterdam 2020 (Gemeenteraad d.d. 22.12.2021 en
Nr. VN2021-032328 23.12.2021).
2021-11-24 13:31:48 1
Gemeente Amsterdam
Agenda, 8 december 2021 WI O
L Raadsbrief inzet gemeentelijke middelen e Terbespreking en voor kennisgeving
Nationaal Programma Onderwijs aannemen.
Nr. VN2021-032307 * Geagendeerd op verzoek van het lid
Rooderkerk (D66).
e _WasTKN 2 in de vergadering van
17.11.2021.
5 Kennisnemen van de aanbiedingsbrief e Terbespreking en voor kennisgeving
inzake de 7 zienswijzen op initiatieven aannemen.
die zijn ingediend o.g.v. de wet Meer e Geagendeerd op verzoek van het lid
Ruimte voor Nieuwe Scholen Yilmaz (DENK).
Nr. VN2021-032306 e WasTKN3 in de vergadering van
17.11.2021.
Sociale Zaken
6 Initiatiefvoorstel-Khan (Bijstand vóór e Terbespreking en voor kennisgeving
bijstandsgerechtigden) aannemen.
Nr. VN2021-032140 * Geagendeerd op verzoek van het lid
Khan (DENK).
2021-11-24 13:31:48 2
| Agenda | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Voordracht en besluit D B = AB
Registratienummer Z-17-35955/ INT-17-12552
Afdeling Bestuur en Organisatie
Onderwerp
Uitwerking van het Hoofdlijnenbesluit Bestuurlijk Stelsel 2018
Portefeuille Algemene Zaken
DB lid Ivar Manuel
Gebied Alle
Datum DB -
Datum AB voorbereidend 5 september 2017
Datum AB besluitvormend 19 september 2017
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Derk Logemann
[email protected]
020 253 4394
*ZOO0O3D4AB8SA32* Pagina van4
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
1. bijgevoegde conceptreactie op de uitwerking van het Hoofdlijnenbesluit bestuurlijk
stelsel ter bespreking voor te leggen aan het Algemeen Bestuur.
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd
1. bijgevoegde conceptreactie op de Uitwerking van het Hoofdlijnenbesluit bestuurlijk
stelsel vast te stellen.
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van 4
Bevoegdheid
Bestuurlijke achtergrond
Op 4 juli jl. heeft het College ingestemd met voorstel voor de inrichting van een nieuw
bestuurlijk stelsel vanaf 2018 en dit vrij te geven voor inspraak. Dit besluit is de vitwerking
van het besluit dat het college op 16 februari jl. heeft genomen over de hoofdlijnen van een
nieuw bestuurlijk stelsel per maart 2018. De inspraak loopt van 5 juli tot 6 september. Na
verzending van de adviesaanvraag is bepaald dat de consultatie voor de stadsdelen
verlengd wordt tot 21 september.
Tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur van 18 juli jl. is verkend of het mogelijk
is om als AB, een gezamenlijk advies uit te brengen. Tijdens deze vergadering is gebleken
dat dat voor wat dit onderwerp betreft niet mogelijk is. De bijgevoegde reactie is een
weergave van deze bespreking.
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
<invullen indien van toepassing>
Argumenten
<invullen indien van toepassing>
Kanttekeningen
<invullen indien van toepassing>
Risico's / Neveneffecten
Geen.
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau N.v.t.
Financiën Nvt.
Communicatie Nvt.
Overige <invullen indien van toepassing>
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? Nee Indien ja, <structureel / incidenteel> (hieronder nader specificeren)
Indien ja, dekking aanwezig? N.v.t. Indien nee, hieronder dekking aangeven
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting Nvt.
Voorlichting en communicatie
Geen.
Uitkomsten inspraak
N.v.t.
Pagina 3 van 4
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
N.v.t.
Geheimhouding
<invullen en indien van toepassing, motiveren o.g.v. art. 10 Wob>
Einde geheimhouding <datum invullen>
Stukken
Meegestuurd Conceptreactie aan B en W
Ter inzage gelegd <datum invullen>
Parafen
Manager Portefeuillehouder
<naam manager> <naam portefeuillehouder>
Besluit dagelijks bestuur
N.v.t.
Pagina 4 van 4
| Besluit | 4 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam Beantwoording schriftelijke vragen
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 22 oktober 2021
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid
Portefeuillehouder(s): Burgemeester
Behandeld door Openbare Orde en Veiligheid, [email protected]
Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Yilmaz, Taimounti en Mbarki
inzake gemeenten die private bureaus hebben ingehuurd om heimelijk
informatie te verzamelen over moskeeën en diens bestuurders
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 17-10-2021 heeft het college schriftelijke vragen ontvangen van de leden Yilmaz,
Taimounti en Mbarki inzake gemeenten die private bureaus hebben ingehuurd om heimelijk
informatie te verzamelen over moskeeën en diens bestuurders. Onderstaand treft u de
beantwoording van deze vragen aan.
Toelichting door de vragenstellers
Het NRC onthulde dat zeker tien gemeenten de afgelopen jaren undercover onderzoek
hebben laten doen naar moskeeën in hun stad. Ze huurden een particulier bureau in genaamd
NTA om onderzoek te doen, maar deze maakten zich niet kenbaar als zodanig. De
bevindingen van NTA zijn terecht gekomen in een geheim rapport waarin privégegevens van
bestuurders, imams en docenten opgenomen zijn. Deze onderzoeken zijn betaald door de
NTCV die de gemeenten in contact bracht met het bureau en de rapporten na afloop ontving.
Deze moskeeën zijn heimelijk onderzocht terwijl daar geen juridische grondslag voor bestaat.
Dit versterkt het beeld van breed en structureel wantrouwen bij de overheid jegens de
islamitische gemeenschappen. SPIOR (islamitische koepelorganisatie) spreekt daarom van
“staatsislamofobie”.
Naast de tien gemeenten genoemd in het artikel, zijn er volgens het NRC nog vele anderen
gemeenten die gesprekken hebben gevoerd met NTA. De fracties van DENK, NIDA en de
PVDA willen weten of en met welk doel de gemeente Amsterdam heeft samengewerkt heeft
met dit bureau.
Gezien het vorenstaande stellen ondergetekenden, namens de fractie van DENK, NIDA en de
PvdA op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van7
Het college kan de gestelde vragen als volgt beantwoorden.
1. Is het college bekend met onderzoeksbureau NTA? Hoe en wanneer is de gemeente
Amsterdam in kennis gebracht over de diensten van NTA?
Ja, het college is bekend met onderzoeksbureau NTA. NTA is een bekende partij op
het gebied van radicalisering en extremisme. Sinds 2018 is een aantal opdrachten
verstrekt aan NTA.
2. Heeft de gemeente zelf gesprekken gevoerd met NTA? Zo ja:
a. Hoeveel gesprekken zijn er in totaal gevoerd en in welke periode?
Eris diverse keren ambtelijk contact geweest met NTA. Het is niet goed
mogelijk om precies aan te geven hoeveel gesprekken zijn gevoerd.
b. Wat was de insteek en inhoud van deze gesprekken?
De gesprekken gingen over projecten en opdrachten op het gebied van
professionalisering van het radicaliseringsprogramma, training van
medewerkers, intervisie van professionals en ondersteuning voor
beleidsontwikkeling.
c. Welke vormen van extremisme (links, rechts, anti-overheid enzovoort) zijn
onderwerp van bespreking geweest?
Tijdens de gesprekken zijn zowel religieus extremisme/islamitisch extremisme
als links- en rechtsextremisme en andere vormen van extremisme aan de orde
geweest.
d. Zijn islamitische organisaties of personen ter sprake gekomen? Is er
gesproken over welke moskeeën eventueel in aanmerking zouden kunnen
komen van een onderzoek c.q. krachtenveldanalyse door NTA?
Nee, er is niet gesproken over islamitische organisatie of over eventuele
moskeeën die in aanmerking zouden moeten komen voor een onderzoek (of
voor een krachtenveldanalyse). Wel heeft NTA van enkele casussen in de
persoonsgerichte aanpak een duiding gemaakt van ideologische drijfveren en
motieven. Dit in opdracht van de gemeente Amsterdam, na ondertekening
van een geheimhoudingsverklaring.
e. Inhet geval er krachtenveldanalyses zijn vitgevoerd in Amsterdam: op welke
organisaties, instellingen c.q. personen had dit betrekking op en wat is er met
de vitkomst gedaan?
In Amsterdam is geen krachtenveldanalyse uitgevoerd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 3 van7
f. _Zijner (gespreks)verslagen of notulen gemaakt van deze ontmoetingen? Is
het college bereid deze te delen met de raad? Zo nee, waarom niet?
Nee, er zijn geen gespreksverslagen of notulen van de ontmoetingen met
NTA.
g. Zijnerconceptstukken of analyses geschreven ter voorbereiding op deze
gesprekken of juist als gevolg hiervan? Is het college bereid deze te delen met
de raad?
Nee, er zijn geen conceptstukken of analyses geschreven ter voorbereiding op
deze gesprekken of als gevolg hiervan.
h. Indien het college NTA geen opdracht gaf tot een geheim onderzoek, heeft zij
op een andere manier gebruik gemaakt van de expertise en kennis van dit
bureau? Bijvoorbeeld bij de radicaliseringsaanpak (iPGA-R)? Graag nader
toelichten hoe vaak en wat de reden van de inzet was.
Zoals gezegd heeft het college geen opdracht gegeven tot een geheim
onderzoek. Het college vindt dat met heimelijk onderzoek een principiële
grens wordt overschreden, dit staat haaks op de vrijheid van godsdienst.
NTA voert sinds 2018 een aantal opdrachten vit voor de gemeente
Amsterdam. De gemeente Amsterdam heeft deze opdrachten aan NTA
verstrekt vanwege hun specialistische vakkennis op het gebied van
radicalisering en extremisme. Hieronder geven we een overzicht van de
opdrachten:
e _NTA heeft ondersteund bij de professionalisering van het programma
door middel van trainingen van de medewerkers in het zelfstandig
vormen van een eerste oordeel en het hoogwaardig invullen van de
onderzoeksplicht en het uitwerken van werkprocessen.
e _NTA heeft een aantal trainingen verzorgd voor de medewerkers van het
programma en de stadsdelen. In de trainingen stonden nieuwe
ontwikkelingen in radicalisering en extremisme centraal, zoals
ontwikkelingen in islamitisch extremisme en rechts- en linksextremisme
e _Omde professionals in de aanpak te ondersteunen in hun taak verzorgt
NTA intervisiebijeenkomsten. Daarin staan dilemma's in de uitvoering en
ontwikkelingen in radicalisering en extremisme centraal. Ook worden
incidenteel individuele professionals begeleid.
e Indeafgelopen jaren is op een aantal onderdelen het beleid van de
aanpak radicalisering en extremisme doorontwikkeld. NTA heeft een
inhoudelijke bijdrage geleverd aan die doorontwikkeling door deel te
nemen aan bijeenkomsten. Het gaat om het beleid van de integrale
persoonsgerichte aanpak en het beleid voor het beschermen van de
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 4 van 7
democratische rechtsorde. Daarbij is het door de gemeente
(doorontwikkelde beleid met verschillende experts uit het veld en de
wetenschap gedeeld en besproken teneinde de aanpak(ken) zoveel
mogelijk te laten aansluiten op de laatste inzichten. NTA was een van die
experts.
e _NTAis enkele keren ingezet voor de duiding van ideologische motieven
en drijfveren van casussen.
In 2018 is ambtelijk een verkennend gesprek met NTA gevoerd over het
uitvoeren van een pre-analyse, om de formele islamitische infrastructuur
langs religieuze en ideologisch signatuur in kaart te brengen. Dit zou
gebeuren op basis van een bureaustudie naar open bronnen. Hier was dus
geen sprake van mogelijke heimelijke onderzoeksmethodes, waar in het NRC
artikel aan wordt gerefereerd. Uiteindelijk is bestuurlijk besloten om deze pre-
analyse niet uit te laten voeren en om stevig in te zetten op het versterken van
het eigen netwerk.
i. Kan het college hierbij ook toelichten over welke vormen van radicalisering en
extremisme zij gebruik gemaakt heeft van de expertise en kennis van NTA
(dus gesplitst naar links of rechtsextremisme, islamitisch, enzovoort)?
Het gaat om zowel religieus extremisme/islamitisch extremisme als links-
rechts extremisme en andere vormen van extremisme.
j. Maakt NTA op dit moment op enigerlei wijze deel vit van het huidige
radicaliseringsbeleid? Zo ja, wat is hun rol daarin?
Ja, zie overzicht ah. NTA wordt op dit moment ingezet voor het trainen van
programmamedewerkers en voor intervisie bij de aanpak betrokken
professionals.
3. Kan het college aangeven of er bij de volgende casussen gebruik is gemaakt van
informatie of kennis van NTA en zo ja op welke wijze:
a. Het Cornelius Haga Lyceum;
b. invloed van salafisten bij Marokkaanse moskeeën’;
c. _salafistische invloeden bij negen onderwijsorganisaties in de stad?;
a, b, c: Nee, er is bij de opgesomde casussen geen gebruik gemaakt van
informatie of kennis van NTA.
4. Hebben andere bestuursdiensten ook gebruik gemaakt van NTA? Zo ja, op welke
wijze?
1 https://www.parool.nl/nieuws/helft-marokkaanse-moskeeen-in-amsterdam-onder-invloed-van-salafisme-b6ofd187/
2 https://www.ats.nl/artikelen/196666/sterke-salafistische-invloeden-bij-zeker-negen-onderwijsorganisaties-in-de-stad
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 5 van7
Nee.
5. Kan het college aangeven of vergunningen of andere aanvragen door islamitische
instellingen (mede) zijn beoordeeld op basis van de informatie en/of adviezen van
NTA? Zijn als gevolg hiervan bepaalde aanvragen negatief beoordeeld?
Zoals in de beantwoording aangegeven zijn er geen gesprekken geweest met NTA
over specifieke personen en/of organisaties, noch is daarover advies verstrekt.
6. Heeft de NCTV het college erop gewezen dat de diensten van NTA gefinancierd
kunnen worden met landelijke gelden? Had dit betrekking op de versterkingsgelden?
Op welke wijze heeft het college de versterkingsgelden besteed sinds 2018?
In onze contacten met de NCTV zijn de diensten van NTA ter sprake gekomen. Dat
geldt overigens ook voor de diensten van andere aanbieders. Voor deze diensten kan
men versterkingsgelden aanvragen.
De gemeente Amsterdam vraagt jaarlijks versterkingsgelden aan voor de aanpak
radicalisering en extremisme. Hieronder een overzicht van hoe deze
versterkingsgelden zijn besteed:
e Het organiseren van focusgroepen met professionals om het informatiebeeld
verder te verbeteren.
e Het versterken van de advies- en steunstructuur voor de casusregisseurs in de
persoonsgerichte aanpak, door trainingen, intervisie en de ontwikkeling van een
nieuw beleid- en vitvoeringskader. En het inrichten van een commissie van
toezicht op de persoonsgerichte aanpak.
e Het opbouwen, behouden en faciliteren van het professionele netwerk en van het
aandachtsfunctionarissennetwerk
e Het bevorderen van de deskundigheid van professionals door trainingen in diverse
vormen van radicalisering en extremisme en het geven van voorlichting aan
professionals en hun organisaties over het steunpunt radicalisering en
extremisme.
e De inzet van weerbaarheidstrainingen voor kwetsbare jongeren en ouders.
e Het doen van wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe trends en ontwikkelingen
op het gebied van radicalisering en extremisme en het evalveren van onderdelen
van het programma radicalisering en extremisme.
7. Maakt of heeft het college gebruik gemaakt van andere organisaties dan NTA die
soortgelijke krachtenveldanalyses maken van de islamitische gemeenschappen en
hun gebedshuizen c.q. instellingen? Zo ja, welke bureaus, waarom zijn deze
ingehuurd, sinds wanneer worden zij ingehuurd en wat is en wordt er met de
uitkomsten van deze krachtenveldanalyses c.q. onderzoeken gedaan?
Nee, het college heeft geen gebruik gemaakt van dergelijke diensten.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 6 van 7
8. Welke regels en richtlijnen hanteert het college bij het inschakelen van particuliere
instanties om de openbare orde te handhaven?
In het kader van crowdmanagement zet de gemeente particuliere instanties in,
bijvoorbeeld hosts, verkeersregelaars of beveiligers. Deze worden gekoppeld aan
ambtenaren en werken conform de richtlijnen van de branche. Inkoop verloopt
conform het inkoopbeleid van de gemeente.
g. Klopt het dat de raad niet eerder is geïnformeerd over de mogelijkheid tot het doen
van krachtenanalyses door particuliere bureaus? Zo ja, waarom is dat niet eerder
gedaan? Zo nee, kan het college aangeven wanneer deze informatie met de raad is
gedeeld?
Omdat het college nooit een krachtenveldanalyse uit heeft laten voeren, is de raad
daar logischerwijs ook niet over geïnformeerd.
10. NTA spreekt op hun website van het verzamelen van informatie door middel van
informed consent, maar zonder is bij vitzondering ook mogelijk — mits de gemeente
toestemming verleent. Heeft het college ooit toestemming verleent of gebruik
gemaakt van informatieverzameling waarbij er géén sprake is van informed consent?
Om welke vormen van radicalisering en/of extremisme ging dit?
Nee, binnen het radicaliseringsdomein heeft het college nooit toestemming gegeven
of gebruik gemaakt van non-informed consent bij onderzoeken naar radicalisering
en/of extremisme.
11. Deelt het college de kritiek dat het heimelijk onderzoeken van islamitische
organisaties (maar ook niet-islamitische) grote schade toe berokkend aan het
onderlinge vertrouwen? Is het college een voorstander van het heimelijk inzetten van
particuliere instanties om informatie te verzamelen over de islamitische
gemeenschappen?
Met heimelijke onderzoeken wordt een principiële grens overschreden, dit staat
haaks op de vrijheid van godsdienst. Het college is dan ook geen voorstander van het
heimelijk inzetten van particuliere instanties om informatie te verzamelen over
specifieke gemeenschappen. De gemeente is geen inlichtingendienst en moet zich
niet op dat vlak begeven.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 7 van7
Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Femke Halsema
Burgemeester
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Schriftelijke Vraag | 7 | train |
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Sector Openbare Ruimte
1000 AE Amsterdam Afdeling Dienstverlening
Telefoon 14 020
Fax 020 552 4433
www. centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
(.…)
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door Chris Seinen
Rechtstreekse nummer 020 552 4342
Faxnummer 020 552 4333
Bijlage
Onderwerp Raadsadres aangaande locatie ARTminiGOLF
Geachte (……),
Allereerst onze excuses voor het late beantwoorden van uw brief aan de stadsdeelraad.
Uw brief aan de raad van 8 november 2010 is ingekomen in de raadsvergadering van 30
november 2010. De raad heeft besloten om eerst het concept antwoord in de commissie
openbare ruimte te bespreken. Dit is gebeurd op 1 februari 2011.
Vervolgens is de beantwoording van uw brief in handen gesteld van het dagelijks bestuur.
Hierna volgt de inhoudelijke beantwoording.
Voorafgaand aan het versturen van uw raadsadres heeft er op 1 november een gesprek
plaatsgevonden tussen u en dagelijks bestuurder Boudewijn Oranje. Naast de in het
raadsadres genoemde locatie voor ARTminiGOLF is er tijdens dit gesprek ook ingegaan
op de door u aangedragen eventuele andere locaties in het stadsdeel, namelijk de
Appeltjesmarkt en het Frederiksplein.
Uiteindelijk is uw verzoek betreffende de locatie Wertheimpark alsmede de locaties
Appeltjesmarkt en Frederiksplein voorgelegd aan de betreffende rayonmanagers
openbare ruimte.
De antwoorden volgen hieronder per locatie:
Frederiksplein:
Het Frederiksplein is geen optie voor een dergelijke functie. Het park/plein is net helemaal
heringericht en een dergelijke functie past hier niet. Het Frederiksplein is ontworpen door
landschapsarchitect Zocher en zijn oorspronkelijke ontwerp is zoveel mogelijk in ere
hersteld. De vestiging van een ARTminiGOLF zou dit ontwerp geweld aandoen.
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 2
Wertheimpark/Swiftterrein:
De geplande ontwikkeling van het Wertheimpark en het sportterrein daaraan grenzend is
momenteel onzeker. Bij de gewenste functionaliteiten die in het uiteindelijke nieuwe
Wertheimpark vorm moeten Krijgen, en welke uitvoerig zijn besproken met de direct
omwonenden, komt een ARTminiGOLF niet voor. Voor de gewenste functionaliteiten is
zelfs in dit stadium al gebrek aan ruimte. Momenteel wordt het Wertheimpark vooral
gebruikt voor recreatie en herdenken (Auschwitzmonument). Een publiekstrekkende
functie als ARTminiGOLF zou met het oog op het huidige gebruik verstorend werken.
Er is dan ook geen mogelijkheid het initiatief hier in te passen.
Appeltjesmarkt:
In de huidige opzet is er geen plaats voor het initiatief gezien de al beperkte beschikbare
ruimte. Op de Appeltjesmarkt bevinden zich al een grote parkeergarage en busstation.
Een ARTminiGOLF lijkt ons gezien voornoemde activiteiten geen gewenste combinatie.
Bovendien is de Appeltjesmarkt aangewezen als strategische reservelocatie.
Uiteindelijk wil het stadsdeel hier namelijk een bijzondere bestemming aan geven.
In het gesprek opperde u ook als mogelijke locatie het Stenen Hoofd in stadsdeel West.
Het stadsdeel heeft hier geen zeggenschap over en adviseert u daarom ook om in contact
te treden met stadsdeel West.
Wellicht niet het antwoord dat u wilde horen, maar in ieder geval is er hier intern serieus
naar de locaties, gelegen in stadsdeel Centrum, gekeken.
Uiteraard wensen we u veel succes bij verdere pogingen.
Met vriendelijke groeten,
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum
Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren
Secretaris voorzitter
2
| Raadsadres | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Initiatiefvoorstel en besluit AB
Registratienummer Z-16-31442 / INT-16-10401
Afdeling Bestuur en Organisatie
Onderwerp
Initiatiefvoorstel Leefstraat
Portefeuille Openbare Ruimte
DB lid Ivar Manuel
Gebied Heel Oost
Datum DB n.v.t.
Datum AB voorbereidend 6 december 2016
Datum AB besluitvormend 20 december 2016
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Joep Timmermans i.o.m. Rick Vermin
020 253 BOOG
[email protected]
*ZO0OO0O311744 5D « Pagina a vans
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd
1. indegebiedsplannen de mogelijkheid te creëren om op breed gedragen voorstel
van een groep bewoners een (deel van een) straat gedurende de zomer van 2017 in
te richten als zogenaamde leefstraat;
2. bewonersgroepen daarbij actief te ondersteunen.
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van 5
Bevoegdheid
Initiatiefvoorstel Leefstraat
1. Samenvatting
Met dit initiatiefvoorstel introduceren de fracties van GroenLinks (…) het concept
Leefstraat in stadsdeel Oost. In navolging van West krijgt Oost vanaf de zomer van 2017 elk
jaar één of meerdere leefstraten: straten kunnen een maand worden afgesloten zodat
bewoners er kunnen leven, conform de motie Shahsavari-Jansen/Ernsting die is
aangenomen in de gemeenteraad van Amsterdam.
Hierbij worden bewoners betrokken, wordt goed gemonitord wat de effecten zijn en wordt
de mening van bewoners en bezoekers gebruikt om de Leefstraten verder te ontwikkelen.
Met dit initiatiefvoorstel Leefstraat wordt ruimte gegeven aan nieuwe manieren om de
openbare ruimte in Oost verder te verbeteren. De manier van werken past in de
MobiliteitsAanpak Amsterdam 2030 en de ambities voor een leefbaar stadsdeel met ruimte
om elkaar te ontmoeten in de openbare ruimte.
2. Amsterdam, stad om in te leven.
Bewoners van Amsterdam wonen in onze stad om te leven. Niet alleen in huis, maar ook
juist buitenshuis. Helaas hebben veel Amsterdammers weinig tot geen eigen buitenruimte
of tuin en wordt op dit moment veel van de openbare ruimte in beslag genomen door
auto's. Openbare ruimte die ook, tijdelijk, gebruikt kan worden voor spelen, recreëren,
lezen, wandelen. Ook de bewoners van Oost hebben hier wellicht behoefte aan.
In Amsterdam is in juni 2015 de motie van Shahsavari-Jansen/Ernsting (507) over 'Pilot
Leefstraten! aangenomen. De motie roept op om straten een maand in de zomer autovrij
te maken, zodat daar andere activiteiten kunnen plaatsvinden. En zodat mensen daar
kunnen leven: spelen, wandelen, lezen, barbecueën, sporten, gezellig zitten et cetera. Met
name in de zomer is het fijn om buiten te leven en buurten.
Het college van B&W heeft het voorstel voor pilots Leefstraten met enthousiasme
ontvangen. Het College heeft aangegeven dat de bestuurscommissies hierbij leidend zijn
en dat bewoners het initiatief moeten nemen. Wel heeft het College in reactie op de motie
enkele kaders meegegeven, en is in de motie al aangegeven daarbij rekening moet worden
gehouden met de parkeerdruk in omliggende straten en dat de pilots niet tot bovenmatige
overlast daar moet leiden, maar dat de parkeerdruk in de zomer in delen van de stad
mogelijk lager is omdat relatief veel mensen op vakantie zijn. De verdere vormgeving ligt
bij de bestuurscommissies.
Afgelopen jaar is in Amsterdam-West is een proef uitgevoerd met de zogenaamde
Leefstraten!, waarbij gedurende een maand van het jaar auto’s de straat uit gingen. De
vrijgekomen ruimte wordt gebruikt voor en door bewoners en voorbijgangers te voet en te
fiets voor andere activiteiten. In West gaan ze binnenkort evalueren, de lessen die
getrokken worden, zullen meegenomen worden in het toepassen van de leefstraten in
Oost.
Ook in Gent en Haarlem is al geëxperimenteerd met leefstraten. In beide steden worden de
straten als een groot succes gezien. In Gent leidde de straat tot een groter wij-gevoel en
werd het gezien als een plek om samen tot rust te komen. In Haarlem hebben
buurtbewoners elkaar door de activiteiten in de Leefstraat beter leren kennen, is de sociale
Pagina 3 van 5
controle toegenomen en kunnen hulpbehoevende buurtbewoners nu op meer hulp van
buren rekenen.
Wij vragen het Dagelijks Bestuur om in de zomer van 2017 leefstraten in Oost mogelijk te
maken. Onze ambitie is dat er ten minste in één van de gebieden van stadsdeel Oost deze
zomer een Leefstraat is. Het precieze aantal leefstraten dat gerealiseerd wordt, laten we
afhangen van het aantal haalbare plannen die worden ingediend door bewoners.
3. Proces
Vanzelfsprekend zijn onze bewoners aan zet. Uit ervaring met de Leefstraat in Haarlem is
gebleken dat bewoners het beste zelf draagvlak voor de Leefstraat kunnen creëren en
organiseren. In navolging van West zal via Facebook reclame worden gemaakt en een
formulier worden gedeeld waarop bewoners zich kunnen aanmelden. De gebiedsteams
worden ingezet om ook bewoners zonder Facebook te bereiken. Om bekendheid te geven
en om straten te vinden waar animo is, wordt door de gebiedsteams rondgevraagd onder
bewoners.
De bewoners geven aan in welke straat zij het willen en hoe zij de uitvoering voor zich zien.
Hierbij zullen bewoners er rekening mee moeten houden dat ook de anderen in hun straat
achter het besluit staan om van hun straat een Leefstraat te maken. Bewoners kunnen tot
en met (…) een straat aandragen en uitwerken hoe zij hun Leefstraat vorm zouden willen
geven. Vervolgens worden de plannen getoetst aan de kaders die de centrale stad heeft
vastgesteld voor de bestuurscommissies.
Bewoners die een Leefstraat willen, dienen aan te tonen dat er draagvlak is in de
straat/buurt bijvoorbeeld door een bewonersavond te organiseren. Het stadsdeel faciliteert
bewoners waar nodig, zoals bij de vitwerking en het organiseren van bijeenkomsten. Er
moet grote mate van consensus zijn onder bewoners dat er Leefstraat komt, welk deel van
de straat het betreft en wat voor afspraken er worden gemaakt. Het Dagelijks Bestuur
stuurt een overzicht van de voorgedragen straten en het draagvlak per straat aan het
Algemeen Bestuur en doet een voorstel (op basis van de criteria) welke straten in 2017
leefstraten worden.
Deze straten worden dan in principe vier weken in de zomer van 2017 een Leefstraat. De
exacte periode wordt waar nodig afgestemd met andere stadsdelen, als ook in andere
stadsdelen leefstraten gecreëerd worden.
Na de zomer wordt geëvalveerd wat bewoners er van vonden en wordt deze evaluatie
voorgelegd aan het Algemeen Bestuur. Aan de hand van deze evaluatie wordt gekeken hoe
we de komende jaren nog meer en betere leefstraten kunnen invoeren.
4. Tot slot
Het benutten van openbare ruimte met inachtneming van alle gebruikers, past naadloos in
de MobiliteitsAanpak Amsterdam 2030. We werken hard aan de leefbaarheid in stadsdeel
Oost. We creëren ruimte voor fietsers en voetgangers zoals op de Weesperzijde,
vergroenen het stadsdeel met onder meer de verdubbeling van het Oosterpark en werken
aan verkeersveiligheid en doorstroming en het verminderen van COz uitstoot en fijnstof.
Vrije openbare ruimte is echter schaars in ons stadsdeel. We moeten daarvoor zoeken naar
creatieve oplossingen. Dit initiatiefvoorstel moet daaraan bijdragen, zodat Amsterdam
prettig, toegankelijk en leefbaar is voor alle bewoners en bezoekers.
Pagina4 van 5
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau n.v.t.
Financiën n.v.t.
Communicatie n.v.t.
Overige n.v.t.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? Ja Indien ja, incidenteel (hieronder nader specificeren)
Indien ja, dekking aanwezig? 2 Indien nee, hieronder dekking aangeven
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting <invullen indien van toepassing>
Voorlichting en communicatie
Breed bekend maken via diverse (social) media
Uitkomsten inspraak
N.v.t.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
N.v.t.
Geheimhouding
N.v.t.
Einde geheimhouding N.v.t.
Stukken
Meegestuurd Motie Shahsavari-Jansen/Ernsting
Bestuurlijke reactie (B&W) op de motie
Ter inzage gelegd --
Parafen
Rick Vermin
Pagina 5 van 5
| Besluit | 5 | test |
Gemeente Bezoekadres
Stadhuis, Amstel 1
Am ste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14020
4 www.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Gemeenteraad Amsterdam
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Datum 19 december 2017
Kenmerk
Behandeld door Pascal Hament, Ruimte en Duurzaamheid, [email protected]
Onderwerp Motie 913 (A/) van het lid Van den Berg inzake de Voorjaarsnota 2017 (ondersteunen
van het Jongeren Manifest Klimaat)
Zeer geachte raadsleden,
In de vergadering van de raad op 29 juli 2017 is de Motie 913 (A’) van het lid Van den Berg inzake de
Voorjaarsnota 2017 (ondersteunen van het Jongeren Manifest Klimaat) aangenomen.
De motie verzoekt om het Jongeren Manifest Klimaat expliciet te ondersteunen om daarmee met
kracht erop aan te dringen dat het manifest wordt opgenomen in het nieuwe regeerakkoord.
Het college heeft kennis genomen van het manifest.
De wethouder duurzaamheid heeft tijdens de bovengenoemde raadsvergadering zijn steun voor
het manifest uitgesproken. Het manifest heeft na de publicatie ruimschoots aandacht gekregen in
de media en is aangeboden aan verschillende Tweede Kamerleden om er voor te zorgen dat het
manifest een rol zou spelen tijdens de onderhandelingen voor het regeerakkoord van Rutte III.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en wij stellen voor motie 913 (A’) van het
lid Van den Berg inzake de Voorjaarsnota 2017 (ondersteunen van het Jongeren Manifest Klimaat)
als afgehandeld te beschouwen.
verde este hoogachtin
Het tolle burgemeester en wethoudefs van Amsterda
| Í ML | el
Í { } \ | /,
| Í í X Í Ns Al
/ \ | \ | K (0
7 | | A |
J.J.van Aartsen | AHP. vdn Gils
waarmdend borgmeeste/ gemeent&secretart
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Motie | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
D Gemeenteblad
x% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 443
Ingekomen op woensdag 22 april 2020
Behandeld op woensdag 22 april 2020
Status Verworpen via schriftelijke stemming op 28 april 2020
Onderwerp
Motie van het lid Naoum Néhmé inzake het Stedenbouwkundig Programma van
Eisen Zeeburgerpad en welstandscriteria voor het Zeeburgerpad (maximale
bouwhoogte)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Stedenbouwkundig Programma van Eisen
Zeeburgerpad en welstandscriteria voor het Zeeburgerpad.
Overwegende dat:
e Amsterdam een groot te kort heeft aan woningen en tevens de bouwgrond om
extra woningen toe te kunnen voegen schaar is;
e Het een publiek belang is om er voor te zorgen dat er zoveel mogelijk
woningen gerealiseerd kunnen worden op het Zeeburgerpad;
e Transformatie bij uitstek een kans is om door middel van verdichting extra
woningen te realiseren;
e _Hettoestaan van een extra bouwlaag een eenvoudige manier is om extra
woningen te realiseren;
e Een kleine verhoging van de maximale bouwhoogte ervoor zorgt dat er een
extra bouwlaag gerealiseerd kan worden;
e Een kleine verhoging van de maximale bouwhoogte een minimale impact
heeft op de openbare ruimte en de omgeving.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het stedelijk bouwkundig plan zo aan te passen dat het mogelijk is om een extra
bouwlaag te realiseren waardoor het mogelijk is om vijf woonlagen te realiseren in
plaats van vier.
Het lid van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2018
Afdeling 2
Vergaderdatum 19 december 2018
Publicatiedatum 16 januari 2019
OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 19 DECEMBER 2018 7
Aanwezig: de leden mevrouw AL. Bakker (PvdD), de heer N.T. Bakker (SP),
mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), de heer Boomsma (CDA),
mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Van der Burg VVD), de heer
Ceder (CU), de heer Van Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge
(SP), mevrouw De Fockert (Groenlinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer
Groen (GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), de heer Guldemond (D66), de heer
Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), mevrouw De Jong (GroenLinks), de heer
Karaman (Groenlinks), mevrouw Kat (D66), mevrouw Kilig (DENK), de heer Kreuger
(Forum voor Democratie), mevrouw El Ksaihi (D66), de heer Van Lammeren (Partij voor
de Dieren), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks),
mevrouw Nanninga (Forum voor Democratie), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw
Poot (VVD), mevrouw Van Renssen (GroenLinks), mevrouw Roosma (GroenLinks),
mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie), mevrouw
Simons (BIJ1), mevrouw Van Soest (PvdO), de heer Taimounti (DENK), mevrouw
Temmink (SP), mevrouw Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Vroege (D66) en de
heer Yilmaz (DENK)
Afwezig: de heer Biemond (PvdA)
Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid,
Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale
Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken,
Communicatie), de wethouders mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en
Luchtkwaliteit en stadsdeel Zuid), mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire
Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Energietransitie en stadsdeel Oost), de
heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief
Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en
Ongedocumenteerden), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen,
Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Reiniging en stadsdeel Noord), de heer Kock (Financiën,
Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein en
stadsdeel Centrum), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo-agenda,
Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugderiminaliteit, Sport en
Recreatie, Ouderen en stadsdeel West), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur,
Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en stadsdeel Nieuw-West), mevrouw Moorman
(Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool,
Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening en
stadsdeel Zuidoost)
Afwezig:
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Middagzitting op woensdag 19 december 2018
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn
Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt
De voorzitter opent de vergadering om 13.06 uur.
De VOORZITTER: Ik open de gemeenteraad van Amsterdam en ik heet u allen
welkom op deze raadsvergadering die uit drie dagdelen zal bestaan. Vanmiddag stoppen
we om 17.00 uur; dan heropenen we om 19.30 en vanavond stoppen we om 22.30 uur.
Althans, dat is het streven.
1
Mededelingen
De VOORZITTER: De heer Biemond is vandaag afwezig vanwege
familieomstandigheden. Datzelfde geldt voor wethouder Ivens. Die is ook vanwege
privéomstandigheden afwezig op woensdagmiddag en donderdagmiddag.
De fractievoorzitters hebben besloten om agendapunt 35, Wijzigen van de
Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 vanavond om 19.30 uur te behandelen.
2
Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 10 en 11 oktober 2018
Conform besloten.
3
Vaststellen agenda
De VOORZITTER: Dan stel ik voor dat we eerst de agenda doorlopen om te zien
of er agendapunten zonder discussie en hoofdelijke stemming kunnen worden afgedaan.
Conform besloten.
4
Mededeling van de ingekomen stukken
Conform besloten.
1° Brief van A. Nanninga, fractievoorzitter van Forum voor Democratie, d.d.
27 november 2018 inzake het terugtreden van het lid Nanninga als lid en het voordagen
van het duolid Berkhout als lid van de Rekeningencommissie
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6,
benoemen van een lid van de Rekeningencommissie.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
2° Raadsadres van de Stichting Museumhaven Amsterdam van 29 oktober
2018 inzake de inventarisatie van historische woonboten in Amsterdam
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
3° Brieven van een burger in de periode 21 november - 3 december 2018
inzake de fraudezaak rondom de bouw van stadion ArenA
Besloten is, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen, onder verwijzing naar
de brief van het college van burgemeester en wethouders van 8 augustus 2011, kenmerk
nr. 2011/5273.
4° Raadsadres van het Mobiliteitsteam Weesperzijdebuurt van 25 november
2018 inzake de herinrichting van de Weesperzijde
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
5° Raadsadres van de Fietsersbond Amsterdam van 26 november 2018
inzake de vaststelling van het Definitief Ontwerp van de Weesperzijde
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
6 Raadsadres van een burger van 26 november 2018 inzake schending van
mensenrechten, wetten en verdragen door de overheid
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
7° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 2/7 november
2018 inzake de afhandeling van motie 760.18 van de leden Ceder c.s. over een ruimer
kinderpardon
Besloten is, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie Algemene Zaken
te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
8° Raadsadres van een burger van 28 november 2018 inzake de aanpak
van de problematiek met het naast de vuilcontainers geplaatste afval
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 R
aadsnotulen
ge Raadsadres van de Nederlandse Beroepsvereniging voor Professionele
Bewindvoerders van 28 november 2018 inzake beschermingsbewindvoering
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs.
10° Aanvullend raadsadres van een burger van 28 november 2018 op zijn
raadsadres van 12 september 2018 inzake het verzoek om ontheffing in de milieuzones in
Amsterdam voor de Honda Zoomer scooter
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
11° Afschrift van een brief, gericht aan het college van burgemeester en
wethouders, van een burger van 29 november 2018 inzake handhaving van Nederlandse
normen en waarden in Amsterdam
Besloten is, dit raadsadres in handen van de burgemeester te stellen ter
afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de
raadscommissie Algemene Zaken.
12° Raadsadres van een burger van 29 november 2018 inzake de uitspraken
van burgemeester Halsema over handhaving van het boerkaverbod
Besloten is, dit raadsadres in handen van de burgemeester te stellen om een
reactie en een kopie van de reactie te sturen naar de leden van de raadscommissie
Algemene Zaken.
13° Aanvullend raadsadres van een burger van 29 november 2018 op zijn
raadsadres van 24 november 2018 inzake het verwijderen van de | Amsterdam-letters op
het Museumplein in plaats van de aanpak van andere problemen in de stad
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
14° Afschrift van een brief van de Vereniging Vrienden van de Binnenstad,
gericht aan de burgemeester, van 29 november 2018 inzake het verplaatsen van de
prostitutie op de Wallen naar binnen
Besloten is, deze brief in handen van burgemeester te stellen teneinde te
betrekken bij de in te dienen voorstellen ter zake.
15° Raadsadres van een burger van 30 november 2018 inzake het verzoek
om een buurthospice op het terrein van de Maria Sluisbuurt
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
16° Afschrift van een brief van het college van burgemeester en wethouders
van Haaksbergen, gericht aan de heer Harbers, staatssecretaris van het ministerie van
Justitie en Veiligheid, van 30 november 2018 inzake de door de gemeenteraad van
Haaksbergen aangenomen motie over het kinderpardon
Besloten is, deze motie voor kennisgeving aan te nemen.
17° Raadsadres van een burger van 1 december 2018 inzake het aanbieden
van banen in vaste dienst bij de gemeente Amsterdam
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
18° Raadsadres van een burger van 3 december 2018 inzake de
weggehaalde | Amsterdam-letters, een geweldig marketingtool voor de stad
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
19° Raadsadres van een burger van 4 december 2018 inzake het
bespoedigen van de aanvraag voor een parkeervergunning
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
20° Raadsadres van een burger van 4 december 2018 inzake het idee om
meer sociale controle te laten uitvoeren op verkeersovertredingen
Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
21° Aanvullend raadsadres van een burger van 4 december 2018 op zijn
raadsadres van 18 november 2018 inzake het project ‘Wunderline’, de spoorverbinding
Amsterdam - Groningen - Bremen - Hamburg
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
22° Raadsadres van een burger van 5 december 2018 inzake het gewijzigd
parkeerbeleid in het Centrum en in Amsterdam-Noord
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 22, Wijzigen van de Parkeerverordening 2013, en van agendapunt 23,
Vaststellen van de Verordening parkeerbelastingen 2019.
23° Raadsadres van een burger van 5 december 2018 inzake de gevolgen
van het nieuwe parkeerbeleid in Amsterdam-Noord
5
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 22, Wijzigen van de Parkeerverordening 2013, en van agendapunt 23,
Vaststellen van de Verordening parkeerbelastingen 2019.
24° Afschrift van een brief van de Stichting Breekbouw Mooibouw, gericht aan
het college van burgemeester en wethouders, van 5 december 2018 inzake de
herindeling van de gemeente Landsmeer
Besloten is, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
25° Brief van wethouder Van Doorninck van 5 december 2018 inzake de
beantwoording van vragen naar aanleiding van de bespreking van de afhandeling van
motie 316.18 van de voormalige leden Nuijens en Geenen over De Boterbloem in de
vergadering van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 21 november 2018
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 14,
Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316, van de voormalige leden
Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario’s voor het behoud van
(zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij De Boterbloem.
26° Raadsadres van de Huurdersvereniging Amsterdam van 10 december
2018 inzake de gemeentelijke inzet voor de prestatieafspraken met huurders en
corporaties
Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de behandeling van agendapunt 16,
de gemeentelijke inzet voor de prestatieafspraken met huurders en corporaties, in de
raadscommissie Wonen en Bouwen van 12 december 2018.
27° Raadsadres van een burger van 6 december inzake het B en W-besluit
van 28 november 2017 over de drinkwatertarieven voor alleenstaanden
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
28° Brief van R.H. van Dantzig, fractievoorzitter van D66, van 12 december
2018 inzake ontslag van het lid Bosman als lid van de raadscommissie Ruimtelijke
Ordening, en voordragen van de leden Vroege, Hammelburg en duoraadslid Rooderkerk
tot benoeming als leden van diverse raadscommissies
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6A,
Benoemen van leden in raadscommissies.
29° Afschrift van een brief van een burger van 9 november 2018,
binnengekomen op 12 december 2018, gericht aan wethouder Ivens, inzake het behoud
en uitbreiden van sociale en betaalbare huurwoningen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
6
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Financiën en Economische Zaken.
30° Brief van wethouder Groot Wassink van 11 december 2018 inzake een
wijziging van het staand beleid over de aankoop van Garanties van Oorsprong (GVO's)
Nederlandse Wind
Besloten is, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie Kunst, Diversiteit
en Democratisering ter kennisneming.
31° Raadsadres van diverse burgers en organisaties van 12 december 2018
inzake de zorgen over de warmtetransitie
Besloten is, dit raadsadres in handen te stellen van het college van burgemeester
en wethouders en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de
raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
32° Raadsadres van Big Ali Sportvereniging van 10 december 2018 inzake
misbruik van gelden bestemd voor Big Ali Sportvereniging
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
33° Brief van stadsdeelcommissie West van 13 december 2018 inzake de
aanbieding van het initiatiefadvies Bezoekersvergunning naar aanleiding van de
verhoging van de parkeertarieven
Besloten is, dit initiatiefadvies desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 22, Wijzigen van de Parkeerverordening 2013, en van agendapunt 23,
Vaststellen van de Verordening parkeerbelastingen 2019.
34° Raadsadres van de Wijkraad Zuid-West Amsterdam van 13 december
2018 inzake de subsidiëring van de 4 en 5 mei-herdenkingen in Amsterdam-Zuid
Besloten is, dit raadsadres in handen te stellen van de burgemeester ter
afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de raadscommissie Algemene
Zaken.
35° Brief van J.F.W. van Lammeren, fractievoorzitter van de Partij voor
Dieren, van 12 december 2018 inzake het verzoek om de heren Welker en Zijlstra te
installeren als duoraadslid en voor te dragen tot benoeming als lid van diverse
raadscommissies
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 5A,
Installatie van duoraadsleden, en agendapunt 6A, Benoemen van leden in
raadscommissies.
36° Brief van de heer PV. Guldemond van 14 december 2018 inzake het
verzoek tot verlening van ontslag per 23 januari 2019 als lid van de gemeenteraad
7
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Besloten is, deze brief te betrekken bij het agendapunt Afscheid van het lid
Guldemond in de raadsvergadering van 23 januari 2019.
37° Raadsadres van een burger van 14 december 2018 inzake het
terugbetalen van erfpachtschulden aan joodse mensen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
38° Raadsadres van een burger van 14 december 2018 inzake de lange
wachttijden voor ouderen in de zorg
Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
39° Raadsadres van een burger van 14 december 2018 inzake de aanpak
van de overlast op de Wallen
Besloten is, dit raadsadres in handen van de burgemeester te stellen ter
afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de
raadscommissie Algemene Zaken.
40° Raadsadres van een burger van 17 december 2018 inzake de plannen
voor de Lutkemeerpolder
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 14, Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316, van de
voormalige raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario’s
voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij De Boterbloem.
41° Raadsadressen van burgers van 17 en 18 december 2018 inzake het
verzoek om behoud van de biologische boerderij De Boterbloem
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 14, Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316, van de
voormalige raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario’s
voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij De Boterbloem.
42° Brief van burgemeester Halsema van 17 december 2018 inzake een
reactie op de gestelde vragen in de raadscommissie Algemene Zaken van 6 december
2018 over de uitbreiding van de Algemene plaatselijke verordening met vergunningplicht
voor gebieden, straten, branches en panden
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 26,
Wijzigen van de Algemene plaatselijke verordening, introductie van vergunningplicht voor
bepaalde bedrijfsmatige activiteiten in bepaalde gebieden, straten, branches en panden.
43° Brief van burgemeester Halsema, namens het college van B en W van
13 december 2018, inzake de beantwoording van de gestelde vragen in de
8
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
raadscommissie Algemene Zaken van 6 december 2018 over de doelenboom en de
begrotingswijziging coalitieakkoordmiddelen
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 28,
Instemmen met de overheveling van de coalitieakkoordmiddelen en de doelenboom.
44° Raadsadres van een burger van 17 december 2018 inzake het verzoek
om een aanbieding voor eeuwigdurende erfpacht van een appartement
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
45° Circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties van 28 november 2018 inzake de Introductie Rechtspositiebesluit
decentrale politieke ambtsdragers
Besloten is, deze circulaire voor kennisgeving aan te nemen.
46° Circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties van 29 november 2018 inzake de per 1 januari 2019 geïndexeerde
bedragen van de (onkosten)vergoeding voor politieke ambtsdragers van gemeenten
Besloten is, deze circulaire voor kennisgeving aan te nemen.
47° Brief van wethouder Van Doorninck van 18 december 2018 inzake
beantwoording van vragen in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 12 december
2018 over het investeringsbesluit en het bestemmingsplan Weespertrekvaart Oost
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 10,
Vaststellen van het bestemmingsplan en van het exploitatieplan Weespertrekvaart Oost.
48° Brief van wethouder Kukenheim van 17 december 2018 inzake een
tekstuele wijziging van de voordracht Wijzigen van de Verordening maatschappelijke
ondersteuning 2015
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 17,
Wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015.
49° Brief van de stadsdeelcommissie Centrum van 18 december 2018 inzake
het advies van de stadsdeelcommissie over de Verordening parkeerbelastingen 2019 en
de Parkeerverordening 2013
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 22,
Wijzigen van de Parkeerverordening 2013, en van agendapunt 23, Vaststellen van de
Verordening parkeerbelastingen 2019
50° Brief van wethouder Ivens van 18 december 2018 inzake beantwoording
van de vraag in de raadscommissie Wonen en Bouwen van 12 december 2018 over de
aantallen ecologische knelpunten en of er knelpunten zijn bijgekomen in de doelenboom
9
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 28,
Instemmen met de overheveling van de coalitieakkoordmiddelen en de doelenboom.
51° Brief van wethouder Kock van 18 december 2018 inzake beantwoording
van de vraag in de raadscommissie Financiën en Economische Zaken van 13 december
2018 over de aanbevelingen in het kader van de methode Duisenberg in relatie tot de
doelenboom
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 28,
Instemmen met de overheveling van de coalitieakkoordmiddelen en de doelenboom.
52° Brief van wethouder Groot Wassink van 11 december 2018 inzake de
conclusies na een halfjaar inbesteding van de schoonmaak
Besloten is, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie Kunst, Diversiteit
en Democratisering ter kennisneming.
53° Brief van wethouder Moorman van 18 december 2018 inzake de
beantwoording van de vraag van het lid Flentge in de raadscommissie Werk, Inkomen en
Onderwijs over zijn motie 828.17 betreffende het naleven van de onderwijscao's voor
startende leraren
Besloten is, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie Werk, Inkomen
en Onderwijs ter kennisneming.
5
Mondelingevragenuur
Dit punt wordt even aangehouden.
BA
Installatie van duoraadsleden
Dit punt wordt even aangehouden.
5B
Verlenen van eervol ontslag
Dit punt wordt even aangehouden.
6
Benoemen van een lid van de Rekeningencommissie
Dit punt wordt even aangehouden.
6A
Benoemen van leden in raadscommissies
Dit punt wordt even aangehouden.
10
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
7
Benoemen van de functionaris Gegevensbescherming (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1354)
Dit punt wordt even aangehouden.
8
Vaststellen van het beleidskader Taaloffensief 2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1279)
Dit punt wordt even aangehouden.
9
Instemmen met de verlenging en bijsturing van de inzet van de
Versnellingsmiddelen Duurzaamheid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1322)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1322 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
10
Vaststellen van het bestemmingsplan en van het exploitatieplan Weespertrekvaart
Oost (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1324)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder voor een stemverklaring.
De heer CEDER (stemverklaring): Als dit punt wordt gehamerd, dan word ik
geacht niet te hebben meegestemd.
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1324 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
1
Kennisnemen van het rapport ‘Grip op Westpoort Warmte’ van de rekenkamer en
het overnemen van de aanbevelingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1325)
Dit punt wordt even aangehouden.
12
Vaststellen van het bestemmingsplan Zeeburgerpad en welstandskader
‘Verstedelijkt havengebied’ (9a) voor het plangebied van het bestemmingsplan
Zeeburgerpad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1326)
Dit punt is gehamerd.
11
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 R
aadsnotulen
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1326 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
13
Wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam, toevoegen van
kaart bijlage B (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1329)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1329 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
14
Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316, van de
voormalige raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario’s
voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij De Boterbloem
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1330)
Dit punt wordt even aangehouden.
15
Vaststellen van een investeringsbesluit en stedenbouwkundig plan
Weespertrekvaart Oost en het beschikbaar stellen van een krediet (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1331)
Dit punt wordt even aangehouden.
16
Vaststellen van het aangepast warmteplan Sluisbuurt 2018 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1332)
Dit punt wordt even aangehouden.
17
Wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1333)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1333 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
18
Intrekken van de Verordening binnenwatergeld beroepsvaart 2018 en vaststellen
van de Verordening binnenwatergeld beroepsvaart 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1334)
12
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 R
aadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een
stemverklaring.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Wij worden geacht te hebben
tegengestemd.
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1334 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
19
Intrekken van de Verordening binnenhavengeld pleziervaart 2018 en vaststellen
van de Verordening binnenhavengeld pleziervaart 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1336)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1336 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
20
Instemmen met een Uitvoeringskrediet van 20,45 miljoen euro voor de
drinkwaterdistributie 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1335)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1335 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
21
Instemmen met een Uitvoeringskrediet van 22,15 miljoen euro voor de
drinkwaterdistributie 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1337)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1337 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
22
Wijzigen van de Parkeerverordening 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338)
Dit punt wordt even aangehouden. De punten 22 en 23 worden gevoegd
behandeld.
13
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
23
Vaststellen van de Verordening parkeerbelastingen 2019
Dit punt wordt even aangehouden.
24
Vaststellen van het uitvoerings- en kredietbesluit voor de herinrichting van het
kruispunt Marnixstraat - Elandsgracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1339)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring.
Mevrouw SIMONS (stemverklaring): De fractie van BIJ1 zal tegen het voorstel
stemmen. We zijn voor verbetering van het kruispunt, maar het voorlopig ontwerp biedt
naar onze mening niet de juiste oplossing, zeker niet met betrekking tot het kappen van
bomen en de kosten voor beheer en onderhoud.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een
stemverklaring.
De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Wij sluiten ons aan bij de woorden
van BIJ. De zorg om het groen in Amsterdam is aanwezig en wij worden geacht te
hebben tegengestemd.
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1339 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
25
Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2019 en de
bijbehorende Legestabel 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk.
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK (stemverklaring): Als dit punt wordt gehamerd,
dan wordt de VVD-fractie geacht tegen de legestabel te hebben gestemd. De inhoudelijke
wijziging van de verordening is wat ons betreft wel akkoord.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Hetzelfde geldt voor mij, dus dat wij
hebben tegengestemd.
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1340 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
14
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
25A
Actualiteit van de leden Simons, De Heer, Ernsting, Temmink, Taimounti en
Ceder inzake flexwerk bij het Contactcenter Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1372)
Dit punt wordt even aangehouden.
26
Wijzigen van de Algemene plaatselijke verordening, introductie van
vergunningplicht voor bepaalde bedrijfsmatige activiteiten in bepaalde gebieden, straten,
branches en panden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1341)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1341 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
27
Actualiteit van het lid Nanninga inzake de aanstaande ontruiming van het ADM-
terrein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1342)
Dit punt wordt even aangehouden.
Direct hierna komt de actualiteit 31B van mevrouw Simons aan bod.
28
Instemmen met de overheveling van de coalitieakkoordmiddelen en de
doelenboom (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1346)
Dit punt wordt even aangehouden.
29
Wijzigen van de Verordening op de heffing en de invordering van belasting op
roerende woon- en bedrijfsruimten 2007 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1347)
Dit punt wordt even aangehouden en gevoegd met agendapunt 30.
30
Wijzigen van de Verordening op de heffing en inning van
onroerendezaakbelastingen 2007 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1348)
Dit punt wordt even aangehouden.
31
Instemmen met het Investeringskader voor Economische Structuur- en
Arbeidsmarktversterking 2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1349)
Dit punt wordt even aangehouden.
15
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
31A
Actualiteit van het lid Naoum Néhmé inzake de ontwikkelingen rondom het
marineterrein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1368)
Dit punt wordt even aangehouden.
31B
Actualiteit van het lid Simons inzake de woonbootbewoners van het ADM-terrein
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1373)
Dit punt wordt even aangehouden.
32
Wijzigen van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam, bijlage 25
voorziening tegemoetkoming reiskosten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1350)
Dit punt wordt even aangehouden.
33
Kennisnemen van het onderwijshuisvestingsprogramma 2019 primair onderwijs,
voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs en instemmen met het
beschikbaar stellen van kredieten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1351)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1351 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
34
Kennisnemen van de voortgangsrapportage Gezonde Schoolgebouwen 2015-
2018 en instemmen met het vervolgprogramma Gezonde Schoolgebouwen 2020-2022 en
beschikbaar stellen van kredieten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352)
Dit punt wordt even aangehouden.
35
Wijzigen van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1353)
Dit punt wordt even aangehouden.
36
Vaststellen van het programma van eisen voor de accountantscontrole 2019
inclusief het normenkader rechtmatigheid 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1344)
Dit punt is gehamerd.
16
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 R
aadsnotulen
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1344 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
37
Vaststellen van het voorschot op de fractieondersteuning voor het eerste kwartaal
van 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1345)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1345 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
38
Bekrachtigen van de geheimhouding (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1343)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1343 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
39
Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1323)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1323 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
40
Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1327)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1327 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
A1
Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1328)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1328 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
17
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
5
Mondelingevragenuur
Mondelinge vragen van de heren Boutkan, Yilmaz, Ernsting en N.T. Bakker
inzake het bericht op AT5 over illegale handel in Uberaccounts
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Afgelopen weekend werd Amsterdam opgeschrikt door het
bedrijf Uber en dat was niet voor het eerst, kan ik u vertellen. Nu ging het weer over de
berichten met betrekking tot illegale handel in zogenaamde Uberaccounts. Dat betekent
dat chauffeurs dus rijden op iemand anders zijn account en dat betekent dat reizigers niet
weten bij wie ze in de auto stappen en dat wij niet goed controles kunnen uitoefenen en
dat er geen garantie is op veiligheid en kwaliteit. Mijn fractie heeft al veel eerder aan de
bel getrokken over de manier van werken door het bedrijf Uber. Dat hebben we ook
samen met andere partijen gedaan. Uber verkoopt zich als platformbedrijf en wast steeds
zijn handen in onschuld, maar het is natuurlijk gewoon een taxibedrijf dat zijn
verantwoordelijkheid op dit moment niet pakt. Wij maken ons daarover grote zorgen. Het
resultaat is wat ons betreft ook vrij bedroevend. Wat ons betreft is het ook vijf over twaalf.
Dat brengt mij op een aantal vragen. Op welke manier kan de wethouder snel
ingrijpen op die ongewenste situatie ten aanzien van de handel in Uberaccounts? Kan de
wethouder aangeven op welke manier ze dat wil oppakken? Inmiddels heeft ook de
landelijke Inspectie Leefomgeving en Transport aangekondigd een onderzoek te gaan
doen. Ook in Den Haag zijn er wat vragen over gesteld. Gaat de wethouder verder in
overleg met de ILT hoe tegen deze handel in Uberaccounts kan worden opgetreden? Bij
de begroting hebben wij een motie ingediend, Grip op Uber. We vinden het volgens mij
allemaal heel belangrijk om dat te gaan doen om het onderscheid op te heffen tussen de
belmarkt en de opstapmarkt. Ik ben natuurlijk heel benieuwd of de wethouder al kan
melden of daarop vorderingen zijn gemaakt zodat we echt meer grip kunnen krijgen op de
handel en wandel van het bedrijf Uber. En tot slot, hoe gaat de wethouder deze nieuwe
misstand aangrijpen om ook Uber aan te spreken op die eigen verantwoordelijkheid? Wat
ons heel erg opviel, is dat in die hele discussie de afgelopen jaren Uber de hele tijd zegt
niet verantwoordelijk te zijn. Het gaat niet om ons; wij zijn niet verantwoordelijk. Eigenlijk
zeggen ze: u zoekt het zelf maar uit. We zien dat Uber wegkijkt en we willen heel graag
weten hoe de wethouder daarover denkt en wat de wethouder daaraan kan doen.
De VOORZITTER: Even voor de duidelijkheid: er is net afgesproken dat iedereen
achter elkaar zijn vragen mag stellen en dan komt er in een keer antwoord. Het woord is
aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Ik sluit me natuurlijk van harte aan bij de vragen van de heer
Boutkan. Ik heb daar natuurlijk nog wel wat extra vragen bij. Volgens mij mag je in Uber in
Amsterdam alleen rijden als je een taxivergunning hebt. Dus je moet een taxivergunning
hebben om op Uber te kunnen rijden. Als nu andere chauffeurs op het account van Uber
kunnen rijden, hebben die chauffeurs dan wel of niet een taxivergunning? De andere
vraag is: is het misschien zo dat er ook op taxi's mensen rijden die überhaupt geen
taxivergunning hebben en ook handelen in taxivergunningen in brede zin of dat overgeven
aan iemand die heel erg op ze lijkt of zoiets? Ik heb daar veel bredere vragen bij dan
alleen Uber, eigenlijk over het hele taxibeleid. Misschien niet over het beleid, maar over
18
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
de taximarkt zoals die met name ’s nachts, denk ik, en in de weekenden in Amsterdam
veelvuldig plaatsvindt. Ik vroeg me af of daarop ook antwoord kan worden gevonden en of
de controles die daarop zijn, met name de handhaving, of die dat wel aankan. Hebben we
nog wel grip op die nachtelijke taximarkt?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz.
De heer YILMAZ: Wij zijn natuurlijk allemaal geschrokken van de berichtgeving.
Eigenlijk was het ook een bevestiging van wat we al hoorden van onze taxichauffeurs. We
hebben heel veel taxichauffeurs in Amsterdam die op een eerlijke manier hun geld
proberen te verdienen. We willen natuurlijk ook allemaal een gezonde taxibranche. Maar
helaas zijn de illegale praktijken van Uber een gif. Zo zie ik het; zo zien wij het. Wij willen
daarom ook dat de wethouder — het liefst landelijk natuurlijk — dit gaat aanpakken. Ik hoop
ook dat de wethouder met de Inspectie en met de minister in gesprek gaat om de illegale
praktijken aan te pakken. Misschien is het een optie, daar zijn we wel benieuwd naar, om
Uber als die doorgaat met de illegale praktijken, te verbieden in Amsterdam zoals in heel
veel andere steden wel gebeurt. Verder heb ik nog een paar andere vragen.
Uberchauffeurs mogen niet bij staanplaatsen staan en daarom rijden ze rondjes in de stad
terwijl wij een autoluwe stad willen. Ze rijden rondjes en dat zijn duizenden chauffeurs.
Dat zorgt voor problemen en dat werkt ook niet in een autoluwe stad. Daarom ben ik
benieuwd naar hoe de wethouder denkt dit te gaan aanpakken. We staan voor een
autoluwe stad, maar we hebben wel duizenden chauffeurs die gewoon rondjes rijden om
klanten op te pikken. Voor de rest belooft Uber zijn chauffeurs dat ze bij vijftig ritten in
Amsterdam geen servicekosten hoeven te betalen. Dus er zijn heel veel chauffeurs die
keihard werken om die vijftig ritten vol te maken en geen servicekosten te betalen. Dat is
ook een heel groot probleem. Het heeft ook effect op werk- en rusttijd. Ik ben benieuwd
hoe de wethouder hierover denkt.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: Dank aan de collega’s voor deze fundamentele vragen.
De vraag van de SP aangaande Uber is of het überhaupt wel zinvol is voor de gemeente
om in de Amsterdam Economic Board het lidmaatschap van Uber toe te laten. Is dat niet
de tweede fout? De tweede vraag is of het met Rijksexperimenten voor Amsterdammers
wel zo nodig is dat de gemeente Amsterdam in zee gaat met Uber. Onlangs was onze
duo Coby Groenendijk uitgenodigd om een reisproef te gaan doen waarin Uber was
gevraagd met oplossingen te komen. Vandaar mijn vraag: is dit wel zo nuttig en
doelmatig?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma voor de beantwoording
van de vragen.
Wethouder DIJKSMA: Dank aan de leden voor de door hen gestelde vragen. Het
is inderdaad waar — helaas, zeg ik er maar bij — dat we in de afgelopen weken een paar
keer te maken hebben gehad met een situatie waarin het bedrijf Uber in opspraak is
geraakt. Met een aantal leden van uw raad maak ik me daarover natuurlijk wel zorgen.
Het zijn overigens heel verschillende situaties waarbij men in het nieuws kwam. Het meest
recente wat ook de aanleiding is geweest voor de mondelinge vragen van verschillende
fracties, was de mogelijke fraude met Uberaccounts. Het is misschien goed om te zeggen
dat de gemeente Amsterdam geen zelfstandige bevoegdheid heeft om daarop te kunnen
19
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
controleren. Ik ben heel erg blij met het feit dat de ILT, de landelijke Inspectie, meteen
haar verantwoordelijkheid heeft genomen om dit onderzoek te gaan doen. Wij staan in
contact met de ILT en met de staatssecretaris over dit dossier. Ik zal daar zo nog iets
meer over zeggen. Het lijkt me heel goed gezien de goede samenwerking die er is tussen
Amsterdam en de ILT als het gaat om de handhaving op de taximarkt de uitkomsten van
dit onderzoek af te wachten en op basis daarvan te bezien wat de staatssecretaris daarna
zal gaan doen en hoe wij haar daarbij van dienst kunnen zijn. Samenwerking tussen de
verschillende handhavers is over het algemeen wel heel erg nuttig, omdat er informatie
van diverse kanten binnenkomt en die kun je goed gebruiken. Ik vind dat Uber zelf ook
een verantwoordelijkheid heeft net als alle andere taxibedrijven om in te grijpen als er
dingen misgaan. Ik heb binnenkort naar aanleiding van eerdere problemen een afspraak
met de nieuwe directeur van Uber die hier is gevestigd in Amsterdam. Ik zal op een aantal
van de onderwerpen waarop we al eerder met elkaar in gesprek zijn geweest, ook met
haar het gesprek voeren vanuit die houding. Wat kan Uber zelf doen om te voorkomen dat
bijvoorbeeld rij- en rusttijden niet worden gerespecteerd en om te voorkomen dat er
bijvoorbeeld sprake is van fraude met accounts? Ik denk dat het bedrijf die
verantwoordelijkheid moet pakken en ook gaat pakken. Dat zullen we in dat gesprek
moeten vernemen. Het is dus niet zo omdat het hier om de belmarkt gaat, dat er voor
Amsterdam zelf heel veel mogelijkheden zijn om bijvoorbeeld zoals de heer Yilmaz
suggereerde, bedrijven te verbieden. Dat kan niet aan de orde zijn. De heer Ernsting
vroeg hoe het nu precies zit met taxivergunningen. We weten niet precies hoe dat zit,
want er zijn heel veel taxichauffeurs die soms voor een TTO rijden, maar daarnaast wel
degelijk ook voor andere. En juist dat verschil dat er soms kan ontstaan, maakt dat het
niet altijd goed traceerbaar is hoe zaken nu lopen. Ik hoop wel dat met de nieuwe
boordcomputer die voor iedereen aan de orde moet zijn, er veel betere mogelijkheden zijn
om bijvoorbeeld ook de rij- en rusttijden goed te kunnen controleren. Dus wat dat betreft
gaat de techniek ons hopelijk wel helpen. Er is door de heer Boutkan nog gevraagd naar
de motie die is aangenomen. Daarmee ben ik inderdaad aan de slag gegaan. Met de
staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu zullen we het komend voorjaar een gesprek
hebben over de mogelijkheden die we zien om een gelijk speelveld te organiseren, meer
dan nu, tussen de bel- en de opstapmarkt. Dat is niet gemakkelijk. Onze wet- en
regelgeving staat daar soms ook in de weg, maar ik ben heel erg blij dat de
staatssecretaris zo welwillend is geweest om dit gesprek met Amsterdam aan te gaan,
omdat we allebei, denk ik, constateren dat de markt snel verandert en dat er veel diensten
op het terrein van vervoer worden aangeboden. Het is dus van belang dat we niet alleen
grip houden op die zaak, maar dat er ook sprake is van een gelijk speelveld.
Ik kom zodra dat gesprek heeft plaatsgevonden, daarop terug bij uw raad.
Sowieso wordt er gewerkt aan een nieuw taxibeleid. Ik geloof dat we ergens voor de
zomer ook graag de raad daarvan op de hoogte stellen. Op het moment dat er nieuws is,
dan meld ik u dat.
Het laatste punt nog: rondjes rijden. Dat is mij ook een doorn in het oog. Het is
overigens ook wanneer het met niet-elektrische taxi’s is, heel slecht voor het milieu, zeg ik
er alvast maar bij. We hebben recent wel ervaringen niet alleen met knips, maar ook met
bijvoorbeeld afsluitingen. In de toekomst kan de milieuzone ons hierbij helpen. Op het
moment dat er voor taxi's alleen nog maar mogelijkheden komen als ze elektrisch zijn om
in bepaalde gebieden van de stad te mogen komen, dan zie je dat dat er ook weer voor
zorgt dat je een aantal andere niet meer in dat gebied kunt laten rondrijden. Ook daar
hebben we de tijd nodig om verder beleid te ontwikkelen.
Ik hoop dat ik hiermee in eerste instantie een aantal vragen heb kunnen
beantwoorden.
20
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Er is mij ook een vraag gesteld en ik geef mijzelf maar even
als voorzitter het woord. Die vraag ging over het Amsterdam Economic Board en het
lidmaatschap van Uber. Uber is zoals u weet, lid van de Network Council van de
Amsterdam Economic Board waarvan 130 bedrijven deel uitmaken. Het lijkt mij goed als
ik het opnieuw aan de orde stel in de eerstvolgende Amsterdam Economic Board.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Nog even een hele korte vervolgvraag. Allereerst veel dank
voor de uitgebreide beantwoording van de vragen. Ik ben blij dat de wethouder ook vindt
dat Uber meer verantwoordelijkheid moet nemen en dat hij binnenkort in gesprek gaat
met de topman van Uber Nederland.
(Wethouder DIJKSMA: Een vrouw. Ik wilde net als grap er nog even bij
zeggen dat ik hoopte dat dat de kwaliteit van het gesprek nog weer verder
verbetert.)
Ik ga er zeker van uit dat dat gaat gebeuren.
Ik had nog een vraag over dat onderzoek door ILT. Is er al zicht op wanneer ILT
met resultaten gaat komen?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
Wethouder DIJKSMA: Dat durf ik nu niet zo te zeggen. Dat zou ik moeten
nagaan.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting voor een vervolgvraag.
De heer ERNSTING: Een korte vervolgvraag. De wethouder zei dat verschillende
mensen van zo’n account van Uber gebruik kunnen maken, maar ze kunnen ook allebei
een taxivergunning hebben. Kan het nu ook zo zijn of komt dat eigenlijk niet voor dat er
mensen op een officiële taxi rondrijden die niet in het bezit zijn van een taxivergunning?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
Wethouder DIJKSMA: Dat mag je volgens mij nooit uitsluiten. Als er mensen
worden aangetroffen in de handhaving, dan heeft dat natuurlijk ook consequenties.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege voor een aanvullende
vraag.
De heer VROEGE: Misbruik van en fraude bij taxi's is natuurlijk niet nieuw en niet
uniek voor Uber. Rondrijden is schadelijk en dat is een schande. Ik heb de laatste jaren
hiervoor diverse malen aandacht gevraagd, met name over de snorders. Helaas zonder
steun van de vorige sprekers. Uit de antwoorden op Kamervragen door collega Rob
Jetten blijkt dat de ILT maar 478 auto’s heeft gecontroleerd in heel 2017. Dat is mij veel te
weinig. Mijn vraag aan de wethouder is, als hij toch zulke goede gesprekken heeft met de
staatssecretaris en het ILT, om ook te vragen om meer handhaving: gewoon ieder
weekend in Amsterdam om juist ook al die snorders aan te pakken. Dat is immers een van
de grootste problemen in de Amsterdamse taximarkt waarvan alle legale taxichauffeurs
last hebben.
21
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
Wethouder DIJKSMA: Ik ben het zeer met de heer Vroege eens dat dit probleem
ook echt een heel groot probleem is. Overigens zien we, geloof ik, ook dat een deel van
het verplaatsen van de snorders van Schiphol naar Amsterdam daaraan ook debet is. Dat
heeft overigens te maken met het feit dat er in een vorige kabinetsperiode vrij hardhandig
is opgetreden tegen snorders op bijvoorbeeld Schiphol. Ik ben het er ook mee eens dat
het van groot belang is dat er goed wordt gehandhaafd in Amsterdam, maar ik wil u er wel
bij zeggen dat zowel voor de staatssecretaris — vermoed ik zomaar, want ik kan dat een
beetje inschatten — als voor de gemeente Amsterdam geldt dat wij niet zomaar blikken
met handhavers kunnen opentrekken. Dat betekent dus dat we ook op een hele slimme
manier moeten samenwerken met verschillende diensten om het net rond deze snorders
zo snel mogelijk te kunnen sluiten. Dat is dus mijn inzet en daarover moeten de
gesprekken gaan. Maar dan gaat het niet alleen maar over de hoeveelheden mensen die
je kunt inzetten, maar ook over nieuwe, slimme manieren van opsporing waarmee we
mensen letterlijk tegen de lamp laten lopen. Dat dat nodig is, dat zijn we volgens mij
hartgrondig eens.
De VOORZITTER: Dan komen we daarmee aan het einde van deze mondelinge
vragen.
Mondelinge vragen van het lid Simons inzake de gebrekkige transzorg door het
faillissement van het MC Slotervaart en de lange wachtlijsten bij het VUmc
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons.
Mevrouw SIMONS: Gisteren berichtte AT5 dat de helft van de patiënten van het
Slotervaartziekenhuis is geïnformeerd over hoe en waar ze zorg kunnen krijgen bij een
ander ziekenhuis of bij een andere zorginstelling. In totaal zijn er dus 1125 afdelingen
overgeplaatst. Daar zijn we natuurlijk heel erg blij mee, met dat proces, maar er is 1 groep
die buiten de boot valt en dat zijn de transpatiënten. Voor hen heerst helaas nog steeds
heel veel onzekerheid en onduidelijkheid. Op de website van het Slotervaartziekenhuis
staat dat deze patiënten naar het Zaans Medisch Gentrum kunnen, maar wanneer wij
deze mensen spreken, dan Krijgen we hele andere informatie. Bovendien heeft de chirurg
die belast is met de zorg voor deze mensen in een brief aangegeven dat doordat het
Zilveren Kruis het budget voor transzorg bij het Zaans Medisch Centrum heeft
neergelegd, zij als chirurg gedwongen wordt daar haar werk te doen ondanks het feit dat
ze zelf problemen voorziet in het ZMC. Daarom hebben we een aantal vragen aan de
wethouder om meer duidelijkheid te krijgen.
Kan de wethouder bevestigen dat de transzorg inderdaad naar het Zaans
Medisch Gentrum wordt verplaatst? Zo ja, kan de wethouder dan zeggen op welke termijn
dit gebeurt en zo nee, kan de wethouder ons dan vertellen waar de patiënten wel heen
kunnen? Is de wethouder op de hoogte van het feit dat het Zilveren Kruis het budget voor
transzorg bij het ZMC heeft neergelegd en de chirurg daarmee dwingt daar haar
werkzaamheden voort te zetten? We willen het college er vervolgens ook aan herinneren
dat het de ambitie was om de transzorg te verspreiden in plaats van te centreren op een
plek, het VUmc. Mijn vraag is dan ook: waar gaat deze zorg nu naar toe en op welke
termijn? Waar hangt dat onderzoek dat dat zou moeten inventariseren, vanaf?
22
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor de
beantwoording van deze vragen.
Wethouder KUKENHEIM: Dit is een soort maidenspeech nadat ik er even
tussenuit ben geweest, vandaar dat ik nog wat achterloop wat betreft de microfoon.
Ik wil het lid Simons bedanken voor deze vraag, want dit is een heel belangrijk
onderwerp. We hebben natuurlijk vaak gesproken over het Slotervaart en we zijn er ook
nog steeds intensief mee bezig, maar we hebben ook altijd heel expliciet het belang van
de transzorg daarin genoemd net als bijvoorbeeld ook geriatrie. We weten dat Slotervaart
iets unieks had op dat gebied. Dus ik ben blij dat ik daarover in het bijzonder nog even
iets kan zeggen. U heeft een aantal vragen gesteld en ik zal proberen ze een beetje langs
te lopen. Het is inderdaad zo dat het Zaans Medisch Centrum de transzorg zal overnemen
of in ieder geval hebben de verzekeraars die zorg ingekocht bij het Zaans Medisch
Centrum. Het is uiteraard — en dat is nog niet voldoende gebeurd, dat heeft u ook goed
gezegd — van belang dat patiënten op korte termijn helderheid krijgen over hoe die
overdracht gebeurt. Dus niet alleen dat zij daarover goed worden geïnformeerd, maar ook
dat de overdracht zorgvuldig gebeurt, bijvoorbeeld de patiëntgegevens. Dus dat is iets wat
op dit moment van groot belang is. Het Zaans Medisch Centrum is daarmee ook belast en
verantwoordelijk voor het bieden van goede zorg en daarmee ook voor de specialisten die
ze daarvoor aantrekt. Die daar dus gaan werken. Het is wat mij betreft natuurlijk hartstikke
belangrijk dat de keuze met wie je dat doet en daarmee ook de continuïteit van zorg een
rol speelt en dat dus wordt meegenomen in de weging. De gemeente treedt verder niet in
de uiteindelijke keuze wie dat dan moet zijn. Dat is aan het Zaans Medisch Centrum. Ik
denk dat het belangrijk is dat dit ook in de context wordt geplaatst en daarover zei
mevrouw Simons ook wel wat. Dit is niet een bredere zorg die wij hebben over de
transzorg in Nederland. De gemeente heeft daarvoor eerder bij het ministerie aandacht
gevraagd. Op dit moment is er een kwartiermaker als resultaat van een afspraak tussen
het ministerie en de zorgverzekeraars aan de slag die binnen een wat breder
samenwerkingsverband zelfs tussen zorgverzekeraars, het ministerie, maar ook
academische ziekenhuizen en transvisie kijkt naar een aantal knelpunten zoals wij die hier
ook al hebben besproken in de gemeenteraad, bijvoorbeeld de wachtlijsten — die we ook
in de VU zien — maar denk ook aan de decentralisatie van hormoonbehandelingen en de
indicatie door bijvoorbeeld gespecialiseerde GGZ. Dat is ook iets wat daar op tafel ligt en
voor de lange termijn gewoon die toekomstbestendige transzorg. Dat blijft ook een
belangrijk punt voor de gemeente en we zullen daarvoor zeker aandacht blijven vragen.
Dat is een signaal en dat nemen we mee in de gesprekken die we voeren rondom de
overdracht van patiënten vanuit het Slotervaartziekenhuis.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een tweede termijn.
Mevrouw SIMONS: Dank voor de beantwoording tot zover. Een van de zaken die
ons ter ore is gekomen met betrekking tot het Zaans Medisch Centrum, is dat ook dat
ziekenhuis er financieel niet al te best voor staat; het heeft geen tot onvoldoende
operatiecapaciteit en er heerst bovendien een resistente bacterie in het ziekenhuis. Mijn
vraag aan de wethouder is of zij het met de fractie van BIJ1 en de desbetreffende chirurg
eens is dat die zorg dus beter anders kan worden geplaatst en wij als gemeente een
zorgplicht hebben voor patiënten. Juist omdat die kwartiermaker is aangesteld, is nu het
momentum om er bovenop te zitten in acht nemende de zaken die ik zojuist noemde.
Bent u bereid deze zorg op zijn minst te delen met minister Bruins?
23
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor de
beantwoording van de vragen.
Wethouder KUKENHEIM: De formele rolverdeling is natuurlijk op het moment dat
er zorgen zijn over de kwaliteit van een ziekenhuis dat de Inspectie van de
Gezondheidszorg daar in de eerste plaats een rol heeft. Gaat het erom iets te zeggen
over de capaciteit van deze regio in zijn algemeen, dan heeft collega Moorman overigens
al eerder benadrukt richting VWS en richting zorgverzekeraars dat wij ons zorgen maken
over de capaciteit in deze regio en dat we ook zien dat er meerdere ziekenhuizen
financieel kwetsbaar lijken. We hebben geen acuut signaal dat dat het geval is met het
Zaans Medisch Gentrum. Wij willen wel gesprekken voeren met de verzekeraar en NVVS
over het algemene aanbod in deze regio. Nogmaals, voor het transgenderaanbod is het
heel belangrijk dat dat pad van die kwartiermaker goed wordt gevolgd zodat er iets
gebeurt met die wachtlijsten en de mensen goed een plek kunnen krijgen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge voor een vervolgvraag.
De heer FLENTGE: Allereerst fijn u weer echt in debat te treffen, mevrouw
Kukenheim. Fijn dat u weer onder ons bent. Ik kijk nog steeds bevreemd naar het
agendapunt faillissement van het Slotervaartziekenhuis. Ik blijf het totale idiotie vinden dat
we dat op deze manier met elkaar bespreken. Goed dat mevrouw Simons aandacht
vraagt voor deze groep patiënten. Ik zou het toch nog willen verbreden, want ik hoor nog
steeds uit het Slotervaart, van de OR en ook van andere professionals in het ziekenhuis,
het voormalige ziekenhuis helaas, dat er nog steeds veel patiënten zijn die nog niet
ergens in een ander ziekenhuis een plekje hebben, onder een arts zijn gebracht en
wachten op behandelingen. In het geval van een kankerbehandeling heeft dat ernstige
gevolgen. Heeft de wethouder een beeld van hoeveel patiënten nog steeds niet op hun
plek zitten? Heeft de wethouder er een beeld van dat het Zilveren Kruis nog steeds bezig
is van achter een bureau allerlei zaken te regelen die op geen enkele manier
aanhakingspunten hebben met de concrete realiteit? En heeft de wethouder daar nog
mogelijkheden om daarop als gemeente op de een of andere manier te sturen?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor de
beantwoording van de vragen.
Wethouder KUKENHEIM: Ik denk dat de heer Flentge gelijk heeft als hij zegt dat
we hier over een kleine groep patiënten praten voor wie je overigens echt goed moet
opkomen, maar er is een veel bredere groep die nog geen vervolginformatie heeft gehad.
Dat vinden wij als gemeente een zorg. Het is een grote groep. Een grote groep dus wel,
maar zeker ook een grote groep nog niet. Het is belangrijk dat dat op korte termijn gebeurt
en de gemeente blijft ook op alle tafels waar ze komt, dat belang benadrukken. Dus ik
deel heel erg de zorg van de heer Flentge.
U weet heel goed dat de formele verantwoordelijkheid heel erg bij de
ziekenhuizen ligt en bij de zorgverzekeraars en bij de curator. Dat neemt niet weg dat wij
echt drukken en het ook op een procesmatige manier ondersteunen daar waar het lukt om
er toch meer aandacht voor te hebben. Een van de dingen om dan toch een klein beetje
uit te waaieren en waarvoor wij altijd aandacht hebben gevraagd, is de positie van de
huisartsen. Je ziet dat heel veel patiënten die niet weten waar ze heen kunnen, zich weer
melden bij diezelfde huisartsen in Amsterdam. Ik vind het wat dat betreft fijn even de
gelegenheid te hebben, want die spelen echt een hele belangrijke maar ook een hele
24
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
goede rol in dit proces. Daar ligt ontzettend veel werk en ik wil echt nogmaals vanaf hier
een groot compliment maken naar de huisartsen van Amsterdam die in deze situatie heel
veel werk aan het verzetten zijn. Op korte termijn zullen wij ons in ieder geval inspannen
om ervoor te zorgen dat meer, dat alle patiënten worden geïnformeerd en dat ook die
huisartsen in die lijn zitten zodat er sprake is van een zorgvuldige overdracht. En ook dit
debat maakt gewoon weer duidelijk hoe belangrijk dat is.
Voorzitter: de heer Torn
Mondelinge vragen van het lid Temmink inzake de nachtsluiting van kazerne
Victor en het nog niet ontvangen advies van het Instituut Fysieke Veiligheid hierover
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Temmink.
Mevrouw TEMMINK: Het rapport is inderdaad inmiddels ontvangen, maar het was
wat laat en wat kort voor deze vergadering, dus ik zou toch graag van deze gelegenheid
gebruikmaken om hierover wat vragen te stellen. Het rapport van het Instituut Fysieke
Veiligheid laat nogal wat vragen open als het gaat om de nachtsluiting van kazerne Victor.
Zo stellen ze dat er extra maatregelen nodig zijn om dekking door andere kazernes
mogelijk te maken. Het langetermijneffect of überhaupt het effect van de
brandveiliglevenactiviteiten, dus de preventieactiviteiten, zijn onvoldoende helder en het is
lastig in te schatten wat de berekeningen betekenen voor de maatschappelijke impact en
of de brandweer dus wel op tijd kan zijn. Dat zijn harde conclusies. De reactie van de
Veiligheidsregio is voor mijn fractie nog onvoldoende om onze zorgen helemaal weg te
kunnen nemen. Vandaar dat we deze vragen stellen. Vooral als het gaat om de slagkracht
en de restdekking van de brandweer, zo zegt de Veiligheidsregio, zullen afspraken
inzichtelijk worden gemaakt en ze zullen nader worden uitgewerkt. Maar als de kazerne
over twaalf dagen al wordt gesloten, is dat misschien wat laat. Het zou immers beter zijn
als die afspraken al duidelijk en inzichtelijk zijn voordat we overgaan tot een maatregel die
eventueel de veiligheid raakt in Amsterdam. De SP wil weten of dit voor de burgemeester
wel voldoende is om te kunnen garanderen dat de veiligheid van de inwoners niet
vermindert als de kazerne wordt gesloten.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema voor de
beantwoording van deze vragen.
Burgemeester HALSEMA: Als eerste een excuus aan mevrouw Temmink, want u
heeft gelijk, het was een beetje op het nippertje. Zoals u weet, was de raad eigenlijk al
min of meer akkoord met de nachtsluiting van kazerne Victor en toen heb ik zelf nog het
initiatief genomen ook op basis van uw advies om een extra onafhankelijke opinie te
vragen aan het Instituut voor Fysieke Veiligheid en ik wil hen daarvoor dan ook bedanken.
Zij hebben op een aantal terreinen nog een paar adviezen gegeven. Ze hebben daarbij
echter vanaf het begin — ik heb een gesprek met hen gevoerd — aangegeven geen
bestuurlijke uitspraak te willen doen over de wenselijkheid kazerne Victor 's nachts al dan
niet te sluiten. Ze zeggen, en daarin hebben ze gelijk, de risico's ten aanzien van de
opkomsttijden en de dekking, dat is een oordeel dat de brandweer in eerste instantie zelf
moet vellen en wij in tweede instantie. Kortheidshalve, de second opinion IFV geeft mij
geen reden om te heroverwegen. Ze vragen op een aantal punten nadere onderbouwing.
25
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Die hebben ze aan de brandweer gevraagd, zoals het blijven inzetten van preventieve
maatregelen, het vergroten van het bewustzijn brandveiligheid en de resultaten hiervan
nauwkeurig te monitoren. Dat laatste had ik overigens al eerder toegezegd. De brandweer
heeft hierop, en dat is opgenomen in de bestuurlijke reactie, redelijk uitgebreid antwoord
gegeven. Voor mij is dat afdoende om te kunnen blijven bij het besluit, omdat eigenlijk alle
adviezen die door het IFV worden gegeven, door de brandweer ter harte zijn genomen.
Daarmee kan ik zeggen dat wat mij betreft en het college de nachtsluiting per 2 januari
kan ingaan.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Temmink.
Mevrouw TEMMINK: Het IFV zegt bijvoorbeeld dat het effect van een
woningbrand 's nachts groter kan zijn dan het effect overdag en dat dat onvoldoende is
meegenomen. Ze zegt ook dat er juist meer rookontwikkeling is in deze buurt. Dat is
onvoldoende onderbouwd. Het is onduidelijk waarom de risico’s per 1 januari kleiner zijn
en de kans dat een tankautospuit, zo’n grote ladderwagen, niet op tijd kan zijn, is groter
door deze maatregelen. Ik vind dat best heftig en voor mij is dat voldoende om toch te
vragen of we het niet kunnen uitstellen totdat we deze maatregelen goed in kaart hebben
weten te brengen voordat we overgaan tot de nachtsluiting van deze kazerne.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema.
Burgemeester HALSEMA: Zo alarmerend als u het voorstelt, heb ik het zeker niet
gelezen. Volgens mij is daarvan geen sprake. Het is wel even goed om nog te herhalen
zoals we dat ook in de bestuurlijke reactie hebben weergegeven, dat ook voor het
strengste risiconiveau een bandbreedte in de opkomsttijd geldt van vier tot tien minuten
voor bijvoorbeeld de eerste tankautospuit. Als op het hele gebied van Victor het strengste
risiconiveau wordt gelegd, dan is de brandweer er bij 99% van de objecten binnen de
bandbreedte van de opkomsttijd. Ik beschouw dat advies van de brandweer als afdoende.
De VOORZITTER: Dan zijn we daarmee aan het einde gekomen van deze
mondelinge vragen.
Voorzitter: burgemeester Halsema
BA
Installatie van duoraadsleden
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma voor het advies van de
ad-hoccommissie tot onderzoek van de bescheiden.
Mevrouw ROOSMA: De kandidaat-leden plaatsvervangende leden van de
commissie ex artikel 82 van de Gemeentewet, de heer Wouter Welker en de heer Tim
Geert Zijlstra, geen raadslid zijnde, hebben de bescheiden als bedoeld in artikel 8 eerste
lid van het Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam ingezonden. De ad-
hoccommissie tot onderzoek van deze bescheiden heeft de eer de raad mede te delen
dat zij de bescheiden heeft onderzocht en dat zij deze in orde heeft bevonden, terwijl haar
niet is gebleken van het bestaan van uitsluitingsgronden of van onverenigbaarheid.
26
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
De ad-hoccommissie adviseert de raad op grond van het vorenstaande tot
toelating als leden dan wel plaatsvervangende leden in de raadscommissies.
De VOORZITTER: Ik stel u voor overeenkomstig het advies van de ad-
hoecommissie te besluiten en in te stemmen met de toelating als duoraadslid van de
gemeenteraad van de personen, genoemd in het advies.
Ik vraag de raadsgriffier, mevrouw Pe, de kandidaat-duoraadsleden de raadzaal
binnen te geleiden voor het afleggen van de eed of belofte.
Welkom. Ik verklaar dat ik, om tot lid van een raadscommissie te worden
benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel dan ook,
enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in deze hoedanigheid te doen of te laten,
rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal
aannemen.
Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen
en dat ik mijn plichten als lid van de raadscommissie naar eer en geweten zal vervullen.
Ga uw gang.
De heer WELKER: Dat verklaar en beloof ik.
De heer ZIJLSTRA: Dat verklaar en beloof ik.
De VOORZITTER: Dan feliciteer ik u met uw installatie als duoraadslid en dan stel
ik voor dat we u in de pauze feliciteren.
5B
Ontslagverlening aan de griffier van de gemeenteraad van Amsterdam
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1375)
De VOORZITTER: Aan de orde is de voordracht van de gemeenteraad van 18
december 2018 tot verlenen van eervol ontslag aan Marijke Pe als griffier van de
gemeenteraad per 1 augustus 2019.
Wij zullen op een later moment nog afscheid nemen van mevrouw Pe als griffier
van de gemeenteraad van Amsterdam. Voor nu geef ik het woord aan de voorzitter van
het presidium, de heer Torn.
De heer TORN: Lieve, lieve Marijke. Ik wil jou vandaag natuurlijk wel even
toespreken namens het presidium, maar ook namens de hele raad, denk ik. Ik sta hier
natuurlijk vaak als raadslid, maar vandaag sta ik hier toch wel met een zwaar gemoed.
Want wat vind ik het ongelooflijk jammer dat jij je vertrek als griffier bekend hebt gemaakt.
Je bent nog niet weg; het is pas vanaf 1 augustus, maar de wet schrijft nu eenmaal voor
dat wij dat formeel als gemeenteraad moeten bekrachtigen. En toen wij het vandaag
voorbespraken — en dan kijk ik ook maar even naar de leden van de raad — toen zei
Marijke: “Nou ja, weet je, een formaliteit, een hamerstuk. In Den Haag was het volgens mij
een hamerstuk. Geen poeha.” Maar, Marijke, het is toch wel iets meer dan een
hamerstuk. Het is toch iets waarbij ik vandaag stil wil staan. Het markeert toch het
moment waarop jij te kennen hebt gegeven dat je na vijftien jaar griffier te zijn geweest,
ons gaat verlaten. Vijftien jaar, ik wilde eigenlijk zeggen, langer dan iedereen hier
aanwezig, maar dan was ik toch even de heer Van der Burg vergeten. Jij bent echt het
27
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
geheugen van de raad en je bent ook een buitengewoon goede griffier. Dat ben je nog
steeds en dat ben je ook geweest al die jaren. Je bent niet alleen een vakkundig jurist,
maar je bent ook een zeer, zeer vaardig procesmanager die er al die jarenlang voor heeft
gezorgd dat alle processen rondom de raad op rolletjes hebben gelopen. Ik moest ook wel
denken aan de eerste keer dat ik jou ontmoette, dat moet ongeveer in 2010 of 2011 zijn
geweest. Ik zat nog in de deelraad bij stadsdeel Oost en we hadden daar een
raadsonderzoek. We dachten: hoe moeten we dat in vredesnaam aanpakken? Ik was
voorzitter van de commissie en de heer Vroeger zat daar overigens ook in en we hadden
eigenlijk geen idee. We dachten: misschien moeten we die Enquêtecommissie van de
Noord/Zuidlijn eens uitnodigen. Dat was de voorzitter Maurice Limmen en die zei: “Ik
neem wel de ambtelijk secretaris van de commissie mee” en dat was de griffier, Marijke
Pe. Dus tijdens die vergadering hebben wij elkaar voor het eerst ontmoet en toen heb je
ons als commissie met al jouw ervaring buitengewoon goede tips geven, ervaring die je
had als griffier ook vanuit de Tweede Kamer, maar ook hier met de raad en vanuit
enquêtes. Hij was in ieder geval wel duidelijk dat dit een vakvrouw was die het klappen
van de zweep wel kende. Nou, Marijke, dat was de eerste ervaring die ik had en die
ervaring is alleen maar gebleven. De afgelopen tijd sinds ik voorzitter van het presidium
ben geworden, hebben we natuurlijk veel intensiever met elkaar samengewerkt. Die
vakvrouw ben je gewoon en ik kon blindelings vertrouwen op de adviezen die jij mij gaf.
Dat is altijd buitengewoon waardevol geweest. Uit de reacties op de aankondiging van
jouw vertrek blijkt ook wel dat mensen jou niet alleen waarderen omdat je een vakvrouw
bent, maar ook om wie je bent. Heel veel mensen zijn ontzettend op jou gesteld. Dat geldt
voor velen en voor mij zeker. We vinden het dan ook ongelooflijk jammer dat je ons gaat
verlaten. Marijke, zoals ik al zei, het afscheid volgt pas in de zomer en dan volgen ook de
uitgebreidere afscheidsspeeches en dankwoorden, maar voor nu wil ik een diepe, diepe
buiging voor je maken en namens de gemeenteraad heel, heel veel dank uitspreken voor
alles wat je voor ons hebt gedaan. Dank je wel.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een voorstel van
orde.
Mevrouw VAN SOEST: Wij hebben gemerkt dat u de ambtsketen niet om heeft en
dat kan niet als u in de raad zit. Wij vragen u dat nog even te herstellen.
De VOORZITTER: Dat zou ik ook vanzelfsprekend vinden, ware het niet dat die
even stuk was. Hij wordt gerepareerd want ik had hem eerder vanmiddag wel om. Ik
begrijp dat u eraan hecht.
Wij moeten de vergadering hervatten. Wij danken natuurlijk de heer Torn voor zijn
prachtige woorden en ik denk dat ik dat ook even mede namens Marijke doe die in de
idiote positie verkeert dat ze nu niet zelf kan reageren. Er komt nog een ander moment
waarop we Marijke dank kunnen zeggen. We hebben nog alle tijd want gelukkig is Marijke
hier nog een half jaar aan het werk.
6
Benoemen van een lid van de Rekeningencommissie
De VOORZITTER: Ik nodig mevrouw De Jong, mevrouw Naoum Néhmé en de
heer Yilmaz uit om het bureau van stemopneming te vormen en dan gaan we even
schorsen. Ik schors daartoe even de vergadering.
28
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Voordat u nog een punt van orde maakt over de ambtsketen, meld ik u dat men
op dit moment drukdoende is met paperclips en andere huishoudelijke middelen om
ervoor te zorgen dat ik weer volgens de wet versierd ben.
Wij hebben een uitslag met dank aan mevrouw De Jong, mevrouw Naoum Néhmé
en de heer Yilmaz.
Benoemd tot lid van de Rekeningencommissie:
de heer H.À. Berkhout met 41 stemmen voor en 1 stem tegen.
6A
Benoemen van leden in raadscommissies
Benoemd tot lid van de Raadscommissie Bouwen en Wonen:
mevrouw |. Rooderkerk met 42 stemmen voor.
Benoemd tot lid van de Raadscommissie Financiën en Economische Zaken:
de heer A.R. Hammelburg met 42 stemmen voor.
Benoemd tot lid van de Raadscommissie Mobiliteit, Luchtklimaat en
Duurzaamheid:
de heer T.G. Zijlstra met 42 stemmen voor.
Benoemd tot lid van de Raadscommissie Ruimtelijke Ordening:
de heer J.S.A. Vroege met 40 stemmen voor en 2 stemmen tegen;
de heer W. Welker met 40 stemmen voor en 2 stemmen blanco.
Benoemd tot lid van de Raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs:
de heer W. Welker met 42 stemmen voor.
7
Benoemen van de functionaris Gegevensbescherming (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1354)
Benoemd tot functionaris Gegevensbescherming:
mevrouw mr. J.E.M. Kruijt met 42 stemmen voor.
8
Vaststellen van het beleidskader Taaloffensief 2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1279)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Fockert voor haar
maidenspeech.
29
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Mevrouw DE FOCKERT: Ik mag vandaag mijn eerste speech in dit huis houden
over het nieuwe beleidskader Taal en daar ben ik best blij om. En niet alleen omdat ik er
drie extra weken op heb moeten wachten. De fractie van GroenLinks ondersteunt het
beleidskader Taal — het Taaloffensief — van dit college van harte, maar de rol van taal in
hoe we sámenleven en samenwerken is veel groter dan in één enkel beleidskader is te
vatten. De mate waarin je onze gedeelde taal begrijpt en eigen bent heeft op veel
manieren impact op je leven.
Afgelopen weekend las ik in De Volkskrant een uitgebreide reportage over
bejaarde gastarbeiders. Daarin werd op indringende, soms ook schrijnende wijze een
kijkje gegeven in het leven van de eerste generatie Marokkaanse en Turkse migranten.
Ze zijn oud geworden in een land waar ze nooit gedacht hadden te blijven. Nooit verwacht
werden te blijven. De Nederlandse taal blijft voor hen een struikelblok. Onze ouderenzorg
is niet ingericht op deze specifieke groep. Ze zou dat wel moeten zijn. Niet iedereen in dit
land spreekt evengoed Nederlands. Je toegang tot zorg zou niet mogen afhangen van
hoe goed je de taal beheerst. Het artikel maakt invoelbaar hoe het is om te leven tussen
twee werelden en de factor die taal daarin speelt. Het maakt invoelbaar hoe het is als je
niet altijd uit kunt drukken wat je voelt of wat je nodig hebt.
Ik herken dat in mijn eigen leven. Mijn vriendin is dochter van twee Chinese
migranten. Het Kantonees spreekt ze matig, haar moeder verstaat het Nederlands slecht.
Een taal waarin ze allebei echt thuis zijn, is er niet. Dan worden persoonlijke gesprekken —
waarin je bijvoorbeeld wilt zeggen dat je verliefd bent op een vrouw — best ingewikkeld. In
woorden kunnen delen wat je voelt, bedoelt en wat je nodig hebt, heeft een impact op hoe
je leeft. Veel mensen in onze samenleving hebben daarmee te maken. Niet alleen de
150.000 Amsterdammers die laaggeletterd zijn en zeker ook niet alleen de mensen met
een migrantenachtergrond. Ook veel Nederlandstaligen hebben minder toegang tot onze
gedeelde taal — ruim de helft van de laaggeletterden heeft het Nederlands als moedertaal.
We zouden best wat vaker met zijn allen kunnen stilstaan bij wat voor impact dat heeft op
hun dagelijkse leven. Niet alleen wanneer we het hebben over taalbeleid, maar ook als we
het hebben over zorg. Over duurzaamheid. Over financiën. Over mobiliteit.
Taal draait niet alleen om het goed kunnen schrijven van woorden en zinnen. Taal
is vooral hét instrument om elkaar te begrijpen, om te delen wat we bedoelen en wat we
willen bereiken. In een stad waar meer dan 180 nationaliteiten met elkaar samenleven,
vergt dat een inspanning van ons allemaal. We moeten ons allemaal blijven inspannen
om elkaar te begrijpen. Tegenwoordig lijkt het echter steeds meer alsof die inspanning
vooral gevraagd wordt van mensen wier vaardigheden in het Nederlands beperkt zijn.
De Nederlandse taal wordt steeds vaker gebruikt als een slot op de toegangspoort
tot onze samenleving. Pas met het juiste diploma gaat die open. Het recht op bijstand is
gekoppeld aan taal; het recht op verblijf is gekoppeld aan taal. En dat zijn slechts de
voorbeelden die we in de wet hebben verankerd. Taalvaardigheid wordt een doel op zich,
niet een middel om goed met elkaar te kunnen communiceren. Ik vind dat een gevaarlijke
ontwikkeling. We moeten oppassen dat we de samenleving niet op slot zetten voor
mensen met een lage taalvaardigheid in het Nederlands. Want laten we wel wezen,
wanneer je laaggeletterd bent, heb je het al moeilijk genoeg. Een greep uit de statistieken:
Je leeft korter; je verdient minder; je zit vaker in de bijstand; je bent vaker en langer ziek;
je leeft vaker in armoede; je leeft vaker in een sociaal isolement. In Amsterdam zijn, ik zei
het al eerder, 150.000 mensen laaggeletterd. 18% van onze inwoners is onvoldoende
taalvaardig om volwaardig te kunnen meedoen. In sommige stadsdelen is dat percentage
nog hoger: in Noord gaat het om 29% van de inwoners, in Zuidoost om 32%. Voor al die
Amsterdammers moet je geen sloten ophangen. Daarmee maak je de kloof enkel groter.
Je moet bruggen bouwen. Laat dat nu het uitgangspunt zijn van het beleidskader waar we
30
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
zo over gaan stemmen. GroenLinks is enorm blij met het Taaloffensief van deze
wethouder en met de structurele investeringen die hierin worden aangekondigd.
Structurele investeringen die gericht zijn op het toegankelijker maken van onze gedeelde
taal, maar vooral ook van onze gedeelde samenleving. Taal als middel, niet als einddoel.
Om het beleid verder aan te scherpen dient GroenLinks ook een motie in, een
motie om de vrijwilligers- en welzijnsorganisaties in het informele taalcircuit te versterken.
Want de taal begrijpen leer je misschien in het klaslokaal, elkaar begrijpen leer je nog
altijd het beste in de dagelijkse praktijk door samen te oefenen en samen te doen. In deze
stad zijn honderden vrijwilligers actief die anderen helpen met de taal. Ze zijn taalmaatje,
leiden taalcafés, helpen met huiswerk. Ze helpen mensen niet alleen met de regels van
de grammatica, maar ze gaan echte gesprekken aan. Deze taalvrijwilligers — buren,
stadsgenoten, mede-Amsterdammers — vormen een onmisbare schakel in het
toegankelijker maken van onze taal. Het zijn de taalverbinders van de stad. Steun ze.
Verstevig ze. Koester ze.
De VOORZITTER: Ik feliciteer u met uw maidenspeech. Ik stel voor dat we u in de
pauze feliciteren.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
54° Motie van het lid De Fockert inzake het versterken van het non-formele
Taalcircuit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1385)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken wat aanbieders in het non-formele taalcircuit nodig hebben
om hun spilfunctie in het signaleren en bereiken van laaggeletterdheid goed
uit te kunnen voeren;
- te onderzoeken welke ondersteuning welzijns- en vrijwilligersorganisaties
nodig hebben om de continuïteit en de kwaliteit van hun taalactiviteiten te
bestendigen en zo hun rol in het bestrijden van laaggeletterdheid goed uit
kunnen blijven voeren;
- hiertoe een plan te ontwikkelen als onderdeel van het beleidskader
Taaloffensief 2019-2022.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw La Rose.
Mevrouw LA ROSE: Allereerst wil ik mevrouw De Fockert feliciteren met haar
prachtige maidenspeech. Proficiat. Laaggeletterdheid is een veelkoppig monster, een
erkend groot maatschappelijk probleem dat kan leiden tot een leven in isolement. Begin
september heb ik namens de Partij van de Arbeidfractie hierover schriftelijke vragen aan
de wethouder gesteld en die zijn uitgebreid beantwoord. Ik dank het college dan ook voor
het nu gepresenteerde beleidskader Taaloffensief 2019-2022. Het is positief dat het
college met dit Taaloffensief de ambitie heeft en aan de slag gaat om de zelfredzaamheid
en de kansengelijkheid van de Amsterdammers te bevorderen en de digitale kloof te
verkleinen. Hiermee is het een goede volgende stap in ons streven om meer te investeren
in volwasseneneducatie en in de aanpak van laaggeletterdheid. Het is ook een goede
stap in ons streven naar een inclusieve samenleving voor alle Amsterdammers. Wat we
echter moeten voorkomen, is dat dit Taaloffensief een highbrow-offensief wordt en blijft.
31
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Zoals door collega De Fockert is aangegeven, zijn er circa 150.000 Amsterdammers
laaggeletterd en in sommige stadsdelen, Noord 28% en Zuidoost, waar ik woon, 32% en
dat is heel veel. Om deze Amsterdammers te kunnen bereiken en dit veelkoppige monster
grondig aan te pakken, is alle hens aan dek nodig. De rol van de bestuurders in de
stadsdelen en de medewerkers en vrijwilligers van de welzijnsorganisaties in de buurten
is hierbij cruciaal. De stadsdelen zijn aan zet. Dat is de plek waar men het best oog heeft
op wat de bewoners nodig hebben. Het informele aanbod, buurthuizen, sociale
bijeenkomsten in kerken, moskeeën et cetera speelt hierbij een belangrijke, additionele
rol. Het is vaak ook de eerste plek waar men gemakkelijk naartoe gaat. Het heeft een
belangrijke rol vanwege die laagdrempeligheid van deze instituties. Ik weet dat er in
stadsdelen al acties worden ondernomen en het is ook belangrijk dat het college deze
initiatieven in die stadsdelen serieus neemt en versterkt. Natuurlijk is het ene stadsdeel
het andere niet en het gaat en draait dus om ondersteuning op maat. In Zuidoost heb je
bijvoorbeeld veel ouderen die gebruikmaken van de lokale radio. Het zou mooi zijn als de
stadsdelen daar bijvoorbeeld tijd zouden kunnen inkopen, om maar iets te noemen.
Tot slot wil ik collega De Fockert en de fractie van GroenLinks ondersteunen in de
motie die zij hebben ingediend, omdat we daarmee, denk ik, een goede stap voorwaarts
kunnen maken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Dank aan mevrouw De Fockert voor haar schitterende
maidenspeech. Ik vond het interessant dat u zei dat taal geen doel op zich is, maar een
middel. Ik moest denken aan de middeleeuwse monnik Geropius die dat niet met u eens
was. Die is beroemd vanwege zijn geschrift waarin hij betoogt dat het Nederlands toch het
dichtst bij de taal is die men sprak in het paradijs en bovendien de taal is die het meest
geschikt is van alle talen voor wetenschap, literatuur en voor de liefde. Maar je hoeft het
niet eens te zijn met Geropius om te zien dat dit beleidskader een goede basis biedt.
Zeker 150.000 mensen in deze stad spreken onze schitterende taal onvoldoende.
Dat is een enorme uitdaging voor onze stad. Het vormt natuurlijk wel de basis voor het feit
dat wij met elkaar kunnen communiceren, de basis voor integratie en de mogelijkheid om
hier te werken en om mee te doen in deze schitterende stad. Wat mij betreft moeten we
hier echt de komende jaren een slag gaan slaan. De afgelopen jaren hebben we dat als
gemeente enigszins laten versloffen. Er was minder geld, maar er waren ook minder
trajecten en de trajecten werden gehalveerd in duur. Ik vind het heel goed dat daarvoor nu
in de begroting structureel geld is gekomen en daarom hebben wij bij de bespreking van
het coalitieakkoord een amendement ingediend om te kijken of we dat aanbod van
taalcursussen kunnen verbeteren en mogelijk kunnen verhogen. Daarom is mijn fractie
ook zeer verheugd dat de wethouder deze ambities niet alleen deelt, maar ook heeft
verwerkt in dit beleidskader. En natuurlijk is het zinnig om te kijken naar een combinatie
van een formeel taalaanbod en naar informele trajecten, dus taaltrajecten, de rol van de
stadsdelen en de inzet van vrijwilligers. En we kunnen ook kijken of bedrijven daarin een
rol kunnen spelen. Taal leer je het best door die te gebruiken en dat geldt ook wel voor
digitale vaardigheden. Dus de motie van collega De Fockert zullen wij zeker steunen.
Verder gaat het nu vooral om een aantal voornemens dat wij bespreken. In de
begroting van dit jaar stond anders dan in voorgaande jaren nog geen vermelding van het
aantal cursussen dat we in 2019 plannen te organiseren of het totaal aantal trajecten, dus
ik hoop dat dat bij de voorjaarsnota wel zo is. Ik denk nog steeds dat het zinnig zou zijn
om naast het formele aanbod van intensieve cursussen met veel contacturen te kijken
naar mogelijkheden om een soort extensief taalaanbod te organiseren waarbij mensen
32
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
wel een paar uur per week les krijgen en je ze daarnaast vraagt veel te doen aan
zelfstudie. Ik denk dat je daarmee veel meer mensen kunt bereiken en dat je daarmee de
mogelijkheid om effectief taalbeleid te voeren, zou verbeteren. Ik heb er nu geen motie
voor; ik draag het aan als suggestie. We gaan daarover hopelijk binnenkort verder praten.
Ik denk ook dat het belangrijk is op te merken dat wij het goed vinden dat de
gemeente binnenkort meer regie gaat nemen over het aanbod in het kader van de
inburgering en dat we ook weer die taalcursussen kunnen aanbieden. Wij vonden het een
goed uitgangspunt dat mensen meer verantwoordelijk zijn voor hun eigen inburgering,
alleen was de balans wel enigszins doorgeslagen. Zeker als je ziet wat er de afgelopen
dagen naar voren is gekomen over die frauderende taalinstellingen, lijkt het mij goed dat
de gemeente daar de regie neemt. Ik heb er ook wel vertrouwen in dat de wethouder
daarmee aan de slag gaat en dat ze erbovenop zit. We hebben bij de begroting ook een
motie ingediend ten aanzien van de taaleisen over hoe wij die op een humane manier
kunnen doorvoeren. Wij zien uit naar de uitvoering daarvan en ook naar de verdere
uitwerking daarvan in het kader van deze plannen
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi.
Mevrouw EL KSAIHI: Allereerst ook mijn felicitaties aan mevrouw De Fockert met
haar maidenspeech. Wat een belangrijk onderwerp voor een maidenspeech. Maar ik vind
het ook een pijnlijk onderwerp. Als we met zijn allen nog steeds beseffen dat tot op de dag
van vandaag nog 150.000 Amsterdammers laaggeletterd zijn en waarschijnlijk onze
communicatie rondom dit onderwerp vandaag niet eens kunnen volgen, is dat wat mij
betreft pijnlijk. Het beleidskader draagt bij aan de realisatie van de kernboodschap in het
sociaal domein. Alle Amsterdammers kunnen volwaardig meedoen in onze stad. Maar wat
betekent dit nu concreet voor ons Amsterdammers? In de commissie heb ik een bijdrage
geleverd om het essentiële belang van een goed taalniveau aan de hand van een
voorbeeld te illustreren. Ondanks dat ik twijfelde omdat het ook echt persoonlijk is, wil ik
dat voorbeeld hier toch vertellen. Het gaat echt ergens over. Mijn moeder is als analfabeet
naar Nederland gekomen in het kader van gezinshereniging. Ze ging naar allerlei
buurthuizen voor de leukste cursussen, en ik zeg altijd: ze kwam met de lekkerste
recepten thuis, maar een woordje Nederlands zat er niet bij. Op een gegeven moment
besloot ze dat ze wilde gaan werken en ze kwam terecht in een verzorgingstehuis. Ze
begon in de schoonmaak; op een gegeven moment ging ze naar de linnenkamer en nog
weer later naar de keuken en uiteindelijk kwam ze in de verzorging. In de verzorging, daar
had zij haar passie gevonden. In de verzorging heeft ze tien jaar gewerkt, maar op een
gegeven moment werd de landelijke wetgeving veranderd. Dat betekende dat zij een mbo
l-diploma moest halen. Dat heeft ze met heel veel moeite behaald. Twee jaar later werd
bekend dat zij een mbo-ll moest halen. Dat heeft ze niet gehaald. Dat betekende dat mijn
moeder na twaalf jaar in de verzorging terug moest naar de schoonmaak. Als je het hebt
over haar eigenwaarde, over haar zelfrespect, maar ook over wat dat doet met iemand als
persoon en welke invloed dat heeft op het gezin, dan is dat een concreet voorbeeld dat
het heel tastbaar maakt wat het betekent om laaggeletterd te zijn in deze stad en dit land.
Wat mij betreft zou dit soort beleidskaders die ik trouwens van harte ondersteun, ook
hierom moeten gaan. Mijn roep om meer maatwerk, maar ook om laagdrempelige
voorzieningen en investeringen op lokaal niveau komt vandaag mede van mijn kant, maar
ik doe de oproep ook namens al die Amsterdammers die hier vandaag niet zijn, maar er in
de praktijk wel tegenaan lopen. Ze zouden het waarschijnlijk anders verwoorden.
Ondanks dat ik erop probeer te letten, merk ik ook aan mezelf dat het erg lastig is om
laagdrempelig te communiceren. Het college heeft met het beleidskader ambitieus
33
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
voortgeborduurd op het oude plan met een aantal speerpunten die zijn aangevuld,
verbeterd en toegespitst op de huidige tijd. Dit is essentieel. De grootste uitdaging zit wat
mij betreft in het niet groter laten worden van de kloof in deze moderne tijd. De
samenwerking op lokaal niveau is belangrijk en de motie van GroenLinks benadrukt dus
ook het belang van het informele netwerk. Die steunen wij dan ook van harte. In mijn
motie die bij de begroting is aangenomen, zit mijn oproep om juist de
ervaringsdeskundigen in te zetten die als geen ander weten waar ze tegenaan lopen,
maar ook weten waaraan ze behoefte hebben. Ik neem mijn taak serieus en ik zal blijven
controleren of de gewenste ambities zich ook vertalen in de uitvoering en of de doelgroep
wordt bereikt. Laat ik afronden met deze boodschap met mijn moeder voorop, maar ook
die vele Amsterdammers binnen deze groep: ze zijn niet zielig. Ze leggen hun ziel en
zaligheid in al het werk dat ze doen binnen- en buitenshuis, maar hun talenten komen niet
tot hun recht. Dat is een gemis voor hen, maar ook zeker voor ons als samenleving.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Dank voor het mooie plan dat voorligt. Het plan komt
natuurlijk pas in de praktijk op het moment dat het de stad ingaat en al die partijen,
organisaties, vrijwilligers, professionals het ook in hun tenen voelen dat we hiermee aan
de slag moeten. Pas dan gaat het leven. Nu is het nog een plan op papier — een goed
plan op papier overigens, daarover geen misverstand. Maar het plan moet nog gaan leven
in de stad. En het plan leeft al in de stad. Dat weet ik. Er zijn heel veel organisaties en
heel veel vrijwilligers bezig om het leren van een taal voortdurend te benadrukken en die
zeker mensen met een migrantenachtergrond weten te vinden. Migranten zijn vaak wat
beter vindbaar, omdat er welzijnsorganisaties zijn en omdat er scholingen worden
aangedragen. Een andere groep die we vaak minder in het oog hebben en die bij
beleidsmakers wat minder op het netvlies staat, is de groep die in het jargon de NT1-
groep wordt genoemd. Dat zijn gewoon Amsterdammers die van oudsher net niet
voldoende kansen hebben gekregen of in staat zijn geweest om de taal goed te leren of te
leren lezen. Vaak wordt er gezegd laaggeletterdheid, maar het gaat ook dikwijls om
minder geletterde mensen. Net niet genoeg taalvaardig om die protocollen te lezen of die
veiligheidsvoorschriften op het werk. Of net niet genoeg om dat carrièrestapje te kunnen
maken omdat je net niet in staat bent zaken te lezen. Ik ken zo iemand. Simon. Simon
was een 65-jarige Amsterdammer die nooit de kans had gehad taal goed te leren. En toen
hij dat leerde — hij is ook vaak op AT5 geweest in allerlei spotjes van Leef en Leer — toen
zag je ook dat hij in de bibliotheek trots rondliep omdat hij opeens de hele bibliotheek tot
zijn domein had gemaakt. Dus in plaats van een blinde muur van kennis waar hij niet aan
kon komen, was hij opeens degene die dat kon lezen. Mijn vraag aan de wethouder is hoe
de wethouder juist die Amsterdammers, mensen die nooit de kans hebben gehad, gaat
bereiken. De definitie van laaggeletterdheid gaat volgens mij verder dan taal. Volgens de
officiële definitie gaat het hierbij ook om digitale laaggeletterdheid, kunnen omgaan met
een overheid die eigenlijk alles nog maar via computers laat plaatsvinden. Als je de taal
slecht spreekt en ook moeite hebt om om te gaan met al die computerdingen en al die
ongemakken met die rare machines, dan loop je dus vast en dan ben je te laat met je
bezwaar indienen of met de vergunning aanvragen. Mevrouw Van Soest gaat daarover
ongetwijfeld straks ook iets zeggen, en terecht. Ik hoop dat de wethouder ook deze groep
de mogelijkheden biedt om laagdrempelige digitale vaardigheid te kunnen verwerven op
allerlei plekken in de stad waar dat ook maar mogelijk is. Ik wens de wethouder heel veel
succes.
34
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Ik sta morgen weer voor de klas bij deze groep, de internationale schakelklas, om
hen de taal te leren. Ik denk dat het heel goed is dat we in Nederland een stap terug doen
en dat de aanpak van laaggeletterdheid terugkomt in gemeentelijke handen in plaats van
die bizarre marktwerking. Dat is de toekomst waar we heen moeten. Dus laten we de kans
hier volop grijpen en niet meer wegkijken zoals we dat in het verleden hebben gedaan.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: U ziet het, wij gaan helemaal met de tijd mee, ik doe het
vanaf de iPad. Alle gekheid op een stokje, wij hebben in de vorige raadsperiode een motie
ingediend over dat analfabetisme. De motie is toen afgedaan met de woorden dat we dat
al deden en dat iedereen naar de bibliotheek kon et cetera. Ik vond dat de motie werd
afgedaan alsof mensen zouden zeuren en er maar eens zelf hun schouders onder
moesten zetten. Wij zijn blij met dit Taaloffensief en de ondersteunende doelstellingen,
maar wij houden ons hart vast bij de uitvoering. Laatst werd ik aangesproken door iemand
die wil inburgeren. Die zei: “Moet je luisteren, ik moet 6000 euro betalen en dat heb ik
niet.” Misschien dat u dat ook kunt meenemen. Wij willen graag meer mensen, meer
professionals, meer partijen. Het gaat nu al niet al te best. Hoe doordacht is deze
aanpak? Bij deze problematiek worden de oude wijkopbouworganen weer node gemist bij
de signalering van achterstanden, de ondersteuning door vrijwilligers, het bieden van
laagdrempelige inloop. De sleutel voor succes ligt in de wijken, wethouder. Mobiliseer de
buurten. Bij de stadsdelen kunnen mensen met buurtinitiatieven niet meer terecht. Dat is
onze ervaring. Hopelijk kunt u uw licht laten schijnen op deze voordracht
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman voor beantwoording
van de vragen en een preadvies op de motie.
Wethouder MOORMAN: Dank, mevrouw De Fockert, voor uw prachtige woorden
in uw maidenspeech. Ik herinner mij nog dat ik mijn maidenspeech inmiddels zo’n
achtenhalf jaar geleden mocht houden over het leerlingenvervoer en sindsdien heeft het
leerlingenvervoer altijd een warme plek in mijn hart behouden, want een maidenspeech
vergeet je nooit en zeker niet zo'n maidenspeech als u heeft gegeven. Ik vind dat u heel
mooi heeft uitgelegd dat dit inderdaad veel breder is dan een beleidskader zoals u het
terecht zegt. Je kunt het bijna niet in een beleidskader treffen, omdat taal zo belangrijk is
voor de verbinding die wij met elkaar hebben. Ik vind het mooi dat u dan zegt dat we heel
vaak in de verplichting met elkaar zitten en daarover spreken, maar het is eigenlijk een
recht, een recht om mee te doen in deze samenleving. En dat is ook precies waarom de
ambitie die wij hebben geformuleerd in het Taaloffensief — en ik heb ook al in de
commissie aangegeven dat we een beetje hebben getwijfeld of we deze ambitie nu wel
een Taaloffensief moeten noemen, want die 7 miljoen euro, dat is niet opeens meer geld
geworden, maar dat bedrag hebben we nu structureel gemaakt. Toch vond ik het heel
belangrijk om dat wel te doen omdat we hiermee met elkaar uitstralen dat we het
belangrijk vinden. We vinden het in Amsterdam belangrijk dat mensen meedoen. Daarin
kun je eigenlijk niet ambitieus genoeg zijn. Dat doen wij ook niet alleen. Verschillende van
u hebben daarnaar verwezen dat we dat doen met de partners, dat we dat doen met
bedrijven en dat we dat ook zeker doen met vrijwilligers die zich daarvoor ongelooflijk
hard inzetten. De motie die u daarover indient, vind ik naadloos aansluiten bij wat wij hier
voor ogen hebben. Dus die motie wil ik heel graag positief preadviseren. Ik denk
inderdaad dat we die informele netwerken heel hard nodig hebben en dat we die zo goed
mogelijk moeten ondersteunen en dan natuurlijk wel in samenspraak met dat netwerk en
35
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
wat het daarin zelf nodig heeft. Ik denk dat we juist de vrijwilligers niet heel veel moeten
opleggen, maar dat we hen moeten helpen het zo goed mogelijk te doen. Volgens mij is
dat precies wat u met uw motie beoogt.
Mevrouw La Rose, u heeft het over een veelkoppig monster en u heeft het erover
dat het niet te veel highbrow mocht zijn. Toen dacht ik: is het Taaloffensief nu heel
highbrow? Ik begrijp wel wat u bedoelt: u bedoelt dat het laagdrempelig moet zijn en dat
mensen het gevoel moeten hebben dat het van hen is. Dat ze daar terechtkunnen waar zij
hulp kunnen krijgen. 150.000 mensen in Amsterdam hebben te maken met
laaggeletterdheid. Dat is een enorme grote groep mensen en daarom vind ik het ook mooi
dat mensen zoals mevrouw El Ksaihi — en u deed het ook in uw maidenspeech, mevrouw
De Fockert — de voorbeelden hier geven. Vanaf deze week is er een documentaire op
AT5 die het probleem van laaggeletterdheid laat zien. Ik denk dat het heel belangrijk is dat
wij met elkaar dat soort verhalen delen, want daarmee laten wij zien dat het niet je eigen
individuele probleem is, maar dat het een probleem is dat velen van ons hebben, maar
waarvoor wel hulp is. Ik denk dat u daarnaar verwijst en ik ben het met u eens dat het zo
laagdrempelig mogelijk moet zijn.
Mijnheer Boomsma, dank ook aan u, want ik weet dat u hier altijd bovenop heeft
gezeten. Dat doet u al jaren in de raad omdat u dat heel erg belangrijk vindt. Ik wil u ook
danken voor het feit dat u verwijst naar wat wij doen voor de inburgeraars. Er is inderdaad
best wel pittig nieuws gekomen deze week: dat er behoorlijk wordt gefraudeerd. Wat dat
precies is, daarover hebben we de informatie niet, maar duidelijk is het signaal wel dat er
dingen niet goed gaan. Dat heeft ons eerlijk gezegd ook niet echt verbaasd. Als we eerlijk
zijn, dan wisten we eigenlijk al wel dat dat gebeurde en dat het systeem dat we met zijn
allen hadden opgetuigd, niet werkte in de praktijk. Dat zagen we ook in de praktijk.
Mensen die hier al jaren waren en daarvoor grote leningen hadden gekregen, die leerden
de taal uiteindelijk toch niet op een manier waarop ze dat wel zouden moeten kunnen en
daarmee kwamen ze enorm in de problemen. Dat is ook precies de reden dat wij hebben
gezegd dat we niet willen wachten tot 2020, maar dat we daarmee eerder willen starten.
Ik ben blij dat de wet verandert en dat het kabinet dat heeft aangekondigd. Dat is ook
precies de reden dat ik u op 6 december heb aangegeven dat we een kwaliteitsconvenant
willen tekenen met de taalaanbieders. Er zijn nu 18 taalaanbieders die dat convenant
hebben getekend; er zijn er nog 5 die hebben gezegd dat ook te willen doen. En er staan
heel stevige afspraken in. Heel stevige afspraken, omdat we echt vinden dat dit goed
moet gebeuren. We willen dat aan de voorkant doen, omdat we nu weten dat er zo’n 4500
inburgeraars zitten die we niet tussen de wal en het schip willen laten vallen. In die
tussenperiode willen we dat doen. Ik ben ook goed in gesprek met de minister hierover en
ik hoop ook echt dat Den Haag dit overneemt. Den Haag is hierbij betrokken en was er
vorige week bij toen we het convenant met zijn allen tekenden. Hopelijk kunnen we nog
eerder van start hiermee.
U zegt nog iets over de extensieve cursussen. Daarover hebben we het ook
gehad in de commissie. U weet dat wij juist heel erg graag willen inzetten op die mensen
die wat minder makkelijk meekomen. Daarvoor heb je juist heel intensieve cursussen
nodig. U vroeg mij naar het aantal. Van de vijfduizend cursussen doen we er juist duizend
extra intensief omdat we geloven dat het veel aandacht vergt als je de taal wilt leren. Ik
ben het helemaal met u eens dat er veel in de praktijk moet. Dat is ook wat de heer
Flentge aangeeft. In de praktijk moet je ook absoluut blijven oefenen. U heeft ook op de
NT1-mensen gedoeld. Ik ben het erg met u eens dat het heel moeilijk is die groep te
bereiken, vaak omdat mensen uit schaamte of omdat ze denken dat het nu eenmaal zo is,
de hulp niet zoeken die ze wel verdienen. Daarvoor is het echt heel erg noodzakelijk dat
we goed samenwerken met bedrijven waar die mensen werken. Ik heb een taalakkoord
36
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
gesloten met heel veel verschillende bedrijven en dat worden er ook steeds meer om die
hulp aan te bieden. We doen dat als gemeente zelf ook. We hebben nu een hele groep
schoonmakers die we in dienst hebben en die helpen we om de taal beter onder de knie
te krijgen. Ook de balies. Daar moeten we de medewerkers echt trainen op sensitiviteit
voor laaggeletterdheid. Zo moeten wij met alle verschillende partners zo goed mogelijk
samenwerken om dit Taaloffensief — want ik blijf die ambitie echt hoog houden — hier de
komende jaren zo goed mogelijk gestalte te geven.
Dank voor uw steun. Ik hoor bij allen veel steun hiervoor en dat is absoluut
belangrijk, want we moeten het met zijn allen doen.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1279).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1279) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1279)
met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Fockert (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1385).
De motie-De Fockert (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1385) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Fockert (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1385) met algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1279 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
11
Kennisnemen van het rapport Grip op Westpoort Warmte van de rekenkamer en
het overnemen van de aanbevelingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1325)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: We hebben het over het rapport van de
rekenkamer Grip op Westpoort Warmte. We hebben hierover uitgebreid in de commissie
gesproken. Het gaat over de aanleg en de exploitatie van het warmtenet in Amsterdam.
Onze fractie is behoorlijk geschrokken van wat er in dit rapport naar voren kwam, want er
kwam bijvoorbeeld naar voren dat oorspronkelijke afspraken moeten worden aangepast
en dat er financiële risico’s zijn op dit moment en ook dat de gemeenteraad onvoldoende
op de hoogte is gesteld de afgelopen jaren. Dat vinden wij heel zorgelijk, zeker omdat het
warmtenet veel wordt aangelegd in Amsterdam. De wethouder heeft al aangegeven dat in
de bestuursopdracht de aanbevelingen verwerkt gaan worden en wij zullen zeker in de
37
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
gaten houden of dit goed wordt opgepakt en wordt verwerkt en helemaal omdat in het
rekenkamerrapport de reactie van het college niet heel erg concreet was. Wij zullen dit
ook meenemen in andere plannen over het warmtenet, bijvoorbeeld het warmtenet dat in
de Sluisbuurt wordt aangelegd. Wij zullen daarbij kijken naar het rapport van de
rekenkamer. Begin volgend jaar komt er een tweede deel van het rekenkamerrapport en
dat gaat ook over het onderzoek naar duurzaam warmtebeleid in Amsterdam. De fractie
van de Partij van de Dieren zal daar zeker op terugkomen. Dit is te belangrijk om voorbij
te laten gaan. Daarom wilde ik enkele woorden over dit rapport gesproken hebben omdat
er ernstige zaken naar voren zijn gekomen.
Ik wil nog een motie indienen. Die heeft ook te maken met het warmtebeleid en
die gaat over het gebruik van zonnepanelen. Ik zou graag een onderzoek willen zien naar
wat de standaardrekenwijze van de gemeente zou moeten zijn wanneer wordt gekeken
naar het gelijkwaardigheidbeginsel. Daarvoor dien ik een motie in en ik ben benieuwd
naar het preadvies van de wethouder.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
55° Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake het rapport Grip op de Westpoort
Warmte van de Rekenkamer en het overnemen van de aanbevelingen (zonnepanelen
meetellen in berekening van gelijkwaardigheid) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1386)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken wat de standaardrekenwijze van de gemeente zou moeten
worden voor het bepalen van gelijkwaardigheid zoals het laten meetellen van
zonnepanelen op het dak in de berekening van gelijkwaardigheid.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman.
Mevrouw TIMMAN: Ook de fractie van D66 vond dit rapport belangrijk genoeg om
er enkele woorden aan wijden. Het is een belangwekkend rapport omdat er heel veel
belangrijke informatie in staat, niet alleen voor de woordvoerders Duurzaamheid, maar
ook voor alle gemeenteraadsleden hier, voor de pers, misschien ook wel voor het college,
voor de Amsterdammers die van het gas af moeten en voor ambtenaren. Er staat namelijk
in beschreven hoe de huidige markt tot stand is gekomen. Vanaf 1997 bouwen we steeds
voort op waarmee we zijn begonnen. Dat geeft tegelijkertijd meteen problemen, namelijk
dat de juridische structuur die onder de markt ligt en zoals die er nu uitziet, is verouderd
en echt verbeterd moet worden, maar het geeft ook problemen met de positie van de
gemeenteraad. De gemeenteraad wordt te weinig geïnformeerd ondanks dat er wel
interesse is vanuit gemeenteraad en ondanks dat er meermalen ook door mijn voorganger
mevrouw Bosman en collega Groen vragen zijn gesteld die tot op heden niet zijn
beantwoord. Het gaat daarbij om belangrijke dingen. Daarom vormt dat rapport misschien
wel een goede aanleiding om de markt zoals die er nu is, te veranderen. We hebben nu te
maken met een hele sterke monopolypositie van Nuon en de gemeente. Wij zouden als
D66 heel graag zien dat daarvan veel meer een open netwerk gemaakt zou worden. Wel
een sluitend netwerk, want we hebben nu eigenlijk twee haken die elkaar niet raken, om
het zo maar eens te zeggen; Westpoort Warmte en Nuon. Het zou mooi zijn als die
samenkomen en als je echt een integraal netwerk onder de stad hebt waarbij allerlei
nieuwe, innovatieve, lokale bedrijven hun duurzame energie erop kunnen aansluiten. Dan
38
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
zou het ook fijn zijn als de betrouwbaarheid van het netwerk wel wordt gegarandeerd door
een betrouwbare partner zoals de gemeente Amsterdam. Dus de huidige monopolypositie
zouden wij graag doorbroken zien.
Wij staan aan de vooravond van een belangrijke ontwikkeling, namelijk drie
buurten die in deze periode van het gas af moeten. Als ik dan zo’n rapport lees, dan denk
ik toch: voordat u een grote verbouwing gaat doen, ruim dan eerst even het huis op.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer.
Mevrouw DE HEER: Nog moderner met een laptop, maar dat is eigenlijk vrij
ingewikkeld, zie ik nu. We hebben inderdaad uitgebreid gedebatteerd over het onderzoek
van de rekenkamer. De conclusies waren stevig. De voorgaande sprekers zeiden het ook
al; de constructie met Westpoort Warmte is gedateerd, is complex. Er is sprake van
achterstallig onderhoud, er is onvoldoende grip van de gemeente, er zijn verschillende
petten en de informatievoorziening aan de raad kan een stuk beter, zoals net ook al werd
gememoreerd. Ik had een zorg en die heb ik in de commissie ook uitgesproken en dat is
dat het college de urgentie niet voelt. Die zorg is wel weggenomen. Er is mij voldoende
kenbaar gemaakt dat dat echt niet aan de orde is, maar wij moeten natuurlijk nog wel
wachten wat het nu precies gaat worden. Dat komt nog terug in de bestuursopdrachten,
dus daar kijk ik reikhalzend naar uit. Voor dit moment heb ik echter nog wel twee zorgen.
Die gaan over het volgende. Er worden risicoanalyses gemaakt van de komende
projecten of overeenkomsten, maar er was ook een aanbeveling om te kijken naar de
bestaande overeenkomsten. Die moeten ook gecheckt en zo nodig gecorrigeerd worden.
Er is bij mij gewoon onduidelijkheid ontstaan. Ik heb begrepen van wethouder Kock dat er
een brief is gestuurd naar het AEB, maar ik begreep van wethouder Van Doorninck dat
een check eigenlijk niet echt nodig is. Dus hoe zit het nu precies? Ik heb het misschien
verkeerd begrepen, maar het is belangrijk om dit goed te weten en ik wil de wethouders
ook vragen de raad te informeren over wat daarmee dan gebeurt. Het zou helemaal geen
gek idee zijn, denkt mijn fractie, om daarin ook de rekenkamer te laten meekijken.
Dan heb ik nog een vraag over de garantstelling door de gemeente aan de
levering van warmte door Westpoort Warmte. Het is mij niet helemaal duidelijk hoe die nu
precies in elkaar zit. Ik begreep uit de commissie dat er niet echt een probleem is, maar ik
ben er nog eens ingedoken en in de aandeelhoudersovereenkomst staat dat de gemeente
wel degelijk verantwoordelijk is voor de warmtelevering. Dus hoe zit het nu precies met de
garantstelling? Dat is belangrijk, want het gaat om een enorm risico. Het is belangrijk dat
daarover absoluut geen twijfel bestaat en ik denk ook dat daarover geen twijfel meer
bestaat. Het lijkt mij dus goed als dat op de een of andere manier op papier komt te staan.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik wil mevrouw De Heer vragen hoe zij denkt
over het AEB. Moeten wij daarin nog meer geld steken? Gaan we aan
andere vormen denken zoals voorgesteld door de bewoners van de Van
der Pekbuurt? Hoe denkt u daarover?)
Dat laatste, dat weet ik niet zo goed, wat voor vorm er is voorgesteld. Maar dat er
zorgen zijn over het AEB, dat is natuurlijk al langer zo. In de vorige periode hebben we
daarover menige discussie gevoerd. Er waren natuurlijk grote tekorten; er moet veel aan
vernieuwing worden gedaan en het AEB staat volgens mij nog steeds onder verscherpt
toezicht. Dat is inderdaad een zorg, want Westpoort Warmte is natuurlijk weer een
dochter van het AEB. Ik vind dat de problemen met het AEB zo snel mogelijk moeten
worden opgelost, maar misschien moet u mij nader uitleggen wat u bedoelt met datgene
wat de bewoners van de Van der Pekbuurt willen.
39
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
(Mevrouw VAN SOEST: De mensen uit de Van der Pekbuurt willen graag
warmte. Er is nog heel veel discussie met de wethouder over hoe dat
eventueel te realiseren valt. Dus daarom vraag ik aan u: hoe u denkt over
andere vormen van verwarming, want we moeten allemaal van het gas
af? De bewoners hebben voorstellen gedaan om andere technieken te
gaan gebruiken en ik heb daar schriftelijke vragen over gesteld. Er is een
risico met het AEB dat het niet te realiseren valt met al die tekorten en nu
weer een brand als ik het goed heb. Dan denk ik: laten we er een keer
mee ophouden en laten we kijken of we iets anders kunnen doen. Bent u
dat dan met mij eens?)
Hoe ga ik dit nu beantwoorden? Dit is volgens mij een beetje buiten de scope van
waarover dit debat gaat. We moeten inderdaad van het gas af en we moeten naar
warmtevoorzieningen. We hebben straks een debat over de Sluisbuurt en daar willen we
graag een wat lagere temperatuur warmte. Dat is volgens mij belangrijk. En we moeten
ervoor zorgen dat er leveranciers zijn zoals Westpoort Warmte, maar dan moet het ook
beter gaan met het AEB. We kunnen niet zomaar zeggen: we doen het AEB even aan de
kant en dan komt het wel goed. Dat is dus ook niet zo. We moeten ervoor zorgen dat het
goed komt. We hebben natuurlijk nog een andere leverancier. Dat is wat ik er op dit
moment over kan zeggen.
(Mevrouw VAN SOEST: Bent u het dan met mij eens dat wij toch eens
even goed moeten gaan kijken of we iets kunnen met het AEB?
Nogmaals, er zijn heel grote financiële risico's en het is de vraag of wij als
gemeente die nu wel moeten gaan dragen.)
Volgens mij heb ik daar zojuist antwoord op gegeven. Ik constateer met u dat er
problemen zijn bij het AEB en dat die moeten worden opgelost. Maar ja, zonder het AEB
kunnen we volgens mij niet als het gaat over warmtelevering
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen.
De heer GROEN: Andere sprekers refereerden er al aan: dit onderwerp is
uitvoerig en tot in detail besproken in de commissie, dus ik kan het nu kort houden. Het
college heeft op onze vraag of het de urgentie wel voelde voor het op orde brengen van
dit dossier, luid en duidelijk geantwoord dat het de urgentie voelt en dat het daarmee
bezig is. Het college heeft ook toegezegd dat het duidelijkheid zal scheppen over wat er
aan de hand is voordat we allemaal verdere besluiten nemen over de warmtetransitie.
Daarbij heeft het ook op onze vraag — en volgens mij stelde mevrouw Timman die ook —
bevestigd dat de huidige concessies en de constructie die wij gebruiken niet meer van
deze tijd zijn en verduurzaming eigenlijk in de weg staan. Die moeten voor de toekomst
worden aangepast en waar mogelijk ook heronderhandeld worden waarbij flexibiliteit een
aandachtspunt is dat de wethouder zelf ook noemde. Het college heeft ook bevestigd dat
we meer partijen dan alleen Nuon moeten betrekken bij die warmtetransitie. Waternet is
expliciet genoemd. Ik denk ook aan zelfstandige coöperaties die zoiets willen. Met de
uitwerking van al deze antwoorden die zullen komen als we de visie warmtetransitie gaan
bespreken, zou ik zeggen over dit debat: to be continued en GroenLinks ziet ernaar uit.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé.
Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Allereerst wil ik de rekenkamer bedanken voor het
goede werk dat die heeft afgeleverd omtrent de Westpoort Warmte en dat helaas pijnlijk
duidelijk heeft gemaakt dat de risico's van de warmtenetten de kansen overschaduwen.
40
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Zo lezen wij dat de constructie met WPW de afgelopen jaren ondanks de sterk
veranderde omstandigheden niet is aangepast. Bovendien maakt de brief over de
financiële toestand van het AEB die wij vorige week ontvingen, de situatie wat ons betreft
extra zorgelijk. Ook de huidige constructie die is opgetuigd, levert de gemeente volgens
mij grote, financiële risico's op, omdat er een leveringsgarantie is afgegeven die is
gebaseerd op een achterhaalde situatie die niet meer aan de orde is en waaraan we als
gemeente helemaal niet kunnen voldoen. Dat het college de aanbevelingen van de
rekenkamer overneemt, lijkt ons daarom niet meer dan logisch. Ik was ook blij en ik wil de
coalitiepartijen, de Partij van de Arbeid en D66 complementeren voor de kritische houding
die zij hebben getoond in hun bijdragen. Inderdaad, ook wij zijn zeer geschrokken van het
rapport. Ik denk dat daarin heel ernstige dingen staan die je eigenlijk zou kunnen
kwalificeren als politieke doodzondes. Ik ben het ook eens met de bijdrage van mevrouw
De Heer, waarin is gezegd dat wij met spanning en extra kritisch zullen kijken hoe de
bestuursopdracht onze kant op komt en welke uitwerkingen daarin staan. En we zullen
kijken of daaruit blijkt dat de sense of urgency die mevrouw De Heer heeft gemist bij de
commissie inderdaad spreekt uit de bestuursopdracht zoals de wethouder die aan de raad
zal doen toekomen.
Tot slot heb ik nog een vraag aan de wethouder. Hoe schat de wethouder nu
concreet de financiële risico’s voor de gemeente in? Daarover hebben we in de
commissie ook een vraag gesteld. Volgens mij probeerde ze daarop wel antwoord te
geven, maar het was niet helemaal duidelijk. Daarom wil ik de vraag nog een keer
herhalen: hoe schat zij de financiële risico’s in voor de gemeente? Daar laat ik het voor
deze termijn bij.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Wij zijn hevig geschrokken van het rapport van de
rekenkamer. Wat een narigheid allemaal. Dank aan de rekenkamer is hier natuurlijk op
zijn plaats. Wij vragen het college de aanbevelingen over te nemen. De vraag is of wij zo
moeten doorgaan met die gigantische milieuvervuiling. Van verduurzaming is natuurlijk
geen sprake, maar wel van verspilling van veel geld door al die narigheid en dat wordt
vervolgens doorberekend aan de Amsterdammer want die moet 18% meer
afvalstoffenheffing betalen. En dan gewoon doorgaan met het nemen van risico's en de
inzet van het AEB bij het warmteplan Sluisbuurt. Ik kom daar bij agendapunt 16 nog even
op terug.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Op het dak van dit stadhuis wappert niet alleen de
vlag van Amsterdam en van Nederland, maar ook de vlag van de Europese Unie. Laat dat
dan maar een inspiratie zijn om te kijken, om goed te kijken binnen de ambtelijke
organisatie wie de verantwoordelijkheid hebben voor deelnemingen — en in de commissie
hoorde ik dat we 26 deelnemingen hebben waar sprake is van allerlei afspraken die ook
met private partijen zijn gemaakt. Vaak heeft dat de vorm van een publiek-private
samenwerking. Westpoort Warmte is daarvan een voorbeeld. Eigenlijk is dat een hele
overzichtelijke structuur en dan toch is er zoveel mis. ledereen doet daarover erg
geschrokken, maar eigenlijk had ik het wel verwacht. De regels van het staatssteunrecht
en de regels van het mededingingsrecht, het Europese mededingingsrecht, die staan niet
elke jurist, laat staan anderen, dag in dag uit scherp op het netvlies. Dus dan gebeuren er
wel eens dingen die volgens de regels eigenlijk helemaal niet kunnen en die leiden tot
41
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
nietigheden in gemaakte overeenkomsten. Die nietigheden kunnen dan weer leiden tot
allerlei financiële aansprakelijkheden. Ik weet eigenlijk niet naar wie ik moet kijken in dit
dossier, in deze zaak. Naar de wethouder Deelnemingen of naar de vakwethouder,
wethouder Van Doorninck? Dat is ook iets wat in het rapport wordt beklemtoond. Dat zijn
toch heel verschillende denkrichtingen ook van ambtelijke diensten bij het kijken naar dit
soort verschijnselen. Dan kun je zeggen dat de vakwethouder en haar diensten vaak
gewoon willen handelen en afspraken willen maken die werkende weg wel tot stand
komen, terwijl de wethouder Financiën, de wethouder voor Deelnemingen, denk ik, meer
genegen is zorg te dragen voor een goede, juridische inrichting van deelnemingen, van
publiek-private samenwerking enzovoorts. Dus wat ik zou willen vragen aan de wethouder
Deelnemingen, is of er niet eens een revue kan komen, een soort quickscan voor
gevoelige deelnemingen, ter zake van wat daar allemaal onder zit aan overeenkomsten
en zo en of dat wel juridisch houdbaar is. Dat hoeft geen enorm rapport te worden, maar
dan zou je er een paar deelnemingen uit kunnen pikken, bijvoorbeeld het Havenbedrijf.
Dat is voortdurend bezig met het sluiten van allerlei overeenkomsten en het geeft
erfpachtrechten uit aan partijen. Daar zijn reeksen afspraken omheen en het lijkt mij heel
interessant om daar eens naar te kijken. De andere deelneming komt straks aan de beurt
en dat is Schiphol Area Development Company waar in flagrante strijd met Europese
rechtelijke regels 10 jaar geleden afspraken zijn gemaakt. Daar gaan wij het nu niet over
hebben, maar het is er een voorbeeld van. U heeft 26 deelnemingen onder u, dus er valt
een boel uit te zoeken. Ik verwacht eigenlijk volgend jaar, dus binnen een halfjaar, toch
wat meer informatie naar de raad over hoe wij met de juridische zwaarheden willen
omgaan die in de loop der tijd zijn opgetast.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Dank aan de leden voor de vragen, maar zeker
dank ook aan de rekenkamer voor het belanghebbende rapport. Ik ben blij dat wethouder
Kock en ik tijdens de commissievergadering het gevoel van urgentie dat zeker bij het
college leeft, hebben kunnen overdragen aan de raad. Dat gevoel van urgentie is er en de
zorgwekkendheid delen wij ook. Daarom heeft het college al in een eerder stadium drie
verschillende bestuursopdrachten gegeven om een aantal problemen dat het AEB kent,
goed te doorgronden en om te kijken hoe we dat moeten gaan oplossen. Dus even in de
richting van mevrouw Van Soest: de problemen zijn al langer bekend en aan die
problemen wordt gewerkt. Ik hoop dus ook dat we inderdaad aan de hand van de
bestuursopdrachten die we begin volgend jaar verwachten, het eerste kwartaal, dat we
daar echt slagen kunnen maken in alle verbeteringen. Als het goed is, wordt dat voor een
heel groot deel al opgepakt. Het AEB is goed bezig, maar we moeten ook kijken hoe we
op sommige punten verder gaan. Dat zit zowel in de governance als in de inhoudelijke
afspraken die we daarover maken. Het rekenkamerrapport geeft op een aantal punten
aan waar echt de zorgen liggen. De zorgen die het meest terugkwamen in de punten
vandaag — de andere zijn waarschijnlijk tijdens de commissie al goed geadresseerd — zijn
de zorgen over het financieel risico bij de warmtegaranties. Er waren verschillende
raadsleden die daarnaar vroegen. Het college is het eens met de rekenkamer dat er meer
duidelijkheid moet komen over de strekking, de geldigheid, de omvang van de
warmtegarantie en wij gaan daarover dan ook in gesprek met de betrokken partijen.
Mocht het zo zijn dat de verduidelijking die we daar krijgen, daartoe aanleiding geeft, dan
gaan wij de financiële risico's in Naris — en dat is het softwareprogramma dat allemaal
regelt wat de financiële risico zijn — bijstellen zodat we daar een veel duidelijker beeld
hebben en zodat het veel meer een waarschuwingssysteem wordt. Het is wel zo dat we in
42
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
het enorme financiële risico dat de rekenkamer ziet, enige nuance willen aanbrengen. Dat
komt omdat de aansprakelijkheid van het AEB en daarmee ook van de gemeente als
garantsteller, contractueel beperkt is en voor een aantal uitbreidingsgebieden na 2005 is
er geen geldige garantstelling door de gemeente tot stand gekomen. Daarin zien wij dus
een nuance met het rapport van de rekenkamer, maar omdat wij nog goed gaan kijken
hoe het nu precies zit met die geldigheid, die strekking et cetera, komen we daar nog op
terug. Maar dat is wel een nuance die wij willen aanbrengen, omdat we zien dat we die
voor een aantal na 2005 niet meer hebben afgegeven.
(Mevrouw DE HEER: Ik wil het even goed begrijpen. U komt er bij ons op
terug. Ik hoor iets over systemen. Dat vind ik eerlijk gezegd niet
interessant. Mijn vraag is vooral wat het betekent, die zin in die
aandeelhoudersovereenkomst. Je kunt in overeenkomsten die
garantstelling niet hebben, maar het staat wel in de aandeelhouders-
overeenkomst. Hoe zit dat dan? Komt u daar dan ook op terug?)
Precies, daar komen we op terug. Daar gaan we goed naar kijken. Nogmaals, als
we die verduidelijking beter hebben, dan gaan we kijken of we dat in ons softwaresysteem
kunnen zetten. Dan zegt u dat u dat niet zo interessant vindt en dat kan ik me heel goed
voorstellen, maar dat geeft ons een veel beter beeld van wat de risico’s zijn. Als we dat in
dat softwaresysteem op een andere plek zetten, dan hebben we een beter systeem
waarbij het ons duidelijk wordt waar precies die risico’s liggen. Maar we moeten eerst die
verduidelijking voor onszelf heel helder hebben.
(Mevrouw NAOUM NÉHME: Ook van mij een verhelderende vraag. Wat
is nu precies de nuance die het college maakt en die dus blijkbaar niet
door de rekenkamer in het rapport is gemaakt?)
Dat is de precieze aansprakelijkheid van de gemeente als garantsteller.
(Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Dank voor uw antwoord, maar dit lijkt mij niet
een onoverkomelijk punt dat de rekenkamer niet heeft kunnen voorzien en
niet heeft kunnen meenemen in het eigen rapport, dus waarom denkt u
dat de rekenkamer dit punt niet heeft meegenomen?)
Zoals ik al zei, het is denk ik het handigst als we eerst die exercitie doen om die
duidelijkheid over de strekking, de geldigheid en de opvang van de warmteleverings-
garanties goed na te gaan, omdat we dan ook een beter beeld hebben. Alleen, wij
schatten dat nu anders in dan de rekenkamer dat doet, maar we weten dat niet precies
als we niet even deze exercitie hebben gedaan. Omdat ik zie dat de raad hierop is
gespitst en daarin heeft u groot gelijk, kan ik u informeren over wat eruit is gekomen op
het moment dat we deze exercitie hebben gedaan. En ik kan dan aangeven wat de
volgende stappen zijn.
Het andere grote punt dat verschillende raadsleden maakten, ging erover dat we
met verouderde modellen werken. Voor een deel wordt dat opgelost. Daarop komt
wethouder Kock nog even terug, dus op de echte afspraken die we nu met het AEB
hebben waarbij al de contracten die we hebben, worden nagelopen. Daarin zit geen
verschil tussen wat wethouder Kock heeft gezegd en wat ik heb gezegd. Wellicht heb ik
dat niet duidelijk genoeg gemaakt, maar daar zit geen verschil in. Dat zal hij straks nog
even toelichten. Maar het gaat natuurlijk nog veel verder. Er is inderdaad een kwestie van
een verouderde manier van samenwerken en daarbij gaat het niet alleen om terug te
kijken wat dat voor het verleden betekent, maar vooral wat dat voor de toekomst betekent.
Mevrouw Timman maakte heel duidelijk dat we dit anders moeten gaan doen. Ik denk dat
we een aantal punten die wij tijdens de commissie hebben genoemd, de heer Groen had
het er ook al over, ook van plan zijn. Ook vanuit wettelijk oogpunt bepleiten wij heel erg
dat er nieuwe marktordening komt zodat warmtenetten veel opener zijn en zodat we van
43
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
veel meer bronnen gebruik kunnen maken. We zijn aan het kijken welke rol de gemeente
daarin heeft. Daarom vind ik zelf dat transitieplan zo belangrijk, omdat we dan een beeld
krijgen van wat onze bronnen zijn, wat onze noden zijn, waar de grote opgaven zitten en
welke bronnen het beste in welke buurt zouden passen. Op die manier kunnen we een
heel verhaal gaan vertellen. Dus ik snap uw ongeduld en dat herken ik, omdat we
ondertussen buurten koppelen aan de oude manier zoals we dat jaren hebben gedaan in
Amsterdam en op die manier ook vrij snel in nieuwbouwbuurten van het gas af konden.
Het heeft ook best iets geleverd, maar we zijn echt verder en daarop moeten we onze
samenwerking, onze modellen en onze contracten aanpassen. Dat is de slag die we de
komende tijd gaan maken. Dan gaat het om de laatste punten die nog in het
rekenkameronderzoek openblijven en die ik net heb genoemd en ook waarschijnlijk de
punten die in het volgende rekenkamerrapport komen. Daarin ga ik u heel duidelijk
meenemen, maar ik wil ook heel graag met u het gesprek aan over hoe nu verder. Hoe
gaan we nu verder met warmtelevering in Amsterdam gezien onze energietransitie als
geheel, maar ook gezien alle nieuwe bronnen die we hebben? Welke rol de gemeente
dan heeft, namelijk een betrouwbaar net, dat ben ik helemaal met mevrouw Timman
eens, dat moeten wij goed gaan bekijken. Volgens mij geeft het coalitieakkoord daarbij
best een richting aan, een richting die in ieder geval de coalitiepartijen op zouden willen.
Zonder dat ik iedereen direct heb aangesproken, heb ik het idee dat ik wel alle
vragen heb beantwoord die aan mij zijn gesteld waarbij ik nog wil zeggen dat dit zeker niet
het laatste woord is dat wij over deze constellaties hebben gevoerd. Het is zeker niet het
eerste en het is ook zeker niet het laatste woord dat we hierover hebben gezegd.
Ik heb ook nog een motie die ik moet beantwoorden.
(Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Voor dat de wethouder daaraan begint, puur
een checkvraag. Zegt de wethouder hier toe dat informatievoorziening
naar de raad voortaan adequaat en op de juiste manier vormgegeven
gaat worden?)
Uiteraard, ik zou niet weten hoe we het anders zouden moeten doen.
Mevrouw Bloemberg-lssa had een motie ingediend over zonnepanelen. Die was
ik even vergeten, omdat ik die had gekoppeld aan de Sluisbuurt. Daar voeren we de
discussie over de gelijkwaardigheid van zonnepanelen. Ik heb geen enkel bezwaar tegen
het aannemen van deze motie. Een motie van gelijke strekking is namelijk al een keer
eerder ingediend door de heer Groen en mevrouw Bosman. Omdat we nog aan het
onderzoeken zijn hoe die juridisch, financieel en organisatorisch kan worden uitgevoerd,
zijn de antwoorden er nog niet, maar die verwacht ik op de commissie van 7 maart. Die
kan ik u eerder doen toekomen, maar die kunnen we dan bespreken.
(De heer GROEN: Eigenlijk zegt de wethouder dus dat ze geen bezwaar
heeft maar dat de motie wel een beetje overbodig is. Waar de motie om
vraagt, dat gebeurt al.)
Zo kunt u dat ook uitleggen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock voor een toevoeging.
Wethouder KOCK: Twee korte vragen van mevrouw De Heer over de lopende
contracten en hoe die gerepareerd gaan worden. Die worden gerepareerd. Wij hebben
een brief gestuurd aan het AEB op 20 november en daarin worden vier specifieke
contracten genoemd en een dienstverleningsovereenkomst waarvan wij het AEB vragen
die op orde te maken. Wij hebben van het AEB te horen gekregen dat zij dat netjes gaat
doen, ik meen voor eind februari. Dus dat komt in orde. Dat gaat dus om de contracten
waarvan de rekenkamer terecht had geconstateerd dat ze incompleet waren.
44
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Dan de hele brede vraag van de heer Van Schijndel over de juridische risico’s bij
deelnemingen en hoe dat precies zit en wie waarvoor verantwoordelijk is. Daarbij is het zo
dat de gemeente op afstand stuurt op haar deelnemingen. Daarom zijn het ook
deelnemingen en geen gemeentelijke diensten meer. De rolverdeling tussen de
vakwethouder en de wethouder Deelnemingen en in een enkel geval de wethouder
Financiën — want we hebben ook nog wel eens een lening uitstaan bij een deelneming en
dat is dan de verantwoordelijkheid van de wethouder Financiën — is dat de wethouder
Deelnemingen de aandeelhouder vertegenwoordigt en die stuurt daarmee op afstand op
de deelnemingen. Dat gaat via regulier contact en voornamelijk via de AvA, de Algemene
vergadering van Aandeelhouders. De vakwethouder — en daarbij gaat het om een aantal
want dat hangt af van welke deelneming het is — is verantwoordelijk voor de klant-
leverancierrelatie, zou je kunnen zeggen. Misschien is het wat ongelukkig geformuleerd
maar zo zou je het kunnen zien tussen de gemeente en die specifieke deelneming. Die is
verantwoordelijk voor de inhoud.
(Mevrouw VAN SOEST: Bent u het met mij eens dat wij op afstand
besturen, maar dat de gemeente Amsterdam er wel voor opdraait zodra
het financieel misgaat?)
Nee, niet altijd. Dat zit waarschijnlijk voor elk van de 26 deelnemingen anders in
elkaar. Uiteindelijk ondervind je waarschijnlijk altijd enig nadeel als een deelneming van
de gemeente Amsterdam in de financiële problemen komt. Hoe de verantwoordelijkheid
precies doorwerkt, dat hangt helemaal van de constructie af die wij met de specifieke
deelneming hebben. In het geval van Westpoort Warmte is het een dochter van een
deelneming, dus dan is het nog weer meer indirect.
(Mevrouw VAN SOEST: Dan vraag ik me dit af. Stel dat het AEB in de
problemen komt, kan die dan failliet gaan?)
Volgens mij is het een BV, ja, een BV denk ik. Maar goed, een bedrijf kan altijd
failliet gaan. Dat geldt voor elk bedrijf, dus dat kan. Er is echter op dit moment geen
enkele aanleiding om te denken dat dat gaat gebeuren. Er zijn zorgen bij het AEB.
Daarover hebben we het uitgebreid in de commissie gehad. Het bedrijf staat onder
toezicht, maar een aanleiding voor de woordkeus die u gebruikt, die zie ik niet.
(Mevrouw VAN SOEST: Hoe kan dat nou? Dat moet u mij dan toch even
duidelijk maken. Misschien snap ik niets van de financiën. Wij zijn 100%
aandeelhouder. Stel nu dat het AEB niet aan zijn verplichtingen kan
voldoen, dan zeg ik, logisch gedacht: dan draait de gemeente Amsterdam
daarvoor op. U zegt: nee, maar het AEB kan ook failliet gaan. Nu snap ik
het niet meer.)
U stelt de vraag heel algemeen, dus laat ik die dan ook algemeen beantwoorden.
Als een deelneming verplichtingen aangaat en die deelneming kan die verplichtingen niet
meer nakomen, dan is daarmee dat risico voor die deelneming. Het uiteindelijke risico
voor de gemeente Amsterdam is het bedrag waarvoor die deelneming bij ons op de
balans staat. En er is natuurlijk ook nog een risico via het dividend dat we van sommige
deelnemingen krijgen. Het is natuurlijk wel zo dat die deelnemingen ook een dienst
leveren. En die dienst behoeft in veel gevallen continuïteit, dus dat is ook weer een
bijkomend risico voor de gemeente in het geval een deelneming in de problemen zou
komen.
Afrondend de vraag van de heer Van Schijndel. Ik denk dat het te breed is, te
algemeen om nu te zeggen dat we al die deelnemingen gaan doorlichten op juridische
risico's. Daartoe zie ik ook geen aanleiding. Ik wil niets afdoen aan de juridische risico's
die in dit rekenkamerrapport worden geconstateerd, maar om nu al die deelnemingen te
gaan doorlichten, dat lijkt mij too much. Ik vind ook dat dat een te directe interventie en
45
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
sturing is op die deelnemingen. Het is wel zo dat wij, op het moment dat we signalen
krijgen dat er issues zijn bij deelnemingen, of die nu juridisch van aard zijn of anderszins
zoals bij het AEB, dan natuurlijk zo snel mogelijk het gesprek aangaan met die
deelneming en dat doen we via de raad van commissarissen en ook direct met de directie
van die deelneming.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Kunt u niet een selectie maken van
gevoelige deelnemingen? Laten we zeggen, een stuk of vijf. En dan met
een loep ernaar kijken. Wie weet, komt er heel veel boven tafel. Dan weet
u of er nog twintig andere deelnemingen ook bekeken zouden moeten
worden.)
Dat lijkt me een bijzonder verzoek, want ik heb geen enkele aanleiding om nu met
een loep naar die deelnemingen te gaan kijken. Het AEB staat onder verzwaard toezicht
en daar wordt dus met een loep naar gekeken door de toezichthouder. Dus dat gebeurt al.
Ik heb helemaal geen aanleiding om er een specifieke deelneming uit te lichten en onder
de loep te gaan houden. Als er zorgen zijn, dan kijken we ernaar. Het zou ook een beetje
een raar signaal zijn om nu zonder enige aanleiding, nu ja, een rekenkamerrapport over
een specifieke deelneming, al die deelnemingen te gaan bekijken en te vragen of er iets
mis is met de juridische constructies.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Straks hebben we agendapunt 14, Schiphol
Area Development Company, een belangrijke deelneming. Daar is echt
veel mis. Gewoon staatssteun, mededingingsnietigheden in contracten.
Dat zie je gewoon. Ik zie niet wat uw probleem is om nu eens even te
gaan kijken. De gevoeligste deelnemingen zijn met een publiek-private
samenwerking. Eén private partij die erin zit. Dus andere kunnen worden
buitengesloten. Dat soort zaken. Die kun je toch zo identificeren in het
bestand van 26 deelnemingen?)
Nee, ik kan niet zomaar identificeren welke deelnemingen ik juridisch zou moeten
doorlichten als er geen enkele aanleiding voor is. U noemt de SADG, dat is een relatief
kleine deelneming waarvan wij een vierde aandeelhouder zijn. Als daar juridische
problemen zijn of als die een juridisch issue hebben met een specifieke partij en dat is
dermate groot dat wij ons als aandeelhouder zorgen maken over de continuïteit van de
deelneming — en ik weet helemaal niet of dat in dit geval het geval is, maar dat zou dan de
aanleiding zijn — dan gaan wij daarover het gesprek aan met de raad van commissarissen
en met de directie. Dan sturen we er geen juridische detector op af. Dat is de taak van de
directie en van de raad van commissarissen en niet van ons als aandeelhouder op
afstand.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat er behoefte is aan een korte, tweede
termijn. Het woord is aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik zal mijn tweede termijn heel kort houden. Ik wil
de wethouder bedanken voor haar antwoorden. Ik heb begrepen dat de heer Groen
technische vragen heeft gesteld over het onderwerp van mijn motie en dat daarop een
toezegging is gekomen. Ik wil daarom motie 1386 intrekken omdat de antwoorden van zijn
vragen dit voorjaar zullen komen en die zal ik afwachten.
46
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
De motie-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1386) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
Even voor de duidelijkheid, we stemmen hier over het overnemen van de
aanbevelingen bij het rapport Grip op Westpoort Warmte.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1325).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1325) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1325)
is aangenomen met de stemmen van de Partij van de Ouderen tegen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1325 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
14
Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316, van de
voormalige raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario’s
voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij De Boterbloem
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1330)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Onze wereld wordt opgeofferd zodat een klein
groepje mensen veel geld kan verdienen. Dit zijn de woorden die de vijftienjarige Greta
Thunberg afgelopen weekend sprak op de klimaattop in Polen. Dit kan zo van toepassing
zijn op het gebied waarover we het in dit debat hebben: de akkers bij boerderij De
Boterbloem, de Lutkemeerpolder. Dit gebied wordt bedreigd met de aanleg van een
ongedeeld bedrijventerrein en het college gaat hierin mee en stelt zo het belang van een
klein groepje mensen boven andere ecologische belangen. De Partij voor de Dieren zegt
al langer dat economische groei niet de oplossing, maar de oorzaak van het probleem is.
Om dit te illustreren neem ik u even mee naar het eiland naar het eiland Koh Tachai dat
het jarenlang flink te verduren kreeg van honderden toeristen die hier dagelijks kwamen.
Hierdoor daalde de biodiversiteit en werd het koraal steeds bleker. Het eiland werd vuil en
kon het eigenlijk niet meer aan. Het eiland kon het niet aan om elke dag een paradijselijk
gevoel te moeten geven aan alle groepen toeristen die hier dagelijks per boot kwamen
aanvaren. Riffen gingen dood en papegaaivissen en zeeschildpadden verdwenen totdat
de Verenigde Naties ingrepen. Nu is het eiland sinds 2016 voor onbepaalde tijd gesloten.
Geen benen meer die het koraal kapottrappen of mensen die selfies met zeedieren
maken. Geen sigarettenpeuken meer in het zand of plastic in de zee. Wat ik hiermee wil
aangeven, is dat een grens is gesteld. Het ecosysteem is van zo groot belang dat er alles
aan moet worden gedaan om het te beschermen. Experts zien dit als waarschuwing naar
de rest van de wereld. Dit is iets wat vroeger ondenkbaar was. Jarenlang werd
economische groei gezien als middel tegen elke kwaal. Werd er maar op meer plekken
47
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
ingegrepen om de natuur te redden; werd er maar vaker gezegd: tot hier en niet verder.
Want grenzen zijn nodig voor onze biodiversiteit en voor de klimaatdoelstellingen. Ook
hier in deze stad voor een gezonde leefomgeving en een groen Amsterdam. Anno 2018
weten we wel beter dan in 2009. De manier waarop we met de groene ruimte in en om de
stad omgaan heeft een grote invloed op alles wat voor ons van belang is. Het is bepalend
voor ons klimaat, voor de volksgezondheid, de biodiversiteit, de kwaliteit van de bodem,
de lucht en het water en voor het voorbeeld dat we onze kinderen geven en de
toekomstmogelijkheden die we de komende generaties bieden. Afgelopen lente kreeg ik
hoop want er zou met een coalitie van GroenLinks, D66, PvdA en SP een nieuw geluid
klinken. Ik hoopte op een pennenstreek door oude, grijze plannen. Ik hoopte dat het
nieuwe stadsbestuur zich ook zou realiseren dat economische groei niet de oplossing is,
die oude plannen om de enige biologisch gecertificeerde akkerbouwgrond die er in
Amsterdam is, niet plat te gooien voor een bedrijventerrein. De enige biologisch
gecertificeerde akkerbouwgrond. Wanneer we deze opofferen, zullen we die wellicht nooit
meer terugkrijgen. Vooralsnog lijkt het erop dat het college een samenleving nastreeft
waarin ook economische groei een doel is. Dit college wil namelijk een bedrijventerrein
bouwen op een groene polder aan de rand van de stad. Dit zou zo zonde zijn. Zoveel
Amsterdammers hebben iets met dit gebied en biologische boerderij De Boterbloem heeft
dit gebied nodig. Het ecologisch belang lijkt bij dit college niet voorop te staan. Het flora-
en-faunaonderzoek is nog niet eens afgerond. Hoe kan er dan worden besloten dat dit
bedrijventerrein er komt terwijl we niet eens weten welke beschermde soorten hier zitten?
(Mevrouw DE HEER: Ik dacht: ik ga niets zeggen. Maar ik ga het toch
doen. U weet wel dat dit besluit al heel lang geleden is genomen? Wij
besluiten nu niet dat er een bedrijventerrein komt. Dat besluit dat er een
bedrijventerrein komt, dat is al genomen.)
Dank voor deze vraag. Ik probeer duidelijk te maken dat het najagen van
economische groei op een planeet die zelf niet meegroeit, niet haalbaar is en
onverantwoord is en dat we daarom keuzes moeten maken om de planeet te redden. Dit
zijn heel oude plannen en inmiddels weten we dat er meer nodig is om het klimaat te
redden
(Mevrouw DE HEER: Het gaat over een akker en natuurlijk is dat
hartstikke belangrijk, die biologische grond. Maar om nu te zeggen dat we
de planeet naar de gallemiezen helpen als we dit stuk gaan bebouwen,
dat vind ik toch wel een beetje lastig te begrijpen. Mijn vraag: als u dit wilt,
als u wilt dat deze akker niet wordt bebouwd, dan kost dat 40 miljoen
euro. Waar gaat u de 40 miljoen euro vandaan halen?)
Ik wil zeggen dat je dichtbij moet beginnen als je iets voor het klimaat wilt doen.
We moeten in Amsterdam ook alles op alles zetten om de groene ruimte te redden en de
biologisch gecertificeerde akkerbouwgrond die krijg je niet zomaar op een andere plek.
(Mevrouw DE HEER: Dat is geen antwoord op mijn vraag. Waar dekt u
dat uit? Wat gaat u dan niet uitgeven om dit te bewerkstelligen? En dan
hebben we er nog een vraagje bij. Weet u dan ook zeker dat degene van
wie de grond nu is, die dan wel aan ons wil verkopen?)
Het is nog te stoppen; het kost alleen geld. En dat geld kunnen we van
verschillende plekken vandaan halen. Ik heb hier al eerder gestaan en toen hebben we de
discussie gevoerd over de Willibrordusgarage. Ik heb toen een amendement ingediend
om de bouw van de garage tegen te houden. Dat amendement is toen verworpen. Even
later is er een brief gekomen dat de bouw voorlopig toch niet doorgaat. Ik denk dat het
een goed plan is om bijvoorbeeld dat geld van de garage vandaan te halen om deze
48
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
polder te redden. Daarbij kan de wethouder Financiën ook bepalen dat dit plan anders
wordt uitgevoerd.
Ik stel voor mijn betoog te vervolgen. Ik had het er over dat de flora-en-faunatoets
nog niet is afgerond. We weten dus niet eens welke beschermde soorten hier zitten. Is de
wethouder het met de Partij voor de Dieren eens dat er niets kan gebeuren totdat het
onderzoek is afgerond? Als dit bedrijventerrein er komt, zullen de gevolgen enorm zijn.
Biologische boerderij De Boterbloem kan haar functie niet meer uitoefenen. Mensen
verliezen een plek waarvan ze genieten en waar ze tot rust komen en de ecologie zal
erop achteruitgaan. De komst van een bedrijventerrein van 43 ha in Amstelveen is ook
tegengehouden door de provincie Noord-Holland vanwege overcapaciteit in de regio. Ik
wil de wethouder vragen waarom die dit bedrijventerrein wil aanleggen, terwijl we te
maken hebben met overcapaciteit en het dus overbodig zal zijn. De gemeente ontruimt
niet voor leegstand. Waarom bouwt dit college wel voor leegstand? Daarnaast is er op
Lutkemeer | nog 5,9 ha van de 24 ha beschikbaar. Zo'n 50% is dus nog leeg. Ook heeft
SADC momenteel 184 ha reeds bouwrijp gemaakt en zijn kavels beschikbaar en het
terrein van de meet-inn is mogelijk ook nog beschikbaar. De Partij voor de Dieren vindt
dat de noodzaak voor een bedrijventerrein op deze locatie helemaal niet is aangetoond,
zeker niet zolang er nog zoveel leegte is bij bedrijventerreinen en er andere bouwrijpe
kavels zijn. Ik vraag de wethouder waarom we dit zouden doorzetten.
Tot slot zijn er ook nog allemaal juridische vragen te stellen. Ik zal hier verder niet
op ingaan, omdat ik weet dat dit door volgende sprekers wordt benoemd. De Partij voor
de Dieren houdt dit gebied het allerliefst groen. Wij zeggen: we moeten net als de
Verenigde Naties een grens stellen en zeggen: tot hier en niet verder. Wij moeten de
verdwijning van het groen in Amsterdam een halt toeroepen. Ik dien daarom met enkele
andere fracties een motie in om een onderzoek te starten naar de uitbreiding van de
Hoofdgroenstructuur en hierbij het gebied van de Lutkemeerpolder te betrekken zodat er
met betrokkenen kan worden gekeken naar de mogelijkheden in dit gebied. Als deze
motie het niet haalt, mag er wat betreft de Partij voor de Dieren in ieder geval niet worden
gestart met de werkzaamheden voordat Lutkemeer | volledig vol zit. Daarvoor dien ik ook
een motie in gesteund door bijna de hele oppositie. Last minute heb ik nog een extra
motie geschreven die gaat over het flora-en-faunaonderzoek dat nog niet is afgerond om
tot die tijd geen onomkeerbare stappen te zetten.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
56° Motie van de leden Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig, Van Soest, Van
Schijndel en Boomsma inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316 inzake het
uitwerken van meerdere scenario’s voor het behoud van (zoveel mogelijk) de functie van
zorgboerderij De Boterbloem (Luktemeerpolder onderdeel van de Hoofdgroenstructuur),
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1387)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een onderzoek te starten naar uitbreiding van de Hoofdgroenstructuur en
hierbij het gebied van de Lutkemeerpolder te betrekken;
- hierbij te onderzoeken welke groentypen dit gebied zou kunnen krijgen en
advies te vragen aan de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur:;
-_ dit extra stuk Hoofdgroenstructuur op te nemen in de Structuurvisie
Amsterdam 2040;
- daarbij de optie tot opkoop van de polder door de gemeente nadrukkelijk te
overwegen.
49
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
57° Motie van de leden Bloemberg-Issa, Simons, Ceder, Kilig, Van Soest en
Van Schijndel inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316 inzake het uitwerken
van meerdere scenario’s voor het behoud van (zoveel mogelijk) de functie van
zorgboerderij De Boterbloem (Uitstel van de plannen), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1388)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ niette starten met werkzaamheden voor Lutkemeer Ill (Business Amsterdam
Osdorp fase 2} voordat Lutkemeer | volledig vol zit;
-__in de tussentijd met betrokken Amsterdammers te kijken naar de
mogelijkheden die het gebied vanuit ecologisch en maatschappelijk
perspectief biedt;
-__en hier bij het opstellen van de Omgevingsplannen op terug te komen.
58° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake zorgboerderij De Boterbloem
(flora-en-faunaonderzoek), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1389)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__om geen onomkeerbare stappen te zetten tot het flora-en-faunaonderzoek is
afgerond en in de commissie RO is besproken.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons.
Mevrouw SIMONS: We staan op een gevoelig moment in de geschiedenis van de
Amsterdamse Landbouw. De beloftes, de gedane investeringen en de gevestigde
belangen dreigen belangrijke ecologische akkerbouw in Amsterdam de das om te doen. Ik
sta hier onder andere voor het belang van groene, kleinschalige lokale landbouw, maar
ook voor de mensen die dat betreft. Enkelen zijn hier vandaag in de raadzaal aanwezig.
Welkom. En ik sta hier om de op papier groene coalitiepartijen op te roepen om de
Lutkemeerpolder en De Boterbloem te behouden. Ik leerde vroeger op school over de
wonderen van de kunstmestrevolutie die ook wel de groene revolutie werd genoemd.
Ironisch, kunnen we nu wel zeggen. Grote opbrengsten zouden honger snel een
probleem van het verleden maken, zo werd ons beloofd. Inmiddels weten we wel beter.
Door het jarenlang telen van dezelfde gewassen op dezelfde grond en door het gebruik
van kunstmest in de intensieve landbouw verschraalt onze bodem en hoewel er
voldoende voedsel wordt geproduceerd, is honger over de gehele wereld verre van
uitgeroeid. Ook ik neem u even mee naar het buitenland, naar India. Daar strijdt
wetenschapper, activist, boer en icoon van de ecologische beweging Vandana Shiva voor
een eerlijker landbouwsysteem. Zij laat zien wat de giflandbouw zoals zij die noemt, heeft
gedaan om de natuur kapot te maken en de Indiase boeren hun broodwinning af te
nemen en afhankelijk te maken van grote zaad- en kunstmestbedrijven, een praktijk die
we ook in veel Afrikaanse landen zien. Als alternatief stelt zij de agro-ecologische
landbouw met een geschiedenis van tienduizend jaar voor. Met haar eigen biologische
boerderij en zadenbanken door heel India laat zij zien hoe het echt radicaal anders kan.
Dichterbij kwam vorige week het proefschrift van Meino Smit uit. Hij onderzocht
wat er nodig is om de Nederlandse landbouw duurzaam te maken en ook hij stelt voor dat
we voor de landbouw van de toekomst naar het verleden moet kijken. Smit roept ons als
regio op de verantwoordelijkheid voor ons eigen voedsel te nemen en een van zijn
50
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
stellingen is dat daarvoor veel meer lokale akkerbouw nodig is en ook meer menskracht
en minder mechanische arbeid. Alles bij elkaar pleit dat dus voor kleinere akkers.
De Boterbloem laat al jaren zien hoe lokale biologische landbouw eruit kan zien.
De Lutkemeerpolder kan een van de plekken zijn waar de landbouwrevolutie van onze tijd
plaatsvindt. Sterker nog, binnen de gemeente is het door haar bodem misschien wel de
enige plek waar tuin- en akkerbouw op een betekenisvolle wijze kan plaatsvinden. Dat
deze belangrijke grond in een schimmig proces verloren dreigt te gaan waar ook nog eens
nooit direct met De Boterbloem aan alternatieven is gewerkt, dat gaat in tegen de
democratische uitgangspunten die dit college zo belangrijk zegt te vinden. Als je de
ambitie hebt om het anders te doen, dan moet je het ook gewoon anders doen. Dan moet
dat zich in alles tonen. Dan is de benadering meteen anders en dan neem je afscheid van
oude politiek.
(Mevrouw VAN RENSSEN: Bent u het met mij eens dat De Boterbloem
behouden kan blijven, omdat er 3 ha wordt vrijgemaakt van de
Luktemeerpolder voor behoud van stad landbouw?)
Nou, ik ben het met u eens dat De Boterbloem behouden kan blijven. Ik ben het
niet met u eens dat die afmetingen voldoende zouden zijn om inderdaad het effect te
bereiken dat we graag willen bereiken.
Voorzitter: de heer Torn
(Mevrouw VAN RENSSEN: Welke middelen heeft u beschikbaar om het
effect dat u wilt bereiken net als de mensen op de tribune om dat te
bewerkstelligen? Ik denk aan een bedrag van 42 miljoen euro dat is
ingeschat om de polder te behouden en ik weet bijvoorbeeld dat de
aanpak statushouders al 10 miljoen kost over vier jaar. Zou u dat ervoor
willen opofferen?)
Het antwoord op die laatste vraag is vanzelfsprekend nee en mijn voorgangster
heeft ook al een aantal duidelijke antwoorden gegeven over hoe we een en ander zouden
kunnen bekostigen.
(Mevrouw DE HEER: Ik vind dat er iets te gemakkelijk wordt gedaan over
het geld. U weet ook dat er grote tekorten aan gaan komen als het gaat
om de zorg. Dat weten we allemaal. Dat hebben we ook al in de
najaarsnota kunnen zien. Het wordt krap. Dan is 42 miljoen euro niet
zomaar te vinden. Dus nogmaals de vraag: waar haalt u dat geld
vandaan?)
Wat ik zou willen voorstellen in dezen, is dat er eerst een politiek besluit wordt
genomen op basis van de wil. De wil vraagt om langetermijndenken. Ja, er zijn garages.
Ja, er is zorg. Er zijn allerlei kosten die de gemeente moet maken, maar het begint toch
eerst met dit besluit belangrijk genoeg te vinden.
(Mevrouw DE HEER: Bent u ervan op de hoogte dat de enige reden dat
er nog grond behouden blijft voor De Boterbloem een motie is geweest
van GroenLinks en de PvdA in de vorige periode en dat er nu dus een
voorstel ligt om dat te doen? Het had niet gehoeven hè. De rechter had al
besloten dat er ontruimd mocht worden. Bent u daarvan op de hoogte?)
Ik ben daarvan inderdaad op de hoogte en ik moet u daarom ook eerlijk toegeven
dat wij daarom zo verbaasd zijn dat u hier niet hetzelfde staat te bepleiten als ik op dit
moment.
51
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
(Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: De woorden schimmig proces triggerden bij
mij de volgende vraag. Ik bespeur bij BIJ1 sinds u lid bent van dit huis de
volgende tendens en dat is dat iedere keer wanneer grondeigenaren die
op een gegeven moment uit maatschappelijke betrokkenheid hun grond in
bruikleen hebben gegeven aan wie dan ook voor een bepaalde periode
en wanneer die periode dan aanbreekt en die mensen moeten vertrekken,
dat u dan altijd vooraan staat om te zeggen dat het eigenlijk een grove
schande is en dat het eigenlijk niet zou mogen gebeuren. U gebruikte
zelfs de woorden schimmig proces. Ik wil het volgende tegen u
aanhouden. Bent u het met mij eens dat deze houding die we hebben
gezien bij ADM en nu hier, maar laatst ook bij de VU op de Zuidas heel
erg schadelijk is wanneer wij in de toekomst van andere grondeigenaren
eigenlijk dezelfde houding verwachten, namelijk wilt u dat alstublieft doen
omdat u maatschappelijk betrokken bent? En dat je dan als eigenaar wel
zes keer zult nadenken voordat je zoiets doet? Want wat je krijgt is dat die
mensen vervolgens nooit meer willen weggaan.)
Het antwoord op de vraag is nee.
(Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: U maakt zich er vandaag heel gemakkelijk
vanaf. Dat is uw goed recht, maar het is een belangrijk debat en het gaat
over een principieel punt waar we volgens mij de komende jaren vaker
over komen te spreken. Daarom nog een keer de vraag aan u. Waarom
denkt u, iedere keer wanneer grond die in bruikleen is gegeven, en moet
worden teruggegeven aan de eigenaar waarbij er in dit huis moord en
brand wordt geschreeuwd wanneer dat moment dan aanbreekt, dat dat
niet schadelijk is voor toekomstige initiatieven?)
Het maakt niet uit hoe vaak u dezelfde vraag stelt, het antwoord zal hetzelfde
blijven. Wat ik er wel aan wil toevoegen, is dat het hier niet gaat over de eigenaren en het
feit dat zij grond in bruikleen geven, maar het gaat over hoe wij omgaan met het vinden
van een oplossing in die situatie. We hebben de gegeven situatie. In dit geval bespreken
we de Lutkemeerpolder en in dit geval zijn we op zoek naar wat het beste is voor de stad,
de omgeving en wat ons betreft breder het klimaat en het milieu.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Bent u het met mij eens dat in dit huis te vaak
als het college iets wil, wordt geschermd met hele hoge schadeclaims —
40 miljoen euro aan die Schiphol Area Development Club of 2,5 miljoen
euro aan die foute projectontwikkelaar — zonder onderbouwing? Het wordt
niet onderbouwd.)
Het uur U is aangebroken, want ja, ik ben het met u eens. Daar wil ik nog aan
toevoegen, en zeker in dit geval, dat er heel vaak wordt gesproken over die kosten. Er is
een breed netwerk dat zich wil inzetten om deze groene en toekomstbestendige polder te
realiseren en daaronder valt ook het financiële aspect. Volgens mij is het vooral belangrijk
dat we als gemeente in gesprek gaan en op zoek gaan naar een oplossing.
Er is hier al heel vaak gesproken over de fearless city. Dat willen we heel graag
zijn. Dan zullen we daartoe ook de stappen moeten zetten. Tegen hen die het grotere
belang van bedrijvigheid in de regio als argument aandragen, wil ik dan ook zeggen: niet
wij, maar u verliest het grote belang uit het oog.
Dan kom ik tot een afronding. Ik kijk alle raadsleden aan die met grote dromen en
groene ambities tot raadslid zijn verkozen en ik doe een oproep. Kijk naar het grote
plaatje. Laten we kiezen voor de toekomst. Behoud de Lutkemeerpolder. Behoud De
Boterbloem. Stuur het college met dat beloofde, nieuwe geluid, die nieuwe lente als
leidraad op pad om in gesprek te gaan en geef ruimte aan de verbeelding. Wees
52
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
realistisch en accepteer het onmogelijke. BIJ1 dient samen met de groene oppositie een
aantal moties in om de Lutkemeerpolder en De Boterbloem te behouden.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
59° Motie van de leden Simons, Bloemberg-lssa en Ceder inzake behoud van
een deel van de Lutkemeerpolder III (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1390)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ binnen de GEM aan te dringen op het invullen van de Lutkemeerpolder
volgens scenario 1, dat uitgaat van 6,5 ha grond voor boerderij De
Boterbloem.
60° Motie van de leden Simons, Bloemberg-lssa en Ceder inzake behoud van
Lutkemeerpolder Ill (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1391)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__binnen de GEM in te zetten op het structureel in gebruik nemen van de
Lutkemeerpolder als biologische landbouwgrond;
-_ als dit niet tot het gewenste resultaat leidt desnoods de volledige grond van
de Lutkemeer Ill op te kopen.
61° Motie van de leden Simons, Bloemberg-lssa en Geder inzake alternatief
scenario voor invulling van de Lutkemeerpolder III (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1392)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__om samen met bewoners en omwonenden, experts en grassrootsorganisaties
zoals de werkgroep Biopolder Lutkemeer een derde scenario voor de
Lutkemeerpolder III te ontwikkelen;
-__tot die tijd geen onomkeerbare stappen te zetten in de Lutkemeerpolder III.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer.
Mevrouw DE HEER: Ik zei het net al, in maart 2018 is er een motie ingediend
door de voormalige raadsleden Nuijens van GroenLinks en Geenen van de PvdA. Ze
staken hun nek uit, want de rechter had inmiddels al besloten dat De Boterbloem kon
worden ontruimd. Ze wilden dat niet. En terecht. Er gebeuren namelijk heel mooie dingen
op De Boterbloem. Het is een zorgboerderij; er is biologische akkerbouw. In de motie is
een oproep gedaan om te kijken naar scenario’s waarbij die Boterbloem behouden kon
blijven, maar wel naast een bedrijventerrein. Er is nooit de belofte gedaan dat de hele
Lutkemeerpolder groen zou blijven. Het was altijd in samenhang. Dat is precies wat de
wethouder heeft gedaan. Zij heeft ook haar nek uitgestoken. 3 ha wordt beschikbaar
gesteld. 3 ha. Dat zijn drie voetbalvelden. Dat is niet niks. Ik vind dat dus alleszins redelijk.
Ik ben daarmee dus heel tevreden. Heel veel mensen zijn daarmee niet tevreden. We
hebben veel insprekers gehad; wij hebben veel mailers gehad; wij hebben ook mensen
gesproken. Maar ik zei het net, het eerlijke verhaal is wel dat dat andere scenario, 7,5 ha,
13,5 miljoen euro kost. Net zei iemand: hoe kan dat nou en al die schimmige dingen. Nou,
dat is helemaal niet schimmig. Een deel van de grond is namelijk niet van de gemeente,
53
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
dus wij moeten die grond dan kopen. De 13,5 miljoen euro is nog laag ingeschat. Dat gaat
dan uit van hele lage prijzen. Als we de hele Lutkemeerpolder groen willen houden, dan
kost dat 42 miljoen euro. Ik vind dat eerlijk gezegd niet in verhouding staan met de
maatschappelijke opbrengst. Het is natuurlijk ook zo dat een bedrijventerrein misschien
minder sexy is dan biologische akkers, maar het is ook broodnodig voor de stad. We gaan
Havenstad bouwen; er moeten bedrijven bij die worden verplaatst en het biedt ook
gewoon werkgelegenheid. Wij zijn van de Partij van de Arbeid. Dat is voor ons ook
belangrijk. Wij staan dus achter het voorstel.
Maar ik heb natuurlijk ook contact gehad met de actievoerders en wat ik bij hen
heel erg proef is dat zij het gevoel hebben niet te zijn meegenomen. Het besluit was
eigenlijk al genomen en dat is hen voorgelegd, aan hen meegedeeld en zij hebben niet
kunnen meedenken in het proces. Dat hadden ze graag gewild. Ik zou de wethouder
willen vragen hierop te reflecteren, want hebben de actievoerders hier een punt?
Dan heb ik nog een vraag over de projectontwikkelaar SEKU BV.
(Mevrouw SIMONS: Ik wilde nog even terugkomen op wat u zojuist zei dat
u als Partij van de Arbeid natuurlijk ook waarde hecht aan economische
aanwezigheid. Maar bent u zich ervan bewust dat er delen van Lutkemeer
len Lutkemeer Il nog steeds gewoon leegstaan? Hoe nijpend is dan die
bouw van Lutkemeer I112)
Dat is een goede vraag die u stelt, want de vraag hadden wij natuurlijk ook. Dat is
ook wat wij hadden vernomen in gesprekken. Wij hebben daarbij stilgestaan in de
commissie. Ik begrijp dat die inmiddels vol zijn. En er komen natuurlijk nog bedrijven aan.
We gaan veel meer bouwen in de stad; er moeten bedrijven worden uitgeplaatst. Ik
vertrouw erop dat dit antwoord van de wethouder klopt. Dus als we straks een leeg
bedrijventerrein hebben, dan hebben we weer een ander gesprek. Ik ga ervan uit dat klopt
wat in de brieven staat.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik hoor mevrouw De Heer zeggen dat zij
ervan uitgaat dat het vol komt te zitten. Kan zij mij dan het onderzoek
geven waarin dat goed wordt aangetoond? Dat is er namelijk niet.)
Ik heb vertrouwen in het college. Het college geeft mij aan dat er veel bedrijven
zijn die op dat bedrijfsterrein willen komen. Daar zijn de contacten mee. Ik heb geen
enkele reden om dat niet te vertrouwen. Ik ga er dus van uit dat dat klopt, maar misschien
niet.
Dan ga ik toch door met mijn vraag over de projectontwikkelaar, want daar zitten
wat zorgen over integriteit. In de beantwoording in de commissie gaf de wethouder al aan
dat eerder is geprobeerd van deze ontwikkelaar af te komen, ook om de zorgen. Maar dat
kan natuurlijk niet zomaar. Wel kan er worden gescreend op basis van de beleidsregel
integriteit en overeenkomsten en de Wet Bibob. De screening vindt op dit moment plaats
en het college beslist daarna. Dat staat in een van de brieven. Stel dat er toch iets blijkt te
zijn met de integriteit, dan betekent dat niets voor de ontwikkeling. Dat begrijp ik niet
helemaal, want SEKU BV heeft ook een grondpositie. Klopt het dan wel dat daaraan dan
geen consequenties zouden zijn verbonden?
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik hoor u zeggen: ze hebben een
grondpositie, SEKU BV. Dat is niet zo. Ze hebben alle grond aan de
gemeente verkocht. Ze hebben een ontwikkelrecht. Even een algemeen
punt. Deze hele discussie over de Lutkemeerpolder en De Boterbloem is
vergeven van gebrek aan kennis over hoe het feitelijk zit. Dat geldt ook
voor u en dat had ik eigenlijk niet verwacht. En ook anderen, maar die heb
ik nog niet gehoord.)
Waar beschuldigt u mij nu eigenlijk van?
54
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
(De VOORZITTER: Ik ga toch even ingrijpen. Interrupties dienen te
bestaan uit vragen zonder inleiding of korte mededelingen. Dus of een
korte mededeling of een vraag zonder inleiding.)
(De heer VAN SCHIJNDEL: Kunt u aantonen dat SEKU BV
grondeigenaar is in die polder?
Ik vind het een beetje vervelend. Het ging in uw interruptie eigenlijk niet helemaal
goed volgens de regels hierover, maar het ging erover dat ik kennelijk ergens niet
voldoende kennis over heb en dat ik me niet heb verdiept en daartegen wil ik bezwaar
maken. Ik heb me namelijk heel erg verdiept in deze kwestie. Het kan zijn dat ik iets
misschien niet goed heb begrepen of dat ik er overheen heb gelezen dat er geen
grondpositie is. Nou, dan zal ik dat zo horen. Maar ik vind het nogal wat dat u mij hier
ervan beschuldigt dat ik mij er niet goed in heb verdiept. Ik heb mij hier heel goed in
verdiept, ik heb met heel veel mensen gepraat. Ik vind dat u dat dus even terug moet
nemen. Als u even naar de interruptiemicrofoon wilt gaan en dat doet, dan zou ik dat op
prijs stellen.
(De VOORZITTER: Het is misschien toch wel goed om in het vervolg van
dit debat via de voorzitter te spreken. De gemoederen lopen hoog op. Ik
denk dat we allemaal op onze plek moeten gaan zitten.)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: De Amsterdamse natuur kan dit college maar een keer
vernietigen. De Lutkemeerpolder is een uniek groen en vruchtbaar gebied.
Amsterdammers maken zich al jaren zorgen over het verdwijnen van de laatste stukjes
groen en ik benadruk het maar, het laatste stuk vruchtbare landbouwgrond rond
Amsterdam. Als deze verdwijnt, is het over en uit voor altijd. Decennia geleden zijn de
plannen gevormd om deze polder te bebouwen met bedrijfsruimtes. De overwegingen van
toen zijn te begrijpen, maar jaren later lijken deze plannen en keuzes het heroverwegen
waard. Voortschrijdend inzicht heet dat. Deze discussie is niet alleen in dit college
gevoerd, maar ook hiervoor. Gezien de motie van voormalig raadslid Nuijens is hierover al
uitvoerig discussie geweest. De vraag is of wij dit willen heroverwegen. Daarnaast moeten
we ook niet vergeten dat het met de hele situatie ook niet helemaal zuivere koffie is
geweest, met het verkrijgen van de grond, de waarde daarvan en alles wat daarbij is
komen kijken.
(Mevrouw VAN RENSSEN: Zegt u nu dat we eigenlijk het besluit van
deze raad uit 2013 om dat bestemmingsplan vast te stellen, moeten
terugtrekken?)
Wat ik voorstel, is te luisteren naar het voorstel van De Boterbloem, namelijk dat
het huidige gebied dat is aangeboden qua hectaren uitgebreid dient te worden.
(Mevrouw VAN RENSSEN: En vindt u dan niet dat met de beantwoording
van de motie in de brief van 30 oktober het plan voldoende is
heroverwogen waarbij inderdaad een wijziging van het bestemmingsplan
wordt voorgesteld, wat ook het nodige geld met zich meebrengt en
waarbij 3 ha vrijkomt voor een zorgboerderij met stadslandbouw? En is
dat dan niet het begin van die heroverweging?)
Zeker, maar zoals u terecht aangeeft: het begin. Wij maken misschien een
principiële afweging of geld de hoofdoverweging zou moeten zijn om principes wel of niet
voort te zetten. Daarin maken we misschien een andere afweging.
Unieke landschappen verdwijnen en de natuur komt steeds verder onder druk te
staan. Het nut en de noodzaak voor de vestiging van een bedrijventerrein op exact deze
55
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
locatie lijkt niet nodig. Ook de roep in de maatschappij om het behoud van groene
gebieden, schone lucht, ontwikkelingen in klimaatdoelstellingen laat de spanning zien
tussen enerzijds economische groei en anderzijds het behoud van de natuur. De hoop is
gevestigd op de groenste coalitie ooit in Amsterdam om de Lutkemeerpolder of wat
daarvan nog over is, te behouden voor groen, akkerbouw en voor toekomstige generaties.
Daartoe is een aanreiking gedaan, maar we hebben allemaal begrepen dat het aantal
hectares niet voldoende is. Samen met De Boterbloem kan deze polder worden
onderhouden en biedt die ook nog eens mogelijkheden voor arbeidsplaatsen en
zorgondersteuning. Ik heb begrepen dat het geld kan kosten. Heel veel geld zelfs. Ik denk
echter dat financiële redenen niet onze hoofdoverwegingen moeten zijn. Deze coalitie
heeft ook plannen gemaakt voor het autoluw maken van de stad, het aardgasvrij maken
van een aantal buurten. Landelijk gezien hebben veel partijen ingestemd met de
klimaatwet. Dat kost ook heel veel geld, maar daarbij overwegen we dat de toekomst van
onszelf, maar ook van de generaties na ons belangrijker is. En het is ons gelukt om
daarvoor financiële middelen te vinden. Er is een aantal moties ingediend door onder
ander BIJ1 en de Partij voor de Dieren waar de ChristenUnie ook achter staat. Nogmaals,
de Amsterdamse natuur kan maar een keer worden vernietigd door dit college. Ik roep het
college op dit niet te doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Er valt veel te zeggen over deze kwestie van De
Boterbloem. Ik heb een stuk gestuurd naar de raadsleden over hoe het nu eigenlijk
juridisch zit. Daar ga ik straks nog iets aan toevoegen. Maar laat ik eerst inhoudelijk
beginnen. Natuurlijk heeft de stad bedrijfsterreinen nodig. Dat begrijp ik ook wel. En ja, dat
kun je op allerlei plekken doen. Het is wel een afweging. Er is behoorlijke leegstand, hoor
ik. Wel degelijk leegstand. Dus waarom zou je zo snel dit plan uitrollen? Dan de kwestie
dat we toch een bestemmingsplan in 2013 hebben vastgesteld. Daar geldt dat
bestemmingsplannen juridisch bepaalde ontwikkelingen toelaten. Het is
toelatingsplanologie, dus de stad kan perfect besluiten om die weidelandschappen in
stand te houden. Een belangrijk punt van goede ruimtelijke ordening is natuurlijk de
lobbenstructuur van onze stad. Die is veel waard. Die wordt wel degelijk aangetast door
de scheggen, de groene scheggen, door deze weidegrond aan de industrie te geven.
Ik vind het jammer dat de heer Biemond hier niet is, want ik moet toch iets zeggen
over de zaak die nu onder de rechter is of onder de rechter komt en wat dat allemaal
betekent voor de discussie hier. Er is een zaak onder de rechter geweest en die zaak is
helemaal afgedaan. Dat is tot de Hoge Raad gegaan. Dat heeft zeven, acht jaar geduurd.
Dat betrof die ex-gedeputeerde uit Noord-Holland. In het arrest dat hierover gaat, staat
heel duidelijk dat er geld is betaald voor de samenwerkingsovereenkomst met stadsdeel
Osdorp. Dat is die projectontwikkelaar waar we eigenlijk allemaal vanaf willen. Je hebt bij
omkoping twee kanten van de zaak. lemand wordt omgekocht, iemand laat zich omkopen.
Daar is de veroordeling voor geweest. En iemand koopt om, actieve omkoping. Dat is nu
aan de orde en dan is het zo dat de strafrechter die daarover gaat, zich geheel en al zal
richten naar de bewezen verklaringen omtrent het feit dat de giften die werden gedaan,
waren gedaan om die persoon te bewegen met de samenwerkingsovereenkomst het
ontwikkelen van die polder gedaan te krijgen. Dat leidt dan tot een nietigheid van wat er
civielrechtelijk tot stand komt, namelijk die overeenkomst. Je zou daarover van mening
kunnen verschillen, maar dat is helemaal niet nodig. We kunnen gewoon kijken naar hoe
het zit met de mededingingsrechtelijke kant van de zaak. Het mag gewoon niet dat je als
ene ontwikkelaar 33% ontwikkelrecht krijgt met betrekking tot de grond. De grond is dus
56
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
aan de gemeente verkocht. De gemeente is de grondeigenaar en dan kreeg die
ontwikkelaar dat recht om daar te gaan exploiteren. Dat is natuurlijk iets anders, maar dat
mag de gemeente niet doen. Niet alleen op grond van de algemene beginselen van
behoorlijk bestuur, het gelijkheidsbeginsel, de vrije toetreding enzovoort, maar ook niet
vanwege het Europese recht. En als het in strijd is met het Europees recht, is het
hartstikke nietig.
(Mevrouw VAN RENSSEN: Ik luister met verbazing naar uw betoog. Nog
niet zo lang geleden, namelijk in de laatste raad op 28 november, heeft
een van uw fractiegenoten nog betoogd dat Jan met de pet maar moet
betalen voor de energietransitie en andere hobby's zoals genderneutrale
toiletten en nu hoor ik u een heel verhaal houden over een juridische
intrige omdat u de Luktemeerpolder wellicht wilt behouden. Ik ben blij om
te horen dat u strijdt voor groen in en om onze stad. Mijn vraag is dan
ook, stel dat u de overeenkomst zou kunnen vernietigen, stel dat we
daarop een beroep zouden kunnen doen, hoe lang vindt u dat die
rechtszaak daarover kan duren en hoeveel mag het wat u betreft kosten
voor Jan met de pet?)
Er wordt altijd geschermd met de woorden dat we dan langdurige processen
krijgen. We krijgen dan ook advocatenkosten. Hoe koop je zo iemand uit? Er hoeft
helemaal niets te worden uitgekocht. De overeenkomst is gewoon nietig. De
vervolgvragen zullen dan zijn of die omkopende partij die ooit grondeigenaar was — nu
niet meer, maar was — of die nog steeds civielrechtelijk het recht heeft op de waarde van
die grond. Dan zien we dan wel weer. We kunnen ervan af. Dat is wezenlijk om vast te
stellen. Ik vind het jammer dat er vanuit het college te gemakkelijk een bepaalde wens om
dit plan te gaan uitvoeren, wordt omzwachteld met juridische argumenten die niet
steekhoudend zijn. Dus die juridische functie — en dat is al eerder geconstateerd bij
Westpoort Warmte — binnen Ruimte en Duurzaamheid is niet op orde, zo blijkt. Dat blijkt
bijvoorbeeld ook uit dat arrest waarop ik me baseer, dat arrest van het Gerechtshof
Amsterdam, dat het college mij eerst alleen kabinet wilde verstrekken. Dat is toch van de
gekke. Dat kan toch helemaal niet. Dus daar moet echt serieus naar worden gekeken.
(Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Volgens mij zijn we getuige van een
bijzonder moment, want alle politieke analisten hadden gedacht dat het
ondenkbaar zou zijn dat er onderwerpen in dit huis besproken zouden
worden waarbij inhoudelijk BIJ1 en Forum voor Democratie op dezelfde
lijn zouden zitten. Die hebben vandaag volgens mij ongelijk gekregen,
want eigenlijk houdt u hetzelfde betoog als mevrouw Simons. U heeft het
ook over schimmige dingen. Dat is allemaal voor uw rekening. Ik heb daar
geen verstand van, maar mijn vraag aan u is de volgende en die lijkt op
de vraag aan mevrouw Simons. Ik ben benieuwd naar de juridische haken
en ogen die u terecht of onterecht heeft geconstateerd. Het volgende
fundamentele punt is hier volgens mij aan de orde. Bent u het met mij
eens dat sprake is van een houding in de gemeenteraad van Amsterdam
die steeds meer een soort van trend aan het worden is als het gaat om
eigenaren die hun grond in bruikleen geven uit maatschappelijke
betrokkenheid en die zeggen: na twee, drie of tien jaar wil ik die grond
graag terug hebben want ik heb daar plannen mee? En dat er hier iedere
keer moord en brand wordt geschreeuwd en dat u blijkbaar met anderen
vooraan staat en zegt dat dat helemaal niet kan? Dat is dan toch
schadelijk voor toekomstige initiatieven die ook dit soort
bruikleenovereenkomsten gegund zouden kunnen worden?)
57
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
(De VOORZITTER: Ook deze interruptie voldoet volgens mij niet
helemaal aan de regels. Ik wil u allen oproepen kort en bondig te zijn.)
Ik ben het helemaal met u eens dat het inderdaad zaak is om leuke initiatieven
voor een tijdje af te wegen en dat je als gemeente kunt besluiten dat je het anders wilt.
ADM is bijvoorbeeld zo’n punt. Er liggen ook gerechtelijke uitspraken. En dan gaan we
daar nu naar handelen. Ik ben het met u eens, maar in dit geval zijn er wel degelijk ook
ruimtelijkeordeningsbezwaren. Die scheggenstructuur van Amsterdam wordt aangetast.
Er is leegstand. Het kan in industrieverzamelgebouwen. Dat doen ze in Hongkong ook;
dat doen ze in Singapore ook. Laten we dat hier ook doen. Het kost wat, maar daarvoor
betalen die bedrijven dan ook. Het is allemaal heel geiijkt. We hebben in 2013 dat
bestemmingsplan vastgesteld en nu gaan we het ook echt doen, want de economie is
opgeleefd en we hebben die ruimte gewoon nodig. Die afweging wil ik zo helemaal niet
maken. Dan ben ik toch een tikkeltje verstoord als ons van de kant van het college zand in
de ogen wordt gestrooid. Dat kan echt niet. Ik had verwacht dat er een goed rapport zou
liggen over hoe het zit met die structuur en wat de gevolgen zijn van het feit dat de
projectontwikkelaar de omkoper was, Ton Hooijmaijers. En die
samenwerkingsovereenkomst is via een vennootschap uiteindelijk zo vormgegeven.
Anyway, daar ging mijn notitie over. Ik verwacht van de wethouder een inhoudelijk betoog
over wat er mis is met deze notitie, want u heeft die gezien.
(De VOORZITTER: U verwijst naar een notitie, maar die maakt volgens
mij geen deel uit van de beraadslaging. Of heb ik het fout?)
Die is naar alle raadsleden gestuurd. Ik wil die graag deel laten uitmaken van de
beraadslagingen als dat kan. Het is geen motie.
(De VOORZITTER: Het is een beetje ingewikkeld want u verwijst naar
een stuk dat geen onderdeel vormt van de beraadslaging. Vandaar dat ik
daar als voorzitter even op inhaak. Daardoor is het voor de wethouder wel
lastig om daarop te reageren. Als u daarmee iets wilt, dan …)
Dat kan te gelegener tijd volgend jaar.
(De VOORZITTER: Zullen we dat dan maar zo afspreken?)
We zullen het zo doen. We hebben een motie. Die heb ik al aan wethouder Van
Doorninck gegeven. Die wil ik graag indienen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
62° Motie van het lid Van Schijndel inzake onderzoek juridische houdbaarheid
samenwerkingsovereenkomst Lutkemeerpolder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1393)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken
1) hoe SEKU BV zo snel mogelijk uit de constructie kan worden verwijderd;
2) of de gemeente en haar partners met de SADC/GEM Lutkemeer-
constructie willen doorgaan of aan een eenvoudiger constructie de
voorkeur geven;
-__en daarover binnen een halfjaar aan de raad te rapporteren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Renssen.
58
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Mevrouw VAN RENSSEN: GroenLinks wil een inclusieve en een duurzame stad,
maar vooral ook een open stad die toegankelijk is voor iedereen en kansen biedt voor al
haar inwoners. Al in 2013 is het bestemmingsplan Lutkemeerpolder vastgesteld door deze
raad waarin de gronden de bestemming bedrijf hebben gekregen en in 2009 is de
samenwerkingsovereenkomst getekend. De grondexploitatiemaatschappij, de GEM, is
opgericht ten behoeve van de ontwikkeling van de Lutkemeerpolder. De gronden worden
ontwikkeld voor een duurzame natuur inclusief een bedrijventerrein dat ook nog energie
zal leveren. Nu kan ook nog 3 ha van de Lutkemeerpolder worden vrijgemaakt voor de
boerderij met een zorgfunctie en stadslandbouw. GroenLinks heeft altijd de aandacht
gevraagd van het college voor het behoud van de zorgboerderij en dat heeft ze gedaan in
de vorige periode, maar ook in deze periode. Raadslid Nuijens heeft in het vorige college
in 2017 gevraagd met een oplossing te komen toen ontruiming aanstaande was en
wethouder Van der Burg heeft toen in ieder geval de ontruiming uitgesteld. Toen in het
voorjaar van 2018 bleek dat de realisatie van het bedrijventerrein in de Lutkemeerpolder
onvermijdelijk was, hebben we samen met de PvdA — en mijn collega De Heer refereerde
daar zojuist al aan — het voorstel ingediend om het college te vragen scenario’s te
onderzoeken waarbij het behoud van onder andere de zorgfunctie van De Boterbloem
vanwege die maatschappelijke meerwaarde mogelijk was. Precies zoals al eerder is
gezegd: de zorgboerderij naast het bedrijventerrein. En die motie van 14 maart werd dan
ook door de hele raad gesteund. Deze motie was ingegeven om maximaal creatief te zijn
onder de gegeven omstandigheden. De omstandigheden waarin de gebiedsontwikkeling
was vastgelegd en met andere partners, Schiphol, de Provincie en de Haarlemmermeer,
moet worden samengewerkt, wat niet altijd een eenvoudige opgave is om bijvoorbeeld
wijzigingen door te voeren. Vandaar dus dit verzoek van maart 2018 om de scenario’s te
onderzoeken die wel mogelijk zouden zijn. De rechtbank had al de uitspraak gedaan dat
De Boterbloem moest ontruimen, maar wij zijn toen opgestaan om zoveel mogelijk te
behouden. We hadden toen achterover kunnen leunen, veilig in de oppositie, en we
hadden niets kunnen doen, maar dat hebben we niet gedaan. We hebben gestreden en
daarom zijn we nu ook zo blij met het voorkeursscenario van het college dat 3 ha wordt
gereserveerd voor het behoud van de zorgboerderij en voor stadslandbouw. En we zijn
blij dat wethouder Van Doorninck het maximaal haalbare heeft gedaan.
Er zal enige tijd zijn gemoeid met de uitgifte van de kavels en de ontwikkeling en
open akkers en open landschap zijn van belang voor biodiversiteit en klimaatadaptatie.
Dat werd ook al aangehaald door de Partij voor de Dieren. Zolang bebouwing nog niet
noodzakelijk is, willen we de polder dan ook zo lang mogelijk openhouden. Dus wij, de
fractie van GroenLinks met SP, D66 en de PvdA vragen het college er bij de GEM op aan
te dringen bij de ontwikkeling rekening te houden met het openhouden van de akkers zo
lang als dat kan. We vragen het college dan ook in een motie om niet te verharden zonder
dat de gebruikers bekend zijn en we vragen om te faseren zodat zo lang mogelijk een
open landschap en onverharde grond aanwezig is in de polder.
Daarnaast hebben we nog een tweede motie en daarin vragen we de grond die
van bijzondere kwaliteit is en van bijzondere vruchtbaarheid om die te behouden in het
gebied, eventueel in het gebied te gebruiken of zo mogelijk elders. In dit voorstel is ook
opgenomen bij de inrichting rekening te houden met migratieroutes en biodiversiteit.
Jarenlange gebiedsontwikkelingspraktijken zijn niet in een halfjaar veranderd, maar de
zorgboerderij en stadslandbouw kunnen behouden blijven en er wordt rekening gehouden
met klimaatadaptatie en ecologie. De moties heb ik hier.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik hoorde mevrouw Van Renssen
spreken over dat het maximaal haalbare is gedaan door de wethouder.
Kan zij nader toelichten waarom dit het maximaal haalbare zou zijn?)
59
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Ik dacht dat ik had toegelicht dat dit het maximaal haalbare was gelet op de
gegeven omstandigheden waarbij de grond niet alleen van ons is, maar waarbij de
gemeente Amsterdam die deelt in een grondexploitatiemaatschappij met de Provincie en
met de Haarlemmermeer en met Schiphol. Gelet op die omstandigheden is dit aanbod
met die 3 ha voor de zorgboerderij het maximaal haalbare. Die grond zou wellicht
6 miljoen euro kunnen opleveren, maar wij kiezen ervoor die aan te bieden voor een
zorgboerderij.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Vindt mevrouw Van Renssen niet dat het
maximaal haalbare zou zijn dat dit bedrijventerrein niet op deze locatie
komt, zeker gezien het feit dat er geen noodzaak bestaat voor een
bedrijventerrein omdat de provincie Noord-Holland zelfs in Amstelveen
43 ha bedrijventerrein heeft tegengehouden?)
Nee, alles afwegende en gelet op de omstandigheden vind ik dit het maximaal
haalbare.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Dan kan ik dus constateren dat
GroenLinks niet voor de meest groene keuzes staat.)
Ik dacht dat ik net had proberen uit te leggen dat we dus niet veilig achterover
hebben geleund vorig jaar en dat mijn collega Nuijens er echt alles aan heeft gedaan om
bijvoorbeeld de zorgboerderij te behouden. Als Groenlinks niet in dit college had gezeten,
dan was er waarschijnlijk allang ontruimd geweest — durf ik te speculeren. Dus ik ben dat
niet met u eens en ik deel die mening niet. GroenLinks heeft wel het maximale gedaan.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Weet u hoeveel invloed de gemeente heeft
als aandeelhoudervennoot in gemeenschappelijke
exploitatiemaatschappij Lutkemeerpolder?)
Ja hoor. Ik wil best met u de verhoudingen in de GEM doornemen. We hebben
GEM Beheer BV, we hebben ook de CV, maar ik neem aan dat u de BV bedoelt want die
heeft de feitelijke zeggenschap en niet de commanditaire vennootschap. Dat is 50%, dus
dat heeft de gemeente Amsterdam. Dat is de helft, maar geen meerderheid.
(Mevrouw SIMONS: Ik hoor u zeggen dat wat u betreft het maximaal
haalbare is bereikt. Dan ben ik toch benieuwd naar hoe u staat tegenover
het feit dat De Boterbloem aangeeft dat 3 ha voor hen niet rendabel is.
Voor wie is dan het maximaal haalbare bereikt?)
Er is altijd de afgelopen twee jaar met De Boterbloem besproken dat er een ander
businessmodel zal moeten komen dan nu het geval is waarbij er veel akkerbouw zal zijn
op een groot aantal hectares en als we naar een zorgfunctie gaan met stadslandbouw en
een boomgaard, dan zal waarschijnlijk die zorgfunctie moeten worden geïntensiveerd. Ik
weet dat dat niet de voorkeur heeft van de huidige stichting De Boterbloem die de
boerderij exploiteert, maar gezien de omstandigheden waarbij we uitgaan van een
bedrijventerrein met die partners en die GEM, vind ik dit het maximaal haalbare.
(Mevrouw SIMONS: Voor wie?)
Voor die open, inclusieve en duurzame stad die Amsterdam wil zijn.
(De heer CEDER: Klopt het dat GroenLinks vindt dat dit het meest groene
college ooit is dat Amsterdam heeft gehad?)
Ik denk dat dit college zich nog moet bewijzen als het groenste college ooit en
daarvoor hebben we nog drieënhalf jaar de tijd. We zijn in ieder geval een progressief
college.
(De heer CEDER: Zou GroenLinks een andere afweging hebben gemaakt
als het kostenplaatje geen 40 miljoen euro zou bedragen, maar als het
een substantieel lager bedrag zou zijn geweest? Zou dat voor GroenLinks
mogelijk een andere overweging hebben gevormd?)
60
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Dat zou speculeren zijn. Er zijn natuurlijk meerdere scenario's beschreven. We
hebben ook gevraagd om meerdere eindbeelden in die motie van 14 maart. Er is nog een
ander scenario beschreven dat 13,5 miljoen euro zou kosten en dat is niet haalbaar wat
GroenLinks betreft. Ik denk dat ik daarmee uw vraag heb beantwoord.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een voorstel
van orde.
De heer VAN LAMMEREN: Volgens mij is de regel dat je drie interrupties per
punt hebt, maar dat je meerdere interrupties per agendapunt kunt gebruiken zolang het
maar over iets anders gaat.
De VOORZITTER: Volgens mij is het nu zo dat mevrouw Van Renssen haar
betoog nog niet heeft vervolgd maar nog steeds bezig is met het beantwoorden van
interruptie op interruptie. Dus ik zou tegen mevrouw Bloemberg-lssa willen zeggen: als u
toch een interruptie wilt, dan vind ik dat ingewikkeld. Het zou echt een heel nieuw punt
moeten zijn. Dat is vreemd, want mevrouw Van Renssen heeft eigenlijk niets meer
gezegd. Ik wil mevrouw Bloemberg-lssa kort het woord geven, maar ik ga wel heel goed
opletten of het echt iets nieuws betreft.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik wil juist iets vragen wat door mevrouw
Van Renssen is gezegd. Ze heeft het er namelijk over dat De Boterbloem
kan blijven bestaan, maar het gaat toch om de functie van ecologische
landbouw en niet om de BV? Deelt GroenLinks de mening van de Partij
voor de Dieren dat deze functie verloren gaat als deze plannen zo
doorgaan?)
Mevrouw VAN RENSSEN: Dat is een goede vraag. U heeft helemaal gelijk.
Blijkbaar gaat het u dus ook vooral om de functie van landbouw. Eerder dacht ik dat het u
altijd ging om het behoud van De Boterbloem. De Boterbloem kan in een andere vorm
blijven voortbestaan. Inderdaad, de huidige functie van landbouw gaat verloren. De
pachtovereenkomst is ook al een tijdje geleden beëindigd. In die zin is het ook niet heel
vreemd. Dat is namelijk het besluit van de raad geweest in 2013 toen die dit
bestemmingsplan vaststelde waar de raad de gronden bestemde tot bedrijventerrein.
Sterker nog, in dit geval gaan we dat bestemmingsplan juist weer wijzigen om die 3 ha
stadslandbouw mogelijk te maken. Eigenlijk is met het voorstel van het college juist een
deel van die functie terug op de Lutkemeerpolder.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik zou even willen benadrukken dat de
Partij voor de Dieren zeker voor het behoud van De Boterbloem is, maar
dat er wel voldoende grond beschikbaar moet zijn voor de functie van
ecologische landbouw. In het huidige voorstel is maar een beperkt aantal
hectare beschikbaar waardoor de ecologische landbouw niet meer goed
kan worden uitgeoefend. Bent u dat met mij eens?)
Ik denk dat ik daarop net al antwoord heb gegeven met mijn relaas over het
bestemmingsplan uit 2013. Ik was eigenlijk al klaar met mijn betoog, maar ik wil best nog
wel een keer herhalen dat we een jarenlange gebiedsontwikkeling niet zomaar kunnen
veranderen, maar dat we hier wel een heel goed alternatief hebben geboden voor de
zorgboerderij met maatschappelijke meerwaarde voor de hele stad. Ik heb er het volste
vertrouwen in dat het college dat op een goede manier gaat uitvoeren met inachtneming
van de moties van de coalitie.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
61
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
63° Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman
inzake de Lutkemeerpolder (Kwaliteit gronden) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1394)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__in het geval van (al dan niet tijdelijke) ontwikkeling van de kavels de gronden
op een zodanige manier in te richten dan wel te belasten dat de kwaliteit van
de vruchtbare grond niet verloren gaat en zoveel als mogelijk behouden blijft,
in het gebied zelf en indien dat niet mogelijk is elders voor gebruik in de
toekomst;
- het gebied op een zodanige manier in te richten door bijvoorbeeld een
bomenrij/groene zone op te nemen over de hele lengte van de polder ter
behoud dan wel bevordering van de biodiversiteit en migratieroutes.
64° Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman
inzake de Lutkemeerpolder (Fasering), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1395)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de GEM dringend te verzoeken de ontwikkeling gefaseerd ter hand te nemen
zodat zoveel mogelijk van de Lutkemeerpolder aan open landschap en
onverharde grond zo lang mogelijk kan worden behouden;
- geen gronden te verharden c.q. bouwrijp te maken, voordat de nieuwe
gebruikers bekend zijn en de reserveringsovereenkomsten en de ontwikkeling
van die kavels definitief zijn.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: De heer Van Schijndel heeft het net al aangestipt: dit is
onder andere een probleem van deelneming. Telkens als er zo'n deelneming ter sprake
komt, dan zeg ik altijd weer ‘met oprechte deelneming’, want in dit geval hebben we een
bepaalde activiteit, grondpolitiek op afstand gesteld en onverbloemd wordt hier iets wat
heel belangrijk is voor de gemeente Amsterdam op afstand gesteld namelijk
gebiedsontwikkeling. In de doelomschrijving van deze deelneming is natuurlijk heel
duidelijk dat publiek belang, maar dat publiek belang dat toentertijd is gesteld, het
ontwikkelen van Schipholgebonden bedrijven. Het gekke is dat wethouder Kock daarna in
een vergadering in december 2017 volgens mij gesproken heeft over het feit dat er toen
onvoldoende kavels werden uitgegeven, maar dat er daarna zou worden gekeken naar de
uitgeplaatste bedrijven van Havens West die daar eventueel een mogelijkheid zouden
kunnen vinden. Ik zou het college willen vragen hoe het daarmee staat omdat het wel
belangrijk is te kijken hoe we dit verder gaan ontwikkelen. Ik denk dat het uiterst belangrijk
is om hier het beeld weg te nemen dat hier wordt geschapen over het feit dat dit college te
weinig heeft gedaan. Met enorme haast en spoed heeft de heer Nuijens samen met de
heer Geenen een motie ingediend. Er lag al een gerechtelijke uitspraak, dus het was
eigenlijk al een onmogelijkheid om in de woorden van mevrouw Simons te praten. Het
was eigenlijk onmogelijk om dit na die gerechtelijke uitspraak te doen. Het feit dat dit
college dat heeft gedaan, dat moet denk ik wel worden gezien als een uitwerking
waarmee we misschien niet geheel tevreden zijn, maar het is tenminste een motie die zijn
uitvoering heeft. Dus ik denk dat dat uiterst belangrijk is.
62
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Het is zeker belangrijk te kijken naar de doelstelling van deze deelneming, want
het probleem met deelnemingen, namelijk deze neoliberale vorm van op afstand stellen is
onder kritiek gesteld. En dat doet deze hele raad terecht. Ik vind ook net als de heer Van
Schijndel en andere partijen dat we er nauwer naar moeten kijken, anders loopt het de
spuigaten uit. Dus dat is mijn cruciale vraag aan de wethouder en dat kan de wethouder
Deelnemingen zijn, dat kan de wethouder Ruimtelijke Ordening zijn: wat gaan we hier
concreet aan doen? Om deze manier verliezen we sturing op datgene wat zo belangrijk is,
namelijk grondpolitiek.
De VOORZITTER: Volgens mij zijn er geen sprekers meer van de zijde van de
raad in de eerste termijn. Het is bijna 17.00 uur, de streeftijd voor vanmiddag. Ik stel voor
dat we in ieder geval nog de eerste termijn van de zijde van het college afronden en dan
kijken waar we staan. Zullen we het zo doen? Dan is het woord aan wethouder Van
Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Dank voor de vele aanmoedigingen die wij
hebben gekregen om het groenste college ooit te worden. Mevrouw Van Renssen had
gelijk. Dat moeten we nog laten zien. Dus over drie jaar zal blijken of dat is gelukt. Ik weet
niet of dit dossier zoals een aantal partijen stelt, onze belangrijkste proeve is. Ik denk dat
er op het gebied van groen heel erg veel te doen is en dit dossier is er een van. We zijn
hier inderdaad aan begonnen vanwege die motie, want volgens eerdere besluitvorming
zou gewoon de hele Lutkemeerpolder bedrijventerrein worden. Ontruiming stond al op
stel. Door de motie die in maart werd ingediend, is het college gevraagd er toch nog een
keer naar te kijken wat er mogelijk is. Dat is ook wat we hebben gedaan. Dan kan ik ook
zeggen, met mevrouw Van Renssen: dit was wat er haalbaar was. Ik merk dat de
discussie naar aanleiding van deze motie waarbij gekeken wordt hoeveel er voor de
zorgboerderij bewaard kan blijven en zo veel mogelijk van de akkergronden, dat dat is
uitgegroeid tot een discussie over Lutkemeer Ill en over bedrijventerreinen. Ik kan dus
zeggen dat ik vind dat de motie juist is uitgevoerd, want we kunnen De Boterbloem
behouden en we kunnen ook een terrein eromheen behouden. Dat zal een andere functie
hebben dan de functie zoals de boerderij die tot nu toe heeft aangehouden, maar het
betekent wel dat we in een sterk verdichtende stad de ruimte beter kunnen delen. Ik ben
ervan overtuigd dat we steeds meer moeten kijken naar niet het een of het ander in onze
stad. Waarmee we bezig zijn, is veel meer het kijken welke functies kunnen worden
gemengd en hoe je de ruimte in deze stad beter kunt delen, terwijl we ondertussen een
enorme transformatie doormaken van hele bedrijventerreinen die nu woonwijken worden.
Een heleboel bedrijven moeten de komende jaren worden uitgeplaatst omdat we daar
woningen willen vestigen. De uitwerking van de motie heb ik inderdaad zo ter hand
genomen dat ik ga kijken hoe een bedrijventerrein groener kan zijn. Daarom ook die
afspraken die we nu hebben gemaakt met de SADC om echt een goed inrichtingsplan te
maken, veel groener, natuuradaptiever en natuurinclusiever dan dat we gewend zijn. De
trackrecord is niet heel mooi die ze hebben laten zien. Het vergde een hele discussie om
daartoe te komen. Ik denk dat de opgave van deze stad heel erg zit in hoe we ruimte
gaan delen. Dat zit in een heleboel dossiers en ook hierin. Daarom is de keuze van het
college geweest om niet de brede taak op te vatten zoals veel van de mensen hier
aanwezig en ook een deel van de raad het ziet, namelijk de hele Lutkemeerpolder
behouden als groengebied, maar om te kijken hoe we ruimte kunnen delen zoals ook in
de motie werd gevraagd: hoe kan een deel van De Boterbloem en de gronden behouden
blijven op een bedrijventerrein? Dat is hoe we de motie hebben uitgevoerd en dat is wat
we hebben behaald op een manier waarbij we geen onredelijke greep doen in de rest van
63
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
de gemeentekas. Inderdaad, we hebben grote zorgen die bij de voorjaarsnota op ons af
komen en daaraan zullen we ook moeten voldoen. Dus op deze manier hebben we
geprobeerd de motie zo goed mogelijk uit te voeren, maar ook wel op een andere manier
door anders naar onze ruimtelijke opgave te kijken.
Mevrouw Bloemberg-lssa heeft het erover dat we een streep moeten trekken door
de grijze plannen. Ik zeg: nee, we hebben onze plannen gewijzigd. Ik vind dat nu wordt
gedaan alsof die plannen helemaal niet zijn gewijzigd, maar die zijn wel degelijk gewijzigd.
Er is 3 ha uitgehaald die we anders gaan inrichten dan in het bestemmingsplan staat.
Voor de overcapaciteit op andere plekken waaraan mevrouw Bloemberg-lssa ook
refereerde, is het zo dat op dit moment in de Luktemeerpolder 3 ha is gereserveerd en er
is maar 3 ha vrij uitgeefbaar. Dat is in losse plots en dat is niet genoeg voor de vraag op
dit moment.
(Mevrouw SIMONS: Ik ben benieuwd of de wethouder zich ervan bewust
is dat die 3 ha bestaat uit 2 ha en de 3°° ha is dan de boomgaard. Dus die
is niet geschikt om akkerbouw op te plegen.)
Ja, het gaat om 3 ha totaal voor boerderij De Boterbloem waarbij de boomgaard
daarbij een onderdeel vormt. Dat klopt.
Het is ook zo dat ik gezien alle ontwikkelingen in de stad verwacht dat we op meer
plekken een bedrijventerrein nodig hebben namelijk vanwege al die transformaties die
doorgaan. Ik wil dan ook wel een beetje een kanttekening plaatsen bij de opmerking van
mevrouw Bloemberg-lssa die het alleen maar heeft over dat dit allemaal voor de industrie
is en dat het om de welvaart van een paar mensen gaat. Een bedrijventerrein is over het
algemeen iets wat voor een heleboel Amsterdammers in de eerste plaats een werkplek is,
maar waar ook plekken zitten waar we als stad direct gebruik van maken. Ik vond de
toespraak van de Zweedse Greta ook prachtig, maar om het nu meteen in het frame te
zetten dat we met dit specifieke bedrijventerrein alleen maar naar de winst van weinigen
kijken, dan zou ik het toch echt niet zo willen framen. Volgens mij klopt het ook niet als u
dat zo zou willen framen.
Een ander punt dat vaak op andere manieren al naar voren is gekomen, is dat er
helemaal niet gesproken is met de mensen van De Boterbloem die zich daar heel erg
mee bezig houden en zich daarvoor met hart en ziel inzetten. Het klopt dat met hen niet
op dezelfde manier is gesproken als bijvoorbeeld met de GEM of de SADC en dat komt
omdat technisch, juridisch en ook financieel De Boterbloem wat dat betreft echt een
andere partij is dan degene met wie wij zaken hebben gedaan in deze
samenwerkingsovereenkomst en waarnaar wij ook verplichtingen hebben. De
verplichtingen die wij naar De Boterbloem hebben, dat zijn verplichtingen die wij zelf
voelen. Dat is toch van een ander karakter. Op het moment dat je tot een overeenkomst
moet komen waarbij je zaken terugdraait waar je eigenlijk al een bestemmingsplan voor
hebt gemaakt en contracten voor hebt getekend, is dat een andere discussie. Ik vond het
moeilijk het gesprek in alle openheid te voeren — en die gesprekken zijn er wel degelijk
geweest — omdat ik heel helder van de kant van De Boterbloem te horen heb gekregen
dat hun plan voor het akkerscenario een minimumbod was. Voor minder kon ze het niet
doen. En aan dat bod kon ik niet voldoen gezien de financiële situatie en gezien de
afspraken die we hebben met de SADG. Dus dat is dan best wel moeilijk als er een soort
van ondergrens ligt waaraan ik niet kan voldoen. Dat haalt niet weg dat ik heel graag met
De Boterbloem nu het gesprek aanga over hoe we die 3 ha zo goed mogelijk gaan
invullen en waar de gemeente kan ondersteunen om ervoor te zorgen dat dat een mooie
plek wordt waar mensen kunnen werken, waar een goede zorgboerderij is en waar
mensen kunnen genieten van het buiten zijn. 3 ha is niet niks. Er werd net geschetst alsof
dat niets is, maar dat is echt een fiks stuk. Dus ik ga dat gesprek heel graag aan, maar
64
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
het was tot nu toe een andere vorm van gesprek dan met de partijen met wie we nu
eenmaal een contract hebben getekend en met wie we dus een overeenkomst hebben. Ik
ga het gesprek heel erg graag aan over wat de beste invulling is van de plekken die we nu
hebben.
Dan kom ik nu op het punt van de integriteit en de schimmige deals en het hele
verhaal waar de heer Van Schijndel mee zit. Dat we hier te maken hebben met een partij
waarvan een zaak nu onder de rechter ligt, dat weten we allemaal. Vanaf het moment dat
de zaak Hooijmaijers speelde, heeft het dossier de volle aandacht van de gemeente.
Zoals ik ook al in de commissie heb gezegd, hebben het vorige college en wijlen
burgemeester Van der Laan daarin ook stappen ondernomen. Op dit moment zijn we de
Bibobscreening gestart omdat er straks dingen worden uitgegeven. Dus we zitten er
bovenop. De zaak die nu onder de rechter is, is een zaak waarbij de gemeente geen partij
is. Maar omdat dat onderzoek is gestart, willen we naar aanleiding van wat er uitkomt,
begin volgend jaar gaan kijken hoe en of wij verder willen gaan met SEKU BV. De
bedenkingen die hier allemaal zijn genoemd en ook de bedenkingen die uit de zaak
Hooijmaijers komen, zullen zeker een rol spelen bij de heroverweging die het college
daarin wil maken. Dus er wordt om gevraagd, maar het gebeurt al. Wij zijn hiernaar aan
het kijken en dan kan het ook geen verrassing zijn als bekend is dat we hier al eerder
naar hebben gekeken en dat we dat naar aanleiding van de Bibob weer sterk gaan doen.
Volgens mij heb ik dan de gestelde vragen allemaal beantwoord. Collega Kock zal
nog even ingaan op de vragen over de deelnemingen.
(Mevrouw DE HEER: Misschien heb ik het niet goed gehoord, maar als er
nu iets komt uit die Bibob dat niet helemaal goed is, wat betekent dat dan
precies voor de ontwikkeling?)
Dat heeft in principe niet met de ontwikkeling te maken, want dan gaan we zelf
verder. Het gaat erom hoe we dan gaan kijken. Ga je de SOK heroverwegen? We weten
nog niet precies hoe we dat gaan doen en of we dat kunnen doen en of we daar gronden
voor hebben. Maar dat betekent niet dat de ontwikkeling niet doorgaat. Dan is die partij er
niet meer of dan wordt er op een andere manier met die partij gewerkt. Misschien met
andere personen. Maar dat weet ik niet. Dat heeft dus voor de ontwikkeling van het
bedrijventerrein geen consequenties. Dus zo moet u ook de brief lezen die u eerder is
gestuurd. Die twee zaken lopen wel parallel, maar zijn niet direct met elkaar verbonden,
de ontwikkeling van het bedrijventerrein, de rechtszaak die er loopt en onze overweging in
het college in januari hoe we met deze partij verder omgaan.
Dan kom ik bij de moties die zijn ingediend. Tot mijn spijt zal ik de meeste moties
negatief moeten preadviseren, omdat ze lijnrecht ingaan tegen het voorstel dat er nu ligt.
Dat geldt voor motie 1387. Als we de Lutkemeerpolder in de Hoofdgroenstructuur gaan
stoppen, dan gaat deze ontwikkeling niet door en we kiezen er nu juist voor om dat wel te
doen.
Datzelfde geldt voor motie 1388.
Motie 1389 kan ik wel positief preadviseren. We zijn namelijk bezig met het flora-
en-faunaonderzoek en we verwachten dat we dat onderzoek begin volgend jaar hebben
en dan zal dat ook uw kant op komen.
Dan motie 1390 over de 6,5 ha. Dat is een gesprek dat ik met de SADG en de
GEM heb gevoerd. Dat is niet op 6,5 ha, maar op 3 ha uitgekomen dus ook die motie
moet ik negatief preadviseren.
Dan motie 1391 die vraagt om binnen de GEM structureel gebruik te maken van
de Lutkemeer. Dat is niet volgens de uitvoering van de motie die eerder was ingediend en
waarvan dit een uitvoering is, namelijk dat we de biologische landbouwgrond samen
gebruiken met het bedrijventerrein.
65
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Dan motie 1392 over het heroverwegen van de plannen. Dat is niet wat er uit de
onderhandelingen met SADG is gekomen, tenminste, gedeeltelijk namelijk die 2 ha of
3 ha, maar niet meer. Ook is daarvoor geen dekking.
Dan kom ik bij de motie van mevrouw Van Renssen, nr. 1395 die vraagt
gefaseerd te ontwikkelen en geen gronden te verharden of bouwrijp te maken voor de
nieuwe gebruikers bekend zijn en reserveringsovereenkomsten zijn getekend. Wij zullen
het gebied inderdaad gefaseerd gaan ontwikkelen waarbij we beginnen met fase |. Ik ga
ervan uit dat u vindt dat we bij fase | die gebruiksovereenkomsten moeten hebben. Dat is
uw vraag. Wij gaan in januari kijken naar de gebruiksovereenkomsten, dus ik neem aan
dat wij die gewoon klaar kunnen hebben voordat de grond bouwrijp gemaakt moet
worden. Als het gaat om de andere gronden die in een andere fase liggen, dan wordt dat
elke keer in de aandeelhoudersvergadering besproken voordat daarover wordt besloten.
Dus dan kunnen wij als Amsterdam daarop aandringen dat er duidelijkheid moet zijn over
het gebruik voordat we een volgende fase ingaan. Ik weet niet precies wat u bedoelt met
de woorden ‘de ontwikkeling van die kavels definitief is’ en over welke kavels u het dan
exact heeft. Ik kan u zeggen, die reserveringsovereenkomsten, die willen wij in het
voorjaar gaan tekenen.
(Mevrouw VAN RENSSEN: De motie kunt u zo uitleggen dat telkens een
kavel pas kan worden ontwikkeld, verhard kan worden als de gebruikers
bekend zijn. Dat kan bijvoorbeeld doordat de reserverings-
overeenkomsten definitief getekend zijn.)
Dan moet ik een hele kleine slag om de arm houden, want ik weet niet of je elke
keer per kavel — het ligt er ook aan wat er wordt afgenomen — de grond gebruiksklaar kunt
maken of dat je dat per fase doet. Als je dat per kavel moet doen, ga je enorm in de
kosten lopen. Je moet elke keer anderhalf jaar wachten voordat een kavel helemaal is
ingeklonken en helemaal goed is. Als ik het zo mag uitleggen, dat we voor fase | genoeg
reseveringsovereenkomsten willen hebben dat dit bouwrijp maken rechtvaardigt, als ik het
zo mag lezen, dan voldoe ik er graag aan. Maar als ik het per kavel moet bekijken, dan
vind ik het lastig, omdat we soms kleinere kavels uitgeven en dan zou er specifiek voor
die kleine kavel een hele … Dus ik doe het liever per fase. Als ik het zo mag lezen, dan ga
ik het zo doen. Dan kom ik bij de afhandeling van deze motie schriftelijk bij u terug hoe we
dit precies en in juridisch opzicht het best kunnen neerzetten. Ik wil geen belofte doen die
ik uiteindelijk niet kan waarmaken. Als we elkaar zo goed begrijpen, dan zal ik dit op deze
manier bij de afhandeling van de motie bij u terug laten komen.
Dan motie 1394 om ervoor te zorgen dat de grond bewaard blijft of in ieder geval
niet verloren gaat en de inrichting. Tegen aanneming van deze motie is geen bezwaar.
Zeker die inrichting is een opdracht die we bij de SADG hebben neergelegd. We hopen
van harte dat dat goed wordt opgepakt en dit is daarbij een extra incentive om daarmee
door te gaan.
Dan de motie van de heer Van Schijndel. U schrijft het iets te definitief. Wij gaan
in het college het gesprek aan hoe wij met dit contract omgaan. Daar spelen veel zaken
een rol. Dat is dus niet hoe SEKU BV zo snel mogelijk uit de constructie kan worden
verwijderd. Dat is een wat breder onderzoek naar de verschillende mogelijkheden die er
zijn. Dus ik vind deze motie te definitief gesteld om die positief te preadviseren.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock voor het beantwoorden
van de vragen.
Wethouder KOGK: De vraag van de heer N.T. Bakker over het sturen via
deelnemingen en of deelnemingen daarvoor de geëigende vorm zijn, dat hangt helemaal
66
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
van de situatie af. De situatie die u noemde, was gebiedsontwikkeling. We hebben alle
deelnemingen vorig jaar of twee jaar geleden alweer tegen het licht gehouden waaronder
ook de SADG en toen hebben we beoordeeld of het hier om een publiek belang ging. Dat
was in het geval van de SADG zeker het geval want het doel daar is het ontwikkelen van
bedrijventerreinen rondom Schiphol, logistieke bedrijventerreinen. Dat is een publiek
belang en toen is ook beoordeeld of de beste manier om dat te doen dan via een
deelneming was. Dat was in dit geval ook het geval. Dat is allemaal hier in de raad
besproken en door iedereen goed bevonden. In zijn algemeenheid denk ik dat dat in het
geval van SADC goed werkt. Dat blijkt in dit geval, wat op zich natuurlijk een lastige casus
was, ook goed te werken, want het doel van de SADC is gebiedsontwikkeling,
ontwikkeling van bedrijventerreinen. Collega Van Doorninck heeft denk ik heel goed
verwoord waarom dat in het belang van Amsterdam is. Het was natuurlijk een lastige
casus en ik denk dat het doel van deze deelneming goed gerealiseerd wordt. Dat blijkt
hier ook uit, want we gaan hier een bedrijventerrein ontwikkelen. En dan is het eigenlijk
alleen maar heel erg mooi dat zelfs als dat het doel van die deelneming is en dat doel
wordt dus nu bereikt, want we gaan dat bedrijventerrein ontwikkelen, dat het dan toch
uiteindelijk mogelijk blijkt te zijn dat in dit geval te verenigen met deze functie hier van De
Boterbloem. Hoewel het college natuurlijk een vorm van collegiaal bestuur is, denk ik dat
het goed is hier op te merken dat dat toch vooral in hele grote mate de verdienste van
wethouder Van Doorninck is geweest.
(De heer N.T. BAKKER: Dank voor uw toelichting. Mijn vraag heb ik
gesteld naar aanleiding van uw bijdrage vorig jaar toen we deze discussie
ook voerden. Er was sprake van de SADG die een tijd lang geen kavels
uitgaf omdat er niet genoeg vraag naar was. In hoeverre kun je dan als
college, als aandeelhouder zeggen dat je wilt sturen op de doelstelling
van deze deelneming in de hoop dat je bij wijze van spreken hele andere
doelstellingen wilt realiseren? Wat is de handelingsbevoegdheid van het
college op dit moment? We willen natuurlijk met zijn allen wel hele andere
doelstellingen naarmate de tijd verloopt.)
Volgens mij willen we dat niet. Volgens mij is de doelstelling van SADC het
ontwikkelen van bedrijventerreinen. Dat doen we samen met andere partners. De
gemeente is daar gedeeltelijk aandeelhouder. Dat is de doelstelling; daar sturen we op. Je
stuurt bijvoorbeeld via de inbreng bij de Av op jaarplannen, op strategische plannen. Bij
de haven doen we dat bijvoorbeeld met een strategisch plan. Dat komt in dat geval hier
langs en dat keurt de raad ook goed. Maar je stuurt niet op individuele casussen. Je gaat
niet tegen een deelneming zeggen: je moet dit of dat met die kavel doen. Dat besluit een
deelneming op basis van de doelstelling van die deelneming en daar gaan we natuurlijk
wel over. En in dit geval is dat het ontwikkelen van een bedrijventerrein.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is het geval. Het
woord is aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Vandaag was de dag dat we De Boterbloem
konden redden en de Lutkemeerpolder. Verschillende partijen hebben moties ingediend.
Ik heb goed naar de wethouder geluisterd en het is duidelijk dat dit college het niet wil.
Dat is doodzonde. Geld wordt als excuus gebruikt. Dat valt me tegen, omdat de
coalitiepartijen geld als argument gebruiken om de Lutkemeerpolder niet te redden. De
financiën zijn er. Ik zal een voorbeeld noemen. Het geld dat benodigd is, is ongeveer
gelijk aan het bedrag voor een parkeergarage. De Willibrordusgarage is stilgelegd. Wat
wil je liever: een autoparkeergarage of groen aan de randen van de stad? Het geld om
67
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
deze polder te redden, dat is er. Groenlinks heeft inderdaad in de oppositie hard
gevochten, maar nu GroenLinks aan het stuur zit, gaat ze niet voor het maximaal
haalbare namelijk opkopen en de polder groen houden.
(Mevrouw DE HEER: Ik heb het natuurlijk zelf veroorzaakt met die vragen
over het geld, maar u heeft natuurlijk ook naar de wethouder geluisterd.
Geld was niet de enige reden van deze situatie. U heeft ook geluisterd
naar het betoog van mevrouw Van Renssen die precies heeft uitgelegd
hoe het zit. Als we nu ineens 40 miljoen euro zouden krijgen, zo in onze
schoot geworpen, dan zouden we het zo kunnen doen. Prachtig. Maar zo
is het niet. Dat heeft u net als ik toch gehoord?)
Ik deel deze mening van mevrouw De Heer niet. Als we ervoor kiezen de grond
op te kopen en groen te houden, dan kunnen we dat gaan uitvoeren. Maar daarvoor is
politieke moed nodig en anders denken om echt door te pakken. Zoals iedereen heeft
kunnen horen en lezen, is dit iets waar de Partij voor de Dieren al jaren op hamert: anders
denken en doorpakken. We vernietigen gewoon groen in Amsterdam. De Partij voor de
Dieren zet wel in op groen en we zullen ons ervoor blijven inzetten als groen anker van de
raad. Ik wil de raadsleden oproepen de moties te steunen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Ik vind het iets te makkelijk om te zeggen: leg
even 40 miljoen euro op tafel en we hebben het geregeld en dat is de enige manier om
groen te zijn. Ik denk dat we in deze stad echt voor grotere opgaven staan. De
Boterbloem is mij lief. Ik hoop dat we samen met De Boterbloem een hele mooie
ontwikkeling gaan maken waar we hopelijk ook nog versteld staan dat ook een
bedrijventerrein nog een groen bedrijventerrein kan zijn in Amsterdam. Dat is de
ontwikkeling die ik inga. We hebben grote opgaven voor deze stad en ik vind het echt iets
te makkelijk om te zeggen: leg 40 miljoen euro op tafel en we hebben het probleem
opgelost. Dan komen er namelijk een heleboel problemen bij in de stad.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen. Het woord is aan mevrouw
Bloemberg-Issa voor een stemverklaring.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): Wat ons betreft gaan de moties
1394 en 1395 zeker niet ver genoeg, maar omdat dit het enige haalbare lijkt te zijn, zullen
we die moties wel steunen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring.
Mevrouw SIMONS: (stemverklaring): Ik zal tegen motie 1393 stemmen hoezeer ik
ook het initiatief van de heer Van Schijndel waardeer, maar met name vanwege de
formulering rond SEKU BV zal ik de motie niet steunen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig,
Van Soest, Van Schijndel en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1387).
De motie-Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig, Van Soest, Van Schijndel en
Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1387} wordt bij zitten en opstaan verworpen.
68
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig,
Van Soest, Van Schijndel en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1387} is aangenomen
met de stemmen van de Partij voor de Dieren, het CDA, de ChristenUnie, BIJ1 en DENK
voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig,
Van Soest en Van Schijndel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1388).
De motie-Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig, Van Soest en Van Schijndel
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1388) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig,
Van Soest en Van Schijndel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1388) is verworpen met de
stemmen van de Partij voor de Dieren, BIJ, de ChristenUnie en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1389).
De motie-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1389} wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd.
1, nr. 1389) is verworpen met de stemmen van Partij voor de Dieren, DENK, BIJ, de
ChristenUnie en mevrouw Nanninga voor.
Het was klaar. U moet wel alert zijn.
Aan de orde is de stemming over de motie-Simons, Bloemberg-lssa en Ceder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1390).
De motie-Simons, Bloemberg-lssa en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1390)
wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Simons, Bloemberg-Issa en Ceder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1390) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de
Dieren, Forum voor Democratie, de ChristenUnie en BIJ voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Simons, Bloemberg-lssa en Ceder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1391).
De motie-Simons, Bloemberg-lssa en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1391)
wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Simons, Bloemberg-Issa en Ceder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1391) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de
Dieren, de ChristenUnie en BIJ1 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Simons, Bloemberg-lssa en Ceder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1392).
69
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
De motie-Simons, Bloemberg-lssa en Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1392)
wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Simons, Bloemberg-Issa en Ceder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1392) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de
Dieren, BIJ en de ChristenUnie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Schijndel (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1393).
De motie-Van Schijndel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1393) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Schijndel (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1393) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie en de Partij voor de
Dieren voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer
en Timman (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1394).
De motie-Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1394) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer
en Timman (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1394) is aangenomen met de stemmen van de
VVD tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer
en Timman (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1395).
De motie-Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1395) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer
en Timman (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1395) is aangenomen met de stemmen van de
VVD tegen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1330 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De VOORZITTER schorst de vergadering tot 19.30 uur vanavond.
70
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
INDEX
1279 Vaststellen van het beleidskader Taaloffensief 2019-2022... enn. 30
1322 Instemmen met de verlenging en bijsturing van de inzet van de
Versnellingsmiddelen Duurzaamheid … … nnen eneen enneeren eneen enneerenennnneerennen | Á
ET
1324 Vaststellen van het bestemmingsplan en van het exploitatieplan Weespertrekvaart
rn |
1325 Kennisnemen van het rapport Grip op Westpoort Warmte”van de rekenkamer en
het overnemen van de aanbevelingen. … nnn ennen ennnervenneneevennenereennenenennen 1 OÖ
1326 Vaststellen van het bestemmingsplan Zeeburgerpad en welstandskader
‘Verstedelijkt havengebied’ (9a) voor het plangebied van het bestemmingsplan
Zeeburgerpad … nnen nenerenvenneerenennverenenneereneneerevenneerevennneevenveerevenveer nnen |
EL
1328 Geheim nnn onnnenenonnneeenenneerrensnneeernennverrnenneerensnneeernonnvenen sneer senen sneer | Ô
1329 Wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam, toevoegen van
kaart bijlage B ……… anneer ennen enneerenenneerenenveerenenvervenen enen enenve rennen eneen |
1330 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316, van de voormalige
raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario’s voor het
behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de Boterbloem … ……..48
1333 Wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015.…….…..…..……......12
1334 Intrekken van de Verordening Binnenwatergeld Beroepsvaart 2018 en vaststellen
van de Verordening Binnenwatergeld Beroepsvaart 2019 nnn ennen ennen 13
1335 Instemmen met een Uitvoeringskrediet van 20,45 miljoen euro voor de
drinkwaterdistributie 2019 nnen nennneneen enen ennenneereenenenennennnerreeenenenneneneen enen | Ô
1336 Intrekken van de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2018 en vaststellen
van de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2019 … nnen enen 13
1337 Instemmen met een Uitvoeringskrediet van 22,15 miljoen euro voor de
drinkwaterdistributie 2018 nnee enen ennennsernenenenennenenerrenenenenneeneen enen | Ô
1339 Vaststellen van het uitvoerings- en kredietbesluit voor de herinrichting van het
kruispunt Marnixstraat — Elandsgracht … nonnen enneeeenenneerenennverenenneerreereneer nennen 1À
1340 Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2019 en de
bijbehorende Legestabel 2019 …… nnn nnee eneen enneerenenneerenennverenenveeerv eneen 1 À
1341 Wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening, introductie van
vergunningplicht voor bepaalde bedrijfsmatige activiteiten in bepaalde gebieden,
straten, branches en panden … … nnen enen ennenneerren enen eeneneneeren eere |D
1343 Bekrachtigen van de geheimhouding … nnn ennen eenen enneneerenneneee ennen | 7
1344 Vaststellen van het programma van eisen voor de accountantscontrole 2019
inclusief het normenkader rechtmatigheid 2019 … nnee eeen nennen 1 7
1345 Vaststellen van het voorschot op de fractieondersteuning voor het eerste kwartaal
van 2019 nonnen nnen nnee vennneneneneneneneneneneneneneneneneneneneneneneneeenenenenenenenenenenenenenen | Â
1351 Kennisnemen van het onderwijshuisvestingsprogramma 2019 primair onderwijs,
voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs en instemmen met het
beschikbaar stellen van kredieten … … nnen aneneneer enen ennenene nennen enenneneenneer nennen |
1354 Benoemen van de functionaris Gegevensbescherming … nn nnee oenen 30
1375 Ontslagverlening aan de griffier van de gemeenteraad van Amsterdam … … ….…….28
1385 Motie van het lid De Fockert inzake het versterken van het non-formele Taalcircuit
71
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
1386 Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake het rapport Grip op de Westpoort Warmte
van de Rekenkamer en het overnemen van de aanbevelingen (zonnepanelen meetellen
in berekening van gelijkwaardigheid … nennen eneen ennenervenneere evene erenne OÌ
1387 Motie van de leden Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kili, Van Soest, Van
Schijndel en Boomsma inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316 inzake het
uitwerken van meerdere scenario's voor het behoud van (zoveel mogelijk) de functie
van zorgboerderij De Boterbloem (Luktemeerpolder onderdeel van de
Hoofdgroenstructuur) … eneen enneneenennenernennneenenneervennevereeeenvervennene nennen DÛ
1388 Motie van de leden Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig, Van Soest en Van
Schijndel inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316 inzake het uitwerken van
meerdere scenario’s voor het behoud van (zoveel mogelijk) de functie van zorgboerderij
De Boterbloem (Uitstel van de plannen) … nnn ennen enneeeevennenervenneneeennne DI
1389 Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake zorgboerderij De Boterbloem (Flora- en
faunaonderzoek) … … anneer ennneeeenenneeeenenneeeenenneeernenneeeenennnnvenennveenenne en DÁ
1390 Motie van de leden Simons, Bloemberg-Issa en Ceder inzake behoud van een deel
van de Lutkemeerpolder INI neen eneneevennenervenneereenneneeeennnve nennen DÁ
1391 Motie van de leden Simons, Bloemberg-Issa en Ceder inzake behoud van
Lutkemeerpolder IN nennen ennen ennereenennervenenvereenenve renee reenenve renee DÁ
1392 Motie van de leden Simons, Bloemberg-Issa en Ceder inzake alternatief scenario
voor invulling van de Lutkemeerpolder II nnee neee ennenerv erneer DO
1393 Motie van het lid Van Schijndel inzake onderzoek juridische houdbaarheid
samenwerkingsovereenkomst Lutkemeerpolder … nnen eneen enneeeer enen OJ
1394 Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman inzake de
Lutkemeerpolder (Kwaliteit gronden) … … annen ennenervennenervennene nennen ÓD
1395 Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman inzake de
Lutkemeerpolder (Fasering) … anneer ennen ennenernenneneenenneervenseneevennenervennnne nennen ÓG
Aanvullend raadsadres van een burger van 28 november 2018 op zijn raadsadres van 12
september 2018 inzake het verzoek om ontheffing in de milieuzones in Amsterdam voor
de Honda Zoomer scooter … nnen nnen nnene neren en ennenneeenen enen enneneneerenenenn venne nennen eneen de
Aanvullend raadsadres van een burger van 29 november 2018 op zijn raadsadres van 24
november 2018 inzake het verwijderen van de |l amsterdam letters op het Museumplein
in plaats van de aanpak van andere problemen in de stad … nnen eneen
Aanvullend raadsadres van een burger van 4 december 2018 op zijn raadsadres van 18
november 2018 inzake het project ‘Wunderline’, de spoorverbinding Amsterdam -
Groningen - Bremen - Hamburg … nanne anneer ennereneerenneen ennen ener enneen ennen ene renee D
Afschrift van een brief van de Stichting Breekbouw Mooibouw, gericht aan het college van
burgemeester en wethouders, van 5 december 2018 inzake de herindeling van de
gemeente Landsmeer … nnn ennnnnnenennneeerennverenenneeerneneeernenneeeenenneeernevenveenennnerr ennen: Ô
Afschrift van een brief van de Vereniging Vrienden van de Binnenstad, gericht aan de
burgemeester, van 29 november 2018 inzake het verplaatsen van de prostitutie op de
Wallen naar binnen … nanne eeenneneneneerenenennenneeenenenenennene nennen nen ennnnnne nennen eneen de
Afschrift van een brief van een burger van 9 november 2018, binnengekomen op 12
december 2018, gericht aan wethouder Ivens, inzake het behoud en uitbreiden van
sociale en betaalbare huurwoningen … … nnn ennen ennen enneeeenenneeernenneeerr venne enen: Ô
Afschrift van een brief van het college van burgemeester en wethouders van
Haaksbergen, gericht aan de heer Harbers, staatssecretaris van het Ministerie van
Justitie en Veiligheid, van 30 november 2018 inzake de door de gemeenteraad van
Haaksbergen aangenomen motie over het kinderpardon … nonnen en ennen D
72
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Afschrift van een brief, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van een
burger van 29 november 2018 inzake handhaving van Nederlandse normen en
waarden in Amsterdam … … annen nennen enen enneneneer enen enseneneneeeenenennenne neer enenennen ennn
Brief van A. Nanninga, fractievoorzitter van Forum voor Democratie, d.d. 27 november
2018 inzake het terugtreden van het lid Nanninga als lid en het voordagen van het
duolid Berkhout als lid van de Rekeningencommissie … nnen ennneeen ennen
Brief van burgemeester Halsema van 17 december 2018 inzake een reactie op de
gestelde vragen in de raadscommissie Algemene Zaken van 6 december 2018 over de
uitbreiding van de Algemene Plaatselijke Verordening met vergunningplicht voor
gebieden, straten, branches en panden … nnn nennnnnneneerenenennenene nennen enen Ó
Brief van de heer P.V. Guldemond van 14 december 2018 inzake het verzoek tot
verlening van ontslag per 23 januari 2019 als lid van de gemeenteraad … … 7
Brief van de stadsdeelcommissie Gentrum van 18 december 2018 inzake het advies van
de stadsdeelcommissie over de Verordening parkeerbelastingen 2019 en de
Parkeerverordening 2013 … ennn ennen eneen ennenervennenervennenervenneneee vennen
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 2/7 november 2018 inzake de
afhandeling van motie 760.18 van de leden Ceder c.s. over een ruimer kinderpardon…3
Brief van J.F.W. van Lammeren, fractievoorzitter van de Partij voor Dieren, van 12
december 2018 inzake het verzoek om de heren Welker en Zijlstra te installeren als
duoraadslid en voor te dragen tot benoeming als lid van diverse raadscommissies …….7
Brief van R.H. van Dantzig, fractievoorzitter van D66, van 12 december 2018 inzake
ontslag van het lid Bosman als lid van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening, en
voordragen van de leden Vroege, Hammelburg en duoraadslid Rooderkerk tot
benoeming als leden van diverse raadscommissies … nnen een eeneneneeren eenen Ô
Brief van stadsdeelcommissie West van 13 december 2018 inzake de aanbieding van het
initiatiefadvies Bezoekersvergunning naar aanleiding van de verhoging van de
ECI EA
Brief van wethouder Groot Wassink van 11 december 2018 inzake de conclusies na een
halfjaar inbesteding van de schoonmaak … … nnn ennen ennnervenneervennenee ennen 1 Ô
Brief van wethouder Groot Wassink van 11 december 2018 inzake een wijziging van het
staand beleid over de aankoop van Garanties van Oorsprong (GVO's) Nederlandse
Brief van wethouder Ivens van 18 december 2018 inzake beantwoording van de vraag in
de raadscommissie Wonen en Bouwen van 12 december 2018 over de aantallen
ecologische knelpunten en of er knelpunten zijn bijgekomen in de doelenboom.…….…..10
Brief van wethouder Kock van 18 december 2018 inzake beantwoording van de vraag in
de raadscommissie Financiën en Economische Zaken van 13 december 2018 over de
aanbevelingen in het kader van de methode Duisenberg in relatie tot de doelenboom 10
Brief van wethouder Kukenheim van 17 december 2018 inzake een tekstuele wijziging
van de voordracht Wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 20159
Brief van wethouder Moorman van 18 december 2018 inzake de beantwoording van de
vraag van het lid Flentge in de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs over zijn
motie 828.17 betreffende het naleven van de onderwijscao'’s voor startende leraren … 10
Brief van wethouder Van Doorninek van 18 december 2018 inzake beantwoording van
vragen in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 12 december 2018 over het
investeringsbesluit en het bestemmingsplan Weespertrekvaart Oost …… 9
Brief van wethouder Van Doorninek van 5 december 2018 inzake de beantwoording van
vragen naar aanleiding van de bespreking van de afhandeling van motie 316.18 van de
voormalige leden Nuijens en Geenen over de Boterbloem in de vergadering van de
raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 21 november 2018 … nnn nnee
73
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Brieven van een burger in de periode 21 november — 3 december 2018 inzake de
fraudezaak rondom de bouw van stadion ArenA nnen ennneeerenneeeenenneeeen eneen Ó
Circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28
november 2018 inzake de Introductie Rechtspositiebesluit decentrale politieke
ambtsdragers … … nnen onser ereneeenennneerenennveren eneen en eneerenenneerenennnveenenveeervenneeer vereen Á
Circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29
november 2018 inzake de per 1 januari 2019 geïndexeerde bedragen van de
(onkosten)vergoeding voor politieke ambtsdragers van gemeenten … nnn. 9
Raadsadres van Big Ali Sportvereniging van 10 december 2018 inzake misbruik van
gelden bestemd voor Big Ali Sportvereniging … … nn nnen eneen anneer ennennneerenere nennen f.
Raadsadres van de Fietsersbond Amsterdam van 26 november 2018 inzake de
vaststelling van het Definitief Ontwerp van de Weesperzijde … … nanne 3
Raadsadres van de Huurdersvereniging Amsterdam van 10 december 2018 inzake de
gemeentelijke inzet voor de prestatieafspraken met huurders en corporaties … … … 6
Raadsadres van de Nederlandse Beroepsvereniging voor Professionele Bewindvoerders
van 28 november 2018 inzake beschermingsbewindvoering … … nnee ennen d
Raadsadres van de Stichting Museumhaven Amsterdam van 29 oktober 2018 inzake de
inventarisatie van historische woonboten in Amsterdam … nnen eneen eneen 0
Raadsadres van de Wijkraad Zuid-West Amsterdam van 13 december 2018 inzake de
subsidiëring van de 4 en 5 mei herdenkingen in Amsterdam-Zuid … ennen
Raadsadres van diverse burgers en organisaties van 12 december 2018 inzake de zorgen
over de warmtetransiti®… nennen enen nnene neren en ennenneeenenenenenneneeeerenenensnnne nennen enen f.
Raadsadres van een burger van 1 december 2018 inzake het aanbieden van banen in
vaste dienst bij de gemeente Amsterdam. … nnen enenneevennnervensenereevenvereen D
Raadsadres van een burger van 14 december 2018 inzake de aanpak van de overlast op
AE
Raadsadres van een burger van 14 december 2018 inzake de lange wachttijden voor
ouderen in de ZOMY … nonnen eeen enneeeenenneerenenneeeeneneeernenneneenenennnenennevernennevern ennen: Ö
Raadsadres van een burger van 14 december 2018 inzake het terugbetalen van
erfpachtschulden aan joodse mensen … … nnee enneerenennvereneneeren erneer Ö
Raadsadres van een burger van 17 december 2018 inzake de plannen voor de
Lutkemeerpolder … nnen ennen enneerenenneereneneerenenvervenenvereenenveree eeen ee enenvern eneen
Raadsadres van een burger van 17 december 2018 inzake het verzoek om een
aanbieding voor eeuwigdurende erfpacht van een appartement … nnen. 9
Raadsadres van een burger van 26 november 2018 inzake schending van
mensenrechten, wetten en verdragen door de overheid … nnee eneen 0
Raadsadres van een burger van 28 november 2018 inzake de aanpak van de
problematiek met het naast de vuilcontainers geplaatste afval …… … nnen 0
Raadsadres van een burger van 29 november 2018 inzake de uitspraken van
burgemeester Halsema over handhaving van het boerkaverbod… … 4
Raadsadres van een burger van 3 december 2018 inzake de weggehaalde | amsterdam
letters, een geweldig marketingtool voor de stad … nnen een nennneneen eenen eenen D
Raadsadres van een burger van 30 november 2018 inzake het verzoek om een
buurthospice op het terrein van de Maria Sluisbuurt … nnee ennen eneen eed
Raadsadres van een burger van 4 december 2018 inzake het bespoedigen van de
aanvraag voor een parkeervergunning … nnn ennernneer eneen eneen snerenneen eneen renee D
Raadsadres van een burger van 4 december 2018 inzake het idee om meer sociale
controle te laten uitvoeren op verkeersovertredingen … nennen ennen ennen eeen 0
Raadsadres van een burger van 5 december 2018 inzake de gevolgen van het nieuwe
parkeerbeleid in Amsterdam-Noord … nnee ennen enneerenenneeeenenneerreeneneee vereen Ò
74
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 dec. 2018 Raadsnotulen
Raadsadres van een burger van 5 december 2018 inzake het gewijzigd parkeerbeleid in
het Gentrum en in Amsterdam-Noord … unne oeneenenseneeeenenneerensnneee ensen eens en D
Raadsadres van een burger van 6 december inzake het b&w-besluit van 28 november
2017 over de drinkwatertarieven voor alleenstaanden … nnen nennen
Raadsadres van het Mobiliteitsteam Weesperzijdebuurt van 25 november 2018 inzake de
herinrichting van de Weesperzijde … nonnen ennen enne eeenenneerenenve ee ennnnerr enerverend
Raadsadressen van burgers van 1/7 en 18 december 2018 inzake het verzoek om behoud
van de biologische boerderij De Boterbloem … … nnee neennenere ennen evene Ö
75
| Raadsnotulen | 75 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2011
Datum indiening 21 november 2019
Datum akkoord 4 december 2019
Publicatiedatum 4 december 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Jong inzake het uitdelen van boetes
aan daklozen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
In de vergadering van de raadscommissie Zorg, Jeugd en Sport van 14 november
2019 deed de wethouder een mededeling over het beboeten van daklozen door
handhavers van de gemeente Amsterdam. De wethouder gaf in de commissie aan
dat daklozen bij overtredingen wel een boete krijgen, maar dat deze niet geïnd wordt.
Gezien het vorenstaande heeft het lid De Jong, namens de fractie van GroenLinks,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Voor welke overtredingen en wanneer krijgen daklozen boetes?
Antwoord
In heterdaadsituaties voor het veroorzaken van overlast, zoals slapen in
portieken, natuurlijke behoefte doen, (opdringerig) bedelen en overtreden van het
alcoholverbod.
