text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
n mn mn nn J d
Activiteiten Wijkcentrum d'Oude Stadt
deel van bijlage bij subsidie aanvraag Wijkcentrum d'Oude Stadt sept.2016
1 nov. 2016, op verzoek R. Rengelink en E. Leeuwenkuijl:
— Welke groepen inhoudelijk verbonden zijn met het wijkcentrum en welke vooral
traditioneel. Alle groepen voldoen aan de doelstellingen van het wijkcentrum.
— Frequentie en aantallen bewoners, mogelijkheid tot inpassen groepen van andere
organisaties.
2. Initiatieven die gebruik maken van de faciliteiten van het wijkcentrum:
* inhoudelijk verbonden met het wijkcentrum of indirect omdat ze onderling verbonden zijn.
# vooral traditie (jaren)
+ brengen enige inkomsten in
De Stad
“Werkgroep Keurtuinen en Groen
“Werkgroep Buitenreclame
“Werkgroep Water
*Schone Lucht Amsterdam v/h Meetup Luchtkwaliteit
*STADonderDAK (ontwikkeling PC Hooft huis, wonen, werken)
+ Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, VVAB
+ #Parken Overleg
+# Amsterdam City: overleg Straatmanagers
*POA domeinwerkgroep buitenruimte
-Wij-Amsterdam vergaderplek, over verdere samenwerking zal gepraat worden
Fair City (eenmalig)
-VOLBG, leefbaar BG terrein nvt als wijkc de buurt uit gaat
* Bewonersgroep Grachten9+
Buurtkranten
“Redactie Binnenkrant
“Ontwerp Binnenkrant
-Redactie Buurtkrant d'Oude Binnenstad buurtgebonden
Ouderen, algemeen
*WOUW (Wijze Ouwe Wijven) Belangengroep oudere vrouwen, coordinatiecommissie
*POA (Platform voor Ouderen in Amsterdam), algemeen bestuur en dagelijks bestuur
*PCOB en KBO(ouderenbonden)
*ENV werkgroep ouderen
Wonen
“Werkgroep Huisvesting Ouderen 1011
“Werkgroep Huisvesting Ouderen Cooperstief 1011
*WOUW, werkgroep wonen
*POA, domeinwerkgroep wonen
“Noorderzon (gezamenlijke woonruimte ouderen)
“Akropolis (wonen ouderen)
“Eigenwijs met leegstand (wonen ouderen, oorspronkelijk voortgekomen uit WOUW)
*Villa des Roses (wonen ouderen)
*PWIA, platform wooninitiatieven Amsterdam
“Vereniging voor wonen van Ouderen in Amsterdam-c (VWOAc)
“ENV werkgroep wonen
+Verschillende VVE’s t.b.v. hun jaarvergaderingen
Welzijn, zorg, sociaal maatschappelijk
*NPO, Nationaal Programma Ouderenzorg
*POA domeinwerkgroep zorg
*POA domeinwerkgroep 4/5 sociale participatie, respect en sociale inclusie
*WOUW, werkgroep zorg en welzijn
+Markant, mantelzorgers voorlichting
*Gastouderschap voorlichting ViaViela
+EHBO cursus gastouders Roodkapje
#Mediation “Beter Buren”
+Emile.nu, thuiszorgorganisatie van studenten
+Zorgmarktadvies
Verkeer, vervoer
“Werkgroep Verkeer d'OS
“Vereniging Stadsvervoerbelang
*POA domeinwerkgroep vervoer
“Werkgroep autoluw
Educatief
+#Chinese les
+Franse taal, cultuur en literatuur (v/h Inst. Francais)
+|-pad bijeenkomsten van Stadsdorp Gracht en Straatjes
+Stichting Sajaam, voorlichting inkomstenbelasting Thaise gemeenschap
Kunst, cultuur
+#JO CADEAU culturele lezingencyclus
+#Stichting Kwast (bestuurlijk orgaan van Theater Kwast)
Expositie Open Ateliers Nieuwmarkt
Divers
+#Wandel overleg NH
*WOUW, bijbelgroep
+SP fractie Bestuurscommissie Centrum
+Groen Links werkgroep ongelijkheid
+GroenLinks ledenvergadering
+D66 Workshop participatie
FREQUENTIE
Zaalgebruik gemiddeld 7 dagdelen per week. Dat is exclusief inloopspreekuren, interne vergaderingen,
dagelijks bestuur, wijkraad en ad hoc besprekingen mbt actualiteit, projecten en activiteiten met andere
organisaties. Spreiding over het jaar wisselend, hangt van actualiteit af. Twee vergaderingen tegelijk is niet
altijd te voorkomen, dan wordt de kantoorruimte gebruikt.
Wij kunnen daarom nog wel andere groepen die niet aan het wijkcentrum verbonden zijn inpassen, bv. een
vaste dag/tijd (beperkt), liever op aanvraag net als de “eigen” groepen.
AANTALLEN
De meeste groepen vergaderen met max. 10 personen. Ongeveer 20 met meer, tussen 10 en 20. Ongeveer
eens per maand tussen 20 en 40. De buurtenoverleggen niet meegerekend.
3. Inloopspreekuren
Juridisch Spreekuur
Spreekuur kinderopvang door gastouders
Projecten
Het Groot Amsterdams Geluksonderzoek
Open Data
Themabijeenkomsten/buurtenoverleg
1 januari 2016 t/m oktober 2016
Amsterdam Autoluw
Rode Loper: Bruggen Vijzelstraat /gracht
EuroPride
Wonen voor Ouderen
Schone Lucht
Geluidmetingen VVAB
Drukte in de stad
Geluidsoverlast
Evenementen en locatieprofielen
| Actualiteit | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 6 oktober 2022
Ingekomen onder nummer 357
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Wehkamp, Lust, Abdi, Bouhassani, Bentoumya,
Von Gerhardt, Broersen en Ahmadi inzake Mensenrechtenscan 2023
Onderwerp
Mensenrechtenscan over CEDAW-Verdrag inzake de vitbanning van alle vormen van discriminatie
van vrouwen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Kinderrechtenscan
Constaterende dat:
— de Gemeenteraad heeft ingestemd met het initiatiefvoorstel in beginsel “Jaarlijkse mensen-
rechtenscan begint bij rechten van Amsterdamse Kinderen” van D66, GroenLinks, VVD, Bla
en PvdA;
— _heteerste beslispunt van dit initiatiefvoorstel oproept elk jaar een mensenrechtenscan te
doen naar de naleving van door Nederland geratificeerde mensenrechtenverdragen in Am-
sterdam;
— Nederland in 1991 het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van
vrouwen (CEDAW) heeft geratificeerd.
Overwegende dat:
— er voor de volgende mensenrechtenscan nog geen verdrag is geselecteerd;
— we discriminatie van vrouwen zoveel mogelijk moeten tegengaan en onderzoek doen naar
genderdiscriminatie zorgt dat er beter beleid op gevoerd kan worden;
— _ gezondheidszorg vaak gebaseerd is op het mannenlichaam, waardoor vrouwen vaker in slech-
tere gezondheid verkeren dan mannen, en dat door rekening te houden met genderverschillen
de zorg voor vrouwen én mannen verbetert;
1 www.womeninc.nl/themes/gezondheid
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
de volgende mensenrechtenscan te toetsen aan het CEDAW-Verdrag, met een focus op zorg.
Indieners
J. Wehkamp
M.J. Lust
F. Abdi
A. Bouhassani
Y.E. Bentoumya
M.S. von Gerhardt
J. Broersen
N. Ahmadi
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 521
Publicatiedatum 17 mei 2019
Ingekomen onder BA
Ingekomen op donderdag 9 mei 2019
Behandeld op donderdag 9 mei 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Ceder inzake de Nota Varen deel 1 (Amsterdamse grachten voor
Amsterdammers)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Nota Varen deel 1 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 447).
Constaterende dat:
- Pleziervaartuigen de grootste drukte en overlast veroorzaken op het water;
- In het coalitieakkoord staat dat Amsterdam er in de eerste plaats is voor de
inwoners om te leven, te wonen en te ondernemen.
Overwegende dat:
- Amsterdamse grachten er in de eerste plaats zijn voor Amsterdammers om erin te
ondernemen, erop te wonen of er te recreëren;
- Niet-Amsterdammers desgewenst een bemand dan wel onbemand (liefst elektrisch)
pleziervaartuig kunnen huren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Op de Amsterdamse grachten alleen pleziervaartuigen van Amsterdammers met een
geldig vignet toe te staan.
Het lid van de gemeenteraad
D.G.M. Ceder
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
Agenda van de Commissie Ruimte &
Wonen van 6 februari 2013
Vergaderdatum woensdag 6 februari 2013
Tijd 20:00
Locatie Raadzaalte President Kennedylaan 923
Voorzitter dhr. P. Guldemond
Griffier mw. M. Hoogendoorn
Attentie:
De tijden die zijn genoemd bij de agendapunten zijn slechts richtlijnen,
hier kunnen geen rechten aan ontleend worden. De raadscommissie
kan ter plekke de concept-agenda aanpassen.
1. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB
2. Opening en vaststellen agenda
3. Vaststellen verslag van de vergadering van 9 januari 2013
4. Toezeggingen en termijnagenda
5. Grondexploitatie Warmelo- planno. 206.08 Nr. BD2012-00453 (20.15 uur)
Ter advisering aan de deelraad
6. Sluiting (21.00 uur)
Ter kennisname stukken
A. Boerenweteringgarage, terinzagelegging ontwerp bestemmingsplan 2013
B. Gunning definitieve selectie Zuidblok Stadionplein
C. Programma zelfbouw in Zuid
D. Ontwerpbestemmingsplan Olympisch Stadion e.o. en ontwerpbeschikking
hogere grenswaarden Wet geluidhinder
(Opmerking: Bijlage 3B4 = Bijlage 4)
E. Ontwikkelingen Bouw- en Woningtoezicht
1
| Agenda | 1 | train |
VN2022-029986 Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
Waternet % Gemeente Ruimte en Groen, Water M OW
% Amsterdam '
Voordracht voor de Commissie MOW van 12 oktober 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Water
Agendapunt 5
Datum besluit 13 september 2022, College van B en W
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief betreffende herijking beleid voor mensen met een
beperking in de Amsterdamse Waterleidingduinen
De commissie wordt gevraagd
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de herijking van het beleid voor mensen met een
beperking in de Amsterdamse Waterleidingduinen
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Beleid voor mensen met een beperking
Gezien de toename van de recreatiedruk, bescherming van het wandelprimaat en het voornemen
van de provincie om een fietsverbinding te realiseren besloot Waternet om met ingang van 2015
de bestaande fietsregeling voor mensen met een beperking in te trekken. Op verzoek van de
gemeenteraad is de regeling met ingang van 2017 weer ingevoerd. De regeling is tevens in 2018
nader getoetst aan de relevante wetgeving en waar mogelijk verruimd.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Om de directe omgeving van de AWD te betrekken bij het beheer is Waternet begin 2018 gestart
met een beheeradviesgroep (BAG). Hierin worden kennis en expertise bij elkaar gebracht, en
belangen en inzichten gedeeld en bespreekbaar gemaakt. Voor keuzes en afwegingen rondom
recreatieve voorzieningen worden ook andere specifieke doel- en belangengroepen betrokken. Zo is
de samenwerking gezocht met het Kenniscentrum Groen en Handicap ên het MS Expertisecentrum
Nieuw Unicum voor afstemming over de voorzieningen voor mensen met een beperking.
Cliëntenbelang Amsterdam is geïnformeerd over de herijking en onderschrijft de ingezette lijn.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Gegenereerd: vl.4 1
VN2022-029986 _ $% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
Waternet % Amsterdam ‚
% Ruimte en Groen, Water
Voordracht voor de Commissie MOW van 12 oktober 2022
Ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Bijlage 1. 20220830 Raadsinformatiebrief_AWD_actualiteit.
AD2022-086576 0
toegankelijkheid.pdf (pdf)
AD2022-086567 Commissie MOW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Waternet, Maaike Veer, 06-10469635, maaike veer @ waternet.nl
Gegenereerd: vl.4 2
| Voordracht | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 15 juni 2021
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, [email protected]
Onderwerp Participatieplan gericht op de ontwikkeling van windenergie rondom de
Noorder IJplas en het Cornelis Douwesterrein
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende. Op 15 juni 2021 heeft het college
ingestemd met het participatieplan van de 5 samenwerkende energiecoöperaties gericht op de
ontwikkeling van windenergie in het gebied van de Noorder IJplas/Cornelis Douwesterrein (CD) in
Amsterdam Noord. Het participatieplan beschrijft de wijze waarop bewoners en belanghebbenden
worden geïnformeerd en betrokken bij de vitwerking van het voornemen van de initiatiefnemers
om windturbines in het gebied te realiseren. In de Windvisie (vastgesteld door de Gemeenteraad in
2012) is de Noorder IJplas/Cornelis Douwesterrein samen met het havengebied als meest kansrijk
en wenselijk zoekgebied voor windturbines bestemd. Ze vormen voor het college belangrijke
plaatsen om de winddoelstelling te halen en komen zodoende terug in de Regionale
Energiestrategie (RES). Het gebied Noorder IJplas/Cornelis Douwesterrein is hierin bevestigd als
voorkeursgebied voor windenergie.
Figuur zoekgebied windenergie Noorder IJplas/CD terrein
a eneen NE zi |
8 ó 8 he, be 9 Sp U en
Bron: https://maps.amsterdam. nl/windzoekgebieden/ (conform raadsbesluit 27 mei 2021)
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 juni 2021
Pagina 2 van 4
Uitgangspunten van het participatieplan
Nu het college heeft ingestemd met het participatieplan kunnen de initiatiefnemers het
windproject gaan uitwerken. De belangrijkste uitgangspunten zijn dat:
- iedereen die dat wenst geïnformeerd wordt over de achtergrond, voortgang en keuzes ten
aanzien van het initiatief;
-__ iedereen die dat wenst actief betrokken wordt bij het vitwerken van te onderzoeken scenario’s
van windturbineopstellingen, inzicht krijgt in de onderzoeksresultaten in de vorm van
bijvoorbeeld geluid, slagschaduw, gezondheid, landschap en ecologie en vervolgens
betrokken wordt bij de keuze voor de concrete uitwerking van het initiatief;
-_ iedereen in de omgeving van de windturbines de mogelijkheid krijgt financieel te participeren
door mede-eigenaarschap.
Het participatieplan betrekt belanghebbenden vit de buurgemeenten op dezelfde wijze als
belanghebbenden vit Amsterdam. Besluitvorming over concrete aantallen en locaties van
windturbines vindt plaats op basis van de uitwerking van de plannen volgens het proces
beschreven in het participatieplan en aan hand van een vergunningaanvraag voor de plaatsing van
windturbines door de initiatiefnemers.
Intentieovereenkomst inzake de ontwikkeling van windturbines
Op 30 juni 2020 heeft het college ingestemd met de intentieovereenkomst over het initiatief voor
windenergie bij de Noorder IJplas/ Cornelis Douwesterrein met de samenwerkende
burgercoöperatie in Amsterdam Wind en bedrijvencoöperatie NDSM Energie. In deze
overeenkomst is opgenomen dat de coöperaties in samenspraak met bewoners en
belanghebbenden een participatieplan opstellen en ter goedkeuring voorleggen aan het college.
In het participatieplan wordt vitgewerkt op welke wijze bewoners en belanghebbenden betrokken
worden bij de planvorming voor de windturbines en op welke wijze zij (financieel) hierin kunnen
participeren. De initiatiefnemers hebben een participatieplan opgesteld. Daartoe hebben zij
overleg gevoerd met de ruime omgeving, zowel binnen als buiten Amsterdam. Zo zijn er twee
(digitale) informatiebijeenkomsten geweest en is er een aparte bijeenkomst geweest over het
concept participatieplan. In de volgende fase zal er op worden toegezien dat de communicatie en
participatie zorgvuldig wordt vormgegeven en uitgevoerd. Hierbij worden bewoners en
belanghebbenden in de gebieden rondom de Noorder IJplas en het Cornelis Douwesterrein actief
geïnformeerd en betrokken waarbij er specifieke aandacht zal zijn voor Tuindorp Oostzaan,
Molenwijk, Walvisbuurt en Kermisbuurt en de betrokken buurgemeenten.
Moties in het kader van de Reactienota Regionale Energie Strategie Noord-Holland Zuid
In het participatieplan van de coöperaties is ook uitwerking gegeven aan de moties die u heeft
aangenomen bij de behandeling van de Reactienota RES Noord-Holland Zuid op 10 februari 2021.
Zo is het doorlopen van een m.e.r. onderdeel van het vervolgproces gemaakt (motie van het lid
Kreuger inzake reactienota RES Noord-Holland Zuid: Altijd een milieveffectrapportage (MER)),
wordt gebruik gemaakt van onder meer 3D modellen (Motie van het lid Kreuger inzake reactienota
RES Noord-Holland Zuid: Informeer Amsterdammers met kaarten en visualisaties) en wordt
rekening gehouden met mensen die digitaal minder bedreven zijn onder meer door het
organiseren van fysieke bijeenkomsten, zodra dat weer mogelijk is, als onderdeel van de
participatie (Motie van het lid N.T. Bakker inzake participatie RES). Daarnaast zal bij de uitvoering
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 juni 2021
Pagina 3 van 4
van het participatieplan invulling gegeven worden aan de moties van de leden Groen en Heinhuis
inzake het integraal toepassen Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land en
inzake het stimuleren van innovatieve oplossingen tegen geluidshinder windturbines en de motie
van de leden Timman en N.T. Bakker inzake het in beeld brengen van het aspect gezondheid. Er
wordt een health impact assessment (HIA) vitgevoerd, zodat het belang van de volksgezondheid
wordt betrokken bij de besluitvorming over de plaatsing van windturbines. Het participatieproces
vangt aan met een inventarisatie van vragen en zorgen. Deze worden betrokken bij de Notitie
Reikwijdte en Detailniveau (NRD) die de gemeente vaststelt als kader voor het MER waarin
gevolgen voor de leefomgeving moeten worden onderzocht. De gemeente neemt in ieder geval
de in de moties gestelde aanpak en onderzoeken (zoals de HIA) op in de NRD. De NRD wordt ter
inzage gelegd zodat eenieder kennis kan nemen van het voorgestelde kader en hierop kan
reageren. De reacties worden betrokken bij de definitief vast te stellen NRD. Daarmee is geborgd
dat het proces open staat voor inbreng van eenieder. Parallel aan het traject vindt in Amsterdam
maar ook landelijk continue ontwikkeling plaats van kennis en inzichten ten aanzien van
windenergie. Deze inzichten en ook de opbrengsten van uit de reflectiefases bij de andere
zoekgebieden zullen betrokken worden bij de verder vitwerking van windenergie in het gebied.
Besluitvorming over de concrete inpassing volgt immers na het doorlopen participatietraject.
Start projectvoorbereidingsfase, relatie met nieuwe zoekgebieden in RES 1.0
Het proces voor de ontwikkeling van windenergie in het zoekgebied van de Noorder IJplas/
Cornelis Douwesterrein onderscheidt zich van de nieuwe zoekgebieden in RES 1.0 doordat de
plannen voor windenergie in dit gebied reeds een voorgeschiedenis hebben en bekend zijn in en
om het gebied. Tussen 2013 en 2017 is al een soortgelijk initiatief geweest om windturbines te
realiseren, zowel in het deelgebied op het Cornelis Douwesterrein als de Noorder IJplas. De
gemeente Amsterdam heeft hiervoor in het verleden besluiten genomen (zoals de eerste partiele
herziening Cornelis Douwesterrein Il (windturbines) en vergunning windturbine Keerkringpark ) en
er is een vergunning voor windturbines bij de Noorder IJplas aangevraagd bij de provincie Noord-
Holland. Deze ontwikkeling kon echter niet doorgaan vanwege provinciaal beleid. Vanwege deze
voorgeschiedenis is op 27 mei 2021 in de raad besloten de reflectiefase niet op dit zoekgebied toe
te passen. Nieuwe lessen en inzichten uit de reflectiefase in andere zoekgebieden zullen wel bij
toekomstige besluitvorming in dit gebied kunnen worden betrokken. Met het vaststellen van het
participatieplan kunnen de initiatiefnemers verder met de projectvoorbereidingsfase om te komen
tot een uitwerking van onder meer het aantal en de locaties van windturbines in het initiatief. Ze
geven aan dat deze fase naar verwachting een jaar in beslag neemt waarna gestart zal worden met
een vergunningaanvraag. De verantwoording van het gevoerde proces en de vitkomsten ervan
dient de initiatiefnemer in bij de vergunningaanvraag. Dit wordt bij de besluitvorming over de
vergunningaanvraag getoetst door het college en gedeeld met de raad.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
CELAN
(ADO vs
CH
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 juni 2021
Pagina 4 van 4
Bijlage: Participatieplan Coöperatieve windturbines Noorder IJplas / Cornelis Douwesterrein
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 283
Publicatiedatum 8 april 2016
Ingekomen onder C
Ingekomen op 30 maart 2016
Behandeld op 30 maart 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden N.T. Bakker en Saadi inzake de rapportage ‘Beloningsbeleid
Deelnemingen (uitzonderingsbeleid voor salarissen gemeentelijke deelnemingen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de rapportage ‘Beloningsbeleid Deelnemingen - evaluatie
en actualisatie 2016’ en het geactualiseerde Beloningsbeleid Deelnemingen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 236).
Constaterende dat:
— het voorliggende beloningsbeleid voor groep D een uitzonderingsregel kent, om
via een zogeheten gewogen beloning, af te wijken van de WNT2-norm;
— hetcollege daarmee nu al voorsorteert op uitzonderingen op de normering van
topinkomens bij gemeentelijke deelnemingen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij alle gemeentelijke deelnemingen onverkort in te zetten op normering van
de topinkomens volgens de WNT2-norm, en bij uitzonderingen verantwoording af
te leggen aan de raad.
De leden van de gemeenteraad
N.T. Bakker
|. Saadi
1
| Motie | 1 | discard |
In het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ staat dat ieder kind de kans
verdient om zich te ontwikkelen tot wie zij of hij kan of wil zijn, los van haar of zijn achtergrond.”
Het basisschooladvies is een belangrijk moment in de onderwijsloopbaan van leerlingen. Op
basis van dit advies wordt bepaald op welk niveau en op welke middelbare school leerlingen hun
onderwijsloopbaan kunnen voortzetten. Sinds 2015 is het advies van de basisschool leidend, en
niet meer de eindtoets. Leerlingen maken nadat zij hun advies hebben gekregen nog wel de
eindtoets, maar alleen als deze hoger uitvalt kan het advies naar boven toe worden bijgesteld.
Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) van de gemeente Amsterdam wil graag weten welke
basisschoolleerlingen een hoger of lager advies op de eindtoets halen en daarmee onder- en
overgeadviseerd lijken te worden in Amsterdam, en welke leerlingen vervolgens een bijgesteld
advies krijgen. Daarnaast zijn zij geïnteresseerd in de verdere onderwijsloopbaan van deze
leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Zij hebben aan Onderzoek,
Informatie en Statistiek (OIS) gevraagd om dit in kaart te brengen.
EN En
Á ie
K
U —a& 3% E +
pr Nn É
® et
. tv Kà
ee A” /
* Coalitieakkoord GroenLinks/D66/PvdA/SP: Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Mei 2018.
1
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Belangrijkste bevindingen
De volgende vragen staan in deze factsheet centraal:
1. Welkeleerlingen hebben halverwege groep 8 een lager of hoger basisschooladvies
gekregen dan dat zij op de eindtoets hebben laten zien, en lijken daarmee te zijn onder- dan
wel overgeadviseerd?
2. Welke ondergeadviseerde leerlingen krijgen een bijgesteld advies?
3. Hoe presteren de leerlingen met en zonder een bijgesteld advies in het voortgezet
onderwijs tot in het derde jaar?
In dit onderzoek zijn de volgende bevindingen naar voren gekomen:
e In Amsterdam worden ruim vier op de tien leerlingen overgeadviseerd, zij hebben een hoger
basisschooladvies gekregen dan dat zij op de eindtoets hebben laten zien. Zestien procent
van de leerlingen heeft een lager basisschooladvies gekregen dan wat zij op de eindtoets
hebben laten zien en lijkt daarmee te zijn ondergeadviseerd.
e Leerlingen met laagopgeleide ouders worden vaker ondergeadviseerd en minder vaak
overgeadviseerd. Het maakt vit naar welke basisschool een leerling gaat: naarmate er meer
leerlingen met hoogopgeleide ouders op een school zitten, daalt het aandeel
ondergeadviseerde leerlingen en stijgt het aandeel overgeadviseerde leerlingen.
e Het aandeelleerlingen dat een bijgesteld advies krijgt neemt toe maar dit blijft nog steeds
de minderheid. Leerlingen met een vmbo basis en/of kader advies krijgen relatief het minst
vaak een bijgesteld advies. Er is geen verschil in de kans op een bijgesteld advies tussen
groepen leerlingen.
e Driekwart van de leerlingen volgt na drie jaar hetzelfde onderwijsniveau in het voortgezet
onderwijs als het basisschooladvies indiceert. Leerlingen zonder bijgesteld advies zitten drie
jaar later het minst vaak op het niveau van hun advies; zij stromen relatief vaak op naar een
hoger niveau. Dit geldt vooral voor leerlingen met een vmbo basis en/of kader advies.
Onderzoeksopzet
In dit onderzoek zijn twee cohorten leerlingen gevolgd: de leerlingen die in schooljaar 2014/'15 en in
schooljaar 2015/16 in groep 8 van een Amsterdamse basisschool zaten. Van deze leerlingen is
bekeken hoe het schooladvies zich verhoudt tot de eindtoets en wie er een bijgesteld advies hebben
gekregen. Hierbij zijn verschillen op basis van geslacht, migratieachtergrond en het opleidingsniveau
van de ouders in kaart gebracht. Vervolgens is gekeken waar deze leerlingen zich drie jaar later in het
voortgezet onderwijs bevinden. De onderwijsloopbaan tot in de derde klas wordt in beeld gebracht
op basis van drie indicatoren: doorstroom, zittenblijven en schoolwisselingen. In figuur 1 is cohort
2014/15 als voorbeeld weergeven.
Figuur 1 Voorbeeld meetmomenten cohort 2014/15
cohort 2014/’15
bsa in
schooljaar derde
WE arss OE aarse >
eerste
jaar vo
bron: OIS
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Halverwege het schooljaar krijgen leerlingen vit groep 8 het basisschooladvies van hun docent. Dit
advies wordt vastgesteld op basis van meerdere factoren. Zo kijkt de school naast de leerprestatie
en de ontwikkeling van de leerling ook naar zijn of haar concentratie, motivatie en
doorzettingsvermogen. Vervolgens maken alle leerlingen eind april de eindtoets. Als de score op de
eindtoets hoger is dan het basisschooladvies, moet het advies door de school opnieuw in overweging
worden genomen. Deze leerlingen lijken te zijn ondergeadviseerd. De school weegt het advies
opnieuw af en bepaalt of er een hoger basisschooladvies wordt gegeven. Aan het einde van het
schooljaar worden de basisschooladviezen definitief.
Figuur 2 Totstandkoming basisschooladvies
janvari april Advies eindtoets juni
gelijk
basisschooladvies
ela Lal
Advies eindtoets
basisschooladvies eindtoets lager:
overadvisering
Advies eindtoets basisschooladvies
hoger: nh E
onderadvisering nea
bron: OIS
Vier op de tien leerlingen worden overgeadviseerd
In beide cohorten lijken vier op de tien leerlingen te zijn overgeadviseerd, zij hebben in januari een
hoger basisschooladvies gekregen dan dat zij op de eindtoets hebben laten zien (respectievelijk 4,3%
in cohort 2014 en 42% in cohort 2015, zie figuur 3). Dit aandeel ligt flink hoger dan in Den Haag,
Rotterdam en Utrecht, de andere G4-steden.” Waar in cohort 2014 een kwart van de leerlingen
(26%) een schooladvies hebben gekregen dat een heel niveau of meer hoger ligt dan het advies van
de eindtoets, is dit in cohort 2015 iets gedaald naar één op de vijf leerlingen (19%). Daarnaast is voor
ongeveer vier op de tien Amsterdamse basisschoolleerlingen het advies van de eindtoets gelijk aan
het basisschooladvies (respectievelijk 43% en 4,0%). Het aandeel leerlingen dat een lager
basisschooladvies in janvari heeft gekregen dan het advies van de eindtoets en daarmee lijkt te zijn
ondergeadviseerd is het kleinst en is licht gestegen van 14% in cohort 2014 naar 18% in cohort 2015.
Vooral het aandeel leerlingen waarvan het schooladvies een half niveau naar beneden toe afwijkt
van het advies van de eindtoets is iets toegenomen, van 7% naar 12%.
Figuur 3 Toetsadvies t.o.v. basisschooladvies leerlingen in Amsterdam, cohort 2014 en 2015 (procenten)
o 20 40 60 80 100 %
B onderadvisering heel advies of meer m onderadvisering half advies
m toetsadvies gelijk aan bsa B overadvisering half advies
B overadvisering heel advies of meer
bron: CBS, bewerking OIS
Wanneer we van het niveau uitgaan dat de eindtoets afgeeft (het toetsadvies), zien we een sterke
daling in het aandeel overadviseringen naarmate dit niveau stijgt. Dit kan deels worden verklaard
doordat er steeds minder hogere adviezen overblijven die gegeven kunnen worden aan de
leerlingen.
* SEO Economisch Onderzoek: Onderwijsstromen en gelijke kansen in Den Haag. Overgangen tussen primair,
secundair en tertiair onderwijs. 2018. 3
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Voor een leerling met een toetsscore op havo/vwo niveau is namelijk alleen het basisschooladvies
vwo een overadvisering. Leerlingen met de twee uiterste toetsadviezen, vmbo basis en vwo, zouden
het makkelijkst in te schatten kunnen zijn door een school, hierbij is dan ook het aandeel leerlingen
waarvan het toetsadvies overeenkomt met het basisschooladvies het hoogst (voor vwo 83% en voor
vmbo basis 45%). Het aandeel overadviseringen ligt bij leerlingen met een vmbo basis toetsadvies
echter nog steeds betrekkelijk hoog: 55% heeft in janvari een hoger advies gekregen.
Leerlingen met laagopgeleide ouders vaker ondergeadviseerd, leerlingen
met hoogopgeleide ouders vaker overgeadviseerd
Leerlingen met laagopgeleide ouders worden vaker ondergeadviseerd dan leerlingen met
hoogopgeleide ouders (zie figuur 4). We gaan hierbij vit van het niveau dat de eindtoets afgeeft (het
toetsadvies) zodat we leerlingen met een gelijke prestatie op de eindtoets met elkaar vergelijken. Zo
heeft ruim een derde (36%) van de leerlingen met laagopgeleide ouders die een toetsscore op havo
niveau hebben behaald in janvari een lager advies gekregen, tegenover één op de tien leerlingen
met hoogopgeleide ouders (10%) met dit toetsadvies. Leerlingen met hoogopgeleide ouders worden
juist vaker overgeadviseerd. In hetzelfde voorbeeld hebben drie op de tien leerlingen (31%) met
laagopgeleide ouders een hoger advies dan havo gekregen in januari tegenover ruim zes op de tien
leerlingen (63%) met hoogopgeleide ouders. Gemiddeld worden ruim twee op de tien leerlingen met
laagopgeleide ouders (22%) ondergeadviseerd, tegenover één op de tien leerlingen met
hoogopgeleide ouders (11%). Het gemiddelde aandeel overgeadviseerden is tussen leerlingen met
laagopgeleide ouders (39%) en hoogopgeleide ouders (42%) minder groot.
Figuur 4 Onder- en overadvisering t.o.v. het toetsadvies Amsterdamse leerlingen naar niveau en
opleidingsniveau van de ouder(s), cohort 2014 en 2015 (procenten)
hoog (N=180) MME eee
8 middelbaar N20)
laag (N= 235) ee
= hoog (N= 660) ME en
z8 mider Ns)
7 aag N=160) ER —<—<—<—<—
o hoog(N=1230) Mn
& middelbaar (N= 520) ME <=
„ ag N= 475) <—<—=—<—a
S > hoog (N=350) MM <<
2E El middelbaar N=) <<<
85 bag N=) NN <<<
EE hoog(N=695) Mn
2 middelbaar (N= 575) MM en
> laag N= 600%) MR
ov hoog(N=375) Dn
ES middelbaar N= 5)
2 ag (N=655) ===
a hoog (N=285) nn
8 middelbaar (N= 520)
> laag(N=695) nn
o 20 40 60 80 %o
B ondergeadviseerd = gelijk m overgeadviseerd
bron: CBS, bewerking OIS
Naast het opleidingsniveau van de eigen ouders maakt het ook vit wat het opleidingsniveau van de
andere ouders op een school is: naarmate er meer leerlingen met hoogopgeleide ouders op een
school zitten, daalt het aandeel ondergeadviseerde leerlingen en stijgt het aandeel
overgeadviseerde leerlingen (zie figuur 5). Op scholen waar maar weinig leerlingen hoogopgeleide
ouders hebben (minder dan 20% van alle leerlingen) wordt bijna een kwart van de achtstegroepers
(23%) ondergeadviseerd, tegenover 8% op scholen met veel leerlingen met hoogopgeleide ouders
(meer dan 80% van alle leerlingen).
4
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Figuur 5 Onder- en overadvisering t.o.v. het toetsadvies Amsterdamse leerlingen naar aandeel
hoogopgeleide ouders op een school, cohort 2014 en 2015 (procenten)
5
5
ae
o
E
o 20 40 60 80 100 %
B onderadvisering = toetsadvies gelijk aan bsa m overadvisering
bron: CBS, bewerking OIS
De verschillen tussen leerlingen met laag- en hoogopgeleide ouders en het schoolkenmerk blijven
voor het merendeel van de adviezen bestaan als we controleren voor onderlinge samenhang. In de
bijlage kunnen de resultaten van de regressieanalyse waarmee dit is getest worden teruggevonden.
Tussen jongens en meisjes zien we nauwelijks verschil. Leerlingen met een niet-westerse
migratieachtergrond hebben een kleinere relatieve kans op overadvisering indien zij op de eindtoets
een vmbo basis/kader, vmbo kader of vmbo theoretisch advies hebben gehaald en een grotere
relatieve kans op onderadvisering indien zij een vwo toetsadvies hebben gehaald. Tussen
schoolstadsdelen zien we vooral een verschil in de relatieve kans op overadvisering. Zo hebben
leerlingen die in de stadsdelen Centrum en Zuid naar school gaan relatief vaker een hoger advies
gekregen wanneer zij een eindtoetsscore op vmbo basis niveau hebben gehaald dan leerlingen in alle
andere stadsdelen, ook als er rekening wordt gehouden met de populatie op de scholen. Bij
leerlingen op basisscholen in Zuidoost zien we, rekening houdend met de leerlingpopulatie, dat
leerlingen vaker worden ondergeadviseerd dan in Centrum en Zuid als zij een vmbo theoretisch of
havo toetsadvies hebben behaald.
Meerderheid van de leerlingen krijgt geen bijgesteld advies
Wanneer leerlingen een hoger advies op de eindtoets hebben gehaald moet het basisschooladvies
door de school in heroverweging worden genomen. Het aandeel leerlingen in beide cohorten dat
hierna een bijgesteld advies kreeg is gestegen: in cohort 2014 kregen drie op de tien (29%)
ondergeadviseerde leerlingen een bijgesteld advies, in cohort 2015 betrof dit vier op de tien
leerlingen (41%, zie figuur 6). Dit aandeel ligt in vergelijking met de andere Gu-steden hoog.”
Figuur 6 Aandeel bijstellingen van ondergeadviseerde leerlingen in Amsterdam, cohort 2014 en 2015
(procenten)
o 20 40 60 80 100 %
gm bijgesteld m niet bijgesteld
bron: CBS, bewerking OIS
Gemiddeld heeft iets meer dan een derde van de ondergeadviseerde leerlingen (36%) uit beide
cohorten een bijgesteld advies gekregen. Adviezen lijken minder snel te worden bijgesteld wanneer
het een lager niveau betreft (zie figuur 7).
3 OIS: Staat van de Stad Amsterdam X. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie. 2019. 5
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Eén vijfde van de ondergeadviseerde leerlingen met een vmbo basis advies (20%) en ongeveer een
kwart van de ondergeadviseerde leerlingen met een vmbo basis/kader advies (23%) heeft een
bijgesteld advies gekregen, tegenover ongeveer vier op de tien leerlingen met een vmbo
theoretisch/havo (4,2%), een havo (43%) en een havo/vwo advies (37%). Schoolkeuze kan hier een rol
spelen: zo kunnen leerlingen met een bijgesteld havo advies naar de havo{vwo scholen in de stad en
leerlingen met een bijgesteld vwo advies naar de categorale vwo scholen. Voor leerlingen met een
bijgesteld vmbo kader advies (in plaats van een vmbo basis/kader advies) opent de bijstelling geen
deuren van andere scholen.
Figuur 7 Aandeel bijstellingen van ondergeadviseerde leerlingen in Amsterdam naar niveau van het
basisschooladvies, cohort 2014 en 2015 (procenten)
0 20 40 60 80 100 %
= bijgesteld m niet bijgesteld
* Inclusief enkele leerlingen met vmbo kader/theoretisch advies. bron: CBS, bewerking OIS
Leerlingen die een heel niveau hoger of meer hebben gescoord op de eindtoets hebben een grotere
kans op een bijgesteld advies. We zien verder geen verschil in de kans op een bijgesteld advies
tussen groepen leerlingen.“ Ook maakt het niet vit wat het aandeel leerlingen met hoogopgeleide
ouders op een school is. Zie de bijlage voor de resultaten van deze regressieanalyses.
Driekwart van de leerlingen zit in derde klas op een gelijk niveau
Om te bepalen of leerlingen drie jaar na de overstap van het basis- naar het voortgezet onderwijs zijn
af- of opgestroomd is het onderwijsniveau uit het derde jaar vergeleken met het basisschooladvies.”
Driekwart van de leerlingen (76%) is in beide cohorten doorgestroomd, zij zitten op het niveau van
hun advies (zie figuur 8). Ook het aandeel af- en opstromers is in beide cohorten vrijwel gelijk: één op
de tien leerlingen (11%) is na drie jaar afgestroomd en minder dan één op de tien leerlingen (7-8%) is
opgestroomd.”
4 Schoolstadsdeel is in de regressieanalyses per niveau van het advies dat in januari is afgegeven niet
meegenomen als verklarende variabele voor de relatieve kans op bijstelling omdat in een aantal stadsdelen te
weinig adviezen op ieder niveau zijn afgegeven. In het regressiemodel waarin alle ondergeadviseerde leerlingen
zijn meegenomen heeft schoolstadsdeel geen significant effect op de relatieve kans op bijstelling,
gecontroleerd voor de andere meegenomen leerling- en schoolkenmerken.
SEris alleen sprake van af- of opstroom als er sprake is van minimaal een heel niveau verschil. Leerlingen met
een dubbeladvies havo/vwo zijn bijvoorbeeld alleen afgestroomd als ze drie jaar later op vmbo theoretisch of
lager zitten. Voor leerlingen die na drie jaar nog op een gemengd niveau zitten was het niet mogelijk om te
berekenen of zij zijn af- of opgestroomd. In de resultaten zijn zij als onbekend meegenomen. Daarnaast is van
enkele leerlingen het onderwijsniveau onbekend of zitten zij op het mbo.
° Voor leerlingen op havo en vwo zal een deel van de leerlingen pas na het vierde jaar op- of afstromen.
Vanwege het startmoment van de cohortbestanden was het nog niet mogelijk om dit mee te nemen in het
onderzoek.
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Figuur 8 Af- en opstroom t.o.v. basisschooladvies leerlingen in Amsterdam, cohort 2014 en 2015
(procenten)
o 20 40 60 80 100 %
m afstroom = doorstroom m opstroom onbekend
bron: CBS, bewerking OIS
Ondergeadviseerde leerlingen zonder bijgesteld advies stromen relatief
het vaakst op
Het aandeel doorstromers is onder ondergeadviseerde leerlingen zonder bijgesteld advies het
kleinst: ongeveer twee derde (66%) zit na drie jaar op het niveau van hun advies (zie figuur 9). Met
ruim een vijfde (21%) stroomt een relatief grote groep van deze leerlingen alsnog op. Deze groep
maakt de score op de eindtoets dus waar. Vooral leerlingen met een niet-bijgesteld vmbo basis en/of
kader advies stromen in de onderbouw van de middelbare school vaak op: respectievelijk drie tot
vier op de tien, tegenover 17-18% van de leerlingen met een vmbo theoretisch of havo advies.
Schooltype en de mogelijkheid tot opstroom speelt hier waarschijnlijk een rol. De groep
opgestroomde leerlingen zonder bijgesteld advies is nu echter nog te klein om hier uitspraken over
te doen. In vervolgonderzoek kan dit mogelijk worden onderzocht wanneer gegevens over recentere
cohorten beschikbaar zijn.
Figuur 9 Af- en opstroom van onder- en overgeadviseerde leerlingen in Amsterdam, cohort 2014 en 2015
(procenten)
oeergendrserd 40 en
o 20 40 60 80 100 %
m afstroom m doorstroom m opstroom onbekend
bron: CBS, bewerking OIS
Van de leerlingen met een bijgesteld advies zitten ruim zeven op de tien (72%) drie jaar later op
hetzelfde niveau, minder dan een vijfde van deze groep (17%) is in deze periode afgestroomd. Van de
overgeadviseerde leerlingen zit driekwart (74%) drie jaar later op het niveau van hun advies. De
meerderheid van deze kinderen heeft dus baat gehad bij het advies, ondanks dat zij op de eindtoets
een lagere score hebben behaald. De leerlingen waarvan het advies op de eindtoets gelijk was aan
het basisschooladvies zitten het vaakst op hetzelfde niveau (B0%). Tussen de afstromers met een
bijgesteld advies zitten minder grote verschillen: van de leerlingen met een bijgesteld vmbo
theoretisch advies zit een kwart (24%) na drie jaar op een lager niveau, een vijfde van de leerlingen
met een havo of vwo advies (19-20%), en iets meer dan één op de tien leerlingen met een havo/vwo
advies (12%).
7
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Geen verschil in aandeel zittenblijvers en schoolwisselaars
In totaal is gemiddeld 8% van de leerlingen na drie jaar in het voortgezet onderwijs blijven zitten.
Daarnaast is 13% van de leerlingen in cohort 2014 en 2015 binnen drie jaar van middelbare school
veranderd. Er is geen noemenswaardig verschil in het aandeel zittenblijvers en schoolwisselaars
tussen onder- en overgeadviseerde leerlingen.
Bijlage regressie analyses
Tabel Ba Multinomiale logistische regressieanalyse relatieve kans op een lager advies in januari ten
opzichte van het toetsadvies (onderadvisering), referentiecategorie is gelijk advies aan toetsadvies
vmbo vmbo vmbo
(basis/) theoretisch LAaT=tolg zige VA havo havo/vwo vwo
kader havo
Intercept 0,873 0,673 2,697 0,557 2,805* 0,873
(0,553) (0,316) (1,654) (0,219) (1,258) (0,149)
Meisjes 1,219 0,863 1,154 1,204 1,045 1,110
(0,217) (0,125) (0,289) (0,154) (0,177) (0,135)
Niet-westers 1,164 1,053 1,147 1,307 0,930 1,368*
(0,267) (0,173) (0,355) (0,243) (0,209) (0,211)
Opleidingsniveau ouders
(ref = laagopgeleid)
Middelbaar opgeleid 0,979 0,778 1,295 0,728 0,709 0,868
(0,194) (0,120) (0,403) (0,140) (0,182) (0,185)
Hoogopgeleid 0,807 0,591* 0,735 0,520*** 0,459** 0,672
(0,220) (0,136) (0,273) (0,101) (0,120) (0,140)
ooren 0,992 __0,990* 0,993 0,998 0,986** 0,987**
(0,006) (0,005) (0,007) (0,005) (0,005) (0,005)
Schoolstadsdeel
(ref = Centrum & Zuid)
West 0,592 1,097 0,645 0,895 1,024 1,181
(0,328) (0,488) (0,380) (0,273) (0,352) (0,366)
Nieuw-West 0,445 1,104 0,507 1,930* 0,673 1,347
(0,246) (0,484) (0,261) (0,643) (0,279) (0,413)
Oost 0,574 1,383 0,466 0,816 0,885 1,277
(0,303) (0,526) (0,221) (0,212) (0,250) (0,283)
Noord 0,738 1,310 0,519 1,362 0,987 1,496
(0,405) (0,542) (0,268) (0,463) (0,408) (0,440)
Zuidoost 1,344 2,488* 0,791 2,527** 0,770 0,836
(0,780) (1,097) (0,447) (0,846) (0,322) (0,289)
Pseudo R° 0,0561 0,0761 0,0676 0,0795 0,069 0,0575
N 1604 1871 706 2221 1002 2325
Coëfficiënten zijn uitgedrukt in relative risk ratios.
Standaard errors staan tussen haakjes.
'p < 0.05, “p < 0.01, “p < 0.001 bron: CBS, bewerking OIS
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Tabel B2 Multinomiale logistische regressieanalyse relatieve kans op een hoger advies in januari ten
opzichte van het toetsadvies (overadvisering), referentiecategorie is gelijk advies aan toetsadvies
vmbo vmbo
kader theoretisch havo
Intercept 3,067** 2,583* 1,373 2,543 0,704 1,394
(1,121) (1,060) (0,404) (1,261) (0,203) (0,608)
Meisjes 0,902 1,056 0,871 0,966 1,012 0,745
(0,096) (0,141) (0,094) (0,201) (0,101) (0,104)
Niet-westers 0,896 0,682 0,762 0,886 1,007 0,946
(0,133) (0,107) (0,095) (0,207) (0,123) (0,167)
Opleidingsniveau ouders
(ref = laagopgeleid)
Middelbaar opgeleid 1,167 1,057 1,073 0,988 1,310 0,773
(0,155) (0,158) (0,142) (0,283) (0,229) (0,252)
Hoogopgeleid 2,154 1,459 2,098 1,088 1,533 1,130
(0,432) (0,320) (0,332) (0,319) (0,243) (0,315)
ooren 1011“ 1,012” 1,005 1,011’ 1,012“ 1,007
(0,004) (0,004) (0,003) (0,005) (0,004) (0,005)
Schoolstadsdeel
(ref = Centrum & Zuid)
West 0,388 0,823 1,155 1,004 0,805 0,693
(0,133) (0,296) (0,263) (0,452) (0,181) (0,184)
Nieuw-West 0,286 0,943 0,647 0,521 0,962 0,475
(0,097) (0,336) (0,177) (0,207) (0,218) (0,154)
Oost 0,286 0,713 0,999 0,554 1,205 0,615
(0,088) (0,247) (0,228) (0,164) (0,229) (0,172)
Noord 0,214“ 0,679 0,677 0,412 0,847 0,582
(0,078) (0,247) (0,180) (0,164) (0,170) (0,227)
Zuidoost 0,166 0,746 0,804 0,647 0,933 0,493
(0,063) (0,279) (0,239) (0,313) (0,260) (0,210)
Pseudo R° 0,0679 0,0561 0,0761 0,0676 0,0795 0,069
N 1396 1604 1871 706 2221 1002
Coëfficiënten zijn uitgedrukt in relative risk ratios.
Standaard errors staan tussen haakjes.
'p < 0.05, “p < 0.01, “p < 0.001 bron: CBS, bewerking OIS
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Tabel B3 Logistische regressieanalyse relatieve kans op een bijstelling per niveau van het
advies uit januari
Wee Mheoreiscn/ havo havo/vwo
t/m kader theoretisch havo
Intercept 0,122*** _0,131*** 0,481 0,522 -0,411
(0,056) (0,067) (0,205) (0,257) (0,223)
Meisjes 1,031 1,509 0,946 1,308 1,452
(0,163) (0,381) (0,258) (0,337) (0,388)
Niet-westers 1,776 2,169 1,508 1,100 1,321
(0,394) (0,620) (0,511) (0,340) (0,379)
Opleidingsniveau ouders
(ref = laagopgeleid)
Middelbaar opgeleid 0,950 1,364 0,888 1,244 1,108
(0,234) (0,412) (0,262) (0,403) (0,506)
Hoogopgeleid 1,259 2,002 1,577 0,949 1,197
(0,344) (0,703) (0,487) (0,236) (0,483)
% hoogopgeleide ouders
school (gecentreerd) 0,996 0,997 0,995 1,002 0,999
(0,007) (0,008) (0,006) (0,007) (0,007)
beer of moor NNEEN 3163*** 2121 4,941 1,330
(0,766) (0,648) (1,823) (0,418)
Pseudo R° 0,0452 0,0601 0,0811 0,0086 0,0085
N 636 313 305 261 275
Coëfficiënten zijn vitgedrukt in odds ratios.
Standaard errors staan tussen haakjes.
'p < 0.05, “p < 0.01, “p < 0.001 bron: CBS, bewerking OIS
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Bijlage technische verantwoording
Databronnen
Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende microdatabestanden van het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS). In de inschrijvingsbestanden primair onderwijs van schooljaar
2014/15 (cohort I) en 2015/16 (cohort II) zijn de leerlingen geselecteerd die op een Amsterdamse
basisschool in groep 8 zaten. In dit bestand is het basisschooladvies en de uitslag op de eindtoets
opgenomen waarmee kan worden berekend of een leerling is onder- of overgeadviseerd en of
ondergeadviseerde leerlingen een bijgesteld advies hebben gekregen. Vervolgens is op basis van de
inschrijvingsbestanden van het voortgezet onderwijs van schooljaar 2015/16 t/m 2017/18 (voor
cohort I) en 2016/'17 t/m 2018/'19 (voor cohort II) gekeken wie er hierna in het bekostigde voortgezet
onderwijs zijn ingestroomd en op welk onderwijsniveau zij drie jaar later zitten. Het bestand is hierna
verrijkt met gegevens over het geslacht, migratieachtergrond, het woonadres en het
opleidingsniveau van de ouders.
Indien het opleidingsniveau van beide ouders bekend is, is van het hoogste niveau uitgegaan. Als dit
gegeven voor één van de ouders mist is uitgegaan van het opleidingsniveau van de ouder dat wel
bekend is. Het aandeel hoogopgeleide ouders op een school is berekend door dit
achtergrondgegeven te koppelen aan alle leerlingen op de desbetreffende scholen en dit vervolgens
te aggregeren op schoolniveau.
Onderzoeksgroep
Voor de berekening zijn de leerlingen geselecteerd die in schooljaar 2014/15 en 2015/16 op een
Amsterdamse basisschool in groep 8 zaten en een jaar later (respectievelijk in schooljaar 2015/16 en
2016/17) de overstap naar het voortgezet onderwijs hebben gemaakt. In de aantallen zijn alleen de
leerlingen meegenomen waarvan het definitieve basisschooladvies berekend kon worden op basis
van het voorlopig basisschooladvies en het advies van de eindtoets. Daarnaast zijn leerlingen met
een basisschooladvies voor het praktijkonderwijs en leerlingen die naar het praktijkonderwijs of naar
het (voortgezet) speciaal onderwijs zijn gegaan buiten beschouwing gelaten. Als laatste zijn
leerlingen die drie jaar later niet meer in het Nederlandse bekostigde onderwijs waren terug te
vinden niet meegenomen. Op basis van deze selecties hebben in totaal 6.320 leerlingen in 2015'16 en
6.455 Amsterdamse leerlingen in 2016/17 de overstap naar het voortgezet onderwijs gemaakt.
Berekening af-, door- en opstroom
Om te bepalen of leerlingen drie jaar na deze overstap zijn af- of opgestroomd in het voortgezet
onderwijs is het onderwijsniveau uit het derde jaar vergeleken met het basisschooladvies. Er is alleen
sprake van af- of opstroom als er sprake is van minimaal een heel niveau verschil. Leerlingen met een
havo/vwo advies zijn bijvoorbeeld afgestroomd als ze drie jaar later op vmbo-g/t niveau of lager
zitten, en zijn doorgestroomd als ze op havo of vwo niveau zitten. Voor leerlingen die na drie jaar
nog op een gemengd niveau zaten was het niet mogelijk om te berekenen of zij zijn af- of
opgestroomd. In de resultaten zijn zij op onbekend gezet. Daarnaast was van enkele leerlingen het
onderwijsniveau onbekend of zaten zij al op het mbo.
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
Tabel B, Berekening af- en opstroom onderwijsniveau in 3° jaar vo ten opzichte van het basisschooladvies
Basisschooladvies afstroom doorstroom opstroom
vmbo kader
bo th tisch
vmbo basis praktijkonderwijs vmbo basis vmbo MEOrEnsC
havo
vwo
vmbo basis vmbo theoretisch
vmbo basis/kader praktijkonderwijs havo
vmbo kader
vwo
raktikonderwiis vmbo theoretisch
vmbo kader p J . J vmbo kader havo
vmbo basis
vwo
ktijk iij bo kad h
vmbo kader/theoretisch prakt onderwijs vbo Kader . avo
vmbo basis vmbo theoretisch vwo
praktijkonderwijs havo
vmbo theoretisch vmbo basis vmbo theoretisch vwo
vmbo kader
praktijkonderwijs .
bo th tisch
vmbo theoretisch/havo vmbo basis vmDo HNEOrENSC vwo
havo
vmbo kader
praktijkonderwijs
havo vmbo basis havo vwo
vmbo kader
vmbo theoretisch
praktijkonderwijs
vmbo basis havo
havo/vwo 7
vmbo kader vwo
vmbo theoretisch
praktijkonderwijs
vmbo basis
vwo vmbo kader vwo -
vmbo theoretisch
havo
bron: OIS
Gemeente Amsterdam bsa en doorstroom in
Onderzoek, Informatie en Statistiek onderbouw vo
13
ren #7 f re NM P
ande kt #| me PP DN NR
a EN Ei] EE} } j E Dn, ee - dr al A o- L hi } IN) ke | | 8
E ei B à id fn ’ % hl Taz va í
_ — ‚ + x p , \ zn ' mn Ee ’ | Ls bn a es id.
Pl Ni ee vi _ es bf ! / \ Ji ej
vS Ns Zú | Ke pt
We rn 4
Al ) me” | KNS
harm CANE | -: A 7
AN RE IA EN RN d
; p Nn £ ki bd ” PR / ke Ì s%
B wm > ui ° ee an
D mi : , S
| Onderzoeksrapport | 14 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2013 Vergaderdatum 23 januari 2013
Afdeling 1 Agendapunt 21A
Nummer 29
Publicatiedatum 21 januari 2013
Onderwerp
Actualiteit van de raadsleden mevrouw Van der Pligt en mevrouw Roosma van
21 januari 2013 inzake de ontslagen bij Cordaan Thuiszorg
Aan de gemeenteraad
Deze week hebben medewerkers van Cordaan Thuiszorg in Amsterdam Zuidoost,
Zuid en Noord te horen gekregen dat hun contract niet langer verlengd wordt en ze
binnenkort hun baan kwijt zijn. De eerste medewerkers van Cordaan Thuiszorg zullen
al per 1 februari zonder werk komen te zitten. Het gaat hier ook om ex-medewerkers
van Amsterdam Thuiszorg, die na vele jaren werken bij vaste cliënten, 3 keer een
jaarcontract van Cordaan hebben gekregen en nu op straat worden gezet. Het betreft
hier veelal vrouwen van wat oudere leeftijd die in deze tijden moeilijk nog ergens
anders aan de slag kunnen. Hen is verteld dat ze te duur zijn en plaats moeten
maken voor flexwerkers met een O-urencontract of mensen die uit de bijstand komen.
Het werk is er dus gewoon nog, maar in opmaat naar de komende bezuinigingen
vanuit Den Haag waarbij uiteindelijk zo'n 20.000 cliënten hun zorg verliezen en 5000
banen in de zorg verloren zullen gaan, is Cordaan vast begonnen om geen enkel
contract meer te verlengen of om te zetten naar een vast dienstverband. Hierdoor
zullen cliënten hun vaste hulp verliezen en kan de signalerende functie die de
thuiszorgmedewerkers hebben minder goed worden uitgevoerd. Dit betekent een
verschraling van de kwaliteit van de hulp bij het huishouden en daar maken wij ons
ernstig zorgen over.
Onze vragen aan de wethouder Zorg:
1) Bent u bekend met het feit dat Cordaan op dit moment geen enkel contract meer
wil verlengen in het kader van de komende bezuinigingen?
2) Bent u het met ons eens dat deze ontslagen vallen niet omdat er nu minder werk
is maar om het werk anders en goedkoper te organiseren en dat dit ten koste
gaat van de kwaliteit en de signalerende functie?
3) Wat gaat u richting de raad van bestuur van Cordaan ondernemen om onze
zorgen kenbaar te maken en te voorkomen dat goede medewerkers nu zomaar
op straat worden gezet?
4) Wat gaat u richting de aanbieders van thuiszorg in Amsterdam ondernemen om
er voor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen, wier baan straks op het spel staat
door de rijksbezuinigingen, in de toekomst een baan in de zorg kunnen
behouden?
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Nideing Jo Gemeenteblad
ummer zer
Datum 21 januari Raadsactualiteit
2013
Reden van spoedeisendheid van deze actualiteit is dat de eerste medewerkers per
1 februari al hun baan kwijt zijn en dat deze raadsvergadering de laatste is vóór
1 februari.
De leden van de gemeenteraad
M.M. van der Pligt
F. Roosma
2
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 377
Publicatiedatum 19 mei 2017
Ingekomen onder Vv
Ingekomen op donderdag 11 mei 2017
Behandeld op donderdag 11 mei 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Groen en De Heer inzake de vergunningverlening voor
rondvaartboten (extern onderzoek passagiersvaart).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Glaubitz, De Heer, Duijndam,
Poot, Boomsma, Groen en Van Lammeren inzake de vergunningverlening voor
rondvaartboten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 350).
Constaterende dat:
— de raad bij het vaststellen van de verdeling van de exploitatievergunningen voor
de passagiersvaart 2020-2030 in het segment Bemand Groot de wens breed
gedeeld heeft om in de categorie vaartuigen met een gezichtsbepalende
uitstraling de diversiteit van het aanbod te vergroten;
— de raad daartoe in aanvulling op de reeds opgestelde criteria die dat doel
beoogden een motie heeft aangenomen met het expliciete doel om uniciteit een
plek te geven in de beoordeling;
— 47 van de 60 vergunningen in de categorie vaartuigen met een
gezichtsbepalende uitstraling zijn toegekend aan bestaande boten uit de reguliere
rondvaart;
— deze uitkomst mede het gevolg is van het gebruik van wat aangeduid wordt als
vermeende 'stroman-constructies', waarover het college inmiddels advies
gevraagd heeft aan de ACM.
Overwegende dat:
— het verschil tussen de wensen van de raad op het gebied van uniciteit en
de uitkomsten ervan groot zijn;
— er daarnaast berichten zijn uit de sector dat in de uitvoering een aantal
vergissingen is gemaakt bij het verstrekken van informatie over de schepen en
de beoordeling daarvan.
Voorts overwegende dat:
— het wenselijk is dat wordt onderzocht of de procedure op een juiste manier is
uitgevoerd;
— een onafhankelijke partij bij uitstek helderheid zou kunnen scheppen over deze
kwestie.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 377 Motie
Datum 19 mei 2017
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
op korte termijn een extern onderzoek te laten uitvoeren naar de gevolgde procedure
en daarover vóór de zomer van 2017 te rapporteren.
De leden van de gemeenteraad
RJ. de Groen
A.C. de Heer
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1681
Ingekomen op 17 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie MLD
Te behandelen op 6/7 november 2019
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2020 (Toegankelijke energielening)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Overwegende dat:
— hetbelangrijk is om de kosten van de energietransitie voor gewone
Amsterdammers laag te houden;
— er breed draagvlak is in de raad om barrières voor investeringen in
verduurzaming te verlagen;
— de afsluitkosten van € 1500 voor de energielening in de praktijk een (te) grote
drempel kan vormen om te investeren in verduurzaming, met name voor VVE's,
eigenaar-bewoners, huurders en kleinschalige verhuurders die minder financiële
armslag hebben.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De administratiekosten die noodzakelijk zijn voor het afsluiten van de energielening
structureel te gaan dekken uit het Klimaatfonds en de afsluitprovisie hiervoor te laten
vervallen.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
4
| Motie | 1 | discard |
VN2023-025814 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ
Directie oe: Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Communicatie NX Amsterdam
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van 18 janvari 2024
Ter kennisneming
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 1
Datum besluit
Onderwerp
Kennisnemen van verslag van het bezoek aan Krakau en Auschwitz van 5-8 november 2023
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het verslag van het bezoek van de burgemeester aan Krakau en Auschwitz van
5-8 november 2023
Wettelijke grondslag
Nvt
Bestuurlijke achtergrond
Nvt
Reden bespreking
Nvt
Uitkomsten extern advies
Nvt
Geheimhouding
Nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2023-091152 | 231201 rib Auschwitz.pdf (pdf) |
AD2023-091125 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam |
Gegenereerd: vl.9 1
VN2023-025814 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Directie % Amsterdam ‚ ‚ ‚
Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Communicatie %
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van 18 janvari 2024
Ter kennisneming
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Communicatie, [email protected]
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | test |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 28 september 2022
Portefeuille(s) Volkshuisvesting
Portefeuillehouder(s): Zita Pels
Behandeld door Directie Wonen, [email protected]
Onderwerp Afdoening toezeggingen uit de commissievergaderingen van 19 januari 2022
en g februari 2022 plus nadere informatie motie 837 Ambitie wegwerken
achterstallig onderhoud particuliere beleggers
Geachte leden van de gemeenteraad,
In deze brief ga ik in op twee toezegging die zijn gedaan door voormalig wethouder Wedemeijer in
de raadscommissie Wonen en Bouwen van 19 januari 2022 en in de raadscommissie Wonen en
Bouwen van g februari 2022. Daarnaast informeer ik v over de status van motie 837 Ambitie
wegwerken achterstallig onderhoud particuliere beleggers.
1. Afdoening toezegging Verhuisregeling Van Hoog Naar Laag (VHNL)
In de raadscommissie Wonen en Bouwen van 19 januari 2022 heeft wethouder Wedemeijer op een
vraag van raadslid Havelaar (CDA) toegezegd met Vastgoed Belang te bespreken of er een of twee
verhuurders bereid zijn om binnen het eigen woningbezit ouderen te laten doorschuiven van hoog
naar laaggelegen woningen. De vraag is gesteld bij de bespreking van de afhandeling van motie
1986 van lid Boomsma inzake het openstellen van de Van Hoog naar Laag-regeling voor particulier
hurende ouderen. De regeling Van Hoog naar Laag (VHNL) is onderdeel van de
samenwerkingsafspraken tussen de gemeente en de corporaties, en gaat dus uitsluitend over
corporatiewoningen. Bij particuliere verhuurders kan niet worden afgedwongen dat de sociale
huurwoning die vrijkomt door verhuizing met VHNL, weer betaalbaar wordt verhuurd. Dit blijkt
juridisch onmogelijk, de wetgeving biedt de gemeente hiervoor geen enkel instrumentarium.
Daarom is gekozen om de VHNL- regeling niet open te stellen voor ouderen die een sociale
huurwoning huren van een particuliere verhuurder.
De toezegging is om te kijken wat er op kleine schaal wellicht wel mogelijk is. Daarom is de
gemeente in gesprek met Vastgoed Belang en met enkele verhuurders wat mogelijk is om oudere
huurders op bovenwoningen meer kans te geven op een laaggelegen woning binnen
het eigen bezit. Zodra er meer over bekend is zal er worden gerapporteerd aan de raad.
2. Afdoening toezegging in gesprek gaan grote verhuursites over discriminatie
In de raadscommissie Wonen en Bouwen van g februari 2022 heeft wethouder Wedemeijer op een
vraag van raadslid Leenders (PvdA) toegezegd in gesprek te gaan met grote verhuursites over
discriminatie op de woningmarkt en de bevindingen terug te koppelen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 september 2022
Pagina 2 van 4
Eris een gesprek gevoerd met HousingAnywhere (eigenaar van Kamernet) en een gesprek
gevoerd met TreeHouse (eigenaar van o.a. Pararius en Huurwoningen.nl). Met Funda is
mailcontact geweest. Deze drie partijen beslaan gezamenlijk het overgrote deel van de
onlinehuursites voor de particuliere markt.
Funda
Funda geeft aan dat wanneer een mogelijk discriminerende advertentie geconstateerd wordt of
wanneer daar een melding over binnenkomt deze direct wordt getoetst aan de
gebruiksvoorwaarden van het platform. In deze voorwaarden is opgenomen dat discriminatie niet
is toegestaan. Wanneer de advertentie inderdaad niet voldoet aan de voorwaarden dan wordt
direct contact opgenomen met de betreffende makelaar en branchevereniging.
Bij het verkoop of verhuurproces is Funda niet betrokken, ze zijn dan ook niet op de hoogte over
het verdere contact tussen makelaar en woningzoeker. Echter wanneer ze een klacht/melding
ontvangen van een woningzoeker wordt geadviseerd om een klacht in te dienen bij de
verantwoordelijke branchevereniging van de betreffende makelaar. Makelaars die zijn
aangesloten bij een branchevereniging dienen zich aan hun richtlijnen te houden. De
branchevereniging is in deze de instantie die haar leden hier op dient aan te spreken.
TreeHouse
TreeHouse geeft aan dat zij actief handelen tegen discriminatie en dit tegengaan op hun platforms
waaronder Pararius. Zo is in de gebruikersvoorwaarden van Pararius opgenomen dat discriminatie
van woningzoekenden op geen enkele wijze is toegestaan. Aangeboden advertenties van
makelaars worden door TreeHouse gescreend voordat ze geplaatst worden en advertenties die
discriminatoir zijn worden niet getolereerd.
In het verleden werden vaker discriminerende advertenties aangeboden maar tegenwoordig komt
dit nog zelden voor. TreeHouse geeft aan dat een eigen landelijke analyse van het afgelopen half
jaar laat zien dat er geen discriminerende advertenties werden aangeboden met uitzondering van
advertenties met daarin ‘geen studenten’ of ‘woningdelen niet toegestaan’, dit kan zijn omdat
verhuurders vrezen voor mogelijke overlast of omdat dit niet is toegestaan door de betreffende
gemeente. Er werd één advertentie gevonden met daarin ‘moet Nederlands spreken’, in dit geval
bleek de verhuurder zelf enkel Nederlands te spreken en gaf daarom de voorkeur aan een huurder
die dit ook sprak.
TreeHouse houdt bij of bepaalde makelaars advertenties aanbieden die de
gebruikersvoorwaarden overtreden. Indien een makelaar meermaals over de schreef gaat kan een
makelaar toegang tot het platform ontzegd worden. Dergelijke informatie wordt momenteel niet
gedeeld met de betreffende branchevereniging van de makelaar, iets wat Funda wel lijkt te doen.
TreeHouse is bereid deze mogelijkheid intern te bespreken maar geeft ook aan dat Funda een
andere relatie heeft met makelaarsverenigingen omdat Funda is opgericht door de Nederlandse
Vereniging van Makelaars.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 september 2022
Pagina 3 van 4
TreeHouse ontvangt geen klachten van woningzoekenden dat ze gediscrimineerd worden. Wel
ontvangen ze soms klachten van niet Nederlands sprekende gebruikers (met name expats) over de
lage respons op hun reacties. Het is niet mogelijk om aan te tonen of hier sprake is van
discriminatie of dat dit ligt aan de krapte op de woningmarkt.
HousingAnywhere (Kamernet)
HousingAnywhere herkent het probleem van discriminatie op de woningmarkt en wil dit
ontmoedigen. Zij zien het grote tekort aan woningen als belangrijkste drijfveer voor discriminatie.
De vraag naar woningen is hoog en het vrijkomend aanbod relatief laag dit geeft verhuurders een
sterke positie in het selecteren van huurders.
Kamernet is een marktplaats voor verhuurders of mensen die op zoek zijn naar een nieuwe
huisgenoot en mensen die een kamer willen huren. Advertenties kunnen ook informatie bevatten
over voorkeuren voor het type huisgenoot naar waar men op zoek is. Bijvoorbeeld werkend,
studerend, netjes etc.
Advertenties die discrimineren zijn niet toegestaan door Kamernet maar voorkeuren voor
man/vrouw of het spreken van een bepaalde taal kunnen mogelijk wel in advertenties worden
teruggevonden. Kamernet is van mening dat je woning een plek moet zijn waar je je veilig en
comfortabel voelt ook wanneer je deze woning deelt met anderen. Met dit in gedachten vindt
Kamernet het te begrijpen dat men voorkeuren voor man/vrouw of taal aangeeft bij het plaatsen
van een advertentie. Het preventief verwijderen van een dergelijke advertentie zal helaas de
voorkeuren niet wegnemen, aldus Kamernet.
Soms ontvangt Kamernet klachten van gebruikers die vermoeden dat ze gediscrimineerd worden.
Dergelijke klachten worden door Kamernet altijd onderzocht, maar in de meeste gevallen is het
niet mogelijk discriminatie te bewijzen. Hiervoor dienen verhuurders openheid van zaken te geven
en moeten ze openlijk toegeven dat ze discrimineerden, hiertoe zijn ze niet bereid.
Kamernet ziet het promoten van de voordelen van diversiteit als oplossing om discriminatie te
verminderen. Laat gebruikers zien wat de voordelen zijn van samenwonen met huisgenoten van
wie je verschilt. Deze boodschap is reeds geïncorporeerd in (reclame)campagnes van Kamernet,
hierin worden mensen aangespoord ‘pro-diversity’te zijn in hun zoektocht naar een woning of
nieuwe huisgenoten. De bedoeling is om deze campagne in de toekomst uit te breiden met de
boodschap dat iedereen een eigen verantwoordelijkheid heeft in het bestrijden van discriminatie.
Conclusie
Positief is dat alle partijen aangeven discriminatie niet te tolereren en dit ook hebben opgenomen
in hun gebruikersvoorwaarden. Meldingen over mogelijke discriminatie worden serieus genomen
en onderzocht. Het blijkt echter lastig dit te bewijzen. Aangezien het platforms zijn die enkel vraag
en aanbod bij elkaar brengen hebben ze geen zicht op het verdere verhuurproces tussen
woningzoeker en verhuurder.
Het beleid van Kamernet om advertenties toe te staan met daarin bijvoorbeeld voorkeuren voor
man/vrouw is juridisch gezien een grijs gebied. De wet algemene gelijke behandeling staat
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 september 2022
Pagina 4 van 4
onderscheid op basis van sekse of afkomst niet toe tenzij de rechtsverhouding een privékarakter
heeft én er een objectieve rechtvaardiging, dus een goede reden, is voor het onderscheid. De wet
noemt als voorbeeld een alleenstaande vrouw die een voorkeur heeft voor een vrouwelijke
huisgenoot. Wat wel of niet een rechtvaardig onderscheid is is betwistbaar en er zijn hier nog niet
veel rechterlijke uitspraken over gedaan. Je woning delen met iemand die jouw moedertaal niet
machtig is kan mogelijk voor sommige voelen als een aantasting van de persoonlijke levenssfeer
doordat je bijvoorbeeld niet samen Nederlandse televisie kan kijken of omdat gesprekken
moeizamer gaan. Tegelijkertijd kunnen deze voorkeuren in advertenties door internationale
studenten gezien worden als een vorm van discriminatie.
3. Nadere informatie Motie 837 Ambitie wegwerken achterstallig onderhoud particuliere
beleggers
De gemeenteraad heeft het college gevraagd om met vertegenwoordigers van particuliere
beleggers in gesprek te gaan om te onderzoeken hoe achterstallig onderhoud gesignaleerd kan
worden en te bespreken welke maatregelen nodig zijn. Het college geeft uitvoering aan de motie
door dit bestuurlijk te bespreken in 3 separate gesprekken met Vastgoed Belang,
Makelaarsvereniging Amsterdam en de Vereniging van Verhuurmakelaars Amsterdam. Ik zal
zorgen dat u met een raadsinformatiebrief op de hoogte wordt gebracht van de uitkomsten. Ik
verwacht deze begin 2023 aan te kunnen bieden voor de raadscommissie Woningbouw en
Volkshuisvesting. Particuliere beleggers worden ook betrokken bij de totstandkoming en
uitvoering van de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting.
Ik hoop v hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
eed
Zita Pels
Wethouder Volkshuisvesting
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Motie | 4 | discard |
X Gemeente Amsterdam R O
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
% Gewijzigde agenda, woensdag 13 januari 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO
d.d. 9 december 2015
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieRO @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
, Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Gewijzigde agenda, woensdag 13 januari 2016
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Grondzaken
11 Vaststellen van het Stedenbouwkundigplan Kiekens (Kadoelenweg 360) inclusief
de nota van beantwoording Nr. BD2015-015691
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 20 januari 2016).
e _ Kabinet bijlage uitsluitend voor de leden ter inzage bij de Raadsgriffie.
12 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten (ex artikel
6) op de locatie Bedrijvenstrook Kop Weespertrekvaart te Amsterdam Nr.
BD2015-018142
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 20 januari 2016).
e _ Kabinet bijlage uitsluitend voor de leden ter inzage bij de Raadsgriffie.
Ruimtelijke Ordening
13 Vaststellen van de coördinatieregeling Frankemaheerd Nr. BD2015-01 7891
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 20 januari 2016).
2
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Gewijzigde agenda, woensdag 13 januari 2016
14 Mandateren van de bevoegdheid tot het afwijzen van een verzoek tot herziening
van een bestemmingsplan Nr. BD2015-012309
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 20 januari 2016).
15 Afwijzen verzoek tot vaststellen bestemmingsplan voor het Diemerpark Nr.
BD2015-012305
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 20 januari 2016).
16 Ruimtelijke ordening, vastgoed en deelnemingen van 1012 Inc. Nr. BD2015-
017511
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden Bakker (SP), Van Osselaer (D66) en Van
der Ree (VVD).
e _Deleden van de raadscommissies voor Algemene Zaken , Werk en Economie
en Financiën zijn hierbij uitgenodigd.
17 Parkeeronderzoek Zuidas 2015 en Conceptvisie Zuidas 2015 Nr. BD2015-
018827
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de raadscommissie voor Infrastructuur en Duurzaamheid zijn hierbij
uitgenodigd.
18 Jaarverslag Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAG) 2014 Nr.
BD2015-019332
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Raan (PvdD).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering RO van 23 september 2015.
e _ Uitgesteld in de Commissievergaderingen RO van 28 oktober en, 18 november
en 9 december 2015.
3
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Gewijzigde agenda, woensdag 13 januari 2016
19 Toezegging inzake bespreken uitstellen eventuele bomenkap Plantage
Muidergracht 105 en toezegging inzake opstellen dossier Plantage Muidergracht
105 Nr. BD2015-019333
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van lid Van Raan (PvdD).
e Was TKN 3 in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 9 december 2015.
Verkeer en Vervoer
20 Uitkomst analyse bereikbaarheid Amsterdam Zuid Nr. BD2015-019330
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van der Ree (VVD).
e Was TKN 7 in de Commissievergadering RO van 9 december 2015.
e _Deleden van de raadscommissie voor Infrastructuur en Duurzaamheid zijn hierbij
uitgenodigd.
Waterbeheer
21 Brief wethouder Van der Burg inzake doorwerking programma Amsterdam
Rainproof in ruimtelijke projecten Nr. BD2015-019331
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden Nuijens (GrLl) en Van Raan (PvdD).
e Was TKN 10 in de Commissievergadering RO van 23 september 2015.
e _ Uitgesteld in de Commissievergaderingen RO van 28 oktober en 18 november
en 9 december 2015.
4
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Gewijzigde agenda, woensdag 13 januari 2016
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Ruimtelijke Ordening
22 Principebesluit Sprong over het IJ Nr. BD2015-018400
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de raadscommissies voor Infrastructuur en Duurzaamheid en voor Werk
en Inkomen zijn hierbij uitgenodigd.
5
| Agenda | 5 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1014
Datum indiening 13 mei 2019
Datum akkoord 14 juni 2019
Publicatiedatum 14 juni 2019
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Poot inzake onveilige
omstandigheden voor studenten op de NDSM-werf
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Recent heeft de burgemeester cameratoezicht ingesteld op de NDSM-werf, naar
aanleiding van ernstige veiligheidsincidenten. Op de Spinozacampus in Zuidoost is
echter, ondanks incidenten en herhaaldelijk aandringen, nog geen cameratoezicht
ingesteld.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende nadere schriftelijke vragen — op haar schriftelijke vragen van 29 april
2019 (nr. 1013) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Op basis van welke afwegingen heeft de burgemeester besloten cameratoezichtin
te stellen?
Antwoord:
De burgemeester verwijst voor de afwegingen naar haar besluit tot het instellen
van cameratoezicht d.d. 6 mei 2019. Het besluit is bijgevoegd.
2. Op welke punten verschilt volgens het college de situatie op de NDSM-werf van
de situatie op de Spinozacampus?
Antwoord:
Het zijn verschillende soorten gebieden. Bij de Spinozacampus is sprake van een
soort campus-achtige setting van verschillende blokken studentenflats in een
parkachtige openbare ruimte. Bij het NDSM-gebied gaat het om een veel groter en
vooral multifunctioneler gebied. Naast de twee studentencomplexen zijn er
verschillende andere woonblokken, winkels en kantoorgebouwen. Het is veel meer
een stadswijk dan een campus. Bovendien is deze stadswijk nog volop in
ontwikkeling. Er zijn bouwplaatsen en lege kavels, de openbare ruimte en
verlichting zijn nog niet definitief ingericht en de aanlooproutes naar de pont
veranderen regelmatig door de bouwwerkzaamheden.
De meeste incidenten bij Spinoza vonden plaats in of direct bij de gebouwen, zoals
bij de uitgang van het washok en de fietsenstalling. De ernstigste incidenten bij
NDSM vonden plaats op straat soms op honderden meters van de
studentencomplexen. De meeste slachtoffers waren studenten, maar een enkeling
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer datur 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 februari 2019
woonde niet in het studentencomplex. Ook de andere slachtoffers hadden dus
evengoed bewoners van de woonblokken of werknemers kunnen zijn.
Er zijn in het NDSM-gebied relatief veel registraties van veiligheidsincidenten,
maar ook hierin speelt mee dat het een groter gebied is met meer inwoners en
bezoekers vanwege de pont, de horeca en festivals in de buurt.
3. Welke overweging heeft de doorslag gegeven om geen cameratoezicht op
de Spinozacampus in te stellen maar wel op de NDSM-werf”?
Antwoord:
Publiek cameratoezicht wordt ingezet als dit noodzakelijk is ter handhaving van de
openbare orde. Dit betekent dat het aantal of de aard van de incidenten in
verhouding dient te staan tot het in te zetten middel. Daarnaast wordt vanwege het
subsidiariteits-vereiste eerst beoordeeld of minder zwaarwegende maatregelen
mogelijk zijn. Bij de situatie rondom de Spinozacampus was er geen sprake van
veel incidenten. Daarnaast waren nog voldoende andere maatregelen in te zetten:
zoals privaat cameratoezicht, betere verlichting, meer zichtbaarheid beheerder en
politie.
In het NDSM-gebied waren in korte tijd enkele ernstige zeden-delicten gepleegd.
Daarnaast bleek uit de cijfers dat er behoorlijk veel andere incidenten hadden
plaatsgevonden (zoals zakkenrollerij, auto-inbraken en straatroven). Dit in
samenhang met de ontwikkeling van het gebied (er wordt veel gebouwd en
daardoor veranderen routes vaak), heeft geleid tot het instellen van publiek
cameratoezicht op het NDSM-terrein.
4. Is het college voornemens om alsnog cameratoezicht op de Spinozacampus in te
stellen?
Antwoord:
Vooralsnog is de burgemeester dit niet van plan. Stichting DUWO (beheerder van
de studentencomplexen) bestudeert de mogelijkheid om private gevelcamera’s op
te hangen. De gemeente heeft aangeboden hier een financiële bijdrage aan te
leveren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Nummer 167
Datum indiening 22 januari 2021
Datum akkoord 27 mei 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker inzake de aanleg van kelders
onder woningen in Amsterdam Zuid
Aan de gemeenteraad
Op 22 janvari 2021 zijn door het raadslid N.T. Bakker (SP) schriftelijke vragen gesteld over de
aanleg van kelders onder woningen in Amsterdam Zuid. De ambtelijke afhandeling heeft
lange tijd in beslag genomen. Voordat over wordt gegaan naar de beantwoording is een
excuus voor de late beantwoording van deze vragen daarom op zijn plaats.
Toelichting door vragensteller:
Op vrijdag 22 januari berichtte AT 5 dat de eigenaar van drie panden aan de Van
Eeghenstraat in de Vondelparkbuurt van de rechtbank geen ondergrondse parkeergarage
mag bouwen. De bewoners kregen gelijk, er was ten onrechte toestemming verleend door
de gemeente. Helaas ging dit niet zonder slag of stoot, pas na duizenden euro’s in
advocatenkosten gaf de rechtbank de bewoners gelijk. En dit allemaal omdat de gemeente
bij het beoordelen van de vergunningsaanvraag niet duidelijk heeft gemaakt dat er rekening
is gehouden met de buurtbewoners. Dit moet namelijk wel gebeuren als iemand bij een
verbouwing wil afwijken van het bestemmingsplan. Helaas is dit niet het enige geval waar de
aanleg van een kelder of een zolder problemen veroorzaakt voor de rest van de buurt. De
torenhoge huurprijzen in Amsterdam maken het zeer aantrekkelijk om een kamer erbij te
bouwen die zichzelf in een paar jaar terugverdient. Zeker nu het leven grotendeels stilligt
door de coronapandemie voeren sommige mensen grote verbouwingen uit. Dit veroorzaakt
veel geluidsoverlast terwijl het de bedoeling is dat mensen thuiswerken. De fractie van de SP
ontvangt signalen dat in de Willibrordusstraat en ook op andere plaatsen in de Pijp kelders
en zolders worden aangelegd zonder dit af te spreken met de rest van de buurt. Ook in
andere delen van de stad speelt dit probleem.
Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP, op grond van
artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Klopt het dat er een toename is geweest in de hoeveelheid vergunningen voor het
bouwen van een kelder of zolder in het laatste jaar?
Antwoord:
In 2020 zijn 414 aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een
zolder of kelder ingediend. In 2019 waren dat 322 aanvragen. Dat betekent dat in
2020 92 meer aanvragen voor een zolder of kelder zijn ontvangen.
In 2020 zijn 313 aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een
zolder of kelder verleend. In 2019 werden 262 aanvragen verleend. Dat betekent dat
in 2020 51 meer aanvragen voor een zolder of kelder zijn verleend.
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nummer 2167 Gemeenteraad
Datum 27 MEI 2024 Schriftelijke vragen, vrijdag 21 januari 2021
Uit deze cijfers blijkt dat zo'n 75-80% van de aanvragen voor een zolder of kelder in
2019 en 2020 zijn verleend.
2. Iser bij het verlenen van deze vergunningen altijd gekeken naar wat de
buurtbewoners willen, zeker als het bestemmingsplan gewijzigd wordt?
Antwoord:
Nee, het betrekken van de buurt is geen toetsingsgrond bij het beoordelen van een
aanvraag voor een omgevingsvergunning. Een aanvraag voor een
omgevingsvergunning wordt altijd getoetst aan de geldende kaders, zoals het
Bouwbesluit 2012, welstandscriteria en het bestemmingsplan. De Wet algemene
bepalingen omgevingswet schrijft deze kaders voor. In deze kaders zitten
verschillende belangen vervat: zoals veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid. Aan
deze kaders zijn de aanvragen voor kelders en zolders getoetst. Wordt aan de in de
regels gestelde in deze kaders voldaan, dan dient de omgevingsvergunning in
beginsel te worden verleend.
Vervolgens is het belangrijk dat buurtbewoners goed geïnformeerd worden over de
werkzaamheden. Daarom is in de vergunningvoorwaarden van
omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen de verplichting opgenomen om
een bouwbord te plaatsen. Op dit bouwbord staat alle informatie die de omgeving
nodig heeft: wat de aard en duur van de werkzaamheden zijn en wie aanspreekpunt
is in geval van vragen of overlast.
In sommige aanvragen wordt gevraagd om afwijking van het bestemmingsplan. In
die gevallen moet de afweging worden gemaakt of de aanvraag ‘ruimtelijk’ gezien
past. De directie Ruimte & Duurzaamheid adviseert hierin. Bij zulke aanvragen is de
belangenafweging vitgebreider en meer expliciet. In sommige gevallen kan het
denkbaar zijn om de afstemming met de buurtbewoners op te zoeken: in het geval
dat een initiatief een grote impact heeft op de directe omgeving. Ook voor deze
gevallen geldt dat verwachte geluidhinder tijdens de bouwwerkzaamheden geen
reden is voor het afwijzen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning.
3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat er meer rekening met de
buurtbewoners moet worden gehouden bij het aanvragen van vergunningen en dat
bij veranderingen de bewoners opnieuw betrokken moeten worden?
Antwoord:
Alleen in gevallen waarin er sprake is van een grote impact op de directe omgeving.
Die gevallen worden in het kader van de voorbereiding op de Omgevingswet in
kaart gebracht. Zie ook antwoord op vraag 2.
In de praktijk komt het voor dat stukken bij een aanvraag behoren door advisering
en toetsing tijdens de behandeling van die aanvraag worden aangepast. Het kan zijn
dat er daardoor verschillen zitten in stukken die een belanghebbende naar
aanleiding van een publicatie heeft ingezien of ontvangen en de uiteindelijke versies
waarmee de vergunning wordt verleend. De aangepaste stukken maken vervolgen
wel onderdeel vit van het uiteindelijke besluit. Daarmee zijn ze vanzelfsprekend ook
in te zien voor belanghebbenden. Aan de hand van de inhoud en motivering van het
besluit en de bijbehorende stukken, kan een belanghebbende vervolgens beslissen
of er aanleiding is om bezwaar of beroep tegen het besluit in te dienen.
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nummer 2167 Gemeenteraad
Datum 27 MEI 2024 Schriftelijke vragen, vrijdag 21 januari 2021
4. Deelt het college de mening van de fractie van de SP dat dit soort grote
verbouwingen altijd met goedkeuring van de buurt moeten gebeuren en nooit ten
koste moeten gaan van de leefbaarheid van de buurt?
Antwoord:
Het is niet noodzakelijk dat verbouwingen met goedkeuring van de buurt moeten
plaatsvinden (zie ook antwoord op vraag 2). In de kaders waaraan getoetst wordt,
zit het leefbaarheidsaspect vervat. De eventuele overlast van bouwwerkzaamheden
maakt geen onderdeel vit van het toetsingskader voor omgevingsvergunningen.
Verwachte overlast is geen weigeringsgrond.
Zodra de werkzaamheden starten, vindt bouwtoezicht plaats. Het toezicht ziet op
bouwtechnische aspecten maar ook op andere aspecten, zoals het waarborgen van
de omgevingsveiligheid en leefbaarheid. Het VTH is verantwoordelijk voor het
toezien op kaders als het Bouwbesluit 2021 en de Richtlijn Bouwlawaai. In die
regelgeving staan normen voor werktijden en het geluidsniveau van de
werkzaamheden. In geval van dergelijke bouwoverlast kan dit ook worden gemeld
bij de afdelingen Bouw & Gebruik van de stadsdelen.
Tenslotte zijn er voor de uitvoering van de bouwwerkzaamheden in gevallen ook
andere toestemmingen nodig waarbij het voorkomen van overlast een aspect is.
Bijvoorbeeld van het plaatsen van een object in de openbare ruimte (zoals een
container). Bij de behandeling van aanvragen voor het plaatsen van objecten wordt
ernaar gestreefd zo min mogelijk objecten in de openbare ruimte te plaatsen. Zodat
die openbare ruimte voor iedereen toegankelijk en te gebruiken blijft. En om een
goede beeldkwaliteit in stand te houden. Zo is het bijvoorbeeld niet toegestaan
objecten in de openbare ruimte te plaatsen om ruimte op eigen terrein te besparen.
5. Deelt het college de mening dat dit soort vergunningen minder verleend moeten
worden om de grote overlast die ze veroorzaken, zeker nu iedereen de hele dag
thuis zit vanwege de pandemie?
Antwoord:
De wet- en regelgeving biedt geen grond om vanwege de pandemie minder
vergunningen te verlenen. We begrijpen zeer goed dat geluiden door
bouwwerkzaamheden storend kunnen zijn in de thuiswerksituatie. Of een aanvraag leidt
tot overlast is niet op voorhand te voorzien.
Aanvragen voor kelders en zolders worden net als anders getoetst aan de geldende
kaders. Aanvragen kunnen alleen geweigerd worden als er strijd is met die kaders. De
verwachting is dat het Afwegingskader grondwaterneutrale kelders een remmende
werking heeft op het aantal aanvragen en verleende vergunningen voor kelders.
In de omgevingsvergunning zelf en in het Bouwbesluit zijn regels opgenomen om
overlast tijdens de werkzaamheden zoveel mogelijk te beperken. Die regels worden
gehandhaafd ingeval van overtreding.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
A mmer 167 Gemeenteraad
atum 27 mei 2021 vee: … . .
7 Schriftelijke vragen, vrijdag 21 januari 2021
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 842
Datum akkoord college van b&w van 7 oktober 2014
Publicatiedatum 10 oktober 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren
van 13 juni 2014 inzake de bijvriendelijkheid van bloemen in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
Zoals bekend gaat het al sinds eind jaren ‘90 heel slecht met de bijen, zowel met de
honingbij als de wilde bijen. Ook gaat het zeer slecht met hommels en vlinders. Bijen
zijn essentieel voor de biodiversiteit en de voedselproductie. De Partij voor de Dieren
zet zich daarom al jaren in om de sterfte onder bijen te voorkomen, door onder
andere het gebruik van insecticiden aan banden te leggen.
In 2011 diende de fractie van de Partij voor de Dieren Amsterdam daarom een motie
in om bij de inrichting van de openbare ruimte rekening te houden met de belangen
van de bijen. En op 13 maart 2014 werd het initiatiefvoorstel van de fractie van de
Partij voor de Dieren, getiteld: ‘De bij- en vlindervriendelijke stad’ (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 188) door de gemeenteraad aangenomen.
In dit voorstel staat dat juist in steden het openbaar groen een belangrijke rol kan
spelen als leefgebied voor bijen, omdat het aantal drachtplanten in het agrarisch
gebied terugloopt. Eén van de deelbesluiten houdt in dat er geen chemische
bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt. Een ander deelbesluit houdt luidt:
‘In samenwerking met imkers uit Amsterdam, bijen- en natuur organisaties zoals
bijvoorbeeld / love beeing en Viinderstichting en ondernemers zoals dakdokters en
dakboerin et cetera in gesprek te gaan om te kijken naar de wensen en de
mogelijkheden om gemeentelijke daken en stadsparken te gebruiken ter bevordering
van bijenkasten en bij- en vlindervriendelijke planten.’
Bestrijdingsmiddelen van de groep ‘neonicotinoïden’ zijn zeer dodelijk voor bijen.
Zij worden veel gebruikt in de landbouw en de sierteelt. Ondanks toonde een rapport
van Greenpeace aan dat bij een steekproef van sierplanten uit verschillende
tuincentra schrikbarende hoeveelheden gif werden gevonden dat dodelijk is voor
bijen, ook op planten die juist als ‘bijenplanten’ waren aangemerkt vanwege hun
stuifmeel en nectar.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Pe ektober 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 13 juni 2014
In Het Parool van 6 juni 2014 was te lezen dat stadsdeel Zuid voor € 50.000 aan
bloembakken heeft laten plaatsen. Het gaat volgens het artikel om een ‘mix van
geraniums en petunia's’, ‘zorgvuldig uitgezocht op de felle kleuren, het rijkelijk bloeien
en de weerbaarheid’. Het gaat in Zuid om driehonderd bloembakken aan negentien
bruggen en 49 hanging baskets op de Zuidas.
Paul Slettenhaar, stadsdeelvoorzitter van Zuid, zegt: “Het is goed voor de economie,
het toerisme, ondernemers en bewoners. ledereen wordt er blij van. We willen het
fleurigste stadsdeel van Amsterdam worden.”
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 13 juni 2014, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college bekend met de geplaatste bloemen in stadsdeel Zuid?
Antwoord:
Nee, het college was hier niet mee bekend, dat is een stadsdeel aangelegenheid.
2. Is het college bekend met het door Greenpeace gedane onderzoek naar de
aanwezigheid van voor bijen schadelijke bestrijdingsmiddelen op ‘bijvriendelijke’
sierplanten, getiteld: ‘Gifplanten in het Tuincentrum’ (april 2014)?
Antwoord:
Nee, daar was het college niet mee bekend.
3. Is de inkoop van duurzaam plantgoed en de verzorging daarvan verankerd in het
inkoopbeleid van de gemeente (duurzaam groenbeheer), dan wel het stadsdeel?
Antwoord:
Nee, dat is tot op heden geen onderdeel van het inkoopbeleid.