2. Kan het college nogmaals aangeven wat de reden is dat deze boetes worden
uitgedeeld aan mensen die de boete naar alle waarschijnlijkheid niet kunnen
betalen?
Antwoord
Het opleggen van boetes aan dak- en thuislozen biedt de mogelijkheid om zicht te
houden op de hoeveelheid overlast gevend gedrag in de openbare ruimte. Zoals
opgemerkt worden de boetes bij deze doelgroep niet geïnd, omdat het innen van
boetes in het merendeel van de gevallen niet effectief is. Inmers, er is een risico
dat de achterliggende problemen van de betrokkenen en de daarmee
samenhangende problematiek, hiermee niet kleiner maar groter wordt. Daarbij
druist het in tegen het rechtvaardigheidsgevoel.
Het opleggen van boetes in het kader van de veelplegersaanpak kan echter
bijdragen aan het in zorg brengen van een specifieke groep dak- en thuislozen,
de zogenaamde veelplegende zorgmijders. Dit zijn kwetsbare mensen met
meervoudige, complexe problematiek die volgens derden hulp nodig hebben
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 21 november 2019
maar die niet vrijwillig gebruik maken van zorg. Wanneer boetes worden
gecombineerd met een passend zorgaanbod kunnen deze effectief zijn om
overlastveelplegers zorg te laten accepteren. Bemoeizorg is voor veel
overlastveelplegers noodzakelijk om hun problematiek aan te kunnen pakken.
Het streven is door de overlastveelplegeraanpak het aantal boetes te laten
afnemen. Binnenkort ontvangt u een brief over deze aanpak.
3. Als een dakloze een boete krijgt, hoe wordt dat geregistreerd”?
Antwoord
De boete wordt uitsluitend geregistreerd in het beveiligde boetesysteem van
THOR.
4. Het college gaf aan dat de boete niet wordt geïnd. Blijven de boetes ‘uitstaan’ of
verdwijnen deze uit het registratiesysteem?
Antwoord
Om een boete te kunnen uitschrijven is het noodzakelijk de NAW-gegevens op te
nemen. Bij de registratie worden alle gegevens van de opgelegde boete derhalve
ook geregistreerd. De registratie op naam is ook nodig om te kunnen vaststellen
dat het om veelplegers gaat.
Bij bijvoorbeeld toekenning van een woning dan wel opname in een zorgtraject
worden de registraties geseponeerd.
5. In het eerste geval; kan dit gevolgen hebben wanneer iemand om een andere
reden wordt aangehouden; kan het zijn dat de dakloze — in elk geval op papier —
de gemeente dan een groot bedrag verschuldigd is en wat zijn daarvan de
gevolgen?
Antwoord
Een nieuw geconstateerde overtreding kan aanleiding zijn om iemand te
beboeten. Dat is een op zich staande beoordeling van de boa en een eerdere
boete wordt niet gebruikt bij het oordeel of er wel of geen boete moet worden
uitgeschreven.
Het is inderdaad zo dat er door de stapeling van boetebedragen er een groter
bedrag ‘uitstaat’. Als het om een dakloze gaat wordt dat totale bedrag zoals
aangegeven niet geïnd, maar kan bij veelplegers wel een signaal zijn om gericht
tot (zorg)actie over te gaan.
6. Wat zijn de gevolgen voor daklozen van het uitschrijven van boetes?
Antwoord
Het uitschrijven van een enkele boete heeft geen gevolgen voor een dak- of
thuisloze. Als er meerdere boetes zijn uitgeschreven, kan worden beoordeeld of
betrokkene in aanmerking komt voor de overlastveelplegeraanpak en zo ja, wat
dan de passende actie is.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Jot Gemeenteblad
ummer - =.
Datum 4 december 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 21 november 2019
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam
x Motie
Datum raadsvergadering 12 oktober 2023
Ingekomen onder 585
nummer
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Kreuger inzake geen pilots meer op te zetten die niet
opgeschaald kunnen worden naar de gehele doelgroep
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Stichting Collectief Kapitaal
Constaterende dat:
-___ stichting Collectief Kapitaal in totaal €109.500 aan subsidie heeft ontvangen vanuit de
gemeente Amsterdam en stadsdeel Noord;
-___van dit bedrag in totaal vijf Amsterdammers voor 8 maanden van €1.000 zijn voorzien;
Overwegende dat:
-_ het rendement van dit bedrag totaal verwaarloosbaar is als het maar acht mensen heeft
kunnen voorzien van financiële ondersteuning;
- deze €109.500 beter besteed had kunnen worden, met een hoger rendement als resultaat,
aan armoedebestrijding vitgevoerd door de gemeente zelf;
-_ het bijbehorende onderzoek evengoed van geen meerwaarde is, omdat het financieel
volkomen onhaalbaar is dit project breder uitte zetten binnen de gemeente Amsterdam;
-__dit typisch weer één van de prestigeprojecten van het college is waarmee ze persaandacht
willen trekken, maar geen daadwerkelijke resultaten boeken voor Amsterdam;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders;
Geen pilots meer op te zetten die niet opgeschaald kunnen worden naar de gehele doelgroep.
Indiener(s),
K.M. Kreuger
| Motie | 1 | discard |
VN2023-025237 X Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D
Directie brie . . .
Communicatie % Amsterdam en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol),
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
% Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van 14 december 2023
Portefeuille Eee kenrnisteming
Inclusie en Antidiscriminatiebeleid (31)
Agendapunt 11
Datum besluit
Onderwerp
Raadsbrief terug- en vooruitblik Oveer & Pride 2023/2024
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van bijgaande raadsbrief met daarin een terug- en vooruitblik Queer & Pride. Deze
brief is op 21 november jl via de dagmail gestuurd.
Wettelijke grondslag
Art, 169, Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
nvt
Reden bespreking
nvt
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.9 1
VN2023-025237 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit
Directie % Amsterdam idiscriminatiebeleid, Luch haven (incl. Schiphol
Communicatie % en antidiscriminatiebeleid, Lucht- en zeehaven (incl. Schiphol),
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van 14 december 2023
Verkennisneming—
Register. [Nam
AD2023-088800 Commissie FKD Voordracht (pdf)
AD2023-088803 Raadsbrief terug- en voortuitblik Oveer & Pride.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Stedelijk Evenementenbureau, J. Karman, [email protected]
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | train |
Verre 008590 N% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Openbare Ruimte N Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Openbare Ruimte en Groen
Agendapunt 31
Datum besluit
Onderwerp
Afdoening toezegging: ‘informatiebrief houtbank in een vergelijking met Rotterdams model’, vit de
commissievergadering van 29 september 2021
De commissie wordt gevraagd
* Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Openbare Ruimte en Groen ter
afdoening van de toezegging in de commissie WB van 29-09-2021, waarin wordt ingegaan op
de werkwijze van de houtveiling in Rotterdam en de uitwerking daarvan in Amsterdam.
Wettelijke grondslag
* Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet; Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur
van de gemeente te voeren.
* Art169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college
gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van
zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer
leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang
(lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de commissie WB van 29-09-2021 heeft wethouder Openbare Ruimte en
Groen toegezegd te komen met een raadsinformatiebrief waarin wordt ingegaan op de werkwijze
van de houtveiling in Rotterdam en de vitwerking daarvan in Amsterdam.
Reden bespreking
verzoek van de raad
Uitkomsten extern advies
Informatie en advies van de gemeente Rotterdam
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, toezegging TA2021-001229 met als onderwerp: WB - oprichten houtbank
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.16 1
VN2022-008590 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Verkeer en % Amsterdam
Openbare Ruimte
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
o03._def_Raadsinformatiebrief_-_afdoening_toezegging_Houtbank.pdf
AD2022-029741
(pdf)
AD2022-029737 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Verkeer en Openbare Ruimte, Anne Marie Cannoo, 06 22874604, a.cannoo@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.16 2
| Voordracht | 2 | discard |
En
Amsterdam, 21 december 2023
AAN: Gemeenteraad van Amsterdam
RAADSADRES Aanscherpen voorwaarden gemeentelijke isolatiesubsidie.
Geachte raadsleden,
VERZOEK
Wij verzoeken u aanvullende eisen te laten stellen bij verstrekking van gemeentelijk Isolatie-
subsidie aan ‘grote’ VvE's, waarin naast eigenaar-bewoners ook commerciële ‘grote’
verhuurders bezit hebben.
De commerciële verhuurders blijken namelijk bij verduurzaming, gecombineerd met groot
onderhoud, een extra huurverhoging aan hun huurders te berekenen bovenop de jaarlijkse.
Dit terwijl de gemeentelijke subsidie betaalt voor de waardevermeerdering van hun bezit. Dat
kan nooit de opzet zijn geweest van het besluit isolatiesubsidie te gaan verstrekken. En
subsidie ên extra huurverhoging innen is een ongewenste misstand waaraan wij u vragen
een einde te maken door het commerciële verhuurders die gebruik maken van het
subsidie te verbieden extra huurverhoging toe te passen.
Ter voorkoming van mogelijke misbruik van de regeling moet vooraf aan het werk eenduidig
en onder toezicht de uitgangssituatie vaststaan: welk label bij aanvang, welk bij oplevering?
Betrek hierbij de huurders, want er zijn soms gerede twijfels over de vaststelling van
“uitgangs-” energie labels.
TOELICHTING
Het is goed dat de gemeente in haar isolatieoffensief ook aan VvE's subsidie verleent.
Vaak wordt isolatie dan gecombineerd met groot (en vaak achterstallig) onderhoud. Denk
daarbij aan vervanging van oude kozijnen bij het aanbrengen van HR+++ glas. Of denk aan
lekkages stoppen en dakbedekking vernieuwen als het dak wordt geïsoleerd. Allemaal
logisch, die steigers moeten toch al worden neergezet.
Voor woningverbetering/verhoging wooncomfort mag extra huurverhoging gevraagd worden,
boven op de jaarlijkse huurverhoging. Echter, groot (en vaak achterstallig) onderhoud dat
met de gesubsidieerde verduurzaming wordt gecombineerd, mag geen reden zijn de huur te
verhogen. En dat doen deze commerciële verhuurders wèl.
Hebben deze commerciële verhuurders dan matiging getoond bij het innen van
huurpenningen? Neen!
e Ze vragen al jaren steevast de maximaal toegestane huurverhogingen; kennen geen
temperende huursom benadering zoals bij de Corporaties.
e De inkomensafhankelijke huurverhoging (€ 50, € 100 extra per maand, ook voorgesteld
voor 2024) wordt bij gereguleerde huurcontracten toegepast, ondanks dat de huren ruim
boven de liberalisatie grens (ca.£ 800) liggen.
Geen wonder dat uit onderzoek blijkt dat de huren voor deze huurders, ook voor de
geliberaliseerde huurcontracten, de laatste decennia het hardst zijn gestegen en veel
huurders zich afvragen hoe lang ze deze huren/woonlasten nog kunnen betalen.
Zijn deze commerciële huurders dan te beklagen omdat ze onder moeilijke omstandigheden
moeten rondkomen? Neen!
Ee
e De commerciële verhuurders, die vaak nog veel gereguleerde huurcontracten hebben in
de complexen die ze gekocht hebben (b.v. Patrizia en United Capital Partners in
Nellestein), profiteren ook van de afschaffing van de verhuurdersverheffing, net zoals de
Corporaties. Corporaties hebben Nationale Prestatie Afspraken gemaakt over de
besteding van dit bedrag: o.a. éénmalige huurverlaging voor huurders met lage
inkomens, verduurzaming van woningen met EFG-labels zonder huurverhoging,
nieuwbouw. Bij de commerciële verhuurders is daarvan geen sprake. Deze ongelijke
behandeling van huurders in verschillende sectoren is ongewenst;
e als een VvE, waarin ook commerciële verhuurders zitten, verduurzamingsplannen
opstelt, waarbij ze groot onderhoud combineert met verduurzaming, dan kan dat
gefinancierd worden met een lening (soms 30 jaar tegen vaste lagere rente) van het
Nationaal Warmte Fonds (en soms extra’s via gemeenten) en in Amsterdam via subsidie
voor isolatie. Daarmee kan een VvE verduurzaming en groot onderhoud uitvoeren,
waarbij de ‘eigen bijdrage’ van de leden minder stijgt dan wanneer ze zonder subsidie het
(achterstallig) groot onderhoud zouden moeten uitvoeren.
KORTOM
Voor eigenaar/bewoners verbetert hun wooncomfort en kunnen de energiekosten dalen. De
waarde van hun bezit, dat al jaren in waarde stijgt, stijgt extra door een beter energielabel.
Na dertig jaar is de lening afgelost en stopt de betaling.
Ook voor de huurders in hetzelfde complex verbetert hun wooncomfort en ook hun
energiekosten kunnen dalen.
Deze bewoners, huurders dus, krijgen echter te maken met:
e een extra huurverhoging voor stijging van wooncomfort, boven op de jaarlijkse
huurverhoging en deze blijft tot in eeuwigheid cumuleren in toekomstige huur en
huurverhogingen:;
e een stijging van de puntentelling van hun woning door beter energielabel en daarmee
stijgt de maximale huurprijs van hun woning, waardoor de huurverhogingen eindeloos
blijven doorgaan (boven op effect van extra punten van stijgende WOZ-waarde).
De waarde van het bezit van commerciële huurders stijgt, naast stijgende WOZ-waarde
extra door beter energielabel, opheffen achterstallig groot onderhoud en het
doorberekenen van een beter wooncomfort.
Bij elke mutatie/nieuwe verhuur profiteren ze direct van de verhoogde maximale
huurprijs.
Het is behoorlijk ongelijk verdeeld in deze wereld.
DAAROM VRAGEN WIJ
En subsidie èn extra huurverhoging innen is een ongewenste misstand waaraan wij u vragen
een einde te maken door het commerciële verhuurders die gebruik maken van de
subsidie te verbieden extra huurverhoging toe te passen.
Namens Federatie Huurders Commerciële Sector
Flora te Riet, bestuurslid
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1115
Publicatiedatum 4 oktober 2017
Ingekomen onder AL
Ingekomen op woensdag 27 september 2017
Behandeld op woensdag 27 september 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Geenen inzake de Investeringsnota Sluisbuurt (middensegment).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Investeringsnota Sluisbuurt (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1047).
Constaterende dat:
— Zowel de raad als het college graag zien dat corporaties ook middensegment
realiseren.
Overwegende dat:
— Deze erkenning van groot belang is voor de mogelijkheid om eenvoudiger
afspraken te maken over huurniveaus en woninggrootte.
Verzoekt de raad:
uit te spreken, dat hij, net als het college, graag ziet dat corporaties ook
middensegment realiseren, zodat er eenvoudiger afspraken gemaakt kunnen worden
over huurniveaus en woninggrootte.
Het lid van de gemeenteraad
T.A.J. Geenen
1
| Motie | 1 | discard |
VN2023-016023 Gemeenteraad
Onderwijs, Jeugd en x Gemeente RAAD
Zorg % Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 29 juli 2023
Portefeuille Onderwijs
Jongerenwerk (27)
Openbare Orde en Veiligheid (2)
Agendapunt 21
Datum besluit College van B&W 13 juni 2023
Onderwerp
Doorontwikkeling van het Amsterdamse schoolveiligheidsbeleid voor 2023-2026
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
1. De plannen voor de doorontwikkeling van de inzet op schoolveiligheid voor 2023-2026
vast te stellen. Met dit besluit wordt het in de vorige coalitieperiode ingezette beleid
voortgezet en geïntensiveerd om scholen te ondersteunen bij het tegengaan van
veiligheidsproblematiek op en om school door sterke samenwerking tussen onderwijs, jeugd
en veiligheid.
2. Kennis te nemen van de afhandeling van de motie 087.23 van de Raadsleden Abdi,
Yemane, Broersen, Bons en Wehkamp inzake verbreding van de Amsterdamse aanpak
schoolveiligheid naar het primair onderwijs van d.d. 16 maart 2023.
3. _Kenniste nemen van het budget van €4,45 miljoen voor de (door) ontwikkeling en vitvoering
van de Amsterdamse aanpak schoolveiligheid in de jaren 2023 tot en met 2026.
4. Kennis te nemen van het collegebesluit van 13 juni 2023 voor het doorvoeren van de
noodzakelijke kasschuif om de middelen over de relevante periode te verdelen.
Wettelijke grondslag
e Artikel 108 lid 1 Gemeentewet: de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding
van de gemeente wordt aan het gemeentebestuur overgelaten.
e Artikel 147 Gemeentewet: bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, eerste lid, berusten bij de
raad.
* Artikel 160 Gemeentewet, eerste lid, aanhef en onder b: het college bereidt de beslissingen
van de raad voor en voert ze uit.
Wettelijke grondslag voor afhandeling moties:
* Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, artikel 79 en 80.
* Gemeentewet artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college
gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van
zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer
leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang
(lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
Met de doorontwikkeling van de aanpak schoolveiligheid wordt uitwerking gegeven aan de
bepaling vit het coalitieakkoord 2022-2026 ‘Amsterdams Akkoord’ dat deze stedelijke aanpak
wordt voortgezet. Op deze wijze investeert de gemeente blijvend in veilige leeromgevingen voor
Amsterdamse leerlingen. Je veilig voelen is immers een cruciale voorwaarden om tot leren te komen
en zo van groot belang voor het toekomstperspectief van de kinderen en jongeren in onze stad.
Gegenereerd: vl.10 1
VN2023-016023 % Gemeente Gemeenteraad
Onderwijs, Jeugd en 9 Amsterdam RAAD
Zorg %
Voordracht voor de raadsvergadering van 29 juli 2023
Door de handen ineen te slaan vanuit onderwijs, jeugd en veiligheid sluit de aanpak ook aan bij
de bestuurlijke prioriteit gericht op de aansluiting tussen onderwijs, jeugd en armoede, en de
bestuursopdracht jeugd & veiligheid. Zo wordt verkokering en dubbel werk voorkomen en wordt
gezorgd voor betere samenwerking.
Deze integrale benadering waarbij partners vanuit verschillende domeinen samenwerken om alle
kinderen en jongeren in de stad een positief toekomstperspectief ligt ook in lijn van de lokale,
opgavegerichte werkwijze uit het Masterplan Zuidoost, het Nationaal Programma Nieuw West, en
de Aanpak Noord.
Onderbouwing besluit
Ad1. De plannen voor de doorontwikkeling van de inzet op schoolveiligheid voor 2023-2026 vast
te stellen.
Inleiding
Je veilig voelen is een essentiële voorwaarde om tot ontwikkelen en leren te komen. Het is daarom
van belang dat de scholen in onze stad een veilige en positieve plek zijn waar leerlingen hun talenten
kunnen ontwikkelen. Scholen hebben weinig invloed op wat zich buiten de muren van de school
afspeelt: op straat, thuis of in de online leefwereld van de leerlingen. Maar leerlingen brengen dit
wel de school in. Hiermee is schoolveiligheid verbonden met de andere uitdagingen in onze stad als
het versterken van veerkracht van jeugdigen, voorkomen van overlast, aanpakken van (seksueel)
geweld, en tegengaan van (drugs)criminaliteit. Dit vraagt veel van de scholen en de professionals die
er werken. En maakt duidelijk dat veiligheid in en om de school hand in hand gaan.
Het college vindt het daarom belangrijk scholen te ondersteunen bij schoolveiligheidsproblematiek
en samen met onderwijs-, jeugd- en veiligheidspartners te bouwen aan veilige leeromgevingen
voor alle leerlingen in onze stad; zowel op als om de school. Dit gebeurt vanuit de aanpak
schoolveiligheid. Hierbij legt het college u de plannen ter voor de doorontwikkeling van de aanpak
ter vaststelling voor. Deze plannen zijn vitgewerkt in toegevoegde bijlage ‘Inzet Amsterdamse
schoolveiligheid 2023-2026’.
Kern doorontwikkeling
Voor 2023-2026 stelt het college de raad voor de aanpak te continveren en te intensiveren. Zoals
beschreven in bijbehorende bijlage ‘Inzet Amsterdamse schoolveiligheid 2023-2026’ worden de
actielijnen vit de aanpak versterkt voor het v(s)o en mbo en worden deze uitgebreid naar die po-
scholen die geconfronteerd worden met veiligheidsvraagstukken in licht van de verhardende
samenleving en verjonging van de jeugdcriminaliteit. Binnen de aanpak is de komende periode
speciale aandacht voor Zuidoost en Nieuw West. Hiernaast krijgen jongeren een sterkere stem in
de beleidsontwikkeling. Het uiteindelijke doel van alle interventies is immers dat zij bijdragen aan
het creëren van veilige leeromgeving voor alle jongeren in de stad. Om goed zicht te krijgen op de
beleving van jongeren, zullen focusgroepen met jongeren worden georganiseerd.
De vier actielijnen die worden geïntensiveerd zijn:
1. Sterke netwerken van jeugd- en veiligheidspartners (J&V) met en om scholen.
2. Operationeel Team Schoolveiligheid (OTSV) dat scholen helpt met de meest ernstige
veiligheidsproblematiek;
3. Trainingen schoolveiligheid voor deskundige onderwijsprofessionals;
4. Jongerenwerkers op school die de leefwerelden van jongeren verbinden (thuis, straat, online
en school).
Gegenereerd: vl.10 2
VN2023-016023 % Gemeente Gemeenteraad
Onderwijs, Jeugden 3% Amsterdam RAAD
Zorg %
Voordracht voor de raadsvergadering van 29 juli 2023
Tot slot
Met deze intensivering van de schoolveiligheidsaanpak slaat de gemeente nog krachtiger de handen
ineen vanvit onderwijs, jeugd en veiligheid. Vanuit een gezamenlijk streven om alle kinderen en
jongeren in de stad optimale en gelijke kansen te bieden en te voorkomen dat ze in de criminaliteit
belanden. Want alleen met een positieve en veilige leeromgeving in en om school kunnen deze
kinderen en jongeren het onderwijs genieten dat nodig is voor een goed toekomstperspectief.
Ad. 2 Kennis te nemen van de afhandeling van de motie 087.23 van de Raadsleden Abdi,
Yemane, Broersen, Bons en Wehkamp inzake verbreding van de Amsterdamse aanpak
schoolveiligheid naar het primair onderwijs van d.d. 16 maart 2023.
Zoals vit de plannen voor de doorontwikkeling naar voren komt, stelt het college voor de aanpak
uit te breiden naar basisscholen die aanlopen tegen veiligheidsvraagstukken op en om school.
Zo worden vanaf 2023 po-scholen die aanlopen tegen ernstige veiligheidsproblematiek actief
betrokken bij de lokale netwerken tussen scholen en jeugd- en veiligheidspartners uit de wijk
in die gebieden waar dit het hardst nodig is, kunnen po-scholen die aanlopen tegen ernstige
vraagstukken ondersteuning vanuit het OTSV inzetten, en kunnen po-scholen gebruik maken
van het deskundigheidsaanbod om hun schoolteams te versterken met expertise over signaleren
en omgaan met veiligheidsproblematiek. Hiermee beschouwt het college motie 087.23 van de
raadsleden Abdi, Yemane, Broersen, Bons en Wehkamp inzake verbreden van de Amsterdamse
schoolveiligheid naar primair onderwijs (d.d. 13 maart 2023) als afgedaan.
Ad. 3 Kennis te nemen van het budget van €4,45 miljoen voor de (door) ontwikkeling en
uitvoering van de Amsterdamse aanpak schoolveiligheid in de jaren 2023 tot en met 2026.
Voor de Amsterdamse aanpak schoolveiligheid is voor de jaren 2023-2026 in totaal €4,45 miljoen
begroot. Dekking komt vit de onderwijsbegroting ‘23 en de aangewezen coalitiemiddelen voor
"24-26.
Ad. 4 Kennis te nemen van het collegebesluit van 13 juni 2023 voor het doorvoeren van de
noodzakelijke kasschuif om de middelen over de relevante periode te verdelen.
Per jaar is er een verschil in benodigd budget ten opzichte van het voorgestelde kasritme. Voor een
passende budgetverdeling per jaar wordt daarom een kasschuif doorgevoerd. In totaal gaat om
een bedrag van €3 ton aan middelen die vanuit de onderwijsbegroting '23 worden doorgeschoven
naar de reeds aangewezen coalitiemiddelen voor ‘24-’26. De kasschuif is nodig, omdat '23 een
transitiejaar is waarin de uitbreiding van de aanpak verder wordt vitgewerkt zodat deze vanaf ‘24
volledig vitgevoerd kan worden. Concreet komt dit erop neer dat voor een aantal intensiveringen
van de aanpak dus ook pas echt kosten zullen worden gemaakt vanaf ‘24 (bijv. voor uitbreiding
Gegenereerd: vl. 10 3
VN2023-016023 % Gemeente Gemeenteraad
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam RAA D
Zorg %
Voordracht voor de raadsvergadering van 29 juli 2023
deskundigheidsbevordering naar po en mbo, organiseren van focusgroepen met jongeren en
kwalitatief monitoringsonderzoek naar opbrengsten aanpak).
Financiële onderbouwing
Tabel 2: Financiële consequenties van de beslispunten
BATEN
eee a eel el en
soamenget Je if omne cm cm cmd
sooneigro Jen [| mome cm cm eed
LASTEN
el eel eel en
EEN NEE
sooner Je || ces) ermm) cms) nrenn
l=Incidenteel
S=Structureel
Consequenties gedekt? Ja
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben wel financiële consequenties en deze zijn
reeds geraamd in de begroting (100% dekking).
Geheimhouding
nvt.
Welke stukken treft v aan
AD2023-052129 Gemeenteraad Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. | Naam |
Gegenereerd: vl.10 4
VN2023-016023 % Gemeente Gemeenteraad
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam RAAD
Zorg %
Voordracht voor de raadsvergadering van 29 juli 2023
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, Marjolein Dekker, [email protected], 06-52518222 OJZD, Sarah Kik,
[email protected], 06-48513633
Gegenereerd: vl.10 5
| Motie | 5 | discard |
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 1 van 4
> < Gemeente
Amsterdam
Aan: Deledenvande gemeenteraad van Amsterdam
Datum 15 november 2023
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer, Woningbouw, Grond en Ontwikkeling en
Ruimtelijke ordening
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst & Reinier van Dantzig
Behandelddoor: ClusterRuimte & Economie, thea.de.vries ®amsterdam.nl
Onderwerp: Afspraken BO MIRT 7 november jl.
Geachte leden van de gemeenteraad,
Graag informeren wij uv met deze brief over het verloop van het BO MIRT 2023 (Bestuurlijk Overleg
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) dat plaatsvond op dinsdag 7 november jl.
Vanwege de demissionaire status van het kabinet werden er geen majeure (financiële) besluiten
genomen. Wij verwijzen aanvullend naar de bijgevoegde Kamerbrieven en besluitenlijst (bijlagen 1
en 2) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat waarin de uitkomsten zijn verwoord. Deze
stukken worden besproken met de Tweede Kamer na de verkiezingen.
Het Rijk herbevestigt het belang voor de OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer
(Doortrekken Noord/Zuidlijn)
Tijdens het BO MIRT zijn nut en noodzaak van de OV-Verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer
(OVAH) door Rijk en betrokken regiopartijen (waaronder de gemeente Amsterdam) herbevestigd.
De OV-verbinding draagt, zoals de betreffende bewindspersonen dit ook aangeven in diens MIRT-
brief, bij aan het realiseren van de woningbouwopgave in en rondom Amsterdam én de doorgroei
van (inter)nationaal treinverkeer van en naar Amsterdam. Doorgaan van dit project is hiermee van
nationaal belang.
Vanwege de situatie die is ontstaan door de herprioritering van het Rijk, heeft deze met de regionale
partners (Vervoerregio Amsterdam, provincie Noord-Holland, Haarlemmermeer, Schiphol, SADC en
NS) via het BO MIRT afgesproken dat het Rijk de kosten van de Verkenning volledig (100%) op zich
neemt. Voor risico’s die optreden in de Verkenningsfase en buiten de begroting van de Verkenning
vallen, is afgesproken dat regionale partijen en het Rijk die delen in de verhouding 80% / 20%.
Daarbij is expliciet benoemd dat deze afspraken enkel voor de Verkenningsfase van toepassing zijn
en geen precedent vormen voor volgende MIRT-fasen. Deze financiële afspraken worden nader
vastgelegd en juridisch verankerd in een nog te ondertekenen samenwerkingsovereenkomst tussen
Rijk en de regionale partners. Naar verwachting zal deze samenwerkingsovereenkomst nog dit jaar
getekend worden door Rijk en regiopartijen. Er is daarnaast in het BO MIRT vastgelegd dat
regiopartijen met een nieuw Kabinet in gesprek gaan over hoe tijdig afspraken gemaakt kunnen
worden om een vervolg op de MIRT-Verkenning niet te laten vertragen. Het college is van mening
dat de volledige bekostiging van de Verkenning door het Rijk commitment aantoont om
vervolgstappen te zetten. Het college zal, samen met de andere regiopartners, het Rijk blijven
houden aan de gemaakte afspraken en het tijdig nakomen daarvan.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 2 van 4
Het Rijk kondigt een herprioritering van het Mobiliteitsfonds aan, effecten voor Amsterdam en
MRA worden onderzocht.
De beschikbare middelen voor mobiliteit in Nederland staan onder druk. Niet alleen de vitname van
de Rijksreservering voor het doortrekken van de Noord/Zuidlijn is hier een gevolg van. Er zijn in heel
Nederland meerdere projecten in de wacht gezet en het landelijk mobiliteitsfonds biedt op dit
moment geen mogelijkheden voor nieuwe/andere grootschalige infra-investeringen. In het BO MIRT
is hierover nader gesproken tussen Rijk en regio. Vanuit onze regio is aangegeven dat er begrip is
voor de ingezette beweging waarbij de middelen worden verschoven van aanleg van infrastructuur
naar instandhouding van infrastructuur. Ook als regiopartijen, hebben we immers te maken met een
zelfde opgave. Maar tegelijk leidt dit ook tot zorgen over de bereikbaarheid als belangrijke
randvoorwaarde voor de verstedelijkingsopgave van onze stad en de Metropoolregio Amsterdam.
In eerdere Kamerbrieven heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aangekondigd een
beweging te maken van de aanleg van wegen naar de instandhouding daarvan. Vanwege met name
beperkte stikstofruimte, prijsstijgingen en krapte op de arbeidsmarkt. Landelijk zijn er daardoor 17
(vaar)wegenprojecten in de wacht gezet. In de MRA betreft dit de aanpak van de Ag
Rottepolderplein en de aanpak van de A27 Knooppunt Eemnes-Zeewolde. Het Rijk heeft nut en
noodzaak van deze projecten bevestigd en heeft nog steeds de ambitie om deze projecten te
herstarten als aan de condities voor voldoende financiële ruimte, stikstofruimte en
vitvoeringscapaciteit wordt voldaan.
Regionale inzet
In 2024 werken Rijk en regio uit wat de impact is op de bereikbaarheid, de woningbouw en de
economie. Daarnaast bekijken zij welke mitigerende maatregelen er genomen kunnen worden om
de ergste congestie te voorkomen en de geplande woningbouw voortgang te laten vinden.
Daarnaast heeft de regio tijdens dit BO MIRT aandacht gevraagd voor een samenhangende inzet
van alternatieve maatregelen om de regio goed bereikbaar te houden, zoals het beter benutten van
de bestaande netwerken, fietsmaatregelen en het inzetten op doorfietsroutes. Maar ook
gedragsmaatregelen, waaronder de werkgeversaanpak plus normerende en fiscale maatregelen.
Maatregelen die goed aansluiten op het Amsterdamse mobiliteitsbeleid. Ook is door de regio
aandacht gevraagd voor de ringwegen om de stad (Azo, A5/Ag). Doorstroming van deze ringwegen
is cruciaal voor zowel het verkeer van, naar als in de stad. Het is ook van groot belang voor het
kunnen uitvoeren van Amsterdam maakt Ruimte. Maar de capaciteit van de ringwegen staat onder
druk door de voorziene grote woningbouwrealisatie in de komende jaren in en buiten Amsterdam.
De Azo Noord, met name de Coen- en Zeeburgertunnel, vormen een zorgpunt. Daardoor is er zorg
over de ontsluiting van belangrijke woningbouwgebieden ten noorden van het
Noordzeekanaalgebied in zowel Amsterdam als Zaandam.
Gezien de hierboven geschetste situatie dat rijksmiddelen de komende jaren schaars lijken te zijn, is
het onwaarschijnlijk dat het Rijk kan investeren in dure rijkswegtunnels om de capaciteit van de ring
Azo te vergroten. Minder dure investeringen, bijvoorbeeld in fiets of HOV-verbindingen, kunnen
derhalve een interessante alternatieve opties zijn voor het Rijk om belangrijke ontwikkelgebieden in
Amsterdam Noord, Zaanstad en in een belangrijke deel van Noord Holland boven het IJ te
ontsluiten.
De Uitvoeringsagenda NOVEX MRA met groen-blauwe maatregelen als essentieel onderdeel
van verstedelijking en woningbouwopgave
In het BO Leefomgeving Noordwest van 2023 (d.d. 15 juni 2023) is afgesproken dat de
Uitvoeringsagenda NOVEX MRA een totaalbeeld geeft van alle noodzakelijke maatregelen om het
Ontwikkelperspectief MRA te realiseren. Voor Amsterdam is een van de belangrijke opgaven het
versterken van groene gebieden en waterpartijen rondom de stad. Door de klimaatverandering is er
immers ruimte nodig om water op te vangen en door het groeiend aantal inwoners is er een grote
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 3 van 4
behoefte aan (groene) recreatieruimte. Rijk en regio hebben de eerste stappen gezet om plannen
naar de uitvoering te brengen en dit te borgen in de vitvoeringsagenda. Het Rijk heeft in dit BO
MIRT aangegeven dat groene en blauwe maatregelen een essentieel onderdeel vormen van de
verstedelijking en de woningbouwopgave. Er is afgesproken om gezamenlijk te kijken naar
mogelijke financieringsvormen om deze maatregelen in de toekomst te kunnen bekostigen en
hiervoor toe te werken naar concrete afspraken in het BO Leefomgeving 2024.
Voortgang op fiets, gedrag en OV
Gezien de demissionaire status van het Kabinet konden in dit MIRT geen impactvolle afspraken
gemaakt worden. In plaats daarvan stond dit MIRT vooral in het teken van (her)bevestigen van reeds
lopende trajecten en het agenderen van voor de regio belangrijke zaken richting een volgend
Kabinet en een nieuwe Kamer. Bijvoorbeeld investeringen in fiets, mobiliteitsgedrag en het
draaiende houden van de Ringen.
Vaststelling Meerjarige Adaptieve Uitvoeringsagenda Fiets
Rijk en regio hebben gezamenlijk geconcludeerd dat de fiets een belangrijk onderdeel is van de
benodigde mobiliteitsmix voor de verstedelijkingsopgave in onze regio. De uitvoeringsagenda Fiets
zal verder worden doorontwikkeld en deze zal gebruikt worden als basis voor nadere uitwerking van
een afweegkader voor fietsprojecten. Het Rijk gebruikt dit kader voor toekomstige Rijksgelden,
bestemd voor investeringen die bijdragen aan een landelijk dekkend netwerk van doorfietsroutes.
Het Rijk stelt hiervoor ook (zij het relatief bescheiden) middelen beschikbaar. Onze regio heeft
aandacht gevraagd voor de realisatie van doorfietsroutes voor het ontsluiten van zowel stedelijke als
landelijke gebieden, zoals Noord-Holland-Noord en Flevoland. Hier liggen nog veel kansen de
komende jaren. Dit vraagt wel een veel groter investeringsbedrag dan de huidige Rijksmiddelen.
Aan de andere kant is en blijft het een relatief eenvoudige manier van investeren, want de aanleg
stoot minder stikstof uit en is goedkoper. De gemeente Amsterdam werkt, samen met de
Vervoerregio, aan het uitbreiden van de doorfietsroutes in en rondom Amsterdam. De regio hoopt,
net als andere regio's in Nederland, dat een nieuw landelijk coalitieakkoord substantiële middelen
beschikbaar gaat stellen voor de fiets.
Meerjarenprogramma mobiliteitsgedrag Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB)
In de programmaraad van SBaB zijn eerder afspraken gemaakt in het kader van het
Meerjarenprogramma mobiliteitsgedrag SBaB 2024 — 2030. Hiermee geeft de regio invulling aan
gedragsbeïnvloeding om mobiliteit te sturen. Door stimuleren van thuiswerken, spitsmijden en de
onderwijs- en werkgeversaanpak vermijden of verminderen we mobiliteit. Rijk en regio hebben in dit
BO MIRT afgesproken gezamenlijk maximaal €2,7 miljoen te investeren in de uitvoering van deze
activiteiten in 2024. In Amsterdam werken wij in Zuid en Zuidoost succesvol aan diverse
gedragsaanpakken. Tegelijk blijft de effectiviteit van dergelijke aanpakken beperkt, als er vanuit de
Rijksoverheid niet voldoende prikkels worden ontwikkeld (via bijvoorbeeld normering of
fiscalisering). Vanuit de regio blijft dit een boodschap aan het Rijk om hier aan te werken.
Voortgang realisatie Derde Perron op Station Amsterdam Zuid
Rijk, gemeente en Vervoerregio hebben sinds het BO MIRT 2022 samen met ProRail en NS gewerkt
aan de afronding van de Voorkeursbeslissing Derde Perron station Amsterdam Zuid en daaronder
vallende afspraken. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft de
voorkeursbeslissing Derde perron Amsterdam Zuid daarop vastgesteld. De gemeente Amsterdam en
de Vervoerregio Amsterdam zijn nu bestuurlijk aan zet om hier ook een besluit over te nemen. Het
college is blij dat er voortgang is om de verwachte toekomstige knelpunten op Amsterdam Zuid op
te lossen. En dat we hiermee een belangrijke stap zetten in het vitbreiden van de internationale
verbinding per spoor.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 4 van 4
Vooruitblik komende periode
Op 22 januari 2024 worden de vitkomsten van het Bestuurlijk Overleg MIRT besproken in de Tweede
Kamer. Dit gebeurt aan de hand van de Kamerbrief MIRT (zie bijlage 1). Daarnaast hoopt het college
tijdens het BO Leefomgeving en BO MIRT van 2024 belangrijke nieuwe afspraken te maken met een
volgend Kabinet over grote opgaven op gebied van o.a. woningbouw, klimaat, sociaaleconomische
ontwikkeling en bereikbaarheid.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
(APZERN
AL DD \
8 J_>
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Bijlagen
1. Kamerbrief BO MIRT d.d. 7november 2023
2. Besluitenlijst BO MIRT 2023
| Brief | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer 022
Behandeld op 20 januari 2021
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti, Veldhuyzen,
Kreuger en Van Soest inzake bezwaren tegen een avondklok.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de actualiteit inzake de gevolgen van recente ontwikkelingen in de
coronacrisis.
Constaterende dat:
- een avondklok een grote inperking is van de bewegingsvrijheid van
Amsterdammers;
- het gewenste remmende effect van een avondklok op besmettingen nog onzeker is;
- onduidelijk is of alternatieve maatregelen geen groter effect hebben;
- het instellen van de avondklok een handhavingsopdracht uitstort over Amsterdam,
die onuitvoerbaar is;
- een avondklok in de praktijk onevenredig hard kan neerslaan bij toch al hard
geraakte mensen, zoals jongeren, alleenstaanden, eenzamen en kwetsbare groepen
- als gevolg van een avondklok spanningen binnen kleinbehuisde huishoudens
zouden kunnen toenemen nu de vluchtweg of uitlaatklep om ‘s avonds het huis te
verlaten wordt afgesneden;
- gemiddeld kleinbehuisde Amsterdammers in een avondwandeling veilig en
verantwoord wat ruimte vinden;
- een avondklok de mogelijkheid voor kinderen om te sporten (en voor ouderen om
individueel te sporten) na 20:30 afsnijdt, hetgeen een negatieve impact zal hebben op
de toch al kwetsbare volksgezondheid.
- dat het ‘s avonds en in de nachtelijke uren nu al bijzonder rustig is op straat;
De raad spreekt uit:
Dat gezien alle voornoemde bezwaren op dit moment de invoering van een avondklok
niet proportioneel is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Deze constateringen bij de Tweede Kamer onder de aandacht te brengen opdat deze
1
bezwaren en de praktische uitwerking van een avondklok in de Amsterdamse context
worden meegewogen bij de finale afweging voor een avondklok in de Tweede Kamer.
De leden
R.H. van Dantzig
Z.D. Ernsting
J.F.W. van Lammeren
M. Taimounti
J.A. Veldhuyzen
K.M. Kreuger
W. van Soest
2
| Motie | 2 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 270
Datum indiening 25 juli 2018
Datum akkoord 7 maart 2019
Publicatiedatum 8 maart 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake vernielingen in
het Westerpark door festivals.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Stadsdeelbestuurder Van der Horst sprak deze week uit dat het Westerpark in
disbalans is.'In het nieuwe locatieprofiel van het park is vastgesteld dat in het
Westerpark 123 evenementendagen plaats mogen vinden, waar logisch op volgt dat
op het terrein het ene na het andere festival plaatsvindt.
Op 28 en 29 juli 2018 zal het Westerpark weer het decor zijn van het festival
Milkshake. Dit festival wordt al sinds 23 juli 2018 opgebouwd en zal daarna weer
afgebouwd moeten worden: al die tijd is het park voor een groot deel ontoegankelijk
(terwijl het groen juist met warm weer verkoeling kan bieden aan omwonenden) en is
er sprake van veel zwaar verkeer in de omgeving. Tijdens de evenementen is er
bovendien vaak sprake van geluids- en stankoverlast. Daarnaast nam de fractie van
de Partij voor de Dieren via Twitter kennis van vernielingen van het groen ten
behoeve van elektriciteitskabels voor het festival Milkshake, buiten het festivalterrein.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoe beoordeelt het college het grote aantal evenementen in het Westerpark en
de klachten van omwonenden?
Antwoord:
De leefbaarheid van het Westerpark staat door het intensieve gebruik en door
toenemende bezoekersaantallen steeds meer onder druk. Het college constateert
dat het dagelijks bestuur van Stadsdeel West in nauw contact staat met
omwonenden in de directe omgeving om te zorgen dat de balans tussen rust,
ruimte en groen enerzijds, en culturele broedplaats en evenemententerrein
anderzijds, goed blijft. Het stadsdeel voert structureel overleg met de buurt en
belanghebbenden en heeft hiertoe het zogeheten vierseizoenenoverleg en de
programmaraad Westerpark ín het leven geroepen. Dit om draagvlak te behouden
voor de culturele programmering.
! De Telegraaf, 25 juli 2018: Stadsdeel: Westerpark is verstoord
2 https://twitter.com/NicovanGog/status/1021672964901793792
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer at 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 25 juli 2018
2. Hoe beoordeelt het college de mening van het stadsdeelbestuur dat de balans in
het Westerpark is verstoord”?
Antwoord:
Op grond van het toenemende aantal klachten van omwonenden over
geluidsoverlast, verkeersoverlast en aantasting van de recreatiefunctie van het
park, concludeert het college samen met het stadsdeelbestuur dat de balans
verbeterd kan worden.
Het stadsdeelbestuur is mede naar aanleiding van eerder toezegging aan de raad
het locatieprofiel Westerpark goed te evalueren en motie 184.18 van toenmalig lid
Nuijens en lid Groen, geluidbeleid Evenementen en locatieprofielen bezig de
situatie in kaart te brengen en hoe de overlast door intensief gebruik kan worden
teruggedrongen. Eind februari komt het stadsdeelbestuur met een actieplan
buitenprogrammering Westerpark in Balans waarin de belangrijkste acties staan
beschreven die in 2019 in gang worden gezet om de balans te hervinden.
3. Heeft het college kennisgenomen van het verwijderen van groen voor
het plaatsen van elektriciteitskabels rondom het festivalterrein?
Antwoord:
Daar heeft het college kennis van genomen.
a. Is hier door de organisatie toestemming voor gevraagd? Zo ja, waarom is
die verleend? Zo nee, wat zijn de consequenties?
Antwoord 3a:
Langs het pad is groen verwijderd door de gemeente, dit had niets te maken
met het evenement. Kabelleggers hebben brandnetels en onkruid
platgetreden bij het aanleggen ven elektriciteit. Dat is abusievelijk gebeurd: de
route had voor de vijver langs moeten lopen. Na ingrijpen van de gemeente is
die fout hersteld.
b. Hoe beoordeelt het college het dat festivalorganisaties het groen in
de omgeving van het festivalterrein verwijderen”?
Antwoord 3b:
Zie het antwoord op 3a. Voorts is er geen blijvende schade aangericht door
de festivalorganisatie.
4. Klopt het dat de vijver bij het festivalterrein voor Milkshake is drooggelegd, in strijd
met het bestemmingsplan? Zo ja, wat zijn de consequenties?
Antwoord:
Het deel van de vijver waarover wordt gesproken is speciaal aangelegd om te
kunnen worden drooggelegd voor evenementen en wordt sinds 2004 ook als
zodanig wordt gebruikt. Het is een betonnen bak met een speciale afvoer om het
droogleggen en schoonmaken te versnellen. Dit deel van de vijver heeft
weliswaar de bestemming water, maar is niet bedoeld om in te zwemmen.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer at 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 25 juli 2018
5. Hoe beoordeelt het college het dat er in de hittegolf dagenlang zware
dieselvoertuigen door het Westerpark rijden ten behoeve van de op- en afbouw
van het festival’?
Antwoord:
Logistieke verbeteringen en efficiëntere en schonere op- en afbouw van
evenementen zijn onderwerpen die door het stadsdeelbestuur worden
meegenomen in het programmaplan Westerpark in balans. Het college begrijpt
dat omwonenden overlast ervaren van dieselvoertuigen, ook als er geen sprake is
van een hittegolf. De voorwaarden waarop opbouw en afbouw moeten voldoen
met betrekking tot veiligheid en bescherming van het gras zijn opgenomen in de
vergunning. Het aantal dagen dat mag worden op- en afgebouwd is opgenomen
in het locatieprofiel. Het college streeft ernaar dat in 2020 alle evenementen
duurzaam zijn. Overigens is Milkshake onder de festivals koploper op het gebied
van duurzaamheid.
6. Hoe beoordeelt het college de bescherming van de monumentale kastanjeboom
pal naast het festivalterrein?
Antwoord:
De kastanjeboom wordt beschermd door een zogeheten Waterblock constructie
die over de wortels van de boom is geplaatst en de ondergrondse delen van de
boom beschermt tot en met de zwaarste verkeersklasse. Verder is de organisator
van evenementen verplicht de stam te beschermen met dranghekken tijdens de
opbouw en afbouw van evenementen. We evalueren of deze maatregelen
afdoende zijn en recht doen aan de monumentale status van de boom.
7. Het besluit op de vergunning werd op 19 juli 2018 bekendgemaakt, terwijl op
23 juli 2018 de opbouw begon. Hoe beoordeelt het college dit?°
Antwoord:
Er is uiterst zorgvuldig gekeken of de organisatie de veiligheid van de bezoekers
kon waarborgen. Daardoor zijn de voorschriften over de inrichting van het terrein
aangescherpt en duurde het langer voordat de aanvraag compleet was. Ook was
er discussie over de geluidsnormen die door de omgevingsdienst
Noordzeekanaalgebied waren vastgesteld. Daardoor kon er op 19 juli pas een
beslissing over de vergunning worden genomen. Zorgvuldigheid stond in dit geval
voorop. Niettemin is het streven ook dit soort complexe gevallen sneller te
beoordelen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3 https://bekendmakingen.amsterdam.nl/bekendmakingen/stadsdeel-west/2018/week-29/besluiten/besluit-
milkshake/
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Bezoekadres
> Gemeente e
mstel 1
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Rabbijn Simon Bornstein
[email protected]
Datum 30 oktober 2020
Ons kenmerk
Behandeld door Y, Remers
Bijlage
Onderwerp Uw brief van 26 mei 2020
Geachte heer Bornstein,
Hartelijk dank voor uw brief dd. 26 mei 2020, welke wij per mail ontvangen hebben op
g september 2020. In uw brief vraagt u de aandacht van de gemeenteraad voor het Bredeschool
concept van de Britse School Amsterdam (BSA). In vw brief stelt u dat de BSA nog geen uitvoering
heeft gegeven aan het Bredeschool concept dat zij eerder aan de buurt hebben toegezegd.
U verzoekt de raad om het Bredeschool concept bij de BSA af te dwingen.
Op 1 oktober 2020 heeft de gemeenteraad mij gevraagd om uw brief te beantwoorden.
In vw schrijven geeft v aan wat v onder het Bredeschool concept verstaat. U zou graag zien dat de
school zijn ruimtes, zoals de theaterzaal, sportvoorzieningen, vergaderruimte en aula aan
bewonersorganisaties en initiatieven beschikbaar stelt. Wij begrijpen uw vraag en vanuit
maatschappelijk belang zouden wij graag zien dat scholen hun ruimtes in medegebruik
beschikbaar stellen. Omdat scholen een grote autonomie hebben en de verantwoordelijke
schoolbesturen zelfstandige rechtspersonen zijn, kunnen wij dat echter niet afdwingen. Daarbij
speelt ook dat de BSA een particuliere instelling is en volledig eigenaar van het schoolgebouw.
Vanuit de gemeente kunnen wij medegebruik van hun schoolgebouw daarom niet verplichten.
De BSA staat graag open voor overleg met de buurtbewoners over de door v genoemde
onderwerpen. Op dit moment vinden er regelmatig bijeenkomsten plaats waar zowel de
buurtbewoners, als de BSA en de gemeente aanwezig zijn. Ook u kunt aan deze bijeenkomsten
deelnemen. U kunt zich hiervoor via de projectleider van de BSA aanmelden. De contactgegevens
van de projectleider hebben wij v middels onze brief van 21 september 2020 toegestuurd.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 30 oktober 2020
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Tenslotte schrijft v dat de buurtbewoners niet goed over het bouwproces geïnformeerd worden en
de buurt zich genegeerd voelt. Hierover heeft u ook een brief naar de gemeenteraad gestuurd op
25 mei 2020. Uw brief is beantwoord en verstuurd naar uw adres op 21 september 2020. In deze
beantwoording wordt v geïnformeerd over de verschillende manieren, onder andere middels
bijeenkomsten en gesprekken, waarop de BSA en de ontwikkelaar van de BSA, Heddes, de buurt
op de hoogte houden van de laatste ontwikkelingen omtrent de bouw. Graag verwijs ik u dan ook
naar de brief van 21 september 2020.
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
TJ
E
Victor Everhardt
Wethouder Economische Zaken
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 911
Publicatiedatum 29 juli 2016
Ingekomen op 13 juli 2016
Ingekomen onder 608’ (G)
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Poorter inzake de Voorjaarsnota 2016 (transformatie zorgvastgoed).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
— door het sluiten van verzorgings- en verpleeghuizen aanleunwoningen dreigen
‘om te vallen’ door het verdwijnen van belangrijke voorzieningen in de buurt;
— steeds meer ouderen langer thuis blijven wonen en in toenemende mate behoefte
hebben aan voorzieningen als sociale activiteiten, maaltijdservice, fysiotherapie,
de kapper en maatschappelijke dienstverlening dichtbij/aan huis;
— bij de ombouw van zorgvastgoed kansen zijn om algemene ruimtes te behouden
die maatschappelijk gebruikt kunnen worden voor welzijn en
‘aanleunvoorzieningen';
— in het Actieplan Woningbouw een bedrag van € 16 miljoen gereserveerd voor
kwetsbare groepen, waaronder de transformatie van zorgcomplexen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in het kader van het Actieplan Woningbouw bij de transformatie van
zorgcomplexen bij te dragen aan het creëren van algemene ruimtes en
faciliteiten in wooncomplexen voor ouderen waarin mede door (buurt)bewoners
activiteiten kunnen worden georganiseerd;
— inde jaarlijkse voortgangsrapportage programma Ouderenhuisvesting 2015-2018
aan de raad te rapporteren over de resultaten.
Het lid van de gemeenteraad
M.F. Poorter
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 340
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder AC
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake de gemeentelijke inzet voor nieuwe
afspraken met corporaties en huurders (maak slim gebruik van flexibele contracten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de gemeentelijke inzet voor nieuwe afspraken met
corporaties en huurders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 294);
Overwegende dat:
— het grootste probleem in de gereguleerde sector in Amsterdam de doorstroming is
en het wenselijk is om een deel van de betaalbaalbare voorraad te dynamiseren;
— tijdelijke starterscontracten hiervoor een instrument kan zijn,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— bij de afspraken met de corporaties de mogelijkheden te benutten uit de wet op
tijdelijke huur;
— hierbij uit te gaan van het principe ‘huur volgt inkomen’, waarbij de huurders die
meer gaan verdienen meer huur betalen en huurders die minder verdienen minder
gaan betalen;
— hierbij wel aandacht te schenken aan een vangnet zodat voorzien wordt in een
passende oplossing voor huurders wanneer zij geen aanspraak meer kunnen
maken op deze verhuurvorm.
Het lid van de gemeenteraad,
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
X% Gemeente
% Amsterdam
X% Oost
Memo Verdeelvoorstel incidenteel budget ‘buurtgeld voor
buurtinitiatief’
Datum 6 februari 2018
Inbrenger Rick Vermin
Inleiding
Bij de Voorjaarsnota 2017 is het amendement ‘Buurtgeld voor Buurtinitiatief' van de raadsleden Van Dantzig en
Ten Bruggencate aangenomen. Dit amendement voorziet in een incidenteel budget van € 2 miljoen voor de stad
om buurtinitiatieven te ondersteunen of in te spelen op lokale knelpunten. Voor Oost is hiermee in de begroting
2018 incidenteel 3 ton beschikbaar gekomen.
Hieronder een voorstel voor de uitgangspunten bij besteding en een richting voor de verdeling van het budget.
Het is aan de bestuurscommissies of de opvolgers daarvan om te bepalen hoe ze dit geld inzetten.
Uitgangspunten
e Het budget is bedoeld om flexibel in te zetten en te handelen in de actualiteit. Er is daarom voor gekozen
om het budget niet aan het begin van het jaar al helemaal te bestemmen.
e De voorgestelde globale verdeling is een richting. Als in de loop van het jaar een andere verdeling beter
aansluit bij de actualiteit wordt hier flexibel mee omgegaan.
e Het geld wordt besteed onder regie van de gebiedsteams. Wanneer de besteding in de loop van het jaar
blijkt af te wijken van de richtbedragen, doen de gebiedsteams hiervoor een voorstel aan het DB van
stadsdeel Oost.
Bestedingsvoorstel
_|Bestedingsrichting richtbedrag |
1 | Stedelijk fonds om integrale initiatieven te financieren. De € 30.000
vermogensfondsen verdubbelen het bedrag. Elk stadsdeel legt dit bedrag
in.
2 | Stem van Oost: budget dat gekoppeld is aan deze agenderingstool, zodat € 70.000
snel dingen gerealiseerd kunnen worden die via de stem van Oost worden
geagendeerd
3 | Gebiedonline: er zijn initiatieven die wel gewenst zijn, maar die niet binnen € 120.00
de €2,4 miljoen voor de gebiedsplannen pasten, of die nog verder moeten
worden uitgewerkt. Voorbeelden zijn het Joris lvensplein, Waterhart
IJhaven, en diverse vergroeningsinitiatieven in Oud Oost (Oosterpark) en
de Indische Buurt
4 | Flexibel budget om in te kunnen spelen op actualiteiten (bijvoorbeeld € 80.000
maatschappelijk initiatieven die in de loop van het jaar binnen komen) en
knelpunten in de gebieden (bijvoorbeeld ter aanvulling op of versterking
van het gebiedsgerichte aanbod basisvoorzieningen)
| Actualiteit | 1 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 288
Publicatiedatum 29 mei 2013
Ingekomen onder AJ
Ingekomen op donderdag 16 mei 2013
Behandeld op donderdag 16 mei 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden de heer Piek en de heer Jager inzake
de verzelfstandiging van het Afval Energie Bedrijf (AEB) (volumegarantie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 15 januari 2013 inzake het afronden van de onderzoeksfase van
de verzelfstandiging van het Afval Energie Bedrijf (AEB) (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 227);
Constaterende dat:
— in de voordracht onder punt 5b aangegeven wordt dat het de doelstelling is om
op termijn externe financiering en tot die tijd financiering door de gemeente tegen
een marktconforme rente één van de financiële uitgangspunten voor AEB NV is.
Overwegende dat:
— door de terugloop van het afvalaanbod en de stijging van de
verbrandingscapaciteit in Nederland het rendement op investeringen in de
afvalenergiemarkt onder druk staat;
— in de second opinion van PWC staat dat het transitievoorstel van AEB nadere
onderbouwing behoeft op onder andere de haalbaarheid van de beoogde omzet;
— in de second opinion inzake het investeringsvoorstel sorteerlijn Grof
Huishoudelijk Afval van Rebel Group het vastleggen van een partner als garantie
voor de aanlevering van volume wordt aanbevolen;
— AEB met omliggende gemeenten en particuliere bedrijven contracten voor de
Hoog Rendement Centrale tot 2022 heeft zodat het afvalaanbod voor minstens
75% wordt gegarandeerd;
— het zinvol is om samenwerkingspartners te zoeken om risico’s te spreiden en om
economische levensvatbaarheid van een project aan de markt te toetsen,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 288 Moti
Datum _ 29 mei 2013 ome
Besluit:
in ontwerpbesluit nr. 227 van 2013, aan beslispunt 5b, ‘Doelstellingen en
uitgangspunten ten aanzien van de financiering van AEB NV’ toe te voegen de zin:
“Alvorens tot investeringen in het kader van transformatie over te gaan, is de inzet om
per project eerst samenwerkingspartners te zoeken waarmee een substantiële
volumegarantie op aanvoer dan wel afzet gegarandeerd wordt.”
De leden van de gemeenteraad,
M.F.G. Piek
G. Jager
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 185
Publicatiedatum 20 maart 2015
Ingekomen onder J
Ingekomen op 11 maart 2015
Behandeld op 11 maart 2015
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake het initiatiefvoorstel ‘Amsterdamse
pilot tweetalig primair onderwijs’ (Engelstalig onderwijs).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het initiatiefvoorstel ‘Amsterdamse pilot tweetalig primair
onderwijs’ van de leden Paternotte en Toonk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 116);
Constaterende dat:
— Engels behoort tot het verplichte curriculum van basisscholen;
— het voor het toekomstperspectief van kinderen en jongeren van belang is goed
Engels te leren;
— erop Amsterdamse scholen voor voortgezet onderwijs veel verschillen worden
geconstateerd in de basisvaardigheden waarmee Amsterdamse
basisschoolleerlingen instromen;
— dit mogelijkerwijs het gevolg is van wisselende kwaliteit en aandacht van
basisscholen voor het geven van Engels;
— de Onderwijsinspectie niet controleert op Engelstalig onderwijs op de basisschool
en er derhalve geen kennis is over de kwaliteit en intensiteit van het Engelstalig
onderwijs op Amsterdamse basisscholen;
— het college de ambitie heeft om van Amsterdam een voorloper te maken met
tweetalig primair onderwijs;
— het college hiertoe in gesprek gaat met de Onderwijsinspectie en met het
onderwijsveld en initiatieven wil faciliteren en ondersteunen, ook met een
vergoeding;
Van mening dat:
— elk Amsterdam kind recht heeft om zich optimaal te ontplooien en dus ook op goed
Engelstalig onderwijs;
— het college zich naast de inspanning die zij levert voor tweetalig primair onderwijs
op een paar basisscholen, zich ook zou moeten inspannen voor een goede
uitvoering van het verplichte Engelstalige onderwijs op alle Amsterdamse
basisscholen,
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 185 Moti
Datum _ 20 maart 2015 ome
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te onderzoeken hoe momenteel het verplichte Engels in het basisonderwijs (Eibo)
wordt vormgegeven in het Amsterdamse onderwijs en welke problemen hierbij
worden ervaren;
— ín overleg met de inspectie van het Onderwijs, scholen voor primair en voortgezet
onderwijs te treden hoe het Eibo in Amsterdam kan worden verbeterd en in kaart
te brengen welke inspanningen daarvoor nodig zijn;
— hierover te rapporteren aan de raad voor het eind van 2015.
Het lid van de gemeenteraad,
M. Moorman
2
| Motie | 2 | discard |
Adres aan de Gemeenteraad van Amsterdam
Betreft: Verzoek het opheffen van haltes in de VPC-buurt te blokkeren
Geachte Leden van de Gemeenteraad
In grote haast zijn plannen gepresenteerd om haltes van lijn 2 op te heffen. ‘Grote haast’,
omdat het niet erg van bereidheid tot inspraak getuigt als de inspraak ruim in de
schoolvakanties valt.
Het opheffen van haltes zou onderdeel zijn van het project van de Stadsregio om het
openbaar vervoer te verbeteren.
'Plusnet'
De Stadsregio wil op het ‘plusnet'
- haltes opheffen, in de buitenwijken snelheid verhogen tot 70 km/h;
- waar mogelijke rails rechter leggen om sneller te kunnen rijden;
- haltes na de kruising zodat een aankomende tram met verkeerslichtenbeïnvloeding direct
over de kruising kan denderen;
- en trams verlengen tot 45 meter om op het plusnet meer capaciteit te bieden.
Om te beginnen valt op dat de rail door de VPC-buurt geen onderdeel van het ‘plusnet'
uitmaakt. Overigens ook de rail van lijn 16 niet.
Lijn 2 via Overtoom
De Stadsregio heeft een ‘investeringsagenda' gepubliceerd, waaruit kan worden afgeleid
waar zij op aanstuurt. De Stadsregio gaat studeren op de aanleg van rails door de
Haarlemmermeerstraat, zodat lijn 2 via de Overtoom kan gaan rijden.
De Stadsregio heeft een reservelijst met investeringen: “Niet-verplichte”“. Daarin is een
bedrag gereserveerd voor het verlengen van de haltes tot 45 meter in de VPC-buurt, met
uitzondering van de halte Obrechtstraat. Dus wel voor de halte Emmastraat.
Met andere woorden: het opheffen van de Emmastraat is geen directe aanwijzing van de
Stadsregio.
Rozengracht
Het is dus volkomen onzeker hoe de toekomst van lijn 2 er uit gaat zien. De huidige lijnen
moeten sneller en de Stadsregio heeft al gesuggereerd om de Leidsestraat te gaan mijden en
via de Rozengracht te gaan rijden. Hoe lijnen rijden wordt aan de aannemer, het GVB,
overgelaten.
Er wordt daarbij geargumenteerd dat de vervoerder routes met veel vervoervraag wel zal
blijven gebruiken. De VPC-buurt zal wel een tramlijn behouden, maar dat kan evengoed een
nieuwe lijn zijn van het Hoofddorpplein via de route van 16 naar het Centraal Station. Ook het
traject tussen De Pijp en CS is vrijwillig voor de aannemer.
De huidige, onwijs langdurige, omleiding van lijn 2 via de Rozengracht, lijn 5 gaat zo lang
met 16 en 24 mee in de file op Vijzelstraat en Rokin, wekt de indruk dat het bedoeld is om de
gebruikers vast aan de Rozengracht te laten wennen.
Projectgroepen
Voor de realisering van de ideeën van de Stadsregio is de projectgroep ‘westelijke
tramlijnen’ ingesteld. Zij moeten de plannen voor de lijnen 1, 2 en 13 gaan invullen. Het
uitgangspunt van die projectgroep is dus, onder andere, haltes opheffen.
Het opheffen staat dus niet ter discussie voor die projectgroep. Het gaat bij inspraak alleen
over de details. Dat is geen serieus overleg met belanghebbenden.
Opbrengsten
Het opheffen van twee haltes levert 7 miljoen euro aan maatschappelijke baten op. Een
overtuigend argument voor financieel bewuste burgers in een tijd van recessie.
Maatschappelijke baten zijn de seconden winst van alle passagiers, vermenigvuldigd met
een aantal jaren en een aantal euro's.
Imaginaire euro's via een benadering en berekening, waarmee je ook kan aantonen dat het
subsidiëren van het opvoeren van snorfietsen grote maatschappelijke baten oplevert.
Twee haltes, op een route waar heel andere trajectdelen de vertragingen en de onregelmaat
bepalen, leveren geen exploitatiewinst op.
Samenvattend
Het opheffen is gepresenteerd als voortvloeiend uit de plannen van de Stadsregio. De
trajecten door de VPC-buurt zijn geen onderdeel van het plusnet.
Zo lang er geen serieuze knelpunten zijn opgelost leveren twee haltes opheffen alleen
frustratie op en zeker geen harde euro's.
Het opheffen van de Emmastraat moet een toevoeging van het Dagelijks Bestuur zijn. De
oversteken voor fiets en voetganger kunnen mooier worden als die halte weg is. Bij de
afweging tussen fiets en openbaar vervoer koos het Stadsdeel al vaker voor de fiets. Hier is
dat dus wederom een eigen stadsdeelkeuze.
Het is onzeker hoe de komende wijzigingen in de tramlijnen, door de bezuinigingen en de
komst van de Noord-Zuidlijn, er gaan uitzien. Het valt niet te voorspellen hoe lijn 2 in de
verre toekomst zal gaan rijden.
Komt er een andere lijn, dan valt die in de categorie ‘comfort'-lijn. Dat zijn lijnen die niet
zo snel hoeven. Die hebben meer last van meerijdende auto's, van voorrang voor anderen etc.
Daar kunnen die twee haltes best voor blijven.
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat zowel op de route van 2 en 16 een tram blijft rijden.
Als één lijn de gehele VPC-buurt moet bedienen worden korte halteafstanden cruciaal voor de
bereikbaarheid.
Kortom
Haltes die nu binnen het werkgebied vallen kunnen best met enige creativiteit en gezond
verstand aan de tram worden aangepast, zodat de toegankelijkheid verbetert.
De Gemeenteraad dient in te grijpen en te besluiten dat er vooralsnog geen redenen zijn om
haltes in de VPC-buurt op te heffen.
Met vriendelijke groet, Amsterdam, 17 september 2013
Diek van der Horst
Lid Gemeenteraad 1981-1986
Staf Vervoersontwikkeling GVB 1986-1995
Adres aan de Gemeenteraad van Amsterdam
Betreft: Verzoek het opheffen van haltes in de VPC-buurt te blokkeren
Geachte Leden van de Gemeenteraad
In grote haast zijn plannen gepresenteerd om haltes van lijn 2 op te heffen. ‘Grote haast’,
omdat het niet erg van bereidheid tot inspraak getuigt als de inspraak ruim in de
schoolvakanties valt.
Het opheffen van haltes zou onderdeel zijn van het project van de Stadsregio om het
openbaar vervoer te verbeteren.
'Plusnet'
De Stadsregio wil op het ‘plusnet'
- haltes opheffen, in de buitenwijken snelheid verhogen tot 70 km/h;
- waar mogelijke rails rechter leggen om sneller te kunnen rijden;
- haltes na de kruising zodat een aankomende tram met verkeerslichtenbeïnvloeding direct
over de kruising kan denderen;
- en trams verlengen tot 45 meter om op het plusnet meer capaciteit te bieden.
Om te beginnen valt op dat de rail door de VPC-buurt geen onderdeel van het ‘plusnet'
uitmaakt. Overigens ook de rail van lijn 16 niet.
Lijn 2 via Overtoom
De Stadsregio heeft een ‘investeringsagenda' gepubliceerd, waaruit kan worden afgeleid
waar zij op aanstuurt. De Stadsregio gaat studeren op de aanleg van rails door de
Haarlemmermeerstraat, zodat lijn 2 via de Overtoom kan gaan rijden.
De Stadsregio heeft een reservelijst met investeringen: “Niet-verplichte”“. Daarin is een
bedrag gereserveerd voor het verlengen van de haltes tot 45 meter in de VPC-buurt, met
uitzondering van de halte Obrechtstraat. Dus wel voor de halte Emmastraat.
Met andere woorden: het opheffen van de Emmastraat is geen directe aanwijzing van de
Stadsregio.
Rozengracht
Het is dus volkomen onzeker hoe de toekomst van lijn 2 er uit gaat zien. De huidige lijnen
moeten sneller en de Stadsregio heeft al gesuggereerd om de Leidsestraat te gaan mijden en
via de Rozengracht te gaan rijden. Hoe lijnen rijden wordt aan de aannemer, het GVB,
overgelaten.
Er wordt daarbij geargumenteerd dat de vervoerder routes met veel vervoervraag wel zal
blijven gebruiken. De VPC-buurt zal wel een tramlijn behouden, maar dat kan evengoed een
nieuwe lijn zijn van het Hoofddorpplein via de route van 16 naar het Centraal Station. Ook het
traject tussen De Pijp en CS is vrijwillig voor de aannemer.
De huidige, onwijs langdurige, omleiding van lijn 2 via de Rozengracht, lijn 5 gaat zo lang
met 16 en 24 mee in de file op Vijzelstraat en Rokin, wekt de indruk dat het bedoeld is om de
gebruikers vast aan de Rozengracht te laten wennen.
Projectgroepen
Voor de realisering van de ideeën van de Stadsregio is de projectgroep ‘westelijke
tramlijnen’ ingesteld. Zij moeten de plannen voor de lijnen 1, 2 en 13 gaan invullen. Het
uitgangspunt van die projectgroep is dus, onder andere, haltes opheffen.
Het opheffen staat dus niet ter discussie voor die projectgroep. Het gaat bij inspraak alleen
over de details. Dat is geen serieus overleg met belanghebbenden.
Opbrengsten
Het opheffen van twee haltes levert 7 miljoen euro aan maatschappelijke baten op. Een
overtuigend argument voor financieel bewuste burgers in een tijd van recessie.
Maatschappelijke baten zijn de seconden winst van alle passagiers, vermenigvuldigd met
een aantal jaren en een aantal euro's.
Imaginaire euro's via een benadering en berekening, waarmee je ook kan aantonen dat het
subsidiëren van het opvoeren van snorfietsen grote maatschappelijke baten oplevert.
Twee haltes, op een route waar heel andere trajectdelen de vertragingen en de onregelmaat
bepalen, leveren geen exploitatiewinst op.
Samenvattend
Het opheffen is gepresenteerd als voortvloeiend uit de plannen van de Stadsregio. De
trajecten door de VPC-buurt zijn geen onderdeel van het plusnet.
Zo lang er geen serieuze knelpunten zijn opgelost leveren twee haltes opheffen alleen
frustratie op en zeker geen harde euro's.
Het opheffen van de Emmastraat moet een toevoeging van het Dagelijks Bestuur zijn. De
oversteken voor fiets en voetganger kunnen mooier worden als die halte weg is. Bij de
afweging tussen fiets en openbaar vervoer koos het Stadsdeel al vaker voor de fiets. Hier is
dat dus wederom een eigen stadsdeelkeuze.
Het is onzeker hoe de komende wijzigingen in de tramlijnen, door de bezuinigingen en de
komst van de Noord-Zuidlijn, er gaan uitzien. Het valt niet te voorspellen hoe lijn 2 in de
verre toekomst zal gaan rijden.
Komt er een andere lijn, dan valt die in de categorie ‘comfort'-lijn. Dat zijn lijnen die niet
zo snel hoeven. Die hebben meer last van meerijdende auto's, van voorrang voor anderen etc.
Daar kunnen die twee haltes best voor blijven.
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat zowel op de route van 2 en 16 een tram blijft rijden.
Als één lijn de gehele VPC-buurt moet bedienen worden korte halteafstanden cruciaal voor de
bereikbaarheid.
Kortom
Haltes die nu binnen het werkgebied vallen kunnen best met enige creativiteit en gezond
verstand aan de tram worden aangepast, zodat de toegankelijkheid verbetert.
De Gemeenteraad dient in te grijpen en te besluiten dat er vooralsnog geen redenen zijn om
haltes in de VPC-buurt op te heffen.
Met vriendelijke groet, Amsterdam, 17 september 2013
| Raadsadres | 4 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 204
Publicatiedatum 22 februari 2019
Ingekomen onder AZ
Ingekomen op donderdag 14 februari 2019
Behandeld op donderdag 14 februari 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake het bestemmingsplan Amstelkwartier tweede
fase Weststrook Zuid e.o. (alle gekapte bomen herplanten in het gebied)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Amstelkwartier tweede fase
Weststrook Zuid e.o. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 116).
Constaterende dat:
— in het hele Amstelkwartier tweede fase zo'n 125 bomen gekapt zullen worden;
— het niet duidelijk is hoe de compensatie van al deze bomen plaatsvindt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
alle bomen in hetzelfde gebied te herplanten.
Het lid van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
5 Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2017
Afdeling 2
Vergaderdatum 7 juni 2017
Publicatiedatum 21 juni 2017
OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 7 JUNI 2017
Aanwezig: de leden mevrouw Alberts (SP), de heer A.J.M. Bakker (D66), de heer
N.T. Bakker (SP), mevrouw Van den Berg (PvdA), de heer Blom (GroenLinks), de heer
Boldewijn (PvdA), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), mevrouw Bouchibti
(VVD), de heer Boutkan (PvdA), mevrouw Ten Bruggencate (D66), mevrouw Bijleveld
(SP), de heer Van Dantzig (D66), de heer Dijk (VVD), mevrouw Duijndam (SP), de heer
Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), de heer Glaubitz (D66), de heer Groen
(GroenLinks), de heer Groot Wassink (GroenLinks), de heer Guldemond (D66), de heer
Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), de heer Van den Heuvel (D66), mevrouw
Kaya (D66), de heer Kayar (PvdA), de heer Van Lammeren (PvdD), de heer Mbarki
(PvdA), mevrouw Moorman (PvdA), de heer Nuijens (GroenLinks), de heer Van Osselaer
(D66), de heer Peters (SP), de heer Poorter (PvdA), mevrouw Poot (VVD), mevrouw
Roosma (GroenLinks), mevrouw Ruigrok (VVD), mevrouw Van Soest (PvdO), mevrouw
Timman (D66), de heer Toonk (VVD), de heer Torn (VVD), de heer Ünver (PvdA),
mevrouw Verheul (D66), de heer Vink (D66) en de heer Vroege (D66)
Afwezig: mevrouw Saadi (PvdA)
Aanwezig: de wethouders de heer Van der Burg (Zorg en Welzijn, Sport en
Recreatie, Luchthaven, Personeel, Organisatie en Integriteit, Dienstverlening en Externe
Betrekkingen en Stadsdeel Zuid), de heer Choho (Bestuurlijk Stelsel, Duurzaamheid,
Openbare Ruimte en Groen, ICT, Dienstverlening en Artis), de heer Ivens (Bouwen en
Wonen, Wijkaanpak, Dierenwelzijn en Stadsdeel Noord), de heer Kock (Financiën,
Decentralisaties, Waterbeheer en Stadsdeel West), mevrouw Kukenheim (Onderwijs,
Jeugd, Diversiteit en Stadsdeel Oost), de heer Litjens (Personeel en Organisatie, Verkeer
en Vervoer, Gemeentelijk Vastgoed, Bedrijfsvoering en Inkoop en Stadsdeel Zuidoost),
mevrouw Ollongren (Economie, Lucht- en Zeehaven, Monumenten, Kunst en Cultuur,
Lokale Media, Deelnemingen en Stadsdeel Centrum) en de heer Vliegenthart (Werk,
Inkomen en Participatie en Stadsdeel Nieuw-West)
Afwezig: de burgemeester de heer Van der Laan (Openbare Orde en Veiligheid,
Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale
Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken,
Communicatie)
Middagzitting op woensdag 7 juni 2017
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Ünver, en het raadslid de heer Vroege,
plaatsvervangend voorzitter voor de heer Ünver
Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt
De VOORZITTER opent de vergadering om 13.10 uur
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Voorzitter: de heer Ünver
De VOORZITTER: Ik open de vergadering van de gemeenteraad van Amsterdam.
Ik heet u allen van harte welkom bij deze raadsvergadering die uit vier dagdelen zal
bestaan.
1
Mededelingen
De VOORZITTER: Ik deel u mee dat er bericht van verhindering is van de burgemeester,
mevrouw Saadi, en de heer Poorter is deze middag afwezig. Wethouder Vliegenthart zal
donderdag 8 juni 2017 rond 14.00 uur bij de vergadering weer aanwezig zijn in verband
met zijn aanwezigheid bij de vergadering van de VNG-commissie Werk en Inkomen.
2
Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 10 en 11 mei 2017
De notulen worden vastgesteld.
3
Vaststelling van de agenda
Conform besloten.
De VOORZITTER: Dan stel ik voor dat we eerst de agenda doorlopen om te zien
of er agendapunten zijn die zonder discussie en hoofdelijke stemming kunnen worden
afgedaan.
4
Mededeling van de ingekomen stukken
Conform besloten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Ik wil graag ingekomen stuk nr. 19 agenderen voor de
commissie Bouwen en Wonen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Van tkn-stuk 17 wordt nu gezegd dat er een afschrift
gaat naar de commissie, maar om wat tijd te besparen zou ik dat afschrift meteen willen
agenderen.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Bij dezen.
1° Raadsadres van een burger van 4 mei 2017 inzake de problematiek rond
de bomen in de Frederik Hendrikstraat
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
22 Raadsadres van BIZ Eigenarenvereniging en BIZ Ondernemersvereniging
van 18 mei 2017 inzake het vergroten van de veiligheid in de Kalverstraat en de
Heiligeweg door het plaatsen van automatische verkeerspalen
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT.
3° Raadsadres van Powerment Advies van 7 mei 2017 inzake de onwettige
verstrekking van een geldlening ingevolge de Bijzondere Bijstand
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie
3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen.
4° Raadsadres van Q-support van 11 mei 2017 inzake het verzoek om
vergoeding van therapiekosten voor Q-koortspatiënten
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie.
5° Raadsadres van de Bewonersraad Nieuwmarkt Groot Waterloo van 3 mei
2017 inzake de naamgeving van twee bruggen naar Auke Bijlsma en Theo Bosch
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden.
6° Raadsadres van een burger van 14 mei 2017 inzake het bezwaar tegen
de plaatsing van een groot commercieel reclamebord voor de flat Klieverink in Zuidoost
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
7° Raadsadres van een aantal burgers, namens enkele
schaatsverenigingen, van 15 mei 2017 inzake een perspectief voor schaatsen in en om
Amsterdam
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017
Raadsnotulen
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie.
8° Raadsadres van het NOC*NSF van 16 mei 2017 inzake de kansen voor
participatie van kinderen in armoede via sport en cultuur
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 6, de algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota 2017.
ge Brief van E. van der Burg, wethouder Grondzaken, van 15 mei 2017
inzake een tijdelijk pop-up hotel in toren 700 van het asielzoekerscentrum
Wenckebachweg
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor
Ruimtelijke Ordening en Grondzaken ter kennisneming.
10° Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 16 mei 2017 inzake de
aankondiging van de start van het onderzoek Project 1012
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
11° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 mei 2017
inzake de financiële maatregelen voor toerisme en afdoening van de moties 1289 en 1516
van 10 november 2016 van de leden Vroege en Boutkan
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij behandeling van de Voorjaarsnota
2017 in de raadscommissie voor Financiën c.a. van 22 juni 2017 en in de raad van 19 en
20 juli 2017 en daarna de moties als uitgevoerd te beschouwen.
12° Raadsadres van een burger van 19 mei 2017 inzake investeren in
onderwijs door voorrang te verlenen aan woningzoekende docenten
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en
Cultuur, Lokale Media en Monumenten.
13° Raadsadres van G. van Oudenallen, namens de Verkeersgroepen
Amsterdam, van 22 mei 2017 inzake de gemeentelijke aanwijzing voor
fietsparkeerplekken en het verhalen van schade
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT.
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
14° Raadsadres van mevrouw G. van Oudenallen, oud-Tweede Kamerlid, van
22 mei 2017 inzake de lagere financiële bijdrage van de gemeente Amsterdam voor de
tweede zeesluis bij IJmuiden
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
15° Brief van een burger, gericht aan E. Schippers, kabinetsinformateur tot
29 mei 2017, van 20 mei 2017 inzake de megafraude door de gemeente Amsterdam bij
de bouw van de Amsterdam ArenA
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
16° Raadsadres van een burger van 16 mei 2017 inzake het gebruik van de
vlaggenmasten in de Nieuwe Amstelstraat - hoek Mr. Visserplein voor vlaggen van het
Joods Historisch Museum
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
17° Raadsadres van de bewonerscommissie Van der Kunbuurt van 22 mei
2017 inzake het verzoek om opschorting van de herontwikkelingsplannen voor de Van der
Kunbuurt
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te agenderen voor
bespreking in de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn.
Gewijzigd op verzoek van het lid Van Lammeren.
18° Raadsadres van een burger van 23 mei 2017 inzake aandacht voor
veiligheid
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
19° Raadsadres van Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord van
23 mei 2017 inzake de belofte van het college over de voorraad sociale huurwoningen in
Amsterdam
Voorgesteld wordt, dit raadsadres te agenderen voor bespreking in de
raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn.
Gewijzigd op verzoek van het lid mevrouw Van Soest.
20° Raadsadres van een burger van 23 mei 2017 inzake verzoek om toetsing
van onrechtmatigheid van commercieel draagmoederschap in Nederland en de
medewerking van de burgerlijke stand hieraan
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
5
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden.
21° Raadsadres van een burger van 23 mei 2017 inzake de gevolgen van het
grond-, huisvestings- en ruimtelijkeordeningsbeleid
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van de overstapregeling van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht in de
raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) van 31 mei
en in de raad van 28 juni 2017.
22° Raadsadres van een burger van 3 mei 2017 inzake het verzoek voor de
ontwikkeling van een nieuw idee over de capaciteitsvergroting van de veerponten in het
kader van de ‘Sprong over het IJ’
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief
Erfpacht).
23° Brief van de programmadirecteur van het Noordzeekanaalgebied van
24 mei 2017 inzake de aanbieding van het rapport ‘Uitvoeringsprogramma
Noordzeekanaalgebied 2017’
Voorgesteld wordt, dit rapport voor kennisgeving aan te nemen.
24° Brief van de directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam van
30 mei 2017 inzake de aanbieding van het jaarverslag 2016 van de gemeenschappelijke
regeling Rekenkamer Metropool Amsterdam
Voorgesteld wordt, dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen.
25° Raadsadres van een burger van 24 mei 2017 inzake de
berekeningsmethoden van inflatie voor erfpacht
Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de behandeling van de
Overstapregeling van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht in de vergadering van
de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken op 31 mei 2017, en
voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
voormeld onderwerp in de raad van 28 juni 2017.
26° Raadsadres van een burger van 28 mei 2017 inzake de zorg over het
herstelbesluit RAI, met name over Strand Zuid
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 12, vaststellen van het bestemmingsplan Amsterdam RAI, partiële
herziening (herstelbesluit).
6
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
27° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 18 mei 2017
inzake de uitvoering van motie 1731 van 21 december 2016 van de leden Kaya, Mbarki,
Duijndam en Blom over de opvang voor dak- en thuisloze jongeren - maak werk van
uitstroom
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport
en Recreatie kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring
de motie als uitgevoerd te beschouwen.
28° Raadsadres van JW ESPO van 24 mei 2017 inzake de ontwikkeling van
een biologische luchtfilter voor veehouderij
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
29° Brief van E. van der Burg, wethouder Zorg, van 29 mei 2017 inzake
informatie over de uitvoering van motie 366 van de leden Duijndam, Poorter, Roosma en
A.J.M. Bakker en motie 367 van het lid Boomsma van 10 mei 2017 over de herindicering
van cliënten met een gesloten buitenwagen of een aangepaste autobus
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie Zorg en
Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie ter kennisneming.
30° Kopie van een brief, gericht aan wethouder Van der Burg, van LHV,
Jellinek en 1ste Lijn Amsterdam, van 29 mei 2017 inzake de mogelijkheden om van
Amsterdam een rookvrije gemeente te maken
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
31° Brieven van een burger van 29 mei, 31 mei en 1 juni 2017 inzake de
fraudezaak rond de bouw van de Amsterdam ArenA
Voorgesteld wordt, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen, onder
verwijzing naar de brief van het college van burgemeester en wethouders van 8 augustus
2011, kenmerk nr. 2011/5273.
32° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2017
inzake de afdoening van motie 1480 van 9 november 2016 van de leden Moorman en
Nuijens over de handhaving van illegale toeristische verhuur
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak
Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en
Organisatie kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring
de motie als uitgevoerd te beschouwen.
33° Raadsadres van een burger van 29 mei 2017 inzake de vorderingen van
het onderzoek naar de verschoningsmogelijkheden van de veerponten van het GVB door
TNO
7
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT.
34° Raadsadres van een burger van 30 mei 2017 inzake een door een
wasstraat in Westpoort gepleegd milieudelict
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
35° Raadsadres van de Stichting Exploitatie Golfbaan IJmond Noord en de
Heemskerkse Golfclub van 30 mei 2017 inzake hun protest tegen de golfbaanvariant A8-
A9
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
36° Brief van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam van
18 mei 2017 inzake de aanbieding van de concept-Ontwerpbegroting 2018-2021 van de
Vervoerregio Amsterdam
Voorgesteld wordt, deze ontwerpbegroting in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad.
37° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 mei 2017
inzake de afhandeling van motie 281 van 6 april 2017 van het lid Boldewijn over de
plaatsing van Vezips in de keerlus Tolhuisgebied
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT kennis te laten nemen van de uitvoering van
deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
38° Brief van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen van 31 mei 2017
inzake de aanbieding van het jaarverslag en de ontwerpjaarrekening 2016 van het
Recreatieschap Vinkeveense Plassen
Voorgesteld wordt, dit jaarverslag en deze ontwerpjaarrekening in handen van het
college van burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan
de raad.
39° Brief van een burger van 22 mei 2017 inzake de aanbieding van het boek
‘Haarlem bij gaslicht’ over de periode 1837-1914
Voorgesteld wordt, dit boek voor kennisgeving aan te nemen. Het boek ligt ter
inzage bij de raadsgriffie.
40° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 mei 2017
inzake de uitvoering van motie 1547 van 10 november 2016 van de leden Boomsma en
8
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Guldemond over nader onderzoek naar de hoogte van de overheadkosten van de
gemeente Amsterdam
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak
Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en
Organisatie kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring
de motie als uitgevoerd te beschouwen.
41° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 2 mei 2017
inzake de uitvoering van motie 1251 van 10 november 2016 van de leden Kaya en
Roosma over toegang maatschappelijke opvang
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport
en Recreatie kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring
de motie als uitgevoerd te beschouwen.
42° Raadsadres van het incassobureau JURADVIN van 23 mei 2017 inzake
de afhandeling van een bezwaarprocedure over het ontwerpbestemmingsplan Sloterweg
locatie B
5
Mondelingevragenuur
Dit punt wordt even aangehouden.
6
Houden van de algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota 2017
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 446)
De VOORZITTER: Vandaag vinden de algemene beschouwingen over de
Voorjaarsnota 2017 plaats. In de dagmail van 30 mei heeft u een beschrijving ontvangen
met betrekking tot de behandeling van de voorjaarsnota. Tijdens de algemene
beschouwingen kunnen amendementen en moties worden ingediend. De voorjaarsnota
zal vervolgens inhoudelijk worden behandeld in de commissies op 14, 15, 21 en 22 juni in
eerste termijn en in de commissies van 5, 6, 12 en 13 juli in tweede termijn. Ook tijdens de
behandeling in deze raadscommissies kunnen amendementen en moties worden
ingediend. Het preadvies op de tijdens de algemene beschouwingen en de behandeling in
de commissies van 14, 15, 21 en 22 juni ingediende amendementen en moties zal op
vrijdag 30 juni aanstaande verschijnen; de tijdens de behandeling van de commissies van
5, 6, 12 en 13 juli ingediende amendementen en moties zullen tijdens de
raadsvergadering van 19 en 20 juli mondeling worden gepreadviseerd. Tijdens de
raadsvergadering van 19 en 20 juli zal de voorjaarsnota worden vastgesteld en dan zal
ook over de tijdens de algemene beschouwingen en de behandeling in de commissies
over de voorjaarsnota ingediende amendementen en moties worden gestemd.
De sprekersvolgorde ziet er als volgt uit: PvdA, D66, GroenLinks, VVD, Partij voor
de Dieren, SP, CDA en Partij van de Ouderen.
9
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Dit punt wordt gevoegd behandeld met de actualisatie van de gebiedsagenda’s
Oud-Noord en Noordoost in stadsdeel Noord, agendapunt 34.
Voor behandeling van dit punt houden we de agendavolgorde aan zoals die met
de raad is gecommuniceerd, dus voor de algemene beschouwingen beginnen we met de
agendapunten 9 en 10.
7
Instemmen met de actualisatie van het Lening en garantiebeleid (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 438)
Dit punt wordt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 438 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
8
Kennisnemen van het rapport van de Rekenkamer over de financiële positie van
de gemeente Amsterdam en de aanbevelingen over te nemen (Gemeenteblad afd. 1, nr.
439)
Dit punt wordt even aangehouden.
9
Kennisnemen van de eindevaluatie Pilot bodycams bij het taxiteam van Rve
Handhaving en Toezicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 435)
Dit punt wordt even aangehouden.
10
Kennisnemen van de jaarrapportage Treiteraanpak 2016 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 436)
Dit punt wordt even aangehouden.
11
Vaststellen van het bestemmingsplan Johan Huizingalaan 761-763
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 414)
Dit punt wordt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 414 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
10
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
12
Vaststellen van het bestemmingsplan Amsterdam RÀIl, partiële herziening
(herstelbesluit) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 415)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Nuijens voor een stemverklaring.
De heer NUIJENS (stemverklaring): De fractie van GroenLinks zal instemmen. Wij
hebben wel zorgen over een aantal ontwikkelingen rond de RAI en het RAlhotel. Tegen
dat bestemmingsplan hebben we gesteld. Het betreft hier een herstelbesluit en daarmee
zullen we dus instemmen.
Dit punt wordt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 415 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
13
Kennisnemen van de uitwerking van het Overnachtingsbeleid 2017 en verder
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 416)
Dit punt wordt even aangehouden.
14
Kennisnemen van het jaarverslag van de Stadsloods (Gemeenteblad afd. 1, nr.
417)
Dit punt wordt even aangehouden.
15
Kennisnemen van de brief inzake de toezegging over het participatietraject
Tuinwijck (Gemeenteblad afd. 1, nr. 418)
Dit punt wordt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 418 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
16
Vaststellen van het bestemmingsplan Wibautstraat 130 (Gemeenteblad afd. 1, nr.
419)
Dit punt wordt even aangehouden.
11
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
17
Vaststellen van het bestemmingsplan zelfbouwkavels Sloterweg locatie B
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 420)
Dit punt wordt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 420 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
18
Vaststellen van het bestemmingsplan Gooise Kant (Gemeenteblad afd. 1, nr. 421)
Dit punt wordt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 421 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
19
Vaststellen van het bestemmingsplan Fridtjof Nansenhof (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 422)
Dit punt wordt even aangehouden.
20
Instemmen met het afwijken van de Hoofdgroenstructuur ten behoeve van de
herontwikkeling van Bloemendalergouw 49 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 423)
Dit punt wordt even aangehouden.
21
Kennisnemen van de Financieel Perspectief Zuidas Amsterdam
Eindejaarsrapportage 2016 en instemmen met de actuele saldi en programma van de
actieve grondexploitaties en functionele deelplannen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 424)
Dit punt wordt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 424 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
22
Vaststellen van de Verordening gronduitgifte met gebruikmaking van erfpacht
Amsterdam 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 425)
Dit punt is afgevoerd van de agenda.
12
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
23
Vaststellen van de Verordening gronduitgifte met gebruikmaking van erfpacht
Amsterdam 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 425)
Dit punt wordt even aangehouden.
24
Instemmen met het beleidskader Verlichting (Gemeenteblad afd. 1, nr. 427)
Dit punt wordt even aangehouden.
25
Onttrekken aan de openbaarheid van de zuidelijke toe- en afrit Cornelis Lelylaan
(S106) ter hoogte van de Delflandlaan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 428)
Dit punt wordt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 428 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
26
Vaststellen van de nota Parkeernormen auto (Gemeenteblad afd. 1, nr. 429)
Dit punt wordt even aangehouden.
27
Kennisnemen van de stand van zaken van de vervanging van Andreas en de
evaluatie van de eerste fase vervanging (Gemeenteblad afd. 1, nr. 413)
Dit punt wordt even aangehouden.
28
Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Woningcoöperaties met institutionele
beleggers’ van het lid Van Dantzig en kennisnemen van de bestuurlijke reactie
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 430)
Voorstel is om dit gevoegd te behandelen met agendapunt 29, het actieplan ‘meer
middeldure huur’.
Dit punt wordt even aangehouden.
13
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017
Raadsnotulen
29
Vaststellen van het actieplan ‘meer middeldure huur’ (Gemeenteblad afd. 1, nr.
433)
Dit punt wordt even aangehouden.
30
Kennisnemen van de voortgangsrapportage Ouderenhuisvesting 2015-2018 en
de uitvoering van motie (919) van het lid Poorter inzake transformatie zorgvastgoed
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 431)
Dit punt wordt even aangehouden.
31
Kennisnemen van de bestuursopdracht Ontwikkelbuurten (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 432)
Dit punt wordt even aangehouden.
31A
Actualiteit van de leden Moorman en Nuijens inzake Airbnb-samenwerking
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 453)
Dit punt wordt even aangehouden.
32
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Amsterdampas 2.0’ van de leden
Ruigrok en Poot en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke
voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 434)
Dit punt wordt even aangehouden.
32A
Actualiteit van de leden Nuijens, Groot Wassink, Boutkan en Moorman inzake het
onderzoek van dr. Pinkster en dr. Boterman van de Universiteit van Amsterdam inzake de
sociale verarming, vervreemding, en de ontrafeling van het stedelijk weefsel als gevolg
van massatoerisme en commercialisering (Gemeenteblad afd. 1, nr. 454)
Dit punt wordt doorgeleid naar de commissie Werk en Economie met uitnodiging
van de commissie Algemene Zaken.
14
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
33
Bekrachtigen van de aanvullende voorziening uitbreiding Stadsscholen020
tweede tranche 2017-2018 van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de
gemeente Amsterdam 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 440)
Dit punt wordt even aangehouden.
34
Vaststellen van de actualisatie van de gebiedsagenda's Oud-Noord en Noordoost
in Stadsdeel Noord (Gemeenteblad afd. 1, nr. 441)
Dit punt wordt gevoegd behandeld met het houden van de algemene
beschouwingen over de Voorjaarsnota 2017.
Dit punt wordt even aangehouden.
35
Kennisnemen van de bevindingen en aanbevelingen bodemonderzoek in zes
Amsterdamse stadsparken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 442)
Dit punt wordt even aangehouden.
36
Instemmen met de Visie Openbare Ruimte (Gemeenteblad afd. 1, nr. 443)
De antwoorden op technische vragen van de Partij voor de Dieren over de Visie
Openbare Ruimte en het Beleidskader 1 Amsterdam Heel en Schoon zijn toegevoegd aan
de vergaderstukken.
Dit punt wordt even aangehouden.
37
Instemmen met het beleidskader ‘1 Amsterdam Heel & Schoon’ (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 444)
Dit punt wordt even aangehouden.
38
Bekrachtigen van de geheimhouding (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437
Dit punt wordt gehamerd.
15
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
5
Mondelingevragenuur
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen inzake het verlenen van
een kapvergunning voor 36 bomen in het Gaasperpark.
De heer GROEN: Op de website van de gemeente kunnen we lezen dat er een
omgevingsvergunning is verleend voor het kappen van 34 bomen en voor het verplanten
van 4 bomen in het Gaasperpark. Dit alles ten bate van het aanleggen van het verharde
fietspad waarover we eerder hebben gedebatteerd. Daarover hebben we met de
wethouder afgesproken dat er geen definitieve besluiten worden genomen over het
aanleggen van het fietspad totdat we daarover in de raad hebben gedebatteerd en
eventueel anders hebben besloten. Nu hoor ik dus toch dat er zo'n omgevingsvergunning
is afgegeven en ik heb eigenlijk maar 2 vragen. Ten eerste: Hoe kan het dat er dan toch
een omgevingsvergunning is afgegeven als het kappen van die bomen wellicht helemaal
niet wenselijk of nodig is? Ten tweede: Kan de wethouder garanderen dat die bomen niet
worden gekapt totdat wij daarover een debat hebben gevoerd?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Choho voor de beantwoording
van de vragen.
Wethouder CHOHO: Er is een omgevingsvergunning aangevraagd en dat is
inderdaad hetzelfde als een kapvergunning. Dat is al op 24 februari gebeurd. Die is op
31 mei gepubliceerd, waarna die op 12 juli onherroepelijk wordt als er geen bezwaar
wordt gemaakt. Wij spreken elkaar over dat fietspad in het gebied op 5 juli in de
commissie, dus wat mij betreft is er op of na 5 juli voldoende tijd om dat debat met elkaar
te voeren en dan ook richting het GGA die de omgevingsvergunning heeft aangevraagd,
duidelijk te maken of wij dat fietspad wel of niet financieren en daarmee of zij dat project
wel of niet doorzet.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik was nog niet bekend met het antwoord.
Dat klinkt gek. Maar 5 juli, is dat een gemeenteraad of een
commissiebehandeling? Want als het een commissiebehandeling is, dan
kunnen we geen motie of iets aannemen waarmee we de gemeente
opdragen bezwaar in te dienen. Dus is dit dan nog wel tijdig genoeg?)
Het is een commissievergadering, maar ik kan u toezeggen dat ik ook heel goed
kan tellen. Dus als in de commissievergadering duidelijk wordt wat uw standpunt is, dan
kan ik me goed voorstellen dat ik op dat moment ook al richting GGA duidelijk maak wat
het standpunt van de gemeente is.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig inzake het bericht dat
de Ajaxvrouwen een petitie zijn gestart voor een publieke huldiging.
De heer VAN DANTZIG: Laat ik beginnen met de Ajaxvrouwen te feliciteren met
de knappe prestatie. Dat is de mannenafdeling al een tijdje niet gelukt. Daarbij past een
mooie huldiging. Ik weet dat wethouder Ollongren en wethouder Van der Burg al in de
ambtswoning alle egards hebben bewezen. Wethouder Ivens ook. Dus wat dat betreft is
het respect wel overgebracht, maar er zou natuurlijk niets mooier zijn dan de heldinnen
van Ajax officieel te huldigen. Ik dacht meteen aan het bordes van de Stadsschouwburg,
maar daar is nu wat onderhoud. Wellicht kunnen we de dames en hun fans uitnodigen
16
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
hier op het balkon van de raadzaal met een prachtig plein daarvoor. Ik wil de wethouder
vragen of ze dat wil overwegen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ollongren voor de
beantwoording van de vraag.
Wethouder OLLONGREN: Zoals de vragensteller al zei, hij stelt de vraag aan de
burgemeester en aan mij de eer hem te vervangen bij dit punt. Mag ik dan ook beginnen
met het van harte feliciteren van de Ajaxvrouwen, want het is inderdaad een fantastische
prestatie: kampioen, de beker, en dat in het jaar dat twee dames afscheid nemen,
namelijk Daphne Koster en Anouk Hogendijk. Echt een geweldige prestatie. Huldigen, dat
doen we in heel uitzonderlijke gevallen. We willen altijd graag Ajax huldigen. De heren
stonden op het punt te worden gehuldigd op het Museumplein. We waren er eigenlijk al
helemaal op voorbereid. Dat ging niet door. Volgens mij staan we eigenlijk aan de
vooravond van de situatie dat we het damesvoetbal op hetzelfde plan gaan zien als het
herenvoetbal. Het is de snelst groeiende sport van Nederland, zo heeft mijn collega Sport
mij verteld. Dus we gaan echt die kant op. Meisjesvoetbal is enorm populair; het wordt
heel erg groot. Maar we zijn nog niet zo ver dat een dergelijke huldiging van die omvang
hier in Amsterdam kan plaatsvinden. Dus, de felicitaties die wij als drie wethouders, ik als
loco, afgelopen zaterdag hebben overgebracht in de ambtswoning, waren namens de
stad, dus de gemeente, en werden overigens ook zeer gewaardeerd. De Ajaxdames
zullen ook worden uitgenodigd op het sportgala aan het eind van het jaar waarin we al
onze sporthelden gaan eren. Nogmaals, ik hoop dat de dag dichterbij aan het komen is en
ik ben ervan overtuigd dat die dag dichterbij komt dat we inderdaad zo'n grote huldiging
kunnen doen. Vooralsnog hebben we het een maatje kleiner gedaan, maar wel met
evenveel warmte en overtuiging.
(De heer VAN DANTZIG: Bedankt voor de warme woorden, maar ik had
natuurlijk gehoopt dat we iets konden organiseren. Ik ga nogmaals vragen
of u namens de burgemeester contact kunt zoeken of er niet iets
kleinschaligs te organiseren is. Als dat niet het geval is, dan zal mijn
fractie werken aan een initiatiefvoorstel met het idee om voor alle
fantastische sportprestaties, mannen of vrouwen, jaarlijks een kleine
huldiging te organiseren.)
Wat ik in mijn beantwoording probeerde te zeggen, is dat we die hele
sympathieke gedachte die de heer Van Dantzig hier verwoordt, afgelopen zaterdag
hebben geprobeerd te doen. Nogmaals, in aanwezigheid van drie leden van het college
van burgemeester en wethouders. Ze hebben toen ook over de grachten gevaren.
Weliswaar stonden de Amsterdammers niet drie rijen dik langs die grachten, maar de
boten die langskwamen en hen herkenden, reageerden buitengewoon enthousiast.
Volgens mij hebben de dames echt het gevoel dat Amsterdam ze heeft geëerd, ze heeft
gehuldigd. Ik weet dat ze daarna naar Ouderkerk aan de Amstel zijn gegaan en daar ook
door de burgemeester zijn ontvangen. Dus dat is echt wel gebeurd. Maar ik wil heel graag
overbrengen dat deze gedachte hier is besproken. We hopen volgend jaar weer iets te
kunnen organiseren en wat mij betreft elk jaar een stapje groter en hoger.
(De heer KAYAR: Heel kort, voorzitter. Laten we er gewoon een feestje
van maken en mede namens deze bekendheid ben ik ervan overtuigd dat
er nog meer dames zullen gaan voetballen. Dus, wethouder, zet ‘m op!)
Heel veel dank voor deze mooie woorden.
17
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
(De heer BLOM: Natuurlijk ook de felicitaties van GroenLinks als het gaat
om de mooie prestaties van de Ajaxvrouwen. Ik ben in ieder geval een
Ajaxfan. Het antwoord van de wethouder verbaast me heel erg. Het wel of
niet eren, huldigen van een team, dat moet toch niet afhangen van het
aantal mensen dat u verwacht? Maar dat gebeurt toch gewoon op basis
van de prestaties die de dames hebben geleverd? Het zijn Amsterdamse
dames, het is de snelst groeiende sport. Ik denk dat ze de steun vanuit
Amsterdam heel erg nodig hebben. Ik begrijp gewoon de reactie van de
wethouder niet, ik begrijp de reden niet om dit leuke initiatief niet te
omarmen en te komen met een mooie, Amsterdamse huldiging.)
Ook hier waardeer ik de inzet, maar wat er volgens mij nodig is voor een grote
huldiging, is dat het een grote sport is. Op dit moment — en misschien mag ik dan via deze
microfoon iedereen oproepen om naar die wedstrijden te gaan, ze zijn gratis toegankelijk
—op De Toekomst en nog niet op het grote veld in de ArenA. Daar moeten we naar toe.
Er moeten veel meer mensen naar toe gaan. Er moeten meer mensen actief worden. Er
moeten meer mensen supporter worden van die sport. Dan kunnen we een heel groot
evenement organiseren. Ik zie daar zeer naar uit.
De VOORZITTER: Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de mondelinge
vragen.
9
Kennisnemen van de eindevaluatie Pilot bodycams bij het taxiteam van Rve
Handhaving en Toezicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 435)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groot Wassink.
De heer GROOT WASSINK: Ja, bodycams zijn nogal in de mode. Dit is al de
tweede raad achter elkaar dat we erover praten. Maar in beide gevallen vinden wij als
GroenLinks het helemaal niets. In dit geval is dat ook helemaal niet zo verwonderlijk, want
er is een pilot gedaan die evident laat zien dat er eigenlijk niets positiefs te melden valt.
Dan is het excuus dat de pilot misschien een beetje te klein is om iets zinvols te zeggen,
een buitengewoon slecht argument om dan te zeggen dat we dan maar een grotere pilot
gaan doen. Dus ik heb hier een motie om af te zien van een nieuwe pilot voor bodycams
bij taxinandhavers.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
43° Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake de pilot bodycams
bij het taxiteam van de Rve Handhaving en Toezicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 580)
Besluit:
- draagt het college op geen nieuwe pilot met bodycams bij de taxinandhavers
te starten.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
18
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
(Mevrouw POOT: We kennen natuurlijk het standpunt van GroenLinks in
dezen. De VVD haalde iets anders uit die evaluatie, namelijk dat er wel
degelijk redenen zijn om aan te nemen dat het zinvol is. Om nu voor eens
en voor altijd van deze discussie af te zijn, dan is het toch veel slimmer
om wel een goede pilot te doen?)
Dat de VVD in een stuk iets vindt waarmee ze haar eigen stellingname legitimeert,
dat mag, maar dat hoeft geen enkele reden te zijn voor mij om dan maar met deze wat
dubieuze zaken mee te gaan.
(Mevrouw POOT: Ik daag u uit om te zeggen: laten we nu die pilot goed
doen waarbij we tot goede conclusies komen en dan samen dat debat
nog eens een keertje voeren. Ik daag u dus uit om te zeggen: laten we het
dan wel een keertje goed onderzoeken. Heeft u dan gelijk? Nou, dan
heeft u gelijk. En heb ik gelijk? Nou, dan heb ik gelijk. Wat vindt u
daarvan?)
Ik zou het hartstikke leuk vinden als mevrouw Poot mij eens een keer zou
uitdagen, maar dit is natuurlijk helemaal geen uitdaging, want dan moeten we eerst praten
over het doel van zo’n pilot. Er staan allerlei doelen waarvan ik helemaal niet ben
overtuigd en waarvan ik het niet zinvol vind om überhaupt een pilot te doen. Dus,
nogmaals, ik ben hier tot mijn eigen verdriet en teleurstelling allerminst uitgedaagd. Ik zie
ook niet hoe wij dat nu bij de behandeling van dit stuk gaan oplossen. Vooralsnog ligt er
iets wat ik onder de maat vind en daarom stellen wij dus voor gewoon te stoppen.
(Mevrouw POOT: Ik probeer het nog een keer, want ik hoor een
aanknopingspunt, namelijk: “Ik ben het niet eens met de doelen.”
Daarover kunnen wij prima met elkaar praten. Als we nu zover kunnen
komen dat we gezamenlijk doelen formuleren, dan lijkt het me juist
ontzettend goed zo’n pilot te doen.)
Gezien de eerdere standpuntbepaling van de VVD in het kader van bodycams
waar die mogelijk zouden kunnen dienen om mensen die worden gearresteerd te
beschermen, daarmee was u het niet per se eens. Ik zie van u geen enkel voorstel.
Gemakshalve blijf ik bij mijn eigen voorstel om het gewoon niet te doen. Dat scheelt ook
weer tijd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Het is eigenlijk heel simpel. Je kunt niet anders dan
het eens zijn met de heer Groot Wassink. Wij doen redelijk veel pilots hier in deze
gemeente of we noemen dat experimenten. Maar ook dan zul je heel helder moeten zijn
over de criteria waaronder je een pilot tot stand laat komen. Als de gang van zaken in dit
college, in deze gemeenteraad, in deze gemeente gaat worden: we starten een pilot, we
denken niet zo goed na over die criteria, we geven geld uit, we gaan verder dan sommige
partijen hier willen en als we dan achteraf horen dat de pilot niet zo goed is gelukt, gaan
we die opnieuw doen, dan ben je niet goed bezig. Dat is dezelfde discussie die we met de
pilot bodycams bij de politie hebben gehad en waarvan de tegenstanders zeggen: joh …
Daar was ik ook bij. Ik ben helemaal niet tegen die bodycams, maar als we dan een pilot
doen, dan wil ik heldere doelstellingen waarop we een pilot kunnen evalueren. Dat komt
er vaak niet doorheen. Dan wordt een pilot op basis van een meerderheid er doorheen
geduwd. Achteraf vallen de conclusies tegen. Dan kunnen mensen achteraf zeggen: 'l
told you so’ of in beter Nederlands: dat had ik je toch gezegd. Dus ik ben het hartgrondig
met de heer Groot Wassink eens: pilot gedaan, mislukt, stop.
19
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Verheul.
Mevrouw VERHEUL: Eigenlijk kan D66 zich in grote lijnen vinden in de
opmerkingen van de Partij voor de Dieren. Ik wil het college toch nog eens oproepen aan
te geven wat het exact kan toezeggen op het punt van het helder formuleren van
doelstellingen. Wij willen niet zo ver gaan dat we nu op voorhand zeggen dat een nieuwe
pilot er niet mag komen. Maar het kan niet zo zijn dat we hier maar pilot op pilot op pilot
stapelen zonder dat duidelijk is wat we daarmee willen bereiken. We willen dat echt een
kans geven, maar het is een ingrijpende maatregel. Het moet dus echt duidelijk zijn wat
daarmee behaald denkt te worden en ook hoe we gaan onderzoeken of dat is behaald.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: De heer Groot Wassink heeft natuurlijk gelijk. Voor de VVD is
het gebruik van bodycams een heel goed middel op heel veel plekken alhoewel ik mij
graag had laten overtuigen en ik graag de uitdaging was aangegaan met de heer Groot
Wassink om tot een gezamenlijk gedragen pilot te komen. Maar wie weet, een volgende
keer. Wat ons betreft gaan we zo snel mogelijk aan de slag met een nieuwe pilot. Wij
vinden bodycams een goed middel zowel als het gaat om veiligheid van handhavers,
taxichauffeurs en klanten. Wij zijn ook blij met de toezeggingen die de locoburgemeester
eerder in de commissie heeft gedaan om de bewaartermijn gelijk te trekken aan die voor
de pilot voor de politie, 28 dagen, en om te kijken naar bijvangst, bijvoorbeeld als het gaat
om geweldsincidenten tussen klanten en handhavers of beledigingen tussen klanten en
taxichauffeurs.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Wij zijn niet per se voor een hele snelle invoering. Ik ben het
eens met de heer Groot Wassink dat deze pilot niet geheel is gelukt. In de commissie
hebben we besproken dat er een gedegen plan van aanpak zou komen en dat we dan
pas gaan besluiten of we hiermee doorgaan. Ik ben het eens: het is niet zo maar iets, het
kan ook de verkeerde kant op gaan. Maar laten we kijken naar de voordelen die wellicht
zouden kunnen meewegen: de veiligheid van de ambtenaren in kwestie, maar ook de
veiligheid van burgers op het moment dat je een klacht indient. Wij stemmen nu niet voor
deze motie; we wachten wel het plan van aanpak af en dan besluiten we pas wat we gaan
doen.
De VOORZITTER: Dit waren de bijdragen vanuit de raad. Het woord is aan
wethouder Ollongren voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie.
Wethouder OLLONGREN: Ik kan heel snel overgaan tot het preadvies. Een korte
opmerking vooraf. Dat is in de commissie ook besproken. De evaluatie laat zien dat de
inzet van bodycams mogelijk bijdraagt aan het versterken van de veiligheid, het
veiligheidsgevoel, moet ik zeggen, van handhavers. Ik heb toen ook uitgelegd dat
vanwege de kleinschaligheid van de pilot nader onderzoek nodig is om meer inzicht te
krijgen in de effecten van de bodycams. Om die reden is het de intentie de pilot nog dit
jaar te hervatten. Dat is toch net een slag anders dan dat sommige sprekers net
aangaven dat het niet was gelukt. De pilot was erg kleinschalig en de behoefte aan een
20
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
nieuwe pilot heeft te maken met de behoefte aan meer weten. Ik moet op een punt een
aanvulling geven op datgene wat ik in de commissie heb gezegd. Ik heb toen gezegd dat
het plan van aanpak er snel zou komen. Inmiddels hebben we daarvoor iets meer tijd
nodig, dus dat plan van aanpak zal er pas na het zomerreces zijn en niet voor het
zomerreces zoals ik toen nog hoopte. Ik zeg wel toe dat er niet gestart wordt met de pilot
dan nadat u daarvan kennis heeft kunnen nemen en het met u is besproken.
Dat gezegd hebbende, kom ik bij de motie. Het zal u niet verbazen dat ik de motie
ontraad. Ik heb net betoogd waarom het goed is de pilot te vervolgen. Deze motie gaat
daar contrair aan en daarom ontraad ik de motie.
(De heer VAN LAMMEREN: Dan is de vraag of de wethouder niet had
kunnen voorzien dat die pilot te klein was. Anders bedient u zich van de
salamitactiek.)
Nee. Dat is natuurlijk altijd lastig te zeggen. U weet, het is onderdeel van een
landelijke aanpak en je wilt met die politie gewoon starten. Er is heel bewust gekozen voor
een kleine pilot bij een gericht gebied. U heeft kennis kunnen nemen van de evaluatie. Uit
die evaluatie van die kleinschaligheid van de pilot komt naar voren dat er eigenlijk te
weinig informatie is om grote conclusies te kunnen trekken. Een logische vervolgstap zou
zijn om de pilot te vervolgen, om de vragen wat te preciseren en toe te spitsen. Dus dat
vind ik iets anders dat datgene wat de heer Van Lammeren betoogt.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik betoog hier niets, ik ben alleen maar
vragen aan het stellen. Betogen doe ik zo in mijn tweede termijn. Nee,
waarom het gaat, is of u dat niet had kunnen voorzien. U zegt dat de pilot
te klein blijkt te zijn en dat er dus een grotere pilot nodig is. U kunt
rekenen. Statistisch kun je zaken van tevoren vaststellen, dus wat de
minimale pilotgrootte moet zijn, je kunt de criteria toetsen, je kunt dat
allemaal opschrijven maar dat is niet gebeurd. Derhalve vind ik eigenlijk
dat u antwoord moet geven waarom u niet heeft voorzien waarom die pilot
in eerste instantie te klein is.)
Er waren verschillende doelen. Ik heb eerder in de commissie gezegd dat een van
de doelen was te kijken of het kan bijdragen aan het veiligheidsgevoel van degenen die
die bodycams dragen, in dit geval de handhavers. De pilot die niet zoals de heer Van
Lammeren zo net bij de microfoon betoogde, niet is gelukt. Die pilot heeft wel degelijk
aanwijzingen gegeven om te denken dat het heeft gewerkt, dus dat het veiligheidsgevoel
bij de handhavers daarmee wordt vergroot en verbeterd. De pilot is echter te kleinschalig
om daaruit verregaande conclusies te kunnen trekken. Hadden we dat vooraf geweten,
dan hadden we de pilot wellicht anders kunnen inrichten. Daarvoor is destijds niet
gekozen. Vandaar dat er nu een plan van aanpak komt met een pilot die wel antwoord
kan geven op de vragen. Dat komt naar de raad en dat zal met de raad worden
besproken.
(De heer VAN LAMMEREN: Even om een tweede termijn te voorkomen.
Ik kan alleen maar concluderen dat het gewoon een salamitactiek is
waarbij u een kleine pilot voorstelt zodat u die er doorheen krijgt en
vervolgens constateert u dat die niet groot genoeg is en daarmee is de
gemeenteraad een fuik in gezwommen. Oké, u krijgt vandaag
waarschijnlijk uw zin, maar ik ben en blijf tegen.)
Dat zijn de woorden van de heer Van Lammeren. Dat waren heel nadrukkelijk niet
mijn woorden.
De discussie wordt gesloten.
21
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ik constateer dat we kunnen gaan stemmen. Er zijn geen
leden met een stemverklaring.
Aan de orde is de stemming over de motie-Groot Wassink (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 580).
De motie-Groot Wassink (Gemeenteblad afd. 1, nr. 580) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Groot Wassink (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 580) is verworpen met de stemmen van GroenLinks en de Partij voor de Dieren voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit vermeld onder nr. 435 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
10
Kennisnemen van de jaarrapportage Treiteraanpak 2016 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 436)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Amsterdammers die onder hevige spanning leven,
krijgen van de politie soms te horen dat ze helaas niet kan ingrijpen bij iets wat nog niet is
gebeurd. Amsterdammers die zich onveilig voelen door een uit de hand gelopen
burenruzie krijgen van de gemeente een Kodak op de borst gesteld. Ik heb in de
commissie Algemene Zaken de BM tien complimenten gemaakt voor de treiteraanpak.
Extreme overlast en intimidatie en dan ook nog in de woonomgeving, dat is verschrikkelijk
om mee te maken en met de treiteraanpak bestrijdt de burgemeester dit soort gevallen.
Maar we staan hier vandaag natuurlijk vanwege de inzet van bodycams bij burgers in het
kader van deze treiteraanpak. Dat is echt een instrument dat niet zo maar thuishoort in de
koffer van deze toch vrij functionele aanpak. Laat ik beginnen te onderstrepen dat mijn
fractie goed doordrongen is van het feit dat er eerst onderzoek wordt gedaan om vast te
stellen dat er sprake is van een treiterzaak in plaats van een gewone burenruzie. Ik heb
persoonlijk best mijn bedenkingen bij de gedachte dat er in extreme gevallen gewoon een
goede en een kwade buur aan te wijzen is, maar dat laat ik voor dit debat heel even
achterwege. Wat D66 betreft is de werkelijke veiligheid namelijk het hoogste doel en niet
het gevoel van veiligheid. Als iemand zich veiliger voelt met een bodycam van de
gemeente maar als er slechts sprake is van schijnveiligheid, dan is het voor mijn fractie
gewoon een slecht middel. En hoe reageert de boze buurman? Uit grondig onderzoek is
gebleken dat hij de absolute treiteraar is die strijdbaar is in een zaak waarin alle andere
instrumenten niet voldoende bleken en van wie wij vrezen dat hij buren zal mishandelen.
Hoe reageert deze boze buurman als er tijdens een escalatie door een potentieel
slachtoffer wordt meegedeeld: ‘ja, maar ik ga je nu even opnemen op film’? Misschien
werkt het kalmerend, misschien krijgt de kwade man het idee dat het opportuun is de
camera of de persoon die filmt hardhandig uit te schakelen.
(Mevrouw POOT: U had het over schijnveiligheid. Kunt u dat
onderbouwen?)
22
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Wat ik zei is dat het gevoel van veiligheid voor mijn fractie niet belangrijk is, maar
de feitelijke veiligheid. Zoals ik onderbouwde, zou dat dan schijnveiligheid kunnen zijn als
je met die camera uitlokt dat de veiligheid in het geding is. Ik probeerde net te betogen dat
dit bijvoorbeeld kan bij een burenruzie — en u kunt het zich misschien voorstellen,
mevrouw Poot — wanneer u opeens zegt dat ik bedreigend ben en u gaat mij nu filmen,
dat dat voor mij een prikkel zou kunnen vormen om u hardhandig van het cameraatje te
ontdoen. Dan is dat hele gevoel van veiligheid in een klap weg.
(Mevrouw POOT: Zo'n denkbare situatie, dan kan natuurlijk. Maar ik
vroeg u te onderbouwen waarom een bodycam tot schijnveiligheid leidt. U
pakt hiervoor een incident. Dat kan. Maar ik zou u toch willen vragen dit
iets beter te onderbouwen.
Volgens mij deed ik dat net uitgebreid. Ik zal dat omwille van de spreektijd niet
helemaal herhalen. Wat ik zei is dat een bodycamuitrusting bij een burger niet zorgt voor
veiligheid. Een bodycam, daarmee kun je niet de politie bellen. Een bodycam beschermt
je niet. Een bodycam zorgt er alleen voor dat een potentieel incident zou kunnen worden
opgenomen, maar dan kan dat incident nog escaleren. Het zou ook kunnen dat de
bodycam gegeven is aan de persoon die eigenlijk de aanstichter is van de burenruzie. Ja,
dat is schijnveiligheid.
Over die veiligheid. Mijn fractie wil hier gewoon niet mee pokeren zolang er geen
goede onderbouwing is van de inzet van deze bodycams om welk incidenteel geval dan
ook. Daarom zal ik een motie indienen om zonder die goede onderbouwing hiermee niet
verder te gaan, gesteund door de SP en GroenLinks.
(De heer MBARKI: Ik werd getriggerd door die schijnveiligheid. Het is
natuurlijk zo dat er geen sprake is van veiligheid door alleen die camera.
Het is natuurlijk een maatregel die erbij komt. Ik ben benieuwd naar wat
de heer Van Dantzig vindt van het feit dat een burger zelf opnames maakt
en die wellicht ook zou kunnen gebruiken op het moment dat daarvan
sprake zou kunnen zijn. Dat is wat anders dan een cameraatje van de
gemeente die je dan meekrijgt als een bodycam.)
Waarop u, denk ik, doelt, is dat je ook kunt filmen met de camera op je mobiele
telefoon. Die hebben we, denk ik, allemaal in onze zak zitten. Ja, ik heb daarbij ook
twijfels of dat de-escalerend werkt, maar ik moet wel zeggen dat die persoon zelf die
camera heeft en dat die persoon zelf de afweging maakt. Dat wordt niet door een
treiterregisseur gezegd: weet u, als het zover komt, maakt u nu een opname, want dat
bevordert uw veiligheid.
(De heer MBARKI: Ik vraag me af of de heer Van Dantzig ooit heeft
gesproken met iemand die is getreiterd door een buurman. Dat heeft vaak
heel lang geduurd en dat soort mensen is vaak wanhopig. Het opnemen
helpt dan in het versterken van je verhaal. Dat is vaak waarnaar de
mensen op zoek zijn. Het gaat niet alleen om veiligheid. Het gaat er ook
om dat het verhaal dat je vertelt, ook middels beelden wordt onderbouwd.
Is de heer Van Dantzig het met me eens dat dat een goed middel is voor
deze getreiterde mensen om hun verhaal beter te kunnen vertellen?)
Nee, de heer Van Dantzig is dat niet met u eens. Ik wil u wel uit de doeken doen
waarom niet. Ik realiseer me dat de treiteraanpak een groot maatschappelijk probleem
kan oplossen. In veel gevallen gaat dat hartstikke goed. De casus die hier in de krant
heeft gestaan — en ik wil daarop niet te veel ingaan, want dat is niet chic, dus ik zal me
houden bij de feiten uit de krant. Twee personen zaten met elkaar in een conflict waarvan
tot aan de rechtszaak niet duidelijk was welke persoon de aanstichter was en wie het
23
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
slachtoffer. Als je dan maar een van die twee kanten een camera geeft, dan draagt dat
nergens aan bij. Het grote probleem zit nu niet direct in het verlenen van een camera aan
een burger. Daarmee heeft mijn fractie grote moeite, maar mijn grootste probleem zit erin
dat er geen enkel afwegingskader is. Het is helemaal niet duidelijk wanneer we dat doen.
We hebben niet goed onderbouwd of dit helpt bij de treiteraanpak. Dat uit de
krantenberichten en uit de correspondentie van de rechtbankjournalist op geen enkele
wijze blijkt dat dit de-escalerend heeft gewerkt, dan hebben we met elkaar een groot
probleem. Dus ik wil dat niet. Ik wil dat het goed wordt onderbouwd. Ik wil niet dat het zo
maar wordt ingezet en dat ik dat vervolgens in de krant moet lezen.
(De heer MBARKI: Het gaat er ook om dat je elders in de stad en in je
eigen straat door je buurman of je buurvrouw die je treitert, zou kunnen
worden aangevallen en dan helpt het op het moment dat je denkt dat je
hiervan beelden maakt want die kun je ook gebruiken bij een aangifte. Is
de heer Van Dantzig het met mij eens dat dat wel zou kunnen helpen?)
Dat ben ik niet met u eens, want dat is hier dus gebeurd in deze casus en dat liep
uit, mijnheer Mbarki, op een knokpartij. Een knokpartij, dat lijkt mij niet veilig. Dat moet u
toch met mij eens zijn. Dus het heeft hier niet bijgedragen aan de veiligheid. We mogen
toch met elkaar vaststellen dat er hele andere methodes zijn die net zo goed werken?
(De heer MBARKI: Ik probeer het nog een keer. U bent het toch met mij
eens dat het bij een aangifte van bijvoorbeeld mishandeling handig is als
er beelden zijn, of het nu zelfgemaakte beelden zijn of beelden van een
gemeentecamera? Dat bent u toch wel met mij eens? Of bent u zo naïef
dat u dat ook niet vindt bijdragen aan de veiligheid?)
Als je mishandeld wordt juist omdat je de camera aanzet, dan hebben we de
burger geen dienst bewezen. Dan kunt u mij naïef noemen, maar ik probeer hier gewoon
een zuivere afweging te maken. Ik vind de slechte onderbouwing waarmee dit apparaat
zo maar wordt uitgedeeld aan de burger en de uitkomst die er daarna is gekomen, zeer
zorgelijk. De bodycam is een supertof apparaat. We zullen het ongetwijfeld wel met elkaar
inzetten, maar laten we er alstublieft wijs en doordacht mee omgaan.
(Mevrouw POOT: Ik zou de heer Van Dantzig wel willen vragen of hij enig
idee heeft hoe erg het is als je gestalkt wordt, geïntimideerd wordt,
continu maar achtervolgd wordt. Heeft u enig idee hoe erg dit is? Dit gaat
niet over burenruzies. Dit gaat echt over heel ernstige gevallen waarbij wij
aan de kant van het slachtoffer moeten gaan staan. En u gaat zeuren
over een onderzoek. Denkt u nu werkelijk dat u daarmee de slachtoffers
een dienst bewijst?)
Volgens mij heb ik al onderbouwd dat het uitdelen van een bodycam ook niet echt
een dienst bewijst aan de slachtoffers, maar ik ga mevrouw Poot toch nog een keertje
trachten te overtuigen. Die overtuiging zit hem er wellicht in dat dus maar aan een van de
twee treiteraars die camera is uitgedeeld. Dus wat u zegt, klopt feitelijk niet. Daarom is de
inzet van die bodycam dus verkeerd.
(Mevrouw POOT: Waarom twijfelt u zo aan een organisatie die een
treiteraanpak heeft ontwikkeld die ontzettend succesvol is en waaruit echt
blijkt dat conflicten worden opgelost? Waarom twijfelt u zo aan mensen
die dit uitvoeren en aan degenen die afwegen welke instrumenten ze
inzetten? Waarom twijfelt u zo?)
Wij staan hier om te twijfelen en om de inzet van dit soort middelen te controleren.
Ik wil u toch nog eens aanbevelen u heel goed te verdiepen in deze specifieke casus.
Wellicht dat u ook wat telefoontjes kunt plegen die ik hier niet in de raadzaal wil delen. Het
24
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
was hier niet zwart of wit. Echt niet. Dat staat ook terug te lezen in de verslagen van de
rechtbank. Maar wat mevrouw Poot van mij wil horen, is of ik slachtoffers steun. Ja, zeker.
Te allen tijde. Dan moet wel duidelijk zijn wie het slachtoffer is. En de manier van steun
helpt. Ik ben niet zo camera-adept dat ik denk: speld er een Kodak op en dan komt het
allemaal goed.
(Mevrouw VAN SOEST: Mijnheer Van Dantzig, we hebben hierover in de
commissie Algemene Zaken een hevige woordenwisseling gehad, omdat
ik vind dat je de privacy niet kunt blijven handhaven als de veiligheid van
een ander in het geding is. Ik vraag u nogmaals: bent u dat met mij
eens?)
Het heeft voor mij geen klap met privacy te maken, maar het heeft te maken met
veiligheid. Daar doen we het voor. Het heeft de veiligheid van degenen die onder deze
aanpak vielen, geen dienst bewezen.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik blijf erbij dat de je bij de veiligheid die u
garandeert, misschien toch de privacy moet schenden. Het heeft er
eigenlijk niets mee te maken, maar ik vertel het u straks wel even. Heel
veel dingen komen onder de noemer privacy aan de orde. Dat kan niet. Je
moet ieder geval op zich afwegen. Bent u dat met mij eens?)
Ik zeg niet dat de privacy in het geding is. Wat voor mij in het geding is, is of de
gemeente hier terecht onder een treiteraanpak een bodycam heeft uitgedeeld en of de
gemeente heeft afgewogen wat ze zich hiermee op de hals heeft gehaald. Ik realiseer me
ook dat je met je camera op je telefoon kunt filmen, dus de privacy zal hier niet in het
geding zijn, maar ik kan u wel zeggen dat mijn partij de privacy bij alle camerabewaking
altijd zo weegt of het wat toevoegt, of het wat toevoegt aan de veiligheid en wat de
horizon is. Maar belangrijker, en dat is precies waarvoor ik hier pleit, welk afwegingskader
is er gebruikt? Het moet wel het laatste middel zijn en het moet werken.
(Mevrouw POOT: Ik zou toch graag willen dat de heer Van Dantzig zich
ook laat proberen te overtuigen net als ik heb geprobeerd in het vorige
agendapunt. U heeft het over het afwegingskader. Als zo meteen het
afwegingskader aan u wordt gemeld, dan is er dus een afwegingskader
geweest en dat zal er waarschijnlijk zijn. Bent u dan overtuigd®?)
Dat ligt natuurlijk wel een klein beetje aan het afwegingskader, maar we hebben
dit debat eerst in de commissie gevoerd en daar bleek overduidelijk dat het niet zo is.
Daar bleek ook overduidelijk dat hierbij geen enkele bevoegdheid is betrokken en er is
dus geen wettelijk kader waarbinnen dit kan. En dat betekent dat we hier met elkaar
moeten debatteren. Tot die tijd vind ik het een lieve duit waard dat er geen camera’s
worden uitgedeeld aan burgers.
(De heer MBARKI: Vindt de heer Van Dantzig het dan wel goed als de
gemeente een mobiele telefoon zou overhandigen aan deze mensen?)
Nee, dat vindt de heer Van Dantzig ook geen goed idee.
(De heer MBARKI: Want?)
Ik ga het gewoon nog een keer proberen, maar dan iets korter. Wat ik heb
gezegd, is dat het uitdelen van zo’n camera op welk apparaat die ook zit, maar we
hebben het nu over een bodycam, niet direct bijdraagt aan de veiligheid. De
burgemeester zegt ook niet voor niets dat het om het gevoel van veiligheid gaat. Ik
probeer volgens mij net te betogen dat daar nog wel wat haken en ogen aan zitten, dus ik
wil de burgemeester oproepen geen andere spullen met camera’s uit te delen op dit
moment. Ik wil een afwegingskader en ik wil dat er tot die tijd geen bodycams worden
uitgedeeld aan burgers.
25
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
(De heer MBARKI: Ik probeer het te begrijpen, want dat is best moeilijk. Ik
ben het met u eens als het gaat om camera’s voor handhavers, voor
professionals. Dit gaat om het veiligheidsgevoel van burgers. Een burger
die zegt: ik voel me veiliger door zo'n camera. Dus ik begrijp dat verhaal
van dat afwegingskader niet. Bent u het met mij eens dat een burger in
dezen leidend is en niet wat wij hier vinden als het gaat om wat er wel of
niet bijdraagt aan het veiligheidsgevoel van een burger?)
Nu breekt toch mijn klomp, want als we alles zouden doen wat de burger graag
wil, dan krijgen we volgens mij een bijzonder vreemde stad. Wat wij willen, is juist de
burger hiervoor de juiste handvatten geven. Dat betekent als de burger zegt dat hij een
camera op zijn borst wil plakken want dan voelt hij zich veilig, dat wij zeggen: realiseert u
zich wel wat er verder kan gebeuren? We hebben daar met elkaar een helder
afwegingskader voor. We hebben in beeld wat de risico’s zijn. We hebben het wettelijke
kader waaronder dit valt, duidelijk. We hebben ook duidelijk wat we met die beelden
kunnen doen. Nou, in zo’n geval ben ik nog steeds niet enthousiast, maar dan wil ik me
best laten overtuigen.
(Mevrouw POOT: Hoort u wat u zegt? Als de burger vindt dat een camera
op zijn borst plakken de veiligheid vergroot … Ik denk dat heel veel
burgers dat vinden en dat heel veel bewoners dat vinden. Het is niet voor
niets dat heel social media vol staat met filmpjes. Het is toch overduidelijk
dat dit het veiligheidsgevoel van mensen vergroot?)
Ja, maar dan alsnog is er natuurlijk wel een kardinaal verschil tussen het feit dat
mensen zelf gebruikmaken van de hedendaagse technologie en dingen filmen en de
gemeente in haar aanpak waar het allemaal heel nauw luistert. Het gaat hier over
mensen, over slachtoffers, over hele erge dingen. Dan kunnen we toch niet over een
nacht ijs gaan en zeggen: weet u, wij weten het zelf ook niet meer, plakt u een bodycam
op en dan kijken we wel of er wat uit de beelden komt.
(Mevrouw POOT: Vindt u dit nu ontzettend paternalistisch? Wij weten wel
wat goed voor u is. Filmt u alstublieft niets, dan komt het allemaal goed.
Vindt u dat nu niet ontzettend paternalistisch?)
Wat ik echt verdraaid paternalistisch vind, is te zeggen: Hier heeft u een bodycam
en dan lost het probleem zich wel op.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
44° Motie van de raadsleden de heer Van Dantzig, de heer Peters en de heer
Groot Wassink inzake het gebruik van bodycams in het kader van de treiteraanpak
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 581)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- geen bodycams meer in te zetten bij burgers in het kader van de treiteraanpak
voordat explicieter dan in de brief van 9 mei 2017 is duidelijk gemaakt aan
welke voorwaarde een incidenteel geval moet voldoen voordat bodycams
kunnen worden ingezet;
- in die voorwaarden niet alleen het veiligheidsgevoel op te nemen, maar ook
dat de daadwerkelijke veiligheid van personen in het geding is en waar
mogelijk met wetenschappelijk onderzoek te onderbouwen dat bodycams bij
burgers daadwerkelijk bijdragen aan de veiligheid van de betrokken personen;
26
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
- deze voorwaarden en de onderbouwing van de voorwaarden voor te leggen
aan de raad en daarvoor het inzetten van bodycams bij burgers niet te
hervatten.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Ik denk dat gezien het interruptiedebat wel duidelijk is waar de
VVD staat. Je veilig voelen in je eigen omgeving is zo ongeveer het allerbelangrijkste wat
er is. Gestalkt worden, geïntimideerd worden, lastiggevallen worden, iets ergers kan ik me
bijna niet voorstellen. De ontwikkelde treiteraanpak daarvoor is echt een ontzettend goed
middel om de daders daarvan daadwerkelijk te pakken. Het inzetten van bodycams is wat
ons betreft absoluut geoorloofd. En net zo is het geoorloofd filmpjes te maken. Wat ons
betreft is dat een instrument dat kan worden ingezet en wat ons betreft is het ook een
instrument waarvan wij zeggen dat het heel goed tot de standaarduitrusting kan behoren
van mensen die bezig zijn met de treiteraanpak, ook omdat wij denken dat deze mensen
daar een heel zorgvuldige afweging in maken en dat heel goed kunnen en absoluut niet
het wijzende vingertje van D66 nodig hebben om hierin een afweging te maken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Wonen in Amsterdam is op zich al een probleem aan het
worden. Daarover gaan we het vanmiddag ook nog hebben. Dat staat onder druk. Maar
voor sommige mensen betekent veilig wonen ook iets wat niet vanzelfsprekend is. Voor
mensen die niet veilig kunnen wonen, hebben we een zogenaamde treiteraanpak en die
treiteraanpak is omvangrijk. Er zijn allerlei maatregelen die ervoor moeten zorgen dat
Amsterdammers veilig kunnen wonen in hun huis, in hun straat, in hun stad. Die bodycam
is daarvan een klein onderdeel. Ik kan gerust zeggen dat ik geen groot voorstander of fan
ben van camera’s of bodycams, maar het gaat hier wel om de veiligheid van een burger.
We hebben het over een heel specifieke groep. Mensen die getreiterd worden, hebben
bijna geen leven. Dit vormt de laatste strohalm voor hen om bij wijze van spreken die
camera te gebruiken om ze een gevoel van veiligheid te geven. Ik denk dat we in zo’n
situatie niet moeten uitgaan van wat wij vinden, maar in samenspraak met zo’n burger
moeten kijken wat past. Het is niet zo dat iedereen een camera krijgt, want het gaat om
maatwerk. Deze treiteraanpak is niets minder dan maatwerk. Bij de ene persoon zou een
camera helpen en bij een ander moet je een camera in de straat plaatsen en bij weer een
ander moet je geen van deze acties inzetten, maar moet diegene verhuizen of iets
dergelijks. Ik zou deze discussie vooral willen laten aan de professionals die weten wat ze
moeten doen. Ik ben het eens met een aantal collega’s die zeggen dat we dit niet via de
krant hadden moeten vernemen. We hadden er eerder over kunnen praten. Dat doen we
nu. En wat mij betreft blijven we dat doen. En wat mij betreft staat dat voorop: de
veiligheid van die burgers. En wij kijken daar waar nodig en sturen bij indien nodig.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ollongren voor beantwoording
van de gestelde vragen en een preadvies op de motie.
Wethouder OLLONGREN: Je merkt aan het debat hier in de raadzaal, en zo was
het ook tijdens de commissiebehandeling, dat dit best een onderwerp is dat stevige
27
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
emoties oproept. Om te beginnen wil ik zeggen dat ik eigenlijk al die emoties en zeker ook
de motieven die daarachter zitten, respecteer. Het is ook goed dat we op die manier die
discussie met elkaar kunnen voeren. Een paar dingen vooraf voordat ik reageer op de
motie. Ik zeg in de richting van de heer Van Dantzig dat het dus niet enkel om een
burenruzie gaat. De treiteraanpak waarvoor u zelf complimenten heeft gegeven, gaat over
situaties die vele malen erger zijn dan dat. Het is ook een toepassing die zeer uitzonderlijk
is geweest. Sterker nog, er is één geval en de burgemeester heeft u daarover per brief
nader geïnformeerd en daar was wel wat aan de hand. Het is soms heel lastig om
treiterzaken te duiden. Het is zelden helder zwart-wit. We moeten natuurlijk nooit over
individuele casussen spreken, maar hier is maar een situatie geweest waarin dit is
toegepast. Meerdere slachtoffers, vechtpartijen buiten de woonomgeving. Om die reden is
hiervoor gekozen.
Dan kom ik nu op de zorgen die zijn geuit en straks ook op de motie. Ik denk dat
we met elkaar zeggen dat we ook moeten leren van wat er is gebeurd en dat het bij een
eventuele toekomstige inzet goed is dat er een afwegingskader is. Om die reden is er een
protocol opgesteld waarin de doelen, de voorwaarden, de waarborgen, de wijze van
besluitvorming en dergelijk zijn opgenomen. Ik zeg toe dat u dat protocol krijgt. Een
eventueel besluit tot inzet moet door de burgemeester worden genomen. We zijn ook
voornemens u te informeren bij jaarstuk over de eventuele inzet van bodycams.
Dan de reactie op de motie. We kunnen een heel eind meegaan met de motie.
Zoals gezegd: dat protocol komt naar u toe. Op een punt is de motie wel problematisch en
dat is eigenlijk op datgene waarover we het in de commissie hebben gehad, namelijk dat
de motie erom vraagt voor bespreking in de raad of voordat de raad heeft kunnen
kennisnemen van het protocol, al te zeggen dat er geen inzet zal zijn van bodycams. Dat
is eigenlijk een totale stop. Ik heb al eerder betoogd en dat doe ik vandaag ook weer, dat
het echt heel uitzonderlijke situaties betreft. Ik zou willen bepleiten om die heel
uitzonderlijke situaties ook weer niet helemaal uit te sluiten. Die zouden zich kunnen
voordoen. Ik weet dat niet. De professionals weten dat niet. Het zou kunnen dat het
voordien een slachtoffer heel erg zou kunnen helpen. Ik zou die deur op een kier willen
laten staan. Voor het overige zegt de motie dingen die ik u niet heb toegezegd. Maar
omwille van die laatste bullet moet ik de motie toch ontraden.
(De heer VAN LAMMEREN: Dan begrijp ik de wethouder niet. Ik sta niet
onder de motie, maar ik steun die wel van harte. U zegt dat het om
uitzonderlijke gevallen gaat. Het is niet zo dat deze motie vraagt elk geval
in de raad te laten komen, maar alleen de voorwaarden. Het is eigenlijk
de discussie die we hiervoor hebben gevoerd. Stel nu eerst die kaders,
dan krijgt u akkoord en dan kunnen we met zijn allen door. Waarom wilt u
dat niet?)
Ik wil dat wel, maar als u de motie naar de letter neemt, dan staat er: ‘totdat dat is
gebeurd, mag er geen bodycam worden ingezet’. En ik zeg dat ik niet kan uitsluiten dat
zich een situatie voordoet in zo’n treiteraanpak waarbij het toch verstandig is om voordat u
kennis heeft kunnen nemen van dat protocol en dus eigenlijk het sein op groen heeft
gezet, we toch voor deze toepassing kiezen. Ik zeg niet dat het gebeurt, maar ik zou de
mogelijkheid open willen laten om dat te kunnen doen.
(De heer VAN LAMMEREN: Gezien de stemming in de raad kan ik me zo
maar voorstellen dat we dat hier de volgende gemeenteraad dan
besluiten als u met een spoedvoorstel komt. Hierover is nagedacht; het
zijn professionals. U zegt het zelf, het is uitzonderlijk. Er moet iets op
papier staan, want die dingen worden niet zo maar uitgegeven. Dan komt
28
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
u met dat stuk de volgend gemeenteraad. Mocht zich in de komende drie,
vier, vijf weken iets voordoen — drie weken is het — dan roept u ons
bijeen.)
Ik begrijp de heer Van Lammeren dat hij zegt: doe het nu maar gewoon wat
sneller, dan doet de situatie zich niet voor, maar zelfs dan zit er tijd tussen. Nogmaals,
mijn pleidooi is: sluit het niet uit. U kunt ervan op aan dat het om uitzonderlijke gevallen
zal gaan. Het protocol komt uw kant op en dan kunnen we het debat met elkaar voeren.
Dan ligt er in grote lijnen precies datgene waarom u vraagt.
(De heer VAN LAMMEREN: Dan heb ik een andere vraag. Zijn er nu
gevallen bij u bekend dat zich dit de komende drie weken gaat voordoen?
Ofwel, bent u ervan op de hoogte dat u dan alvast een camera gaat
uitdelen en kunt u daarom deze motie niet steunen?)
Nee.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Ik constateer dat we kunnen gaan stemmen. Er zijn geen
leden met een stemverklaring.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Dantzig, Peters en Groot Wassink
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 581).
De motie-Van Dantzig, Peters en Groot Wassink (Gemeenteblad afd. 1, nr. 581)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Dantzig, Peters en Groot
Wassink (Gemeenteblad afd. 1, nr. 581) is aangenomen met de stemmen van
GroenLinks, D66, de SP en de Partij voor de Dieren voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit vermeld onder nr. 336 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor drie minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
6
Houden van de Algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota 2017
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 446)
Gevoegd met
34
Vaststellen van de actualisatie van de gebiedsagenda's Oud-Noord en Noordoost
in stadsdeel Noord (gemeenteblad afd. 1, nr. 441)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Moorman.
29
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Mevrouw MOORMAN: Dit zijn de laatste algemene beschouwingen van deze
collegeperiode. Het is vandaag exact 287 dagen tot de verkiezingen en aangezien de
oppositie van de coalitie geen algemene beschouwing meer mag houden in het najaar bij
de begroting, is dit dus het moment waarop we de finale afrekening gaan maken. Wat
heeft dit college bereikt? Hoe zal de geschiedenis oordelen over dit college? Was het een
geslaagde deal tussen D66, VVD en SP? ‘Amsterdam is van iedereen’ heet het
coalitieakkoord en vorig jaar noemde de coalitie het ge-updatete akkoord ‘Amsterdam blijft
van iedereen’. Achteraf klinkt het een beetje als een soort bezweringsformule. Rustig
maar, geen zorgen, we zijn dan wel het meest liberale college sinds de Tweede
Wereldoorlog, maar Amsterdam blijft van iedereen, hoor. Geen zorgen. Juist ja. Hoe zei
Abraham Lincoln het ook alweer? Je kunt alle mensen soms voor de gek houden; je kunt
sommige mensen altijd voor de gek houden; maar je kunt niet alle mensen altijd voor de
gek houden. Dus daar staan we dan. Drie jaar later maken we de balans op van wat het
meest liberale college in de naoorlogse geschiedenis ons hier heeft opgeleverd. Ik kan u
de eerste zin al voorspellen van de algemene beschouwingen die de coalitiepartijen zo
meteen gaan houden. Het gaat goed met Amsterdam. Amsterdam groeit, jubelt de
voorjaarsnota. Amsterdam wordt steeds aantrekkelijker, juicht de Jaarrekening. Dat zijn
de eerste zinnen die je in elk collegestuk steeds weer leest. En dat is letterlijk allemaal
waar, maar het laat wel een wat eenzijdige blik zien op hoe Amsterdam zich ontwikkelt:
alleen maar gericht op economische voorspoed van de stad als geheel, alleen maar
gericht op cijfertjes, maar niet op de impact die de veranderingen in de stad hebben voor
de bewoners. Niet op de steeds ongelijkere verdeling van het rendement dat de stad
oplevert voor iedereen; niet een oog voor het feit dat het succes van de stad aan steeds
minder mensen toekomt. Het doet mij een beetje denken aan de doerian. Kent u die? Dat
is een vrucht en in Zuidoost-Âzië noemen ze die ook wel de koning van de vruchten. Hij
smaakt namelijk hemels. Als je alleen op de smaak zou letten, zou je echt niets anders
willen eten. Maar er zit ook nog een andere kant aan de doerian, want die smaakt niet
alleen hemels, die stinkt ook hels. Laten we dus niet alleen maar praten over de smaak
van het succes van Amsterdam, want de geur van het succes is soms niet te harden. De
huizenprijzen stijgen; de drukte neemt toe; het wordt steeds viezer in de stad. Dus hoe
moeten we de daden van dit liberale college nu beoordelen? Is het nou zijn schuld dat de
stad zo verandert en dat we steeds meer worden geconfronteerd met de keerzijde van het
succes van de stad? En ja, ik zal het toegeven, het is natuurlijk heel verleidelijk om het
college daarvan volledig de schuld te geven. Maar dat is ook te simpel. Natuurlijk heeft
het ook te maken met de aantrekkende wereldeconomie, de dalende rentes, de
goedkopere vliegtickets. En ja, ook de PvdA heeft de stad aantrekkelijker gemaakt:
musea opgeknapt, gebouwd in Amsterdam, waardoor de stad nu zo populair is. Maar
besturen is bijsturen. Als je het mis ziet gaan, moet je ingrijpen, moet je het schip een
andere kant op sturen. lets doen. Anders gaat het mis. Ik heb het al zo vaak gezegd. In de
campagne 2014 is het woord Airbnb geen één keer gevallen tijdens de debatten en nu
hebben we het er zo ongeveer elke raadsvergadering over. Ik vraag niet om
helderziendheid, ik vraag om actie wanneer dat nodig is. Maar tot op heden lijkt dit college
alleen maar te grossieren in slechte deals. De Airbnb-deal die boterzacht is en inmiddels
gelukkig wordt vervangen door meldplicht waardoor we wel veel kostbare tijd zijn
kwijtgeraakt. Een bestuurlijkstelseldeal waarvan werkelijk niemand gelukkig werd en
waardoor een soort nepdemocratie in de stad is geïntroduceerd. Een drukteconvenant
waar niemand zich aan houdt terwijl de touringcars rustig de stad in blijven tuffen en er
elke week wel weer een nieuw hotel lijkt te worden geopend. Zal ik het nog hebben over
de bootjesdeal? Of de erfpachtdeal? Ook al zo'n succesnummer. Vorige week hadden we
30
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
het erover en alle coalitiepartijen leek het, toen zij het hadden over de erfpachtdeal, of ze
een hele grote zure augurk binnen hadden gewerkt. Kortom, je vraagt je af of deze coalitie
sowieso wel een goede deal was, want tot een echte, geslaagde, gezamenlijke aanpak
lijkt het maar niet te komen. Of het nu gaat om de aanpak van drukte, of het nu gaat om
de problemen op de woningmarkt, of het nu gaat om het lerarentekort dat razendsnel
oploopt of de toenemende segregatie in het onderwijs. Natuurlijk haalden we vorige week
allemaal opgelucht adem toen wethouder Choho zei dat het opzeggen van de klimaatdeal
door Trump niet betekende dat Amsterdam ook de Parijsdeal zou verbreken. We lieten
ons niet afschrikken, zei hij. We bleven gewoon trouw aan de Parijsafspraken. Dat luchtte
ons natuurlijk ontzettend op. Maar doen wij ook zelf nog iets? Het klimaatinitiatief van de
PvdA, GroenLinks en de Partij voor de Dieren bijvoorbeeld waarbij we nu al anderhalf jaar
op een reactie zitten te wachten. Je vraagt je af of de deal ook anders gesloten had
kunnen zijn in de afgelopen periode. En wat had dat dan betekend voor de stad? Met dit
akkoord vinden D66, de VVD en de SP elkaar in een drang naar verandering, zo stond in
het coalitieakkoord, maar met welke verandering zijn we nu echt wat opgeschoten de
afgelopen jaren? Voorzitter, als u mij toestaat, zou ik wel even willen dromen. Stel je nu
voor dat we niet die duizenden sociale huurwoningen hadden verkocht en de huurmarkt
wel hadden beteugeld, dan stond de ongedeelde stad niet onder druk en dan hadden we
misschien wel gewoon woningen voor leraren beschikbaar gehad. Ik blijf dromen en
daarom dien ik daarvoor twee moties in. Een motie die vraagt te stoppen met de verkoop
van sociale huurwoningen en een motie die vraagt het aantal nieuw te bouwen sociale
huurwoningen bij nieuwe projecten naar 40% te brengen. Ik droom nog even door. Stel je
voor dat we met zijn allen een manier hadden gevonden om te voorkomen dat woningen
niet door beleggers of rijke Russen en Arabieren zouden worden opgekocht, zodat
Amsterdam langzaam lijkt te veranderen in een Londen. Wat zou het mooi zijn als we
foute vastgoedtransacties zouden kunnen voorkomen. Ook daarvoor dien ik graag twee
moties in. Of stel je voor dat we niet hadden beknibbeld op de wijkaanpak, maar dat we al
die wachtende wijken die al jaren wachten, al lang hadden opgeknapt zodat niet alleen
het centrum, maar heel Amsterdam profiteerde van het geld dat Amsterdam verdient.
Geld dat we daarvoor nodig hebben, kunnen we gewoon uit de verhoogde
toeristenbelasting halen. Daarvoor dien ik twee amendementen in. Of stel je voor dat
touringcars echt definitief uit het centrum zouden wegblijven en dat we dat echt doen in
plaats van er alleen maar over praten. De motie. Ik kan nog wel meer bedenken, hoor.
Bijvoorbeeld de kluswoningen voor statushouders. Kluswoningen zodat statushouders
niet ellenlang hoeven te wachten op een woning en letterlijk snel aan de slag kunnen. En
er was natuurlijk niet bezuinigen op gemeentereinigers, want in een drukker wordende
stad heb je deze mensen razend hard nodig en ze verdienen dan ook dat ze bij de
gemeente in vaste dienst zijn. Daarom hebben we ook een amendement om de reinigers
niet te ontslaan. We zouden veel meer bouwen aan de stad onder leiding van een echte
stadsbouwmeester die, zoals in de vorige eeuw, stevig de regie had en ervoor zorgde dat
er echt volgens Amsterdamse traditie zou worden gebouwd: mooi en betaalbaar voor
iedereen. We zouden hebben geregeld dat woningen voor middenhuur ook echt altijd
middenhuur zouden blijven, want ook over 25, over 50 en over 100 jaar wil je dat er een
middenklasse in Amsterdam woont. Daarvoor zullen wij straks bij het agendapunt
Middenhuur ook een motie indienen. En we zouden ervoor zorgen dat je ook een
koopwoning kunt kopen als je niet een enorme zak geld te besteden hebt door een
creatieve samenwerking tussen de gemeente en particulieren.
(De heer BOOMSMA: Ik werd geïnspireerd door wat mevrouw Moorman
zei over bouwen in de Amsterdamse traditie, mooi en betaalbaar. Ik vroeg
31
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
me af of zij mij kan toelichten naar welke traditie zij precies verwees.
Bedoelt ze dan de Amsterdamse stijl, de Amsterdamse woningen van
begin twintigste eeuw of meer de stijl van Jan Schaefer?)
Ik ben zowel op Wibaut als Schaefer ongelooflijk trots en hoewel beiden heel erg
veel hebben gebouwd, ben ik het met u eens dat er wel een stijkverschil is. Ik zou zeggen:
ik ben meer van de stijl van Wibaut dan van Schaefer.
Ik heb zojuist een motie voor co-koop ingediend en ik droom nog even verder.
Stel je voor dat we veel eerder waren begonnen aan het bestrijden van het lerarentekort,
dan stevenden we nu niet af op een drama van de Amsterdamse onderwijskwaliteit. Ook
dat wil ik graag toelichten. En nee, we zouden niet een schuld aflossen waarop je geld toe
krijgt als je het leent, maar we zouden dat geld natuurlijk veel zinniger gaan besteden,
bijvoorbeeld door scholen met veel achterstandsleerlingen extra middelen te geven voor
handen in de klas, zodat alle Amsterdamse kinderen echt een goede kans krijgen in het
Amsterdamse onderwijs en segregatie wordt bestreden. Ook daarvoor dien ik een
amendement in. We zouden ons ervoor kunnen inzetten dat je in de Amsterdamse klas en
in de docentekamers in Amsterdam altijd jezelf kunt zijn en je je seksuele geaardheid niet
hoeft te verstoppen. Daarom dienen wij een motie in voor een roze lerarennetwerk. En tot
slot zouden wij armoedegeld niet uitruilen tegen een slechte erfpachtdeal, want we
zouden sowieso een eerlijker en toekomstbestendiger erfpachtdeal hebben gemaakt en
daarbij ook nog eens een keer een hoger bedrag voor armoede structureel. Het kan
allemaal. Misschien blijft het nu allemaal nog even bij dromen, maar ik heb ook veel
geleerd van de oppositie in de afgelopen drie jaar. Ik heb geleerd dat je je dromen altijd
moet blijven uitspreken, want soms komen ze ineens zomaar uit, al duurt het vaak een
tijdje en staat er dikwijls een andere naam op.
(De heer VAN DANTZIG: Ik wil mevrouw Moorman eigenlijk gewoon een
simpele vraag stellen. Ik hoor weinig goeds over dit college. Van die
128 miljoen euro aan armoedebestrijding, hoeveel had u daarvan niet
willen investeren? De 160 miljoen euro die wij in onderwijs stoppen, had u
die niet willen investeren? De 44 miljoen euro die we besteden aan het in
goede banen leiden van de groeiende drukte in de stad, had u die niet
willen investeren?)
Maar natuurlijk wel. De plannen voor onderwijs en de plannen voor armoede
hebben wij ook allemaal gesteund, maar ik zeg alleen dat het veel beter kan. Ik snap
gewoon werkelijk niet dat u er nu bijvoorbeeld voor kiest om geld dat we hebben en dat
we kunnen investeren in de stad, te gebruiken om daarmee een schuld af te lossen omdat
je geld toe zou krijgen als je dat niet zou doen. Dat is toch zonde? Dan zou ik zeggen:
laten we dat bijvoorbeeld besteden aan al die scholen met achterstandsleerlingen die nu
een tekort hebben — dat is een tekort van minstens 1,8 miljoen euro en u heeft gezegd dat
we maar een beperkt deel van de scholen een tegemoetkoming willen geven, een heel
beperkt deel en al die andere scholen krijgen niet — ik vind dat een ongelijkheid
teweegbrengen waarvan ik zeg dat we dat makkelijk op een andere manier kunnen
oplossen. Laten we de toeristenbelasting verhogen zodat we die wachtende wijken echt
snel kunnen opknappen. Dat zijn allemaal ideeën waarvan ik denk dat Amsterdam
daarvan alleen maar beter wordt.
(De heer VAN DANTZIG: Ik vroeg dit natuurlijk omdat de woorden van
mevrouw Moorman weinig positiviteit uitstralen. Gelukkig zijn we er nu
toch. Het college doet niet alleen maar slechte dingen. Laten we even
inzoomen op de schuld. Toen wij hier aantraden, waren de financiën een
puinhoop. De schuld zou onhoudbaar zijn en dik de 5 miljard euro
32
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
doorschieten. We hebben een enquête gedaan en moet u nu niet
constateren dat na drie jaar solide financieel beleid en de begroting op
orde brengen er kan worden geïnvesteerd in de dingen die u wilt:
10 miljoen euro naar vluchtelingen, 160 miljoen naar onderwijs? Dat is
toch winst, mevrouw Moorman?)
Ik vind het toch wel hilarisch dat D66 nu durft te zeggen dat de financiën helemaal
op orde zijn en dat het ook oké is met de schuld terwijl de schuld stijgt. Kijk, ik ben het met
u eens dat het helemaal niet zo erg is, maar u beloofde de kiezer dat de schuld zou dalen
en dat is toch echt niet gebeurd. Komt u vooral nog een keer naar de interruptiemicrofoon,
ik ga dat debat graag met u aan. Ik ben helemaal niet negatief. Ik heb juist heel veel hoop,
want ik zie juist heel veel positieve ontwikkelingen. De lijsttrekkersverkiezingen van uw
partij, van D66, hebben laten zien dat uw partij inmiddels ook inziet dat ze veel te veel
naar rechts is opgeschoven en dat het gewoon weer naar links moet. Dat kan ik natuurlijk
alleen maar toejuichen en daarmee ben ik ontzettend blij. Ik wil u daarmee ook feliciteren,
mijnheer Van Dantzig, als nieuwe leider van naar ik hoop een socialer D66. Ik kijk ook
even naar onze eigen VVD-wethouder, de heer Eric van der Burg. Die kon zich na de
verkiezingen gewoon weer heerlijk links uitlaten bij de Staat van de Stad. Ik kijk er dan
ook echt naar uit om samen de Nacht van de vluchteling te lopen. Dus, mijnheer Van
Dantzig, ik zie de toekomst ongelooflijk zonnig tegemoet. Nog 287 dagen te gaan en dan
komt er aan deze slechte deal tenminste een einde. En als het aan mij ligt, dan gaan we
ons weer echt bekommeren om een stad die voor iedereen is en voor iedereen blijft. Dat
is mijn belofte aan de Amsterdammer. En dat is ook mijn belofte aan de burgemeester.
(De heer VAN DANTZIG: De schuld is gedaald van 4 miljard euro naar
3,85 miljard euro, ongeveer 600 miljoen euro schuldreductie. Laat ik u de
vraag niet stellen, want het is een feitje. Maar wat had u dan als andere
keuze willen maken dan aflossen op de schuld?)
Ik heb het u net verteld. Ik zou willen investeren in onderwijs, heel erg graag. Ik
zou willen investeren in nieuwe wijken die moeten worden opgeknapt. Ik wil investeren in
heel veel dingen die Amsterdammers echt iets opleveren in plaats van dat wij nu iets
aflossen waar we geld op toe zouden krijgen als we het gewoon op de kapitaalmarkt
zouden blijven lenen. Ik zal het bladzijdenummer zo even voor u opzoeken. Ik beloof u,
als u zo meteen aan het woord bent, dat ik dan nog even bladzijden zal noemen waarop u
ziet dat de schuld stijgt het komende jaar.
(De heer VAN DANTZIG: Daarmee zult u dan blij zijn, want u zegt net:
laten we de schuld laten stijgen. Maar het ging mij erom dat u aan het
afrekenen was met dit college. U zegt dat de schuld niet is gedaald; ik zeg
dat dat wel het geval is. Maar vindt u dan dat wij de afgelopen drie jaar die
600 miljoen euro helemaal niet hadden moeten aflossen aan
schuldreductie en had u dat liever allemaal uitgegeven? Dat is dan wel
nieuws.)
Bladzijde 14. Nee, mijnheer Van Dantzig, wat ik zeg is dat het politieke keuzes
zijn. We moeten niet net doen alsof die veranderingen in de stad helemaal aan het college
liggen. Volgens mij heb ik dat daarnet goed toegelicht. Het zijn inderdaad ook de
goedkope vliegtickets. Het zijn de economische ontwikkelingen. Maar als je dingen ziet
gebeuren in de stad, als je dingen ziet ontsporen, dan moet je inderdaad dat schip op
koers houden. Het spijt me van al die bootmetaforen op een dag als vandaag, maar ik
denk wel dat het noodzakelijk is dat je je daarop concentreert. En we hebben nogal wat
zien gebeuren in de stad de afgelopen tijd. We hebben dingen zien ontsporen. En wat mij
zorgen baart, is dat het succes van Amsterdam, waarop we trots mogen zijn, maar aan
33
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017
Raadsnotulen
een heel klein groepje mensen toekomt en aan een steeds Kleiner groepje mensen. En
dat verwijt ik dit college wel, mijnheer Van Dantzig. Ik verwijt het college wel degelijk dat
het op dat moment niet hard genoeg ingrijpt, niet hard genoeg ingrijpt op de toenemende
ongelijkheid, niet hard genoeg ingrijpt op de toenemende drukte. Nogmaals, het zijn
politieke keuzes. Het kan ook anders en ik pleit voor anders.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties en amendementen zijn
ingekomen.
45° Motie van de raadsleden mevrouw Moorman en mevrouw De Heer inzake
de Voorjaarsnota 2017 (Stop verkoop sociale huur) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 458)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de samenwerkingsafspraken met de corporaties te ontbinden en een
moratorium in te stellen op het verkopen en liberaliseren van gereguleerde
corporatiewoningen tot er nieuwe afspraken zin gemaakt tussen corporaties en
gemeente.
46° Motie van de raadsleden mevrouw Moorman en mevrouw De Heer inzake
de Voorjaarsnota 2017 (Minimaal 40% sociaal bij nieuwbouwprojecten) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 459)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ het beleid voor nieuwbouwprojecten zo te wijzigen dat er standaard wordt
uitgegaan van het bouwen van minimaal 40% sociale huurwoningen
47° Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake Behoud woningen voor
bewoners (Gemeenteblad afd. 1, nr. 460)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- uit te zoeken hoe, in lijn met de lokale huisvestingsverordening op de
Waddeneilanden, in de Amsterdamse huisvestingsverordening een bepaling
kan worden opgenomen die ervoor zorgt dat woningen alleen aan mensen
kunnen worden verhuurd of verkocht met een economische en/of
maatschappelijke binding met Amsterdam.
48° Motie van het raadslid de heer Boutkan (Richt bureau in voor monitoren
onroerend goed transacties) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 461)
Besluit:
- beter en anders te gaan monitoren welke onroerendgoedtransacties in
bepaalde straten/gebieden worden gedaan;
- hiertoe te overleggen met belangrijke stakeholders in de stad zoals
woningcorporaties, 1012INC, NV Zeedijk, het RIEC, et cetera;
-_een verkenning op hoofdlijnen uit te voeren voor het inrichten van een bureau
waar door de gemeente transacties worden vastgelegd en gevolgd en dat
voldoet aan de juridische verplichtingen rondom privacy en
gegevensverzameling;
34
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
- de resultaten van deze verkenning voor te leggen bij de behandeling van de
begroting 2018.
49° Amendement van de raadsleden mevrouw Moorman en de heer Poorter
inzake de Voorjaarsnota 2017 (Wachtende wijken) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 462)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Aan de Voorjaarsnota 2017 toe te voegen aan ‘Programma 9: Stedelijke
ontwikkeling en Wonen’ op bladzijde 66:
‘Amsterdam gaat de komende jaren grote stappen zetten met het vernieuwen
van wijken. We kiezen ervoor vooral te investeren in wijken in Noord, Nieuw-
West en Zuidoost. We gaan extra geld investeren in de openbare ruimte. Er
komt een aanpak om de sociale veiligheid te verbeteren. We investeren in
buurtscholen en we investeren in de sociale samenhang in de buurt. Met de
corporaties wordt een gezamenlijke aanpak ontwikkeld voor versnelde
renovatie en sloop-nieuwbouw van woningen. We reserveren hiervoor een
bedrag ter hoogte van 25 miljoen euro, waarmee de draad van de stedelijke
vernieuwingsopgave weer wordt opgepakt. Deze meerjarige opgave zal ook na
2018 worden voortgezet.’
- Ditte dekken uit de bij de voorjaarsnota door de PvdA voorgestelde verhoging
van de toeristenbelasting.
50° Amendement van de raadsleden mevrouw Moorman en de heer Boutkan
inzake de Voorjaarsnota (Verhoog de toeristenbelasting per 2018 stapsgewijs naar 8% en
maak voorgenomen differentiatie ongedaan) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 463)
Besluit:
- de toeristenbelasting vanaf 01-01-2018 te verhogen van 5% (huidig niveau)
naar 7% in 2018 en 8% in 2019;
- het voorgenomen besluit van complexe differentiatie van de toeristenbelasting
in 2018 te schrappen;
- de voorjaarsnota aan te passen op de volgende punten:
= Bladzijde 6, blokje ‘Drukte in de stad’ de zin ‘Met ingang van 2017 …' t/m
‘toeristenbelasting gedifferentieerd’ te wijzigen naar: ‘Met ingang van 2017
is er onder andere 10 miljoen euro extra beschikbaar voor schoonmaak, zijn
er extra middelen voor handhaving (ook op illegale verhuur)’
= Bladzijde 6, blokje ‘Drukte in de stad’ de volgende zin toe te voegen: ‘Per
2018 wordt de voorgenomen differentiatie van de toeristenbelasting
ongedaan gemaakt.’
= En het volgende zinsblok toe te voegen: ‘Met ingang van 01-01-2018 zal de
toeristenbelasting voor de gehele stad en voor alle vormen van verblijf
worden verhoogd naar 7% en per 01-01-2019 8% voor de gehele stad. In
totaal zal de verhoging naar verwachting een minimale meeropbrengst van
26 miljoen euro structureel opleveren in 2018 en 39 miljoen euro in 2019.’
51° Motie van de raadsleden de heer Nuijens, de heer Ernsting, de heer
Boutkan en de heer Boldewijn inzake verbod van touringcars uit het gebied binnen de
Amsterdamse ring A10 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 464)
35
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Bij de begrotingsbehandeling in 2017 een plan voor te leggen aan de raad hoe
de toegang voor touringcars binnen de ring A10 kan worden geblokkeerd en te
komen tot een algeheel verbod op touringcars binnen de ring. Hierbij moet
zowel het halteren als het rijden door de stad onmogelijk worden gemaakt.
52° Amendement van de raadsleden mevrouw Moorman, de heer Poorter en
de heer Nuijens inzake de Voorjaarsnota 2017 (Kluswoningen voor statushouders)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 465)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Onder paragraaf Amsterdamse aanpak (statushouders) en vluchtelingen van
Voorjaarsnota 2017 op bladzijde 63 na ‘Om de noodopvang aan
vreemdelingen die bestaat uit het aanbieden van bed, bad en brood in 2018 te
kunnen voortzetten, wordt er 2 miljoen euro beschikbaar gesteld.’
De volgende zinnen toe te voegen:
‘Kluswoningen voor statushouders
De gemeente maakt incidenteel 2 miljoen euro beschikbaar voor het realiseren
van kluswoningen voor statushouders ten behoeve van huisvesting en
integratie’
-__Àls financiële dekking hiervoor de renteresultaten aan te wenden.
53° Amendement van de raadsleden mevrouw Moorman en mevrouw De
Heer inzake de Voorjaarsnota 2017 (Geen formatiereductie van 261 fte in de
groenvoorziening, reiniging openbare ruimte) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 466)
Besluit:
- de bezuiniging op slagvaardige werken in de openbare ruimte ad 13 miljoen
euro te schrappen;
- als financiële dekking hiervoor het verhogen van de afvalstoffenheffing aan te
wenden;
- de tabellen en teksten overeenkomstig aan te passen.
54° Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake de Voorjaarsnota 2017
(Stadsbouwmeester) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een onafhankelijk stadsbouwmeester aan te stellen die de gemeente gevraagd
en ongevraagd kan adviseren over de bouwplannen van de stad;
-_hiervoor een voorstel inclusief begroting te doen voor het vaststellen van de
begroting 2018.
55° Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake Co-koop
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 468)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_een plan voor te leggen aan de raad om door middel van MGE de voorraad
betaalbare koopwoningen in Amsterdam op peil te brengen en te behouden.
36
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
56° Amendement van het raadslid mevrouw Moorman inzake de
Voorjaarsnota 2017 (Aanpak lerarentekort) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 469)
Besluit:
- onder paragraaf 5.3 van de Voorjaarsnota 2017 op bladzijde 68 na ‘Een betere
toegangsbeveiliging van de panden van de gemeente Amsterdam draagt bij
aan het voldoen aan de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG).’
de volgende zin toe te voegen:
‘Met lef pakken we het lerarentekort zo snel mogelijk aan. Niks doen betekent
dat duizenden leerlingen geen docent voor de klas hebben staan. Daarom
maakt de gemeente 8 miljoen euro incidenteel vrij ter ondersteuning en
stimulering van creatieve initiatieven om leraren naar Amsterdam te trekken en
te behouden. Dit wordt in samenwerking leraren en scholen gedaan.’
- als financiële dekking hiervoor de rentebaten van verstrekte leningen aan
derden (totaal 22,7 miljoen euro) aan te wenden;
- tabel 5.7 op bladzijde 57 overeenkomstig aan te passen;
- alle relevante tekstpassages en tabellen overeenkomstig aan te passen.
57° Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake achterstandsgebieden
scholen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een extra bedrag van 1,8 miljoen euro ter beschikking te stellen aan het
programma stadsscholen 020 naast de al eerder beschikbaar gestelde
1,5 miljoen euro in tranche 2, ten behoeve van alle 33 categorie 5-scholen in
Amsterdam.
58° Motie van de raadsleden mevrouw Moorman en de heer Mbarki inzake
het roze lerarennetwerk in het Amsterdamse Onderwijs (Gemeenteblad afd. 1, nr. 471)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ samen met het Amsterdamse Onderwijs en haar leraren te komen tot een
Roze lerarennetwerk en dit te faciliteren om als leraren op dit onderwerp zelf
een belangrijke bijdrage te kunnen leveren op dit thema in het Amsterdamse
Onderwijs.
59° Amendement van het raadslid de heer Ünver inzake de Voorjaarsnota
2017 (Structurele ophoging van het Armoedebudget) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 472)
Besluit:
- Op bladzijde 65 de volgende zin te wijzigen: ‘Om het armoedebeleid dat met
deze prioriteit wordt uitgevoerd voort te zetten, wordt er structureel 5 miljoen
euro vanaf 2019 beschikbaar gesteld.’
in:
‘Om het armoedebeleid dat met deze prioriteit wordt uitgevoerd voort te zetten,
wordt er structureel 10 miljoen euro vanaf 2019 beschikbaar gesteld.’
- Ditte dekken uit de herinvoering van precario en reclamebelasting.
De moties en amendementen maken deel uit van de beraadslaging.
37
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Nog geen twee weken geleden kleurde Amsterdam
sinds lange tijd weer rood-wit. Ajax stond namelijk in de finale van de Europa league en
wie had dat gedacht? 100.000 supporters in extase op het Museumplein, alle kroegen
stampvol, maar helaas was de pot niet om over naar huis te schrijven en de teleurstelling
bij mij, bij veel Amsterdammers en bij veel bezoekers was groot. Maar ondanks het verlies
heb ik genoten van die rood-witte gloed in de stad en de enorme verbondenheid. Er zijn
weinig momenten dat Amsterdammers naar dezelfde beelden kijken, dezelfde spanning
door hun lijf voelen gieren en vol hoop zitten op toch die ene treffer, die helaas niet kwam.
Die verbondenheid, voorzitter, gaf mij kippenvel. Dat zagen we niet alleen tijdens de pot,
maar ook vanwege een heel andere gebeurtenis. Die verschrikkelijke aanslag in
Manchester. Duizenden tieners op een blij concert dat veranderde in een hel. Gruwelijk
gegil, minstens 22 doden, ouders in paniek op zoek naar hun kinderen. Ik kreeg en krijg er
ijskoude rillingen van. Net als na Istanbul, Parijs, Londen, St. Petersburg, Beiroet,
Stockholm en afgelopen week Egypte, Kabul en weer Londen is er na de shock de
misselijke afkeur, het verdriet, het gevoel van onmacht en ook weer, gelukkig, heel snel
de verbinding. De buurman die zijn huis opent voor vreemden op zoek naar een veilige
plek; wildvreemden die meehelpen zoeken naar 2 vermiste vriendinnen. Ik denk dat de
burgemeester van Manchester dat heel mooi zou vinden. In de eerste minuten na de
aanslag openden inwoners hun deuren voor vreemden; ze gaven het beste antwoord op
hen die ons uit elkaar willen drijven. Zoals onze wijze burgemeester altijd zegt: een
aanslag kunnen wij niet voorkomen, maar we laten ons niet terroriseren. Dát is precies
Amsterdam. Overal ter wereld zien we de spanningen toenemen, polarisatie zien we in
alle buurten in heel Nederland, maar Amsterdam blijft tolerant. Amsterdam blijft een stad
van iedereen. Of je nu op zondag naar de kerk gaat of gaat shoppen, of je nu in je
sportbroek of in je string op je rolschaatsen staat, paradijsvogel of trafo, moslim of jood
bent, Amsterdam is de stad waar we allemaal eerst en vooral Amsterdammers zijn. En die
verbondenheid staat soms in schril contrast tot de rest van het land. Waar Rutte
verdeeldheid zaaide met zijn advertentie in de krant, antwoordde de Amsterdamse rapper
Massin Hutak met een oproep aan alle jongeren van Nederland: ga stemmen voor onze
vrijheden, voor onze democratie. Toen in Gouda een protest losbarstte tegen de bouw
van een moskee, stonden Amsterdammers in gele en oranje hesjes arm in arm
gedurende de preek te wachten, symbolisch, uit solidariteit voor de moslimgemeenschap.
En toch zien we ook hier dat polariserende partijen Amsterdam weten te bereiken. Hoewel
GroenLinks samen met D66 in Amsterdam de twee grootste partijen werden in maart
2017, kreeg DENK de meeste stemmen in Nieuw-West en werd de PVV bijna de grootste
in Noord. De een predikt een boodschap van verbinding maar komt met ongefundeerde,
schokkende verwijten richting onze artsen. En de ander wil van de groep mensen voor
wie DENK zegt vooral op te komen, minder, minder, minder. Daaraan is weinig
verbindends. Ik schrok dan ook van die winst. Daar ben ik heel eerlijk in. Ja, er is een
grote progressieve meerderheid in onze stad. Ja, de meeste Amsterdammers kiezen voor
groen, vrij, progressief, sociaal, liberaal. Maar deze twee partijen spraken ook heel veel
Amsterdammers aan en wat ze met succes hebben gedaan, is hun kiezers het idee geven
dat juist zij er voor hen waren. En wij, ook hier in deze zaal, schieten daarin voor de
kiezers kennelijk tekort. Dat ziet mijn fractie, D66, als een opdracht aan haarzelf. We
moeten zorgen dat iedere Amsterdammer weet dat wij er voor ze zijn, ongeacht waar je
opa vandaan komt, waar je wieg heeft gestaan of op wie je verliefd wordt. We moeten
38
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
weten wat er speelt in gezinnen in de buurt. We moeten met concrete oplossingen komen
voor Amsterdammers. We moeten zorgen dat iedere Amsterdammer kan meedoen.
Alleen zo kunnen we volgens mij laten zien dat we er voor iedere Amsterdammer zijn.
Maar ik denk ook dat we er goed naar op weg zijn. Spanningen in de stad stellen weinig
voor in vergelijking met de wereld. We laten hier in Amsterdam zien hoe het ook kan. De
stad draait als een tierelier. Steeds meer Amsterdammers hebben betaald werk; de
jeugdwerkloosheid is verder teruggedrongen dan ooit; meer dan tweeduizend leraren
scholen zichzelf bij en goede ideeën voor nieuwe scholen zijn werkelijkheid geworden.
We zijn de stad letterlijk aan het vergroenen. Energieneutrale huizen schieten als
paddenstoelen uit de grond en juist ook voor de middenklasse. We nemen maatregelen
tegen het verkeerde soort drukte. We pakken overlast aan. En meer dan tweeduizend
vluchtelingen zijn met de Amsterdamse aanpak zo snel mogelijk aan het werk gegaan of
naar school.
(De heer GROOT WASSINK: Ik hoor de heer Van Dantzig zeggen dat die
energieneutrale huizen uit de grond schieten. Dat is knap; dat heb ik nog
nooit gezien. Maar hoe kan het dan toch dat het college in de
samenwerkingsafspraken aangeeft de doelstellingen uit het
energieakkoord voor verduurzaming van de sociale woningvoorraad niet
te halen?)
Ik ben heel blij dat u daarvan een punt maakt, want dat is wel een van mijn
grootste frustraties. We hebben hier vaak het debat gevoerd, ik met uw collega in de
commissie Wonen en waarin we zeggen dat die woningcorporaties de urgentie echt op
zich moeten laten inwerken. We kunnen niet meer wachten totdat het water ons aan de
lippen staat. Maar helaas zijn de grootste vastgoedeigenaren van de stad, de
woningcorporaties, er nog niet heel erg mee bezig. We staan in de top 5 van de slechtst
geïsoleerde en minst duurzame woningen van Amsterdam. Ik wil dat we in de top 5 van
de beste komen. Maar dan moeten de woningcorporaties wel meedoen. Helaas kan de
gemeente niet alles zelf.
(De heer GROOT WASSINK: Maar de Woningwet schrijft toch voor dat
de gemeente, de corporaties en de huurders met elkaar in overleg
moeten gaan? Daarop heeft u als gemeente toch juist een hele grote
invloed? Hoe kan het dan toch dat u eigenlijk een beetje defaitistisch
bent? Het college schrijft dat het de doelstellingen niet gaat halen van
gemiddeld label B in 2020.)
Dat klopt, maar it takes two to tango, of eigenlijk drie in deze wat complexe
samenwerkingsafspraken. Ik geloof dat de huurders wel willen, want die zijn gebaat bij het
simpele feit dat ze in een energieneutrale en vooral ook gezonde woning komen te leven.
Ik zie nog veel te vaak dat er woningen zijn waarbij je de zwammen gewoon van de muur
kunt krabben. De SP maakt er altijd terecht een punt van. Dat moeten corporaties
oplossen. Maar corporaties moeten dat wel doen met geld en dat betekent ook, mijnheer
Groot Wassink, dat corporaties de ruimte moeten hebben om te investeren. Wat ik graag
zou zien, is dat corporaties hun woningen echt een stukje buiten de ring, in Nieuw-West,
in delen van Noord, in Zuidoost verkopen. Dan komen er betaalbare woningen voor de
middenklasse vrij, betaalbare koop. Daar bent u volgens mij ook voor. En dan kan dat
geld worden geïnvesteerd in het redden van onze aarde.
(De heer GROOT WASSINK: Dus ik begrijp het goed dat u zegt dat de
gemeente de doelstellingen uit het energieakkoord gaat halen door
verdere verkoop van sociale huurwoningen?)
39
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Ik zeg dat corporaties die moeten behalen, want wij hebben die woningen niet.
We gaan ze dus ook niet verkopen. Maar als we die corporaties nu wat meer ruimte
geven, en dan moet u misschien even over een schaduw heen springen, maar dat zou
kunnen, als we die corporaties nu wat meer ruimte geven, dan kunnen de corporaties ook
investeren in die energieneutrale woningen. We hebben nog een weg te gaan, mijnheer
Groot Wassink. Ik zeg wel heel eerlijk dat we vinden dat corporaties daaraan moeten
meebetalen, want de vervuiler betaalt en dat is hier de corporatie.
Dan nog even over de wethouder Financiën. Die hebben we gekregen. Eindelijk
iemand die zich echt met Financiën bezighoudt en drie jaar degelijk financieel beleid heeft
laten zien. En nu kunnen we investeren in de stad. Niet meer het ene gat met het andere
vullen, maar letten op de centen, weten wat er binnenkomt, weten wat er uitgaat en met
een duidelijke investeringsagenda. Mevrouw Moorman zat er al op te wachten, maar het
gaat goed met de stad.
(De heer GROOT WASSINK: Dan nog even. We kunnen het in ieder
geval snel met elkaar eens zijn dat wethouder Kock zijn uiterste best doet,
maar helemaal op orde is misschien toch wel iets te positief. U had het
net over schuld. Kunt u mij zeggen wat de prognose is van de schuld voor
2018?)
De schuld loopt op. Het exacte cijfer heb ik niet direct paraat. Ik weet dat de
schuld nu 3,85 miljard euro bedraagt. Het feit dat de schuld oploopt, heeft er ook mee te
maken dat de schuld nu houdbaar is. Dat is een beetje een economenbegrip voor het feit
dat we niet heel erg moeten snoeien om de begroting op orde te krijgen. Je kunt dus ook
investeren. Maar ik ben niet dogmatisch voor het aflossen van schulden; ik ben voor
degelijk financieel beleid. Dat is nu gelukt. De volgende periode, en misschien zitten we
dan wel samen aan de formatietafel, kunnen we investeren, maar dan moeten we nu wel
zorgen dat die schuld niet explodeert. Dus nu degelijk financieel beleid schept straks de
kans om onze prioriteiten, wat we samen willen bereiken in de stad, daadwerkelijk in een
coalitieakkoord te stoppen.
(De heer GROOT WASSINK: Nee, de belofte van D66 was natuurlijk dat
ze ging afrekenen met de schuld. U zegt nu zelf dat die in 2018 in elk
geval een stuk hoger wordt. Volgens mij zelfs 5 miljard euro. Maar dan
bent u het toch wel met mij eens dat de daling van de schuld zoals u die
noemt, niet te danken is aan het beleid van dit gemeentebestuur maar
aan de aflossingen van het AEB en GVB?)
Waar het gemeentebestuur akkoord voor geeft. Maar de schuld is gedaald van
4,4 miljard naar 3,85 miljard euro. Hij loopt nu op naar de 4 miljard euro.
(Mevrouw VAN SOEST: Als ik de heer Van Dantzig goed heb begrepen,
dan wil hij op de centjes letten. Is dat inclusief de externe inhuur?)
Ja, dat is inclusief de externe inhuur, want als je op de centjes wilt letten, doe je
dat het liefst overal. Ik heb het gevoel dat u nog wat meer duiding wilt.
(Mevrouw VAN SOEST: Wij geven een hele grote post uit aan externe
inhuur. Ik kan me voorstellen dat u zegt daarvoor nu gewoon ambtenaren
aan te nemen, dan hoeven we niet al die experts in te huren. Daarom mijn
vraag of u ook aan die kant wilt bezuinigen.)
Het hele idee van die externe inhuur is dat je een schil hebt van ambtenaren die
heel goed zijn in verschillende soorten ambtenarenwerk, maar dat je eens in de zoveel tijd
een specialist inhuurt bijvoorbeeld voor iets wat je eigenlijk maar eens in de zoveel tijd
nodig hebt. Dat kan een deel van de externe inhuur zijn. En in sommige gevallen is er
zoiets als de piek. Bij de stadsreiniging huren we bijvoorbeeld extern in omdat het soms
40
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
viezer is in de stad na een evenement of als er meer toeristen zijn. Ik denk dat dat toch
logisch is.
(Mevrouw VAN SOEST: U weet ook dat we dus een bepaald bedrag
uittrekken voor externe inhuur, maar jaren achtereen komen we er dik
overheen. Zelfs uw coalitiepartij is daarover heel erg boos om constant
boven het bedrag uit te komen dat we hebben gereserveerd en dat is
begroot.)
Daarvoor is gelukkig wel een goede verklaring.
(Mevrouw VAN SOEST: U begrijpt mijn vraag niet. Nog een keer dan. We
hebben voor de externe inhuur laten we zeggen 25 miljoen euro begroot.
Daarmee zit ik aan de heel lage kant. Maar we geven 150 miljoen euro
uit. Dan heb je toch de begroting niet in de hand? Of wel?)
Volgens mij zijn beide bedragen wat aan de lage kant. Het hele idee met externe
inhuur is dat je het inhuurt op het moment dat je het nodig hebt. Wat het begroten net wel
wat ingewikkelder maakt. Uiteraard moeten we dat onder controle hebben en daarmee
zijn we volgens mij goed bezig. Ik vind het fijn dat de wethouder die over externe inhuur
gaat, dat elke keer goed kan onderbouwen. Nogmaals, ik vind niet direct dat we nu
moeten stoppen met externe inhuur omdat we af en toe het budget overschrijden — vooral
een budget dat niet direct is in te schatten. Je wilt juist extern inhuren op het moment dat
je het nodig hebt.
(De heer VAN LAMMEREN: Nog even over de schuld van de stad
Amsterdam. U heeft het de hele tijd over het absolute getal van de schuld,
maar dat is natuurlijk verre van relevant. Het gaat veel meer om de
solvabiliteit, oftewel, kunnen we de lasten dragen en hoe staan die in
verhouding tot het eigen vermogen? U kunt niet ontkennen dat die
gewoon daalt over de komende jaren, oftewel, de financiële positie van
deze stad wordt gewoon slechter. Dus wilt uU uw woorden terugnemen
over dat de schuld afneemt, want dat is absoluut niet waar, maar de
solvabiliteit daalt ook en daarmee is het eigenlijk een verslechtering van
de schuld. Dat bent u toch wel met mij eens?)
Ja, maar we plukken er nu allebei een kerngetalletje uit. Om te berekenen of de
houdbaarheid van de schuld goed en degelijk is, heb je nog een x-aantal meer cijfers
nodig. Ik probeer altijd naar de risicoanalyse te kijken en daaruit blijkt constant dat we
onze positie hebben verbeterd — zeker als je kijkt ten opzichte van 2013 waar het gewoon
in schreeuwend rood stond en als we niet zouden ingrijpen, de schulden niet houdbaar
waren.
(De heer VAN LAMMEREN: U heeft zojuist heel accountancy Nederland
geschoffeerd door solvabiliteit een kerngetalletje te noemen. Maar goed,
mevrouw Poot zal dat straks ongetwijfeld beamen; ik zie haar in ieder
geval knikken. Feit is dat de solvabiliteit in deze stad alleen maar afneemt.
Die is nog ruim voldoende. Dat is elke keer het antwoord van wethouder
Kock, maar doet u nu niet alsof de schuld in deze stad afneemt ten
opzichte van het vermogen. Dat is gewoon niet waar. U bouwt de schuld
af door eigen vermogen te verkopen. Dat is wat dit college heeft gedaan.
En u heeft niets aan de daadwerkelijke schuldreductie gedaan. Als dat uw
speerpunt is, dan is dat een hele magere.)
Mijn speerpunt is een Amsterdam waarin iedereen kan meedoen en waarin
iedereen zich Amsterdammer voelt, waar we de kloven die in de stad ontstaan,
overbruggen. Daarin moet je investeren, maar om te investeren — en dat was de kern van
41
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
mijn betoog en het compliment aan de wethouder Financiën — moet je een degelijk
financieel beleid voeren. Dat was er toen dit college begon, niet en dat is er nu wel. Zie
hier een voorjaarsnota waarbij we kunnen investeren in dingen die wij belangrijk vinden in
de stad.
(Mevrouw MOORMAN: Ik amuseer me wel over het gewoon stug blijven
volhouden dat het allemaal heel geweldig is, terwijl de cijfers hier echt
laten zien dat dat niet klopt. Ik had u een bladzijdenummer beloofd: 14. U
maakt net de vergelijking met 2013. Toen bedroeg de schuld 3,9 miljard
euro en dat is nu nog steeds 3,9 miljard euro. Excuses, 4,8 miljard euro is
de geprojecteerde schuld en vorig jaar, in 2016, was de daadwerkelijke
schuld 3,9 miljard euro. Dus waarschijnlijk komt de schuld nu veel hoger
uit. En daarnet stelde mijn collega Groot Wassink de vraag wat de
prognose voor volgend jaar is. Die is 5,2 miljard euro. Dus misschien
moet u zo meteen nog even op bladzijde 14 kijken en dan nog even uw
tekst teruglezen. Dan zit er toch een klein verschil van
werkelijkheidsbeleving in. Maar mijn vraag is inmiddels een andere
geworden door de interruptie van mevrouw Van Soest. Ik was namelijk
een beetje verbaasd over uw antwoord over de externe inhuur, want er
zijn natuurlijk dingen te bedenken waarbij je externe inhuur nodig hebt. Nu
kwam u er juist met eentje waarvan ik dat niet begrijp: de reinigers. Die
hebben we echt elke dag nodig. Ik kan me toch niet voorstellen dat er
zomaar een dag is in Amsterdam dat er niets hoeft te worden
schoongemaakt in de straten van Amsterdam. Sterker nog, er moet veel
meer worden schoongemaakt in de straten van Amsterdam dan in het
verleden, want het wordt drukker, er zijn meer mensen en daardoor wordt
het wat viezer. Wat doet uw college? Dat gooit er meer dan 300 fte uit.
Vindt u nu niet dat we niet die externe inhuur zouden moeten inhuren,
maar dat we deze mensen gewoon een baan moeten geven? Dit is
namelijk gewoon regulier werk en het zou dus ook heel goed zijn dat we
deze mensen die zo hard te werken voor onze stad, gewoon op die
manier daarvoor zouden belonen. Bent u dat met mij eens?)
Een hoop vragen, maar volgens mij is de bezuiniging waarover u het heeft door
minder mensen extern in te huren door de samenvoeging van al die organisaties
gerealiseerd. Want daardoor weten wij een stuk beter wanneer je personeel precies nodig
hebt. Dat is wat u graag wilt en ik ben daar helemaal voor, want laten we zoveel mogelijk
mensen in vaste dienst nemen als we ook daadwerkelijk een baan voor ze hebben. We
hebben er niets aan als de veger thuis gaat zitten omdat het toevallig die dag niet zo vies
was. Daarvoor heb je die externe inhuur. Er zijn pieken. Dat hoef ik u niet uit te leggen.
Dat weet u. Daarom is die externe inhuur er. We hebben vorig jaar bij de voorjaarsnota
10 miljoen euro geïnvesteerd. We hebben erin geïnvesteerd dat al die stadsdelen worden
samengevoegd, dat begrotingen worden samengevoegd en zo kunnen we straks voor
elkaar krijgen als we na de verkiezingen het gesprek met elkaar aangaan dat we meer
mensen in dienst nemen. Maar dan moeten we wel daadwerkelijk werk voor hen hebben,
anders huren we ze gewoon extern in.
(Mevrouw MOORMAN: Wat het verwarrend maakt, is dat u die
verschillende domeinen door elkaar haalt. Waarom het hier gaat, is echt
de reiniging. Dat is ook precies wat wij in ons voorstel hebben
aangegeven. Natuurlijk is er piekbelasting. Een Koningsdag, als de
huldiging van Ajax plaatsvindt — wat ik ook had gehoopt. We zien dat het
42
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
veel drukker wordt in de stad en dan is het heel raar dat er aan de andere
kant mensen uitgaan. Juist mensen die heel hard werken voor
Amsterdam. Zou het dan niet veel beter zijn die mensen in dienst te
nemen en te zorgen dat onze straten schoon blijven? En dat is ook
gewoon een uitnodiging aan u. Ik heb gelezen dat u ook vindt dat D66
een socialer gezicht moet krijgen. Dan hebben we twee vliegen in één
klap. We zijn socialer en we zorgen ervoor dat de stad er ook nog fraaier
uitziet. Doen?)
Laat ik zeggen dat er keurig in Het Parool stond dat 44,2 miljard euro is
geïnvesteerd in de drukte van de stad. Dat gaat helpen, kan ik u vertellen.
(Mevrouw MOORMAN: 32 miljoen euro alleen al voor de brug.)
Ik word constant overhoord door mevrouw Moorman, dus ik kijk even of ik het
goede antwoord heb gegeven. Die brug, dat lijkt me een groot goed voor mensen in
Noord. Maar die piekbelasting, daarvoor huur je extern in. Waarop ik trots ben, en dat is
toch weer dat gedegen financieel beleid, is dat de areaaluitbreiding is geregeld. Dat
betekent eigenlijk dat de stad groeit, dat er meer mensen komen, dat er meer troep komt
en dat er meer afval moet worden opgehaald. En dat werd in de begroting nooit gedekt en
dan krijg je wel tekorten. Dat gaat nu wel lukken. Dat betekent ook dat al die dingen die
wij zo graag willen, automatisch meegroeien. Oftewel: degelijk financieel beleid helpt bij
de cursus in de stad.
Ik wilde zeggen dat het goed gaat met de stad en ik zeg het nog één keer voor
mevrouw Moorman, maar we zien ook uitdagingen. Onze mooie stad dreigt een plek te
worden van arm en rijk met niets er tussenin. Een betaalbare woning vinden in
Amsterdam is voor iedereen moeilijk, maar Amsterdammers met een middeninkomen
hebben het wel het aller moeilijkst. We hebben inmiddels behoorlijk wat op touw gezet om
dit te verbeteren: een modale grondprijs voor middenhuur, samenwerking met
pensioenfondsen voor meer middenhuur en stevige afspraken zodat de middenhuur ook
betaalbare middenhuur blijft.
(De heer GROOT WASSINK: U zei steeds meer een stad voor arm en rijk
en ik heb u ook horen zeggen dat u toch vindt dat het socialer moet.
Sociaal op één. Wat gaat u dan voorstellen? Kunt u mij daarvan een
voorbeeld geven?)
Ik was er bijna aan toe. Zal ik dat gewoon doen? Dan kunt u daarna uw vragen
stellen. Er is een groep in de stad die zo op betaalbare middenhuur zit te wachten dat het
zelfs tot een lerarentekort heeft geleid. En als er iets is wat D66 niet kan verkroppen, dan
is het wel dat mensen met de belangrijkste baan op aarde, onze leraren, hier geen plek
kunnen vinden. Niemand hier onderschat die belangrijke taak van de helden voor de klas.
Mevrouw Moorman had het er ook al over: extra handen in de klas, gratis parkeerplekken,
een reisvergoeding. Al die zaken die ik heb zien langskomen, klinken mij goed in de oren.
Maar wat D66 betreft moeten we ook de echte angel er uithalen en we moeten er dus
voor zorgen dat leraren hier een betaalbaar huis kunnen vinden. Leraren vallen nu tussen
de wal en het schip. De meesten zijn tweeverdieners, maar ook alleenstaande leraren
verdienen na vier jaar al te veel voor een sociale huurwoning. Daarom stelt D66 vandaag
drie concrete acties voor als sluitstuk op het actieplan van de wethouder. Geef leraren
tijdelijk voorrang op de woningmarkt; geeft de net afgestudeerde leraar voorrang op een
starterswoning; zorg dat de voorrangsregeling die binnen het actieplan Middeldurehuur
voor doorstromers geldt, ook voor leraren gaat gelden en reserveer bij transformatie van
kantoorpanden naast woningen voor statushouders ook een deel van die woningen voor
leraren.
43
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
(Mevrouw RUIGROK: Goed te horen dat de heer Van Dantzig zich druk
maakt om het lerarentekort. Ook wij zien dat. Maar we zien nog veel meer
beroepsgroepen en dat zag onze voormalige collega Daniël van der Ree
ook en die zei: laten we nu voor die groepen een voorrangsregeling in het
leven roepen. Bent u het ermee eens dat het beter zou moeten zijn? Toen
was u daarop zo tegen. Hoe komt het dat u er nu zo warm pleitbezorger
van bent?)
Het is goed dat u het mij vraagt, want mijn volgende zin was dat ik het college ook
wil vragen te onderzoeken welke beroepen hiervoor nog meer in aanmerking komen. Van
leraren weten we het. Dat is overduidelijk. Het staat in het actieplan. De scholen zeggen
het. Als je rond belt, dan is dat zo'n beetje het eerste wat je hoort. Klassen dreigen naar
huis gestuurd te worden of worden dat al. Voor leraren is het probleem helder; voor
andere beroepen laat ik het graag onderzoeken. U wilt van mij een antwoord op volgens
mij een set schriftelijke vragen, maar u zei daar dat iedereen die werkt, voorrang heeft op
een sociale woning. Dat vond ik wel een beetje kort door de bocht, moet ik eerlijk zeggen.
Volgens mij hebben mensen tot een bepaald inkomen recht op een sociale woning, maar
we moeten sociale woningen slim en waar nodig inzetten als er echt een groot
maatschappelijk probleem is in de stad. Dat moet dan tijdelijk, want u wilt ook niet het
nieuwe scheefwonen van de toekomst creëren. Dat moet voor een heel groot deel in
middenhuur. Daar ben ik voor. Maar het moet wel goed onderbouwd zijn. En zomaar voor
iedereen die werkt, ja, dat is gewoon niet ons standpunt.
(Mevrouw RUIGROK: Dus breder dan alleen leraren, ook ICT'ers, koks,
mensen in de verzorging, alle beroepsgroepen daarin meegenomen.)
Dat was inderdaad uw voorstel.
(Mevrouw RUIGROK: Bent u het daarmee eens?)
Niet direct. Ik ben het nu voor leraren aan het bepleiten waarbij ik tegen het
college zeg: terwijl u die voorrangsregeling op touw zet, onderzoek dan direct welke
andere beroepsgroepen daarvoor ook in aanmerking komen.
(De heer GROOT WASSINK: Dat roept natuurlijk de vraag op waarom u
het bij leraren direct wilt regelen, maar bij verpleegkundigen en agenten
niet. Waarom dan sociale huurwoningen verkocht? Zou het dan niet veel
handiger zijn dat u als bestuur geen sociale huurwoningen had verkocht?)
Voor leraren is het nu duidelijk. U kunt de rapporten er op naslaan. Doet u een
belrondje. ledereen weet nu dat het voor leraren zo is. Ik moet zeggen dat er voor
politieagenten en verpleegkundigen nog wel wat andere redenen spelen. Ik zou heel
graag zien dat het college dat onderzoekt. Ik denk ook dat het nuttig is. Onderzoek eerst,
en besluit daarna. En dan het volgende wat u zegt: helemaal te stoppen met de verkoop
van sociale woningen. Ik probeerde u in het debatje hiervoor al uit te leggen dat de
verkoop van sociale huurwoningen, zeker als je dat geld gebruikt om te verduurzamen en
nieuwe sociale woningen te bouwen, een maatschappelijk doel dient: gezondere
woningen, en nieuwe sociale woningen, maar ook betaalbare woningen voor mensen met
een middeninkomen. En die willen wij toch, tenminste, ik in ieder geval, heel graag in
onze stad hebben.
(De heer GROOT WASSINK: U ziet dat bij de zorg in ieder geval niet,
daar heeft u niet dezelfde signalen dat het daar evenzeer problematisch is
een woning te vinden?)
Het is voor iedereen lastig een woning te vinden in Amsterdam. Ik vind ook dat
iedereen zoveel mogelijk een eerlijke kans verdient. Ik zie alleen hier het grote
maatschappelijke probleem dat wij Amsterdamse leraren voor de klas willen. Dat willen
44
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
wij. En dan moeten we dus zorgen dat die leraren hier kunnen wonen, want als die leraren
hier niet kunnen wonen, dan worden onze kinderen straks naar huis gestuurd of ze zitten
met de overblijfjuf in het klaslokaal. Dat is gewoon niet goed.
(De heer GROOT WASSINK: Volgens mij zitten ze dan gewoon met
pabostudenten zoals we gisteren op televisie konden zien. Dat lijkt me
overigens ook niet goed. Maar zou het dan niet zinvoller zijn als we juist
een veel breder palet aan maatregelen gaan onderzoeken? Dit hele
specifieke punt is a) misschien een beetje gek voor een beroepsgroep en
b) zouden er niet veel meer mogelijkheden zijn? Ik begreep zelfs dat de
wethouder hiermee al bezig was. Vandaar dat ik toch wat verrast ben
waarom u nu zo graag voor deze groep opkomt.)
De wethouder heeft een heel actieplan, dus wat dat betreft gaat het met die extra
maatregelen de goede kant op. Dat zou u eens tot u moeten nemen, want dat geeft echt
duidelijk aan waar de schoen wringt. Woningen. Woningen vormt het sluitstuk. En de D66-
fractie vindt dat je dat tijdelijk moet onderzoeken. Ik ben al blij te horen dat u steunt dat we
dan ook naar andere beroepsgroepen moeten kijken. Volgens mij gaan wij het eens
worden.
(De heer PETERS: Ook wij vinden, en volgens mij is iedereen het ermee
eens, dat het lerarentekort in Amsterdam een probleem vormt. Overigens
meen ik dat het een landelijk of in ieder geval een G4-probleem is.
Daarom gaat wethouder Kukenheim natuurlijk ook met de lobby van de
G4 mee om het aan te pakken. Dit voorstel leidt misschien juist wel tot
een probleem in andere steden als wij een voorrangsregeling hebben.
Maar goed, we laten het onderzoeken. Dat is een ding. Mijn vraag is of
het niet ook heel erg slim is om te lobbyen voor afschaffing van de LA-
schaal, dus de laagste schaal voor onderwijzend personeel en is de heer
Van Dantzig bereid dat zijn partijgenoten in de Tweede Kamer mee te
geven, want die hebben daar nu juist tegengestemd?)
Ja, dat zijn ware woorden die de heer Peters spreekt. Volgens mij hebben we nog
in het programma een hele substantiële investering staan in onderwijs waar ook
veranderingen in de salarissen tot uiting komen. Ik deel met u dat het verschil in LA, LB
en LC niet te begrijpen is. Ik begrijp ook niet hoe je dat kunt onderbouwen. Daarvoor is
geld nodig. Volgens mij wordt er weer gesproken en bent u meer dan welkom om aan te
schuiven.
(De heer PETERS: Volgens mij hoeft de SP niet aan te schuiven want het
ons allen bekende Tweede Kamerlid de heer Kwint heeft dit voorgesteld,
maar er is gewoon tegengestemd in de Tweede Kamer door onder andere
D66. Wist u dat?)
Ik moet zeggen dat sinds de heer Kwint hier niet meer om de drie weken zit, ik
hem iets minder vaak volg op Twitter. Sorry. Dus ik wist niet, maar dat zou er wellicht iets
mee te maken kunnen hebben, dat er nog wordt geformeerd en dat er dan in het
algemeen nog geen begrotingen worden opgesteld.
(Mevrouw MOORMAN: Ik was natuurlijk wakker bij dat lerarentekort, want
daarmee zijn wij al heel lang bezig. Met schriftelijke vragen. Toen nog een
motie met de begroting. Een actieplan vinden wij niet genoeg. U heeft net
onze moties en amendementen voorbij zien komen. 8 miljoen euro juist
om al die slimme maatregelen te nemen. Ik hoorde u net zeggen dat u het
ook nodig vindt dat er meer gebeurt. Dus ik ben eigenlijk heel blij dat u dat
erkent en dat u eindelijk erkent dat leraren ook vaak gewoon aanspraak
45
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
kunnen maken op die sociale huurwoningen. Dat is ontzettend belangrijk.
Maar ik vraag me toch af waarom u alleen hier op inzet. Ik ben het eens
met de vorige sprekers dat de voorrang van de een altijd leidt tot een
beperking van de ander. Ik zie nu bijvoorbeeld al dat mensen die
slachtoffer zijn van huiselijk geweld, niet in een sociale huurwoning
kunnen omdat er lange wachtlijsten zijn. En als u dan ineens al die andere
mensen voorrang geeft, dan zal dat alleen maar voor meer problemen
zorgen. Ik vond de vraag van de heer Groot Wassink dus heel slim.
Zouden we niet gewoon nu moet stoppen met verkopen? Zouden we niet
nu moeten stoppen met de liberalisaties? En zouden we het nu niet voor 8
miljoen euro mogelijk moeten kunnen maken om allemaal slimme dingen
te doen die we ook uit de enquête van de PvdA haalden, slimme dingen
om leraren hier naar de stad te trekken en te behouden? Bent u dat met
mij eens?)
Laat ik beginnen mevrouw Moorman de complimenten te maken dat zij al die
scholen heeft gebeld. Als ik had geweten dat de D66-wethouder Onderwijs zo’n
ongelooflijk aansporende werking heeft op de PvdA zodat ze daadwerkelijk met onderwijs
gaat bellen, dan hadden we misschien vier jaar eerder in het college moeten zitten. Dat
was misschien niet helemaal uw vraag. Ik denk dat uw vraag was of we niet ook naar
andere beroepsgroepen moeten kijken. Ja, dat staat ook in de motie. Laat ik een
wedervraag stellen. Bent u het niet met mij eens dat woningen een enorme oplossing
kunnen vormen voor dat tekort aan Amsterdamse leraren? En dan wil ik met u nadenken
over die prachtige maatregelen die u in dat boekje heeft opgeschreven.
(De VOORZITTER: Wedervragen doen we hier niet.)
(Mevrouw MOORMAN: Dank voor de complimenten van de heer Van
Dantzig. We doen niets anders dan met leraren praten. Maar het was
inderdaad een genoegen om te merken dat binnen 1 week 130 van de
200 scholen respons hadden gegeven over het lerarentekort. Dat geeft
ook aan hoe groot het probleem is. 98% van de respondenten gaf aan dat
als een heel groot probleem te zien. Fijn dat u dat nog een keer onder de
aandacht brengt. Ja, wonen is absoluut een probleem. Daarom hebben
wij ook al veel eerder gezegd: stop nu met de verkoop van sociaal, want
die woningen hebben we zo hard nodig. Maar ik vind dat de oplossing die
u biedt, een schijnoplossing is want die leidt weer tot problemen voor
anderen. Dus ik vraag u om samen tot slimme oplossingen te komen,
omdat D66 en Pvd allebei onderwijs belangrijk vinden en ook samen
met alle andere partijen in deze raad die onderwijs belangrijk vinden. Ik
vraag me af of de oplossing die u hier nu biedt, wel de slimste is.)
En zo vraag ik me af of de oplossingen die u biedt, wel de slimste zijn. Maar laat
ik dan zeggen dat we er samen goed naar gaan kijken om samen te komen tot
oplossingen waaraan alle leraren wat hebben. En dan wil ik misschien nog wel kort
reflecteren op de opmerking over het niet verkopen van sociale woningen. Mevrouw
Moorman weet ook dat je al te veel verdient voor een sociale woning als je vier jaar
onderwijzer bent. Dat betekent dat die grote groep leraren die best wel een relatief oudere
beroepsgroep is sowieso geen kans maakt om in Amsterdam te wonen als we die
woningen niet verkopen. Dus laten we daar ook naar kijken.
(Mevrouw MOORMAN: Ik wou dat het waar was, want ik ben het eigenlijk
heel erg met de SP eens dat die lerarensalarissen te laag zijn. Als
basisschoolleraar verdien je na tien jaar nog niet eens hoger dan een
46
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
modaal inkomen. Misschien heeft u het dus over VO. Mensen tot
43.000 euro kunnen aanspraak maken in Amsterdam op een sociale
huurwoning. Die voorraad, die moeten we beschermen. Laten we dat zo
goed mogelijk doen, want dan bieden we niet alleen leraren, maar ook al
die andere beroepsgroepen en ook al die andere mensen die een
betaalbare woning nodig hebben in Amsterdam, de ruimte. Dat is mijn
vraag aan u.)
Dit was een van de overhorinkjes die ik wel had verwacht, dus dan ga ik even mijn
kennis spuien. Je verdient inderdaad als je begint in die LA-schaal 29.230 euro, plus 8%
vakantiegeld, een toelage van 200 euro en 7,1% eindejaarsbonus en je gaat elk jaar met
ongeveer 50 euro bruto omhoog waardoor je in jaar vijf als basisschoolleraar te veel
verdient voor 35.000 euro en dan kan je er niet in. Dat gaat u zeggen dat je in Amsterdam
een woning kunt krijgen tot 43.000 euro, maar dat geldt alleen voor de particuliere sociale
voorraad. Er is een hele kleine ruimte voor corporaties om hogere inkomens in te voeren.
Ik ben blij dat u de regels zo goed kent, want uw coalitie in Den Haag heeft ze gemaakt.
Dus wat ik nu echt pijnlijk vind, is dat de wethouder Wonen voorstelt die inkomensgrens
voor particuliere sociale woningen verder naar beneden te brengen, ook naar die
35.000 euro. Maar waarschijnlijk gaan we elkaar daar dan wel vinden en dan gaat dat
onrecht in ieder geval niet gebeuren.
(Mevrouw VAN SOEST: We hebben in Amsterdam-Noord toen we nog
stadsdelen waren een mbo-school neergezet met daarbij woonruimte voor
de leerkrachten. Bent u van plan om u hard te maken om die eis te stellen
bij de nieuwe woningbouw van scholen, dus om woningen daarbij te
plaatsen voor de leerkrachten?)
Graag, want in mijn motie staat ook de oproep aan beide wethouders een
prijsvraag uit te schrijven voor bijvoorbeeld een campusmodel, iets waar leraren kunnen
wonen. Dat zou wat mij betreft ook best om of naast de school kunnen zijn. Daarover
moeten we dan even goed nadenken. Je zou je ook kunnen voorstellen dat leraren net
een blokje om willen fietsen omdat ze niet de hele dag op hun werk willen zitten.
Ik maak een bruggetje. Voor mijn partij betekent voorkomen dat Amsterdam een
plek wordt voor arm en rijk, meer dan alleen maar middenhuur en het lerarentekort
aanpakken. De kloof dichten betekent ook zorgen dat iedere Amsterdammer kan
meedoen, zorgen dat iedere Amsterdammer gelijke kansen heeft. Is dat nu het geval? Na
drie jaar de grootste investeringen in onze scholen, in onze leraren, na drie jaar de
ruimste armoedebestrijding, kan ik zeggen dat dit stadsbestuur er in ieder geval alles aan
heeft gedaan. Ik zie dat er nog steeds werk aan de winkel is. Gelijke kansen betekent
namelijk ook gelijke behandeling. Helaas is dat gewoon niet zo in de stad. Discriminatie is
een feit. In de horeca is het probleem al jaren hardnekkig. Als Amsterdammer met
Marokkaanse roots word je geweigerd aan de deur vanwege je sportschoenen, terwijl al je
blonde maten binnen op hun gympen staan te dansen. In de uitzendbranche is het zelfs
zo erg dat verzoeken van een klant om alleen maar blank personeel te leveren, gewoon
worden ingewilligd zonder ook maar even tegen te sputteren. Dat dit in Amsterdam
voorkomt, vind ik beschamend en onacceptabel. We zijn allemaal eerst Amsterdammer en
dat betekent zero tolerance tegen discriminatie. Mijn fractie stelt voor de aanpak van
discriminatie die goed werkt, uit te breiden. Zet mystery guests in op zo veel mogelijk
plekken waar discriminatie voorkomt. Druk organisaties en bedrijven met de neus op de
feiten. Laat zien dat in Amsterdam zero tolerance geldt tegen discriminatie.
(De heer GROOT WASSINK: Leuk dat ons voorstel van de mystery guest
weer terug is. Dat doet me deugd. Maar mijn vraag was een andere, want
47
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
gaan Simian remend R
Raadsnotulen
u zei dat het college zijn uiterste best heeft gedaan. De armoede is dan
wel weer toegenomen en de ongelijkheid ook, maar het heeft wel zijn best
gedaan. Toch zegt u tegelijkertijd in de NRC dat het wel wat socialer
moet. Een van de dingen hoe het dan socialer moet, is bijvoorbeeld de
tegenprestatie invoeren voor een uitkering. Hoe rijmt u dat nu met
elkaar?)
Wat ik daar heb gezegd, is dat ik het belangrijk vind dat we zo veel mogelijk
mensen aan het werk hebben. Mensen die in een uitkering zitten, moeten daarvoor nuttig
werk terug kunnen doen. Bij een sportvereniging, misschien helpen in het
bejaardentehuis. Ja, dat is een tegenprestatie. En dan bedoel ik niet de tegenprestatie
van lullig een takje opruimen, want daaraan hebben we niets. Maar ik geloof dat werk
iemand altijd verder helpt. Als je werk hebt, kom je uit je schulp. Je leert mensen kennen.
Je bouwt een sociaal netwerk op. Werk is uiteindelijk voldoening. Werk is alles. Daarom
ben ik er voor dat we mensen aan het werk helpen. Dan houd je toch 20% van de mensen
over dat dat niet kan, misschien een laag IQ heeft, misschien laaggeletterd is, misschien
toch ergens een psychische aandoening heeft. Die mensen gaan we helpen. Daar zorgen
we voor een vangnet. We laten ouderen straks niet meer kansloos solliciteren. We gaan
ze helpen om ze aan het werk te krijgen.
(De heer GROOT WASSINK: Dat zijn een heleboel woorden waarmee u
volgens mij gewoon zei dat u de Rotterdamse aanpak hartstikke goed
vindt — die natuurlijk echt tegenovergesteld is aan de Amsterdamse
aanpak. Ik zou daarop toch nog wel even een reactie willen, zeker gezien
het feit dat uw fractiegenoten daarin toch echt een wat andere positie
innamen. Ik was eigenlijk vooral benieuwd naar dat werkbedrijf. Is dat dan
een middel om dat goed te doen?)
Ik vind dat werkbedrijf een van de opties. Wat ik net probeerde te betogen is dat
we inderdaad mensen aan het werk helpen in een maatschappelijke functie. We hebben
bijvoorbeeld een voorstel gedaan en daarop ben ik zelf erg trots, over de betrokken
sportvereniging, waarbij we zeiden: laten we nu kijken of we mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt daar aan het werk kunnen helpen. Kijken of we hen daar een
vrijwilligersfunctie kunnen laten doen. Of we hen misschien kunnen betrekken bij
huiswerkbegeleiding. Waarom ik dat zo belangrijk vind, is omdat het een stap is in de
juiste richting, een stap van de bank af, een stap naar een doel in je leven. Werk helpt.
(De heer GROOT WASSINK: Hoeveel van die banen zijn er eigenlijk
gerealiseerd, mijnheer Van Dantzig?)
Ik hoor tweehonderd.
(De heer GROOT WASSINK: Volgens mij een stuk minder. Volgens mij elf
perspectiefbanen. Die andere zou ik dan graag eens zien, wethouder, daarop moet u
straks in uw eigen bijdrage maar eens reageren. Dat punt van die perspectiefbanen, daar
wilde u eigenlijk vanaf, toch? Gaat u daarvoor nog een voorstel doen?)
Nou, ik denk dat ik heel even de verkiezingen afwacht. Met u. Ik denk dat er voor
zo relatief weinig banen veel middelen van de gemeente zijn besteed dat we dat zeker
moeten heroverwegen na de verkiezingen.
(De heer GROOT WASSINK: Dus als ik het goed samenvat, dan vindt u
dat het college zijn best heeft gedaan, dat de resultaten er niet zijn, dat
u vindt dat het socialer moet, maar dat u nog wel een jaartje wacht?)
Volgens mij doe ik net allemaal voorstellen. U vraagt mij op de man af hoe ik die
perspectiefbanen beoordeel. Dan zeg ik u dat ik daarbij twijfels heb. Nou, dat zouden we
denk ik niet weer zo doen. Dat zeg ik direct. Maar mijn inzet en dat is ook mijn inzet naar
48
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
de verkiezingen, is een sociaal Amsterdam en dat is precies waarom ik zo blij ben met
deze voorjaarsnota, want die laat zien dat we straks aan de formatietafel ook
daadwerkelijk kunnen investeren. Dan zult u wensen hebben, maar ik zeker ook. Voor mij
is het daarbij belangrijk dat we mensen aan het werk helpen.
(Mevrouw MOORMAN: Dat sociaal, dat hoor ik u heel vaak zeggen. Dat
zag ik ook bij de lijsttrekkersverkiezing. Door alle drie de kandidaten en
dus ook door u werd gezegd dat D66 een socialer gezicht nodig heeft.
Wat wilt u nu anders doen in de volgende periode? Kunt u dat toelichten?)
Ik vind het mooi dat het nu al een verkiezingsdebat wordt. Misschien maar goed
ook. Eens kijken. Wat wil ik anders doen? Dat probeer ik u net te zeggen. Er zijn voor mij
een paar speerpunten, een paar dingen die ik ongelooflijk belangrijk vind. Ik vind
allereerst dat we niet zo moeten somberen over de stad, maar dat we met elkaar moeten
accepteren dat het goed gaat met de stad en dat we nu de ruimte hebben om te
investeren. Dat we de groei van de stad moeten gebruiken voor banen in Nieuw-West
waar die zo nodig zijn. Dat we moeten zorgen dat iedereen denkt: die Sloterplas in
Amsterdam, daar moet je wezen. Dat we zorgen dat we in Zuidoost meer ruimte bieden
voor kunstenaars of nieuwe initiatieven. Dat Zuidoost op de kaart wordt gezet. Dat we
investeren in verbindingen zodat je als Amsterdammer in Noord ook heel snel in Zuidoost
bent of in Nieuw-West, en als bezoeker ook. Dat is misschien wat meer de harde kant. En
ik wil dat we echt een punt maken van discriminatie. Daarmee begin ik vandaag al. Dat
accepteren we niet in Amsterdam. In Amsterdam is iedereen dezelfde. En we zullen
uiteindelijk ook, en dat heb ik ook wel betoogd, toch meer geld aan de straks op te richten
stadsdeelcommissies moeten geven voor buurtinitiatieven. Dat is een mooi bruggetje naar
wat ik u straks ga vertellen. Die buurtinitiatieven kunnen ervoor zorgen dat er nog een
jongerenwerker bij kan. Dat vind ik heel belangrijk. En dat we kunnen zorgen voor
huiswerkbegeleiding. Maar ook voor dat ene buurtinitiatief, dat net buiten alle
subsidiepotjes valt en waarvan de lokale bestuurder zegt dat we dat hier moeten doen,
dat dit bijdraagt aan de cohesie van de stad.
(Mevrouw MOORMAN: Fijn, u heeft plannen voor de toekomst. Dat is ook
goed want u bent gekozen tot lijststrekker. U zegt onder andere meer
werk. Dat spreekt de Pvd natuurlijk enorm aan. Ik las ook dat u wilt dat
die perspectiefbanen worden omgezet in scholing. Maar waarom begint u
daarmee niet gewoon nu?)
Ik heb het voorstel van u daartoe nog niet gezien, maar ik ben wel benieuwd. Ik
denk dat scholing enorm goed is. Aan de andere kant loopt dit programma af en we zullen
na 2018 de bakens weer verzetten.
(Mevrouw MOORMAN: Nee, het was uw plan. U zei het in de NRC dat u
wilde dat de perspectiefbanen werden omgezet in scholing. En u zegt net
dat u veel meer werk wilt in Nieuw-West. Waarom doet u dat niet nu? Dat
is mijn vraag, want u bent nu toch de grootste partij in deze gemeenteraad
en u zit hier nu aan de knoppen.)
U bent wel wat creatief in het knippen in enkele kranteninterviews. Maar goed, dat
gun ik u. U zult het zo wel gaan voorlezen om het te controleren, maar dat gun ik u. We
gaan straks de voordracht horen en dan ga ik nu proberen antwoord te geven. Wat ik wil
en wat ik zei, is dat ik scholing en matching belangrijk vind. Laten we nu de 55+'er nemen.
De 55+'er die bijvoorbeeld bij de V&D werkloos werd. Nou, je moet weten, dan kun je je
een ons solliciteren, maar wij hebben gelukkig in Amsterdam het House of Skills. Het
House of Skills heeft er namelijk voor gezorgd dat we al die goede mensen individueel
gaan matchen aan een werkgever, dat we die gaan omscholen als dat nog een beetje
49
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
nodig is. Dat we ervoor gaan zorgen dat ze in een organisatie komen waarin je
gewaardeerd wordt voor je kennis en kunde als 55+'er. En wat is daarmee gebeurd? Bijna
al die mensen gaan een baan vinden bij Schiphol. Nou, dat is mijn droom.
(Mevrouw MOORMAN: Volgens mij zit de journalist die het heeft
opgeschreven, op de tribune. Het staat echt bij uw profieltje en dan staat
er serieus: “Het geld voor de perspectiefbanen van de SP kunnen we
beter besteden aan extra scholing.” Ik snap er wel wat van, omdat we
inderdaad 2,4 miljoen euro hebben uitgegeven aan elf banen en dat is
toch wel een beetje gek. Maar mijn vraag is: waarom dan niet nu? U heeft
mooie plannen, mooie ideeën. Het is goed om te horen dat D66 een
socialer gezicht wil hebben. Wat gaat u dan nu daaraan doen?)
U weet, denk ik, als bestuurderspartij ook dat je in de coalitie afspraken maakt. Dit
is gewoon onderdeel van het coalitieakkoord en daaraan zullen wij nu niet tornen.
(De heer BOOMSMA: Hoor ik de heer Van Dantzig nu zeggen dat hij
inderdaad nu wel voor een tegenprestatie is en daarmee nu al aan de
slag wil? Is dat iets wat we nu al wel deze periode kunnen gaan doen of
moet dat wachten tot na de verkiezingen?)
Wat ik nu net heb gezegd en ruim heb betoogd, is dat ik ervoor ben dat mensen
aan werk worden geholpen. De tegenprestatie is in Rotterdam wel erg rigoureus. Die is
niet helemaal van mij. De Amsterdamse aanpak vind ik niet in alle gevallen fantastisch. Ik
denk dat er echt ruimte is voor verbetering. Dus we mogen nadenken over een plan
waarbij we ervoor zorgen dat elke werkloze de kans krijgt om ergens een
maatschappelijke baan te vinden. Dan ben ik uw man. Als we tegelijkertijd ook maar met
elkaar vaststellen dat dit voor een heel groot aantal niet zal kunnen en die moeten wij een
veel socialer vangnet bieden.
(De heer BOOMSMA: Daarover wil ik graag nadenken, maar wij hebben
altijd gezegd dat die tegenprestatie nuttig is en mensen helpt om aan de
slag te gaan. Dat is ook iets wat je terugdoet voor de samenleving. Bent u
dan inderdaad bereid om daarvoor nu voorstellen te gaan ontwikkelen?)
Ik vind dat hele terugdoen voor de samenleving helemaal het verkeerde beeld.
Het gaat mij erom dat we mensen verder helpen. En als u daarvoor voorstellen heeft,
prima. U zult ze de komende tijd van mij en waarschijnlijk van onze expert op dit gebied
Ariëlla Verheul nog wel tegemoetzien, want het proces van de voorjaarsnota duurt nog
wel even. Maar het hele beeld van dat we wat terug moeten doen voor de samenleving en
dat mensen die niet werken toch maar een beetje stakkers zijn, dat wil ik echt blokkeren.
(De heer BOOMSMA: Hiervan wil ik toch echt even afstand nemen. Het
feit dat wij een tegenprestatie aan mensen vragen, is wat anders dan dat
we zeggen dat het stakkers zijn als ze dat niet doen. Bent u dat dan met
mij eens?)
Nou, dat was volgens mij wat ik zojuist betoogde, maar u begon over iets
terugdoen voor de maatschappij. En daar neem ik afstand van.
(De heer GROOT WASSINK: Ik zie helemaal niets in de tegenprestatie
en dat is nu een van de punten waarop wethouder Vliegenthart het
uitstekend doet, maar ik ben wel verrast dat u nu als lijsttrekker, als
fractievoorzitter van D66, zegt dat er allerlei andere mogelijkheden zijn
waardoor we een beter sociaal vangnet kunnen organiseren. Dan zou ik
willen weten wat het sociaal vangnet dan is en het zou toch een bloody
shame zijn en we zouden toch echt het schip ingaan als we dat dan niet
50
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
bij deze voorjaarsnota gaan regelen. Dat zou niet fair zijn tegenover al die
Amsterdammers als u dan zegt dat we nog een jaartje gaan wachten.)
Volgens mij zit een heel groot deel van het sociale vangnet ook wel in het
onbarmhartige kabinet dat er net heeft gezeten. Dat is gelukkig kassiewijlen. Volgens mij
gaat uw partij eraan meewerken en dan kunnen we weer een kader scheppen bij de
rijksoverheid waarbij we socialer kunnen zijn. En wat ik graag zou willen, en als u daartoe
voorstellen heeft dan zal ik die op hun merites beoordelen, dat zijn voorstellen van
barmhartig zijn ten opzichte van mensen van wie we vaststellen dat ze geen werk kunnen
vinden.
(De heer GROOT WASSINK: Het is echt makkelijk om naar Den Haag te
wijzen, want wij wijken juist af van Haagse regelgeving. Dat hebben we
hier uitentreuren bediscussieerd. Er waren twee partijen tegen: uw partij
was voor en neemt er nu afstand van. En als u nu inderdaad vindt dat een
andere aanpak beter is voor de Amsterdammer, dan bent u toch geen
knip voor de neus waard als u dat niet direct regelt?)
Ik snap wel wat de heer Groot Wassink hier aan het doen is en dat begrijp ik ook
wel. Ik heb over mijn dromen voor de verkiezingen in 2018 enkele zaken gezegd. En nu
wil de heer Groot Wassink natuurlijk boter bij de vis. Maar de heer Groot Wassink weet
waarschijnlijk ook dat dingen die in het verkiezingsprogramma van D66 staan, niet direct
100% gerealiseerd worden in de stad. Dus binnen de huidige contouren wil ik daarover
best met u nadenken, maar ik ga wel even expliciet afstand nemen van het beeld dat ik
deze wethouder niet goed bezig vind. Als ik de wethouder van D66 had geleverd, dan
hadden wij waarschijnlijk accentverschillen gehad. Maar binnen het huidige kader dat het
Rijk heeft geleverd, ben ik wel hartstikke blij dat de wethouder ongehoorzaam is geweest.
(De heer GROOT WASSINK: Nu wordt het verwarrend, want u wilt wel
een tegenprestatie. Ik stel in ieder geval vast dat u klaarblijkelijk een plan
heeft dat een beter vangnet biedt voor de stad, voor mensen die op dit
moment geen baan hebben, maar dat u hen dat onthoudt. Is er met u dan
wel wat te regelen op bijvoorbeeld het gebied van vluchtelingen? In de
vorige raad hadden we het met elkaar over een doorstroomhuis en
daarover gaan wij het binnenkort in de commissie Algemene Zaken
hebben. Dan zullen wij zoals elk jaar daarvoor gewoon weer een motie
indienen. Dat is toch een vergelijkbare situatie waar de schrijnendheid van
de gevallen het niet toelaat te wachten tot over een jaar? Dan moet je
toch gewoon handelen? Gaat u dan met ons mee?)
Kijk, volgens mij staat er in deze voorjaarsnota 10 miljoen euro, ik zeg het even uit
mijn hoofd, voor vluchtelingen om ze aan het werk te helpen met die fantastische
Amsterdamse aanpak. Er is extra geld voor bed, bad, brood. Willen we nog meer? Dat
doorstroomhuis waarvoor u al een keer motie heeft ingediend die het toen niet gered
heeft, daarover is volgens mij met de burgemeester afgesproken dat we dat nog een keer
in de commissie bespreken. De burgemeester wilde daarover in al zijn wijsheid nog een
keer zijn mening geven. Als we dat hebben gedaan, dan denk ik graag met u mee want
uiteindelijk is mijn droom, de droom van D66, wel degelijk dat we een nog barmhartiger
opvang voor uitgeprocedeerden hebben en dat we wat mij betreft zoveel mogelijk naar die
24 uurs-opvang van het Groningse model gaan. Dus ik ga daarover uiteraard graag met u
in gesprek.
(De heer GROOT WASSINK: Dan neem ik deze handschoen op en
misschien dat we dan samen kunnen zeilen naar een inderdaad 24 uurs-
opvang, want ik denk dat dat wel nodig is.)
51
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Samen zeilen lijkt me heerlijk.
(Mevrouw POOT: Dat zeilen spreekt mij dan weer niet zo aan. Die
tegenprestatie, daarmee ben ik natuurlijk hartstikke blij. En ik ben er ook
hartstikke blij mee dat u net als ik van mening bent dat het goed is in de
bijstand om ervoor te zorgen dat je in het werkritme blijft, dat je iets doet,
dat je op zoek gaat naar een baan. En wat is nu zo grappig? Het is
eigenlijk helemaal niet grappig, want op heel veel plekken is er op dit
moment een tekort aan arbeidskrachten. U noemde net al de leraren. We
hadden al de verpleegkundigen. We hadden het al over de bouw. Bent u
bereid samen met mij daarvoor een plan te maken zodat we mensen in de
bijstand op deze plekken een bijdrage kunnen laten leveren aan
Amsterdam en zelf ook werkervaring kunnen opdoen?)
Ik voel me een beetje het mooiste meisje van de klas. Ik heb denk ik al acht
voorstellen die we met elkaar gaan schrijven. Laat ik hierover zeggen: mensen aan het
werk helpen, dan kunt u D66 altijd bellen. Graag zelfs. Maar ik proef een beetje dat we
mensen werkervaring gaan laten opdoen op plekken waar gewoon vacatures zijn. Laat
die mensen dan gewoon die vacatures vervullen. Volgens mij kunnen we dat en zijn de
wethouders daarmee ook druk bezig. Ik noemde het net al, dat House of Skills, daarover
ben ik erg enthousiast. Dus volgens mij gebeurt het voor een deel al. Waarvan ik niet zo'n
fan ben, is uw barmhartige inzet in Den Haag om mensen die helaas aanspraak moeten
maken op een bijstandsuitkering altijd een klein beetje weg te zetten als de sneuneuzen
der aarde terwijl ik graag in hun talenten geloof.
(Mevrouw POOT: Dit zijn nooit woorden van mij of van enige VVD'er. Het
zijn uw woorden over de VVD en daar neem ik afstand van. Wij zeggen
altijd dat bijstand een laatste en vooral een tijdelijk vangnet is op zoek
naar een nieuwe baan. Daar zouden we dit nu zo mooi kunnen
combineren in die tegenprestatie. Dus zorgen dat mensen aan de slag
gaan op die plekken waar het zo hard nodig is. U zei net voor deze
aanpak te zijn. Dus laten we dat dan ook samen aanpakken.)
Wat u wilt, is echt wat anders dan wat ik wil. U zegt gewoon: u zit in een
bijstandsuitkering, hup aan het werk in een echte baan en u behoudt alleen de bijstand.
Wat ik wil, is dat die mensen die in die bijstandsuitkering zitten en van wie wij geloven in
hun talenten, dat we die helpen aan een echte baan. Niet als tegenprestatie, maar als
baan.
(De VOORZITTER: Laten we proberen de interrupties iets korter in te
leiden. Dat geldt voor de rest van de middag en dat geldt voor iedereen.
We lopen nogal achter op ons schema.)
(Mevrouw POOT: We houden het hierbij, hoor. We gaan gewoon in de
commissie nog wel een keertje verder praten over tegenprestaties en het
plan van D66 daarbij.)
Ik heb er nu al zin in. Ik ga naar het laatste voorstel. De kloof dichten betekent ook
weten dat de gemeente er is om je te helpen. Zeker in buurten waar het niet goed gaat of
zeg maar, gewoon slecht. In Noord bijvoorbeeld, de Banne, waar we de straatbendes nu
wellicht onder controle hebben, maar waar hun broertjes en zusjes opgroeien in armoede.
Die broertjes en zusjes moeten we helpen alles uit zichzelf te halen door
huiswerkbegeleiding als je een achterstand hebt met rekenen, door jongerenwerkers die
je vertellen dat je je pet af moet zetten om een baantje te vinden en je oordopjes moet
uitdoen tijdens je sollicitatie en door een voetbaltoernooitje te organiseren op vrijdagavond
zodat er geen rotzooi wordt getrapt uit verveling. Wie weet nu het best wat er nodig is op
52
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
straat? Dat zijn onze collega’s in de stadsdelen, de bestuurscommissies. Zij laten ons zien
dat kleine initiatieven in de buurt het verschil kunnen maken. Van bijles aan jongeren
geven tot eenzaamheid van ouderen verkleinen. Daarom stellen wij voor een budget
beschikbaar te stellen per stadsdeel zonder bureaucratische rompslomp. Geld voor
projecten dichtbij in de buurt, zodat onze lokale bestuurders de kansen in hun buurt voor
alle Amsterdammers van jong tot oud kunnen vergroten. Los van enkele stevige
interrupties en los van onze meningsverschillen en los van echt wel verschillende idealen,
ben ik heel blij om te zien hoe we met zijn allen tot concrete oplossingen proberen te
komen voor Amsterdammers. Ik heb er al weer acht gehoord. De ene oplossing staat mij
meer aan dan de andere, maar hoe je het ook wendt of keert, geen van ons hier predikt
verbondenheid om vervolgens hele bevolkingsgroepen uit te sluiten, de rechterlijke macht
volledig weg te zetten of fakenieuws te verspreiden.
Ik begon over die verbondenheid tussen Amsterdammers en dat is niet alleen als
Ajax speelt of als Feijenoord verliest. Die verbondenheid is er altijd. We staan net als
Amsterdammers, als raad, ook voor die verbondenheid. Ik zet dat allemaal heel graag met
jullie in een volgende periode voort.
(De heer GROOT WASSINK: Die verbondenheid, ja, ik vond het heel
mooi om te zien dat die de afgelopen tijd bij D66 ook zo aanwezig was.
Maar mijn vraag was een andere. Dat geld voor die bestuurlijk initiatieven,
is dat dan binnen het kader van de bestuurlijke vernieuwing en was het
dan niet verstandiger geweest om niet eerst op de stadsdelen te
bezuinigen? De dingen die u immers suggereerde, leken nu bij uitstek
dingen die de stadsdelen noodgedwongen hebben aangedragen en
waarin u natuurlijk gewoon met behoorlijk enthousiasme hebt gesneden.)
Zoals ik een beetje in het begin van mijn betoog al zei, je moet eerst zorgen dat
de begroting op orde is. Dat hebben we gedaan — in samenspraak met de stadsdelen. En
nu is er geld om te investeren en ja, dan vraagt u waar D66 de keuze legt en welke
bakens D66 verzet. Nou, dat is duidelijk. Lokaal geld voor buurtinitiatieven zodat het beter
wordt in de buurt.
(De heer GROOT WASSINK: Maar u wilt dus zeggen dat die bezuiniging
op stadsdelen strikt noodzakelijk was voor de degelijkheid van de
financiën?)
We gaan nu een beetje de discussie van vorig jaar overdoen. Een onderdeel was
toevallig — en dat weet ik toevallig als sportadept — dat er helemaal geen geld was om
sportaccommodaties te onderhouden. Ik kan u vertellen, dat is verdomd hard nodig.
Zwembaden, het velodrome. Dat moet je wel inzichtelijk maken. Daar is het met de
stadsdelen tot een vergelijk gekomen en nu hebben we een inzichtelijke begroting en
kunnen we dat geld aan stadsdelen geven zodat duidelijk is dat ze dat in de buurt gaan
investeren.
(De heer GROOT WASSINK: Volgens mij ging het daar juist helemaal
niet om. Het ging bijvoorbeeld om een schaakvereniging op het Max
Euweplein en wat culturele initiatieven, buurtboerderijen, die we daarna
weer in gezamenlijkheid dankzij onder andere uw financieel woordvoerder
gedeeltelijk hebben kunnen redden. Maar begrijp ik het nu goed: er
komen dus initiatieven en die kunnen dan geld krijgen? Was het dan niet
handiger geweest om dat geld gewoon bij de stadsdelen te laten zitten?
Daar is toch de gezondheid van de Amsterdamse financiële huishouding
niet op gebaseerd geweest?)
53
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Ik zou zeggen: wees blij. Er komt geld voor die lokale initiatieven die we allemaal
willen.
(Mevrouw MOORMAN: Ik vind het wel jammer dat u nu in reactie op de
heer Groot Wassink de boot weer een beetje aan het afhouden bent, want
volgens mij gaat het er precies over wat de heer Groot Wassink zegt. D66
laat hier zien dat ze zich eigenlijk wel realiseert dat verschillende buurten
in de stad kunnen verschillen en dat dus eigenlijk dat oude
stadsdeelstelsel een heel goed idee is. Heeft u nu achteraf niet een beetje
spijt van de deal die nu is gesloten rond het bestuurlijk stelsel door uw
wethouder Choho?)
Ik moet zeggen dat ik over het oude stadsdeelstelsel, dus toen de oude
stadsdelen echt nog stadsdelen waren, enorm enthousiast ben. Ik ga graag met u in
gesprek om dat ooit weer te laten terugkeren. Misschien lukt het wel bij de formatie. Laten
we in ieder geval ervoor zorgen dat alles klaarstaat en dat we als dat gebeurt, een heel
goed stadsdeelstelsel kunnen vinden. Maar ik heb altijd gezegd dat wij voor
stadsdeelcommissies zijn die echt wat te zeggen hebben, die kunnen luisteren naar de
buurt en die wat geld te besteden hebben en serieus genoeg worden genomen door de
gemeenteraad. Daar sta ik voor.
(Mevrouw MOORMAN: Dat is toch jammer, want ik hoopte toch een
beetje in uw betoog te horen dat de wal nu het schip keert nu u zich dus
realiseert dat er wel degelijk op stadsdeelniveau en op buurtniveau
misschien initiatieven nodig zijn. Hoe ziet u nu uw besteding in relatie tot
een nieuw bestuurlijk stelsel dat we straks gaan krijgen en vindt u het nu
wel zo verstandig als u zich nu juist uitspreekt voor dat lokale initiatief?)
Ik denk dat dat alleen maar versterkt, want het laat duidelijk zien dat D66 vindt dat
er voor die lokale initiatieven geld nodig is en dat er straks een stadsdeelcommissie komt
die wat te zeggen heeft. Allemaal winst. Verder gaat het schip niet tegen de wal, maar het
gaat strak rechtdoor op naar de volgende fase.
(Mevrouw MOORMAN: Ik ben blij dat u het schip op koers wilt houden,
maar ik heb er toch wel wat zorgen over wat er hier eigenlijk door u wordt
gezegd. Moeten nu straks die adviescommissies dit soort initiatieven
aandragen en gaan we die per definitie overnemen? Dat is niet zoals het
nu is afgesproken. Hoe ziet u dat nu in verhouding tot elkaar?)
Op dit moment zijn er gewoon nog bestuurders in de bestuurscommissie, dus die
kunnen met het AB beslissingen nemen. Laat duidelijk zijn dat ik vind dat ook in de
volgende fase bestuurders en adviescommissies hier lokaal geld nodig hebben. Dus zo
zie ik het.
(De heer PETERS: Heel mooi om te horen dat de heer Van Dantzig extra
geld wil steken in mijn eigen buurtje De Banne waar het overigens over
het algemeen positiever gaat dan afgelopen weekend in de PS van de
week stond. De Banne is een prima buurt waar absoluut dingen aan de
hand zijn geweest, maar wat ook echt een geweldige gemengde buurt is
in Amsterdam. De heer Van Dantzig verbindt budget voor stadsdelen ook
aan probleemwijken. Is het nu zo dat ieder stadsdeel evenveel geld krijgt
of is dat afhankelijk van de problemen die er in een buurt spelen?)
Volgens mij hebben we het zo in het amendement of in de motie staan dat het per
inwoneraantal wordt verdeeld. Ik denk dat elke Amsterdammer gebaat is bij lokaal geld.
Aangezien ik qua spreektijd niet alle mooie dingen die je ermee kunt doen, kan
opnoemen, heb ik uw buurt er even uitgelicht. Een prachtige buurt waarin ik hoop dat je
54
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
met jongerenwerkers en huiswerkbegeleiding wat kunt doen. Het is meer een voorbeeld,
want ik wil dat die stadsdeelbestuurders dat beslissen. Die weten wat er nodig is.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie en amendementen zijn
ingekomen.
60° Motie van de raadsleden de heer Van Dantzig en mevrouw Timman
inzake de Voorjaarsnota 2017 (Woningtoewijzing leraren) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_samen met woningcorporaties en huurdersverenigingen te realiseren dat een
significant percentage van de starterswoningen — desnoods tijdelijk — wordt
toegewezen aan startende leerkrachten;
- de voorrangsregeling die binnen het Actieplan Middeldure Huur van
toepassing zal zijn voor mensen die komen uit een sociale huurwoning
(doorstromers) uit te breiden met leraren;
-_ in kaart te brengen welke andere beroepsgroepen naast leraren in aanmerking
zouden kunnen komen voor een voorrangsregeling;
-_bij de transformatie van kantoorpanden naar woningen naast statushouders
ook een deel voor leraren te reserveren;
- een prijsvraag uit te schrijven waarbij gestuurd wordt op innovatieve projecten
zoals een studenten/starterscampus voor leraren, of alumni-housing/zelfbouw.
61° Amendement van de raadsleden de heer Van Dantzig en mevrouw
Verheul inzake de Voorjaarsnota 2017 (Discriminatie: zero tolerance) (Gemeenteblad afd.
1, nr. 474)
Besluit:
- het college de opdracht te geven in 2018 de inzet op het bestrijden van
discriminatie in diverse sectoren en de eigen organisatie te vergroten;
- hiertoe vaker mystery quests in te zetten en steekproeven te doen in
verschillende branches om discriminatie beter in beeld te krijgen en tegen te
gaan;
- naar aanleiding van deze mystery-onderzoeken de verantwoordelijke
organisaties aan te spreken, handvatten voor verbetering mee te geven en
waar dit effectief wordt geacht, te sanctioneren;
- hiervoor incidenteel 500.000 euro te begroten, te dekken uit de stelpost
‘Ontwikkelingen tussen voorjaarsnota en begroting’;
-_op basis van de resultaten van de inzet te overwegen om vanaf 2019 hiervoor
structureel middelen vrij te maken.
62° Amendement van de raadsleden de heer Van Dantzig en mevrouw Ten
Bruggencate inzake de Voorjaarsnota 2017 (Buurtgeld voor buurtinitiatief) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 475)
Besluit:
- in de Begroting 2018 een programmaonderdeel 10.2: Bestuur en
ondersteuning — Gebiedsgericht werken — een budget van 2 miljoen euro
55
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
beschikbaar te stellen voor de bestuurscommissies (of opvolgers daarvan) om
daaruit buurtinitiatieven te ondersteunen of in te spelen op lokale knelpunten;
-_ aan de buurtcommissies (of opvolgers daarvan) de afweging te laten hoe dit
budget in te zetten;
-_ dit budget aan de hand van het inwoneraantal over de bestuurscommissies (of
opvolgers daarvan) te verdelen;
- ditte dekken uit het verlagen van de stelpost op bladzijde 57 ‘Ontwikkelingen
tussen voorjaarsnota en begroting’ met 2 miljoen euro.
De motie en de amendementen maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering. Het woord is aan de heer Groot
Wassink.
De heer GROOT WASSINK: Vandaag bespreken we de laatste voorjaarsnota van
het huidige college en daarmee zijn deze algemene beschouwingen natuurlijk niet alleen
een vooruitblik op de toekomst, maar onvermijdelijk ook het omzien naar een periode die
achter ons ligt. Een periode van grote beloftes en van al dan niet vervulde ambities. Wat
mij betreft is de periode die achter ons ligt ook snel gegaan. Er is ook veel gebeurd, niet
alleen in de raad, in het college, bij ons individueel ook ongetwijfeld, maar er is ook veel
gebeurd met de stad. Op zich is de stad natuurlijk ook een interessant gegeven op
zichzelf in tal van opzichten. Historisch gezien. Sociologisch gezien, planologisch en
economisch. Ga zo maar door. De stad maakte tal van innovaties in de mensheid. Er
konden zaken als wetenschap, religie — en dat had dan voor mij weer niet gehoeven —
maar ook iets cruciaals als bijvoorbeeld arbeidsdeling ontstaan. De stad is misschien ook
wel altijd de verdienste van de samenwerking, van de collectiviteit en is daar een
bundeling van.
(De heer BOOMSMA: Kan de heer Groot Wassink misschien toelichten
wat hij tegen religie heeft?)
Ja, dat kan ik zeker. U weet ongetwijfeld dat ik geïnstitutionaliseerde religie, en
zeker zoals die vroeger bij stadsvorming in bijvoorbeeld Mesopotamië of Jericho
buitengewoon problematisch uitpakte, namelijk per definitie een kaste van aristocraten en
priesters voortbracht. Maar laten we hierover later wat doorfilosoferen.
(De heer BOOMSMA: Dat lijkt me op zich geen slecht voorstel, maar als u
wel eerst even toegeeft dat het instellen van een aristocratische kaste nu
niet iets is wat bij bijvoorbeeld het christendom hoort.)
Nou kijk, de steden die ik noemde, de oersteden waarover we het hebben, dat
waren natuurlijk evident geen Christelijke steden, maar als ik aan de jurkendragers in
Vaticaanstad denk …
(De heer BOOMSMA: Ik wil de heer Groot Wassink even naar het
fenomeen verwijzen dat een groot deel van onze democratische traditie
juist is voortgekomen uit het christendom en dat bijvoorbeeld ook in het
Vaticaan iedereen van welke afkomst dan ook het uiteindelijk tot paus kan
schoppen. Is hij daarvan op de hoogte?)
(De VOORZITTER: Dat denk ik niet.)
Ik ben het hiermee fundamenteel oneens. Jazeker, het christendom is een
slavenreligie die vrijheid voor een ieder propageert, maar het christendom is eigenlijk een
56
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
lange periode van de menselijke geschiedenis eerder een hinder voor de democratie
geweest. Het zijn steden geweest waar de burgerij ontstond die zich afkeerde van
geïnstitutionaliseerde religie en ondanks de religie heeft de democratie zich ontwikkeld en
niet dankzij.
Ik ga verder. Ik moest eigenlijk aan de oude Romeinen denken die het hadden
over een genius loci, een beschermende geest van een bepaald gebied of een stad. In
zekere zin is die geest ook de cultuur of de eigenheid van bijvoorbeeld een stad. Voor mij
is Amsterdam vrijheid en emancipatie, omkijken naar elkaar, solidariteit zo u wilt en
verschillend zijn maar gelijk. De vraag is zo langzamerhand gerechtvaardigd of die geest
hier nog wel huist of dat er eigenlijk een nieuwe eigenheid in Amsterdam is die misschien
wel door een andere genius beter wordt belichaamd. Ik heb dit college er eerder van
beticht de mammon, de geldgod, te aanbidden en ik zie dat in deze voorjaarsnota weer
terug. Want waarom zouden wij toch streven naar uitbreiding van congresbezoekers?
Waarom? Er zijn onmiskenbaar ontwikkelingen die de aard en de essentie onze stad
bedreigen. De vercommercialisering van Amsterdam of de economisering, zo u wilt, is
natuurlijk buitengewoon zorgwekkend, want de stad wordt eigenlijk gezien als een
productiemiddel op zich waar zo ongeveer elke vierkante centimeter commercieel moet
worden uitgebaat. Neem bijvoorbeeld een villa op een begraafplaats — je bedenkt het toch
niet — waar vervreemding misschien wel weer perceptie zal zijn. Maar ook al luiden
bewoners de noodklok over de afnemende leefbaarheid, het leidt er bijvoorbeeld toch toe
dat kleine winkeliers met huurverhogingen worden weggepest omdat grote ketens
klaarstaan om massaconsumptie en monocultuur aan ons op te dringen. Die
vercommercialisering drijft huizenprijzen op, drukt sociale woningen weg en zet daarmee
groepen uit elkaar en bevordert een tweede, misschien nog wel een zorgwekkender
probleem en dat is de alsmaar groeiende ongelijkheid. Socioloog Saskia Sassen
betoogde dat de inwoners van een stad niet gelijkelijk van het succes van die stad
profiteren. Hoge en lage inkomens zitten in die zin niet in hetzelfde schuitje. Sommigen
missen de boot. En juist de huidige urbane ontwikkelingen met de grote instroom van
veelverdieners bevordert die ongelijkheid. Een recente studie van het Planbureau voor de
Leefomgeving waarin onder andere onze stad wordt beschreven, geeft Sassen ook gelijk.
Die ongedeelde stad die we allen zo graag bezingen, die bestaat op tal van plekken al
niet meer. Sociaal, cultureel, economisch, raakt de stad gespleten en de kloof is niet
alleen tussen arm en rijk, hoog- en laagopgeleid, werkend en inactief, maar die kloof is op
tal van terreinen aanwezig en die verdiept zich. Die toont zich bijvoorbeeld in waar je
woont, in de toegang tot zorg, in mobiliteit, in onderwijs en misschien nog wel het meest in
de mogelijkheid tot sociale scheiding. Wij worden een gesegregeerde stad van winnaars
en verliezers waar mensen de boot missen. Niet mee kunnen. En die tegenstelling, dat
conflict, die klassenstrijd polariseert, verdeelt en desintegreert. En tegen de heer Van
Dantzig zou ik willen zeggen: ja, natuurlijk heeft hij gelijk als hij DENK aanspreekt. Maar
we moeten natuurlijk ook kijken hoe we zelf aan de wind zeilen. Want als emancipatie
stokt en groepen zich in zichzelf terugtrekken en als we elkaar niet meer tegenkomen op
school, op het werk, in het park, in de rondvaartboot of op de markt en als we elkaar niet
meer ontmoeten, als er niet meer een logisch en vanzelfsprekend samen is, dan gaat de
stad stuk. Deze evidente ontwikkelingen roepen wat mij betreft vragen op over de
verhouding tussen mens, markt en overheid. Als gezamenlijk bestuur van de stad is wat
mij betreft de belangrijkste vraag wat je kunt doen om die vercommercialisering en die
ongelijkheid tegen te gaan. En of je iets doet, hangt er natuurlijk van af of je het
problematisch vindt en waarin je de politieke wil hebt om het over een andere boeg te
gooien, om overstag te gaan. In dit licht is het natuurlijk interessant nog eens te kijken
57
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
naar het coalitieakkoord. Het begint al met de titel: Amsterdam is van iedereen. Maar is
dat wel zo? Is Amsterdam wel van iedereen of is iedereen misschien wel een beetje
Amsterdam, maar ben je soms op papier wel Amsterdammer zonder dat je van de
vruchten van de stad profiteert, zonder dat je geniet van de welvaart die dit schip ons
brengt?
(Mevrouw RUIGROK: Ik hoor de heer Groot Wassink zeggen dat er een
grote tweedeling in de stad is en dat het niet voor iedereen hier plezierig
is. Wat is uw verklaring dat de stad, onze stad, maar eigenlijk alle steden
in de wereld, zo'n grote aantrekkingskracht heeft?)
Daarop is niet een eenduidig antwoord te geven. Er is natuurlijk een grote
aantrekkingskracht van de stad, al was het maar omdat hier bijvoorbeeld veel
gelijkgestemden wonen, omdat hier veel meer baankansen zijn. Als je gewoon naar de
economische kracht van onze regio kijkt, dan zie je dat de regio economische kracht
heeft. Wil dat automatisch zeggen dat mensen in Amsterdam die banen krijgen? Nee,
helemaal niet, je ziet nu juist een hele grote instroom en uitstroom van mensen.
(Mevrouw RUIGROK: Zoals u het brengt, lijkt het net alsof er geen
aantrekkingskracht in de stad is omdat er geen plek is voor mensen. Zou
het dan niet zo zijn dat mensen liever naar de minder druk bebouwde
gebieden zouden willen gaan?)
Ik begrijp de vraag niet, maar waarop ik de aandacht hebben willen vestigen, is
dat er groepen zijn die hier al zijn en die de boot missen. Die om wat voor reden dan ook
niet dezelfde leercultuur vanuit huis hebben meegekregen, niet hetzelfde studieadvies
krijgen, niet evenveel kans op een baan hebben. En ik maak mij daar grote zorgen om. Ik
wil in dit geval wel graag met wethouder Van der Burg meevaren. Bij de Staat van de Stad
sprak hij er ook over dat hij zich zorgen maakt over het feit dat mensen opgesloten raken
in hun eigen kajuit. Daarin zit een gevaar.
(Mevrouw RUIGROK: Bent u het dan niet met mij eens dat het juist goed
is dat er naast bestaande inwoners altijd een instroom is van nieuwe
inwoners en een doorstroom van bewoners?)
Dat is evident. De stad is natuurlijk een emancipatiemachine waar permanente
beweging moet zijn, maar de stad moet een belofte inhouden en een belofte voor
iedereen. En als die belofte alleen nog maar geldt voor bepaalde groepen, dan is mijn
stellige overtuiging dat de stad breekt. Het kan immers niet zo zijn dat het echt heel veel
verschil maakt waar jij woont, hoe groter jouw kans is. En natuurlijk, en een gedeelte van
de stad is altijd instroom, sociale stijging, emancipatie, uitstroom. Dat is de cyclus van de
stad en die zal altijd zo blijven. Maar als wij er niet voor zorgen dat we groepen een
reddingsboei kunnen toewerpen, dan gaat het mis.
(De heer BOOMSMA: Ik vond het heel intrigerend en volgens mij ook heel
terecht dat u zei dat het deel van de verklaring voor de verschillende
kansen is, een verschil in leercultuur in de thuisomgeving. Dus een
culturele factor en misschien moeilijk te beïnvloeden vanuit de overheid.
Heeft GroenLinks er ook ideeën over hoe we dat zouden kunnen
aanpakken?)
Nou, ik zie ook wel dat de wethouder daar echt van alles probeert. Dat is natuurlijk
buitengewoon ingewikkeld, maar een van de dingen is natuurlijk het tegengaan van
taalachterstanden. Een veel ingewikkelder probleem is de segregatie op scholen
tegengaan en zorgen dat er betere leraren in bepaalde delen van de stad komen.
Daarvoor zijn tal van oplossingen. We hebben hier al vaker gediscussieerd bijvoorbeeld
58
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
over het aanpassen van die gewichtenregeling. Dat is een hele belangrijke, denk ik. Dus
tal van zaken zijn daarop van invloed, maar er is niet een enkelvoudige verklaring.
Ik zei: je kunt op papier Amsterdammer zijn maar is de stad er ook voor jou als je
een relatief marginaal bestaan leidt? Laten we ook eens kijken wat het college dan heeft
gedaan. Ik zal geen rapportcijfers uitdelen, want ik weet echt hoe het is om publiekelijk
een onvoldoende krijgen. Dat heb ik op de mavo voldoende gehad. Ik wil toch op de grote
thema’s wat zaken schetsen. Bijvoorbeeld die woningmarkt. Daar is hysterie. Een kwart
van de huizen wordt zonder voorwaarden verkocht. De sociale huursector krimpt fors,
zozeer zelfs dat het gerechtvaardigd is om de samenwerkingsafspraken open te breken
en opnieuw aan te gaan. Er zijn buurten waar menging volstrekt uit beeld raakt. Ik heb het
nog niet eens over Airbnb. En ja, ondanks mooie investeringen in het onderwijs en nee,
wat ons betreft had die expatschool niet per se zo gehoeven, en in armoede, hebben wij
niet kunnen voorkomen dat de kloof tussen arm en rijk is gegroeid. Ondanks mooie
beloften in het coalitieakkoord is de schuldenproblematiek onvoldoende aangepakt. Ja,
nee, mee eens, het gaat prachtig met de perspectiefbanen, maar ik moet nog maar zien
of de Werkbrigade dan echt iets bewerkstelligt, want ook daar ontbreken bijvoorbeeld
doelstellingen. En van het werkbedrijf heb ik al helemaal niets meer gehoord. En
bijvoorbeeld zorg. Daar is gewoon geld over ondanks het feit dat steeds meer mensen
hun zorgkosten niet kunnen betalen. De ongelijkheid in de zorg groeit. Sociale
voorzieningen zijn wegbezuinigd, zeker in de stadsdelen. Dat was onnodig, ongevaarlijk.
Wij hebben als Groenlinks daar in de vorige begroting nog 3 miljoen euro in
geïnvesteerd.
(De heer VAN DANTZIG: Het begon als een mooi filosofisch betoog,
maar voor een partij die ooit nog zin had in de toekomst is het allemaal
wel erg somber. Ik ga u iets vragen. U zegt dat de stad er een wordt van
twee snelheden: winnaars en verliezers, de kloof neemt toe. Maar wat
vindt u nu concreet dat dit college anders had moeten doen om die kloof
te dichten?)
Maakt u zich geen zorgen. Uiteindelijk, als we misschien volgend jaar, misschien
wel samen, goed aan de wind varen, dan ligt er een prachtige toekomst in het verschiet.
Als u mij vraagt wat we nu niet goed hebben gedaan, dan heb ik net een rijtje genoemd.
In de zorg hadden zaken echt anders gemoeten. Bijvoorbeeld het afschaffen van de eigen
bijdragen. Dat hebben we wel eens vaker geprobeerd. Ik kom zo nog wel even op de
groene punten, mevrouw Bosman. Daarover kunnen we ook nog wel even een paar
bomen opzetten. Ook daar is het natuurlijk volstrekt onvoldoende. Wilt u het weten? We
wachten nog steeds op de windmolens waarover u steeds zo'n grote mond had. En
wanneer is de gemeente dan klimaatneutraal? Ik heb het niet gehoord van de wethouder.
Groene daken, zon, ja, we weten niet eens wat we moeten doen om het gemeentelijk
vastgoed te verduurzamen. Daarvoor gaan we in de volgende periode geld vrijmaken.
Versnellen van led, nog een ander dingetje. Toch? Of zijn we in 2030 wel
klimaatneutraal? Als we het dan hebben over van gas los, dan is dat leuk. Daar ben ik erg
voor. De wijk is nog niet aangewezen. Ik denk dat we in 2030 nog wel meer van gas los
moeten zijn dan de plannen die we nu hebben. Dus ook daar, mijnheer Van Dantzig, zou
het echt nog wel wat tandjes beter kunnen. Dan heb ik het nog niet eens gehad over de
balans in de stad. Blij, compliment overigens aan de wethouder.
(De heer VAN DANTZIG: Dit is natuurlijk precies waarover ik mij zorgen
maak bij GroenLinks. Er zijn een hele hoop dingen die sneller moeten, die
eerder moeten, maar er komt geen enkel concreet idee bij behalve de
somberheid dat dit echt niet goed gaat en dat de stad door het putje gaat.
59
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Maar laat ik u iets anders vragen. U zegt die kloof, die tweedeling,
daaraan wil ik wat doen. Waarom verzet u zich dan altijd zo tegen het
standpunt van D66 dat ook middeninkomens recht hebben op een sociale
woning?)
Volgens mij hebben wij ons daar nog nooit tegen verzet. Sterker nog, wij zijn daar
erg voor. We hebben volgens mij in de vorige raad nog gesteund dat de grens voor
sociale huurwoningen ook wordt toegewezen. Daar was u tegen. Wij zijn voor bouwen.
Daar zijn we het allemaal over eens. Maar het gaat om een heel andere vraag. U zegt dat
het ten koste moet gaan van de sociale huursector en ik zeg: nee, we moeten zeker heel
veel middeninkomenswoningen bijbouwen en dat vindt volgens mij iedereen in deze raad.
Volgens mij was ik vrij duidelijk en ik zal zo nog meer concrete voorstellen doen. Volgens
mij is versnellen van led gewoon een concreet voorstel. Klimaatwet, gewoon een concreet
voorstel. Energiearmoede, gewoon een concreet voorstel. We hebben volgens mij heel
vaak concrete voorstellen gedaan. Als u nu nog even wacht, dan kom ik zo op een wat
vrolijker gedeelte. Kijk, daar is de kapitein drukte. Die wilde ik nog een compliment maken.
Ik ben heel blij dat het college ook gewoon ingrijpt op het moment dat het ziet dat het niet
goed gaat. Bijvoorbeeld die pilot 24 uur. Dat is gewoon goed. Daarvan heeft het college
gewoon gezegd: nou, dan doen wij het niet. En ja, dat is ook een gezamenlijke zoektocht.
En ja, wij vinden dat nu misschien wel onvoldoende, want wat ons betreft zouden die
touringcars al lang de stad uit moeten zijn. U zegt dat ik maar wat zeg, nou, dan weet ik er
nog wel een paar. Passengerterminal weg, Nieuwmarkt autovrij. lemand ooit nog van
gehoord? Ik niet. Ik heb nog een compliment uit te delen, want u heeft het natuurlijk wel
goed gedaan als college in het verpatsen van het tafelzilver. Vastgoed en deelnemingen
zijn verkocht, terwijl ik dacht dat wij die panden nu juist goed konden gebruiken voor
andere dingen.
(De heer VAN DANTZIG: Ik was nog even bij de tweedeling, de
tweedeling op de woningmarkt. U verzet zich er altijd tegen dat we
vrijkomende sociale woningen kunnen verhuren aan middeninkomens.
Dat wilt u niet. En u heeft het dan vaag over een plan in Den Haag dat die
het daar maar moeten regelen. Daaraan hebben die Amsterdamse
middeninkomens nu precies niets, want dat is gewoon nog niet gebeurd.
Misschien dat wij het gaan regelen in Den Haag. Ik vraag het u nogmaals:
Wilt u dat standpunt over middeninkomens, sociale woningen die
vrijkomen, verhuren aan middeninkomens? Die kloof waarover wij ons zo
zorgen maken, wilt u dat niet nog een keer heroverwegen?)
Ik was juist buitengewoon content met het initiatief van wethouder Ivens. Ik vind
wat hij daar met de PAM heeft opgetuigd, buitengewoon goed. En volgens mij is dat dan
raadsbreed. Het is nu sinds een maand of wat dat de middeninkomens de grote zorg van
D66 zijn, maar er zijn tal van partijen, ook de PvdA, die ik daarover eerder heel vaak heb
gehoord. Ik heb mijn algemene beschouwingen van twee jaar geleden teruggekeken en
mijn hele bijdrage ging over de crunch van de middleclass. Dus volgens mij maken wij ons
allemaal zorgen om die middeninkomens. Mijn grote probleem, mijnheer Van Dantzig, zit
in het volgende. Wij weten gewoon dat we genoeg mensen in de stad hebben die een
inkomen hebben dat eigenlijk volstaat voor een sociale huurwoning. Ik vind dat we deze
hele discussie verkeerd voeren. Als je het over wonen hebt, dan heb je het niet alleen
over het huursegment. Dan heb je het ook over het topsegment. U zegt dat
middenhuurders slechts in 5% van de woningen kunnen. Nee, slechts in 5% van de
huurwoningen. Er zijn natuurlijk best wel middeninkomens die misschien wel een woning
kunnen krijgen. Gaat dat gemakkelijk? Nee. Ik heb eerder voorgesteld samen een initiatief
60
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
te nemen om bijvoorbeeld te kijken naar startersleningen. Ik ga zo een voorstel indienen
om te kijken of we niet een gemeentelijke coöperatie kunnen beginnen waarin we
misschien met maatschappelijk gebonden eigendom, gedeeld bezit als gemeente en
starters, er juist voor kunnen zorgen dat we als overheid harder ingrijpen op de markt. Ik
denk dat dat misschien wel de sleutel is. Wij zullen meer greep moeten krijgen op de
markt. Niet alleen op dit dossier, op een heleboel andere dossiers ook. U moet niet alleen
naar de huursector kijken, je moet juist ook de koopsector meenemen. Is dat gemakkelijk?
Nee, dat ben ik met u eens. Moeten we meer bijbouwen? Ja, dat zijn we allemaal met u
eens. Maar de tegenstelling die u steeds schetst, want u heeft het dogma dat het aantal
sociale huurwoningen naar beneden moet, dat is eigenlijk de keiharde retoriek van de
heer Wiebes. Ik verzet mij daartegen omdat het uiteindelijk neerkomt op
bevolkingspolitiek. Eerder heeft u gezegd: dan kijk je maar in Purmerend. De landelijke
lijsttrekker zei: dan ga je maar de stad uit. Ik vind niet dat wij mensen, omdat ze een laag
inkomen hebben, de stad uit moeten jagen. Ik vind dat Amsterdam een plek moet bieden
aan allen.
(De heer VAN DANTZIG: Die opmerking over koopwoningen voor
middeninkomens, dat geeft toch wel aan dat GroenLinks een klein beetje
de voeling met de realiteit kwijt is. Betaalbare middeldure koopwoningen
zijn in deze markt niet te vinden, zeker niet als we betaalbare woningen
van corporaties niet verkopen. Dat ga ik nu niet zeggen, want wat ik bij u
proef, is dat u vooral wilt zeggen dat het niet goed is en dan gaat u vooral
hameren op maatregelen die eraan zitten te komen. Neem nou zo’n
passenger terminal. U zegt dat we daar nooit meer iets van hebben
gehoord, maar volgens mij heeft wethouder Ollongren gezegd dat we die
gaan verplaatsen. Dan gaat wethouder Ollongren er niet met het hele
college heen om dat ding op te tillen, maar dat betekent dat je er in een
paar jaar voor zorgt dat het ding wordt verplaatst. Dat zijn concrete
maatregelen. Noemt u nu eens zo'n concrete maatregel die we kunnen
realiseren om uw idealen waar te maken.)
Ik heb het net gehad over een coöperatie. Dat lijkt mij een heel goed idee. Ik dien
drie moties in. Dus bijvoorbeeld de gemeentelijke organisatie klimaatneutraal in 2030. Dat
is een heel concreet ding en dat kunnen we zo doen. En ik verzet me tegen het beeld
alsof ik hier alleen maar negatief zou zijn. Sterker nog, ik heb verschillende wethouders
een compliment gemaakt en ik vind dat tal van zaken best aardig zijn. Maar tegelijkertijd
vind ik dat er meerdere beelden zijn. Ja, het gaat heel goed met de stad, maar heel veel
dingen gaan niet goed. En ik vind dat dit de plek is om ze te delen, als ik me zorgen maak
over bepaalde ontwikkelingen in de stad. Ik denk dat we echt een kant op willen gaan. Het
cijfer dat ik noemde, een op de vier woningen zonder voorwaarden verkocht. Dat betekent
toch gewoon dat de hele woningmarkt hier krankjorum aan het worden is? Dan kun je wel
zeggen dat we geen regels moeten hebben. Geen regels, nee, de markt. Maar de markt
herstelt zichzelf niet, mijnheer Van Dantzig. Als je de markt wilt beteugelen en mensen wilt
helpen, dan betekent dat dat je als overheid moet ingrijpen. Dat is waar ik voor sta.
(De heer VAN DANTZIG: Dat hoogoventje is bij de heer Groot Wassink
wel bekend. Waarnaar je volgens mij met de gemeenteraad met elkaar op
zoek bent, dat zijn heel concrete oplossingen voor die problemen in
Amsterdam. Die hoor ik niet. Laten we bijvoorbeeld nog even reflecteren
op het briljante idee om de drukte op te lossen door de lAmsterdamletters
te verplaatsen. Kunt u nu nog een keer zeggen of u echt denkt dat dat
61
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
ervoor gaat zorgen dat de drukte, de verkeerde soort drukte op dat soort
plekken wordt opgelost?)
Nee, maar dat hebben wij ook nooit beweerd. Dat heeft niemand gezegd. Maar
tegelijkertijd vind ik wel dat je je moet afvragen of het benaderen van de stad als een
merk, als een commercieel product, of dat nu hetgeen is waaraan we in deze tijd nog
behoefte hebben. Als u geluisterd had, en dat had gesierd, dan had u gehoord wat ik net
in de richting van de wethouder zei, dat het buitengewoon complex is, dat het ingewikkeld
is. We hebben voorstellen gedaan die gedeeltelijk door u zijn gesteund. Die gingen
bijvoorbeeld over branchering. Die gingen bijvoorbeeld over het opkopen van vastgoed.
Dus komt u nu niet aan met de bewering dat we geen enkel voorstel zouden doen. Dan
heeft u een paar keer niet zitten opletten tijdens het stemmen, mijnheer Van Dantzig.
(Mevrouw MOORMAN: De heer Groot Wassink is hier scherp aan de
wind aan het zeilen. U heeft natuurlijk ook echt de wind in de zeilen de
laatste tijd als GroenLinks. Ik hoor het graag. Bent u het dan ook met mij
eens dat we veel meer kunnen doen, bijvoorbeeld voor die middenhuur?
U gaf net een compliment aan de wethouder over PAM, maar het zou
toch ook nog veel sterker kunnen door bijvoorbeeld middenhuur voor altijd
in de erfpachtcontracten vast te leggen, zodat het niet over bijvoorbeeld
25 jaar toch weer in het dure segment terechtkomt?)
Dat ben ik volstrekt met u eens. Ik denk ook dat we daar wat scherper aan de
wind moeten zeilen. En ik denk dat iedereen deelt dat de middenklasse — en wat de
middenklasse dan precies is, dat is nog een onderwerp om met elkaar te bediscussiëren —
maar dat is een groep die je af en toe een reddingsboei moet toewerpen. Dat lijkt mij
evident
(De VOORZITTER: De voorzitter wordt inmiddels enigszins zeeziek.)
(Mevrouw MOORMAN: Is de heer Groot Wassink het dan ook met mij
eens dat de koers van D66 eigenlijk niet zo koersvast is? Als je je
realiseert dat wij bijvoorbeeld die middenhuur beter kunnen reguleren
door het puntensysteem in Den Haag ook aan te passen, dan is het toch
jammer dat een partij als D66 daarmee niet wil instemmen.)
Dat ben ik volstrekt met u eens. Kijk, ik denk dat er een breder probleem is. Dat is
vrij recent goed geïllustreerd door een aantal artikelen in de Groene Amsterdammer. Die
laten zien dat de sociale huursector zo langzamerhand tot een soort voorzieningen aan
het verworden is voor de laagste inkomens. Dat is niet hoe de sociale huur was bedoeld.
De sociale huur is natuurlijk juist altijd ook voor de lage middeninkomens geweest en dat
moet het wat mij betreft ook blijven.
Ik ga even door. Ik noemde wat dingen op waar het inderdaad wat mij betreft wat
beter moet. Wel, mijnheer Van Dantzig, dan moeten we het over de verduurzaming van
de sociale huursector nog maar eens hebben. Dat is echt niet alleen aan de corporaties.
Wij hebben het energie-akkoord getekend. Ik kan zo nog wel even doorgaan. Bijvoorbeeld
erfpacht, bestuurlijk stelsel. Het is eigenlijk allemaal een beetje gek wat daar is gebeurd.
Het ging niet over de vraag wat nu per definitie het beste is voor de stad, maar het ging
vooral om hoe met handjeklap publicitaire schade kon worden beperkt. Zo sleept deze
coalitie zich naar de eindstreep: stabiel in het krampachtig elkaar vasthouden als
drenkelingen op woeste baren, omdat al het andere mogelijk schadelijker is. Deze coalitie
ontbeert niet alleen visie, ze mist een gezamenlijkheid en ze blijft te veel hangen in het
eigene. Jij een beetje extra voor armoede, jij een beetje voor onderwijs en jij wat voor
ondernemers. Zo houd je elkaar middels het partijbelang in een houdgreep. Daar schiet
niemand iets mee op.
62
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Ik sprak al even over de rol van de overheid in het beteugelen van de markt en in
het behoeden van de mens. In zekere zin heeft het college hier nu juist wel een ideologie
in. Dit bestuur ademde toch wat achterhaald denken uit van een zich terugtrekkende
overheid die zichzelf als scheidsrechter ziet in een markt waarin de veronderstelling zit dat
burgers en marktpartijen bijna gelijkwaardige spelers ten opzichte van elkaar zijn. Regels
die moeten worden beperkt in de hoop dat de markt zijn werk doet. Dat is niet meer van
deze tijd. Dat laat ook de grote vragen doorvreten als houtrot in een zeewaardig schip.
Verandering is dus nodig en wat betreft GroenLinks komt die verandering er ook volgend
jaar. Het eerste wat het college zou moeten doen, is een gezamenlijke visie formuleren
van wat de stad nu is. En laat dat wat ons betreft dan een breed overleg zijn met de stad
waarin zowel bewoners als bezoekers, kunstenaars en zij die anders zelden worden
gehoord, deelnemen. Nee, dat zijn geen adviescommissies, dat is echt iets anders.
Misschien moeten we daarvoor zelfs in de Stopera bij de verbouwing iets inrichten.
Mevrouw Grooten en de heer Ernsting komen met een initiatief, maar je zou eigenlijk
willen dat we de stad zien als een groen, nieuw Babylon. U kent het kunstwerk misschien,
Kohnstamm heeft dat kunstwerk gemaakt: een nieuwe stad waarin het land collectief is.
Erfpacht. Waarin we samen de mens en de ontwikkeling centraal konden stellen. Waarin
de creatieve en spelende mens ruimte heeft en waar plek is voor eenieder. Recht voor
allen, zou je kunnen zeggen. Maar wij kunnen die markt beteugelen en wij moeten die
markt beteugelen. De stad heeft de mogelijkheid om ontwikkelingen die dit college als
onvermijdelijk beschouwt, te keren. We moeten in die zin als steden voorloper zijn, een
voorhoede zo u wilt. Wij kunnen laten zien dat sociale verandering mogelijk is en dat
betekent onder andere dat we wat moeten doen aan die toenemende ongelijkheid in
inkomen en gezondheid en aan de uitdijende schuldenproblematiek. Dat betekent dat we
als gemeente zelf een coöperatie moeten oprichten om sociale huur- en koopwoningen te
beheren en te distribueren. Dat betekent dat we ervoor zorgen dat de gemeentelijke
organisatie in 2030 klimaatneutraal is. En dat betekent — en dat ben ik erg eens met de
heer Van Dantzig en misschien moeten we daarover op een ander moment nog eens
doorpraten — dat we het groeiende probleem en het verachtelijke racisme uit onze
stedelijke cultuur uitbannen. Dan zijn we er niet met mystery guests. Wij hebben er ook
niet een, twee, drie de oplossing voor. U heeft eerder een initiatiefvoorstel van ons
daarover gesteund, maar dat verdient een veel breder gesprek. Ook een breder gesprek
dan dat wij hier voeren. Dat verdient een gesprek dat we juist in andere delen van de stad
voeren. Bekijk het vlog van Ismail Ilgun, de voormalige treitervlogger, over Bos en
Lommer. Ik kan dat iedereen aanraden. Dat is ook Amsterdam. Deze zaken, dat zijn
zaken die de stad nodig heeft. En natuurlijk zullen we later bij de behandeling nog veel
meer moties indienen, maar we wilden het nu tot drie moties beperken. Bijvoorbeeld die
uitbreiding van de bed, bad, broodregeling, die zullen we natuurlijk weer indienen, omdat
we vinden dat je in zekere zin je eigen grenzen tot uitdrukking brengt in de manier waarop
je met de meest kwetsbaren omgaat. Ook zij zijn onderdeel van onze stad. Ook zij horen
bij ons samen. Gezamenlijk staan we op dat keerpunt. Het is dus ook aan het nieuwe
bestuur om ervoor te zorgen dat de stad niet langer een verzameling van BV-iks is maar
van een NV-wij.
Ik sluit af met een citaat. Niet in de afzondering zullen we onszelf ontdekken, maar
onderweg in de stad, in de menigte als ding onder dingen, als mens onder mensen.
(De heer VAN DANTZIG: Ik dacht dat bij de heer Groot Wassink het
venijn meestal in de staart zit en na dit hele sobere, filosofische verhaal
komen er een paar concrete dingen waar de stad heen moet en dan niet
in 2030 of 2050, maar nu. Maar dat heeft u nog niet gezegd. Kunt u voor
63
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
mij nog een keer herhalen wat uw concrete oplossingen zijn tegen de
vercommercialisering van de stad die u nu in uitvoering gaat brengen of
gaat u ze nog even geheim houden?)
Nee, hoor. We hebben ze voor een deel al ingediend. Samen met de PvdA
hebben wij bijvoorbeeld iets gedaan over touringcars. Ik heb al eerder gezegd dat ik vind
dat wij als gemeente misschien wel vastgoed moeten kopen en niet alleen in 1012 en dat
wij strategisch vastgoed moeten kopen. Wij hebben de wethouder om een overzicht van
planschade verzocht bij hotels die nog in de boeken staan. Ik vind dat we echt moeten
nadenken of we juist op dat soort manieren onze greep niet zouden moeten vergroten.
Dat lijkt mij toch buitengewoon concreet als wij grootschalig panden gaan aankopen.
(De heer BOOMSMA: Ik ben even benieuwd, want de heer Groot
Wassink zei volgens mij iets over dat hij een conferentie wil organiseren in
de stad om te discussiëren over de vraag wat het betekent om samen in
een stad te wonen. Kan hij dat nog nader toelichten?)
Nee, ik denk, mijnheer Boomsma, dat het ging over het punt van discriminatie. Wij
zullen allen zeggen dat wij discriminatie verafschuwen. Dat hoop ik, laat ik het zo zeggen.
Als ik de laatste tijd iets heb geleerd, dan is het misschien wel dat het zoveel
gemakkelijker is splinters te benoemen in de ogen van anderen, maar dat we de balken in
onze eigen ogen zo gemakkelijk over het hoofd zien. Ik zou dus vinden dat we dat
gesprek niet per se hier moeten voeren, niet per se met elkaar, maar veel meer met de
stad. Ik denk namelijk dat de meesten van ons niet weten wat dat is. Ik denk dat velen van
ons in die zin in een dusdanig bevoorrechte positie zitten, dat we eigenlijk niet weten hoe
het is om op te groeien in Geuzeveld of om op te groeien in Holendrecht, in sommige
opzichten een andere cultuur. Ik vind dus dat we niet alleen moeten kijken naar wat zij
ons meegeven, maar vooral naar wat wij zelf moeten veranderen. Ik denk dat ook wij een
hele gesloten cultuur vormen. In die zin is ons werk misschien ook wel zo dat het zich
eerder afsluit dan dat het zich openstelt. Ik vind het dan dus ook een hele grote opdracht
voor bijvoorbeeld GroenLinks.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen.
63° Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota
2017 (Gemeentelijke woningcoöperatie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 476)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_een verkenning te laten verrichten naar de oprichting van een gemeentelijke
woningcoöperatie en hoe een dergelijke coöperatie zou kunnen bijdragen aan
het behoud en de realisatie van zoveel mogelijk betaalbare woningen in
Amsterdam;
-_te onderzoeken welke meerwaarde een gemeentelijk coöperatie kan hebben in
het behoud van gemengde wijken en de toegankelijkheid van betaalbare
woningen door interventies ten aanzien van de sociale huurvoorwaarden en de
koopvoorraad;
- de resultaten van dit onderzoek nog voor het einde van het kalenderjaar voor
te leggen aan de gemeenteraad.
64° Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota
2017 (Gemeentelijke organisatie COs-neutraal) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 477)
64
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Besluit:
- dat de gemeente in 2030 COs-neutraal moet zijn;
- dat de ‘Routekaart gemeentelijke organisatie CO-neutraal’ moet worden
geactualiseerd tot een concreet stappenplan om in 2030 een COs-neutrale
gemeentelijke organisatie te hebben.
65° Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota
2017 (Ongelijkheid als prioriteit) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 478)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_hetterugdringen van verschillende vormen van ongelijkheid als speerpunt te
maken van het collegebeleid;
- voor de Begroting 2018 aan de raad een pakket aan samenhangende
maatregelen voor te leggen waarbij er onder meer aandacht is voor:
= hetterugdringen van schuldenproblematiek onder meer door het opkopen
van problematische schulden;
= het plan uit het coalitieakkoord om een werkbedrijf op te richten en
(perspectief)banen bij de gemeente, sport- en cultuurvoorzieningen aan te
bieden;
" de toegang tot (preventieve) zorgvoorzieningen te verbeteren door barrières
op het gebied van inkomen en taal en laaggeletterdheid weg te werken.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Ruigrok.
Mevrouw RUIGROK: Jolanda verkoopt weer bloemen. Haar bloemenstal dreigde
te verdwijnen omdat een aantal zaken niet goed geregeld was, aan beide kanten. Ik ging
er langs en ik was niet de enige. Betrokken klanten, bevriende ondernemers,
ondernemers in de straat en diverse politieke partijen zowel uit de stad als in de
bestuurscommissie wilden een oplossing voor deze bloemenvrouw. Het verdwijnen van
de bloemenstal was een ongewenste uitkomst van bestaande regels en procedures.
Doordat zo velen zich hebben laten horen, is de gewenste uitkomst ook bewaarheid.
Deze episode met die bloemenkraam heeft mij het karakter van gemeentepolitiek doen
beseffen. Waarvoor zitten wij hier nu in deze zaal? Voor de Amsterdammer natuurlijk.
Toch zal slechts een heel beperkt aantal mensen weten dat we nu algemene
beschouwingen houden. Mijn sportgenoten vanmorgen hadden er nog nooit van gehoord.
Gemeentepolitiek, dat is concrete politiek. Hoe de gemeentepolitiek is omgegaan met die
bloemenstal, dat laat goed zien wat de kracht is van de lokale politiek of zou kunnen zijn.
Ik heb het in ieder geval altijd eervol gevonden om hier te staan als gemeenteraadslid in
deze mooie stad. Ik ben trots op de momenten waarin we als politiek zoveel mogelijk
overlaten aan Amsterdammers zelf zoals free zones of de samenwerking met
buurtbewoners voor een schonere Pijp. Amsterdam is inderdaad van Amsterdammers en
laten we ze dan ook het vertrouwen geven en initiatieven aan hen overlaten. Ik heb
gezien dat Amsterdammers daartoe heel goed en effectief in staat zijn. We zien
erfpachters massaal inspreken waardoor er nu een verbeterde overstapregeling is. We
zien bewoners contact zoeken met de gemeente om soms heel eenvoudige dingen te
realiseren zoals geveltuintjes of een slimmere handhaving in winkelstraten. Samen maken
wij de stad. Ook in de gemeentepolitiek kunnen wij verschillen tussen oppositie en coalitie
65
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
overbruggen. Niet altijd, eigenlijk helemaal niet zo vaak, maar soms lukt het wel.
Bijvoorbeeld in de aanpak van eenzaamheid of in onze gezamenlijke afkeer van mensen
die geweld gebruiken tegen Amsterdamse LHBTl'ers. Op dat soort momenten laten wij als
politici zien dat politiek er daadwerkelijk voor iedereen is.
Ondanks de soms negatieve verhalen in de media en in deze zaal gaat het
fantastisch met Amsterdam. De economie groeit als kool; steeds meer werkzoekenden
vinden een baan en jongeren een studie. Onze stad is populair bij bezoekers uit binnen-
en buitenland. Samen zorgen zij voor banen en groei van Amsterdam. Volgend jaar komt
er volgens het UWV in de regio Amsterdam het dubbele aantal banen bij van het
Nederlands gemiddelde. Met name in de ICT, de bouw, de detailhandel, de leraren, de
dienstverlening, de zorg en de horeca. Daar zal het dan ook gaan knellen. Want hoe
krijgen we die vakmensen binnen? Wat de VVD betreft zetten wij in op nog meer
bijscholing voor onze eigen werkzoekenden, bijstandsgerechtigden en statushouders. Wij
dienen hiervoor een motie in.
En ja, bezoekers brengen naast kansen ook uitdagingen met zich mee.
Tegelijkertijd maakt het niet uit of afval of overlast wordt veroorzaakt door bezoekers of
bewoners. De uitdaging is om die overlast, de troep en het afval, te bestrijden ongeacht
wie de veroorzaker is. De Amsterdamse VVD zet zich al jaren in voor het aanpakken van
troep en het strikt handhaven op wangedrag. We hebben daarvoor vorig jaar boter bij de
vis gedaan bij de voorjaarsnota en dat gaan we nu ook weer doen. Wij vragen het college
met twee amendementen om een pilot voor intensieve handhaving in burger in het gebied
rond de Dam, de Damstraat, het Damrak en om een langere handhaving op het water in
de komende zomermaanden.
Daarnaast moeten wij als Amsterdammers ook de hand in eigen boezem steken
en elkaar durven aanspreken wanneer de afspraken niet worden nageleefd, wanneer
woningen worden verhuurd buiten de geldende regels of wanneer vuil verkeerd wordt
geplaatst. En we moeten niet terughoudend zijn elkaar daarop aan te spreken. In de
nieuwe gemeenschapszin is het tijd voor het gezamenlijk schoonhouden van je straat en
een praatje met je buren. Dat is ook goed in de aanpak tegen eenzaamheid, want nog
steeds zegt een op de acht Amsterdammers zich wel eens eenzaam te voelen. Daarbij
hoort vast ook jouw buurman of buurvrouw. Ook het oppakken van zwerfvuil kan je een
heel goed gevoel geven. Dat weet ik uit de praktijk, ook al blijft het soms wel spannend
om tegen iemand te roepen: ‘hé, je laat wat vallen’ en dat dan in de prullenbak te gooien.
We hoeven niet altijd naar de overheid kijken, we kunnen ook dingen zelf en samen doen.
Individualisme gaat plaatsmaken voor verbinding. Daarin kunnen de heer Groot Wassink
en ik elkaar vinden. Dat is de tijdsgeest en ik denk dat het mogelijk is , ook in de politiek.
Door fijne herinneringen op social media zag ik gisteren een uitspraak van onze
burgemeester uit 2014 weer verschijnen op mijn tijdlijn. Hij sprak toen bij de Staat van de
Stad de volgende woorden: “Ik heb gemerkt dat wij als stad veel beter zijn in het
verzinnen van wat er niet mag dan in het stimuleren van wat er is gewenst en daarin wil ik
verandering brengen.” Ik was en ik ben het nog steeds hartstochtelijk met hem eens. Dat
en de doorlopende inzet van dit college om meer greep te krijgen op de leefbaarheid in de
stad, dat heeft effect. Voor mij als rechtgeaarde liberaal gaat het soms best ver, maar ik
zie dat het nodig is. Niet overal en niet altijd, maar wel daar waar het knelt. Het restrictief
overnachtingsbeleid, recent de meldingsplicht voor vakantieverhuur om misbruik
effectiever tegen te gaan, een restrictief evenementenbeleid, inzetten op divers
winkelaanbod en aanvullend beleid op mobiliteit om de groei in de stad bereikbaar te
houden.
66
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
(Mevrouw MOORMAN: Ik ben wel blij om te horen dat ook de VVD ziet
dat het ons niet alleen maar voor de wind gaat in Amsterdam, maar dat er
ook echt zorgen zijn in deze stad. Ik wilde even terug naar een stuk in uw
betoog waarin u zei dat u zich zorgen maakt over die steeds viezer
wordende stad. Fijn om te horen, want dat zien we inderdaad gebeuren.
Toen had u een voorstel en dat ging over de Dam en over het Damrak,
begreep ik. Dat is op zich prima, maar wat doet u dan met de rest van de
stad die ook steeds viezer aan het worden is?)
Gelukkig zijn daarvoor in de voorjaarsnota ook al extra capaciteit en ook extra
middelen ingezet. Daarvoor wordt extra handhaving uitgetrokken. Dit is een amendement
dat wij inzetten met incidenteel geld. We willen dus een pilot doen in een gebied waar het
echt knelt, Dam, Damstraat, Damrak, om te kijken of zo'n pilot nu werkt. En dan willen dat
natuurlijk graag uitrollen naar de overige delen van de stad.
(Mevrouw MOORMAN: Het is inderdaad goed dat er iets is gedaan met
die areaaluitbreiding, maar het is niet met terugwerkende kracht. Dat
betekent de facto dat er gewoon is bezuinigd. Dat moet een partij als de
uwe toch gewoon pijn doen als er uiteindelijk op iets belangrijks zoals een
schone stad in deze periode is bezuinigd? Kunnen we dat niet
terugdraaien?)
Nee, dat hoeft niet te worden teruggedraaid, want er wordt ingezet op een
effectieve aanpak en er wordt ook ingezet op natuurlijke uitstroom van mensen. Het is niet
zo dat mensen die nu actief aan het werk zijn, hun baan kwijtraken. Er is een heel
duidelijke slag gemaakt met effectievere schoonmaak. En er is nu gezegd dat er
areaaluitbreiding is, meer bezoek en meer bewoning, dus we moeten inderdaad extra
inzetten en dat doen we nu dus ook.
(Mevrouw MOORMAN: Dat effectiever, dat zien we nog niet zo. Ik was
het afgelopen weekend in Zuidoost. Nou, die mensen voelen zich daar
echt tussen de wal en het schip zitten. Die zien gewoon echt heel veel vuil
op straat en dat is ook echt toegenomen in de afgelopen periode. Wat
voor antwoord hebben wij daarop dan als gemeentebestuur?)
Wij ergeren ons daar net zo aan als de PvdA. Ik heb gezien dat u daarvoor een
meldpunt heeft opgezet. Wij zien natuurlijk ook fietsend en lopend door de stad heel vaak
plekken die hotspots zijn. Daarop wordt ook ingezet. We hebben ook vorig jaar daarvoor
extra geld vrijgemaakt. We behalen nog niet altijd precies de gewenste resultaten, maar
we moeten daarop steeds verder inzetten en vandaar ook deze extra pilot.
(Mevrouw MOORMAN: Ik heb een punt waarvan ik denk dat de VVD
daarbij toch een beetje het schip is ingegaan, namelijk die 24 uurs-
openingstijden. We kregen vanochtend de melding dat dat niet doorgaat.
U heeft misschien toch niet goed genoeg geluisterd naar alle signalen die
er kwamen dat dit eigenlijk alleen maar wafel- en toeristenwinkels zouden
zijn en dat de buurt hier heel erg op tegen was.)
Wij hebben wel degelijk goed geluisterd en wij zijn ook in staat om zaken bij te
sturen als dat nodig is. Maar deze winkeliers waren niet allemaal verplicht zich aan te
melden. En nu zien we dat bij degenen die zich wel hebben aangemeld, veel zaken zitten
die zich richten op de bezoekers en minder op de Amsterdammers. Ik wil nu dus op zoek
naar mogelijkheden die voor alle Amsterdammers aantrekkelijk zijn. Er zijn inmers heel
veel Amsterdammers die zeggen dat bij een stad als Amsterdam ook een verruiming van
de winkeltijden hoort. Hoe we dat plan zullen gaan invullen, daarover ga ik aanstaande
67
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
week met de wethouder nog in discussie. Het is altijd goed om bij te stellen en te kijken
waar wel mogelijkheden liggen om die verruiming tot stand te brengen.
(Mevrouw MOORMAN: Begrijp ik het nu goed dat de VVD geen andere
koers wil varen? Dit is de zoveelste keer dat wij moeten constateren dat
het niet werkt met die pilot 24 uurs. U blijft daar toch op inzetten.
Waarom?)
En u blijft het 24 uurs-openingstijden noemen. Dat is geenszins het geval. Het zijn
vrije winkeltijden. Niemand is verplicht daaraan mee te doen, maar het mag wel. Dus wat
dat betreft zou je het ook niet hoeven te verbieden. We gaan nu bijstellen omdat we zien
dat er nu alleen maar een aantal partijen is waarvan je denkt dat dat niet per se het
diverse winkel aanbod is dat we voor ogen hadden. Dus we zijn wel degelijk in staat de
koers te verleggen.
(Mevrouw MOORMAN: De VVD begint bijna dogmatisch te worden op dit
punt. Dat vind ik echt onbegrijpelijk. Dit is de zoveelste keer dat we zien
dat de stad dit niet wil en dat de winkels die dit willen, alleen maar winkels
zijn zoals nu ook weer is gebleken, die de toerisme-industrie bedienen,
maar niet de bewoners. Hoe kan ik u van uw koers af brengen? U blijft
maar doorvaren op deze koers.)
Ik heb net gezegd dat wij bereid zijn onze koers te verleggen en wat scherper aan
de wind te varen om wellicht te kijken waar andere routes ons zullen brengen. Dat wil ik
graag verder verkennen.
(De heer BOOMSMA: Ik moet toegeven dat ik het ook niet helemaal
begrijp. We hebben keer op keer gezien dat er geen behoefte is behalve
bij deze winkels. En dan zegt de VVD dat we deze categorie moeten
uitsluiten en we gaan driftig op zoek of er toch niet ergens in de stad nog
ergens een winkel te vinden is die geen toeristenwinkel is en die toch ’s
nachts wil openblijven.)
Ik heb gezien dat de winkels die zich hebben aangeboden niet getuigen van een
heel divers winkelaanbod. Ik ben dus benieuwd om te verkennen hoe wij wel in staat zijn
een divers winkelaanbod daarin aan te bieden en om te kijken wat er mogelijk is. En
wellicht is dat niet nu, maar wellicht is dat pas over enige tijd.
(De heer BOOMSMA: Ik begrijp het gewoon niet, want er waren toch
geen andere winkels die zich hebben aangemeld? Die behoefte is er dan
toch gewoon niet?)
Winkeliers hoefden zich niet aan te melden. Dat mocht, maar dat hoefde niet. Dus
ja, dan weet je niet of er daadwerkelijk geen behoefte is. En als er geen behoefte is, dan
is het ook niet per se nodig daarop een strikt verbod in te zetten. Laten we gewoon kijken
wat er wel mogelijk is.
In onze ogen blijft de stad leefbaar voor bewoners en blijft die bezoeker welkom,
maar de overlast niet. Amsterdam groeit als kool en zal dat voorlopig ook blijven doen. Ik
geloof net als bepaalde professoren en ook de Kunstraad in die schaalsprong die
Amsterdam zou moeten gaan maken. Ik heb daar vorig jaar een motie voor aangenomen
gekregen die inzet op een nog intensievere samenwerking met de metropoolregio en een
motie die ervoor zorgt dat succesvolle experimenten om bezoekers te spreiden en
overlast te beperken, versneld en structureel in de rest van de stad worden toegepast.
Overal ter wereld worden steden aantrekkelijker. Dat zorgt ook hier in Amsterdam voor
een toename van het aantal bewoners die allemaal op zoek zijn naar die betaalbare
woning. Daarover hebben wij het al uitgebreid gehad. Voor de VVD is een ongedeelde
stad een stad waar ook genoeg plaats is voor middenhuur en koop. Daarom moeten we
68
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
blijven bouwen en groeien naar buiten en naar binnen door potentiële bouwlocaties in de
stad te blijven benutten. Om onze stad bereikbaar te houden moeten we blijven
investeren in onze stad met openbaar vervoer, fiets en auto en ruimte bieden voor
initiatieven voor nieuwe vormen van transport. Ook duurzaamheid is een belangrijk
speerpunt. Door bijvoorbeeld duurzame startups beter te ondersteunen kan de gemeente
het eigen initiatief van de Amsterdammers om bij te dragen aan een duurzamere wereld
helpen ontplooien. De VVD is niet van het straffen en het opgeheven vingertje, maar ze is
een partij van kansen zien en grijpen. Er is geen enkele reden waarom duurzaamheid niet
op een positieve en innovatieve manier kan worden betrokken bij het Amsterdam van de
toekomst zonder dat je straks van de Stopera niets meer mag en steeds meer moet.
Elk jaar heb ik hier een positief verhaal gehouden, vaak na de dystopische
bijdrage van de heer Groot Wassink. Dat is in dit geval wel heel erg toepasselijk. Maar wat
is er ongelooflijk veel moois gebeurd in Amsterdam. Zoveel positieve ontwikkeling
waardoor onze stad nu zo populair is. Zolang wij blijven inzetten op het omarmen van
groei en innovatie en ondernemerszin van Amsterdammers, is er geen enkele reden om
te denken dan dat de toekomst een mooie toekomst zal zijn. Ik noem dit bewust al jaren
ondernemerszin en geen ondernemerschap, want ondernemerszin geldt in mijn ogen voor
alle Amsterdammers. We moeten stoppen ondernemerschap te zien als de macht van het
grootkapitaal. Als je je inzet voor een lokale bakker en als er dan wordt gezegd dat je de
stad verkwanselt aan het grootkapitaal, dan is het toch echt de macht van het MKB dat
veruit het grootste deel van de banen creëert en dat investeert in de stad. We moeten juist
de verbinding zoeken met die bewoner, het bedrijf en de bezoeker. Het is jammer dat het
de Jan Evert niet is gelukt dit model duurzaam uit te rollen, maar het is in mijn ogen wel
het model van de toekomst. Samenwerking tussen bewoners en ondernemers. In mijn
laatste bezoek aan het Osdorpplein gaf men aan dat er meer communicatie dan ooit is
tussen de groepen en dat de klankbordgroep nog geen geschil te verwerken heeft gehad.
Het kan dus wel, maar het kost tijd en doorzettingsvermogen en ondernemingszin. In mijn
ogen moeten we elkaar meer durven te vertrouwen, meer durven los te laten en moeten
we adaptief zijn. Samenwerken en verbonden zijn, innovatie stimuleren en durven om te
denken, het klinkt uit mijn mond misschien een beetje zweverig, maar ik geloof in deze
vorm van impact maken. En wie is daartoe beter in staat dan het hoogste orgaan van de
stad, de gemeenteraad”?
Amsterdam groeit, maar de stad is nooit af en zal ook nooit af zijn. Ook volgend
jaar moeten we blijven werken aan de toekomst van Amsterdam met goede zorg voor
ouderen, goed onderwijs voor kinderen en zoveel mogelijk mensen aan het werk. Een
schone en opgeruimde stad waar velen van kunnen genieten. Dat is de uitdaging en daar
liggen de kansen voor de toekomst. Met een positieve houding is bijna alles mogelijk.
(De heer BOOMSMA: Ik wil even terugdenken aan het coalitieakkoord en
het amendement van het CDA dat unaniem is aangenomen over een
verzorgd niveau van de openbare ruimte zowel qua schoonhouden als
qua onderhoud van de infrastructuur in deze stad. Vindt de VVD nu dat dit
amendement is uitgevoerd?)
Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat niet precies weet. Ik weet wel dat er enorm op is
ingezet om dat amendement uit te voeren. Je ziet gewoon dat dat op sommige plekken
niet altijd lukt. De inzet is er zeker naar.
(De heer BOOMSMA: Is mevrouw Ruigrok het met ons eens dat het
staand beleid behoort te zijn als een amendement is aangenomen en dat
het dus dient te worden uitgevoerd?)
69
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Ja, mijnheer Boomsma, dat ben ik met u eens. Dat geldt ook voor aangenomen
initiatiefvoorstellen, bijvoorbeeld over vrije winkeltijden, maar je hebt met de realiteit te
maken en dan moet je kijken naar wat haalbaar is en wat realistisch is. Ik denk dat we
daarom ook nog inzetten bij deze voorjaarsnota op nog meer capaciteit om inderdaad die
schoonheidsgraden te halen.
(De heer BOOMSMA: Is de VVD het dan met het CDA eens dat we de
beslissing moeten nemen om dat amendement volledig uit te voeren als
we de kans hebben om ervoor te zorgen dat de stad en de openbare
ruimte overal op het niveau verzorgd blijven?)
Ik ben het met u eens dat dat wenselijk is, ja. Of dat altijd haalbaar en realistisch
is, dat is de vraag. Maar het streven moet er zeker zijn.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen.
66° Motie van de raadsleden mevrouw Ruigrok en mevrouw Poot inzake de
Voorjaarsnota 2017 (Bestrijdingpersoneelsschaarste) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 479)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ in overleg met het UWV en andere relevante partijen een plan van aanpak te
ontwikkelen om het komende jaar met name in te zetten op scholing van
bijstandsgerechtigden, statushouders en langdurig werklozen in die gebieden
waar reeds schaarste aan personeel bestaat zoals het onderwijs, de bouw,
zorg en ICT;
- dit plan van aanpak voor te leggen aan de gemeenteraad.
67° Amendement van de raadsleden mevrouw Ruigrok en de heer Torn
inzake de Voorjaarsnota 2017 (Pilot Langer handhaven op water in de zomermaanden)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 480)
Besluit:
-_ in programma 8.3 Water per direct incidenteel 400.000 euro aan Waternet
beschikbaar te stellen voor een ‘Pilot langer handhaven op water in de
zomermaanden’, waarbij gedurende de zomermaanden uiterlijk tot en met
september tot maximaal 01.00 uur ’s nachts handhavingscapaciteit in de
drukste gebieden op het water aanwezig is om overlast te bestrijden;
-_ hiervoor dekking te vinden in de stelpost ‘Ontwikkelingen tussen voorjaarsnota
en begroting’;
- de voorjaarsnota verder dienovereenkomstig aan te passen;
- het college op te dragen eind van dit jaar een evaluatie aan de raad van deze
pilot te doen toekomen inclusief het aantal boetes dat na 23.00 uur is
opgelegd.
68° Amendement van de raadsleden mevrouw Ruigrok en de heer Torn
inzake de Voorjaarsnota 2017 (Pilot Handhaving afval in burger Damgebied)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 481)
Besluit:
-_in programma 2.3 Veiligheid voor 2018 incidenteel 700.000 euro beschikbaar
te stellen voor een ‘Pilot Handhaving in burger Damgebied’ waarbij een
70
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
handhavingsteam in burger gedurende een jaar permanent aanwezig is in dit
gebied om met name afvalgerelateerde overtredingen te bestraffen;
-_ hiervoor dekking te vinden in de stelpost ‘Ontwikkelingen tussen voorjaarsnota
en begroting’;
- de voorjaarsnota verder dienovereenkomstig aan te passen;
- het college op te dragen uiterlijk bij de Begroting 2018 een plan van aanpak
inclusief evaluatiecriteria voor deze pilot voor te leggen aan de gemeenteraad.
De motie en de amendementen maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Dat de Partij voor de Dieren groeit qua zetels en qua
aantallen mensen dat erop stemt, dat wordt vandaag weer bevestigd hier in deze
gemeenteraad. Ik heb zo’n beetje de eerste bijdragen gehoord en heel eerlijk, mensen,
het valt me niet tegen van jullie. Dus ik wil eigenlijk mijn mederaadsleden complimenteren.
En ja, er is nog een aantal puntjes waarop verbetering mogelijk is. Toen ik lid werd van de
Partij voor de Dieren, toen dacht ik dat ik dit deed vanuit dierenwelzijn en de rest van het
programma moest ik nog maar even bezien. Naarmate ik mij langer mag inzetten voor de
mooiste politieke partij van Nederland, ben ik er steeds meer van overtuigd dat we redelijk
goed in de juiste richting zitten. Ik zal u een voorbeeld geven en daarna gaan we het
natuurlijk over Amsterdam hebben. In 2012 heette het verkiezingsprogramma van de
Partij voor de Dieren ‘Laat je niet wegcijferen, houd vast aan je idealen’. Dat is later wat
gekopieerd door een club met economisten en houvast aan je idealen. Daar zijn wij trots
op. En als ik nu de discussie hoor tijdens de bijdragen van mijn medefractievoorzitters
over de balans in de stad, maar veel meer over hoe mensen zich voelen in deze stad, dan
komen we een heel eind. Twee jaar geleden wilde ik de welzijnsindex invoeren. Dat is
toen niet gelukt en dat is ook helemaal niet erg. Ik heb zeker niet de wijsheid in pacht. Ik
laat mij ook heel graag inspireren door anderen en u doet het ook. En dat is goed. Daar
kom ik zo nog even op terug. Want wij wonen in de mooiste stad van de wereld. Dat is
een feit. Wij wonen in de mooiste stad van de wereld, maar wij maken beleid voor ons
dorp. Daaraan moeten wij wat doen. Wij moeten onze verantwoordelijkheid benutten die
wij hebben als Amsterdam en met de uitstraling die wij hebben naar de rest van
Nederland en hopelijk wereldwijd. Dat betekent inderdaad dat wij meer uit deze glazen
Stopera moeten komen. Ik weet niet of wethouder Van der Burg het over een kajuit heeft
gehad, ik denk dat wethouder Van der Burg het meer over een bubbel heeft, ik weet het
niet. Ik zal alle termen over water achterwege laten. Het college zit op 80% van zijn tijd,
maar zitten we ook op 80% van het resultaat? Dat weet je niet. En ik ga ook helemaal niet
terugkijken of het college nu al bereikt heeft wat het heeft beloofd. Want heel veel plannen
komen vaak pas tot uiting aan het einde van een periode en dit college heeft daarvoor
gewoon nog een kleine negen maanden. Ik ga die eindrekening helemaal niet opmaken.
Dat gaat de kiezer doen. Niet ik. Ik vraag me wel af hoeveel minder Putingas we nu door
ons gasstelsel hebben lopen; hoeveel windmolens we nu concreet hebben gebouwd;
hoeveel groen er nu is gehoed door de panter van het groen; hoe het met de
schuldpositie en de solvabiliteit van deze stad is en hoe het met het welzijn van
Amsterdammers is. De afgelopen periode is een periode van experimenteren geweest en
de vraag is dus wat dat heeft opgeleverd. Ik denk te weinig. Andere mensen zullen
bijdragen en zeggen dat het goed gaat. Ik heb het ook gehoord. Het gaat goed in deze
stad. We hebben de economie mee. Ik zou bijna zeggen: we hebben de wind in de zeilen.
71
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
En als je zegt dat het goed gaat, is dat — wat de meeste partijen doen — vanuit de
financieel-economische bril. Maar als je een andere invalshoek neemt, dan zie je
verschraling in deze stad. Verschraling die zich op dit moment nog niet uit in kpi's, in
cijfers, in indexen. Dat komt omdat de meeste indexen, die wij in onze begroting, in onze
plannen hebben, zijn gemaakt vanuit de financieel-economische bril. Niet iedereen in
deze raad heeft dezelfde bril op. Dat klopt. Het merkmontuur van de VVD kijkt namelijk
naar hoe gaat het met mijn x-keer modaal inkomen. En het ziekenfondsbrilletje van de SP
kijkt naar hoe het gaat met de minima in deze stad. Maar eerlijk is eerlijk, u kijkt via de
financieel-economische bril vanuit de kiezer die u hier heeft neergezet. Dat is immers uw
opdracht. Alleen die financieel-economische bril is te beperkt. Die filtert te veel. Wij zullen
door andere brillen naar de staat van onze stad moeten kijken. En als je die opzet, komen
er weer kanttekeningen, zijn er weer signalen die we serieus moeten nemen. Ze zijn er; ze
worden al benoemd, maar ze worden nog niet uitgedrukt in cijfers waarmee wij iets
kunnen. Ik ga u een paar voorbeelden geven vanuit mijn ervaring, maar waarschijnlijk
herkenbaar. Ik werk vrij veel, maar als ik niet werk, dan bevind ik mij vaak in, op of onder
water. Ik duik, zwem, surf en vaar ook regelmatig op een boot. De afgelopen jaren ben ik
niet meer in deze stad geweest. Ik kom bij hoge uitzondering nog wel eens een keer in de
Amsterdamse grachten. Waarom? Omdat de Amsterdamse grachten te vol, te druk, te
vies en te lawaaiig zijn. De Amsterdamse openbare grachten, de openbare ruimte, zijn
compleet overgenomen door de commercie. Maar dan ook compleet. Ik als
Amsterdammer kom niet meer graag op onze grachten. Je komt niet een middag weg
zonder minimaal een aanvaring en als je niet uitkijkt, ruzie. Herkenbaar? Ja, nee, zie ik u
schudden. Voor mij is het helaas wel herkenbaar. Nogmaals, u heeft wellicht een andere
bril op. Winkelen in het weekend in Amsterdam. Ik kom er niet meer, want ik haat het om
crowdsurfend van winkel naar winkel te gaan. Het is zover gekomen dat in de Kalverstraat
mensen de straat niet meer op mochten, de winkel niet meer uit mochten — en dit is geen
grap — omdat het te gevaarlijk was om de Kalverstraat in te gaan. Je mag de winkel niet
meer uit omdat het te gevaarlijk is om in een wandelgebied te komen. Geen grap, serieus
gebeurd. En dan het Amsterdamse groen. Speerpunt. Festivaliselering. Amsterdams
groen in het weekend is een groot openbaar festivalterrein. OQ nee, commercieel
festivalterrein. Het Vondelpark is een grote menigte waar het veel, veel en veel te druk is,
omdat ongeveer alle andere parken een festival hebben. Nee, dat zijn niet alle parken. Ja,
dat zijn wel alle andere parken. Weet u, misschien ben ik te oud geworden voor
Disneyland Amsterdam. Het zou kunnen. Misschien ben ik gewoon te volwassen
geworden voor onze stad en voor onze binnenstad. Maar volgens mij ben ik niet alleen.
De UvA heeft een onderzoek gedaan onder de Amsterdammers. De Amsterdammer vindt
het steeds minder prettig in zijn of haar eigen wijk. Mensen, dat is een signaal dat je
serieus moet nemen. Dan is het eigenlijk al te laat. Als de Amsterdammer zich in zijn wijk,
in zijn eigen wijk niet meer prettig voelt, wat zijn we dan met zijn allen aan het doen?
(Mevrouw RUIGROK: Bent u op de hoogte van de insteek van het
onderzoek, het aantal interviews dat is gedaan en hoe oud de deelnemers
waren die meededen aan het onderzoek?)
Nee, ik heb totaal geen idee, maar dat gaat u mij zo vertellen.
(Mevrouw RUIGROK: Ja, graag. Het gaat over een groep 45+'ers en 26
interviews. Daarmee is het heel belangrijk om dit signaal mee te nemen,
maar ik ben dus ook heel benieuwd naar andere leeftijdsgroepen en naar
grotere aantallen. Bent u dat ook?)
Jazeker, daarom wil ik ook een welzijnsindex voor alle Amsterdammers en ik hoor
dat u daar ook voor bent dus dan kunt u mijn voorstel steunen. Ik heb ook gezegd dat ik
72
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
het uit een onderzoek haal, maar het is niet het enige signaal. Als dit het enige signaal
was, hadden we niet zo’n probleem. Maar de vrienden van de binnenstad klagen steen en
been; de mensen van de parken klagen steen en been. Nu klagen Amsterdammers veel,
zo wordt altijd trots gezegd door burgemeester Van der Laan, maar het zou te simpel zijn
het daarmee af te doen. De signalen, en dat is ook waarmee ik begin, de signalen vanuit
Amsterdam zijn op dit moment niet financieel-economisch. Die haal je niet uit de
begroting, maar als je goed luistert dan zie je de kentekens. Het is ook burgemeester Van
der Laan geweest die als eerste de balans van de stad op de agenda heeft gezet. En
terecht gaf hij dat als burgemeester aan in zijn toespraak 2013-2014. Hij pikte ook die
signalen van de Amsterdammer op. Dus 26 respondenten, is dat significant? Wellicht niet.
Maar u kunt uw ogen niet sluiten voor het feit dat dit in deze stad aan de gang is. Maar er
zijn meer tekenen. Dit is wat je als Amsterdammer in de dagelijkse praktijk meemaakt. Het
lontje wordt korter. Wat bedoel ik daarmee? De fietspaden 's morgens naar je werk zijn te
vol. Voetgangersgebieden zijn in het weekend te vol. Het autoverkeer zit vaak muur- en
muurvast. We groeien gewoon uit de voegen van onze eigen stad. Mensen raken
daardoor geïrriteerd. Dan kun je zeggen dat je mensen beter moet opvoeden. Dat is voor
een deel waar. Er is een aantal mensen dat beter opgevoed zou moeten worden, maar de
grote meerderheid reageert gewoon in het sociaal experiment waarin wij ze zetten. Als je
een stad te vol maakt, raken mensen geïrriteerd. Dan wordt het lontje korter en dan krijg
je problemen. Dat zie je niet in de criminaliteit, want je gaat van een scheldpartij op straat
of van irritatie in het verkeer geen melding maken. Het is wel zo dat het af en toe een stuk
ongezelliger wordt in deze stad. Dat heeft alles te maken met hoe wij deze stad inrichten.
We gaan het vandaag over een aantal stukken hebben: over de openbare ruimte, over de
visie hoe we moeten schoonmaken. Elke keer wordt er uitgegaan van het gegeven dat de
stad groeit. Dat is elke keer het openingsstatement. Alsof dat niet een keuze is. De stad
groeit en daarom moeten wij huizen bouwen. Theo Maassen zei: er is behoefte aan, dus
waarom zouden wij daaraan niet voldoen? Nee, ik denk, ik vind, nee, we moeten dat
reguleren. Als je een leefbare stad wilt houden, moet je gewoon maatregelen treffen
waarmee je een aantal mensen niet tevreden stelt. We hebben net een interessant debat
gezien over voorrang geven aan leraren om het lerarentekort op te lossen. Nobel streven.
Daar kun je niet op tegen zijn. Wat er met dat voorstel wordt gedaan, is precies dat
waarmee diezelfde indiener wethouder Kock complimenteerde. Nee, het staat er haaks
op. Hij complimenteerde wethouder Kock ermee dat hij niet de schulden aan het
verschuiven was, maar dat hij het integraal oppakte. Als je nu voorrang geeft aan leraren,
dan verschuif je het probleem. Als ik één iemand voorrang geef, dan geef ik iemand
anders — ja, wat is het woord? — achtergang of zo. Dus we moeten keuzes maken. En de
keuze voor de Partij voor de Dieren is altijd heel simpel: het aantal vierkante meters groen
per inwoner. Dat is niet zomaar een gegeven. Dat is niet omdat groen zo mooi is, maar
dat ligt aan de grondslag van de wijze waarop je met je openbare ruimte en de inrichting
van je stad omgaat. Daarnaast gaan we het nog eens hebben over wat we dan met dat
groen doen. Verharden van het groen, moet je dat uit groengelden betalen? Maar het gaat
eerst over hoe wij met de verhouding in deze stad omgaan, met de drukte en met de
maxima waar we aan komen en waar we tegenaan lopen. Dat betekent dus niet dat we
moeten kijken: hé, daar ligt 100 m?, hoeveel huizen kan ik daarop bouwen? Nee, je moet
kijken: we hebben zoveel ruimte, hoeveel mensen kan ik huisvesten gezien de complete
infrastructuur, de aanzuigende werking die we hebben? Nu wordt heel vaak de kaart naar
toerisme gespeeld. 15%. 8%. Wie geeft het hoogste getal? Als we de toeristen weghalen,
zijn alle problemen opgelost. Tuurlijk. Toeristen zijn mensen en zorgen voor druk op de
stad. Ze willen slapen, hebben dus vierkante meters nodig waar je geen woning hebt. Dat
73
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
is allemaal waar. Maar je kunt niet de toerist de schuld geven van alle problemen met de
balans in de stad. Overigens ben ik het er wel mee eens dat het toerisme volledig uit de
hand is gelopen. Laat ik dat ook even hebben gezegd. Maar we zullen dus een visie
moeten ontwikkelen wat we met het groen doen. Daarom een concrete vraag aan de
wethouder. Hoever bent u met het visiedocument groen 2015, een algemeen
aangenomen motie van 14 september 2016? Het is een kaderstellend stuk, tactisch
niveau, zo heb ik inmiddels geleerd, de motie is aangenomen, maar ik heb er nooit meer
wat van gehoord. Ik denk dat dat essentieel is als tegenhanger van de bouwvisie 2025.
Want hoe wij met de openbare ruimte omgaan, bepaalt hoe mensen zich in deze stad
gaan voelen en dat bepaalt het geluk van ons Amsterdammers. En dat geluk van die
Amsterdammer wil ik uitdrukken in een welzijnsindex. Ik heb het in 2014 verwoord. Dat
was toen te ver. De heer N.T. Bakker zei dat hij er ooit nog op terug zou komen. Is er nog
niet van gekomen, maar wat in het vat zit, verzuurt niet. Maar ik heb dus een motie die
wat lichter verteerbaar is, maar die wel hetzelfde behelst. Ik wil indicatoren voor welzijn bij
de plannen die we maken, bij het geld dat we uitgeven en de doelstellingen die we zetten.
24 uurs-economie. Is dat goed of slecht? Dat is weer uit een financieel-economische bril.
Er zijn winkels die daaraan wel of niet behoefte hebben. Maar wat doet dat nu voor een
wijk? Worden mensen daarvan nu meer of minder blij? Dat zou ik graag willen weten en
daarvoor heb ik een motie.
Dit zou zo maar eens het einde van mijn betoog kunnen zijn, zij het niet dat ik dan
in dezelfde valkuil trap en dat is dat dit allemaal vanuit mijn perspectief geredeneerd is.
Alles wat ik zojuist in mijn bijdrage heb gezegd, was mensperspectief gerelateerd. Maar
wij zijn onderdeel van een planeet. Een mooie uitspraak in het Engels, vrij vertaald: ‘Er
zijn geen passagiers op planeet aarde; er is alleen meer bemanning.’ Daarmee bedoel ik:
klimaat. Als Trump minder gaat doen, moeten wij niet zeggen dat we wel vasthouden, dan
moeten wij meer gaan doen. Ik heb hier ooit het CDA verweten dat het dacht dat wij hier
de problemen in de Gazastrook konden oplossen met een stedenband. Nee, natuurlijk
niet. Kan Amsterdam het effect van het afscheid nemen van Amerika in het
klimaatakkoord Parijs goed maken? Nee, natuurlijk niet. Ik kan rekenen. Maar wat wij wel
kunnen doen — en dit bedoelde ik net met de woorden dat wij een wereldstad zijn, maar
lokaal beleid maken — is dat we zullen moeten nadenken over de gevolgen van onze
acties. Ik zou willen dat Amsterdam nog meer haar best gaat doen om een voortrekkersrol
te vervullen in de klimaatverandering en dan in positieve zin. En daarmee bedoel ik
voorbeelden en daden stellen over hoe een stad heel snel kan verduurzamen. Want dat
we moeten verduurzamen, is een feit. Ik heb u twee jaar geleden gewaarschuwd voor de
klimaatvluchtelingen. Ik zei toen, in de hoogtijdagen van Syrië, de negatieve hoogtijdagen:
Als u denkt dat deze vluchtelingenstroom een probleem is, wacht maar, er komen tussen
de 40 en 200 miljoen klimaatvluchtelingen aan. Amerika heeft dit inmiddels een national
security threat genoemd. En ook een of andere bobo van het Nederlandse leger, ik ben
even zijn naam kwijt, zegt dat dit een staatsveiligheidsprobleem gaat worden, die
vluchtelingenstromen die door het klimaat op gang gaan komen. Er is nog een ander
onderzoek. De temperatuur in steden gaat 9 °C omhoog. 9 °C. Urban heating. U moet
zich voorstellen wat dat doet. Ja, de VVD denkt: dan kan ik lekker eerder barbecueën.
Snap ik. Slaapt u rustig verder. Het gaat erom dat wij maatregelen moeten nemen. En ook
daar is groen het antwoord. Maar wij zullen moeten versnellen, zodat we een inspiratie
voor de rest kunnen vormen. Betekent dit dat anderen dit moeten gaan doen? Nee, want
ik zal de komende periode — als u dat mijn partij gunt en de kiezer — twee dingen nog
harder oppakken waaraan echt meer aandacht moet worden besteed. Het eerste is de
gevolgen van onze daden. De indirecte kosten. De indirecte CO> wordt nooit in een
74
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
berekening meegenomen. Er liggen hier plannen dat we 10% minder energieverbruik
gaan realiseren per inwoner of in totaal. Leuke discussie. Maar we kijken niet naar wat wij
als Amsterdam in de rest van de wereld veroorzaken. Het is namelijk heel simpel om de
CO-uitstoot in Amsterdam te verlagen. Je verkoopt de Hemcentrale of je sluit die en je
koopt de CO» in Amstelveen. Dan stoten wij toch geen CO» meer uit, probleem opgelost?
Alleen werkt het zo niet op een planeet. Dus wij zullen bij onze plannen veel meer moeten
gaan kijken wat het indirecte effect is. De iPhone? Kinderarbeid. Daar kun je over
nadenken. Maar dat kun je ook met je Apple. Ik maak me er ook schuldig aan, hè. Met je
Apple? Kinderarbeid. Dat is mijn eerste punt, onze indirecte kosten. Wat doen wij als
Amsterdam qua footprint ten opzichte van de rest van de wereld? En het tweede punt is
wel een interessant punt. Ik wil iedereen bedanken die zich druk heeft gemaakt om de
kameel. Maar wie heeft er getwitterd over de stier? De stier? Ja. Er was een stier
uitgebroken uit het abattoir en nadat de joelende menigte hem tot aan het Bos en
Lommerplein had gejaagd, heeft de politie het dier keurig gevangen en het dier zelfs nog
geslacht. Vanuit dierenwelzijn vind ik daar van alles van. Maar ook vanuit het klimaat.
Want hulde voor GroenLinks over de bebouwde omgeving. De bebouwde omgeving doet
wat, tussen de 14% en 18% van de COs-uitstoot? Dierlijke eiwitten een veelvoud ervan.
Wij kunnen de klimaatproblemen oplossen door ons voedselpatroon te veranderen. Dat
gaat u veel en veel te ver, dames en heren. Nu nog wel. Maar ik zal me de komende
periode veel en veel meer richten op de eiwittransitie. Ja, mijnheer Torn, ook voor u en
voor uw kinderen eventueel of uw familieleden. Energietransitie is essentieel, maar de
schade die wij elke dag veroorzaken door het voedsel dat we tot ons nemen, is vele
malen groter. De heer Boomsma zei vandaag terecht dat voedsel het nieuwe taboe vormt.
Het is best wel pijnlijk om het leed wat er achter zit te beseffen of de klimaatschade die je
daarmee veroorzaakt als je 's avonds naast die barbecue staat of als je die niet-
biologische kroket tot je neemt.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
69° Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de algemene
beschouwingen over de Voorjaarsnota 2017 (Amsterdamse _welzijnsindex)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 482)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- in de begrotingen de verwachte gevolgen van het te voeren beleid op deze
welzijnsindicatoren weer te geven en hierop te reflecteren in de jaarverslagen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER schorst de vergadering om 17.36 uur tot 19.30 uur ‘s avonds.
75
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
INDEX
414 Vaststellen van het bestemmingsplan Johan Huizingalaan 761-763 ……… 12
415 Vaststellen van het bestemmingsplan Amsterdam RAI, partiële herziening
(herstelbesluit) … … … nennen anneer snereneeen eneen eneereneenvennerenene renners eneen Î
418 Kennisnemen van de brief inzake de toezegging over het participatietraject
420 Vaststellen van het bestemmingsplan zelfbouwkavels Sloterweg locatie B … … 14
421 Vaststellen van het bestemmingsplan Gooise Kant... ennen eene 14
424 Kennisnemen van de Financieel Perspectief Zuidas Amsterdam
Eindejaarsrapportage 2016 en instemmen met de actuele saldi en programma van de
actieve grondexploitaties en functioneel deelplannen … nnn ennen eneen eneen 14
425 Vaststellen van de Verordening gronduitgifte met gebruikmaking van erfpacht
Amsterdam 2017 …....nnnnnnenneer enen eneeenenneeenen een enennenenerseerenenenvennenneeeenenenensenneneeennnn ÎO
428 Onttrekken aan de openbaarheid van de zuidelijke toe- en afrit Cornelis Lelylaan
(S106) ter hoogte van de Delflandlaan … … nnen enneenneeer eneen ennen 1
435 Kennisnemen van de eindevaluatie Pilot bodycams bij het taxiteam van Rve
Handhaving en Toezicht... nennen ennnerrenennereeenenerreevenvervenennveenenenve eee enenen 2
436 Kennisnemen van de jaarrapportage Treiteraanpak 2016 … … ennen. 24
437 Bekrachtigen van de geheimhouding ……… nnen ennneerenenneeeervenneeerrennnnen 1
438 Instemmen met de actualisatie van het Lening en garantiebeleid … …… … … 12
441 Vaststellen van de actualisatie van de gebiedsagenda's Oud-Noord en Noord-Oost
in stadsdeel Noord …… eneen en ennenneneneeren eenen enneneserverrenenennennnenennnenenenennennenn OÔ
446 Houden van de Algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota 2017 … ………..32
454 Actualiteit van de leden Nuijens, Groot Wassink, Boutkan en Moorman inzake het
onderzoek van dr. Pinkster en dr. Boterman van de Universiteit van Amsterdam inzake
de sociale verarming, vervreemding, en de ontrafeling van het stedelijk weefsel als
gevolg van massatoerisme en commercialisering… … …… nnen  7
458 Motie van de raadsleden mevrouw Moorman en mevrouw De Heer inzake de
Voorjaarsnota 2017 (Stop verkoop sociale huur) … nonnen ennen eenerenneer ennn: 3Ó
459 Motie van de raadsleden mevrouw Moorman en mevrouw De Heer inzake de
Voorjaarsnota 2017 (Minimaal 40% sociaal bij nieuwbouwprojecten) … … … 36
460 Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake Behoud woningen voor bewoners
461 Motie van het raadslid de heer Boutkan (Richt bureau in voor monitoren onroerend
goed transacti®S) … nnn ennen ennenenneer ennen snerenenen eneen snnenenveenennnernneerenvneen eneen Of
462 Amendement van de raadsleden mevrouw Moorman en de heer Poorter inzake de
Voorjaarsnota 2017 (Wachtende wijken) … nuno nennen eneernneerenneren eener nneeen enne Of.
463 Amendement van de raadsleden mevrouw Moorman en de heer Boutkan inzake de
Voorjaarsnota (Verhoog de toeristenbelasting per 2018 stapsgewijs naar 8% en maak
voorgenomen differentiatie ongedaan) … … nnn anneer ennen enerenneer eneen vennen eenn OO
464 Motie van de raadsleden de heer Nuijens, de heer Ernsting, de heer Boutkan en de
heer Boldewijn inzake verbod van touringcars uit het gebied binnen de Amsterdamse
465 Amendement van de raadsleden mevrouw Moorman, de heer Poorter en de heer
Nuijens inzake de Voorjaarsnota 2017 (Kluswoningen voor statushouders) … … … … … 38
466 Amendement van de raadsleden mevrouw Moorman en mevrouw De Heer inzake
de Voorjaarsnota 2017 (Geen formatiereductie van 261 fte in de groenvoorziening,
reiniging openbare ruimte) … … nnen ennen ennen ennenenneer ennen enerenneen erneer eneenene en OÓ
76
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 7junia017 Cemeonteraad
Raadsnotulen
467 Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake de Voorjaarsnota 2017
(Stadsbouwmeester) … unne nenne en ennerenneerennerenennereneeer eneen ennerennen sneren anneer OO
468 Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake Co-koop … nnn nnee. 99
469 Amendement van het raadslid mevrouw Moorman inzake de Voorjaarsnota 2017
(Aanpak lerarentekort) … … … nnn onneeenneerennerenennereneeer ennen enneneneen eneen eneen enen OO
470 Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake achterstandsgebieden scholen 40
471 Motie van de raadsleden mevrouw Moorman en de heer Mbarki inzake het roze
lerarennetwerk in het Amsterdamse Onderwijs … … … nnee ennen anneer eenen enne en 4
472 Amendement van het raadslid de heer Ünver inzake de Voorjaarsnota 2017
(Structurele ophoging van het Armoedebudget) … nnn nnee enneeenneer ennen
473 Motie van de raadsleden de heer Van Dantzig en mevrouw Timman inzake de
Voorjaarsnota 2017 (Woningtoewijzing leraren) … … nnn onneennneer eneen eneen enn DÔ
474 Amendement van de raadsleden de heer Van Dantzig en mevrouw Verheul inzake
de Voorjaarsnota 2017 (Discriminatie: zero tolerance) … nnn eneen eneen DÔ
475 Amendement van de raadsleden de heer Van Dantzig en mevrouw Ten
Bruggencate inzake de Voorjaarsnota 2017 (Buurtgeld voor buurtinitiatief) … … … … … 58
476 Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota 2017
(Gemeentelijke woningcoöperatie) … nnen ennen eneeenneern eneen ennen eneeen eneen Ôf.
477 Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota 2017
(Gemeentelijke organisatie COs-neutraal) … nnn nnee enneenneereneneenenerenee eenn OÔ
478 Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota 2017
(Ongelijkheid als prioriteit) … nnen eenen enenenner eneen neeenenneenennereneen eneen eneen OÙ
479 Motie van de raadsleden mevrouw Ruigrok en mevrouw Poot inzake de
Voorjaarsnota 2017 (Bestrijdingpersoneelsschaarste) … nanne nnee eere een PS
480 Amendement van de raadsleden mevrouw Ruigrok en de heer Torn inzake de
Voorjaarsnota 2017 (Pilot Langer handhaven op water in de zomermaanden) ….…….…..73
481 Amendement van de raadsleden mevrouw Ruigrok en de heer Torn inzake de
Voorjaarsnota 2017 (Pilot Handhaving afval in burger Damgebied) … …… … 74
482 Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Algemene beschouwingen
over de Voorjaarsnota 2017 (Amsterdamse welzijnsindeX) … … … nnen 1
580 Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake de pilot bodycams bij het
taxiteam van de Rve Handhaving en Toezicht... nnn ennen venneneer ennen eneen 1
581 Motie van de raadsleden de heer Van Dantzig, de heer Peters en de heer Groot
Wassink inzake het gebruik van bodycams in het kader van de treiteraanpak … … ………29
Brief van de directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam van 30 mei 2017 inzake
de aanbieding van het jaarverslag 2016 van de gemeenschappelijke regeling
Rekenkamer Metropool Amsterdam nanne ennnnneerennenerevennenerevenneneevennnenennennnnnn f.
Brief van de programmadirecteur van het Noordzeekanaalgebied van 24 mei 2017 inzake
de aanbieding van het rapport ‘Uitvoeringsprogramma Noordzeekanaalgebied 2017'….….7
Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 16 mei 2017 inzake de aankondiging van de
start van het onderzoek Project 1012... neen enneerenennneerenenneeeeenenneeee enen
Brief van E. van der Burg, wethouder Grondzaken, van 15 mei 2017 inzake een tijdelijk
pop-up hotel in toren 700 van het asielzoekerscentrum Wenckebachweg … … 4
Brief van E. van der Burg, wethouder Zorg, van 29 mei 2017 inzake informatie over de
uitvoering van motie 366 van de leden Duijndam, Poorter, Roosma en A.J.M. Bakker en
motie 367 van het lid Boomsma van 10 mei 2017 over de herindicering van cliënten met
een gesloten buitenwagen of een aangepaste autobus … … nnn ennen enne
Brief van een burger van 22 mei 2017 inzake de aanbieding van het boek ‘Haarlem bij
gaslicht’ over de periode 1837-1914 … nnn eneeeeevenneerenenneerenenneeeeevenneeeene 1Û
71
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Brief van een burger, gericht aan E. Schippers, kabinetsinformateur tot 29 mei 2017, van
20 mei 2017 inzake de megafraude door de gemeente Amsterdam bij de bouw van de
Amsterdam ArenA … nnee enneereevenneererenneerenenneeereneneerenveneeeevenneeren enen veevenneeer enen Ò
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 mei 2017 inzake de
financiële maatregelen voor toerisme en afdoening van de moties 1289 en 1516 van 10
november 2016 van de leden Vroege en Boutkan … nnen eenen d
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 18 mei 2017 inzake de
uitvoering van motie 1731 van 21 december 2016 van de leden Kaya, Mbarki, Duijndam
en Blom over de opvang voor dak- en thuisloze jongeren - maak werk van uitstroom ….8
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 2 mei 2017 inzake de
uitvoering van motie 1251 van 10 november 2016 van de leden Kaya en Roosma over
toegang maatschappelijke opvang … … … nanne enen venneeeenennneeeenenneeeernenneer nennen 1
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2017 inzake de
afdoening van motie van 1480 van 9 november 2016 van de leden Moorman en Nuijens
over de handhaving van illegale toeristische verhuur … anneer enne neren Ö
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 mei 2017 inzake de
afhandeling van motie 281 van 6 april 2017 van het lid Boldewijn over de plaatsing van
Vezips in de keerlus Tolhuisgebied … … nonnen enneeeenvenneeeenenneeeeenenneerenenneerer 1Ô
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 mei 2017 inzake de
uitvoering van motie 1547 van 10 november 2016 van de leden Boomsma en
Guldemond over nader onderzoek naar de hoogte van de overheadkosten van de
gemeente Amsterdam … … nonnen vennen enneneeenenneeerenenverveneneeervennveeervenne vennen 1Û
Brief van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam van 18 mei 2017 inzake
de aanbieding van de concept Ontwerpbegroting 2018-2021 van de Vervoerregio
Amsterdam …… nnn enneereenenneervevenneerenenenereneneeereneneereevenveeeevenneeren enne eeeevenenn Ó
Brief van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen van 31 mei 2017 inzake de
aanbieding van het jaarverslag en de ontwerp-jaarrekening 2016 van het
Recreatieschap Vinkeveense Plassen … nnn oennnneerennenneev ennen enenneneeevennenerrennnenn 1
Brieven van een burger van 29 mei, 31 mei en 1 juni 2017 inzake de fraudezaak rond de
bouw van de Amsterdam ArenA... anneer ennneerenennenerenenverrenenvereevenverenennveeeenenn nn Ó
Kopie van een brief, gericht aan wethouder Van der Burg, van LHV, Jellinek en 1ste Lijn
Amsterdam, van 29 mei 2017 inzake de mogelijkheden om van Amsterdam een
rookvrije gemeente te maken … nnen eneen enne erenvennerrenenverenenenve re venenverr ennen Ö
Raadsadres van BIZ Eigenarenvereniging en BIZ Ondernemersvereniging van 18 mei
2017 inzake het vergroten van de veiligheid in de Kalverstraat en de Heiligeweg door
het plaatsen van automatische verkeerspalen … ……….…...nnnennennnenerenenene vereen ereen
Raadsadres van de bewonerscommissie Van der Kunbuurt van 22 mei 2017 inzake het
verzoek om opschorting van de herontwikkelingsplannen voor de Van der Kunbuurt….6
Raadsadres van de Bewonersraad Nieuwmarkt Groot Waterloo van 3 mei 2017 inzake de
naamgeving van 2 bruggen naar Auke Bijlsma en Theo Bosch … eneen 3
Raadsadres van de Stichting Exploitatie Golfbaan IJmond Noord en de Heemskerkse
Golfclub van 30 mei 2017 inzake hun protest tegen de golfbaanvariant A8-A9 9
Raadsadres van een aantal burgers, namens enkele schaatsverenigingen, van 15 mei
2017 inzake een perspectief voor schaatsen in en om Amsterdam … … nnn
Raadsadres van een burger van 14 mei 2017 inzake het bezwaar tegen de plaatsing van
een groot commercieel reclamebord voor de flat Klieverink in Zuidoost … … …… … 4
Raadsadres van een burger van 16 mei 2017 inzake het gebruik van de vlaggenmasten in
de Nieuwe Amstelstraat - hoek Mr. Visserplein voor vlaggen van het Joods Historisch
Museum... nnn ennnneeerennenneenennenersnenneeernvennenervennnnnernenneneervenneerevennnnernennnnvervennennenn D
78
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 7 juni 2017 Raadsnotulen
Raadsadres van een burger van 19 mei 2017 inzake investeren in onderwijs door
voorrang te verlenen aan woningzoekende docenten … nnn oenen enn nene er ennen: 0
Raadsadres van een burger van 23 mei 2017 inzake aandacht voor veiligheid … … … 6
Raadsadres van een burger van 23 mei 2017 inzake de gevolgen van het grond-,
huisvestings- en ruimtelijke ordeningbeleid… … nnee ennen ennen er enenene ereen Ô
Raadsadres van een burger van 23 mei 2017 inzake verzoek om toetsing van
onrechtmatigheid van commercieel draagmoederschap in Nederland en de
medewerking van de burgerlijke stand hieraan … … nnee enenenne nevera ereen Ô
Raadsadres van een burger van 24 mei 2017 inzake de berekeningsmethoden van inflatie
voor erfpacht … nnen ennneneenenenneenennenerenenneeervennneernennenvervenneveervennenenn vennen Â.
Raadsadres van een burger van 28 mei 2017 inzake de zorg over het herstelbesluit RAI,
met name over StrandZuid … nnn onneenenoonneerensennenrenennenenenenenevensnnennenvenenr ensen
Raadsadres van een burger van 29 mei 2017 inzake de vorderingen van het onderzoek
naar de verschoningsmogelijknheden van de veerponten van het GVB door TNO .……....…….9
Raadsadres van een burger van 3 mei 2017 inzake het verzoek voor de ontwikkeling van
een nieuw idee over de capaciteitsvergroting van de veerponten in het kader van de
‘Sprong over het IJ! … nnn onsen oenneerensenenerenenverreneneerensenneerenonnneeren anneer enanenens vaneen f.
Raadsadres van een burger van 30 mei 2017 inzake een door een wasstraat in Westpoort
gepleegd milieudelict … nnen eneen enneneene neren en venennenenen vereen enennennne nennen eenen Ô
Raadsadres van een burger van 4 mei 2017 inzake de problematiek rond de bomen in de
Frederik Hendrikstraat … nnen eeneneneer eneen en ennenennenennenenennennenenenenen nennen Ô
Raadsadres van G. van Oudenallen, namens de Verkeersgroepen Amsterdam, van 22
mei 2017 inzake de gemeentelijke aanwijzing voor fietsparkeerplekken en het verhalen
van schade … … nnen onnnnnene neer ner enen ennennenenerrenenvenennenenen vennen enennennnnenenreenenenennennnne nen Ò
Raadsadres van het incassobureau JURADVIN van 23 mei 2017 inzake de afhandeling
van een bezwaarprocedure over het ontwerpbestemmingsplan Sloterweg locatie B….11
Raadsadres van het NOC*NSF van 16 mei 2017 inzake de kansen voor participatie van
kinderen in armoede via sport en CUItUUr … nnee ennen vennerveneene renee ennen d
Raadsadres van Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord van 23 mei 2017 inzake
de belofte van het college over de voorraad sociale huurwoningen in Amsterdam … …..6
Raadsadres van JW ESPO van 24 mei 2017 inzake de ontwikkeling van een biologische
luchtfilter voor veehouderij … … nonnen enneerenennnerrenenverenenenvere venen ee erneer Ö
Raadsadres van mevrouw G. van Oudenallen, oud-Tweede Kamerlid, van 22 mei 2017
inzake de lagere financiële bijdrage van de gemeente Amsterdam voor de tweede
zeesluis bij IJmuiden … … nnn enneereevenneereneneneeren enne nereneneeerenenneervevenveeee vennen ee even Ò
Raadsadres van Powerment Advies van 7 mei 2017 inzake de onwettige verstrekking van
een geldlening ingevolge de Bijzondere Bijstand … … nonnen eneen eneen Ô
Raadsadres van Q-support van 11 mei 2017 inzake het verzoek om vergoeding van
therapiekosten voor Q-koortspatiënten … … nonnen onerennneen ennen eneereneeenvennereneen nennen Ô
79
| Raadsnotulen | 79 | train |
Vir2021-020357 > 4 Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B
Verkeer en of % Amsterdam Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 08 september 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Ruimte en Groen
Agendapunt 9
Datum besluit 6 juli 2021
Onderwerp
Kennisnemen van raadsbrief over het oprichten van een houtbank
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsbrief over het oprichten van een houtbank.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet
a. Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover niet bij of
krachtens de wet de raad of burgemeester hiermee is belast.
Artikel 160, eerste lid, onder e Gemeentewet
Het college is bevoegd tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten.
Artikel 169 Gemeentewet
1. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2).
2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
In september 2018 werd door middel van een schenkingsakte overeengekomen dat het gekapte
Amsterdamse stamhout kon worden overgedragen aan de Stichting Stadshout om deze circulair te
gebruiken voor nieuwe houtproducten. Deze schenkingsakte verloopt op 31 augustus 2021. Vanaf
1 september 2021 zal de locatie van houtopslag en veiling in het Amsterdamse Bos zijn ingericht
zodat daar vanaf die datum stammen afgeleverd kunnen worden. Om te komen tot circulariteit
en optimale kansen voor het Amsterdamse bedrijfsleven, is de veiling alleen toegankelijk voor
bewoners en bedrijven vit de metropoolregio Amsterdam.
Deze brief heeft u op vrijdag 9 juli al via de dagmail ontvangen.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.10 1
VN2021-020357 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
Verkeer en or % Amsterdam ‚ „ ‚
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 08 september 2021
Ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-074556 Commissie WB Voordracht (pdf)
AD2021-074564 | Raadsbrief oprichting houtbank.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Inkoop/Bonne Keizer, bonne.keizer®amsterdam.nl, 06 1257 6329
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2018 Vergaderdatum 27 en 28 juni 2018
Afdeling 1 Agendapunt 29A
Nummer 572
Publicatiedatum 25 juni 2018
Onderwerp
Actualiteit van het lid Kilig inzake de Studentengezondheidstest.
Aan de gemeenteraad
Op zondag 10 juni 2018 is er op de website een artikel verschenen over de
Studentengezondheidstest.! De Studentengezondheidstest is een onderzoek waar
ruim 5000 studenten van de Universiteit van Amsterdam en Hogeschool van
Amsterdam aan hebben meegedaan. Uit de Studentengezondheidstest is gebleken
dat Amsterdamse studenten met een niet-westerse achtergrond vaker depressief en
angstig zijn dan Amsterdamse studenten met een westerse achtergrond. Volgens de
Studentengezondheidstest kunnen deze psychische problemen een indicatie zijn van
een burn-out, deze zorgen voor uitval tijdens de studie, vertraging en verminderde
prestaties.
Volgens het artikel erkent de reguliere ggz dat de huidige manier van werken
onvoldoende aansluit op Nederlanders met een migratie-achtergrond.
Reden van spoedeisendheid
Gezien het feit dat we hier te maken hebben met studenten die lijden aan
psychische problemen die van kwaad tot erger kunnen leiden, is de actualiteit
spoedeisend.
Het lid van de gemeenteraad
dhr. A. Kilig
1 http://www.at5.nl/artikelen/183076/niet-westerse-studenten-hebben-vaker-last-van-
psychische-problemen
1
| Actualiteit | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 6 oktober 2022
Ingekomen onder nummer 356
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Wehkamp, Van der Veen, Abdi, Von Gerhardt, Broer-
sen en Ahmadi inzake de Kinderrechtenscan (invoering Amsterdamse Jon-
gerenraad)
Onderwerp
Invoering Amsterdamse Jongerenraad
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Kinderrechtenscan.
Constaterende dat:
— kinderen volgens artikel 12 en 13 van het Internationaal verdrag van de Rechten van het
Kind het recht hebben om hun mening te uiten en gehoord te worden, en dat de jeugdwet
uit 2015 van gemeenten verlangt dat zij actief jongeren betrekt in het vitwerken en evalu-
eren van beleid;
— jongeren vanaf 16 jaar kunnen stemmen en verkiesbaar zijn voor de stadsdeelcommis-
sies;
— de kinderombudsman van Amsterdam al in de eerste kinderrechtenscan vit 2020 pleit
voor een jongerenraad;
Overwegende dat de Burgemeester aan het onderzoeken is of en op welke manier er een jon-
gerenraad ingesteld kan worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
voor 2023 te komen met een voorstel voor een jongerenraad voor Amsterdam en in dit voor-
stel de volgende kaders voor de jongerenraad te hanteren:
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
— _ laat jongeren zelf meedenken over hoe deze jongerenraad eruit moet komen te zien.
Neem hierbij ook de adviezen van het Jeugdplatform Amsterdam en de jongerenraden of
jeugdlobbyisten in de stadsdelen mee;
— zorg dat de jongerenraad professionele begeleiding krijgt, en dat er binnen de ambtelijke
organisatie een vast aanspreekpunt is;
— _ consulteer de jongerenraad in beleid dat hen aangaat en maak zichtbaar wat met deze
adviezen gedaan is;
— _ zorg dat de adviezen van de jongeren serieus worden genomen en desgewenst geagen-
deerd worden voor behandeling in de commissies op de onderwerpen waar zij over gaan;
— _zorg voor een goede afspiegeling van Amsterdamse jongeren in de jongerenraad: uit
stadsdelen, jongeren met- of zonder beperking en jongeren die een theoretische of prak-
tische opleiding volgen.
Indieners
J. Wehkamp
K.S.N. van der Veen
F. Abdi
M.S. von Gerhardt
J. Broersen
N. Ahmadi
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1605
Publicatiedatum 16 oktober 2019
Ingekomen onder AK
Ingekomen op woensdag 9 oktober 2019
Behandeld op woensdag 9 oktober 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Poot, Nanninga en Boomsma inzake de nota Regenboogbeleid
2019-2022 (toevoegen concrete actiepunt bij de prioriteit veiligheid)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de nota Regenboogbeleid 2019-2022. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1425).
Constaterende dat:
— De voorliggende nota stelt dat veiligheid op straat een prioriteit is;
— De actiepunten op het beleidsveld Veiligheid vooral bestaan uit ‘zachte!
maatregelen, waaronder het verbeteren van de meldingsbereidheid, het
verspreiden van een overzicht met ondersteuningsmogelijkheden het bespreken
van het onderwerp veiligheid in een denktank.
Overwegende dat:
— Het naast deze informerende actiepunten het ook wenselijk is om een aantal
concrete maatregelen te treffen met als doel intimidatie of geweld tegen Ihbti-
personen op straat te voorkomen en eventuele daders op te sporen.
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— In samenspraak met vertegenwoordigers van de Ihbti-gemeenschap en
horecaondernemers te inventariseren of er Ihbti-uitgaansgebieden gebaat zijn bij
het instellen van cameratoezicht ter voorkoming van intimidatie of geweld en ter
opsporing van eventuele daders;
— De raad uiterlijk voor het einde van het eerste kwartaal van 2020 te informeren
over de uitkomst van deze inventarisatie.
De leden van de gemeenteraad
M.C.G. Poot
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1605 Moti
Datum _ 16oktober2019 oe
A. Nanninga
D.T. Boomsma
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente
Amsterdam
Ontwerp | a
elisie
Zo)
Te Maa Aa EELS
metropool
Toekomstbeeld Amsterdam 2050 Ka
En), . .
n _ Fn” Disclaimer
Algemeen Stedelijke ontwikkeling . Er Eat =, ‚ En A De in deze kaart weergegeven ontwikkelingen buiten de
| deb Ë i has 5 7 Ef dj gemeentegrenzen van Amsterdam hebben geen status.
i t rt Tu od ed ve
luwe gebieden Uw& SLAASOUU É — “ 1 ek "ae 8, Deze zijn in samenspraak met Amstelveen, Zaanstad,
gemengde gebieden gemengde stadsbuurt É Te et T Ouder-Amstel en Diemen opgenomen. Ze zijn indicatief en
centrumgebied Mm _hoogstedelijke buurt E ges we. hf a bedoeld om de samenhang van ruimtelijke ontwikkelingen
ij , , ee
bedrijventerrein m_hooostedelijk centrum À Leh & Ee J in de agglomeratie in beeld te brengen.
Ù | } _ El ie Binnen de gemeentegrenzen is het een schets voor de
bebouwing buiten de agglomeratie bedrijvigheid in de buurten in & Ei Kk & EE Ed D stad in 2050 op hoofdlijnen. In de ruimtelijke en program-
bne. A E Me rien . , , … ,
meen gemeentegrens Amsterdam __ Kleinschalige ontwikkeling en f Me el B u matische basisstructuur uit deel Il zijn de verschillende
transformatie % A en A L | u | - TE onderdelen verder uitgewerkt.
er _ Mis LE ä ale E
=: zoekgebied voor mogelijke Pd oi / Bene, / À mee 5 A dr df
í ] B: men he War ie
Groen en landschap transformatie na 2040 HN Ë earn / hk ke ze Ke ae Eh pl A n d ef af bs
. . . r/ p SE Bl WE el in ni ie
ras varken landschapspark regionale ontwikkeling rond . / : AAA F van ed den 1 Í a. Ë aa ren,
haltes Noord/Zuidlijn Ì pr Er, Ht aen ke EN Ïij helt rte
landschap ii el rn Fe , EE Ee A : hamer" Er B
Ie n k kn ks, sr Kr : ä
water Ë fs ! Ek p zi # En p
A 7 F à Es an ) je ' in Fi kh. oe ss e in, P Ë 5
—_ stadsstrand Plekken met stedelijke F ee Fn je 55 br î nr KE 1 as, Ml el et Ë
en, fl 5 ne Rn OE ij EG He ETEN id d 8
: WE Fen Eze] 2 : 8 Eind Fe 5 4 t
dijken betekenis nn | | TE ME te RR 5 ml HD A a Pr î
Et k he : i rn \ ni Ë d F Î
zr | E en, Te N 4 E, Ei de FP r oe Ek 7 f ï
ME _stationskwartier h er E f F PRO ra Ea 7: % a A 4 2 Í 1
®_ stedelijk centrum rr Mi IJ IE 5 ht 7 meenen mend a f i n di kr ed ” kh: \ f À
indi er EN - DTE emee ne an Ot a Ì ï
Verbindingen & groen-blauwe hotspot nn zel en en EEn Be Pa 6 1 eN >
ld UN an rd e= TL Dr (Pr ME eee ebk Arrr PPTP ECEEEFPEEEETT „Ez 3 E ne dn Are ie wer
netwerk van stadsstraten en ve» groen-blauwe kralenketting Ü Î en OS kn Ì E ì | E k , N rr ed je , P tt
stadslanen ke Se re ad : En, ij NEE Ee |: Î et
: k centrumgebied rr sider’ De sl en, bin at 5 ei: Br en En A ef Rr
angelijnenfietsnetwer k Ri : d Sj en en li id A ren Eg: Er Ee en Fl
gen " r we DA ken arne stig k 1 ï MS find Pr % : Sep: TE \ n er : ze F
eames verbinding stad en landschap „el a Er KE PE pt en TR! EE Bin Fr MED, ke er de wil É :
ke 7 É Ë | p ES pr - E Kei Î vand 5 de Ë EN ei f en F seni, E ni N xj | Ne, zt i
1 {1 verkleinen barrièrewerking Energie en duurzaamheid Ee 5 d Ee LT 6 £ Fi hd ie ‚e AN el Ke f, B : î F. Se megggnnert ind
u ie gn! 3 Ì ö Ë: B: MED... Ft mi As ed E en P, Eon Ô um -
mees metro met station SEN havengebied Ee € 4 } Ek 1 df _E i Kl 5 rte de ol nt eed E ' ‚A 7 LN d
ne, 5 si pee zl dr een ; tek Ea 1% KT ï
. Ed ï Te, É TI k H E ee Le, lk en en
— hoogwaardig openbaar vervoer Aur, afgestemde ontwikkeling stad en haven * Fl f F De Ld aj , ï - ee wr wask À _n k es h me N : À label |
rn F a et re ger Bien DIENEN" B Dn -Aik. NE.
mmien Spoorweg met station rde E jl s mn att AN ef zl Ait , ze ze
Ì Ì Ì Î nn De et TOT Men _E = Ne = je Me ï ee et E EE } nt,
binnenstedelijke rijksweg (reserve) zoekgebied windenergie te 1 Ë ge ' EN sE: 1 d | ek 4 He ii Ke a’ ri
op Amsterdams grondgebied Wie / Em mf een | zee VE er … ,
mes rijksweg met afrit . . 1 . „ E E_ HE 8 rn nn É ie 1 Te E PF f en :
= _ zoekgebied zonne-energie op Men i 5 Been q Be: ge Ti is n j
veerverbinding Amsterdams grondgebied % ke Ae In : KE fa — ze de Ki gn EN Ee
“ his ne ok = — i | De N a eer En An ee e 7 ni dr Ì 1 d
— — vaste oeververbinding E opslag duurzame energie hr on d ej En 3 Oe En ak ke , Ë ek dn De
: WE e en | Ke P A a | E
=--== indicatie oeververbinding EC circulaire hub r er NE het. : Ii Le ME Beente" Ga ia a: ee nd
ke e he Ef F PER fa Er OO fr ” df | oe rbe
kaebied P Terminal . ‚ er rk mi | Ie: El bne md E Ni En
ma _ zoekgebied Passenger Termina 5 energiehub Hemweg . En) gm AN: Fä d Ee nk, u gE =
Amsterdam ar A Oe | z ak B +
> , £_/ ú Di B EK AE En eN En en
„T__ tegengaan bodemdaling, F E rn | l dr hee haf enn ï , " 8 5 a
vergroten biodiversiteit EN A E ni: ze rn en rel rik ke ned En Ô
ei oe Kinks EEE
- FP ' ï er JEM AM EN:
LE Pt ij En Tm: 5 NRN SE EN On: 3
EN, c f xj me k B B en ie id OS Ï
Ü hd re en le k Pe EN, Ne , EN in n ie j Pd hk E
/ NE en eden
E : 7 jk il Ln Bere Za rn 3 EL Tei 2 i
ef pe 4 De \ d d ì /e [A F k: 1, : Ì pr
a À LE af é f a é h F :
= F Ee at 3 Mt 4 MAB eef p |
k tant be de B Lt B £ , # a pend Pr J
EN maas Sk tel e je
, Jan ND AN 4
/ rk EN
5 r zl A ig
/ 4
c E F
e
El
en
wer
ON ee AE
' 9 fr ne
PI ‚ IR
im f
er
min
mink:
4 ï Ï rl
1 kt E & 5 _
en 5 Heh Ù DEE Ea Ze
en a WER |
jn 4e d one. { RE Pil le 2 - ad ; CH
As 4 en CT
en EE ne ne jn
Tl de en ee r dl Ë Ung E
E \ an je E p Fe ï Ri pe - 3 ’ Ee. | ° Ä s in an HE
Ë | ' É Fi ks | mrd "
D : it ' Î E | d Í E En E
, BEERREL MRE
WER
En lee ka ' Rs iS» de Ë 5 H k „ ; nn i
ä E Ë ke E ss In k 4 en L Re el ee : ae
ran EE ed ® Arla 4 |
ee a En _
A-AA ij zi —_ En
: Ee En ae 5 ' 5 Eed C ä | ES — oe
TA en Ontwerp
EP de. E En nme mn me e e e
Ten Na Omgevin GsVISIË
= nn En : =e n nn nn Nn en
d Et ee _ se B
en nn TT 2 O 5
Ee E NT PE TE e Ee en es ee
Ee re PE
EEE Een menselijke
î mes - rn Ld en Pr Nr
SES GP ELL) ke metropool
ee dd Len rr Lr nne
ELLA es SERA
s. ee. oe a en Es ie 2 EE er Ze Ü ms a ban DE en en ik ee) ie
EE EE SE ZAL 5 Ee LE Jl Sial
ee ne mer Tan ú de LE de TN ns
En, E „
Ë Â en Dn - S Ik: 5 eed Î er d an
| 5 … mm = k ik 3 Ì Wi wl ih Hi | Ee
| ad ti es
el ï me Ik ï ei == ia, 5 L À Fn sd [
AEL Ô TEE: ales EE 1 en x\ Ga > En net ja KG dt B. Pi
Bi 4 ae EEE gee BE Ee mik Mede ‚Mi
d E A 4 , E (ABE Ze „ Je EE, / al De EE EN B, be - 5
d ad Se IR Ve
add DAN en ne PA Dn OC De
ans js, dv r* vent Zer
4 je Pe 5 en Sá ken LA n
- | E / Ke Pe k Een ‚E En if F, d
gee _ EE el Ó) hid h nà MS La
mnd OVER —
5 Sa me le De de / Nt el Pd : Á Das
a as | jp sE [ 5 L / rS NN à lj “4 |
U tf -R 8: là - ! Ow Leh en | We, 8 Pk
inn mrt Te = , Á 4 à : f ok” Ee!
ed vá | a Oo Or
mi pe lie ae mk A Ek, = ie es
E_— kN Th ep ee: | Et
in ma 5 is, 0 Be 3 i | 7 Alk en en
Mie ns
| pn En mr”: en _d nn Fy 5 ï mi, N . he en un eme en
en DN ETM Nm vr Zen ‘Wis / : Aj
_… b Ket Kal En Rr 5 € Ki à- ie ke den
ee Jel AAR Pi ee ed
B Én OR EA ik | =
L P wf | \ hk me
@ | er mt ie IS NE [ WM J
\ B 7 24m ROE le di , Al
Ed a ” zes ed En ok fj Td PE n DE
EE Ee ne Re)
EN is mn n bs r_ E ee | af 0 mm
£ En e eN $ jj Î Tra 5 Ee kl E Ni, Sas
. U _E Fr ' 7 5 \ al ie nk Fe à L k pi Nl
_ | Pl | E | ih / ° ä F fj ;
Dm 4 - ik | | B on
, da \ 4 | ES
Ei nm man
| nl
f jk
Ai En sd Í Hi ú B
ij Rn Í, IES OO
| ( 1 | fl il P
P | Ï |: Efile Ed o JE | Á d ie L| nn Ì pj ' R | é Ee ‚N
No ie f mT À DP PS NN È mn, bi pe Et ki
En. f mi rl 0, r | led 7 L f ar h Ì pd F3
a Oe AB Url pj Er ,
un Ì E fl Kn in ke, ' 8 - ERLE
‚LA í Ue DN | # ì it at d ed àN L aad
NEEN EE dr ES ae ee
b B. » : pf F ‚kk p | EF elle L ee }
Rn p de | { AN 3
$ LE Ee pr _ RA ’ en df Pa od # |
U … 1e % 5 E gd Fi ke ij Pá E. | Hi La LE B { | En a | &
i ; WR | E en Ke ak 1 À 5
Ht . < hide a 7 Ld & ' Ö | EN —
De De OE SJ ee
: Ie B k B En PN _ = ze en
N ‚ AN NERI Ee AS td SEM eN OE ER et
d k 5 || 8 er | i u I Nn
' | | SE, Je kende K ie ke : ES 8 U Ì hlE ij ki N
- Ear F MS ps á 1 N rf ak p É | | lt Ki c í
me TN Ee k Ee , 4 d „ Ah 2 ‘ Tp E 4 KE A 4
Ee | À pe Be zE _iË ä Î eis (A ie pe “i e= Á k ET
el e si ge Ne WS hk dd , En he | OE d u 4 e Pe
Î ' ne RE he Jà B ee Dr Dm KT
k SP Me es
„A 4E AMES E eer 3 ,
Á Le … 4 : am _ mn =k Mn ai E
| zm KR RL - a
r il î E a ' _ _n = E
El ze 5 i EE Er ih ä A ke a. k | k ‚A al hemd | ame :
Mm 7 = dS dh B 7 a
d Î ii, _e p i ai a
| _…- mn e EE = d h
NRZ ä
KN L' £ Î ib he En
NE
% a bd | 87 ä f
ans » ke
N EX
en AE A nd ween
AEEA A 15 | 7 |
hek 7 eed denn: HELEN De
En ee e Ne
MA EEE
me Nn r fre er a: Fn Fe 9 ï EE
Tm Ee an tn . bd hen hi E ke rn A n „ = Ee nn 5 k OP ij EN 7 à il” zh, is - 7 B ee
rn ie Ser 7 EE Er eed ak etek Ak eel nd gere 1 de Da Es, TE ehh pe rn en LE oe a ger , Pen z KL zi
af p mi TN Ee in ee ie ze AN 4 ie le re Nl eN EE KE geer ET: in end k hea pe A We ad ge An bek 4
Ed nl En el. in S ee A Renee | pd Si De re err ra Ï Fi ER re MN Te Pa ene ‚ ET
he arne hes ie 5 En EE or _ ek ak Eef ERK za , Sn Re Ens fj Ant je PG ir lt en a, ns ee L Pen Re en PEN en Ees a
RE ENA me EE En nn OO
ENE EE ER al ae 3 EEN 0 Met ne Ne a en as
IE at En nk er zn - pe Ee, en Be n MD EE z “Ten Et br K he En er en bg Ü a wo ki, bas k r ee rend va ek, } E, A A a En Gur 5 Es ki ed p
NE RN ENEN EEN NE ET LET RSE NEIL EENNINT
7 BES Bd ae LE eer in Sn Pe ver Fa : bl Hi Ke er Re nl we ke : Ter ee Ae HP Tr Ë 5
Se, je im ien Re en eee ke ei Ls te d KE nn Ì Es Ke ke ne: Ë ET at dg hd Ar | 4 dn AEEKE ER Kn E Mr lS En De à
ar he WR ke en nn nn ee IN KEREN Pi dn ee er rr Es LRT de B
A ee re er nl Rt Ae ee nn en, rs et EE ed 4 Te z' te Ed ï da it Er
le Be À ien ed hie Eg Der me Fn e 3 E en reds LET pe EE T He ie Kk dk nl EE E if Di } En == ne ú * Te: HE ' ee hen n Ô d rf jn ze , zhe: 3 ; es | en of, Pe Le
RE re tE A AEN NT AAE IJ ah Ie EN > pr zen NS ENA HES f
Ee rd Tl En … Dr EN de re ee ed 4 Ne L ae LAT eme: rare en mj de berner Seek GR en:
EF: « Ek: Es ie u Npe Pe E Hark. en on en k } PA Me eN rr A Bed Ë ir} ee’ e en ad E E EE sd ln. an Lm, Ee, ek ür Ene. Re tn Et. ze reden en E a AN Ll ; Ar EÀ ij
rde rn Er BEN Ge EN ‚ Benten es P EE k Ce ze £ ie ne Ek _ Per m8 E de if r en Mn iere: he Ce de Pr . ä _r Te ld Fi
# he ES : eter ek í, Ae LN a NS 4 P ' EE et ek Er gj FRN a dee EN rh at - 4
B, he DEE NK ENEN Re Nen FN ES
af Ek U : E Og en en Ee ni Le ht A wf ï a h Ps re Kdl 5 han ike ain : d ede ei EN ea ee ee En he EL z ee A 5 a a , =
e= Ie Ë ee iid 5 : an ne mr Le R , bee EE li df Ee nen Ees, ae U es Mer Ae mek PEN, "AL he t 4e Hi. Die ke Mr we dend. cj En es ee Sd R/ Ee fe Ke
erf Kea kt En 5 ir : - Erf a ete Mat rn Lg Ne En a 5 pe El en "Rijk AE Peren eN } La Pr
5 dE En BEE Ae L Pl - 3 , Cell en LAS Ei ir En Ek pN ij f Ä ee : REN 5 EE 2 bar” nh EE Aen in NEE PE En e er pek 3
, 7d Fn ld 8 ai ee ke s 1 ol d den n 4 ie ‚ ke 5 Ea rr ' u tf fr ri . EE ne 8 ki hj Ì N i Eh ie we ade, : h d 5 : 7 7 IE we . re E is a gn ie . hd ee r D od: É en, eed re Ni jr 4 If kN le” r mk Lp wr
Ee ete kie enk. ee ie Rr en en. hie et ea re ede Td: A eter Es we TRA TN 8
Pe Pe me er Eat Ba LE DEN ont EN Te WE bl ale Bd eN KT Pe hage ee Ft ee
A ER, Mt CNR Len A DE NEET NAAR
ek a A ee NE Fi Ef oe ee je 5 ® "haa À Fi f 7 en ar : ar bi zr ak a Ë- EE
eren eg B Kn NK Ka le | abn en RS | Nef Ee
nk Pe ri ee en Ee AE. f ler gn Ef nn Ta} Rr nd Ee RR E] af ek „ Ef) re k aA *E ì E: Ë 7
En f rak en HT eerd mk eel IN Bike dd El NE, mg rd re her. B kn sr î rj x ie 5 eE E | Dal in ee. h EN ii L d En, ke pe he | d #
ir Ce EE Ef eN arn ae eene DE ker Kerl rdf a kh KS Fi eo  we 8 er! Er Ee ed ) 00
Pa er a ES EL ml sE je hd ee kg er eed. ; ee A Br el ee ier EN npe A der Er - ien sd u, Er it Bee eN ed É Erf F "e a ze LN Tj
& gr en PT 8 pe 5 En me dr 5 5 tn à E By nit heden A il En E- zj Be IJ ln - Bs Er Ks e hd Á nk, E z El) \ bar ld ke Eu d ik en se sta: s ee ze ie in } jen Eg Ä hd KE iN Ee DÛ
B/ EE ek sh NK A EE al it MAS k d> fn ET RE Nk Af ar Pee NK ae. Nid Bal
Ö 8 Ea: oi ze en Ker A Es BN en En B af erp if lr REE in Re REEF LA , | Ven, Nai IP rf DON rf B, Pr E PE É TAM ai _ ve 8 L
MA Ee ed FRE Ver REN EN NAS Er EET B
si be Pe je a es Jg pn Ber 5 er, z el äe. El E al zi ee ele ed ik 6 EN af Ko t kl Ë a, jr ko T mt f ê Pi Ì nete ni rt Tiel IN. EEE:
pe En ar EE Ak Ae Ef Tin dei je ee afk EF: Ek 5 ze LE Ee PN FN ai En gn zi ä dt ee hi Ph: El a RN. si ij | ZN En 1 RE L JEN zal en KE Re fi dE, ar pi 3 a 8 zi ap 2 f EN s À
PL eur Mee nr dn AN TR P-ij AEN Kf EN ANNE # eee En g En aid Eee NE re 7
ek 7 Ed ne, e EE WE Ni NE Dn ee AN rek, dr k- ‚E Li Sg Een ek 5 ez En Pr Ee De
ir MN ed Gin HRE MON AN HLN et Ge tn er. eik |
gn ad Ee eet EEEN 8 Pee ls 2 MAAN be Ee 5 a Re Ef Ee e Tl
Ee UAE RT ML NER Ni
ke Fa Pp ei En f EE mi de Ì E Erp EE 8 Ted Er KS mie L HG Fi 7 f IJ zee T Ö Se % te BE te ad hj i pt ed |
: d À kg Ri B Fai 5 z dE E | | 7 - al Ea il E b ie - LI lj B» EL
ee En hel S _ ei d Ì Ee ol "ie A PE. tel ek! LE EF er EE rt AD el an
1 EN £ rhis KE 4 Le | En = Ki en | Ee Vi Pe | e PE R el kb K i MeT C È Ps d " ki gr
1 2, [ El + E FE D. ie 1 Le | Kk
E El ISP RIE NEA EAS Ab RIELE Nr LAD ln Ì Sm . Ä
r LT, E ie d : ni kk F il Aa F Li Ï [- l dl kl bel ï
ij id nr FN Rr F | d | Ch ke 4 F e Ee | ed ad , et L al asl Lel Li
| \ ee ABe t tl AV ta Mn da re Ee Ee A TER EN RS. On: ä
PM | | Ee 2 ie A N vl 1 EN el NE ' » af ï le EK
3 1 : p nj ! fi n EK » al Eed 2 } dn Ï a E Fr tf e | FB. 5 5 :
L E Et ‚ Pi me ng rl = ï wi Ee - ee le 1 Ea ea |
E 4 == B Nl ns ta É ige . Ë TE pr : i : r f
IJ hd bi À ke E ae + - b Bn he Ld e ff DE al d
4 Á Er Oer Es ea Pe E 5 Eh ì (en, ze ef E
: _ 5 - ze se ks B a 7 FP Ë Di a il = gi “is a | : ij ed E hee
i mil appe ej en rl he Ki: Le ne nnn: cah FT i RE Ee} „ij ed Ô
EO | È NE EN: OO E / Ee rg r 5 kat l- ied E Le Fia.
We, Tm, Ee: Î ì r enn 3
en, me Et te ah SE pe 3 MRP ee HEN. r
ks k à F ä 3 e : p rs aes n | > : Ea r Fe ik Le we Ees 3 ins Eet g
F s | F - ï En yr En ke Es DE] 5 Ei N r El od fe D 1 Pe ik hit. A ei
ek en ad Ee ‚3 . en fe E 7 er OR dn :
ee, En B wide: aft E j n ' Jae En Ee d ]
bd a * Á id " eN = ' wi rs ï bene
Ee hand 5 va er Ei : Ne Ee ha Tre „ee E
e Eee, ern rn Meo F Re. ain Ene
En : i A nn ma Ke 5 Nans j is A an Ee EEn À 3
en 6 ren nt : Ee î : 8 dn rd Le 5 he E \ Td & a f
ed En ne ef m : he IE: Lr Br tgene 5 na En a Bae ne i en - Fi.
en rn en, ie hen Ae sa K Me RO
= 4; rk pr nf R zi - hai z 4 pn E. kn ee = r! = ine Ee " na, f Ee. = en 4
L Ln En EI rn ne 8 je! ij ï mr
en er els: kaal _ er md 4 aen E: he Pe s: gn p — ed en de Mi me ie ae Ô bes 4
È E De à ‘ „e Nen > a) rn ï a ij ns Ì a, er
: E we î d P Nh, Er Eee ef Fre | je Ee, mk à rn B bi | á
en . es ï Ed n Bj K Hi 5 is F EE AT fn Ì À EE iP
ep, el le zie DE ee Kg ; i 5, | se ff 8 ne ah m8 | o ke
en k Ee ff zi 7 - Le ze nj a it et tl rin 7 rd a E ak: za! B hi B d Er sr en hd En ‚ Ci je 5 . '
Een je mer 4 art Td | - L Ì ern … Le aen : $ Ge lie | | +
KE ee N E aad An E F ì Ë le rd f 7 a ed nt E. Dr Li Ar ze is E ke 2 Ee dn 4 En ke k =
Dl El = e E p z È EL] | ine, e mel U Se a jn Fi Lr Ke É | SE EF, an F mi
TEN ee Ee OE DE RE Be Kil N
E “5 5 í ers i nt ed de. afie er, Ea p dg Ene A, Er en ie vie ir ed Bed Herh ale 4 Jet ks Er el ; zi N ae « a Ee
a . keel 4 EE hen uk E e df hd r Eva TEN er e Mt ee B ij - ij kn Tl ze
mn Ja 5 is + mk nn r . ger Ee eee ALEF ES HEE, Ee En ab eer \ ee fj, } enne MI ij :
eg rr ei Per A pn ee ii Le ee ge in en Bee el
de F EN 2 hk rene ne Ee nn ek Ed On
ch a Ei Ea e en jr — Egel! nr | ai, Eed id À EN ö Eer ent an Jen ! Ee ne / ee TO kie: ee | ; UL re Ls Nl - kr Ï
=, ï - [ 7 kk Ee PR Va in D ern E rn Ï n IJ Je N d Eee ter ee ke di ‚ En f
KE a ORN 1e de | Tr ee EE ren en Ede AN
5 RE en ee fi nb A , ed | x E: a cop En 3 ' a i ke q kr dg Eee } a ei . E PE, rd ei mj ke : an in 5 se Rt des Pr arr Ë Ì E e ki EL . ‚
L n - F a vk mt el! Ë ie ‚ ij dj Et ef er on ie PF: ze en air kn : ie Leif il. de La ‚En D h LN ee he ri,
n Er kk Er Na 15 Ee et rt an a el ti AN An pij zt, Fr Ets EE Al ne Pel
RE Ne aen rr pens, Een | ' j EE
EEN OMGEVINGSVISIE | Waar 65 8. Stadsdelen 118 14. Vitale stad 169 IV HOE 223 23. Maakproces OVA2050,
VOOR AMSTERDAM 15 verantwoording en lessen 245
5. Metropoolregio Amsterdam 67 Nieuw-West p40) Economie 169 19. Hoe we aan de stad
VOORWOORD 18 Zuidoost py Mobiliteit en ruimte 4; ELI 224 Werken op basis vandrie principes 245
Een internationaal aantrekkelijke Noord 124 Zeehaven IRSat Partners en activiteiten 245
PUBLIEKSSAMENVATTING 20 metropoolregio 67 Centrum 126 Luchthaven 184 Nieuweopgaveninhetstadmaken 224 Opbrengsten VVA
Versterken van meerkernige West 129 Vijf veranderopgaven 226 Lessen voor het vervolg VVA
750 jaar bouwen aan kwaliteit 68 Zuid 131 15. Gezonde stad UKSL)
stedelijke kwaliteit 24 _Verduurzamen van een Oost 132 20. Onderdeel van de 24. De omgevingseffect-
internationaal knooppunt 70 Gezondheid algemeen 185 beleidscyclus 229 rapportage 249
| VISIE 29 9. Een samenhangende en adap- Sport, spel en bewegen 186
6. Amsterdam en tieve fasering UR Voedsel en stadslandbouw 188 Doorwerking in beleid en Colofon WAY
1. Amsterdam in de wereld je) de agglomeratie VE Omgevingsveiligheid 188 programma’s 229
Fasering op hoofdlijnen 134 Luchtkwaliteit 189 Doorwerking in projecten 230
Grote uitdagingen 30 Samen optrekken 74 _Samenhangende ontwikkelingen Geluid 191 Relatie omgevingsplan 231
Amsterdam in het antropoceen 32 Nieuwe stedelijke kwaliteit in een en investeringen 138 Monitoring en herijking
Metropoolvorming 32 _meerkernige agglomeratie 75 16. Leefbare stad 192 _omgevingsvisie 231
Stad en samenleving GRMS el n=! 77 _10. Ruimtelijke reserveringen ute
Naar een onzekere toekomst 36 _Stadsverzorgenderuimtevragers 79 Openbare ruimte 192 21. Agenda Samenstadmaken 232
Het maken van de stad 38 Toekomstbeeld Amsterdam 2050 80 II WAT EV Water 195
Bestaande kwaliteiten als Groen 198 Ruimte maken voor diverse
2. Ideeën en zorgen vanuit vertrekpunt 82 11. Een beleidsagenda Volkstuinen, begraafplaatsen, partijen RV
de stad, voor de stad 40 richting 2050 148 crematoria 202 Open ontwerpen RIS)
7. Ruimtelijke en programmatische Landschap, recreatie en landbouw 203 Instrumentarium voor samen
3. Amsterdam naar 2050 iv) basisstructuur 85 12. Inclusieve stad 150 Dierenwelzijn 205 _stadmaken 236
Waardecreatie voor en door lokale
Groeiende metropool in transitie 42 _Groen-blauw raamwerk (SAS Co Tech Tegel hid oteaten 150 17. Compacte stad 206 gemeenschappen PRA
Grote opgaven 43 _ Opgaven voor het groen-blauwe Maatschappelijke voorzieningen 152 Democratische besluitvorming
raamwerk 92 Wonen IES; Stonkel br vg er 206 op basis van collectieve kennis 239
4. _ Vijf strategische keuzes 49 Netwerk fiets ee Cultuurhistorie en archeologie 207 _ Actiepunten Agenda Samen
Netwerk openbaar vervoer 96 13. Duurzame stad 157 Hoogbouw 208 _stadmaken 241
Meerkernige ontwikkeling 50 Netwerk auto en hubs 100 Bouwdynamiek 209
Groeien binnen grenzen 52 Netwerk van stadsstraten en Klimaatneutraal 157 Daken 210 22. Samenwerking over de
Duurzaam en gezond bewegen 54 _stadslanen 102 Duurzaam energiesysteem 159 Ondergrond ant gemeentegrenzen heen VEA
Rigoureus vergroenen 56 Verdichting: het juiste programma Klimaatbestendig 162
Samen stadmaken 58 op dejuiste plek 106 Circulaire economie 166 18. Genoemde beleidsdocumenten Samenwerking per schaalniveau VE
Agenda voor de Plekken met stedelijke betekenis 108 Circulaire gebieds-ontwikkeling 168 TUN ab aat Takel Sca RLA) Nieuw: de agglomeratie VEE
vijf strategische keuzes 60 Werken, kennis en de haven Np uitwerkingsopgaven 217
Een klimaatneutrale stad 116
(4 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool
e . .
HI
À | Ss Am ste rd am st ra ks On d er Wat is een omgevingsvisie? Als introductie op de inhoud lichten we hier kort de
. . wettelijke context toe, gaan we in op de functie van de omgevingsvisie en beschrijven we
wate r sta at, b oe It h et nl et hoe dit omvangrijke document is opgebouwd.
h O eve e | to e riste n e r ko Mm e n Wat is een omgevingsvisie?
Een omgevingsvisie is een langetermijnvi-
of dl a t h et © O e d Q da a T Mm et sie op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad, () nnn
. die elke overheid opstelt in het kader van de werken
d e e CO n O MI e . O n d e r Wa te r Omgevingswet. Een omgevingsvisie is bindend Digitaal 1
. . HI voor de overheid die haar opstelt, heeft betrek- stelsel Be
k U n | e nl et W O n e n king op het grondgebied van die overheid en (8
moet integraal zijn. Dat betekent dat alle aspec-
Leerling Callandlyceum | Stadsdeel Nieuw-West ten van de fysieke leefomgeving in samenhang
worden bezien (energie, groen, water, flora en
fauna, wonen, economie, mobiliteit, milieu, IN
gezondheid, luchtkwaliteit, bodem, fysieke
veiligheid, cultuurhistorie, klimaatadaptatie,
gemengde wijken, ruimte voor sociale voorzie- Doelen van de invoering van de
ningen en ontmoeting). Omgevingswet:
e _beterinzicht in wat op bepaalde plekken
De Omgevingswet, een nieuw wel en niet mag;
wettelijk kader * _meer ruimte om lokaal besluiten te nemen;
De nieuwe Omgevingswet betekent een e snellere en uitvoerbare besluitvorming;
grote verandering in de regelgeving en het * _meer samenhang in beleid, besluitvorming
beleid voor de fysieke leefomgeving. Met de en regelgeving.
wet, die naar verwachting in 2022 in werking
treedt, wordt het bestaande stelsel van ruim- De Omgevingswet betekent ook een
telijke regels volledig herzien. De invoering decentralisatie van verantwoordelijkheden van
van de wet is gekoppeld aan de introductie van Rijk naar gemeenten. Daarmee krijgt Amster-
een digitaal stelsel voor ruimtelijke plannen en dam de mogelijkheid om zelf invulling te
regels, en aan een andere manier van werken. geven aan deze doelen. En de omgevingsvisie
Bijgevoegd figuur verbeeldt de veranderingen speelt daarin een belangrijke rol. Ook is er een
op deze drie gebieden in samenhang en de sterke stimulans om de samenwerking tussen
intentie dat ze goed op elkaar aansluiten. overheden te verbeteren bij het uitvoeren van
gezamenlijke opgaven, omdat zowel Rijk,
provincies als gemeenten een omgevingsvisie
opstellen voor hun grondgebied.
14 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Een omgevingsvisie voor Amsterdam 15
Relatie met nationale en provinciale de doorgaande autoroute voor de metropool. De delen kennen een eigen interne logica en
omgevingsvisies Net als het Rijk wijst de provincie het Noord- structuur, maar staan inhoudelijk in nauw ver-
De Omgevingsvisie Amsterdam 2050 zeekanaalgebied met de havengebieden van band met elkaar.
houdt rekening met de kaderstellende visies die Amsterdam aan als locatie voor energietransitie
door het Rijk en de provincie Noord-Holland en circulaire economie. DEEL 1 VISIE beschrijft de ontwikkeling
zijn en worden opgesteld: de Nationale Omge- van Amsterdam en de regio, de grote opgaven
vingsvisie en de Provinciale Omgevingsvisie Functie van de Omgevingsvisie en de visie tot 2050. Centraal in de visie tot
Noord-Holland 2050. Amsterdam 2050 2050 staan vijf strategische keuzes: Meerker-
Voorliggende omgevingsvisie vormt voor nige ontwikkeling, Groeien binnen grenzen,
Het Rijk wijst in zijn Nationale Omge- het grondgebied van de Gemeente Amster- Duurzaam en gezond bewegen, Rigoureus
vingsvisie (NOVI) vier prioriteiten aan: ruimte dam tot 2050 de leidraad voor de inrichting vergroenen, en Samen stadmaken.
voor klimaatadaptatie en energietransitie, een en ontwikkeling van de fysieke leefomgeving.
duurzaam en (circulair) economisch groeipoten- Het vormt voor de Gemeente Amsterdam een DEEL 2 WAAR behandelt de ruimtelijke
tieel, sterke en gezonde steden en regio’s, en zelfbindend kader voor projecten, beleid en koers bij de visie van de stad als onderdeel van
een toekomstbestendige ontwikkeling van het programma’s die betrekking hebben op die de regio en geeft per stadsdeel een beknopte
landelijk gebied. De kracht van Nederlandligtin fysiekeleefomgeving. De omgevingsvisie geeft uitwerking en een adaptieve ontwikkelstrategie
een polycentrische netwerkstructuur. Stedelijke richting, maar is geen concreet investeringsplan op hoofdlijnen. Hier zijn de regionale visiekaart
en landelijke regio’s werken door hettransport- waarvoor de middelen nu al beschikbaar zijn of en het ruimtelijk beeld van de stad en agglome-
en mobiliteitsnetwerk complementair als één moeten komen. De omgevingsvisie vervangt na ratie opgenomen. Deze zijn als ruimtelijke en
systeem. De vier metropoolregio’s (Amsterdam, vaststelling door de gemeenteraad de huidige programmatische basisstructuur uitgewerkt in
Rotterdam Den Haag, Utrecht en Eindhoven) Structuurvisie Amsterdam 2040. een serie kaarten. Landschappelijke
hebben daarbinnen de grootste aantrekkings- kwaliteit is voor de
kracht op internationale kennis, arbeid en De Gemeente Amsterdam wil met een DEEL 3 WAT geeft een overzicht van het aantrekkelijkheid
kapitaal. De Amsterdamse metropoolregio is brede blik sturen. Deze omgevingsvisie heeft Amsterdamse beleid voor de leefomgeving. van de stad steeds
herkenbaar als internationaal zakencentrum en daarbij een drieledige functie: Per sectoraal thema geven we aan welke nieuwe belangrijker.
toeristische trekpleister, met Schiphol als scha- e richting geven aan groei; richtingen verkend moeten worden. Landschap speelt
kel naar alle continenten. Deze regio kent een e versnellen van transities; ook een hoofdrol in
complexe verstedelijkingsopgave die samenvalt * ruimte bieden aan initiatieven. DEEL 4 HOE gaat over de doorwerking het klimaatbestendig
met meerdere nationale belangen. Het havenge- van de omgevingsvisie. Dit deel agendeert maken van de regio.
bied van Amsterdam is bijvoorbeeld essentieel De omgevingsvisie bouwt voort op eerder veranderopgaven voor onze organisatie en in
voor de omslag naar een niet-fossiele, circulaire geformuleerde beleidsinzetten, maar formuleert de samenwerking met samenleving, markt en
economie. op een aantal punten een aangepaste ruimtelijke andere overheden die nodig zijn om de visie uit
koers. Die is gericht op het tegengaan van nega- te voeren. Deel 4 eindigt met een korte toelich-
De omgevingsvisie van de provincie tieve effecten op kansengelijkheid en leefbaar- ting op de omgevingseffectrapportage (OER). ' il
Noord-Holland richt zich op een goede balans heid, op het verduurzamen van de stad en op Deze rapportage is parallel aan de omgevings- fas ine in ie | u.
tussen economische groei en leefbaarheid. herstel en vernieuwing van de economie. visie ontwikkeld. Het omgevingseffectrapport si
Amsterdam ziet ze als de kernstad van een ste- vormt een aparte bijlage bij de omgevingsvisie. re
delijk systeem van grotere en kleinere kernen: Op termijn, maar niet eerder dan 2022, Deze is via [email protected] op wt
een metropool in ontwikkeling. De opgave zullen Weesp en Amsterdam één gemeente vor- te vragen. kb 5
is om hierbinnen de agglomeratiekracht te men. De ambtelijke organisaties zijn op 1 juni Ft
vergroten door sterkere samenhang. Via bin- 2019 gefuseerd. Tot die tijd blijft Weesp een Mit x
nenstedelijke verdichting op goed bereikbare zelfstandige gemeente en maakt ze een eigen e gn p=
plekken, het aanpassen van het mobiliteitssys- omgevingsvisie. Daarom doet deze omgevings- ì ee ee
teem en het versterken van het landschap door visie nog geen uitspraken over het grondgebied E el
toevoeging of verandering van functies. Nieuwe van Weesp. Nadat de gemeenteraad van Weesp dE Mdf
woningen worden in de visie van de provincie zijn omgevingsvisie heeft vastgesteld, wordt
liefst zo dicht mogelijk bij grote werkloca- deze integraal in deze visie opgenomen. En
ties gerealiseerd, waar mogelijk in gemengde
woon-werklocaties. Het grootstedelijk ov-sys- Opbouw Omgevingsvisie
teem wordt de ruggengraat van deze metropool Amsterdam 2050
in ontwikkeling. Door het omleiden van verkeer Deze omgevingsvisie is opgebouwd uit
dat niet in de centra hoeft te zijn, wordt de A9 vier delen, die weer bestaan uit hoofdstukken. Hmm:
16 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Een omgevingsvisie voor Amsterdam 17
Amsterdam bevindt zich op een bijzonder moment in het bijna 750-jarig bestaan als Amsterdam heeft een sterke en onderscheidende stadscultuur. We zijn een stad waar waarden
stad. Tijdens het opstellen van deze toekomstvisie voor 2050 werd de wereld overvallen door als vrijzinnigheid, activisme en zorgzaamheid breed gedragen worden. Binnen Amsterdam zijn er
een ontregelende pandemie. Het Amsterdamse college van B en W kiest ervoor om in deze heel verschillende buurten, met hun eigen kwaliteit en identiteiten. Naar 2050 willen we de kracht
onzekere tijd de blik stevig gericht te houden op de toekomst. Voorliggende Omgevingsvisie van de diversiteit binnen de stad versterken door de verschillende delen van de stad op eigen voor-
Amsterdam 2050 zet voor de lange termijn een heldere koers uit. Dat is belangrijk, want juist waarden en naar eigen behoeften verder te ontwikkelen. Niet als opzichzelfstaande werelden, maar
onzekerheid schept een behoefte aan richting geven door de overheid. als integraal onderdeel van het geheel. Nauw verbonden met het grotere Amsterdam. Letterlijk via
nieuwe straten, lanen, bruggen en openbaarvervoerlijnen. Maar ook figuurlijk, dankzij een gedeelde
De zeer snelle groei van de Amsterdamse economie en het aantal inwoners en bezoekers is stadscultuur, die leeft in de openbare ruimte, in buurthuizen, cultuurgebouwen en de ontelbare
door corona abrupt ten einde gekomen. Maar veel ademruimte geeft dit niet. De afgelopen jaren was andere publieke plekken waar mensen bijeenkomen.
de toevloed van inwoners, bezoekers en kapitaal uit het buitenland van zo’n omvang dat we grip
verloren. Alles wijst erop dat we ons moeten voorbereiden op een voortzetting van de recente groei. Richting 2050 willen we ons verder ontwikkelen als een menselijke metropool. We verruimen
Daarnaast stellen klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, vergrijzing en internationalise- daarom onze blik op de stad in de regio, terwijl we tegelijk groeien binnen grenzen, met leefbare
ring onze stad voor grote opgaven. De centrale gedachte van deze omgevingsvisie is dat we daarop en economisch vitale buurten als sociaal fundament en zonder het draagvermogen van de aarde te
voorbereid willen zijn en dat we de ontwikkeling van de economie en de toename van de bevolking overstijgen. De stad wordt uiteindelijk gemaakt door de samenleving: Amsterdammers, onderne-
willen gebruiken om een betere stad te worden, met meer kansengelijkheid, leefbaarder voor mens mers, bedrijven en instellingen. Aan hen willen we met deze omgevingsvisie ruimte geven voor
en dier en duurzamer in een vitale en goed verbonden regio. meer zeggenschap, eigenaarschap en verantwoordelijkheid voor de eigen leefomgeving.
Door te groeien wil Amsterdam zijn verantwoordelijkheid nemen. Steden als Amsterdam zijn De omgevingsvisie is daarmee naast sturingsinstrument voor stedelijke ontwikkeling en
onmisbaar voor de ontwikkeling van cultuur, wetenschap, samenleving en economie. Dankzij de de kwaliteit van de leefomgeving ook een agenda voor eenentwintigste-eeuws stadmaken. Een
kans op ontplooiing die ze aan mensen bieden. Door mogelijkheden voor scholing, kans op werk, opdracht aan onszelf om samen te werken. Een uitnodiging bovendien aan iedereen om actief mee
ruimte om iets te maken en te ondernemen. Door het contact met zoveel andere en verschillende te werken aan het vormgeven van de stad waar Amsterdammers, oud en nieuw, zich thuis voelen.
mensen. Steden bieden bovendien de beste kans op een duurzame manier van samenleven, waarbij
mensen minder beslag leggen op schaarse ruimte en grondstoffen. Zodat we waardevolle landschap- Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
pen en natuurgebieden niet hoeven vol te bouwen en we fietsend en met het openbaar vervoer naar
ons werk kunnen. Daarom wil Amsterdam plek bieden aan meer mensen.
Maar groei is voor Amsterdam ook een kans. Ontwikkeling van de stad betekent de mogelijkheid Marieke van Doorninck, wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
om de grote ambities waar te maken die we hebben voor de bouw van betaalbare woningen, een meer
inclusieve economie, verduurzaming van de stad, een groene openbare ruimte die uitnodigt tot wande-
len en fietsen, minder kansenongelijkheid en meer eigenaarschap en zeggenschap over de eigen leefom-
geving. Bovenal is het een kans om het unieke karakter van Amsterdam te versterken. Daarbij zetten we
lijnen die in het verleden zijn ingezet door naar de toekomst en zoeken we tegelijk naar nieuwe wegen.
De belangrijkste nieuwe notie is dat de groei van de stad in de regio vraagt om een schaalsprong
in ons denken over Amsterdam én de regio. Aan de ene kant omdat de we nog meer dan voorheen
efficiënt en slim moeten omgaan met de schaarse ruimte in de stad, aan de andere kant omdat
Amsterdam als stad functioneel veel groter is dan de stad alleen en zelfs groter dan de metropool-
regio. Het vraagt om nieuwe oplossingen op de schaal van de straat en de buurt en tegelijk om een
idee over de internationale positie van Amsterdam.
18 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Voorwoord 19
e onderdeel is van een grootstedelijke regio is en Noord flink te investeren in stedelijkheid.
p Ll 5 | | ee ks mn meer dan ooit doorgedrongen. We hebben Verdichting en kwaliteit zijn de sleutelwoorden:
samenwerking nodig met de regio, maar ook met meer bewoners en ruimte voor bedrijvig-
e het Rijk, om tot een betere stad uit te groeien. heid is er meer draagvlak voor winkels, horeca
S d MN En NM V d t t | NM Er zijn flinke investeringen nodig in infrastruc- en voorzieningen met uitstraling, zoals een
OJ tuur, voorzieningen en stedelijk en landelijk theater aan de Sloterplas en een cultuurgebouw
groen. De grootste uitdaging is de overstap op het Buikslotermeerplein. De stadsdeelcentra
naar meer duurzaamheid, met andere energie- Osdorpplein, Amsterdamse Poort en Buikslo-
bronnen en een minder verspillende manier termeerplein zijn straks grootstedelijke stads-
van leven. De inrichting van stad en regio gaat centra met bijbehorende aantrekkingskracht,
wezenlijk veranderen. Een deel van de plannen elk met een eigen gezicht: met meer kernen
staat al op de rol, een ander deel is nieuw. In de krijgt Amsterdam meer smoel. Voor buurt-
omgevingsvisie staat vooral de samenhangcen- bewoners zijn deze veranderingen ingrijpend
Amsterdam en de Amsterdammers beleven een spannende tijd. Jaren van snelle traal en het kiezen van een koers naar 2050. omdat ‘hun’ buurt van karakter verandert,
groei zijn abrupt afgebroken door een ontregelende pandemie, die op de korte termijn daarom moeten ze transparant en in samen-
voor onzekerheid zorgt. Tegelijk is er de voortdenderende trein van internationalisering spraak uitgevoerd worden.
en technologische ontwikkeling die maatschappelijke tegenstellingen verscherpt. G raag 9 roel, maar
Daarbovenop komt de noodzakelijke omschakeling vanwege de klimaatverandering en onder voorwaarden: Meerkernigheid als streven geldt ook voor
klimaatbestendigheid. vijf strategische keuzes de regio. De huidige spreiding van werkge-
Wereldwijd groeien steden. Steden hebben legenheid en voorzieningen is scheef in het
Deze omgevingsvisie komt daarom op het deerde huizen- en huurprijzen, die het voor aantrekkingskracht omdat ze bedrijvigheid, nadeel van de regio, met als gevolg grote ver-
goede moment. Het stadsbestuur zet ermee de bewoners met een lager en middeninkomen en wetenschap en creativiteit dicht bijeenbrengen voerstromen. De inzet is werk beter te sprei-
lijnen uit naar 2050. Hoe richten we de stad in kleine ondernemers lastig maken om een plek en zo innovatie stimuleren en kansen bieden den en de stedelijke kwaliteit van kernen als
ten behoeve van welvaart, welzijn en geluk van te vinden in de stad. Steeds duidelijker wordt aan individuen. De stad moet kansen bieden aan Almere, Zaandam, Purmerend en Hoofddorp
de Amsterdammers, regiobewoners en bezoe- dat de status van Amsterdam als internationale iedereen. Om die reden omarmt Amsterdam te vergroten met voorzieningen zoals hoger
kers? Waar gaan we wonen en werken, hoe metropool negatieve kanten heeft. Bijvoorbeeld zowel nieuwe inwoners als nieuwe banen. Eco- onderwijs en culturele instellingen. Bovendien
komen we van A naar B, hoe zien de publieke vanwege de ontwrichting van de woningmarkt nomische vitaliteit is gewenst, niet in de laatste gaan Amsterdam en de regio zich naar elkaar
ruimtes eruit en welke plek is er straks voor door vastgoedbeleggingen en een het gevoel plaats vanwege de inkomsten en de banen. Maar richten door woningbouw en werkgelegenheid
groen? Bij de totstandkoming van deze visie van ontheemding bij sommige Amsterdammers we willen ook ruimte bieden aan vernieuwing te concentreren rond de stations. De onder-
waren veel Amsterdammers betrokken, en nudit doordesnelle veranderingen. en een meer circulaire economie. De deurdicht- linge vervoerverbindingen willen we verbete-
alles er ligt, wil het bestuur het gesprek met de gooien onder het mom ‘de stad is vol’, verplaatst ren, meteen metro naar Schiphol en Hoofd-
stad voortzetten. En meer dan dat, de Amster- Winst en verlies zijn ongelijk verdeeld. de problemen naar de regio en bedreigt het dorp, een doorgetrokken Ringlijn en metro’s,
dammers worden uitgenodigd mee te doen met Tegenover het centrum en de buurten erom- open landschap. Groei een plek geven in de regiotreinen of snelbussen richting Almere,
de uitvoering. Want dat iseen van de kernideeën heen, die succes (en overlast) meemaken, staan stad is dus ook een verantwoordelijkheid. Om Zaanstad, Haarlem en Hilversum. Aan de rand
van deze visie: de stad maken we samen. naoorlogse wijken die veel minder profiteren volledig profijt te trekken moet die groei wel van de stad komen hubs waar de automobilist
van de ontwikkeling van de stad. De verschil- richting gegeven worden. Gezien de ambitiesen overstapt op snel openbaar vervoer of fiets.
len tussen Amsterdammers zijn vergroot, niet de schaarste van ruimte en financiën maakt het
Het sta rtp unt, hoe staat alleen in inkomen maar meer algemeen in mate bestuur vijf strategische keuzes: Meerkernige Groeien binnen grenzen
Amsterdam ervoor? van kwetsbaarheid. Corona heeft die tegenstel ontwikkeling, Groeien binnen grenzen, De stad mikt op minimaal 150.000 wonin-
Tien jaar geleden schreef Amsterdam een ling nog eens extra aan het licht gebracht — som- Duurzaam en gezond bewegen, Rigoureus gen erbij voor 250.000 nieuwe inwoners in
vergelijkbare visie voor de periode tot 2040. mige bevolkingsgroepen en sommige buurten vergroening en Samen stadmaken. 2050, datis een voortzetting van het groeitempo
De groeiambities van toen zijn meer dan waar- blijken extra kwetsbaar. Tegelijk heeft corona van de afgelopen 10 jaar. Plus 200.000 nieuwe
gemaakt, de voorziene toename van het aantal het belang van de eigen wijk en buurt onder- Meerkernige ontwikkeling arbeidsplaatsen. Deze groei wordt aan voorwaar-
inwoners en banen voor 2040 is nu al bijna streept. Hoe internationaal ook, het succes van Amsterdam is uit balans met één centrum den gebonden. Amsterdam wil dat de groei ener-
bereikt. Vooral dankzij de komst van internati- de stad hangt nog altijd grotendeels samen met waar alles op gerichtis; een van de hoofddoelen zijds het sociale fundament van de stad versterkt
onale bedrijven en bijbehorende kennismigran- in hoeverre inwoners zich thuis voelen. van deze visie is een stad en regio te worden en anderzijds het draagvermogen van de planeet
ten. De dienstensector groeide snel en door ver- met meer stedelijke kernen. Deze ingreep in de niet overschrijdt. Daarom mag de groei alleen
dubbeling van het aantal toeristen gold dat ook Dit alles vormt het startpunt voor de structuur van de stad is mogelijk door bedrij- plaatsvinden binnen de huidige stadsgrenzen.
voor horeca. Omdat investeringen in openbaar Omgevingsvisie 2050. De verwachting is dat de venterreinen te ontwikkelen tot bruisende Op die manier versterken we de kwaliteit van
vervoer, publieke ruimte en groen achterble- groei van de stad zal doorzetten. Die groei moet stadsbuurten, zoals Haven-Stad, Schinkel- bestaande buurten, kunnen we overal woningen
ven, is de druk op de stad stevig toegenomen. opgevangen worden en vooral gelijker verdeeld. kwartier en de noordelijke IJ-oevers, en doorin en bedrijfsgebouwen verduurzamen en houden
Meest in het oog springend zijn de geëxplo- Ook over de regio. Het besef dat Amsterdam de bestaande centra van Nieuw-West, Zuidoost we de kwetsbare landschappen open.
20 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Publiekssamenvatting 21
Groeien binnen de bestaande stad kan door gebracht door stimuleren van schoon vervoer stuur gaat sturen op hoofdlijnen. De principiële Àg enda voor de vijf strate Q ische keuzen
bedrijventerreinen om te bouwen tot gebieden met snelle fietsroutes en meer trein-, metro- en keuze daarbij is dat de regels zo worden dat
waar zowel gewoond als gewerkt wordt, zoals busverbindingen. naast de klassieke partijen als ontwikkelaars en * _Meerkernige ontwikkeling
in genoemde Schinkelkwartier en als grootste woningcorporaties, Amsterdammers ook zelf aan Van uitrol centrumgebied naar een meerkernige en meer diverse verstedelijking
Haven-Stad. Daarnaast is er ruimte voor groei Rigoureus vergroenen de slag kunnen. We bieden daarmee meer ruimte - Regionale spreiding stedelijke voorzieningen en werkgelegenheid.
in de naoorlogse wijken van Nieuw-West, Verdichting wordt gecombineerd met ver- voor bewoners om individueel of in collectieven - Onderscheidende ontwikkeling Nieuw-West, Zuidoost en Noord.
Zuidoosten Noord, waar we op een slimme groening van de stad. Daarbij is meer en vooral zoals coöperaties betaalbare huurwoningen te - Twee vaste IJ-oeververbindingen en een regionaal fietsnetwerk.
manier kunnen verdichten. Bij grotere stations beter groen het doel, door minder verharding bouwen, voorzieningen te beheren, energie op te - Uitbreiding HOV en metronet en ontwikkeling stationskwartieren.
als Lelylaan, Zuid, RAI en Sloterdijk is ruimte en meer groen aan en op gebouwen. De stad wekken, mee te doen met inrichting van de buurt
voor wonen en werken in gebouwen hoger dan zal rigoureus vergroenen met meer en betere of lokaal ondernemerschap. We onderzoeken de * _ Groeien binnen grenzen
70 meter. Zulke hoogbouw is ook passend langs natuur door de hele stad. Straten en pleinen haalbaarheid van een gemeentelijk woningbouw- Verdichting door complete en duurzame wijkontwikkeling
het brede water van het IJ. Bij het verdichten worden groen ingericht, straatstenen zullen fonds voor coöperaties waaruit Amsterdammers - Ruimte voor 150.000 woningen erbij in complete buurten.
van buurten staat een goede woonkwaliteit, wijken voor bomen en beplanting. Het autoluw kunnen lenen om hun plannen te financieren. -_Verduurzamen bestaande buurten en woningen.
met leefbare straten en pleinen en veel plek voor maken van de stad biedt daarvoor mede ruimte. Eigen initiatief kan het gevoel van eigenheid - Ruimte voor schone energie en duurzame initiatieven.
ontmoeting, voorop. Bouwen wordt natuurlijker door gevels en terugbrengen en leven in buurten blazen. Eigen - Verduurzaming van de haven.
daken te vergroenen. Dit lukt alleen als Amster- initiatief is niet nieuw. Amsterdam heeft hier
Tegelijk wordt de stad ingericht op her- dammers meedenken en meedoen. Vergroening een traditie in, van stadsstrand Blijburg tot de * _ Duurzaam en gezond bewegen
gebruik van materialen en grondstoffen en op is ecologisch noodzakelijk, maar moet ook aan- NDSM-werf, om twee heel verschillende succes- Heel Amsterdam een wandel- en fietsstad
een andere, meer zelfvoorzienende energieop- sluiten bij de wensen van de Amsterdammers. volle voorbeelden te noemen. -_Een openbare ruimte die uitnodigt tot ontmoeting en bewegen.
wekking zoals stadsverwarming en zonne- en - Meer ruimte voor fietsers en voetgangers. Auto's zijn te gast.
windenergie. Dit maakt de strijd om de schaarse Al het groen in straten, pleinen en parken De samenwerking betreft ook de regio -_Verkeerswegen (Gooiseweg, Lelylaan, Burg. Roëllstraat) worden groene
ruimte nog heviger, maar in de wetenschap dat — Haven-Stad en de noordelijke IJ-oever krijgen en het Rijk. De afhankelijkheden zijn groot en stadslanen begeleid door bebouwing.
dicht op elkaar wonen op zichzelf duurzamer eigen parken — zal ingericht worden op ont- worden alleen maar groter. Veel afsternming
is, want efficiënter in alle opzichten. Schaar- moeting, ontspanning en recreatie. Een ander is al georganiseerd, dat is niet het geval op de * _Rigoureus vergroenen
ste dwingt tot creatieve oplossingen, zoals het belangrijk doel is tegengaan van hittestress schaal van de ‘agglomeratie’: het aaneengeslo- Een gezonde en klimaatbestendige leefomgeving voor mens en dier
benutten van daken. In het landschap rond de en vergroten van het waterbergend vermogen ten gebied dat bestaat uit Zaanstad, Diemen, -_ Openbare ruimte zo groen mogelijk inrichten.
stad maken we ruimte voor windmolens. van de stad. Dat geldt ook voor de beroemde Ouder-Amstel, Amstelveen en Amsterdam, - Ontwikkeling parken (Oeverlanden, Hondsrugpark, Gaasperdakpark,
Amsterdamse scheggen, de groene vingers terwijl daar veel overlap ligt. Hier wordt Zuidasdokpark en NDSM-Oost).
Duurzaam en gezond bewegen die de stad in steken, inclusief Waterland. nauwere samenwerking onderzocht. - Groene routes en ecologische verbindingen.
In een verdichtende stad gaan we zuinig De kwaliteit van deze landschappen gaat - Investeren in het landschap: natuurontwikkeling, kringlooplandbouw,
om met de schaarse ruimte. We zoeken plek omhoog door omschakeling naar kringloop - Meedoen en ruimte voor sporten en bewegen.
om te bouwen, voor groen, voor verblijven en landbouw, tegengaan van bodemdaling en Bij het maken van deze omgevingsvisie
voor de fietser en de voetganger. Om die reden herstel van biodiversiteit. De aansluiting van zijn uiteenlopende groepen Amsterdammers * _ Samen stadmaken
moet de auto als ruimtegebruikereenstap terug descheggen op de nieuwe kernen in Nieuw- gehoord. Zij wezen, naast zaken als duur- Richting geven op hoofdlijnen en ruimte bieden aan initiatief
doen. We hebben een drieledig doel: ruimte, West, Zuidoost en Noord wordt verbeterd, zaamheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid en - Gelijkwaardige (digitale) informatiepositie bij planvorming.
schonere lucht en gezonder bewegen. Dat gaat waardoor langs de randen van de Amstelscheg, ontmoeting, op het belang om mee te kunnen -__Buurtbatenovereenkomsten en buurtomgevingsvisies.
niet ten koste van bereikbaarheid. Mede dank- het Amsterdamse Bos, de Bretten en de Noorder bepalen hoe stad en buurt eruit gaan zien. Die - Grotere rol Amsterdammers bij beheer en ontwikkeling.
zij de verdichting krijgen Amsterdammers IJ-plas aantrekkelijke verblijfs- en recreatieplek- betrokkenheid is essentieel, want de stad maken -__Ruim baan voor wooncoöperaties: naar 10% van de woningvoorraad
hun voorzieningen, inclusief park, in de eigen ken ontstaan. De Tuinen van West zijn daarvan we samen. De onstuimige groei van het afgelopen in 2040.
buurt op loop- of fietsafstand. Buurten en een bestaand voorbeeld. decennium heeft voor vervreemding gezorgd, het - Vrije ruimte als vast onderdeel van de planvorming.
kernen worden verbonden door een netwerk gevoel de eigen buurt kwijt te raken. Meedoen
van veilige fietsroutes en openbaar vervoer. Nu Samen stadmaken geeft Amsterdammers de kans hun stad terug te
nog drukke autostraten als Lelylaan en Gooi- Deze omgevingsvisie combineert ruim- nemen. Deze omgevingsvisie is belangrijk, want
seweg zijn straks aantrekkelijke stadslanen die telijke inrichting met doelen op groen, wonen, eenmaal vastgesteld — voor de zomer van 2021 —
naast auto-ontsluitingsroute ook belangrijk werken, duurzaamheid, leefomgeving. Zo wil de moeten alle plannen en ingrepen in de stad zich
zijn voor fiets en openbaar vervoer, en die op stad in de toekomst werken: in samenhang. In hier op richten. Het stadsbestuur maakt in deze
zichzelf prettige verblijfsgebieden worden met plaats van losse beleidsdoelen die van alle kanten visie keuzes die soms pijn zullen doen. Soms
winkels, horeca en culturele pleisterplaatsen. komen — eerst verkeer, dan werk, vervolgens moeten bestaande belangen en ruimtegebruikers
Tussen stadsdelen komen nieuwe aansluitingen, energie en wie houdt de leefbaarheid en kwaliteit inleveren. De keuzes zijn gemaakt op goede
zoals mogelijk twee IJ-oeververbindingen, een van de buurt in de gaten? — worden ambities gronden, daarin kleurt zich dit college, maar over
Schinkelbrug en een fietsbrug over de Amstel. voortaan samengebracht. Dat vereist richting goed en beter valt te twisten. Het bestuur gaat
De omliggende gemeenten worden dichterbij geven, maar dat kan niet op detail. Het stadsbe- daarover graag met de stad in gesprek.
22 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Publiekssamenvatting 23
L Al | Ì i
LANE: Bl
| IE nl Pen 4 |
© d i NEEN f ii 5: : ke d ; d t E
/50 jaar bouwen Wes JK
nr Es nn ER
| k de bul TA ie da :
aan stedelijke Wd
3 dr el Ï
ik AE Maha a EE b Ra ee
walite. Md TEEN
be Dai
EET Deze omgevingsvisie is de achtste in een reeks wettelijk verplichte stadsbrede het project. We zoeken naar een goede balans
Il WIL IL. zÀ EF mc zt ruimtelijke plannen, waarvan het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) uit 1934 de eerste tussen richting geven als overheid en ruimte : À 7
AFT 4N Jm En ï was. Amsterdam kent een lange traditie van zorgvuldig en integraal bouwen aan de stad, bieden aan de samenleving. Het sturen op kwa- :
[a ar pe Ee die teruggaat tot het ontstaan van onze stad als nederzetting rondom een dam in het liteit en het maatschappelijk initiatief mogelijk
en EN a rj Pd Et „ veenriviertje de Amstel. Vanaf het allereerste begin is de vorm van de stad en de manier maken. De geschiedenis van Amsterdam en de a al
de me Ko waarop de stad groeit verweven met de waterhuishouding en het landschap. bestaande kwaliteiten van de stad vormen daar- * |
, E £ Pr a 3 bij een bron van inspiratie. dent
Bk Oe ee 4 De schoonheid van onze stad ligt besloten grootschaliger regionaal plannen. Als gevolg
‚ Fa en er Pr eer in en in het op harmonieuze wijze bijeenbrengen hiervan is een scheiding ontstaan tussen het Deze omgevingsvisie geeft met een steden-
Se 3 Ü k oe RE ies wir | Ee i van water, openbare ruimte, groen en bebou- sturen op stedenbouwkundige en architecto- bouwkundige ruimtelijke en programmatische
ME L are wil 5 ij wing. Amsterdam is als stad gebouwd op basis nische kwaliteit in de individuele plannen - de basisstructuur richting aan samenhang en even-
4 7 gr 5e n ni” en e van een reeks opeenvolgende plannen. Van de projecten — en het ordenen van de stad en de wichtige ontwikkeling van de stad. De invulling
Ri ae 5 Jd EN EE vier stadsuitleggen in de zeventiende eeuw, regio - het structuurplan. De stadsbrede struc- op het niveau van het gebied, het project en de
KEEN dk & À BE en via de negentiende-eeuwse gordel, de plannen tuurplannen voor Amsterdam zijn sinds het buurtis echter van minstens even groot belang. -
e 4 EN ee Zuid en West van Berlage en de tuindorpen in AUP dan ook steeds minder stedenbouwkundig Hoe Amsterdam daarbij terug kan grijpen op de ad
Ek OC he Ae „ Se : En i Noord, de naoorlogse wijken in Nieuw-West, van aard en steeds meer planologisch. traditie van eigenheid en harmonie zullen we de * B
Î ze Lt ed N En Buitenveldert, Zuidoost en Noord tot de Aker, komende jaren onderzoeken. de : UE LER Aid) Een
ze A, en n- ' me Nieuw-Sloten en IJburg. De opeenvolgende Met deze omgevingsvisie maakt Amster- Í Es ee
: he ee Ei. B _ mT plannen werden vanaf de vroege zeventiende dam tot 2050 ruimte voor de grootste groeispurt In 2025 is het 750 jaar geleden dat Amster- Dn, ij r 1 EN ì rd
IË —E a ol p mk eeuw tot in de jaren 70 van de 20e eeuw in in zijn bestaan. In 30 jaar tijd kan onze stad met dam stadsrechten kreeg. Het is een mooie aanlei- 4 Is f 4 Ed ed den É en = Ek Â
Te . schaal steeds groter. Het behouden van de 250.000 inwoners groeien tot bijna 1,1 miljoen, ding om naar de toekomst te kijken. Onderdeel van Ne El De d sg er kr del
samenhang tussen water, groen, openbare terwijl het aantal inwoners van de metropoolre- het programma Amsterdam 750 is een Nieuwe NN A el ke ] {
Fr ruimte en bebouwing en de ordening van func- gio van 2,5 miljoen tot meer dan 3 miljoen stijgt. Kaart van de metropoolregio, waarvoor deze om- 3 Ee FP
ties vroeg dan ook om steeds meer rigide sturen Watvoor gebouwde stad zullen wij nalaten? De gevingsvisie een belangrijke bouwsteen is. 5 == Kb
op kwaliteit. Dit was mede mogelijk dankzij ambitie zou niet minder hoog mogen zijn dan in
5 de gn ce een zeer dominante rol van de overheid in de de eerste van de stadsbrede structuurplannen, er Pz / sl
, sE ruimtelijke ordeningen het bouwen aan destad het AUP. De manier waarop we nu aan de stad en" ; — dl /
3 à Rete ee mids et vanaf het begin van de 20e eeuw. bouwen is echter onvergelijkbaar met 1934. De rt En nn Ì Een, LEES |
Fr ene vraag die destijds gesteld werd, hoe “Amsterdam Fe i= mm mm nj ANR ES
Sinds de jaren 70 heeft de Amsterdamse zich in de toekomst zal kunnen ontwikkelen tot fen je inne: nanne y=
groei door uitbreiding geleidelijk plaatsgemaakt een goed-geoutilleerde en tevens schoone stad”, ke ie a mn Ô u ij
voor een groei door inbreiding: transformatieen vraagt dan ook om een nieuw antwoord. Wren zuim F == nn ee 5
verdichting van de bestaande stad. Daarmee is … 7 , r EE elen mam : AE
de schaal van individuele plannen weer kleiner De komende jaren zullen we in het stads- k l ee, En | EE
geworden. Tegelijk vraagt de manier waarop de ontwerp een brug moeten slaan tussen de grote pr l m _ in mn + tn il En j Di 5
stad als onderdeel van de regio groeit juist om schaal van de metropool en de kleine schaal van tn E n nn
24 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool 750 jaar bouwen aan stedelijke kwaliteit 25
ee tn ER ze _ = En
ns Er en en nn en z ee | en nT En
nr me En mn ni tE EE pe Te en en 5 a ei en zE en ee en mn DE En me 5 Tr = > B Ee 5 > : a E a ne va zn m5 ig Ee n an : m es me 5 - Ee a : Fl ht nn
sE in en __ ee, En
E Ee Ee Ee en re ee == ns = En " =n = n mn 7 en on mn Ee Fi E = È bene E Ed in re de
ee en ee 5 . à ten ne : - zn ke r p zE en = : 5 _ er
à er Ee =n zE et ee = > Ee er en ee - = Ee : : E en 8 nd E Bs | ERE E B ri PT En EE ij
En en Drhen Ee EE Ei ai HE
: ee ep ar zz rn mn En H pe
B: s Een je en 3 EE | Ë hi Pr
WSA nei ln TN | IJ Hi
KS | ETTEN Se
Ie ì - : HELENE En En
Er ST | .
+ 8 B Í ET EN ED
r } . u En ie gen Ne: É | 5 m 3 kj je | _ à ES Ì
ede RE B |
nn (Ee. L : zedk F ATEN E Lj en 1 5 We '/ eg >, b ie Er EN, Eh ‚1 de
DE A ft LP Ene bl }
en mame Ae n WE Ems jen me Î ij û jj \ Le ' N A, \ Î A a : '
El IE 0 Dag We OC pn PIN
U zi Lahr sn N er ee Á :
- | eik ri NE Po A f Je
js Ee be | iK
eN | En de
EN A kh
| | - Dn ij es
jg NN MHO/
IE, ah F
ik Ee
je
!
N 3
wi -
AV Ì I
-_ Amsterdam in de wereld
‚Ideeën en zorgen vanuit de stad, voor de stad
. Visie op de toekomst
Vijf strategische keuzes
Dit deel begint met een beschrijving van de belangrijkste maatschappelijke trends en
grote opgaven voor Amsterdam en de metropoolregio. Daarna presenteren we de visie op
Amsterdam in de regio. Aan de hand van vijf strategische keuzes laten we zien hoe we op
ruimtelijk gebied richting geven om daarmee ruimte te bieden aan Amsterdammers en pro-
fessionele partners om mee te bouwen aan Amsterdam. De visie wordt verder uitgewerkt in
de hierop volgende delen over de ruimtelijke uitwerking in Deel Il WAAR, over de beleids-
agenda voor een complete stad in Deel III WAT en in de doorwerking van de omgevingsvisie
in Deel IV HOE.
"Geet d beet)
eet de straat weer een beetje
terug aan de mensen die op
straat leven door vriendelijk
ontwerp van de openbare
ruimte, bankjes waar je op kunt
liggen, plekken waar je samen
HH
kan komen
Patrick Roegiers | Stadsdeel Centrum
28 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie Vi,
Globalisering brengt daarbij voor steeds voorzieningen en infrastructuur, die bij de
í meer mensen materiële welvaart. Maar sinds structuurvisieambitie hoorden, niet zijn gedaan.
het einde van de vorige eeuw wordt duidelijk Dat betekent dat de groei van inwoners, werk-
dat het beslag dat we op de planeet leggen tot nemers en bezoekers grotendeels opgevangen is
AN MN S t En r d d MN uitputting van natuurlijke hulpbronnen leidt, door dezelfde voorzieningen en infrastructuur
en onherstelbare schade aanricht in ecosyste- als tien jaar geleden. De druk op de stad liep
e men waarvan we als mensen afhankelijk zijn. hierdoor merkbaar op.
| NM d En Globalisering betekent ook een steeds nauwere
verwevenheid van steden, landen en wereldde- De groei heeft een grote impact op de
len, met als gevolg een grotere kwetsbaarheid. inwoners en de leefkwaliteit in de stad. De
WW Ee r En | d De impact van het coronavirus op alle aspecten ruimte wordt steeds schaarser. Dit heeft snelle
van onze samenleving legt dit haarscherp bloot. prijsstijgingen van woningen als gevolg gehad.
Deze internationale crisis brengt tegelijk een Kwetsbare groepen Amsterdammers profite-
herwaardering voor de directe leefomgeving ren lang niet altijd mee van het succes van de
met zich mee. Duidelijk wordt hoe belangrijk stad. Het toegenomen aantal bezoekers heeft
de kwaliteit van buurten en de kracht vanlokale zeer negatieve gevolgen voor de leefbaarheid
Amsterdam is de kernstad van een snelgroeiende metropoolregio. Groei en transitie- netwerken zijn. in sommige delen van het centrum. Dic alles
opgaven vragen in toenemende mate om samenwerking op regionale en landelijke schaal. heeft consequenties voor de open en tolerante
Tegelijk is de kwaliteit van de directe leefomgeving juist belangrijker geworden. De roep Toenemende ongelijkheid houding van Amsterdammers, en hoe zij de stad
om meer zeggenschap over de eigen stad, buurt en straat wordt steeds luider. Deze De opkomst van de stedelijke kenniseco- beleven.
omgevingsvisie moet handvatten bieden voor het opereren in het spanningsveld tussen nomie heeft de afgelopen jaren tienduizenden
grote en kleine schaal, tussen beleid voor de korte termijn en keuzes en grote investeringen nieuwe banen gecreëerd in Amsterdam. Maar De oplopende druk op de schaarse ruimte
voor de lange termijn, tussen de noodzaak ruimtelijk richting te geven en de wens tegelijk tegelijk is de sociaal-economische ongelijkheid valt samen met nieuwe en urgente opgaven.
ruimte te bieden aan initiatief uit de samenleving. In dit hoofdstuk blikken we terug op de toegenomen en is kansenongelijkheid groter Voorbeelden zijn de toenemende sociaal-
ontwikkeling van Amsterdam de afgelopen tien jaar en duiden we een aantal achterliggende geworden. We constateren dat de kernstad en economische en ideologische verschillen in de
ontwikkelingen en trends: klimaatverandering, digitalisering, metropoolvorming, de rest van de regio als het gaat om economische samenleving, de snelle technologische ontwik- De kwaliteit van de stad vloeit
ontwikkelingen in de samenleving en de manier waarop we de stad maken. dynamiek en bevolkingssamenstelling uitelkaar kelingen de vergrijzing. Allemaal hebben ze voort uit ruimtelijke inrichting,
groeien. Terwijl in Amsterdam en Haarlemmer- _ impactop de leefomgeving. De meest funda- maar vooral uit de netwerken van
Terugkijken op de afgelopen tien jaar Het succes van aantrekkelijke meer het aantal banen explosief groeide, bleven mentele nieuwe opgave vloeit echter voort uit mensen. Uitwisseling van kennis,
Sinds 2010 kende Amsterdam een peri- steden en de keerzijde andere delen van de metropoolregio achter. Ver- de verandering van het klimaat en de noodzaak ervaring en ideeën door inwoners
ode van snelle groei. Per jaar heette de stad De groei en internationalisering van schillen tussen buurten binnen de stad namen lokaal invulling te geven aan de energietransitie én bezoekers zorgt voor culturele
ruim 11.000 nieuwe Amsterdammers welkom. Amsterdam past in een wereldwijde beweging, toe en de steeds hogere huizenprijzen maakten en de circulaire economie. en economische vernieuwing.
Tegelijk met het aantal inwoners groeiden waarbij aantrekkelijke metropolen zich ontwik- het voor lagere en middeninkomens bijna
de werkgelegenheid en het aantal bezoekers kelen tot brandpunten van de kenniseconomie. onmogelijk om een plek in de stad te bemach- E mg dl 3
explosief. De stad internationaliseerde in een De afgelopen decennia groeide de economie tigen. Daarnaast neemt de bereikbaarheid van -_ ma" 3
ongekend tempo. De instroom van talent uit van kennisintensieve steden zoals Amsterdam werk voor velen af en de reisafstand toe, terwijl Ì ij Ree: à Ê dl rr: Rn: : =
binnen-en buitenland, de opkomst van de daardoor hard. Amsterdam is aantrekkelijk als investeringen in vooral openbaar vervoer ach- Sa War BA TEN je J Eren Tri
techsector, de vestiging van EMA en groei van ontmoetingsplek, internationaal verbonden. De terblijven bij de groei van inwoners en banen. ats inrit Hi HE ESTER LER HE Tj Ì ce E 3
toonaangevende bedrijven waren onderdeel clustering van innovatieve en gespecialiseerde EE getik fi EPE TE 14 p E ar de
van die internationalisering. Het succes kwam bedrijven komt voort uit het feit dat personeel Druk op de stad al ge aLDP ST E TT : ia:
niet uit de lucht vallen: decennia van investeren graag werkt in een aantrekkelijke, levendige De toename van bevolking, arbeidsplaat- ak IL re ee
in kwaliteit van buurten, voorzieningen en de omgeving waar veel passende banen zijn. sen en bezoekers in Amsterdam verliep sinds ïÀ Ee lj GRS IE le He 6 4 A on” Em
openbare ruimte, het open en tolerante karakter Omgekeerd trekken bedrijven in de verbonden 2010 veel sneller en was groter dan voorzien. | ie f gem Ee , 1 Á Pd EEE mn
van de bevolking en het goede investeringskli- wereldeconomie naar de plekken waar het beste In de Structuurvisie Amsterdam 2040 uit 2011 nn RR Te nn rk
maat droegen alle bij aan de aantrekkelijkheid personeel is. In steden leren mensen van elkaar. was de voorspelling dat Amsterdam in 2040 E en 7 í jr | AN ; en Te fr t € RE
van Amsterdam. De stevige internationale De kans dat zich een mogelijkheid voordoet om 860.000 inwoners zou tellen. Dat aantal is in en jd 5, re 3 GR OO PR | Pm eN
positie van Amsterdam vloeit voor een groot te leren van anderen is nu eenmaal groter op 2019 bereikt. Het aantal arbeidsplaatsen en me B NE z
deel voort uit deze lokale kwaliteiten. Hoewel plekken waar veel verschillende mensen samen bezoekers is zelfs nog sneller gegroeid dan het Es nn d 1 Mrs,
de coronacrisis steden als Amsterdam econo- werken en wonen. Hoe groter en gevarieerder aantal inwoners, terwijl die groei in 2011 hele- A - N / U,
misch harder raakt dan veel andere landsdelen, de steden, hoe sterker de leereffecten, innovatie maal niet voorzien werd. Tegelijk moeten we :
is de uitgangspositie van Amsterdam daarom en welvaartsgroei zijn. constateren dat de meeste van de grote inves- ; an
onverminderd sterk. teringen in openbare ruimte, groen, stedelijke Dm |
30 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 31
Amsterdam in het afvalverwerking. Dit betekent een extra ruimte- processen als bodemdaling, afname van bio- kb ï 8 E
antro POCEEN vrager waar we in de verdichtende stad rekening diversiteit en versnippering te stoppen. 4 Ke
De invloed van de mensheid op de pla- mee moeten houden. Het opwaarderen van
neet neemt steeds verder toe. De in Amster- grondstoffen, lokale productie, het opslaan van Gezamenlijke opgaven Ol
dam geboren Nobelprijswinnaar Paul Crutzen energie vraagt om milieuruimte. Dat betekent Binnen de metropoolregio wordt de band ag rif EE
opperde als eerste de term ‘antropoceen’. De dat mengen van deze activiteiten met wonen en met onze buren in de agglomeratie Amsterdam pe NE
invloed van de mens is vergelijkbaar met een werken niet vanzelfsprekend is. sterker. Zij hebben de afgelopen jaren duizen- Ee pe d
geologische kracht en de effecten van onze den woningen gebouwd, grotendeels voor de Een he ì Ee
soort op de planeet zullen over honderdduizen- Amsterdamse vraag. Verscheidene grote pro- PE OE hi 8 E
den jaren nog voelbaar zijn. De aantasting van Metro PoOo lvormin g jecten staan nog op stapel. Vaak liggen ze dicht Ë Î Eh Hi an Î Í ; d
het milieu heeft een steeds directer en door- De ontwikkeling van onze stad is meer tegen onze gemeentegrens aan. Ruimtelijk raakt ES El EL TS bl k
dringender effect op onze leefomgeving. De dan ooit verbonden met die van de rest van het aaneengesloten stedelijk gebied van Amster- ko = Ee a 7 a
coronacrisis maakt dat duidelijk. Een besmette- _deregioen heel West-Nederland. Amsterdam dam, Zaanstad, Amstelveen, Ouder-Amstel en mr k kli ade . IE zie
lijk virus springt op een markt over van dier op bleek de afgelopen jaren een belangrijke trekker Diemen vervlochten. In de groene scheggen Ae e. ae f je ei É } IE it ed LJ « Î
mens en in enkele maanden tijd wordt de hele voor mensen, instellingen en bedrijven uit het Amstelscheg, Amsterdamse Bos, Diemerscheg me} en : NN ir CELSE EE mie 5
wereld er door geraakt. De klimaatcrisis ver- buitenland. Amsterdam is sterk in de sectoren en Waterland is de recreatieve druk toegeno- ei rn ze: ze hee gr A re eN _ Pl er
loopt langzamer, maar is bedreigender en fun- cultuur, creatieve industrie en media, fintech, men. Het maakt groei, beheer van groen, land- Pe d = nge _ Er
damenteler. Amsterdam ligt op een kwetsbare ICT en lifesciences. Veel Nederlandse bedrijven schap en water en aanleg van infrastructuur tot gekken E's: Ta _ E n gn e[ . _
plek. Zeespiegelstijging, droogte en extreme groeiden in onze stad uit tot wereldspelers. Als een gezamenlijke opgave die vraagt om nauwe Te EE 5 bed = k
neerslag en een dalende bodem bedreigen op gezegd houdt de Amsterdamse bevolkings- samenwerking binnen de agglomeratie. le E Ae es | ak A
langere termijn de bewoonbaarheid van heel groei de toename van de werkgelegenheid niet N ere i ‚ Ea De En -
laag Nederland. bij. Werknemers van Amsterdamse bedrijven Tegelijk ontstijgt de invloedssfeer van Ki ke L nn == a Os Pe
wonen dan ook in de hele metropoolregio en ver Amsterdam het schaalniveau van de metropool- : pn k 2 - ET u is. ee, se
Lokaal zijn de effecten van klimaatveran- daarbuiten. Ook Amsterdammers en nieuwko- regio. Een toenemend aantal van de Amster- EP ee Ta Kn Ki’ eg
dering al voelbaar: Nederland maakte in 2020 mers op zoek naar een groter of betaalbaar huis damse banen wordt ingevuld door inwoners
alweer een ongebruikelijk lange hittegolf mee, zoeken hun heil vaak buiten de stad. De druk van grote en middelgrote steden op afstand, en enkele grotere steden bestaat, is in de ver- Nieuwbouw van
grote delen van ons land kampen met structu- op de schaarse ruimte in de stad en de stijgende zoals Rotterdam, Zwolle en Den Bosch. Ook houding tussen de hoofdstad en andere delen woningen in de
rele droogte en extreem weer trekt een zware prijzen leiden daarnaast tot een verdringing de relatie met andere Europese metropolen is van Nederland minder evident. Voor sommige Houthavens.
wissel op de leefbaarheid van dichtbebouwde van bedrijven en functies die (milieu)ruimte sterker geworden. Dat vraagt weer om samen- regio’s lijkt Amsterdam eerder een magneet die Sinds 2010
steden. Er is terecht reden tot grote zorg en nodig hebben. Distributie en opslag, industrie werking met het Rijk en de provincies. Lokale, talentvolle mensen wegtrekt en bovendien een verrezen de
somberheid. De doelstelling de opwarming van en grondstoffenverwerking, duurzame ener- regionale en (inter)nationale belangen vallen stad die weinig gevoelig is voor wat er elders in meeste nieuwe
de aarde tot 1,5 graad te beperken raakt steeds gieopwekking, datacenters en groothandels niet altijd vanzelfsprekend samen. Zozijnsnelle hetland speelt en water gedacht wordt. Toch woningen
verder buiten beeld. Wellicht bereiken we het zijn onmisbaar voor Amsterdam. Ze zijn echter verbindingen tussen de centra van de grote horen Amsterdam en Nederland bij elkaar. We direct rond het
moment van 1,5 graad opwarming al vlak na steeds vaker aangewezen op een plek buiten steden belangrijker geworden. Maar snelle inter- hebben elkaar nodig. Denk alleen al aan innova- centrum.
2030 en van 2 graden nog voor 2050. Datisnog destad. city’s en internationale treinen concurreren op tie, energie, voedsel, de doorvoer van goederen,
binnen de horizon van deze omgevingsvisie. het spoor met lokale en regionale treinen. Een recreatie, natuur, waterveiligheid en defensie.
Het overschrijden van de tweegradengrens zal De concentratie van werkgelegenheid en Amsterdamse inzet op autoluw en meer kwa-
leiden tot onbeheersbare wereldwijde klimaat- publieksvoorzieningen en gelijktijdige sprei- liteit in de openbare ruimte staat op gespannen
problemen, zoals hitte, droogte, overstromin- ding van inwoners en stadsverzorgende func- voet met de bereikbaarheid van de stad vanuit Stad en samenlevin g
gen, misoogsten, en klimaatvluchtelingen. ties, betekent dat Amsterdam en de andere delen andere delen van de regio, waar de auto nog Vaak kijken we naar steden als een
van de metropoolregio meer van elkaar afhan- altijd het belangrijkste vervoermiddel is. verzameling van gebouwen en infrastructuur.
Een toekomstbestendig Amsterdam over- kelijk worden. Deze integratie van de kernstad Maar een stad bestaat allereerst uit mensen.
schrijdt de draagkracht van de planeet niet. Feit met de omliggende gemeenten is kenmerkend Samen maken we de stad, de regio en het De inwoners uiteraard, maar ook mensen die er
is dat we op dit moment al ver boven onze stand voor groeiende metropolen. land. Niet alleen binnen de metropoolregio en dagelijks komen om te werken, te studeren of
leven. Alleen al het aanpassen van de bestaande niet alleen binnen de Randstad. De Amster- wekelijks om te winkelen of uit te gaan. Men-
stad aan klimaatdoelen en extremer weer stelt Het landschap heeft niet direct van de groei damse economie profiteert bijvoorbeeld van sen die er eenmalig en kortstondig op bezoek
ons voor enorme opgaven en kosten. Optermijn geprofiteerd, hoewel de waarde ervan buiten de link met het hightech -cluster rond Eindho- zijn. Voor al deze mensen is de stad onmisbaar
is een omschakeling op een grotendeelscirculaire kijf staat. Voor de leefkwaliteit, maar ook voor ven, met universiteitssteden als Wageningen, als plek om sociaal en persoonlijk te groeien,
samenleving noodzakelijk. Dit heeft grote gevol- biodiversiteit en voor opgaven als het bufferen Enschede en Groningen en hun specialistische om je economisch te ontplooien, om te ont-
gen voor de leefomgeving en de wijze waarop van water, de productie van gezond en onderzoeksinstituten en startende ondernemin- spannen en je te laten inspireren. Iedereen in
de stad zich ontwikkelt. In de circulaire stad is duurzaam voedsel en schoon drinkwater. gen. De sterke afhankelijkheid, zoals die tussen de stad is onderdeel van een groter netwerk van
meer ruimte nodig voor energievoorziening en Desondanks is het lastig gebleken uithollende Amsterdam en de rest van de metropoolregio mensen. Soms heel lokaal in een woongebouw,
32 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 33
een straat of buurt. Soms juist internationaal, ten zuiden van het IJ, en stadsdelen daarbuiten. pr k É fa | Amsterdam is op Europese schaal
in een bedrijf, een kennisinstituut of als lid van In de binnenstad is de druk van het toerisme . E sl LR : de onderdeel van een netwerk van
een over verschillende landen uitgewaaierde soms zodanig dat inwoners zich niet meer thuis k en, a) el ij j economisch succesvolle steden.
familie. Soms langdurig, soms kort. Het is deze voelen en Amsterdammers er niet meer komen, bral 5 e E NAE
veelheid aan netwerken, de uitwisseling die elders binnen de ring herkennen mensen hun 0 Ek En bnn
er tussen mensen plaatsvindt, die de essentie buurt soms niet meer door de komst van zoveel EE el 5 À, nne B de
vormt van een stad. Een robuust vitale stad nieuwe bewoners en voorzieningen. Er klinkt er 1 R HO k En n-
is rijk aan netwerken van verschillende aard, hier een steeds luidere roep om meer balans. In ed Î KL OR
die bovendien op verschillende schaalniveaus andere delen van de stad leidt een bijna omge- ele ej dk Ea Si En
functioneren. Zo’n stad biedt de meeste kansen keerde situatie evenzeer tot vervreemding. In En ge in Ke p p= Ep L
op ontwikkeling aan mensen en is bovendien als sommige delen van Nieuw-West, Zuidoost ham ei Ee r We \ n
bron van innovatie en inspiratie onmisbaarinde en Noord dreigt het draagvlak voor de buurt- ie" E If z LE À BE
hedendaagse economie. economie en voorzieningen weg te vallen. De ed Û in Ee, BN
bevolkingssamenstelling is er soms erg eenzij- Er en K} Ek 4 Fn
Continuïteit en vernieuwing dig. Isolatie en gebrek aan gevarieerd straatleven } Ai 1 . ä5
Amsterdam is als internationaal geori- maakt deze buurten soms sociaal onveilig en " EL \ é Ti ;
enteerde stad bij uitstek een plek waar veel bewoners zijn op andere buurten aangewezen E | 1 B
netwerken samenkomen. Dat was vroeger zo voor hun voorzieningen. Hier vragen bewoners
dankzij de haven en de goede verbindingen met juist om meer dynamiek en meer reuring. Maar Op regionale schaal is spraken van
de rest van ons land en het heeft dankzij het wat de opgave ook is, in de hele stad is de wens een sterke functionele integratie
internetknooppunt AMS-IX in de Watergraaf- hoorbaar beter betrokken te worden en is er een ® Pan tussen Amsterdam en de regio.
smeer een nieuwe invulling gekregen. Amster- vraag naar meer ruimte voor eigen initiatief. 5 f 1 Dat noemen we metropoolvorming.
dam is wereldwijd verbonden en is steeds meer P Ê ps ; } Het vraagt om een gezamenlijke inzet
onderdeel geworden van bewegingen die de hele Belangrijk is dat we ruimte blijven geven | , Ei ir op woningbouw, werkgelegenheid,
planeet omspannen. Tegelijk is hetop hetlokale aan Amsterdammers om zich te ontplooien. Im Ë Jk do p a Ì openbaar vervoer, energie en
niveau, dat van de buurt en de straat, van de Mensen trekken naar de stad om onderdeel te mn TR \ Pi groen.
sportvereniging, de buurtschool of de koffiebar, zijn van het stedelijk leven. Om mensen te ont- TE 4 ; £ P
waar de stad zichzelf is. Hier dragen mensen de moeten, voor werk, om kennis en ervaring uit te u @ î BN ä
cultuur die Amsterdam een unieke en aantrek- wisselen en om zich te laten inspireren door de Ce En DE
kelijke plek maakt: vrijzinnig, activistisch en energie en cultuur van de stad. Tegelijk moet het si id ij On en
open naar de wereld. een veilige plek zijn om te leven, zeker ook voor 8 d AN ES nn & e5
kwetsbare groepen als kinderen en ouderen en » je Tg ne! 5 &
Amsterdam blijft zichzelf terwijl de stad mensen met een beperking. Voor hen zijn lokale ar À ger ë Z A
steeds verandert. Er is continuïteit in vernieu- netwerken en voorzieningen belangrijk om mee Nd en
wing, waarbij nieuwe mensen en ideeën, leef- te kunnen doen. Ì en
stijlen en culturen hun invloed hebben op de
stad, maar de grondtoon van de stad toch altijd Veiligheid en ondermijning k Amsterdam en de buurgemeenten
herkenbaar is. Veel mensen zijn slechts voor De criminaliteitsproblemen in Amsterdam Er zn E vormen een handvormige agglomera-
korte tijd in onze stad. Als bezoeker, alsstudent zijn groot. De afgelopen jaren is de stad meer- ; ie 8 REN Ji E tie. De bebouwde ‘lobben’ steken als
of als tijdelijke werknemer. Die vluchtigheid malen opgeschrikt door het geweld dat hiermee 1 Ee Be, en an Ea vingers aan een hand het omringende
hoort bij de stad. Maar een vruchtbare relatie gepaard gaat. Er is geen gemakkelijke oplossing Ile 5 TT . des EE. landschap in. Dat landschap dringt via
tussen jezelf blijven en tegelijk openstaan voor voor deze problematiek. Criminaliteit zal in een ao em id Las ARES Ei, : EN groene wiggen, de ‘scheggen’, juist
wat van buiten komt, vraagt om balans. Een grote liberale en internationaal open stad nooit _ dn = lers ie Voen _ N: EE al Ì Ì diep door in de stad. De agglomeratie
goede verhouding tussen onderdeel zijn van helemaal verdwijnen. Maar de overheid moet NÀ Ie EN ns de Tr ï bestaat uit stadsdelen en gemeenten
mondiale bewegingen van mensen, ideeën, zich stevig weren tegen het ondermijnende | à Ei IN en : EF: En at pe) e met een duidelijke eigen identiteit.
informatie en goederen en tegelijk mensen de effect van criminaliteit. Daarbij is een bewust- LEES In eN Ze zijn onderling verbonden met
kans geven lokaal te wortelen. zijn van de voedingsbodem voor criminaliteit | el ne Eee B N openbaarvervoerlijnen en een
belangrijk en hoe je die op termijn kunt weg- 1 e Í E He Ô Veen Zij he netwerk van straten en groene routes.
Het belang van de directe nemen. Wijken met een sterke concentratie el D ES a =| ú jk
leefomgeving van kwetsbare groepen en weinig perspectief rk RE ‚k Rd md
In Amsterdam is een tegenstelling ont- zijn zo’n voedingsbodem. Kansenongelijkheid aha Es á 1
staan tussen het centrum, binnen de A10 en en segregatie versterken die voedingsbodem.
34 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 35
Dat vraagt blijvende aandacht voor vitale en keling en digitalisering en de effecten daarvan geworden, terwijl nog meer dreigen te verdwij- verschillen en kansenongelijkheid binnen de
gemengde wijken, waar voor jongeren de kans op economie en samenleving. nen door automatisering en outsourcing. Dit stad en de hele regio?
krijgen zich te ontwikkelen en mee te doen. economisch profiel wordt weerspiegeld in de
Meer diversiteit en grotere verschillen veranderde bevolkingssamenstelling. Amster- Transities als opgave
Direct voorafgaand aan de coronacrisis dam biedt steeds minder plek aan mensen met Aldeze vragen geven aanleiding om de
Naar een onzekere versnelde de groei van Amsterdam. De trek van een middeninkomen. Dat heeft naast woonvoor- ruimtelijke ordening van de stad en de metro-
toekomst inwoners vanuit de stad naar buiten was dan keuren ook te maken met de samenstelling van poolregio opnieuw te overdenken. Verdere groei
Vanaf maart 2020 sloeg snelle groei in ook geen bewijs van een afnemende aantrek- de woningvoorraad, die vooral bestaat uit alleen van Amsterdam kunnen we niet langer opvan-
enkele maanden om in stagnatieen krimp. Nog kelijkheid van de stad. De meeste van hen voor lage inkomens toegankelijke sociale huur gen met alleen beter benutten. Metropool-
meer dan tijdens de economische crisis van bleven ook in de metropoolregio. De stroom (2019: 51%) en voor middeninkomens onbetaal- vorming vereist een regionale inbedding van
2008 maakt corona duidelijk hoe kwetsbaar naar buiten werd juist veroorzaakt door de bare, dure huur- en koopwoningen (2019: 34%). een stedelijke visie. Diverse transities brengen
Amsterdam is voor internationale ontwikkelin- nog grotere instroom naar de stad. Dit betrof Dit betekent echter dat bijvoorbeeld politieagen- geheel nieuwe ruimteclaims en inrichtingseisen
gen. Verhoudingsgewijs is een groot deel vande hoofdzakelijk buitenlandse migratie van relatief ten, leraren en zorgverleners, die voor hetfuncti- _metzich mee: klimaatverandering, deelmobi-
Amsterdamse economie conjunctuurgevoelig. jonge mensen. Achter de bevolkingsgroei van oneren van de stad onmisbaar zijn, moeilijk een liteit, de circulaire economie, schone energie,
Het feit dat Amsterdam en andere grote steden Amsterdam in 2019 met bijna 10.000 inwoners woning kunnen vinden. Het betekent ook dat gezond en duurzaam voedsel, een vergrijzende
harder door de coronacrisis getroffen werden, gaat een veel grotere dynamiek schuil. 50.000 wooncarrière maken in Amsterdam lastig is. bevolking. Deze een plek geven vraagt om een
geeft extra aanleiding na te denken over de mensen kwamen in 2019 vanuit het buiten- schaalsprong in de ruimtelijke ordening van de
toekomst van de stad. Tegelijkertijd is er geen land naar onze stad, 35.000 trokken er over de Omgaan met groei stad en de regio als geheel.
reden om aan te nemen dat structurele trends grens. 24.000 mensen vestigden zich vanuit de Als Nederland zitten we midden in een
ombuigen. Onze economie wordt nog altijd rest van ons land, 42.000 vertrokken er naar demografische transitie, die weer onderdeel is Zo’n schaalsprong is risicovol, want er
kennisintensiever, de ondersteunende dienst- andere Nederlandse gemeenten. Er werden ruim van een beweging van wereldwijde bevolkings- horen grote investeringen in infrastructuur,
Steden als Amsterdam verlening groeit tegelijk snel. Steden blijven 10.000 kinderen geboren en er waren ruim groei naar wereldwijde bevolkingskrimp. In de stedelijke voorzieningen en groen bij. Die
bestaan om mensen daardoor mensen trekken. Ook verwachten 5000 sterfgevallen. Het netto effect van deze tweede helft van deze eeuw zal voor het eerst investeringen doen we voor een lange periode.
bij elkaar te brengen. we dat het internationaal toerisme zich zal dynamiek is een snel groeiende stad met een in de geschiedenis het aantal mensen afnemen. Eén ding lijkt zeker: de druk op de schaarse
De uitwisseling tussen blijven ontwikkelen, gezien de aanhoudende steeds diversere en internationale bevolking. In veel delen van Europa is krimp al een feit en ruimte in Amsterdam neemt alleen maar toe.
veel verschillende welvaartsgroei in Azië. Dat betekent dat we leidt de vergrijzing van de naoorlogse geboorte- We moeten rekening houden met nieuwe en
mensen in de stede- rekening moeten houden met groei van onze De ongekend grote banengroei die Amster- golf tot hoge maatschappelijke kosten. Groei in nog onbekende ruimtevragen, zowel boven- als
lijke publieke ruimte stad. Tegelijk worden de opgaven ten aanzien dam de afgelopen jaren meemaakte, komt voor Europa is plaatselijk en te danken aan migratie. ondergronds. In afwegingen waar we aan wat
maakt het succes van van klimaat en energie met het jaar groter. En bijna de helft op het conto van de kennisinten- Mensen en activiteiten concentreren zich ineen ruimte bieden, moeten we altijd ook de andere
de stad. we moeten alert zijn op technologische ontwik- sieve dienstverlening. In de techsector groeiden beperkt aantal stedelijke regio’s. Deze steden partijen in de regio en het Rijk betrekken.
enkele bedrijven in rap tempo uit tot wereldspe- zouden weleens de demografische en economi-
Mr Jin Î B Be ee F ál lers. Voor Amsterdam betekent dit dat er naast de sche kurk kunnen zijn, waarop het continent de Lastig is dat we van diverse nieuwe ruim-
id jn [ Mi tie ws Le sie Es di f/ financiële sector en media en reclame een nieuwe komende decennia drijft. tevragen op dit moment nog niet precies weten
8 LD eh je ae eind Ee Lr A stevige pijler onder de stadseconomie is ontstaan. Groei en internationalisering stellen ste- hoe groot ze zullen zijn. De ruimte voor de
en Nl, Á set re ES hd Âj F ú Een volgende groeisector dient zich intussen den voor complexe opgaven. De beweging tot energietransitie is daarvan een voorbeeld, net als
Dm ER ar nk ea V f aan in de vorm van lifesciences & health. Met de concentratie van werkgelegenheid en stedelijke de circulaire economie. Technologische ontwik-
1 Mn ed ar rt S Er vl ontwikkelingen van diverse kenniskwartieren voorzieningen in Amsterdam is een gege- kelingen zijn een andere onvoorspelbare factor.
È Fr : nT Ì es ; i Er % d r £ Ö en investeringen van het bedrijfsleven, kennisin- ven. Maar het tegelijk plek bieden aan zoveel Wat zal de invloed van autonoom rijden zijn
E | le, Hr En NE 3 x dd fz ü if SER stellingen en overheid bouwen we daarvoor aan nieuwe inwoners blijkt onmogelijk. We staan op de mobiliteit? Lichte elektrische vervoer-
ee Tj | nn ti 4 | | zie een sterk ecosysteem. Parallel aan de kennisin- als stad en regio voor fundamentele keuzes. middelen en elektrische fietsen veranderen nu
= en En kt TR d de rk p d il tensieve dienstverlening maakte de aanvullende Accepteren we de ongelijkmatige groei van de al de manier waarop mensen door de stad en de
TEN haf ij ie le . ver if 5 LE dienstverlening een snelle groei door. Horeca werkgelegenheid of zoeken we naar mogelijk- regio bewegen. In de ruimtelijke ordening en de
Re ee +k z 7 eN 5 hi Mal hi Er 4 profiteerde van de toename van het aantal heden tot een meer evenwichtige ontwikke- inrichting van de stad is het scheiden en vastleg-
f ee N JA | IE D k bezoekers, maar ook van de jonge, uithuizige ling? Lukt het ons om in de stad plek te bieden gen van functies lang een uitgangspunt geweest.
: a | Eine Neer Vel pn bevolking. aan al die nieuwe inwoners of accepteren we In de toekomst zullen we juist rekening moeten
im ” B ij á el Ra re # dat woningbouw voornamelijk buiten onze houden met het onvoorspelbare. Een van de
pr Ee eef en IR me, Amsterdam heeft daarmee een stedelijke gemeentegrenzen zal plaatsvinden? Hoe gaan domeinen waar dat bij uitstek geldt, is de open-
4 en EN ì 8 economie die sterk lijkt op die van andere wes- we om met de inefficiënte benutting van de bare ruimte. Maar ook gebouwen zullen eenvou-
= en MN _terse metropolen. Een internationaal georiën- verkeersinfrastructuur door te eenzijdige dig aanpasbaar moeten zijn om te voorkomen dat
% ‚ mn en Ken] teerde, specialistische dienstensector en een zeer zware spitsbelasting, de kwalitatieve achteruit- ze snel onbruikbaar worden. Het zal van grote
à j EN a omvangrijke ondersteunende service-economie. gang van de groene landschappen rondom de invloed zijn op de manier waarop we buurten,
R Banen voor het middenkader zijn schaarser stad, met de toenemende sociaal-economische gebouwen, straten en pleinen vormgeven.
36 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 37
Het maken van de stad heid, mobiliteit, wonen en werken zijn doelstel- ook nationaal en internationaal. Daarbij is het
Amsterdam is sinds 1995 vooral gebouwd lingen opgenomen, die in projecten bijeenko- zaak de kracht en samenhang van de metropool-
in grote projecten en programma’s. Het Ooste- men. Lang niet altijd is de stapeling van eisen en regio te versterken. Wat voor stad willen we zijn
lijk Havengebied, De Aker, IJburg, Zuidas, de ambities realistisch. De gezamenlijke ruimte- in 2050? Waar vinden we in de stad en andere
Noordelijke IJ-oever, stedelijke vernieuwing vraag van normen voor groen, maatschappelijke delen van de regio de ruimte voor woningen,
in Zuidoost en Nieuw-West. In deze projecten voorzieningen, gezondheid en sport, in com- werkplekken, voorzieningen? Welke investerin-
en programma’s is op succesvolle wijze vorm binatie met de ambities voor wonen, werken gen in bereikbaarheid, groen en voorzieningen
gegeven aan de ontwikkeling van de stad. en verkeer en vervoer kunnen we niet zomaar zijn nodig? Hoe passen we nieuwe ruimtevra-
Ruimtelijke ontwikkeling is in deze periode accommoderen binnen de stad. Ruimtelijk is gen in en beschermen we bestaande kwalitei-
ook een verdienmodel geworden. Metopbreng- veel welop te lossen, maar financieel ontstaan ten? En welke manier van bouwen aan de stad
sten uit projecten als Amstel III en Sloterdijk er binnen projecten knelpunten. hoort daar bij?
kon de transformatie van de IJ-oevers betaald
worden. Maar ook de Noord/Zuidlijn, nieuwe Financierbaarheid van de stad
culturele voorzieningen en tienduizenden op lange termijn
betaalbare woningen zijn er mede mee mogelijk Problematisch is daarbij dat ontwikkeling Een continu
gemaakt. in Amsterdam minder hoge opbrengsten gene- netwerk van
reert dan voorheen. Dat hangt deels samen met stadsstraten en
Sturen op kwaliteit de eisen die we als stad zelf stellen aan kwaliteit, lanen verbindt
Sinds de vorige crisis worden ook beper- betaalbaarheid en duurzaamheid. Maar funda- de verschil-
kingen in de manier waarop we de stad ont- menteler is dat de afgelopen jaren de nadruk bij lende buurten
wikkelen zichtbaar. Vergeleken met twintig jaar ontwikkeling op transformatie en verdichting is en smeedt de
geleden bouwen we woningen, kantoren en komen te liggen. Zuidas is gebouwd op braaklig- stad aaneen.
voorzieningen vooral in kleinere en onderling gende gemeentegrond rond station Zuid. Iets
zeer verschillende projecten. Als er op zoveel soortgelijks geldt voor de kantoorgebieden rond
verschillende plekken door zoveel verschil- Sloterdijk en Bijlmer- ArenA. Dit soort locaties
lende ontwerpers aan de stad ontworpen zijn er steeds minder. We zijn nu vooral bezig
wordt, terwijl per project het aantal bouwers met het veranderen van werkgebieden met lage k
toeneemt, ontstaat er behoefte aan een over- dichtheden naar gemengd wonen en werken in £
koepelend idee over kwaliteit. Waar vinden hoge dichtheden. Transformatie is een complex, N
we hoogbouw van toegevoegde waarde, welke langdurig en kostbaar proces. Het betekent dat TER: an Ei MIS me |
eisen stellen we aan architectuur, de publieke het verdienvermogen van deze ontwikkelingen _e pe dese el er etn Te MEU Nn
En . . Min 7 Ea An md nl vage es TT mi
kwaliteit van gebouwen, de kwaliteit van lager is. a. EAF, É A EE ar Ee
de woningen, de inrichting van de openbare Hai: Rt d ke hed 4 NN an 7 rk
ruimte? Als tien kleinere projecten gezamenlijk Geld uit stadsontwikkeling wordt door za ef ee Ee P MT PA } ( ie. Wen hee Er en
om één grote infrastructuurinvestering vragen, Amsterdam al decennia gebruikt om de stad te ari et ere = gr Pld Ì ie we pe n | e ke
wat is dan de centrale plek waar dieinvestering beheren en in kwaliteit te investeren. Door de ee an An pe é E bl dr B L Ns nl Ed ke
geagendeerd wordt? Er is behoefte ontstaan om snelle groei, intensiever gebruik en de ingrij - Billig wam En 4 HE | 4 5 d Î el, f En ma:
aanvullend op onze huidige manier van project- pende transities zal het in stand houden van de Eik aken ak F PE d Nt: Ll a
matig werken stedelijke samenhang en kwali- stad alleen maar kostbaarder worden. De vraag kh ek je f == 1 4 D| pr d
teit te borgen. Het is een Amsterdamse traditie is hoe we naar 2050 voldoende waarde kunnen El a " ij Lak ì dn EN it pe
dat de ruimtelijke kwaliteit van de stad, de creëren om de kwaliteit van de stad in stand te ms ek eN Ee end - „a Zi Dak n nj da a
schoonheid van buurten, gebouwen en open- houden. ue | —k E , me E.
bare ruimte uitdrukking geeft aan collectieve il k lS E x 8 KL : ker
waarden. Dat geldt zeker ook voor de ruimte- De urgentie van een nieuwe visie Ee | i E | 4 Dd Rd
lijke continuïteit van de stad en een zekere mate Bovenstaande ontwikkelingen maken dui- , 5 Ae en OD Ee sd : Le el
van monumentaliteit. Die collectieve waarden delijk dat er nogal wat op Amsterdam afkomt en 3 zl alen KE Bed En En E 8 nd
dragen sterk bij aan het gevoel van trots, thuis dat daarmee een nieuwe visie op de toekomst Ì nn Ì OO 5
voelen en erbij horen. urgent is. Amsterdam is zich bewust van zijn
kwaliteiten en potenties. De uitdaging is om
De afgelopen jaren iser in Amsterdam veel deze bevoorrechte uitgangssituatie in te zetten
sectoraal beleid gemaakt voor de leefomgeving. om de transitie naar een duurzame en rechtvaar-
In visies op groen, openbare ruimte, duurzaam- dige samenleving te versnellen. Lokaal, maar
38 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 39
|deeë
it d de
vanuI - e st 3
Voor de totstandkoming van de omgevingsvisie hebben we gesprekken gevoerd omgeving gebeurt, ondersteuning van stadma-
met verschillende groepen in de stad: bewoners, ondernemers, jong en oud, geboren kers en initiatieven, ruimte en aandacht voor
Amsterdammers en nieuwe Amsterdammers. In de zeven stadsdelen van Amsterdam hebben alternatieve vormen van stads- en woning-
zeven verhalenvangers korte verhalen verzameld over wat mensen in de toekomst nodig bouwontwikkeling zoals commons. De stad zit
hebben. In alle gesprekken kwamen gedeelde waarden over de inclusieve, duurzame en vol experts: bewoners, ervaringsdeskundigen,
verbonden stad naar voren. Een stad met ruimte voor verschillende gemeenschappen, waar activisten, kenniscentra en anderen.
mensen zich thuis kunnen voelen, een toekomst kunnen opbouwen en waar ze zeggenschap
hebben over hun eigen leefomgeving. De ideeën en visies vanuit de stad hebben een grote Geef ruimte aan ontmoetingsplekken
bijdrage geleverd aan de inhoud van deze omgevingsvisie. Een aantal uitspraken zijn letterlijk De stad heeft ruimten nodig waar mensen
in de vorm van quotes in deze visie opgenomen. Stuk voor stuk laten de quotes zien wat elkaar kunnen ontmoeten, waar ze rust kunnen
nodig is en waarom. Een groot aantal van de ideeën vindt zijn weerslag in de delen WAAR, vinden en zich kunnen ontwikkelen. Van
WAT en HOE. Soms zijn ze concreet te herkennen en soms zijn ze abstracter verwoord, culturele centra tot veilige plekken voor jonge-
vanwege de schaal van de omgevingsvisie. Dit zijn de belangrijkste thema's van de stad, ren die nergens terechtkunnen. En zorg dat deze
voor de stad: plekken een stabiel onderkomen en structurele
financiering hebben, zodat ze kunnen wortel-
Zet bestaande gemeenschappen een nieuwe woning te vinden, en bied betaal- schieten. Dit draagt bij aan een sociale stad
centraal bare ruimte voor lokale ondernemers, kanto- waar ervaringen tussen bewoners uitgewisseld - ei
Zet in op de kracht van de diversiteit en ren, voorzieningen, maakindustrie. Investeer kunnen worden en waarin mensen makkelij- Î 4 Ie i k
biedt plek aan de verschillende culturen. Lokale opbrengsten van nieuwe ontwikkelingen in de ker terechtkunnen voor hulp op moeilijke ’ * De
gemeenschappen geven de stad identiteit. Zorg aangrenzende buurt. momenten. Pek nr. E i
dat er volop plekken zijn, zowel in de openbare en EF mld La on = ke ,
ruimte als in de gebouwde ruimte, waar ver- Zet in op verbinding : £ cal E Pee NN Fr & .
schillende groepen in de stad zich thuis kunnen Investeer in sociale en fysieke verbinding. ! ef P Pi Pe jm .
voelen. Verbind buurten beter met elkaar door middel ss £ _…r af p | p
van openbaar vervoer, levendige stadsstraten en re Tai k P\ n f 4 \ £ 7 N N
Duurzaamheid aantrekkelijke groengebieden, en maak veilige Ri ‚ 7, r Te Je ds í „il
Bouw aan een duurzame woningvoorraad en aantrekkelijke fietspaden. Ook om de sociaal- k Er, r é Ee 8 k 4 4 NE 4 Î
en zorg voor een klimaatbestendige, groene economische afstand tussen de stad binnen pr ‚ 6 Ee LE ke} Î
stad. Biedt ruimte aan stadslandbouw, ditdraagt en buiten dering te overbruggen. Investeer in De ha 4 EF l P
zowel bij aan lokale voedselketens als aan een ruimte voor ontmoeting en sociale verbinding Pe! of ir _ el | : P_
gezondere stad (meer groen en sociale functies). en verbind oude en nieuwe bewoners door te hk SN Pad n n
mengen, zowel woningen als voorzieningen. EF 4 Ö k |
Toegankelijkheid en betaalbaarheid Î FP Ô | | | A d y
EF, PF p ie
Zorg voor voldoende betaalbare wonin- Zeggenschap en eigenaarschap Pr i i mr de NBE ik
gen voor bestaande en nieuwe bewoners. Geef Geef burgers en ondernemers de ruimte d 2 Te _ pn da | ee
bewoners de mogelijkheid binnen hun buurt om mede te kunnen bepalen wat er in hun De, *
40 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 41
op de manier waarop we werken, waarbij thuis- Grote o pgaven
3 werken en flexibele werktijden normaal worden In de stad en in de regio als geheel worden
en internationaal zakelijk reizen minder gewoon albelangrijke stappen gezet in het sturing geven
wordt. Desondanks is de komende jaren toe- aan de groei en aan het versnellen van transi-
AN MN S t En r d d MN name van werkgelegenheid in Amsterdam naar ties. Ervaring die we in projecten en gebieden
verwachting zodanig groot dater behoefte blijft hebben opgedaan, vormen dan ook belangrijke
aan extra kantoren. input voor deze omgevingsvisie. Ze schetsen
NM d d r °) 0 h 0 een beeld van waar we de komende decen-
Stad als proeftuin voor vernieuwing nia voor staan. Of het nu gaat om het op peil
Amsterdam is door de eeuwen heen een houden van de woningbouw en experimenten
plek geweest waar veel verschillende mensen met nieuwe ontwikkelvormen, hoe we omgaan
uitde hele wereld heen trokken. Hetis vanouds met nieuwe vervoermiddelen, het boven- en
een stad die mogelijkheden tot innovatie biedt. ondergronds inpassen van bedrijvigheid en
Groeiende metro pPoo | Trends zetten door Nog altijd is Amsterdam een ‘early adoptor’, nutsvoorzieningen in nieuwe en bestaande
in transitie De groei van de stad, transities rond een plek waar innovaties als eerste landen. De buurten, het klimaatbestendig en beweegvrien-
In dit hoofdstuk beschrijven we de grote energie, mobiliteit, voedsel en economie, en wereld vraagt om oplossingen voor verste- delijk inrichten van de openbare ruimte of hoe
opgaven, waarvoor in het volgende hoofdstuk ontwikkeling van technologie en in de samen- delijking, gezondheid, klimaatverandering, we samenwerken, tussen theorie en praktijk
de ruimtelijke oplossingen uiteengezet worden. leving werken op elkaar in. Het wordt steeds hoe we met grondstoffen en afval omgaan en moet een vruchtbare uitwisseling bestaan. Voor
Amsterdam is de kernstad van een snelgroei- duidelijker wat de richting daarbij zal zijn. democratische vernieuwing. Amsterdam wil onderstaande opgaven wil Amsterdam met deze
ende metropool in transitie. We staan als stad Concentratie van mensen en werk in steden zet zijn kernkwaliteiten - vrijzinnig, activistisch omgevingsvisie richting aangeven en ruimte
en regio voor grote opgaven. Zowel de snelle voorlopig door. We gaan voor een CO,-vrije en zorgzaam - gebruiken om bij te dragen aan creëren om nieuwe wegen te verkennen. De
groei als de transities zijn een gegeven. Zedagen energievoorziening, een openbare ruimte waar het oplossen van deze vraagstukken. Het zalde opgaven hangen samen met samenwerkingstra-
ons uit en bieden tegelijk grote kansen. Kan- ruim baan gegeven wordt aan groen, lopen en plek zijn waar we nieuwe oplossingen uitpro- jecten in de MRA en zijn soms een uitwerking
sen om voort te bouwen op het Amsterdamse fietsen, meer delen en minder bezit, een circu- beren en verbeteren, waarna we ze kunnen van nationale opgaven.
karakter van een open, diverse, internationale laire economie en kringlooplandbouw. Tegelijk delen met andere steden over de hele wereld.
Levendige stadsbuurten in en historische stad. Kansen om te werken aan wordt de samenleving zelfbewuster, kritischer De stad wordt een proeftuin voor de omscha- Regionaal perspectief
en rond het centrum vormen een menselijke metropool: inclusiever, duurza- en internationaler. keling naar een inclusieve, duurzame, leefbare, We plaatsen deze Amsterdamse toekomst-
voor innovatieve bedrijven een mer, leefbaarder, vitaler, gezonder en compacter. vitale, gezonde en compacte stad. Zo dragen we visie nadrukkelijk in een regionaal perspectief.
aantrekkelijke vestigingsplek. Amsterdam wil richting geven aan groei, transi- Noodzaak tot sturing bij aan het aanpakken van de uitdagingen waar Zonder koerswijziging in het ruimtelijk beleid
Maar ze zijn tegelijk ook geliefd ties versnellen en ruimte bieden aan initiatieven Daarbij vragen de wijze waarop groei de wereld voor staat. zullen de verschillen in de regio alleen maar
als woonplek en bieden door uit de samenleving. Daarvoor is een stevige van het aantal inwoners, arbeidsplaatsen en
hun dichtheid draagvlak gezamenlijke inzet nodig, met de samenleving bezoekers in de stad en in de regio als geheel
voor lokale ondernemers en en de markt. Want hetsucces van destadisgeen neerslaan om sturing. Zonder sturing dreigt Onevenwichtige economische Toename werkgelegenheid
stadsverzorgende bedrijven. gegeven. enerzijds voortgaande extreme concentratie en groei in de regio Amsterdam, Almere, Zaanstad en Haarlemmermeer 2010-2020
oplopende druk in en rond het Amsterdamse Tegenover de zeer snelle economi- Br: IE
_ centrum, en anderzijds een verder dichtslibben sche groei van Amsterdam stond
È : fi van de wijdere regio, met verstedelijking in een veel langzamere ontwikkeling Eantal banen «1000
5 | Ï kins Kens fp Mem kwetsbare landschappen en overbelaste infra- in andere delen van de regio. Het 15d
KT il diie 8 ei , : “4 ze ee 1 u f En haak structuur. gevolg van deze onevenwichtige
| = E 5 ig : Ì nn Let ontwikkeling zijn onder andere :
= . H En Kd Ef E Pr 1 ï zn ral FA 7 Corona zware en eenzijdige pendelstromen he
_ 3 Ear dn dà : nin De gevolgen van corona zijn nog onbe- tussen Amsterdam en de omgeving.
a 8 r á a Ee n _ = ns + 1 BNN kend. Eerste demografische gegevens over 2020 Voor de toekomst willen we met -
Et wi | | Ee d ALE En zal B wijzen nietop een trendbreuk in de groei van de regiogemeenten onderzoeken
En Le En PED d it Ji | de stad. Zo trok de buitenlandse migratie na hoe we tot meer gelijkmatige groei
r m | we Te in iej * Ô an k Ea Mi SRA he het einde van de eerste lockdown snel weer van de werkgelegenheid kunnen Bl
MB KS in Tg id de Ta aan. Vertrek vanuit Amsterdam naar andere komen. Om een betere benutting
L 8 Tl À ed E jen md gemeenten nam gedurende heel 2020 niet toe van de verkeersinfrastructuur moge- a,
En = E ‚1 ï ! 3 : f k ten opzichte van voorgaande jaren, ook niet lijk te maken, maar ook om de sterk - mm
: il A DN A bij gezinnen. Tegelijk groeide de migratie naar opgelopen druk op Amsterdam te
. ; Rt S Kk Ee Dn ne. Amsterdam vanuit de rest van Nederland juist verminderen en regiokernen juist te ò mm an an
' ER k EK wel. De pandemie heeft naar verwachting effect versterken. Arrsterdarn Almere Zaanstad Haarlemmermeer
42 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 43
Prognose bevolking en woningbehoefte 2020-2050 groter worden en worden er kansen gemist. verreweg het grootst. Vanwege de vergrijzing
mar 58 Om de regionale ontwikkeling meer in even- is er speciale aandacht voor levensloopbesten-
wicht te brengen is samenwerking nodig met dige woningen en huisvesting van ouderen. We
Demografische prognose en woningbehoefte Aaatal «1000 onze regiopartners en het Rijk op het gebied streven naar gemengde wijken voor mensen
Voor 2050 gaat OIS (Onderzoek, Informatie en 1200 van economie, wonen, mobiliteit, duurzaam- uit verschillende inkomensgroepen. We willen
Statistiek) van de Gemeente Amsterdam uit van 1120, ana heid en landschap. De verschillende opgaven voorkomen dat wijken of regiokernen achterop-
een behoefte aan minimaal 147.000 woningen soon nn Dn waar Amsterdam voor staat, werken op elkaar raken. Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdra-
voor 250.000 extra inwoners. Dat vraagt om een in, kunnen elkaar versterken en de opgaven gen aan het verbeteren van bestaande buurten
woningbouwproductie van 4.700 woningen per an ontstijgen het lokale niveau. Ze vragen om een en de leefbaarheid en ontwikkelingskansen.
jaar. Dit is een ambitie die ook langjarig realistisch a omgevingsvisie die een kader biedt voor inte- Belangrijk daarbij zijn ook de verduurzaming en
is. In werkelijkheid zullen perioden met een wat grale afwegingen op het niveau van de stad als verbetering van de bestaande voorraad en ver-
hogere en een wat lagere jaarproductie elkaar soo 0 FE geheel, in de context van de ontwikkeling van sterken van het draagvlak voor voorzieningen.
afwisselen. Binnen de ruimtelijke kaders van de Dn de metropoolregio. De uitdaging daarbij is om er
omgevingsvisie is tot 2050 ruimte voor meer dan dû voor te zorgen dat de hele stad en de regio erop Economische vitaliteit
150.000 woningen. Er is echter een maximum aan vooruitgaan. Met 150.000 extra woningen voorziet
de productie die de stad ruimtelijk-functioneel en zóó Amsterdam in een flink deel van de vraag naar
organisatorisch aankan. De woningbouwopgave woonruimte in de stad. Deze groeiende vraag
_ De overspannen woningmarkt en de komt voort uit de aantrekkingskracht van de
_ nn Woningen segregatie bedreigen de kansengelijkheid en stad op inwoners en bedrijven. Amsterdam zal
uiteindelijk ook het succes van de stad. Tegelij- ook na de coronacrisis een aantrekkelijke stad
kertijd is die overspannen woningmarkt ookeen zijn voor bedrijven. Dit gegeven helpt ons bij
Teename werkgelegenheid Amsterdam gevolg van het succes van de stad. Destadende het werken aan economisch herstel en vernieu-
naar sector 2010-2020 regio blijven groeien, vooral vanwege de grote wing. We houden rekening met een groei van
5 aantrekkingskracht van onze diverse en goed zeker 200.000 arbeidsplaatsen tot 2050. Dat
opgeleide bevolking op bedrijven en de kansen is grofweg een voortzetting van de toename in
Amata LION op ontwikkeling die leven in Amsterdam aan werkgelegenheid sinds 1990. In die toename
PE DATE HE mensen biedt. In MRA-verband hebben we is echter de laatste jaren een versnelling zicht-
afspraken gemaakt over hoe weindeverwachte baar geweest. Het geeft aanleiding een nog
woningbehoefte voorzien. Amsterdam heeft hogere banengroei in de stad te verwachten.
za daarbij de ambitie om ongeveer de helft van Met deze omgevingvisie wil Amsterdam echter
ia de woningvraag voor zijn rekening te nemen. de onevenwichtige economische ontwikkeling
zen In de periode tot 2050 verwachten we dat we binnen de regio doorbreken, met een stevige
ongeveer 150.000 woningen moeten toevoegen _inzetop banengroei in de regiokernen.
voor 250.000 Amsterdammers. Oftewel een
ba B aaa we groeitempo van ongeveer 5.000 per jaar. De In nieuwe ontwikkelingen binnen Amster-
en HT a zl omgevingsvisie biedt in Amsterdam ruimteaan dam is naast wonen en voorzieningen ruim plek
En minimaal dit aantal woningen en alle bijbeho- voor economie. De hoogstedelijke buurten in en
al 8 zn En] me rende voorzieningen. Hetiseen groeitempo dat rond de binnenstad en bij de grote ov-knopen
7 _ …, rekening houdt met het absorptievermogen van vormen aantrekkelijke vestigingsmilieus voor
ö = de stad, het aanleggen van de infrastructuur, start-ups, scale-ups en internationale topbedrij-
Pa tan: So, Cr £ “a a De. groen en openbare ruimte en dat ook organisa- ven en -instellingen. In kenniskwartieren vindt
Te Pe á Te on, Tor on 7 torisch en rekening houdend met crises langja- uitwisseling plaats tussen bedrijven en onder-
an, a, Je, d rg, rig haalbaar is. wijs. In gemengde stadsbuurten staan lokaal
en, ra ‘ogg hed on ondernemerschap en stadsverzorgende bedrij-
7 tn, Tonns, lige Om de woningmarkt meer in balans te vigheid meer centraal. Binnen de MRA vervul-
7 krijgen en om ervoor te zorgen dat Amsterdam len verschillende steden een eigen rol. Maar we
Eenzijdige economische groei in Amsterdam toegankelijk blijft voor middengroep en gezin- willen ook binnen de stad een diverse econo-
De opkomst van de kennisintensieve economie is met name verantwoordelijk voor de toename van de werk- nen, is het belangrijk om te sturen op doorstro- mie, met plek voor stadsverzorgende bedrijvig-
gelegenheid. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de groei van deze sector zal verminderen. Amster- ming in de bestaande voorraad en daarnaast heid. Door transformaties van bedrijventerrei-
dam is als leefbare, diverse en internationaal uitstekend verbonden stad zeer aantrekkelijk voor deze economie. voldoende woningen te bouwen in allesegmen- nen neemt het aanbod af van vestigingslocaties
Amsterdam streeft de komende decennia wel naar een verbreding van de economische basis door voldoende ten. Daarbij is de behoefte aan blijvend betaal- voor bedrijven, terwijl de vraag toeneemt. Tot
ruimte te bieden aan economische vernieuwing. bare woningen (sociale en middeldure huur) 2040 loopt het tekort aan bedrijventerreinen
44 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 45
Ontwikkeling verkeer binnen in Amsterdam hierdoor op tot minimaal 150 farct en een verslechtering van de leefbaarheid
Amsterdam 2020-2050 hectare. De oplossing vinden we deels in de in de stad. We zullen in de openbare ruimte
en Gee een regio. Dit past binnen het streven om de focus ruim baan moeten geven aan lopen, fietsen en
op Amsterdam te verminderen en samen met openbaar vervoer. Duurzame en gezonde ver-
Crtaadeeling in % partners in de regio te stimuleren dat werkgele- voervormen worden nog meer dan nu aantrek-
genheid zich meer gespreid ontwikkelt. kelijke alternatieven voor de auto. Regionale
45 en nationale bereikbaarheid vragen om grote
an Duurzaamheid investeringen in openbaar vervoer en goede
<20 gm Amsterdam zet vol in op de transitie naar overstapmogelijkheden. Hoewel we een meer
+1ö me: a TEER Ee eee. md schone energie en een circulaire economie. Dit evenwichtige verdeling van economische groei
6 maen zal binnen en buiten de stad ruimtelijkeimpact voorstaan, zullen verschillen blijven bestaan.
5 hebben. Energieopwekking krijgt deels een plek Het goed verbinden van de noord- en oostzijde
20 in het landschap rond de stad en op de daken in van de regio met de economische kerngebieden
30 bestaande buurten. Schone energie vraagt om in en ten zuiden van het Amsterdamse centrum
nieuwe infrastructuur. Die moet in bestaande vraagt om grote investeringen. Voor interna-
Zan AD zon 2050 en nieuwe buurten en in de ondergrond inge- tionale verbindingen zal de trein belangrijker
past worden. Omdat de techniek nog sterk in worden. Schiphol is voor het economische func-
ee, ter ee ontwikkeling is, weten we niet met zekerheid tioneren van Amsterdam en de MRA onmisbaar.
egen at ade met hoeveel ruimtevraag we tot 2050 rekening Welzoeken we naar een nieuwe invulling van
nn Fataga en za a moeten houden. Dat betekent niet dat we hele- de hubfunctie van Schiphol, met meer inter-
OO ee maal in het duister tasten. Voor bijvoorbeeld nationale treinen, minder impact van Schiphol
Wrachteerecer pannes mabrEreinranine warmtenetten en uitbreiding van het elektrici- op leefbaarheid en klimaat en meer ontwikkel-
Ontwikkeling verkeer van en naar teitsnetwerk hebben we de ruimtevraag goed ruimte voor de stad.
Amsterdam 2020-2050 in beeld. We kunnen die ook inpassen, al vraagt
en MA emee eeen dat wel om het maken van keuzes. Verder is het
vooral een zaak van het reserveren van vol-
Cnmwikkebrg in % doende ruimte. Dat geldt meer bepaald voor de
circulaire economie. De haven is al gestart met
+aD peeemennnnenmmnnnneen de transitie tot draaischijf in de circulaire econo-
+0 ent _ mie. Voor de deels nog onbekende ruimtevraag
en ee menne voor energie en circulariteit reserveren we vol-
Hib eier == - ha doende milieuruimte in het havengebied buiten
pla m de A10. Het zijn twee zijn nieuwe sectoren
10 waar Amsterdam zich mee kan onderscheiden.
-20 MH
30 Duurzaam zijn betekent ook dat we ons B eWwo n e rs e n
voorbereiden op de gevolgen van klimaatveran- .
20e OMI AML a dering. De zeespiegel stijgt en het weer wordt © e b r Ul ke rs V d n
onvoorspelbaarder en extremer. Amsterdam ligt .
TT arr err op een kwetsbare plek, met een slappe bodem d e re OQ | O Mm O et e n
mn mt rat en hoge kosten voor het in stand houden van . .
mm Binger met chistes de stad. Denk alleen al aan de kades en bruggen. ZI C h re d | | S e re n d d t
OO en andes Dit brengt voor onze stad extra grote uitdagin- .
rhenen vonde mehetehanste gen met zich mee bij het tegengaan van water- Z e Mm e e n Q rot e r
overlast, overstromingen, hitte en droogte. .
De noodzaak voor een mobiliteitstransitie Q e b | e dl WO n e n dl d n
Als we geen maatregelen nemen, zal met de voorgenomen groei van stad en regio het aantal autoverplaatsingen met Mobiliteitstransitie .
ruim 20% toenemen. Het aantal ov-reizigers neemt in die periode toe met bijna 25% en het aantal fietsers met 15%. De groei van de stad, en het intensiever d | | e e n | Nn h U Nn sta dl
Als we de ambitie van extra autoverkeer op 0% zouden zetten, betekent dat een stevige opgave voor ov en fiets. gebruik van de schaarse ruimte dat daar- H
Het aantal reizigers in het ov en op de fiets groeit in dit scenario tussen 2020 en 2050 met respectievelijk ongeveer bij hoort, vraagt om een inzet op schone en of dl O r D
40% en ruim 30%. Voor de verbindingen tussen de stad en de rest van de regio gaat de groei van het ov richting 50%. ruimte-efficiënte vormen van vervoer. Zonder
Het aantal fietsverplaatsingen tussen de stad en de rest van de regio kent zelfs een ruime verdriedubbeling. een mobiliteitstransitie dreigt een verkeersin- Theo Baart | Almere
46 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 47
7 u Leefbaarheid in een verdichtende stad
Ee a Meer Amsterdammers zullen de schaarse 4.
7 n ruimte met elkaar delen. En die gedeelde ruimte
E } En EN moet groener worden. Om verschillende °
E Ki redenen is er behoefte aan meer en beter groen V | S t r d t En | S C h En
5 Ì ' È dd in de stad. Groen als ontmoetingsruimte en als | OJ
Î l 1 We en ruimte om in te sporten en te bewegen, voor
en Ä Kak: pe ee “ \ i de biodiversiteit en voor een goede omgang k En Ll Z > S
it EE Ten 3 kj 7e al EEL Le | met de gevolgen van klimaatverandering. Dit
Nt Eni PE ús : | Trimite: is ook een van de redenen waarom Amsterdam
Í IT T Re a ' Lr El Ô pn ruimte wil bieden aan groei: om de waardevolle
rn en mn, dE rf Ii TE IE landschappen te ontzien. Maar het gevolg is wel
Pe zi E, ME JEN Ì : dat de druk op de groene ruimte juist binnen
Nn Entente de stadsgrenzen hoger wordt. Het creëren van Met vijf strategische keuzes geven we van naoorlogse wijken wenden we aan voor het
me ee e, : TI nieuwe parken en het vergroten van de kwaliteit invulling aan de grote opgaven voorde komende versterken van het sociale fundament en ver-
Kit mn ied rt en de gebruiksmogelijkheden van bestaande tien jaar: woningbouw, economische vitaliteit, duurzamen van de hele stad. We zorgen overal
ke alge, 7 en groengebieden voor alle Amsterdammers is de energietransitie, de mobiliteitstransitie, voor voldoende ruimte voor ontmoeting en
Ps r Fit | ' Bers daarom een grote opgave. Deze opgave kan goed vergoten van de leefbaarheid, regionale ontwik- draagvlak voor voorzieningen en ondernemer-
: En ie |I ik df gekoppeld worden aan de mobiliteitstransitie, keling en meer ruimte voor maatschappelijkini- schap. Een mix van wonen, werken en voorzie-
ze ek Te omdat er mede door duurzaam en ruimte-effi- tiatief. De strategische keuzes hangen metelkaar ningen is het uitgangspunt. Verdichting vraagt
ciënt vervoer kansen ontstaan voor een andere samen en geven samen richting aan de ruimte- om slim ruimtegebruik, ook door mobiliteit,
Een meer centrale rol van de inrichting van wegen, straten en pleinen. Het lijke ontwikkeling van Amsterdam als onderdeel en een gezonde leefomgeving, die uitnodigt tot
Amsterdammer betekent dat we toegankelijk maken van ruige groengebieden en van de metropoolregio. Vooropstaat dat we een bewegen, ontmoeten en spelen. Met Duurzaam
ruimte bieden aan buurtinitiatie- volkstuinparken is een andere oplossing. Hierbij schaalsprong maken in ons denken over de stad en gezond bewegen geeft Amsterdam ruim
ven en zelfbeheer. Maar we willen is het zaak de bestaande ecologische kwaliteit en in de regio. We focussen ons minder op het baan aan lopen, fietsen en openbaar vervoer.
ook de mogelijkheid bieden sociale functie te versterken. centrum van Amsterdam en richten de blik meer Minder auto’s geeft mede ruimte voor Rigou-
actief aan de stad te bouwen. naar buiten. Dit maakt het nodig dat weinzetten reus vergroenen. Zo zorgen we in alle buurten
Daarbij horen een gelijkwaardige Actief burgerschap op stevige verbindingen binnen de stad en tus- voor meer leefkwaliteit. Bomen en planten in
informatiepositie en ontwikkel- De groeiopgaven van onze metropool sen alle kernen van de regio. Tegelijk respecteren de openbare ruimte en op en aan gebouwen
ruimte. in transitie vragen niet alleen om een actieve we de bestaande grenzen van de stad, zorgen we helpen om de stad klimaatbestendig en leefbaar
overheid, maar ook om actief burgerschap. Bou- voor een gezonde leefomgeving die uitnodigttot te houden voor mens, dier en plant. Ten slotte
wen aan de toekomst betekent meer dan ooit bewegen en gaan we voor meer groene kwaliteit onderzoekt Amsterdam met Samen stadmaken
dat we het samen moeten doen. Samen met de in buurten en het landschap. Een succesvolle de mogelijkheden voor meer maatschappelijk
inwoners van onze stad, professionele partners stad is een onderscheidende stad, waarvan de initiatief. We willen ruimte bieden aan meer
en instituten, en het Rijk en de regiopartners. burgers dragers zijn. Daarom zoeken we naar zeggenschap en eigenaarschap over de eigen
Zonder betrokkenheid en samenwerking manieren om de samenleving een actievererolte leefomgeving. Daarbij heeft de gemeente een
ontstaat er geen inclusieve stad, waar mensen geven bij bouwen en beheren van de stad. duidelijke rol bij het stellen van de kaders, maar
zich thuis voelen. We moeten Amsterdam- nemen we tegelijk een open houding aan naar
mers, marktpartijen en instellingen beter in Amsterdam kiest met Meerkernige ont- stad en samenleving, zijn we nieuwsgierig en
staat stellen hun bijdrage te leveren. Om ook wikkeling voor meer evenwichtindestadende maken we ruimte voor experimenten.
mede invulling te geven aan de wijze waarop regio en nieuwe ruimte voor economisch her-
we als stad groeien. Volgens de geest van de stel, groei en innovatie. We willen het centrum
Omgevingswet werken we aan een centralere ontlasten en eraan bijdragen dat de verschil-
positie voor de burger in de stadsontwikke- lende kernen in de regio zich verder ontwikke-
ling. Dat vraag iets van het delen van kennis en len tot onderscheidende, complete en compacte
informatie en het ondersteunen van particulier stedelijke gebieden. Binnen Amsterdam zal de
initiatief in de bouw. Ook binnen de reguliere ontwikkeling zich concentreren in en tegen de
ontwikkelaarsbouw liggen er opgaven om meer stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost.
ruimte te bieden voor variatie in woonwensen Binnen Amsterdam ontwikkelen we op een
en exploitatievormen. compacte en duurzame manier. Daarom kiezen
we voor Groeien binnen grenzen. Transfor-
matie van bedrijventerreinen en verdichting
48 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 49
e A B a
Meerkernige rl) Ie
. . : rad
ontwikkeling (Nd
Hmm fn
f Ë r he,
Van uitrol centrumgebied naar een meerkernige en £ Í Be, En
meer diverse verstedelijking STER iede EN
À Î ann: B E Air
; ; Ë 4
f e & rra ì et
Amsterdam groeit als stad en als metropool. We willen de agglomeratiekracht van de Î , zt a à he” ‘ /
metropoolregio vergroten. De behoefte aan stedelijke plekken als vestigingsmilieu voor / ‚ SE en ne ed sn == ci kt f
internationale bedrijven en als aantrekkelijke leefomgeving blijft groot. Om daarin te voorzien d # R a Pe a
zijn naast het centrum en Zuidas nieuwe stedelijke centra voor wonen en werken nodig. het En sp ek =
Deze willen we in de hele stad en regio laten ontstaan. Binnen Amsterdam maken we ruimte Ld î Vn SN md,
voor circa 200.000 arbeidsplaatsen. Tegelijk zetten we ons in voor meer werkgelegenheid in Er E £ h Â
de regiokernen. We willen de tendens van ongelijk verdeelde groei, ruimtelijke segregatie er ke :
en toenemende kansenongelijkheid doorbreken en de druk op het Amsterdamse centrum A X \
verminderen. Met een evenwichtige ontwikkeling van de stad, de agglomeratie en de regio de î î
als geheel bouwen we aan meer variatie en tegelijk meer samenhang in de metropoolregio. ë a
Amsterdam wordt daarmee een meerkernige stad.
Focus op Nieuw-West, Zuidoost gen in Amsterdam krijgen vooral een plek rond circulaire economie. De haven buiten de A10
en Noord belangrijke stations: Sloterdijk, Bijlmer- ArenA, biedt milieuruimte voor circulaire economie en
Nieuw-West, Zuidoost en Noord ontwik- Zuid, Amstel en CS. Banen en voorzieningen energieopwekking en -opslag. Hier is ook plek
kelen zich tot complete stedelijke kernen in zijn daarmee voor mensen vanuit de rest van voor logistieke bedrijven.
de metropoolregio. Hier liggen de grote trans- de metropoolregio en Nederland uitstekend
formatiegebieden Amstel-Stad, Haven-Stad, bereikbaar met openbaar vervoer. We koesteren Van stadsranden naar nieuwe
Schinkelkwartier en noordelijke IJ-oevers. Met de internationaal unieke innovatie- en start-up- voorkanten
de naastgelegen buurten in Nieuw-West, Zuid- cultuur. Deze willen we doorontwikkelen in Nieuwe grote ontwikkelgebieden gren-
oosten Noord vormen ze straks een samen- innovatiedistricten zoals het Marineterrein en zen direct aan de groene scheggen en aan het
hangend geheel. Als stedelijke kernen zijn deze Science Park en op hoogstedelijke werklocaties water van het IJ. Deze nieuwe stadsranden
stadsdelen geen uitbreidingen van het Amster- bij treinstations. geven we veel aandacht. De infrastructuur-
damse centrum, maar ontwikkelen ze zich op barrières tussen Nieuw-West en Zuidoost en
eigen voorwaarden en met een eigen invulling We verminderen de druk op het Amster- het landschap worden geslecht, waardoor deze
van stedelijke kwaliteit. Bij meerkernige verste- __damse centrum door het verplaatsen van stadsdelen voorkanten krijgen aan de Nieuwe
delijking hoort ook een spreiding van voorzie- toeristische functies zoals de Passenger Termi- Meer, de Bretten en de Amstelscheg. Het IJ
ningen met een stedelijke en regionale uitstra- nal Amsterdam. In de binnenstad werken we krijgt nog meer een centrale plek in de stad, met
ling. Daarbij is cultuur een belangrijke drager. aan het herstel van de balans tussen wonen, aantrekkelijke oevers en groene plekken. Het
We bouwen onder andere een nieuw theateraan werken en bezoekerseconomie. Amsterdam zet waterfront wordt met de nieuwe oeververbin-
de Sloterplas en een bibliotheek in Zuidas, en ook actief in op het spreiden van beïnvloedbare dingen beter ontsloten en de stad gaat veel meer IJ E ET | E- Ca zi
we streven naar een nieuw cultuurgebouw aan werkgelegenheid binnen de regio. Dat hangt gebruikmaken van het water en de waterranden Tima rm 4 B. î i zl 5 “A
het Buikslotermeerplein. deels samen met de transformatie van bedrijven- voor recreatie en vervoer van mensen en goe- Eik a ek Ee pe meet Le: tn L Í E ‚
terreinen in Amsterdam. Grotere regiokernen deren. We investeren in het landschap, indien pn eed taal _ eN rd : El E En , : of ge Ni
Nieuwe ruimte voor werken als Almere, Zaanstad, Purmerend en Hoofddorp mogelijk benutten we daarvoor opbrengsten uit Bl : i Ee eer rn E an, et F | =De: er AAT RE
en bezoekers worden logische plekken voor nieuwe vestigin- aangrenzende gebiedsontwikkeling. B HE oe BNP B green af br: B ank Ee ii a
Met de ontwikkeling van Nieuw-West, gen van hoger onderwijs en voorzieningen met er zie. "7 dieen =& EA EEn j r be Bel jg ik: Ei
Zuidoost en Noord tot gebieden met een eigen een regionale functie. Zo dragen we in stad en ea el en, _ Er mn, hd j ei B E tbs Lik 0
stedelijke kwaliteit richt Amsterdam zich regio bij aan meer gelijke kansen voor mensen We md or tnt he NE nn Mi
steviger op de rest van de regio. Concentraties om zich te ontwikkelen. Amsterdam streeft amen mus: \ NL nr \ hk B Ek lms kerl
van werken en publiekstrekkende voorzienin- een koploperspositie na in verduurzaming en a Eer). j eN m Er rr
50 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 51
Groeien bi
Verdichting door complete en duurzame wijkontwikkeling
Amsterdam maakt tot 2050 binnen de huidige stadsgrenzen ruimte voor minimaal
150.000 woningen voor 250.000 Amsterdammers, in met werken en voorzieningen
gemengde buurten. Deze groei zetten we in om de sociale kwaliteit van de bestaande
stad te vergroten en onze duurzaamheidsdoelstellingen te halen. Groeien binnen grenzen
geeft daarmee mede invulling aan de donut-stad, met een stevig sociaal fundament en het
minimaliseren van het fysieke ruimtebeslag van de stad, van gebruik van grondstoffen en Á Á 4
van de bijdrage aan klimaatverandering. Î 5 Îá
Î 4 &/ Bie Rd
Verdichten van de bestaande stad ontmoeten en interactie. Met aantrekkelijke Ks ge 3 8 a B
Het vinden van ruimte om te groeien en gevels en publieksfuncties en veel ingangen aan sp 8 ü
voor benodigde voorzieningen en infrastruc- de straat versterken ze de collectieve waarde van Kf de t  :
tuur lukt alleen als we de stad verdichten, met de stad. Ze vergroten bovendien de veiligheid e E EE À Î n
boven- en ondergrond als één opgave. Hierbij dankzij meer ‘ogen op straat’. Ontwikkelingen ne, AL 4 n
ontstaan spannende dilemma’s. In een verdich- in de bestaande stad zijn niet in zichzelf 7 Ë t
tende stad wordt de ruimte steeds schaarser. gekeerd, maar echt onderdeel van hun omge- N kb L À
Dat betekent dat we altijd keuzes zullen moeten ving. Ze versterken de samenhang binnen en fi m
maken in de beperkte ruimte die we hebben. tussen buurten.
Deze keuzes kunnen we alleen maken als we
ons daarvan bewust zijn en als we die transpa- Nieuwe stedelijke kwaliteit
rant maken, in overleg met de Amsterdammers. In de transformatiegebieden en in de
Verdichten doen we vooral in grote gebied- naoorlogse wijken bouwen we aan meer
stransformaties, waar eenzijdig werken in lage stedelijke kwaliteit. Daarbij zijn de bestaande
dichtheid plaatsmaakt voor gemengd wonenen waarden en behoeften in de stadsdelen Nieuw- nieuwbouw en renovatie worden zoveel moge- k
werken in hoge dichtheden. Stadsverzorgende West, Zuidoost en Noord uitgangspunt. Bij lijk duurzame bouwwijzen en materialen toege- | in Le pe
bedrijvigheid blijft waar mogelijk behouden. de grote stations en rond de stadsdeelcentra past. Gebouwen hebben een overmaat in hoogte | el kr | |
Verdichting gebeurt deels ook in bestaande Osdorpplein, Buikslotermeerplein en Amster- en constructie en flexibele indeling, zodat ze | El En {ij | [
buurten, vooral in de naoorlogse stad. Verdich- damse Poort maken we meer dichtheid en in de toekomst gemakkelijk kunnen worden ih 0 | _—__—
ting kan hier zonder grootschalige sloop van mengen we wonen en werken met stedelijke aangepast aan veranderende gebruikseisen. Voor | : a) U Ta | | | bei 1]
bestaande woningen en gaat hand in hand met voorzieningen. Het worden plekken met stede- openbare ruimte geldt iets vergelijkbaars: we En Mi (K | Ies É k |
het verduurzamen van de bestaande woningen lijke betekenis, die veel meer dan nu via straten, maken eenvoudige, en daarmee flexibel bruik- Kk EE | Ee | al u Pe Me
en het investeren in groen en openbare ruimte. lanen en groene routes onderdeel zijn van hun bare straatprofielen, uitgevoerd in duurzame, b | \ ha Ny | Ì | Ï i hel Vje :
directe omgeving. Hoogbouw kan op deze plek- herkenbaar Amsterdamse materialen. út ‚k jn . Auke re 7 nd $ EE OE En EAM | |
Aantrekkelijke buurten ken goed bijdragen aan verdichten met kwaliteit Groeien binnen grenzen betekent ook od antie Of Ee - dj HE | em ff N LN Ù |
Meer woningen, werkplekken en publieks- en dienen als oriëntatiepunt. dat Amsterdam de ecologische voetafdruk wil ehajeedeli di || Ì Ik | ie eed Fee
trekkende voorzieningen zorgen voor vol- beperken. Compacte verstedelijking is daar E | id Î il mi E pr a fas (an mn
doende massa en draagvlak voor maatschap- Verduurzaming van de bestaande stad een belangrijk middel voor. Compact betekent Î id En CI in | - : Ki | |
pelijke voorzieningen en lokale ondernemers. Ontwikkeling in bestaande buurten immers dat landschappen buiten de stad open Ke ie Testef, al Î Es EEF re 1 Ii 4 Em
Bij verdichting zetten we in op een menselijke gebruiken we om de energietransitie van de stad kunnen blijven, dat reisafstanden kort zijn et ee NE er ' u Pará!
maat en in Amsterdam bewezen aantrekkelijke en verduurzaming van bestaande gebouwen te en we efficiënt omgaan met infrastructuur en nm Ek Nm dl
gebouwtypen. Gebouwen dragen bij aan de versnellen. We maken ruimte voor circulaire voorzieningen. il Ì ke a EE Ek k Ti |
kwaliteit van de openbare ruimte als plek voor economie en duurzame energieopwekking. Bij l dn — de d Ee | Î
52 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 53
ezond bewegen
9 9 à |
Heel Amsterdam een wandel- en fietsstad ak lj} er ‚
D= 4 u i
er EE
In een verdichtende stad is ruimte schaars. Dat betekent dat we slim gebruik moeten dn Ti ï ja EN 5 A _d is
maken van die ruimte. Een intensief bebouwde stad is in principe een gezonde plek om te pe Rt A En #
leven, zo lang de lucht schoon is en de leefomgeving veilig is en uitnodigt tot bewegen. } Ù sf, A Len
Daarom krijgen richting 2050 stap voor stap in de hele stad voetgangers, fietsers en het er Tk | r ' Er s en
openbaar vervoer ruim baan. Dit zorgt er ook voor dat noodzakelijk vervoer, zoals nood- en Te Hert cn KA OG
hulpdiensten, logistiek en mensen met een beperking meer ruimte houden. Amsterdammers } Í he â
vinden straks op loop- en fietsafstand parken en buurtvoorzieningen en op maximaal vijftien N ek Ì
minuten fietsen stedelijke voorzieningen en grote groengebieden. Een autoluwe stad EE f n 0 ú
vraagt een grote inzet. Bijvoorbeeld op nieuwe openbaarvervoerverbindingen en goede * Í A
overstapmogelijkheden, die banen en voorzieningen ook vanuit de regio beter bereikbaar Ö 8
houden. Samenwerking met Rijk en regiopartners is daarvoor onmisbaar.
Ontmoeten en bewegen kunnen op termijn uitgroeien tot aantrekkelijke len in de stad en de hele regio zorgen daarvoor. met de wereld. In veel delen van de regio zal de
De meerkernige stad mag niet in delen straten. Als de hoeveelheid auto’s hier terugge- Binnen Amsterdam verbindt een continu auto het belangrijkste vervoermiddel blijven.
uiteenvallen. Een stad moet mensen immers bracht wordt, ontstaat er ruimte om te wonen en netwerk van straten, lanen, groene routes en Het autonetwerk van rijkswegen en provinciale
juist samenbrengen. Verbindingen en aantrek- voor lokaal ondernemerschap en voorzieningen. openbaar vervoer buurten met elkaar. Nieuwe wegen zal met vervoerhubs verknoopt worden
kelijke verblijfsplekken meteen rijk voorzienin- Verdichten van de stad kan zo bijdragen aan schakels binnen en tussen stadsdelen maken dit met het netwerk van fiets en stedelijk openbaar
genaanbod zijn daarom van het grootste belang. meer leefkwaliteit, met winkels, voorzieningen, netwerk compleet. Vaste IJ-oeververbindingen, vervoer. Deze hubs bieden een aantrekkelijke
De vaak toevallige kennisuitwisseling tussen buurtgroen en ruimte voor bewegen om de hoek. een Schinkelbrug tussen Zuid en Nieuw-West gelegenheid om over te stappen. Ze zullen ook
veel verschillende mensen in een stedelijke Dat maakt gebruik van de auto minder noodza- en een fietsbrug over de Amstel zijn daar voor- voor stadsdistributie een centrale rol gaan spe-
omgeving ligt aan de basis van veel culturele en kelijk en nodigt uit tot wandelen en fietsen. Extra beelden van. Het stedelijk netwerk sluit naad- len voor overslag van zware vrachtwagens naar
economische vernieuwing. Onmisbaar daarvoor inwoners en voorzieningen vergroten bovendien loos aan op routes voor fiets, e-bike en nieuwe licht en schoon vervoer over weg en water.
zijn een aantrekkelijke en onderscheidende het draagvlak voor het openbaar vervoer. lichte en schone vervoermiddelen richting de
openbare ruimte en publieke plekken als cafés, buurgemeenten en door het landschap naar de
restaurants, specialistische winkels en culturele De inzet op een wandel- en fietsstad gaat verder weg gelegen regiokernen.
voorzieningen. Juist de combinatie van verkeer stap voor stap. Voor deze veranderingen is een
en ontmoeten geeft aan sommige straten een lange adem nodig, omdat we eerst maatregelen Het verbeteren van de regionale bereik- E
stedelijke kwaliteit. In deze stadsstraten en moeten nemen gericht op afname van autobezit baarheid vraagt om schaalsprong in het open- k E
stadslanen is het prettig verblijven en ze zijn en -gebruik. Steeds meer plekken verkleuren nu baar vervoer. Nieuwe metroverbindingen ont- nn k „
tegelijk veilige en aantrekkelijke routes voor en straks tot prettige verblijfsgebieden. Goed sluiten grote Amsterdamse ontwikkellocaties. MAM hmnee En
fietsers en voetgangers. Dit geldt in het bijzon- openbaar vervoer, aantrekkelijke en veilige fiets- Sprintertreinen en metro gaan samen met snelle N
der ook voor mensen met een beperking. routes, een breed aanbod van deelmobiliteit en regiobussen en sneltrams een groot deel van he
de inrichting van overstap- en overslaghubs zijn het regionale verkeer van en naar Amsterdam :
Een verdichtende stad nodigt uit een voorwaarde voor het in de hele stad vermin- verzorgen. Richting het zuiden komt er meer ii. a en ee, ee = d ee En mel.
tot lopen en fietsen deren van het ruimtebeslag door de auto. ruimte op het spoor voor intercity's en interna- ln 4 ei: ke va wal Er Pd An kes di Pip ik’ ie r k
Meer kwaliteit in deze verblijfsgebieden tionale treinen. Internationale verbindingen zijn a eN en ntt er” Eem Ien
en routes voor langzaam verkeer levert ook voor Een samenhangende stad in onmisbaar voor Amsterdam als kennismetro- ig
buurten veel op. Zeker in de naoorlogse delen een verbonden regio pool. De trein zal binnen Europa veel vluchten -
van de stad biedt minder ruimte voor de auto Een autoluwe stad moet ook een bereikbare vervangen. Amsterdam Zuid en Schiphol zijn
hiervoor kansen. Drukke autoroutes, zoals de stad zijn. Goede verbindingen voor fiets, open- de belangrijkste internationale treinstations. Zij
Lelylaan, de Burg. Roëllstraat en de Gooiseweg, baar vervoer en lichte en schone vervoermidde- verbinden samen met de luchthaven de regio
54 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 55
Ri
vergroenen k
' LE “
Een gezonde en klimaatbestendige leefomgeving a ï
voor mens en dier . ek
al ir sid A sere 2
Vergeleken met vijftig jaar geleden is Amsterdam een onnoemelijk veel groenere "n rt end ride Ed
stad geworden. De wijze waarop wijken als De Pijp een nieuwe groene kwaliteit kregen Ì É DEN bn fs ran 5
dankzij straatbomen en gevelgroen willen we in de hele stad toepassen. Verdichten van ï : Ì : } HE Ne OE ze
de stad gaat zo gepaard met meer groene kwaliteit. We verenigen daarmee de wens om he a ko a wi | 7: ee, ä
meer stedelijke kwaliteit te ontwikkelen met de noodzaak om de stad klimaatbestendig Eik ie Ee TK ê / à
en leefbaarder te maken voor mens, dier en plant. Het vergroenen van de stad krijgt zijn 5 Ke lr: an een ee :
beslag op verschillende schaalniveaus. In het landschap, in de buurt en ook op en aan pm he, 7 e
gebouwen. We zoeken daarbij naar innovatieve oplossingen om de leefomgeving in de hele En u OO
stad een groener aanzien te geven. Daarbij staan de kwaliteit en diversiteit voorop. ë \: ES
Landschappen, parken en verbindingen __ buurtparken en spelen en bewegen is. Straten en ie Fr ä
Amsterdam versterkt de bestaande struc- pleinen in bestaande buurten krijgen een groe- Ee 3
tuur van groene scheggen, die ver doordringen nere inrichting. Daarbij geldt het principe dat de î en
in de stad. We zien deze als landschapsparken openbare ruimte zoveel mogelijk groen wordt ä
die meer dan nu een recreatieve betekenis ingericht, tenzij dat dit om functionele redenen,
krijgen. Bestaande landschappelijke waarden zoals bereikbaarheid of een drukke verblijfs-
zijn daarbij het uitgangspunt. Daar voegen functie niet mogelijk is. Meer straatbomen en
we nieuwe kwaliteiten aan toe en we pakken minder steen is in de dichtbebouwde stadsdelen
bestaande problemen aan. Zo willen we de binnen de ring een belangrijke klimaatambi-
omschakeling naar kringlooplandbouw stimu- tie. In de naoorlogse stad ligt de nadruk meer
leren, de bodemdaling keren en werken aan een op het vergroten van de natuurwaarden en
herstel van biodiversiteit. Hiermee realiseren we de gebruiksmogelijkheden van het aanwezige daken, gevels en tuinen geven ook intensief in NE de KE re
niet alleen toekomstbestendiger landschappen, groen in combinatie met verdichting. Autoluw bebouwde buurten een groen aanzicht, met Ri fl  | : | Ee 4 P, Î
maar ook landschappen die volzijn vanlevenen creëert veel ruimte voor meer groen in buurten, meer leefruimte voor dieren. Bij vergroening nn DJ î Ì : 5 E EN di AF
daarmee aantrekkelijker voor de stedeling. maar met ruimte alleen zijn we er niet. Groene van leefomgeving krijgen Amsterdammers hk > kif Ì | EL p d ef Ï
kwaliteit vraagt ook om investeren in groen en en maatschappelijke partners een grote rol Se B A di, ha pr Ik”
De landschappen zijn dankzij een samen- goed beheer. bij beheer en programmering van nieuw en 4, rh Eg 4 u | | | AE d' ; s 8 ì i
hangende structuur van parken, plantsoenen bestaand groen. fl KJ en K, d ï EE
en groene routes verbonden met buurten in Samen met de stad k ie es | ! pe 5 Er
de hele stad. In ontwikkelgebieden investeren Vergroenen van een verdichtende stad Een uitdagende opgave edn É Fi ht SK % \ pe f er
we in nieuwe parken, bijvoorbeeld een park in moeten we samen doen. Het vraagt om stevige Rigoureus vergroenen komt boven op de E EEn dk el E id hs U Kf re
Haven-Stad, parken op de Noordelijke IJ-oever keuzes en om betrokkenheid van Amsterdam- ruimte die nodig is voor verkeer en vervoer, i ne! : , de 5 ee en B ik
en op het Marineterrein een compact stadspark mers. Beter groen betekent soms minder groen verblijven, sport en de diverse transities. Zowel pe Ë k, he an il 4 E L
aan het Oosterdok. Ook onderzoeken we of het oppervlak. Sociale veiligheid speelt hierbij een boven- als ondergronds zal er, zeker in de en = RE ed 0 ze
mogelijk is een tweede stadsbos in een van de belangrijk rol. Een combinatie van meer groen bestaande stad, vaak onvoldoende ruimte zijn Ee 8 me ee - me ;
groene scheggen te realiseren. en verdichtende stad kan alleen als we minder om alles een plek te geven. Dit vraag om het dl WE Ki Le er ef eel, 4
ruimte geven aan de auto. Maar ook dan blij- maken van echte keuzes en om slimme oplos- , hm le, Eed he E
Groen in de buurt ven keuzes in de openbare ruimte nodig. Ook singen, waarbij functies bijvoorbeeld worden | er 3 Ee el: En, A !
In nieuwe buurten hanteren weeenstreef- gebouwen worden groener. Amsterdam zet in gecombineerd. Daarbij zal het nodig zijn om Er : De | ij Ta ij dj
norm voor groen, zodat ook in nieuwe ontwik- op natuurinclusief bouwen, waarbij groen inte- verder te kijken dan de individuele straat of een ei et ie ers E Dan : Ze Ë -
kelingen voldoende ruimte voor plantsoenen, graal onderdeel wordt van gebouwen. Groene opzichzelfstaand project. RE Ban Se Ne Th Ke
Dó Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 57
Richting geven op hoofdlijnen en ruimte bieden
aan initiatief
Amsterdam wil meer ruimte voor diversiteit en eigenheid in de manier waarop we adaptieve strategieën. Voorwaardelijk bij grote
aan de stad bouwen. We werken als vanouds samen met professionele partijen, zoals de investeringen is een meervoudige werking en
woningcorporaties, beleggers en grote instellingen, maar zijn tegelijk op zoek naar het faseerbaarheid bij uitvoering. Integraal ontwer-
verbreden van het ontwikkelpalet. Een uitdrukkelijke wens is om Amsterdammers een meer pen, met overmaat in gebouwen en de boven-
actieve rol te geven. Dat geldt voor beheer en programmering van de eigen leefomgeving, en ondergrond en gemaakt met mooie, duur- H
ruimte voor lokaal ondernemerschap, programmeren van vrije ruimte, maar ook in het zame materialen wordt de norm. | k d ro ®, Mm Vd n e e n st d d
daadwerkelijk bouwen aan de stad en het invulling geven aan de energietransitie. wa a r b U r e rs e e n Oo U M
g pod
Overheid stelt kaders Nieuwe vormen van waardecreatie . .
We bereiden ons als gemeente voor op We onderzoeken de manier waarop we e n | n S D r d d k k r | Q e n ove r
de aankomende groeispurt. Amsterdam gaat bij ontwikkeling van de stad waarde creëren. . . .
steviger sturen op ruimtelijke hoofdlijnen en Daarbij kijken we naar een brede invulling van d e | n r | C h T | n Q V a n h U n
duurzaamheid, betaalbaarheid en algemene waarde en hoe we die lokaal ten goede kunnen . . 1
uitgangspunten voor stedenbouwkundige en laten komen. We onderzoeken ook of Amster- e | Q e n WO O n O Mm Q e VIN Q
architectonische kwaliteit. Met eenvoudige dam zelf kan investeren in woningbouw. Dat
en beknopte regels willen we een gelijk speel- geeft de mogelijkheid met partijen van eigen Ismay | Stadsdeel Noord
veld creëren, waarop meer partijen dan nu het keuze te werken. Dit betekent dat zelfbouw-
gevalis zich welkom voelen om meetebouwen _ initiatieven zoals wooncollectieven en coöpe-
aan de stad. Om steviger te kunnen sturen op raties een serieuze mogelijkheid worden om
hoofdlijnen bouwen we een ruimtelijk instru- middeldure huurwoningen en multifunctionele
mentarium, waarvoor het ruimtelijke beeld uit ruimtes te bouwen. Dit zou een verbreding van 1 zn
de omgevingsvisie de basis vormt. Om door- het huidige palet aan ontwikkelvormen beteke- NN ” | ij Ara (3 A
werking van beleid, leren en tijdig bijsturen te nen, met grote maatschappelijke meerwaarde, en, Ï # P e \ À Fra ,
borgen, vernieuwt Amsterdam de eigen beleids- zeker inde verdichtingsgebieden in de naoor- ú ie "8 / 1 ss ed
cyclus. De omgevingsvisie is daar als ‘levend logse stad. be ii ie Sal a Pp Ee À pe a pr
document’ een belangrijk onderdeel van. ha et / ak Ne a Û , ze ei PN
Wendbaar en duurzaam Fr À R | kf Pl 3 bt \ k
Stad als laboratorium We moeten leren omgaan met onzekerheid |, ij ij | dl F er ni W
We willen ruimte maken voor experi- en willen beter samenwerken met samenleving / 1 ai : 4 f he ms ij P
menten met nieuwe vormen van cocreatie en en markt. We kijken daarom met open blik naar Ná | KE ' nn | 1
democratische vernieuwing. In de geest van de hoe we ruimtelijke ontwikkeling in Amsterdam a . EN \
Omgevingswet gebruiken we nieuwe digitale nu organiseren en hoe fondsen en geldstromen nen „Er | r ij a TN DN er il Ä
middelen voor een gelijkwaardige informatie- zijn ingericht. Onze organisatie wordt ingericht mk | Ï Î Eh TE 1
voorziening. We willen meer gebruikmaken van op nauwe samenwerking met buurgemeenten, Re = ee - n Ì - 2 - pe EE zi
collectieve kennis en ondersteunen lokale visie- rijks- en regiopartners en voor een meer actieve ln NR vi var = # ne EK rl
vorming en organisaties. Meer eigenaarschap rol van Amsterdammers in het beheer en bij het } E, EE NE Î | | mT is LE NNT Al Ne mj: Ne :
en een actievere rol voor Amsterdamrmners als bouwen aan de stad. De huidige stapeling van | 1e \ di f gi | via 4 AR DRE = lek A
stadmakers vergroot het vertrouwen in de toe- beleid, die in projecten tot het maken van lastige mE í k Er en Al kN Ee Laer: l
komst van de stad en de buurt. Hierin hebben afwegingen leidt, maken we beter hanteerbaar rl ' eer EE en
ook de corporaties en professionele ontwikke- met goede afwegingskaders en beslisprocedu- need e be 5 '
laars een rol. res. Onze ontwikkelpraktijk vraagt om meer E Ben
58 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 59
d O . © f
trategisch
Amsterdam wil meer ruimte voor diversiteit en eigenheid in de manier waarop we * _Rigoureus vergroenen
aan de stad bouwen. We werken als vanouds samen met professionele partijen, zoals de Een gezonde en klimaatbestendige leefomgeving voor mens en dier
woningcorporaties, beleggers en grote instellingen, maar zijn tegelijk op zoek naar het -__ Openbare ruimte zo groen mogelijk inrichten.
verbreden van het ontwikkelpalet. Een uitdrukkelijke wens is om Amsterdammers een meer -__ Ontwikkeling parken (Oeverlanden, Hondsrugpark, Gaasperdakpark, Zuidasdokpark en
actieve rol te geven. Dat geldt voor beheer en programmering van de eigen leefomgeving, NDSM-Oost).
ruimte voor lokaal ondernemerschap, programmeren van vrije ruimte, maar ook in het -__ Groene routes en ecologische verbindingen.
daadwerkelijk bouwen aan de stad en het invulling geven aan de energietransitie. - __ Investeren in het landschap: natuurontwikkeling, kringlooplandbouw, en ruimte voor
sporten en bewegen.
* _ Meerkernige ontwikkeling
Van uitrol centrumgebied naar een meerkernige en meer diverse verstedelijking e _ Samen stadmaken
- Regionale spreiding stedelijke voorzieningen en werkgelegenheid. Richting geven op hoofdlijnen en ruimte bieden aan initiatief
- Onderscheidende ontwikkeling Nieuw-West, Zuidoost en Noord. -__ Gelijkwaardige (digitale) informatiepositie bij planvorming.
- __ Twee vaste IJ-oeververbindingen en een regionaal fietsnetwerk. -__Buurtbatenovereenkomsten en buurtomgevingsvisies.
- __ Uitbreiding HOV en metronet en ontwikkeling stationskwartieren. -__ Grotere rol Amsterdammers bij beheer en ontwikkeling.
-__Ruim baan voor wooncoöperaties: naar 10% van de woningvoorraad in 2040.
* _ Groeien binnen grenzen -__ Vrije ruimte als vast onderdeel van de planvorming.
Verdichting door complete en duurzame wijkontwikkeling
-__Ruimte voor 150.000 woningen erbij in complete buurten.
-__ Verduurzamen bestaande buurten en woningen.
= Ruimte voor schone energie en duurzame initiatieven.
- Verduurzaming van de haven.
* _ Duurzaam en gezond bewegen
Heel Amsterdam een wandel- en fietsstad
-__ Een openbare ruimte die uitnodigt tot ontmoeting en bewegen.
= Meer ruimte voor fietsers en voetgangers. Auto’s zijn te gast.
-__ Verkeerswegen (Gooiseweg, Lelylaan, Burg. Roëllstraat) worden groene stadslanen,
begeleid door bebouwing.
60 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel | | Visie 61
eeen khen NPR dt
zr ” ll _L 1 Beel ai INP Pr B
SEN PEA EEC ETEEDE N ER 0 ey P AP dr
appr KIT : eel EEG EC EE EINM Lj CEE f py Í „ 1p „8
anna ST AEL CRA , ew pr
NRR RT hel; ' LS u Tm LIE 1 Pi, i } IJ dl it [
er CACHE EEEEEDE RTRA ECE IJ df 1 tE g
am SN ekersrrnete ERR 0D „” Zal
EL CGHEEEEEDTGEE NS ERROR PP 1 Pr
< HikarcsechtciN EER PS | ERIN
Per HEEEL EDELEN CRE BAN ES „g>
Ë- denn OMOELEEEEDEDN ERR nw” Bal
| In Dn [ Lik L i In TEENS Ei EE EE 1 Pis w d Ee ot Ti d BREI:
8 K CRCRRCNRRD SP sr dl NAE |
| _AAEOEEEEEEDENE DN ER dan K = a A Js aren
a er EEEN REEN RN el 2d rard safe
b nn J RR ON i Hi ik Í | ! N " u nn a k El at ï al | IE à Ke TT Ema
EN BE Mee DS arne
Faner Î Ln nn 5 E d Í f | 1 EEG
EN GE MOREE ae paname pogrned ONNNE
d Ki Ï al His ‚N En ee un Dj is ‚ f om E. EN 5 a „8 gerant gr Po en
Ee Ne en Kn Te Dae er eee E =
biert en EE Re PT Ed WE. zal mids | mk [
EE A, EK eten | |
. Et, en Mtr SE K A er ee 1 dt nn Hi Fi =H
7 &: __ ub we UU bege en his Men Tl 0 8 Aan rhgnen= EE |
| el Kee MEN Oi Erp AFL ER Lilatk He 2 CHE Ae Af A ln a e: |
( 5 | 5 \ P | kN 5 Er A L eel Kalf : pi | Pi L Ë sl ‘ ke: re e= Eg Î : ®: At | AA Sf |
E BA à xl PTA Sal
en; - é E | | z Ì a Ì (A | F } 5 * k f 7 En \ “ |
ï he Î IJ, \ < f etn - ä ï pan
Ee r MIT Í A Zen ua RK :
vj P | Fo a= A …
N 5 ok / A do ee Ee | nt
FT ( Á Ee | MN is “- Ii Ke,
N EN kad pd : fi me
Ï Pp a — en Ee
; Sn E | :
[ pe ä - jn Nn
Ei ene Af hm L en
h En NG Ke K | | | meed
e ER F 5 En A | Û ie 5 ee Ee DN \ ] É AR en z | en ES
ì 3 el p 1 A A À 5 - En Ne Ve | 5 Lb Ee
f BEE JN — rn Ee Ak. gien AE en Et s En
Nn r ' bk ME Mies! pe en EN Ee rr ee en eee zt ze
” VERS EE ie MRE Sn be ee NN SSS
3 bk ee Es en, Ae EN tent en Er
‚ s jr n e A te ì ten nn as ve Es end zer EN i ef gede rn z es aken enn E En ze En Aen en en ee Ne ee en ‚
DE hd SEE ee eN SS
Peen dae ts mh i Kd „lp _ 5 z En en ee
rk ee a dn er En nn 7 he die ze En mre Nn
en ne en ie ed
. Metropoolregio Amsterdam
« Amsterdam en de agglomeratie
‚ Ruimtelijke en programmatische basisstructuur
‚ De stadsdelen
. Een samenhangende en adaptieve fasering
In dit deel beschrijven we in tekst en kaart hoe de strategische keuzes uit deel |
doorwerken op het schaalniveau van de regio, de stad en de agglomeratie en de stadsdelen.
We laten zien hoe de gekozen richtingen in Amsterdam samenhangen met de ontwikkeling
van de rest van de regio en andersom hoe de ontwikkelingen elders in de regio invloed
hebben op de keuzes die we in Amsterdam maken. Vervolgens laat het toekomstbeeld van
Amsterdam en de agglomeratie zien op welke grote ontwikkelingen Amsterdam inzet en wat
H . e belangrijke dragers zijn voor de verandering en groei van de stad.
Richt wijken
. d Het toekomstbeeld is uitgewerkt in een ruimtelijke en programmatische basisstructuur. Hierin
Z O | Nn a t Z e zijn stadsbrede ambities en opgaven vertaald in stedelijke netwerken voor water, verkeer en vervoer,
. d . openbare ruimte, groene verbindingen en groene plekken en plekken met stedelijke betekenis. Een
UI t no | Q en verdichtingskaart geeft de kaders voor nieuwe ontwikkelingen met daarin meegenomen normen voor
groen, sport en maatschappelijke voorzieningen. Er wordt ruimte gemaakt voor werken en verduur-
T Ot b e W e Q e n zamingsingrepen. De ruimtelijke en programmatische basisstructuur maakt op die manier op samen-
e n S O e | e n 1 hangende en verantwoorde wijze de ontwikkeling van de stad mogelijk.
In het hoofdstuk Stadsdelen van dit deel is per stadsdeel uiteengezet welke opgaven en keuzes er
Jaap Seidell uit de visie volgen. Deze zijn eveneens op een meer gedetailleerde kaart weergegeven. Op het niveau
van de stadsdelen en gebieden liggen er uitwerkingsopgaven om opgaven en kansen met elkaar in
verband te brengen. De omgevingsvisie geeft hiervoor op hoofdlijnen richting aan.
Ten slotte geeft het hoofdstuk een samenhangende en adaptieve fasering en op hoofdlijnen
inzicht in hoe de grote investeringen in bereikbaarheid en groen samenhangen met gebiedsontwikke-
lingen in Amsterdam.
64 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 65
Met regi
De Metropoolregio Amsterdam heeft een sterke internationale positie. Het is een stedelijke
regio met 2,5 miljoen inwoners, 300.000 bedrijven en 1,5 miljoen banen, die zich uitstrekt van
Zandvoort tot Lelystad, van Heemskerk tot Hilversum en van Beemster tot Haarlemmermeer.
Samen met de metropoolregio's van Rotterdam — Den Haag, Utrecht en Eindhoven vormen
we een magneet voor internationale kennis, arbeid en investeringen. Amsterdam wil met zijn
ontwikkeling bijdragen aan het versterken van de hele regio tot een meerkernig, samenhangend
en evenwichtig systeem. Daarbij streeft Amsterdam een zoveel mogelijk compacte groei binnen
grenzen na. Ook de andere strategische keuzes kennen een duidelijke regionale component:
de inzet op duurzaam en gezond bewegen vraagt om een regionale schaalsprong van het
ov en goede fietsverbindingen. De vergroening van de stad krijgt mede haar beslag in de
landschappen in de regio. We werken hiervoor samen met andere delen van de metropoolregio.
Een internationaal een andere functie vervullen. We willen uitgaan
aantre kkel ij ke van de kenmerken en eigenheid van de typen en
metropool regio daarop voortbouwen.
H . . De Amsterdamse metropoolregio is van
N | et te vee | WI | | en oudsher opgebouwd uit meerdere stedelijke Agglomeratie
kernen, omgeven door een divers en aantrek- Amsterdam is de grootste stad van de
D ro Q r a Mm m e re n 1 Z O dl a t kelijk landschap. De metropoolregio, en de metropoolregio. Samen met de gemeenten
.. . e agglomeratie daarbinnen, functioneert als een Zaanstad, Diemen, Ouder-Amstel en Amstel-
er Vr | e rU mm T e b | | ft samenhangend systeem waarin iedere gemeente veen vormen we één stedelijk weefsel met
. een specifieke rol vervult en we elkaar aanvullen. meerdere kernen: de agglomeratie Amsterdam.
V Ò Ò r e X D e Fm e n t e n Met de IJmond, de havens en industrie van het Kenmerkend voor de agglomeratie is dat daar
. .. Noordzeekanaalgebied beschikt de regio bijvoor- lokale, regionale, nationale en internationale
D | e k ke nl et Q e | | k beeld over een nautische toegangspoort met veel voorzieningen en netwerken samenkomen.
. kansen voor innovatie rond duurzame energie. Dat maakt de agglomeratie een knooppunt voor
C ® Mmm e rc | e e | h O e V e n Tel daarbij op de recreatieve mogelijkheden inde uitwisseling van goederen, maar vooral ook van
.. H kustplaatsen en de binnenduinrand, de interna- mensen en ideeën. Stedelijke kwaliteit, met hoge
t e Z | n tionale handel rond Schiphol en de Greenport dichtheden aan wonen, werken en voorzienin-
Aalsmeer, de aantrekkelijke woonmilieus in de gen en levendige openbare ruimtes is hiervoor
Shamiro van der Geld | Stadsdeel Zuidoost Gooi en Vechtstreek, de pioniersgeest van Flevo- de belangrijkste voorwaarde. In de Amsterdamse
land en de karakteristieke historische dorpen van agglomeratie tref je economische topmilieus aan
Waterland met de maakindustrie van Zaanstad. en culturele instellingen en kennis en onderwijs-
Deze variatie vormt een belangrijke kracht van instellingen van internationaal niveau.
de Metropoolregio Amsterdam.
Regiokernen
In de metropoolregio zijn drie typen ver- In een ring rond de agglomeratie liggen ste-
stedelijking te onderscheiden, die alle drie den waar we een nauwe functionele band mee
66 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 67
hebben, alleen al door de forenzen die dagelijkse Compact bouwen op goed prioriteit. Het verdichten in en rond de centravan armoede, zoals delen van Zaandam, werken we
heen en weer pendelen. Dit zijn Hilversum, bereikbare plekken de regiokernen moet daarom gepaard gaan met aan het verbeteren van de kansengelijkheid. We
Hoofddorp, Haarlem, Purmerend, en de tweede We groeien binnen de bestaande grenzen de komst van meer werkgelegenheid in Almere, erkennen dat grote delen van de regio onver-
grootste stad van de metropoolregio: Almere. van de stad, op plekken die via openbaar vervoer Zaandam, Hoofddorp en de andere regiokernen. minderd van de auto afhankelijk zijn. Het regio-
Samen bieden de regiokernen plaats aan een goed met de regio en de rest van Nederland Op die manier kan ook de sociaal-maatschap- nale autonetwerk wordt daarom via mobiliteits-
aanzienlijk deel van de inwoners van de metro- worden verbonden. Dat doen we in stedelijke pelijke positie van de inwoners verbeteren. Ook hubs verknoopt met het fiets- en ov-netwerk
poolregio. De ooit tot groeikernen aangewe- tot hoogstedelijke dichtheden. Zo maken we in voor voorzieningen zoals hoger onderwijs en van Amsterdam. Met de buurgemeenten en de
zen steden Almere, Hoofddorp en Purmerend de metropoolregio plek voor meer mensen en cultuur wordt onderzocht of ze meer over de hele metropoolregio zullen we onderzoeken wat
hebben in het verleden grote woningbouwop- bedrijven en bouwen we verder aan een hoog- regio kunnen worden verspreid. hiervoor de beste plekken zijn.
gaven voor de regio op zich genomen, veelal in waardig voorzieningenaanbod. De verschil-
suburbane woonmilieus. Ze vormen daarmee lende stedelijke centra in Amsterdam en in de De spreiding van werk en voorzienin- De afstand die mensen dagelijks afleggen
een belangrijke aanvulling op de stedelijke en regio profiteren van elkaars relatieve nabijheid. gen dient ook een ander gezamenlijk belang. voor woon-werkverkeer van en naar Amster-
hoogstedelijke woonmilieus van Amsterdam. Het zijn woon-werkgebieden die juist vanwege Doordat Amsterdam bestaande bedrijventer- dam, wordt langer. Steden als Alkmaar, Amers-
De stadsharten van de regiokernen zijn meestal het belang van die nabijheid niet zomaar elders reinen transformeert, is er in de stad minder foort, Utrecht en Leiden zijn ook onderdeel
goed met Amsterdam verbonden en hebben in Nederland een plek kunnen krijgen. Door plaats voor sommige bedrijven. Alseropandere van het Amsterdamse ruimtelijke systeem.
door hun voorzieningenaanbodeen belangrijke binnen bestaande grenzen in de stad te bouwen locaties in de stad, zoals het havengebied of de Het woon-werkverkeer tussen Amsterdam en
rol voor de kleinere steden en dorpen in hun kan het landschap vrij van bebouwing blijven Sloterdijken, geen plek is, en we die bedrijven verder weg gelegen grotere Nederlandse steden
nabijheid. Denk bijvoorbeeld aan de functie die en creëren we draagvlak voor een duurzaam en voor de metropoolregio willen behouden, zijn en het toenemend belang van internationale
het stadshart van Purmerend voor inwoners van gezond mobiliteitssysteem, met zo min moge- we op de bedrijventerreinen elders in de regio bereikbaarheid vraagt om meer ruimte op het
Middenbeemster heeft. De komende decennia lijk uitstoot en hinder. Amsterdam biedt op aangewezen. Dit kan bedrijvigheid en werkge- nationaal spoor. Samen met de metropoolregio
willen we samen met de regiokernen werken die manier plaats aan ongeveer de helft van de legenheid opleveren in gebieden waar nog veel en het Rijk onderzoeken we hoe we op het nati-
aan het verhogen van de stedelijke kwaliteit in woningbouwopgave in de regio. ruimte is voor bedrijventerreinen zoals Almere, _onaal spoor aan de zuidzijde van de stad ruimte
en rond de stadskernen. De vraag naar stedelijk Purmerend en de Haarlemmermeer. Tegelijker- kunnen maken voor meer intercity’s en inter-
wonen en werken in de metropoolregio kan Door de locaties van de ontwikkelgebieden tijd moet worden voorkomen dat ruimte-exten- nationale treinen. Die ruimte kan verkregen
daardoor ook meer dan voorheen in de regioker- inde flanken van de stad verandert de oriëntatie sieve functies en bedrijvigheid vanzelfsprekend worden door het regionale vervoer in de rich-
nen landen. van de stad op de omgeving. De stad richt zich naar buiten worden gedrukt. Ook hierbij helpt ting van Hoofddorp, Zaanstad en Almere deels
meer dan voorheen naar de agglomeratie en de het denken vanuit het grotere geheelen deeigen te verzorgen met metro. Aan de noordzijde van
Dorpen en stadjes rest van de regio. Wanneer het andere deel van kracht en identiteit van de verschillende delen de stad, vanuit Haarlem richting Amsterdam, en
De kleinere dorpen en stadjes bieden de woningbouwopgave voor de metropoolregio van de metropoolregio. naar het Gooi kan op het nationaal spoor juist
weer andere woonmilieus aan, zoals het zeer compact in en nabij de centra van de regioker- meer ruimte gemaakt worden voor regionale
gewilde centrum-dorpse woonmilieu. Zand- nen wordt gebouwd, worden de mogelijkhe- Duurzaam en gezond bewegen treinen. Ook willen we graag met de Vervoer-
voort, Weesp of Ouderkerk aan de Amstel zijn den voor ov-verbindingen verhoogd. Met het in de regio regio Amsterdam, de MRA en het Rijk onder-
hier voorbeelden van. Het zijn relatief kleine verdichten van de centra ontstaat meer draag- Binnen de metropoolregio is er sprake zoeken of op het rijkswegennet ruimte gemaakt
kernen die vrij in het landschap liggen en juist kracht voor winkels, voorzieningen en openbaar van twee verschillende mobiliteitsprofielen: kan worden voor nieuwe vormen van openbaar
die inbedding in het landschap is een belang- vervoer, wat bijdraagt aan de leefbaarheid. verplaatsingen binnen of tussen hoogstedelijke vervoer, zoals hoogwaardige, snelle bussen.
rijk onderdeel van hun aantrekkelijkheid, vaak gebieden (vooral met het openbaar vervoer en de
samen met de kleinschalige en levendige histo- Spreiding van werk en voorzieningen fiets) en verplaatsingen buiten of tussen hoogste- Uitgangspunt van een keuze voor duur-
rische kernen. De afgelopen jaren is de werkgelegenheid in delijke gebieden en minder stedelijke gebieden zaam en gezond bewegen is bij het betreffende
Amsterdam en de Haarlemmermeer onevenre- (vooral per auto). Amsterdam is nu al voor een gebied passende en efficiënte mobiliteit. Binnen
dig hard gegroeid. Voor de komende jaren zetten groot deel een hoogstedelijk gebied en in de toe- Amsterdam vraagt de toenemende druk op de
Versterken van we ons, samen met de partners van de MRA, in komst wordt dit gebied door verdichting van de openbare ruimte om het geleidelijk autoluw
meerkerni ge kwaliteit voor een meer evenwichtige ontwikkeling van stad steeds groter. Dit gaat in de stad gepaard met maken van de stad. Hiervoor zijn ingrepen in het
Met de ontwikkeling van Amsterdam willen de metropoolregio. Zo werken we bijvoorbeeld een verdere verschuiving van autogebruik naar autonetwerk noodzakelijk, waardoor bijvoor-
we bijdragen aan de versterking, en een meer samen met Almere aan zijn verdere ontwikkeling. duurzaam en gezond bewegen: lopen, fietsen en beeld de tweede ring van de A9-A5 meer benut
evenwichtige ontwikkeling van de meerkernige Want de afgelopen jaren zijn er veel woningen ov-gebruik voor de dagelijkse verplaatsingen. zal worden als ontsluiting van Nieuw-West en
metropool. Daarom is de inzet gericht op de ont- gebouwd in regiokernen, maar de werkgele- Zuidoost. We zijn ons ervan bewust dat dit meer
wikkeling van nieuwe stedelijke centra in de stad, genheid en het voorzieningenniveau bleef vaak In een evenwichtige metropool zijn hinder kan betekenen voor de plaatsen die aan de
die vanuit de regio goed met ov en fiets bereikbaar achter. Daardoor zijn de noordzijde en oostflank dagelijkse voorzieningen en passende werk- A9-A5 liggen, zoals Amstelveen.
zijn, het versterken van de kwaliteit van compacte van de MRA in sociaal-maatschappelijke en gelegenheid voor alle inwoners op een snelle
regiokernen en een toekomstbestendig en aantrek- __ sociaal-economisch opzicht kwetsbaar gebleven. en betaalbare manier bereikbaar. Met betere Gebruik rijksinfrastructuur
kelijk landschap. Het ondernemersklimaat en de veerkracht van de ov-verbindingen tussen werkgebieden en delen De rijksinfrastructuur van autosnelwegen
samenleving heeft daar de komende jaren daarom van de metropoolregio met relatieve vervoers- en spoorwegen in het hoogstedelijk gebied van
68 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 69
Amsterdam wordt steeds intensiever gebruikt processen te stoppen. Daarbij gaan we uit van
voor (binnen)stedelijke verplaatsingen. Con- de huidige kwaliteiten van de verschillende _
currentie met het doorgaande verkeer op zowel landschappen en voegen we nieuwe kwalitei- sr d
spoor als snelweg leidt tot steeds meer en ten toe. ë E
grotere knelpunten in de nationale netwerken 5
in en rond Amsterdam. Door de nationale en In regionale samenwerking zijn meerdere 8 De
stedelijke systemen te ontvlechten kan zowel de opgaven voor urgente én kansrijke landschap- E Ke AS”
rijksinfrastructuur worden ontlast als de groei pelijke ontwikkeling in beeld gekomen. De Ë (A nn 15 =
van het hoogstedelijk gebied worden gefacili- veenweidegebieden van Zaanstreek-Waterland, = e Aes, n
teerd. Dit geldt zowel voor het wegsysteemn als de scheggen en stad-land-verbindingen hebben pens Le Ne, wi
het spoorsysteem. Zie verder de beschrijving voor Amsterdam prioriteit. We verkennen hoe et , ' nen n peen E55 8
van de netwerken voor het openbaar vervoeren opbrengsten uit stadsontwikkeling gekoppeld £ \ an ca E
de auto in hoofdstuk 5 Ruimtelijke en program- kunnen worden aan investeringen in het land- B Á So, En
matische basisstructuur. schap. Hierbij werken we nauw samen met onze > # ee Dn nn a ä
buurgemeenten, regiopartners en de provincie. Ee a Aer £ ne rm < 5
Toekomstbestendige landschappen ge hj Ó 5
in de regio er % #
Met de nabijheid, diversiteit en schoon- Verduurzamen van een He hail k Ë
heid aan landschappen, ontsloten door een internationaal knooppu nt \ ë
fijnmazig netwerk van meren, vaarten, sloten, Via Schiphol, treinstations waar internati- X B R Al N PO RT
dijken, paden en linten, heeft de metropool- onale treinen halteren, de zeehaven met de zee- NK EIN D H OV EN
regio goud in handen. Binnen onze grenzen sluizen bij IJmuiden en het digitale knooppunt X De Amsterdamse
liggen de oer-Hollandse veenweiden van Laag AMS-IX is de metropoolregio met de wereld k metropoolregio
Holland en het Groene Hart, de landgoederen verbonden. Dit blijven ook voor de toekomst ' in internationale
van ‘s-Graveland en de binnenduinrand, de belangrijke knooppunten. De transitie naar een ; context.