4. Heeft het college het aangenomen initiatiefvoorstel, getiteld: ‘De Bij- en
vlindervriendelijke stad’ reeds onder de aandacht gebracht bij stadsdelen, zo ja,
wanneer en op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het aangenomen initiatiefvoorstel is ambtelijk bij de stadsdelen onder de
aandacht gebracht en in samenwerking met de stadsdelen wordt eind van dit jaar
een miniconferentie (wilde) bijen georganiseerd.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Pe ektober 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 13 juni 2014
5.
a. Om welke bloemensoorten gaat het en waar zijn deze ingekocht?
Antwoord:
Het stadsdeel heeft in april Petunia's en Geranium pelargonium aangekocht voor
de invulling van plantenbakken aan brugleuningen. Via de markt, geen vaste
leverancier.
b. Zijn de bloemen van biologische/ecologische teelt? (graag per gebruikte soort
aangeven) Zo niet, welke keurmerken of certificeringen hebben de bloemen?
Antwoord:
Het is onbekend of de in 5a genoemde soorten van een biologische/ecologische
teelt zijn. Bij de aanschaf van de perkplanten was de eis ‘biologische/ecologische
teelt’ geen specificatie.
c. De petunia staat bekend als een vlinder- en bijenaantrekkende plant.
De geranium (ooievaarsbek) ook. Zijn de bloemen door de leverancier
aangemerkt als bijen- of vlinderaanlokkende bloemen?
Antwoord:
De Petunia en de Geranium pelargonium zijn nauwelijks bij- en insect
aantrekkende soorten. De leveranciers hebben deze soorten ook niet aangemerkt
als bij- en vlinder aantrekkende beplanting. De stadsdelen hebben in dat kader
deze planten dan ook niet aanschaft. De soortenkeus is bepaald en ingegeven
door de kleuren van de bloemen en uitbundige- en langdurige bloei.
d. Zijn de gebruikte bloemen vrij van stoffen die schadelijk/dodelijk zijn voor bijen en
vlinders? Zo niet, welke bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt bij de teelt van deze
bloemen?
Antwoord:
Er is geen onderzoek gedaan of deze planten vrij zijn van bestrijdingsmiddelen en
bij de aanbesteding was dit geen specifieke eis.
e. Gaat het bedrijf dat zorgt voor het onderhoud van de bloemenbakken, gifvrij te
werk? Zo niet, welke soorten fungiciden, pesticiden, of herbiciden worden
gebruikt?
Antwoord:
Er worden bij het onderhoud van beplanting en perkplanten in bloembakken geen
bestrijdingsmiddelen gebruikt.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing do Gemeenteblad
Datum 40 oktober 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 13 juni 2014
6. Stadsdeelvoorzitter Slettenhaar noemt in het artikel dat economie, toerisme,
ondernemers en bewoners baat hebben van deze bloemen. Was het
stadsdeelbestuur op het moment van aanbesteding bekend met het aangenomen
initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren, getiteld ‘De Bij- en
vlindervriendelijke stad’?
Antwoord:
Ten tijde van de aanbesteding eind 2013 was het initiatiefvoorstel van de PvdD
nog niet aangenomen. Wel heeft de toenmalige deelraad een motie aangenomen
om de leefomstandigheden van (wilde) bijen te verbeteren. Bijendeskundige Arie
Koster heeft opdracht gekregen om de wilde bijen in het stadsdeel te
inventariseren. Deze inventarisatie laat zien dat het tov 1988-2000 veel beter is
gesteld met de wilde bij. In 2013 zijn er 42 soorten aangetroffen en in 1998-2000
waren er dat maar 24. Deze vooruitgang is toe te schrijven aan het beleid van
stadsdeel Zuid om beplantingen meer en meer extensief te beheren, geen
bestrijdingsmiddelen te gebruiken bij het onderhoud van beplantingen en het
toenemende gebruik en de toepassing van wilde planten in het stadsdeel groen.
7. Was het stadsdeelbestuur op het moment van aanbesteding bekend met het
door Greenpeace gedane onderzoek naar de aanwezigheid van voor bijen
schadelijke bestrijdingsmiddelen op ‘bijvriendelijke’ sierplanten, getiteld
‘Gifplanten in het Tuincentrum’ (april 2014)?
Antwoord:
De aanbesteding voor de aanschaf van de perkplanten vond plaats eind 2013 en
het door de PvdD geciteerde rapport was toen nog niet gepubliceerd.
8. In het artikel staat dat ook stadsdeel West meedoet in de strijd’ met ruim
driehonderd bloembakken en in Noord zijn ze sinds vorig jaar te zien. Oost volgt
binnenkort ter gelegenheid van het negentigjarig bestaan van Betondorp. Kan het
college voor deze stadsdelen vraag 5 t/m 7 eveneens beantwoorden?
5a Om welke bloemensoorten gaat het en waar zijn deze ingekocht?
Antwoord stadsdeel Oost: Het stadsdeel heeft in het kader van het 90-
jarig bestaan van Betondorp eenmalig en op initiatief van de bewoners
Geranium pelargonium ingekocht. Bewoners hebben de leverancier geregeld.
Antwoord stadsdeel West: Koopt verschillende soorten planten in. Bij de
keuze van vaste planten of boomaanplant in het ontwerp of bij de inboet
wordt rekening gehouden met bijen als dit passend is voor de locatie. Zo is
75% van de toegepaste beplanting Admiralengracht bijvriendelijk en wordt bij
vervanging van bomen de nectar houdende zilverlinde (Tilia tomentosa) meer
en meer toegepast. Er wordt ingekocht via de markt, geen vaste leverancier.
Antwoord stadsdeel Noord: Het zomergoed voor de rotondes is voor een
groot gedeelte door het stadsdeel op de schooltuintjes zelf gekweekt. Er is dit
jaar bij “De Bosrand” in Wassenaar beperkt zomergoed (afrikaantjes en
margrieten) aangekocht. Het sortiment van de rotonde varieert per jaar en
over het algemeen wordt er rekening gehouden met drachtplanten niet alleen
voor de bijen maar ook voor andere insecten. Daar waar bijenlinten worden
aangeplant is 100% van het toegepaste assortiment geselecteerd op
nectarproductie voor bijen en andere insecten. Er wordt ingekocht via de
markt, geen vaste leverancier.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing do Gemeenteblad
Datum 40 oktober 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 13 juni 2014
5b Zijn de bloemen van biologische/ecologische teelt? (graag per
gebruikte soort aangeven) Zo niet, welke keurmerken of certificeringen
hebben de bloemen?
Antwoord stadsdeel Oost, West en Noord: Het is onbekend of de in 5a
genoemde soorten van een biologische/ecologische teelt zijn. Bij de aanschaf
van de perkplanten was de eis ‘biologische/ecologische teelt’ geen
specificatie.
5e De petunia staat bekend als een vlinder- en bij aantrekkende plant.
De geranium (ooievaarsbek) ook. Zijn de bloemen door de leverancier
aangemerkt als bijen- of vlinderaanlokkende bloemen?
Antwoord stadsdeel Oost, West en Noord: Alleen stadsdeel Oost heeft
Geranium pelargonium aangeschaft. De soortenkeus hierbij is door de
bewoners van Betondorp op basis van de kleur van de bloemen en
uitbundige en langdurige bloei bepaald. De leverancier heeft niet
aangegeven dat Geranium pelargonium een bijaantrekkende plant is.
Stadsdeel West en Noord hebben geen Petunia en Geranium pelargonium
ingekocht.
5d Zijn de gebruikte bloemen vrij van stoffen die schadelijk/dodelijk zijn
voor bijen en vlinders? Zo niet, welke bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt bij de
teelt van deze bloemen?
Antwoord stadsdeel Oost, West en Noord: Bij de aanschaf van perkplanten
is er geen onderzoek gedaan of deze planten vrij zijn van
bestrijdingsmiddelen en bij de aanbesteding was dit geen specifieke eis.
be Gaat het bedrijf dat zorgt voor het onderhoud van de bloemenbakken,
gifvrij te werk? Zo niet, welke soorten fungiciden, pesticiden, of herbiciden
worden gebruikt?
Antwoord stadsdeel Oost. West en Noord: Er worden bij het onderhoud
van beplanting en perkplanten in bloembakken geen bestrijdingsmiddelen
gebruikt.
6 Stadsdeelvoorzitter Slettenhaar noemt in het artikel dat economie,
toerisme, ondernemers en bewoners baat hebben van deze bloemen. Was
het stadsdeelbestuur op het moment van aanbesteding bekend met het
aangenomen initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren, getiteld ‘De Bij-
en vlindervriendelijke stad’?
Antwoord stadsdeel Oost, West en Noord: De stadsdeelbesturen van Oost,
West en Noord waren ten tijde van de aanschaf van perkplanten niet bekend
met het aangenomen initiatiefvoorstel.
7 Was het stadsdeelbestuur op het moment van aanbesteding bekend
met het door Greenpeace gedane onderzoek naar de aanwezigheid van voor
bijen schadelijke bestrijdingsmiddelen op ‘bijvriendelijke’ sierplanten, getiteld
‘Gifplanten in het Tuincentrum’ (april 2014)?
Antwoord stadsdeel Oost, West en Noord: Het onderzoek van Greenpeace
was niet bekend bij de genoemde stadsdelen.
5
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Pe ektober 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 13 juni 2014
9. In navolging op vraag 4: is het college bereid om ‘De Bij- en vlindervriendelijke
stad’, en de nieuwe inzichten van Greenpeace op korte termijn (nog eens) door
te spreken met de verantwoordelijken van alle stadsdelen? Zo ja, kan hiervan
een terugkoppeling worden gegeven aan de raad? Zo niet, waarom niet?
Antwoord:
Op ambtelijk niveau is inmiddels het gesprek tussen stadsdelen en centrale stad
gestart. Onder leiding van de Dienst Ruimtelijke Ordening is in april 2014 een
stadsbreed onderzoek gestart naar de stand van de wilde bijen in Amsterdam.
Hierbij wordt het onderzoek van Arie Koster uit 1998-2000 herhaald, waardoor
het mogelijk wordt om de trend (gaat het goed/gaat het slecht) zichtbaar te
maken. Ook zijn de Amsterdamse imkerverenigingen benaderd met de vraag
waar hun leden de bijenkasten hebben staan en is aan de hand van het
bestaande beplantingsassortiment, onderzoek gestart naar de huidige
draagkracht van Amsterdam voor de honingbij. De resultaten en aanbevelingen
van deze onderzoeken zullen op het minisymposium eind van dit jaar bekend
worden gemaakt en ook aan de raad worden teruggekoppeld.
10. Is de wethouder het met de fractie van de Partij voor de Dieren eens dat bij een
bijvriendelijke stad óók de ketenverantwoordelijkheid voor bijvriendelijk plant- en
perkgoed hoort?
Antwoord:
Het college ziet het belang van ketenverantwoordelijkheid voor bijvriendelijk
plant- en perkgoed in. Voor haar afwegingen wacht het college de aanbevelingen
en het onderzoek naar de stand van de wilde bij en honingbij in Amsterdam af.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1085
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen op 8 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 4/5 november 2015
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2016 (inhaalslag
duurzaamheid).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Constaterende dat:
— het college op blz. 180 schrijft dat Amsterdam een inhaalslag wil maken op het
gebied van duurzaamheid;
— het college klaarblijkelijk dit streven onderschrijft doordat zij schrijft: ‘Dit doen we
in goede samenwerking met partners uit de stad (bewoners, bedrijven,
maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen) voor het creëren van breed
maatschappelijk draagvlak, en om de energie en doorzettingskracht die al
aanwezig zijn in de samenleving te versterken’;
Overwegende dat:
— niet eenduidig zichtbaar wordt op welke gebieden Amsterdam achterloopt en op
wie of ten opzichte waarvan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— inzichtelijk te maken op welke gebieden Amsterdam achterloopt, op basis van
welke criteria en ten opzichte van wie of wat;
— hierover binnen 6 maanden terug te rapporteren in de Raad.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1292
Datum indiening 21 juni 2018
Datum akkoord 23 november 2018
Publicatiedatum 26 november 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake een onderzoek
naar een lokaal verbod op vuurwerk.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Een meerderheid van de Tweede Kamer steunde op 20 juni 2018 het plan om
gemeenten de mogelijkheid te geven om vuurwerk te verbieden. Het kabinet gaat nu
met gemeenten onderzoeken hoe een lokaal verbod kan worden ingericht.
Wat de Partij voor de Dieren betreft staat de viering van de jaarwisseling met
consumentenvuurwerk niet in verhouding tot de vele gewonden, schade en overlast.
Daarom diende de Partij voor de Dieren in december 2016 een initiatiefvoorstel in om
een grote vuurwerkshow te organiseren als alternatief voor consumentenvuurwerk, en
het afsteken van vuurwerk door particulieren zoveel mogelijk aan banden te leggen
door onder andere zoveel mogelijk vuurwerkvrije zones aan te wijzen. Dit voorstel
werd aangenomen door de gemeenteraad.” Nu zich de mogelijkheid voordoet om
consumentenvuurwerk geheel te verbieden verwacht de Partij voor de Dieren dat het
college dat zal doen, in lijn met het aangenomen initiatiefvoorstel.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Welke inzet heeft Amsterdam bij het onderzoek met het kabinet naar de inrichting
van een lokaal verbod?
Antwoord:
Voor een effectieve beperking van vuurwerkoverlast is het noodzakelijk dat er een
landelijk verbod op (bepaalde typen) vuurwerk komt. Daarom zal
de burgemeester de komende periode samen met de andere G4 burgemeesters
lobbyen voor een strengere landelijke aanpak van vuurwerk.
' https://www.nu.nl/politiek/5322278/gemeenten-krijgen-mogelijkheid-vuurwerk-lokaal-
verbieden.html!
? https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/6048916/1#search=%22vuurwerk%20%22
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer de vember 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 21 juni 2018
2. Is het college bereid, gezien het aangenomen initiatiefvoorstel dat oproept tot het
zoveel mogelijk aan banden leggen van consumentenvuurwerk, ervoor te zorgen
dat vanaf december 2018 een verbod op consumentenvuurwerk in Amsterdam
geldt tijdens de jaarwisseling’?
Antwoord:
Het College kiest voor deze jaarwisseling voor een uitbreiding van het aantal
vuurwerkvrije zones met de gebieden rond ziekenhuizen. Tevens wil het College
Amsterdammers de mogelijkheid bieden om in goed overleg met hun buren
afspraken te maken over vuurwerkvrije zones in de buurt. Bewoners kunnen met
elkaar afspraken maken om geen vuurwerk af te steken op een afgebakende
locatie, zoals de straat, een speeltuin of een pleintje. De gemeente gaat uit van
de kracht van de onderlinge afspraak en zal geen handhavingscapaciteit
beschikbaar stellen voor het afdwingen hiervan. Wel zullen dergelijke afspraken
worden gefaciliteerd door het beschikbaar stellen van borden waarop de afspraak
wordt vermeld.
Vanaf de jaarwisseling 2019/2020 kiest het College voor een andere benadering
van vuurwerk. Niet langer zal het overal toegestaan zijn om vuurwerk af te steken
tenzij anders aangegeven (de vuurwerkvrije zones), maar vuurwerk zal alleen
afgestoken mogen worden op specifiek daartoe aangewezen plekken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Nummer SV65
Datum indiening 18 januari 2021
Datum akkoord 11 maart 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Torn inzake de vorderingen met betrekking
tot het realiseren van een aardgasvrije stad in 2040
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De Volkskrant deed een inventarisatie naar de vorderingen van het Programma Aardgasvrije
Wijken. Hieruit blijkt dat sinds oktober 2018 er slechts 4 van de eerste 27 wijken/dorpen zijn
afgesloten van aardgas. Totaal zijn er maar 206 woningen van het aardgas afgesloten.
De uiteindelijke doelstelling is om in 2027 50 duizend woningen af te sluiten.
Eerder constateerde de Algemene Rekenkamer dat het Programma Aardgasvrije Wijken te
hoge verwachten heeft gewekt. In antwoord op schriftelijke vragen gaf het college toen aan
een beperkt verband te zien tussen de bevindingen van de Algemene Rekenkamer en de
college-ambitie om al in 2040 in plaats van 2050 een aardgasvrije stad op te leveren.
De Amsterdamse fractie van de VVD zou graag willen weten of het college in het licht van de
inventarisatie van de Volkskrant het streven naar een aardgasvrije stad in 2040 nog realis-
tisch acht, of dat het college hierin aanleiding ziet om deze streefdatum te verzetten, naar
bijvoorbeeld 2050.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Torn, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel
84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Signaleert het college de obstakels (expertise, techniek, draagvlak, kosten) die de
Volkskrant schetst ook bij het aardgasvrij maken van woningen ook in Amsterdam?
Antwoord
Ja, de geschetste obstakels komen in meer of mindere mate ook voor in Amsterdam.
De diverse uitdagingen waar de gemeente in de praktijk tegenaan loopt passeren dan
ook geregeld de revue in bijvoorbeeld raadsdebatten of in de halfjaarlijkse update-
brieven over aardgasvrij die v van ons college ontvangt.
2. Kan het college een actueel en cijfermatig overzicht (cijfers januari 2021) geven over het
aantal woningen dat al aardgasvrij is gemaakt en het aantal woningen dat naar verwach-
ting binnen nu en 5 jaar aardgasvrij zal worden opgeleverd?
+_https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/na-twee-jaar-experimenteren-in-aardgasvrije-wijken-zijn-
slechts-206-huizen-van-het-gas-af-bf523a4d/
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nummer _SV65 Gemeenteraad
Datum 11 maart 2021 Schriftelijke vragen
Antwoord
Amsterdam kent een lange praktijk van het aardgasvrij maken van woningen. Al in de ja-
ren negentig werden woningen die eerder verwarmd werden met aardgas, aangesloten
op stadswarmte. Westpoort Warmte en Vattenfall leveren aan meer dan 27.000 van
dergelijke woningen warmte en warm water. Een deel hiervan gebruikt nog wel aardgas
om te koken — wat een fractie is van het energieverbruik voor warmte en warm water.
Dan zijn er ook op andere wijze woningen aardgasvrij gemaakt. Bijvoorbeeld met rest-
warmte van een datacentrum?, of individuele / losstaande woningen. Bewoners hoeven
deze stap niet te melden; exacte cijfers ontbreken zodoende. Van eigenaars die gebruik
maken van een gemeentelijke aardgasvrij subsidie, weten we het wel. In totaal zal het
aantal woningen dat ooit aardgas gebruikte voor verwarming en dat nu niet meer doet,
de 30.000 naderen?.
Zoals bekend besluiten gebouweigenaren of hun bezit aardgasvrij wordt. De gemeente
kan niets afdwingen of bepalen. In rond dertig buurten werkt de gemeente samen met
haar City Deal partners, buurtinitiatieven en andere partners aan het aardgasvrij maken
van de stad. Dit zijn in totaal ongeveer 65.000 woningen in deze buurten. Het is niet rea-
listisch om te verwachten dat voor al deze woningen komende vijf jaar besloten wordt
dat zij aardgasvrij gaan worden. Bovendien is de periode tussen besluit en oplevering in
de regel minstens een jaar, meestal meerdere jaren.
Naast deze aanpak voor aardgasvrije wijken zijn woningcorporaties en warmteleveran-
ciers dicht bij een overeenkomst om veel bezit nabij het bestaande warmtenetwerk
aardgasvrij te maken. De planning voor deze zogenaamde ‘warmtemotor’ is om rond
10.000 woningen tot en met 2024 aardgasvrij te maken. Einde 2026 moeten dit er
25.000 zijn. Tot en met 2032 gaat het om 110.000 woningen.
Grofweg de helft van de dertig buurten zal naar verwachting uiteindelijk onderdeel wor-
den van de warmtemotor-afspraken. Het is nog niet bekend welke buurten de komende
vijf jaar vanuit de warmtemotor-afspraken aardgasvrij gemaakt worden. Zodoende is de
mate van overlap met de dertig eerder genoemde buurten in deze eerste periode nog
niet nader is te duiden.
3. Vindt het college, de cijfers (uit het antwoord op vraag 2) en de omstandigheden zoals
geschetst in o.a. de Volkskrant in overweging nemende, het nog altijd haalbaar (en be-
taalbaar) om in 2040 een aardgasvrije stad te realiseren? Zo ja, waarom verwacht het
college deze doelstelling te zullen halen? Zo nee, welke streefdatum zou volgens het
college realistisch(er) zijn?
Antwoord
Ja, het college acht dit haalbaar — maar makkelijk zal het niet zijn. Als we niet nu al be-
ginnen met tempo maken, weten we zeker dat 2040 niet haalbaar is — en 2050 waar-
schijnlijk ook niet. Het welslagen van de transitie is echter niet de verantwoordelijkheid
van alleen de gemeente. Alle betrokkenen dienen hun verantwoordelijkheid te nemen.
2 Op Sciencepark zijn vorig jaar bijna 725 studentenwoningen en een kinderdagverblijf aardgasvrij gemaakt.
Zij zijn aangesloten op een lokaal LT-warmtenet. Dit wordt gevoed met restwarmte van het datacentrum
van NIKHEF, UvA en DUWO dat op het Science Park ligt. De gemeente stelde hiervoor € 2,25 miljoen subsi-
die beschikbaar.
3 Nieuwbouwwoningen worden sowieso aardgasvrij opgeleverd; deze zullen we bij dit antwoord niet be-
trekken. Gezien de inleiding van uw vragen gaat het v om de transitie in bestaande bouw. Het Programma
Aardgasvrije Wijken is ook alleen voor bestaande bouw.
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nummer _SV65 Gemeenteraad
Datum 11 maart 2021 Schriftelijke vragen
Zo stemmen de te maken afspraken van de Warmtemotor en de vele enthousias-
te buurtinitiatieven hoopvol.
Echter, het moge duidelijk zijn dat gemeenten en andere partijen hulp nodig hebben van
het Rijk. Zowel financieel als in ondersteunende regelgeving. De noodzaak hier-
van onderstrepen wij voortdurend in Den Haag — alleen, in G4-verband, met de VNG of
samen met andere partners. Aangezien ook het Rijk gehouden is aan de afspraken uit
het Klimaatakkoord, gaan wij er van uit dat het voor de benodigde randvoorwaarden zal
zorgen.
Met de halfjaarlijkse vpdatebrieven over aardgasvrij zullen we u blijven informeren over
de voortgang van de transitie. Daarnaast ontvang u jaarlijks de Klimaatrapportage over
de uitvoering van de Routekaart Klimaatneutraal 2050. Hierin wordt aan de hand van
een aantal indicatoren gerapporteerd over de voortgang van het aardgasvrij maken van
de stad.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 438
Ingekomen op woensdag 22 april 2020
Behandeld op woensdag 22 april 2020
Status Verworpen via schriftelijke stemming op 28 april 2020
Onderwerp
Motie van het lid Kreuger inzake de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050
(gebruik middelen aardgasvrij voor tekorten door coronacrisis)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over een Nieuw Amsterdams Klimaat, Routekaart Amsterdam
Klimaatneutraal 2050 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 383)
Constaterende dat:
- het college voornemens is alle woningen van het aardgas af te halen;
-__ voor de financiering een klimaatfonds is ingesteld, waaraan jaarlijks 37,5 miljoen
euro wordt toegevoegd tot een totaal van 150 miljoen euro;
- het college verwacht in deze bestuursperiode van de 150 miljoen euro, 75 miljoen
euro daadwerkelijk uit te geven.
Overwegende dat:
- de coronacrisis en de economische gevolgen ervan naar schatting een gat van
280 miljoen euro op de begroting gaan opleveren;
- een groot deel van de voor aardgasvrij bestemde middelen nog niet zijn
uitgegeven;
-__hetloslaten van de aardgasvrij-ambities in deze bestuursperiode daardoor een
besparing van meer dan 100 miljoen euro zou kunnen opleveren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De aardgasvrij-ambities gedurende deze bestuursperiode te bevriezen, en de voor
deze ambitie bestemde middelen in te zetten voor het opvangen van eventuele
tekorten op de gemeentebegroting die zijn ontstaan als gevolg van de coronacrisis.
Het lid van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
1
| Motie | 1 | discard |
2% Gemeente Amsterdam
% Project Rode Loper
k pe TN 6 ep Bn, N bez gd
det, B An WE
je pn ee RN ee | Ee ee
B Es Sl R PS jé | | es = IEA Ns | N de —âf EL - mj eer ie ke NK 5 , eN:
EV 5 E LT En en Mn TA
A, dk ml Nn | OE
Re 5 | | n sl | TM, nn = ir EN
Zeh n - | i 5 H = | 5 E zl IK Ì Rae N LE 1 hi N er „ DN RN. Û fl s 4 18 fi Et
ee DN nnn REI Ene ID: an AMEN
(EP | ee dn rn | DU
KM - 1 Ì | | | TNT E EN: Ek | | LE et =F
Bet | UN ee LER | We, eni |
B TE lln like ee ERIN Bens leer! an mi ee Î u Î Es
EME à RE Re IE Dal 5 en
: ka T beat NT ke 5 [% E í RE et NS Sj DN 4 1 put NS
ED EAN EER hs NE (um jo K ne A ee zel
LRAD LEER INN ie Ze RE Ks an enn
5 Te Ee el ; 5 =
En nn ee À
___— Definitief ef Sf
es 5e Ee Te B en Si Er APT
AE Te NA.
TEE ie EL LA:
4 De zen
gr Ee EE LS
Samenvatting
Het project Rode Loper omvat de herinrichting de Vijzelstraat om dit probleem op te lossen. Bij de totstandkoming van het DO is overleg
van het bovengrondse tracé van de nieuwe Inmiddels was ook duidelijk geworden dat de gevoerd met de expertgroep (een groep van
metroverbinding van Noord naar Zuid (Noord/ haltes op de bruggen o.a. niet konden voldoen bewoners en ondernemers) Vijzelgebied.
Zuidlijn) en loopt vanaf het Damrak, via het aan de wettelijke eisen voor toegankelijkheid. De expertgroep steunt het ontwerp op een
Rokin, de Vijzelstraat en de Vijzelgracht, uitein- Daardoor moest ook worden gezocht naar een belangrijk punt niet. De halteligging blijft een
delijk via de Ferdinand Bolstraat tot aan de Van nieuwe locatie van de tramhaltes. punt van discussie.
Ostadestraat. Het onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot
Hier werken stadsdeel Centrum, stadsdeel twee nieuwe uitgangspunten voor het Definitief De inspraakperiode voor het concept DO was
Zuid en de centrale stad (Verkeer & Openbare Ontwerp (gemeenteraad 9 september 2015), te van 2 juni tot en met 13 juli 2016. De inspraak-
Ruimte, Metro en Tram en Ruimte & Duurzaam- weten: avond is op woensdagavond 15 juni gehouden
heid) samen in het project Rode Loper. e het meerijden van auto en tram in beide in de Bazel.
richtingen op de Vijzelstraat; De inspraakreacties zijn opgenomen in een
Voor u ligt het Definitief Ontwerp (DO) voor e het samenvoegen van de halte Muntplein reactienota. De inspraakreacties gaan vooral
de Vijzelstraat. Dit DO is een uitwerking van op het Rokin en de haltes op de bruggen in over de locatie van de tramhalte, het opstelvak
de vastgestelde Nota van Uitgangspunten de Vijzelstraat tot één halte, uitgevoerd als voor afslaand verkeer op de bruggen en de
Rode Loper (2009) en het Ontwerp Rode Loper versprongen haltepaar tussen het Muntplein fietsparkeervoorzieningen. Hiervan is de
met daarin o.a. het Voorlopig Ontwerp (VO) en de Herengracht. volgende wijziging in het DO opgenomen:
Vijzelstraat (vastgesteld in 2012). Tijdens de In het concept DO waren alle fietsvakken in
voorbereiding van dit DO zijn er belangrijke Naast deze nieuwe uitgangspunten zijn de het stuk tussen Herengracht en Keizersgracht
wijzigingen doorgevoerd in de uitgangspunten belangrijkste wijzigingen in het DO ten opzichte gesitueerd aan de westzijde voor de Bazel.
voor de Vijzelstraat. In het VO werd er van van het VO uit 2012: Een aantal reacties vroeg om minder fietsen
uitgegaan dat de sporen in de Vijzelstraat naar e De Vijzelstraat wordt getypeerd als een voor de Bazel te plaatsen, met name ter hoogte
het westen zouden worden opgeschoven om gebiedsontsluitingsweg waar maximaal 30 van het café. Daarom is gezocht naar een plek
meer ruimte te maken voor de trottoirs aan kilometer per uur mag worden gereden. Dit aan de oostzijde voor een deel van deze fietsen.
de oostzijde. Bij het spoorontwerp voor het was 50 kilometer per uur; In het DO is deze nieuwe verdeling gemaakt.
Muntplein heeft de brandweer aangegeven dat e Kruispunten op de grachten krijgen een apart Het DO zal samen met de Nota van
hierdoor bij het hotel Carlton en bij gebouw opstelvak voor linksafslaand verkeer. Alleen de _ Uitgangspunten over de aanpak van de
Prins & Keizer onvoldoende opstelruimte Kerkstraat (conform VO) en zuidzijde Prinsen- bruggen in de Vijzelstraat naar verwachting in
bij calamiteiten zou overblijven. Het college gracht wordt met verkeerslichten geregeld. het voorjaar van 2017 door de gemeenteraad
heeft daarom besloten de sporen niet naar de De andere kruispunten worden standaard worden vastgesteld. De beoogde start van de
westzijde op te schuiven maar op hun huidige voorbereid op eventuele verkeerslichten. uitvoering van de Vijzelstraat is gepland vanaf
plek te handhaven. De gemeenteraad heeft e De fietsstroken worden 2.10 meter breed in medio 2019.
verzocht naar mogelijkheden te zoeken voor plaats van 1.80 meter.
Samenvatting
Inhoud
1 Inleiding 5
2 Definitief Ontwerp 11
3 Beheer en techniek 30
4 Financiën 32
5 Hoe verder 34
Bijlage 1 Terrassenplan 36
Inhoud
1 Inleiding
Het project Rode Loper gaat over de ° e e
Pros per - Besluitvorming Inspraakreacties op
herinrichting van het bovengrondse tracé van
de Noord/Zuidlijn en loopt vanaf het Damrak, In 2003 nam stadsdeel Centrum het initiatief ee
cen oop 7 het VO Vijzelstraat
het Beursgebied, via het Rokin en de Oude voor de Rode Loper met een startnotitie.
Turfmarkt, de Doelensluis en Muntplein, De Nota van Uitgangspunten (NvU) is De reacties tijdens de inspraak over het Voorlo-
de Vijzelstraat, de Vijzelgracht, de Nieuwe op 29 oktober 2009 vastgesteld door de pig Ontwerp Vijzelstraat in het Ontwerp Rode
Vijzelstraat en de Ferdinand Bolstraat. De Dam stadsdeelraad Centrum en op 18 november Loper zijn gebundeld en beantwoord in de reac-
en het Weteringcircuit horen niet bij het project. 2009 door de gemeenteraad. De NvU is tienota Ontwerp Rode Loper, september 2011.
uitgewerkt in het Ontwerp Rode Loper dat Voor de uitwerking van het Definitief Ontwerp
Het Definitief Ontwerp (DO) Vijzelstraat betreft op 21 februari 2012 is vastgesteld door van de Vijzelstraat zijn de volgende reacties van
het gebied tussen Muntplein en Vijzelgracht. de deelraad en op 14 maart 2012 door de belang.
gemeenteraad. Het Voorlopig Ontwerp (VO)
De ambities van de Rode Loper reiken Vijzelstraat maakte hier onderdeel van uit. e Gevraagd: Meer voetgangersruimte, onder
verder dan alleen een nieuwe inrichting van Bij het opstellen van dit DO is teruggekeken andere door tramhaltes op de bruggen in de
het maaiveld. In het project worden nieuwe naar de inspraakreacties voorafgaand aan de Vijzelstraat, kortere tramhaltes en mogelijk
accenten gelegd in de afweging tussen de vaststelling van het Ontwerp Rode Loper (2012) eenrichtingsverkeer.
gebruikers. Centraal staat meer ruimte voor de en naar aanvullende besluitvorming die na Voor de Vijzelstraat is op initiatief van de
voetganger en voor de fiets. vaststelling van het VO heeft plaatsgevonden. Vereniging Vrienden van de Vijzelstraat en Vij-
Dit heeft de basis gevormd voor de uitwerking zelgracht (V5) en in opdracht van het dagelijks
van het DO. bestuur van stadsdeel Centrum en het college
van Burgemeester en Wethouders onderzocht
DD
8
S
5
G z
à 8
Muntplein Vijzelstraat
kT ee een gn een
\ _ 5 5
\ Ü 2
\ 5
_ À
| 8
Figuur 1. Plattegrond met straatnamen.
of er meer voetgangersruimte kan worden bomen. vullende maatregelen nodig zoals verkeers-
gecreëerd in de straat door de tramhaltes op Voorstel DO: Doordat de tram en het autover- lichten of steunpunten voor de voetganger.
de bruggen te concentreren. Opdracht aan keer samenrijden is het mogelijk op de fiets- Op de bruggen ontstaan steunpunten door de
het project was om deze haltes in het Defi- stroken klinkers toe te passen en neemt het opstelvakken voor afslaand verkeer waardoor
nitief Ontwerp goed uit te werken, waarna aandeel asfalt flink af. Het plaatsen van extra voetgangers in tweeën kunnen oversteken.
definitieve besluitvorming zal plaatsvinden. bomen is onderzocht. Dit blijkt niet mogelijk Alleen bij de Kerkstraat en bij de zuidzijde
Voorstel DO: Tijdens de uitwerking van de vanwege de dichtbekabelde ondergrond. van de Prinsengracht is hier geen ruimte voor.
bruggen voor het DO is duidelijk geworden Dat blijven dus met verkeerslichten geregelde
dat toegankelijke haltes (wettelijk verplicht) op e Gevraagd: Een uitwerking van de geleide- oversteken. Aan de noordzijde van de Re-
deze bruggen niet mogelijk zijn. Bovendien lijnen op de Vijzelstraat. guliersdwarsstraat komt een zebra van band
is het met haltes voor vrachtverkeer van de Voorstel DO: Er zijn geleidelijnen opgenomen tot band (over de kop van de tramhalte voor
grachten niet mogelijk om zonder problemen in overleg met de stadsergonoom. Carlton) en een zebra tussen het oostelijk trot-
de Vijzelstraat op te draaien: de fietsstroken toir en de tramhalte voor Albus. Deze zebra's
(geheel) en de trottoirs (gedeeltelijk) worden e Gevraagd: Gecombineerde flexplekken voor krijgen geen verkeersregeling.
door draaiende vrachtwagens overreden laad- en losverkeer, fietsvakken en terrassen. in het Reglement Verkeersregels en Verkeer-
waardoor de verkeersveiligheid in het geding Voorstel DO: Er is gekozen voor gecombineer- stekens is bepaald dat een zebrapad bestaat
komt. de vakken voor laden en lossen en als cala- uit witte strepen. Een roze zebrapad is dus
Daarom heeft de gemeenteraad op 9 sep- miteitenopstelplek voor de brandweer. Het niet toegestaan.
tember 2015 voor het concept DO nieuwe combineren met fietsparkeren is niet werkbaar
uitgangspunten vastgesteld die leiden tot an- voor de brandweer. Voor fietsparkeren worden
dere haltelocaties (een versprongen haltepaar eigen vakken gemaakt. Terrassen bevinden
tussen Muntplein en Herengracht). Daarbij zich aan de gevels en lenen zich niet voor een Aanvullende
wordt er uitgegaan van een tramhalte met de combinatie van functies. Waar terrassen zijn, . .
opstellengte voor één tram i.p.v. twee trams. komen geen fietsvakken. besluitvorming
Dit mede met het oog op de Lijnennetvisie van Meerijden auto bij tram en locatie tram-
de Stadsregio Amsterdam (21 mei 2015) en e Gevraagd: Verwijder niet alle oversteekplaat- haltes
het nieuwe Vervoerplan van GVB die uitgaan sen en verkeerslichten en voeg een roze In het VO werd er van uitgegaan dat de tram-
van één tramlijn via de route Vijzelstraat-Vijzel- zebra bij de Reguliersdwarsstraat in het plan sporen ruim een meter naar het westen zouden
gracht. Door de keuze voor meerijden van auto toe. worden opgeschoven om meer ruimte te maken
en tram leiden de nieuwe uitgangspunten tot Voorstel DO: In het DO zijn alle kruispunten voor de trottoirs aan de oostzijde. In het kader
meer ruimte op de trottoirs. uitgebreid onderzocht. De oversteekbaar- van het spoorontwerp voor het Muntplein
heid van de Vijzelstraat is verbeterd doordat heeft de brandweer aangegeven dat hierdoor
e Gevraagd: Meer allure voor de Vijzelstraat de zogenaamde rijloper smaller is geworden bij hotel Carlton en bij gebouw Prins & Keizer
bijvoorbeeld door het gebruik van klinkers omdat auto en tram nu in beide richtingen (Duintjer) onvoldoende opstelruimte bij calami-
in plaats van asfalt en door het plaatsen van samen rijden. Op de kruispunten zijn wel aan- teiten zou overblijven. Het college heeft daarom
PÂ Inleiding
| 5 6 NK S | | NS BN N ; 7 PV pi 5 B
ne le | S B. ij AA Ip =d y ( EL
EC $ ne Á EE OP ,
n Rss a Nd Í L CRT B OR Vd
Tam | N Ì ed MW ,
| : ET à. A | ei ï p a
if $ | kie ne 8 a: $
We | | Et 2 = Padd ET Tr
E ml EE ERE ERE IE Eed EE / (ij | 1/4 NIER
s Sr eha CL Í EEPEEJEELEELELDEEPELREL) Jo # it ed hae
[| __ : î zn PE | Ï FREE EET EE EE ERER 105 7 Ë ' Ô $ 4 ea í
| er Be Ee | GEENEN SEEN EN BNER Dj Sn … Ì B ek B Î
| 3 EE Wi, BEN EE DE Ar oee Jen Ui z ici ie ‘er Hi : d 7 il f
L EN en EEEN EE EER EREEREE ji ET vs TT
3 Í| | Ì en Kell ERED U BEG DENS A rn N Í PE CN Ee ZN | ij | N Î ne
el sad | Drei a Sabe IES) u se 3 4 a E Hi En bn = Ee Ni Ë f if E ú / Bi mm ij el Ai Vecta E Ï Ws ES Û u
i ze oen al 5 en ME — zi dn EE Sf B hit Si : en. an ESE kr me 5
Er SN er NL
É EE HE A me Ee
a an rien oe Rol) A), ' in. J8 f
En prol al, A NE in
it RE AE zin Te: à ar dr 5 TT E | ! Rn
La pd Ps E a == WE Z Í - DN Hi 8 sE 4
b _n ze ES EEn Na |
Ei E Dn ë 5 je E | Ei |
| d et TEEVEN u RS | À
E E à Le NEN EAN | |
4 Pre | Wd
id KR Deed ELIEN F3
bns Va A EN E Nn 5 ,
N „ DN S hd E hi î
Net kh 8 aaf
Ke Kd h de N AS
En | ! 5 }
é on - NS
ra | h
Figuur 2: impressie |
EN Inleiding
op 18 november 2014 besloten de sporen niet onderzoek in de binnenstad is door het college o Flan et ETEN,
naar de westzijde op te schuiven, maar op hun van B&W d.d. 10 november 2015 besloten tot B A 8 Meen, RE ï
huidige plek te handhaven. De gemeenteraad uitgebreide verkeersmaatregelen in de omge- Ò ben 7 ER WR
heeft verzocht te zoeken naar oplossingen voor ving van de Munt. Uitgangspunt is dat tussen & an 5 ein jn
de Vijzelstraat om dit probleem op te lossen. Muntplein en Reguliersdwarsstraat geen requ- 5 archief f :
Inmiddels was ook duidelijk geworden dat de lier autoverkeer meer is toegestaan. Alleen het _M “sana 3
haltes op de bruggen o.a. niet konden voldoen verkeer uit de parkeergarage Kalvertoren aan LE ie ri
aan de wettelijke eisen voor toegankelijkheid. het Singel, mag in zuidelijke richting afrijden en 2 er
Daardoor moest eveneens worden gezocht naar laad- en losverkeer mag tussen 7.00 en 11.00 f 5 3
een nieuwe locatie van de tramhaltes. uur in beide richtingen rijden. Mamas, E ijn fa
Na uitgebreid onderzoek heeft de gemeente- je EEn
raad op 9 september 2015 ingestemd met twee 5 enk = pane
nieuwe uitgangspunten voor het DO, te weten: Figuur 3. Bruggen Vijzelstraat
e het meerijden van auto en tram in beide rich- e
tingen op de Vijzelstraat; Renovatie bruggen Herengracht, alvast kon worden aangelegd in
e het samenvoegen van de halte Muntplein In de Vijzelstraat liggen drie bruggen. Brug 70 afwachting op de aanpak van de bruggen. Hier-
op het Rokin en de haltes op de bruggen in over de Prinsengracht, brug 41 over de Keizers- voor zou het tijdelijk worden aangesloten op de
de Vijzelstraat tot één halte, uitgevoerd als gracht en brug 30 over de Herengracht. huidige situatie van de Herengrachtbrug. Inmid-
versprongen haltepaar tussen het Muntplein Eind 2015 bleek dat de bruggen in slechte dels is bekend dat maaiveld met bijbehorende
en de Herengracht. staat zijn. In 2016 is hier nader onderzoek naar kabels en leidingen en tramsporen zodanig
gedaan. Het betreft een complexe opgave. De verweven is dat een tijdelijke aansluiting onwen-
Eenrichtingsverkeer in noordelijke rich- bruggen over de Herengracht en Keizersgracht selijk is i.v.m. extra overlast en kosten.
ting tussen Muntplein en Herengracht zijn rijksmonumenten en de aanwezigheid van Daarnaast is ook bekend geworden dat de brug
Daarnaast is bij de vaststelling van het Definitief de tunnelbuis van de Noord/Zuidlijn brengt over de Keizersgracht in één keer moet worden
Ontwerp voor het Muntplein door de gemeen- bijzondere eisen met zich mee. Inmiddels zijn vervangen. Tram en auto worden gedurende
teraad op 22 april 2015 besloten om geen diverse onderzoeken uitgevoerd naar de techni- een bepaalde periode dan volledig gestremd.
autoverkeer vanaf het Muntplein in zuidelijke sche staat van de bruggen. Hieruit blijkt dat de Deze periode kan worden benut om ook brug
richting op de Vijzelstraat meer toe te laten. oostelijke helft van brug 30 en de gehele brug 30, het brugdek van brug 70 en een deel van
Op de Vijzelstraat zouden automobilisten nog 41 vernieuwd moeten worden. Brug 70 heeft het maaiveld te vervangen. Deze aanpak heeft
wel vanaf zuidelijke richting op de Vijzelstraat een nieuw brugdek nodig. grote impact op de omgeving. Daar staat te-
door kunnen rijden naar het Rokin. Naast deze technische onderzoeken is er ook genover dat het in 2,5 jaar helemaal klaar is. Dit
onderzocht op welke manier de bruggen, al dan is het snelst mogelijke scenario. Met de moge-
Afsluiting autoverkeer tussen Muntplein niet in combinatie met het maaiveld, kunnen lijkheid om tijdelijke bruggen voor langzaam
en Reguliersdwarsstraat worden aangepakt. Hierbij is o.a. gekeken of verkeer aan te leggen, kunnen voetgangers,
Als gevolg van het zogenaamde Kenteken- een deel van het maaiveld, tussen Muntplein en fietsers en nood- en hulpdiensten gewoon over
Inleiding
de Vijzelstraat lopen, fietsen en rijden. Verkeer Een aantal van deze maatregelen raakt het Muntplein. De resultaten worden gemonitord en
tussen oost en west behoudt ook doorgang. De gebruik van het ontwerp van de Vijzelstraat. Al- vervolgens vindt aparte besluitvorming plaats over
tram mag maximaal 1 jaar gestremd worden. lereerst werd bij de vaststelling van het Definitief een eventuele nachtelijke ontheffing voor taxi's.
Alle uitgangspunten voor de aanpak van de Ontwerp voor het Muntplein door de gemeen-
bruggen zijn opgenomen in een Nota van teraad op 22 april 2015 besloten tot eenrich-
Uitgangspunten (NVU). De Concept NvU is op tingsverkeer in noordelijke richting. Participatie en
12 juli 2016 door het college vrijgegeven ter Nu wordt autoverkeer tussen Reguliersdwars-
consultatie. De definitieve NvU met bijbeho- straat en Muntplein in beide richtingen niet inspraak
rende uitgangspunten Bereikbaarheid, Leefbaar- toegestaan (met uitzondering van laden en los-
heid en Veiligheid wordt gelijktijdig met dit DO sen en verkeer uit de garage Kalvertoren). Au- Voor de uitwerking van het Voorlopig Ontwerp
ter besluitvorming voorgelegd. Daarna zal voor toverkeer dat in noordelijke richting rijdt moet Vijzelgracht en Vijzelstraat in een Definitief Ont-
maaiveld en bruggen een gezamenlijk uitvoe- verplicht links- of rechtsaf bij de Reguliersdwars- werp is een expertgroep opgericht met onder-
ringsbesluit worden voorbereid. Naar verwach- straat. Touringcars zijn niet meer toegestaan op nemers en bewoners. Het ontwerptraject is in
ting neemt de gemeenteraad dit besluit eind de Vijzelgracht en Vijzelstraat. Vrachtwagens eerste instantie gezamenlijk gestart, maar door
2017. De renovatie van de bruggen valt sinds 12 groter dan 10 meter mogen alleen nog gedu- het opsplitsen van de ontwerptrajecten voor
juli 2016 onder de scope van de Rode Loper. rende venstertijden de Vijzelgracht en - straat Vijzelgracht en Vijzelstraat gesplitst. Voor de
oprijden. Buiten de venstertijden is de Munt Vijzelgracht heeft de gemeenteraad ingestemd
afgesloten en is deze route voor deze vrachtwa- met het uitvoeringsbesluit op 9 maart 2016.
gens doodlopend en dus ongewenst.
Verkeersmaatregelen Daarnaast mag autoverkeer vanaf de Blauwbrug Op 17 mei 2016 heeft het college van B&W
e niet meer linksaf slaan. Aan de hand van simula- het concept DO Vijzelstraat vrijgegeven voor
Omgeving Munt (VOM) ties gebaseerd op tellingen waarbij het Munt- inspraak. Het concept DO heeft ter inzage gele-
Op 22 juni 2016 heeft de gemeenteraad beslo- plein door werkzaamheden was afgesloten en gen van 2 juni t/m 13 juli 2016.
ten tot verdergaande verkeersmaatregelen in uit het Kentekenonderzoek blijkt dat de verkeer-
de omgeving van de Munt. Uitgangspunt is dat sintensiteit over de grachten daarmee afneemt. Voor de Vijzelstraat is een Terrassenplan op-
automobilisten vanaf de Vijzelstraat niet meer gesteld. Dit plan heeft gelijktijdig ter inzage
over het Muntplein door kunnen rijden richting De verkeersmaatregelen zijn in het najaar van gelegen maar maakt geen deel uit van de
Rokin. De maatregelen betreffen zeer beperkt 2016 ingevoerd. Na invoering wordt gedurende besluitvorming over dit DO. Het besluit over het
autoverkeer vanaf de Singel (parkeergarage een jaar gemonitord. De gemeenteraad zal eind Terrassenplan is genomen door de voorzitter van
Kalvertoren) via het Muntplein over de trambaan 2017 een besluit nemen over de evaluatie van het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum.
in zuidelijke richting. Vanuit de Vijzelstraat tussen de monitoringsresultaten.
Reguliersdwarsstraat en Muntplein (in noorde- Voor de taxi's zal een proef plaatsvinden. De eer- Na afloop van de inspraakperiode zijn de in-
lijke richting) is geen autoverkeer meer mogelijk. _ ste zes weken na invoering mogen ze niet door- spraakreacties verwerkt in een reactienota, die
Uitzondering geldt voor laad- en losverkeer rijden. In de zes weken daaropvolgend mogen ze met dit DO ter advisering wordt voorgelegd aan
tijdens venstertijden van 07.00 - 11.00 uur in op uitgaansnachten tussen 00.00-06.00 vanaf de het algemeen bestuur van stadsdeel Centrum en
beide richtingen. Vijzelstraat (over de trambaan) doorrijden over het ter vaststelling aan de gemeenteraad.
MI] Inleiding
2 Definitief Ontwerp
le _J <
| } ea (2 Dn o 0
/ < n Ts H 5 H HS
En IS Ne
| ES TN & |
/ > Sj Ö U
È "5 a 4 B |P
an …Ô In }
n/i € ij
| KI N d dl 5 | 5
S mn ME Ef |
| 1 ff Ì _f en
a 5 Ag Nd
B \ € A ET :
Û = a zi
be Lb z= ®/ |
L ‚ D { E \ E | O0 Ì
\ K N k : 4 In E
p a | À [| [|
KI je TO dn |
KAN 5 OK 1 EE
0 _Ä mm Et 0
En d | Pd} |
rel _ Gl © »
ee = Lol |
m ol 5m | vo
| ze o \ Ë | 5 L : PC
or \ == 2 5 5 d ak nl í zoo Plangrens
IT © ä “ ms IT 0 Te
gÛ 3 Ö ° ie ST N 0 & | 0 mm
8 Gj <t TT Ee Lu { | lo mm ene
Ei E 5 hel BS
aL ES Dl oke) He |
et fY Io HN oo LL EZ etwersten
ä EN DO Hi | SS ® \ 82 L&L / Opstelplaats brand:
D ol b 65 NN Z TN BAR.
ä ad ee a \/ ml Lw B} | rag L__ | Obstakelvrij voor hulpdiensten
° Ki Ú MC bi 4 5} fee P |
— N mn Ll L&L en taxi
en ui pb Z ie
_ P 2 u .
7 LW Ò En nd He aa m8 Fetwak É
s Ava | 0 EN a lijn H 8
o 7 LD 3 SN Hi | 10 Hetsnielje: 5
= | 5 | N \N Dj | Nieuwe fielsnietjes Ë
| = = | | | | | \ A o R | Fletstegel, 60x60 cm E
El Ee roo ë
° 4 Ï T n 7 i Fe L We H | | « verkeerslicht Ë
- 1o \ d ASS: ü
5 = D E 2 J | | . Afvalbakken 5
En st Eel ë
À___ dd ne Es u Kann ele) z letur en plantenbak Ë
| mk Ui
, s
nn LS á Ait DE | me Reenen |
EN EE { = Ei — nm E n P 0 M=, E CN enn EN ‘ype “BL Ë
LZ nemen mmm ne ed $
nn nnn Versser mooste amaein |
eN u E a L_ El en == E _ nn dl rn zi ij ii ij NN Terrassen: huidige vergunning Ë
en enen nne II ii ï 3
m | | Ë
7 o 5
5
= A ë
sl Li mn °
5 | &
= 5 | i Lê
2 m Een | á
Ü IJ | | | Ë
| D Ee | | |:
Ce Û lj E
N | (HO | dt
H EE ade
hel JE BER | El, Rode Loper/ Vijzelstraat è
SH SEN | EN :
Lj | - poa _ [DO Plankaart |
k 3 S ee | <5 | o B
@ en | TT Te Variant Ë
: B LS sh ili |
: E 1805205 [ro |.
Geplot door : NLCS-standaard Datum plot : 12-12-2016
2.1 Wijzigingen ten opzichte van het
en Rokin toe te passen. Daarom wordt gekozen
e voor het bolarmatuur, net als op de Vijzelgracht
Voorlopig Ontwerp en de Ferdinand Bolstraat. Dit bolarmatuur kan
aan één spankabel worden opgehangen, op
Ten opzichte van het Voorlopig Ontwerp (VO) de Vijzelstraat niet worden geregeld met ver- ongeveer 9 meter hoogte.
van 2012 is een aantal zaken gewijzigd. keerslichten. Conform VO worden zijstraten en
e Auto en tram rijden tussen Muntplein en —grachten voorzien van een in-/uitritconstruc-
Herengracht niet alleen in zuidelijke richting tie. Uitzondering vormt de kruising zuidzijde Advies expertgroep over de
(conform VO) maar ook in noordelijke richting Prinsengracht (een wijziging t.o.v. het VO) en wegindeling en snelheid
met elkaar mee. Hierdoor ontstaat er aan de de kruising Kerkstraat (conform VO). Op deze De expertgroep is van mening dat de
oostzijde van de straat meer voetgangersruim- kruispunten zijn verkeerslichten noodzakelijk. ruimte voor de tram in verhouding moet
te zonder het spoor naar het westen te hoeven Hierdoor moet de voorrangssituatie worden zijn met de intensiteit van het gebruik per
schuiven (zoals in het VO was opgenomen). geregeld met haaientanden. type verkeersdeelnemer. De Vijzelstraat
e De Vijzelstraat wordt getypeerd als een e In dit DO zijn fietsstroken opgenomen met een is een drukke doorgaande fietsroute, het
gebiedsontsluitingsweg waar maximaal 30 breedte van 2.10 meter. Achter de tramhalte aantal fietsers neemt nog steeds toe. Ook
kilometer per uur mag worden gereden. In het stad-in is dit een fietspad van 2.10 meter. het aantal voetgangers blijft toenemen in
VO was nog sprake van een snelheid van 50 Achter de tramhalte stad-uit is dit een fietspad deze winkelstraat. De komst van de Noord/
kilometer per uur. van 2 meter. Hiermee zijn de fietsstroken vrijwel Zuidlijn, maar ook andere ontwikkelingen,
e De tramhaltes Vijzelstraat worden uitgevoerd overal 30 centimeter breder geworden ten zorgen ervoor dat er meer en meer
als versprongen haltepaar tussen Muntplein en opzichte van het VO. voetgangers komen. Aan de winkelzijde is
Herengracht met een opstellengte voor één e Met het samen rijden van auto en tram is het het trottoir al niet breed genoeg, terwijl er
tram in plaats van twee trams (besluit ge- mogelijk het aandeel asfalt op de Vijzelstraat straks meer mensen zullen lopen. De snelle
meenteraad 9 september 2015). In het VO was aanzienlijk te verminderen. In het VO waren metroverbinding onder de grond wordt
sprake van een halte op de brug Herengracht fietsstroken, rijweg en trambaan uitgevoerd in in de toekomst bovengronds aangevuld
(stad-uit) en een halte op de brug Keizers- zwart asfalt. Nu wordt voorgesteld de fietsstro- met één tramlijn over de Vijzelstraat. De
gracht (stad-in). ken en de opstelvakken voor afslaand verkeer effectieve ruimte voor het OV op straat mag
e Door de vastgestelde Verkeersmaatregelen op de bruggen uit te voeren in rode klinkers, dus minder. Ook het stedelijk beleid geeft
omgeving Munt is er geen autoverkeer tussen net als elders op de Rode Loper. Samen met de prioriteitsvolgorde aan: voetganger, fiets, OV,
Muntplein en Reguliersdwarsstraat mogelijk bredere stoep en de smallere rijloper voor auto auto. Daarom een profiel dat ruimte biedt
met uitzondering van laad- en losverkeer tij- en tram, leidt dit tot een aanzienlijke kwaliteits- voor een bredere stoep en voldoende ruimte
dens venstertijden en het garageverkeer vanuit verbetering. voor de fiets.
de parkeergarage Kalvertoren. e Het verlichtingsplan is aangepast. Een aantal De expertgroep adviseert om deze redenen
e Op basis van de laatste verkeersgegevens van de panden aan de oostzijde is te laag om te kiezen voor een wegindeling met
wordt er nu van uitgegaan dat de kruisingen in de eerder voorgestelde armaturen van Damrak enkelspoor of strengelspoor voor de tram
MED Definitief Ontwerp
en het samen rijden van auto met fiets óf het VARIANT A
meerijden van auto op de trambaan waarbij Munt Pathé Heren Keizers Kerkstraat Prinsen Vijzelgracht
I a a a
H — — — == Des
De expertgroep adviseert een snelheid van Il b b b
. He ee ns "ZZ nae al
30 kilometer per uur. Hi Ze
Ze Ze Ze
Cc C C
Wijze van verwerken in DO: —= == ==
In het DO rijdt de auto mee op de trambaan 5
waardoor extra ruimte ontstaat voor fiets en S — Z
voetganger.
8 e ee e ae
In het DO wordt uitgegaan van een er En er
maximum snelheid van 30 kilometer per uur.
f f f
e Figuur SA: Analyeschema kruispuntvarianten meerijden auto en tram
2.2 Verkeerskundige
ontwerptoelichting
Ten behoeve van dit DO is veel aanvullend VARIANT B
onderzoek verricht. In bijgevoegde figuur Munt Pathé Heren Keizers Kerkstraat Prinsen Vijzelgracht
I a a a
staat schematisch weergegeven welke En EN | nc _— med _— TZ _ =H
. ‚ n — — — == =H
samenhangende oplossingen voor wegprofiel - - -
(meerijden auto en tram of strengelspoor), mi bi b ba
haltelocaties en de kruispunten allemaal bekeken jen S= — —
zijn voor de Vijzelstraat. mm — mm
Figuur 5B: Analyseschema kruispuntvarianten strengelspoor
MEN Definitief Ontwerp
Meerijden doorstroming van verkeer vanaf de grachten. niet met verkeerslichten geregeld te worden.
Op basis van dit onderzoek is gekozen voor Per kruispunt is daarom onderzocht of een Dit geldt ook voor het kruispunt Vijzelstraat-
meerijden van auto en tram. Meerijden van verkeerslicht wel of niet nodig is. Conclusie is dat Prinsengracht noordzijde.
auto en tram kan zowel in een situatie met verkeerslichten niet nodig zijn. Voorwaarde is dat De kruising Vijzelstraat-Herengracht is
kruispunten met verkeerslichten als kruispunten voetgangers veilig kunnen oversteken. het lastigste te beoordelen. Vanuit het
zonder verkeerslichten in de Vijzelstraat. Met steunpunten voor voetgangers is over het project Verkeersmaatregelen Omgeving
algemeen een verkeerslicht niet nodig. Op de Muntplein is besloten het stuk Vijzelstraat
Indeling kruispunten kruising Vijzelstraat-Prinsengracht is aan de tussen Reguliersdwarsstraat en Muntplein
Onderzoek en simulaties laten zien dat de zuidzijde geen mogelijkheid om steunpunten autovrij te maken m.u.v. laad- en losverkeer
Vijzelstraat zowel nu als in de toekomst te voor voetgangers te maken. Deze wordt en autoverkeer uit de garage Kalvertoren
druk is om te volstaan met kruisingen zonder daarom met een verkeerslicht geregeld. Ook aan het Singel. Er zijn vervolgens simulaties
afslagvakken (zoals eerder in het VO was de kruising Vijzelstraat-Kerkstraat wordt (net als uitgevoerd op basis van tellingen die zijn
voorgesteld). Het gaat dan met name om nu) met verkeerslichten geregeld omdat hier gehouden tijdens werkzaamheden waarbij
autoverkeer richting het noorden dat linksaf geen steunpunten mogelijk zijn. De kruising ook geen autoverkeer tussen Vijzelstraat en
naar een van de grachten wil. Er is vervolgens Vijzelstraat-Keizersgracht hoeft (net als nu) Muntplein mogelijk was. Hier zijn de gegevens
gezocht naar een oplossing waarbij sprake is van
zo min mogelijk ruimtebeslag van auto en tram.
Dit kan door de tramsporen te laten uitbuigen zm 4 Re xX — ä
op de bruggen en in het midden ruimte te TT ’ z - |
houden voor afslagvakken voor linksafslaand | | o _ 4 En kh |
verkeer. Tram en overig autoverkeer kan zo Ö ja
doorrijden. Door het afslagvak ontstaat tevens ne À___ __Â Oa n
ruimte voor steunpunten voor voetgangers op
de plek waar de sporen uitbuigen. De gekozen E en
kruispuntindeling kan zowel met als zonder 5 5 0
verkeerslichten goed functioneren. EN
a nen ne | rt
Onderzoek verkeerslichten
Voor de doorstroming van al het verkeer op DON zE — _
de Vijzelstraat is het prettig zo min mogelijk mi ie mm
kruispunten met verkeerslichten te regelen. | o |
Verkeer op de Vijzelstraat heeft dan immers 5 Dj
voorrang. Dat kan wel ten koste gaan van de . | u En
van het Kentekenonderzoek in meegenomen. Advies expertgroep over kruispunten Wijze van verwerken in DO:
Belangrijkste conclusie is dat het kruispunt De expertgroep vindt dat de Op basis van de nieuwe tellingen en de
Herengracht niet met verkeerslichten geregeld kruispuntindeling vanuit het belang van gegevens van het Kentekenonderzoek,
hoeft te worden. Mocht in de toekomst de voetganger moet worden gemaakt. is opnieuw onderzocht of het opstelvak
alsnog blijken dat het wel nodig is, dan kan Een kruispunt met een opstelvak van 5 voor afslaand verkeer noodzakelijk blijft
de kruising alsnog verkeerslichten krijgen. Alle meter breed gaat teveel ten koste van na invoering van de Verkeersmaatregelen
kruispunten worden namelijk standaard met de trottoirbreedte op de hoeken. De Omgeving Munt en of deze extra ruimte
mantelbuizen voorbereid op een mogelijke expertgroep vraagt zich ook af of met deze moet bieden aan overstekend autoverkeer
verkeersregelinstallatie. kruispuntindeling vrachtverkeer wel de bocht van gracht naar gracht (of van gracht naar
naar de grachten toe kan maken. straat in zuidelijke richting).
De kruising met de Reguliersdwarstraat is en De meerderheid adviseert een kruispunt De verkeersintensiteit neemt af waardoor
blijft zonder verkeerslichten. zonder afslagvak (al dan niet geregeld). een verkeersregelinstallatie niet noodzakelijk
Daarnaast is de wens de stoep over de hele blijkt op de genoemde kruispunten. Wel blijft
Voetgangers Vijzelstraat zo recht mogelijk te houden, dat het noodzakelijk om een veilige oversteek
Alle ongeregelde kruispunten krijgen een in-/ brengt rust. voor voetgangers te maken door middel
uitritconstructie waarbij het verhoogde trottoir De expertgroep vindt de uiteindelijke keuze van een steunpunt. Daarnaast blijft een
doorloopt over de zijstraat en afslaand (auto-) voor een kruispuntindeling met opstelvak opstelvak voor linksafslaand verkeer nodig
verkeer het verhoogde trottoir oversteekt. Voor van 3 meter breed en in-uitritconstructies voor de doorstroming. Deze past tussen de
de voetganger komen bij de kruispunten zonder naar de grachten een grote verbetering steunpunten.
verkeerslichten steunpunten, zodat in twee keer ten opzichte van een kruispunt met een Door de Verkeersmaatregelen Omgeving
kan worden overgestoken. Deze worden niet opstelvak van 5 meter. Met name de in-/ Muntplein blijkt minder autoverkeer over de
uitgevoerd met zebramarkering. uitritconstructies met doorlopende stoep grachten te rijden. Daardoor is extra ruimte
Ten noorden van de Reguliersdwarsstraat bieden veel extra voetgangersruimte. Vanuit voor overstekend autoverkeer niet nodig en
komt een zebra van band tot band (zonder de expertgroep blijft wel twijfel over de kan het opstelvak worden versmald naar 3
verkeerslichten) die daarmee in een oversteek noodzaak van steunpunten en een afslagvak. meter breed. Daarmee worden de stoepen
tussen beide tramhaltes voorziet. Vanaf beide De expertgroep stemt volledig in met breder. Daarbij is het met kruispunten
zijden is ook een zebra voorzien tussen trottoir het handhaven van verkeerslichten bij het zonder regeling mogelijk te kiezen voor
en tramhalte over het fietspad. kruispunt Kerkstraat/Vijzelstraat. Dit is een in-/uitritconstructies waarbij de stoep over
druk en onoverzichtelijk kruispunt. de grachten doorloopt. Hiermee neemt
de ruimte voor de voetganger aanzienlijk
toe. Bij het kruispunt met de Kerkstraat
en de zuidzijde Prinsengracht blijft een
verkeerslicht noodzakelijk.
MPA Definitief Ontwerp
Op 9 september 2015 heeft de gemeenteraad a Sn di B en
ingestemd met het realiseren van een En Be En en a
versprongen haltepaar tussen Muntplein Ea Se in Heen a
en Herengracht. Vanwege de eisen die nn Sn in Bn ee
de brandweer stelt aan de benodigde ee Sn SE Eed a
calamiteitenopstelplekken is de halte in nauw en En ie B ed
ontworpen. Voor de calamiteitenplekken wordt En nn En an
de halte ter plekke verlaagd uitgevoerd. De el Sn en B a
haltes worden verder aangelegd conform het ne Se Ee Ee nn
Programma van Eisen haltetoegankelijkheid. Dit | Sen En Be On Dd
betekent o.a. dat de haltes 24 cm hoog worden. | IE en nee Ë
De haltes krijgen een lengte van één tram. nn een En end
Advies expertgroep over locaties Zowel fietsers als laad- en losverkeer hebben Ten eerste zijn de wettelijke eisen aan de
tramhaltes geen veilige uitwijkmogelijkheid. toegankelijkheid van de haltes sinds 2012
De expertgroep adviseert negatief op de De expertgroep adviseert de haltes conform fors aangescherpt. Het is onmogelijk om op
halte voor hotel Carlton. Deze plek is van VO op de bruggen te situeren. Indien dit de bruggen aan deze aangescherpte eisen
en naar de Munt toe een trechter waardoor niet mogelijk is adviseren zij de haltes op de te voldoen. Ten tweede blijkt dat afslaand
voetgangersstromen opstropen. Daarnaast huidige plek bij de Bazel te laten liggen. autoverkeer van en naar de grachten
vindt de expertgroep het onveilig dat de haltes op de bruggen niet veilig kan
tramreizigers achter de pilaren van Carlton Wijze van verwerken in DO: passeren. Afslaande vrachtwagens blokkeren
vandaan onverwacht het fietspad oplopen In het VO is besloten de haltes op de de fietsstroken en deels de trottoirs. Dat is
richting halte. bruggen aan te leggen: de halte stad-uit bij een nieuwe herinrichting voor een straat
Ook is de expertgroep sceptisch over op de Herengracht en de halte stad-in op die is aangewezen als Plusnet Fiets en als
de tramhalte voor hotel Albus. Door de de Keizersgracht. De aanleg van haltes op Plusnet Voetganger niet wenselijk. Ten derde
tramhalte moet laad- en losverkeer daar de bruggen bleek bij nader inzien om een is er onvoldoende ruimte om met haltes op
achter de halte over fietspad of stoep rijden. aantal redenen een zeer ongelukkige keuze. de bruggen een kruising met verkeerslichten
aan te leggen. En deze flexibiliteit zou nodig de verwachting is dat een stoep buiten fietsvakken voor 60 fietsen gemaakt. Met
kunnen blijken als het autoverkeer toch op de arcade vol komt te staan met fietsen deze afscheiding is het ook niet meer
de grachten blijkt vast te lopen. en scooters. Dit is onveilig omdat de mogelijk om vanachter de kolommen het
Daarnaast ontstaat vanwege het meerijden brandweer deze ruimte nodig heeft om bij fietspad op te stappen waarmee onveilige
van autoverkeer op de trambaan calamiteiten op te stellen. Het is geen optie situaties worden voorkomen. De tramhalte
rijtijdvertraging. Deze kan worden om de geparkeerde fietsen en brommers is alleen bereikbaar via een oversteek aan
gecompenseerd door een halte op te heffen, te moeten weghalen in geval van een de voor- en achterzijde van de halte en
te weten de halte Muntplein (stad-uit). calamiteit. De oplossing wordt daarom eventueel ter plaatse van de hoofdentree van
gezocht in een vrij doorloopbare arcade. hotel Carlton.
Dit alles overwegend heeft de raad op 9 Deze wordt bereikt door de arcade langs
september 2015 besloten tot een nieuwe het fietspad grotendeels dicht te zetten met Bij Albus wordt het trottoir vrijgehouden van
halteligging waarbij de halte Muntplein plantenbakken. Daarmee wordt het (met obstakels zoals fietsvakken. De aanwezige
en de haltes op de bruggen worden uitzondering van de koppen) onmogelijk terrassen worden alleen buiten venstertijden
samengevoegd tot een versprongen een fiets onder de arcade te zetten. Ter van het laad- en losverkeer toegestaan.
haltepaar tussen Muntplein en Herengracht. compensatie worden aan de overzijde
De halte voor de Bazel ligt te ver naar het
zuiden om de functie van de voormalige
halte Munt (stad-uit) over te nemen. Dit
gaat om de steunfunctie voor bezoekers _ _
van de Kalverstraat, Reguliersbreestraat, |
Reguliersdwarsstraat, Bloemenmarkt,
Koningsplein en omliggende bioscopen,
horeca en winkels, maar ook om bezoekers
van het Rembrandtplein die via de tramlijn
van de Vijzelstraat de stad-uit willen reizen.
In het DO zijn de haltes daarom nabij het A 6 A Zn & £b
Muntplein gesitueerd, te weten voor hotel WN Ü f PD dij
Carlton (stad-uit) en voor hotel Albus (stad-in). D D
Wat betreft de locatie voor hotel Carlton
is het de verwachting dat voetgangers hier CG m Â
zowel met als zonder tramhalte onder de O IE oe ob)
arcade door blijven lopen. Indien geen Naf | | oe C
halte buiten de arcade wordt gerealiseerd ru IE md
ontstaat er ruimte voor een stoep, maar CO E 5
NEE. DS
| | IN kh N AN |E h En Bte $ rn SO
Dl S B \ Á PE ee
4 D ii te s | AN te en in f N TA ee à me
en TENTEN | AANEEN INE a
le | B \x hd ú | ef
se IN DN Kk \ d N N N en Aal | d | | En EEn er PS
EI TR RIE PAPE! Pi NN DA rr
Rl L Í | | | a Rn EN Mi So l À yap 4 íl IE zl ld É Ë Sr LS f En -
EAST | am HI a | | | TRU PIAN 4E INA en 2 A
2 s 3 Eis Ï 3 | | | : en Kie Y / ih | î p/ 8 í | en Ei Pr
GR: | i U i_ B Ec. TR fi KUIT E „ ap ÍÛ ij 4 pr | Es em si B :
ENE | - f Vell 1 | RL TR Iek eN a mr RS B
en LO EEK: INRI ee A ii ELN | Ar Oe
eme Hdb KEN Ue TR a FER AA MER TS D4
EREN Ie fi a id: mn di | NN Re
Ke Lid Nt | A nl Ae 5 | alsk Ke ij ä DA me a z a A
Ei aai nd OREL es En SE ET
P me OE ons dkar EA al | EE Í Î En | Pe
Ë Wi ‚ji ûp LL El Ki | E ee bn => ke de N Pl we NL Rd
N Ä 8 Th, Lr al En B Pi Ps Sc nd Ì J ! L AN
N k # POL | k E 85 ED ee p
en ENA A — À
INT BO KA dn 5 En
ET , en en ee En a |
EE Ee EA AN ES nn 5 À
Ee, EE KT En nn TS en
EE Nn
EE EE NG EN
Rae a Ln Ee NN
PÄ0} Definitief Ontwerp
| Op 1 september 2015 heeft het algemeen _L
| bestuur van stadsdeel Centrum extra aandacht \/
gevraagd voor de veiligheid van deze halte. A
| Men is ervoor beducht dat passagiers van Ì 5 À
achter de pilaren van de arcade bij Carlton A 5 Id
| plotseling oversteken, over het drukke fietspad, ni ch ‚n ä (Er, äl
| naar de halte. Daarbij is het belangrijk de ed on, O B
| arcade bij Carlton vrij te houden van fietsen
en scooters zodat hier voldoende loopruimte
| ontstaat. Daarom wordt de ruimte tussen de ee
| pilaren grotendeels afgezet. Alleen de beide WW
koppen en de hoofdentree van Carlton wordt as Ó)
open gehouden. Tussen de pilaren komen 4 ®) de)
plantenbakken ter afscheiding. Op deze wijze aa
wordt onverwacht oversteken vanachter de
| pilaren voorkomen. Daarbij wordt het voor
| fietsen en scooters vrijwel onmogelijk onder
| de arcade te komen. Hiermee moet worden
voorkomen dat de arcade wordt vol gezet met EO
fietsen en scooters die de benodigde vrije
loopruimte belemmeren.
Ei 2 3 a
jb U EN Er 4 yn E
Tu) CRD | WE ) \ |
Damrak en Rokin zijn onderdeel van de
Middeleeuwse binnenstad. De Munttoren is een
restant van de tussen 1480 en 1487 gebouwde
Regulierspoort, onderdeel van de oude
| Middeleeuwse stadsmuur. De Rode Loper loopt
door via de 17e -eeuwse grachtengordel. Er is ee
| voor gekozen om deze overgang te markeren de,
door te kiezen voor een ander materiaalgebruik richting worden verlegd, ontstaat nu ook extra voorzieningen getroffen:
en aan te sluiten op het materiaalgebruik in de voetgangersruimte buiten de arcade. Het e Geleidelijnen van en naar de tramhaltes als
grachtengordel. graniet wordt buiten de arcade om ‘ingepakt’ verbinding naar natuurlijke gidslijnen zoals
in een zoom van terra rossa klinkers, die de gevels;
Trottoir en fietsstroken worden zoals in alle eenheid met de Rode Loper benadrukt. e Verlaagde banden bij oversteken;
delen van de Rode Loper uitgevoerd in rode De spankabels voor verlichting en de e Voor mindervaliden toegankelijke haltes voor
klinkers, terra rossa waarbij in het trottoir bovenleiding van de tram worden in de de tram.
dikformaat wordt gebruikt en op de fietsstroken Vijzelstraat zoveel mogelijk aangebracht aan
gekozen wordt voor keiformaat. De klinkers de gevels van de panden. Daarbij wordt zoveel
worden gestraat in elleboogverband. mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande e
overspanningen, om de monumentale panden Fietsers
Tussen trottoir en fietsstrook worden granieten indien mogelijk niet aan te tasten. Op de Er wordt aan beide zijden van de hoofdrijbaan
banden gebruikt. Dit is een voortzetting van de bruggen zal waar nodig wel verlichting op een fietsstrook aangelegd van 2.10 meter. De
trottoirbanden van Damrak, Rokin en Muntplein. afzonderlijke palen worden aangebracht. fietsstrook loopt achter de tramhalten door als
fietspad. Bij Carlton heeft deze een breedte
De gecombineerde rijbaan voor tram en auto van 2 meter. Fietsstrook en fietspad worden
wordt uitgevoerd in zwart asfalt met een uitgevoerd in rode klinkers. Om een helder
blauwgrijze steenslag, zoals ook op het Damrak Voetgangers onderscheid te maken met het trottoir wordt een
is aangebracht. Na verloop van tijd slijt de De ambitie van de Rode Loper is meer ruimte granieten band van 30 centimeter tussen trottoir
toplaag, waardoor de steenslag zichtbaar wordt voor de voetganger te maken. Mede daarom is en fietsstrook aangelegd. De fietsstrook wordt
en het asfalt een lichtere uitstraling krijgt. er uiteindelijk voor gekozen de auto met de tram gemarkeerd door tegels met het fietssymbool.
mee te laten rijden in beide richtingen. Dit leidt
Op verzoek van de ontwikkelaar van het pand overal tot bredere trottoirs dan nu aanwezig. De Fiets/bromfietsparkeren
Prins & Keizer (Duintjer) is bij dit pand — in breedte varieert echter sterk. Het trottoir is op Uit onderzoek van Ligtermoet & Partners naar
overleg met stadsdeel Centrum - gekozen voor het smalste stuk 3 meter (op de hoek buiten de het fietsparkeren op de Rode Loper is voor het
een verbijzondering van de stoep onder de arcade van Prins & Keizer) en op het breedste deelgebied Vijzelstraat en omgeving
arcade, die beter aansluit bij de kleur van het stuk 6.20 meter (westzijde Keizersgrachtbrug). een opgave geformuleerd voor het maken
opgeknapte gebouw. Deze ruimte is ook in Op de hoeken met de grachten worden ondanks van voorzieningen voor zo'n 730 fietsen en
eigendom van de gebouweigenaar. Er is gekozen het aparte opstelvak de trottoirs toch breder dan brommers/scooters. Dit is gebaseerd op
voor toepassing van het antracietkleurige graniet nu het geval is. Dit is het gevolg van de gekozen tellingen en prognoses. De tellingen betreffen
dat ook op Damrak en Rokin wordt toegepast. kruispuntoplossing met doorlopend verhoogd niet alleen de Vijzelstraat, maar ook de eerste 50
De granieten stoep is in 2014 aangelegd tegelijk trottoir. De steunpunten zorgen voor een goede meter van de zijstraten. Deze zijstraten spelen
met de herontwikkeling van het gebouw. oversteekbaarheid. dus ook een rol in het oplossen van de
Doordat de tramsporen niet in westelijke Voor mindervaliden wordt een aantal fietsparkeeropgave.
Definitief Ontwerp
In de fietsbalans wordt uitgegaan van 130 Het gebouw Prins & Keizer heeft een inpandige de arcade te houden zoals nu ook het geval
natuurlijke aanbindplaatsen, bijvoorbeeld aan stalling voor de huurders van het pand. Het gaat is en de stoep buiten de arcade leeg te
brugleuningen, paaltjes e.d. Daarnaast zijn er in om circa 400 fietsparkeerplaatsen. In overleg met houden. Voetgangers kunnen zo vrij lopen: of
de huidige situatie fietsvakken voor ongeveer de eigenaar van het gebouw (inclusief de arcade) over de stoep of onder de arcade. Voorstel
60 fietsen in de Vijzelstraat. In de eerste 50 is voorgesteld om in de openbare ruimte buiten is hier een oplossing te laten maken met een
meter van de zijstraten bieden de aanwezige de arcade fietsvakken te realiseren. De eigenaar mooi vormgegeven fietsenrek (geen nietjes)
nietjes, vakken en rekken nog eens plaats aan wil zelf de arcade zo inrichten dat fietsparkeren tussen de pilaren onder de arcade.
ruim 240 fietsen. In totaal is nu dus voorzien in daar wordt ontmoedigd. Een deel van de expertgroep geeft aan juist
fietsplekken voor circa 430 fietsen op straat. liever de arcade leeg te houden en fietsvakken
op de stoep buiten de arcade te plaatsen.
Voor het DO is een nauwkeurige afweging Advies expertgroep over fietsparkeren Verkeerspalen zijn een geliefd object om
gemaakt tussen voetgangers, fietsvakken, Zorg voor voldoende fietsparkeerplekken in fietsen tegen aan te parkeren. Plaats de
terrassen, laden en lossen en ander de Vijzelstraat en ontzie de zijstraten. palen zo min mogelijk en zodanig dat een
ruimtegebruik. Er komen in totaal fietsvakken De expertgroep wil het liefst fietsparkeren fiets tegen een verkeerspaal de doorgang
voor zo’n 360 fietsen op straat. Met de 130 in vakken. Niet in rekken. De fietsvakken voor voetgangers niet blokkeert.
natuurlijke aanbindplaatsen en ruim 240 dienen grotendeels de winkels aan de
plaatsen in de zijstraten daarbij opgeteld wordt oostzijde. Het verzoek is alleen vakken te Wijze van verwerken in DO:
dus voorzien in zo’n 730 fietsvoorzieningen maken waar verwacht wordt dat fietsen Het advies van de expertgroep wordt
op straat. Er is bewust gekozen voor vakken langer dan een uur staan. Een fietsvak zoveel mogelijk gevolgd. Zo komen er
omdat de ruimte bij afwezigheid direct ten is namelijk een afbakening waardoor de voldoende fietsplekken (zo’n 730), vooral
goede komt aan de voetganger, vakken ook ruimte voor bijvoorbeeld terrassen beperkt in vakken, geen rekken. Hierbij wordt
door bromfietsen en scooters gebruikt kunnen wordt. Het verzoek is ook de fietsvakken rekening gehouden met aanwezige terrassen
worden én omdat vakken redelijk simpel in plek waar mogelijk aan beide zijden van de en toekomstige laad- en losvakken. In de
of grootte te wijzigen zijn. De vakken worden straat tegenover elkaar te plaatsen zodat zijstraten blijft de situatie ongewijzigd.
waar mogelijk afgeschermd met een prullenbak op het overige deel van de stoep de straat De eigenaar van Prins & Keizer kiest
om het domino-effect tegen te gaan; als één recht kan worden overgestoken. Terrassen in overleg met het project voor
fiets valt, valt de hele rij. en laad- en losvakken zijn hierbij een extra fietsvoorzieningen buiten de arcade en een
Buiten de scope Rode Loper is nog voorzien aandachtspunt. vrije loopruimte onder de arcade.
in een aantal extra fietsvoorzieningen. In Aan de westzijde is vooral behoefte aan Naar aanleiding van de inspraakreacties is
Vijzelstraat 20 is door de gemeente een fietsparkeren vóór de Bazel, naast Carlton ter hoogte van de Bazel een herverdeling
inpandige stalling geopend voor zo’n 120 en bij Prins & Keizer. Over de oplossing voor gemaakt van de fietsvakken. Een deel van
fietsen. Deze stalling is de eerste 24 uur gratis. het fietsparkeren bij Prins & Keizer is de het fietsvak voor de Bazel is naar de overzijde
In de Reguliersdwarsstraat zit een inpandige expertgroep verdeeld. van de straat verplaatst. Hier was in het
stalling van Pathé die voorziet in 120 plaatsen. Een deel heeft als voorstel de fietsen onder concept DO geen fietsvak voorzien.
Definitief Ontwerp
e hier geen halte. De dichtstbijzijnde haltes zijn VO is opgenomen dat er geen parkeervakken
Bromfietsers en Rokin en Vijzelgracht. komen in de Vijzelstraat. Dit blijft in het DO
snorfietsen ongewijzigd. Deze ruimte komt ten goede aan
voetganger en fiets. Het opheffen van deze
Bromfietsers maken gebruik van de rijweg. Auto mogelijkheid tot parkeren wordt niet op een
Snorfietsers rijden vooralsnog over fietspad andere plek gecompenseerd.
en fietsstrook. De gemeente Amsterdam wil De Vijzelstraat wordt ingericht als een
graag dat snorfietsers de rijweg gebruiken. Dit gebiedsontsluitingsweg waar maximaal 30 Laden en lossen
kan pas nadat de nationale wetgeving hierop is kilometer per uur gereden mag worden. De Aan beide zijden van de straat, op het trottoir,
aangepast. huidige voorrangssituatie op de Vijzelstraat blijft worden laad- en losvakken aangelegd. Deze
Bromfietsen, scooters en snorfietsen kunnen in tact. Bij de Reguliersdwarsstraat, Herengracht, vakken worden waarschijnlijk gemarkeerd met
vooralsnog worden geparkeerd in de (fiets) Keizersgracht en Prinsengracht noordzijde ledverlichting waarbij de verlichting gedurende
parkeervakken. wordt dit geregeld met een in-/uitritconstructie. de toegestane laad- en lostijden aanstaat. Met
Bij de Kerkstraat en Prinsengracht zuidzijde dit systeem is geëxperimenteerd in de Nieuwe
wordt dit gemarkeerd door het aanbrengen van Doelenstraat. Bij calamiteiten functioneren
Open baar vervoer haaientanden. Hier komen verkeerslichten. tere plekken als ruimte voor nood en
ulpdiensten. Dit is noodzakelijk omdat er door
De Vijzelstraat is onderdeel van het Hoofdnet Op de Vijzelstraat is sprake van autoverkeer het samenrijden van auto en tram geen andere
voor de tram. De Lijnennetvisie van de dat met de tram meerijdt behalve tussen ruimte beschikbaar is als opstelplaats voor de
Stadsregio Amsterdam en het Vervoersplan van Muntplein en Reguliersdwarsstraat. Hier rijdt brandweer.
GVB geven aan dat over de route Vijzelstraat- geen autoverkeer met uitzondering van laad- en
Vijzelgracht zodra de metro rijdt nog ongeveer losverkeer tijdens venstertijden en garageverkeer In de huidige situatie is op de Vijzelstraat geen
de helft van het aantal trams rijdt. Er rijdt in de afrijdend vanuit de parkeergarage Kalvertoren. laad- en losregime. Met het DO vindt laden
toekomst nog één tramlijn. Daarom kunnen de Op de kruispunten is naast de trambaan een en lossen op de Vijzelstraat plaats binnen
haltes Vijzelstraat, net als op de Vijzelgracht, aparte opstelruimte voor linksafslaand verkeer. venstertijden, te weten van 7:00 tot 11:00 uur
korter worden met opstelruimte voor één tram. (maandag t/m zaterdag).
Parkeren
Er rijden geen lijn- of nachtbussen door de Op dit moment geldt er een parkeerverbod Buiten de venstertijden zijn de laad- en losvakken
Vijzelstraat en de Vijzelgracht. Wel moet rekening in de gehele Vijzelstraat met uitzondering van weer beschikbaar voor de voetganger.
gehouden worden met de bus als vervangend het deel tussen Keizersgracht en Prinsengracht.
vervoer bij calamiteiten of groot onderhoud aan Hier geldt een spitstijdenverbod; auto's mogen Aan de westzijde bevinden zich de grotere
de tram of metro. alleen parkeren buiten spitstijden, dus niet van gebouwen (Carlton, de Bazel, Prins en
7.30 - 9.00 uur en van 16.00 - 18.00 uur. Het gaat Keizer). Deze hebben doorgaans een laad- en
De metro rijdt onder de Vijzelstraat, maar heeft hierbij om plek voor ongeveer 29 auto's. In het losvoorziening in de zijstraten. Dit blijft zo.
Definitief Ontwerp
Onder de arcade heeft Carlton een eigen laad- oostzijde is een aparte plek gelegen ter hoogte Gekozen wordt voor de toepassing van granieten
en losvoorziening. De grond onder de arcade van de Reguliersdwarsstraat tussen beide banden en niet de in stadsdeel Centrum
is in eigendom van het hotel, maar openbaar bouwblokken en ter hoogte van nr. 15 voor gebruikelijke hardsteen band. Graniet met de
toegankelijk. Pathé. juiste behandeling is minder glad dan hardsteen.
Ten zuiden van de Herengracht worden de
Taxi en nood- en hulpdiensten plekken gecombineerd met laden en lossen. De gecombineerde rijbaan voor tram en auto
Taxi's en nood- en hulpdiensten rijden net als het Ter hoogte van de Bazel zijn geen laad- en wordt uitgevoerd in zwart asfalt met een
overige autoverkeer mee met de tram. losplekken waardoor ook hier alleen specifieke blauwgrijze steenslag.
Vanuit de Verkeersmaatregelen Omgeving ruimte voor de brandweer wordt gereserveerd.
Muntplein wordt geen taxiverkeer toegestaan Deze plekken zijn op straat niet gemarkeerd, Aanduidingen voor mindervaliden
tussen Muntplein en Reguliersdwarsstraat. Er maar dienen altijd vrij te worden gehouden van worden aangebracht in noppentegels.
wordt nog een proef uitgevoerd om te kijken of obstakels. Verkeersmarkeringen zoals lijnen en zebrapaden
er een uitzondering kan worden gemaakt voor worden in klinkerverharding aangegeven met
het taxiverkeer in noordelijke richting gedurende een witte klinker. Op asfalt wordt thermoplast
de nacht (vanaf het moment dat de tram e ° ebruikt.
reedt roden, Materiaalgebruik 9
Kolkdeksels en bandkolken worden uitgevoerd in
Op de trottoirs van de Vijzelstraat wordt ruimte Het belangrijkste bestratingsmateriaal op de gietijzer.
gereserveerd voor opstelplaatsen van nood- Vijzelstraat is de gebakken rode klinker (terra
en hulpdiensten. Deze opstelplaatsen dienen rossa) in dikformaat voor het trottoir en in Voor het fietsparkeren worden fietsvakken
obstakelvrij te blijven en vrij van geparkeerde keiformaat voor fietsstrook. De klinkers worden gemaakt.
fietsen. Op dit laatste zal gehandhaafd gestraat in elleboogverband.
moeten worden. De opstelplaatsen worden Op de Vijzelstraat komen afvalbakken met een
waar mogelijk gecombineerd met de laad- en inhoud van 200 liter. Deze afvalbakken zijn
losplekken. voor gewoon 'straatafval’. Het streven is om de
In de kop van de Vijzelstraat is de ruimte tussen f nieuwe Amsterdamse op proef zijnde afvalbak
bovenleiding en gevel dermate beperkt dat voor 200 liter te plaatsen. Deze is ontwikkeld
hierbij in overleg met de brandweer aan beide als onderdeel van Puccini. Puccini beschrijft de
zijden aparte opstelplaatsen voor de brandweer Amsterdamse standaard voor de inrichting van
zijn aangewezen. Deze mogen niet gebruikt de openbare ruimte. Als dit nieuwe model niet
worden door laad- en losverkeer. op het moment van aanleg gereed is, komen
Bij Carlton wordt een opstelplaats gemaakt op er 200 liter bakken van het type Constructo.
een hiervoor deels verlaagde tramhalte. Ook De afvalbakken worden tevens gebruikt om de
bij de zebra is een plek gereserveerd. Aan de EA Ee at beasdsasd Abddie fietsparkeervakken te begrenzen.
Definitief Ontwerp
E
En
EO
nn
5
\\N
5
H
En
En
on E
en
on E
on ij
B
B i
En
dn ij
on E
Dn
5 On
— LT
Es TT TT En ee
ES En AN
SO EE En Dn A
NN a B HE EE
Sn TE EE di B
En En e En
En ml Ee L Tj 5 EE
on
in En Ha
en in i OO î
En
En
Ee
EE
5
OO
B
EN
ES
En
DE
rn
Dat is voor de Vijzelstraat te weinig. verwijderd. Op de bruggen wordt waar nodig
Sn verlichting op masten aangebracht.
| | Gelijktijdig met dit DO is dan ook een voorstel De arcades worden in overleg met de Rode
4 | voor een terrassenplan Vijzelstraat gedaan. Loper door de gebouweigenaren verlicht.
= Dit Terrassenplan Vijzelstraat is separaat, maar aA
È 6 gelijktijdig met het DO ter besluitvorming Z Ee Re A
Ù aangeboden. Het Terrassenplan met Ze wl Banis”
E Î bijbehorende kaart is als bijlage 1 toegevoegd 4 ee 6 4
aan het DO. ZA A oe Î
| 2.7 Verlichting
Figuur 14: Afvalbak 200 liter Amsterdam ontwikkeld zn en
in kader van Puccini ee Figuur 16: Anker voor openbare verlichting
2.5 Bomen =
In de Vijzelstraat is geen ruimte voor bomen 2.8 Kunst
vanwege het grote aantal kabels en leidingen dat Figuur 15: Metallic zilverkleurige eclatec bolarmatuur Voor de Rode Loper is een kunstvisie gemaakt
in de straat ligt. aan spandraden dat fungeert als kader voor kunstinitiatieven. Als
uitgangspunt geldt dat kunst de architectonische
In de Vijzelstraat is gekozen voor toepassing van kwaliteit en stedelijke sfeer moet versterken
2,6 Terrassen het standaard bolarmatuur aan spankabels. Het op een manier dat het als vanzelfsprekend op
ritme van armaturen en kabels wordt afgestemd zijn plek staat en geen ongenode gast wordt.
De centrale doelstelling van de Rode Loper met de bovenleiding van de tram. De spankabels De rijkdom aan architectuur en al aanwezige
is het creëren van meer ruimte voor de worden aan de gebouwen bevestigd. Waar kunstwerken komt tot zijn recht wanneer deze
voetganger. Op een steeds drukker wordende mogelijk wordt gebruik gemaakt van bestaande weer tevoorschijn komen door het opschonen
straat als de Vijzelstraat zou de minimale vrije bevestigingen, om gebouwen met een van de openbare ruimte. Een enkele locatie
voetgangersruimte 3 meter moeten zijn. Het monumentale status of beeldbepalende panden is geschikt voor een nieuw kunstwerk of voor
huidige Terrassenbeleid van stadsdeel Centrum waar mogelijk te ontzien. De bevestigingsankers een geïntegreerde kunsttoepassing. Voor de
zoals dat van toepassing is op de Vijzelstraat gaat zijn speciaal voor de Rode Loper ontworpen. Vijzelstraat is aangegeven dat met name de
uit van een minimale vrije loopafstand 1,5 meter. Oude, niet meer gebruikte, armaturen worden arcades zich zouden lenen voor lichtkunst.