Kennemerduinen metde Noordzeestranden, de duurzame toekomst, met minder hinder voor ln se r
bossen en heiden van de Gooi en Vechtstreek, de leefomgeving, is daarbij een centrale opgave. HROPE (Scutnl
het grote binnenmeer en de kusten van het Daar zijn in de metropoolregio goede aankno-
Markermeer-IJmeer, het ‘nieuwe land’ van de pingspunten voor te vinden.
Flevopolders met de Oostvaardersplassen en de
Markerwadden, Unesco-erfgoed De Beemster, Haven in internationaal perspectief Internationale bereikbaarheid NS-stations Schiphol en Amsterdam Zuid inter-
de Stelling van Amsterdam, en grootschalige De haven van Amsterdam maakt deel uit Schiphol vervult een belangrijke rol voor nationale treinstations, waarvandaan treinen
recreatiegebieden als het Amsterdamse Bos. Het van het Noordzeekanaalgebied. Het is van belang de internationale bereikbaarheid en daarmee via het zuidwesten van Nederland naar België,
is een kostbare collectie die bijdraagt aan een om de ontwikkeling van dit gebied in samen- voor de aantrekkelijkheid van het centrale deel Engeland en Frankrijk vertrekken, en via het
aantrekkelijk vestigingsklimaat. En van groot hang te bezien. De bereikbaarheidsopgaven, leef- van Nederland. In de zone tussen Hoofddorp, oosten van het land naar Duitsland en verder.
belang voor een toenemend aantalinwonersals _baarheidsopgaven en de energietransitie vragen Zuidas en Amsterdam Zuidoost, en verder Het spoor heeft daarnaast een internationale
recreatief uitloopgebied, voor de biodiversiteit, om flinke veranderingen. In de IJmond komt de richting Utrecht en Almere landen functies die functie als verbinding met het Europese ach-
voor het bufferen van effecten van klimaatver- duurzame energie, die voor de kust in windmo- met die internationale bereikbaarheid zijn ver- terland voor goederen die in de haven worden
andering en de productie van gezond en duur- lenparken wordt opgewekt, aan land. Daarnaast knoopt. Samen met Haarlemmermeer onder- overgeslagen.
zaam voedsel, schoon drinkwater en energie- loopt er een aantal grote gas- en stroomleidingen zoeken we hoe ontwikkelingen tussen Hoofd-
opwekking. We zetten daarom inop behoudén doorde metropoolregio, die ruggengraten van dorp en Amsterdam zowel ten dienste van de
versterking van de waarde en betekenis van deze het nationale energienetwerk zijn. De Amster- internationale en nationale economie staan, als
landschappen als integraal onderdeel van de damse haven ligt daarom op een goede plek om de lokale kwaliteit verbeteren. Vanuit de impact
ruimtelijke ontwikkeling. zich te ontwikkelen van op- en overslaghaven op de leefkwaliteit en het klimaat gedacht, en
voor o.a. fossiele brandstof naar een knooppunt om meer woningen mogelijk te maken, staat
De grote opgaven die op het landschap voor duurzame energie en een draaischijf in de Amsterdam voor een duurzame ontwikkeling
afkomen, zien we als ontwikkelkansen. Het circulaire economie. We zorgen dat er voldoende van Schiphol. Met kleinere milieucontouren
landschap moet klimaatbestendiger worden milieuruimte is voor het faciliteren van deze en minder hinder. De Noord/Zuidlijn zal de
gemaakt, meer in samenhang met hetstedelijk transitie en streven ernaar dat de milieuhinder ov-verbinding tussen de stad en Schiphol
gebied beschouwd en met een hogere kwaliteit voor zoveel mogelijk mensen afneemt, zowel versterken. We willen dat vluchten over kortere
ingericht en beheerd. We willen investeren in Amsterdam als in de omliggende gemeenten afstand vervangen worden door internationale
in het landschap en helpen om uithollende Haarlemmermeer, Velsen en Zaanstad. treinen. Om dat mogelijk te maken worden de
70 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 71
Meerkernige metropoolregio é … Ark
Lieverse AET Gn Toekomstbeeld Amsterdam Ben k Nik &e. r
een metropoolregio, opgebouwd in de regio BE s / A AT En
uit meerdere stedelijke kernen en - : n enn /
omgeven door een divers en aantrek- ps ° : 3 En a p Pp
kelijk landschap. Nieuwe woningen, en Î : en à d F d :
werkgelegenheid en voorzieningen . k B 1, te Û d A
worden over de verschillende kernen : dl / $ fl et as d P
verspreid, in Amsterdam ontwik- ie RE B : oh nd ed ;
kelen we Nieuw-West, Zuidoost en E 4 2 Î ee Rs a 5 s : #) 7
Noord tot zelfstandige kernen. Re ker 1 À a ; 5 4 ® :
E 5 Paes en ! weië , RE -ipf :
Verbonden door ov . ke [ 2 P 5 | d er ne pe, ä ; "3 ds
Een sterk ov-systeemn verbindt de PP wl E En k 4 F md h sn
verschillende delen met elkaar. Door nn 5 5 18 Í : Î RE zi Re "ú Pt Ee int ”. en ee Pe
rond ov-knooppunten te verdichten, Te He Ne je já 5 LN x : K an ä En id e ee. ; L'- hy
worden deze locaties, en daarmee ‚ ] ij kins: heler a Ge ee et ne ,
ook werk, voor meer mensen bereik- 4 í 5 en ki nn 7 e he Ë Pe es EPE Sn Aer : F >
baar. Sprintertreinen en metro’s * [ el 7 :} En A k " En Ee 7 me kn ij Ip N p er en ke „ zE ; : nn
gaan in de toekomst, samen met : vm HNE Pe in 0 weten” Kee Pr eP \ BE ng
andere HOV-lijnen, een groot deel - ke L % in + î FE 4 G Ke A Pe zn ; e } „ie ed } En
van het regionale verkeer van en naar rl Ö ik: ee en raaf EN A, ve of n EU An
Amsterdam verzorgen. Richting het e Ed De leg: ei Se werk == À ie er Ee Sl < et Td ak
zuiden komt er meer ruimte op het F : 8 je ee tk ï r # il À ni : eN -, Ee : De © TN
spoor voor intercity’s en internatio- ® Ì Nd 3 an # je) Er m e E nk B Í EN F4
nale treinen. F A s b B ie: E. En AA NG (
De A10 is de verdeelring voor het . Re rene : Len ke à AEL En a S LS \ \
Amsterdamse centrum. De rest van N bn de wie e eN iS ln, ig me \
de stad en de agglomeratie gebruikt re dé gr et , Ee a Ez oi ke n der nn nn 7 Ì
straks eerder de A5-A9 als verdeler. i é # Ed Ae gi ME A ' \ 5 KE he eg : ï
Landschap van grote(re) ie | a 1 # eed Ì mente A = 4 >
Ne de 2 eN Ps | NN : ,
Het landschap blijft open. Amster- z f En & kb, 7 ij en
f enn Ke 5 - ij
dam investeert in het vergroten van … e Ei En get ï B Ei | ik Br à
zijn waarde, voor recreatie en het br ri Fn \ % k d | mr Pe
behoud van biodiversiteit of andere ge } ne : # y : 3 en SP 3
belangrijke landschappelijke functies : £ ikl e, ” Ì Ke
zoals het vasthouden van water. . rn zn” Amten, _ pe 4 5 ere e pe
nn et 5 3 ORE, ar
ah Ta Eken FE KENT Me KUIT ane k s : eid 3 pe
knoop : e ä N : in, „
Amsterdam Zuid en Schiphol wor- A m? e ij * & se, „5
den internationale treinstations. ® s àl ä t De: „ hi
Zij verbinden de regio, samen met 7 En 7 ed en p ned
de luchthaven, met de wereld. u Je : : he ú Es eh en" ip"
Het Noordzeekanaalgebied wordt een ; te. an, : 7 oe A F - ee
knooppunt voor duurzame energie d Ten EEn @ g RS Hi Pir, |
en een draaischijf in de circulaire à , k 5 dj sad L
economie. d, en k ‘L ee
72 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 73
Nieuwe stedel ij ke kwaliteit schap. Het gebruik van het water en het groen
6 in een meerkerni ge zal intensiever en gevarieerder worden. Nieuwe
ag lomeratie buurten langs het IJ en grenzend aan de groene
Samen met de buurgemeenten vormt scheggen geven de stad ook een meer naar de
AN MN S t CS r d d MN Amsterdam in 2050 een meerkernig en com- regio gericht gezicht. Een deel van de bezoe-
pact stedelijk gebied, waar buurten en kernen kerseconomie zal zich naar hier verplaatsen. In
onderling verbonden zijn. In Amsterdam zijn en direct rond het centrum ontstaat hierdoor
ee NM d En voormalige werkgebieden langs de IJ-oevers en ruimte voor meer balans tussen wonen, werken
tussen de naoorlogse wijken en het landschap en bezoekerseconomie.
° uitgegroeid tot gemengde buurten. Hier kun je
d | O MN En r d t | 2 wonen in hoge dichtheden, met nieuwe voor- Het belang van de ontwikkeling van het
OJ Q zieningen om de hoek en ruimte voor bedrij- waterfront, met het IJ als centrale ruimte, is
vigheid. In de naoorlogse wijken van Amster- in het advies over de IJ-oeververbindingen uit
dam vinden we ruimte voor meer inwoners en 2020 opnieuw bevestigd. Net als het belang van
voorzieningen. Dit kan dankzij een zorgvuldige het IJ voorde beroepsvaart. De bouw van twee
verdichting, waarbij de leefbaarheid en gemeen- _oeververbindingen en een intensiever gebruik
Als je Amsterdam vanuit de lucht bekijkt, lopen Zaanstad, Amsterdam, Diemen, Duivendrecht schappen versterkt worden. Bestaande cultuur- van het IJ voor vervoer van personen maakt van
en Amstelveen in elkaar over. Dat aaneengesloten stadsgebied noemen we de agglomeratie. historische waarden bieden in de naoorlogse de kades en oevers voor de stad meer dan alleen
Voor de manier waarop mensen gebruikmaken van voorzieningen en door dit gebied bewegen, wijken volop aanleiding voor het maken vaneen een mooi decor. De stad zal zich nog sterker
zijn gemeentegrenzen weinig relevant. Hetzelfde geldt voor infrastructuur en groen, water en nieuwe stedelijke kwaliteit. naar het IJ richten. Aan de noordoever van het
landschap. Hoewel de omgevingsvisie alleen bindend is voor het grondgebied van de gemeente IJ ontstaat een kralenketting van aantrekkelijke
Amsterdam, laten we daarom toch zien hoe we op de schaal van de agglomeratie invulling De nieuwe buurten kennen een prettige publieke plekken, met culturele voorzieningen,
geven aan de strategische keuzes voor een meerkernige ontwikkeling, groeien binnen grenzen, afwisseling tussen rustig wonen en levendige een mogelijk nieuw park bij de Sixhaven en
duurzaam en gezond bewegen en rigoureus vergroenen. Daarnaast benoemen we de bestaande straten en pleinen en er is volop groene kwa- een park op de NDSM-werf, uitzichtpunten en
kwaliteiten van de stad. Die vormen een waardevol vertrekpunt bij de ontwikkeling van de stad. liteit. Ze hebben een dichtheid aan wonen en zwemplekken. Het worden plekken die voor
werken die ruimte laat voor voldoende groen, heel Noord grote betekenis hebben. Met de
openbare ruimte, voorzieningen en sportvel- ontwikkeling van Haven-Stad komt ook het
Samen o pt rekken Weesp, Ouderkerk aan de Amstel, Badhoeve- den. Dat betekent dat complete buurten het westelijk deel van Amsterdam aan het IJ te lig-
De komende decenniarichtde ontwikkeling dorp, Oostzaan, Landsmeer en de dorpjes van uitgangspunt is, niet maximale dichtheid. In gen. Hier komen ook twee nieuwe stadsparken
van Amsterdam zich minder op het centrum en Waterland zien we daarom niet als onderdeel buurten is in gebouwplinten ruimte gemaakt aan het water.
meer naar buiten. Veel van onze ontwikkelgebie- van de agglomeratie. Hier is juist de dorpse voor bedrijvigheid en voorzieningen. In de hele
den raken direct aan die van de buurgemeenten. kwaliteit en de vrije ligging in het landschap, en stad wordt het ruimtebeslag van de auto ver- De belangrijkste zwaartepunten van
Ontwikkelingen als de Achtersluispolder in daarmee het losliggen van de agglomeratie, van minderd om plaats te maken voor actief vervoer, ontwikkeling en concentraties van werken en
Zaanstad en De Nieuwe Kern in Ouder-Amstel belang. Door de agglomeratie als een eenheid verblijven en meer groene kwaliteit. voorzieningen bevinden zich rondom belang-
gaan naadloos over in Amsterdamse project- te bekijken komen gezamenlijke kansen en rijke openbaarvervoerknooppunten. Dankzij
gebieden in Haven-Stad en Amstel-Stad/Bijl- opgaven in beeld. In alle delen van de agglome- Stad aan water en landschap investeringen in trein, metro en HOV zijn deze
mer-West. Door goed af te stemmen kunnen die ratie wordt door transformatie en verdichting De centrale ruimtelijke beweging van de nieuwe gebieden straks goed bereikbaar vanuit
ontwikkelingen elkaar versterken. We hebben ontwikkeld. En overal zal de komende tijd een structuurvisie uit 201 lwas de uitrol van het de hele metropoolregio en de rest van ons land.
in overleg en met hulp van de buurgemeenten omschakeling naar duurzame energie gemaakt centrum. Deze compacte verstedelijkingsstrate- Ze ontlenen hun kwaliteit aan de nabijheid
een visiekaart getekend waarin het onderscheid worden. Hoe kunnen we elkaar daarin helpen? gie richtte zich vooral op de zone directrondom van groene stadsranden en de aangrenzende
tussen Amsterdam en de andere gemeenten nau- Er liggen kansen voor gedeelde warmtenetten de vooroorlogse stad: in de Ringzone langs de bestaande buurten in Nieuw-West en Zuid-
welijks zichtbaar is. Voor de duidelijkheid: alles en elektra-onderstations en het inpassen van A10 en hetringspoor en indecentrale delen van oost. Ze worden via aantrekkelijke stadsstraten
dat in de omgevingsvisie buiten de Amsterdamse ruimte voor sport. Keuzes die we hierin als de noordelijke IJ-oevers. De nieuwe ruimtelijke en -lanen en groene routes verbonden met het
gemeentegrenzen is getekend, heeft geen status. Amsterdam maken hebben impact op onze koers naar een meerkernige stad betekent datde landschap en de bestaande stad. De nieuwe ont-
Waar ideeën de gemeentegrens overschrijden buren. Ook willen we meer vanuit de schaal meeste nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden in wikkelgebieden vormen zo ook een verbinding
moet dat gelezen worden als een startpunt voor van de agglomeratie bekijken waar bedrijven en Nieuw-West, Noord en Zuidoost. Amsterdam tussen Nieuw-West en Zuidoost en de groene
gesprek en samenwerking met onze buurgemeen- _ stadslogistiek in de nabijheid van de stad een transformeert in deze stadsdelen bedrijventer- scheggen. De barrières van spoor en snelwegen
ten en andere partijen. plek kunnen krijgen. We kunnen onze onder- reinen en verdicht bestaande buurten. Via deze worden hiervoor geslecht.
linge verbindingen versterken door fietsroutes stadsdelen maakt de stad de verbinding met het
Gezamenlijke kansen en opgaven goed op elkaar aan te laten sluiten en we kunnen water van het IJ en met de groene scheggen. Veel In de bestaande buurten in Nieuw-West,
Als definitie van de agglomeratie zijn we samen nadenken over het verminderen van aandacht gaat daarom uit naar de vormgeving Zuidoost en Noord ontwikkelen we vooral langs
uitgegaan van het doorlopend stedelijk weefsel. tussenliggende barrières. van de randen van de stad aan het IJen het land- doorgaande straten en lanen. Deze vormen een
74 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 75
: h
Se
nr ZEND Ee wr En TE = Te Ne
sn has | et Vins, NE EN
an EN de Dn DIENDE IL Dis NN B
DE Sk ke ü: | EN A
‚ s% en | Bint N® A1 SN
7 teen 6
n rd _
Verstedelijkingsconcept agglomeratie Fe je
De stad verdicht op plekken die goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en verbonden Sr EN OS nj _ Nee
met de regio. Aan de zuidkant langs spoor en metro richting Zuidoost en Schiphol, aan de noord- en de & SE Js \
kant van de stad langs spoor, HOV en metro richting Zaandam. De grote ontwikkelgebieden zijn A Red é F hé N
verknoopt met bestaande buurten dankzij doorlopende straten en groene routes. Hierlangs is ook in En E f ies)
bestaande buurten ruimte voor verdichting en nieuwe stedelijke kwaliteit. Deze verdichting, samen ed ne j
met de versterking van stedelijke plekken in de hele stad, betekent een meerkernige ontwikkeling rek : : : 1 el : :
op basis van eigen karakter en kwaliteiten. Deze kernen en buurten zijn onderling en met het : : : :
centrum verbonden door een continu en vanzelfsprekend netwerk van aantrekkelijke en groene L EE.
straten. Voldoende groen in de buurt, in de openbare ruimte en goede verbindingen met het land-
schap en het water zorgen voor een leefbare en klimaatbestendige stad. Al
raamwerk van stadsstraten en stadslanen die de een speciale positie in. De binnenstad moet zijn met horeca en andere publiekstrekkende impact op de klimaatbestendigheid van de stad
kwaliteit van bestaande buurten vergroten en weer een verbindende functie krijgen voor functies in woonbuurten, terwijl we tegelijk en aantasting van het stadsgezicht.
ze verbinden met de hele stad. Op dit raam- Amsterdammers. Dat vraagt om een goede in de stadsstraten de economische functies in
werk liggen plekken met stedelijke betekenis: balans tussen wonen, werken en de bezoeker- gebouwplinten beschermen. Ruimte voor stads- Sche ggen
stedelijke centra bij Osdorpplein, Buiksloter- seconomie en een openbare ruimte die uitno- verzorgende bedrijvigheid blijft in de buurten De komende decennia verbetert Amster-
meerplein en Amsterdamse Poort en stations- digt om er te verblijven. Dit betekent dat naast zoveel mogelijk behouden. dam door ontwikkeling van Nieuw-West,
kwartieren bij de grote stations. Op plekken grootstedelijke functies met een regionale en Noord en Zuidoost de relatie met de scheggen.
waar stad, groen en water elkaar raken, komen landelijke betekenis, zoals musea, poppodia, In de stadsdelen binnen de ring is de afgelo- We maken daarbij gebruik van de bijzondere
groen-blauwe hotspots, waar mensen vanuit de theaters, wetenschap en toonaangevende pen jaren sprake geweest van een flinke toename opbouw van de agglomeratie. Deze heeft de
hele stad naartoe komen om groen, ruimte en horeca, er ook ruimte is voor werken en voor van de bouwdynamiek. Het gaat hier niet zozeer vorm van een hand met vingers. De vingers zijn
water te beleven. Voorbeelden zijn de kop van wonen voor alle inkomensgroepen en elk type om het bouwen van nieuwe gebouwen, maarom verstedelijkte stadslobben en daartussen liggen
de Sloterplas, de noordoever van de Nieuwe huishouden. aanpassingen en uitbreidingen van bestaande de groene scheggen. Deze vorm maakt het voor
Meer en het Buiteneiland op IJburg. panden door middel van onderkeldering, uit- elke inwoner van de agglomeratie mogelijk om
Het centrum van Amsterdam is groter dan bouwen, splitsen van huizen, dakopbouw en binnen 15 minuten met de fiets in het landschap
Stad rond het centrum de binnenstad. Alle buurten binnen de ring, ten meer. Het toevoegen van woonoppervlak in de te zijn. Deze kwaliteit onderscheidt ons van de
De ontwikkeling van Nieuw-West, Noord zuiden van het IJ kenmerken zich door stedelijk bestaande stad past in het beleid voor verdichting meeste andere grotere steden in metropoolre-
en Zuidoost tot plekken met een eigen stedelijke gebruik van de ruimte. In 2050 kennen ze nog door toevoegen van woonoppervlak en meer gio’s wereldwijd.
kwaliteit vermindert de druk op het centrum steeds een intensief gebruik van de schaarse huizen. De bouwdynamiek brengt echter veel
van Amsterdam. In alle delen van de agglome- ruimte, maar ze zijn tegelijk leefbaarder gewor- overlast voor de omgeving met zich mee. Het De scheggen zijn per definitie een geza-
ratie zijn kernen met voorzieningen, die een den. Een autoluwe en groen ingerichte openbare betekent ook verandering van de stad en wijken menlijk belang van Amsterdam en de omlig-
lokaal, stedelijk en eventueel nog groter bereik ruimte is hiervoor onmisbaar. Plek voor verblij- in fysieke en ook sociale zin. Amsterdam zetzich gende gemeenten, omdat ze over gemeen-
hebben. Mensen komen daar samen voor hun ven, duurzaam en gezond bewegen en straat- in om de negatieve gevolgen van de bouwdyna- tegrenzen doorlopen en bijdragen aan de
dagelijkse boodschappen, om onderwijs te groen staat voorop. We bewaken de prettige miek tegen te gaan. Het uitgangspunt is daarbij leefbaarheid van de hele agglomeratie. Amster-
volgen of naar het theater te gaan. Binnen die afwisseling tussen levendige stadsstraten en een nieuwe balans tussen ruimte om te inves- dam koestert deze scheggen als belangrijkste
kernen neemt de Amsterdamse binnenstad als pleinen en rustige woonstraten in de vooroor- teren in verhoging van kwaliteit en comfort en ruimtelijke verbindingen tussen stad en land-
onderdeel van het grotere centrum van de stad logse buurten. Dat bekent dat we terughoudend de negatieve effecten hiervan, zoals de overlast, schap, en heeft per scheg een koers voor ogen.
76 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 71
Die koers sluit aan op de specifieke gebiedsken- Ontwikkelingen bezien we daarom op de schaal van de Amstelscheg staat dit landschap onder Stadsverzo rgen de
merken en speelt in op de opgaven die op die van het IJsselmeergebied. Ruimtelijke ontwik- druk. Om de toenemende recreatieve druk op te ruimtevra gers
scheg afkomen. Het zijn geen in beton gegoten kelingen richten we vooral op de kustzones. We vangen stellen wij voor de kop van de Amstel- De ambities van deze Omgevingsvisie
plannen, maar ambities van Amsterdam voor sluiten daar aan op de specifieke landschappe- scheg tot ‘Landschapspark van Rembrandt’ te vragen om een toename van ruimte voor
de ontwikkeling op de lange termijn. Hieronder lijke kenmerken en werken aan openbaar toe- ontwikkelen. wonen, werken, recreëren en verplaatsing.
volgt de essentie van de koers per scheg. gankelijke en recreatief aantrekkelijke kustland- Daarnaast leidt de groei van de stad en de voor-
schappen die tegelijk het ecologische systeem Westeinderscheg — Groot Amsterdamse genomen transities op het gebied van energie,
Waterland — Amsterdam Wetlands. versterken. Bos en Hollandse Meren. Het Amsterdamse mobiliteit en bezoekerseconomie tot een groei
‘Laag Holland’ wordt een groot aaneenge- Bos is een succesvol voorbeeld van een land- in het ruimtegebruik voor overslag, nutsvoor-
schakeld Hollands veennatuur- en veencul- Diemerscheg — Groot Nat Klimaatbos. schapspark. Door de schaal is er ruimte voor zieningen en stallingscapaciteit die een verzor-
tuurlandschap van internationale allure en Het Diemerbos is het grootste aangeplante bos een aantrekkelijke combinatie van meerdere gende functie voor de stad hebben. Zowel in de
betekenis. Met een nieuw evenwicht tussen het inde Hollandse veenweidegebieden en daarmee gebruiks- en belevingswaarden met hoge gebiedsontwikkeling als in bestaande delen van
veen en weide, en meer mogelijkheden voor uniek. Dit leidmotief gebruiken we voor een kwaliteit. De opgave is wel om het bos beter de stad zal dit slim ingepast moeten worden.
recreatief medegebruik. De bodemdaling is verdere ontwikkeling van een aaneengesloten met zijn stedelijke omgeving te verbinden. Aan De Omgevingsvisie neemt bij de inpassing van
gestopt, de biodiversiteit toegenomen en het nat bossysteem binnen de voormalige Gemeen- de noordzijde betrekken we daarin de groene stadsverzorgende functies de schaal waarop ze
waterbergend vermogen gestegen, mede door schapspolder. De Diemerscheg wordt een en recreatieve ontwikkeling van de Oeverlan- functioneren als uitgangspunt.
een transitie naar landschapsinclusieve land- landschapspark met ruimte voor mens én dier, den en aan de zuidzijde de bovenlanden langs
bouw. Amsterdam heeft een aantal gebieden in en met specifieke kansen voor waterberging, de Ringvaart van de Haarlemmermeer naar de Stedelijke schaal en hoger
Waterland in eigendom. Indien mogelijk zetten duurzame opwek van energie en het versterken Westeinderplas. Stadsverzorgende functies met een stede-
we deze gebieden in om bij te dragen aan een van de natuur- en waterkwaliteit. lijk, agglomeratie- of regionaal bereik worden
versnelling in het bereiken van bovenstaande Scheg van West - Amsterdamse Tuinen op locaties ingepast die vanuit dit oogpunt
doelstellingen. Amstelsscheg — Landschap van en Lusthoven. We bouwen voort op hetonder- logisch zijn. Het Havengebied ligt hierbij voor
Rembrandt. Het oer-Hollandse landschap van scheidende leidmotief van de Tuinen van West de hand bij nutsvoorzieningen die een rol
IJmeer — De Metropolitane Verademing. de veenontginningen, de meanderende Amstel en bouwen het concept verder uit naar een kunnen spelen in de ontwikkeling van de haven
We koesteren de natuurwaarden van Europees met buitens, molens en koeien in de wei werd groter, labyrintisch, maar samenhangend land- tot circulaire hub. Vanwege de al aanwezige en
belang zo vlak bij het drukke stedelijke gebied. al vastgelegd door Rembrandt. Vooral in de kop schapspark. Hierin is een rijke schakering van te ontwikkelen infrastructuur speelt de haven
groene initiatieven, stadslandsbouw, (open- ook een grote rol in de regionale warmte- en
bare) velden, akkers, tuinen, (voedsel)bossen, energietransitie. Voor de opwek van energie zijn
boomgaarden en moderne volkstuinen moge- potentiële locaties aangewezen dicht tegen de
lijk. In contrast hiermee staat het grootschalige agglomeratie aan. Voor cruciale locaties in de
De scheggen: ci en draagkrachtige landschap van ‘powerpolder’ stedelijke mobiliteitstransitie wordt aangehaakt
verknoping stad * / F, Haarlemmermeer, met een sterk landschappe- op stedelijke en regionale infrastructuurnet-
en landschap / | lijk, en tegelijk recreatief, raamwerk. werken. Zo liggen voor de hubs locaties langs
met verschillende { À het regionale auto- en railnetwerk voor de hand.
karakters. PI r \ Spaarnwouder Scheg — Landschapspark Voorde vernieuwing en spreiding van de bezoe-
DP - E E tussen de Steden. Met de verdere intensi- kerseconomie liggen locaties met een goede
: L | + 4 Pd vering van Haarlem enerzijds en Amsterdam bereikbaarheid voor de hand.
ie , Ls $ Re, 4, anderzijds (Haven-Stad) zal de recreatieve druk
: h En 2 EN zE Pi op het tussenliggende landschapspark Spaarn- Tussenschaal
Sk tT ri ad 1 # woude flink toenemen. We zetten hier in op de Een groot deel van de te verwachten
hm en Wm: ade 1 er mogelijkheid om het aantal bezoekers flink te ruimtevragers valt tussen het stedelijk en
ij i A be Ee # laten groeien, de diversiteit aan programma te buurtniveau in. Functies als onderstations,
re Ee stimuleren met daarin op strategisch aangewe- P+R’s, warmteoverdrachtstations, werven en
L/ B zen plekken ruimte voor intensievere vormen afvaloverslagstations fungeren op het niveau
Kk Ke A7 ‚4 van recreatief programma. van een stadsdeel of windrichting. In gebieds-
Maf B 8 gerichte omgevingsprogramma’s wordt op dit
gf Pd zt ; 2 ee De ontwikkeling in de scheggen is afhan- schaalniveau invulling gegeven aan de juiste
LE me, en | r. kelijk van de fasering van stedelijke ontwikkel- locatie voor deze functies. Daarbij gelden
£ e Ge k locaties, de urgentie vanuit andere opgaven opnieuw functiemmening en inpassing in de
: if í k én de mate waarin andere partijen de opgave buurten als uitgangspunt. Vanwege de trans-
£ É n Fn delen. formatie van veel bedrijventerreinen en rafel-
Ô ke ie : randen in de stad is het cruciaal om door middel
en .
78 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 79
Toekomstbeeld Amsterdam 2050 nag ik
u . .
- AR Disclaimer
Algemeen Stedelijke ontwikkeling ' „An £ d —e 8 Ie aal E Î De in deze kaart weergegeven ontwikkelingen buiten de
d B / ar en En CE gemeentegrenzen van Amsterdam hebben geen status.
luwe gebieden luwe stadsbuurt Ì ee id lee he" NE ….
Re 0% fs DR, Deze zijn in samenspraak met Amstelveen, Zaanstad,
gemengde gebieden gemengde stadsbuurt J” Are en Ouder-Amstel en Diemen opgenomen. Ze zijn indicatief en
= j fi r , J u a
IN et oroebee B hoasstedelijke buurt Eene a Jh Î in p gen: bedoeld om de samenhang van ruimtelijke ontwikkelingen
ks, ore Fe h in de agglomeratie in beeld te brengen.
bedrijventerrein MB hoogstedelijk centrum 3 ed A ah, “mene . .
} ‘ kh N _ . Ge Binnen de gemeentegrenzen is het een schets voor de
bebouwing buiten de agglomeratie bedrijvigheid in de buurten ii. rd ú B en is GPe Sd stad in 2050 op hoofdlijnen. In de ruimtelijke en program-
en zl: 5 7 r en À Cree . . , , …
=== gemeentegrens Amsterdam _ kleinschalige ontwikkeling en en Ke : etl 5 Er E matische basisstructuur (zie pagina 85 t/m 117) zijn de
transformatie rn An ij : a & Î verschillende onderdelen verder uitgewerkt.
EO a in : kn ri Mak. a Í
==: zoekgebied voor mogelijke rien Ö , rain een zi OE B ak | # in Kk e í =| :
f ene. Ke Ne en Ï f
Groen en landschap transformatie na 2040 ij en iran: ned. Es ER rr _-_ en ch Ja = ï 5 Aaf Ne ij
. . . Er er | a ï air rh eN ln, Fo Bis bn Ee k Kor ’ 1 ol l
Te en landschapspark regionale ontwikkeling rond al di 5 ir UE Fik B” 5 4 Kl " % Nn #
haltes Noord/Zuidlijn we 3 NT he DE „ Bd ee Fran zn
landschap E 5 5 ie Hi as ee } a SG ET = il di B ai md
| 2 eN me DN kt Wi: - A Dj Ee acid Ë 5 a # Ë > t
water aaf 5 d sy Pri 0 ie Nn [ Ë À
Ae î Ee er Nr er a ir ë F ï
a …. 5 , ha [en 5, en Lef Es Re, pe hi. d en
Ë r stadsstrand Plekken met stedelijke Fn Men Dn 5 A a bs r rs Tm bh An / an Î
- betekenis En ie ne ed |E GE }
aken En | Rs Fn B NER LA Ì
% stationskwarter Weer | EEP NEN DA nt A el
Sl ir =d |t a dd El e he 5
“® stedelijk centrum \ nt # e : ON en t mt E Ek WA 5 k } 4
Verbindi Ar é “rlr en ON 1E En nn AE 5 k
erbinaingen #5 groen-blauwe hotspot Ô bn, F f || ks, m En LE In mn gn AB mt vj iS RE Ok Ek el et
netwerk van stadsstraten en saw groen-blauwe kralenketting f dE - l En \ 8 zie er tf Ee: kl A Ek : er # ze
stadslanen ak Se | Mn ts A ti AE, En : 1E wt
; ; _ centrumgebied : Zi En Penn Erne En Te Fes Ee Ù AN a it
langelijnenfietsnetwerk A rar Pld EE Ee ME 5 OE nn. 4 ET \ Kd _ pr
- Ae 5 er TE il BR rt a ne a EA Jm if ed
eseesverbinding stad en landschap ds en . El El nipt” he $ zak katten, batt on il WAE JE E de Cin. gp rt B
. . À Ln 0 bn i Î al Nes ee, Rr rt : 5 | È Ke, r rd pb zen Vel gr Pe il Pa ee, er |
TI verkleinen barrièrewerking Energie en duurzaamheid raf is Tk, BE et E | | E] n Ï gn k Rei 4 Ne r Tp a nt! 1
messmetro met station havengebied EO. b BE id Ee î | of ink Kf re WA ai en IK e J
ar b. ai 4 Ee be k ek F 5 Ht e rk ee 5 ie nt d ie , . j rk ce ä 5 LX Ì = Ô á E k or Kk ä |
— hoogwaardig openbaar vervoer AAAafgestemde ontwikkeling stad en haven LN er OE d kee" en E rh | CLS eert Ke en Aten =H et en E : _ Lj :
‚t Ee her. EK tn an ie dees De es ak, N= li = a - .,
a a B 7, : RLS ke EE B: es pear Ka he ® ER F_ 0 =|
mmimsspoorweg met station (reserve) zoekgebied windenergie Fl ha k KE der td OT y í De en en Perl
ï / Fn en rf et E - a Tan, KE Te Wt A be hee. Kn”
binnenstedelijke rijksweg _op Amsterdams grondgebied Sn Lá f | Á 5 1 Et ei al pe DN EE as en Et
… . zoekgebied zonne-energie op en, Lon i ‚E di „jammere EE, ; denk, al Ff ie ES A
memerijk t afrit 1 in E ij Le 5 : er OBO: ie 7 / en : i
msweg met an = Amsterdams grondgebied L ei san dl EE ei nn „5 n kn ie ne he: . zr e
an a | P, Î il en ES, =S ns si en il ee Ee
veerverbinding . Pk, : ll 8 rn En Ef a: f Ee We el dt dk
opslag duurzame energie f d Ald amen | B L ik ae ef Ed 7 en A de » aen iT “a
vast bindi f Ee Ws nt : a di EE en rn ie ee f
vaste oeververbinding ä circulaire hub # / he  EN en ber: le, 5 "3 pe n Sta ï id 9 Penn. Ek EE SL
=====indicatie oeververbinding Ù . } “ ” 5 ii er FE RE de 4 2% DE. ki Lt 7 n= ke Ai
energiehub Hemweg Es nt in wheel ed B ee A | Be saf k rie dn
. . rr Er, EAN Te af Pk - et
ma zoekgebied Passenger Terminal 5 . Ap E Ô | B: Ez Ad £- Ek ek et
tegengaan bodemdaling, nl | _ LG WE Ot Pd res: en En : en ee
Amsterdam En f_/ el Í 7 mnd EE, Ed K , eN En Ne hek Een, ke
vergroten biodiversiteit EN rk: ek, A he; Pe … / ak ES 3
E F Ere. s _H ee CN BE, hal ka AS PO
LD he 1 E kk „In à el k tarik. MO rt T J En
A S h : | hr EE me Ka TN AE : FL ie.
En : Ee ee AN ie TN
0 5 À o a en RE : me a ì kh p Ae Ee EA e EAS 4 5 N |
fe Kn En Een : atd Ek NE) k
p k It lien er ber MET A et 1 Dn 3 ak N ee: ak Ta Es zj , 5 k
Ee An gl LA NK ak o er a dee l
3 8 ik ke r ri e Ë Te dt nd za ee kN kad U En ee
Ì ed En E : er Ae î de df ; ; E:
mei END 2e: me OGEN |
En 6 p Elen OC er 2 us: ij
Re d.. di en EE NN AN I& B ir old L3
Ees zt 4 À ie ng
È ri r at „i al PE: / ä in” Krt k e f E
EN il G ì Rd LN
/ d en Í li dk:
f oi Ï Ï k
Di Ë jj Î Ë
» | ij
Ï Ks
d Ff ls
Î en
er
La er = = x 1 3
van strategische reserveringen op toekomstige gen, en de ligging langs het IJ is een belangrijke ä er rS „ @ Ruimtelijke systemen:
ruimtevragers te anticiperen. Om ook voor bestaande kwaliteit. Ei el F | r ne de indeling in ruimtelijke
. . . - a i EET, | A
toekomstige ruimtevragers voldoende ruimte ie TA 6 * We N J d bt ner systemen laat zien hoe de stad
. . . . . u Le Ë mn £ ‚ ‚
te houden, wordt in gebiedsontwikkeling De samenbindende elementen vragen om Gn en * k n, # Nid dn in opeenvolgende perioden
geprogrammeerd met overmaat. Middenspan- een zorgvuldige aanpak. Hoewel Amsterdam ï Ë un B, San IE rn” 5 …* gegroeid is. Het zijn gebieden
En Hr 4 hen EEn Ek a
ningsruimtes, warmte-koudeputten of buurt- bekendstaat als waterstad, vormen juist straten Jamar fi RATEN EE pl al ï Gn ‚ waarin de stedenbouw en
een E : In delen in a en
hubs zullen ook in bestaande buurten een plek en lanen een belangrijk element in de steden- (EEE ren Le sn el Ôr ‚a ha | bebouwing een gelijksoortig
ar Ed nt Ee :1 F
moeten krijgen. Deze functies worden zo goed bouwkundige opzet in alle vooroorlogse gebie- de bk A ENA en. Te karakter heeft. De afbeelding
se: . … … . … 5 FEN Tr ge 3
mogelijk ingepast in het stedelijk weefsel, bij den en in veel van de naoorlogse wijken. Met X 5e EET BEK hiernaast laat de volgende
L A 5 An he rf Ee mn
voorkeur inpandig. een inzet op een autoluwe stad worden deze Kr #5 En Er Ny, A } eend EEN ke np … me h ruimtelijke systemen zien:
… ‚ ‚ | rr ë
straten weer belangrijker als interne verbinders f mk ok n He KN ar vi IS er En dak hee * Binnenstad
Í a , nn me en
voor langzaam verkeer en ov tussen buurten en En Eh Tt ike ed en Se dan dt * Historische kernen, linten en
Bestaande kwaliteiten stadsdelen. De waterstructuur is deels ontstaan wo Bt EA TE he Ë EN ze NE ST, he Br ne fragmenten
i : Ee denk" de NE an” ee
a Is vertre kp unt als functioneel onderdeel van de stad, voor ver- en pr ARS ee ei eN in je p „ Se Pa * De 19de-eeuwse Ring
: . . . he, EEn eli ner EE abe Ee Ee
Groeien binnen grenzen betekent ontwik- keer en vervoer en de waterhuishouding. Tege- ' ol | En ane GE J ‘ \ en * Gordel ‘20-40
3 . ej Ef ket aijn „Ab ' - he
keling van de bestaande stad. In Amsterdamse lijk heeft sinds de aanleg van de grachtengordel A, : Ee ke, er & dd a: * Tuindorpen
buurten hebben de opgaven voor onder andere water, in combinatie met groen, een sterk E Graf : AE af IP , e AUP en Post-AUP
Ee bi: K pi
wonen, werken, groen en duurzaamheid grote esthetische en structurerende rol. Het sterkst is De en tlipenes at d dn, * Woonerven en Meanders
| - fi) Le
gevolgen. Toevoegen van bebouwing of in- dat zichtbaar in Plan Zuid en in de naoorlogse Ï et Ee B ek * Woongebieden na 1985
grijpende transformatie heeft altijd als doel gebieden in Nieuw-West en Buitenveldert. Í e A: en me * De IJ-landen
Re
nieuwe kwaliteit toe te voegen aan wat er al is. ij h zn Nr k Eej Bi Eer * Kantoren en bedrijventerreinen
… … . , f nr ne hee
Daarbij hebben we veel aandacht voor bestaande Bij alles wat we de komende decennia Fa Pe er a Be dn EN * Transformatiegebied
ses Û Ì RIEN Ae
kwaliteiten. toevoegen aan de stad streven we naar het | En, _N AR GEE
zorgvuldig en samenhangend versterken van de NE: e } ed li ml
Kenmerkend voor Amsterdam is dat bij bestaande ruimtelijke systernen. Ze vormen ook 4 : Ï ie Ek ! .
„t # ' Í - I ze
de ontwikkeling van de stad altijd gestreefd inspiratie voor nieuwe invulling van de Amster-
werd naar een zorgvuldige en samenhangende damse traditie van stadsontwerp, nu passend bij k oe En ae o [ r Mej ee yr Samenbindende elementen:
: . se . . . al f ; f “
stedenbouwkundige opzet. Openbare ruimte, deze tijd. Ontwikkeling van gebieden zullen we me i é _ 5 de opzet van de openbare
water, groen, bebouwing, architectonische aangrijpen om de samenbindende structuur van Ld AE ti Ar * LE ' ruimte, de water, groen-
vormgeving en programma vormen een een- straten, water en groenstructuren te versterken. | „e 2e 5 Ë s ME en landschapsstructuur en
. Ps
heid en versterken elkaar. In het Amsterdamse Ook geven we veel aandacht aan de randen van 5d, ik ui Ä ‚ 2 hoogbouwaccenten binden
welstandsbeleid zijn die verschillende periodes de stad, aan landschap en het IJ. De komende : e } En ES a de verschillende ruimtelijke
. . … . ok , ee |
van de ontwikkeling van de stad beschreven als tijd zullen we uitwerken hoe we omgaan met me 4 Ar 7 $ systemen en gebieden in
“an L 8 ded Tr.
ruimtelijke systemen, metieder hun eigen kwa- de bestaande kwaliteiten als vertrekpunt in een Ke En. k zi __ m = LAT vr 5 de stad aan elkaar.
EE Sr ' RTT per a d
liteiten. Deze kwaliteiten zijn het vertrekpunt verdichtende stad. Gs Ek CAE 4 Ee Ran id
vanuit waar de verandering en ontwikkeling van he A B, en al Jak LF zj er nt 5 il
ik ] Î ai TM nier: Te
de stad vormgegeven wordt. In principe worden Ì 0 | deld Be SN CAD El
de waardevolle basisprincipes van de steden- | f El 87 LN la TED foe nF 1 er ir
5 F rt } ie : nh
bouwkundige opzet behouden, gerepareerd of € en Pe ee dE Ke 5
W. g PZ ‚8 Pp Fa Bf ke Á ef hae ä mj ze ge hen af EK LN
versterkt. „ IN | 1e ns han „ ï ï
. hed í _ Í Î en r IA tent Es u Ln zh iT bebouwing die straten en
' b- en Á ie A mT , s ge 5 pen EP pleinen vormt
. …. . en ed T É | ej magen hj e Ic et
De ruimeelijke systemen delen de stad in AN Ì A if ef Ti er: f Ze er 5 oen KE } P JET R groene lanen
verschillende gebieden op. Daarnaast zijn er in 7 kn nj Nek rn, 4 Fen u" WT
7 d Ì Á $ Ee EL ïe, bijzondere publieke gebouwen
op een hoger schaalniveau elementen die deze gai err KE ee Wi n
gebieden met elkaar verbinden. Dat kunnen gn Ä Tr i een Tin { et a ke mir station
ee de in en E ë :
doorlopende straten, grachten en groenstruc- Ee ler de it Se ke f : et hee T en ome stadssilhouet rondom
turen zijn. In Noord, dat uit veel verschillende a jj gen F El ie ve ar knooppunten
je nr | ets. Eed E 2 5
ruimtelijke systemen bestaat, smeedt het LN Ee 2 F e RA a F EN _As groen- en waterstructuur
. … dr ler } A í we
onderliggende landschap van de dijk, het water 1Â SN se € a Ee } WEE landschappelijke onderlegger
en het groen, de gebieden aan elkaar. Ook de ren Js _ 5 kk Pand
. Kk al í ’ dijk
stadsvorm zelf, als een hand gelegen in groene | AE i # als ME E ST dijken
landschappen, die als scheggen diep doordrin- , / ï Ì = £ ‘—e Mhd oevers en kades
82 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 83
Ruimtelijk
matisch
Amsterdam wil stevig richting geven aan de wijze waarop de stad zich tot 2050
ontwikkelt. De strategische keuzes voor meerkernige ontwikkeling, groeien binnen grenzen,
duurzaam en gezond bewegen, en rigoureus vergroenen zijn daarom voor onze gemeente
uitgewerkt in een ruimtelijke en programmatische basisstructuur. De ruimtelijke en
programmatische basisstructuur is geen blauwdruk, maar biedt kaders waarbinnen de stad
H . op verschillende manieren en met verschillende snelheden kan groeien. We geven ermee
E e n Q rote re b eWwu STWO rd | n Q richting met betrekking tot het groen in de stad, de mobiliteit, de belangrijke openbare
va n d e Mm e n S e n d o o r h e n ruimtelijnen, ruimte voor economie en wonen, en de energieproductie.
. Voor sommige van deze onderwerpen geeft de basisstructuur een stip op de horizon,
te | a te n ZI e n 1 h O re n e n waar we in stappen naartoe kunnen werken. Voor andere onderwerpen is de basisstructuur
. .. richtinggevend voor projecten en beleid om samenhang te garanderen in de ontwikkeling van de
Vo e | e n | n we | ke b U U rt Z | stad. Door helder te zijn over keuzes op hoofdlijnen ontstaat daarbinnen ruimte voor het samen
. .. H stadmaken. De netwerken voor verkeer en vervoer, water en het netwerk van stadsstraten en
e | ©) e n | | k WO n e n stadslanen zullen in de vorm van ruimtelijke reserveringen, samen met de hoofdgroenstructuur,
onderdeel worden van ruimtelijke planvorming in projecten en het stadsbrede omgevingsplan.
Josee Roel | Stadsdeel Noord
Ruimte voor groen en bewegen Ruimte voor sport vinden we groten-
Amsterdam werkt aan een robuust groen- deels in de buurten en door intensivering van
blauw raamwerk. Dit wordt gevormd door de bestaande sportparken, waarvan ook de groene
landschappen, landschapsparken, parken en het kwaliteit versterkt wordt. Ook is dubbel ruim-
buurtgroen, verbonden door groene lanen, routes, _tegebruik mogelijk, bijvoorbeeld door wegen
oevers en taluds. Het groen-blauwe raamwerk te overbouwen of door daken van gebouwen te
maakt de stad hittebestendiger, ecologischster- benutten. Een kleiner deel kan verder een plek
ker en draagt bij aan de opvang van regenwater vinden in nieuwe en bestaande stadsparken en
en geeft bewoners ruimte voor ontmoeting, de nieuwe landschapsparken.
verblijven en een actieve rol door medebeheer,
stadslandbouw en tuinieren. In 2050 zijn alle Duurzame stedelijke mobiliteit
buurten via groene fiets- en wandelroutes ver- Een meerkernige metropool kan alleen
bonden met het landschap. Binnen de stad zijn als eenheid fungeren als de verbindingen van
nieuwe parken aangelegd en bestaande verbe- topniveau zijn. De Amsterdamse inzet op
terd. Landschapsparken en parken voorzien in duurzame en gezonde mobiliteit is onderdeel
ongeveer de helft van de groenbehoefte van van een verbetering van de bereikbaarheid
nieuwe buurten. De andere helft betreft groen binnen de metropoolregio. We sluiten in deze
in de directe leefomgeving: buurtparken, groene omgevingsvisie aan bij de bestaande afspraken
oevers en groene pleinen. die we binnen de Metropoolregio Amsterdam
84 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 85
en met het Rijk hebben gemaakt, en bouwen er stedelijk leven. Hoewel deze systemen soms De centrale rol van de openbare ruimte in Versterken van plekken met
op voort. De nieuwe voorstellen zijn bedoeld als minder efficiënt zijn, passen ze vaak wel beter het functioneren van de stad als ontmoetings- een stedelijke betekenis
startpunt van gesprek. bij grote delen van de bestaande stad en nieuw plek en verbinder komt tot uitdrukking in een De meerkernige stad bestaat uit eigenstan-
te ontwikkelen gebieden. hoog inrichtings- en beheerniveau. Het netwerk dige gebieden. Voorwaarden voor meerkernigheid
In onze visie gaat de Amsterdamse metro is herkenbaar Amsterdams, duurzaam, veilig en zijn een volwaardig voorzieningenaanbod en een
een steviger rol vervullen in de regionale Binnen Amsterdam vormt een netwerk beheerbaar ingericht. Een nadruk op een een- stevig openbaarvervoerssysteem. Daarnaast zijn
bereikbaarheid. Metro ontlast het zwaar belaste van aantrekkelijke openbareruimteroutes voudige inrichting, bij voorkeur met een lang- plekken met een stedelijke betekenis een belang-
NS-spoor en speelt ruimte vrij voor afstanden waarover fiets en openbaar vervoer rijden een zaamsnelheidsregime, maakt een gevarieerd rijk ingrediënt. Het zijn plekken die voor zowel
over langere afstanden. Het metronet wordt samenbindend geheel. Het fietsnetwerk zelf gebruik van straten mogelijk. De openbare ruimte mensen uitde directe omgeving, als uit de stad als
daartoe met nieuwe lijnen uitgebreid. Deze lij- ontwikkelt zich tot een compleet, veilig en draagt dankzij een inzet op grote straatbomen en geheel en de regio het bezoeken waard zijn. Je kunt
nen ontsluiten ook nieuwe ontwikkellocatiesen comfortabel systeem van fietsstraten, stads- waar mogelijk een groene inrichting bij aan het er bijvoorbeeld sporten, naar een museum, buiten
ontlasten het bovengrondse openbaar vervoer straten, stadslanen, groene routes en fietsrin- rigoureus vergroenen van de stad. afspreken, een opleiding volgen en boodschappen
in de stad. In de eerste plaats gaat het daarbij gen. Twee nieuwe IJ-oeververbindingen zijn doen. Ze hebben of een sterk stedelijk karakter of
om het verlengen van de Noord/Zuidlijn naar schakels in een doorgaande fietsring rond het Ruimte voor nieuwe stedelijkheid ontlenen hun kwaliteit aan hun landschappelijke
Hoofddorp en het sluiten van de Ringlijn over centrum, die de binnenstad, Haven-Stad, Noord De groei van inwoners en arbeidsplaatsen ligging.
CS. Op langere termijn zijn nog meer metro- en Oost verbinden. Nieuwe oeververbindingen maken we mogelijk binnen de huidige grenzen
uitbreidingen nodig om de woningbouwloca- en pontveren ontsluiten ook nieuwe buurten in van de stad. Bij deze verdichtingsopgave sturen Plekken met stedelijke betekenis liggen vaak
ties en bestaande regiokernen aan de noord- en Noord en Zaanstad en op Zeeburgereiland en we op het juiste programma op dejuiste plekinde aan of rond een plein, dat als ontmoetingsplek of
oostzijde van de agglomeratie te verbinden met IJburg. Regionale snelfietsroutes verbinden via stad. Er wordt stevig verdicht op goed bereikbare markt fungeert. Pleinen vormen aanleiding voor
de economische kerngebieden in het centrum- de scheggen op comfortabele wijze Amsterdam plekken. Hoge dichtheden en concentraties van een bijzondere en groene inrichting die uitnodigt
gebied en aan de zuidzijde van de stad. met de regiokernen op grotere afstand. werken en voorzieningen komen rond open- tot verblijven en spelen. Ze zijn ook plekken waar-
baarvervoerknopen. De verdichting draagt in de aan zich een bijzonder programma kan vestigen,
In de stad zijn voor bereikbaarheid en De verderop in dit hoofdstuk beschreven naoorlogse wijken bij aan een volwaardig voorzie- zoals culturele functies of onderwijs en educatie.
interne samenhang de netwerken voor lopen, en weergegeven mobiliteitsnetwerken onder- ningenaanbod en een robuust openbaarvervoers-
fietsen en stedelijk openbaar vervoer het belang- steunen de visie, het zijn dus geen uitvoe- systeem. Buurten zijn qua functies en woningty- Bedrijvigheid en de haven
rijkst. Dit betekent dat we meer ruimte geven ringskaarten. Ze komen niet in de plaats van de pen gemengd, er is ruimte voor groen, sport en Naast de gemengde buurten zijn er mono-
aan voetgangers (bredere stoepen), fietsers en netwerken zoals opgenomen in het beleidskader spel en maatschappelijke voorzieningen. functionele gebieden die ruimte bieden aan
openbaar vervoer. Het betekent ook minder Verkeersnetten Amsterdam. De netwerken stadsverzorgende bedrijvigheid en logistiek. De
ruimte voor personenauto's enlageresnelheden uithetbeleidskader geven echter alleen een Stedelijke kwaliteit is om in te wonen, maar zeehaven zal tot 2050 verduurzamen, waarbij de
en minder geparkeerde auto’s. De helestadisin beeld van de huidige situatie en prioriteiten, de zeker ook om in te werken. Voor veel bedrijven huidige focus op opslag en verwerking van fossiele
2050 autoluw. Door regulering van het hoofd- visie-kaarten geven de toekomstige (gewenste) is een stedelijke omgeving een belangrijke ves- brandstoffen verschuift naar circulaire economie,
netwerk wordt doorgaand verkeer uit de stad ontwikkelingen aan. tigingsvoorwaarde. Sommige buurten zullen (kleinschalige) maakbedrijven en opwekken,
geweerd. De A10 behoudt daarvoor een functie vanwege de ligging en het relatief luwe karakter opslag en distributie van duurzame energie en
als verdeelring van het stadscentrum. De andere Robuust netwerk van straten en lanen vooral ruimte bieden aan kleinschalige werkge- grondstoffen.
stadsdelen zullen juist meer gebruikmaken van Amsterdam is straks een meerkernige stad, legenheid. In andere buurten is juist plek voor
de tweede ring A9-A5. Rondom de stad maken opgebouwd uit buurten met een eigen karakter. grootschalige kantoren, instituten en instellingen. Ruimte voor klimaatneutraal
hubs de overstap van regionaal autoverkeer naar Maar deze stedelijke kernen en buurten zijn Op weer andere plekken zal meer ruimte komen De ruimtevraag van het klimaatneutraal
stedelijk openbaar vervoer en fiets mogelijk. dankzij een netwerk van doorgaande stads- voor productieve bedrijvigheid. maken van de stad is deels nog een grote onbe-
straten en stadslanen onderdeel van de stad kende. Binnen de gemeentegrenzen geven we de
Een door infrastructuur gedomineerde als geheel. Straten en lanen zijn naast routes Innovatieve kenniseconomie, onderwijs en zoekgebieden voor windenergie aan. Daarnaast
leefomgeving zorgt voor vervreemding en door de stad ook aantrekkelijke verblijfs- en onderzoek maken een belangrijk deel uit van de kunnen datacenters bronnen van warmte zijn.
verlies van oriëntatie. Voorkomen moet worden _ontmoetingsplekken. Ze zijn logische plekken Amsterdamse economie. In de omgevingsvisie De haven krijgt een belangrijke rol in de opwek en
dat de ruimte onnodig wordt opgeknipt voor voor publieksfuncties en voorzieningen. Langs hebben we daarom een aantal kenniskwartieren opslag van duurzame energie.
afzonderlijke verkeerssoorten. Autonoomfunc- veel van deze straten en lanen is ruimte voor benoemd. Dit zijn stadsbuurten waar onderwijs
tionerende netwerken willen we alleen als het zorgvuldige verdichting met woningbouw. Het en onderzoek een dominante plek innemen en Nieuwe netwerken voor energie moeten
de beste totaaloplossing is, bijvoorbeeld voor netwerk biedt ook ruimte aan groen, open- waar deze sector geclusterd een plek krijgt. Ze worden ingepast en het elektriciteitsnet moet uit-
metro of ander hoogwaardig openbaar vervoer baar vervoer en ondergrondse infrastructuur, hebben soms de naam campus of park, maar zijn gebreid worden met nieuwe kabels en ondersta-
(HOV) op een vrij liggende spoor- of busbaan waaronder die voor duurzame energie. De inzet bovenal plekken met stedelijke kwaliteit. Dat bete- tions. Uitgangspunt is daarom dat we voldoende
waar dat kan of ondergronds in zeer dichtbe- op duurzaam en gezond bewegen — met volop kent dat er ook altijd gewoond en gewerkt wordt ruimte in de ondergrond voor nieuwe netwerken
bouwde gebieden. Openbaar vervoer zoals de ruimte voor lopen, fietsen en ov, en minder plek en je er een rijk voorzieningenaanbod aantreft. Ze proberen te reserveren. Ook in nieuwe buurten
klassieke Amsterdamse tram en de stadsbus voor de auto — maakt deze invulling en beteke- zijn bovendien nauw verbonden met de omlig- houden we rekening met ruimte voor nutsinfra-
mengen zich veel beter metactief verkeeren het nis van de stadsstraten en stadslanen mogelijk. gende stad en vormen geen afgesloten enclaves. structuur.
86 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 87
Groen-blauw raamwerk Groen-blauw raamwerk
| 1 8 Í f £ . . . ..
Fl _ se # Het groeien binnen grenzen en rigoureus vergroenen van de stad doen we tegelijk en op alle
1 en Á 4 ij ï . A . . :
he E | | ijs: ee 7 Betekenis van deze kaart: schaalniveaus: van het landschap tot aan de geveltuin. We werken actief aan het realiseren van een
h —_d d iti i i : : a A8
\ Tak en \ k ambitie voor 2050, hier kunnen we in stappen groenblauw raamwerk dat bestaat uit groene gebieden en een samenhangend netwerk van verbindingen
1 1
\ | 4 Len, Ì \ 1 naartoe werken. HJ en groen in de buurten. Het stedelijke netwerk en de groene gebieden krijgen een beschermde status,
\ Ì \ \ | vergelijkbaar met de huidige hoofdgroenstructuur.
s, kan Ì E k \ | \ |
tn EE ss A |, | ne
1 Pe ea he ek 4 Fe ‚
en de == KO | MES: d Groen op buurtniveau
| bn Tl / Ae Î Het lokale buurtgroen is een onlosmakelijk onderdeel van het groen-blauwe raamwerk van de
df 8 En ie | n Î , } stad, maar vormt geen onderdeel van de hoofdgroenstructuur, zoals die hieronder wordt beschreven.
hi! 4 | Î | z Rn nn ef i re De invulling van buurtgroen en groen op gebouwen en kavels wordt op buurtniveau uitgewerkt, aan
Ln : » er ‚ Î en Be" de hand van lokale opgaven en stedelijk beleid.
Ön ' mf od r
7 In Ö de En s Ï
ne z r e hj . . . .
ee he je | Î b, / Voldoende ruimte voor sport en groen op buurtniveau vormt een integraal onderdeel van de gebieds-
En Ï is à L =>, 4 . . . …. . . . .
7 ee i gn. ï 7 # Wea, E NN f ontwikkeling (aan de hand van de referentienorm voor maatschappelijke voorzieningen). Hiervoor is de
3 u Ig ii an j Br | in Ö, BE | inpassing van een breed scala aan voorzieningen van verschillend formaat mogelijk, mede bepaald door
Î 5 OE A er 5 : : mr er 5
' | El Í En hf Of kms S en in ES de lokale behoefte en de grootte van de ontwikkeling. Nieuwe sportvoorzieningen worden tijdig, en in de
i Ee dtb E Ei | rn - y Ak .. . . . . . :
Î ab a ante Tj EEN A nabijheid (tot maximaal 1,5 km afstand) van de nieuw te ontwikkelen woningen gerealiseerd.
En " MA A sf
he be B eek Kele =
} Î a mi , Pii IL ek Î Ban Hoofdgroenstructuur
1 E Î de - 1 en Ë Pe ail … . . A A A
dn B ' í ' he + : 5 ei Omdat groen belangrijker is dan ooit en de druk op het groen groter is dan ooit, handhaven we het instru-
Ae & ie PN rk “ & iN ae GEN AN ment van de hoofdgroenstructuur, maar wordt met deze omgevingsvisie wel ingezet op een vernieuwing.
7 ‚ x gm } r PF ‚ ke Ì en e a
; h. ek TR en, Em dn
\ er E ml ri et wr ol Pan en Urd Waar de hoofdgroenstructuur tot nu toe nog een mozaïek vormde van groengebieden, werken we
ET emi nen L mn OEE dr .
/ \ Jam Rr 1 Nt ee | d in met de nieuwe hoofdgroenstructuur aan een aaneengesloten groen netwerk op de schaal van de stad.
ZL rn | SD ZN 4 En À da k | ej Ee De nieuwe hoofdgroenstructuur sluit naadloos aan op de groengebieden en groene routes in de gebie-
/ : EEN : Ertk il er ei . . a . .
é he _n EN Kd A en d | fe den rondom de stad. Dit netwerk bestaat uit grote groengebieden die onderling met elkaar worden ver-
u Peug Hen) ki ik ad ed od . . . . el .
E AE De zl LN in ” 4 en À me en. bonden door ecologische en recreatieve verbindingen. Bovendien voegen we de bestaande ecologische
f nang , eel Den - :
/ ln Ek KA A} K Lis A e structuur van Amsterdam toe aan de hoofdgroenstructuur. Deze ecologische structuur stamt uit 2012
Î Ee. OR Ce ' IJ 4 Hed 4 Re en kende tot nu toe een eigen beschermingsregime. Ook onderdelen van de hoofdbomenstructuur gaan
pn U : oe } * / | nn Ts NN deel uitmaken van de hoofdgroenstructuur. Omdat water vaak onlosmakelijk verbonden is met het
B Oa \ | | a ‚ . - -
Ee En Ei. | i at | groen in Amsterdam, zowel ecologisch als recreatief, voegen we de recreatieplassen en bepaalde groene
f Dr rt : ï re . . JS S :
oi mn, 5 Et oevers toe aan de hoofdgroenstructuur. De inzet is dat die recreatieplassen en oevers nog meer ecologi-
zi En = { 6 Lef
e } Fe Ar ; Fa sche en recreatieve waarde krijgen.
„ k EE À El } _
Ambitie hoofd truct De nieuwe hoofdgroenstructuur is opgebouwd uit alle groene gebieden en groene verbindingen die
mbitie hoofdgroenstructuur … … . … ‚ ;
g Impressie buurtniveau: ette een wijkoverstijgende functie hebben, van grote waarde zijn voor de stad (gebruik, gezondheid, natuur,
=emgroene linten groen, sporten, spelen in aib T pe : duurzaamheid, cultuurhistorie, etc.), een cruciale verbindende of structurerende functie vervullen of op een
mmmmgroene corridors een gemengde stadsbuurt. he en a ed A andere wijze bijzonder of zeldzaam zijn. Hieronder wordt de inzet wat betreft toegankelijkheid, ontwikke-
- pe È
B e- Ne ke Es 5 PN, 4 ling en beheer van de hoofdgroenstructuur toegelicht. Hoe het instrumentarium van de hoofdgroenstruc-
endsch qd En Ger En Sr PP tuur vorm krijgt, gericht op het beschermen van bestaande waarden en het realiseren van gewenste ontwik-
andschapsparl " :
zn pp ee sane at Ä A kelingen, wordt toegelicht in de paragraaf ‘Groen’ van hoofdstuk 16 ‘Leefbare stad’.
landschap pe Fra A: " .
Ee ne 4 d s De inzet voor de uitgebreide en samenhangende hoofdgroenstructuur is uitgewerkt in de volgende
Algemeen : 4 af
" onderdelen:
E
===: gemeentegrens Amsterdam a
Pe re hes - -
water dé ï Î Groene verbindingen
Fe
Groene verbindingen zijn lijnvormige verbindingen tussen de groene gebieden, en maken de groen-
structuur robuust en aaneengesloten. Het gaat vaak om begeleidend groen langs infrastructuur van spoor tot
Het samenhan- eN - (auto}weg tot fiets- en wandelpaden en het water. Door deze koppeling spelen de groene verbindingen een
F
gende raamwerk am , “ „ grote rol in de dagelijkse beleving van groen en het aangenaam verplaatsen door de stad. De breedte van de
van verschillende Pad N HE mi mi E lijn kan sterk variëren. In uiterst brede vorm kan een groene verbinding bijna een eigen plek worden, soms
groentypen. buurt verbinding park verbinding landschapspark landschap ontstaan hierin kleinere parkjes. In de uiterst smalle vorm is er ‘slechts’ ruimte voor een bomenlaan en gevel-
88 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 89
Groen-blauw raamwerk Groen-blauw raamwerk
tuintjes, maar is als onderdeel van de robuuste op het stadsontwerp passende groenstructuur minstens tuinparken als Amstelglorie en de Bretten, sportparken als Watergraafsmeer en Ookmeer, maar ook
net zo belangrijk. Binnen de groene verbindingen maken we onderscheid tussen: begraafplaatsen als Zorgvlied en De Nieuwe Ooster.
Linten e Toegankelijkheid: parken nodigen uit tot medegebruik. De mate van openbaarheid past bij de
Vormen ruimtelijk belangrijke structurerende en verbindende lijnen waarin groene onderdelen functie en het karakter van het park.
het totale ensemble versterken, maar niet de belangrijkste componenten hoeven te zijn. Het karakter * _ Ontwikkeling: nieuwe parken vormen onderdeel van gebiedsontwikkeling, soms ontwikkeld in
wordt met name bepaald door de stedenbouwkundige, cultuurhistorische en/of landschappelijke publiek-private samenwerking. Het optimaliseren van bestaande parken is een opgave voor de
situatie. Het doel is het groene karakter van deze lijnen te behouden en waar mogelijk te versterken. gemeente, met lokale parkorganisaties en vrijwilligers die soms delen van het park onderhouden.
Denk aan de Noordelijke IJdijk in Noord met oude begeleidende beplantingen en het doorlopende * _ Beheer: overwegend intensief vanwege de hoge gebruiksdruk, maar binnen de parken zitten
groene talud en dijkvoet. Of de bomen langs de grachten van de binnenstad. vaak ook minder intensieve of zelfs extensief beheerde delen, bijvoorbeeld voor de ecologische
* Toegankelijkheid: openbaar en aangrenzend privé. De doorgaande route is altijd onderdeel van de plekken en verbindingen van het park.
openbare ruimte en vrij toegankelijk. Uitzonderingen zijn mogelijk, bijvoorbeeld vanuit ecologi-
sche of (water)veiligheidsdoelstellingen. Aangrenzende private terreinen als erven en tuinen kun- 2. Landschapsparken
nen onderdeel zijn van het ruimtelijke ensemble van het lint, maar zijn in principe niet toegankelijk. Landschapsparken zijn een hybride van parken en landschappen waar als gevolg van de groei
* _ Ontwikkeling: bij (her)inrichtingen van de openbare ruimte worden kenmerkende groene van het aantal inwoners van de agglomeratie de recreatieve druk zeer hoog is. Hier wordt met een
elementen behouden, teruggebracht en waar mogelijk toegevoegd tot een nieuwe en sterkere samenhangende aanpak gezocht naar mogelijkheden om, passend bij de kwaliteiten van het gebied,
doorlopende groenstructuur. Vanuit welstand kunnen ook eisen worden gesteld aan de inrich- de recreatieve toegankelijkheid en gebruiksmogelijkheden te vergroten. Dit is maatwerk, geen land-
ting van aangrenzende privéterreinen en objecten. schapspark is hetzelfde, maar een natuurlijkvriendelijke inrichting, met een zorgvuldige inpassing
* _ Beheer: uiteenlopend beheer, van zeer intensief tot zeer extensief. Binnenstedelijk voorname- van recreatieve voorzieningen is het uitgangspunt. Denk aan Het Twiske, de Tuinen van West, het
lijk beheert door de gemeente. Het waterschap of Rijkswaterstaat (waterkeringen) hebben ook Diemerpark en het Diemerbos of het Amsterdamse Bos.
beheertaken. * _ Toegankelijkheid: overwegend en zoveel mogelijk opengesteld en vrij toegankelijk. Private
terreinen kunnen onderdeel zijn, en niet of semiopenbaar toegankelijk zijn.
Corridors * _ Ontwikkeling: geleidelijke gebiedsontwikkeling, in samenwerking met andere overheden als
Vormen een uitermate groene verbinding voor mensen én flora en fauna. De huidige ecologi- buurgemeenten, provincie en waterschap. Vaak ook met natuurbeherende organisaties, recrea-
sche structuur van Amsterdam is opgenomen in deze laag. Waterlopen, oevers, recreatieve fiets- en tieschappen en private eigenaren.
wandelroutes en taluds van dijklichamen zijn vaak onderdeel. Het doel is zoveel mogelijk aaneenge- e _ Beheer: overwegend extensief, met uitzondering van recreatieve concentratieplekken waar
sloten vlakgroen zonder barrières: ‘groen tenzij’. De inrichting kan sterk verschillen, afhankelijk van een intensief beheer nodig kan zijn. De recreatieschappen hebben een belangrijke uitvoerende
de ecologische of recreatieve functie, landschappelijke basis en stedelijke context. Voorbeelden zijn beheertaak namens de gemeenten, en er is altijd sprake van afspraken en samenwerking met
de spoorberm langs de Tugelaweg in Oost, de Oostertocht langs de Klaprozenweg in Noord en de andere betrokken partijen en eigenaren.
Slotervaart parallel aan de Plesmanlaan in West.
* _ Toegankelijkheid: voornamelijk openbaar toegankelijk. Uitzonderingen zijn mogelijk, Landschap
bijvoorbeeld vanuit ecologische of (water)veiligheidsdoelstellingen. Het landschap is het niet-urbane buitengebied rondom de agglomeratie van Amsterdam dat
* _ Ontwikkeling: zwakke en/of ontbrekende schakels worden aangepakt, bijvoorbeeld door het gevormd is door landbouw, natuurbeheer, waterbeheersing en energieproductie (turfwinning).
aanleggen van ontbrekende fiets- en wandelroutes en flora- en faunaverbindingen. Nu en ook in de nabije toekomst is de groen-recreatieve functie hier niet de primaire drager, maar
* _ Beheer: overwegend extensief beheer door gemeente, maar ook partijen als ProRail, vormt het landschap het decor voor recreatief mede-gebruik. Het veenpolder- en droogmakerijen-
Rijkswaterstaat en het waterschap hebben een beheertaak. landschap waarin Amsterdam ligt, leent zich hiervoor goed via het stelsel van dijk- en landwegge-
tjes, waterlopen en oevers, die vaak tot diep in het stedelijke gebied doordringen. Denk hierbij aan
Groene gebieden Waterland ten noorden van Amsterdam, het veenrivierenlandschap langs de Amstel en de Vecht of
Groene gebieden zijn grotere samenhangende eenheden van groene plekken. Ze vormen vaak de 19e-eeuwse droogmakerij Haarlemmermeerpolder.
een bestemming en hebben een eigen identiteit, en dus ook vaak een naam. Binnen de gebieden kan e _ Toegankelijkheid: het ‘landgebonden’ landschap rond de stad is grotendeels in privaat bezit
het zijn dat verschillende typen groen, gebruik, maar ook water en bepaalde vormen van bebou- en niet openbaar toegankelijk, echter door het relatief fijnmazige stelsel van fiets-, wandel- en
wing deel uitmaken van het gebied. De samenhang hiertussen vormt een gebied met eigen speci- vaarverbindingen is het landschap toch goed beleefbaar en bereikbaar. Soms stellen private
fieke kenmerken en kwaliteiten, en is daarmee onderscheidend van andere gebieden. Dit maakt een eigenaren gebieden ook open voor bezoek, denk aan landgoederen of natuurgebieden. Het
veelkleurig palet aan typen gebieden die complementair (kunnen) zijn aan elkaar, wat past bij de ‘watergebonden’ landschap is daarentegen juist zeer openbaar toegankelijk, vrijwel op alle
diversiteit aan gebruikers. We maken binnen de groene gebieden onderscheid tussen: kleinere en grotere water(lopen) is via boot, of schaats, te komen.
e _ Ontwikkeling: geleidelijke gebiedsontwikkeling. Het landschap is altijd gemeentegrensover-
1. Parken stijgend en een (regionale) samenwerkingsopgave met tal van publieke en private partijen.
Parken zijn de groene gebieden in de stad met stedelijke oorsprong en een functionele groen- Er gelden provinciale en Europese wettelijke kaders en richtlijnen.
recreatieve betekenis. Zij onderscheiden zich van buurtparken doordat zij ook een betekenis op e _ Beheer: boeren zijn de voornaamste beeldbepalende beheerders van het landschap. Maar ook
stedelijke schaal hebben. Door het faciliteren van medegebruik en meervoudig ruimtegebruik zijn andere particuliere eigenaren, natuurbeherende organisaties, de recreatie- en waterschappen,
parken in meer of mindere mate altijd multifunctioneel. Hierin zitten allerlei gradaties, en er is dan Rijkswaterstaat, provincie en de gemeenten hebben delen van het landschap in beheer. De
ook een breed palet aan typen parken denkbaar: stadparken als het Oosterpark en het Vondelpark, noodzaak tot kringlooplandbouw voor klimaat en ecologie biedt kansen voor natuurvorming
en recreatie. Dit willen we samen met de boeren verkennen.
90 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 91
Opgaven groen-blauw raamwerk Opgaven groen-blauw raamwerk
| ä À / We hebben hierboven beschreven dat de nieuwe hoofdgroenstructuur een groen-blauw raam-
| is el Betekenis van deze kaart: werk gaat zijn bestaande uit groene verbindingen en groene gebieden. Dat is in de komende jaren de
à NE ä . l ambitie voor 2050, hier kunnen we in stappen grootste opgave voor de hoofdgroenstructuur. Daarnaast zien we een aantal ontwikkelingen op de
} A ' \ naartoe werken. d stad afkomen die van betekenis zijn voor de hoofdgroenstructuur. We zetten de belangrijkste op
, À k Î Ì een rij.
E En a he | 5
' N AAN = er,
L dl Ee \ ús p Openbaarder en toegankelijker
En zn = Kei n ; Een aantal typen parken zullen de komende jaren, gestimuleerd door de groei van de stad,
k en Ì me | stapsgewijs een transformatie doormaken. Sportparken, begraafplaatsen, volkstuinparken en
- i f PF 5 schooltuinen zullen in de eerste plaats hun oorspronkelijke rol blijven vervullen, maar tevens hun
et | $ deuren openstellen voor bezoekers op zoek naar rust, ontspanning of op doorreis via de extra groene
k Í | à < pe routes door de stad. In het geval van sport- en volkstuinparken gaat het tevens om aanpassingen,
nn à | i Ô he \ mt. zodat meer mensen er van kunnen genieten en gebruik kunnen maken van de voorzieningen. Bij het
.. A le er Pa. ' (le Ii } investeren in deze parken kunnen tegelijk ook andere stedelijke opgaven worden betrokken, zoals
8 e i Er E ie ij Ue klimaatadaptatie, ecologie, of het vergroten van de verblijfsfunctie voor de buurt.
ind Er e 5 ee
en ie —òr Ö Ee e a |
do bn T= \ El 4 g _ Ook in de gebieden die we gedefinieerd hebben als landschapsparken speelt de openbare toe-
| mi k mn Í Fr gankelijkheid een grote rol. De mate waarin delen van deze gebieden die nu ontoegankelijk zijn voor
| es Sd
ef pet pr nn \ he Klm recreanten op passende wijze meer openbaar kunnen worden gemaakt bepaalt uiteindelijk of en zo
| ï Î k é C & nn ja in welke mate er recreatief (mede)gebruik mogelijk is.
1 Er …%
Nn ek Nel BN
Ei meis hd iran f : Sporten in een groene omgeving
f 5 Ge Ef Bn ke ik . , . .
dr EN le e ne mn Amsterdam wordt zo ingericht dat het de Amsterdammers uitnodigt tot bewegen, spelen en
De Jed Ea KS ae la? EL sporten. Het groen in en rond de stad speelt hierin een belangrijke rol: het biedt Amsterdammers de
ì Ge ZN Te EN Tik: 2 en mogelijkheid te sporten en bewegen in een natuurlijke, gezonde omgeving. Hoewel sportvoorzie-
FP Er PS de 5 ningen strikt genomen niet alleen maar ‘groen’ zijn, maken ze wel een onlosmakelijk deel uit van de
u ij A Rd 3 iË EE groene en recreatieve netwerken in en rond de stad.
Tk Te ik Et de
| minn „ Rh er Naast sport in de buurten en het intensiveren van bestaande sportparken en het realiseren van
he Er 5 Ms 4 Ë En os nieuwe sportparken in de grote ontwikkelgebieden, zal een deel van de sportbehoefte ruimte krij-
/ ; Ke gen in de landschapsparken. De inpassing van sportfaciliteiten is maatwerk per landschapspark. Het
Algemeen 4 ( gaat om een combinatie van georganiseerde en ongeorganiseerde sportvoorzieningen, waarbij ook
---- gemeentegrens Amsterdam Dn nnn OHT. bestaande sportparken worden betrokken. Uitgangspunt is dat sport een positieve bijdrage levert
aan de beleving van het landschapspark en deze zorgvuldig is ingepast, zodat het karakter van het
water specifieke landschap niet wordt aangetast.
eark Impressie landschapspark: In het stedelijk gebied wordt sport zo efficiënt mogelijk ingepast. De omzoming biedt ruimte
Wandschapspark sporten, spelen, bewegen we „ne voor natuurlijk groen met ecologische waarde. In de landschapsparken is de inpassing ruimer en is
landschap en andere vormen van fi dl minder plek voor traditionele sportvelden.
recreatie in het landschap Er re 0 Es sE
Fa E
. Ee pe ke … -
Openbaarheidsopgave rond de stad. De dr EE KR PE Een nieuw stadsbos
soorpark ZET je ei Ek En We hebben de ambitie om een nieuw stadsbos te realiseren, in Amsterdam of de directe
ortpar rel * . . . a a 8 ee
pore B af dE ee ern te 7 omgeving. Hiermee breiden we het bomenbestand uit en bieden we meer gebruiksmogelijkheden
. ee ee f PE e . …. A A . .
B oketineerk be, E 4 k £ voor recreatie, dragen we bij aan de biodiversiteit en het vastleggen van CO. We stellen een aantal
begraafplaats e Nen Ì N en mogelijke locaties voor waar we in samenwerking met andere partijen, en in samenhang met andere
li Ik gebiedsontwikkelingen, de mogelijkheden verder gaan onderzoeken.
Opgave landschapsparken = 5
@& zoekgebied sportlandschap Groen-blauwe hotposts
ds zoekgebied stadsbos Op deze plekken, met hun uitzonderlijke landschappelijke kwaliteit, is de inzet om hun
stedelijke betekenis te vergroten. Ze zijn bij uitstek geschikt voor vrijetijdsfuncties als sportparken,
Stedelijke plekken strandjes, waterrecreatie, buitentheaters en musea. De nadruk ligt op buitenactiviteiten. Deze
@r groen-blauwe hotspot plekken worden verder toegelicht op pagina 108 en 109.
92 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 93
Netwerk fiets Netwerk fiets
e Û er In een steeds verder autoluw wordende stad geldt nog meer dan nu dat fietsers in principe in
k ed Betekenis van deze kaart: elke straat goed kunnen fietsen. Waar, gezien de intensiteit en snelheid van het autoverkeer, geschei-
Us in ambitie voor 2050, hier kunnen we in stappen den fietsvoorzieningen nodig waren om snel, veilig en comfortabel door de stad te kunnen fietsen,
Ek rd naartoe werken. zijn deze in de toekomst op veel routes niet meer nodig. In 2050 zal in de hele stad een maximum
k 5 snelheid van 30 km/u de norm zijn. Hierdoor, in combinatie met de afname van de hoeveelheid
ut F r auto’s, wordt mengen van verkeerssoorten vaker mogelijk, gescheiden fietsinfrastructuur zal veelal
Te al ook te smal zijn voor de grote aantallen fietsers.
I & KS) B lid Belangrijkste functie van de kaart is het actief ontwikkelen en bewaken van een hiërarchisch
hr , er fietsnetwerk van lange lijnen. Dit zijn logische en hoogwaardige fietsroutes door de stad voor fiet-
Ù €, Ben 5 e sers die over een langere afstand door de stad rijden. Ook zorgt dit netwerk ervoor dat ontwikkel-
i Ds £ k/ Ù / gebieden zoals Haven-Stad worden aangehaakt op de rest van de stad. Hiervoor worden bestaande
en - EN zi 7 4 h 1 EO routes verbeterd en schakels die nog ontbreken gerealiseerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de
& rf ez ke A) de : a er fietsring rond de binnenstad en door Noord, die aansluit op de nieuwe IJ-oeververbindingen. Ook
- En IS a pe. he ; willen we routes van/naar/langs treinstations verbeteren. Getekend is een grofmazig netwerk van
EN LE rt 4 LL hr") lange lijnen. Binnen dit netwerk ligt een veel fijnmaziger netwerk van (meer lokale) fietsverbin-
ze d GE es Fini e dingen voor kortere afstanden en om bestemmingen te bereiken. Het fijnmaziger netwerk is ook
SN zi , ET rl . a
: (6 F o. WM f L\\ deer eN opgenomen in het beleidskader Verkeersnetten Amsterdam.
ij IJ Wa „ Ër, | me er Er A
dE rj Ek f ii En & en ES We zijn gewend om het fietsnetwerk van Amsterdam te zien als opgebouwd uit radialen en
he ä Ë ke : : : 5 5
Pr ij pe” 5 7 ringen, ongeveer zoals een spinnenweb. Vanuit het centrum geredeneerd is dat logisch. De ont-
« Tal dt eline ch
Ee A TSA : df wikkeling richting een meerkernige stad maakt het spinnenwebmodel echter achterhaald. Voor de
: Ì Sc Jl 4 hs PR a c. ontwikkelingen rond het IJ zijn goede doorgaande oost-westverbindingen langs het IJ wenselijk met
En, her Fi 5 EN, id , AX Le \ i daartussen veel verbindingen over het water (pontjes en bruggen) met toeleidende routes verder
5 Pr ek at Eer + de stad in (ladderstructuur). Een netwerk van routes tussen bestaande buurten in Nieuw-West en
zis Fi A en „ k, Sri en : Zuidoost en de scheggen (rasterstructuur) sluit aan bij de ontwikkelingen in deze stadsdelen. Samen
in rl EA ene . A . : .
Hi er en, CN ve | B \ vormen deze netwerken een relatief grofmazig raster van hoogwaardige fietsverbindingen, dat meer
Kh 2 F \ ; ; e
ne STAR bn Ee) es nl be Ù sh weg heeft van een uit rechthoeken opgebouwde grid, dan van een spinnenweb.
e DE
hs 3 | a: f
E 5 Het netwerk van hoogwaardige en doorgaande fietsverbindingen ligt zoveel mogelijk langs
4 ei, 5 & in (toekomstig) autoluwe routes. Hierdoor kan de fiets voldoende ruimte krijgen, bijvoorbeeld door de
\ | OD route in te richten als een ‘gewone’ straat met weinig auto’s (fietsstraat) of met royale fietspaden/
} k ‘ s -stroken. Waar wenselijk lopen routes door of langs het groen of langs water.
ikt - E,
Mobiliteit Algemeen
‘—tlangelijnenfietsnetwerk gemeentegrens Amsterdam
——=zoekgebied ontbrekende delen mobiliteitsmilieu agglomeratie
— veerverbinding over het IJ mobiliteitsmilieu centrum-stedelijk
=-=--vaste oeververbinding stationskwartier
bestaand plusnet fiets mobiliteitsmilieu haven
= ® treinstation sprinter/intercity mobiliteitsmilieu Schiphol
® metrostation bestaand/nieuw rijksweg
“+ regiohub - P+R bestaand water
_… potentie regiohub auto - ov EBoark
TO potentie stadshub landschappen rond de stad
5 zoekgebied Passenger Terminal Amster-
dam
94 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 95
Netwerk openbaar vervoer Netwerk openbaar vervoer
Ä Voor het toekomstig openbaarvervoernetwerk heeft Amsterdam de volgende ambities. Ze bou-
wen voort op bestaande afspraken binnen de MRA en met het Rijk. Daar waar ze verder gaan dan de
. ambitie voor 2050, hier kunnen we in stappen bestaande afspraken, zijn het denkrichtingen en voorzetten voor een gesprek.
naartoe werken.
Gl Het openbaarvervoernetwerk bouwt voort op de volgende hiërarchie:
5 * 1. Trein
e _ Het IC-/EC-spoorsysteem voor de hoofdverbindingen met de grote steden en landsdelen in
Nederland en grote stedelijke regio’s in buurlanden.
ek N° * _Hetspoorsysteem voor de overige interlokale verbindingen binnen de MRA met hoog-
} frequente sprinterdiensten naar regiokernen en personenhubs.
BE = 2. Hoogwaardig openbaar vervoer
e _ Het metronet voor de grote verbindende stromen binnen de agglomeratie.
$, zi, e _ _HetR-net voor de grote verbindende stromen binnen en buiten de agglomeratie.
r ze in — ee à , 3. _Dragend openbaar vervoer
en e _ Het tram- en busnet voor de verbinding en ontsluiting van wijken en buurten.
nn Ï A M= 4 4. Onderliggend openbaar vervoer
f Í es D e _ Aanvullend net van tram- en buslijnen voor ontsluiting van buurten.
‘ 5 } Ln e Aanvullend net van vraagafhankelijke (MaaS-)diensten voor ontsluiting van dunbevolkte
en a u | | buurten en vervoer op maat.
Dm Ei
SÍ M 5 ee
. \ 4 DEX Veel van het openbaarvervoernetwerk is al aanwezig. In de periode tot 2050 stellen we voor
- e - F ES het bestaande netwerk te versterken of om te bouwen in aansluiting op de bovenstaande hiërarchie.
Es / A 0) à Verder stellen we voor het systeem (afhankelijk van het ontwikkeltempo) geleidelijk uit te bouwen,
ee hd ht” veelal met dragend openbaar vervoer om gebiedsontwikkelingen mogelijk te maken. Bij de sys-
£ 4 er 5 e Eat teemkeuzes bus-tram-metro is de omvang van de (verwachte) vervoervraag en stedelijke structuur
(LJ Ee d a Nl Er leidend. De vervoervraag wordt uiteraard sterk bepaald door keuzes als dichtheden, functiemix en
rd . Oe * Ee parkeerregimes.
had Me) 5 Ö el
6 and ze 5 rm De belangrijkste voorgestelde transformaties zijn:
1. Trein
£{ 0 * _ Hogere frequentie treinverbindingen.
pf s e _ Vergroten van het aantal knooppunten, waardoor de stad op meerdere plekken goed bereikbaar
bd 0 5 10 ( is (o.a. via Zuid, Sloterdijk, CS, Bijlmer/ArenA) en op termijn toevoegen regionale treinstations.
1 Br, fe * _ Ombouw van delen van het nationale spoorsysteem naar lightrail.
- __Haarlem-CS-Weesp-Almere/Hilversum, eventueel met nieuwe haltes zoals Geuzenveld.
Toekomstbeeld ov: 2041-2050
ee. 2. Hoogwaardig openbaar vervoer
Mobiliteit Algemeen . … … .
e _Uitbouw van het metrosysteem om enerzijds het zware spoor en anderzijds het binnenstede
=O=spoorlijn met station — regiohub - P+R bestaand gemeentegrens Amsterdam lijke tram- en busnet te ontlasten en gebiedsontwikkelingen mogelijk te maken:
==internationaal spoor 2“ potentie regiohub auto - ov mobiliteitsmilieu agglomeratie - eerst doortrekken Noord/Zuidlijn naar Schiphol/Hoofddorp en sluiten kleine ring aan
@ station Zuid internationaal @ potentie stadshub mobiliteitsmilieu centrum-stedelijk de westzijde van de stad, in combinatie met gebiedsontwikkeling Haven-Stad en de
memmen etrolijn met station @ zoekgebied Passenger stationskwartier SADC-locaties langs de A4;
Terminal Amsterdam - mogelijke opties, afhankelijk van ontwikkeling stad: Oost/Westlijn (om de druk op de
mogelijke metro-uitbreiding mobiliteitsmilieu haven openbare ruimte en tramnet te verminderen), doorgetrokken Oostlijn richting Zaanstad en
=—==hoogwaardig openbaar vervoer: mobiliteitsmilieu Schiphol een metro richting Almere, waarbij de IJmeerlijn met regiopartners al onderzocht wordt.
sneltram/bus rijksweg e Aanleg en vergroten van tram-capaciteit door gekoppeld rijden:
=— dragend ov tram/bus water - IJburg, Uithoorn, Noordelijke IJ-oevers /Zaanstad.
sw aanpassing - uitbreiding e _ Uitbreiding HOV-busnet/R-net:
dragend ov tram/bus -__HOV-verbinding Zaanstad;
dragend ov veerverbinding - snelle busverbindingen met omliggende kernen, waarmee we met relatief lage kosten aan-
vullende betrouwbare, snelle en hoogfrequente verbindingen tussen stad en de rest van de
regio creëren.
6 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 97
Netwerk openbaar vervoer Netwerk openbaar vervoer
3. Dragend openbaar vervoer 7 7 q
e _ Verbeteren stedelijke verbindingen door ov over IJ-bruggen. rade 7
. Dn . . . 2021-2030 5
* _ Nieuwe tram-/busverbindingen in Nieuw-West, Zuidoost/Oost en Noord om gebiedsont-
wikkeling mogelijk te maken. 7
el
4. Onderliggend openbaar vervoer
* _ Aanvullende openbaarvervoerdiensten op maat, waar bovenstaande transformaties (nog) niet ed B 3
te realiseren zijn.
In de kaarten zijn deze veranderingen globaal ingedeeld in de periodes 2021-2030, 2031- E nl jr f \
2040 en 2041-2050. Op de kaart 2021-2030 staan vooral ingrepen waarover al bestuurlijke afspra- ed EEP) A
ken gemaakt zijn en reeds geplande investeringen. Voor de IJ-oeververbindingen en de verbinding eral PE rn 4
naar Zeeburgereiland geldt dat besluitvorming nog moet plaatsvinden. De andere kaarten gaan over ES
de langere termijn en geven meer een visie/denkrichting. oi k- ek \c LK
Á nr LN
AE RTS
og ROL NO
ni ll
de A A
Er ù
L AE CT sl M
u 5 re
nt
Tussenstap ov: Í
2031-2040 Í
1 J k | k
e moet vaak vee En Te dl |
e Fi; pe hd RE ha EH
overstappen om in FME )
een ander stadsdeel FES
‚ Pe
te Komen | | en
Eke se a
men rf Jed ES
Adnan Atik | Stadsdeel Nieuw-West kn Ac KAT
— if je
„ J= E
ae d d ee
u a Ci am a
D & hj
A
98 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 99
Netwerk auto en hubs Netwerk auto en hubs
En Maatregelen:
ö Betekenis van deze kaart: e reguleren autoverkeer in de stad (door intelligente toegang, betalen naar gebruik en/of circulatiemaatregelen/’knips’);
ne ambitie voor 2050, hier kunnen we in stappen e reguleren toegang tot het stedelijke netwerk van autowegen. Voor de inkomende stromen van forenzen en bezoekers minder
naartoe werken. gelegenheid om de hoogstedelijke gebieden en centra te bereiken met de auto;
0 e beperken van het aantal invalswegen in de stad en sturen op gebruik van invalswegen;
e _snelheidsverlaging naar 30 km/uur op het hele stedelijke wegennet, m.u.v. stadsautowegen;
e _ ‘afvangen’ autoverkeer vanuit de regio met hubs;
PR * ring A10 verdeelring voor centrum Amsterdam;
Ka. e _tweedering A9/A5 verdeelring Nieuw-West en Zuidoost;
d Ne * _mogelijke nieuwe aansluiting Nieuw-West op de A5.
d # 8 B E-. he
" Cr hel; ke
u k Hubs
ce En hal Ki …. . .
en yi | k De toenemende afhankelijkheid tussen Amsterdam en de rest van de regio en de rest zorgt voor meer vervoer van mensen en
Ì ü É Kk k goederen. In onze verdichtende stad is er niet altijd voldoende ruimte voor alle soorten mobiliteit. Vooral de personenauto en zwaar
ai en LE 7 | vrachtverkeer zullen in Amsterdam pas op de plaats moeten maken. Om die reden zoeken we voor personenvervoer en logistiek ver-
° - kp Zr voer van buiten naar binnen de stad naar alternatieven. Hubs dragen bij aan die alternatieven. Dit zijn schakelpunten tussen regionaal
D … . . .
ve F en stedelijk vervoer. Met hubs kunnen we zorgen voor een goede overstap van overlast gevende en ruimte-extensieve vervoermid-
5 C =| ij delen als de auto, naar kleinere en efficiëntere vervoermiddelen, zoals fiets, scooter of openbaar vervoer (en andersom). Voor logistiek
Li f … . . ‚ 5
E E f ’ vervoer zijn hubs de plek waar overslag op kleinere voertuigen en vervoer over water plaatsvindt. Ook kunnen hubs bijdragen aan
5 ie het verminderen van het aantal ritten door (kleinschalige) overslag en pakketleveringen op een centrale plek in wijken te organiseren.
N s ze f Hubs zorgen er daarmee voor dat netwerken op verschillende schaalniveaus (internationaal, nationaal, regionaal, stedelijk, buurt) goed
er he 3 AS \ ln aan elkaar worden verbonden. De komende jaren zullen we actief ruimte moeten maken voor hubs. Dit geldt voor de nieuwe stad in
ed s pd Le D gebiedsontwikkelingen en voor de bestaande stad, maar ook in de rest van de regio.
ER mn Er di
Ek - — Rs,
be si Denn We onderscheiden in en rond Amsterdam de volgende soorten hubs:
ì ee: ü e _buurthubs: hubs waar deelmobiliteit wordt aangeboden, inpandig of in de openbare ruimte. Belangrijkste rol is het vergroten van
de mobiliteitsopties voor bewoners;
IJ
Kr) e _wijkhubs: primair gericht op het parkeren voor bewoners en bedrijven en gericht op het vergroten van mobiliteitsopties via
0 FE “nn 4 5
oe Ö deelmobiliteit, parkeren op afstand, pakketbezorging en retailoverslag. Deze hubs ontwikkelen we in nieuw te ontwikkelen
E bes gebieden.
Mobiliteit Algemeen o 8 , et:
g i | ® In de bestaande stad bekijken we of bestaande parkeergarages hiervoor geschikt zijn;
rijksweg met afslag -----gemeentegrens Amsterdam u | „ Li e _stadshubs: stedelijke knooppunten, waar overstap van het (inter)nationale /regionale vervoersniveau naar het stedelijke ver-
regionaal hoofdwegennet mobiliteitsmilieu agglomeratie voersniveau plaatsvindt. Stadshubs zijn divers in verschijningsvorm: van belangrijke ov-knoop, waar van trein op metro en tram
gmmbinnenstedelijke rijksweg mobiliteitsmilieu centrum- kan worden overgestapt, tot ov-haltes waar de overstap auto/ov plaats kan vinden (zoals de huidige stedelijke P+R’s). Stadshubs
stedelijk Amsterdam wordt steeds autoluwer om ruimte hebben de potentie om door te groeien naar volwaardige stationskwartieren. In dat geval zal de ruimte voor geparkeerde auto’s
=-=mogelijke aansluiting A5 ss ss . . ne 5 5
mobiliteitsmilieu haven te maken voor andere modaliteiten en functies in verminderen, omdat dit moeilijk samengaat met een verder verdichtende stad. Voor alle grotere ov-stations en —haltes geldt dat
mk invalsroute bezoekers de openbare ruimte. Om verkeer uit het centrum op hier in principe ook deelvervoer (bij voorkeur fiets en scooter) wordt aangeboden ten behoeve van de last-mile;
biliteitsmili hiphol En a Anes : ses B
mmmmstedelijk hoofdnetwerk auto mobiliteitsmilieu Schipho de A10 aan de oost-, west- en zuidzijde van de stad . regiohubs: primair gericht op overstap tussen modaliteiten voor bezoekers (auto’s vroeg afvangen en overstappen naar ov en
ater . _ so arBr=£ . . … . Ben AF 8 .
ver regulering hoofdnetwerk w meer ruimte te geven gaan we de A5-A9 meer inzet fiets/deelmobiliteit). Deze hubs liggen verder buiten het stedelijk gebied, op locaties die goed per auto en ov zijn ontsloten en die
ten om Nieuw-West en Zuidoost te ontsluiten. De zich kunnen richten op meerdere stedelijke kernen. De huidige regionale P+R’s zijn hier een voorbeeld van.
O regiohub - P+R bestaand …. ….
A10 zal wel een belangrijke rol blijven vervullen voor
…, potentie regiohub - P+R de bereikbaarheid van de haven. Door beter benutten Wijkhubs en stadshubs hebben niet alleen een rol in het personenvervoer, maar ook in de logistiek. Dit kan in sommige gevallen
1D potentie stadshub van de A5-A9 ontstaat ruimte voor een functieveran- geïntegreerd worden, in andere situaties zijn er specifieke logistieke hubs op wijk- of stadsniveau nodig die primair gericht zijn op
potentie logistieke hub dering van doorgaande autowegen in de naoorlogse overslag van goederen. Logistieke hubs liggen op goed per vrachtauto te bereiken locaties en op locaties waar verder transport via het
: ‚ stad. In combinatie met andere autoluw-maatregelen water of met kleinere uitstootvrije voertuigen goed mogelijk is.
spoorlijn met station , ,
kan het ruimtebeslag van het autonetwerk in de stad
i worden verkleind. Autoverkeer door de stad wor: oor alle hubs ge at er gezocht wordt naar meervoudig ruimtegebruik. In stedelijk gebied is de ruimte schaars. Dit maa
metro met station d kleind. Autoverkeer door de stad wordt Voor alle hubs geldt dat er gezocht wordt dig tegebruik. In stedelijk gebied is d te sch Dit maakt
“ zoekgebied Passenger gereguleerd. Samen met een snelheidsverlaging op het logisch hubs waar mogelijk te combineren met andere functies, zoals logistieke overslag en voorzieningen. Dit kan variëren van
Terminal Amsterdam het stedelijk netwerk biedt dit ook mogelijkheden voorzieningen die de hubfunctie ondersteunen, zoals horeca of retail, of opzichzelfstaande voorzieningen, zoals een remnisefunctie
voor nieuwe vervoerswijzen in de stad, zoals lichte voor bussen, sportvoorzieningen of een middenspanningsstation ten behoeve van de energietransitie. In alle gevallen geldt wel dat dit
elektrische voertuigen voor bevoorrading (LEV's). passend moet zijn bij de omgeving en de specifieke situatie.
100 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 101
Netwerk van stadsstraten en stadslanen Netwerk van stadsstraten en stadslanen
Lr Ieder gebied en iedere buurt heeft zijn eigen karakter en betekenis in de stad. Een doorlopend
Ä Betekenis van deze kaart: netwerk van stadsstraten en stadslanen verbindt alle gebieden en buurten op vanzelfsprekende
4 ambitie voor 2050, hier kunnen we in stappen wijze met elkaar. De buurten die aan het netwerk liggen, sluiten met dwarsverbindingen aan op
ï naartoe werken. het netwerk. Door het continue netwerk zijn ze onderdeel van het grotere geheel en is elk deel van
Pae, | N de stad open voor iedereen. Het netwerk bestaat uit levendige stadsstraten en groene stadslanen.
í nnn Ë LS ze: rn .
/ a OH d he En ed Ze ontlenen hun kwaliteit aan de inrichting van de profielen, met veel ruimte voor voetganger en
1 ier 1 Eeen er an 1 1 1 11 1 1
Î en k ie sr EE fietser. Bovendien draagt de aanliggende bebouwing bij aan de sfeer van de straat. Die aanliggende
; d Ee & Sa J ht ng bebouwing is voor een groot deel aaneengesloten, maar er kunnen onderbrekingen in zitten. De
ï f 7 ANS he hiervoor beschreven visies voor de fiets-, openbaarvervoers- en autonetwerken dragen bij aan de re
jk ï vl ‚ verblijfskwaliteit en de verbindende betekenis van het netwerk van stadsstraten en stadslanen.
| si! í le nn gE A S De kaart geeft aan waar we ruimte reserveren of bewaken voor de stadsstraten en -lanen. In die Ke
: FA 8
| En . es . . . we
eenn gant EE Ar PS x ruimte is in ieder geval plaats voor routes voor actief vervoer en klein elektrisch vervoer. Daarnaast
“gn | he f moet in principe openbaar vervoer in het profiel ingepast kunnen worden. Eventueel is er ruimte Principe doorgaand
ii el Pp pe op P gep p g
\ E eN ii, Ze É ee voor gemotoriseerd verkeer. De autoluw-opgave kan in deze indeling in straten en lanen worden netwerk met dwars-
k in DE Ï GIS EAA ï ingepast. De kaart impliceert niet dat overal actief aan dit netwerk gewerkt wordt. De kaart moet er verbindingen.
DN Zj | En
Ì Pim hl SS Ì wel voor zorgen dat er geen blokkades ontstaan waar we op een later moment spijt van krijgen.
Pes ATA
! PJ ad E RE ;
“ Ee zum Tl Eet m EL 5 or ES : De indeling in stadslanen en -straten is niet statisch. Lanen kunnen in de loop der tijd verkleu-
eg AT Li BNS SD 8 et ren naar stadsstraten. Dit proces voltrekt zich in veel gevallen vanuit de kruisingen.
en, en — te ka WE Ds C BA} hs a 1
4 Aden mijner ie rs els Stadsstraten
ke et meg, Ee ; hire . . ss fj 5
al IT ln ee T In de stadsstraten is veel ruimte voor voorzieningen, ontmoeting op de stoep en verschillende
… “S eld mm en Prags Í me rn « U Kr modaliteiten, waarvan vooral voor ongemotoriseerd verkeer en ov (in de vooroorlogse stad is de
en dm d al B u (4 L Pe =, ruimte voor ov soms beperkt). De reuring is te vinden in de stadsstraten door de concentratie van
£ ek: … Y tg ' EL sn En REE . 5
7 zi 5 â (5 “ Ed Rn voorzieningen, bedrijvigheid en maatschappelijke initiatieven. De trottoirs en de gebouwplinten
re Ee: + k n . . . . . EE . .
Pi AL A kl ' “a bieden hier ruimte voor. In de achterliggende buurten is het juist rustiger. Deze verdeling tussen
„‚” î Ee \ ren reuring en rust wordt ook in het omgevingsplan geborgd. De straatprofielen worden waar mogelijk
en : zr El mg . . … se: ‚
k hk er Nel groen ingericht, maar verblijfskwaliteit staat in stadsstraten voorop.
, nn / Stadslanen
re In de stadslanen is ruimte voor een sterke bomenstructuur. Deze lanen maken dan ook deel uit
kr © van de hoofdbomenstructuur. In de profielen is ruimte voor verschillende modaliteiten, waaron-
on kn an der in ieder geval ongemotoriseerd verkeer en ov. Hoogwaardig openbaar vervoer (snel en dus een
Verbindingen Algemeen . . . 5 ;
beperking van de oversteekbaarheid van de laan) neemt hier vaak een belangrijke plek in om ook de
stadsstraat ----gemeentegrens Amsterdam en delen van de stad die verder liggen van bestemmingsgebieden dichterbij te halen. De voorzieningen-
— ontbrekende verbinding luwe gebieden J \ FT ie structuur is langs de lanen anders dan langs de stadsstraten. Als ze er zijn, dan vooral op kruispunten
DT PN . . .
stadsstraat . 1 f \ | Peteri ner en hoeken en minder fijnmazig. Aan de lanen moet vooral goed gewoond kunnen worden. Dat vraagt
gemengde gebieden en ee zier an
_stadslaan | ae E ed e om een zorgvuldige overgang van de private woonruimte naar de publieke ruimte van de laan.
centrumgebied E E
: ontbrekende verbinding tadsbuurt
uwe stadsbuur
stadslaan Voetgangers
bind gemengde stadsbuurt Het netwerk voor de voetganger bestaat uit alle straten in Amsterdam. Alle woon- en werk-
-----VveerverbInding . . …. . . .
hoogstedelijke buurt adressen in Amsterdam moeten lopend bereikbaar zijn. Bovendien is in het beleidskader verkeers-
vaste oeververbinding netten (2017) een samenhangend en fijnmazig netwerk van voetgangersroutes onderscheiden in
De En = hoogstedelijk centrum hdd nst Kd alie , , ,
----=indicatie oeververbinding naan twee niveaus om meer ruimte, comfort en kwaliteit te bieden: plusnet voetganger (doorgaande
watreinspoor met station productieve bedrijvigheid in de buurten peper sbnegr en verblijfsfunctie) en hoofdnet voetganger (vooral doorgaande routes, onder andere naar ov-
Te Prep nn
ie bebouwing agglomeratie E ï 1 Is gerda «paie stations). Deze plusnetten en hoofdnetten overlappen in de meeste gevallen met het netwerk van
rIJKSWeg nT ar
haven en Schiphol Pe stadsstraten en stadslanen.
binnenstedelijke rijksweg Lankan
water era regenereren
park, landschapspark en landschap
Principes stadsstraten en stadslanen.
102 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 103
Netwerk van stadsstraten en stadslanen
f Ee, Ki ER
LANE EEDE el AA ke | | ZA i
LE A enn 2E B 1 ANN Se | Ei}
VE EEN BE EN |
Ee TE ket ee ef d Sd Rt | kek 1 LJ
je Erf A 4 fa bl
hbe GT ek | W/ "_@ 1 A
ALE | A En 7 ik: Ei
DE - SE ah nia Kit G
nds Le Dig je r #: e Te | d
Wink CL (BAP AA LAD |
pe md eN sd Ee al Ee Tee deig
ure ENE Dier - Fr ee 5 : - n er - E
Impressie stadsstraat: verblijfskwaliteit, duurzaam en gezond bewegen, reuring en voorzieningen.
En ai le CART va 4 E We
A à En Lif DN | ii U mi ID f V
En S B | Ï Id ai Ne, ! | , # |
nd ae ERA | Ned N, je: ATTT Tj sn | .
NA Ma NN VM EE 8 Bes “Graag zou ik
Tl ehh \ le \ ee ed N \ í d pen ee n Ke E
TSM ONE es \ Vo BE fe gewoon weer
Ei: N | aA LS U IN Me / ed At TTT î Pi
SEN ND BaN est Vf EN Vee Den als voetganger
ES | AE sl de / RAN JE [ Or Di Lak KE, el u .
TTE EE) Van RUNEN ME (TI bar ruimte terug
El | Et Mi Kk | el EC AN 5 at ( . _ „
[eel | NI PA AEN NEE EEN M willen krijgen
Bd ed VN mdr Ul ft U ATC HEANAE| 25
a E Nt zen AU B dk it zj Aysegul Karaca | Stadsdeel West
É En VENS el al 9 RAE Á, h Sn : B f PL id
OLE EEE men
ass ‚ AT et SN
diens Br
Impressie stadslaan: verblijfskwaliteit, duurzaam en gezond bewegen, veel ruimte voor groen en stedelijk wonen.
104 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 105
Verdichting: het juiste programma op de juiste plek Verdichting: het juiste programma op de juiste plek
Eg -
ie Î De groei van de stad maken we mogelijk binnen de huidige grenzen van de oi
Ì k Betekenis van deze kaart: stad. De opgave tot verdichting is beschreven in vier buurttypen, waarmee we le
ke Ì k . . . . . . . rn er
L k, richtinggevend aan projecten. De program- sturen op een programma dat geschikt is voor de specifieke plek in de stad. De oi De DA
k \ matische opgave die de kaart weergeeft is programmatische opgave die de kaart weergeeft is een indicatie op projectniveau a. E —ì \ RE 5 7)
8 N een indicatie op projectniveau (per buurt/ ‚ … ‚ ss ' SO eh CE
; ij kk bied rn " (per buurt/gebied). De buurtty pen zijn samengesteld uit een combinatie van er | Bi 4 EL
f en ï e ebied). Bij verandering van de situatie zijn . . er: … 3 -
1 Zn E X hk KS 9 . ) . J N 9 . J woningen, werkruimte en bedrijvigheid (kantoren, horeca, bedrijven enzovoorts), JN ET ar Le
! ren ij Le de hier uitgezette lijnen het uitgangspunt. R . ed AN | SN pe
ï Le: Er maatschappelijke voorzieningen, nutsvoorzieningen, groen en sport. We geven hid IEN Ph
Î r n : É en, / ll ne daarmee op buurtniveau invulling aan de normen voor maatschappelijke voor- a Ee b A
Í ; AE Me zieningen en aan ruimte voor economie en deels aan de groennormen: ke hed el
Ï È A an, : . . Of 5 7
f td id AE , is, e _luwestadsbuurten (relatief lage dichtheid, weinig niet-woonfuncties, veel ge
—R ï Aerden Pe e NK ruimte voor groen); Impressie ee
ï pn, = Er, b s An * _gemengde stadsbuurten (redelijk hoge dichtheid, ruimte voor niet-wonen, vooral hoogstedelijke
ee ee an MEE en, u] 5 _ in plinten en af en toe een groter gebouw, groen in parkjes en langs watergangen); centra. pe
bree f r De p REN \ * _hoogstedelijke buurten (een redelijk hoge tot hoge dichtheid, veel ruimte voor ® Kid
of 3 hel I el EE
K | Kann Ë A Pr - ; Te niet-wonen, groen in pocketparkjes en grotere stadsparken); mn el sus
hs. I/ 5 E Ter, ‚6 ig e _hoogstedelijke centra (een hoge dichtheid op een klein oppervlak, veel ruimte d ” r et El zi
’ | | | 7 Vee üz
Ne / „f d / voor werken in kantoren en minder nadruk op wonen, groen in pocketparkjes Dd IP elk 7
* ï Nn Ea * f Ps Ì )
Nee f ed ne Pe er | en grotere stadsparken). E Pl pe Ee ij 2 ei
Rd | . de ie os dl Ck
KS. ap es 2 | EG E
f N Nen EL La d A NS eN De hoogste dichtheid wordt mogelijk gemaakt op goed bereikbare plekken, „ Ë ) = he
1 ns. meer rt , 5 a
| | Tann kN ng A ï 2 5 E aen … langs de ov-lijnen (zuidoostkant, zuidwestkant, Haven-Stad en noordwestkant). : Eide Le e
ed rn ir B sm EN .
\ if Ü mur In Ed Ee S ek ed Geconcentreerd rondom de stations komen de meest dichte buurten: de hoog- Impressie _ TE
Ki p î En, Er E pe z nn stedelijke centra en hoogstedelijke buurten. Om op een klein oppervlak veel hoogstedelijke
' f = in \ } EN . . . . .
| if Tens Sri he ih. PL ON nf nn, dichtheid te maken is hoogbouw hier een bruikbare bouwvorm. De openbare- buurten. s
l | means mn al AE al E À k MF. ns . . . …. . ed
gm ON OO| mm ee Rd PI an ruimtestructuur van nieuwe buurten sluit zoveel mogelijk naadloos aan op die ES Se fl
| 5 \ | te, b) x a ie rs | NE van de bestaande buurten waaraan ze grenzen. ete Ei Í
ie k zi ke Lr Í …, mn en 8
PEA A A Hrs OO | ‘ IIET E
Î Le il a. B ï e, In de naoorlogse gebieden (Nieuw-West, Zuidoost, Buitenveldert en naoor- Lif Te pe Í rs
| NT P 5 ih hi logs Noord) voegen we een nieuwe stedelijke kwaliteit toe door verdichting langs Pe Pie dr | li
En r kj pe . 1: L 8
mik É mn hef E iN de doorgaande straten en lanen. Daarmee worden het sociaal veilige straten en he ’ zl rj f / A
Ô G de Ì re r
… . . B, k : r lanen met ruimte voor publieksfuncties en vormen ze vanzelfsprekende verbin- A ál Lr
Stedelijke ontwikkeling dn a . . . . . TE
men =| cd dingsroutes in het gebied zelf en met de gebieden eromheen. Daarnaastiserindeze Impressie Weten D
… … f 5 …. . . . .. TE 5
luwe stadsbuurt -----veerverbinding ht 0 bestaande stadswijken een verdichtingsopgave in en rondom stedelijke centra en gemengde Er 8
gemengde stadsbuurt vaste oeververbinding 8 k ge wan in de omgeving van ov-knooppunten. Tegenover gerichte verdichting staat behoud _ stadsbuurten. Ni Di
B hoogstedelijke buurt indicatie oeververbinding van bestaande luwe en groene kwaliteiten in andere buurten. Ook aan de ooste- el
_n seite . lijke zijde van de noordelijke IJ-oevers is de inzet een meer luwe ontwikkeling met € DE F4
oogstedelijk centrum Í Le 5,
9 | Algemeen hoogstedelijke behoud en versterken van het bestaande groen. 4 3 On 5
(productieve) bedrijvigheid in de a centra =‚k OR, B lp
buurten -----gemeentegrens Amsterdam 9 DD ee . Re Pe A tn
2 hoogstedelijke Groen en voorzieningen zijn integraal onderdeel van de nieuwe buurten (op ET Ee En 5 7
5 opgave par luwe gebieden buurten basis van de norm maatschappelijke voorzieningen). Daarnaast brengt de groei een ed £ =S 2 Er ml
kleinschalige ontwikkeling en gemengde gebieden Li Mm opgave voor stedelijk groen met zich mee: de ontwikkeling van een aantal landschaps- Ed e Lr FS
transformatie Dr EN gemengde stadsbuurten ken dich á d(kop B en A Ook n en RAL
centrumgebied tid) parken dicht tegen de stad (kop Brettenzone, Tuinen van West en Ookmeerpark, iS
= zoekgebied voor mogelijke bebouwi . Le luwe stadsbuurten Oeverlanden, kop Amstelscheg, Diemerbos, Waterland-sportlandschap en Noorder Impressie id Á En
transformatie na 2040 eoouwing agglomeratie b en 1 IJplas) luwe ge B mi
IC) el .
haven en Schiphol siedkelbuurien
Verbindingen . . . . . 4
erbindinge ES water Verhouding menging, dichtheid Kleinschalige ontwikkeling en transformatie
===metro met station Wpark en landschapspark en groen per buurttype. Sommige buurten in de stad geven aanleiding om verspreid nieuwe woningen,
treinspoor met station landschap werkplekken of voorzieningen toe te voegen. Soms ligt er een opgave de verbindin- Hiei wennen
rijksweg gen met de omgeving te verbeteren. Hier willen we kansen benutten om door middel EE Sport, Green À Spel
On van kleinschalige ontwikkeling en transformatie de woningvoorraad gevarieerderte Impressie buurten met een globale en
binnenstedelijke rijksweg maken en de kwaliteit van openbare ruimte en groen te verbeteren. Tegelijk kunnen weergave van de programmatische
p 8 Sel g BSS
we investeren in de kwaliteit en het verduurzamen van bestaande woningen. opgave per buurt.
106 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 107
Plekken met stedelijke betekenis Plekken met stedelijke betekenis
f Op verschillende plekken wordt ingezet op versterking van de betekenis van
Ì Betekenis van deze kaart: die plek voor de stad. Er is hier iets te vinden voor mensen uit de directe omgeving,
\ richtinggevend aan projecten. Bij verandering mensen uit het gebied, de stad als geheel en soms ook daarbuiten. Het zijn plek-
k van de situatie zijn de hier uitgezette lijnen ken waar mensen willen zijn, elkaar ontmoeten, ondernemen. Het zijn winkel- en
Fn | mt het uitgangspunt. uitgaansgebieden, stadsparken en pleinen, waar je kunst en cultuur vindt, waar
1 a. 5 n …. . ….
nn _f 7 Dan mememen, ee gesport wordt, en waar onderwijs, onderzoek en zorg te vinden zijn. Op veel van de
ij DE a rk zl nn fs Et EE En plekken wordt ook gewoond en gewerkt.
i Ì LÂ ee De plekken op de kaart hebben de potentie (door de goede bereikbaarheid, het
IJ | rl reeds aanwezige voorzieningenaanbod of de landschappelijke kwaliteit) om een
| \ PN AE, DK stedelijke plek te worden. Soms zijn ze al van grote betekenis voor de stad (zoals de
Ë damal e eN Art Amsterdamse Poort en de Zuidas) en gaat het om de uitbreiding van die betekenis.
L Tand L d KI
Oe En Rin PN N \ # F Deze plekken komen in principe als eerste in aanmerking als een locatie voor een
ì | jn 4 Hf meel grootstedelijke voorziening wordt gezocht.
} Ö zinken VR 5 PE.
L Î iid Een, 5 : ie AL
3 nl # ne de le Ë Ean, Rene ke Ei
k ie ai Í f Ee sr, Ì en ' De vergroting van de betekenis van deze plekken draagt bij aan de ontwikke-
H ! vd Ae ep An en i ling van alle stadsdelen in de stad tot eigenstandige gebieden. Daarmee werken we
eef ze en ' aan een evenwichtige ontwikkeling van de hele stad binnen de regio.
oe En zin ERE zie ei h È
Ei | appe AL Ml P
Sn \ 8 2 Drie typen en twee specials
a, ala E FO a 7 We benoemen drie typen stedelijke plekken en twee ‘specials’:
E „aje i 1 " tal ris
% Ef h e wt E En zt
ke E ee il Hi Eer” E‚ . . ‚
be hr Ik Me De, n e _ Stationskwartieren En, zh, Ps en
mem En k k Man, In. . . . . “a E kn 1
=d ie nn “apel k et e me ne, Ds De directe omgeving van stations worden buurten met een gemengd voorzie- ies ri, Br f= Re .
an eneemanenmenn tenten, EL AK ee x 4 ri ningenaanbod, waaronder grootstedelijke voorzieningen. Ze zijn via stads- tE ae OD : be Ke Er.
F bn rd 1 E : he . . d er f ,
#: FE Dr, EO straten en stadslanen goed aangesloten op de omliggende buurten en hetis er 1e ON Wh: a Re
7 ‚t \ Ei Í ', . . . … . . Air ï Pz me Ha =
ei „et ki, ' ä bovendien prettig wonen. We onderscheiden hoogstedelijke stationskwartieren nie A } U ss de
wg 4 lk ze Ì en stationskwartieren. De hoogstedelijke stationskwartieren Zuidas, CS, Sloter- Wd En NN 1 / SE
Ee k e rk hi … … . . 5 5 5 \ a f zn ,
A 4 N EI dijk, Amstel, Bijlmer ArenA) liggen rondom intercitystations met een nationale k En NK ni:
hi is x mm ZF en regionale uitstraling, waardoor de potentie voor een rijk voorzieningenaan- CL u Ae
EE en bod hoog is en het een aantrekkelijke plek is voor de vestiging van grote kan- ej En
Pe 5 toren. Stationskwartieren (Lelylaan, Hemknoop, Duivendrecht, Holendrecht, al
7 kr Ar a Ä DE RAI en Muiderpoort) hebben een iets kleiner bereik en zijn dus geschikt voor
am Ee,
Stedelijke plekken Algemeen E voorzieningen werkgelegenheid met een meer lokaal en stedelijk karakter. Impressie
stationskwartier.
mj stationskwartier __ --gemeentegrens Amsterdam . Stedelijke centra _
_& stedelijk centrum luwe gebieden Samen met de stadsstraten vervullen de stedelijke centra (Osdorpplein, LP)
et er
E2 groen-blauwe hotspot gemengde gebieden Buikslotermeerplein, Amsterdamse Poort) een belangrijke rol in de sociaal- ‚ ES en EEN
- î economische structuur van de stad. Ze hebben niet alleen een verzorgende rol : [ Rr df Pt.
-es = groen-blauwe kralenketting centrumgebied ‚ De eel ae
voor omliggende wijken en buurten (boodschappen, stedelijke dienstverle- ê a EW TE
centrumgebied luwe stadsbuurt , ‚ u . li ze nt nf he
ning, ontmoeting), maar kunnen met meer stedelijke functies (werk, cultuur, te | AE
en. gemengde stadsbuurt vrije tijd) ook betekenis krijgen voor de hele stad. Er wordt in deze centra ook Ì $ a LT k Ls,
Verbindingen iiet me DTe
hoogstedelijke buurt gewoond en gewerkt. kje ee ee | Ps
s=metro met station n sp F pe rd Pe
hoogstedelijk centrum sen sE
"-_-treinspoor met station . Groen-blauwe hotspots @ Pr IJ
bedrijvigheid in de buurten Gi
rijksweg bebouw | Deze plekken hebben een uitzonderlijke landschappelijke kwaliteit. Groen- Tet
. oe ebouwing agg omeratie blauwe hotspots (noordzijde Sloterplas, kop Java-eiland, kop Zeeburgereiland, Ì
binnenstedelijke rijksweg .
haven en Schiphol Buiteneiland IJburg, noordoever Gaasperplas, noordoever Nieuwe Meer) zijn Impressie
veerverbinding water bij uitstek geschikt voor vrijetijdsfuncties als sportparken, strandjes, buiten- stedelijk centrum.
vaste oeververbinding theaters en musea. De nadruk in deze gebieden ligt op buitenactiviteiten en
park, landschapspark en landschap
indicatie oeververbinding de programmering van de openbare ruimte. Eventueel hoort daar gebouwd
programma bij, maar verdichting is niet de opgave.
108 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 109
Plekken met stedelijke betekenis Plekken met stedelijke betekenis
_ e _ Groen-blauwe kralenketting
„r Es gt 4 Functiemenging ie e De noordoever van het IJ is een aaneenschakeling van kleinere en grote groen-blauwe hotspots.
ú E L] Ji ij Hi ï 4 | = " m Het is een verzameling van heel verschillende stedelijke plekken aan het water. Soms hebben
| f , „ge myn
u Í | ne en Rr Äk il 1 ze een groen karakter, soms cultureel, zoals Eye. Soms is het karakter ruiger en getekend door
5 n real Lin \ U if 8 ge.” : zi de oorspronkelijke havenactiviteiten, zoals de voorzieningen en instellingen op het NDSM-
It : rd | IE „ d il 4 terrein. Ze delen met elkaar de landschappelijke kwaliteit van de ligging aan de zonnige kant
Ale MN Î et oo a a a a
Le PE vr | i Wi lk A | NI en & ALT van het IJ en zijn aan elkaar geschakeld door verbindingen die deels direct langs het water
ie en IE ij Ld — tt, . .
Re oan, WEA et FE H ENE Rt ze EE RE lopen en deels verder landinwaarts liggen.
5 dek. ea RE OO Ii In Er ee. pen le 7 ee Verdichting B
a eh Tk k U AAN par E ek ,
EE Alke IJ AT lele) en - k a e _ Het centrumgebied
TEN 7 Ald ol hie . . . .
Ti UT ene f aak ì ES - 4 Ï De binnenstad en aangrenzende buurten in Zuid en West nemen binnen de stad en de rest van
mel 5 ij MR Íh ee | A d 4 LL Ae 2 k, 4 En Ì de regio een unieke plek in. Ook hier is de opgave om dit gebied van betekenis te laten zijn op
R LL RS EEY res lr GN eel verschillende schaalniveaus. Waar bij de stationskwartieren en de stedelijke centra de opgave
Mr hdi AN Ï . E ij iK de vooral is om de betekenis op de hoogste schaalniveaus te vergroten, vraagt in het centrumge-
= En I -. il LT - | 5 bied de lokale betekenis om aandacht. De opgave is om dit tot een plek te maken waar ook voor
I A t : a a a a
directe omgeving on de bewoners zelf en de mensen die er werken wat te vinden is, dat ze zich er thuis voelen.
Impressie stationskwartier de stad
_ = Opgaven voor plekken met stedelijke betekenis
E Ee) en te De plekken hebben een aantal opgaven om de stedelijke betekenis te vergroten. Per type plek
an. ‚if k ì Le En’ verschilt de mate waarin die opgaven gelden. Het zijn:
zn k sen A ed : ard Ii ï JÊ L Dn en * Functiemenging. Programma met betekenis op buurt-, stedelijk en regionaal niveau en wonen.
La Ex d Ei Eed EN | A Vooral de met openbaar vervoer goed bereikbare plekken zijn geschikt voor een programma
= Pl Ì dt LH Ee ' ni ha EN . . : e
Mt! lr et LH È j/ rd nT Li - KN Kwalitatieve openbare met een regionale en (inter)nationale betekenis. Maar voor alle plekken geldt dat ze iets te
á Safe F Fie Ik ee ee 7 . . . je EN
n 8 pe, Mt Pt ae ‚N 3 5 heet en ruimte die aansluit op bieden moeten hebben voor mensen uit de directe omgeving en voor mensen uit de hele stad.
me AN Ne ke IN Hi IC Tk de omgeving Voor stationskwartieren en stedelijke plekken is het doel niet om de functiemenging enkel op
5 en ne B oe Ì Eel end en an deze plekken te concentreren. Ze verbinden zich langs stadsstraten met voorzieningen met de
meh Hek NL ce Es i Ed el hi OL Len omliggende buurten.
Ia : TL EE EER et Ee) ú . . . . … . af …
| En E e td a Ge pe Er ant jn e Dichtheid. Voor de stationskwartieren en de stedelijke centra is verdichting een belangrijke
rt tl CRN > Er Ll NER HH
Î 1 he a 4E el d KS er p 5 LE Opgaven stedelijke plekken. opgave. Aan de ene kant omdat het centraal gelegen plekken zijn met uitstekende ontsluiting
Ì 1 ek Á Al EEn ihk COM kr k oe oa . .. .
f a û k dd, lekt} PS Ì me hi if per openbaar vervoer, waardoor ze bij uitstek geschikt zijn voor hoge dichtheden. Aan de
A Fr t 1 ee . . . .
en Á E : Ck andere kant omdat de dichtheid van wonen en werken het voorzieningenaanbod en dus de
| „ll pe a: Ets > atens gece beat stedelijke kwaliteit van deze plekken ondersteunt.
Í ad | d ne ELEN AK A mj _ & * _ Verbindingen. Aansluiten op de directe omgeving en de stad. Al deze plekken moeten goed
SE, Eri Er AT ea Opgave bereikbaar zijn, zodat mensen er gebruik van kunnen maken. De stationskwartieren hebben
Impressie stedelijk centrum. mits juist potentie door hun ‘gestapelde bereikbaarheid’ vanuit stad, regio en nationaal. De opgave
ï -
> _ ‚ 1 M_ ® ® is hier vooral een betere aansluiting op de stad en omliggende buurten met fietsroutes, stads-
Ee straten en stadslanen. Voor stedelijke centra geldt ook een opgave om ze goed te verbinden met
* E pà ke En fietsroutes, stadsstraten en stadslanen. Door in de voetgangersgebieden in de centra ruimte
Pe ue ae a | te maken voor de fiets worden ze veel meer onderdeel van hun omgeving. De groen-blauwe
s : dl hotspots ontlenen hun kwaliteit aan de landschappelijke omgeving, die vaak juist niet ingebed
en elk ee is in een netwerk van straten en lanen. Waar ze in groengebieden liggen is het de opgave om ze
} | ER | Je Be NER nn "| 8 @® ® goed bereikbaar te maken per fiets, ov, boot en te voet. Wel kunnen de hotspots spectaculaire
ie wijt frr j: ae EN, beëindigingen zijn van straten en lanen die ze met de stad verbinden.
pt dl Ek: É É ee Eh Ie Pe * _ Openbare ruimte. Een inrichting die uitnodigt tot verblijven en bewegen. Al deze plekken
rn Si d REE
Í AE | ar M d E B, ML 8 & 8 ontlenen hun aantrekkelijkheid aan de combinatie van het voorzieningenaanbod met de
FE atWj EM r Re pe à FT hk Ë wd de a FE verblijfskwaliteit in de openbare ruimte. Er is daarom in straten en pleinen veel ruimte en
OPP LI [A A $ Hel heei A TE Ë 5 aandacht voor groen, water en ontmoeting. Voor de pleinen is een inzet op verbijzonderde
iN An be ld \ nen dr hk | de mate waarin dit een opgave Is kwaliteit gevraagd. Een groene inrichting, met water en speelaanleidingen kan van deze
Af Ika MN j Ei Er
Á ( B \ fa Gr jen ind ie mn pleinen centrale ontmoetingsplekken maken voor de hele omgeving. De functie als ontmoe-
ADEN niet teel tingsplek vraagt ook om publiekstrekkende voorzieningen zoals cultuur, horeca en educatie.
4
Impressie groen-blauwe hotspot. Opgaven per stedelijke plek.
110 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 111
Werken, kennis en de haven Werken, kennis en de haven
wel Ruimte voor werk in alle buurten
Betekenis van deze kaart: In 2050 bestaat de hele stad uit buurten waar gewoond en gewerkt wordt.
, richtinggevend aan projecten. Bij verandering Die menging ziet er in de verschillende delen van de stad verschillend uit. In het
| van de situatie zijn de hier uitgezette lijnen centrum, in de stationskwartieren, in de transformatiegebieden en in Science
E : het uitgangspunt. ss ‚ ‚ ‚ ‚
IE ne J Pin gangsp Park is ruimte voor grote kantoren. Daarnaast is er ook ruimte voor kleinschaliger
j S ed £ en, 2 NE, werken, zoals diensten, detailhandel, horeca, maatschappelijke voorzieningen en
Fm mda en Eed Ne, 5 0 ren, bedrijvigheid. Het ov-netwerk en de openbare ruimte maakt de toestroom van
mf dl Rn Ë If mn et ….
ä hs ‚s Ne rl ; wa grote groepen werknemers mogelijk.
ï ï 5 ard dad je 5 Een groot deel van de buurten van de stad binnen de ring, ten zuiden van het IJ,
emme, en de u EE ie dn . . . …. je je je
Er mn r SE ahh ‚mee eed kent een fijnmazige menging van wonen en werken. Bedrijven in de plint, atelierwo-
E prm * = Bn EG lid en jd -
el BREN Jr | . .. Dj A
nn nn ningen, bedrijfsverzamelgebouwen en losstaande bedrijfsgebouwen maken deel uit
s Ë ne TN kt .
eminens ON et elan En an van de stedelijke bouwblokken waar een groot deel van de stad uit is opgebouwd. Het
| ER a rn sf me k aan gaat hier om verschillende soorten ruimte voor werk, zoals kleinschalig kantoorach-
si Ka 5 rn ee E zen” . . . .: . .
\ Á E / ers Benno A Pd tig werk, diensten, detailhandel, horeca, maatschappelijke voorzieningen en pro-
1 f E , Pa Wk en kn ee le e . EE : sas
Ë Í he AP GA d de i ductieve bedrijvigheid. Met name de laatste twee vragen expliciete aandacht, omdat
’ Í - ENE Rr wr Ms '
! ' VDE er in EEN ; deze dreigen te verdwijnen door de druk op de ruimte. Dit vraagt bescherming in de
f |, sd EN eel # ' en: En jn .
; 4 B c Î Em ie RD bestaande stad en bij nieuwe ontwikkeling het expliciet opnemen in het programma.
5 en E mm sl e ak ate E L ki. ks 1
ve et n De hom 1 pi rani * É he” 4 BT a, 8
ee | en an a A, WN Kn pe . .
en | IF a he Fe a De naoorlogse gebieden bestaan voor het grootste deel uit woningen. De ruimte
af ks mr ni ee a! ® f B.de a a. + voor werken is geconcentreerd op een aantal plekken: in de stedelijke centra, langs de en
4 TE - De De Ls enkele stadsstraten, rondom de kruisingen van stadslanen en in de oorspronkelijke nr r
en Fr Tes zl Le * 7 od a bedrijfsgebouwen en plinten. Ook bieden bestaande onderwijsgebouwen, waar ze die En En. en,
iel a hen! == EL e À P n Pen be . . el ERE B B Er . Mi N Ì
- e en | n% À EN bm “, F 3 functie niet meer hebben, soms ruimte voor bedrijvigheid. Ook hier zijn, net als in de Ee nd el Ie dn
mel ï q-. Ee ee k 4 . . . . Eeeh Ee Mn. … 7
+ ik, banmnereennnnennnennn Á) "r Bei hs N h Ru gemengde gebieden, allerlei verschillende soorten van werken te vinden. hk Lel heise, ee rd He,
fn sf 4 Ar TEL NE Fen.
4 dl = Ke er i PS ‚ ‚ tk nd pee Din RE,
£ " di Ke, ï Kenniskwartieren he ij EN ee en
5 5 5 . . … . . ‚ En an ek Ng gn
ee he 5 id Kenniskwartieren zijn de werkgebieden in de stad, waar kennisontwikkeling, gn Tad Hin, ge
5 Ne reen E ‚ . 5 ‚ . le En
k ” k # onderzoek en innovatie centraal staan. Ook deze buurten zijn nooit monofunctio- Impressie Go _—
Pml À pen Of neel. Er is ruimte voor wonen, werken en voorzieningen. Wel bieden ze, anders dan binnenstedelijk er
Wa gemengde stadsbuurten, plek aan grote werkgebouwen en onderzoeks- en onder- bedrijventerrein.
a ® wijsinstellingen. Maar altijd in combinatie met kleinschaliger werkplekken en vrije
. a: Ni ai ruimte voor experimenten. Randvoorwaarden voor concentratie en netwerkvorming
Menging wonen werken Verbindingen =d ad e . , ‚ Ra .
À ai zijn een ‘anchor’ (een groot kennisintensief bedrijf of instelling) en een netwerk van
Bgrootschalig werken metro met station kleinschalige toeleveranciers en klanten eromheen. Vaak zijn dit start-ups en spin- Pin
fijnmazige menging “-- spoorweg met station offs. Ook hebben sterke kenniskwartieren een bepaalde schaal nodig ten behoeve van en jn we "
voornamelijk wonen rijksweg met afslag uitwisseling, gedeelde voorzieningen en zichtbaarheid. GE Oh nn er
kenniskwartier binnenstedelijke rijksweg n . a eee en
Bedrijventerreinen Ee NS if en: ;
Bedrijven en haven regiohub - P+R bestaand Waar kantoormilieus gebaat zijn bij menging van functies en concentratie, is Ì DSS SEL
£: potentie regiohub auto - ov dit voor bedrijfslocaties en bedrijventerreinen minder het geval. Veel grootschalige ne Eh ne ae
bedrijvigheid en logistiek . . . 8 ET
DO potentie stadshub productie, logistiek en ondersteunende diensten als schoonmaak- en bouwbedrij- ne nf
Boinnenstedelijke bedrijventerreinen ventie locistieke hub ven zijn meer gebaat bij een bereikbare en betaalbare plek dan bij een gemengde, Impressie ht k —
a potentie logistieke hu , … , > rt
zoekgebieden voor mogelijke centrale locatie. Daarom wijzen we een aantal plekken in de stad aan, waar bedrij- logistiek -
transformatie na 2040 veerverbinding vigheid niet met woningbouw wordt gemengd. bedrijventerrein.
WBhavengebied vaste oeververbinding
Aihafgestemde ontwikkeling stad en haven indicatie oeververbinding Het grootste deel van de bestaande bedrijventerreinen in de stad (die nog niet
aangewezen zijn als transformatiegebied) blijft behouden om ruimte te behouden
circulaire hub . … . : 5 as 5 5
© circulaire hu in de stad voor bedrijven die een functie vervullen in de stedelijke economie. Wel is
„! energiehub Hemweg ook op deze terreinen een opgave om efficiënt met de ruimte om te gaan en indien
B hub energieopslag mogelijk de werkfunctie flink te verdichten. Dat betekent compacte bebouwing en
een differentiatie in terreinen, afhankelijk van de ligging.
112 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 113
Werken, kennis en de haven
Het uitgangspunt bij transformatie van bedrijventerreinen is dat verstedelijking niet ten koste
mag gaan van bedrijvigheid die noodzakelijk is voor het functioneren van de stad. Ervaringen uit
lopende transformaties gebruiken we om plannen op de langere termijn (zoals Cornelis Douwes
0-1) aan te scherpen. Voor Amstel III bedrijvenstrook onderzoeken we mogelijkheid van een
compacte ontwikkeling. Afhankelijk van het succes om bedrijvigheid met wonen te mengen in de
transformatiegebieden, is het op lange termijn (>2040) mogelijk om ook dit gebied gedeeltelijk te
transformeren naar een gemengd gebied met wonen. Uitgangspunt daarbij is dat het vloeroppervlak
voor stadsverzorgende bedrijven minimaal even groot blijft en liefst toeneemt. Een andere voor-
waarde is dat deze ontwikkeling gepaard moet gaan met het verbeteren van de verbinding tussen de
Bijlmer en de Amstelscheg.
De haven
Het havengebied ten oosten van de A10 transformeert als Haven-Stad geleidelijk naar gemengd
stedelijk gebied. Het havengebied ten westen van de A10 blijft haven- en industriegebied.
Dit gebied is nodig voor logistiek, industrie en nutsfuncties en voor de hubfunctie voor duurzame
energie en circulaire economie. De gewenste ontwikkelingen in het havengebied vragen ook om
milieuruimte. Om de combinatie met de ontwikkeling Haven-Stad ten westen van A10 mogelijk
te maken, is een zonering van het havengebied nodig. Waarbij de activiteiten aan de oostzijde van
het havengebied meer rekening moeten houden met stedelijke gebieden in de buurt. Aan de west-
zijde van het havengebied zijn activiteiten met grotere milieucontour mogelijk. Andersom geldt ook
dat de snelheid van de ontwikkeling van Haven-Stad en de stedenbouwkundige opzet afgestemd
moet worden op activiteiten in het havengebied. Globaal kent Haven-Stad de volgende fasering.
De eerste gebieden zijn nu al in ontwikkeling. Rond 2030 kan ook in het pas-op-de-plaatsgebied
gestart worden met bouwen van woningen en na 2040 kan het laatste deel, de Coen- en Vlothaven,
ontwikkeld worden.
Rondom de afritten van de A10 is plaats voor logistieke bedrijven. De kavels die aan kades met
diep water liggen, worden gereserveerd voor watergebonden bedrijvigheid.
ij Grootschalige bedrijvigheid en logistiek ij
Type bedrijvigheid | Distributiecentra en groothandel
| Opgaven Verbeteren economisch klimaat door intensiveren en verduurzamen, gericht op
efficiënte bevoorrading van de stad (hubs)
Binnenstedelijke bedrijventerreinen |
| Type bedrijvigheid | Maakbedrijven en stadsverzorgend (bouwgerelateerd, services, verhuur, groothandel,
werven). Veel van deze bedrijven kunnen of willen zich niet vestigen in een productieve
wijk vanwege de benodigde milieuruimte, hoeveelheid (vracht)verkeer, behoefte aan
buitenruimte, etc.
| Opgaven | Verbeteren economisch klimaat door intensiveren en verduurzamen, waarbij bedrijfs- 1
ruimte betaalbaar en bereikbaar blijft; verbeteren aansluiting met de stad ÀA Mm ste rd d Mm
Op lange termijn transformatie naar gemengd gebied
| Type bedrijvigheid | Nu regulier bedrijventerrein, op termijn bedrijvigheid, die mengbaar is met wonen ve rb O n d e n /
| Opgaven | Verbeteren economisch klimaat door intensiveren en verduurzamen; waarbij bedrijfs- | ZZ
ruimte betaalbaar en bereikbaar blijft strategisch ontwikkelen, zodat verdichting en OQ OQO k MM et W d t e r
menging met wonen op lange termijn mogelijk blijft
| | en groen”
Ruisch Festen | Stadsdeel Oost
114 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 115
Een klimaatneutrale stad Een klimaatneutrale stad
Duurzame energieopwekking en -opslag
Voor wind zijn er zeven zoekgebieden aangewezen, plus Waterland/IJmeer als extra zoek-
gebied wanneer de ambitie niet binnen deze zeven zoekgebieden gerealiseerd kan worden of
em : A wanneer er vanuit het Rijk een extra opgave wordt opgelegd. Wat betreft zonne-energie richt
am en . En, ed de gemeente zich op alle geschikte daken. Daarnaast wordt gezocht naar locaties waar dubbel
pen mn mn Vn n. Ee PTEET B TET Een, . . n . .
nn enn nn EE he " FEE ae ruimtegebruik toegepast kan worden, bijvoorbeeld op P+R-locaties en langs infrastructuur (zowel
: — 3 == Vee, Frerverrenrnenenn nme rg Arg op taluds, geluidsschermen, of bijvoorbeeld metrostations). Op de kaart is ook extra zoekgebied
NE 0 voor zon aangegeven. Er wordt pas naar dit gebied gekeken wanneer de ambitie niet binnen de
Í EE eenn ee andere zoekgebieden gerealiseerd kan worden of wanneer er vanuit het Rijk een extra opgave
=- - sr nm L nme eer neer ree vere net ve neee
Eer: hetere ere AEN
—_r "ee MEET EAP AET err En ENEN ENTENTE EEN CER . . . . . . . . .
ne nd dennen arn mnneennnnnnn een Een zoekgebied is een gebied waar in de basis potentie is voor windenergie, maar waar de
mmm Ll km EEEIKEDEELELE 0 ee real . . . .
er == nn ERE emeente Amsterdam nog nader onderzoek gaat doen wat de specifieke mogelijkheden in dat gebied
ï s 8 s P gelij s
Ä en , neee enn ERA NEEE zijn. Wanneer een gebied is aangewezen als zoekgebied betekent dit niet dat het gehele gebied
EEZ ke ee ee wordt benut voor de opwek van windenergie. De inpassing van windmolens vraagt om een brede en
gp a Eene en . : 2
Î meh Nm AN gem integrale afweging. Het stadsbeeld, waar ze door hun hoogte een prominent onderdeel van zullen
en ke ETE uitmaken, veiligheid, geluidhinder en het zoeken naar menselijke maat in ontwikkellocaties zijn
Í er % EL ed ne …. …
\ = i La u. En daarbij belangrijke aspecten.
En En
ee 5 Ee In de haven wordt ruimte gegeven aan bedrijven die zich inzetten voor duurzame energieop-
in “je f 1 kT wekking en —-opslag en circulaire economie. Hier vraagt het spanningsveld tussen de milieuruimte
EE 5 8 à en k van deze bedrijvigheid en de stedelijke ontwikkeling in de directe omgeving om een wederzijdse
# en, a ns me 1 . .
dn, jë e en inspanning.
= Nn 4 == ü „ nr kN E
gk, Pi Dn re L .i
ee ke, rr” Kk Em
en ml | hk „al Datacenters
7 == Amsterdam heeft de grootste concentratie van datacenters in Europa. Dat betekent veel
al No EK
‚À Em == , locaties, veel vermogen aan servers en dus veel restwarmte. Deze restwarmte kan in de toekomst
ke ZZ ï een belangrijke rol spelen voor de Amsterdamse warmtevoorziening. Veel van de Amsterdamse
. ed Te rd … ‚ 8 : -
Betekenis van deze kaart: At mr datacenters zijn geclusterd in en rond Science Park, Haven-Stad, Schinkelkwartier en Amstel III
opgaven, kansen en ruimtevragers die je r (bedrijvenstrook). Rond die locaties is vaak ook grootschalige gebiedsontwikkeling mogelijk. De
ingepast moeten worden en vragen om een == Felt lage temperatuurwarmte (25-30 °C) kan in nieuwe warmtenetten aan de gebiedsontwikkeling
integratie-afweging in relatie tot andere _ ME worden geleverd (een gebied met een straal van één à twee kilometer) of worden opgewaardeerd
ruimtevragen. hr met elektriciteit en op het bestaande stadswarmtenetwerk worden ingezet voor de verwarming van
n Kg heel Amsterdam. In het vestigingsbeleid datacenters wordt ingezet op selectieve groei van datacen-
Energie Verbindingen ters (in en rond de bestaande datacenterclusters) in Amsterdam en verder groei in de MRA-regio.
zoekgebied windenergie op Amsterdams grond- rijksweg met afslag Datacenters hebben een enorme impact op het ruimte-, water- en elektriciteitsverbruik. Door ze
gebied slim in te zetten voor de warmtevoorzieningen kan een deel van deze impact worden verkleind en
zreserve zoekgebied windenergie op treinspoor de waarde voor de stad worden verhoogd.
Amsterdams grondgebied
—__ extra zoekgebied zonne-energie op Algemeen Nota bene:
Amsterdams grondgebied . . . .
gronds '= gemeentegrens Amsterdam De kennis van en ervaring met duurzame energie- en warmteopwekking, opslag en aanvoer
® warmtebron: datacenters bebouwing agglomeratie is volop in ontwikkeling. Daardoor kunnen we in deze omgevingsvisie niet het complete beeld van
potentieel verwarmingsgebied datacenters water warmte- en energiebronnen en de ruimtelijke implicaties van de energietransitie geven. Naast de
2 circulaire hub restwarmte vanuit datacenters, komt de komende jaren meer informatie beschikbaar over andere
_ belangrijke warmtebronnen, zoals aquathermie, geothermie of andere restwarmtestromen
1 _energiehub Hemwe . . 5 5 EE Ne
* 9 9 (zie RSW en TVW op blz. 149). Een integrale aanpak van de ondergrond in relatie tot de inrichting
ik hub energieopslag van de openbare ruimte en de ruimtevraag voor onderstations en andere nutsvoorzieningen in
relatie tot gebiedsontwikkeling vraagt om verdere uitwerking.
De zoekgebieden voor zon- en windenergie zijn overgenomen uit de concept-RES van voorjaar
2020 en zijn voorlopig. Er vindt rond de vaststellingsdatum van deze ontwerp-omgevingsvisie een
separaat afwegingsproces met participatie plaats. Conform het besluit over de RES 1.0 zullen de
zoekgebieden worden opgenomen in de omgevingsvisie.
116 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 117
Legenda voor alle stadsdeelkaarten
[ ì $ | En En NM op de hieropvolgende pagina’s van
dit hoofdstuk.
De Omgevingsvisie Amsterdam 2050 gaat over de stad als geheel, in de context van de Algemeen Stedelijke ontwikkeling
grotere omgeving. De opgaven, keuzes en richtingen die beschreven zijn in deel | slaan op bestaande bebouwing luwe stadsbuurt
verschillende manieren neer in de verschillende delen van de stad. In dit hoofdstuk wordt .
. . . . beschermde stadsgezichten gemengde stadsbuurt
de stadsbrede visie toegespitst op de stadsdelen. Bovendien wordt in beeld gebracht wat
het totaal van de kaders uit de ruimtelijke en programmatische basisstructuur betekent park, landschapspark, landschap B _hoogstedelijke buurt
voor de stadsdelen. Daarnaast zijn in alle stadsdelen belangrijke schakelpunten benoemd: 5 sportpark B hoogstedelijk centrum
de plekken waar de verschillende delen van de stad bij elkaar komen en nu vaak nog met —__groene oevers (productieve) bedrijvigheid in de buurten
de ruggen tegen elkaar liggen of gescheiden worden door ongedefinieerde plekken.
… eo . . water EZ opgave park
Vaak zijn dat pleinruimten, die nu nog vooral een verkeersfunctie hebben, maar als _
ontmoetingsplek juist een centrale en verbindende rol kunnen spelen. De opgave om hier p Bstadsstrand kleinschalige ontwikkeling en transformatie
prettige en vanzelfsprekende plekken van te maken is vaak complex en vraagt om een dijken = zoekgebied voor mogelijke transformatie na 2040
integrale benadering van bebouwing, openbare ruimte, infrastructuur en programma. PBbedrijventerrein È kenniskwartier
Voor elk stadsdeel is een overzicht gemaakt van de belangrijkste elementen op de
nn m zoekgebied Passenger Terminal Amsterdam
stadsdeelkaart. Verbindingen
schakelpunten
—_ stadsstraat
zoekgebied sportlandscha
— ontbrekende verbinding stadsstraat . 9 p p
0 —stadslaan Plekken met stedelijke betekenis
: i n nn, Ô ontbrekende verbinding stadslaan ME stationskwartier
LP Ee J
Havengebied d î fi SE Pi tee pe FP) langelijnenfietsnetwerk _n stedelijk centrum
a ie | 5 KE af EN plusnet fiets Es groen-blauwe hotspot
Eehke. hide d RD el
LW tE, ) Eg kt d ‘ ontbrekende schakels fietsnetwerk “en = groen-blauwe kralenketting
dn a Î — e
3 a, an,
. en | Pi E hef Pi essssverbinding stad en landschap … het centrumgebied
en} ij … ' fi, / En
mn er | DS, N LL] verkleinen barrièrewerking
R | eem PE, aon Energie en duurzaamheid
ie ap) ik Pet, If BA ad Pr s==metro met station
É © 1 \ Fi AK Lln Ehavengebied: nader te zoneren
\ ï p. a A nn hoogwaardig openbaar vervoer
ee Oi t fe ed AfAafgestemde ontwikkeling stad en haven
Le ij he —_ "rersspoorweg met station
\ \ E, zoekgebied windenergie op Amsterdams
Pan Br Oost binnenstedelijke rijksweg grondgebied
Ô pr _
\ | LT rijksweg met afslag = zoekgebied zonne-energie op Amsterdams
„=== veerverbinding grondgebied
F Ja — — vaste oeververbinding & warmtebron: datacenters
— E Sen -===sindicatie oeververbinding ® opslag duurzame energie
Ni | 0
ren Ed … regiohub - P+R bestaand 3 circulaire hub
ke Dr \ ak : i “4 energiehub Hemwe
De stadsdelen van Amsterdam die in de hieropvolgende pagina’s el + potentie regiohub auto - ov - 9 9
beschreven worden. Havenstad is meegenomen in het kaartbeeld van potentie stadshub -E_ tegengaan bodemdaling, vergroten biodiversiteit
stadsdeel West en stadsdeel Noord om de ruimtelijke samenhang @ potentie logistieke hub
inzichtelijk te maken. Het Havengebied wordt niet als apart gebied
beschreven, omdat het al aan bod is gekomen op pagina 112 t/m 114.
118 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 119
den is een opgave. De opgave wordt door de groei van het aantal baar vervoer. Tegelijkertijd blijft er vrije ruimte in leegstaand
ï 4 inwoners urgenter. In heel Nieuw-West speelt verduurzamingen vastgoed en aan de randen van de buurten.
hk rr kwaliteitsverbetering van woningen een belangrijke rol. Betaal-
B EJ _, En: el baarheid is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Verduurzaming en vernieuwing staan soms op gespannen
= „a Ä | he En ACH ä voet met de erfgoedwaarde van buurten. De samenhang tussen
n & Kl FW
A | Ee mee en hedde Om het hele stadsdeel te laten meeprofiteren van nieuwe gebouwen, buurtgroen en stadsdeelgroen vraagt om ingrepen
ke Ui am Oms ed ri EK = nm ontwikkelingen in Slotervaart, Slotermeer, het Schinkelkwar- die de opzet eer aan doen. Gefragmenteerd vernieuwen doet die
er KES Wa de ri Tk tier, Haven-Stad en Sloterdijk is het versterken van doorgaande samenhang juist teniet. Op die manier kunnen bestaande kwa-
| Beens Kel . : ser : se:
AIR ER og 255 4 Bk ä rs routes nodig. Dat kan door in te zetten op groene wandel- en liteiten versterkt worden en nieuwe kwaliteiten worden toege-
‚IJ Ts ek Li wed Pk k fietsverbindingen en door van drukke verkeersroutes stadsstra- voegd die tegemoetkomen aan de wensen van huidige en nieuwe
# SE | î sel ES Konpe - N
B mok il d Hi Dre of id \ | ten en stadslanen te maken. Sommige van die stadsstraten en bewoners.
| Fe slk mied Et EE, Bef en ek . stadslanen bieden ook plek aan nieuwe ontwikkelingen, zoals
| P BANE PE A Tk ES / oe | \ \ Lelylaan, Burg. Roëllstraat en Johan Huizingalaan. Ze sluiten aan Belangrijkste elementen op de stadsdeelkaart
af hin GE me 8 : Jr ii Ù Ì Td Ë op metro- en treinstations en verbinden Nieuw-West veilig en ° Osdorpplein wordt ontwikkeld tot stedelijk centrum:
er E Te ri Fn | nf Pp 8 PP J
On Dn / TEA À d Er af: Rn | \ Î vanzelfsprekend met het centrum, nieuwe ontwikkelgebieden en verdichting, meer (grootstedelijke) voorzieningen, zoals
rn ke N ijk 00 En is Kn ed eN | rl de centrumgebieden in het stadsdeel zelf. Langs de Oude Haagse een nieuw theater.
B We ON _ Le h F ke — . der Weg en de Anderlechtlaan is ruimte voor ontwikkeling. Deze e _ Kop Sloterplas mogelijkheid tot groen-blauwe hotspot:
EE E Ig 2 Ea PN | j \ mi vergroot de kwaliteit van het aanliggende groen en de openbare integrale opgave van openbare ruimte, ov- en fietsverbin-
Ii dl re” vl et Li e r ve de ruimte, maar blijft buiten de hoofdgroenstructuur. dingen en publieksvoorzieningen.
ap sen, RA _ A mmm je — | e Mogelijkheid voor een groen-blauwe hotspot aan de Nieuwe
Ë re = Ei
E : Ì Pe _ 14 me Verdichting van Nieuw-West gaat hand in hand met meer Meer nabij een nieuwe metrohalte: vergroten van de
ee à | Î we kwaliteit van het groen. Deels door in parken te investeren en ublieke betekenis door bijvoorbeeld horeca, sportvoorzie-
\ s P P J Pp
Er L za en ke a pe . . . . .
ke À len / en deels in buurten en straten. De Sloterplas wordt het hoogwaardig ningen of een culturele instelling.
Nn f Es ne i / Ks Er ingerichte groene hart van Nieuw-West. Om de bomenstructuur © Versterken noord-zuid en oost-west gerichte routes, die het
oi ze En TE a. Er de drager van de straten en lanen te maken, is investering in de gebied intern verbinden en doorlopen in de grote ontwikke-
Ee EA À e il ed ondergrond nodig. In verdichtingsgebieden richten we de open- lingen van het Schinkelkwartier en Sloterdijken.
Ek s . . . . 5 .
! - r IE bare ruimte groen en autoluw in. * _Stationskwartieren Lelylaan en Sloterdijk: stevige ver-
5 WW en Gh — Fai N LT dichting, ruimte voor wonen, werken en (grootstedelijke)
3 Hiilitt Ake Ei na ket | EER Ez Een speciale opgave ligt er in de wijkwinkelcentra. Hier voorzieningen, zoals onderwijsinstellingen.
KE Ee 25E kr ä pa u wordt gezocht naar menging met meer wonen en voorzieningen * _ Meteen vergaande verandering van het autonetwerk en
mn 4 i
: & Jd De men En en een betere aansluiting op de omliggende buurten. Osdorpplein autogebruik in de stad kan een nieuwe aansluiting op de A5
ER TE ontwikkelt zich van stadsdeelcentrum tot stedelijk centrum, met nodig zijn.
Betekenis van deze kaart: ET == : … : .
meen meer wonen en werken en culturele voorzieningen metstedelijke «© _ Spieringhorn in de Brettenzone wordt getransformeerd naar
agenderend en richtinggevend aan projecten. 5 5 dm . .
… ‚ , uitstraling, waaronder een theater aan de Sloterplas. Gestreefd een sportlandschap.
De aanduiding voor stedelijke ontwikkeling . . . .
en in oe wordt naar een goede mix aan aanbod van bedrijvigheid en ver- e _Schakelpunten die verschillende buurten met elkaar kunnen
is indicatief en duidt niet de specifieke . . . . .
rr: Nieuw-West schillende typen winkels en horeca. verknopen, met een integrale opgave van openbare ruimte,
grens van de betreffende ontwikkeling aan.
Bii . be in oe . infrastructuur, ov- en fietsverbindingen, bebouwing en
ij verandering van de situatie zijn de hier
uitgezette lijnen het uitgangspunt. Nieuw-West kent een prettige afwisseling tussen stedelijke Op lange termijn kan het aanleggen van een oost-west- voorzieningen zijn het Lambertus Zijlplein en Belgiëplein.
en rustige plekken. Kenmerkend is een uitgekiende samenhang metro de positie van Osdorpplein nog verder versterken. Verdere
tussen gebouwen, buurtgroen en stadsdeelgroen, met Sloterplas verdichting met werken en voorzieningen is mogelijk rondom de
en Sloterpark als middelpunt. Op basis van deze kenmerken stations Lelylaan en Sloterdijk. Deze stationskwartieren vragen
kan het stadsdeel zich met een sterke eigen kwaliteit verder wel om een betere inbedding in de stad door de ontwikkeling van
ontwikkelen. aanliggende straten tot stadsstraat of stadslaan. “Je kunt nu wel vanuit m In
buurt fietsend of met de
Nieuw-West groeit dankzij de koppeling van gebiedstrans- De verduurzaming van woningen en het verbeteren van de tram naar het centrum.
formatie van het Schinkelkwartier, Sloterdijk en Haven-Stad woonkwaliteit, waarbij onder andere vergaande verkamering van Maar er is geen aans luitin g.
en herontwikkeling van bestaande woongebieden uit tot een woningen moet worden tegengegaan, kan hand in hand gaan met Ik vind het idee om echte
stadsdeel met een meer regionale functie als stedelijk centrum. het vergroten van de diversiteit in woningtypen in verschillende straten te maken tussen
De dynamiek draagt bij aan de verbetering van de leefbaarheid en buurten. Bewoners moeten wooncarrière kunnen maken in hun Nieuw-West en het centrum
wijkeconomie en helpt om segregatie en kansenongelijkheid te eigen buurt. Verdichting en toevoegen van andere woningtypen daarom goe d”
verkleinen. Het verbeteren van de sociale cohesie, het vreedzaam zijn in veel buurten onmisbaar voor het op peil houden van de
naast en liefst met elkaar leven van diverse culturen en leeftij- leefbaarheid, het voorzieningenniveau en het aanbod aan open- Leila Badaou | Stadsdeel Nieuw-West
120 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 121
de Johan Cruyff ArenA en concertzalen zijn hiervoor al ingredi- De Gaasperplas is, samen met het Noorderpark, een van
Betekenis van deze kaart: enten. Amsterdamse Poort kan als plek met stedelijke betekenis de twee Amsterdamse parken met een metrostation. Het kan
agenderend en richtinggevend aan projecten. een bijdrage leveren aan het verminderen van de druk op de uitgroeien tot groen-blauwe hotspot. Dat houdt in dat, naast
De aanduiding voor stedelijke ontwikkeling binnenstad. Daarvoor zijn niet alleen ruimtelijke ingrepen nodig. de bestaande, zoals de waterspeeltuin, ruimte moet zijn voor
is indicatief en duidt niet de specifieke Station Bijlmer als een volwaardig intercitystation en hetaanslui- nieuwe voorzieningen. Zij moeten passen bij het landschappe-
J 8 y 8 J P J PP
N grens van de betreffende ontwikkeling aan. ten op het nachtnet kan helpen om van ArenAPoorteen nationaal lijke karakter. Voorzieningen als horeca en een passend museum
k Bij verandering van de situatie zijn de hier . ‚ ‚ … … . or
nf Ps \ met uitgezette lijnen het uitgangspunt. leisurecentrum en een regionaal winkelcentrum te maken. zijn wenselijk, evenals een nieuwe en veilige zwemplek en het
et, a ik ie IL opknappen van het voormalige Floriadeterrein.
Be E en á ak 1E Ke De In de Bijlmermeer en in Gaasperdam liggen grote opgaven
Ke URS af ei E ,= ú iN EN | | ten aanzien van het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid. Zuidoost heeft een zeer beperkt oppervlak aan sportparken.
ln # ef he GN EN 6 ze N … An A iN s d Î Dit kan hand in hand gaan met het versterken van de wijkecono- Er zijn mogelijkheden voor het toevoegen van sportvelden in
Ee EA ai Ee EN EE BR S mie. Dat vraagt vooral om een slimme verdichting van de buurten, ontwikkelgebieden of onderzoekslocaties. In de Bijlmerweide en
R ales on gn ie ks i AB ge 1 j met behoud van het groene en rustige karakter. De vernieuwing het centrale park Gaasperdam zijn onderzoekslocaties opgeno-
ee be s Rd \ +» ik 3 , a Í & An | van de Bijlmer wordt afgerond. Er worden niet alleen woningen men, dicht bij de buurten van de Bijlmer en Gaasperdam/Amstel
: ed 4 id k’ | \ a Le 5 F LE h k toegevoegd, maar ook werkfuncties die de wijkeconomie moeten II, wat de drempel voor sportdeelname door de bewoners aan-
î eN Za N DS LE SS E ze) ad DR en de, # | versterken. In Gaasperdam is ruimte om te verdichten, werk- en zienlijk kan verlagen. Sportvelden moeten landschappelijk zorg-
erk a 4 ij 4 PE, À Be at de EE An LS nk woonfuncties en voorzieningen toe te voegen. De focus ligt nu vuldig worden ingepast. We zoeken daarbij ook de samenwerking
a A = le en ze & me À ni RN Î \ op de aanpak van Holendrecht en Reigersbos, en in de nabije met omliggende gemeenten.
KNS LA É oe ze Gn BE E La toekomst op de ontwikkeling van de bouwvelden langs de over-
hd Ar se rad Na LT DE Ais on tre kluisde A9. Ook kan aan de zuidzijde van de Gaasperplas woning- Belangrijkste elementen op de stadsdeelkaart
& z ei ae Ak wek @ ee bouw worden toegevoegd. Niet om grote aantallen te halen, maar * _ Stationskwartieren Amsterdam Bijlmer ArenA en Holen-
TR 4 Nrs 5 , / wel om de Gaasperplas beter te verbinden met de wijk. drecht: stevige verdichting, ruimte voor wonen, werken en
zl SM 0 ee de e At Î (grootstedelijke) voorzieningen, zoals leisure of in relatie
ke 4 | Î In zowel de Bijlmer als in Gaasperdam zijn mogelijkheden met het kenniskwartier van het AUMC.
hd it k À voor verdichting. Langs de af te waarderen en te verlagen Gooise- e Mogelijkheid voor een groen-blauwe hotspot aan de
e Sie ee kh k ® mame weg en langs diverse dreven is ruimte voor nieuwe woningen. De Gaasperplas nabij de metrohalte: vergroten van de publieke
Se ” ks AE L ES fiets- en autoverkeersstructuren zijn in deze wijken nu nog van betekenis door bijvoorbeeld horeca, sportvoorzieningen of
5 P zt Bi ze " he elkaar gescheiden: auto’s rijden over de dreven, fietsers over vrij een culturele instelling.
a El Ne ; liggende fietspaden die de dreven meestal ongelijkvloers kruisen. * _ Verminderen van de barrièrewerking van de A2 van stad
Ge PE De dreven kunnen straks hoofdnetwerk van lanen vormen, waar naar landschap en van de A9 tussen de buurten in Amstel III
nn verschillende soorten verkeer gebruik van maken. Bovendien zou vooral voor fietsers.
CD een groot deel van het publieke leven zich er kunnenafspelen door © De dreven als verbinders. Omvormen van autoroutes en
: : For Ou A er aangename verblijfsruimten van te maken. Er zijn ook plekken barrières naar prettige straten en lanen, waarlangs ruimte is
5 ze waar fietsers, ov en auto’s nu al samen komen en waar die kwa- voor verdichting.
liteit uitgebouwd kan worden. Dat is bij de centra van de wijken * _ Spoorzone als ruggengraat. Langs het spoor ligt een integrale
Zuidoost rond de metrostations. Daar kan verdere verdichting met voorzie- opgave voor verdichting, het versterken van de stationsom-
ningen en werkfuncties (en wonen) plaatsvinden. De verdichting gevingen, het verbeteren van routes en het verknopen van
Zuidoost is binnen Amsterdam qua ruimtelijke opzet, bebou- nieuwe woningen gebouwd, met behoud van de werkfunctie. De en transformatie van de Bijlmer en van Bijlmer-West gaat gepaard de beide kanten van het spoor.
wing en de relatief grote afstand tot de rest van de stad bijzonder. bestaande werkgebieden hier veranderen in een heel nieuw stuk met investeringen in nieuw groen, zoals het Hondsrugpark. * _ Gooiseweg als stadslaan. Een autoluwe stad biedt mogelijk-
Dat geldt zeker ook voor de unieke culturele diversiteit, die er stad, met levendige straten en volop groen en voorzieningen, heden voor een nieuwe betekenis voor de Gooiseweg. Deze
in de afgelopen decennia is ontstaan. Zuidoost zal de komende zoals sterke ov-verbindingen. Bijlmer en Gaasperdam worden Zuidoost is bovenal een groen stadsdeel, dat aan drie zijden route verandert van stadssnelweg tot een prettige laan die
jaren uitgroeien tot een sterke stedelijke kern met een duidelijk tegelijk gemengder door het toevoegen van werkfuncties én grenst aan het landschap van de Diemer- en Amstelscheg en het Zuidoost met het centrum verbindt. Dankzij woningbouw
eigen karakter. Daarbij zullen de bestaande buurten in de Bijlmer, woningen in de centra bij de metrostations en langs de dreven. Utrechtse landschap van de polder Gein. De drie groene fiets- en nieuwe groene plekken richten buurten zich naar deze
Gaasperdam en Gein samen met nieuwe buurten in Bijlmer-West De spoorlijn, met trein- en metrostations en goede onderdoor- routes van oost naar west, van scheg naar scheg, zijn belangrijke nieuwe laan.
een herkenbare en onderscheidende eenheid gaan vormen. gangen moet van scheidslijn een ruggengraat worden, om segre- verbindingen. De Diemer- en de Amstelscheg zijn vanuit Zuid- * _ In het Gaasperpark wordt nieuwe ruimte voor sport gemaakt.
gatie en kansenongelijkheid te verkleinen. Bijlmer-West wordt oost niet goed bereikbaar. De A2 en de Provinciale Weg langs de
Nu zijn er aan weerszijden van het spoor nog twee totaal ook een verbinder tussen de Bijlmermeer en de Amstelscheg. Gaasp vormen barrières die er om vragen geslecht te worden.
verschillende gebieden. Aan de oostkant van het spoor de groene Nieuwe groene routes kunnen de buurten in Zuidoost met elkaar “Ik voel me thuis in Zuid oost, oM dat ik
woonwijken Bijlmer en Gaasperdam. Aan de westkant het Amsterdamse Poort groeit samen met de Arenaboulevard en met het landschap verbinden. Daarnaast zijn van noord naar me kan herkennen in de verschi II ende
kantoren- en bedrijvengebied Amstel III en ArenAPoort met binnen Amsterdam uit tot een stedelijk centrum met regionale en zuid goede en sociaal veilige fietsroutes belangrijk. Dat is nu nog mensen die er wonen”
grote publiekstrekkers, beide nagenoeg zonder bewoners. In dit (inter)nationale aantrekkingskracht. De uitstekende bereikbaar- een knelpunt in Zuidoost, niet alleen binnen het stadsdeel, maar
nieuwe Bijlmer- West worden de komende jaren tienduizenden heid van het gebied, samen met de grootstedelijke functies als ook tussen het stadsdeel en stadsdeel Oost. Rachel Tokromo | Stadsdeel Zuidoost
122 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 123
In ontwikkelbuurten als de Banne liggen kansen voor ver-
Betekenis van deze kaart: dichting. Nadrukkelijk met mede als inzet nieuwe groene kwali-
agenderend en richtinggevend aan projecten. teit. Ook kunnen de naoorlogse buurten rondom het Buiksloter-
De aanduiding voor stedelijke ontwikkeling meerplein via aantrekkelijke straten beter aangesloten worden op
ie is indicatief en duidt niet de specifieke ‚ ‚ ‚
het vernieuwde Buikslotermeerplein.
ma grens van de betreffende ontwikkeling aan.
ee vk
me Bij deri de situatie zijn de hi
Ba Ke se ki veran enng van ° Sane ZN de Mer Dankzij de behouden polders binnen de stad, de Waterlandse
a” “ en uitgezette lijnen het uitgangspunt. … .
en Ber T wal m | - ziee nd Zeedijk, de Noord-Hollandse kanaalzone en het open veenweide-
ne, ie: id Bie hi. ebied in Waterland is Noord het meest landschappelijke stadsdeel
Ia À 1 x 8 ppelij
ie 3 Pa E ar mergnennntt 7 | u hein, . : .:
K rj Pr KNS ne EAT A hk sr | Pie, B. van Amsterdam. Door rekening te houden met zichtlijnen brengen
A bs Ta p EN ij } ht p: gee es we waar het kan het water meer in beeld. Ook de groene kwalitei-
vi En mf A Vr 3 EE ke lg, 7 | a a BE ir dl 1 dk ren ten verdienen versterking. Binnen de stad door sport, ecologie en
EE, 7 / i tek hie ik rd el He, Í e pe ontspanning te verenigen. In landelijk Noord willen we bodemda-
En. PU Me ke de 7 AE Eef pd lingt de landschappelijke kwaliteit en biodiversiteit
EE 1 LAP raast A Ez fs P # ê ing tegengaan en de landschappelijke kwaliteit en biodiversitei
AT û Ns pj Pep he en Ë Pä ; el le vergroten door een stevige inzet op kringlooplandbouw.
ut vd in kj] het à he, ke er rai pi Eens Fe ie Ù E ; Ee ld
ke fe ; Ned. / Zi Ne Mi A We! ktp a sl ì 4 Pi ee Ti ad
Lg PA, ì ie hal / El e, Ee se „È T as Belangrijkste elementen op de stadsdeelkaart
Eer # NC, (en b Ei en 65 4 Er 2 4 î De * _Buikslotermeerplein groeit uit tot stedelijk centrum dankzij
ham AN 5 Re el En, ne er ‘ pr NA 8 Gr Ô Ci f il verdichting met woningen en (grootstedelijke) voorzieningen.
: fn \ Ae en ke, $ Kn Wi ee: Zi e Twee vaste oeververbindingen over het IJ. Hierbij zijn de
3 df ' 1 FP he F. kl F
î ' r\ fj : Á SAE u al } Sal il aanlandingen, de omliggende openbare ruimte en bebou-
s De en, Pd he en hr / , .
Me Er JR Pe: s/ ee RS je, ri LL Ï ä / wing en de verknoping met toevoerende routes onderdeel
; pe) i | 7 ‚| ES j HN ee ej en í van de integrale opgaven op dit schakelpunt.
Ì __/ Es pr Kn E 5 . et f ij, …. . . .
. \ U n Kl ar | A zc N Kd a fi . Bij metrostations Noord en Noorderpark ligt een integrale
ï | P ir LW y 6, eN en Er Dn ij opgave voor verdichting, verbindingen, de inrichting van de
\ mil Fn A ek. tl nt |. Ve = er . , .
3 Fe | Ee == TN Ee Ae DD ef à hf openbare ruimte en de aansluiting op de directe omgeving.
4 Lj er EN FE ae ek ih p EA Á = E. Epe id . De noordoever van het IJ wordt nog sterker een aaneen-
en : EN > AEN an ee schakeling van plekken met een stedelijke betekenis (cul-
Ro ee ee Miek :
: Ee N= £ 5 tuurgebouwen, horeca, parken, standjes en festivallocaties).
Tr el Te U Rn Deze plekken zijn met elkaar verbonden door routes langs
en be Er de | : nh je D het water en parallel aan de oever en met de rest van Noord
e 1 | ‚sl we Ù dankzij groene routes.
nme Skam * __Doorstedelijke ontwikkeling, verbindingen en nieuwe
ov-verbindingen wordt de relatie met Zaandam versterkt.
* _ De Noorder IJ-plas wordt een publieke, groene plek met
e nieuwe buurten aan het IJ blijft ruimte voor productieve ruimte voor sport en waterrecreatie.
Noord de nieuwe b het IJ blijft rui producti i p
bedrijvigheid. Parallel aan de noordelijke IJ-oever komt een * _HetSixhavengebied krijgt een groene inrichting. Als in de
Noord is een overwegend luw en groen stadsdeel, dat bestaat Noord straks ook de verbinding aan met Zaandam. Nieuwe hoog- doorlopende fiets- en voetgangersroute te lopen, waaraan parken, toekomst wordt besloten een metrostation te realiseren,
uit buurten en tuindorpen met een heel eigen karakter. De dijken, waardige openbaarvervoerlijnen en fietsroutes verbinden Noord culturele instellingen, erfgoed, zwemplekken en andere publieke wordt opnieuw gekeken naar de gewenste inrichting van
polders en het Noordhollandsch Kanaal geven Noord ook een uit- en de haltes van de Noord/Zuidlijn met deze buurgemeente. Een functies liggen. Ze vormen een parelketting die voor heel Noord gebied.
gesproken landschappelijke kwaliteit. Tegelijk wordt Noord metde _schaalsprong in het ov is noodzakelijk en zeker in dit stadsdeel een aantrekkelijke bestemming en ontmoetingsplek wordt. e __In Waterland zorgt een omschakeling naar kringloopland-
ontwikkeling van de IJ-oevers meer onderdeel van Amsterdam. De onlosmakelijk verbonden met de opgave voor autoluw. Op langere bouw voor het tegengaan van bodemdaling, meer landschap-
twee heel verschillende werelden van de tuindorpen en de IJ-oe- termijn kan een nieuwe metroverbinding via Haven-Stad en de Langs de Noord/Zuidlijnstations is nog ruimte voor extra pelijke kwaliteit en een grotere biodiversiteit.
vers gaan in de toekomst meer voor elkaar betekenen. Heel Noord westelijke IJ-oevers naar Zaandam gemaakt worden. woningen en voorzieningen. Het Buikslotermeerplein bij
voor alle Noorderlingen vraagt om betere verbindingen en nieuwe metrostation Noord zal uitgroeien tot het hart van heel stadsdeel
voorzieningen en werkplekken, die de IJ-oevers en het Buiksloter- Direct tegen de ontwikkelgebieden aan de IJ-oevers lig- Noord. Het winkelcentrum verandert in een compacte stadsbuurt
meerplein voor het hele stadsdeel betekenis zullen geven. gen bestaande buurten: de tuindorpen en naoorlogse wijken, met wonen, werken, winkels en voorzieningen voor de omlig- “Het zou g oed zijn a Is de gemee nte
doorsneden door de oude IJ-dijk. De opgave is inwoners van gende buurten. Het wordt een experimentele ontwikkeling, met be h aalde industrieterrei nij es weet te
Twee nieuwe vaste oeververbindingen brengen Noord en die bestaande buurten mee te laten profiteren van de ontwikke- ruimte voor nieuwe ontwikkelvormen en bijzondere (werk-) behouden met een verzame lin g van
Amsterdam ten zuiden van het IJ dichter bij elkaar. Hierover gaan ling van hun stadsdeel. Er liggen daarvoor volop kansen. Geld functies. Hier is ook plek voor een nieuwe culturele trekker voor bed rijf) es b je kaar”
ook regionale fietsroutes lopen. Dankzij de ontwikkelingen op dat vrijkomt dankzij ontwikkeling kan in de buurten gebruikt heel Amsterdam. Een nieuw plein bij metrostation Noord kan
NDSM, Cornelis Douwes en de Zaanse Achtersluispolder gaat worden om de openbare ruimte en het groen te verbeteren. In een centrale ontmoetingsplek voor Noord worden. Peter Kuijl | Stadsdeel Noord
124 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 125
het karakter van maatschappelijke en commerciële voorzieningen, en bezoekers. Gemotoriseerd verkeer wordt daarom vergaand
Betekenis van deze kaart: het aanbod van culture instellingen en de identiteit van buurten. teruggedrongen, waarbij wel rekening wordt gehouden met de
agenderend en richtinggevend aan projecten. Alle zijn meer gericht op de Amsterdammers. logistiek. In de hele binnenstad komen voetgangers en fietsers op
) De aanduiding voor stedelijke ontwikkeling de eerste plaats. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor verblijven
is indicatief en duidt niet de specifieke De binnenstad heeft een grote aantrekkingskracht op en groen in de openbare ruimte. Een knip in de Weesperstraat,
7 ; grens van de betreffende ontwikkeling aan. … ‚ ‚ … ‚
\ En. É NS Bij verandering van de situatie zijn de hier bezoekers, talent en bedrijven. De bezoekerseconomie zorgtvoor onderdeel vande Agenda Autoluw, vergroot in de oostelijke bin-
4 DE f # Ee fz | uitgezette lijnen het uitgangspunt. banen en inkomsten, draagt bij aan vernieuwing, houdt voor- nenstad de leefbaarheid en kwaliteit van de openbare ruimte. De
ee ke m À 4 ke | zieningen in stand waar Amsterdammers gebruik van maken omgeving van het Oosterdok biedt plek aan cultuur en grootscha-
â E he EN , De È he £ en ondersteunt de internationale en open karakteristiek van lige kantoren. Op het Marineterrein maken we een stedelijke mix
EE Lr, Ä df es Ke 4 \ h | de stad. De komst van bezoekers die van onze stad genieten is van wonen en ruimte voor innovatieve bedrijvigheid en educatie.
ia ed jen pl begrijpelijk. De binnenstad huisvest een deel van de belangrijk- Aan het Oosterdok komt een stedelijk park. Defensie behoudt
it ESES f E he IE Ì be Ln TT == mm ste culturele instellingen van het land, sommige zelfs met een hier een basis.
FS MAESSS „ee À Ki Ee e KO Eel internationale reputatie. Ook staat de binnenstad bekend om haar
Pe Ni 5 Te Jas n F Ende zl Ee cultuurhistorie met onder meer de grachtengordel als Unesco- Ten slotte vraagt de verduurzaming van het gebied in relatie
Î \ Le Ed aes mn, Se werelderfgoed, ruim 6000 rijksmonumenten en zo’n 1000 tot de cultuurhistorische waarden van het erfgoed om innova-
Ì Ì ( LPL En ( LL Nl Pan. 3 p EE nn gemeentelijke monumenten. tieve en specifieke oplossingen. Om de binnenstad klimaatbe-
Vr a Ll Ee Ee, of GE el hik ® 7 ha” 5 == = stendiger te maken, onderzoeken we of, gekoppeld aan de inzet
-N 7 EL edn ol ak E kl . . se . .
\ u il À BE F e Le Sl Al Maar de bezoekerseconomie brengt ook complexe uitdagin op autoluw, in het verleden gedempte grachten weer uitgegraven
D G | « ae î ij 0, ke Ei: Ee 4» : gen met zich mee die we het hoofd moeten bieden. De veiligheid kunnen worden.
\ | ee Den zn, verd ö sl Bie. ®: Ek] en leefbaarheid staat in sommige delen onder druk. We willen een
EA td ke 1 ve Er bide En bezoekerseconormie stimuleren die waarde voor de binnenstad Belangrijkste elementen op de stadsdeelkaart
| \ Ô Eh == k el ad et en haar inwoners toevoegt, die duurzaam is en de leefbaarheid * __Hetcentrum wordt vergaand autoluw, waardoor er ruimte
A De k5 el hes me k é Nl E ! verbetert. Vernieuwing en creatief ondernemerschap staan onder komt voor groen in de openbare ruimte, de fiets en de voet-
5 Ne en | Se hamer a Et 4e pn A | N druk, met name door oplopende vastgoedprijzen en verdringing ganger.
a fr Í: AK la door andere functies. Het moet mogelijk worden innovatieve * _ De opgave is om de balans van functies in het centrum te
Kek \N ondernemers meer ruimte te bieden. Een breder cultuuraanbod en herstellen: ook gericht op bewoners, andere Amsterdam-
voorzieningen zoals apotheken of huisartsen zijn nodig. We wil- mers en ruimte voor kantoren.
len samen met partners gemeenschappelijke belangen bepalen en * _ Schakelpunten die verschillende buurten met elkaar kunnen
, zo sturen op een duurzamer, beter en meer divers gebruik van het verknopen, met een integrale opgave van openbare ruimte,
vastgoed. De binnenstad wil spannend en vernieuwend blijven, infrastructuur, ov- en fietsverbindingen, bebouwing en
ee onder andere met een kwalitatief en inclusief nachtaanbod. We programma zijn het Mr. Visserplein, de IJtunnelmond, de
Er he” m_ ee, willen meer aandacht voor kunst, cultuur en identiteit. kruising Hoogte Kadijk - Sarphatistraat.
ett he
Nauwkeurig bestemmen en maatwerk moet de overlast van
massatoerisme en ondermijning terugdringen. Daarbij wordt
Centrum onder meer gekeken naar de mogelijkheden om buiten de binnen-
culturele, maatschappelijke, economische en historische functies. stad een erotisch centrum of ‘prostitutiehotel’ te vestigen, om zo
De afgelopen jaren voelden veel Amsterdammers zich niet Bezoekers uit binnen- en buitenland blijven we verwelkomen als het Wallengebied te ontlasten.
altijd meer thuis in hun binnenstad. De toestroom van inter- open en internationale binnenstad, maar we verwachten wel dat ze
nationale bezoekers leidde er de afgelopen jaren tot een gevoel staan voor dezelfde kernwaarden als wij. Bewoners zijn onmisbaar als het gaat om leefbaarheid, vitali-
van vervreemding, ingegeven door drukte, ongewenst gedrag of teit, sfeer en betrokkenheid. We willen daarom meer bewoning
sfeer. Tijdens de crisis werd pijnlijk zichtbaar welke buurten te De ambitie voor de binnenstad is om de leefbaarheid en het in de binnenstad mogelijk maken, in samenwerking met corpora-
afhankelijk zijn geworden van bezoekers en waar de woonfunctie buurtgevoel weer terug te brengen, de openbare ruimte zo in te ties, beleggers, verenigingen van eigenaren, individuele pand-
onder druk staat. Het sterkt de overtuiging om te bouwen aan richten dat deze uitnodigt tot ontmoeting en waar voorzieningen eigenaren en ontwikkelaars.
een meer diverse binnenstad waar niet alle buurten en straten op voor bewoners te behouden. Een binnenstad die bovendien verder De binnenstad kent een veelheid aan openbare ruimtes,
elkaar lijken, maar juist herkenbaar en weerbaar zijn door hun is vergroend, waar overlast en drukte zijn teruggedrongen en waar zoals grachten, straten, hofjes, pleinen, kleinere parken, maar ook
verscheidenheid. de economische diversiteit is toegenomen. Straks sluit het winkel- nieuwere plekken, zoals het haventje van het Marineterrein of de “Zonder sturin g trek | e deze ld e
en horeca aanbod meer aan bij de Amsterdammers en minder bij recent ingerichte ontmoetingsplekken langs de Oude Turfmarkt mensen en hou je wat | e hebt:
De Amsterdamse binnenstad moet weer een plek worden de bezoekers. Er wordt meer gewerkt in de binnenstad, dankzij en het Oosterdokseiland. De schaarse openbare ruimte wordt massatoerisme , Nute II awinke | S
waar alle Amsterdammers graag komen en bewoners zich thuis ruimte voor de formele en informele economie. Maar er wordt ook intensief gebruikt. De behoefte aan een autoluwe binnenstad en en coffeesho ©, bezoekers”
voelen. Als centrum van de hoofdstad van ons land vervult heteen meer gewoond, dankzij een divers woningaanbod voor verschil- meer verblijfsruimte is daarom groot. Ook om verder te vergroe-
plek van samenkomst en betekenis, onder meer vanwege de vele lende doelgroepen. Dezelfde verscheidenheid is terug te vinden in nen en voorbereid te zijn op toename van bewoners, bedrijven Anna Bogman | Stadsdeel Centrum
126 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 127
West
Betekenis van deze kaart:
elen [ | agenderend en richtinggevend aan projecten. Stadsdeel West heeft zich snel ontwikkeld tot een geliefde Belangrijkste elementen op de stadsdeelkaart
| in rl pe aanduiding 05 stedelijke ontwikkeling plek voor wonen, winkelen en uitgaan. In de meeste buurten is * _ Verknoping van Haven-Stad met Bos en Lommer en de
Î Aon en is indicatief en duidt niet de specifieke de balans tussen rust en drukte en dure en betaalbare woningen Staatsliedenbuurt door nieuwe noord-zuidverbindingen
N Lel ko grens van de betreffende ontwikkeling aan. redelijk op orde. Maar er zijn ook buurten waar bewoners zich voor langzaam verkeer en op termijn ov.
if He Bij verandering van de situatie zijn de hier
TR Ke J n 9 . J zorgen maken over de opmars van vakantieverhuur, liberalisering Stationskwartier Hemknoop: stevige verdichting, ruimte
e= ek RR | uitgezette lijnen het uitgangspunt. . ‚ 8 hen
r lt . van sociale huurwoningen en de opmars van horeca. In West voor wonen, werken en (grootstedelijke) voorzieningen.
a Dr A da er 4 Er oa) vestigen zich steeds meer cafés en restaurants. Zolang dat in de e _ Mogelijke verplaatsing van de Passenger Terminal Amster-
: ef de De „4 4 p 5 EE 4 Sd drukke stadsstraten gebeurt, geeft dat weinig problemen. Rond dam naar de Coenhaven.
zr 8 | Es Ee KS & ze E Ee e da Sn in de Hallen heeft het bezoekersgebied zich echter uitgebreid naar * _ Mogelijkheid voor een groen-blauwe hotspot in het nieuwe
« le, / DS ! P 5: En rn E ; kn , ae k de tussenliggende buurt. De opgave is om de balans tussen rustig Haparandadampark: vergroten van de publieke betekenis
Pi, Er mand DN jen # „Id | ei 3 En hi | wonen en reuring om de hoek te behouden. De prettige afwisse- door bijvoorbeeld horeca, sportvoorzieningen of een cultu-
Aan eer a a mf Ke B ze bn de } ling tussen levendige stadsstraten en pleinen en rustige woon- rele instelling.
p ä Hie mn 2 1 mn OÙ EP en à \= A kr $ straten wordt bewaakt. ° Een oeververbinding die de Coenhaven met het Cornelis
men: 7 De ij ed En, LA en, \J 4 Á Douwesterrein verbindt.
5 kt í ti ll en eend ed _S- Wk a k La In de buurten direct rond het centrum is veel bouwdyna- * _ Een nieuwe oost-westfietsverbinding over het Foodcenter-
sk Hiske Ce NE pe î | ke 5 miek. Huizen worden vergroot en verbouwd. Duidelijke regels terrein en langs het Erasmuspark.
den B LE Yo 2 ke Kk: 5 Ee ril Ì voor de bouwdynamiek in het omgevingsplan moeten overlast . Schakelpunten die verschillende buurten met elkaar kunnen
n= Lied , 7 En - rn, Eken tegengaan en groen en cultuurhistorische waarden beschermen. verknopen, met een integrale opgave van openbare ruimte,
1:48 oe eh _Â ok gen ra ie T en Vanwege de druk op de woningmarkt is het behoud van betaal- infrastructuur, ov- en fietsverbindingen, bebouwing en
| an Tof an es ee | — ER N bare woningen een extra uitdaging. programma zijn het Bos en Lommerplein en Surinameplein.
ee 5
7 zit wr J ï Dm / zel eknj® Trad Aan de randen van West, langs de A10 en in Haven-Stad,
wt Te / k a (apa B Mel Î ] err worden veel nieuwe woningen gebouwd. Het is van groot belang
ad zi ML Ae 35 : dat bestaande buurten in West voor fietsers en met openbaar
TT Ù = ee Ne F2 vervoer goed verbonden zijn met de nieuwe buurten, zodat ze
: ES ! zi , i onderdeel van het stadsdeel en de stad worden. De verbinding
EL | Ee En tussen Bos en Lommer en Haven-Stad vraagt vooral aandacht.
a B WL IN en Be Een speciale rol is daarbij weggelegd voor de doorlopende straten
P | 1 in het stadsdeel. Deze lange lijnen kunnen als stadsstraten en
(TD) -lanen levendige verbindingen vormen binnen de stad. Verkeers-
nn pleinen zoals het Surinameplein en het Bos en Lommerplein
7 r kunnen een sterkere verblijfsfunctie krijgen.
Door klimaatveranderingen komen heftige regenbuien
steeds vaker voor. Vanwege de hoge mate van verharding, de
hydrologische kenmerken (gemengd rioolstelsel en polderriool-
stelsel) en de ligging van een aantal buurten in lagergelegen pol-
ders zijn delen van West kwetsbaar voor extreme neerslag. Door
toevoeging van groen aan de buurten in de openbare ruimte en
het tegengaan van verdere verharding wordt deze kwetsbaarheid
gereduceerd.
In West is behoefte aan meer groen. Plek daarvoor kan “Om Amsterdam een
gevonden worden door het beter inrichten en openbaarder maken PS meng de stad te
van bestaand groen in het stadsdeel. In Haven-Stad vinden we ouden , zij n betaalbare
aan het water ruimte voor twee nieuwe stadsparken, een park op | ongerenwon in gen
de Haparandadam en een park in de Coen- en Vlothavens. Auto- noodza kel ij k”
luwere inrichting van straten en pleinen wordt gekoppeld aan
vergroening, waarbij een grote rol is weggelegd voor zelfbeheer. Soe van Dijk | Stadsdeel West
128 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 129
Zuid
Delen van Zuid worden steeds meer onderdeel van het op het verbeteren van routes, zoals door het inrichten van een
stadscentrum. De Noordpijp en het Museumkwartier trekken fietsring over de Van Baerlestraat-Ceintuurbaan en een groene
\ bezoekers uit de hele stad en de regio en zijn ook voor toeristen fietsroute, die Rembrandtpark, Schinkeloevers, Zuidas, Beatrix-
er ° een belangrijke bestemming. Mensen komen erom uittegaanen parken Amsteloevers verbindt met de Watergraafsmeer.
EES TY \ en te winkelen. Het Museumplein is een van de toeristische toplo- Om de leefbaarheid in de bestaande wijken te behouden zijn
\ | a as if caties van Europa geworden. De opgave in deze gebieden is om goede ov-verbindingen belangrijk, in het bijzonder ook voor
Ck 1e fil Eed de hd B het beheer van de openbare ruimte op niveaute houdenenomde de ouderen.
Là IE | 5 es EN er): d : CN leefbaarheid en de balans tussen rust en reuring te bewaken.
Î 4 m A . oe E Ee À Belangrijkste elementen op de stadsdeelkaart
El > Hj IE Ee, en LS L Zuidas ontwikkelt zich verder tot hoogstedelijk stations- * _Stationskwartieren Zuid en RAI: stevige verdichting, ruimte
lj! IJ en Et = tan r Sd kn Tan kwartier, waar gewerkt en gewoond wordt en waar lokale, stede- voor wonen, werken en (grootstedelijke en internationale)
: EE id 2 Lif — f . _ ; EEN Ken lijke en grootstedelijke voorzieningen te vinden zijn. De inter- voorzieningen, bijvoorbeeld in relatie met het kenniskwar-
el 8 ss Ef À id ER Fr Cel, he it al ê : nationale bereikbaarheid van deze locatie maakt dat Zuidas een tier van de VU.
| wal ES Ì: ze, 3 d les A | p belangrijke rol heeft in de veelzijdige economie van Amsterdam. * _ Versterken noord-zuid en oost-west gerichte routes, die de
Ca N h “ Ld _E e EN KE Het Zuidas Dokpark wordt een nieuwe, centrale, groene plek in Zuidas intern verbinden en verknopen met de omliggende
r Ke - zabh L tk *O mrs an N- re het gebied. buurten.
AE el EN E Sn | | hate! Î A 1 | ek * _ Een nieuwe brug over de Schinkel tussen Laan van de
or EE RE Ì | NE E ; In Plan Zuid en Buitenveldert is de bezoekersdruk veel Hesperiden en Schinkelkwartier.
: | Ì mn Ì NE | N minder een opgave. Tussen deze twee gebieden ligt Zuidas als * _ Een nieuwe fietsburg van de Zuidas naar de Oeverlanden
ere ed pe 5 mi el len "ij A , grote ontwikkellocatie. Hier wordt ingezet op het bouwen van e _Doortrekken Westlandgracht.
de en f f een leefbare en levendige woonwijk. Het verbinden van Zuidas * _ Schakelpunten die verschillende buurten met elkaar kunnen
ei , 5 | dr “ met de omliggende wijken is een belangrijke opgave. De opgave verknopen, met een integrale opgave van openbare ruimte,
nd hennen IE, enk om de barrièrewerking van de aanwezige infrastructuur te ver- infrastructuur, ov- en fietsverbindingen, bebouwing en
kn es kleinen is nog niet voltooid. De ontwikkeling van Zuidas en het programma zijn de knoop Vlaardingenlaan - Rijnsburgstraat
deels ondergronds brengen van de A10 (Zuidasdok) is een kans - Aalsmeerweg, omgeving onderdoorgang Ringweg Zuid bij
om Plan Zuid en Buitenveldert beter met elkaar te verbinden. de Europaboulevard, omgeving Strawinskylaan.
Onderdeel hiervan is het ontwikkelen van de Beethovenstraat
en Parnassusweg-Buitenveldertselaan tot levendige stadsstraten
met veel ruimte voor groen, lopen en fietsen.
Betekenis van deze kaart: . EE Stadsdeel Zuid is een zeer populaire woonplek. In het hele
agenderen oe 7 a stadsdeel is daardoor sprake van grote bouwdynamiek. Wonin-
is indicatief en duidt niet de specifieke gen worden onderkelderd, uitgebouwd en opgetopt. Dit zorgt
grens van de betreffende ontwikkeling aan. voor veel overlast in de woonbuurten en gaat soms ten koste
Bij verandering van de situatie zijn de hier van groen en architectonische kwaliteit. Het stadsdeel wil de
uitgezette lijnen het uitgangspunt. bouwdynamiek aan heldere regels binden. Daarbij is behoud van
bestaande kwaliteiten, de leefbaarheid, het groen en kleinschalige
voorzieningen, met ruimte voor mogelijkheden voor transforma-
tie het uitgangspunt. Investeren in bestaande buurten blijft hard
nodig. In de kwaliteit van woningen, het groen en de openbare
ruimte en in de verbindingen, zoals stadsstraten en stadslanen.
Deze smeden het staddeel immer aaneen en verankeren Zuid in
de omliggende stad. “Het zou mooi zijn als het
imago van Amsterdam
De verbinding van buurten in Zuid en van Zuid met aan- verschuift van toeristenstad
grenzende stadsdelen en het landschap wordt verbeterd. Deels naar creatieve , duurzame
als onderdeel van gebiedsontwikkelingen, zoals door het afwaar- stad waar mensen wonen
deren van de A2 vanaf de Utrechtsebrug en het aansluiten van en werken”
de Stadionweg-Laan van de Hesperiden over de Schinkel naar
Nieuw-West en de Nieuwe Meer. Deels zetten we gericht in Ard van der Veldt | Stadsdeel Zuid
130 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 131
fiteren van de nieuwe ontwikkelingen. Doordat bewoners over de Belangrijkste elementen op de stadsdeelkaart
Betekenis van deze kaart: buurtgrenzen heen gebruikmaken van de verschillende kwalitei- © _Vergroenen van sterk stenige openbare ruimtes, zoals de
agenderend en richtinggevend aan projecten. ten en voorzieningen wordt de leefbaarheid in de afzonderlijke kades in het Oostelijke Havengebied.
De aanduiding voor stedelijke ontwikkeling buurten versterkt. De opwaardering van de Amsterdamsebrug * _ Debrug over het IJ vanaf het Azartplein. Hierbij is de aan-
id et hed is indicatief en duidt niet de specifieke leidt tot een verknoping van het Zeeburgereiland, de Sluis- landing, de omliggende openbare ruimte en bebouwing en
a Ne, 8 edel. srt: ping 8 ’ 8, 58 Pp S
= er. Nt KS ke E E nf grens van de betreffende ontwikkeling aan. buurt, het Flevopark en de Indische Buurt. De ontwikkeling van de verknoping met toevoerende routes onderdeel van de
L U eed hi Aim a br. Bij verandering van de situatie zijn de hier Amstelkwartier/Overamstel biedt kansen voor de verbinding integrale opgave op dit schakelpunt.
Kk B ej uitgezette lijnen het uitgangspunt. . ‚ , ,
Dy - De 5 } Es tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ Watergraafsmeer. De inzet op com- e _ Afslag 113 aansluiten naar Science Park.
ti „ dû il Ì Fe p plete buurten vraagt ook om een investering in het centrum van * _Pontverbinding Sporenburg — Sluisbuurt.
rn, Zu DE, Kd iT 5 ik de nieuwe gebieden op IJburg. De afwaardering van de Gooise- * _Stationskwartieren Amstel en Muiderpoort (op termijn):
: KE } ke he je nm TTE Rh le weg en de A2-zone biedt uitstekende mogelijkheden tot verdich- stevige verdichting, ruimte voor wonen, werken en (groot-
5 Le ZU f vn, EE À led , ting met veel groene kwaliteit in de gebieden eromheen. stedelijke) voorzieningen, zoals onderwijsinstellingen.
je re ES or el . Mogelijkheid voor een groen-blauwe hotspot op kop
we vr TÎ pt , E N nn, Ke rn el De ontwikkelingen vragen om betere openbaarvervoer ver- Javaeiland, kop Sluisbuurt en Buiteneiland: vergroten van
Eat ' EN Ni Cn dn D . A bindingen. Bijvoorbeeld een HOV-verbinding naar het Zeebur- de publieke betekenis door bijvoorbeeld horeca, sportvoor-
hj ke RS B) Fn. Ch KE, ko EE gereiland en IJburg is nodig om deze nieuwe gebieden veel beter zieningen, waterrecreatie of culturele instellingen. Op deze
3 X D, EN is DENN ee N B er te ontsluiten. Ook vragen de ontwikkelingen om logische routes plekken ligt de nadruk op buitenactiviteiten. Eventueel
\ k In OD ’ Pie \ 5 Ke in nn in, voor fietsen en lopen. Een voorbeeld zou de lijn Amstelstroom- hoort daar gebouwd programma bij, maar verdichting is hier
\ k hi Ke 4 : Be a " EN al B n hs £ laan-Bajesbuurt, Kruislaan kunnen zijn, die Amstelkwartier, geen opgave.
pen 4 be a, 2 Pes F Fe oer” " NN kb ht / Watergraafsmeer en Science Park met elkaar verbindt. Daarnaast * _ Gooiseweg als stadslaan. Een autoluwe stad biedt mogelijk-
A 3 A d , A ar " * 5 SN is de verbinding van IJburg met het centrum, maar ook met heden voor een nieuwe betekenis voor de Gooiseweg. Deze
) Aa bd 24 te dd Ë bi ic ee ed Diemen en Zuidoost een belangrijke opgave. De waterplas Het route verandert van stadssnelweg tot een prettige laan die
rf ee nà e à i Re n 5 Nieuwe Diep is ook zo’n kruispunt van verbindingen die door Zuidoost met het centrum verbindt. Dankzij woningbouw
/ AA RN P_n yr * toename van het gebruik goed moet worden aangehaakt bij de en nieuwe groene plekken richten buurten zich naar deze
k: EN 1 kat P = p ei 6 gebiedsontwikkelingen eromheen. nieuwe laan.
ek Er le | zn * _ Verstevigen van het kenniskwartier Science Park door
ES In ae EE he Ne \ nd ek, De toegankelijkheid van het groen in Oost kan beter. De verdichting, functiemenging, aandacht voor groen en de
E: Em Diemerscheg is een belangrijk groengebied voor Oost, maar door inrichting van de openbare ruimte en een goede aansluiting
Ë SN at X infrastructuur is het groen totaal versnipperd. Dit gebied vraagt op de omgeving.
En : … ' Kn Î , om een impuls aan kwaliteit, toegankelijkheid, met aandacht * _Stadsstrand in het Flevopark.
Ek. , voor klimaatbestendigheid, zodat het beter benut kan worden e _Schakelpunten die verschillende buurten met elkaar kunnen
Me ee (TD) voor recreatie in een verdichtende stad. Routes naar de Amstel- verknopen, met een integrale opgave van openbare ruimte,
hj nn 1 scheg en Diemerscheg worden aantrekkelijk en veilig ingericht. infrastructuur, ov- en fietsverbindingen, bebouwing en
\ me We zoeken naar meer gebruiksmogelijkheden in de parken en in programma zijn Kruising IJburglaan - Zuiderzeeweg, de
de koppen van de scheggen. Op IJburg maken we op het buiten- aanlanding Amsterdamsebrug met tram bij het Flevopark,
Oost eiland een nieuw stadspark. Op IJburg en op de kop van het omgeving Prins Bernhardplein — kop Gooiseweg.
Zeeburgereiland kun je aan het water recreëren. De kop van het
Stadsdeel Oost is een mozaïek van zeer verschillende buur- van deze wijken zoveel mogelijk versterken door vergroening Javaeiland behoudt zijn open karakter en krijgt als blauw-groene
ten meteen eigen karakter en te koesteren kwaliteiten. Inde Oos- vande openbare ruimte, met aandacht voor toegankelijkheid en hotspot een belangrijke recreatiefunctie.
terparkbuurt, Dapperbuurt en Indische Buurt zijn de opgaven verblijf en ontmoeting. Het stadsdeel krijgt met vergrijzing te
heel anders dan in het Oostelijk Havengebied en op IJburg. Oost maken en dat betekent veel voor de eisen die we aan de leefom- Oost kent een aantal zeer populaire groene gebieden aan het
bestaat enerzijds uit zeer stedelijke buurten, via straten en lanen geving stellen. De nabijheid van voorzieningen is voor ouderen water die recreanten uit de gehele stad trekken. De randen van
nauw verweven met de stad als geheel, en deels is het stadsdeel bijvoorbeeld erg belangrijk. Net als voldoende plekken om elkaar het water, worden overal belangrijker als plek waar je verkoeling “Ik vind het fij n dat er in de
een archipel van meer opzichzelfstaande woongebieden. In Oost spontaan te ontmoeten. kan zoeken. Dit heeft een grote impact op de groene oevers en de Javastraat zove el nieuwe
is sprake van een fijne woonomgeving, met een mix aan wonen, woonbuurten waar deze plekken liggen, omdat deze plekken niet winkels b ij zij nge komen.
werken en groen, met een veelzijdig voorzieningenniveau. De In Oost zijn veel nieuwe ontwikkelingen. Op het Zeeburger- zijn toegerust op een dergelijke toestroom van bezoekers. Dit Ik vind de diversiteit go ed ,
opgave is om de levendigheid op peil te houden en de midden- eiland, IJburg [1 en in het Amstelkwartier verrijzen de komende vraagt om het goed doordenken van recreatie langs het water in het was niet go ed dat er alleen
groep en gezinnen voor het stadsdeel te behouden en bestaande jaren duizenden nieuwe woningen, terwijl langs de Wibautas de stad met aandacht voor de inrichting en het beheer. superma rkten en belwinkels
kwaliteiten te versterken. de campus van de Hogeschool van Amsterdam bijna klaar is. In Oost zijn veel actieve bewonersnetwerken. Het stadsdeel zaten. Ik vind dat m ij n buurt
Stadsdeel Oost ziet de grootschalige ontwikkeling van nieuwe wil samen met deze netwerken onder andere invulling geven aan echt vooru itg aat”
De oude wijken van Oost laten een goede balans zien tussen gebieden als belangrijke kans voor betere verbindingen tussen de het lokaal opwekken van duurzame energie.
bebouwing en openbare ruimte. Het stadsdeel wil de kwaliteit verschillende buurten. Op die manier kan het hele stadsdeel pro- Fadma | Stadsdeel Oost
132 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 133
centrum met stationskwartier. Aan de zuidwestzijde van de stad rijkste. De gesloten metroringlijn zorgt ook voor extra capaciteit
O gaat de transformatie van het Schinkelkwartier van start, aanslui- opde Geinlijn. Hierlangs start in Zuidoost een volgende fase van
tend op de lopende ontwikkelingen in Slotervaart. transformaties in Bijlmer-West en verdichting in Bijlmer-Cen-
trum tot stedelijk centrum. Langs de westelijke Noordelijke
E En NM S d MN CS NM h d Mm En NM d En Gekoppeld aan de groei van de stad doen we investeringen IJ-oevers begint de transformatie van het Cornelis Douwester-
O in de kwaliteit van het landschap. We vormen het Diemerbos om rein. In Noord verdichten we langs doorgaande wegen rondom
° ° tot Groot Nat Klimaatbos en verbeteren de recreatieve kwaliteit het Buikslotermeerplein. In Nieuw-West start de ontwikkeling
En NM d d d t | CS V CS fa S CS r | NM van het Amsterdamse Bos en vooral van de Oeverlanden, waarbij rondom de Burg. Roëllstraat en de Lelylaan.
DO OJ bestaande natuurwaarden versterkt worden.
De ontwikkeling van Zuidoost, Ouderkerk en Overam-
Infrastructuur stel vraagt om een betere verbinding met het landschap van de
e _ Zuidasdok Amstelscheg en verbeteren van de recreatieve waarde. Afhankelijk
Ondergronds brengen van de A10-Zuid en capaciteitsuit- van de uitkomsten van de Regionale Energiestrategie kijken we
Met de omgevingsvisie laat Amsterdam zien tot 2050 De invulling van de fasering is gebaseerd op de huidige breiding Station Zuid. naar mogelijke inpassing van duurzame energieopwek. In Water-
ruimte te kunnen bieden aan zeker 150.000 woningen, bestuurlijke prioriteiten, beleidsinzetten en de afspraken die e _ HOV Zaan-IJ land stimuleren we de ontwikkeling tot Amsterdam Wetlands.
200.000 arbeidsplaatsen, inclusief bijbehorende voorzienin- we met rijks- en regiopartners gemaakt hebben. De belang- Busverbindingen vanaf metrohaltes Noorderpark en Noord Inzetten zijn omschakelen naar landschapsinclusieve landbouw,
gen en infrastructuur voor grote transities. Gebiedsontwikke- rijkste zijn de volgorde in uitbreiding van het metrosysteem, richting Zaandam. stoppen bodemdaling, verhogen biodiversiteit en vergroten van
ling, -transformatie en verdichting hangen samen met grote het beleid ten aanzien van de geleidelijke transformatie van e _ HOV IJburg het waterbergend vermogen. Gecombineerd met het geleidelijk en
investeringen. Op termijn is de groei van de stad zonder een bedrijventerreinen, het stap voor stap uitrollen van autoluw Gekoppelde trams tussen Centraal Station en IJburg I1. Vol- passend vergroten van mogelijkheden recreatief medegebruik.
aantal van die investeringen niet vol te houden. Omdiereden endelj-oeververbindingen. Deze fasering op hoofdlijnen waardige ov-verbinding IJburg- Amsterdam-Oost.
wordt de koppeling tussen ontwikkelingen en investeringen geeft aan wat de gemeente nastreeft in de verschillende fasen. e _ Snelle busverbindingen Infrastructuur
onderdeel van de tweejaarlijkse monitoring. De besluiten over daadwerkelijke investeringen moeten te Met omliggende kernen, waarmee we met relatief lage e _ Metro Ringlijn sluiten Isolatorweg-Centraal Station
zijner tijd worden genomen. kosten betrouwbare, snelle en hoogfrequente verbindingen Aansluiten van de oostbuis op doorgetrokken Ringlijn.
Uit ervaring weten we dat waar en wanneer we groeien tussen stad en regio creëren. Maakt een intensievere bediening van de Oostlijn en de Ring-
op de langere termijn niet goed te voorspellen is. Niet alles Fase 1: 2021-2030 e _ Eerste vaste oeververbinding over het IJ lijn mogelijk en ontsluit ontwikkellocaties in Haven-Stad.
kan tegelijk en er zijn grenzen aan het groeitempo dat de stad De eerste fase van 2021 tot 2030 omvat grofweg de ont- e _ Investeringen in NS-stations en omgevingen e _ Metro Noord/Zuidlijn verlengen naar Hoofddorp
aankan. Amsterdam laat met deze omgevingsvisie zien dat wikkelingen waarvan de principefase al gestart is of waarover Lelylaan, Zuid, Amstel, Sloterdijk, Bijlmer ArenA om betere Ontlasten intercityknoop Schiphol en spoor, waardoor
de stad zijn aandeel kan nemen in de woningbouwopgave en al een principebesluit is genomen. Het zwaartepunt van de spreiding van treinreizigers mogelijk te maken. ruimte voor meer intercity’s en internationale treinen
economische groei van de regio en ons land. Maar daarmee is ontwikkeling ligt aan de oost- en zuidoostzijde van Amster- ontstaat. Nieuwe halte bij Schinkelkwartier/SADC-strook
die groei nog niet geregeld. dam. Wel gaan grote ontwikkelingen aan de westzijde al van Groen langs de A4 maakt ontwikkelingen hier mogelijk.
start. Aan de IJ-oevers werken we door aan de lopende projec- e _ Landschapspark Diemerscheg e Metro IJmeer
Ondanks de vele afhankelijkheden en onzekerheden is ten. In de eerste fase vinden grote projectgebonden investerin- Omvormen tot een Groot Nat Klimaatbos. Aansluiting van Almere op het Amsterdamse metronet ont-
het belangrijk in dit hoofdstuk een faseringsbeeld te laten gen in bereikbaarheid, groen en openbare ruimte plaats. Toch e _ Landschapspark Oeverlanden-Amsterdamse Bos sluit nieuwe ontwikkellocaties aan de westzijde van Almere
zien tot 2050. De fasering is opgebouwd uit projecten met kan Amsterdam nog vooruit zonder systeemuitbreiding. Een Vergroten recreatieve en ecologische waarde in relatie tot en ontlast het nationaal spoor tussen Almere en Amsterdam.
bijbehorende grote investeringen. Deze vormen ontwikke- eerste aanzet daartoe vormt wel de realisatie van Zuidasdok. Schinkelkwartier en Zuidas. e _ Tweede vaste IJ-oeververbinding
lingen die in samenhang bezien moeten worden. De fase- Ook starten we met de grote systeemuitbreiding die randvoor- e _ Zuidasdokpark e _ HOV Zaan-IJ
ring die we hier presenteren is in zoverre aanpasbaar, dat bij waardelijk is voor Fase I1, de Noord/Zuidlijn naar Hoofddorp Nieuw stadspark op de ondergronds gebrachte A10-Zuid. Eventuele ombouw van de zuidelijke busverbinding over de
veranderende inzetten of ontwikkelsnelheden verschillende en het sluiten van de Ringlijn via Centraal Station. e __Hondsrugpark Klaprozenweg tot hoogwaardige, snelle bus of gekoppelde
ontwikkelingen eerder dan wel later uitgevoerd kunnen Nieuw stadspark in Bijlmer-West. sneltram.
worden of zelfs geheel achterwege kunnen blijven. Uitgangs- De ontwikkelingen op IJburg II en op Zeeburgereiland e _NDSM-oost Groen
punt is dat binnen de ruimtelijke kaders van de omgevings- worden gerealiseerd, met bijbehorende investeringen in open- Groene invulling aan het water van oostelijk deel van de e _ Landschapspark Amstelscheg
visie een jaarlijkse bouwambitie van ca. 5.500 woningen in baar vervoer (IJ-tram, Amsterdamsebrug) en nieuw groen NDSM-werf. Vergroten recreatieve waarde en toegankelijkheid en ver-
Amsterdam mogelijk is. (Buiteneiland). Transformatie van Overamstel en de Bijlmer- e _ Buiteneiland IJburg beteren stad-landverbindingen op basis van huidige land-
bajes wordt voortgezet. In Bijlmer-West transformeert Bulle- Nieuw park als onderdeel van IJBurg-I1. schappelijke kwaliteiten.
Faserin g op hoofd ij nen wijk tot gemengde en hoogstedelijke buurt. Op de Noordelijke e _ Landschapspark Waterland — Amsterdam Wetlands
Tot 2050 onderscheiden we drie stappen van telkens IJ-oever transformeren het Hamerkwartier, Buiksloterham en Fase 2: 2031 — 2040 Omschakelen naar kringlooplandbouw, stoppen bodem-
tien jaar waarin investeringen in openbaar vervoer en groen NDSM tot gemengde stadsbuurten. Hier hoort de HOV-lijn Om in de tweede fase van 2031-2040 te kunnen door- daling en verbeteren van de biodiversiteit. Geleidelijk en
randvoorwaardelijk samenhangen met ontwikkelingen: over de Klaprozenweg bij en nieuw groen op de NDSM-werf. groeien is direct aan het begin van deze fase het gereedkomen van passend vergroten van de recreatieve mogelijkheden.
Fase 1: 2021-2030 Rond het Buikslotermeerplein begint de ontwikkeling tot de eerste twee metro-uitbreidingen nodig. Deze bieden deruimte « Landschapspark Scheg van West
Fase 2: 2031-2040 gemengde stadsbuurt. Haven-Stad gaat op de Sloterdijken in het vervoersysteem om aan de westzijde van Amsterdam met Uitbouwen van Tuinen van West tot samenhangend land-
Fase 3: 2041-2050 van start met de transformatie van Sloterdijk I tot gemengde diverse ontwikkelingen een volgende fase in te gaan. De Sloter- schapspark.
stadsbuurt. Rond station Sloterdijk ontstaat een hoogstedelijk dijken en Schinkelkwartier- Oeverlanden zijn daarvan de belang- e __Haparandadampark-park
134 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 135
î k k gn
Er à d « } f
| EN e EN 3 | FE E:
kk Kk wi | had is Î in id
Samenhang ontwikkeling en Jl Es & p
investeringen in 3 stappen: Ef q Pa”
2021-2030, 2031-2040, 2041-2050. E En 1 Bn ï
ae ben i Ee nr “a d mid e
eN ee
n / Ei . k hal = _ Le
a Me | | Ee afk dd En
is EN Ee
/ as 4 Ee | NN pr dE kn
8 / —_ 5 # zj ES
hs ie sn BE
EN RN, ee a
or E _ d - 5 parken & landschapsparken:
EJ Pe E pl sen | Be i r F Hondsrugpark, Buiteneiland,
Î maf Ü al park NSDM-Oost,
5 ER zi s En pn hs Er; autoluw: \ Amsterdamse Bosscheg,
} Kn] if» À Ee Tied ! - Ì Centrum Diemerscheg
nn dl n ” SFS
| f " u
Pi] L : hl
Es Ee 4 :
e_ Pe , eN det
en hl A wijt | E F LE É
4 Ek ie
Ì ee on Pie 8
dk eten ann. -
- pe á ak AK Pa *
ns, rn ee
he be et 2 |
- iT H Pe, eerie Ko TA Ee Pr al
LE Een en Fr ze | } dk Rd Ee
SN a ' zat
Pre Ke EE
REE LY Ta eN
ed iN kn | dek Î i parken & landschapsparken:
e ® pe 3 emd Den | ä metro: sluiten Haparandadampark,
7 a E- 4 „a, Ringlijn, verlen- eerste vaste | autoluw: voor- Amstelscheg,
zut fs SN Ii Re gen Noord/Zuid- | IJ-oever- oorlogse stad Waterlandscheg, Scheg van
PEN. ns ij: lijn en IJ-meerlijn & verbinding (exclusief Noord) & West
nn 4 ij s * EFS
| f " u
Pi] L : hl
Es Ee 4 :
Er EN EE.
TN a A
il ie
| DT | be | |
5 Es É dE 5 sh À
Me En: 1 -
Ie ee
IJ EN
7 Rr ee
nd Ve r Mi Fi Le eel Kr
gee
ie Wk ile Ee
ak Me LA
A ris mi EE
nj Wan Ed ij
mm SES 1
Ea me | " % He
fase 1: 2021-2030 AN el Î En as en
EP 2 ' } rn a
EN (-se 2: 2031-2040 == 3 | } : metro: Oostlijn
a. T n’ es )
. n 'e el L ii A verlengen naar parken & landschapspar-
MI fase 3: 2041-2050, optie a EN af i ms ed De Zaanstad, tweede vaste autoluw: ken: Park Haven-Stad,
. af tr Et Î 3 là Hede IJmeer-lijn, IJ-oeververbin- naoorlogse Noorder IJplas, Spaarn-
fase 3: 2041-2050, optie b EN Te :
| ase 5. ‚ op ie pt en ä Oost-westlijn ding stad wouderscheg
136 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 137
Fase 3: 2041-2050 Ontwikkelingen per gebied
In de laatste fase liggen de belangrijkste ontwikkelingen * _ Zuidoost
in Haven-Stad en opnieuw in Zuidoost. Een metro -uitbreiding a. _Bijlmer-West en Bijlmer-Centrum
richting Zaandam kan het spoor richting Noord-Holland-Noord b. Gooiseweg
ontlasten en biedt extra ontwikkelkansen in de laatste fasen van c. _ Overamstel-Weespertrekvaart
Haven-Stad en in Zaandam. Zuidoost komt met de ontwikke- * Noordoost
ling van de strook langs de A2 te liggen aan het landschap van a. _ Science Park zn
de Amstelscheg. In Zuidoost ontstaat dankzij de uitrol van de b. Zeeburgereiland en IJburg-11 Hee in le dend  f jen en
autoluwe stad de mogelijkheid langs de Gooiseweg een nieuwe c. _ Muiderpoortstation woningen erbij tr ni sd DN
ontwikkeling te starten. In Nieuw-West biedt de autoluwe stad d. IJ-oevers Oost Ee ok Ne EN
eveneens verdere mogelijkheden langs de Lelylaan. Rondom e. _Nieuw-Noord enn Pan el Sn Af ie 4 hande
Osdorpplein vindt verdere verdichting plaats tot gemengde * Noordwest A E ze ET en Pi Ke dins 35 tert B duizend
stadsbuurt en stedelijk centrum, eventueel in combinatie met een a. _Slotermeer-Geuzenveld zesenmenn, l RE Fe # woningen erbij
Oost/Westlijn. b. _Sloterdijken ï : ne et En
c. IJ-oevers West ese N ere,
Infrastructuur d. Coen-en Vlothaven-Cornelis Douwes II en Et MD ae „ zr Be,
e _Metro Zaan/Amstellijn * _ Zuidwest (s E: Ô 5 el ge 8 :
Aftakking van de gesloten Ringlijn vanaf de Hemknoop via a. _Lelylaan-Osdorpplein Teen. mm, = & X aen e
de Coen- en Vlothavens, C. Douwes en Achtersluispolder b. Slotervaart 8 aak, TT A en ed ze! Re Ks
naar Zaandam-Oost. Deze metrolijn ontlast de treinver- c. Zuidas Zuldrest Pl ni he N pn î % TR
bindingen door de Hemtunnel, ontsluit nieuwe ontwikkel- d. _Schinkelkwartier-Oeverlanden clrea 20tot AO duizend As, oe an Se Ee ï
locaties langs de westelijk IJ-oevers en verbindt bestaande MENEM en U arnnnenann Ee RE De Ee,
buurten in Zaandam met het economisch kerngebied aan de 2 Dn ï KN
zuidzijde van de agglomeratie. De grote investeringen ï k X
e _ Metro Oost/Westlijn In de afstemmings- en samenwerkingstrajecten met onze 1 B 4
Verbinding tussen Osdorp en Muiderpoort/Science Park. rijks- en regiopartners hebben we de afgelopen jaren afspraken se Ks, E
Ontlast het binnenstedelijk tramnet en maakt betere verde- gemaakt over een gezamenlijke inzet op grote investeringen e jp
ling van treinreizigers over Amsterdamse stations mogelijk. in bereikbaarheid, groen en voorzieningen. Hierbij is steeds de rine Re ij
Lijn kan westelijk verlengd worden naar Schiphol en ooste- afweging gemaakt op basis van maatschappelijke urgentie en een circa 55 tat BO dulzend nd
lijk aangesloten worden op een metro richting Almere. meervoudige werking van investeringen. Naast regionale inves- woningen erbij
teringen in bereikbaarheid doen we ook investeringen in groen,
Groen openbare ruimte, stedelijke bereikbaarheid — fiets, HOV, °
e _ Landschapspark Spaarnwoude dragend openbaar vervoer —, die direct gekoppeld zijn aan Vier gebieden met sterke ruimtelijke samenhang,
Vergroten van de groene kwaliteit en aanwijzen plekken ontwikkelingen. daarbinnen de grote ontwikkelingen. Per gebied is de
voor intensieve vormen van recreatie. bandbreedte van de ontwikkelruimte voor woningen
. Park Haven-Stad Financiering aangegeven, rekening houdend met ruimte voor groen,
Nieuw park in de Coen- en Vlothavens. Deze omgevingsvisie combineert ruimtelijke inrichting met 1. De financierbaarheid van niet alleen grote, maar ook sport, werken en maatschappelijke voorzieingen.
e _ Park Noorder IJplas doelen op groen, wonen, werk, duurzaamheid en leefomgeving. projectoverstijgende investeringen in infrastructuur,
Nieuw park rond de Noorder IJplas, gekoppeld aan ontwik- Veel van de ambities in deze omgevingsvisie kunnen we realiseren openbare ruimte en voorzieningen.
keling van de Achtersluispolder en Cornelis Douwes II. met lokale partijen: burgers, instellingen, bedrijven en gemeente. 2. De beheerkosten van infrastructuur, openbare ruimte
Maar de hier geschetste ontwikkel- en beheeropgaven zijn ook van en groen.
een bovenstedelijk, regionaal en nationaal belang. Realisatie van 3. Het verdienvermogen van de ruimtelijke ontwikkeling.
Samenhangende ontwikkelingen de ambities uit de omgevingsvisie is daarom mede afhankelijk van “Een uitgebreid ov-netwerk
en investerin gen de samenwerking met het Rijk, de provincies en de regiopartners. Het verkennen van nieuwe benaderingen rond deze financie- brengt | e snel overal naartoe
De fasering is ingedeeld in ontwikkelingen en grote inves- ringsvraagstukken zal parallel plaatsvinden naast het werken met zowel binnen de stad als
teringen in bereikbaarheid en groen. Deze ontwikkelingen vallen Uiteindelijk zijn de grote investeringen randvoorwaarde- bestaande werkwijzen en financieringssystematieken. Dit is van in de reg io. Je hebt geen
weer in gebieden waarbinnen ontwikkelingen een sterke onder- lijk voor de uitvoering van projecten en de haalbaarheid van de groot belang, omdat op dit moment de financiën ontoereikend SPOÒ rboe kj e nodi gom dat
linge ruimtelijke samenhang kennen. Als doorwerking van de groeiopgave als geheel. Bij financiële doorwerking van de omge- zijn voor de ambities. trams, metro, treinen,
omgevingsvisie zullen we op basis van een indeling in gebieden vingsvisie zijn drie aspecten van bijzonder belang: elektrische bussen en veren
samen met projecten en de stadsdelen onderzoeken hoe we die af en aan rij den/varen”
ruimtelijke samenhang richting 2050 kunnen borgen en koppel-
kansen tussen ontwikkelingen kunnen verzilveren. Ethel van Kesteren | Stadsdeel Oost
138 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 139
Ruimtelijk
Reserveringsnummer
Amsterdam heeft meerdere stadsbrede ambities die op middellange en lange termijn Startpakket Cluster Titel Reservering Gebied
strategische ontwikkelruimte vragen. De stad is tegelijkertijd volop in ontwikkeling. Spoor
Zo zullen er nieuwe stukken stad verrijzen in de komende decennia, terwijl andere delen 1. Spoor Zuidwestboog Nieuw-West
transformeren in vorm of bestemming. In de stad is er onvoldoende ruimte om deze ambities 2. Spoor Westrandspoorlijn / Bypass West (incl. aansluiting Haarlemlijn) Nieuw-West
naast elkaar te realiseren. Verschillende ambities kunnen daarom ruimte vragen op dezelfde 3. Spoor Emplacement Watergraafsmeer Oost
locatie. Ruimtelijke reserveringen zijn nodig om ruimte te bewaren voor het realiseren van 4 Spoor Uitbreiding van station Amsterdam Science Park bij evt. spoorverdubbeling Oost
cruciale infrastructuur op de lange termijn. Hierdoor blijft strategische ontwikkelruimte 5. Spoor Spooruitbreiding Muiderpoort — Watergraafsmeer — Zuidtak Stedelijk
voor Amsterdam beschikbaar, zodat de stad ook in de toekomst wendbaar blijft om mee te 6. Spoor Spooruitbreiding Duivendrecht — Muiderstraatweg — Overdiemerpolder Stedelijk
bewegen met de behoeften vanuit de maatschappij. 7. Spoor Diemerboog Stedelijk
8. Spoor Spooruitbreiding Duivendrecht Stedelijk
Een ruimtelijke reservering is een reserve- nen richten zich op het mogelijk maken van 9, Spoor Venserpolderboog Stedelijk
ring of bestemming voor de fysieke aanleg van gebiedsontwikkeling in specifieke delen van 10. Spoor Spooruitbreiding tussen stations Bijlmer — Duivendrecht — Amstel (evt. Centraal Station) Stedelijk
toekomstige (hoofd)infrastructuur, bijvoor- de stad voor de korte en middellange termijn. 1. Spoor Spoortunnel/aquaduct Weesp Weesp
beeld ten behoeve van een metrolijn, fietsbrug Het startpakket is niet uitputtend, maar vormt 12. Spoor Ongelijkvloerse kruising en aansluiting Transformatorweg West
of een tunnel. een startpunt. Verschillende projecten vragen 13. Spoor Spooruitbreiding Westtak tot Contactweg West
Reserveringen kunnen dienen voor het nog verdere afstemming en uitwerking. Deze 14. Spoor Emplacement Westhavenweg Westpoort
handhaven van het bestaande infrastructuur- mogelijke reserveringen werkt de gemeente uit 15. Spoor Haarlemboog Westpoort
netwerk of voor het waarborgen van de moge- in een later stadium, in samenwerking met haar 16. Spoor Aansluiting Haarlemlijn — Westtak Westpoort
lijkheden voor uitbreidingen hiervan. Er gelden partners, ter voorbereiding op de definitieve 17. Spoor Spooruitbreiding Sloterdijk — Zaanstad Westpoort
naast reserveringen voor uitbreidingen en omgevingsvisie. 18. Spoor Stamlijn Siciliëweg Westpoort
aanpassingen aan de infrastructuur ook strate- 19. Spoor Spooruitbreiding voor emplacement Aziëhavenweg Westpoort
gische reserveringen voor regionale en nationale 20. Spoor Achteringang emplacement Aziëhavenweg Westpoort
infrastructuur, zoals spoorlijnen en snelwegen. 21. Spoor Westhavenboog Westpoort
Beheer en eigendom hiervan valt buiten de 22. Spoor Spooruitbreiding Zuidtak Schinkel — RAI Zuid
gemeentelijke organisatie. De reserveringen 23. Spoor Keersporen Holendrecht/AMC Zuidoost
zijn wel bepalend voor de mogelijk- en onmo- 24. Spoor Goederenwachtsporen Holendrecht Zuidoost
gelijkheden van ruimtelijke ontwikkeling op 25. Spoor Keersporen Duivendrechtseveld Zuidoost
het grondgebied van Amsterdam. Amsterdam ov
houdt zich aan bestaande reserveringen van 26, OV Verschuiven metrostation Henk Sneevlietweg Nieuw-West
RWS en ProRail. 27. OV Busstation noordzijde Station Sloterdijk — Piarcoplein Nieuw-West
28. OV Metrostation Sixhaven Noord
In de omgevingsvisie is een startpakket 29. OV Railverbinding Zaanstad — Johan van Hasseltweg Noord
opgenomen van circa 100 reserveringen. Dit 30. OV Overstaphub Coentunnelcircuit — Melkweg Noord
zijn enerzijds reserveringen uit de Structuurvi- 31, OV Oost-west HOV-busverbinding Sloterdijk — Noord — Schellingwouderbrug Noord
sie Amsterdam 2040. Deze reserveringen zijn 32, OV IJmeer-metroverbinding incl. twee stations op IJburg Oost
geactualiseerd en onverminderd relevant voor 33. OV Verlenging IJtram Oost
de ontwikkeling van de stad. Daarnaast zijn 34. OV Noordoosttangent Oost
er reserveringen vanuit Amsterdamse mobili- 35. OV Vertramming Noordoosttangent Oost
teitsplannen toegevoegd. De mobiliteitsplan- 36. OV Verlengen van tramlijn 1, 3 en/of 14 naar Zeeburgereiland Oost
140 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 141
Reserveringsnummer Reserveringsnummer
Startpakket Cluster Titel Reservering Gebied Startpakket Cluster Titel Reservering Gebied
ov Fiets
37. OV Definitieve IJtramstalling Oost 70. Fiets Uitbreiding fietsenstallingen Amsterdam Centraal Station Centrum
38. OV Completeren van de metro ring (Kleine Ring) Stedelijk 71. Fiets Fietsenstalling noordzijde Station Sloterdijk Nieuw-West
39. OV Oost/Westmetrolijn Stedelijk 72. Fiets Fietsenstalling zuidwestzijde Station Sloterdijk Nieuw-West
40. OV Doortrekken Noord/Zuidlijn naar Schiphol Stedelijk 73. Fiets Fietsverbinding Zuidas-Oeverlanden Nieuw-West
41. OV Tramverbinding (lijn 5) Marnixstraat — Houthavens — Coen- en Vlothaven Stedelijk 74. Fiets Fietsbrug Schinkel Sloterweg — Laan der Hesperiden Nieuw-West
42. OV Aiportsprinter verbinding Schiphol — Amsterdam Centraal Stedelijk 75. Fiets Noord-zuidfietsverbinding Ringspoorzone Nieuw-West
43. OV Tramverbinding IJ — Johan van Hasseltweg — Azartplein Stedelijk 76. Fiets Fietsenstalling Buikslotermeerplein Noord
44, OV Tramverbinding IJ Pontsteiger of Haparandaweg — NDSM — Klaprozenweg Stedelijk 11. Fiets Fietsparkeren metrostation Noorderpark Noord
45. OV Tramreservering Contactweg West 78. Fiets Fietsparkeren Buiksloterveer in Noord Noord
46. OV Vertrammen van buslijn 15 Zuid 79. Fiets Fietsparkeren IJpleinveer in Noord Noord
47. OV HOV-busverbinding IJburg-Zuidoost Zuidoost 80. Fiets Uitbreiding fietsenstallingen treinstation Amstel Oost
48. OV HOV-busverbinding Bijlmer-Arena — Haarlem-Noord via Holterbergweg — A10 — Amsterdam Zuid Zuidoost 81. Fiets Uitbreiding fietsenstalling treinstation Muiderpoort Oost
49. OV Uitbreiding busstation Bijlmer ArenA Zuidoost 82. Fiets Uitbreiding fietsenstallingen treinstation Zuid Zuid
50. OV Opstelterrein Oostlijn - Geintak Zuidoost 83. Fiets Uitbreiding fietsenstallingen treinstation RAI Zuid
o1. OV Opstelterrein Gaasperplastak Zuidoost 84. Fiets Uitbreiding fietsenstalling Europaplein Zuid
Weg 85. Fiets Fietsenstalling ArenA-evenementengebied Zuidoost
52. Weg Parkstad aansluiting Westrandweg: nieuwe op- en afrit A5 ten zuiden van Osdorperweg Nieuw-West Hubs
53. Weg Wegverbreding A4 Nieuw-West 86. Hubs Mobiliteitshub Oude Haagseweg Nieuw-West
54. Weg Bongerdtunnel (mogelijk te vervallen) Noord 87. Hubs Mobiliteitshub Ookmeerweg Nieuw-West
55. Weg Opwaardering A10-Noord Noord 88. Hubs Mobiliteitshub treinstation Halfweg Nieuw-West
56. Weg Aanpassing op- en afrit A10 — S118: Verlengde Stellingweg — Molenaarsweg Noord 89. Hubs Mobiliteitshub kruising A5 — S102 Nieuw-West
D/. Weg Aanpassing op- en afrit A10 — S117: IJdoornlaan — Vorticellaweg Noord 90. Hubs Mobiliteitshub kruising A5 — Osdorperweg Nieuw-West
58. Weg Aanpassing op- en afrit A10 — S116: N247 Noord 91. Hubs Mobiliteitshub metrostation Noord — Buikslotermeerplein Noord
59. Weg Aanpassing op- en afrit A10 — S115: IJdoornlaan Noord 92. Hubs Mobiliteitshub Zeeburgereiland Oost
60. Weg IJ-boulevard Amsterdam CS — A10-Oost — IJburg Oost 93. Hubs Mobiliteitshub metrostation Gaasperplas Zuidoost
61. Weg Inpassing A2 Overamstel: nieuwe A2 Entree Oost 94, Hubs Mobiliteitshub treinstation Holendrecht Zuidoost
62. Weg Tram ongelijksvloers oprit A10 (westzijde) — S114: IJburglaan Oost IJ
63. Weg Opwaardering op- en afrit S114: IJburglaan Oost 95. IJ Brug over het IJ oostzijde incl. aanlanding Stedelijk
64. Weg Behoud mogelijkheid tot aanpassen A10-West binnen contour Structuurvisie Stedelijk 9%6. IJ Brug over het IJ westzijde incl. aanlanding Stedelijk
65. Weg Opwaardering Nieuwe Hemweg tussen Contactweg en aansluiting A10 Westpoort 97. IJ Voetgangerstunnel CS - Noord Stedelijk
66. Weg Verbinding tussen Lemelerbergweg en Snijdersweg Zuidoost
67. Weg Aanpassing op- en afrit A2 — Burgemeester Stramanweg Zuidoost
68. Weg Aanpassen op- en afrit: A9 — Muntbergweg incl. kruispunten Muntbergweg-Laarderhoogtweg & Zuidoost
Hessenbergweg
69. Weg Aanpassing op- en afritten: A2 & A9 — Tafelbergweg Zuidoost
142 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel Il | Waar 143
N he = r | Ae
ad pe
m | fL
NZ
En ES DO _
[& A ad |
ET RE 6
we a Ps re
pe es me nn
Pa |
=e | 7 Pin
nn | 5
B | Ù Es os
EN d er É
De EE
EO NN ne a Pd
eN en pr mn TER ka a 8 ER Ì il i af En ef Pel
sE | Ee am | | ERI en Ee
en ' E À am | ng jared free Ì Ô - L KN | | en Ha À il En ee, pe : mn | ed
B ej ie : aak ert mn En =e Ph ee FE en ANN U mn nn 5 Ke f ie Ì pe | Pi en d - Pe
i nnn ed. en —_ B Pae sr an J MN oe kJ 5 :
4 | | e mk : Ie ; î ap jn En ue EE Î Nl Eu Ù | Li 4 Aa Î 1 nk 7
E ab: AE B Ur: Ve RORE NIER Een er hd en HEEL 0 PENN A mn Rh
ike UK ik OAT VEE EES \ E » ee Ban tess’ Ve | E
aa il ee b TA 5 e Î Ni fi kh ve s | d \
AR Ee ee M= Pe) ie | } ef |} |
ee 5 a Ee rd de
\ | on En zn TEN OO OZEACHRE
û j E 3 ie kad u En, li. ee En in 3 À 1 : 1 dl
S Ere: 5 ii Ee ed EE BE \
= Wee p - ; : : Ee
N : E S 5 ee df
Een beleidsagenda richting 2050
_Inclusieve stad
‚ Duurzame stad
A Aiel ele
, Gezonde stad
‚ Leefbare stad
. Compacte stad
Om de vijf strategische keuzes uit de visie uit te voeren is veel van het bestaande Amsterdamse beleid
voor de fysieke leefomgeving al op orde. Maar op sommige punten is ook bijstelling nodig. In dit deel van
de omgevingsvisie geven we een overzicht van dat Amsterdamse beleid. Je vindt hier een samenvatting van
het bestaande beleid en we geven de nieuwe richtingen aan die nodig zijn om de visie uit te voeren.
We hebben dit hoofdstuk ingedeeld op basis van zes ambities voor de leefomgeving, die gebaseerd zijn
op de twaalf waarden die we de komende jaren zullen gebruiken om de doorwerking van het beleid te
H beoordelen.
We zouden baat hebben
bij leuke horeca, dan
gaan we ook minder het
stadsdeel uit en kunnen
° HI
we hier echt leven
Ravenna Burgzorg | Stadsdeel Zuidoost
146 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool DENIM EL (EA
Een beleid
cht: 2050
In Deel | VISIE is uiteengezet hoe Amsterdam de groei van de stad en de metropool- Een beleidsagenda aan
regio wil aanwenden om een betere stad te worden en richting te geven aan transities de hand van zes ambities De zes ambities gekoppeld aan 12 kernwaarden
en deze waar mogelijk te versnellen. De keuzes voor Meerkernige ontwikkeling, Groeien Om recht te doen aan een meer integrale
binnen grenzen, Duurzaam en gezond bewegen, Rigoureus vergroenen en Samen stad- benadering van het beleid, is deze beleidsagenda * _Inclusieve stad: inclusief 150
maken vragen deels om nieuwe richtingen in het Amsterdamse beleid voor de fysieke gestructureerd aan de hand van zes ambities. * Duurzame stad: klimaatneutraal, klimaatbestendig en circulair 157
leefomgeving. Dit deel biedt een overzicht van al het Amsterdamse beleid voor de fysieke Deze ambities zijn gelinkt aan de twaalf kern- e Vitale stad: economisch vitaal en bereikbaar 169
leefomgeving en bevat voorstellen voor uitwerking en aanpassing daarvan. Daarmee waarden die we gebruiken om de komende * Gezonde stad: gezond, veilig en milieukwaliteit 185
vormt dit deel van de omgevingsvisie een samenhangende agenda voor vernieuwing en jaren de doorwerking van de omgevingsvisie te * Leefbare stad: leefbaar en natuurlijk 192
uitwerking. Het is geen vervanging van het bestaande beleid. beoordelen. Zie hiervoor ook het beoordelings- * Compacte stad: ruimtelijke kwaliteit Ae
kader dat onderdeel is van het omgevingseffect-
Het Amsterdamse beleid voor de fysieke er nieuwe inzichten zijn, bijvoorbeeld over rapport (OER). Bij de indeling van beleids-
leefomgeving is grotendeels op orde en actueel. kansengelijkheid en ruimtelijke segregatie, die thema’s onder zes ambities zijn pragmatische
Sinds het vaststellen van de Structuurvisie doorwerken in verschillende beleidsthema’s. keuzes gemaakt.
Amsterdam 2040 is veel beleid in overeenstem- Deze ontwikkelingen vragen om uitwerking
ming gebracht met het bouwen aan een intensief en aanpassing van beleid vanuit een integraal Onder Inclusieve stad is het beleid voor
bebouwde en gemengde, compacte stad. Een perspectief, maar ook om ruimtelijke keuzes op Kansengelijkheid, Onderwijs & cultuur,
voorbeeld is de inzet van verkeer en vervoer op stedelijk niveau. In het Deel IT WAAR wordt al Maatschappelijke voorzieningen en Wonen
autoluw, waarmee de wens om in de openbare een aantal keuzes op stedelijk niveau toegelicht beschreven. Onder Duurzame stad is het
ruimte meer ruimte voor actief verkeer en groen en uitgewerkt in een ruimtelijk-programmati- beleid voor Klimaatneutraal, Klimaatbestendig, H . .
te creëren goed samenvalt. Een ander voorbeeld sche basisstructuur. Energie en Circulair beschreven. Onder Vitale E en st a dl d Ie ZIC h
is de nieuwe richting die met Ruimte voor de stad is het beleid voor Economie, Mobiliteit en
economie van morgen is ingeslagen. Deze visie ruimte, Luchthaven en Zeehaven beschreven. b e S C h e Mn t te ©, e n
past naadloos op de ambitie om op meer plek- Onder Gezonde stad is het beleid voor Volks-
ken in de stad monofunctionele werkgebieden gezondheid, Sport, spel & bewegen, Voedsel & d e OQ rote Mm d C h t
om te vormen tot gemengde woon-werkmilieus. stadslandbouw, Omgevingsveiligheid, Lucht- .
kwaliteit en Geluid beschreven. Onder Leef- Va n h et ka D It d d | e n
Veel beleid is dus al op elkaar afgestemd. bare stad is het beleid voor Openbare ruimte, .
Toch ontstaan er steeds weer spanningen en Water, Groen, Volkstuinen & begraafplaatsen, ZO ro t d d t WO n | n Q e n
kansen tussen de verschillende beleidsthema’s. Landschap, recreatie & landbouw, Dierenwel- .
Een reden daarvoor is de doorgaande groei van zijn en ecologie beschreven. Onder Compacte b et da da | b d a r b | || ve n
de stad en de oplopende druk op de ruimte. stad is het beleid voor Welstand & ruimtelijke .
Daarnaast vragen relatief nieuwe opgaven, kwaliteit, Cultuurhistorie & archeologie, Hoog- voor nreuwe en
zoals de energietransitie en circulaire economie, bouw, Daken en de Ondergrond beschreven. 1
om een meer integrale benadering, die vaak OU dl e b ewoners
lastig past bij de bestaande sectorale indeling
in beleidsthema’s. Wat ook meespeelt, is dat Dineke Stam | Stadsdeel Oost
148 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 149
Nieuwe richtingen sen dragen op deze wijze bij aan een diverse,
1 °) inclusieve stad met kansen voor groot én klein
Tegengaan segregatie initiatief. Deze omgevingsvisie onderstreept het
e Een manier om kansenongelijkheid tegen belang van het broedplaatsenbeleid. Het is daar-
| NM C | LU S | CS V En S t d d te gaan, is het tegengaan van segregatie, dus bij belangrijk dat broedplaatsen in alle stads-
zorgen voor gemengde wijken. Segregatieis niet delen zijn te vinden en ook een plek krijgen in
de hoofdoorzaak van kansenongelijkheid, maar nieuwe gebiedsontwikkelingen.
versterkt deze wel. Dat gaat via buurteffecten
(gebrek aan rolmodellen, grotere kans op Onder de naam Expeditie Vrije Ruimte
probleemgedrag, leefbaarheidsproblemen) en introduceren we ook een breder programma
schooleffecten (lagere leerprestaties, lagere soci- voor broedplaatsen. Verspreid door de stad zijn
ale cohesie). In Amsterdam is woonsegregatie talloze bijzondere culturele, sociale en groene
naar sociaal-economische-status (SES-index) plekken te vinden die zijn vormgegeven en wor-
Amsterdam wil een inclusieve stad zijn. Een stad waar Amsterdammers en nieuwkomers in internationaal opzicht laag, maar sinds 2014 den beheerd door burgers en maatschappelijke
zich kunnen thuis voelen en die kansen biedt om je te ontwikkelen. Een inclusieve stad is neemt het wel toe. De SES-index geeft weer in organisaties: van Ruigoord, tot buurtcentrum
ook een ongedeelde stad. Dat betekent dat kansen om je te ontwikkelen overal in de stad hoeverre bevolkingsgroepen gescheiden wonen. Ru Paré, en (tijdelijk) stadslandbouwproject
even groot zijn. Het betekent ook dat we grote verschillen in ervaren kwaliteit van leven en Een score van O betekent complete menging, Noordoogst. Deze vrije ruimtes hebben vele
concentraties van achterstanden en maatschappelijke problemen tegengaan. een score van 100 betekent complete segrega- verschijningsvormen, maar hebben gemeen-
tie. Momenteel is deze score 27,29. Wij willen schappelijk dat ze van onderop zijn ontstaan
Ruimtelijke ordening alleen kan inclusivi- omdat de verschillen tussen binnen en buiten segregatie op stedelijk niveau tegengaan. Dat en collectief zijn vormgegeven. Het zijn plek-
teit niet waarborgen. Veel andere zaken, zoals de Ring te groot worden, omdat er in steeds kan gevolgen hebben voor de financiële uit- ken waar mensen elkaar ontmoeten, waar ze
onderwijs en openbare orde en veiligheid, zijn meer delen van de stad nauwelijks nog vrije gangspunten van gebiedsontwikkeling of voor reflecteren en waar ze kunnen experimenteren.
ook van groot belang. Maar de fysieke omge- ruimte te vinden is, omdat kleine maakbedrijf- afspraken met woningcorporaties over gebruik De kracht van deze vorm van ruimtegebruik is
ving doet er toe. Amsterdam streeft in de hele jes in de stad geen plek meer kunnen vinden, en verkoop van de sociale huurvoorraad. dat het initiatief bij burgers ligt, in de luwte van
stad naar een veilige en toegankelijke openbare omdat er op sommige plekken vervoersarmoede marktwerking en overheidsbeleid.
ruimte, betaalbare woningen, toegang tot veel optreedt, omdat er voor burgerinitiatief weinig Segregatie manifesteert zich nadrukkelijk
verschillende soorten werk, laagdrempelig ver- ruimte over blijft. Het tegengaan van kansenon- op buurt- en wijkniveau. Nu heeft ongeveer We willen bestaande vrije ruimte bescher-
voer, voldoende plek en draagvlak voor maat- gelijkheid is daarom een belangrijk doel. Deze een kwart van de inwoners van Amsterdameen men en nieuwe vrije ruimte beschikbaar stellen
schappelijke voorzieningen, veel verschillende omgevingsvisie wil daar ruimtelijk aan bijdra- lage SES-score. Hoe meer dat per wijk verschilt, voor Amsterdammers, zowel in gebouwvorm
ontmoetingsplekken en kansen voor onderne- gen. Het Deel IV HOE gaat hier ook uitgebreid hoe meer segregatie er is. De verschillen per als in de openbare ruimte. Deze Vrije Ruimte
merschap. De digitale omgeving wordt hierbij op in. wijk mogen dus niet te groot worden en groeien maakt initiatieven mogelijk op allerlei terreinen:
steeds belangrijker. Ook die moet inclusief zijn, liefst toe naar het stedelijk gemiddelde. Daar- (nacht)cultuur, duurzaamheid, ecologie, bewe-
want steeds meer van onze activiteiten vinden Kansengelijkheid is overal voor ontwikkelen we per wijk streefcijfers, met gen, voedselproductie, experimentele woon- en
deels online plaats. Gemeentelijk ruimtelijk beleid kan inclu- inachtneming van de mogelijkheden en beper- werkvormen - of nog iets heel anders. Het kan
siviteit en kansengelijkheid niet rechtstreeks kingen die we (en andere partijen in de wijken, gaan om initiatieven met verschillende duur:
waarborgen. Daarvoor is het ook een te breed zoals corporaties) hierin hebben. Als ordenings- vooreen nacht, een weekend, een seizoen, een
Kansen ge | ij kheid begrip. Die waarborging verloopt via tiental- principe helpt het streven naar “homogenestra- _aantaljaar of
Groei moet leiden tot een betere stad voor len vormen van sectoraal beleid, zoals onder- ten in heterogene buurten”. Dat zijn dus diverse permanent.
alle Amsterdammers, met meer banen, voor- wijsbeleid, woonbeleid dat sociale huur in alle buurten met daarbinnen straten waarin mensen
zieningen en ontmoetingsmogelijkheden. Maar stadsdelen beschermt, beleid voor de openbare wonen met ongeveer dezelfde sociaal-economi- Vrije ruimte moet op deze manier een
het succes van de stad heeft ook een keerzijde: ruimte, economisch beleid dat ruimte reserveert sche status. Met dit niveau van menging wordt belangrijk onderdeel van de stedelijke leefomge-
de strijd om de ruimte leidt zonder ingrijpen tot voor maakbedrijven en werk voor alle oplei- het negatieve buurteffect geminimaliseerd. ving worden en deze op allerlei manieren leven-
een uitsortering van lagere en middeninkomens dingsniveaus, of sportbeleid dat regelt dat in de diger, schoner, kleurrijker en socialer maken.
en minder rendabele functies richting randen hele stad kan worden gesport. Deze en andere Vrije ruimte Aan de randen, maar ook binnen de stad. Juist
van de stad en regiogemeenten. Er ontstaat een vormen van inclusief beleid zijn in deze omge- Amsterdam kent al vele jaren broedplaat- in een verdichtende en zorgvuldig geplande
tweedeling. Delen van de stad en regiogemeen- vingsvisie terug te vinden in de betreffende sen. Ze zijn, zoals de naam al zegt, gericht op stad zoals Amsterdam, geeft het ‘onbestemde’
ten worden sociale en economische monocul- hoofdstukken. Inclusieve doelstellingen worden beginnende maatschappelijke, economische, en soms rommelige karakter van vrije ruimte
turen. De stad wordt minder inclusief. En het vrijwel allemaal overgenomen in deze omge- culturele of kunstzinnige groeperingen die het adem- en leefruimte.
inclusieve karakter van Amsterdam staat al vingsvisie en hier en daar zelfs van een extra in het spel van vrije krachten nog niet redden.
onder druk. Omdat prijzen zo hoog wordendat accent voorzien. Via de gemeente krijgen ze onderdak of ander- Van nature heeft vrije ruimte — als ini-
de middenklasse de stad uit trekt, terwijl wacht- soortige hulp om op te starten en te groeien tot tiatief vanuit onderop — een ongereguleerd
tijden voor sociale huur steeds langer worden, een hopelijk succesvolle formule. Broedplaat- karakter. Dit staat haaks op de actieve rol die
150 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 151
wij als gemeente nemen in het beschermen en Maatscha ope | ij ke Referentienormen al rekening mee gehouden. Vooralsnog komen
beschikbaar maken hiervan. De essentie van voorzienin gen De zorg voor maatschappelijke voorzie- de financiële lasten van een compleet voorzie-
vrije ruimte is echter dat dit samen opgaat: de Maatschappelijke voorzieningen worden ningen is verankerd in beleid voor onderwijs, ningenniveau vooral terecht bij de gemeente.
gemeente speelt vrij, de initiatiefnemers vullen in de regel niet door de markt gerealiseerd en sport, zorg, kunst en cultuur, en basisvoorzie- We gaan onderzoeken of deze lasten gelijkma-
in. Het huidige landschap van vrije ruimte in beheerd. De zorg voor maatschappelijke voor- ningen. De meeste ruimtelijke consequenties tiger verdeeld kunnen worden over ontwikke-
Amsterdam weerspiegelt nog niet voldoendede zieningen is deels een wettelijke taak, zoals bij voor de groei van de stad zijn vastgelegd in de lende partijen, zowel ruimtelijk als financieel.
diversiteit van Amsterdam en zijn bewoners. onderwijshuisvesting, bibliotheken en verplich- in 2018 vastgestelde Referentienormen voor
We willen vrije ruimte beschikbaar en toegan- tingen die volgen uit Wet maatschappelijke maatschappelijke voorzieningen, groen en Naoorlogse wijken
kelijk maken voor een bredere groep Amster- ondersteuning en Jeugdwet. Maar Amsterdam spelen. Doel is de groei van de stad gelijk op In met name Nieuw-West, Zuidoost en
dammers. Bij de toewijzing van ruimte moet er heeft ook zelf de ambitie een complete stad te laten gaan met een voldoende, gespreid en delen van Noord kunnen de ruimtelijke rand-
dus extra oog zijn voor initiatieven die aanvul- te zijn, in bestaande en nieuwe buurten. Daar fijnmazig maatschappelijk programma, zowel voorwaarden voor een inclusieve stad nog
lend zijn op het huidige aanbod. horen voorzieningen bij als scholen, en jeugd-, binnen- als buitenvoorzieningen. De referen- aanmerkelijk worden verbeterd. Door onder
zorg-, opvang-, buurt-, wijk-, cultuur-, sport- tienormen zijn gekoppeld aan financiering en andere een eenzijdige sociale woningvoorraad is
Er komt nog een pakket aan maatregelen en speelvoorzieningen, in bestaande en nieuwe blijven van kracht. Daarnaast biedteenscalaaan er ruimtelijke segregatie naar sociaal-economi-
en initiatieven voor vrije ruimte. Onderdeel buurten. Naast kleine voorzieningen in buurten beleid kaders voor maat voor maatschappelijke sche status en congregatie naar herkomst. Lage
hiervan is het voornemen om in Amsterdam en wijken kent Amsterdam veel grootstede- voorzieningen van de 21e eeuw. Van de Sport- woningdichtheden, dalende huishoudensgroot-
ruimte te maken voor een grote experimentele lijke voorzieningen, zoals voor middelbaar en visie 2025, het Actieplan Age Friendly City tot tes en vergrijzende inwoners veroorzaken een
woon-werkgemeenschap. hoger onderwijs, geestelijke gezondheidszorg, de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen. uitholling van het draagvlak voor voorzieningen
topsport en cultuur. Zij hebben een functie voor en wijkeconomie. Het ontbreken van een rijke
Digitale omgeving de hele stad, het land en soms zelfs mondiaal. Nieuwe richtingen voorzieningenmix ondergraaft de aantrekkelijk-
Amsterdam heeft in 2019 een Agenda Daarmee bepalen ze mede de aantrekkelijk- heid van buurten en zorgt voor een toenemend
Digitale Stad opgesteld, met daarin drie ambi- heid van Amsterdam en de metropoolregio als Woningen en voorzieningen gaan samen isolement van mensen.
ties. De eerste is een vrije digitale stad: tech- geheel. Voorzieningen voor sport en spel komen We bouwen niet enkel woningen, maar
nologie moet de vrijheid van meningsuiting verderop in de beleidsagenda uitgebreider aan we maken stad. Dat betekent dat we sturen op In deze wijken blijft investeren in water
koesteren. Een vrije en eerlijke toegang tot bod in het hoofdstuk Gezonde stad. de totale functiemix, in plaats van woningen al is belangrijk: mensen, voorzieningen, ruimte
de digitale omgeving moet worden gegaran- programmeren en de benodigde voorzieningen voor lokale initiatieven. Maar we moeten ook
deerd. Ten tweede de inclusieve digitale stad: Thuis voelen in een groeiende stad er pas daarna uit afleiden. Maatschappelijke bouwen aan meer draagvlak voor een zo breed
hier staat voorop dat de digitale omgeving alle Een groot deel van de stadsgroei in de voorzieningen staan centraal. Ook moeten we mogelijk scala aan voorzieningen, met verdich-
Amsterdammers helpt om zich te ontwikkelen. komende decennia vindt plaats in nieuwe die mix vaker bezien op het niveau van de wijk ting, meer en diversere woningen voor midden-
Toegang tot informatie en educatie is hierbij stadsbuurten. Ook in deze nieuwe buurten zal en de stad als geheel, in plaats van programme- groepen, meer ruimte voor werkfuncties, met
cruciaal. De derde ambitie is de creatieve digitale generatie na generatie Amsterdammers wonen, ren in losse projecten. Het uitgangspunt voor aantrekkelijke, verbindende stadsstraten met
stad: hier leggen we de verbinding met kunsten opgroeien, onderwijs genieten, spelen en spor- stadsontwikkeling wordt daarmee scherper: ruimte en kansen voor lokaal ondernemerschap.
cultuur. Creativiteit moet in de stad de ruimte ten, buurtfeesten houden, gezinnen stichten, indien de complete voorzieningenstructuur niet Soms kan ook de vestiging van grootstedelijke
krijgen, en kunnen bijdragen aan oplossingen maar ook ouder worden, partners kwijtraken, kan worden gerealiseerd, dan kunnen ook de voorzieningen hieraan bijdragen, omdat de rest
voor maatschappelijke problemen, inclusief die zorg nodig hebben of met een beperking leven. woningen niet worden gebouwd. van de stad vaker naar de buurt komt. De vesti-
van de technologie zelf. Amsterdam wil een inclusieve, ongedeelde Wij constateren dat huisartsenposten zich ging van grootstedelijke voorzieningen op cen-
samenleving zijn, met gelijke kansen voor ieder- vanwege stijgende huren moeilijker in verschil- trale plekken buiten het centrum wordt daarom
Digitalisering is een van de grootste een, ook voor kwetsbare Amsterdammers. Om lende Amsterdamse buurten kunnen vestigen een belangrijk uitgangspunt, als onderdeel van
transities van deze tijd. De i- Amsterdammer dit mogelijk te maken, dienen alle buurten en of handhaven. Als gemeente willen we dat deze de strategische keuze voor meerkernige ontwik-
gedraagt zich heel anders dan de Amsterdam- wijken van Amsterdam, nieuw en oud, te voor- voorzieningen, ook al vallen ze onder marktre- keling. Overigens blijft ruimte voor cultuurvor-
mer van weleer, met steeds meer gevolgen voor zien in de juiste randvoorwaarden hiervoor. gels, voor alle buurten behouden blijven. We men op buurtniveau net zo belangrijk, in alle
de fysieke stad: in de detailhandel, in de open- Onderdeel daarvan is ruimte voor maatschap- zoeken naar manieren om dit mogelijk te maken. wijken van de stad.
bare ruimte, bij bibliotheken, het onderwijs, pelijke activiteiten. Een complete stad kent een
in de mobiliteit, de manier waarop we werken laagdrempelig en fijnmazig netwerk van voor- In Deel II Waar van deze omgevingsvisie Vergrijzing
enzovoorts. Al die effecten, positief en nega- zieningen, waarin bewoners elkaar tegenkomen worden verscheidene nieuwe typen stadsmi- De vergrijzing vereist de komende jaren
tief, zijn direct en indirect terug te vinden in en letterlijk ruimte krijgen voor zelforganisatie. lieus voorgesteld, die afhankelijk van locatie, meer aandacht. Er komen 80.000 oudere
vele hoofdstukken van deze omgevingsvisie, Waar mensen zich thuis voelen en ‘omzien naar ontsluiting, dichtheid en mate van functiemen- Amsterdammers bij tot 2050. Het beleid om
maar kunnen ook vaak nog niet goed op waarde elkaar’ een eerste alternatief is voor professio- ging een eigen programmaaan maatschappelijke ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten
worden geschat. Daarom is het des te belangrij- nele hulp of dienstverlening. voorzieningen vergen. De referentienormen wonen, betekent dat in steeds meer bestaande
ker dat het maatschappelijk debat daarover de zullen worden gespecificeerd naar deze beoogde buurten aanpassingen nodig zijn aan wonin-
komende jaren blijft worden gevoerd. stadsmilieus. In de dichtheid van de milieutypo- genen inde openbare ruimte. Ouderen zijn
logieën in deze omgevingsvisie is daar ruimtelijk meer dan gemiddeld aangewezen op zorg aan
152 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 153
huis en voorzieningen in de buurt. Dat vraagt groot gebrek aan middeldure woningen en sterk (WiA). De indicatoren zijn buurttevredenheid, hebben hiermee eigenlijk geen woningbouwop-
om fijnmazige spreiding van maatschappelijke gestegen prijzen in de vrije sector. Woningzoe- ervaren overlast, schoon en heel, veiligheid en gave, maar een opgave voor stadmaken.
voorzieningen, openbaar vervoer en winkels kenden vinden tegenwoordig alleen met lang prettig samenleven. Sociale cohesie in een buurt
over de stad. Daar hebben ook andere kwets- wachten en veel geld of geluk nog een woning speelt een belangrijke rol bij het prettig samen- Prettige woningen
bare groepen, zoals mensen met een lichame- in Amsterdam. Ook op regionaal niveau is er leven, maar voor de leefbaarheid is veiligheid Het uitgangspunt dat een woning is om
lijke beperking, baat bij. Sportmogelijkheden schaarste, maar niet overal even veel. Het is niet en het onderhoud van de openbare ruimte ook in te wonen wordt de komende jaren hersteld.
dienen de komende jaren specifiekere aandacht aannemelijk dat op lange termijn de druk op de belangrijk. De jaarlijkse rapportcijfers voor de Meer regulering moet de uitwassen van onder
te hebben voor ouderen. Tot slot moet er meer stad minder groot wordt. Daarmee blijft er ook woonomgeving spreken duidelijke taal: waar- meer speculatie, verkamering en vakantiever-
aandacht komen voor woonzorgconcepten, in grote vraag naar woningen. deringen van 7 of 8 in een ruim centrumgebied huur verminderen. Alleen dan kunnen buurten
allerlei tussenvormen tussen zelfstandig en en lagere waarderingen in de naoorlogse wijken. vitaal worden en blijven. Verder verdienen
onzelfstandig. Zie ook de paragraaf over Wonen Segregatie, de scheiding van bevolkings- De opgave voor de toekomst is om die verschil- bouwkundige staat en binnenklimaat van
verderop in dit hoofdstuk. groepen naar buurt, neemt in Amsterdam en len te verkleinen. Amsterdamse woningen de komende jaren meer
de regio toe. Amsterdam is naar internationale aandacht, zoals voldoende oppervlak, flexibi-
Zelforganisatie en eigenaarschap maatstaven niet sterk gesegregeerd, mede door Nieuwe richtingen liteit in de indeling, buitenruimte, daglicht en
Het zijn vooral gevestigde professionele het vele, goed over de stad verspreide corpora- doorluchting. Daarvoor zijn drie redenen. Ten
partijen die maatschappelijke voorzieningen tiebezit, maar verschillen binnen de stad nemen Een meer regionale blik eerste verandert het klimaat, kansen op extreme
realiseren en exploiteren. Tegelijkertijd groeitde in sommige opzichten toch toe. Aangezien Deze omgevingsvisie hanteert nadrukkelijk hitte, wateroverlasten droogte nemen toe. Dat
vraag vanuit bewoners voor meer zeggenschap segregatie, bijvoorbeeld via schooleffecten en een regionaal perspectief, ook als het gaat om vereist steeds meer aanpassingen aan daken,
over hun eigen leefomgeving, inclusief voorzie- leefbaarheid, invloed heeft op kansengelijkheid, wonen. De metropoolregio biedt een rijk palet afwatering, zonweringen, funderingen enzo-
ningen. Die wensen moeten de ruimte krijgen. willen we dit tegengaan. Voor het contact tussen aan leefmilieus en woningtypenen Amsterdam voorts. Zie ook de paragraaf Klimaatbestendig
Voor een deel kan dat in broedplaatsen en vrije mensen van verschillende achtergronden moet levert daar een bijdrage aan. We ondersteunen in het hoofdstuk Duurzame stad. Ten tweede
ruimtes, maar ook in het voorzieningenbeleid de woningvoorraad in de stad gemengd, betaal- de regio bij het bouwen aan meer stedelijkheid maakt de populariteit van Amsterdam dat ook
zelf moet meer ruimte komen voor nadere invul- baaren kwalitatief goed zijn en blijven, juist ook in de regiokernen, zodat deze in een deel van de slechte woningen goed verhuurbaar zijn. Goed
ling door cocreatie en lokale initiatieven. Ook al op het schaalniveau van de buurt. Dat betekent vraag naar stedelijk wonen kunnen voorzien. onderhoud, het wegwerken van achterstallig
is dat in planvorming vaak moeilijk, gebiedsont- dater bij ontwikkelingen in buurten met een Daarom kiezen we voor meerkernige ontwik- onderhoud en verhuurderschap moeten dan
wikkelingen zouden niet op voorhand volledig eenzijdige woningvoorraad meer ruimte komt keling: de stedelijke kwaliteiten van kansrijke vaker worden afgedwongen. De Amsterdamse
moeten worden dicht gepland. Zie ook Agenda voor woningcategorieën die er nog weinig zijn. gebieden, ook buiten de gemeente Amsterdam, woningcorporaties en particuliere verhuurders
voor Samen stadmaken in Deel IV HOE. kunnen daarmee omhoog worden gebracht: zijn hierin belangrijke partners. Tot slot heeft
Toegang tot de stad, betaalbaarheid, verdichting met hoge kwaliteit, meer menging de corona-epidemie extra duidelijk gemaakt
Uit ervaring blijkt dat sterke, enkelvou- omgaan met schaarste, tegengaan van segre- met andere functies, meer verblijfkwaliteitinde datde tendens tot meer thuiswerken gevolgen
dige functies de beste kansen bieden op goed gatie, woningkwaliteit: woonbeleid is en blijft openbare ruimte. Met betere ov- en fietsverbin- kan hebben voor basiseisen die we stellen aan
gebruik en een sterk gevoel van eigenaarschap een belangrijk instrument voor het behalen dingen en een regionaal werkende huursector. woningen. Details en sturingsmogelijkheden
bij gebruikers. Dat betekent dus geen grote van veel doelen in deze omgevingsvisie. Het De Woondeal tussen Rijk en Metropoolregio zijn nog niet helder, maar er zijn zeker redenen
diversiteit aan functies onder één dak en achter Amsterdamse woonbeleid omvat onder andere Amsterdam uit 2019 vormt hiertoe een begin. voor meer beleidsmatige aandacht voor dit punt
één voordeur, maar juist eigen ingangenenzelf- dein 2017 vastgestelde Woonagenda 2025, de We groeien toe naar een evenwichtigerregio met inde toekomst.
standig beheer. De ligging van maatschappelijke Huisvestingsverordening Amsterdam 2020, fysiek en sociaal gemengde wijken, zodat meer
voorzieningen in de buurt past bij de functie. de Doelgroepenverordening Woningbouw mensen een passende(r) woning kunnen vinden Eigen zeggenschap en verantwoordelijk-
Dat betekent dat scholen en voorzieningen voor Amsterdam, de Actualisatie Bestuursopdracht in het woonmilieu van hun keuze. heid geven vaak de beste beheerresultaten.
sommige kwetsbare groepen in de luwteliggen, Ontwikkelbuurten 2019-2022 en Samenwer- Daarom vormen wooncoöperaties in verschil-
terwijl meer publieke functies juist heel goedop kingsafspraken 2020-2023 met de Amster- Vitale buurten lende varianten belangrijke concepten voor de
drukke plekken als stadsstraten en plekken met damse Federatie van Woningcorporaties en de Met deze omgevingsvisie wil Amsterdam toekomst. Zie ook het hoofdstuk Agenda voor
een stedelijke betekenis passen, waar ze bijdra- Amsterdamse huurderskoepels. een betere stad worden voor alle inwoners. In veel Samen stadmaken in Deel IV HOE. Deze vorm
gen aan levendigheid in de openbare ruimte en buurten moet er een nieuwe balans komen tussen van ontwikkeling biedt vooral in de naoorlogse
draagvlak voor ondernemers. Het samen werken aan een ongedeelde stad wonen, werken en recreëren. Uitgangspunt wijken een mogelijkheid om met verdichting
doen we met enig realisme: de grote druk die daarbij zijn complete buurten, dus gemengde, blijvend betaalbare huurwoningen voor mid-
wordt uitgeoefend op de Amsterdamse woning- stedelijke wijken als sociaal veilige leefgemeen- deninkomens toe te voegen. De aard van deze
Wonen voorraad door nieuwkomers, het toerisme, schappen, met maatschappelijke functies, ontwikkelvorm versterkt betrokkenheid bij de
de platformeconomie, speculanten en andere werkfuncties, winkels, cultuur, mogelijkheden eigen woning en woonomgeving.
Algemeen factoren vragen om scherpe beleidskeuzes. voor kinderen om er fijn op te groeien. Bewoners
Steden als Amsterdam zijn populair. De kunnen voor veel in hun eigen buurt terecht. Ze Prioritaire doelgroepen
druk op de ruimte vertaalt zich bij woningen Iedere twee jaar wordt onderzoek gedaan voelen zich eigenaar van hun buurt en dragen ook We bouwen in Amsterdam voor alle doel-
in lange wachttijden voor sociale huur, een naar de leefbaarheid in Amsterdamse buurten zelf bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. We groepen naar inkomens, huishoudtype en leef-
154 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 155
tijd. Enkele doelgroepen hebben daarbij extra Ontwikkelbuurten
woonaandacht: ouderen, vitale beroepsgroepen, In buurten waar verschillende uitdagingen 1 3
kwetsbaren, jongeren en omwonenden. tegelijk aan de orde zijn, werkt de gemeente
samen met corporaties, bewoners en overige
De Amsterdamse bevolking vergrijst. betrokkenen aan kwaliteitsverbetering van DD) Ll Ll r Z d MN En S t d d
Het hedendaagse uitgangspunt is dat ouderen woningen, woonomgeving en gebouwde voor-
tot op hoge leeftijd zelfstandig blijven wonen. zieningen. Ook verbetering van de leefbaarheid
Daar moeten meer geschikte woonvormen voor en van de sociaal-economische positie van de
komen, bijvoorbeeld geclusterd wonen voor huidige bewoners zijn een belangrijk doel. De
contact, onderlinge hulp en zorg op maat. Ook 32 ontwikkelbuurten liggen in Noord, Nieuw-
de openbare ruimte in buurten moet meer op West en Zuidoost en worden verdicht met extra
ouderen worden toegesneden dan we totnutoe woningen in verschillende woonsegmenten
gewend zijn, met veilige looproutes, bankjesen en voorzieningen en ruimte voor lokaal onder-
fijnmazige voorzieningen om de hoek. Moderne nemerschap. De komende jaren zetten wij Amsterdam neemt met een ambitieuze inzet op klimaatneutraliteit, duurzame energie en
combinaties van wonen en zorg worden de dit beleid versterkt voort met een scherp oog een circulaire stad zijn verantwoordelijkheid in het tegengaan van klimaatverandering. Tegelijk
komende tijd uitgewerkt in een specifieke voor de positie van de huidige bewoners, die dwingt onze kwetsbare ligging ons tot een stevige inzet op klimaatadaptatie. De gevolgen
woon-zorgvisie. per saldo baat moeten hebben bij verdichting. van klimaatverandering zijn nu al merkbaar, met pieken in hitte en droogte, extremere neer-
Wederkerigheid tussen oude en nieuwe bewo- slag en op termijn ook zeespiegelstijging. Het klimaatbestendig maken van de bestaande stad
Beroepsgroepen die belangrijk zijn voor ners en belangen staat centraal. Zie hiervoor ook vraagt om meer ruimte voor bijvoorbeeld waterberging en verkoelend groen.
het goed functioneren van de stad, zoalsleraren, de strategische keuze Meerkernige ontwikkeling
politieagenten of zorgmedewerkers, moeten in Deel [ VISIE en de ruimtelijke en program- Wart betreft de energietransitie heeft het nader vorm. Ook de Strategie Amsterdam Cir-
behouden blijven voor de stad. Vanwege de matische basisstructuur in Deel IT WAAR. stadsbestuur stevige ambities geformuleerd. culair is hierbij van belang.
grote druk op Amsterdam is het bieden van We streven naar een vermindering van de CO ,-
woonvoorrang voor deze groepen in sommige Duurzaamheid en inclusiviteit uitstoot in Amsterdam met 55% in 2030, en Amsterdams en landelijk beleid
gevallen geoorloofd. Vrijwel alle Amsterdamse woningen krij- 95% in 2050. Voor 2040 moet de stad aard- De Amsterdamse CO,-uitstoot mag in
gen te maken met de energietransitie. Gemeente gasvrij zijn en over 10 jaar mag er alleen nog 2030 nog maar 1.710 kiloton zijn. Dat is 3.290
Daarnaast hebben specifieke kwetsbare en corporaties hebben gezamenlijk de ambitie uitstootvrij vervoer over de weg en over het kiloton minder dan de huidige uitstoot van
groepen passende huisvesting en aandacht om in 2050 een CO‚-neutrale woningvoorraad water. Bijdragen aan een duurzame wereld bete- 5.000 kiloton. Deze scherp dalende lijn moet
nodig: sociaal-medisch urgenten, versnelde te hebben, zie de paragraaf Klimaatneutraal in kent ook een transitie naar circulaire processen. na 2030 worden voortgezet, zodat in 2050
uitstromers uit maatschappelijke opvang of het hoofdstuk Duurzame stad. De gevolgen zijn Oftewel van lineaire ketens van productie, klimaatneutraliteit wordt bereikt. Dat betekent
beschermd wonen, statushouders. Huisvesting echter niet voor iedereen gelijk. Sommige inwo- consumptie en afval, naar een circulaire omgang dusook na 2030 meer energiebesparing, meer
geschiedt verspreid over de stad ensteeds vaker ners of buurten zijn kwetsbaarder of profiteren met grondstoffen en materialen. Het gedachte- windenergie, meer zonne-energie, verdere
in bijzondere woonconcepten met gemengde minder van de kansen die de energietransitie goed van de donut-economnie van Kate Raworth elektrificatie, meer CO,-opslag en -hergebruik,
groepen en beheervarianten. biedt. Uitgangspunt is daarom dat de individu- speelt hierbij een centrale rol: Amsterdam als meer waterstof.
ele woonlasten voor huishoudens met lage en stad waar geleefd en gewerkt wordt binnen
Tot slot zijn er twee groepen waar extra middeninkomens niet stijgen als gevolg van de planetaire en sociale grenzen. De Amsterdamse besparingsopgave tot
aandacht nog voor is of kan komen: jongeren overgang van fossiele naar duurzame huisver- 2030 van 3.290 kiloton wordt voor meer dan de
en omwonenden van nieuwe gebiedsontwik- warmingen. helft (1.850 kiloton) bereikt door een landelijke
kelingen. Voor jongeren loopt een programma Klimaatneutraal vergroening van de elektriciteitsvoorziening,
met extra inspanningen. Het is een diverse De grootste en meest ingewikkelde opgave Amsterdam neemt zijn verantwoordelijk- waarvan een flink deel via windmolens op zee.
doelgroep: praktisch of theoretisch opgeleid, van de energietransitie ligt in de bestaande heid en levert een maximale bijdrage aan het Hieruit blijkt hoe het Amsterdamse en lande-
werkend of studerend, Amsterdams of van woningvoorraad. Vaak zijn dit kleine en slecht behalen van de doelen van het Klimaatakkoord lijke beleid onlosmakelijk met elkaar zijn ver-
buiten de stad. Studenten vormeneen subgroep geïsoleerde woningen. Besluitvorming over van Parijs. We werken hierin samen met veel bonden. De landelijke toename van duurzame
hiervan. investeringen is lastig in de vele kleine vve’s partijen. De gemeente neemt de regie. In de elektriciteit is alleen zinvol als warmte en
Voor omwonenden van nieuwe gebieds- en in gemengde vve’s met zowel corporaties Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 mobiliteit ook worden geëlektrificeerd.
ontwikkelingen denken we na over het kunnen als eigenaar-bewoners of andere verhuurders. staan de langetermijnvisie op de Amsterdamse Andersom is elektrificatie van warmte en
bieden van woonvoorrang voor een deel van de Welke keuzes daar ook uit volgen, een klimaat- energietransitie, de strategie en acties voor de mobiliteit alleen zinvol als meer elektriciteits-
nieuwe huurwoningen. Een bepaalde woon- bestendige woning voor iedereen is een leidend korte termijn. Er worden vier transitiepaden opwek duurzaam wordt.
voorrang voor omwonenden kan bijdragen aan principe. beschreven: Gebouwde omgeving, Mobiliteit,
een inclusieve stad, draagvlak voor verdichting Elektriciteit en Haven en industrie. In onder Routekaart naar een klimaatneutrale stad
en samen stadmaken. Zie ook ‘Samen stadma- andere de Transitievisie warmte en de Regionale Het Amsterdamse klimaatbeleid bestaat in
ken’ elders in deze omgevingsvisie. Energiestrategie (RES) krijgen deze activiteiten hoofdlijnen uit de volgende elementen:
156 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 157
* __Bij de gebouwde omgeving een verschui- samenhangen, want sommige duurzame Warmte zoekgebied’ in landelijk Noord benoemd. Ook
ving van aardgas naar duurzame warmte energiedragers, zoals waterstof en ammo- * _ Ondergrondse ruimte in de bestaande voor zon zijn extra zoekgebieden opgenomen,
en elektriciteit. In 2040 moet Amsterdam niak, vragen om veel risicoruimte. Zie ook stad, omdat het gasnet grotendeels wordt aangeduid met de toevoeging “nee, tenzij”.
aardgasvrij zijn. De wijkaanpak en het thema omgevingsveiligheid. vervangen door een warmtenet (zie ook
programma aardgasvrij leveren een flinke Transitievisie warmte). De huidige warmtebronnen zijn op lange
bijdrage: 300 kiloton minder CO. De gemeente Amsterdam heeft in de * _Hulpwarmtecentrales (variërend in grootte termijn niet voldoende en niet duurzaam genoeg.
* _Bij mobiliteit een verschuiving van fossiele Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 van 30 x 15 meter tot 60 x 40 meter): een De toekomstige verdeling van warmtebron-
brandstoffen naar elektriciteit en invoering een‘nee,tenzij-beleid’ ten aanzien van de ver- groei van acht in 2020 naar waarschijnlijk nen wordt gezamenlijk met de buurgemeenten
milieuzones: 660 kiloton minder CO branding van biomassa geformuleerd. tien in 2040. afgestemd in de Regionale Structuur Warmte
* _Bij industrie volgen we de nationale trend, e _Warmte-overdrachtsstations (circa 30 x (RSW). Deze RSW maakt deel uit van de RES.
en maken we het Afval Energie Bedrijf Infrastructuur 15 meter), een groei van de huidige twee Amsterdam zet daarbij in op nieuwe duurzame
(AEB) duurzamer. Het AEB zet in op De elektriciteitsinfrastructuur zal sterk naar mogelijk vier. en betaalbare warmtebronnen zoals geothermie,
carbon capture storage (CCS) of usage moeten groeien, vanwege de toenemende * _Regelkamers (ook wel ‘kleine WOS’ restwarmte van datacenters en aquathermie.
(CCU). Dat betekent dat de CO, uit de elektriciteitsvraag als gevolg van datagebruik genoemd; één per 300 tot 400 wonin-
schoorsteen wordt afgevangen en getrans- en elektrificatie van warmte en mobiliteit. gen; grootte: 5 x 3 meter), een groei van Ruimtelijke gevolgen duurzame energie
porteerd voor ondergrondse opslag of Bovendien beïnvloeden keuzes elkaar. Een omstreeks 800 tot 2040, een vervijfvoudi- Grootschalige, duurzame energieopwek-
hergebruikt voor chemie en tuinbouw. groter warmtenetwerk reduceert bijvoorbeeld ging ten opzichte van nu. king vereist maatwerk. Windmolens moeten
Besparing: 500 kiloton CO de elektriciteitsvraag en dus de vorm van het bijvoorbeeld vanwege geluids- en veilig-
* _ Opwek van duurzame energie. Amsterdam elektriciteitsnet. Elektriciteitsnetwerken zijn heidsnormen op geruime afstand staan van
doet een bijdrage met 127 megawattwind- inde stad redelijk inpasbaar, maar leiden bij Duurzaam woningen en op gepaste afstand van infra-
energie in 2030; 550 MW zon in 2030 en onderstations soms wel tot lastige ruimtelijke energ | esystee m structuur. Zonnepanelen kunnen ook langs
1.100 MW zon (= 640 hectare) in 2050. keuzes in woonwijken. Warmtenetten vragen bestaande infrastructuur (taluds, geluidsscher-
Samen levert dat 600 kiloton CO,-bespa- echter beduidend meer ruimte. Daarnaast wordt Wind en zon in Amsterdam men) en op tijdelijk braakliggende gronden
ring op. de ondergrondse infrastructuur voor waterstof, In het nationale Klimaatakkoord heb- worden gelegd.
stoom en CO, uitgebreid, vooral in en van/naar ben de lokale overheden en de partners van Zonnepanelen en vooral windmolens ver-
Het elektriciteitsgebruik gaat de komende energiehub Westpoort. het Rijk afgesproken dat dertig energieregio’s anderen het aanzien van de omgeving. Lokaal
decennia fors omhoog. Die toename moet wor- in Nederland een Regionale Energiestrategie draagvlak is dan ook een van de voorwaarden
den beperkt door energiebesparing en efficiën- Wat betreft elektriciteit en warmte gaat (RES) opstellen. Overheden, netbeheerders, het voorhet ontwikkelen ervan. Bewoners moeten
tere technieken. het om de volgende opgaven: bedrijfsleven en waar mogelijk bewoners maken op gepaste manieren bij keuzes worden betrok-
regionaal gedragen keuzes voor duurzame ken en moeten mogelijkheden hebben om
Gevolgen voor de Amsterdamse Elektriciteit opwek van 35 terawattuur aan elektriciteit. financieel mee te profiteren van de opbrengsten.
omgeving * _Meer ondergrondse hoofdtracés voor elektra. Ook de warmtetransitie en de daarvoor beno- Een andere voorwaarde is dat windmolens met
* _7 extra onderstations (van 2.000 tot 5.000 digde infrastructuur hoort daarbij. Alles wordt minstens vijftig procent lokaal eigendom moe-
Bronnen m? per stuk), van 25 nu naar 32 in 2030, vertaald naar gebieden en projecten. Na vast- ten worden ontwikkeld.
Alle duurzame bronnen van energie vragen en daarna verder. stelling van de eerste RES door gemeenteraden,
veel ruimte: * _ Verdubbeling van het aantal middenspan- Provinciale Staten en de algemeen besturen van De zoekgebieden voor zonne- en windenergie
e _ De opwek van zonne- en windenergie ningsruimtes (van 6 tot 10 m? per stuk). de waterschappen in 2021, wordtde RESomde staan op de kaart op bladzijde 106. Deze zoek-
vraagt het meeste nieuwe oppervlak; zie de Amsterdam telt er nu 2.300. Nu zijn er twee jaar geactualiseerd. gebieden zijn overgenomen uit de concept-RES
zoekgebieden wind en zon in de paragraaf gemiddeld voor 1 wijk van 3.600 wonin- van voorjaar 2020 en zijn voorlopig. Er vindt rond
Regionale Energiestrategie. gen met bedrijven 9 nodig. Dat aantal zal Amsterdam valt onder de RES-regio de vaststellingsdatum van deze ontwerp-
e _ Duurzame opwek van warmte zal in de ongeveer moeten verdubbelen, afhankelijk Noord-Holland Zuid, waarin de stad een eigen Omgevingsvisie een separaat afwegingsproces
toekomst meer decentraal en op verschil- van de wijze waarop de warmte en mobi- deelregio vormt en dus zelf een energiebod doet. met participatie plaats. Conform het besluit
lende locaties plaatsvinden (zie verder in liteit worden verduurzaamd. Voor elke Amsterdam biedtaan om in 2030 intotaalcirca overde RES 1.0 zullen de zoekgebieden worden
dit hoofdstuk over WKO, geothermie en wijkbewoner wordt dat merkbaar. Uit- 0,65 TWh elektriciteit op te wekken door 50 opgenomen in de Omgevingsvisie.
aquathermie). De opwek van duurzame gangspunt bij positionering is dat kinderen megawatt (MW) wind te realiseren in 7 zoek-
warmte gebeurt nu nog op twee plekken, tot 15 jaar niet langdurig aan elektromag- gebieden en 400 MW zon te realiseren op grote Transitievisie warmte
namelijk het AEB en de Diemercentrale. netische velden van meer dan 0,4 micro- daken en dubbelgebruik van stedelijke ruimtes. Iedere gemeente stelt een eigen transitie-
Het westelijk havengebied heeft een tesla worden blootgesteld. Zie ook het Daarnaast wordt ingezet op 135 GWh zonne- visie warmte (TVW) op. Die van Amsterdam
belangrijk rol in de energietransitie. hoofdstuk Gezonde stad. panelen op kleine daken. Mocht de ambitievoor is ditjaar vastgesteld. Deze TVW wordt verder
Hier ontstaat een duurzame energiehub. wind niet lukken in de zoekgebieden, of mocht uitgewerkt in buurtuitvoeringsplannen die ver-
Een belangrijk aandachtspunt daarbij er een extra opgave komen vanuit het Rijk, volgens worden vastgelegd in omgevingsplan-
zijn de veiligheidsrisico’s die hiermee dan heeft Amsterdam voor windmolens ‘extra nen. De doelstellingen van de TVW zijn:
158 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 159
MD Oes / k ä É e _ Alle nieuwbouw in Amsterdam aard- ondergrond willen we daarbij benutten, met een
{ \ | nk en Nt Ai gasvrij. Tot op heden ligt de nadruk op goede gemeentelijke regie. Daartoe zijn er bin-
Î | : NEK LE val he. Ï gebieden met grootschalige nieuwbouw nen Amsterdam nu zeven interferentiegebieden
en 'Ì Í ï 1, er Pp Ee, EE r me er . .. : : 2
ki ì Ì \ Í 1 5 A hj lo) = aen of transformatie. In de nabije toekomst zal vastgesteld; dit aantal zal worden uitgebreid.
En eN 7 | me tan SA EN pe , 7 f ook sloop /nieuwbouw van een individueel
i Ee EE 5 ei Ô … .
le in Pe ak ZEE Zi AR N gebouw aardgasvrij moeten worden gerea- Geothermie
7 er ar dE ME Es es A zn ! iseerd, ook als de wijk zelf nog met aardgas ris nog weinig bekend over de potentie
4 | 5e di L d, ook als d k zelf taard E bekend de potent
Ï ke fer hi EN oe 8 PEER wordt gevoed. van geothermie in de Amsterdamse regio. Seis-
| 1 Le. de E in, de md . . …. . .
in Raad: ve KB ZE Pe ° Alle bestaande bouw gaat planmatig de misch onderzoek wijst naar verwachting eind
en % en djan } 5 . . . .
ri: 5 EE mf L A zi HE stap naar aardgasvrij maken, in het ritme 2021 uit of en waar de ondergrond geschikt
ij eej Lj bert dl Ene in À . . . . .
Ô # 0 17 de nl jen 5 li, van de TVW en met de preferentetechniek is. Op basis van deze informatie zal worden
ee A dre Elie L : EN ke hi 1
pi ap dl Eger ER) EL, En voor de betreffende buurt. bepaald waar op welke diepte aardwarmte kan
en Kn EK Rn ei een . .
A Er Ee ä Ae ie” Es . * _ De energie-infrastructuur zal in alle worden gewonnen: < 500 m levert warmte tot
Ard he ‚ Ô
da en Te BL Ir To SD BP, En pe. wert straten worden vernieuwd. De ruimte- 30 °C, 500 m—4000 m tot 120 °C, of >4000
Ë iN A A , Es 1 u - í % Ne en, Ë …. . . . : 3
he Lr Et EES aen 8 Raf he Nr lijke inpassing hiervan, gecombineerd m meer dan 120 °C. Dit onderzoek bepaalt
on - it rd jn snee [f EN 7 eN . . . . .
a MEE à 3 A rr met de andere opgaven die ruimte vragen, daarmee sterk de locatie en diepte van de ruim-
Ps | nt" heen Eni Amel, gn vormt een grote uitdaging. Ondergrondsis telijke reservering in de ondergrond.
er il EL ml eel
inr en , Kek me Ee ruimte nodig voor warmtenetten, wko’s en Een aardwarmtebron kan het beste nabij
I Ê oa zi ” a EO hac RIEN geothermie. Daarnaast is ruimte en regu- een warmtenet liggen. Dit bespaart kosten
ten: ks, Ln Er - …. - : : : s:
& a de: k | lering belangrijk om interferentie tussen en warmteverlies. Bovengrondse ruimtelijke
EEDE CO ben Ir Î . . .
ze ” : Kee Pl, mj warmtebronnen te voorkomen. Zie ook de reserveringen voor geothermie zullen dus
el al Ben ek . ….
GA 1 BE B Rr Te zE paragraaf Ondergrond. Op het maaiveld voornamelijk aan de randen van de stad komen
ns sf 1 nr DE …. . . ….
Kek Sen Aen hel zijn meer warmteoverdrachtstations en te liggen, nabij het warmtenet. De bovengrondse
Dr en ie ï 8 warmteregelkamers nodig. minimale benodigde ruimte voor geothermie in
H Ee BER : ZA
id Nr li de gebouwde omgeving bedraagt een half tot één
* eer Een f m . . . . .
hk dl De kaart hiernaast geeft de meest prefe- voetbalveld voor boring, opslagruimte, logistiek
FT ‚ rente techniek voor aardgasvrij, en de planning en veiligheidszone. Als we in 2040 voor 20% van
Ì ne in de tijd. Deze opgave wordt nog uitgewerkt. het warmteaanbod gebruik willen maken van
‚ OO geothermie, dan zullen er zo’n twintig boorloca-
@ City Deal-buurten en particuliere initatieven ‚ ‚ , . .
(T] All Electric: gestaag aardgasvrij tussen 2020 en 2040 De bodem als energiefabriek ties van gemiddeld 10 MW ontwikkeld moeten
L__| Aardgasvrij gasnet: gestaag tot 70% gasbesparing tot 2040 De Amsterdamse ondergrond heeft een worden. De komende jaren zullen er opsporings-
L_| Albina) volledig op het warmtenet _ grote potentie voor het bufferen en leveren van vergunningen worden aangevraagd.
CC] tokale bronnetten en warmtenet: gestaag aardgasvrij tussen 2020 en 2032 … .
| Lokale bronnetten: gestaag aardgasvrij tussen 2020 en 2040 warmte en koude. Er zijn verschillende syste-
L] Warmtenetbuurt: gefaseerd aardgasvrij tussen 2020 en 2030 men: open warmte- en koudeopslagsystemen Aquathermie
Warmtenetbuurt: gef, d aard ijt 2022 en 2032 : ss :
| Warmtenetbuurt: gefaseerd aardgasvrij tussen on (WKO) in watervoerende lagen, gesloten bo- Aquathermie is een bron die de gebouwde
| Warmtenetbuurt: gefaseerd starten vanaf 2030
Nieuwbouw- en transformatiegebied: volgt de fasering van de gebiedsontwikkeling demenergiesystemen (bodemwarmtewisselaars, omgeving kan verwarmen via warmtenetten (70°,
EEE Grotendeels onbebouwd GBES), aquathermie en geothermie. 40°). Daarnaast kan aquathermie nieuwbouw en
5555 Een aanzienlijk deel van warmteaansluitingen nog op kookgas sar: , :
Een utiliteitsector verwarmen én koelen via een bron-
WKO net (20°). Aquathermie bestaat uit drie typen:
De warmtetransitie in Amsterdam. Bodemenergie is de warmte-en koudewin- « Thermische energie uit oppervlaktewater
ning en -opslag in de ondergrond tot 500 meter. (TEO): warmte of koude uit opper vlak-
Een bodemenergiesysteem heeft een warme tewater zoals een meer of gracht wordt
en koude bel van grondwater die reageert op de gebruikt voor het verwarmen of koelen van
bovengrondse vraag (in de winter warmte en de gebouwde omgeving.
in de zomer koude). Een bodemenergiesysteem * _ Thermische energie uit afvalwater (TEA):
moet in balans blijven en wordt daardoor vaak warmte uit persriolen of rioolwaterzuive-
geregenereerd door een bron. Amsterdam telt al ringsinstallaties wordt gebruikt voor het
honderden open WKO-systemen en gesloten verwarmen van de gebouwde omgeving.
energiesystemen. De komende jaren verwach- * _ Thermische energie uit drinkwater (TED):
ten wij een flinke groei in bodemenergiesyste- warmte of koude uit grote drinkwaterlei-
men, vooral in nieuwe gebiedsontwikkelingen dingen wordt gebruikt voor het verwar-
en transformatiegebieden. De potentie van de men van de gebouwde omgeving.
160 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 161
De potentie van aquathermie in Amster- Noordzee (via IJmuiden), het Markermeer, Ook watermanagement vervult een sleu- per uur kan verwerken zonder schade aan
dam is groot, vooral die uit oppervlaktewater. de Lek en de regionale watersystemen. telrol bij klimaatadaptatie. Door goed lokaal huizen en vitale infrastructuur. Hiertoe is in
In de transitievisie warmte (TVW) is berekend Voor het watersysteem komen de limieten gebruik van regenwater via onder meer infiltra- de Hemelwaterverordening een verplichting
dat voor 46 Amsterdamse wijken een bronnet in zicht. Het doel is om de kans op over- tie en berging kan schade door wateroverlast, ingesteld om bij nieuwe bouwwerken het
het voorkeurssysteem is. Door de warmte van stromingen te verkleinen en de gevolgen hitte én droogte worden verminderd. Zie met hemelwater op eigen perceel te bergen. Voor
een aquathermie-bron op te waarderen wordt de bij een eventuele overstroming te beperken. name de paragraaf Ondergrond in hethoofdstuk alle fysieke projecten van de gemeente zelf is
warmte ook geschikt voor minder goed geïso- 3. Hitte. Het huidige klimaat meet gemiddeld Compacte stad. dit een bindende norm. De opvolger van de
leerde woningen via een warmtenet (40° of 70°). twintig zomerse dagen in de regio Amster- GRPA zal waarschijnlijk een strengere norm
Dit kost extra elektrische capaciteit bij de bron en dam. Dit aantal gaat flink oplopen. Op Rainproof introduceren, met bijhorende ruimtelijke con-
is vooral bij de 40° -wijken een reële optie. tropische dagen is de stad een hitte-eiland, Amsterdam Rainproof is een netwerkaan- sequenties.
tot twaalf graden hoger dan het ommeland. pak van meer dan honderd partijen in de stad.
Aquathermie door middel van een bronnet Hittestress kan leiden tot tal van fysieke en Gezamenlijk doel: Amsterdam beter bestand Overstromingen
is lokaal zeer geschikt voor het verwarmen en geestelijke problemen bij de mens en kan maken tegen hoosbuien. Rainproof gaat over de De zorg voor veilige waterkeringen en zo
koelen van nieuwbouwwoningen en utiliteit maatschappelijk ontwrichtend zijn. Het hele stad: private en publieke ruimte. laag mogelijke overstromingskansen ligt bij de
(kantoren hebben naast warmte- ook een kou- doel is om Amsterdam beter bestand te waterbeherende partijen. De gemeente heeft
devraag). Grootschalige nieuwbouw en trans- maken tegen hitte. Hemelwaterverordening hierbij de verantwoordelijkheid dat binnen
formatiegebieden zoals Haven-Stad, maar ook 4. Droogte. Regenbuien nemen toe, maar de De gemeente heeft wettelijk de zorg om ruimtelijke projecten de huidige primaire en
gebieden met veel kantoren, zijn zeer geschikt droogte tussen de buien door ook. Droogte afvloeiend hemelwater te verwerken. Het regionale keringen niet doorsneden of verzwakt
voor aquathermie-toepassingen. Bronnetten kan schade veroorzaken aan stedelijk groen Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam worden, en er voldoende ruimte blijft voor
zijn lokaal, dus er zijn ruimteclaims te verwach- en funderingen. Ook veroorzaakt het veen- (GRPA) 2016-2021, vastgesteld in 2016, toekomstige versterkingen.
ten rondom de grote waterlopen en meren in de oxidatie, slechtere (zwem) waterkwaliteit, geeft hieraan invulling. Het GRPA formuleert Amsterdam maakt deel uit van een regio-
buurt van kantoorgebieden en gebiedsontwik- verzilting, bodemdaling en daardoor moge- de ambitie dat de stad, op zowel privaat als naal watersysteem. De belangrijkste as daarin is
kelingen (zie kaart hieronder). Een aquather- lijk verzakkingen en beschadigingen aan publiek terrein, in 2020 een bui van 60 mm het Noordzeekanaal-IJ-Amsterdam-Rijn-
mie-installatie bestaat uit een inlaat, uitlaat en leidingen en netwerkkabels. Het doel is om
een regelcentrale met apparatuur. Amsterdam beter bestand te maken tegen Opgaven watersysteem
langdurige perioden van droogte en het voor- Le
Ä Le Waterberging
komen en beperken van schade aan gebou- 8
. . | Wimserbergeg binnen geemanbegser:
Kl [Ma atb esten d IQ wen, groen, infrastructuur, water en dijken. ee ne
Oo vroage aci pi
Amsterdam en waterbeheer gaan al eeuwen- L
Vanaf het tdat de dam Nieuwe richti \ aaien ten
ang samen. Vanaf het moment dat de dam in ieuwe richtingen \ e | af pingen a
de Amstel werd gelegd, werden maatregelen De strategie klimaatadaptatie uit 2020 nnn A 5 maatveldhoogte Irt toekomstige pellverkoging
Ì L
genomen om wonen en werken in een moeras- zet een stip op de horizon van 2050 voor @ Í f Wterberging Besten pemetategrend
. …. . . . ] ì df, Aandschtrpebeed berpingici pachten en
gebied mogelijk te maken: het graven van sloten een klimaatbestendige stad en wat daarvoor bn Í EA ni eri ige has
…. . . . vl eN _ 5 b 5 brekdhoogt bsekoms peslverkog
en grachten, het aanleggen van dijken en pol- nodigis. In 2021 volgt een uitvoeringsagenda. km Kneenecatad à r} me S= OG Tijdelijke bergingstocerie Houtrakgetder [zoekgebied]
ders, het ophogen van land. Klimaatverandering Klimaatbestendigheid is de komende jaren een lie e \ 1 de] Î Ln 0 Naodesirlspgitts wnstelbtamrn Roede isa
brengt nieuwe problemen met zich mee. De zee- rioriteit bij ruimtelijke investeringen, beheer mnd en ner En
8 5 Pp Pp J J 8 Ae Ae zrain, E En r A ae Peiheerhanging deer zeespiege shiging
spiegel stijgt, het weer wordt onvoorspelbaarder, en onderhoud. In de MRA werken we samen in PI A Am ef en @ ogpelijke) pedtrertooging door peilbesiui,
E Zn ras dt D
extremen worden extremer. het programma klimaatadaptatie aan bovenre- fj er KE & Ö f of LEE
e E hem _IJ ef
gionale opgaven van klimaatbestendige nieuw- & 6 is Je en ae! 4e Ee
Deze ni itdagi ijn onder- b biedsontwikkeli de vital dé ee ET an
eze nieuwe ui lagingen zijn on er ouw en ge iedsontwikkeling en op de vitale en EAN verdi malisering huidig wate an
verdeeld in vier thema’s, met ieder een eigen kwetsbare infrastructuur van de MRA. f dj Û Tk | mmm Haokdafeoar onrker narake mrntardigfken
doelstelling: 4 EN =n Es 4 En - Nn en, @ Optimaliveren afvoer richting gemaal Zeeberg
1. Wateroverlast. De laatste jaren is er een Vergroenen Ar ze El NN Haopwatersteoereoube Markermeer
trend van steeds meer extreme buien. Veel klimaatadaptieve maatregelen houden ® Ö EAT ’ bea
nd f Ee Zoekgebied nieuw gemaal
De regenwaterknelpuntenkaart laat zien verband met het vergroenen van de stad, omdat Er
, ‚ Ó sin mek Aferstering: gemaal cl spuisluis
op welke plekken in Amsterdam dat tot groen water vasthoudt en hittestress tegengaat. hist PS
schade leidt. Het doel is om schade te voor- Niet voor niets is klimaatadaptatie een van de Kipkar _ t Algemeen
komen en tegelijkertijd regenwatertelaten vier hoofdredenen om Amsterdam groener en Ee EB Weterstvoermnteem
bijdragen aan een aantrekkelijke, comforta- _natuurinclusiever te maken; zie ook de strate- e ee
‚ . . mm Regionale keringen +
bele en leefbare stad. gische keuze Rigoureus vergroenen in Deel I Fiagionale keringen
2. Overstromingen. Overstromingen kun- VISIE en de paragraaf Groen in het hoofdstuk Ì KO Sulen
nen nu in Amsterdam optreden vanuit de Leefbare stad.
162 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 163
kanaal, met de gemalen IJmuiden en Zeeburg kunnen worden beperkt door aangepast den te maken, kunnen ventilatiecorridors meer bescherming tegen hitte. In het stedelijk
als spuimogelijkheden voor overtollig water. bouwen, evacuatieroutes en shelters, naar gebieden met een stedelijk warmte- ontwerp zijn schaduwrijke groene plekken
De boezemwatersystemen, zoals de Amstel en en veilige locatiekeuzes voor vitale en eiland ontstaan. Voor (nieuwe) gebouwen zijn nodig. Sowieso is veel vergroening nodig tegen
de Amsterdamse grachten, zijn hierop aange- kwetsbare functies, zoals ziekenhuizen en vele bouwregel-aanscherpingen denkbaar ten hittestress: in straten, op en langs gebouwen,
sloten. Aanvoerroutes naar genoemde gemalen, installaties voor elektriciteit, data en ICT. behoeve van een betere woningkwaliteit en langs grachten.
waaronder dus de grachten, dienen voldoende Deze maatregelen zijn extra van belang in
vrije ruimte te bieden voor berging en doorstro- het licht van zeespiegelstijging op de lange hee boenen ar oerehechar leden
ming van water. Zeespiegelstijging zet de afvoer termijn. ll á gevalgbeperking oer stromingen
| re
binnen dit hele watersysteem onderdruk. Inde 4. Verdichtingslocaties. Voor de verdich- 5 ®- Dindnd gil
toekomst kan het nodig zijn om in het Noord- tingslocaties in Amsterdam is bekend i \ in El Brhachtugeed gerrokgteepsrking ihade
KH \ : * ‚ Beo Cernclanpen rvan strbemirng © Dd zer
zeekanaal, maar ook het IJmeer en het Marker- welke maatregelen kunnen worden geno- a ä n B Felen al Deet kleine haer PRE
er - i= n ii Ì butnigere vereren pdre [2 1
men mn En
meer, meer ruimte in verticale zin in te bouwen. men voor waterveilige projecten. Ook en wi ed î zoen Aandigdsed peedergetrg chu
Het huidige streefpeil voor het Noordzeekanaal aangrenzende gebieden in de bestaande l î > er: € ap Ee ee es ä gen
ï Pr, ze geen ree en Ln
. . *]: F KL J En 7 ke °
is -0,40 m NAP en het maximaal toelaatbare stad kunnen daardoor veiliger worden. | kn =d 7 8 en ed &l
peil is nu 0,00 m NAP. In de toekomst is het De ’ ì, aad 7 be ni he id BE otro 50-200 zm
8 N EN rtl B q L F mate U aart kars
verhogen van het maximaal toelaatbare peil naar Hitte en droogte mt DR er eN De) Ens ü hagenn zemmtromnghara (1 1J0N
„ . . „ mn Ee vn id, be,
+0,20 m NAP mogelijk nodig. Het is wenselijk Nederland, dus ook Amsterdam, heeft een a en ed 5 ; Pe arnel prechgteecertrg dc hiebern:
- kh, ee hd | dl Er hs '- | hagar Cry eters) 1 on
om hier bij de bepaling van maaiveldhoogtes lange geschiedenis met de klassieke waterta- hl Ek f ij En = je 7 me benen kl
; : eef al! hangese zeeer and (rl LCR
in ruimtelijke ontwikkelingen langs genoemde ken. Wateroverlast en overstromingsrisico’s Pi ä , == E; > AN ie EE on veeg eroaardaan ogeterd
wateren rekening mee te houden. zijn daarbij als gevolg van klimaatverandering 7 5 E ú en Te EN b-S ki
urgenter geworden. De thema’s hitte en droogte > h e Ta De 2 | marge
We wapenen we ons de komende decennia hebben een kortere historie. In de hiervoor Ent mel ek P ú Sj En rr eeeh
. . . . . . …. ‚a had 2m Á e- dr eN LJ 5 } mn Trgbded waarege
op vier manieren tegen overstromingen: genoemde strategie Klimaatadaptatie krijgen de gp EN Ca A eh primaire kaningen
: 45 : : hs se men el" cd Ì ip ee begane bergen +
1. Handhaving huidige keringen. Enkele jaren thema’s hitte en droogte daarom nadrukkelijk mr pf d Cr Jd Ne be en Mare
geleden is prioriteit gelegd bij de primaire een plek. Ì oe MR Ik B ns he ln Rv
keringen langs de hoofdwateren voor NK) ane EN 4 Ven ha Ed er ,
Amsterdam: de Lekdijk, IJmuiden en de Voorbeelden van oplossingen zijn de bouw ’ 5 4 Ter A 4 P RES Nt
… … . P ie, á: Ke ej le Bn mn irehaeger eel ah:
Markermeerdijk. Daarmee zijn deeisen aan van blauw-groene daken en waterdoorlatende De KA pr Ei io d / a Wisan
de keringen langs het Amsterdam-Rijn- kademuren. Bij de aanleg van blauw-groene / Pe , fi he i Heen ®
. , . ä , nn 7 5 Ps | Pe Sire er Eural ejern
kanaal en Noordzeekanaal minder streng daken kunnen de thema’s hitte, droogte, water- dr md i 5 B es Ee ti
: : sa: sers en An : dn _ m. Ô
geworden. Toch is het vanwege klimaat- overlast en biodiversiteit in Één integraal project
verandering belangrijk om ook deze kerin- worden meegenomen. Weer-, water-, dak- en
gen in de huidige staat te handhaven. gebruikersdata worden slim gecombineerd, [ '
2. Meer ruimte voor het watersysteem. Het zodat water op wijkniveau op basis van de E E Î E | Î_ Overstromingen:
Noordzeekanaal / IJ krijgt steeds meer weersvoorspellingen kan worden vastgehouden ES a preventie en beperken
al : i 1 a
water te verwerken. Oplossingen in het of geloosd. Door verschillende daken met elkaar 3 pe mm: me pt 5 gevolgen.
ruimtelijke domein zijn: het vasthouden te verbinden ontstaat een nieuwe vorm van ï ï rf n
van water in de veenpolders, het toevoegen watermanagement. Waterdoorlatende kade- zl hi
van ruimte in watersysteem, droogmake- muren maken het mogelijk oppervlaktewater te Teka 2-0 omm zl am Ee
rijen en stad, het mogelijk maken van een gebruiken om het grondwater aan te vullen in
: ss … Meetbeeld | Geen waer in abject’ Behaede beperken’ Gategdler herre rrnbea SmeherapaBes in besurt É rvovveren
peilverhoging in het systeem, het extra tijden van droogte.
bergen van water in bergingsgebieden en blie. Barger Taner
. n . . Earls meme nr jer
het afvoeren van water met extra pompen Ruimtelijke principes hers orbi, Blsawratlen pa
. . FEA DEN ln vege
en gemalen. Hittestress wordt verminderd door zon-
: : De : hk
3. _Gevolgbeperking. Overstromingsrisi- wering, verkoelende luchtstromen, evapotrans- gag eere ereen
co’s zijn in Amsterdam niet overal gelijk. piratie van vegetatie en schaduw. Droogte
Daarom is op kaart gezet in welke catego- treden we tegemoet met onder meer droogte- Oka weta
Waal en k ii
rie een gebied valt, en welke maatregelen resistente, zouttolerante en diverse beplanting. bwreisbaar | assendapte
kunnen worden genomen. De gebieden Op het schaalniveau van de agglomeratie heeft
met een ster kennen een grotere overstro- Amsterdam met zijn groene scheggen een groot nk
mingskans (meer dan eens in de 3.000 voordeel in het tegengaan van hittestress. Door
jaar). De gevolgen van een overstroming groene, schaduwrijke routes naar koele gebie-
164 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 165
Circulaire economie In een circulaire economie consumeren we transformatie) en openbare ruimte geba- gen, transformaties en openbare ruimte
Amsterdam is in 2050 een circulaire stad. minder en produceren we veel efficiënter. Ook seerd op circulaire criteria. in Amsterdam gebaseerd op circulaire
We willen de aarde niet langer uitputten. Want zorgen we ervoor dat organische grondstoffen * _ In 2023 zijn alle uitvragen in de gebouwde criteria. Daaronder verstaan we materi-
we gebruiken grondstoffen momenteel alsof ze zoals voedsel en (drink)water terugvloeien in omgeving vanuit de gemeente circulair. aalgebruik met weinig milieudruk en een
oneindig voorradig zijn. Dat legt een te grote het ecosysteem. En we gebruiken materialen lange levensduur, of adaptief en demon-
druk op het klimaat, gebieden, samenlevingen, langer en telkens opnieuw, zodat hun waarde Waardeketens, ambities en branches tabel bouwen om wisselende functies te
maar ook op onze economie in de toekomst. wordt behouden en afval wordt voorkomen. ondersteunen. Denk hierbij aan bouwen
1. Voedsel & organische reststromen. Bij met hout en andere biobased materialen en
Het belang van de circulaire economie Als samenleving gaan we fundamenteel deze waardeketen draait het om de voed- bouwen met secundaire bouwmaterialen
komt terug in het donutmodel van de Britse anders consumeren en produceren. De circu- selkringloop: het duurzaam lokaal verbou- die vrijkomen bij sloop en renovatie. De
econoom Kate Raworth. Zie figuur. Daarin laire economie levert veel kansen op. Allereerst wen en maken van producten die worden ambitie om waarde te behouden, zowel
Het donutmodel van wordt de bandbreedte beschreven waar we stelt het ons in staat om de waarde van schaarse geconsumeerd in de stad, waarbij organi- materieel als immaterieel, draagt ook bij
Kate Raworth beschrijft als samenleving in moeten zien te komen. De grondstoffen en materialen op grote schaal te sche reststromen zo hoogwaardig moge- aan het behoud van bijzondere Amster-
de bandbreedte waar we ondergrens is de welvaart die nodig is voor een behouden. Dit vergroot de beschikbaarheid lijk worden verwerkt en terugkeren in de damse plekken zoals pleinen, parken en
als samenleving in moeten sociaal rechtvaardige, bloeiende samenleving. van producten die we nodig hebben voor onze keten. Consumenten en bedrijven vermin- wijken. We streven naar waarde-inventari-
zien te komen. De onder- De bandbreedte loopt door tot aan de buiten- welvaart en technologische vooruitgang, maar deren de voedselverspilling vóór 2030 met saties volgens de genoemde donutmetho-
grens is de welvaart die kant van de donutring, die staat voor de ecologi- ook om de energietransitie kracht bij te zetten. ten minste 50%. Amsterdam test nieuwe, diek, om op zowel stedelijk als gebiedsni-
nodig is voor een sociaal sche grenzen van de planeet. Denk aan klimaat- Daarnaast gaat het hergebruik van materialen, innovatieve manieren om organisch afval veau te kunnen sturen. In de hoofdstukken
rechtvaardige, bloeiende verandering, stikstofverzadiging en verlies van grondstoffen en goederen zorgen voor meer in te zamelen en te verwerken. We stimu- Leefbare stad en Compacte stad komen veel
samenleving. De buiten- biodiversiteit. Dit is het ecologische plafond, lokale werkgelegenheid in de reparatie- en ver- leren stadslandbouw om voedsel dichter van deze onderwerpen terug.
kant van de donut staat waarmee we rekening houden om mensen werkingssector. bij de Amsterdammers te krijgen. De
voor de ecologische elders in de wereld dezelfde brede welvaart te gemeente koopt regionaal geproduceerd 4. Branches. Binnen de branchegerichte
grenzen van de planeet. gunnen. Met de strategie Amsterdam Circulair voedsel in. We ondersteunen kringloop- aanpak is een tweedeling gemaakt. De
2020-2025 zetten we concrete stappen richting landbouw en werken samen met duurzame eerste pijler richt zich op branches met een
een circulaire economie. Dit doen we in samen- ketenpartijen om productie en consump- maatschappelijk nut, zoals musea, scholen,
werking met veel partijen in de stad en de metro- tie van regionaal en duurzaam voedsel te universiteiten en ziekenhuizen. De tweede
poolregio. Hierbij geven we uitvoering aan de vergroten. Dit sluit aan bij de ambities voor pijler richt zich op de zakelijke markt:
door het Rijk geformuleerde doelstellingen: voedsel en stadslandbouw zoals beschre- niet-industriële bedrijven in voornamelijk
ven in het hoofdstuk Gezonde Stad. het midden- en kleinbedrijf, en grootzake-
* _ In 2030 gebruiken we in Amsterdam 50% lijke bedrijven. Voor de circulaire transitie
den een bloeien, minder nieuwe grondstoffen. 2. _Consumptiegoederen. Hierbij draait het kan Westpoort zich ontpoppen tot een
A & 5, * _ In 2050 is onzestad 100% circulair. om ons koop-, gebruik- en afdankgedrag circulair ecosysteem. Hier kunnen bedrij-
EE oe van producten, zoals elektronica, textiel en ven reststromen van elkaar en van elders
Samen met onze partners hebben we meubels. Hoe behouden we hun waarde benutten. Daarnaast kunnen er circulaire
Ë drie waardeketens geselecteerd waar wij als langer, hoe voorkomen we dat de grond- innovaties opbloeien tot op industriële
3 & gemeente een positieve invloed op uitoefe- stoffen en materialen als afval worden schaal. We richten ons op de productiezijde
z E nen. Daarnaast bestaat er een branchegerichte verbrand en hoe zorgen we ervoor dat we (van chemisch element tot materiaal) en op
2 È aanpak voor maatschappelijke instellingen en meer gaan repareren en met elkaar gaan de verwerkingszijde (hoogwaardig herge-
5 E het bedrijfsleven, en voor haven en industrie. delen? In de paragraaf over economie in bruik materialen, grondstoffen en reststro-
e 8 Een aantal van deze organisaties werkt al aan de het hoofdstuk Vitale stad wordt de rol van men). De rol van Westpoort bij de transitie
E) circulaire transitie. reparatiebedrijven benoemd. Als gemeente naar een circulaire economie wordt verder
“o, Ë geven we het goede voorbeeld door vanaf beschreven in het hoofdstuk Vitale Stad.
B 7 P Voor belangrijke stappen richting de 2030 alleen nog maar circulair in te kopen
Vin, 7 „ge landelijke doelstellingen heeft de gemeentelijke en willen we onze consumptie met ten De overgang naar een circulaire economie
“ardig en © organisatie zichzelf tussentijdse doelen opge- minste 20% verminderen. is ingrijpend, met gevolgen voor de logistiek in
legd. De belangrijkste zijn: de stad en de gebouwde omgeving. De circulaire
3. Gebouwde omgeving. Hiermee verwij- transitie is gekoppeld aan andere duurzaam-
e _ In 2022 is 10% van de gemeentelijke zen we naar het ontwerp, de bouw en de heidsthema’s en sociaal-inclusieve thema’s. Ter
inkoop circulair, en ten minste 50% in renovatie van woningen, gebouwen en ondersteuning is een circulaire monitor ontwik-
2025. alles in de openbare ruimte, inclusief de keld met data over materiaalstromen die de stad
e _ Vanaf 2022 zijn alle nieuwe ontwerpen ondergrond. Vanaf 2022 zijn alle nieuwe binnenkomen, hier blijven en de stad - meestal
voor gebiedsontwikkelingen (inclusief ontwerpen voor gebiedsontwikkelin- als afval - weer verlaten.
166 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 167
Circulaire ge bieds- momentum. Door nieuwe technische moge-
ontwikkelin 9 lijkheden en de positieve eigenschappen en
Het raamwerk CGO (Circulaire Gebieds- prestaties willen we met het bouwen met hout
ontwikkeling) [zie afbeelding] geeft een over- opschalen. Hout slaat CO, op en kent, uitgaande °
zicht van de belangrijkste onderdelen waarover van duurzame bosbouw, een veel circulairder | | ) ) CS $ [ ( )
beslissingen moeten worden genomen in de productie- en bewerkingsproces dan bijvoorbeeld
gebiedsontwikkeling. Door criteria te stellen, beton. Houtbouw draagt daarmee bij aan het
worden de nieuwe ontwerpen voor gebiedsont- behalen van klimaatdoelstellingen en vermindert
wikkeling en transformatie circulair gemaakt. de behoefte aan primaire grondstoffen. Daarnaast
Ook socialere aspecten zoals identiteit, aan- is houtbouw flexibeler en levert het lokale werk-
wezigheid hechte gemeenschappen, specifieke gelegenheid op. Hout kan worden toegepast in de
functies, toegankelijkheid, samenwerkingspart- openbare ruimte en in veel gebouwen, tot hoog-
ners, leefbaarheid en deelmobiliteit worden in bouw aan toe. Specifiek voor woningen werken
dat overzicht meegenomen. we in de Metropoolregio Amsterdam toe naar een Amsterdam wil een economisch vitaal en goed bereikbaar onderdeel van de metropool-
Green Deal die ertoe leidt dat vanaf 2025 mini- regio zijn. Belangrijke randvoorwaarden voor een vitale economie zijn een hoogwaardige
Opschalen van bouwen met hout maal 20% van de woningproductie in hout wordt kennisinfrastructuur, aantrekkelijke en diverse stedelijke milieus en werkmilieus, vrije ruimte
De mogelijkheden van bouwen met hout uitgevoerd. De komende tijd zal worden verkend (zie ook het hoofdstuk Inclusieve stad), een goed ondernemersklimaat, een goede relatie
zijn groot en krijgen wereldwijd steeds meer wat dit voor Amsterdam gaat betekenen. tussen onderwijs en arbeidsmarkt en goede infrastructuurnetwerken, ook onder de grond.
Digitalisering heeft daarbij steeds verdergaande effecten op ons leven, economisch en
sociaal. Vanzelfsprekend gaan circulaire economische activiteiten de komende jaren een
steeds grotere rol spelen.
Voor wat betreft mobiliteit en ruimte maakt Amsterdam in een verdichtende stad een
CGO RA AANPAK keuze voor duurzaam en gezond bewegen. Minder ruimte voor onder andere de auto geeft
de mogelijkheid efficiënter met de schaarse ruimte om te gaan. De stad biedt daarmee een
gezondere, groenere leefomgeving en meer ruimte voor ontmoeting. Om de regionale en
aar a: en landelijke samenhang te versterken en om vervoersarmoede tegen te gaan, zijn daarvoor
L Ds sndgebruker PM Ti maarrdan er an hen gekied rote investeringen in de fiets en het openbaar vervoer nodi
edn ae prec van sil ek dn a g g p g.
baron en geb al Ll dre Pe EC De Ae CT
hebben ap het behodd . Ì jj
ie alaed. Chek, crt ò
abend m Ë 1 : . … . .
gee, echec LN aalgroette & locatie Economie gaan van ruimtelijke segregatie en ruimte voor
meeten Î Ì Ë ú ear van Capoeira, Nn u . >
ormektella ar Le . B 4 he vet nuit bemcheg Amsterdam wil zijn sterke positie in de persoonlijke ontwikkeling en ondernemer-
ad EN Ar ‘ deg wrat denten wereldeconomie behouden en de welvaarts- schap. Behoud en inpassing van bedrijvigheid
h. gleap l ak ee Ne . - . . ss : :
He beergpetirushen vre d ie, 1 d groei, groei in de werkgelegenheid en daling in nieuwe gemengde wijken is daarbij cruciaal,
eigen ran Mh, van werkloosheid in de laaggeschoolde secto- juist ook voor praktisch geschoolde werkgele-
ea ren bestendigen. Daarbij streven we wel naar enheid. Veel bedrijfsfuncties zoals bakkerijen,
regen mk grgen k , brede welvaart, waarbij materiële rijkdom niet reparatiebedrijven of logistiek hebben een
| ' ' „4 En de enige maatstaf is voor een goed leven. Het lokale, stadsverzorgende functie.
a ú | gaat bijvoorbeeld ook om welzijn, om vol-
| Bl ; : ke hed g doende vrije tijd, om een goede gezondheid, De geconcentreerde economische ontwik-
‚| Ne Fa en gra ee een prettige leefomgeving en om ruimte voor keling van de afgelopen decennia in Amsterdam
g Slroulere berde rt persoonlijke groei. Op deze manier bekeken kan leidt niet automatisch tot sociale ongelijkheid
wreabrg oan de oeddergeot Ps Ô . . . . . . …. .
rhis roemen dn wer steed che A mi _ welvaartsgroei helpen om de energietransitieen en uitsortering. Ons ruimtelijk-economisch
hatten werde be ef erkent. Het, a ae ä . . . . a .
sl Er Tin re gebo de transitie naar een circulaire samenleving voor beleid is daarop mede van invloed en kan
hamert ar, relate met aarda ef. ' a Eil oe elstumtraru valide ok
eN de toepsuing van heesters en elkaar te krijgen en om collectieve voorzienin- handelingsperspectieven bieden om te sturen
Eijer Carta den barkheleggen ú erster alen, betas thet ended,
deren, materskerpanpet cd. gen op peil te houden. in hoe economische dynamiek neerslaat. Ons
Ì. Beelcoscepten & mm FP beleid in Ruimte voor de Economie van Mor-
Echten eve proshscten orga i Amsterdam wil meer dan voorheen deeco- gen uit 2017 laat onder andere zien hoe we dat
kachel ves e neerkeek LN p pake hee op nomische dynamiek in de kennis- en innovatie- doen. We willen ingrijpen op de ongelijkmatige
et: geredde apen etl e melken v.d. de eeen economie aanwenden om een betere stad te economische ontwikkeling van Amsterdam en
Cerchio urseriche E ede en che ï meden on vlant wl edeer desrieeh heen . ….
rn pct n poen en bindeveriteit. men geesten in han me arme er barre worden voor alle Amsterdammers. Dat betekent de rest van de regio door kansrijke vestigings-
dt ed re mi vene,
gelijke sociaal-economische kansen, tegen- milieus buiten het Amsterdamse centrum en in
168 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 169
de regiokernen verder helpen te ontwikkelen, gemengd met meer wonen en fijnmazige Bedrijven Met onze buurgemeenten en de Metropoolregio
uitgaande van lokale identiteiten. Dat versterkt bedrijvigheid, ook in betaalbare categorieën. Voldoende ruimte voor bedrijvigheid in Amsterdam maken we afspraken om bedrijven-
de economische kracht van de deelregio’s van de Zie ook de strategische keuze Meerkernige de stad is van essentieel belang voor een inclu- terreinen optimaal in te zetten voor de regionale
metropoolregio en draagt bij aan een efficiënter Ontwikkeling in Deel I VISIE en het hoofd- sief, duurzaam en vitaal Amsterdam in 2050. economie en het grote ruimtetekort in Amnster-
gebruik van het vervoerssysteem. Amster- stuk over de Ruimtelijke en programmati- Ambachten, (maak)industrie en logistieke dam waar mogelijk te compenseren.
dam wil meewerken aan het opstellen van een sche basisstructuur in Deel IT WAAR. ondernemingen zorgen voor een divers werk- Met deze omgevingsvisie zetten we vol in
regionale economische strategie waarbij mensen © We scherpen ons beleid aan om kleinscha- aanbod voor Amsterdammers van alle oplei- op de realisatie van gemengde woon-werkwij-
in de hele regio profiteren van de economische lige bedrijvigheid te integreren in primair dingsniveaus. Ze zorgen met creatief en innova- ken, zoals in Haven-Stad. We wijzen in deze
dynamiek. Inclusie, innovatie, en interactie op wonen gerichte stadsbuurten met een tief ondernemerschap voor een brede en diverse _omgevingsvisie weliswaar ook nieuwe loca-
moeten daarin een centrale plek krijgen. verdichtingsopgave. Doel is om in ontwik- economische basis, waarmee de stad beter in ties aan die kansrijk zijn voor woningbouw,
kelingen ook kleinschalige werkruimte te staat is om golfbewegingen en schokken, zoals maar verbinden daar randvoorwaarden aan die
Bedrijvigheid in de duurzame, circulaire realiseren. Dat doel wordt vertaald naar nu met de coronacrisis, op te vangen. Daar- verdringing moeten voorkomen. Enkele ont-
en digitale sectoren gaat in belang toenemen. realistische streefgetallen per gebiedsont- naast is ruimte voor deze bedrijvigheid cruciaal wikkelingen kunnen pas na 2040 plaatsvinden
De energietransitie, de digitalisering van de wikkeling, op basis van marktonderzoek bij het verduurzamen en circulair maken van en onder voorwaarde dat lopende transforma-
samenleving en de transitie naar een circulaire en de koppeling aan lokaal onderwijs en Amsterdam: denk aan het aardgasvrij maken tieprojecten op bedrijventerreinen slagen. In
economie vragen immers om speciale aandacht. arbeidsaanbod. van gebouwen, zorgen voor emissievrij verkeer deze lopende projecten moet een blijvende mix
Het gaat hierbij om ruimte voor bedrijven die e _ We willen op allerlei manieren rekening en het opwaarderen van reststromen tot nieuwe tussen wonen en (maak})bedrijvigheid tot stand
onze energie van de toekomst opwekken en houden met de ruimtelijke effecten van producten. Tot slot is een goedgeorganiseerde komen. Het doel is om tot 2030 op de bedrij -
verwerken, en om bedrijven die slim omgaan de opkomst van de zzp'er. Er wordt veel stadslogistiek noodzakelijk om instellingen, venterreinen die al transformeren zo’n 500.000
met de producten die we (her)gebruiken en met meer vanuit huis gewerkt, digitalisering bedrijven en huishoudens onder elke omstan- m2 bedrijfsruimte te (her)ontwikkelen. De
de wijze waarop we onze stad bouwen. Zie hier- en ‘third places’ (tussen huis en bedrijf/ digheid te bevoorraden. dichtheid van bedrijventerreinen, zowel de
voor ook het hoofdstuk Duurzame Stad. kantoor) voor zakelijk contact spelen een Amsterdam stelt zich tot doel om groot- pure bedrijventerreinen als de gemengde
steeds grotere rol, en het onderscheid schalig woningen toe te voegen in bestaand woon-werkwijken, gaat omhoog vergeleken
Nieuwe richtingen tussen woongebieden, werkgebieden en stedelijk gebied, waardoor 450 hectare bedrij- met wat we gewend zijn. Dat is de enige manier
Op het brede terrein van de economie ontmoetingsplekken vervaagt. De inzet ven en haventerrein transformeert. Dit leidt om de stad te laten groeien met behoud van
moeten de volgende nieuwe richtingen worden op verdichting in gemengde milieus sluit tot een oplopend tekort aan bedrijfsruimte van het groene buitengebied. We gaan de komende
genoemd: hier naadloos op aan. Zie verder in Deel II minimaal 150 hectare in 2040 in de stad. Veel jaren in theorie en in de praktijk verkennen op
e _ Complexe economische en innovatieve WAAR. hangt bij het oplossen hiervan af van het inte- welke manieren en onder welke voorwaarden
activiteiten concentreren zich steeds e _Stadsstraten, met daarlangs ruimte voor greren van bestaande en nieuwe lichte vormen dat kan.
meer in grote steden. Amsterdam zet, in talrijke economische functies, zijn een van bedrijvigheid (ambachten, kleinschalige
samenwerking met de Metropoolregio belangrijke drager voor nieuwe stedelijke productie, distributie en reparatiebedrijven) in Kantoren
Amsterdam, in op economische variëteit kwaliteit. Steeds vaker ook buiten de Ring de geplande woon-werkwijken. Dit vergt een Kantoorontwikkeling in Amsterdam is
en verstedelijking op regionaal niveau. A10 in de grote transformatiegebieden. Ze blijvende inspanning. Al sinds de structuurvi- gebonden aan het beleid zoals verwoord in
e _ Amsterdam biedt meer ruimte aan inno- bieden hier ook plek voor lokaal onderne- sie uit 2011 sturen wij hierin, maar de doelen het ‘Kantorenplan 2019-2026’. Dit in 2019
vatieve, kennisintensieve bedrijven die merschap. Zie verder het hoofdstuk over worden daarbij slechts ten dele behaald, omdat vastgestelde beleid ging na jaren van leegstand
gedijen in een stedelijke omgeving. Die de Ruimtelijke en programmatische basis- autonome krachten sterk zijn. Met de bedrij- uit van meer krapte op de kantorenmarkt in de
bedrijven genereren niet alleen banen voor structuur in Deel IT WAAR. venstrategie uit 2020 introduceren wij daarom komende jaren.
hoogopgeleiden, maar ook voor het mid- e _ Amsterdam wil bedrijfsfuncties behouden nieuw instrumentarium om hier strakker op te
denkader en lager opgeleiden. Plek hier- voor lager en praktisch geschoolden, zodat sturen. Nieuwe richtingen
voor maken we vooral in stationskwartie- ook banen voor praktisch opgeleiden in de Hoewel de coronacrisis de onzekerheid
ren, gemengde stedelijke milieus nabij de nabijheid van wijken voorhanden blijven. Nieuwe richtingen van kantoorontwikkelingen vergroot, is de
grotere NS-stations. Zie verder in Deel II We kijken ook samen met onze buurge- Gezien het belang van bedrijven voor leegstand in Amsterdam eind 2020 historisch
WAAR in de paragraaf Verkeer en vervoer. meenten naar plekken voor deze bedrijfs- een inclusief Amsterdam zetten we in deze laag. Met de voorspelde groei van de stad is het
e _Naast welvaartsgroei ligt de nadruk op functies. omgevingsvisie extra in op het tegengaan van reëel uit te gaan van aanhoudende vraag naar
het tegengaan van (kansen)ongelijkheid. e _ Aan het water beschermen we de ruimte economische verdringing. De Bedrijvenstrategie kantoorruimte. Hierbij zullen we marktont-
Daarom werken we aan uitbreiding van voor watergebonden bedrijvigheid en de uit 2020 is voor de middellange termijn rich- wikkelingen nog scherper monitoren. Deze
hoogwaardige gemengde stadsmilieus, waterroutes ernaartoe, anders nemen de tinggevend voor de ontwikkelingen op bedrij - omgevingsvisie noemt de belangrijkste ruimte-
zodat meer Amsterdammers daarvan kansen voor transport over water af. venterreinen en de integratie van bedrijvigheid lijke principes waarmee Amsterdamse kantoor-
kunnen profiteren. De drie stadsdeelcen- e _ Voorrang voor circulaire bedrijvigheid. in woon-werkwijken. Amsterdam blijft ruimte ontwikkelingen de komende jaren te maken
tra Buikslotermeerplein, Osdorpplein en Circulaire bedrijfsvoering zal steeds meer bieden aan stadsverzorgende bedrijven en dien- _hebben.Deze principes hebben zich bewezen in
Amsterdamse Poort ontwikkelen zich tot worden gestimuleerd en afgedwongen. Zie sten, maar de regionale schaal wordt leidend de praktijk en dragen bij aan veel andere doelen
stedelijke centra. Ze worden verdicht en verder in het hoofdstuk Duurzame stad. bij vestigingsvraagstukken van bedrijvigheid. in deze omgevingsvisie:
170 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 171
1. Kantoren worden bij voorkeur op goed tra zijn vernieuwd en profiteren van de bevol- naar toekomstbestendige gebieden. Het huidige ring van de binnenstad als plek waar bezoekers
per openbaar vervoer bereikbare loca- kingsgroei. Winkelen is nog steeds populair, detailhandelsbeleid biedt hiervoor al veel hand- én Amsterdammers zich thuis moeten voelen,
ties gebouwd. Daarbij geldt: hoe beter de maar wordt veelal gecombineerd met bezoek vatten, maar we kijken in de omgevingsvisie ver- in plaats van waar bezoekers zich ten koste van
ov-ontsluiting, hoe groter de kantoor- aan horeca, een museum of een kapper. Dat der vooruit. Zo beoogt onze strategische keuze Amsterdammers thuis voelen, heeft een sterke
volumes mogen zijn. Bij Zuidas of Sloter- laat onverlet dat er ook problemen zijn in de voor meerkernige ontwikkeling de transforma- impuls gekregen met de opstelling van de ‘Visie
dijk zijn er dus grootschaliger kantooront- detailhandel. Het gaat minder goed in enkele tie van stadsdeelcentra Buikslotermeerplein, Binnenstad’ in 2019.
wikkelingen mogelijk dan bijvoorbeeld buurtwinkelstrips en in de stadsdeelcentra Osdorpplein en Amsterdamse Poort ArenAPoort Het toerisme moet kwalitatief hoogwaar-
rondom een willekeurige metrohalte. Zie Buikslotermeerplein, Amsterdamse Poort en naar gemengde stedelijke centra. Door deze drie diger worden en zich meer verspreiden over
ook Stationskwartieren in Deel II WAAR. Osdorpplein. Ook sommige perifere winkelge- centra te verdichten met wonen en werken en stad en regio. Daarom willen we het aantal
2. Kantoren worden bij voorkeur toege- bieden met bouwmarkten en woninginrichters beter te integreren in het omliggende weefsel toeristenattracties in het centrum de komende
voegd in gemengde woon-werkmilieus. staan onder druk. De gebieden zijn niet aantrek- van de stad hopen we de gebieden een nieuwe jaren langzaam verminderen, en in wijken bui-
Monofunctionele kantorenparken worden kelijk genoeg en kennen leegstand. toekomst te bieden. Een vrijere menging en uit- ten de ring A10 en de regio juist vergroten. Dat
niet meer gerealiseerd, en verschillende wisseling tussen detailhandel en overigefuncties sluit goed aan op onze strategische keuze voor
bestaande monofunctionele kantoorge- De kern van het Amsterdamse ‘Detailhan- is daarbij belangrijk, temeer daar de groei van een meerkernige stad.
bieden worden liefst getransformeerd naar _delsbeleid 2018-2022’ betreft twee doelen. Ten internetwinkelen de toekomstige omvang van
gemengd gebruik. eerste moeten inwoners op redelijke afstand van detailhandel extra onzeker maakt. Overnachtingsbeleid
3. In overleg met regiopartners wordt kan- de woning dagelijkse boodschappen kunnen De afgelopen jaren is door de stormachtige
toorontwikkeling in gemengde stedelijke doen. Het tweede doel is meerdere aantrekke- Ook andere delen van de stad kunnen baat groei van het toerisme de leefbaarheid en de
gebieden rondom regionale ov-knooppun- _ lijke winkelgebieden, ook buiten de binnenstad, hebben bij het vloeiender maken van de ver- balans tussen bewoners en bezoekers in delen
ten gestimuleerd. waar je kunt winkelen voor producten die je schillen tussen detailhandel en overige functies, vande stad onder druk komen te staan. Een van
4. _Duurzaamheidsdoelstellingen in deze niet elke dag koopt. Deze twee hoofddoelen bijvoorbeeld in (nieuwe) stadsstraten. Onze de maatregelen om de overlast van toerisme
omgevingsvisie, zoals klimaatneutraliteit, blijven de komende jaren overeind. Ze zijn Agenda Samen stadmaken wil meer ruimte in de hand te houden is beperking van de groei
klimaatbestendigheid, adaptief en demon- uitgewerkt in richtlijnen, zoals bevordering van bieden aan burgerinitiatieven van velerlei aard. van het aantal hotelkamers en aanscherping
tabel bouwen en circulair materiaalge- diversiteit van het winkelaanbod, clustering Dat kunnen natuurlijk detailhandelsinitiatieven van regels voor vakantieverhuur van woningen.
bruik, zijn ook van toepassing op nieuwe van winkels, extra winkels alleen bij groeiend zijn, of initiatieven die uitgroeien tot detail- De huidige coronacrisis heeft veel impact op de
of te renoveren kantoren. draagvlak door woningbouw, transformatie van handel. Wij agenderen vernieuwing van ons hotelbranche en hoe zij uit de crisis zal komen is
minder kansrijke winkelgebieden en verminde- detailhandelsbeleid op dit puntals uitwerkings- nogonzeker. Enkele hotels verkennen tijdelijk
Datacenters, small cells ren van PDV-locaties. opgave voor de komende jaren. Flexibelere wonen in hotelkamers.
Wat betreft digitalisering spelen vooral en inclusievere mogelijkheden voor lokaal
datacenters een aanzienlijke rol in de sterke Amsterdam is een echte marktstad, met ondernemerschap staan hierbij voorop, zowel Met de vaststelling van de Regionale Hotel-
vraag naar energie. De uitrol van 5G zal dit nog meer markten dan de andere vier grote steden fysiek als juridisch. Dit komt ook ten goede strategie 2016-2022 wordt al sinds 2013 niet
eens versterken. Doordat deze vraag steeds meer samen. Daarmee zijn de markten naast de win- aan de doelen ten aanzien van Inclusieve stad meer ingezet op een algemene stimulering van
gaat knellen, is er op middellange termijn nog kels een belangrijke pijler van de totale detail en Gezonde stad elders in deze beleidsagenda. hotelontwikkeling, maar regionaal ingezet op
beperkte groei van datacenters mogelijk, onder handel. Het gewenste toekomstige stelsel van Deel IV HOE gaat verder in op stadmaken van hotelontwikkelingen die lokaal waarde toevoe-
strenge voorwaarden. We verwijzen hierbij markten is geschetst in de Marktvisie Amster- onderop en hoe we daar de komende jaren gen. In 2016 is het Amsterdamse deel van de regi-
naar het ‘Vestigingsbeleid datacenters 2020 — dam 2018 — 2026. Bij gebiedsontwikkelingen invulling aan willen geven. onale hotelstrategie herzien: ‘Van hotelbeleid naar
2030: Amsterdam Duurzaam Digitaal’. Binnen wordt rekening gehouden met de voor markten overnachtingsbeleid’, met als doel om de groei
de Metropoolregio Amsterdam onderzoeken benodigde ruimte. Tot slot: onze stevige ambities bij Gezonde van het aantal hotels af te remmen. Ondanks
we wat regionaal de beste plek is voor nieuwe stad kunnen de komende jaren gevolgen hebben de huidige crisis is de verwachting dat op lange
datacenters. Nieuwe richtingen voor ons beleid voor sommige vormen van termijn de interesse voor hotelontwikkeling zal
Digitalisering betekent ook een toename Deze omgevingsvisie legt voor de komende detailhandel. Vooral bij supermarkten preva- blijven bestaan. Het strenge overnachtingsbeleid
van glasvezelnetwerken en ‘small cells’ (kleine jaren enkele nieuwe accenten die raken aan leert gemak op vele manieren boven gezond- blijft de komende jaren dan ook overeind.
antennes). Elke straat krijgt in de toekomst detailhandel. Ten eerste zet de Omgevings- heid. Wij verwachten en wensen dat daar de
meerdere small cells; deze worden bij voorkeur wet in op een meer integrale benadering in het komende jaren een kentering in komt. Een belangrijk doel van deze omgevings-
geïntegreerd in bijvoorbeeld straatmeubilair. ruimtelijk domein. Detailhandel is een van de visie is een evenwichtiger verdeling van onder
functies in centrumgebieden en stadsstraten en Toerisme meer werkgelegenheid, voorzieningen en toe-
Detailhandel profiteert van de nabijheid van andere functies, De onstuimige groei van het toerisme in risten in de metropoolregio. Met de vaststelling
Voor de coronacrisis ging het goed in de zoals horeca, maatschappelijke voorzienin- Amsterdam begon voor corona steeds meer van het MRA ontwikkelkader verblijfsaccom-
meeste detailhandel in Amsterdam. Omzetten gen en consumentgerichte dienstverlening en uit de hand te lopen. Voor de komende jaren modaties in 2020 is hierop al ingezet. Amster-
stegen, het aantal banen groeide, relatief weinig vice versa. Gemengde gebieden met een keur wensen wij een evenwichtiger stad met min- dam en de regiogemeenten hechten belang aan
winkels stonden leeg en de huren ontwikkelden aan functies zijn aantrekkelijk. Door functies der toeristendominantie in het centrum en een realisatie van hoogwaardige en gebiedsverster-
zich veelal marktconform. Veel wijkwinkelcen- meer in samenhang te bezien, werken we toe steviger positie van bewoners. De herpositione- kende hotels in de regio.
1/2 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 173
De komende jaren gaan we verkennen vernieuwingen in de markt en een relatie legt neutraal, Haven, Schiphol, Openbare ruimte, op de stad te verminderen. Sinds 2000 is mede
welke extra mogelijkheden de Omgevings- met aanpalende beleidsthema’s. Het bestaat Water, Luchtkwaliteit en Geluid. In Deel II dankzij parkeernormen en -tarieven, aanleg van
wet biedt om de groei van het aantal hotels in uit drie pijlers: WAAR komen alle verkeersnetwerken aan bod, P+R-voorzieningen, investeringen in fiets en
Amsterdam te beperken. We zoeken daarbij 1. Beperking van overlast voor bewoners. in kaarten met toelichtingen. openbaar vervoer, herinrichtingen en circulatie-
aansluiting bij twee doelen van de Omgevings- 2. Eenduidige regels met herleidbare In deze beleidsparagraaf beperken we ons maatregelen met name het aantal korte autorit-
wet: beter inzicht in wat op bepaalde plekken afwegingen voor ondernemers. daarom tot algemene uitgangspunten van beleid ten (-60%) en autoritten van bezoekers (-50%)
wel en niet mag en meer samenhang in beleid, 3. Uniforme regulering voor de stad. voor de komende jaren. Voor de meestedeelter- flink gedaald. Tegelijk zagen we vanwege de
besluitvorming en regelgeving. reinen van mobiliteit is al vastgesteld beleid: groei van de stad een stijging van bedrijfsmatig
We stellen de volgende wijzigingen voor verkeer, vooral van het aantal taxiritten en logis-
De tijdelijke verhuur van reguliere woningen ten opzichte van het oude beleid: * _ Beleidskader Verkeersnetten tieke ritten. Logistiek verkeer bedraagt nu zo’n
sluit op zich prima aan in de ambitie van ruimte 1. Een nieuwe onderverdeling van horeca- * _ Agenda Amsterdam Autoluw 15% van alle verkeer in Amsterdam.
geven aan burgerinitiatieven en samen stadma- categorieën, beter toegepast op de heden- * _Nota Deelmobiliteit
ken. Via grootschalige internationale vakantie- daagse praktijk, generiek toepasbaar voor * _ Agenda Autodelen Op dit moment gaat nog altijd bijna 60%
verhuurplatforms heeft deze activiteit in de jaren heel Amsterdam. * _ Agenda Touringcar 2020-2025 van de woon-werkverplaatsingen door bewo-
voorafgaand aan COVID-19 echter een zodanig 2. Een duidelijker keuze uit instrumenten * _ Meerjarenplan Fiets ners en bezoekers met de auto. Ondanks een laag
hoge vlucht genomen dat beperkingen nodig ter regulering van horeca, zoals de APV, e _Nota parkeernormen auto autobezit van gemiddeld 0,4 per Amsterdams
waren. In drie Amsterdamse wijken is de toeristi- het omgevingsplan, algemene regels, * _Nota parkeernormen fiets en scooter huishouden is de auto nog een grote ruimtege-
sche draagkracht het meest in het geding gebleken: meldingsplicht, vergunningsplicht enzo- e _ Meerjarenplan Verkeersveiligheid bruiker. In sommige delen van de stad nemen
Burgwallen-Oude Zijde, Burgwallen-Nieuwe voorts. 2016-2021 parkeerplaatsen tot 20% van de verharde open-
Zijde en Grachtengordel-Zuid. De overige wijken 3. Een inhoudelijk kader dat antwoord geeft e Actieplan Schone Lucht bare ruimte in. Van alle geparkeerde auto’s op
met relatief hoge toeristische druk bevinden zich op de vraag waar welke vormen van hore- * _Nota Varen II straat in de avonduren zijn 9 van de 10 van een
in Centrum en Zuid. In de drie genoemde wijken ca(-activiteiten) wel of niet gewenst zijn. * _ Actieplan Kademuren en bruggen bewoner.
is vakantieverhuur vanaf 2020 verboden er geldt
er een vergunningplicht in de overige wijken. De Daarnaast introduceert het stedelijk Al dit beleid blijft de komende jaren in De toenemende druk op de stad en de
vergunningplicht geldt ook voor bed-and-break- beleidskader handvatten om de stedelijke principe van kracht. Voor details verwijzen autoluwmaatregelen hebben als risico dat de
fastadressen. Vanaf 2021 treden er extra contro- regels lokaal en maatwerkgericht toe te kunnen we naar de betreffende documenten. Hier overlast van de auto zich verplaatst naar wijken
lemogelijkheden in werking, zoals een registratie- passen, met bijvoorbeeld gebiedstypologieën. gaan we in op enkele hoofdlijnen en nieuwe buiten het centrum. Maar ook in die gebieden
plicht van vakantieverhuurders. Maatwerk vindt verder plaats in horeca-ambi- richtingen. is de komende jaren ruimte nodig voor verdere
Het aangescherpte uitgangspunt dat tieplannen. Daarin wordt per gebied, buurt of verdichting en zetten we in op autoluwe kernen.
woningen vooral zijn om in te wonen, wordt wijk beschreven welke functies er thuishoren en Metropoolvorming en Door de verdichting van centra in Zuidoost,
ook tot uitdrukking gebracht in de paragraaf welke relevante ontwikkelingen het gebied de mobiliteitsverschillen Nieuw-West en Noord kunnen ook omliggende
Wonen in het hoofdstuk Inclusieve stad. komende jaren doormaakt. Met een dergelijke Tot 2050 maken we in deze omgevings- gemeenten meer last krijgen van ‘Amsterdamse’
analyse wordt het mogelijk om passende keuzes visie ruimte voor minimaal 150.000 nieuwe parkeerders. Amsterdam is zich hiervan bewust
Horeca te maken, zodat iedere horecavestiging op een woningen en 200.000 extra arbeidsplaatsen en wil hier samen met de buurgemeenten mee
Voorafgaand aan de coronapandemie werd positieve wijze bijdraagt aan de buurt. in Amsterdam. Aangezien ook de rest van de aan de slag.
de stad steeds drukker en was er grote vraag In het nieuwe beleidskader horeca komt metropoolregio groeit, neemt de mobiliteit in
naar horeca, gebruik van openbare ruimte door ook aandacht voor een gezondere voedselomge- de hele regio toe. Maar de onderlinge verschillen Zonder extra maatregelen zal het aantal
terrassen en vervaging van de grenzen tussen ving in Amsterdam. zijn groot. In de stedelijke en verdichtende delen autoverplaatsingen van, naar en in Amsterdam
horeca, detailhandel, cultuur en dienstverle - van de regio, met name Amsterdam zelf, gaathet tot 2050 naar verwachting met ruim 20% toe-
ning. Het vigerende horecabeleid bood onvol- steeds vaker om voetgangers, fietsers, ov-reizi- nemen. Voor logistiek verkeer geldt dat ook. Het
doende mogelijkheden om hierin mee te gaan Mobiliteit en ruimte gers en kleine vrachtbusjes. Andere delen vande aantal ov-reizigers neemt naar verwachting toe
en tegelijk een aanvaardbaar woon- en leefkli- Mobiliteit is een opgave op alle schaal- regio blijven van de auto afhankelijk. Dat sluit met bijna 25% tot 2050, en het aantal fietsers met
maat te garanderen. niveaus, van internationale verbindingen tot niet vanzelfsprekend op elkaar aan. Omgaan met 15%. De grootste stijgingen zien we in Noord,
Na COVID-19 blijft horeca belangrijk aan de toegankelijkheid van de voordeur. Het die verschillen door middel van overstappunten, Oosten Zuidoost, waar de grootste toename van
voor onze stad, voor ontmoeting, ontspanning is een in de ordening van de fysieke leefomge- hubs, regiolijnen, parkeermaatregelen en derge- inwoners en banen wordt verwacht. Als we geen
en — steeds vaker — als werkplek. We zoeken ving sturend beleidsveld. Deel 1 VISIE van deze lijke is een belangrijk thema in het Amsterdamse groei van autoverkeer willen, dan moet het aantal
daarom naar een evenwicht tussen ruimte voor omgevingsvisie geeft met de strategische keuze en regionale mobiliteitsbeleid. fietsers en ov-reizigers veel sterker toenemen
horecaondernemers, gastvrijheid, en een prettig voorduurzaam en gezond bewegen richting dan genoemde percentages. Dat vergt op allerlei
leefklimaat voor bewoners. aan de inzet op een autoluwe stad, waar gezond Ondanks de groei van Amsterdam is het manieren forse inspanningen om dat voor elkaar
bewegen vanzelfsprekend is. In deze beleids- autoverkeer in de stad de afgelopen 20 jaar te krijgen, ook op regionaal niveau. Sowieso zijn
In de loop van 2021 stellen we een nieuw agenda zijn belangrijke opmerkingen over licht afgenomen. Amsterdam heeft conse- er stevige investeringen in infrastructuur voor
beleidskader horeca vast, dat inspeelt op verkeer ook te vinden in de paragrafen Klimaat- quent beleid gevoerd om de druk van de auto openbaar vervoer en fiets noodzakelijk.
1/4 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 175
Nieuwe richtingen gen. Uitgangspunt is dat alle Amsterdammers bieden, zorgen we ervoor dat de inclusiviteit mobiliteit vervangen, maar een negatief effect
zoveel mogelijk functies op loop- of fietsafstand en de bevoorrading van de stad gewaarborgd als ze gezonde fietsverplaatsingen vervangen.
Sturen in de mobiliteitstransitie van hun huis moeten hebben. blijven. LEV’s zorgen voor klein en uitstootvrij vervoer,
In onze verdichtende stad is het noodzake- Nabijheid betekent ook dat bevoorrading, Bij personenvervoer geven we voorrang maar zorgen op het fietspad voor meer onveilig-
lijk om de druk van mobiliteit op de openbare (pakket)bezorging en afvalinzameling tot diep aan actieve vormen van vervoer. Bij de inrich- heid. De vraag is dus ook waar ze moeten rijden:
ruimte te verlagen. We willen meer en fraaiere in de wijken doordringt. Door dat te concen- ting van de stad hanteren we onderstaande op het fietspad of op de weg.
ruimte waarin kan worden geleefd en gespeeld, treren in hubs, en verder kleinschalig te doen, prioriteitsvolgorde:
waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Met blijven de wijken leefbaar. Zelfrijdende auto’s kunnen in de toekomst
ruimte voor groen, beweging, klimaatadaptatie 1. voetgangers, voor sommigen kansen bieden, bijvoorbeeld in
en allerlei noodzakelijke voorzieningen, zowel Mobiliteit voor iedereen 2. fietsers, delen van de stad met minder openbaar vervoer.
boven- als ondergronds. Een stad ook waarin Mobiliteit is voor iedereen in de stad 3. openbaar vervoer, Maar ook zelfrijdend nemen auto’s veel ruimte
iedereen mee kan doen: jong en oud, arm en belangrijk om mee te kunnen doen. Mobiliteit 4. _(privé)auto’s. in, en veel veiligheidsvragen zijn nog niet
rijk, goed en slecht ter been. Ook hebben we verbindt en transportmiddelen zorgen ervoor beantwoord. Voetgangers, fietsers en ov blijven
oog voor de kwetsbare historische infrastruc- dat mensen voorzieningen kunnen bereiken, Om de aansluiting met de meer van de daarom passender in de stad. Ons uitgangspunt
tuur van de stad. op hun werk kunnen komen en naar school auto afhankelijke regio te behouden, stimule- blijft om automobiliteit te beperken, ook als het
kunnen gaan. Uitgangspunt is dat iedereen ren we deelmobiliteit en creëren we hubs in en zelfrijdend wordt.
De mobiliteitstransitie betekent vooral zich moet kunnen verplaatsen: mensen met om de stad. Met deze prioriteiten kunnen we
een verschuiving van autogebruik naar andere een beperking, mensen met een kleine porte- de meeste mensen mobiliteit bieden met het Verder ontstaan er steeds meer digitale
manieren van vervoer. Daarbinnen zijn de monnee, kinderen, ouderen. Dat uitgangspunt minste ruimtebeslag en hinder. Ook leidt de mogelijkheden om constant veranderende
belangrijkste ontwikkelingen: hoort bij een inclusieve stad, maar het levert mobiliteitstransitie naar verwachting tot min- verkeersstromen in de stad te regisseren. Met
soms ook dilemma’s op. Meer ruimte op de der ernstige verkeersongelukken. We streven data kunnen modellen worden gemaakt om
1. Vanfossiel naar uitstootvrij: de ambitie stoep betekent dat we minder ruimte geven aan naar O verkeersdoden in 2050. in te schatten wat er gaat gebeuren, scenario’s
van Amsterdam is om in 2030 alleen nog een andere functie, vaak de auto. Maar dat kan worden gemaakt om daar snel op te kun-
uitstootvrije mobiliteit te hebben. weer betekenen dat mensen die afhankelijk zijn Bij logistiek vervoer blijft gemotoriseerd nen sturen en te evalueren. Er kan worden
2. Van grootnaar klein: er komen steeds meer van de auto zich minder goed kunnen verplaat- wegverkeer veel belangrijker dan bij personen- gestuurd op auto’s, ov, fietsers, voetgangers en
kleine voertuigen voor logistiek en perso- sen. Meer hoogwaardige ov-lijnen maken de vervoer, maar bouwverkeer, goederenvervoer multimodale opties. Er komt straks wellicht
nenvervoer. regio beter bereikbaar, maar kan het openbaar en afvalinzameling mogen de komende jaren een mobiliteitscentrale van de toekomst, een
3. Van bezit naar gebruik: er wordt steeds vervoer in bepaalde wijken minder fijnmazig vaker over het water (zie verderop). Belangrijk publiek-privaat ecosysteem met 24/7 inzicht
meer deelmobiliteit aangeboden voor met maken. Sommige keuzes veroorzaken ongewild is verder dat logistiek verkeer in de stad vaker en sturing op basis van data, een integrale
name auto en fiets. vervoersarmoede bij mensen. Daarom formu- in kleine busjes moet, onder meer vanwege de blik op het gehele mobiliteitssysteem, slimme
4. Van unimodaal naar multimodaal: ver- leren we hier als uitgangspunt dat alle burgers kwetsbaarheid van de bruggen en kademuren beschikbaarheid van de openbare ruimte,
plaatsingen gaan straks vaker met over- tegen redelijke kosten - in termen van geld, tijd in de stad. Voor aansluiting met de rest van de capaciteitsmanagement en specifieke infor-
stappen tussen verschillende vervoermid- en moeite - de vervoersbewegingen moeten regio worden goederenhubs, waar van grote op matievoorzieningen en sturingsmiddelen naar
delen. kunnen maken die nodig zijn voor volwaardig kleine vrachtwagens kan worden overgeladen, gebruikers. Hiermee kunnen we ook de inrich-
meedoen in de samenleving. Naast aantrekkelijk steeds belangrijker. ting van het autonetwerk slim vormgeven, met
De mobiliteitstransitie draagt bij aan een openbaar vervoer helpt een goed, sociaal veilig beperkte toegang, beprijzen en extra inzet bij
inclusieve, duurzame, vitale, gezonde, leef- ontwerp van de openbare ruimte hierbij, even- Ten behoeve van uitstootvrije mobiliteit calamiteiten.
bare, en compacte stad en regio. Het zorgt voor als aandacht voor betaalbaarheid. Belangrijk is zorgen we voor een dekkend netwerk aan elek-
minder CO,-uitstoot, minder geluidsoverlasten verder dat verdichting — een van de belangrijkste trische laadpunten en eventueel waterstofstati- Pieken verkleinen, mobiliteitsopties
een betere luchtkwaliteit. Zie hiervoor ook de doelstellingen van deze omgevingsvisie — in veel ons voor alle modaliteiten in de stad. Het aantal vergroten
desbetreffende hoofdstukken. wijken buiten de Ring A10 het draagvlak voor benzinestations in de stad zal de komende jaren We noemen hier enkele ideeën en ontwik-
fijnmazig openbaar vervoer verbetert. En dat is afnemen. kelingen die nog lang niet volledig zijn benut,
Ontwikkelen op basis van nabijheid goed voor iedereen. maar waar we wel positief tegenover staan,
Mobiliteit ontstaat doordat mensen Nieuwe technologieën zeker in combinatie met elkaar. Deze kunnen
functies en activiteiten zoeken. Hoe meer deze Schone, veilige en slimme mobiliteit Zojuist genoemde ontwikkelingen in de de komende jaren in de mobiliteitstransitie een
functies bij elkaar liggen, hoe groter de kans In Amsterdam krijgen efficiënte, schone mobiliteitstransitie worden ondersteund door belangrijke rol gaan spelen.
dat mensen kleinere afstanden afleggen op een en veilige vormen van vervoer prioriteit. We steeds meer technologische mogelijkheden,
manier die passend is bij de stad. Nabijheid is stellen eisen aan de voertuigen die onze stad maar daarmee zijn dat nog geen wondermid- * _ Thuis werken, verspreid werken.
dus een belangrijke manier om de stad duur- binnenkomen. De milieuzones worden steeds delen. Zo stoten elektrische auto’s minder uit, De coronacrisis heeft ons geleerd dat wer-
zaam, leefbaar en inclusief te houden. In nieuw groter en strenger, totdat in 2030 verbran- maar nemen nog even veel stedelijke ruimte ken op afstand ook voordelen biedt. Door
te ontwikkelen gebieden komt daarom een dingsmotoren niet meer de bebouwde kom in. En light electric vehicles (LEV's) hebben een ook beter verspreid in de tijd te werken en
goede mix van wonen, werken en voorzienin- in mogen. Door voldoende alternatieven te positief effect op de stad als ze auto- en vracht- te reizen, kunnen spitspieken worden ver-
1/6 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 177
kleind. Dat kan onder meer via afspraken uitgangspunt. Dat in aanmerking genomen, zijn len (denk ook aan LEV’s, zieelders)altijdop het © Westreven naar maximaal 30 km per uur
met grote werkgevers en onderwijsvoor- er de volgende mengingsopties: fietspad ruimte kunnen bieden, is nog onder- als norm in stedelijk gebied.
zieningen. e _Mengen van fiets en auto: in straten met werp van discussie. * _ Erkomen niet alleen fysieke aanpassingen
veel fietsers en relatief weinig auto’s kun- in het hoofdwegennet, maar ook andere
* _ Bundelen van goederen. Er zijn veel nen fiets en auto samen. In zo’n ‘fietsstraat” Schaalsprong voor het openbaar vervoer vormen van regulering, zoals doelgroepen-
kansen voor het beperken van logistieke is de fiets de dominante weggebruiker, de Het openbaar vervoer in en naar Amster- beleid, passageheffingen of circulatiernaat-
stromen. Zo kunnen ondernemers in auto past zich aan. dam is meestal goed. De verbinding met delen regelen.
bepaalde gebieden hun bevoorrading en * _Mengen van auto en ov (vaak tram): in van de regio buiten Amsterdamisechter minder © Autoverkeer gaat zich door onze aanpak
afvalinzameling bundelen, waardoor min- straten met relatief weinig auto’s kan de optimaal. Ook dreigen er op verschillende lijnen steeds meer concentreren op een beperkt
der voertuigen nodig zijn. We bekijken de auto op de trambaan. Voordeel voor fietsers capaciteitsproblemen te ontstaan bij een verdere aantal wegen. Uitstootvrije auto’s en
komende jaren graag met ondernemers de is dat zij een vrije baan hebben, nadeel is groei van de vraag naar openbaar vervoer. snelheidsverlagingen gaan helpen om de
mogelijkheden hiervoor. dat de tram vertraging kan ondervinden Daarom is er een regionale schaalsprong negatieve effecten hiervan te beperken.
van meerijdende auto’s. in het openbaar vervoer nodig. Zie hierover het Het uiteindelijke doel is dat er steeds meer
* _ Beprijzing, intelligente toegang. Een * _Mengen in tijd: venstertijden voor bevoor- hoofdstuk Metropoolregio Amsterdam in Deel en grotere autoluwe gebieden ontstaan.
ander potentieel belangrijk instrument is rading en andere functies. IT WAAR. Door fietsverbindingen van en naar e _ Uiteraard moet de kwaliteit van het res-
beprijzing van automobiliteit. Door op e _Mengen van stilstaand verkeer: service- stations te verbeteren en ook de fietsparkeerca- terende autonetwerk goed zijn. Dit moet
toeleidende wegen of in de stad rijdend stroken voor laden/lossen, halterende paciteit op orde te hebben, kan het bereik van extra robuust worden gemaakt om kwets-
verkeer te beprijzen, kan stevig worden touringcars en taxi’s. stations flink worden vergroot. Met het aan- baarheid van het systeem te voorkomen.
gestuurd op omvang, tijd en locatie van bieden van meer deelmobiliteit op dergelijke * _ Voor taxi's, touringcars en logistiek
autostromen. Amsterdam onderzoekt Ruimte voor de voetganger knooppunten vergroten we ook hier het aantal vervoer kan het netwerk op maat worden
graag samen met de regio en het Rijk de De voetganger is de belangrijkste modali- mobiliteitsopties in de stad. aangepast aan de behoeften om toegan-
mogelijkheden hiervoor. Amsterdam teit in de stad. Of er nu gebruik wordt gemaakt kelijkheid van de stad te garanderen voor
verkent verder de mogelijkheden voor van het openbaar vervoer, de fiets of de auto: de Voor het stedelijk ov-netwerk blijven we deze vervoervormen.
intelligente toegang, waarmee specifieke laatste meters zijn we altijd voetganger. Maar inzetten op een fijnmazige dekking. Dit bete- e _Voorlogistiek verkeer en nood- en hulp-
doelgroepen of voertuigcategorieën ergens verplaatsingen worden vaak ook geheel gedaan kent niet altijd dat er een directe verbinding is, diensten vormen circulatiemnaatregelen
kunnen worden toegelaten of niet. als voetganger. maar wel een halte op redelijke loopafstand. Bij zoals venstertijden soms een obstakel.
De voetganger neemt de minste ruimte in de uitbreiding van metrolijnen kijken we goed We blijven lokaal kijken naar oplossingen
* _ Mobility as a Service (MaaS). Tegelijker- van alle modaliteiten, maar heeft wel ruimte naar de effecten op het bus- en tramnetwerk. hiervoor, zoals aangepaste venstertijden en
tijd creëren we overstappunten in wijken nodig om een aantrekkelijke optie te kunnen Op routes waar openbaar vervoer gemengd met uitzonderingen voor nood- en hulpdien-
en aan de randen van de stad. Hiermee zor- zijn. Voor een inclusieve stad is dat belangrijk. auto’s rijdt, kan de snelheid van trams en bussen sten en alternatieve vormen van bevoor-
gen we ervoor dat we nieuwe dragers van Ook voor lichamelijk of visueel gehandicapten de komende jaren wat lager worden. rading.
stedelijke ontwikkeling creëren: fiets, ov, is meer ruimte nodig, met minder obstakels.
deelmobiliteit en hubs. Ontwikkelingen Zie ‘openbare ruimte’ voor meer hierover. Veel van het openbaar vervoer in Amster- Vervoer over water
op het gebied van Smart Mobility dragen dam is bovengronds. Dit kan knellen met de Het vervoer van goederen, afval, bouw-
daarnaast ook bij aan het verder vergroten Ruimte voor de fiets wens om grote aaneengesloten verblijfsgebieden materialen en bevoorrading over water mag de
van de mobiliteitsopties. Digitalisering De fiets is, naast de voetganger, het te maken. Hierbij hanteert Amsterdam het uit- komende jaren toenemen. Dit ontlast bij-
van mobiliteit stelt de stad in staat om belangrijkste en meest ideale vervoermiddel gangspunt dat de ruimtetoedeling plaatsvindtop voorbeeld kwetsbare bruggen en kademuren.
mobiliteit beter te managen, gebruikers te in de stedelijke mobiliteit. Daarom blijven we basis van de meest ruimte-efficiënte modaliteit. Ook kan transport over water bijdragen aan
informeren en keuzes te geven. Mobilityas de komende jaren de fietsinfrastructuur in de In het ontwerp van de openbare ruimte wordt emissieloze mobiliteit. Transport over water
a Service (MaaS) vergemakkelijkt multi- stad verbeteren. Om de (elektrische) fiets ook extra aandacht gegeven aan oversteekbaarheid. bedraagt nu nog maar 1% van de vaarbewegin-
modaal reizen door reizigers in staat te op langere regionale afstanden te stimuleren, gen op het water. Wat ons betreft neemt dat de
stellen in één keer een multimodale reis te zetten we in op een schaalsprong in het fietsnet- Het autonetwerk komende jaren toe. Het moet als vervoerwijze
plannen, boeken en betalen. werk: meer fietssnelwegen en doorfietsroutes Met de Agenda Amsterdam Autoluw volwaardig gaan meedoen bij afwegingen over
voor afstanden tot 15 kilometer. We stellen de nemen we al maatregelen om de instroom van mobiliteitsoplossingen in de stad.
Mengen van verkeer voor meer ruimte komende jaren steeds hogere eisen aan fietsin- de auto in de stad te verminderen en de impact
Met minder auto’s, kleinere voertuigen en frastructuur, omdat niet alleen het aantal fietsen van de auto te verkleinen. Dat doen we met Maar ook op het water is het druk en
lagere snelheden in de stad is het mogelijk om groeit, maar ook het aantal bakfietsen, speed- allerlei afremmende maatregelen, gecombineerd moeten er keuzes worden gemaakt. Overslag
verkeerssoorten meer te mengen. Datleverteen pedelecs en cargobikes. met het aanbieden en verbeteren van alternatie- wan kade naar water en vice versa kost ruimte.
spontanere stad en meer ruimte op. De voet- ven. Deze lijn zetten we door. In het hoofdstuk Logistieke processen moeten hierop worden
ganger en de fietser zijn wel altijd het uitgangs- In principe moet er overal veilig en com- WAAR wordt uiteengezet wat dit betekent aangepast, onder andere door de bouw van goe-
punt voor de inrichting van destraat. Zeker met _fortabel kunnen worden gefietst. Of we aan voor het autonetwerk in de stad. Verder zijn de derenhubs. Niet elk water is hiervoor geschikt,
logistiek verkeer is ook veiligheid een belangrijk genoemde nieuwe fiets-achtige vervoermidde- volgende punten hierin nog van belang: omdat watertransport vaak niet samengaat met
1/8 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 179
ecologische doelstellingen. Zie het hoofdstuk kunnen parkeren, ontstaat er meer ruimte in Stationslocaties worden stationskwartieren: Stadsstraten zijn belangrijk bij het aanha-
‘water’ elders in deze beleidsagenda. de stad. Bestaande bezoekersgarages zetten we prettige, intensief bebouwde stedelijke omge- ken van nieuwe stadsdelen aan het bestaande
daarom zoveel mogelijk in om de parkeervraag vingen rondom grotere stations. Stationskwar- stedelijk weefsel. Stadsstraten zijn divers in alle
Ter stimulering van transport over water van de straat op te vangen. Bewoners gaan dus tieren vormen de schakel tussen het landelijke opzichten, waardoor stadsstraten een sterke soci-
gaan we de komende jaren het volgende steeds meer in garages parkeren. Bezoekers van- en regionale ov-systeem en de stad. Verkeers- ale, economische en verzorgende functie hebben
doen: gen we meer af aan de rand van de stad, waar- stromen en verblijfskwaliteit komen hier voor de stad en haar buurten. Door de beperkte
* _ Uitbreiding van laad- en loslocaties, zowel door er meer ruimte ontstaat in deze garages. samen: er zijn veel reizigers, maar hetis ook ruimte is er in stadsstraten spanning tussen
nieuwe locaties als medegebruik van op- We willen deze maatregelen goed afstemmen prettig om er te zijn. Stationskwartieren zijn activiteiten, voorzieningen en verkeersstromen.
en afstaplocaties van de passagiersvaart. met de gemeenten in de rest van de regio. de Amsterdamse vertaling van het internatio- Dit maakt ze aantrekkelijk en dynamisch, maar
* Invoeren venstertijden en aanpassen nale principe “Transit Oriented Development’ het maakt ook stevige keuzes noodzakelijk, zeker
ligtijden, zodat er vooral gevaren wordt In nieuw te ontwikkelen gebieden beper- (TOD): stations dragen bij aan stedelijke kwa- in een verdichtende stad. Prioriteiten daarbij zijn
als andere gebruikers (passagiersvaart en ken we het parkeren in de openbare ruimte liteit en bereikbaarheid, en stedelijkheid draagt ruimte voor voetgangers, ruimte voor veilig en
pleziervaart) minder actief zijn. eveneens. Hier komen parkeeroplossingen in op haar beurt bij aan de kwaliteiten het gebruik comfortabel fietsen, ruimte voor groen en verblijf
* Inzet op uitstootvrij transport over water wijkhubs, waar we combinaties maken met van stations. en de doorstroming en betrouwbaarheid van het
per 2025. Daarvoor vergroten we de tech- deelmobiliteit en andere voorzieningen. Ook openbaar vervoer.
nische mogelijkheden, vooral wat betreft logistieke oplossingen zijn hier denkbaar, bij- Stationskwartieren zijn: In de naoorlogse stad willen we nieuwe
laadpunten of tanken van emissievrije voorbeeld wat betreft pakketbezorging en win- * _Hoogstedelijke, gebruiksintensieve gebie- stadsstraten laten ontstaan, als aantrekkelijke
brandstof. kelbevoorrading. Voor publieke professionals den met hoge verblijfskwaliteit. schakels tussen buurten en stadsdelen.
* Ontwikkelen van (juridische) kaders voor in met name onderwijs en zorg is soms ruimte * _ Gebieden waarin het ov-station goed is
transport over water, zodat er duidelijke voor parkeeroplossingen op maat. geïntegreerd in het stedelijk weefsel. In het hoofdstuk WAAR staat over welke
richtlijnen zijn voor gemeente en markt. e _ Gebieden die door stedelijke functiemen- stadsstraten en welke delen van de stad we het
Vervoershubs ging de hele dag door worden gebruikt. hebben. In veel succesvolle stadsstraten bin-
Programma kades en bruggen Hubs zijn schakelpunten in de mobiliteit nen de ring A10 moet de ruimte beter worden
De komende decennia gaan we veel achter- voor mensen en goederen. Daarnaast kunnen In Deel IT WAAR staan de verschillende verdeeld. We willen de ruimte voor stilstaande
stallig onderhoud doen aan kadesen bruggenin personenhubs dienen als locatie voor voorzie- typen Amsterdamse stationskwartieren objecten (auto-en fietsparkeren) verminderen
Amsterdam. Ruim 200 kilometer kades en 850 ningen als pakketdiensten, winkelbevoorrading beschreven. Hoe prominenter de positie van ten gunste van (1) verblijf en voetgangers, (2)
bruggen worden onderzochten indien nodig en het opladen van voertuigen. Hubs worden de het station in het vervoersnetwerk, hoe hoger fietsers, (3) openbaar vervoer en (4) logistiek.
aangepakt, terwijl de stad moet blijven functi- komende jaren belangrijk om de autoluwe stad de ambities voor het stationskwartier. Dit geldt Nieuw te ontwikkelen stadsstraten bevin-
oneren. Dat gaat regelmatig wrijvingen geven, met de meer van de auto afhankelijke delen van bovenop het basisprincipe dat iedere gebieds- den zich vooral in de naoorlogse stad. Hier
ook op belangrijke hoofdaders in de stad. Veel de regio te verbinden. Voor de planning en het ontwikkeling rondom welk trein- of metrosta- is omschakeling nodig van de dominerende
kades en bruggen zijn aangetast door intensief aanwijzen van locaties voor hubs gaan we graag tion dan ook de betekenis van het station dient verkeersfunctie naar meer ruimte voor voetgan-
en zwaar verkeer. Een reden temeer om de stad in gesprek met omliggende gemeenten. te vergroten en er een verbinding meeaandient gers, verblijf, voorzieningen en groen.
de komende decennia steeds meer van zwaar te gaan. We gaan dat de komende jaren op basis
vrachtverkeer te ontdoen. De Amsterdamse ambitie ten aanzien van van een goede inhoudelijke leidraad in samen-
hubs staat beschreven in Deel II Waar in het werking met railbeheerders, vervoerders en Zeehaven
Parkeren hoofdstuk over de Ruimtelijke en programmati- andere gerelateerde partijen uitwerken. De haven is een van de belangrijke pijlers
In de openbare ruimte van Amsterdam sche basisstructuur. van de gediversifieerde economie van Amster-
liggen ongeveer 250.000 autoparkeerplaatsen. Stadsstraten dam, vergelijkbaar bijvoorbeeld met Schiphol,
Met de Agenda Amsterdam Autoluw kiezen we Hubs moeten voor het overgrote deel nog In steden als Amsterdam gaan op veel plek- dedienstverlenende / financiële sector, de
ervoor om tot 2025 in drukke gebieden 10.000 worden gepland en opgericht. In gebiedsont- ken verkeer en verblijf hand in hand. Dat geldt kennisinstellingen, en de creatieve en culturele
parkeerplaatsen weg te halen, om ruimte te wikkelingen wordt daar op vele plekken in de zeker voor drukke straten met veel verschil- sector. De huidige haven is vrijwel volledig
scheppen voor voetgangers, fietsers, openbaar stad de komende jaren geschikte ruimte voor lende voorzieningen. Deze noemen we stads- gelegen in het gebied Westpoort en maakt deel
vervoer, groen en laad- en losvoorzieningen. gereserveerd. Door hubs te combineren met straten. Ze zijn een bijzonder soort openbare uit van de haven- en industrieterreinen van
Aangezien we de mobiliteitstransitie willen ander ruimtegebruik zoals busremises of sport- ruimte. Hier vallen verkeersstromen samen met het Noordzeekanaalgebied tot aan IJmuiden.
blijven stimuleren voor meer leefbaarheid in velden kunnen we werk maken van meervoudig functies die publiek aantrekken en versterken Amsterdam behoort tot de zogenaamde Euro-
de stad, gaan we ook na 2025 door met het ruimtegebruik in de stad. ze elkaar. Als lange lijnen door de stad en de pese Core Network Ports en is van strategisch
verminderen van autoparkeerplaatsen. Dat bete- rest van de agglomeratie verbinden zij verschil- belang voor de TEN-T-corridors (Trans-Euro-
kent dat we minder parkeervergunningen gaan Stationskwartieren lende buurten met elkaar. Samen vormen zij pean Transport Network). Amsterdam heeft via
afgeven, gecombineerd met prijsbeleid en het Amsterdam heeft nu 11 treinstations en een netwerk van straten waarlangs mensen zich dehaven toegang tot drie van de negen Euro-
stimuleren van deelmobiliteit. Door tegelij- 38 metrostations. De stad wil de potentie van prettig, efficiënten flexibel door destad kunnen pese corridors. De nieuwe zeesluis in IJmuiden
kertijd werk te maken van meer locaties waar de belangrijkste van deze stations goed benutten bewegen. Voorbeelden zijn de Van Woustraat, maakt overslaggroei en ontvangst van grotere
bewoners en bezoekers hun auto op afstand en tegelijk hun betekenis voor de stad vergroten. Middenweg en Overtoom. schepen, en daarmee een optimaal gebruik van
180 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 181
deze vervoersnetwerken mogelijk. De Amster- 1. Duurzaam energiedragers. Deze processen van in- en Justitie in het IJdok, het Eye Filmmuseum, de
damse haven is voor wat betreft tonnage de Samen met het Havenbedrijf Amsterdam uitfaseren lopen parallel, maar zullen niet altijd NDSM-werf, de Tolhuistuin, de nieuwe open-
vierde haven van Europa. streven we ernaar om op- en overslag van fos- direct aansluiten. Soms zal er sprake zijn van bare bibliotheek en het conservatorium in het
siele brandstoffen voor 2050 uit te faseren. een dubbele ruimtevraag. De nadruk ligt op Oosterdoks-eiland. Met de komst van Haven-
Het havengebied ten westen van de A10 De Routekaart Amsterdam Klimaatneu- infaseren, maar de uitfasering moet voldoende Stad zal deze ontwikkeling ook meer weste-
is door de provincie aangewezen als indus- traal (AKN) geeft vier transitiepaden, waarvan bij blijven, zodat deze dubbele ruimtevraag kan lijk in het havengebied verder gaan. Er wordt
trieterrein van provinciaal belang. Daarmee er één ‘Haven en industrie is’. Deze bestaat worden beperkt. ingezet op het bevorderen van het (openbaar)
wordt het gebruik van het gebied beperkt tot uit vier pijlers, waarmee de haven kan trans- vervoer en de bevoorrading over water, met een
industrie, havenfuncties en bedrijven die deel formeren naar een duurzame energiehub. De In het havengebied is in beginsel alleen goede bereikbaarheid voor privéboten, water-
zijn van de transities naar duurzame energie en belangrijkste pijlers zijn: de transformatie van plaats voor bedrijven die havengerelateerd taxi's en ponten.
een circulaire economie. Op dit moment maakt de haven als duurzame batterij; de ontwikkeling zijn of werkzaam zijn in de energietransitie of
ook Sloterdijk West (Sloterdijken 2, 3 en 4) van een groene waterstofeconomie; het ontwik- circulaire economie. Andere bedrijven, ook De vrijetijdseconomie op en rond het
onderdeel uit van deze aanwijzing. Dat staat de kelen van CCSU (Carbon Capture Storage and te verplaatsen bedrijven, kunnen elders in water neemt in belang toe, en dat heeft zijn
verdichting van de Sloterdijken in de weg, in het Utilization); de reductie van CO ,‚-uitstoot van de regio landen, zoals op bedrijventerreinen beslag op de ruimte. De (commerciële) plezier-
bijzonder bij Sloterdijk 2, dat ook deel uitmaakt deindustrie en opwek duurzame energie. Het in Amsterdam, Almere, Haarlemmermeer, vaart, watersport-industrie en jachthavens zijn
van de knooppuntontwikkeling rond station Havenbedrijf moet in 2030 10 MW extra wind- Lelystad en Purmerend. Bedrijvigheid met de de afgelopen decennia fors gegroeid. De groei
Sloterdijk. De visie van de gemeente is dan ook energie gerealiseerd hebben. Verder moeten alle grootste risicocontouren gaat in beginsel zoveel wan watertoerisme is een internationale ont-
anders. De Sloterdijken zijn, naast industrieter- geschikte daken worden benut voor zonnepane- mogelijk naar de Amerika-en Afrikahaven. Een wikkeling. Amsterdam is een populaire bestem-
rein, ook een stedelijk bedrijventerrein dat plek len, netals in de rest van de stad. eventuele uitbreiding van het havenareaal is ming. Sinds de ingebruikname van de PTA in
biedt voor stadsverzorgende bedrijvigheid en voorzien in de Noordelijke Houtrakpolder. Deze 2000 is er elk jaar — tot aan de coronacrisis - een
andere stedelijke functies. Enkele delen van Slo- De Strategie Amsterdam Circulair mogelijkheid, zoals omschreven in de visie vrijwel doorlopend stijgende lijn in het aantal
terdijk 3 en 4, langs de Westpoortweg, vormen beschrijft de ambitie om in 2050 een circu- Noordzeekanaalgebied 2040, komtechter pasin bezoekende zeecruiseschepen.
ook onderdeel van het havenindustrieel com- laire stad te zijn. Amsterdam Circulair ver- beeld na maximale intensivering van bestaande
plex en passen wel binnen de aanwijzing. eist een structurele systeemmverandering, een terreinen en afstemming met ruimte op terrei-
nieuw economisch model. Belangrijkste pijlers nen in de metropoolregio.
De haven is voor benzine en diesel de zijn: prioriteit bij vestigingen voor circulaire
belangrijkste opslaglocatie in Noordwest- bedrijven; ondersteuning bestaande bedrijven 4. _ Verstedelijking: hoogstedelijke woon-
Europa. Voorts is de haven van Amsterdam, na richting circulariteit; opbouw innovatie-eco- werkmilieus. Haven-Stad
Rotterdam, de grootste steenkolenhaven van systeem door het aanwijzen van opstartlocaties In het havengebied binnen de ring A10
Europa. Deze steenkolen worden per spoor en met experimenteerruimte. wordt de komende decennia Haven-Stad als
binnenvaart doorgevoerd. Naar aanleiding van grote gemengde woon-werkwijk ontwikkeld.
het Klimaatakkoord van Parijs (2015) heeft het 2. _ Logistiek knooppunt Ten noorden van het Noordzeekanaal worden
havenbedrijf in 2016 besloten om op- en over- Duurzame logistiek draagt bij aan een ook de Achtersluispolder en het Hembrugter-
slag van steenkolen uit te faseren en uiterlijk in sterkere internationale concurrentiepositie. rein in Zaanstad getransformeerd. De AlO isde
2030 te beëindigen. De Hemwegcentale is per De omslag naar duurzaam kan worden bereikt toekomstige oostelijke grens van Westpoort, 1 . e
1 januari 2020 stilgelegd, een besparing van 1 door een verschuiving in goederenstromen conform de Transformatiestrategie uit 2017 Vo or een Q | fv r |
miljoen ton steenkool. van weg naar binnenvaart, spoor en buis; het en de Visie Noordzeekanaalgebied 2040. Deze
realiseren van hubs; stimuleren emissieloos bin- A10-grens wordt in deze omgevingsvisie beves- AN Mm S t e rd d Mm mm O et
Visie op de toekomst nenvaartvervoer, bijvoorbeeld door voldoende tigd. Het Havenbedrijf houdt rekening met de
De toekomst van de Amsterdamse haven ligplaatsen voor de binnenvaart. Er is een reser- ontwikkeling van Haven-Stad en tevens houden d e st d d n 8, e C h t
is geschetst in de Gemeentelijke Visie Haven vering voor extra spoor langs de snelweg A5 de ontwikkelingen in Haven-Stad rekening met
(GVH), waarbij deze omgevingsvisie aansluit. opgenomen om goederenvervoer om Amster- de benodigde milieuruimte van de bedrijvigheid dl Ò Ò r D d k ke n
Er worden vijf belangrijke publieke belangen dam te leiden. aan de westkant van de A10. .
gedefinieerd: Om schadel | ke
1. duurzaamheid: klimaatneutraal en 3. Ruimte voor industrie 5. Veilig gebruik van de nautische ruimte .
circulair; Het uitfaseren van fossiele activiteiten Water wordt steeds meer een integraal St O ffe n UI t O NZ e
2. de haven als nautisch en logistiek biedt ruimte voor het ‘infaseren’ van hernieuw- onderdeel van de stedenbouw. Dat is bijvoor- .
knooppunt; bare energiedragers (opwek, opslag en distri- beeld goed te zien aan het IJ. Dat was vroeger | e efo Mm Q evIn Q
3. _hethavengebied als industrieterrein; butie). Dat wil zeggen dat de fysieke ruimte die een lege ruimte achter het CS, een oversteek- 1
4. verstedelijking: hoogstedelijke woon- nu ingenomen wordt door kolen en vloeibare plaats. Nu ontwikkelt het zich tot een binnen- t e weren
werkmilieus; brandstoffen op termijn kan worden ingezet stedelijk waterplein en zijn er nieuwe ‘Ankers
5. veilig gebruik van de nautische ruimte. voor productie en opslag van hernieuwbare aan het IJ’: het Muziekgebouw het Paleis van Annelies den Boer | Stadsdeel West
182 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 183
Luchthaven voor een verkleining van de hindercontouren,
Schiphol draagt bij aan de internationale om te voldoen aan alle vereiste ruimtelijke 1 5
verbondenheid van Amsterdam. Het is een ontwikkelingen in de regio. Het gebrek aan
multimodaal knooppunt met een uitgebreid consistentie tussen afwegingscriteria in het
netwerk van (inter)continentale bestemmin- ruimtelijke spoor en het sectorale spoor van de G En Z O NM d En S t d d
gen. Met name dit netwerk is van groot belang luchtvaart wringt. De wet- en regelgeving voor
voor de internationale positionering van de luchtvaart moet worden afgestemd op het sys-
Metropoolregio Amsterdam. Het zorgt voor teem van het omgevingsrecht. Consequenties
veel werkgelegenheid en is belangrijk voor de van keuzes in de verschillende sporen moeten
economische ontwikkeling van de metropool. in beeld worden gebracht en in hun onderlinge
Door geluidsoverlast en de uitstoot van schade- samenhang doordacht.
lijke stoffen zoals CO, conflicteert het vliegver-
keer echter steeds sterker met het belang van Bereikbaarheid Schiphol
een gezonde leefomgeving, klimaatbeleid en Een goede en veilige landzijdige bereik- Amsterdam wil een gezonde stad zijn waar mensen gezond kunnen leven. Dat betekent
ruimtelijke claims. baarheid van de luchthaven moet hier ook in dat mensen gestimuleerd worden tot gezond gedrag, zoals bewegen, sporten en gezond
worden meegewogen. Het doortrekken van de eten en drinken. En het betekent dat de zorginfrastructuur op orde is, ook gezien de
Amsterdam zet in op een duurzame, vei- Noord/Zuidlijn naar Schiphol en Hoofddorp doorgaande vergrijzing. En dat de luchtkwaliteit voldoende is en mensen zo min mogelijk
lige en selectieve beweging van Schiphol naar en het aanleggen van de ontbrekende schakel geluidsoverlast ervaren van wegverkeer, luchtverkeer en industrie.
multimodale hub. De effecten op de volksge- in de Ringlijn van de metro tussen Isolatorweg
zondheid van omwonenden van de luchthaven en Centraal Station zijn effectieve en urgente
worden hierbij betrokken. Bij selectieve ontwik- oplossingen voor de bereikbaarheidsknelpunten Gezondheid al gemeen dam. Deze dateert uit 2017, maar wordt in
keling moet er voorrang zijn voor vluchten met en verstedelijkingsopgaven aan de westkant De inrichting van ruimte en gebouwen 2021 vernieuwd en aangescherpt op basis van
de grootste waarde voor de kwaliteit van het van Amsterdam. Door het uitbreiden van het heeft invloed op de gezondheid van mensen. de laatste, deels landelijke prioriteiten. Op basis
bestemmingennetwerk en daarmee de Neder- metronet worden reizigersstromen anders Een goed ingerichte leefomgeving draagt bijaan van ditalgemene beleid zijn er uitvoerings-
landse economie. Het belang van Schiphol is verdeeld over trein, bus en tram, waarmee meer een gezondere levensstijl. Wij zien het ontwik- programma’s zoals de Amsterdamse Aanpak
gelegen in internationale connectiviteit, zowel ruimte ontstaat voor treinverkeer op het (inter-) kelen van een gezonde stad als een kernopgave Gezond Gewicht, programma Gezonde stad,
per vliegtuig als per trein. Hierbij past een visie nationale netwerk. Dit faciliteert de geplande en maken gezondheid een vast onderdeel van Amsterdam Rookvrij en Amsterdam vitaal en
waarbij alle modaliteiten in samenhang met woningbouw en de groei in werkgelegenheid en de belangenafweging in ruimtelijk beleid. We gezond. Het bevorderen en beschermen van de
elkaar worden bekeken. draagt bij aan het internationale vestigingskli- staan voor enkele grote gezondheidsopgaven. gezondheid is ook een basis voor de Groenvisie,
maat. De regio werkt samen met het Rijk in het Op de korte termijn speelt de ontwrichtende het programma Luchtkwaliteit, Amsterdam
Een stop voor internationale treinen op MIRT-gebied ZWASH (Zuidwestkant Amster- impact van de COVID-19-epidemie. Oplangere Autoluw, het Meerjarenprogramma Fiets, het
Schiphol versterkt de internationale hubfunctie dam Schiphol Hoofddorp) en SBaB (Samen termijn speelt het groeiende aantal ouderen en Actieplan Geluid, Amsterdam Age Friendly
en de internationale connectiviteit van Neder- Bouwen aan Bereikbaarheid) aan de ontwikke- mensen met chronische aandoeningen. Ook City, Sportvisie 2025 en het nieuwe Horeca- en
land. Inzet is om korte vluchten waar mogelijk ling van deze kerncorridor als de internationale sociale problemen zoals eenzaamheid nemen terrassenbeleid. Ook is er Amsterdams Geluids-
te vervangen door treinverbindingen. Daarom entree van Nederland. toe. Dementie veroorzaakt in 2040 de meeste beleid en de strategie Klimaatadaptatie. De
is het van belang dat treinstation Schiphol zich sterfte en de hoogste ziektelast. Ouderen wonen essentie van al dit beleid is terug te vinden op
kan ontwikkelen. Om alle reizigers aan te kun- vaker zelfstandig en ook vaker alleen. Doordeze verschillende plaatsen in deze omgevingsvisie
nen, moet bij station Schiphol en station ontwikkelingen ontstaat er meer druk op de en wordt hier dus ook bekrachtigd.
Amsterdam-Zuid de capaciteit worden ver- formele en informele zorg. Ongezond gedrag
groot. Tot 2030 wordt er daarom zowel aan de is verantwoordelijk voor bijna 25 procent van Om gezondheid onderdeel te maken van
weg als aan het spoor gewerkt. Op Schiphol de ziektelast. Roken veroorzaakt nog steeds de de ruimtelijke ontwikkeling van de stad, is er
wordt de overstap voor reizigers verbeterd, de grootste gezondheidsschade. Het aantal mensen de Amsterdamse Gezondheidslogica. Die bevat
A10-zuid wordt verbreed en in een tunnelbak met overgewicht en mensen die weinig bewe- twaalf logische principes voor een gezonde
gelegd en station Zuid wordt grondig ver- gen neemt toe. De fysieke leefomgeving is ook leefomgeving. De komende jaren wordt de
nieuwd, met twee sporen voor internationale een bron van ziektelast: op dit moment kan Gezondheidslogica gebruikt bij de plannen voor
treinen. minstens 4 procent van de ziektelast in Neder- gebiedsontwikkeling en verder verbeterd op
land verklaard worden door luchtverontreini- basis van ervaring en nieuwe inzichten.
Relatie met ruimtelijke ontwikkeling ging en geluidsoverlast.
Wet- en regelgeving rondom de luchtvaart Mentale gezondheid
leggen een grote ruimtelijke claim met mili- Gezondheid werkt door in alles Ontmoeting en zelfbeheer in een aange-
eucontouren, hoogtebeperkingen, radardekking Het Amsterdamse gezondheidsbeleid is name, groene openbare ruimte zijn belangrijk
en luchtvervuiling. Amsterdam pleit daarom vastgelegd in de Nota Volksgezondheid Amster- voorde mentale gezondheid en gaan eenzaam-
184 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 185
heid tegen. In een inclusieve sociale leefomge- sterk hoeveel mensen bewegen. Ontwerp en Inpassen en optimaliseren van sportvelden natuurinclusief en klimaatadap-
ving voelen mensen zich thuis, wonen ze veilig, inrichting moeten beweging bevorderen. sportlandschappen tief worden vormgegeven. Sportpark Laan van
krijgen ze steun en is de samenhang in de buurt In de (nieuwe) buurten maken we com- Spartaan is een goed voorbeeld van dat laat-
groot. Elkaar (her)kennen is soms al genoeg Groeiende sportbehoefte pacte ‘parken voor sport’. Gecombineerd met ste. Kortom: verschillende functies en doelen
voor buurtbinding en vormt de eerste stap voor De bouw van 150.000 nieuwe woningen openbare speelvoorzieningen en urban sports grijpen in elkaar. Dit pleit voor de ontwikkeling
contact. De kleinste dingen zijn hier al belangrijk: leidtnaar verwachting tot de groei van de stad in een groene omlijsting bieden deze parken van een gecombineerde speel-, sport en groen-
schoolpleinen, de stoep, parken en speeltuinen, met 250.000 Amsterdammers, van wie bij ook plek voor georganiseerd sportaanbod. Dit norm. Zie hiervoor ook de paragraaf Groen,
pleintjes, uitlaatplekken voor honden, gemeen- een gelijkblijvende sportparticipatie ongeveer is vooral van belang voor kinderen en andere waarin een nieuwe hoofdgroenstructuur wordt
schappelijke trappenhuizen of entrees. Voortshet 150.000 actief (wekelijks) zullen sporten. De buurt- en wijkbewoners die voor hun sportbe- gepresenteerd. Kleinschalige sport- en speel-
mogelijk maken van zelfbeheer van de openbare ruimtelijke sportopgave bestaat uit voldoende hoefte afhankelijk zijn van sport om de hoek. Bij voorzieningen horen onderdeel te zijn van de
ruimte door bijvoorbeeld ruimte te bieden aan en aantrekkelijke (groene) openbare gebruiks- de ontwikkeling van nieuwe stadsbuurten gro- woonomgeving, vooral voor buurtbewoners die
(eigen) bankjes voor de deur en (moes)tuinen. en verblijfsruimte in buurten en wijken, die ter dan 1000 woningen, realiseren we minstens afhankelijk zijn van de nabijheid van voorzie-
uitnodigt tot sportieve activiteiten en sportief de helft van de sportnorm voor buitensport ningen.
medegebruik van pleinen, plekken en routes. binnen de buurt. We zoeken daarbij innovatieve
S po rt, spe | en b ewegen Daarnaast voldoende en goed gespreid aanbod oplossingen, zoals sport op daken en boven en Parken bieden naast ruimte om te spelen
Amsterdammers hebben een scala aan aan sportterreinen voor georganiseerde buiten- onder spoor- en metrolijnen en wegen. en te sporten ook ruimte voor verblijfsrecre-
faciliteiten voor top- en breedtesport tot hun sport. Tegelijk moet het bestaande areaal aan atie en natuurwaarden, terwijl de groene en
beschikking en maken hier veel gebruik van. De sportterreinen continu worden beheerd, ont- De tweede stap is het optimaliseren van actieve verkeersroutes door de stad en richting
sportparticipatie van Amsterdammers is hoger wikkeld en verduurzaamd. Dit doen we voor en bestaande sportterreinen die binnen vijftien de scheggen aantrekkelijke routes vormen om
dan die van Nederlanders: de Amsterdammer samen met sportaanbieders, sporters, Amster- minuten fietsen van nieuwe ontwikkelingen te wandelen, joggen en fietsen (alle drie in de
sport vaker en diverser. Sportieve activiteiten dammers en maatschappelijke partners. liggen. Daarbij zetten we vooral in op de in top 10 van meest beoefende sporten in Amster-
worden zowel binnen als buiten, in georgani- Amsterdam meest beoefende sporten, met af dam!). De ontwikkeling van de scheggen staat
seerd verband als ongeorganiseerd ondernomen. Sportnormen en toe nieuwe ruimte voor sporten in opkomst. vooral in het teken van landschapsontwikke-
In de Sportvisie 2025 zijn de uitgangspun- Voorwaarde voor dezeaanpakis behoud vanhet ling. Op de overgang tussen stad en landschap,
Volwassen Amsterdammers sporten steeds ten voor het sportbeleid vastgesteld. Basisidee bestaande areaal aan sportterrein, en inclusief in de koppen van de groene scheggen, willen we
vaker individueel, met vrienden of familie, op het daarin is dat alle sportcapaciteit meegroeit met de locaties waarop in de vorige structuurvisie deze poorten naar het landschap nóg aantrekke-
moment dat het hun uitkomt. Ze doen dat boven- de groei van de stad. De sportnorm is onderdeel woningbouw is voorzien. Optimalisering van lijker maken om te sporten en bewegen.
dien steeds meer op openbare plekken; in parken, vande ‘Referentienormen voor Maatschappe- het gebruik kan ook worden bereikt door de
op het water in en rond de stad, of bij particuliere lijke Voorzieningen, Groen en Spelen’. Deze omlijsting van sport met bebouwing, zodat Uitgaande van dit continuüm aan vrije-
sportscholen. Tegelijkertijd groeit het aandeel geeft normen voor het toevoegen van sport en het park meer onderdeel wordt van de buurt tijdsvoorzieningen voor spelen, sporten en
kinderen dat sport in georganiseerd verband, spelen in de openbare ruimte, sporthallen en en de stad. Daarmee worden sociale veiligheid, recreëren, moeten we anders gaan kijken naar
veelal bij de verenigingen op de Amsterdamse (anders) georganiseerde buitensport en zwem- bereikbaarheid en mogelijkheden voor sportief, sportparken. Van oudsher zijn sportterreinen
sportparken. Sport en bewegen zijn gezond en baden, met de groei van de stad. maatschappelijk en recreatief medegebruik vooral gericht op verhuur aan sportaanbieders.
leuk, dus dat krijgt de ruimte in Amsterdam. Zie vergroot. Dit blijft een belangrijke functie, maar gezien
hiervoor ook het hoofdstuk Inclusieve stad, para- Belangrijk beleid zoals de Groenvisie, de de ontwikkelingen in de sportbeoefening en de
graaf Maatschappelijke voorzieningen. Agenda Autoluw, de Visie Openbare Ruimte, Extra sportcapaciteit op nieuwe locaties is toenemende gebruiksdruk op het groen in en
het Actieplan Age Friendly City, het programma aan de orde als sport in de buurt en optimalise- rond de stad, willen we de grotere Amsterdamse
Beweegvriendelijke stad Amsterdam Rainproof en de Amsterdamse ring van bestaande sportparken niet voldoende sportparken verder ontwikkelen tot parken om
Bewegen in het dagelijkse leefritme is Aanpak Gezond Gewicht biedt kaders bij de zijn voor de sportvraag van nieuwe bewoners. in te sporten, bewegen, spelen en recreëren.
voor de gezondheid het belangrijkst. Daarom groene en duurzame invulling van sportieve Dan kan er een stedelijk of innovatief sportpark Daartoe is het afgelopen decennium een belang-
stimuleren we actieve vormen van vervoer: een ruimte in de stad. De brede boodschap hiervan komen, of een sportpark in het groen. We kun- rijke stap gezet, door niet langer sportparken
radicale keuze voor de transitie van auto naar blijft van kracht. nen denken aan nieuwe, aantrekkelijk vormge- integraal te verhuren, maar alleen de gebruiks-
openbaar vervoer, lopen, fietsen en combinaties geven sport- en beweeglandschappen, uiteraard uren van de velden. Daarmee is het gebruik
daarvan. De gezondheidsvoordelen van actief Nieuwe richtingen zorgvuldig ingepast. door andere sportaanbieders, maatschappelijke
vervoer zijn veelvuldig: bewegen, schone lucht, Amsterdam verdicht en wil het landschap partijen en particulieren mogelijk geworden
gezonder gewicht, mentale gezondheid en zoveel mogelijk ontzien. Toevoeging van bui- Vele functies komen straks samen en zijn de gemeentelijke sportparken openbaar
minder geluidsoverlast. Nabijheid en fijnmazig- tensportis daarom ingewikkeld. Waarborging Deze omgevingsvisie ziet de grenzen tus- toegankelijk gemaakt voor publiek en recreatief
heid van voorzieningen helpt bij destimulering van voldoende sportaanbod in de open lucht sen veel stedelijke functies graag zachter wor- medegebruik. De ontwikkeling en transformatie
ervan. Ook op andere manieren stimuleren we doen we in drie stappen: het inpassen van sport den, ook wat betreft sport en bewegen. Er kan van sportparken naar parken om in te sporten,
mensen op allerlei natuurlijke manieren tot in de nieuwe buurten, het optimaliseren en uit- gesport en gespeeld worden in niet daarvoor bewegen, spelen en recreëren vergt maatwerk
bewegen. De inrichting van straten, pleinen, breiden van het bestaande areaal en het toevoe- geprogrammeerd groen, en andersom moeten en zal tot stand komen in samenspraak met
trappen, gebouwen, parken enzovoorts bepaalt gen van nieuwe locaties voor sport. specifieke voorzieningen als speelplekken en gebruikers en omliggende buurten.
186 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 187
Voedsel en stadslandbouw meen mondiaal voedselsysteem met multina- omschakelen naar een circulaire economie vragen _veiligheidscontour. Omdat het niet alleen de
Voedsel is een bouwsteen voor een tionale spelers en belangen is de gemeentelijke om meer aandacht voor omgevingsveiligheid. fysieke vestigingsruimte betreft, maar ook de
gezonde en duurzame stad, het vormt net als invloed bescheiden, maar juist in het directe Binnen de fysieke leefomgeving raakt veiligheid bijbehorende risicoruimte, zal dit mogelijk
gezonde luchten schoon water de basis van ons contact met bewoners/consumenten belangrijk. al deze aspecten en vormt daarom een integraal ook over naastgelegen groen- en werkgebieden
leven. Amsterdammers weten vaak niet wat de onderdeel hiervan. Net als van alle ontwikkelin- raken, ook over gemeentegrenzen.
impact van voedsel op hun gezondheid is en Qua ruimtelijke omgeving zijn er de gen waarvan de risico’s of de impact op de fysieke
wat de impact van productie- en distributieme- volgende aandachtspunten: leefomgeving nog niet (volledig) bekend zijn. Een risicogebied wordt benaderd alsof
thoden is op de omgeving. Voedsel wordt sterk * _ verduurzaming van het voedselproduc- Een belangrijke notie bij het thema veilig- het één risicovolle activiteit is, waarvan de
bewerkt met zout, suiker en vetten, wat obesi- tielandschap; heid is dat een volledig veilige stad niet mogelijk risicocontour is gelegen op de begrenzing van
tas, suikerziekte en andere ernstige aandoe- * ruimte bieden aan stadslandbouw en is. Veiligheid als absolute doelstelling kan niet het risicogebied. Binnen het risicogebied zijn
ningen veroorzaakt. De kosten van verlies van moestuinen (zie ook hoofdstuk ‘Groen’); en zou tot een onleefbare stad leiden. Deze geen kwetsbare objecten toegestaan en beperkt
biodiversiteit, ontbossing, zoetwaterschaarste * _ gezonde voedselomgeving; omgevingsvisie juicht beweging, menging, kwetsbare objecten onder voorwaarden.
en uitstoot van broeikasgassen wordt nietzicht- « ruimte voor voedsel, in distributie en interactie — kortom: stedelijkheid — in principe
baar gemaakt in de prijs van voedsel. Boeren logistiek, bewerking en bereiding door toe en tot op zekere hoogte horen risico’s daar- Rondom risicobedrijven en de risicogebie-
verdienen te weinig aan gezond en duurzaam lokale initiatieven; bij. Veiligheidsbeleid moet ervoor zorgen dat: den gelden aandachtsgebieden. Aandachtsge-
geproduceerd voedsel. Herkomst van voedsel * ruimte voor innovatieve productie van * _onnodige risico’s worden geëlimineerd; bieden zijn gebieden waar extra aandacht nodig
is in de stad nauwelijks zichtbaar, waardoor we voedsel door technologisch geconditio- * _ongewoon grote risico’s worden vermeden; is om mensen te beschermen tegen mogelijke
ook geen verantwoordelijkheid meer voelen neerde omstandigheden (vertical farming); * __hetaanvaardbaarheidsniveau van risico’s incidenten bij activiteiten met gevaarlijke
voor de milieu- en gezondheidsbelasting. * eetbaar groen in de openbare ruimte (zie wordt benoemd. stoffen. Voorbeelden van die ongevallen zijn
ook groen); Bij ruimtelijke ontwikkelingen denken we warmtestraling (brand), overdruk (explosie) en
Amsterdam wil bijdragen aan een voedsel- © voorzover mogelijk tegengaan van daarom vooraf na over de beperking van onge- concentratie van giftige stoffen in de lucht (gif-
transitie naar een gezond, sociaal en duurzaam ongezond voedselaanbod in met name wenste (fysieke) veiligheidsrisico’s en nemen wolk). Elk van deze drie hoofdgroepen heeft een
voedselsysteem. Daartoe onderscheiden we zes schoolomgevingen; we benodigde maatregelen in het ontwerp op. eigen aandachtsgebied. Deze aandachtsgebieden
actielijnen: e _afval scheiden en voedselverspilling tegen- Dit doen we samen: met de burger, de onderne- zullen ook deels over gemengd stedelijk gebied
1. de sociale functie van voedsel als verbinder gaan (zie ook elders). mer, de veiligheidsregio. Door dialoog en een komen te liggen. De wijze waarop in dergelijke
tussen mensen; goede belangenafweging dragen we zorg voor gebieden om wordt gegaan met deze risico’s en
2. minder afval en voedselverspilling; Nieuwe richtingen bescherming tegen risico’s van branden, rampen welke risico’s daar aanvaardbaar zijn, moeten
3. een gezonde voedselomgeving; Genoemde inspanningen zijn niet genoeg en crises en waarborgen we de hulpverleningen nog verder worden uitgewerkt.
4. regionale productie en distributie; om de soms ambitieus geformuleerde doelen nazorg van slachtoffers bij incidenten.
5. ondernemerschap; op dit vlak te halen. De komende jaren wordt Het Dekkingsplan, het Regionaal Risico- Vervoer gevaarlijke stoffen van
6. dierenwelzijn en eiwittransitie. daarom, in samenhang met het detailhandelsbe- profiel en het Crisisplan van de veiligheidsre- en naar het havengebied
leid, uitgewerkt welke andere inspanningen en gio zijn bij dit alles het uitgangspunt. Hierbij De energietransitie leidt mogelijk tot een
De gemeente wil een gezondere voedsel- instrumenten nog aan de orde komen. Amster- nemen we de volgende minimale kernwaarden toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen
omgeving in Amsterdam, waarin het aanbod dam onderzoekt bijvoorbeeld samen met enkele in acht: over de weg, het spoor, water en buisleidingen.
van gezond en duurzaam voedsel de norm andere gemeenten de juridische mogelijkheden * _ hetbepalenenafwegen vandefysieke vei- Een goede bereikbaarheid van het havengebied
wordt. In woongebieden en vooral rondom van gemeenten om de voedselomgeving gezon- ligheidsrisico’s. Hierbij wordtaangesloten voor dit transportis daarom belangrijk. Zowel
scholen dient het aanbod van fastfood, germaks- der te maken. Hetis niet duidelijk hoever we op het risicoprofiel van de stad; bij de keuze voor risicovolle activiteiten in het
voedsel en winkels met calorierijke snacks te kunnen gaan binnen de huidige wet- en regel- e _ veilig bouwen, rekening houdende met havengebied als bij de ontwikkeling van gebieden
worden beperkt. Gemeentelijke inspanningen geving, die vooral het belang beschermt van zelfredzaamheid; langs de transportroutes moeten daarom afwegin-
op dit vlak betreffen nu vooral voorlichting, ondernemers die ongezonde voeding aanbie- * _ goede bereikbaarheid en adequate inci- gen worden gemaakt om de risico’s te beperken.
bewustmaking en ondersteuning, ensomscon- den. Op rijksniveau is inmiddels benadrukt dat dentbestrijding. Voor grotere transportstromen wordt ingezet op
venanten en subsidies. We zoeken en agenderen corona bewijst dat gezondheidsbevordering in het ontwikkelen van buisleidingen voor gevaar-
de komende jaren krachtiger instrumenten om onze leefomgeving meer aandacht verdient en Aanwijzen risicogebied en aandachtsge- lijke stoffen. Buisleidingen zijn over het algemeen
hierop te sturen. In de paragraaf ‘Detailhandel’ dat de definitieve NOVI op dit punt waar nodig bieden externe veiligheid havengebied veiliger, maar vragen ook ruimte in de ondergrond
(zie ‘Vitale Stad’) wordt dit punt daarom zal worden aangescherpt. Deze omgevingsvisie In het havengebied zijn risicobedrijven en reservering van te ontwikkelen tracés.
nadrukkelijk genoemd als een van de nieuwe sluit zich daar bij aan. gevestigd en zullen ook nieuwe risicobedrijven
richtingen voor de toekomst. Ook in het te ver- zich vestigen voor de energietransitie. Om de
nieuwen horecabeleid wordt dit een punt van vestiging van deze bedrijven mogelijk te maken Luchtkwaliteit
aandacht. Om 9 evin gsve ili Q heid is het belangrijk om één of meer risicogebieden Schone lucht is een voorwaarde voor de
Meer inwoners, banen en voorzieningen aan te wijzen voor de delen van het havengebied gezondheid van Amsterdammers en bezoekers.
Ook het gemeentelijke inkoopbeleid houdt door verdichting, maar ook klimaatadaptatie, waar deze risicobedrijven gewenst zijn. Dat Gezondheid is een prioriteit, zie hiervoor ook
rekening met gezond, sociaal en duurzaam. het vooroplopen in de energietransitie en het zal een groter gebied betreffen dan de huidige Gezondheid, hierboven in dit hoofdstuk.
188 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 189
De huidige luchtkwaliteit voldoet meestal aan Gevoelige bestemmingen tot gezondheidsschade. Het is een gemeen- waarden’: dat zijn geluidswaarden boven
de wet, maar niet aan de advieswaarden van Mensen met een kwetsbare gezondheid schappelijke opgave van gemeente, bedrijven de wettelijke voorkeurswaarde, maar onder
de World Health Organization. Met name in dienen extra te worden beschermd. Daarom en bewoners om een balans te vinden tussen de maximale waarde. Omdat we het vooral
de stad binnen de Ring A10 is de lucht op mogen in Amsterdam langs drukke wegen geen bescherming tegen overlasten ruimte geven aan belangrijk vinden dat mensen met het raam
veel plekken nog te vervuild. In 2020 heeft nieuwe voorzieningen worden gerealiseerd economische activiteiten. We willen daarom open rustig kunnen slapen, worden in beginsel
de gemeente Amsterdam daarom het lande- voor ouderen of mensen met een kwetsbare voor de hele stad aanvaardbare basisgrenzen alleen hogere waarden vastgesteld als de woning
lijke Schone Lucht Akkoord (SLA) onder- gezondheid en voor onderwijs of opvang voor voor geuroverlast vastleggen. Uitgangspunten ook een stille kant heeft, bijvoorbeeld in een
tekend. De belangrijkste doelen en ambities minderjarigen. Deze Amsterdamse richtlijn is zijn daarbij: gesloten bouwblok. Een stille gevel is een gevel
daarin zijn: vastgesteld in 2010, geldt stadsbreed en wordt * _ Indelen van de stad met veel bedrijvig- met een geluidsbelasting van ten hoogste de
in deze omgevingsvisie doorgezet. heid, verkeer en/of horeca vinden we meer _voorkeursgrenswaarde.
1. _datalle aangesloten partijen toewer- geuroverlast aanvaardbaar dan bijvoor-
ken naar hetin 2030 realiseren van de De landelijke regelgeving heeft exclusief beeld in een rustige woonbuurt. Via het Actieplan Geluid gaan we ernstige
advieswaarden die de World Health Orga- betrekking op rijkswegen en provinciale wegen. * __Ingebieden waar verdicht wordten woon- geluidshinder in de stad tegen. Amsterdam
nization (WHO) hanteert voor stikstofdi- De Amsterdamse richtlijn biedt gevoelige groe- functies en bedrijvigheid steeds dichter bij is op grond van de Europese richtlijn
oxide en fijnstof, en pen ook langs drukke binnenstedelijke wegen elkaar komen te liggen, zullen ook minder Omgevingslawaai verplicht om in een Actieplan
2. _datpartijen zich ten doel stellen om lande- extra bescherming tegen luchtverontreiniging. strenge normen gaan gelden dan hetstads- Geluid aan te geven wat de gemeente doet om
lijk ten opzichte van 2016 in 2030 mini- brede basisniveau. ernstige geluidsoverlast in de stad te beperken.
maal 50% gezondheidswinst te behalen Het eerste uitgangspunt van de richtlijn * _ Deze uitgangspunten worden uitgewerkt In het Actieplan Geluid gaat de meeste aandacht
voor de negatieve gezondheidseffecten van _isdater geen nieuwe gevoelige bestemmingen in een stedelijk geurbeleidskader. uit naar verkeersgeluid, maar er is ook aandacht
binnenlandse bronnen. mogen worden gerealiseerd langs snelwegen Regelgeving rond geur is straks voor een voor andere geluidsbronnen. Bij het verkeer gaat
(aan weerszijden een zone van 300 meter) en deel opgenomen in standaard landelijke regel- het onder meer om geluidsisolatie van zwaar
Bovengenoemde doelen sluiten goed provinciale wegen (aan weerszijden 50 meter). geving voor elk gemeentelijk omgevingsplan. geluidsbelaste woningen langs hoofdwegen,
aan bij het Amsterdamse Actieplan Schone Het tweede uitgangspunt is dat er - ongeacht Daarnaast heeft Amsterdam de beleidsvrijheid aanleg van geluidsreducerend asfalt en het
Lucht uit 2019. de luchtkwaliteit - geen nieuwe gevoelige voor extra regels en maatwerk voor bepaalde bevorderen van stille plekken in de stad,
Dit actieplan beoogt het wegnemen van bestemmingen mogen worden gerealiseerd in gebieden. Geur is echter gecompliceerd. In aansluitend bij het groenbeleid.
zoveel mogelijk vervuilingsbronnen, vooral de le-lijnsbebouwing binnen een afstand van tegenstelling tot geluid en luchtkwaliteit is geur
daar waar de gemeente de meeste invloed op 50 meter van stedelijke wegen met meer dan lastig meetbaar. Geur wordt veroorzaakt door Overigens hebben onze autoluwe en
heeft: het wegverkeer, de passagiers- en ple- 10.000 motorvoertuigbewegingen per etmaal. veel verschillende moleculen en is bovendien emissieloze doelstellingen voor verkeer (zie de
ziervaart en de mobiele werktuigen. Daarnaast Het gaat hier om de grotere drukke wegen. De een kwestie van persoonlijke beleving. Dit bete- paragraaf Verkeer en vervoer in het hoofdstuk
wordt houtstook in Amsterdamse huishoudens richtlijn geldt alleen voor nieuw te realiseren kent dat het op te stellen geurbeleidskader een Vitale stad) een bijzonder gunstig effect op
aangepakt en zijn mogelijkheden daarvoor in gevoelige voorzieningen die afwijken van de gel- ingewikkelde opgave is die goed moet aanslui- geluid. We verwachten dan ook dat maximale
nieuwbouw niet meer toegestaan. De maatre- dende bestemming. Van de Amsterdamse richt- ten bij de menselijke ervaring en bij de verschil- benutting van de wettelijke mogelijkheden
gelen moeten ervoor zorgen dat Amsterdam zo lijn kan alleen worden afgeweken als bijzondere lende gebiedskenmerken in de stad. voor geluidsbelasting in de toekomst minder
snel mogelijk voldoet aan de Europese normen omstandigheden en belangen hiertoe aanleiding vaak nodig is. Voorts heeft onze ruimtelijke
voor luchtkwaliteit. Bovendien willen we voor geven, zulks ter beoordeling aan de GGD. hoofdstructuur van stadsstraten (zie Deel
2030 de strengere advieswaarden van de World De transitie naar elektrisch vervoer Geluid IT WAAR, hoofdstuk Ruimtelijke en
Health Organization (WHO) halen. Deze kan aanleiding worden om deze richtlijn de Geluid hoort bij een levendige, programmatische basisstructuur) als gunstig
doelen lijken haalbaar, al was het maar omdat komende jaren te versoepelen. bruisende stad, maar te veel geluid leidt tot neveneffect dat de stad grote verschillen in
andere doelen in deze omgevingsvisie — met hinder, slaapverstoring en bij langdurige geluidsbelasting kent. Dat betekent dat de stad
name klimaatneutraal, aardgasvrij, circulair — Overigens bestaat er ook een gezondheids- belasting tot ernstige gezondheidsklachten. verschillende woonmilieus biedt, van druk tot
daarbij helpen. richtlijn voor elektromagnetische velden: zoveel Zeker in een verdichtende stad is dit een rustig. Langs een stadsstraat vind je gezelligheid
als redelijkerwijs mogelijk is, voorkomen we belangrijk aandachtspunt. We willen ernstige en veel geluid, een achterliggende straat is
De meeste maatregelen ten behoeve vande datkinderen tot 15 jaar langdurig verblijven in geluidsbelasting tegengaan en zorgen voor daarvan grotendeels gevrijwaard.
luchtkwaliteit zullen gelden voor het verkeer, velden van meer dan 0,4 microtesla. genoeg plekken waar bewoners zich kunnen
zowel over de weg als over het water. Met een onttrekken aan drukte. Dit doen we op de
combinatie van stimuleren, reguleren, com- Geur volgende manieren:
municeren en faciliteren moet de hele stad stap Net als geluid hoort geur bij de stad. De
voor stap in 2030 uitstootvrij worden. Om dat concentratie van mensen en hun bedrijvig- Via het genoemde hogerewaardenbeleid
mogelijk te maken, komen er heel veel laadpalen heid maakt geur deels onvermijdelijk en soms in het in 2019 geactualiseerde ‘Amsterdams
voor elektrische voertuigen bij. Andere gevol- zelfs prettig. Geuroverlast en stank kunnen de Geluidbeleid 2016, hogere waarde Wet
gen voor het wegverkeer worden beschreven in leefbaarheid en het woonplezier van stadsbe- geluidhinder’ verbinden we bij bouwprojecten
de paragraaf Verkeer en vervoer. woners ook flink in de weg zitten en zelfs leiden voorwaarden aan de verlening van ‘hogere
190 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 191
* _ Ontwerp in samenhang met de onder- behouden. Zie ook de paragrafen Geluid en de
1 6 grond. Ruimtelijke en programmatische basisstructuur
* _ Ontwerp en beheer gaat samen en demo- in Deel IT WAAR. Verder staan we een vergroe-
cratisch. ning van de openbare ruimte voor, met meer
Le En f b d r En S t d d straatbomen en gevelgroen en waar mogelijk
Nieuwe richtingen een verdergaande groene inrichting.
Aangezien we uitgaan van een verdere
verdichting van de stad, wordt openbare ruimte De belangrijkste dingen eerst
schaarser en waardevoller en willen we een Schaarse openbare ruimte is dus vaak
groenere inrichting. We moeten dus des te goed, maar dan moeten we wel kiezen waar we
scherpere keuzes maken. We zetten de belang- ruimte voor bieden. Bij het (her)inrichten van de
rijkste nieuwe richtingen en consequenties voor openbare ruimte zetten we onze prioriteitsvolg-
Amsterdam wil een leefbare stad zijn voor mens en dier. Daarbij gaat het vooral de komende decennia hier op een rij. orde versterkt door: voetganger, fietser, openbaar
om de kwaliteit van, en de betrokkenheid bij, de directe leefomgeving en het inperken vervoer, autorijdend, en tot slot parkeren op
van overlast, onder andere van uitgaanspubliek en toeristenstromen. Aantrekkelijke Schaarste als kans straat. Door Amsterdam autoluw te maken, blijft
ontmoetingsplekken, met goede maatschappelijke voorzieningen en kwalitatief groen Schaarste is in de openbare ruimte geen er juist meer ruimte voor motorvoertuigen die
in de buurt. Een leefbare stad voor dieren betekent dat Amsterdam een sterke en slechte zaak. Krappere openbare ruimtes in voor de stad noodzakelijk zijn, zoals bevoorra-
diverse groenstructuur kent van landschappen, parken, tuinen, groene verbindingen en dichtbebouwde stadswijken functioneren dings-, bouw- en onderhoudsverkeer, en nood-
natuurinclusieve gebouwen, met een grote biodiversiteit en klaar voor het klimaat van sociaal en economisch vaak uitstekend en zijn en hulpdiensten. De openbare ruimte wordt ook
morgen. geliefd. Juist vanwege die schaarste is het er gebruikt voor commerciële doeleinden, zoals
sociaal veilig en levendig en voel je je er ‘gebor- kiosken, staanplaatsen, uitstallingen, straatarties-
gen’. Hoge bebouwingsdichtheid biedt draag- ten en terrassen. We willen zorgvuldig omgaan
O pen bare ruimte Maar we moeten de openbare ruimte ook vlak voor een rijke mix aan nabije voorzieningen metde schaarse openbare ruimte. Daarom komt
in samenhang zien. De in 2017 vastgestelde in publieke straatplinten. Het zijn ingrediënten er beleid voor de economische activiteiten, voor
De Amsterdamse openbare ruimte speelt Visie Openbare Ruimte 2025 doet dat en vormt voor een leefbare en inclusieve stad, waar veel betere afwegingen tussen de baten en de lasten.
een hoofdrol in het sociale en economische dan ook de basis voor de inrichting en het verschillende soorten mensen elkaar in de
succes van de stad. In deze ‘huiskamer van de beheer van onze openbare ruimte. De ambities openbare ruimte tegenkomen. Meer bruikbare openbare ruimte
stad’ komt alles samen, hier zijn we allemaal uit deze visie zijn uitgewerkt in onder meer de We hoeven minder te kiezen als we open-
welkom en moeten we ons veilig en thuis voe- Standaard voor het Amsterdamse Straatbeeld, Wij zien dit succes graag op meer plek- bare ruimte efficiënter of meervoudig kunnen
len. Hier wordt gerecreëerd, ontmoet, gewerkt, het Beleidskader Verlichting en het Stedelijk ken in de stad: vandaar de strategische keuzes gebruiken, dus dat proberen we de komende
gedemonstreerd, of je bent er onderweg. In de Kader Buitenreclame. En uiteraard de Agenda Groeien binnen grenzen en Meerkernige ont- jaren ook. Zelfs in een verdichtende stad zijn
21e-eeuwse stad, met veel alleenstaanden en Autoluw, waarmee we ruimte maken. Al het wikkeling. Ook stadsstraten en centrumgebie- er mogelijkheden om openbare ruimte toe te
activiteiten die meer en sneller in elkaar overlo- geldende beleid voor de openbare ruimte is den buiten de Ring A10 gaan zich op deze wijze voegen of beter te benutten. Er zijn nog allerlei
pen, wordt de openbare ruimte des te intensie- opgenomen in het digitale Handboek Inrichting ontwikkelen, met meer menging en dichtheid, ruimtes in de stad, zoals sportparken, volks-
ver en onverwachter gebruikt. Er wordt op het Openbare Ruimte (https://hior.amsterdam.nl). en schaarsere en hoogwaardiger openbare tuincomplexen, zwembadterreinen, golfbanen
terras gewerkt, in het park gesport of ontmoet, ruimtes. Deze wijken, die nu nog vaak sociaal- en schooltuinen, die meer betekenis kunnen
bij de tramhalte appjes gestuurd, enzovoorts. De hoofdpunten uit de genoemde Visie economisch minder succesvol zijn, krijgen krijgen voor meer Amsterdammers. Veel van die
Ook bezoekers beoordelen een stad grotendeels Openbare Ruimte worden overgenomen in deze daarmee stap voor stap ook de ruimtelijke voor- ruimtes worden de komende jaren dus open-
op basis van de openbare ruimte, het is het visi- omgevingsvisie. Dat zijn: waarden die de rest van de stad zoveel succes baarder, met recreatiepaden door volkstuinen,
tekaartje van de stad. Het belang ervan kan dus hebben gebracht. De gebruiksintensiteit zal bruikbare oevers of boardwalks langs wateren,
nauwelijks worden overschat. * Prioriteit voor verblijfsfuncties, voetgan- toenemen en het belang van de openbare ruimte en soms bijvoorbeeld (sport)parken op daken.
gers en fietsers. als ontmoetingsruimte en als bindmiddel voor Zie hierover ook de betreffende paragrafen.
De Amsterdamse openbare ruimte omvat . Weinig statische functies, veel flexibel bestaande en nieuwe bewoners, bezoekers en
veel: wegen, pleinen, trottoirs, plantsoenen, gebruik. werknemers wordt groter. Vergroenen van de openbare ruimte
water, bruggen, parken, sportvelden, speeltui- * __Mooien goed onderhouden. De keuze voor radicaal vergroenen van
nen. Veel van deze onderdelen komen elders * _ Groen en uitnodigend tot bewegen. Wel is daarbij van belang dat mensen ook de stad krijgt voor een flink deel zijn beslag in
in deze omgevingsvisie aan de orde, met name e _ Duurzaam en klimaatbestendig. de rust kunnen blijven opzoeken. Het onder- de openbare ruimte. Groen in straten en op
in de paragrafen Groen, water, gezond, sport * _ Meer openbaar toegankelijk. scheid tussen drukke en rustige openbareruim- pleinen dient meerdere doelen. Het draagt bij
en Verkeer en vervoer. Keuzes die daarin vaak e _ Duidelijk onderscheid tussen levendigheid tes wordt de komende jaren daarom versterkt. aan de leefbaarheid, klimaatbestendigheid en
terugkomen, zijn meer ruimte voor groen en en rust. Tussen de drukke stadsstraten, stationskwar- geeft ruimte voor ontspanning. Groen willen
verblijf, meer openbaarheid, uitnodigend tot * _ Eén ontwerpstandaard: de zogenaamde tieren en stadsdeelcentra blijven luwe woon- we daarom altijd een plek in de openbare ruimte
beweging, en minder uitnodigend voor de auto. Puccinimethode. buurten en rustige zijstraten dus nadrukkelijk geven. We doen dit waar het goed gedijt. Daar-
192 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 193
bij streven we niet alleen naar perkjes en plant- paragraaf Groen. Dit alles betekent dat onze Puc- fysieke openbare ruimte, ons gedrag daarin bruggen. Aanpak daarvan legt nog jarenlang
soenen, maar vooral ook naar meer straatbo- cinistandaard voor inrichting van de openbare en ook onze privacy. Denk aan afhaalpunten beperkingen op aan gebruiksmogelijkheden van
men en gevelgroen. Uiteindelijk maken we op ruimte hier voldoende mogelijkheden voor moet voor internetwinkelen, routeplanners die onze het water.
straatniveau altijd afwegingen. De voetganger blijven bieden. De Puccinihandboeken dienen gang door de stad steeds meer bepalen, open-
moet immers gewoon door de straat kunnen, de dan ook regelmatig te worden geactualiseerd. bare wifi in winkelgebieden, handhaving met Gebruik van het water: beleid tot nu toe
fietser heeft ruim baan nodig en het ov willen automatische kentekenscanners, steeds meer Eris al het nodige waterbeleid vastgesteld.
we laten doorstromen. Kades en bruggen camera’s in de openbare ruimte die ons gedrag Recent zijn de Watervisie Amsterdam 2040
Veel kades en bruggen in de stad verkeren monitoren. Dit biedt kansen, maar extreme (2016), Welstand op het water (2018), Nota
Voetgangersbeleid in slechte staat. De komende decennia worden voorbeelden uit bijvoorbeeld China laten ook Varen deel 1 (2019) en deel 2 (2020). In de
Naarmate de stad verder verdicht, verdient onderhoudsachterstanden ingehaald die in de zien dat we hier kritisch op moeten zijn. Gezien watervisie is meer ruimte voor groei en sprei-
de voetganger meer aandacht: lopen is immers hele stad tot overlast zullen leiden. Straten, de zeer snelle ontwikkelingen op dit vlak doet ding van functies op het water. Met de nota’s
gezond, duurzaam én het vraagt weinig ruimte. kades en oevers zullen tijdelijk buiten gebruik deze omgevingsvisie hierover noggeenstellige Varenligtde nadruk op de aanpak van drukte,
Amsterdam moet een stad worden waar het worden gesteld. Voor zover dat logistiek haal- uitspraken, behalve dat inclusiviteit, vrijheiden beperking van overlast, ambitie voor emissievrij
overal aantrekkelijk en comfortabel is om te baar is, combineren we renovaties van kades en rechtvaardigheid de perspectieven zijn waar- varen en meer goederenvervoer over het water.
lopen. Daarom stelt Amsterdam op korte ter- bruggen altijd met andere doelen in deze omge- mee wij deze ontwikkelingen blijven beoor- De grote lijn in het waterbeleid tot nu toe is
mijn nieuw voetgangersbeleid vast, met onder vingsvisie, zoals de agenda autoluw, klimaat- delen. Zie het hoofdstuk Inclusieve stad voor behoud van evenwicht tussen de verschillende
meer aandacht voor trottoirs en loopcomfort. adaptieve maatregelen of voorzieningen ten meer hierover. functies en behoud van kwaliteit. Deze lijn
Het is wenselijk om ook oversteektijden hierin behoeve van de energietransitie. Voorts pogen wordt in deze omgevingsvisie voortgezet. Veel
mee te nemen. we de directe omgevingen tijdens renovaties punten uit de Watervisie Amsterdam 2040
leefbaar te houden. Dit uitgangspunt geldt voor Water en de bijbehorende uitvoeringsagenda zijn
Nieuwe objecten in de openbare ruimte alle bouwwerkzaamheden in de stad, hoe lastig Amsterdam staat al eeuwen bekend als nog actueel. Voor de uitvoeringsagenda is een
We krijgen de komende jaren te maken dat soms ook is. waterstad en heeft een van de grootste havens beperkte actualisatie gewenst.
met nieuwe objecten in de openbare ruimte, van Europa. De variatie in watersystemen
zoals onderstations, middenspanningsruimtes, Inclusief en democratisch maakt Amsterdam uniek: van de grachtengor- Veel beleid over woonboten is gebieds-
warmtestations, gescheiden afvalfaciliteiten, Omdat we een inclusieve stad willen zijn del (Unesco-werelderfgoed) tot het nieuwe gericht in bestemmingsplannen verwerkt. In
pakketpunten, oplaadpunten, parkeerplaatsen en de openbare ruimte van iedereen is, willen IJburg in het IJmeer, van de grote plassen tothet het omgevingsplan worden terminologie en
voor nieuwe deelmobiliteit en zenders voor we inrichting en beheer samen met gebruikers waterrijke gebied in landelijk Noord. Behouden meetmethodes geharmoniseerd, met behoud
mobiele telecommunicatie. Ten eerste willen doen. Dominant gebruik door één groep is versterking van dit DNA of het‘ blauwe goud’ van de gebiedsgerichte accenten. Veel beleid
we alleen objecten die bijdragen aan doelen in onwenselijk, we moedigen diverse vormen van van Amsterdam is een vanzelfsprekend uit- over oevergebruik is door stadsdelen ontwik-
deze omgevingsvisie. Daarnaast kijken weeerst gebruik aan. Amsterdam bestaat uit een rijk gangspunt, dat in dit hoofdstuk wordt uitge- keld. Actualisatie en harmonisatie zijn gewenst,
of objecten inpandig of ondergronds kunnen palet van wijken en buurten met verschillende werkt. Andere functies van oppervlaktewater, om meer toegankelijke ruimte op de oever en
worden ingepast. Daarna pas in de openbare bevolkingssamenstelling en dus ook verschil- zoals de rol in het drink-, afval- en grondwater- meer zicht op het water te krijgen. De gehar-
ruimte, liefst in combinatie met andere objec- lende wensen ten aanzien van inrichting en systeem via peilbeheer en waterkeringen, zijn moniseerde regels worden te zijner tijd in het
ten. Door ontwerp van boven- en ondergrond gebruik. Door daar oog en oor voor te hebben, te vinden bij de hoofdstukken Ondergrond en omgevingsplan opgenomen.
als één integrale ontwerpopgave te zien, kan bevorderen we betrokkenheid bij de eigen leef- Klimaatbestendig.
hier ruimte worden gewonnen. Verder zullen omgeving. Zie ook het hoofdstuk Agenda voor Veel ambities voor water gaan samen op
we beleid opstellen ten behoeve van de inpas- Samen stadmaken in Deel III HOE. Druk op het water met groen, vanwege natuurbehoud, recreatie,
sing van nieuwe objecten. De groei van Amsterdam heeft geleid tot ecologie, habitat voor dieren of gezonde lucht.
Inclusiviteit betekent ook oog hebben toenemende druk op het water. De recente Zie ook de paragraaf Groen. Waar water daar
Natuurinclusief, klimaatbestendig, circulair voor mensen die zich minder vaak laten horen. coronacrisis heeft die druk wat verminderd, niet expliciet is genoemd, kan bijna overal na
Nog een reden om een meer integrale Zo vinden wij de openbare ruimte op veel maar we moeten er rekening mee houden dat groen ‘en water’ worden toegevoegd. In dit
ontwerppraktijk na te streven is het feit dat plekken nog kind- en senioren-onvriendelijk. allerlei vormen van scheepsverkeer, recreatie, hoofdstuk wordt verder ingegaan op vijf belang-
duurzaamheid steeds meer aan de basis komt te De komende jaren willen we daar langzaam oevergebruik, evenementen enzovoorts toch rijke functies van het water en wat we daar in de
liggen van het inrichten van de Amsterdamse verbetering in brengen. Tot slot is er ruimte weer gaan toenemen. Dat vergt keuzes, ook toekomst mee willen.
openbare ruimte. Een van de strategische keuzes voor kunst in de openbare ruimte: bij nieuwe omdat een onbelemmerde waterdoorstroming
van deze omgevingsvisie is Rigoureus vergroe- gebiedsontwikkelingen worden hier via een grenzen stelt aan wat we op het water doen. Nieuwe richtingen
nen. De komende jaren neemt hetoppervlakaan percentageregeling middelen voor gereser- De grachten tussen de Amstel, Gemaal Zee-
verharde openbare ruimte dusaf. Er komen meer veerd. burg, Singelgracht en Nieuwe Herengracht zijn Water als ruimte en landschap
groenstroken, bomen, graskeien, wadi’s, gevel- hoogwaterbemalingsgebied ten behoeve van de Veel Amsterdams water heeft landschap -
tuinen. De openbare ruimte wordt natuurin- Digitalisering, privacy afwatering van de Amstelboezem. Al het water pelijke en cultuurhistorische waarde. Met
clusiever en klimaatbestendiger, met meer De samenleving digitaliseert in hoog uit het Amstelland moet door de grachten heen. alle druk op het water bestaat het risico dat
circulaire materialen. Zie Duurzame stad en de tempo, met allerlei consequenties voor de Eris veel achterstallig onderhoud aan kades en het water verrommelt. Pogingen tot exclusief
194 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 195
gebruik nemen toe, zoals uitdijende, tedichtop men van recreatief passagiersvervoer kunnen op het water een verrijking. Maar dergelijke ont- verbindingen echter aan. Zo veroorzaken meer
elkaar liggende woonboten, private terrassen weer gaan toenemen, ook buiten het centrum: wikkelingen belemmeren wel steeds meer uit- motorboten troebeler water en geven grotere
en steigers of oevergebruik achter hoge schut- zee- en riviercruises, recreatieve veerverbindin- zicht op het water. We willen dit uitzicht beter woonboten, terrassen en steigers meer scha-
tingen. Veel van deze ruimte wordt bewust of gen, chartervaart, enzovoorts. We noemen de beschermen en herstellen. Het huidige beleid duw, met negatieve effecten op de ecologie. De
onbewust aan de openbaarheid onttrokken. volgende accenten voor de komende jaren: om het aantal woonboten niet uit te breiden, om kwaliteitsdoelen van de Kaderrichtlijn Water
Handhaving is gebrekkig. De komende jaren via kleinschalige herschikkingen knelpunten op worden dan misschien niet gehaald. Kennis en
leggen we daarom de volgende accenten: 1. Terverbetering van de kwaliteit van de te lossen en overtredingen te handhaven, blijft besef is bij veel Amsterdammers op dit punt nog
IJ-oever in het centrumgebied moeten daarom staan. Behoud van historische woonbo- te mager. Nieuwe accenten worden:
1. We gaan behoeften per gebied in sammen- riviercruiseschepen worden verspreid naar ten heeft een breed draagvlak.
spraak met bewoners en andere betrokke- de flanken van de stad. Ook voldoende 1. De ecologische waterkwaliteit in veel
nen inventariseren. Waar is meer zicht op ligplaatsen voor de binnenvaart in haven- De laatste bedrijventerreinen aan het water vijvers en sloten is slecht, onder andere
het water gewenst? Waar is behoefte aan water zijn belangrijk. worden in rap tempo vervangen door kantoren, doordat bladval en voedselresten het water
groene oevers, oplaadpunten voor ple- 2. Ruimte voor meer recreatieve veerver- woningen en hotels. Daar moeten we zorgvul- te voedselrijk maken. Met betere oeverin-
ziervaart, wisselplekken voor woonboten, bindingen over het IJ, bijvoorbeeld een dig mee omgaan, want die ruimte hebben we richting, baggeren en visstandbeheer kan
steigers voor goederenvervoer of zwem- oost-westverbinding over het IJ. nodig voor watergebonden bedrijvigheid, onze de ecologische kwaliteit worden verbeterd.
plekken? Waar hinderen de betrokkenen 3. Erkomtbeleid voor toeristenvervoer en ambities om de passagiers- en pleziervaart te 2. Aanwijzen van rustgebieden waar de
elkaar? Een beeld daarvan maakt goede partyschepen op het IJ. Ook is een visie verduurzamen en om goederenvervoer over het waterecologie zich kan ontwikkelen,
afwegingen mogelijk. nodig op de chartervaart op IJmeer en water te stimuleren. Nieuwe accenten worden: bijvoorbeeld de Ringvaart van de Water-
2. We overwegen een ‘Puccini Blauw’, als IJsselmeer, met aandacht voor regionale graafsmeer en de Westlandgracht. Voor
catalogus voor de inrichting van openbare recreatieve veerverbindingen. De Passen- 1. Toekomstbestendige jachthavens, met deze wateren wordt onderzocht of er
ruimte rond water. Standaardisatie is hier ger Terminal Amsterdam wordt mogelijk vooral forse investeringen in laadinfra- ruimte is voor ondieptes en meer glooiend
gewenst, bijvoorbeeld voor inrichting van verplaatst naar de Coenhaven. structuur voor duurzame boten. watertalud. Een uitdaging zou ook zijn om
kades en oevers en walkasten voor nuts-en 4. Binnenwater dient te worden toegewezen 2. Nieuwe waterverbindingen. Met de ont- dit te doen in één of meer nader te bepalen
toegangsvoorzieningen voor woonboten. aan functies en activiteiten die daaraan wikkeling van nieuwe woongebieden ont- grachten in het centrum. In rustgebieden
3. Metgebiedsgericht maatwerk wordt het gebonden zijn. Functies die zijn gericht op staat de uitdaging om deze via het water te komen dan beduidend minder mogelijkhe-
zicht op het water vergroot. Handhaving activiteiten in de regio of in havenwater verbinden met de rest van de stad. Zo kan den voor ander gebruik.
van illegale schuttingen en betere afspra- kunnen beter worden verplaatst. bij de ontwikkeling van Haven-Stad een 3. Aanleg van meer natuurvriendelijke
ken over zichtlijnen bij onder voorwaarden 5. Hetbinnenwater vormt een belangrijk nieuwe vaarverbinding tussen de Vlotha- oevers, zowel onder als boven water. Ook
verhuurde oevers zijn daarvan onderdeel. netwerk met mogelijkheden voor bevoor- ven en het westelijk Marktkanaal in West in stadsparken en bij kadeherstel gaan we
Bij nieuwe ruimtelijke ingrepen worden de rading tot diep in de stad. Het netwerk is interessant zijn. Ook het doortrekken van meer ruimte bieden aan vegetatie en paai-
inrichting en het openbare gebruik van de vastgelegd in doorvaartprofielen, waarbij de Westlandgracht blijft een optie. Daar- en schuilgelegenheid.
oever liefst hersteld. met name op de A- en B-profielen vervoer naast willen we knelpunten insloepennet- 4. Meer verbindingen tussen groen-blauwe
4. Voor duurzame energieopwekking wordt van grotere goederen en bouwmaterialen werken oplossen en stedelijk met landelijk gebieden in de stad, voor meer mogelijk-
ook gekeken naar locaties op water. In de mogelijk is, indien de bruggen niette laag noord verbinden. heden voor planten en dieren om zich
Regionale energiestrategie is het groot- zijn. Door knelpunten in doorvaarthoogte 3. Nieuw water in nieuwe wijken wordt vol- te ontwikkelen, schuilen, paaien, paren,
schalig opwekken van zonne-energie op op te lossen en laad- en loslocaties te ont- gens ecologische principes ontworpen en broeden en van leefgebied naar leefgebied
water als ‘nee, tenzij’ benoemd. Indien wikkelen en in te richten, vergroten we de aangelegd. Het water is dan direct geschikt te trekken. Ook watergangen zijn goede
windmolens in het IJmeer of zonnepanelen bruikbaarheid van dit netwerk. voor mens en natuur. verbindingszones. Zie verder Hoofdgroen-
op water noodzakelijk zijn, dan dient de 6. Behoud van voldoende binnenstedelijke 4. De transformatie van voormalig industri- structuur, paragraaf Groen.
waterecologie zo min mogelijk te worden (gemengde) bedrijfsterreinen aan het water eel gebied in woongebied vraagt vaak om 5. Gebruik van diep oppervlaktewater
geschaad. Zie hiervoor ook de delen over ten behoeve van goederenoverslag voor sanering van (water)bodemvervuiling of voor koudeopslag voor stadskoeling. Nu
klimaat en energie in deze omgevingsvisie. transport over het water, zoals het Zeebur- betere kwaliteit van het oppervlaktewater, worden alleen de Nieuwe Meer en de in de
gerpad, de Schinkel en de oevers van het IJ om recreatie of natuurontwikkeling moge- gemeente Ouder-Amstel gelegen Ouder-
Water voor transport en verbinden binnen de Ring. lijk te maken. kerkerplas hiervoor gebruikt, maar de
Amsterdam heeft een grote en groeiende komende jaren wordt gezocht naar meer
haven, met het IJ, IJmeer en het Amster- Water voor wonen en werken Water en natuur, ecologie en mogelijkheden hiervoor. Zie verder de
dam-Rijnkanaal als verbinding naar het achter- Wonen en werken in of aan het water is duurzaamheid paragraaf Warmte- en koudenetten in het
land. Transport over water wordt gestimuleerd populair. Woonboten willen graag uitbreiden, Veel Amsterdams water is ecologisch hoofdstuk Duurzame stad.
omdat het duurzamer kan zijn, maar vooral als met ook vlonders rondom de boot en ruimte belangrijk, onder meer vanwege de combinatie 6. Opzet van een waternatuurcentrum, met
alternatief voor zwaar transport over zwakke op de oever. Cafés en restaurants willen graag van zoet/zout/brak water. De biodiversiteit is informatie over de bijzondere ecologische
kades en bruggen. Omdat de stad groeit, willen een terras aan het water, op een steiger, of zich er hoog, onder meer met trekvissen. Intensie- waarde van het water in en om Amsterdam
meer mensen het IJ oversteken. Allerlei vor- vestigen op een boot. Kantoren vinden uitzicht ver ruimtegebruik tast ecologische waarden en (haring in het IJ, Natura 2000-gebied Mar-
196 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 197
kermeer & IJmeer, natuurontwikkelings- een enorm areaal aan water met nu nog voorzieningen vormen een belangrijk ijkpunt 2. Groen draagt bij aan zoveel
projecten, vistrekroutes, mosselbanken, beperkte mogelijkheden voor watersport voor de planning van nieuw groen in gebieds- mogelijk opgaven
enzovoorts). en -recreatie. De IJ-oevers krijgen zo voor ontwikkelingen. Veel bestaand groen is vast- Groen kan een positieve bijdrage leveren
heel Noord en het westelijk deel van de gelegd in de Hoofdgroenstructuur, die al veel aan veel doelen in deze omgevingsvisie. Het
Water voor sport en recreatie stad een recreatieve functie, onder andere langer bestaat. Deze Hoofdgroenstructuurdeed draagt bij aan klimaatadaptatie, door water
De groei van de stad betekent dat meer als zwemplek. en doet goed zijn werk, maar wordt op enkele vast te houden en zo pieken in wateroverlast
mensen op of in het water willen sporten. Nu 4. Nieuwe laad- en onderhoudsinfrastructuur punten vernieuwd; zie hiervoor Deel IT WAAR en droogte te verminderen. Ook verlaagt het
de kwaliteit van het water beter wordt, willen voor uitstootvrije motoren van plezier- en en de paragraaf hierna. hittestress, wat ook weer voor gezondheids-
meer mensen binnen de stad zwemmen. Er passagiersvaartuigen in jachthavens. winst zorgt. Groen biedt ruimte voor beweging,
komen meer plezierboten en kano’s. We zien Referentienormen en hoofdgroenstruc- recreatie, rust en gemeenschappelijke (moes-)
Amsterdammers suppen, fly- en wakeboarden. tuur zijn onderdelen van een nieuwe brede visie tuinen.
Veel hardlopers doen ‘een rondje om de plas’. Groen op groen in en om de stad, die in 2020 heeft
De meeste watersport of -recreatie past bij een Groen is voor veel Amsterdammers van geresulteerd in vaststelling van de ambitieuze Bij inrichting en beheer van groen kiezen
gezonde stad, is kleinschalig en daarom wel- grote waarde. Door de eeuwen heen heeft groen Groenvisie, waarvan de kern wordt overge- we voor behoud of versterking van zoveel moge-
kom. Op steeds meer plaatsen ontstaan echter de stad gestructureerd en identiteit gegeven en nomen in deze Omgevingsvisie. Gezondheid, lijk groene waarden. Maar niet overal op dezelfde
conflicten. Roeiers op de Amstel hebben last dat doet het nog steeds. De unieke structuur van natuur/biodiversiteit, klimaatadaptatie en soci- manier. In het groen is voor ieder wat wils, maar
van drukte en golfslag van andere recreanten, de stad in lobben en scheggen zorgt dat iedere aal welzijn zijn daarin de vier grootste belangen _ stads- en buurtparken kunnen zich specialiseren
zwemmers in open water zijn slecht zichtbaar Amsterdammer op fietsafstand toegang heeft van Amsterdams groen. We maximaliseren de in gebruiksmogelijkheden, waardoor elk stads-
voor vaarverkeer. Recreatie langs groene oevers tot groen. Daarnaast wordt het steeds belangrij positieve effecten van een groene omgeving park een eigen karakter krijgt.
brengt extra beheeropgaven met zich mee. ker dat we kunnen spelen, sporten, bewegen en voor mens en dier. Daarvoor maken we gebruik
Nieuwe accenten worden: elkaar ontmoeten op koele, groene plekken in van vier principes: 3. De stad wordt natuurinclusief aangelegd
de directe woonomgeving. Een aanzienlijk deel en beheerd
1. Meer ruimte voor sport op, in en langs van de stadbewoners, vooral kinderen, ouderen 1. We zorgen voor genoeg gevarieerd Wereldwijd neemt de biodiversiteit af.
het water vraagt soms om bescherming en andere kwetsbare groepen, zijn van buurt- groen voor iedereen Dit speelt ook in het landelijk gebied, door
of scheiding van functies. Wellicht zullen groen afhankelijk. Maar alle Amsterdammers Meer inwoners betekent dat er meer monoculturen in de landbouw. In de stad zijn
daarom meer wateren worden gereser- besteden hun vrije tijd steeds vaker op groene beschikbaar en hoogwaardig groenareaal moet mogelijkheden om de biodiversiteit juist te
veerd voor ongemotoriseerde watersport plekken dicht bij huis. komen. Dat kan openbaar of privaat groen zijn. vergroten. Door natuurinclusief te bouwen,
en -recreatie. Bijvoorbeeld de Gaasperplas, Bij het stimuleren van privaat groen zoeken te ontwerpen, in te richten en te beheren,
een deel van het Beneden Diep of mis- De groei van de stad door verdichting maakt we de grenzen van de juridische mogelijkhe- maken we een stad waar misschien wel meer
schien een nader te bepalen gracht in de groen in de stad steeds belangrijker. Klimaat- den. We bieden aan meer Amsterdammers de plant- en diersoorten kunnen gedijen dan nu in
centrale stad. Datzelfde kan gelden voor adaptatie komt daar nog eens bij. Het gebruik van mogelijkheid gebruik te maken van bestaande veel gebieden buiten de stad. Natuur kan vaak
recreatieve vaarroutes voor ongemotori- het Amsterdamse groen neemt de laatste jaren volkstuinparken, sportparken en schooltuinen. worden gecombineerd met wonen, recreëren,
seerd vaarverkeer, bijvoorbeeld kanorou- flink toe, dus we kunnen ons geen ‘verspilling’ Openstellingen gaan uiteraard op gepaste wijze infrastructuur en bedrijvigheid. Amsterdam
tes. Heel specifieke sporten krijgen een van groen meer veroorloven. We moeten groen en in goed overleg met de huidige gebruikers. wordt een natuurinclusieve stad door toepas-
eigen, veilige plek. beschikbaar maken voor zoveel mogelijk Amster- Zie voor volkstuinen ook verderop in deze sing van tien punten:
2. We maken meer zwemlocaties in natuur- dammers, waarbij groen zoveel mogelijk doelen omgevingsvisie. 1. Een aaneengesloten ecologische structuur,
water mogelijk. Dat kunnen lang nietaltijd dient. Wantstadsgroen heeft heel veel functies: met hoge biodiversiteit. Deze is opgeno-
officiële zwemlocaties zijn die voldoen aan biodiversiteit, plaagonderdrukking, wind- en We beogen groene routes van voordeur men in de nieuwe Hoofdgroenstructuur
alle wettelijke eisen. De Omgevingswet geluiddemping, klimaatregulering, voedselpro- tot landschap. Dit betekent buurtgroen in de (zie hierna).
biedt echter ruimte voor maatwerk, waar- ductie, vastlegging CO, sociale en emotionele directe woon- of werkomgeving, een parkgebied 2. Een verplicht puntensysteem natuurinclu-
door er naast officiële zwemlocatiesruimte functies, gezondheid, economie, recreatie, op tien minuten lopen, en een groter groenge- sief bouwen bij nieuwbouw en renovatie.
is voor kleinschalige plekken met beperkte _bodemvruchtbaarheid en educatie. Genoeg bied of ruiger landschapspark aan de rand van Dit betreft legio dingen, zoals vleermuis-
voorzieningen en veiligheidsmaatregelen. redenen voor stevige, groene, natuurinclusieve de stad, binnen vijftien minuten fietsen. Dit kasten, groene daken en inheemse planten-
De recreant is zelf verantwoordelijk, waar- ambities in het verdichtende Amsterdam van heeft gevolgen voor de plek van nieuwe wijken soorten.
bij de gemeente ter plekke de eventuele de toekomst. Water in de stad vervult in veel en nieuwe stadsparken, waaronder een stads- 3. Een integraal dakenplan voor de bestaande
risico’s aangeeft. Een aanpak om overlast opzichten dezelfde functies als groen. Rigoureus bos. Ook de inrichting van vele routes door de stad, waar naast biodiversiteit ook blauwe
voor de omgeving te beperkeneneenander vergroenen is daarom met recht een van de stra- bestaande stad gaat veranderen: meer groenop- en gele daken een plek krijgen.
beheerregime is daarbij gewenst. tegische keuzes van deze omgevingsvisie. pervlak ten koste van verharding, meer groen 4, _Groene(re) particuliere terreinen, via sti-
3. Nieuwe stadsbuurten aan het water zoals op en aan gebouwen, meer ruimte voor gezonde muleringsmaatregelen.
in Haven-Stad, bieden ruimte voor meer Groenbeleid straat- en pleinbomen. ‘Groen, tenzij’ wordthet 5. Een natuurlijk groen-blauw netwerk in elk
watersporten -recreatie. Daar is nu nog Dein 2018 vastgestelde referentienormen basisprincipe bij de inrichting van het grondop- nieuw wijkontwerp, in zowel openbare als
weinig druk. Ook stadsdeel Noord heeft voor groen, sport en andere maatschappelijke pervlak van de stad. particuliere ruimte.
198 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 199
6. Ecologisch beheer van het openbaar groen, hetgroen, wat weer leidt tot meer aandacht, gesloten groen-blauw raamwerk bestaande uit plan uitgewerkt. Het huidige instrumentarium
waarbij de ecologische kwaliteit wordt herwaardering, meervoudiger gebruik en een grote groengebieden die onderling met elkaar zoals opgenomen in de Structuurvisie 2040
gemonitord. hogere kwaliteit. worden verbonden door ecologische en recrea- blijft van kracht totdat een nieuw instrumenta-
7. _Eenflink deel natuurlijk groen en rustge- tieve verbindingen. Zie hiervoor het hoofdstuk rium voor de hoofdgroenstructuur is uitgewerkt
bied in parken. Dit is aandachtspunt bij Hoofdgroenstructuur als groene basis WAAR van deze omgevingsvisie. in een programma. In de basis continueren we
onderzoek naar de identiteit van de parken Om groen in een zich ontwikkelende grote hierbij het vigerende hoofdgroenstructuur-
in de komende jaren. stad als Amsterdam goed te beschermen, werd 2. Een dynamischer hoofdgroenstructuur beleid, hier en daar geactualiseerd met nieuwe
8. Regelmatige metingen van de biodiversi- in 1996 het instrument ‘Hoofdgroenstructuur’ Een hoofdgroenstructuurineenzichsterk stedelijke opgaven en
teit van Amsterdam. (HGS) geïntroduceerd. Dit werd daarna steeds ontwikkelende stad blijft een stevige juri- ontwikkelingen.
9. Inrichting van zonnige oevers met een beter geïntegreerd in de opvolgende structuur- disch-planologische bescherming nodig hebben.
flauw talud met inheemse oeverbeplanting. visies. Alle grotere groengebieden van de stad Daarom wordt de nieuwe Hoofdgroenstructuur, De Amsterdamse hoofdgroenstructuur
Kades worden natuurinclusief ingericht vallen onder het regime van de Hoofdgroen- als uitwerking van deze Omgevingsvisie, ver- bestaat uit groen:
met onderwatertalud en muurvegetatie. structuur. Hier mag niet gebouwd worden, ankerd in het Omgevingsplan. Daarmee wordt * _nuof te realiseren in de toekomst;
10. Bij herprofilering van openbare ruimte en mogelijke ingrepen worden door een onaf- het groen in de hoofdgroenstructuur beschermd … meteen wijkoverstijgende functie;
staat natuurinclusiviteit voorop, met hankelijke technische adviescommissie (TAC) tegen verharding, bebouwing of andere ontwik- … dat van grote waarde is voor het gebruik,
betere boomgroeiplaatsen en veel variatie beoordeeld. kelingen die de groene functie van deze gebie- gezondheid, natuur, duurzaamheid of
in biotopen en beheervormen. den bedreigen. Maar omdat de stad verandert en vanwege hoge esthetische, stedenbouw-
Uit verschillende evaluaties blijkt dat mensen veranderen, moet de hoofdgroenstruc- kundige of cultuurhistorische waarden;
Bij het ontwerp van nieuwe gebieden de hoofdgroenstructuur zijn werk goed doet. tuur ook kunnen mee veranderen. * _dateen cruciale verbindende of structure-
moeten we wel rekening houden met het Het dwingt ons om zorgvuldig met groen om Daarom zorgen we ervoor dat de hoofd- rende functie vervult;
voorkomen van dierplagen. Advies bij het team te gaan bij het maken van stedenbouwkun- groenstructuur de komende jaren per saldo * _of op een andere wijze bijzonder of zeld-
dierplaagbeheersing van de GGD Amsterdamis dige plannen. In de afgelopen jaren trokken groeit en dat de waarde van de hoofdgroenstruc- zaam is.
altijd mogelijk. we tientallen miljoenen uit om delen van de tuur voor de stad op allerlei vlakken toeneemt.
hoofdgroenstructuur te versterken, zoals voor Denk aan ecologie, sport en spel, klimaat- Dat betekent dat alle stadsparken onderdeel
4. _ Aan groen werken we samen de herinrichting van Frankendael, het Noor- adaptatie, gezondheid en ontmoeting. In de blijven van de hoofdgroenstructuur. Op locaties
Verschillende opgaven raken elkaar steeds derpark, Westerpark, Oosterpark en Nelson grote gebiedsontwikkelingen worden nieuwe waar buurtparken essentiële schakels vormen in
meer en samenwerking wordt steeds belang- Mandelapark en tot nieuwe parken zoals het stadsparken en groene verbindingen aangelegd de groene lijnen en linten van de hoofdgroen-
rijker, ook bij groen. Een groene stad maak je Diemerpark en Somerlust. die deel gaan uitmaken van de hoofdgroenstruc- structuur worden deze toegevoegd. Hetzelfde
samen. We zetten in op meer samenwerking tuur. Ook in de bestaande stad gaan we stenige geldt voor waterpartijen en randen. Samen met
met bewoners, ondernemers, corporaties, ken- Niet al het Amsterdamse groen valt in gebieden vergroenen en toevoegen aan de toevoeging van de groene lijnen en ecologische,
nisinstellingen en andere organisaties. Daarzijn dehoofdgroenstructuur. Het beleid hiervoor hoofdgroenstructuur. recreatieve en bomenlinten wordt zo de hoofd-
altijd gesprekken over mogelijk. En wezettenin isflexibeler, maar ook bij keuzes in overig groenstructuur als geheel vergroot.
op duidelijke rollen en verantwoordelijkheden groen geldt natuurinclusiviteit als belangrijk Deze omgevingsvisie telt meer ambities
binnen de gemeente, waarbij samen aan het- uitgangspunt. die om ruimte vragen, zoals sportvoorzienin- Verder blijven alle begraafplaatsen en
zelfde doel wordt gewerkt. Kennis over groen, gen, windmolens, onderstations of fietsroutes. volkstuinparken deel uitmaken van de hoofd-
ecologie en water wordt beter gedeeld. Een en Een vernieuwde Hoofdgroenstructuur Soms krijgen die een plek in de hoofdgroen- groenstructuur. Hetzelfde geldt voor de groene
ander wordt de komende jaren uitgewerkt in We handhaven en versterken het instru- structuur. We hanteren daarbij het uitgangs- sportparken en stedelijke sportparken met
uitvoeringsprogramma’s. ment van de Hoofdgroenstructuur en blijven punt dat inpassing van deze ruimtevragers groene omlijstingen, gezien hun essentiële posi-
gebruikmaken van de adviezen van een onafhan- leidt tot een versterking van de waarde van de tionering binnen deze stedelijke groenstructuur.
Groen en verdichting kelijke adviescommissie. Wel wordt de Hoofd- hoofdgroenstructuur. Denk aan het inpassen De waarborging van deze groenfuncties in de
Bovengenoemde stevige groenambities groenstructuur met deze omgevingsvisie op een van sport in combinatie met het versterken van stad wordt gelegitimeerd vanuit een grotere
betekenen niet dat hiermee de groei en de aantal onderdelen vernieuwd. Er zijn twee grote de ecologische waarden van de groene omlijs- toegankelijkheidsopgave.
verdichting van Amsterdam een halt worden wijzigingen ten opzichte van de Hoofdgroen- ting van sportvelden. Bij periodieke herijkingen Ingrepen in de hoofdgroenstructuur
toegeroepen. Zie elders in deze omgevingsvisie structuur in de Structuurvisie 2040: het wordt van de omgevingsvisie en het omgevingsplan worden door een toetscommissie op inpasbaar-
voor de eveneens stevige verdichtingsambities. een groen-blauw raamwerk en hij wordt dyna- zullen we de wenselijke wijzigingen aan deraad heid beoordeeld. De beoordelingscriteria per
Wij zien voor nog vele jaren mogelijkheden om _mischer. voorleggen. groentype worden nog uitgewerkt en dienen als
beide ambities met elkaar te combineren. Ten kader voor het omgevingsplan. Daarin staat per
eerste omdat dichtbebouwde wijken meestal 1. Een samenhangend groen-blauw Instrumentarium groentype aangegeven welke ingrepen wel en
populairder en succesvoller zijn, ten tweede raamwerk In tegenstelling tot in de vigerende niet zijn toegestaan.
omdat we tot nu toe best veel groen hebben De Hoofdgroenstructuur gaat zich de Structuurvisie maakt het instrumentarium van
veronachtzaamd. De verdichting van de stad komende jaren ontwikkelen van een mozaïek de hoofdgroenstructuur geen deel uit van de
zal leiden tot een waardevermeerdering van bestaande uit losse onderdelen naar een aaneen- omgevingsvisie. Dit wordt richting omgevings-
200 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 201
Wat gaan we nog uitwerken? nodig. Hoe zorgen we voor structurele investe- randen service aan bezoekers te bieden, zoals cremeren op een bedrijventerrein is een moge-
In deze omgevingsvisie hebben we de visie ringen in de groei van de hoofdgroenstructuur? een horecavoorziening of museum. Voorts lijkheid om de druk op de hoofdgroenstructuur
op de ontwikkeling van de hoofdgroenstructuur Hoe zorgen we dat het beheer aansluit bij de kan de drempel iets worden verlaagd door het te beperken, als er behoefte is aan meer crema-
beschreven en in kaart gebracht. Na vaststelling gewenste beleving en het gewenste gebruik? We organiseren van rondleidingen, lezingen en toria. Vanuit duurzaamheidsoogpunt wordt
van de omgevingsvisie wordt deze op de vol- ontwikkelen een voorstel voor wijze van invul- informatiebijeenkomsten. Duurzaamheidiseen elektrisch cremeren bij bestaande crematoria
gende wijze uitgewerkt: ling en nieuwe samenstelling van de toetsings- thema, bijvoorbeeld door bij de renovatie van gestimuleerd.
commissie in lijn met de vereisten van de Omge- paden grindkoffers aan te brengen om water
Verankering in het omgevingsplan vingswet. Aanpassing van de TAC-verordening te bergen en af te voeren en door de gebouwen
Om de visie op de hoofdgroenstructuurde maakt hier deel van uit. natuurinclusiever te maken en te zorgen voor Landscha Pp, recre atie en
juridische status te geven die het verdient, zal goede groeiomstandigheden voor groen. Ook landbouw
deze opgenomen worden in het omgevingsplan. begraafplaatsen gaan we steeds meer ecologisch Amsterdam ligt midden in een gevarieerd
Daarvoor is het nodig om: Volkstuinen , beheren, met bijvoorbeeld natuurvriendelijke landschap van grote schoonheid. Het gaat om
* _de exacte grenzen van de hoofdgroenstruc- be gra afp laatsen / oevers. We betrekken omwonenden en nabe- natuurgebieden, meren en plassen, oer-Hol-
tuur te bepalen en te verwerken tot een crematoria staanden bij het onderhoud van het groen. landse veenweiden, ingerichte recreatiegebie-
“toetskaart’; den, landgoederen, akkerbouwgebieden en
* _de verschillende groentypen binnen de Volkstuinen Nieuwe richtingen ‘nieuwe wildernis’. In het landschap liggen
hoofdgroenstructuur te actualiseren en toe In en direct tegen de stad ligt 300 hectare De huidige Amsterdamse begraaf- en bovendien twee Unesco-werelderfgoed gebie-
te wijzen aan de verschillende groenonder- aan volkstuinparken. Dat is in oppervlak meer crematiecapaciteit volstaat om in de toekom- den: de Stelling van Amsterdam en de Beemster.
delen van de hoofdgroenstructuur, zoals dan alle parken in de dichtst bevolkte delen stige behoefte van verschillende bewoners- Het landschap is van iedereen en tegelijk van
parken, volkstuinparken, sportparken en van Amsterdam gecombineerd. Alle bestaande groepen te voorzien. Toch ontstaat er een niemand. Het landschap kent altijd een eigenaar,
verbindingen; volkstuinen worden in principe voor de stad groeiende vraag naar een nieuw soort capaciteit, maar vertegenwoordigt ook collectieve waar-
e _de beleidsregels per groentype op te stel- behouden, maar we zoeken met de tuinders vooral vanuit nieuwe culturen. Deze worden den. Werken aan het landschap vraagt daarom
len: dit geeft duidelijkheid over wat er wel naar mogelijkheden om meer Amsterdammers zo goed mogelijk op de bestaande locaties bij uitstek samenwerking tussen publieke en
of niet inpasbaar is binnen de verschillende van de parken te laten genieten. Voor het toe- gefaciliteerd. De coronacrisis in 2020 heeft private partijen. Amsterdam heeft beperkt
groentypen. werken naar volkstuinen nieuwe stijl is in 2020 door de beperkingen op het begraven in landen zeggenschap over het landschap en volgt hierin
de Uitvoeringsstrategie Volkstuinenbeleid van herkomst de vraag naar begraven met landelijk en provinciaal beleid. Toch nemen wij
Programma Hoofdgroenstructuur 2030 vastgesteld, met versterking van maatschap- eeuwigdurende grafrust in een stroomversnel- verantwoordelijkheid om regionaal actief samen
We gaan de visie op de hoofdgroenstruc- pelijk medegebruik als belangrijk onderdeel. ling gebracht, met name vanuit moslims. te werken aan beheer en ontwikkeling van een
tuur voor de lange termijn vertalen naar de De volkstuinen binnen de stad dragen op die De verwachting is dat dit een blijvend effect toekomstbestendig landschap. Achterover-
belangrijkste opgaven voor de korte en mid- manier bij aan meer groene ruimte voor alle zal hebben op de vraag naar ruimte voor leunen is geen optie, omdat de kwaliteiten van
dellange termijn. In een uitwerking brengen Amsterdammers en vormen op die manier een eeuwigdurende grafrust. De wenselijkheid en het landschap, onderdeel van de kwaliteit van
we de grootste en belangrijkste opgaven voor broodnodige aanvulling op de soms overbelaste mogelijkheden daartoe worden onderzocht. onze leefomgeving, daarmee te veel achteruit-
de komende tien jaar in woord en beeld. We stadsparken. In samenwerking met omringende gemeen- gaan. In de omgevingsvisie beschrijven wij onze
maken een opgavenkaart 2030, waarop te zien ten wordt gekeken naar mogelijkheden voor inzet, niet als af plan, maar als richting voor
is waar de prioriteit ligt in het versterken van de Begraafplaatsen nieuwe begraafplaatsen (of uitbreidingen van deze samenwerking.
hoofdgroenstructuur. Op de kaart zullen kwan- In Amsterdam zijn verschillende begraaf- bestaande), met ruimte voor eeuwigdurende
titatieve opgaven (nieuwe parken en ontbre- plaatsen. Sommige zijn in gemeentelijk grafrust voor verschillende geloofsrichtingen. We streven naar een duurzaam en met
kende verbindingen) en kwalitatieve opgaven eigendom (De Nieuwe Ooster en De Nieuwe Op het Strandeiland in IJburg wordt alvast de stad verbonden landschap van hoge
(zoals versterking van ecologische, recreatieve, Noorder), andere zijn in particulier bezit bij ruimte gereserveerd voor een extra begraaf- kwaliteit:
gezondheidswaarden, vergroten toegankelijk- een stichting. Begraafplaatsen hebben vaak plaats annex gedenkpark aan het water. * _ Duurzaam landschap is houdbaar land-
heid) zichtbaar zijn. Zo wordt richting gegeven een lange historie en dragen als cultuurhisto- schap: landschap dat niet wordt ‘opge-
aan investeringsprogramma’s en initiatieven rische en boomrijke monumenten bij aan de Crematoria maakt’ of onomkeerbaar aangetast of
die gericht zijn op een kwaliteitsimpuls van de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid van de Voor het stichten van nieuwe crematoria gebruikt.
hoofdgroenstructuur. Er komt ook aandacht stad. Alle begraafplaatsen maken deel uit van op bestaande begraafplaatsen kan alleen e _Metde stad verbonden landschap is vanuit
voor nieuwe sport- en beweegmogelijkhedenin de hoofdgroenstructuur. We waarderen en medewerking worden verleend na een stads- de stad gemakkelijk bereikbaar landschap
samenhang met ecologische waarden. beschermen de begraafplaatsen als plekken met en regiobrede afweging over noodzaak en waarvan de stedeling vindt dat “het erbij
een belangrijke maatschappelijke functie en rentabiliteit, om overaanbod te voorkomen. hoort” en waar hij trots op is.
Organisatie en werkwijze een hoge natuurwaarde. Met beperkte midde- Bij nieuwe crematoria wordt de hoofd- * _ Hoge kwaliteit gaat onder andere om gave
Een stedelijke structuur van groenen water len willen we de toegankelijkheid voor bezoek groenstructuur ontzien. Er zijn combinaties ontginningspatronen, hoge biodiversi-
die naast bescherming ook om ontwikkeling iets vergroten. Denk hierbij aan verruiming denkbaar met culturele voorzieningen zoals teit, per landschapstype onderscheidende
vraagt, heeft een daarbij passende organisatie, van de bezoektijden, het aanleggen van fietspa- museum, tentoonstellingsruimte of buurt- kernkwaliteiten en een hoogwaardig net-
werkwijze en beheer- en financieringsmethodiek den langs de begraafplaatsen, en door langs de centrum, en kleinschalige horeca. Elektrisch werk van fiets- en wandelpaden.
202 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 203
We hanteren de volgende uitgangspunten: 5. Behoud scheggenstructuur. e _Klimaat en landschap. Doel is een land- Dierenwelzijn gaat over de kwaliteit van
De structuur van stadslobben en schappelijk goed ingepaste bijdrage te leven zoals die door het dier wordt ervaren.
1. Respect voor flora & fauna en groene scheggen maakt het mogelijk dat elke leveren aan de transitie naar duurzame We willen voldoen aan de natuurlijke
cultuurhistorie. Amsterdammer binnen 15-20 minuten in het energie, het vermijden van CO,-uitstoot, behoeften van het dier en we willen dat
We richten ons op de belangen van men- landschap is. Routes tussen stad en landschap vastleggen van CO, klimaatadaptatie en een dier vrij is van (fysiek of geestelijk)
sen én op die van dieren en planten. Herstel lopen zoveel mogelijk via of door de scheggen. waterberging. ongemak. Het gaat hierbij over gehouden
en behoud van ecologische waarden zijn van Nabij de scheggen groeit de stad bovendien * _ Ontwikkeling van descheggen. Doelisom dieren (huisdieren en landbouwdieren) én vrij
belang. Daarom richten we ons op natuurin- hard en neemt de recreatieve drukte in de uitgaande van de kernkwaliteiten, ont- levende dieren.
clusief bouwen, natuurinclusieve kringloop- scheg toe. Deze ‘koppen van de scheggen’ zijn wikkelingen te realiseren die de betekenis Vrij levende dieren kennen geen
landbouw en robuuste natuurgebieden en belangrijke schakels tussen stad en landschap. van de scheg voor de stad vergroten. We grenzen. Ze zoeken de voor hen meest ideale
natuurverbindingen. Ook de cultuurhistorische Een ontwikkeling naar landschapspark, denk zoeken naar combinaties tussen de recre- leefomstandigheden op waar dekking, voedsel,
waarden, denk bijvoorbeeld aan oude dijkjesen aan aanleg van een tweede Amsterdamse Bos, atieve opgave met biodiversiteit, klimaat- vochten voortplantingsmogelijkheden
slootpatronen, beschermen en herstellen we, ligt daar dan ook voor de hand. adaptatie, energietransitie, circulariteit, beschikbaar zijn. In de stad vinden ze
waar mogelijk. landbouwtransitie en/of gezonde leefom- die mogelijkheden in gebouwen, tuinen,
4. Heldere grenzen. geving. parken, sloten, natuur- en recreatiegebieden
2. _ Kostbaarheid. Hoewel stad en land bij elkaar horen, is * _ Bekostiging en aansturing van het land- enzovoorts. Deze mogelijkheden willen we in
We beschouwen en behandelen de voor- het niet goed als ze op elkaar gaan lijken. De schap. We brengen de investerings- en stand houden en verbeteren. Bij bouwplannen
raad landschap als niet-hernieuwbaar en behoeften van de stedeling in het landschap (de beheeropgave in het landschap in beeld, of veranderingen in de openbare ruimte nemen
kostbaar goed, waar we zuinig op moeten zijn. beleving van rust en groene of blauwe ruimte, zoeken nieuwe financieringsmodellen en we de zorg voor dieren zo vroeg mogelijk mee
We richten ons op zoveel mogelijk voorkomen waarin recreatie, natuur en landbouw vanouds verbeteren de aansturing van het land- in keuzes en afwegingen.
van areaalverlies, voorkomen van onomkeerbare _ thuishoren) zijn anders dan de behoeften in schap. Gehouden dieren hebben recht op genoeg
aantasting, herstel en ontwikkeling van land- de stad. Een heldere stad-landgrens en heldere * _ Voedselstrategie. We werken aan ver- openbare ruimte om vrij te kunnen bewegen.
schapswaarden, hernieuwbaar gebruik en grote ruimtelijke ordening zijn daarom nuttig en mindering van ‘foodmiles’, een grotere Daarom dienen er voldoende, goed over de
openbare toegankelijkheid en beleefbaarheid nodig. betrokkenheid van burgers bij voedselpro- stad verspreide losloopgebieden voor honden
van het landschap. ductie en niet-agrarische verbreding vande tezijn.Plaagdieroverlast beheersen we in
5. _ Kernkwaliteiten. landbouw. Amsterdam op een diervriendelijke manier.
3. Publieke zaak. De kernkwaliteiten van de landschappen * Bereikbaarheid van het landschap. Na de
Het landschap is van levensbelang voor verschillen van open water tot bos en van uitvoering pilot ‘buitenpoort’ Santpoort Landbouw en veehouderij dienen
Amsterdam en vraagt daarom meer sturing groot- tot kleinschalig. Amsterdam juicht Noord volgt opschaling naar vijf extra (uiteindelijk) duurzaam te zijn en rekening te
en meer inzet door de gemeente, liefst in ontwikkelingen toe die de kernkwaliteiten van landschapspoorten. Realisatie van een houden met dierenwelzijn. Landbouwdieren
samenhang met hogere bijdragen van andere een landschap versterken en gaat ontwikkelin- metropolitaan fietsnetwerk en een afwisse- horende ruimte te hebben en te beschikken
overheden en inzet van private partijen en gen tegen die deze kwaliteiten aantasten. De lend wandelnetwerk. over schuilmogelijkheden tegen extreme
burgers. Amsterdam kan haar doelen nietalleen provinciale Omgevingsverordening beschrijft * _ Communicatie. We ontsluiten deverhalen weersomstandigheden. Daarom voorzien
en niet top-down realiseren: we hebben de gedetailleerd de kernkwaliteiten van de land- van het landschap en dragen deze uit. wij in planologische mogelijkheden voor
inzet van anderen nodig om het doel van een schappen in heel Noord-Holland, en is hierin bijvoorbeeld schuilstallen en (semi-)
duurzaam, met de stad verbonden landschap leidend. Door vanuit deze nieuwe richtingen slim natuurlijke schuilgelegenheden. Intensieve
van hoge kwaliteit te realiseren. Samenwerking, aan te sluiten bij programma’s van andere veehouderij op Amsterdams grondgebied is
cocreatie en participatie is een onlosmakelijk Nieuwe richtingen partijen en koppelingen te maken met andere ongewenst.
deel van de manier waarop we werken. In samenwerking met andere partijen gaan doelen van de omgevingsvisie kan veel bereikt
we aan de slag met de volgende thema’s: worden met een beperkte inzet.
4. Verbondenheid. * _Bodemdalingen biodiversiteit in Water-
Om de compacte stad gezonder te maken land. Doel: beperken bodemdaling en ver-
en gezond te houden is ook goed landschap groten biodiversiteit. Het gaat hierbij om Dierenwel zij n HI
nodig. Stad en landschap zijn van elkaar een transitie die sommige boerenbedrijven Amsterdam biedt een leefomgeving voor H e t V Ò Ò rt b e St d d nV da n
afhankelijk en vormen samen meer dan de hard raakt en tijd kost. vele organismen. In de stad leven zo’n 6.000 .
som der delen. Groen en blauw in de stad * Recreatie. Doel: adequate en duurzame verschillende soorten dieren in het wild. a | | e r | e | | e V e n O DP da d rd e
en het landschap buiten de stad vormen een recreatievoorzieningen bieden en de orga- Het samen leven van mens en dier in de stad
samenhangend netwerk. Verbondenheid nisatie en aansturing daarvan verbeteren. vraagt om rekening houden met elkaar, ook bij h an Q T da f van dl e ke UZES
betekent ook dat de producten uit het landschap Dit kan betekenen dat de gemeente meer ruimtelijke ingrepen. Dat is van belang voor de . Er H
bij de boer of in de stad te koop zijn. middelen vrij moet maken, omdat de recre- dieren én de mensen, want natuurinclusiviteit d | e W | n U m a ke n
atiedruk toeneemt en extra voorzieningen en biodiversiteit zijn levensvoorwaarden voor
nodig blijken. ons allen. Esther Jansen | Stadsdeel Centrum
204 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 205
digen, cultuurhistorici, landschapsarchitectenen is bepalend voor hoe bewoners en bezoekers de
í / ontwerpers openbare ruimte. De CRK is daarmee stad beleven.
qua werkwijze en samenstelling geschikt voor Door de eeuwen heen zijn unieke plek-
C kwaliteitsadvisering onder de Omgevingswet. ken ontstaan die ieder op eigen wijze bijdra-
O MN d C t En S t d d gen aan de kwaliteit van de stad en waarmee
DO Nieuwe richtingen mensen zich verbonden voelen. Niet alleen de
Om optimaal gebruik te maken van de beschermde stadsgezichten als de grachtengor-
kansen die de Omgevingswet biedt, wordt del, Plan Zuid van H.P Berlage, een deel van de
de samenstelling en werkwerkwijze van de Westelijke Tuinsteden en de vele gebouwde
commissie steeds bekeken in samenhang met monumenten in de stad hebben cultuurhistori-
maatschappelijke vraagstukken en uitdagingen sche waarde. Ook historische landschappelijke
waar de stad voor staat. Om die reden wordt structuren en elementen zoals waterwegen, dij-
geëxperimenteerd met regiemodellen waarin ken en archeologische resten in de bodem zijn
Amsterdam wil een mooie, compacte stad zijn. Dat betekent dat ruimte in de stad slim supervisie, CRK en ontwerpers intensief samen waardevol. Hetzelfde geldt voor de ruimtelijke
benut wordt en het geheel ruimtelijke kwaliteit oplevert. Daarbij maken we onderscheid optrekken om in een open en transparant proces opbouw van Amsterdam als lobbenstad, gelegen
tussen de kwaliteit van architectuur, stedenbouw, landschap en cultuurhistorisch erfgoed voor de stad te werken aan een optimaal resul- te midden van waardevolle cultuurlandschap-
Het gaat daarbij zowel om functionele als esthetische kwaliteit. En een mooie, compacte taat. Begeleiding door de CRK staat in dat model pen. Ten slotte is ook de rijke traditie van inte-
stad betekent ook een slim benutten van de ruimte onder de grond, zodat op maaiveld garant voor een openbaar proces en publieke graal stedenbouwkundig ontwerpen in Amster-
meer leefruimte over blijft. Inpassing van nutsvoorzieningen en netwerken voor energie en verantwoording. dam een vorm van (immaterieel) erfgoed.
afval worden in een verdichtende stad steeds lastiger en vragen om zorgvuldige planning en Om de enorme opgave van verduurzaming
goede afstemming. optimaal te kunnen begeleiden, is de commissie Erfgoed versterkt het imago van Amster-
versterkt met specialisten op het gebied van dam in de wereld en is daarmee een belangrijke
energietransitie en circulair bouwen. Daarin meerwaarde voor de aantrekkelijkheid van de
Ruimtel ij ke kwaliteit vrijheden worden gevierd. De zeer gevarieerde wordt bijvoorbeeld door middel van het project stad. Bovendien is het een bron van inspiratie.
Eris op projectniveau dan veel aandacht en nog steeds bejubelde grachtengordel is eigen- “Mooi Verduurzamen’ nadrukkelijk de samen- Amsterdam heeft een stedenbouwkundige
voor ruimtelijke kwaliteit. Die aandacht is er lijk op eenzelfde wijze ontstaan. werking gezocht met corporaties en vve’s. traditie die gebruikmaakt van de historische
veel minder op het niveau boven en tussen de ondergrond. De bestaande opbouw van de stad,
projecten, de cruciale schakels en lijnen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) Wat moet nader worden uitgewerkt? met herkenbare groeiringen en een stevige
stad. Dat is vooral zichtbaar in de zones waar De Omgevingswet vraagt om een nieuwe 1. Verankering van de welstandsnota en basisstructuur van straten, lanen, water en
verschillende bouwperiodes, bouwtypen of omgang met de beoordeling van bouwplannen. waarderingskaarten in het omgevingsplan; groen, is uitgangspunt voor verdere ontwik-
infrastructuur samenkomen en waar projec- Amsterdam kent een traditie van meer dan hon- door het maken van (gebiedsgerichte) keling. Dit zorgvuldig voortbouwen op wat
ten (letterlijk of figuurlijk) met de ruggen naar derd jaar waarin een ontwerp voor een gebouw regels voor veelvoorkomende kleine bouw- _eris maakt Amsterdam tot een leefbare stad.
elkaar of hun omgeving staan. Deze omge- of een nieuw stuk stad door een onafhankelijke plannen (pv-panelen, warmtepompen, De lange lijnen van de geschiedenis zijn op
vingsvisie is de start van een nieuwe manier commissie wordt beoordeeld om te zien of het dakkapellen en ingrepen aan de binnen- verschillende schaalniveaus in de stad terug te
van werken, waarbij de ruimtelijke samenhang voldoende kwaliteit toevoegt en of het past in zijde van gesloten bouwblokken) worden vinden. Elke buurt, elk gebouw en elke plek,
van de stad en een onderbouwd idee over de zijn omgeving. De criteria die de commissie deze vergunningvrij en hoeven niet meer onder en boven het maaiveld, maakt deel uit van
ontwikkelkansen in de stad vertrekpunten zijn. gebruikt zijn vastgelegd in de welstandsnota ‘De getoetst te worden. Daardoor komt voor dat grotere geheel.
De Ruimtelijke en programmatische basisstruc- Schoonheid van Amsterdam’ (2016, herzien de CRK ruimte vrij voor advisering aan
tuur uit Deel IT WAAR biedt een basis waarop 2019) en in “Waarderingskaarten architecto- de voorkant in plaats van toetsing aan de Veel gebouwen en buurten hebben daarom
we meer gebiedsgericht verder kunnen werken nische en stedenbouwkundige kwaliteit’. In achterkant. een beschermde status via de Erfgoedwet of de
aan ruimtelijke kwaliteit. Amsterdam moet 2017 is de oude Commissie voor Welstand en 2. Door de raad moet worden aangegeven gemeentelijke erfgoedverordening. Het Beleids-
zo tot een stad worden waar mensen met nog Monumenten omgevormd tot een Commissie welke bouwplannen en stedenbouwkun- kader Monumenten geeft aan of en hoe aanpas-
meer genoegen doorheen kunnen wandelen en Ruimtelijke Kwaliteit. De belangrijkste wijzi- dige ingrepen worden voorgelegd aan singen aan monumenten mogelijk zijn, waar-
fietsen, met zo min mogelijk plekken die men ging ten opzichte van de oude commissie is de de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of onder verduurzamingsingrepen. Bij ingrepen
het liefste mijdt. toevoeging van een subcommissie Integrale Omgevingskwaliteit. in de archeologische ondergrond gelden via het
Ruimtelijke Kwaliteit. Deze adviseert het bestuur omgevingsplan voorschriften die voor ontwik-
Meer richting geven aan ruimtelijke én initiatiefnemers van bouwprojecten in een kelaars duidelijk maken of vooraf onderzoek
kwaliteit gaat prima samen met ruimte bieden vroeg stadium van de planvorming over de Cultuurhistorie en nodig is. Het Amsterdamse erfgoedbeleid is
aan allerlei vrije vormen van stadmaken, een kansen en beperkingen die een initiatief met zich archeo | og ie getrapt van opzet. Zo betekent archeologisch
andere prioriteit van deze omgevingsvisie. Meer meebrengt. Om tegemoet te komen aan de wens Erfgoed bepaalt in hoge mate de identiteit onderzoek in eerste instantie een bureaustudie,
richting geven betreft vooral het grotere geheel van integrale advisering is de commissie breed en de kwaliteit van Amsterdam. De cultuur- die alleen waar nodig wordt gevolgd door een
en de begrenzingen. Daarbinnen kunnen vele samengesteld uit architecten, stedenbouwkun- historisch rijke en bijzondere woonomgeving opgraving of fysieke bescherming. Waar het om
206 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 207
bovengrondse waarden gaat, zijn er belangrijke stadmaken streven we naar meer diversiteit en Rondom de spoorlijnen en langs het IJ 2. Hoogbouw maakt op een mooie manier
raakvlakken met het beleid voor ruimtelijke meer onderscheidende kwaliteiten binnen de kan verdichting leiden tot verschillende bouw- deel uit van het stadssilhouet.
kwaliteit, onder meer vanwege de waarderings- stad. Erfgoed kan naast inspiratiebron ook een hoogtes tot circa 70 meter. Rondom een aantal 3. Eriseen aangenaam verblijfsklimaat op het
kaarten die onderdeel zijn van het welstands- startpunt van het gesprek met de stad en de ov-stations, Sloterdijk, Amstel, Zuid, Amster- maaiveld rondom hoogbouw.
beleid. Kern van dit beleid is behoud en gebruik buurt zijn. Daarbij is bij uitstek aandacht voor dam RAI, Lelylaan, Duivendrecht, Amsterdam 4. _Hetis fijn wonen en werken in hoogbouw.
van erfgoedwaarden. Voortsis uitgangspuntdat heterfgoed van arm en rijk, voor joods erfgoed Bijlmer-Arena, Bullewijk, Science Park en de 5. Hoogbouw draagt bij aan een klimaatneu-
erfgoed vroeg wordt betrokken bij ruimtelijke en het koloniaal verleden. Op die manier kan Hemknoop (in Haven-Stad) kunnen gebouwen trale en circulaire stad.
ontwikkelingen, zodat erfgoed in alle afwegin- erfgoed nog meer een verbindende kracht zijn hoger dan 70 meter bijdragen aan de opgave tot
gen wordt meegenomen. voor de identiteit van Amsterdam. verdichting. Eventueel kan hoogbouw hier als Bovenstaande uitgangspunten en princi-
baken voor het station fungeren en zo bijdragen pesdienen te worden uitgewerkt in vernieuwd
Nieuwe richtingen aan de leesbaarheid van de stad. Ook in de ste- hoogbouwbeleid.
Deze omgevingsvisie formuleert een Hoo g bouw delijke centra (Osdorp-Centrum, Amsterdamse
stevige ambitie voor het verduurzamen, ver- Amsterdam groeit binnen zijn grenzen en Poort en Buikslotermeerplein) kan hoogbouw
dichten en vergroenen van de bestaande stad. daarmee werken we aan een compacte stad. Dat bijdragen aan de verdichtingsopgave en de plek Bo uwdyn amiek
De komende decennia raakt bijna alle ruimte- vraagt op sommige plekken om buurten met markeren. Verdichting van de stad gebeurt niet alleen
lijke ontwikkeling in Amsterdam daarom aan hoge dichtheden. Deze omgevingsvisie geeft op in gebiedsontwikkelingen, maar vindt ook
bestaande cultuurhistorische waarden. Het hoofdlijnen richting aan verdichting, concentra- Lang het IJ en in Haven-Stad is hoogbouw spontaan plaats via kleinschalig opbouwen,
meest pregnant is dat het geval in naoorlogse tie en functiemenging. Hoogbouw kan worden tot circa 70 meter mogelijk. Daarnaast geven aanbouwen en onderkeldering van panden in
wijken in Nieuw-West, Zuidoost en Noord. gebruikt om zeer hoge dichtheden te realiseren hogere clusters en accenten van hoogbouw bestaande wijken. Dat doen mensen natuurlijk
Maar ook in transformatiegebieden als Amstel op plekken waar de druk op de ruimte hoog samen met de open ruimte van het water en de vooral met het oog op hun eigen belang, maar
III, Schinkelkwartier en langs de IJ-oevers is is en die goed zijn ontsloten door openbaar toekomstige bruggen het stadsbeeld vorm. tot voor kort was daar ook vanuit maatschap-
waardevol erfgoed te vinden. In veel ontwik- vervoer en fiets, terwijl er ook ruimte blijft voor In het havengebied zijn geen beperkingen pelijk belang niet zoveel tegenin te brengen:
kelgebieden kunnen bestaande kwaliteiten als groene plekken in een buurt. op de bouwhoogte, waar het gaat om installaties het gebeurde mondjesmaat en verdichting op
uitgangspunt of inspiratie dienen voor vernieu- als windmolens, kranen en schoorstenen. Voor zichzelf is prima. Daarom was het beleid voor
wing. Dat vraagt op sommige plekken om een De belangrijkste uitgangspunten voor gebouwen en datacenters geldt ook hier een afwijkingen van het bestemmingsplan gericht
meer ontwikkelgerichte benadering van erfgoed Amsterdamse hoogbouw zijn: maximumhoogte van circa 70 meter. De beper- op beperking van regeldruk.
bij verduurzamen, verdichten en vergroenen. 1. We spreken van hoogbouw bij gebouwen kingen vanuit Schiphol kunnen op sommige
We maken nieuwe ruimtelijke kwaliteit die een hoger dan 30 meter. plekken de toegestane hoogte beperken. Sinds enkele jaren is dat veranderd. De
passende en waardevolle toevoeging vormt aan 2. Bij elke bouwvorm staat de kwaliteit van ‘bouwdynamiek’, zoals we dat nu noemen, is
het bestaande. Tegelijk zijn er veel plekken waar de openbare ruimte en het leven op straat In andere delen van de stad gaan we terug- met name in de stadsdelen Zuid en West zeer
erfgoedbeleid meer gericht zal zijn op behoud voorop. houdender om met hoogbouw. sterk toegenomen. Vanwege de concentratie van
en versterken van de huidige waarden. 3. We willen flink verdichten op plekken met Binnen de ring-A10 ten zuiden van het grote aantallen verbouwingen in een paar wij-
hoge dynamiek en ontwikkeldruk. Dit zijn IJ, op IJburg en in Buitenveldert is hoogbouw ken ervaren bewoners overlast van stof, lawaai
De komende jaren willen we de positie locaties direct grenzend aan het centrum tot 60 meter zeer beperkt mogelijk. Het zijn en gebruik van de openbare ruimte. Daarnaast
van erfgoed in de Amsterdamse verduurza- en rondom de grote ov-stations. Hoog- uitzonderingen in een stad die overwegend uit worden privacy en daglichttoetreding van
mings-, verdichtings- en vergroeningsopgave bouw kan een geschikte gebouw vorm zijn laagbouw en middelhoogbouw bestaat. bewoners steeds vaker aangetast. Ook leidt
helderder maken. Dat doen we door in deze om te verdichten. In Noord, Nieuw-West en Zuidoost is bouwdynamiek tot wijzigingen in de ruimte-
visie al aan te geven waar en welke bestaande 4. Rondom het IJ, een centrale open plek in hoogbouw tot circa 70 meter mogelijk langs de lijke structuur van de stad, met consequenties
waarden in de stad aanwezig zijn, zie hier- de stad, wordt hoogbouw ingezet om het lange doorgaande straten en lanen en aan grote voor bijvoorbeeld de klimaatbestendigheid van
voor de paragraaf Bestaande kwaliteiten als stadslandschap leesbaar te maken en het parken, mits goed ingepast in de stedenbouw- buurten. Ten slotte verandert het aangezicht van
vertrekpunt in Deel IT WAAR. De eventuele stadsbeeld vorm te geven. kundige structuur. de stad, zowel aan de straat- als aan de tuinzijde.
meerwaarde van cultuurhistorie bij verduur- 5. We beschermen gebieden en landschappen Ten slotte blijven we terughoudend op We moeten een nieuwe balans vinden tussen de
zamen, verdichten en vergroenen willen we van bijzondere waarde, zoals Unesco- plekken van bijzondere waarde waar methoog- wens tot verdichting en de negatieve gevolgen
onderzoeken in een bestuursopdracht Ruim- erfgoed. bouw een grote schaalbreuk zou ontstaan. De ervan.
telijke kwaliteit en erfgoed. Ook in gebieds- 6. _Elkestedenbouwkundige opzet vraagt om bestaande kwaliteiten van de stad zijn uitgangs-
programma’s kunnen bestaande waarden in een specifieke inpassing van hoogbouw. punt voor de ontwikkeling van de stad. In som- Nieuwe richtingen
verband gebracht worden met ontwikkelopga- mige gebieden past hoogbouw daar niet bij. De komende jaren worden de regels voor
ven en -kansen. Verder worden archeologische Dit heeft verschillende consequenties voor verbouwingen en vergrotingen van bestaande
bouw- en aanlegregels voor iedereen beter de verschillende delen van de stad. In een aantal Op het schaalniveau van het gebouwende panden inde stad verscherpt. Wat betreft
inzichtelijk gemaakt met een waardekaart. gebieden is hoogbouw heel goed mogelijk, buurt hanteren we vijf principes: onderkelderingen is die afweging het gemakke-
Toch blijft het inzetten van en de omgang met onder voorwaarde van een zorgvuldig samen- 1. Hoogbouw levert een bijdrage aan de lijkst. Aangezien onderkelderingen kunnen lei-
erfgoed vooral maatwerk. In het Amsterdamse spel metde gebieden van bijzondere waarde. kwaliteit van de openbare ruimte. den tot ernstige problemen met het grondwater,
208 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 209
worden regels hier streng en via bestermmings- van thematisch beleid. De voornaamste daarvan e _kennisvermeerdering en -deling; in Amsterdam-Noord, te maken met bodem-
plannen (en later het omgevingsplan) juridisch zijn de Regionale Energiestrategie, de Strategie * opname van ‘multifunctionele daken’ als daling.
waterdicht gemaakt. Zie hiervoor de paragraaf Klimaatadaptatie Amsterdam, Amsterdam Rain- criterium in het Plaberum;
Ondergrond. proof, de Groenvisie, de Hemelwaterverordening, * intensiveren van bestaande programma’s, Algemene strategie
en de dakeninventarisatiekaart Zonnepanelen en bijvoorbeeld het actief benaderen van Zorgpunten genoeg dus, maar we treden
Ook bovengrondse aanbouwen worden erfgoed. Wat dat laatste betreft: een monumen- nieuwprojecten; ze ambitieus tegemoet. We willen toe naar een
weer vaker vergunningplichtig. De voor- tenstatus is dus niet op voorhand een belemme- * ruimhartige beoordeling van vergunning- duurzaam beheerde vitale stadsbodem, die de
waarden voor een bouwvergunning worden ring voor meervoudig gebruik van het dak. aanvragen voor multifunctioneel gebruik door de stad gevraagde functies kan vervullen.
bovendien verscherpt. Er komen meer regels van daken; Meer regie op de ondergrond is daarvoor
voor onder meer bouwveiligheid, plaatsing van Het dak verandert van kostenpost naar e subsidiëring. een harde noodzaak. Het volwaardig meene-
bouwmaterialen in de openbare ruimte, hijszo- mogelijk verdienmodel. De enkelvoudige, men van de ondergrond in afwegingen is echter
nes en communicatie met de omgeving. Hemel- oorspronkelijke, beschermende functie levert complex door de onzichtbaarheid en onbekend-
waterafvoer op eigen terrein wordt vanwege niets op, maar zonnepanelen of dakterrassen Onde rgron d heid ervan, en de traagheid van het bodem- en
klimaatbestendigheid verplicht. wel. ‘Verdienen’ kan ook anders worden opge- Alin de zestiende eeuw werd in Amster- grondwatersysteem.
vat: door afwatering op eigen kavel verplicht te dam slim gebruikgemaakt van de ondergrond.
Bestemmingsplannen in de stadsdelen stellen, kan een juiste benutting van het dak een Boomstammen werden toen de grond in gesla- We hebben uitgangspunten geformuleerd
Zuid en West, en later het Amsterdamse omge- goedkope en effectieve manier zijn om aan die gen om ervoor te zorgen dat gebouwen niet op voor goede afwegingen in de toekomst. Zo moe-
vingsplan, zullen op deze nieuwe richtingen plicht te voldoen. de slappe veenlaag rustten, maar op destevigere ten nuten noodzaak van gebruik van de onder-
worden toegesneden. Zij worden conserveren- zandlaag daaronder. Dit is een goed voorbeeld grond worden onderbouwd, en gaan combina-
der, ook wat uitbouwen in binnenterreinen Het is vooral belangrijk dát daken meer- van het benutten van de ondergrond, om zo ties van functies voor enkelvoudige functies. Bij
betreft. Soms kan een buurt zelfs als beschermd voudig worden gebruikt, van secundair belang de hoge ambities van de stad waar te kunnen het programma ‘Kademuren en bruggen’ wordt
stadsgezicht worden aangewezen. Vanwege de is de wijze waarop dat gebeurt. Alle geschikte maken. nagedacht over de inpassing van extra functies.
gebiedsspecifieke kenmerken spelen de stads- daken moeten kunnen worden benut. De
delen een grote rol in beleid, uitvoering en vastgoedeigenaar en/of het bouwproject beslist Ook in het huidige Amsterdam zijn er Voorts staan de kenmerken en identiteit
handhaving van bouwdynamiek. erover en is daarbij van vele factoren afhanke- genoeg uitdagingen. In tegenstelling tot de van gebieden centraal. Activiteiten vinden liefst
lijk, zoals de locatie in de stad (een dakterras in 16e eeuw ligt de ondergrond van Amsterdam plaats op plekken waar de natuurlijke omstan-
de binnenstad is lastiger dan een dakterras in tegenwoordig vol met infrastructuur: kabels, digheden daarvoor het meest geschikt zijn.
Daken Zuidoost); de eigenschappen van de locatie (de leidingen, ondergrondse parkeerruimtes en We streven naar circulariteit met een gesloten
De druk op de stad neemt toe, in deonder- Rivierenbuurt vraagt meer wateropvang dan afvalcontainers, kelders en daarnaast ruimte grondbalans voor de stad, onder meer via grond-
grond, op maaiveldniveau uiteraard, maar ook Nieuw-West); de hellingshoek van het dak; voor infiltratie van regenwater en boomwortels. banken. Langetermijnreserveringen worden
op het dakenlandschap. Amsterdamse daken de bouwkundige staat van het gebouw enzo- Dit zijn zaken die vaak niet gemakkelijk zijn te goed afgewogen tegen kortetermijningrepen.
worden tot nu toe voornamelijk gebruikt als voorts. verplaatsen. Tegelijkertijd zijn de ambities van
bescherming tegen regen en wind voor de ver- Amsterdam hoog. De komende jaren wordt De ondergrond, het bodem- en grondwa-
dieping eronder. Daar kunnen we veel meer mee Stimuleren van vele partijen in Amsterdam hard gewerkt aan bijvoorbeeld tersysteem eindigen tot slot niet bij de gemeen-
doen. Daken kunnen bijdragen aan belangrijke Luchtfoto’s van Amsterdam gaan er de klimaatbestendigheid, circulariteit, aardgasvrij tegrens. Voor bijvoorbeeld geothermie (zie
doelen van deze omgevingsvisie, zoals: komende jaren gaandeweg anders uitzien. en digitalisering. Al deze ambities hebben een Duurzame Stad) kijken we op het niveau van
e _klimaatadaptatie, door wateropvang, ver- Aangezien de meeste daken geen gemeentelijk ondergronds ruimtebeslag en leggen dus meer metropoolregio of provincie.
traagde waterafvoer en isolatie; eigendom zijn, werken we hierin samen met druk op de al krappe ruimte in de ondergrond.
e biodiversiteit, door het toevoegen van woningcorporaties, huurderskoepels en vele Daar komt de woningbouwopgave nog bij, die Slimmer ontwerpen, ondergrond
groen; andere gebouweigenaren. In de ‘“Samenwer- veelal in transformatiegebieden plaatsvindt, als uitgangspunt
* _energietransitie, door het plaatsen van zon- kingsafspraken 2020-2023 voor de volkshuis- waar weinig ruimte is voor extra ondergrondse Uitgangspunt is dat bij elke nieuwe
nepanelen; vesting’ zijn afspraken gemaakt over het verder infrastructuur. Voorts speelt de vervangings- ruimtelijke ontwikkeling de bovengrond en
* sociale functies, met dakterrassen of sport, benutten van daken. De ‘dakdokters’ is een opgave van kademuren en bruggen. Kortom: er de ondergrond vanaf het begin in samenhang
spel en bewegen; organisatie die zich specifiek richt op het beter is sprake van ruimteconcurrentie in de onder- worden bezien. Driedimensionale ruimtelijke
* verdichting van de bestaande stad, door het gebruiken van dakoppervlakken. grond. ordening dus, waarbij het maaiveld als grens
optoppen met extra verdiepingslagen. tussen onder- en bovengrond steeds meer ver-
Er komt voorlopig geen nieuw, geïnte- Verder is het stedelijk bodem-en grondwa- valt. Daarnaast moeten we steeds de samenwer-
Het dakenlandschap wordt onderdeel van greerd dakenbeleid. Meervoudiger gebruik van tersysteem door menselijk handelen historisch king zoeken tussen verschillende programma’s
de ruimtelijke ordening van de stad. Amster- daken is als doel immers al in genoemde pro- belast en niet meer in topconditie. De bodem en thema’s, want dan past er meer. We hebben
dam gaat regelgeving zodanig aanpassen dat het gramma’s verankerd, en nu ook via deze omge- is plaatselijk verontreinigd, bijvoorbeeld met hiervoor een Integrale Ontwerpmethode voor
meervoudig gebruik van daken wordt gestimu- vingsvisie. We zetten dus in op versterking van lood of PFAS, en ook de bodembiodiversiteit is de Openbare Ruimte ontwikkeld, die in de
leerd. Inmiddels komt dat terug in vele vormen de uitvoering via bijvoorbeeld: slechter dan vroeger. Voorts hebben we, vooral toekomst steeds meer tot standaard zal worden.
210 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 211
Deze aanpak biedt alle betrokkenen concrete bruik van voorzieningen opleggen en de samen- Nutsinfrastructuur komst willen we afwegingen en keuzes over een
handvatten om tot een afgestemd ontwerp en werking organiseren. Onder de stad ligt meer dan 10.000 kmaan tracé vooreen nutsvoorziening niet meer reac-
realisatie te komen. Dat gebeurt op het juiste Idealiter wordt de ondergrond integraal kabel- en leidingnetwerken. De netwerken zijn tief vanuit één nutsvoorziening maken, maar
schaalniveau, voor een toekomstvaste duur- onderdeel van bestaande programma’s, zoals bovengronds herkenbaar door vele trafokasten, vanuit het geheel aan opgaven en bovendien op
zame inrichting, voor innovatieve oplossingen klimaatadaptatie en de energietransitie (zie verdeelstations, antennes, warmteoverdracht- een hoger schaalniveau. Daarom komt er een
die vorm geven aan de energietransitie, klimaat- Duurzame stad). Dit kan vaak goed via een stations, gemalen enzovoorts. strategische netwerkplanning op stadsschaal en
adaptatie en biodiversiteit. gebiedsgerichte aanpak, zoals dat al gebeurt op De energietransitie, een circulaire econo- wordt onderzocht hoe de ongestoorde ligging
het Centrumeiland of in de Sluisbuurt op het mie en digitalisering leiden tot nieuwe onder- van deze strategische ondergrondse hoofdinfra-
Regie voeren op de ondergrond Zeeburgereiland. Daar worden ambities voor grondse infrastructuur: structuur kan worden geregeld via het omge-
Als eigenaar van de grond, als integraal energie, afval, rainproof en nutsvoorzienin- e _warmte- en koudenetten, vaak in combina- vingsplan. In gebieden met meerdere opgaven
ontwerper en beheerder van de openbare gen in samenhang boven- en ondergronds op tie met WKO of aquathermie als buffer en en veel nutsvoorzieningen gaan we ‘Gebieds-
ruimte en als belangrijke ontwikkelaar van de een hoger niveau getild. In de bestaande stad warmte- of koudebron; plannen Ondergrond en Nutsvoorzieningen’ op
stad is de gemeente de aangewezen regisseur is regievoering op de ondergrond een grotere * uitbreiding en verzwaring van het elektri- gebiedsniveau opstellen.
voor de ondergrond. Dat wil niet zeggen dat de uitdaging, maar evengoed een harde noodzaak. citeitsnetwerk;
gemeente overal eigenaar van is, maar wel dat Regievoering is ook cruciaal voor de diepere * ondergrondse inzameling en transport van Drinkwater
de gemeente eigendom en beheer van onder- ondergrond, bijvoorbeeld op de positionering afval; We garanderen de beschikbaarheid van
grondse assets in beeld brengt en houdt. van warme en koude bronnen van WKO-syste- * vervanging van gietijzeren gasleidingen, drinkwater voor de hele Metropoolregio
men. Het datadossier Ondergrond helpt hierbij, riolering en andere ondergrondse assets; Amsterdam. Daarvoor laten we de vaak onder-
De gemeentelijke regisseur kan veel: omdat het inzicht geeft in de eigenschappen van e _aanleg van glasvezel en de uitrol van 5G. grondse win-, productie- en distributiecapaci-
prioriteren, gebieden aanwijzen, de ligging van de ondergrond en de in de ondergrond aanwe- teit meegroeien met de drinkwatervraag. We
kabel- en leidingnetwerken bepalen, medege- zige assets. Andere ontwikkelingen leiden misschien beheren en beschermen de benodigde gebieden,
tot minder leidingen, maar per saldo is de ten- vestigingen en systemen voor drinkwater goed.
dens: meer en grotere leidingen. Dit vraagt om Zo behouden wij de continuïteit, kwaliteit en
kabels en leidingen in meer gebundelde vormen betaalbaarheid van schoon drinkwater.
2 $ daarvoor is samenwerking nodig. Op deze wijze De huidige waterwinlocaties, waar
Driedimensionale stad k ì N is er ruimte voor nieuwe netwerken en vaak Amsterdams drinkwater van afhankelijk is, vra-
5e ook nog voor een fraai maaiveld met bomen en gen om capaciteitsuitbreiding. Die uitbreiding
nf E EEn et, en À pj ngemtrnmers waterberging. kan nog voor lange tijd op de huidige locaties
T _ ln * T ORD er EN plaatsvinden, maar er wordt al onderzoek
se k he AR ad Ui e # $ d, Het werken aan de onder- en boven- gedaan naar een extra waterwinlocatie.
Í Ì : KE 4 une Ean Iek grondse (nuts)infrastructuur in de openbare In een groeiende en verdichtende stad
wise 3 : ep Ì ke nk 1 ne B RL F 2 5 ruimte maakt onlosmakelijk deel uit van het moet het drinkwaterdistributiesysteem meer
P We: df RJ be Pe rd ge EE Win HE Nes É jp emmsranns stedelijk leven. Tegelijkertijd leiden deze werk- leveren binnen een krappere ondergrondse
, an 3 L GH Bad 7 ij ie 5 En ug é zaamheden tot verstoring van het functioneren ruimte, zonder dat dit ten koste mag gaan van
as di ne ie ee RI Ë h : eK ie As ce van de stad. Integrale programmering én inte- de temperatuur, druk, continuïteit en kwali-
Ea en ei le & +. hFE grale inrichting is nodig om de stad te voorzien teit. Door klimaatverandering en de aanleg van
Ee : nd Ps eN D er ” Ei: 7 ee le van betrouwbare en duurzame voorzieningen, hogetemperatuur-warmtenetten ontstaat het
re : er E JE É Ik Ne | r P REE het voorkomen van een wildgroeiaan boven-en risico op opwarming van drinkwaterleidingen
en (7 ee en ak AT EE gE he d en ondergrondse voorzieningen en een hausse aan tot boven de toegestane grens van 25 °C.
à a Kk ugl 5 ln. imm voortdurende, ingrijpende wegwerkzaamhe- Daarnaast krijgt drinkwater mogelijk een rol
” a ae en f kr, den. Doordachte kabel- en leidingensystemen in het transporteren van koude voor andere
na E el 7 ON erve randen (gecombineerde bovengrondse voorzieningen, functies, zoals het momenteel koude aflevert bij
f iN A nk mantelbuizen, kabelgoten, leidingentunnels de bloedbank.
Diep groacinter d enzovoorts) en samenwerking tussen de ver-
schillende netbeheerders zijn hierbij belangrijk. Afvalwater
De gemeente als grondeigenaar en WIOR-ver- Er zijn weinig zaken crucialer voor de
EE, gunningverlener voert regie. gezondheid van Amsterdammers dan een goede
Warrens honzcheordeg MAC ÜS d meden) . . . .
. F riolering. De zorg voor een robuust riolerings-
Binnen de huidige werkwijze komen systeem is dan ook een prioriteit. De gemeen-
nutspartijen vanuit hun eigen opgave met een telijke taken op dit vlak worden hierbij efficiënt
voorgesteld tracé dat binnen het Amsterdamse uitgevoerd met een goede balans tussen maat-
5 coördinatiestelsel wordt besproken. In de toe- schappelijke kosten en acceptabele risico’s.
212 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 213
Afvalwater is rijk aan grondstoffen en De komende jaren gaan we aan de slag met de Een voldoende hoog maaiveld ten opzichte van Bodem voor bomen
energie. Transport en zuivering zijn op elkaar ontwikkeling van een soil health index (SHI) de grondwaterstand geeft mogelijkheden om We gaan de stad vergroenen, met meer en
afgestemd om het systeem als geheel goed te om de vitaliteit van de bodem inzichtelijk te hemelwater te infiltreren en draagt zo bij aan vitalere bomen. Zie Leefbare Stad, hoofdstuk
laten functioneren. Terugwinning gebeurt waar maken. Vervolgens zal de huidige kwaliteit van klimaatadaptatie (zie Duurzame stad). Ook Groen. Dan is er dus ook ondergrondse ruimte
dit het meest duurzaam en efficiënt kan: bij de de stadsbodem in beeld worden gebracht, als vormt het een betere basis voor groenontwik- nodig voor boomwortels. Globaal genomen
bron, in het transportsysteem en/of op eencen- _ ijkpunt voor een betere toekomst. keling. Voor de gewenste drooglegging, dus de heeft het ondergrondse wortelstelsel een ver-
trale zuivering. In samenwerking met het water- afstand tussen maaiveld en grondwaterstand, gelijkbare omvang als de kruin van een boom.
schap worden zo alle bruikbare componenten Milieuhygiënische bodemkwaliteit gaan we een maat van 0,90 m hanteren bij de We gaan de bodem- en groeiplaatscondities
aan het afvalwater onttrokken en hergebruikt Door de eeuwenlange invloed van de mens ontwikkeling van nieuwe (binnendijkse) gebie- __voorbomen verbeteren. Door te kiezen voor
of vermarkt. Wat niet kan worden hergebruikt, is de bodem van Amsterdam verontreinigd den. Dat vereist veelal ophoging, watbovendien een robuust maaiveldniveau wordt de beworte-
wordt, na eventueel behandeld te zijn, (lokaal) geraakt. De afgelopen jaren zijn veel bodem- veiliger is in het licht van verwachte waterspie- lingsdiepte voor bomen vergroot. Hoe beter de
in het milieu teruggebracht. Dankzij duurzame verontreinigingslocaties gesaneerd en zijn de gelstijgingen. bodemcondities, hoe groter de boom, hoe groter
terugwinning tegen acceptabele kosten, levert risico’s van bodemverontreinigingen sterk het positieve effect op bijvoorbeeld hittestress.
de circulariteit van afvalwater een belangrijke gereduceerd. Maar bodemverontreiniging blijft Grote delen van Amsterdam staan op diepe Groeiruimte voor bomen kan echter botsen met
bijdrage aan het verduurzamen van desamenle- veelaandacht vragen. veengrond die gevoelig is voor bodemdaling. nabijgelegen ondergrondse nutsinfrastructuur.
ving (zie ook Duurzame Stad). Het milieuhygiënische bodembeleid is Deze publieke én private opgave speelt het Door een integraal ontwerp te maken van de
vastgelegd in de Amsterdamse Nota Bodem- meest in Amsterdam-Noord, zowel het stede- openbare ruimte en ondergrond kan er ruimte
Gemeentelijk rioleringsplan beheer uit 2019. Dit beleid zoekt een balans lijke als het landelijke gebied. De bodemdaling worden gevonden voor boomwortels, klimaat-
Het beleid over afvalwater is beschreven tussen benutten en beschermen van de bodem. bedraagt hier tot wel vijf millimeter per jaar. bestendigheidsmaatregelen, ondergrondse
in het Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam Hoofddoel is dat de milieuhygiënische bodem- Door klimaatverandering, met langere perio- afvalinzameling en nutsinfrastructuur. Toepas-
2016-2021. Hierinis onderandere opgenomen kwaliteit niet mag verslechteren (stand- still- den van droogte en lagere grondwaterstanden, sing van groeiplaatsvoorzieningen, boomkrat-
dat Amsterdam inzet op het behoud van een principe) en liefst wordt verbeterd. wordt dit proces versneld. Ook verlaging van ten of een gecombineerde aanleg van kabels en
robuust en goed functionerend rioolstelsel; Sinds 2018 is de loodverontreiniging in waterpeilen zorgt voor extra bodemdaling. leidingen (mantelbuisputconstructies, gestapeld
zoveel mogelijk scheiding aan de bron realiseert, de bodem beter in beeld gebracht. Alle plekken Bodemdaling willen we beperken, al was het leggen) kan nodig zijn om voor alle opgaven een
mede voor het hergebruik van grondstoffen;een inde openbare ruimte waar kinderen tot zes maar omdat daarbij broeikasgassen vrijkomen. plek te vinden, zeker in smalle straten.
‘verzorgde’ onderhoudsstatus van de riolering jaar spelen, worden indien nodig gesaneerd. Andere mogelijke nadelige gevolgen zijn rotting
beoogt, met bijpassende maatschappelijke kos- Mogelijk wordt de loodaanpak uitgebreid naar van paalfunderingen, verwrongen en afbre- Ondergronds bouwen en onderkeldering
ten en risico’s; en samenwerkt met het water- particuliere tuinen in gebieden met een risico op kende rioleringen en verzakking van wegen en In een dichtbevolkte stad als Amsterdam
schap AGV om de waterzorgtaken op elkaar af hoge loodgehaltes. Verder zijn de beleidsregels stoepen, die vooral optreden bij verschillen in is de druk op de beschikbare ruimte groot.
te stemmen. over PFAS erg in beweging. Voorts gaan we zeer funderingswijze. Daarom worden steeds meer functies onder-
zorgwekkende stoffen beter in kaart brengen. gronds gerealiseerd, zoals parkeergarages,
De nu voorliggende omgevingsvisie Voor het stedelijk gebied is van belang dat verkeerstunnels, gasstations en ondergrondse
wordt uitgewerkt in concreet beleid rondom de Verbetering van de bodemkwaliteit streven het grondwaterpeilverschil tussen de huizenen woonruimtes. Deze ondergrondse bouw wer-
gemeentelijke taken stedelijk afvalwater, hemel- we vooral na op natuurlijke momenten, bijvoor- een aantal parken niet mag toenemen. De hui- ken kunnen echter grote gevolgen hebben
water en grondwater. Voor stedelijk afvalwater beeld wanneer een gebied wordt herontwikkeld. zen lopen het risico dat de houten funderingen voor stromend grondwater. Bij aaneengesloten
wordt onder andere gekeken naar hoe inwoners Ook gaan we aan de slag met de programmati- worden aangetast als het grondwater naar de ondergrondse bouwwerken kan grondwater niet
minimale hinder ondervinden bij werkzaam- sche aanpak spoedlocaties Amsterdam (PASA). parken sijpelt. De bomen in de parken hebben weg- of toestromen en verandert de grondwa-
heden aan het riool en andere ondergrondse minder overlevingskans als de dieper gelegen terstand. Het gevolg is dat het te nat of juist te
functies. Voor de openbare ruimte willen we de parken natter worden. Soms is ophoging van droog wordt. Bomen kunnen daardoor dood-
bodemkwaliteitskaart verbeteren. Waardevolle tuinen en parken een oplossing, hoewel niet gaan, kruipruimtes kunnen nat worden, houten
Een vitaal bodem- en ecologische gebieden, maar ook bijvoorbeeld gemakkelijk. funderingen kunnen gaan rotten. Kortom: hier
grondwatersysteem voedselbossen, moeten schoon en vitaal blijven. moeten regels voor zijn.
Een vitaal bodem- en grondwatersysteem Hier willen we daarom beter zorgen voor een In landelijk gebied willen we onderzoeken
kent meerdere facetten die tot nu toe vaak los gezonde bodem. Sowieso is dit van belang als hoe we bodemdaling kunnen beperken, bijvoor- Tot voor kort ging onderkeldering gemak-
van elkaar zijn beschouwd, zoals opnamecapaci- wede stad rigoureus willen vergroenen. beeld door het waterpeil zelfs te verhogen. De kelijk en gebeurde het dan ook steeds vaker. De
teit en hoogte van de bodem, milieuhygiënische oplossing moet niet alleen natuurwaarden ver- komende jaren worden we er een stuk stren-
bodemkwaliteit, kwaliteit en kwantiteit van het Robuust maaiveldniveau en bodemdaling sterken, maar ook agrarische functies behouden. gerop. Amsterdam hanteert vanaf 2020 een
grondwater, bodemdiversiteit onder stadsgroen We beogen een goede zorg voor het grond- Hier en daar breiden we natuur uit, waar dat Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders
enzovoorts. Dat moet meer samenkomen. De water en een robuust maaiveldniveau voor de urgent is vanwege veenbehoud of voor de biodi- voor kelders onder publiek en privaat terrein,
ambities op het gebied van groen en klimaat- stad, dat voldoende boven het grondwater ligt versiteit. Op die plekken kan het waterpeil veel voor kelders tot 300 m?. Grotere ondergrondse
adaptatie, stadslandbouw (zie Duurzame Stad om alle functies toekomstbestendig mogelijk sterker stijgen of met de seizoenen variëren. bouwwerken zijn ook (en zelfs meer) aan regels
en Leefbare Stad) geven al wat meer richting. te maken, zoals bebouwing, wegen, bomen. gebonden, maar vergen meer maatwerk.
214 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 215
Hard uitgangspunt is dat kelders voortaan
grondwaterneutraal moeten worden aangelegd. 1 8
Dat betekent dat door de bouw van de kelder
de grondwaterstanden en —stromingen niet
mogen wijzigen. Omdat de samenstelling van G CS NM O En MN d En
de ondergrond en de grondwatersituatie per
buurt kan verschillen, verschillen de regels per e
buurt of stadsdeel ook. Op sommige plekken b C | C | d S d O C Ll MN En NM t En NM
kan er niets, op andere plekken moeten bij
kelderbouw speciale technische maatregelen °
worden getroffen, op weer andere plekken S NM | Mm S t r Ll MN En NM t En NM SS NM
kunnen kelders geen kwaad. Deze verschillende
uitgangsposities zijn in kaart gebracht in het ° °
genoemde afwegingskader. Wij achten hier het Ll | t WW SS r k | NM S O d V =S NM
belang voor het grondwater zo groot, dat regels Q DO Q
over ondergronds bouwen spoedig worden
vastgelegd in alle bestemmingsplannen en
daarna in het omgevingsplan van Amsterdam.
Hiermee wordt de juridische afdwingbaarheid Deze omgevingsvisie wordt vastgesteld in de aanloop naar de nieuwe Omgevingswet.
van grondwaterneutraal ondergronds bouwen De Omgevingswet vereist onder meer een omgevingsplan als opvolger van alle bestem-
duurzaam geregeld. mingsplannen, en een omgevingsvisie als opvolger van de structuurvisie. Uitgangspunt
is dat deze overgangen beleidsneutraal plaatsvinden, tenzij anders vermeld. Dat geldt dus
ook voor de beleidsagenda in dit WAT-hoofdstuk. Op allerlei thema's is gerefereerd aan
Onderg ronddata vigerende beleidsdocumenten, die hier nog eens op een rij worden gezet:
vormen de basis
Voor een integrale inrichting, het Inclusieve stad
maken van de juiste afwegingen en meer * _Referentienormen Maatschappelijke Voorzieningen, groen en spelen (2018)
regie op de ondergrond is toegankelijker e Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024 (2019)
en betrouwbaarder informatie over * _ Strategisch Huisvestingsplan Ruimte voor Kunst en Cultuur (2019)
de ondergrond noodzakelijk. Daarom * _ Strategisch Huisvestingsplan Jeugd, Zorg en Basisvoorzieningen (2019)
wordt een datadossier Ondergrond * Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (2017)
ontwikkeld, dat ondersteunend is aan * _Woonagenda 2025 (2017)
alle beleidsdoelen en helpt bij het maken * Actualisatie Bestuursopdracht Ontwikkelbuurten 2019-2022
van afwegingen. Zo zijn er kaartlagen/ * __Samenwerkingsafspraken 2020-2023 met AFWC en Huurderskoepels
informatieproducten ontwikkeld voor de
ligging van niet-gesprongen explosieven Duurzame stad
(CE-bodembelastingskaart ofwel bom- * Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal (2019)
menkaart) of bodemkwaliteit. * Regionale Energiestrategie, bod deelregio Amsterdam (2021)
Hi | . . e _Transitievisie Warmte (2020)
F d C | | | T e e rr Ul Mm T e S dl | e Voor het datadossier Ondergrond zie e Amsterdam Circulair 2020-2025 (2020)
. https://data.amsterdam.nl/dossiers/ * _ Strategie Klimaatadaptatie Amsterdam (2020)
EXP ermen te ren m et dossier/ondergrond/58792cf6-8780-
. . . 4edb-b456-cc9315598e76/ Vitale stad
CI rCU | d | re e CO n O Mm | e 1 * __Nota Ruimte voor de Economie van Morgen (2017)
. Het datadossier Ondergrond heeft e _ Visie Noordzeekanaalgebied 2040 (2014)
Wa d r dl UU rZ d d Mm h e | dl een relatie met het Digitaal Stelsel * _Bedrijvenstrategie 2020-2030 (2020)
.. Omgevingswet (DSO) en de Basis e _Kantorenplan 2019-2026 (2019)
t oe Q an ke | | k en t da st b aar Registratie Ondergrond (BRO). Onder- * _ Vestigingsbeleid datacenters 2020 — 2030: Amsterdam Duurzaam Digitaal (2020)
rr grondinformatie is nodig voor de ont- e _Detailhandelsbeleid 2018-2022 (2018)
WO rd T wikkeling van 3D-Amsterdam, * Marktvisie Amsterdam 2018-2026
een digitale tweeling van de fysieke stad. * _ Agenda Amsterdam Autoluw (2020)
Tamara Streefland | Stadsdeel Centrum e _Havenvisie (concept, 2020)
216 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 217
Gezonde stad Inclusieve stad
* __Nota Volksgezondheid Amsterdam (2017) * _Concretisering van de agenda Samen stadmaken
* _Sportvisie 2025 (2016) De concretisering van deze agenda, met een uitwerking van de geformuleerde actiepunten
* Strategisch Huisvestingsplan Sport 2020-2023 (2019) * _Woon-zorgvisie
e _ Actieplan Schone Lucht (2019) Visie op het mogelijk maken van woon-zorgcombinaties in de toekomst en wat daarvoor nodig is
* Richtlijn gevoelige bestemmingen (2010)
* Amsterdams Geluidbeleid 2016, hogere waarde Wet geluidhinder (2019) Duurzame stad
e _ Actieplan Geluid 2020-2023 (2020) e _ Verkenning nieuwe warmtebronnen
Uitwerking van de transitievisie warmte, gericht op mogelijkheden en gebruik van nieuwe
Leefbare stad warmtebronnen, zoals geothermie en aquathermie
* _ Visie Openbare Ruimte 2025 (2017)
e _ Watervisie Amsterdam 2040 (2016) Vitale stad
e _ Welstand op het water (2018) e _ Uitwerking detailhandelsbeleid
* _Nota Varen deel 1 en 2 (2019, resp. 2020) Uitwerking van het detailhandelsbeleid wat betreft de benodigde flexibiliteit voor lokaal en
° _ Groenvisie (2020) inclusief ondernemerschap
* _Uitvoeringsstrategie Volkstuinenbeleid (2020) e Horecabeleid
e _Nota Duurzaam Landschap (2019) Een nieuw beleidskader horeca, met onder meer aandacht voor horecacategorieën, instrumen-
* _ Strategisch Huisvestingsplan Schooltuinen (2019) tarium en gezonde voedselomgeving
e _Mobiliteitsvisie
Compacte stad Een visie op de mobiliteitstransitie, inclusief aandacht voor mobiliteitsarmoede, nabijheid en
* _ Welstandsnota De schoonheid van Amsterdam (2016) verkenning verlaging parkeernormen
e _ Beleidskader Monumenten (2016) * _Hubvisie
* _Hoogbouw in Amsterdam (2011) Visie op de ontwikkeling van mobiliteitshubs, met aandacht voor functies, locaties in de stad
e _ Nota Bodembeheer (2019) en rollen hierin voor gemeente en markt
* _ Gemeentelijk rioleringsplan (2016) * _ Stationskwartieren
* _Noordzeekanaalgebied visie 2040 Uitwerking van basisprincipes en instrumenten voor gebiedsontwikkingen rondom diverse
typen metro- en treinstations
Al het thematische beleid in deze documenten wordt, zoals meestal direct erbij vermeld,
ongewijzigd overgenomen. In de overgang naar de Omgevingswet blijft het vigerende beleid voor Leefbare stad
de fysieke leefomgeving dus overeind. Deze beleidsagenda beoogt echter meer dan deze basis * Programma hoofdgroenstructuur
alleen en zet ook aan tot vernieuwing. De beleidsagenda dient drie doelen: Dit programma vormt een uitwerking van de visie op de nieuwe hoofdgroenstructuur, met een
opgavenkaart voor de komende tien jaar en een instrumentarium, inclusief nieuwe mogelijk-
1. Een samenvatting van al het huidige relevante thematische beleid voor de fysieke leefomgeving heden voor sport en bewegen in samenhang met ecologische waarden
en een bevestiging van de vigerende status ervan. Zeker in de overgang naar de nieuwe Omge- * _Geurbeleidskader
vingswetis een dergelijk totaaloverzicht van belang. Hiermee wordt ook invulling gegeven aan Met gebiedsspecifieke basisgrenzen voor geuroverlast
de bredere reikwijdte van de Omgevingswet. * _ Hemel-/grond/afvalwater
Als opvolger van het Gemeentelijk Riolerings Plan
2. Hetleggen van onderlinge verbanden en verbanden met het grote verhaal van deze omgevings-
visie. Zo wordt benadrukt dat thematisch beleid niet op zichzelf staat, maar ook andere the- Compacte stad
matische doelen kan dienen. De omgevingsvisie wordt hiermee meer een geheel en er wordt * _ Visie op het IJ en zijn oevers
invulling gegeven aan de integrale doelstellingen van de Omgevingswet. Uitwerking van de visie op het IJ als centraal gebied in de stad, inclusief ontwikkelingen op de
oevers en nieuwe oeververbindingen
3. Het benoemen van nieuwe richtingen in thematisch beleid. Deze nieuwe richtingen vloeien * _ Gebiedsprogramma’s Gooiseweg en Lelylaan
voort uit het grote verhaal van deze omgevingsvisie of uit beleidsthema’s die onderling schu- Integrale gebiedsuitwerking van de stadssnelwegen Lelylaan en Gooiseweg en hun omgeving,
ren. De benoemde nieuwe richtingen zijn niet meteen vigerend, maar moeten worden gezien met een langetermijnperspectief en gefaseerde aanpak
als aankondigingen voor uitwerkingen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe omgevingspro- * _ Vernieuwing hoogbouwbeleid
gramma’s. Vernieuwing van het bestaande hoogbouwbeleid, met een nadere bepaling van de mogelijkhe-
den, locaties en voorwaarden voor hoogbouw, in woord en beeld
Naar aanleiding van punt drie worden hier de belangrijkste uitwerkingsopgaven op een rij * _ Bestuursopdracht ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
gezet, zoals die voortvloeien uit de beleidsagenda: Verkenning van hoe we als gemeente beter kunnen sturen op ruimtelijke kwaliteit op stedelijk
niveau, voortbouwend op het culturele erfgoed
218 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel II | Wat 219
Ante TTT hie
T ET ane
hi Ad JN
nn we Dn een Te
hrs, î lune rani NA
Nm ED | nn ruig en LE
Tt pn EE RE
8 an ed Mn 1 es ad Ht,
Nn mm | i s } i a : LT in EEE
Ai var neer) B eas EN, es
Tt TT Er wen Pr KEN AIN abn
al ‘ ns | den hd a
hj de Tau, goal EL
, Jk en eend HELT on De hel
Pr í gen Ee ie A ET bg al de:
np Ll a > Tin ep = en 5 Pr aibikdd Pe dl gi û Re …
Kk: BE Mk id Add r L í An B ml aliens Sane wert aid st
: id : sien nf BEN Eg le haf nat Pe
NN Lord 1 TTT es te tl ee
nd ha Td AR, Pele er 5 ET he rit
en EN: def Pakt if meed df ed PE n
hed Ee Li LT NL =
en n EEN > ie Ee : meae >
B A ; ê elk Î 3 ir es mm: en
en f We en …L Ì zi d de ne D nen rosse pn ET i | H: | |
| } fi | | |
: | Î | Î Í Î Eel
RE on Ta Î EN
Á À | | | : |
KE | RS
| kn | Es E
| or RN EN Da BEH |
| B EE eh 4 ken A
8 Ek er en / E eel | U
| NN EN A FA : dl
| pn dn hi é h | Í 3 L
| | a he
| RE De : , |
eN Ei z EK à
F | - PF E PA
‚Hoe we aan de stad werken
. De beleidscyclus
Agenda Samen stadmaken
Samenwerking over de gemeentegrenzen
‚ __Maakproces OVA2050, verantwoording en lessen
. De omgevingseffectrapportage
In dit deel maken we onderscheid tussen gemeentelijke processen, gekoppeld
aan de beleidscyclus, en externe processen, gekoppeld aan samen stadmaken en de
samenwerking met andere overheden. We beginnen met een analyse van de vernieuwing
in hoe we aan de stad werken. Daar komen vijf veranderopgaven uit voort. Daarna
laten we zien hoe de omgevingsvisie doorwerkt in de verschillende onderdelen van de
beleidscyclus. We geven met de agenda Samen stadmaken een impuls aan een betere
publiek-collectieve samenwerking. We laten zien hoe we de samenwerking met andere
overheden willen versterken en wat onze inhoudelijke inzet daarbij is. We blikken terug
op het maakproces van de omgevingsvisie en trekken daar lessen uit. Ten slotte staan
we stil bij de omgevingseffectrapportage (OER) en hoe deze rapportage heeft
bijgedragen aan de omgevingsvisie en de daarin gemaakte keuzes.