PI À Definitief Ontwerp
On | N/A kt / Jd
| J À Â WEE el | 4
Se A 4 | L 1e | p d
ISS B 8 MARE / / /
j IN NL KN | | NA / IN a | / dk 7 Ee
S ke! | Ì bal Î / N 5 Pan if 4 al iten ú
i ü N \ Í EE EN ik ( | | 14 PE 4
Mt h ze, BE f
a nit de8
Ne BON | EE On
À } Ee Ie 1
| | if An | | KIT) va
i ON ON IR tik a hi Ì \ |
Y RS In kt, ank, í v | F4
REN ef ON N Ter 1 p
5 Ì fl Ì Ü | il Ge KA ME ES 5 | | ij 4 <<
LE Bote ITIS © ee EP ir |
EE Mid io, de ARAI hl: hj he
TE ERS Be | 2 bf
ke é Ee 0e Bte) Brak bes fi ad Á
5 5 Eras ERR W tf ei ER OR Jij 5
kit nd INERT ne aa del | DE poems |
Ze Er sag” MND bt Snas | IS EE: Ì |
| 5 e PER hot EN: de | NEMO Re K EE hl GEN
, TQ EN Î d Pi | L ie j= BN ie an add n jin mpm 7 ele ej Ë 4 Í | é
PT N zl PA ek
‘ ed ES nn
7 SG
/ ES
Lake OTV WA Wan eK
PI] Definitief Ontwerp
0
3 Beheer en techniek
Maaiveldhoogtes van belang om de hoge kwaliteit van de nieuwe
Het maaiveld op de Vijzelstraat kent grote inrichting in stand te houden. Het in stand Advies expertgoep over handhaven:
hoogteverschillen. Deels zijn deze kenmerkend houden van de hoge kwaliteit van de nieuwe De expertgroep vindt dat het functioneren
voor Amsterdam: bij de bruggen over de inrichting vraagt om goed schoonhouden, en succes van de Rode Loper straks ook
Prinsengracht, Keizersgracht en Herengracht goed repareren van beschadigingen en het afhangt van de mate waarin bepaalde zaken
is het maaiveld hoger gelegen dan in het voorkomen van misbruik. Om eenduidig worden gehandhaafd. Zorgpunten zijn: 1)
aangrenzende terrein. vast te leggen wat wordt verstaan onder de snelheidshandhaving in de nachtelijke,
‘goed’ schoonhouden, repareren en misbruik rustige uren, 2) het handhaven op fout
Voor de Vijzelstraat is de aanwezigheid van de wordt door stadsdeel Centrum voor de geparkeerde fietsen en 3) het handhaven
lange arcades, gekoppeld aan de gebouwen, betrokken straten een Gebruik-, Beheer- op de toegestane omvang van terrassen.
een speciaal verschijnsel. Tussen de arcades en en Handhavingsplan Rode Loper (hierna Het advies luidt dat ook: gemeente, regel
het naastliggende maaiveld is sprake van een beheerplan) opgesteld. De doelstelling van de de handhavingsinzet die hoort bij een goed
hoogteverschil. Met name bij gebouw Prins & beheerplannen is drieledig: functionerende Rode Loper.
Keizer is het hoogteverschil fors. 1. Het vastleggen van de kwaliteit van het
Bij de herinrichting wordt waar mogelijk de onderhoud dat nodig is om de kwaliteit van Wijze van verwerken in DO:
geboden toegang bij panden hersteld. de openbare ruimte gedurende de hele Dit advies zal vorm krijgen in het op te stellen
levensduur, ten minste 25 jaar, te waarborgen. beheerplan Vijzelstraat. Snelheidshandhaving
Afwatering 2. Het vastleggen van de kwaliteit van het is een taak van de politie. De verwachting
Voor de afwatering van de Vijzelstraat worden schoonhouden van de Rode Loper. is niet dat snelheidshandhaving een hoge
kolken opgenomen, bij voorkeur in de goot 3. Het vastleggen van de kwaliteit van het juist prioriteit zal krijgen.
voor de trottoirbanden. Waar dit niet kan, gebruik.
worden deze in het voetpad opgenomen.
Ook voor het deelgebied Vijzelstraat wordt
Kabels en leidingen een beheerplan opgesteld. Alle beheerplannen
Door de herinrichting verschuift het profiel van Rode Loper volgen dezelfde opzet als het
de wegindeling. Mede hierdoor en door de beheerplan voor het Damrak, maar worden
ouderdom van bepaalde (transport)leidingen toegespitst op specifieke kenmerken. In het
moeten er werkzaamheden aan diverse kabels beheerplan Vijzelstraat zullen bijvoorbeeld
en leidingen (water, gas en riool) uitgevoerd specifieke afspraken voor het beheer van de
worden. arcades moeten worden toegevoegd.
Beheer en handhaven
Een rode loper van allure vraagt om een
inrichting van hoge kwaliteit. Het is vervolgens
EB Beheer en techniek
4 Financiën
Inrichtingskosten Ook hier zal dus extra gehandhaafd moeten
Voor het project Rode Loper is met het worden.
Coalitiebesluit eind 2012 de raming voor De kosten van handhaving worden in
alle deelgebieden vastgesteld, ook voor de beeld gebracht in het kader van het door
Vijzelstraat. Ten behoeve van het DO is de stadsdeel Centrum op te stellen beheer- en
raming geactualiseerd. De kostenraming past handhavingsplan.
binnen de daarvoor gereserveerde middelen.
Beheerkostenberekening
Aan de beherende instanties is gevraagd de
toekomstige beheerkosten in beeld te brengen.
Er wordt gewerkt met standaardmaterialen, met
uitzondering van het graniet onder de arcade
bij Prins & Keizer. Hierover zijn bij de oplevering
door de ontwikkelaar en het stadsdeel reeds
afspraken gemaakt.
Op het vlak van handhaving is er sprake van
een bijzonderheid: op de trottoirs zijn verlichte
vakken opgenomen voor het laden en lossen.
Deze vakken hebben een dubbelfunctie: de
brandweer kan bij calamiteiten gebruik van
deze ruimte maken om op de stoep materieel
op te stellen. Met deze voorziening hoeft de
brandweer de gecombineerde tram-/rijbaan
niet te blokkeren. Dit betekent wel dat deze
plekken niet vol gezet dienen te worden met
geparkeerde fietsen: dit vraagt om het instellen
van een fietsparkeerverbod buiten de vakken en
handhaving hierop.
Ook de arcade onder Carlton dient vrij te
worden gehouden van fietsen. Een afscheiding
tussen de kolommen moet hieraan bijdragen,
maar zal niet alle fietsen kunnen tegenhouden.
Financiën
5 Hoe verder
De verwachting was dat het maaiveld van
de Vijzelstraat niet in één keer kan worden
uitgevoerd vanwege de bruggen. Inmiddels is
nader onderzoek gedaan naar de technische
staat van de bruggen, de mogelijke wijze van
aanpak en bijbehorende planningsscenario’s. Dit
staat verwoord in de Nota van Uitgangspunten
(NvU) Bruggen Vijzelstraat en bijbehorende
Uitgangspunten Bereikbaarheid, Veiligheid en
Leefbaarheid. Door de grote verwevenheid
van maaiveld en bruggen worden deze NvU
en uitgangspunten BLV gelijktijdig met het
DO en bijbehorende Reactienota bestuurlijk
voorgelegd.
De bestuurscommissie van stadsdeel Centrum
zal haar advies hierover geven aan het college
van B&W, de Gemeenteraad wordt uiteindelijk
om akkoord gevraagd. Het besluit over het
Terrassenplan is door de voorzitter van het
dagelijks bestuur van het stadsdeel genomen.
In de volgende fase wordt gestart met
de contractstukken en de aanbesteding.
Voor maaiveld en bruggen wordt een
gezamenlijk uitvoeringsbesluit voorbereid.
De gemeenteraad neemt dit besluit naar
verwachting eind 2017.
Geplande start uitvoering is 2019. De volledige
Vijzelstraat is op zijn vroegst medio 2021
gereed.
Hoe verder
Bijlage 1 Terrassenplan
EZ ban
Terrassenplan Vijzelstraat 8
goede komen aan terrassen en niet aan de obstakelvrije loopruimte aanwezig is van 3
voetganger. Vandaar dat er voor de Vijzelstraat meter. Deze obstakelvrije loopruimte wordt
Toelichting een terrassenplan wordt gemaakt waarbij gemeten vanaf de buitenzijde van het terras
Het dagelijks bestuur streeft ernaar om in wordt voorgesteld dit terrassenplan direct na tot aan de stoeprand, of indien aanwezig, tot
overleg met bewoners en ondernemers herprofilering van kracht te laten zijn. aan een obstakel;
gebiedsgericht beleid te ontwikkelen waarbij e Onder obstakels worden verstaan
rekening wordt gehouden met het woon- en Op dit moment zijn in de Vijzelstraat 8 straatmeubilair, (winkel)uitstallingen, en
leefklimaat. Gebiedsgericht beleid kan op zelfstandige horecagelegenheden gevestigd fietsparkeervoorzieningen.
verschillende manieren worden vormgegeven. met terras aan de voorgevel: e Gezien het dubbelgebruik van de laad- en
Daarbij kan gedacht worden aan een hele buurt e Vijzelstraat 26 losvakken door zowel laad- en losverkeer
of aan specifieke ruimtelijke kenmerken. e Vijzelstraat 28 als opstelplaats van nood- en hulpdiensten
e Vijzelstraat 41 gedurende calamiteiten, mogen op deze
Terrassenbeleid 2011 e Vijzelstraat 43-49 vakken nooit terrassen worden vergund;
In het Terrassenbeleid 2011 is de mogelijkheid e Vijzelstraat 71 e Alle terrassen bij laad- en losvakken mogen
opgenomen af te wijken van de reguliere regels e Vijzelstraat 97 alleen buiten venstertijden worden uitgestald.
voor terrassen. In individuele gevallen kan dit als e Vijzelstraat 103 Dit kan voor alle terrassen gelden als in het
er sprake is van maatwerk. Wanneer meerdere e Vijzelstraat 111 DO Vijzelstraat wordt gekozen om geen
terrassen in een straat of op een plein met speciale laad-en losvoorzieningen aan te
elkaar in samenhang zijn, kan een terrassenplan Gezien de ambitie van de Rode Loper: zoveel leggen, maar de hele stoep daarvoor in te
worden opgesteld. Een terrassenplan voor mogelijk ruimte voor de voetganger, worden richten. Voor de adressen Vijzelstraat 41
een straat kan bijvoorbeeld worden toegepast in dit terrassenplan de mogelijkheden voor en 43-49 moet i.v.m. de bereikbaarheid
om de doorloopruimte voor voetgangers te terrassen ten opzichte van het vigerende voor laden en lossen in ieder geval
bevorderen. “Terrassenbeleid 2011” beperkt. Dit betreft terrastijden buiten de venstertijden worden
alleen de terrassen gelegen aan de voorgevel aangehouden;
De belangrijkste reden om voor de Vijzelstraat zijde Vijzelstraat. Eventuele terrassen die e Daar waar pothuizen en/ of toegangstrappen
een apart terrassenplan op te stellen is de gelegen zijn aan de zijgevel in de zijstraten aan de gevel zijn, kan geen terras aan de
herinrichting van de Vijzelstraat in het kader vallen buiten dit Terrassenplan. gevel worden geplaatst;
van het project Rode Loper. De belangrijkste e De terrassen worden in de openbare ruimte
doelstellingen van de Rode Loper is een Uitgangspunten gemarkeerd met terraspinnen of een andere
inrichting met allure en het creëren van meer De uitgangspunten van het Terrassenplan zijn nader te bepalen markering;
ruimte voor de voetganger. In het voorgestelde als volgt gedefinieerd: e Terrassen mogen alleen recht voor de gevel
concept Definitief Ontwerp (DO) Vijzelstraat e Voor de gehele Vijzelstraat wordt bepaald dat waar zich het horecabedrijf bevindt worden
leidt dit tot een bredere stoep aan beide terrassen vergund kunnen worden met een geplaatst;
zijden van de Vijzelstraat. Binnen het vigerende maximale diepte van 2 meter; e Er moet direct toezicht zijn op het terras
terrassenbeleid zou deze extra ruimte ten e Voorwaarde hierbij is dat er een minimale vanuit het horecabedrijf.
KIÀ Bijlage 1 Terrassenplan
Terrassen per bouwblok e Vijzelstraat 43-49 heeft een terrasvergunning Gevolgen bestaande terrassen (op basis van de
Vijzelstraat 1-37: voor twee terrassen van 2.73 meter diep, huidige breedte van het terras)
e Voor Vijzelstraat 1 t/m 15 wordt voorgesteld gemeten vanaf de gevel. Deze terrasdiepte Vijzelstraat 26
geen terrassen toe te staan in verband met is dus groter dan de in dit terrassenplan Huidig terras: 20.36m?
de vluchtroute voor bioscoop Pathé de Munt. voorgestelde maximale diepte bij 3 meter Nieuwe situatie: 20.36m?
e Voor Vijzelstraat 15 is een plaats voor de obstakelvrije loopruimte. Daarom wordt hier Verschil: geen (mits over de gehele
Brandweer om bij calamiteiten op te kunnen na herprofilering een maximale diepte van breedte van het terras
stellen. Deze moet altijd vrij blijven waardoor 1.10 tot 1.30 meter toegestaan. een doorloopruimte
hier geen terras is toegestaan. van 3 meter kan worden
e Ter hoogte van Vijzelstraat 27 t/m 37 worden Gevolgen bestaande terrassen (op basis van de aangehouden)
fietsvakken gerealiseerd. Dit wordt gezien huidige breedte van het terras)
als een obstakel waardoor voor deze panden Vijzelstraat 41 Vijzelstraat 28
geen terras is toegestaan. Huidig terras: 8.26m? Huidig terras: 8.7 5m? (a/d Vijzelstraat)
Nieuwe situatie: 3.25m? Nieuwe situatie: 7.91m? (ongeveer ivm met
Vijzelstraat 2-20: Verschil: -5.01m? schuine lijn stoep)
e Voor Vijzelstraat 2 t/m 20 worden geen Verschil: -0.84m?
terrassen toegestaan. Ter hoogte van deze Vijzelstraat 43-49
panden is een arcade. De ruimte onder de Huidig terras: 9.02m? Vijzelstraat 30-34:
arcade dient als trottoir. Om de doorstroming Nieuwe situatie: 3.74m? Voor Vijzelstraat 30 t/m 34 wordt voorgesteld
van de voetgangers te garanderen is een Verschil: -5.28m? een maximale diepte van 2.00 meter toe
terras hier niet mogelijk. te staan, mits 3 meter obstakelvrije ruimte
Vijzelstraat 20-28: aanwezig is.
Vijzelstraat 39-61: Voor Vijzelstraat 20 t/m 28 wordt voorgesteld
e Voor Vijzelstraat 39 t/m 61 leidt de 3 meter een maximale diepte van 2.00 meter toe Vijzelstraat 65-79
obstakelvrije loopruimte tot een beperkte te staan, mits 3 meter obstakelvrije ruimte Voor Vijzelstraat 65 t/m 79 wordt voorgesteld
terrasdiepte. Op dit moment hebben aanwezig is. Op dit moment hebben Vijzelstraat een maximale diepte van 2.00 meter toe
Vijzelstraat 41 en Vijzelstraat 43-49 een terras. 26 en Vijzelstraat 28 terrassen. De mogelijke te staan, mits 3 meter obstakelvrije ruimte
Vijzelstraat 41 heeft een terrasvergunning toegestane diepte van Vijzelstraat 26 blijft ten aanwezig is.
voor twee terrassen van 2.80 meter diep, opzichte van het huidige vergunde terras 2 Op dit moment heeft Vijzelstraat 71 een terras.
gemeten vanaf de gevel. Deze terrasdiepte meter. De mogelijke toegestane diepte van De mogelijke toegestane diepte van Vijzelstraat
is dus groter dan de in dit terrassenplan Vijzelstraat 28 wordt ten opzichte van het 71 wordt ten opzichte van het huidige vergunde
voorgestelde maximale diepte bij 3 meter huidige vergunde terras beperkt van de huidige terras verruimd van 1.20 meter naar 2.00 meter.
obstakelvrije loopruimte. Daarom wordt hier diepte variërend tussen de huidige maat van
na herprofilering een maximale diepte van 2.00-1.50 meter naar 1.15 meter. Gevolgen bestaande terrassen (op basis van de
1.10 tot 1.30 meter toegestaan. huidige breedte van het terras)
Bijlage 1 Terrassenplan
Vijzelstraat 71 Gevolgen bestaande terrassen (op basis van de een terrassenplan als bedoeld in het
Huidig terras: 4.32m? huidige breedte van het terras) Terrassenbeleid 2011;
Nieuwe situatie: 7.20m? Vijzelstraat 97 e Dat het op één lijn brengen van de terrassen
Verschil: +2.88m? Huidig terras: 1.60m? leidt tot de gewenste ruimte voor de
Nieuwe situatie: 3.20m? voetganger;
Vijzelstraat 66-80 Verschil: +1.60m? e Dat de aanpassingen geen negatief gevolg
Voor Vijzelstraat 66-80 worden geen terrassen hebben voor de doorloopruimte voor
toegestaan. Ter hoogte van deze panden is een Vijzelstraat 103 voetgangers;
arcade. Deze arcade is in het Terrassenbeleid Huidig terras: 2.32m? e Dat het laden en lossen in venstertijden niet
2011 uitgezonderd van terrassen. Om Nieuwe situatie: 5.80m? onmogelijk wordt gemaakt door het plaatsen
voldoende ruimte te behouden voor Verschil: +3.48m? van terrassen;
voetgangers worden ook in het Terrassenplan e Dat de exploitatie niet leidt tot overlast;
Vijzelstraat hier geen terrassen toegestaan. Vijzelstraat 111 e Dat in het Terrassenplan voldoende ruimte is
Huidig terras: 3.17m? opgenomen voor nood- en hulpdiensten;
Vijzelstraat 81-137 Nieuwe situatie: 4.92m? e Dat dit Terrassenplan in toekomst, als
e Voor Vijzelstraat 81 t/m 137 wordt Verschil: +1.75m? daarvoor aanleiding is, kan worden
voorgesteld een maximale diepte van 2.00 aangepast.
meter toe te staan, mits 3 meter obstakelvrije Vijzelstraat 137
ruimte aanwezig is. Huidig terras: 3.66m? (concepttekening) Besluit
e Op dit moment hebben Vijzelstraat 97, Nieuwe situatie: 9.14m? tot vaststelling van het Terrassenplan Vijzel-
103, 111 en 137 terrassen. De mogelijke Verschil: +5.48m? straat, zodat in afwijking van het Terrassen-
toegestane diepte van Vijzelstraat 97 wordt beleid 2011 in de Vijzelstraat terrassen zijn
ten opzichte van het huidig vergunde terras Inspraak toegestaan in de zone zoals aangegeven op de
verruimd van 1.00 meter naar 2.00 meter. Het concept-terrassenplan Vijzelstraat is als tekening die geacht wordt deel uit te maken
e De mogelijke toegestane diepte van bijlage 2 toegevoegd aan het concept DO van dit besluit (bij verschil tussen de hier boven-
Vijzelstraat 103 wordt ten opzichte van Vijzelstraat en heeft van 2 juni t/m 13 juli 2016 staande tekst en de kaart is de tekst leidend).
het huidig vergunde terras verruimd van voor een periode van zes weken gelijktijdig met
0.80 meter naar 2.00 meter. De mogelijke het DO Vijzelstraat ter inzage gelegen. Op het De Burgemeester van Amsterdam
toegestane diepte van Vijzelstraat 111 wordt concept-Terrassenplan zijn vier inspraakreacties
ten opzichte van het huidig vergunde terras ingediend. Een samenvatting van deze reacties Namens deze
verruimd van 1.20 meter naar 2.00 meter. is, samen met de beantwoording daarvan, De voorzitter van het dagelijks bestuur van
e De mogelijke toegestane diepte van opgenomen in de bijlage bij dit besluit. stadsdeel Centrum
Vijzelstraat 137 wordt ten opzichte van het
huidig vergunde terras verruimd van 0.80 Overwegende: Boudewijn Oranje
meter naar 2.00 meter. e Dat de Vijzelstraat zich leent voor
Afschrift van dit besluit zal worden toegezonden
Bijlage 1 Terrassenplan aan de Burgemeester.
Bijlage 1 Nota van beantwoording Inhoudelijke behandeling inspraakreacties Vijzelstraat 28)
De inspraakreacties zijn hieronder samengevat Adressant vindt het begrijpelijk dat de
met inachtneming van de essentie. openbare ruimte wordt gewijzigd en er meer
1.1 Inleiding Beantwoording Per reactie wordt aangegeven ruimte voor voetgangers wordt gecreëerd en
Procedurele aspecten of de inspraakreactie heeft geleid tot kan akkoord gaan met een kleinere afmeting
Overeenkomstig het bepaalde in de Algemene aanpassing van het Terrassenplan Vijzelstraat. van het terras. Echter, niet op de rigoureuze
wet bestuursrecht en de inspraakverordening wijze zoals in het concept-terrassenplan
heeft het concept-terrassenplan Vijzelstraat Samenvatting inspraakreacties Vijzelstraat is voorgesteld. Op de tekening
voor een ieder ter inzage gelegen van 2 juni tot Reactie 1: Raoul Meester, Meesteradvocaten, behorende bij het concept-terrassenplan
en met 13 juli 2016 namens Caffé Ristorante La Buona Forchetta, Vijzelstraat is ‘een hap’ uit het terras aan de
Vijzelstraat 103 Vijzelstraatzijde genomen waardoor de helft
Naar aanleiding van de terinzagelegging zijn er Adressant geeft aan dat zijn cliënt kan leven van de tafels van dit terras moeten verwijderen
4 schriftelijke reacties ingediend. met de voorgestelde doorloopruimte van 3 en alleen een gevelbank mogelijk is. Reden
meter die na de herprofilering zal worden hiervoor is een kleine knik in de trambaan
De inspraakreacties zijn ingediend door: aangehouden. De berekening in het concept- waardoor het trottoir langzaamaan iets kleiner
1. Raoul Meester, Meesteradvocaten, namens terrassenplan Vijzelstraat voor het terras van wordt. Adressant vraagt om een diepte van het
Caffé Ristorante La Buona Forchetta, cliënt is onjuist berekend omdat de ingang van terras van 2,50 meter.
Vijzelstraat 103 de horecazaak iets verlegd is.
2. Taco van der Meer, namens Albushotel, Reactie 4: Raoul Meester, Meesteradvocaten,
Vijzelstraat 49 Reactie 2: Taco van der Meer, namens namens Vlaamsch Broodhuys, Vijzelstraat 109
3. Joris Meyer, namens Restaurant P. King Albushotel, Vijzelstraat 49 Adressant geeft aan dat de indicatie bij de
(Tritone B.V.) Herengracht 515 (hoek Adressant vindt de herprofilering van zowel de maatvoering van de bestaande terrassen in
Vijzelstraat 28) Vijzelgracht als de Vijzelstraat een geweldige vergelijking met de toekomstige terrassen
4, Raoul Meester, Meesteradvocaten, namens verbetering ten opzichte van de huidige situatie. voor het terras van het Vlaamsch Broodhuys
Vlaamsch Broodhuys, Vijzelstraat 109 Echter, door de komst van een tramhalte direct niet correct is. Het horecabedrijf exploiteert
voor het hotel leidt tot een inperking van het in drie naast elkaar gelegen panden en vraagt
Formele aspecten bestaande terras van ongeveer 2,70 meter naar bevestiging dat een terras voor deze gehele
Alle inspraakreacties zijn binnen de daarvoor ongeveer 1,10 meter diep. Adressant vraagt om gevel kan worden geplaatst.
geldende termijn binnengekomen, dan een terras van ongeveer 1,65 meter diep zodat
wel tijdig per post aangeboden, zodat het terras uit een tafel met twee stoelen kan Beantwoording inspraakreacties
alle inspraakreacties voldoen aan de bestaan. Reactie 1: Terras Caffé Ristorante La Buona
inspraakverordening van de Gemeente Forchetta, Vijzelstraat 103
Amsterdam Reactie 3: Joris Meyer, namens Restaurant Bij de herberekening van het terrasoppervlak na
P King (Tritone B.V) Herengracht 515 (hoek herprofilering, waarbij een doorloopruimte van
Bijlage 1 Terrassenplan
3 meter zal worden gehanteerd, is uitgegaan Conclusie: Geen wijzigingen in het voorwaarden bij terrasexploitatie. De enige
van de huidige breedte van de bestaande Terrassenplan Vijzelstraat afwijking van het reguliere beleid die het
terrassen. Dit betreft een indicatie. Indien er terrassenplan voor de Vijzelstraat beoogd,
meer ruimte aan de gevel van het horecabedrijf Reactie 3: Terras Restaurant PKing, Herengracht is dat een ruimere doorloopruimte voor
is ontstaan, of in de huidige situatie niet de 515 (Hoek Vijzelstraat 28) voetgangers ontstaat. Een ruimer terras dan
totale ruimte aan de gevel van het horecabedrijf In de tekening bij het concept-terrassenplan in het terrassenplan is opgenomen, behoort
voor de exploitatie van een terras is gebruikt, Vijzelstraat is op de tekening inderdaad een op basis van de breedte van de gevel tot de
is uitbreiding van het terras in de breedte verspringing in rode lijn, die de doorloopruimte mogelijkheden.
mogelijk, mits wordt voldaan aan de reguliere voor voetgangers markeert, aangebracht in
voorwaarden bij terrasexploitatie. De enige verband met de knik in de rijweg/trambaan ter Conclusie: Geen wijzigingen in het
afwijking van het reguliere beleid die het hoogte van Vijzelstraat 28. De knik is ondermeer __ Terrassenplan Vijzelstraat
terrassenplan voor de Vijzelstraat beoogd, het gevolg van de inrit van de Vijzelstraat
is dat een ruimere doorloopruimte voor naar de Herengracht. De inrit zelf maakt geen
voetgangers ontstaat. Een ruimer terras dan onderdeel uit van het trottoir waardoor de
in het terrassenplan is opgenomen, behoort knik noodzakelijk is om een doorloopruimte
op basis van de breedte van de gevel tot de van 3 meter voor voetgangers vrij te houden,
mogelijkheden. evenwijdig aan de rand van het trottoir en de
inrit.
Conclusie: Geen wijzigingen in het
Terrassenplan Vijzelstraat Conclusie: Geen wijzigingen in het
Terrassenplan Vijzelstraat.
Reactie 2: Terras Albushotel, Vijzelstraat 49
Ter hoogte van de tramhalte is een breder Reactie 4: Terras Vlaamsch Broodhuys
profiel nodig, waardoor het trottoir aan Bij de herberekening van het terrasoppervlak na
weerskanten van de tramhalte inderdaad herprofilering, waarbij een doorloopruimte van
smaller wordt. Juist op de plekken waar het 3 meter zal worden gehanteerd, is uitgegaan
trottoir smaller wordt en waar voetgangers in van de huidige breedte van de bestaande
en uit de tram zullen stappen, is de bredere terrassen. Dit betreft een indicatie. Indien er
doorloopruimte, die met dit terrassenplan meer ruimte aan de gevel van het horecabedrijf
wordt beoogd van groot belang. Daarom wordt is ontstaan, of in de huidige situatie niet de
vastgehouden aan de doorloopruimte van 3 totale ruimte aan de gevel van het horecabedrijf
meter waardoor het terras kleiner zal worden voor de exploitatie van een terras is gebruikt,
dan in de huidige situatie. is uitbreiding van het terras in de breedte
mogelijk, mits wordt voldaan aan de reguliere
CAR Bijlage 1 Terrassenplan
Colofon
Dit is een publicatie van Project Rode Loper
kere
1000 AE Amsterdam
Meer informatie over de Rode Loper
www.amsterdam.nl/rodeloper
Ontwerp Ruimte en Duurzaamheid, Gemeente Amsterdam
Grafisch ontwerp Werf3
Beeld Artist's impressions: DCAP
Datum 23 januari 2017
| Onderzoeksrapport | 42 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
% Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 24 november 2022
Portefeuille(s) Armoede en schuldhulpverlening
Portefeuillehouder(s): Wethouder Moorman
Behandeld door Directie Werk, Participatie en Inkomen, [email protected]
Onderwerp Amsterdamse Armoedemonitor 2021 en Brede monitor armoederegelingen
Geachte leden van de gemeenteraad,
U ontvangt vandaag de nieuwste editie van de Amsterdamse Armoedemonitor. De
Armoedemonitor wordt jaarlijks opgesteld door de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek
(OIS) en met uw raad gedeeld. De Armoedemonitor beschrijft de minimapopulatie. Deze versie
volgt op de cijfers die in maart 2022 in een factsheet met u zijn gedeeld. Ook biedt de monitor een
overzicht van het relatieve bereik (het bereik afgezet tegen de doelgroep) van een aanzienlijk deel
van de gemeentelijke minimaregelingen. Met de Brede monitor armoederegelingen (BMA)
informeren we u aanvullend over het recente absolute bereik van een groter aantal
minimaregelingen.
De Armoedemonitor 2021 is gebaseerd op CBS-gegevens over inkomen en vermogen van alle
Amsterdamse huishoudens tussen 2011 en 2020. De meest recente beschikbare cijfers van het
CBS gaan over het jaar 2020 en dit zijn voorlopige cijfers. Daarnaast kijkt de Armoedemonitor naar
ontwikkelingen in 2021, met een raming van het percentage minimahuishoudens in 2021.
De groep die financieel in de knel komt kan momenteel groter worden, gezien de hoge inflatie. De
bestaanszekerheid van een deel van de Amsterdammers staat al langer onder druk. Het is dan ook
van groot belang om te monitoren of er armoederisico’s voor specifieke groepen ontstaan en hoe
we de bestaanszekerheid van Amsterdammers kunnen vergroten.
In deze brief geven we eerst de focus en reikwijdte van de Armoedemonitor aan. Vervolgens
vatten we de voornaamste bevindingen vit de Armoedemonitor samen. Tot slot vindt u de
voornaamste bevindingen uit de Brede monitor armoederegelingen.
Focus en reikwijdte van de Armoedemonitor
Op dit moment is er veel aandacht voor de kosten van levensonderhoud. Door de hoge inflatie
komen huishoudens niet meer rond van hun inkomen. Zoals de stresstest van het Centraal
Cultureel Planbureau (CPB) laat zien? ondervinden vooral lage inkomens problemen bij het betalen
van hun vaste en noodzakelijke lasten, en worden zij ook op termijn het hardst getroffen door
1 CBP, 2022, Stresstest kosten van levensonderhoud
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 24 november 2022
Pagina 2 van 5
inflatie. Dit betekent niet dat er door de inflatie meer minimahuishoudens bij komen. Bij de
bepaling van wie minima zijn, wordt gekeken naar inkomen en vermogen, niet naar vaste lasten.
Toch zullen juist door de stijging van de vaste lasten meer mensen te maken krijgen met armoede
en schulden. Dit toont aan dat inkomen en vermogen alleen niet het gehele beeld geven van
armoede in de stad. Ook huishoudens met een hoger inkomen kunnen door hun vaste lasten in
financiële problemen komen en het is belangrijk om armoede op verschillende manieren in kaart
te brengen. Bijvoorbeeld door het vroegtijdig signaleren van schulden, een belangrijke prioriteit
van het college. De focus in de armoedemonitor ligt echter op de groep die het hardst getroffen
wordt door de stijgende prijzen, de groep met een laag inkomen en weinig vermogen.
De energietoeslag en de korting die Stadspashouders kunnen krijgen op energiezuinig witgoed
zijn vanwege hun recente en minder structurele karakter geen onderdeel van deze monitoren. Met
de energietoeslag hebben we inmiddels meer dan 80.000 minimahuishoudens bereikt. Daarnaast
hebben meer dan 3.000 huishoudens tot oktober 2022 gebruik gemaakt van de korting op
energiezuinig witgoed. U bent in de raadsinformatiebrief van 1 september 2022 en de
raadsinformatiebrief van 6 september 2022 nader geïnformeerd over deze regelingen.
Armoedemonitor bevinding 1. Kantelpunt in aantal minimahuishoudens in 2020, meer
minimahuishoudens verwacht in 2021
De Armoedemonitor 2021 laat zien dat voor het eerst sinds 2014 het aantal minimahuishoudens in
2020 is gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. Het gaat tussen 2019 en 2020 nog om een
relatief beperkte stijging van ongeveer 1.500 huishoudens. Omdat de totale bevolking meer is
gegroeid zien we procentueel een stabilisatie. De verwachting is dat het aantal
minimahuishoudens in 2021 verder is gestegen en ook het percentage: van 15,6% in 2020 naar
16,6% in 2021. OIS geeft aan dat 2020 daarmee een kantelpunt vormt. Het college vindt dit een
zorgelijke ontwikkeling.
Armoedemonitor bevinding 2. Armoede concentreert zich steeds sterker onder ouderen
en alleenstaanden, daling in het aandeel kinderen dat in armoede opgroeit
De Amsterdamse minimapopulatie vergrijst volgens de Armoedemonitor: 66-plussers vormden
13% van de minima in 2011; in 2020 is dit percentage gestegen naar 20%. De totale bevolking
vergrijst overigens ook, maar in mindere mate. Oudere minima hebben geen perspectief op
verbetering van hun inkomenspositie en langdurige armoede komt onder deze groep dan ook veel
vaker voor (83% is drie jaar of langer minima) dan gemiddeld (65%). In delen van West, Oost en
Zuidoost zien we hoge percentages armoede onder deze groep. Verder zien we dat ouderen die in
het buitenland zijn geboren (de eerste generatie migranten) veel vaker minima zijn (43%) dan
gemiddeld (13%). De Armoedemonitor 2021, geeft aan dat dit waarschijnlijk grotendeels is toe te
schrijven aan een zogenaamd AOW-gat bestaande uit alle jaren waarin een persoon niet in
Nederland woonachtig en/of werkzaam was.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 24 november 2022
Pagina 3 van 5
De Armoedemonitor laat ook zien dat minima steeds vaker alleenstaand zijn: in 2011 vormden
alleenstaanden 63% van alle minimahuishoudens, in 2020 70%. Alleenstaanden hebben per
definitie één inkomen en daarmee minder uitzicht op verbetering van hun inkomenspositie.
De situatie van kinderen laat volgens de Armoedemonitor 2021 een gunstigere trend zien. Er zijn
steeds minder kinderen die opgroeien in minimahuishoudens en ook het percentage is de
afgelopen jaren gedaald. Het percentage kinderen in armoede was 18,8% in 2019 en is gedaald
naar 17,4% in 2020. Belangrijk wordt om te monitoren of deze daling aanhoudt in 2021, wanneer
de verwachte instroom van nieuwe minima realiteit wordt. Als college vinden wij de afname van
het aantal kinderen in armoede een positieve ontwikkeling en tegelijkertijd maken we ons zorgen
over de gevolgen van de huidige inflatie op armoede onder kinderen. Elk kind dat opgroeit in
armoede in deze stad er één te veel. We blijven ons dan ook onverminderd inzetten voor gelijke
kansen voor kinderen.
Armoedemonitor bevinding 3. Bereik Scholierenvergoeding en Kindtegoed gestegen,
andere regelingen stabiel
De Armoedemonitor 2021 beschrijft dat met een stijging van het aantal minimahuishoudens ook
de doelgroep van de gemeentelijke minimaregelingen groter is geworden. Tegelijkertijd is het
bereik van de meeste regelingen stabiel: dat betekent dat meer huishoudens een of meerdere
regelingen toegekend hebben gekregen. Belangrijk bij de interpretatie van de gegevens over
bereik is dat de regelingen in 2021 zijn toegekend op basis van het inkomen van een huishouden in
2020. In 2020 maakte 73% van de huishoudens met recht op voorzieningen hier gebruik van, in
2021 was dit 74%.
Voor de Scholierenvergoeding is sprake van een groter bereik. Het bereik van de
Scholierenvergoeding voor primair en voortgezet onderwijs lag de afgelopen jaren stabiel op 72%.
In 2021 is het bereik gestegen naar 76%. De Armoedemonitor geeft aan dat het grotere bereik van
de Scholierenvergoeding het gevolg kan zijn van een toegenomen vraag tijdens de coronacrisis.
Het bereik van het kindtegoed is ook toegenomen, maar dit heeft waarschijnlijk te maken met de
veranderde manier van toekennen. Daarop aanvullend wil het college u graag informeren dat er de
afgelopen jaren een consequente campagne is gevoerd om het bereik van de
Scholierenvergoeding te verhogen en zo armoede onder kinderen tegen te gaan.
Brede monitor armoederegelingen
Deze Brede monitor armoederegelingen geeft een overzicht van het bereik en gebruik van de
Amsterdamse minimaregelingen in absolute aantallen tot en met augustus van dit jaar. De
monitor toont in de cijfers t/m augustus van dit jaar beperkt stijgingen of dalingen in het gebruik
van minimavoorzieningen. Ook hier is het goed te vermelden dat voorzieningen worden
toegekend op basis van het inkomen van het jaar daarvoor. Een stijging in het gebruik van
minimavoorzieningen als gevolg van meer armoede in de stad wordt daarom pas na enige tijd
zichtbaar. De relevante stijgingen en dalingen vit de monitor t/m augustus 2022 vatten we
hieronder voor v samen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 24 november 2022
Pagina 4 van 5
De Brede monitor armoederegelingen tot en met augustus 2022 toont een verdere daling in het
aantal huishoudens dat gebruik maakt van de Voedselbank, na een forse stijging in 2020. De
Voedselbank ziet sinds augustus 2022 echter weer een stijging in het aantal huishoudens dat
gebruikmaakt van voedselnoodhulp, als gevolg van de hoge energieprijzen. Op 1 augustus
maakten er 1.457 huishoudens gebruik van de Voedselbank, op 1 november waren dit 1.701
huishoudens.
Bij de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen toont de Brede monitor armoederegelingen
een dalende trend. Er zijn meer verzoeken afgewezen als gevolg van onvolledige informatie of het
uitblijven van een reactie en op basis van inhoudelijke gronden. Een afwijzing op inhoudelijke
gronden vindt voornamelijk plaats als iemand niet aan de vermogensnorm en inkomensnorm
voldoet. Eerste indicaties wijzen erop dat meerdere gemeenten hiermee te maken hebben. Voor
wat betreft de Amsterdammers die niet reageren op een (aanvullend) verzoek tot informatie is
recent een pilot gestart met als doel de reactiegraad omhoog te krijgen en/of te achterhalen
waarom mensen niet reageren.
Het aantal aanvragen voor een gratis laptop of tablet voor basisschoolscholieren is in schooljaar
2021/2022 gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Per schooljaar 2020/2021 heeft een
beleidswijziging plaatsgevonden in de toekenning van laptops voor basisschool- en middelbare
scholieren. De wijziging hield in dat we voor middelbare scholieren per kind zijn gaan toekennen
(vandaar de stijging in schooljaar 2020/2021) en voor basisscholieren per huishouden (vandaar de
recente daling). Voorheen was dit andersom, de toekenning voor basisschoolscholieren was per
kind en voor middelbare scholieren per huishouden. Deze beleidswijziging is doorgevoerd omdat
uit onderzoek bleek dat het juist voor middelbare scholieren van groot belang is dat zij een eigen
laptop hebben.
Bij het gebruik van de Stadspas door minima toont de Brede monitor armoederegeling dat het
gebruik nog niet hersteld is na de daling als gevolg van corona.
In de raadsinformatiebrief van 22 september 2022 over de Brede monitor armoederegelingen t/m
december 2021 bent u geïnformeerd over de stijging rondom de Scholierenvergoeding, het aantal
abonnementhouders van gratis OV voor oudere minima en de Regeling Tegemoetkoming
Meerkosten (RTM). We zien in deze versie van de Brede monitor armoederegelingen dat deze
stijgingen doorzetten. De huidige Brede monitor armoederegelingen toont ook een stijging in het
aantal Stadspashouders blauwe ruit (voor AOW-gerechtigden).
Een stijging die nog niet in de vorige Brede monitor armoederegelingen stond, is de stijging van
het aantal Amsterdammers dat in 2021 gebruik maakte van bijzondere bijstand. Deze stijging is
exclusief de Tijdelijke Ontvangers Noodzakelijke Kosten (TONK) en waarschijnlijk voornamelijk
een gevolg van de coronacrisis. Zo hebben meer Amsterdammers die zelfstandigen zijn een
beroep gedaan op de bijzondere bijstand die tijdelijk voor hoge woonlasten kan worden verstrekt.
Daarnaast zijn er ook enkele andere kostensoorten waar vaker een beroep op is gedaan.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 24 november 2022
Pagina 5 van 5
Verwachte verdere stijging van het aantal minimahuishoudens
De Armoedemonitor 2021 schat in dat het aantal minimahuishoudens in 2021 is toegenomen. Het
college verwacht gezien de huidige inflatie dat de groep die in de knel komt groter wordt. U heeft
kennis kunnen nemen van alle maatregelen die het college neemt voor extra financiële
ondersteuning voor Amsterdammers waarvan de bestaanszekerheid acuut onder druk staat in de
raadsinformatiebrief van 27 september 2022. De verhoging van de inkomensgrens voor de
armoedevoorzieningen naar 130% betekent dat volgend jaar een grotere groep Amsterdammers
aanspraak kan maken op de armoedevoorzieningen.
We zetten ons onverminderd in om Amsterdammers te begeleiden naar de beschikbare
gemeentelijke ondersteuning en gebruiken de uitkering van de energietoeslag om
Amsterdammers op andere regelingen te attenderen. Gezien de snelle ontwikkelingen en
aankomende winter blijven we in de gaten houden waar en hoe we acuut kunnen bijspringen.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
A
LAT
Vv )
Marjolein Moorman
Wethouder Armoedebestrijding
Bijlagen
1. Amsterdamse Armoedemonitor 2021
2. Brede Monitor Armoederegelingen t/m augustus 2022
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 5 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 41
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Marttin en Boomsma inzake het voorkeursbesluit en
vitvoeringsbudget voor het verkeersveilig maken van de Sloterweg West
Onderwerp
Wisseling van de voorkeursvariant
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het voorkeursbesluit en vitvoeringsbudget voor het verkeersveilig ma-
ken van de Sloterweg West
Constaterende dat,
-_ Het omwisselen van de voorkeursvariant 2a en de backup variant 11 ertoe leidt dat er één
camera nodig is
-__Er doormiddel van het kiezen voor variant 11 de effecten kunnen worden gemonitord,
waarna indien dit niet het beoogde effect geeft extra maatregelen genomen kunnen wor-
den
Overwegende dat,
-__ Kiezen voor variant 11 minder ingrijpend is dan voorkeursvariant 2a
-__Het omwisselen van de twee varianten in lijn met advies CVC, Haarlemmermeer, de Win-
keliersvereniging en vele bewoners
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Variant 2a en 11 om te wisselen, waarbij 11 de voorkeursvariant wordt en 2a de backup variant
Indieners
A.A.M. Marttin
D.T. Boomsma
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 347
Publicatiedatum 11 april 2014
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 2 april 2014
Behandeld op woensdag 2 april 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Paternotte, de heer Van Osselaer, mevrouw
Moorman, de heer Van der Ree, mevrouw Shahsavari-Jansen en de heer Groot
Wassink inzake de uitwerking van de varianten en moties over de vernieuwing van
het erfpachtstelsel, terugkomen op het raadsbesluit van 3 juli 2013, nr. 145/536 van
2013, over de uitgangspunten voor nieuwe Algemene Bepalingen voor voortdurende
erfpacht en intrekken van de raadsbesluiten van 19 december 2013 over
het referendum van 22 mei 2014, nr. 260/1157 van 2013.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 25 maart 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 346) inzake:
— de uitwerking van de varianten en moties over de vernieuwing van
het erfpachtstelsel;
— terugkomen op het raadsbesluit van 3 juli 2013, nr. 145/536 van 2013, over de
uitgangspunten voor nieuwe Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht;
— intrekken van de raadsbesluiten van 19 december 2013 over het referendum van
22 mei 2014, nr. 260/1157 van 2013;
Overwegende dat:
— ten minste 28.259 Amsterdammers het verzoek tot een referendum over de
uitgangspunten van de nieuwe Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht
hebben gesteund;
— indien in de toekomst een nieuw besluit wordt genomen met betrekking tot het
erfpachtstelsel, op grond van de huidige Verordening een nieuw
referendumverzoek (met nieuwe handtekeningen) moet worden ingediend en dit
de Referendumcommissie dit onbillijk voorkomt;
— de Referendumcommissie het college heeft geadviseerd “een oplossing te bieden
die erin voorziet dat de initiatiefnemer niet opnieuw handtekeningen hoeft in te
zamelen indien het gemeentebestuur een soortgelijk besluit neemt”;
— een nieuw besluit kan verschillen van het vorige, maar dat dit niet hoeft te
betekenen dat de initiële bezwaren van de initiatiefnemer — en dus de wens tot het
houden van een referendum — zijn weggenomen,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 347 ‚ Motie
Datum 11 april 2014
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— op het eerstvolgende moment dat het college een soortgelijk besluit voor
uitgangspunten voor de nieuwe Algemene Bepalingen voor erfpacht aan de raad
voorlegt — indien de oorspronkelijke initiatiefnemer dit wenst — tegelijk een voorstel
te doen om een volksraadpleging uit te schrijven;
— in ieder geval als ‘soortgelijk’ te beschouwen een voorstel dat niet tegemoetkomt
aan de tegen het initiële voorstel geuite bezwaren van de initiatiefnemer die 'sec'
betrekking hebben op de eerder door het college vastgestelde uitgangspunten;
— de Referendumcommissie te vragen haar advies over het al dan niet soortgelijk
zijn te formuleren binnen de context van de tegen het initiële voorstel geuite
bezwaren van de initiatiefnemer.
De leden van de gemeenteraad,
J.M. Paternotte
J.P.D. van Osselaer
M. Moorman
D.A. van der Ree
M.D. Shahsavari-Jansen
BR. Groot Wassink
2
| Motie | 2 | train |
datum voorzitter
3 mei 2010 E. Berkhout/
Mw. F.S. Roos-Meijer
plaats griffier
raadzaal Mw. J.S. Spier
tijd notulen
20.00 uur Vi.a.Vi Office Management
VERSLAG Vergadering deelraad stadsdeel Zuid
(concept)
Aanwezig Voorzitter E. Berkhout (tot punt 5)
Mw. F.S. Roos-Meijer (vanaf punt
5)
Griffier Mw. J.S. Spier
Notulist Mw. T. Drüggen
Leden deelraad Mw. A.R. van Dolder VVD
J.H.J. van Doorn
J.P. Eisenmann
A. de Heus (vanaf punt 13)
P.J.J. Slettenhaar (tot punt 10a)
Mw. L.P. Tiel
C.Th. Valkering
J.W.G. van der Wal
J. van Wijngaarden
E, Berkhout D66
P. Guldemond
Mw. H.E.A. van Heeswijck-Veeger
E. P. Huizinga
A.S.P. Scholtes
H.F.L. Wals
B. Abid PvdA
W.M. van Ballegooijen
E.M. Linthorst
Mw. T. van Nieuwenhoven
Mw. F.S. Roos-Meijer
E.J. de Vries (tot punt 10b)
A.J.M. Weerts (vanaf punt 13)
S. Franklin GroenLinks
P.J.J. van Grieken
J.B. Kok
Mw. A. Nijland
M.A. Koldewijn SP
Mw. R. Moayyed
H.J.W. Boes CDA
Mw. D. Brekveld VOZ
T.F.L.M. Keijser ZPB
Behandelde punten
1. Installeren nestor van de raad tot lid van de deelraad Zuid door de heer De Vries,
stadsdeelvoorzitter Oud-Zuid
- Symbolische handeling door wethouder Van Poelgeest
2. Installeren overige leden van de raad
- Kort woord door de heer H. Wink, kwartiermaker Zuid
- Mededeling over benoeming griffier
3. Benoemen drie leden stembureau
4. Benoemen voorzitter en plaatsvervangend voorzitter deelraad Zuid
- Kort woord door de voorzitter van de deelraad
5. Mededelingen
6. Toesprekers
7. Vaststellen Reglement van orde voor de vergaderingen van deelraad Zuid
8. Benoemen drie leden Commissie voor de geloofsbrieven
9. Politieke beschouwingen n.a.v. het gepresenteerde coalitieakkoord
10. a. Benoemen voorzitter dagelijks bestuur
b. Benoemen overige leden dagelijks bestuur
- Kort woord door de heer P.J.J. Slettenhaar
11. Rapportage Commissie voor de geloofsbrieven inzake toelaten opvolgers afgetreden
raadsleden
12. Installeren opvolgers afgetreden raadsleden
13. a. Vaststellen Verordening op de raadscommissies
b. Instellen raadscommissies
1/18
c. Rapportage Commissie voor de geloofsbrieven inzake toelaten buitengewoon
commissieleden
d. Benoemen leden van de raadscommissies
e. _Benoemen voorzitters van de raadscommissies
14. Vaststellen vergaderschema mei - december 2010 deelraad Zuid
15. Vaststellen spreektijdenregeling raads- en commissievergaderingen deelraad Zuid
16. Vaststellen Tijdelijke regeling fractieondersteuning
17. Vaststellen Verordening rechtspositie raadsleden en commissieleden
18. Vaststellen Mandaatbesluit griffier
19. Vaststellen Legesverordening
20. Vaststellen beleidsregels Oud-Zuid en Zuideramstel
20a. Vaststellen Geconsolideerde begroting 2010 van de voormalige stadsdelen
21. Intrekken regelingen Oud-Zuid en Zuideramstel
22. Rondvraag
23. Sluiting
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 2/18
1. Installeren nestor van de raad tot lid van de deelraad Zuid door de heer De
Vries, stadsdeelvoorzitter Oud-Zuid
Ten overstaan van de heer De Vries legt de heer E. Berkhout, nestor van de raad, de belofte af.
Hiermee is de heer Berkhout geïnstalleerd als lid van de deelraad Zuid.
5
- Symbolische handeling wethouder Van Poelgeest
Wethouder Van Poelgeest overhandigt het zojuist geïnstalleerde raadslid een
voorzittershamer. Met dit cadeautje van de centrale stad wordt gemarkeerd dat de centrale stad
de bevoegdheden die ze wegens het ontbreken van een stadsdeelbestuur vanaf 1 mei had
10 weer teruggeeft aan het orgaan waar ze thuishoren: de stadsdeelraad.
Aansluitend memoreert wethouder Van Poelgeest dat stadsdeel Zuid een intensieve periode
achter de rug heeft. Nog maar twee jaar geleden startten de toenmalige stadsdeelvoorzitters
met hun notitie ‘De kracht van stadsdelen’ een discussie over verbeteringen van het bestuurlijk
stelsel. Vorig jaar kwam het advies van de commissie Mertens daar nog bij. Gezamenlijke
15 constatering was dat het bestuurlijk stelsel op hoofdlijnen goed functioneerde, maar dat
verbeteringen nodig waren in de taakverdeling, de uitvoeringskracht en de samenwerking
tussen stad en stadsdelen. De afgelopen maanden is vanuit die gedachte erg veel werk verzet.
Het meest in het oog springend is de samenvoeging van elf stadsdelen naar vier stadsdelen.
Dat was geen gemakkelijke operatie, want tijdens de verbouwing bleef de winkel open. Er is
20 hard gewerkt aan de fundamenten van vier nieuwe krachtige stadsdelen. Allemaal stadsdelen
met een eigen karakter, eigen ambities en eigen opgaven.
Het besluit om het bestuurlijk stelsel te verbeteren houdt echter meer in dan het samenvoegen
van stadsdelen. Er zijn afspraken gemaakt over een heldere verdeling van taken en
bevoegdheden; is er een onderzoek gestart naar de positie van centrale diensten en er zijn
25 uitgangspunten voor buurtgericht werken en burgerparticipatie vastgesteld. Hiermee zullen
centrale stad en stadsdelen de komende periode verdergaan.
Dat wordt gedaan omdat, zoals de stadsdeelvoorzitters in hun notitie schreven, Amsterdam één
stad is waar de stad en de stadsdelen bestaansrecht hebben door ieder op hun eigen manier bij
te dragen aan de ontwikkeling van Amsterdam en zijn inwoners. Met een bestuurlijk stelsel dat
30 veel mogelijkheden biedt om het nog beter te gaan doen. Waarin stad en stadsdelen samen de
balans zoeken tussen het belang voor de stad als geheel en de specifieke wensen van haar
bewoners. De internationale en regionale uitstraling van een hoofdstad en het maatwerk dicht
bij de burger en kennis en bekendheid tot op het straatniveau. Het is van belang vanuit dit
perspectief de samenwerking tussen stad en stadsdelen voort te zetten.
35 Een groot aantal van de opgaven gaat - soms letterlijk - de stadsdeelgrenzen te boven en de
noodzakelijke oplossingen daarmee ook.
Zoals elk stadsdeel een specifieke opgave kent, staat Zuid voor de opgave die enerzijds
bepaald wordt door grootstedelijke ontwikkelingen en voorzieningen in het stadsdeel
(bijvoorbeeld de Zuidas) die soms nationale of internationale betekenis hebben. Anderzijds zijn
40 er maatschappelijke opgaven die zich vooral manifesteren op straat-, buurt- en wijkniveau.
Stadsdeel Zuid is een fors gebied geworden. Aan de stadsdeelraad de taak om de banden met
bewoners nauw te houden, om ondanks de schaalgrootte dicht bij de mensen te blijven staan.
Zuid heeft een behoorlijk aantal economische en culturele centrumfuncties van de metropool
Amsterdam en zijn gebied. Daarnaast moet station Zuid hét internationale station van
45 Amsterdam worden. De Noord/Zuidlijn zal de stad in de toekomst met de Zuidas verbinden.
Kortom: er liggen tal van prachtige uitdagingen.
Wethouder Van Poelgeest wenst de stadsdeelraad daarom ook veel succes de komende
periode. Hij is ervan overtuigd dat de deelraad het nieuwe stadsdeel tot een succes zal maken.
50 2. Installeren overige leden van de raad
De voorzitter vraagt de beoogde leden van de raad die de eed willen afleggen naar voren te
komen en leest de verklaring voor.
De heren Boes, Keijser, Linthorst, De Vries, Van Doorn, Van Wijngaarden en de dames
55 Brekveld, Van Dolder, Van Heeswijck-Veeger leggen de eed af.
Hiermee zijn zij geïnstalleerd als lid van de deelraad Zuid.
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 3/18
De voorzitter vraagt de beoogde leden van de raad die de belofte willen afleggen naar voren te
60 komen en leest de verklaring voor.
De heren Abid, Kok, Van der Wal, Van Grieken, Franklin, Huizinga, Koldewijn, Guldemond,
Scholtes, Slettenhaar, Valkering, Wals, Van Ballegooijen, Eisenmann en de dames Van
Nieuwenhoven, Nijland, Tiel, Roos-Meijer, Moayyed leggen de belofte af.
65
Hiermee zijn zij geïnstalleerd als lid van de deelraad Zuid.
- Kort woord door de heer H. Wink, kwartiermaker Zuid
Namens het directieteam en de ambtenaren van stadsdeel Zuid heet de heer Wink de
70 raadsleden van harte welkom in het nieuwe stadsdeel Zuid. Er is door heel veel mensen de
afgelopen negen maanden hard gewerkt om te zorgen dat er een ambtelijke organisatie
klaarstaat die de deelraad kan helpen zijn ambities te verwezenlijken. Hij overhandigt de
raadsleden het boekje ‘Zicht op Zuid’. Dat bevat ambtelijk verzamelde informatie over hoe
stadsdeel Zuid is samengesteld, waar de kracht ligt van Zuid en waar het wellicht beter zou
75 kunnen gaan. Dit boekje kan van nut zijn voor de raadsleden om te bepalen wat ze in de
komende jaren voor het stadsdeel willen gaan betekenen. Hij wenst hen daar heel veel succes
in.
- Mededeling over benoeming griffier
80 De voorzitter meldt dat de gemeentesecretaris mevrouw J.S. Spier heeft benoemd tot griffier
van de stadsdeelraad Zuid.
3. Benoemen drie leden stembureau
Mevrouw Van Nieuwenhoven en de heren Kok en Scholtes worden benoemd tot leden van het
85 _ stembureau.
4. Benoemen voorzitter en plaatsvervangend voorzitter deelraad Zuid
De voorzitter meldt dat mevrouw F. Roos-Meijer zich kandidaat heeft gesteld voor de functie
van voorzitter.
90
Na een schriftelijke stemming meldt de voorzitter dat mevrouw Roos met 27 stemmen voor en
2 stemmen tegen gekozen is tot voorzitter van de deelraad Zuid.
De voorzitter meldt dat de heer J.H.J. van Doorn zich kandidaat heeft gesteld voor de functie
95 van plaatsvervangend voorzitter.
Na een schriftelijke stemming deelt de voorzitter mee dat de heer Van Doorn met unanieme
stemmen is gekozen tot plaatsvervangend voorzitter van de deelraad Zuid.
100 De voorzitter geeft het voorzitterschap met de bijbehorende hamer door aan mevrouw Roos.
- Kort woord door de voorzitter van de deelraad
De voorzitter voelt het als een eer dat de deelraadsleden haar het vertrouwen hebben gegeven
om hun voorzitter te zijn. Zij dankt hen hiervoor. Ze heet de raadsleden en belangstellende
105 burgers welkom bij de eerste raadsvergadering van het nieuwe stadsdeel Zuid. Het zal voor de
raadsleden wellicht even wennen zijn. De burgers hebben hen voor de komende vier jaar
samengebracht en ze hebben nog niet de gelegenheid gehad aan elkaar en de nieuwe
omgeving te wennen. Ze heeft er veel zin in deze raadsperiode als raadsvoorzitter in te gaan.
Aan deze taak inhoud geven kan ze alleen samen met de raad en uiteraard met de onmisbare
110 steun van de griffiemedewerkers. Ze hecht eraan dat er tijdens deze raadsperiode respectvol
met elkaar wordt omgegaan en dat er in de debatten en de beraadslagingen niet op de persoon
wordt gespeeld. Ze zal erop toezien dat respectvol rekening wordt gehouden met de mening
van een minderheid. Gezamenlijk moet het democratisch proces worden bewaakt. Zij voelt zich
als voorzitter hier extra verantwoordelijk voor. Ook omdat ze het oorspronkelijke doel van de
115 raad voor ogen wenst te houden, namelijk de belangen van de burgers van het stadsdeel zo
goed mogelijk te dienen. Ze stelt zichzelf als taak zo efficiënt mogelijk te vergaderen; overleg
zal hopelijk alleen plaatsvinden als daar een duidelijke reden voor is.
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 4/18
Ze hoopt op een goede samenwerking en opent hiermee de eerste raadsvergadering van
stadsdeel Zuid onder haar leiding.
120
De voorzitter schorst de vergadering om de aanwezigen de gelegenheid te geven de
geïnstalleerde raadsleden te feliciteren.
5. Mededelingen
125 De heer Keijser (ZPB) wil aangetekend zien dat de fractie van Zuid- en Pijpbelangen onder
protest aanwezig is aangezien de ingediende bezwaren tegen samenvoeging van beide
stadsdelen niet zijn behandeld en er toch wordt doorgegaan.
Mevrouw Brekveld (VOZ) vraagt of de duo-leden, niet raadsleden vanavond benoemd gaan
130 worden.
De voorzitter deelt mee dat de duo-raadsleden vanavond niet worden benoemd. Doordat
vandaag in het stadsdeel geen enkele computer werkte, werd het te ingewikkeld om de hiervoor
benodigde informatie aan de deelraad te doen toekomen. Ze stelt voor de voorzitters van de
raadscommissies, die later in de vergadering worden benoemd, te vragen de duo-raadsleden
135 toch toe te laten tot de eerste commissievergadering. De duo-raadsleden zullen dan in de
raadsvergadering van 2 juni worden geïnstalleerd.
De deelraad gaat met dit voorstel akkoord.
6. Toesprekers
140 Mevrouw Munniksma spreekt namens het Bewonersplatform Zuidas en namens de Vereniging
Vrienden van het Beatrixpark. Ze feliciteert de deelraadsleden van harte met hun benoeming.
Ze is blij met de samenvoeging van beide voormalige stadsdelen. Als bewoner van Oud-Zuid
was ze vaak aanwezig bij raadsvergaderingen van Zuideramstel om in te spreken voor het
Beatrixpark. Het Beatrixpark ligt nu midden in het nieuwe stadsdeel. Ze verwacht dat de
145 raadsleden haar in de toekomst nog wel een aantal keren zullen horen inspreken over het
Beatrixpark. Namens de Vereniging Vrienden van het Beatrixpark heeft ze een cadeautje voor
de raadsleden dat ze zal overhandigen aan de fractievoorzitters.
Namens het Bewonersplatform Zuidas zal ze de raadsleden documentatie over de Zuidas
overhandigen. Ze beveelt hun aan zich te abonneren op de weekberichten. Ze attendeert op de
150 _ bijeenkomst op 12 mei waar aan de orde zal zijn wat de Zuidas en de Noord/Zuidlijn voor elkaar
kunnen betekenen. Op 27 mei a.s. organiseert bureau Zuidas een Zuidasmarkt.
Ze wenst de raadsleden voor de komende vier jaar veel wijsheid toe.
Mevrouw Willems spreekt namens de Huurdersvereniging Zuid. Ze wenst de raadsleden veel
155 succes voor de komende periode. Huurdersvereniging Zuid hoopt op een vruchtbare
samenwerking.
Ze memoreert dat het DB en de stadsdeelraad van Oud-Zuid een aantal jaren geleden in hun
protest tegen de huurliberaliseringsplannen van minister Dekker hebben gesteld dat Oud-Zuid
een gemengd stadsdeel is en zal moeten blijven en een plek voor mensen uit alle
160 inkomenscategorieën. Ze wijst erop dat het plan van de huidige regering om flink het mes te
zetten in de huurtoeslag hard zal aankomen vooral bij mensen op bijstandsniveau die nu al
moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Huurders met huurtoeslag betalen
gemiddeld 25% van hun netto inkomen aan kale huur, terwijl kopers gemiddeld 16% aan
kooplasten kwijt zijn. Deze ongelijkheid tussen huurders en kopers zal nog groter worden als de
165 gewildheid van wijk of woning gaat meetellen in de huurprijs. Daarnaast zijn er plannen om van
de 2,4 miljoen sociale huurwoningen maar liefst 1 miljoen in de verkoop te doen. Voor de
meeste huurders is een koopwoning in Zuid onbetaalbaar. Niettemin neemt het DB in het
programma-akkoord een voorschot op een mogelijke toekenning aan Zuid van een extra
contingent sociale huurwoningen voor splitsing en verkoop, een verruiming van de
170 mogelijkheden tot samenvoeging en een vergroting van het particuliere huursegment.
Om huurders bij te staan in hun verzet tegen de druk die op hen zal worden uitgeoefend om te
verhuizen fungeren de wijksteunpunten wonen. Maar ook hierop wil het DB bezuinigen. De
ondersteuning die de wijksteunpunten wonen bieden is, gezien de voorstellen uit het
programma-akkoord, echter hard nodig en zal de komende periode niet minder worden.
175 Namens de huurdersverenigingen en namens 55.000 hurende huishoudens in Zuid verzoekt zij
de deelraad dringend zich niet te committeren aan de voorstellen van het DB op het gebied van
wonen en niet akkoord te gaan met de voorgestelde forse bezuiniging op de
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 5/18
huurdersondersteuning. Als het de deelraad menens is dat Zuid een gemengd stadsdeel moet
zijn en blijven, een plek voor alle inkomens van laag tot hoog, moeten de huurders niet in de
180 kou worden gezet.
De heer Linthorst (PvdA) maakt bezwaar tegen het applaudisseren door raadsleden. Blijken
van instemming of afkeuring met insprekers zijn niet toegestaan.
185 De heer De Vries, bestuurslid huurdersvereniging de Pijp, spreekt namens de drie
huurdersverenigingen van stadsdeel Zuid: huurdersvereniging Zuid, huurdersvereniging de Pijp,
huurdersvereniging Zuideramstel. De huurdersverenigingen maken zich ernstige zorgen over de
bezuinigingsplannen op de ondersteuning van huurders in het nieuwe stadsdeel. De
wijksteunpunten opereren zeer efficiënt en zijn productief. De opgave is enorm. De druk op de
190 woningmarkt in Zuid is zeer hoog. Dit leidt tot druk op huurders. Zuid voert op dit moment de lijst
aan van stadsdelen met het meeste ongewenst verhuurgedrag. Het komende nieuwe
woningwaarderingsstelsel waarin ook energieprestatie gaat meetellen, betekent dat alle
puntentellingen herzien moeten worden en er in een overgangsperiode meer werk komt voor de
wijksteunpunten. Bovendien gaat naar verwachting het huurbeleid op de helling. Dat geeft grote
195 verschuivingen die onrust en onzekerheid met zich meebrengen. Er ligt ook een enorme
taakstelling om woningen energiezuiniger te maken. Dit kan niet anders dan door ingrepen in de
woningvoorraad te plegen. Bewoners moeten hier ondersteuning in kunnen krijgen.
De noodzaak voor huurdersondersteuning neemt dus alleen maar toe. De centrale stad ziet dit
ook. Zij geven huurdersondersteuning prioriteit en trekken juist extra geld uit voor
200 wijksteunpunten buiten de ring. Een bezuiniging door het stadsdeel op de wijksteunpunten in
Zuid zal ook gevolgen hebben voor de medefinanciering door de centrale stad. De
bezuinigingsopgaven voor de huurdersondersteuning dreigen daardoor extra heftig te worden.
In dit stadium is nog onduidelijk hoe hard er in de dienstverlening aan de huurders gesneden
moet worden. Er lijkt namelijk een flink stuk ambtelijke overhead in de oorspronkelijke
205 _bezuinigingsinventarisatie te zitten. De huurdersverenigingen vinden het voorstelbaar dat de
bezuinigingen daar worden gezocht. Zij vragen dringend de dienstverlening aan huurders niet
verder onder druk te zetten. Hij verzoekt om een gesprek hierover met het dagelijks bestuur.
7. Vaststellen Reglement van orde voor de vergaderingen van deelraad Zuid
210 De heer Keijser (ZPB) dient een amendement in.
Amendement A 05-10, van Zuid- en Pijpbelangen
Onderwerp: Reglement van Orde voor de deelraad
215 De stadsdeelraad van stadsdeel Zuid, in vergadering bijeen op maandag 3 mei 2010;
Besluit:
- Aan artikel 13 een lid toe te voegen dat ingekomen stukken ten behoeve van de raad niet
door de griffie geanonimiseerd dienen te worden.
220 - Bij artikel 13, ter inzage leggen van stukken, opnemen: alle relevante stukken met betrekking
tot de te behandelen agendapunten dienen ten minste 10 dagen voor de aanvang van de
vergadering compleet aan alle raadsleden te worden toegezonden.
- In artikel 14, de notulen: de reactietermijn voor het geven van correcties op de notulen dient
minimaal 2 weken te worden.
225 -_ Artikel 14, de notulen lid 2C: de tekst ‘zakelijke samenvatting” te vervangen door: “een
woordelijk verslag” en bij de vermelding van de sprekers dient ook desbetreffende fractie te
worden genoemd.
"Een zakelijke samenvatting van het besprokene met vermelding van de namen der leden
die het woord voeren” dient te worden geschrapt.
230 -_ Artikel 25, lid 3, Spreekrecht derden: aan de voorliggende tekst toe te voegen: insprekers
kunnen zich tot vlak voor de raadsvergadering aanmelden.
- Artikel 35, lid 3 te schrappen en te vervangen door: Interpellatie/schriftelijke vragen, nadat de
maximale termijn van het moeten beantwoorden door het DB van schriftelijke vragen van
betreffende fractie is overschreden (naar aanleiding van ingediende schriftelijke vragen van
235 een raadslid) kan zij op grond daarvan een interpellatie houden, zoals nu in de verordening
van Oud-Zuid is geregeld.
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 6/18
-_ Artikel 41, lid 3, Stemming over zaken: hierbij het volgende extra lid op te nemen: leder
raadslid kan verzoeken om aantekening in de notulen dat hij of zij tegen een voorstel of
raadsvoordracht heeft gestemd, inclusief de vermelding van de fractienaam.
240 - Bijartikel 41, lid 8, Mededeling uitslag stemming door de voorzitter, aanvullen met de
volgende op te nemen tekst: bij vermelding van het aantal uitgebrachte stemmen voor of
tegen een voorstel dient ook de naam/namen van de desbetreffende fractie en/of fracties
vermeld te worden.
-_ Artikel 45, Stemmen over personen, bij lid 5 de tekst “geen behoorlijk stembriefje” vervangen
245 door “ongeldig stembriefje”.
Ondertekend door Th. Keijser, Zuid- en Pijpbelangen
De voorzitter meldt dat reeds ingediend zijn een amendement van PvdA en VVD en een
250 amendement van GroenLinks.
Amendement A 01-10, van PvdA en VVD
Onderwerp: Vaststellen Reglement van orde van de stadsdeelraad Zuid
255 De stadsdeelraad van stadsdeel Zuid, in vergadering bijeen op 3 mei 2010
Stelt voor:
-_ Artikel 1 Begripsomschrijvingen, punt e de woorden “urgente zaak” te wijzigen in “actuele
zaken”
260 -_ Toe te voegen aan de begripsomschrijving:
o Mondelinge vragen: het stellen van vragen aan het dagelijks bestuur over urgente
zaken van substantieel politiek en/of maatschappelijk belang die niet voor komende
vergadering gepland staan.
- Verwijderen: art. 4 Agendacommissie;
265 Het artikel wordt verwijderd.
- Aanpassing: art 6 Fractievoorzitterschap
Het artikel wordt in het geheel vervangen door de volgende tekst:
1. De deelraad heeft een fractievoorzittersoverleg
2. Het fractievoorzittersoverleg komt bijeen op initiatief van de voorzitter of op verzoek van
270 minimaal vier fractievoorzitters
a. Het fractievoorzittersoverleg bestaat uit de voorzitter van de raad, de
plaatsvervangend voorzitter van de raad en de fractievoorzitters.
De griffier of diens vervanger is in elke vergadering van het
fractievoorzittersoverleg aanwezig.
275 b. Het fractievoorzittersoverleg vindt plaats in beslotenheid over de volgende
onderwerpen: informatie van vertrouwelijke aard gericht op de openbare
besluitvorming; alle niet politieke zaken met betrekking tot het functioneren van
deelraad.
C. De voorzitter kan voorstellen de stadsdeelsecretaris uit te nodigen voor het
280 fractievoorzittersoverleg.
d. Elke fractievoorzitter wijst een raads- of buitengewoon commissielid van zijn
fractie aan dat hem bij zijn afwezigheid in het fractievoorzittersoverleg vervangt.
- Toevoegen: art 4 Het presidium
Artikel Ö Het presidium
285 1. De deelraad heeft een presidium dat bestaat uit maximaal 6 leden.
2. Het presidium bestaat uit:
- de voorzitter van de deelraad
- de voorzitters van de vier grootste fracties, waarbij minstens één van deze 4
een fractie vertegenwoordigt die niet deelneemt aan het dagelijks bestuur.
290 Overige fracties nemen bij toerbeurt deel aan de vergaderingen van het
presidium; wisseling vindt elk kwartaal plaats.
De griffier is in elke vergadering van het presidium aanwezig.
3. De voorzitter van de deelraad is voorzitter van het presidium.
4. Elk lid heeft één stem in het presidium. Bij het staken van de stemmen is de stem van
295 de voorzitter van het presidium van doorslaggevende betekenis.
5. Het presidium stelt de voorlopige agenda van de eerstkomende raadsvergadering vast
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 7/18
300
- het vervullen van taken op het gebied van integriteit die het krijgt toebedeeld in
een door de deelraad vast te stellen gedragscode voor deelraadsleden.
305 6. De leden van het presidium worden bij verhindering vervangen door hun vaste
plaatsvervangers zoals deze door de deelraad (voorzitter) of fracties (overige leden) zijn
aangewezen.
Aanpassingen
310 * _ Alle artikelen schuiven nu in nummer op.
* Daar waar in het Reglement van orde agendacommissie staat wordt dit gewijzigd in
presidium
Ondertekend door: M. van Ballegooijen (PvdA), J. van Wijngaarden (VVD), H. Boes (CDA)
315
Amendement A 03-10, van Groenlinks
Onderwerp: Reglement van orde stadsdeel Zuid
320 De Stadsdeelraad van Amsterdam-Zuid, in vergadering bijeen op 3 mei 2010.
Gezien:
Artikel 12 Ingekomen stukken lid 4 eerste gedeelte:
“Wanneer een beslissing bij meerderheid van de vergadering leidt tot het verzoek om
325 inhoudelijke behandeling van het ingekomen stuk in een raadscommissie wordt dit verzoek
neergelegd bij de agendacommissie voorzien van een behandelvoorstel door minimaal de
raadsfractie die het alternatieve afhandelvoorstel heeft gedaan.”
Overwegende dat
330 -_ Een meerderheid van de vergadering betekent dat de lat te hoog ligt voor een verzoek een
ingekomen stuk in een raadscommissie te behandelen.
- De politieke partijen vertegenwoordigd in de coalitie zo gezamenlijk de doorgeleiding van
een ingekomen stuk naar een raadscommissie kunnen tegenhouden.
-_In het voormalige stadsdeel Zuideramstel het verzoek van één fractie om een ingekomen
335 stuk te behandelen in een raadscommissie voldoende was voor doorgeleiding.
-__Ín soortgelijke gevallen in dit Reglement van orde een vijfde deel van de leden van de
deelraad voldoende wordt geacht. Zie Artikel 9 lid 1 (verzoek extra vergadering), Artikel 11
lid 2 (wijziging agenda) en Artikel 28 lid 2 (verzoek tot agendering).
340 Van oordeel dat
- Een geringere hoeveelheid raadsleden dan de meerderheid voldoende moet zijn voor het
verzoek om een ingekomen stuk te behandelen ín een raadscommissie.
- Het Reglement van orde consistent dient te zijn.
345 Besluit
Artikel 12 Ingekomen stukken lid 4 eerste gedeelte, te wijzigen in:
“Wanneer een verzoek dat door minimaal een vijfde deel van de leden van de deelraad wordt
gesteund, leidt tot het verzoek om inhoudelijke behandeling van het ingekomen stuk in een
raadscommissie wordt dit verzoek neergelegd bij de agendacommissie voorzien van een
350 _behandelvoorstel door minimaal de raadsfractie die het alternatieve afhandelvoorstel heeft
gedaan.”
Ondertekend door J. Kok (GroenLinks).
355 Mevrouw Brekveld (VOZ) deelt mee dat haar fractie het amendement van GroenLinks steunt.
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 8/18
In reactie op het amendement van PvdA en GroenLinks meldt zij dat haar fractie zich kan
vinden in het laten vervallen van een agendacommissie. In het presidium moeten echter alle
acht partijen structureel vertegenwoordigd kunnen zijn. Het amendement kan daarom niet de
steun hebben van haar fractie.
360 De heer Guldemond (D66) steunt het amendement van GroenLinks. Het heft een
inconsistentie op. D66 zal het amendement van PvdA en VVD niet steunen. Een overleg waar
voornamelijk fractievoorzitters aan tafel zitten moet toegankelijk zijn voor alle partijen. Het
organiseren van de werkwijze van de raad kan worden neergelegd bij de voorzitters van de
raadscommissies.
365 De heer Keijser (ZPB) is van mening dat het Reglement van orde van Oud-Zuid als
uitgangspunt moet dienen. Na een jaar zou dan een meer op maat gesneden Reglement van
orde voor stadsdeel Zuid aangenomen kunnen worden. In het huidige concept zijn te grote
fundamentele verschillen. Bijvoorbeeld het voorstel voor versimpelde en onvolledige
raadsnotulen met een te korte reactietermijn op conceptnotulen. Dit maakt gedegen en
370 zorgvuldige controle op het raadsverslag onmogelijk. Op deze wijze wordt de bij de fusie
toegezegde bestuurlijke transparantie wederom een farce en zijn de burgers blij gemaakt met
een dode mus.
De heer Van Grieken (GroenLinks) deelt mee dat zijn fractie niet zal instemmen met het
amendement van PvdA/VVD. Gemakshalve volgt hij daarbij de redenering van D66.
375 De heer Boes (CDA) heeft het amendement van PvdA/VVD mede ondertekend. Het werk dat
de agendacommissie zou doen kan ook op informele basis worden uitgevoerd.
Stemming over amendement A 01-10
De voorzitter stelt vast dat D66, SP, ZPB, VOZ, GroenLinks tegen het amendement zijn. Voor
380 zijn VVD, PvdA en CDA. Het amendement is hiermee aangenomen.
Stemming over amendement A 03-10
De voorzitter stelt vast dat het amendement met unanieme stemmen is aangenomen.
385 Stemming over amendement A 05-10
De voorzitter stelt vast dat D66, PvdA, SP, CDA, GroenLinks en VVD tegen dit amendement
stemmen. Het amendement is hiermee verworpen.
Stemming over het geamendeerde Reglement van orde voor de vergaderingen van deelraad
390 Zuid.
De voorzitter stelt vast dat het geamendeerde reglement met unanieme stemmen is
aangenomen.
8. Benoemen drie leden Commissie voor de geloofsbrieven
395 De heer Guldemond en de dames Brekveld en Tiel worden benoemd tot leden van de
Commissie voor de geloofsbrieven.
9. Politieke beschouwingen n.a.v. het gepresenteerde coalitieakkoord
De voorzitter wijst erop dat iedere fractievoorzitter twee minuten spreektijd heeft.
400
Mevrouw Brekveld (VOZ) ziet in het coalitieakkoord voorstellen die drastische gevolgen zullen
hebben voor het sociale en fysieke domein in stadsdeel Zuid. Haar fractie verbaast zich erover
dat aan de ene kant wordt ingestoken op € 6 miljoen voor nieuw beleid, maar men aan de
andere kant op het sociale domein zeer zware ingrepen wil gaan uitvoeren. De
405 wijkopbouwcentra, het buurthuiswerk zullen zwaar getroffen worden door deze bezuinigingen.
Deze voorzieningen voorzien juist in een grote behoefte bij veel bewoners. Juist hierop
bezuinigen treft bewoners die door deze voorzieningen uit sociaal en maatschappelijk isolement
zijn gehaald. Uit contacten op straat blijkt dat mensen verontwaardigd zijn over de sluiting van
buurthuis Quellijn. Het sluiten van nog meer buurthuizen is een totaal verkeerd signaal naar de
410 bevolking toe. Dat wordt dan ook nog eens veroorzaakt door een dagelijks bestuur dat zich
rijkelijk bedeelt met vijf wethouders waar vier genoeg moet zijn.
Ook de voorgestelde bezuiniging op het wijksteunpunt wonen is een voorbeeld van een
verkeerde bezuiniging. Behoefte aan ondersteuning van huurders wordt alleen maar groter.
Deze bezuinigingen zullen ook tot extra kosten leiden. Personeel dat ontslagen moet worden,
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 9/18
415 gaat op wachtgeld of moet omgeschoold worden. Dit geeft allemaal extra kosten, om nog maar
te zwijgen over de persoonlijke drama’s die dit veroorzaakt.
Ook de bezuinigingen op onderhoud van openbare ruimte, op parkeerplaatsen en het groen zijn
verkeerde keuzes. Dit zal tot achterstallig onderhoud leiden op de lange termijn en dat zal tot
extra herstelkosten leiden voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud. Het groen en
420 de parken en groengebieden in Zuid zullen minder aandacht krijgen wat tot verlies aan
groenvoeling zal leiden.
De fractie van VOZ stelt voor de post nieuw beleid (€ 6 miljoen tot 2014) te laten vervallen. Er
moet bezuinigd worden, maar behoud daarbij wat je hebt.
Voorts moet worden afgezien van verdere voorbereiding en ontwikkeling van grote projecten
425 zoals een parkeergarage onder de Boerenwetering en sloop/nieuwbouw van het De
Mirandabad. De fractie van VOZ is ook absoluut tegen het voorstel om in buurten met veel
huurwoningen een extra contingent sociale huurwoningen te splitsen en te verkopen. Ze
constateert dat de PvdA een bijwagen is van de VVD en D66.
430 De heer Keijser (ZPB) leest onder 2.2 Sport, Cultuur en Economie dat de lokale economie in
het huidige klimaat soms onder druk staat, Zuid een aantal kwetsbare buurten kent en mensen
zich zorgen maken over de betaalbaarheid van woningen en winkelhuren. Zijn fractie vraagt
zich af hoe deze gesignaleerde problematiek wordt vertaald. Gebeurt dit door het oude beleid
voort te zetten zonder het besef dat er al teveel betaalbare huurwoningvoorraad is verdwenen
435 en de burgers juist door het oude beleid met de harde gevolgen hiervan geconfronteerd
worden? Dit betrof gedwongen verhuizingen en lange wachttijden voor een nieuw
woonalternatief met bijna de onmogelijkheid voor het vinden van een huis in Zuid. Zijn er op
volkshuisvestelijk gebied wellicht nieuwe inzichten bij de betreffende vakwethouder? Temeer
daar de EU grenzen heeft gesteld ten aanzien van subsidiëring van huur/koopwoningen ten
440 behoeve van de hogere inkomensklassen. Hoe zit het met de langdurige leegstand van
huurwoningen in deze kwetsbare wijken? Gezien de praktijk wordt er door het stadsdeel geen
druk op de corporaties uitgeoefend om deze woningen na een leegstand van een half jaar weer
in de verhuur te brengen. Waarom wordt er door het stadsdeel niet gehandhaafd? Blijft dit
bestuur doorgaan met het beleid om sociale huurwoningen op de vrije markt te koop aan te
445 bieden zonder MGE-garantie zodat terugkoop door de corporaties niet meer mogelijk is en deze
woningen voor altijd uit de sociale huursector verdwijnen?
Onder Veiligheid & Handhaving staat dat het stadsdeel probeert handhaving wonen over te
nemen van de gemeente Amsterdam. Hoe verhoudt zo’n beleid zich ten opzichte van de
gemeente die juist meer taken centraal wil uitvoeren?
450 Ondanks de grote bezuinigingsopgave wordt toch vastgehouden aan de peperpure
verdichtingsprojecten op het Archiefterrein en het Stadionterrein. Een financiële herijking zal wat
dit betreft zeker aan de orde moeten zijn of komen.
Wanneer komt het ambtelijk uitvoeringsplan van dit programma-akkoord ter kennisname en ter
bespreking naar de raad?
455 Op pagina 8 wordt gesteld dat er helderheid moet worden verschaft over de kostenstructuur
achter de tarieven en dat voor de lokale lasten transparant moet worden gemaakt wat de burger
hiervoor geleverd krijgt. Maar hoe krijgt het stadsdeel grip op de afvalstoffenheffing die vanaf nu
centraal gemeentelijk vastgesteld wordt?
460 Mevrouw Moayyed (SP) stelt dat naast ‘Vernieuwen, Verbinden, Vereenvoudigen’ ook
Vertrouwen het motto moet zijn. Namelijk het vertrouwen herwinnen in een overheid die
betrouwbaar is voor haar burgers en middenstand. Die het vertrouwen uitstraalt dat
voorzieningen voor hen die dat nodig hebben niet worden beperkt en dat de sterkste schouders
de zwaarste lasten dragen.
465 Het stadsdeel wil het verschil maken op de woningmarkt. Concreet betekent dit: meer splitsen
en verkopen, meedoen aan huren op maat. Dat is plat gezegd: meedoen aan hogere huren
voor dezelfde kwaliteit. Er wordt gestreefd naar 30% sociale woningbouw, maar het kan
blijkbaar ook minder zijn. In Zuid is het huidige percentage 31,4%. Dat moet behouden blijven.
Het stadsdeel wil het verschil maken in het sociaal-culturele werk en burgerparticipatie. Daartoe
470 wordt het opbouwwerk beperkt tot projecten en datgene wat het bestuur wil. Dat het
opbouwwerk een zelfstandige bijdrage aan de cohesie van de wijk moet leveren staat op de
tocht. Het opbouwwerk moet maar liefst ruim £ 1,4 miljoen aan besparingen gaan opleveren.
Daarnaast sluit het stadsdeel twee buurthuizen.
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 10/18
Ook de bezuiniging op de handhaving zal zich tegen het stadsdeel keren. Veel bewoners willen
475 juist versterking hiervan. Denk aan horecaoverlast of bouwoverlast.
Positief is de aandacht voor de kinderopvang en vrij liggende fietspaden.
Het bestuur wil ook verwarmde winterterrassen toestaan die veel energie gebruiken. Haar
fractie wil graag dat er eerst een proef met een onderzoek komt.
Tot slot concludeert mevrouw Moayyed dat er een rechts collegeprogramma ligt uitgevoerd door
480 rechtse partijen en een PvdA die daartoe bereid is. De SP zal niettemin constructief
samenwerken met alle partijen en het dagelijks bestuur.
De heer Van Ballegooijen (PvdA) legt graag uit waarom de PvdA akkoord gaat. Op 1 mei is
stadsdeel Zuid ontstaan. Een schoon en veilig stadsdeel, met vooraanstaande cultuur en
485 architectuur, aantrekkelijk voor bewoners en bedrijven. 1 mei is ook de Dag van de Arbeid. Met
partijgenoten bracht hij die dag bloemen rond bij oudere bewoners en af en toe kwam het
daarbij tot een praatje. Achter hun voordeuren bleek een ander stadsdeel schuil te gaan dan het
weelderige Zuid van de reputatie. Sobere huizen, onderhouden met een klein pensioentje of
enkel AOW. Met bewoners die soms een eenzaam bestaan hebben, of door ziekte hun stoel
490 niet meer uit kunnen. Toch gaat het veel mensen goed in Zuid. Dat moet zo blijven. Maar er is
ook een tweedeling; een tweedeling tussen rijk en arm, tussen ziek en gezond, en daar moet
het stadsdeelbestuur wat mee. Zijn fractie stelt zich de komende jaren tot taak om van Zuid een
buurt te maken waar iedereen een fatsoenlijk bestaan heeft ongeacht status of gezondheid.
Stadsdeel Zuid is geboren in financieel zwaar weer. De PvdA wil de verantwoordelijkheid
495 nemen om het stadsdeel financieel gezond te maken, waarbij de sterkste schouders de
zwaarste lasten dragen. Dat is ook de inzet geweest bij de verkiezingen. De financiële
heroverwegingen zullen de komende jaren het stadsdeelbestuur beheersen. De financiële crisis
treft niet alleen de stadsdeelorganisatie, maar ook veel van de bewoners. Bewoners die hun
baan of bedrijf zijn kwijtgeraakt, die met minder inkomsten moeten leren leven. Naar hen gaat
500 zijn zorg uit. Dat vraagt de komende jaren om investeringen. Investeringen om bewoners te
ondersteunen bij het omgaan met een kleiner inkomen, om nieuw werk te vinden en om in het
stadsdeel nieuwe bedrijvigheid aan te trekken. De wethouder participatie, werk en inkomen
heeft misschien dan ook de grootste opgave in dit dagelijks bestuur; hij heeft geen gemakkelijke
taak.
505 De fractie betuigt haar dankbaarheid aan de kiezers voor hun vertrouwen. De Pvd is met zes
raadszetels sterk vertegenwoordigd in de stadsdeelraad. Toch past ook bescheidenheid: de
PvdA moest VVD en D66 als grotere partijen voorbij laten gaan. Hij feliciteert hen met dit mooie
resultaat.
Met VVD en D66 sloot de PvdA een bestuursakkoord, getiteld: Vernieuwen, Verbinden,
510 Vereenvoudigen’. Bij de totstandkoming van dit akkoord is in goede sfeer samengewerkt waarbij
alle partijen elkaar successen gunnen. Er ligt een financieel solide plan, met aandacht voor
veiligheid in de vorm van een veiligheidshuis, er zijn afspraken over een schone openbare
ruimte en met een mix van repressie en preventie moeten er resultaten komen. Op het gebied
van onderwijs wordt niet bezuinigd, maar wel geïnvesteerd in naschoolse talentontwikkeling, het
515 betrekken van ouders bij school en het zorgen dat jongeren met een diploma van school gaan.
Wat betreft eerlijk delen: er komen geen bezuinigingen op het armoedebeleid; het voornemen is
een participatiecentrum te ontwikkelen om bewoners naar werk te geleiden; de wens is
woningen te bouwen voor laag- en middeninkomens en voorzieningen voor mensen met een
beperkt.
520
Mevrouw Brekveld (VOZ) wijst erop dat iedereen twee minuten spreektijd heeft.
De voorzitter merkt op dat zij de heer Van Ballegooijen gevraagd heeft te stoppen.
Mevrouw Moayyed (SP) merkt op dat ze midden in een zin moest ophouden.
De voorzitter stelt dat het niet de bedoeling was dat de heer Van Ballegooijen doorging.
525
De heer Scholtes (D66) citeert een lezer van de Volkskrant die in de Brief van de Dag stelde
dat door de stadsdelen de Amsterdammers verschillend worden behandeld en er een enorme
bureaucratie wordt gecreëerd waardoor de burger vaak van stadsdeel naar de centrale stad of
andersom wordt verwezen. De briefschrijver hoopte dat er over vier jaar geen
530 deelraadsverkiezingen meer zullen zijn. Dit zijn natuurlijk geen nieuwe geluiden. Voor lang niet
iedereen is duidelijk wat de meerwaarde is van de stadsdelen en er zijn mensen die last hebben
van onduidelijkheid en van bureaucratie van stadsdelen. In het nieuwe grote stadsdeel Zuid zal
het daarom ook een grote uitdaging zijn om te laten zien wat die meerwaarde is, om die
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 11/18
meerwaarde te behouden en juist ook te vergroten. De fusie zal veel tijd en energie vergen met
535 hopelijk als resultaat een efficiënt werkende organisatie. Het stadsdeelbestuur zal in dit
stadsdeel met ruim 130.000 inwoners ook benaderbaar en toegankelijk moeten blijven.
Bovendien moet de dienstverlening beter, moeten de financiën op orde zijn, en zijn
hervormingen nodig op een aantal gebieden.
‘Vernieuwen, Verbinden, Vereenvoudigen’ is daarom ook geen mooie slogan op zich. Het laat
540 zien welke ambities de coalitiepartijen hebben om te bereiken wat hij net heeft proberen te
schetsen: meer legitimiteit, meer kwaliteit en de financiën op orde.
Vereenvoudigen daar waar het kan. Een stadsdeel kan niet alles en moet dat ook niet willen.
Bewoners en ondernemers moeten de ruimte krijgen. Dus terug naar de basis, minder en
eenvoudiger regels en kijken naar de dienstverlening, bijvoorbeeld avondopenstelling van het
545 stadsdeelkantoor.
Verbinden niet alleen van de twee ‘oude’ stadsdelen, van de Zuidas met de omgeving, maar
juist ook van mensen, door nieuwe vormen van participatie. Om die reden is ook niet bezuinigd
op armoedebestrijding of schuldhulpverlening of sociale raadslieden, enzovoort, enzovoort.
Vernieuwen in de vorm van nieuwe vormen van participatie en in samenwerking met de centrale
550 stad werken aan de kwaliteit van het onderwijs en een nieuwe blik op de woningmarkt.
Meer legitimiteit, meer kwaliteit en de financiën op orde door te vernieuwen, te verbinden en te
vereenvoudigen zal geen gemakkelijke opgave worden. Zijn fractie heeft er echter veel
vertrouwen in om dit met dit nieuwe bestuur en met de nieuwe, zo dadelijk te benoemen,
bestuursleden te gaan doen. Aan de slag.
555
De heer Van Wijngaarden (VVD) dankt de kiezers die de VVD acht zetels hebben gegeven.
Het coalitieakkoord getuigt van realiteitsbesef, omdat het de penibele financiële situatie van het
stadsdeel en de onzekere vooruitzichten volledig onder ogen ziet. Geen financiële
struisvogelpolitiek voor Zuid. Juist om die reden wil de VVD snel duidelijkheid van het dagelijks
560 bestuur over de risico’s die op dit moment nog níet in beeld zijn. lemand die teveel op krediet
leeft, komt zichzelf uiteindelijk tegen. Die wetmatigheid geldt voor de overheid uiteindelijk
evenzeer als voor de burger. Er is echter één verschil. Namelijk dat de overheid geen eigen
geld heeft. De raad heeft wel een budgetrecht, maar het budget is niet van de raad maar van de
burger, en met geld van een ander moet nog voorzichtiger worden omgegaan dan met eigen
565 geld. Het in het coalitieakkoord voorgestelde solide begrotingsbeleid vloeit voort uit dit besef.
Daarmee gaat het bestuur dat dit akkoord mag uitvoeren voor veel meer staan dan voor solide
begrotingsbeleid. Dit bestuur gaat staan voor een betrouwbare overheid. Dit bestuur gaat staan
voor een overheid die eerst orde op zaken stelt in plaats van dat het meteen lasten verhoogt als
het tegenzit. Dit bestuur stelt zich daarmee niet machtig, maar juist nederig op naar de burger.
570 Ditis een bestuur dat beseft dat macht is gegeven om te dienen, niet om te heersen. Een
dergelijk bestuur kan de VVD als liberale partij met volle overtuiging steunen.
De heer Van Grieken (GroenLinks) constateert dat de coalitie geen verhaal heeft, maar met
een opsomming komt. De concreetheid daarvan waardeert hij, echter: de coalitie beschrijft
575 daarbij vooral hóe het moet worden gedaan de komende vier jaar, maar zelden wát er gedaan
moet worden. Het coalitieakkoord bevat dan ook geen visie op wat er nog moet gebeuren, maar
beschrijft meer een soort arbeidsethos.