HI . . KJ
Uitbreiding van toffe broed-
plaatsen zoals Cinetol, die
echt wat nieuws en positiefs
de b in D 7
e Duurt In brengen:
Sarah | Stadsdeel Zuid
222 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe WIK)
nieuwe verbindingen, maar ook om nieuwe kinderen en ouderen wordt niet vanzelfspre-
/ O concepten als hubs. De werking van ditsysteem kend rekening gehouden. Daar meer ruimte
overstijgt project- en zelfs gemeentegrenzen. voor bieden betekent niet dat de stad een
optelsom wordt van voorkeuren van indivi-
HH O @ WW @ d d MN 2. Behoefte aan integrale sturing duen en kleinere en grotere groepen. Maar het
De tweede aanleiding raakt aan het betekent wel dat die meerstemmigheid moet
visiedeel, maar is meer intern gericht en doorklinken in het proces van stadmaken.
d À S t d d WW 5 r k @ NM organisatorisch van aard. Amsterdam kent in Als mensen zich herkennen in de stad en in
de ruimtelijke ontwikkeling een sterke projec- hun eigen leefomgeving ontstaat een grotere
tencultuur. De projecten stellen ons in staat mate van eigenaarschap en verantwoordelijk-
om binnen helder omschreven kaders aan de heid. Een belangrijk trend is de toegenomen
stad te bouwen. En daarin zijn we bijzonder zelforganisatie in de stad. De samenleving is
succesvol geweest. Met de versnelde groei van zelfredzamer en ondernemender geworden.
De Omgevingsvisie Amsterdam 2050 vervangt, na vaststelling door de gemeenteraad, de stad en de verschuiving van grootschalige Inwoners, ondernemers, al dan niet georgani-
de Structuurvisie Amsterdam 2040 als richtinggevend kader voor de ontwikkeling van de uitbreiding en verdichting naar kleinschaliger seerd in collectieven, vragen om ruimte voor
stad. De omgevingsvisie zal vanaf dan doorwerken in verschillende planningspraktijken. transformatie en inbreiding is het sturen op het ontplooien van hun initiatieven. Van die
Denk aan infraprojecten, herinrichting van de buitenruimte, gebiedsontwikkeling, stedenbouwkundige samenhang en kwaliteit kracht in de stad, de collectieve intelligentie
beleidsprogramma's, regionale samenwerking, bottom-upinitiatieven en regelgeving in van de stad via de projecten alleen niet meer van Amsterdammers, wil Amsterdam maxi-
het omgevingsplan. voldoende. Tegelijk is er sprake van een stape- maal gebruikmaken. Het biedt de kans om in
ling van stedelijke beleidsdoelen en eisen, die de verhouding tussen overheid, burgers en
binnen projecten nauwelijks op te lossen is. markt een verschuiving teweeg te brengen.
Nieuwe o pgaven in nieuwing van hoe we aan de stad werken. We
het stadm ke n willen op stedelijke schaal en gebiedsniveau Deels ligt de oplossing in een meer ke Aj DN ï
Amsterdam heeft een rijke traditie in steviger richting geven aan kwaliteit en samen- integrale manier van werken en maken van meh mms” 777 mal |
stadsplanning en stadmaken, die veel heeft hang en tegelijk de praktijken van gebiedsont- afwegingen binnen projecten. Maar er is ook ! :
opgeleverd. Niet eerder is er in een structuur- wikkeling diverser en lokaler maken en hier een groeiende noodzaak om op stedelijke Ï | Ur, Li
plan of -visie zo explicietaandachtbesteedaan andere vormen van ontwikkeling en waarde- schaal keuzes te maken over omvang van m En
de vraag hoe de visie dichterbij te brengen. Dat creatie naast zetten. De vernieuwingsopgave ontwikkelingen, fasering, grote investeringen eenn tE án | ze
hier zo expliciet aandacht aan wordt besteed spreekt ook uit de strategische keuze Samen en ruimtelijke samenhang. De instrumenten À Es HH E Î | | :
is geen toevalligheid, maar kent verschillende stadmaken. Aanleiding hiervoor zijn een en organisatiestructuur om dat structureel te u re ETE ' | u
aanleidingen. Kern hiervan is dat het verwe- zevental ontwikkelingen. doen ontbreken nu nog. Ook gaat de versnip- „ Led ss leem MT er
zenlijken van de in deze visie neergelegde perde besluitvorming over projecten en secto- ki, mm F E TTE
ambities en transities in de huidige context 1. _ Veelvormige ambities rale beleidsthema’s ten koste van de sturings- |=; El: Ï | | 8 d d'
alleen mogelijk is door anders, meer integraal, De afgelopen decennia zijn gebieds- mogelijkheden van bestuurders en maakt het ie KS ei er
op een opener manier, aan de stad te werken. ontwikkeling, infrastructurele werken en de gemeenteraad lastig om zijn controlerende aa Î "
Daarmee is het hoe-deel onlosmakelijk ver- openbare ruimteprojecten de grote stuwende en agenderende functie te vervullen. 7 7 3
bonden met en randvoorwaardelijk voorhetin krachten achter de transformatie van de stad = 8 | Def
praktijk brengen van de andere delen van deze geweest. Met de in het visiedeel geschetste 3. Grotere diversiteit en zelforganisatie Elf „ RE
omgevingsvisie. opgaven komen hier andersoortige projec- in de stad ike K ed
ten bij. De verduurzaming van de bestaande De derde aanleiding komt voort uit de Ei Î hp :
Anders betekent niet dat we de huidige stad leidt tot een transformatieopgave voor dynamiek van de stad. De voornaamste aanlei- en har,
praktijk overboord gooien. Er zijn veel aspec- bestaande stadsbuurten. In de centrale delen ding goed naar de Amsterdamse praktijk van
ten van die planningstraditie die we koeste- van de stad komt hier een gecombineerde het stadmaken te kijken, is verandering van de
ren. Onder ander de kennis, eigenwijsheid, opgave voor autoluw en verbetering van de samenleving. Een steeds diversere bevolking 4. Zorgen over het verdienvermogen van
betrokkenheid en samenwerkingsgerichte (groene) kwaliteit van de openbare ruimte bij. vraagt om een grotere diversiteit in de manier de stad op de lange termijn
houding van veel Amsterdammers en profes- In naoorlogse gebieden wordt dit gekoppeld waarop we de stad vormgeven. De stad biedt De vierde aanleiding komt voort uit de
sionals. Daar borduren we juist op voort! Ook aan een sociale en verdichtingsopgave. Dit is plek aan een grote variatie in leefstijlen, cultu- noodzaak de ambities te kunnen bekostigen.
nemen we geen afscheid van de praktijk van een veelvormig ambitie in complexe stukken ren en andere identiteiten. Zo wordthetsteeds De wijze waarop Amsterdam in samenwerking
projectmatige integrale gebiedsontwikkeling stad, die zich niet in de traditionele systema- knellender dat de stad vooral is ontwikkeld met de markt op kwaliteit stuurt, staat onder
en stedelijke verevening. Tegelijkertijd vra- tiek van gebiedsontwikkeling laat vangen. vanuit mannelijke behoeften, met te weinig druk. Binnen de kaders van marktwerking en
gen ontwikkelingen in de samenlevingen de Van een vergelijkbare omvang en impact is de aandacht voor het vrouwelijk perspectief. Met samenwerking met de markt probeert Amster-
Amsterdamse ontwikkelopgaven om ver- mobiliteitstransitie die niet alleen vraagt om de behoeften van mensen met een beperking, dam betaalbaarheid van woningen, duurzaam-
224 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 225
heid, architectonische kwaliteitte garanderen. de functie van emancipatiemachine bedreigd maatschappelijk initiatief en meer eigenaar- tieven of coöperaties, zouden deels de rol van
Aan die samenwerking verdient de stad ook en staat kansengelijkheid onder druk. schap en verantwoordelijkheid leggen bij de markt kunnen overnemen. Bouwgroepen,
geld, vooral door gronduitgifte in erfpacht. Amsterdammers. Dit samen stadmaken sluit wooncoöperaties en werkcollectieven kunnen
Hiermee wordt onze kwetsbare stad in stand 6. De doorgaande digitalisering aan bij de mogelijkheden die de Omgevingswet eenaandeel krijgen in de ontwikkeling van
gehouden en investeren we in bijvoorbeeld Digitalisering heeft nu al een grote impact biedt en geeft invulling aan de verbeteropga- de stad. Zij realiseren dan duurzaam betaal-
voorzieningen, groen en bereikbaarheid. De op het stedelijk leven en het functioneren van ven die in de wet geagendeerd worden. Daar- bare huurwoningen en werkruimten, die rust
afgelopen jaren blijkt het in toenemende mate stedelijk systemen. Positief en negatief. Negatief naast biedt ook de digitalisering kansen voor en continuïteit brengen in de dynamiek van
lastig om tegelijk de gewenste kwaliteit te rea- is de vervreemding die het smartphonegebruik het beter combineren van richting geven en Amsterdam. Democratisering werkt op ver-
liseren en voldoende opbrengsten voor markt met zich meebrengt en de ontwrichtende wer- ruimte bieden en het creëren van een gelijke schillende schaalniveaus op een andere wijze.
en overheid te realiseren. king van online platforms als Uber en Airbnb. informatiepositie. In gesprek met de stad moeten we lange-
Maar voor het samen werken aan de toekomst Dit leidt tot vijf aan elkaar gerelateerde termijnafwegingen maken en de hoofdlijnen
van de stad biedt digitalisering ook kansen veranderopgaven: bepalen. Op het niveau van buurten straat is
voor het delen van kennis en het toegankelijker juist ruimte voor meer directe en kortetermijn-
maken van het invloed uitoefen op gemeente- 1. Waarde creëren en behouden cocreatie.
lijke besluitvorming. De online participatie- Het samenwerken met de markt en de Daarom legt deze omgevingsvisie een
tools op OpenStad zijn daar een mooi voorbeeld huidige praktijk van grondexploitaties hebben ambitieuze agenda neer voor Samen stadma-
van. De rijksoverheid werkt samen met andere Amsterdam veel gebracht. Maar het systeem ken, zie het hoofdstuk Agenda voor Samen
overheden aan een Digitaal Stelsel Omgevings- staat onder druk. Erfpacht is ooit bedacht om stadmaken.
= E eren wet. Positief geformuleerd kan digitalisering lang-cyclisch waarde terug te laten vloeien
f En St nd bijdragen aan versnellen en het toegankelijker naar de samenleving. Op die manier zouden 3. Stedelijk sturen op ruimteclaims en
| w/ij x C maken van ontwikkelprocessen. we opnieuw naar waardecreatie kunnen kijken. ruimtelijke kwaliteit
. E à Vv oor pe De overheid kan zich opstellen als intermedi- De energietransitie, klimaatopgaven, de
- ET nd in de Rij 7. De invoering van de Omgevingswet air tussen kapitaal op zoek naar rendement en oplopende druk op woon- en werkruimte en
P, e EN T Í L F3 Een laatste aanleiding is gelegen in het vastgoedontwikkeling. Dat zou in de prak- een schaarste aan middelen leiden op project-
3 | KAVE El \ planologisch-juridisch domein. Momenteel tijk betekenen dat de gemeente de leningen niveau tot onoplosbare dilemma’s. Projecten
TTE == mm wordt gewerkt aan een Omgevingswet. Deze verstrekt waarmee vastgoed op in erfpacht zijn bovendien veel kleiner en veelvormiger
h- Î m F— NN wet zorgt voor een samenhangende aanpak van uitgegeven gemeentegrond ontwikkeld wordt. dan voorde crisis. Het sturen op samenhang,
En | al de leefomgeving, ruimte voor lokaal maatwerk Dit levert een langjarig rendement op vast- het benutten van kansen en het maken van
| n 2 RR en betere en snellere besluitvorming. Met de goed op, zoals dat nu al uit de erfpacht wordt keuzes op projectoverstijgend niveau is daarom
- Mid mm ed # wet, die naar verwachting in 2022 in werking verkregen. Hetligt voor de hand hiervoor waar noodzaak geworden. Dat vraagt om stedelijk
Terdkan : treedt, wordt het bestaande stelsel van ruimte- mogelijk met nieuwe partners te werken. Col- sturen op kwaliteit middels een stevige ruim-
lijke regels volledig herzien. Daarnaast wordt lectieven die zich richten op de ontwikkeling telijke en programmatische basisstructuur.
5. Noodzaak de stad betaalbaar te houden participatie bevorderd. Met de Omgevingswet van betaalbare woon- en werkruimten zouden Opdrachtgeverschap, beslismacht en verant-
Een vijfde aanleiding is de manier waarop doen ook een aantal nieuwe ruimtelijke planfi- interessante partijen kunnen zijn. woordelijkheid hiervoor moeten stevig bij het
het huidige ontwikkelmodel mede leidt tot guren hun intrede. De omgevingsvisie is er daar Deze en andere denkrichtingen zullen stadsbestuur liggen, dat daarbij voortdurend
prijsopdrijving van vastgoed. Steden zijn een van, maar daarnaast is iedere gemeente ver- als uitwerking van de omgevingsvisie verder en in intensieve samenwerking met de stad, de
gewilde beleggingsobjecten geworden. Inter- plicht een omgevingsplan op te stellen en biedt worden verkend. koers uitzet en bijstelt. Dat betekent dat afwe-
nationale kapitaalstromen maken aan de ene de wet de mogelijkheid voor omgevingspro- gingen over projectoverstijgende investeringen
kant grote investeringen in steden als Amster- gramma’s. Dit betekent een nieuwe wettelijke 2. Samen stadmaken en infrastructuur niet meer op het projectni-
dam mogelijk, en helpen zo bij de ontwikke- context: een grote verandering in de regelge- Samen stadmaken betekent zowel wat veau gemaakt worden. Projecten zijn daarmee
ling van de stad. Tegelijk is de toevloed van ving en het beleid voor de fysieke leefomge - voor de professionele partijen als voor gewone ook niet verantwoordelijk voor de financiering
kapitaal op zoek naarrendementzodanig dater ving. Deze nieuwe context is bepalend voor hoe Amsterdammers. Het gaat erom dat de verant- ervan of het voeren van de maatschappelijke
sprake is van een sterk prijsopdrijvend effect. de omgevingsvisie haar doorwerking vindt in woordelijkheid voor de toekomst van de stad discussie. Dit anders regelen vraagt om het
Het leidt er toe dat veel steden simpelweg omgevingsplan en -programma’s, maar ook wat breed gedragen wordt en dat het meebouwen opnieuw doordenken van de wijze waarop de
onbetaalbaar dreigen te worden voorinwoners hiervan de consequenties zijn voor ruimtelijke en invloed uitoefenen op de stedelijke besluit- Amsterdamse ruimtelijke sector is georgani-
en ondernemers. Dit vormt een reële bedrei- projecten en vergunningverlening. vorming laagdrempeliger wordt. Democra- seerd, hoe fondsen en financiering werken en
ging voor het functioneren van steden als tisering is meer dan meepraten. Het gaat om hoe rollen en verantwoordelijkheden ambtelijk
Amsterdam. Hoe kun je als stad door interactie meebouwen en samen programmeren van ingevuld worden.
en innovatie economisch succesvol zijn wan- Vijf verandero pgaven gebouwen en de openbare ruimte. Er wordt Dit komt tot uiting in een periodieke
neer nieuwe inwoners geen plek meer kunnen Om kort te gaan wil de gemeente Amster- nu al volop geëxperimenteerd met werkwij- stedelijke monitoring en evaluatie op de doelen
vinden en ondernemers geen plek kunnen dam op sommige punten meer richting geven zen, onder andere in zogenaamde commons. van de omgevingsvisie en in gebiedsgerichte
vinden om hun bedrijf te starten? Dan wordt en op andere punten meer ruimte bieden aan Burgers, al dan niet georganiseerd in collec- omgevingsprogramma’s die richting geven
226 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 227
aan integrale ruimtelijke afwegingen. Zie ook Daarmee is deze omgevingsvisie een uit-
hoofdstuk Omgevingsvisie onderdeel van de drukkelijke uitnodiging aan andere overheden °) 0
beleidscyclus. en doet deze een voorstel over hoe de samen-
werking te vernieuwen. Zie ook hoofdstuk
4. _ Samenwerking met andere overheden Samenwerking met andere overheden. O NM d @ r d @ @ | V d NM
Metropolen vormen wereldwijd mag-
neten voor jong talent en internationale 5. _Dienstverlenend en toegankelijk .
bedrijven. Voor een snel vergrijzend land Bij samen stadmaken hoort een open en d @ b 5 | À | d S C C | Ll S
als Nederland vervult Amsterdam dan ook toegankelijke houding. We streven naar een V
een belangrijke functie als demografische en gelijke informatiepositie voor alle initiatief-
economische motor. De tijd dat Amsterdam nemers. De gemeentelijke expertise wordt zo
op eigen kracht, en soms tegen het rijksbeleid ook ter beschikking gesteld aan andere partijen
in, kon groeien is voorbij. Zonder hulp uit Den dan alleen gemeentelijke en professionele.
Haag en zonder overeenstemming in de regio Dat doen we door alle informatie op een zo De omgevingsvisie maakt deel uit van een zogeheten beleidscyclus. De Omgevings-
is een schaalsprong van de stad onmogelijk en eenvoudig mogelijke manier toegankelijk te wet maakt onderscheid in vier fasen: beleidsontwikkeling, beleidsdoorwerking, uitvoering
zelfs onwenselijk. Staden Rijk moeten daarom maken, waarbij we de mogelijkheden van digi- en terugkoppeling. Op basis van terugkoppeling (monitoring en evaluatie) kan de cyclus
tot een gezamenlijke doelstelling komen. talisering ten volle benutten. Ook verbeteren opnieuw worden doorlopen. In de beleidscyclus krijgt het sturen op ruimtelijke kwaliteit
Amsterdam zal daarvoor de samenwerking we onze dienstverlening naar zowel profes- en samenhang tussen projecten en op het niveau van de stad en de regio vorm.
met de provincie, regio en zeker ook met de sionele partijen als andere Amsterdammers. Daarnaast maakt het ook de samenhang tussen omgevingsvisie, omgevingsprogramma,
agglomeratiegemeenten, moeten zoeken. Procedures, data en instrumentarium wordt zo omgevingsplan en ruimtelijke projecten inzichtelijk. Dit moet in samenhang gezien worden
Het op regionale schaal slim investeren in de toegankelijk mogelijk gemaakt, zodat Amster- met meer organische samen stadmaken en met de samenwerking met andere overheden.
energietransitie, stedelijke kwaliteit als groen, dammers die actief willen stadmaken niet
openbare ruimte, voorzieningen en duurzame afhankelijk zijn van een grote eigen inbreng in De omgevingsvisie vormt een belangrijke
mobiliteit en het afstemmen van de stadsont- tijd of expertise. Waar initiatiefnemers hulp stap in de beleidsontwikkeling en doet dit van- 5 “8 Bay Ë
wikkeling op deze investeringen staat daarbij nodig hebben om de informatie te vinden of te uit integraal perspectief. De richtinggevende oe. ve
voorop. interpreteren, bieden we deze aan. uitspraken in de omgevingsvisie werken door 0 NN,
in de andere kwadranten van de beleidscyclus & ze
(zie afbeelding). In dit hoofdstuk gaan we in op: 5 ondere ar avanadte %
* doorwerking in beleid en programma’s; B, Ì 5
me e doorwerking in projecten en experimenten; Toezicht en handhaving le
nr e _ relatie omgevingsplan;
> ; * monitoring en herijking omgevingsvisie. Omgevingevisle’
N ED _ lau ten Aactent ta tiate cmgevingswaarden
' ‘ ns Nn ú u L . Ee TTET 2 eee
EE È in Î aat ruimte Doorwerking in beleid :
EN t : eN d en programmas ee! aen »
ke | oe: over voor de nnie é
: Be: T 5 El . Thematische programma's Gi Een ERGE >
PL E iS ded mensen IN Momenteel kent de gemeente Amsterdam S eis ailes A
lr aleen breed palet aan beleid en programma’s 5 eo
RS u | ee À Mm st e rd d Mm voor de fysieke leefomgeving. De beleids- Vo ol”
HS À mn ie: ke ‚mr ER ge. agenda in Deel II WAT biedt een overzicht van ui
rn rn. - En gh | DS © 4 O Mm Ze Hf te dit beleid vanuit een integrale benadering en p
es 5 | pmm E E en agendeert nieuwe accenten en uitwerkopgaven.
5 — E F ee LS sa à d. pr b e dl en ke nen Deels is dit beleid gekoppeld aan program- Integrale gebiedsgerichte programma's
E : Ì er deme + Er EE H ma’s zoals de Agenda Autoluw. Veel van deze Daarnaast vragen de ambities uit de
Lil e ï k
se Ee „rn E arm WE p t e C re e re n programma’s combineren het formuleren van omgevingsvisie om sturing op integrale
mn 4 | ; WE concrete beleidsdoelstellingen meteen uitvoe- gebiedsgerichte programma’s. Dit biedt de
Le „AB Nicole Oosterveer | Stadsdeel Noord ringsprogramma. mogelijkheid om integrale ruimtelijke en
programmatische afwegingen tussen pro-
jecten te maken en te sturen op de samen-
hang van verschillende ontwikkelingen en
228 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 229
de directe omgeving. Ook hier gaat het om voor de middellange termijn. Hiervoor worden ale en economische domein wordt opgesteld. Daarbij is het niet de bedoeling dat om de twee
een combinatie van het formuleren van een opbrengsten van sectorale en gebiedsgerichte Dit advies helpt om aan het begin van het pro- jaar een hele nieuwe visie ontwikkeld wordt.
gebiedsvisie met een ontwikkelstrategie en omgevingsprogramma’s gebruikten wordt ject goede keuzes te maken over strategische Hetidee is dat de visie met de vijf strategische
uitvoering. Binnen Amsterdam onderzoeken de koppeling gelegd met de ontwikkelingen uitgangspunten en geeft duidelijkheid naar keuzes en de ruimtelijke en programmatische
we of we op gebiedsniveau ontwikkelingen, die vanuit markt en maatschappij autonoom betrokken partijen. De verwachting is dat daar- hoofdstructuur, zeker voor een periode van
kansen en opgaven periodiek met elkaar in plaatsvinden. mee in de latere procesfasen minder interne tien jaar houvast moeten kunnen bieden.
verband kunnen brengen. Hiervoor zoeken afstemming en onderzoek nodig zal zijn. Pas in
we naar een schaalniveau waarop duidelijk Zowel gebiedsgerichte als thematische latere projectfasen wordt op sectoraal beleid en De gemeente kent een groot aantal pro-
ruimtelijke afhankelijkheden bestaan tussen programma’s kennen een participatietraject op het kaderstellend advies getoetst, waardoor ducten waarin over de voortgang van beleids-
ontwikkelingen, nieuwe kansenenopgavenin en worden door B&W als uitwerking van de ook de toetsing eenvoudiger is. Indien zich ambities wordt gerapporteerd. Maar voor de
bestaande buurten. Een eerste aanzet hiertoe omgevingsvisie vastgesteld. Wanneer deze grote veranderingen in een project voordoen, evaluatie en herijking van de omgevingsvisie
vormt de gebiedsindeling uit het hoofdstuk fundamentele beleidswijzigingen of investe- is een aangepast kaderstellend advies op basis is een aanvullende monitoring nodig. Zeker
over de fasering. Waar nodig kunnen gebieds- ringsbeslissingen vragen, is dit een bevoegd- van de omgevingsvisie wenselijk. gezien de stevige koppeling die we in de visie
gerichte programma’s ook in samenwerking heid van de gemeenteraad. maken tussen ontwikkelingen en bijbehorende
met Rijk en regio worden opgezet. Het werken investeringen in voorzieningen, bereikbaarheid,
met gebiedsgerichte programma’s kan bijdra- Relatie om 9 evin gspP lan openbare ruimte en groen. Verkend wordt of het
gen aan een betere samenwerking tussen het Doorwerkin 9 In Pp roj ecten Het omgevingsplan gaatnainvoeringvan OER, netals de omgevingsvisie, kan worden
fysieke, sociale en economische domein. De omgevingsvisie werkt via gebieds- de Omgevingswet op een nieuwe manier alle doorontwikkeld tot een ‘levend’ document.
gerichte en sectorale programma’s door in regelgeving van de gemeente voor de fysieke Het beoordelingskader, met de twaalf kern-
de ig L tE n ruimtelijke projecten. Maar de omgevingsvisie leefomgeving structureren. Dit betekent dat waarden gekoppeld aan het sociaal fundament
Be Ke Ein r ari P à fungeert ook direct als startpunt en kader voor de komende jaren alle gemeentelijke bestem- en het ecologisch plafond, speelt daarin een
| ennen tlm uitwerking in stedenbouwkundige en open- mingsplannen zullen moeten worden omge- belangrijke rol; zie afbeelding. Het OER kan een
L == ! | 5 5 ae Sn B ” H DN bareruimteplannen. Bij die doorwerking in zet naar het omgevingsplan. Op het moment monitoringsinstrument voor de Amsterdamse
u Bae e= l | a ” Ee Pek) projecten maken we op het moment van vast- van inwerkingtreding van de wet (voorzien fysieke leefomgeving als geheel worden, dat
Ee | E Rh eel Er a stelling van de omgevingsvisie onderscheid 1 januari 2022) vormen de dan geldende inzichtelijk maakt hoe waarden, analyses en
el Ht ER il 8 Palin = as ll . : trein: : : :
zi Ti ie Et 4 En | Lr ef J rn tussen lopende projecten en nieuwe initiatieven. bestemmingsplannen een omgevingsplan van beleidskeuzes met elkaar samenhangen.
ne Dd RE á nl rechtswege. Geleidelijk zullen deze worden
pf er = ir  eig, bek : a ï Kel -. s Lopende projecten omgezet naar de vorm en vereisten van het Naast monitoring op kwantitatieve ambi-
ee Dit mel hr ket De doorwerking van de omgevingsvisie in omgevingsplan. Dit gebeurt enerzijds door ties is daarbij van belang dat ook kwalitatievere
rappen meae Te vir ne de . en: . . . .
| rice Kd eren ae ek lopende projecten is indirect. De omgevingsvi- middel van een set van generieke, voor de stad ambities gemonitord worden. In hoeverre geeft
| 4 Rede À Hod 2 ee Ì v f „ eel ene 5 " 3 sie kan aanleiding geven om sommige lopende als geheel geldende regels, en anderzijds door Amsterdam invulling aan de ambities stads-
he f „ he | de RR projecten te herijken of aan te passen of van gebiedsspecifieke regels. Op het moment dat ontwikkeling meer participatief te maken?
: a : Pk : 5 3 he rn rin ed A Ee is extra urgentie te voorzien. De omgevingsvisie ook gebiedsspecifieke regels aan het omge- Welke signalen ontvangen we uit de stad over
4 er de Th ; Nee | et ke ì agendeert een aantal nieuwe ontwikkelingen vingsplan worden toegevoegd, kunnen hieraan hoediezich ontwikkelt? Vraagt dit om andere
;- AT EDE a tr ij EE Ae ed 1 Pi la vele en is het richtinggevend kader hiervoor. Daar- ook de uit de omgevingsvisie voortvloeiende accenten of instrumenten? Ook dergelijke
7 ei ple 3 20 es zl Wes. k naast biedt de omgevingsvisie een afwegings- regels worden toegevoegd. vragen zijn onderdeel van de monitoring en
kader om nieuwe initiatieven te beoordelen, uiteindelijke herijking van de omgevingsvisie.
Integraal stedelijk omgevings- zowel van de gemeente als van externe partijen. Van belang in deze overgangsperiode is
programma de mogelijkheid om af te kunnen wijken van wtuurljk
Om op de voortgang van stedelijke doelen Nieuwe projecten het bestemmingsplan, de zogenaamde buiten- ENE
te sturen en stedelijke samenhang tussen De wijze waarop de omgevingsvisie als planse omgevingsplanactiviteiten. Belang-
sectorale en gebiedspecifieke beleidsdoorwer- basis dient voor nieuwe projecten gaan we rijke grond voor een dergelijke afwijking is de LE
king te bewaken, wordt een integraal stedelijk onderzoeken. Gedacht wordt aan beknopt omgevingsvisie. De mate waarin ontwikke- Pe $ EK
omgevingsprogramma opgesteld. Hierin advies dat als kader meegegeven wordt in de lingen bijdragen of afdoen aan de in deze visie 3 | hi A
wordt de optelsom van ingrepen in de leefom- initiatieffase. Dit advies geeft ruimtelijke en geformuleerde kernwaarden vormen hierbij 3 f ns” 7 De — 2
geving voor de stad inzichtelijk gemaakten het programmatische uitgangspunten mee voor een belangrijk toetsingskader. 2 gereionat Deanne,
bestuur om keuzes gevraagd. Hiermee wordt een project, gebaseerd op de omgevingsvisie en ‚ On = al S / < In
ook bijgedragen aan monitoring en evaluatie daarbinnen op de Ruimtelijke en programma- Monitorin g en her IJ kin g Le ee
van de omgevingsvisie. Het stedelijk omge- tische basisstructuur, de Hoofdgroenstructuur Omg evin gsvis ie
vingsprogramma wordt vierjaarlijks (aan het en ruimtelijke reserveringen voor infrastruc- De omgevingsvisie wordt een dynamisch
begin van een collegeperiode) opgesteld. Het tuur en openbare ruimte. Van belang is dat dit document dat tweejaarlijks gemonitord wordt
beschrijft de ambities uit de omgevingsvisie advies in samenwerking met het fysieke, soci- en op basis daarvan een update kan krijgen. Klimaatneutraal
230 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 231
°) 1 Samen stadmaken met
(semi)professionele partijen
AN @ NM d d Brediuslocatie in de Spaarndammerbuurt, stadsdeel West
Q Voor het project Bredius zijn kavelregels opgesteld in overleg
met buurtbewoners. De regels gaan onder andere over doorstroming
G d MN 5 NM S t d d MN d k @ NM vanuit sociale woningbouw en duurzaamheid. Op een aantal punten
van duurzaamheid zijn de regels zelfs ambitieuzer dan het gemeente-
lijk beleid. Ze zijn als leidende principes overgenomen in het bestem-
mingsplan. Alle stappen zijn bovendien onder toeziend oog van de
bewoners gezet. De kavelregels zijn vertaald in de tenderbrochure.
De bewoners krijgen stevige invloed op de selectie van de ontwikke-
Met Samen stadmaken willen we meer ruimte voor diversiteit en eigenheid in de manier onele partijen aan de lat om het tempo van de laar, waarbij op één criterium zelfs 100%. Dat is het criterium ‘duur-
waarop we aan de stad bouwen. We hebben een open en nieuwsgierige houding en zijn woningbouw en vastgoedontwikkeling hoog zame relatie’ van de inschrijver met de buurt, waarbij wordt gevraagd
gericht op goede samenwerking. We werken samen met professionele partijen, zoals de te houden. De gemeente werkt intensief samen dat de projectontwikkelaar zich duurzaam verbindt aan de buurt.
woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars, beleggers en grote instellingen, maar zijn met projectontwikkelaars, woningcorporaties,
tegelijk op zoek naar het verbreden van het ontwikkelpalet. Een uitdrukkelijke wens is om architecten, beleggers en bouwbedrijven. K-buurt, stadsdeel Zuidoost
Amsterdammers een meer actieve rol te geven. Dat geldt voor beheer en programmering We gaan deze vertrouwde samenwerking ver- In de K-buurt is de gemeente samen met het buurtplatform
van de eigen leefomgeving, ruimte voor lokaal ondernemerschap, maar ook bij het der optimaliseren. Daarnaast zetten we nieuwe Hartvoordekbuurt en de corporaties een stedenbouwkundig plan aan
daadwerkelijk bouwen aan de stad en het invulling geven aan de energietransitie. richtingen uit in het stadmaken. De gemeente het maken. De buurt zit aan het stuur en de ambtenaren faciliteren
daagt zichzelf en professionele partijen uit en produceren. Belangrijk daarbij is dat het plan niet alleen woningen
Kort gezegd zijn er drie aanleidingen voor sche besluitvorming. We willen meer gebruik- om de toenemende betrokkenheid van lokale oplevert voor nieuwe bewoners, maar ook de huidige bewoners veel
de Agenda Samen stadmaken. Ten eerste is de maken van collectieve kennis en ondersteunen ondernemers en bewoners nog beter tot zijn brengt. Daarnaast wil de buurt haar eigen DNA behouden. De buurt
komst van de Omgevingswet een belangrijke lokale visievorming. recht te laten komen. Het gaat hierbij om een heeft gestreden en van het bestuur een sterke positie gekregen in de
aanjager. Deze daagt ons uit met een nieuwe rijke diversiteit van betrokkenen en initiatief- plannenmakerij. Ook hebben zij zich geprofessionaliseerd omdat er
blik te kijken naar het bouwen aan de stad. De De Agenda benoemt vijf voorwaarden nemers, klein en groot, individueel en collec- binnen een jaar een SP moet liggen. Er is financiële ruimte geschapen
opgave is om de stadsontwikkeling te demo- voor het Samen stadmaken: tief. Hiermee kunnen we de ontwikkelpraktijk om professionals in te huren als dat nodig is. Het SP wordt uitein-
cratiseren en een gelijke informatiepositie voor 1. ruimte maken voor diverse partijen; van de toekomst nog diverser maken. delijk door het buurtplatform gepresenteerd aan de gemeenteraad
burgers te garanderen. Ten tweede willen we 2. open ontwerpen; waarbij het plan bestaat uit een goede basis met extra’s of opties.
meer ruimte bieden aan initiatief “van onderop’ 3. instrumentarium voor Samen stadmaken; We maken onderscheid tussen de grotere
in de bouw en meer ruimte voor variatie in 4. waardecreatie voor en door lokale nieuwbouwopgaven in te transformeren gebie- Klaprozenbuurt, stadsdeel Noord
woonwensen en exploitatievormen binnen de gemeenschappen; den enerzijds en kleinschalige ontwikkelingen In de Klaprozenbuurt in Amsterdam-Noord heeft een groep
reguliere ontwikkelaarsbouw. Ten derdeiserde 5. democratische besluitvorming op basis in het bestaande stedelijke weefsel anderzijds. bewoners uit de buurt een belangrijke rol gehad in de plannen voor
noodzaak om met stadsontwikkeling te bou- van collectieve kennis. Voor beide geldt de zoektocht naar meer eige- de verandering van het gebied. Omdat ze niet tevreden waren over de
wen aan gemeenschapswelzijn en waardecre- naarschap van omwonenden en meer lokale plannen die de gemeente presenteerde, kwamen ze zelf met een visie
atie voor en door lokale gemeenschappen. Een Elke voorwaarde wordt toegelicht en waardecreatie, maar de accenten verschillen. op de nieuwe buurt. De gemeente is daarin meegegaan. Gemeente en
belangrijk aspect hierbij is de betaalbaarheid van gekoppeld aan verbeterdoelen en actiepunten. In nieuwe gebiedsontwikkeling staat de buurt hebben de architecten Auguste van Oppen van BETA, Han-
wonen en stedelijk leven in Amsterdam. Almet Aan heteind van de agenda staan ze op een rij. woningbouw productie centraler dan bij pro- nah Schubert van Bureau B+B en Tjeerd Haccou van space&matter
al vraagt dit om nieuwe richtingen in het stad- Voor deze agenda laten we ons onder andere jecten in de bestaande stad en is het zaak te zor- ingeschakeld om samen met de buurt en de gemeente een ontwerp
maken. Eigenaarschap staat hierbij centraal. inspireren door de ervaringen uit het maak- gen voor de goede aansluiting met omliggende voor de nieuwe Klaprozenbuurt te maken. De drie architecten wonen
proces van de omgevingsvisie. De wijze van buurten. In de bestaande stad ligt de focus zelf in de buurt.
Meer eigenaarschap voor Amsterdammers vroegtijdig en gelijkwaardig samenwerken met sterker op gemeenschapsbouw.
vergroot de betrokkenheid bij, verantwoor- verschillende groepen Amsterdammers, zoals Jonas IJburg, stadsdeel Oost
delijkheid voor en vertrouwen in de toekomst de vrouwenadviesraad WomenMakeT heCity, Professionele partijen Met intensieve bewonersbetrokkenheid is het project Jonas tot
van de stad en de buurt. Deze wens tot meer is zeer waardevol gebleken. De samenwerking tussen de gemeente stand gekomen. Ontwikkelaars Amvest en SITE Urban Development
eigenaarschap voor Amsterdammers kan in en professionele partijen in de gebiedsont- hebben veel tijd en energie gestopt in het creëren van draagvlak in en
nieuwe ontwikkelvormen gestalte krijgen, wikkeling kent een rijke geschiedenis. Met de betekenis voor de buurt. Dit heeft geleid tot het plan voor een ener-
waar Amsterdammers als stadmakers meebou- Ruimte maken voor markt zijn we in staat gebleken grote aantallen gieneutraal gebouw, maar er is ook ingezet op sociale duurzaamheid.
wen aan betaalbare woningen en werkruimten. diverse Pa rtij en woningen te bouwen. De mechanismen van In het gebouw komen gemeenschappelijke ruimtes voor nieuwe
Naast nieuwe ontwikkelvormen maken we De ontwikkelopgave in Amsterdam is stadmaken met professionele partijen zijn voorzieningen in de buurt.
ruimte voor het verbeteren van de democrati- groot. Samen met de gemeente staan professi- inmiddels goed geolied. Als gemeente nodigen
232 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 233
we de professionele partijen uit met ons te ver- Coöperaties Samen stadmaken maakt de ruimte hiervoor van Samen stadmaken niet vanzelfsprekend
kennen hoe het Samen stadmaken verder vorm Er komt ook meer ruimte voor woon- en groter en gelijkwaardiger. Uiteindelijk is voor iedereen is weggelegd. Dit heeft te maken
te geven. De ontwikkeling van de stad gaat energiecoöperaties en verschillende vor- iedereen die actief bijdraagt aan de stad een met de afstand tussen de overheid en sommige
de afgelopen jaren namelijk zo snel dat dit bij men van collectief zelf beheer (commons, zie stadmaker. Er zijn stadmakers die zich hebben groepen in de samenleving. Taalbarrières en
verschillende groepen in de samenleving leidt kader). Stadslandbouw, woon- en energieco- ontwikkeld tot (semi)professionele sleutelfi- cultuurverschillen staan goede samenwerking
tot vervreemding. Het thuisgevoel staat onder operaties zijn voorbeelden van hoe bewoners guren die zeer betrokken zijn bij lokale ont- vaak in de weg. Bovendien zijn veel groepen in
druk. Het is daarom van belang omwonenden verantwoordelijkheid kunnen nemen voor wikkelingen en initiatieven. Zij zijn in staat te de stad niet bezig met lokale besluitvorming
en lokale ondernemers meer eigenaarschap te de directe leefomgeving. Ruimte maken voor schakelen tussen de formele wereld van plan- omdat werk, mantelzorg of het sociale leven
geven over toekomstige ontwikkelingen. We collectief zelf beheer in de stad betekent niet en besluitvorming en de informele wereld van en soms overleven (om de eindjes aan elkaar
laten ons hierbij inspireren door voorbeelden alleen ruimte maken voor lokale netwerken en de alledaagse praktijk in de buurten. Ook zijn te knopen) voorgaan. Hierover gaat het in de
waarin (semi)professionele partijen metlokale coöperatieven, ook maken we daarmee ruimte creatieve makers nodig om complexe, maat- paragraaf Benutten collectieve kennis en verbe-
betrokkenen tot gezamenlijke projectontwik- voor democratische vernieuwing en sociale schappelijke uitdagingen, zoals gebiedsont- teren democratische besluitvorming. Daarnaast
keling komen. Denk aan Jonas op IJburg en innovatie, met meer gezamenlijke vormen van wikkeling, mede het hoofd te bieden. Zij zijn moedigt de gemeente collectieven en buurt-
Bredius in de Spaarndammerbuurt. publieke waardecreatie in de wijk en de buurt. in staat met innovatieve werkwijzen anders groepen aan om het organiserend vermogen
Daarom verbindt deze Agenda Samen stadma- te kijken naar problemen en oplossingen. De te vergroten door samen te werken met maat-
Lokaal ondernemerschap ken zich met de democratiseringsagenda van gemeente gaat daarom nauwer samenwerken schappelijke instellingen als woningbouwcor-
We gaan meer ruimte bieden aan initia- het college waarin afspraken gemaakt worden met de Sociaal Creatieve Raad. poraties en met de stadmakersbeweging.
tieven van velerlei aard. Dit is een voorwaarde over de samenwerking tussen de gemeente en
voor het laten bloeien van delokale wijkecono- lokale coöperatieven om de publiek-collectieve Als gemeente gaan we met de stadmakers- |
mie. Het gaat hierbij om innovatieve (ambach- samenwerking te verankeren. beweging en creatieve makers uit van het prin- :
telijke) maakbedrijven, horeca, detailhandel cipe dat alle deelnemers (van buurtbewoner tot à re
en sociaal, circulaire bedrijven en cultureel Concreter zullen we ook kleinere, bot- projectontwikkelaar) aan het Samen stadmaken n 4 nj - „Nl
ondernemerschap. En uiteraard alle mengvor- tom-up-initiatieven ondersteunen en volgen, experts zijn, allen op verschillende manieren. E 5 H H u IJ ee Î hoed | 7
men hiervan. Kleine ontwikkelingen moeten zoals de Community Land Trust Bijlmer (CLT). Dit komt onder andere tot uiting in het veran- tan E k E m nm he _- Weka Tk Tie
in de stad kunnen ontstaan en groeien. Lokaal In de H-buurt in Zuidoost is een collec- keren van organisch ontwikkelen met buurt- ns ed ra Ta Ee.
ondernemerschap krijgt ruim baan. Het helpt tief bezig met het realiseren van duurzame, focus. In aansluiting op de grotere vormen van E ï E E E a Ä ì eg | | | ll | À
als in de buurten meer kleinschalige, betaal- betaalbare woningen voor en door de lokale gebiedsontwikkeling is het met name in de | mn 1 ie EE | dd
bare en flexibele ruimtes zijn. Ook planolo- gemeenschap. Groepen als deze pionieren op toekomst nodig om de aandacht te verschuiven Í ï EE ï nt Ze Kn ET En zij JN
gisch-juridisch is ruimte nodig. Ruimte voor het gebied van nieuwe, collectieve vormen van uitleg van de stad naar zorgvuldige ingre- hr Am _— Fi 5 N | | 2 5 a |: BREE
… : : : : . Er == EN een en
ondernemers draagt ook bij aan de doelen uit van eigenaarschap en zeggenschap over zowel pen in de bestaande stad. Organisch ontwik- p = e _— ee f h | …n NI [
de paragrafen over Kansengelijkheid en Voed- vastgoed en grond, als ‘losgoed’ (spullen) en kelen met buurtfocus gaat over het koesteren ke Lj Î JL |L — a, en nn Ì ni |
sel en stadslandbouw uit de beleidsagenda en diensten (denk o.a. aan beheer). In dit soort van wat waardevol is, de kleinere ingrepen die es ì mj EN | =
de wens om kwetsbare wijken tot meer econo- projecten wordt ook het belang van capa- als kantelpunt werken, de alledaagse praktijk B | E | | | Î | Ef
mische bloei te laten komen. Vernieuwing van _ citeitsopbouw erkend. Ditis nodig om op van beheer en onderhoud, sociale veiligheid, f me ms En Tk er;
ons detailhandelsbeleid op deze punten is langere termijn een mate van zelforganisatie toegankelijkheid, het organiseren en uitlokken nd : me ne
een uitwerkingsopgave voor de komende tijd. bij brede groepen te ontwikkelen, om dingen van ontmoeting, het alledaagse werk van bewo-
effectief voor elkaar te krijgen, ook (of juist) nerscommissies enzovoort. Het gaat om met
voor burgers bij wie dit nu niet zo vanzelf- een liefdevolle en verfijnde blik kijken naar wat O Pen Oo ntwe rpen
Toelichtin g COMMONS sprekend is (zoals nieuwkomers, burgers er alis en groeit en hoe buurtbewoners beteke- Open ontwerpen staat voor de gezamen-
De commons is een wetenschappelijke en wat met beperkingen en/of achterstand t.o.v. de nis aan hun eigen leven enleefomgevinggeven. lijke opgaveeen open stad te maken. Dat geldt
abstracte term voor een organisatievorm. Commons zijn ‘gemiddelde Amsterdammer’). Een investering In de Visie op de Binnenstad van Amsterdam zeker in de bestaande stad en in delen van de
democratische zelforganisaties waarbij de deelnemers aan de voorkant verdient zich op die manier 2040 wordt dit uitgelegd als ‘tuinieren’. Met stad waar gebieden met veel ontwikkeling in
samen zorg dragen voor een collectief goed. Denk bijvoor- op termijn terug, want bewoners kunnen zelf deze benadering blijven we dichter bij de leef- verbinding staan met aangrenzende buurten
beeld aan kennis, energie, voedsel, duurzaam waterbeheer, aan de slag en weten effectief wensen, zorgen wereld van buurten en lokaal initiatief. en hun bewoners. Belangrijk is dat in deze
zorg, en meer. Een heel oud voorbeeld in Nederland zijn de en ideeën om te zetten naar acties, met onder nieuwe stukken stad ook een mate van open-
waterschappen. Recentere voorbeelden zijn Wikipedia en andere de gemeente als partner. Waken voor elitair gehalte stadmaken heid en onafheid blijft, die ruimte biedt voor
energiecoöperaties. De commons zijn onderdeel van een Om te voorkomen dat het speelveld van bewoners en ondernemers om op in te haken.
wereldwijde beweging, ook wel de coöperatieve beweging Buurtbewoners, stadmakers en Samen stadmaken slechts een kleine groep De fysieke leefomgeving moet in staat zijn om
genoemd, omdat deze vaak in coöperatie-vorm wordt creatieve makers Amsterdammers aanspreekt, is het van belang in de tijd veranderende behoeften een plek te
georganiseerd. Maar ook in stichtingen, in verenigingen of Met de omgevingsvisie willen we de stad- plan- en besluitvorming toegankelijker te geven, zodat de geplande stad ruimte biedt aan
meer informele samenwerkingsverbanden. makerscultuur en de hoge mate van zelforga- maken en de informatiepositie gelijkwaardiger. de geleefde stad. Zo houden we vast aan de eco-
nisatie in Amsterdam versterken. De Agenda We realiseren ons dat meedoen aan het proces nomische en culturele diversiteit van Amster-
234 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 235
dam. De stad als markt- en broedplaats voor op grote schaal geëxperimenteerd wordt met data en informatie die er over de leefomgeving
allerlei spontane en onvoorspelbare functies, andere ontwikkelvormen zoals wooncoöperaties is ter beschikking. Dit komt niet alleen ten Mo e [ej | ij ke uitwerkin ©)
ontmoetingen en activiteiten. De stedelijke en het bieden van zeggenschap vanuit de omge- goede aan de actieve Amsterdammer, die met buurtbatenovereenkomst
ruimte laat ruimte voor improvisatie, waar- ving en de toekomstige bewoners. die informatie beter weet water gebeurten wat * _ Erissprake van wezenlijke invloed op de plannen in een vroegtijdig
door lokale en unieke kwaliteit kan ontstaan. er mogelijk is in de leefomgeving. Het zorgt stadium vanuit de buurt, zodat zij kunnen helpen het plan beter te
Werken aan de geleefde stad ook voor efficiëntere samenwerking in de keten maken vanuit het perspectief van de buurt.
Uiteindelijk komt open ontwerpen neer Daarvoor is openheid naar de collectieve van planvorming tot uitvoering en beheer. Het * _ Het plan draagt bij aan de omgevings- en leefkwaliteit in de buurt
op een nieuwsgierige houding en procesmen- kennis uit de stad nodig. We dagen onszelf als is de verantwoordelijkheid van de gemeente (denk aan investeren in de publieke ruimte en meeliften moestuin-
taliteit. Daarbij hebben we alle betrokken gemeente en professionele partijen uit manie- dat zij geen informatievoorsprong heeft en snel project van bewoners met het plan).
partijen nodig. De brede toegankelijkheid tot ren te zoeken om de geplande stad beter te laten kan reageren op de aanvullende informatievra- * _Het plan helpt om een aantal sociale doelen in de wijk te realiseren
plan- en besluitvorming is hierbij cruciaal. aansluiten op de geleefde stad. De planners, ont- gen van Amsterdammers. zoals het principe van social return, maar bv ook realiseren van buurt-
Evenals steviger verankerde, voortdurende werpers, bouwers en ontwikkelaars van de stad huiskamers.
dialoog met de stad. Daarover meer in de vol- zijn hierin partners met onmisbare expertise c) _ Plan-, ontwerp- en rekeninstrumentarium * _ Het plan draagt bij aan de buurteconomie. Dat kan variëren van ont-
gende paragrafen. en capaciteiten. Om dit te oefenen gaan we aan is voor de stad wikkelaars die hun materialen en onderaannemers uit de buurt halen
de hand van de nieuwste inzichten over plan- Bij het werken aan de leefomgeving wordt tot het terugvloeien van een deel van de winst naar de buurt.
Groeiende onbetaalbaarheid ningsprocessen het experiment aan in een nader gebruikgemaakt van technieken en modellen
De open ontworpen stad is ook mede een te bepalen ruimtelijk project (werktitel voor het voor het rekenen en tekenen aan de stad. We Voor deze 4 vormen van win-win zijn de georganiseerde buurtbewo-
antwoord op de groeiende onbetaalbaarheid experiment: Werken aan de geleefde stad). streven ernaar dit instrumentarium zoveel ners de gesprekspartner voor de ontwikkelende partij. Afhankelijk van de
van de stad. Een groter wordende groep heeft mogelijk ter beschikking te stellen aan Amster- netwerken in de buurt wordt in samenspraak met de gemeente en de ont-
steeds minder toegang tot de stad. Het beter dammers. Waar traditioneel een flinke mate wikkelende partij bekeken hoe je dat praktisch organiseert.
tegemoetkomen aan de behoeften van groe- Instrumentarium voor van expertise nodig was voor het bedienen van
pen die niet als vanzelfsprekend meepraten samen stadmaken reken- en tekenprogramma’s, is het door de
en —beslissen schept kansen voor ondernemer- Onderdeel van het bredere ‘ontwikkel- toegenomen rekenkracht van computerssteeds hoeverre en op welke manier het algemeen
schap en maatschappelijk initiatief in kwets- palet’ van het Samen stadmaken is nieuw eenvoudiger geworden om complexe bereke- belang bediend wordt met verschillende
bare wijken. gemeentelijk instrumentarium. Een meer ningen snel te maken en directte laten zien wat ontwikkelingen. We vragen alle initiatieven
actieve rol van Amsterdammers vraagt van de het betekent voor deleefomgeving. Ditinstru- om ietsterugte geven aan de stad dat in ver-
Buurten bouwen gemeente actief aanmoedigen en ondersteunen. mentarium kunnen Amsterdamse stadmakers houding staat tot het profiteren van de stad.
Binnen de stad vind je zeer verschillende We stellen data, instrumenten en expertise ter gebruiken om de collectieve kennis in de stad Het wederkerigheidsprincipe maakt nieuwe
buurten. leder vragen ze om een eigen bena- beschikking aan de stad en zoeken actief naar te vergroten en hun eigen plannen en visies te afspraken mogelijk over het combineren
dering, die voortkomt uit maatschappelijke en reactie op gemeentelijke voornemens in wijken onderbouwen. van individueel belang en collectief belang
economische ontwikkelingen. Identiteit ontstaat en buurten. We benutten de mogelijkheden en voorkomt dat individuen of organisaties
niet op een tekentafel en is nietafdwingbaar en van digitalisering om andere onderdelen van de onevenredig profiteren van de stad. Wie iets
bovendien veranderlijk. Door voldoende, maar agenda Samen stadmaken te ondersteunen. We Waa rd ecreatie wil in Amsterdam, moet dus laten zien dat
minder dwingend voorzieningen en openbare ontwikkelen dit instrumentarium op basis van voor en door lokale de stad daar ook wat aan heeft. Dat kan, zoals
ruimtes te programmeren, kan ruimte door de volgende uitgangspunten: gemeen scha pPpen nu ook gebeurt, met veel regels en kaders op
buurtbewoners en gebruikers zelf ingevuld wor- De ontwikkeling van Amsterdam gaat in allerlei terreinen, maar het kan misschien ook
den. In buurten is veel kans voor het ontwikke- a) De gemeente is zo transparant mogelijk de eerste plaats over mensen en de gemeen- door er een algemeen principe van te maken.
len van nieuwe vormen van eigenaarschap. Eris Nieuwe plannen en verleende vergunnin- schappen waarin zij leven. De directe leefom - En het vervolgens aan individuele bewoners,
volop ruimte voor meebeslissen, zachte vormen gen met derden, die impact hebben op de wijk, geving van Amsterdammers wordt gevormd ontwikkelaars en buurten over te laten hoe
van toe-eigening en meebouwen aan de stad. Er worden openbaar en vindbaar gemaakt. Geïn- door buurten. Het is daarom belangrijk om op die wederkerigheid wordt vormgegeven.
wordt een aantal projecten aangewezen waarbij teresseerden en belanghebbenden kunnen zich dat schaalniveau de waardevermeerdering te Want met wederkerigheid wordt meer waarde
bijvoorbeeld abonneren op een alert-functie, organiseren die bouwprojecten en gebiedsont- opgebouwd voor de stad. Daarmee winnen
waarmee ze op de hoogte worden gesteld van wikkeling met zich meebrengt. langetermijnbelangen weer terrein terug
Toelichting community NNT Kd building de plannen en besluiten in hun buurt en hoe ze ten opzichte van kortetermijnbelangen. Zo
Community wealth building is een economisch model dat al in wer- daar invloed op uit kunnen oefenen. Daarnaast Wederkerigheid zoeken we naar een manier waarde-extractie
king is in steden als Cleveland (VS), Preston (VK) en Mondragon (Spanje). verkennen we het opzetten van een ‘trans- Om tot gezamenlijke waardecreatie uit de buurten te voorkomen, en juist waar-
Hierbij worden de werelden van semipublieke instellingen (ankerinstitu- parantieportaal’ waarin contracten tussen met diverse partijen te komen ligt de focus decreatie in de buurten te bevorderen. Een
ties) en lokaal initiatief kortgesloten; zodat een meer op publieke waarde(n) gemeente en derden te vinden zijn. nadrukkelijker op de verbinding tussen interessant experiment om te ondersteunen
gebaseerd economisch systeem ontstaat, gestut door een grote coöperatieve gebiedsontwikkeling en omliggende buurten. vanuitdeze agenda is de actielijn Community
beweging. In deze benadering worden grond en vastgoed als publieke goe- b) Samenwerken gebeurt op basis van Een belangrijk principe daarbij is wederke- Wealth Building (vrij vertaald: bouwen aan
deren behandeld en ontstaat een lokaal gewortelde economie. een gelijke informatiepositie righeid. We doen het samen, dus moeten we gemeenschapswelzijn) van het Fearless City-
De gemeente stelt actief aan iedereen alle ook samen met diverse partijen bepalen in programma van de gemeente.
236 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 237
Voor een versterking van de wederkerig- zijn. Er is daarom een bredere waardebepaling men, met als gemeenschappelijk kenmerk dat Met het uitgaan van het wederkerig-
heid tussen nieuwe gebiedsontwikkelingenen nodig. De omgevingsvisie benoemt twaalf vrije ruimte-initiatieven van onderop zijn heidsprincipe is een gelijkwaardige informa-
omwonenden denken we na over woonvoor- kernwaarden. Deze zijn uitgewerkt in een ontstaan en collectief zijn vormgegeven. Het tiepositie cruciaal. Het is van belang hierbij
rang voor een deel van de nieuwe huurwonin- beoordelingskader met indicatoren in het zijn plekken waar mensen elkaar ontmoeten, op verschillende dingen te letten. Taal (denk
gen. Voor een project in Zuidoost is hiervoor omgevingseffectrapport (OER), gekoppeld aan reflecteren en kunnen experimenteren. De aan laaggeletterdheid, jargon), tijd (effectief
aleen intentieovereenkomst gesloten. Ook het gedachtegoed van econoom Kate Raworth kracht van deze vorm van ruimtegebruikisdat betrokken zijn kan tijdsintensief zijn) en
in andere stadsdelen kan een bepaalde woon- van het donutmodel. Dit beoordelingskader zal het initiatief bij burgers ligt, in de luwte van digitale behendigheid (er zijn grote niveau-
voorrang voor omwonenden bijdragen aan in ieder geval gebruikt worden bij de moni- marktwerking en overheidsbeleid. Dit betekent verschillen van online behendigheid tussen
wederkerigheid, draagvlak voor verdichtingen toringvande ontwikkeling van de stad en de kansen voor lokale waardecreatie. Daarom Amsterdammers). De gemeente neemt daarom
samen stadmaken. doorwerking van de omgevingsvisie. zaleen duurzame, coöperatieve samenwer- haar verantwoordelijkheid in het ontsluiten
king worden opgericht tussen de gemeente, en actief aanbieden van informatie, waardoor
ze ì Tegelijkertijd wordt de maatschappelijke gebruikers en expertster bevordering vanvrije de Amsterdammers en andere partners op
B meerwaarde van collectieve zelforganisaties ruimte. In een leeromgeving gaan we expe- basis van gelijkwaardigheid met elkaar kunnen
EN mer. 1 Ï Î Î Ï E E Ï beter zichtbaar gemaakt met het nog te ont- rimenteren en onderzoeken hoe vrije ruimte samenwerken. Er wordt gewerkt aan een open,
ee. rr i Y 5 e ee = ee ee e wikkelen “Waarderend Kader’. Zo zal lokaal op de langere termijn een vast onderdeel kan digitaal instrumentarium. Inspiratie hiervoor
hint eZ 4 d N 5 . “pm az ne = initiatief gewaardeerd worden op basis van de worden in de planvorming van de stad. is te vinden in Hamburg, met het “transpa-
r di sf ï fl ni B ind en zn ne = = maatschappelijke, economische, democrati- rantieportaal’ zijn de overeenkomsten die de
ki od KaAREUEE == == kf Ee 8 sche én duurzame waarde. Daarbij wordt ook gemeente sluit terug te vinden voor burgers.
bn emg WN il ‚E dn gebruikgemaakt van het donutmodel. Uitein- Democratische Deze vorm van open toegang draagt bij aan het
en ed Ï hi In h F n Î kr delijk willen we maatschappelijke meerwaarde besluitvormin g op basis vertrouwen in overheidshandelen en democra-
E En |. zichtbaar maken én meer ruimte bieden. Dit van col lectieve ke nn is tische deelname.
, hi he Î iK 4 betekent dat in de toekomst maatschappelijke, Goede plannen voor de ontwikkeling
kr, h E sociale en duurzame criteria zwaarder gaan van de stad zijn gestoeld op het benutten van EN AT AP AFS kl
IJ wegen bij aanbestedingen. collectieve kennis en toegankelijke besluitvor- Ê i ;
É ming. Deze paragraaf komt met een reeks denk- b Ì nnn
Nieuwe financieringsconstructies richtingen en acties om deze te bevorderen. 7 Er Ee AN
Het is dus zoeken naar de balans tussen Om publieke waardecreatie op een eK
geven en nemen. Hoe geven we daar invulling krachtige manier te ondersteunen gaan we Vergroten toegankelijkheid plan-
aan? In het Maatschappelijk Akkoord van 2019 verkennen watde mogelijkheden zijn van een en besluitvorming
staat wellicht het antwoord: het idee van de woningbouwfonds voor coöperaties, met Samen stadmaken valt of staat bij de
buurtbatenovereenkomst (in het Engels beter als uitgangspunt dat betaalbare woningen en toegang tot besluitvorming. Hierbij is de
bekend als Community Benefits Agreement). werkruimten binnen werkbare financiële kaders gemeente aan zet. Deels kunnen het eenvou-
Een buurtovereenkomst waaruit de consensus moeten kunnen worden aangeboden. Als onder- dige ingrepen zijn. Zoals het neerzetten van
blijkt over het algemeen nut van een specifiek deel van het eindrapport Aan de slag met Woon- een informatiebord op plekken waar iets staat
project in de betreffende buurt. Bij zo’n over- coöperaties worden ook al een leningsfaciliteit te gebeuren. Dit is een simpele en effectieve K
eenkomst (behoudens vastgestelde wettelijke uitgewerkt voor wooncoöperaties en de moge- manier om bewoners in een vroegtijdig sta- B
ruimte) blijkt voldoende draagvlak indebuurt lijkheid van een solidariteitsfonds onderzocht. dium op de hoogte te brengen van aanstaande s
en mag het project doorgaan. In veel wijken Het geeft bovendien de mogelijkheid met par- veranderingen die in meer of mindere mate de Den an
zijn buurtplatforms, Huizen van de Wijk tijen van eigen keuze te werken. Dit betekent dat buurt kunnen raken. J
en buurtraden goede contractpartners. Een zelf bouwinitiatieven zoals wooncollectieven en
overeenkomst is ook een goed middel om het coöperaties een serieuze mogelijkheid worden We nemen ons ook voor om zo veel als Tot slot verkennen we hoe de invoe-
instrument social return bij bouwprojecten om middeldure huurwoningen en multifunctio- mogelijk planvorming fysiek in de buurt te ring van buurtrechten bij kan dragen aan
op buurtniveau in te laten vullen door onder- nele ruimten te bouwen. Dit zou een verbreding beginnen. In verschillende vormen kunnen het creëren van een gelijker speelveld tussen
nemers. Social returnis uitteleggenalssociale vanhet huidige palet aan ontwikkelvormen werkateliers begonnen worden in directere gemeente, professionele partijen en buurtgroe-
winst. We zullen op zoek gaan naar een aantal betekenen, met grote maatschappelijke meer- verbinding met de straat. Hiermee haal je op pen en initiatieven van onderop. Mogelijke
verschillende projecten om dit instrument te waarde, zeker in de verdichtingsgebieden in de laagdrempelige wijze de kennis en ervaringen buurtrechten zijn: 1) Het recht om uitte dagen
testen. naoorlogse stad. Daarnaast onderzoeken we de uitde buurt binnen. Deze ingreep kan ook wer- -Bewonersgroepen krijgen het recht om lokale
optie van een regionaal investeringsfonds. ken als middel tegen het werkeninsilo’svande dienstverlening vorm te geven en uit te voeren.
Beoordelingskader gemeentelijke organisatie. Door je als project- 2) Het eerste biedingsrecht — georganiseerde
Om toteen breed palet te komen aan Vrije ruimte groep te vestigen in de buurt bereik je eerder bewoners en maatschappelijke ondernemers
vormen van bouwen aan de stad kan financi- Zoals uitgelegd in hoofdstuk Inclusieve een integrale benadering vanuit derealiteit van mogen als eerste bieden op grond en vastgoed.
ele waarde niet langer hoofdzakelijk leidend stad kent vrije ruimte vele verschijningsvor- lokale bewoners en ondernemers. Zo zorgen we ervoor dat lokale initiatieven niet
238 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 239
door kapitaalkrachtige marktpartijen wegge- vingsvisie de WomenMakeTheCity-vrouwen- Actie Pu nten ge nda In de ‘medium’- categorie zijn de acties
drukt worden. 3) Het recht om te plannen — adviesraad opgericht. Zie het hoofdstuk Samen stadmaken terug te vinden die meer organisatie, voorbe-
bewoners krijgen hetrechtom zelf ruimtelijke Verantwoording proces. Hun bijdrage heeft We hebben de verschillende acties en reiding of onderzoek vergen. We onderzoeken
plannen te initiëren. een verrijking van de visie opgeleverd. We aandachtspunten in onderstaande opsomming hoewedezeop de middellange termijn kun-
gaan daarom door met deze samenwerking bij verdeeld in drie categorieën. In de ‘licht’-cate- nen uitvoeren. De ‘zwaar’-categorie staat voor
Buurtomgevingsvisies de uitvoering en evaluatie van de omgevings- gorie staan de snelle acties. Het zijn puntendie deactiesen aandachtspunten die ingrijpender
Met buurtomgevingsvisies willen we visie. Daarnaast gaan we verkennen welke niet veel extra kosten en/of omdat ze relatief en fundamenteler zijn voor de organisatie.
buurten mobiliseren om onder de paraplu van projecten en programma’s nog meer op deze weinig extra organisatie vergen (deels omdat Dat heeft met juridische, financiële en poli-
de stedelijke omgevingsvisie een eigen visie manier het vrouwelijke perspectief een plek sommige punten al belegd zijn). tieke aspecten te maken.
te ontwikkelen. Door lokale visievorming kunnen geven.
te ondersteunen worden gemeenschappen Licht
verenigd en kan er een goede uitwisseling Tot slot geloven we in het structureel * _ Experiment met community wealth building
ontstaan met stedelijke vraagstukken. Momen- maken van de betrokkenheid van kinderen * _Nauwere samenwerking met Sociaal Creatieve Raad
teel loopt al een dergelijk experiment in de en jongeren. De jonge generatie in Amster- e _ Uitwerken social return bij bouwprojecten
Sierpleinbuurt in Nieuw-West; dit wordt dam heeft maar weinig stem in de ontwikke- e _Neerzetten van informatieborden bij aanvang planvorming
voortgezet. We gaan verkennen welke buurten ling vande stad. Dit terwijl zij de toekomstige * _ Verdere ondersteuning Buurtomgevingsvisie Sierpleinbuurt en mobilisatie andere buurten
hiervoor nog meer interessant zijn. gebruikers zijn. De inbreng van kinderen * _ Voortzetten WMTC-vrouwenadviesraad
en jongeren helpt bij het stellen van doelen * _Verankeren publiek-collectieve samenwerking t.b.v. coöperaties (in verbinding met
Nieuwe vormen van continue dialoog en prioriteiten. Sinds 2019 heeft Amster- democratiseringsagenda) en commons
Op stedelijk niveau en regionaal niveau dam een kinderraad die bestaat uit veertien * _ Experiment ‘Werken aan de geleefde stad’ (Designing Disorder)
gaan we experimenteren met nieuwe vormen raadsleden en een kinderburgemeester. Deze * _ Oprichting Leertraject Amsterdams Stadmaken
van invloed en zeggenschap van bewoners in kunnen we actief mee laten denken in het
de vorm van continue dialoog. Daarvoor gaan stadmaken. Daarnaast zijn er talloze organi- Medium
we verschillende vormen ontwikkelen. Het saties in Amsterdam die zich bezighouden * _ Nieuwe accenten op het detailhandelsbeleid t.b.v. lokaal ondernemerschap
burgerberaad (geïnspireerd op het internati- met jongerenparticipatie. De gemeente kan e _ Uitwerken en verankeren van organisch ontwikkelen met buurtfocus
onaal beproefde idee van de citizens’ assembly) van dezeinfrastructuur gebruikmaken om * _ Verkennen community benefits agreement-instrument (buurtbatenovereenkomst)
is daar een van. We gaan beginnen met het geregeld dilemma’s met jongeren te bespreken. * _ Verkenning opzetten van ‘transparantieportaal’ (naar Hamburgs voorbeeld)
opzetten van een wisselende burgeradvies- Zo maken we het voor de jongere generaties e _ Openbaar maken plan-, ontwerp- en rekeninstrumentarium
raad die op complexe, ruimtelijke thema’s mogelijk om zich de toekomst van Amsterdam * _ Ondersteuning duurzame, coöperatieve samenwerking met diverse partijen t.b.v.
adviezen geeft aan het bestuur van de stad. meer eigen te maken. Ten slotte heeft dit ook vrije ruimte
Zogeheten citizens’ assemblies hebben al een didactische waarde. Kinderen en jongeren * _ Organiseren planvorming fysiek in de buurt
doorslaggevende rol gespeeld in bijvoorbeeld bekend maken met collectieve besluitvor- * _ Optimaliseren gelijkwaardige informatiepositie (digitalisering)
Frankrijk over het klimaatbeleid en in Ierland mingsprocessen betekent dat zij een beter * _ Oprichting burgerberaad
over abortuswetgeving. Ze kunnen helpen bij begrip krijgen van hoe de wereld om hen heen e _ Verankeren betrokkenheid kinderen en jongeren
het doorbreken van politieke impasses en het gevormd wordt en op welke manieren je daar
vinden van draagvlak voor oplossingen voor invloed op kan uitoefenen. Zwaar
zeer complexe problemen. e _ Onderzoek buurtrechten
Samen leren * _ Ontwikkeling waarderend kader
Een steeds diversere bevolking vraagt om Het leertraject Amsterdams Stadmaken * _ Verkenning woningbouwfonds voor coöperaties
een grotere diversiteit in de manier waarop we _biedteen omgeving om samenwerking en * _ Verkenning regionaal investeringsfonds
de stad vormgeven. De stad biedt plek aan een samen leren in gebiedsgerichte projecten vorm
grote variatie in leefstijlen, culturen en andere te geven en in te richten. Deze tijd vraagt er
identiteiten. Zo iser steeds meer aandacht voor meer dan ooit om.
bijvoorbeeld het vrouwelijk perspectief en de Het leertraject vindt o.a. plaats in het
behoeften van mensen met een beperking, kader van de nieuwe Omgevingswet en de H .
kinderen en ouderen. Daar meer ruimte voor leeromgeving van Vrije Ruimte. In een aantal D e st da dl | Ie) Q e b d at
bieden betekent niet dat de stad een optelsom bestaande en nieuwe projecten komt de focus Er . .
wordt van voorkeuren van individuen en klei- te liggen op samen leren door betrokkenen: b | ve rb Im d Ta Q van ad | | e
nere en grotere groepen. Maar het betekent wel bewoners, ondernemers, ambtenaren en . H
dat die meerstemmigheid moet doorklinken bestuurders. Leren gebeurt o.a. aan de hand SOClIa | e kl assen
in het proces van stadmaken. Om deze reden van inspirerende praktijkvoorbeelden en de
hebben we in het maakproces van de omge- lessen zullen breed gedeeld worden. Panni Pintér | Stadsdeel Oost
240 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 241
internationale schaal scharen we ons achter de Ook werken we met de Metropoolregio
°) °) sustainable development goals van de Verenigde Amsterdam en het Rijk samen in het regionale
Naties, die tot 2030 lopen. De SDG’s bieden bereikbaarheidsprogramma Samen Bouwen
e een gemeenschappelijk en internationaal erkend aan Bereikbaarheid (SBAB). Om de bestaande
S d MN @ NM W @ r k | NM kader om gemeenschappelijke uitdagingen fiets-, openbaarvervoer- en autonetwerken tot
OJ het hoofd te bieden. In Europa proberen we de een samenhangend regionaal mobiliteitsnet-
uitdagingen waar grote steden voor staan zogoed werk te vormen is het enerzijds noodzakelijk
OO V @ r @ MN @ @ NM t @ m mogelijk over het voetlicht te brengen, net als om in samenwerking met de verschillende
Q onze ambities. Ook helpen we de Europese ambi- _netwerkbeheerders zoals NS, ProRail, en het
ties te realiseren, bijvoorbeeld voor de Europese ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
r @ NM Z & NM h @ À NM Green Deal, een routekaart om de economie van nader ontwerponderzoek te doen. Vooral de
Q de EU duurzaam te maken. We trekken daarbij transformatie van het rijkswegennetwerk
samen op met gelijkgezinde steden en metro- rondom Amsterdam en de ontwikkeling van
poolregio’s binnen Europa. Gezamenlijk laten hubs binnen en buiten de agglomeratie voor
wij onze stem horen, en onderbouwen we onze zowel personen als goederenvervoer vragen
boodschap met best practices en innovatief onder- om een stevig onderzoeksprogramma. Ander-
Mensen trekken zich in hun dagelijks leven weinig aan van gemeentegrenzen. En grote zoek. Ook kijken we in het samenwerkingsver- zijds is het noodzakelijk om de uitvoering
opgaven als regionale bereikbaarheid en ruimte voor economie, de energietransitie en band SURE Eurodelta of het denken in megare- samen met de regionale en rijkspartners ter
klimaatverandering overstijgen ze per definitie. Amsterdam werkt daarom samen met gio’s, die grensoverschrijdend zijn, helpt om ook hand te nemen. Dit doen we door middel van
partijen over de gemeentegrenzen heen. Met buurgemeenten, binnen de Metropoolregio internationaal onze krachten te bundelen. de Uitvoeringsagenda SBaB.
Amsterdam, maar ook met hogere overheden zoals de provincie Noord-Holland en het Rijk,
en met andere publieke en private partijen zoals de waterschappen en netbeheerders. Nationaal Ook de uitwerking van het klimaatakkoord
De Nationale Omgevingsvisie is het lan- pakken we regionaal op. Samen met de regio
delijke kader voor onze omgevingsvisie. Hierin Noord-Holland Zuid hebben we een concept-
Een cultuur van samenwerken Samenwerkin g per benoemt het Rijk het belang van de Neder- Regionale Energiestrategie (RES) aan het Rijk
Goede samenwerking begint met de vraag schaalniveau landse metropoolregio’s voor het internationaal aangeboden, waarin we aangeven wat deze regio
wat Amsterdam voor een ander kan beteke- De grote transities die op de wereld, onze vestigings- en ondernemersklimaat. Omdat kan betekenen voor de opwek van duurzame
nen. We zijn ons bewust van onze bijzondere regio en daarbinnen op onze stad afkomen, lossen er meerdere nationale belangen in onze regio energie. De uitkomsten hiervan zullen landen in
positie in de regio en daarmee van onze ver- we niet in ons eentje op. De verschillende kwa- samenkomen, én er een complexe verstedelij- ons eigen omgevingsbeleid.
antwoordelijkheid naar onze buurgemeenten, liteiten die aanwezig zijn binnen Nederland, de kingsopgave op de Amsterdamse metropoolre-
onze regiopartners en andere regio’s in Neder- metropoolregio, de agglomeratie en de stad kun- gio afkomt, werken we samen met het Rijk en Naast de MRA voeren we samen met G4,
land. We zijn ons ook scherp bewust van onze nen we inzetten om samen bij te dragen aan een de partners van de Metropoolregio Amsterdam de vier grootste steden van Nederland, met het
afhankelijkheid van andere gemeenten. Zaanse oplossing. We willen daarom uitgaan van ieders (MRA) aan een verstedelijkingsstrategie. De Rijk het gesprek over specifieke grootstedelijke
leerkrachten bemensen Amsterdamse scholen, eigenheid en kracht. Vanuit die gedachte kijken we verstedelijkingsstrategie is een bouwsteen voor opgaven, en samen met alle gemeenten van
op hete dagen maken Amsterdammers dankbaar ook naar wat Amsterdam het beste bij kan dragen. de door het Rijk op te stellen omgevingsagenda. Nederland in de Vereniging van Nederlandse
gebruik van het Zandvoortse strand en meer De verantwoordelijkheden zijn tussen de ver- Er worden regionaal keuzes gemaakt op het Gemeenten (VNG) over opgaven waar gemeen-
dan de helft van de huidige inwoners is niet in schillende overheden en andere partners verdeeld. gebied van wonen, werken, bereikbaarheid, ten voor staan.
Amsterdam geboren. We hebben allemaal eigen bevoegdheden, waar- landschap, klimaatadaptatie en energietransitie.
door ieder van ons een deel van de puzzel in han- Die keuzes moeten zich verhouden tot elkaar, Regionaal
Vanuit de overtuiging dat we samen meer den heeft. Amsterdam is voor wet- en regelgeving maar ook tot de bijzondere kwaliteiten van een De MRA is een samenwerkingsverband van
weten, betrekken we partners en belanghebben- en financiële middelen bijvoorbeeld afhankelijk evenwichtige polycentrische metropool (zowel de provincies Noord-Holland en Flevoland, 32
den in een vroeg stadium. Dat doen we bij geza- van het Rijk en van Europa. Tegelijkertijd zijn zij in sociaal-maatschappelijk als economisch gemeenten en de Vervoerregio Amsterdam. De
menlijke opgaven of als een maatregel binnen voor de uitvoering van dat beleid afhankelijk van opzicht) in een uniek en cultuurhistorisch waar- MRA-agenda, waarin we inzetten op een toe-
Amsterdam gevolgen kan hebben voor anderen. gemeenten als Amsterdam. En om die uitvoering devol landschap. komstbestendige en evenwichtige metropool, is
Een strenger parkeerregime kan bijvoorbeeld de voor elkaar te krijgen, hebben we regionale part- de inhoudelijke basis voor deze samenwerking.
parkeerdruk in de omliggende gemeenten ver- ners nodig. Zowel overheden als andere publieke Om het woningtekort aan te pakken heb- Via verschillende programma’s wordt er gewerkt
groten en bij groei zullen meer Amsterdammers en private partijen, denk aan Rijkswaterstaat, ben de MRA en het Rijk in 2019 de Woondeal aan regionale opgaven. Zo worden kantoorloca-
in de omliggende groengebieden recreëren. We Staatsbosbeheer, netbeheerders of de NS. MRA gesloten, een startpunt vooreen langjarig ties en bedrijventerreinen regionaal met elkaar
hebben oog voor deze mogelijke effecten buiten samenwerkingstraject waarin we de krachten afgestemd en kijken we hoe we ons regionaal
de gemeentegrenzen en wegen in beslissingen Internationaal bundelen om de woningbouwproductie en het kunnen voorbereiden op de veranderende
de mening en belangen van buurgemeenten en Met wie we samenwerken is afhankelijk functioneren van de woningmarktstructureelte weersomstandigheden en zeespiegelstijging.
andere belanghebbenden mee. van de vraag en de schaal waarop deze speelt. Op verbeteren, samen met de leefbaarheid.
242 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 243
Met de provincie Noord-Holland werken Bestuursplatform Energietransitie, en is het
we nauw samen op thema’s als binnenstedelijke door hetRijk benoemd als NOVI-gebied. °) 3
verdichting en het versterken van het landschap.
Samen met de provincie en andere betrokken De duurzame ontwikkeling van Schiphol
gemeenten werken we binnen de recreatie- bepleiten we in de Bestuurlijke Regie Schiphol, MM d d k r OO C @ S
schappen bijvoorbeeld aan de ontwikkeling een samenwerkingsverband van 4 provincies en DO
en het beheer van verschillende scheggen. We 56 gemeenten. Hierin bespreken we de ontwik-
zetten ze beter op de kaart en maken ze beter keling van de luchtvaart en luchthaven in relatie O V À °) 0 B O)
toegankelijk. tot de omgeving. /
e
In de samenwerking met de 16 gemeen- Gelegenheidscoalities V @ r d NM t WW OO O r d | Mm
ten van de Vervoerregio Amsterdam staat de De afgelopen tijd hebben we in verschil- Q
bereikbaarheid van de regio centraal. Ook op lende gelegenheidscoalities aan gerichte opga-
stedelijk niveau werken we metde vervoerregio veninderegio gewerkt. Bijvoorbeeld samen En NM | S S S @ NM
aan het mobiliteitssysteem, waarbij de vervoer- met Almere, de provincie Flevoland en het Rijk
regio onder andere een rol vervult bij de aanleg in het Handelingsperspectief Oostflank MRA,
van (regionale) infrastructuuren de governance met Schiphol, NS en ProRail aan de bereik-
rondom het openbaar vervoer. baarheid van de westzijde van Amsterdam
en met Rijkswaterstaat en het ministerie van Een omgevingsvisie komt tot stand door beschikbare kennis en kunde te benutten
Infrastructuur en Waterstaat aan de Oeverver- in samenspraak met veel verschillende gesprekspartners binnen de gemeentelijke
Ee bindingen Rijkswateren Amsterdam. Ook in organisatie en belangenbehartigers daarbuiten. Volgens dat beproefde proces zijn in het
e de toekomst blijven we graag op deze manier verleden ook onze structuurplannen en -visies van de stad gemaakt. Onderscheidend in
samenwerken. Bijvoorbeeld aan een HOV-lijn het proces van het opstellen van deze omgevingsvisie is dat we vanaf de start bewust
naar Zaanstad, over het versterken van het actief samen hebben gewerkt met partners in de stad.
ondernemersklimaat in Almere of aan de econo-
mische kracht en leefbaarheid aan de zuidwest-
| kant van Amsterdam. Werken o Pp basis van ideeën die naar voren komen en doordat we al
eer drie principes doende leren.
tens ha Bij het ontwikkelen van deze visie staan
en NE: waden Nieuw: de agglomeratie twee hoofddoelen voorop: een goed functio- Deze drie principes hebben we in de prak-
, E re gek h a : Ù Op de meeste schalen is de samenwer- nerende omgevingsvisie voor Amsterdam en tijk vormgegeven door: samenwerkingen aan
ied he en En N tf . H king formeel of informeel dus al georganiseerd. een cultuur van samenwerken en debat over te gaan met partners, aan te sluiten bij wat er al
et! | * el : N d, ES ar Eine En . Op de schaal van de agglomeratie is dat niet de toekomst van Amsterdam. Om deze doelen gebeurt, door fysieke en online bijeenkomsten
Mr. nt Í he en en dir het geval. Hierin werken we per windrichting te realiseren, werken we volgens drie princi- te organiseren via een trektocht door de stad en
mm | d Mtr Ni Le je, et = in verschillende projecten en programma’s, pes aan de visie: inclusief, open en organisch. door online inzichten te verzamelen. Halver-
n 7 nt k B Ti ks 8 ii: ie 3 bijvoorbeeld met Zaanstad aan de regiodeal Hiermee werken we in de geest van de Omge- wege ons traject heeft corona de plannen danig
ii ER vi nd út SN ke ni ik en met Ouder-Amstel en Amstelveen aan de vingswet en sluiten we aan bij de Democratise- doorde war geschopt, maar ons zeker niet
el à aen iN Fi . aj mi he ' Amstelscheg. Omdat er voor de agglomeratie ringsagenda van dit college. ontmoedigd om input vanuit de stad te blijven
al 5 N p É n LEE 5 \ ‚Ne ee = à veel gezamenlijke ruimtelijke en functionele verzamelen. We hebben daarin bewust voor
in dl Kk Ee ei en : dee opgaven liggen, en omdat we steeds sterker met ‘Inclusief’ betekent dat deelnemers met kwaliteit boven kwantiteit gekozen: beteke-
elkaar verweven raken, onderzoekt Amsterdam diverse achtergronden met elkaar in gesprek nisvolle, effectieve participatie is waardevol
In het Bestuursplatform Noordzeekanaal- hoe we ook op die schaal meer kunnen samen- gaan en dat we aandacht hebben voor tegenge- in een tijd waarin mensen participatiemoe en
gebied werken we, onder regie van Noord-Hol- werken. Daarbij kunnen we voortbouwen op luiden en voor belangen van partijen die niet door corona gepreoccupeerd zijn.
land, samen met gemeenten langs het Noord- de kansen voor de agglomeratie die we al eerder fysiek aan tafel zitten.
zeekanaalgebied, het Rijk, de havenbeheerders met de andere gemeenten uit de agglomeratie
en de beheerder van de infrastructuur om in de hebben verkend. ‘Open’ betekent dat we transparant zijn Partners en activiteiten
gebieden rond het Noordzeekanaalgebied een over tussenstappen en resultaten van bijeen- De cultuur van samenwerken hebben we
goede afweging te maken tussen wonen, werken komsten en dat we aansluiten bij lopende initia- vormgegeven door allianties aan te gaan met
en groen. Omdat het Noordzeekanaalgebied tieven en netwerken in stad en metropoolregio. actieve burgers en ondernemers in de stad.
een sleutelrol heeft in de energietransitie, is de De Club2050 bestaat uit een diverse groep
samenwerking uitgebreid met onder andere ‘Organisch’ betekent dat het proces gelei- Amsterdamse stadmakers en buurtkenners
netbeheerders en energieproducenten in het delijk concreter wordt en vorm krijgt met de die met ons meewerkt aan het invullen van
244 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 245
cocreatie en dialoog bij het opstellen van de Zo organiseerde de gastcurator Tanja den Doorninck. Met kunstenaars praatte ze sociaal-economische afstand tussen de stad
omgevingsvisie. Van ideeën voor citizens Broeder sessies die ons hebben gevoed met bijvoorbeeld over de vrije ruimte in de stad, binnen en buiten de ring te overbruggen;
assemblies tot leergangen en bijeenkomsten ideeën over onder andere wonen, de circulaire met ondernemers over de economie, met e _debeschikbaarheid van betaalbare ruimte
met jongerennetwerken. economie en voedsel. Studenten, lectoren stadslandbouwers over groen en landbouw voor startende ondernemers;
en onderzoekers van de Hogeschool van in de stad. We hebben met Amsterdamse * vrije ruimte in de stad laten om te kunnen
Een vrouwenadviesraad vanuit het Amsterdam hebben het gastcuratorschap in jongeren gepraat over hun ideeën en wensen experimenteren;
speciaal hiervoor opgerichte netwerk Women- coronatijd overgenomen en zijn online verder voor de toekomst. * _ zeggenschap en eigenaarschap: geef
MakeTheCity adviseert ons en denkt mee. gegaan met hun visie op de toekomst van de burgers en ondernemers de ruimte om
De adviesraad bestaat uit vrouwen van diverse stad, bijeenkomsten over o.a. commons en In samenwerking met de Chief Science mede te kunnen bepalen water in hun
achtergrond en uit verschillende stadsdelen. onderwijs in de toekomst. Officer is een toekomstestafette van start omgeving gebeurt, ondersteuning van
Zij organiseerden online werksessies waarbij gegaan. In de 7 stadsdelen hebben 7 verhalen- stadmakers en initiatieven, ruimte en
zij met ruim 80 vrouwen uit verschillende Samen met Arcam organiseerden wij een vangers samen ruim 150 korte verhalen aandacht voor alternatieve vormen van
stadsdelen spraken over de toekomst van ontwerpmanifestatie over de toekomst van verzameld over wat mensen nodig hebben in stads- en woningbouwontwikkeling zoals
de stad aan de hand van de Just City Index, Amsterdam, die een vervolg heeft gekregen de toekomst. De verschillende onderwerpen commons.
een ontwerpmethode die de waarden van de in een tentoonstelling in de OBA. Hiermee die als rode draden door de verhalen heen
gebruikers van de stad vooropstelt. willen we het gesprek over Amsterdam met lopen zijn van bijzondere waarde. Ze laten zien In de delen WAAR, WAT en HOE hebben
de stad gaande houden. De architectenbureaus wat mensen belangrijk vinden, wat zij nodig we aangegeven hoe we met deze thema’s
Architectenbureau Studio L A die verschillende verstedelijkingsvarianten hebben en wat hen raakt. omgaan.
ontwierp een methode waarbij (ervarings-) hebben uitgewerkt voor de discussie, zijn
deskundigen uit verschillende stadsdelen hierin bijgestaan door een meedenktank van m u r me
en met verschillende netwerken hun visie burgers en stadmakers. O Pp bren gste n
over de toekomst van de stad deelden. Deze De samenwerking met onze allianties, rn Tt
gesprekken hebben geleid tot input voor de Naast het werken met deze partners, de gesprekken en bijeenkomsten, de online vrek p En al I
omgevingsvisie. Studio L A is ook samen met sloten en sluiten we bewust aan op de bijdragen hebben een veelheid aan gedachten, mn: en FEET = E
‘“Discussiëren Kun Je Leren’ de buurten en Amsterdamse cultuur van maatschappelijk ideeën en thema’s voor de toekomst van a in :
scholen ingegaan om thema’s en ideeën op debat over de stad. Amsterdam opgeleverd. len lass,
te halen in een door Studio L A ontworpen Rode draden daarin zijn gedeelde waarden sr hd EM de PN '
gespreksruimte. Over allerhande thema’s vinden over het belang van de gemeenschap en je 7 a en NL er / m
uiteenlopende initiatieven en discussies in de kunnen thuis voelen in je stad en zeggenschap Í te „| \ ) Ne
In onze vaste gesprekslocatie, het Atelier stad plaats, georganiseerd door de gemeente willen hebben over je eigen buurt. Daarnaast Hi ip” HE E-
der Verbeelding, werken we met gastcuratoren. of organisaties en debatcentra in de stad. staat de waarde van veerkracht: een duurzame | e N ij f
Amsterdam Circulair en Klimaatneutraal, stad en samenleving, die crisisbestendig is Ee 3 re A 2 Ee Eng
T m n Ma.ak020, de Superjongerenraad, Huis van en de condities levert om zelfredzaam te Ë P- enn
de Stad, Pakhuis de Zwijger en Platform31 kunnen zijn. Amsterdam moet een stad zijn
Pp EN Mi pn ì nj zijn daar voorbeelden van. Waar nodig die inclusief is, waar mogelijkheden zijn voor Pe nn
' PN & i N Fi hebben we zelf gesprekken over die thema’s ontplooiing en emancipatie. Ps 7 can
ik _ georganiseerd om aanvullende ideeën te Deze waarden worden vertegenwoordigd me nan
a er - = Pan krijgen die aansluiten op de ruimtelijke in de onderwerpen die regelmatig terug- ed in,
Uk, | à ; bes | schaal van de omgevingsvisie. Deels kwamen in alle gesprekken: id .
Kd 4 TR Ì ' ê ES sn sik hk Rl eis zinl 1 waren dat fysieke bijeenkomsten, deels
| mi 3 nk A n , er ee edje Etn à Set mm online. Denk aan thema's als Ruimte voor * _de betekenis van ontmoetingsplekken in
f f N Pi De Fi À | Ì Ì En zie ler de Zorg en Ruimte voor de economie van gebouwen en in de openbare ruimte; Lessen voor het vervol g
4} L 7e ” Rs a En : B e, r Morgen. We luisterden mee en leverden * _de sociale en recreatieve betekenis van het Door inclusief, open en organisch te werk
& Pp ae Ld Ed àl input voor de ambtswoninggesprekken groen in de stad; te gaan wilden we een aantal doelen bereiken.
5 Hi ad Fm Ein k E ee EN (B _overrelevante thema’s voor de toekomst en e _hetbelang van korte voedselketens en Een goed functionerende omgevingsvisie en
df k eu RA En mn 4 ke Ì el Amsterdam Spreekt (wethouders in gesprek ruimte maken voor stadslandbouw:; een bijdrage aan een cultuur van samenwer-
= 8 ee L 5 Ei 2 he 3 met 750 Amsterdammers) van het team * _ bouwen aan een duurzame woningvoor- kingen debat in de stad.
LS he jk F Democratisering. raad die toegankelijk en betaalbaar is Door samen te werken versterken we
k e À voor huidige en nieuwe inwoners, zodat elkaars initiatieven en creëren we nieuwe
Pi Le U We organiseerden stadsgesprekken: Amsterdam een inclusieve stad kan zijn; ideeën. Daarmee zorgen we ook voor draag-
Ed A pe k een 6-wekelijkse reeks van bijeenkomsten * _goede en veilige fiets- en ov-verbindingen vlak en legitimiteit van de plannen in de
aa Ee met wethouder Ruimtelijke Ordening Van tussen alle delen van de stad, ook om de omgevingsvisie.
246 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 247
Met de open en organische aanpak zijn der Verbeelding - een nieuwe locatie -
er steeds nieuwe mensen, organisaties en concurreerde met dat aanbod. Om die °) 4
netwerken in beeld gekomen waar we met een concurrentie aan te gaan is geld, tijd en energie
beperkter en strakker proces geen oog voor nodig voor communicatie hierover. Die hebben ke
zouden hebben gehad. Op deze manierhebben we nietaltijd kunnen geven. En de vraag is of DD) @ O MN OJ @ V | NM OJ S mn
we lokale kennis kunnen benutten. die inzet in verhouding zou hebben gestaan
met het effect. De opkomst voor de workshops
Dat is de grote meerwaarde van de in het Atelier was laag, hoewel de kwaliteit en @ ffe C t r d ©, fi t d @
samenwerking met onze allianties als de de intensiteit van de gesprekken er niet onder D © Q
Club2050 en de vrouwenadviesraad. De leden. De vraagt rijst wel wat de legitimiteit
tijdsinvestering in hetopbouwenvaneenband danis vande uitkomsten van de workshops.
met verschillende stadmakers, doelgroepen Tegelijkertijd zijn deze onderwerpen ook
en netwerken in de stad heeft geleid tot veel omhooggekomen bij andere bijeenkomsten
energie in het proces. Die is omgezet in een met verscheidene doelgroepen. Bij het opstellen van een omgevingsvisie is het verplicht ook een MER-procedure
betere samenwerking met de stad, meer kennis te doorlopen. Amsterdam heeft vanwege het integrale karakter van de omgevingsvisie
van water speelt en meedenkkracht in het Corona gooide flink roet in het eten: alle voor een breder dan gebruikelijk milieueffectrapport gekozen: een omgevinsgeffect-
zoeken naar oplossingen. Almetalvertaaltdat fysieke bijeenkomsten die we hadden gepland rapportage (OER). Deze OER heeft bijgedragen aan het opstellen van de omgevingsvisie
zich in een breder gedragen visie. moesten we omvormen. We zijn online gegaan. en daarin gemaakte keuzes door inzicht te geven in aandachtspunten op diverse
B ‚ ___—_ Hetnadeel daarvan is het gernis van de kracht kernwaarden en door verbetervoorstellen aan te dragen voor aanscherping van beleid.
en: en en rie | tE En van de fysieke ontmoeting: het onverwachte, de Door het iteratieve proces tussen visie en OER laat de uiteindelijke beoordeling in de OER
: : ie en ee E, 0 ï 2 een a - ee vonk die overspringt, de geboorte van nieuwe zien dat de plannen uit de omgevingsvisie leiden tot een duidelijke verbetering van de
pb Ens hd ze en * man ke ö Wi EN creatieve plannen en ideeën. fysieke leefomgeving.
he ER tn en en te | | | " | On ‚ ‘
, Dee 5 5 pe Ed an d En be 1 Het voordeel is wel dat we met de online In de OER isde kwaliteit van de fysieke lair. Inspiratie voor de wijze van beoordeling
pe : u en En en Ea me“ uitzendingen via de livecast van Pakhuis de leefomgeving voor de huidige situatie (2020), is opgedaan bij de ‘donuteconomie’ van Kate
Te EP ani EN m eik’ | if Zwijger van bijvoorbeeld WomenMakeTheCity, de referentiesitiuatie in 2050 (beleid zonder Raworth, die uitgaat van een sociaal fundament
3 te, í Í PE se En ie * Pie & _dejongerenbijeenkomsten en het slot van de omgevingsvisie) en het Voorkeursalternatief en een ecologisch plafond.
eN Ê * Te F5 Ni In Ie Rr rd p Ee Ontwerpmanifestatie een groter publiek hebben (beleid inclusief de omgevingsvisie) in beeld
q er P r À e hal: ï e Bd Pp 5 bereikt dan met een fysieke bijeenkomst. Deze gebracht en beoordeeld. In de OER zijn naast In de OER komt naar voren dat Amster-
EO F ne. k En Mi had uitzendingen zijn ook later terug te zien. traditionele milieueffecten (zoals luchtkwali- dam zijn beleidsagenda voor de meeste kern-
er ed ae me ar Ek À pn teit, geluid en bodem) ook deeffecten opandere waarden goed op orde heeft. Dit leidt tot posi-
Ee A an PP ne We misten ook de inzet van de zogenaamde kernwaarden, zoals inclusief & tieve impulsen op de meeste kernwaarden in de
gemeentelijke communicatiekanalen om de betaalbaar, economisch vitaal, leef baar, gezond, referentiesituatie ten opzichte van de
Impressie van het door Wij zien deze samenwerking als een online bijeenkomsten onder de aandacht te klimaatbestendig, klimaatneutraal en circu- huidige situatie. Er zijn wel diverse aandachts-
buurtbewoners gemaakte investering in een blijvende professionele brengen. Deze kanalen stonden in de eerste
ontwikkelplan voor de relatie met organisaties en individuen die maanden in het teken van de communicatie Vergeleken met de huidige
Klaprozenbuurt in Noord. bijdragen aan de ontwikkeling van de stad. over corona. Voor specifieke doelgroepen, zoals Ë Oe OO hi situatie en de referentie-
De impact van corona op het functioneren de jongeren, hebben we via onze netwerken situatie scoort het voor-
van de stad en het welbevinden van alle wel nieuwe kanalen aangeboord, zoals spotjes 0) 7 E Ü ® B E ij keursalternatief van de
Amsterdammers maakt duidelijk dat we op FunX en filmpjes op Instagram van jonge @® Mt ë m Ri: ë Li + El Omgevingsvisie Amsterdam
alle handen nodig hebben om te werken aan influencers. \ * + Lk ä | 2050 op bijna alle waarden
een bloeiende toekomst voor Amsterdam. @® + S el Er * hoger.
Het gesprek over de omgevingsvisie houdt Het organische proces leek soms wat | Fl Ei Î e ik +
niet op als deze is vastgesteld, maar vraagt ongeregeld en dat werd het af en toe ook als @ 5 an + er + ude zhustie
continue aandacht, juist bij de uitvoer ervan, gevolg van corona, maar hierdoor leerden Ll | + zet
dus laten we het continueren. Belangrijk we des te meer de kracht kennen van de @ rn bend omaknchaidenagt
aandachtspunt hierin is dat naast deaanwezige opgebouwde contacten en netwerken, gm eerteuratermatiet (ec
kennis, bij stafmakers en netwerken ook waardoor we gerichte en kwalitatieve inbreng anzektrheidsmarge
organisatiekracht aanwezig is. konden ophalen. 7 & zh A # kt
° Eris veel gaande in de stad overde F £ > 2 e Z Pi es £ f en PA s # ri
. zE zE E Et ze ze s e s d E
stad: debatten, workshops, filmavonden, £ Pi s 5 Ge af & Fa f Pi wt
etc. De programmering van het Atelier Pi ss Ë Z d ® a
Sr /
S #
248 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 249
punten rondom de situatie in wijken en
buurten in Nieuw-West, Zuidoost en Noord
geconstateerd op het gebied van gezondheid
(voeding, overgewicht, roken en minder bewe-
gen) en leefbaarheid. Ook speelt hier, maar ook
Amsterdambreed, dat de betaalbaarheid en
beschikbaarheid van woningen (zwaar) onder
druk staat.
De strategische hoofdkeuzes, ingrepen
en verdichtings- en transformatielocaties uit
de omgevingsvisie bieden veel kansen om
een impuls aan de fysieke leefomgeving van
Amsterdam te geven en veel van de gestelde
ambities te behalen. In de figuur is te zien (met
de blauwe balken) dat de omgevingsvisie leidt
tot een verbetering op alle kernwaarden ten
opzichte van de situatie in 2050 zonder omge-
vingsvisie (de gestippelde balken).
Natuurlijk geldt voor vrijwel alle kern-
waarden dat er een bepaalde (soms zelfs
aanzienlijke) mate van onzekerheid is en
worden niet voor alle kernwaarden ambities
behaald. Dit vraagt dus om blijvende aandacht
en samenwerking met andere beleidsterrei-
nen. Ook is een stevige doorwerking van dit UT . .
strategische beleid naar programma’s, plan- ZI e dl e Mm e e rste MMI Q h e | dl Vd n Am ste rd da Mm
nen en besluiten cruciaal. De verankering in . .
de ruimtelijke besluiten (omgevingsplannen, da | Ss e e n kra C h t e n h d d | n | e U we D e rs DP e CLI eve n
vergunningen, etc.) dient verbeterd te worden . . .
ten opzichte van de huidige praktijk. Denk e Nn ke n n IS O D | n h et \vÁ®, Fm e n Va n be | e | dl .
hierbij aan een andere wijze van omgang met .
mobiliteit: meer sturen op een gewenste modal D at Mo et d e nieuwe sta n dl ad rd WO rd en Voor
split, maar ook aan het specifiek opnemen van .
kernwaarden /thema’s als klimaatadaptatie, d e S a m e n we r ki n © Mm et dl e b eWwo n e rs Va n
ezonde leefomgeving (inclusief voeding) en H
biodiversiteit inde concrete ruimtelijke elan. À Mm st e rd d Mm
nen en besluiten.
Astrid Elburg | Stadsdeel Zuid
Tot slot wordt verkend of de OER, net als
de omgevingsvisie, kan worden doorontwik-
keld tot een ‘levend’ document. Het wordt dan
een monitoringsinstrument voor de Amster-
damse fysieke leefomgeving als geheel, dat
inzichtelijk maakt hoe waarden, analyses en
beleidskeuzes met elkaar samenhangen. Daar-
mee kan het ondersteunend zijn bij evaluatie
en herijking van de omgevingsvisie.
250 Omgevingsvisie 2050 | Een menselijke metropool Deel IV | Hoe 251
De ontwerp-Omgevingsvisie Amsterdam 2050 is opgesteld Projectteam
in opdracht van het gemeentebestuur van Amsterdam en Frank van den Beuken (Ruimte en Duurzaamheid), Errik Buur-
is op 12 januari 2021 door het college van B en W van sink (Ruimte en Duurzaamheid), Caroline Combé (Ruimte en
Amsterdam voor tervisielegging vrijgegeven. Duurzaamheid), Simcha Goudsmit (Ruimte en Duurzaamheid),
Petra Groot, (Ruimte en Duurzaamheid), Marije Harmsen
Contact (Communicatiebureau), Ellen van Herk (GGD), Evert Jan Hete-
Gemeente Amsterdam, Ruimte en Duurzaamheid brij (Ruimte en Duurzaamheid), Geertje Kuijt (Projectmanage-
Postbus 2758 mentbureau), Martin van der Maas (Ruimte en Duurzaamheid)
1000 CT Amsterdam Flora Nycolaas (Ruimte en Duurzaamheid), Marthe Singelenberg
[email protected] (zelfstandig projectleider), Max Smit (Ruimte en Duurzaamheid),
https://www.amsterdam.nl/omgevingsvisie Lida van Tilburg (Beaumont Communicatie & Management),
Rick Vermeulen (Ruimte en Duurzaamheid), Miriam Verrijdt
Projectleiding (Ruimte en Duurzaamheid), Remco Verschoor (zelfstandig
Frank van den Beuken (Ruimte en Duurzaamheid), projectleider), Mireille Vos (Ruimte en Duurzaamheid), Fabie
Geertje Kuijt (Projectmanagementbureau) Vrisekoop (Projectmanagementbureau), Ronaldus Wiggers
(Sport en Bos).
Redactieteam
Frank van den Beuken (Visie en hoofdredactie), Errik Buursink Dank aan alle betrokkenen
(Visie en eindredactie), Simcha Goudsmit (Stad en samenleving), De ontwerp-Omgevingsvisie Amsterdam 2050 is middels een
Miriam Verrijdt (Regionale uitwerking), Flora Nycolaas open en integrale werkwijze tot stand gekomen, in opdracht van
(Ruimtelijke en programmatische uitwerking), Martin van der het college van B en W. De directie Ruimte en Duurzaamheid
Maas (Beleidsagenda), Rob van Kemmeren (Beleidsagenda), heeft daarbij een trekkende rol gehad en verschillende perspectie-
Remco Verschoor (Stadsdelen), Rick Vermeulen (Beleidscyclus), ven en kennisvelden betrokken. Daarbij is zowel tussen verschil-
Max Smit (Agenda voor Samen stadmaken), Caroline Combé lende directies binnen de gemeente, als tussen de gemeentelijke
(Maakproces), Jelle van der Meer (Publiekssamenvatting) organisatie en partijen in de stad en de regio, intensief samen-
gewerkt. De directie Ruimte en Duurzaamheid dankt alle betrok-
Ruimtelijk onderzoek, kaarten en tekeningen kenen bij de totstandkoming van deze omgevingsvisie.
Flora Nycolaas (coördinatie), Thomas Galesloot, Paul van Hoek,
Martin Hopman, Brenda van Keimpema, Onno Moorman,
Tanja Potezica, Dirk lede Terpstra (V&OR), Nasiemn Vafa, Jurian
Voets, PosadMaxwan (visiekaart regio)
Vormgeving
Edith van Beek (Beaumont Communicatie & Management)
Fotografie
Theo Baart, Thomas Schlijper en Fotobank Gemeente Amsterdam
252 Colofon
f 7 rs | ii ENE: -i
rm k - Ï Ô u " ar nj r E eg
Toekomstbeeld Amsterdam ek RES Û ae Eed N 6: pe
in de regio B Of /| A \ BEE. sf e,
„ : Ae, Ì } Lr e 5 wa E iem, -
BA | Vig B | s
=, xe 5 … / FN mi et 1 ak : AAA EE u …#
en Gr ps bd F f.: oh, jm Ee : BA = ART ve |
k Le) ee Le td ti Er Be he E u E. IN nennen
8 ie nn ei F Meat ; tene Ee
ol nc f ú r ETE dp * # É # Ë Ë de Kd * É Pd - E el e. Eek É F
Ne ek te ds E
WE et s/e SN vt Oa:
on E Melk Ad NNT me & iT =d en p Je er ik, Ee ni a e" in 1 rl: el
wr Os Pant a BEE en ve NO |
oe = een EE a! á les 4 en er en PF EN ie i _ Eee, fe Te |
ENE A Aer O# ee te « al
ed Kle est F df DE RE NR nf
Ren Ee PEA ‚e KI dt en Pe Ll en, a Er z En In f
Pe fa A Je fn AN hi : in 0 ‚ F fi,
| Tr nek a. es Ee it Ed, ze 5 a hanen i #: if pe Ne
Ln ij @ 5 >) sJ (ej ks 4 Ee | er a iej Sn, GE Le Ei rn E we fs id Ak ue En, Pd % EP 5
enn rn . S Le IN Ee Î reel ei Í Pe Je ME zt pil Egter, 1 sa a Ë bed rr [F]
5 ME. nn : ee an leek /
B. berk es he Ee b een | eene } ee tte En Eed E hf
ne ABE EEN 75 es FN E: Pi EE Ee Eet in te LZ EFN
REN ie Nt ste Jee le er, E _% ii Ee E Bin He GE zee EN teer ese. 5 # Z s rds)
Nr ie) Tee ki Sn “ PE on eerd TAA \
rid Al Ö Wp en FE Oe Î ar sere de Aa net JD a
s Ì he ien Ei ge 5 ER RE Ee | Ed he € Di . ik eV nh ej en 1 N ze
E State EE ei d k ee ZAL } d en te te
| MEREN a Ae zij ) 7 OM Ol f
: Pr & ng ea # beate ek” re Ein EE A5 Er Î
; D io se s _ IE wy; d $ Ë , : Á i’ a r k 5 } # 3 rr dl erk Ë zt 5 En. Á 5 2e L $ ee Er oe ze N ue z P Ps = [ Ee
Ld ie de b 1 je N 5: en | zn 3 N= PL 4 Rd Si E El Ï is gi” Ee „ vi Ë k en Mee 4 a sk Pe + ee p ia ze $
id de 0, be: : i re Oe Ne B mma AE g Pd be / |
ers ' Ke Re En ee er her 7 ' 4 dra he }r nr El # Ke ni" Mr 1 s
Eer en Ft RN Len le. Ae Pr hj Ee * ke „ed bl: fe Bt ak
EE # eN £ f | ä 1} NS if Be mg LE k er Ô e e je x pe ie Ee, ee dE ee W Pell ze ú E
Ae j.l F } 2 e ef : \ dn Ë je ; o El er de En Ee k Le dt en Û ee a 0 Ee ï De 1 |
er J N zi kf hi kt É is En L mg Ast js Ee ML ai: Er 8 re L
df: RL BEN OA Ke IN PE er e Ee Red inn, ee re Ph ars
km n : Eer he nj el er rde Ed ke î ne, ns El Ck
Em Etn & ij Ë ed E É ’ Ee. Had fn E rt 7 eef hi: ek En „rr el a. S ò eng Ee 2 re df ke e "
ernie Ief pe ee VS Me || Sr eN A tn 00 Bd Tann gr
2 CT NGN BREN en PS ORR a
# tl 4 / re INS pm de) den e) Vn dnse Migas Ee ae is … " | B = 3 E Ee fine #
rf S A A EE) Ed B A RN /
F ol nerd # t, LT Pr 5 e Fi H af Le get k 4 a al Pr EE gr e, Ene N h EL hie Pl Î rh d | 1 E Ä h
5 Ee 5 sl Á at de } h „en / 5 ', ze Fz 5 in A Dj ; ir hl k ER E EN. E …e en ä Kin sú ed il [ir pe i } …j jh ke
"ad 4 5 E Ë | d a t E a pr ze et, [ / ed Et ER Sr ei 3 Ni, Ô ie 2 1 ü. e 5 = Bari) L Ke E En jj Een, :| vi ij
q en # Ef rn 4 / PA it / fe ht 8 ed ij y lt } el, i En RE zl ‚ d EN ie me ad L Ke ij
f E ú if Ai 7 Pt he” # Ee eN F, bra er Bk N De zl Re # NR Re € B: d He a 1 ak Ee } ë 8,
A 2 On OR 1 OD rn ee ek B RE, 2E Pr A
OUWE An Ve 4, Ff Sa Ik EE AE Dr NE Ed Bijen
JT ER at LE of al mk EN Ief OR B ei 0 e Ee 5 :
en s DEE # Ù NE ad aM el is gr oe Me 5 ne
Nin A vd mm AP eN O1 Ce AAE eN |
PP 4E kortere" rj E 8 ee M. sa Fe En EK 0E E Se
l pt Wo & ie E hm, z A f Ì E ES Ke kr se) Bj is B ie Ek \ ed 4
er sr IJ if El ej Ï Û Ä en Pré F E * IE 24 is er gn d d, hd . Be J k
A 4 / f \ as : ae & B en me ; ie L Ì 5 ma ,e rj En Ee 1
K : py ak # S u NE fl PP; te, ZA NR ‚e Ad
Ed a | sr / ' d —ie 7 in nn / - d En n BE
ú j „- it KN Ì E Kl fr Hi ni: Tr En En Ee Ë ze r Li k iÔ l pe. z F- Ll he he £. ikl f e hk : En e'
Ë Î wen d Pk Er Í 7 in e " ig cal. a ME pn | aad ie me, RE en Ld
sede: dj zn B er id, hd el E
e 5 2 B 1 E @ L Ei f Ër hk 7 b en Lr dl en 1
zn en | Ar a eg ks me me pW d en Eme EN ï nn Ee
DEN NMS AE |£
di “est. Ee Fn. es E Le k Ta. $ el J he j Van .
ted DN UE Sad
ne 4 re ke 7 ä Pe in ES, ied „ ge }
za : E a en 4 ‚…” An & " ll k
ee | | Ï
Je 5 y
EA | Se Ee
PN Pre K E iT 7 ee | EE g5
ie FE ai ' Pi - a E 1 zat EE GEE IE _ 5E |
DN a tee ae NH
z, EE Dae 1 Ï 8 hd k a et EA r Pr en dgn e= mn E " K = pe | | | 5 Sd |
SIS re "RK Aret me ij E pre ee EN Ree cel
j B Jin ke En | Á je nn ES ee En Ni ri EN El r bek TRJ | Í B — = » d |
1e Ër $ is hl | Ei jes E en PR Dj walm Le 5 | GE EE aen À
bat eeen ne Er 4 DE 3 Bk in ze | Ie: EL TLD epe ze rt / Ti, di ij T AT E | | 7 mm nn =
Lm Kn ETIENNE CD ie
eee BE a Near nn et pl Eli, 5 ii, et : nn
A "ad | J si t ee ï Ï ee Paepe at E en an nnen ee MN ï EF nn r 7
RI Sen en De dE are er gg mf
bt Ad A let al en! HK en ee er Art AT allel) dille OD mT en = E Ee
Ree EUT te En Me en ee an en BR LL
He AAS: if jad MA BEREA ESET B Salt i BE
ed A ER Alt ee PS En
Ee ak | EN A att RET EE Re ek Ikan #8 ta Di kN EE
ee dn ef rt EE iik et ne ra k gak | p m al Á Ae ek Pe oP en an Ee Fet r er EE
| MS Te ODE LE Tr PAT TN rd ea AD ak Oa
rr ms 1 Nh } In ' Ea Elk PBN Li B, en jen ler 5 & ie ; rn É } tad a
Wk _ En _N an nt | Jh = Lek ry bend : O5 FA Í k ri rt Pe” Fe F, hm = > ê
_— , 5 de 4 mi í h J 4 ‚ ef di Mi B ij ; 8 Pen , We __ Er , n li
ER ERS BIE SEN eat
 Sn 0 PBS OPS BA 2
ì 1“ Ad As ri Ee. he ae Î l
| | Ny Per nnn / td | ED f ied Pd f
he | - : Ne, pr Ks Fi | RE Pp, Ì Hf 4 E
re UL VEP 5 ‚| k Vr A REN 1 77 An
B ‚| Pe oa ERN: Ze
Fi vi | ze | : , Î F - er en ra E 5 En
PNI A DP he KE S pro A
dk hf | De | kh Ka] \ ee U
al N Lb if 8 en n kn ai
{ AV b en N De al Aj Em EE
Des EN | Ë ê N BEL
| u nn En ms Kk
En Ee Ne ed 5 | mn
RS N En SS Ee Den | z
ZA È an ï Sn
en at Ps De. : be
| ens EN NSS ER an
Se 3 é ES Se el N en LE Raad PNL
KC De - q ie SE El F è „ lj ee ete Eri: an EE
: kes EE | 6 Se zj ld P en re eN
rd KN Î En Eer el ee n_ 1 MS ke en:
| Onderzoeksrapport | 129 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 19 april 022
Portefeuille(s) Grondzaken
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door G&O, Irma Dejong, 0652524039, [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 863.21 van het lid Kilig van DENK inzake cultuursensitiviteit
bij ontwerp Community Center.
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 23 december 2021 heeft uw raad bij de behandeling
van het Investeringsbesluvit Lodewijk van Deysselbuurt motie 863.21 aangenomen van het raadslid
Kilic van DENK waarin het college gevraagd wordt om:
Het nieuwe Community Center zodanig cultuursensitief te ontwerpen dat de privacy en de
hulpvraag van de bezoekers zullen worden gewaarborgd zonder dat er een drempel (van
schaamte) moet worden genomen.
Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie;
Constaterende dat:
-_Het nieuwe Community Center gerealiseerd wordt in bestaand vastgoed van corporatie
Rochdale;
-_ Het Community Center als buurtvoorziening en centrale ontmoetingsplek, centraal in de
buurt wordt gerealiseerd.
In de motie aangegeven wordt dat:
-__ De angst bestaat dat door het verdwijnen van de informele hulp in de buurt minder
mensen zich zullen willen laten helpen;
-__Erinde buurt er nog steeds een schaamtecultuur bestaat om hulp te zoeken;
-___Men vreest dat privacy in een centraal Community Center niet kan worden gewaarborgd;
-_ Het Community Center bekend komt te staan dat iedereen die deze bezoekt sociale en/of
financiële problemen zal hebben.
Heeft de gemeente overlegd gevoerd met woningcorporatie Rochdale waarbij specifiek is
ingegaan op de betekenis van cultuursensitiviteit voor het ontwerp van het Community Center.
Hierbij is afgesproken dat Rochdale samen met bewoners, buurtondernemers, maatschappelijke
organisaties en gemeente een cultuursensitief Community Center zal gaan realiseren om
stigmatisering van bewoners als enkel hulpbehoevenden te voorkomen.
a. Diverse groepen bewoners (zowel met als zonder een migratieachtergrond)
hebben input geleverd voor de ontwikkeling van het Community center. Dit geldt
ook voor bij de buurt betrokken (maatschappelijk) ondernemers, die in de buurt
een rol vervullen als informele hulpverleners.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 19 april 2022
Pagina 2 van 2
b. Ook het Buurtteam levert input. Het buurtteam is bekend met de drempels die
verschillende bewonersgroepen ervaren om de stap naar een hulpvraag te
maken.
c. Inhet gebouw zijn maatschappelijke- en zorgverleners aanwezig, maar worden
ook activiteiten georganiseerd door en voor bewoners in de Buurthuiskamer “De
Social Garden”. Ook is er ruimte voor een kopje koffie en het ontmoeten van
buurtbewoners in de buurthuiskamer. Het doel is om bewoners{gebruikers ook
actief te betrekken bij het beheer en programmering.
d. Erwordt daarmee een gebouw en een dienstenaanbod ontwikkeld die goed
aansluiten bij de behoefte en opgave van de buurt. In het concept worden
bezoekers ontvangen via één ingang, dit is de zogenoemde “ontkleurde
voordeur”. Van buiten is niet te zien waarom mensen de plek bezoeken. Alleen
voor sociale ontmoetingen, een activiteit of (misschien een volgende keer) voor
een hulpvraag.
Deze vitgangspunten hebben als doel om bewust met cultuursensitiviteit om te gaan en dit mee te
nemen in het ontwerp en de uiteindelijke functie van het nieuwe Community Center. De essentie
is dat gebouw, indeling, inrichting en programmering samen zorgen voor een laagdrempelige, niet
stigmatiserende, welzijns- en zorgvoorziening voor buurtbewoners met en zonder migratie
achtergrond.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
A TEK
SEF : Ei 6
( Á A DO te u C Eeen
\ Ne —d a
Marieke Van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Bijlagen
1. Motie 863.21 van het lid Kilig inzake cultuursensitiviteit bij ontwerp Community Center.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 72
Publicatiedatum 31 januari 2014
Ingekomen onder L
Ingekomen op woensdag 22 januari 2014
Behandeld op woensdag 22 januari 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer De Goede inzake de Verordening
ex artikel 212 van de Gemeentewet (wijziging artikel 22, lid 1: beschrijving van
verantwoordelijkheden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 19 november 2013 tot vaststellen van de Verordening ex artikel 212
van de Gemeentewet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 15);
Constaterende dat uit het onderzoek over het onjuist overmaken van de woonkosten-
bijdrage is gebleken dat adviezen van de accountant aan de directie van
de gemeentelijke belastingdienst niet waren opgevolgd en niet waren gedeeld met
het college van burgemeester en wethouders;
Overwegende dat nog duidelijker kan worden geformuleerd wie verantwoordelijk is
voor de bedrijfsvoering, administratieve processen, en interne beheersing binnen de
gemeentelijke organisatie,
Besluit:
in ontwerpbesluit, nr. 15 van 2013, de Verordening ex artikel 212 van
de Gemeentewet, artikel 22, lid 1, te wijzigen als volgt:
“1. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor
de implementatie en uitvoering van relevante wet- en regelgeving, vastgesteld beleid
en procedures, en het bewaken van activa of waarden, inclusief de bedrijfsvoering,
administratieve processen en interne beheersing. Het college draagt zorg voor interne
toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van
de beheershandelingen en stelt door interne toetsing vast dat de gestelde kaders en
interne regelgeving worden nageleefd in de gemeentelijke organisatie. Bij afwijkingen
neemt het college maatregelen tot herstel.”
Het lid van de gemeenteraad,
M. de Goede
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1066
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen op 8 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 4/5 november 2015
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2016 (identificatie en registratie
honden en katten bevorderen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Constaterende dat:
— identificatie en registratie het dumpen van huisdieren tegengaat en ervoor zorgt
dat de eigenaren van dode of vermiste dieren teruggevonden worden;
— alle honden die in Nederland geboren zijn vanaf 1 april 2013 verplicht
geïdentificeerd en geregistreerd moeten worden;
— hetcollege inzet op het vergroten van kennis over dierenwelzijn door voorlichting
te geven;
Overwegende dat:
— een toename van het aantal gechipte huisdieren een toename van het aantal met
hun eigenaar herenigde dieren zal opleveren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de identificatie, en met name de registratie, van honden en katten te bevorderen en
hierdoor het aantal te herenigen honden en katten vanaf 2017 te verhogen.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | train |
Xx Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Volgnummer 137
Datum indiening 23 april 2020
Onderwerp
Schriftelijke vragen van het lid Biemond inzake vervroegde uitbetaling subsidies
cultuursector
Aan het college van burgemeester en wethouders
Toelichting door vragensteller:
De impact van de maatregelen ter bestrijding van COVID19 op de kunst- en
cultuursector is groot. Kaartverkoop en horecainkomsten zijn stilgevallen, terwijl veel
lasten nog betaald moeten worden. Uit onderzoek van de gemeente blijkt dat
meerdere instellingen op korte termijn liquiditeitsproblemen verwachten’.
De fractie van de PvdA vindt het zorgelijk dat instellingen in de sector in financiële
problemen komen. De kunst- en cultuursector is van groot belang voor onze stad en
biedt velen ontspanning, plezier, ontwikkeling en brood op de plank. Bovendien
hebben we creatieve oplossingen nodig om uit deze crisis te komen. Aangezien
instellingen aangeven dat ze binnen korte tijd liquiditeitsproblemen verwachten, is er
noodzaak om snel duidelijkheid te bieden over steun vanuit de gemeente.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de PvdA, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen:
1. Ziet het college de noodzaak om op korte termijn duidelijkheid te bieden over
liquiditeitssteun aan de sector?
2. Ziet het college in dat kader mogelijkheden om te bewerkstelligen dat culturele
instellingen de subsidies van het vierde kwartaal 2020, reeds in het tweede
kwartaal uitbetaald krijgen?
Het lid van de gemeenteraad,
H.J.T. Biemond
1 Bijlage 4 bij Verzamelbrief 4, ‘Eerste bevindingen impact coronamaatregelen op
cultuursector Amsterdam’, 14 april 2020
1
| Schriftelijke Vraag | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1249
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 12 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie ZS
Te behandelen op 9/10 november 2016
Onderwerp
Amendement van het lid Roosma inzake de Begroting 2017 (investeren in
gebiedsgerichte preventie in de zorg - maar echt).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— bij de Voorjaarsnota 2016 de motie 790 ‘Investeren in gebiedsgerichte preventie
zorg en welzijn’ is aangenomen waarin het college wordt opgedragen ‘bij de
Begroting 2017 aan de raad voorstellen te doen hoe structureel meer ingezet kan
worden op gebiedsgerichte preventieve activiteiten op het gebied van zorg en
welzijn (via basisvoorzieningen)';
— hetcollege deze motie heeft afgedaan met "De actuele situatie is tegengesteld
aan de strekking van de motie: stadsdelen moeten in 2017 bezuinigingen
doorvoeren die van invloed zijn op de kwaliteit en kwantiteit van de
basisvoorzieningen.”;
— de noodzaak om te investeren in gebiedsgerichte preventie sterker is geworden
door de bedoelde bezuinigingen.
Besluit:
— binnen het Programma Welzijn, Zorg en Sport, Programmaonderdeel
Maatschappelijke Ondersteuning, 3.000.000 euro te verschuiven van niet-
gebiedsgericht werken naar gebiedsgerichte preventieve activiteiten op het terrein
van zorg en welzijn;
— het college hiervoor aan de raad voorstellen te laten doen, conform de motie 790,
aangenomen bij de Voorjaarsnota 2016.
Het lid van de gemeenteraad
F. Roosma
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1077
Publicatiedatum 4 december 2013
Ingekomen onder j
Ingekomen op woensdag 27 november 2013
Behandeld op woensdag 27 november 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Capel inzake de notitie, getiteld: ‘Regionale
Hotelstrategie 2016-2022’ (Amsterdam in top 3 Europese congressteden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 29 oktober 2013 inzake de notitie, getiteld: ‘Regionale Hotelstrategie
2016-2022’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1039);
Constaterende dat:
— in hetkader van de onderzoeken die zijn uitgevoerd ter bepaling van
het hotelbeleid is gebleken dat Amsterdam van de door haar gekozen
benchmarksteden veruit de laagste oppervlakte aan beursgebouwen heeft;
Overwegende dat:
— Amsterdam qua merk, bereikbaarheid en toeristische aantrekkingskracht een
toppositie in Europa inneemt het potentieel heeft om een leidende congresstad te
worden;
— Amsterdam als congresstad groeit maar de marktgroei niet kan bijbenen (daling
van #8 naar #10 op de ICCA-ranglijst van Europese congressteden);
— een toename van het aantal internationale bezoekers een positieve impuls zou
zijn voor Schiphol, de Amsterdamse Horeca en de Amsterdamse economie in
het algemeen;
— Schiphol en de horeca in eerder onderzoek zijn aangemerkt als zeer belangrijke
werkgevers voor laagopgeleide arbeidskrachten, een groep waarvan 17%
werkzoekend is in Amsterdam;
— een toename van het aantal internationale bezoekers leidt tot hogere inkomsten
voor de gemeente (toeristenbelasting);
— de bestaande ruimte in Amsterdam vergeleken met de benchmarksteden zeer
intensief wordt gebruikt (hoogste aantal congressen per 10.000 m° in de
benchmarkgroep;
— grote congressteden als Wenen en Parijs beschikken over meerdere
grootschalige congresfaciliteiten;
— een grootschalige faciliteit voor een congresmeeting normaliter alleen worden
gebouwd als een lokale overheid hier het voortouw in neemt,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1077 Moti
Datum 4 december 2013 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de kansen en belemmeringen te onderzoeken van een tweede grootschalige
— _eongresfaciliteit;
— ditin samenwerking te doen met de RAI en met de gemeenten in
de Metropoolregio Amsterdam (MRA);
— ditte betrekken bij de strategie voor het bereiken van een Europese top-3-
— positie als internationale congresstad.
Het lid van de gemeenteraad,
S.T. Capel
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 213
Publicatiedatum 26 april 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.J.A. Visser van
28 februari 2013 inzake financiële problemen bij Amsterdamse corporaties.
Amsterdam, 23 april 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragenstelster.
Op 4 februari 2012 heeft de minister voor Wonen en Rijksdienst, de heer Stef Blok,
een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de stand van zaken bij
woningbouwcorporaties die in financiële problemen verkeren. In de brief wordt
ingegaan op de situatie van 14 corporaties die onder verscherpt toezicht zijn
geplaatst. Hieronder bevinden zich drie Amsterdamse corporaties: Woonstichting
De Key, Stadgenoot en Ymere.
In de brief van minister Blok staat over de Amsterdamse corporaties het volgende:
“Woonstichting De Key
Uit de continuïteitsbeoordeling van het CFV blijkt dat de voorgenomen activiteiten van
De Key de financiële positie tot en met het derde prognosejaar in gevaar kunnen
brengen, terwijl in de laatste jaren de balans weer wordt gevonden tussen activiteiten
en vermogenspositie. De financiële marges van De Key zijn gering. De omvang van
de leningenportefeuille en het aantal (voorgenomen) projecten en resterende
grondposities zijn relatief (te) groot. Mede gelet op het bovenstaande en in het licht
van de vigerende monitoringafspraken heeft het CFV De Key verzocht om de inhoud
van de periodieke voortgangsrapportage te verbreden en besloten het verscherpt
toezicht bij De Key voort te zetten. Het WSW heeft De Key opdracht gegeven om de
administratie op punten te professionaliseren en businessplannen te maken die
aansluiten op de financiële mogelijkheden.
Stadgenoot
Uit het continuïteitsonderzoek van het CFV is gebleken dat de voorgenomen
activiteiten de financiële positie tot en met het vijfde prognosejaar in gevaar kunnen
brengen. De financiële marges van Stadgenoot zijn gering en de leningportefeuille en
de projectposities zijn relatief groot. Mede gelet op het bovenstaande en in het licht
van de monitoringafspraken heeft het CFV Stadgenoot verzocht de inhoud van de
periodieke voortgangsrapportage te verbreden. Op basis van de continuîteits-
beoordeling zal het CFV het verscherpt toezicht bij Stadgenoot voortzetten.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Seeing Da Gemeenteblad
Datum 26 april 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 28 februari 2013
Stichting Ymere
Nadere beoordeling van het CEV in het kader van het solvabiliteitsoordeel 2012
leidde tot diverse aandachtspunten. Deze hebben betrekking op de kwaliteit van de
financiële verantwoording die in combinatie met het resultaat over jaar 2011 en de
ontwikkeling van het door het CFV berekende volkshuisvestelijk vermogen, de
omvang en de geprognosticeerde ontwikkeling van de leningportefeuille en het
resultaat van de groepsmaatschappijen (projectontwikkeling) leiden tot zorg over de
financiële continuïteit van de corporatie en het daarmee onder verscherpt toezicht
stellen van Ymere. De corporatie dient een plan van aanpak op te stellen gericht op
verbetering van bovengenoemde vier punten. Over de voortgang van de genoemde
aandachtspunten wordt het CFV periodiek geïnformeerd. Ook door het WSW wordt
Ymere op bovenstaande punten intensief gevolgd.”
De fractie van D66 wil weten wat de gevolgen zijn van de positie van deze corporaties
voor Amsterdam.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 28 februari 2013, namens de fractie
van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Kan het college een overzicht geven van de gevolgen van het verscherpt toezicht
voor de resultaten van het Vereveningsfonds en van het Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting in 2013? En kan het college een inschatting geven wat de
gevolgen van zullen zijn de komende jaren?
Antwoord:
Corporaties ondervinden al enige jaren grote gevolgen van de economische
recessie. Corporaties hebben vooral problemen met betrekking tot de cash flow.
Naast gebrek aan liquiditeit zijn de corporaties genoodzaakt om af te boeken en
verliezen te nemen. Met het nieuwe Woonakkoord en de voorgenomen
verhuurderheffing zijn de corporaties vervolgens nog behoudender geworden.
Alle Amsterdamse corporaties zien hun investeringsruimte slinken en hebben hun
investeringen fors naar beneden bijgesteld. Ter illustratie: Ymere heeft op 8 maart
2013 aangekondigd vanwege het Woonakkoord de investeringen in nieuwbouw
en renovatiewoningen tussen nu en 2018 terug te schroeven van ruim € 370
miljoen naar ca. € 100 miljoen op jaarbasis. De beperking van de
investeringsruimte van Ymere komt ook door het verscherpte toezicht, waardoor
hun leencapaciteit is afgenomen.
De effecten van de maatregelen die Ymere recent heeft aangekondigd, worden
op korte termijn door het OGA in beeld gebracht. Een extra negatief financieel
effect op de fondsen direct gerelateerd aan het onder verscherpt toezicht staan
van de drie Amsterdamse corporaties De Key, Stadgenoot en Ymere, zal naar
verwachting gering zijn.
Zowel het Vereveningsfonds als het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting houden
al rekening met de fors afgenomen investeringsruimte van corporaties.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Seeing Da Gemeenteblad R
Datum 26 april 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 28 februari 2013
Effect op Vereveningsfonds
In de doorrekeningen voor de komende tijd (zoals opgenomen in het
EindejaarsRAG 2012) voor het Vereveningsfonds is uitgegaan van een verder
inzakkende vastgoedproductie en verder dalende vastgoedprijzen (en in het
verlengde daarvan de grondinkomsten). De focus in het Vereveningsfonds ligt de
komende twee jaar geheel op het uitgeven van gronden die op de plank liggen. Er
zijn genoeg kavels op voorraad die (nagenoeg) bouwrijp zijn om de komende
jaren aan de vraag te kunnen voldoen. Hierbij is er rekening mee gehouden dat
slechts een beperkt aantal ontwikkelaars echt wat kan doen. De focus ligt op
zelfbouw en maatwerk voor geïnteresseerde marktpartijen.
Effect op Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
Het Stimuleringsfonds wordt ingezet voor de stedelijke vernieuwing van Noord,
Nieuw-West en West. Vanwege de crisis zetten corporaties in deze stedelijke
vernieuwingsgebieden meer dan voorheen in op behoud en herstel in plaats van
sloop en nieuwbouw. Gebieden worden hierbij gefaseerd aangepakt, de tijden
van de grootschalige integrale gebiedsontwikkeling zijn voorbij. Hierbij hebben
van de Amsterdamse corporaties met name Rochdale, De Key en Stadgenoot
plannen uitgesteld tot na 2020.
In de doorrekeningen van het Stimuleringsfonds is hier rekening mee gehouden.
De financiële effecten op het fonds zijn relatief gering. De voeding van het fonds
(afkoop bij einde tijdvak) loopt gewoon door, hetgeen een gunstig rente-effect met
zich mee brengt.
Het negatieve effect ligt met name op sociaal gebied: vanwege vertraging of afstel
kan in een aantal gevallen op korte termijn niet worden voldaan aan
verwachtingen die zijn gewekt bij bewoners.
2. Wat betekent de onder verschept toezicht plaatsing van de corporaties voor de
risico's van de gemeente met betrekking tot de achtervangpositie?
Antwoord:
In 2012 heeft het College, onder verantwoordelijkheid van de wethouder Wonen
en de wethouder Financiën, een financieel expertise onderzoek uit laten voeren
door onderzoekbureau Capitad. Dit onderzoek was erop gericht om alle aan de
achtervang bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) verbonden
gemeentelijke risico’s in beeld te brengen en te beoordelen. De resultaten van dit
onderzoek zijn bij brief van 17 juli 2012 aan de raadscommissie BWK voorgelegd.
De belangrijkste conclusie van dat onderzoek was dat de kans dat de gemeente
Amsterdam als achtervanger wordt aangesproken gering is. Deze conclusie werd
onderbouwd met behulp van een aantal scenario's waarin steeds werd
aangegeven wat de verwachte uitkomst van zo'n scenario is en wat de slechts
mogelijke uitkomst is. De conclusie was dat bij geen van de verwachte uitkomsten
Amsterdam als achtervanger zal worden aangesproken. Deze situatie is niet
veranderd door het onder verscherpt toezicht stellen van De Key, Ymere en
Stadgenoot.
3
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Seeing Da Gemeenteblad R
Datum 26 april 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 28 februari 2013
3. Heeft het college inzicht in de redenen waarom juist De Key, Stadgenoot en
Ymere onder verscherpt toezicht zijn geplaatst en niet andere Amsterdamse
corporaties? Zo ja,wat zijn die redenen”?
Antwoord:
Ja, het College heeft inzicht in de redenen waarom juist De Key, Stadgenoot en
Ymere onder verscherpt toezicht zijn geplaatst. Dit inzicht is gebaseerd op de
brief van minister Blok d.d. 4 februari 2013 en op contact hierover met de
betreffende corporaties.
De Key staat sinds 2009 onder verscherpt toezicht. Bij de continuïteitsbeoordeling
2012 heeft de Key de B1-status gekregen. Dit houdt in dat het CFV van oordeel is
dat de voorgenomen activiteiten de corporatie op de middellange termijn (3 tot 5
jaar) in gevaar brengen. Op basis hiervan heeft het CFV besloten het verscherpt
toezicht voort te zetten. De financiële marges van De Key zijn gering. De omvang
van de leningenportefeuille en het aantal (voorgenomen) projecten en resterende
grondposities zijn relatief (te) groot. De Key is bezig met een grondige
reorganisatie waarbij onder meer . de projectenportefeuille is herijkt en Far West
in de organisatie is opgenomen. Het CFV heeft het vertrouwen uitgesproken in de
door De Key gerealiseerde verbeteringen.
Evenals de Key staat ook Stadgenoot al langer onder verscherpt toezicht van het
CFV. Stadgenoot heeft op dit moment (over verslagjaar 2011) een
solvabiliteitsoordeel “voldoende”, hetgeen wil zeggen dat de omvang van het
vermogen afdoende is om aan alle toekomstige verplichtingen te voldoen.
Stadgenoot is dus op dit moment financieel gezond.
De reden voor het verscherpt toezicht is gelegen in de ambitie. In het
meerjarenplan, dat begin 2012 is ingediend bij CFV, was een
nieuwbouwportefeuille opgenomen die volgens het CFV niet paste bij de
financiële mogelijkheden. Het zou volgens het CFV de financiële positie in de
laatste jaren van de prognoseperiode (jaar 3 tot en met 5) in gevaar kunnen
brengen, zeker als in ogenschouw wordt genomen dat de verhuurdersheffing
eraan zit te komen.
In het meerjarenplan waren de geplande investeringen onlosmakelijk verbonden
met de eigen voorwaarden van Stadgenoot (eerst voldoen aan voorwaarden, dan
pas investeren):
e realiseren van afdoende extra verkopen om de investeringen mogelijk te
maken;
e afronden van efficiëntieverbetering, leidend tot een structurele verlaging van
de bedrijfslasten;
e geen verdere toename van het vreemd vermogen c.q. aflossen waar mogelijk.
Het CFV heeft geoordeeld dat zij dicht op dit proces wil zitten en strakker wil
monitoren. Het verscherpt toezicht wordt vorm gegeven via een uitgebreide
rapportage van Stadgenoot over de actuele ontwikkelingen binnen Stadgenoot,
wat betreft de gerealiseerde verkopen, de fte-ontwikkeling en de ontwikkeling van
de schuld. Over deze rapportage vindt elk kwartaal overleg plaats tussen het CFV
en Stadgenoot.
4
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Seeing Da Gemeenteblad R
Datum 26 april 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 28 februari 2013
Er is geen sprake van bijvoorbeeld een noodzakelijk op te stellen herstelplan c.q.
verbeterplan. Het verscherpt toezicht blijft beperkt tot het actief meekijken over de
schouder door CFV. Inmiddels is overigens eind januari het nieuwe
MeerJarenPlan vastgesteld, waarbij de projectenportefeuille nagenoeg geheel
naar nul terugloopt.
Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting meldt dat het Ymere onder
verscherpt toezicht heeft geplaatst, omdat er zorg is over de financiële continuïteit
van de corporatie. Het CFV benoemt hierbij een aantal aandachtspunten, deze
staan ook vermeld in de door u aangehaalde brief van minister Blok. Ymere is
hierover met het CFV in gesprek. De indruk van Ymere is dat de zorg van het
CFV vooral wordt ingegeven door het aanzienlijke investeringsvolume dat Ymere
de afgelopen jaren heeft gerealiseerd, in relatie tot de door Ymere in de nabije
toekomst te betalen verhuurdersheffing en saneringsbijdragen. Ymere heeft
recentelijk te kennen gegeven, gemotiveerd door deze lastenverzwaring, haar
investeringen vanaf dit jaar naar circa een derde van het oorspronkelijke volume
te zullen terugbrengen.
Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat er bij geen van de
onder verscherpt toezicht geplaatste corporaties sprake is van acute zorg omtrent
de financiële situatie.
4. In hoeverre heeft de oorzaak van hun huidige problemen te maken met het
uitvoeren van bijzondere wensen van de gemeente, die niet onder DAEB-
investeringen vallen, zoals het opkopen van prostitutiepanden in het
Wallengebied?
Antwoord:
Zowel de Key, Stadgenoot als Ymere hebben een belangrijke bijdrage geleverd
aan het project 1012 door het opkopen en opknappen van prostitutiepanden.
Dit heeft echter maar nauwelijks doorgewerkt in de huidige financiële situatie van
deze corporaties.
Wat betreft de Key zijn de hiermee samenhangende investeringen verwerkt en
opgevangen binnen het financieel herstel van de Key. Ten aanzien van Ymere
geldt dat de activiteiten voor project 1012 van belang zijn, maar op het totale
investeringsvolume van Ymere niet materieel. Wat betreft Stadgenoot is het zo
dat NV Stadsgoed (een 100% dochter van Stadgenoot) de niet-Daeb activiteiten
op de wallen uitvoert. Het verscherpt toezicht op Stadgenoot heeft geen
betrekking op NV Stadsgoed, maar bij de beoordeling van Stadgenoot is ook de
financiële verhouding met o.a. NV Stadsgoed in ogenschouw genomen. Als
zodanig vindt een beperkt deel van het verscherpt toezicht op Stadgenoot zijn
oorsprong in de activiteiten die door Stadsgoed op de wallen worden uitgevoerd.
In dit kader wordt nog wel opgemerkt dat de ontwikkelingen met betrekking tot de
verhuurdersheffing van groot belang zijn voor de financiële positie van de
corporaties. Om die reden voert het College een lobby richting het ministerie om
de gevolgen van de verhuurdersheffing voor de corporaties minder groot te laten
zijn.
5
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Naeing 5 Gemeenteblad
Dat 26 apri 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 28 februari 2013
5. Iser sprake van overleg tussen gemeente en corporaties over de ontstane
situatie? Graag een toelichting hierbij.
Antwoord:
In verband met de verhuurderheffing en het voortduren van de crisis is er de
laatste tijd veelvuldig en intensief contact geweest met de corporaties over hun
financiële positie. Daarbij is er ook overleg geweest met De Key, Ymere en
Stadgenoot over het onder verscherpt toezicht stellen van deze corporaties.
Zoals eerder aangegeven voert de gemeente Amsterdam naar aanleiding van
het Regeer- en Woonakkoord, een actieve lobby in Den Haag om te zorgen dat
corporaties (weer) voldoende mogelijkheden hebben om te investeren in onze
stad.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda,
woensdag 9 en donderdag 10 oktober 2019
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor
de raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 9 oktober 13.00 uur en 19.30 uur
donderdag 10 oktober 13.00 uur en zo nodig 19.30 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen
2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 18 en 19 september
2019.
3 Vaststellen van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 _Mondelingevragenuur.
6 Ontslag verlenen aan de eerste plaatsvervangend raadsgriffier van
de gemeenteraad van Amsterdam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1541)
Duurzaamheid en Circulaire Economie
7 Kennisnemen van het collegebesluit inzake het adviesrapport ‘Bouwstenen voor
de nieuwe strategie Amsterdam Circulair 2020 -2025’.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1532)
Ruimtelijke Ordening
8 Vaststellen van het bestemmingsplan De Pijp 2018 1e herziening.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1533)
9 Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidelijke Pontaanlanding.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1535)
10 Vaststellen van het bestemmingsplan Groot Waterloo.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1537)
11 Kennisnemen van de Startnotitie Omgevingsvisie Amsterdam 2050 en
kennisnemen van de reactie op motie 892 van raadslid Groen inzake de
Begroting 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1536)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 en donderdag 10 oktober 2019
Grondzaken
12 Instemmen met het aanvullende uitvoeringskrediet voor de herprofilering
Haarlemmerweg (N200). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1539)
Economische Zaken
13 Instemmen met het Amsterdams Ondernemers Programma 2019-2022 'Naar
een sterke buurteconomie’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1427)
Lucht- en Zeehaven
14 Kennisnemen van de financiële jaarstukken van het Centraal Nautisch Beheer
Noordzeekanaalgebied en verklaren dat het in de gelegenheid is gesteld om een
zienswijze over te brengen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1429)
15 Vaststellen van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1523)
Sport en Recreatie
16 Kennisnemen van het onderzoek ‘Subsidieregeling vereniging
buitensportaccommodaties’ van de rekenkamer en het overnemen van
de aanbevelingen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1511)
Water
17 Uiten van wensen en bedenkingen ten aanzien van de concept beleidsregels
voor het omzetten exploitatievergunningen passagiersvaart, de conceptwijziging
van de Regeling op het binnenwater 2019 en het welstandsbeleid
Passagiersvaart Segment Historisch en/of Beeldbepalende vaartuigen
Amsterdam 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1513)
18 Wijzigen van de Verordening op het binnenwater 2010 en de Verordening
Bestuurlijke Boetes Overlast in de Openbare Ruimte, ter implementatie van
regels voor exploitatievergunningen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1512)
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
19 Instemmen met de zienswijze op het Ontwerp Programma van Eisen concessie
Zaanstreek-Waterland 2022. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1514)
20 Beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de aanschaf van vijf nieuwe
Noordzeekanaalveren. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1515)
21 Kennisnemen van het actieplan bruggen en kademuren.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1516)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 en donderdag 10 oktober 2019
22 Instemmen met het afgeven van een positieve zienswijze aan de Vervoerregio
over de concept-Programmabegroting 2020-2023 en concept Investeringsagenda
Mobiliteit. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1517)
Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed
23 Instemmen met een aanvulling op het advies inzake de aanwijzing lokale omroep
2019-2024. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1518)
Dienstverlening
24 Kennisnemen van het onderzoek ‘Leges bij vergunningaanvragen’ van de
rekenkamer en het overnemen van de aanbevelingen.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1519)
Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid
25 Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Jaarlijkse mensenrechtenscan begint bij
rechten van Amsterdamse kinderen’ van de leden Hammelburg, Roosma,
Simons, La Rose en Bloemberg en het voormalig raadslid Van der Burg en
kennisnemen van de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1422)
26 Instemmen met de Nota Regenboogbeleid. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1425)
Vluchtelingen en Ongedocumenteerden
27 Instemmen met een krediet om Van Leijenberghlaan 11 in te zetten voor 24-
uursopvang ongedocumenteerden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1522)
Onderwijs
28 Instemmen met de concept akte van statutenwijziging voor het
samenwerkingsbestuur voor de stichting die ontstaat na de bestuurlijke fusie van
de stichting Sirius en stichting Bijzonderwijs. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1524)
29 Actualiteit van het lid Yilmaz inzake de sluiting van een basisschool in Zuidoost.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1525)
Volwasseneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering
30 Kennisnemen van de Uitwerkingsagenda: 'Op weg naar de nieuwe Amsterdamse
aanpak inburgering’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1526)
Armoede en Schuldhulpverlening
31 Vastellen van de Amsterdamse Agenda Armoede en Schulden 2019-2022.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1527)
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 en donderdag 10 oktober 2019
Bouwen en Wonen
32 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Verzorgingshuizen nieuwe stijl’
van het lid Van Soest en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het
oorspronkelijke voorstel. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1529)
Dierenwelzijn
33 Kennisnemen van de reactie op motie nr. 359.17 van het lid Van Lammeren
inzake Stedelijk Handhavingsprogramma 2017 — 2018 (opvolging meldingen
dierenmishandeling). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1530)
Juridische Zaken
34 Verlenen van subsidie op basis van de Subsidieverordening Joodse
Erfpachttegoeden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1520)
VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN
Juridische Zaken
35 Bekrachtigen van de geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1521)
Zorg
36 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1510)
Bouwen en Wonen
37 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1528)
Duurzaamheid en Circulaire Economie
38 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1531)
Ruimtelijke Ordening
39 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1534)
40 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1538)
Grondzaken
41 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1540)
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 en donderdag 10 oktober 2019
Ingekomen stukken
1 Brief van wethouder Groot Wassink van 16 september 2019 inzake afhandeling
motie 913.18 van de leden Blom en Vroege over Ihbti gemeenschapsopbouw.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
2 Brief van wethouder Van Doorninck van 24 september 2019 inzake afhandeling
motie 1140.18 van het lid Bloemberg-lssa over de betekenis van de WHO-
aanbevelingen voor vliegtuiggeluid voor de bouwplannen.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
3 Brief van wethouder Dijksma van 17 september 2019 inzake afhandeling motie
79.19 van de leden Ernsting, Boutkan en Vroege over een beter fietspad op
de ODE-brug en de Oostertoegang.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
4 Brief van wethouder Kukenheim van 5 september 2019 inzake afhandeling motie
495.19 van de leden La Rose, Grooten, Ceder, Kilig, Simons en El Ksaihi over
de groeiende problematiek van huiselijk geweld.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
5 Brief van wethouder Ivens van 24 september 2019 inzake afhandeling motie
713.19 van het lid A.L. Bakker over het ontmoedigen van het gebruik van
duivennetten op balkons.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
6 Brief van wethouder Ivens van 24 september 2019 inzake afhandeling motie
781.19 van de leden Nadif en Kilig over vergroenen rondom zorginstellingen.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
7 Brief van wethouder Ivens van 24 september 2019 inzake afhandeling motie
875.19 van het lid A.L. Bakker over de huisvesting van vleermuizen.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
5
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 en donderdag 10 oktober 2019
8 Brief van wethouder Ivens van 24 september 2019 inzake afhandeling motie
1259.19 van het lid A.L. Bakker over groenslingers in smalle straten.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
9 Brief van wethouder Moorman van 27 september 2019 inzake de sluiting van
basisschool 16° Montessori.
Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 29,
Actualiteit van het lid Yilmaz inzake de sluiting van een basisschool in Zuidoost.
10 Brief van Mileudefensie van 17 september 2019 inzake de aanbieding van de
nota ‘Lokale zaken in het geding door CETA’, het vrijhandels- en
investeringsverdrag CETA tussen de EU en Canada.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
11 Brief van Provincie Noord-Holland van 12 september 2019 inzake de aanbieding
van het jaarverslag Interbestuurlijk Toezicht 2018.
Voorgesteld wordt dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen.
12 Raadsadres van TIW-Survivors van 11 september 2019 inzake hun reactie op
het rapport Honkbal en Hockey in de regio Diemen, Amsterdam Oost en Zuidoost
- een verkenning naar de (on)mogelijkheden.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport.
13 Raadsadres van een burger van 12 september 2019 inzake het verlenen van
een gemeentelijke monumentenstatus aan het werfterrein Hoogte Kadijk 145B.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
De bijlagen liggen ter visie bij de raadsgriffie.
14 Raadsadres van een lid van de gemeenteraad van Zwolle van 15 september
2019 inzake pensioenzorgen.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
6
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 en donderdag 10 oktober 2019
15 Raadsadres van een burger van 14 september 2019 inzake een reactie op
de ophef rond het wapen in de ambtswoning.
Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
16 Raadsadres van een burger van 15 september 2019 inzake het afglijden naar
de verworvenheden van 100 jaar geleden.
Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
17 Raadsadres van een burger van 15 september 2019 inzake het niet meer
publiceren van horecavergunningen en aanvragen bij de Omgevingsdienst.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
18 Raadsadres van een burger van 15 september 2019 inzake een reactie op
het incident met de zoon van de burgemeester.
Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
19 Raadsadres van een burger van 1/7 september 2019 inzake het verzoek om
sluiting van de taxistandplaatsen naast de Beurs van Berlage aan
de Oudebrugsteeg.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
20 Raadsadres van een burger van 17 september 2019 inzake de opmerking dat
het incident met de burgemeester geen voorbeeld is voor de misdaadbestrijding
in Amsterdam.
Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
21 Raadsadres van een burger van 18 september 2019 inzake een melding over
geluidsoverlast.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
22 Raadsadres van een burger van 18 september 2019 inzake plannen voor
de sluiting van het politiebureau aan de Van Leijenberghlaan voor opvang van
asielzoekers.
Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 27, Instemmen met een krediet om Van Leijenberghlaan 11 in te
zetten voor 24-uursopvang ongedocumenteerden.
7
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 en donderdag 10 oktober 2019
23 Raadsadres van een burger van 19 september 2019 inzake mogelijke opties voor
het oplossen van de problemen bij het AEB.
Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college
van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake.
24 Raadsadres van een burger van 1/7 september 2019 inzake het verzoek om
het onderwerp Joodse Erfpachttegoeden niet te agenderen voor
de raadsvergadering van 9 oktober vanwege Jom Kippoer.
Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij te betrekken bij de
behandeling van agendapunt 34, Verlenen van subsidie op basis van
de Subsidieverordening Joodse Erfpachttegoeden.
25 Brief van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden van 19 september 2019
inzake de aanbieding van de zomerbrief 2019 van de Nederlandse Vereniging
voor Raadsleden.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
26 Raadsadres van een burger van 21 september 2019 inzake het ontslaan van
gemeenteambtenaren die drugs gebruiken in het kader van het project Top 600.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
27 Raadsadres van Let's Talk About Tech van 23 september 2019 inzake
de internetconsultatie betreffende het Wetsvoorstel Implementatie Telecomcode
en de gezondheidseffecten van de uitrol van 5G.
Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
28 Raadsadres van een burger van 13 september 2019 inzake wijziging van
de straatnaam de Dom van der Laanstraat.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
29 Raadsadres van CEO Attero B.V. van 18 september 2019 inzake een oproep tot
het organiseren van een competitief verkoopproces voor het AEB.
Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college
van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake.
8
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 en donderdag 10 oktober 2019
30 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 19 september 2019 inzake
de aanbieding van het rapport ‘Bruikbaarheid van indicatoren’ - deelonderzoek 2:
verwijderen van drijf- en grofvuil.
Voorgesteld wordt, dit rapport voor kennisgeving aan te nemen.
31 Raadsadres van een burger van 22 en 24 september 2019 inzake het verzoek
aan de gemeenteraad om een aantal vragen bestemd voor de burgemeester
door haar te laten beantwoorden.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
32 Afschrift van een brief van Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis B.V, gericht aan
het college van burgemeester en wethouders, van 24 september 2019 inzake
het verzoek op grond van artikel 7:4 lid 2 Awb om verstrekking van
de beoordeling van de aanpassingen door de Centrale Verkeerscommissie.
Voorgesteld wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
33 Raadsadres van Ondernemersvereniging Oudezijds Achterburgwal van
16 september 2019 inzake het beleid betreffende de rondleidingen in
het Wallengebied.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Financiën en Economische Zaken en
de raadscommissie Algemene Zaken.
34 Raadsadres van Ondernemersvereniging Oudezijds Achterburgwal van
11 september 2019 inzake een politiebureau in het Wallengebied.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
35 Raadsadres van 2 burgers van 11 september 2019 inzake bezwaar tegen
de omgevingsvergunning voor een hotel op de Geldersekade dat in strijd is met
het vastgestelde hotelbeleid.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
36 Brief van de Onderwijsraad van 17 september 2019 inzake de aanbieding van
het werkprogramma 2020 van de Onderwijsraad.
Voorgesteld wordt, dit programma voor kennisgeving aan te nemen.
9
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 en donderdag 10 oktober 2019
3/ Raadsadres van een burger van 25 september 2019 inzake de plannen van
het lid Simons over zwarte piet.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
38 Raadsadres van een burger van 25 september 2019 inzake een aantal ideeën
voor de politiek over onder andere over het klimaat.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
10
| Agenda | 10 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1226
Publicatiedatum 12 oktober 2016
Ingekomen onder Ss
Ingekomen op 5 oktober 2016
Behandeld op 5 oktober 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Vroege en Vink inzake het principebesluit Sprong over 't IJ
(hoofdalternatieven).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het principebesluit Sprong over 't IJ (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1172).
Overwegende dat:
— de mobiliteit tussen beide zijden van het IJ enorm toeneemt en goede
verbindingen noodzakelijk zijn om deze ontwikkeling te faciliteren
— diverse huidige en toekomstige gebiedsontwikkelingen en bouwactiviteiten aan
beide zijden van het IJ de noodzaak om de verbindingen te verbeteren
onderstrepen;
— de raad zich op 10 februari 2016 bij de motie van de leden Vink, Torn en
Boldewijn (Gemeenteblad afd. 1, nr. 148) positief uitsprak over de wenselijkheid
van het metrostation Sixhaven.
Constaterende dat:
— het college in het kader van “Sprong over het IJ" een lijst met hoofdalternatieven
heeft geformuleerd met voorstellen voor een betere mobiliteit over het IJ voor de
middellange en lange termijn;
— er tevens een lijst is samengesteld met andere dan de “hoofdalternatieven”
— en dat op deze "B-lijst' o.a. het metrostation Sixhaven en een nieuwe
ondergrondse voetgangerspassage tussen Centraal Station en Noord staan
— dit wat betreft het metrostation op gespannen voet staat met de eerder In de raad
aangenomen motie;
— er geen inhoudelijke onderbouwing is gegeven waarom deze beide alternatieven
niet juist tot de hoofdalternatieven behoren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— _een toekomstig metrostation Sixhaven en een voetgangerstunnel CS-
Buiksloterweg toe te voegen aan de lijst met te onderzoeken hoofdalternatieven
en ze net zo serieus en volwaardig te onderzoeken als de hoofdalternatieven die
daar nu al op staan;
— deze twee alternatieven van de "B-lijst" af te halen.
1
De leden van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
B.L. Vink
2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer 438
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Von Gerhardt inzake geen groepen tussen wal en schip
Onderwerp
Geen groepen tussen wal en schip
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over vaststellen Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (VN2023-015450).
Constaterende dat,
-_De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting een middeninkomen definieert voor een een-
persoonshuishouden als een jaarsalaris tussen de €41.000 en €56.500 (prijspeil 2022);
-__De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting een middeninkomen definieert voor een
meerpersoonshuishouden als een gezamenlijk jaarsalaris tussen de €45.000 en €75.000
(prijspeil 2022);
-_Het college voornemens is om middels een huisvestingsvergunning alleen mensen met
een middeninkomen toe te laten tot het middensegment;
-__ Door de wet betaalbare huur het middensegment stijgt naar 50% en het aantal vrije sector
huurwoningen sterk daalt.
Overwegende dat,
-_In Amsterdam de levenskosten het hoogst zijn in Nederland en wonen in de stad steeds
duurder wordt;
-__ Starters of jonge gezinnen snel de bovengrens van het middeninkomen ontstijgen;
-_Huishoudens die net boven de bovengrens van een middeninkomen uitkomen, door de
nieuwe regels enkel toegewezen zijn aan de vrije huursector;
-_De voordracht over de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting aankaart om onderzoek te
willen doen naar het knelpunt van huishoudens die net over de inkomensgrens voor het
middeninkomen zitten, omdat zij, ondanks de hoge kosten, dan alsnog aangewezen zijn
op middeldure woonlasten.
-_De vrije huursector steeds minder aanbod betreft, waardoor de huurprijzen alsmaar oplo-
pen naar ongekende hoogtes;
-_Om de hoge huurprijzen en levenskosten te kunnen betalen, huishoudens wel 4,5 keer de
maandhuur moeten verdienen om rond te kunnen komen;
-_ Koopwoningen gemiddeld meer dan een 600 duizend euro kosten;
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
-_ Hiermee zowel de vrije sector huur als koopwoningen onbetaalbaar zijn voor mensen met
een inkomen net boven het middensegment.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Om een extra inkomensgroep te introduceren voor huishoudens die net de bovengrens van het
middeninkomen ontstijgen, waardoor zij niet onderworpen zijn aan de vrije huursector en beroep
kunnen doen op de gereguleerde huursector.
Indiener(s),
M.S. Von Gerhardt
| Motie | 2 | discard |
van EE
Datum: 25 mei 2019 om 21:14:55 CEST
B
ij
Onderwerp: Inschrijfkosten WoningNet Stadsregio Amsterdam
Antwoord aan:
Beste gemeenteraden,
Vandaag was ik te gast bij Radar Radio omtrent de verschillen in inschrijf- , verleng- en
administratiekosten bij sociale woningcorporaties. Bekijk de uitzending terug
op: https://radar.avrotros.nl/uitzendingen/gemist/item/inschrij ven-huurwoning-gratis-in-
limburg-maar-50-euro-in-amsterdam/
In deze uitzending lichte directeur Egbert de Vries van AFWC toe dat de gemeente ook
wel degelijk invloed heeft in de kosten voor woningzoekenden. Is uw organisatie het
daarmee eens en bestaat er een mogelijkheid om per 2020 de woningzoekenden in de
stadsregio Amsterdam tegemoet te komen? Want 50,00 euro inschrijven is een bizar
hoog bedrag en werpt daarmee meteen een enorme drempel op bij het inschrijven dus
verkrijgen van een sociale huurwoning.
Tijdens het lopen naar de uitgang heb ik met Egbert de Vries verder gesproken. Alleen
kwam daar niet echt verbetering voor op de korte termijn uit. Hij wacht tot het ei van
Columbus is uitgevonden, in de tussentijd mogen de woningzoekenden de 50,00 euro
blijven betalen. Hopelijk kunt u daar als gemeenteraad per 2020 verandering inbrengen!
In afwachting op uw reactie,
Met vriendelijke groet,
Weet wat u print, denk aan het milieu.
| Raadsadres | 2 | train |
ME en Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
x Nieuw-West Plein 40-45, nr. 1
x 6 april 2021
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Digitaal
Voorzitter SDC: Sarah Biddle
Secretaris SDC: Ilse Plasmeijer
1. Opening
2. Actualiteiten rondom Corona
3. Mededeling
4. Vaststelling besluitenlijst SDC van 9 en 23 maart 2021
5. Ingekomen stukkenlijst
6. Insprekers
7. Mondelinge vragen
8. Adviesaanvraag Verordening Meldingsplicht Sensoren
g. Adviesaanvraag Investeringsnota Struijckenkade
10. Ongevraagd advies positie van jongeren in tijden van corona
11. Ongevraagd advies Theater Meervaart
12. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via
[email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | val |
x Gemeente Amsterdam R.
% Gemeenteraad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 31
Datum indiening 24 april 2020
Datum akkoord college van b&w van 2 februari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Dantzig inzake de
afhandeling van Wob-verzoeken.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het aanvankelijk door de fractie van D66 geagendeerde agendapunt
“Beantwoording raadsadres Wob online archief Nr. BD2020-000502” zal
niet op korte termijn in de raadscommissie Algemene Zaken worden
besproken. Om toch zeker te stellen dat het recht op informatie in
Amsterdam ook in de praktijk een recht is en geen gunst, stelt de fractie
van D66 via deze weg haar vragen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Dantzig, namens de fractie van
D66, op grond van toenmalig artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college
van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Weten we hoe lang het gemiddeld duurt voordat een besluit wordt
genomen op een Wob-verzoek?
Antwoord:
De gemiddelde doorlooptijd van Wob-verzoeken is op dit moment niet
optimaal, namelijk 135 dagen. Bij dit gemiddelde zitten verzoeken die na
negen weken zijn afgehandeld, maar ook verzoeken die pas na twee jaar
zijn afgehandeld. Met name door deze laatste categorie wordt het
gemiddelde aanzienlijk omhoog gehaald. De termijn waarbinnen een Wob-
verzoek wordt afgehandeld is mede afhankelijk van de omvang van het
verzoek, het onderwerp en de complexiteit van het verzoek.
Het college vindt dat dit beter moet. Daarom is ter verbetering van het
primaire Wob-proces op 1 oktober 2020 een pilot gestart met een stedelijk
Wob-ondersteuningsteam. Het stedelijk Wob-ondersteuningsteam
coördineert een deel van de Wob-verzoeken van directies en stadsdelen en
ondersteunt op informatie en op juridisch vlak. Binnen de pilot zal met één
registratiesysteem voor Wob-verzoeken worden gewerkt. Op dit moment
worden de overzichten handmatig door de diverse directies aangeleverd
en tot één overzicht gebundeld door de Informatiecommissaris. Door te
werken met één registratiesysteem kunnen op termijn alle Wob-verzoeken
op één plek geregistreerd worden. Hiermee kan automatisch een compleet
overzicht van Wob-verzoeken worden gegenereerd met behulp waarvan
o.a. kan worden gestuurd op het primaire proces. Ook is een adviesgroep
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nieling Ev 31 Gemeenteraad
r Schriftelijke vragen, vrijdag 24 april 2020
Datum 2 februari 2021
gestart met het analyseren van de kwantitatieve gegevens om gerichte
maatregelen ter verbetering te kunnen treffen.
Binnen de pilot zal ook een voorstel voor de structurele invulling van het
stedelijk ondersteuningsteam worden uitgewerkt. Dit voorstel wordt in april
ter besluitvorming aangeboden.
2. In welk aandeel van de gevallen waarin iemand bezwaar maakt tegen
een afwezen Wob-verzoek wordt de procedure meteen gedaagd?
Antwoord:
In de periode van 1 januari 2019 tot en met 1 juni 2020 zijn 44 van de 110
lopende bezwaarprocedures (tegen Wob-besluiten) verdaagd. Het is niet
bijgehouden op welk moment (meteen of in een later stadium) in de
procedure verdaagd is.
3. In welk aandeel van de gevallen waarin iemand bezwaar maakt tegen
een afgewezen Wob-verzoek Uitspraak commissie bezwaar en beroep komt
de uitspraak (gedaagd of niet gedaagd) te laat?
Antwoord:
In de periode van 1 januari 2019 tot 1 juni 2020 zijn 85 bezwaarprocedures
over Wob-besluiten afgerond. In 59 gevallen is de beslissing op bezwaar
niet tijdig genomen.
4. Is het archief met Wob-verzoeken inmiddels compleet? Als dit niet het
geval is, wanneer kunnen wij verwachten dat die compleet is?
Antwoord:
Als hiermee wordt bedoeld de gepubliceerde Wob-besluiten op
amsterdam.nl/wobbesluiten: vanaf 19 juli 2018 is binnen de organisatie
afgesproken dat Wob-besluiten vanaf die datum worden gepubliceerd.
Momenteel staan op de website 448 Wob-besluiten gepubliceerd. Het
publiceren van de besluiten heeft continue aandacht. De aanlevering van
te publiceren Wob-besluiten is afhankelijk van de organisatieonderdelen.
Doordat nu nog niet met één registratiesysteem wordt gewerkt, kan niet
worden gegarandeerd dat alle Wob-besluiten zijn gepubliceerd. Daarom is
vanuit het verbetertraject op basis van de beschikbare overzichten (vanaf
week 28 van 2019) uitvraag gedaan of alle Wob-besluiten zijn
gepubliceerd. Met behulp van deze informatie wordt gestuurd op de
publicatie van deze Wob-besluiten. Binnen de pilot zal het publiceren van
de Wob-verzoeken op een andere manier worden georganiseerd. De
verzoeken zullen op de website van het Stadsarchief worden gepubliceerd,
dit komt de toegankelijkheid (vindbaarheid, doorzoekbaarheid,
bruikbaarheid) ten goede. Het stedelijk team neemt hierin de regie en
zorgt voor het aanleveren van de Wob-dossiers bij het Stadsarchief. We
streven ernaar om uiterlijk twee weken na het besluit het Wob-dossier te
publiceren. Hiervoor zijn we o.a. de centrale registratie aan het door
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
vumme sv 31 Schriftelijke vragen, vrijdag 24 april 2020
Datum 2 februari 2021
ontwikkelen, zodat het centrale team beter kan monitoren en sturen op
o.a. publicatie. Daarnaast informeren we de directies en stadsdelen actief
over wat er van hen in deze wordt verwacht.
Toelichting door vragensteller:
Eerder gaf de burgemeester aan naar aanleiding van een geval waarin een
Wob-verzoek tussen twee diensten was gaan zweven, dat zij een
totaaloverzicht wil van alle Wob-verzoeken die verspreid over de
gemeente bij verschillende diensten zijn aangeleverd.
5. Is deze lijst inmiddels opgesteld?
Antwoord:
Bij de beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid Van Soest
is een overzicht beschikbaar gesteld van de Wob-verzoeken die in
behandeling waren tijdens week 28 t/m 52 van 2019, op basis van
informatie van de diensten en stadsdelen. In dit overzicht zijn de gegevens
over de indieners van de verzoeken wegens privacy redenen weggehaald.
Toelichting door vragensteller:
Daarnaast gaf de burgemeester ook aan wekelijks na te gaan hoe het zit
met de afhandeling van Wob-verzoeken. Inmiddels zal daaruit een beeld
zijn ontstaan van hoe snel en adequaat Wob-verzoeken worden
afgehandeld.
6. Kan het college dit beeld voor ons schetsen?
Antwoord:
Zoals in het antwoord op vraag 1 beschreven is het lastig om een
gemiddelde te geven van de termijn waarbinnen een verzoek wordt
afgehandeld. Tot nu toe hebben we het behandelen van Wob-verzoeken
decentraal georganiseerd. ledere directie en stadsdeel geeft naar eigen
inzicht invulling aan het proces van afhandeling.
De pilot met het Stedelijk Wob- ondersteuningsteam moet ervoor zorgen
dat het proces, de hulpmiddelen en regie meer centraal wordt
georganiseerd, zodat verzoeken eenduidig en efficiënter worden
afgehandeld en de kwaliteit van het proces constant wordt gemonitord en
verbeterd: met als resultaat een adequate afhandeling van verzoeken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente
Amsterdam
Armoede in beeld 5
Stadsdeelfactsheet West y
% Inhoudsopgave
> < Inhoud Pagina Inleiding
Toelichting 3 Met het verschijnen van de Armoedemonitor
2022 en de daarbij behorende tabellenrapportage
Deel 2: Minimahuishoud voor de stadsdelen van Onderzoeken Statistiek
ser 1: Wimimanuishovdens 4 (O&S), kan er weer een nieuwe stand van zaken
gegeven worden van de omvang van de armoede
Minimahuishoudens per stadsdeel, gebied, wijk en buurt 5 en het bereik van de armoedevoorzieningen.
Langdurige minima 9 Team Onderzoek Stadsdelen heeft voor alle
stadsdelen en stadsgebied Weesp een analyse
Minimahuishoudens naar inkomstenbron 10 gemaakt van de gegevens vit de
tabellenrapportage. Hiermee wordt voorzien in de
Minimahuishoudens naar huishoudtype a lS binnen de stadsdelen ei Ee beeld te
krijgen van de armoedeproblematiek in de
gebieden, wijken en buurten van een stadsdeel.
Minima naar leeftijdsgroep 12
Deze factsheet bestaat uit twee delen. Het eerste
Minimajongeren 13 deel gaat over de minima. Hoe groot is die groep
en wat zijn de kenmerken van deze groep?
Deel 2: Bereik armoedevoorzieningen 14
Deel twee gaat over het bereik van de
Bereik armoedevoorzieningen per stadsdeel, wijk en buurt 15 IEN en Nn Voorzieningen
zijn er voor de minima en hoe is het bereik
En . daarvan?
Methode om minima te bereiken per voorziening 19
Ô $ Toelichting
Armoedemonitor
> < Alle cijfers over armoede in dit document zijn afkomstig van de Armoedemonitor van Amsterdam 2022*.
De jaarlijkse Armoedemonitor is gebaseerd op het Integrale Inkomens- en Vermogensonderzoek (IIV) van het
CBS. De cijfers van de Armoedemonitor gaan over het jaar 2021. Dat is het meest recente jaar dat het CBS
levert. De bereikcijfers van de armoedevoorzieningen gaan over 2022 en zijn afkomstig van het WPI.
Definities laag inkomen en minimahuishouden
In de Armoedemonitor wordt gekeken naar de huishoudens met een laag inkomen. Een huishouden is een
minimahuishouden wanneer er naast een laag inkomen ook weinig vermogen is. De grens voor een laag
inkomen ligt in Amsterdam sinds 1 januari 2023 op 130% van het sociaal minimum (SM). In de
Armoedemonitor en in de tabellenrapportage wordt voor alle gegevens vanaf 2011 deze nieuwe
inkomensgrens van 130% SM gehanteerd. Om deze reden komen de gegevens niet overeen met gegevens uit
de vorige edities van de Armoedemonitor. Er zijn dus meer mensen die door het opschuiven van de grens
onder een laag inkomen vallen. In heel Amsterdam gaat het in vergelijking met het aantal mensen met een
laag inkomen die onder de 120% SM grens vielen in 2020 om ongeveer 11.550 meer huishoudens.
Doelpopulatie Armoedemonitor
De gegevens in de Armoedemonitor gaan over Amsterdamse huishoudens van wie het inkomen over het
betreffende jaar bekend is. Huishoudens die exclusief uit studenten of instituutbewoners bestaan worden
buiten beschouwing gelaten. Vanwege onthullingsrisico zijn bij buurten en wijken met weinig minima niet alle
gegevens beschikbaar. Het gaat dan om minder dan 20 huishoudens of personen.
In de Armoedemonitor 2022 zijn de cijfers nog gepubliceerd in de oude gebiedsindeling van 2015.
*Het rapport is te vinden via Armoedemonitor 2022 | Website Onderzoek en Statistiek (amsterdam.nl)
Gemeente
Amsterdam
Minimahuishoudens
Armoedegrens = 130% van het wettelijk minimum loon en weinig vermogen*
Normbedragen belastbaar jaarloon 2021 van de lage inkomensgrens Tot de grens voor de bijstand.
gemeente Amsterdam, naar leeftijd en type huishouden, voor recht op
minimaregelingen in 2022 (€) Op 1 janvari 2022 is het maximaal toegestane vermogen
€ 6.505 voor een alleenstaande en € 13.010 voor paren en
gezin alleenstaande ouders.
(met of zonder kinderen) 26454 27.087 Daarnaast mag de overwaarde van een eigen woning
eenoudergezin 26.097 24.904 .
alleenstaande 20.878 19.765 maximaal € 54.900 zijn.
bron: WPI
* Definities komen vit de Amsterdamse Armoedemonitor 2022: https://onderzoek.amsterdam.nl{publicatie/armoedemonitor-2022
> < % minimahuishoudens (2021)
OD Van alle stadsdelen heeft Zuidoost het grootste aandeel
> < SL minimahuishoudens van de stad, gevolgd door Noord en
LZ Nieuw-West. In aantallen gezien hebben de stadsdelen
Z . ae
f Nieuw-West en West de meeste minimahuishoudens.
Î
IN In stadsdeel West behoort 17,3% van alle huishoudens tot
N de minima en dat ligt rond het gemiddelde van Amsterdam
6,5 ON (17%). In totaal gaat het om 13.281 huishoudens in 2021,
IN daarmee wonen in West op Nieuw-West na de meeste
minimahuishoudens van alle stadsdelen in Amsterdam.
8,8
Amsterdam 17,0
7
' _„ Aantal minimahuishoudens (2011-2021)
bron: CBS/ bewerking O&S
18.000
16.000
14.000 13-454
3.281
12.000
10.954
10.000 9.348
9.186
8.000
6.000 TT an
4.000
2.000
mmm 79
0
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
—=Centrum —=West ——=Nieuw-West —==Zuid =—==Oost —==Noord =—==Zuidoost —=Weesp
2x Minimahuishoudens per gebied
% minimahuishoudens (2021) Aantal minimahuishoudens (2021)
3.681
3.476
bron: CBS/ bewerking O&S
Van de drie gebieden in stadsdeel West heeft Bos en Lommer het grootste aandeel minimahuishoudens
(19,8%); hier wonen 3.476 minimahuishoudens.
In het gebied Oud-West, De Baarsjes is het aandeel minimahuishoudens met 16% het laagst, maar in
absolute zin wonen hier veruit de meeste minimahuishoudens (6.124).
DS % minimahuishoudens per wijk en buurt
> < % minimahuishoudens wijken (2021) % minimahuishoudens buurten (2021)
5 ®
6
D
A Vn a <<”
3 hk
| Oe
bron: CBS/ bewerking O&S i 5 Pr
De wijken Van Galenbuurt (24%), Van Lennepbuurt (23%), De Kolenkit (23%) en Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt (22%)
hebben het hoogste aandeel minimahuishoudens binnen stadsdeel West.
Kijken we naar het laagste schaalniveau, de buurten, dan zien we dat in de Borgerbuurt (30%), Jan Maijenbuurt (28%) en
Spaarndammerbuurt-Noordoost (28%) relatief de meeste minimahuishoudens wonen, gevolgd door De Wittenbuurt-Zuid
(27%), Kolenkitbuurt-Noord (27%) en Staatsliedenbuurt-Noordoost.
Aantal langdurige minima in leeftijdsgroepen (2022) Personen in een minimahuishouden die langer dan 3
jaar tot de minima behoren zijn langdurig minima.
2765 Van alle stadsdelen heeft Nieuw-West de meeste
3.482 66+ personen die langdurig minima zijn, in totaal 15.822.
2235 m18-65 In stadsdeel West gaat het om 13.805 personen. West
7 2.531 2-439 . . En …
Dn 5 Ml o-17 telt meer 66-plussers die langdurig minima zijn dan
2.68 i
PRT on En 5 jongeren.
mn ha Van de drie gebieden in West heeft Bos en Lommer
1.571
8 ze het grootste aandeel langdurige minima. Absoluut
End, 2.68: 262 . . -
el ed eld wi „166 mms gezien wonen in Oud-West, De Baarsjes de meeste
Nieuw-West _ West Oost Zuidoost Noord Zuid Centrum __ Weesp langdurige minima.
% langdurige minima per gebied (2021) Aantal personen dat langdurig minima is per gebied (2021)
_
9,3
bron: CBS/ bewerking O&S
> < Minimahuishoud inkomstenb
> < Aantal minimahuishoudens naar inkomstenbron per Als we de minimahuishoudens
7.000 gebied (2021) indelen naar inkomstenbron is
6.000 het aantal minimahuishoudens
3 met bijstand als inkomstenbron
5.000 in alle drie de gebieden in West
het grootst, gevolgd door de
4-000 2.142 m loondienst .
oondiëns groep gepensioneerden.
224 ‚ ee
3.000 162 eigen bedrijf Op wijkniveau vallen er een paar
1445 1.201 bijstand dingen op: in de wijken
2.000 kek]
m pensioen Erasmuspark, Da Costabuurten
1.000 dd Ee Van Lennepbuurt is het aandeel
= B anders
684 ER: zee minimahuishoudens met een
0 . . . .
Westerpark Bos en Lommer Oud-West, De Baarsjes pensioenvitkering wat hoger, m
de Vondelbuurten de
Houthavens het aandeel met
% verdeling minimahuishoudens naar inkomstenbron, per wijk (2021) een eigen bedrijf relatief groot.
100%
E00 E KENOOENE |
Er bestaan grote verschillen
80% ….
en tussen de wijken als het gaat
32
40 39 IN — 37 NE 40 37 35 27 om huishoudens die pensioen
60% 32 33 31 62 37 30 .
36 ontvangen. Zo behoort in de
25
won Houthavens en de Vondelbuurt
0
nn B il EL 28 EN EA A respectievelijk maar 6% en 10%
He 45 De .
20% van de pensioenontvangers tot
A EE N 7 il . A RE de minimahuishoudens, terwijl
0% in De Kolenkit, Van Galenbuurt,
ES Fe a ee eN EE Te TS Ea Landlust en Hoofdweg e.o.
IEN NEC Ë
SOE AE EE ES POE EE e 9
SS EE ER EA EE a S meer dan 46% van de
ef Ò Eze 9 5 ò © & SS . . .
„ ge K a Ra huishoudens die pensioen
ë &
£ ontvangen tot de minima
£ : :
P Handers _Mpensioen bijstand eigen bedrijf _mloondienst
& bron: CBS/ bewerking O&S P ! 8 J behoort.
2x Minimahuishoud huishoudt
Aantal minimahuishoudens naar huishoudtype per gebied .
De samenstelling van de minima-
7.000 (2021) . .
huishoudens naar huishoudtype
> < 6.000 toont veel overeenkomsten
5.000 tussen de gebieden in West.
Veruit de meeste
4.000 4-528 Dn . …
m alleenstaande minimahuishoudens zijn
3000 B paar zonder kinderen alleenstaanden. Bos en Lommer
EN: , . …. "on
2.000 ns paar met kinderen heeft verhoudingsgewijs weinig
- Ee m eenoudergezin alleenstaande minima-
1.000 ze 159 En E overig : ini
mn Em huishoudens en juist veel stellen
o EEN l
met en zonder kinderen.
Westerpark Bosen Lommer Oud-West, De Baarsjes ‚
bron: CBS/ bewerking O&S
Alleenstaanden vormen ook het
% verdeling minimahuishoudens naar huishoudtype, per wijk (2021) grootste aandeel minima in alle
0, en . .
zoo wijken in West, net zoals in de rest
van Amsterdam. In de
80% Helmersbuurt is het aandeel
a & alleenstaanden het grootst. In De
Pe - - X
50% 7 IN NN FE LA Ko Np 7 7 Kolenkit is het aandeel ‘paar met
Ed . 1 7
kinderen’ het grootst, in
40% " Erasmuspark wonen relatief de
Ed En meeste minimahuishoudens ‘paar
zo SR 8 7% NE zonder kinderen’.
8 ET) id 7 7
5 7 6 9
5 5 7 EEN
7
NúùbaaaúBaBalRaBa8| 8 | oen
0%
it i 9 9
Et et EEF of st et tE sE Ef fe sf ss Kolenkit is de kans 35% tot 4,8%
se © ES & SE 2 £ £ 2 Ei 2 5 5 à s BS > 2 se Í Ï
EE Et ET EE ® dat je als eenoudergezin tot de
B à EE Z © & ú S ® EN
fe EE, : 8 minima behoort boven de 50%.
AN © - - -
& & Dit is flink hoger dan Amsterdam
& . °
£ E overig B eenoudergezin paar met kinderen B paar zonder kinderen B alleenstaande gemiddeld (35 Vo).
GG
> < antal en aandeel minima* naar leeftijdsgroe
A | deel leeftijdsgroep
> < * Bij de leeftijdsgroepen gaat het om personen i.p.v. huishoudens.
Aantal minima naar leeftijdsgroep per gebied Van de drie gebieden heeft Oud West, De Baarsjes de
(2021) meeste 66-plussers die onder de minima vallen. In Bos en
> < 765 5 Lommer zijn er, in tegenstelling tot Westerpark en Oud-
Westerpark nn 3-310 West, De Baarsjes, meer minimajongeren dan
1,102 m 15-65 minimaouderen.
1.531 m 66+
Bos en Lommer rn 3.627 De verdeling van de minima naar leeftijdsgroep per wijk
1.107 (zie onderste grafiek) komt grotendeels overeen met het
Oud-West, De 1.456 Amsterdamse gemiddelde. Wel zie je in de Houthavens dat
Baarsjes 5.560 het aandeel 18-65-jarigen een stuk groter is. In De Kolenkit
en Landlust valt het grote aandeel minimajongeren op.
bron: CBS/ bewerking O&S
% verdeling minima naar leeftijdsgroep, per wijk (zo22) De kans voor een jongere
A … om tot de minima te
a EE on u behoren is het grootst in de
zo Van Galenbuurt (33%),
so Landlust (28%) en De
nn 5 5 EE 56 Kolenkit (27%). In
40% 56 7o Amsterdam gemiddeld
behoort 18% van de 0-17-
20% jarigen tot de minima.
24 21 22 22
v 75 5 2 un U 3 B u 16 7 Rn HN
ox 6E EE EE EE 6 EE EE Ee « In De Kolenkit (48%), de
EP ES Van Galenbuurt (45%) en
© Ki SS Ri sE KR 2 5 5 5% Es & Ae * Hoofdweg e.o. (43%) is de
5 5 & hi o' Nd kans voor ouderen om tot
£ de minima te behoren het
£ O-17jaar _M18-6cjaar 66 jaar of ouder grootst (Amsterdam 23%).
Aantal minimajongeren naar huishouden per gebied Kinderen in eenoudergezinnen behoren in Amsterdam veel
> < 2.000 (2021) vaker tot de minima (40%) dan kinderen die in een
tweeoudergezin (11%) of anders (18%) opgroeien.
8 .
98 Er In aantallen heeft het gebied Bos en Lommer de meeste
6oa 653 aid 720 minimajongeren (1,531), waarbij de kinderen die opgroeien in
zoe m eenoudergezin een tweeoudergezin of anders het grootst is.
En 333 overig
200 Op wijkniveau zien we dat in De Kolenkit, de Van Galenbuurt
o en Landlust zowel procentueel de meeste jongeren in een
Westerpark Bosen Lommer Oud-West, De Baarsjes éénoudergezin wonen als in een overig huishoudtype.
% minimajongeren in eenoudergezin per wijk (2021) % minimajongeren in overig huishoudtype per wijk (2021)
5
7 2
Bis
bron: CBS/ bewerking O&S
Gemeente
Amsterdam
sII
armoedevoorzieningen
Stadspas
Collectieve zorgverzekering
Gratis OV Tes en/of TAOV Verzamelbereik*
Scholierenvergoeding
tka nldasde “Aandeel doelgroephuishoudens met één of meer van de volgende
minimavoorzieningen: Stadspas, Collectieve Zorgverzekering,
MISSA Te TAN NS kindvoorzieningen, TAOV/Gratis OV 65+, tegemoetkoming OV voor
kindvoorzieningen minima mantelzorgers (TOVM).
Het bereik van de armoedevoorzieningen wordt berekend door het aantal huishoudens dat een voorziening kreeg toegekend, te delen
door het aantal rechthebbende huishoudens (de doelgroep).
De Stadspas is voor alle Amsterdamse minima. Sinds 2020 wordt het Kindtegoed op de Stadspas gezet voor kinderen van 0-14 jaar.
Hiermee kunnen ouders o.a. kleding, schoenen, een tas en schoolspullen kopen voor hun kind. De Collectieve verzekering is voor alle
Amsterdamse minima vanaf 18 jaar. De Scholierenvergoeding is voor alle Amsterdamse minimahuishoudens met schoolgaande
kinderen tot 18 jaar. Gratis OV en/of Tegemoetkoming Aanvullend Openbaar Vervoer (TAOV) is voor Amsterdamse minima met de AOW-
gerechtigde leeftijd. Voor TAOV is er een pas voor aanvullend vervoer nodig. In het Verzamelbereik kindvoorzieningen zit het aandeel
doelgroephuishoudens met kinderen van 4 t/m 17 jaar met één of meer van de volgende kindregelingen: Stadspas,
Scholierenvergoeding voor kinderen in basis- of voortgezet onderwijs en/of een PC-regeling. Over de Tegemoetkoming OV voor minima
mantelzorgers zijn geen cijfers opgenomen in de stadsdeelrapportage van de Armoedemonitor.
Meer informatie over wat de gemeente doet om de minima te bereiken met de voorzieningen is te vinden op pagina 19 van deze
factsheet.
x% Bereik armoedevoorzieningen
> < % verzamelbereik armoedevoorzieningen per stadsdeel (2022)
In de stadsdelen Noord (79%), Zuidoost, West en
a Oost (alle drie 78%) worden de minimahuishoudens
2 het best bereikt met de beschikbare voorzieningen,
L zie kaartje. In alle stadsdelen geldt dat het bereik van
| de kindvoorzieningen het hoogst is (88%). Voor
\ stadsdeel West is dat bereikpercentage nagenoeg
e EN hetzelfde (87%).
Ï Se 78
hen Stadsdeel West scoort over het algemeen net iets
Ü beter wat bereik betreft dan het Amsterdamse
gemiddelde. Vooral de voorziening Gratis OV 65+
2 heeft een groter bereik.
Amsterdam 76 Net zoals in de rest van de stad heeft de Collectieve
Fe ed) zorgverzekering het slechtste bereik in West.
bron: CBS, WPI/ bewerking O&S mf
% bereik armoedevoorzieningen naar voorziening per stadsdeel (2022)
Stadspas Scholieren- efo)|Kei (A= Gratis OV 65+ Verzamelbereik CPS aalders IE
vergoeding zorgverzekering kindvoorzieningen voorzieningen
Centrum 61
Nieuw-West 74 73 53 66 86 76
Zuid 71 61 73
Oost 76 74 56 67 89 78
Noord 77 78 55 92 79
Zuidoost 76 77 52 91 78
Weesp
Amsterdam
* In de tabel zijn de percentages blauw gearceerd als het bereik 4 of meer procentpunt lager is dan het Amsterdamse gemiddelde.
% Bereik armoedevoorzieningen buurten
% verzamelbereik armoedevoorzieningen onder doelgroepen per
buurt (2022)
Het verzamelbereik van de voorzieningen op
buurtniveau laat zien dat de wijken waar veel
minima wonen het bereikpercentage vaak ook
hoog is.
In de buurten waar het bereikpercentage erg
afwijkt van de rest - Vondelparkbuurt-Oost
(52%) en Geuzenhofbuurt (53%) - wonen zeer
weinig minimahuishoudens.
Op de volgende sheet is het bereik van de
verschillende voorzieningen per wijk te zien.
Van alle voorzieningen is het bereik van de
3 kindvoorzieningen en de Stadspas in de
meeste wijken het grootst.
In de wijken De Kolenkit (92%), en de
Spaarndammer-en Zeeheldenbuurt (90%) is
ERI IS het bereik van de kindvoorzieningen het
ELL grootst.
San ze De Stadspas en de Collectieve zorgverzekering
hebben het vaakst een relatief klein bereik in
bron: CBS, WPI/ bewerking OIS de wijken in West vergeleken met Amsterdam.
% Bereik armoedevoorzieningen wijken
> < % bereik armoedevoorzieningen naar voorziening per wijk (2022)*
Stadspas Scholieren- @o) Kea [0'/S GratisOV Verzamelbereik _ Verzamelbereik alle
vergoeding zorgverzekering 65+ kindvoorzieningen voorzieningen
Houthavens |
Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt 78 74 57 61 go 80
Staatsliedenbuurt 77 56 65 85 78
Centrale Markt 83 | 66 66 83
Frederik Hendrikbuurt 75 73 53 67 78
Da Costabuurt 70
Van Lennepbuurt 78 73 56 68 80
Helmersbuurt 64
Overtoomse Sluis 65
Vondelbuurt
Landlust 78 75 57 71 87 79
Erasmuspark 50 74
De Kolenkit 80 78 59 73 92 81
Geuzenbuurt 73 73 52 69 74
Van Galenbuurt 81 73 57 67 89 83
Hoofdweg e.o. 78 77 57 71 89 79
Westindische Buurt 71 70 73
Amsterdam 74 74 52 63 88 76
* In de tabel zijn de percentages blauw gearceerd als het bereik 4 of meer procentpunt lager is dan het Amsterdamse gemiddelde.
% Methode om minima te bereiken per voorziening
2x Armoedevoorziening | Methode om minima te bereiken
De Stadspas wordt jaarlijks automatisch verstrekt aan alle bij WPI bekende
minimahuishoudens (inkomen bekend bij WPI). Huidige Stadspashouders van wie
het inkomen niet bij WPI bekend is kunnen de Stadspas jaarlijks opnieuw
Stadspas aanvragen. Zij krijgen een verkort aanvraagformulier toegestuurd dat ze kunnen
ondertekenen en kosteloos naar de gemeente terugsturen. Nieuwe gebruikers
kunnen de Stadspas aanvragen via een online formulier of papieren
aanvraagformulier. Advertenties voor de Stadspas worden onder andere
geplaatst in lokale kranten, de krant van Amsterdam, ATs5 en sociale media om zo
de bekendheid te vergroten.
Collectieve zorgverzekering Mailing naar alle klanten van Werk, Participatie en Inkomen (WPI) en bekende
minimahuishoudens. Daarnaast worden in een jaarlijkse campagne nieuwe
klanten geworven.
Gratis OV 65+ en/of TAOV Rechthebbenden worden zoveel mogelijk aangeschreven door Werk, Participatie
en Inkomen (WPI). Wie niet is aangeschreven, kan zelf een aanvraag indienen.
Voor TAOV voert WPI een ambtshalve toekenningsronde vit onder
rechthebbenden die bij de gemeente bekend zijn. Wie niet is aangeschreven, kan
zelf een aanvraag indienen via een papieren of online aanvraagformulier.
Scholierenvergoeding Rechthebbenden die bij WPI bekend zijn ontvangen automatisch bericht van
Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Wie niet is aangeschreven, maar wel in
aanmerking denkt te komen, kan zelf een aanvraag indienen.
bron: Armoedemonitor
DRT
ME
RoR le
egel
de
SOME
Ed
Pr
| Factsheet | 20 | train |
Ó
Memo
Aan de raadscommissieleden Zuid
Datum 22 maart 2011
Onderwerp De termijnagenda als dynamisch werkdocument
Geachte raadscommissieleden ,
De raad heeft eind januari 2011 zijn eerste termijnagenda van deze bestuursperiode
vastgesteld. Het concept van de agenda is in het najaar 2010 in overleg met het dagelijks
bestuur opgesteld. Afstemming met de raad heeft plaatsgevonden in de raadscommissies
DEV van december 2010 en januari 2011. De afspraken die hebben geleid tot de agenda
2011 komen voort uit het programakkoord 2010 2014 en de programmabegroting
van 2011. Voor zowel de raad als het dagelijks bestuur is het daarnaast mogelijk om
onderwerpen voor agendering aan te dragen die niet (direct) voortvloeien uit akkoord
en/of begroting.
Het hebben en gebruiken van de termijnagenda heeft tot doel duidelijkheid te geven over
de te behandelen onderwerpen in 2011 en de planning hiervan: het wat, wanneer en bij
voorkeur hoe van de behandeling. Behalve overzicht en de mogelijkheid om als raad,
burgers, fracties en individuele raadsleden in acties te kunnen anticiperen op bespreking
en besluitvorming, biedt een dergelijk overzicht de raad ook een instrument om te sturen.
Het dagelijks bestuur draagt in hoge mate zorg voor de uitvoering van de planning door
middel van het tijdig beschikbaar stellen van informatie en vergaderstukken. Blijft de
agenda in uitvoering achter en de benodigde informatie voor het doorlopen van een
besluitvormingsproces uit, dan mogen raad en burger een toelichting verwachten.
De termijnagenda vormt bij het agendaoverleg de leidraad voor de agenda van de
raadscommissies en biedt daarbij ruimte om te kunnen reageren op actualiteiten en
tussentijdse wensen van de raad en het dagelijks bestuur. De termijnagenda is daarmee
een dynamisch werkdocument en geen onwrikbaar gegeven. De raad en burgers moeten
kunnen uitgaan van een jaarplanning en op tijd kunnen beschikken over de benodigde
informatie.
De termijnagenda Zuid 2011 is drie maanden operationeel . Nu al is duidelijk dat de
planning ten opzichte van de oorspronkelijke versie averij heeft opgelopen, te denken valt
aan uitstel (een relatief groot aantal onderwerpen is voorgedragen voor uitstel) of afstel
van geplande onderwerpen.
Internet: www.zuid.amsterdam.nl E-mail: stadsdeel @ zuid.amsterdam.nl
22 maart 2011 Gemeente Amsterdam
Pagina 2 van 2 Stadsdeel Zuid
Om de termijnagenda te gebruiken zoals bedoeld en als sturingsinstrument van de raad in
te zetten wordt deze door de commissievoorzitters ter bespreking voorgedragen in de
resp. raadscommissies van april 2011.
Bespreekpunten die daarbij aan de orde komen zijn:
e afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke planning
e de behoefte van de commissie om nadere afspraken te maken over de uitvoering
van de huidige agenda
e de behoefte van de commissie om aanvullingen op de huidige agenda aan te
brengen
e oriëntatie op de termijnagenda van 2012, proces en invulling
Met vriendelijke groet,
Josine Spier
griffier
Internet: www.zuid.amsterdam.nl E-mail: stadsdeel ® zuid.amsterdam.nl 2
| Agenda | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 238
Publicatiedatum 17 mei 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer I.R. Evans-Knaup
van 19 februari 2013 inzake staatssteun aan private partijen bij grondverkoop ten
behoeve van realisering van een herstructureringsplan.
Amsterdam, college van b&w van 7 mei 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragensteller.
In de week van 11 februari 2013 is op de site van de Europese Commissie de
uitspraak gepubliceerd dat bij de realisering van het integraal herstructureringsplan
voor het Damplein, in het centrum van Leidschendam, in de ogen van de Europese
Commissie sprake is van staatssteun. De gevolgen voor gebiedsontwikkeling en
investeringen in de bouw en de werkgelegenheid kunnen verstrekkend zijn.
Gemeenten, private partijen en corporaties zetten zich er op vele plaatsen voor in om
projecten — ondanks de ongunstige economische omstandigheden — toch door te
zetten. Dat gaat meestal gepaard met aanpassingen in het plan en met nieuwe
(financiële) afspraken. Er gaan lastige onderhandelingen aan zo'n akkoord vooraf,
waarin alle betrokkenen tot het uiterste gaan. Het risico dat sprake is van
zogenaamde staatssteun dreigt die (voorgenomen) investeringen onderuit te halen.
Immers, na het (her)onderhandelingstraject kan de Europese Commissie zeggen dat
de gemeente ten onrechte staatssteun heeft verleent. Onzekerheid, vertraging en
hoge juridische advieskosten zijn het gevolg.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 19 februari 2013, namens de fractie
van Red Amsterdam, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van de uitspraak van de Europese Commissie
op 23 januari 2013 inzake staatssteun die de gemeente Leidschendam-Voorburg
zou hebben verleend aan private partijen bij grondverkoop ten behoeve van
realisering van een herstructureringsplan op het Damplein in Leidschendam
Centrum?
2. Heeft Amsterdam soortgelijke projecten onder handen waarbij de grondverkoop
onder het oordeel van de Europese Commissie van staatssteun kan worden
gerangschikt?
3. De betrokken gemeente moet £ 6,9 miljoen terug ontvangen van de marktpartijen.
Indien er in Amsterdam soortgelijke projecten zijn, kan het college een indicatie
geven van het bedrag dat daar in Amsterdam mee gemoeid is?
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing Ine Gemeenteblad
Datum 17 mei 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 19 februari 2013
4. Kan het college een indicatie geven van de gevolgen hiervan voor de
projectontwikkeling in samenwerking met marktpartijen?
5. Wanneer tegen dit besluit van de EC in beroep wordt gegaan zal voor langere tijd
een onzekere situatie ontstaan, ook ten aanzien van nog uit te onderhandelen
projecten. Hoe denkt het college hiermee om te gaan?
6. Zijn er nog andere maatregelen die door het college ter zake worden overwogen?
Beantwoording van het college van b&w:
Vorenstaande vragen geven ons College aanleiding tot de volgende
overwegingen:
Of sprake is van ongeoorloofde staatssteun bij grondverkoop, maar ook bij uitgifte
in erfpacht, zoals in Amsterdam gebruikelijk, is afhankelijk van een aantal
factoren, zoals de reden van aanpassing van het contract (dalende marktprijzen
of aanpassing van programma), de manier waarop de ontwikkelende partij is
geselecteerd etc. Volgens informatie van de gemeenteadvocaat, Nauta Dutilh,
toetst de Europese Commissie bij de beoordeling of er sprake is van staatssteun
of gemeenten zich bij het aanpassen van de gemaakte afspraken met
ontwikkelaars bij gronduitgifte hebben gedragen als een normale marktpartij en
dat daarbij alle feiten en omstandigheden worden mee gewogen.
Omdat er recentelijk door zowel de projectontwikkelaar als door het Rijk en de
betrokken gemeente beroep is ingesteld tegen de uitspraak van de Europese
Commissie wacht gemeente eerst de uitspraak in het beroep af en worden de
huidige handelwijzen bij gronduitgifte voortgezet. Vervolgens wordt een grondige
analyse gemaakt van de eventuele consequenties van die uitspraak voor de
projecten in Amsterdam. De gemeenteadvocaat (Nauta Dutilh) wordt betrokken bij
deze analyse.
In aanvulling op deze beantwoording in algemene zin kunnen de vragen concreet
als volgt beantwoord worden:
1. Ja, ons College heeft kennis genomen van deze uitspraak.
2. De uitspraak van de Hoge Raad in het beroep zal leidend zijn bij de analyse
of Amsterdam projecten uitvoert die onder de noemer van staatssteun kunnen
worden gerangschikt.
3. Neen, het College kan, vooruitlopend op de uitspraak in beroep, geen
indicatie geven van het bedrag dat daar in Amsterdam mee gemoeid is.
4. Zie antwoord op vraag 3.
5. De gemeente handelt zoveel mogelijk als ware zij een marktpartij om het
vermoeden van staatssteun uit te sluiten.
6. Momenteel worden er, mede gezien de complexiteit en het gegeven dat alle
omstandigheden van het specifieke geval zijn meegewogen in de toets van de
Commissie en in afwachting van de uitspraak in het beroep, geen andere
maatregelen overwogen en worden de tot nu toe gevoerde handelswijzen en
het gevoerde beleid voortgezet.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | val |
Bezoekadres
> Gemeente Bezoeke
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 25 augustus 2020
Behandeld door Tessa Hilgers
Bijlage
Onderwerp Reactie op moties inzake het voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020 voor
bruggen en kademuren 553 van raadslid Vroege c.s. betreft inclusief
omgevingsmanagement en motie 554 accent van raadslid van Soest betreft zware
vrachtwagens het centrum uit
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 19 mei 2020 heeft uw raad bij de behandeling van het
voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020 voor bruggen en kademuren twee moties
aangenomen:
-___motie 553 van het lid Vroege. Met deze motie wordt het college gevraagd om
toegankelijkheid en een inclusieve omgeving tijdens de werkzaamheden expliciet mee te
nemen in de gunningscriteria voor aanbestedingen in het programma Bruggen en Kademuren.
-_motie 554 accent van het lid van Soest. Met deze motie wordt het college gevraagd om te
onderzoeken hoe overlast en overbelasting door zwaar vrachtverkeer beperkt kan worden
onder andere door:
o te onderzoeken hoe zwaar vrachtverkeer uit het centrum geweerd kan worden;
o de inzet van logistieke hubs en bevoorrading via de grachten daarin expliciet mee te
nemen;
o de raad over de uitkomsten te informeren.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de twee moties:
Motie 553
Het college steunt de motie om expliciet aandacht te geven aan inclusiviteit en toegankelijkheid
tijdens de werkzaamheden aan de bruggen en kademuren. Daartoe onderneemt het college de
volgende acties:
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 25 augustus 2020
Pagina 2 van 3
-_Het college stuurt in alle aanbestedingen en overeenkomsten die van toepassing zijn op
werken in de openbare ruimte, op borging van bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad.
Toegankelijkheid en een inclusieve omgeving tijdens de werkzaamheden zijn hier onderdeel
van. Dit wordt middels contracteisen vastgelegd in de overeenkomsten met de aannemers.
-_Het programma werkt met grotere raamovereenkomsten voor de vernieuwingsopgave van de
bruggen en kademuren. Voor de uitvoering van de individuele projecten worden binnen deze
raamovereenkomsten nadere overeenkomsten afgesloten. Binnen deze nadere
overeenkomsten is ruimte voor de weging van de bovengenoemde aspecten en het sturen op
inclusiviteit en toegankelijkheid. Het formuleren van deze eisen is maatwerk en afhankelijk
van de specifieke omgevingscondities. Daarnaast betekent meer ruimte voor de ene
gebruiker, minder ruimte voor een ander. Het college houdt hierbij de weging vanuit agenda
Autoluw aan, waarbij voorrang gegeven wordt aan voetgangers en fietsers boven
gemotoriseerd verkeer.
-__ Voorde projecten die separaat worden aanbesteed, wordt er middels gunningscriteria extra
meerwaarde op deze aspecten uitgevraagd. Dit houdt in dat (mede) op basis van deze criteria
de winnaar van een aanbesteding wordt gekozen en/of middels eisen in het contract gestuurd
wordt op inclusiviteit en toegankelijkheid.
-_ Vanwege de omvang van de opgave rondom de bruggen en kademuren en in bepaalde
gebieden de stapeling van werken, waardoor de druk op de openbare ruimte toeneemt, geeft
het college binnen het programma extra aandacht aan inclusiviteit en toegankelijkheid. Een
obstakelvrije en veilige doorgang is het vitgangspunt.
Motie 554’
Het college steunt de motie om de kwetsbare bruggen en kademuren te beschermen. Het
beperken van de overlast en het voorkomen van overbelasting door zwaar vrachtverkeer heeft de
nadrukkelijke aandacht. Daartoe onderneemt het college de volgende acties:
-_ Binnen het programma Bruggen en Kademvuren is een team ingericht dat werkt aan het
aanscherpen van de huidige 7,5 tonszone binnen de Centrumring. Daarmee worden op de
relatief kortere termijn de kwetsbare bruggen en kades beschermd tegen overbelasting.
-_De handhaving op de huidige 7,5 tonszone is versterkt, wat heeft geleid tot een betere
naleving van het bestaande beleid.
-_Na de zomer komt het college met een uitgewerkt voorstel voor het nieuwe stedelijke beleid
voor zware voertuigen, dat na uitgebreide consultatie van de branche is opgesteld, en zal de
inspraakprocedure hiervoor worden gestart.
- De directie Verkeer & Openbare Ruimte werkt aan een stedelijk strategie voor bouw,
bevoorrading en afvallogistiek waarin de gemeentelijke doelstellingen voor schoner, lichter en
efficiënter vervoer worden meegenomen. Ook zal er aandacht zijn de inzet van logistieke hubs
en bevoorrading via de grachten.
-_Het college werkt aan een aantal pilots in het Wallengebied, waarbij zowel naar vervoer over
de weg als over water wordt gekeken. Het doel is een bijdrage te leveren aan de vermindering
van de belasting van bruggen en kademuren en aan de doelstellingen van de agenda Autoluw
en Aanpak Binnenstad. De pilots zijn met name gericht op (bouw)logistiek, afvoer van afval via
het water en bevoorrading van de bedrijven. Oplossingen worden werkenderwijs ontwikkeld.
Met de lessen die we leren uit deze concrete aanpak beoogt het college oplossingen te
genereren voor toepassing op andere plekken in de stad.
Gemeente Amsterdam Datum 25 augustus 2020
Pagina 3 van 3
-__U wordt via de voortgangsrapportages van het programma Bruggen en Kademuren en andere
betrokken programma’s op de hoogte gehouden van de voortgang.
Het college beschouwt de moties hiermee als afgehandeld.
Hoogachtend,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
en:
LE ET ne
WII
Ger
pe
Ed
Sharon A.M. Dijksma
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
| Motie | 3 | train |
ma - EN PE „4 „ef PE, IDJ PESS is is
SAN rn IO OOP
_n RE WPP PERO wrdt OAN haf f FA ELF Fi Pir
ee , \\ PE T | TO in
\ : es NN PEOSIAG OOI Dld Á OA) OON Dg OO MDO) 77 Ad DIT ff
\ TAD OOI ts SODA ADD ODO) OO /
ë _Á u @ = kh gd DE Ld EE A de bed : ) AAA GOO 4) SOD Ld ADD
3 : } ne J KE \ 1d DS di ú | BELLO OON DODE dj
BEL 5 a, Ek ' =5 en nr } Edge ed OI zn id s OA Gl / VO
DE ee el Ln _ = 5 2D 7 Ald ) 4 Pe A , /
2d LE kt Etn WE es ele dn j 5 B 5 fonen e= A Pe p
be vt ASL wdn” en B Z eN Km aan” gm" 4 f ==
Eeten Ea Pe Lans Z _ ID Dl
Sede des di ede A, kN en A EE Eh Ee |
TE an EEE de Ned ek en nl U
Hs â De En An ei kn Sen „ hee we : # nn _ NN LE Ta e | pe - 5 e wt :
et nde Ed nn E == ed
EAF ke tE een % RE Age BEE T r ‚| k
nij B AE eeb SE. EE De en nt MA ES | ; ze =
es, ee EE Ee. dag (ez Er E En 5 2 ren
Ket Se sE BEES et EE E A Á 3 =S De Ee
LE Ne ren ER Rn A = WE:
ie Seed DE en Se es A OE Normen ze ede nn
EN 5 a Bibl) rn a Ee AR de dr EE kl wi bids Ì ì EE | ’ ke
3 = } tal steen ee AE ree ed k ha hed 7 ENE
NE Nannes vende hr v: Re Ear pent "e md zn 8
BR oef DSE SENS ee ee ge EE ii 5 : ; 5 emee Î INS IBE At 7
SE En Es ke (ns } nn el Ë nn:
7 5 E was en mn | Ma A
i En eee. EES ien ú | - en AE
nn SNS nn ien u ei : at.
En me ELS SS MM U | en en
3 en es RSS SE IT Â - DE
wee Gn en ES es FT nl EE
me el E en ee een En - = == 5
EN pe SS Ee | | Ih in Boi
ee k ln SS SS 8 me
5 d ki TIES en m
: Ee se en En: "IJ | ne
ee en t En in 5 a EE in nl rk Ka Ti
ie, En nt Er jn ke * re h ek
En rd en Ï ” SS zE Bin. 8
Ent Ti Jt Ee 8 SSS en EN |
ie. b: md EE Een 5 5 en W AR Í |
vd Aen Dd SS ne En ES TET
md En ie Ä | |
NN SS Rs e = En n Í
E SIN nn Í |
En ee Ee ET ee na ns, Ik h
an SSSR Se SE In |
nn ee À | il
en en n
en en 5 z zi
SSS NN Ts
ee SS En
SS En 5 nn Se Den een
SSS SS
S SSS
EE SSS SS
ar een d ES
uurzam SSS
e r * Es
.
5 organisa 8
° e ie 202 SS EN
zj ZE EN -20 en %
Rn Pe SS
As =e ES ESE
EE SS Ze Se. ee Ee
pan
pe
Verduurzamingsrapportage 2022 2
Inhoud
Samenvatting 3 _® Domein Gebouwen 25
Vijf klimaatdoelen van 3.1 Wat hebben we bereikt? 26
de gemeentelijke organisatie 4 3.2 Wat hebben we geleerd? 27
Wat hebben we bereikt? 5 3.3 Hoe gaan we verder? 28
Wat hebben we geleerd? 7 Interview 30
Hoe gaan we verder? 8
@ Domein Openbare ruimte 31
@ Domein Medewerkers 10 4.1 Wat hebben we bereikt? 32
1.1 Wat hebben we bereikt? 11 4.2 Wat hebben we geleerd? 32
1.2 Wat hebben we geleerd? 12 4.3 Hoe gaan we verder? 33
1.3 Hoe gaan we verder? 12 Interview 35
Interview 14
Bijlage 36
8 Domein Bedrijfsvoering 15 Rapportage per maatregel 36
2.1 Wat hebben we bereikt? 16 Een greep uit de maatregelen 37
2.2 Wat hebben we geleerd? 19
Interview 20
2.3 Hoe gaan we verder? 21
Interview 24
Samenvatting
Verduurzamingsrapportage 2022 4
Vijf kli tdoel
d telijk isati
Overconsumptie, onnodig energieverbruik en vervoer met gebruik van fossiele brandstoffen zijn in
veel welvarende landen de standaard en leiden wereldwijd tot een destructieve uitstoot van
schadelijke broeikasgassen. Hierdoor warmt de aarde verontrustend snel op. Er is wereldwijd een
radicale omslag nodig om deze trend te keren. Inmiddels is het voor bijna iedereen wel helder:
het moet anders. Het valt echter niet mee om dat in de praktijk te realiseren.
De transitie naar een duurzame organisatie Ook geven we een vooruitblik naar 2022.
is een langetermijntransitie. Op dit moment
zien we dat er ruimte is om experimenten In 2020 werd de Uitvoeringsagenda Naar een
en pilots te ontwikkelen. Het is echter niet Duurzame Organisatie 2020-2030 vastgesteld.
alleen een kwestie van technologie en Hierin wordt de weg uitgestippeld die moet Í
geld maar ook — misschien wel juist — een leiden naar een volledig duurzame organisatie | |
sociale uitdaging. Hoe komen we tot een in 2030. Er zijn vijf doelen gesteld die
samenleving waarin duurzaam handelen aansluiten bij de doelen die de stad zich ‚
het nieuwe normaal is? Ook in Amsterdam gesteld heeft om de gevolgen van de es: IS
en binnen de gemeentelijke organisatie klimaatcrisis het hoofd te bieden. besparen en
worstelen we met deze vraag. r opwekken
1. Maximale energiereductie en maximale CS
Voor u ligt de jaarrapportage verduurzaming energieopwekking.
van de gemeentelijke organisatie van 2. Volledig CO2-neutrale bedrijfsvoering. DALES LL
Amsterdam over het jaar 2021. In deze 3. Volledig circulaire bedrijfsvoering en el
rapportage laten we onze eigen bijdragen maximaal circulair materiaalgebruik oled
zien aan een duurzame organisatie en in de openbare ruimte.
daarmee aan de duurzame stad. U kunt 4. Klimaatbestendige gebouwen en
lezen wat onze klimaatvoetafdruk is en hoe terreinen.
we staan ten opzichte van onze visie om in 5. Duurzaam denken en doen van
2030 een klimaatneutrale organisatie te zijn. de Amsterdamse ambtenaren.
Verduurzamingsrapportage 2022 5
Deze doelen zijn vertaald in 29 maatregelen, Ne hebben we bereikt? (internationaal) reizen veelal onmogelijk.
waarover in deze jaarrapportage wordt Maar we zien ook dat medewerkers vaker
gerapporteerd. In de bijlage leest u de bewust kiezen voor internationale treinreizen
rapportage per maatregel zoals opgenomen __CO‚-voetafdruk: 33 procent minder in plaats van vliegen.
in de ‘Uitvoeringsgenda Naar een Duurzame __CO,-uitstoot sinds 2018
Organisatie 2020 — 2030’. Dit overzicht is Net zoals de voorgaande jaren zien we een Daarnaast zien we dat binnen onze eigen
een bundeling van duurzaamheids- reductie van de CO-uitstoot van de wagenpark er steeds meer gebruik wordt
maatregelen en acties die verschillende gemeentelijke organisatie. In 2021 daalde gemaakt van elektrische voertuigen. Dat zien
directies hebben gerealiseerd in 2021 de resterende uitstoot van de gemeente we terug in een toename van het
met een doorkijk naar 2022. verder naar 13,4 kton CO. Dat is 33 procent _elektriciteitsverbruik van de laadpalen.
lager dan in 2018 (het uitgangspunt van Ook wordt er steeds meer 100% HVO
Financiering voor deze maatregelen wordt onze rapportage) en 13 procent lager dan (Hydrotreated Vegetable Oil) getankt,
voornamelijk gevonden in de eigen in 2020. Dit ligt in lijn met de gestelde een plantaardig alternatief voor diesel.
directiebegroting. Of via investerings- doelstelling om in 2030 een CO, neutrale HVO wordt gebruikt als transitie brandstof
voorstellen bij de Voorjaarsnota. Om de organisatie te zijn. naar een volledig uitstootvrij wagenpark.
verduurzaming op gang te brengen, zijn voor
de periode 2019 — 2022 extra middelen Deze reductie wordt veroorzaakt door het Energie-voetafdruk: 11 procent
beschikbaar gesteld, waaronder middelen verminderen of vermijden van CO,-emissies, minder energieverbruik sinds 2018
duurzame gemeentelijke organisatie en bijvoorbeeld door gebruik te maken van In 2021 hebben we als gemeentelijke
vliegwielmiddelen klimaatneutraal. duurzame alternatieven. Zo zien we dat in organisatie 594 Terajoule (TJ) aan energie
Deze gelden zijn bedoeld voor proces- 2021 ons stroomverbruik is gedaald ten verbruikt. We zien daarmee nog steeds een
en projectkosten, onderzoeksbudget en opzichte van voorgaande jaren. In de dalende lijn t.o.v. het startjaar 2018 (11%
eenmalige investeringen voor verduurzaming. openbare ruimte zien we bijvoorbeeld dat minder energieverbruik), maar de reductie is
Een meer uitgebreide evaluatie van de door het verLEDden van de buitenverlichting minder groot dan in 2020. De daling wordt
projecten die zijn uitgevoerd met behulp van 10% minder stroom is verbruikt dan in 2020. veroorzaakt door het totale elektriciteits-
de vliegwielmiddelen klimaatneutraal kunt u Binnen de gemeentelijke huisvestings- verbruik van de organisatie.
lezen in de Rapportage Vliegwielmiddelen. panden hebben we een vergelijkbaar
energieverbruik als in 2020. Het gasverbruik Zoals al in de CO‚-voetafdruk te zien is:
De mate waarin de hele stad op weg is om en de hoeveelheid stadswarmte zijn zelfs het aardgasverbruik is licht toegenomen ten
klimaatneutraal te worden, is te lezen in de licht toegenomen. Hoewel de Covid-19 opzichte van de twee voorgaande jaren en is
Klimaatrapportage 2022. Daarnaast zijn er pandemie ook afgelopen jaar ervoor heeft daarmee bijna op het niveau van 2019.
rapportages verschenen over het programma gezorgd dat we veel thuiswerkten, zijn Het verbruik van stadswarmte is ook
Aardgasvrij, actieplan Luchtkwaliteit, sommige panden juist intensiever gebruikt toegenomen. Dat is te verklaren: dit jaar zijn
programma Autoluw en Duurzaam herstel. (zoals GGD-panden en werven). Een corona- meerdere nieuwe stadswarmte aansluitingen
proof kantoorgebouw vraagt om meer gerealiseerd als onderdeel van de
ventilatie (en dus energie) en 2021 was doelstelling om panden aardgasvrij te
relatief een kouder jaar dan voorgaande maken. De totale energievraag van het
jaren. Door de pandemie was in 2021 eigen wagenpark is licht toegenomen
Verduurzamingsrapportage 2022 6
t.o.v. eerdere jaren. Dit betekent zowel dat Klimaatadaptieve gebouwen Th,
er meer brandstoffen getankt zijn als dat er en terreinen art en ni
meer elektrisch gereden is. We werken aan de bescherming en af = ern a
aanpassing van onze stad tegen de dn ei jl !
Circulaire bedrijfsvoering en toenemende hitte, droogte, extreme it ene EVD EE en en an nn OI an
circulair (ver)bouwen regenbuien en overstromingen. me Dee en =r
De gemeente wil in 2025 50 procent van alle Klimaatadaptatie noemen we dat. Om dat en ee ES EE, hen ee en ene
producten en diensten circulair inkopen en te bereiken hebben we een groot deel van nn KS en en TS ee
in 2030 50 procent minder nieuwe grond- onze gemeentelijke daken vergroend. Rs 3 4 en EE En
stoffen gebruiken. Om dit kunnen bereiken Ook zetten we in op het vergoenen van Rn En He A en & Kn __ En ES En B en
is in 2021 het Team Duurzaam Opdracht- onze binnenterreinen en wordt bij elk nieuw Ee, A nn en =
geven en Inkopen (TDO) gestart. Het TDO gebouw voldaan aan de hemelwater- B Ei Ë \ N SN EN EE
geeft advies hoe bij aanbestedingen verordening, die verplicht het regenwater egt ne es ANNES SNE Ee SS
duurzame beleidsdoelen meegenomen op te vangen en te verwerken. BES Welder ed Es AN NS NN NS NN a en 5
kunnen worden als eis of als gunnings- Ede ER Ô kn IN EN RENEE NX ie
criterium. Op die manier zetten we inkoop Voor het toepassen van duurzaamheids- dre a Kee he zi N pe at ee
strategisch in om de duurzaamheids- principes in de openbare ruimte en specifiek ii REN EA Ne dn jee RT AN
doelstellingen te helpen realiseren en op onze sportvelden is nog veel in dr ge ie ip | Tt PR GR Te
waar mogelijk te versnellen. ontwikkeling en er ontstaan waardevolle ie AR ù PAAR ERE REN
innovaties. Zo zijn de nieuw aangelegde
In 2050 willen we een circulaire stad zijn. sportvelden op Zeeburgereiland klimaat-
Dat geldt ook voor onze organisatie. adaptief door de ondergrond die water Daarnaast wordt hard gewerkt aan het
We staan duidelijk nog aan het begin van opvangt en hergebruikt. Dit gebeurt door groen rondom onze sportvelden. Al onze
de transitie naar een circulaire economie. regenwater op te vangen in kratjes onder sportparken krijgen een duurzaamheidslabel
In 2021 zijn we vooral bezig geweest om het veld. Dankzij het krattensysteem wordt en in samenwerking met onze ecologen
beter in beeld te krijgen waar we staan. het veld gekoeld met maar liefst 40 graden. versterken we de biodiversiteit. Dit draagt
Zo is gestart met de Taskforce Materialen- Het is het grootste en koelste kunstgras- bij aan klimaatadaptatie en zorgt ervoor dat
paspoorten. Een materiaalpaspoort vertelt sportveld met waterbergende kratten ter ook sportparken fijne plekken zijn in de stad
waar een object zich bevindt, hoe het is wereld. Ook wordt er gewerkt aan een voor verschillende vormen van recreatie.
gebouwd en uit welke materialen het doorontwikkeling van een scale-up methode
bestaat. Verder hebben we, door gebruik in een innovatieve aanbesteding
te maken van een digitale materialen hub, (innovatiepartnerschap). Hierbij wordt
meer inzicht gekregen hoe materialen de markt uitgedaagd om met duurzame
hergebruikt kunnen worden. innovaties te komen voor sportvelden,
ruimte te bieden om te testen en bij succes
op te schalen en direct onderdeel te maken
van het raamcontract.
Verduurzamingsrapportage 2022 7
Duurzaam denken en doen: meer collega’s weet te motiveren en te gedacht wordt vanuit de organisatie indeling
een sociale uitdaging inspireren. In deze rapportage dan ook en de bijbehorende taken, waardoor
Het behalen van de klimaatdoelstellingen speciale aandacht voor een aantal verduurzaming vaak als iets extra's wordt
doe je niet alleen, dat doe je samen. ‘duurzame helden’. ervaren. We zien dat dit voor het thema
We hebben de betrokkenheid van collega's duurzaamheid niet goed werkt.
nodig en het bewustzijn dat iedereen impact Duurzaamheid is een thema dat dwars door
kan maken. Om dit te stimuleren hebben Ne hebben we geleerd? traditionele structuren heen gaat.
we een netwerk van duurzaamheids- We moeten daarom op een andere manier
ambassadeurs opgezet. Dit netwerk groeit. werken. Het is een gezamenlijke opgave
Inmiddels zijn er 58 ambassadeurs verspreid Belang van data waarin samenwerking en inhoudelijke
door de organisatie. Ook zien we datsteeds We hebben geleerd dat data ons goed samenhang tussen de directies belangrijk is.
meer directies verantwoordelijkheid willen kunnen helpen met onze verduurzamings- We zijn klaar voor de volgende fase, waarin
nemen voor het thema duurzaamheid in opgave. Maar op dit moment hebben we de bottom-up beweging versterkt wordt
hun eigen opgave. Steeds vaker is nog beperkte beschikbaarheid van klimaat- door sturing vanuit een meer doelgerichte
duurzaamheid een thema bij evenementen en energiegerelateerde gegevens. organisatie. Om tot een duurzame
en bijeenkomsten voor kennisdeling in We hebben meer specifieke en nauw- organisatie te komen en goede beslissingen
de organisatie. Een voorbeeld is een sessie keuriger cijfers nodig om te kunnen bepalen _ te kunnen nemen, moeten duurzaamheids-
die directie V&OR (Verkeer en Openbare waar we staan en waar we de meeste impact doelstellingen als eisen worden
Ruimte) organiseerde over gedrag en kunnen maken. Een aantal stappen is meegenomen in alle beleidsvorming
duurzaamheid met de lector Psychologie al gezet, zoals de materiaalstromenanalyse en bij de uitvoering van vrijwel elk project.
voor een Duurzame Stad (HvA) en de aanschaf van een duurzaamheids- De mate van duurzaamheid zou een vaste
Reint Jan Renes. monitoringstool gemeentelijk vastgoed. afweging moeten zijn. Uiteindelijk mag een
De tool is een digitale verzamelplek, waarin niet-duurzame optie geen optie meer zijn.
De transitie naar een duurzame organisatie we bijhouden wat het energieverbruik van
is een langetermijn transitie. In de huidige onze panden is, welke energiebesparende Nieuwe normaal
fase zien we dat er ruimte wordt gecreëerd maatregelen er per pand zijn genomen en Corona heeft ons laten zien dat we in staat
om experimenten en pilots te ontwikkelen. welke maatregelen er nog genomen zijn om op een andere manier te werken en
Steeds meer intrinsiek gemotiveerde kunnen worden. Dit zijn voorbeelden van ons anders te organiseren. Zo wordt het
collega’s lukt het om samen te werken aan hoe data ons kunnen helpen met hybride werken onderdeel van ons ‘nieuwe
nieuwe ontwikkelingen. Zowel samen binnen _ onze verduurzamingsopgave. normaal’. Laat dit ons inspireren om het
de organisatie als ook met (innovatieve) duurzaam handelen ook als onderdeel van
partners in de stad. We zien steeds vaker Bottum-up beweging het ‘nieuwe normaal’ te zien.
de mogelijkheden in plaats van de Op dit moment proberen we vooral
belemmeringen. We leren veel, onze kennis duurzaam te werken in een niet-duurzaam
groeit en daarmee ook het geloof dat we systeem. We zitten nog vast aan de manier
als organisatie koploper kunnen zijn in waarop we de huidige organisatiestructuur
deze transitie. We zijn er trots op dat een georganiseerd hebben. We zijn ingericht
relatief kleine groep in de organisatiesteeds in bepaalde afdelingen, waardoor vaak
Verduurzamingsrapportage 2022 8
DEN gaan we verder? afvalstromen die de gemeente produceert. Duurzaam woon-werkverkeer
Aan de hand van deze stromen kunnen Met de terugkeer naar kantoor gaat woon-
we de indirecte milieu-impact (zoals scope 3 werkverkeer (weer) een relevante bijdrage
Resterende CO‚-emissies CO-emissies) in kaart brengen. leveren aan scope 3. In 2018 was dat een
De gemeente heeft momenteel een Daarmee kunnen we gerichter sturen grote post met 8 kton. Voor het afgelopen
resterende 13,4 kton CO, uitstoot (binnen om milieu-impact te verminderen. jaar is het niet inzichtelijk te maken hoeveel
de zogenaamde scope 1 en 2 van de woon-werkverkeer er heeft plaatsgevonden.
uitstoot). Deze uitstoot zal op weg naar Enkele grote posten in scope 3 zijn het De komende jaren zal duurzaam woon-
een klimaatneutrale organisatie in 2030 doelgroepenvervoer en woon-werkverkeer. werkwerkverkeer meer aandacht krijgen,
gereduceerd worden door concrete In het doelgroepenvervoer wordt steeds naast hybride werken. Hybride werken wordt
maatregelen. Zo kopen wij vanaf meer gebruikt gemaakt van elektrische of onderdeel van ons ‘nieuwe normaal’.
1 januari 2022 bij Eneco groen gas in. hybride bussen. Met de recent afgesloten We zullen meer thuis werken dan voorheen
Daarmee kunnen we een derde van de aanbestedingen Sociaal vervoer en en dus ook minder reizen naar kantoor.
resterende CO-uitstoot verlagen (6 kton Leerlingenvoer zal het percentage
bij het huidige gasverbruik). Een volledige uitstootvrij de komende jaren toenemen.
overstap naar HVO als vervanging van diesel
zal nog 5 kton aan CO, emissies kunnen
vermijden binnen het wagenpark.
Andere concrete maatregelen die genomen
worden om onze voetafdruk te reduceren Uitleg Scope 1, 2 en 3
zijn de verduurzaming van het vastgoed en .
het opstellen van nieuwe reisrichtlijnen broeikasgassen
voor dienstreizen. CO, NO PFCs H FC,
3 SE, CH
Scope 3: afronden materiaalstroom- 4
z. . . EFete] e1: | scope 3
analyse gemeentelijke organisatie rn rt: Et
Uit de Monitor Amsterdam Circulair blijkt hs
dat 70 tot 90% van de klimaatimpact
gehaald wordt uit het materiaalgebruik.
Het is dan ook belangrijk onze materiaal- TIA TN ©
stromen van de gemeentelijke organisatie in In ed
beeld te hebben. We zijn in 2021 gestart EN \) \) man nn; \
met een materiaalstroomanalyse van onze Or PN PN eN een ip N \
eigen organisatie. Daarmee brengen we in
kaart welke materiaalsromen de gemeente achat ed Td
‘in’ en ‘uit’ gaan. Het gaat dus zowel om gasverbruik en brandstofverbruik. opwekken van elektriciteit, warmte en organisatie inkoopt.
alle producten, materialen en diensten koeling waar wij gebruik van maken.
die de gemeente inkoopt, als om de
Verduurzamingsrapportage 2022 9
Intensivering aanpak energieverbruik Klaar voor de volgende fase We bundelen de lessen en de suggesties
De verduurzamingsopgave dwingt ons om Ondanks dat we resultaten boeken met de uit de verschillende klimaatrapportages.
minder energie te gebruiken. Dit betekent maatregelen, hebben we ook het besef dat We delen de lessen met de rest van de
dat we onze aanpak moeten intensiveren. we er nog niet zijn. We maken stappen, organisatie voor uitbreiding van de
De focus ligt daarbij op de uitvoering van maar het is nog niet voldoende. Om een ketensamenwerking en verbinding tussen
het plan van aanpak voor het energiezuinig voorbeeld te geven: uit het Circularity Gap andere koplopers binnen de organisatie.
maken van onze panden. In dit plan is vooral Report van Circle Economy (https://Inkd.in/
aandacht voor fysieke ingrepen aan de essC9xuv) blijkt dat we de wereldeconomie Met de herijking bouwen we verder aan een
gebouwen, zoals extra isolatie of energie- de afgelopen jaren onvoldoende circulairder meer specifieke, nauwkeurige en centraal
zuinig glas. Daarmee kunnen we de hebben gemaakt. Ook in Amsterdam neemt gecoördineerde data infrastructuur,
energievoetafdruk verkleinen. Naast de vooralsnog het volume aan materiaalgebruik waarmee we meer up-to-date kunnen
fysieke ingrepen is het ook nodig meer toe. Dit blijkt ook uit de Circulaire Monitor: bijhouden wat de milieu-impact is van de
energiezuinige installaties en apparaten in https://onderzoek.amsterdam.nl/interactief/ verschillende maatregelen, uitgesplitst naar
te kopen en simpelweg minder energie monitor-circulaire-economie de verschillende directies. Met als resultaat:
te verbruik door ons eigen handelen aan concretisering van onze gezamenlijke
te passen. Zoals gezegd: het moet echt anders. doelen voor een gezamenlijke opgave,
Hetgeen we leren en ontwikkelen past niet een intensivering van onze aanpak en een
We blijven inzetten op acties die direct in het oude systeem. Het oude systeem meer gerichte sturing door de schotten
impact hebben op onze eigen energie- houdt de transitie tegen. Om oude van de organisatie heen. Op weg naar
verbruik, zoals de voortzetting van de praktijken te vervangen door nieuwe een nieuwe klimaatneutrale normaal
Al-pilot: een zelflerend algoritme om het praktijken, moeten we oud gedrag afleren, waarin duurzaam denken en doen
energieverbruik van de panden te verlagen en daar is tijd en doorzettingsvermogen de nieuwe standaard is.
en het comfort te verhogen. voor nodig. In de volgende fase is een
verschuiving nodig van een relatief kleine
Ook kijken we naar meer mogelijkheden groep die andere collega's motiveert en
voor energieopwekking naast het plaatsen enthousiasmeert om stappen te maken, naar
van zonnepanelen op onze gemeentelijke een bredere netwerksamenwerking om een
daken. Zo is er een plan van aanpak nieuw speelveld op te bouwen: in het belang
gemaakt om op 20 gemeentelijke van ons gezamenlijk doel om het goed te
parkeerterreinen solar carports te plaatsen: doen voor mens en natuur.
zonnepanelen op gemeentelijke
parkeergarages. Een mooie win-win: Herijking van de maatregelen in 2022
deze opgewekte energie kan ook gebruikt Het jaar 2022 staat dan ook in het teken van
worden om de groeiende hoeveelheid het herijken van de maatregelen van de
elektrische auto's op te laden. verduurzamingsopgave van de organisatie
met de vraag: doen we wel de juiste dingen
en doen we de juiste dingen goed?
| 1
De transitie naar een duurzame organisatie is
een langetermijntransitie. Het is niet alleen maar
een kwestie van technologie en geld, maar ook
— misschien wel juist — een sociale uitdaging.
Je kunt alle gebouwen voorzien van
LEDverlichting. Het wagenpark volledig
elektrificeren. De CO‚-voetafdruk mee laten Ad
wegen in elke aanbesteding. En dat levert direct B ®
winst op. Maar die winst neemt enorm toe
met een duurzame mindset van onze collega’s.
Pas dan wordt duurzaamheid meegenomen in an —
de projectvoorstellen die we doen, in het beleid
dat we maken en in alles wat we organiseren.
Domein Medewerkers Verduurzamingsrapportage 2022 11
1.1 NN hebben we bereikt? Leren en ontwikkelen
Binnen afzonderlijke directies was er in 2021
aandacht voor scholing. Een voorbeeld |
Duurzaamheidsambassadeurs hiervan is een initiatief van het programma A
Duurzaamheidsambassadeurs inspireren en Klimaatadaptatie. 60 medewerkers van IE ain
motiveren hun collega’s om te handelen naar de gemeente en Waternet hebben deel- eenn a eenn Sn
de duurzaamheidseisen van vandaag. genomen aan het leertraject klimaat- ld He : gt f j
Een aantal van hen heeft verduurzaming al adaptatie, een cursus die ze samen met EEn es 1E pre
in zijn of haar functie, bijvoorbeeld bij de de Hogeschool van Amsterdam hebben
verduurzaming van ons vastgoed. Anderen ontwikkeld. Dit leertraject verhoogt het
hebben zich uit intrinsieke motivatie bij het kennisniveau over klimaatadaptatie in de
ambassadeursnetwerk aangesloten. Een paar gemeentelijke organisatie. Klimaatadaptatie
ambassadeurs hebben (naast hun reguliere is voor velen een nieuw onderwerp en dus
functie) een officiële opdracht bij hun nog niet zo vanzelfsprekend, terwijl de
managementteam opgehaald en daar noodzaak hoog is. ledereen die meewerkt
uren voor gekregen. De duurzaamheids- aan de inrichting van de openbare ruimte
ambassadeurs vormen een belangrijke kan deze kennis onmiddellijk toepassen.
schakel tussen de doelen van de organisatie Een bijkomstig effect is dat de cursus
en het realiseren ervan. Zij plaatsen werd bijgewoond door medewerkers van Successen delen .
duurzaamheid op de agenda van de directies, verschillende directies en afdelingen. Om de zichtbaarheid van onze eigen De duurzaamheids-
ze enthousiasmeren collega’s, die, waar Zo creëren we een netwerk, waarin duurzame keuzes te vergroten en om te ambassadeurs
mogelijk, voorstellen doen en interventies onderdelen in de keten elkaar beter weten inspireren hebben we verschillende artikelen Vormen een …
plegen. Ze vormen een beweging van te vinden. gepubliceerd over succesvolle projecten die belangrij ke
onderop, een netwerk dat door de kokers bijdragen aan de verduurzaming van de schakel
van de organisatie heen breekt. In meet-ups In het introductieprogramma voor stagiairs eigen organisatie. Via evenementen als een
en intervisiesessies leren ze van elkaar. is aandacht voor de duurzaamheidsdoelen Green College en video's delen collega's tips tussen de doelen
van de stad en de organisatie en de rol die hoe je duurzaam denken en doen injeeigen Yan de organisatie
Duurzaamheidsteams zij daar zelf in kunnen spelen door duurzaam werk kunt organiseren. en het realiseren
Steeds meer ambassadeurs verzamelen een te denken en te doen. ervan.
team om zich heen. Bij 12 directies zijn er nu
duurzaamheidsteams. De charme van een Zoek een duurzame collega AN Î
duurzaamheidsteam is, behalve de grotere De duurzame collega-wegwijzer is ,
slagkracht, dat je er als ambassadeur niet gepubliceerd: een overzicht van alle teams En
alleen voor staat. Het draagvlak wordt en afdelingen waar collega's met _…
breder en actieplannen worden uitgebreid. duurzaamheid bezig zijn.
De teamleden komen uit verschillende
afdelingen en brengen ieder hun eigen
expertise in. C
®
Domein Medewerkers Verduurzamingsrapportage 2022 1 2
1.2 NN hebben we geleerd?
Duurzame directies
De verduurzaming van de organisatie is
geen opgave van alleen het team Green A) 8 On
Office of het team Duurzaamheid. » mr
Elke directie heeft haar eigen 1 ( 00
verantwoordelijkheid binnen haar eigen 4 ud. \ en |
opgave. Aan elk proces, aan elk programma Lj Í \ a
zit een verduurzamingsaspect. Dat kan 0
echter botsen met de oorspronkelijke en % fes) es
opgave van een directie en de rand- „On Oú Ao ü ZENN N
voorwaarden als budget, tijd en bemensing. 75 had
Hoewel steeds meer directies een be, ri
duurzaamheidsambassadeur of
duurzaamheidsteam hebben, is
duurzaamheid vaak geen integraal
onderdeel van onze werkprocessen.
Dit vormt een hindernis bij het maken
van duurzame oplossingen. samenwerking en inhoudelijke samenhang
tussen de directies belangrijk is. Dit vraagt .
Nieuwe manier van werken in om een flexibeler organisatie rondom deze de
oud jasje opgave en de mogelijkheid om je werkwijze E
Duurzaamheid is een thema dat dwars aan te passen als dat nodig is. ° -
door traditionele structuren heen gaat. © en Je
We moeten op een andere manier werken, 5 e
maar zitten nog vast aan de manier waarop 1.3 DEN gaan we verder? fe ® ® ea
we de huidige organisatie georganiseerd
hebben. We zijn ingericht in bepaalde tam
afdelingen, gebruiken bepaalde selectie- Klaar voor de volgende fase
criteria voor projecten en we denken nog Pilots en guick wins zijn belangrijk om ä
te vaak vanuit de bestaande organisatie- successen te boeken die als voorbeeld en
indeling en de bijbehorende taken. inspiratie kunnen dienen. Maar we haken
We hebben geleerd dat dit voor het thema ook aan bij gemeentebrede ontwikkelingen,
duurzaamheid niet goed werkt, omdat deze door bij de vele opgaven waar de mn
opgave dwars door de organisatie heen organisatie aan werkt aandacht te geven
gaat. Het is een gezamenlijke opgave waarin aan duurzaamheid.
Domein Medewerkers Verduurzamingsrapportage 2022 1 3
Verduurzaming is niet louter een bottom-up- hoe duurzaamheid onderdeel kan worden
beweging. We zijn klaar voor de volgende van het aanbod van de Amsterdamse
fase, waarin die beweging versterkt wordt School, bijvoorbeeld door trainingen
door randvoorwaarden die top-down zoals het leertraject klimaatadaptatie breder
georganiseerd worden. Zodat iedere directie aan te bieden.
de duurzaamheidsdoelstellingen als
onderdeel van hun eigen opgave opneemt, Gedragsinterventies
en daar ook verantwoordelijk voor is. We gaan de wereld niet redden door
Uiteindelijk mag een niet-duurzame optie alleen minder koffiebekers te gebruiken,
geen optie meer zijn. minder te printen en ons afval netjes
te scheiden. Niettemin zijn dat wel heel
Verduurzaam je directie zichtbare handelingen. Door duurzaam
Uit goede voorbeelden van verschillende gedrag op de werkvloer te stimuleren
duurzaamheidsteams blijkt dat door creëren we een duurzamere mindset en
voldoende capaciteit en aandacht voor het daarmee een duurzamere werkomgeving.
onderwerp, duurzaamheid steeds concreter We grijpen de overgang naar hybride
wordt, acties opvolging krijgen, en het stap werken aan om aandacht te besteden aan
voor stap steeds vanzelfsprekender wordt duurzaam werken, zoals de omgang met
om duurzaamheid een vast onderdeel te dataopslag. Ook sluiten we aan bij nationale
maken van ons werk. We breiden daarom campagnes, zoals de Week Zonder Vlees
de workshop ‘Verduurzaam je directie’ uit. en Zuivel.
Elke ambtenaar duurzaam
De verduurzamingsopgave is opgenomen
in de introductieprogramma'’s van de
verschillende traineepools. Trainees krijgen
de mogelijkheid om een pool- of individuele
opdracht te doen bij duurzaamheids-
opgaves. Wanneer er weer een breder
introductieprogramma voor nieuwe
medewerkers ontwikkeld wordt (vanwege
corona is er nu alleen een online ambtseed-
sessie) zal duurzaamheid daar ook een
onderdeel van worden. We streven ernaar
om duurzaamheid deel uit te laten maken
van het algemeen Leer- en Ontwikkelplan.
Het overleg hierover en het onderzoek
ernaar is volop gaande. We inventariseren
1 _
Duurzame keuzes onthaasten f Nl
1 | ,
ons drukke, consumerende leven’ | GE Me
| : À Î
Livia Kalma ann ]
Projectleider bij de GGD en coördinator Duurzame GGD EZ ’ E. Ì f
TT ij E En | '
Livia is ambassadeur voor de Green Office en presenteerde eind 2021 aan | Ed |= Je, gp
het GGD managementteam haar plannen voor een duurzamere GGD. \ hase \ P,
Ondanks overvolle agenda's door corona, gaven zij Livia groen licht. f Ve
an 8 Î
Ì € En
Livia: “Enkele jaren geleden zegde ik mijn leven. Daarnaast vind ik het gewoon oneerlijk d ,
baan op om te onderzoeken wat ik nou verdeeld in de wereld. Wij kunnen alles | d zé
wilde met m'n leven. In die vrije maanden doen, en mensen in arme landen betalen
hielp ik een vriendin met haar fair fashion- de ecologische prijs. Ook daarom wil ik
onderneming. Door haar ging ik bewuster duurzamer leven. = z
kopen en opruimen. Dan kom je erachter
hoeveel je dubbel hebt, of nooit gebruikt! Verbruik en processen tegen het licht 4
Binnen de GGD gaan we werken met
Ontspullen ambassadeurs, die met hun afdeling het |
Bij de GGD vond ik de baan die me past. verbruik en processen tegen het licht gaan ‚|
Maar het viel me op hoeveel iedereen print, houden. Verder hoop ik dat de GGD de Green |
en dat je je afval niet kon scheiden. Daarom Deal Duurzame Zorg ondertekent. We kunnen TN
werd ik ambassadeur bij de Green Office. leren van zorgaanbieders in dat netwerk.
Ik ben trots dat de GGD in drukke tijden als Ons reisvaccinatiecentrum en laboratorium
deze, mijn plannen omarmde om als directie gebruiken bijvoorbeeld veel wegwerp- p f
te gaan ‘ontspullen’! materiaal; daar is vast winst te behalen. \ We)
Duurzaam is gezonder Mijn tips? Neem kleine stapjes in gedrag \ \ rad
Ik geloof echt dat duurzamer leven gezonder _ dat je wilt veranderen. Sluit je aan bij een \n al
is, fysiek en mentaal. Duurzame keuzes ‘green team’ binnen je directie, of richt er / E 4
onthaasten ons drukke, consumerende eentje op!” PEEL
D
Bedrijf | 2,
Dit domein betreft alles wat de ambtenaar nodig
heeft om zijn of haar werk te kunnen uitvoeren.
Hieronder vallen onder andere de activiteiten en
middelen van afdelingen ICT, Facilitair Bureau,
P&O, het gemeentelijk wagenpark en ons
bedrijfsafval. Ook losse apparatuur in gebouwen
in gemeentelijke huisvestingspanden noemen
we hier. Maatregelen voor de panden zelf en
bijbehorende installaties zijn opgenomen
in domein Gebouwen en komen daar aan
de orde.
Domein Bedrijfsvoering Verduurzamingsrapportage 2022 16
21 NN hebben we bereikt?
CO-uitstoot gemeentelijke organisatie 2018-2021 (scope 1 en 2)? Legenda
33 procent minder CO,-uitstoot in 2018 2019 2020 2021 2030 Gereduceerde uitstoot door:
scope 1 en 2 sinds 2018 nn nnn Nd
Net zoals de voorgaande jaren zien we een Sieta. & wormtegebruik
dalende trend in onze CO,-voetafdruk.
In 2021 daalde de uitstoot van de onze
eigen organisatie verder van 16 kton (in
2020) naar 13,4 kton CO. Dat is 33 procent OO ___ Vermedenuitstootdoor:
lager dan in 2018, het vertrekpunt van Groemetstoonn
de Uitvoeringsagenda Naar een HVO & elektrisch wagenpark
Duurzame Organisatie 2020-2030. en compensatie vliegreizen
Gereduceerde en vermeden CO,
emissies
We kunnen onze voetafdruk op twee ik ven ha WET
manieren verkleinen: 1. door de uitstoot van en Kee neen
ì t.o.v. 2018 zie figuur op pg. 12
CO, te reduceren, bijvoorbeeld door minder E “Mues enen eneen
gas te verbruiken; 2. door CO,-uitstoot te 20 kton
vermijden of te compenseren. Dat laatste Edd UAL Kn
doen we bijvoorbeeld als we gebruik maken Streefwaarde
van duurzame alternatieven, zoals groen gas 0
of elektrische auto’s. In de organisatie kton
gebruiken we beide manieren om onze
voetafdruk te verkleinen.
Reduceren We hebben in 2021 minder dienstreizen
Een analyse van het verbruik laat zien (internationale vliegreizen en zakelijk
dat het totale stroomverbruik van de vervoer) gemaakt: een verdere daling van
gemeentelijke organisatie in 2021 is gedaald 0,1 kton CO‚uitstoot. Door de COVID-
1 _Bestuurscommissie Weesp wordt aan de ten opzichte van voorgaande jaren. pandemie was ook in 2021 (internationaal)
voetafdruk van de gemeentelijke organisatie Het totale gas- en warmteverbruik is licht reizen veelal onmogelijk. Maar we zien
toegevoegd vanaf de bestuurlijke fusie gestegen. In de openbare ruimte is door daarnaast ook dat medewerkers vaker
24 maart 2022. het verLEDden van de verlichting in de bewust kiezen voor de trein in plaats van
2 Het brandstofverbruik van GVB veren wordt, openbare ruimte een vermindering van het vliegtuig.
net als voorgaande jaren, gerapporteerd in 10 procent gerealiseerd ten opzichte
de klimaatrapportage van GVB. van 2020.
Domein Bedrijfsvoering Verduurzamingsrapportage 2022 17
Vermijden en compenseren Het gas- en warmteverbruik laat een lichte
Het afgelopen jaar heeft de gemeente weer stijging zien ten opzichte van 2020, maar is #Treintrots
een stap gezet in de verduurzaming van het nog steeds lager dan voorgaande jaren. In november 2021 bezochten onze collega's Eefje Smeulders en
eigen wagenpark. We maken steeds meer Dat is voor een deel te verklaren door het Ilona Kemps van CTO Innovatieteam de Smart City Expo World
gebruik van elektrische voertuigen. Dat zien weer: 2021 was kouder dan voorgaande Congres in Barcelona. Ze kozen ervoor om met de trein te reizen,
we terug in een toename van het elektra- jaren. Daarnaast moet een corona-proof vanwege de duurzaamheid en uit praktische overwegingen:
verbruik van de laadpalen. Ook wordt er gebouw beter geventileerd worden, wat onderweg konden ze namelijk prima werken in de trein.
steeds meer 100 procent HVO getankt (een resulteert in een hoger warmteverbruik. ne
plantaardig alternatief voor diesel). HVO Vanwege corona heeft de GGD in 2021 zijn
wordt gebruikt als overgangsbrandstof naar werkzaamheden flink moeten uitbreiden, AIA d
een volledig uitstootvrij wagenpark. In 2021 waardoor panden langer open bleven. — Ll zit
hebben de gemeentelijke wagens voor Als we het verbruik van gas en warmte mn | J
het eerst meer HVO dan diesel getankt. corrigeren met de klimaatgegevens, zi | | ‚
Gevolg: de uitstoot van 5,2 kton CO, is is het verbruik in 2021 vergelijkbaar met Nn Pe |
vermeden (in scope 1). voorgaande jaren (pre-corona). A en nd
An | mn.
Gemeentelijke huisvesting De tijd is aangebroken dat panden weer |} | il ES kh
In de gemeentelijke huisvestingspanden is meer bezet zullen worden. We moeten niet | | ER Ï A |
het elektraverbruik nagenoeg gelijk aan alleen maatregelen nemen voor de ns | n | :
2020. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn: verbetering van de thermische schil en en nnn HD Ied
m Door een lagere bezetting is in de vervanging van installaties, maar zullen ook zl
meeste gebouwen minder verlichting aandacht moeten geven aan energiebeheer ze ii
en apparatuur gebruikt, maar er zijn ook om verspilling te voorkomen. ==) == el
stijgingen zichtbaar doordat locaties gam ä En
intensiever of weer als ‘normaal’ worden __ 11% minder energieverbruik mm, ra ct EE: Ë
ingezet, zoals stadsdeelwerven en GGD ten opzichte van 2018
locaties, en stadsdeelkantoren die het In 2021 hebben we 594 Terajoule (TJ) aan
os a . . . In 2021 daalde de
hele jaar in gebruik zijn geweest. energie verbruikt. Dat is nog steeds een .
m Omdat er steeds meer elektrische dalende lijn ten opzichte van het startjaar uitstoot van de
voertuigen zijn, die moeten worden 2018 (11% minder energieverbruik), maar de Het aardgasverbruik is licht toegenomen. onze eigen
opgeladen, wordt er in gebouwen meer reductie is minder groot dan in 2020. Met 138 TJ is het verbruik bijna terug op het organisatie naar
elektra verbruikt. Deze vergelijking met voorgaande jaren niveau van 2019 (4 TJ meer dan in 2020). 1 3,4
Het elektraverbruik kruipt dus weer terug wordt gedaan op basis van het finale Ook het gebruik van stadswarmte is
naar het niveau van 2019 (pre-corona). energieverbruik in TJ. Dit is de eenheid toegenomen tot 20 TJ verbruik (7 TJ meer kton CO
De eigen opwekking van energie van de waarin het elektraverbruik, gas en warmte- dan in 2020). Dat is logisch omdat er
huisvestingspanden is vergelijkbaar met verbruik en brandstoffen voor voertuigen meerdere nieuwe aansluitingen op
2020. Er is in 2021 driemaal zo veel eigen worden uitgedrukt. Ten opzichte van 2020 is stadswarmte gerealiseerd zijn als onderdeel
opwekking dan in 2018. er ‘slechts’ 3 TJ minder energie verbruikt. van de doelstelling ‘aardgasvrij’.
Domein Bedrijfsvoering Verduurzamingsrapportage 2022 1 8
Wagenpark
De totale energievraag van het eigen Energieverbruik gemeentelijke organisatie 2018-2021 Legenda
wagenpark is licht toegenomen ten opzichte
van eerdere jaren. Er is meer elektrisch Bal Zuid en AE Ee
gereden, maar er zijn ook meer brandstoffen NN EN OO ON © ©Wverminoerd
getankt. Als we alleen naar het brandstof- to. 2018 energieverbruik
verbruik van het wagenpark kijken is NN OO“ ODDVTonuteerzoe
de energievraag van de voertuigen -35% EN
toegenomen met 4 TJ ten opzichte van Elektriciteit
2020. Het grootste deel van de stijging B Stadswarmte
wordt dus verklaard door een toename van B Aardgas
inzet van voertuigen met een verbrandings- IN Eigen wagenpark
motor (HVO of diesel).
1 Streefwaarde
Start Team Duurzaam Opdrachtgeven EE
en Inkopen Energieverbruik
Op 1 september 2021 is het Team Duurzaam Ee 24
Opdrachtgeven en Inkopen (TDO) officieel TT
gestart. TDO is een samenwerking van 2
Ruimte & Duurzaamheid, Concern Inkoop en 3
Green Office. Het adviseert inkoopteams en 2
opdrachtgevers van de clusters Interne ®
Dienstverlening en Sociaal hoe ze
aanbestedingen en inkooptrajecten. Het VARA 651 TJ 601 TJ BOA Tj
cluster Fysiek heeft een eigen vakgroep
duurzaamheid die adviseert bij
aanbestedingen en inkooptrajecten
in dat domein.
Aanbesteding groen gas gemeente Amsterdam, voor wie dat relevant
In 2021 is de aanbesteding voor groen gas is, kunnen deelnemen aan jaarlijkse
gepubliceerd en gegund. Dit contract gaat innovatiesessies. Dat is belangrijk omdat
in op 1 januari 2022. Het gebruik van groen marktpartijen een schat aan kennis hebben
gas zorgt vanaf 2022 voor een CO-reductie die relevant zijn voor de gemeente in de
van 28%. Daarnaast is met leverancier Eneco __duurzaamheidstransitie.
afgesproken dat medewerkers van de
Domein Bedrijfsvoering Verduurzamingsrapportage 2022 19
2.2 NN hebben we geleerd? aansturing van de installaties met minder Stedelijke (lineaire) processen staan
pieken en dalen, waardoor de soms haaks op de circulaire ambitie
binnentemperatuur constant(er) blijft. Dit is Circulair inkopen, circulair bouwen of
Belang van data mogelijk doordat de weersverwachting verbouwen vraagt niet alleen dat je iets
Om te zorgen dat we de klimaatdoelen (steeds) voor de komende 24 uur wordt duurzamer of meer circulair uitvraagt, het
halen, moeten we niet alleen doen wat kan, meegenomen in de berekeningen en er een vraagt iets van een hele keten. We merken in
maar ook doen wat moet. En om te weten ‘digital twin’ van het gebouw is gemaakt. In de praktijk dat onze eigen (linaire) processen
wat er moet gebeuren hebben we data zo'n digitale kopie zitten alle (fysieke) en de manier waarop we ons intern
nodig. Met die data kunnen we eigenschappen van een gebouw. Het georganiseerd hebben soms haaks staan op
onderbouwde keuzes maken of voorleggen algoritme komt pas echt op stoom nadat alle de circulaire ambities die Amsterdam heeft
om op een verantwoorde wijze toe te seizoen zijn ‘ingeleerd’. Het is nu nog niet voor de eigen organisatie.
werken naar een klimaatneutrale organisatie mogelijk om iets te zeggen over de
in 2030. Datagestuurd werken is een energiebesparing. We hebben eerst meer
voorwaarde om goed onderbouwde keuzes grip nodig op de energiegegevens en hoe
te kunnen maken, adviezen te kunnen geven het een en ander wordt doorberekend.
of achteraf te verantwoorden. De data om In het afgelopen jaar hebben we veel
dit te kunnen doen zijn niet altijd voldoende geleerd over hoe een dergelijk Al-project My
aanwezig of eenduidig genoeg, of het kost moet worden opgetuigd. Eerst moet de
veel tijd en energie om ze te verzamelen. basis van een gebouwautomatiserings-
Vooral de effecten van het thuiswerken op systeem goed op orde zijn, voordat er kan
de bezettingsgraad van de panden, ons worden gekoppeld.
reisgedrag en ons energieverbruik zijn Kas
moeilijk in kaart te brengen. Deze Duurzaamheid is nog steeds een
combinatie van factoren laten zich moeilijk ambitie en geen eis
vertalen in harde cijfers. De dataverzameling Duurzaamheid en circulariteit zijn vaak nog we
voor de eigen bedrijfsvoering moet dan ook een ambitie en geen eis. We merken in de D heid
nog verder ontwikkeld worden. praktijk dat er concurrentie is met andere arzaam er en
circulariteit zijn
doelen van de gemeente Amsterdam. Op
Al-pilot Triade en Tuinstadhuis dit moment is er bij opdrachtgevers, vaak nog een
In 2021 hebben we de inkoopteams en projectmanagers nog ambitie
gebouwautomatisering van het redelijk veel vrijheid om zelf te kiezen welke en geen eis.
Triadegebouw en Tuinstadhuis gekoppeld ambities gerealiseerd worden. Daarnaast
aan een zelflerend algoritme (Al) om te blijken afgesproken ambities aan de
onderzoeken of hiermee het energieverbruik voorkant van een inkooptraject of project
van de panden kan worden verlaagd en het gedurende het proces te ‘slijten’. Er is nog
comfort verhoogd. Een verbeterd te weinig controle op het halen van de
binnenklimaat is een van de voordelen van afgesproken ambities.
Al. Dat komt door een gelijkmatigere
20
Nn 4 y , 7
E i ZJ ME Ik: | <
ONK
dE 4
. . Dh Le 1 Ted E
Marc Luttikhuis CN, Â
Afdelingsmanager Projecten, Techniek en Energie, RS | \ 4 Sn PE
\ ' é a a ke ‚|
Facilitair Bureau Oe ij | } hd
| SE |
Marc Luttikhuis was tot september 2021 afdelingsmanager Projecten, Techniek B Bh …)
en Energie bij het Facilitair Bureau. Samen met het projectteam slaagde hij erin Î
de CO‚-uitstoot van de gemeentelijke organisatie met 25% terug te brengen.
Dankzij de inkoop van groen gas. ì
en,
EE AN Fn
Marc: “In 2020 kreeg ik de opdracht slib uit de Amsterdamse grachten en EE ee LN
‘Je moet groen gas gaan inkopen en afvalhout zoals snoeiresten afkomstig il [| n ha
dat is een belangrijk project’. Dat is gelukt. van bosbeheer.” P 4
Sinds 1 januari 2022 levert Eneco Marjan Rave-de Kriek, Marc Luttikhuis en Richard Kemmelings
4,5 miljoen kubieke meter groen gas
per jaar. Daarmee brengen we de CO “Ook de energiemarkt is een wereld apart,
uitstoot van de gemeentelijke organisatie vergelijkbaar met de beleggingswereld:
met 25% omlaag.” volgens een bepaald profiel koop je in op “Tips om zelf bij te dragen aan
de termijnmarkt. Gelukkig hadden we een duurzaamheid? Geef het goede voorbeeld
inkoper die de sector goed kent. We hebben en praat er over. Als je op zoek bent
“Tijdens onze zoektocht naar een nieuwe veel gestoeid met onze wensen en eisen naar originele ideeën, kijk dan eens op
gasleverancier ging er een wereld voor ons om de aanbesteding rond te krijgen en landvanons.nl. Je vindt daar voorbeelden
open. Je kunt gas op veel verschillende uit te komen bij een leverancier die bij van hoe je kunt bijdragen aan herstel van
manieren duurzaam produceren en je moet Amsterdam past. In Eneco hebben we die landschap en biodiversiteit. Inspirerend.”
daar voortdurend keuzes in maken. Alleen al gevonden. We hebben de zachte factoren
in de wereld van vergisting kom je van alles als social return en duurzaamheid van
tegen wat je wel of niet wilt vergisten. de eigen bedrijfsvoering relatief zwaar
Wij zijn uitgekomen op onder meer rioolslib, laten wegen.”
Domein Bedrijfsvoering Verduurzamingsrapportage 2022 21
2.3 DEN gaan we verder? Andere concrete maatregelen die genomen
worden om onze voetafdruk te reduceren Resterende CO,-uitstoot gemeentelijke organisatie in 2021
zijn de verduurzaming van het vastgoed TO
Resterende CO‚-emissies en het opstellen van nieuwe reisrichtlijnen
In scope 1 en 2 resteert er een CO-uitstoot voor dienstreizen. Dit wordt in 2022 1% Zakelijk verkeer
van 13,4 kton. Op weg naar een klimaat- verder uitgewerkt. 4% Stadswarmte
neutrale organisatie in 2030 moet deze
uitstoot verder gereduceerd worden om de Hoe verder? Scope 3
klimaatdoelen voor de gemeentelijke Door middel van de materiaalstromen-
organisatie te halen. Voor het grootste deel analyse (maatregel 16) brengen we in 2022
hebben we enkele concrete maatregelen. de scope 3-emissies van de organisatie
Vanaf 1 januari 2022 kopen we groen gas in nauwkeuriger in beeld. Scope 3-emissies zijn
bij Eneco. Daarmee verminderen we de onder andere de emissies die leveranciers pe 58%
resterende CO-uitstoot met nog eens uitstoten met de diensten en producten 37 vk) Aardgas
6 kton (bij het huidige gasverbruik). die de gemeente inkoopt. Enkele grote maan )
Een volledige overstap naar HVO als posten in scope 3 zijn het doelgroepen- mm) mm
vervanging van diesel brengt de CO vervoer en het woon-werkverkeer.
uitstoot met nog eens 5 kton terug.
Eigen wagenpark
ee -
E Tk eme, a / ir ES JN - 3 IS ae Het doelgroepenvervoer was in 2021 mn
Aue % goe toaln de ont fj Ei bi Tj Ik É Ni Er 7 verantwoordelijk voor 0,9 kton CO,-emissies.
ER. Er nn wi di m3 NN | Dat is 0,4 kton minder dan in voorgaande
Lijk: ERS OO jaren. In het doelgroepenvervoer wordt
} N E a ee eN OO 5 steeds meer gebruik gemaakt van
nd PN ES ee Ee Ee elektrische en hybride bussen. Met de recent
Gi , ne, , De dd en afgesloten aanbestedingen Sociaal vervoer
Et ‚e | e en Leerlingenvervoer zal het percentage
: 5 rd 6 ed en en uitstootvrij de komende jaren toenemen.
NE na dd on Net zoals voorgaande jaren hebben we
EE ons koffieverbruik volledig gecompenseerd
mn 5 (0,1 kton).
Domein Bedrijfsvoering Verduurzamingsrapportage 2022 22
Met de terugkeer naar kantoor gaat woon- impact. En zal in de organisatie ook meer Naast onze eigen pilot nemen we ook deel
werkverkeer (weer) een relevante bijdrage urgentie gevoeld worden om de regel aan het project Al4cities, samen met vijf
leveren aan scope 3. In 2018 was dat een toe te passen. andere Europese steden (Helsinki,
grote post met 8 kton. Voor het afgelopen Stavanger, Kopenhagen, Tallinn, Parijs) .
jaar is het niet inzichtelijk te maken hoeveel Intensivering aanpak energieverbruik In het project dagen we de markt uit om
woon-werkverkeer er heeft plaatsgevonden. De verduurzamingsopgave dwingt ons om innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor
De komende jaren zal duurzaam woon- minder energie te gebruiken. Dit betekent de thema’s mobiliteit en energie. Voor de
werkverkeer meer aandacht krijgen dat we onze aanpak moeten intensiveren. eigen organisatie willen we, als daar ruimte
(maatregel 13). De focus ligt daarbij op de uitvoering van voor is, partijen selecteren op het thema
het plan van aanpak voor het energiezuinig energie om de mogelijkheden voor
CO ‚-beprijzing voor investeringen maken van onze panden. In dit plan is vooral _energiereductie te testen door gebruik te
De gemeente doet voortdurend grote aandacht voor fysieke ingrepen aan de maken van Al in de gebouwbeheersystemen.
investeringen in de stad. Daarbij wordt gebouwen, zoals extra isolatie of energie-
uiteraard zorgvuldig gekeken naar kosten. zuinig glas. Daarmee kunnen we de energie-
Dat zijn niet alleen kosten voor mensen en voetafdruk verkleinen. Naast de fysieke
materialen. Ook maatschappelijke kosten ingrepen is het ook nodig meer energie-
moeten meegewogen worden. De toe- zuinige installaties en apparaten in te kopen Energieverbruik per emissiebron in 2021
passingsregel duurzame investeringen maakt en simpelweg minder energie te verbruik TT
het mogelijk om de maatschappelijke kosten door ons eigen handelen aan te passen.
van CO-uitstoot in euro's uit te drukken. We blijven inzetten op acties die direct 4% Stadswarmte .
Op die manier kan in de beprijzing van impact hebben op onze eigen energie- Eigen wagenpark
projecten en in budgetaanvragen rekening verbruik, zoals bijvoorbeeld het verlagen
worden gehouden met de CO-uitstoot. van de temperatuur in de panden en de
Elke kilogram CO, die de lucht in gaat, voortzetting van de Al-pilot (zie hieronder). 24%
brengt de maatschappij schade toe, vN
en brengt dus kosten met zich mee. Of, Voortgang pilot: Artificiële mò
relevanter in dit geval: elke kilo die níet Intelligentie en Al4Cities
de lucht in gaat, levert iets op. Zoals gezegd gaan we door met de pilot Al. BO4
De inzet van deze technologie kan een 49% 23%
In 2022 zal het bestuur van de gemeente positief effect hebben op hoe wij werken. o TJ
Amsterdam een besluit nemen over de Er moet daarbij meer duidelijkheid komen } ) Aardgas
hoogte van deze intern gebruikte CO.,-prijs. over hoe het toekomstige Al-landschap EEE
Die is nu te laag en zal stijgen. Daarnaast eruit komt te zien voordat we dit verder
wordt het gebruik van de CO‚-prijs verplicht kunnen uitrollen. In 2022 hopen we meer
voor investeringen in de energietransitie. te kunnen vertellen over het effect op Electriciteit
Daardoor krijgt de toepassingsregel meer de energiereductie.
Domein Bedrijfsvoering Verduurzamingsrapportage 2022 23
Tussen de partnersteden onderling vindt worden in 2022 een pilot gehouden
kennisuitwisseling plaats over de lokale om een tool die dit zou kunnen, te testen
uitdagingen en doelstellingen. Zo leren en verder te ontwikkelen.
we ook van elkaar. Het is belangrijk dat we
meedoen en met één been in deze Pilot: RePlanlt
boeiende en nieuwe ontwikkeling staan. Doel van RePLant!T is het ontwikkelen van
Daardoor leren we veel over de techniek en een nieuwe, circulaire, methodiek Circular
de markt en is de gemeente Amsterdam Resource Planning for IT (RePlan/T) en een
een serieuze gesprekspartner geworden. bijbehorend systeem. Een methodiek
waarmee leveranciers en eindgebruikers
Materiaalstroomanalyse van ICT (zoals de gemeente Amsterdam)
In 2021 is gestart met een materiaalstroom- de hardware die ze gebruiken of bezitten
analyse van de gehele organisatie en alles circulair kunnen beheren. Daarmee
wat wij inkopen. De analyse zal rond verkleinen ze de ecologische voetafdruk
mei 2022 afgerond zijn en naar verwachting ervan en vergroten ze de grondstoffen-
inzicht geven in welke directies en efficiëntie zonder dat dit ten koste gaat van
contracten de meeste CO‚-impact hebben. de functionaliteit en de betrouwbaarheid.
We verwachten ook dat de analyse inzicht Het systeem stelt ICT-leveranciers en
geeft in welke data we nodig hebben en eindgebruikers in staat om afgeschreven
waar we nog beter met leveranciers moeten apparatuur (laptops en dataservers) op een
samenwerken of dwingender moeten zo hoog mogelijk waardenniveau te
uitvragen om de CO-voetafdruk inzichtelijk hergebruiken. In dit project ontwikkelt een
te maken. Dat inzicht zal de basis zijn voor consortium van marktpartijen en kennis- en
verdere maatregelen om te komen tot een onderszoeksinstituten een prototype van
klimaatneutrale organisatie in 2030. het RePlanlT-systeem, dat wordt getest in
een kleinschalige fieldlab-omgeving bij
Pilot: Monitoring duurzaamheid onder andere de ICT-afdeling van de
in contractfase gemeente Amsterdam.
Het is nog onvoldoende inzichtelijk hoe
het tijdens een meerjarig contract gaat met
de duurzame doelen die aan het begin
van de overeenkomst tussen de gemeente
Amsterdam en een leverancier zijn
afgesproken. Om dit op een eenvoudige en
duidelijke manier te kunnen doen is dit als
vraagstuk uitgevraagd in het gemeentelijk
Startup In Residence programma. Met de
geselecteerde startup Optimal Planet
24
Ì
En
Charaf Chnioune
Projectleider bij Huisvesting, Facilitair Bureau
Charaf houdt zich bezig met het verduurzamen van het gemeentelijk vastgoed.
Hij begeleidt bijvoorbeeld bouwkundige verbouwingen, zorgt dat verlichting
wordt omgezet naar LED en dat noodstromen en energievoorziening
duurzamer worden. R
IN => ©
Charaf: “Vroeger vloog ik naar elke Ajax- Kk n
wedstrijd in Europa en at ik 3 keer per dag Voor de gemeente houd ik altijd voor ogen: h/v
vlees. Dat hoorde bij man-zijn, ja macho hè. de CO-uitstoot moet omlaag. Toen een : Ger
Maar ik werd me steeds bewuster van de leverancier aanbood om producten extra TN
effectschade en mijn CO,-voetafdruk. De snel met het vliegtuig bij ons te brengen, Wez
zwarte stofdeeltjes op mijn raamkozijn stond ik op vervoer over land. mend ee
zetten me aan het denken. Voor mijn En
gezondheid besloot ik te stoppen met vlees Vervanging moet duurzaam zijn. ee ‚8
eten, mijn vriendin was al vegetariër. Goed werkende armaturen moet je nog i
Voor Amsterdam ligt hier trouwens een kans: niet vervangen, de productie en het vervoer ze
heel West zit al vol hummus-eters! van nieuwe kost ook uitstoot. Tegenwoordig
kan je met 3D-printers zoveel, bijvoorbeeld
armaturen ombouwen naar LED.
We moeten onze trots opzij zetten. Dat we Voor verbouwingen zoek ik altijd of
duurzamer moeten leven is geen mening, we nog deuren en materialen hebben
het is een kwestie van wetenschap. Ik ben liggen om te hergebruiken.
redelijk rechts en commercieel, maar er
moet een switch komen in hóe we ons laagopgeleiden laten meeprofiteren, bijvoor-
geld verdienen. Ik wil werken aan een Verduurzaming moet je niet opleggen. beeld door extra banen bij de aanleg van
betere wereld. Als we ook de wijken met veel laadpalen, dan krijg je meer bereidwilligheid.”
| €)
Het domein Gebouwen heeft betrekking op
het gemeentelijk vastgoed; dat betreft zowel de DO
gebouwen die de gemeente voor haar eigen Pan
huisvesting gebruikt als het vastgoed dat door R
de gemeente wordt verhuurd. Verreweg het
meeste van het vastgoed is in beheer bij
Gemeentelijk Vastgoed. Han
Domein Gebouwen Verduurzamingsrapportage 2022 26
3.1 NN hebben we bereikt? kunnen verduurzamen. In de toekomst zal Sport en Bos heeft de mogelijkheid
het waarschijnlijk ook mogelijk zijn om te onderzocht of kunstgrasvelden, als er niet
zien wat het effect van de genomen op wordt gespeeld, kunnen worden bedekt
Energieverbruik terugdringen maatregelen is op het energieverbruik. met oprolbare zonnepanelen. Tot slot
In 2021 zijn aan ruim 50 panden maatregelen Zo hebben we steeds meer grip op hebben we een marktverkenning gedaan var
getroffen om het energieverbruik terug energieverbruik en dus op onze naar de mogelijkheid om 20 parkeer- <®-
te dringen. Voor ca. 25 panden zijn labels reductiedoelstellingen. gelegenheden te voorzien van zonnepanelen ann M
en maatwerkadviezen opgesteld. Daarmee en laadpalen met in potentie een man
komt het totaal op voor ongeveer 200. Aardgasvrij maken gebouwen geïnstalleerd vermogen van 13 MW, Bamm
Deze adviezen vormen de basis voor het In 2021 zijn 6 gemeentelijke panden wat gelijk staat aan het jaarlijkse
integreren van verduurzamingsmaatregelen aardgasvrij gemaakt. Daarvan zijn twee energieverbruik van 13.000 huishoudens. In 2021 hebben
bij ander, niet direct op verduurzaming kantoorpanden op stadswarmte aan-
. , za L: we meer dan
gericht, werk aan panden. Alle OV-chipkaart- gesloten, twee sporthallen, één kinder-
poorten zijn in 2021 vervangen. Dit levert dagverblijf en een multifunctioneel centrum. 650
een besparing van bijna 400 MWh per jaar Eén nieuw pand op het Albert Wittenbergh- zonnepanelen
op. In 2021 hebben we 3 garages voorzien plein is aardgasvrij opgeleverd. Er worden geplaatst op onze
van slimme LEDverlichting (in totaal nu voorbereidingen getroffen om sporthal daken.
in 16 gemeentelijke garages). Dit heeft De Pijp los te koppelen van het aardgas.
bijvoorbeeld bij de P10-garage geresulteerd
in een besparing van gemiddeld 37 procent. Zonnepanelen
Het gemeentelijk beleid is ‘geen dak 9
Duurzaamheidsmonitoringstool onbenut’. In 2030 wordt op elk geschikt Ek 4 :
In 2021 hebben we, na een succesvolle pilot gemeentelijk dak zonne-energie et f LU
in 2020, een duurzaamheidsmonitoringstool opgewekt. In 2021 hebben we meer dan * eN MP ed ; e 5 Kad p p
aangeschaft. Dit is een voorbeeld van hoe 650 zonnepanelen geplaatst op onze daken. 8 Pd e RE
we data inzetten om ons te helpen onze Daarmee benutten we nu in totaal Ne Nn dT
energieopgave aan te pakken. De tool iseen 25 procent van het potentieel van alle daken is Na fj En A
digitale verzamelplek, waarin we bijhouden van gemeentelijke panden en 75 procent á mm zi
wat het energieverbruik van onze panden is, __ van het potentieel op huisvestingspanden. — IER À de Gj EL
welke energiebesparende maatregelen er Ook hebben we van 25 gemeentelijke ni Ì sE if .
per pand zijn genomen en welke maat- daken vastgesteld dat ze technisch Fi hp s a | B
regelen er nog genomen kunnen worden. geschikt zijn voor het plaatsen van circa en ' | 1 | Wi. _ En
Bovendien heeft het nieuwe systeem een 2.000 zonnepanelen. Deze daken worden ank met ET zj IE DR B ej | | ed
adviesfunctionaliteit die op basis van impact in in 2022 aanbesteed. Verder zijn de hS Pe
(het terugdringen van CO‚-uitstoot in relatie voorbereidingen voor een solar carport in tn
tot de kosten) maatregelen zoals isolatie en Sloten en voor zonnepanelen op sporthal Gier ep
nieuwe installaties afweegt om efficiënter te Caland gestart.
Domein Gebouwen Verduurzamingsrapportage 2022 27
Klimaatbestendige en natuur Taskforce Materialenpaspoort 3.2 NE hebben we geleerd?
inclusieve gebouwen en terreinen Als we in 2050 een circulaire stad willen zijn,
Op de Ite Boeremastraat is in 2021 een moeten we weten waar de stad uit bestaat.
blauw-groen dak aangelegd, in combinatie Letterlijk. Van elk object in de openbare Nulmeting energieverbruik
met zonnepanelen. Resilio, het samen- ruimte moet bekend zijn waar het zich gemeentelijk vastgoed
werkingsverband van gemeente, Waternet bevindt, hoe het is gebouwd en uit welke Er is een nulmeting gedaan van het energie-
en een aantal kennisinstellingen, onderzoekt materialen het is opgebouwd. Kortom: verbruik van alle vastgoed en een CO,
hier hoe verschillende slimme combinaties elk object moet zijn eigen paspoort krijgen. voetafdruk opgesteld. We weten nu per
van duurzame maatregelen elkaar kunnen Dus ook elk object in eigendom van de pand wat de feitelijke verbruiksgegevens
versterken. Verder zijn de voorbereidingen gemeentelijke organisatie. Om dit inzicht te zijn, of we hebben een schatting gemaakt
getroffen voor de aanleg van 3 groene gevels. verkrijgen is de Tasforce Materialenpaspoort op basis van kengetallen. We weten nu
Verspreid over 2022 en 2023 zullen in totaal opgericht. In verschillende organisatie- welke panden het meeste verbruiken
10 gevels bij wijze pilot aangelegd worden. onderdelen wordt al gewerkt met (relatief en absoluut). Hierdoor kunnen we
materiaalpaspoorten in verschillende gerichter sturen op milieu-impact, door onze
Circulair (ver)bouwen sectoren, zoals de bouw-en utiliteitssector aandacht in eerste instantie te richten op
Inmiddels is 1 gebouw dat volgens circulaire en de openbare ruimte. In de taskforce de ‘grootverbruikers’.
principes is ontworpen opgeleverd: een komen de kennis en expertise van deze
pand zonder steunpilaren, waardoor het organisatieonderdelen bij elkaar. Omdat een
vrijer is in te delen, wat bij een functie- materialenpaspoort een digitaal middel is
wijzigingen grote verbouwingen voorkomt. zijn ook de collega's die zich bezighouden
Begin 2022 volgt de oplevering van een met digitalisering, onderzoek en innovatie HAT he da gn LL Ee Ë
tweede circulair gebouw. betrokken. Het doel van de taskforce is om mf A as en
de ervaring en kennis van elk betrokken L - “a
De renovatie van metrostation Spaklerweg is _organisatieonderdeel bij elkaar te brengen, | ve 8 B -
aanbesteed met specifieke eisen voor de om samen te leren van praktijkvoorbeelden EE tral desen erg
circulariteit. Bij de aanleg van de Uithoornlijn en uiteindelijk tot een gedeelde aanpak te Wk ne A TT
zal gebruik gemaakt worden van duurzaam komen. Met hulp van het materialen- Ek ES n
beton. paspoort kunnen we materialen en grond- En Ee me
stoffen hoogwaardiger hergebruiken en BER Se en re es
In het Amsterdamse Bos is gebruik gemaakt hebben we een steeds beter beeld van onze } id Se WA nn zn ze De
van een damwand gemaakt van gerecycled materialenvoetafdruk. Uiteindelijk moet het rak Ü Dn os En Sn Ed
kunstgras. In het Velodrome in Sloten is een leiden tot een circulaire gemeentelijke A ERS p Sn ne Be >
nieuwe vloer gelegd. De oude vloer is organisatie en een circulaire stad. kj / Teen Ee enn ie en Ie ed
hergebruikt. In het Hogendorp sportcentrum PT es je ns
is de sportvloer circulair vervangen, dat wil ES D pr P penn ee
zeggen dat de oude vloer met een minimale ea ge ze ZZ … min À ern ==
aanvulling van nieuwe grondstoffen is jg Pl PS ed he pn ee ge Ea ne
verwerkt tot een nieuwe sportvloer. rd EER Oe en
Domein Gebouwen Verduurzamingsrapportage 2022 28
Pilot windmolens op gemeentelijk 3.3 DEN gaan we verder?
vastgoed
Met de Vliegwielmiddelen is een pilot
gedaan met windturbines op gemeentelijke Verduurzaming Gemeentelijk Vastgoed
daken. Onderzocht is of windturbines In het kader van het Duurzaam herstel
gebruikt kunnen worden als alternatief voor wordt aan de verduurzaming van 40 panden nr Ee A E ú
zonnepanelen om duurzame energie voor gewerkt. In 2021 zijn door de extra middelen Sen BEE de Ê es
gebouwen op te wekken. Op basis van de van Duurzaam herstel 3 panden versneld a CRS et we ed ln oet
huidige meetresultaten kunnen we nu nog verduurzaamd en is van 8 panden de Ei Sen Te sede :
geen conclusies trekken. We gaan door uitvoering gestart. In het eerste kwartaal van ii Ee min, N EE il
met meten. 2022 worden deze 8 panden opgeleverd. oee Ee ==) j
Ook wordt aan de verduurzaming gewerkt ë
Pilot lisdodde van twee grote gemeentekantoren op Plein — RE 7
In samenwerking met de provincie en het ‘40-45 en Voormalig Stadstimmertuin 4-6, 5 Ti f in Bia
waterschap is het grondwaterpeil in de die voor 2023 minimaal een label C moeten dE
Burkmeerpolder in Noord verhoogd. hebben. Daarnaast loopt de ‘reguliere’ ;
In september is 1 hectare lisdodde verduurzaming die gekoppeld is aan
aangeplant. De lisdodde kan verwerkt groot onderhoud door. Opnieuw wordt in
worden tot bouwmateriaal. Met de pilot tientallen panden LED, dakisolatie en
‘Warmbouwen’ onderzochten we eerder of dubbelglas geplaatst. studies naar collectieve warmteoplossingen.
een ruimte energie-efficiënt geïsoleerd kan Deze trajecten zullen langere tijd in beslag
worden door lisdodde als isolatiemateriaal Huisvestingspanden verduurzamen nemen. Voorbeelden zijn een 5G-warmte-
te gebruiken. Er is nu een duurzame boer Er is een meerjarenplanning gemaakt, zodat netwerk voor de Oosterparkbuurt met twee
betrokken, die experimenteert met ander alle eigen huisvestingspanden voor 2030 aan gemeentelijke panden en een pand van
mogelijk gebruik van de lisdodde. Tijdens bod komen. In dit plan is vooral aandacht de GGD. En de aanmelding van het
het experiment wordt voortdurend gemeten _ voor fysieke ingrepen aan de gebouwen, De Mirandabad en het Rivierenhuis en
wat het effect van de vernatting van de zoals extra isolatie of energiezuinig glas. het omliggende gebied als Proeftuin
polder is op de grondwaterstand en op de In de komende jaren zal dat plan uitgevoerd Aardgasvrije Wijk (PAW), door gebruik te
uitstoot van broeikasgassen. Het effect worden. Dit zal een CO.-reductie van maken van warmte uit de Amstel. We zijn
van de vernatting blijkt positief te zijn. ongeveer 22 procent opleveren. Voorwaarde begonnen met een onderzoek naar een
De grondwaterstanden dalen minder dan is wel dat er voldoende budget en capaciteit _aardgasvrij Zuiderbad. Er is in opdracht
verwacht en het perceel stoot geen methaan wordt vrijgemaakt om de verduurzaming van Sport en Bos onderzocht wat de
uit. De lisdodde is jammer genoeg geheel te realiseren. mogelijkheden zijn om warmte van kunst-
opgegegeten door ganzen. We zetten grasvelden te gebruiken om omliggende
het experiment in 2022 voort. Aardgasvrij maken panden van het gas te halen. Deze
Voor verschillende gemeentelijke resultaten worden meegenomen in
huisvestingspanden en sportpanden hebben de verdere uitwerking van toekomst-
we ons aangesloten bij verkenningen en bestendige sportparken.
Domein Gebouwen Verduurzamingsrapportage 2022 29
Zonnepanelen Strategie klimaatadaptatie
Op de daken bestemd voor coöperaties In 2022 zal de strategie klimaatadaptatie
zullen in 2022 nog 1.500 zonnepanelen in worden vastgesteld. Onderdeel van de
2022 worden geplaatst. Verder is de strategie is een korte- en een langetermijn-
aanbesteding gestart voor circa 2.000 planning voor klimaatadaptieve maat-
zonnepanelen op de 25 daken, die in 2021 regelen. Een dakenscan zal ons in 2022
geschikt werden bevonden. Daarnaast zal inzicht geven in welke duurzame oplossing
een volgende batch van 30 tot 35 daken per dak (en op termijn ook per pand) het
worden onderzocht op de geschiktheid beste aansluit bij de aanwezige uitdagingen.
voor zonnepanelen. Hierna resteren er Tot slot zullen verspreid over 2022 en 2023
hoofdzakelijk nog kleine daken. Als die 10 groene geveltuinen worden aangelegd.
geschikt zijn voor het plaatsen van zonne-
panelen, dan doen we dat als er groot Solar carports e =d
onderhoud gepleegd moet worden. Naast daken zijn er nog meer plaatsen ir
Verder zullen in 2022 de volgende stappen geschikt voor zonnepanelen. Een daarvan is ee À
worden gezet om solar carports te bouwen de combinatie van parkeerplekken en Ì js
op onze parkeerterreinen. zonnepanelen. Parkeerterreinen zijn groot, ee ;
dus er kunnen veel zonnepanelen geplaatst nn)
Strategie Circulair Bouwen en worden. Bovendien hebben panelen op een as an
Materialenpaspoorten parkeerterrein ook direct nut: ze wekken de wen en
De strategie Circulair Bouwen wordt in 2022 energie op die gebruikt kan worden om de Ke
afgemaakt. Op basis van de strategie maken groeiende hoeveelheid elektrische auto's Pd
we een plan van aanpak. De werkmethode op te laden. Daarmee wordt het nog mann
Adaptief Bouwen wordt in het eerste makkelijker om elektrisch te rijden, en dat
kwartaal 2022 opgeleverd. Daarna wordt is weer goed voor de CO uitstoot en
aan de toepassing en implementatie ervan luchtkwaliteit in de stad. In 2021 is een
gewerkt. We ontwikkelen met de Taskforce plan van aanpak gemaakt om op
materialenpaspoorten een gezamenlijk plan 20 gemeentelijke parkeerterreinen
en een visie. Verder starten we in 2022 zonnepanelen te plaatsen: solar carports.
met marktconsultaties voor raamcontracten Goed voor 13 MW aan zonne-energie,
utiliteitsbouw, waarin ook circulariteit en dat staat gelijk aan het energieverbruik
wordt meegenomen. Ook zetten we bij de van 13.000 huishoudens. Meer dan een
verbouwing van drie werven, vallend onder verdubbeling van wat we nu al aan
het transitieplan Werven, volop in op zonnepanelen op de gemeentelijke daken
het hergebruik van materialen. hebben liggen. Op de parkeerterreinen
willen we 10 tot 30 procent van de
parkeerplekken van een laadpaal voorzien.
Minder CO, door lisdodden
mnae „ GOOr ISAO e
Ed Buijs OAT Lt de ai
. . AT he Vi Jd cit aande. Ì
Ecoloog en planoloog, Ruimte en Duurzaamheid a, Ws | WE he
NME ES OO Ô
Ed Buijs is ecoloog en planoloog bij Ruimte en Duurzaamheid. Hij staat aan de & AA
wieg van het onderzoeksproject lisdoddenteelt in de Burkmeer. Doel is om de gr
CO ‚uitstoot omlaag te brengen. n ú e
5 De 4
Ed: “In de Burkmeer doen we 2 dingen Dieren DA LE re 4 - p Pd
tegelijk. We verhogen het waterpeil van “We zijn nieuwsgierig welke dieren het 0 E hen AS 7 Dj En
deze veenweidepolder, zodat de bodem lisdoddenlandschap gaan opzoeken. ike day 3 zen etn Va PD ed
minder CO-uitstoot. En we kweken er We verwachten de ringslang en unieke Á A tee Ee ET d ee
lisdodden. Deze waterplant neemt veel CO, Nederlandse Noorse woelmuis. Het zou een NA 1 Û ; P Dj RE orn
op omdat ie zo ontzettend hard groeit. groot succes zijn als de buidelmees hier gaat iN E IN Ag iN
Het gewas kun je op wel 20 verschillende broeden. Lisdodden zorgen ook voor een N AD Fe od
manieren gebruiken. Bijvoorbeeld als goede waterkwaliteit. We onderzoeken alles.” 1 N/A: l $
poeder voor 3D printmateriaal of voor ” hmm ) ef
wegwerpservies. Na gebruik kan dat zonder __ Vraatzuchtige ganzen ai: ha es A
problemen op de composthoop. Van de “We werken nu hard aan onze eerste Kd Sg EP aren
lisdodden die we in de Burkmeer kweken, uitdaging: de jonge aanplant van lisdodden 9 And AR
worden in principe isolatieplaten voor de tegen de vraatzuchtige ganzen beschermen. 6 A 8 A en Pp ú
bouw gemaakt.” Daar komen we wel uit: we werken met de ik Te io 7
creatiefste en succesvolste lisdoddenkweker Lok \ = À ij vd \
Boeren van Europa. In de zomer zie je het landschap ed ì BNF | Á N | Se
“Onze droom is: de landbouw beter laten in Burkmeer veranderen. Ik zou zeggen: ú Á | AK IN kif A '
aansluiten aan de natuurlijke ‘Pak de fiets en kom kijken’. ” EN \ P PE À
omstandigheden. Dit onderzoeksproject f HE
draagt daaraan bij. Als het lukt om geld te https://www.amsterdam.nl/wonen- N El
verdienen aan de lisdodden, dan is het een leefomgeving/duurzaam-amsterdam/pilot- \ val: f
interessant gewas voor boeren.” lisdoddeteelt-burkmeer/#he99c0518-/275- ee en hs AW dt
4917-ae40-2f9b33b30b22 at AE Apr
| 4
Taal
Dit domein betreft alles wat de ambtenaar nodig
heeft om zijn of haar werk te kunnen uitvoeren.
Hieronder vallen onder andere de activiteiten en
middelen van afdelingen ICT, Facilitair Bureau, P&O,
het gemeentelijk wagenpark en ons bedrijfsafval.
Ook losse apparatuur in gebouwen in gemeentelijke
huisvestingspanden noemen we hier. Maatregelen
voor de panden zelf en bijbehorende installaties
zijn opgenomen in domein Gebouwen en komen
daar aan de orde.
Domein Openbare Ruimte Verduurzamingsrapportage 2022 32
4.1 NN hebben we bereikt? Centraal Station krijgt een tweede leven in : ik k,
de Buiksloterham. En er is een ontwerp TE ek nee zn Aide de &
gemaakt van een tijdelijke ontmoetings-, ue ei:
75% van de straatverlichting is verLED _sport- en speelplaats met ongeveer el
Ook in de openbare ruimte zoeken we 90 procent hergebruikte materialen. [ AAN nd me
energiezuinige opties. Eind 2021 waren De inzichten die deze proef heeft
113.000 van de 150.000 armaturen in de opgeleverd hebben geleid tot het opstellen
openbare ruimte verLED (75 procent). van een transitiepad voor de implementatie :
De verlichting rond de sportvelden in van Hergebruik Tenzij.
Amsterdam wordt ook vervangen door ks ' il
LEDverlichting. In 2021 hebben al 21 velden Sport & Duurzaamheid st U 7 9 lk
LEDverlichting gekregen. In 2018 is het uitvoeringsprogramma EE gn vn ER ii
Sport & Duurzaamheid van start gegaan. Mt Ee Ad
Slim en schoon werken Onderdeel hiervan is het verduurzamen MT
Afgelopen jaar is er een emissietool van sportparken met als doel: toekomst-
ontwikkeld als onderdeel van het bestendige sportparken met duurzame
programma Slim en schoon werken. velden, duurzaam beheer en onderhoud en
Deze tool maakt het mogelijk om bij grond- aanjagen van innovatie. Afgelopen jaar is er
weg- en waterbouw de uitstoot van CO‚, geëxperimenteerd met het verlengen van 4.2 NE hebben we geleerd?
fijnstof en stikstof te meten. De bedoeling de speelduur van natuurgras, het gebruik
is om deze tool in de toekomst ook te van velden voor koeling en waterberging
gebruiken bij andere projecten in de en het modulair opbouwen van velden. Onderzoek naar duurzame energie
openbare ruimte. We hebben dan de Een concreet voorbeeld is het Hogendorp- Het onderzoek naar de mogelijkheid om
mogelijkheid om te toetsen of opdracht- sportcentrum: dat kreeg als eerste ter wereld zonnepanelen op de taluds van de metro-
nemers zich houden aan hun eigen een volledig circulaire indoor sportvloer. lijnen te plaatsen is afgerond. De mogelijk-
doelstellingen om CO, te reduceren. De al aanwezige grondstoffen van de oude heden zijn enorm, maar er is een omgevings-
vloer zijn door leverancier Herculan met een vergunning voor nodig. Om zo’n vergunning
Hergebruik tenzij minimale aanvulling van nieuwe grondstoffen _ te krijgen mogen de panelen niet duidelijk
Een van de belangrijkste uitgangspunten ter plaatse verwerkt tot een nieuwe sport- zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte.
die moeten leiden tot een circulaire stad is vloer. Een ander voorbeeld is het Sportpark Dat is wel het geval. In plaats hiervan zijn
‘Hergebruik tenzij’. Materialen en grond- Middenmeer waar het duurzaamste we een onderzoek gestart naar de
stoffen in de openbare ruimte moeten hockeyveld ter wereld is neergelegd. Er zijn mogelijkheid om zonnepanelen te integreren
worden hergebruikt tenzij dat absoluut niet 3 innovaties toegepast: gerecyclede kratjes met geluidsschermen en hekwerken om de
mogelijk is. Het afgelopen jaar is hiermee onder het veld vangen water op, waarmee metrosporen. Een deel van het baanvak bij
proefgedraaid in het project Buiksloterham. het veld wordt beregend, de vezels in de Gein wordt gebruikt voor een pilotproject.
Een paar voorbeelden: de Boterbloemstraat kunstgrasmat bestaan voor 60 procent uit
is bestraat met hergebruikte gebakken suikerriet en het veld heeft de nieuwste
klinkers. De brug die vrijkwam achter het generatie LEDverlichting.
Domein Openbare Ruimte Verduurzamingsrapportage 2022 33
Dit jaar is onderzocht of de 1.220 veld- Voor succesvolle innovaties is ook dit jaar
verlichtingsmasten op sportvelden verLED gebleken hoe belangrijk het is om deel uit te ‘
kunnen worden. Dat kan. Dat bespaart maken van samenwerkingsverbanden (intern, «,
niet alleen energie, maar zorgt ook voor meer _ nationaal en internationaal). Geld reserveren \ ï
speelcomfort en vergemakkelijkt de veldhuur. voor innovaties is noodzakelijk, en het is
Bij aanleg van nieuwe velden en renovaties belangrijk dat deze efficiënt worden ingezet ni
wordt standaard voor LED gekozen. bij uitvoeringsorganisaties. Zo kunnen we \S b. A
Ook is het gebruik van Led as a Service écht versnellen. Sk }
voor sportvelden onderzocht. _ \
Innovaties 4,3 | Hoe | gaan we verder? > an BEA
In 2021 is weer volop geëxperimenteerd met man | nd Dd .
circulaire principes in de openbare ruimte. 1 ; ® % end:
Zo is Sport en Bos een nauwe samenwerking VerLEDden Eine BAK fn / ij
met het CTO gestart. Via de Scale Up- Voor de openbare ruimte is de verwachting - iN Ke EMS i
methodiek van CTO wordt de markt dat we 140.000 lampen vervangen hebben é, : Tm rt WA ee
uitgedaagd om de kunstgrasvelden zo voor eind 2022 conform de doelstellingen. . re xe rn ARS je ANR
duurzaam mogelijk aan te leggen door De vervanging van de verlichting van mik 6 (lr, KS Ne
middel van het innovatieve partnerschap sportvelden gaat in 2022 door. De raad
van CTO. We verkennen de mogelijkheden heeft hiervoor € 1,5 miljoen beschikbaar
van een volledig circulair kunstgrasveld, gesteld. De armaturen van de metro-Oostlijn aanbesteding. Met deze stap geven we het
dat water bergt en/of energie opwekt en moeten vervangen worden om ze geschikt signaal af dat we het belangrijk vinden om TE
waar de warmte kan worden geoogst. te maken voor LEDverlichting. Dit stond samen te werken met marktpartijen die werk Materialen en
Deze uitvraag is uniek in Nederland gepland in 2021, maar is uitgesteld maken van CO-reductie. Om een stap te grondstoffen in
en we werken daarbij samen met naar 2022. kunnen zetten op de CO.-prestatieladder de openbare ruimte
andere gemeentes. moet een marktpartij in het bezit zijn van moeten worden
Sturen op CO, bij inkoop een CO‚-bewustcertificaat. De gemeente h b ik
Binnen Toekomstbestendige Assets van Bij aanbestedingen in het fysieke domein zelf heeft dat certificaat nog niet. En dat is, erge ruikt
Verkeer en Openbare Ruimte hebben er tal vraagt de leadbuyer Fysiek vanaf 1 januari uiteraard, wel wenselijk. tenzij
van innovatieprojecten plaatsgevonden. 2022 een CO-prestatieladder van dat absoluut niet
Een greep van de gerealiseerde projecten inschrijvers. De prestatieladder is een Ook wordt er in pilots geëxperimenteerd mogelijk is.
van afgelopen jaar: Mayor's Manual Podcast, _ instrument om de CO‚-uitstoot van een met de tool die aannemers inzicht geeft in
een waterdoorlatende weg in de Kromme project of organisatie in kaart te brengen. de uitstoot op bouwplaatsen. Een inzicht dat © mn
Mijdrechtstraat en pilots met Circularise naar Ondernemers moeten hun best doen om ze in staat stelt om duurzamer te presteren.
een duurzame inkoop uitvraag op basis van de uitstoot van CO, zoveel mogelijk te
betrouwbare data. vermijden als ze een kans willen maken in de
Verduurzamingsrapportage 2022 34
am , AS. RAS NN
Voor aankomend jaar is de focus om van rs Ae LE | Or, Bj EN
pilots naar ‘het nieuwe normaal’ te gaan. EN In ee
Opschalen dus! Hierbij wordt ook
ee - . EE ee Ee
monitoring van duurzaamheidsdoestellingen EN ER lei EN EE WN en
(CO, m3 waterberging, materiaalverbruik PEA Ef
et cetera) steeds belangrijker. Dat krijgt dit KE NN > y= | £ er AS ge
jaar meer prioriteit bij het uitvoeren van NE A KS Ve Eh In Ï | eN 8 Rl
de projecten HE N / AP ELS er. ZE il a UE ear IE en EE 0 al
Pro) NBE SZ Kn 16 | BE Me et
Aer RS A ie A ER : PvE Í IER © en j Ee 8 LM &
IA nn REE Et MLN UNE, SS CERN
GA ene id Bel Á ak Ea Î en ï Ga '
In april 2022 zal de start van de invoering f 1 2d Ed Hi EN 8 | A ae — —
van Hergebruik Tenzij plaatsvinden. In 2022 BE ok ke if |
. NR Ee sj En
en 2023 zullen vervolgens 6 projecten van Ak id | ö OO
start gaan in Noord, waarmee we nog meer MN: MKS he B ee
ervaring opdoen met Hergebruik Tenzij (stap Eg % q die d AE | 4 A Res
1 in de implementatiefase). de Sen 0 Kiel 5 en
lr Ea! an We A (Ball 2 pi ad 3 he
NR \ Ë En Bi 0
In 2022 wordt ook een proef gedaan met „Aen tees ef Pr í E
het plaatsen van schanskorven die bj val HE | EE, Rr Á is Een
circulariteit en ecologie stimuleren. Lt ig dE TE dt Br” ie Rn
ite) 1 ùd s À gb ef n Pe Ô f er lb vn A
Schanskorven zijn metalen vlechtwerken die hdd EN / BENT Pd en Ae je en on
gevuld zijn met steen. Het komende jaar Aak EN LE zi Be Eee enn
gaan we experimenteren met een Ti 4 TE ee B tn en a
natuurvriendelijke variant van de Ak / EN en ne Ln En En
schanskorven, mogelijk aan de oevers van Ae B oi ei
een aantal watergangen. Als deze proef
slaagt, worden de circulaire schanskorven
verder ontwikkeld om ze ook als
oeverbescherming te gebruiken
(bijvoorbeeld in Havenstad).
Verduurzamingsrapportage 2022 35
= al
en
Í eN
Wesley Walter en Peter Vergeer Sn ' en JN
Li
Locatiecoördinatoren sportparken West en Oost ed 5 We
s —
eN Ì 4
Alle sportparken van Amsterdam moeten duurzamer worden en de bio- Jm
diversiteit moet omhoog. Laat dat maar aan Wesley en Peter over. Zij zorgen band
voor picknicktafels van gerecycled kunstgras, ze lokken natuurlijke vijanden van | load
de eikenprocessierups, regelen elektrische heggenscharen en nog veel meer.
Pd
Wesley: “Vroeger maaiden we alles kort en is gewoon de toekomst. Ga mee met
strak. Maar dood hout leeft ook. We leggen de flow. Als je vooroploopt, kan je
nu takkenrillen en broedhopen aan en invloed uitoefenen.” Peter Vergeer (Oost) en Walter Wesley (West)
boomkransen maaien we niet. Daar kunnen
diertjes in leven. We plaatsen mengsels om
koolmeesjes en wespen te lokken, zij eten Peter: “We móeten wel verduurzamen. Kunstgrasmatten worden gerecycled tot
eikenprocessierupsen vóórdat die overlast Corona en vogelgriep komen door hoe de tafels, planken en plantenbakken. Het blijft
voor mensen geven. Zo worden de sport- mens omgaat met de wereld. Het klimaat afwegen, mensen nemen tegenwoordig
parken ook een groen wandelgebied verandert, bomen hebben het begeven door geen genoegen meer met een afgetrapt
voor omwonenden.” extreme droogte én regenval. Dan moet je veld van natuurgras. Dus kiezen we
niet ijzeren-heinig dezelfde soort terug- toch kunstgras, daarop kunnen we
plaatsen. We gebruiken klimaatbestendige 1.200 speeluren per jaar kwijt, op echt gras
Wesley vervolgt: “Kratjes onder de hockey- beplanting. Alleen de rabarberstruiken doen hooguit 500, met innovatie misschien 700.
velden houden water vast, daardoor zijn het slechter dan ik dacht.” Laatst kwam de vlinderstichting vertellen
minder sproeibeurten nodig en het Wesley: “Probeer ze eens een boost over biodiversiteit: één van de manieren
vermindert hittestress. We vervangen te geven met mest in een diep gat bij waarop we medewerkers blijven uitleggen
voertuigen en gereedschap door elektrische de wortels.” waarom duurzaamheid belangrijk is.
varianten. Sommige medewerkers vonden Peter: “Goeie tip! Verder gebruiken we We moeten de wereld beter achterlaten
het strak-gemaaide mooier, of willen een innovatie, zo laten we waterdoorlatende voor onze kinderen.”
heggenschaar horen ronken. Maar dit tegels ontwikkelen, tegen wateroverlast.
Deze bijlage biedt een overzicht van de 29 maatregelen die in de
‘Uitvoeringsgenda Naar een Duurzame Organisatie 2020 — 2030’
zijn opgenomen die bijdragen aan de 5 klimaatdoelstellingen.
Dit overzicht is een bundeling van maatregelen en acties die
verschillende directies hebben gerealiseerd in 2021 met een
doorkijk naar 2022.
Financiën waaronder middelen duurzame gemeentelijke Domein Maatregel
Financiering voor deze maatregelen wordt organisatie en vliegwielmiddelen klimaatneutraal.
voornamelijk gevonden in de eigen directie- Deze gelden zijn bedoeld voor proces- en Medewerkers: 01 t/m 09
begroting. Of via investeringsvoorstellen projectkosten, onderzoeksbudget en eenmalige n ë
bij de voorjaarsnota. investeringen voor verduurzaming. Een meer Bedrijfsvoering: 10 t/m 17
uitgebreide evaluatie van de projecten die
Om de verduurzaming op gang te brengen, zijn uitgevoerd met behulp van de vliegwiel- Gebouwen: 18 t/m 24
zijn voor de periode 2019 — 2022 verschillende middelen klimaatneutraal kunt u lezen in ë
incidentele middelen beschikbaar gesteld, de vliegwiel rapportage. Openbare Ruimte: 25 t/m 29
Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 37
E it d t 1
CO, = 355 geleaste elektrische auto's | _= 2 elektrische vuilniswagens = De ambities voor na 2022 = 100% voertuigen uitstootvrij
worden bepaald in de
= 220 laadpalen = 6 waterstofwagens actualisatie van het = 100% laadpalen
Transitieplan Amsterdams
= 19 HVO-tankstations Wagenpark (in 2022)
op eigen werven
Energie = 7 panden aardgasvrij = 1-3 garages verLED = Voortzetting plan = 100% panden label A,
(ipv label A) 40 panden verduurzamen aardgasvrij of transitieklaar
= 3500 zonnepanelen
e 3 parkeergarages verLED = 100% zonnepanelen
= 656 zonnepanelen Ö = 100% garages verLED
= 129 energiezuinige = 100% energiezuinige
ov chip kaarten Á ov-chippoorten
Circulair = 8 materialenpaspoorten = 1 circulair pand = 50% circulair inkopen Yp g = 100% circulair inkopen
= 3 circulaire bouwwerken se ® se
Klimaat = 1 blauw groen dak = 10 groene gevels = De ambities voor na 2022 > Yv <
adaptief worden nog nader bepaald Am aen
me 3 groene tuinen ed mma ” my
Duurzaam e= Duurzame Collega Wegwijzer e 7 directies verduurzamen e= De ambities voor % es 1)
denken online na 2022 worden %
d nog nader bepaald
en coen = 10 ambassadeurs volbrachten %
cursus verandermanagement
= 12 directies duurzaamheids- hay Gs
team aangesteld
Domein Medewerkers Maatregel 1 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 38
Green Office als platform voor een Duurzame Organisatie
platf Org
De duurzaamheidsopgaven van onze GEA Green Office rapporteert jaarlijks over de Hiervoor heeft Green Office een informatieve
organisatie gaan over de grenzen van afdelingen en voortgang op de CO,- en energievoetafdruk, de intranetpagina, een nieuwsbrief en
portefeuilles heen en vragen om samenwerking. Elk genomen initiatieven en de voortgang op de een actieve Tamtampagina.
TP fr werkproces kan verduurzamen en van elkaar leren maatregelen en geeft waar nodig advies. Daarnaast
we hoe. Green Office geeft inzicht in de werken we aan kennisoverdracht, het duurzaam
See verduurzaming van de eigen organisatie, denken en doen van medewerkers, een
ondersteunt en adviseert en brengt interne kennis ambassadeursnetwerk en het intern zichtbaar maken
en expertise bij elkaar. van de eigen verduurzamingen en klimaatdoelen.
m De Duurzame Collega Wegwijzer is gepubliceerd. Een overzichtelijke m De Green Office zorgt voor brede interne communicatie over duurzame
intranetpagina waarop alle afdelingen worden gepresenteerd die zich op projecten en initiatieven. Dit wordt gedeeld, via de maandelijkse
een of andere manier met het verduurzamen van de stad en de nieuwsbrief, op evenementen, op intranet, Tamtam en Linkedin. Zo
organisatie bezighouden. Naast het al bestaande ambassadeursnetwerk is bereiken deze initiatieven meer mensen en is er meer ruimte en
de Wegwijzer een onmisbaar instrument voor iedereen die vragen of gelegenheid voor kruisbestuiving in onze verkokerde organisatie.
oplossingen heeft voor duurzaamheidskwesties. m Organiseren van leer-en kennissessies in samenwerking met andere
m Steeds meer collega’s houden zich bezig met duurzaamheids- duurzaamheisprogramma'’s, zoals de vliegwielmiddelen.
vraagstukken. De Green Office heeft de kennis en de instrumenten om m Green Office ontvangt steeds meer vragen op het gebied van
collega’s te informeren en te ondersteunen. We brengen partijen binnen duurzaamheidskennis en toolboxen. Green Office heeft hierin een
en buiten de gemeente met elkaar in contact. verbindende functie om kennis en expertise binnen en buiten de
m Vanaf november 2021 wordt een maandelijkse nieuwsbrief Green Office gemeente samen te brengen. Ook heeft de Green Office een
gepubliceerd. adviesfunctie om samen met de collega’s op zoek te gaan naar de meest
duurzame oplossingen.
Domein Medewerkers Maatregel 2 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 39
Advies leer- en ontwikkelaanbod duurzaam denken en doen
De gemeentelijke organisatie kan alleen GEA In de organisatie zijn diverse vakspecifieke voor het aanbieden van trainingen en opleidingen
optimaal verduurzamen wanneer alle medewerkers cursussen en workshops, trainingen, werkmethodes die voor alle medewerkers toegankelijk zijn en
in staat zijn om duurzame keuzes te maken in hun en stappenplannen voor verduurzaming voorhanden. _ blijven we in gesprek om de behoeftes van
TP fr werk. Medewerkers hebben kennis nodig zodat zij Deze zijn bottom-up ontwikkeld en bedoeld voor medewerkers op te halen.
weten welke keuzes duurzamer kunnen en welke de eigen directie. Om de kennis uit het bestaande
See opties er zijn. aanbod te ontsluiten, maakt Green Office een advies
m Het team Circulaire Economie heeft de Circulaire Gereedschapskist voor m Met het Facilitair Bureau en de Amsterdamse School onderzoeken we de
de gebouwde omgeving gelanceerd op het OpenResearch Platform. Op mogelijkheid om een pilot te doen met een basistraining duurzaamheid,
verschillende afdelingsbijeenkomsten zijn presentaties gehouden over de gericht op een breed publiek. Er wordt gekeken hoe we onze
werking van de gereedschapskist. We zijn gesprekken begonnen om te duurzaamheidsthema'’s beter zouden kunnen verenigen in een leertraject.
onderzoeken hoe we de thema's in de circulaire gereedschapskist verder Zo onderzoeken we de mogelijkheid om een training circulair bouwen
kunnen brengen in het leer- en ontwikkelplan (LOP). aan te bieden, die aansluit bij de Circulaire Gereedschapskist.
m In het introductieprogramma voor stagiairs dat twee keer per jaar nm Hetleertraject Klimaatadaptatie wordt met 60 deelnemers vervolgd.
(september en maart) wordt georganiseerd, besteden we aandacht aan de m We organiseren een nieuwe lichting van het leertraject ‘Hoe realiseer ik
duurzaamheidsdoelen van Amsterdam, en natuurlijk aan hoe de stagiairs een verandering’ voor 10 duurzaamheidsambassadeurs. Dit traject bestaat
aan die doelen kunnen bijdragen. uit 5 trainingsdagen in een half jaar, aangevuld met coaching en intervisie.
m De eerste lichting duurzaamheidsambassadeurs heeft de training m Net als in 2021 is duurzaamheid in 2022 een onderdeel van het
verandermanagement afgerond en na een half jaar een terugkomdag introductieprogramma voor de stagiairs van de gemeente. In 2022 wordt
gehad. Hier bespraken ze hoe het geleerde in de praktijk kan worden duurzaamheid ook onderdeel van de introductie voor de verschillende
gebracht en is geïnventariseerd welke ondersteuning ze daarbij nodig traineeprogramma'’s van de gemeente.
hebben. m Collega's duurzaamheid krijgen een workshop storytelling: een instrument
m 60 medewerkers van de gemeente en Waternet hebben deelgenomen om hun kennis en enthousiasme voor dit thema over te brengen op hun
aan het leertraject Klimaatadaptatie dat we samen met de HvA ontwikkeld collega's, en om ze te inspireren om zelf met het thema aan de slag te
hebben. Het is een vierdaagse cursus met theorie- en praktijksessies. gaan.
Na afloop kennen de deelnemers de laatste ontwikkelingen en
wetenschappelijke inzicht op het gebied van klimaatadaptatie en weten
ze hoe ze deze kennis kunnen toepassen bij de inrichting van hun
dagelijks werk.
Domein Medewerkers Maatregel 3 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 40
Green Colleges en Green Screens
Binnen de gemeente is op diverse GEA Tijdens Green Colleges lichten interne vertoningen van documentaires of informatieve films
duurzaamheidsthema'’s beleid voor de stad en voor en externe professionals vraagstukken toe over een duurzaamheids- of klimaatonderwerp.
de gemeentelijke organisatie gemaakt. Voor veel over duurzaam denken en doen, energie, Alle collega's kunnen zowel de colleges als
r 7 collega's zijn deze thema’s abstracte begrippen. CO, circulariteit en klimaatadaptatie. Ook wordt de films bijwonen.
Met een collegereeks en educatieve films kunnen een vertaling gemaakt van de voor sommigen
See medewerkers basiskennis opdoen en in contact abstracte doelen naar de eigen organisatie en het
komen met andere geïnteresseerde collega’s. eigen werk van medewerkers. Green Screens zijn
m Erhebben in 2021 geen fysieke bijeenkomsten plaatsgevonden. m In 2022 worden nieuwe Green Colleges gehouden, waarin we de
Wel hebben we het afgelopen jaar 1 keer een Green College kunnen samenwerking zoeken met andere directies, zoals het Ingenieursbureau
organiseren, door een livestream vanuit Pakhuis De Zwijger. en Ruimte en Duurzaamheid. Vaak werken de experts bij een andere
m Duurzaamheid keert steeds vaker terug bij evenementen en directie. De colleges bieden hen een platform om hun kennis te delen
bijeenkomsten voor kennisdeling in de gemeentelijke organisatie. met collega’s die ze niet zo snel bij het koffieautomaat zouden treffen.
Een voorbeeld is een sessie die V&OR organiseerde over gedrag en
duurzaamheid met de lector Psychologie voor een Duurzame Stad (HvA)
Reint Jan Renes.
Domein Medewerkers Maatregel 4 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 41
ledere directie duurzaam
Alle organisatieonderdelen hebben een directies en collega's met het vertalen van de directies bewust van hun kansen om te
opgave in de verduurzaming van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen naar hun dagelijks werk. verduurzamen. De workshop helpt om de te nemen
organisatie. Een aantal directies werkt al hard aan stappen te identificeren en draagvlak te creëren.
TP fr duurzaamheid en de integratie ervan in hun Hoe KEEN zijn de mogelijkheden voor Met informatie over de te behalen impact en advies
werkprocessen. Voor veel directies zijn er nog verduurzaming minder evident. Via de workshop over te nemen maatregelen, ontvangen directies
See grote stappen te zetten. Green Office ondersteunt ‘Verduurzaam jouw directie’ maakt Green Office ondersteuning in hun duurzaamheidsopgave.
=m In 2020 en in 2021 heeft de Green Office bij verschillende directies de m Ook in 2022 zal de Green Office directies begeleiden met de workshop
workshop ‘Verduurzaam je directie! gegeven. Dat heeft geleid tot een ‘Verduurzaam je directie’. Met de opgerichte themagroepen
aantal inspirerende en hoopgevende initiatieven. duurzaamheid evalueren we de begeleiding en ondersteuning tijdens en
= Het Bureau Interim en Advies (BIA) is begonnen met een themagroep na de workshops. We ontwikkelen een standaardvorm met werkbladen,
Duurzaamheid. Een groep collega's die werken aan opdrachten waarin waarmee andere directies zelfstandig aan de slag kunnen.
duurzaamheid een rol speelt. Inspiratie, kennisdeling en collegialiteit
waren de kernwoorden in de vier sessies die er in 2021 zijn geweest.
m Ook bij Personeel en Organisatie (P&O) heeft de workshop ‘Verduurzaam
je directie’ geleid tot de oprichting van een projectgroep Duurzaam P&O.
Vanuit de projectgroep zijn verschillende initiatieven ontplooid, om de
kansen voor verduurzaming te zien en te pakken. Green Office heeft
meegedacht hoe de klimaatdoelen van de organisatie ook voor de
directie P&O vorm kunnen krijgen.
m Bij V&OR is een transitieteam opgericht met duurzaamheidsambassadeurs
van elke afdeling. Dit team heeft het onderwerp duurzaamheid binnen de
hele directie op de kaart gezet. Door te focussen op de vijf doelstellingen
voor verduurzaming van de gemeentelijke organisatie is V&OR nu bezig
om de acties te formuleren die tot verdere verduurzaming moeten leiden.
m Eind 2021 heeft de directie GGD besloten om de directie proactief aan de
slag te laten gaan met het verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering en
primaire processen. Minder materiaal, minder energie, meer efficiëntie bij
het gebruik van middelen. De aangestelde coördinator Duurzame GGD
begeleidt samen met de Green Office alle afdelingen bij het beoordelen
van hun verbruik en het formuleren van concrete acties voor verbetering.
Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 42
Dit hebben we in 2021 gerealiseerd Plannen voor 2022
m De workshop heeft bij de directie Juridische Zaken geleid tot de
oprichting van een themagroep Duurzaamheid. De themagroep heeft drie
doelen geformuleerd en is de komende maanden bezig om die doelen uit
te werken in concrete acties.
Domein Medewerkers Maatregel 5 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 43
Ambassadeursnetwerk
Sinds begin 2019 bouwt Green Office aan samenwerking tussen directies, en voor een die bijeenkomsten is om de ambassadeurs te
een organisatiebreed netwerk van duurzaamheids- aanspreekpunt voor collega’s die een informeren, ze te stimuleren en te enthousiasmeren
ambassadeurs. We willen collega's voorzien van duurzaamheidsvraagstuk hebben. en om door dit netwerk de schotten tussen de
N b de juiste tools en vaardigheden om in hun eigen directies te slechten. Ambassadeurs ondersteunen
directies en afdelingen gericht verandering teweeg Hoe | Periodiek organiseren we bijeenkomsten elkaar met intervisie en kunnen bij de Green Office
See te brengen. Zo versnellen we de verduurzaming van die we afsluiten met een netwerkborrel. We komen terecht voor coaching en inhoudelijke ondersteuning.
de organisatie. Het ambassadeursnetwerk zorgt samen om nieuws uit de organisatie uit te wisselen, Met voortschrijdend inzicht is de focus verschoven
voor verbinding van duurzaamheidsinitiatieven, duurzaamheidsvraagstukken uit te werken en voor van werving van nieuwe ambassadeurs naar het
kennisuitwisseling, versoepeling van de lezingen, workshops en masterclasses. Doel van verstevigen en het effectiever maken van het netwerk.
m Vorig jaar meldden we dat er 50 ambassadeurs waren, inmiddels is dat m Het ondersteunen van het ambassadeursnetwerk gaat steeds door. Ook in
aantal uitgebreid tot 58. Bij 35 van de 51 directies. ledere maand 2022 organiseren we maandelijkse bijeenkomsten, verzorgen we
organiseren we een bijeenkomst voor de ambassadeurs. We delen de intervisie, buddygesprekken en coaching. In 2022 willen we in elke
voortgang in de organisatie en we verzorgen workshops directie een duurzaamheidsambassadeur hebben. We willen de rol van de
en masterclasses. ambassadeur formaliseren, zodat zij tijd en budget krijgt om haar rol uit te
voeren. Dat vraagt om verregaand commitment van het management in
alle directies.
Domein Medewerkers Maatregel 6 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 44
Gedragsinterventies
g
Met 16.000 collega's maken we dagelijks GEA Gemeentebrede gedragscampagnes en medewerkers. Waar mogelijk sluiten we aan op
keuzes in onze werkprocessen. Wij zijn effectiever —interventies stimuleren collega’s om zelf aan de slag landelijke of stedelijke gedragsveranderings-
in het verduurzamen van onze eigen organisatie te gaan en leren hen hoe ze duurzame keuzes campagnes.
TP fr wanneer het vanzelfsprekend is om duurzame kunnen maken. We creëren zo ook een zichtbare
keuzes te maken, zowel op de werkvloer als in gezamenlijke verantwoordelijkheid voor
See de werkzaamheden.
m Bijna 700 collega’s hebben meegedaan aan de Footprint Challenge. De m We treffen voorbereidingen om in 2022 een nieuwe campagne te starten.
uitdaging van de Footprint Challenge is om in zes weken tijd te proberen Ook deze campagne kan mooi gekoppeld worden aan de terugkeer naar
je voetafdruk te verkleinen. Elke week had een ander thema, zoals kantoor. De campagne concentreert zich zowel op de
voedsel, water, plastic of energie. Het resultaat mag er zijn: de duurzaamheidsmaatregelen op de werkvloer als op gedrag: wat kun je
deelnemers hebben hun gezamenlijke voetafdruk verkleind met een doen om op een duurzame manier aan het werk te zijn? We zullen een
oppervlakte van 5 keer het Vondelpark. gedragscampagne starten als de aanbesteding voor bedrijfsafval rond is
m Bij het Juridisch Bureau, waar traditioneel veel geprint wordt, is aandacht (zie maatregel 15). Daarnaast sluiten we aan bij landelijke en
geweest voor Bewust Printen. Daarnaast hebben we de tijdelijke internationale campagnes zoals de Nationale Week Zonder Vlees en
terugkeer naar kantoor in het najaar aangegrepen om duurzaam gedrag Zuivel en Earth Hour. Deze campagnes gaan zowel over waarom we het
op de werkvloer onder de aandacht te brengen met als organisatie belangrijk vinden om mee te doen als over wat je zélf
de Duurzame Ambtenaar-campagne. kunt doen.
Domein Medewerkers Maatregel 7 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 45
Initiatieven stimuleren en faciliteren
“Verandering is altijd een combinatie van GEA Green Office stimuleert, adviseert en is de norm) en catering (80 procent vegetarisch
individuele keuzes en van hogerhand opgelegde, voert projecten uit voor de verduurzaming van aanbod) maakt het kiezen voor een duurzamer
collectieve besluiten. De kracht van een transitie zit bedrijfsprocessen. Ook stimuleert en faciliteert borrel en lunch makkelijk. Green Office stimuleert
r 7 in de combinatie van beide.” (Klimaatrapportage Green Office waar mogelijk initiatieven die collega's managers om een ambassadeur of duurzaamheids-
2021). Green Office faciliteert duurzaam gedrag en zelf nemen. Afval scheiden in gemeentelijke panden coördinator in hun afdeling aan te stellen.
See ondersteunt collega's die zelf aan de slag willen. is nu mogelijk. De nieuwe banqueting (vegetarisch
m Er vaart een een sloep gemaakt van gerecycled plastic door de Omdat we in 2022 weer naar kantoor kunnen, hebben we een aantal
Amsterdamse grachten, waarmee we aandacht vragen voor zwerfplastic in activiteiten in het verschiet:
de stad en de plastic soep in de oceanen die er het gevolg van is. Door m Een campagne over banqueting (vegetarisch vergaderen).
corona heeft deze sloep het afgelopen jaar maar weinig gevaren en niet m Bij de GGD start in 2022 een duurzaamheidsambassadeur de rol van
de impact gehad die we hoopten. duurzaamheidscoördinator. Doel is om te gaan ‘ontspullen’ en te
onderzoeken hoe de GGD slimmer met materialen om kan gaan
(zie interview met Livia Kalma op pagina 14). De Green Office ondersteunt
sessies waarin de kansen bij verschillende afdelingen in kaart worden
gebracht.
m Een groep collega’s heeft vanwege de coronamaatregelen nog een
tochtje met de Plastic Whale tegoed om te vissen op zwerfafval in de
Amsterdamse grachten, als onderdeel van een eerdere campagne over
plastic zwerfafval.
Domein Medewerkers Maatregel 8 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 46
Intern en extern delen van interne successen
Wat AAA directies boeken successen op het you preach — om een geloofwaardige gespreks- op Nieuw Amsterdams Klimaat en Rainproof, op
gebied van duurzaamheid. Door het delen van partner te zijn. Green Office Linkedin, op Duurzaam020 en in de
die successen raken zowel medewerkers als nieuwsbrief van Green Office (intern meer dan
TP fr Amsterdammers bewust van hoe duurzaam de GEA Duurzaamheidssuccessen worden gedeeld 1000 collega's) en Duurzaam020 (extern).
gemeente Amsterdam al is. Dat is belangrijk via interviews met collega’s op intranet en Tamtam,
See voor het imago van de gemeente — practice what op internet als Duurzaam Voorbeeld, extern als casus
m Het lPCC-rapport dat in 2021 verscheen, gaf aan dat de opwarming van m In 2022 brengt Green Office weer een maandelijkse nieuwsbrief uit. Ook
de aarde sneller gaat dan gedacht en dat de maatregelen om die gebruiken we de kanalen die we hebben om zowel projecten van Green
opwarming tegen te gaan met onvoldoende slagkracht worden Office als andere duurzaamheidsprojecten uit de organisatie in het
doorgevoerd. Het maakt de noodzaak voor het uitvoeren van de zonnetje te zetten.
maatregelen in de stad en in de eigen organisatie alleen maar groter. Om m In nauwe samenwerking met Communicatie starten we nieuwe
die urgentie eens te meer onder de aandacht te brengen is bij campagnes om de verduurzaming van de stad en de verduurzaming van
Communicatie een team samengesteld dat zich met duurzaamheid de organisatie onder de aandacht te brengen.
bezighoudt, zowel in de interne als in de externe communicatie. m Erzijn, mede geïnspireerd door de workshops ‘Verduurzaam je directie’
m De Green Office heeft in 2021 een nieuwe communicatieadviseur van de Green Office in tal van directies duurzaamheidsteams opgestart.
gekregen die het jaarplan 2022 gaat schrijven. De communicatie van die teams wordt op elkaar afgestemd, zodat we een
m In samenwerking met het programma Luchtkwaliteit zijn er logo's gezamenlijk verhaal vertellen en gebruik kunnen maken van elkaars
ontwikkeld voor HVO en waterstof, in navolging van het uiterst verhalen.
succesvolle logo voor elektrisch vervoer.
Domein Medewerkers Maatregel 9 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 47
Inpandige communicatie
Om een duurzame werksfeer te creëren en afval scheiden of bewust printen. Ook maken we GEA Voor medewerkers is het belangrijk om te
daarmee een duurzame werkhouding te realiseren, collega’s bewust van minder zichtbare maatregelen, weten wat er verduurzaamd is in het pand waar ze
laten we zien wat in onze panden duurzaam is. zoals groene daken, waterbesparende kranen of werken. Die informatie delen we onder meer door
N b Het gaat om plekken waar bepaald gedrag circulair meubilair. displays, posters, campagnes, informatieborden,
plaatsvindt dat aangemoedigd kan worden, zoals et cetera.
& Middelen
Dit hebben we in 2021 gerealiseerd Plannen voor 2022
m Gerichte informatie op locatie over de vegetarische catering en m In de kantoorpanden en op de werven willen we laten zien wat er op dit
banqueting en hoe dit bijdraagt aan de verduurzaming van de organisatie. moment al gebeurt op het gebied van verduurzaming. Zowel de zichtbare
m _Stadshouten bankje bij directie Parkeren waarop staat dat zij de winnaars maatregelen (waterbespaarders op kranen en circulair meubilair
zijn van de Footprint Challenge 020. bijvoorbeeld), als de minder zichtbare, zoals het gebruik van duurzaam
isolatiemateriaal of een groen dak. Ook willen we op plekken waar een
duurzame keuze gemaakt kan worden communiceren over wat er
duurzaam aan is, bijvoorbeeld nog vaker in de kantines tijdens de
Nationale Week Zonder Vlees.
Domein Bedrijfsvoering Maatregel 10 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 48
Energieverspilling van apparatuur tegengaan
Bij elke aanbesteding van apparatuur kan op GEA In de aanbestedingseisen is het criterium dan de oude printers. Ook bij schoonmaak-
de meest energiezuinige variant gegund worden. ‘energiezuinigheid’ opgenomen en dat weegt mee. apparatuur is in de aanbesteding gekozen voor de
ij ZR SHVO Onze laptops en PC's zijn energiezuinig. De in 2019 meest energiezuinige variant.
GED OO aanbestede printers zijn 90 procent energiezuiniger
Bij ICT is een aantal duurzame acties gerealiseerd: m Het Plan ICT om Europese aanbestedingen voortaan duurzaam uit te
m De aanbesteding ADW (Amsterdamse Digitale Werkplek) is duurzaam vragen is belangrijk voor het behalen van de doelstelling van een volledig
gegund. Door slimmer te werken vermindert de dataopslag. Met minder CO ‚neutrale bedrijfsvoering.
energieverbruik en minder ICT-hardware als gevolg. m De MRA heeft met de Low Energie Acceleration Program (LEAP)
m De ICT-hardware van datacenters 1 en 2 is duurzaam afgevoerd. aangetoond dat het relatief eenvoudig is om het energieverbruik van de
m Netwerk-apparatuur is duurzaam afgevoerd. hardware van datacenters met 10 procent te verminderen. De gemeente
m Naar het model van de Voedselbank is een cyberbank ingericht. Laptops Amsterdam dringt er bij haar partners op aan om deze oplossing te
van de gemeente kunnen door kwetsbare Amsterdammers worden implementeren.
hergebruikt. m Aan de behaalde resultaten op het gebied van ICT kunnen op dit moment
m Op twee huisvestingslocaties is een proef gedaan om met gebruikmaking nog geen harde cijfers over CO,-reductie, energievermindering en
van kunstmatige intelligentie (Al) het energieverbruik in de panden terug grondstoffenverbruik worden gekoppeld. We onderzoeken mogelijkheden
te brengen. Uit die proef is gebleken dat hiervoor een veilige om dit in de toekomst wel te kunnen doen.
basisinfrastructuur noodzakelijk is. Die hebben we op dit moment nog
niet. Onze technische netwerken moeten voldoen aan de eisen van
Informatievoorziening voor cybersecurity. Dat project is inmiddels
opgestart. Daarna kan de pilot een vervolg krijgen.
Domein Bedrijfsvoering Maatregel 11 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 49
Realiseren uitstootvrij wagenpark
Het wagenpark van de gemeente bestaat uit GEA Er is een contractpartij voor laadpalen voor elektrificeren van het gemeentelijk wagenpark en
1.500 voertuigen. In 2019 is het Transitieplan onze eigen parkeergarages en terreinen. Het aantal het zichtbaar rijden op duurzame brandstoffen
ZA eHvo Amsterdams Wagenpark vastgesteld. Daarin staat laadvoorzieningen voor gemeentelijke voertuigen geven we een stevig en positief signaal af aan de
RD OO hoe het gehele wagenpark in 2030 is verduurzaamd. neemt de komende jaren toe. Dit gaat gelijk op Amsterdammers.
Dit plan wordt in 2022 herzien. met het elektrificeren van de voertuigen. Met het
m In 2030 moet het gehele wagenpark emissievrij zijn. De gemeente least m Vooreen volledig elektrisch wagenpark in 2030 is meer nodig dan alleen
op dit moment 523 voertuigen. Inmiddels zijn daarvan 355 (67,8%) het vervangen van fossiele voertuigen door elektrische. Het vraagt
elektrisch aangedreven. Dat aantal zal de komende jaren groeien. Huidige bijvoorbeeld een passende en toekomstbestendige laadinfrastructuur. Het
leasecontracten zullen vervangen worden voor elektrische huidige transitieplan voorziet daar niet voldoende in. Het plan wordt
leasecontracten, zodat eind 2022 alle personenauto's elektrisch geleaset daarom in 2022 aangepast.
worden. m In 2022 worden 2 elektrische vuilniswagens en 6 waterstofwagens
m Het huidige college heeft besloten de vervanging van de aangeschaft.
collegevoertuigen over te laten aan het college dat in 2022 aantreedt. m Ook wordt er dit jaar gestart met de aanbesteding van zero emissie
m Voor elektrisch vervoer zijn uiteraard voldoende laadpalen nodig. bedrijfswagens, inzamelvoertuigen en lichte elektrotrucks. Die zullen
Inmiddels zijn ruim 220 laadpalen in gebruik. Dit laadnetwerk zal de waarschijnlijk vanaf begin 2023 gaan rijden.
komende jaren uitgebreid worden.
m Waar we nog niet elektrisch rijden, rijden we zoveel mogelijk op schone,
plantaardige, diesel: HVO (Hydrotreated Vegetable Oil). Hiervoor hebben
we op de werven 19 eigen tankstations gebouwd, zodat alle diesel
bedrijfswagens nu 100 procent HVO kunnen tanken Dit vermindert de
CO uitstoot van de dieselvoertuigen met 89 procent.
m Alle scooters in de vloot zijn elektrisch.
m Van de overige voertuigen in de vloot zijn 162 voertuigen vol-elektrisch en
16 (1%) voertuigen hybride.
Domein Bedrijfsvoering Maatregel 12 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 50
Uitbreiding autopool
WEL Veel directies bezitten eigen Auto's in de pool worden gedeeld door De gemeente heeft 264 personenvoertuigen.
g p g g p g
personenvoertuigen die enkel voor medewerkers verschillende directies. Hierdoor zijn ook minder In 2021 zitten 63 van deze voertuigen in de auto-
ZA HVO van die directie beschikbaar zijn. Om onnodige voertuigen nodig. pool. De ambitie is om steeds meer voertuigen van
GED OO stilstand en inefficiënt gebruik te voorkomen is in directies naar de autopool over te hevelen.
2016 een gemeentelijke autopool opgericht. De overtollige voertuigen worden afgestoten.
Dit hebben we in 2021 gerealiseerd Plannen voor 2022
m Het afgelopen jaar zijn er 7 auto’s bijgekomen in de autopool. Daarnaast m Bij een aanvraag voor het vervangen van een voertuig kijken we altijd of
zijn we druk bezig geweest met het verduurzamen van de auto’s in de de vervanging ook mogelijk is vanuit de (exclusieve) autopool. Het
pool. Alle voertuigen van de Jan van Galenstraat 323, Weesperstraat 113, uitgangspunt hierbij is dat vervanging altijd vanuit de autopool gebeurt,
Weesperstraat 430 en Rozenburglaan zijn inmiddels elektrisch. tenzij dit niet mogelijk is door praktische overwegingen.
m Ook is er hard gewerkt aan het creëren van exclusieve pools in de
autopool (pool in pool voertuigen).
Domein Bedrijfsvoering Maatregel 13 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 51
Zakelijk en woon-werkverkeer verduurzamen
In 2018 stoot de gemeente 0,3 kiloton CO, GEA Voor internationale reizen korter dan 6 uur CO, voor vliegreizen. Hierdoor kunnen we als
uit door zakelijk verkeer en nog eens 8 kiloton CO, of minder dan 500 kilometer wordt de trein als organisatie zelf de invulling van de compensatie
ZA HVO door woon-werkverkeer. Deze CO,-uitstoot willen alternatief aangeboden. De CO,-uitstoot van bepalen (compensatiebedrag en type project).
RD OO we terugdringen en compenseren. internationale reizen wordt gecompenseerd. Per 1 Voor het woon-werkverkeer zetten we in op
januari 2020 is een nieuwe contractperiode gestart thuiswerken, deelvervoer, de mogelijkheden van een
met het reisbureau waarin bepalingen zijn fietsenplan en OV-dalurenabonnementen.
opgenomen die toezien op het compenseren van
m Net als in 2020 heeft een groot deel van de medewerkers het grootste Een aantal plannen uit 2021 is mede door corona blijven liggen. De
deel van het jaar moeten thuiswerken. De meeste bijeenkomsten waren verwachting is dat zij in 2022 alsnog worden opgepakt:
online. Daardoor is er ook in 2021 weinig woon-werkverkeer en zakelijk m Uitvoeringsplan duurzaam woon-werkverkeer.
verkeer geweest. Toch is er in 2021 een pilot gestart om de m Vaststellen parkeerbeleid.
mogelijkheden van hybride werken te onderzoeken. Medewerkers van de m Opstellen van een nieuwe huisvestingsvisie.
gemeente die in Beverwijk wonen kunnen op locatie van de gemeente m Door het nieuwe, hybride werken zal in 2022 het kantoor aan de
Beverwijk aan het werk. Inmiddels zijn er gesprekken met Utrecht en Jodenbreestraat 25 worden afgestoten.
Almere gaande om op eenzelfde manier te gaan werken. m Update reisrichtlijnen internationale dienstreizen.
m De verwachting is dat we, zodra thuiswerken niet meer niet dringend m Vaststellen wijze van compensatie voor vliegreizen.
aanbevolen wordt, weer meer op locatie gaan werken.
m Het woon-werkverkeer neemt dan toe. De verwachting is ook dat het
nooit meer zo zal zijn als het was. In de toekomst wordt niet het werken
op kantoor, maar een hybride vorm de standaard: gedeeltelijk op kantoor,
gedeeltelijk thuis. Dit heeft onmiskenbaar een gunstig effect op het
woon-werkverkeer.
m Het college van B&W heeft in 2021 een convenant ondertekend om in de
toekomst in te zetten op duurzaam woon-werkverkeer.
Dat strekt verder dan alleen reizen buiten de spits en zoveel mogelijk
fietsen. De maatregelen worden volgend jaar uitgewerkt in een
uitvoeringsplan.
Domein Bedrijfsvoering Maatregel 14 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 52
Duurzaam en circulair inkopen van bedrijfsmiddelen
Inkoop wordt strategisch ingezet om door duurzaamheidseisen en -wensen te formuleren onze koffiebekers zijn circulair. We werken toe naar
duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. in aanbestedingen om de markt te stimuleren standaardcriteria bij elke inkoop- en
ZA HVO duurzamer aan te bieden. Op die manier hebben investeringsbeslissing. En we werken aan een
RD OO GEA Bij inkoop- en investeringsbeslissingen van we groene stroom, groen gas en de 100 procent instrument om bij te houden wat de impact van de
bedrijfsmiddelen wegen de vijf gemeentelijke plantaardige brandstof HVO ingekocht. maatregelen is.
duurzaamheidsdoelstellingen mee. We doen dit Het kantoormeubilair, onze afvalscheidingsbakken en
m In september is het Team Duurzaam Opdrachtgeven en Inkopen (TDO) m Beleids- en kaderontwikkeling:
van start gegaan. Een samenwerking tussen de directies Facilitair Bureau, - _Koppelkansen verkennen met andere beleidsthema'’s zoals Sociaal en
Ruimte en Duurzaamheid, de Green Office en Directie Inkoop. De Gezond.
adviseurs van TDO ondersteunen opdrachtgevers en inkoopteams om - Verkenning van langetermijnopties voor kennisdeling en opleidingen
duurzaamheid mee te laten wegen in inkooptrajecten. In 2021 waren er voor inkopers, opdrachtgevers en (eventueel) contactmanagers.
63 Europese aanbestedingen van bedrijfsmiddelen. Bij 10 daarvan heeft m Advies- en contractmanagement:
een adviseur van TDO als onderdeel van het inkoopteam geadviseerd. - We gaan door met creëren van een kennisbank. Een plek waar
m In 2021 is de aanbesteding voor groen gas afgerond. Vanaf 1 januari 2022 inkopers en opdrachtgevers eisen, criteria, tools en relevante
worden alle gemeentelijke panden met groen gas verwarmd. Dat evaluaties van andere aanbestedingen kunnen terugvinden.
betekent 28% minder CO‚uitstoot. m Monitoring, sturing en communicatie:
m Facilitair Bureau heeft een raamovereenkomst voor kantoormeubilair - Vertalen van inzichten uit de materiaalstromenanalyse naar concrete
afgesloten. De meubels zijn circulair en worden na bestelling op verzoek adviezen en teksten voor specifieke productgroepen in
uitstootvrij afgeleverd. Bij deze aanbesteding is voor het eerst gebruik aanbestedingstrajecten.
gemaakt van een tool van Circular IO, een startup van het startup-in- - Begeleiden van een ‘innovatief aanbestedingstraject’ om
residence-programma van de gemeente. Deze tool maakt objectief doelmatigheid beter te borgen.
inzichtelijk hoe circulair een aanbieding is. - Opstellen van methodiek voor registratie, monitoring en rapportage.
m Nog beter begrijpen welke wensen er leven bij opdrachtgevers en
inkopers om duurzaamheid beter te verankeren in het proces. Hiervoor
zijn eind 2021 al enkele gesprekken met Lead Buyers gevoerd. Die zullen
in 2022 worden voortgezet.
Domein Bedrijfsvoering Maatregel 15 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 53
Gemeentelijk bedrijfsafval scheiden
Wat KEREN de zomer 2019 scheiden we in al onze GEA Aan de basis ligt een goed en meetbaar verpakkingsmaterialen van producten die binnen de
kantoorpanden afval. We experimenteren met het ophaalproces van het gescheiden afval. Vervolgens gemeente worden gebruikt, bijvoorbeeld binnen de
ZA HVO maken van zeep van ons eigen koffiedik. De ICT- helpt een gedragscampagne om het doel te catering of ICT. Deze moeten makkelijk te scheiden
RD OO afdeling voert oude mobiele telefoons circulair af. behalen. We zetten in op vermindering van afval zijn.
De ambitie voor eind 2020 was om 75% van ons door herbruikbare producten te stimuleren en
bedrijfsafval gescheiden aan te bieden aan de we zetten een stop op wegwerpplastic door
afvalophaalservices. leveranciers. We kijken ook naar de
m De directie Afval en Grondstoffen heeft onderzoek gedaan naar het m We nemen deel aan een aanbesteding van het Rijk. Na de gunning zal de
ophalen van gemeentelijk bedrijfsafval. Door dit onderzoek hebben we nu inzameling van het bedrijfsafval een project zijn waar milieuwinst behaald
een beter inzicht in de afvalstromen per locatie, we weten wat het gaat worden. Nieuwe kansen, maar het betekent ook dat we de collega's
maximaal aantal kilo's is dat gescheiden kan worden ingezameld, we moeten meenemen in deze ontwikkeling. Gescheiden inzameling vraagt
hebben de verschillende afvalbakken op alle locaties in kaart en we weten ook iets van het gedrag van de medewerkers.
waar de knelpunten zitten.
m We hebben onderzocht hoe we het afval van de gemeentelijke organisatie
zo duurzaam mogelijk kunnen inzamelen en sluiten daarvoor aan bij een
aanbesteding van het Rijk.
Domein Bedrijfsvoering Maatregel 16 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 54
Materiaalstromen in kaart brengen
We verminderen de grootste materiaal- GEA Tot nu toe hebben we nog onvoldoende zicht markt pilots draait en een plan van aanpak opstelt
stromen die de organisatie binnenkomen. Van de op de materiaalstromen die de gemeentelijke om de materiaalstromen van de gemeentelijke
ZA eHvo uitgaande afvalstromen sturen we op hergebruik van organisatie in- en uitgaan. Daarom werken organisatie, en uiteindelijk van de hele stad, in kaart
GED OO materialen. verschillende directies samen in de Taskforce te brengen.
Materialenpaspoort die in samenwerking met de
Dit hebben we in 2021 gerealiseerd Plannen voor 2022
m Inde loop van 2021 bleek dat de materiaalstroomanalyse van Camping m Afronden van de materiaalstroomanalyse en het formuleren van de acties
Vliegenbos niet tot resultaat zou leiden. We hebben daarom gekozen die daaruit voortvloeien. De materiaalstroomanalyse is input voor de
voor een andere aanpak. Meerdere directies willen inzicht krijgen in hun herijking van de Uitvoeringsagenda 2022.
milieu-impact. De materiaalstroomanalyse is daar een goed instrument = Opstellen van een strategie voor een regelmatige update van de
voor. In samenwerking met Metabolic en CicularlQ zijn we daarom materiaalstroomanalyse.
begonnen om de materiaalstromen van de hele gemeentelijke organisatie
in kaart te brengen. De analyse stelt ons in staat om nauwkeuriger te
sturen op het verkleinen van de milieu-impact.
Domein Bedrijfsvoering Maatregel 17 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 55
Papiergebruik reduceren
Om CO, te reduceren en verspilling tegen te GEA Stimuleren van activiteiten die het gebruik
gaan is het nodig om minder papier te verbruiken in van papier verminderen. Zoals minder papierverbruik
ZA eHvo onze bedrijfsvoering. door medewerkers, terugbrengen van het aantal
GED OO edities van de gemeentekrant, minder
bewonersbrieven en minder printen.
m In 2021 zijn de aanbestedingen kantoorartikelen en papier gegund. In m Minder printen zal onderdeel worden van de campagne De Duurzame
beide aanbestedingen zijn duurzaamheidseisen meegenomen. Die Ambtenaar Keert Terug naar Kantoor.
hebben in belangrijke mate meegewogen in de gunning.
m Papierreductie is meegenomen in de aanbesteding voor de nieuwe
afdrukapparatuur. Het doel is om gedurende de contractperiode (tot 1
december 2028) 40 procent minder papier te gebruiken. Gedurende het
hele contract zal het papiergebruik gemonitord worden.
m Een campagne ‘bewust printen’ bij Juridische Zaken is uitgevoerd. Onder
deze doelgroep zijn ‘grootverbruikers’ van papier, zij hebben hun
papiergebruik tijdens de lockdown (noodgedwongen) enorm
teruggebracht. De campagne was erop gericht om te zorgen dat
medewerkers niet terugvallen in oud gedrag zodra zij weer op kantoor
werken en digitaal werken te stimuleren.
Domein Gebouwen Maatregel 18 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 56
Energieverspilling in gebouwen tegengaan
g ling in geb geng
Het grootste energieverbruik van de eigen GEA In onze huisvestingspanden, parkeergarages, energiemonitoringssysteem krijgen we inzicht in ons
, jd, organisatie ligt binnen onze panden. In 2023 moeten metrostations, zwembaden en sporthallen treffen we energieverbruik in kantoorpanden en werven en
se C kantoorpanden volgens de wet minimaal een maatregelen als LEDverlichting, verbeteren van kunnen we effectief energieverspilling tegengaan.
zn energielabel C hebben. Al het vastgoed heeft in isolatie, efficiënter beheer van de technische Op dit moment heeft 20 procent van de gehele
2030 ten minste een label A. Voor huisvestings- installaties en het vervangen van verouderde portefeuille een energielabel A. Van alleen de eigen
panden en werven streven we naar energie- installaties in panden. Dat gebeurt op natuurlijke huisvestingspanden heeft 30 procent een label A.
neutraliteit in 2030. Alle zwembaden en sporthallen momenten, zoals verbouwingen of groot onderhoud
zijn in 2030 klimaatneutraal. (volgens de MJOP). Via het
m In 2021 is een programmaplan voor de verduurzaming van het vastgoed m In het kader van het Duurzaam herstel wordt aan de versnelde
opgesteld. Op basis van dit plan worden strategieën per verduurzaming van 40 panden gewerkt. Grote gemeentekantoren als
duurzaamheidsthema opgesteld. Die zijn zo goed als af. Plein ‘40-'45 en voormalig Stadstimmertuin 4-6 worden naar minimaal een
m Eriseen nulmeting gedaan van het energieverbruik van alle vastgoed en label C verduurzaamd. Daarnaast loopt de ‘reguliere’ verduurzaming die
een CO‚footprint opgesteld. We weten nu per pand wat de feitelijke gekoppeld is aan groot onderhoud door. Opnieuw wordt in tientallen
verbruiksgegevens zijn of we hebben een schatting gemaakt op basis van panden LEDverlichting, dakisolatie en dubbelglas geplaatst.
kengetallen. We weten nu welke panden het meeste verbruiken (relatief m Het projectplan voor de verduurzaming van de gemeentelijke huisvesting
en absoluut). Hierdoor kunnen we gerichter sturen op milieu-impact, door is klaar. In de komende jaren zal dat plan uitgevoerd worden. Dit zal een
onze aandacht in eerste instantie te richten op de ‘grootverbruikers’. CO ‚reductie van ongeveer 22 procent opleveren. Voorwaarde is wel dat
m Aan ruim 50 panden zijn maatregelen getroffen om het energieverbruik er voldoende budget en capaciteit wordt vrijgemaakt om de
terug te dringen. verduurzaming te realiseren.
m We hebben een monitoringstool gekocht, waarmee de impact van de m Zonnepanelen op metrostations koppelen aan het tractienet is niet
verduurzamingsmaatregelen kan worden gemeten. rendabel, omdat de omvormertechniek die hiervoor nodig is te duur is.
m Voor ongeveer 200 panden is een maatwerkadvies opgesteld. Deze Door aan te sluiten bij andere ontwikkelingen, zoals het project
vormen de basis voor het integraal meenemen van verduurzamings- ‘terugwinning remenergie! kan van dezelfde omvormers gebruik gemaakt
maatregelen bij ander, niet direct op verduurzaming gericht, werk aan de worden.
panden. m Er wordt onderzocht of buitenzwembaden afgedekt kunnen worden als ze
m Het onderzoek naar een oplossing van het ‘split incentive’ is nog niet niet worden gebruikt. Tevens wordt onderzocht hoe blaashallen
gestart. Het wordt opgenomen in een overkoepelende financiële strategie energiezuiniger kunnen worden gemaakt en hoe sporthallen in de zomer
die de financiering van de totale verduurzamingsopgave van het kunnen worden gekoeld.
gemeentelijk vastgoed beschrijft.
Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 57
m Alle OV-chipkaartpoorten zijn in 2021 vervangen. Dit levert een besparing m In 2022 wordt onderzocht hoe de overdekte Wielerbaan Velodrome
van bijna 400 MWh per jaar op. De oude poorten zijn in onderdelen energiezuinig kan worden gemaakt, door onder andere toepassing van
hergebruikt door aannemer. isolatie met stro.
m De pilot met zonnepanelen die direct leveren aan het tractienet van de
metro is uitgevoerd. De uitkomst was dat het vooralsnog lastig is om dit
rendabel te doen.
m Onderzoek naar energie voor het Flevoparkbad is afgerond. Op basis
hiervan heeft Sport en Bos de opdracht gegeven om duurzame
normkosten voor de nieuwbouw te ontwikkelen. Deze opdracht is bijna
afgerond.
Domein Gebouwen Maatregel 19 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 58
Aardgasvrij maken van gebouwen
De gemeente wil haar eigen huisvestings- GEA We sluiten daarbij aan bij de buurt-tot- panden die in 2030 kostentechnisch nog niet
jd, panden, werven en sportlocaties in 2030 zoveel buurtaanpak en gepland groot onderhoud. aardgasvrij kunnen zijn, reduceren we het
zh C mogelijk aardgasvrij hebben. Waar aardgasvrij nog niet mogelijk is, gebruiken we energieverbruik maximaal en wekken we maximaal
EE gedurende de transitie alternatieven, zoals groen energie op.
gas (zie maatregel 20) of CO-compensatie. In de
m In 2021 zijn 6 gemeentelijke panden aardgasvrij gemaakt: m Met het pand Elisabeth Wolffstraat 2-4 nemen we deel aan het
- _stadsdeelkantoren Buikslotermeerplein en Klaprozenweg zijn op pilotproject ‘Energie uit kademuren’.
stadswarmte aangesloten; m Als onderdeel van het transitieplan Werven zal een aantal nieuwe werven
-_ sporthal Apollohal en sporthal De Weeren; aardgasvrij worden opgeleverd.
- een kinderdagverblijf en een multifunctioneel centrum. m In 2022 verwachten we 1 — 3 garages te voorzien van LEDverlichting als in
m Een nieuw pand op Albert Wittenberghplein 2 is aardgasvrij opgeleverd. het groot onderhoud. Dit wordt echter geld gestuurd waardoor aantal
m We bereiden sporthal De Pijp voor op loskoppeling van aardgas. garages nog onzeker is.
m Voor verschillende gemeentelijke huisvestings- en sportpanden zijn we
aangesloten bij onderzoeken naar collectieve warmteoplossingen. Deze
trajecten nemen langere tijd in beslag. Voorbeeld is een
5G-warmtenetwerk voor de Oosterparkbuurt met twee gemeentelijke
panden en een pand van de GGD.
m We onderzoeken energiebesparingen in zwembaden.
m In opdracht van Sport en Bos is onderzocht of de warmte van
kunstgrasvelden gebruikt kan worden om omliggende panden van het
gas af te halen. Deze resultaten worden meegenomen in de verdere
uitwerking van toekomstbestendige sportparken.
m Erzijn 3 garages opgeleverd voorzien van slimme LEDverlichting (in totaal
nu 16 gemeentelijke garages). Voor b.v. garage P10 bespaarde dat
gemiddeld 37% (na realisatie laadinfra 30%).
Domein Gebouwen Maatregel 20 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 59
Vergroenen van de warmte
De gemeente verwarmt het grootste gedeelte inkoop van warmte te verduurzamen. Nog eens 2% duurzame mogelijkheden. We leggen opties voor
Alp van haar huisvestingspanden en werven door kan worden gerealiseerd door de (verwachte aan het bestuur om groen gas in te kopen of de
se C aardgas dat wordt ingekocht bij een contractpartij. groeiende) stadswarmtevraag te vergroenen. CO uitstoot van het gebruik van aardgas te
EE Tijdens de transitie naar aardgasvrij in 2030, kan een compenseren. Warmtenetten kunnen garanties van
groot gedeelte van onze CO-uitstoot (28% van de GEA Ons gascontract moet in 2020 opnieuw oorsprong uitgeven van de gebruikte duurzame
CO‚voetafdruk) alvast worden verlaagd door de aanbesteed worden, daarvoor onderzoeken we warmtebronnen.
m Per 1 januari 2022 hebben we voor een periode van 4 jaar een contract m We gaan structureel hybride werken. De verwachting is dat medewerkers
met Eneco voor de levering van groen gas aan de gemeentelijke vanaf 2022 ongeveer 50 procent minder op kantoor zullen werken.
huisvestingspanden. Hiermee wordt de gemeentelijke CO-uitstoot met Een programmateam is in 2021 al begonnen met een onderzoek of het
28 procent verlaagd. Onderdeel van de overeenkomst is dat medewerkers hierdoor mogelijk wordt om kantoorpanden af te stoten. Dit zal zorgen
van de gemeente Amsterdam deelnemen aan een jaarlijkse voor een verlaging van het energieverbruik.
innovatiesessie. Dat is belangrijk omdat Eneco een schat aan kennis heeft
waar wij als gemeente ons voordeel kunnen doen.
Domein Gebouwen Maatregel 21 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 60
Duurzame energie opwekken
De ambitie is “geen dak onbenut”. We GEA We overwegen altijd de aanleg van moment van verduurzaming stemmen we af op de
jd, leggen op alle geschikte daken van gemeentelijk zonnepanelen bij de verduurzaming van onze planning van het groot onderhoud. Ook bekijken we
zh C vastgoed zonnepanelen neer. Op dit moment is 25% __ panden. Geschikte grote daken worden versneld in de mogelijkheden voor zonnepanelen op
EE van de totale potentie benut. Voor eigen gebruik genomen. Kleinere daken of panden die parkeerplaatsen en —garages. Ten slotte stimuleren
huisvestingspanden is het 75%. all-electric worden gemaakt, krijgen zonnepanelen we sportverenigingen om hun daken te benutten.
als onderdeel van de integrale verduurzaming. Het
m In 2019 zijn 30 gemeentelijke daken aan coöperaties gegund. Daarvan zijn m Voor het plaatsen van zonnepanelen op grote daken wachten we niet op
7 daken in gebruik genomen, waarvan 1 in 2021, van een kinderdag- het natuurlijk moment van groot onderhoud. We nemen ze versneld in
verblijf in Zuidoost. Niet alle resterende daken worden zoals gebruik voor het opwekken van zonne-energie. In 2022 zal een volgende
voorgenomen door de coöperaties in gebruik genomen, omdat de batch van 30 tot 35 daken worden onderzocht op de geschiktheid voor
opwekcapaciteit niet genoeg is om rendabel te exploiteren. In goed zonnepanelen. Daarna resteren er hoofdzakelijk nog kleine daken. Als die
overleg hebben zij de daken ‘terug gegeven’. Geschikte daken neemt de geschikt zijn voor het plaatsen van zonnepanelen, dan doen we dat als er
gemeente zelf in gebruik. groot onderhoud gepleegd moet worden.
m In 2020 zijn 10 gemeentelijke daken aan coöperaties gegund. Op het m _Sportverenigingen met eigen accommodatie worden ondersteund bij het
merendeel van deze daken zijn zonnepanelen geplaatst. In 2021 is van 25 aanschaffen van zonnepanelen. Bijvoorbeeld met advies en begeleiding
gemeentelijke daken vastgesteld dat ze technisch geschikt zijn voor van aanvragen van subsidies en offertes.
zonnepanelen. De aanbesteding hiervoor is in voorbereiding.
m Los van de daken die aan de coöperaties zijn gegund en de 25 waarvoor
in 2022 de aanbesteding uitgevoerd wordt, zijn er in 2021 op 3 daken
zonnepanelen geplaatst. Twee daarvan zijn sporthal De Weeren en de
Velodrome. Bij een nieuwbouw waar het dak te klein was voor
zonnepanelen is een ‘ecoflower! geplaatst, een bloem van zonnepanelen.
m De voorbereidingen voor een solar carport in Sloten en zonnepanelen op
sporthal Caland zijn gestart. Sport en Bos heeft de mogelijkheid
onderzocht of kunstgrasvelden, als er niet op wordt gespeeld, kunnen
worden bedekt met oprolbare zonnepanelen.
m Er iseen marktverkenning gedaan naar de mogelijkheid om 20
parkeergelegenheden te voorzien van zonnepanelen en laadpalen.
m In 2021 zijn er in totaal 656 zonnepanelen op gemeentelijk vastgoed
gerealiseerd.
Domein Gebouwen Maatregel 22 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 61
Circulair (ver)bouwen
Bij grootschalige renovaties en de sloop van in Amsterdam 50% van de renovaties en het beheer GEA Voor gemeentelijk vastgoed stellen we een
, jd, panden worden incidenteel materialenpaspoorten uitgevoerd volgens circulaire principes. In 2030 wil strategie circulair bouwen en een stappenplan op.
se C opgemaakt. In verschillende pilots hebben we de organisatie 100% van de producten en diensten Daarmee borgen we het hoogwaardig hergebruik
EE geëxperimenteerd met het hoogwaardig hergebruik voor eigen gebruik circulair inkopen en als stad van materialen en producten. Verder nemen we
en biobased materialen om te onderzoeken hoe we circulair zijn. circulaire eisen mee in de bestaande raamcontracten
dit structureel kunnen toepassen. Vanaf 2025 wordt en stellen we een standaard op voor de uitvraag van
materialenpaspoorten.
m In 2030 moet de gemeentelijke organisatie volledig circulair zijn. Dat houdt m De strategie Circulair Bouwen wordt afgemaakt. Op basis van de strategie
onder andere in dat we circulair bouwen: bij de bouw en het beheer van een maken we een plan van aanpak.
gebouw zo min mogelijk grondstoffen gebruiken en zoveel mogelijk m De werkmethode Adaptief Bouwen wordt in het eerste kwartaal 2022
materialen hergebruiken. Om dat goed te kunnen doen is een materialen- opgeleverd.
paspoort nodig. Dit maakt inzichtelijk welke materialen gebruikt zijn en hoe m Ontwikkelen van een gezamenlijk plan en een visie op
ze zijn verwerkt. In 2021 is de Taskforce Materialenpaspoort van start gegaan. materialenpaspoorten.
m Vertegenwoordigers van verschillende directies brengen kennis en m _Marktconsultaties raamcontracten utiliteitsbouw van start.
ervaring samen en voeren het gesprek met externe partijen. Er zit veel
kennis in de markt en daar kan de gemeente zijn voordeel mee doen.
m Daarnaast is er begonnen met een strategie circulair bouwen. Deze is nog
niet af, maar door eraan te werken zijn uitvoerders en beleidsmakers een
stap dichter bij de essentie gekomen van wat nodig is om circulair te werken.
m Inmiddels is één gebouw dat volgens circulaire principes is ontworpen
opgeleverd, een pand zonder steunpilaren, waardoor het vrijer is in te
delen, wat bij een functiewijziging grote verbouwingen voorkomt. Begin
2022 volgt de oplevering van een tweede circulair gebouw.
m De renovatie van metrostation Spaklerweg is aanbesteed met specifieke
eisen voor de circulariteit. Bij de aanleg van de Uithoornlijn zal gebruik
gemaakt worden van duurzaam beton.
m In het Amsterdamse Bos is gebruik gemaakt van een damwand, gemaakt
van gerecycled kunstgras. In het Velodrome in Sloten is een nieuwe vloer
gelegd. De oude vloer is hergebruikt. In het Hogendorp sportcentrum is
de sportvloer circulair vervangen, dat wil zeggen dat de oude vloer met
een minimale aanvulling van nieuwe grondstoffen is verwerkt tot een
nieuwe sportvloer.
Domein Gebouwen Maatregel 23 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 62
Klimaatbestendig maken van gebouwen en terreinen
g mak geb
KWA we hebben een beter beeld van de opgave om een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen en klimaatadaptieve projecten (geveltuinen, groene
, jd, van klimaatadaptatie voor vastgoed en openbare om duurzaam het nieuwe normaal te maken binnen daken en binnentuinen) doen we kennis en ervaring
se C ruimte, zoals onze sportvelden. De gemeente wil de sport. op voor volgende projecten. De gemeente
EE haar huisvestingspanden in 2030 zoveel mogelijk Amsterdam heeft 47 sportparken, met meer dan 450
bestand hebben gemaakt tegen het veranderende GEA Circa 10 procent van al de gemeentelijke velden en banen. 30 januari 2020 heeft u de
klimaat. Dat betekent bestand tegen hitte, droogte panden hebben een geheel of gedeeltelijk groen ‘Kunstgrasnota’ vastgesteld. Daarin staat hoe de
en wateroverlast. Binnen de portefeuille van Sport dak. Indien mogelijk worden wadi's (Water Afvoer gemeente Amsterdam de impact van kunstgras in de
en het Amsterdamse Bos zijn de duurzaamheids- Drainage en Infiltratievoorziening) aangelegd op stad zo klein mogelijk wil maken. Zo experimenteren
doelstellingen van Amsterdam op onder andere het terreinen van gemeentelijk vastgoed. Op dit we met het verlengen van de speelduur van
thema klimaatadaptief uitgewerkt met als doel om moment zijn dat twee waterbergende terreinen. natuurgras, het inzetten van velden voor koeling en
projecten te initiëren, versnellen en op te schalen, Door het uitvoeren van verschillende waterberging en modulair opbouwen van velden.
m Op lte Boeremastraat 1 hebben we een blauw-groen dak met m In 2022 zal de strategie klimaatadaptatie worden vastgesteld. Onderdeel
zonnepanelen gemaakt. Hier wordt regenwater op het dak opgeslagen, van de strategie is een korte- en een langetermijnplanning voor
waardoor het riool minder belast wordt bij hevige regenbuien. klimaatadaptieve maatregelen. Op grond daarvan krijgen we inzicht in de
m De tuin van Albert Cuiijpstraat 241 is klimaatbestendig gemaakt. De klimaatknelpunten van het gemeentelijk vastgoed. We maken de
verharding van de tuin is vervangen door groen. En in de tuin is een wadi mogelijkheden inzichtelijk van binnentuinen, gronden en terreinen die we
aangelegd voor de opvang van hemelwater. De hemelwaterafvoer van het in ons beheer hebben. Dit is nu nog niet het geval. Veel van deze gronden
dak is losgekoppeld van het riool en wordt nu naar de wadi geleid. Zo zijn niet in het vastgoedsysteem geregistreerd.
ontlasten we de riolering. Daarnaast is er ook de binnentuin van Tolstraat m Een dakscan geeft ons inzicht in welke duurzame oplossing per dak (en op
84 vergroend. termijn ook per pand) het beste aansluit bij de aanwezige uitdagingen.
m We hebben in 2021 geïnventariseerd in hoeverre gemeentelijke panden
bestand zijn tegen hitte, droogte en overlast. We hebben 10 daken
onderzocht waarvan er 5 geschikt bleken voor groen. We hebben locaties
geselecteerd voor de aanleg van 3 geveltuinen. Uiteindelijk zullen 10
gevels als pilot vergroend worden.
m Ook op de schooltuinen is watermanagement een belangrijk onderwerp
van onderzoek. En niet alleen van onderzoek, maar ook van onderwijs. In
samenwerking met de Universiteit Wageningen zijn plannen gemaakt om
de opvang van regenwater op daken zichtbaar te maken voor leerlingen. En
wordt gekeken naar het installeren van een druppelsysteem op de tuinen.
Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 63
m We hebben 30 parken van een duurzaamheidslabel voorzien. Op basis
van deze nulmeting gaan we gericht aan de slag met het verduurzamen
van onze sportparken, op onder andere de thema's biodiversiteit, bodem
en water en circulair. In 2022 werken we deze maatregelen verder uit en
zullen de eerste maatregelen genomen worden.
m Op sportpark Middenmeer is een test met klimaatadaptieve beplanting
uitgevoerd.
m Ingrepen op sportparken om biodiversiteit te verhogen: ijsvogelwanden,
takkenrillen en nieuwe bloemenmengsels (Sloten en Middenmeer).
m Het meest duurzame hockeyveld ter wereld is neergelegd (hockeyclub
AthenA) met waterberging.
m De nieuw aangelegde sportvelden op Zeeburgereiland zijn
klimaatadaptief door de ondergrond die water opvangt en hergebruikt.
Dit gebeurt door regenwater op te vangen in kratjes onder het veld.
Dankzij het krattensysteem wordt het veld gekoeld met maar liefst 40
graden. Het is het grootste en koeltse kunstgrassportveld met
waterbergende kratten ter wereld.
m Een aantal directies, zoals Sport & Bos en Maatschappelijke
Voorzieningen, hebben opdracht gegeven om alle duurzaamheidsambities
door te rekenen en te verwerken in de nieuwe normkosten voor
nieuwbouw van onderwijs en sportaccommodaties.
Domein Gebouwen Maatregel 24 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 64
Experimenteren en leren
Om aan de verduurzamingsopgave te gaan snel. Door te investeren in deze experimenten GEA We toetsen nieuwe technieken en
, jd, voldoen, is er ruimte nodig voor innovatieve doen we kennis en ervaring op die we hard nodig methodieken die niet alleen geschikt zijn voor het
se C projecten. Het uitvoeren van circulaire, klimaat- hebben én stimuleren we ontwikkelingen in de eigen vastgoed en openbare ruimte, maar ook
EE adaptieve en energiezuinige maatregelen is steeds markt. breder toegepast kunnen worden in de stad.
in ontwikkeling en de technische ontwikkelingen
m In samenwerking met de provincie en het waterschap is het grondwaterpeil m De pilot met windturbines op gemeentelijke daken wordt voortgezet. Na
in de Burkmeerpolder in Noord verhoogd. In september is 1 hectare meetgegevens van tenminste een jaar kunnen we vaststellen of deze
lisdodde aangeplant. De lisdodde kan verwerkt worden tot bouwmateriaal. windturbines voldoende opleveren om een gunstige business case op te
Met de pilot Warmbouwen’ onderzoeken we of een ruimte energie- leveren om als alternatief voor zonnepanelen te overwegen.
efficiënt geïsoleerd kan worden door circulair isolatiemateriaal gemaakt m In de Burkmeerpolder zal 5 hectare lisdodde verbouwd worden. De
van lisdodde. Tijdens het experiment wordt voortdurend gemeten wat het aanbesteding hiervoor is in 2021 afgerond. We onderzoeken hoe we de
effect van de vernatting van de polder is op de grondwaterstand en op de ganzenvraat kunnen tegengaan.
uitstoot van broeikasgassen. Het effect van de vernatting blijkt positief te m Erzullen 3-5 geveltuinen worden aangelegd en in 2023 nog eens 5. De
zijn. De grondwaterstanden dalen minder dan verwacht en het perceel ervaring die we hiermee opdoen moet leiden tot een voorstel aan het
stootte geen methaan uit. De lisdodde is jammer genoeg geheel bestuur om op grote schaal gevels te vergroenen.
opgevreten door ganzen. We zetten het experiment in 2022 voort. m In de aanbesteding voor het onderhoud van gemeentelijke panden
m De pilo EME-materialenpaspoort is afgerond en de geleerde lessen ervan vragen we nadrukkelijk aandacht voor innovatie en duurzaamheid. We
zijn meegenomen naar de Taskforce materialenpaspoort. organiseren in maart 2022 marktconsultaties. Daarin bespreken we hoe
m Op één van de gemeentelijke panden staat een testopstelling van drie die partijen een substantiële rol kunnen spelen in het behalen van onze
windturbines. Ze nemen minder ruimte in dan zonnepanelen. We meten of doelstellingen op het gebied van duurzaamheid.
de opwekcapaciteit voldoende is voor toepassing op kleinere daken. m Om de toenemende milieuvoetafdruk van onze ICT-apparatuur en het
m In 2021 is gestart met de pilot Energiepaal. We onderzoeken of warmte gebruik ervan te reduceren nemen wij vanaf 2022 als pilotpartner deel aan
en koude in kademuren kan worden opgeslagen en vervolgens kan het onderzoekstraject RePlanlT.
worden gebruikt voor het verwarmen of koelen van panden. De warmte m We zijn actief in het Europese project Al4Cities. Binnen dit project werken
en koude wordt getransporteerd via een energiepaal. we samen met zes Europese steden, om met behulp van Artificiële
m Met de Vliegwielmiddelen is een pilot gedaan met windturbines op Intelligentie (Al) versnelling aan te jagen richting het behalen van onze
gemeentelijke daken. Onderzocht is of windturbines gebruikt kunnen klimaatdoelen. Door middel van pre-commercial procurement (PCP) wordt
worden als alternatief voor zonnepanelen om duurzame energie voor de markt uitgedaagd om innovatieve oplossingen te ontwikkelen gericht
gebouwen op te wekken. Op basis van de huidige meetresultaten kunnen op de thema's mobiliteit en energie.
we nu nog geen conclusies trekken. We gaan door met meten.
Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 65
m Ook met de vliegwielmiddelen: een project om de bouw van ten minste 9
duurzame scholen en kindcentra aan te besteden. De aanbesteding is in
januari 2022 van start gegaan. De verwachting is dat de gebouwen samen
een besparing van ongeveer 500 ton CO‚-uitstoot per jaar zullen
opleveren.
m Naast de reguliere communicatie (website, nieuwsbrieven) is met de
digitale tool Kijk!Duurzaam Sportpark Middenmeer in beeld gebracht.
Net als bij Google Streetview is het voor de bezoeker mogelijk om
virtueel over het sportpark te lopen, en nader in te zoomen op genomen
duurzaamheidsmaatregelen. Daarbij is aandacht voor het ecologisch
beheer van het park, de innovaties op en rondom de (kunstgras)velden en
de verduurzaming van het clubgebouw van hockeyclub AthenA. Dit wordt
gebruikt in een grote campagne om verenigingen te inspireren en
motiveren om te verduurzamen, en als voorbeeld voor andere
gemeenten.
Domein Openbare ruimte Maatregel 25 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 66
Energieverbruik verminderen en duurzame energie opwekken
KW voor alles in de openbare ruimte dat energie | Hoe KE de 150.000 armaturen in de openbare energiebesparing en -opwekking van hun projecten
verbruikt op rekening van de gemeente zoeken we ruimte is nu 75 procent verLED. Ook de veld- in kaart. Ze onderzochten zo ook de mogelijkheid
25 een energiezuinigere variant. Alle gemeentelijke verlichting van sportvelden wordt verLED indien om zonnepanelen te plaatsen op de taluds van
u | terreinen die geschikt zijn voor energieopwekking technisch mogelijk. Directie Metro en Tram bracht metrolijnen.
worden daarvoor ingezet (mits rendabel). tot 2022 standaard de kansen en kosten voor
m Het onderzoek naar de mogelijkheid om zonnepanelen op de taluds van m De armaturen van de metro-Oostlijn moeten vervangen worden om ze
de metrolijnen te plaatsen is afgerond. De mogelijkheden zijn enorm, geschikt te maken voor LEDverlichting. Dit stond gepland in 2021, maar is
maar een omgevingsvergunning is nodig. Om zo’n vergunning te krijgen uitgesteld naar 2022.
mogen de panelen niet duidelijk zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte. m Eind 2022 zullen 140.000 lampen van de openbare verlichting in de stad
Dat is wel het geval. In plaats hiervan zijn we een onderzoek gestart naar uit LEDverlichting bestaan.
de mogelijkheid om zonnepanelen te integreren met geluidsschermen en m De vervanging van de verlichting van sportvelden gaat in 2022 door.
hekwerken om de metrosporen. Een deel van het baanvak bij Gein wordt De raad heeft hiervoor €1,5 miljoen beschikbaar gesteld.
gebruikt voor een pilotproject.
m De vervanging van de lampen van de openbare verlichting in de stad door
LEDlampen ligt op schema. In 2020 was ongeveer de helft vervangen,
inmiddels zijn 113.000 van de 150.000 lampen vervangen, ruim 75
procent.
m Ook de verlichting rond de sportvelden in Amsterdam wordt vervangen
door LEDverlichting. In 2021 hebben 21 velden LEDverlichting gekregen.
Domein Openbare ruimte Maatregel 26 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 67
CO, red in d b |
‚ reauceren In de openbare ruimte
In de openbare ruimte stoot de gemeente gemeente zich aan het toepassen van slimme We stimuleren hen te investeren in elektriciteit en
& CO, uit en dat willen we terugdringen. Nieuw beton bouwlogistieke oplossingen. waterstof. Voor een circulaire en CO,-neutrale
SS zorgt voor de grootste uitstoot. Met de Green Deal asfaltketen recyclen we asfalt zoveel mogelijk en
u | ‘Het Nieuwe Draaien’ committeert de gemeente zich GEA De CO-uitstoot binnen de grond-, weg- en laten we het lokaal produceren. Voor de productie
aan het verminderen van de uitstoot van CO,, waterbouw (GWW) is een belangrijke van cement stimuleren we nieuwe technologieën.
fijnstof en stikstof van mobiele werktuigen. duurzaamheidsindicator. Het Duurzame Doelen- Metro en Tram heeft de CO,-voetafdruk (2019) in
De binnenstedelijke logistiek bestaat voor 30 tot proces geeft inzicht in de duurzaamheidswinst per beeld en werkt aan het terugdringen van hun
40 procent uit bouwverkeer. Met de Green Deal project. We stellen eisen aan de efficiëntie van jaarlijkse uitstoot van circa 20 kiloton.
‘Duurzame logistiek in de bouw’ committeert de mobiele werktuigen van opdrachtnemers.
m Bij aanbestedingen in het fysieke domein wordt inschrijvers gevraagd om m De tool om de uitstoot bij GWW-projecten te meten zal in 2022 worden
hun CO ‚prestaties op te geven. Wat doen zij om de CO-uitstoot op de uitgebreid naar de hele fysieke sector. Want het model is geschikt voor
bouwplaats te verminderen? Dit gebeurt in de vorm van een CO alles waarvoor een verbrandings-, waterstof- of elektromotor nodig is.
prestatieladder. Hun prestatie op dit gebied weegt zwaar bij de gunning m In 2022 verschijnt de notitie toekomstbestendige sportparken, waarin
van projecten. onder andere aandacht is voor de duurzaamheid en toegankelijkheid van
m In 2020 hebben we al gerapporteerd over het Duurzame Doelenproces sportaccommodaties.
(DDP). Het is een methode die projectteams ondersteunt bij het m We gaan de mogelijkheden verkennen om als gemeentelijke organisatie
integreren van duurzaamheid in hun projecten. In 2021 is dit proces met een certificaat van de CO-prestatieladder te verkrijgen.
regelmaat op verzoek van projectteams doorlopen. Bij een aantal
projecten heeft het DDP een substantiële invloed gehad op de mate van
duurzaamheid van het project.
m Bij de aanbesteding van betonnen verhardingsmaterialen hebben we in
de uitvraag een gunningsvoordeel gegeven aan materialen waarbij
minder CO, vrijkomt bij de productie ervan. De aanbesteding loopt nog.
m We hebben een tool ontwikkeld om de uitstoot van CO, stikstof en fijnstof
te meten bij het transport en de inzet van voertuigen in GWW-projecten.
De tool is ontwikkeld samen met R&D en TNO en een aantal aannemers,
en is 4 maanden in de praktijk getoetst bij meerdere projecten.
m Metro en Tram heeft onderzoek gedaan naar het gebruik van alternatieve
betonsoorten, die minder CO, uitstoten bij de productie. In 2022 zullen
deze alternatieven (hoogovencement en geopolymeerbeton) gebruikt
worden bij de aanleg van de Uithoornlijn. Dit levert een reductie van bijna
500 ton CO, op.
Domein Openbare ruimte Maatregel 27 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 68
Duurzaam inkopen openbare ruimte
Door duurzame eisen en gunningscriteria in GEZ voor elk categorieplan en elke innovatie. Door de Green Deal Duurzaam GWW 2.0
onze inkooptrajecten op te nemen, beïnvloeden we raamovereenkomst bepaalt de Regiegroep Inkoop zijn er praktische handvatten om duurzaamheid mee
SS de markt om zich te ontwikkelen in een duurzame Openbare Ruimte (RIOR) de relevante en haalbare te nemen in grond-, weg- en waterprojecten.
u | richting. We werken toe naar standaardisatie zodat duurzaamheidseisen. Aanbestedingen van Het Duurzame Doelenproces geeft marktpartijen
we duurzaamheid vaker uitvragen. We kunnen dit onderhoudscontracten (verhardingen, groen, ruimte om innovatieve oplossingen als
mede vorm geven door samen te werken met verkeersregelinstallaties, straatmeubilair) worden gunningscriteria aan te dragen voor de
andere overheden in het fysieke domein. naast de prijs ook gegund op samenwerking en aanbesteding.
m De werkgroep MVOI (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en m We gaan de mogelijkheden verkennen om als gemeentelijke organisatie
Inkopen) is actief geweest in 2021. De groep bestond uit een certificaat van de CO-prestatieladder te verkrijgen.
vertegenwoordigers van het Ingenieursbureau, Stadswerken, Verkeer en
Openbare Ruimte, Grond en Ontwikkeling en Ruimte en Duurzaamheid.
Deze werkgroep vergaarde kennis over duurzame inkoop, specifiek
binnen de fysieke sector. Een eerste stap hierin was de analyse van het
ketenproces voor duurzame inkoop (van ontwerp tot en met beheer). Op
basis van die analyse heeft de werkgroep met een vervolgvoorstel een
opdrachtgever gezocht, maar begin 2022 is het besluit genomen om te
stoppen met het traject. Helaas bleek er in de ketensamenwerking geen
overeenstemming in een vervolg. Mogelijk dat MVOI in de toekomst een
doorstart krijgt.
m Net zoals in maatregel 26, gebruiken we verschillende instrumenten om
duurzaam in te kopen: het Duurzame Doelen Proces, de CO
prestatieladder, Slim en Schoon werken, waarbij de emissietool voor het
transport en inzet van voertuigen in GWW-projecten in 2022 gebruikt zal
worden als controlemiddel.
Domein Openbare ruimte Maatregel 28 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 69
Materiaalgebruik en hergebrui
gebruik en hergebruik
Voor de aanleg van openbare ruimte worden GEA In de openbare ruimte wordt op een aantal draagt bij aan het vergroten van de kennis bij
veel grondstoffen gebruikt. In 2030 moet het terreinen geëxperimenteerd met hergebruik marktpartijen, zodat in de toekomst bewezen
25 gebruik van primaire grondstoffen zijn afgenomen van materialen of het uitvragen van circulaire methoden grootschalig toegepast kunnen worden.
u | met 50% ten opzichte van 2019. De gemeente heeft _ principes in aanbestedingstrajecten. Veel projecten
binnen de MRA afspraken gemaakt om samen te bevinden zich nog in een pilotfase. Experimenteren
werken aan circulaire inkoop.
m Een van de belangrijkste uitgangspunten die moeten leiden tot een m In april zal de start van de invoering van Hergebruik Tenzij zijn. In 2022 en
circulaire stad is ‘Hergebruik tenzij’. Materialen en grondstoffen in de 2023 gaan vervolgens 6 projecten van start in Noord, waarmee we nog
openbare ruimte moeten worden hergebruikt tenzij dat absoluut niet meer ervaring opdoen met Hergebruik Tenzij (stap 1 in de
mogelijk is. Het afgelopen jaar is hiermee proefgedraaid in het project implementatiefase).
Buiksloterham. Een paar voorbeelden: de Boterbloemstraat is bestraat met m In 2022 wordt ook een proef gedaan met het plaatsen van schanskorven
hergebruikte gebakken klinkers. De brug die vrijkwam achter het Centraal die circulariteit en ecologie stimuleren. Schanskorven zijn metalen
Station kreeg een tweede leven in de Buiksloterham. En er is een ontwerp vlechtwerken die gevuld zijn met steen. Ze worden al veel gebruikt in de
gemaakt van een tijdelijke ontmoetings-, sport- en speelplaats met openbare ruimte, maar tot dusver werd er voornamelijk gebruik gemaakt
ongeveer 90 procent hergebruikte materialen. De inzichten die deze proef van natuursteen (dat vaak uit het buitenland ingevoerd moet worden). Het
heeft opgeleverd hebben geleid tot het opstellen van een transitiepad voor plan is om de schanskorven voortaan te vullen met restmateriaal van
de implementatie van Hergebruik Tenzij. De Stuurgroep Inrichting Openbare gebakken straatklinkers en betonklinkers. Dat mes snijdt aan twee kanten:
Ruimte (SIOR) wordt centraal opdrachtgever hiervan. En we hebben verder de klinkers hoeven niet meer afgevoerd te worden, maar kunnen ter
vormgegeven aan de centrale voorzieningen die nodig zijn voor Hergebruik plekke gebruikt worden in schanskorven. Het komende jaar gaan we
Tenzij: de Digitale Materialenbank en de Fysieke Materialenhub. experimenteren met een natuurvriendelijke variant van de schanskorven
m Sport en Bos heeft onder andere in het contract voor sportinventaris laten aan de Sloterdijkerweg. We voegen aan de schanskorven grond, kalkrijke
opnemen dat de leverancier afgeschreven materialen weer terugneemt specie, hout, klimplanten, zaaigoed en dergelijke toe om te onderzoeken
voor hergebruik. of ze op die manier kunnen bijdragen aan de natuurontwikkeling in de
nm Het Hogendorpsportcentrum kreeg als eerste sporthal ter wereld een stad. Bij het slagen van deze proef worden de circulaire schanskorven
volledig circulaire indoor sportvloer. De al aanwezige grondstoffen van de verder ontwikkeld om ook als oeverbescherming in te kunnen zetten
oude vloer zijn door leverancier Herculan met een minimale aanvulling van (bijvoorbeeld in Havenstad).
nieuwe grondstoffen ter plaatse verwerkt tot een nieuwe sportvloer.
=m In het Sportpark Middenmeer is het duurzaamste hockeyveld ter wereld
neergelegd. Er zijn 3 innovaties toegepast: gerecyclede kratjes onder het
veld vangen water op, waarmee het veld wordt beregend, de vezels in de
kunstgrasmat bestaan voor 60 procent uit suikerriet en het veld heeft de
nieuwste generatie LEDverlichting.
Domein Openbare ruimte Maatregel 29 Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 70
Kennis en innovatie
Voor het toepassen van circulaire principes in In het kader van de doelen van Toekomstbestendige materialen. Het Ingenieursbureau beschikt over een
de openbare ruimte is nog veel ontwikkeling nodig. Assets in de Openbare Ruimte, zijn Field Labs groot aantal kennisnetwerken rond duurzaamheids-
25 uitgevoerd met circulaire wegen, bio-based belijning onderwerpen zoals energietransitie, water, groen,
u | GEA Binnen het Innovatie- en Uitvoerings- en bitumen, deklagen van gerecycled asfalt, circulariteit, natuurinclusief bouwen. Deze netwerken
programma van Amsterdam Circulair 2020-2025 cementvrije betontegels, waterbergende straten en ontwikkelen innovaties en standaarden die zij
worden tal van experimenten uitgevoerd om de kunstgrassportvelden en een bouwplaats met vervolgens ontsluiten naar de gehele organisatie.
toepasbaarheid van circulaire principes te toetsen. uitstootvrij materieel en bouwlogistiek en duurzame
m _Toekomstbestendige Assets is binnen de Openbare Ruimte bezig met de m Voor aankomend jaar is de focus om van ‘pilots naar het nieuwe normaal’
kennisontwikkeling en tal van innovatieprojecten. Een greep van de te gaan. Opschalen dus! Bij het uitvoeren van de pilots wordt ook
gerealiseerde projecten van afgelopen jaar: monitoring van duurzaamheidsdoestellingen (CO, m3 waterberging,
- De ontwikkeling van Mayor's Manual Podcast: hierin voeren we materialenverbuik et cetera) steeds belangrijker. Dat krijgt dit jaar meer
gesprekken met koplopers uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en prioriteit bij het uitvoeren van de projecten. Een concreet plan is: het
overheden. De concrete adviezen die voortkomen uit deze gesprekken verbreden van het Mayor's Manual concept van podcast naar community
delen we via verschillende kanalen, zoals een podcast, korte films en om concrete adviezen te leveren aan burgemeesters en steden
een boek. wereldwijd. Dat resulteert dit jaar ook in een Mayor's Manual boek.
-_ In de Kromme Mijdrechtstraat is een waterdoorlatende weg
aangelegd. En in de Kattenburgerstraat is een circulair
waterbergingssysteem aangelegd. Hemelwater wordt daarmee niet
langer afgevoerd naar het riool maar wordt opgeslagen en gebruikt
voor het groen en voor perioden van droogte.
-_In samenwerking met Circularise zijn er 2 pilots gestart om een
kwantitatieve methode te vinden om milieu-impact uit te vragen bij
inkoop. Het doel is om op een eenvoudige en betrouwbare manier
inzicht te krijgen in de kwaliteit van de data die we aangeleverd krijgen.
- Het uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheid om panden
van het gas te halen door gebruik te maken van de warmte van
kunstgrasvelden.
Bijlage | Verduurzamingsrapportage 2022 71
m Sport en Bos heeft, naast het onderzoek naar warmtepotentie, ook een
aantal innovatieprojecten gerealiseerd, zoals:
- Het doorontwikkelen van scale-up-methode van CTO Innovatieteam.
Sport &Bos werkt samen met CTO, in een innovatieve aanbesteding
(innovatiepartnerschap) waarbij de markt wordt uitgedaagd om met
duurzame innovaties te komen voor sportvelden, ruimte te bieden om
te testen en bij succes op te schalen (en direct onderdeel te maken
van het raamcontract). We werken samen met andere gemeentes.
- Verkenning van Led as a Service voor sportvelden.
- Pilot met klimaatbestendige beplating op sportparken.
- Eerste circulaire sportvloer ter wereld gerealiseerd (Herculan).
Verduurzamingsrapportage 2022
April 2022
De rapportage is samengesteld door Green Office, in nauwe samenwerking
met collega’s uit de hele organisatie.
Vormgeving door Ontwerpwerk
Over de coverfoto Het blauw groene dak van Ite Boeremastraat 1.
Je ziet zonnepanelen en sedum. Hiermee is het gemeentelijke pand
verduurzaamd.
Fotograaf cover Wieke Braat
S
EN
3
S
Z
o
| Onderzoeksrapport | 72 | train |
Geachte burgemeester,
Geachte wethouder,
Geachte commissieleden, |
Beste stadgenoten,
Hierbij voor de ID-commissievergadering van 11 januari de literatuurstudie van de
Stichting Natuurbescherming ZO. Deze bevat letterlijke citaten uit wetenschappelijke |
studies over verstoring van fauna door geluid en licht, in de lucht en in het water. Quick
scans zijn zoals de term al zegt, snelle waarnemingen die een beeld moeten geven van |
de aanwezigheid van fauna en flora. Het zijn geen wetenschappelijke studies, het zijn
geen inventarisaties, en zijn over het algemeen opgesteld in opdracht van instanties en
organisaties die een direct belang hebben bij het laten doorgaan van festivals. Daarom
deze literatuurstudie met onafhankelijke, wetenschappelijke inzichten, waaruit blijkt dat
de conclusie van het Parool dat “Festivals schaden de natuur niet” niet juist is. Ook uit
de rapportage van Dirksen Ecology blijkt dat er wel degelijk schade waargenomen
wordt en dat festivals als Amsterdam Open Air niet voldoen aan de normen die Dirksten
stelt.
De bijlagen die in mijn reader vermeld staan zijn niet bijgevoegd, maar kunt u bij mij
opvragen. Er staan in de reader ook hot links naar de oorspronkelijke onderzoeken en
belangrijk bewijsmateriaal, onder andere korte video’s.
Met vriendelijke groet,
Stichting Natuurbescherming ZO
| Raadsadres | 2 | train |
VN2021-010183 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
oov Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
D Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 5
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Afdoening toezegging onderzoek naar het fenomeen ‘drillrap’ in Amsterdamse context
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afdoening toezegging onderzoek naar het
fenomeen ‘drillrap’ in Amsterdamse context uit de commissievergadering van 28 janvari 2021
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In de commissie AZ van 28 janvari 2021 is op initiatief van de fractie van DENK gesproken over een
Rotterdams onderzoek naar de lokale karakteristieken van het fenomeen ‘drillrap’, getiteld ‘Cappen
voor Clout’. De burgemeester heeft toegezegd dat afgewogen zal worden of er een vergelijkbaar
onderzoek naar de Amsterdamse situatie kon komen en dat de raad over de uitkomst van die
afweging geïnformeerd zal worden.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-010183 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
oov % Amsterdam ,
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021
Ter kennisneming
AD2021-036976 Commissie AZ Voordracht (pdf)
AD2021-036978 Raadsinformatiebrief toezegging Amsterdams onderzoek drillrap.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
AcVZ/OOV, Annerieke Coenraads, 06 82767183, a.coenraads@&amsterdam.nl AcVZ/OOV, Christine
van Dijk, 06 39268595, [email protected]
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
X Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 juni 2021
Ingekomen onder nummer 467
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake de actualiteit over het bouwrijp maken van de
Lutkemeerpolder terwijl mogelijke koper Ahold slechts spreekt van ‘verkenningsfase’
(stop de werkzaamheden in de Lutkemeerpolder)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit inzake het bouwrijp maken van de
Lutkemeerpolder terwijl mogelijke koper Ahold slechts spreekt van ‘verkenningsfase'.
Constaterende dat:
— de raad kennis heeft kunnen nemen met welk bedrijf de GEM Lutkemeer een
reserveringsovereenkomst heeft gesloten omdat, in door actiegroep Behoud
Lutkemeer via de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) verkregen stukken, op één
pagina de bedrijfsnaam (Ahold) niet was zwart gelakt;
— _ Ahold bij navraag heeft bevestigd dat zij de mogelijkheden onderzoekt om ‘een
logistiek punt’ in de Lutkemeerpolder te realiseren, maar het plan volgens een
woordvoerder vooralsnog slechts in een ‘verkenningsfase' verkeert.
Overwegende dat:
— _ alleen bij hele serieuze interesse volgens de wethouder gestart zou worden met
bouwrijp maken van de Lutkemeerpolder;
— het beeld van de stand van zaken dat Ahold en de wethouder schetsen niet
overeenkomt;
— ereen kavelter grootte van 5 hectare bouwrijp wordt gemaakt, om deze in het derde
kwartaal van 2021 op te kunnen leveren;
— dit terwijl conform motie 2018-1395 geen gronden verhard c.q. bouwrijp gemaakt
zouden worden, “voordat de nieuwe gebruikers bekend zijn, de
reserveringsovereenkomsten en de ontwikkeling van die kavels definitief zijn”;
— het handelen van de GEM Lutkemeer hiermee dus lijnrecht lijkt in te druisen tegen de
bestuurlijke reactie waarmee motie 2018-1395 is afgehandeld;
— _op dit moment mogelijk ongegrond onomkeerbare werkzaamheden plaatsvinden die
de laatste biologische akkerbouwgrond van Amsterdam voorgoed beschadigen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de werkzaamheden omtrent het bouwrijp maken van de Lutkemeerpolder per direct
stilte leggen;
— de raad binnen twee weken volledig te informeren over de stand van zaken wat
betreft de tot nu toe uitgevoerde en nog geplande werkzaamheden en hoe deze
rijmen met de interesse van de mogelijke koper Ahold;
— de werkzaamheden in de Lutkemeerpolder niet te hervatten alvorens de raad
hiermee heeft ingestemd.
Indiener
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2150
Datum indiening 6 november 2019
Datum akkoord 20 december 2019
Publicatiedatum 20 december 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake de inzet van oud-agenten
ter voorkoming van high impact crimes.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De gemeente Amstelveen heeft met succes als eerste gemeente oud-agenten in
gezet ter voorkoming van (auto)inbraken en andere high impact crimes: sinds hun
inzet is het aantal inbraken met 35% gedaald en het aantal auto-inbraken met 46%.
De fractie van de VVD verwacht dat een soortgelijke inzet ook in Amsterdam het
aantal high-impact crimes kan toen laten afnemen en denkt dat het een dit een
slimme aanvulling kan zijn vanuit de gemeente om in te spelen op de tekorten bij
de politie.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van de inzet van oud-agenten in Amstelveen
om woninginbraken en autokraken te voorkomen?
antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van de inzet van de oud-agenten in
Amstelveen om high impact crimes waaronder woninginbraken en autokraken te
voorkomen.
2. Vindt het college de aanpak van Amstelveen effectief? Graag een toelichting.
antwoord:
Amstelveen en politie stellen dat afname van HIC-feiten zoals inbraken en
autokraken altijd het gevolg is van meerdere factoren, in dit geval o.a. de inzet
van oud-agenten. Het college is niet in staat goed te beoordelen welk effect de
inzet van oud-agenten heeft veroorzaakt. In z'n algemeenheid zijn meer ogen en
oren op straat positief voor de heterdaadkracht.
3. Is er ambtelijk of politiek contact geweest met Amstelveen over deze inzet en is
de gemeente Amstelveen gevraagd haar ervaringen en expertise te delen met
Amsterdam? Zo ja, wat is hier uit voorgekomen? Zo nee, is het college bereid hier
alsnog contact over op te nemen met Amstelveen?
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng 150 Gemeenteblad R
Datum 20 december 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2019
antwoord:
Er is ambtelijk contact geweest tussen de gemeente Amsterdam en Amstelveen
over deze inzet.
De omvang van de inzet van oud-agenten bedraagt vier ex-politieagenten die
Amstelveen als zzp-er inhuurt. Alle vier de ex-agenten werken parttime en worden
ingezet ter voorkoming van inbraken. Drie ex-agenten werken regelmatig op
straat en één verricht vooral analytische werkzaamheden. In de praktijk worden
de oud-agenten steeds aan twee handhavers gekoppeld. De oud-agenten
analyseren op basis van historische gegevens en politiecijfers waar en wanneer
kans is dat HIC feiten plaatsvinden. Zij surveilleren zowel opvallend als
onopvallend op deze tijdstippen en locaties.
4. Beschikt het college over gegevens over het aantal oud-agenten dat woonachtig
is in (de omgeving van) Amsterdam? Hoeveel oud-agenten zouden potentieel
kunnen worden ingezet volgens het college?
antwoord:
Het is onbekend hoeveel oud-agenten woonachtig zijn in (de omgeving van)
Amsterdam. De politie houdt deze gegevens niet bij.
5. Is het college bereid om in navolging van Amstelveen ook oud-agenten in te gaan
zetten voor misdaadpreventie? Zo ja, per wanneer en op welke schaal? Zo nee,
waarom niet?
antwoord:
Het college ziet momenteel geen meerwaarde om in navolging van Amstelveen
ook oud-agenten in te gaan zetten voor misdaadpreventie. Amstelveen zet de
oud-agenten vooral in op het voorkomen van woninginbraken en auto-inbraken.
Voor woninginbraken zet de gemeente Amsterdam in hotspotbuurten al jaren in
op het installeren van goed en gecertificeerd hang- en sluitwerk door Politie
Keurmerk Veilig Wonen-slotenmakers. Ook werkt de gemeente — via
cofinanciering - samen met corporaties om fysieke inbraakbeveiliging bij
inbraakgevoelige corporatiecomplexen te verbeteren. Goed en gecertificeerd
hang- en sluitwerk is in de ogen van het college een beter
inbraakpreventiemiddel dan surveillance. Het aantal woninginbraken vertoont
meerjarig dan ook een dalende trend.
Voor de aanpak auto-inbraken is het vergroten van bewustwording van groter
belang dan toezicht. Mensen laten nog regelmatig waardevolle spullen, zoals
laptops en telefoons, achter in de auto. Daders hebben slechts 20 seconden
nodig hebben om hun slag te slaan. Sinds 2016 is samen met Q-park en politie
met de bewustwordingscampagne "Voorkom Autokraak” ingezet op hotspots,
zoals parkeergarages, parkeerterreinen en openbare parkeergelegenheden. Net
als woninginbraken vertoont aantal auto-inbraken ook meerjarig een dalende
trend.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing 150 Gemeenteblad
ummer - en
Datum 20 december 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2019
Verder zijn al oud-agenten in dienst bij THOR en zijn bij de politie oud-agenten
werkzaam als vrijwilligers. Deze vrijwilligers werken achter de balie of surveilleren
in uniform bij evenementen. Verder huurt de gemeente bij aanleiding
toezichthouders in die tijdens het Donkere Dagen Offensief surveilleren op
locaties waar inbraken, overvallen, plofkraken en auto-inbraken (kunnen)
plaatsvinden.
Daarnaast vinden er in diverse buurten initiatieven plaats waarbij
burgerparticipatie een rol speelt zoals een buurtveiligheidsteam of buurtbewoners
die gebruik maken van een whatsapp-groep en elkaar informeren over verdachte
situaties.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 242
Datum akkoord 26 maart 2015
Publicatiedatum 27 maart 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw W. van Soest van
18 februari 2015 inzake het voorkomen van een offline-isolement onder ouderen.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
Uit onderzoek van de Unie Katholieke Bond voor Ouderen (KBO) blijkt dat de helft
van ouderen zonder internet nooit meer achter een computer kruipt. Van de huidige
1,2 miljoen 65-plussers zonder internet, gaat 50% dus nooit meer online.
De Partij van de Ouderen maakt zich grote zorgen over de uitkomsten van
het onderzoek.
De communicatie met overheid, instanties en bedrijven wordt zonder internet steeds
moeilijker. Dat leidt vooral tot problemen bij degenen zonder internet, als het gaat om
bankzaken, het invullen van belastingformulieren en het plannen van een reis.
De groep senioren zonder internet wordt, door deze ontwikkeling, afhankelijk van
anderen en dat zal de zelfredzaamheid van ouderen niet bevorderen.
Nu de gemeente overgaat op steeds meer digitale diensten rijst de vraag in hoeverre
zij hierbij rekening houdt met ouderen. De Partij van de Ouderen vindt digitale
vaardigheid een belangrijk middel tegen eenzaamheid. Zonder internet kunnen veel
bejaarden wegkwijnen, zeker ook omdat internet een belangrijke rol speelt bij
E-health. Daarbij moet in de toekomst iedere zorgvrager via een beeldscherm kunnen
overleggen met de zorgverlener.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 18 februari 2015, namens de fractie
van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde
voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college bekend, met het onderzoek van Unie KBO, waaruit blijkt dat de helft
van de 1,2 miljoen ouderen zonder internet nooit meer online gaat?
Antwoord:
Het college heeft kennisgenomen van dit onderzoek.
Overigens laat ander onderzoek al jaren een ander beeld zien. Zo laat het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een onderzoek in 2013 zien dan in
de leeftijdscategorie 65 tot 75 jaar het internetgebruik in Nederland sinds 2005 is
verdubbeld. Bijna nergens in de EU is het gebruik zo hoog als in Nederland
binnen deze groep.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing Jo Gemeenteblad R
Datum 27 maart 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 18 februari 2015
De ouderen gebruiken het internet in toenemende mate om te bellen, winkelen en
bankieren. In het 2013 gaf 80 procent van de mensen met een leeftijd tussen de
65 en 75 jaar geregeld online te zijn. In 2005 was dat nog minder dan de helft
55 procent van de ondervraagden gebruikt het internet vrijwel dagelijks. Dat is vier
keer zoveel als acht jaar geleden. Ter vergelijking: in de leeftijdscategorie 12 tot
65 jaar is 87 procent dagelijks online.
2. Deelt het college de mening dat de uitkomsten van het onderzoek van
de ouderenorganisatie Unie KBO, waaruit blijkt dat de helft van de 65-plussers
nooit meer online zal gaan, de zelfredzaamheid van ouderen tegenwerken”?
Zo ja, welk gemeentelijk vangnet gaat het college hiervoor creëren?
Antwoord:
Zoals blijkt uit het antwoord op uw eerste vraag kunnen er vraagtekens gesteld
worden bij de uitkomsten van het onderzoek van Unie KBO. Maar los van de
cijfers vindt het college het belangrijk dat ook ouderen online zijn. We leven in een
samenleving waarin steeds meer gebeurt via internet. Er is in gemeente
Amsterdam aanbod voor mensen, jong en oud, die wegwijs willen worden op
internet en met een computer willen leren omgaan. Deze activiteiten worden
aangeboden door verschillende partijen, veelal zijn de stadsdelen opdrachtgever.
De inzet van de gemeente Amsterdam over deze basisvoorzieningen is verwoord
in de Nota “Afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen voor de implementatie
van de 3 decentralisaties 2015-2016”.
Uit het onderzoek van de Unie KBO blijkt dat de helft van alle senioren zonder
internet overweegt om te proberen zich internet alsnog eigen te maken.
39% van die groep ziet hulp aan huis als de beste manier van ondersteuning.
Gevolgd door een financiële tegemoetkoming in de kosten (23%), het volgen van
een cursus (11%) en telefonische ondersteuning (6%).
3. Hoe wil het college bevorderen dat ouderen die internethulp aan huis willen deze
ook krijgen? Kan het college bij zijn antwoord aangeven hoeveel Amsterdamse
65-plussers er dankzij hun nu al hulp aan huis krijgen en hoe het college deze
groep, met bijbehorend budget, aanzienlijk gaat vergroten? Kan het college zijn
antwoord s.v.p. ook vertalen naar de groepen die achtereenvolgens de voorkeur
geven aan een financiële tegemoetkoming, het volgen van een cursus en
telefonische ondersteuning?
Antwoord:
Op dit moment vinden veel verschillende initiatieven plaats in Amsterdam waarbij
burgers computervaardigheden leren. Een deel van deze initiatieven is tot stand
gekomen met subsidie een deel speelt zich af binnen het domein van informele
ondersteuning en weer een ander deel zijn particuliere initiatieven. Het is niet
mogelijk om daar een exact budget aan te koppelen. Een paar voorbeelden van
dit soort initiatieven zijn:
e _jekuntmeer.nl (door heel Amsterdam worden computercursussen
aangeboden);
e cliëntenbelang heeft een project: computerles voor ouderen in
zorginstellingen;
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Sr aart 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 18 februari 2015
e stichting Dynamo voert in samenwerking met stadsdeel Zuid een project uit
speciaal voor ouderen die digibeet zijn, dat is begonnen als pilot project met
tablets;
e in het project Samen Online Amsterdam, geven jongeren les aan ouderen op
4 locaties van Amsta: Flesseman, Nellestein, Sarphatiehuis en Amsteldijk;
e verder kan men tegen betaling hulp aan huis krijgen via Student aan Huis of
Uw Computer Student.
Met name initiatieven uit de dragende samenleving waarbij bewoners elkaar
helpen en ondersteunen ontstaan op basis van vraag en aanbod. Hulp bij het
wegwijs worden in de digitale wereld is bij uitstek een onderwerp dat tot stand kan
worden gebracht doormiddel van informele ondersteuning (met vrijwilligers in de
wijk). In elk stadsdeel kunnen mensen een beroep doen op informele netwerken
of ondersteuning door vrijwilligers.
4. De landelijke overheid heeft de intentie om over een paar jaar iedere zorgvrager
via een beeldscherm te laten communiceren met de zorgverlener. Steunt het
college deze intentie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe verhoudt zich dat
tot de grote groep ouderen zonder internet?
Antwoord:
Vormen van E-Health ondersteuning worden gestimuleerd door overheid,
gemeenten en zorgverzekeraars. Ook dit college is voorstander van het
stimuleren van E-Health. Het biedt een uitgelezen kans voor innovaties binnen
het zorgdomein, het verhogen van het gevoel van veiligheid én het betaalbaar
houden van de zorg op langere termijn. Bij de toepassing daarvan wordt natuurlijk
rekening gehouden met voor welke doelgroepen dit geschikt is. Naast E-Health
zal er ook zorg en ondersteuning blijven dicht bij de mensen thuis. De gemeente
Amsterdam organiseert via de Wijkzorgnetwerken de zorg en ondersteuning aan
Amsterdammers dicht bij huis.
5. Thans kunnen ouderen via cursussen in bijvoorbeeld de bibliotheek of
buurthuizen zich bekwamen in het gebruik van internet. Is het college van plan
deze mogelijkheden te intensiveren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe”?
Antwoord:
Op dit moment wordt computerles aangeboden bij de bibliotheken vanuit het
programma “Leef en Leer!” In het beleidsplan 2015 — 2018 “Samen voor heel
Amsterdam” geeft de OBA aan dat ze zich inspant om ouderen digitale
vaardigheden bij te brengen en deze inspanningen ook verhoogd.
Overigens zijn er ook andere initiatieven. Het college verwijst naar het antwoord
op vraag 3.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 996
Publicatiedatum 19 november 2014
Ingekomen op 5 november 2014
Ingekomen onder 782’
Behandeld op 6 november 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Flentge inzake de begroting voor 2015
(Red de Aireystrook).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— de woningen in de Aireystrook aan de burgemeester De Vlugtlaan beschermd
stadsgezicht zijn en van grote cultuurhistorische waarde zijn;
— deze woningen jarenlang een sloopbestemming hadden en dat deze
sloopbestemming er mede oorzaak van is dat langdurig geen onderhoud en/of
renovatie is uitgevoerd;
— ín het coalitieakkoord een deadline wordt gekoppeld aan toestemming voor sloop;
— het college in gesprek is met Eigen Haard over de toekomst van de Aireystrook,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
indien na de gesprekken met Eigen Haard de toekomst van de Aireystrook nog
steeds ongewis is, te onderzoeken of en hoe de sloopbestemming voor deze
woningen kan vervallen en Eigen Haard ertoe kan worden gezet de woningen op te
knappen.
Het lid van de gemeenteraad,
EA. Flentge
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2017 Vergaderdatum 10 mei 2017
Afdeling 1 Agendapunt 26A
Nummer 350
Publicatiedatum 8 mei 2017
Onderwerp
Actualiteit van de leden Glaubitz, De Heer, Duijndam, Poot, Boomsma, Groen en Van
Lammeren inzake de vergunningverlening voor rondvaartboten.
Aan de gemeenteraad
Twee weken geleden is de uitslag bekend geworden van de gewogen toetreding voor
de categorie bemand groot (rondvaart).
Sindsdien is er veel media-aandacht waarbij veel vragen opgeroepen worden over de
gang van zaken bij de verdeling van de vergunningen.
Omdat er nog veel onduidelijkheden zijn, willen indieners met het college over de
uitslag van gedachten wisselen.
Reden van spoedeisendheid
Gezien de ontstane onrust in de rondvaartbranche willen indieners de uitslag zo snel
mogelijk bespreken.
De leden van de gemeenteraad
B.O.J.R. Glaubitz (D66)
A.C. de Heer (PvdA)
P.J.M. Duijndam (SP)
M.C.G. Poot (VVD)
D.T. Boomsma (CDA)
R.J. Groen (GroenLinks)
J.F.W. van Lammeren (PvdD)
4
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 128
Publicatiedatum 17 februari 2016
Ingekomen onder j
Ingekomen op woensdag 10 februari 2016
Behandeld op woensdag 10 februari 2016
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Van Soest inzake Ouderenvriendelijk Amsterdam
(ouderenorganisaties).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Startnotitie Age-friendly Amsterdam (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 86).
Constaterende dat:
— Amsterdam een ouderenvriendelijke stad wil zijn.
— het college van burgemeester en wethouders in gesprek gaat met
ouderenorganisaties om invulling te geven aan de Ouderenvriendelijke stad
Amsterdam.
Overwegende dat:
— in de Startnotie staat dat het college de betrokkenheid en participatie van ouderen
een belangrijk element vindt.
— ouderen zo breed mogelijk vertegenwoordigd moeten zijn om tot een juiste
afspiegeling van de samenleving te komen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
ervoor te zorgen dat alle groepen ouderen betrokken worden bij het vormgeven van
ouderenvriendelijke stad Amsterdam door bijvoorbeeld ook in gesprek te gaan met
LGBT-ouderen, migranten ouderen, ouderen met dementie en andere groepen
kwetsbare ouderen.
Het lid van de gemeenteraad
W. van Soest
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
“ Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1430
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
“Onderwerp
Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en Taimounti inzake
de Begroting 2021 (Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire)
“Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
— Op initiatief van de SP in de Tweede Kamer een voorstel is aangenomen om
ouders die slachtoffer zijn in de toeslagenaffaire en nog niet geholpen zijn, de
komende weken een vergoeding uit te keren van 750 euro.
Overwegende dat:
— _In Amsterdam honderden gezinnen getroffen zijn door de toeslagenaffaire
(Op de site van de Belastingdienst wordt gesproken over 693 ouders uit
Amsterdam);
— Ouders al maandenlang wachten op compensatie van de Belastingdienst voor
de schade die ze is aangedaan;
— Het voor het herstel van vertrouwen in de overheid het van groot belang is dat
ouders zonder problemen deze vergoeding kunnen ontvangen;
— De gemeente een belangrijke rol in het herstel van vertrouwen in de overheid
kan spelen door deze vergoeding niet te verrekenen met de bijstand of
gemeentelijke uitkeringen of belastingen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— De 750 euro die gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire ontvangen op geen
enkele manier te verrekenen met gemeentelijke uitkeringen of (kwijtschelding
van) belastingen;
-— _Bewindvoerders, die op enigerlei wijze samenwerken met de gemeente
Amsterdam erop te wijzen dat ook gedupeerde ouders in de schuldsanering
deze 750 euro op hun rekening moeten krijgen.
De leden van de gemeenteraad
E.A. Flentge
D.T. Boomsma
F. Roosma
R.H. van Dantzig
1
M. Taimounti
2
| Motie | 2 | discard |
Van:
Verzonden: donderdag 5 mei 2016 17:28
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: Raadsadres vestiging hostel in het zorgcentrum Osdorperhof
Geachte Gemeenteraad,
In de Westerpost van 30 maart j.l. stond een artikel waarin de bewoners van Amsterdam
Nieuw West te kennen werd gegeven, dat er in het Osdorperhof 3 etages zijn vrijgemaakt om
er een Hostel te vestigen. Het Osdorperhof is een zorgcentrum voor bejaarden en in het
verlengde daaraan is een seniorenflat. Het Osdorperhof is gevestigd in de Pieter Calandlaan,
waar de renovatie in een afrondende fase is. De nabijgelegen omgeving is de
“journalistenbuurt” , waar veel senioren wonen.
Ik hoop dat u zich kunt voorstellen dat wij “oudjes” hier niet op zitten te wachten. De beoogde
doelgroep zijn mensen tussen de 18 en 40 jaar. Kunt u zich ook voorstellen dat dat lawaai en
rommel en overlast zal/kan bezorgen. Ikzelf ben een senior, woonachtig In de Eastonstraat,
achter het Osdorperhof. Ik wil u vragen aandacht te geven aan dit besluit van het stadsdeel
Nieuw West in uw aanstaande vergadering en om dit besluit teniet te doen. Ik heb het artikel
in de Westerpost ook aan de heer Van Lammeren gestuurd van de Partij voor de Dieren. Ik heb
het bijgevoegd, omdat ik het krantenknipsel niet apart kan versturen.
Ik dank u voor uw aandacht en hoop hierna positieve berichten van u te mogen ontvangen.
Met vriendelijke groet,
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam EZ P
% Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT,
x Dierenwelzijn, Waterbeheer
Agenda, woensdag 8 december 2010
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen,
Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Tijd 13.30 tot 17.00 uur en zonodig van 19.30 tot 22.30
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Inspreekhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie van 10
november 2010.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieEZP@®raadsgriffie. amsterdam.nl
7 Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
9 Openstaande Schriftelijke vragen
10 Rondvraag - Tkn lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam EZ P
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, woensdag 8 december 2010
Financiën
11 Begroting 2011 Gemeente Amsterdam Nr. BD2010-007594
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
e Tweede termijn
e Bespreking preadviezen.
, _Preadviezen worden op 26.11.2010 separaat aan alleen (duo)raadsleden gezonden,
overige stukken reeds in uw bezit.
Openbare Ruimte en Groen
12 Initiatiefvoorstel van het raadslid Van der Ree en duoraadslid Piek (VVD):
Melding van rommel, vandalisme en kapot straatmeubilair met smartphones. Nr.
BD2010-007991
e Bespreken van het initiatiefvoorstel.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 13.
e _Initiatiefvoorstel is ingediend bij de commissie BWK, inmiddels is duidelijk
geworden dat het om een onderwerp gaat welke betrekking heeft op de
portefeuille “dienstverlening”.
e In overleg met de indiener is besloten om het initiatiefvoorstel in de
commissie EZP te behandelen.
Dienstverlening
13 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel Van der Ree en Piek melding inzake melding
van rommel, vandalisme en kapot straatmeubilair via smartphones Nr. BD2010-
007882
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 12.
Personeel en Organisatie
14 Wachtgeld oud-bestuurders Nr. BD2010-007676
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van duo-raadslid de heer Klatser (Red Amsterdam).
e Was TKN 8 in de vergadering van 10.11.2010.
2
Gemeente Amsterdam EZ P
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, woensdag 8 december 2010
Bedrijven
15 Meerjarenvisie 2020 Afval Energie Bedrijf: Duurzaam Perspectief Nr. BD2010-
007681
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Bedrijfsvoering en Inkoop
16 Initiatiefvoorstel “Maximering salaris van directies van dienstverlenende
bedrijven” van het raadslid Ivens van de SP van 6 augustus 2010 Nr. BD2010-
007679
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer vens (SP).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 10.11.2010 omdat technische vragen nog moesten
worden beantwoord.
e Antwoorden op de vragen zijn inmiddels bij de stukken gevoegd.
Deelnemingen
17 Trans Link Systems: (bevoegdheden) beloning directie Nr. BD2010-007677
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Ivens (SP).
e Was TKN 10 in de vergadering van 10.11.2010.
18 Gevolgen strategiewijziging Vattenfall voor Nuon Energy Nr. BD2010-007678
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Ivens (SP).
e Was TKN 12 in de vergadering van 10.11.2010.
19 Kennisnemen van de rapportage over maatschappelijk relevante indicatoren van
deelnemingen Nr. BD2010-006671
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
3
Gemeente Amsterdam EZ P
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, woensdag 8 december 2010
Economische Zaken
20 Filmcommissioner Nr. BD2010-008003
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
21 Reactie op Initiatiefvoorstel inzake vermindering regeldruk voor burgers en
ondernemers Nr. BD2010-007680
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Ruigrok (VVD).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 10.11.2010.
22 Nota Markten Nr. BD2010-008001
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 23.
23 Beantwoording raadsadres herindeling Noordermarkt 2 Nr. BD2010-007674
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Heijden (PvdA).
e Was TKN 4 in de vergadering van 10.11.2010.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 22.
24 Onderzoeksresultaten Internationals in Amsterdam en vervolgacties Nr. BD2010-
007675
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Capel (D66).
e Was TKN 7 in de vergadering van 10.11.2010.
25 Beantwoording toezegging leegstaande kantoorpanden in kansenzones Nr.
BD2010-007673
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de heer De Goede (GrlLi).
e Was TKN 2 in de vergadering van 10.11.2010.
4
Gemeente Amsterdam EZ P
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, woensdag 8 december 2010
Waterbeheer
26 Aan de Amsterdamse grachten: een notitie over de verdeling van bevoegd- en
verantwoordelijkheden op het Amsterdamse binnenwater Nr. BD2010-007120
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 27 en 28
27 Raadsadres inzake handhaving doorvaartprofiel in Singelgracht tussen Van
Woustraat en Ferdinand Bolstraat Nr. BD2010-005487
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 26 en 28.
Zeehaven en Westpoort
28 Rapport Gemeentelijke Ombudsman “aanvraag ligplaatsvergunning tussen wal
en schip” Nr. BD2010-007845
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De Ombudsman is hierbij uitgenodigd.
e Gevoegd behandelen met agendapunten 26 en 27.
5
| Agenda | 5 | train |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 15 februari 2023
Ingekomen onder nummer 81
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Heinhuis, Rooderkerk, Broersen, Khan, Martens,
Yemane, Bons en Nanninga inzake in gesprek met Amsterdamse
werkgevers over opkomstbevordering
Onderwerp
In gesprek met Amsterdamse werkgevers over hun rol bij de opkomstbevordering
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over ‘Opkomstbevordering Verkiezingen - Plan van Aanpak’.
Constaterende dat:
-___De participatieve ongelijkheid in de stad, waarbij er grote verschillen zijn in opkomst bij de
gemeenteraadsverkiezingen tussen verschillende delen in de stad, een bedreiging vormt
voor de lokale democratie;
-_De opkomst onder bepaalde bevolkingsgroepen, namelijk jongeren, praktisch opgeleiden
en mensen met een migratieachtergrond, gemiddeld laag is;
-___ Mensen eerder geneigd zijn te stemmen als ze meer hulpbronnen, zoals tijd, geld en
democratische kennis/vaardigheden, tot hun beschikking hebben.
Overwegende dat:
-__ Er uit onderzoek blijkt dat veel respondenten niet zijn gaan stemmen bij de
gemeenteraadsverkiezingen vanwege kennis- en informatiegebrek?;
-_Eruit onderzoek blijkt dat een deel van de populatie niet stemt vanwege gebrek aan tijd
of vanwege andere verplichtingen?.
-_Erveel werkgevers in Amsterdam zijn die werknemers hebben uit alle stadsdelen en vit
diverse bevolkingsgroepen;
-__ Uit onderzoek blijkt dat indien de verkiezingen op een vrije dag worden gehouden, de
verkiezingskopkomst hoger is3;
1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/12403677/1/A+-
+19+Algemene+Zaken+%281%29+Rapport+lage+opkomst+Adam_final
2 https://open.overheid.nl{documenten/{ronl-3f8450319bfdoafa2ff3b2606559412c1aadoosi/pdf
3 https://pure.rug.nl/ws/portalfiles/portal/48218240/Opkomst_bij_verkiezingen.pdf
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_ Grote werkgevers in de stad en koepelorganisaties die veel kleine werkgevers
vertegenwoordigen te benaderen over het belang van verkiezingen en te verzoeken of zij
bereid zijn informatie te verschaffen en hierover met hun werknemers in gesprek te gaan;
-_ Hierbij de mogelijkheid te bespreken om werknemers op de dag van verkiezingen een vur
vrij te geven of een flexibel rooster te hanteren zodat zij optimaal in de gelegenheid
gesteld worden om te gaan stemmen;
-___Ditgesprek ook te voeren in de eigen organisatie, in het bijzonder in de directies
waaronder veel praktische functies vallen.
Indiener(s),
L.E. Heinhuis
lì Rooderkerk
J. Broersen
S.Y. Khan
C. Martens
M. Yemane
A.D.J. Bons
A. Nanninga
| Motie | 2 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 859
Publicatiedatum 18 september 2015
Ingekomen onder R
Ingekomen op 9 september 2015
Behandeld op 9 september 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Ernsting inzake het Kader Fietsparkeren
(niet te lang wachten met bijplaatsen van fietsenrekken).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Kader Fietsparkeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 637);
Overwegende dat:
— in het Kader Fietsparkeren een stappenplan wordt gehanteerd waarbij eerst
wrakken en ‘ongebruikte’ fietsen worden verwijderd, voordat er een besluit
genomen wordt over bijplaatsen van extra rekken of nietjes;
— er over een heel aantal buurten in de stadsdelen nu al veel gehandhaafd wordt en
er nu al heel veel kennis is over structurele tekorten aan fietsparkeerplekken;
— het risico bestaat dat het bijplaatsen van rekken tot stilstand komt bij aanvaarding
van dit nieuwe kader, omdat eerst alle stappen doorlopen moeten worden;
— van het bijplaatsen van rekken of nietjes ook een stimulerende werking uit kan
gaan om wat vaker de fiets te nemen, zoals de winkelcentra in Noord of het
ArenA-gebied.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
niet onnodig lang te wachten met het bijbouwen of bijplaatsen van fietsparkeer-
voorzieningen op die plekken en in die buurten waarvan de gemeente nu al weet dat
er evident een tekort aan voorzieningen is, of bij publiekstrekkende locaties waarbij
van het bijplaatsen een fietsstimulerende werking verondersteld kan worden.
Het lid van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1001
Publicatiedatum 19 november 2014
Ingekomen op 5 november 2014
Ingekomen onder 795’
Behandeld op 6 november 2014
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden mevrouw Moorman en de heer Groot Wassink
inzake de begroting voor 2015 (betaalbare huur).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
— op grond van artikel 3 van de ‘Verordening op grond van artikel 212 van de
Gemeentewet’ de gemeenteraad met de voorliggende begroting de relevante
indicatoren voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de
gemeentelijke prestaties, de activiteiten en de maatschappelijke effecten van
gemeentelijk beleid vaststelt;
— het coalitieakkoord, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2014, in
de paragraaf wonen op pagina 6 aangeeft: “we willen naar een stad waar iedere
Amsterdammer een betaalbaar huis kan vinden”;
— wethouder Ivens in het Parool van 28 augustus 2014 aangaf dat betaalbare huur
een belangrijk speerpunt voor hem is en dat hij wil dat er meer goedkope
huurwoningen onder de 400 euro per maand worden aangeboden en de armste
groepen alleen nog maar betaalbare woningen krijgen aangeboden;
Constaterende dat:
— de indicator ‘Aantal corporatiewoningen aangeboden met huur < € 554’, zoals
opgenomen in de begroting 2014, is geschrapt in de begroting 2015;
— er geen andere indicator is opgenomen voor het aantal sociale verhuringen met
een lage huur;
— de basismeetset van O+S de goedkope huurvoorraad jaarlijks in kaart brengt,
Van mening dat:
— het aantal goedkope huurwoningen een goede indicatie geeft van het bereiken van
de doelstelling van het college om te zorgen dat iedere Amsterdammer een
betaalbaar huis kan vinden’ en tevens de ambitie van wethouder Ivens in kaart
brengt om te zorgen voor voldoende goedkope huurwoningen,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1001 A d é
Datum 19 november mendemen
2014
Besluit:
op pagina 216 van de begroting 2015 toe te voegen:
de indicator ‘Goedkope huurvoorraad op de totale woningvoorraad naar stadsdelen’.
De leden van de gemeenteraad,
M. Moorman
B.R. Groot Wassink
2
| Motie | 2 | discard |
F E % Aerden
MSTERdlmSe BR
Ae ve WEER X
woningcorporaties ® EE,
Monitor
Samenwerkingsafspraken
2020-2023
Meting 1- resultaten 2020
Amsterdamse prestatieafspraken tussen de
woningcorporaties, de huurderskoepels en de gemeente.
september 2021
0
Monitor Samenwerkingsafspraken meting 2020
ledereen in Amsterdam verdient een betaalbaar, goed en duurzaam huis om in te wonen.
Eind 2019 hebben de woningcorporaties, de huurderskoepels en de gemeente
Samenwerkingsafspraken gemaakt over de bijdrage aan betaalbare, goede en duurzame
woningen in Amsterdam in de periode 2020-2023.
Op dit moment staat de beschikbaarheid van betaalbare woningen in Amsterdam onder grote
druk. Mensen met een laag en gemiddeld inkomen kunnen ontzettend moeilijk aan een huis
komen. De drie partijen hebben daarom afgesproken dat er meer huizen bij moeten komen voor
juist die groepen die het op de vrije woningmarkt niet redden. Het gaat om een aanzienlijke
toename van de voorraad sociale huurwoningen met in totaal 3.000 woningen in de vier jaar van
de afspraken. Het realiseren van deze afspraak wordt een trendbreuk: voor het eerst in een kwart
eeuw moet het aantal sociale huurwoningen in eigendom van corporaties weer gaan groeien.
Daarnaast spraken we ook een groei van 1.100 middeldure corporatiewoningen af voor de periode
tot en met eind 20253.
De afgesproken voorraadtoename van 3000 sociale huurwoningen in de periode 2020-2023 laat
zich in deze monitor nog niet zien, omdat er tijd zit tussen het maken van nieuwbouwplannen en
de daadwerkelijke oplevering van die huizen. Zoals al verwacht was tijdens het maken van de
Samenwerkingsafspraken, zal de afgesproken voorraadgroei zich daarom vooral laten zien in de
tweede helft van de periode 2020-2023. In 2020 werden de woningen opgeleverd van
bouwprojecten uit de voorgaande periode. Tegelijkertijd zijn er ook woningen gesloopt, in die
gebieden waar deze periode de vernieuwing plaatsvindt of gaat starten. En er zijn woningen
verkocht om inkomsten te generen voor de investeringen die we met elkaar beogen. Dit zijn er
beduidend minder dan in eerdere jaren. De start bouw is in 2020 ongekend hoog, en dat ondanks
de corona epidemie met alle bijkomende maatregelen.
We zijn we ons er van bewust dat er veel en blijvende inspanning nodig is om de ambitieuze
afspraken die we gemaakt hebben ook daadwerkelijk waar te kunnen maken. De partijen hebben
dan ook afgesproken om vanaf nu per halfjaar de ontwikkeling van de woningvoorraad te
monitoren en te bespreken waar bijsturing nodig en mogelijk is.
Hieronder vindt u per hoofdstuk van de gemaakte Samenwerkingsafspraken de resultaten in het
jaar 2020. In de linkerkantlijn vindt u steeds kort de gemaakte afspraak voor 2020-2023.
Inhoudsopgave
pagina
1. Ontwikkeling woningvoorraad 2
2. Betaalbaarheid 9
3. Woningzoekenden en doelgroepen 12
4, Kwetsbare groepen en wonen met zorg 15
5. Kwaliteit en duurzaamheid 17
6. Leefbaarheid en ontwikkelbuurten 21
7. Financien 22
1
1. Ontwikkeling woningvoorraad
Betaalbare woningen zijn een schaars goed. De vraag naar woningen is veel groter dan het
aanbod. Daarom moeten we flink investeren in groei van de sociale woningvoorraad en in
de uitbreiding van het aantal middeldure huurwoningen. Ook willen we stevig blijven
bouwen om in de nieuwe uitbreidingsgebieden en transformatiegebieden gemengde
wijken te realiseren. De gemeente, corporaties en huurders zetten zich gezamenlijk in om
de groei te realiseren.
Groei van het aantal sociale huurwoningen
Corporaties zorgen ervoor dat de voorraad sociale huurwoningen in de periode 2020-2023
Netto met 3.000 woningen toeneemt, dit komt overeen met een meerjarig gemiddelde groei
toename : : : .
sociale huur: van gemiddeld 750 woningen per jaar. Deze groei is het saldo van de opgeleverde (en
3.000 in 4 jaar aangekochte) nieuwbouw en de sociale huurwoningen die zijn geliberaliseerd, verkocht of
gesloopt. De beoogde groei is gebaseerd op oplevering van gemiddeld 2.500
Beoogde nieuwbouwwoningen per jaar en lukt alleen als we er gezamenlijk in slagen om een aantal
oplevering projecten binnen de afsprakenperiode tot oplevering te laten komen. In 2020 zijn door de
nieuwbouw : : .
sociale huur: corporaties 1.372 sociale huurwoningen opgeleverd.
jaarlijks 2.500
Om te kunnen investeren in nieuwbouw en verduurzaming is het vanwege de
verhuurdersheffing noodzakelijk dat corporaties inkomsten genereren door sociale
huurwoningen te verkopen. De corporaties verkopen niet meer woningen dan nodig is om
de benodigde investering te kunnen doen: in 2020 zijn 632 sociale huurwoningen
verkocht.
Over 2020 is het aantal sociale huurwoningen per saldo met 10 woningen afgenomen.
De ambitie is om een grotere groei dan 750 woningen jaarlijks te realiseren door het
toevoegen van extra tijdelijke woningen. In 2020 zijn geen tijdelijke woningen
toegevoegd.
Tabel 1 Voorraadontwikkeling sociale huurwoningen corporaties
Nieuwbouw zelfstandige sociale 1.372
huurwoningen
Nieuwbouw onzelfstandige sociale 0
huurwoningen
0
Nieuwbouw tijdelijke woningen
1372
Totaal nieuwbouwopleveringen
2
1
Aankoop sociale huurwoningen
627
Verkoop sociale huur particulieren
Verkoop sociale huur overig (o.a. 57
collega-corporatie/belegger)
435
Sloop sociale huurwoningen
Aantal liberalisaties sociale 316
huurwoningen bij mutatie
(incl'ontliberalisatie”)
10
Saldo zelfstandige sociale huurwoningen
Saldo onzelfstandige sociale 0
huurwoningen
10
Saldo sociale huurwoningen totaal
*Dit betreft de complexmatige verkoop van 5 woningen aan een woongroep.
Er is onderzoek gedaan naar financieringsmogelijkheden van de gemeente om de groei te
realiseren waarbij minder gebruik gemaakt hoeft te worden van de verkoop van
huurwoningen. Uit deze verkenning blijkt dat er voldoende aanbieders van financiering
zijn en een gemeentelijke financieringsfaciliteit zich hier niet in positieve zin van zou
onderscheiden:
https://openresearch.amsterdam/image/2021/2/24/verkenning alternatieve fin faciliteit
en_ voor woningcorporaties.pdf
Groei van het aantal middeldure huurwoningen
Netto Corporaties zorgen ervoor dat de voorraad middeldure huurwoningen in de periode 2020-
toename 2023 per saldo met 1.100 woningen toeneemt. In 2020 is het aantal middeldure woningen
middenhuur: . . .
1.100 in 4 jaar verhuurd door corporaties met (netto) 452 woningen gegroeid.
Tabel 2 Aantal middensegment huurwoningen van corporaties
DE
aantal middensegment 5.897 6.349 452
huurwoningen
Nieuwbouw van sociale huurwoningen
In de periode 2018-2025 willen we 17.500 zelfstandige sociale huurwoningen realiseren,
zoals opgenomen in het Woningbouwplan 2018-2025. Dat doen we door nieuwbouw op
door de gemeente uit te geven grond; door sloop/nieuwbouw van corporatiewoningen;
door verdichting en door door transformatie van gebouwen.
3
Om de bouwproductie te versnellen zijn processen, zoals het adviesstelsel van het
Plaberum, bij de gemeente gestroomlijnd en zijn corporaties en gemeente voortdurend
met elkaar in gesprek om projecten snel tot uitvoering te brengen. Hiervoor is onder
andere het zogenoemde Doorbraakteam opgericht. Afgelopen jaar zijn de financiële
regels die gelden bij sloop/nieuwbouw van corporatiewoningen op in erfpacht uitgegeven
grond geactualieerd in het herziene Aanvullend Convenant Erfpact (ACE). Het convenant
wordt naar verwachting najaar 2021 vastgesteld.
Er is zorg over de invloed die stijgende bouwkosten kunnen hebben op de productie. In
2020 is een onderzoek naar bouwkostenontwikkeling voorbereid en begin 2021 gestart.
Hierin ligt de nadruk op de eisen voor duurzaamheid die verder gaan dan het bouwbesluit
(hemelwaterverordening, aansluitplicht warmtesystemen) en worden ook
stedenbouwkundige- en welstandseisen betrokken.
Start bouw: We hebben afgesproken dat er de komende jaren jaarlijks gestart wordt met de bouw van
jaarlijks 2.500 gemiddeld 2.500 sociale huurwoningen in de gemeente Amsterdam. In 2020 is de bouw
sociale . . . . .
huurwoningen van 2.270 zelfstandige sociale huurwoningen gestart. 104 van deze sociale huurwoningen
zullen in de toekomst worden verhuurd als 263 onzelfstandige woningen.
Naast de realisatie van permanente sociale huurwoningen, is gezocht naar ruimte voor
tijdelijke oplossingen en locaties. Naast de Samenwerkingsafspraken waren de
stimuleringsmaatregelingen voor Flexwonen van het ministerie van BZK en de afspraken
in MRA-verband (Woondeal) over de realisatie van tijdelijke woningen aanleiding voor
deze inventarisatie. Voor de inventarisatie zijn verschillende onderdelen van de
gemeente, (de bestuurders van) de stadsdelen, en de AFWC benaderd. Ook heeft de
AFWEC samen met de corporaties een lijst met locaties opgesteld. Alle door de AWFGC en
de corporaties aangedragen locaties zijn meegenomen in de inventarisatie. Verder is nog
gezocht naar andere mogelijkheden voor tijdelijke woningbouw zoals het verdichten van
al opgeleverde tijdelijke complexen, mogelijkheden in bestaand vastgoed en het korter
dan tien jaar benutten van locaties. Van alle geïnventariseerde locaties is er een aantal
enigszins kansrijk voor de ontwikkeling van tijdelijke woningbouw. Zij worden door de
gemeente op haalbaarheid voor tijdelijke huisvesting onderzocht. De locaties zullen
gaandeweg beschikbaar komen. In 2020 zijn nog geen tijdelijke sociale huurwoningen in
aanbouw genomen.
Tabel 3 Nieuwbouw sociale huur
EN
aria ere, oppervlakte aanpasbaar
fe (< lela Tein) reguliere sociale |regquliere sociale
huurwoning WII
zelfstandige sociale huurwoningen 2.210 5] m? 96%
Aantal zelfstandig verhuurd als 104
onzelfstandige sociale huurwoningen
Aantal onzelfstandige sociale 263
huurwoningen
4
aantal sociale huurwoningen tijdelijk 0
Belangrijk is dat het woningaanbod divers is en dat mensen met beperkingen en ouderen
betaalbaar kunnen wonen in de stad. Afgesproken is dat tenminste negentig procent van
ouw de in aanbouw genomen woningen in de sociale huur aanpasbaar gebouwd wordt. Tussen
sociaal 1 september 2019 en 1 september 2020 is 96 procent van de in aanbouw genomen sociale
aanpasbaar huurwoningen aanpasbaar. Daarnaast is in 2020 gestart met het opstellen van een
Aanpak Rolstoelwoningen. Hierin is een doelstelling vastgelegd over het aantal te
realiseren nieuwbouw rolstoelwoningen.
De intentieverklaring zelfstandig geclusterd wonen voor ouderen in Amsterdam is op 1 juli
2020 ondertekend door de wethouder Bouwen en Wonen met 22 andere partijen. Hierin
staat een gezamenlijke opgave om binnen vijf jaar 2.000 geclusterde ouderenwoningen in
aanbouw te hebben genomen, waarvan 1.000 in de sociale huur; 500 in de middeldure
huur en 500 in de vrije sector. Voor de uitvoering van de intentieverklaring zijn een aantal
kansrijke locaties voor de ontwikkeling van geclusterde ouderenwoningen in de stad
aangewezen. In het najaar van 2020 is een start gemaakt met de uitvoering van deze
Intentieverklaring en inmiddels is er zicht op de eerste resultaten.
Nieuwbouw van middeldure huurwoningen
We willen een uitbreiding van het aantal middeldure huurwoningen. Naast reguliere
middeldure huurwoningen gaat het om stucturele middeldure huurwoningen. Met
structureel wordt bedoeld dat deze woningen ook op de lange termijn in het
middensegment verhuurd worden.
De corporaties hebben verkend hoeveel woningen er op basis van de investeringsruimte
zouden kunnen worden gerealiseerd. Deze eerste verkenning kwam uit op ruim 1.500
woningen (start bouw tot en met 2025) en er lijkt financiele ruimte om dit verder te
aas verhogen. In de Samenwerkingafspraken is uitgegaan van een indicatief van jaarlijks 250
250-275 tot 275 woningen. Doordat de marktverkenning door het Rijk voor drie jaar buiten werking
middelduur is gesteld, is het eenvoudiger geworden om de financiele middelen in te zetten voor de
(indicatief) ontwikkeling van woningen in dit segment.
De corporaties hebben in 2020 overleg met het Waarborgfonsds Sociale Woningbouw
(WSW) gevoerd. Het WSW is, indien nodig, bereid om mee te werken aan constructies om
gemengde complexen als onderpand voor financiering te kunnen inzetten. Er zijn vanuit
dit oogpunt vooralsnog dan ook geen beperkingen voor de (huidige) investeringswensen
van de corporaties.
De gemeente heeft het beleid voor structurele (“eeuwigdurende”) middeldure huur
vastgesteld en de eerste grondprijsaanbieding voor eeuwigdurende middeldure huur is
succesvol afgerond (De Alliantie, Sloterdijk). De gemeente heeft verder de
beleidsaanpassingen die volgen uit de Intentieverklaring met IVBN, Vastgoed Belang en
Neprom vastgelegd. Hier onder valt onder andere de herijking van de voorwaarden voor
de realisatie van 25-jaars middeldure huur.
5
Gemengde stad, gemengde wijken
Amsterdam heeft een gemengde woningvoorraad met in alle wijken aanbod in de sociale
huur, middeldure huur en dure huur en koop. De corporaties spelen van oudsher een grote
rol in het behoud van deze gemengdheid. Het doel is om dit gemengde woningaanbod in
stand te houden, zodat er geen gebieden ontstaan die niet toegankelijk zijn voor
Verkoopafspraken b t f middenink . bied tst
in gebieden met ewoners met een laag-of middeninkomen en er evenmin gebieden ontstaan waar geen
(potentieel) bewoners zijn met een hoger inkomen. Bij het maken van de afspraken is onderscheid
veporkde G 20 gemaakt tussen de gebieden op basis van het aandeel sociale huur (van corporaties en
voorraad SOCIaIe
huur particuliere verhuurders tezamen). Waar dit aandeel onder 45% lag, zijn corporaties
terughoudend met verkoop of is dit uitgesloten. Dit geldt eveneens voor gebieden waar
dit percentage boven 45% lag, maar waar veel woningen door particulieren worden
verhuurd. In deze gebieden kan immers het aandeel sociale verhuur als gevolg van
liberalisatie door particuliere verhuurders snel onder 45% zakken. In 2020 zijn 632 sociale
huurwoningen verkocht. 157 van deze woningen liggen in één van de gebieden waarvoor
verkoopafspraken zijn gemaakt.
Tabel 4 Verkoop sociale huurwoningen corporaties
DX01 Centrum-West 10
DX02 Centrum-Oost 18
DX05 Oud-West/De Baarsjes 35
DX08 De Aker, Sloten en Nieuw Sloten 6
DX10 Oud-Zuid 21
DX11 Buitenveldert/Zuidas 14
DX12 De Pijp/Rivierenbuurt 47
DX16 IJburg/Zeeburgereiland 0
Overige gebieden 415
Totaal 632
Voor vier gebieden hebben we de afspraak gemaakt dat de absolute voorraad sociale en
middeldure huurwoningen van corporaties in de periode 2020-2023 minimaal gelijk blijft.
De tabel hieronder geeft aan wat de ontwikkeling in 2020 is van deze voorraad.
6
Tabel 5 Aantal sociale en middeldure huurwoningen corporaties
EE an nn
DX02 Centrum-Oost 6.439 1.049
DX10 Oud-Zuid 5.021 5.008
DX11 Buitenveldert/Zuidas 3.123 3.106
DX16 IJburg/Zeeburgereiland 3,161 3.824
Voor het gebied Centrum-West is afgesproken dat verkoop van sociale huurwoningen niet
is toegestaan, tenzij deze verkoop vanuit een van onderstaande redenen is gemotiveerd.
Er is ook afgesproken dat we de verkopen in dit gebied monitoren en beschouwen welke
afwegingen daarbij gemaakt zijn. In 2020 zijn in Centrum-West 10 sociale huurwoningen
verkocht.
Tabel 6 Aantal verkochte sociale huurwoningen Centrum-West
1. sluit niet aan bij taak (monument/renovatie) 4
2. verkoop aan wooncoöperatie 0
3. Gemengde we <= 6 woningen in bezit 6
4, Complexgewijze verkoop 0
Totaal 10
In de samenwerkingafspraken hebben de afspraak uit de vorige periode om minimaal
47.000 corporatiewoningen te handhaven in voormalig marktgebied 1 verlengd.
Tabel 7 Aantal corporatiewoningen in Marktgebied 1
EE an nn
Stadsdelen Centrum en Zuid en 48.468 48.642
de gebieden Oud West, Oostelijk
Havengebied, Overhoeks en
Houthavens
1
Divers: atelierwoningen, wooncoöperaties, woonwagens
Tenminste 293 Het is voor de stad van belang dat kunstenaars een woon- en werkplek hebben. De
atelierwoningen corporaties dragen daarin bij door atelierwoningen te verhuren en de afspraak is dat de
ijzeren voorraad van atelierwoningen wordt verhoogd van 259 naar 293 atelierwoningen
en dat deze voorraad de komende jaren behouden blijft. Eind 2020 verhuren de
corporaties in totaal 328 atelierwoningen.
Gezamenlijk zien de partijen mogelijkheden in het ontwikkelen van nieuwe woonvormen
en het mogelijk maken van collectieve vormen van wonen. Daarbij zien we onder meer
kansen om meer wooncoöperaties te realiseren in de stad. De gemeente faciliteert
initiatieven voor wooncoöperaties en werkt samen met corporaties mee aan een aantal
pilots: https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/zelfbouw/wooncooperatie/
In het kader van de uitwerking van het Actieplan Wooncoöperaties is een Amsterdamse
Standaard voor wooncoöperaties opgesteld met daarin onder meer opgenomen de eisen
en voorwaarden aan een wooncoöperatie. Onderdelen voor de standaard zijn verder
uitgewerkt. In mei 2020 is als uitwerking van het Actieplan Wooncoöperaties, het
eindrapport ‘Aan de slag met Wooncoöperaties! gepresenteerd.
https://www.aef.nl/storage/images/Eindrapport uitwerking Actieplan Aan de slag me
t Wooncooperaties__12 m.pdf
De gemeente Amsterdam heeft locaties voor woonwagens en woonwagen in eigendom
en beheer voor verhuur aan woonwagenbewoners. De gemeentelijke organisatie is niet bij
uitstek geschikt om deze rol te vervullen. Tevens heeft de gemeente door deze situatie
meerdere, niet goed verenigbare, rollen en taken op dit terrein. In 2020 is gewerkt aan het
beleidskader Woonwagens en standplaatsen 2021-2025. Hierin wordt onder andere
ingegaan op de vraag of, hoe en onder welke voorwaarden de verhuur en het beheer van
woonwagens en woonwagenlocaties op termijn over zouden kunnen gaan naar de
corporaties. De verwachting is dat het beleidskader in het derde kwartaal 2021 voor
inspraak zal worden vrijgegeven.
8
2. Betaalbaarheid
Betaalbaarheid van wonen in Amsterdam is een zorg van ons allemaal. Het Rijk draagt bij
aan de betaalbaarheid via de huurtoeslag. Maar ook dan zijn in een aantal gevallen de
woonlasten in verhouding tot het inkomen te hoog. In Amsterdam kunnen gemeente en
corporaties niet alle oorzaken van betaalbaarheid en betalingsproblemen oplossen. We
concentreren ons op wat we wél kunnen doen om te voorkomen dat huishoudens in
financiële problemen komen door de stijging van de woonlasten of daling van het
inkomen.
Aanbiedingsafspraken sociale huurwoningen
We streven naar een gelijkmatige spreiding van aangeboden sociale huurwoningen:
2 10% sociale 1) Tenminste 70% van de sociale huurwoningen wordt onder de
Auurwoningen aftoppingsgrenzen (€607,46 en €651,03 prijspeil 2019) aangeboden.
aftoppingsgrenzen 2) Per stadsdeel wordt tenminste 70% onder de aftoppingsgrenzen (€607,46 en
€651,03 prijspeil 2019) aangeboden
3) Het aanbod onder de aftoppingsgrenzen staat in redelijke verhouding tot het
deel woningzoekenden dat gezien het inkomen in aanmerking komt voor dit
prijssegment.
In 2020 is 80% van de woningen aangeboden onder de aftoppingsgrenzen, op
stadsdeelniveau varieert dit van 71% tot 88%.
Tabel 8 Percentage verhuringen onder de aftoppingsgrenzen per stadsdeel
Centrum 11%
West 19%
Nieuw West 88%
Zuid 16%
Oost 11%
Noord 81%
Zuidoost 83%
Amsterdam totaal 80%
9
Tabel 9 Percentage toewijzingen en percentage woningzoekenden naar
doelgroep
Toewijzingen 2020 Actief woningzoekenden
rose
Primaire doelgroep (recht op 15% 10%
huurtoeslag)
Secundaire doelgroep (inkomen 21% 23%
<€ 38.035 maar geen recht op
huurtoeslag)
Hogere inkomensgroep 4% 6%
Aanbiedingsafspraken middensegment huurwoningen
Alle woningen van de corporaties die in het middensegment worden aangeboden, zijn
Semidderde woningen met een huurprijs tussen de € 737,14 en € 1032 (op basis van prijspeil 2020).
aanvangshuur
Middensegment: Afgesproken is dat deze gemiddelde aanvangshuur van €921,43 hebben. Huishoudens
€921,43 met een middeninkomen, een huishoudinkomen tot € 60.095, zijn de primaire doelgroep
voor deze woningen en hebben voorrang. Om de doorstroming in de sociale huur te
stimuleren, hebben woningzoekenden met een middeninkomen die een sociale
huurwoning in de regio Amsterdam achterlaten voorrang: tenminste 50% van het aanbod
250% wordt met voorrang aan deze groep aangeboden.
vooor dan In 2020 lag de gemiddelde aanvangshuur van door corporaties in het middensegment
regionale verhuurde woningen op €917. Net iets meer dan tweederde van deze woningen is met
doorstromers uit voorrang aangeboden aan kandidaten die een sociale huurwoning in de regio achterlaten.
sociale huur Bijna driekwart van de woningen is met voorrang aangeboden aan kandidaten met een
middeninkomen.
Tabel 10 Gemiddelde prijs en verdeling aanbod middenhuur
| ren)
Gemiddelde aanvangshuur €917
Aandeel met voorrang aangeboden (sociale 69%
huurwoning in MRA)
Aandeel voorrang middeninkomens 14%
Huursomontwikkeling en maatwerk voor huurders in de knel
De corporaties passen een beperkte huursomstijging boven de inflatie toe om te kunnen
Maximaal 0,5% investeren in de kwaliteit en duurzaamheid van het eigen bezit. Afgesproken is dat de
tuursormstijging corporaties in 2020 een huursomstijging toepassen van 0,5% boven inflatie. De
ongewogen gemiddelde huursomstijging komt uit op 0,4% boven inflatie, elke corporatie
heeft een huursomstijging van 0,5 % boven inflatie of lager.
10
Bij de huurverhoging worden huurders met de laagste inkomen ontzien. Het
Huurverlaging Amsterdamse Woonlastenakkoord is hierin een belangrijk instrument. De gemeente zorgt
voor huishoudens dat bij corporaties bekend is welke huurders langdurig een minimuminkomen hebben.
angeurg in Corporaties verlagen bij deze groep de huur naar de geldende aftoppingsgrens. Dit is een
continue samenwerking en heeft in de periode 2017-2020 geresulteerd in de structurele
verlaging van de huur van 8.300 huurders die langdurig een laag inkomen hebben. In 2020
is de huur van ongeveer 1.000 huurders verlaagd.
Om de financiële positie van corporatiehuurders nog beter in beeld te krijgen heeft Nibud
in opdracht van de drie partijen bij de Samenwerkingsafspraken een
woonlastenonderzoek gedaan (https://www.nibud.nl/beroepsmatig/rapport-de-
financiele-positie-van-huurders-in-amsterdam/). Uit het onderzoek blijkt onder andere
dat het betaalbaarheidsprobleem bij de laagste inkomens met name een
inkomensprobleem is en dat de hoogte van de huur duidelijk minder het probleem is. De
bestaande armoederegelingen in Amsterdam en de huurprijsaanpassing
(Woonlastenakkoord) blijken effectief om de huurders met de laagste inkomens te
ontzien. De uitkomsten van het Nibud-onderzoek en de verwachte toename van de
laagste inkomensgroep (120% van het Wettelijk Sociaal Minimum) als gevolg van de
coronacrisis geven geen aanleiding om de doelgroep van onze inspanningen te verbreden.
Hierover is de gemeenteraad op 17 november 2020 met de aanbiedingsbrief bij het
onderzoeksrapport geïnformeerd. Wel blijft de invulling van het huuraanpassingsbeleid
onderwerp van gesprek tussen corporatie en de eigen huurdersvertegenwoordiging.
In 2021 is er door een landelijke maatregel sprake van huurbevriezing. Ook is er een
ruimere doelgroep dan die van het Woonlastenakkoord die eenmalig gebruik kan maken
van huurverlaging tot de aftoppingsgrens:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belastingplan/belastingwijzigingen-voor-ons-
allemaal/huurverlaging
Vroegsignalering en aanpak huurschulden
Corporaties en gemeente voorkomen zoveel mogelijk dat huurders hun woning verliezen
door huurschuld. Dit wordt gedaan door vroeg te signaleren als er financiële problemen
spelen; door te ondersteunen bij het voorkomen van verdere financiële problematiek; en
door het bieden van hulp als er omvangrijke problemen zijn. Gemeente en corporaties
blijven de uitvoering van verschillende interventies zoals Vroeg Eropaf, Geregelde Betaling
en Eropaf mogelijk maken. Bij escalatie van de problematiek waarbij gezinnen met
kinderen worden uitgezet, biedt de gemeente een vangnet. Corporaties en het ministerie
hebben afgesproken om gedurende de coronacrisis huishoudens niet uit te zetten als ze
als gevolg van deze crisis betalingsprobelemen hebben:
https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/03/26/geen-huisuitzettingen-en-
verlenging-tijdelijke-huurcontracten
1
3. Woningzoekenden en doelgroepen
Regulier woningzoekenden
Er zijn veel woningzoekenden die met voorrang een sociale huurwoning zoeken of krijgen
toegewezen. Een nog grotere groep heeft geen voorrang. Deze zogenoemde reguliere
> 50% aanbod woningzoekende moet ook toegang hebben en houden tot de sociale huurvoorraad.
sociale huur voor Daarom wordt minimaal 50% van het vrijkomende aanbod, zowel bestaande als
regulier nieuwbouwwoningen, toegewezen aan regulier woningzoekenden. In 2020 is tweederde
woningzoekenden
van het aanbod toegewezen aan de groep regulier woningzoekenden.
Tabel 11 Toewijzingen sociale huur
Ln
Regulier 4,392 66%
Sv-kandidaat 355 5%
Kwetsbare huishoudens (PHKG) 1.785 21%
Maatwerk 135 2%
Totaal 6.661 100%
Verhuisregelingen
We willen oudere bewoners de mogelijkheid bieden om door te stromen naar een voor
hen mogelijk meer geschikte woning. Daarnaast willen we doorstroming bevorderen,
Verhuisregelingen onder meer om grotere woningen beschikbaar te krijgen voor gezinnen. Hiertoe hebben
om doorstroming we regelingen ontworpen: ‘Van Groot naar Beter'en ‘Van Hoog naar Laag’. In 2020 zijn 102
te stimuleren grote woningen (> 70 m2 en tenmiste vier kamers) vrijgekomen voor doorstroming.
Daarnaast zijn er in 2020 92 ouderen met Van Hoog naar Laag verhuisd. Dit is een daling
ten opzichte van 2019. Het is aannemelijk dat die daling te maken heeft met de
coronacrisis. Over de verhuisregelingen is gerapporteerd in de Voortgangsrapportage
Ouderenhuisvesting 2020, die 30 juni 2021 in de commissie Wonen Bouwen is besproken.
Tabel 12 Verhuizingen met verhuisregeling
Van Groot naar Beter 102
12
Van Hoog naar Laag 92
De regelingen zijn geëvalueerd en op basis hiervan hebben we gekeken hoe we het
gebruik verder kunnen stimuleren. Dit heeft geresulteerd in aanpassingen op een aantal
punten: https://www.amsterdam.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/geschikt-wonen/
Jongerenhuisvesting
We willen jongeren een kans bieden op een betaalbare zelfstandige sociale huurwoning.
Jongeren onder de 28 jaar hebben vanwege hun leeftijd een kortere inschrijfduur dan
andere woningzoekenden en daardoor een lagere slaagkans dan gemiddeld. Door het
aanbieden van betaalbare woningen met een jongerencontract, vergroten we de
slaagkans voor deze jongeren én zorgen we voor doorstroming binnen dit deel van de
voorraad.
<33%reguliere De afspraak is dat maximaal 33% van het reguliere aanbod met een jongerencontract mag
lordawezen met worden aangeboden aan jongeren en starters (tot 28 jaar). Vanwege een onduidelijkheid
jongerencontract in de cijfers lukt het nog niet om te rapporteren over de afspraak over het percentage
vrijkomende woningen dat met een jongerencontract werd verhuurd.
Tabel 13 Aandeel toewijzingen met een jongerencontract
Jongerencontract PM
Overige contractvormen PM
Totaal 100%
Grote(re) woningen zijn hard nodig voor de huisvesting van grotere huishoudens, daarom
<5% grotere hebben we afgesproken dat met name kleinere woningen met een jongerencontract
roeden ezen met mogen worden verhuurd en maximaal 5% van de vrijkomende grotere woningen met een
fongerencontract jongerencontract mag worden aangeboden. In 2020 is 9% van de grotere woningen met
een jongerencontract verhuurd.
Tabel 14 Aandeel grote(re) woningen verhuurd met jongerencontract
Binnen dering > 40 Buiten de ring > Totaal 2020
me? lela
Aandeel toegewezen 13% 4% 9%
met jongerencontract
Om voor de toekomst te bepalen hoe groot de voorraad woningen met een
jongerencontract moet worden en hoe de spreiding van jongerenwoningen over de stad
13
is, wordt een onderzoek naar de werking en de effecten van het jongerencontract in
Amsterdam uitgevoerd. Eind 2020 is hiervoor een werkgroep van huurders, de
corporaties/AFWC en gemeente samengesteld. Er is een onderzoeksbureau ingeschakeld
voor het uitvoeren van de evaluatie. Afgesproken is om data tot en met juni 2021 nog mee
te nemen in het onderzoek, omdat het jongerencontract in 2016 is ingevoerd en de afloop
van de eerste vijfjaarscontracten pas in de zomer van 2021 plaatsvindt. De ontwikkeling
tot medio 2021 wordt dan ook in dit onderzoek betrokken. De resultaten van het
onderzoek worden begin 2022 verwacht. Op basis van de resultaten zouden eventuele
wijzigingen van de afspraak over de toewijzingen van jongerenwoningen kunnen worden
besproken.
Beroepsgroepen
De krapte op de arbeidsmarkt in het onderwijs en de zorg heeft ook een
huisvestingscomponent. Om binnen een krappe woningmarkt startende leraren en
medewerkers in de zorg aan te trekken of te behouden, is het noodzakelijk om deze groep
extra huisvesting te bieden. In 2020 is onderzocht of de politie ook in aanmerking moet
komen voor de regeling. De conclusie is dat de politie voldoet aan de criteria om ook aan
de regeling te worden toegevoegd. Het voorstel bij de wijzigingen van de
huisvestingsverordening is om per 1 jan 2022 ook de politie als beroepsgroep aan de
regeling toe te voegen.
De gemeente zorgt voor de voordracht van potentiele huurders uit de beroepsgroepen.
Minimaal 50 De corporaties bieden jaarlijks minimaal 50 sociale en 50 middeldure huurwoningen aan
sociale en 50 de potentiele kandidaten. De regeling blijft onverminderd populair: in 2020 zijn 1.012
annen kandidaten aangemeld door werkgevers. Er is wel een aantal aanpassingen in
aangeboden aan voorbereiding om de regeling te verbeteren; de informatie voor woningzoekenden kan
beroepsgroepen duidelijker en het aantal weigeringen en beoordelingen moet worden verminderd. In 2020
zijn 125 corporatiewoningen verhuurd aan huurders uit de beroepsgroepen.
Tabel 15 verhuur aan beroepsgroepen door corporaties 2020
Aantal kandidaten Aantal woningenf Aantal verhuringen aan
dat voldoet aan de aangeboden aan beroepsgroepen
voorwaarden beroepsgroepen
Sociale huurwoningen 371 168 94
Middeldure 13 37 31
huurwoningen
Totaal 450 205 125
14
4. Kwetsbare groepen en wonen met zorg
Huisvesting kwetsbare groepen
In het programma huisvesting kwetsbare groepen (PHKG) werken de gemeente, de
woningcorporaties en de zorgaanbieders samen om kwetsbare Amsterdammers te
ondersteunen. De hoofddoelstelling van het programma is het realiseren van
Jaarlijks 1.800 woonoplossingen in combinatie met het bieden van ondersteuning. De ondersteuning in
woningen naar ws : : : :
kwetsbare de vorm van begeleiding wordt gefinancierd en de uitvoering ervan gevolgd door de
groepen gemeente. De corporaties wijzen jaarlijks 1.800 reguliere woningen toe aan de kwetsbare
doelgroepen uit het programma en aan WLZ-geïndiceerde huishoudens.
In 2020 hebben de corporaties 1.785 woningen geleverd voor de huisvesting van
kwetsbare mensen. Voor meer informatie verwijzen we naar de voortgangsrapportage
van het Programma Huisvesting Kwetsbare groepen over 2020;
https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9965154/1/09012f9783438dbd
Tabel 16 Toewijzingen kwetsbare huishoudens
A
Kwetsbare huishoudens 1.785
Via het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen wordt gemonitord of het aanbod
passend is en daar wordt ook vastgesteld of dit bijstelling behoeft:
https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/organisatie/{ruimte-
economie/wonen/huisvesting/
Gemeente en corporaties hebben een programma opgezet om te bevorderen dat beter in
de behoefte aan rolstoelwoningen kan worden voorzien voor bewoners die daar op zijn
aangewezen. Dit Plan van Aanpak is in de loop van 2021 gereed. Ook het overzicht van
alle rolstoelwoningen in Amsterdam zal in de loop van 2021 gereed zijn. Aansluitend vindt
in 2021 de verkenning plaats naar de mogelijkheden voor aanbod en toewijzing van
rolstoelwoningen in het middensegment.
Wonen en zorg voor mensen die in de problemen komen in hun zelfstandige
huurwoning
We zorgen ervoor dat zelfstandig wonende mensen die steeds meer zorg nodig hebben
en/of overlast veroorzaken voor hun omgeving, zo goed mogelijk worden geholpen.
Corporaties en gemeente werken samen in de op te richten buurtteams en gaan door met
de samenwerking in het meldpunt zorg en woonoverlast. Ze melden tijdig overlast en
zorgelijke situaties aan bij de buurtteams en de meldpunten. Dit hebben we vastgelegd in
15
het Convenant meldpunten zorg en woonoverlast. Er wordt door gemeente, GGD en
corporaties intensief samengewerkt om tijdig in te kunnen grijpen:
https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/zorgprofessionals/werkwijze-meldpunten/
Ouderenhuisvesting
Ouderen die kwetsbaarder worden en langer zelfstandig thuis wonen, hebben belang bij
de juiste ondersteuning van gemeente, corporaties en zorgaanbieders. Daarom is in
februari 2019 het Programma Ouderenhuisvesting 2019-2022 vastgesteld door de
gemeenteraad. Het programma richt zich op de groeiende groep 65-plussers en voert
onder meer de regie over de verbouw en transformatie van intramurale verpleeg- en
verzorgingshuizen in de gemeente Amsterdam. Het doel is om deze locaties te behouden
voor (nieuwe vormen van) ouderenhuisvesting. Het Programmateam Ouderenhuisvesting
voert hiervoor regulier overleg met het Zorgkantoor, de AFWG en betrokken
zorgaanbieders in de werkgroep Zorghuisvesting. Het Programmateam
Ouderenhuisvesting is betrokken bij lopende ontwikkelingen op diverse locaties in de
stad, waaronder Nellestein, de Riekerhof, de Venser en de Driehoven. Over de voortgang
van het programma wordt jaarlijks gerapporteerd: https://www.amsterdam.nl/bestuur-
organisatie/organisatie{ruimte-economie/wonen/ouderenhuisvesting/
16
5. Kwaliteit en duurzaamheid
Woningkwaliteit
Een goede woning is een basisbehoefte van de bewoners van de stad. Gemeente,
corporaties en huurderskoepels willen dat de basiskwaliteit van de woningen in
Amsterdam op orde is. Alle woningen dienen minimaal veilig en gezond te zijn. En daar
waar dit vanwege de woningkwaliteit niet het geval is, moet dat worden verbeterd.
De gemeente voert sinds 2017 het Programma Woningkwaliteit uit. Hiermee besteedt de
gemeente extra aandacht aan kwaliteit, veiligheid, gezondheid en comfort van de
bestaande woningvoorraad. De corporaties zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van
hun woningen. Dit geldt uiteraard ook voor die woningen die onderdeel zijn van een VvE.
In 2020 is veel inhoudelijke aandacht in de samenwerking tussen gemeente en corporaties
uitgegaan naar de stadsbrede aanpak van loden leidingen. Ook zijn de Amsterdamse
kaderafspraken bij vernieuwing en verbetering vernieuwd en ingegaan per 1 juni 2020.
Bovendien is in 2020 een begin gemaakt met het kwaliteitsoverleg met als doel de
samenwerking op woningkwaliteit op tactisch en strategisch niveau te versterken. De
eerste opdracht is gezamenlijk verkennen hoe op een zinvolle manier inzicht in kwaliteit
kan worden verkregenen gedeeld en bespreekbaar kan worden gemaakt. Mede vanwege
de vele aspecten die gezamenlijk de kwaliteit van een woning bepalen en de
uiteenlopende beelden die bestaan blijkt dit weerbarstig. Als een eerste stap om invulling
te geven aan deze afspraak is afgesproken dat de corporaties inzichtelijk maken op welke
wijze geprioriteerd wordt in onderhouds- en verbeterprogramma's. De corporaties
hebben dit uitgewerkt en hebben dit in het eerste helft van 2021 gepresenteerd aan hun
huurderskoepels. De gemeente wordt hier ook bij uitgenodigd. Doel is aan de hand van de
presentatie met de huurderskoepels hun behoefte ten aanzien van het kwaliteitsoverleg
te bespreken.
Duurzaamheid
Gemeente en corporaties hebben gezamenlijk de ambitie om in 2050 een CO2-neutrale
woningvoorraad te hebben. De belangrijkste paden om CO2-reductie te realiseren zijn:
1) het aardgasvrij maken van de woningen,
2) het opwekken van hernieuwbare energie en
3) het terugdringen van de warmtevraag (isoleren).
Om de ambities te bereiken is in 2020 de samenwerking tussen corporaties, gemeente en
huurders gecontinueerd en geïntensiveerd. Zo zijn de huurders betrokken bij de City Deal
aardgasvrij, trekken corporaties en gemeente samen op in de Warmtemotor en wordt
onder aansturing van de AFWC en de gemeente samengewerkt om meer zon te realiseren
(programma Zon en de Zonmotor). Corporaties en gemeente werken samen in een
leerprogramma Circulaire corporaties. Tenslotte bespreken gemeente en corporaties
minimaal vier keer per jaar de samenwerking en actuele zaken in het
duurzaamheidsoverleg.
17
In 2020 heeft het college besloten te investeren in economisch duurzaam herstel. Hiermee
geeft de gemeente een (extra) financiele impuls aan zowel het behalen van
duurzaamheidsdoelstellingen als aan werkgelegenheid. 64 miljoen is gereserveerd voor
investeringen in versnelling van aansluiten op warmtenet (Warmtemotor); het isoleren
van woningen (Renovatiemotor) en voor zonnepanelen op de daken (Zonmotor).
CO2-reductie en CO2-monitor
In 2020 is door de corporaties een gezamenlijke CO2-monitor ontwikkeld. De monitor
geeft jaarlijks inzicht in de CO2-uitstoot als gevolg van warmte- en gasverbruik. Tevens
geeft de monitor inzicht in het gemiddelde energieverbruik per aansluiting, de
energetische prestatie (energielabels), woningen aardgasvrij en het opgestelde vermogen
zonnepanelen.
Be CO2-reductie De CO2-reductie ten opzichte van peiljaar 2019 is 2,05% Op basis van deze eerste
in vier jaar gegevens en de ervaring die tot nog toe is opgedaan wordt najaar 2021 in het bestuurlijk
overleg vastgesteld of het reductiepercentage voor de hele periode van de
Samenwerkingsafspraken bepaald blijft op 8% of verhoogd wordt.
Tabel 17 CO2-reductie ten opzichte van peiljaar 2019
Reductie CO2 2,05%
Aardgasvrij
Gemeente en corporaties werken samen met andere stakeholders (netbeheerders en
warmtebedrijf) in de City Deal Aardgasvrij. In 2020 is ook de huurdersvertegenwoordiging
hierbij aangeschoven. De wijk-voor-wijkaanpak van de City Dealpartners is actief in 28
buurten. In de Wildeman-, Reimerswaal en Dobbebuurt, Van der Pekbuurt en de Bernard
Loderbuurt is uitvoering gestart.
Eind 2019 is het projectkader van de ‘Amsterdamse warmtemotor’ vastgesteld die als
inzet heeft 45.000 corporatiewoningen versneld van het aardgas te halen en op
stadswarmte aan te sluiten in de periode 2020-2032. In 2020 is gewerkt aan het selecteren
van de eerste buurten en is samengewerkt met de gemeente aan een subsidieregeling
waarmee aansluitingen op het stadswarmtenet versneld word. Tevens is gestart met het
maken van buurt businesscases voor de eerste 10.000 woningen. Bij verdere uitwerking
van de plannen wordt continu gekeken waar overlap zit en werk met werk gemaakt kan
worden om zo versnelling te realiseren.
2.000 woningen Afgesproken is dat de corporaties in de periode 2020-2023 2.000 woningen van het
Ee n4 aardgas afhalen. In 2020 zijn 580 bestaande corporatiewoningen van het aardgas
afgehaald.
18
De Transitievisie Warmte, waarbij corporaties en ander stakeholders betrokken zijn, is
opgesteld en vastgesteld door de gemeenteraad. In de Transitievisie Warmte is
vastgelegd op welke termijn buurten aardgasvrij worden en met welke
voorkeursalternatieve warmtevoorziening dit gebeurt.
De subsidieregeling Gebiedsgericht aardgasvrij Amsterdam is in 2019 vastgesteld en
vanaf december 2019 beschikbaar. De regeling loopt in ieder geval tot en met 2022.
Tabel 18 Bestaande corporatiewoningen aardgasvrij
Aantal woningen aardgasvrij 580
gemaakt
Zonne-energie
Gemeente en corporaties werken samen aan het realiseren van zoveel mogelijk
zonprojecten op corporatiedaken. In 2020 is daartoe het Programma Zon opgericht onder
gezamenlijke aansturing van AFWC en de gemeente. Binnen dit programma wordt met
experts van woningbouwcorporaties vorm gegeven aan de Zonmotor om zon versneld ‘uit
terollen’, het uitwerken van modellen en oplossingsrichtingen voor het leggen van zon op
daken van VvE's' en het vergemakkelijken van de vergunningprocedure rondom zon op
monumentale panden en beschermd stadsgezicht.
In de Samenwerkingsafspraken is afgesproken dat via Programma Zon wordt gewerkt aan
20 projecten. Naast de hierbovengenoemde activiteiten, is een pilotproject gestart in
Noord waarbij de afdelingen monumenten, welstand, duurzaamheid en de corporatie
samenwerken om zon op beschermd stadsgezicht te realiseren.
In het kader van Duurzaam Herstel is een financiele regeling uitgewerkt waarmee het
aanleggen van zonnepanelen versneld moet worden. Deze subsidieregeling van €4
miljoen wordt in juni 2021 opengesteld.
15 mW zonne- In de Samenwerkingsafspraken is opgenomen dat de corporaties in de periode 2020-2023
energie 15 MW aan zonne-energie installeren. In 2020 zijn er bijna 10.000 zonnepanelen
geinstaleerd in 4 geinstaleerd waarmee 2,9 MegaWatt extra vermogen aan zonne-energie is opgesteld.
jaar
Tabel 19 Zonne-energie op daken corporatiewoningen
Bijgeplaatst vermogen 2,9 MW
zonnepanelen
19
Energiebesparing
De corporaties verduurzamen de woningvoorraad door bij renovatie en verbetering
50.000 isolatie- en andere maatregelen te treffen. Deze ingrepen zorgen ervoor dat het
labelstappen in 4 energielabel van de woning verbetert. Afgesproken is dat de corproaties 50.000
jaar labelstappen realiseren in de periode 2020-2023. In 2020 zijn er 15.174 labelstappen
gerealiseerd in de bestaande woningvoorraad van woningcorporaties.
Tabel 20 Aantal verbeterde labelsstappen corporatiewoningen
Labelstappen 15.174
Naast isolatie is het gedrag van bewoners een belangrijke factor in de warmtevraag en
hiermee de CO2-uitstoot, het energieverbruik en woonlasten. In 2020 zijn 840 adviezen
van energiecoaches aan individuele huurders uitgebracht. WOON heeft in 2020 70
bewonersinitiatieven gericht op energiebesparende woningverbetering (huurcomplexen
en gemengde VvE's) ondersteund en begeleid.
In 2020 heeft de gemeente een aanvraag gedaan bij het Rijk voor een uitkering in het
kader van de regeling reductie energiegebruik woningen. Deze middelen (€ 5,9 miljoen)
zijn toegekend en worden vanaf 2021 ingezet op kleine energiebesparende maatregelen
en stimuleren van energiezuinig gedrag bij bewoners met een smalle beurs.
20
6. Leefbaarheid en ontwikkelbuurten
Corporaties en gemeente werken vanuit hun eigen verantwoordelijkheid continu aan een
leefbare wijk waarin de wooncomplexen van de corporaties en de openbare ruimte
schoon, heel en veilig is. Het behouden en verbeteren van de leefbaarheid vraagt om
maatwerk met een op de wijk, buurt en het complex gerichte aanpak. De gemeente en de
corporaties stemmen hun bijdrage aan het verbeteren van de leefbaarheid per gebied met
elkaar af. De resultaten van de inzet op leefbaarheid worden gemonitord via het
gebiedsgerichte werken onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Jaarlijks wordt per
gebied een plan opgesteld waarin wordt beschreven hoe leefbaarheid wordt bestendigd
of verbeterd: https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/stadsdelen/gebiedsgericht-
werken/
Ontwikkelbuurten
Bijzondere aandacht en extra investering wordt gedaan in de zogenoemde
ontwikkelbuurten. Het programma Ontwikkelbuurtenricht zich naast de verbetering van
de fysieke leefbaarheid van woningen, voorzieningen en openbare ruimte ook op de
sociaaleconomische positie van bewoners. De plannen en uitvoering ervan wordt door het
programma Ontwikkelbuurten beschreven: https://www.amsterdam.nl/bestuur-
organisatie/volg-beleid/coalitieakkoord-uitvoeringsagenda/fijne-
buurten/ontwikkelbuurten/
Het programma ontwikkelbuurten is in de stadsdelen Zuidoost en Nieuw-West opgegaan
in een nog breder zogenoemd Masterplan. Het Masterplan Zuidoost is in februari 2021
vastgesteld: https://www.amsterdam.nl/bestuur-
organisatie/college/burgemeester/persberichten/masterplan-zuidoost-bewoners-
ondernemers/. Het Masterplan Nieuw-West is in voorbereiding. De uitvoering van de
masterplannen zal jaarlijks worden gemonitord.
Bestrijden en voorkomen van woonfraude
Woninggebruik dat de leefbaarheid nadelig kan beïnvloeden en bovendien de kans op een
schaarse huurwoning onder woningzoekenden verkleint, is woonfraude. Corporaties en
gemeente blijven bij de bestrijding ervan intensief samenwerken, onder andere door
uitvoering van het Convenant Zoeklicht: https://www.amsterdam.nl/bestuur-
organisatie/organisatie/{ruimte-economie/wonen/aanpakwoningmisbruik/
21
1. Financien
De gemeente heeft in 2020 de borgingsruimte voor de corporaties, als achtervang voor
het WSW, voor één jaar verlengd en op basis van de investeringsbehoefte opgehoogd van
€ 8,9 miljard naar € 9,18 miljard.
Financieel ijkpunt
Jaarijks stellen we een Financieel IJkpunt op dat is gebaseerd op de meerjarenbegrotingen
(definitieve Prognose informatiie dPI) van de corporaties. Ook in 2020 is dit gedaan.
Hieruit komt het beeld naar voren dat de investeringen van corporaties op peil blijven en
ze minder verkoopinkomsten inrekenen en dat de corporaties fors meer gaan lenen. Het
investeringsprogramma is en blijft ambitieus, binnen de financiële kaders is intensivering
niet mogelijk.
Om een evenwichtig beeld te geven, beschrijven we hier ook kort het Financieel IJkpunt
2021 dat gebaseerd is op de meerjarenbegrotingen 2021-2025 (dPi 2020) die eind 2020
zijn opgesteld. In deze begrotingen zijn beleidswijzigingen die in 2020 zijn vastgesteld
meegenomen, zoals de eenmalige huurverlaging voor huurders. De vastgestelde
huurbevriezing is niet in de begrotingen opgenomen. Uit het financieel ijkpunt blijkt dat
de financiële positie van de corporaties nog steeds voldoende is om de gemaakte
prestatieafspraken uit te voeren.
De gevolgen van Corona lijken vooral effect te hebben op de exploitatie van bedrijfsmatig
vastgoed. Voor de nieuwbouw zien de corporaties dat in projecten waar een deel door
marktpartijen moet worden gerealiseerd vertraging optreedt.
De prognoses voor de nieuwbouw laten voor de aankomende vijfjaars-periode een
toename van opleveringen zien ten opzichte van de vorige prognoses. Deze toename
vindt in belangrijke mate in 2022 en 2023 plaats. Het lange termijn effect van de
Coronacrisis kennen we nog niet. Wel is duidelijk dat (ook) zonder Coronacrisis de
financiële positie van corporaties, door de hogere investeringen en de oplopende lasten,
verslechtert. De financiële positie van corporaties verslechtert vooral als gevolg van de
oplopende lasten. Dit heeft in 2020 ook landelijk aandacht gekregen. In 2020 is het
onderzoek opgave-middelen opgeleverd. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de
minister van BZK en geeft antwoord op de vraag of corporaties financieel in staat zijn om
de opgave op middellange termijn waar te maken.Dit is ook specifiek voor de MRA
geanalyseerd. De uitkomst is dat onder de huidige condities corporaties hiertoe niet in
staat zijn. Dit geldt in aanzienlijk sterkere mate voor de MRA en Amsterdam.
Het onderzoek naar een alternatieve financieringsfaciliteit is uitgevoerd. Hierover is een
passage opgenomen bij hoofdstuk 1 van deze monitor.
22
| Onderzoeksrapport | 23 | train |
ee
5
VEA : ge d
a : À Gn ee a
nd
EEEN
U
al MENE MS
En
MR me
î | | mr
eni se RN £ een Sn
A ande mn l IRE Pe De A | z 5 hi é
zj me hm te, | ED er Ee 8 î n ts r A odd De / /
el mts ml MH me zi 4 5
Dn ele
Verkeerscentrale Amsterdam Piet Heintunnel Michiel de Ruijtertunnel
1 Managementsamenvatting O3 2022 nn 3
2 Voortgang. ee
2.1 Bijdrage aan de stad. … … eee 3
2.2 De voortgang van de projecten en effecten buiten. ……………. 9
2.3 Samenwerking met strategische partners. … … 10
2.4 Tegenspraak..…… … ne 12
3 Programmabeheersing. … 14
3.1 Programmascope nn 14
3.2 Masterplanning … 14
3.3 Financiële stand van zaken. 15
3.4 Risicomanagement. … … ee 17
Bijlage 1. Afkortingen en definities. 23
Bijlage 2. Factsheets per project. … ee 24
Factsheet project Vernieuwing Verkeerscentrale. 25
Factsheet project Renovatie Piet Heintunnel 29
Factsheet project Aanpassingen Michiel de Ruijtertunnel .………………………… 32
HOOFDSTUK 1
Managementsamenvatting Q3 2022
De rapportage over het derde kwartaal 2022 van het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam
geeft de gemeenteraad, het gemeentebestuur, de gemeentelijke directies en de strategische partners
inzicht in de voortgang van de programmadoelstellingen. Tevens is de rapportage een bron van
informatie voor inwoners van Amsterdam en andere belangstellenden.
Scope In het derde kwartaal is het dossier van het project Renovatie Amsterdam Arenatunnel
O2 2022 ® | overgedragen aan de tunnelbeheerder en is door de programmadirecteur decharge
O3 2022 @ verleend aan de projectmanager. Daarmee is dit project geen onderdeel meer van de
scope van het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam.
Planning Elk kwartaal worden probabilistische analyses uitgevoerd, die de mogelijke gevolgen van
Q22022 © | risico’s op de planning en de mijlpalen inzichtelijk maken.
Q3 2022 © | Eind september 2022 zijn de volgende planningen actueel:
m De beoogde openstellingsdatum van de Piet Heintunnel blijft 2 december 2022.
De verwachting is dat deze datum gehaald gaat worden, ondanks recente
leveringsproblemen en bevindingen die uit de verschillende testen volgen en die nu
opgelost worden.
m De oplevering van de vernieuwde verkeerscentrale blijft gepland op eind 2025.
m De software-aanpassingen voor de bediening en bewaking van de Michiel de
Ruijtertunnel, evenals de aanschaf en implementatie van het Multi Aanraak Paneel
zullen worden uitgevoerd in de periode tot medio 2023.
Financiën In totaal is op dit moment voor circa € 246,3 miljoen aan kredieten beschikbaar gesteld
022022 © voor het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam. In totaal is voor een bedrag van
032022 © | € 196,0 miljoen aan verplichtingen aangegaan en is inmiddels € 161,4 miljoen betaald.
Bij de begroting worden jaarlijkse aanvragen gedaan voor de indexering van de
beschikbare middelen. Bij deze aanvragen is tot nu toe steeds de zogenaamde IBOI-
index (index van de bruto overheidsinvesteringen) gehanteerd. Deze index is echter
niet toereikend om de werkelijke prijsstijgingen te compenseren. Gezien de extreem
hoge prijsstijgingen over 2021 wordt bij de Begroting 2023, ter compensatie daarvan,
een aanvullend bedrag van € 3,6 miljoen aangevraagd. Indien dit bedrag beschikbaar
wordt gesteld, zijn de prijsstijgingen tot en met 2021 gedekt. Voor prijsstijgingen die zijn
opgetreden in 2022 zal een aanvraag worden gedaan bij de Voorjaarsnota 2023.
Definitie stoplichten scope, planning, financiën, risico's, kwaliteit en organisatie:
® Buiten de vastgestelde programmakaders, niet beheersbaar door programmateam, escalatie naar het bestuur
® Buiten de vastgestelde programmakaders, beheersbaar door programmateam.
® Binnen de vastgestelde programmakaders.
HOOFDSTUK 1
Managementsamenvatting Q3 2022
Risico's Overeenkomstig eerdere afspraken wordt een risicobudget op programmaniveau
Q22022 © \ aangehouden, dit budget is bedoeld voor onvoorziene uitgaven aan het programma
032022 © | en de verschillende projecten. Net als in het tweede kwartaal blijven ook in het
derde kwartaal twee ontwikkelingen in het programma een ernstige bedreiging
vormen voor dit budget. Dit betreft ten eerste de extreme prijsstijgingen in het fysiek
domein waarvoor vooralsnog geen volledige dekking is verkregen, en ten tweede de
ontwikkelingen in de raming voor het project Vernieuwing Verkeerscentrale Amsterdam
waar de projectvoorbereiding meer tijd kost en de functionele systemen nog worden
doorontwikkeld. Het gelijktijdig optreden van deze ontwikkelingen kan niet worden
opgevangen in het beschikbare risicobudget.
Het vraagstuk omtrent indexatie en daadwerkelijke prijsstijgingen binnen het fysiek
domein speelt binnen de gehele gemeente en het college buigt zich daarover bij de
Begroting 2023.
Kwaliteit Diverse externe audits zijn uitgevoerd of in uitvoering. De resultaten dragen bij aan
Organisatie kwalitatief betere producten en een grotere zekerheid op het behalen van de
022022 © programmadoelen. Uit de uitgevoerde audit over Systems Engineering komt naar voren
032022 © dat de programma-aanpakken een compleet geheel vormen dat voldoende kader biedt
voor de inrichting van plannen en processen per project. Als aanbeveling is meegegeven
om de aanpakken in de projecten concreter door te vertalen.
Door de adviesraad Wegtunnels zijn adviezen gegeven over de versterkingsopgave van
de tunnelbeheerorganisatie waaraan het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam
een inhoudelijke bijdrage levert.
Met het Commissariaat Civiele Constructies is intensief contact over de actuele stand van
zaken rondom de route naar de aanvraag van de openstellingsvergunning en de
openstelling van de Piet Heintunnel.
Definitie stoplichten scope, planning, financiën, risico's, kwaliteit en organisatie:
® Buiten de vastgestelde programmakaders, niet beheersbaar door programmateam, escalatie naar het bestuur
® Buiten de vastgestelde programmakaders, beheersbaar door programmateam.
® Binnen de vastgestelde programmakaders.
an pe 5 k ì & <*
É Ee Een " â PPE etn 8
Ef 8 2 ad b EEE lr het
° ef Os RE En. Ke
ee
EE E 5 Pa En Ei $ En k Sn En =
ng TG ek f |
nn EE ki dee) Me k
DE af U A | ie ed d S 4 de a
gE Ki ä B E IJ nd À 5 E Á
is PL Leentbereikbaar en
Bo ES a ON yr r B ki
Pr _… Verbonden Amsterdam.
B De 4 (in v y ä
dar/vebr de toekomst.”
Cn ‚ En we |
Dit hoofdstuk beschrijft de voortgang van het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam in het derde
kwartaal van 2022. Paragraaf 2.1 relateert deze voortgang aan de programmadoelstellingen. Paragraaf
2.2 beschrijft de voortgang van de drie projecten, inclusief de impact die de projecten hebben op
mobiliteit in de stad en op de omgevingspartijen. Paragraaf 2.3 licht de samenwerking met onze
partners toe. En in paragraaf 2.4 staat centraal welke tegenspraak is georganiseerd om het resultaat
van het programma te borgen.
2.1 Bijdrage aan de stad
Het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam (AWA) zorgt ervoor dat de Amsterdamse wegtunnels
en de Verkeerscentrale Amsterdam (VCA) klaar zijn voor de toekomst: veilig te gebruiken, eenvoudig te
bedienen en gemakkelijk te onderhouden.
Het programma heeft twee hoofddoelstellingen:
1. Het realiseren van veilige en beschikbare wegtunnels die voldoen aan de huidige wetgeving; en
2. Zorgen voor een uniforme bediening, bewaking en een functioneel uniforme, toekomstbestendige
tunneluitrusting die bijdraagt aan de veiligheid en beschikbaarheid van de tunnels. Zodat ook in de
toekomst de bereikbaarheid van de stad is geborgd.
Het programma bestaat nu nog uit drie projecten:
m de renovatie van de Piet Heintunnel (uitvoering juni 2021 t/m 2 december 2022);
m de aanpassing van de Michiel de Ruijtertunnel (uitvoering in de tunnel is reeds gereed; uitvoeren en
testen van software-aanpassingen tot eind juli 2023);
m de vernieuwing van de Verkeerscentrale Amsterdam (uitvoering van de nieuwe centrale is voorzien
vierde kwartaal 2023 t/m eind 2025 en de realisatie van de uitwijkcentrale eind 2026).
Van een vierde project, de renovatie van de Amsterdam Arenatunnel, is in het tweede kwartaal 2022
het ontwerp afgerond. Het ontwerp is overgedragen aan de tunnelbeheerorganisatie, samen met
een dossier hoe verder te gaan als het wenselijk is om de renovatie alsnog uit te voeren. In het derde
kwartaal 2022 is decharge verleend aan de projectmanager van dit project en is het geen onderdeel
meer van de voortgangsrapportage over het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam (zie verder
paragraaf 3.1).
Hieronder beschrijven we wat we in het derde kwartaal van 2022 hebben gedaan om deze opgave te
realiseren.
21.1 Overkoepelend
De openstelling van de Piet Heintunnel, gepland op 2 december 2022, komt steeds dichterbij. Dit
is voor alle Amsterdammers een belangrijk moment — en zeker ook voor het programma Aanpak
Wegtunnels Amsterdam. Het is de eerste van de vijf Amsterdamse wegtunnels die voldoet aan de
nieuwe standaard die door het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam is ontwikkeld en die met
de door het programma ontwikkelde systemen wordt bediend. Deze datum betekent ook dat de
beheerfase voor de Piet Heintunnel zich aandient. Om de overgang van ontwikkeling naar beheer
soepel te laten verlopen, werken het programmateam en de tunnelbeheerorganisatie al geruime tijd
nauw samen. Zoals we tot dusverre hebben gerapporteerd, blijft de inzet om de opgebouwde kennis
en standaarden van het programma goed over te dragen aan de tunnelbeheerorganisatie. Tijdens een
bijeenkomst begin september hebben we vastgesteld dat er veel is bereikt en dat er een goede basis
ligt voor verdere implementatie.
Uiteraard zijn er ook zorgen. Deels horen die bij de fase waarin het project Renovatie Piet Heintunnel
zich bevindt: naarmate de deadline dichterbij komt, wordt de druk groter. Het programma eindigt
twee jaar eerder: eind 2023 in plaats van eind 2025. De ondersteuning die het programma nu nog
kan leveren, is dan niet meer aanwezig. Voor de Amsterdam Arenatunnel ligt een ontwerp voor de
renovatie gereed, maar de uitvoering is in portefeuille gehouden en zal op termijn worden opgepakt
door de tunnelbeheerorganisatie. De vernieuwing van de Verkeerscentrale Amsterdam wordt na 2023
ook de verantwoordelijkheid van tunnelbeheerorganisatie, evenals het vervangingsonderhoud van de
IJ-tunnel, waarvan eind 2022 de projectvoorbereiding aanvangt.
Vanwege deze druk zien wij het potentiële risico dat de opbrengsten van het programma Aanpak
Wegtunnels Amsterdam uiteindelijk niet ten volle worden benut. De vernieuwde Piet Heintunnel
functioneert vanaf 2 december volgens de nieuwe standaard, maar voor de rest van het tunnelareaal
geldt dat nog niet. Het kan daardoor zijn dat de Piet Heintunnel in de praktijk niet als ‘de standaard’
wordt ervaren, maar slechts als ‘een van de bedienpraktijken’. We doen er alles aan om de
nalatenschap van het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam zo goed en compleet mogelijk te
laten landen in de tunnelbeheerorganisatie, om zo ten volle te kunnen profiteren — in financiële en
maatschappelijke termen — van opgebouwde kennis en standaarden. Daar hoort bij dat we ook na
oplevering van de Piet Heintunnel vanuit het programma nazorg blijven bieden en maximaal zullen
bijdragen aan continuïteit. Met als doel: uniforme bediening, bewaking en een functioneel uniforme,
toekomstbestendige tunneluitrusting die bijdraagt aan de veiligheid en beschikbaarheid van de
Amsterdamse wegtunnels.
In het derde kwartaal van 2022:
m hebben we gezamenlijk de basis gelegd voor de verdere uitwerking van de versterkingsopgave van
de tunnelbeheerorganisatie, waarbij in vijf samenhangende werkpakketten verder is gewerkt aan
het uitvoeren van verbeterpunten;
m zijn gebruikerstesten uitgevoerd, waarbij verkeersleiders daadwerkelijk met de nieuwe systemen
hebben geoefend en zijn gecertificeerd; en
m is de voortgang besproken op de decharge van het programma en op de aantoonbaarheid van de
programmadoelstellingen.
2.1.2 Veilig te gebruiken
Het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam zorgt voor een veilige, uniforme uitrusting voor de
tunnels binnen zijn scope en werkt aan veilige technieken, procedures en handelingsprocessen. In een
testcentrum kunnen we nieuwe systemen en installaties als Proof of Concept uitproberen, voordat we
ze implementeren in de tunnels en in de vernieuwde verkeerscentrale. Ook kunnen we verkeersleiders
opleiden, trainen en oefenen met behulp van de systemen in dit testcentrum.
In het derde kwartaal van 2022:
m heeft hettestcentrum zijn nut in de praktijk bewezen. Door te oefenen met realistische scenario’s
zijn wij onvolkomenheden in het ontwerp tegengekomen die mogelijkerwijs in de operatie tot een
verstoring hadden geleid, maar die we dankzij het testcentrum kunnen verhelpen. Het systeem is op
de proef gesteld door de gebruikers (de verkeersleiders). Daar zijn afwijkingen uit voortgekomen:
de verkeersleider handelt anders dan het systeem verwachtte. Het vervolg is dat of verkeersleiders
getraind moeten worden om anders te handelen, of dat de techniek of de procedure moet worden
aangepast;
m zijn gesprekken met de tunnelbeheerorganisatie over cybersecurity afgerond. Gebleken is dat er
geen wijzigingen hoeven te worden doorgevoerd in de programmakaders. De doorontwikkeling is
onderdeel van de versterkingsopgave van de tunnelbeheerorganisatie;
m bereidden we de uitvoering van zogenaamde pentesten voor waarbij ethische hackers systemen
onderzoeken op kwetsbaarheden, met als doel om de robuustheid van onze digitale systemen
maximaal op de proef te stellen;
m is een veiligheidscampagne voor alle medewerkers van het programma Aanpak Wegtunnels
Amsterdam volledig voorbereid en is de uitvoering gestart;
m is een auditor gecontracteerd die moet toetsen of het programma werkt volgens trede 3 van de
veiligheidsladder. De resultaten van de audit verwachten we in het vierde kwartaal van 2022; en
m hebben we met alle medewerkers safety walks gedaan om de veiligheid van hun werkplek te
beoordelen.
21.3 Eenvoudig te bedienen
Het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam uniformeert systemen en procedures, waardoor de
complexiteit vermindert, de kans op menselijke fouten afneemt en de inzetbaarheid van tunnelver-
keersleiders verbetert. Een in 2021 uitgevoerde publieke businesscase laat zien dat hoe meer tunnels
op een uniforme wijze (met uitwisselbare bediening, toekomstvaste huisvesting, duurzaamheid en de
toepassing van digitale vernieuwing) worden aangestuurd en onderhouden, hoe meer financiële en
maatschappelijke baten dit oplevert. Een belangrijk doel is daarom meer Amsterdamse wegtunnels op
een uniforme en daarmee eenvoudige wijze te bedienen.
In het derde kwartaal van 2022:
=m hebben we vrijwel alle verkeersleiders opgeleid en gecertificeerd zodat ze de nieuwe bediening van
de gerenoveerde Piet Heintunnel kunnen en mogen uitvoeren;
m zijn we begonnen met het voor andere tunnels beschikbaar maken van de beheeromgeving die we
voor de Piet Heintunnel hebben gebouwd;
m zijn we begonnen met het beschikbaar maken voor het gehele tunnelareaal van de test- en
acceptatieomgeving (waar we software testen) die we voor de Piet Heintunnel hebben gebouwd;
m zijn we begonnen met het uitwerken van onze filosofie voor opleiden, trainen en oefenen (oto), ter
voorbereiding van de beheerfase; en
m is besloten technische aanpassingen door te voeren zodat het gelijktijdig bedienen van de
tunneltechnische installaties via het SCADA-scherm (dat signalen verzamelt, doorstuurt, verwerkt
en visualiseert) en de Audio/Video-installaties via het AV-scherm mogelijk wordt. Hiertoe is een
aanvullende eis verwoord, die middels VTW's aan de projecten worden aangeboden ter verwerking
in de ontwerpen. De impact in tijd en geld wordt momenteel nog inzichtelijk gemaakt maar de
verwachting is dat deze financieel kan worden gedekt met de risicovoorzieningen die door het
programma worden aangehouden voor dit soort omstandigheden.
2.1.4 Makkelijk te onderhouden
Functioneel uniforme tunnels dragen bij aan eenvoudiger en daarmee efficiënter onderhoud omdat
ze straks real time informatie geven over de staat waarin installaties zich bevinden, zodat onderhoud
adeguaat kan worden gepland en uitgevoerd. De voorspelbaarheid van het onderhoud wordt vergroot.
Dit maakt het beheer van tunnels efficiënter en heeft een positief effect op de beschikbaarheid van de
tunnels zelf.
In het derde kwartaal van 2022:
m zijn veel testen uitgevoerd van installaties in de Piet Heintunnel en is gewerkt aan de migratie van
systemen van de Verkeerscentrale Amsterdam. Doel is daarmee aan te tonen dat de bedienketen
werkt, namelijk dat de installaties in de Piet Heintunnel en de bediening in de verkeerscentrale
goed samenwerken. In het vierde kwartaal worden de bevindingen van de gehouden testen
verwerkt en hopen we de integraliteit van de bedienketen te hebben aangetoond;
m hebben we baseline 4.1 van het standaard tunnelareaal afgerond. Een baseline is te vergelijken
met een foto van een vooraf bepaald moment. De dan geldende informatie wordt in de baseline
samengevoegd. Tot en met het eerste kwartaal 2023 wordt gewerkt aan de baseline 5.0, waarin
de huidige leerpunten en ervaringen zijn verwerkt zodat deze gereed is voor het volgende project,
het vervangingsonderhoud van de IJ-tunnel. Dit stelt de tunnelbeheerorganisatie in staat om de
uniformiteit ook in toekomstige tunnelprojecten te waarborgen, zodat de doelstellingen in het
kader van eenvoudige bediening, veilig gebruik, makkelijk onderhoud en toekomstbestendigheid
kunnen worden bewerkstelligd;
m is de aanbesteding voor het onderhoud van de Piet Heintunnel afgerond;
m is een onderhoudsploeg voor de Piet Heintunnel gemobiliseerd en opgeleid; en
m bereiden we voor de Piet Heintunnel gebruikerstesten voor, die we vanaf begin oktober uitvoeren.
2.2 De voortgang van de projecten en effecten buiten
2.2.1 Voortgang projecten
Deze paragraaf geeft beknopt de voortgang weer op de projecten. Sinds de vorige rapportage is de
beschrijving van het project Renovatie Amsterdam Arenatunnel vervallen, omdat in het tweede kwartaal
2022 de werkzaamheden aan dit project volgens planning waren afgerond en het dossier in het derde
kwartaal aan de tunnelbeheerder is overgedragen. Een uitgebreidere beschrijving van de drie nog
lopende projecten is te vinden in de factsheets per project (bijlage 2).
Project Renovatie Piet Heintunnel
De renovatie van de Piet Heintunnel is inmiddels vergevorderd. De werkzaamheden buiten bestaan nu
vooral nog uit het aanbrengen van nieuw asfalt in de tunnel en de architectonische stempelbekleding
in de toeritten. De testfase is bijna afgerond en heeft geresulteerd in de nodige bevindingen. Er wordt
momenteel hard gewerkt om alle bevindingen te verwerken en de juiste werking van alle systemen
aan te tonen. In oktober wordt een integrale test met de verkeersleiders uitgevoerd, evenals een
brandoefening en een ontruimingsoefening met de nood- en hulpdiensten.
Naast het uitvoeren van (her)testen wordt de oplevering door de opdrachtnemer en de overdracht
naar de beheerder voorbereid zodat de tunnel op 2 december volgens plan kan worden opengesteld
voor het verkeer. De ingediende gebruiksmelding voor het gebruik van de tunnel door de IJ-tram
is inmiddels door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied geaccepteerd. Daarnaast wordt de
aanvraag van de openstellingsvergunning voorbereid. Alle verkeersleiders zijn dit kwartaal opgeleid om
de vernieuwde tunnel te kunnen bedienen.
Project Vernieuwing Verkeerscentrale (VCA)
In het derde kwartaal heeft het project volop doorgewerkt op basis van de herijkte aanpak uit het
eerste kwartaal 2022. De voorbereidingsfase nadert zijn afronding, waarbij de focus in het derde
kwartaal lag op de benodigde onderbouwing voor het uitvoeringsbesluit (gepland eind 2022),
waaronder een herijking van de kostenraming om deze in lijn te krijgen met de scope van het
project. Dit geldt ook voor de inkoopafweging, de uitwerking van de integrale planning voor de
uitvoeringsfase en een update van het risicodossier als input voor de raadsvoordracht. Dit resulteert in
een haalbaarheidspercentage (van de mijlpaal einde uitvoering nieuwbouw) van 68% (zie ook par. 3.2
Masterplanning). Parallel daaraan is gewerkt aan de systeemdefinitie van de technische VCA-systemen,
het definitief ontwerp voor het gebouw, de inpassing van de integrale bedienketen voor de Piet
Heintunnel in Dijksgracht 1 en verkennende werkzaamheden voor het koppelen van de tunnels aan de
nieuwe verkeerscentrale.
Project Aanpassingen Michiel de Ruijtertunnel
Eind 2021 is het contract getekend voor het realiseren van de aanvullende werkzaamheden aan de
besturing van de Michiel de Ruijtertunnel. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd door Equans.
Afgelopen augustus is het contract voor het Multi Aanraak Paneel (MAP) aan Heijmans gegund. Dit
Multi Aanraak Paneel én het al ontwikkelde Multi Aanraak Paneel voor de Piet Heintunnel kennen een
uniform ontwerp en aansturing. In het derde kwartaal is gewerkt aan het ontwerp en de gezamenlijke
voorbereiding voor de uitvoering van deze resterende werkzaamheden.
2.2.2 Bereikbaarheid
De afsluiting van de Piet Heintunnel heeft grote impact op de bereikbaarheid in de stad. Daarom wordt
ingezet op stakeholdermanagement, verkeersmanagement, mobiliteitsmanagement en communicatie.
Het verkeersbeeld sinds de afsluiting van de Piet Heintunnel blijft ook het derde kwartaal rustig. In de
zomervakantie was er circa 30% minder verkeer vergeleken met de situatie tijdens de coronapandemie
en voor tunnelsluiting. Voorafgaand aan deze periode is ook fors ingezet op geotargeting (het
gericht plaatsen van online advertenties op basis van de geografische locatie van de automobilist)
en appnotificaties via de navigatie-apps Flitsmeister en Waze. Na de vakantie is de toename van
verkeer weer rond de 80% (vergelijkbaar met vorig jaar). Er zijn dit kwartaal geen meldingen over
de verkeerssituatie geweest en er zijn geen verkeersincidenten geweest die gerelateerd zijn aan de
tunnelsluiting. Dit kwartaal is een terugkoppeling gedaan richting de omgeving over de genomen
definitieve maatregelen op de Zeeburgerdijk, die in samenwerking met stadsdeel Oost tot stand zijn
gekomen.
Het overige verkeersbeeld rond de tunnelsluiting is nog steeds rustig. Als in de herfst weer een stijging is
te zien, kan geotargeting opnieuw worden ingezet.
22.3 Tevreden omgeving
Bewoners, bedrijven en weggebruikers in de omgeving van de bouwlocaties worden proactief
betrokken, zodat vooraf duidelijk is wanneer eventuele hinder te verwachten is, wat de
omleidingsroutes zijn en welke mobiliteitsalternatieven er zijn. We meten de tevredenheid regelmatig
en voeren suggesties door voor verbetering.
In het derde kwartaal is weer een tevredenheidsmeting uitgevoerd voor de Piet Heintunnel. De
resultaten hiervan zijn teruggekoppeld aan de respondenten en de omgeving. Ondanks de overlast die
de afsluiting van de Piet Heintunnel teweegbrengt, is twee derde van de respondenten tevreden dan
wel zeer tevreden over de communicatie hierover. De ontevredenheid over de Piet Heintunnel neemt
in de laatste meting af ten opzichte van de eerdere twee metingen. Het percentage ‘zeer tevreden’
neemt in de laatste meting flink toe. Een noot hierbij is wel dat de vraagstelling anders is geweest dan
de voorgaande meting, waarbij meer de mobiliteitsmaatregelen aan de orde kwamen en de aanpak van
de werkzaamheden. Nu is de vraag meer gericht geweest op de informatievoorziening. Er zal nog een
laatste meetmoment komen waarin wel gevraagd zal worden naar de (on)tevredenheid over de aanpak,
zodat de metingen beter vergelijkbaar zijn.
15 september was de laatste bijeenkomst van de klankbordgroep van de Zeeburgerdijk. Nadat de
Piet Heintunnel weer opengesteld is, blijft stadsdeel Oost contact houden met de bewoners over de
vervolgprojecten in de buurt. Het stadsdeel heeft daar eind augustus ook een brief over gestuurd aan
de bewoners.
Er zijn in het derde kwartaal geen meldingen binnengekomen naar aanleiding van de werkzaamheden
aan de Piet Heintunnel en de verkeerscentrale.
Op 10 augustus is in de Piet Heintunnel de laatste rondleiding voor de omgeving gegeven. De
rondleidingen hebben geleid tot veel positieve reacties en begrip voor de complexe werkzaamheden.
2.3 Samenwerking met de strategische partners
Meerdere stakeholders hebben vanuit hun formele positie een directe verantwoordelijkheid voor of een
direct belang bij een betrouwbare beschikbaarheid van de wegtunnels in Amsterdam. In het program-
maplan zijn deze stakeholders benoemd als onze strategische partners:
1. de tunnelbeheerder (bevoegdheid op basis van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels);
2. de veiligheidsbeambte (bevoegdheid op basis van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels);
3. de tunnelbeheerorganisatie en de afdeling Verkeersmanagement van de directie Verkeer &
Openbare Ruimte
A. de stadsregisseur; en
5. de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
Tunnelbeheerder, veiligheidsbeambte en Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
De samenwerking met zowel de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied als met de tunnelbeheerder
is constructief. In het derde kwartaal is uitgebreid overleg gevoerd met de veiligheidsbeambte met
betrekking tot het wettelijk vereiste onafhankelijke advies voor openstelling van de Piet Heintunnel.
Met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied vindt regulier overleg plaats over de stand van zaken
van de projecten binnen het programma waarbij de focus in het derde kwartaal lag op het proces
rondom de aanvraag openstellingsvergunning voor de Piet Heintunnel. De openstellingsvergunning
wordt door de tunnelbeheerder aangevraagd, die daarbij in de voorbereiding wordt ondersteund
door de programmaorganisatie AWA, aangezien het programmateam een groot deel van de daarvoor
benodigde documentatie en informatie levert.
Afdeling Verkeersmanagement
De samenwerking tussen het programma AWA en de tunnelbeheerorganisatie (TBO) heeft een extra
Het programma heeft een collegiale review uitgevoerd op het door V&KOR geleverde voorlopig
ontwerp en de raming met betrekking tot het ontwikkelspoor verkeersmanagement. V&OR neemt
deze punten mee in het definitief ontwerp. De afspraak is dat het programma op basis van het nog
te ontvangen definitief ontwerp en bijbehorende raming een beoordeling doet hoe hiermee wordt
omgegaan richting het uitvoeringsbesluit VCA.
Tunnelbeheerorganisatie
De samenwerking met de tunnelbeheerorganisatie op programmaniveau heeft zich de afgelopen
periode met name gefocust op de afstemming en besluitvorming rondom bevindingen vanuit AWA
en/of TBO die voortkomen vanuit testen en het traject van Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO)
richting de openstelling van de Piet Heintunnel. Hoewel er in het begin van het derde kwartaal nog
beperkt voortgang was geboekt en afstemming veel tijd heeft gekost, zijn in de laatste weken door
wederzijds meedenken en meebewegen concrete stappen gezet en is overeenstemming bereikt welke
bevindingen nog voor openstelling van de Piet Heintunnel afgehandeld dienen te worden.
Daarnaast vindt voor de functionele systemen van de VCA een herijking van het ontwerp plaats waarbij
expliciet de TBO wordt betrokken voor een gedragen ontwerp.
Versterkingsopgave tunnelbeheerorganisatie
Vanaf begin 2022 is door AWA en TBO gezamenlijk gewerkt aan de versterkingsopgave. De activiteiten
concentreerden zich onder meer tot het bereiken van een gemeenschappelijk beeld van de producten
en werkwijzen zoals gehanteerd en opgeleverd vanuit AWA en de toepassing binnen de beheer en
onderhoud organisatie. In verschillende werkpakketten die elk een aandachtsgebied onder handen
hebben, is hier wisselende voortgang in geboekt. Ook is gewerkt aan hoe de organisatie van de
vernieuwde versterkte tunnelbeheerorganisatie eruit zou moeten zien. Op 1 september is per pakket
gedeeld wat de beoogde aanpak is om te voldoen aan de doelstelling en welke inspanning dit naar
verwachting vraagt vanuit zowel AWA als TBO.
Contractering onderhoud Piet Heintunnel
Bij de aanbesteding van de renovatie Piet Heintunnel is het onderhoud van de tunnel na oplevering
als optie opgenomen. De tunnelbeheerorganisatie heeft gekozen om deze optie te gebruiken, het
programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam is gevraagd te helpen bij de inkoop van het meerjarig
onderhoud. In het eerste en tweede kwartaal zijn de contractstukken voor het onderhoud Piet
Heintunnel opgesteld en is een aanbieding ontvangen. In het derde kwartaal is het onderhoudscontract
door alle partijen ondertekend. Het contractmanagement van deze overeenkomst wordt uitgevoerd
door de tunnelbeheerorganisatie. Daarmee is het traject van contractering onderhoud Piet Heintunnel
en de ondersteuning daarbij door AWA succesvol afgerond.
Aanbesteding Raamovereenkomst technische adviesdiensten
Het programmateam AWA en de tunnelbeheerorganisatie hebben begin dit jaar besloten
om gezamenlijk een aanbesteding te doorlopen voor een raamovereenkomst Technische
Adviesdiensten Wegtunnels. Met deze raamovereenkomst kan dan zowel het programmateam AWA
als de tunnelbeheerorganisatie tunneltechnische vraagstukken opdragen aan een gezamenlijke
samenwerkingspartner. Op 9 juli 2022 is de Europese aanbesteding gestart met de publicatie van
de aankondiging. Marktpartijen hebben tot 16 september de gelegenheid gehad zich voor de
aanbesteding aan te melden. Aansluitend zijn de aanmeldingen beoordeeld en op 30 september
zijn de marktpartijen geïnformeerd over de selectiebeslissing. In het volgende kwartaal wordt de
aanbesteding voortgezet met de dialoogfase.
Stadsregisseur
Het contact met de stadsregisseur blijft prettig verlopen. Belangrijkste onderwerpen van gesprek
zijn de uitvoeringsnachten van de Michiel de Ruijtertunnel en de verankering van de genomen
mobiliteitsmaatregelen bij de Piet Heintunnel in de stad, zodat volgende projecten hier gemakkelijker
gebruik van kunnen maken.
24 Tegenspraak
Bij complexe projecten is het organiseren van tegenspraak heel belangrijk. In de Regeling Risicovolle
Projecten, waaronder het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam valt, is dit ook als regel opgeno-
men. In het derde kwartaal is er tegenspraak geweest van de Adviesraad Wegtunnels, van het Commis-
sariaat Civiele Constructies en door het doen van audits door onze auditor Horvat & Partners.
24.1 Adviesraad Wegtunnels
In zijn vergadering van september 2022 heeft de Adviesraad Wegtunnels (die zowel het programma
AWA als de tunnelbeheerorganisatie adviseert) adviezen gegeven over de afronding van het ontwerp
van de renovatie van de Amsterdam Arenatunnel (en over het mogelijk opnieuw oppakken van dit
project), over de versterkingsopgave van de tunnelbeheerorganisatie waar het programma Aanpak
Wegtunnels Amsterdam een inhoudelijke bijdrage aan levert en over de resultaten van het omgevings-
management en de omgevingscommunicatie rondom de Piet Heintunnel.
Naast de vergaderingen (ieder kwartaal) geven adviesraadleden daar tussendoor een-op-een-advies
aan de programmaorganisatie AWA en de tunnelbeheerorganisatie.
24.2 Commissariaat Civiele Constructies
In september 2022 is een regulier overleg geweest met het Commissariaat Civiele Constructies (CCC)
over de route naar de aanvraag van de openstellingsvergunning en de openstelling van de Piet
Heintunnel. Bij relevante ontwikkelingen wordt het CCC tussentijds geïnformeerd dan wel om advies
gevraagd. Tevens heeft het CCC geadviseerd over de inhoud van de bestuurlijke voordracht met
betrekking tot het restrisico gelijktijdige bediening.
ae ) se \
NN
24.3 Uitvoeren van audits Î Ï
Naast de eerstelijns kwaliteitsborging door de opdrachtnemers zelf en de tweedelijns toetsing
van de werkzaamheden en resultaten van de opdrachtnemers door de projectteams, vinden in het
programma AWA ook zogenaamde derdelijns audits plaats. Hiertoe heeft het programmateam AWA
een raamovereenkomst gesloten met Horvat & Partners, als onafhankelijke en deskundige partij voor het
verrichten van auditdiensten. De audits hebben tot doel het aantoonbaar borgen van de kwaliteit in het
programma.
Elk jaar wordt een auditplanning opgesteld waarbij aandacht wordt besteed aan de voor dat jaar
relevante onderwerpen.
In het derde kwartaal is toets 18 Opzet, bestaan en werking Systems Engineering afgerond. De
doelstelling van deze audit was het toetsen van de doorvertaling en naleving van de programmakaders
ten aanzien van systems engineering door de projecten en het in beeld brengen van de risico's voor
het programma die hiermee samenhangen. De hoofdvraag van deze audit was: Is systems engineering
binnen het programma AWA voldoende geborgd? Op basis van de bevindingen heeft Horvat &
Partners een aantal conclusies geformuleerd, onder andere dat de programma-aanpakken een compleet
geheel vormen dat voldoende kader biedt voor de inrichting van plannen en processen per project.
Er is geconstateerd dat de aanpakken niet door alle projecten binnen het programma volledig zijn
doorvertaald naar projectspecifieke kaders. Dit vormt een risico voor een systematische aanpak. Op basis
van de conclusies heeft Horvat een aantal aanbevelingen geschreven. Een reactie op de conclusies en
aanbevelingen wordt door het programma geformuleerd.
Er zijn vier audits in uitvoering waarvan er twee zich in de afrondende fase bevinden. De resultaten zullen
in de rapportage over het vierde kwartaal worden toegelicht.
Hieronder een volledig overzicht van de auditplanning 2022.
15 | Opzet, bestaan en werking Audit mrt-22 Afgerond
Kwaliteitsmanagementsysteem
16 | Opzet, bestaan en werking Audit mrt-22 In afronding
Verificatie- & Validatieproces
17 | Werking Kwaliteitsborging Audit mei-22 In uitvoering
binnen de matrix
18 | Opzet, bestaan en werking Audit april-22 Afgerond
Systems Engineering
19 | Cybersecurity Audit nov-22
20 | Prognose Eindstand VCA Review juli-22 In afronding
21 Implementatie Versterkingsopgave Audit okt-22 In opstart
TBO
22 | Aantoonbaarheid Review nov-22
programmadoelstellingen
23 | Leerervaringen Alliantiecontracten Evaluatie jan-23
HOOFDSTUK 3
Programmabeheersing
Het geactualiseerde programmaplan Aanpak Wegtunnels Amsterdam (versie 2.0) is vastgesteld door
het College van B&W op 31 mei 2022. Op basis van dit plan wordt per kwartaal gerapporteerd over de
voortgang van het programma.
3.1 Programmascope
De scope van het gehele programma is gedefinieerd in het programmaplan. Dit geeft de
mogelijkheid om op basis van de VTW-procedure (Verzoek Tot Wijziging) formeel wijzigingen van de
programmascope vast te stellen.
Na het afronden in het tweede kwartaal van de voorbereidingsfase van het project Renovatie
Amsterdam Arenatunnel is in het derde kwartaal het projectdossier overgedragen aan de
tunnelbeheerder en is door de programmadirecteur decharge verleend aan de projectmanager
van dit project. De verantwoordelijkheid voor de aanpak van de Amsterdam Arenatunnel ligt bij de
tunnelbeheerder.
3.2 Masterplanning
De masterplanning omvat de planning van de vier uitvoeringsprojecten en de planning van de Operati-
onal Concept Description (OCD). De vigerende masterplanning is versie 5.0. Deze planning is door het
College van B&W vastgesteld op 31 mei 2022.
Er is geen aanleiding om wijzigingen door te voeren in de masterplanning, alle uitvoeringsprojecten
passen binnen de gestelde kaders.
Voor elk project zijn dit kwartaal probabilistische analyses uitgevoerd, die de mogelijke gevolgen van
risico’s op de planning zichtbaar maken. In onderstaande tabel zijn de mijlpalen voor start en einde van
de uitvoering opgenomen. Per mijlpaal staat een haalbaarheid als percentage vermeld. Dit percentage
geeft een beeld van de kans dat deze mijlpalen tijdig worden bereikt. In de factsheets (bijlage 2) is per
project een meer gedetailleerde planning opgenomen.
UITVOERINGSPROJECTEN START | HAALBAARHEID EINDE | HAALBAARHEID
UITVOERING START |__ UITVOERING EINDE
Vernieuwing Verkeerscentrale 1-10-2024 99% | 31-12-2025 68%
Renovatie Piet Heintunnel 25-6-2021 100% 2-12-2022 -
Aanpassingen Michiel de Ruijtertunnel 17-12-2021 100% | 31-7-2023 85%
fase 2
Vernieuwing Verkeerscentrale
R Zoals bij start van de herijkte voorbereidingsfase (begin 2022) besproken, is in het derde kwartaal
de planning voor de fase na de voorbereidingsfase geformaliseerd. Deze probabilistische planning
geeft een beter zicht op de werkzaamheden en de bijbehorende risico’s, waaronder vertraging op het
uitvoeringsbesluit, te weinig inschrijvers in de aanbesteding op het VCA-gebouw en het toch Europees
moeten aanbesteden van de tunnelaanpassingen aan de Spaarndammertunnel). Deze doorrekening
levert een haalbaarheidspercentage van 68% op.
Renovatie Piet Heintunnel
Omdat het zo kort voor de geplande openstellingsdatum Piet Heintunnel is, vindt er geen risicodoor-
rekening meer plaats waardoor er geen realistisch percentage is te geven van de haalbaarheid.
Ontwikkelingen in de planning en de uitvoeringsperiode
De oorspronkelijk geplande uitvoeringstijd voor de renovatie van de Piet Heintunnel was 15 maanden
nadat de voorbereidende werkzaamheden waren afgerond. De tunnel zou volgens dat plan eind maart
2021 voor alle verkeer gesloten worden en eind juni 2022 weer worden opengesteld. In deze kwartaal-
rapportages is in september 2020 gemeld dat als gevolg van de landelijke maatregelen tegen de ver-
spreiding van het coronavirus, de start van de uitvoering met 3 maanden was vertraagd naar eind juni
2021. Na verdere analyse van de effecten van de coronamaatregelen op de uitvoeringswerkzaamheden
en om meer zekerheid te krijgen over de openstellingsdatum, werd even later de openstellingsdatum
30 september 2022. Door de effecten en de lange duur van de coronamaatregelen van circa twee jaar
en ook als gevolg van tegenvallers tijdens de renovatie zoals lange levertijden, is de beoogde open-
stellingsdatum uiteindelijk gepland op 2 december 2022. Bij de nu beoogde openstelling van de Piet
Heintunnel op 2 december 2022, is de tunnel 2 maanden langer dan oorspronkelijk gepland gesloten
geweest voor het wegverkeer.
Aanpassingen Michiel de Ruiijtertunnel
Het genoemde haalbaarheidspercentage betreft de planning van de werkzaamheden aan de
3B-software. In het vierde kwartaal zal deze planning worden geformaliseerd.
3.3 Financiële stand van zaken
In totaal is op dit moment voor circa € 246,3 miljoen aan kredieten beschikbaar gesteld voor het
programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam. In de gemeentebegroting 2022 is in totaal € 285,8 miljoen
opgenomen. Het verschil met het totale kredietbedrag van € 246,3 miljoen betreft het nog aan te vragen
krediet van € 39,5 miljoen voor het project Vernieuwing Verkeerscentrale Amsterdam. Uitvoeringsbesluit
en kredietaanvraag volgen eind van dit jaar. In totaal is voor een bedrag van € 196,0 miljoen aan
verplichtingen aangegaan en is inmiddels € 161,5 miljoen betaald. Dit is 57,4% van de prognose einde
werk over het gehele programma.
Aanpak Wegtunnels Amsterdam - Prognose Einde Werk
HUIDIGE VERSLAGPERIODE VORIGE PERIODE
Q3-2022 Initiële Gemeent. «Actueel Verplicht « Betaald Nog PEW Saldo PEW PEW
STAVAZA 29-09-2022 Raming Begroting « Krediet / te ver- aug 2022 tov. Q2-2022 Mutaties
prijspeil budget 01-01-2022 Expl. plichten Raming
DEELPROJECT 1 2 3 4 5 6 7=4+6 B=1-7 9 10=7-9
Programma 38,2 38,2 38,2 27,1 22,9 11,0 38,2 0,0 38,2 0,0
Piet Heintunnel 89,9 117,6 117,6 121,4 107,6 -0,9 120,6 -30,6 115,5 5,0
Michiel de Ruijtertunnel 14,6 16,4 16,4 15,2 12,1 1,7 16,9 -2,3 17,8 -0,9
Arenatunnel 13,1 13,1 13,1 11 7,6 0,1 77 5,4 8,5 -0,8
Verkeerscentrale 59,1 59,1 27,3 23,4 10,2 47,1 70,6 -11,5 70,6 0,0
Risico voorzieningen + indexering 71,0 41,4 33,7 1,1 1,0 26,1 27,3 43,7 30,6 -3,3
Totaal AWA 285,8 285,8 246,3 196,0 161,5 85,2 281,2 4,6 281,2 0,0
-: overschrijding en + : onderschrijding
Toelichting:
1. De eerste kolom (initiële raming) laat de oorspronkelijke SSK-ramingen zien (van de scope op
het moment van de rapportage), waarbij de risicovoorzieningen van de projecten (deels) zijn
gealloceerd op het niveau van het overkoepelende programma.
2. De aanwending van de risicovoorzieningen met betrekking tot de projecten vindt plaats op basis
van neutrale kredietoverhevelingen naar de betreffende projecten. De besluitvorming hierover vindt
plaats bij de kwartaalrapportages.
3. De voor indexering toegekende kredieten (die nog niet aan projecten zijn toegekend) worden vanaf
nu opgenomen onder de laatste regel van de tabel, samen met de risicovoorzieningen.
4. Voor de begroting 2023 is in verband met de hoge prijsstijgingen aanvullend € 3,6 miljoen
aangevraagd voor indexering (nacalculatie t/m 2021). Deze zijn nog niet in de tabel opgenomen.
Zie verder de toelichting onder het kopje “Indexering”.
Mutaties Prognoses Einde Werk (PEW):
In het derde kwartaal 2022 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van het
tweede kwartaal 2022:
AWA Programma
De prognose einde werk (PEW) voor het programma is in de afgelopen periode gelijk gebleven.
Renovatie Piet Heintunnel
De prognose einde werk (PEW) voor de renovatie van de Piet Heintunnel is verhoogd door het
geprognosticeerde resultaat van de Alliantie Piet Heintunnel en het resultaat van het project Piet
Heintunnel. Ook zijn in deze periode de kosten (€ 3,5 miljoen) voor de prijsstijgingen 2021 en 2022
voor de Alliantie Piet Heintunnel geformaliseerd en toegevoegd aan de prognose. Samen met overige
aanpassingen is de prognose einde werk gestegen met € 5,0 miljoen.
Ontwikkeling projectkosten Renovatie Piet Heintunnel
Nu de afronding van de renovatie van de Piet Heintunnel nadert, wordt het ook tijd om de balans op te
gaan maken. De verwachte eindprognose van het project bedraagt in totaal € 120,6 miljoen.
Het in 2019 ontvangen krediet voor de renovatie van de Piet Heintunnel bedroeg € 89,9 miljoen
en een krediet van € 25,9 miljoen als risicovoorziening op P85-niveau dat op het niveau van het
programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam werd aangehouden. Het krediet voor de risicovoorziening
op programmaniveau is in de jaren daarna door de raad verhoogd met in totaal € 7,4 miljoen ter
compensatie van prijsstijgingen in de periode van 2019 tot en met 2022.
Aan het oorspronkelijk krediet voor de Piet Heintunnel zijn in de drie volgende jaren op basis
van budget neutrale kredietwijzigingen en met instemming van de raad de volgende bijdragen
toegevoegd:
m £ 10,4 miljoen ter dekking van het verder ontwikkelen van het ontwerp via de
alliantieovereenkomst, mobiliteitsmaatregelen, tariefverschillen, projectmanagement en het
risicoprofiel binnen de Alliantie;
m £ 3,3 miljoen voor corona-gerelateerde maatregelen;
m £ 10,3 miljoen voor wijzigingen in de ontwerpuitgangspunten voor de Piet Heintunnel en voor het
uitwerken van de scope voor de noodzakelijke ontvlechting van de IJtramtunnel.
m € 7,4 miljoen voor compensatie van prijsstijgingen van 2019 tot en met 2022.
Aanpassingen Michiel de Ruijtertunnel
Doordat de werkzaamheden voor de AV-MAP zijn aanbesteed is het risicoprofiel afgenomen met circa
€ 0,9 miljoen.
Renovatie Amsterdam Arenatunnel
project bepaald op € 7,8 miljoen. Ten opzichte van de beschikbaar gestelde kredieten blijft
€ 5,2 miljoen over.
Vernieuwing Verkeerscentrale Amsterdam
Nu de werkzaamheden zijn afgerond en het project is afgesloten, zijn de totale kosten van het project
bepaald op € 7,7 miljoen. Ten opzichte van de beschikbaar gestelde kredieten blijft € 5,4 miljoen over
waarvan € 0,8 miljoen is toegevoegd aan de risicoreservering op programmaniveau.
Indexering:
In het afgelopen jaar hebben de projecten binnen het programma te maken gehad met extreme
prijsstijgingen van materialen, zoals staal, hout en kunststoffen. Ook is schaarste op de markt van
edelmetalen zichtbaar. Dit heeft prijsstijgingen op het gebied van hardware tot gevolg gehad.
Daarnaast versterkt de oorlog in Oekraïne de prijsstijgingen van brandstof en materialen. Door deze
ontwikkelingen staan de beschikbaarheid en de levertijden van diverse materialen onder druk. De
prijsstijgingen op de projecten zijn al aanzienlijk en zullen naar verwachting de komende tijd blijven
stijgen. Het vraagstuk rond prijsstijgingen binnen het fysiek domein speelt binnen de gehele gemeente.
De ontwikkelingen worden in kaart gebracht en bij de actualisatie van de investeringen bij de Begroting
2023 besproken.
Bij de begroting worden jaarlijks aanvragen gedaan voor de indexering van de beschikbare middelen.
Bij deze aanvragen is tot nu toe steeds de binnen de gemeente Amsterdam gebruikte IBOl-index
(index van de bruto overheidsinvesteringen) gehanteerd. Deze index is echter niet toereikend meer om
de werkelijke prijsstijgingen te compenseren.
Bij de centraal stedelijke viermaandsrapportage 2022 is een indexeringskrediet van € 6,8 miljoen
beschikbaar gesteld (inzake nacalculatie tot en met 2021). Dit bedrag is echter nog gebaseerd op de
IBOl-index en is recent geactualiseerd tot € 10,4 miljoen, rekening houdend met de feitelijke situatie en
afspraken voor indexering van onderliggende contracten. Voor het verschil van € 6,8 miljoen naar
€ 10,4 miljoen (= € 3,6 miljoen) is een aanvraag voor de Begroting 2023 toegekend.
Werken derden:
Bij het uitvoeren van de renovatie aan de Piet Heintunnel is vanwege een aantal belangrijke raakvlakken
met andere projecten om praktische redenen gekozen om bepaalde werkzaamheden onder te
brengen bij de Alliantie Piet Heintunnel. Dit heeft in beginsel geen financiële consequenties voor
het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam. De kosten worden doorbelast aan de betreffende
opdrachtgevers.
Het betreft vier onderwerpen:
m Toevoegen twee duikers project Sluisbuurt, in opdracht van de afdeling Grond en Ontwikkeling.
De waarde van de opdracht is € 2,8 miljoen.
m Gedeeltelijke ontvlechting installaties wegtunnel en tramtunnel, in opdracht van voormalige
directie Metro en Tram. De werkzaamheden zijn uitgevoerd en de waarde van de opdracht was
€ 1,5 miljoen.
m Onderhoud bestaande systemen tijdens renovatie Piet Heintunnel, in opdracht van de
tunnelbeheerorganisatie. De waarde van de opdracht is € 225.000.
m Voorbereidingen voor het kunnen inhuizen van het datacenter / de serverruimte voor VRI-VIS
Verkeersregelinstallatie-Verkeersinformatiesystemen) in de nieuwe verkeerscentrale. De kosten voor
de voorbereidingen worden door de directie Verkeer & Openbare Ruimte (Verkeersmanagement)
gedragen.
Deze werken derden zijn niet opgenomen in de eerder gepresenteerde tabel met cijfers in deze
rapportage, aangezien daarin gerapporteerd wordt over de kredieten en verplichtingen van het
programma zelf.
Neutrale kredietwijzigingen:
Gekozen is om een deel van de risicovoorzieningen van de projecten onder te brengen bij het
overkoepelende programma. Op deze wijze worden deze voorzieningen op programmaniveau
beheerst. Als de risicovoorzieningen op programmaniveau voor een project worden ingezet, wordt een
neutrale kredietwijziging voor besluitvorming aan de raad voorgelegd. In het derde kwartaal 2022 zijn
er geen neutrale kredietwijzigingen.
3.4 Risicomanagement
De voortgang van de beheersing van de toprisico's op programmaniveau is per risico opgenomen in
onderstaande risicobeschrijvingen.
De belangrijkste ontwikkeling met betrekking tot de toprisico’s in het derde kwartaal 2022 zijn:
m Om de meerwaarde van het programma (uitgedrukt via de publieke businesscase) tot een succes
te maken, wordt vol ingezet op het versterken van de tunnelbeheerorganisatie. Uitdagingen hierbij
zijn de capaciteit bij de beheerorganisatie die naast deze opgave ook haar dagelijkse taken moet
vervullen.
m De prognose voor het tekort aan risicobudget voor de dekking van de indexeringen over de
periode 2022 en verder is eind derde kwartaal 2022 begroot op € 6,3 miljoen.
Toprisico’s programma AWA:
De verschillende tunnels en de verkeerscentrale Amsterdam dienen als een integraal systeem te
functioneren. Indien dit niet het geval is, kunnen de tunnels niet (goed) bediend worden en kan de
veiligheid in het geding komen.
OORZAKEN EN BEHEERSMAATREGELEN: WIJZIGING T.O.V. Q2-2022
OORZAKEN: Er is vertrouwen dat het
1. Op programmaniveau bestaan onvoldoende duidelijke afspraken | proces met betrekking tot
over hoe en wanneer de integraliteit tussen de projecten raakvlakmanagement goed is
aangetoond wordt. Hier moeten de aanpakken die binnen de opgezet, goed is ingericht en
verschillende taakvelden zijn opgesteld op elkaar afgestemd goed toegepast wordt.
worden. . -
2. De raakvlakken tussen de verschillende projecten worden niet Het MIT is nu in staat om
gericht vragen te stellen aan de
expliciet genoeg benoemd en beheerst. projecten of raakvlakken onder
controle zijn.
BEHEERSMAATREGELEN:
1. [Afgerond] De taakvelden Systeemintegratie en Techniek, en Daarnaast is reeds gebleken
Commissioning komen met een analyse. Hieruit moet blijken dat het MT goed geïnformeerd
in hoeverre de aanpakken nader op elkaar afgestemd moeten is over raakvlakken voordat er
worden, zodat de aantoonbaarheid van de werking van het escalatie van het project naar
systeem geborgd wordt. het MT plaatsvindt.