Hij noemt enkele voorbeelden. Bij Veiligheid staat: Veiligheid vergt alertheid en adequaat
handelen. Er staat dat hoogbouw bespreekbaar is, maar wat gewenst is, wordt niet gezegd.
580 Politieke keuzes worden uit de weg gegaan door woorden te gebruiken als rationalisatie en
efficiëntie. Wie is het daarmee nou oneens? Over het sociale domein wordt gezegd dat dit
grondig herzien moet worden en volledig gemoderniseerd. Waarom en wat er dan uit moet
komen, staat nergens. Het coalitieakkoord staat vol met termen als: we gaan onderzoek doen,
we gaan ons ergens voor inzetten. Hoe SMART is dat: inzet doen? Er gaat gelobbyd worden bij
585 de centrale stad en er worden gesprekken aangegaan met allerlei instellingen.
Verder koketteert de coalitie met maatregelen die al bestaand beleid zijn. Geen verhoging van
de straattarieven voor parkeren. Gelukkig maar, want in het kader van Voorrang voor gezonde
stad is al lang vastgelegd dat de parkeertarieven vier jaar lang bevroren zullen blijven.
Geconstateerd wordt dat het gelijktrekken van parkeertarieven binnen de ring een optie is. Dat
590 klopt, maar wenst de coalitie het ook en wat zijn de redenen om het wel of niet te gaan doen?
Milieu is wel de meest armoedige paragraaf in dit coalitieakkoord. Zelfs aan dierenwelzijn
worden meer woorden besteed.
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 12/18
GroenLinks heeft grote twijfels bij de financiële deugdelijkheid van het coalitieakkoord. Op het
gebied van milieu wil de coalitie € 1,3 miljoen structureel bezuinigen. Verwezen wordt naar
595 subsidies die het rijk wel kan overnemen. Maar het stadsdeel heeft helemaal geen structurele
subsidies voor milieu, behalve die voor natuur- en milieuteams en die gaat de coalitie kennelijk
wegbezuinigen.
Concluderend: er ligt een coalitieakkoord dat onvoldoende aangeeft wat er bereikt moet
worden, maar vooral een houding aangeeft. Die houding heeft een onrealistische financiële
600 component. GroenLinks zal daar in de toekomst kritisch naar kijken.
De heer Boes (CDA) feliciteert de coalitiepartijen met het behaalde onderhandelingsresultaat.
Het ziet er in de ogen van zijn fractie redelijk degelijk uit. Vlak voor de verkiezingen heeft het
CDA nog een lijst gepresenteerd met ongeveer € 30 miljoen bezuinigingen. Daar komt deze
605 coalitie niet helemaal aan, maar ze is een flink eind op weg. Het CDA is nu veroordeeld tot
oppositie voeren en zal dit doen om ervoor te zorgen dat het beleid beter gaat en zal niet
oppositie voeren om oppositie te voeren.
Het programma-akkoord bevat wel een aantal inconsistenties. De coalitie wil bijvoorbeeld
inzetten op efficiëntie met het oog op een lagere afvalstoffenheffing, maar zij boekt wel € 60 ton
610 in voor verhoging. In het programma van de VVD stond dat de precariobelasting zou worden
afgeschaft. Er komt €2 ton bij. In het programma-akkoord staat dat de leges efficiënter kan en
lager, maar er wordt wel €5 ton meer ingeboekt. En als klap op de vuurpijl: het parkeren zou
goedkoper worden, maar er wordt € 1 miljoen ingeboekt als gevolg van betaald parkeren in
Buitenveldert. Er komen parkeervergunningen voor bedrijven en de tarieven voor
615 _parkeervergunningen binnen de ring gaan waarschijnlijk ook omhoog. Voor de bezoekerspas,
hét paradepaardje van de VVD, is geen geld. Het CDA verneemt graag hoe de coalitie de
bezoekerspas gaat invullen.
Wat betreft Veiligheid, een belangrijk thema van de VVD. Waar staat preventief fouilleren in het
overzicht? Er staan omzichtige teksten over cameratoezicht, maar dit coalitieakkoord zet niet
620 vol in op veiligheid.
Daarnaast: als het dagelijks bestuur zoveel wil bezuinigen, waarom bezuinigt het dan niet op
zichzelf? Het aantal raadsleden wordt met de helft verminderd, maar het dagelijks bestuur komt
voor zichzelf maar tot een bezuiniging van 30%. Dat moet echt beter. Het CDA zal het dagelijks
bestuur dan ook strikt de maat nemen en zorgen dat dit goed financieel beleid gaat voeren.
625
10. a. Benoemen voorzitter dagelijks bestuur
De voorzitter meldt dat gestemd gaat worden over de benoeming van de heer P.J.J.
Slettenhaar tot voorzitter van het dagelijks bestuur.
630 Na een schriftelijke stemming deelt de voorzitter mee dat er 27 stemmen zijn uitgebracht voor
benoeming van de heer Slettenhaar en 2 stemmen tegen.
Ten overstaan van de voorzitter legt de heer Slettenhaar de belofte af.
Hiermee is de heer Slettenhaar benoemd tot voorzitter van het dagelijks bestuur.
635
b. Benoemen overige leden dagelijks bestuur
Na een schriftelijke stemming deelt de voorzitter mee dat de volgende stemmen zijn
uitgebracht:
de heer J. Blaas: 26 stemmen voor, 2 stemmen tegen;
640 de heer M. Kreuger: 26 stemmen voor, 2 stemmen tegen;
mevrouw S. Kukenheim: 27 stemmen voor, 1 stem tegen;
de heer E.J. de Vries: 25 stemmen voor, 3 stemmen tegen
De voorzitter leest de verklaring voor en neemt hen de eed/belofte af.
645 De heer De Vries legt de eed af.
De heer Blaas legt de belofte af.
Mevrouw Kukenheim legt de belofte af.
De heer Kreuger legt de belofte af.
650 Hiermee zijn zij benoemd tot lid van het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid.
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 13/18
= Kort woord heer P.J.J. Slettenhaar
De heer Slettenhaar vindt het een eer om stadsdeelvoorzitter te mogen zijn van dit prachtige
655 stadsdeel. Het is ook een eer om deel uit te mogen maken van een fantastisch
bestuurdersteam. Het is duidelijk dat dit een zware taak wacht met de financiële opgave die er
ligt. Terecht is gezegd dat het dagelijks bestuur op korte termijn met een Uitvoeringsprogramma
zal moeten komen en zo snel mogelijk mogelijke tegenvallers in kaart zal moeten brengen. Het
Uitvoeringsprogramma moet zorgen dat de producten die voortvloeien uit het programma-
660 akkoord op een SMARTe manier worden ingevuld. In dat kader wil hij de ambtelijke organisatie
bedanken, die al vóór de verkiezingen ervoor gezorgd heeft dat partijen door middel van een
menukaart waarmee de ambities op een reële manier konden worden vertaald eerlijke keuzes
aan de burger konden voorleggen. Volgens hem een unicum in de stad. Het heeft de coalitie
enorm geholpen en het stadsdeel heeft daardoor ook een voorsprong.
665 Hij heeft zeer veel vertrouwen in de samenwerking met de ambtelijke organisatie, met deze
raad, en uiteraard met het team van bestuurders. Wat hem betreft wordt er gezamenlijk een
succesvolle periode van gemaakt.
De voorzitter schorst de vergadering om de commissie voor de geloofsbrieven de gelegenheid
670 te geven de geloofsbrieven van de nog toe te laten raadsleden te lezen.
11. Rapportage Commissie voor de geloofsbrieven inzake toelaten opvolgers
afgetreden raadsleden
Mevrouw Brekveld (voorzitter Commissie voor de geloofsbrieven) deelt mee dat de commissie
675 de geloofsbrieven van de heren A.J.M. Weerts en A. de Heus heeft onderzocht. De commissie
heeft geconstateerd dat betrokkenen aan alle in de gemeentewet gestelde eisen voldoen. De
commissie adviseert tot toelating van beide heren tot lid van de deelraad van stadsdeel Zuid.
12. Installeren opvolgers afgetreden raadsleden
680 Ten overstaan van de voorzitter legt de heer De Heus de eed af.
Ten overstaan van de voorzitter legt de heer Weerts de belofte af.
Hiermee zijn zij geïnstalleerd als lid van de stadsdeelraad Zuid.
685 13. a. Vaststellen Verordening op de raadscommissies
De heer Keijser (ZPB) dient een amendement in.
Amendement A 06-10, van Zuid- en Pijpbelangen
Onderwerp: Vaststellen Verordening op de raadscommissies
690
De stadsdeelraad van stadsdeel Zuid, in vergadering bijeen op maandag 3 mei 2010
Besluit:
-_ Artikel 14 lid 5, spreekrecht burgers, als volgt aan te vullen: insprekers kunnen zich ook als
695 inspreker aanmelden tot vlak voor het begin van de vergadering.
De verplichting om 24 uur te voren opgave te moeten doen dient uit dit artikel te worden
geschrapt. Oud-Zuid kende deze verplichting niet.
-_ Artikel 14 lid 7 als volgt aan te vullen: deze 5 minuten zonodig over meerdere termijnen te
verdelen of 2 minuten extra inspreektijd aan deze 5 minuten toe te voegen. (Nu wordt
700 voorgesteld om elke inspreker 5 minuten te geven.)
- Artikel 16, lid 1C, als volgt te wijzigen: het commissieverslag dient net zoals bij de raad
woordelijk te worden weergegeven zodat het voor burgers inzichtelijk blijft waarover het
gaat. Dit werd in Oud-Zuid met succes gehanteerd.
-_ Artikel 16, lid 3, notulen: een reactietermijn van 2 weken te hanteren.
705
De voorzitter deelt mee dat van PvdA en VVD een amendement is ontvangen.
Amendement A 02-10, van PvdA en VVD
Onderwerp: Vaststellen Verordening op de raadscommissies
710
De stadsdeelraad van stadsdeel Zuid in vergadering bijeen d.d. 3 mei 2010
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 14/18
Stelt voor:
-_ Artikel Ta, agendacommissie
715 Het artikel wordt verwijderd
-_ Artikel 6, voorzitter
Toevoegen na lid 2
lid 3: “De voorzitter stelt na overleg met de betrokken dagelijks bestuurder(s) of diens/hun
(ambtelijk) vertegenwoordiger(s), aan de hand van een door de deelraad vast te stellen
720 termijnagenda en op basis van de aanmelding van onderwerpen een voorlopige agenda op”
(de nummering van het artikel moet hierop worden aangepast)
Hierdoor wordt het huidige 3 lid 4
-_ Artikel 9
Lid2 “Tenzij de agendacommissie anders besluit”, moet worden: “Tenzij de voorzitter anders
725 besluit”
- Artikel 10
Lid 2 laatste regel, “De raadscommissie kan de agendacommissie…”. moet worden: “De
raadscommissie kan de voorzitter verzoeken …”
- Artikel 18
730 “Deelraad kan op voorstel van de agendacommissie… .“ Agendacommissie moet presidium
worden.
in de verordening op te nemen:
Technische vragen dienen voorafgaand aan de commissievergadering schriftelijk aan de
735 portefeuillehouder gesteld te worden. Deze vragen dienen voor de commissievergadering
beantwoord te worden.
Daar waar agendacommissie in de verordening staat en dit niet gewijzigd is bij dit amendement
dient dit verwijderd te worden.
740
Ondertekend door: M. van Ballegooijen (PvdA), J. van Wijngaarden (VVD), H. Boes (CDA)
De heer Guldemond (D66) legt een stemverklaring af. Het amendement van PvdA/VVD is het
logische sluitstuk van het amendement dat eerder is behandeld bij het Reglement van orde van
745 de raad. D66 was daar niet voor, maar wil niet inconsequent zijn en zal amendement 02-10
daarom wel steunen.
De heer Keijser (ZPB) leest de samenvattende toelichting van zijn amendement voor. Voor de
fusie van de stadsdelen zouden participatie en transparantie als harde voorwaarde
750 gegarandeerd worden. Met de huidige voorstellen, die het wiel opnieuw gaan uitvinden, wordt
de klok juist teruggezet en worden de burgers ontmoedigd. Voor de zoveelste keer voelen zij
zich belazerd. Dat dit een onacceptabele gang van zaken is, behoeft verder geen betoog.
Daarom is de fractie van Zuid- en Pijpbelangen met enige voorstellen ter verbetering gekomen,
hetgeen zonodig juridisch uitgewerkt kan worden.
755
Stemming over amendement A 02-10
De voorzitter stelt vast dat de fractie van ZPB tegen het amendement stemt. Het amendement
is hiermee aangenomen.
760 Stemming over amendement A 06-10
De voorzitter stelt vast dat de fracties van ZPB en VOZ voor dit amendement zijn. Het
amendement is daarmee verworpen.
Stemming over de geamendeerde verordening op de raadscommissies
765 De voorzitter stelt vast dat de fractie van ZPB tegen stemt. De geamendeerde verordening is
hiermee vastgesteld.
b. Instellen raadscommissies
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de stadsdeelraad tot het instellen
710 van:
Raadscommissie Samenleving (commissie I)
Raadscommissie Ruimte en Wonen (commissie II)
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 15/18
Raadscommissie Leefomgeving (commissie III)
Raadscommissie Dienstverlening, Financiën en Veiligheid (commissie IV)
715
C. Rapportage Commissie voor de geloofsbrieven inzake toelaten buitengewoon
commissieleden
De buitengewoon commissieleden zullen in de raadsvergadering van 2 juni worden toegelaten.
780 d. Benoemen leden van de raadscommissies
De heer Van Ballegooijen (PvdA) constateert dat op de uitgedeelde stembriefjes enkele
raadsleden die zijn fractie heeft voorgedragen niet opgenomen zijn.
De heer Keijser (ZPB) merkt op dat zijn naam ontbreekt als voorgedragen voor de commissie
Ruimte en Wonen.
785
De voorzitter stelt voor de vergadering 5 minuten te schorsen om deze omissies te herstellen.
De heer Van Ballegooijen (PvdA) stelt voor vanavond wel de voorzitters van de commissies te
benoemen, maar nog niet de leden, omdat dit te rommelig zal verlopen. Zijn voorstel is voorts
790 de voorzitters te vragen coulant te zijn en alle leden van de deelraad toe te laten bij de
commissievergaderingen van deze maand. De commissieleden kunnen dan in de volgende
raadsvergadering worden benoemd, op een ordelijke manier.
De voorzitter gaat daarmee akkoord als de stadsdeelraad zich in dit voorstel kan vinden.
795
De heer Guldemond (D66) kan akkoord gaan, mits de voorzitters dan ook coulant zijn wat
betreft het feit dat er formeel geen quorum kan zijn.
De voorzitter stelt vast dat de commissievoorzitters gevraagd zal worden coulant te zijn zowel
800 wat betreft de toelating van leden als wat betreft de quorumbepaling.
e. Benoemen voorzitters van de raadscommissies
Na een schriftelijke stemming deelt de voorzitter mee dat tot voorzitters van de
raadscommissies zijn benoemd:
805 Raadscommissie |: de heer Franklin, met unanieme stemmen
Raadscommissie Il: de heer Eisenmann, met 28 stemmen voor, 1 stem tegen
Raadscommissie Ill: de heer Guldemond, met unanieme stemmen
Raadscommissie IV: de heer Linthorst, met 26 stemmen voor, 3 stemmen tegen
810 14. Vaststellen vergaderschema mei - december 2010 deelraad Zuid
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stelt de stadsdeelraad Zuid het
vergaderschema mei - december 2010 vast.
15. Vaststellen spreektijdenregeling raads- en commissievergaderingen deelraad
815 Zuid
De voorzitter constateert dat er een amendement is ingediend door CDA, VVD en PvdA.
Amendement A 04-10, van CDA, VVD en PvdA
Onderwerp: Vaststellen spreektijdenregeling raads- en commissievergaderingen
820
De stadsdeelraad van stadsdeel Zuid, in vergadering bijeen d.d. 3 mei 2010
Constaterende dat:
- De invulling van de zogenoemde technische vergadertijd een verantwoordelijkheid is van
825 iedere fractie;
-__90 minuten interruptie en Technische tijd in de vergadering van de raad niet in verhouding
staat tot de individuele toegewezen tijd per fractie.
Overwegende dat:
830 -__ Technische vergadertijd meer verdeeld moet worden op basis van de verkiezingsuitslag;
- Dit de orde van de vergadering ten goede komt
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 16/18
Besluit:
|. De spreektijdenregeling voor de deelraad Zuid als volgt tijdelijk vast te stellen op basis van
835 een vaste component spreektijd per fractie van 7 minuten en een vaste component
spreektijd per raadslid van 1,5 minuut:
VVD 7 +8X2 =23
D66 7+6x2= 19
PvdA 7+6x2= 19
840 Groenlinks 7+4X2=15
SP 7+2X2=11
CDA 7+1x2=9
VOZ 7+1x2=9
ZPB T+ 1x2=9
845 Il_De spreektijd voor het dagelijks bestuur vast te stellen op 30 minuten;
il interruptie en inspreektijd vast te stellen op 40 minuten.
IV De spreektijdenregeling voor de vergaderingen van de raadscommissies van stadsdeel
Zuid als volgt tijdelijk vast te stellen op basis van een vaste component spreektijd per
850 fractie van 6 minuten en een vaste component spreektijd per raadslid van 2,5 minuut:
VVD 6 + 8x2,5 =26
D66 6 + 6x2,5 =21
PvdA 6 + 6x2,5 =21
Groenlinks 6 + 4x2,5 = 16
855 SP 6 +2x2,5= 11
CDA 6 + 1x2,5=8,5
VOZ 6 + 1x2,5=8,5
ZPB 6 + 1x2,5=8,5
V De spreektijd voor het dagelijks bestuur vast te stellen op 45 minuten;
860 Vl Interrupties en inspreektijd vast te stellen op 30 minuten.
En gaat over tot de orde van de dag.
Ondertekend door: H. Boes (CDA), J. Eisenmann (VVD), M. van Ballegooijen (PvdA)
865
Stemming over amendement A 04-10
De voorzitter stelt vast dat amendement A 04-10 met unanieme stemmen is aangenomen.
Stemming over het geamendeerde voorstel
870 De heer Guldemond (D66) legt een stemverklaring af. D66 is geen groot voorstander van de
systematiek die nu gekozen is. In commissie Zuid is afgesproken deze na de zomer te
evalueren en dan de discussie erover aan te gaan. D66 stemt nu voor, omdat er iets geregeld
moet worden.
875 De voorzitter stelt vast dat de geamendeerde spreektijdenregeling met unanieme stemmen is
vastgesteld.
16. Vaststellen Tijdelijke regeling fractieondersteuning
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stelt de stadsdeelraad Zuid de Tijdelijke
880 regeling fractieondersteuning vast.
17. Vaststellen Verordening rechtspositie raadsleden en commissieleden
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stelt de stadsdeelraad Zuid de
Verordening rechtspositie raadsleden en commissieleden vast.
885
18. Vaststellen Mandaatbesluit griffier
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stelt de stadsdeelraad Zuid het
Mandaatbesluit griffier vast.
890 19. Vaststellen Legesverordening
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stelt de stadsdeelraad Zuid de
Legesverordening vast.
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 17/18
20. Vaststellen beleidsregels Oud-Zuid en Zuideramstel
895 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stelt de stadsdeelraad Zuid de
beleidsregels Oud-Zuid en Zuideramstel vast.
20a. Vaststellen Geconsolideerde begroting 2010 van de voormalige stadsdelen
De voorzitter wijst erop dat het nieuwe voorstel behelst om de geconsolideerde begroting niet
900 in deze vergadering vast te stellen, maar om dat te doen in de raadsvergadering van 30 juni. Ze
vraagt instemming van de raad met deze verschuiving.
De heer Keijser (ZPB) deelt mee dat zijn fractie tegen zal stemmen, aangezien zij geen inzage
heeft gehad in de begroting Zuideramstel en zich al eerder tegen de begroting 2010 van Oud-
905 Zuid heeft uitgesproken vanwege de financiering van prestigeprojecten en voorgenomen
bezuinigingen.
De voorzitter stelt vast dat de stadsdeelraad ermee instemt dat de geconsolideerde begroting
2010 voor de raadsvergadering van 30 juni wordt geagendeerd.
910
21. Intrekken regelingen Oud-Zuid en Zuideramstel
De heer Keijser (ZPB) legt een stemverklaring af. Zijn fractie gaat niet akkoord met intrekking
van de regelingen onder P en Q afvalstoffenverordeningen. Dit dient een bevoegdheid van de
stadsdelen te blijven.
915
De voorzitter brengt het voorstel in stemming. Ze stelt vast dat de fractie van ZPB tegenstemt.
Het voorstel is daarmee aangenomen.
22. Rondvraag
920 Vande rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.
23. Sluiting
De voorzitter biedt excuses aan dat niet alles helemaal liep zoals het moest. Dit kwam zeker
ook door het al gememoreerde feit dat vandaag in huis geen enkele computer werkte.
925 Ze wenst de aanwezigen nog een gezellig samenzijn en sluit de vergadering. Het is 23.15 uur.
Vergadering deelraad d.d. 03-05-2010 18/18
| Raadsnotulen | 18 | test |
Stadsdeelcommissie Centrum
Agenda
Datum 22-11-2022
Aanvang 20:00
Locatie Grote Commissiezaal (Willem Kraanzaal)
1. Opening, vaststellen besluitenlijst
* Vaststelling concept-besluitenlijst van 7 november jl. en verslag van 8 november jl.
2. Het woord aan bewoners en ondernemers
* Voor informatie over inspraak en aanmelding om in te spreken zie onderaan de agenda.
3. Afdoening ingekomen stukken
* Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda
4. Mededelingen dagelijks bestuur
5. Bewonersinitiatief Binnenkant
6. Toiletgebouw plein Noordermarkt - tweede termijn
Stukken zijn nagezonden per 18 november jl. Bijlage 7 (verslag buurtgesprek) is nagezonden per 21 november jl.
Bijlage 8a en 8b (advies van PvdA) is nagezonden per 22 november jl.
7. Voorgenomen periodieke subsidiering Sociale Basis 2023
8. Input op beleidskader diversiteit
Stadsdeelcommissie wordt gevraagd een reactie te geven op het advies van het dagelijks bestuur
9. Rondvraag en sluiting
INGEKOMEN STUKKEN
À. Termijnagenda
De geactualiseerde termijnagenda is nagezonden per 17 november jl.
B. Lijst aangenomen adviezen
De geactualiseerde lijst is nagezonden per 18 november jl.
CG. Raadsadres van wijkcentrum d'Oude Stadt over toekomstvisie
De gemeenteraad heeft deze brief in handen gesteld van het college van B&W ter beantwoording.
D. Vastgesteld advies van Gentrum aan college over Actieplan handhaving in de openbare ruimte
De stadsdeelcommissie heeft het concept-advies besproken op 25 oktober jl. en niet aanvullend geadviseerd.
E. Adviesaanvraag van college over parkeren in Gentrum
De stadsdeelcommissie bespreekt het concept-advies naar verwachting in de vergadering van 20 december a.s.
F. Definitief ontwerp Nieuwe Spiegelstraat
G. Reactie van DB op advies stadsdeelcommissie terrassenplan Rozengracht
H. Brief van DB over aanpak energiearmoede in stadsdeel Centrum
Nagezonden per 17 november jl.
Î. Memo over terugkoppeling gesprek met Alliantie over verkoop woningen Entrepotdok
INFORMATIE
Locatie en beeldopnamen
Deze overlegvergadering van de stadsdeelcommissie Centrum vindt plaats in de Grote Commissiezaal (Willem
Kraanzaal) in het stadhuis. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden
beeldopnamen gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze
pagina.
Aanmelden om in te spreken
Inspreken is mogelijk bij het desbetreffende agendapunt, of, als het onderwerp niet op de agenda staat, aan het
begin van de vergadering. Mensen die hierover meer informatie willen, of die zich aan willen melden als inspreker
kunnen zich per e-mail richten tot de afdeling bestuursondersteuning: [email protected].
Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk de maandag voor de vergadering tot 14:00 uur.
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1366
Datum indiening 31 augustus 2018
Datum akkoord college van b&w van 11 december 2018
Publicatiedatum 13 december 2018
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Yilmaz inzake
stagediscriminatie van mbo’ers.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het lid Flentge heeft, namens de fractie van de SP, op 29 augustus 2018 schriftelijke
vragen gesteld over stagediscriminatie van mbo’ers.
Uit onderzoek van de universiteit van Maastricht is gebleken dat 24 procent van de
mbo’'ers met een niet-westerse achtergrond minstens vier keer moet solliciteren voor
een stage. Onder witte Nederlanders is dat percentage 11 procent. Minister
Van Engelshoven luidt de noodklok: discriminatie bij het vinden van een stageplek op
het mbo komt nog altijd te vaak voor.
De fractie van DENK ziet stagediscriminatie als een vorm van institutioneel racisme
dat met wortel en tak uitgeroeid moet worden. Het is vreselijk dat mbo-studenten
geconfronteerd worden met stagediscriminatie. We praten hier over ambitieuze
leerlingen die geen eerlijke kans geboden worden simpelweg vanwege hun naam dan
wel achtergrond. Het is de hoogste tijd om stagediscriminatie te prioriteren en te
kiezen voor een hardere aanpak.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Yilmaz, namens de fractie van DENK, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Flentge van
29 augustus 2018 (nr. 1365) — gesteld:
1. In de huidige Amsterdamse MBO-Agenda komt (stage}discriminatie helemaal niet
voor’.
a. Kan het college aangeven waarom dit het geval is?
Antwoord:
Het woord (stage)discriminatie komt als zodanig niet voor in de huidige MBO-
Agenda, omdat dit valt onder het breder geformuleerde speerpunten 7 ‘Er zijn
voldoende stage- en leerwerkplekken van goede kwaliteit’ en 8 ‘Jongeren gaan
goed voorbereid en met de juiste vakkennis de arbeidsmarkt op’. Er zijn in
' https://nos.nl/artikel/2247848-minister-is-stagediscriminatie-op-mbo-beu.html
? https://www.amsterdam .nl/bestuur-organisatie/organisatie/sociaal/onderwijs-jeugd-
zorg/onderwijs-leerplicht/amsterdamse-mbo/
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Lee Gemeenteblad
Datum 13 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
totaal 50 projecten uitgevoerd die aan deze 2 speerpunten bijdragen. In het
voorjaar van 2017 is tevens een gezamenlijk statement vanuit de Amsterdamse
mbo-instellingen en de gemeente Amsterdam een statement tegen
stagediscriminatie uitgegaan.” Kern daarvan is dat discriminatie in iedere vorm
onaanvaardbaar is en dat dit actief moet worden tegengegaan.
b. Met welke concrete maatregelen denkt het college stagediscriminatie te kunnen
bestrijden?
Antwoord:
Het college werkt aan een programma tegen arbeidsmarktdiscriminatie. Daarbij
worden eerst een probleemanalyse en een verkenning van mogelijk
instrumenten opgesteld. Ook het nemen van aanvullende maatregelen tegen
stagediscriminatie wordt daarbij onderzocht. Daarna worden de contouren van
de aanpak vastgesteld. Het college zal u hierover eind 2018 verder informeren
en gaat op basis daarvan graag met de raad in gesprek over de verdere
invulling van de aanpak.
Vanuit de MBO-Agenda investeert het college daarnaast al intensief in de
ondersteuningsstructuur van stages en de aansluiting met de arbeidsmarkt.
c. Is het college bereid om in de volgende MBO-Agenda het bestrijden van
stagediscriminatie als speerpunt op te nemen in de aanpak?
Antwoord:
Het college zal in de nieuwe MBO-Agenda aandacht hebben voor dit
onderwerp. In elk geval krijgt het stimuleren van een optimale studieloopbaan
en het verstevigen van de ondersteuningsstructuur voor de stageperiode van
Amsterdamse mbo-studenten opnieuw een plek in de nieuwe MBO-Agenda. In
de aanbevelingen die het Kennisplatform Integratie & Samenleving naar
stagediscriminatie in het mbo heeft gedaan wordt dit ook genoemd.”
Daarnaast wordt het tegengaan van stagediscriminatie meegenomen bij de
aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie, zie het antwoord onder b.
2. In de Amsterdamse MBO-Agenda is opgenomen dat de gemeente Amsterdam ook
haar steentje bijdraagt als stagebedrijf.
a. Hoeveel mbo-stagiaires heeft de gemeente Amsterdam momenteel
aangenomen?
Antwoord:
In 2018 zijn tot nu toe 399 mbo stagiairs aangenomen (peildatum 15 nov.
2018). Dat is 39.4% van het totale aantal van 1012 stagiairs binnen de
gemeente. In 2017 waren er 372 mbo stagiairs binnen de gemeentelijke
organisatie, 33.5% van het totale aantal van 1110 stagiairs. Het aantal mbo
$ https://www.roctop.nl/mbos-en-gemeente-amsterdam-spreken-zich-discriminatie/
* KIS rapport: Gelijke kansen op gelijke stages (2018), KIS rapport: Mbo en de stagemarkt, wat is de rol van
discriminatie? Een verkenning onder onderwijsprofessionals en studenten. (2016)
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Lee Gemeenteblad
Datum 13 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
stagiairs binnen de organisatie is tussen 2017 en 2018 dus gestegen met 27
mbo stagiairs.
b. Studenten die geen Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kunnen krijgen hebben
meer moeite met het vinden van een stageplek. Heeft de gemeente ook mbo-
stagiaires aangenomen die géén VOG konden krijgen? Om ook deze leerlingen
een kans te bieden? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam neemt voor betaalde stageplekken geen stagiairs
aan die niet over een VOG beschikken. Uit ervaring blijkt wel dat binnen de
afgelopen drie jaar maar 3 stagiairs geen VOG konden aanleveren.
Stagiairs binnen de gemeente moeten een VOG kunnen aanleveren voor een
betaalde stage. Naar aanleiding van de intensieve aandacht binnen de
gemeente Amsterdam op het gebied van fraudebestrijding is het beleid ten
aanzien van de VOG enige jaren geleden aangescherpt. De eis om een VOG te
overleggen is daarom opgenomen in het NRGA, artikel 25.3. Doordat de
arbeidsfunctie in de aanvraag goed wordt beschreven, levert de VOG geen
onnodige belemmering op voor jongeren die een stage willen lopen bij de
gemeente. Wel kan het zijn, dat jongeren ten onrechte niet solliciteren op een
stageplek, omdat zij ten onrechte denken geen kans op een VOG te maken. Dit
gaat de gemeente actief met voorlichting tegen.
Van onbetaalde stagiairs (snuffelstagiairs en bliksemstagiairs) wordt geen VOG
gevraagd. Dit zijn vooral (v)mbo leerlingen die voor een week of een dagdeel
stage lopen bij de gemeente. Deze stages worden aan het eind van het jaar
geïnventariseerd. In 2017 hebben 1.954 leerlingen een onbetaalde stage
gelopen binnen de organisatie.
c. Kan het college per RVE een uitgebreid overzicht geven van het aantal mbo-
stagiaires? Hoe verhoudt dit aantal zich tot het totaal personeelsbestand per
RVE? Kan het college ook een uitgebreid overzicht geven van het percentage
en aantal hbo en wo stagiairs per RVE?
Antwoord:
Het overzicht van 2017 en 2018 per RVE in verhouding tot het totaal
personeelsbestand staat in de bijlage. De peildatum hiervan is 11 september
2018, aan het eind van het jaar is het complete overzicht voor 2018
beschikbaar.
De gemeente hanteert een stagenorm van 3 stagiairs op 50 fte waarvan 1 mbo
stagiair. In de bijlage is te zien dat vooral cluster Sociaal en de stadsdelen hoge
aantallen mbo stageplekken bieden en dat zowel cluster Ruimte en Economie
als Bestuur en Organisatie de minste mbo stagiairs hebben gehad. Belangrijke
redenen voor deze ongelijke verdeling zijn:
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Lee Gemeenteblad
Datum 13 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
e De werkzaamheden binnen cluster Sociaal en de stadsdelen is beter te
vertalen naar mbo stages.
e Binnen deze bedrijfsonderdelen zijn ook meer mbo functies waar de mbo
stages aan gekoppeld worden voor begeleiding.
e Bij de maatschappelijke en bijvoorbeeld sociaal juridische opleidingen is de
behoefte naar stages bij de gemeente hoger.
Natuurlijk investeert het Stagebureau ook in mbo stages binnen de andere
bedrijfsonderdelen, bijvoorbeeld door structurele afspraken te maken met
opleidingen zoals Groen en Handhaving om ook voor deze stageplekken
studenten te werven.
d. In het coalitieakkoord staat op blz.11:
We realiseren meer stages, leerwerkplekken en traineeships voor mbo-
leerlingen, in de eerste plaats bij de gemeente zelf.”
Hoe staat het nu ermee? Welke plannen liggen er op tafel om “meer stages,
leerwerkplekken en traineeships voor mbo-leerlingen, in de eerste plaats bij de
gemeente zelf” te creëren? Hoeveel van deze stage/leerwerkplekken zijn er
sindsdien “meer” gecreëerd”?
Antwoord:
Het Stagebureau gemeente Amsterdam faciliteert managers en
stagebegeleiders om het aanbieden van een mbo stageplek in de organisatie
zo makkelijk mogelijk te maken. Het Stagebureau heeft een uitgebreid netwerk
van mbo onderwijsinstellingen om ervoor te zorgen dat de stages goed
aansluiten bij de laatste ontwikkelingen van de opleidingen en het curriculum.
Ook geven stageadviseurs regelmatig voorlichting aan mbo studenten op
stagemarkten en in de klas om de gemeente als stagebedrijf beter te profileren.
Het Stagebureau investeert in afdelingen die veel mogelijkheden hebben voor
mbo stages. Bijvoorbeeld de sporthallen, parken en zwembaden, de afdeling
Handhaving, de stadsloketten, de secretariaten en financiële afdelingen binnen
de organisatie. De werving en selectie wordt voor sommige stages centraal
door het Stagebureau gecoördineerd om op grote schaal mbo studenten op de
juiste plekken te plaatsen. Er zijn samenwerkingsverbanden opgesteld
waardoor de opleidingen voorselecties kunnen doen en kandidaten leveren die
goed passen bij de stages die de gemeente biedt. Dit jaar start bovendien ook
een vaktraineeship voor studenten met een mbo niveau 4 of hbo diploma. Van
de 10 deelnemers zijn 4 deelnemers in het bezit van een mbo-diploma.
Daarnaast zorgt het Stagebureau ervoor dat studenten goed geïnformeerd zijn
over het aanvragen van een VOG en het tekenen van formulieren over de
arbeidsvoorwaarden. Hierdoor kunnen studenten die aangenomen worden snel
starten op de stageplek. Door al deze investeringen hopen we de stijging in het
aantal mbo stages, die al merkbaar is tussen 2017 en 2018, voort te kunnen
zetten in 2019.
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le cember 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
3. Er bestaat een landelijk Meldpunt Stagediscriminatie. Hoe zorgen mbo-scholen
ervoor dat het bestaan van een Meldpunt Stagediscriminatie onder de aandacht
wordt gebracht van studenten?
Antwoord:
De mbo-instellingen zorgen er op verschillende manieren voor dat het Meldpunt
Stagediscriminatie van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs
Bedrijfsleven onder de aandacht van hun studenten wordt gebracht. Zo wordt er
tijdens de voorbereidende lessen voor de stageperiode door de stagebegeleider
dan wel studieloopbaan-begeleider of mentor aandacht geschonken aan dit
meldpunt.
4. Bestaat er een lokaal meldpunt stagediscriminatie? Zo nee, wat is de mening van
het college hierover?
Antwoord:
Er bestaat een lokaal meldpunt voor alle vormen van discriminatie, het Meldpunt
Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA).
Studenten die gediscrimineerd worden kunnen verschillende stappen
ondernemen: de student kan een melding doen bij de stagebegeleider of
vertrouwenspersoon op school, de student kan een melding doen bij de
organisatie waar hij of zij stage loopt, de student kan een melding doen bij het
regionale Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA), de student kan een
melding doen bij het landelijk meldpunt vanuit de Samenwerkingsorganisatie
Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), de student kan een melding doen bij het
College voor de Rechten van de Mens en de student kan aangifte doen bij de
politie.
Het college vindt het belangrijk dat slachtoffers van discriminatie en racisme
hiervan melding maken en beraadt zich, zoals aangekondigd in het
coalitieakkoord, op manieren om dit te stimuleren. Dit geldt ook voor
stagediscriminatie.
5. Den Haag stelt de verplichting dat mbo-instellingen kwaliteitsplannen moeten
opstellen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De looptermijn van
kwaliteitsplannen die mbo-instellingen hanteren (2015-2018) loopt af.
a. Wat is de rol van het college in de totstandkoming van deze plannen?
Antwoord:
De plannen die de mbo-instellingen in hun kwaliteitsplan voor de periode 2015-
2018 hebben beschreven zitten in de laatste uitvoerende fase. Die worden
momenteel afgerond.
In het nieuwe bestuursakkoord mbo ‘Trots, vertrouwen en lef’ (2018-2022)
staan de nieuwe afspraken die er zijn gemaakt tussen het ministerie van
Onderwijs Cultuur en Wetenschap en de MBO Raad over de gezamenlijke
ambities voor het mbo in de komende jaren.
5
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Lee Gemeenteblad
Datum 13 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
Er worden momenteel nieuwe kwaliteitsplannen opgesteld door de mbo-
instellingen. In deze plannen geven mbo-instellingen aan wat zij willen bereiken
op de volgende drie ambities:
1. Mbo-instellingen innoveren hun onderwijs voortdurend en dragen op die
manier meer bij aan de innovatie van hun werkgebied of aan de
ontwikkelingen in hun branches.
2. Mbo-instellingen bieden gelijke kansen aan alle jongeren om hun persoonlijk
talent en burgerschap te ontwikkelen, door te stromen naar een goede
positie op de arbeidsmarkt en naar vervolgopleidingen in het mbo en hbo.
Het mbo is daarmee de eerste keus voor aanstaande vakmensen en biedt
optimale toegang naar de arbeidsmarkt en het vervolgonderwijs.
3. Het mbo voor volwassenen gaat qua omvang toenemen, gebruikmakend
van de publieke onderwijsinfrastructuur.
De landelijke kwaliteitsplannen die de mbo-instellingen momenteel opstellen
voor de minister, worden afgestemd met de regionale stakeholders van de
mbo-instellingen. De gemeente is een van deze stakeholders en neemt kennis
van de plannen. Door de unieke samenwerking tussen de gemeente en de
Amsterdamse mbo-instellingen voor de uitvoering van de Amsterdamse MBO-
Agenda, is de gemeente structureel met de mbo-instellingen in gesprek over de
kwaliteit van het Amsterdamse mbo.
b. Hoe denkt het college over stagegaranties?
Antwoord:
Het college vindt het niet wenselijk om stagegaranties te bieden aan
Amsterdamse mbo-studenten. De ondersteuningsstructuur van de mbo-
instellingen voorziet erin dat studenten worden geholpen bij het vinden van een
stageplaats, ook wanneer het een student zelf niet lukt een geschikte stage te
vinden. De student krijgt wel de garantie dat hij of zij hulp krijgt bij het vinden
van een stage.
c. Wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat mbo-instellingen
stagegaranties opnemen in de kwaliteitsplannen die opgesteld worden voor de
volgende looptermijn?
Antwoord:
Zie antwoord vraag 5b.
6. Is het mogelijk voor het college om een quotumregeling voor mbo-stages in te
stellen voor de bedrijven en organisaties waarmee de gemeente samenwerkt
bijvoorbeeld als onderdeel van de social return? Is het college bereid om dit in te
stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college ziet ook de behoefte en het belang in van voldoende en geschikte
mbo-stages voor Amsterdamse leerlingen. Daarom wordt hier structureel
aandacht aan besteed in het contact richting bedrijven met een social
6
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Lee Gemeenteblad R
Datum 13 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
returnverplichting en stimuleert Bureau social return ook het creëren van
stageplekken op mbo entree en niveau 2.
Echter, het verplichten om mbo-stageplekken beschikbaar te stellen middels een
quotumregeling levert niet het beoogde effect en resultaat op. Dit heeft te maken
met een aantal factoren:
1. De gemeente Amsterdam kan juridisch gezien een bedrijf niet verplichten een
Amsterdammer aan te nemen. Dit geldt ook voor stagiairs.
2. De mbo-studenten hebben recht op een kwalitatief goede stage en het is niet
vanzelfsprekend dat opdrachtnemers van de gemeente Amsterdam door de
SBB erkend zijn als leerbedrijven. Voor kwalitatief goede stageplekken
moeten bedrijven wel in staat zijn goede begeleiding aan mbo-studenten te
bieden.
3. Het blijkt uit ervaring dat geboden stageplekken in specifieke sectoren niet per
definitie aansluiten bij de wens van Amsterdamse mbo-studenten en vice
versa.
4. Bedrijven met een social returnverplichting zijn veelal niet in Amsterdam
gevestigd. Vanwege de reisafstand kan dit een belemmering zijn voor een
Amsterdamse student.
5. Het Amsterdamse social returnbeleid is gericht op maatwerk en biedt
daarmee keuzevrijheid betreffende de invullingswijze van social return. Dit
wordt als positief ervaren door bedrijven, want daarmee wordt het hoogste
rendement behaald uit social return.
7. Watis de mening van het college ten aanzien van quotumregelingen voor het
aannemen van mbo-stagiaires? Kan het college de mogelijkheden verkennen om
een quotumregeling voor mbo-stages als eis op te nemen in aanbestedingen?
Zo ja, kan het college hierover terug rapporteren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Bij aanbestedingen kan een dergelijke quotumvoorwaarde voor het aannemen
van mbo-stagiaires niet worden opgenomen. Deze voorwaarden houdt namelijk
onvoldoende verband met de aard en uitvoering van de in te kopen dienst en is
daarmee disproportioneel. Het opnemen van een social return verplichting is
wettelijk wel mogelijk omdat dit een bijzondere uitvoeringsvoorwaarde in de
Aanbestedingswet (artikel 2.80 van de Aanbestedingswet) is. Dit is daarom ook
opgenomen in het inkoopbeleid van de gemeente Amsterdam (paragraaf 5.2), zie
verder onder antwoord 6.
Het college verkent wel welke mogelijkheden zij heeft om vanuit haar rol als
inkoper arbeidsmarktdiscriminatie tegen te gaan en zal u daarover nader
informeren. Zie verder het antwoord onder vraag 1b.
7
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le cember 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
8. Watis de mening van het college ten aanzien van bedrijven en organisaties die
wél voldoende mbo-stagiaires aannemen? Kan het college gemeentelijke
aanbestedingen zo vormgeven dat we bedrijven en organisaties belonen die meer
mbo-stagiaires aannemen? Bijvoorbeeld dat ze meer kans maken op contracten”?
Antwoord:
Het college waardeert de inzet van bedrijven en organisaties die voldoende en
geschikte mbo-stagiaires aannemen. Voor het tweede deel op deze vraag verwijst
het college naar antwoord 7.
9. Watis de mening van het college ten aanzien van naming and shaming van
discriminerende bedrijven? Is het college bereid, een racismeregister op te zetten
om discriminerende bedrijven te namen en shamen? Zo nee, hoe ziet het college
de aanpak van discriminerende bedrijven voor zich, afgezien van het in dialoog
gaan met deze ondernemingen?
Antwoord:
Het college vindt het belangrijk dat slachtoffers van stagediscriminatie hiervan
melding maken en beraadt zich, zoals aangekondigd in het coalitieakkoord, op
manieren om dit te stimuleren.
Wanneer stagebegeleiders en studenten aangifte doen en een melding maken bij
het meldpunt stagediscriminatie kan de Samenwerkingsorganisatie
Beroepsonderwijs Bedrijfsleven de erkenningen van deze bedrijven intrekken. Op
die manier kunnen discriminerende bedrijven worden aangepakt.
Zie verder het antwoord op vraag 1b. Het college zal in het kader van de
verkenning van de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie bepalen of, en zo ja hoe
naming and shaming moet worden ingezet.
10. Wat is de mening van het college inzake het uitvoeren van loksollicitaties?
Kan het college verkennen wat de mogelijkheden zijn voor het uitvoeren van lok-
sollicitaties?
Antwoord:
Welke mogelijkheden er zijn voor de aanpak van stagediscriminatie, wordt
verkend in het kader van de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie. Het college denkt
dat het inzetten van zogenaamde mystery guests op meerdere terreinen mogelijk
effectief is. In het coalitieakkoord is daarom afgesproken om vaker en breder
mystery guests in te zetten.
8
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Lee Gemeenteblad
Datum 13 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 augustus 2018
11. De fractie van DENK deelt de mening van het college, zoals verwoord in het
coalitieakkoord, dat de gemeente het goede voorbeeld moet geven voor mbo-
studenten. Wij zouden derhalve willen weten hoeveel van de managers
werkzaam bij de gemeente enkel over een mbo-diploma bezitten? Kan er een
overzicht gegeven worden?
Antwoord:
In 2017 is het personeelssysteem aangepast waarbij het mogelijk is gemaakt dat
medewerkers zelf hun opleidingsniveau op kunnen geven. Dit is echter geen
verplichting en een groot aantal medewerkers heeft dit (nog) niet gedaan. De
beschikbare gegevens zijn daarmee niet voldoende representatief om deze vraag
te beantwoorden. Om personele beweging (mobiliteit) te bevorderen wordt stevig
ingezet op verbetering van de registratie van gegevens. Uiteraard binnen de
kaders die de privacywetgeving hiervoor biedt. Er is wel inzicht in het aantal
managementfuncties binnen de gemeente waar mbo het opleidingsniveau voor is.
Op operationeel managementniveau zijn er 196 formatieplekken (peildatum
augustus 2018). Dit betreft manager- en coördinatiefuncties.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
9
| Schriftelijke Vraag | 9 | train |
‚„ ain en EN |
Genteente |
Amsterdam) |
/ . |
En hr [ lj |
ha ss” . - > Kk |
, ee at 4 :
Sen ze | ed a
pe = : , ì \ [ À Er dh, Kn kn atd of
en Ie | | n tg 4 of 7, Vers 1 Pe R: JE id sd , nn Kals Í
dns er tE en
° nn Pek En (OR ez TR i A
es Een iK IS ir a
NE „f ANNEE |
| n : b et pen en En tn f
dd EEN EE EN EN Ll nn enne Se Wien Ù: Ee 0 _
Ee Pd en OR Mg ix Hi f f
vel el ef a lr a 7 GER Se Banden
| : / Î / ” E Ki 4 Ke KN ie / ” È | | |
er E EE EE EN BENNE MEAT Kd — ann rn Û ‚ Á ei DP \ Ik Ze ae bh a sa 5 Li í Paas
: | _ | Le Fi AIN ach me ii 14 Á ' |
am en An be be Je EEEN B A n Kek ln GE _| 4 Ji tad |
EN KE p= Je am ee emanntt annet: pe Ef El ir id |
Í [| ! jn | A Í - NS: in à i Í |
el A aen EN TN 2e EN ee Ein EEN ENNE nl \
GE EN EE CET OT, LEN ZOE BEM EE GE e |
| | ER EE | | in eN |W ze
| Ii i k | | | EN Ek vk Ees We
rn eee dt nT ll
Ee! LN | RS sijn
A Chief Information Security Officer (CISO) | april 2021
Inhoud
1. Terugblik 2020 4
1.1 Eigen huis op orde 4
1.1.1 Digitale weerbaarheid 4
1.1.2 Organisatorische weerbaarheid 5
1.1.3 Risico's 5
1.1.4 Verantwoording 6
1.1.5 Incidenten 7
1.2 Agenda Digitale Veiligheid 8
2. Toenemende risico’s en dreigingen 10
2.1.1 Dreigingsbeeld 10
3. Vooruitblik 2021 en verder 14
3.1.1 Risicogebaseerde aanpak 14
3.1.2 Monitoring en response 14
3.1.3 Standaardisatie en vernieuwing 15
3.1.4 Toetsen websites - internetdomeinen 15
3.1.5 Toetsen ICT-infrastructuur en informatiesystemen 15
3.1.6 Industriële automatisering (ICS/SCADA) 15
3.1.7 Bevorderen beveiligingsbewustzijn en vergroten
digitale kennis en vaardigheden 15
3.1.8 Continuïteit en veerkracht 15
3.1.9 Weerbare stad 16
Bronnen: 17
2 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
ma k ge ' gr OP
we 4 kr 5, ij | Î 4 Nn | en Ù
Ke ei ER |
We a |
& ” ki Dn Ë S
k Ni eN d A
° En | An Een 3
Ek EE AEEA TIA EIN d 4
L me di 4 Pf
Í ne zi 4
e
| Terugblik 2020
Voor de gemeentelijke organisatie was 2020 een veelbewogen de Rijksoverheid, en het versterken van de regierol op digitale
jaar als het gaat om informatiebeveiliging. Waar in januari door veiligheid en weerbaarheid is een continu proces, dat mede door
een wereldwijd beveiligingsincident met Citrix-software het de taskforce Digitale Veiligheid wordt geadresseerd.
tijdelijk niet mogelijk was om digitaal vanuit huis te werken, was
de gemeentelijke organisatie amper een maand later vanwege 1.1 Eigen huis op orde
de coronacrisis nagenoeg volledig aangewezen op thuiswerk-
faciliteiten. De coronacrisis heeft ertoe geleid dat enkele voorgenomen plannen
De Amsterdamse digitale werkomgeving werd in zeer korte tijd zijn vertraagd of op andere wijze zijn ingevuld. Desondanks zijn grote
geschikt gemaakt voor zo’n 20.000 thuiswerkers en de applicatie stappen gezet in het veiliger maken van de [T-voorzieningen. Zo is de
MS Teams werd geselecteerd als veilige voorziening om aanbesteding van een vernieuwde digitale werkomgeving succesvol
beeldbellen mogelijk te maken. Medewerkers kunnen met deze afgerond, is gestart met de uitvoering van de gemeentebrede
voorzieningen bijna alle taken — behalve enkele specifieke taken sourcing-strategie en het opzetten van een Cloud Competence
en loketfuncties - blijven uitvoeren in dezelfde beveiligde digitale Centre dat gericht is op het structureel veilig ontwikkelen van applica-
werkomgeving als op kantoor. ties in een wendbare organisatie. In de transformatie van het gemeen-
telijk l-domein die momenteel plaatsvindt, zijn als uitgangspunten
Thuiswerken kan echter leiden tot minder zorgvuldige omgang met meegenomen dat informatiebeveiliging en privacy by design worden
informatie dan op het werk, door bijvoorbeeld onvoldoende beveilig- ingericht, dat wil zeggen dat deze aspecten standaard bij het ontwerp
de Wifi of apparatuur, geen opgeruimd bureau of afgesloten kasten, van nieuwe informatievoorzieningen worden meegenomen.
geen stiltewerkplek in huis, of door gedeeld gebruik van computers in
een huishouden. Via Intranet en Tamtam is veel aandacht besteed aan 1.1.1 Digitale weerbaarheid
bewustwording over veilig thuiswerken. Er zijn geen indicaties dat het
thuiswerken heeft geleid tot meer informatiebeveiligingsincidenten. De gemeentelijke IT-voorzieningen worden regelmatig op onderdelen
getoetst op weerbaarheid en of wordt voldaan aan de landelijke
De snelle mate waarin Amsterdam digitaliseert, heeft naast alle beveiligingseisen. Extra kwetsbaar voor cyberdreigingen is de infor-
kansen als keerzijde het risico van uitval en/of misbruik van informatie matievoorziening die via internet toegankelijk is. Niet alle websites/
met mogelijk digitale ontwrichting als gevolg. domeinen van de gemeente Amsterdam voldoen op alle punten aan
Het doen van onderzoek via de Agenda Digitale Veiligheid, het de huidige beveiligingseisen. Er is een project gestart om deze aspec-
verstevigen van de samenwerking met andere gemeenten, de VNGen _ ten op orde te brengen.
4 | Amsterdam werkt aan toegankelijkheid | versie van 29-10-20
In 2020 is een Mobile Device Managementsysteem (MDM) in gebruik Versterking operationeel risicomanagement
genomen, waarmee mobiele apparatuur (smartphones, tablets en Het project Versterken Operationeel Risico Management is gestart om
laptops) beter kan worden beheerd en beveiligd. vanuit het perspectief van de risicogebieden privacy, informatie-
De implementatie hiervan is nog in volle gang. beveiliging en informatiebeheer beter te kunnen sturen, beheersen
en verantwoorden met operationele risico-informatie. Het risico-
1.1.2 Organisatorische weerbaarheid beheer sluit aan op de gemeentelijke planning & control-cyclus.
De organisatie heeft hiermee sturingsinformatie om risico’s te beheer-
Beleidskader sen, en wordt beter in staat gesteld om verantwoording af te leggen
Het college heeft in 2020 ingestemd met het beleidskader informatie- aan haar toezichthouders en bij te dragen aan strategische doelen
beveiliging gemeente Amsterdam (AD2020-081146). Dit kader geeft zoals het zijn van een betrouwbare overheid.
richting aan de wijze waarop we in de gemeente onze informatie
beveiligen en bevat de belangrijkste beleidsuitgangspunten. Bewustzijn, kennis en vaardigheden
Het beleidskader informatiebeveiliging is gebaseerd op de Baseline Onderdeel van informatiebeveiliging is het bevorderen van beveili-
Informatiebeveiliging Overheid, waarin de basisnormen voor informa- gingsbewustzijn. Weet Wat Je Deelt is een structureel programma
tiebeveiliging voor de gehele overheid zijn opgenomen. voor training & bewustzijn dat is opgezet voor verschillende onder-
werpen zoals privacy, informatiebeveiliging, openbaarheid en informa-
Organisatie van informatiebeveiliging tiebeheer.
Met het vernieuwen van het beleidskader is ook de organisatie van De uitvoering is vanwege de coronasituatie volledig digitaal. Alle
de informatiebeveiliging herzien. De verantwoordelijkheden, taken onderdelen van het programma Weet Wat Je Deelt dragen bij aan
en bevoegdheden zijn op hoofdlijnen beschreven. In de verdere meer bewustzijn over veilig en zorgvuldig omgaan met informatie.
uitwerking worden verantwoordelijkheden voor ketens van informatie-
systemen toegewezen, en worden de gemeenschappelijke betrouw- 1.1.3 Risico's
baarheidseisen en normen toegewezen die op de organisatie van
toepassing zijn. Ogenschijnlijk kleine kwetsbaarheden kunnen grote gevolgen hebben
voor de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van
Baseline Informatiebeveiliging Overheid informatie, dat hebben recente grote incidenten bij andere organisa-
Vanaf 2020 is de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) van ties aangetoond. Onbevoegde toegang, fouten, onzorgvuldigheden,
kracht. De BIO kent een 130-tal beheersmaatregelen om een basisbe- en onvoldoende waarborgen voor kwaliteit en continuïteit kunnen
veiligingsniveau te kunnen doorvoeren. Een groot deel van de be- door de steeds grotere afhankelijkheid van (digitale) informatie onder
heersmaatregelen is verplicht. andere tot gevolg hebben:
Voor de invoering van de BIO is in 2020 in opdracht van het GMT een m langdurige uitval en ontwrichting van alledaagse processen;
aanpak opgesteld in de vorm van een meerjarenplan, dat gebaseerd m verlies, diefstal en/of misbruik van informatie;
is op het beheersen van risico’s. Er is een brede betrokkenheid geor- m besluitvorming op basis van onjuiste gegevens;
ganiseerd, omdat informatiebeveiliging alle organisatieonderdelen m imagoschade en financiële schade.
van de gemeente raakt.
5 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
Binnen de gemeente Amsterdam zijn met name de volgende Amsterdam neemt actief deel aan het verbeteren en verder
risico’s relevant: ontwikkelen van de ENSIA-methodiek. Het ligt in de verwachting
dat ENSIA de komende jaren wordt uitgebreid met meer
m De complexe Amsterdamse informatievoorziening maakt dat basisregistraties en stelsels.
het zicht op de beveiliging van apparatuur en informatie
nog niet op alle vlakken voldoende is. DigiD
m Het beheersen van toegang tot informatie en de beveiliging Via de landelijke DigiD-voorziening kunnen burgers toegang krijgen
van loT en mobiele apparatuur is een aandachtspunt; tot de digitale dienstverlening van de overheid. De gemeente
m Het zicht op de informatiebeveiliging bij uitbestede Amsterdam beschikt over zeven verschillende DigiD-portalen
werkzaamheden is onvoldoende. waarover via een jaarlijkse audit aan de landelijk toezichthouder
m Het structureel testen van cybercrisissituaties krijgt nog Logius verantwoording wordt afgelegd. Geconstateerde verbeter-
onvoldoende aandacht. punten worden binnen de door Logius gestelde termijn opgelost.
Het beperken van de risico’s voor de informatieveiligheid vereist
aandacht op meerdere vlakken - zowel technisch en organisatorisch Formulieren Algemeen portaal voor digitale vw *
als in bewust en zorgvuldig gedrag. Denk daarbij aan het continu Amsterdam dienstverlening van de gemeente
up-to-date houden van IT-systemen, contracten en processen, naleven Amsterdam
van wet- en regelgeving, op peil houden van kennis en vaardigheden Langparkeren Vergunninghouders kunnen zich via /
en zorgvuldig omgaan met informatie. Ook het treffen van maat- dit portaal registreren voor de
regelen voor continuïteit en het periodiek oefenen en testen draagt subsidieregeling Langparkeren
bij aan de weerbaarheid van de informatievoorziening tegen interne GGD Sarphati Toepassing waarbij burgers via een / *
en externe dreigingen. Cohort app met DigiD toestemming
. verlenen voor het verzamelen van
1.1.4 Verantwoording gegevens voor het Sarphati cohort
Middels deze rapportage worden het college en de gemeenteraad GGD Ouders kunnen via het ouderportaal vw
geïnformeerd over de staat van informatiebeveiliging. Ook aan de Ouderportaal online afspraken maken on het .
diverse landelijke toezichthouders wordt verantwoording afgelegd, Amsterdam cliëntendossier van hun kind inzien
zoals hieronder aangegeven. GGD Ouders kunnen via het ouderportaal vf
Ouderportaal online afspraken maken en het
ENSIA Amstelland cliëntendossier van hun kind inzien
Via de ENSIA-methodiek (Eenduidige Normatiek Single Information Mijn Amsterdam _ Dit portaal fungeert als vf *
Audit) verantwoorden alle gemeenten zich aan de landelijke toezicht- toegangsmakelaar tot diverse
houders over verschillende stelsels waarbij informatieveiligheid een rol digitale dienstverlening
speelt. Over het jaar 2020 betrof dit verantwoording over het gebruik Subsidieportaal Portaal voor het digitaal aanvragen / *
van Suwinet. Daarnaast is via de ENSIA-methodiek verantwoording van subsidies
afgelegd over de basisregistraties Adressen Gebouwen (BAG),
Grootschalige Topografie (BGT), Ondergrond (BRO). *Met 1 aandachtspunt dat geen directe impact heeft op de informatieveiligheid
6 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
Zelfevaluatie BIO 1.1.5 Incidenten
In de ENSIA-tool is een vragenlijst opgenomen waarmee een beeld
ontstaat in hoeverre de gemeente voldoet aan de Baseline Informatie- Een in het oog springende gebeurtenis met meer dan gemeentelijke
beveiliging Overheid. De resultaten uit deze zelfevaluatie levert gevolgen is zonder meer het wereldwijde Citrix-incident geweest,
onderstaand algemeen beeld op (dit beeld kan in specifieke situaties waardoor thuiswerken en mobiel werken tijdelijk niet meer mogelijk
verschillen). was. Informatiebeveiligingsincidenten worden ingedeeld in de
categorie Laag, Middel of Hoog. Deze laatste staat hieronder
Ruim voldoende v/ __ Voldoende mn Onvoldoende > nader toegelicht. De meeste incidenten in de categorie Hoog zijn
tot goed veroorzaakt door verstoringen en uitval van software.
Het onderdeel is Het onderdeel is Het onderdeel is .
volledig op orde, globaal op orde, niet op orde, Oorzaak/impact
in control in control niet in control ICT
Wellicht zijn er Er zijn enkele of Er zijn veel
minimale meerdere verbeterpunten,
verbeterpunten verbeterpunten bijsturing is nodig Mens
Beleid en Actueel beleid en organisatie van
organisatie informatiebeveiliging, controle op nm
naleving
Personeel en Juiste toegang voor medewerkers
toegang tot gebouwen, systemen en m mm ged
gegevens Totaal = 30
Continuïteit en Zorgen voor de continuïteit van
incidenten dienstverlening en opvolging n
van incidenten Een incident krijgt de classificatie Hoog als:
m Heteen concernbreed incident betreft
Informatie- Veilige omgang met n m Het incident impact heeft op de dienstverlening
systemen informatiesystemen en afspraken m Heteen concernbreed systeem betreft (zoals e-mail en internet)
hierover met leveranciers m_Er reputatieschade is
Data- Veilige omgang met data in m Er manipulatie van vertrouwelijke of financiële gegevens of van
bescherming onze software m persoonsgegevens heeft plaatsgevonden als gevolg waarvan de
organisatie benadeeld wordt en/of tot onterechte besluiten komt
Alle bevindingen en aandachtspunten worden opgepakt, en omgezet m Vertrouwelijke gegevens openbaar worden (datalekken worden
in verbetermaatregelen, of vormen onderdeel van al lopende verbe- gerapporteerd via de rapportage gegevensbescherming)
tertrajecten - zie onder ‘Vooruitblik 2021 en verder". m De financiële schade meer dan €10.000,- bedraagt
7 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
1.2 Agenda Digitale Veiligheid Op elk punt heeft de gemeente onderzocht welke kansen en risico's
er zijn. Welke mogelijke gevolgen hebben die risico's en hoe kunnen
De gemeente Amsterdam is eind 2019 een taskforce gestart om we die voorkomen? In de Agenda Digitale Veiligheid staan acties over
digitale veiligheid voor Amsterdammers en ondernemers naar een wat Amsterdam gaat doen tegen digitale bedreigingen en aan-
hoger plan te brengen. De taskforce Digitale Veiligheid is een meer- bevelingen over wat zou er nog moeten gebeuren
jarig multidisciplinair programma en valt bestuurlijk onder de porte-
feuille van burgemeester Halsema. Het afgelopen jaar heeft de taskforce gewerkt aan de weerbaarheid
van jongeren en ondernemers in de stad. Zo zijn er diverse onder-
De ambitie om Amsterdam met dit programma tot één van de digitaal zoeken (online panels) uitgevoerd naar kwetsbare doelgroepen waar
veiligste steden te laten behoren, begint bij de informatiepositie. passende acties geplot zijn. Enkele voorbeelden:
Enkele cijfers: m voorlichting en bewustwordingscampagnes op Amsterdamse
m Elk jaar worden in Amsterdam tienduizenden mensen scholen over het onderwerp online seksueel geweld
slachtoffer van digitale criminaliteit (o.a. sextortion).
m Alleen al over het eerste kwartaal van 2020 is het aantal m circa 100 Amsterdamse ondernemers hebben zich aangemeld
cyberaanvallen en onzichtbare criminaliteit met 40% voor een digitaal ambassadeurschap waarin zij getraind zijn
gestegen en leidt tot honderden aangiften. door een cybersecurity-expert en politie om de online risico's
m Het schadebedrag van gedupeerde burgers en te herkennen en bij een cyberdelict ook internetsporen veilig
ondernemers over de laatste kwartalen bedraagt in totaal te stellen.
ruim 8,5 miljoen euro. m tijdens de nationale Week van de Veiligheid in oktober is er
m Een onlangs gehouden onderzoek door de dienst Onderzoek samen met het Platform Veilig Ondernemen Amsterdam-
Informatie & Statistiek onder burgers wijst uit dat negen op Amstelland speciale aandacht geweest voor online kwetsbaar-
de tien respondenten zich weleens zorgen maakt over zijn of heden en mitigerende maatregelen. Tijdens die week vond
haar online veiligheid. ook de aftrap plaats van een traject met de Hogeschool van
Amsterdam en Stichting Cyberwerf waarin cybersecurity
Samen met maatschappelijke instellingen, bedrijfsleven, politie en het studenten gekoppeld worden aan ondernemers in de stad om
openbaar ministerie heeft de taskforce Digitale Veiligheid de taak om hen te helpen bij het in kaart brengen van de digitale risico's
te zorgen voor adequate voorlichting, informatie, (technische) preven- inclusief passende oplossingen voor een hogere weerbaarheid.
tie en mogelijkheden tot handhaven binnen het digitale domein.
Amsterdam richt zich bij het vergroten van de digitale veiligheid op
zes hoofdpunten: &
u Se
1. Welzijn van de burger ET en
2. Veiligheid voor bedrijven en instellingen ks an!
3. Vitale infrastructuur
4. Crisis- en incidentmanagement Dn TURE 45 = -
5. Democratie en bestuurlijke stabiliteit . 5
6. Eigen huis van de gemeente op orde
8 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
es
TNI 7 Ee
dreiginge
Toenemende risico's
en dreigingen
ging
2.1.1 Dreigingsbeeld > Handelingsperspectief: Noodzaak om niet alleen de eigen IT
weerbaar te houden maar ook kritisch te kijken naar leveranciers
Nationaal en internationaal van [T-producten
Digitale dreigingen nemen toe, zowel lokaal, nationaal als internatio-
naal. Impact gemeente Amsterdam:
Het landelijk beeld van cyberdreigingen wordt jaarlijks door het NCTV _ Dreigingsinformatie wordt dagelijks geanalyseerd en gecontroleerd,
beschreven in het Cyber Security Beeld Nederland. Het samenvatten- zowel intern als bij strategisch leveranciers. Er zijn geen signalen dat
de beeld voor 2020 is dat de digitale risico's onverminderd groot en Amsterdam geraakt is door deze cyberaanval. Wel is aanvullende
niet fundamenteel veranderd zijn ten opzichte van voorgaande jaren. monitoring ingericht om dergelijke aanvallen te identificeren.
De onderscheiden risico’s zijn:
m Cyberaanvallen met als doel gegevens te ontfutselen
=m Cyberaanvallen met als doel sabotage, spionage en voor geldelijk gewin
ontwrichting van de samenleving De afgelopen jaren is de cybercriminaliteit via e-mail (phishing), via
Dit soort cyberaanvallen worden veelal uitgevoerd door statelijke sms (smishing) en berichtenapps (WhatsApp-fraude) fors toegenomen.
actoren op andere landen of specifieke bedrijven. Hoewel Nederland- Bij deze vorm van cybercriminaliteit proberen kwaadwillenden gevoe-
se gemeenten hierbij (nog) geen direct doelwit zijn, kunnen lokale lige gegevens te ontfutselen van een individu of organisatie, zoals
overheden wel met de gevolgen van dit soort aanvallen worden wachtwoorden en pincodes, of zelfs iemands digitale identiteit over
hu geconfronteerd. te nemen. Deze gegevens worden vervolgens misbruikt om aankopen
Internationaal beeld laat een verschuiving zien naar supply-chain- te doen of geld op te nemen.
aanvallen, wat wil zeggen dat actoren goed beveiligde doelwitten via
een tussenstation proberen aan te vallen, zoals softwareleveranciers. nm Malware en ransomware
Een andere vorm van misbruik is malware. Malware is een verzamel-
Voorbeeld: Grootschalige hack bij SolarWinds naam voor ongewenste kwaadaardige software, die vaak via een van
De software van het Amerikaanse bedrijf SolarWinds, dat computer- de bovengenoemde type cyberaanvallen wordt geïnstalleerd. De
netwerken monitort, werd in 2020 gehackt en misbruikt voor een impact van een malware-infectie varieert. Gevoelige gegevens kunnen
supply-chain-aanval. Door de geïnfecteerde software van SolarWinds worden gestolen, aangepast, versleuteld of wordt gebruik gemaakt
werd toegang verkregen tot zeer veel vertrouwelijke informatie van van gijzelsoftware (ransomware).
honderden bedrijven.
10 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
De algemene verwachting is dat elke organisatie vroeg of laat te Lokale overheid
maken krijgt met malware-infecties. Kwaadwillenden blijven steeds
weer nieuwe methoden vinden om bij organisaties digitaal binnen Het dreigingsbeeld voor gemeenten 2021/2022, dat tweejaarlijks
te dringen. wordt opgesteld door de informatiebeveiligingsdienst voor gemeen-
ten IBD, laat samengevat het volgende beeld zien:
Voorbeeld: De Universiteit van Maastricht kreeg onlangs te maken
met een cyberaanval met ransomware. Het gijzelvirus legde de syste- m De bedrijfscontinuïteit is in het geding
men van de universiteit wekenlang plat, met organisatorische schade, Gemeenten lopen het risico dat dienstverlening (langdurig) niet
reputatieschade en financiële schade tot gevolg. beschikbaar is door uitval van systemen, met mogelijk ontwrichting
van alledaagse processen tot gevolg.
> Handelingsperspectief: Naast technische en organisatorische
maatregelen ter vergroting van de digitale weerbaarheid, ook m Integriteit van informatie kan niet gewaarborgd worden
oefenen om voorbereid te zijn op cybercrisissituaties en regie Door onvoldoende beveiliging van de informatie lopen gemeenten
voeren over risicomanagement om risico’s tot een acceptabel het risico dat gegevens worden aangepast door onbevoegden.
niveau terug te brengen.
m Vertrouwelijke gegevens vallen in verkeerde handen
Impact gemeente Amsterdam: Door toegang tot informatie door onbevoegden kunnen vertrouwelij-
Om adequaat te kunnen (blijven) reageren op digitale dreigingen en ke gegevens in verkeerde handen vallen.
cybercrisissituaties is een roadmap opgesteld voor het doorontwikke-
len naar een Amsterdam-SOC en worden zowel op het vlak van Voorbeeld: In december 2020 werd gemeente Hof van Twente
digitale als organisatorische weerbaarheid stappen gezet (zie onder gehackt, waarbij veel gegevens werden vernietigd en de gemeente-
Vooruitblik 2021). lijke dienstverlening langdurig werd verstoord.
> Handelingsperspectief: Voortdurend aandacht blijven besteden
aan beveiligingsbewustzijn van medewerkers en zorgen voor
weerbare IT-voorzieningen waardoor de continuïteit van dienst-
verlening niet of nauwelijks in het geding komt
Impact gemeente Amsterdam:
De ontwikkelingen ten aanzien van het verhogen van de digitale en
<< „B p organisatorische weerbaarheid zijn vermeld in deze rapportage.
11 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
EE TEE TRE TE Ee
1e DE Sn Gemeente Amsterdam
MEE Me
GR Bi EL BI — Risicobeheersing gemeentelijke ICT-infrastructuur
nn 6 ) DE Voor de ICT-infrastructuur van de gemeente Amsterdam wordt een
ner nen sbr risicobeeld opgesteld, zowel voor de interne digitale omgeving als
DIe voor de uitbestede IT-diensten. Risicobeheersing wordt verder ontwik-
RN en eend keld met een Risk Control Framework, waarmee wordt gemonitord of
RE de ICT voldoet aan wet- en regelgeving, regelmatig gerapporteerd
Sean ai ARER NEER TEESE wordt over de status, en dreigingen worden ingeschat.
EEE Risicobeheersing gemeentelijke informatievoorziening
ne aen Voor het beheersen van risico's in de informatievoorziening biedt het
SE J U al Mp _ doorvoeren van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid, inzet van
8 EE dale el a risicomanagementmiddelen, fraude- en integriteitsonderzoeken, en
f SG ht onderzoeken naar de beveiliging van informatie inzicht in de staat van
EN ERE informatiebeveiliging van de afzonderlijke informatiesystemen en
Nah n ie ed plu -processen.
EI:
Me en 5D Stedelijk Digitaal Veiligheidsbeeld Amsterdam
RE cj Ae ej” | Het Digitaal Veiligheidsbeeld Amsterdam 2020 geeft een vereen-
ad NE ese N voudigd beeld van de belangrijkste risico's voor de digitale veiligheid
6, / $ | | 4 la e 8 van de stad. Het beeld is op hoofdlijnen geschetst om het toeganke-
jn NL Si lijk te maken voor een breed publiek. De doelstelling daarbij is om
nd Ee an: à bewustwording van de digitale risico’s onder Amsterdammers en
eid ne Amsterdamse ondernemers te vergroten en tegelijkertijd aan-
i 8 knopingspunten te geven om de weerbaarheid (verder) te verhogen.
Bl 3 En | Het beeld maakt duidelijk dat Amsterdammers, ondernemers en _
Di OLNE zn: organisaties sterk van elkaar afhankelijk zijn voor ieders digitale veilig-
NN Ú heid en dat is ook waar de uitdaging voor Amsterdam als geheel ligt:
Ea BS: CS ij de digitale weerbaarheid op individueel en collectief niveau verhogen
EE Ee. Jd A 4 om risico’s op schade, verstoringen en ontwrichting zoveel mogelijk
REE: SE kr ser EJ SIE te beperken.
| D
5 ie
ê Ee
12 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
3 AA
Vooruttbli
2021 en ij 1
e .
3 Vooruitblik 2021 en verder
el
3.1.1 Risicogebaseerde aanpak 3.1.2 Monitoring en response
PEN Permanente aandacht blijft nodig om in te kunnen spelen op de Amsterdam-SOC
on EF ” toenemende dreigingen en om op alle vlakken te voldoen aan Amsterdam beschikt over een Security Operating Centre (SOC) dat
en de gestelde eisen. In 2021 en daarna zet de gemeente dan ook in op 24/7 monitoring uitvoert op het gemeentelijke IT-netwerk en bij
nn Es het verder verhogen van de digitale en organisatorische weerbaarheid verdachte situaties of incidenten kan ingrijpen. Het huidige SOC van
nn hie, 5) door in te spelen op ontwikkelingen, een sterke regierol te pakken en Amsterdam richt zich vooral op het interne gemeentelijke IT-netwerk
É Ei ld door samen te werken. en op het reageren op incidenten. De ambitie is om door te ontwikke-
ne: /: De ontwikkelingen vinden vooral plaats op het gebied van monitoring len naar een overkoepelend Amsterdam-SOC waarop alle generieke
4 y, en response, doorvoeren van maatregelen, processen en middelen, ICT-diensten en strategische partners zich aansluiten.
1 bevorderen van beveiligingsbewustzijn, continuïteit van de informatie- Zo ontstaat op termijn een eenduidig beeld van de stand van de
/ voorziening en beveiliging van administratieve en industriële systemen. beveiliging, worden risico's beheerst en is adequaat reageren op
iten) / Samenwerking tussen gemeenten, met ketenpartners, maar ook met gebeurtenissen mogelijk.
é ee Kk 4 Á de rijksoverheid is daarbij essentieel. Amsterdam zoekt daarom actief Daarnaast volgt Amsterdam de landelijke ontwikkelingen omtrent
Ard 4 - Ps / aansluiting met nationale initiatieven om als overheden gezamenlijk een SOC voor gemeenten en de verkenning die plaatsvindt naar de
zi EE Á vroegtijdig digitale kwetsbaarheden en incidenten te signaleren, wenselijkheid om te komen tot een Gezamenlijk Overheid Security
informatie uit te wisselen en dreigingen effectief te bestrijden. Operations Center (GOV-SOC), ter verhoging van de digitale
Het doorvoeren van de BIO zal ook in 2021 een belangrijke pijler zijn weerbaarheid en incident-response capaciteit van gemeenten,
om informatieveiligheid structureel naar een hoger niveau te brengen. waterschappen en provincies.
d In de begroting zijn hiervoor middelen vrijgemaakt. Belangrijke stap-
pen hierin zijn het toewijzen van beheersmaatregelen aan specifieke Nationaal Detectie Netwerk
directies en het inrichten van risicomanagement, zowel per directie Voor Nederlandse gemeenten is de informatiebeveiligingsdienst IBD
als op concernniveau. onder andere het schakelpunt voor het verstrekken van kwetsbaar-
heidsmeldingen vanuit het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC).
In 2021 worden risicosessies georganiseerd, zodat risico’s expliciet Daarnaast sluit Amsterdam met de G4-gemeenten aan op het Natio-
worden vastgesteld en bijdragen aan sturingsinformatie. De verbeter- naal Detectie Netwerk (NDN) om eerder geïnformeerd te worden
maatregelen worden vastgesteld op basis van de bevindingen uit de over kwetsbaarheden. Het NDN richt zich op het onderling delen van
zelfevaluatie ENSIA over de basisbeveiligingsnorm BIO en mogelijk dreigingsinformatie om cybersecurity=risico's en gevaren sneller waar
specifieke wet- en regelgeving.
14 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
te nemen. Aangesloten organisaties nemen actief deel aan het NDN: 3.1.6 Industriële automatisering (ICS/SCADA)
zij moeten dreigingen kunnen ontvangen, verwerken en delen. Dit
betekent dat deelnemers hun monitoring en incidentresponse-proces De komende jaren zal meer aandacht gevestigd worden op de beveili-
op orde hebben, reageren op gevonden hits en zelf dreigings- ging van industriële automatisering (Industrial Control Systems ofwel
informatie aanleveren. ICS/SCADA-systemen). Hierbij wordt gestart met het verhogen van de
weerbaarheid in de watersector en de verkeerssector, in samenwer-
3.1.3 Standaardisatie en vernieuwing king met de rijksoverheid.
De gemeente werkt verder aan het moderniseren van het I-domein, 3.1.7 Bevorderen beveiligingsbewustzijn en vergroten
waarbij onder andere ingezet wordt op standaardisatie en vernieuwing digitale kennis en vaardigheden
van de [T-voorzieningen. Ook wordt voor het beter kunnen beheren van
mobiele apparatuur het Mobile Device Managementsysteem afgerond. Naast het doorvoeren van technische en organisatorische maatregelen
is kennis, houding en gedrag van medewerkers een belangrijk aspect
3.1.4 Toetsen websites - internetdomeinen bij informatiebeveiliging. Om het beveiligingsbewustzijn verder te
bevorderen zijn daarom twee e-learningmodules ontwikkeld, over
Websites en webapplicaties moeten minimaal voldoen aan de stan- informatieveiligheid en over privacy. Het is de bedoeling dat elke
daarden die landelijk zijn vastgesteld. Periodiek wordt gemonitord of medewerker binnen drie maanden na indiensttreding zo'n basistrai-
dit het geval is. Daarbij wordt niet alleen gelet op de verplichte Open ning i-bewustzijn volgt. Daarnaast zal het belang van deelname aan
Standaarden, maar ook op de eisen ten aanzien van privacy, huisstijl verdere opleiding en training op het gebied van informatiebeveiliging
en toegankelijkheid conform de Europese richtlijnen. worden benadrukt en gestimuleerd, en wordt ernaar gestreefd dat
medewerkers niet alleen bij indiensttreding maar ook bij functiewisse-
3.1.5 Toetsen ICT-infrastructuur en informatiesystemen ling op hun verantwoordelijkheden ten aanzien van informatiebeveili-
ging worden gewezen.
Door een externe professionele partij zal een Red team-test op de
ICT-infrastructuur van Amsterdam worden uitgevoerd. In de eerste 3.1.8 Continuïteit en veerkracht
fase zal deze gericht zijn op de centrale ICT-infrastructuur maar in
de tweede fase ook op ICT-voorzieningen die door specifieke orga- Het weerstandsvermogen en de veerkracht van de gemeentelijke
nisatieonderdelen worden beheerd. Daarnaast zal gebruik worden (organisatorische en digitale) informatievoorziening en dienstverlening
gemaakt van de inzet van ethisch hackers als instrument om structu- zal worden getoetst op korte en lange termijneffecten. Het oefenen
reel de beveiliging van onze informatiesystemen te testen. met crisissimulaties is een van de middelen die hiervoor worden
ingezet.
De G4-gemeenten hebben een handreiking cybergevolgbestrijding
ontwikkeld, die onder meer gebruikt wordt voor crisisoefeningen.
Hierbij worden op basis van een gefingeerd cybercrisisscenario een of
meerdere oefeningen gehouden, als serieuze voorbereiding op een
mogelijk grootschalig cyberincident dat mogelijk aanzienlijke cascade-
15 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
effecten op andere terreinen met zich mee kan brengen. Een van de
oefeningen wordt gehouden in samenwerking met de G4-gemeenten,
veiligheidsregio's, politie en openbaar ministerie.
Effecten op lange termijn worden geschetst via relevante en
plausibele crisisscenario’s, zoals een grootschalige cyberaanval, met
mogelijke impact op Amsterdam, niet alleen op de gemeentelijke
financiën, maar ook op de economie, de fysieke en de sociale
omgeving.
3.1.9 Weerbare stad
Voor 2021 werkt de taskforce Digitale Veiligheid verder aan de
weerbaarheid van de stad tegen digitale dreigingen waarin
actualiteiten rondom het fenomeen desinformatie in tijden van corona
met prioriteit worden opgepakt. De coronapandemie heeft een
versnelling van de digitalisering van de samenleving getriggerd en dat
is terug te zien in de cijfers van o.a. Politie en Toezicht en Handhaving.
Er vindt een verschuiving plaats van traditionele criminaliteit naar
online delicten en naar online desinformatie. Dit brengt ook de
noodzaak met zich mee om samen met de Politie en het Openbaar
Ministerie nader te onderzoeken hoe desinformatie binnen de online
leefwereld ontstaat, hoe het zich ontwikkelt en wat de impact is in
(7 en de samenleving.
Î ‘ In het verlengde daarvan werken we nauw samen met de Online
\ Dating Association (waarin datingplatforms en apps vertegen-
_ 4 ú woordigd zijn) om een aanpak te ontwikkelen waarmee de online
8 % veiligheid bij dating ook verbeterd kan worden. Op langere termijn
se Een. behoort het ontwikkelen van een benchmark voor minimale
OO veiligheidseisen voor online dating, in samenspraak met de VNG
GA en ministeries, tot de mogelijkheden.
{ Maar ook voor de jongeren in Amsterdam rollen we samen met de
Openbare Bibliotheek Amsterdam een online game uit waarin 8 tot
12-jarigen leren om te gaan met online risico's.
16 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021
Bronnen:
f : Cybersecuritybeeld Nederland 2020
Sj https://Wwww.ncsc.nl/onderwerpen/cyber-security-beeld-nederland
me Dreigingsbeeld Informatiebeveiliging Nederlandse gemeenten 2021/2022
https://www.informatiebeveiligingsdienst.nl/product/dreigingsbeeld-informatiebeveiliging-nederlandse-gemeenten-2021-2022/
n Pl
nt 5 __ Digitaal Veiligheidsbeeld Amsterdam
m R nn be AEN https://www.amsterdam.nl/nieuwsarchief/persberichten/2019/persberichten-burgemeester/amsterdam-investeert-verbetering/
ee D ten ie Ne
: Ean Vn
<< ali Ee, Geleerde lessen hack Universiteit van Maastricht
_ aad https://www.maastrichtuniversity.nl/nl/over-de-um/cyberveiligheid-samen-verantwoordelijk
e - Geleerde lessen hack Hof van Twente
& https://www.hofvantwente.nl/actueel/nieuws-en-persberichten/nieuwsbericht/archief/2021/03/artikel/hof-van-twente-cyber-hack-stevige-les-
voor-ons-1872
GG
e ed ENSIA
https://Www.vngrealisatie.nl/ensia
-L-
Verplichte standaarden
_ https://forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/verplicht
Ee . ° Agenda Digitale Veiligheid Amsterdam
be , https://www.amsterdam.nl/nieuwsarchief/persberichten/2019/persberichten-burgemeester/amsterdam-investeert-verbetering/
17 | Rapportage informatiebeveiliging 2020 | april 2021 Deze rapportage is mede tot stand gekomen door bijdragen van de directie ICT en de taskforce Digitale Veiligheid.
| Onderzoeksrapport | 18 | train |
G emeente Bezoekadres
Plein'40'45 1
Amsterdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
2x Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 21 september 2016
Decos nummer 2016/INT/1177
Onderwerp Onttrekking aan de openbaarheid van het doodlopend wegdeel
Schipluidenlaan en het (brom)fietspad gelegen langs de zuidzijde van
de Cornelis Lelylaan
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 6 september 2016
Besluit
1. ingevolge artikel g lid 2 van de Wegenwet het doodlopende wegdeel van de
Schipluidenlaan, ter hoogte van de kruising Wilhelminaplein — Schipluidenlaan, in zijn
geheel te onttrekken aan de openbaarheid, zoals aangegeven op de bij dit besluit
behorende tekening met nummer 23082016 _01;
2. ingevolge artikel g lid 1 van de Wegenwet het (brom)fietspad, parallel lopend langs de
Cornelis Lelylaan (5106), tussen de nog te realiseren Willem Frogerstraat en de
aansluiting ter hoogte van de nog bestaande af- en oprit Cornelis Lelylaan (S106) —
Delflandlaan, in zijn geheel te onttrekken aan de openbaarheid, zoals aangegeven op de
bij dit besluit behorende tekening met nummer 23082016_01;
3. een afschrift van dit besluit te verzenden aan het College van Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland (artikel g lid 2 van de Wegenwet).
de heer H.J.M. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
Afschrift van dit besluit aan:
College van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Gemeente Amsterdam Datum 21 september
2016
Kenmerk 2016/INT/1177
Pagina 2 van 2
Bezwaarclausule
De belanghebbende bij dit besluit kan op grond van artikel 7:1, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken
na bekendmaking tegen dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het algemeen bestuur van stadsdeel Nieuw-
West, postbus 2003,1000 CA Amsterdam.
Een bezwaarschrift dient de gronden van het bezwaar te vermelden en een omschrijving van het besluit waartegen het is
gericht. Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van een datum en naam, adres en handtekening van de belanghebbende. Dient
iemand anders namens u een bezwaarschrift in, dan dient deze een volmacht van u mee te sturen.
Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet op. Indien onverwijlde spoed dit vereist, kan
hangende de behandeling van het bezwaarschrift een voorlopige voorziening worden gevraagd aan de Voorzieningenrechter
van de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht Algemeen, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam.
U kunt het verzoek om een voorlopige voorziening ook indienen via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht
U moet dan wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze
voorwaarden.
2
| Besluit | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 424
Datum akkoord 10 juni 2015
Publicatiedatum 12 juni 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer R.H. van Dantzig
en mevrouw M. Moorman van 23 april 2015 inzake verhuurders die ten onrechte
inkomensgegevens opvragen over huurders in de vrije sector.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Woensdag 22 april 2015 berichtte Het Parool over verhuurders die ten onrechte
gegevens opvragen over het inkomen van huurders in de vrije sector. Terwijl
verhuurders van sociale huurwoningen wel een indicatie van het inkomen van hun
huurders op mogen vragen — aan de hand van deze informatie stellen zij vast met
hoeveel procent zij de huur jaarlijks mogen verhogen — is dit bij de vrije sector niet
toegestaan. De verhoging van de huur is in de vrije sector namelijk niet afhankelijk
van het inkomen, maar van de voorwaarden in het huurcontract.
Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. In 2014 konden 66 verhuurders via
de Belastingdienst van huurders van vrije sectorwoningen inkomensgegevens krijgen
die zij niet zouden mogen hebben, aldus Het Parool. Volgens een woordvoerder van
de Belastingdienst, die in het artikel wordt aangehaald, is niet te voorkomen dat er
fouten worden gemaakt. Verhuurders krijgen bij het inloggen op de portal van de
Belastingdienst de vraag voorgelegd of de woning onder de inkomensafhankelijke
huur valt. Omdat de Belastingdienst niet weet welke woningen wel of niet in de vrije
sector worden verhuurd, kunnen verhuurders zo toegang krijgen tot de
inkomensgegevens. Verhuurders die twee keer de fout ingaan en gegevens inzien
waar zij geen recht op hebben, kan de toegang tot de portal worden ontzegd.
De fractiess van D66 en de Pvd vinden het heel belangrijk dat de privacy van alle
Amsterdammers gewaarborgd wordt. De overheid heeft daarbij een belangrijke taak.
D66 en PvdA vinden daarom dat er goed zicht moet zijn op de gegevens die
onterecht verstrekt zijn en dat zo nodig maatregels moeten worden getroffen om dit in
de toekomst te voorkomen.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 23 april 2015, respectievelijk
namens de fracties van D66 en de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement
van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het
college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college op de hoogte van het genoemde artikel?
Antwoord:
Ja, het college is daarvan op de hoogte.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing Doe Gemeenteblad
Datum 12 juni 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 23 april 2015
2. Acht het college het onwenselijk dat verhuurders in de vrije sector deze informatie
kunnen opvragen?
Antwoord:
Verhuurders mogen een inkomensindicatie opvragen bij de Belastingdienst voor
woningen in de gereguleerde sector. Voor vrije sectorwoningen geldt dat niet. Het
college vindt het dan ook onwenselijk dat verhuurders deze informatie opvragen.
3. Weet het college op welke schaal verhuurders onterecht inkomensgegevens van
huurders in de vrije sector in handen hebben gekregen? Ook specifiek over
Amsterdam.
Antwoord:
Het college is daarvan niet op de hoogte. Volgens onze informatie komen de
aanvragen bij het webportaal van de Rijksbelastingdienst binnen en wordt daarbij
niet gecontroleerd of de verhuurder een dergelijke inkomensindicatie mag
opvragen. Wel krijgen huurders bericht van de belastingdienst dat de gegevens
zijn verstrekt en kunnen zij een klacht indienden als dat onterecht is. De minister
voor Wonen en Rijksdienst heeft in antwoord op kamervragen gemeld dat hem
twee klachten bekend zijn. In één geval betrof het 10 onterechte indicaties, in het
andere geval 1 indicatie.
4. Welke gegevens kunnen verhuurders via de Belastingdienst over hun huurders
bemachtigen?
Antwoord:
Verhuurders krijgen een inkomensindicatie. Dat wil zeggen dat de Belastingdienst
meedeelt of huurders een inkomen hebben in één van de volgende categorieën:
— toten met € 34.229;
— van € 34.085 t/m 43.786;
— boven € 43.786.
Er worden dus geen exacte inkomensgegevens verstrekt.
5. Ziet het college mogelijkheden om in de toekomst te voorkomen dat huurders
onterecht deze gegevens krijgen?
a. Zoja, welke?
b. Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het betreft hier door de Rijksbelastingdienst uitgevoerde regelgeving. Het is dan
ook het rijk, i.c. de minister voor Wonen en Rijksdienst, die dit kan voorkomen.
De gemeente en dus ons College heeft hierin geen rol. In antwoord op
kamervragen heeft de minister aangegeven dat al een sanctiemogelijkheid
bestaat bij onterecht opvragen van een inkomensindicatie. De verdere toegang tot
het webportaal wordt dan aan de verhuurder ontzegt. De minister geeft echter
aan dat hij nog geen gevallen van moedwillig onjuist gebruik heeft gesignaleerd
en dus nog geen sancties heeft getroffen.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 12 uni 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 23 april 2015
6. Kan het college bevestigen dat de verhuurders die twee achtereenvolgende jaren
onterecht deze gegevens hebben ingezien, nu de toegang tot de portal wordt
ontzegd?
a. Zoja, waarop baseert het college dit?
b. Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het is aan de minister voor Wonen en Rijksdienst om dergelijke sancties op te
leggen. Het college heeft hierin geen bevoegdheid en kan dus ook niet de
gevraagde bevestiging geven.
7. Kan het college zelf maatregelen nemen tegen verhuurders die ten onterecht
deze informatie hebben opgevraagd?
a. Zoja, welke?
b. Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, het college heeft hierin geen bevoegdheid. Alleen de minister kan dergelijke
maatregelen nemen.
8. Acht het college het wenselijk dat er contact is met Den Haag over deze kwestie?
a. Zo nee, waarom niet?
b. Zoja, hoe zal dit vorm krijgen?
Antwoord:
Uit de eerder genoemde antwoorden van de minister op kamervragen blijkt dat de
minister zich over de kwestie heeft gebogen. De minister beschikt ook over
sanctiemogelijkheden. Het college ziet daarom geen aanleiding om contact op te
nemen met de minister.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
2 september 2019
Menselijke energie van vrijwilligers heeft waarde:
Onkostenvergoeding naar € 5 per uur + OV kosten.
Gemeenschapsvorming in de buurt moet je niet alleen overlaten aan de kerk, de moskee.
In de Indische Buurt in Amsterdam Oost doet Atelier K&K bewust aan gemeenschapsvorming. Onze
deelnemers verschillen van geloofsovertuiging, nationaliteit, politieke overtuiging en geaardheid.
Zij geven elkaar de ruimte om te zijn wie ze zijn. Zij zijn er zich van bewust dat problemen als
eenzaamheid en armoede alleen maar dragelijk worden door samen aan oplossingen te werken in
de eigen leefomgeving.
Het enige wat wij kunnen verkopen is onze arbeid. Wij willen dat onze arbeid naar waarde wordt
geschat door de gemeenschap niet alleen in woorden maar ook in daden. Arbeid moet betaald
worden. Niemand mag gedwongen worden om zonder onkostenvergoeding te werken.
Wil Atelier K&K zich verder kunnen ontwikkelen willen wij gezien worden als een basisvoorziening die
in buurtgericht, procesmatig groepswerk is gespecialiseerd . Wij werken met vakkrachten die
eindverantwoordelijkheid kunnen dragen en die vrijwilligers inspireren om zich verder te
ontwikkelen. Ons motto een goede buur is beter dan een verre vriend en oude bomen moet je niet
verplanten.
Op 14 juli 2019 bestaat Atelier K&K 10 jaar.
10 jaar strijd tegen eenzaamheid en armoede. Wij groeien en zijn succesvol 130 buurtbewoners zijn
actief in de groepen van Atelier K&K.
Wij willen dat welzijnswerk zich weer gaat specialiseren in groepswerk en prioriteit legt bij de
uitvoering van het werk. Atelier K&K ziet de Stichting De Meevaart als de organisatie nieuwe stijl in
het welzijnswerk in Oost waar wij onze basisvoorziening verder kunnen ontwikkelen.
Willen wij onze doelstelling bereiken dan kunnen wij dat alleen met de hulp van ons team aan
vrijwilligers wiens arbeid voor de gemeenschap beloont moet worden met een behoorlijke
onkostenvergoeding. Nu is deze slechts € 10 euro op een dagdeel. Dat zouden wij graag verhogen
naar € 5 per uur + eventuele OV kosten ( de eerste levensbehoeftes per dag volgens het NIBUD= €
14,23)
Wij willen het goede voorbeeld geven aan de organisaties in het welzijnswerk, de zorg en het
onderwijs. Het groeiende leger aan vrijwilligers dat nauwelijks een vergoeding ontvangt zorgt voor
verdringing op de arbeidsmarkt met als resultaat een groeiende ongelijkheid. Zelfs de Gemeente
Amsterdam heeft er een handje van om burgers die geen cent te makken hebben in te schakelen
zonder de geleverde arbeid te belonen met geld. In een maatschappij waar het geld bij sommigen
tegen de plinten klotst is dit gedrag niet te verkopen . Mensen met te weinig geld ontneem je de
regie over hun eigen leven. Zie het bedrag dat je bij mag verdienen van de belastingen als een
mogelijkheid voor het individu om beter mee te kunnen participeren, te besteden aan eigen vrije
keuzes, hun talent blijvend gemotiveerd in te zetten voor de gemeenschap. Momenteel is dit € 200
euro per maand ik hoop dat dit wordt verhoogt …
Een rechtvaardig vergoedingssysteem voor vrijwilligers zal er toe bijdragen dat het vertrouwen in de
overheid toeneemt en de emancipatie van de kansarmen bevordert. Vrijwilligerswerk geeft het leven
zin daar mogen mensen die geen cent te makken hebben niet van worden uitgesloten het is de poort
voor hun participatie. Vrijwilligerswerk waar geen onkostenvergoeding tegenover staat is in onze
visie een vorm van uitbuiting. Alle vrijwilligers in de zorg, het welzijnswerk, en het onderwijs
verdienen een zelfde waardering : € 5 per uur + OV kosten. Vrijwilligers willen zelf beslissen waar ze
hun verdiende geld aan uitgegeven. Zij hebben geen behoefte aan feestjes of aan cadeaubonnen.
En van Atelier K&K namens werkgroep De Blijvers
| Raadsadres | 2 | train |
Bezoekadres
> 4 Gemeente Weesperplein 8
Am ste rdam 1018 XA Amsterdam
Postbus 1104
1000 BC Amsterdam
Telefoon 14 020
x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 1104, 1000 BC Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad
Datum 26 september 2017
Behandeld door |. Uittenbogaard
Onderwerp Bestuurlijke reactie moties 610, 611, 612 inzake het Actieplan meer middeldure huur
Geachte raadsleden,
Op 8 juni 2017 heeft de gemeenteraad bij de behandeling van het Actieplan meer middeldure huur
de volgende drie moties aangenomen:
— _ Motie 610 van de leden Van Dantzig, Flentge, Boomsma en Dijk inzake het Actieplan meer
middeldure huur (wooncoöperaties).
— Motie 611 van de leden Flentge en Van Dantzig inzake het Actieplan meer middeldure huur
(geef lagere middeninkomens een kans).
— Motie 612 van lid Flentge inzake het Actieplan meer middeldure huur (vrijspelen sociale huur).
Met deze brief brengen wij de gemeenteraad op de hoogte van de wijze waarop uitvoering wordt
gegeven aan de bovenstaande moties.
Motie 610 wooncoöperaties
Motie van de leden Van Dantzig, Flentge, Boomsma en Dijk inzake het Actieplan meer middeldure
huur (wooncoöperaties). Het college wordt gevraagd:
- uit te werken hoe coöperaties zo goed mogelijk gefaciliteerd kunnen worden binnen het
actieplan;
- daarin een pilotproject te ontwikkelen specifiek gericht op coöperaties voor middenhuur
waarbij de coöperaties mee kunnen dingen naar kavels verspreid over de stad met een
vaste prijs en gereserveerd voor middenhuur door coöperaties.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 26 september 2017
Pagina 2 van 3
Afhandeling motie
Het college ziet wooncoöperaties als een mooie nieuwe aanvulling op andere partijen die
middeldure huurwoningen ontwikkelen. Omdat het een experimentele vorm van ontwikkelen is,
heeft het college als onderdeel van het zelfbouw programma drie pilotlocaties aangewezen
(Centrumeiland IJburg, Archimedesplantsoen en Havenstraat). Hierin is ook ruimte voor
middeldure huurwoningen. De selectieprocedure voor Centrumeiland loopt. Het college zal de
resultaten van deze pilot tussentijds evalveren en betrekken bij de vitwerking van de twee
resterende pilots. Ook wordt onderzocht of de toepassing van de lagere grondprijs voor een
marktcontraire grotere woning zoals beschreven in het Actieplan meer middeldure huur, in
aanvulling op de eerder voor wooncoöperaties bepaalde voorwaarden, mogelijk is. Over de
voortgang van de pilots wordt de gemeenteraad geïnformeerd via de voortgangsrapportage
Actieplan Woningbouw 2014-2018.
Motie 611 geef lage middeninkomens een kans
Motie 611 van de leden Flentge en Van Dantzig inzake het Actieplan meer middeldure huur (geef
lagere middeninkomens een kans). Het college wordt gevraagd er op in te zetten dat de woningen
niet uitsluitend beschikbaar komen voor de hogere inkomensgroepen binnen de groep
middeninkomens, bijvoorbeeld door inkomenseisen van vijf keer de maandhuur te voorkomen.
Afhandeling motie
Het college vindt het belangrijk dat ook huishoudens met een laag middeninkomen toegang
krijgen tot middeldure huurwoningen en gaat onderzoeken of en hoe een getrapte toewijzing
mogelijk gemaakt kan worden. In het vierde kwartaal van 2017 zal de commissie Wonen en
Bouwen over de uitkomst van dit onderzoek geïnformeerd worden.
Motie 622 vrijspelen sociale huur
Motie 612 van lid Flentge inzake het Actieplan meer middeldure huur (vrijspelen sociale huur). Het
college wordt verzocht om geen maximale inkomensgrenzen te hanteren voor de middeldure
huurwoningen indien het om doorstromers gaat die een sociale huurwoning achterlaten. Het doel
van de motie is om de doorstroming vit de sociale sector te bevorderen.
Afhandeling motie
Het college ondersteunt de wens om doorstroming te bevorderen en zal het voorstel vit de motie
uitvoeren door middel van een wijziging van de Huisvestingsverordening. Om in aanmerking te
komen voor een middeldure huurwoning die onder de voorwaarden van het Actieplan meer
middeldure huur worden gerealiseerd, is een huisvestingsvergunning nodig. De
Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 moet daarvoor aangepast worden. Het traject voor
aanpassing van de Huisvestingsverordening is al opgestart. Hierin is de vitwerking van motie 612
opgenomen. Het gaat om de volgende wijzigingen:
— _Inartikel 2.2.2 lid ab wordt vastgesteld dat er voor de middeldure huurwoningen een
inkomensgrens van maximaal 1,5 x de DAEB-norm* gehanteerd wordt.
— _Inartikel 2.2.2 lid 2 wordt vastgesteld dat deze inkomensgrens geldt niet voor huishoudens die
een in Amsterdam gelegen sociale huurwoning van een corporatie achterlaten.
+ DAEB-norm (Diensten van Algemeen Economisch Belang): hiermee wordt bedoeld de maximale
inkomensgrens waarmee een huishouden toegang heeft tot een sociale huurwoning.
Gemeente Amsterdam Datum 26 september 2017
Pagina 3 van 3
Deze aanpassing van de Huisvestingsverordening loopt samen met een reeks overige wijzigingen.
In september en oktober 2017 wordt hierover de inspraak georganiseerd. De wijzigingen worden
vervolgens op 21 december 2017 ter vaststelling aan u voorgelegd en zullen per 1 janvari 2018 in
werking treden.
Met deze brief is aangegeven hoe uitvoering wordt gegeven aan de moties inzake het Actieplan
meer mideldure huur. Hiermee beschouwen wij de moties 610, 611 en 612 als afgedaan.
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam C )
CT
\ n& Sn,
LE
De a ee
mr E.E. vari der/Laan mrA.H.P. van Gils
burgemeester, secretari
|
|
| Motie | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1361
Datum indiening 18 april 2019
Datum akkoord 8 augustus
Publicatiedatum 8 augustus
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake de fnanciële problemen
bij zorginstelling GGZ inGeest.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 18 april 2019 berichtte Het Parool over ernstige financiële problemen bij
zorginstelling GGZ inGeest. Bij GGZ inGeest werken zo’n 1350 zorgverleners die
psychische en psychologische zorg verlenen aan zo'n 10.000 Amsterdammers.
In het artikel wordt het reddingsplan besproken van interimlid van de raad van
bestuur, dhr. Rinus van Riel. Onderdeel van het reddingsplan is een “strakker
productieproces, waarbij minder behandelaren meer mensen gaan behandelen.”
Ook moeten er binnen drie jaar 100 tot 120 fte's bij GGZ inGeest verdwijnen.
De fractie van de SP maakt zich grote zorgen over de financiële situatie van GGZ
inGeest, de baan van de zorgverleners en de continuïteit van de zorgverlening aan
tienduizend Amsterdammers.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is hetcollege op de hoogte van de financiële problemen van GGZ InGeest en
hoe beoordeelt hij die?
Antwoord
De financiële situatie van GGZ InGeest speelt al langere tijd. Het college is op de
hoogte van de financiële situatie van GGZ InGeest.
Eris geen sprake van een dreigend faillissement van GGZ InGeest. Er is wel
sprake van een negatief resultaat van €10 miljoen in 2018. Door middel van een
driejarig herstelplan wil GGZ InGeest de situatie verbeteren.
De wethouder Zorg & Jeugd heeft in maart 2019 een gesprek met de Raad van
Bestuur van GGZ InGeest gehad over de huidige situatie en het herstelplan. De
zorgverzekeraars zijn primair verantwoordelijk, omdat GGZ InGeest overwegend
zorg levert die onder de zorgverzekeringswet valt. Daarmee is de
zorgverzekeraar de hoofdfinancier. De gemeente financiert de GGZ instelling
slechts voor 0,86% van de totale omzet. Dit bestaat uit €960.609 voor preventie
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nmmer 8 aucustus 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 18 april 2019
en zorgtoeleiding (€378.487 -) en Flexibel Preventief Aanbod Jeugd (FPAJ)
(€582.122). De genoemde cijfers zijn van 2017, de jaarrekening van 2018 is nog
niet gepubliceerd.
Ter illustratie van de verhoudingen van de gemeente Amsterdam in de
financiering van GGZ InGeest. Vanuit de Wmo financierde de Gemeente
Amsterdam in 2017 €378.487 — voor zorgtoeleiding en collectieve preventie,
slechts 18,6% van de totale opbrengsten van de Wmo.
Jaarrekening GGZ InGeest 2017
2017 2016
Opbrengsten zorgverzekeringswet €94.098.962 €89.104.902
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten €12.623.554 €14.750.167
(Wlz-zorg)
Opbrengsten Jeugdzorg €216.155 €1.061.342
Opbrengsten Wmo £€2.035.982 £€2.053.782
Overige zorgprestaties €3.100.857 €4.228.346
Totaal €112.075.510 €111.198.540
Ook Zilveren Kruis geeft aan dat de financiële situatie al langere tijd speelt. De
zorgverzekeraar monitort de situatie actief en is nauw betrokken bij het
herstelplan, waarbij periodiek de voortgang wordt besproken. Zij geven aan
vertrouwen te hebben in het opgestelde herstelplan en houden een vinger aan de
pols.
Vanuit Jeugd neemt GGZ Ingeest niet deel aan de aanbesteding van 2018.
Ingeest heeft besloten om haar regionaal contract J-GGZ (Amsterdam-
Amstelland) en lokaal Amsterdams contract voor deelname in het OKT, over te
laten kopen aan een partij die in 2018 wel mee doet met de aanbesteding, actief
is in Amsterdam en waar de gunning 2018 is toegekend. De Opvoedpoli is in de
ogen van GGZ Ingeest de meest geschikte kandidaat gebleken.
Jeugdhulp Inkooppakket JGGZ- Basis-GGZ en Specialistische GGZ. Totaal
beschikbaar budget 2017: €1.069.089.03
Een belangrijk aandachtspunt voor de gemeente is de overgang 18- naar 18+ en
gezinsaanpak. Inmiddels geconcludeerd dat de gunning 2018 aan de Opvoedpoli
aansluit bij de zorg die GGZ InGeest biedt.
Het gaat om de volgende contracten:
1. Regionale contract J-GGZ Jeugdhulp voor de regio Amsterdam-Amstelland
(AA), inclusief de lopende DBC's voor inzet in het FACT-Jeugd team
2. Het contract voor FTE inzet in het OKT wijkteam
3. GGZ inGeest behandelaren zijn overgedragen met behoud van primaire en
secundaire arbeidsvoorwaarden. Dit is inclusief P-opleidingen.
2. Wat zijn de oorzaken van de ernstige financiële problemen van deze een na
grootste GGZ-instelling in Amsterdam? Wat is de visie daarop van Cliëntenraad
(CR), Ondernemingsraad (OR) en Raad van Bestuur (RvB)?
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nmmer 8 aucustus 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 18 april 2019
Antwoord
Voorheen is er te weinig scherpte op de bedrijfsvoering geweest. Daarnaast
speelde een aantal niet voorziene omstandigheden een rol waardoor de
productiviteit lager was, wat heeft geleid tot een lagere omzet. Onder andere de
extreem lange griepgolf en moeilijk te vervullen vacatures. Dit laatste speelt
overal in de zorg.
3. Heeft het college proactief overleg met de OR, de CR en de RvB van de GGZ-
instelling om een faillissement te voorkomen en daarmee verlies van
psychiatrische zorg voor ruim 10.000 Amsterdamse patiënten en 1350
zorgverleners te voorkomen?
Antwoord
Het voorkomen van een faillissement is primair een verantwoordelijkheid van de
instelling zelf en de hoofdfinancier, de zorgverzekeraars. Het college heeft met
de Raad van Bestuur gesproken en van Zilveren Kruis informatie ontvangen.
Doordat de instelling zelf heeft ingegrepen is er momenteel geen sprake van een
dreigend faillissement. Daarnaast is de gemeente, sinds de decentralisatie,
verantwoordelijk voor de Wmo en niet voor de financiële situatie van
zorginstellingen in de stad. Dit is de verantwoordelijkheid van een zorginstelling
zelf. Zilveren Kruis is nauw betrokken bij het herstelplan, en de gemeente houdt
dit onderwerp op het regulier overleg met de Zorgverzekeraar.
Voor preventie en zorgtoeleiding geldt dat er voldoende organisaties in de regio
zijn waar ook deze werkzaamheden belegd kunnen worden.
De cliëntenraad (CR) behartigt de belangen van alle cliënten bij GGZ InGeest,
met name in de beslissingen die worden genomen. Hierin geeft de CR advies
aan de Raad van Bestuur.
4. Met welke (andere) betrokken partijen heeft het college overleg over het
dreigende faillissement van GGZ InGeest en wat is de uitkomst van die
gesprekken tot nu toe?
Antwoord
Zoals eerder aangegeven is er geen sprake van een dreigend faillissement.
Hierdoor is er geen reden voor andere overleggen.
5. Hoe beziet het college de oplossing van de ‘ziekenhuisdokter” dhr. Rinus van
Riel om met minder geld, minder bedden en minder personeel meer productie te
draaien?
6. Hoe evalueert het college dit reddingsplan ten aanzien van de kwaliteit van zorg
aan psychiatrisch patiënten en het tekort aan behandelaren en de bestaande
problemen voor de openbare orde in Amsterdam?
Antwoord 5 & 6
Het college staat positief tegen het efficiënter organiseren van de zorg, mits de
kwaliteit, toegankelijkheid en laagdrempeligheid van de zorg goed zijn. Zilveren
Kruis geeft aan geen signalen te ontvangen dat de kwaliteit van de geleverde
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nmmer 8 aucustus 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 18 april 2019
zorg slecht of onder de maat zou zijn.
GGZ InGeest wil de zorg efficiënter organiseren door optimalisatie van
werkprocessen en ondersteuning. Door natuurlijk verloop (geen gedwongen
ontslagen) zal GGZ InGeest banen reduceren. Er is op dit moment geen signaal
dat het herstelplan ten koste zal gaan van de kwaliteit van zorg of de openbare
orde.
7. Watis de huidige financiële vergoeding per maand van de ‘ziekenhuisdokter”
die in een vorige functie 20.000 euro per maand bedroeg en wat is het oordeel
van het college over de huidige vergoeding”?
Antwoord
De financiële vergoeding van bestuurders en interim-bestuurders in de zorg is
aan strenge regels gebonden vanuit de Wet normering topinkomens. GGZ
InGeest geeft aan zich aan deze wet te houden. Onderstaand een overzicht van
de vergoedingen van de bestuurders. Dit staat ook vermeld in de jaarrekening
2018.
E. de Ruijter (01-01 t/m 31-12) € 171.987
A. Beekman (0,33 fte; 01-01 t/m 31-12) € 77.565
D. de Kruif (01-01 t/m 31-03) € 44.042
GC. Deckers (interim; 01-04 t/m 16-09) € 109.639
M. van Riel (interim; 17-09 t/m 31-12) € 78.873
8. /s het college bereid, de raad per kwartaal op de hoogte brengen van de
financiële positie en de bevindingen van OR, CR en RvB van GGZ InGeest?
Antwoord
Nu er geen faillissement dreigt, er een herstelplan is en er periodiek overleg is
met Zilveren Kruis ziet het college geen aanleiding om de raad per kwartaal te
informeren over de financiële positie en de bevindingen van OR, CR en RvB van
GGZ inGeest. Uiteraard blijft het College in het kader van de subsidierelatie voor
preventie en zorgtoeleiding in gesprek met de zorginstelling. In de
subsidieverordening 2013 (artikel 10.1) is vastgelegd dat instellingen uit eigen
initiatief de gemeente moeten informeren bij grote wijzigingen in de financiële
situatie.
Zilveren Kruis is zoals eerder aangegeven nauw betrokken bij het herstelplan,
en de gemeente houdt dit onderwerp op het regulier overleg met de
Zorgverzekeraar.
Op 14 mei 2019 werd naar de gemeente Amsterdam gecommuniceerd dat de
voorzitter van de raad van bestuur GGZ inGeest, Elsbeth de Ruijter, de raad van
toezicht heeft laten weten dat ze per 1 oktober afscheid gaat nemen van GGZ
inGeest.
9. Watis de visie van de dominante zorgverzekeraar op de ontstane financiële
problemen binnen het huidige contract?
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Laet Gemeenteblad
Datum 8 augustus 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 18 april 2019
Antwoord
Zilveren Kruis is, zoals eerder aangegeven bezorgd over de situatie en daarom
nauw betrokken bij GGZ InGeest. Deze twee belanghebbenden zijn met elkaar
in gesprek over het herstelplan waar Zilveren Kruis ook inbreng in heeft gehad.
Zilveren Kruis blijft hier actief op monitoren en heeft periodiek overleg over de
(financiële) voortgang.
10. Wie is de huisbankier van GGZ In Geest en hoe beoordeelt die bank de
financiële problemen?
Antwoord
Het college heeft vernomen van de zorginstelling dat de verschillende banken
die betrokken zijn bij GGZ InGeest zijn op de hoogte van de situatie, ieder
kwartaal vinden er overleggen met hen plaats. Zij steunen het herstelplan en zijn
actief betrokken bij de voortgang.
11. Is het college op de hoogte dat het bestuur van GGZiInGeest FACT-teams
(ambulante zorg aan de ernstigste psychiatrische, vaak psychotische, patiënten)
wil reduceren? Wat is de visie van het college daarop”?
Antwoord
Het college heeft dit nagevraagd bij de Raad van Bestuur. Er blijkt geen sprake
te zijn van een plan voor een reductie van zorg. GGZ InGeest verwacht in 2019
juist meer patiënten te behandelen binnen FACT dan in 2018.
Ook Zilveren Kruis geeft aan dat er hard wordt gewerkt aan versteviging en
kwalitatieve verbetering van de FACT-teams door te werken aan sneller herstel,
minder (gedwongen) opnames en mogelijkheden om, indien nodig, kortdurend
op te schalen naar een bed als dit nodig is.
12. Hoe verhoudt de afbouw van klinische bedden en ambulante intensieve FACT-
zorg aan psychotische patiënten zich met kwaliteit van zorg voor
Amsterdammers en de openbare orde in de stad?
Antwoord
De afbouw van klinische bedden die het Rijk met de GGZ-sector heeft
afgesproken, heeft inmiddels plaatsgevonden. De zorgverzekeraar heeft met de
GGZ-instellingen afgesproken dat er stapsgewijs 30 bedden bijkomen. Het gaat
om beveiligde bedden voor cliënten met een forensisch profiel. Afbouw van
ambulante intensieve zorg vindt niet plaats, er vindt over heel Amsterdam een
toename plaats, met name door de uitbreiding van home intensive treatment
teams (intensieve zorg aan huis als vervanging van opname). De partijen die zich
bezighouden met openbare orde (Politie Amsterdam, Openbaar Ministerie)
stemmen met de zorgpartijen een sluitende aanpak met elkaar af in de aanpak
personen met verward gedrag.
13. Deelt het college de mening van de fractie van de SP dat het wrang en
onwenselijk is om te lezen dat een zorginstelling financieel moet overleven door
vastgoed te verkopen, terwijl tegelijkertijd steeds meer berichten naar buiten
komen van andere zorgverleners, zoals huisartsen in Amsterdam, die om
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Ndeing Laet Gemeenteblad
ummer - z. .
Datum 8 augustus 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 18 april 2019
betaalbare huisvesting verlegen zitten?
Antwoord
De verkoop van het vastgoed is niet alleen een gevolg van de financiële situatie
van de zorginstelling. Door de ambulantisering is er het beleid om minder
patiënten op te nemen en deze meer in hun eigen omgeving te behandelen
Hieraan heeft GGZ InGeest voldaan en de verkoop van vastgoed is hiermee
gepaard gegaan. Daarnaast komen de vaste lasten van de instellingen hierdoor
lager te liggen en heeft dit op termijn effect op de balans van de zorginstelling.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | test |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 436
Publicatiedatum 20 juni 2014
Ingekomen onder L
Ingekomen op woensdag 11 juni 2014
Behandeld op woensdag 11 juni 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Poot, de heer Guldemond, mevrouw De Heer
en mevrouw Roosma inzake de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam
(leerpunten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam
(Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 396);
Constaterende dat er zeer veel veranderingen zijn ingezet door het college en op de
gemeente Amsterdam af zullen gaan komen;
Overwegende dat met het vertrek van bijna alle wethouders veel kennis over lopende
trajecten en verbeteringen verloren gaat,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— iedere persoon die in de afgelopen collegeperiode wethouder is geweest te vragen
om drie leerpunten op te schrijven die hij/zij heeft ervaren tijdens de
verandertrajecten;
— deze leerpunten ter beschikking te stellen van het nieuwe college en de raad.
De leden van de gemeenteraad,
M.C.G. Poot
P.V. Guldemond
À.C. de Heer
F. Roosma
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 652
Datum akkoord college van b&w van 23 september 2014
Publicatiedatum 24 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer PV. Guldemond van
8 augustus 2014 inzake het versneld afschrijven om financiële ruimte te creëren.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Bij het vaststellen van de jaarstukken 2013 heeft de raad, op voorstel van het college,
€ 50 miljoen gereserveerd voor het versneld afboeken van activa. In het voorstel
(jaarstukken 2013, blz. 43-44) wordt verwezen naar een eerder besluit in het kader
van het programma 1 Stad 1 Opgave om — indien het rekeningresultaat dat toestond
— een dergelijke, versnelde afschrijving te doen.
In de vergadering van 12/13 maart 2014 heeft de raad, op voordracht van het college
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 191), besloten € 23 miljoen te onttrekken aan het
Vereveningsfonds. Doel hiervan was om activa met een maatschappelijk nut af te
boeken en zodoende £ 1,5 miljoen aan structurele begrotingsruimte vrij te spelen.
In de begroting 2014 is door de raad besloten om € 15 miljoen uit de reserve
incidentele ruimte in te zetten voor versnelde afschrijving van activa (zie blz. 321 van
de begroting 2014).
Deze informatie combinerend vraagt de fractie van D66 zich af of er voldoende
overzicht is over de besluiten en voorstellen om via versnelde afschrijving van activa
extra begrotingsruimte te creëren.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 8 augustus 2014, namens de fractie
van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Naar welk besluitmoment in het kader van 1 Stad 1 Opgave wordt precies
verwezen in de jaarstukken 2013 (blz. 43-44)? Wat was voor dat betreffende
besluit de aanleiding? En was er ook een alternatief in het geval het
rekeningresultaat 2013 niet de mogelijkheid zou bieden om € 50 miljoen af te
schrijven?
Antwoord:
In de Jaarrekening 2013 wordt verwezen naar het in de Begroting 2014 (p. 14)
vermelde voornemen om € 50 miljoen van het rekeningresultaat in te zetten voor
versneld afboeken van activa.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing deo Gemeenteblad
Datum 24 september 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 augustus 2014
Het vorige college heeft tot versneld afboeken besloten om de weglek bij
de gecombineerde maatregel 7+8 van 1-stad-1-opgave te compenseren (deze
matregel betreft besparing op beheer openbare ruimte en investeringen in grond,
weg en waterbouw (GWW). Besparingen op uitgaven aan GWW die worden
gedekt uit reserves (parkeerfondsen van stadsdelen, centraal mobiliteitsfonds,
grondexploitaties, vereveningsfonds) of worden geactiveerd, komen niet te goede
aan de algemene middelen (weglek-effect). Door GWW-investeringen versneld af
te schrijven komen structurele middelen vrij.
In de 8-maandsrapportage (p. 4) is het voornemen herhaald om € 50 miljoen in te
zetten voor versneld afschrijven, voor zover het rekeningresultaat dit toe laat.
Er is in de 8-maandsrapportage 2013 geen alternatief geformuleerd.
2. Klopt het dat er voor de benodigde begrotingsruimte in 2015 gepland is dat er
€ 88 miljoen aan activa versneld moet worden afgeschreven? Zo ja, hoeveel
begrotingsruimte dient dit op te leveren?
Antwoord:
Conform de beschrijving in de inleiding bij deze schriftelijke vragen is inderdaad
besloten om € 88 miljoen te bestemmen voor versneld afboeken. Zodra is
besloten op welke activa versneld wordt afgeschreven, ontstaat inzicht in de
financiële ruimte.
Bij de 8-maandsrapportage 2014 wordt een voorstel om € 88 miljoen aan activa in
de openbare ruimte met een maatschappelijk nut af te boeken aan de gemeente-
raad voorgelegd.
3. Binnen welke kaders worden activa geselecteerd die met deze middelen versneld
worden afgeschreven?
Antwoord:
Het kader waarbinnen activa kunnen worden geselecteerd voor versneld
afschrijven is het Besluit Begroting en Verantwoording (art. 59 en 62, toelichting
op BBV, Staatsblad 2003 27, p. 72).
4. Om de begroting duurzaam in evenwicht te brengen, lijkt het verstandig om activa
— vanaf een nader te bepalen boekwaarde — die periodiek vervangen dienen te
worden (zoals bijvoorbeeld wegen) niet versneld af te schrijven. Dat voorkomt
namelijk dat voor nieuwe kapitaallasten de budgettaire ruimte ontbreekt wanneer
een vervangingsinvestering aan de orde is. Hoe kijkt het college hier tegenaan?
Antwoord:
Het college betrekt vervangingsinvesteringen in de integrale afweging van de
beschikbare begrotingsruimte. Ze maken onderdeel uit van het Meerjarig
Investeringsprogramma (MIP). Via het MIP besluit de raad ieder jaar integraal
over alle voorgenomen investeringen en gevolgen voor begrotingsruimte en
balans.
Het college legt najaar 2014 een beleidsnota over activeren, waarderen en
afschrijven aan de raad voor. Deze betreft onder andere de grenswaarden voor
het activeren van investeringen.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng deo Gemeenteblad
ummer = su …
Datum 24 september 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 8 augustus 2014
5. Staan er voldoende activa op de balans om de gereserveerde € 88 miljoen nuttig
aan te wenden voor versnelde afschrijving, indien het college de overweging in
vraag 4 deelt? Zo ja, zijn er dan daarna nog meer activa die versneld
afgeschreven kunnen worden? Om welke boekwaarde gaat het en hoeveel
structurele begrotingsruimte zou daar (ongeveer) mee gerealiseerd kunnen
worden?
Antwoord:
In de rekening 2013 staat voor € 1,4 miljard aan activa in de openbare ruimte met
een maatschappelijk nut op de balans, waarop conform het Besluit Begroting en
Verantwoording versneld kan worden afgeschreven. De structurele begrotings-
ruimte die wordt gerealiseerd is afhankelijk van de afschrijvingstermijn van het
actief waarop versneld wordt afgeschreven (zie de beantwoording van vraag 2).
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1188
Datum akkoord 27 september 2016
Publicatiedatum 28 september 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren van 17 augustus 2016
inzake de toename van het aantal gedumpte dieren in de zomermaanden.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het is een jaarlijks terugkerend probleem dat dieren in vakantieperiodes gedumpt
worden. In de zomermaanden is er vaak een piek te zien in het aantal dieren dat
gevonden wordt. In De Telegraaf van 16 augustus 2016 was te lezen dat het aantal
honden en katten dat in de stad is gevonden of bij de poort van het dierenasiel is
gedumpt zo'n tien procent hoger is dan vorig jaar. In 2015 ging het in juni, juli en
de eerste helft van augustus om 53 honden en 231 katten, dit jaar gaat het om
62 honden en 255 katten.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kan het college bevestigen dat het dumpen van dieren in Amsterdam in de
zomermaanden blijft toenemen?
Antwoord:
De gegevens in de Telegraaf komen van Dierenopvangcentrum Amsterdam in
Osdorp en betreffen het aantal zwerfhonden en -katten dat door
Dierenopvangcentrum Amsterdam (DOA) in de zomermaanden van 2016 is
opgevangen. Het gaat zowel om huisdieren die zijn kwijtgeraakt als huisdieren die
in de openbare ruimte zijn gedumpt. DOA geeft aan dat er sprake is van een
zomerpiek, maar ziet geen significante toename van het aantal gedumpte dieren.
Volgens DOA is er de afgelopen jaren sprake van een daling, te danken aan de
chip-en sterilisatiecampagnes.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng rs Gemeenteblad
ummer = zn
Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 17 augustus 2016
2. Is de wethouder bereid om samen met de Adviesraad Dierenwelzijn te zoeken
naar extra maatregelen om de zomerse piek in het aantal gedumpte dieren te
voorkomen?
Antwoord:
Ja. De wethouder Dierenwelzijn heeft op 1 september 2016 met de Adviesraad
Dierenwelzijn gesproken over mogelijke extra maatregelen. Een campagne om te
stimuleren dat katten onvruchtbaar worden gemaakt en te voorzien van chip en
chipregistratie werd als mogelijke maatregelen genoemd. Deze maatregelen
worden, samen met de dierenopvangorganisaties, nader onderzocht. Zodra
de uitkomsten hiervan bekend zijn wordt u hierover geïnformeerd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
Agenda van de openbare Deelraad van
25 januari 2012
Vergaderdatum woensdag 25 januari 2012
Tijd 20:00 - 23.00 uur
Locatie Raadzaal Stadsdeelkantoor President Kennedylaan 923
Voorzitter mevr. F. Roos-Meijer
Griffier mevr. J. Spier
1. Opening
2. Vaststellen agenda
3. Spreekrecht burgers
4. Vaststellen van concept-verslag van de raadsvergadering van 21 decem-
ber 2011
5. Mondelinge vragen
Hamerstukken
6. Samenvoeging kantoren Heineken, Stadhouderskade 80 en 84
7. Nadere subsidieregeling woningontrekking
8. Afsluiting grondexploitatie 329.03 Olympisch Stadionterrein Noordzijde
9. Afsluiting grondexploitatie 329.04 Olympisch Stadionterrein Midden
10. Afsluiting grondexploitatie 329.05 Olympisch Stadionterrein Eilanden
11. Afsluiting grondexploitatie 507.03 Bedrijventerrein Schinkel
Vaststellen van
12. Nota Dierenbeleid Zuid
13. Termijnagenda 2012 (onder voorbehoud)
14. Motie vreemd aan de orde van de dag
15. Sluiting
1
Deelraad - woensdag 25 januari 2012
Lijst ingekomen stukken
Lijst van ingekomen stukken raadsvergadering d.d. 25 januari 2012
2
| Agenda | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 408
Publicatiedatum 31 mei 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer W.L. Toonk en
mevrouw M.H. Ruigrok van 18 april 2013 inzake de gebruikersvriendelijkheid van
Amsterdam.nl.
TTET
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragenstellers.
Het online melden van misstanden bij de gemeente laat nog te wensen over. Wie op
dit moment een klacht iwil indienen moet op Amsterdam.nl ten minste 19 keer met de
muis klikken om een melding door te kunnen geven. Hierbij worden Amsterdammers
momenteel verplicht informatie achter te laten die overbodig is voor de melding,
bijvoorbeeld of de melder een man of een vrouw is.
VVD Amsterdam wil de gebruikersvriendelijkheid van Amsterdam.nl vergroten zodat
een bezoeker van de site voortaan met maximaal drie muisklikken een melding kan
doorgeven.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 18 april 2013, beiden namens de
fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Is het college ermee bekend dat Amsterdammers die via amsterdam.nl een
melding willen doorgeven aan de gemeente in de huidige situatie ten minste
19 keer moeten klikken?
Antwoord:
Ja, het college is bekend met het huidige formulier op Amsterdam.nl.
2. Wat vindt het college daarvan?
Antwoord:
Het huidige formulier is op bepaalde punten niet erg gebruiksvriendelijk en te
uitgebreid. De afgelopen tijd is hard gewerkt aan het vergroten van de
toegankelijkheid en de gebruiksvriendelijkheid van de gemeentelijke website. In
het kader hiervan ontwerpen stadsdelen en diensten gezamenlijk een nieuw
formulier voor klachten en meldingen op Amsterdam.nl. In dit nieuwe formulier
zijn een groot aantal onnodige vragen en stappen verwijderd. Zo wordt er
bijvoorbeeld niet meer gevraagd naar het geslacht en het adres van de melder.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neng Î Gemeenteblad
Datum dome 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 18 april 2013
Naast het verbeterde formulier is een melding openbare ruimte ook via de app
Opgeruimd! te doen en werkt de gemeente samen met initiatieven als
Verbeterdebuurt.nl. Met deze apps kan een burger met een smartphone of tablet
op een eenvoudige en snelle manier een melding doen.
3. Deelt het college de mening van de VVD dat het bezoekers van de site vooral
makkelijk gemaakt moet worden om meldingen door te kunnen geven en dat het
vragen van overbodige of reeds bekende informatie voorkomen moet worden?
Antwoord:
Ja, het college is van mening dat het doen van een melding of klacht voor de
burger zo eenvoudig mogelijk moet zijn.
4. Is het college bereid om ervoor te zorgen dat het vóór het zomerreces van 2013
mogelijk is om meldingen via Amsterdam.nl met maximaal drie muisklikken in te
voeren?
Antwoord:
Het nieuwe formulier is voor het zomerreces te gebruiken. Hoe nauwkeuriger de
locatie en aard van de melding zijn omschreven, hoe sneller een melding bij de
juiste behandelaar terecht komt en kan worden opgepakt. Het is om die reden
(nu nog) niet mogelijk om in drie muisklikken alle informatie op te vragen. Het
nieuwe formulier is echter een stuk gebruiksvriendelijker en kent veel minder
stappen. In ongeveer tien muisklikken kan de burger een melding of klacht
indienen.
Het nieuwe meldingsformulier is een eerste stap in de continue verbetering van
de online formulieren. Vereenvoudiging van de online dienstverlening heeft echter
ook zijn weerslag op de werkwijze in de backoffice, die er immers op moet
aansluiten. Hierdoor kunnen verbeteringen niet altijd meteen of in één keer
worden geïmplementeerd. De vereenvoudiging van de online
dienstverlening(sformulieren), en de daarmee gepaard gaande efficiencyslagen in
de gemeentelijke organisatie hebben echter onze voortdurende aandacht.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1690
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder BF
Ingekomen op donderdag 21 december 2017
Behandeld op donderdag 21 december 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Geenen inzake de grondexploitatie ArenAPoort oost
(shopperhal).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de grondexploitatie ArenAPoort oost (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1593).
Besluit:
In de Ruimtelijke Onderbouwing ArenAPoort oost op pagina 37 de volgende zin te
schrappen:
“Hierbij wordt gedacht aan verplaatsing van de shopperhal naar het Anton de
Komplein dat nu een behoorlijk overmaat heeft.”
het college te verzoeken de voordracht en alle onderliggende stukken hierop aan te
passen.
Het lid van de gemeenteraad
T.A.J. Geenen
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 728
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Rooderkerk inzake versterken burgerschapsonderwijs
Onderwerp
Burgerschapsonderwijs op Amsterdamse middelbare scholen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2022,
Constaterende dat:
— _ Amsterdamse scholen geld ontvangen vanuit het Nationaal Programma Onderwijs, waar
landelijk 8,5 miljard euro beschikbaar is voor het wegwerken van corona-achterstanden;
— _erbehoefte is aan goed burgerschapsonderwijs op Amsterdamse scholen en de gemeente
Amsterdam daarin investeert binnen het programma Amsterdammerschap.
Overwegende dat:
— burgerschap bijdraagt aan integratie en sociale samenhang, democratische waarden
bevordert en verdraagzaamheid en maatschappelijk vertrouwen stimuleert;
— _op 1 augustus 2021 is de nieuwe wet voor burgerschapsonderwijs in het funderend onderwijs
in werking getreden. De wet zorgt ervoor dat de regels voor het burgerschapsonderwijs in
zowel po als vo verplichtender zijn geworden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— te inventariseren welke behoeften en obstakels er zijn bij scholen om vanuit het Nationaal
Programma Onderwijs in te zetten op les in burgerschapsonderwijs;
— te onderzoeken of het wenselijk is kennisdeling tussen schoolbesturen te stimuleren via
bijvoorbeeld een online of fysiek leerplatform.
* Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 2
Indiener
|. Rooderkerk
| Motie | 2 | discard |
En
Onderwijs
Amsterdam
Onze gezamenlijke Ontwikkeling
maatschappelijke
opdracht Perspectief
Kinderopvang Amsterdam [| Primair onderwijs [ Voortgezet onderwijs | Mbo | De gemeente Amsterdam
Inleiding 3
Maatschappelijke opdracht 5
Ambities 6
Ambitie
Onderwijskwaliteit 7
Ambitie
Personeelstekort 8
Ambitie
Integrale aanpak onderwijs, jeugdzorg,
veiligheid, welzijn (en armoede) 9
Ambitie
Doorstroom / aansluitingen 11
Ambitie
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 13
Ambitie
Onderwijsaanbod en -huisvesting 14
Inleidi
Kinderen en jongeren hebben recht op goede onderwijs naar werk, een stabiele financiële situatie,
opvang en goed onderwijs. Maar niet alle een veilige plek om te wonen en mogelijkheden om
kinderen en jongeren (-9g maanden tot 27 een leven lang te blijven leren.
jaar) in de stad hebben dezelfde kans om
zich te ontwikkelen. Helaas vallen nog te veel Amsterdamse kinderen en
jongeren buiten de boot. Dit zijn vaak kinderen en
Minder kansen betekent een groot risico voor de jongeren die onze steun het hardst nodig hebben.
schoolloopbaan van kinderen en jongeren. Ze halen De kwaliteit van de opvang of het onderwijs schiet
minder vaak een startkwalificatie. Daardoor vinden soms tekort. Kinderen en jongeren moeten soms te
ze lastiger werk of komen terecht in banen die weinig lang wachten op de juiste begeleiding of een goede
zekerheid en ontwikkelmogelijkheden bieden (SER*). ondersteuning. Daarnaast nemen de tekorten aan
Daarmee is dit een bedreiging voor het kunnen pedagogisch medewerkers en onderwijsprofessionals
opbouwen van een zelfstandig bestaan. Daarom in hoog tempo toe”. De Corona Gezondheidsmonitor
willen we alle kinderen en jongeren datgene bieden Jeugd 2021 laat alarmerende cijfers zien rond het
wat nodig is om zich wél optimaal te ontwikkelen welzijn van de jeugd. We zien grote verschillen
en perspectief te hebben. Dit kan alleen door onze tussen delen van de stad. Ook zien we dat er voor
krachten te bundelen en nauw samen te werken sommige onderwijssoorten en (vervolg)opleidingen
met alle onderwijssectoren en (maatschappelijke) onvoldoende waardering is in onze samenleving.
partners (op onder ander jeugd, zorg en welzijn).
Samen hebben we een belangrijke maatschappelijke Onze maatschappelijke opgave is groot en overstijgt
opdracht. We willen ons daarbij richten op de niet alleen de verschillende onderwijssectoren, maar
uitdagingen en de kansen die de stad biedt. Denk ook het niveau van onze stad. De opgave in het
daarbij bijvoorbeeld aan de personeelstekorten in de onderwijs is immens en vraagt (deels) om oplossingen
zorg en in de technieksector. Vanuit het onderwijs en maatregelen vanuit het Rijk. Als stad doen we in de
kunnen wij hier een belangrijke bijdrage aan leveren. tussentijd wat we kunnen en zetten alles op alles om
alle kinderen en jongeren in Amsterdam datgene te
leder van ons zet zich dagelijks in voor goede opvang, bieden wat nodig is om zich optimaal te ontwikkelen
goed onderwijs en het creëren van perspectief, zodat en perspectief te hebben.
alle kinderen en jongeren een duurzame plek vinden
in onze maatschappij en op de arbeidsmarkt. Een Ook het hbo en het wo zijn belangrijke partners bij
goede start vanuit een stevige pedagogische basis is het behalen van de ambities. Deze sectoren zullen
onmisbaar voor het welzijn en de ontwikkeling van we nauw betrekken bij de verdere uitwerking van
jeugdigen. Die basis wordt thuis gelegd. Maar er is onze gezamenlijke ambities. Het is onze wens om de
meer nodig: een sociaal netwerk, een gezonde en samenwerking met deze sectoren te versterken en te
plezierige leefomgeving, een goede overgang van intensiveren.
1 www.ser.nl/nl/Publicaties/gelijke-kansen-onderwijs
2 Personeelstekorten primair onderwijs - peildatum a oktober 2022 (mirrorpedia.nl)/ Centerdata, Personeelstekorten voortgezet onderwijs (2022) /
Spanning in het mbo!? Analyse van tekort aan onderwijsgevend personeel in het Amsterdamse mbo, It’s Public, 2023
Onderwijs Ambities Amsterdam 3
Leeswijzer Toekomstkansen van kinderen en jongeren mogen
De afgelopen maanden spraken we (de verschil- niet afhankelijk zijn van de plek waar zij naar school
lende sectoren en de gemeente) over onze maat- gaan. Daarom investeren we vooral daar waar dit
schappelijke opgave en gezamenlijke ambities. In het hardst nodig is en we het grootste verschil
dit document geven we op hoofdlijnen weer wat kunnen maken. Wij zien de Onderwijs Ambities
wij belangrijk vinden. Het document start met onze Amsterdam (OAA) als een startpunt voor meer
doelstelling en onze vitgangspunten. Vervolgens gezamenlijk onderling overleg. We leggen met
beschrijven we de verschillende gezamenlijke nadruk de verbinding tussen de verschillende
ambities. De vitwerking van elke ambitie staat niet in onderwijssectoren, de kinderopvang en onze
dit document. Deze kunt u vinden in de verschillende (maatschappelijke) partners rond de urgente thema’s
vitvoeringsagenda’s: die breed in onze samenleving spelen. Samen willen
we er alles aan doen om kinderen en jongeren te
= De Lerarenagenda 2023-2027 bieden wat zij nodig hebben.
= De MBO-agenda 2023-2027
= Het integraal Huisvestingsplan 2024-2027
= Gezamenlijk ambitie-agenda 2023-2026 voor
sterke samenwerking (passend) onderwijs en
jeugdhulp in verbinding met armoede.
Platform Het primair Het voortgezet Het mbo Gemeente
Amsterdamse onderwijs onderwijs Amsterdam
Kinderopvang
houders
Onderwijs Ambities Amsterdam 4
Maatsch lijk
Niet alle kinderen en jongeren (-9 maanden Onze uitgangspunten zijn:
tot 27 jaar) in Amsterdam hebben gelijke
kansen om zich te ontwikkelen. Wij bieden m Solidariteit.
kinderen en jongeren datgene wat nodig We streven naar kansengelijkheid voor alle
is om zich wel optimaal te ontwikkelen en kinderen en jongeren en investeren ongelijk om
perspectief te hebben. Wij voelen hiervoor gelijke kansen te realiseren.
een grote verantwoordelijkheid. We kunnen
alleen resultaat boeken als we gezamenlijk =_Verantwoordelijkheid.
onze krachten bundelen. We formuleren heldere verantwoordelijkheden,
zowel op individueel als gezamenlijk niveau.
= Samenwerken.
We focussen ons op de gezamenlijke ambities en
hebben aandacht voor de processen om daar te
komen.
m Aanspreken.
We opereren als een team met een gezamenlijk
doel voor ogen en spreken elkaar aan op ieders
verantwoordelijkheid.
= Gelijkwaardigheid.
We werken met elkaar vanuit gelijkwaardigheid,
ieder vanuit zijn eigen rol en slagkracht.
= Inzicht.
We vergaren data en monitoren voortgang op de
ambities en delen kennis en inzichten met elkaar.
Onderwijs Ambities Amsterdam 5
Om kinderen en jongeren datgene te bieden wat nodig is om zich optimaal te ontwikkelen en perspectief te
hebben, formuleren we zes ambities rondom verschillende thema's:
Onderwijskwaliteit Personeelstekort Integrale aanpak
OO onderwijs, jeugdzorg,
de maakt niet vit naar welke Binnen KALS Tale MED tte EEEN
inderopvang, school of onderwijs in Amsterdam hebben
onderwijsinstelling je gaat in alle kinderen en jongeren een (en armoede)
Amsterdam. Op iedere plek in de goede pedagogisch medewerker
stad krijgen kinderen en jongeren Sla} elen te FTA VLIET el gelen EI Alle kinderen en jongeren in
in Amsterdam kinderopvang en Amsterdam krijgen tijdig de
onderwijs van goede kwaliteit. lele ellae ora):
leren en ontwikkelen in hun eigen
omgeving. We bouwen aan een
pedagogische alliantie(s) met
onderwijs, jeugd, zorg, veiligheid
en welzijn. Dit doen we op en
rondom de kinderopvang en het
onderwijs. Het doel daarvan is
inclusieve en veilige kinderopvang,
scholen en onderwijsinstellingen.
aj Ei ie 7
Doorstroom / Aansluiting onderwijs- Onderwijsaanbod
aansluitingen arbeidsmarkt en -huisvesting
Alle Amsterdamse kinderen en Alle kinderen en jongeren in Alle kinderen en jongeren
jongeren tot 27 jaar hebben een Amsterdam ervaren een soepele in Amsterdam hebben
stabiele schoolloopbaan met aansluiting en overgang vanuit toegang tot passende,
soepele overgangen. onderwijs naar een passende plek duurzame en aantrekkelijke
op de arbeidsmarkt, voor stage of onderwijsvoorzieningen. Voor
lS kinderen tot 12 jaar is dit aanbod
in de buurt.
Onderwijs Ambities Amsterdam 6
Onderwijskwalrtei
jskwalrtert
Het maakt niet vit naar welke kinderopvang, de kinderopvang en het onderwijs in de stad. Dit
school of onderwijsinstelling je gaat in doen we gezamenlijk omdat we met elkaar, met oog
Amsterdam. Op iedere plek in de stad krijgen voor ieders eigen taak, verantwoordelijk zijn voor
kinderen en jongeren kinderopvang en een optimale schoolloopbaan voor elk kind en elke
onderwijs van goede kwaliteit. jongere. De pedagogische en didactische kwaliteit
van de kinderopvang en voorschool werkt door van
Het mag voor de ontwikkeling van een kind of een het primair onderwijs, naar het voortgezet onderwijs
jongere niet vitmaken naar welke Amsterdamse en het mbo. Het moet daarbij voor een leerling
kinderopvang, school of onderwijsinstelling het niet (meer) vitmaken naar welke kinderopvang,
gaat. Binnen iedere school is een veilig pedagogisch basisschool, middelbare school of onderwijsinstelling
klimaat waar voor peuter, kleuter, kind, jongere en hij/zij gaat. Om dit met elkaar mogelijk te maken
professional ruimte is om te leren en te ontwikkelen. komen we met een gezamenlijke definitie van
Dit is mogelijk vanuit een heldere pedagogische onderwijskwaliteit. Hierin kijken we zowel naar de
en didactische visie. Zowel op kinderopvang, basisvaardigheden als de pedagogische kwaliteit.
voorschool, basisonderwijs, voortgezet onderwijs als
mbo zijn er verschillen in leeropbrengsten, ook als We spreken met elkaar af:
de leerlingenpopvulatie gelijk is. We zien verschillen
in de leer- en ontwikkelgroei van leerlingen. m Dat alle kinderen van 2-4 jaar naar voorschool of
Maar er zijn ook verschillen in de kwaliteits- kinderopvang gaan, zodat zij goed voorbereid
zorgsystemen en de ondersteuning die wordt aan de basisschool beginnen.
geboden op basisvaardigheden zoals taal, rekenen m Dat we gezamenlijk vastleggen waaraan de
en persoonsvorming. Ook merken we nog steeds pedagogische en didactische kwaliteit voor
de gevolgen van de pandemie. De gevolgen hiervan Amsterdam moet voldoen. We spreken ook af
zien we juist bij jonge kinderen en jongeren. Dit hoe we dit gaan monitoren.
uit zich in meer jonge kinderen die geen onderwijs =m Dat we data met elkaar delen zodat scholen,
kunnen volgen wegens gedragsproblemen en/of schoolbesturen en de gemeente meer zicht
ontwikkelachterstand. Bij pubers en jongvolwassenen krijgen op de ongewenste schoolverschillen in de
zien we dit terug in opgelopen sociaal emotionele stad. Gezamenlijk werken we aan het verkleinen
problemen. van deze verschillen.
= Op welke wijze we gezamenlijk goede opvang en
De komende jaren werken we daarom met goed onderwijs bieden in de hele schoolloopbaan
elkaar aan het verkleinen van de ongewenste van een leerling. We stemmen af hoe we elkaar
schoolverschillen en het verbeteren (en verhogen) daarin kunnen helpen en met elkaar het verschil
van het pedagogische en didactische klimaat van kunnen maken.
Onderwijs Ambities Amsterdam 7
Personeelstekort
Binnen de kinderopvang en het onderwijs kansengelijkheid voor ieder Amsterdams kind en
in Amsterdam hebben alle kinderen jongere. De nood is hoog. Alle Amsterdamse kinderen
en jongeren een goede pedagogisch en jongeren moeten les krijgen van een goede
medewerker en/of onderwijsprofessional. onderwijsprofessional. Daarom zijn per sector maar
ook sector overstijgend gerichte maatregelen nodig.
De komende jaren werken we met elkaar aan
het tegengaan van het tekort aan pedagogisch We spreken met elkaar af:
medewerkers en onderwijsprofessionals. Voor ieder
kind moet er aantrekkelijke, hoogwaardige en goede = Dat we ongelijke verdeling van tekorten
kinderopvang en onderwijs zijn. tegen gaan.
=m Dat we werken in Amsterdam aantrekkelijk
Personeelstekorten in onderwijs en kinderopvang maken en houden door inzet op een woon- en
zijn een landelijke en structureel probleem. Dit werkagenda voor onderwijs(professionals).
vraagt ook om een landelijke en structurele aanpak. = Dat we inzetten op werving en behoud
De tekorten in Amsterdam zijn, net als in de andere van pedagogisch medewerkers en
grote steden, hoger dan het landelijk gemiddelde. onderwijsprofessionals.
De verwachting is dat de tekorten de komende jaren =m Dat we inzetten op het werven, ondersteunen
verder zullen stijgen. en behouden van sterke schoolleiders.
=m Dat we het onderwijs waar mogelijk slim
In Amsterdam is er de afgelopen jaren hard gewerkt organiseren om tekorten tegen te gaan en
om deze tekorten tegen te gaan. Helaas zien we onderwijskwaliteit te borgen.
op steeds meer kinderopvanglocaties, scholen en
onderwijsinstellingen de effecten van de schaarste
aan voldoende en goed personeel. De tekorten in De maatregelen worden verder uitgewerkt
de stad zijn niet gelijk verdeeld. Hierdoor worden in uitvoeringsagenda'’s:
de meest kwetsbare kinderen het hardst geraakt.
Dit is een directe bedreiging voor hun toekomst = _Lerarenagenda 2023-2027
en daarmee voor onze samenleving als geheel. Er m De MBO-Agenda 2023-2027
is niet alleen een tekort in de kinderopvang en het = Beleidskader ontwikkeling van het
onderwijs. Ook bij de maatschappelijke partners zien jonge kind /Vve 2023-2027
we personeelstekorten die direct effect hebben op
(goed) onderwijs. Goed onderwijs is de basis voor
Onderwijs Ambities Amsterdam 8
Integrale aanpak 4,
E e
onderwijs, Jeugdzorg,
TL . E
veiligheid, welzijn
(en armoede)
Alle kinderen en jongeren in Amsterdam vanuit het regulier naar het speciaal onderwijs. We
krijgen tijdig de passende ondersteuning werken aan een sterke samenwerking tussen school,
bij het leren en ontwikkelen in hun leerplicht, ouder- en kindteam/mbo-jeugdteam,
eigen omgeving. We bouwen aan een het Jongerenpunt, buurtteam en professionals uit
pedagogische alliantie(s) met onderwijs, de sociale basis. Dit vraagt om ontschotting tussen
jeugd, zorg, veiligheid en welzijn. Dit doen onderwijs, jeugdhulp, welzijn, zorg, armoede en
we op en rondom de kinderopvang en het volwassendomein.
onderwijs. Het doel daarvan is inclusieve
en veilige kinderopvang, scholen en We spreken met elkaar af:
onderwijsinstellingen.
m Dat we komen tot een gezamenlijke aanpak tot
Samen slaan we de handen ineen om te bouwen het vormen van een pedagogische alliantie en de
aan pedagogische alliantie(s) voor inclusief en aanpak van de problematiek die gelijke kansen
veilig onderwijs. Dit doen we vanuit een sterke voor het kind in de weg staat.
pedagogische basis op en rondom school, in m Dat we zorg/ondersteuningsstructuren
nauwe samenwerking tussen onderwijs en lokale voor kind, pedagogisch medewerker en
netwerkpartners (jeugd, zorg, veiligheid en welzijn). onderwijsprofessional versterken.
De school is een plek waar alle kinderen en jongeren = Dat we inzetten op krachtige verbindingen tussen
welkom zijn en zich samen kunnen ontwikkelen. school, wijk en thuisomgeving ter versterking van
Extra ondersteuning krijgt het kind of de jongere de pedagogische basis en ter versterking van de
tijdig en zoveel mogelijk in de eigen omgeving. Ook veiligheid op en rondom school.
in het mbo kunnen jongeren die dat nodig hebben, m Dat we initiatieven op het gebied van inclusief
rekenen op extra ondersteuning. Samen organiseren onderwijs en inclusieve kinderdagverblijven
we een dekkend aanbod van (inclusief) onderwijs en uitbreiden en ondersteunen.
ondersteuning in de stad met extra inzet daar waar m Dat we meer inzetten op preventief, collectief
dit het hardst nodig is. aanbod gericht op het versterken van veerkracht
en het welzijn van kinderen{jongeren en hun
Ook het gezin waarin het kind of jongere opgroeit, ouders op of dichtbij school.
kan rekenen op extra ondersteuning. We zorgen m Dat we investeren in sterke professionals met
ervoor dat meer kinderen de komende jaren een brede blik op leren en ontwikkelen en die
onderwijs kunnen volgen in hun eigen omgeving en verbinding leggen tussen de leefwerelden van
in een reguliere setting. We zetten in op een afname het kind.
van het aantal thuiszitters en minder verwijzingen
Onderwijs Ambities Amsterdam 9
De maatregelen worden verder uitgewerkt
in uitvoeringsagenda'’s:
m Gezamenlijk ambitie-agenda 2023-2026
voor sterke samenwerking (passend)
onderwijs en jeugdhulp in verbinding
met armoede
= __Doorontwikkeling Amsterdamse
Familiescholen
=m De MBO-agenda 2023-2027
= __Samenwerkingsdocument Plusscholen
Amsterdam 2023-2027
= _Doorontwikkeling Amsterdamse aanpak
schoolveiligheid
= Meerjarenplan voortijdig schoolverlaten
Amsterdam Diemen 2012-2024
= Beleidskader ontwikkeling van het
jonge kind /Vve 2023-2027
Onderwijs Ambities Amsterdam 10
Doorstroom /
aansluitingen
ting
Alle Amsterdamse kinderen en jongeren te houden. Goede beroepsoriëntatie en voorlichting
tot 27 jaar hebben een stabiele school- begint vroeg, in het po en vo. Het is daarbij belangrijk
loopbaan met soepele overgangen. om, zo vroeg mogelijk duidelijk te maken dat de route
vmbo-mbo-hbo een waardevol alternatief is voor
Kinderen en jongeren hebben recht op een goede de route havo-hbo. Dit moeten we vanuit po en vo
begeleiding tijdens hun hele onderwijsloopbaan. positioneren. De komende jaren werken we daarom
Een cruciaal moment in de onderwijsloopbaan aan een integraal plan voor een stadbreed en divers
is de doorstroom tussen de verschillende aanbod van doorlopende leerlijnen. Dit moet een
onderwijssectoren. Het is belangrijk dat dit soepele doorstroom naar vervolgonderwijs mogelijk
doorstroommoment soepel wordt ingericht met maken. Waar regelgeving hierbij belemmerend werkt,
de juiste begeleiding. Dit vraagt om samenwerking kijken we hoe we dit kunnen oplossen. We hebben
tussen de verschillende onderwijssectoren en een specifiek aandacht voor kinderen en jongeren met
breed gedragen gezamenlijke onderwijsvisie. extra ondersteuningsbehoefte.
De vroege selectie vormt voor een grote groep We spreken met elkaar af:
leerlingen een belemmering. Dit geldt vooral
voor leerlingen met een minder gunstige = Dat we komen tot een gezamenlijk
sociaaleconomische achtergrond? Het bepalen gedragen onderwijsvisie voor een optimale
van het schoolniveau van kinderen op hun onderwijsloopbaan voor kinderen en jongeren.
twaalfde jaar in combinatie met drempels die er m Dat we investeren in een tijdige, warme
zijn waardoor “stapelen*” moeilijk is, vergroot de overdracht wanneer er zorgen zijn over een kind
kansenongelijkheid in het onderwijs. Daarnaast of een jongere. Bij een overstap moet adequaat
komt uitval bij de overstap van het vo (specifiek het zorgaanbod gewaarborgd zijn.
vmbo) naar het mbo te vaak voor. Dit komt doordat = Datwe inzetten op doorlopend leren van de
jongeren geen of een verkeerde studiekeuze maken. kinderopvang tot aan het mbo en hbo. We
Of door motivatieproblemen door overlap in het organiseren met elkaar doorlopende leerroutes.
lesprogramma. Of omdat jongeren moeite hebben Er is op alle scholen aandacht voor (aansluitende)
om zich in de nieuwe onderwijsomgeving staande loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Er zijn
3 Goed Geschud (2022) Meer leren van elkaar, Verhalen vit de praktijk over de brede brugperiode; Onderwijsraad (2021) Later selecteren,
beter differentiëren
4 Stapelen is het bepalen van een tweede diploma op een middelbare school
Onderwijs Ambities Amsterdam 11
(meer) mogelijkheden tot dubbelkwalificerende De maatregelen worden verder uitgewerkt
keuzedelen vo-mbo en we bevorderen de in vitvoeringsagenda’s:
ontwikkeling, bekendheid en meerwaarde van
AD'’s: (via mbo naar hbo in plaats van via de = Gezamenlijk ambitie-agenda 2023-2026
havo). voor sterke samenwerking (passend)
= Dat we inzetten op vermeerdering van het aantal onderwijs en jeugdhulp in verbinding
doorlopende leerroutes in de stad. Hierbij zetten met armoede
we de beroepsroute, van vo, via mbo en met hbo, m De MBO-agenda 2023-2027
als een krachtige en volwaardige doorlopende = Meerjarenplan voortijdig schoolverlaten
beroepsgerichte leerroute neer. Amsterdam Diemen 2012-2024
= Dat we inzetten op (lobby over) mogelijkheden = Beleidsbrief Brede Burgklas Bonus
tot latere selectie, bijvoorbeeld door (vormen = Beleidskader ontwikkeling van het
van) brede brugklassen in het voortgezet jonge kind /Vve 2023-2027
onderwijs. Scholen bieden waar mogelijk flexibel
onderwijs op maat, dat recht doet aan de
verschillen tussen leerlingen.
m Dat we ons inzetten om ervoor te zorgen dat alle
onderwijsniveaus en (vervolg)opleidingen als
voldoende gelijkwaardig worden gezien in onze
maatschappij.
= Dat we het hbo en het wo als volwaardige
partners betrekken als het gaat om een stabiele
schoolloopbaan.
5 Associate Degree-opleidingen
Onderwijs Ambities Amsterdam 12
Aanslurting onderwijs
ting onderwijs-
.
arbeidsmarkt
Alle kinderen en jongeren in Amsterdam We spreken met elkaar af:
ervaren een soepele aansluiting en overgang
vanuit onderwijs naar een passende plek op m Dat we gezamenlijk als bedrijfsleven en onderwijs
de arbeidsmarkt, voor stage of werk. investeren in opleiden en begeleiden.
= _Datwe investeren in meer toeleiding naar het mbo.
In het kader van kansengelijkheid en gelet op de = Dat we investeren in aantrekkelijk en
huidige arbeidsmarktkrapte is het belangrijk dat we hoogwaardig mbo-onderwijs.
alle Amsterdamse kinderen en jongeren perspectief m Dat we extra investeren via het Plusprogramma
bieden door een goede aansluiting van onderwijs en (kleinschalige onderwijslocaties voor niveau 1 en 2).
arbeidsmarkt. Betere en intensievere samenwerking = Dat we investeren in duurzame inzetbaarheid en
tussen het bedrijfsleven en het onderwijs moet leiden Leven Lang Ontwikkelen.
tot hoogwaardige, aantrekkelijke opleidingen met m Dat we investeren in het voorkomen van
goede stagemogelijkheden en baanperspectief. De voortijdig schoolverlaten, specifiek met
gelijkwaardigheid van het mbo ten opzichte van betrekking tot tegengaan verzuim, mentale
andere vervolgopleidingen in het hbo en wo, staat gezondheid, overgang naar werk en begeleiding
daarbij voorop. jongeren terug naar school, overstap vo-mbo en
ondersteuning bij switchen.
De komende jaren streven we ernaar dat alle = Dat we ons ook richten op onderwijs in relatie
jongeren die een beroepsgerichte opleiding willen tot de grote maatschappelijke vitdagingen en
doen, hun weg beter vinden naar het Amsterdamse kansen van de stad (woningbouw, zorg, klimaat
beroepsonderwijs. Ze worden goed geïnformeerd en energie, veiligheid).
over hun opleidings- en beroepsmogelijkheden. We
streven ernaar dat alle jongeren goed voorbereid een
diploma behalen en (waar mogelijk) de arbeidsmarkt De maatregelen worden verder vitgewerkt
op gaan. We werken sector-overstijgend samen met in vitvoeringsagenda'’s:
onze partners in de stad en verbinden het mbo daarbij
zowel met het voortgezet onderwijs als met het hbo = _MBO-agenda 2023-2027
en het wo. Met als doel: perspectief en wendbaarheid = Meerjarenplan voortijdig schoolverlaten
door krachtig beroepsgericht onderwijs in onze stad Amsterdam Diemen 2012-2024
= Beleidskader ontwikkeling van het jonge
kind /Vve 2023-2027
Onderwijs Ambities Amsterdam 213
Onderwijsaanbo
Ï bod
e .
en -huisvesting
ONDERWIJS
Alle kinderen en jongeren in Amsterdam We spreken met elkaar af:
hebben toegang tot passende, duurzame en
aantrekkelijke onderwijsvoorzieningen. Voor m Dat we zorgen voor een goede spreiding van het
kinderen tot 12 jaar is dit aanbod in de buurt. benodigde en gewenste onderwijsaanbod over
de stad. We houden rekening met demografische
De komende jaren werken we aan gezonde, ontwikkelingen (krimp en groei).
duurzame en toekomstbestendige schoolgebouwen = Hoete komen tot functionele, flexibel in te
voor scholen met een gezonde schoolgrootte. De stad richten en duurzame onderwijshuisvesting.
groeit en krimpt, wensen van ouders en leerlingen = Dat we stappen zetten in de realisatie van
veranderen, de maatschappelijke opgave wordt onderwijshuisvesting die bijdraagt aan de opgave
groter en meer divers. Dit vraagt ook wat van het op inclusief onderwijs. Dit vraagt om een het
onderwijsaanbod in de stad. De onderwijshuisvesting vaststellen van een gezamenlijk realistisch
laten we meer aansluiten op de maatschappelijke toekomstperspectief. We spreken af wat nodig
opgaven in de stad en de beweging naar meer is en hoe dit past dit binnen wet- en regelgeving.
inclusief onderwijs. We streven ernaar om de We graan creatief om met bestaande wet- en
onderwijshuisvesting flexibel mee te laten bewegen regelgeving en tonen lef.
met de inhoudelijke wensen en behoeften die er = Wie de regierol pakt bij multi-inzetbare
zijn. Dit is echter een grote uitdaging. We kunnen gebouwen (o.a. waar het gaat om inclusief
dit echter niet alleen, de financiële kaders binnen de onderwijs).
gemeente en binnen schoolbesturen zijn beperkt. We m Dat schoolbesturen streven naar scholen met
hebben het Rijk nodig om de duurzaamheidsopgave een gezonde schoolgrootte. We investeren alleen
en de maatschappelijke opgave vorm te geven. nog maar in schoolgebouwen die hieraan (gaan)
Aantrekkelijke en hoogwaardige schoolgebouwen voldoen.
hebben een positief effect op onderwijsprofessionals m Dat de gemeente een adequaat en volledig
en kinderen en jongeren. We willen daarom de beste overzicht van de strategische voorraad heeft
schoolgebouwen en mbo-locaties voor leerlingen en en dat deze voorraad flexibel wordt ingezet.
jongeren die dit het hardst nodig hebben. Bestaande leegstand zetten we efficiënt in.
= Dat schoolbesturen, kinderopvang en gemeente
hernieuwde afspraken maken over de governance
binnen een IKC, om de samenwerking tussen
partijen zo goed mogelijk te faciliteren.
Onderwijs Ambities Amsterdam 14
De maatregelen worden verder uitgewerkt in
uitvoeringsagenda’s:
m Integraal Huisvestingsplan 2023-2027
= Beleidskader ontwikkeling van het jonge
kind / Vve 2023-2027
=m Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen
Voortgezet Onderwijs
Kinderopvang Amsterdam [| Primair onderwijs [ Voortgezet onderwijs | Mbo | De gemeente Amsterdam
| Onderzoeksrapport | 15 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 405
Publicatiedatum 10 april 2019
Ingekomen onder AE
Ingekomen op woensdag 3 april 2019
Behandeld op woensdag 3 april 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Temmink, De Heer, Elabd en Ceder inzake het verder
terugdringen van de externe inhuur.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het onderzoek externe inzet en maatregelen om externe
inzet verder terug te dringen en goed werkgeverschap voor uitzendkrachten verder te
versterken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 328).
Overwegende dat:
— In 2017 een motie is aangenomen die vraagt de totale externe inhuur terug te
brengen tot maximaal 10% van de totale loonsom;
— De voorliggende beleidsbrief alleen ingaat op het terugbrengen van uitzendwerk;
— Ook overige externe inhuur zoveel mogelijk beperkt moet worden zoals ook is
vastgelegd in bovengenoemde motie.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In 2019 met een plan van aanpak te komen om externe inhuur terug te dringen tot
maximaal 10% van de totale loonsom.
De leden van de gemeenteraad
N.G.J. Temmink
A.C. de Heer
Z. Elabd
D.G.M. Ceder
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 680
Datum indiening 7 april 2020
Datum akkoord 3 juni 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake opsporing van
witwaspraktijken tijdens de coronacrisis
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Door de maatregelen die genomen zijn ter bestrijding van de verspreiding van het
coronavirus liggen veel sectoren in de stad gedeeltelijk of volledig stil. Met name
bijvoorbeeld de horeca en toeristenbranche. Voor veel ondernemers is dit een strop
en is dit een vreselijke en onzekere tijd. Het is daarom goed dat stad en land
nadenken over wie er gecompenseerd moet worden en hoe dit zou moeten worden
ingericht.
Daarnaast is uit onderzoek bekend dat er via zogenaamde ‘nutellawinkels’,
‘telefoonshops’, vastgoed, coffeeshops, kleine toko's en hotels of andere winkeltjes
regelmatig geld witgewassen wordt. De fractie van de ChristenUnie wil weten in
hoeverre de huidige situatie kansen biedt om deze witwaspraktijken beter op te
sporen.
Zo is het bijvoorbeeld goed mogelijk dat sommige toeristenwinkeltjes om deze reden
open blijven ten tijde van de coronamaatregelen, terwijl er nauwelijks toeristen in de
stad zijn en kan het zijn dat zij in deze tijd in vergelijking met normale tijden een
onverklaarbaar hoge omzet opgeven. Ook is het denkbaar dat er nieuwe witwas
financieringsconstructies zullen ontstaan de komende periode.
Zo zijn er meerdere voorbeelden te bedenken waarbij witwassen juist nu makkelijker
aan het licht kan komen. Daarnaast vreest de fractie voor een toename van
afpersingen, als gevolg van het niet meer kunnen voldoen aan financiële
verplichtingen ontstaan uit illegale financieringsconstructies. De fractie van
de ChristenUnie wil dat we deze uit nood geboren unieke kans optimaal benutten om
zo ondermijning en de vermenging van de boven- met de onderwereld effectief aan te
pakken.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Sani 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 april 2020
1. Ziet het college in deze tijd waarin veel sectoren stil liggen of een zeer verlaagde
omzet draaien mogelijkheden om witwaspraktijken juist nu effectiever op te
sporen? Zo ja, welke?
Antwoord
De gemeente heeft strikt genomen geen opsporingstaak als het gaat om
witwassen. Zoals in de raadsbrief coronacrisis en ondermijning van 29 april
jongstleden is beschreven, is wel een proces opgezet om vanuit de stadsdelen
signalen van ondermijning (waaronder mogelijk ook witwassen) gestructureerd af
te handelen.
Waar witwassen wordt vermoed, wordt dit signaal als mogelijke casus naar het
cluster Witwassen en Vastgoedfraude van het RIEC (het Regionaal Informatie en
Expertise Centrum) verder geleid voor een integrale aanpak.
Daarnaast worden vastgoedtransacties extra scherp in de gaten gehouden en
geanalyseerd in het licht van ondermijning, zowel intern binnen de gemeente als
bij voornoemd cluster van het RIEC.
2. Worden ondernemingen waar een vermoeden van witwassen bestaat extra
gecontroleerd tijdens de coronacrisis? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord
Voor zover bij de beoordeling van de ontvangen signalen een extra controle
zinvol wordt geacht, wordt hiertoe overgegaan.
Deze extra controle kan bijvoorbeeld plaatsvinden door een DOR-handhaver
(Digitaal Opkoop Register). Ook is het mogelijk dat er naar aanleiding van
signalen via het RIEC extra controles worden uitgevoerd door ketenpartners.
3. Welke rol ziet het college voor de wet Bibob in deze periode”?
Antwoord
In de raadsbrief corona en ondermijning is aangegeven dat het college extra alert
is rond de financiering van verbouwingen in de horeca als daar een Bibob-toets is
vereist. Hetzelfde geldt voor bedrijfsovernames (en daarmee samenhangende
financieringen).
4. Verwacht het college dat meer ondernemers dan gemiddeld in deze periode op
zoek zullen gaan naar particuliere financieringsconstructies? Zo ja, hoe bereidt
het college zich voor om mogelijke witwas financieringsconstructies te
detecteren?
Antwoord
In de raadsbrief corona en ondermijning is dit als een risico onderkend als het
gaat om particuliere financieringsconstructies met “foute” partijen of “fout” geld.
Een particuliere financieringsconstructie hoeft immers niet bij voorbaat fout of
verdacht te zijn. In het detecteren van foute financieringsconstructies is de
gemeente beperkt tot waar een partij zich moet melden voor bijvoorbeeld een
vergunningaanvraag waarbij een Bibob-toets plaats kan vinden. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan gevallen waarbij ook eigendomsverhoudingen veranderen.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteblad R
Nummer Sani 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 april 2020
5. Afpersing kan zich vaker gaan voordoen, zodra ondernemers vanwege de
coronamaatregelen niet meer in staat zijn om aan financiële verplichtingen
voortvloeiend uit een witwasconstructie te voldoen. Herkent het college dit risico?
Zo ja, welke maatregelen neemt het college, zowel voor het identificeren van
witwasconstructies als ter bescherming van de openbare orde?
Antwoord
Het risico van afpersing of het verlies van controle over de eigen onderneming
wordt herkend: zogenaamde loan sharks die graag helpen met hun geld, maar
daar wel woekerrentes voor vragen. Zie ook de raadsbrief corona en
ondermijning.
Voor de maatregelen voor het identificeren hiervan verwijzen wij naar het
antwoord op vraag vier. Een direct effect op de openbare orde in de publieke
ruimte wordt niet verwacht. Bij het sluiten van panden in het kader van openbare
ordeproblematiek worden diverse omstandigheden meegewogen, dus ook de
geldende maatregelen tegen verspreiding van het coronavirus en de eventuele
consequenties voor betrokkenen.
Zoals aangegeven in de raadsbrief corona en ondermijning zijn er wel twee
communicatietrajecten waarmee ondernemers worden gewaarschuwd voor foute
helpers. Vanuit de gemeente/het Platform Veilig Ondernemen Amsterdam-
Amstelland zijn brancheverenigingen, ondernemersverenigingen en BlZ'en
voorzien van informatie voor hun leden over de risico’s van “foute helpers”, welke
steun ondernemers kunnen krijgen en waar men verdachte situaties kan melden.
Op initiatief van het RIEC loopt een social media campagne specifiek gericht op
ondernemers in de regio Amsterdam-Amstelland met dezelfde boodschap en
handelingsperspectief. De campagne is verspreid met de gemeenten als
afzender. Er is een beknopt onderzoek gekoppeld aan de campagne, waarbij
ondernemers wordt gevraagd of ze financiële problemen ervaren door de Corona
crisis, of ze zijn benaderd door foute helpers’ met contant geld of een voorstel tot
overname of verhuur en of ze hier op in zijn gegaan.
Daarnaast is in een goed bezocht intern webinar met onder andere
winkelstraatmanagers en gebiedsmakelaars hieraan aandacht geschonken.
Ook vanuit andere organisaties, bijvoorbeeld toezichthouder Autoriteit Financiële
Markten, worden waarschuwingen geuit ten aanzien van onbetrouwbare
kredietaanbieders die willen profiteren van consumenten en ondernemers die in
financiële problemen zijn geraakt door de coronacrisis.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 187
Publicatiedatum 20 maart 2019
Ingekomen onder Al
Ingekomen op woensdag 13 februari 2019
Behandeld op woensdag 13 maart 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Simons inzake het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit
(privilegetrainingen voor gemeentepersoneel)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 105).
Constaterende dat het college in 2019 een vernieuwd programma Amsterdam
Inclusieve Organisatie presenteert.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Om de kosten en mogelijkheden te onderzoeken om al het
gemeentepersoneel privilegetrainingen aan te bieden.
- Om over de resultaten van het onderzoek te rapporteren aan de
gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad
S.H. Simons
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 21 december 2021
Portefeuille(s) Verveer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Egbert J. de Vries
Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte (bestuurlijke. [email protected])
Onderwerp Hubsvisie Amsterdam en Amsterdamse P+R maatregelen
Geachte leden van de gemeenteraad,
Het college heeft op 21 december 2021 de Hubsvisie Amsterdam vastgesteld en de Amsterdamse
P+R-maatregelen geactualiseerd. Met deze brief willen we u informeren, de samenhang van beide
beleidsdocumenten duiden en toelichting geven op een aantal belangrijke keuzes.
De Hubsvisie Amsterdam
Hubs in de stad worden steeds belangrijker
De verwachting is dat de hub in de toekomst, veel meer dan nu, een onderdeel vormt van onze reis
en een grotere rol krijgt in de bevoorrading van de stad. Op de hub voor personenvervoer kunnen
we overstappen van de (deel)auto op de (deel)fiets, het openbaar vervoer of andere vormen van
mobiliteit. Op de logistieke hub vindt overslag van goederen plaats. Zo zorgen we voor mobiliteit
die beter past in de stad: zoveel mogelijk klein, vitstootvrij en/of efficiënt in ruimtegebruik. De hub
is ook een plek waar winkels, kantoren en andere vormen van dienstverlening een plek kunnen
krijgen. Hiermee werken we aan nieuwe ontmoetingsplekken in de stad.
Hubs kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de volgende doelstellingen:
e De autoluwe stad: de toenemende druk op de openbare ruimte vraagt om ruimte-efficiënte
oplossingen.
e Deleefbare en duurzame stad: hubs kunnen bijdragen aan een prettige en veilige openbare
ruimte, met nieuwe ontmoetingsplekken in de stad.
e De bereikbare en toegankelijke stad: door het aanbieden van hubs worden meer
mobiliteitsopties aangeboden, blijven we een toegankelijke stad en kunnen er maatregelen
worden genomen om de kwetsbare kademuren en bruggen te beschermen.
Ook dragen hubs bij aan andere beleidsprioriteiten, zoals het versterken van het regionaal en
stedelijk openbaar vervoer.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21-12-2021
Pagina 2 van7
Wat staat er ín de Hubsvisie?
In de Hubsvisie Amsterdam staat een analyse van het onderwerp, een beschrijving van de
verschillende beleidsdoelen per categorie hub, een reflectie op de rol van de overheid en wordt het
startschot gegeven voor het vitvoeringsprogramma hubs.
In de visie leggen we een aantal vitgangspunten vast voor de ontwikkeling van hubs. We scheppen
tevens de voorwaarden om in de praktijk aan de slag te gaan. Bij de ontwikkeling van hubs streven
we naar de volgende uitgangspunten:
1. Nieuwe hubs zijn herkenbaar en eenduidig.
2. Hubs zijn verbonden en uitwisselbaar: vervoer is inwisselbaar tussen hubs.
3. Hubs zijn toegankelijk en bereikbaar: elke Amsterdammer kan hubs gebruiken.
Daarnaast zien we dat hubs alleen goed gaan functioneren als het gebruik ervan aantrekkelijker en
gemakkelijker is dan in één keer doorrijden en parkeren bij de eindbestemming.
We onderscheiden verschillende typen hubs. Elk met eigen doelen, doelgroepen en gebruik:
e _Buurthubs (inclusief inpandige privé-hubs). Kleinschalige hubs met (uitstootvrije)
deelmobiliteit. Deze hubs zijn primair bedoeld om deelmobiliteit aan te bieden voor
bewoners.
e _ Wijkhubs. Dit zijn gebouwde voorzieningen in de wijk, met ruimte voor deelmobiliteit,
parkeren voor bewoners, bezoekers van de wijk en kantoren en aanvullende voorzieningen.
e _Stadshubs. Bedoeld om regionaal openbaar vervoer en stedelijk openbaar vervoer en
deelmobiliteit aan elkaar te koppelen.
e _Regiohubs. Bedoeld om de overstap tussen met name auto en OV richting stedelijk gebied te
koppelen. De regichub is vergelijkbaar met de huidige P+R-voorzieningen.
We zien een behoefte aan hubs voor logistieke overslag. Deze kunnen op verschillende
schaalniveaus opereren. Door de groei van de stad neemt het aantal logistieke bewegingen toe.
Hubs voor logistieke overslag zijn onmisbare locaties waar de overslag kan plaatsvinden van
spullen naar kleinere voertuigen of vaartuigen, van de eigen vloot of van een tussenpartij. Er wordt
samen met de logistieke branche gewerkt aan een gemeentelijke logistieke strategie waarin de rol
van de gemeente voor logistieke hubs verder wordt uitgewerkt. Deze wordt naar verwachting
begin 2022 door het college vastgesteld.
Beoogde resultaten en samenwerkingspartners
We zien dat hubs door marktpartijen worden gezien als interessante investeringen in zowel de
bestaande stad als in de nieuwe gebiedsontwikkeling. We onderzoeken samen per locatie naar de
juiste invulling van hubs in nieuwe delen van de stad, maar ook naar het omvormen van bestaande
(fiets)parkeergarages in de bestaande stad en het toevoegen van kleinschalige buurthubs. We
onderzoeken de kansen die er liggen voor logistieke hubs in en om de stad.
Concreet werken we de komende tijd aan het realiseren van vijftien buurthubs in de stad.
Daarnaast willen we er werk van maken dat in elke nieuwe gebiedsontwikkeling een wijkhub
bijdraagt aan de leefbaarheid en bereikbaarheid van de nieuwe wijk. Ook voor de bestaande stad
kijken we welke mogelijkheden er zijn om bestaande (fiets-)parkeergarages als wijkhub in te
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21-12-2021
Pagina 3 van 7
zetten. En alle metrostations en grotere tramhaltes willen we inrichten als een stadshub, waar de
overstap op ander openbaar vervoer en deelmobiliteit (voor de last-mile) beschikbaar is.
Besluitvorming en financiën
Voor alle investeringen in hubs geldt dat deze via separate besluitvorming lopen. Van belang
hierbij is dat de financiële ruimte de komende jaren erg beperkt is en dat hubs met een investering
van meer dan € 100.000 onder het investeringsplafond zullen vallen. Om deze reden kan de
verdere uitbreiding van P+R Noord en de verplaatsing van het P+R-terrein Zeeburg vooralsnog
geen doorgang vinden. Dit betekent dat de zoektocht naar alternatieve eigendoms- en
financieringsconstructies samen met de markt van groot belang is.
Regionale samenwerking
De ontwikkeling van met name stad- en regiohubs is niet iets dat de gemeente alleen kan doen.
De bereikbaarheid van de stad en de rest van de regio is een regionale opgave, die wordt opgepakt
onder het Rijk/Regio Programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB). Onderdeel van deze
regionale aanpak is het ontwikkelen van een langetermijnstrategie voor een regionale hubaanpak
in de MRA en op de korte termijn onderzoeken welke terreinen de komende jaren al beter benut of
uitgebreid kunnen worden.
De regionale hubstrategie wordt in samenhang opgesteld met een toekomstbeeld voor de auto,
de fiets, het OV en beleidsingrepen. Hieruit blijkt dat hubs zeker potentie hebben, maar dat het
succes mede afhangt van de beleidsingrepen en investeringen in alternatieven voor de auto. Dit
“Multimodaal Toekomstbeeld” wordt naar verwachting tijdens het komende BO MIRT besproken.
Actualisatie Amsterdamse P+R-maatregelen
Aanpassingen zijn nodig om P+R toekomstbestendig te maken
We zien dat de vraag naar P+R langzaamaan verandert. Door de meerkernige ontwikkeling van de
stad en de rest van de regio is er meer vraag naar P+R voor verschillende locaties, zoals Zuidoost
en de Zuidas. De locaties waar de huidige P+R's liggen, komen meer en meer in stedelijk gebied te
liggen. Een goed functionerende P+R ligt bij voorkeur juist buiten het stedelijk gebied. Veel van de
huidige P+R's verkleuren daarom langzaamaan van een regiohub naar een stadshub, waar de rol
van de (geparkeerde) auto voor bezoekers kleiner wordt en waar bewoners in de toekomst kunnen
parkeren op afstand.
P+R-locaties in de stad worden druk gebruikt. Vanaf 2012 nam het aantal parkeeracties toe met
ongeveer 350.000 tot ongeveer 860.000 per jaar. Deze groei is te verklaren door de toenemende
drukte in de stad, door de komst van nieuwe locaties, zoals P+R Noord, en de verhoging van de
parkeertarieven in het centrum.
Tegelijkertijd is het effect van P+R op het verkeer en parkeerdruk in de stad beperkt. We schatten
in dat we met de maximaal 5.300 beschikbare P+R-plekken dagelijks ongeveer 5oo auto’s per dag
uit het centrumgebied weren. Daarnaast is de inschatting dat zonder P+R ongeveer 1.300
automobilisten met het openbaar vervoer naar Amsterdam zijn gereisd. P+R levert een daarmee
een beperkte bijdrage aan de stad en is op dit moment vooral een gastvrije maatregel voor de
bezoeker van de stad.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21-12-2021
Pagina 4 van 7
We actualiseren een aantal maatregelen om de P+R toekomstbestendig te maken en in lijn te
brengen met de Hubsvisie. Belangrijk is dat P+R een gastvrij systeem blijft voor de bezoeker van
Amsterdam.
We nemen de komende tijd de volgende maatregelen:
1. We vervangen de specifieke OV-korting voor P+R bezoekers door een groepsdagkaart
voor alle GVB-reizigers.
2. We maken werk van meer deelfietsen op de P+R, zodat de huidige locaties steeds meer
toegroeien naar een multimodale hub.
3. We breiden P+R binnen de gemeente vit waar kansen liggen.
4. We starten een doelgroeponderzoek naar maatregelen voor potentiële gebruikers.
5. We behouden vooralsnog de huidige vorm van de centrumcheck en centrumgebied.
6. We voeren in 2022 een pilot uit specifiek gericht op forenzen bij P+R Johan Cruijff ArenA.
Hieronder lichten we de maatregelen kort toe. In de actualisatie P+R-maatregelen staan ze
uitgebreid beschreven:
1. Vervangen van de specifieke OV-korting voor een groepsdagkaart
We vervangen de specifieke P+R OV-korting per 1 mei 2022 door een groepsdagkaart. De
groepsdagkaart wordt voor ongeveer 17,50 euro per dag aangeboden en biedt onbeperkt reizen
met GVB in de gemeente Amsterdam voor groepen van twee t/m vijf personen. Over de
definitieve vaststelling van het bedrag moet nog een besluit genomen worden door GVB.
Het wordt voor de reiziger overzichtelijker doordat er straks één groepsdagkaart wordt
aangeboden voor alle GVB-reizigers. Het blijft mogelijk om ook gewoon met OV-chipkaart te
reizen en gebruik te maken van de P+R-parkeerkorting.
De vervanging is ingegeven door beleidsmatige, economische en praktische overwegingen. De
bestaande P+R-maatregelen maken het makkelijker om met de auto naar de stad te reizen. Deze
mobiliteitskeuze specifiek belonen met korting op het OV past niet binnen een visie waarin we
juist het gebruik van de fiets of het OV als voorkeursvarianten voor de hele reis willen stimuleren.
Het behouden van de huidige systematiek kost de gemeente jaarlijks ongeveer €200.000 euro en
GVB jaarlijks ongeveer €1.000.000. Daarnaast zijn de OV-kaartautomaten aan het einde van hun
technische en economische levensduur en er is een besluit nodig voor het einde van 2021 over het
vervangen van de automaten. Het voortzetten van de P+R-korting zou betekenen dat er een
nieuw systeem ontwikkeld moet worden, speciaal voor de Amsterdamse situatie. Dit brengt
aanzienlijke investeringskosten mee.
Met de groepsdagkaart hebben we een systematiek die kostendekkend is voor GVB en waarbij de
gemeente geen (extra) kosten hoeft maken voor het aanbieden van de specifieke korting.
We zijn met GVB in overleg over welke kansen de nieuwe vormen van betalen in het OV gaan
bieden ten aanzien van P+R en hubs.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21-12-2021
Pagina 5 van7
2. Werken aan meer deelfietsen op P+R
Met het aanbieden van meer deelmobiliteit op P+R-locaties worden deze locaties steeds meer een
volwaardige hub. We hebben de wens om verschillende vormen van vervoer (met name de fiets)
naar het centrum aan te bieden. Een technische opgave is de centrumcheck. Met de centrumcheck
wordt het mogelijk gemaakt om korting te geven op het P+R-parkeertarief als daadwerkelijk naar
het centrumgebied is gereisd.
We doen momenteel een technische proef om te onderzoeken of het mogelijk is om te
controleren of een deelfiets in het centrum is geweest. Wanneer deze proef succesvol is, zal
gekeken worden hoe we kunnen vitbreiden naar meer leveranciers, meer P+R-locaties en andere
vormen van deelmobiliteit zoals deelscooters.
Daarnaast is er een project in voorbereiding met de VRA, waar bij vijf metrostations onderzocht
gaat worden hoe deelmobiliteit ingericht kan worden als onderdeel van een OV-hub. In dit project
gaat het erom inzichten te krijgen aangaande ruimtelijke inpassing en zichtbaarheid.
3. Uitbreiding P+R waar de kansen liggen
We zoeken naar locaties die met beperkte investeringen leiden tot een vitbreiding van het aanbod.
We zetten daarom in op de volgende plekken:
-__Inlijn met de Hubsvisie Amsterdam, gaan we op P+R Noord onderzoeken of en hoe we
vergunninghouders kunnen verleiden daar te parkeren. De huidige vrije ruimte in garage
Boven ’t Y bij het gelijknamige winkelcentrum blijven we deels gebruiken voor parkeren voor
P+R-gebruikers.
-__ Het aanbod aan parkeerplekken voor P+R op locatie P+R Sloterdijk zal afnemen. We zijn in
Nieuw-West aan het onderzoeken of we op een andere locatie P+R-voorzieningen kunnen
starten.
-__ Gaasperplas is een erg interessante locatie voor Parkeren op Afstand. Met het eindpunt van
metrolijn 53 en de goede bereikbaarheid vanaf de Ag (afslag-1 Weesp) is dit een geschikte
optie om te onderzoeken hoe dit ontwikkeld kan worden tot een regionale hublocatie. We
willen hier laagdrempelig starten met een terrein van bijvoorbeeld 200 plekken voor P+R.
Wanneer dat goed blijkt te werken, kan gekeken worden naar uitbreiding of zelfs een
parkeergarage.
4. Uitvoeren van een doelgroeponderzoek
We gaan een doelgroeponderzoek uitvoeren naar de potentiële gebruikers van P+R. Op basis van
de uitkomsten en aanbevelingen van dit onderzoek kunnen we dan gefundeerd extra stappen
nemen om meer automobilisten, die normaal meer dan drie vur in het centrum parkeren, te
verleiden om gebruik te maken van de Amsterdamse P+R.
Doel is om het Amsterdamse P+R een grotere bijdrage te laten leveren in het verminderen van het
aantal autobewegingen naar en parkeeracties in het centrum. Met het uitvoeren van het
onderzoek wordt invulling gegeven aan de motie Kreuger (80.20, stimuleringscampagne P+R).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21-12-2021
Pagina 6 van 7
5. Behouden huidige vorm van de centrumcheck
Met de centrumcheck voorkomen we dat bezoekers die een eindbestemming hebben nabij de
P+R, gebruiken maken van een aanbod dat niet voor hen bestemd is. We hebben onderzoek
gedaan naar mogelijke uitbreidingen van het centrumgebied waar deze korting voor kan gelden.
We zien hiervoor helaas weinig mogelijkheden. Het hebben van een P+R-locatie binnen of heel
dicht in de buurt van het P+R-centrumgebied leidt tot de situatie dat de P+R gaat concurreren met
het normale parkeeraanbod van private exploitanten die P+R aanbieden. Het risico is dat deze
private exploitanten minder P+R-plekken willen aanbieden of dat de gevraagde vergoeding per
parkeerplek te hoog wordt. Daarnaast is de kans dat we hiermee ook juist het parkeren stimuleren
van gebruikers die niet het centrum als bestemming hebben.