2. [Afgerond] Opstellen en implementeren van expliciet
raakvlakmanagement binnen en tussen de projecten. Door het Eind september heeft
taakveld Systeemintegratie en Techniek worden de technische oe Kn
raakvlakken in beeld gebracht; door het taakveld Beheersing en be iste working vande
Control worden de projecten ondersteund met het beheersen bedienketen is getest.
van de planningsraakvlakken. De bevindingen uit deze test
3. Nu het raakvlakmanagement ingericht is, op zowel de techniek worden in het vierde kwartaal
als planning, dient er vooral gemonitord te worden op de 2022 opgelost. Wanneer de
beheersing van deze raakvlakken. Hiertoe is het belangrijk dater | integratietest succesvol wordt
tijdig geëscaleerd kan worden indien er onvoldoende voortgang | afgerond, zal dit risico niet meer
wordt geboekt. als toprisico geclassificeerd
worden.
Wanneer aangetoond is dat de gerenoveerde Piet Heintunnel
door de verkeersleiders bediend en bewaakt kan worden vanuit
Dijksgracht 1 (DG1), is de integraliteit van de bedienketen tussen de
tunnel en de verkeerscentrale op basis van het uniforme koppelvlak
(UKVCA) aangetoond en wordt dit risico niet meer als toprisico
geclassificeerd.
Na afronding van het programma blijkt het niet mogelijk om aan te tonen dat voldaan is aan de
programmadoelstellingen (met name wat betreft uniforme bediening, bewaking en een functioneel
uniforme, toekomstbestendige tunneluitrusting die bijdraagt aan de veiligheid en beschikbaarheid
van de tunnels).
OORZAKEN EN BEHEERSMAATREGELEN: WIJZIGING T.O.V. Q2-2022
OORZAKEN: Het proces om het “Programma
1. Het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam bestaat Decharge Document” en het
uit verschillende projecten. Het is niet vanzelfsprekend “Aantoonbaarheidsstatement”
dat de individuele projecten samen invulling geven aan de te vullen loopt op schema. Aan
programmadoelstellingen wanneer ze gereed zijn. Dit geldt de hand van deze documenten
. . zal worden aangetoond in hoe-
vooral voor doelstelling 2 van het programma (zie paragraaf 2.1). .
. . . verre de doelstellingen zoals
2. Als er onvoldoende rekening gehouden is met beleidskaders .
= . deze in de opdracht van het
komt dit in de aantoonbaarheid van de projecten en het programma zijn geformuleerd,
programma naar boven. Daarnaast is het mogelijk dat er daadwerkelijk zijn behaald.
beleidskaders gewijzigd zijn tijdens de looptijd van het
programma, zodat formeel wel aan de bij aanvang gestelde eisen | Er heeft een werksessie over
wordt voldaan, maar de beheerder van de beleidskaders toch vigerende beleidskaders
niet tevreden zal zijn. plaatsgevonden, met als doel te
3. In het geval er wel voldaan is aan de doelstellingen kan dit nog beoordelen:
steeds moeilijk aantoonbaar zijn als bijvoorbeeld de benodigde 1. of het beleid daadwerkelijk
bewijsstukken ontbreken, of als de doelstellingen niet SMART relevant is voor het pro-
(specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) zijn gramma; . .
2. of er aantoonbaar invulling
geformuleerd. .
aan gegeven is/wordt; en
3. zo niet, of er ruimte is bij
BEHEERSMAATREGELEN: lopende projecten of in de
1. Binnen het programma wordt extra aandacht besteed aan het toekomst om hier alsnog
thema aantoonbaarheid. Het onderwerp is een vast onderdeel invulling aan te geven.
van werkoverleggen en rapportages. In overleg met de
tunnelbeheerder wordt concreet afgesproken hoe, door wie en Aan relevant beleid is in bijna
wanneer de borging van dit onderwerp plaatsvindt. alle gevallen aantoonbaar vol-
2. Wijzigingen in de toegepaste beleidskaders worden gemonitord. | daan. Voor beleid waar niet of
3. Voor verkeersleiders uit te voeren testen meewegen bij het deels (aantoonbaar) aan wordt
bepalen van aantoonbaarheid. voldaan, zijn acties benoemd
om alsnog aantoonbaar te
voldoen.
Het testprogramma stelt de
tunnelbeheerorganisatie in de
gelegenheid om integratie-
testen en bedieningstesten bij
te wonen en het juist kunnen
gebruiken van de verschillende
systemen te valideren. Hier zijn
goede afspraken over gemaakt
en dit vindt nu plaats.
De eerste groep verkeersleiders
is opgeleid en gecertificeerd.
Dit draagt bij aan de validatie
van de doelstelling “eenvoudig
te bedienen”.
RISICO 3: DE BEOOGDE MEERWAARDE VAN DE PUBLIEKE BUSINESSCASE VAN HET PROGRAMMA AWA
WORDT NIET BLIJVEND GEREALISEERD.
De publieke businesscase voor het programma AWA, die in 2021 is uitgevoerd, laat zien dat het
financiële effect van de genomen maatregelen aan de tunnels positiever wordt naarmate het (toe-
komstig) vervangingsonderhoud van de overige Amsterdamse wegtunnels op gelijke wijze wordt
aangepakt (met uniforme en uitwisselbare bediening, toekomstvaste huisvesting, duurzaamheid en
de toepassing van digitale vernieuwing). Ook zal er sprake zijn van besparingen op onderhouds-
kosten en van minder verkeershinder en minder reistijdverlies en daardoor minder milieuschade.
Door de uniforme uitrusting en bediening zullen in de toekomst kortere tunnelsluitingen nodig zijn.
In het kader van de fysieke opgave van het programma AWA zijn werkwijzen en producten ontwik-
keld, die een vervolg moeten krijgen in de versterkingsopgave van de tunnelbeheerorganisatie (TBO)
om zo bij te dragen aan het behalen van de in de businesscase geformuleerde meerwaarde.
Aangezien het programma AWA een vervroegde einddatum kent, zal ook de versterkingsopgave
versneld moeten worden om een ‘warme! overdracht te kunnen bewerkstelligen.
Zonder een succesvol en tijdig doorlopen versterkingsopgave krijgen de werkwijzen en producten
van het programma AWA geen vervolg en kunnen deze niet worden toegepast. Dit heeft een
negatieve impact op de publieke businesscase van het programma AWA, maar ook op de meer-
waarde die de uniforme tunnelprojecten hebben voor de hele gemeente Amsterdam.
OORZAKEN EN BEHEERSMAATREGELEN: WIJZIGING T.O.V. Q2-2022
OORZAKEN: Beide partijen zetten zich in
1. Het programma AWA moet aantoonbaar zijn bijdrage aan om de aanpak tot een succes
de versterkingsopgave realiseren, zodat de TBO deze kan te maken. De aangestelde
doorontwikkelen. trekkers en duwers werken
2. Het ontbreekt de TBO aan personeel om invulling te geven aan aan de doorontwikkeling
de ontwikkeling van de beheeropgave. van de verschillende
3. Niet alle projecten uit het programma zullen volledig afgerond aandachtsgebieden waarbij
zijn bij overdracht aan de TBO. Met name de vernieuwing van de de verantwoordelijkheden
Verkeerscentrale Amsterdam zal onder opdrachtgeverschap van | duidelijk zijn toebedeeld.
de TBO gerealiseerd worden.
4. De opgave ‘beheer op orde! van de TBO moet gelijktijdig met De komende tijd zal
het einde van het programma (vierde kwartaal 2023) gereed zijn. | gebruikt moeten worden
om voortgang te maken.
BEHEERSMAATREGELEN: Uitdaging hierbij vormt het
1. Het programma AWA en de TBO zijn een aanpak van duwers gebrek aan capaciteit bij de
(AWA) en trekkers (TBO) overeengekomen om te zorgen dat de staande beheerorganisatie
kennis van het programma AWA ‘warm’ wordt overgedragen die naast deze opgave ook
aan de TBO. Dit is beschreven in het implementatieplan haar dagelijkse taken moet
‘Versterkingsopgave tunnelbeheerorganisatie'. vervullen.
2. Eind 2022 zal Horvat een audit uitvoeren op de voortgang van de
versterkingsopgave vanuit het perspectief van het programma en
de beheersing van dit risico.
Overeenkomstig eerdere afspraken wordt een risicobudget op programmaniveau aangehouden,
bedoeld voor onvoorziene uitgaven aan het programma en de verschillende projecten. Twee
ontwikkelingen in het programma vormen een ernstige bedreiging voor dit budget, te weten
de extreme prijsstijgingen in het fysiek domein waarvoor vooralsnog geen volledige dekking is
verkregen, en de ontwikkelingen in de raming voor het project Vernieuwing Verkeerscentrale
Amsterdam waar de projectvoorbereiding meer tijd kost en de functionele systemen nog worden
doorontwikkeld. Het gelijktijdig optreden van deze ontwikkelingen kan niet worden opgevangen in
het beschikbare risicobudget.
OORZAKEN EN BEHEERSMAATREGELEN: WIJZIGING T.O.V. Q2-2022
OORZAKEN: De prognose voor het tekort
1. In de contracten met de aannemers en andere opdrachtnemers aan risicobudget voor de
zijn verschillende indexeringen van toepassing (CBS GWW 4213 | dekking van de indexeringen
Bruggen en tunnels, CBS CAO-lonen per uur, 24-30 33 Metalek- | over de periode 2022 en
tro, CBS CPA M71.12 Ingenieurs en aanverwant). Voor de in- verder is eind derde kwartaal
dexering van de budgetten die wij als programma ontvangen van | 2022 begroot op € 6,3
de gemeente wordt de IBOI gebruikt als indexeringsstandaard. miljoen.
leder jaar worden deze indexeringen individueel vastgesteld en
is het mogelijk dat hier in bijzondere situaties grote verschillen
ontstaan.
2. Door ontwikkelingen in de systeemontwerp- en systeemdefinitie-
fase van de functionele systemen van de verkeerscentrale neemt
de kans toe dat de projectraming hoger wordt dan thans opge-
nomen in de gemeentelijke begroting.
BEHEERSMAATREGELEN:
1. Het programma brengt ieder kwartaal het effect van de indexe-
ringen in beeld. Effectieve beheersing door het programma op
dit exogene risico is niet mogelijk.
2. Het vraagstuk omtrent indexatie en daadwerkelijke prijsstijgingen
binnen het fysieke domein speelt binnen de gehele gemeente en
daarover buigt het college zich. De ontwikkelingen zullen in kaart
worden gebracht en bij de actualisatie van de investeringen bij de
Begroting 2023 worden besproken.
3. De mogelijke tekorten (met name de prijsstijgingen en de raming
Verkeerscentrale Amsterdam (VCA) worden integraal vanuit het
programma beschouwd.
4. Bij de aanvraag van het uitvoeringskrediet VCA in het vierde
kwartaal zal een dekkingsvoorstel worden gedaan waarvoor zo
nodig aanvullende middelen bij Begroting 2023 worden ge-
vraagd.
5. Voor de tekorten als gevolgen van de prijsstijgingen 2021 wordt
bij de Begroting 2023 aanvullende dekking aangevraagd ter
grootte van € 3,6 miljoen.
6. Verder wordt actief gekeken naar optimalisaties in de scope en
het ontwerp van de nieuwe verkeerscentrale.
BIJLAGE 1
Afkortingen en definities
je definit
AAT Amsterdam Arenatunnel
ATS Amsterdamse Tunnel Standaard
AWA Programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam
3B Besturing, Bediening en Bewaking
CCC Commissariaat Civiele Constructies
COB Centrum Ondergronds Bouwen
DBP Directie Bijzondere Projecten
DMC Directie Middelen en Control
EVD Eindverantwoordingsdocument
IBA Directie Ingenieursbureau Amsterdam
KES Klant Eis Specificatie
MRT Michiel de Ruijtertunnel
NMA Netwerk Metropool Amsterdam
OCD Operational Concept Description
OD NZKG Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
OTL Object Type Library
OTO Opleiden, Trainen en Oefenen
PHT Piet Heintunnel
SDT Spaarndammertunnel
SSK Standaardsystematiek voor Kostenraming
TBO Tunnelbeheerorganisatie
UKVCA Uniform Koppelvlak Verkeerscentrale Amsterdam
V&OR Directie Verkeer en Openbare Ruimte
VCA Verkeerscentrale Amsterdam
VTW Verzoek tot Wijziging
VRI Verkeersregelinstallatie
Warvw Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels
IT IJ-tunnel
e ©
\ 23
Voor de drie projecten binnen het programma Aanpak Wegtunnels Amsterdam is
in de bijlage een factsheet toegevoegd.
IN nn
A diit — EE | ne
bie ee oe NA
jans Went EE 8 ï ijn
a mn | Nn
Agt ne
Te —
wl wi 8:
Se En | Pen en or
En Rt TI
Verkeerscentrale Amsterdam
me Í 1 | |
re zaal in
EE El EN
UE Biko
En EE a 4
l he A0 EN an Wi == =S Ait Ek B eK
_ OHIB jel heen denm Í ES Ten Ik 5 Bale
4 TN ABe A rant EN de
ee de ge lig Be: men armin! | B lt ded
oe Len me Se Si Dn EA nie se ES
8 A IE Taki ED ber Er En
EEE menren. ee aaneen Nkk
REN | | |
Ke
nn
Vernieuwing Verkeerscentrale
Toelichting Management
In het derde kwartaal heeft het project volop doorgewerkt op basis van een herijkte aanpak uit het
eerste kwartaal 2022. Richting het einde van de voorbereidingsfase lag de focus in het derde kwartaal
op de benodigde onderbouwing voor het uitvoeringsbesluit (gepland eind 2022) waaronder een
herijking van de kostenraming (op basis van de SSK-systematiek) om deze in lijn te krijgen met de
scope van het project. Dit geldt ook voor de inkoopafweging, de projectplanning en het risicodossier
als input voor de raadsvoordracht. Parallel daaraan is gewerkt aan de volgende zaken:
= Het doorontwikkelen van de functionele systemen voor de nieuwe verkeerscentrale en het werken
naar afronding van de bijbehorende systeemontwerp- en systeemdetfinitiefase (SO/SD fase). Hierbij
is het beoogd gebruik vertaald naar use cases en vervolgens naar systeemfuncties. Het project
heeft daarnaast de elementen geselecteerd die bepalend zijn voor het uiteindelijke ontwerp van
de bediendesk. Deze elementen worden in samenwerking met de tunnelbeheerorganisatie verder
verkend en vastgelegd in de definitieve versie van de SO/SD in het vierde kwartaal, waarna begin
2023 kan worden gestart met het voorlopig ontwerp.
m Per aan te sluiten tunnel zijn verschillende technische scenario’s onderzocht die koppeling met
de verkeerscentrale mogelijk moeten maken. De eerste resultaten zijn in dit kwartaal beschikbaar
gekomen. In het vierde kwartaal worden op basis van verschillende criteria (tijd, geld, risico’s,
hinder, complexiteit etc.) keuzes gemaakt over de definitieve wijze van koppelen. Op basis van
die afwegingen zal een globale migratiestrategie worden opgesteld die beschrijft op welke wijze
eventuele tunnelaanpassingen en koppelingswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd.
m Werkzaamheden zijn gestart om het ontwerp van de nieuwe huisvesting van de verkeerscentrale
in lijn te brengen met het herijkte ontwerp van de functionele systemen van de verkeerscentrale.
Afronding van dit geüpdatete definitief ontwerp is noodzakelijk om de omgevingsvergunning
eind 2022 te kunnen aanvragen. Begin 2023, parallel aan de start van de aanbesteding (na het
uitvoeringsbesluit), zal het uitvoeringsontwerp aanvangen om het gewijzigde definitief ontwerp
door te vertalen naar een STABU-bestek.
m Directie Grond & Ontwikkeling heeft inmiddels een advies/grondslag afgegeven voor wijziging van
de erfpacht van GVB op het terrein van het Logistiek Centrum Metro (LCM), waar de nieuwbouw is
voorzien. Na goedkeuring van Vervoerregio Amsterdam kan hierop het notariële traject tot splitsing
van het perceel worden ingezet.
= Het project Vernieuwing Verkeerscentrale Amsterdam (VCA) zorgt voor inpassing van de bediening
van de gerenoveerde Piet Heintunnel in de huidige centrale op Dijksgracht. De integrale
bedienketen van dit project is scope van het project VCA, maar wordt ontwikkeld door het project
Piet Heintunnel. Totdat de nieuwe verkeerscentrale in gebruik is, wordt deze bedienketen ingepast
® 7 in de huidige verkeerscentrale aan Dijksgracht 1. Hiertoe zijn werkzaamheden uitgevoerd door het
O EK project om de inpassing van deze bedienketen door de Alliantie PHT ook daadwerkelijk mogelijk te
HI maken. Deze werkzaamheden zijn inmiddels afgerond.
= Door project VCA is in samenwerking met GVB onderzoek uitgevoerd om een geografisch
redundante netwerkkoppeling mogelijk te maken met de Spaarndammertunnel, de Michiel
de Ruijtertunnel en de Amsterdam Arenatunnel. De voorbereidingen, bestaande uit
graafwerkzaamheden en het leggen van de fysieke glasvezelverbindingen, zullen op basis van
dit onderzoek in het vierde kwartaal van 2022 aanvangen onder begeleiding van GVB en worden
uitgevoerd door Thales.
Scope
Om het project realiseerbaar en beheersbaar te maken zijn Verkeer & Openbare Ruimte en het pro-
gramma AWA overeengekomen om geen (technische) integratie toe te passen tussen het bedienen en
bewaken van de tunnels en het uitvoeren van verkeersmanagement. De tunnels zullen worden voorzien
van een nieuwe uniforme en uitwisselbare bediendesk en voor het verkeersmanagement zullen de
huidige functionaliteit en bedienmiddelen worden gerealiseerd. Parallel aan de projectwerkzaamhe-
den werkt Verkeer & Openbare Ruimte zelf aan een mogelijke toekomstige doorontwikkeling van de
verkeersmanagementdesk.
Tijd
Vanuit de onzekerheidsanalyse die is uitgevoerd op de planning is de haalbaarheid van de mijlpaal
Ingebruikname vernieuwde VCA dit kwartaal afgenomen van 99% naar 68% omdat met de herijking van
de scope nu ook de planning voor de uitvoeringsfase integraal is uitgewerkt en geüpdatet. Samen met
het bestaan van enkele substantiële risico's op het kritieke pad (niet tijdig halen uitvoeringsbesluit, te
weinig inschrijvers aanbesteding VCA-gebouw, het toch Europees moeten aanbesteden van de tun-
nelaanpassingen aan de Spaarndammertunnel) maakt dat de haalbaarheid nu is gedaald. Indien deze
risico’s buiten beschouwing worden gelaten is de haalbaarheid 90%.
DETERMINISTISCH PROBABILISTISCH
paal paal MP5.0 SMP vorige heid huidige Q | huidige
nr. Omschrijving StandQ3 | (wk) StandQ2 \O(wk) Toelichting | tov MP5.0
VERKEERSCENTRALE AMSTERDAM
1 \StertProject © 712019 712019 _0| 712019 O0 Afgerond |
2_\Projectbeslut
2b |Voorkeursbeshit 27-2020 27200 0 272020) mt Afgerond |
3 \Uivoeringsbeslit 22122022 22122022 O|22122022 0 optarget 72% 2212-2022) 23-3-2003
& |conroaerne oan zaal ao
5 |t uivoerrd oom | eran) 2042024
vernieuwde VCA
7 mosbruknae re- iá 18-9-2026 | 5-1-2027
novatie Dijksgracht
Is eee el
overdracht
5 |endeprejec exl sea 7727
Geld
Voor project Vernieuwing Verkeerscentrale is door de raad reeds circa € 31,8 miljoen aan middelen Voor
project Vernieuwing Verkeerscentrale is door de raad reeds circa € 31,8 miljoen aan middelen beschikbaar
gesteld voor de ontwikkeling van het testcentrum PoC-VCA en voor de voorbereidingen van het project.
Een aanvullende kredietaanvraag voor de realisatie van het gehele project zal later dit jaar samen met het
uitvoeringsbesluit worden ingediend. Hiervoor is een budget ter grootte van € 39,5 miljoen opgenomen
in de Begroting 2022, waarmee in totaal voor circa € 71,3 miljoen aan middelen beschikbaar is.
Op basis van een geactualiseerde (maar nog niet definitieve) raming is de prognose einde werk
voor het project Vernieuwing Verkeerscentrale Amsterdam momenteel € 79,5 miljoen. Het verschil
van € 8,2 miljoen is in deze kwartaalrapportage vooralsnog (als prognose) ten laste gebracht van de
risicovoorzieningen van het overkoepelende programma. Bij de kredietaanvraag die behoort bij het
uitvoeringsbesluit zal de dan actuele kostenraming worden toegelicht en worden voorzien van een
concreet dekkingsvoorstel.
Samenwerking
De heldere scopeafbakening tussen de ontwikkelingen binnen verkeersmanagement en de
tunnelbediening, samen met de gestructureerde aanpak van het ontwerpproces, heeft een impuls
gegeven aan de samenwerking met de directie Verkeer & Openbare Ruimte en deze samenwerking
wordt dan ook als constructief ervaren. Komende periode wordt getracht deze samenwerking (vanuit
ieders rol en verantwoordelijkheid) verder uit te bouwen.
Ook binnen het project VCA is de samenwerking het afgelopen kwartaal verder verbeterd, mede
door het gezamenlijk uitdetailleren van de scope en van de samenhang en afhankelijkheden tussen de
verschillende scopeonderdelen.
De samenwerking met onze partners AEVO (voor de inpassing in Dijksgracht) en Yunex en Heijmans
(voor het ontwerp van de functionele systemen) is constructief.
Belangrijkste risico's
NR. _ ONGEWENSTE GEBEURTENIS OORZAKEN BEHEERSMAATREGELEN
1 |De uitgewerkte De scope van het project VCA | Raakvlakmanagement,
scope-onderdelen is opgeknipt in veel kleinere Issuemanagement en Systeem
vormen geen integraal projecten die niet allemaal in | Decompositie zijn samen met de
geheel. dezelfde projectfase zitten. aanpak systeemontwikkeling door de
ontwerpleider geïntegreerd in een
Daarnaast heeft het project Integraal Ontwerpplan. Toepassing
veel raakvlakken met andere | hiervan moet de integraliteit aan het
projecten in het programma, | einde van de voorbereidingsfase
waarbij zelfs een gedeelte van borgen.
de scope wordt gerealiseerd
door het project Renovatie
Piet Heintunnel.
2 |Het koppelen van Uitgangspunt voor het project | De eerste resultaten van het
de tunnels die niet was dat het gaat lukken om technisch onderzoek zijn binnen.
gerenoveerd worden de Spaarndammertunnel, Op basis hiervan worden trade-
(Spaarndammertunnel, | IJ-tunnel en Amsterdam off-matrices opgesteld om de
IJ-tunnel, Amsterdam Arenatunnel zonder besluitvorming voor te bereiden.
Arenatunnel) is niet ingrijpende maatregelen in de
zonder meer mogelijk | tunnels te koppelen aan de
binnen de huidige VCA middels het UKVCA.
scope van het project Op basis van de eerste
VCA. resultaten van het uitgevoerde
onderzoek is de huidige
werkhypothese vastgesteld.
3 | Te weinig inschrijvingen «O1. Er is een enorme krapte 1. Contract interessant maken
op de aanbesteding op de markt. Er zijn andere, als referentie voor ‘duurzame!
VCA om een meer lucratieve (woning) aannemers. Dit kan door een
concurrerende bouwprojecten gaande in MilieuKostenIndicator (MKI) deel
aanbieding te krijgen. | Amsterdam. Het gebeurt te maken van de criteria die
zelfs dat partijen zich moet leiden tot de Economisch
tijdens een aanbesteding Meest Voordelige Inschrijving
terugtrekken. Het is nu heel (EMVI).
moeilijk in te schatten hoe een | 2. Marktscan uitvoeren om het
aanbesteding gaat verlopen. risico beter te kunnen inschatten.
3. Benadrukken dat een aanzienlijk
O2. De capaciteiten die deel van de beoordeling om
nodig zijn om een aannemer kwaliteit draait.
te vinden die dit project
aankan, zijn divers. Hij
moet een gebouw maken
(houtconstructie) en ervaring
hebben met technische
systemen (serverruimte).
Daarnaast gebruiken wij
BIM en willen wij alles hierin
gedocumenteerd zien.
A | De consequenties O1. De leidende principes 1. Uitvoeren van werksessies met
van de leidende zijn geaccepteerd door de gebruiker om het beoogd
ontwerpprincipes worden | Verkeer & Openbare gebruik in kaart te brengen
niet geaccepteerd door | Ruimte. Belangrijk is dat dit (uitgevoerd en verwerkt in de
de gebruiker. besluit binnen de gehele leidende ontwerpprincipes).
tunnelbeheerorganisatie 2. Goed opletten dat de leidende
wordt gedragen, zodanig principes goed verwerkt worden
dat de verkeersleiders deze in de doorontwikkeling.
zonder meer accepteren als
de consequenties van de
doorontwikkeling zichtbaar
worden, in bijvoorbeeld een
prototype van de desk.
Li |
iT Kd pe. |
— Ie _ Pp
% Ein mr 8 = n PD
ee rm er 4
enen
_ En .
eere
® . .
Renovatie Piet Heintunnel
Toelichting Management
In deze fase van het project werken we toe naar aanvaarding, overdracht en openstelling van de Piet
Heintunnel. De scopewijzigingen zijn verwerkt en er zijn geen nieuwe wijzigingen voorzien. Er worden
nog verschillende (her)testen uitgevoerd om alle bevindingen te verwerken.
De betrokken partijen hebben hun afstemming geïntensiveerd. Deze afstemming is nodig om ervoor
te zorgen dat de verschillende sporen gezamenlijk toewerken naar aanvaarding, overdracht en
openstelling van de tunnel. De verwachting is dat aanvaarding en overdracht nagenoeg tegelijkertijd
zullen plaatsvinden.
Belangrijke items zijn dat alle verkeersleiders zijn opgeleid, de gebruiksmelding voor de
IJtramtunnel is geaccepteerd door de OD en dat de voorbereidende werkzaamheden voor de
openstellingsvergunning (aan te vragen door de tunnelbeheerder) in volle gang zijn.
Scope
De laatste scopewijziging betreffende het raakvlak tussen het centrale transmissienetwerk en het
netwerk binnen de Piet Heintunnel is inmiddels geformaliseerd en daarmee afgerond. Momenteel zijn
er geen aanvullende scopewijzigingen voorzien.
Tijd
De uitvoering van de Piet Heintunnel is inmiddels vergevorderd. De grootste resterende
werkzaamheden bestaan uit het asfalteren van de tunnel en het aanbrengen van de architectonische
stempelbekleding. De testfase is in volle gang wat heeft geresulteerd in de nodige bevindingen. Er
wordt momenteel hard gewerkt om alle bevindingen te verwerken en om de werking van alle systemen
aan te tonen. Dit wordt gedaan door het uitvoeren van (her)testen.
De testen SIT-O deel l en SIT-O deel Il staan gepland op 9 oktober 2022. SIT-O deel lis een integrale
test met de verkeersleiders vanuit de Dijksgracht 1. SIT-O deel Il bestaat uit twee onderdelen. Het
eerste onderdeel is een brandoefening. Het tweede onderdeel is een ontruimingsoefening waarbij een
calamiteit in de IJtramtunnel in scene wordt gezet.
Naast het uitvoeren van (her)testen wordt de aanvaarding (van Alliantie naar AWA-PHT) en de
overdracht (van AWA-PHT naar TBO) voorbereid om de openstelling van de tunnel (door TBO) te
kunnen afronden. TBO en haar Beheer & Organisatie-tak geeft aan gesteld te staan voor openstelling.
Als gevolg van de krappe planning zullen aanvaarding en overdracht nagenoeg op hetzelfde moment
plaatsvinden.
De ingediende gebruiksmelding is inmiddels door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
geaccepteerd. Daarnaast bevindt het project zich in een cruciale fase richting aanvraag (door de
© tunnelbeheerder) van de openstellingsvergunning. Rond de aanvraag van deze vergunning ligt de focus
Û met name op vier zaken:
1. Gelijktijdige bediening: tijdens het proces van testen heeft de TBO aangegeven gelijktijdige bedie-
ning te willen van de tunneltechnische installaties via het SCADA-scherm en de Audio/Video-instal-
laties via het AV-scherm.
2. Opleiding verkeersleiders van TBO: alle verkeersleiders zijn opgeleid. Aanvullend krijgen de ver-
keersleiders een vervolgopleiding betreffende de laatste (technische) ontwikkelingen/updates.
3. Aantonen Verificatie & Validatie (V&V) door de Alliantie. De Alliantie toont middels testen aan dat
de uitvoering aan de gestelde eisen en functionaliteit voldoet.
4. Afronding aanbrengen architectonische stempelbekleding. Deze is voorzien in november. Het
afronden van de stempelbekleding is medebepalend voor de openstelling van de tunnel.
DETERMINISTISCH | PROBABILISTISCH
paal mijlpaal SMP vorige haal- |huidige Q | huidige Ò
nr. Omschrijving MP5.0 Stand Q3 \(wk) ‘Stand Q2 Q (wk) \Toelich- baar-
ting heid
PIET HEINTUNNEL
1 \StartProject __ 27-2018 27-2018 0 27-2018 0 Afgerond
2 \Projecbesit __289-2018 2892018 0 2892018 O0 Afgerond © -
3 Uiwoeringsbesluit 2932019 2811-2019 35 28112019 0 Afgerond +
4 Contractering 3132020 63200 4 632020 0 Afgerond +
5 \StartUmoerng 2562021 2562021 0 2562021 0 Afgerond
en eeen el |
overdracht
steppe sam msam 2 ea a cme |
Geld
Het geprognosticeerde resultaat van project Renovatie Piet Heintunnel, inclusief de Alliantie, wordt
ingeschat op € 2,2 miljoen. In dit resultaat is rekening gehouden met de “winstdelingsconstructie” van
de Alliantie, waarbij zowel de Private als de Publieke Partner 50% van het resultaat krijgt uitgekeerd.
Met de Alliantie Piet Heintunnel is een onderhandelingsresultaat bereikt over de indexering van het
alliantiebudget naar prijspeil 2022. De volgende afspraken zijn hierbij gemaakt:
= De indexering is vastgesteld op € 3,5 miljoen.
= De Alliantie zal, additioneel op haar scope, een aantal werkzaamheden verrichten. Dit heeft
onder andere betrekking op asfaltering (onder andere het verhelpen van diverse schades), aanpak
lekkages toerit, diverse werkzaamheden aan beide dienstgebouwen, en vernieuwen valbeveiliging
westzijde.
In de verslagperiode is, rekening houdend met de laatste ontwikkelingen in het kader van nog te
In de verslagperiode is, rekening houdend met de laatste ontwikkelingen in het kader van nog te
verrichten werkzaamheden, een hernieuwde inschatting gemaakt van de inzet van het projectteam. De
verwachting is dat meerdere functies langer en/of intensiever benodigd zijn.
Samenwerking
De samenwerking met de stakeholders is goed en van eminent belang richting de openstelling. Er
wordt kritisch gekeken naar de testfase die dient als onderbouwing van een veilige tunnel. Aan de
hand van het spoorboek Openstelling Piet Heintunnel en een wekelijkse update aan de ‘Stuurgroep’
openstelling wordt met betrokken partijen scherp gemonitord en gezamenlijk gestuurd op de beoogde
openstellingsdatum van 2 december 2022.
Belangrijkste risico's
NR. _ ONGEWENSTE GEBEURTENIS OORZAKEN BEHEERSMAATREGELEN
1 Uitloop werkzaamheden 1. Fase testen en beproeven 1. Wekelijks met Alliantie om tafel
in de uitvoering op het onder druk: voortgang om voortgang en verwachtingen
kritieke pad zodanig dat oplossen bevindingen en Testen en Beproeven af te
deadline openstelling hertesten, afstemming stemmen en te bespreken.
tunnel op 2 december en verwachtingen tussen 2. Voortgang en aandachtspunten
2022 overschreden Alliantie, programma, TBO bespreken binnen programma en
wordt. en veiligheidsbeambte. met TBO en veiligheidsbeambte.
2. Tijdigheid levering
bekleding stempelramen.
2 Tunnelbeheerder (TBO) 1. Onvoldoende 1. Met Alliantie en TBO om tafel
voelt zich onvoldoende betrokkenheid van de TBO om voortgang afhandeling
betrokken bij het bij het programma AWA en bevindingen, evt. aanpassingen
project PHT en (h) het project PHT aan detailplanning T&B en
erkent de resultaten 2. Onvoldoende verificatie en validatie (V&V) te
van het project PHT verwachtingen- bespreken en af te stemmen.
niet en accepteert management en 2. Uitvoeren themasessies met
. afstemming vanuit de betrokkenheid van TBO.
opleverresultaat niet. 0 , ‚
Alliantie en het programma | 3. Detailplanning
3. Onvoldoende opleverprotocollen en
beschikbaarheid TBO documentenlijst afstemmen en
tijdens testen en met vaststellen samen met TBO.
name beproeven, waar
beheerorganisatie in lead
moet komen i.v.m. het
moment van overdracht.
3 _ Instabiliteit netwerk. 1. Storingen redundantie- Apparatuur plan B (reserve core
modus. switches) parallel standby houden
2. Geïmplementeerde en operationeel maken en testen bij
oplossingen voldoen niet | nieuwe issues.
A _ Capaciteit van 1. Tijdens meting waren 1. Uitvoeren volledige hertest en
tunnelventilatie is te obstakels aanwezig op basis van resultaten beslissen
laag. die de meting negatief of dit een afwijking kan zijn of
beïnvloedden. dat er extra ventilatiecapaciteit
2. De installatie heeft te bijgeschakeld moet worden.
weinig capaciteit om aan 2. Bepalen op welke locatie extra
gestelde verwachting te ventilatiecapaciteit kan worden
doen. bijgeplaatst en checken of de
huidige reserveventilatoren
soelaas bieden.
he G: , Í eN
' mk zie EP B
nT ee OE TA LOO
me == le ee Minke ae hd TE
Ee EET Pe EN Ale rat A INF Gisennt
Re ee EE MEOT on Bn GET epe
ie = 3 en Eh
3 en sl ed Sn en:
mi pn Mis A kh
Dn ne É EP Er mi i F En
ee Fn Kris í d Fi (Aias rd pe
ke PE en dk í ’
ee E 5 ö yn \N
Het afgelopen kwartaal heeft in het teken gestaan van het reviewen van het
uitvoeringsontwerp voor de resterende aanpassingen aan de besturingssoftware. Daarnaast is een
overeenkomst gesloten voor een Multi Aanraak Paneel (MAP), uniform aan die van de Piet Heintunnel.
De werkzaamheden worden in gezamenlijkheid verder uitgewerkt en voorbereid.
Er zijn dit kwartaal geen scopewijzigingen doorgevoerd.
Het haalbaarheidspercentage van 85% betreft de werkzaamheden aan de 3B-software. Het program-
meren en testen hiervan vindt plaats tot februari 2023, vervolgens is nachtwerk (circa 10 nachten)
gepland in het eerste kwartaal 2023. In het tweede kwartaal zijn nog circa 5 nachten werkzaamheden
nodig ten behoeve van de uitvoering van het Multi Aanraak Paneel.
DETERMINISTISCH PROBABILISTISCH
Mijl- Stuurmijl- A met Amet |Toelich- _haal- \P50 P85
paal paal MP5.0 SMP vorige | ting baar- huidige © | huidige OQ
nr. Omschrijving StandQ3 |(wk) |\StandQ2 |Q (wk) heid
tov
MP5.0
Start Project 7-2-2019 | 7-2-2019 0| 7-2-2019 0 | Afgerond 8 8
Projectbesluit 29-3-2019 | 29-3-2019 0 | 29-3-2019 0 Afgerond S S
Uitvoeringsbesluit 28-11-2019 | 28-11-2019 0 | 28-11-2019 0 Afgerond - -
Contractering 31-3-2020 | 31-3-2020 0 31-3-2020 0 Afgerond
Start Uitvoering 30-11-2020 | 30-11-2020 0 | 30-11-2020 0 | Afgerond
Volledige vrijgave hit- 30-8-2021 | 17-6-2021 -11 | 17-6-2021 0 Afgerond
tewerende bekleding
Volledige vrijgave 31-7-2023 | 30-6-2023 -4\ 30-6-2023 O| optarget| 85% | 30-6-2023 | 31-7-2023
inclusief 3B
Acceptatie en 15-9-2023 | 31-7-2023 -7\ 31-7-2023 O| optarget| 91%| 1-8-2023 | 4-9-2023
overdracht
Einde project 16-12-2023 | 31-10-2023 -7\ 31-10-2023 O| optarget\ 91%| 1-11-2023 | 5-12-2023
Geld
Voor het project Aanpassingen Michiel de Ruiijtertunnel is in totaal circa € 20,2 miljoen aan middelen
beschikbaar. Circa € 5,6 miljoen hiervan is gealloceerd als risicovoorzieningen op het niveau van het
overkoepelende programma. Inmiddels is voor € 1,9 miljoen aanspraak op deze risicovoorzieningen
gemaakt.
Samenwerking
De samenwerking binnen het project verloopt goed. Er is een requliere samenwerkingsdag
geïntroduceerd, waarbij Equans (ontwerp en uitvoering 3B), Heijmans (ontwerp en uitvoering MAP), het
projectteam en de tunnelbeheerorganisatie fysiek samenwerken. Daarnaast heeft op 29 september een
teamdag plaatsgevonden met het projectteam, Equans, Heijmans en de tunnelbeheerorganisatie op
locatie. De teamdag stond in het teken van “samenwerken” en het tijdig meenemen van de verschillende
stakeholders.
Met betrekking tot de MAP lopen er gesprekken met de stadsregisseur voor het inplannen van de
onderhoudsnachten. Hierin wordt toegelicht welke nachtelijke werkzaamheden op de planning staan en
zijn wensen opgehaald om de planning te optimaliseren.
Belangrijkste risico's
NR. _ ONGEWENSTE GEBEURTENIS OORZAKEN BEHEERSMAATREGELEN
1 Coördinatie en 1. Samenwerking tussen 1. Project Start Up.
raakvlakken tussen partijen verloopt 2. Regulier afstemmingsoverleg
programma, het niet goed, andere tussen programma, Equans
contract 3B (Equans) persoonlijkheden / cultuur en Heijmans: samenwerking,
en het contract MAP / belangen, etc. planning, verantwoordelijkheden,
(Heijmans) worden 2. Onvoldoende afstemming werkwijze en procedures, etc.
niet goed of niet tussen de partijen. 3. Gezamenlijke werkplekken en
tijdig afgestemd en 3. Verantwoordelijkheden vaste samenwerkingsdag.
er vallen gaten in en afspraken niet goed
verantwoordelijkheid. uitgewerkt en verankerd.
4. Werkzaamheden
onderschat.
2 Tunnel kan na een 1. Werkvensters zijn niet 1. Migratieplan en integrale
migratienacht niet goed ingeschat. planning werkzaamheden 3B en
tijdig open en/ 2. Tegenvallers tijdens MAP opstellen en vaststellen.
of werkzaamheden uitvoering en/of testen. 2. Regulier afstemmingsoverleg
kunnen niet in aantal tussen programma, Equans
ingeplande nachten en Heijmans: samenwerking,
worden uitgevoerd. planning, verantwoordelijkheden,
werkwijze en procedures, etc.
3. Overleg met stadsregisseur om
aantal benodigde nachten, incl.
buffer, af te stemmen.
3 Project MRT 3B en MAP | 1. Sleutelfunctionarissen 1. Gezamenlijke werkplekken en
krijgt niet genoeg focus leggen prioriteit bij vaste samenwerkingsdag.
en er is onvoldoende andere, grotere projecten 2. Equans en Heijmans in beginfase
capaciteit vanuit het binnen het programma. helpen om rol in samenwerking
team beschikbaar. 2. Er is meer capaciteit goed op te pakken.
benodigd dan voorzien 3. Gestructureerd inzet vooruit
doordat Equans haar plannen zodat iedereen weet
samenwerkingstaak wanneer hij/zij nodig is.
onvoldoende oppakt en
werkzaamheden door
programma moeten
worden uitgevoerd.
| Onderzoeksrapport | 35 | val |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 5 april 2023
Ingekomen onder nummer 123
Status Aangenomen
Onderwerp Amendement van de leden Van Renssen, Bloemberg-Issa en Minderhoud
inzake bebouwen binnentuinen
Onderwerp
Bestemmingsplan Westerpark-Zuid
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad, gehoord de beraadslaging over bestemmingsplan Westerpark-Zuid,
Overwegende dat:
-__In het bestemmingsplan Westerpark-Zuid tuinen zijn aangewezen als ‘Waardevol-Land-
schap’;
-__ Bebouwing hierdoor in principe niet mogelijk is zonder omgevingsvergunning;
-__Voor verharding (en dus bebouwing) in de tuinen op grond van het bestemmingsplan een
omgevingsvergunning is vereist, maar deze wordt verleend indien niet meer dan 5o % van
de tuin wordt verhard en wordt voldaan aan waterberging van 60 mm/uvur;
-_In zijn algemeenheid de lijn wordt gehanteerd dat er in aanvulling op de regels in het om-
gevingsplan voor een binnenplanse afwijking, het bevoegd gezag geen tot weinig extra
ruimte hebben om een nadere belangenafweging te maken, ondanks dat er beoordelings-
vrijheid is volgens jurisprudentie;
-_ het daarom wenselijk is dat ook de andere belangen die spelen in binnentuinen en die ook
helder zijn verwoord in hoofdstuk 3 van de toelichting van het bestemmingsplan (Beper-
ken van vergunningvrij bouwen en verharden ín het achtererfgebied) kunnen worden mee-
genomen bij vergunningverlening in de binnentuinen;
-__ Bij het verlenen van een omgevingsvergunning juist voor grotere tuinen het van belang is
dat de belangen van klimaatadaptatie, tegengaan hittestress, gezondheid, vergroening,
duurzaamheid en woon- en leefklimaat worden afgewogen;
Besluit:
Aan artikel 25.3.2 van de Regels Bestemmingsplan Westerpark Zuid een sub c) toe te voegen:
“c) indien de tuin groter is dan 20 m2: het algemeen belang van klimaatadaptatie, tegengaan
hittestress, gezondheid en woon- en leefklimaat niet aan verlening in de weg staat.”
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
en de toelichting daarop aan te passen.
Indieners,
N.A. van Renssen
J.F. Bloemberg-Issa
B.M.H. Minderhoud
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 64
Publicatiedatum 31 januari 2014
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 22 januari 2014
Behandeld op woensdag 22 januari 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Van Lammeren, mevrouw Alberts en mevrouw
Combrink inzake de voedselvisie, getiteld: Voedsel en Amsterdam, een visie en
een agenda voor de inzet van voedsel’ (evaluatie voedseloverleg in de Economic
Development Board).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 3 december 2013 tot instemmen met de voedselvisie, getiteld:
‘Voedsel en Amsterdam, een visie en een agenda voor de inzet van voedsel’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 11);
Overwegende dat:
— in de voedselagenda het houden van een voedseloverleg wordt genoemd;
— _ het voedseloverleg als doel heeft om onder andere maatschappelijke
organisaties, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid te betrekken bij
de uitwerking van de voedselvisie;
— _ het houden van een voedseloverleg een mooie ontwikkeling is gezien dit
de mogelijkheid biedt met een breder perspectief naar voedsel te kijken,
bijvoorbeeld vanuit oogpunt van gezondheid, maatschappelijke betrokkenheid,
sociaal domein, enz;
Voorts overwegende dat:
— de regie van het voedseloverleg wordt gelegd bij de Economic Development
Board;
— de Economic Development Board als hoofdmissie heeft de economie van
Amsterdam te stimuleren;
— de verscheidenheid aan onderwerpen die raken aan voedsel, bijvoorbeeld
gezondheid en maatschappelijke betrokkenheid, buiten het standaardkader van
de Economic Development Board vallen,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 64 Moti
Datum _ 31 januari 2014 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te evalueren of het voedseloverleg het beste ondergebracht kan worden bij
de Economic Development Board;
— de leden van het voedseloverleg hierbij te betrekken;
— dit eind 2014 terug te koppelen aan de raad.
De leden van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
R. Alberts
T.J. Combrink
2
| Motie | 2 | discard |
%
%
%
DE BETROUWBARE GEMEENTE
Ambtelijke verkenning
% Inhoud
|. Synthese
1. Kerninzichten p.3-6
2. Suggestie voor vervolg P- 7
IL. Uitgewerkt handelingsperspectief voor een betrouwbare overheid
* 16 uitgewerkte aanbevelingen voor vergroten van betrouwbaarheid, met acties _p.9-19
voor organisatie en bestuur en een aantal dilemma's
Il. Achtergrond: analyse
* Aanleiding, doel en opzet traject P- 21-22
* Vertrouwen tussen burger en overheid: context en cijfers P- 24 - 31
* Betrouwbaarheid van de overheid P- 33-40
* Waarden van een betrouwbare overheid
* Mechanismen die betrouwbaarheid onder druk zetten
* Hoe zien we deze mechanismen terug in het Amsterdamse openbaar bestuur?
* Bijlagen: bronnen en gesprekken P. 42-43
2
%% Synthese (1/5) - Kerninzichten
% Aanleiding: dalend vertrouwen in de overheid, vooral laag vertrouwen onder
X% mensen in kwetsbare posities; scope: betrouwbare overheid
1. Aanleiding: vertrouwen onder druk Dit zijn vraagstukken die niet alleen landelijk relevant zijn, maar ook in Amsterdam.
Het vertrouwen tussen burger en overheid staat onder druk. Na een piek van het Ook in Amsterdam zijn er burgers die de overheid wantrouwen omdat zij van het
vertrouwen aan het begin van de coronacrisis is het gemiddelde vertrouwen sterk kastje naar muur worden gestuurd, niet persoonlijk geholpen worden,
gedaald. Een tweede ontwikkeling is minstens zo zorgelijk: het structureel laag meervoudige problemen hebben maar toch te maken krijgen met zeer complexe
vertrouwen van groepen in kwetsbare posities - mensen met een laag bureaucratie en vele instanties, zich niet gehoord voelen, of te maken hebben met
opleidingsniveau en ‘onzeker werkenden’. discriminatie en vinden dat de overheid hier te weinig in doet. Vooral in delen van
Zowel als het gaat om besluitvorming, beleidsvorming, vitvoering als de controle Zuidoost, Nieuw-West en Noord is het vertrouwen in de overheid laag.
hierop spelen mechanismen die de (ervaren) betrouwbaarheid van het openbaar On _
bestuur onder druk zetten. De toeslagenaffaire, gaswinning in Groningen en Een laag vertrouwen heeft gevolgen voor de legitimiteit. De opkomst bij de
aanpak van de coronacrisis zijn voorbeelden die het vertrouwen onder druk hebben gemeenteraadsverkiezingen 2022 was historisch laag. En bij alle verkiezingen is de
gezet. Al langer waarschuwen diverse Ombudsmannen dat de manier waarop de opkomst al jaren het laagst in Amsterdam Zuidoost, Nieuw-West en Noord.
lokale en nationale overheid met burgers omgaat de betrouwbaarheid van de Daarnaast is het een probleem voor de effectiviteit van de gemeente: het is ook in
overheid —en daarmee het vertrouwen van burgers — aantast. deze delen van de stad waar de sociale opgaven het grootste zijn (o.a. veiligheid,
- - gelijke kansen, armoede) maar het bereik vaak achterblijft (bijv. vaccinatiegraad;
Burgers met weinig vertrouwen in de overheid geven hier vijf oorzaken van aan:
aanpak armoede en schulden).
1. Het gevoel dat de overheid onzichtbaar is geworden, o.a. door het sluiten van
fysieke locaties.
2. Het verdwijnen van de menselijke maat uit het contact met de overheid.
3. Niet gehoord worden bij besluitvorming waar mensen zich wel partij bij voelen.
4. Ongelijke behandelingen ten opzichte van andere groepen.
5. Ervaren incompetentie en gebrek aan visie van bestuurders, politici en
ambtenaren.
3
% Synthese (2/5) —- Kerninzichten
% In Amsterdam 7 gebieden waar betrouwbaarheid van de gemeente kwetsbaar is
%
Scope verkenning: betrouwbaarheid gemeente 4. Juridische expertise kan in gehele keten beter geborgd. Vakafdelingen
Vertrouwen in de overheid wordt bepaald door verschillende factoren waar we als benutten te weinig de kennis van klacht- en bezwaarafdelingen.
gemeente geen directe invloed op hebben — van economische conjunctuur tot Klachtenbehandeling gebeurt niet eenduidig. En meer aandacht voor toon en
persoonlijke factoren. Wat de gemeente wel kan beïnvloeden is de taalniveau kan klachten helpen voorkomen.
betrouwbaarheid en kwaliteit van het Amsterdamse openbaar bestuur. Dat is dan 5. Ruimte voor tegenwicht niet overal geborgd. Tegenspraak wordt pas in een
ook de focus van deze verkenning. heel laat stadium actief georganiseerd. Niet overal in de organisatie wordt
In Amsterdam zien we kwetsbaarheden voor de betrouwbaarheid rond 7 ruimte voor tegenspraak over uitvoerbaarheid en effecten van beleid ervaren.
onderwerpen (zie slide 37 — 41): Er vindt voorafgaand aan besluitvorming geen integrale analyse of toets op
1. Randvoorwaarden voor maatwerk, dienstverlening en communicatie vanuit vitvoerbaarheid en (neven)effecten plaats. Eindgebruikers en/of betrokkenen
menselijk maat zijn niet altijd voldoende aanwezig. Zo ontbreken in de worden niet altijd betrokken. Ook de integrale monitoring van effecten van
sturing vaak prikkels vóór maatwerk (focus op korte termijn efficiency, beleid op Amsterdammers en stad moet beter.
onvoldoende rugdekking door bestuur en management). Bij het maken van 6. Meer duidelijkheid over mate van zeggenschap en inclusiever zeggenschap.
beleid wordt niet altijd rekening gehouden met de weerbarstigheid van de Bewoners ervaren de ruimte voor zeggenschap regelmatig als ‘schijn-
uitvoering. participatie’, Zeggenschapsmogelijkheden worden vooral benut door mondige
2. Spanning tussen centralisatie van de uitvoering versus lokaal maatwerk. Er hoger opgeleide Amsterdammers, ‘stille groepen’ worden weinig betrokken.
wordt sinds de opheffing van de stadsdelen minder ruimte voor lokaal 7. Openbaarheid, transparantie en navolgbaarheid kan beter. Door
maatwerk en lokale initiatieven ervaren, en grotere afstand tussen gemeente versnippering van IT-landschap lastig de hoge ambities van openbaarheid,
en maatschappelijk middenveld. Ook ervaren medewerkers in gebieden vaak transparantie en navolgbaarheid te realiseren. Bovendien is er spanning tussen
weinig tijd en mogelijkheden bij directies voor lokaal maatwerk. snel realiseren van openbaarheid en zorgen dat alle informatie toegankelijk en
3. Dienstverlening nog te veel verkokerd en aanbod gedreven, sluit begrijpelijk is.
onvoldoende aan op de vraag, zeker die van Amsterdammers in kwetsbare
posities. Medewerkers worden weinig beloond voor integraal en
oplossingsgericht werken, en hebben vaak geen reikwijdte en autorisatie om
maatwerkbeslissingen te nemen.
4
% Synthese (3/5) — Kerninzichten
% Samenvatting handelingsperspectief: herstel van vertrouwen begint bij investeren
u u Fr nn
X in de democratische én rechtstatelijke kernwaarden van het openbaar bestuur
Responsief bestuur en organisatie Effectieve uitvoering
Een overheid die responsief is naar haar inwoners, signalen oppikt en Een overheid die, samen met maatschappelijke partners, levert op de
ruimte biedt aan zeggenschap en eigen initiatief, ook van inwoners die collectieve opgaven en dienstverlening van hoge kwaliteit biedt die
minder mondig zijn. aansluit op de behoefte van Amsterdammers.
1. Een responsieve houding van het bestuur door zichtbaarheid in de 6. Organiseren van de uitvoering rond de behoefte van kwetsbare
stad, eerlijkheid en openheid Amsterdammers, niet omgekeerd.
2. Ruimte voor zeggenschap bieden aan groepen die partij zijn in . 7. Duurzaam commitment en langjarig investeren in de collectieve
besluitvorming én daarbij duidelijk zijn waarover Amsterdam en Democratische waarden opgaven van de stad, vooral daar waar kwetsbaarheid het grootst is
Amsterdammers wel en niet wat te zeggen hebben 8. Ruimte voor en vertrouwen richting de uitvoering vergroten.
3. Proactief zeggenschap voor minder mondige Amsterdammers g. Meer zicht op de uitvoering en de effecten van de uitvoering op
4. Een gezamenlijke aanpak van maatschappelijke opgaven met burgers. En zorgen dat signalen uit de vitvoering organisatie en
maatschappelijk partners in de stad Responsief bestuur ook daadwerkelijk bereiken.
5. Gebiedssturing op meer beleidsterreinen leidend p
Toegankelijke & rechtvaardige overheid Toegankelijk Met Bestuur en organisatie met tegenwicht
Een overheid die richting burgers open, eenvoudig, dienstbaar, & tegenwicht Een overheid waar in de gehele beleidscyclus het effect op de mensen en
oplossingsgericht en proportioneel werkt en daarbij eerlijk en rechtvaardig de samenleving centraal staat, dit perspectief steeds actief vanuit
onpartijdig is. praktijk en uitvoering wordt georganiseerd en dilemma’s over botsende
10. Verminder vermijdbare klachten, bezwaren en waarden expliciet gemaakt worden.
beroepsprocedures door nadruk op menselijk contact en - 14. Organiseren van tegenspraak gedurende het gehele proces is
procedurele rechtvaardigheid i.p.v. primair rechtmatigheid. Rechtstatelijke waarden vanzelfsprekend, van ideevorming tot realisatie
1. Neem de menselijke maat en de leefwereld in het contact met 15. Transparantere besluitvorming; zicht op hoe besluit tot stand is
inwoners en in alle processen als uitgangspunt gekomen, welke afwegingen spelen en wat impact is
12. Informatie v/d overheid is toegankelijk, begrijpelijk en vindbaar 16. Versterkte positie en rol ‘waakhondfuncties’ zoals de ombudsman
13. Digitale rechten en technologie inzichtelijk maken en borgen.
| Uitwerking op p. 11 t/m 17 5
% Synthese (4/5) — Kerninzichten
% Investeren in de betrouwbaarheid van het openbaar bestuur vraagt een beweging
u n fr
X van organisatie én bestuur
3. Van aanbevelingen naar acties voor organisatie en bestuur duidelijkheid bieden over waar Amsterdam en Amsterdammers wel én niet wat
Het versterken van de betrouwbaarheid van de gemeente vraagt een beweging van over te zeggen hebben. In bestuurlijke sturing vraagt het om focus op lange
zowel organisatie als bestuur. Op p. 9 t/m 17 zijn voor iedere aanbeveling concrete termijndoelen i.p.v. korte termijn resultaat. En het betekent ruimte geven aan de
acties voor organisatie en bestuur geformuleerd. uitvoering, o.a. door politiek minder dicht te regelen, door duidelijk kaders met
voldoende ruimte en door rugdekking richting de organisatie. Het vraagt om een
visie op de gewenste nieuwe bestuurscultuur, het werken vanuit vertrouwen en op
Organisatie dejuridisering van de organisatie. Tenslotte vraagt het om actief tegenspraak
Voor de organisatie betekent het in de kern: de menselijke maat centraal in al het organiseren vanaf de start van beleid, en egelmatig het gesprek met de uitvoering
contact en communicatie met Amsterdammers. Het betekent de uitvoering rond voeren over waar wat zij zien en waar zij tegenaan lopen.
de behoefte van kwetsbare Amsterdammers organiseren. Het vraagt om ruimte
geven aan de uitvoering, en hier de nodige randvoorwaarden voor organiseren. Het
betekent plannen toetsen op uitvoerbaarheid en op effecten voor Amsterdammers. Vervolg
En om ook daadwerkelijk actief de effecten van beleid te monitoren — niet wachten Het traject heeft naast een brede set acties voor bestuur en organisatie, geleid tot —
op signalen maar actief ophalen en de doelgroep opzoeken - en hierop bijsturen. tot nu toe — twee specifieke ‘actieagenda'’s’: actieagenda voor communicatie en een
Het vraagt om doelgroepen vanaf de start actief betrekken bij maken van beleid en actieagenda voor de start van de nieuwe bestuursperiode.
er voor zorgen dat signalen, klachten, bezwaren van burgers leiden tot een
verbetering van het primaire proces. En het vraagt om een cultuur waarin
tegenspraak gewaardeerd wordt. Hiermee is de verkennende fase afgerond. De vraag ligt nu voor welk vervolg
gewenst is, dit is mede aan het nieuwe college. Op de volgende pagina wordt
hiervoor een eerste aanzet gegeven.
Bestuur
Voor het bestuur betekent dit zichtbaar zijn in de stad, stille bewoners actief
opzoeken en aansluiten bij de leefwereld van bewoners. Het vraagt om eerlijke
communicatie — ook over dilernma’s bij botsende waarden en belangen, en om
6
% Synthese (5/5) - Suggesties voor het vervolg
% Korte termijn: aan de slag met praktische acties; langere termijn — gesprek en
X besluit nieuw college over doelen en aanpak vertrouwen burger - overheid
Om ervoor te zorgen dat de aanbevelingen ook leiden tot de gewenste verandering
stellen we een aantal stappen voor.
Lì Korte termijn
* In gang zetten Actie-agenda voor start nieuwe bestuursperiode
* In gang zetten Actie-agenda voor communicatie
* Korte termijn acties vernieuwing juridische functie (die lopen)
* In themasessie met nieuw college deze verkenning als startpunt
IL. Middellange termijn/nieuwe bestuursperiode:
Voor de middellange termijn is het de vraag welke mate van bestuurlijke en
ambtelijke sturing gewenst is op het versterken van vertrouwen tussen gemeente
en Amsterdammers. De keuze hierin is viteraard afhankelijk van het
coalitieakkoord en de wijze waarop het nieuwe college met dit thema aan de slag
wil. Een afweging zal gemaakt moeten worden over de reikwijdte van de aanpak en
bijvoorbeeld samenwerking met de gemeenteraad, ombudsman en andere
partijen.
De reikwijdte is ook bepalend voor de (be)sturing door het college en de
bijbehorende ambtelijke sturing. Als het gaat om sturing van zo’n aanpak is een
lichtere netwerkvariant denkbaar maar ook ‘zwaardere’ varianten zoals een
bestuursopdracht. Wellicht is ook een tussenvariant denkbaar.
7
%
%
%
In. UITGEWERKT HANDELINGSPERSPECTIEF
VOOR EEN BETROUWBARE OVERHEID
Wat is er nodig om de betrouwbaarheid van de gemeente te vergroten?
Welke acties vraagt dit van bestuur en organisatie?
%
%
%
HANDELINGSPERSPECTIEF
a. 16 aanbevelingen voor vergroten van betrouwbaarheid van het openbaar bestuur in Amsterdam
%
% Samenvatting handelingsperspectief: herstel van vertrouwen begint bij investeren
u u Z nn
X in de democratische én rechtstatelijke kernwaarden van het openbaar bestuur
Responsief bestuur en organisatie Effectieve uitvoering
Een overheid die responsief is naar haar inwoners, signalen oppikt en Een overheid die, samen met maatschappelijke partners, levert op de
ruimte biedt aan zeggenschap en eigen initiatief, ook van inwoners die collectieve opgaven en dienstverlening van hoge kwaliteit biedt die
minder mondig zijn. aansluit op de behoefte van Amsterdammers.
1. Een responsieve houding van het bestuur door zichtbaarheid in de 6. Organiseren van de uitvoering rond de behoefte van kwetsbare
stad, eerlijkheid en openheid Amsterdammers, niet omgekeerd.
2. Ruimte voor zeggenschap bieden aan groepen die partij zijn in Democratische waarden 7. Duurzaam commitment en langjarig investeren in de collectieve
besluitvorming én daarbij duidelijk zijn waarover Amsterdam ei, opgaven van de stad, vooral daar waar kwetsbaarheid het grootst is
Amsterdammers wel en niet wat te zeggen hebben 8. Ruimte voor en vertrouwen richting de uitvoering vergroten.
3. Proactief zeggenschap voor minder mondige Amsterdammers g. Meer zicht op de uitvoering en de effecten van de uitvoering op
4. Een gezamenlijke aanpak van maatschappelijke opgaven met burgers. En zorgen dat signalen uit de vitvoering organisatie en
maatschappelijk partners in de stad Responsief bestuur ook daadwerkelijk bereiken.
5. Gebiedssturing op meer beleidsterreinen leidend
Toegankelijke & rechtvaardige overheid Toegankelijk Met Bestuur en organisatie met tegenwicht
Een overheid die richting burgers open, eenvoudig, dienstbaar, & tegenwicht Een overheid waar in de gehele beleidscyclus het effect op de mensen en
oplossingsgericht en proportioneel werkt en daarbij eerlijk en echtvaardig de samenleving centraal staat, dit perspectief steeds actief vanuit
onpartijdig is. praktijk en uitvoering wordt georganiseerd en dilemma’s over botsende
10. Verminder vermijdbare klachten, bezwaren en waarden expliciet gemaakt worden.
beroepsprocedures door nadruk op menselijk contact en 14. Organiseren van tegenspraak gedurende het gehele proces is
procedurele rechtvaardigheid i.p.v. primair rechtmatigheid. Rechtstatelijke waarden vanzelfsprekend, van ideevorming tot realisatie
1. Neem de menselijke maat en de leefwereld in het contact m 15. Transparantere besluitvorming; zicht op hoe besluit tot stand is
inwoners en in alle processen als uitgangspunt gekomen, welke afwegingen spelen en wat impact is
12. Informatie v/d overheid is toegankelijk, begrijpelijk en vindbaar 16. Versterkte positie en rol ‘waakhondfuncties’ zoals de ombudsman
13. Digitale rechten en technologie inzichtelijk maken en borgen.
.
% Belangrijkste acties en adviezen voor organisatie en bestuur A
% Responsief bestuur en organisatie (1/2)
Dit bereiken… vraagt van de organisatie… en van het bestuur:
* Bied ook ruimte aan ongenoegen en legitieme zorgen. Dit vraagt een * Zichtbaar en aanspreekbaar zijn in de stad
open en nieuwsgierige houding, ook bij tegenstand en verzet, het debat * Duidelijk en consistent te communiceren over beleid en de publieke
1. Een responsieve niet te veel willen beheersen/controleren. waarden die daaraan ten grondslag liggen
RE do Ee * Open en eerlijk zijn over eigen afwegingen en over de mogelijkheden van
„„’estuur coor burgers om invloed uit te oefenen, en over de spanningsvelden die horen
zichtbaarheid in de … . :
si bijeen open en democratische samenleving.
stad, eerlijkheid en
openheid * Aansluiten bij de leefwereld van verschillende bewoners: in
werkbezoeken, communicatie, etc.
Dit draagt bij aan gezag en vertrouwen.
* Voor groepen de partij zijn in besluitvorming indien mogelijk ook *_In communicatie duidelijkheid bieden waarover Amsterdam en
daadwerkelijk tijd en ruimte organiseren om echt te mogen meepraten Amsterdammers wel en niet wat over te zeggen hebben.
en meedenken. Dit vraagt tijd, geld en capaciteit. Essentieel om hier in * Versterk de relatie tussen stadsdeelcommissie en raad. Zorg voor een
planning en begroting rekening mee te houden. duidelijker bevoegdheidsverdeling tussen stadsdeelcommissies en raad.
* En maak daarbij duidelijk waarover Amsterdammers wel en niet wat te * Overweeg burgerberaden voor grote complexe onderwerpen.
2. Ruimte voor én zeggen hebben. Vraagt cultuurverandering: een houding om meete * Durf bij buurtbudgetten het ‘hoe’ uit handen te geven. Dit kan bijdragen
duidelijkheid over denken met Amsterdammer én duidelijk te zijn wanneer iets niet kan. aan meer zeggenschap en eigenaarschap van bewoners over hun directe
zeggenschap + Maak zo vroeg mogelijk de afweging per stap in het beleid welke leefomgeving.
g mogelij ging p Pp geving
participatie-graad je toepast (beleidskader Participatie).
* Uitleggen waarom iets niet kan (richting burger) of het juist nodig is af te
wijken (richting intern) vraagt tijd creëren en het goede gesprek voeren.
* Versterk de werkwijze rond participatie met communicatiekennis.
11
%
% Belangrijkste acties en adviezen voor organisatie en bestuur A
X% Responsief bestuur en organisatie (2/2)
Dit bereiken … vraagt van de organisatie… …en van het bestuur:
* Zorg dat mensen om wie het gaat in alle stadia bij maken van beleid, * Zichtbaar en aanspreekbaar in de stad (zie acties bij aanbeveling 1).
3. Organiseer besluitvorming en realisatie betrokken worden.
proactief * Organiseer zeggenschap voor minder mondige Amsterdammers rondom
zeggenschap voor hun leefwereld. Zoek de mensen op (bij. op straat, via school, kerk,
minder mondige vrijwilligerswerk of via sleutelfiguren), ook buiten standaard
Amsterdammers kantoortijden. Uitgaan van leefwerelden is moeilijker dan uitgaan van
regelgeving: vraagt tijd en inspanning, accepteren van onzekerheid.
* Uitgangspunt: gezamenlijke aanpak van maatschappelijke opgaven: * _Erken dat de gemeente maatschappelijke vraagstukken niet zonder
4. Gezamenlijke wat is de opgave en wie in de stad wiler iets aan doen? maatschappelijke partners kan aanpakken. Verlaag drempels voor
aanpak van * Benut ruimte om af te wijken. samenwerking.
maatschappelijke * Verlaag verantwoordingslast vrijwilligersorganisaties. * Weestransparant over de dilemma's die daar soms bij komen kijken:
manschappelijk * Focus in samenwerking met maatschappelijke initiatieven op lange pi NBE li behandeling ee maatwerk; of tussen
partners termijn, minder incidenteel. Bekijk hoe subsidies vaker meerjarig te efficiënte centrale sturing versus ruimte voor lokaal maatwerk.
verstrekken, waarbij ook weer in de organisatie geïnvesteerd kan en mag
worden (en niet alleen in activiteiten).
* Vergroot dienstbaarheid van directies aan stadsdelen / gebiedsteams. *_Verduidelijk rollen en verantwoordelijkheden tussen college en bestuur
Versterk de positie en kwaliteit van de gebiedsteams (zo nodig ten koste stadsdelen
van capaciteit directies).
5. Gebiedssturing * Definieer het ideaaltype van ‘gebiedsgericht vakmanschap’ en werk
op meer actief aan de ontwikkeling en mobiliteit van deze medewerkers
beleidsterreinen * Gebruik vaste werkwijzen voor afstemming tussen stadsdelen en
leidend directies, het informeren van de raad en het verantwoorden over de
beleidsuitvoering (of het bewust afwijken).
* Zie de Bestuursopdracht gebiedsgericht werken (o.a. vereenvoudigen
plan- en besluitvormingsprocessen over gebiedsopgaven)
12
%
% Belangrijkste acties en adviezen voor organisatie en bestuur A
X% Effectieve uitvoering (1/2)
Dit bereiken … „vraagt van de organisatie… …en van het bestuur:
Organiseer de uitvoering rond de vraag van kwetsbare Amsterdammers * _In sturing focus op lange termijn doelen i.p.v. korte termijn resultaat
met vaak complexe problematiek en wantrouwen in de overheid. Dit vraagt: * Besluit over ruimte voor informele partijen als brugfunctie met formele
* Versterken brugfunctie van het (informele) opbouwwerk (‘street level instituties; creëer randvoorwaarden goede samenwerking, zowel formeel
bureaucrats’, ‘sleutelfiguren’) dichtbij en vertrouwd door bewoners, als als informeel.
schakel met formele instituties. Serieus nemen van sleutelfiguren vraagt
ook hen echt te zien en te behandelen als ‘professional’
6. Organiseer de * Meer outreachende en proactieve benadering van bestaande netwerken
uitvoering rond de en initiatieven in buurten met een brugfunctie naar moeilijk bereikbare
behoefte van groepen. Aansluiten bij hun behoeften (geld, contacten, ruimte, kennis).
kwetsbare + _Bevorder ervaringsdeskundigheid in functies met veel klantcontact, o.a.
Amsterdammers Buurtteams.
* Vergroot inclusieve communicatie. Investeer in de relatie met
Amsterdammers, in het bijzonder moeilijker bereikbare doelgroepen.
* Minder projectmatig ‘erin en eruit’ en meer duurzame aanwezigheid,
om te kunnen acteren op wat mensen nodig hebben.
* Minimaliseer onnodige bureaucratie en beperk regels, zeker voor meest
kwetsbaren. Minder regels leiden vaak ook tot minder fouten.
* Voorde dienstverlening aan groepen en in wijken waar de kwetsbaarheid *_Neem het voortouw in een (ambitieuze en duurzame) aanpak van
7 Duurzaam het grootst is: kiezen voor duurzaam en stabiel laagdrempelig aanbod maatschappelijke problemen die voor de grootste (bestaans)onzekerheid
SEARS i.p.v. kortdurende projecten. zorgen — wonen, werk, gezondheid, onderwijs — in nauwe samenwerking
langjarig investeren : h lijke partners.
in de collectieve en coproductie met maatsc appe ] p
opgaven van de stad, * Een duurzame, integrale, meerjarige aanpak —samen met
vooral daar waar de maatschappelijke partners en het Rijk — in de meest kwetsbare wijken
kwetsbaarheid het waar het vertrouwen het laagst is en veel inwoners te maken hebben met
grootst is een stapeling van problemen met onderwijs, werk/armoede/inclusie,
veiligheid/ondermijning, wonen en gezondheid.
13
% Belangrijkste acties en adviezen voor organisatie en bestuur A
Dit bereiken … „vraagt van de organisatie… …en van het bestuur:
* Stimuleer werken vanuit de menselijke maat, o.a. door: * Governance waarin binnen duidelijke kaders ruimte wordt gegeven aan
*_ Incrementele ruimte (bevoegdheden en/of budget) om gemotiveerd uitvoering
af te kunnen wijken van algemeen beleid * Minder politiek dichtregelen. Als er meer ruimte is voor de ambtelijke
* Beloon maatwerk als de praktijk dat vraagt (bijvoorbeeld in PVB's) organisatie om 'het goede te doen! kunnen beter uitzonderingen en
RS truimt *_Ruimte voor eigen verantwoordelijkheid professionals en bijhorende afweging worden gemaakt, o.b.v. principes i.p.v. regels. Basisprincipe kan
" vergroot ruimte competenties om naar inzicht te handelen: controle achteraf ipv bijvoorbeeld zijn: krijgt de burger de hulp die hij/zij nodig heeft? (Gebeurt
voor en vertrouwen vooraf . R N N
ee , . . al veel in de bijzondere bijstand bijv.)
richting de * _Prestatieafspraken met uitvoering op outcome / effect op
uitvoering Amsterdammer i.p.v. output. Ruimte voor uitvoering kan niet zonder
rugdekking door management (en bestuur).
* Verken mogelijkheden om capaciteit te verschuiven van management
en beleid naar uitvoering, bijv. door beleidsafdelingen samen te voegen
zodat deze flexibeler inzetbaar zijn en/of meer werken in (zelfsturende)
opgavegerichte teams.
. * Houd bij het ontwikkelen van beleid — bijv. met uitvoeringsanalyse/- * Kies voor een uitvoeringstoets vooraf aan besluitvorming (zie hier links).
g. Meer zicht op de ” . 5 .
. . toets en/of rechtstatelijke toets — rekening met de uitvoerbaarheid,
uitvoering en de Ef h d dzakeliikheid . Igevi
Seren vante (neven)e Kd * Bestuurlijk contact met uitvoering verbeteren. Korte lijnen tussen
uitvoering op en houd rekening met de doenvermogens van burgers om wie het gaat, bestuur, beleid en uitvoering om negatieve effecten of juist kansen snel te
burgers. de begrijpelijkheid van de regels, en hoe deze te monitoren. kumemedieeesen © deer
En zorgen dat . Monitor effecten op Amsterdammer voorwa mariae methoden B «Uitvoering meer vanaf de start meer centraal zetten
ak de ook sti e groepen te berei en (niet a een afgaan op bezwaren/enquêtes). «Periodieke gesprekken met de uitvoering waar dilemma's,
organisatie en * Beter benutten signalerende functies zoals ombudsman spanningen en knelpunten besproken kunne n worden
bestuur ook * Verbeter voortdurend het primamre proces a.d.h.v. klachten en * Inloopspreekuur wethouders voor medewerkers, o.a. om in een
daadwerkelijk bezwaren. Dit vraagt om periodieke analyses van de bezwaar- en vroeg stadium plannen te toetsen of om vraagstukken te kunnen
berei klachtenafdelingen met aanbevelingen voor primaire afdelingen, met d
ereiken adresseren
afspraken dat primaire afdelingen iets moeten doen met de feedback.
14
%
% Belangrijkste acties en adviezen voor organisatie en bestuur
X% Toegankelijk en rechtvaardig (1/2) U
Dit bereiken … „vraagt van de organisatie… …en van het bestuur:
* Uitgangspunt bij klachten, bezwaar en beroep: er samen uitkomen, niet * Ontwikkel visie op dejuridisering.
koste wat kost willen winnen. En bij conflict investeren in herstel. * Besluit over vereenvoudigen en dejuriseren bezwaarprocedure, waarbij
* _Dejuridiseer door betere stappen vooraf aan formele rechtsgang, door het horen van de burger en de bestuurlijke verantwoordelijkheid beter tot
. o.a. eenvoudige procedures, begrijpelijke taal en formele besluiten, uitdrukking komen (zie raadsbrief en notitie ‘Vertrouwen begint bij de
10. vermeer persoonlijk contact, oplossingsgerichte houding en communicatie, informele overheid’, januari 2022).
klachten, bezwaren geschillenbeslechting. Vraagt om goede training (medewerkers en * Besluit over centraliseren klachtenbehandeling (zie ook raadsbrief en
en beroeps- U . en wara van werkkaders en om stal smste dlg) notitie Vertrouwen begint bij de overheid’, januari 2022).
procedures tussen juridische afdelingen, klantcontact en primair proces om
bezwaren te beperken, anticiperen op (tijdelijke) verhoogde instroom
bezwaren en te leren van vragen en bezwaren (zie ook aanbeveling 6).
* Gebruik discretionaire ruimte — bij toezicht en handhaving, bezwaar en
vergunningverlening — om naar de geest van de wet te kunnen handelen.
* Laat onafhankelijk onderzoeken of er in de eigen dienstverlening sprake * Wees als bestuurders transparant over dilemma's tussen bijv.
is van bevooroordeeldheid en pas processen daarop aan. rechtsgelijkheid en maatwerk
* Zorg dat burgers en de gemeente zich beter in elkaar herkennen, door * Visie op werken vanuit vertrouwen. Wellicht accepteren dat een bepaald
o.a. cultuursensitiviteit en diversiteit inde organisatie. Investeer niet percentage van de mensen fraudeert, in plaats van alle burgers te
11. Neem de alleen ed ook m ervaringsdeskundigheid En wantrouwen en het systeem zo dichttimmeren dat uiteindelijk de grote
menselijke maat en GL eh ss eh esn meerderheid van goedgezinde en welwillende burgers leidt onder klein
leefwereld in het rechtvaardigheid, . . percentage fraudeurs.
contact met * Haal de voor vertrouwen relevante meningen, voorkeuren, waardering en ._Draaa vanuit bestuur richtina oraanisatie uit te staan voor werken
inwoners en in alle belemmeringen van Amsterdammers de organisatie binnen. 9 lik tind 9 dee EL Meteen
processen als * Benut ruimte in uitvoering om regels proportioneel toe te passen, ee mense dikte, mn oe voering. il kou en van lef omdat
uitgangspunt rekening houden met toedracht én consequenties voor betrokkenen, 0.a.: arwijkmgsmogerijkneden en toEpassen van WITEKEUr vereisen er, omda
Amsterdamse maatwerkmethode; mogelijkheid fouten te herstellen, risicomijdend gedrag het maken van uitzonderingen in individuele gevallen
hoogte terugvordering aanpassen indien niet proportioneel; omgekeerde vaak in de weg staat. Bestuurlijke dekking voor deze cultuuromslag is
toets (start vanuit doel interventie i.p.v. wet zelf). essentieel.
* Pas Begrijpelijk, Toegankelijk, Betrouwbaar (communicatiekompas)
toe in de hele organisatie. 15
% Belangrijkste acties en adviezen voor organisatie en bestuur
% Toegankelijk en rechtvaardig (2/2) U
Dit bereiken … vraagt van de organisatie… …en van het bestuur:
* Communiceer in voor iedereen begrijpelijke taal en zorg dat procedures * Een besluit over in hoeverre gemeente Amsterdam de toegankelijkheid
voor iedereen duidelijk en transparant zijn. In taalgebruik (qua niveau en van de informatie wil verbeteren (en dus voldoen aan de wetgeving), hoe
emotie) beter aansluiten op de doelgroep. ver terug in de tijd en vanaf welk moment informatie wordt gepubliceerd.
* Zorg dat informatie 1) technisch toegankelijk is (zowel qua vorm als
kanaal) 2) begrijpelijk (A2 voor onmisbare informatie, Ba voor alle
informatie), 3) vindbaar voor de Amsterdammer, om te voldaan aan de
. Wet Digitale Toegankelijkheid, WOO, AVG en archiefwet.
12, ne en *_Gebruikersgericht onderzoek naar informatiebehoeften en kanalen.
communicatie van . p p p 5 5
de overheid is en met het uitbreiden van informatiekanalen naar social
toegankelijk, media, Een van bereik en ISES
begrijpelijk en * Kies voor actief openbaar maken (tenzij heel goede redenen voor
vindbaar geheimhouding) als de nieuwe standaard.
* Interne informatiehuishouding op orde: één systeem voor alle directies.
Werken volgens het principe ‘open, tenzij, voor makkelijker kennisdeling.
* _Bewustwording/kennis vergroten voor goede vastlegging + faciliteren
met instrumenten + naleving door scherp toezicht daarop.
* Communiceer ook over welke inzet van de gemeente in samenwerking
met maatschappelijke partners de gemeente trots is. Goede en mooie
voorbeelden zijn ook belangrijk voor het vertrouwen in de overheid.
* Bied in systemen voldoende ruimte voor menselijke tussenkomst om
‘computer says no’-scenario’s te voorkomen
13. Digitale rechten * _Monitoreffecten keuzes gebaseerd op algoritmen zonder menselijke
en technologie zijn tussenkomst. Maak informatie over inzet van technologie actief
inzichtelijk en openbaar.
worden geborgd * Betrek bij impactvolle technologie (bijv. algoritmen voor belastingen,
risico’s) multidisciplinaire teams met technische, juridische en ethische
expertises vanaf begin ontwikkelproces naast toetsing door CPA.
16
%
% Belangrijkste acties en adviezen voor organisatie en bestuur
X Bestuur en organisatie met tegenwicht p
Dit bereiken … vraagt van de organisatie… en van het bestuur:
* Voereen uitvoeringstoets uit vóór besluitvorming (zie aanbeveling 6). * In fase vooraf aan besluitvorming actief tegenspraak organiseren.
*_Organiseertegenspraak in een vroeg stadium (initiatieffase) - niet pas * Bestuurlijke reflectiesessies: bestuurders gaan met onafhankelijke
vlak voor besluitvorming - met als doel tunnelvisie, schijnzekerheden en deskundigen over beleidsdossier (kan in verschillende fasen), los van de
wensdenken te identificeren. Deel uitkomsten tegenspraaksessies met staf
het bestuur (geen verplichting, wel vanzelfsprekendheid) * Bestuurlijk contact met uitvoering verbeteren, om negatieve effecten of
14. Organiseren van * Vanuit organisatie richting bestuur: adviseer structureel op basis van juist kansen snel te kunnen adresseren. O.a door
tegenspraak is opties met voor- en nadelen; laat dilemma's zien en pas B&W-proces * Uitvoering meer vanaf de start meer centraal zetten
vanzelfsprekend hierop aan: format met opties en voor-en nadelen. «_Uitvoeringstoets vooraf aan besluitvorming
* Betrek in de gehele cyclus (beleid, besluiten, vitvoeren, monitoren) het «periodieke gesprekken met uitvoering waar dilemma's en
perspectief van diegenen die met de gevolgen te maken hebben. knelpunten op tafel mogen
* Vergroot ruimte en veilige cultuur voor tegenspraak over «inloopspreekuur wethouders
uitvoerbaarheid en evt. negatieve effecten van beleid. Zowel richting
ambtelijke top als bestuur. De toon aan de top is hierin essentieel.
* Bij besluitvorming integrale, risicovolle, complexe vraagstukken rol voor * Bestuurlijk leiderschap: open over complexiteit maatschappelijke
de GS in bewaken waarden van transparantie en (integraal) opgaven en dilemma’s (dilemmalogica’), bijv. tussen ruimte voor
15. Transparantere afwegingskader professionals en risicobeheersing. Communiceer vroeg eerlijk over
besluitvorming; * Vastleggen hoe je tot je besluit gekomen bent (o.a. hoe je aan de beperkingen. Besteed aandacht aan procedurele en ervaren
zicht op hoe besluit algemene beginselen van behoorlijk bestuur hebt voldaan, de rechtvaardigheid. Vertrouwen groeit als zichtbaar is hoe een afweging
tot stand is uitvoerbaarheid, de Amsterdammer betrokken, wie verantwoordelijk is) gemaakt wordt, hoe lusten en lasten eerlijk worden verdeeld en hoe met
gekomen Ke zorgen rekening wordt gehouden.
mpactis *_|.p.v. achteraf vertellen wat je hebt besloten: vertellen op basis waarvan,
met welke stappen, je besluiten zal nemen.
16. Beter benutten * Betere toegang Ombudsman tot organisatie * Vaste periodieke gesprekken Ombudsman — bestuur
signalerende * Afspraken voor leer- en verbeterproces tussen Ombudsman en * Investeren in positie Ombudsman om verruimde rol in te kunnen vullen
functies zoals organisatie
ombudsman
1/
%
%
%
3. HANDELINGSPERSPECTIEF
b. dilemma's om rekening mee te houden
LJ 1 a u
X Dilemma's bij het versterken van waarden voor een betrouwbare overheid
De verschillende waarden voor een betrouwbare en kwalitatieve overheid botsen soms onderling en brengen soms dilemma's mee.
Het is van belang een bewuste afweging te maken bij deze dilemma's en hier een duidelijk antwoord op te hebben hoe hier mee om te
gaan. Een aantal voorbeelden:
_ _ Centraliseren van de uitvoering vanuit
Menselijke maat & maatwerk versus gelijke oogpunt efficiëntie versus behoefte aan
behandeling & rechtsgelijkheid maatwerk kunnen leveren in de buurt
Prioriteit aan vergroten toegang tot informatie
versus prioriteit aan vergroten begrijpelijkheid
van informatie - .
Privacy versus effectief oplossen
maatschappelijke opgaven
Belang van openbaarheid versus belang van privacy en
veiligheid van medewerkers (bij openbaar maken van _
persoonlijke beleidsopvattingen/WOO) Tempo in realiseren maatschappelijke opgaven
versus inclusief participatietraject
19
%
%
%
II ACHTERGROND: ANALYSE
Introductie en samenvatting
X% Aanleiding en doel van dit adviestraject
Aanleiding Doel van dit adviestraject
Het vertrouwen tussen burger en overheid staat onder druk. Zowel rond besluit- Doel van dit traject is om inzicht te krijgen in wat er nodig is om de
beleidsvorming, vitvoering als de controle hierop spelen mechanismen die de betrouwbaarheid van het handelen van de gemeente en het vertrouwen van
(ervaren) betrouwbaarheid van het openbaar bestuur onder druk zetten. Zorgen Amsterdammers te versterken. Hiervoor zoeken we antwoord op onderstaande
over een gebrek aan vertrouwen in overheidshandelen spelen zowel landelijk als vragen:
lokaal. Het gaat om een aantal ontwikkelingen:
* Het vertrouwen tussen burger en overheid staat onder druk. Na een piek van het 1. Wat zijn mechanismen die de betrouwbaarheid en kwaliteit van de gemeente
vertrouwen aan het begin van de coronacrisis is het gemiddelde vertrouwen Amsterdam onder druk zetten? En vooral: waar liggen we echt wakker als
sterk gedaald. Een tweede ontwikkeling is minstens zo zorgelijk: het structureel bestuur en organisatie? (Analyse)
laag vertrouwen van groepen in kwetsbare posities - mensen met een laag 2. Wat zouden de leidende principes moeten zijn in het versterken van de
opleidingsniveau en ‘onzeker werkenden’. betrouwbaarheid en kwaliteit van de gemeente?
*_Eenlaag vertrouwen heeft gevolgen voor de legitimiteit. (Historisch lage 3. Wat vragen deze principes aan acties vanuit de gemeente om de
opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen 2022; structureel lage opkomst in betrouwbaarheid van de gemeente de komende jaren te versterken, aanvullend
Zuidoost, Nieuw-West en Noord). Daarnaast is het een probleem voor de op wat al in gang gezet is en in samenwerking met maatschappelijke partners?
effectiviteit van de gemeente: in deze delen van de stad waar sociale opgaven En welke dilemma's komen hierbij kijken?
het grootst zijn (o.a. veiligheid, gelijke kansen, armoede) blijft het bereik vaak
achter (bijv. vaccinatiegraad; aanpak armoede en schulden). 4. Wat vraagt dit van de verschillende politieke, bestuurlijke en ambtelijke rollen?
OO On Het gaat om zowel besluitvorming, beleid, vitvoering als de controle hierop.
* De toeslagenaffaire, gaswinning in Groningen en aanpak van de coronacrisis zijn
voorbeelden die het vertrouwen recent onder druk hebben gezet. Maar al langer
waarschuwen Ombudsmannen dat de manier waarop de lokale en nationale
overheid met burgers omgaat de betrouwbaarheid van de overheid — en
daarmee het vertrouwen van burgers — aantast.
* Ook in Amsterdam zijn er burgers die de overheid wantrouwen omdat zij van het
kastje naar muur worden gestuurd, niet persoonlijk geholpen worden,
meervoudige problemen hebben maar toch te maken krijgen met zeer complexe
bureaucratie en vele instanties, zich niet gehoord voelen, of te maken hebben
met discriminatie en vinden dat de overheid hier te weinig in doet. Vooral in
delen van Zuidoost, Nieuw-West en Noord is het vertrouwen in de overheid laag.
21
Introductie en samenvatting
% Hoe is deze verkenning tot stand gekomen
Opdrachtgeverschap, sturing en team
* Bestuurlijk opdrachtgever: Burgemeester Halsema
* Ambtelijk opdrachtgever: Mavis Carrilho namens het GMT
* Stedelijk strategieteam: Marieke Hoffman (projectleider), Henriette Mansell (adviseur)
Aanpak
Brede literatuuranalyse Gesprekken met experts en Verbinding gezocht met Gesprekken met organisatie Verdiepingssessies en
wetenschappers gerelateerde trajecten pressure cookers
* o.a. Ombudsman, SCP, . . bain irc: * Organisatiebrede
WRR, Parlementaire * 0.3. Ombudsman eene Eens gesprekken met ca. 30 * Diverse verdiepingssessies
commissies, Correspondent Amsterdam, Tom van der functie, Amsterdam 750, : i met collega's uit
1 Pp Meer Eefje EN vereenvoudiging collega’s: DJZ, Belastingen, organisaties om
* Analyse van (kwalitatieve) Steenvoorden, Kees van escalatieroute sociaal Bestuursadvisering, WPI, oplossingen verder vit te
onderzoeken onder den Bosch, domein, Amsterdamse V&OR, R&D, PMB, diepen
bezorgde of wantrouwende maatwerkmethode, Dienstverlening,
burgers « Pressure cooker sessie met Onderzoek WPI Communicatie, CIO,
wetenschappers en BZK Toeslagenaffaire, _ Buurtteams, Amsterdam
Amsterdam Schuldenvrij, …
*_Themasessie Menselijke visi Schuldenvrij,
isie op Dienstverlening,
maat en maatwerk met f Contactcenter, Belastingen
Albert Jan Kruiter onderzoek inclusieve / í
ertsan STORE communicatie, Verbeteren stadsdelen, Masterplannen
bestuurlijke besluitvorming, Nieuw-West en Zuidoost;
traject Organisatie- Ongedeeld Noord; heidag
Ontwikkeling, sociaal
Voorbereiding Nieuwe * Gesprek met College en het
Bestuursperiode GMT
| Zie bijlage voor externe bronnen 22
x
x
x
Vertrouwen tussen burger en overheid: context en cijfers
Wat weten we over ontwikkeling van vertrouwen in de politiek en overheid?
23
Context en cijfers
%
% Twee ontwikkelingen: #1 sterke daling vertrouwen na piek aan begin coronacrisis;
X maar vertrouwen nog niet lager dan in 2013
Vertrouwen in de Tweede Kamer en de regering, bevolking van 18+, 2008-2021/2 (in procenten) «Onderzoek Burgerperspectieven
(SCP): Herstel van vertrouwen’ door
60 politiek en overheid wordt door
Nederlanders als topprioriteit voor het
75 nieuwe kabinet gezien.
E * Het vertrouwen tussen overheid en
burgers staat onder druk. Over de
65 gehele linie is recent een scherpe
1 : daling van vertrouwen in de overheid
aa Te, af SL [ Kla zichtbaar (73% had veel vertrouwen in
55 „ ie rn A Een L a Te de regering aan het begin van de
Ps, las Piel et | [rd hi Te AAN AS “ crisis, slechts 40% had dat in oktober
ad ie ST , n il 4 Ex el, Tr AT a = 2021; SCP).
45 1 ded vu a. zi L ee zt Tet Í * Een laag vertrouwen in de overheid is
al Ie ELEME zorgelijk omdat het de legitimiteit van
40 vel } en draagvlak voor overheidshandelen
en onder druk zet.
* Tochis de deze gemiddelde daling
30 nog niet eens de grootste zorg, omdat
2008 2009 2010 201 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021/4 SO
de verwachting is dat met een nieuw
de Tweede Kase me Gereden kabinet en een stabilisatie van de
coronacrisis het vertrouwen weer wat
aantrekt. Het meest zorgelijk zijn de
grote structurele verschillen tussen
groepen burgers in hun vertrouwen
richting de overheid.
SCP (2021) Burgerperspectieven 2021 | kwartaal 4 24
Introductie en samenvatting Context en cijfers Betrouwbaarheid v/d overheid Bijlage
% Daling vertrouwen in vooral landelijke overheid; vertrouwen in lokale overheid nu
X% hoger dan landelijk
Vertrouwen in overheid, RIVM, GGD en huisarts “Eris normaliter weinig verschil in
tevredenheid met de democratie op
nationaal of lokaal niveau.
100 * Het vertrouwen in lokale instituties is
so een sterke afgeleide van het
vertrouwen in landelijke instituties.
80 Dit komt doordat lokale instituties
zo vaak minder goed zichtbaar zijn. Toch
hebben mensen net wat meer
60 vertrouwen in de lokale politieke
50 instituties dan in de landelijke.
* Tevredenheid met het functioneren
40 van de lokale democratie wordt maar
30 voor een klein deel bepaald door puur
lokale factoren.
20
10
Oo
Vertrouwen in Vertrouwen in lokale VertrouweninRIVM Vertrouwen in GGD Vertrouwen in
landelijke overheid overheid huisarts
landelijk juli '20 m landelijk sept '21 Amsterdam juli ‘20 m Amsterdam sept '21
EUR / Engbersen et. al (november 2021) De laagvertrouwensamenleving. De maatschappelijke impact van COVID-19 in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam & Nederland. Vijfde meting; Tom van der Meer (2016) Democratie dichterbij. Lokaal Kiezersonderzoek 25
Context en cijfers
% Maar ontwikkeling #2 wellicht nog zorgelijker: grote structurele verschillen tussen
% groepen in hun vertrouwen in de overheid, vooral tussen opleidingsniveaus
Verschil vertrouwen tussen bevolkingsgroepen % eens met stelling “de overheid doet te weinig voor mensen zoals ik”
(57) Precariaat
(50,1 Onzekere werkenden
elk [35,9 |Comfortabel gepensioneerden
5) (28,4, Werkende middengroep
SE Jonge kansrijken
Gevestigde bovenlaag
% van de lager opgeleiden met % van de hoger opgeleiden met
vertrouwen in de overheid vertrouwen in de overheid
2014 2020
*__Hoger opgeleiden (66%), mensen met een bovenmodaal gezinsinkomen en —_— Gevestigde bovenlaag Jongere kansrijken
jongeren (59%), hebben veel meer vertrouwen in regering en parlement dan Werkende middengroep Comfortabel gepensioneerden
lager opgeleiden (31%), mensen met een lager inkomen en ouderen (4,6%). Onzekere werkenden Precariaat
* __ Vande Nederlanders met een vmbo- of mbo-opleiding geeft 28% aan de pers
te vertrouwen, terwijl dit voor personen met een wo-opleiding 52% is. En ook ‚ En ,
het vertrouwen in de lokale politiek en democratie is aanzienlijk lager onder *__ De groepen ‘Onzekere werkenden’ en 'Precariaat’ hebben het minst het
laagopgeleiden dan onder hoogopgeleiden. gevoel dat de overheid voor hen is.
* __ Zowel landelijk als lokaal stemmen veel lager opgeleiden niet en hebben *_Anders dan alle andere groepen is de zelfplaatsing op de maatschappelijke
weinig vertrouwen in democratie, en ook weinig politiek zelfvertrouwen. ladder van het precariaat niet verbeterd
SCP, Burgerperspectieven ; SCP (2021) Verschil in Nederland 26
Context en cijfers
% Kleine verschillen in vertrouwen t A'd t d igrati
ussen ammers meten zonaer migratie-
X% achtergrond; minder vertrouwen bij langere verblijfsduur en ervaren discriminatie
Amsterdammers met (veel) vertrouwen in instituties, met en zonder Tevredenheid met de Nederlandse regering (voor de verkiezingen); NKO 2021
migratieachtergrond (procenten) En
70,0% 90% h Í Û Û Û E Erg ontevreden
60,0% 80%
50,0% 70% s Ontevreden
60%
40,0%
50% Noch tevreden noch
30,0% 40% ontevreden
20,0% 30% = Tevreden
10,0% l 20%
0,0% 10% IW . ij = Erg tevreden
© À Bd Ò SN À & Le 4 N 0%
de EE 5 els els 3 ee 2
EE A EAD Rl E EIS EIS 2 5 8 5
zt “ É E ES) © 8 2 |= 8 2 8 à 8 2
2 — Ee 6 > 58
& E © = © N ©
5 5 3 5
8 ze 5
oe $ 5 5
geen migratieachtergrond __m wel migratieachtergrond B E
* Amsterdammers met migratieachtergrond hebben iets minder vertrouwen in * _In de weken voorafgaand aan de verkiezingen van maart 2021, waren
politie, rechtspraak en kranten dan A'dammers zonder migratieachtergrond Nederlanders met een Marokkaanse of Turkse achtergrond het minst vaak (erg)
* _A'dammers met migratieachtergrond juist iets meer vertrouwen in ambtelijke tevreden over de regering van Nederland
organisatie, gemeenteraad en regering dan A'dammers zonder * _ Vooral kiesgerechtigden met migratieachtergrond die (erg) vaak
migratieachtergrond groepsdiscriminatie ervaren waren minder tevreden!
* _ De respondenten die meer discriminatie ervaren bleken na de verkiezingen ook
* Immigranten hebben hoge verwachtingen van het land waar ze naartoe gaan blijkt in wat sterkere mate ook werkelijk gestemd te hebben.
vit, dat vit zich in een hoog vertrouwen in zowel publieke als private instituties. * __ Het lijkt er dus op de ervaren discriminatie politieke ontevredenheid voedt en
* Naarmate niet-westerse immigranten langer in Nederland verblijven wordt dit ook juist mensen mobiliseert.
vertrouwen naar beneden bijgesteld (CBS).
Bron: Amsterdamse Burgermonitor 2019 (bewerking Stedelijk strategieteam); NKO 2021; CBS (2021) Het vertrouwen van immigranten in de samenleving in relatie tot hun verblijfsduur 2/
Context en cijfers
% Onder burgers met weinig vertrouwen in de overheid zijn er vijf belangrijke
X bronnen van wantrouwen
1. De overheid is onzichtbaarder geworden. 4. Ongelijke behandeling. Eris onvrede
Dit wordt het sterkst gevoeld op lokaal niveau waar de voortkomend uit wij-zij-gevoel, waarbij de ‘wij’ zich
overheid traditioneel gezien het tastbaarst is. Het achtergesteld voelt of het gevoel heeft dat andere
sluiten van fysieke gemeenteloketten en groepen bevoordeeld worden. Onvrede is er over het
politiebureaus, digitalisering, vleugellamme feit dat de overheid er vooral voor zichzelf is of
stadsdelen en complexe wet- en regelgeving zijn veel TP bepaalde groepen in de samenleving bevoordeelt: de
geschetste ontwikkelingen. elite, Nederlanders met migratie-achtergrond,
Û © vluchtelingen, witte Nederlanders en
Randstedelingen.
1op 6 Nederlanders heeft discriminatie door
. . Í 1 0 Í
2.De burger is onzichtbaarder \ instanties ervaren, 16% van de Amsterdammers die
. discriminatie ervaart wijst de overheid als dader aan.
geworden. Ervaren wordt dat de menselijke
maat steeds meer is verdwenen in het contact
met de overheid en dat de overheid ongevoelig
is geworden voor bepaalde maatschappelijke
problematiek. . BR
5. Incompetentie van bestuurders, politici
en ambtenaren. Ten slotte gaan de narratieven
3. De burger voelt zicht niet gehoord, van wantrouwende burgers over incompetentie van
ambtenaren, politici en bestuurders. Ook wordt
vooral bij besluitvorming waarbij ze rechtstreeks er ne . a
artij zijn, of het niet zijn, terwijl ze het gevoel politici en politieke partijen een gebrek aan visie
p Le: ! verweten; er wordt politiek bedreven met angst voor
hebben dat dit wel zo zou moeten zijn. f
het grote verhaal, gericht op stemmen winnen en de
korte termijn.
Bron: Verwey Jonker (2021) Van persoonlijke krenking tot vertrouwensbreuk; SCP (2020) Ervaren discriminatie in Nederland If ; OIS (2016/2017) Straatinterviews discriminatie 28
Context en cijfers
%
% Deze thema's spelen ook in Amsterdam; en verschillen in vertrouwen geografisch
X zichtbaar: vooral lager vertrouwen in delen van Zuidoost, Nieuw-West en Noord
Nieuw-West
* Wantrouwen richting overheid groot, Noord
eveneens richting politie. * Wantrouwen richting instituties, mensen zoeken
* Sterke gevoelens van achterstelling door minder formele hulp
overheid * Gevoel van achterstelling, o.a. door verwaarlozing
* Sociale cohesie laag, wantrouwen tussen sociale huurwoningen
culturele groepen * Sociale cohesie gemiddeld. Jongeren gaan gemêleerd
* Lage opkomst bij verkiezingen met elkaar om
* Meeste ervaren discriminatie * _Gentrificatie bron van spanningen
West Noord
* Gentrificatie voornaamste bron van West . Oost
spanningen Nieuw Centrum . Sociale cohesie hoog
«Sociale cohesie gemiddeld -West Oost * Gemiddeld weinig wantrouwen in overheid. Wel
« Vertrouwen in instituties relatief hoog; Zuid mensen met schulden die wantrouwend zijn naar
wantrouwen onder bewoners die ‘vastlopen eene En
in bureaucratie van de overheid’ * Veel inzet inwoners na coronarellen in januari 2021
Zuidoost * _Gentrificatie potentiële bron voor spanningen
Centrum
* Weinig zorgen over spanningen Zuidoost
«_gentrificatie bijna overal “gepasseerd station” * Sociale cohesie laag, sterke etnisch culturele
scheidslijnen
Zuid * Sterk wantrouwen in overheid, gevoelens van
* Weinig zorgen over spanningen, m.u.v. achterstelling, ervaren racisme
. 1 * _Gentrificatie versterkt etnisch culturele scheidslijnen
Diamantbuurt, waar vertrouwen in gemeente . k t bii verkiezingen
en politie relatief laag is Lage op Omstr DI VErGeZngen
* Relatief veel ervaren discriminatie
29
Stedelijk strategieteam (2021) Wrijving en glans in de stad; OIS; Engbersen et al; : OIS (2020) Veiligheidsmonitor
Context en cijfers
% Gebrek aan vertrouwen uit zich ook bij verkiezingen: stemopkomst met name in
X% Nieuw-West en Zuidoost erg laag
Opkomst bij verkiezingen van de Tweede Kamer 2021 Opkomst bij verkiezingen van de Gemeenteraad 2018
N ú 40% 5 we
De zi ES ir sl Ei ( Ù ij
® a „|
* Opkomst in Amstel IIl/Bullewijk: 40%; Slotervaart Noord: 43% * Opkomst in Bijlmercentrum 28%; Osdorp-midden 37%
* Opkomst Stadionbuurt: 92% * Opkomst Museumkwartier: 73%
* Gemiddelde opkomst Amsterdam: 76% * Gemiddelde opkomst Amsterdam: 52%
30
Context en cijfers
% a u nu LJ
% Enhetisin deze delen van de stad waar de opgaven groot zijn maar het bereik
u
X beperkt is
Ervaren veiligheid per buurt, 2019 Aandeel vroeg er op af meldingen 2019 (percentage) Percentage ongevaccineerden (corona) per
stadsdeel
l Oe re Pi L 5 p Z
EE, WT ms Z Ì On ' es ge
ie | len |
| RT OC " HO
| AG N En MRS OS
IPS OS IENS OO 2e
Ne. > # Eh Ne 19
PI
RA kn
\ B | IS
VNA Ee vn
er sf a er
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven op vraag: als u de veiligheid Aandeel Amsterdammers van 18 jaar of ouder dat is aangemeld bij Vroeg
in uw buurt een rapportcijfer zou mogen geven, welk cijfer zou u dan er op af met een betalingsachterstand bij een woningcorporatie, Agis,
geven? Dienstbelastingen, Gemeente Amsterdam en/of een energieleverancier.
Legenda
veel beter dan gemiddeld (o >= 1) al
beter dan gemiddeld (0,5 - 1 0) Ee
rond het stedelijk gemiddelde (o < 0,5) B
slechter dan gemiddeld (0,5 - 1 o) 8
veel slechter dan gemiddeld (o >= 1) u
onbekend/geen data beschikbaar
Bron: OIS; GGD 31
%
%
%
Betrouwbaarheid van de overheid
Wat zijn de waarden van een betrouwbare overheid? Welke interne en externe mechanismen zetten deze waarden onder
druk?
32
Introductie en samenvatting Context en cijfers Betrouwbaarheid v/d overheid Bijlage
% Beïnvloedingsruimte van de overheid voor het versterken van vertrouwen van
X% burgers zit in de betrouwbaarheid en kwaliteit van het openbaar bestuur
Vertrouwen In de overheid wordt bepaald door Betrouwbaarheid en kwaliteit openbaar bestuur wordt gevormd door
verschillende factoren: vier waarden:
Korte termijn Structurele
factoren factoren __- Twee democratische waarden…
‚a. politiek Type Da
mago's, S kiesstelsel et
schandalen Da
o.a. er
economische \
groei; \
verkiezingen \
O.d. \
opleiding, N
Conjuncturele leeftijd, \
factoren politiek \
voorkeur \
\ en twee rechtstatelijke waarden
Persoonlijke factoren heenrenenereernenennene eneen?
33
Introductie en samenvatting Context en cijfers Betrouwbaarheid v/d overheid Bijlage
% Wat zijn de waarden van een betrouwbare en kwalitatieve overheid? responsiviteit,
% effectiviteit, toegankelijk & rechtvaardig en tegenwicht
Democratische waarden
Responsieve overheid fectieve vitvoering & excellente
Een overheid die responsief is naar haar E heid dies ver et
inwoners, signalen oppikt en ruimte biedt en Overheid Hie, samen Me
aan zeggenschap en eigen initiatief voor maatschappelijke partners, levert op de
inwoners collectieve opgaven en dienstverlening van
' hoge kwaliteit biedt die aansluit op de
behoefte van Amsterdammers.
… . Bestuur en organisatie met tegenwicht
Toegankelijk & rechtvaardig Een overheid waar in de gehele ’
Een overheid die richting burgers open, beleidscyclus het effect op de mensen en
eenvoudig, lensen, ri de samenleving centraal staat, dit
Oprossingsgene TE en PFOPOrHOnee — perspectief steeds actief vanuit praktijk en
werkt en daarbij eerlijk en onpartijdig is. uitvoering wordt georganiseerd en
dilemma’s over botsende waarden expliciet
gemaakt worden.
Rechtstatelijke waarden
Ontleend aan o.a. Frank Hendriks (2012) De zucht naar goed bestuur in de stad. Lessen uit een weerbarstige werkelijkheid 34
Betrouwbaarheid v/d overheid
% Betrouwbaar handelen van de overheid wordt enerzijds beïnvloed door externe
X ontwikkelingen…
Deze ontwikkelingen hebben invloed op de mate waarin de overheid responsief is richting burgers, effectief kan werken aan maatschappelijke opgaven, toegankelijk en
rechtvaardig kan blijven.
Individualisering en toegenomen diversiteit veranderen Internationalisering en decentralisaties leiden
Door opkomst sociale media is nadruk nog verhoudingen tussen burger, politiek en overheid tot toenemende afhankelijkheid van andere
meer op het individu en meningen komen te Democratische waarden overheidslagen
liggen. Informatie wordt razendsnel gedeeld,
desinformatie of nepnieuws. Boze burgers
vinden elkaar in een gedeeld wantrouwen tegen .
de overheid en de mainstream media. Sterke verstedelijking > schaarste, meer druk
Responsief Effectieve op huisvesting en publieke voorzieningen
bestuur en uitvoering
isati
Verbeterde informatiepositie burgers leiden tot Aaa
nieuwe verwachtingen van burger richting de Ì
overheid. Toegenomen mondigheid, tegelijk is _ Bestuur en … Dn
deze mondigheid ongelijk verdeeld Toegankelijk organisatie Maatschappelijke complexiteit toegenomen.
en rechtvaardig a Grotere noodzaak overheid samenwerking op te
tegenwicht zoeken
Sterke toenamen mogelijkheden digitale data te
verzamelen, toe te passen en uit te wisselen
Rechtstatelijke waarden
Technologisering en automatisering vergroten
mogelijkheden processen te automatiseren
35
Betrouwbaarheid v/d overheid
% Betrouwbaarheid van de overheid wordt anderzijds beïnvloed door interne
X% mechanismen binnen de (landelijke) overheid zelf
In landelijke discussies globaal twee rode draden waardoor democratische en rechtstatelijke waarden onder druk staan:
A. Overmatige nadruk op rechtmatigheid en efficiëntie ten koste van rechtvaardigheid en maatschappelijk effect
B. Te weinig aandacht voor tegenmacht en zeggenschap
Onvrede over zeggenschap: Groepen burgers voelen zich Efficiëntie en rendement boven kwaliteit en effect op mensen
niet gehoord en gezien doordat zij hogere verwachtingen Democratische waarden * Overheid stuurt op efficiëntie en rendement (output) ipv
hebben van democratische invloed en hen deze maatschappelijk effect (outcome). Bezuinigingen op publieke
zeggenschap ook beloofd wordt, maar dat deze belofte diensten; overheid steeds meer op afstand. En onrealistische
niet waargemaakt wordt verwachtingen van zelfredzaamheid.
* Gevolg: publieke dienstverlening is verschraald. Het systeem
_: se: _: i i als geheel ((Rijks)beleid, regels, kaders) dat inwoners moet
Rechtmatigheid en rechtsgelijkheid boven evenredigheid Be Effectieve 3 ( } )belei rTeges, )
on bestuur en uitvoering ondersteunen is te versnipperd, bureaucratisch en daarmee te
* Debat: ‘rechtmatigheidsdenken te dominant geworden’. organisatie
Do en complex voor kwetsbare doelgroepen.
Juridische werkelijkheid soms losgezongen van de realiteit
eo ei * Mensen met het minste vermogen om zelf regie te voeren over
* Automatisering en digitalisering maken uitzonderingen . .
nog lastiger hun eigen leven, worden vaak met de grootste bureaucratische
gang De on Toegankelijk Bestuur en complexiteit geconfronteerd.
* Gevolg: onrechtvaardige uitkomsten voor individuele en rechtvaardig organisatie
burgers met .
tegenwicht Technocratische bestuurscultuur:
Institutionele vooringenomenheid in zowel politiek als ambtelijke Bestuurscultuur waarin bestuurders _
organisatie leidt tot aantasting grondrechten, onrechtvaardige maatschappelijke vraagstukken zoveel mogelijk
behandeling en gevoel van uitsluiting of vernedering. Voorbeelden: „4 technocratisch benaderen, geen afweging van
zwarte lijsten bij de belastingdienst o.b.v. nationaliteit en ‘uiterlijk Rechtstatelijke waarden publieke waarden. Keuzes worden naar experts
voorkomen’; etnische profilering bij de politie. en andere niet politieke actoren geschoven.
Politiek gericht op incidenten: Politici steeds meer gericht op het verkrijgen van
Wantrouwen van overheid richting burgers: burgers worden behandeld als . 3 . Pp " 3 Pp DO , J9
Dn . (social) media-aandacht en besteden meer tijd aan nieuwswaardige Incidenten
calculerende wezens die uit zijn op hun eigen voordeel, graag de randen
… . en schandalen ten koste van hun controlerende en wetgevende rol.
van de wet opzoeken, waarbij fraude en misbruik op de loer liggen
36
Betrouwbaarheid v/d overheid
X% Hoe zien we deze mechanismen terug In het Amsterdamse openbaar bestuur?
In Amsterdam zijn deze mechanismen ook terug te zien. We kwamen rond 7 gebieden kwetsbaarheden tegen. Deze worden op de volgende pagina’s uitgewerkt.
A. Druk op rechtvaardigheid en maatschappelijk effect door sterke B, Tegenmacht en ruimte voor zeggenschap niet vanzelfsprekend
focus op rechtmatigheid en efficiëntie
Kwetsbaarheden in Amsterdam: Kwetsbaarheden in Amsterdam:
1. Randvoorwaarden voor maatwerk, en voor dienstverlening en 5. Ruimte voor tegenwicht niet overal geborgd
communicatie vanuit menselijke maat vaak onvoldoende
2. Spanning tussen centralisatie van de uitvoering versus gebiedsgericht 6. _ Meer duidelijkheid over mate zeggenschap, inclusiever zeggenschap.
werken en maatwerk leveren in de buurt
3. Dienstverlening nog te veel verkokerd en aanbod gedreven, sluit 7. Openbaarheid, transparantie en navolgbaarheid kan beter
onvoldoende aan op de vraag
4. _ Voor beperken van klachten en bezwaren kan juridische expertise In
gehele keten beter geborgd
3/
Betrouwbaarheid v/d overheid
% Mechanismen die betrouwbaarheid onder druk zetten in Amsterdam (1/3)
X A. Druk op rechtvaardigheid en maatschappelijk effect door sterke focus op rechtmatigheid en efficiëntie
1. Randvoorwaarden voor maatwerk, en voor dienstverlening en communicatie 2. Spanning tussen centralisatie van de uitvoering versus gebiedsgericht werken
vanuit menselijke maat vaak onvoldoende en maatwerk leveren in de buurt
Wat gaat al goed
3 3 Wat gaat al goed
Amsterdam gebruikt al veel mogelijkheden om maatwerk te bieden en af te wijken
van de standaard als de situatie daar om vraagt. De Amsterdamse In Amsterdam is het gebiedsgericht werken ingevoerd om integraal werken op
Maatwerkmethode is een visie waarin de Amsterdammer — en niet het aanbod - gebiedsniveau mogelijk te maken. Dichtbij en samen met bewoners en
centraal staat, zowel in beleid als uitvoering. O.a. de Buurtteams, Amsterdam ondernemers. De integrale meerjarige aanpak van de Masterplannen Zuidoost en
1 jd. 1 . . …. .
Schuldenvrij passen deze aanpak toe. De Dienst Belastingen toetst steeds meer op el re maarschappeijse berner 15 al ven novende aanpak om
proportionaliteit. En er worden verschillende informele aanpakken ingezet om maatschappen € opgaven op 'okaa” niveau mtegraar te benaderen en Ne
bezwaren te beperken vertrouwen van inwoners te versterken.
Wat kan beter Wat kan beter
Het voorop stellen van de vraag van de Amsterdammer en haar/hem doelgericht en ° De centralisatie van de uitvoering (opheffing stadsdelen) heeft geleid tot
eenvoudig te helpen - vraagt voorwaarden die nog niet voldoende aanwezig zijn: minder ruimte voor lokaal maatwerk en lokale initiatieven en tot een grotere
afstand tussen gemeenten en maatschappelijk middenveld.
* De prikkel vóór maatwerk nog vaak in de sturing wanneer regels (te) strikt zijn, Eri k weini imte bii directi lokaal twerk. Zo st ideeë
er gestuurd wordt op korte termijn efficiency (output i.p.v. outcome), er geen tijd 15 et Sorte dae e ni wecties voor'o 5 Ee el ' e > Se Ook
is en als er geen duidelijke rugdekking is vanuit bestuur of management. voor het DUU U get’ vaak op gespannen voet met centrale afspraken. Oo
_ . _ h merken collega’s vit de gebieden dat weinig tijd en prioriteit gegeven wordt
* Bijhet maken van beleid wordt nog niet altijd voldoende rekening gehouden vanuit directies aan signalen en verzoeken uit de stadsdelen. In theorie is
met de weerbarstigheid van de vitvoering. ‘gebiedsgericht werken van iedereen’, in de praktijk soms ‘van niemand’.
: eraa arderiesen woorkeuren trand in de orentschaoer pen on *_De sturing vanuit portefeuilles en stadsdelen lopen in de praktijk door elkaar
168 1 reen rn heen. Op sommige thema’s is sprake van dubbele sturing vanuit stadsdelen en
konnen nl in beeld migen on peerd, uitvoering en communicatie beter te portefeuilles, op andere onderdelen is sprake van (te) weinig (integrale) sturing.
unnen aansluiten op wat de praktijk vraagt.
38
Betrouwbaarheid v/d overheid
% Mechanismen die betrouwbaarheid onder druk zetten in Amsterdam (2/3)
x A. Druk op rechtvaardigheid en maatschappelijk effect door sterke focus op rechtmatigheid en efficiëntie
3. Dienstverlening nog te veel verkokerd en aanbod gedreven, sluit 4. Voor beperken van klachten en bezwaren kan juridische expertise in gehele
onvoldoende aan op de vraag keten beter geborgd
Wat gaat goed Wat gaat goed
De kernprincipes van de gemeentelijke visie op dienstverlening — persoonlijk, Juridische afdelingen en vakafdelingen werken steeds beter samen, waardoor het
eenvoudig en toegankelijk — gaan vit van de menselijk maat. Inrichting van primaire proces verbetert en klachten en bezwaren worden beperkt. De gemeente
processen gebeurt steeds meer vanuit perspectief Amsterdammer. Belangrijke zet steeds meer in op informele geschilbeslechting, in het sociaal domein maar ook
informatie (wetten, rechten, plichten) voor Amsterdammers sinds kort zo bijv. bij Belastingen. De Belastingdienst zet in op dejuridiseren, bijv. door informeel
geformuleerd en vormgegeven dat iedereen het in 1 keer kan begrijpen. contact en meer oog voor proportionaliteit. In de Aanpak vroegsignalering
(Armoedebeleid) trekken WPI en Belastingen nauw samen op.
Wat kan beter
Tegelijk werkt de gemeente nog vaak sterk aanbod-gestuurd. Dit rijmt niet met Wat kan beter
de complexe, domeinoverstijgende behoeftes van kwetsbare Amsterdammers. * Ombudsman: geen eenduidige klachtbehandeling in Amsterdam en
* Veel medewerkers denken vaak nog sterk vanuit eigen taak en weinig integraal klachtenregeling niet goed bekend bij medewerkers. Eris te weinig aandacht
en oplossingsgericht. Er zijn weinig prikkels om integraal te werken, voor de benodigde competenties voor een goede klachtbehandeling.
medewerkers worden hier niet op beoordeeld of voor beloond. Heel veel * De behandeltermijn voor klachten en bezwaren moet korter. Bij een (tijdelijke)
medewerkers hebben geen reikwijdte en autorisatie om beslissingen te nemen. hoge instroom van bezwaren staat tijdig afhandelen onder druk. Vakafdelingen
Klantcontactmedewerkers zijn sterk gericht op het zo mogelijk snel afhandelen, maken bij besluiten te weinig gebruik van de kennis van bezwaarafdelingen om
niet op het zo goed mogelijk helpen. bezwaren te beperken of te anticiperen op een hogere instroom van bezwaren.
* Veel gemeentelijke communicatie is vaak voor veel Amsterdammers te * De beantwoording van vragen van inwoners aan de gemeente laat vaak lang op
ingewikkeld en sluit niet aan bij capaciteiten van lager opgeleiden. zich wachten. Oorzaak is vaak dat een antwoord langs meerdere ‘schijven’ moet.
* De kennis die wordt opgedaan bij klantcontact, klachten en bezwaren leidt nog * Eris meer aandacht mogelijk voor taalniveau (vaak te ingewikkeld) en toon
niet tot structurele feedbackloops en verbetering van het primaire proces. In van de communicatie (vaak afstandelijk en formeel), zowel in primair proces
beleid, regelgeving, uitvoering, commvunicatie, etc.) (om klachten te voorkomen) als bij klachten en bezwaren.
39
Betrouwbaarheid v/d overheid
% Mechanismen die betrouwbaarheid onder druk zetten in Amsterdam (3/3)
x B. Tegenmacht en ruimte voor zeggenschap niet vanzelfsprekend
5. Ruimte voor tegenwicht niet overal geborgd 6. Ruimte én duidelijkheid over zeggenschap 7. Openbaarheid, transparantie en navolgbaarheid
kan beter
Wat gaat goed Wat gaat goed Wat gaat goed
Op onderdelen zijn vormen van tegenwicht en checks Er zijn de aflopen jaren stappen gezet om de De transparantie-eisen voor overheden zijn de
& balances ingebouwd. Vooraf aan besluitvorming bij zeggenschap van Amsterdammers over afgelopen jaren flink opgeschroefd in verschillende
complexe projecten worden vaak dwarskijksessies besluitvorming en hun leefomgeving te vergroten. wetten en regelgeving, waaronder: AVG, Wob en
georganiseerd. Ende rol van de Ombudsman wordt Initiatieven voor meer zeggenschap en eigenaarschap straks de Woo en de Archiefwet. Het afgelopen
binnen bestuur en organisatie gewaardeerd. — zoals Buurtrechten — geven inwoners het gevoel college zette zoveel mogelijk in op actieve
Wat kan beter verschil te kunnen maken in de eigen buurt. openbaarmaking van informatie.
* _Tegenspraak wordt pas in een heel laat stadium Wat kan b
at kan beter
actief georganiseerd. Wat kan beter
. entia rit * Bewoners ervaren de ruimte voor zeggenschap
Er wordt niet overal in de organisatie ruimte voor matia als ‘schií ticipatie’. Inhoudeliik «_De versnippering van het IT-landschap
tegenspraak over vitvoerbaarheid en verwachte rege'maug a's sChijnparticpate. MAOVEEJKE ee:
ambities (bijv. wonen en duurzaamheid) botsen maakt het lastig de ambitie van
negatieve effecten van beleid/besluiten ervaren. Jv- openbaarheid, transparant
soms met ambities op gebied van zeggenschap. penbaarneid, transparantie en
* _Ervindt geen integrale analyse of toets op Deze dilemma's vragen een politiek besluit. navolgbaarheid te realiseren.
uitvoerbaarheid en (neven)effecten plaats vooraf . van verschillende vormen van zeaaenschap wordt « Dilemma tussen (snelle) openbaarheid en
aan besluitvorming plaats. Eindgebruikers en/of 9g p shat ne :
vooral gebruik gemaakt d lecti toegankelijkheid. De hoge ambitie en bijbehorend
betrokken worden niet altijd betrokken. gebruik gemaakt door een Se 'ectieve groep baarheid inf ieb
Amsterdammers (vaker mondig en hoger tempo van openbaarheid van informatie botst met
«_Ookde integrale monitoring van effecten van opgeleid). ‘Stille groepen’ worden weinig de ambitie dat informatie altijd voor iedereen
beleid op Amsterdammers en stad kan beter. betrokken. Participatie en betrekken van toegankelijk en begrijpelijk moet zijn.
«Privacy officers worden erg laat in het Amsterdammers kan veel inclusiever.
ontwerpproces betrokken o
4
%
%
%
Bijlage: externe bronnen en gesprekken
Bijlage
% Bronnen
X Literatuurverkenning
Overzicht bronnen Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties (2021)
« BZK (2020) Staat van het Bestuur 2020 * Eindrapport. Klem tussen balie en beleid
« BZK (2020) Essaybundel bij Staat van het bestuur 2020 * Position papers t.b.v. onderzoek Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties
e Jesse Frederik (2021) Zo hadden we het niet bedoeld “Tjeenk Willink (2018) Groter denken, Kleiner doen
* Verwey Jonker i.o.v. WODC (2021) Van persoonlijke krenking tot vertrouwensbreuk.
. 2
KIS (2017) Boze burgers of bezorgde burgers’ Verhalen van burgers met gebrek aan vertrouwen in instituties
*_KIS (2018) Vertrouwen van jongeren in instituties e _WOCD (2021) Indexkaartenbundel Relatie tussen burgers en overheid
* Omtzigt (2021) Een nieuw sociaal contract «WRR (2017) Weten is nog geen doen
* Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (2021) Ongekend Onrecht «_Ymre Schuurmans (2020) Bestuursrecht op Maat (in opdracht van BZK)
* Rathenau Instituut (2017) Opwaarderen. Borgen van publieke waarden in de digitale
samenleving
«Nationale ombudsman
* (2012) Steen in de Hofvijver (Alex Brenninkmeijer, Nieuwspoortlezing)
* (2021) Een burger is geen dataset
* Het vertrouwen van ambtenaren in burgers Doel literatuurverkenning:
“_NRC (2021) Hoe overheid en burger elkaar kwijtraakten *_In kaart brengen belangrijkste mechanismen die betrouwbaarheid onder druk zetten
”__Raad voor Openbaar Bestuur #WOEST. Essaybundel * _In kaart brengen belangrijkste oplossingsrichtingen om betrouwbaarheid te vergroten
* Rathenau Instituut (2017) Opwaarderen. Borgen van publieke waarden in de digitale
samenleving
e_RUio.v. WODC (2014) Van collectief ongenoegen tot ordeverstoringen
* Schuurmans, Leijten & Esser (2020) Bestuursrecht op Maat (in opdracht van BZK), UL
42
Bijlage
% Bronnen
X% Gesprekslijst extern en werksessies
Interviews extern Werksessies extern
. se Type Deelnemers
Naam Afdeling of organisatie
Ì 3 . 9 . . Pressure Cooker Eefje Steenvoorden, Lisanne Blok, Tom van der
Sarah de Lange Universiteit van Amsterdam - Sociologie Meer, Savannah Mellendijk, Hylke Sauvage, Ron van
Eefje Steenvoorden Universiteit van Amsterdam - Politicologie Wonderen
Lisanne de Blok Vrije Universiteit - Politicologie
Tom van der Meer Universiteit van Amsterdam - Politicologie
Savannah Mellendijk Ministerie van Buitenlandse Zaken
Hylke Sauvage Ministerie van Buitenlandse Zaken
Universiteit Utrecht - Bestuur en
Hans Vollaard organisatiewetenschappen
Universiteit Utrecht - Sociale wetenschappen en
Kees van den Bos psychologie
Peter Raeymakers Universiteit van Antwerpen - Sociologie
Munish Ramlal Ombudsman Amsterdam
Ron van Wonderen Verwey Jonker instituut
43
| Onderzoeksrapport | 43 | train |
Ì En En 5 ER kie … Ni ng
k Ea. Fc B Ane sm oh *
me 4 ° RN m. j- = hd LE N Î
Am A nk, E_ B AD
4 Bakkerij K. A” y LEtnk
) NK FE Al! NN
IN k ‚| Le
ok IJ | k RK Ee
5 A N 5 (- E n |
EK 8 7) pe Ke Gn
$ \ wd ss X EN, | à SN 8
S - / j È , Sk ‚
ve) k pi ZN $, ln: 4 7 b: TN
f À k ma A d hs | enn : 7 , Ee
EE Ee = | … DE 0 4 vr
REK En ‘ NV, PT 5 * p Nl Se
EE EEN at Te
dn SZ DT Tv (Á
ET Ken
ee P KK en
2019- 2022
Naar een sterke buurteconomie
Economische Zaken, gemeente Amsterdam
18 september 2019
> < Gemeente
Amsterdam
Inhoudsopgave
1 Inleiding … sss snssnnnnonerseenensennnnnenenseerersenennnnenenrenrenennnnnnenvensensennnnnenren vens envensnnne È
2 De buurteconomie … unseren eennen enen eneneneneneeenerennenneennsnnee nnen eneen nnenneenneenn 3
2.1 Buurteconomie: bruisend & broOs.… nnn ennen ennneenenneneenenennseneneenennenrenenenneenenneenennerenneren 3
2.2 Definitie en afbakening buurteconomie … … …..…..nnnnnvennen eenn eneen enen venvenvenvenvenvenenseevenveneenvenee be
2.3 Voor, met en door ondernemers … unseren ennerenensenerenensnnrenensneeeeenannnneenennererneneensneneenneenn Á
2.4 Het AOP en gebiedsgericht werken … nnen ennen eneeenenneeneeeneneneneneneenvensvenveeneenee B
2.5 Het AOP en de bestuursopdracht Ontwikkelbuurten … nnen eneen eneeennvenneennerennn Ó
2.6 Het AOP en participatie en democratisering … … annen vene veneeeevenenenenen enen eneeennvenneenneeennn Ó
2.7 Het AOP in samenhang met andere programma’s … nanne eneeneenneeneeeneeneenenenvenveene en
3 Ambitie, doelen en maatregelen …… nsu sserseenerrsnenensnenveneerrseeneereenenen sneren Ö
3-1 Ambitie en doelen … nanne enneenennereeneneneenenneenennenenneeneneenennenenneneneenenerenneenneeneneenennenen Ô
3.2 Maatregelen … nnen enennen enen veneenenenvenveneneneenveneeenvenvenenenveneenseerseeneeneenveenvenveneeenvenen Ö
1. Samenwerking van ondernemers in en met de buurt versterken nnee vereren eenn. O
2. Individueel ondernemerschap in buurten versterken nanne eene eene eenn eneneneneneneeenee Lg
3. Bedrijfsmilieus in buurten versterken … nanne enen enen veneenvenven eens enen evenveneenvenveneene 16
4. Economisch aanbod in buurten versterken … uns en en ense eren enneerereneererenseereeenseereeenseereeee 21
4 Onderzoek & rapportage … …….…..nunsuenserrseeneersenenenenenenenersneneerseneneervennnsneerrsvnneerenn 27
1 Onderzoek annen enneenerenneererenneerereneerenenaeerverenneeereenaeerreenneerseenneerreenneeeveenneervernneennnee ZJ
4-2 Rapportage …...nnnennennennenennenenseenenereenenennvenenneenennenenneenensernenvenensevenseenenerennveennveeensernenenn 2Ö
5 Financiën … nnee ven eennsennen nennen eenen enen vereneneneennen nnen eneen eneen eernnerenerenervnenenn 2
1
> < Gemeente
Amsterdam
1 Inleiding
In het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ heeft het college de ambitie
uitgesproken om de komende jaren de buurteconomie te versterken. De buurteconomie kenmerkt
zich door financieel zelfvoorzienende ondernemers die onlosmakelijk verbonden zijn met een
lokale klantenkring in de buurt’. In de ambities en uitvoeringsagenda 2019, zoals gepresenteerd bij
de behandeling van de Begroting 2019, is deze ambitie nader uitgewerkt. Het college heeft daarbij
aangekondigd in het nieuwe Amsterdams Ondernemers Programma (AOP) een aanpak uit te
werken voor behoud van de diversiteit in het winkelaanbod.
Het Amsterdams Ondernemers Programma ‘Naar een sterke buurteconomie’ 2019-2022 is de
uitwerking van deze bestuurlijke ambitie. Het AOP is een ‘levend’ programma en wordt gedurende
de looptijd aangevuld met nieuwe maatregelen en acties. Samen met de stadsdeelbesturen
zorgen we ervoor dat beleid en instrumenten aansluiten bij de kansen en knelpunten in de
verschillende Amsterdamse buurten. De economische opgaven in de Amsterdamse buurten zijn
divers en vaak complex. Dit vraagt om maatwerk en lokale invulling per gebied. Het programma
biedt hiervoor een overzicht van in te zetten maatregelen en instrumenten.
Amsterdam kent al twee bestuursperiodes een Amsterdams Ondernemers Programma. Het AOP
‘Naar een sterke buurteconomie! is de opvolger van het AOP ‘Ruimte voor ondernemers!’ dat van
2015-2018 van kracht was. In de voorgaande collegeperiode is het ondernemersklimaat voor het
midden- en kleinbedrijf versterkt door onder andere de dienstverlening aan ondernemers te
verbeteren, regels te verminderen en ruimte te bieden voor initiatieven en experimenten. Dit heeft
zichtbare resultaten opgeleverd. Zo is de waardering van ondernemers voor de gemeentelijke
dienstverlening verbeterd en zijn knelpunten in de gemeentelijke regelgeving aangepakt. Meer
dan 1.000 startende ondernemers zijn begeleid bij het opzetten van een bedrijf. In 2018 waren er
in totaal 62 bedrijveninvesteringszones waarin ondernemers en/of vastgoedeigenaren
gezamenlijk meer dan 3,5 miljoen euro investeerden in hun bedrijfsomgeving. De mogelijkheid
voor ondernemersverenigingen om subsidie voor straatmanagement aan te vragen is uitgebreid
en inmiddels maken meer dan 5o winkelgebieden hiervan gebruik. Daarnaast is samen met
ondernemers en bewoners geëxperimenteerd met het loslaten van regels in de freezones. In de
Algemene Plaatselijke Verordening is een experimenteerbepaling opgenomen die het mogelijk
maakt om te experimenteren met het loslaten van regelgeving in de openbare ruimte. Ook is
nieuw detailhandelsbeleid vastgesteld voor sterkere winkelgebieden met weinig leegstand en een
Marktvisie voor volle en aantrekkelijke warenmarkten?
* Zie paragraaf 2.2 voor een uitgebreide definitie van de buurteconomie.
* Zie vooreen uitgebreide terugblik op het vorige AOP de brief van het college van 5 juni 2018 over ‘de Voortgangsrapportage en
afronding Amsterdams Ondernemers Programma ‘Ruimte
voor de ondernemer! 2015-2018’.
2
> < Gemeente
Amsterdam
2 De buurteconomie
2.1 Buurteconomie: bruisend & broos
Een sterke buurteconomie draagt bij aan de leefbaarheid, veiligheid, identiteit en sociale cohesie
in de buurt. Wanneer het goed gaat met de ondernemers in een straat of gebied straalt dit af op
hun omgeving. Bijvoorbeeld omdat winkelpanden gevuld zijn, gevels goed onderhouden en
ondernemers gezamenlijk werken aan het verbeteren van het straatbeeld, extra schoonmaak en
buurtevenementen. Goed georganiseerde en betrokken ondernemers werken samen met de
overheid aan de aanpak van overlast en een veilig ondernemersklimaat.
Een bruisende buurteconomie geeft een buurt identiteit, zeker wanneer het goed gaat met de
lokale economie. Steeds meer ontlenen mensen hun identiteit aan ‘waar ze zijn’ in plaats van
‘waar ze vandaan komen’. Binnen de stad zoeken Amsterdammers naar een plek waar ze zich
thuis voelen. Economische functies in de buurt, zoals vaste winkels die mensen bezoeken en het
buurtcafé, spelen hierin een bepalende rol. Buurtbewoners voelen zich bijvoorbeeld nauw
verbonden met de hippe en multiculturele Javastraat in Oost, de gevestigde Noordermarkt in de
Jordaan of de kleurrijke Kraaiennestmarkt in Zuidoost. Een sterke buurteconomie draagt bij aan
de sociale cohesie en veiligheid in een buurt. Buurtbewoners ontmoeten elkaar in winkels,
horecagelegenheden en op de markt. Het is dus belangrijk dat het goed gaat met deze
economische voorzieningen. Dat winkel-, horeca- en bedrijfspanden goed onderhouden zijn en
winkelstraten een goede doorloop hebben. Daarnaast zorgt een bruisende buurteconomie voor
werkgelegenheid. Niet alleen voor buurtbewoners, maar ook voor mensen vit de rest van
Amsterdam en daarbuiten.
mei A1 | En ER Beet RBE en ee ee
KD en n Ii LE SA, wild AT !
BAN: IF ( Î EN en NN,
2 p pt IL ka Ë MEA | Rn ij. ren T/ TAAL dhg
ij! ANN
A ef Ar |
Oan! E Dn k
aL! Ì Jr E cad | E 4
£ mA de rf a sell, Ki | |
DA 4 9 H ï IN rn EN k
ie er en | EE SEE mn
a de Mn NO me
ame SN pd eN: Men Ot
ni q E- | pn 8 pn Eel vii ae oe ini
REV LF r EK Nji Eten mi
Rs Á \ 4e en en eener elf TEI
A d en al \ p EN ee pe En ï Le En
B 3 en Ene zt B
Javastraat
3
> < Gemeente
Amsterdam
De buurteconomie is echter ook broos. Op verschillende plekken binnen de ring zien we
bijvoorbeeld dat een aantal lokale ondernemers zich focust op bezoekers of specifieke
bewonersgroepen met risico op verschraling van het winkelaanbod. Het lokale economische
aanbod sluit dan niet meer aan bij de behoeftes in de buurt. Soms voelen bewoners zich zelfs
vervreemd van hun eigen leefomgeving. Tegelijkertijd zien we juist dat sommige winkelcentra en
markten in de rest van de stad kampen met enige leegstand. Ook zijn in de hele stad winkeliers die
de nadelige effecten van toenemende internetverkoop ondervinden en moeite hebben om hun
eigen onderneming te vernieuwen.
2.2 Definitie en afbakening buurteconomie
Een buurt definiëren we hier niet als een vast geografisch afgebakend gebied®. Wat iemand als zijn
of haar buurt ziet is afhankelijk van iemands persoonlijke ervaring en perceptie van de eigen
leefomgeving. lemand die in Reigersbos woont en dagelijks voor zijn of haar werk naar de Bijlmer
fietst, zal een groot deel van Zuidoost als zijn of haar buurt zien. Een zzp'er die vanuit huis werkt
en in de Baarsjes woont, met veel dagelijkse (economische) voorzieningen op loopafstand, zal zijn
of haar buurt eerder definiëren als een aantal straten rondom zijn woning.
Onder buurteconomie verstaan we alle economische activiteiten die onlosmakelijk verbonden zijn
met een lokale klantenkring in de buurt. Deze lokale klantenkring bestaat in veel gevallen uit
bewoners, maar kan ook uit een netwerk van lokale ondernemers bestaan. Met economische
activiteiten bedoelen we in dit geval ondernemers en bedrijven die financieel zelfvoorzienend zijn
en dus voor eigen winst of verlies werken. Bij de buurteconomie gaat het dus vooral om winkels,
horeca, kleinschalige maakindustrie, ambachtseconomie, kleinschalige kantoorfuncties, zzp'ers en
dienstverlening, zoals kappers, elektriciens en hoveniers.
Door de binding van ondernemers met een lokale klantenkring bestaat een wederkerigheid met
de buurt. Ondernemers en bedrijven geven mede vorm en identiteit aan hun buurt. De lokale
klantenkring maakt dat ondernemers zich op hun beurt in de buurt geworteld voelen en zich niet
zomaar naar een andere plek in de stad of daarbuiten zullen verplaatsen. Dit betekent uiteraard
niet dat de klantenkring van deze ondernemers zich tot de buurt beperkt. Er staat geen hek om de
buurteconomie en ondernemers hebben in veel gevallen ook klanten in de rest van Amsterdam, de
regio, Nederland en daarbuiten.
2.3 Voor, met en door ondernemers
Met dit programma werkt de gemeente aan een sterke buurteconomie. Hoe we dat op individuele
maatregelen, acties en projecten doen bepalen we samen met ondernemers en de buurt.
3 OIS maakt in haar feiten en cijfers bijvoorbeeld onderscheid tussen de schaalniveaus regio, stad, stadsdelen, gebieden, wijken
en buurten. Buurten zijn hierin de kleinste geografische eenheid.
4
> < Gemeente
Amsterdam
We gebruiken de inbreng van het (georganiseerd) bedrijfsleven bij het opstellen van beleid en de
uitvoering ervan.
Zo is de Marktvisie 2016-2028 in samenspraak met marktondernemers en het Centrale Vereniging
voor de Ambulante Handel opgesteld, werken we met biz-besturen aan het doorontwikkelen van
biz'en, faciliteren we netwerkvorming onder zzp'ers. Samen met het georganiseerde bedrijfsleven,
onderwijs, regiogemeenten, de politie en het Openbaar Ministerie werken we aan een veilig
ondernemersklimaat in het Platform Veilig Ondernemen (PVO). Daarnaast vragen we
ondernemers periodiek naar hun mening over het ondernemersklimaat, hun bedrijfsomgeving, de
gemeentelijke dienstverlening en ons economische beleid (zie paragraaf 4.1). Omdat dé
ondernemer niet bestaat is samenwerking en overleg met ondernemers altijd maatwerk en
verschilt dit per gebied en/of de branche die het betreft.
5 | Nl N \, à gE 7 Ki 8 el Er
Je î : | NN | \ | kn 5 k j eK 7
HE î IN BN \ Tt OER
en sn EL | ne Ik | rt EN
Je pe Mn iN ” mi re : „ Ef
ON B NE nt
Î ar sr = pn N RS = SN i Wd | # 4
EE, mr | = EN En DI : N |
T AR TE PT
| 5 | | zl U vR €
ER: A B Dn Sr
Ee al Pi
| Sa ee } : 8
Czaar Peterstraat | n
2.4 Het AOP en gebiedsgericht werken
De gemeente, ondernemers, bewoners en instellingen werken samen in de 24 gebieden van
Amsterdam. De opgaven van de verschillende buurten en hun lokale ondernemers staan centraal.
Dit programma bundelt de inzet van verschillende gemeentelijke organisatieonderdelen die
bijdragen aan het ondernemersklimaat in de Amsterdamse buurten. Daarbij focust het
programma op beleid en instrumenten, bijvoorbeeld met de Agenda Markten en subsidies voor
het oprichten van een bedrijveninvesteringszone. Concrete projecten in de gebieden staan in de
gebiedsplannen en worden met behulp van het beleid en de instrumenten uit het AOP uitgevoerd.
5
> < Gemeente
Amsterdam
Daarom zijn er in dit programma ook geen indicatoren en streefwaarden bij de doelstellingen
geformuleerd. Deze variëren immers per gebied en worden, waar relevant, in de gebiedsagenda's
en gebiedsplannen geformuleerd. Ook voor de gebiedsplannen geldt dat deze altijd samen met
bewoners en ondernemers in de buurt worden opgesteld.
2.5 Het AOP en de bestuursopdracht Ontwikkelbuurten
In 32 ontwikkelbuurten in Nieuw-West, Zuidoost en Noord werkt de gemeente sinds 2017 samen
met bewoners, corporaties en overige betrokkenen. In deze buurten zijn aanwijsbaar de
maatschappelijke problemen het grootst en hardnekkigst. De openbare ruimte in woonwijken en
bij winkel- en werkgebieden is vaak een weerspiegeling van deze problemen. De aanpak van de
ontwikkelbuurten staat dan ook voor een ingrijpend en meerjarig traject dat ervoor zorgt dat een
structurele verandering plaatsvindt. Het college investeert vanuit de ‘Bestuursopdracht
Ontwikkelbuurten 2019-2022’ jaarlijks € 10 miljoen in sociale projecten, fysieke projecten en
participatie in deze buurten. Daarnaast zet het college de maatregelen vit de Uitvoeringsagenda
2019 bij voorrang in deze ontwikkelbuurten in. We hebben bij een aantal maatregelen in dit AOP
extra aandacht voor de ontwikkelbuurten. Zo streven we naar ondernemershubs in de stadsdelen
met ontwikkelbuurten. Als gemeente gaan we gericht in gesprek met vastgoedpartijen over het
investeren in winkelvastgoed. Dit is noodzakelijk om winkelgebieden te versterken en ervoor te
zorgen dat buurt- en wijkcentra ook in de toekomst van betekenis blijven. Ruimte voor de
Economie van Morgen voorziet in het ontwikkelen van meer bedrijfsruimten in de
ontwikkelbuurten. Uiteraard zijn er ook buiten de ontwikkelbuurten gebieden met grote
economische opgaven, zoals de Jan van Galenstraat in West en de Rijnstraat in Zuid. Geleerde
lessen in de ontwikkelbuurten zullen we ook voor deze gebieden inzetten.
2.6 Het AOP en participatie en democratisering
De ambities van het college met betrekking tot democratisering en participatie zijn verwoord in de
beleidsbrief democratisering die op 8 mei 2019 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het college
wil de komende jaren samen met bewoners en ondernemers eigenaarschap en zeggenschap
vergroten. Ook vanuit het Amsterdams Ondernemers Programma wordt hier uitvoering aan
gegeven. Per actie worden de belanghebbenden betrokken bij de vitwerking, de wijze waarop
verschilt per actiepunt. Waar het beleid betreft wordt hierover verantwoording afgelegd in een
participatieparagraaf. Daarnaast zetten we de komende jaren stevig in op publiek-private
samenwerkingen en het versterken van collectief ondernemerschap, vooral in de zogenoemde
ontwikkelbuurten. Ondernemersverenigingen en bedrijveninvesteringszones zijn effectieve
instrumenten waarmee ondernemers — vaak samen met de gemeente - gezamenlijk
verantwoordelijkheid nemen voor hun winkelstraat en/of buurt.
6
> < Gemeente
Amsterdam
2.7 Het AOP in samenhang met andere programma’s
Het AOP bundelt de belangrijkste maatregelen en instrumenten voor een sterkere
buurteconomie. Er zijn echter ook andere beleidsterreinen, programma’s en maatregelen die, op
hun eigen manier, in meer of mindere maten, bijdragen aan de buurteconomie. Deze maken geen
onderdeel vit van het AOP. In aparte tekstblokken wordt hier wel zoveel mogelijk een link mee
gelegd. Ze hebben echter hun eigen beleidsdocumenten, rapportages en
besluitvormingstrajecten.
| fl r De
& dali TS
| Hd P il
Sr
’ p Í L Ü
Wanf | |
n Tj aa
5 | | “ |t etjvade
Í | | 5 +
Fi IE ff mk T LE E el rd
BE TE LM LED EERE RR E
wm Á { ge | Hd , 5 7 SE it ni el Em Is: 2 |
AD a a Î 5
ie En _e tn en nek, ar F7 en
Sia a
Mosveld
7
> < Gemeente
Amsterdam
3 Ambitie, doelen en maatregelen
3-1 Ambitie en doelen
In het coalitieakkoord heeft het college de ambitie geformuleerd om de buurteconomie in
Amsterdam te versterken. Hiermee dragen we bij aan veilige en leefbare buurten. Buurten waarin
Amsterdammers kunnen ondernemen, waar ze zich thuis voelen en waar ze in contact staan met
andere bewoners en ondernemers.
Om deze ambitie waar te maken werken we vanuit het AOP de komende jaren aan vier doelen.
Onder elk doel hangen concrete maatregelen, bijna vijftig in totaal. Deze worden in de volgende
paragraaf gepresenteerd.
Onderstaand overzicht geeft een schematische weergave van de ambitie en de doelen van het
AOP ‘Naar een sterke buurteconomie’.
Ambitie Een sterke buurteconomie
5 samenwerking Individueel Bedrijfsmilieus in Economisch
U | vanondernemers ondernemerschap .
© |. . buurten aanbod in buurten
o | inen metde buurt in buurten
a versterken versterken
versterken versterken
3-2 Maatregelen
De doelen geven aan wat we willen bereiken en de maatregelen geven aan wat we daarvoor gaan
doen. Bij iedere maatregel is aangegeven wat de planning is voor de uitvoering.
8
> < Gemeente
Amsterdam
1. Samenwerking van ondernemers in en met de buurt versterken
Samenwerking tussen ondernemers in en met de buurt is essentieel voor een sterke
buurteconomie. Ondernemers dragen hiermee bij aan onder andere de leefbaarheid en veiligheid
van buurten. Daarnaast zijn er al tal van goede voorbeelden in de stad waar ondernemers
gezamenlijk een sterke identiteit en branding van hun buurt hebben neergezet. Denk bijvoorbeeld
aan innovatiedistrict de Knowledge Mile dat van het Waterlooplein tot het Amstelplein loopt of
het cultureel diverse Javakwartier in de Indische buurt. Tegelijkertijd zien we dat de samenwerking
tussen ondernemers beperkt is in de buurten waar deze juist hard nodig is: de ontwikkelbuurten.
Bedrijveninvesteringszones
Sinds 2012 kennen we in Amsterdam de bedrijveninvesteringszones (biz'en). Het aantal biz'en is
sindsdien gegroeid van 12 naar 62 in 2018. De biz’en zijn van en voor de ondernemers. In de
afgelopen jaren zijn ze een belangrijk en krachtig instrument geworden voor samenwerking tussen
ondernemers in winkelstraten en gebieden. Een biz is een afgebakend gebied, zoals een
winkelstraat of een bedrijventerrein, waarbinnen ondernemers en/of eigenaren samen investeren
in de kwaliteit van hun bedrijfsomgeving. Alle ondernemers en/of eigenaren in de biz betalen
daaraan mee. Een biz wordt door ondernemers en/of eigenaren zelf opgezet. Hiervoor stellen zij
samen een plan op waarin zij onder andere afspreken wat ze gezamenlijk willen uitvoeren en
welke begroting daarbij hoort. De gemeente ondersteunt en faciliteert dit proces.
Ee EK | EE en FE edi Ke
mm EE Ì | RE: â 5
EE | ap ì
en dp AN
(5 _. _N HE or he
hin ei es
nn mn Es
E Sif Ne
be IA En … de E
Ea TU Mg ol fn SEN Á
ha. 53 hk Te vs. Ì TT AI KR Ê De ap '
NE 0 Ee | MTG e
Dane UE
5 ® : À en elk m 8
E kei : \ E / PS eS er
Maasstraat
9
> < Gemeente
Amsterdam
Op verzoek van de gemeenteraad heeft het college het functioneren van de biz'en afgelopen jaar
onderzocht. Dit onderzoek geeft aanleiding om de biz'en de komende jaren verder te
professionaliseren. De voornaamste conclusies uit het onderzoek zijn:
e Een belangrijke meerwaarde van een biz is dat de biz-besturen een sterke
gesprekspartner in hun gebied zijn. Daarnaast dragen ze bij aan een nette buurt, sociale-
en uitgaansveiligheid. Ook dragen biz’en in bepaalde gebieden bij aan verduurzaming.
Het effect van biz'en op branchering en het tegengaan van eventuele monocultuur blijkt
in de praktijk beperkt.
e De oprichting van een biz komt meestal voort vit een behoefte aan meer samenwerking,
een betere organisatie en meer financiële middelen. Slechts in een beperkt aantal
gebieden is een duidelijke inhoudelijke aanleiding of ambitie de belangrijkste reden voor
het starten van de biz.
e In biz-plannen is vaak beperkte aandacht voor strategische doelen. Tevens is er weinig
aandacht voor de rol van of samenwerking met andere stakeholders in het gebied bij het
realiseren van de ambities.
e _Biz'en draaien vaak voor een belangrijk deel op de inzet van enkele actieve ondernemers
en bestuursleden. Veel ondernemers zijn vooral met hun eigen winkel bezig en zien
minder het belang van het collectief. Sommige ondernemers zijn hierdoor minder
betrokken en dat maakt de biz kwetsbaar.
e De tijd die biz-besturen kwijt zijn aan de biz-regeling kan beperkt worden door
eenvoudigere en efficiëntere regelgeving.
e _Straatmanagers zijn van groot belang voor de ondernemers en de gemeente. Zij zorgen
onder andere voor het contact met ondernemers, administratieve ondersteuning en de
inhoudelijke doorontwikkeling van het gebied.
e Vanuit de biz'en is veel behoefte aan een (digitaal) platform dat best practices en
succesvolle ‘tools’ voor de biz bundelt en deelt.
Centrum XL
Sinds 2012 werkt de gemeente samen met Vereniging Amsterdam City, Koninklijke Horeca
Nederland en met MKB Amsterdam in Centrum XL. Het samenwerkingsverband werkt in
gebieden met een centrumfunctie aan opgaven die gemeente of bedrijfsleven niet alleen kunnen
oplossen. Deze opgaven beperken zich niet tot het stadsdeelcentrum, maar komen ook steeds
vaker voor in de aangrenzende stadsdelen. Vanuit Centrum XL wordt dan ook gewerkt aan de
uitbreiding van deze samenwerkingsvorm naar gebieden buiten het Centrum.
10
> < Gemeente
Amsterdam
Ontwikkelbuurten en samenwerking ondernemers
De samenwerking tussen ondernemers in en met de buurt is vooral in de ontwikkelbuurten
beperkt. Dit terwijl betrokkenheid van ondernemers bij hun omgeving juist in deze buurten van
belang is. Zowel als sterke gesprekspartner voor de rest van de buurt en de overheid, als voor
investeringen in de bedrijfsomgeving. Dit komt deels voort uit een gebrek aan tijd, middelen en
bereidheid vanuit ondernemers in deze gebieden om zich, naast het runnen van een bedrijf, winkel
of horecagelegenheid, in te zetten voor hun bedrijfsomgeving. Daarnaast sluiten onze
gemeentelijke instrumenten om samenwerking te stimuleren, zoals de subsidieregelingen, niet
altijd goed aan op de beperkte organisatiegraad van ondernemers in deze buurten.
Regelvrije ruimte voor ondernemers
De pilot Freezone is in 2018 afgerond. In de pilot is gedurende twee jaar in drie winkelgebieden
een aantal gemeentelijke regels versoepeld. Hiermee gaven we initiatief en innovatie vanuit
ondernemers en de buurt ruim baan. Om zekerheid te bieden over de spelregels in de gebieden
werden samen met ondernemers en bewoners afspraken gemaakt in de vorm van een convenant.
Daarnaast is in de freezones een aantal experimenten uitgevoerd. Een experimenteerbepaling in
de APV is ingezet voor proeven met ruimtelijke regels voor mengformules, een proef met het
loslaten van hoofdstuk 4 van de APV (openbare ruimte) en een proef voor mengformules met
alcohol.
Het loslaten of versoepelen van regels leidde in de praktijk niet direct tot meer initiatieven. Minder
gemeentelijke regels waren vaak niet doorslaggevend. Wat wel belangrijk bleek is een flexibele en
positieve grondhouding vanuit de gemeente ten aanzien van initiatieven. Daarnaast bleken
ondernemers zelf vaak waarde te hechten aan regels, omdat deze een toetsingskader en
zekerheid bieden. De pilot bevestigde het belang van een kleinschalige en gebiedsgerichte
aanpak.
Indien de opgave in een gebied vraagt om het tijdelijk vitschakelen van gemeentelijke regels is dit
ook de komende jaren mogelijk. Dit vraagt wel altijd om een grondige analyse van zowel de
opgave en problematiek in het gebied, als mogelijke (andere) oplossingsrichtingen. Op basis
daarvan kunnen verschillende instrumenten worden ingezet, zoals de experimenteerbepaling in de
APV, tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan, convenanten met relevante partijen in de
buurt en overleg tussen gemeente, ondernemers, vastgoedeigenaren en bewoners.
Veilig ondernemen
Veiligheid is een noodzakelijke basisvoorwaarde voor een gezond ondernemersklimaat. Bedrijven
zijn twee keer zo vaak slachtoffer van criminaliteit als burgers. Naast de financiële schade is er ook
het persoonlijk letsel en leed van personeel, eigenaren en klanten. Binnen het bedrijfsleven zijn er
veel verschillen tussen de sectoren. Vooral detailhandel, horeca en transport worden door inbraak,
overvallen en diefstal getroffen.
11
In Amsterdam zijn er meerdere wijzen waarop ondernemers aan veiligheid werken. Onder andere
met het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) en Compaan werken ondernemers, politie,
brandweer en gemeente aan een schoon en veilig winkelgebied, vitgaansgebied of
bedrijventerrein. Gezamenlijk beoordelen zij de veiligheid van een gebied en nemen maatregelen
om deze te verbeteren. In Amsterdam zijn meer dan 45 KVO-gebieden. Tot op heden is vaak
gekozen voor de KVO-vorm (deze werkt met sterren), inmiddels zijn er ook nieuwe werkwijzen
met online ondersteuning.
Veilig ondernemen was tot voor kort georganiseerd in het Regionaal Platform
Criminaliteitsbeheersing Amsterdam-Amstelland (RPC AA). Dit was een samenwerkingsverband
tussen (georganiseerd) bedrijfsleven, politie, Openbaar Ministerie en gemeenten. Vanaf 2019
heeft het RPC AA een nieuwe vorm: het Platform Veilig Ondernemen (PVO). Met de nieuwe,
actiegerichte werkwijze is er meer ruimte om in te spelen op de actualiteit. Vaste onderwerpen die
het PVO aanpakt zijn overvallen, winkeldiefstal, ondermijning en bedrijfsinbraken.
Wat we de komende jaren gaan realiseren:
"We faciliteren samenwerkingsverbanden.
= We faciliteren straatmanagement.
= We faciliteren gebiedsbranding.
=__ Samen met de politie en het bedrijfsleven werken we aan veiliger ondernemen.
Wat gaan we daarvoor doen:
Wat KLAS Gereed
an Samenwerkingsverbanden faciliteren
41 Biz-platform ned CA 2019, | 2022
In afstemming met de biz-besturen zetten we een biz-platform op. Dit platform
bestaat vit een online en offline gedeelte. Op het online platform wordt onder
andere informatie gedeeld over best practices van biz'en (en andere
ondernemersverenigingen) en gemeentelijke dienstverlening, waaronder de biz-
toolbox. Onderdeel van deze toolbox is een nieuwe format voor een biz-plan en
een handreiking voor het monitoren van resultaten en effecten van een biz. Het
offline gedeelte van het biz-platform bestaat uit netwerkbijeenkomsten,
workshops en trainingen voor ondernemerscollectieven. Hierbij faciliteren we
onder meer dat biz-besturen hun ervaringen delen met ondernemers in gebieden
die nog niet of beperkt georganiseerd zijn. We sluiten daarbij aan bij de vraag en
+2 __Subsidie oprichten en doorstart biz Continu_}_ Continu
Voor het oprichten of doorstarten van een biz kan een subsidie van maximaal
€ 5:000 respectievelijk € 3.500 worden aangevraagd. nennen
Ondernemers kunnen subsidie van maximaal € 5.ooo aanvragen voor het
oprichten van een ondernemersvereniging.
14 innovatiebudget ondernemerscollectieven 12020 | 2022 |
Om nieuwe experimentele ondernemerscollectieven-concepten te stimuleren
werken we een voorstel uit voor een biz-innovatiebudget. Projecten in het kader
van biz-innovatie kunnen betrekking hebben op:
De organisatievorm van ondernemerscollectieven, bijvoorbeeld het opzetten van |____…lnn
12
> < Gemeente
Amsterdam
een samenwerkingsverband tussen verschillende biz'en.
- Een sterke en ambitieuze inhoudelijke ambitie van de biz, bijvoorbeeld met
betrekking tot duurzaamheid of het aanbod van gezonde voeding in een
winkelgebied.
- Een gebiedsoverstijgende aanpak door biz'en die ten goede komt aan meer dan
alleen de individuele biz'en, bijvoorbeeld een initiatief van meerdere biz'en om
Jongeren aan het werk te helpen. nad
1-5 Aanpak verhogen organisatiegraad in Nieuw-West, Noord en Zuidoost 2019 2022
Samen met ondernemers brengen we in kaart waarom er maar weinig actieve en
goedlopende ondernemersverenigingen en biz'en zijn in ontwikkelbuurten en
welke factoren een rol spelen bij het stimuleren van samenwerkingsverbanden in
deze buurten. Daarnaast verkennen we alternatieven voor de huidige vormen van
collectief ondernemen. Op basis daarvan werken we een aanpak vit om de
…..….@rganisatiegraad te verhogen in Nieuw-West, Noord en Zuidoost. fh
1.6 _Koplopersgroep ondernemerscollectieven en duurzaamheid OQ 4 2018 Q2 2020
Met een groep van vijf koplopers onder de biz'en onderzoeken we hoe
ondernemerscollectieven kunnen bijdragen aan een duurzame bedrijfsomgeving.
Best practices voor bijvoorbeeld logistiek en afval worden ook via het biz-platform
gedeeld. eed
17 Netwerkvorming zzp'ers 2017 O4 2019
We faciliteren netwerkvorming onder zzp'ers met online informatie en een
netwerk, waarbij we verbinding en samenwerking tussen zzp'ers versterken.
Zzp Mokum is inmiddels een zelfstandige stichting en zal eind 2019 op eigen
18 _Ondernemerscoöperaties 2017 2022
We bouwen mee aan een duurzame ondersteuningsstructuur in de wijk voor
en kteinschalig ondernemerschap en ondernemend participeren. nnee
Straatmanagement en gebiedsgebonden ondernemersinitiatieven
1.9 Subsidie straatmanagement in Centrum, Oost, West en Zuid Continu Continu
Ondernemersverenigingen en biz'en kunnen subsidie aanvragen voor de inzet van
straatmanagement in Centrum, Oost, West en Zuid. Het subsidieplafond verschilt
1.10 Subsidie straatmanagement in Noord, Nieuw-West en Zuidoost 2020 2022
In de stadsdelen met ontwikkelbuurten zijn nu geen subsidies voor
straatmanagement beschikbaar. Het college stelt voor de komende jaren een
budget beschikbaar om ook hier de inzet van straatmanagement te stimuleren. _|\______…………l
1.11 Subsidie gebiedsgebonden ondernemersinitiatieven in Centrum, Oost, West Continu Continu
In Centrum, Oost, West en Zuid kunnen ondernemers maximaal € 5.000 subsidie
aanvragen voor gebiedsgebonden ondernemersinitiatieven. De inzetbaarheid van
1.12 Subsidie gebiedsgebonden ondernemersinitiatieven in Nieuw-West, Noord en 2020 2022
In de stadsdelen met ontwikkelbuurten zijn nu geen subsidies voor
gebiedsgebonden ondernemersinitiatieven beschikbaar. Het college stelt voor de
komende jaren een budget beschikbaar om ook hier gebiedsgebonden
_Gebiedsbranding
Ondernemersverenigingen en biz'en kunnen een subsidie van maximaal € 5.000
‘nn Ganvragen voor het positioneren en profileren van hun gebied. nnen
1.14 Doorontwikkelen subsidies straatmanagement, ondernemersinitiatieven en Q1 2020 2022
13
óp dit moment de hoogte van de subsidie voorstraalmanagmenE | ni wann
ondernemersinitiatieven en gebiedsbranding voor alle ondernemersverenigingen
en biz'en gelijk. Dit is onder andere nadelig voor meerdere kleine
ondernemersverenigingen en biz'en die zich willen samenvoegen tot één grote
ondernemersvereniging of biz. Daarom werken we een voorstel uit om de hoogte
van deze subsidies afhankelijk te laten zijn van het aantal leden of
_Peffingsplichtigen. ed
De buurtencampagnes van amsterdam&partners brengen het aanbod van
verschillende buurten buiten het centrum onder de aandacht van (inter)nationale
herhaalbezoekers. Met opkomende buurten, zoals IJburg en Nieuw-West, wordt
gekeken naar een langetermijnaanpak. Dit zijn buurten die nog niet voldoende
bieden voor bezoekers om minimaal een halve dag in rond te dwalen, maar waar
wel interessante dingen gebeuren. Daarnaast zijn er vanuit het programma
Amsterdam Impact in alle stadsdelen conscious shopping routes gemaakt om
| S0ciale ondernemingen in de buurt te promoten. nde
16 _24H Ontdek jestad eg COMEN | Continu
Amsterdam&partners organiseert jaarlijks in meerdere stadsdelen '24H Ontdek je
stad’. Deze evenementen zetten een (voor velen minder bekend) deel van de stad
24 uur in de spotlights. Musea, hotels, buurtwinkels, creatieven, ondernemers,
bibliotheken, clubs, restaurants en theaters openen hun deuren en organiseren
speciale activiteiten voor bewoners uit hun buurt én de rest van de stad.
Daarnaast zorgt 24H voor kruisbestuivingtussen ondernemers en instellingen in
BEN gebied. nnen
127 Amsterdam Made | Eert | Continv
Het community platform Amsterdam Made beheert namens de gemeente het
kwaliteitslabel ‘Amsterdam Made’ voor lokaat en duurzaam geproduceerde
Veiliger ondernemen nennen
118 _Platform veilig ondernemen (PVO)_ ng C12029 | Continu
Het PVO is een samenwerkingsverband tussen het georganiseerde bedrijfsleven,
de Amstelland gemeenten, politie eenheid Amsterdam en het Openbaar
Ministerie. De acties van het platform gaan voornamelijk over preventieve
maatregelen tegen overvallen, winkeldiefstal, bedrijfsinbraken, cybercrime,
horizontale fraude of acties in de openbare ruimte. Het platform zet daarnaast in
op actualiteiten waar ondernemers tegen aanlopen.
2. Individueel ondernemerschap in buurten versterken
Ondernemerschap is een belangrijke motor voor de economie van onze stad. Ondernemers
zorgen voor werkgelegenheid en een deel van hen zet zich specifiek in voor bijvoorbeeld
innovatie, duurzaamheid of hun buurt. Een deel van de startende ondernemers weet
probleemloos een bedrijfsplan te schrijven, voldoende financiering te vinden en in korte tijd een
bloeiende onderneming op te zetten. Voor een ander deel van de startende ondernemers is het
echter moelijker om hun marktpositie te bepalen en een volwaardig inkomen te verwerven.
Vanuit de gemeente bieden we deze ondernemers ondersteuning.
14
> < Gemeente
Amsterdam
Ondersteuning ondernemers
Wanneer het minder goed gaat met een onderneming kunnen ondernemers bij de gemeente
advies krijgen. Deze ondersteuning is op dit moment op één plek, in het gebouw van de Kamer van
Koophandel, georganiseerd. Tegelijkertijd is er ook een behoefte aan laagdrempelige
ontmoetingsplekken, werkplekken en ondersteuning in buurten. Dit is vooral het geval bij
kwetsbare ondernemers in Nieuw-West, Noord en Zuidoost.
Ondernemershubs, ook wel groeiplaatsen genoemd, bieden de mogelijkheid om betaalbare
bedrijfsruimte te combineren met ondersteuning aan startende en gevestigde ondernemers in de
buurt. Hier komen het versterken van lokaal ondernemerschap, co-working spaces, placemaking
en economische buurtactiviteiten samen (zie actie 3.3).
Een aantal groepen heeft specifieke aandacht nodig. Zo hebben kunstenaars en creatieven vaak
een inkomen onder of tegen de armoedegrens. Daarnaast stellen ze zich vaak nog (te) afhankelijk
op van subsidiestromen. Ook veel marktkooplieden hebben extra aandacht nodig. Onder veel van
hen is de verdiencapaciteit laag. De komende jaren zetten we volop in op het verbeteren van het
functioneren van de Amsterdamse markten (zie acties 2.3, 4.9 - 4.10). Onderdeel hiervan is het
versterken van ondernemerschap van marktkooplieden. Tot slot biedt ondernemerschap voor
statushouders een manier om in het eigen onderhoud te voorzien en een verbinding tot stand te
brengen met de buurt.
Speciaal voor anderstaligen met een diverse culturele achtergrond bieden we Engelstalige
ondersteuning bij ondernemerschap, waarbij ook uitgebreid aandacht is voor de Nederlandse
cultuur van zaken doen. Daarnaast gaan we met ondernemers met een diverse culturele
achtergrond in gesprek over hoe de ondersteuning van individuele ondernemers voor deze
groepen nog beter kan aansluiten op hun behoeftes.
Startup Amsterdam 2.0 Actieprogramma Impact Economy
Met dit actieprogramma versterken we het Dit programma richt zich op versterken,
startup en scale-up ecosysteem. We zetten stimuleren, faciliteren van de impact economy
in op projecten en initiatieven langs vijf en het bijbehorende ecosysteem. Het aantal
lijnen: sociale ondernemingen groeit en de sector
1. Hulp bij internationaliseren. wordt sterker. We zien dat een deel van het
2. Inzet op nieuwe technologieën (en de reguliere bedrijfsleven in toenemende mate
gevolgen ervan). inzet op het maken van impact en het creëren
3. Talent en diversiteit. van maatschappelijke waarde. M.b.t. de
4. Netwerkverbindingen. buurteconomie worden challenges voor
5. Fysieke groeimogelijkheden. impact ondernemingen gericht op de buurt
gestimuleerd en gefaciliteerd. Activiteiten op
het gebied van financiering, markttoegang en
transitie worden ook op buurtniveau getest en
verbonden.
15
> < Gemeente
Amsterdam
Wat we de komende jaren gaan realiseren:
= Waar nodig bieden we ondernemers ondersteuning bij ondernemerschap.
Wat gaan we daarvoor doen:
Wat SLE Lg KETEL
Ondersteuning bij ondernemerschap nennen ven
21 Regulier aanbod ondersteuning bij ondernemerschap | Gortin Continu
- Adviesgesprekken
- Coachingstrajecten
- Financiële ondersteuning voor ondernemers: lening voor bedrijfskapitaal en
tijdelijke aanvulling inkomen.
- Vroeg Erop Af voor ondernemers
nn Schuldhulp, budget coaching en administratieve ondersteuning nnen
2.2 Het Fundament 2.0
TEAR Ennnnnnnnd 2019 2020
Startende kunstenaars en creatieven, die niet langer dan drie jaar geleden met hun
bedrijf zijn begonnen, begeleiden we bij het professionaliseren en
vercommercialiseren van hun bedrijf. Het Fundament zet bij deze begeleiding in op
ondernemerschapsvaardigheden en biedt deelnemers de mogelijkheid deze kennis
direct toe te passen in de praktijk. In 2017 heeft een pilot met 60 deelnemers
plaatsgevonden. Het Fundament 2.0 voeren we samen met de Hogeschool van
Amsterdam UE ennen
23 Flankerend beleid voor de ondersteuning van de marktondernemers__|_ 032019 2021
Waar het aantal marktdagen en -plaatsen verminderd wordt, is er flankerend
beleid voor de ondersteuning van de marktkooplieden voor zowel het versterken
2:4 Startup buddy Amsterdam ee) 2019 2020
Met dit project koppelen we recent gestarte ondernemers met een coachings- of
hulpvraag aan ervaren ondernemers. Starters en buddy's kunnen elkaar via een
website en social media vinden. Twee keer per jaar wordt er een startup buddy
evenement georganiseerd. Eerdere bijeenkomsten trokken 200 deelnemers en
leverde 60 samenwerkingen tussen starters en buddy's op.
3. Bedrijfsmilieus in buurten versterken
Er zijn verschillende fysiek-ruimtelijke aspecten die belangrijk zijn voor ondernemers, zoals
huisvesting, omgeving en infrastructuur. Bedrijfsmilieus zijn omvangrijk, divers en complex.
Vanuit verschillende programma’s wordt hieraan gewerkt, bijvoorbeeld bij de inrichting van de
openbare ruimte, bereikbaarheid en logistiek. In dit AOP beperken we ons tot de meest urgente
vraagstukken en onderwerpen met een sterk economische invalshoek. Deze hebben vooral te
maken met de aanwezigheid van voldoende passend aanbod aan bedrijfsruimte. Verder verwijzen
we naar de programma’s, waaraan vanuit bijvoorbeeld aan logistiek en een toegankelijke stad
gewerkt wordt.
Bedrijfsruimte
In Amsterdam is ruimte voor grote kantoren, productiebedrijven, winkels en horeca. Maar er moet
ook plek zijn voor de werkplaats van de ambachtslieden, voor de monteur die zijn vak verstaat: de
loodgieter en de fietsenmaker.
16
> < Gemeente
Amsterdam
En voor het autoverhuurbedrijf en de garage voor de Apk-keuring, voor bouwbedrijven, afval- en
reinigingsdiensten en voor toeleveranciers. Dit brede scala stadsverzorgende bedrijvigheid zorgt
er immers voor dat de stad een volwaardig leefmilieu is.
Kleinschalige bedrijfsruimtes“ in buurten zijn essentieel om ondernemerschap en kleinere
bedrijven onderdeel van de stad te kunnen laten zijn. Voldoende geschikte kleinschalige
bedrijfsruimte is daarom een belangrijk aandachtpunt. Mede met oog op het grote en
groeiende aantal starters en de trend tot flexwerken in plaats van of aanvullend op
thuiswerken. In de visie Ruimte voor de Economie van Morgen is het uitgangspunt vastgesteld
dat de stad gebaat is bij een diversiteit aan werkmilieus, van zzp-wijken tot innovatiedistricten.
Een goede functiemenging van wonen en werken en ruimte voor ambachtseconomie en
stadsverzorgende bedrijvigheid dragen bij aan leefbare buurten. De bescherming van
bedrijfsruimten is noodzakelijk om te voorkomen dat (kleinschalige) bedrijfsruimten in bepaalde
buurten verdwijnen. De bescherming van bedrijfsruimtes is mogelijk via het bestemmingsplan,
door niet toe te staan dat de functie bedrijfsruimte wordt gewijzigd en door te voorkomen dat
corporatiebezit van functie verandert.
Huurprijzen
Stijgende huurprijzen kunnen negatieve gevolgen hebben voor individuele ondernemers en
winkelgebieden als geheel. Er is een aantal initiatieven waarmee we kunnen bevorderen dat
zelfstandige winkelruimtes met een normale marktprijs beschikbaar blijven:
=__Huurrechtondersteuning: het ontbreekt kleine ondernemers vaak aan specifieke
juridische kennis over het huurrecht. De gemeente Amsterdam stelt de kennis en ervaring
van een advocatenkantoor ter beschikking aan ondernemers- en biz-verenigingen om
deze verenigingen voorlichting te geven over de rechten en plichten van huurders en
verhuurders, zodat kleine huurders weerbaarder worden bij huurgeschillen.
" __Omte voorkomen dat de verkoop van gemeentelijke winkelpanden in het centrum
ongewenste negatieve effecten hebben op de winkeldiversiteit en de huurprijs van de
zittende en toekomstige ondernemers, worden deze winkelpanden niet op de
vastgoedmarkt aangeboden maar tegen taxatiewaarde verkocht aan de
vastgoedondernemingen NV Zeedijk en 10212Inc NV. Beide onderschrijven het
winkeldiversiteitsbeleid van de gemeente en hierover zijn voorwaarden opgenomen in de
verkoop overeenkomst.
= Aanpak ondermijning: soms is er sprake van huurprijzen die waarschijnlijk veel hoger zijn
dan de bedrijfsvoering in het winkelpand rechtvaardigt en die een prijsopdrijvend effect
hebben op het gehele winkelbestand. In het overleg met de instanties die bevoegdheden
hebben te interveniëren, zoals politie, justitie, FIOD en RIEC, dringen we aan op een
stevigere inzet op onderzoek naar en aanpak van deze bedrijven waarvan het vermoeden
bestaat dat deze als dekmantel dienen voor criminele activiteiten, zoals het witwassen
van crimineel verkregen inkomsten.
* Kantoorruimtes van 10 tot 100 m?, bedrijfsruimtes van 25 tot 250 m2, bedrijfsverzamelgebouwen en woon-werkwoningen.
17
> < Gemeente
Amsterdam
De mogelijkheden om als gemeente de huurprijzen van winkels te beïnvloeden is echter niet
groot. Juridisch gezien heeft de gemeente geen rol in de onderhandelingen tussen een huurder en
een verhuurder over een huurprijs. Het gaat hier immers om een privaatrechtelijke afspraak tussen
prij g Pp ij Pp
een huurder en een verhuurder. Ook bij het verlengen van een huurcontract speelt de gemeente
geen rol. Wetgeving met betrekking tot staatssteun maakt het tevens onmogelijk om als
gemeente huursubsidie aan ondernemers te geven of zelf vastgoed aan te kopen en deze met
verlies tegen een lagere huurprijs te verhuren.
Ook met bestemmingsplannen is het niet mogelijk om op huurprijzen te sturen, het
bestemmingsplan is een ruimtelijk instrument. Hiermee kan bepaald worden welke functies zich
kunnen vestigen, niet tegen welke huurprijzen. Huurprijsafspraken liggen bij de marktpartijen op
basis van vraag en aanbod van panden waar bepaalde functies zich kunnen vestigen. Wel kan bij
een wijziging in een bestemmingsplan het onbedoelde neveneffect optreden dat huurprijzen gelijk
blijven of dalen.
É É 4 | aat | Ll } ú ze , | n RES
HA van Ee,
BER ZAR NEE LE
En „4 PJ sl á n di je | il ed EAN
4 | En NIN Wi
) f, | " Ì | DE
SAI NNEN / ij
El Me IE eert he /
\ fi = Ar ER | k . Le
EH Ke bak Ä |
A ramen 8 | |
ZAAN SE | |
Pe na Re 2 @
ä = el, el 4 Là SN d gs Zi ie.
2 À Bia Es j ie en |
a hs NA Í
en ME ED MAER MEE
pr 7 a & | bn | 5 wf hs ik d NK aat
Nieuwe Hoogstraat
Ondernemershubs
Ondernemershubs zijn een goede manier om startende ondernemers ruimte en ondersteuning te
bieden bij het opstarten van een eigen bedrijf. Ondernemershubs zijn bij voorkeur
multifunctioneel en combineren bedrijfsruimte, vergaderruimte, horeca en individuele
coachingsprogramma's. Ondernemershub Heesterveld in Zuidoost is de eerste ondernemershub
die door Ymere, de gemeente Amsterdam en partners is gerealiseerd.
18
> < Gemeente
Amsterdam
Het project is tot stand gekomen met financiële ondersteuning uit het Europees Fonds voor
Regionale Ontwikkeling (EFRO). De ontwikkeling van deze ondernemershubs kan een goede
economische impuls geven aan ontwikkelbuurten. Ze dragen bij aan het verbeteren van het imago
van een buurt en bieden laagdrempelige instapmogelijkheden voor ondernemers.
Stadsloods
De Stadsloods loodst ruimtezoekers door de stad en de gemeentelijke regelgeving. Zij begeleidt
ondernemingen en organisaties bij het vinden van een geschikte ruimte. In 2017 waren bedrijven,
kantoren en horecazaken met 180 ruimtezoekers de grootste categorie. De Stadsloods focust op:
1. advisering over invulling en behoud van maatschappelijk vastgoed,
2. begeleiden van de vestigingsplaatszoektocht van innovatieve, circulaire en duurzame bedrijven die
een (nieuwe) vestigingslocatie in (groot) Amsterdam zoeken,
3. begeleiden van sociale ondernemingen en sociale firma’s
4. inzet op (regionale) spreiding van grote publiekstrekkers, zoals toeristische trekpleisters, leisure en
commerciële sport.
Broedplaatsen
Passende bedrijfsruimte is ook te vinden in de vorm van broedplaatsen. Broedplaatsen zijn
verzamelgebouwen die een basis vormen voor beginnende artistieke talenten. Zij kunnen vanuit hier
hun carrières starten als kunstenaars, ambachtelijke eenpitters of creatieve ondernemers.
Broedplaatsen dragen bij aan het gematigde tempo van prijsstijging en aan de revitalisering en
aantrekkelijkheid van de buurten. Enerzijds betreden creatieven met weinig geld de buurt en huren een
goedkoop atelier in de broedplaats, anderzijds — zo leert de ervaring — start vanuit de broedplaats een
programmering met exposities, eigenaardige horeca en pop-up initiatieven, die door haar variëteit
aantrekkelijk is voor bestaande buurtbewoners en voor de nieuwe instroom.
19
> < Gemeente
Amsterdam
Openbare ruimte en bereikbaarheid
De openbare ruimte is een bepalende factor voor de uitstraling en verblijfssfeer in winkelgebieden.
Dat geldt zeker voor de winkelgebieden waar het publiek recreatief winkelt en de verblijfssfeer
belangrijk is. Blijvend onderhoud aan de openbare ruimte is cruciaal voor een goed functionerende
buurteconomie.
Agenda Amsterdam Autoluw
Amsterdam werkt aan een Agenda Amsterdam Autoluw 2019 — 2022 met een breed pakket aan
maatregelen om de footprint van de auto te verkleinen in ruimtegebruik, in uitstoot en geluid.
Manieren om meer ruimte te maken zijn onder andere het verwijderen van 7.000 tot 10.000
parkeerplekken, het verhogen van de parkeertarieven, stimuleren gedeeld vervoer en innovatie in
regulering en handhaving met sensoren en camera's. Bestemmingen moeten daarbij voor iedereen
toegankelijk blijven en bevoorrading blijft belangrijk als ‘bloedsomloop van de stad’.
Met het programma Stad in Balans zetten we de komende jaren stevig in op de aanpak van drukte en
overlast. Het is de ambitie om een nieuw evenwicht te vinden tussen bezoekers enerzijds en bewoners
anderzijds. De bezoeker is welkom, maar de bewoner staat centraal. Hiervoor zetten we in op:
1. Minder overlast.
2. Aantrekkelijke functiemenging.
3. Meer ruimte op straat en op het water.
4. Betere balans in kosten en baten bezoekerseconomie.
5. Duurzame recreatie en voorzieningen.
6. Spreiden van bezoekers.
Strategie voor het goederenvervoer
Gelijktijdig met de Agenda Amsterdam Autoluw werken we aan een strategie voor het
goederenvervoer met als inzet robuuste bevoorrading, efficiënter ruimtegebruik, een prettige
leefomgeving en helder en duidelijk beleid voor het goederenvervoer.
20
> < Gemeente
Amsterdam
Wat we de komende jaren gaan realiseren:
= We investeren in een passend aanbod van bedrijfsruimte.
Wat gaan we daarvoor doen:
Wat SLE lg KT
Passend aanbod van bedrijfsruimte pd
3:1_Juridisch advies huurrecht voor ondernemers 207 2022
We organiseren huurrechtbijeenkomsten voor ondernemers- en biz-verenigingen.
Hiermee maken we lokale ondernemers weerbaar tegenover verhuurders.
ar Kader voor behouden enschaleebenniume | | Gn
We ontwikkelen een kader voor behoud van Kleinschalige bedrijfsruimte. __|____
3:3_Ondernemershubs in de wijk realiseren _________ jj @12019 2022
We streven er naar om in stadsdelen met ontwikkelbuurten minimaal één
groeiplaats per stadsdeel te realiseren. Dit doen we samen met
….. Woningbouwcorporaties. fan
34 Bedrijvenstrategie ne, C32018 | 032019
We ontwikkelen een bedrijvenstrategie. De strategie geeft aan voor welk type
bedrijvigheid Amsterdam de resterende kavels wil reserveren. Daarnaast werken
we een strategische lijn ‘integreren van bedrijvigheid in woon-werkwijken’ uit.
4. Economisch aanbod in buurten versterken
Amsterdam heeft de afgelopen jaren ingezet op het gezond houden van winkelgebieden en het
beperken van de winkelleegstand. Met succes: de detailhandel in de stad functioneert redelijk tot
goed. Omzetten stijgen, het aantal banen groeit en relatief weinig winkels staan leeg.
Ondanks deze positieve ontwikkelingen zijn er ook aandachtspunten voor het economische
aanbod in buurten. Het consumentengedrag verandert en mensen kopen steeds meer online.
Daarnaast zien we dat de bevolkingssamenstelling in sommige buurten de afgelopen jaren snel
veranderd is en het aantal bezoekers aan de stad stijgt. Beide ontwikkelingen hebben effect op het
aanbod van winkels, horeca en markten in de buurt. Waar een deel van de bewoners en bezoekers
deze ontwikkelingen als positief beschouwt, is een deel van de oude bewoners in een buurt soms
minder blij met verandering in het economisch aanbod in buurten.
Woningbouwcorporaties en vastgoedeigenaren zijn belangrijke partners in onze aanpak voor
gezonde winkelgebieden. In het kader van de straatgerichte aanpak diversiteit winkelaanbod
wordt er al met vastgoedeigenaren samengewerkt. Daarnaast zijn er in de gebieden goede
voorbeelden waar de gemeente en corporaties de handen ineenslaan voor een diverse wijk, zoals
bij de Dapperbuurt. Hier geldt een integrale aanpak voor de markt, winkel- en bedrijfsruimte.
21
> < Gemeente
Amsterdam
Markten
De Amsterdamse warenmarkten zijn een belangrijk onderdeel van de buurteconomie, voor het
kopen van de dagelijkse boodschappen, ondernemerschap én als ontmoetingsplek in de buurt. De
functie van de markten staat echter onder druk, door een kwantitatieve of kwalitatieve mismatch
en/of onvoldoende ondernemerschap en organisatie. Om het voortbestaan van Amsterdam als
marktstad te waarborgen en te stimuleren is op 19 september 2018 de Marktvisie Amsterdam
2018-2026 vastgesteld. De Marktvisie zet in op het evenwichtig spreiden van warenmarkten en het
behouden van de grote verscheidenheid aan bijzondere themamarkten voor niet-dagelijkse
benodigdheden.
En hmm Ee en gn
nn zen pr nn kt ij
we Leff
et ry mmm, pt
hd id EL DAN KE Sl PT: af
en EN Be ' Ee in L \ ds N en dS Wij ke fj
ii NS - id ú kN h Ns in d Pr de df ES
EN lek B Sef
AN ee A Bt
f vS Zj jen DE Af
, Ne % ; SS 1 B
%. 5 rf Eee Oee
eN } rr. al mn Bd ==
} \ N B VP es wa à Te EK 7 ran
De markt in Ganzenpoort in Zuidoost
Diversiteit winkelaanbod
Het is niet realistisch om in iedere buurt een zelfstandige bakker of slager na te streven. Zowel in
Amsterdam als in de rest van Nederland leiden ontwikkelingen in het koopgedrag ertoe dat het
draagvlak voor veel zelfstandige speciaalzaken en ketens afneemt. Desondanks streven we naar
gevarieerde en aantrekkelijke winkelgebieden. Daarbij kijken we naar een combinatie van
detailhandel en ambulante handel.
De aanpak voor het versterken van de winkeldiversiteitsaanpak in Centrum verbreden we daarom
naar winkelgebieden in Oost, West en Zuid. De aanleiding voor inzet op het behoud van
winkeldiversiteit of de oorzaak voor het minder aantrekkelijk worden van winkelgebied verschilt
per gebied. De aanpak begint bij een gedegen analyse en is altijd maatwerk in samenwerking met
ondernemers, vastgoedeigenaren en bewoners.
22
> < Gemeente
Amsterdam
BIJONS.amsterdam
Het platform BIJONS.amsterdam is ontwikkeld om de vind- en zichtbaarheid van de lokale,
Amsterdamse winkels en ondernemers te vergroten. Het platform brengt hun aanbod in een online
omgeving bij elkaar. Lokale MKB'ers bieden hun producten hier ook online aan.
Sinds oktober 2017 geldt in het Centrum een verbod op de vestiging van nieuwe toeristenwinkels.
In december 2018 heeft de Raad van State uitgesproken dat dit verbod niet in strijd is met de
Europese Dienstenrichtlijn. Meer concreet betreft het winkels en voorzieningen waarvan kan
worden vastgesteld dat ze zich voornamelijk richten op toeristen en dagjesmensen, winkels die
etenswaren voor directe consumptie aanbieden en mengformules bij winkels die voedsel
verkopen. Voorbeelden van zaken waarvan er niet meer bij mogen komen, zijn ticketshops,
fietsverhuurbedrijven en attracties. Ook winkels die eten voor direct gebruik verkopen (zoals ijs,
wafels en donuts) en tafels en stoelen in winkels die voedsel verkopen zijn niet meer toegestaan.
PR & $
_ a
gert ik ee 4 à ' R u ke 3
ú Fr fi kN 4 ED ne 4 ze 6 ll er
Oe pn N | : leak
% el ’ she k | SBG 5
8 Jd er A í sd
Kk Pd Ed Er Á É /1 E
ai Ennn je R_ € ET E 8 4 Dl
em 5 Ad EE en Pi be pe ed bn rl dd } ie °
Dn | : |echazoVolaille meh
OPEN TLC -
Utrechtsestraat
Horeca
De horeca is een bloeiende economische sector. De stad wordt drukker, het consumentengedrag
verandert en de relatie tussen horeca, detailhandel, cultuur en dienstverlenende functies
verandert mee. Dat uit zich in een grotere vraag naar horeca, meer gebruik van de openbare
ruimte door terrassen, en ook in de vervaging tussen en de vermenging van functies. Dit zijn
trends en ontwikkelingen in de sector waar huidige regelgeving en beleid onvoldoende in voorziet.
23
> < Gemeente
Amsterdam
Perifere detailhandel
Daarnaast is aandacht nodig voor de perifere winkels: de doe-het-zelf bouwmarkten en
woonboulevards (PDV). Deze locaties kampen met leegstand, een verouderde uitstraling en staan
soms onder druk, doordat zij liggen in een gebied waar verdichting en transformatie moet leiden
tot een gemengde woon-werkwijk. Het college stelt een kader op voor de perifere detailhandel in
Amsterdam, waarmee deze locaties een ontwikkelperspectief hebben.
Toekomstbestendige winkelgebieden met weinig winkelleegstand
Met leegstand spelen er twee zaken. De winkelleegstand daalde in 2018 voor het vierde jaar op rij
naar gemiddeld 3,4%. Nog lagere leegstand is niet wenselijk, want dat verhindert een gezonde
doorstroom in de markt. Tegelijkertijd is er structurele leegstand in een beperkt aantal
winkelgebieden. De praktijk leert dat het oplossen van problemen in winkelgebieden vaak vraagt
om een lange adem, betrokkenheid en continue inzet van betrokken partijen. Er is geen blauwdruk
voor een succesvol winkelgebied. Er zijn overeenkomsten, maar elk winkelgebied heeft ook haar
eigen specifieke kwaliteiten, kansen en problemen. Op basis van een goede analyse kunnen en
worden passende maatregelen en initiatieven ondernomen, samen met partners in de buurt. In
het detailhandelsbeleid is een checklist opgenomen hoe de toekomstbestendigheid van een
winkelgebied beoordeeld kan worden. Daarnaast biedt dit beleid de mogelijkheid om lang
leegstaande winkels om te zetten naar andere publiekstrekkende functies. Hiermee kan het lege
winkelpand gevuld met een economische of maatschappelijke activiteit die past bij de
veranderende behoefte in de buurt.
Detailhandel en ontwikkelbuurten
In Noord, Zuidoost en Nieuw-West is sprake van forse gebiedsontwikkeling door transformatie en
verdichting (vanuit Koers 2025). Dit betekent een aanzienlijke bevolkingstoename die vragen met
zich meebrengt over de planning van commerciële voorzieningen als detailhandel, horeca, leisure
en dienstverlening in deze gebieden. Welke plekken lenen zich voor vitbreiding van commerciële
voorzieningen? Wat is de strategie ten aanzien van bestaande winkelgebieden? Kunnen de
stadsdeelcentra Osdorpplein, Buikslotermeerplein én Amsterdamse Poort (allemaal) groeien? In
ontwikkelbuurten zien we dat winkelstrips kampen met veranderingen van functies in de plinten
en daarmee een soms onsamenhangende branchering. De buurtstrip lijkt daarmee zijn glans te
hebben verloren. Dit gaat ten koste van de leefbaarheid en deze winkelgebieden verliezen
daarmee ook vaak een ontmoetingsfunctie voor de buurt.
Winkeltoegankelijkheid
We willen dat iedere Amsterdammer boodschappen in de buurt kan doen. Daarom moeten de
gemeente, bewoners en ondernemers de winkels in de stad zo toegankelijk mogelijk maken voor
mensen met een beperking.
Voortgangsrapportage Toegankelijkheid
De voortgangsrapportage Toegankelijkheid rapporteert jaarlijks aan de raad over de acties, over
alle disciplines heen, die we als stad nemen - en over de ambities voor het komend jaar - om de
fysieke en sociale toegankelijkheid te verbeteren.
24
> < Gemeente
Amsterdam
Wat we de komende jaren gaan realiseren:
= __ We verhogen de kwaliteit van winkelgebieden.
= We zetten in op het behoud van de diversiteit van het winkelaanbod.
= _Wezetten in op markten en straathandel passend bij de buurt.
= We zetten in op horeca passend bij de buurt.
Recentelijk zijn er door de gemeenteraad drie belangrijke kaders vastgesteld die het vitgangspunt
vormen van veel van de maatregelen en acties die in de komende jaar genomen worden:
= Eind 2017 heeft de gemeenteraad het detailhandelsbeleid 2018 — 2022 vastgesteld.
Amsterdam kiest hiermee voor dagelijkse boodschappen op loopafstand en sterke
winkelgebieden verspreid over de stad, voor weinig leegstand en een divers
winkelaanbod. Dat betekent selectief ruimte voor uitbreiding van winkels en het kunnen
omzetten van winkels naar andere functies als het toekomstperspectief voor de winkel
ontbreekt.
"In september 2018 heeft de gemeenteraad de Marktvisie Amsterdam 2018 — 2026
vastgesteld. Met deze visie zetten we in op maatregelen om de vraag en aanbod van
marktplaatsen in evenwicht te brengen, de kwaliteit op markten te verbeteren en op
sterker ondernemerschap.
" _ Voorstraathandel, dat zijn kiosken en staanplaatsen op straat, heeft de gemeenteraad in
2018 een kader voor verkooppunten in de openbare ruimte vastgesteld. Dit is een
ruimtelijk-economisch kader waarin staat waar deze vormen van verkoop in de openbare
ruimte gewenst zijn in bijvoorbeeld woonwijken, bedrijventerreinen, parken en
transformatiegebieden.
Wat gaan we daarvoor doen:
Wat KLAS Gereed
a Waliteit winkelgebieden ggn
41__ Ontwikkelperspectief voor PDV-locaties 2018 O4 2019
We maken een ontwikkelperspectief voor perifere detailhandelsvestingen. Hierin
worden bestuurlijke keuzes en mogelijke maatregelen voorgesteld voor
toekomstbestendige PDV-locaties.
4:2_Beleidskeuzes commerciële voorzieningen Noord, Zuidoosten Nieuw-West__| 12019 | 032019 |
We onderzoeken de draagkracht voor commerciële voorzieningen in Noord,
Avondwinkels zijn aangemerkt als schaarse vergunning, waardoor het beleid
moet worden aangepast. Daarbij hebben we ook aandacht voor gebiedsgericht
De retailloods assisteert gewenste winkelformules bij vestiging in Amsterdam en
biedt ondersteuning in de aanpak van (hardnekkige) leegstand in winkelgebieden.
De retailloods richt zich op het aantrekken van internationale winkelformules die
een positieve toevoeging op het huidige winkelaanbod kunnen zijn.
45_OnderzoekStadsdeelcentra | Orzo19 | O32029 |
In de Detailhandelsvisie is aangegeven dat een keuze wordt gemaakt welk
| Stadsdeelcentrum de mogelijkheid heeft om zich te ontwikkelen tot een regionaal |___L_____
25
> < Gemeente
Amsterdam
winkelcentrum. | |
Diversiteit winkelaanbod
4.6 _Straatgerichte aanpak diversiteit winkelaanbod door samenwerking met 2017 2022
nn V@stgoedeigenaren en ondernemers in Centrum
In deze aanpak worden verschillende instrumenten ingezet, bijvoorbeeld het
formuleren van een gezamenlijk straatvisie met een brancheringsplan.
47 Uitbreiden van de straatgerichte aanpak naar Oost, West en Zuid Q1 2019 2022
In een aantal winkelgebieden in Zuid, Oost en West is onderzocht of er ook sprake
is van verandering in het winkel- en horeca-aanbod in relatie tot
bezoekerstoename en verandering in de bevolkingssamenstelling in omliggende
buurten. Zo ja, dan wordt voor deze gebieden gefaseerd een straatgerichte
aanpak gestart die is gericht op het versterken of behouden van aantrekkelijke
winkelgebieden. ede
Nieuw-West kent een aantal gebieden waar sprake lijkt van een verschraling van
het winkelaanbod. De oorzaak en aard is echter anders dan in de
centrumgebieden en lijkt vooral samen te hangen met eenzijdige branchering, het
verdwijnen van winkels of aanbod specifiek gericht op het discount segment.
Samen met het stadsdeelbestuur identificeren we een aantal straten waar we de
verandering in het winkelaanbod onderzoeken (factsheets), om op basis daarvan
| Straatgerichte interventies te bepalen. deden
Markten en straathandel
We maken een gebiedsgerichte uitwerking van de Marktvisie Amsterdam 2018 —
2026, zodat bewoners markten in hun buurt hebben en non-food themamarkten
die een functie voor de hele stad hebben.
4:10,_Actualisatie Marktverordening nj 12019 | O4 2019
In 2019 wordt de Marktverordening uit 2016 technisch herzien, om
__… Eitvoeringsproblemen op te lossen. dd ed
411 Beleidskader verkooppunten in de openbare ruimte 2019 2020
Het kader voor verkooppunten in de openbare ruimte wordt aangevuld met
Voorstellen voor regelgeving en beprijzen. nea
4-12 _ Gebiedsgericht beleid commerciële activiteiten in de openbareruimte _| 2018 Q1 2020
Er wordt overkoepelend beleid gemaakt voor commerciële activiteiten in de
openbare ruimte (bestuursopdracht gebiedsgericht beleid commerciële
activiteiten in de openbare ruimte). Hieronder vallen winkeluitstallingen, gidsen,
4:13_Gebiedsgericht horeca- en terrassenbeleid nj O42018 | OQ42019
Voor horeca is een duidelijke, integrale kaderstelling nodig vanuit de opgave,
kansen en knelpunten in de stad. Om die reden heeft het college op 13 maart
2018 ingestemd met de bestuursopdracht ‘Gebiedsgericht horeca- en
terrassenbeleid’.
26
> < Gemeente
Amsterdam
4 Onderzoek & rapportage
4.1 Onderzoek
We verzamelen het hele jaar door data over de (buurt)economie. De laatste cijfers zijn altijd terug
te vinden in het Dashboard Kerncijfers Gebieden van OIS. Hier worden op verschillende
schaalniveaus (stad, stadsdelen, gebieden, wijken, buurten en winkelgebieden) actuele en
historische data gebundeld met betrekking tot bedrijvigheid. Dit is een belangrijk instrument om
te monitoren hoe het met de economie in verschillende buurten gaat. Het dashboard biedt
bijvoorbeeld data op buurtniveau over de voorraad van kleinschalige bedrijfsruimtes, het aantal
horecavestigingen en het aantal werkzame personen in de detailhandel.
Daarnaast voeren we een aantal onderzoeken vit naar specifieke thema’s in het kader van de
buurteconomie:
" Elketweejaar, in 2019 en in 2021, voeren we de Ondernemerspeiling uit. Deze peiling
brengt onder andere het oordeel van ondernemers over het lokale ondernemingsklimaat
en hun bedrijfsomgeving in kaart. Daarnaast omvat het vragen over de gemeentelijke
dienstverlening aan ondernemers en het economische beleid van de gemeente. De
Ondernemerspeiling maakt deel vit van het landelijk onderzoek van VNG Realisatie®, waar
Amsterdam ook in 2015 en 2017 aan heeft meegedaan.
= Erwordt jaarlijks onderzoek gedaan naar de stijging en daling van winkelhuren
(commercieel onroerend goed) in de winkelgebieden in de stad.
* Jaarlijks wordt de Barometer Winkelleegstand opgesteld, waarmee in kaart wordt
gebracht hoe hoog de leegstand is in de (winkel)verkooppunten in Amsterdam.
= Elke twee jaar onderzoeken we in de Monitor markten Amsterdam de mate van bezoek en
waardering voor de Amsterdamse markten.
Over de resultaten van deze onderzoeken wordt in de halfjaarlijkse voortgangsbrief van het AOP
gerapporteerd.
Daarnaast nemen we als gemeente deel aan een aantal grote onderzoeksprojecten met
betrekking tot ondernemerschap en buurteconomie:
"Samen met de Hogeschool van Amsterdam nemen we deel aan het Europese Interreg
project ABCitiEs. Hierin doen we samen met andere Europese overheden onderzoek naar
area based collaborative entrepreneurship (ABCE). Het doel van het project is om
innovatieve en effectieve beleidsinstrumenten te ontwikkelen voor het faciliteren en
stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen ondernemers in een gebied. Deze
samenwerking zal bijdragen aan het concurrentievermogen van het midden- en
kleinbedrijf en verbetering van de sociaaleconomische situatie in Europese steden.
"We nemen deel aan het fieldlab van de Hogeschool van Amsterdam over ondernemend
participeren vanuit de wijk. Dit fieldlab onderzoekt hoe een duurzame
> Het voormalige Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING).
27
> < Gemeente
Amsterdam
ondersteuningsstructuur in de wijk voor kleinschalig ondernemerschap en ondernemend
participeren gecreëerd worden. Er is daarbij aandacht voor werkzame interventies in de
wijk om mensen naar werk en ondernemerschap toe te leiden.
4-2 Rapportage
Het AOP is een dynamisch programma en wordt constant aangevuld met nieuwe inzichten en
initiatiefvoorstellen, amendementen en moties van de gemeenteraad. Twee keer per jaar
verschijnt er een voortgangsbrief over de stand van zaken van bestaande en nieuwe maatregelen,
resultaten en onderzoeken. Daarnaast informeren we ondernemers en Amsterdammers onder
andere in de nieuwsbrief ‘Ondernemen in Amsterdam’ over initiatieven, actualiteiten en resultaten
van het AOP.
=| | erf ed 7 1 \ \ ee
Fi Ö à A” JI
ml Sas A \
AN eN NEEN \ rn
| | NN Naf
\ Ed ek N AE EE 3 ee AE
Ì B N = n af MN pa 4 DA a a „e di - El
E # in h en DE| er S/ s rl Ni | fl r ]
ANNE Oeren
hem A KR SA Let EE — Te
Lines rege En mere
5 Leal Kil Kc En Ne eerd rr a EN mr 4 Di ae Ir rijen nj i ed
Ag sE 0 8 le
Be re IN 7% ER de 3 K ej he mn 54
Mb | a hf A p> 8 Wam Pm |=
ie ‚(fn aa! is. Ek ì ven Fel
ef Fi hf wnÀ Re kJ En Mr =
Al ib, at lS ’ /
zl sal, A | E ik
el Ì a
Á p ; AE : : Ee ‚ en
Osdorpplein
28
> < Gemeente
Amsterdam
5 Financien
Een deel van de maatregelen in het Amsterdams Ondernemers Programma wordt uit de
bestaande begroting gedekt. De ambities in het programma vragen daarnaast op onderdelen om
extra budget. Hieronder is per doelstelling een budget gealloceerd. De werkelijke kosten kunnen
anders uitvallen.
2019 2020 2021 2022 Totaal
Doelstelling 1. Samenwerking van
ondernemers in en met de buurt
versterken
1.1 Biz-platform 50.000 80.000 80.000 80.000 290.000
1.4 Innovatiebudget 60.000 60.000 60.000 180.000
ondernemerscollectieven
1.5 Aanpak verhogen 70.000 70.000 70.000 70.000 280.000
organisatiegraad in Noord, Nieuw-
West en Zuidoost
1.10 Subsidie straatmanagement 90.000 90.000 90.000 270.000
voor een biz of
ondernemersvereniging in Noord,
Nieuw-West en Zuidoost
1.12 Subsidie gebiedsgebonden 60.000 60.000 60.000 180.000
ondernemersinitiatieven voor
Nieuw-West, Noord en Zuidoost.
Totaal 1.200.000
Doelstelling 3. Passend aanbod
van bedrijfsruimte
3.3 Ondernemershubs in de wijk 50.000 50.000 50.000 50.000 200.000
realiseren
Doelstelling 4. Passend aanbod
van bedrijfsruimte
4.7 Uitbreiden van de 50.000 50.000 50.000 50.000 200.000
straatgerichte aanpak diversiteit
winkelaanbod naar West, Zuid en
Oost
TOTAAL 220.000 460.000 460.000 460.000 1.600.000
29
| Onderzoeksrapport | 30 | train |
Eero N% Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B
Gntwikkeling % Amsterdam Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Bouwen en Wonen
Agendapunt 13
Datum besluit
Onderwerp
Raadsadres van bewonerscommissie over vertraging sloop en nieuwbouwplannen Groenehuyzen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres Groenehuyzen.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet: Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van
de gemeente te voeren.
Artikel 169 gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lida). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
De bewonerscommissie Groenehuyzen, heeft op 4 november 2020 een raadsadres ingediend.
De gemeenteraad heeft het in handen gesteld van het college van B&W. De verantwoordelijk
wethouder beantwoordt dit met een afschrift aan de raadscommissie WB.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-004110 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
Grond en % Amsterdam Di Izijn. O b Rui G Reiniai
ontwikkeling % ierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter kennisneming
AD2021-014727 Commissie WB Voordracht (pdf)
AD2021-014734 Getekende brief Ivens inzake raadsadres Groenhuyzen.pdf (pdf)
Raadsadres vertraging sloop en nieuwbouwplannen Groenehuyzen.pdf
AD2021-015171
(pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond en Ontwikkeling Alfred Spronk, [email protected], 06-1233 8347
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 maart 2023
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid / Aanpak Binnenstad
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema
Behandeld door Openbare Orde en Veiligheid (horeca.oov@&amsterdam.nl)
Onderwerp Reactie op inspraak voorgenomen besluit vervroegen weekendsluitingstijd
horecaterrassen kern-Wallengebied
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 9 februari 2023 heb ik u per dagmail geïnformeerd over de stand van zaken van de
besluitvorming over het vervroegen van de weekendsluitingstijden in het kern-Wallengebied. Op
die datum zijn de volgende besluiten gepubliceerd in het gemeenteblad. De besluiten hebben een
ingangsdatum van 1 april 2023:
-__ Besluit beperking weekendsluitingstijd horeca kern-Wallengebied
-___ Nadere regels venstertijden alcoholschenkende horecabedrijven kern-Wallengebied.
-__ Besluit beperking weekendsluitingstijd prostitutiebedrijven kern-Wallengebied
Daarnaast heb ik u geïnformeerd over het voorgenomen besluit om aanvullend hierop per 1 april
a.s. ook de sluitingstijden voor de terrassen in het kern-Wallengebied te vervroegen. Dit besluit is
voor inspraak vrijgegeven tussen g februari en 9 maart. In deze brief reageer ik op de ontvangen
inspraakreacties. Deze reacties zijn in de bijlage integraal, geanonimiseerd, toegevoegd.
Toelichting voorgenomen besluit
Aanvullend op een weekendsluitingstijd van o2:00 uur voor de horeca met een venstertijd vanaf
01:00 vur (voor alcoholschenkende horecabedrijven) is voorgesteld ook de sluitingstijden van de
terrassen (voor zowel alcoholschenkende als alcoholvrije zaken) in de zomerperiode te vervroegen
naar 01:00 uur. In de winterperiode (tussen 1 november en 1 maart) sluiten de terrassen reeds om
22 vur. De reden om de terrassen eerder te sluiten is dat een geopend terras na 01:00 uur niet goed
samengaat met een venstertijd (waarna horeca geen bezoekers meer mag toelaten). Daarnaast
zorgen terrassen in het algemeen voor meer geluidsoverlast dan horecazaken.
Reactie op inspraak
Gedurende de vier weken durende inspraakperiode die bekend is gemaakt via een persbericht en
nieuwsbrieven vanuit de gemeente, zijn 51 reacties ontvangen. 26 daarvan zijn afkomstig van
bewoners vitfrondom het Wallengebied, 3 overige bewoners van Amsterdam, 17 (namens)
ondernemers of werknemers, en 3 bezoekers van het gebied en 2 overige reacties (onbekend).
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2023
Pagina 2 van 5
Goed plan
Uit een aantal reacties (reacties 5; 14; 16; 36; 37) blijkt alleen waardering voor de maatregel.
Maatregel gaat niet ver genoeg, zouden een groter gebied moeten beslaan
In een groot deel van de reacties van bewoners (reacties 3; 18; 19; 20; 21; 22; 24; 25; 27; 29; 30;
31; 34i 35: 39; 40; 42; 51) wordt aangegeven dat de voorgestelde vervroeging van de
sluitingstijden, waaronder die van de horecaterrassen, niet ver genoeg gaan. Hoewel het in
sommige gevallen gewaardeerd wordt als eerste stap, ziet men vaak een sluitingstijd van o:o0 vur
voor alle functies in het Wallengebied als betere oplossing. Ook zouden de maatregelen in een
groter deel van het Wallengebied van toepassing moeten zijn.
In een aantal reacties wordt specifiek aandacht gevraagd voor de effecten voor de Nieuwmarkt
(reactie 26, 45, 49). Men verwacht door de maatregelen meer overlast in het Nieuwmarkt gebied.
Het college heeft eerder al geconstateerd dat de ergste drukte en overlast eerder op de avond is.
Bij de besluitvorming over de inzet van maatregelen in het Wallengebied wil het college rekening
houden met de verschillende belangen in het gebied. Voor de ondernemers betreft het een
inperking van vergunde rechten met mogelijke economische consequenties. Om deze reden is
gekozen voor een sluitingstijd van 02:00 vur voor de horecabedrijven. De hierop aanvullende
inperking van de terrastijden naar o1:00 vur in de zomermaanden komt enigszins tegemoet aan de
wensen van de bewoners en draagt er hopelijk aan bij dat het nog wat eerder rustig is in het
gebied. Om dezelfde reden is ook het gebied waar de sluitingstijden vervroegd worden zo klein
mogelijk gehouden en beperkt tot het kern-Wallengebied exclusief de Warmoesstraat, Zeedijk en
de Nieuwmarkt. Het voorgestelde gebied bevat wel alle prostitutieramen en sekstheaters in het
gebied. Het college wil zich eerst een beeld vormen over de ervaringen, inclusief waterbed effect,
voordat het eventuele voorstellen wil doen voor aanpassing van de sluitingstijden en/of het
gebied. In de raadsbrief van 23 maart als beantwoording van diverse moties over de vervroeging
van de weekendsluitingstijden geeft het college een toelichting op de monitoring van de
maatregelen rondom de sluitingstijd.
Economische gevolgen ondernemers
Ondernemers (in de reacties 23; 28; 39; 41; 43; 48) geven inderdaad aan dat de maatregel nadelige
effecten zal hebben op hun bedrijfsvoering. Een ondernemer beschrijft dat het beperken van de
sluitingstijd tot 02:00 vur goed is, maar juist van het beperken van de terrastijden en het instellen
van een venstertijd de gevolgen gevoeld zullen gaan worden. Juist van een terras gaat
aantrekkingskracht uit. Een ondernemer beschrijft dat er geen problemen met overlast bekend
zijn, dus waarom moet nu het terras eerder dicht terwijl dit juist in zomermaanden voor extra
inkomsten zorgt. Een ondernemer beschrijft dat het eerder sluiten van het terras een aanzienlijke
inkomstenderving zal veroorzaken terwijl de kosten voor personeel hetzelfde blijven. Ook zouden
sommigen nu 2 vur per week minder gaan werken, wat ook lastig is om aan te passen met full time
contracten.
Aanvullend zijn er enkele ondernemers die aangeven dat hun bedrijf in een relatief rustig deel van
het aanwijzingsgebied gelegen is (46; 47) en ook een ander publiek ontvangen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2023
Pagina 3 van 5
Zoals hierboven is toegelicht zijn de belangen van de ondernemers zeker in het vizier en is het
besef dat het beperken van de terrastijden in de zomer bovenop de overige door ondernemers als
onwenselijk beschouwde maatregelen komt. De extra inperking wordt echter nodig geacht
vanwege het feit dat een geopend terras niet goed samengaat met een venstertijd. Wanneer een
horecazaak geen bezoekers meer mag toelaten in de zaak, maar wel op het terras, ontstaat er een
onduidelijke en niet te handhaven situatie, zowel voor ondernemers als de toezichthoudende
partijen. Het instellen van een venstertijd wordt nodig geacht om er voor te zorgen dat niet alle
bezoekers gelijktijdig op straat komen te staan na 02:00 vur.
De Wallen zijn goed zoals het nu is, drukte en toerisme hoort er bij
In een aantal reacties (nummers 2; 4; 7 9; 11; 44), zowel van bewoners, bezoekers als
ondernemers{/werknemers, wordt aangegeven dat het Wallengebied goed is zoals het nu is, ook de
drukte door toeristen. De maatregelen in het Wallengebied worden als betuttelend aangeduid
(reactie 4). Terrassen zorgen voor levendigheid en plezier (reactie 8). De maatregelen zijn daarom
niet nodig en daarbij ook discriminerend door alleen voor het Wallengebied nu een uitzondering te
maken (reacties 11, 39). Of zoals een bewoner van het Wallengebied het beschrijft “Ik ben
bewoner in het Wallengebied en ervaar geen overlast van toerisme. Integendeel toerisme hoort bij
de stad en we mogen trots zijn dat zoveel mensen Amsterdam willen bezoeken. Zelf geniet ik van
de diversiteit die het toerisme met zich mee brengt” (reactie 50).
Eerder heeft de gemeente geconstateerd dat de gestegen bezoekersaantallen drukken op de
leefbaarheid van de binnenstad en dat Amsterdammers bepaalde gebieden mijden. Daarom is de
ambitie die het college met de Aanpak Binnenstad (gestart december 2020) nastreeft, dat de
binnenstad weer een plek wordt waar Amsterdammers graag komen en bewoners zich thuis
voelen.
Overige reacties
Overige onderwerpen die in de reacties aan de orde komen zijn:
-___Desluitingstijden moeten juist verruimd worden, want dan is er gespreid vertrek (reactie
50)
Het college kiest er nu voor om de sluitingstijden en daarmee de aantrekkende
werken van de verschillende functies in de weekenden te beperken, om daarmee
te kunnen bereiken dat het eerder stil wordt op straat omdat er geen functies
meer open zijn.
-__ De bewoners worden voorgesteld als homogene groep (reactie 50).
De gemeente is zich er van bewust dat er ook bewoners in het gebied wonen die
geen overlast ervaren. Echter, dat het Wallengebied in de enquêtes met kop en
schouder uitsteekt boven andere gebieden in het Centrum en de rest van de stad
zoals blijkt uit de overlastindex, is reden voor het college om in dit gebied diverse
maatregelen te nemen!
* In de overlastindex december 2022 heeft Burgwallen Oude Zijde voor personenoverlast een
indexcijfer van 529, Burgwallen Nieuwe Zijde heeft 511. De eerstvolgende hoogst scorende buurt is
Grachtengordel Zuid met 266 punten. Het gemiddeld indexcijfer voor het stadsdeel is 183, en voor
Amsterdam 199.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2023
Pagina 4 van 5
- De gemeente moet inzetten op handhaving; Er is sprake van strijd met de
Dienstenrichtlijn; Er moet een langere overgangstermijn geboden worden (reacties 41, 43,
49).
Kortheidshalve verwijzen we hierbij naar de reactie op inspraak op de eerdere
besluiten en het beleid Openingstijden en Alcohol Wallengebied, beide stukken
vastgesteld door het college op dd. 29 november 2022?
-__Het onderzoek van Enneüs van juli 2022 laat zien dat de overlast buiten het
aanwijzingsgebied erger is dan binnen het gebied (reacties 41, 43, 48).
Het onderzoek van Enneüs bevat een veelheid aan informatie over een breder
gebied dan waar de sluitingstijden nu beperkt worden. Het bevestigt het patroon
dat het na sluitingstijd snel rustiger wordt in het gebied. Dat moment wordt door
het vervroegen van sluitingstijden naar voren gehaald. Bij de keuze voor het
gebied is, zoals hierboven ook beschreven, onder andere gekeken naar de ligging
van de verschillende publieksaantrekkende functies. Binnen het
aanwijzingsgebied zijn alle prostitutieramen en sekstheaters te vinden.
-___Straatdealers zijn het probleem (reactie 6)
De gemeente erkent dat de aanwezigheid van en overlast en criminaliteit door
straatdealers in het Wallengebied een groot en hardnekkig probleem is en mede
zorgen voor een lage waardering van de leefbaarheid van het gebied. Om die
reden zijn gemeente, politie en OM in 2021 een project vernieuwing van de
aanpak straatdealers gestart. Onderdeel hiervan zijn bezoekerscampagnes,
veegacties van politie om straatdealers aan te houden, meer lik-op-stuk in de
vervolging van straatdealers, een gebiedsgerichte hot spot aanpak en een
uitbreiding van het cameratoezicht.
-__ Alcoholis het probleem (en sekswerkers niet) (reactie 12)
Het schenken van alcohol blijft mogelijk binnen de openingstijden van de zaken
met een alcoholwetvergunning. Wel is de APV gewijzigd om het mogelijk te
maken schenktijden in te stellen. Daarnaast gelden in een groot deel van het
Wallengebied beperkingen bij de verkoop van alcohol door winkels en worden
deze beperkingen nog verder aangescherpt per mei 2023.
-_ Studentenverenigingen lijken de regels te ontlopen (reactie 13)
In het bredere Wallengebied zijn enkele studentenverenigingen gevestigd, echter
niet in het gebied waar de sluitingstijden beperkt worden. Ook voor
studentenverenigingen gelden de regels op grond van de APV en de Alcoholwet.
De gemeente let scherp op een aantal verenigingen waarvan bekend is dat
bewoners overlast ervaren.
-__ Waarom geen maatregelen in het Singelgebied (reactie 17)
Dit betreft een verzoek om ook de sluitingstijden voor raamprostitutie in het
Singelgebied aan te scherpen. In de reactie op inspraak dd. 29 november 2022
heeft het college al op deze zienswijze gereageerd.
-_ Inspraak heeft geen zin (reactie 15)
Participatie bij het gemeentelijke beleid vindt het college van groot belang. In het
geval van de eerder genomen besluiten over de vervroeging van de sluitingstijden
* Zie: Reactie op inspraak en Beleid openingstijden en alcohol Wallengebied
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2023
Pagina 5 van 5
heeft de inspraak tot enkele kleinere aanpassingen geleid. Het college wil
iedereen de gelegenheid geven om iets te vinden van de maatregelen en zoekt
daarbij ook naar nieuwe inzichten op de bestaande problematiek. Daarbij kan de
inspraak door de gemeenteraad gebruikt worden als input bij het formuleren van
hun standpunten. Dat in dit geval de inspraak niet leidt tot wijzigingen doet niet af
aan het belang van de inspraak en de waardering van het college voor alle
reacties.
Conclusies en vervolg
De inspraakreacties op het vervroegen van de sluitingstijden van de horecaterrassen in de
zomerperiode laten zien dat de belangen van bewoners en ondernemers uiteenlopen. En ook dat
binnen deze groepen diverse standpunten bestaan over de wenselijkheid van de maatregel. Het
voorstel wordt maar door een beperkt aantal insprekers enkel met lof ontvangen. Het is aan het
college om in deze verscheidenheid aan standpunten een keuze te maken. In aansluiting op de
eerdere besluiten, de eerdere sluitingstijd en de venstertijd, kiest het college, ook gehoord
hebbend de gesprekken in de gemeenteraad, voor het vervroegen van de sluitingstijd van de
terrassen zoals in het concept besluit is voorgelegd. Het besluit dat de burgemeester heeft
genomen is alleen op enkele juridisch-technische punten aangepast ten opzichte van de versie
zoals ter inspraak is gelegd. De handhavingslijn is toegevoegd, de mogelijkheid om ontheffing op
grond van de nachtcultuur aan te vragen is weggelaten en het toepassingsbereik van het besluit is
verduidelijkt. Het besluit is als bijlage toegevoegd en zal zo spoedig mogelijk gepubliceerd worden
en aan de ondernemers in het gebied gecommuniceerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
d / {
p -
Femke Halsema
Burgemeester
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Brief | 5 | val |
> < Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014
stadsdeelraad
2x Besluiten
28 januari 2014-11
Besluit over Ontwerpverklaring van geen bedenkingen t.b.v. ontwerpomgevingsvergunning voor
het adres Binnenkant 12A (Uitbreiding Amrâth Hotel)
Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, Vergadering
28 januari in raadsvoordracht bij agendapunt 11
De raad heeft op 28 januari 2014 het volgende besluit genomen:
De stadsdeelraad,
Besluit:
In te stemmen met de ontwerpverklaring van geen bedenkingen ten behoeve van de
ontwerpomgevingsvergunning voor het oprichten van een hotel met daaronder een parkeergarage aan de
Binnenkant 12Â (1e fase) behorend bij Amrâth Hotel aan de Prins Hendrikkade 108.
Yellie Alkema
Voorzitter van de stadsdeelraad
Rietje Dujardin-van Hove
Griffier
Verschenen op 4 februari 2014 1
| Besluit | 1 | val |
Aan de gemeenteraad van Amsterdam l Ì Ì I n C k
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
ms
RAADSADRES
Betreft: plan voor een modulaire fietstoren bij Paradiso
Amsterdam, 16 januari 2013
Geachte raadsleden,
Graag doen wij u bij deze een voorstel om een wokkelvormige fietstoren te bouwen op de vrij liggende
grond ten oosten van Paradiso aan de Weteringschans. Volgens ons biedt deze grond één van de laatste
mogelijkheden om tegen acceptabele kosten het fietsparkeerprobleem op en rond het Leidseplein voor een
belangrijk deel te helpen oplossen. Mogen wij ons daarom eerst (nog eens) aan u voorstellen?
Lo Minck Systemen BV
Lo Minek Systemen BV is een innovatieve onderneming en onder andere marktleider op het gebied van
geavanceerde fietsparkeersystemen. Voor iedere specifieke locatie en/of problematiek hebben wij een
passende oplossing: voor nieuwbouw én bestaande panden, bovengrondse én ondergrondse stallingen,
voor dagstallers en huurfietsen. Wij bieden niet alleen standaardoplossingen, maar met name ook
maatwerk.
Lo Minck Systemen BV is een no-nonsense bedrijf, wij komen altijd na wat wij beloven. Dat wordt
gewaardeerd door onze partners, zoals de Nederlandse Spoorwegen, waarvoor wij inmiddels ruim 100
NS-stations hebben ingericht met fietsparkeersystemen voor de OV-fiets. Naast onze innovatieve en
technisch betrouwbare systemen ligt onze kracht ook in het feit dat wij in samenwerking met onze
partners, een totaaloplossing voor fietsparkeren bieden: van bouw tot realisatie, inclusief montage,
onderhoud en BackOffice ondersteuning.
Amsterdam
Lo Minek Systemen BV voelt zich zeer betrokken bij de stad Amsterdam en wil graag een actieve
bijdrage leveren aan de profilering van Amsterdam als dé fietsstad van Europa. In het verleden hebben
wij de ondergrondse stalling aan het Tolhuisplein in Noord gerealiseerd, welke inmiddels al weer zeven
jaar succesvol in bedrijf is (er is zelfs al jaren een wachtlijst voor deze stalling).
Daarnaast hebben wij een innovatief voorstel voorgelegd voor de inrichting van een volautomatische
fietsstalling in de Noord/Zuidlijnschacht op het Muntplein en denken wij actief mee bij de realisatie van
de ondergrondse stalling aan het Beursplein. Wij hebben inmiddels al veel ervaring opgedaan met het
integreren van stallingen in de openbare ruimte en vinden dat er voor Amsterdam vele mogelijkheden
liggen de fietscultuur veel prominenter in het straatbeeld uit te dragen. Het aanbieden van een gevarieerd
en innovatief aanbod van fietsparkeermogelijkheden zou een belangrijke pijler binnen dat beleid moeten
zijn.
Fietsparkeersystemen - Industriële Automatisering - Speciaal Producten
Gansoord80 | 2165 BD Lisserbroek (NL) | T: +31-(0)252-420384 |F: +31-(0)252-413187 | www.lo-minck.nl |[email protected]
Bank rek.nr: 32.81.01.524 | KvK: 56409486 | BTW:NL852111484B01 | BIC: RABONL2U | IBAN: NL95 RABO 0328101524
Op al onze offertes, op alle opdrachten aan ons en op alle met ons gesloten overeenkomsten zijn de Metaal-unievoorwaarden van toepassing, gedeponeerd
ter Griffie van de Rechtbank te Rotterdam, volgens de laatste aldaar neergelegde tekst. Deze leveringsvoorwaarden worden u op verzoek toegezonden.
minck Ô
(S/
Paradiso
Ons voorstel voor het stukje land naast Paradiso gaat uit van ons VeloPlaza®-totaalconcept, waarin een
aantal innovatieve oplossingen zijn geïntegreerd:
Constructie
De constructie van de fietstoren is relatief snel te plaatsen en demontabel (bijlage 1: een artist’
impression). Dit betekent dat de fietstoren na een aantal jaar desgewenst kan worden afgebouwd en de
totale constructie kan worden hergebruikt op een andere locatie.
Bovendien is de fietstoren modulair in een wokkel geconstrueerd en uit te breiden. Indien blijkt dat de
initiële capaciteit van ca. 1.000 fietsen niet toereikend is, dan kan de fietstoren snel, eenvoudig en tegen
relatief lage kosten worden uitgebreid met extra capaciteit.
Daarnaast is de fietstoren ook modulair uit te breiden met extra opties, zoals een behuizing welke zich
wel of juist niet aanpast aan de omgeving (bijvoorbeeld door gebruik te maken van specifieke
materialen), zonnecellen op het dak (zelfvoorzienend), extra services, zoals openbare toiletten, een
fietsenmaker, koffiecorner etc.
Fietsparkeersystemen
Het voorstel gaat uit van een tweetal verschillende innovatieve fietsparkeersystemen, namelijk de
VelowSpace® en de VelowUp!®, zie bijlage 2 (technische specificaties VeloPlaza®).
De kern van de fietstoren wordt ingericht met de VelowSpace®; een volledig geautomatiseerd
fietsparkeersysteem voor abonnementhouders en/of dagstallers. De Velowspace® is een fietsencarrousel
met 24 stallingsplaatsen en zeer geschikt voor gebruikers die hun fiets veilig en afgeschermd willen
stallen.
De buitenzijde van de VelowSpace® en de buitenring van de fietstoren worden ingericht met een
innovatief en gepatenteerd Nederlandse vinding: de VelowUp!®. Met de VelowUp!® kunnen fietsen op
een eenvoudige manier (zonder krachtinspanning, geluidloos en gebruikersvriendelijk), verticaal en zeer
compact worden gestald.
Een groot voordeel van de VelowUp!®, bijv. ten opzichte van het traditionele hoog/laag-rek, is dat het
geschikt is voor alle soorten fietsen, ongeacht de breedte van het stuur en de aanwezigheid van
fietsaccessoires, zoals mandjes en/of fietstassen. Bovendien vereist de VelowUp!®, in vergelijking met
het hoog/laag-rek, een significant lagere bouwhoogte: maximaal 2,25 meter versus ca. 3 meter.
Doordat de fietsen in de VelowUp!® vrij van de grond worden gestald is de stalling bovendien eenvoudig
en efficiënt schoon te houden.
Fietsparkeersystemen - Industriële Automatisering - Speciaal Producten
Gansoord 80 | 2165 BD Lisserbroek (NL) | T: +31-(0)252-420384 | F: +31-(0)252-413187 | www.lo-minck.nl |[email protected]
Bank rek.nr: 32.81.01.524 | KvK: 56409486 | BTW:NL852111484B01 | BIC: RABONL2U | IBAN: NL95 RABO 0328101524
Op al onze offertes, op alle opdrachten aan ons en op alle met ons gesloten overeenkomsten zijn de Metaal-unievoorwaarden van toepassing, gedeponeerd
ter Griffie van de Rechtbank te Rotterdam, volgens de laatste aldaar neergelegde tekst. Deze leveringsvoorwaarden worden u op verzoek toegezonden.
minck Ô
(S/
Stallingsbeheersysteem
In het voorstel voor de fietstoren naast Paradiso worden de VelowSpace® en de VelowUp!® uitgerust met
een innovatief stallingsbeheersysteem, waarmee het mogelijk is de stallingstijd van iedere individuele
fiets nauwkeurig te registreren en daarmee de “weesfietsenproblematiek’ effectief aan te pakken.
Het beheersysteem registreert echter niet alleen de stallingstijd van de fietsen, maar maakt het ook
mogelijk om de gebruikers van de fietstoren bij de entree van de stalling nauwkeurig te informeren over
de real-time beschikbare stallingscapaciteit (aantal vrij plaatsen) én de locatie van deze vrije plaatsen. De
gebruikers worden dus heel gericht naar de vrije plaatsen geleid, hetgeen niet alleen gebruikersvriendelijk
is, maar ook resulteert in een kortere gemiddelde stallingstijd per gebruiker.
Montage, onderhoud, technische ondersteuning
Lo Minek Systemen BV zorgt met haar partners niet alleen voor een kwalitatief hoogwaardige bouw en
inrichting van de fietstoren, maar biedt ook een betrouwbaar onderhoudsprogramma en technische
ondersteuning, zowel op locatie als vanuit ons service center.
Tot slot
Lo Minck Systemen BV biedt u aan een fietstoren op het vrij liggende landje naast Paradiso te bouwen
voor ca. 1.000 fietsen. Deze stalling kan binnen 6 maanden worden gebouwd, waarbij de totale
investering tussen de 1,5 en 2 miljoen euro zal liggen. Dit ligt ruimschoots binnen het subsidiebereik van
de gemeente Amsterdam.
Wij realiseren ons dat de grond van dit landje niet van u is en dat er ook andere initiatieven zijn. Sowieso
willen we ons niet negatief over andere initiatieven uitlaten, maar realiseren ons wel dat u als raad sturend
kunt zijn in het beleid. U zult zich de komende tijd de vraag stellen waar het Leidseplein op dit moment
het meest behoefte aan heeft.
Wij denken dat deze fietstoren een belangrijk deel van het enorme tekort aan fietsparkeerplaatsen op en
rond het Leidseplein kan oplossen. Er zal ruimte zijn voor bewoners, bezoekers en overdag leerlingen en
leraren van het er tegenoverliggende Barlaeus Gymnasium.
Zeker nu de ondergrondse stalling onder het Leidseplein voorlopig niet doorgaat en nabije, grotere
alternatieven niet voorhanden lijken, zou de stad deze laatste kans zo dicht bij het drukste uitgaansplein
van Nederland moeten aangrijpen. Daarbij zou de oplossing van de fietstoren ook een semipermanent
karakter kunnen hebben, zodat een toekomstige generatie politici, wanneer zich op, rond of onder het
Leidseplein een volwaardig alternatief heeft aangediend, een beslissing kan nemen over een definitieve
bebouwing van het landje naast Paradiso.
Fietsparkeersystemen - Industriële Automatisering - Speciaal Producten
Gansoord 80 | 2165 BD Lisserbroek (NL) | T: +31-(0)252-420384 | F: +31-(0)252-413187 | www.lo-minck.nl |[email protected]
Bank rek.nr: 32.81.01.524 | KvK: 56409486 | BTW:NL852111484B01 | BIC: RABONL2U | IBAN: NL95 RABO 0328101524
Op al onze offertes, op alle opdrachten aan ons en op alle met ons gesloten overeenkomsten zijn de Metaal-unievoorwaarden van toepassing, gedeponeerd
ter Griffie van de Rechtbank te Rotterdam, volgens de laatste aldaar neergelegde tekst. Deze leveringsvoorwaarden worden u op verzoek toegezonden.
systemen (O)
Nd
Wij danken u voor uw aandacht en zijn graag bereid ons plan te komen toelichten in uw vergadering.
Met vriendelijke groet,
Arjan Minck
Directeur
Lo Minck Systemen BV
Tel: 06-83677559
Bijlagen:
- Bijlage 1: een artist’ impression
- Bijlage 2: technische specificaties VeloPlaza®
Fietsparkeersystemen - Industriële Automatisering - Speciaal Producten
Gansoord80 | 2165 BD Lisserbroek (NL) | T:+31-(0)252-420384 | F: +31-(0)252-413187 | www.lo-minck.nl |[email protected]
Bank rek.nr: 32.81.01.524 | KvK: 56409486 | BTW: NL852111484B01 | BIC: RABONL2U | IBAN: NL95 RABO 0328101524
Op al onze offertes, op alle opdrachten aan ons en op alle met ons gesloten overeenkomsten zijn de Metaal-unievoorwaarden van toepassing, gedeponeerd
ter Griffie van de Rechtbank te Rotterdam, volgens de laatste aldaar neergelegde tekst. Deze leveringsvoorwaarden worden u op verzoek toegezonden.
| Raadsadres | 4 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 29 maart 2022
Portefeuille(s) Wonen, duurzaamheid
Portefeuillehouder(s): Wethouders Jakob Wedemeijer en Marieke van Doorninck
Behandeld door Directie Wonen [email protected]
Onderwerp Subsidie voor woningverbetering in Zuidoost
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende. Het college van burgemeester en
wethouders heeft op 29 maart 2022 besloten om € 29,1 miljoen euro aan subsidie beschikbaarte
stellen voor het verbeteren en verduurzamen van huizen die deel vitmaken van een vereniging van
eigenaren (vve) in Zuidoost. Het geld voor deze subsidie is beschikbaar dankzij een bijdrage uit het
Volkshuisvestingsfonds* van het Rijk en voor een belangrijk deel bestemd voor dit doel.
Bijdrage uit het Volkshuisvestingsfonds
In 2021 heeft het Rijk via het Volkshuisvestingsfonds geld beschikbaar gesteld voor het verbeteren
van de leefbaarheid in gebieden waar die nu achterblijft. Het college heeft in mei 2021 een
aanvraag gedaan bij het Rijk voor een bijdrage uit het Volkshuisvestingsfonds voor Nieuw-West en
Zuidoost. Het Rijk heeft een bijdrage van € 41,1 miljoen toegekend enkel voor Zuidoost . De
bijdrage uit het Volkshuisvestingsfonds is bedoeld voor het opknappen van kwalitatief slechte
woningen in de aangewezen buurten in Zuidoost en dan in het bijzonder particuliere woningen.
Ook investeren in de woonkwaliteit en de leefomgeving is van belang. Daarom is € 29,1 miljoen
euro bestemd voor woningen in ve's, € 8,5 miljoen voor het verbeteren van de openbare ruimte
en € 3,5 miljoen voor de projectorganisatie.
De uitgaves van het Rijk versterken de investeringen die de gemeente al in gang heeft gezet in
Zuidoost en die op hun beurt weer voorwaarde zijn voor de investeringen van het Rijk.
Subsidieregeling
Met het 'Wijzigingsbesluit subsidie verduurzamende woningverbetering Zuidoost’ dat het college
nu heeft genomen wordt de Rijksbijdrage van € 29,1 miljoen uit het Volkshuisvestingsfonds voor
woningen in vve’s beschikbaar gesteld. Er is subsidie beschikbaar voor het uitvoeren van
maatregelen die onder de verantwoordelijkheid van een vve vallen en die voor alle woningen in
een bestaand gebouw tot gevolg hebben dat er geen sprake meer is van achterstallig onderhoud,
en er ten minste drie labelstappen worden gemaakt of het energielabel B is bereikt en de
inpandige installaties naar behoren functioneren. Het werkingsgebied bestaat uit de deelgebieden
* Het Volkshuisvestingsfonds heet voluit de regeling specifieke uitkering herstructurering
volkshuisvesting en is te raadplegen via https://wetten.overheid.nl/BWBR0044932/2021-05-07
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 maart 2022
Pagina 2 van 2
Kantershof, Rechte H-buurt, Hakfoort-Huigenbos, Hoptille, G-buurt oost, Reigersbos noord,
Centrum Reigersbos, Venserpolder west en Venserpolder oost. De subsidie bedraagt maximaal
€9400,- per woning in particulier bezit in het gebouw en €6o000,- per woning in corporatiebezit in
het gebouw. De totale subsidie voor corporatiebezit in een gebouw is nooit meer dan een vierde
van de totale subsidie voor de woningen in particulier bezit in datzelfde gebouw.
Investeren in verduurzaming en verbetering
De subsidieregeling voor vve's in Zuidoost past binnen een bredere aanpak om woongebouwen
van verenigingen van eigenaren te verduurzamen en verbeteren. Op 18 janvari 2022 heeft het
college ingestemd met de aanpak om van 2022 tot en met 2025 in totaal € 3 miljoen euro
beschikbaar te stellen uit het klimaatfonds voor vergaande renovatie. Vergaande renovatie is
onderdeel van de Renovatiemotor, één van de duurzame herstelmotoren onder het programma
Duurzame Stad, Duurzame Banen. Het doel is vergaande renovatie in complexen met woningen
waarbinnen sprake is van meerdere problemen (bijvoorbeeld achterstallig onderhoud, een slecht
georganiseerde vve, onvoldoende spaargeld en/of weinig draagkrachtige bewoners) te stimuleren.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
ht He En
/ Ar 0075 ) ALU Cn
V/ TT
Jakob Wedemeijer Marieke van Doorninck
Wethouder Wonen Wethouder Duurzaamheid
Bijlagen
1. Wijzigingsbesluit subsidie verduurzamende woningverbetering Zuidoost
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda supplement 2,
woensdag 10 en donderdag 11 juli 2019
Datum en tijd woensdag 10 juli 2019 13.00 uur en 19.30 uur
donderdag 11 juli 2019 13.00 uur en 19.30 uur
en zo nodig wordt er vergaderd op donderdag 11 juli vanaf 10.00 uur.
Locatie Raadzaal
TOEGEVOEGD:
Algemeen
2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering van 19 en 20 juni 2019.
De notulen zijn toegevoegd aan de vergaderstukken.
Financiën
11 Vaststellen van de Voorjaarsnota 2019 en de voorgestelde begrotingswijzigingen.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 557)
De amendementen en moties die in tweede termijn in de raadscommissies zijn
ingediend, zijn toegevoegd aan de vergaderstukken.
Grondzaken
19A Actualiteit van het lid Boomsma inzake het van toepassing verklaren van de
overstapregeling op eeuwigdurende erfpacht voor erfpachtcontracten met een
gemengde bestemming. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1224)
19B Actualiteit van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Van Schijndel en Van Soest
inzake de strategie en inzet van het college rondom de afwikkeling van het
failliete Slotervaart Ziekenhuis. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1225)
Economische Zaken
44A Intrekken van drie biz-verordeningen en instemmen met het Reglement
draagvlakmeting bedrijveninvesteringszones Amsterdam 2019
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1226)
44B Wijzigen van de Verordening markt- en staanplaatsgelden 2016
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1227)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda supplement 2, woensdag 10 en donderdag 11 juli 2019
TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN:
Ingekomen stukken
54 Brief van wethouder Meliani van 5 juli 2019 inzake beantwoording van vragen,
gesteld in de raadscommissie KDD van 5 juni 2019, over het Contouren
Kunstenplan 2021-2024.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
37, Kennisnemen van de brief over de Contouren Kunstenplan 2021-2024.
55 Brief van burgemeester Halsema van 2 juli 2019 inzake de overgangstermijn voor
exploitatievergunningen van speelautomatenhallen.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
42, Vaststellen van de Verordening op de kansspelautomaten en
speelautomatenhallen.
56 Raadsadres van een burger van 2 juli 2019 inzake het vaarbeleid in Amsterdam
Centrum.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
57 Brief van Recreatieschap Twiske-Waterland van 28 juni 2019 inzake de
aanbieding van de vastgestelde financiële jaarstukken van recreatieschap
Twiske/Waterland.
Voorgesteld wordt, deze jaarstukken voor kennisgeving aan te nemen.
58 Brief van AMS Institute van 3 juli 2019 inzake aanbieding van het jaarverslag
Annual Report 2018.
Voorgesteld wordt, dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen.
59 Kopie van een raadsadres van de biologische boerderij De Boterbloem, gericht
aan wethouder Van Doorninck, van 8 juli 2019 inzake de biologische boerderij
De Boterbloem.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
60 Brief van wethouder Moorman van 2 juli 2019 inzake afhandeling moties 1287.17
van het voormalig lid Bijleveld, 1651.17 van de leden Roosma c.s, 897.18 van
de leden De Jong c.s. en 1060.18 van de leden Marttin c.s. over de aanpak van
armoede en schulden.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda supplement 2, woensdag 10 en donderdag 11 juli 2019
61 Brief van wethouder Kukenheim van 5 juli 2019 inzake opheffing van de tijdelijke
beperking op de instroom van begeleid wonen Maatschappelijke Opvang/
Beschermd Wonen.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
62 Brief van Recreatie Noord-Holland NV van 4 juli 2019 inzake de aanbieding van
het jaarverslag 2018 van Recreatie Noord-Holland NV.
Voorgesteld wordt, dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen.
3
| Actualiteit | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2021
Nummer 128
Behandeld op 10 maart 2021
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen
(Laat schade ecologie door festivals onafhankelijk onderzoeken)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de beraadslaging over het wijzigen van de locatieprofielen (NR.
VN2021-000707).
Constaterende dat:
-— in de Nota van beantwoording (p.8) staat dat voorafgaand aan en na
afloop van een evenement door de beheerder en de organisator van het
evenement bekeken wordt in welke conditie het terrein is.
Overwegende dat:
- een evenementenorganisator er financieel belang bij heeft dat het
evenement doorgaat;
- de gemeente er financieel belang bij heeft dat het evenement doorgaat;
- het van belang is dat (eventuele) schade aan het groen in onze stad
onafhankelijk wordt onderzocht.
verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De ecologische toestand van parken voorafgaand aan en na afloop van een
evenement te laten onderzoeken door een onafhankelijke derde partij.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
| Motie | 1 | discard |
% An Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
X Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. 1
X 4 april 2023
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Voorzitter SDC: Pieter Nijhof
Secretaris SDC: Karin Grent
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
4. Mondelinge vragen
5. Adviesaanvraag concept 'VTH Beleid Fysieke Leefomgeving 2023’
6. Adviesaanvraag Buurtbudget Nieuw-West 2023
7. Adviesaanvraag Beleidsregel geluid Amsterdam 2023
8. Concept vervoerplan GVB 2023 en 2024
g. Ongevraagd advies Herinrichting Osdorperweg 2024
10. Ingekomen stukkenlijst
11. Vaststellen afsprakenlijst SDC 28 maart 2023
12. Rondvraag
13. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via
[email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 18 juli 2023
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door Ruimte & Duurzaamheid ([email protected])
Onderwerp Tijdelijke besluitvormingsproces voor afwijkingsverzoeken
Hoofdgroenstructuur
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 6 juni 2023 heeft u ingestemd met inwilligen van het definitief verzoek tot het houden van een
referendum over het ontwerp raadsbesluit “Vaststellen van het (geamendeerde) Beleidskader
Hoofdgroenstructuur’.
In lijn met de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022 is als gevolg van het
referendum de besluitvorming van het nieuwe beleidskader Hoofdgroenstructuur stilgelegd.
Over de vaststelling van het beleidskader wordt pas een besluit genomen als het referendum is
gehouden. Gedurende deze periode blijft het huidige beleidskader Hoofdgroenstructuur van
kracht, zoals opgenomen in de Structuurvisie Amsterdam 2040.
Ik wil v graag informeren over hoe het college wil omgaan met afwijkingsverzoeken van het
Hoofdgroenstructuur beleid.
Per brief van 16 mei 2022 heb ik aangegeven dat zolang het referendum rondom de
Hoofdgroenstructuur nog speelt het college zich zal onthouden van een standpunt inzake een
afwijkingsverzoek van de Hoofdgroenstructuur en deze open voor besluitvorming voor zal leggen
aan de raad.
De achterliggende gedachte was hierbij als volgt: de gemeenteraad heeft vaststelling van het
nieuwe beleidskader Hoofdgroenstructuur aangehouden en tegelijkertijd ingestemd met het
referendumverzoek Hoofdgroenstructuur. Op basis hiervan dienen plannen en initiatieven aan het
verouderde Hoofdgroenstructuur beleid uit 2011 (Structuurvisie Amsterdam 2040) te worden
getoetst door het college en de gemeenteraad.
Echter er zijn juridisch geen mogelijkheden verschillende opties open voor te leggen en de keuze
aan de raad laten. Het college bereidt de raadsbesluiten voor en voert deze uit. De raad stelt de
kaders en controleert.
Een andere mogelijkheid is om in het geheel niet in te stemmen met afwijkingsverzoeken van de
Hoofdgroenstructuur, maar dit kan leiden tot vertraging in projecten waarvan het maatschappelijk
belang heel groot is en afwijking wel gewenst is.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 2 van 2
Het college is echter van mening dat gezien het maatschappelijk belang en de voortgang op
dossiers, het wel mogelijk moet blijven om afwijkingen van de huidige Hoofdgroenstructuur te
kunnen blijven agenderen.
De agendering zal in deze gevallen plaatsvinden door de verantwoordelijke vakwethouder in de
desbetreffende raadscommissie (met uitnodiging van de raadscommissie RO) en vervolgens de
gemeenteraad. Het college zal, indien het wenst mee te werken met een afwijking, een
raadsvoordracht voorleggen met daarin het verzoek in te stemmen met de afwijking van de
Hoofdgroenstructuur met een bijbehorende onderbouwing waarom voor dit geval moet worden
afgeweken ondanks het negatieve TAC-advies, op basis waarvan de raad kan instemmen of niet
instemmen met deze afwijking.
In die gevallen waarin er meerdere scenario’s mogelijk zijn, kan het college een wensen en
bedenkingen procedure volgen waarbij het college een voorgenomen besluit voorlegt aan de
gemeenteraad. Het college geeft in de onderbouwing de voor —en de nadelen van de verschillende
scenario's aan, aangevuld met eventuele dilemma's.
Dit besluitvormingsproces zal worden gevolgd totdat het nieuwe beleidskader
Hoofdgroenstructuur is vastgesteld.
Het referendum over het beleidskader Hoofdgroenstructuur is het eerste referendum sinds de
vaststelling van de nieuwe referendumverordening. Dit is voor mij als wethouder Ruimtelijke
Ordening een bijzonder moment en ik kijk hierbij vit naar de mening van Amsterdammers over het
beleidskader Hoofdgroenstructuur.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
VN2023-026264 Gemeenteraad
Grond en D Gemeente RAAD
Ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
Portefeuille Grond en Ontwikkeling
Agendapunt 6
Datum besluit College van B&W g janvari 2024
Onderwerp
Vaststellen van het bedrag aan gemaakte kosten samenhangend met het opsporen en ruimen van
ontplofbare oorlogsresten uit de Tweede Wereldoorlog in 2023
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
1. Het bedrag dat in 2023 is uitgegeven aan opsporing en ruiming van ontplofbare
oorlogsresten uit de Tweede Wereldoorlog vast te stellen op €137.598,66 (excl. BTW).
2. Inte stemmen met het voornemen om het onder 1) genoemde bedrag te declareren bij het
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Van de gemaakte kosten wordt
maximaal 68% vergoed.
Wettelijke grondslag
Artikel 189, eerste lid jo artikel 212, eerste lid van de Gemeentewet en art 5 lid 1 van de gewijzigde
financiële verordening Amsterdam 2023. Voor alle taken en activiteiten brengt de raad jaarlijks
op de begroting de bedragen die hij daarvoor beschikbaar stelt, alsmede de financiële middelen
die hij naar verwachting kan aanwenden. De raad stelt bij verordening de vitgangspunten
voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de
financiële organisatie vast. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting of een
begrotingswijziging.
Bestuurlijke achtergrond
Gemeenten kunnen in geval van opsporing en ruiming van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog,
een bijdrage van maximaal 68% in de daartoe gemaakte kosten ontvangen mits een daartoe
strekkend raadsbesluit is genomen. Afwikkeling van de kosten vindt vervolgens plaats door
middel van een jaarlijkse declaratie achteraf op basis van de werkelijk gemaakte kosten,
exclusief BTW. Dit maakt volledige voorfinanciering noodzakelijk. Om in aanmerking te komen
voor een bijdrage volstaat de toezending van een gemeenteraadsbesluit waarin de gemaakte
kosten voor het opsporen en ruimen van explosieven zijn opgenomen. Er hoeft geen verdere
onderbouwing overgelegd te worden. Vóór 1 april 2024 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties ingediende raadsbesluiten zullen in de meicirculaire 2024 worden toegekend.
Onderbouwing besluit
Op de openbare Amsterdamse bommenkaart (data.amsterdam.nl, tabblad explosieven) wordt
bijgehouden welke gebieden ‘verdacht’ zijn op de aanwezigheid van niet-gesprongen explosieven
(ontplofbare oorlogsresten (OO)) uit de Tweede Wereldoorlog. Verdacht’ houdt in dat de kans op
het aantreffen van een blindganger (een niet ontploft explosief vit de Tweede Wereldoorlog) in
dit gebied verhoogd is ten opzichte van de kans hierop in de rest van Nederland. Afhankelijk van
het type uit te voeren werkzaamheden kan het noodzakelijk zijn aanvullend onderzoek te doen
om grondroerende werkzaamheden (zoals heien) veilig te kunnen vitvoeren. In gebieden die niet
(meer) als verdacht worden aangemerkt is geen aanleiding tot aanvullend onderzoek en kunnen
(grond)werkzaamheden op reguliere wijze worden uitgevoerd. Periodiek worden nieuwe inzichten
en onderzoeksresultaten in de kaart verwerkt. In 2023 is de kaart uitgebreid met Weesp.
Gegenereerd: vl.7 1
VN2023-026264 % Gemeente Gemeenteraad
Grond en % Amsterdam RAA D
Ontwikkeling %
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
Ad 1) Het bedrag aan gemaakte kosten over 2023 betreft €137.598,66. Alle bedragen zijn
exclusief BTW. De gemaakte kosten hebben betrekking op preventieve onderzoeken die worden
voorgeschreven door het Arbeidsomstandighedenbesluit en werkzaamheden die daaruit
voortvloeien. In 2023 zijn bij de detectieonderzoeken geen vliegtuigbommen of andere explosieven
gelokaliseerd of geruimd.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de opbouw van het totaalbedrag:
Project Wat en waarom? Gemaakte kosten in 2023, exclusief
BTW
Haven(bedrijf) Amsterdam Ten behoeve van herontwikkeling van € 14.185,64
het gebied aan de Petroleumhavenweg
20 zijn er OO-gerelateerde maatregelen
genomen.
Noordhollandsch kanaal / Vanwege oeverontwikkeling € 20.401,91
Buikslotermeerdijk nabij Elzenhagen-Zuid zijn
baggerwerkzaamheden nodig geweest
in OO-verdacht gebied. Ter plaatse
van de Buikslotermeerdijk heeft in
dat kader onderzoek en detectie
plaatsgevonden.
Apollobuurt In de Apollobuurt is een second opinion |€7.989,-
uitgevoerd op de afbakening van het
verdachte gebied. Dat heeft geleid tot
aanpassingen in het verdachte gebied
op de bommenkaart.
Buiksloterham Een groot deel van Buiksloterham € 9.540,-
valt in ‘verdacht’ gebied vanwege
verschillende bombardementen
in Amsterdam Noord. In 2023 zijn
sonderingen begeleid en heeft voor-en
detectieonderzoek plaatsgevonden ten
behoeve van herontwikkelingen (o.a. in
het Tolhuiskanaal)
Kolenkitbuurt In het kader van herontwikkeling € 2.850,-
in de Kolenkitbuurt is rondom de
Wiltzanghlaan een risicoanalyse OO
uitgevoerd.
Amsterdamse Bos Bij de herontwikkeling van het € 4.300,-
Amsterdamse Bos-theater heeft ook
dit jaar realtime detectieonderzoek
plaatsgevonden omdat uit de
bommenkaart van Amstelveen een
verhoogd risico op de aanwezigheid
van ontplofbare oorlogsresten viel
af te leiden. Het bostheater staat
weliswaar in de gemeente Amstelveen,
maar de herontwikkeling is een
project van de gemeente Amsterdam.
Met de gemeente Amstelveen is
daarom afgesproken deze kosten via
Amsterdam te declareren.
Haven Durgerdam Vanwege benodigde € 3.372,”
baggerwerkzaamheden in de haven
van Durgerdam is een risicoanalyse
uitgevoerd in het gebied.
Gegenereerd: vl.7 2
VN2023-026264 % Gemeente Gemeenteraad
Grond en % Amsterdam RAA D
Ontwikkeling %
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
Begeleiding vanuit Ingenieursbureau Beantwoorden van inhoudelijke € 43.678,11
vragen vanuit diverse grote en kleine
projecten over werkzaamheden in
verdacht gebied: het vitvoeren van
aanvullend historisch onderzoek, het
beoordelen van offertes en het maken
van risicoanalyses ten aanzien van de
uit te voeren werkzaamheden in het
veld.
Begeleiding vanuit Grond en Projectmanagement en loketfunctie € 31.282,-
Ontwikkeling voor diverse projecten, deelname aan
overleggen in landelijke netwerken.
Beheer en vpdate bommenkaart.
Ad 2) Om in aanmerking te komen voor een bijdrage volstaat de toezending van een
gemeenteraadsbesluit waarin de gemaakte kosten voor het opsporen en ruimen van explosieven
zijn opgenomen. Er hoeft geen verdere onderbouwing overlegd te worden. Vóór 1 april 2024 bij het
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingediende raadsbesluiten zullen in de
meicirculaire 2024 worden toegekend.
Financiële onderbouwing
Consequenties gedekt? Ja
Overige toelichting
Er is in programma 9.3 Duurzaamheid en milieubeheer in 2023 €137.598,66 (excl. BTW) uitgegeven
binnen doel o9.3.2, veilige en gezonde leefomgeving. Van de gemaakte kosten wordt maximaal
68%, zijnde €93.567,09 (excl. BTW) vergoed door het Rijk. Deze vergoeding wordt in 2024
uitbetaald via een doeluitkering vit het gemeentefonds.
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben wel financiële consequenties en deze zijn
reeds geraamd in de begroting (100% dekking).
Geheimhouding
n.v.t.
Welke stukken treft v aan
Meegestuurd [Registratienr | Naam
AD2023-093057 | Gemeenteraad Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. | Naam
Gegenereerd: vl.7 3
VN2023-026264 9% Gemeente Gemeenteraad
Gronden x Amsterdam RAAD
Ontwikkeling %
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Thijs Vlaar (Grond en Ontwikkeling, afdeling Bodem), 06-28504155, Thijs. vlaar@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 4
| Voordracht | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam OZ K
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie,
Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
% Gewijzigde agenda, woensdag 9 maart 2011
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur,
Monumenten en Lokale Media
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Inspreekhalfuur Publiek
5 Actualiteiten
6A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie OZK
d.d. 9 februari 2011
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, [email protected]
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam OZ K
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst
en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
Gewijzigde agenda, woensdag 9 maart 2011
6B Conceptverslag van het gesprek van de fractievoorzitters met de commissie
Gunning d.d. 3 februari 2011
, Ter Kennisname.
e Wordt vastgesteld in Raadscommissie AZF van 3 maart 2011.
7 Openstaande toezeggingen
e _Toezeggingenlijst niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag voorafgaande aan de
vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar.
8 Termijnagenda
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag voorafgaande aan de
vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar.
9 Openstaande Schriftelijke vragen
10 Rondvraag - Tkn lijst
Zorg en Welzijn / Wijkaanpak en Stedenbeleid
11 Verdeling middelen Decentralisatie Uitkeringen Stedenbeleid 2011 Nr. BD2011-
001067
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 16 maart 2011).
, Deleden van de Raadscommissie voor Bouwen Wonen en Klimaat en de leden van
de Raadscommissie voor Algemene Zaken en Financiën zijn hierbij uitgenodigd.
2
Gemeente Amsterdam OZ K
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst
en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
Gewijzigde agenda, woensdag 9 maart 2011
Zorg en Welzijn
12 Vaststelling Amsterdamse vertaling Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang
G4 en Rijk Nr. BD2010-007389
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 16 maart 2011).
Kunst en Cultuur
13 Kennisname brief inzake vraag hang- en stagelden stadhuis Nr. BD2011-001489
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Paternotte (D66).
e Was TKN 13 in de Commissievergadering van 9 februari 2011,
Educatie
14 Buurtschoolbeleid Stadsdeel West Nr. BD2011-001838
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid Toonk (VVD).
e Het DB van stadsdeel West is hierbij uitgenodigd.
Jeugdzaken
15 Initiatiefvoorstel PvdA- Kinderopvang Nr. BD2011-000644
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel.
e _ Uitgesteld in de vergadering van de Commissie OZK van 19 januari 2011,
e _Geenreactie College van B en W ontvangen.
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst OZ K
en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
Gewijzigde agenda, woensdag 9 maart 2011
Educatie
16 Bespreken van Bestuurlijke jaarrapportage 2009-2010 Bureau Leerplicht Plus Nr.
BD2011-001631
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
17 Taalbeheersing voorschoolleidsters en overdracht voorschool-basisschool Nr.
BD2011-001488
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Moorman PvdA).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering van 9 februari 2011.
18 Verdeling middelen Specifieke doeluitkering Onderwijsachterstandenbeleid 2011
Nr. BD2011-001864
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadsleden Van der Pligt (SP) en Moorman (PvdA).
e Was TKN 3 in de Commissievergadering van 9 februari 2011.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Kunst en Cultuur
19 Gevolgen failissement Bouwbedrijf Midreth en stand van zaken hervatting van de
bouw van het Stedelijk Museum en de boedelafwikkeling met Midreth. Nr.
BD2011-002023
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
BESLOTEN DEEL
4
| Agenda | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda supplement 2,
woensdag 8 en donderdag 9 mei 2019
Datum en tijd woensdag 8 mei 2019 13.00 tot 17.30 uur en 18.00 tot 20.30 uur
donderdag 9 mei 2019 13.00 uur
Locatie Raadzaal
TOEGEVOEGD:
Openbare Orde en Veiligheid
BA Actualiteit van het lid Torn inzake recente ontwikkelingen in het debat over de
veiligheid van boa's en de toekenning van verdedigingsmiddelen.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 461)
TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN:
Ingekomen stukken
62 Raadsadres van een burger van 1 mei 2019 inzake het project ERMTS casus
de Wunderline in het kader van beveiliging van treinen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
63 Raadsadres van een burger van 4 mei 2019 inzake een reactie op de plannen
om benzineauto's vanaf 2030 te weren uit Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de voorstellen ter
zake.
64 Raadsadressen van een aantal burgers van 3, 4, 5 en 6 mei 2019 inzake de
plannen voor de opvang van zeventig uitgeprocedeerde ongedocumenteerden in
de voormalige brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert.
Voorgesteld wordt, deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij de door
het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake.
65 Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder Groot
Wassink, van 1 mei 2019 inzake de houding van wethouder Groot Wassink
tegenover 50 zwervende ongedocumenteerden zonder opvang.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan leden van de gemeenteraad.
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda supplement 2, woensdag 8 en donderdag 9 mei 2019
66 Brief van wethouder Ivens van 6 mei 2019 inzake de minimale inschrijfduur bij
nieuwe middeldure koopwoningen naar aanleiding van de vraag van
het duoraadslid Leenders in de raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 maart
2019.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
16, Kennisnemen van de brief inzake de uitwerking van de bouw van middeldure
koopwoningen.
67 Brief van wethouder Groot Wassink van 6 mei 2019 inzake een overzicht van de
planning democratisering.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6,
Vaststellen van de beleidsbrief democratisering.
68 Brieven van wethouder Meliani van 6 mei 2019 inzake beantwoording van vragen
over digitale veiligheid bij 5G pilots en over waar de Agenda Digitale Stad
bijdraagt aan andere portefeuilles.
Voorgesteld wordt, deze brieven te betrekken bij de behandeling van agendapunt
27, Kennisnemen van de agenda Digitale Stad.
2
| Actualiteit | 2 | train |
VN2021-003911 Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen,
Economie % Gemeente Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie F E D
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie FED van 04 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Economische Zaken
Agendapunt 4
Datum besluit 5 januari 2021
Onderwerp
Kennisnemen van de afhandeling toezeggingen aan lid Biemond inzake leegstand winkelpanden in
de stad (TA2020-001215) en (TA2020-001055)
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van bijgaande brief van wethouder Everhardt, ter afhandeling van de toezeggingen
aan raadslid Biemond o.a. in de commissie FEZ d.d. 29 oktober 2020, inzake initiatieven leegstand
winkelpanden in de stad.
Wettelijke grondslag
Art 169 Gemeentewet
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2). Zij
geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij
geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het
verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
Tijdens de raadscommissie Financiën en Economische Zaken van 24 september 2020 en 29 oktober
2020 is toegezegd aan lid Biemond schriftelijke te reageren op de informatie gevraagd over
leegstaande winkelpanden in de stad. In de brief informeer wordt u geinformeerd over de bestaande
aanpak van winkelleegstand, de ontwikkelingen als gevolg van de coronacrisis en de aanvullende
acties van het college.In de loop van 2021 nader wordt geïnformeerd over de straatgerichte aanpak
aantrekkelijke winkelgebieden en de leegstandsverordening.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Biemond (PvdA).
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.l 1
VN2021-003911 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen,
Economie % Amsterdam
% Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
Voordracht voor de Commissie FED van 04 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Brief beantwoording rondvraag lid Biemond cie FED inzake initatieven
AD2021-013854 ‚
leegstand winkels.pdf (pdf)
AD2021-013855 Commissie FED (4) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Economische Zaken, Marije Pouw, 06-28364197, [email protected] & Gijs Foeken,
06-38081212, g.foeken@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.l 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1201
Datum akkoord college van b&w van 4 oktober 2016
Publicatiedatum 6 oktober 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kwint van 27 juli 2016 inzake
de toegankelijkheid van vakantiekampen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
AT5 bracht op 26 juli 2016 het nieuws dat minder kansarme kinderen meegaan met
de vakantiekampen, nadat er bezuinigd is op de subsidie! Eén van de begeleiders:
“Je merkt wel dat er weer een aantal ouders, waarvan je weet dat ze economisch
gezien aan de onderkant zitten, nu zeggen dat hun kind niet mee kan.”
Lang niet alle kinderen die meededen aan de vakantiekampen waren kinderen uit een
gezin met een laag inkomen. Een randvoorwaarde van de subsidiebezuiniging was
dat het niet ten koste mocht gaan van de toegankelijkheid van vakantiekampen voor
kinderen uit minimagezinnen en dat de gemeente haar expertise beschikbaar zou
stellen om een eventuele voortgang van dit vakantiekamp mogelijk te maken.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Kwint, namens de fractie van de SP, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Wat heeft de gemeente precies geregeld om ervoor te zorgen dat kinderen uit
een gezin met een laag inkomen toch meekunnen met de vakantiekampen?
Beantwoording:
Wanneer vakantiekampen meer kostendekkende tarieven gaan hanteren,
compenseert de gemeente de hogere kosten voor minimagezinnen via de
Stadspas. Hierdoor is de bijdrage aan vakantiekampen voor minimahuishoudens
niet gewijzigd. In 2016 ging het om de volgende vier kampen: Kamp Agnes, kamp
Licht en Lucht Geardus Majella, kamp Licht en Lucht, Thomas Vrede
Buitenveldert en kamp Jeugdduin, Licht en Lucht Chasse.
Dankzij deze bijdrage uit het armoedebudget wordt deelname voor
minimagezinnen niet belemmerd en kunnen de kinderen de vakantiekampen
blijven bezoeken. De gemeente vindt het belangrijk dat alle Amsterdamse
kinderen kunnen participeren en dat ook minimakinderen kunnen blijven
deelnemen aan de vakantiekampen.
1 http://www.at5.nl/artikelen/158703/prijzen-omhoog-minder-kinderen-op-kamp-door-
subsidiekortin
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Loor Gemeenteblad
Datum 6 oktober 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 27 juli 2016
2. Kan het college inzichtelijk maken of er dit jaar in vergelijking met voorgaande
jaren een kostenverschil is voor kinderen uit een gezin met een laag inkomen die
meegaan met een kamp? Zitten hier verschillen in tussen de kampen? Zo ja, hoe
zijn die verschillen te verklaren?
Beantwoording:
De bijdrage die minimagezinnen moeten betalen is ten opzichte van 2015 niet
verhoogd, doordat de extra kosten door de Stadspas worden vergoed. Dit geldt
voor alle vier de vakantiekampen. Voor de overige deelnemers is de bijdrage per
week verhoogd van € 40 naar € 60 à € 70 maximaal.
Door het verhogen van de inkomensgrens voor de minimaregelingen van 110%
naar 120% van het Wettelijk Sociaal Minimum sinds 1 januari 2015 komen nu ook
de voormalige 'net-niet-minima' in aanmerking voor vergoeding via de Stadspas.
3. Hoeveel kinderen hebben dit jaar aanspraak gemaakt op de gemeentelijke
ondersteuning voor deelname aan de vakantiekampen? Hoe verhoudt dat aantal
zich tot het aantal kinderen met een laag inkomen dat voorgaande jaren met de
vakantiekampen meeging? Als blijkt dat er minder kinderen uit gezinnen met een
laag inkomen mee gaan, hoe verklaart het college dat?
Beantwoording:
We zien in vergelijking met vorig jaar een stijging in het aantal declarabele
‘kindweken’ (een week deelname van een kind aan een vakantiekamp) bij de
stadspas. In 2015 werden er in totaal 819 kindweken gedeclareerd. In 2016 gaat
hetom 920 declarabele kindweken. Dit betekent dat minimakinderen in 2016
meer weken met steun van de stadspas naar een vakantiekamp zijn geweest dan
in 2015. Het is niet mogelijk aan te geven om hoeveel kinderen het gaat, omdat
de gegevens van de stadspas niet gekoppeld zijn aan de aanvrager en sommige
kinderen meerdere weken naar een kamp gaan.
4. Zijn medewerkers en organisatoren van de vakantiekampen en ouders volgens
het college voldoende op de hoogte van de regelingen voor ouders van kinderen
met een laag inkomen?
Beantwoording:
Nee, de bekendheid van regelingen voor ouders met een laag inkomen is helaas
nog altijd onvoldoende. Wij vinden het erg belangrijk dat zowel de kampen als de
ouders goed op de hoogte zijn van deze regeling voor vakantiekampen en
spannen ons daarvoor ín. Daarom zijn wij in 2015 en 2016 in overleg gegaan met
de besturen van de Bond voor vakantiekampen (Vakantiebus) en de Duinrakkers,
zowel vanuit de portefeuille Jeugd als de portefeuille Werk en Inkomen. Om de
ouders beter te informeren heeft de gemeente de regeling via de Stadspas
Nieuwsbrief gecommuniceerd en de gezamenlijke kampen hebben € 8.000
subsidie ontvangen om een folder te verspreiden. Wij blijven inzetten op manieren
om de bekendheid van onze regelingen bij de ouders te vergroten.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng Loor Gemeenteblad
mmer = su nn
Datum 6 oktober 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 27 juli 2016
5. Is het college bereid, in gesprek te gaan met de Vakantiebus, de organisatie uit
het filmpje van AT5, om te bespreken of en wat nu precies de drempels zijn voor
kinderen met een laag inkomen, en hoe deze uit de weg kunnen worden
geruimd?
Beantwoording:
We herkennen het probleem dat relatief weinig minimakinderen gebruik maken
van de voorziening en zetten er op in om dít gebruik te verhogen, samen met de
vakantiekampen (zie antwoord 4). De gemeente gaat graag opnieuw met de Bond
van Amsterdamse vakantiekampen in gesprek om te bekijken hoe het bereik
onder deze doelgroep verder verhoogd kan worden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.