6. We voeren ín 2022 een pilot uit specifiek gericht op forenzen bij P+R Johan Cruijff ArenA.
In de Hubsvisie wordt toegelicht hoe P+R-locaties zullen door ontwikkelen van een faciliteit voor
bezoekers van de stad naar plekken die ook voor bewoners en forenzen plaats biedt. We voeren in
2022 een pilot uit specifiek gericht op forenzen waarbij we onderzoeken of we deze doelgroep
voor een laag tarief kunnen verleiden op een P+R-locatie te parkeren in plaats van door te rijden
naar de werklocatie in de stad. Het meest logisch is om dat te doen bij P+R Johan Cruijff ArenA:
hier is nog sprake van een overcapaciteit en deze locatie bevindt zich het verst van het centrum af.
Tot slot
Bovenstaande maatregelen zullen impact hebben op het gebruik van het Amsterdamse P+R. Het
effect van de maatregelen en de plannen wordt gemonitord en bijgestuurd waar nodig. Over twee
jaar volgt een evaluatie op basis waarvan we bepalen of aanvullende maatregelen zinvol zijn.
Met de Hubsvisie Amsterdam en de aanpassingen van het P+R-beleid bereidt Amsterdam zich
voor op de toekomst en dragen we voor zowel de korte als de middellange termijn bij aan de
bereikbaarheid en leefbaarheid van Amsterdam.
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Egbert J. de Vries,
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21-12-2021
Pagina 7 van7
Bijlagen
1. De Hubsvisie Amsterdam.
2. Amsterdamse P+R-maatregelen. Actualisatie 2021.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 7 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1043
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen op 8 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Behandeld op 5 november 2015
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Yesilgöz-Zegerius inzake de Begroting 2016 (innovatieve
oplossingen voor veiligheid, leefbaarheid en balans).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Overwegende dat:
— Amsterdam Smart City, een samenwerkingsverband tussen bedrijven, overheden,
kennisinstellingen én Amsterdammers, op innovatieve wijze de kwaliteit van leven
in de stad verbetert;
— Het analyseren van big data naar smart data bijdraagt aan de veiligheid,
leefbaarheid en balans in de stad;
— Tijdens Sail 2015 werd geëxperimenteerd met nieuwe manieren van crowd
control zoals telcamera's en wifisensoren;
— In delen van de stad gewerkt wordt met Smart Light: slimme lantaarnpalen in
publieke ruimtes waarvan de verlichting op afstand of met sensoren kan worden
aangepast aan verschillende omstandigheden om zo de veiligheid te vergroten en
energie te besparen;
— Het merendeel van de Amsterdammers in het bezit is van een mobiele telefoon
uitgerust met een camera waardoor zij gemakkelijk via camerabeelden een
melding van overlast of een misdrijf kunnen maken;
— Gedurende het Donkere Dagen Offensief en bij de aanpak van bijvoorbeeld
woninginbraken er al een beroep wordt gedaan op burgers en technologie (denk
aan Burgernet of Wats-App-groepen die de buurtveiligheid versterken).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
te onderzoeken op welke wijze het gebruik van smart data, nieuwe manieren van
crowd control en ander innovaties en technologieën een bijdrage kunnen leveren aan
de veiligheid, leefbaarheid en balans in de stad en op basis van de uitkomsten van dit
onderzoek de gemeenteraad de eerste helft van 2016 een voorstel te doen.
Het lid van de gemeenteraad
D. Yesilgöz-Zegerius
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda supplement 3,
woensdag 22 en donderdag 23 april 2020
Datum en tijd woensdag 22 april 2020 13.00 en 19.30 uur
en indien nodig donderdag 23 april 2020 13.00 uur
Locatie Er zal in een digitale omgeving vergaderd worden op grond van artikel 2.1 van de Tijdelijke wet
digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en de openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN:
Ingekomen stukken
34 Verzamelbrief 5 van burgemeester Halsema en gemeentesecretaris Teesink van
21 april 2020 inzake informatie met betrekking tot de herstelfase corona.
Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 5,
Actualiteit inzake aanpak Coronacrisis.
35 Afschrift van de brief van burgemeester Halsema, voorzitter van de
Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, gericht aan het college van b&w, van
21 april 2020 inzake de aanpak crisisbeheersing COVID-19.
Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 5,
Actualiteit inzake aanpak Coronacrisis.
36 Brief van wethouder Meliani van 21 april 2020 inzake beantwoording van vragen
van het lid Simons over de conceptbrief voor het Commissariaat voor de Media
over een aanvullende toelichting op het eerder uitgebrachte voorkeursadvies.
Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 12,
Instemmen met de conceptbrief voor de Commissariaat voor de Media inzake
een aanvullende toelichting op het eerder uitgebrachte voorkeursadvies.
37 Raadsadressen van Ondernemersvereniging Nieuwendijk e.o. en van
onderneming Toastable op het Singel van 17 april 2020 inzake het verzoek om
een noodplan voor de horeca om tijdelijk gebruik te maken van c.q. verruiming
van een gedeelte van de openbare ruimte.
Voorgesteld wordt deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij de
behandeling van agendapunt 5, Actualiteit inzake aanpak Coronacrisis, en in
handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter
afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de
raadscommissie Financiën en Economische Zaken.
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda supplement 2, woensdag 22 en donderdag 23 april 2020
38 Raadsadres van een aantal burgers van 21 april 20202 inzake een verleende
omgevingsvergunning voor de parkeerkelder onder 3 villa's in de
Van Eeghenstraat.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 11, Vaststellen van het bestemmingsplan Willemspark -
Vondelpark 2019, en in handen van het college van burgemeester en wethouders
te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden
van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
39 Raadsadres van Wieringa Advocaten van 21 april 2020 inzake het ontwerp-
bestemmingsplan Willemspark — Vondelpark 2019.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 11, Vaststellen van het bestemmingsplan Willemspark -
Vondelpark 2019, en in handen van het college van burgemeester en wethouders
te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden
van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
40 Brief van de Vervoerregio Amsterdam van 9 april 2020 inzake aanbieding van
de concept-jaarstukken 2019 van de Vervoerregio Amsterdam.
Voorgesteld wordt deze jaarstukken in handen stellen van het college van
burgemeester en wethouders om een voordracht voor te leggen aan de raad.
2
| Actualiteit | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Stadsdeelcommissie West
Agenda
Datum 27-06-2023
Aanvang 19:45
Locatie Raadzaal Stadsloket Bos en Lommerplein 250
Eindtijd 23:00
1 Opening, agenda vaststellen, mededelingen
Starttijd 19:45
Eindtijd 20:00
2 Bewoners aan het woord
Starttijd 20:00
Eindtijd 20:15
Wilt u langskomen om in te spreken?
Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor
aanvang van de bijeenkomst uw
aanmelding via
[email protected]
onder vermelding van het onderwerp.
En vergeet uw telefoonnummer niet te
noteren, dan kunnen wij u even bellen.
2.1 Wendy van Leeuwen - Erasmuspark
22 Jantine de Jong - Fietsers op voetpad bij Sloterdijk
1
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
2.3 Inspreker Esther Rovers - West Kleedt Aan
3 Actualiteiten
Starttijd 20:15
Eindtijd 20:30
4 Vragen half uur
Starttijd 20:30
Eindtijd 21:00
4.1 GroenLinks - Bewatering jonge aanplant bomen Kinkerstraat en groenonderhoud
4,2 VVD - Foodcenter
5 Dagelijks Bestuur: Jeltje de Bosch Kemperpad
Starttijd 21:00
Eindtijd 22:00
Oordeelsvormend
Portefeuillehouder: Ester Fabriek
5.1 Inspreker Daan de Jager
52 Inspreker Cor van den Broek
5.3 Inspreker Diederick van Gelder
54 Lieve van Geldorp
2
x Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
%
WI
6 Dagelijks Bestuur: Integrale aanpak Kolenkitbuurt
Starttijd 22:00
Eindtijd 22:45
Oordeelsvormend
Portefeuillehouder: Ester Fabriek
7 Dagelijks Bestuur: Bestuursopdracht armoede
Starttijd 22:45
Eindtijd 23:00
Besluitvormend
Portefeuillehouder: Fenna Ulichki
8 Afsluiting
Starttijd 23:00
9 TKN Dagelijks Bestuur: Adviesaanvraag uitnodigingsgebied Singelgrachtgarage
Starttijd 23:00
Portefeuillehouder: Ester Fabriek
Deadline 18 juli 2023
3
| Agenda | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Amendement
Datum raadsvergadering 25 januari 2023
Ingekomen onder nummer 039
Status Aangenomen
Onderwerp Amendement van de leden Bloemberg-Issa, Van Renssen, Von Gerhardt,
Boomsma en Ahmadi inzake vaststellen van het beleidskader
Hoofdgroenstructuur
Onderwerp
Negatief TAC advies altijd mogelijk
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Beleidskader Hoofdgroenstructuur
Constaterende dat:
-_in het beleidskader Hoofdgroenstructuur op pagina 71 onder ‘Bijzondere situaties’ is te le-
zen dat de TAC bij ‘gebiedsontwikkelingen’ of ‘gebieden of plekken met een opgave! niet
toetst ‘of’ het kan worden ingepast in de Hoofdgroenstructuur, maar ‘hoe!’ (in welke mate,
met welke ruimtelijke structuur en met welke inrichting/vormgeving);
-_op de kaarten van de gebiedsontwikkeling (pagina 72 en 73) en de Hoofdgroenstructuur
(op pagina 22 en 23) is te zien dat zich in de gebiedsontwikkeling ook Hoofdgroenstruc-
tuur bevindt.
-__in de schematische voorstelling van de stappen die een initiatiefnemer en de TAC doorlo-
pen om tot een advies te komen (Figuur 3 op pagina 87) staat dat ook in gebiedsspeci-
fieke, bijzondere situaties de TAC de mogelijkheid heeft om positief, positief onder voor-
waarden of negatief te adviseren.
Overwegende dat:
-_op pagina 71 staat: “Algemeen geldt dat de TAC voor deze locaties of gebieden waar
sprake is van een gebiedsontwikkeling of een specifieke opgave niet toetst ‘of’ het kan
worden ingepast, maar wel ‘hoe! (in welke mate, met welke ruimtelijke structuur en met
welke inrichting/vormgeving).”
-__op pagina 75 en 77 staat: “De TAC zal bij deze opgaven niet toetsten op de vraag ‘of’ het
kan worden ingepast, maar wel ‘hoe’ (in welke mate, met welke ruimtelijke structuur en
met welke inrichting/vormgeving).
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Besluit:
In overeenstemming met Figuur 3 op pagina 87.
Op pagina 71 de volgende passage:
— “Algemeen geldt dat de TAC voor deze locaties of gebieden waar sprake is van een ge-
biedsontwikkeling of een specifieke opgave niet toetst ‘of het kan worden ingepast, maar
wel ‘hoe! (in welke mate, met welke ruimtelijke structuur en met welke inrichting/vormge-
ving)”
Op pagina 75 en 77 de volgende passage:
— “De TAC zal bij deze opgaven niet toetsten op de vraag ‘of’ het kan worden ingepast, maar
wel ‘hoe! (in welke mate, met welke ruimtelijke structuur en met welke inrichting/vormge-
ving)”
Te wijzigen in:
— “Algemeen geldt dat de TAC voor deze locaties of gebieden waar sprake is van een ge-
biedsontwikkeling of een specifieke opgave niet toetst ‘of het kan worden ingepast, maar
wel ‘hoe! (in welke mate, met welke ruimtelijke structuur en met welke inrichting/vormge-
ving). De uitkomst van dit ‘hoe! advies is positief, positief onder voorwaarden of negatief
volgt dezelfde werkwijze als reguliere TAC adviezen.
Indieners,
J.F. Bloemberg-Issa
N.A. van Renssen
M.S. von Gerhardt
D.T. Boomsma
N. Ahmadi
| Motie | 2 | discard |
Xx Gemeente Amsterdam WE
% Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede, Economie,
Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
% Gewijzigde agenda, woensdag 28 januari 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede, Economie, Zeehaven en Luchthaven
en Gemeentelijke Deelnemingen
Tijd 13:30 uur tot 17:00 uur en eventueel van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie WE
d.d. 7 januari 2015.
Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWE@raadsgriffie. amsterdam.nl
4B Conceptverslag van de besloten vergadering van de Raadscommissie WE
d.d. 7 januari 2015.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWE@raadsgriffie. amsterdam.nl
e _Hetverslag is naar de leden verstuurd.
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam WE
Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede, Economie, Zeehaven en
Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Gewijzigde agenda, woensdag 28 januari 2015
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Werk, Inkomen en Participatie
11 Vaststellen onkostenvergoeding voor klanten van DWI die deelnemen aan een
DWl-traject Nr. BD2015-000361
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 07.01.2015.
12 Beantwoording schriftelijke vragen van Poot inzake taaleis voor bijstand Nr.
BD2015-000362
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Poot (VVD).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 07.01.2015.
13 Initiatiefvoorstel van het raadslid mevrouw Poot (VVD), getiteld: “De impact van
Social Impact Bonds”. Nr. BD2014-014274
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Poot (VVD).
e Gevoegd behandelen met agendapunt 14.
14 Initiatiefvoorstel De Impact van Social Impact Bonds Nr. BD2015-000324
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 13.
15 Initiatiefvoorstel van het raadslid Marijke Shahsavari-Jansen: getiteld “Ruim baan
voor sociale ondernemingen” Nr. BD2014-014176
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen (CDA).
e Gevoegd behandelen met agendapunt 16.
2
Gemeente Amsterdam WE
Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede, Economie, Zeehaven en
Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Gewijzigde agenda, woensdag 28 januari 2015
Economie
16 Bestuurlijke reactie CDA Initiatiefvoorstel ‘Ruim baan voor sociale
ondernemingen’ Nr. BD2015-000176
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 15.
17 Instemmen met de inzet van middelen voor economische structuurversterking
(€16 miljoen in 2015 en €16 miljoen in 2017) Nr. BD2015-000423
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 11.02.2015).
18 Instemmen met de bijdrage van €4,5mln aan consortium van o.a. UvA, VU en
NWO ten behoeve van een High Tech Instrumentatiefaciliteit op het Amsterdam
Science Park Nr. BD2015-000433
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 11.02.2015).
e _Kabinetbijlage is naar de leden verstuurd.
19 Vaststellen van het visie - en actieprogramma StartupAmsterdam Nr. BD2015-
000192
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 11.02.2015).
20 Kennisnemen van het actieprogramma Kennis en innovatie Nr. BD2015-000430
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 11.02.2015).
21 Uitvoering motie raadsleden Piek, Ruigrok, Van der Heijden, De Goede en Capel
van 13 maart 2014 (gemeenteblad 4 april 2014, nr. 299) getiteld ‘Verlaatje voor
winkeliers’ Nr. BD2015-000414
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
Gemeente Amsterdam WE
Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede, Economie, Zeehaven en
Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Gewijzigde agenda, woensdag 28 januari 2015
Deelnemingen
22 GVB: Kennisnemen aangepaste werkafspraken inhouse constructie Nr. BD2015-
000391
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Economie
23 Verheldering uitspraak coalitieakkoord met betrekking tot Transformatiestrategie
Haven-Stad, Nr. BD2015-000871
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het duoraadslid mevrouw Van Reijen (GrLí).
e _ Dit punt heeft ook op de TKN lijst van de commissie RO van 15.01.2015 gestaan.
4
| Agenda | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven F EZ
% Ter kennisnamelijst, donderdag 12 november 2009
Financiën
TKN 1 Termijnagenda voor 12 november 2009. (BD2009-007960)
TKN 2 Overzicht leningen en garanties per stadsdeel. (BD2009-006903)
TKN 3 Vervalsen overheidspost. (BD2009-007293)
Economische Zaken
TKN 4 winkelhuurprijzenonderzoek 2009. (BD2009-007800)
Lucht-en Zeehaven
TKN 5 Economische Situatie Schiphol. (BD2009-007621)
TKN 6 Beantwoorden van het raadsadres van een burger van 5 juli 2009 inzake
geluidhinder van een zeecruiseschip op het IJ. (BD2009-007707)
Milieu
TKN 7 Rapport van de VN rapporteur over de Probo Koala en de bestuurlijke
reactie hierop namens alle Nederlandse overheden incl Amsterdam.
(BD2009-007455)
Ter visie/ter inzage (alleen voor raadsleden in de leeskamer raad)
1
| Agenda | 1 | val |
ANR On
Es | RE re En En ze
in
Lt SM Bea à ei en IE nnee we E
es end pr ri bie « Neree id el eea mn ef
zi a Yr A En 5
TW Ne ME
Ee hi Em: Ek AZ en Tate nan
TR En RE IE
DR FO OS en |
EE 5 a el À l el ate, pe a 5 es evans men En 7
OR Ot eeN NEN
— PRRAR ls en Ba El gif = Ln
en men - mad ie SEN LE k e
Fei Tt é mA # \ pe nd rie A
GE KA on A Ar er Ee
ES _ nes a | Ne LS Bi N / Dr / Al 1 E A E Nn
EE en . nn Td N EN it Á 17 ; TRS Mi = … hen &
perl MAN VAN ESS ZE (NE.
u PAN NN a 4 A \ N= ns Nn
SENS DE LONS sel (20 Amen EA IN
n EK ’ j 4 1 CAW) Ë À ' F7 f VAN ZA
APE eN Gd me, A
zE Te eN De ee
ich nld iel uil B ik rra EE Je ne FA is sn kil lt 5 ne essen: od ie hi 5 ie ke
Ps 0 ek EP en Se B eee
EN Re PEN R ANS pe SERIE Ha fi
an, De Kk Ji, V Á, B Ù ar tcd if dn | Ait E E 5 7 n
eN
a pn p KE: hid
! nn
lier ep en
3 PGN Là
nc
en en ed sn ch as
Toeristisch 4
If Taak:
Rapportage 1 januari 2017 - 1 juli 2017
Toeristische verhuur van woonruimte 3
Samenvatting 5
1. Inleiding 9
1.1 Bestuurlijke achtergrond 9
2. Toeristische verhuur in cijfers 11
21 Cijfers gemeente Amsterdam 1
21.1 Aanbod 12
21.2 Vergelijking woningvoorraad 13
21.3 Type aanbod 14
21.4 Capaciteit 15
21.5 Prijs 16
21.6 Bed & breakfast (B&B) 17
21.7 Short stay 18
2.2 Cijfers Airbnb 20
2.3 Cijfers internationaal 22
3. Gemeentelijke aanpak 25
3.1 Handhaving 25
3.2 Afspraken verhuurplatforms 26
3.21 Airbnb 26
3.2.2 Overige platforms 26
3.3 Communicatie 27
Bijlage 1 - Beleid toeristische verhuur 29
Beleid 29
Voorwaarden 29
nn
di, Mn
_NNSENnn ann
ae PERAE
ie Clr Winn 1 u If EEn rn
TT NAAR: lan te U aje aar
Warne nr.
mtd meren a
E | IK har USCaan bhi” if NRE à Ù IE ER |
hak A A AE > Ki a Í ENE Î Nam P a ” ED en
en EN en ee CR er VN nr  ad
|| En Ng A ln Eur ITT Im: mm
ARS ea TE Te id FE Een Les HI men Hd rn B
| hi Te EES, ew INN | AARD KU Mm Ee
, Es SE nn ca Wier Bin NT NT Win OTT
LE bi Reenel ee iin I Din TI
mm Mtd rte EA _ In ij Near: gn el
Eel Kal a IE , F sul | AN f In ï tk l Ii
ei de Ke Ee NE BE RT IE a ‚de 1 Te ee Nd
lms: mt EF Ee Kk ME Ee Sn Knee A De AE Re ka
A Me ee _ TB iii MEK Rn Rnd ge Dr EE se
Nd HE id VE Ie: een a ed ee BORNE Et Ee een DN Ce NE 5 RE; f N Haf ts
ENT an [ä SHEN en Ee en Il Begeer TELE EN WEBER, RN
a be Ee, dn BEN B A in ee Res RMS ee DN 2
_n 8 rn Lan gens > mm pe Et — - een 3 ï ; rn 5 Lü gn ke es JE We PRE: 28 3 p 5 ee nn
5 al hes ee ed PE: en wl Ee | cent B Ee ee ms en = zamen — atd LE. ne 5 E zl Ep fe
et Ns EE ns SE ik AN Be hed Ge en ene mie |
7 EE AN ee NA EP ERN is vene tee Hi
lee EER En Pe Me Se RE Al ar, a S Ù A tE en
kes rn kn Ee ne , nf Tees, RA ER 8 En Er Om
le Keen Ai Je ï " nij. ge nd dele Fagge Ne EE dt er ene va i
il gid” A Jed id ee kh Belen A it: OS me Ee € EE La EE Lg ge. eh Bs
des: jet grid rs Ane ús Rel # Et sok es EREA A
k ad oi lg ien D, na f AT, rk Ad id Er y pd KA \ ne À Ô. - Ea lt Ben nn
NN at en Hess Ha ES ne
Pr, ENEN 3 Dat A ed ie ral RES En le MY RO 3 dis = WE
ae AN RS En ER: } Rn Ee AN
5 En EEL EN deme A Een Rd,
IE, pe oe as. er rf nh rdt © ie PNL ee
Nr. A A, ns Ee j oi NLs RES et de wt ha
RT „en EE: & pen Kp EE: id AE hed rk TE N
Se e win Re. EA 4 Ef. NS} RD el EE Ne Ee De Eh, ni
ne 1 Ei Nn E Ed PR dg Ws rid Ek st sen sE, en Ver
ed EE 2” RA Er Se EN VE Te t Ve
En Kf a AD % ' DL î Ens tel Ed pe) 5 „ er = rr Ee à sm laf"
de Nen | a LN NSE (a
An Ned en DS OE 4 be ES tE jn
, ern lt rl Se AS NTL Lak der Rr ae 4
H al ú £ fi 3 5 d 8 fd u rs ï 4 S
Er h Be 4 ll Jm Zal AN PIJN 4 SI % en RE
En AAA KAG Pen y. Een ke (ue: PEA CLAN) dr pi
nt UPE F Â | (Jk 6). Ks IV OE TE Nien A
he MS
IS De RE
FE, en
Toeristische verhuur van woonruimte 5
S tti
| e
De rapportage beschrijft de ontwikkeling van zich in de stadsdelen binnen de ring, waarbij het
de toeristische verhuur van woonruimte en aanbod in stadsdeel West het grootst is (figuur
beschrijft de verschillende onderdelen van 1b). Amsterdam beschikt niet over totaalcijfers
de gemeentelijke aanpak: de handhaving, de van voor 1 januari 2017, waardoor een vergelijking
samenwerking met de verhuurplatforms en de met voorgaande jaren niet mogelijk is. De cijfers
communicatie. De evaluatie van de overeenkomst die door Airbnb worden geleverd laten een
met Airbnb, de bijbehorende afspraken en de stabilisatie van het aanbod zien in de periode
implementatie van deze afspraken, maken geen 2015 — 2017 (18.087 - 18.331) (figuur 7d). De
deel uit van de rapportage. gemiddelde prijs voor een hele woning en een
kamer zijn in de eerste helft van 2017 gestegen,
Voor de rapportage zijn cijfers gebruikt afkomstig met respectievelijk 11 procent en 17 procent
van eigen onderzoek door middel van digitaal (hele woning: € 171, kamer: € 104) (figuur ba). De
toezicht en cijfers die worden verstrekt door Amsterdamse prijzen behoren daarmee tot de
Airbnb in het kader van de overeenkomst tussen hoogste in Europa (figuur 8b).
het platform en de gemeente. De rapportage
richt zich op de eerste helft van 2017, pas
vanaf 1 januari 2017 zijn voldoende gegevens Hele woningen vs kamers (B&B)
beschikbaar voor een betrouwbaar en volledig Van de advertenties op Airbnb is het grootste
overzicht. De cijfers uit digitaal toezicht zijn, deel een gehele woning, een kleiner deel
afgezien van de eerste grafiek over het totaal bestaat uit kamers (B&B). Waar het aantal
aantal advertenties op alle platforms, gebaseerd hele woningen in de eerste helft van 2017 een
op gegevens van de site Airbnb. Van andere daling laat zien (15.075 — 13.689), is het aantal
platforms is onvoldoende informatie beschikbaar kamers gestegen (3.483 — 3.725) (figuur 3a).
of het marktaandeel van de site is zo klein dat dit Uit de B&B meldingen blijkt dat het overgrote
geen vergelijkbaar beeld oplevert. deel van de B&B's zich bevindt in de wijken
in en rond het centrum (figuur 6b). Het aantal
B&B's dat zich heeft gemeld bij de gemeente
Totalen toeristische verhuur laat van december 2016 tot en met maart 2017,
Het totaal aantal advertenties op verhuur- een stijging zien vergeleken met de maanden
platforms lijkt in de periode van januari tot juli ervoor en erna (figuur 6a). Dat de stijging
2017 een stabilisatie te laten zien variërend van een relatie heeft met de overeenkomst met
23.416 advertenties in januari en 21.042 in juni. Airbnb is waarschijnlijk. Sinds de overeenkomst
Deze ontwikkeling doet zich bij alle platforms blokkeert Airbnb verhuringen boven de 60
voor die zijn meegenomen in de meting. Pas dagen als niet kan worden aangetoond dat dit
in 2018, als ook de zomerperiode geheel is legaal is, bijvoorbeeld met een B&B melding bij
meegenomen, is een compleet beeld te geven. de gemeente. Of de stijging het gevolg is van
Uit de cijfers blijkt dat de overeenkomst met bestaande B&B's die zich zowel bij de gemeente
Airbnb tot op heden nog niet heeft geleid tot als bij Airbnb op de juiste manier hebben
een overloop naar andere platforms. Airbnb geregistreerd, of van hele woningen die zich
blijft met afstand de grootste aanbieder met (onterecht) hebben aangemeld als B&B is niet
circa 18.000 advertenties, de overige platforms bekend.
hebben niet of nauwelijks meer dan 1.000
advertenties (figuur 1a). Het aanbod concentreert
6 Rapportage
Legale en illegale verhuur Airbnb om de verhuur boven de 60 dagen te
Op basis van de beschikbare cijfers kan in blokkeren als de verhuurder niet kan aantonen
beperkte mate worden beoordeeld in hoeverre dat hier toestemming voor is!. Per 1 mei 2017
de toeristische verhuur van woonruimte voldoet was 5 procent van het aantal hele woningen
aan de geldende regels. Het aantal meldingen dat voor 2017 was geboekt meer dan 60 dagen
over toeristische verhuur bij Meldpunt Zoeklicht verhuurd. Dezelfde meting op 1 mei 2016 leverde
en het aantal sancties is de laatste jaren sterk een percentage op van 13 procent. De werkelijke
gestegen. Het is echter de verwachting dat effecten van de overeenkomst tussen Amsterdam
dit niet zozeer wijst op een toename van de en Airbnb op te lang verhuurde gehele woningen
illegale toeristische verhuur, maar voornamelijk kunnen pas na 2017 in beeld worden gebracht.
het resultaat is van de investeringen in de
handhaving. Bewoners weten, onder andere bij Uit de gegevens van Airbnb blijkt dat het
overlast, het meldpunt beter te vinden. Zie voor overgrote deel van de woningen wordt verhuurd
een uitgebreide beschrijving hoofdstuk 3 over de aan maximaal 4 personen (figuur 7b). Het aantal
gemeentelijke aanpak. advertenties met verhuringen aan meer dan 4
personen is in de eerste helft van 2017 gedaald
Amsterdam heeft geen eigen cijfers over de van 8 procent naar 6 procent en in absolute
verhuurperiode. Wel levert Airbnb op grond van aantallen van 1.427 naar 1.074 (figuur 4a).
de overeenkomst cijfers over de verhuurperiode.
Hieruit blijkt dat de verhuur voor meer dan 60 Om kennis en ervaring uit te wisselen wordt
nachten daalt. In de periode juli 2016 — juli 2017 veelvuldig met binnen- en buitenlandse steden
werd van de gehele woningen 15 procent langer samengewerkt. Meer informatie hierover staat in
dan 60 dagen verhuurd, in de periode februari paragraaf 2.3.
2015 — februari 2016 bedroeg dit 19 procent.
Airbnb heeft tevens cijfers geleverd die enig
inzicht geven in het effect van de maatregel van
! Verhuur voor meer dan 60 dagen is toegestaan bij gemelde B&B's, hotel(appartementen) en short stay woningen.
É ek er eren Tena:
ba ie df h 9, E á
d d iet « EF f De Pr
aj Ì % a ee Ô he Î
| EE Se Mr nt DE ce 8
: : nie Be er Ee We” MTR: ï ke
Eni Ee ali 1 Ji ee bars et OT EP ne a tt
bar OT ie ij MUNT nar. EK ij zn en zE A 5 + PRE A it Let Den Eee Ms ain si ie Pe dj
REAR PE Peer | NE eeen TN EE na Ek
hr TET NEN OET TE TA n A EE EE EE NE ie
TL Fi st TR ke A bel lin re AN oen ET Si F et ee Nt jen î pl dE
n en pi ZE Pin E) jn, zi E a K ok Lait PM Ad El Re IE 7 5 P: « Cn € ” ED. ® Pl
TTT nn Tee EE en et EE sE Ci
Md Ae Í ! s J en hf ii 1, re AAE 4d er.’ ga Ter | ir |
| mis Mien Rele 9 he an le EE
er ee en En ____ _Za Em or
mein f _ an en nm EE, e
ee enn ee ns zemad
Í Ee eet F h Î | «
=' ef Een nj
El In | ad 1E HIT 1
- | hens | | een Dd u | | }
ek 8 Ë er 8 2 EE B
je een nen L ai 5 _…E 5
| Nn EEN II Ee Ei PR
se RE f | | Ee HD ren fi
Li FNM BE EE Mm IK at en |
| i Ee PPTP TR me Rs) Tek Í
„in IN \e ar AAE ir
PT TET Pe eee EE 5 = i | . zl Es = hen Se ef
en glam ek EE
ap | Ui ge
get > Î | P En en EE Ven A
d de Le | PE ik | ei P
Is B ea REE ge
, Ns bl ie af 5 4 . d Ke | Re
b cg mmm mn dis KROS”
8 En TE, ef wens a en An
| En Kn E : li Î _ A 1 F
! Ee = : | Jas EET kn
| iN ei 1 EEL er had assess U hs
ie dt Senn ce ï B ad idd ss R:
tn 4 GVS Dn A ER me ON nd
an rm A ET A eet 7
| | el 8 ì Br A, niee ln 5
kj e ada be ke ENA Pal ij Ea EK: ke ee 5 AN Re jr Lr
ke! Î hi L f É ed Tri Jen
hk hu OR A 5 ee di ANN Pe Meek AT
kek ai. pe F4 Are ea Es ill Bd Febe E84 EEN rel +
zi, fa 4 a ea n if ide hi RNL
k In rk La 44E: TA ‚4 Pel E Ef ed Wel : ve PN
aA , EN EN eeN Hil ae AEN A È
f 4 " Ä À CA, en Fo n fi Ln - A Mi Pi / i k ie Ge mi
Ree ER Fb ON | | NE A | ID alg ea 7
ES ee A Ge DT IKC Rf PET ZEN Se KN) Krk Pre OO.
A Pt ae  ad Ei € Arm: eN Al &: A Pa oh mj 6 ES Ht hd en í ik p
Ee Z RA va OH DEALS nr het dn a nn ME COKE OSR NEN NEN '
EDER 0e PN WKE MO dd OENE NSE 1e ORM 2 ii) DON] \
WE ak te ht a PP as el N en! EEN. KA AL PE LL 1 ot N
ai Ni KA . id EK A Pete he Pe AS ML Art f Kek d h\ Ei A | bs Ae R
BEL bi ol alken id hont Pan ON OE MODE AAPS OT edt LL Ll Nn
LAD Ad ed rk PDK ot hk DE ONE ALS Vd Vn an
EE Ee mar - on ON ERN Er A ren Le NEER A ih bj N en
EE De nie nd { DE MD ENE Sheli ht
hs df Re KN budi OE ADN hl KAA AA Tod ta En Ne
mt bied Padt k BN Er ope ee UT EE
Er Ee „ : ad 4 RD iT) Ll | ie De ‚ Kk 2e te oml
ij sh eN be PA k kB í Li en touf À tf en NM frs 1
LRC A ee): B En PSA OR BEET a hc) RAN TIEL
od ze Í „ A) rt 4 hd A AKN EC mk Pan Zeke
PN md - 8 WT Pred \f en AN AE AR K en en tE
me d ft ' k TR, CNS A ha 4 vigd „l. «7! bl AR TN Er it
E N _N 7 f al f k „ * Ne Bey
6 ad Ee er WE PS rn ES
ge De | or Vn EME.
) en mn, ve BRA Mk EE (dien SE iin:
í | 5 …_ Nr fs, Á ®, 4e LAS A 4 k 2 4 her CN ETE Jr k re,
Ee a a, et dee Pli or AAS di He
EE rk RE { Efe NB ae Ur
mf) ger”. Br Ame te ej Rv
N penn E me _ zl KS ' / a emme & Ar Ke 6
IJ Rr ie ne AT Wk dje Ì et el
Ë IES De DR : AN it 2 | RN As Ag
N mc Ee ae NE = Ee AR ke à bpv}
Eeen pe Rn RT
a Nae AEN a Ar
4 4 |,
g : en, A Er Y nf kt
et Z PE Aa ANSAEN
mre Ee - ov d ì 4 Ps Si a 4 EUN Te
n r ‚ n' % Tm E Eh Pae En 7 Ds 8
a — : 2 en Re, Kh he
Te tn ee zin heit ee ( NES Oe: TS A a
Re = - — en ERE LN Re Oi LJ de
| en en Nie MENG SES
weed ä 3 En ma CNR Pe ANY Bairo Ae ND ded
er te ite EE En \ BFE eren on ME
d a ike CF, ME Ee er _ a hd Er K 4 - Ne Ar P K : | le bril if % t Le Kd ‚Nl ,
POLE ni MOEKE DE 1 ERE
nf EK E ie Re \À Pr h 4 (ad 4 IS, oa Ni Ee BE a df Y ol NPS iS, d ì eN Spe k Es it
KEN EN AOM OER ZONE DS GENE
Kp he AE En al Ne eh de eN Mn” In ket
tf ee a WM NOT Serre AAS et Ne AE
Ate ANNE PGA Kdl UP IJ: 4 kkn AN Ne DER
TAR Ee ER bd Je dr 8 f „| A be NO. A r Mi
EO EED EE DN RN
ge ie a mr N En ir ee HD en bnn
RA KN ES ee a Ke eN 5 Se A … A u Eh kP RA
5, je wl ij go me ES Ed ee nn U id Kal EN É Sin 4 1e dM oh AE „| b4
Ef: Er , pr N m8 Ker (ng A Vee in dé v Ne CA EE
SNE REN
vn BRE Ee. OE et NES ro If a: ER SDA
s n TA RS k \ E b ee he \ Se MR Ene.
- Es k, Ke Bea ' At, tr Za DE 7 4 8 B , Tee
EN VE a DEM 5 Ei POE
KE KA} Wipe ON 9 A ES
E ett Me di “9 ì f „a ; NE ha ne ie
in k Br nd Pens Hi hen ë L | er 5) Ed \ Nn, Sd Ad HE
es! br ah Nn Et he ane An 4 RS LP Ts Ee î Ë 4 K ne k Î[ B AAS nk eld AR AE —
- d EN p oe Ie HÈ. lk e 8 pe % " Ph} be rds 2 IN DE on Vn Rr 5
, 4 F rn 8 je Et Re et Ë PA) En ie dl KT 5 LN wet Ke Lel | dr pie rn : A ke N ae AC . AL
ad n EN Ve Ee EP band ke MEET _ Le d == 4 Ef VN En u rm
er En WE
A rek ee tE Se ! 8 EE RN bR j
ham KME LE fn 5 Ee : ES e De EK An ok 4 Ee
BL E cm ar f en a |W KA
4 À ei Ei E ed DE — TK B n NS, à
Ke OI EE - BE ej Ee
AOT d d ed Eme de Nr mit
A BE: de el EE SG WR
| |R 7 En ‚At Fn EET Wk Ei
: Ke pe ee 8 & SN icf E at: = N N k JN f ii :
î Ik Á mame TR Vire b en ri E
Eg ve NN OO Ki ams É Le en
TESS ek AS u TN ze
s | Ee hi ke MEN OO | À k +
NE er NAD: - KS Je Dj An Te e 5 Ee 9 “B.
\DE f ! À en N e a Es T- ee E
ee Be hal 0 ik
8 L | t mn, EAS Ì n ij e f had 5 le: Ue a) A ke 5 Ke
RE f El En bm de Ee ï 8 A Ne lar à ARE Ie 4 Ed
ne Pe t ee Ed - bk |E ER RN TN el hik k B dik
L n Ek | eN et ns De EN de: Ì, . ; h en
h Ur we UN | \ 5 al r Se) 4 Ee ri À 8 ke PS Fi ú) n=. rf
zin == Zj NN WE A
Ee RE OK
E mT se = n EE Od
e Er: EES p á ed af Dn kaun
nn j Ee Re en en
ze e en
NE A ree
en = Te ie ER sn En Ee
el > me DRE UN Ee
WE ni det Oe OT RaT Rd
EEn en gn Er GE en u 8 et, MORE 7 tk lers de beid )
a hen Ee Pe me ie Ee Ld ee ë Ee ia
me in _ 5 En mn i
EE pn ee ee 3 ir B pi
nn dn
Toeristische verhuur van woonruimte 9
leidi
1.Inteiding
De toeristische verhuur van woonruimte heeft duidelijkheid te bieden aan zowel huurders als
de afgelopen jaren een grote vlucht genomen. verhuurders en mogelijke negatieve gevolgen van
Het aantal toeristen is wereldwijd en ook in toeristische verhuur tegen te gaan.
Amsterdam, sterk gegroeid. Daarnaast heeft de Deze rapportage geeft aan de hand van
opkomst van online platforms de toeristische verschillende cijfers inzicht in de omvang van
verhuur van woonruimte een stuk makkelijker de toeristische verhuur van woonruimte in
gemaakt. Voor veel bezoekers is deze vorm van Amsterdam in de periode van 1 januari 2017 tot
verhuur een aantrekkelijk alternatief voor het 1 juli 2017. De bijlage toont een overzicht van het
bestaande (hotel)aanbod. Voor veel bewoners Amsterdamse beleid (bijlage 1).
is de verhuur van (een deel) van de woning een
(extra) bron van inkomsten. Daar staat tegenover
dat de verhuur van woonruimte, mede dankzij 1.1 Bestuurlijke achtergrond
de toenemende aantallen, een mogelijk negatief De rapportage toeristische verhuur vervangt
effect kan hebben op het woon- en leefmilieu een deel van de eerder afgesproken
in buurten en kan leiden tot (brand)onveilige Overnachtingsmonitor, waarin gerapporteerd
situaties. zou worden over de hotelmarkt èn de
toeristische verhuur van woonruimte. De
Amsterdam is voortdurend in gesprek met het Overnachtingsmonitor wordt opgesteld door
rijk en de EU om ook illegale vakantieverhuur EZ en zal, door middel van een digitale kaart,
te agenderen. Als gevolg hiervan wordt per inzicht geven in het bestaande en toekomstige
1 oktober 2017 de meldplicht ingevoerd. hotelaanbod. Omdat de toeristische verhuur
Ook wordt gesproken over een landelijke wet van woonruimte hier niet in wordt meegenomen
specifiek voor toeristische verhuur. In Europees wordt hierover apart gerapporteerd in de
verband wordt gekeken of Europese regelgeving onderliggende rapportage. In de beantwoording
toereikend is om platforms verder te reguleren. van motie 523 (Moorman, PvdA, 02-06-16), die
Ook in Amsterdam wordt voortdurend nagedacht het college verzoekt jaarlijks te rapporteren
over nieuwe oplossingen, bijvoorbeeld in de over vakantieverhuur, is verwezen naar de
denktank toeristische verhuur, maar ook samen Overnachtingsmonitor. De koppeling tussen
met de Amsterdammers. Bij WOON kunnen beide thema's wordt gemaakt in de Rapportage
bewoners terecht voor meer informatie en Toerisme, die jaarlijks wordt opgesteld door
ondersteuning bij overlast van toeristische Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) en
verhuur. VvE's zijn aangeschreven met de wordt gepubliceerd in het najaar.
geldende voorwaarden en de mogelijkheid om
vakantieverhuur te verbieden in hun complex. In de Amsterdamse aanpak worden verschillende
De openingstijden van Meldpunt Zoeklicht ideeën vanuit de gemeenteraad meegenomen
zijn verruimd en bij klachten krijgen bewoners bijvoorbeeld de eerder genoemde Europese
op korte termijn een terugmelding. Verder is lobby ten aanzien van verhuurplatforms komt
voor bed & breakfast-houders een speciale voort uit een afgehandelde motie 526 van lid
voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd om Moorman (PvdA) en Flentge (SP) (02-06-16)
de voorwaarden nader toe te lichten. Meer evenals de brief aan VvE's, motie 522 van lid
informatie over de gemeentelijke aanpak wordt Flentge (SP) (02-06-16), over de mogelijkheden
omschreven in hoofdstuk 3. ten aanzien van toeristische verhuur. Ook de
denktank toeristische verhuur komt voort uit
In 2013 heeft Amsterdam beleid vastgesteld een motie (520) van lid Van Dantzig (D66), Van
waarin voorwaarden zijn opgenomen voor de der Ree (VVD), Moorman (PvdA) en Flentge (SP)
toeristische verhuur. De voorwaarden dienen 02-06-16). Sinds motie 1480 van lid Moorman
Rapportage
(PvdA) en Nuijens (Groenlinks) (09-11-16) worden controle van de overeenkomst met Airbnb. De
gegevens gedeeld met Belastingen om ook rapportage vormt de basis voor het evalueren
daar de handhaving aan te scherpen. Een van de overeenkomst tussen de gemeente en
ander voorbeeld is de brief waarmee de raad Airbnb. De gemeenteraad wordt in een aparte
is geïnformeerd over de gespecificeerde B&B brief geïnformeerd over de evaluatie van de
regels op de website (toezegging, Van Dantzig, overeenkomst. In de rapportage wordt daarnaast
D66 29-03-17), maar ook de schriftelijke vragen de voortgang beschreven van het overleg met
van lid Moorman (PvdA) over bed & breakfast en de andere verhuurplatforms dan Airbnb, zoals
afspraken Airbnb (03-04-17). toegezegd aan raadslid Van Dantzig in de
raadscommissie WB (07-09-16).
Met de rapportage voorziet het college ook
in de afhandeling van een motie en een toe- De gegevens uit de rapportage worden
zegging. Motie 52 (Moorman, PvdA, 25-01-17) meegenomen bij het onderzoek naar
verzoekt het college gegevens te blijven capaciteitsbeleid voor B&B's, opgenomen in
verzamelen om de toeristische verhuur van amendement 719 ingediend door lid Flentge (SP)
woonruimte te kunnen blijven monitoren ter bij de Voorjaarsnota 2017.
EE of LAB
ts Ei ' ì 736
F Mennnie ed il re ‚ er
8 : En | (3 can
pee 4 mg en hm dd er DES artkrer ern a 5 Sl
EDE HINT FCE Ten)
B ae 5 bt d b ee î | el A k lb } CN je=e B - CN MT Emm f
ra? VR an Ene Een ER et ANN Pe NT LI L] LI
ed E u Wam md ie | f PE en | En Er ne, | | | SELF LT lj: a”
nen NR ole PN ee EN € ij et | ml
Ser Oe EE EA NT aad ed
mises gd Ee en Eee, Ee u dr Ee = NAE Fe ie
MEENT Ed Ee AAR a art ATA | ee KE my IK
| | i ld ee [TT a ' SS B : À | | B OO hal Ee
| Li pe | i in se mmh Ik er N | Ä ER AE BE ET BE > | | | | |
A mien TNT ER ER | Nrd | „_l F dh geer: en er nen me
en if wen Koet Pr lik ak en: RE mk or E
C pe d út Ek 249 à) he Pe fj R : Ee : IE hi HK =p u Er i le
TE dh, gf se Ls MG ien } dn —l re
A En An Jk rar Wid a Nn Kk De, END hash
f er pl | zi Is ES pt / Eb n tl) | | =| — es Bte] Á ie RN = es Eer eN en
mm, Dr ne Dn PE dl IN Ea 4 5 bnn RaT in 4 t KA | e \ ee id ln ,
lln | Wibi En mm
ee A En a A ee de lek ) \ 8: rj ERE
Se ed AT ES Mp U FR \\ N WU ne
| Nen ES ES |
SEN NON e
an hr | RE: EN N Nn En zi DE Ee 3 Pre k ee Kk —=s KAL EN ea ck „oen
Bien, Ee R, 7 A Ik 4 il ha 5 zet te . : | Rn ne, en mn IN \ EE rr e e E, ei
jg Kk fer : AEN E EL if \ A ziek ke À Ü Î n d bi een DR en
A SE NE
Dn EE u ir ler Petre tg hef rk
ef Sne À edere Ue
ee En EEE TE Fn DE
EE nnn
Ee en
Toeristische verhuur van woonruimte 11
2 istisch h
‚ Toeristische verhuur
e e mf
In dit hoofdstuk worden de verschillende aanbod aan toeristische verhuur aan de hand
beschikbare cijfers over toeristische verhuur van van deze cijfers nader toegelicht. Voor een deel
woonruimte besproken. In de eerste paragraaf zijn de cijfers beschikbaar voor de verschillende
worden alle beschikbare cijfers voor Amsterdam verhuurplatforms, maar voor het overgrote deel
gevisualiseerd weergegeven. Het gaat hierbij zijn de cijfers alleen beschikbaar voor Airbnb.
om data van 1 januari 2017 tot 1 juli 2017, omdat De rapportage focust op Airbnb omdat alle
vanaf deze datum een betrouwbaar beeld andere websites een veel kleiner aanbod aan
geschetst kan worden. De data van vòòr 2017 advertenties hebben. De schaalgrootte en de
is niet compleet genoeg om te gebruiken. Om daarbij behorende maatschappelijke impact zijn
de beschikbare cijfers in context te plaatsen onvergelijkbaar met andere platforms. De twee
wordt in de volgende paragrafen een vergelijking Duitse verhuurplatforms Wimdu en 9flats zijn in
gemaakt met cijfers van Airbnb en een aantal 2017 gefuseerd om de toenemende concurrentie
steden elders in Europa. Hiermee wordt nuance van Airbnb op de wereldmarkt aan te kunnen.
aangebracht in de discussie over eventueel In Amsterdam heeft deze fusie geen significant
verschillende interpretaties van de cijfers. effect op de aanwezigheid van Airbnb. De
websites Wimdu en flats hebben wereldwijd
De cijfers van de gemeente Amsterdam wijken 550.000 advertenties, terwijl Airbnb aangeeft
af van andere analyses zoals Inside Airbnb?, meer dan 3.000.000 advertenties te hebben.
AirDNA?en de cijfers van Airbnb zelf. De TripAdvisor, Hotellettings en Flipkey hebben
afwijkingen hebben vooral te maken met de allemaal dezelfde advertenties, omdat ze de data
meetfrequenties, de berekeningen voor het van de verhuurders hergebruiken. Het tonen van
analyseren van de data en de afbakening van dezelfde advertenties op verschillende websites
wat er geografisch gezien bij Amsterdam vergroot het bereik en het aanbod lijkt groter
hoort. Zo valt Inside Airbnb altijd lager uit in dan het daadwerkelijk is. De advertenties van
vergelijking met gemeente Amsterdam, omdat HomeAway staan bijvoorbeeld ook bij VBRO,
hun meetfrequentie lager is. Dit maakt een Waytostay en Routard.
vergelijking lastig. AirDNA heeft een berekening
gemaakt voor het aantal overnachtingen op De informatie over toeristische verhuur van woon-
basis van historische informatie. De gemeente ruimte wordt gegenereerd door het regelmatig
Amsterdam maakt hier geen gebruik van omdat ophalen van online gegevens, op basis van
het gedrag van huurders en verhuurders op zogeheten ‘webscraping technologie’. Met deze
Airbnb gedurende de afgelopen tijd te veel technologie onderzoekt de gemeente verschillende
fluctueerde om hier voorspellende waarde aan meta-data over advertentiegegevens op de
toe te kennen. verschillende websites. De cijfers die gemeente
Amsterdam genereert zijn gebaseerd op ‘scrapes!
21 Cijfers gemeente Amsterdam van meerdere meetpunten in een maand op
De cijfers die voor deze rapportage worden aselecte momenten. Er is gekozen voor een
gebruikt zijn afkomstig uit digitaal toezicht en meetperiode van een maand omdat dit een
gemeten tussen 1 januari 2017 en 1 juli 2017. vollediger beeld geeft. Alleen advertenties
In deze paragraaf wordt de omvang en het waarvan de aangegeven locatie binnen één van
2 Inside Airbnb is een onafhankelijke, niet-commerciële groep van onderzoekers die een enkele tools hebben ontwikkeld om Airbnb
data te onderzoeken om een beeld te schetsen hoe Airbnb wereldwijd wordt gebruikt. Inside Airbnb biedt eigen filters en belangrijke
statistieken. Zij worden in het maatschappelijk debat vaak gezien als “Watchdog”. Inside Airbnb haalt de gegevens maandelijks op.
3 AirDNA is een commerciële partij die data van, en analyses over Airbnb verkoopt. Verder bieden zij hapklare inzichten en dashboards
voor vastgoedinvesteerders op basis van gescrapete Airbnb data. Dit bedrijf geeft aan dagelijks gegevens op te halen van Airbnb.
12 Rapportage
de stadsdelen ligt, zijn meegenomen. Het gaat lag bij alle platforms in de periode 1 januari
om unieke advertenties die minimaal één keer in 2017 tot 1 juli 2017 op gemiddeld 22.000
de eerste zes maanden van 2017 zijn geplaatst. advertenties. In januari 2017 lag het absolute
Stadsdeel Westpoort wordt niet in de figuren totaal* van de geanalyseerde platforms tussen
weergegeven, omdat het aanbod in dit stadsdeel de 21.042 (juni) en 23.416 (januari) advertenties”.
zeer gering is. Het type gedeelde kamer komt Er lijkt gedurende deze periode sprake te
in enkele figuren terug, maar hier worden geen zijn van stabilisatie. Januari 2017 bevatte een
uitspraken over gedaan, omdat ook hier geldt dat vakantieweek terwijl juni dat dit jaar niet had.
het aanbod gering is. De cijfers in subparagraaf Pas in 2018 is een compleet beeld te geven
211. tot en met 2.1.5. hebben betrekking op het waarin de zomerperiode geheel is meegenomen.
eerste half jaar van 2017. Airbnb is veruit het grootste online platform:
het aantal advertenties op de andere platforms
2.1.1 Aanbod is relatief klein. Alleen de grotere platforms zijn
Het totaalaanbod, dat bestaat uit een gehele meegenomen in deze rapportage.
woning, privé kamer (B&B) en gedeelde kamer,
Figuur 1a: Aantallen per website/platform (bron: digitaal toezicht)
20000
15000 B jan 17
m feb '17
B mrt 17
10000 — apr '17
B mei 17
m jun '17
5000
‚ man He manne HERDE Dal …
Airbnb Booking Wimdu Homeaway Flipkey flats
Het aanbod via Airbnb lijkt in de meeste stads- Pas in 2018 kan een totaalbeeld over 2017
delen in de eerste helft van 2017 stabiel. In geschetst worden, waarin ook de zomerperiode
stadsdeel Centrum, West en Zuid is een lichte is meegenomen.
daling zichtbaar in het toeristisch aanbod.
4 Gemeten op basis van meerdere metingen op aselecte momenten in één maand. Alle unieke advertenties uit de verschillende
metingen tezamen vormen het totaal in één maand.
5 De totalen bevatten mogelijk dubbelingen, sommige advertenties staan op meerdere websites.
Toeristische verhuur van woonruimte 13
Figuur 1b: Aantallen per stadsdeel via Airbnb (bron: digitaal toezicht)
6000
5000
B jan “17
4000 Em feb '17
B mrt 17
3000 — apr 17
B mei 17
2000 2 jun 17
1000
0 ml Hi Han me
Centrum _ Nieuw- Noord Oost West Zuid Zuidoost
West
2.1.2 Vergelijking woningvoorraad die worden aangeboden via Airbnb. In de kolom
Het aanbod op Airbnb ten opzichte van de totale Amsterdamse woningvoorraad is naast
totale Amsterdamse woningvoorraad (2017) is koop ook de sociale en particuliere huurvoorraad
gemiddeld 4 procent. In stadsdeel Centrum en meegenomen. In de cijfers van Airbnb zijn naast
West ligt dit met 7 procent hoger. In stadsdeel gehele woningen ook hotels (kamers) en privé
Nieuw-West en Zuidoost is dit 1 procent. In kamers (B&B) meegenomen. De cijfers zijn dus
stadsdeel Centrum is de totale woningvoorraad niet volledig vergelijkbaar.
bijvoorbeeld 54.026 tegenover 3./92 advertenties
Figuur 2a: Aanbod Airbnb ten opzichte van totale woningvoorraad (bron: digitaal toezicht)
100000
80000
60000 m Woningvoorraad (2017)
B Aanbod Airbnb (juni 2017)
40000
20000
0 mn _— _— _ m mn ——
Centrum __Nieuw- Noord Oost West Zuid Zuidoost
West
14 Rapportage
2.1.3 Type aanbod aanbod aan gehele woningen, van 15.075 naar
Het type aanbod is onderverdeeld in gehele 13.689 woningen, een daling van 9,1 procent. Het
woning, privé kamer (B&B) en gedeelde kamer. aandeel privé kamers is gestegen van 3.483 naar
Dit zijn de verschillende opties voor verhuur via 3.725 kamers, een stijging van 6,9 procent.
Airbnb. Er is een dalende trend zichtbaar bij het
Figuur 3a: Type woning via Airbnb (bron: digitaal toezicht)
16000
12000
10000 —— Gehele woning
—— Privé kamer (B&B)
8000 == Gedeelde kamer
6000
4000 ee
2000
0 NA
jan '17 feb '17 mrt '17 apr '17 mei '17 jun '17
Bij het type aanbod per stadsdeel is een daling in stadsdeel Centrum, met -18,9 procent
te zien in het aanbod van gehele woningen en stadsdeel Zuidoost, met -15,/ procent.
verhuurd via Airbnb. De daling is het grootst
Figuur 3b: Gehele woning per stadsdeel via Airbnb (bron: digitaal toezicht)
5000
4500 Mn
4000
3500 —_ Centrum
ooo ee —— Nieuw-West
—— Noord
2500
nnn —— Oost
2000 — West
1500 — Zuid
1000 —— Zuidoost
500 nd
0 ee
jan '17 feb '17 mrt '17 apr '17 mei '17 jun '17
Toeristische verhuur van woonruimte 15
In twee stadsdelen, te weten Centrum en Zuid, andere stadsdelen is een daling zichtbaar in het
zijn in juni 2017 meer privékamers (B&B) verhuurd aanbod privé kamers, bijvoorbeeld in stadsdeel
dan in januari 2017. In Centrum is dat gestegen Zuidoost (-9,5 procent) en West (-3,5 procent).
met 22,7 procent en in Zuid met 11,7 procent. In
Figuur 3c: Privé kamer (B&B) per stadsdeel via Airbnb (bron: digitaal toezicht)
1000
900
800
700 —— Centrum
600 ZL —— Nieuw-West
——_ Noord
500
EEE EEE ——- Oost
400 —— West
EEE .
300 —= Zuid
EEE .
200 —— Zuidoost
100
0
jan '17 feb '17 mrt '17 apr '1/ mei "17 jun '17
2.1.4 Capaciteit deel van het aanbod wordt verhuurd aan één tot
Het aantal verhuringen aan meer dan vier vier personen. In januari 2017 waren dit 17.245
personen is in de eerste helft van 2017 advertenties en in juni 2017 16.563 advertenties.
gedaald van 8 procent naar 6 procent van het Het verhuren aan meer dan vier personen is
totaalaanbod. In absolute aantallen is dit aanbod alleen toegestaan wanneer er sprake is van een
gedaald van 1.427 naar 1.074. Het overgrote hotel-vergunning.
Figuur 4a: capaciteit meer dan 4 personen via Airbnb (bron: digitaal toezicht)
1600
1400
1200
1000
800
600 B Meer dan 4 personen
400
200
0
jan 17 feb "17 mrt '17 apr'17 ____mei'17 jun '17
16 Rapportage
21.5 Prijs De grootste stijging in prijs voor een gehele
De gemiddelde prijs voor zowel een gehele woning is te vinden in stadsdeel West en
woning als een privé kamer (B&B) is in de eerste Zuidoost, respectievelijk met 13 en 13,5 procent,
helft van 2017 gestegen. De prijs voor een gehele van €137 naar €155 en van €105 naar €119.
woning is met gemiddeld 11 procent gestegen,
van €154 naar €171. Voor privé kamers is de prijs
met gemiddeld 17 procent gestegen, van €87
naar €104.
Figuur Sa: prijs per type via Airbnb (bron: digitaal toezicht)
180
160
140
120
100
30 B Gehele woning
B Privé kamer (B&B)
60 B Gedeelde kamer
40
20
0
jan ‘17 feb "17 mrt “17 apr '17 mei 17 jun "17
De grootste stijging in de prijs van privékamers
(B&B) is te vinden in stadsdeel Nieuw-West met
22,1 procent (van €68 naar €82) en stadsdeel Zuid
met 20,3 procent (van €87 naar €104).
Figuur Sb: gemiddelde prijs gehele woning per stadsdeel via Airbnb (bron: digitaal toezicht)
220
200
—= Centrum
180 —— Nieuw-West
160 ZZD —- Noord
… — Oost
—— West
120
—— Zuid
100 ZN —— Zuidoost
0
jan '17 feb '17 mrt '17 apr '17 mei '17 jun '17
Toeristische verhuur van woonruimte 17
Figuur Sc: gemiddelde prijs privé kamer (B&B) per stadsdeel via Airbnb (bron: digitaal toezicht
140
130
120 —— Centrum
110 —— Nieuw-West
100 —— Noord
90 nn —— Oost
Nv
70 ZZZ —— Zuid
60 —= Zuidoost
50
jan '17 feb '17 mrt '17 apr '17 mei '17 jun '17
21.6 Bed & breakfast (B&B) zijn er 717 B&B's gemeld bij de gemeente en 49
Sinds april 2016 worden de meldingen voor B&B's B&B's zijn afgemeld. De piek in december 2016,
centraal gearchiveerd. Voor die tijd werden deze januari en maart 2017 komt mogelijk voort uit de
gegevens op verschillende manieren door de nieuwe overeenkomst met Airbnb. Als gevolg
stadsdelen gearchiveerd. Het is daardoor niet daarvan kon vanaf 1 januari 2017 een verhuring
mogelijk een betrouwbaar beeld te schetsen van van een gehele woning voor meer dan 60 dagen
de meldingen uit de periode voor april 2016. Een geen boekingen meer ontvangen. Bij permanente
volledig overzicht van het aantal gemelde B&B's, verhuur zou in maart 2017 het quotum van 60
dat tevens nog actief is, kan daarom niet worden dagen bereikt zijn. Op kaart staan de aan- en
gegenereerd. Figuur 6a geeft inzicht in de aan- afmeldingen per locatie weergegeven in figuur
en afmeldingen sinds april 2016. In deze periode ób.
Figuur 6a: aantal aan- en afmeldingen B&B (april 2016 t/m juli 2017 — bron: gemeente Amsterdam)
120
100
80
60 B meldingen
B afmeldingen
40
‚ | | | | | | | | | |
see ESES SE
22 5 EES ese EAS ES
18 Rapportage
Figuur 6b: aan- en afmeldingen B&B (april 2016 t/m juli 2017 — bron: gemeente Amsterdam)
ele ke
e ela} dees edi «
B AG 5 CN ke O0 ì
e t sl nt er ° ee
, d ee Rn zal
eten
sh DDS SPS te ete …
; nt EO LL % en
eee . e sik ner Peat, se An 5 ORE fs
À Á 7
B meldingen B afmeldingen
2.1.7 Short stay overtreden van de voorwaarden. Dit betrof
Short stay is de kortdurende verhuur van woon- voornamelijk short stay woningen die werden
ruimte voor een periode van minimaal 7 nachten gebruikt voor korte/toeristische verhuur voor een
en maximaal een half jaar. Short stay is uit- periode van minder dan 7 nachten. Met ingang
drukkelijk bedoeld voor expats, werknemers die van 2014 worden geen vergunningen meer
naar Amsterdam komen om hier voor een korte verstrekt voor short stay in bestaande woningen.
periode te komen werken. De verhuur van short
stay appartementen heeft oorspronkelijk niets In nieuwbouw is short stay, als het bestemmings-
met toeristische verhuur te maken. Uit klachten, plan het toelaat, zonder vergunning mogelijk. Het
onderzoek en handhaving is echter gebleken dat aantal woningen dat in nieuwbouw als short stay
veel short stay appartementen in praktijk niet aan wordt verhuurd, bedraagt naar schatting 400. Het
expats worden verhuurd maar aan toeristen. Bij gaat naast nieuwbouw ook om transformatie waar
overtredingen en na waarschuwingen worden de short stay nog mogelijk is, mits het bestemmings-
short stay vergunningen ingetrokken maar dat plan het toelaat. Het is op dit moment niet
aantal is beperkt. De veronderstelling is dat groot mogelijk om aan te geven waar en voor welke
aantal short stay appartementen aan toeristen locaties short stay nog mogelijk is. Dat is af-
wordt verhuurd. Gelet op het voorgaande hankelijk van het vigerende bestemmingsplan ter
ontbreken duidelijke cijfers hieromtrent. plaatse. In antwoord op een toezegging (02-06-16)
aan lid Flentge (SP) en een toezegging (08-02-17)
Tussen 2009 en 2014 was short stay in bestaande aan lid Moorman (PvdA) wordt begin 2018 een
woningen mogelijk met een short stay ver- voorstel gedaan over de mogelijkheden om short
gunningé. In totaal zijn in deze periode 791 stay in nieuwbouw en transformatie gelijk te
vergunningen verstrekt in Amsterdam. Inmiddels trekken aan short stay in de bestaande bouw.
zijn 47 vergunningen ingetrokken vanwege het
$ Een vergunning voor short stay is een vergunning voor woningonttrekking ten behoeve van short stay. Omdat geen sprake is
van reguliere bewoning, maar van kort wonen voor een periode van minimaal 7 nachten tot maximaal een half jaar, wordt short
stay beschouwd als woningonttrekking.
eer rk e Ne Ge en Oe Es
en EEE B er ENE ie
kas d he Je CN d IE Ä p ik ME ae eN HE A À = }
Due Ne, AE trije Oe Pt A ett NRE a a sE) we h |
nn PETE er vO DE a A
ere PRA Û ne Ee Ed ee IP en ae PD EE 4 ve ei - d
Me ENA io ADT ED ee |
Te EE Pont iT le et GE er Ie, efen ijden
4 “# ihk dS Fé se mine À zee Ti een! A En % ed re in Em - B Dd Re |
man Ais Td ier Se at er Jk UP el pee eE rd |
tE AND nt rea en an Clk sv ee en 7 ee T ef 7 4
EE EE AE dn AI ot | md de Ek
en rd A RE SEN MEEL OET it Le Ee Ms Sr Ô eN
& Nete a ER d EE Me Re 8 5e br Vr EE 4 4
NE er) 0 Gi dd A bn EN Ee Pipe, TE ee eg den EE ee
mk ai dns a 2 dT EA 2e: dir: ek Ns a len ein Ee 6 5
id Á jk RE : at de hed 4 le, pts hiet En on à En ee ze Ee
Er nn EE ne
zj EE Mie OO TR
nnn me nn Er Ed EN be A
Tide ne fn al rf Tee Dn dd
Le il zl + 5 j Sd : b E x 1 ene Pu B et KE
def) en Ee md | Ks Á a - er > nr _ IE 4 Fi : pe"
k uE) br ne dte ú 1e i oe Ae 3 ‚er KE | ‘ rr r
Silk Á Tak si de ú 9 ij Kk À H de Ja \ F fl
Aln ke 1 A | 5 1 ik ij is STN
f mes A Ka! L ee 1 | LE. 1 4 Nr nf
È ant Î Á Dd t VE Ed L
AE ip MB
Bs B EAN Cn LJ
a Se Á wekt As (CO UNIE IR
| | Á OE dee Ei el j
BEET ME
Ee 6 Ï B |
„ À a
PN n,
El " =
Pt | | el
han Ee
: n | Î
er RN 7
é ‚ / zi et, > \ EET | ’
_ en Dn 1 li KE] mnd er
en TRS Mt zn 1 : Oe | | AL
- mi - 8 one ad TE en u ae Ne | '‚
‘ nn an INE Pr
— DS ad = pm en An ORL,
Oe Vila
- =: Er ee NS a A 4
ne MT
Ee ER iK On VOND Is,
el en AA de Eef HD NE MO— ni Er
ZEN f= RG
mln _ STEETS SSR De nnn En
en AERDEN Ee ed |
Rm AERELEUL NG Me |
ee EEE EN (NE Al
a EEE ee HE vl pe . mmm a
AEODERHOAN (LS Ee
nn iii Me Ë\
ee BEUDE ak 7
mn ee DART, LE N \ A MEE | al :
| fa j bi mg nn
oe Ie „ik Ek ‚ A) d hen \ ï
Je rr kT iP en
b | si GR e L nn - In 4 ne
& | PE … , hd [ fl, 4 Kr: 8 hed } Es 4 mA en 3 en
Ol Bd EAN emd lt eerd
SELS NA Sa EN ==
le A Ml ei ER ad
pn 4 PM De tn B er Er B RS bre pie ss 5 “ : ea U Ee
En ij f P Er Een Pe F3 Re EE Fn tand OE PE pd : e= E dl pe | B mn
Aat A Se ie Ce, de 4e A ER DANE Wip
A: N; es kf Eer sk ln Es A Ef : di De En L Re ì Ps 5 KE, Lr $ a dn Pen
pers en lela Aen NLA Ed | “Â er ke B kif rs zel
p, / er ad ed À . er £ kh) ee L, re b Pa il er Non Md br. De Pe en a
TE Na ee Ade OE Er AS 2, DS td nf
En EE 0 \ DRE A
Ee en 3 An Ie Ù lef AH rn nd en han Pda EER of Ie rn )
nn < rg enn te gee
d 5 A | k ‚5 an í “Th P oi
A à | | IN
20 Rapportage
2.2 Cijfers Airbnb de periode februari 2015 tot februari 2016.
Airbnb maakt ook haar eigen rapportages Een vergelijking tussen deze twee perioden
over aantallen en frequentie van verhuringen. laat zien dat het aanbod waarbij meer dan 60
De gemeenteraad is hierover op 24 juli 2017 dagen is verhuurd, is gedaald van 19 naar 15
geïnformeerd . In deze paragraaf wordt nader procent. In tabel 7b en 7c is door Airbnb een
ingegaan op deze cijfers die betrekking hebben inschatting gemaakt van het aantal boekingen bij
op een ruimere periode tussen 2015 en 2017. verhuringen voor meer dan 60 dagen in 2017. Uit
deze cijfers blijkt dat sprake is van een daling ten
In figuur Ja wordt het aanbod aan gehele opzichte van 2016. De werkelijke effecten van de
woningen (absolute aantallen) voor meer of overeenkomst tussen Amsterdam en Airbnb op
minder dan 60 nachten weergegeven voor te lang verhuurde gehele woningen kunnen pas
de periode 1 juli 2016 tot 1 juli 2017 en voor na 2017 in beeld worden gebracht.
Figuur 7a: Aanbod gehele woning voor meer en minder dan 60 dagen (bron: Airbnb)
18000
16000
14000
12000
10000
8000 B minder dan 60 nachten
4000 B meer dan 60 nachten
4000
0
feb 2015 - feb 2016 1 juli 2016 - 1juli 2017
Figuur 7b: Boekingen gehele woning voor meer en minder dan 60 dagen (mei 2017 - bron: Airbnb)
5%
In figuur 7b is zichtbaar dat 5 procent van het
aanbod, met een meetpunt in mei, meer dan 60
dagen is geboekt. Ter vergelijking is ook 2016
B toegevoegd met eveneens een meetmoment in
mei 2016. In figuur /c wordt getoond dat over
B minder dan 60 nachten dezelfde periode 13 procent van het aanbod
B meer dan 60 nachten meer dan 60 dagen is geboekt.
Toeristische verhuur van woonruimte 21
Figuur 7c: Boekingen gehele woning voor meer en minder dan 60 dagen (mei 2016 - bron: Airbnb)
13%
87%
B minder dan 60 nachten
B meer dan 60 nachten
Figuur 7d: Kenmerken type woning en aantal advertenties (bron: Airbnb)
20000
15000
10000
m 2015
Em 2017
5000
0 nm mn
aantal advertenties gehele woning privé kamer (B&B)
In figuur 7d wordt een vergelijking gemaakt op Airbnb ligt zowel in 2015 als in 2017 hoger
tussen het totaal aantal advertenties op Airbnb dan het aantal wat bekend is bij de gemeente
in 2015 en 2017. Hierbij wordt een onderscheid Amsterdam. Per 1 oktober 2017 wordt hier
gemaakt in type; gehele woning of privé kamer. strenger op gehandhaafd, alle B&B's moeten zich
In deze cijfers is geen stijging van het aantal nu alsnog melden bij de gemeente.
privé kamers zichtbaar. Het aandeel privé kamers
22 Rapportage
2.3 Cijfers internationaal dat de verhuur van een kamer of deel van de
Ter vergelijking met de cijfers van de gemeente woning (B&B) in bijna alle genoemde steden
Amsterdam in paragraaf 2.1 worden de cijfers gelijk oploopt met de toeristische verhuur van de
van een aantal andere Europese steden gehele woning, behalve in Amsterdam en Parijs.
weergegeven. De onderlinge cijfers zijn niet in Figuur 8a toont een overzicht van het type
absolute zin vergelijkbaar, omdat er beleidsmatig woning dat verhuurd wordt op 1 juli 2017 in
verschillen zijn tussen deze steden. Ondanks de verschillende steden. Figuur 8b laat een
het verschil in beleid wordt hiermee zichtbaar vergelijking op prijs zien tussen de verschillende
dat toeristische verhuur van woonruimte in steden, in januari 2017 en juli 2017.
deze steden ook veel voorkomt. Tevens valt op
Figuur 8a: Type vergelijking internationaal 1 juli 2017 (bron: digitaal toezicht)
80000
70000
60000
50000
40000
30000 EB Gehele woning
EB Privé kamer (B&B)
20000 m Gedeelde kamer
Se | | Ì L ij
0 B __ | mn In mn _ En
2x ce AN ge Ns e ee e
ee tte
Figuur 8b: Prijs vergelijking internationaal 1 januari en 1 juli 2017 (bron: digitaal toezicht)
140
120
100
80
60
m 01 jan '17
40
m O1 jul 17
20
0
ze de „0 goe se oe ed ° AN gor* ge”
pe ©
Toeristische verhuur van woonruimte 23
Tabel 1: Kenmerken toeristische verhuur internationaal (bron: digitaal toezicht)
1 juli 2017: 26.213 advertenties 1 juli 2017: 17.767
Gemiddelde prijs: €136 Gemiddelde prijs: €71
77,64 % Gehele woning 58,06% Gehele woning
21,83 % Privé kamer 40,95% Privé kamer
0,54 % Gedeelde kamer 1,00% Gedeelde kamer
Paris
1 juli 2017: 23.266 advertenties 1 juli 2017: 90.991
Gemiddelde prijs: €97 Gemiddelde prijs: €88
52,20% Gehele woning 83,62% Gehele woning
47,12% Privé kamer 15,36% Privé kamer
0,68% Gedeelde kamer 1,02% Gedeelde kamer
1 juli 2017: 21.584 1 juli 2017: 29.818
Gemiddelde prijs: €59 Gemiddelde prijs: €89
51,46% Gehele woning 63,07% Gehele woning
47,40% Privé kamer 36,29% Privé kamer
1,14% Gedeelde kamer 0,65% Gedeelde kamer
1 juli 2017: 64.243 1 juli 2017: 8.873
Gemiddelde prijs: €109 Gemiddelde prijs: €6/
50,62% Gehele woning 67,52% Gehele woning
48,25% Privé kamer 31,38% Privé kamer
1,13% Gedeelde kamer 1,10% Gedeelde kamer
De cijfers in tabel 1 laten voor Amsterdam korte termijn grotendeels het Amsterdamse
een groter aantal advertenties zien, omdat beleid over. Ook op Europees niveau is
hierbij is geanalyseerd op basis van het veelvuldig contact met onder andere Barcelona,
advertentie aanbod op Airbnb met als filter Berlijn, Brussel, Kopenhagen, Lissabon en
groot-Amsterdam. In de analyse van de Madrid. Amsterdam organiseert zelf begin
Amsterdamse cijfers in paragraaf 2.1 zijn alleen 2018 een internationale conferentie over de
de Amsterdamse postcodes meegenomen. handhavingspraktijk met als doel kennis en
ervaring uitwisselen met verschillende
Er is regelmatig contact met andere Nederlandse Europese steden.
steden zoals Utrecht, Den Haag, Rotterdam en
Eindhoven. De eerste drie steden nemen op
. ee NNENGN Ks EN | hj IEN k KA | Èe Ea id ie
ode ANR ANN BAN Re BNN AN KA SIR 47
| | pe me NON hi SJ AN | } 5 EN N \ | \ \ 1 \ | in \ k Î |
0 ï NS. SN At | EN nl NN EN f EN IN, \ \ \ \ \ ek
EE EN | an NAD NIER
RO EERE ER ARE
| Dn SNES AN oe RN U Ki N ERR
í t ES Ï k r: pe N N SN & a ' Ki | = il A | Ë \
b 5 $ er ON Se É id TAN ON eren: a k | = | Í N
Ei EN À nn SON GE am \ ONE 2 EEG:
EN ON | ies pens SAN So _ a NN Nm d Bak
Dn ORS KE ANEN A en SAN if Ad | Ä ä 5
| zn OR ANS Te dee NRS ak B
ee HE NAR oaf RR NT EN hk ANN | \ cl |
| Eer AR KN ee Ná à NM dl ||
ne Se EN NIN
S Et ee Se ms : ( de A\\MN -
/ Td U Tt el i ' ei | IL |
Ea AAM B Ai ji | NE le NN il \ Û | |
a ì ib en VN EN AN Is Er
eis, n L ij E 5 iN P, | | 4 {
Ee OE a ANS KAN
en El Pas | SD LRE N Ai KN
AE Ae 1 | NEN
mn. W Si RR AB.
\ | IJ 2 hl Ji A N \ EEN | he | | Ë
| == A AN N INR | ú Á
| A WO Rik | AUK |
| „ Dd | | en a Are
| ie S Ô Í | Sl Ee | 7 Le N Arad
1 kl | ed Î E | a ri:
NN st BE sk a ij $
5 En mens we dae Í | B, : hi 8
En mek ad af SR BN
nn ap Ü 5 Í =| i 3 LE h 4 it B
enmet jmmr ee ä Mat
/ | Ee a. ER
| VN | medek Sen
ST eeen b EAN Í | - d Î D DN
, Er Ee - = Ms [A / del e- N
he ef NO
liae. Rl
El u Fr Peer
nn RAS
ah Bed lt 4 | :
| RNN RL 8 Ie e | ih rn , — mn
Toeristische verhuur van woonruimte 25
Mm lijk
3. Gemeentelijke
Amsterdam heeft een uitgebreide aanpak De belangrijkste vernieuwingen die binnen de
ten aanzien van de toeristische verhuur van handhaving zijn doorgevoerd, zijn de inzet van
woonruimte. De aanpak bestaat uit verschillende digitaal toezicht, de implementatie van een nieuw
onderdelen, handhaving, samenwerking met proces van melding tot en met een sanctie en het
de platforms en communicatie, die er samen invoeren van de meldplicht vakantieverhuur.
voor moeten zorgen dat mogelijke negatieve
effecten worden voorkomen. Handhaving is Digitaal toezicht
vanzelfsprekend een belangrijk onderdeel. De Sinds 2016 maakt Amsterdam gebruik van
aanpak richt zich echter ook op de bekendheid digitaal toezicht bij de handhaving van
van de regels en de samenwerking met woonfraude. Op geautomatiseerde wijze worden
verhuurplatforms. In dit hoofdstuk worden (openbare) gegevens verzameld op websites van
de onderdelen van de Amsterdamse aanpak verhuurplatforms. De informatie wordt gebruikt
toegelicht. In bijlage 1 wordt een overzicht om de beschikbare handhavingscapaciteit
gegeven van het beleid. gericht te kunnen inzetten, voor het opbouwen
van bewijslast en voor het analyseren van de
3.1 Handhaving toeristische verhuur van woonruimte in algemene
Handhaving is belangrijk voor het beschermen zin.
van de woonfunctie, het tegengaan van overlast
en het voorkomen van (brand)onveilige situaties. Zoeklicht Direct
De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in De handhaving van toeristische verhuur is met
het uitbreiden van de handhavingscapaciteit ingang van Pasen 2017 op een nieuwe manier
en het moderniseren van de handhaving. georganiseerd, onder de naam Zoeklicht Direct.
Het resultaat van de investeringen is terug Een belangrijk onderdeel is dat er zoveel
te zien in de handhavingscijfers, het aantal mogelijk direct contact is tussen handhaving
buitendienstonderzoeken en het aantal sancties en de bewoner. Bewoners kunnen 's avonds en
is de laatste jaren sterk gestegen. Ook het aantal in het weekend direct contact opnemen met
meldingen over toeristische verhuur dat de de afdeling handhaving Wonen en krijgen na
gemeente ontvangt via het Meldpunt Zoeklicht het doen van een melding binnen 48 uur een
laat een stijging zien’. Naar verwachting is dit het terugkoppeling. De nieuwe werkwijze vergroot
gevolg van verschillende factoren. De uitbreiding de effectiviteit, omdat snel op klachten kan
van de handhavingscapaciteit maakt dat worden gereageerd. Bovendien maakt het de
meldingen sneller worden onderzocht, waardoor handhaving beter zichtbaar door het directe
melden effect heeft. Daarnaast is de bekendheid contact met de bewoner.
van het Meldpunt Zoeklicht vergroot door de
afspraken met Airbnb en Booking (zie 3.2) en de Meldplicht vakantieverhuur
gemeentelijke voorlichtingscampagnes. Door de Vanaf 1 oktober 2017 is het verplicht om
recente toename van toeristische verhuur zijn vakantieverhuur voorafgaand aan elke
vele burgers hier inmiddels mee in aanraking verhuring te melden bij de gemeente. Dit is
gekomen en is overlast vaker gemeld. een nieuwe voorwaarde die is toegevoegd aan
7 Het college informeert de gemeenteraad elk half jaar over de resultaten van de handhaving op woonfraude. Op 10 juli 2017 zijn de
halfjaarcijfers over de eerste helft van 2017 voorgelegd aan de gemeenteraad.
26 Rapportage
de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016. De belangrijkste afspraken uit de overeenkomst
Voor het niet melden van vakantieverhuur kan zijn:
een boete van € 6.000 worden opgelegd. De 1. Airbnb informeert de verhuurders op haar
meldingen geven inzicht in de spreiding en de platform over de regels over vakantieverhuur
omvang van vakantieverhuur, en bieden een extra en Bed & Breakfast (B&B), op eigen wijze en
mogelijkheid om de maximaal toegestane termijn door links naar de gemeentelijke website te
van 60 dagen te handhaven. De meldplicht geldt vermelden;
voor vakantieverhuur, de incidentele verhuur van 2. Airbnb plaatst een “checkbox” voor nieuwe
een hele woning, die telkens voorafgaand aan verhuurders waarin zij aangeven de regels te
de verhuur moet worden gedaan. Voor B&B, kennen;
de verhuur van een gedeelte van een woning, 3. Airbnb verwijdert advertenties en/of
geldt een eenmalige melding bij het starten van verhuurders van het platform indien hen
de B&B. Alle B&B's moeten per 1 oktober 2017 vanwege overtreding van de regels een
gemeld zijn, ook het niet melden van een B&B bestuurlijke sanctie (zoals bijvoorbeeld een
kan leiden tot een sanctie. bestuurlijke boete) is opgelegd.
4. Airbnb zal voortdurend op geautomatiseerde
wijze advertenties die niet aan het doel van
3.2 Afspraken verhuurplatforms legale verhuur lijken te voldoen, schorsen of
Amsterdam maakt niet alleen gebruik van verwijderen. Daarbij zijn specifiek de termijn
mogelijkheden om bewoners te informeren van 60 dagen en het maximum van vier
over de regels en deze eventueel te handhaven, personen genoemd (3.4);
maar zoekt ook naar mogelijkheden om 5. De gemeente zal andere platformsactief
afspraken te maken met marktpartijen. Hierbij benaderen om soortgelijken afspraken als die
richt Amsterdam zich in eerste instantie met Airbnb te maken. Als de overeenkomst
op de verhuurplatforms vanwege de grote met Airbnb effectief is, kan meer capaciteit
rol die zij spelen in de toeristische verhuur. worden ingezet op de handhaving van het
Met het platform Airbnb zijn inmiddels illegale aanbod op andere platformen (3.5);
afspraken gemaakt, die zijn vastgelegd in een 6. Airbnb zal gegevens leveren over een adres
overeenkomst tussen de gemeente en Airbnb. indien een bevoegd inspecteur van de
Deze overeenkomst wordt toegelicht in 3.2.1. In gemeente Amsterdam hier in het kader van
3.2.2. wordt beschreven in hoeverre het er voor een onderzoek om verzoekt (3.10). Dit om de
staat met andere platforms. bewijslast te vereenvoudigen en te verbeteren
als van een overtreding sprake lijkt te zijn;
3.2.1 Airbnb 7. Airbnb verstrekt op reguliere basis
Airbnb is het enige platform waarmee Amsterdam geaggregeerde data over aanbod en verhuur
een overeenkomst heeft gesloten. Airbnb is in via haar platform in Amsterdam (3.15);
Amsterdam veruit het grootste platform (zie 8. Deze data moeten worden gevalideerd door
44.1, figuur 1a), zodat met de overeenkomst het een onafhankelijke derde (3.16).
grootste deel van de Amsterdamse markt wordt In de overeenkomst is daarnaast opgenomen dat
bereikt. De eerste afspraken tussen de gemeente de gemeente met andere websites soortgelijke
en Airbnb zijn vastgelegd in het Memorandum overeenkomsten wil aangaan, om zo een gelijk
of Understanding (feb 2015 — jan 2017). Dit is speelveld te creëren.
op 1 januari 2017 vervangen door een nieuwe
overeenkomst. Waar de eerste overeenkomst zich 3.2.2. Overige platforms
met name richtte op het informeren van huurders Doelstelling van de gemeente is om ook met
en verhuurders, heeft de huidige overeenkomst andere bedrijven die vakantieverhuur
als doel te voorkomen dat op Airbnb illegale aanbieden afspraken te maken, waarbij de
verhuur wordt aangeboden. Het college en afspraken met Airbnb als voorbeeld dienen.
Airbnb hebben afgesproken dat de afspraken uit Met Booking is de gemeente al in goed overleg
de overeenkomst binnen een periode van een en deze gesprekken worden voortgezet.
half jaar worden geïmplementeerd.
Toeristische verhuur van woonruimte 27
Booking heeft inmiddels een aantal maatregelen Informeert) aandacht geschonken aan het
genomen die in lijn zijn met het beleid, te weten: onderwerp. Op Amsterdam.nl worden de regels
= Booking biedt inzicht in de verhuur door de toegelicht. De Verenigingen van Eigenaren (VvE's)
adressen van het aanbod te vermelden in de zijn door de gemeente schriftelijk gewezen op
advertenties; de mogelijkheden die een VvE heeft regels
= Booking informeert haar verhuurders over het op te stellen voor toeristische verhuur. In de
Amsterdamse beleid; prestatieafspraken met Woon zijn eveneens
m Booking verwijdert advertenties en/of afspraken gemaakt over het informeren en
verhuurders van de website indien de ondersteunen van VvE's op het gebied van
gemeente heeft doorgegeven dat voor de vakantieverhuur. Een belangrijk aandeel in het
betreffende woning een sanctie is opgelegd; informeren van belanghebbenden is geborgd
in de afspraken met Airbnb. Ook Booking
Met andere bedrijven dan Booking en Airbnb neemt maatregelen in lijn met het beleid.
is Amsterdam medio 2017 niet in gesprek. Verhuurders en huurders worden via hun websites
Het college heeft in maart 2017 ook andere geïnformeerd over de Amsterdamse regels.
bedrijven uitgenodigd voor een gesprek.
Aangeschreven zijn, afgezien van Booking en Toeristische verhuur van woonruimte trekt ook
Airbnb, de bedrijven die een marktaandeel van in de media veel aandacht. Vanuit Wonen is
enige omvang hebben. Dit zijn 9flats, Wimdu, een aantal keer meegewerkt aan actualiteiten-
Homeaway, Tripadvisor, Expedia, FlipKey programma's over dit onderwerp. Ook de
en HouseTrip. Wimdu heeft als enige bedrijf inspraakprocedure over de invoering van de
aangegeven in gesprek te willen, waarbij een meldplicht trok veel aandacht. In totaal werden
eerste gesprek echter nog moet plaatsvinden. 2455 reacties ontvangen waarvan 83 procent
van de inspraakreacties positief is over de meld-
plicht. Voor de definitieve invoering van de
3.3 Communicatie meldplicht per 1 oktober is in september nog
Amsterdam heeft vanaf het begin veel aan- een informatiecampagne gevoerd waarbij
dacht besteed aan de communicatie over de gemeentelijke krant, AT5, Facebook zijn
de Amsterdamse regels en de mogelijkheid ingezet en ruim is geadverteerd in Parool,
overlast door toeristische verhuur te melden Telegraaf, Volkskrant en de Echo. ledereen wordt
bij de gemeente. Twee keer per jaar wordt via hierbij opgeroepen om vakantieverhuur, maar
een campagne gewezen op het bestaan van ook kamerverhuur als B&B te melden bij de
het Meldpunt Zoeklicht. Daarnaast wordt met gemeente.
informatieve video's op AT5 (via Amsterdam
in R Te 1 Pl BE |
ES Iml iN
Ts 5 NE B ae K pe
: EE ERIN A Ee (She lr |
sed he md te Mag L get ie eh ci Li ES 3 he —
ed ne EE en Br et Na
ME es le IE. PEI. ü TM len IJ aje
ne CANNA EER Be nm Maf
aten Dlh EE einde U ati Mt EL et
B n= TO PM pr à Ü | Ri Le AN KL ute
3 mn Sel Ù Wi Ü L î ED mE Ten Er = là = h E lee : es
ee ä E Er Vn en Kr ig
Ee KS U A ER ET Be
in em Lg
d de TE UL DV ra a ARE MON A Ed KEN Oe
EN AEON ED ANR BEET MDN PE Vl EN
we EK OE. ANS ef en HED en IEEE Sh es Nede, dd heee
NE: DAN AOR BO REEL EU RA RN Ns
AN EE bt MAS NN SE EN AAR A We
NN EN SEE EE PE Nee le] 0 LAREN Ee
eN kl Í Ar dn eN SJ De rh ee EN ie RE elf 4 al 4 k K 5 Lj Rid se Se)
lei 5 JEE € f, LME EN Ref ot hoef EE HT ot pe kt
; 0 ES nrs ER f er is dl stà eg je bi” en d i x ee, fe 5 -. FS E Ar f rn È NE 2
EE EE CRI TM NOR NAK TA De RKD 4
NAE vh de EER ONDO AN Aas LA Ae eee
AA U Kh ot td Bec e/ Kl he Î Ef s\ ol EA ie SE
ZA ja eh id be he z bb eng’ d Pe Nd kk: a A rk Pl , 4 7 lj En 7 k if p ' 5 d, ke De ij = Dn e,
St PN bn ALENA NERD IN Ea He
ri - k A Dn 5 dt | Te den ANA Rr al ce 0 4 Md ED
: EE E AEP: er A en EN Aden IE AT AN e) k CL k Pe pr \ dn Rek. Tl
Tik Ért ki EP, Kal ee n In ik EEL z Re À, E Kr Fien Ni B En ; nn, d 4 id a, Î k | Tj d ; EM NN Jel
d Ce DS } eht TL A ee, me KE á ER ed ef, Pee á Pe EE A pi DN me 30 ee \ Ren
| nij ee a Ie 5 5 hr EEN lk. Td LN LJ ir DEE. et ee vc
Hpi rl OON EO LA EN Ore
HIE OEE OER Er ERN ba AD Fien Dn Kee
nlt MEE VERRE: re MEAN el AE
re Aad he DR ale Pee
U Of ! ASAT SO B ee ER OE
fe VENO Es wd EN NE A dl
GT 5 En Reh | S SE A OTN Ee me tad } ha fi de ST
pa d N El ks en Bei. De eN 0e PR EN Fe & Se
KE fie 5 OE en + Ae AT ad MM ka
Eee EN NARE ESE zi Se 4 Rs IE
} Nc Nil een HOME ZA HAM NURI EE
e RE ! a 8 ri oi 4 & íe ks IR Nt E Ee EN il EL 5 Ade L N (8
ak, 8 E RE ee ‚® mc nn A nj ETE Ri Ge ER dek TT
BN | E 4 RS vk. ; : Ed PE De Er P med IN er Jd dl De
Ee Ee ESR NIS EN À KN if
FEN IK EK ENC IIP emd d hi ( A
KE EN = ie EBER) A EK ij } A gip f ie d 4 \ Ì 5 +
NE EN Eik IE HEt Een DT
EU Ep ge EE ej EN AAN
Ì eN NE er Leie - EE Me RO
EAN Ee EE BE
Ba EN On A 7 SN Á % | £ nik - EE
ee Ee L EE b N we Z =d ki AE | kb q N Na 3 > El ; d kh E À S k
ar eN OOC ON UA 8 and EL Ed el
4 Re nr je ANN d hi iten NS En
i Es RER. PE A Ee) Ei RR” MN 2
Ì Ai Ee Ora en AE p = md er ERE Ì
RL is ET 4 5 Ä ES ij Di zr kt td Ë Bn À et Ei 5 dk ® Ee À En al
TS Gn: ME KE \ E Kn
î } PES, NE Aes Se ke ba - 5 KR win En) er
Ee | P: A kee : AE Er d 3 Je En DA en ee me =
EE Ae EE
7 DE ie Kie oee ° 7
EE aant NK E Ee kr
ERE Pe Ee tf |
\ \ Je ge be k | 8
f A : # Ee k, Ten Ln DA V í
Ton > . en me 3 î \ Ps DN id \ 4
A en _ s; } k 3 bn en - 25
ch Ee Ee ma een ë fi 8 del —
‚JA N
MN A Bt 5 Fa ss
pi ie ee k Eu : - / Ne DN 8 al == nn ee ef ni
pi E k\ Lé el Ed _ E a Ke Dee pe
pe a en Pe 4 ï ES En EE: mn —
en denn de 5 el ra EN Tet:
En … Ae Eis —
e e E
Toeristische verhuur van woonruimte 29
ee ©
Bijlage 1 - Beleid
t istisch h
Woningen in Amsterdam kunnen op twee De voorwaarden voor B&B, die nu in de
manieren aan toeristen worden verhuurd, door huisvestingsverordening staan, waren voorheen
middel van vakantieverhuur ( gehele woning, opgenomen in de Nota Hotelbeleid (2007-
maximaal 60 dagen per jaar) of via de bed & 2010). Hierdoor was een afwijking van het
breakfast (B&B) regeling (deel van de woning, bestemmingsplan mogelijk. Dit was echter in
gehele jaar mogelijk). Short stay wordt vaak ook een tijd dat het aantal B&B accommodaties zeer
als toeristische verhuur gezien. Dit beleid richt beperkt was, waardoor met het regelen in het
zich op het tijdelijk huisvesten van buitenlandse bestemmingsplan volstaan kon worden. Door
werknemers, in de praktijk worden veel short stay de sterke stijging van toeristische verhuur van
woningen echter ook gebruikt voor kortdurende woningen, gepaard gaande met een toename
toeristische verhuur. In dit hoofdstuk wordt van illegale woningonttrekking, zijn de B&B
op hoofdlijnen het beleid toeristische verhuur voorwaarden inmiddels ook opgenomen in de
beschreven. Huisvestingsverordening Amsterdam 2016.
Sinds 2009 is er short stay beleid en werden
Beleid vergunningen verstrekt voor een periode
Op 12 februari 2014 introduceerde het van maximaal tien jaar. Vergunningen zijn
gemeentebestuur beleid voor vakantieverhuur verstrekt tot uiterlijk het tweede kwartaal van
in de notitie Ruimte voor gasten (2014). Hierin 2014, momenteel is het alleen bij bepaalde
zijn de regels vastgelegd voor de verhuur nieuwbouwlocaties en transformaties mogelijk
van gehele woningen aan toeristen. In 2016 om short stay appartementen te realiseren.
is dit beleid geëvalueerd en beschreven in de Voor short stay moet toeristenbelasting worden
Evaluatie toeristische verhuur van woningen: afgedragen.
vakantieverhuur, short stay en bed & breakfast
(2016). Belangrijke conclusies hieruit is dat
de toeristische verhuur van woningen een Voorwaarden
gevestigde verblijfsvorm is geworden naast Aan de drie vormen van verhuur van woonruimte
hotels. Tevens werd geconstateerd dat steeds aan toeristen, vakantieverhuur, B&B en short stay,
meer Amsterdammers gebruik maken van zijn verschillende voorwaarden verbonden. Deze
vakantieverhuur, als toerist en als verhuurder worden hieronder toegelicht.
aan toeristen. Verder wordt benoemd dat
de samenwerking met Airbnb alleen wordt Vakantieverhuur
voorgezet als Airbnb meewerkt aan het Onder strikte voorwaarden mag incidenteel een
terugdringen van illegale verhuur. In de evaluatie gehele woning, vergunningsvrij, verhuurd worden
wordt de toezegging gedaan dat er begin aan toeristen. Deze voorwaarden zijn vastgelegd
2019 opnieuw een evaluatie plaatsvind. Begin in onder andere het beleid vakantieverhuur en in
2016 is dit beleid aangevuld, specifiek voor de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016.
woonboten Toeristische verhuur van woonboten:
beleidsregels voor de toeristische verhuur van
een woonboot (2016). Vanaf 1 oktober 2017 is het
verplicht om vakantieverhuur elke keer te melden
bij de gemeente Amsterdam. Dit is opgenomen
in de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016.
Rapportage
De voorwaarden voor vakantieverhuur zijn: Daarnaast is het nodig dat :
= De verhuurder is de hoofdbewoner van m de verhuurder toestemming heeft van de
de woning en woont daar ook (en staat verhuurder of Vereniging van Eigenaren (VvE);
dus ingeschreven in de Basisregistratie m er geen overlast wordt veroorzaakt en;
Persoonsgegevens (BRP) van de gemeente =m de woning brandveilig is.
Amsterdam).
= Verhuur van de woning is incidenteel: maximaal Bed & breakfast
60 dagen per kalenderjaar. De bed & breakfast (B&B) regeling maakt het
m Er wordt aan maximaal 4 personen per keer mogelijk om een deel van een woning vergunnings-
verhuurd. vrij te verhuren als toeristisch verblijf. In tegen-
= Verhuur in een sociale huurwoning in eigen- stelling tot vakantieverhuur is dit het hele jaar
dom van een woningcorporatie is niet door mogelijk. Bij verhuur moet de bewoner zelf
toegestaan. in de woning aanwezig zijn wat eventuele overlast
m De woning heeft officieel de bestemming moet beperken. De voorwaarden voor B&B zijn:
wonen. = De verhuurder is de hoofdbewoner van
= De verhuurder moet toeristenbelasting en de woning en woont daar ook (en staat
inkomstenbelasting betalen. dus ingeschreven in de Basisregistratie
= Verhuur, inclusief periode, wordt vóóraf bij de Persoonsgegevens (BRP) van de gemeente
gemeente gemeld, voordat de gasten Amsterdam).
aankomen. = Maximaal 40% van de totale
gebruiksoppervlakte van de woning mag
gebruikt worden voor de B&B.
mn _—_ Eik | Tan gamen
E_ Te Î 1
PEI In
|
| ij
m_ ml fg - :
| | | HE
| 4 Is i |
| IN
/ i | | n
EE Iik.
L ne mn | î
ae, he *
ae B
Toeristische verhuur van woonruimte 31
m Er wordt aan maximaal 4 personen logies Verder moet worden voldaan aan:
verleend en de B&B beschikt over maximaal 4 = De woning is brandveilig.
slaapplaatsen voor gasten.
= De hoofdbewoner exploiteert de B&B zelf. Na de evaluatie short stay in 2014 werd door
= Het exploiteren van een B&B in een woning het college en de raad geconcludeerd dat er
mag niet worden gecombineerd met voldoende short stay was en dat meer aanbod
‘vakantieverhuur! (de verhuur van de gehele niet gewenst was. Vergunningen short stay
woning voor maximaal 60 dagen per jaar). worden nadien niet meer gegeven. Short
Indien de hoofdbewoner op vakantie is, mag stay is per 1 januari 2016 uit de Amsterdamse
dan ook niet de gehele woning aan toeristen huisvestingsverordening geschrapt. Alleen in
worden verhuurd. nieuwbouw is het in bepaalde gevallen, als het
m Een B&B mag alleen worden gevoerd in een bestemmingsplan het toelaat, nog short stay
deel van een zelfstandige woning. Dit is mogelijk. Het aantal woningen dat in nieuwbouw
niet het geval indien het toeristenverblijf als short stay wordt verhuurd, bedraagt naar
beschikt over eigen voorzieningen (keuken schatting 400 woningen.
en toilet en was-gelegenheid) en een eigen
opgang.
= De woning heeft officieel de bestemming
wonen.
= De verhuurder moet toeristenbelasting en
inkomstenbelasting betalen.
= De B&B moet gemeld worden bij de gemeente
Verder moet een nachtregister worden
bijgehouden en mag er geen alcohol tegen
betaling worden geschonken.
Short stay
Verhuur onder de short stay voorwaarden is
alleen mogelijk als de eigenaar in het bezit
is van een vergunning. Van oorsprong is
het de bedoeling dat deze locaties worden
gebruikt voor het voor korte duur huisvesten
van (met name buitenlandse) werknemers.
De voorwaarden voor short stay in de
oorspronkelijke vergunning zijn:
= De verhuurperiode moet per verblijf minimaal
zeven aaneengesloten nachten zijn en
maximaal zes maanden.
m Er wordt per huurperiode aan maximaal één
huishouden verhuurd, bestaande uit een
alleenstaande of twee volwassenen al dan niet
met kinderen.
= In de bestaande bouw moet een vergunning
woningonttrekking verleend zijn voor een
periode van maximaal tien jaar.
=m De woning heeft een woonbestemming en
volgens het bestemmingsplan is short stay
toegestaan.
m Afdracht toeristenbelasting is verplicht.
X Gemeente
% Amsterdam
Toeristische verhuur van woonruimte. Rapportage 1 januari 2017 — 1 juni 2017 is een product van
de gemeente Amsterdam, Wonen. Dit product is tot stand gekomen in samenwerking met
Economische Zaken en Onderzoek, Informatie en Statistiek.
De rapportage is vastgesteld in het college van B&W van 26 september 2017.
| Onderzoeksrapport | 32 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 309
Publicatiedatum 20 maart 2019
Ingekomen onder Vv
Ingekomen op donderdag 14 maart 2019
Behandeld op donderdag 14 maart 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Ceder, Boomsma, Naoum Néhmé, Simons, A.L. Bakker en
Kreuger inzake het programmaplan Huisvesting Kwetsbare groepen 2019-2022 (een
tussenvoorziening voor uittredende sekswerkers met tijdelijke opvang en huisvesting)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het programmaplan Huisvesting Kwetsbare groepen
2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251).
Constaterende dat:
— De maatschappelijke opvang geen geschikte plek is om te verblijven voor
sekswerkers die uit de prostitutie willen stappen;
— Uit meerdere onderzoeken blijkt dat gebrek aan (tijdelijke) huisvesting een grote
drempel is voor sekswerkers die uit de prostitutie willen stappen;
— Verschillende instanties hebben aangegeven dat het gebrek van een
tussenvoorziening in Amsterdam een drempel is om uitstappende sekswerkers
een zorgvuldig begeleidingstraject te bieden;
Overwegende dat:
— Er alleen voor slachtoffers van mensenhandel enkele satellietwoningen
beschikbaar zijn om te verblijven;
— Een dergelijk woonvorm voor veel sekswerkers in een uitstaptraject die geen
aangifte van mensenhandel hebben gedaan (soms juist vanwege hun kwetsbare
positie) een grote uitkomst zou zijn en een eerste stap naar een weg uit de
prostitutie;
— Er momenteel geen opvangplekken beschikbaar zijn voor vrouwen die tijdens hun
uitstapproject opvang en huisvesting nodig hebben;
— Door een tijdelijk huisvestings- en opvangtraject rust gecreëerd kan worden in
situaties waar vaak meervoudige problematiek (waaronder in veel gevallen
schuldenproblematiek) aan de orde is;
— In een dergelijk traject uiteindelijk beter bepaald kan worden of de uittredende
sekswerker via het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen een urgentie-of
voorrangsverlening kan krijgen voor een sociale huurwoning;
Tevens overwegende dat:
— In het coalitieprogramma de volgende tekst is opgenomen: “Daarnaast hebben
we oog voor de duistere kanten van prostitutie. Mensenhandel, gedwongen
prostitutie en uitbuiting bestrijden we stevig. We zetten in op een intensieve
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteraad R
Nummer 309 Motie
Datum 20 maart 2019
aanpak door een betere samenwerking tussen sekswerkers, hulpverlening,
gemeente, politie en Openbaar Ministerie. We gaan door met het programma om
slachtoffers van mensenhandel en uitbuiting een nieuw en veilig bestaan op te
laten bouwen.”
— Bij deze intensieve aanpak, naar aanleiding van een amendement van de leden
Ceder en Boomsma, ook woningcorporaties worden betrokken en dat één of
meerdere corporaties betrokken kunnen worden bij het creëren van een
tussenvoorziening voor uittredende sekswerkers;
— Het ook goed zou zijn als verschillende instanties en belangenorganisaties (zoals
bijvoorbeeld Scharlaken Koord, Bright Fame, Leger des Hells, Proud, P&G etc.)
advies kunnen geven over de ervaren drempels (waaronder huisvesting) bij het
uit de prostitutie stappen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Te onderzoeken op welke manier een tussenvoorziening met tijdelijke opvang en
huisvesting gerealiseerd kan worden voor uittredende sekswerkers die aangeven
in een kwetsbare positie te verkeren;
— De resultaten van dit onderzoek voor de begrotingsbehandeling van de Begroting
2020 terug te koppelen aan de raad.
De leden van de gemeenteraad
D.G.M. Ceder
D.T. Boomsma
H. Naoum Néhmé
S.H. Simons
A.L. Bakker
K.M. Kreuger
2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6 februari 2023
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema
Behandeld door Actiecentrum Veiligheid en Zorg ([email protected])
Onderwerp Wapenproblematiek, afdoening motie 1386.20 onderzoek wapengeweld
conform volksgezondheidsaanpak en afdoening toezeggingen messenspel en
VR-tool (TAR 30 juni 2022) en toezegging landelijke en regionale
inspanningen tegen wapenbezit en wapengebruik (commissie AZ 13 oktober
2022)
Geachte leden van de gemeenteraad,
We maken ons allemaal zorgen over heftig wapengeweld in Amsterdam. In uw vergadering van 13
oktober 2022 heb ik (op een vraag van raadslid Abdi, PvdA) toegezegd u in een brief te informeren
over de landelijke en regionale inspanningen tegen wapenbezit en wapengebruik en de effecten
daarvan. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand. Ook kom ik een toezegging na van 30
juni 2022 om u te informeren over de Virtual Reality-Tool en het Messenspel en wil ik met deze
brief motie 1386.20 afdoen.
De afgelopen jaren zijn er in Amsterdam meerdere schokkende wapenincidenten geweest waar
soms zelfs 12-jarigen bij betrokken waren. We kennen allemaal het schietincident waarbij
inmiddels 17-jarigen verdacht worden in ‘een onbewust Russisch roulette’ betrokken te zijn bij de
dood van hun destijds 16-jarige vriend. En onlangs heeft opnieuw een zeer tragisch en ernstig
wapenincident plaatsgevonden waarbij een 17-jarige voor zijn huis is doodgeschoten. Ook hier zijn
de verdachten minderjarig. Te vaak zien we dat het rondlopen met messen wordt verheerlijkt op
social media en steekpartijen worden gefilmd en verspreid. Jongerenwerkers geven aan te
schrikken van de normalisering van messenbezit en ook vuurwapenbezit lijkt onder bepaalde
groepen jongeren vaker voor te komen. Er gaan jonge levens verloren en de impact op
nabestaanden en de omgeving is zeer groot.
In deze brief geeft de Amsterdamse driehoek v een overzicht van een aantal acties die worden
ingezet om wapenbezit- en geweld tegen te gaan. Het is wel belangrijk om het probleem
voorafgaand iets beter te definiëren. Wapengeweld is geen losstaand of eenvormig fenomeen.
Incidenten onder 12-jarigen, hoe vreselijk ook, moeten niet op één lijn gesteld worden met
steekpartijen tussen rivaliserende groepen jongvolwassenen of afrekeningen in het criminele
circuit. Niet elke jongere met een mes op zak heeft de intentie dit te gebruiken en we moeten hen
ook niet bejegenen alsof zij die intentie hebben. Wapenbezit en -geweld kent vele verschillende
oorzaken en verschijningsvormen en het reageren daarop moet onderdeel zijn van het reguliere
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 februari 2023
Pagina 2 vang
werk van vele professionals die werken met jongeren, in kwetsbare buurten of met mensen die al
in de criminaliteit zitten.
Om enige afbakening te doen, heb ik het in deze brief niet over geweld in de huiselijke sfeer of
geweld tegen professionals. Deze onderwerpen hebben wel absoluut de aandacht maar komen bij
andere gelegenheden aan de orde.
Duiding van de problematiek
Uit recent onderzoek dat door de Erasmus Universiteit is gedaan naar wapens en wapengeweld
onder jongeren in Rotterdam, blijkt dat er grote verschillen zijn tussen jongeren die alleen wapens
bezitten, jongeren die wapens dragen op straat, school of vrije tijd en jongeren die wapens
gebruiken. Een Britse overzichtsstudie van de aanpak van messengeweld komt tot drie
verschillende aanleidingen voor verboden wapenbezit.” Ten eerste is dit vit zelfbescherming, uit
angst van personen om aangevallen te worden waardoor de noodzaak gevoeld wordt zich te
wapenen. Ten tweede is dit om een bepaald imago op te bouwen of respect af te dwingen. Ten
derde is dit vanwege een crimineel doel, bijvoorbeeld om iemand gericht aan te vallen of het
wapen te gebruiken bij een beroving.
Amsterdamse professionals bevestigen dit beeld. De zorgen over wapengeweld zijn groot in heel
Amsterdam, maar verschillen wel per gebied. In de hele stad geldt dat enerzijds een onderscheid
kan worden gemaakt tussen zorgen over een toename van wapenbezit en -geweld onder jongeren
en anderzijds dat er een toename van TEE
excessief wapengeweld is, binnen de ep
criminaliteit in het algemeen en Wapenbezit Nieuw-West Se
drugscriminaliteit in het bijzonder. In sterke varmoegens: 5,9% Bp
stadsdelen Noord, Nieuw-West en Wapenbezit Zuidoost
Zuidoost zijn de zorgen over de sterke vormoedens: 85% cr
problematiek het grootst. Als het gaat om
vermoedens die bewoners hebben van wapenbezit, springen de laatste twee stadsdelen er in
negatieve zin uit.
In Zuidoost zijn er enerzijds zorgen over groepsdruk en geweld onder jeugdgroepen. Anderzijds
zijn er zorgen over het enorme aantal straatroven, afpersingen, woningbeschietingen,
winkelovervallen, de georganiseerde drugscriminaliteit en de toename van geweld daarbij.
Professionals geven aan dat wapenbezit toeneemt. Zij signaleren dat onder bepaalde groepen een
verharding optreedt, waardoor ook meer excessief wapengeweld voorkomt en te verwachten is.
Ook wordt door professionals uit het hele veld aangegeven dat er een verschuiving lijkt plaats te
vinden van steekwapens naar vuurwapens.
* Frank M. Weerman et al, ‘Het is een probleem, maar niet voor mij’. Een onderzoek naar de achtergronden van wapens en
wapengeweld onder jongeren in Rotterdam. (Erasmus School of Law 2022)
? Abigail McNeill en Levin Wheller, Knife Crime. Evidence Briefing (College of Policing 2019) (pagina a)
3 Stedelijk Veiligheidsbeeld (oktober 2021) (pagina 18). Dit zegt iets over de vermoedens niet de werkelijke spreiding van
wapenbezit.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 februari 2023
Pagina 3 van g
Een groot deel van de wapenproblematiek speelt zich af in afgesloten online omgevingen. Foto's
en filmpjes met wapens worden gemaakt en gedeeld en leiden tot normalisering van wapenbezit
en -geweld. Online pesten, intimideren en uitdagen dragen bij aan het dragen van wapens op
straat. Online conflicten worden soms op straat uitgevochten. Waar jongere kinderen vaak
beginnen met kleinere wapens, zoals keukenmessen of schroevendraaiers om stoer te doen,
dragen oudere groepen eerder wapens uit zelfverdediging. De grootte van de wapens zou ook
toenemen met de leeftijd van de drager. Vuurwapens worden door professionals in verband
gebracht met (drugs)criminaliteit.
Onzekerheid en onderzoek
U heeft gevraagd om de aard en omvang van de wapenproblematiek en de effectiviteit van de
daarop gerichte acties in Amsterdam in kaart te brengen. In de vergadering van 25 janvari 2021
heeft uw raad motie 1386.20 van voormalig raadslid Taimounti (destijds lid van DENK),
aangenomen waarin wordt gevraagd om onderzoek te doen naar wapengeweld onder jongeren
conform de volksgezondheidsaanpak, dit systematisch te blijven onderzoeken en hierover
periodiek aan de raadscommissie Algemene Zaken te rapporteren.
Voor de aanpak van wapenproblematiek is het van groot belang om de achterliggende oorzaken
en inhoudelijke ontwikkelingen goed in kaart te brengen. Deze aspecten bieden ons immers
handvatten voor interventies en kunnen richting geven aan onze inzet. Daarom wordt hier
intensiever onderzoek gedaan en gemonitord, zowel kwantitatief als kwalitatief. Er wordt in
samenwerking met de politie een periodiek informatiebeeld over de aard, omvang en spreiding
van wapenbezit en -geweld onder en door jongeren en jongvolwassenen in Amsterdam opgesteld,
gebaseerd op beschikbare cijfers en ‘zachte’ informatie, zoals signalen vanuit jongerenwerkers,
straatcoaches en wijkagenten. Hiermee kan beter zicht worden verkregen op trends en
ontwikkelingen in de problematiek.
Het is belangrijk om te benadrukken dat het door de verborgen aard van wapenproblematiek
onmogelijk is de precieze omvang van wapenbezit in kaart te brengen of de effecten van
individuele maatregelen aan te tonen. Door de politie geregistreerde incidenten van wapenhandel,
-bezit en -gebruik geven slechts een beperkt beeld van de omvang van het fenomeen, aangezien
hierbij alleen de wapens naar voren komen die in beslag zijn genomen, of waarover melding is
gemaakt. Vermoedelijk is de aangifte- of meldingsbereidheid met betrekking tot wapenbezit
of -geweld laag onder juist de groepen in de samenleving die er veel mee in aanraking komen. Eris
dus sprake van een ‘dark number’, en de aantallen zeggen daardoor meer over de inspanning die is
gepleegd om deze feiten op te sporen, dan over de omvang van de problematiek in een bepaald
gebied. Mede omdat de omvang van wapenbezit onbekend is, is het ook moeilijk meetbaar te
maken welk effect individuele maatregelen hier op hebben.
Onderstaande tabel toont het aantal geregistreerde incidenten over 2021 waarin in de modus
operandi een wapen is gebruikt. Het gaat hierbij zowel om registraties van incidenten waarbij een
wapen is gebruikt (zoals bij een bedreiging of straatroof) als om registraties waarbij het aantreffen
van het wapen het incident vormde. Zoals eerder aangegeven geven deze cijfers zonder
kwalitatieve duiding een zeer beperkt beeld van de omvang of spreiding van de problematiek. De
aantallen zeggen weinig over het verschil in wapenbezit tussen stadsdelen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 februari 2023
Pagina 4 vang
klassen + wapen in modus operandi per district + basisteam datum
begin? plop ht
Centrum/-Noord
En
A
West
Onbekend
Oost, Zuidoost-Bijlmermeer
West, Nieuw-West-Noord gel
Centrum/-Noord, Boven IJ
West, Nieuw West-Zuid gl
Centrum/-Noord, Centrum-Burgwallen
West, West-Haarlemmerweg gol
Oost, Oost-Watergraafsmeer
Zuid, Zuid Buitenveldert
West, West-Overtoomsesluis
Oost, Zuidoost- Gaasperdam
Oost, Oost-Zeeburg
Centrum/-Noord, Centrum-Amstel
Zuid, Zuid de Pijp
Centrum/-Noord, Centrum-Jordaan
Onbekend
En
Naast het informatiebeeldbeeld wordt er een periodieke monitor ontwikkeld van de inzet van
maatregelen voor de wapenaanpak, en de opbrengst daarvan. Tot slot zal - in samenwerking met
andere steden en het Rijk - literatuuronderzoek over achterliggende oorzaken en factoren van
wapenbezit en -geweld worden gebundeld en wordt een verdiepend onderzoek gedaan naar
preventieve en repressieve best practices, interventies en inzichten vit binnen- en buitenland die
aansluiten op de landelijke en mogelijk lokale context.
In de loop van 2023 worden de eerste resultaten van het onderzoek en monitoring verwacht. U
wordt over de voortgang en de resultaten geïnformeerd.
Maatregelen
Er is geen universele effectieve aanpak tegen wapengeweld. Wat we moeten doen, is vanuit vele
verschillende organisaties en door vele professionals inzetten op de oorzaken,
verschijningsvormen en excessen van wapenbezit en -geweld. Dit is dan ook de manier waarop de
verschillende partners het probleem tegengaan. Hieronder een aantal voorbeelden van
maatregelen.
4 Deze informatie is met behulp van het zoeksysteem datadetective uit BVH gehaald.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 februari 2023
Pagina 5 van g
Politie-inzet bij een melding in kader van de Wet wapens en munitie en inzet opsporing
Meldingen die de politie ontvangt over vuurwapens - fysiek of online - worden geprioriteerd,
waarop - onder het gezag van het Openbaar Ministerie - direct de opsporing wordt gestart en er
wordt ingezet op uit het verkeer halen van het vuurwapen. Ook wanneer het gaat over
wapenhandel wordt de recherche ingeschakeld.
Om niet alleen incidentgericht te werk te gaan, maar vuurwapenhandel ook duurzaam te
frustreren, is het Netwerk Duurzame Interventie Vuurwapens (NDI) van de Dienst Regionale
Recherche actief. Dit netwerk richt zich er onder meer op om vuurwapenhandel via online
platformen te belemmeren door barrières op te werpen. Ook wordt bijvoorbeeld samengewerkt
met post- en pakketdiensten om het lastiger te maken voor criminelen om illegale goederen te
verzenden. Ik wil samen met de G4 optrekken om minder beperkende regelgeving te realiseren
om dit te ondersteunen. Daarnaast werkt het NDI Vuurwapens nationaal en internationaal samen
om de toevoer van wapens vanuit het buitenland tegen te gaan.
Het NDI Vuurwapens richt zich daarnaast op het denormaliseren van vuurwapenbezit en -geweld
in Amsterdam. Zo worden er naast directe inspanningen op de aanpak van wapengeweld ook
samen met de Ondermijningsbrigade controles uitgevoerd bij ondernemingen waarbij ook in een
enkel geval wapens worden aangetroffen. Ontwikkelingen op het gebied van het 3D printen van
vuurwapens wordt gemonitord om tijdig te kunnen ingrijpen. Er ligt een wetsvoorstel dat ook de
handel en het bezit van blauwdrukken voor het printen van vuurwapens strafbaar stelt.
Groeps- en persoonsgerichte aanpakken
Ook binnen de groepsaanpak die de stadsdelen inzetten bij problematische (jeugd)groepen is
wapenbezit een belangrijk thema. Binnen de persoonsgerichte aanpakken, waaronder de Top6oo,
Top4oo en de aanpak Doorgroeiers in de drugscriminaliteit, wordt intensief ingezet op het
voorkomen van recidive of ongewenst gedrag en het bieden van perspectief. Wapenbezit
en -geweld komen in deze aanpakken regelmatig aan de orde, bijvoorbeeld in casussen waar
sprake is van overvallen, afpersing en/of moord.
In 2019 zijn de criteria voor instroom in de Top6oo verruimd, waarmee ook personen die drugs- en
wapendelicten plegen kunnen instromen.” Daarnaast is een pilot in ontwikkeling waarbij de
instroomcriteria van de Top4oo worden uitgebreid met ‘bezit en handel wapens’ om extra te
kunnen inzetten op wapengeweld onder jongeren.
De Intensieve Forensische Aanpak (IFA) wordt uitgevoerd door specialistisch jeugdhulporganisatie
Lewvel. Bij een evaluatie uit 2021 bleek dat bij bijna de helft van deze jongeren wel eens wapens
zijn aangetroffen. Vanuit IFA wordt middels intensieve persoonlijke coaching gewerkt aan het
herstel van positieve factoren in het leven van de jongeren (zoals school, werk en sociaal netwerk)
en verminderen van risicofactoren (zoals een negatief netwerk, drugsgebruik en negatieve
denkpatronen). In 2022 heeft Levvel een specifieke IFA-module ontwikkeld voor jongeren die al op
jonge leeftijd verhard zijn in (drugs-) criminaliteit en wapengeweld.
5 Deze criteria zijn bij beantwoording van schriftelijke vragen van lid Khan (DENK) over de aanpak Top6oo op 18 november 2022
met de gemeenteraad gedeeld
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 februari 2023
Pagina 6 vang
Hiernaast verkennen de driehoekspartners momenteel gezamenlijk wat voor aanpak passend is bij
personen die een hoog risico vormen op het gebied van wapenbezit. Dit is niet alleen van belang
voor het terugdringen van het wapenbezit bij deze personen, maar zeker ook om voor de jonge
aanwas zichtbaar de maken dat de overheid optreedt tegen wapenbezit.
Veilige buurten
Gevoelens van onveiligheid zijn een belangrijke beweegreden voor jongeren om zich te
bewapenen. Het vergroten van een veilige leefomgeving is de kern van de opgave van de
Masterplannen Zuidoost en Nieuw-West, maar eveneens van het werk van vele onderdelen van de
gemeente en haar partners. Er is regelmatig overleg met zowel professionals op vitvoerings- als
op beleids- en bestuurlijk niveau om kennis over wapenproblematiek te verspreiden en
interventies te bepalen. Hierbij worden ook externe experts, wetenschappers, onderzoekers en
bijvoorbeeld credible messengers uitgenodigd om hun kennis en inzichten te delen. Bijzondere
aandacht hierbinnen is er voor het bespreken van problemen en oplossingen met ouders en
jongeren. Ouders moeten weten waar ze terecht kunnen met hun zorgen, jongeren moeten
gevoelens van onveiligheid kunnen delen en er tegelijk van doordrongen worden dat een mes
dragen hun eigen veiligheid niet verhoogt.
Bij probleemsituaties in de wijk kunnen Amsterdammers in Zuidoost terecht bij het
Wijkactieteam. Hierin werken woningcorporaties, politie, gemeente en andere relevante partijen,
zoals de Buurtrechter en het Buurtteam, samen om veiligheidsproblemen op te zoeken én op te
lossen. In verschillende recente casussen zijn wapenincidenten en wapenproblematiek aan de orde
gekomen en is de oplossing in gang gezet. Dit moet de algehele veiligheidsgevoelens in de wijk
vergroten.
Bij conflicten, zoals met (wapen)geweld tussen groepen, afpersing en ruzies, worden uit een
bemiddelingspool speciaal daarvoor opgeleide professionals ingezet. In 2023 wordt ook in Zuid en
Noord een bemiddelingspools opgezet.
De Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA) gaat jeugdoverlast door jeugdgroepen en
individuele jongeren tegen. De straatcoaches zijn 7 dagen per week op straat aanwezig, kennen
hun buurt en de jongeren en beschikken over veel relevante informatie, ook met betrekking tot
wapenbezit en -geweld. De straatcoaches fungeren als extra ogen en oren op straat, zowel van het
stadsdeel als van de politie. Op basis van de waarnemingen van de straatcoaches kan direct door
de politie worden opgetreden.
Muziek als positieve factor
Binnen de brede inzet die wordt gedaan op de jeugd is er ook bijzondere aandacht voor muziek als
positieve factor voor jongeren en volwassenen. Er worden verschillende
muziek(coachings})trajecten ingezet om jongeren te bereiken, te ondersteunen en te coachen bij
het maken van keuzes. De jongeren worden hierbij zowel persoonlijk als professioneel intensief
begeleid. Het doel is om een positieve mentaliteit te stimuleren, zodat dit zich uit in positieve
boodschappen in de muziek die zij maken, ook bij drillrap. Door negatieve voorbeelden te
veranderen in positieve voorbeelden wordt de leefwereld van de lokale jeugd positief beïnvloed.
Dit betekent ook dat we niet de ogen sluiten voor de negatieve invloed die bepaalde personen en
groepen via muziek hebben op jongeren.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 februari 2023
Pagina 7 vang
U bent oktober 2022 geïnformeerd over drillgerelateerde problematiek en het
ambtswoninggesprek met (internationale) sociale media platformen dat dit voorjaar gaat
plaatsvinden. é Tijdens dit gesprek zal er een moreel appèl worden gedaan op de gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor de digitale (openbare) ruimte bij plaatsing en verspreiding door
gebruikers van strafbare of anderszins kwalijke content. Daarnaast heeft een aantal
muziekstudio’s in Zuidoost in een convenant afgesproken geen muziek op te nemen waarin
geweld wordt verheerlijkt.
De politie, het Openbaar Ministerie, het RIEC, het Actiecentrum Veiligheid en Zorg (AcVZ) en
partners werken strategisch samen om de macht en aanzien van criminele
samenwerkingsverbanden in juist de zwakke wijken af te laten nemen. In deze context benoem ik
ook graag de inzet die gezamenlijk gedaan wordt op de gewelddadige personen uit de rapformatie
Zone6 in de wijk Holendrecht. Vertegenwoordigers van fysieke podia waar bijvoorbeeld Joey AK
wil optreden, zijn gewaarschuwd en hebben hem inmiddels meermaals geweerd.
Inzet op scholen
Wanneer leerlingen problemen thuis of op straat mee de klas in nemen, vraagt dat veel van hen en
van de schoolteams. De gemeente biedt scholen daarom sinds twee jaar extra ondersteuning bij
schoolveiligheidsproblematiek. Ons uitgangspunt is om vanuit de eigen expertise en de wettelijke
verantwoordelijkheid van scholen te komen tot een veilig schoolklimaat. Daarbij zijn drie
elementen essentieel: een positief pedagogisch klimaat, deskundig onderwijspersoneel en een
goede samenwerking van onderwijs-, jeugd- en veiligheidspartners. Aansluitend bij hun behoefte
ondersteunt de gemeente scholen met een gezamenlijke aanpak vanuit de domeinen onderwijs,
jeugd en veiligheid. Meer informatie vindt u in de voortgangsrapportage van de Amsterdamse
aanpak schoolveiligheid van 25 november 2022.
Aanvullend hierop is er een aantal zaken die we doen specifiek gericht op wapenproblematiek. In
de eerste plaats voorlichting door middel van het Educatief Programma Jongeren (EPJO) van de
politie en de Peter Faber Stichting. Het EPJO is een interactief lesprogramma gericht op
misdaadpreventie voor leerlingen vanaf groep 7 en leerlingen van het voortgezet (speciaal)
onderwijs en ROC's. Er worden gemiddeld per jaar 150 tot 180 scholen in alle stadsdelen in
Amsterdam bezocht door +/-80 getrainde en in te zetten lesgevers.
Bij de bespreking van de vitwerking van het vervolg van de proef gerichte wapencontroles in uw
vergadering van 30 juni 2022, is op een vraag van raadslid Kabamba (BlJ1) toegezegd u te
informeren over het zogenoemde ‘messenspel’ en de Virtual Reality-tool, die in de brief van 8 juni
2022 (‘uitwerking vervolg proef gerichte wapencontroles’) zijn genoemd als onderdeel van een
palet aan maatregelen van de gemeente, politie en andere partners om wapenproblematiek onder
jongeren en jongvolwassenen in de stad tegen te gaan. Hierbij wordt u geïnformeerd over het
messenspel en vervolgens wordt in de alinea ‘Virtual Reality-tool (VR-tool)’ nader ingegaan op de
VR-tool.
$ Raadsbrief ‘Afdoening toezeggingen aangaande drillrapgerelateerde problematiek (commissie AZ 3 juni 2021 en 18 november
2021)’, dd. 12 oktober 2022.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 februari 2023
Pagina 8 vang
De specifieke voorlichting van EPJO gericht op gevaren van messenbezit- en gebruik, genaamd
het ‘messenspel’ is onderdeel van het deelprogramma ‘Knifing, Drugs, Drill en Geweld’. Hierbij
worden jongeren in een rollenspel bewustgemaakt van de gevaren van messenbezit en -gebruik.
Verschillende situaties en scenario’s worden behandeld, als ook de keuzes die jongeren kunnen
maken en de gevolgen daarvan. Naast EPJO verzorgt ook Bureau Halt voorlichting voor leerlingen
in het basis- en voortgezet onderwijs over een zevental thema's die spelen bij de jeugd en bij
jeugderiminaliteit, waaronder wapens en geweld.
Scholen zijn zelf bevoegd om kluiscontroles of wapencontroles te organiseren, wanneer zij dit
nodig achten. Veel scholen voeren al jaren kluisjescontroles uit, al dan niet in samenwerking met
de politie. De politie ondersteunt desgevraagd bij controles op scholen en is erbij om eventuele
strafbare feiten te constateren. Op basis van deze eigen bevoegdheid hebben vier schoollocaties
het initiatief genomen om een proef te doen met zogenaamde 100% controles, waarbij alle
leerlingen worden gecontroleerd op verboden middelen en voorwerpen.
Tenslotte is een handelingskader ontwikkeld voor scholen met betrekking tot wapens. Dit
handelingskader “Wapens op school” geeft onderwijsprofessionals inzicht in de te nemen stappen
wanneer er sprake is van (vermoedens van) wapenbezit bij een leerling. Dit handelingskader wordt
begin 2023 verspreid onder Amsterdamse scholen.
Virtual Reality-tool
Zoals toegezegd tijdens de raadsvergadering van 30 juni 2022 wordt u hierbij geïnformeerd over
de Virtual Reality-tool (VR-tool). Het AcVZ heeft een VR-tool laten ontwikkelen om de
bewustwording rondom de risico's van wapengebruik bij jongeren tussen de 12 —16 jaar te
activeren en te vergroten. Bij het ontwikkelen van de VR-tool zijn wetenschappers en
ervaringsdeskundigen betrokken. Uit onderzoek is gebleken dat jongeren door gebruikmaking van
simulaties (virtual reality) op een hele realistische manier de consequenties van bepaalde keuzes
ervaren. Bij de VR-tool is ook een bijbehorend lesprogramma opgesteld om op een goede manier
het gesprek met de jongeren aan te gaan over de VR-beleving. De VR-tool met bijbehorend
lesprogramma wordt komende periode in een pilot getoetst bij onder meer scholen in Zuidoost.
Tevens wordt onderzocht of de VR-tool ook in andere stadsdelen of in andere settingen
(jongerenwerk, jeugdreclassering) kan worden ingezet.
Messenverkoop minderjarigen
Amsterdam heeft zich hard gemaakt voor een messenverbod voor jongeren. De minister van
Justitie en Veiligheid heeft bij de begrotingsbehandelingen 2022 laten weten dat het voorstel tot
wijziging van de Wet wapens en munitie voor consultatie wordt opengesteld. Dat proces loopt
momenteel, waarmee een algemeen messenverbod voor jongeren weer een stap dichterbij komt.
In de tussentijd hebben winkelketens, -Action, Hema, Xenos en Ikea-, besloten geen messen meer
te verkopen aan minderjarigen. Het platform Veilig Ondernemen Amsterdam-Amstelland (PVO-
AA) heeft een factsheet ontwikkeld en verspreid om meer ondernemers in Amsterdam te
stimuleren deze keuze te maken en hen te voorzien van tips hoe dit aan te pakken.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 februari 2023
Pagina g vang
Een overzicht van overige maatregelen
Met de partners uit het veiligheidsdomein wordt steeds gekeken welke inzet de problematiek
vraagt. Daarbij is veel publieke aandacht uitgegaan naar de proef gerichte wapencontroles. Over
de recente ontwikkelingen rond die proef en het besluit de proef te beëindigen hebben wij
uitgebreid met elkaar gesproken? Een andere maatregel die verband houdt met wapengeweld is
de proef met een online gebiedsverbod, waarover u op 12 oktober 2022 per brief bent
geïnformeerd en waarover wij in de commissie Algemene Zaken van 24 november 2022 hebben
gesproken.# Uw vragen omtrent de explosiegolf heb ik op 5 september 2022 beantwoord.° Naast
het bestaande palet aan maatregelen zal het college zich de komende periode inspannen om rond
jeugd en veiligheid tot beter samenspel te komen tussen sociaal domein, zorgpartijen, stadsdelen
en veiligheidspartners en daarmee jeugdoverlast en criminaliteit in de stad effectiever aan te
pakken en te voorkomen. Hiertoe wordt in 2023 een Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid
ontwikkeld. Ook zal ik inzetten op het benutten van detentie als impactmoment om
wapenproblematiek tegen te gaan. Samen met de partners kijk ik hoe (bi-culturele)
identiteitsontwikkeling, traumaverwerking, conflicthantering en de inzet van peers en het
herstelrecht hierbinnen vorm kunnen krijgen.
Landelijk actieplan Wapens en Jongeren
Het Actieplan Wapens en Jongeren is een gezamenlijk initiatief van onder andere het ministerie
van Justitie en Veiligheid, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Openbaar
Ministerie, politie, jeugd(zorg) instellingen en gemeenten, waaronder Amsterdam. Alle
deelnemende partijen delen de norm dat wapenbezit en -geweld nooit normaal gevonden mogen
worden en hebben de ambitie om het tij onder de jeugd te keren. Landelijke organisaties hebben
de taak de benodigde instrumenten beschikbaar te maken, lokale partners treden op met een mix
van preventieve, proactieve en repressieve maatregelen. Alle maatregelen van dit actieplan zijn op
enige manier in Amsterdam ingezet, passend bij de Amsterdamse context.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens de Amsterdamse driehoek,
4
/
Femke Halsema
Burgemeester
7 Raadsbrief ‘Beëindiging proef gerichte wapencontroles 2022’ dd. 18 november 2022 en raadsbrief 'Feitenonderzoek politie en
bevindingen NSCR inzake proef gerichte wapencontroles 2022’ dd 16 januari 2023)
8 Raadsbrief Afdoening toezeggingen aangaande drillrapgerelateerde problematiek (commissie AZ 3 juni 2021 en 18 november 2021),
dd. 12 oktober 2022.
9 Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Abdi en Wijnants inzake een explosiegolf in Amsterdam op 5 september 2022
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 9 | train |
Nummer _BD2017-015691 x Gemeente Amsterdam ZS
Directie directie sb Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Dienst rve onderwijs x . . .
jeugd zorg % Ter bespreking en ter kennisneming voor de
commissievergadering van 18 januari 2018
Portefeuille 28
Agendapunt 19
Datum besluit B&W n.v.t.
Onderwerp
Motie AX nr 1401.17 van mw Roosma en dhr Poorter inzake openstelling van de
winteropvang
De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van
1. brief ter afhandeling van motie AX nr 1401.17 met informatie over
winter(koude)}opvang 2017/2018
Wettelijke grondslag
Reglement van orde voor de raad, artikel 41, lid 8
Bestuurlijke achtergrond
In de gemeenteraad van 8/9 november 2017 naar aanleiding van de actualiteit van
mevrouw Roosma inzake de openstelling van de winteropvang is de motie van
mevrouw Roosma en de heer Poorter inzake openstelling van de winteropvang
aangenomen. Naar aanleiding van de aangenomen motie heeft het college voor
komende winter 2017/2018 opnieuw een aaneengesloten winteropvang
georganiseerd. In deze brief wordt u geïnformeerd over de uitvoering de motie van de
winteropvang voor komende winter.
Reden bespreking
Afhandeling van moties worden tegenwoordig standaard ter bespreking aangeboden.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Stukken
Meegestuurd 01 Brief motie AX nr 1401.17 Informatie over winter(koude}opvang 2017/2018
02 Motie AX nr 1401.17 van leden Roosma en Poorter inzake openstelling van de
winteropvang
Ter inzage gelegd n.v.t.
1
Portefeuille 28 Gemeente Amsterdam Z S
Agendapunt 19 Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 18 januari
2018
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Onderwijs, Jeugd & Zorg, Jet de Waij, j.de.waij @ amsterdam.nl, mobiel 06 53 36 22
00
2
| Actualiteit | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam Z S
% Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
% Agenda, dinsdag 22 maart en donderdag 24 maart
2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Tijd Dinsdag 22 maart van 19.30 uur tot 22.30 uur in de De Mirandazaal, 0235, en
Donderdag 24 maart van 9.00 uur tot 12.30 uur in de De Rooszaal,0239
NB: voor de stukken zie vergadering van 24 maart 2016
Locatie De Mirandazaal, 0235, De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 _ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4
Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ZS
d.d. 25 februari 2016
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieZS © raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam Z S
Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Agenda, dinsdag 22 maart, donderdag 24 maart 2016
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Zorg en Welzijn
11 Vaststellen uitgangspunten voor Ambulante ondersteuning, Dagbesteding,
Kortdurend verblijf en Hulp bij het huishouden 2017 tot en met 2020 ten behoeve
van de inkoopprocedure Nr. BD2016-001958
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 30 maart 2016).
12 Evaluatie Wmo 2015 Nr. BD2016-002052
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
13 Initiatiefvoorstel van het lid Kaya (D66): Minder regels meer zorg. Nr. BD2016-
003009
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Kaya (D66).
e _ Indiener zal in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is.
2
Gemeente Amsterdam Z S
Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
Agenda, dinsdag 22 maart, donderdag 24 maart 2016
14 inspectierapport Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland Nr. BD2016-003168
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De leden van de Raadscommissies voor Algemene Zaken en voor Jeugd en Cultuur
zijn hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 25 februari 2016.
15 Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid Nr. BD2016-003361
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 Brief wethouder Zorg over Persoonsgebonden budget (Pgb) voor cliënten met
progressieve ziekten Nr. BD2016-003167°
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden Duijndam (SP) en Poorter (PvdA).
e Was TKN 3 in de Commissievergadering ZS van 25 februari 2016.
17 Brief van protestantse diaconie inzake sluiting winteropvang Nr. BD2016-003822
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Roosma (GrLi).
18 De beantwoording van de schriftelijke vragen over extra budget voor de hulp bij
het huishouden Nr. BD2016-003881
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden Duijndam (SP) en Poorter (PvdA).
3
| Agenda | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
8 Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda, woensdag 9 maart 2016
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 9 maart 2016 13.00 uur en zo nodig 19.30 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 10 februari 2016.
3 Vaststellen van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 _Mondelingevragenuur.
Juridische Zaken
6 Vaststellen van de Algemene inspraakverordening.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 168)
Economie
7 Vaststellen van enkele wijzigingen in de tarieventabellen behorende bij de
Heffingsverordening markt- en staanplaatsgelden 2016.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 169)
8 Kennisnemen van de voortgangsrapportage Stad in Balans en de beantwoording
van het raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse
Binnenstad. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 170)
3 Decentralisaties
9 Kennisnemen van de beëindiging van de status Regeling risicovolle projecten
voor de 3 decentralisaties. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 171)
Onderwijs
10 Vaststellen van de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen en beschikbaar stellen
van financiële middelen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 172)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 maart 2016
Zorg en Welzijn
11 Vaststellen van de uitgangspunten voor de inkoop Maatschappelijke Opvang en
Beschermd Wonen 2017-2020. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 173)
12 Vaststellen van de uitgangspunten voor de inkoop Maatschappelijke Opvang en
Beschermd Wonen specifiek voor vrouwenopvang.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 174)
13 Kennisnemen van het plan van aanpak naar een Amsterdams drugstestsysteem.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 175)
14 Vaststellen van het tabaksontmoedigingsbeleid 2016-2019.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 176)
Ruimtelijke Ordening
15 Vaststellen van de coördinatieregeling Westerpark West. (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 177)
16 Vaststellen van de Verordening tot wijzigen van de Verordening op de
Raadscommissies 2009 in verband met de harmonisatie en versnelling van de
procedure tot het vaststellen van lokale bestemmingsplannen. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 178)
17 Kennisnemen van het besluit om “Ruimte voor de Stad-Koers 2025” vrij te geven
voor advies. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 179)
Grondzaken
18 Vaststellen van het investeringsbesluit Café Oostoever en Van Eesterenmuseum
(fase 3 besluit). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 180)
19 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten (ex artikel
5) op de locatie Stenen Hoofdbrug, specifieker aangeduid als Grasweg 41.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 181)
Verkeer en Vervoer
20 Instemmen met de aanbevelingen uit het onderzoek naar de renovatie van de
Oostlijn van de rekenkamer. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 182)
21 Vaststellen van de parkeernormen in de Stadsdelen. (Gemeenteblad afd. 1, nr.
183)
22 Instemmen met het Definitief Ontwerp Vijzelgracht, Rode Loper, en de uitvoering
van dit ontwerp. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 184)
2
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 maart 2016
23 Instemmen met de actualisatie van het Programma (brom-) fietsparkeren
Leidseplein. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 185)
24 Vaststellen van de Nota van Uitgangspunten Reconstructie Amstelveenseweg
(tussen Zeilstraat en Stadionplein) en beschikbaar stellen van een extra
voorbereidingskrediet. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 98).
Bouwen en Wonen
25 Kennisnemen van de voortgang van de verlenging en opheffen geheimhouding
Memorandum of Understanding tussen de gemeente Amsterdam en Airbnb.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 186)
26 Kennisnemen van de voortgang van de huisvesting erkende vluchtelingen
(statushouders). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 187)
Dierenwelzijn
27 Instemmen met het initiatiefvoorstel “Herziening van het pachtsysteem voor
visrechten op de Amsterdamse wateren” van het lid Van Lammeren.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 188)
3
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 maart 2016
Ingekomen stukken
1 Afschrift van een brief van een burger, gericht aan wethouder Ivens, van
5 februari 2016 inzake het beleid van de gemeente betreffende sociale huur en
sociale huurwoningen.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
2 _Raadsadres van een burger van 9 februari 2016 inzake handhaving van
de verkeersregels bij gevaarlijke verkeersknooppunten door de politie.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden.
3 Raadsadres van een burger van 4 februari 2016 inzake artikel 123 van de
Gemeentewet betreffende ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen.
Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden
van de gemeenteraad.
4 Raadsadres van de Partij voor de Vrijheid Noord-Holland van 5 februari 2016
inzake een oproep voor een gelijk aantal stembureaus, zoals bij voorgaande
verkiezingen, voor het GeenPeil-referendum op 6 april 2016.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling.
5 Raadsadres van een burger van 9 februari 2016 inzake een klacht over
naheffingsaanslagen van parkeerboetes als gevolg van het illegaal gebruik
van autodeelparkeerplaatsen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 maart 2016
6 Raadsadres van een burger van 10 februari 2016 inzake klachten over
laagvliegend vliegtuigverkeer boven het Centrum, terreurdreiging en
het scheefwonen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie,
Armoede, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen,
de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk
Stelsel en Raadsaangelegenheden en de raadscommissie voor Bouwen, Wonen,
Wijkaanpak en Dierenwelzijn.
7 _Raadsadres van een burger van 12 februari 2016 inzake het verzoek tot
het wijzigen van de naamgeving van de wijk ‘Science Park’.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden.
8 Raadsadres van een burger van 14 februari 2016 inzake toeristische verhuur van
woonboten.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en
Dierenwelzijn.
9 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 16 februari 2016
inzake de uitvoering motie van nr. 317 van 13 maart 2014 van het lid
Van Lammeren over een onderzoek naar bijen en vlinders in Amsterdam.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT kennis te laten nemen van de uitvoering
van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
10 Raadsadres van bewoners van De Pijp van 29 januari 2016, binnengekomen bij
de raadsgriffie op 16 februari 2016, inzake de ontwikkelingen op en rondom
het Marie Heinekenplein.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
5
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 maart 2016
11 Raadsadres van de Stichting Herstel Oosterpark van 17 februari 2016 inzake
oorzaken, gevolgen en conclusies met betrekking tot de feitelijke bevindingen
gerelateerd aan het gehele project ‘Verdubbeling Oosterpark’.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
12 Raadsadres van de Erfgoedvereniging Heemschut Pro West Cuypers-
genootschap van 11 februari 2016 inzake het behoud van een monumentaal
schoolgebouw in Nieuw-West in het kader van het Integraal Huisvestingsplan
voor het primair onderwijs.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en
Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten.
13 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 18 februari 2016
inzake het collegebesluit tot vrijgave voor inspraak per 22 februari 2016 van
de Algemene Bepalingen voor eeuwigdurende erfpacht 2016 en het bijbehorende
uitgiftebeleid.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
14 Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 februari
2016 inzake de aanbieding van het definitieve Verslag van bevindingen van
het onderzoek naar het veilig gebruik van Suwinet.
Voorgesteld wordt, dit verslag voor kennisgeving aan te nemen.
15 Raadsadres van een burger van 24 februari 2016 inzake een reactie op
het deelgebied 2011, onderdeel van het Gebiedsplan 2012 in stadsdeel Centrum,
met name de problematiek van voetgangers en scooters op
het Oosterdokseiland.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT en de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en
Grondzaken (inclusief Erfpacht).
16 Brief van de Centrale Ondernemingsraad van de gemeente Amsterdam van
23 februari 2016 inzake het opzeggen van het vertrouwen in de
Gemeentesecretaris door de Centrale Ondernemingsraad van de gemeente
Amsterdam.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
6
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 9 maart 2016
17 Brief van een aantal personen, vanuit de Amsterdamse medezeggenschap,
van 25 februari 2016 inzake hun reactie op de brief van de Centrale
Ondernemingsraad over het opzeggen van het vertrouwen in
de Gemeentesecretaris.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
18 Raadsadres van een burger van 26 februari 2016 inzake de vrijheid van
meningsuiting.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van de burgemeester te stellen ter
afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van
de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk
Stelsel en Raadsaangelegenheden.
19 Raadsadres van het Comité Walbewoners Prinsengracht van 24 februari 2016
inzake de verwachte overlast door de Canal Parade 2016 voor buurtbewoners.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden.
7
| Agenda | 7 | train |
8 SIGNIFICANT
HET EFFECT VAN
TOERISTENBELASTING
OP OVERNACHTINGEN EN
BELASTINGINKOMSTEN
IN DE GEMEENTE
AMSTERDAM
Managementsamenvatting
Inleiding en aanleiding
De stad Amsterdam is populair als toeristenbestemming (figuur 1). Het is een realistische verwachting dat het aantal
verblijfsovernachtingen in Amsterdam in 2024 richting de 23 miljoen gaat. Het groeiende toerisme zet de leefbaarheid
van de stad onder druk. Mede als reactie hierop is de verordening “Toerisme in Balans’ opgesteld. Volgens de
verordening is het aanvaardbaar wanneer het aantal overnachtingen in Amsterdam tussen de 10 miljoen en 20 miljoen
per jaar ligt. Daarnaast zijn zogenoemde ‘signaalwaarden’ opgesteld van 12 en 18 miljoen. Als het aantal
overnachtingen buiten deze bandbreedte dreigt te komen, moet het College voorstellen doen ter bijsturing. De
verordening noemt ‘regulering met behulp van de toeristenbelasting’ expliciet als optie daartoe.
Toeristenovernachtingen
Amsterdam, periode 2022-2024 in 3 scenario's
x1M
25 2022-2024
z2M se 18M-23M
20 Fereransennsrsrvelpranvssarssrersern 20 M vernoervanssnnarvensnerenigdderrvenservnsn =
zen 17M- 20 M
25 een 14M- 19 M
IO teervenernnennsensvenseervedpeerrnn 1O MN envervafogbersnanrmvenseenserserernenrnsnnserense
5 7M
0
2018 2019 2020 2021* 2022** 2023** 2024**
Figuur 1. Toeristenovernachtingen in Amsterdam. Bron: Gemeente Amsterdam, Bezoekersprognose 2022-2024,
Onderzoek en Statistiek.
De gemeente Amsterdam (directie Belastingen) heeft Significant APE gevraagd onderzoek uit te voeren naar de
verwachte effecten van een verandering in de hoogte van de toeristenbelasting, in de Amsterdamse context. Specifiek
onderzoeken we of de toeristenbelasting een geschikt instrument kan zijn om te sturen op verblijfsaantallen
(instrumentele inzet), én welke gevolgen een aanpassing van de toeristenbelasting heeft op de belastinginkomsten
(budgettaire inzet). Verder is ook van belang waar de effecten van een toeristenbelasting vooral neerslaan.
De hoofdvraag voor het onderzoek formuleren wij als volgt: Welke gevolgen heeft een aanpassing van de hoogte van
de toeristenbelasting op toeristische overnachtingen en belastinginkomsten in de gemeente Amsterdam?
Hoofdconclusies over gevolgen van de toeristenbelasting
We concluderen dat een verhoging van de toeristenbelasting een remmend effect heeft op het aantal toeristische
overnachtingen, maar dat effect is niet heel groot. Deze conclusie baseren we op de bevinding dat de toeristenbelasting
minimaal verdrievoudigd moet worden om het aantal overnachtingen onder de signaalwaarde van 18 miljoen te krijgen,
als andere beleidskeuzes en omstandigheden gelijk blijven. Tegelijkertijd is een verhoging van de toeristenbelasting
naar verwachting juist relatief effectief als het doel is om de belastinginkomsten voor de gemeente Amsterdam te
verhogen. De belastingopbrengst per overnachting stijgt immers, terwijl de meeste toeristen naar Amsterdam blijven
komen. In het vervolg van deze managementsamenvatting gaan we dieper in op deze bevindingen.
Onderzoek naar de prijsgevoeligheid (prijselasticiteit) als basis voor het onderzoek
Van de economische wetenschap leren we het volgende: hoe prijsgevoeliger toeristen zijn, hoe groter het dempende
effect van een belastingverhoging kan zijn op het aantal overnachtingen. De prijsgevoeligheid van toeristen noemen we
ook wel de ‘prijselasticiteit van de vraag’. Een belangrijke focus van het onderzoek is dan ook om de prijselasticiteit te
onderzoeken, specifiek voor overnachtingen in de gemeente Amsterdam. Hiernaast onderzoeken we ook hoe de
aanbieders van verblijsaccommodaties reageren op (een aanpassing in de) toeristenbelasting. Deze inzichten geven
vervolgens aanknopingspunten om een doorrekening te maken van de te verwachten effecten van een hogere
toeristenbelasting.
Vier onderzoeksmethoden gecombineerd
We hebben vier verschillende onderzoeksmethoden toegepast. Het gaat om literatuurstudie, data-analyse van de
effecten van een belastingverhoging in het verleden, een enquête onder 420 (potentiële) verblijfstoeristen in
Amsterdam, en interviews met in totaal 21 stakeholders, experts en uitbaters van toeristische accommodaties. Door de
combinatie van onderzoeksmethoden (mixed methods onderzoek), ontstaat een zo compleet mogelijk beeld. Dit biedt
houvast voor een doorrekening en geeft duiding waar de effecten vooral neerslaan (zie verderop in deze samenvatting).
Tegelijkertijd is het beeld ook niet volledig scherp en zijn aanvullende aannamen nodig voor de doorrekening. Zoals in
ieder onderzoek is er onzekerheid rondom de resultaten, bijvoorbeeld omdat cijfermateriaal beperkt beschikbaar is. In
de hoofdtekst van dit rapport beschrijven de beperkingen van de methoden in meer detail.
Scenario's van de prijselasticiteit om recht te doen aan de onzekerheid van de resultaten
Vanwege de genoemde onzekerheid hebben we de doorrekening gemaakt op basis van drie scenario’s van de
prijselasticiteit. In het basisscenario rekenen we, op grond van de onderzoeksresultaten, met een prijselasticiteit van -1.
Dat wil zeggen dat het aantal overnachtingen binnen de gemeente Amsterdam daalt met 1% als de totaalprijs van een
verblijf, inclusief toeristenbelasting en kosten voor de reis, stijgt met 1%. Deze elasticiteit neemt toe als de stijging van
de prijs groter wordt. Naast het basisscenario rekenen we ook een scenario door met een realistische ondergrens van
de elasticiteit, en een scenario met een realistische bovengrens van de elasticiteit. Deze scenario’s gaan respectievelijk
uit van een half en een dubbel zo hoge elasticiteit als in het basisscenario. Dit doet recht aan de onzekerheid van de
doorrekening.
Het effect van een hogere toeristenbelasting op het aantal overnachtingen
De resultaten van de doorrekening zijn te zien in figuur 2. Te zien is dat een verhoging van de toeristenbelasting meer
of minder effect kan hebben, afhankelijk van het scenario. In het basisscenario betekent een verhoging van de
toeristenbelasting met 5 procentpunt naar verwachting een daling van 600.000 verblijfsovernachtingen per jaar. Deze
doorrekening gaat ervan uit dat overig beleid en andere omstandigheden gelijk blijven. Naar mate de toeristenbelasting
verder oploopt, verdubbelt dit effect naar 1,1 miljoen. Bij de andere twee scenario’s zijn de effecten groter respectievelijk
kleiner. In tabel 1 aan het einde van de managementsamenvatting zijn de cijfers in meer detail te vinden.
In het basisscenario is naar verwachting een toeristenbelasting nodig van tussen de 40 en 45% van de
overnachtingsprijs (exclusief reiskosten) om het aantal overnachtingen te reduceren tot de signaalwaarde van 18
miljoen. In de huidige situatie bedraagt de toeristenbelasting circa 10% van de overnachtingsprijs (zie kader op
bladzijde 11). Bij de andere scenario’s komt de signaalwaarde van 18 miljoen naar verwachting in beeld bij een
verhoging van de toeristenbelasting naar respectievelijk 30% (bovengrens elasticiteit) en rond de 60% (ondergrens
elasticiteit) van de overnachtingsprijs.
De onzekerheid over de effecten van de toeristenbelasting stijgt naar mate de belasting hoger wordt. Dit is te zien aan
de scenario-uitkomsten (de ‘lijnen’ in figuur 2) die relatief steeds verder uit elkaar komen te liggen bij een hogere
belasting.
Aantal overnachtingen
24
22
20
18 Tee Tage mage:
16
14
12 mene
10 nn
Huidig (+/- 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
10%)
Aantal overnachtingen ondergrens elasticiteit
—_ Áantal overnachtingen basisscenario
— Aantal overnachtingen bovengrens elasticiteit
Figuur 2. Aantal overnachtingen per jaar in de gemeente Amsterdam (verticale as, in miljoenen) bij verschillende
scenario’s en hoogten van de toeristenbelasting (horizontale as, als percentage van de overnachtingsprijs)
‘Weglek’ van bezoekers naar accommodaties buiten de gemeentegrenzen
De daling van het aantal overnachtingen staat niet gelijk aan de daling van het aantal bezoekers. Ons onderzoek wijst
uit dat ongeveer de helft van de toeristen die niet meer in de stad Amsterdam verblijven als gevolg van een hogere prijs
uitwijkt naar een accommodatie in de bredere regio; om vervolgens dagelijks op en neer te pendelen naar de stad. We
schatten in dat de metropoolregio Amsterdam (exclusief de gemeente zelf) ongeveer plaats heeft voor meer dan 2
miljoen extra toeristische overnachtingen per jaar. Dit geeft aan hoe groot de weglek maximaal kan zijn, als gevolg van
een stijgende belasting.
Waar verwachten we vooral gedragseffecten?
De verblijfstoeristen met de grootste prijsgevoeligheid zijn degenen die al bij kleinere prijsstijgingen niet meer naar de
stad Amsterdam komen. Dit onderzoek geeft aanwijzingen dat dit vooral de budgettoeristen zijn. Individuele zakelijke
bezoekers en de toerist met grotere portemonnee blijven naar verwachting ook bij grotere prijsstijgingen nog wel
komen. Een deel van de toeristen uit het hogere prijssegment zal voor een lager prijssegment kiezen als gevolg van de
gestegen prijzen. Dit wil niet zeggen dat er geen budgettoeristen meer te zien zullen zijn in Amsterdam bij een hogere
toeristenbelasting. Duidelijk lijkt wel dat de samenstelling van de toeristenpopulatie hierdoor verandert. In de stad zullen
relatief meer vermogende toeristen komen.
Uit interviews met de branche komt naar voren dat de locatiekeuzes van congressen sterk afhangt van
prijsontwikkelingen, zeker in de non-profitsector. Als de toeristenbelasting stijgt, kan het zijn dat sommige congressen
uit Amsterdam zullen verdwijnen, hoewel dit effect pas na enkele jaren zichtbaar wordt. Dit komt doordat congressen
jaren vooruit worden gepland. Een ander mogelijk effect dat blijkt uit interviews, is dat logiesverstrekkers hun
accommodaties aanpassen, bijvoorbeeld door meer gemeenschappelijke ruimten te verkameren.
Het effect van een hogere toeristenbelasting op de belastingopbrengsten
Ook onderdeel van de doorrekening met scenario’s is de vraag in hoeverre een hogere toeristenbelasting meer
belastinginkomsten oplevert voor de gemeente Amsterdam (figuur 3). In het basisscenario leidt een stijging van 10%
(huidig) naar 15% toeristenbelasting (van de overnachtingsprijs) tot een groei van de opbrengsten met circa € 60
miljoen euro per jaar (zie tabel 1). Deze groei vlakt echter af bij een grotere stijging van de toeristenbelasting. Bij een
stijging van 25% naar 30% bijvoorbeeld, groeien de extra inkomsten met € 48 miljoen in het basisscenario. Er is dus
sprake van dalende meeropbrengsten. Dit komt doordat meer toeristen wegblijven bij een steeds verder stijgende
toeristenbelasting. In het scenario ‘ondergrens’ stijgen de inkomsten het meest, omdat de toeristen in dit scenario veelal
blijven komen en de logiesverstrekkers een groter deel van de belasting kunnen doorberekenen aan de toerist. Bij het
scenario ‘bovengrens’ lopen de belastinginkomsten bij kleine stijgingen van het percentage nog op. Maar als de
belasting boven de 30% komt, betekent een verdere verhoging juist een daling in de inkomsten. Dit is een direct gevolg
van de grotere prijsgevoeligheid van toeristen waarmee in dit scenario is gerekend. Ook bij de belastinginkomsten geldt:
hoe hoger de toeristenbelasting, hoe groter de onzekerheid over de gevolgen.
Opbrengsten toeristenbelasting
€ 800
€ 700
€ 600
€ 500
€ 400
€ 300
€ 200
€ 100
€0
Huidig (+/- 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
10%)
mm Opbrengsten belasting ondergrens elasticiteit
— Opbrengsten belasting basisscenario
— Opbrengsten belasting bovengrens elasticiteit
Figuur 3. Opbrengsten toeristenbelasting per jaar voor de gemeente Amsterdam (verticale as, in miljoenen euro's) bij
verschillende scenario’s en hoogten van de toeristenbelasting (horizontale as, als percentage van de
overnachtingsprijs)
Detailcijfers doorrekening
Tot slot tonen we in onderstaande tabel de detailcijfers van de doorrekening. In de eerste kolommen staan de effecten
van een verhoging van de toeristenbelasting op het aantal overnachtingen (zie figuur 2). De laatste drie kolommen
bevatten de cijfers van de doorrekening van de belastinginkomsten (figuur 3).
Aantal overnachtingen per scenario (min) Opbrengsten belasting per scenario (€ min)
Ondergrens Bovengrens Ondergrens Bovengrens
Basisscenario elasticiteit elasticiteit Basisscenario elasticiteit elasticiteit
10% 23,0 23,0 23,0 175 175 175
15% 22,4 22,7 21,8 234 259 208
20% 21,8 22,4 20,6 291 341 236
25% 21,2 22,1 19,5 343 421 259
30% 20,6 21,8 18,2 392 497 277
35% 19,5 21,2 16,3 427 565 279
40% 18,5 20,7 14,4 457 629 275
45% 17,4 20,1 12,5 480 689 263
50% 16,3 19,6 10,7 498 744 243
Tabel 1. Samenvattende tabel van de effecten van een verhoging van de toeristenbelasting per scenario
Inhoudsopgave
1 Inleiding 9
1.1 Aanleiding: groeiend aantal verblijfsovernachtingen in Amsterdam, overlast en maatregelen van de
gemeente 9
1.2 Doel van het onderzoek: meer inzicht in instrumentele en budgettaire functies van
toeristenbelasting 10
1.3 Onderzoeksvragen 10
1.4 Combinatie van vier onderzoeksmethoden geeft een zo compleet mogelijk beeld 10
1.5 Leeswijzer 12
2 Wat is prijselasticiteit en waarom is dit concept hier relevant? 13
2.1 Prijselasticiteit betekent prijsgevoeligheid 13
2.2 Elasticiteiten bieden inzicht in effecten toeristenbelasting 13
2.3 Elasticiteiten direct of indirect te onderzoeken 16
3 _ Literatuurstudie 17
3.1 De vraag naar toeristische diensten is gemiddeld gezien unitair elastisch … 17
3.2 …… maar de gevonden elasticiteiten hebben een grote bandbreedte vanwege de methodische
complexiteit 17
3.3 Verklaringen voor verschillen in gemeten elasticiteiten tussen regio’s 18
3.4 Drie uitgelichte studies naar het effect van hogere belasting geven een wisselend beeld van
effecten 19
3.5 Wat betekent dit voor de Amsterdamse situatie? 19
4 Kwantitatieve analyse 21
4.1 We kijken naar het effect van de btw-verhoging in 2019 in Nederland om de elasticiteit te bepalen 21
4.2 Een state-of-the-art econometrische methode 21
4.3 Btw-verhoging van 6% naar 9% is volledig doorberekend in prijzen van hotels en restaurants. 22
4,4 Wat betekent dit voor de elasticiteiten en toeristenbelasting in de Amsterdamse
overnachtingenmarkt? 23
5 Enquêteresultaten 24
5.1 Enquête biedt inzicht in elasticiteiten en weglekeffecten 24
5.2 Prijselasticiteit per segment inclusief weglekeffecten 24
5.3 Prijselasticiteit per segment inclusief substitutie-effecten 26
5.4 Wat nemen we mee? 27
6 _ Interviews 28
6.1 De elasticiteit van de vraag in Amsterdam lijkt relatief laag 28
6.2 Er is geen eenduidig antwoord op de vraag welk segment het hardst geraakt wordt door een
hogere toeristenbelasting 29
6.3 Toeristen zijn bereid te betalen om dichtbij het centrum te verblijven; weglek is niet onbeperkt 29
6.4 De zakelijke congresmarkt lijkt prijsgevoelig 30
) Hoteliers verwachten verschillende effecten op hun bedrijfsvoering, maar kunnen dit niet volledig
overzien 31
6.6 Om een remmend effect te hebben, is het van belang dat toeristenbelasting zichtbaar is 32
7 Verwachte effecten van toeristenbelasting in Amsterdam 33
71 Berekening volgt uit samenvoeging van verschillende resultaten en aanvullende aannamen 33
7.2 Het effect van een hogere toeristenbelasting op het aantal overnachtingen 34
7.3 Het effect van een hogere toeristenbelasting op de belastinginkomsten 34
74 Onzekerheid groeit exponentieel bij een hogere toeristenbelasting 35
7.5 Neveneffecten en duiding 36
A. _Gesprekpartners en topiclijst 37
1 Inleiding
11 Aanleiding: groeiend aantal verblijfsovernachtingen in Amsterdam, overlast en maatregelen van de gemeente
De stad Amsterdam groeit in populariteit als toeristenbestemming. Sinds 2014 is het aantal verblijfsbezoekers fors
toegenomen. In 2019 was het aantal toeristenovernachtingen 22 miljoen volgens Onderzoek en Statistiek van de
gemeente Amsterdam (Bezoekersprognose 2022-2024, Figuur 4). Dit betreft hotelovernachtingen, overnachtingen in
hostels, campings, B&B's en vakantieverhuur. Daarna daalde het aantal fors vanwege de coronarestricties. Dit bleek
een tijdelijke daling, omdat cijfers van het CBS bevestigen dat de laatste 3 kwartalen van 2022 qua bezoekersaantallen
al weer bijna identiek waren aan 2019.! Van de drie scenario’s die Onderzoek en Statistiek maakte na het eerste
kwartaal van 2022 (Figuur 4), lijken de actuele cijfers dus het meest te passen bij het ‘hoge’ scenario. Dat betekent dat
het aantal verblijfsovernachtingen in Amsterdam in 2024 naar verwachting 23 miljoen gaat zijn.
Toeristenovernachtingen
Amsterdam, periode 2022-2024 in 3 scenario's
x1M
25 2022-2024
z2M se 18M-23M
20 Fereransennsrsrvelpranvssarssrersern 20 M vernoervanssnnarvensnerenigdderrvenservnsn =
zen 17M- 20 M
25 een 14M- 19 M
IO teervenernnennsensvenseervedpeerrnn 1O MN envervafogbersnanrmvenseenserserernenrnsnnserense
5 7M
0
2018 2019 2020 2021* 2022** 2023** 2024**
Figuur 4. Toeristenovernachtingen in Amsterdam. Bron: Gemeente Amsterdam, Bezoekersprognose 2022-2024,
Onderzoek en Statistiek
De populariteit van Amsterdam als reisbestemming en de forse toename van het aantal verblijfsbezoekers zet de
leefbaarheid van de stad onder druk. Mede als reactie hierop is de verordening ‘Toerisme in Balans’ opgesteld. Volgens
de verordening is het aanvaardbaar wanneer het aantal overnachtingen in Amsterdam tussen de 10 miljoen en 20
miljoen per jaar ligt. Daarnaast zijn zogenoemde ‘signaalwaarden’ opgesteld van 12 en 18 miljoen. Als het verwachte
aantal overnachtingen in het laatste geprognosticeerde kalenderjaar boven of onder deze signaalwaarden valt, moet het
College voorstellen doen aan de Raad om de aantallen weer binnen de bandbreedte te krijgen of te houden. De
‘mogelijke regulering van het aantal toeristenovernachtingen met behulp van de toeristenbelastin’, is daarin expliciet
benoemd als mogelijk onderdeel van de voorstellen om deze bandbreedte te waarborgen.
Omdat de signaalwaarde van 18 miljoen snel in zicht kwam, heeft de gemeente Amsterdam eind 2022 verschillende
maatregelen voorgesteld om het overtoerisme en de overlast in te perken.” Dit betreft een breed pakket aan
maatregelen. Een daarvan betreft ‘uitwerken van scenario’s voor het effectief inzetten van toeristenbelasting.”
1 Bron: CBS.
2 https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/college/wethouder/sofyan-mbarki/persberichten-nieuws-sofyan-
mbarki/gemeente-amsterdam-neemt-maatregelen/. Hiervoor had de gemeente ook al maatregelen getroffen, zoals het
instellen van een hotelstop en het voeren van zeer restrictief beleid voor vakantieverhuur. 8
1.2 Doel van het onderzoek: meer inzicht in instrumentele en budgettaire functies van toeristenbelasting
De gemeente Amsterdam (directie Belastingen) heeft Significant APE gevraagd om onderzoek uit te voeren naar de
verwachte effecten van de toeristenbelasting. De gemeente geeft in haar onderzoeksuitvraag aan dat het nog ontbreekt
aan toepasbaar en onderbouwd inzicht in de prijsgevoeligheid (‘elasticiteit'®) van de Amsterdamse overnachtingsmarkt.
Daarmee is nog onvoldoende duidelijk of de toeristenbelasting een geschikt instrument kan zijn om te sturen op
verblijfsaantallen (instrumentele inzet van de toeristenbelasting). Immers: hoe prijsgevoeliger de markt is, hoe meer
effect een tariefinstrument kan hebben op het aantal overnachtingen. Naast het effect op de aantallen, moet ook meer
inzichtelijk worden welke gevolgen een aanpassing van de toeristenbelasting heeft op de belastinginkomsten van de
gemeente (budgettaire inzet van de toeristenbelasting).
1.3 Onderzoeksvragen
De hoofdvraag voor het onderzoek formuleren wij als volgt: Welke gevolgen heeft een aanpassing van de hoogte van
de toeristenbelasting op toeristische overnachtingen en belastinginkomsten in de gemeente Amsterdam?
Deze hoofdvraag splitsen we uit in de volgende deelonderwerpen en -vragen:
A - Elasticiteit van de overnachtingenmarkt (onderzoek)
i. Wat is in algemene zin de prijselasticiteit van de vraag naar toeristische overnachtingen in de
Amsterdamse overnachtingsbranche*, rekening houdend met de specifieke Amsterdamse situatie?
ü. Wat zijn de verwachte effecten van verhogingen van de toeristenbelasting op vraaguitval in algemene zin
en per segment?
üi, Wat zijn de verwachte effecten van verhogingen van de toeristenbelasting op vraaguitval in de zakelijke
(congres)markt?
iv. Wat is de verwachting ten aanzien van aanpassingen in de bedrijfsvoering van de hoteliers?
v. Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van mogelijke weglekeffecten (bezoekers die gaan overnachten
buiten de stad, maar wel dagelijks naar de stad komen)?
B - Gevolgen voor de stad (doorrekening)
vi. Wat is de verwachte opbrengst van de toeristenbelasting bij een stijging van de hoogte van de
toeristenbelasting, rekening houdend met vraaguitval en weglekeffect?
vii, Welke stijging van de toeristenbelasting zou nodig zijn om het aantal overnachtingen terug te dringen van
de verwachte 23 miljoen naar 17/18/19/20 miljoen?
1.4 Combinatie van vier onderzoeksmethoden geeft een zo compleet mogelijk beeld
We beantwoorden de onderzoeksvragen aan de hand van een combinatie van verschillende onderzoeksmethoden.
Door deze combinatie (mixed methods onderzoek) ontstaat een zo compleet mogelijk beeld van het antwoord op de
onderzoeksvragen. We hebben gekozen om zowel kwantitatieve als kwalitatieve methoden toe te passen. Een
kwantitatieve methode biedt een diepgaande beantwoording van één onderzoeksvraag, terwijl kwalitatieve methoden
een bredere scope kunnen hebben en inzicht bieden in context en overwegingen van betrokkenen. De verschillende
methoden versterken elkaar op deze manier.
We hebben in totaal vier verschillende methoden toegepast. Ten eerste maken we gebruik van de reeds bestaande
kennis via een internationale literatuurstudie van de prijselasticiteit van de vraag naar toerisme. De literatuurstudie geeft
inzicht in welke factoren en omstandigheden doorgaans leiden tot een hogere dan wel lagere prijselasticiteit. Ten
$ Hoofdstuk 2 werkt het begrip ‘elasticiteit’ verder uit.
1 Hieronder scharen we campings, hostels, hotels en particuliere vakantieverhuur. Toeristische bezoeken vanuit
cruiseschepen en dagbezoekers vallen buiten de scope van dit onderzoek. "
tweede hebben we met econometrische technieken kwantitatief onderzocht wat de invloed is van een belastingwijziging
op verblijfstoerisme. Specifiek hebben we gekeken naar het effect van de stijging van het lage btw-tarief van 6 naar 9
procent in 2019. Dit betreft echter een relatief ‘kleine’ wijziging van de belasting. Om te onderzoeken wat het effect kan
zijn van een grotere belastingwijziging, hebben we ook een enquête gehouden onder (potentiële) toeristen, specifiek om
hen te bevragen naar hun reactie op een hogere prijs. Ook bevatte de enquête vragen over een mogelijke overnachting
buiten de gemeentegrenzen (weglekeffecten). Tot slot hebben we verschillende interviews gehouden met experts,
belangengroepen en uitbaters van hotels, hostels en campings. Dit biedt extra context bij de werking van de ‘markt’,
geeft verdere inkleuring van de specifieke Amsterdamse situatie, en beantwoordt de vragen waar de kwantitatieve
onderzoeksmethoden geen houvast bieden.
Methode geeft antwoord op de vraag Literatuurstudie Kwalitatieve Enquête AAA E
Methode beantwoordt de vraag deels analyse
Prijselasticiteit van de vraag
Vraaguitval per segment
Vraaguitval in de zakelijke markt
Effect op bedrijfsvoering hoteliers
Door alle bronnen te
combineren worden de
volgende vragen beantwoord
Verwachte opbrengst
Benodigde stijging toeristenbelasting
Figuur 5. Overzicht onderzoeksmethoden en onderzoeksvragen
In Figuur 5 staat een overzicht welke methode ingaat op welke onderzoeksvraag. Uiteindelijk is het de combinatie van
de methoden die leidt tot de algehele conclusie, en de doorrekening van de effecten van de toeristenbelasting voor de
stad. Bij de doorrekening gebruiken we de opbrengst van de verschillende methoden, waar nodig aangevuld met
onderbouwde aannamen. Dergelijke doorrekeningen maken is geen exacte wetenschap; het leunt daarom
onvermijdelijk voor een deel op ‘expert opinion.’
Deze rapportage is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 starten we met een uitwerking van het begrip ‘elasticiteit’, en
waarom dit relevant is voor de onderzoeksvraag. Daarna vervolgen we in hoofdstuk 3 het onderzoek met de
internationale literatuurstudie, waarin we de bestaande wetenschappelijke inzichten over prijselasticiteiten in de
overnachtingenmarkt in kaart brengen. Vervolgens gaan we in hoofdstuk 4 in op de kwantitatieve analyse. In hoofdstuk
5 behandelen we de enquêteresultaten en in hoofdstuk 6 de gehouden interviews met hoteliers, campingeigenaren en
andere belanghebbenden. We sluiten de rapportage in hoofdstuk 7 af door de bevindingen uit de verschillende
onderzoeksmethodes te combineren in de vorm van een doorrekening van de verwachte effecten van een mogelijke
aanpassing van de toeristenbelasting in Amsterdam. De managementsamenvatting staat aan het begin van dit rapport.
In een separate bijlage beschrijven we de methodologische onderbouwing en keuzes (per onderzoeksmethode) in meer
detail. In het kader hieronder beschrijven we ter achtergrond hoe hoog de toeristenbelasting op dit moment is in
Amsterdam.
2 Wat is prijselasticiteit en waarom
n n n D
is dit concept hier relevant?
In dit hoofdstuk leggen we uit wat ‘prijselasticiteit’ is, waar het vandaan komt, en waarom het relevant is in het kader van
dit onderzoek. Dit hoofdstuk beschrijft in feite de beleidstheorie: welke effecten verwachten we van de toeristenbelasting
en waarom?
2.1 Prijselasticiteit betekent prijsgevoeligheid
Kort gezegd is ‘prijselasticiteit' een ander woord voor prijsgevoeligheid. Met de prijselasticiteit wordt doorgaans bedoeld:
de prijselasticiteit van de vraag. De prijselasticiteit van de vraag meet in hoeverre consumenten hun (koop)gedrag
aanpassen als de prijs verandert. De interpretatie van de elasticiteit is in procenten: met hoeveel procent verandert de
vraag (in aantal overnachtingen) als gevolg van een procentuele wijziging in de prijs?
De prijselasticiteit is in drie categorieën in te delen:
a. Een hoge prijselasticiteit houdt in dat een verandering in de prijs zal leiden tot een nog grotere verandering
van het gevraagde aantal producten (verblijfsovernachtingen). Dus een stijging van de prijs met 10% leidt tot
meer dan 10% vraaguitval. De elasticiteit is dan kleiner dan -1, ofwel relatief ‘elastisch’.
b. Bij een lage prijselasticiteit geldt het omgekeerde. De elasticiteit is dan groter dan -1, ofwel relatief ‘inelastisch’.
C. Bij een ‘gemiddelde’ prijselasticiteit leidt een verandering van de prijs tot een ongeveer even grote
verandering van het gevraagde producten. De elasticiteit is ongeveer -1, ofwel ‘unitair prijselastisch’.
In hoofdstuk 3 bekijken we welke factoren mede bepalen of en wanneer de elasticiteit hoger is dan wel lager.
Naast de prijselasticiteit van de vraag bestaat ook de prijselasticiteit van het aanbod. Deze elasticiteit geeft aan in
hoeverre producenten (logiesverstrekkers) hun aangeboden verkoopaantallen (aangeboden kamers) aanpassen als de
prijs verandert. De prijselasticiteit van het aanbod is een minder bekend en minder onderzocht fenomeen.
2.2 Elasticiteiten bieden inzicht in effecten toeristenbelasting
In dit onderzoek benaderen we de effecten van een verhoging van de toeristenbelasting aan de hand van elasticiteiten.
Elasticiteiten bieden (volgens micro-economische theorie) de geschikte beleidsinformatie, omdat ze inzicht geven in
onder meer:
a. In hoeverre een toename van de toeristenbelasting leidt tot lagere verblijfsaantallen;
b. In hoeverre een toename van de toeristenbelasting leidt tot hogere verblijfsprijzen;
c. Welke partij (de toerist of de logiesverstrekker) welk deel van de hogere belasting draagt (‘tax incidence’); en
d. Wat de belastingopbrengst is bij een verhoging van de toeristenbelasting.
De economische theorie die wij gebruiken als denkkader beschrijven we hieronder. Deze paragraaf is technisch en
theoretisch van aard. De snelle lezer kan desgewenst volstaan met het lezen van de conclusies onderaan deze
paragraaf (tabel 2 en verder).
De theorie van elasticiteiten illustreren we aan de hand van figuur 7.° In de situatie voor een verhoging van de
toeristenbelasting is de markt zo dat er Q* overnachtingen worden gekocht op de ‘markt’, tegen een gemiddeld tarief
5 Deze figuren betreffen een vereenvoudigde weergave van vraag en aanbod in een competitieve markt. De markt voor
overnachtingen in Amsterdam lijkt echter meer op een markt met monopolistische concurrentie. Bovendien is het
‘aanbod’ niet volledig flexibel als gevolg van de hotelstop en de registratieplicht particuliere woningverhuur. De relevante
theoretische voorspellingen uit dit hoofdstuk gelden echter nog steeds. 8
van P* per nacht (linkerplaatje).® Dat is de plek waar vraag (V) en aanbod (A) elkaar vinden. In de rechterfiguur is het
effect zichtbaar van een verhoging van de toeristenbelasting met t. De vraag (V) en het (nieuwe) aanbod (A2) vinden
elkaar nu op een lager volume, maar tegen een hogere prijs inclusief belasting (P2, inel.). Voor de logiesverstrekker is
de kale prijs (exclusief toeristenbelasting) juist lager (P2), omdat een deel van de prijs (t) aan de gemeente afgedragen
moet worden.
N A2
Oo
<
®
>
0
S A
5 A
@
EA
5 P2, inclj-- ===
3
p*
Poe !
P2 fe
Ï
| I
1 Ï
1 Ï
1 Vv ! Vv
I Î
l Ï
I Ï
Q* _ Aantal overnachtingen > Q2 og Aantal overnachtingen >
Figuur 7. Denkkader uit de economische theorie: wat doet de toeristenbelasting met de overnachtingenmarkt?
Hoe spelen elasticiteiten hierin een rol? Dat is wat figuur 8 laat zien. In het linkerpaneel is figuur 7 herhaald. Hier is de
elasticiteit van vraag (en aanbod) gemiddeld. De vraag is meer inelastisch als de lijn meer verticaal is. In het
rechterplaatje van figuur 8 is deze situatie met een inelastische vraag afgebeeld. In dat geval zien we dat de volumes
niet veel dalen bij de verhoging van de toeristenbelasting. De consument wil immers nog steeds het product hebben,
ondanks de hogere prijs. De consumentenprijs P3,incl is aanzienlijk hoger dan voorheen (P*), terwijl de kale prijs P3
nauwelijks daalt. Dat wil zeggen: de logiesverstrekker berekent bijna de gehele toeristenbelasting door.
A A
P3, incl --
P2, inclj---=e---
pr t p-
P3 memmen
P2p---- I
Ï Ï
I I
Ï Ï
Ï Ï
I Vv Ü
' -inelastisch
Va
! | v3
Q2 a Aantal overnachtingen > Ag: Aantal overnachtingen >
Figuur 8. Een lagere prijselasticiteit van de vraag en het effect van de toeristenbelasting
In het figuur 9 (rechterplaatje) is de vraag juist elastisch. Hier zien we dat de volumes juist veel dalen, en in dit geval
daalt de kale prijs P4 sterk, terwijl de consumentenprijs P4,incl nauwelijks hoger ligt. In andere woorden: de
logiesverstrekker neemt het verlies van hogere toeristenbelasting voor het grootste deel op zich.
8 In de figuur abstraheren we voor het overzicht het feit dat er reeds toeristenbelasting wordt geheven. In de praktijk
gebeurt dat natuurlijk wel, maar dit beïnvloedt het denkkader in beginsel niet. "
Naast de getoonde figuren zijn er meer situaties denkbaar, omdat ook het aanbod meer of minder prijselastisch kan zijn.
De gevolgen van een stijging van de prijs hangen dus af van zowel de prijselasticiteit van de vraag als de (veel
moeilijker meetbare) elasticiteit van het aanbod, zoals we laten zien in tabel 2.
A A
P2, inclj---=e---
P4, incl Tee
p* t pT 777
P2 p----een :
\ Pa \__oee V - elastisch
i
Ï I V4
1 Vv I
1 l
1 I
I Vv2 I
Ü
ere Aantal overnachtingen > Q4 a” Aantal overnachtingen >
Figuur 9. Een hogere prijselasticiteit van de vraag en het effect van de toeristenbelasting
Inelastische vraag nn) Ea Stische vraag
- Beperkte daling volume - Daling volume
- Toeristenbelasting wordt - Toeristenbelasting wordt
deels doorberekend aan volledig geabsorbeerd
ketenen huurders, en deels door logiesverstrekkers
geabsorbeerd door - Gemeente ontvangt
logiesverstrekkers beperkt minder
- Gemeente ontvangt veel inkomsten
extra inkomsten
- Daling volume
- Toeristenbelasting wordt
deels doorberekend aan
huurders, en deels
geabsorbeerd door
Were GRENST UG ASSE)
- Onduidelijk of gemeente
meer of minder
inkomsten ontvangt
- Daling volume - Sterke daling volume
- Toeristenbelasting wordt - Toeristenbelasting wordt
volledig doorberekend deels doorberekend aan
Akten eene aan huurders huurders, en deels
- Gemeente ontvangt geabsorbeerd door
meer inkomsten logiesverstrekkers
RCT aa eten CC ROln ZE Lale |!
minder inkomsten
Tabel 2. Matrix: afhankelijk van de prijselasticiteiten van vraag en aanbod verschillen de effecten van de
toeristenbelasting. Hoe ‘donkerder’ het vlak, hoe effectiever de belasting is in het terugdringen van
overnachtingen.
tabel 2 beschrijft de volgende zaken:
a. Hoe elastischer de vraag (en het aanbod), hoe effectiever een toeristenbelasting is in het inperken van
verblijfstoerisme. Bij een elastische vraag is de instrumentele functie van de belasting meer te benutten;
b. Als direct gevolg van a: een kleinere grondslag voor het heffen van belastingen resulteert als de vraag (of het
aanbod) elastischer is;
C. Hoe de (hogere) toeristenbelasting uiteindelijk wordt ‘verdeeld’ onder logiesverstrekkers en toeristen, hangt af
van de elasticiteit van de vraag ten opzichte van het aanbod. Hoe elastischer de vraag, hoe meer de kale
verhuurprijs daalt. Een lagere kale verhuurprijs betekent een lagere grondslag voor de belasting.
Met andere woorden: de elasticiteit is bepalend voor de effecten van de toeristenbelasting. Deze drie genoemde
effecten zijn met name relevant in het bepalen van de effecten van de toeristenbelasting op de stad; deze komen ook
terug in de doorrekening.
2.3 Elasticiteiten direct of indirect te onderzoeken
In de volgende hoofdstukken onderzoeken we de elasticiteit verder. Dit kan op twee manieren. De directe route is
onderzoeken hoe sterk de consument reageert op een verandering in prijs. Vaak wordt het aanbod dan constant
verondersteld. Bovengenoemde beleidstheorie geeft ons echter ook een indirecte route om elasticiteiten te meten. We
weten immers nu dat een hogere (lagere) prijselasticiteit van de vraag samen zal gaan met een kleinere (grotere)
doorrekening van belastingen in de prijs. Met andere woorden: hoe groter de doorrekening van een belasting, hoe lager
de prijselasticiteit van de vraag. Deze indirecte route passen we bijvoorbeeld toe in hoofdstuk 4, terwijl we in hoofdstuk
5 (enquête) de directe route kiezen.
3 Lit |
eratuurstudie
In dit hoofdstuk beschrijven we relevante bevindingen uit de internationale literatuur, om inzichtelijk te maken wat
gebruikelijke prijselasticiteiten zijn in de toeristensector en welke factoren de elasticiteiten beïnvloeden. Hoewel de
Amsterdamse context verschilt van die in andere landen, geeft dit een bruikbaar eerste beeld. Daarnaast lichten we drie
studies uit die specifiek ingaan op de effecten van een (hogere) belasting in de toeristensector.
Er zijn honderden studies gedaan naar de prijselasticiteit van de vraag naar toerisme en recreatie. Dit geeft een zeer
rijke bron van informatie en kennis die we kunnen toepassen in dit onderzoek. Maar, zoals we straks verder uitlichten,
geeft het grote aantal studies ook aan hoe complex een kwantitatieve studie van elasticiteiten in de toerismesector kan
zijn. De prijselasticiteit van het aanbod blijkt vrijwel niet kwantitatief onderzocht. Dit heeft alles te maken met de
complexiteit om dit theoretische concept in de praktijk meetbaar te maken. Dit hoofdstuk (en dit onderzoek) richt zich
dus op de prijselasticiteit van de vraag.
3.1 De vraag naar toeristische diensten is gemiddeld gezien unitair elastisch …
We beginnen met drie belangrijke overzichtsstudies (‘meta-analyses’). De eerste is van Rosenberger en Stanley
(2010)’, de tweede van Peng et al. (2015)®, de derde van de Chief Economist Directorate van Schotland (2020).° De
derde studie heeft daarbij bewust meer nadruk en gewicht gehecht aan studies over landen in Noordwest-Europa,
terwijl de andere studies een wereldwijde focus hebben.
De gemiddelde prijselasticiteit van de vraag is voor elk van de drie metastudies vergelijkbaar. De studie van
Rosenberger en Stanley noemt een gemiddeld elasticiteit van - 0,997. De studie van Peng et al. (2015) komt uit op
- 1.281. De laatste studie noemt een mediaan van - 1,02 en een gemiddelde van - 1,26. Al met al kunnen we stellen dat
gemiddeld gezien de vraag ongeveer unitair prijselastisch is. Met andere woorden leidt een prijsstijging van 1% van
recreatieve diensten tot (grofweg) 1% minder vraag naar deze diensten.
3.2 … maar de gevonden elasticiteiten hebben een grote bandbreedte vanwege de methodische complexiteit
De metastudies vinden echter een zeer grote bandbreedte van gevonden prijselasticiteiten tussen studies. De eerste
overzichtsstudie komt op een bandbreedte van de elasticiteiten tussen de 0 en -6. De derde studie vindt elasticiteiten tot
bijna -8. Deze studie vindt ook onderzoeken met elasticiteiten van (ruim) boven nulf®, hoewel deze studies met de
nodige kritiek worden beschreven. De tweede studie beschrijft enkel gemiddelde elasticiteiten per land of per type
studie.
Hoe komt het dat de elasticiteiten zo sterk verschillen tussen de studies? Ten eerste maakt het veel uit welke methode
wordt gekozen om de elasticiteit te schatten, zo tonen Peng et al. (2015) aan. Zo maakt het uit welk type data wordt
gebruikt, hoe de prijs wordt gemeten, welk type toerisme in scope is, welke econometrische modellen worden toegepast
en welke controlevariabelen worden meegenomen. Rosenberger en Stanley (2010) laten zien welke methoden
waarschijnlijk een onder- dan wel een overschatting van de elasticiteiten inhouden. De gekozen methodologie is, al met
al, een cruciale factor. Volgens een onderzoek van Gastvrij Nederland (2015)!' slagen slechts weinig studies er goed in
7 Rosenberger en Stanley, 2010: Publication Selection of Recreation Demand Price Elasticity: A Meta-Analysis.
8 Peng, B, Song, H., Crouch, G.l. en Witt, S.F. (2015) "A Meta-Analysis of International Tourism Demand Elasticities”,
Journal of Travel Research, 54(5). p. 611-633.
9 https://vww.gov.scot/publications/elasticities-relevant-tourism-scotland-evidence-review/pages/6/
0 Een elasticiteit boven de nul zou inhouden dat er meer vraag is als de prijs stijgt, dat is tegen theoretische principes
in.
1 http://gastvrij-nederland.nl/images/RapportGastvrijNederlandendebtwdefinitief.pdf. "
om te controleren voor alle relevante achtergrondfactoren, waardoor schattingen naar prijselasticiteiten een grote
variatie laten zien. Onderzoek naar elasticiteiten kent dus de nodige beperkingen en uitdagingen; daarom richten we
ons niet te specifiek op één onderzoek, maar op het gemiddelde over vele studies.
3.3 Verklaringen voor verschillen in gemeten elasticiteiten tussen regio’s
We zien in de verschillende studies dat de gemeten elasticiteiten ook sterk verschillen tussen (herkomst en)
bestemmingsregio's en -werelddelen. De Chief Economist Directorate van Schotland (2020) bevat een indicatief
overzicht per Europees land en Peng et al. (2015) naar werelddeel. Blijkbaar is de prijs in de ene bestemming van meer
doorslaggevend belang in de verblijfskeuze dan in de andere bestemming. In deze paragraaf beschrijven we waarom dit
zo is, gebruikmakend van de eerder genoemde studies en een internationaal vergelijkend onderzoek door PwC uit
201712
Verschillen in de prijselasticiteit van de vraag hangen over het algemeen samen met de volgende verschillende
factoren:
a. Beschikbaarheid van alternatieven en de prijs daarvan (+);
b. Noodzaak van de reis (-);
c. Koopkracht (+);
d. Beschikbaarheid van complementaire producten (-);
e. Overige aspecten, zoals reisafstand, demografische kenmerken, wisselkoersen, imago, kwaliteitsaspecten,
serviceniveau, beleving en marketinginspanningen (+/-).
3.3.1 Hoe meer alternatieven er zijn tegen een goede prijs, hoe hoger de elasticiteit
Als we kijken naar de beschikbaarheid van substituten, dan valt op dat zonvakanties een hogere prijselasticiteit kennen
dan niet-zonvakanties. Dat kan worden verklaard doordat er voor een zonvakantie veel beschikbare alternatieven zijn,
als deze tenminste niet te duur zijn. Voor bijvoorbeeld een stedentrip kan de bestemming echter van grotere
onderscheidende waarde zijn (unieke plek): de toerist wil ‘gewoon’ naar deze stad. Met andere woorden: een
prijsverhoging voor een vakantie naar de Malediven heeft meer impact op de keuze van de consument dan een
prijsverhoging voor een vakantie naar bijvoorbeeld Berlijn. Hoe unieker de bestemmingslocatie, hoe minder
doorslaggevend de prijs is, en dus hoe lager de prijselasticiteit van de vraag.
Hierbij is ook het aggregatieniveau van belang, aldus Rosenberger en Stanley. Zij noemen dat de prijselasticiteit van de
vraag naar een specifieke camping aanzienlijk hoger zal zijn dan de prijselasticiteit naar campings in het algemeen. Het
verschil is dat bij de eerstgenoemde elasticiteit andere dichtbijgelegen campings alternatieven zijn, terwijl bij de tweede
elasticiteit alleen ‘niet-campings’ of campings elders tellen als alternatief. Met andere woorden: als camping A de prijs
fors laat stijgen, maar camping B om de hoek niet, dan zullen veel mensen niet meer naar camping A gaan (hoge
prijselasticiteit). Maar als de prijs in beide campings evenveel stijgen, is dat minder het geval.
3.3.2 Hoe groter de noodzaak van de reis, hoe lager de prijselasticiteit
De impact van de factor noodzaak, zien we terug in het gegeven dat de prijselasticiteit voor zakelijke reizen een stuk
lager is dan voor (vrije tijds)vakanties. Een vakantie wordt vaak als luxegoed beschouwd en daarvan is de noodzaak
lager dan bijvoorbeeld reizen met zakelijke doeleinden. Zakelijke reizigers hebben dan ook geen alternatief dan te
reizen naar de bestemming waar zij hun afspraak hebben. Daarom is prijs minder vaak een doorslaggevende factor
voor hen dan bij een trip voor vakantie. Dit betreft individuele zakelijke reizigers, en niet direct congresbezoekers (zie
hoofdstuk 6).
12 PwC (2017). The impact of taxes on the competitiveness of European Tourism. European Commission (DG GROW). "
3.3.3 Hoe hoger het inkomen van de reiziger, hoe minder prijselastisch
Tot slot zijn de kosten relatief aan het inkomen wel een belangrijke factor. Hoe meer welvaart, hoe meer mensen willen
reizen. Hier komt wederom terug dat reizen een luxegoed is. Dit is ook een reden waarom het toerisme vanuit
bijvoorbeeld Aziatische landen in de afgelopen decennia zo is gestegen. In de uitgelichte studies wordt vaak
gecorrigeerd voor inkomen, bijvoorbeeld doordat gekeken wordt naar het gemiddelde inkomen van mensen uit
herkomstlanden. Het inkomen is dusdanig cruciaal, dat veel studies specifiek de inkomenselasticiteit van de vraag
onderzoeken. Deze factor is dus belangrijk om rekening mee te houden in het verklaren van toeristenstromen. De
invloed van het inkomen van de bestemmingslocatie, wordt echter niet als belangrijke factor uitgelicht.
3.3.4 Goede beschikbaarheid van complementaire producten leidt tot een lagere prijselasticiteit
Een complementair product is een aanvullend product of dienst die je consumeert voor of tijdens het verblijf, naast de
overnachtingen zelf. Te denken valt aan vliegtickets, maar ook restaurants, musea en andere vermakelijkheden. Als de
bestemming een beter en/of goedkoper aanbod van dergelijke complementaire producten biedt, verandert de
prijsgevoeligheid van toeristen. Zo kan het zijn dat de consument al dusdanig veel moet besteden aan complementaire
producten, dat een kleine prijswijziging van de overnachtingsprijs al doorslaggevend wordt om niet meer te komen.
3.4 Drie uitgelichte studies naar het effect van hogere belasting geven een wisselend beeld van effecten
In de onderstaande tabel tonen we drie recente uitgelichte studies, die specifiek ingaan op het (verwachte) effect van
een hogere belasting. Daarin wordt duidelijk dat een belasting zowel kan leiden tot daling van de winstgevendheid
(Mateus en Mateus), als tot daling van de vraag (Adedoyin et al.). Dit hangt af van de omstandigheden. Deze twee
studies gaan wel over Portugal en de Malediven, en niet over Nederland of Amsterdam.
De studie van Gastvrij Nederland is daarom interessant, omdat deze gaat over de Nederlandse situatie en ook direct
ingaat op de prijselasticiteit. Ondernemers verwachtten destijds (2015) een relatief inelastische vraag, als gevolg van de
btw-verhoging van 6% naar 9% voor de hotelsector. In hoofdstuk 4 toetsen we deze verwachting met kwantitatief
onderzoek.
Studie Scope onderzoek (regio en tijd) Conclusies
Portugal, 2021 Een btw-verhoging van 10% in Portugal heeft geleid
tot een significante verlaging van winstgevendheid
Mateus en Mateus, does a rm . 5
VAT ie arm te our
industry? Portuguese ging ging | '
evidence. Tourism
Management, 83, 104234
Malediven, 2021 Een stijging van 10% aan toeristenbelasting, leidt
T ©,
Adedoyin et al, The Effect of tot vraaguitval van 5,4%.
Tourism Taxation on
International Arrivals to a
Small Tourism-Dependent
Economy, Maladiven.
Journal of Travel Research,
62, 1
Gastvrij Nederland, Nederland, 2015 Ondernemers schatten de prijselasticiteit voor
Gastvrijheid en de btw hotelovernachtingen in tussen de - 0,5 en - 0,8. De
De economische risico's van ondernemers zijn bevraagd naar aanleiding van de
btw-verhoging voor de beoogde stijging van het lage btw-tarief van 6%
Gastvrijheidssector naar 9%.
Tabel 3. Studies die specifiek onderzoeken wat het effect is van een verhoging van de belasting, en de resultaten
3.5 Wat betekent dit voor de Amsterdamse situatie?
Op basis van de resultaten uit internationaal onderzoek verwachten wij dat de prijselasticiteit voor de gehele regio
Amsterdam lager ligt dan het internationaal gemiddelde van -1, en dus dat de vraag relatief inelastisch is. Dat betekent
dat er, op basis van de resultaten uit de internationale literatuur, naar verwachting een relatief sterke stijging van prijs
nodig is om een effect te sorteren op het aantal overnachtingen. Wij verwachten dit op grond van de volgende factoren:
a. De bestemming Amsterdam is relatief uniek, waardoor er een beperkt aantal alternatieven is. Amsterdam heeft
namelijk een aantal karakteristieken die in die combinatie niet bij andere bestemmingen te vinden is. Dit zal
vooral gelden voor toeristen die Amsterdam bezoeken voor de cultuur, de historie, de musea, of het feit dat
Amsterdam een bestemming is met veel vermakelijkheden bij elkaar op loopafstand. Toeristen die vooral komen
voor het uitgaan, hebben mogelijk meer alternatieven buiten de stad, hoewel Amsterdam nog steeds een uniek
imago heeft onder uitgaanspubliek vanwege bijvoorbeeld de Wallen. Amsterdam is geen
zonvakantiebestemming, dat concurreert met vele andere plekken ter wereld;
b. Amsterdam is een stad met relatief veel zakelijke bezoekers, te weten 32% van de hotelovernachtingen (bron:
Amsterdam@Partners, 2018). Zakelijke bezoekers zijn minder prijsgevoelig dan de vrije tijdsbezoeker. Dit draagt
bij aan een lagere prijselasticiteit dan het internationale gemiddelde;'®
C. Amsterdam - en Nederland in den brede - is vergeleken met internationale concurrenten goed bereikbaar per
vliegtuig en trein, en andere steden zijn vlakbij. Dit draagt bij aan de kwaliteit van de bestemming en kan
prijsgevoeligheid verlagen. Tegelijkertijd horen we dat bijvoorbeeld parkeertarieven en restaurantprijzen in
Amsterdam steeds hoger worden, en dat de vluchtencapaciteit van Schiphol Airport lager is dan voorheen (met
gevolgen voor de prijs van vliegtickets). Ook is de vliegbelasting in Nederland per 2023 verhoogd. Dit kan juist
leiden tot meer prijsgevoeligheid.
Een lage prijselasticiteit in Amsterdam betekent dat een eventuele verhoging van de toeristenbelasting beperkte
effecten heeft op het aantal overnachtingen, en dus naar verwachting primair zal leiden tot verhoogde
belastingopbrengsten.
Tegelijkertijd hebben toeristen ook alternatieven om te overnachten vlak buiten de gemeentegrenzen. De elasticiteit van
de vraag zal voor de hele metropoolregio lager zijn dan als we enkel de stadsgrenzen van Amsterdam meenemen
(vanwege weglekeffecten). Als we kijken naar de effecten van de toeristenbelasting (die alleen gelden binnen de
stadsgrenzen), moeten we dus een hogere prijselasticiteit aannemen dan wanneer we de bredere prijselasticiteit in de
metropoolregio zouden becijferen. In het vervolg van het onderzoek becijferen we dit verder, met name in hoofdstuk 5.
3 Overigens is van de 32% zakelijke bezoekers 5%-punt een congresbezoeker. Voor congresbezoekers verwachten we
een meer elastische vraag (zie hoofdstuk 6). Bovendien is de vraag in hoeverre de coronapandemie, en de snelle
ontwikkeling van vergaderen op afstand, de prijsgevoeligheid van de zakelijke sector heeft veranderd. "
4 Kwantitatieve analyse
Met kwantitatieve analyses van historische data willen wij antwoord geven op de vraag: ‘In welke mate wordt een
(toeristen)belastingverhoging doorberekend in de prijs van overnachtingen?’ Wanneer de belastingverhoging niet of
nauwelijks wordt doorberekend aan de consument, wijst dit op een elastische vraag ten opzichte van het aanbod (de
‘indirecte methode’, zie hoofdstuk 2). Een hoge doorberekening duidt juist op weinig veranderingen in het aantal
overnachtingen in de stad bij een hogere prijs (inelastische vraag, ten opzichte van het aanbod).
41 We kijken naar het effect van de btw-verhoging in 2019 in Nederland om de elasticiteit te bepalen
Om dit effect te onderzoeken, zouden we kunnen kijken naar de effecten van een recente verhoging van de
toeristenbelasting in Amsterdam, zoals die in 2019 of 2020. Dit is echter om verschillende redenen niet goed mogelijk.
Ten eerste hebben we maandelijkse prijsdata nodig van Amsterdamse accommodaties om voldoende recente
waarnemingen te hebben van vóór de coronapandemie. De beschikbare gegevens zijn echter op jaarbasis. Ten
tweede: als we kijken naar de jaarlijkse prijsdata, zien we dat in 2019 de gemiddelde prijs van Amsterdamse hotels
afnam met 10%“, terwijl de btw (en de toeristenbelasting) toenam. Dit komt onder meer door toegenomen
concurrentie.'® Er spelen hier dus verschillende effecten door elkaar heen die de prijs van overnachtingen in Amsterdam
beïnvloeden. Deze ontwikkelingen kunnen we met de beschikbare data niet scheiden van effecten van de
toeristenbelasting. In dit hoofdstuk hebben we daarom voor een alternatieve onderzoeksmethode gekozen.
Specifiek hebben we kunnen onderzoeken in welke mate de btw-verhoging in 2019 van 6% naar 9% is doorberekend in
de prijzen van hotels (inclusief restaurants) in heel Nederland. Hieruit blijkt dat deze btw-verhoging volledig is
doorberekend aan de consument. Deze resultaten zijn niet volledig gelijk aan de Amsterdamse context, maar geven
een bruikbaar beeld.
42 Een state-of-the-art econometrische methode
Om te bepalen in welke mate een belastingverhoging wordt doorberekend in de prijzen moeten we weten hoe de prijzen
zich ontwikkeld zouden hebben zonder dat de btw-verhoging plaatsvindt (de ‘counterfactual’). Dit is schematisch
weergegeven in figuur 10. We kunnen een counterfactual schatten middels een zogenoemde synthetische
controlegroep. Dit is een state of the art statistische methode. Deze methode houdt in dat we het prijsverloop van hotels
en restaurants in Nederland vergelijken met het prijsverloop in andere Europese landen (bron cijfers: Eurostat). We
nemen vervolgens een gewogen gemiddelde van deze Europese landen zodat deze het prijsverloop in Nederland vóór
de btw-verhoging zo goed mogelijk kan benaderen. Op deze manier kunnen we voorspellen hoe de prijzen van hotels
en restaurants zich ontwikkeld zouden hebben zonder btw-verhoging (de counterfactual). Meer uitleg over deze
methode is opgenomen in de separate bijlage bij dit rapport.
# Bron: Gemeente Amsterdam, afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek. Deze prijzen zijn exclusief
toeristenbelasting.
18 Volgens hoteliers komt de prijsdaling door de toegenomen concurrentie met andere hotels in Amsterdam en de regio
en de concurrentie met Airbnb. Dit beeld komt overeen met de stijging in het aantal beschikbare kamers. In Amsterdam
nam het aantal kamers met 7% toe in 2019 en in de regio Amstelland-Meerlanden (bestaande uit gemeenten
Haarlemmermeer, Amstelveen, Aalsmeer, Uithoorn, Ouder-Amstel en Diemen) met 13%. Bron: Gemeente Amsterdam,
afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek (2019). Toerisme MRA 2018-2019, bijlage. "
1
L
ï Fk Effect
ï btw-verhoging
fe
1
1
L
L
1
1
Î
Î
I
i
Vóór : Na
btw-verhoging ! btw-verhoging
— Prijzen met btw-verhoging
== == Prijzen zonder btw-verhoging (counterfactual)
Figuur 10. Schematische weergave van het berekenen van het effect van de btw-verhoging met een counterfactual
43 Btw-verhoging van 6% naar 9% is volledig doorberekend in prijzen van hotels en restaurants.
De analyse komt tot een schatting van 127% doorberekening van de btw-verhoging in de prijzen van hotels en
restaurants op korte termijn (binnen 14 maanden na de btw-verhoging).'® Een doorberekening van meer dan 100%
duidt op ‘overcompensatie’, de prijzen zijn dan meer verhoogd dan alleen de btw-verhoging. Maar de schatting heeft
een grote onzekerheidsmarge (volgende alinea). Daarom interpreteren wij deze resultaten als: de btw-verhoging is bij
benadering volledig doorberekend in de prijzen. Dit wijst op een inelastische vraag (ten opzichte van het aanbod).
De doorberekening is minimaal gelijk aan 57% en maximaal 194%. In andere woorden: het 95%-
betrouwbaarheidsinterval van deze schatting is [57%, 194%]. Dit betrouwbaarheidsinterval geeft aan dat er
aanzienlijke onzekerheid is in de precieze mate van doorberekening. Op basis van het 95%-betrouwbaarheidsinterval
kunnen we wel concluderen dat de doorberekening statistisch significant is. Er is wellicht sprake van overcompensatie,
maar het kan ook zijn dat in werkelijkheid de btw-verhoging minder dan volledig is doorberekend.
Figuur 11 geeft een grafische weergave van de analyse. Voor de btw-verhoging gaan de prijzen van restaurants en
hotels in Nederland en van de synthetische controlegroep gelijk op. Dit is een aanwijzing dat de controlegroep geschikt
is als vergelijkingsmateriaal voor de Nederlandse prijzen. Na de btw-verhoging in 2019 zien we dat de prijzen in
Nederland sterker zijn gestegen dan in de synthetische controlegroep. Het verschil tussen de twee lijnen na 2019 geeft
het effect van de btw-verhoging weer.
1 Deze analyse is ook opgenomen in het onderzoek ‘Dialogic & Significant APE (2023). Evaluatie verlaagde btw-tarief’
(nog niet openbaar gemaakt). Dit onderzoek voerde Significant APE simultaan uit met het voorliggende onderzoek.
7 Het 95%-betrouwbaarheidsinterval van de prijsdoorberekening bevat de ‘ware’ prijsdoorberekening in 95% van de
gevallen waarin het experiment wordt herhaald. Hoe groter de onzekerheid van de schatting, hoe groter het
betrouwbaarheidsinterval. ï
0.8
—_— Restaurants en hotels
0.7 J 7”: Synthetische controlegroep /
" (\ / Î
ii me
0.6 N
3 Bo U
x h
Uv 0.5
T p Ô
E
‚20,4
he 5
a 3
0.3 -
ie, 7
A
0.2 ak’
7
0.1 _d
0.0 Î
1996 2000 2004 2008 2012 2016 2020
jaren
Figuur 11. Prijzen van restaurants en hotels in Nederland (in logaritmen) en van de synthetische controlegroep
(counterfactual). De verticale streep geeft het moment van de btw-verhoging weer
Wij hebben ook een robuustheidsanalyse gedaan, hieruit volgt dat de resultaten robuust zijn bij het gebruik van een
ander model. Deze robuustheidsanalyse is opgenomen in de separate bijlage bij dit rapport met meer methodische
onderbouwing.
4.4 Wat betekent dit voor de elasticiteiten en toeristenbelasting in de Amsterdamse overnachtingenmarkt?
We hebben gezien dat de btw-verhoging voor heel Nederland bij benadering volledig is doorberekend; dit wijst op een
inelastische vraag (ten opzichte van het aanbod). Zoals gezegd is deze analyse bruikbaar, maar niet volledig te
verbijzonderen naar de setting van de Amsterdamse toeristenbelasting. Consumenten kunnen een btw-verhoging
namelijk minder goed ‘omzeilen’ (meer inelastisch), terwijl er meer alternatieven zijn om de toeristenbelasting in
Amsterdam te omzeilen, zoals overnachten buiten de stad. Bovendien is de Amsterdamse overnachtingenbranche meer
internationaal dan gemiddeld in Nederland, waardoor concurrentie (op prijs) uit andere Europese steden meer relevant
is. In concreto verwachten we dat de vraag naar overnachtingen in Amsterdam inderdaad inelastisch is, maar niet
volledig inelastisch. Een hogere elasticiteit voor de toeristenbelasting ten opzichte van de btw, kan dan ook leiden tot
een lager doorberekeningspercentage.
5 Enquêteresultaten
5.1 Enquête biedt inzicht in elasticiteiten en weglekeffecten
We hebben een enquête gehouden onder (potentiële) bezoekers van Amsterdam om te zien wat de prijselasticiteit van
de vraag® is per segment (bij grotere prijsveranderingen), en om weglekeffecten in te schatten. Specifiek hebben we
respondenten gevraagd naar hun intenties voor het bezoeken van Amsterdam als toerist (N=420). De volgende resultaten
zijn dus niet berekend op basis van werkelijk gedrag, maar op wat mensen zeggen te gaan doen in een hypothetische
situatie (‘wat als’). Voor de enquête hebben wij een internationale pool met respondenten uit Nederland, België, Engeland
en Duitsland bevraagd. Daarnaast hebben uitbaters van hotels een QR-code met een link naar de enquête in de lobby’s
van hun hotels geplaatst. Op deze wijze krijgen we een afspiegeling van de (internationale) groep van bezoekers in
Amsterdam. Meer details zijn te vinden in de methodische bijlage bij het rapport.
Bij de start van de enquête hebben de respondenten aangegeven of ze naar een hostel, een tweesterrenhotel, een
viersterrenhotel of niet naar Amsterdam zouden gaan voor een bepaalde startprijs. Na deze verdeling in verschillende
segmenten van bezoekers, vroegen wij de respondenten wat zij doen als de overnachtingsprijs gaat stijgen. De
respondenten kregen telkens drie keuzes: a) (nog steeds) verblijven binnen gemeente Amsterdam, b) verblijven in een
accommodatie buiten de gemeenten maar dagelijks 30 minuten op- en neer pendelen naar het centrum van Amsterdam,
of c) niet (meer) naar de regio Amsterdam komen. Deze keuze wordt meerdere keren voorgelegd, waarbij de getoonde
overnachtingsprijzen binnen de gemeente Amsterdam steeds veranderen, maar die buiten Amsterdam niet. Hieruit volgen
verschillende schattingen van de prijselasticiteiten per segment en de omvang van de weglekeffecten (paragraaf 5.2).
Naast de eerdergenoemde vragen hebben we ook in kaart gebracht in hoeverre respondenten kiezen voor een lager
prijssegment, als zij met een hogere overnachtingsprijs worden geconfronteerd (paragraaf 5.3). Dit noemen wij substitutie-
effecten. Dit hebben we gedaan door nogmaals drie keuzes voor te leggen, bij telkens veranderende prijzen. De keuze is
dit keer tussen: a) (nog steeds) verblijven in het voorkeurssegment, b) verblijven in het een lager prijssegment, of c) niet
(meer) naar Amsterdam komen. Met name is optie b) dus veranderd ten opzichte van de vorige driekeuzevraag. Deze
keuze wordt meerdere keren voorgelegd, waarbij de getoonde overnachtingsprijzen van beide segmenten steeds met
hetzelfde percentage stijgt. Het bedrag ín euro's stijgt dus meer bij een hoger prijssegment.
Het is een mogelijkheid dat de resulterende elasticiteiten een overschatting zijn, aangezien er een verschil kan zijn
tussen onze populatie (deels geworven uit een algemene pool van respondenten) en wie daadwerkelijk overweegt
Amsterdam te bezoeken. Mogelijkerwijs is die laatste groep meer bereid om een prijsstijging te accepteren.
5.2 Prijselasticiteit per segment inclusief weglekeffecten
5.2.1 Geschatte elasticiteit vergelijkbaar over segmenten
Uit de enquête blijkt dat de geschatte elasticiteiten tussen de verschillende segmenten sterk vergelijkbaar zijn. We zien
in het hostelsegment een iets hogere elasticiteit dan in de twee andere segmenten, maar deze verschillen vallen binnen
de onzekerheidsmarge van de enquête. Figuur 12 bevat de geschatte afname van het aantal overnachtingen in
Amsterdam (horizontale as) bij een verhoging van de prijs per segment (verticale as).
Ten eerste zien we in de roze lijn de afname van het aantal overnachtingen binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam
(Legenda: Amsterdam). In de grafiek zien we voor het hostelsegment bijvoorbeeld dat we een afname verwachten van
meer dan 67% (q) bij een procentuele stijging van de getoonde overnachtingsprijs met 30% (p). Deze informatie wordt
weergegeven door het punt linksboven op de roze stippellijn bij de hostel grafiek. Voor een stijging van de prijs met 20%
8 De elasticiteit van het aanbod is logischerwijs niet in te schatten door toeristen. 8
(p) zien we een geschatte afname van 40% - dat is het punt verder naar beneden op de roze stippellijn. Bij een prijsstijging
van 10% is de geschatte afname 27%. tabel 4 bevat deze exacte cijfers in de bovenste rij (roze kolommen). De cijfers
van de andere segmenten staan in de andere vakken van figuur 12 en in de andere rijen van tabel 4.
Hostel 2 sterren 4 sterren
30% | B. 1 4, M=] ‚n
Ne \ “ \ Ne 1
s x \ &
25% “ \ Ne \ No \
he \ s \ s 5
% % 1 %
20% „n ‚En _n ‚- a ä
kn \ N, 1 KN \
a 15% RN \ Se \ “ \
s LN n 1 & 1
“ 1 Ne 4 “ k
10% nm, \a mm "n°
s N, 1
pe=-2.2 “SN pe=-2.1 Nt pe=-2.0 \
5% + “ 1 Met
pe=-1.1 Ne pe=-0.8 A pe=-0.7 A
026 “ Ht “4
60% 4056 20% 0% 60% 40% 20% 0% 60% 40% 20% 0%
q q q
m Amsterdam
m Amsterdam en regio
Figuur 12. Prijselasticiteiten per segment en weglekeffecten. Prijstoename is weergegeven op de verticale as, en het
aantal overnachtingen op de horizontale as. pe = prijselasticiteit van de vraag’?
Effect op aantal overnachtingen in Effect op aantal overnachtingen in
gemeente Amsterdam de bredere regio Amsterdam
Voorkeurs- Aantal LATERE Tee Prijs stijgt LATERE Tee LATERE Kee Prijs stijgt Prijs stijgt
segment respon- met 10% met 20% met 30% met 10% met 20% [als
eN
EN CN
Tabel 4. Geschatte afname van het aantal bezoekers bij een bepaalde prijsverhoging per segment
De geschatte elasticiteiten voor de overnachtingen binnen de gemeente Amsterdam liggen tussen de =2,0 en -2,2. Als de
prijs met 1% stijgt, betekent dit dat de geschatte afname in het aantal overnachtingen tussen de 2,0% en 2,2% ligt. Zoals
gezegd zijn de verschillen tussen segmenten beperkt. Deze elasticiteiten worden lager als we rekening houden met
weglek (5.2.2) en substitutie (5.3).
522 Weglekeffecten naar de regio zichtbaar
De enquête laat ook weglekeffecten naar de regio zien. Aan de paarse lijn in Figuur 12 zien we hoeveel bezoekers
hebben aangegeven bij een hogere prijs niet meer in de gemeente Amsterdam te overnachten én ook niet meer in de
regio Amsterdam (Legenda: Amsterdam en regio). Het verschil tussen de roze lijn (enkel gemeente Amsterdam) en de
paarse lijn (inclusief regio) is dus de inschatting van de weglekeffecten. Weer kijkend naar de hostelgrafiek zien we aan
de punten boven aan de paarse lijn dat de geschatte afname in het aantal bezoekers in regio Amsterdam bij een
procentuele stijging van de prijs met 30% (p) 31% (q) is. Dit precieze cijfer zien we in de rechterkolommen van Tabel 4,
in de paarse kolommen (eerste rij). Duidelijk is dat dit substantieel minder mensen zijn dan de groep die heeft
aangegeven niet meer in de stad Amsterdam te overnachten. Voor het hostelsegment is dit verschil 67% - 31% = 36%.
Dit is dus de groep die bij een prijsverhoging van 30% niet meer in de stad overnacht, maar in de regio eromheen, om
vervolgens dagelijks op en neer te reizen.
19 Het doorzichtige vierkantje in het figuur voor het viersterrensegment geeft de daadwerkelijk gemeten waarde weer. Er
zat een typefout in de betreffende enquêtevraag en daarom hebben we een hier een correctie op toegepast. Meer
toelichting op de methodische onderbouwing is te vinden in de separate bijlage bij dit rapport. "
Het gemiddelde weglekeffect is het verschil tussen de elasticiteiten inclusief en exclusief regio Amsterdam (figuur 13).
Waar de elasticiteiten binnen de gemeente Amsterdam liggen tussen de -2,0 en -2,2, zijn de elasticiteiten inclusief regio
tussen de =0,7 en -1,1. Als de prijs met 1% stijgt in de stad Amsterdam, schatten we dus dat het totale aantal bezoekers
van regio Amsterdam tussen de 0,7% en 1,1% daalt, afhankelijk van het segment. Er is dus een substantiële groep die
niet meer overnacht in Amsterdam, maar wel Amsterdam bezoekt als dagbezoeker:; dit is afgerond ongeveer 50% van
de bezoekers die aangaven niet meer binnen de stad Amsterdam te verblijven bij een prijsstijging.
5.3 Prijselasticiteit per segment inclusief substitutie-effecten
8.3.1 Substitutie-effecten zichtbaar, vooral in het viersterrensegment
De inschatting van de elasticiteit blijkt robuust voor de precieze vraagstelling. Bij de eerste driekeuzevraag
kregen de respondenten een andere ‘optie b' voorgelegd (namelijk: verblijven in een andere gemeente) dan bij de
tweede driekeuzevraag (verblijven in een lager segment). Optie a en c zijn gelijk, hoewel iets anders geformuleerd.
Daarom zou de elasticiteit voor gemeente Amsterdam (de roze lijnen in figuur 12 en figuur 13) ongeveer gelijk moeten
zijn bij beide vraagstellingen. figuur 13 heeft dezelfde opbouw als figuur 12. Eris enig verschil in de geschatte
elasticiteiten (-1.6 tot -1.7 in figuur 13 versus -2.0 tot -2.1 eerder), maar deze afwijkingen vallen binnen de marge van
onzekerheid. De precieze getallen staan in tabel 5. De respondenten die in eerste instantie kozen voor een hostel,
krijgen deze vraag niet voorgelegd.
2 sterren 4 sterren
30% T mr, m, = z
Te “ - s
25% De, “ DN \
Te Ne he ;
20% “En ì, Nn
a “ oe N
Sn, NS, he \
a. 15% a. “ " \
Dae Ne " s
10% nF, mr)
pe=-1.7 eN pe=-1.6 "eN
a h Se 1
5% pe=-1.2 EN pe=-0.8 RN
0% “nm “e
-50% 40% 30% -20% -10% 0% -50% 40% 30% -20% -10% 06
dq qd
m Gekozen segment
m Gekozen en lager segment
Figuur 13. Prijselasticiteiten per segment en substitutie effecten. Prijstoename is weergegeven op de verticale as, en
het aantal overnachtingen op de horizontale as. pe = prijselasticiteit van de vraag
Effect op aantal overnachtingen binnen het | Effect op aantal overnachtingen ín
eigen prijssegment het eigen of een lager prijssegment
Voorkeurs- ENE Prijs stijgt Prijs stijgt Prijs stijgt Prijs stijgt Prijs stijgt Prijs stijgt
segment respon- met 10% met 20% met 30% met 10% met 20% [als
eN
Tabel 5. Substitutie effecten bij een bepaalde prijsverhoging per segment
Uit de enquête blijkt dat er substitutie-effecten naar lagere prijssegmenten zichtbaar zijn, vooral in het
viersterrensegment. In de paarse lijn in de figuur zien we de geschatte afname in het totaal aantal overnachtingen in
Amsterdam - rekening houdend dat sommige toeristen bij een hogere prijs liever overnachten in een lager segment. Deze
toeristen blijven dus binnen de stad Amsterdam overnachten. Uiteindelijk zijn voor het totaal aantal overnachtingen in
Amsterdam dus de paarse lijnen en elasticiteiten relevant. Het verschil tussen de prijselasticiteit binnen het eigen segment
(de roze lijn) en de prijselasticiteit inclusief een lager segment (de paarse lijn) is het substitutie-effect.
De grafiek leest hetzelfde als in de vorige subparagraaf. In de tweesterrengrafiek op de paarse lijn zien we bijvoorbeeld
op het punt linksboven dat de geschatte afname in het aantal bezoekers 36% is (zie tabel 5, paarse kolommen). Voor het
tweesterrensegment is de substitutie 52% - 36% = 16% van het totaal aantal potentiële bezoekers van dit segment. Deze
personen betrekken wel een ander soort accommodatie (zie 5.3.2).
Als we deze substitutie-effecten meenemen zien we dat de geschatte prijselasticiteit voor de stad Amsterdam afneemt.
We schatten de elasticiteit voor het tweesterrensegment op -1,2 en die voor het viersterrensegment op =0,8. Dat betekent
dat een prijsstijging van 1% leidt tot een daling van het aantal overnachtingen met -1,2% respectievelijk -0,8%. Hieruit
volgt dat de overnachtingen van toeristen in het viersterrensegment (luxesegment) minder gevoelig zijn voor een
prijsstijging dan in het tweesterrensegment. Toeristen in het luxesegment blijken namelijk meer bereid tot substitutie naar
een lager (tweesterren)segment: de elasticiteit halveert immers als we rekening houden met substitutie (verschil: -0,8). In
het tweesterrensegment daalt de prijselasticiteit door substitutie met 0,5; deze mensen geven aan minder snel te kiezen
voor een switch naar een lager prijssegment (hostelsegment).
8.32 _Substitutie-effecten leiden tot een verandering in het soort toerist per segment
De resultaten betekenen een verandering in het soort verblijfstoerist per segment. Het aantal toeristen in luxehotels
neemt af, maar een deel van hen gaat verblijven in een tweesterrenhotel. Voorts gaat een deel van de toeristen die
voorheen in het middensegment verbleven, nu overnachten in budgethotels. Dit betekent dat we als gevolg van een
hogere prijs meer mensen ook in lagere segmenten zien met een relatief groter budget.
5.4 Wat nemen we mee?
De resultaten uit de vorige paragrafen geven een indicatie van de elasticiteiten, hoewel de precieze effecten statistische
onzekerheid bevatten. Bovendien zijn de cijfers mogelijk een overschatting, zoals genoemd in paragraaf 5.1. Desondanks
kunnen we de resultaten in hoofdstuk 7 meenemen in de doorrekening van scenario’s. Bijvoorbeeld zien we dat er een
effect van een grote prijsverhoging te verwachten is op het aantal overnachtingen, in ieder geval groter dan bij een kleine
wijziging zoals de btw-verhoging van 6 naar 9 procent (hoofdstuk 4).
De inschatting van de prijselasticiteit voor de gemeente Amsterdam is ongeveer -2, maar als we substitutie naar lagere
segmenten meerekenen, beweegt de elasticiteit naar ongeveer -1. De prijsgevoeligheid is het laagst voor het
luxesegment. Dit komt vooral doordat deze groep relatief bereid is om in een lager prijssegment te overnachten om zo
een prijsstijging te ontlopen (substitutie). Deze toeristen blijven dus voor een deel komen naar de stad Amsterdam. Voor
het budgetsegment hebben we geen substitutie onderzocht, maar we verwachten dat deze groep hiertoe beperkt bereid
is. Het budgetsegment is derhalve het meest gevoelig voor prijswijzigingen.
Verder zien we weglekeffecten. De prijselasticiteit halveert ongeveer als we rekening houden met de mogelijkheid om
buiten de stad te overnachten en op en neer te pendelen. Dit betekent dat ongeveer de helft van de toeristen die
wegblijven uit de gemeente Amsterdam, terugkomt als dagbezoeker, voor zover de hotelcapaciteit in de regio dat toestaat.
0 Hiertoe zouden we moeten onderzoeken of hostelgasten bijvoorbeeld overwegen om naar een camping te gaan, na
een stijging van de prijs. ï
6 | view
nterviews
In dit hoofdstuk behandelen we de kwalitatieve informatie die is opgehaald door middel van interviews. Hierbij willen we
meer context geven bij de vraag welk effect een toeristenbelasting als instrument heeft in Amsterdam, waarbij we
specifiek ook kijken naar de verschillende segmenten en de bedrijfsvoering van hoteliers. Hiervoor hebben we in totaal
21 partijen gesproken?!. We hebben bij het uitkiezen van deze partijen gezorgd voor een zo compleet mogelijke
representativiteit, door een breed scala aan belanghebbenden en experts te spreken, zowel binnen als buiten
Amsterdam. De resultaten die hieronder volgen, zijn een weergave van de reacties die respondenten hebben gegeven.
Hiermee zijn de claims in dit hoofdstuk in de regel minder gebaseerd op (cijfermatig) bewijs.
6.1 De elasticiteit van de vraag in Amsterdam lijkt relatief laag
De vraag naar overnachtingen in Amsterdam lijkt relatief inelastisch. Dit heeft volgens belanghebbenden meerdere
redenen:
a. Prijzen in Amsterdam zijn (bijna) jaarlijks gestegen en dit heeft nog niet tot vraaguitval geleid. Dit komt ook
doordat vraag en aanbod niet in balans zijn volgens respondenten. Er zijn weinig bedden beschikbaar
vergeleken met het potentieel aan toeristen, en toeristen zijn daarmee bereid een hogere prijs te betalen;
b. Los van de algemene prijsstijgingen, zijn de verhogingen van de toeristenbelasting in Amsterdam ook telkens
doorgerekend aan de toerist, zonder een bij respondenten zichtbaar structureel effect op de bezettingsgraad van
hotels;
C. De toeristenbelasting vormt slechts een klein deel van het totale kostenplaatje van de toerist. Wanneer de toerist
al bereid is om de reisAvlucht naar Amsterdam te betalen, de kamerprijs voor een overnachting, de prijsniveaus
in restaurants, et cetera, dan maakt de toeristenbelasting in deze keuze weinig verschil;
d. Mensen willen naar Amsterdam komen. Bovendien zijn er steeds meer internationale toeristen uit bijvoorbeeld
China, waar de middenstand groeit.
Bovenstaande effecten betreffen echter wel ontwikkelingen over meerdere jaren. Dit wil niet zeggen dat toeristen
helemaal ongevoelig zijn voor prijswijzigingen. Hoteliers benoemen namelijk dat een prijsverschil van slechts
€ 5-10 euro (ook ten opzichte van andere hotels, en dus concurrenten) kan bepalen of een kamer geboekt wordt of niet
(zie ook paragraaf 6.5.2). Hoteliers hebben daarbij enkel zicht op de eigen boekingen, en niet zozeer op de boekingen
van alle hotels in de stad. Het wegvallen van boekingen bij een hogere prijs heeft voor een belangrijk deel ook te maken
met concurrentie tussen hotels binnen de stad.
Bovendien gaan de prijsstijgingen en verhogingen van de toeristenbelasting tot dusver ook over relatief kleine en
geleidelijke prijsstijgingen. Wanneer we gesprekspartners confronteerden met een hypothetische verhoging van de
toeristenbelasting met 20% tot 30%, gaven allen aan de gevolgen voor de vraag niet precies in te kunnen schatten. De
hoteliers verwachten een vraaguitval bij dergelijke prijsstijgingen, maar konden niet aangeven hoeveel.
2 Zie bijlage A.
22 De invloed van de hotelstop is in de praktijk nog niet direct zichtbaar, omdat er nog jaarlijks accommodaties bijkomen.
Dit betreft bijvoorbeeld hotels die al voor de hotelstop een vergunning hebben gehad. Hotels openen pas jaren na
vergunning de deuren. De registratieplicht voor particuliere woningverhuur leidde tot een daling van het aantal
verhuuradressen, maar gesprekspartners konden het daadwerkelijke effect op de toeristenstroom niet aangeven. Bijna
90 procent van de 8.100 advertenties die AirBnB weghaalde vanwege het niet tonen van het registratienummer, betrof
een inactieve verhuurder. Daarmee heeft de registratieplicht wel geleid tot beter zicht op welke advertenties
(accommodaties) werkelijk actief zijn. ï
6.2 Er is geen eenduidig antwoord op de vraag welk segment het hardst geraakt wordt door een hogere
toeristenbelasting
De antwoorden verschillen per gesprekspartner als we vragen naar de verwachte vraaguitval per segment. De
respondenten noemen twee segmenten: budget en luxe. Onder het ‘budgetsegment’ worden doorgaans genoemd
campings, hostels en een-tweesterrenhotels, terwijl het luxesegment bijvoorbeeld vijfsterrenhotels betreft. Sommige
respondenten verwachten meer vraaguitval bij het luxesegment, andere respondenten juist bij het budgetsegment:
a. Enerzijds beargumenteren partijen dat Amsterdam te duur wordt voor de budgetreiziger. Dit zijn volgens hen de
reizigers met de kleinste portemonnee. Doordat de toeristenbelasting hoger wordt, verwachten ze dat de
budgetreiziger zal uitwijken naar andere (Europese) steden, zeker ook doordat Amsterdam steeds duurder wordt
vanwege bijvoorbeeld de stijgende restaurantprijzen. Anderzijds heeft een procentuele stijging van de
toeristenbelasting bij het goedkope segment een relatief klein effect op de totaalprijs in euro's van een
overnachting;
b. Voor het luxesegment wordt beargumenteerd dat een toeristenbelasting van bijvoorbeeld 10% absoluut meer
effect heeft op de totaalprijs in euro’s dan het lage segment, en deze reizigers daarmee harder geraakt worden.
Anderzijds horen we zeggen dat deze toeristen ‘de prijsstijging toch wel kunnen betalen’. Bovendien hebben
deze toeristen meer mogelijkheden om te schuiven naar een lager prijssegment.
6.3 Toeristen zijn bereid te betalen om dichtbij het centrum te verblijven; weglek is niet onbeperkt
Alle gesprekspartners zijn zich bewust van de mogelijkheid om te overnachten in nabijgelegen steden, en verwachten
ook dat een verhoging van de toeristenbelasting dit teweeg zal brengen. Daarmee krijg je potentieel een verschuiving
binnen hetzelfde segment; dus van een viersterrenhotel binnen de ring naar bijvoorbeeld een viersterrenhotel in
Haarlem. In hoeverre dit het geval gaat zijn, konden gesprekspartners niet voorspellen.
Wel is het duidelijk dat men bereid is om te betalen voor een overnachting dichterbij het centrum, hoewel niet
onbeperkt. Afstand doet er dus toe; en daarom is een hotel buiten de stad dus geen perfect alternatief voor een hotel in
het centrum. Onderstaande tabel is gebaseerd op data die booking.com heeft aangeleverd, en dient als volgt gelezen te
worden: hoeveel overnachtingen krijg je voor de prijs van 7 overnachtingen in het centrum, ten opzichte van een andere
wijk in Amsterdam? Zo zou je 13 overnachtingen krijgen in Osdorp voor de prijs van 7 overnachtingen in het centrum
van Amsterdam. Hieruit blijkt dat mensen bereid zijn aanzienlijk meer geld te betalen om in het centrum te zitten
(beredeneerd vanaf de Dam). Bovendien geeft booking.com aan dat reizigers die goedkoper overnachten buiten het
centrum vaak de goede ov-verbindingen in de stad waarderen. Dit suggereert dat ze de binnenstad wel bezoeken.
District UG) 2017 vE:3 2019 VA Á) PA 2022
DeBaarsjes [10 |8 __ |7 __ |8 __ \9 |9 |9
Geuzenveld - Slotermeer
LOost___________ 09989
Oud Zuid 8 [8 __\8 __ |8 [8 _ |8 [8 |
„OudWest________ [9 [8 [8 [8 Jo [9 [8
Sloterdijk 9 |9 49 |9 [10 [10 [10 |
‚Slotervaart {40 {40/10 4094010
Westerpark [8 777777
‚Westpoort 9 9990 [1010
Zeeburg [9 |9 [9/8 778
‚Zuideramstel (9 (8 (8 18 18 18 18
Tabel 6. Het aantal overnachtingen dat je koopt voor de prijs (Average Daily Rate) van 7 overnachtingen in een
accommodatie in het centrum. Bron: Booking.com
Gegevens van AirBnB bevestigen dat de bereidheid om betalen om in het centrum te verblijven niet onbeperkt is. Zo
blijkt dat historisch gezien het merendeel (2/3) van de bezoekers die via AirBnB in Amsterdam verblijven, een
accommodatie buiten het centrum boeken. Ook is het weglekeffect zichtbaar in de data over de bredere metropoolregio
Amsterdam. Sinds 2019 vindt een toenemend aantal boekingen plaats buiten de stad. Waar in 2019 nog 70% van de
boekingen plaatsvonden in de stad Amsterdam, was dit percentage gedaald naar 60% in 2022.
6.4 De zakelijke congresmarkt lijkt prijsgevoelig
6.4.1 Kleine prijsverschillen maken uit bij grote aantallen
De gesproken partijen verwachten een vraaguitval op de zakelijke congresmarkt bij (relatief kleine) verhogingen van de
toeristenbelasting. Dit betreft uitdrukkelijk congressen, de zakelijke reiziger die voor bijvoorbeeld een individueel
klantbezoek reist, en daarvoor mogelijk een overnachting in Amsterdam nodig heeft, is minder prijsgevoelig (zoals
benoemd in paragraaf 3.3.2). de respondenten geven aan dat congresorganisatoren op detailniveau onderhandelen met
evenementlocaties en hotels, en dat hierbij de (verwachte) toeristenbelasting wordt meegenomen. Dit geldt met name
voor congressen die door stichtingen worden georganiseerd en bezocht, die op basis van giften, donaties en contributie
het congres moeten organiseren. Bij het boeken van duizenden kamers, maken enkele procentuele verschillen op
totaalniveau veel uit. Tegelijkertijd is de vraag of dit na corona nog steeds geldt, omdat overleg via beeldbellen (zonder
reizen) steeds gebruikelijker is geworden.
Bovendien willen congresbezoekers midden in de stad zitten, dichtbij de congreslocatie. Volgens geïnterviewden zullen
ze daardoor niet naar Haarlemmermeer of dergelijke gaan, waar andere toeristen vaker uitweiden naar steden rondom
Amsterdam. Voor de congresbezoeker betekent het dus verblijven in Amsterdam, of een andere Europese stad.
Indien congressen gaan vertrekken uit Amsterdam, zullen we dit niet direct terugzien in de cijfers. Congressen worden
immers jaren van tevoren vastgelegd. Pas op termijn kan het zijn dat het congres van locatie verandert. Vooralsnog zien
we geen grote exodus van congressen uit Amsterdam, als gevolg van eerdere verhogingen van de belastingen. Dit kan
in de toekomst wel veranderen (zie volgende alinea).
6.42 Andere Europese steden concurreren met Amsterdam voor congressen
Zowel congreslocaties als hoteliers verwachten dat Amsterdam zichzelf met een verhoging van de toeristenbelasting uit
de markt prijst. Toeristenbelasting en de algemene belasting op hotels verschilt sterk tussen Europese steden.
Desondanks is Amsterdam momenteel op totaalprijs per overnachting vergelijkbaar met steden als Parijs, Londen en
Barcelona. Zo wordt bijvoorbeeld Phocuswright Europe (600+ deelnemers?) sinds 2023 gehost in Barcelona in plaats
van in Amsterdam, en dit komt volgens belanghebbenden door marginale verschillen in de prijs. Om die reden zijn ze
dan ook bang dat een verhoging van de toeristenbelasting ‘de laatste druppel’ is, en deze trend versterkt.
Volgens gesproken partijen speelt perceptie hierin ook een belangrijke rol. Het gaat daardoor niet om de absolute prijs.
Amsterdam wordt ervaren als een dure stad. Hoewel, zoals hierboven benoemd, deze prijs vergelijkbaar is met andere
Europese steden, hebben de verhogingen van de toeristenbelasting in de afgelopen jaren mogelijk geen positief effect
gehad op deze perceptie. Een nieuwe verhoging van de prijs zou dit beeld kunnen versterken.
6.4.3 Voorspelbaarheid speelt een belangrijke factor voor congressen
Congressen worden enkele jaren vooruit georganiseerd. Om die reden is een voorspelbare ontwikkeling van de prijs
belangrijk voor organisatoren. Congressen maken nu al kosten, terwijl ze nog niet zeker zijn van de opkomst.
Congreslocaties geven aan een stijging van de toeristenbelasting of btw direct door te berekenen aan de bezoekers als
2 Phocuswright Europe 8
een congres reeds in de planning ligt. Wanneer de resulterende prijs sterk verschilt, bijvoorbeeld ten opzichte van een
ander jaar, kan de (individuele) congresbezoeker ervoor kiezen om alsnog geen ticket te kopen. Hierdoor is de opkomst
mogelijk lager en worden niet alle kosten gedekt.
De onzekerheid in de toekomstige prijs wordt meegenomen in de besluitvorming over de locatie van het congres. De
prijzen in Amsterdam hebben in de afgelopen jaren al gefluctueerd, wat volgens evenementlocaties het imago niet ten
goede is gekomen. Bovendien willen, volgens hoteliers, congressen vaker informatie over hotelprijzen voordat ze
evenementen boeken bij congreslocaties.
6.5 Hoteliers verwachten verschillende effecten op hun bedrijfsvoering, maar kunnen dit niet volledig overzien
De gesproken hoteliers verwachten verschillende effecten op hun bedrijfsvoering bij een verhoging van de
toeristenbelasting en waar deze neerslaat. Vanuit de gesprekken bleken er drie mogelijkheden, namelijk
doorberekenen, absorberen en de bedrijfsvoering volledig aanpassen. Tegelijkertijd hebben we ervaren dat
respondenten het ingewikkeld vinden om een voorstelling te maken van de hypothetische situatie met een fors hogere
toeristenbelasting, en hoe zij hun bedrijfsvoering of strategie hierop zouden aanpassen. Dit blijft dus voor een belangrijk
deel onzeker.
6.5.1 De hogere kostprijs kan direct worden doorberekend aan de toerist
Verschillende hoteliers en campingeigenaren geven aan dat ze in het verleden verhogingen van toeristenbelasting een-
op-een hebben doorberekend aan de gast. Ze hebben de intentie dit in de toekomst in beginsel weer te doen. Dat zou
betekenen dat het aanbod van de overnachtingen in Amsterdam inelastisch is. Hierbij maken hoteliers wel de
kanttekening dat ze een verhoging naar bijvoorbeeld 30% toeristenbelasting niet kunnen overzien. In dat geval geeft
een hostel aan dat ze mogelijk gaan kijken naar concurrentie. Wanneer deze de prijsverhoging gedeeltelijk voor eigen
rekening nemen, zullen zij dat ook doen, om zo relatief rond dezelfde prijs te blijven. De respondenten geven aan dat zij
goed kunnen zien hoe duur andere hotels hun kamers aanbieden; hier is software voor. Aanbieders kunnen daarom
inschatten hoe andere aanbieders hun prijs aanpassen - zeker als het gaat om een forse belastingverhoging zal dit
zichtbaar zijn.
6.5.2 _ Hoteliers kunnen de prijsstijging (gedeeltelijk) absorberen
Een aantal hoteliers in het hogere segment (vier-vijfsterren) geven aan dat ze een ‘marktconforme’ prijs moeten bieden.
Om die reden zullen zij mogelijk zelf kosten dragen bij het verhogen van de toeristenbelasting. Dit komt volgens deze
hoteliers omdat een te hoge prijs zal leiden tot klachten en reputatieschade. Zo kan bijvoorbeeld € 5 op de totale
kamerprijs momenteel al het verschil maken tussen wel of geen boeking, wanneer de markconforme prijs lager ligt. Zo
werd de recente algemene inflatie van 10% ook niet volledig doorberekend door sommige hotels, omdat met die
prijsstijging de benodigde bezettingsgraad niet werd behaald.
Dit zijn echter enkel kortetermijneffecten. Het is aannemelijk dat kosten, wanneer ze structureel zijn, worden
doorberekend aan de toerist. Dit komt doordat momenteel sommige hotels, met name hotels zonder eigen vastgoed,
niet onbeperkt financiële ruimte hebben in de marges om kosten zelf op te vangen. Zij hebben recent immers te maken
gehad met onder andere gestegen huren vanuit de eigenaars van het vastgoed. In dat geval is doorrekening van kosten
(meer) noodzakelijk om niet failliet te gaan. Hotels met eigen vastgoed hebben volgens gesprekspartners meer
budgetruimte om een belasting te absorberen. Deze hotels lijken in Amsterdam evenwel in de minderheid.
6.5.3 Een forse prijsstijging kan leiden tot verkameren van gemeenschappelijke ruimtes
Wanneer de prijsstijging te groot is om te absorberen, zullen hotels mogelijk de manier van bedrijfsvoering moeten
aanpassen. Een oplossing om de kosten te drukken, is door op drukke plekken in de stad gemeenschappelijke ruimtes
te verkameren. Dit houdt in dat andere faciliteiten verdwijnen in de hotels en er zoveel mogelijk bedden in kleine kamers
voor in de plaats komen. Hierdoor neemt de kwaliteit van een hotel af, wat mogelijk een gevolg heeft voor de
samenstelling van de gasten (mogelijkerwijs meer budgettoeristen). Deze trend was al aan de gang, en wordt versterkt
door meer druk op de financiële resultaten die een hogere belasting meebrengt.
6.6 Om een remmend effect te hebben, is het van belang dat toeristenbelasting zichtbaar is
Ten slotte kwam uit de interviews nog een belangrijk punt naar voren. Het is van groot belang dat de hoogte van de
toeristenbelasting zichtbaar is. Momenteel is dit niet altijd het geval. Toeristen worden vaak verrast door het vaste
bedrag per bezoeker, namelijk de vaste voet van (in hotels) € 3 per volwassen persoon per nacht naast de standaard
7% toeristenbelasting in Amsterdam. Deze vaste voet kan volgens respondenten niet goed worden meegenomen in de
software van boekingswebsites, aangezien deze belastingconstructie uniek is voor Amsterdam. Als toeristen van
tevoren niet op de hoogte zijn van deze vaste voet, kan het ook geen belemmerend effect hebben op het aantal
toeristen, aangezien het geen onderdeel uitmaakt van de financiële overweging om wel of niet naar Amsterdam te
komen. Om deze reden moet belasting dus zichtbaar zijn wanneer je het als instrument in wilt zetten om het aantal
overnachtingen te reguleren. Dit gaat volgens belanghebbenden het beste via een vast percentage, in plaats van een
percentage plus een vaste voet.
toeristenbelasting in Amsterdam
71 Berekening volgt uit samenvoeging van verschillende resultaten en aanvullende aannamen
In dit hoofdstuk beschrijven we de verwachte effecten van eventuele verhogingen van de toeristenbelasting in de
gemeente Amsterdam. Hiertoe gebruiken we de resultaten uit de voorgaande hoofdstukken over de elasticiteiten.
Hiernaast zijn ook aanvullende aannamen nodig om te komen tot een complete doorrekening. Dit is geen exacte
wetenschap; het leunt daarom onvermijdelijk voor een deel op ‘expert opinion’. Vanwege de aanzienlijke onzekerheid in
de aannamen en resultaten, rekenen we de resultaten door in drie scenario’s:
a. Een basisscenario met de verwachte effecten op basis van gemiddelde waarden van de elasticiteiten;
b. Een scenario ondergrens elasticiteit waarin we rekenen met lage, maar nog steeds plausibele (niet extreme)
aannamen van de elasticiteiten;
C. Een scenario bovengrens elasticiteit waarin we rekenen met hoge, maar nog steeds plausibele (niet extreme)
aannamen van de elasticiteiten.
In tabel 7 beschrijven we de sleutelaannamen van de doorrekening per scenario. We gaan uit van een gemiddelde
rekenelasticiteit van -1 in het basisscenario bij stijgingen van de totale prijs (inclusief reiskosten). Deze elasticiteit zagen
we in de internationale literatuur en in de enquête, rekening houdend met weglekeffecten en substitutie. We maken
geen verder onderscheid naar bijvoorbeeld segment. De rekenelasticiteit stijgt naar -2 bij prijsstijgingen groter dan 10%,
omdat de prijsstijging steeds zichtbaarder en doorslaggevender wordt naarmate de belasting oploopt. In het
basisscenario wordt het grootste deel van de toeristenbelasting doorberekend, in lijn met de kwantitatieve analyse en de
interviews. Bij de scenario’s ‘ondergrens’ en ‘bovengrens’ hanteren we tweemaal zo kleine respectievelijk tweemaal zo
grote elasticiteiten. Bij een hogere prijselasticiteit van de vraag hoort - volgens de theorie - een kleinere doorrekening
van de toeristenbelasting in de verkoopprijs dan bij een lagere elasticiteit. De doorrekening gaat ervan uit dat overig
beleid en andere omstandigheden gelijk blijven. In de bijlage met de methodische onderbouwing staan de exacte
aannamen en de rekenstappen die leiden tot de resultaten.
en Ondergrens elasticiteit | Bovengrens elasticiteit
Aantal overnachtingen zonder
aanvullend beleid
Inkomsten aan
toeristenbelasting zonder 175 miljoen euro per jaar (gemiddeld ongeveer 10% van de overnachtingsprijs)
aanvullend beleid
Rekenelasticiteit bij
prijsstijging van +0 tot +10%
Rekenelasticiteit bij
prijsstijging van meer dan -2,0 -1,0 -4,0
LO
Aandeel doorberekening van
de kostenverhoging in de prijs
Tabel 7. Sleutelaannamen van de doorrekening. De ‘rekenelasticiteit’ betreft de procentuele afname van het aantal
overnachtingen in de gemeente Amsterdam als gevolg van een stijging van de totale prijs (reis plus
accommodatie) met 1%
7.2 Het effect van een hogere toeristenbelasting op het aantal overnachtingen
De resultaten van de doorrekening zijn te zien in figuur 14. Te zien is dat een verhoging van de toeristenbelasting meer
of minder effect kan hebben, afhankelijk van het scenario. In het basisscenario (roze) betekent een verhoging van de
toeristenbelasting met 5 procentpunt (van de overnachtingsprijs) naar verwachting een daling van 600.000
verblijfsovernachtingen per jaar. Naarmate de toeristenbelasting verder oploopt, verdubbelt dit effect naar 1,1 miljoen. In
het basisscenario is tussen de 40 en 45% toeristenbelasting nodig om het aantal toeristische overnachtingen te
reduceren tot 18 miljoen per jaar. In het scenario met de hoge elasticiteit, is dat bij ongeveer 30%. In het scenario met
de lage elasticiteit, komt deze situatie pas in beeld bij een toeristenbelasting van meer dan 60% van de
overnachtingsprijs (niet getoond in de figuur). De precieze cijfers per scenario staan in tabel 8 op de volgende pagina.
Aantal overnachtingen
24
22
20
18 ene Tm
16
14
12 eenen ennen ar
10 a
Huidig (+/- 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
10%)
Aantal overnachtingen ondergrens elasticiteit
Aantal overnachtingen basisscenario
— Áantal overnachtingen bovengrens elasticiteit
Figuur 14. Aantal overnachtingen per jaar in gemeente Amsterdam (in miljoenen) bij verschillende scenario’s (verticale
as) en hoogten van de toeristenbelasting (horizontale as, als percentage van de overnachtingsprijs)
7.3 Het effect van een hogere toeristenbelasting op de belastinginkomsten
We hebben ook doorgerekend wat de effecten zijn van verschillende hoogten van de toeristenbelasting op de
belastinginkomsten van gemeente Amsterdam (figuur 15). De belastinginkomsten gaan stijgen als de gemeente de
hoogte van de toeristenbelasting verhoogt. Afhankelijk van het scenario vlakt de groei van de opbrengsten meer of
minder af bij hogere belastingpercentages. In het basisscenario leidt een stijging van 10% (huidig) naar 15%
toeristenbelasting tot een groei van de opbrengsten met circa € 60 miljoen euro per jaar (zie tabel 8). Deze groei vlakt
echter af bij een grotere stijging van de toeristenbelasting. Bij een stijging van 25% naar 30% bijvoorbeeld, groeien de
extra inkomsten met € 48 miljoen in het basisscenario. In het scenario met de ondergrens van de elasticiteit vlakt de
groei van de opbrengsten nauwelijks af bij een hoger belastingpercentage. Dit komt doordat het aantal overnachtingen
nauwelijks daalt (figuur 14) en de hogere belasting volledig wordt doorgerekend aan de toerist. De inkomsten lopen
richting 750 miljoen euro bij een belasting van 50% (ruim vier keer zo hoog als de huidige belastingvoet, dat 175 miljoen
euro oplevert). Bij het scenario bovengrens lopen de belastinginkomsten aanvankelijk nog op, maar dan bereiken de
inkomsten bij 30% belasting een maximum. Daarna daalt de belastingopbrengst, omdat het aantal overnachtingen
sneller daalt dan dat de opbrengsten per overnachting stijgen. In het basisscenario wordt die piek bereikt rond de 60%
belasting (niet getoond in de figuur), wat inhoudt dat tot die tijd de opbrengst stijgt bij een hoger belastingpercentage.
Opbrengsten toeristenbelasting
€ 800
€ 700
€ 600
€ 500
€ 400
€ 300
€ 200
€ 100
€0
Huidig (+/- 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
10%)
mm Opbrengsten belasting ondergrens elasticiteit
mm Opbrengsten belasting basisscenario
== Opbrengsten belasting bovengrens elasticiteit
Figuur 15. Opbrengsten toeristenbelasting per jaar voor de gemeente Amsterdam (in miljoenen euro's) bij verschillende
scenario’s (verticale as) en hoogten van de toeristenbelasting (horizontale as)
7.4 Onzekerheid groeit exponentieel bij een hogere toeristenbelasting
tabel 8 bevat de cijferwaarden van de figuren hierboven. De tabel maakt inzichtelijk wat de bandbreedte is van het
verwachte aantal overnachtingen en de belastingopbrengsten bij een bepaald percentage aan toeristenbelasting. Zo
kan een percentage toeristenbelasting van 25% bijvoorbeeld leiden tot een daling van het aantal overnachtingen naar
tussen de 19,5 miljoen (scenario bovengrens) en 21,2 miljoen (ondergrens) verblijfsovernachtingen. De opbrengsten
liggen dan tussen de € 259 en € 421 miljoen per jaar. Bij een belasting van 45% wordt de maximale waarde in de
Verordening van 20 miljoen overnachtingen in alle scenario’s bereikt of onderschreden. Echter kan het ook zijn dat de
elasticiteit zo hoog is dat de signaalwaarde van 12 miljoen al in zicht komt bij dit percentage. Het verschil tussen
scenario bovengrens en ondergrens is qua belastingopbrengsten ook fors (€ 263 versus € 689 miljoen inkomsten per
jaar). Deze bandbreedtes illustreren de onzekerheid van de effecten van de toeristenbelasting. Bovendien groeit die
onzekerheid sterk naarmate het percentage aan toeristenbelasting stijgt.
Aantal overnachtingen per scenario (min) Opbrengsten belasting per scenario (€ min)
Ondergrens Bovengrens Ondergrens Bovengrens
Basisscenario elasticiteit elasticiteit Basisscenario elasticiteit elasticiteit
10% 23,0 23,0 23,0 175 175 175
15% 22,4 22,7 21,8 234 259 208
20% 21,8 22,4 20,6 291 341 236
25% 21,2 22,1 19,5 343 421 259
30% 20,6 21,8 18,2 392 497 277
35% 19,5 21,2 16,3 427 565 279
40% 18,5 20,7 14,4 457 629 275
45% 17,4 20,1 12,5 480 689 263
50% 16,3 19,6 10,7 498 744 243
Tabel 8. Samenvattende tabel van de effecten van een verhoging van de toeristenbelasting per scenario
7.5 Neveneffecten en duiding
De doorrekening in dit hoofdstuk is op hoofdlijnen, en geeft inzicht in de gevolgen van stijgingen van de
toeristenbelasting op gemeenteniveau. We hebben geen onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld verschillende
segmenten. Desondanks kunnen we kwalitatief meegeven waar effecten zouden kunnen neerslaan, op basis van de
resultaten uit dit onderzoek. De verblijfstoeristen met de grootste prijssgevoeligheid zullen degenen zijn die al bij kleinere
prijsstijgingen niet meer naar de stad Amsterdam komen. Dit zouden bijvoorbeeld de congresgangers kunnen zijn
(hoewel het enkele jaren duurt voordat dit effect zichtbaar is), en de budgettoeristen. Individuele zakelijke bezoekers en
de toerist met grotere portemonnee blijven naar verwachting ook bij grotere prijsstijgingen nog wel komen. Dat wil niet
zeggen dat er geen budgettoeristen meer te zien zullen zijn in Amsterdam bij hogere toeristenbelasting, maar de
samenstelling van de toeristenpopulatie gaat wel veranderen.
We verwachten dat ongeveer de helft van het gedaalde aantal overnachtingen komt door uitwijk naar omliggende
gemeenten om vervolgens dagelijks op en neer te pendelen. Dat betekent dat de ‘overlast’ niet zoveel daalt als dat de
cijfers in figuur 14 vermoeden, maar dat belastinginkomsten in buurgemeenten terechtkomen. De ‘weglek’ naar
omliggende gemeenten kan echter niet onbeperkt groeien, aangezien deze gemeenten ook niet onbeperkte
hotelcapaciteit hebben. We schatten in, op basis van gegevens van O&S over de Metropoolregio Amsterdam, dat er
meer dan 2 miljoen overnachtingen per jaar kunnen ‘verschuiven’ van de gemeente Amsterdam naar de omliggende
gemeenten, voordat deze gemeenten geen overcapaciteit meer hebben om weglek op te vangen.® Pas bij een
percentage van boven de 45% komt de capaciteit van de regiogemeenten in het geding (basisscenario, bij scenario
bovengrens komt dit al bij 35% in zicht).
2 Ruim 2 miljoen resulteert als de bezettingsgraden in gemeente Amsterdam van 2019 (87%) worden toegepast op de
andere gemeenten in de regio. Hier bovenop kan het aanbod aan particuliere verhuur nog toenemen bij voldoende
vraag. Dit hebben we niet nader becijferd. e
u na
A. Gesprekpartners en topiclijst
Voor de interviews hebben we de volgende partijen gesproken; enkele partijen hebben schriftelijk gereageerd:
Hotels, campings, Zakelijke markt Reisorganisaties Belangenorganisaties Experts
etc.
Camping Zeeburg Beurs van Expedia Group Koninklijke Horeca Dossierhouders
Berlage Nederland Belastingen en EZ
gemeente Amsterdam
WIN Hotels RAI Booking.com Amsterdam Gastvrij Onderzoek & Statistiek,
gemeente Amsterdam
Acecor/Mövenpick AirBnB Amsterdam heeft een Experts over
keuze elasticiteiten en data-
onderzoek, Tilburg
University en Erasmus
Universiteit Rotterdam
‚Hotel Jansen_____|_____________ | ___________\ Luxury Hotels | ABN Amro
NH Hotels |
WoW Hostel |
Stayokay
Hotel Schiphol
Tabel 9. Overzicht gesprekspartners
Alle interviews duurden ongeveer een uur, waarin we (afwisselend) de volgende thema’s bespraken:
a. De toename van het aantal overnachtingen in Amsterdam;
b. De prijsontwikkelingen in de afgelopen jaren;
C. De prijsgevoeligheid van toeristen in verschillende segmenten;
d. De impact van de verhoging van het btw-tarief in 2019;
e. Verwachte effecten op bedrijfsstrategieën, bezoekersaantallen en prijzen bij verdere verhogingen van de
toeristenbelasting;
Í. Waterbedeffecten (weglekeffecten) van verhoogde toeristenbelasting.
| Onderzoeksrapport | 37 | train |
ef
b
Aan de Deelraad van stadsdeel centrum
Amstel 1
Postbus 202
1000 AE Amsterdam Amsterdam, 4 januari 2013
Raadsadres aan de deelraadsleden van stadsdeel centrum
betreffende de procedure Keizersgracht/Vijzelstraat 79
Geachte raadsleden,
In verband met een al jaren slepend conflict tussen de bewoners van Keurblok 16
en Amsterdam OG Beheer (lees: de heer H. Dijkhuis) is er sinds kort correspondentie gaande
tussen de heer H.D. Hosper en vertegenwoordigers van het Keurblok, over de plaatsing van een
technische installatie met geluidsoverlast op het dak hoek Keizersgracht/Vijzelstraat.
De laatste informatie hierover heb ik per mail — op mijn verzoek overigens - ontvangen
op 12 december 2012 (de mail sluit ik bij).
Met stijgende verbazing hebben wij van de inhoud kennis genomen. Steeds meer gaat
het er op lijken dat wij de aangeklaagde partij zijn in deze onverkwikkelijke zaak en dat Amsterdam
OG Beheer (AOGB) de hand boven het hoofd wordt gehouden en in bescherming wordt genomen
door het stadsdeel.
Heel kort ga ik nog even terug in de tijd. Sinds 2004 heeft het keurblok melding gemaakt van
geluidsoverlast , veroorzaakt door de apparatuur van AOGB. Normaal contact hierover met
AOGB bleek, bij herhaling , niet mogelijk. Wij, de bewoners van het keurblok, hebben een
geluidonderzoek laten doen door een onafhankelijk bureau, Geluidsconsult BV, opgesteld door Ing.
R.C. Muchall. Hierin werd bevestigd dat de geluidsoverlast in het keurblok wordt veroorzaakt door
het geluid van de technische installaties op het dak van AOGB ( Dijkhuis Vastgoed). Dit rapport is aan
de stadsdeel centrum verstrekt.
Pas in 2012 is eenmalig door het stadsdeel ingegrepen toen door AOGB nieuwe, nog zwaardere
apparatuur op het dak, hoek Keizersgracht/Vijzelstraat werd geplaatst, zonder dat daarvoor een
vergunning was aangevraagd.
Het stadsdeel heeft toen — middels mevrouw Ruijgrok — stilleggen van de apparatuur
geëist. Duidelijk was dat de apparatuur niet alleen de grenzen van geluid maar ook die van esthetisch
aanzien verre overschreed! De apparatuur steekt ver boven het dak uit en is van de straatzijde
en binnen het keurblok duidelijk zichtbaar. Foto’s hiervan zijn aan het stadsdeel verstrekt.
Vervolgens is er toen iets vreemds gebeurd. Mevrouw Ruijgrok heeft een andere plaats gekregen
binnen het stadsdeel. Degenen die vanaf dat moment de zaak in handen kregen hebben tot nu toe
naar het schijnt meer actie ondernomen om AOGB te steunen dan om de regels, zoals die zijn
opgesteld, te handhaven. Ook worden bewoners niet betrokken bij het oplossen van het probleem.
Naar het zich laat aanzien worden alle argumenten van AOGB gewikt en gewogen en worden wij,
keurblokbewoners, aan het lijntje gehouden met vooruitzichten die er niet rooskleurig uitzien.
Wederom is er een maand uitstel verleend aan AOGB. Uit de brief van de heer Hosper maken wij op
dat dat de argumenten van de heer Dijkhuis kennelijk een grote rol spelen en dat de kans groot is
dat het Dagelijks Bestuur de aanvraag van AOGB gaat vergunnen, iets wat inacceptabel is!
| Ook blijkt dat AOGB het afbreken of inpandig plaatsen van de illegale apparatuur te kostbaar
| vindt en dat om die reden de apparatuur zou mogen blijven staan! Dat is toch wel bijzonder
| lachwekkend. Het lijkt erop dat als je illegaal te grote en te dure apparatuur op een dak zet, je in het
| voordeel bent, want dat is voor het stadsdeel kennelijk een reden om de apparatuur te gedogen en
eventueel zelfs te vergunnen!
|
Of geldt dat alleen voor AOGB, bijvoorbeeld omdat ze straks de Herengracht gaan verrijken met een
Waldorf Astoria Hotel?
Het is duidelijk dat het stadsdeel in deze niet de belangen en het algemeen belang van regelgeving
en handhaving mee laat wegen. We zouden graag betrokken willen worden bij de oplossing van dit
probleem in plaats van steeds met een kluitje in het riet te worden gestuurd. Ik hoop dat deze
hartenkreet serieus genomen wordt en dat we als bewoners van een van de mooiste keurblokken in
Amsterdam, op een eerlijke en rechtvaardige manier zullen worden behandeld en liefst voordat er
geen weg terug meer mogelijk is.
Wij vragen de raadleden toe te zien op handhaving van deze illegaal geplaatste installatie.
met vriendelijke groet, mede namens …_ _ 7
Van: Hosper, Huibert [maiito:[email protected]]
Verzonden: woensdag 12 december 2012 13:50
Aan: '[email protected]'
Onderwerp: RE: Amsterdam OG Beheer BV, uitspraak
Geachte heer Butzelaar,
De aanvraag is in overleg met de aanvrager opnieuw aangehouden tot 1 februari 2013.
Inmiddels is er advies ontvangen van onze technisch adviseur omtrent het plaatsen van de technische installaties op
het dak van de Vijzelstraat 79. Dit advies luidt dat de thans op het dak geplaatste aanzuiginstallatie niet intern
geplaatst kan worden. De airco-installatie kan alleen tegen hoge kosten worden verlaagd. Deze verlaging betreft
slechts een hoogtewinst van enkele tientallen centimeters. Zichtbaar blijft dan een installatie ter hoogte van de thans
vervangen oude dakinstallatie. Eerder was al bekend dat de op het dak geplaatste schoorsteen verlaagd kan worden
van 5 meter naar 3,5 meter.
Het huidige bouwplan, inclusief het technisch advies, is voorgelegd aan de commissie voor Welstand en
Monumenten.
is het advies van deze commissie is ontvangen, neemt het dagelijks bestuur een beslissing op de aanvraag.
“U dient er rekening mee te houden dat het dagelijks bestuur de aanvraag gaat vergunnen.
mr. H.D. Hosper
senior jurist
Directie Bedrijfsvoering
Afdeling Juridische Zaken
Stadsdeel Centrum
020- 2564722
Van: Rudi Butzelaar [roailto:[email protected]] Namens Rudi Butzelaar
Verzonden: woensdag 12 december 2012 13:27
Aan: Hosper, Huibert
Onderwerp: Amsterdam OG Beheer BV , uitspraak
Geachte heer Hosper,
In october hebben wij contact gehad over de zaak Amsterdam OG Beheer BV ( Harold Dijkhuis).
U heeft toen gezegd dat de uitspraak doorgeschoven was naar 1 december 2012.
Inmiddels zijn we die datum gepasseerd en we zouden het zeer op prijs stellen als u ons over de follow up
1
| Raadsadres | 3 | test |
VN2022-018560 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Griffie X Gemeente jderijke A'g TAR
% Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Zorg
Agendapunt 34
Datum besluit n.v.t. -
Onderwerp
OLVG meldt explosieve toename agressie tegen zorgpersoneel
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het artikel op AT 5: OLVG meldt explosieve toename agressie tegen
zorgpersoneel:
https://www.ats.nl/artikelen/215206/olvg-meldt-explosieve-toename-agressie-tegen-zorgpersoneel
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
nvt.
Reden bespreking
Het aantal meldingen van agressie tegen zorgpersoneel is in het eerste kwartaal van 2022
verdubbeld ten opzichte van het jaar ervoor. Er zijn 234 meldingen gemaakt van agressie,
voornamelijk voor schelden, bedreiging en geweld. De voorzitter van het OLVG zegt dat er aangifte
wordt gedaan waar dat mogelijk is.
Geweld tegen zorgpersoneel is volstrekt onacceptabel. JA22 wil weten welke stappen het college
neemt om het geweld terug te dringen, de veiligheid van zorgpersoneel te garanderen, en om de
daders te straffen.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Gegenereerd: vl.7 1
VN2022-018560 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Griffie % Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-059108 Tijdelijke Algemene Raadscommissie (1) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Nadere informatie bij lid De Jong (JA21), e-mail rolanddejong ®amsterdam.jaza.nl
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | val |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1360
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Motie van het Poot inzake de Begroting 2021 (Afspraken risicobranches tegen
ondermijning).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
— Veel (horeca)ondernemers en winkeliers als gevolg van de coronacrisis
financieel in zwaar weer verkeren en hierdoor extra kwetsbaar zijn voor ‘foute’
overnames, verdachte investeerders, witwaspraktijken, enz;
— _ Brancheverenigingen zoals De Koninklijke Horeca wijzen op de toenemende
signalen en gevaren van deze criminele ondermijning.
Overwegende dat:
— _ Amsterdam moet voorkomen dat criminelen misbruik hun machtspositie
uitbreiden door nu te investeren in vastgoed en witwaspraktijken;
— _ Bij foute overnames banken, makelaars projectontwikkelaars of notariaat
betrokken kunnen zijn;
— Er meerdere branches zijn waar witwassen een probleem kan zijn.
— Nauwe samenwerking met betrokken brancheverenigingen en ondernemingen in
risicosectoren witwassen en ondermijning kan voorkomen;
— De ondernemingen in deze branches een belangrijke signalerings- of
poortwachtersfunctie kunnen hebben.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Te identificeren welke branches te maken kunnen krijgen of betrokken kunnen
zijn bij witwassen, fraude of ondermijning (waar onder: autoverhuurbranche,
makelaardij, notariaat, banken, projectontwikkelaars)
2. Per branche convenanten af te sluiten of afspraken te maken waarbij partijen zich
committeren aan het signaleren en tegen gaan van witwassen en ondermijning
als ook samenwerking hieromtrent aangaan;
3. De raad hierover te informeren.
Het lid van de gemeenteraad
M.C.G. Poot
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 340
Datum akkoord college van b&w van 18 april 2017
Publicatiedatum 3 mei 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Poot en Flentge van 12 december
2016 inzake de inzet van scholierenvergoeding voor godsdienstlessen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Uit steekproeven van de gemeente blijkt dat ouders de scholierenvergoeding, een
Amsterdamse regeling die bedoeld is om kinderen van minima te helpen bij hun
schoolcarrière, gebruiken om godsdienstlessen in moskeeën en door particuliere
aanbieders mee te betalen. Via de scholierenvergoeding kan voor een
basisschoolleerling jaarlijks € 3/5 worden gedeclareerd, voor leerlingen in het
voortgezet onderwijs ligt dit bedrag op € 499. Jaarlijks stelt Amsterdam om en nabij
€ 12 miljoen beschikbaar via de scholierenvergoeding. De declaraties voor
godsdienstonderwijs bedroegen ongeveer € 285.000. Tot nu toe konden slechts twee
moskeeën daadwerkelijk bonnen voor gegeven godsdienstonderwijs overleggen.
Wat de fracties van de VVD en SP betreft dienen armoedemiddelen zoals de
scholierenvergoeding slechts één enkel doel: het ervoor zorgen dat mensen snel en
structureel armoede achter zich kunnen laten. Het financieren van godsdienstlessen
ondersteunt het behalen van deze doelstelling niet en is een verkapte subsidie aan
gebedshuizen.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Poot en Flentge, respectievelijk namens
de fracties van de VVD en de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van
orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college
van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kan het college aangeven wanneer bekend werd dat de scholierenvergoeding
gebruikt werd voor godsdienstonderricht? Wat was de aanleiding voor het college
voor deze steekproef? Hoe vaak vinden steekproeven in het kader van de
schollierenvergoeding plaats?
Antwoord:
Sinds 2006 is bij het college bekend dat de Scholierenvergoeding ook wordt
gebruikt voor godsdienstonderwijs. De Scholierenvergoeding bestaat sinds 2005
en is gestart als regeling voor leerlingen in het voortgezet onderwijs die opgroeien
in een minimahuishouden. In het begin keerde de gemeente vergoedingen uit op
basis van bonnen. Dat bleek in de praktijk lastig uitvoerbaar, omdat mensen
vanwege hun lage inkomen de bedragen niet konden voorschieten. Om die reden
is in 2006 overgestapt op een systeem op declaratiebasis, waarvan ook kinderen
in het primair onderwijs gebruik kunnen maken. Sinds 2006 worden er declaraties
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng 10 Gemeenteblad R
Datum 3 mei 2017 Schriftelijke vragen, maandag 12 december 2016
ingediend voor godsdienst- en taallessen. De gemeente is vanaf dat moment
gaan werken met een categorieënlijst met de meest voorkomende declaraties.
De uitgevoerde steekproef is onderdeel van de reguliere werkwijze. Het college
laat steekproefsgewijs controles uitvoeren waarbij bonnen worden opgevraagd bij
de ontvangers van de Scholierenvergoeding. Daarbij wordt gecheckt of de
gedeclareerde kosten ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze steekproeven vinden
maandelijks plaats. In december heeft wethouder Vliegenthart aangekondigd
nader onderzoek te zullen doen naar de declaraties voor godsdiensten.
Ook daarbij is gebruik gemaakt van een steekproef, maar er zijn meer declaraties
onderzocht dan met de reguliere werkwijze gebeurt.
Gezien de omvang van de Scholierenvergoeding — het gaat om bijna 100.000
declaraties per jaar — is het niet haalbaar om alle aanbieders af te gaan om te
controleren of kinderen daadwerkelijk aan activiteiten hebben deelgenomen.
Het college zoekt een balans tussen vertrouwen en controle, waarbij het doel is
om de uitvoeringskosten zo laag mogelijk te houden, opdat zoveel mogelijk
armoedemiddelen bij de doelgroep terechtkomen. Daarom kiest het college voor
steekproefsgewijze controles.
2. Hoeveel declaraties voor godsdienstlessen vanuit de scholieren vergoeding heeft
de gemeente ontvangen? Om hoeveel geld gaat dit in z'n totaliteit? Bij welke
organisaties of gebedshuizen zijn deze lessen gevolgd? Om hoeveel
gebedshuizen en particuliere aanbieders van godsdienstlessen gaat het?
Klopt het alleen om mosliminstellingen gaat? Hoe controleert de gemeente of
daadwerkelijk godsdienstlessen zijn gegeven door gebedshuizen en zijn
afgenomen door de ouders?
Antwoord:
In het schooljaar 2015-2016 is van het totaalbudget van 11 miljoen euro ruim
312.000 euro uitgekeerd voor godsdienstlessen. Het gaat om 2500 declaraties
met een gemiddeld bedrag per declaratie van 125 euro. Dat is een aannemelijk
bedrag per jaar voor godsdienst- en taallessen. Veel organisaties vragen een
bijdrage in deze orde van grootte. Uit het nader onderzoek blijkt tegelijkertijd dat
de bedragen op de ingeleverde bonnen en de door de instellingen gehanteerde
tarieven niet altijd overeenkomen. In een deel van de gevallen is het bedrag op de
bon hoger dan het tarief, in een deel van de gevallen lager. Binnen een extra
steekproef is bij ontvangers van de Scholierenvergoeding die hebben
gedeclareerd voor godsdienstlessen informatie opgevraagd. Het ging om bonnen
voor godsdienstlessen en de locaties waar de lessen zijn gevolgd. Ook is contact
gezocht met deze leslocaties om na te gaan welke tarieven zij hanteren.
Uit deze steekproef is een lijst met 41 (religieuze) instellingen naar voren
gekomen, waarvan 16 organisaties vaker dan een maal voorkomen in de
steekproef. Het gaat om tien moskeeën en zes (religieuze) stichtingen. De
organisaties die het vaakst voorkomen in de steekproef zijn Moskee Arrabita Al
Islamia, Moskee Al Kabir, Moskee, Al Karama, Moskee Al Ummah, Stichting
Islamitisch Centrum Amsterdam-West en Stichting Milli Gorus. Ook op de totale
lijst gaat het in de meeste gevallen om islamitische organisaties. In een aantal
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng 10 Gemeenteblad R
Datum 3 mei 2017 Schriftelijke vragen, maandag 12 december 2016
gevallen gaat het om een privé-docent of een (islamitische) school. Op de lijst
komen geen organisaties van een andere religieuze signatuur voor. De naam van
de privépersoon die bijles heeft gegeven, maakt het college wegens privacy
redenen niet openbaar.
Normaal gesproken controleert het college via steekproeven aan de hand van
bonnen of ouders daadwerkelijk betaald hebben voor een gedeclareerde activiteit.
Gezien de omvang van de Scholierenvergoeding — het gaat om bijna 100.000
declaraties per jaar — is het niet haalbaar om alle organisaties af te gaan om te
controleren of kinderen daadwerkelijk aan activiteiten hebben deelgenomen. Het
college zoekt een balans tussen vertrouwen en controle, waarbij het doel is om de
uitvoeringskosten zo laag mogelijk te houden, opdat zoveel mogelijk
armoedemiddelen bij de doelgroep terechtkomen.
Het college hanteert zoals toegelicht bij vraag 2 het uitgangspunt dat een 100%
controle van de besteding van de Scholierenvergoeding niet doelmatig is.
Op basis van de bovenstaande informatie achten wij het wel aannemelijk dat de
gedeclareerde bedragen grosso modo besteed zijn aan het doel waarvoor deze
zijn gedeclareerd. De uitkomsten zijn vergelijkbaar met de uitkomsten van de
steekproeven waarbij ook naar andere declaraties is gekeken.
3. Hoe draagt godsdienstonderricht in moskeeën bij aan de doelstelling van het
armoedebeleid ‘iedereen kan meedoen ongeachte de dikte van zijn of haar
portemonnee? Hoe verenigt zich deze indirecte subsidie aan moskeeën en
eventuele andere gebedshuizen met het principe van scheiding tussen kerk en
staat? Is het college het met de VVD en SP eens dat godsdienstonderricht niet
bijdraagt aan de strijd tegen armoede? Zo nee, waarom niet? Is het college het
met de VVD en SP eens dat deze indirecte subsidie aan moskeeën en eventuele
andere gebedshuizen niet strookt met het principe tussen kerk en staat?
Antwoord:
De Scholierenvergoeding neemt financiële drempels weg voor kinderen uit
minimagezinnen om deel te nemen aan activiteiten op het gebied van onderwijs,
sport en cultuur. Op die manier draagt de Scholierenvergoeding bij aan de
ontwikkelingskansen van kinderen uit minimagezinnen en daarmee aan de
bestrijding van armoede. De regeling is gebaseerd op het uitgangspunt dat
ouders zelf het beste kunnen bepalen aan welke activiteiten hun kind met oog op
zijn of haar ontwikkeling het beste kan deelnemen. Het beginsel van scheiding
van kerk en staat houdt in dat er in de verhouding tussen kerk en staat geen
institutionele of rechtstreekse inhoudelijke zeggenschap over en weer mag zijn.
In deze situatie is daarvan geen sprake en komt de scheiding tussen kerk en
staat dan ook niet in het gedrang. De autonomie ligt in dit geval bij ouders en er is
geen rechtstreekse relatie tussen de gemeente en religieuze instellingen.
Er is daarom ook geen sprake van indirecte subsidie aan moskeeën.
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng 10 Gemeenteblad
Datum 3 mei 2017 Schriftelijke vragen, maandag 12 december 2016
4. Welke voorwaarden worden gesteld aan de besteding van de scholieren-
vergoeding? Welke stappen gaat het college ondernemen wanneer blijkt dat
ouders onrechtmatig godsdienstlessen blijken te hebben gedeclareerd?
Is het college bereid om voorwaarden te stellen aan de besteding van de
scholierenvergoeding waarbij een subsidie aan gebedshuizen wordt uitgesloten
en wordt aangesloten bij de algemene ontwikkeling van het kind?
Antwoord:
De vergoeding moet ten goede komen aan het kind en het moet gaan om kosten
voor onderwijs, cultuur of sport. Daarbinnen hebben ouders de vrijheid om
activiteiten te kiezen die zij vinden aansluiten op de ontwikkelbehoefte van hun
kind. Bij onrechtmatige declaraties kan de gemeente de vergoeding
terugvorderen. U heeft op 21 december 2016 een motie aangenomen van de
leden Poot, Flengte, Groot Wassink en Ünver waarin u het college verzoekt om
erop in te zetten dat de Scholierenvergoeding niet voor religieuze,
levensbeschouwelijke en politieke scholing kan worden aangewend. Het college
zal uitvoering geven aan de motie en per komend schooljaar de categorie
“godsdienstlessen” uit de Scholierenvergoeding halen. Wethouder Vliegenthart
heeft een gesprek gevoerd met vertegenwoordigers van een aantal moskeeën.
Hij heeft hen geïnformeerd over de bovengenoemde motie van de leden Poot,
Flengte, Groot Wassink en Ünver. Tevens heeft u in de motie gevraagd om
inzicht in de hoogte van de declaraties in de verschillende categorieën die worden
onderscheiden op het formulier voor de Scholierenvergoeding vanaf 2010.
Dit overzicht is bijgevoegd bij deze beantwoording. Het college beschouwt
de motie daarmee als afgedaan.
Tot slot: het college is voornemens de Scholierenvergoeding te hervormen van
een brede, algemene regeling naar een regeling die de nadruk legt op kosten die
aanverwant zijn aan school en schoolprestaties. De vergoedingen voor sport en
cultuur zullen waar mogelijk samengevoegd worden met het Jeugdsportfonds, het
Jongerencultuurfonds en de Stadspas. In de notitie over het Kindpakket, die u
ontvangt bij de brede, integrale afweging van armoedemiddelen, vindt u hierover
meer informatie.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
%
WI
Vergadering Bestuurscommissie West
Agenda
Aanvang 19:30
Datum 13-09-2016
Voorbereidende vergadering
19:30 Grote zaal
- 19.30 -20.00 plenair
- inspraak van burgers over onderwerpen die niet geagendeerd staan
- Mondelinge vragen door AB - leden
- Kijk op de Wijk
- 20.00-22.15 Oordeelvormend
20:00 Strategienota Multatuli sportpark/Arlandaweg
20:45 Voorontwerpbestemmingsplan Fridtjof Nansenhof
21:15 Programma van Eisen Herinrichting Entreegebied Westerpark
21:45 Dekking tekort vastgoed
Besluitvormende vergadering
22:15 Grote zaal
- Agendavaststelling en mededelingen
- Ruimte voor debat
- Vaststellen:
- 1 Strategienota Multatuli sportpark/Arlandaweg
- 2 Advies Visie Openbare Ruimte
- 3 Advies Beleidskader Heel en Schoon (direct in besluit)
- 4 Dekking tekort vastgoed
1
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Voorbereidende vergadering
Agenda
Aanvang 19:30
Datum 13-09-2016
19.30 -20.00 plenair
inspraak van burgers over onderwerpen die niet geagendeerd staan
Mondelinge vragen door AB - leden
Kijk op de Wijk
20.00-22.15 Oordeelvormend
Strategienota Multatuli sportpark/Arlandaweg
Portefeuillehouder Gerolf Bouwmeester
Voorontwerpbestemmingsplan Fridtjof Nansenhof
Portefeuillehouder Jeroen van Berkel
Programma van Eisen Herinrichting Entreegebied Westerpark
Portefeuillehouder Gerolf Bouwmeester
Dekking tekort vastgoed
Portefeuillehouder Jeroen van Berkel
2
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Besluitvormende vergadering
Agenda
Aanvang 22:15
Datum 13-09-2016
Agendavaststelling en mededelingen
Voorzitter Gerolf Bouwmeester
Ruimte voor debat
Vaststellen:
1 Strategienota Multatuli sportpark/Arlandaweg
2 Advies Visie Openbare Ruimte
3 Advies Beleidskader Heel en Schoon (direct in besluit)
4 Dekking tekort vastgoed
3
| Agenda | 3 | discard |
D Gemeente Amsterdam F EZ
% Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
% Agenda, donderdag 27 maart 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
Tijd 09.00 tot 12.00 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur Publiek
BA Conceptverslag van de vergadering van 06-03-2008
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFEZ @Oraadsgriffie.amsterdam.nl
5B Conceptverslag van de expertmeeting “Havenvisie” van 20-02-2008
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFEZ @Oraadsgriffie.amsterdam.nl
6 Openstaande Toezeggingen
7 Actualiteiten
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven F EZ
Agenda, donderdag 27 maart 2008
Financiën
8 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA0821242 Waardevaststelling woning:
driemaal is scheepsrecht Nr. BD2008-001576
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De Ombudsman wordt hierbij uitgenodigd.
9 _Initiatiefvoorstel SP; Geen dubbele straf na diefstal identiteitsbewijs. Nr. BD2008-
001663
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de heer Ivens (SP).
Economische Zaken
10 Uitvoeringsprogramma Creatieve Industrie 2007-2010 (t.b.v. com. FEZ) Nr.
BD2008-001577
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de heer Van der Meer (GrlLí).
11 Inventarisatie document Ontwikkeling Fysiek Expat Loket Nr. BD2008-001578
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Hoogerwerf (D66).
Algemeen
12 Rondvraag
2
| Agenda | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 837
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 9 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Boutkan inzake de begroting voor 2015
(van uitkeringsgerechtigde naar succesvol ondernemer).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— erin de begroting 2015 de intentie is opgenomen om ‘uitkeringsgerechtigden te
helpen als ondernemer’;
Overwegende dat:
— op grond van artikel 3 van zijn eigen ‘Verordening op grond van artikel 212 van de
Gemeentewet de gemeenteraad op voorstel van het college per programma of
onderdeel daarvan relevante indicatoren vaststelt voor het meten van en het
afleggen van verantwoording over de gemeentelijke prestaties, de activiteiten en
de maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid;
— ondernemerschap voor uitkeringsgerechtigden een lastige stap kan zijn en
professionele begeleiding gewenst is, waarbij de stap gezet wordt naar echt
ondernemerschap en niet zogenaamde schijn-zzp-constructies;
— erin de begroting op geen enkele manier plannen, indicatoren en middelen zijn
uitgewerkt om deze intentie vorm te geven;
— duurzaam ondernemerschap een goede manier kan zijn economisch zelfstandig te
worden
— een belangrijke doelstelling van het college is om Amsterdammers maximaal
economisch zelfstandig te maken,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— meteen uitgewerkt plan te komen om uitkeringsgerechtigden duurzaam op weg te
helpen naar zelfstandig succesvol ondernemerschap en dit voor te leggen aan de
raad. waarin moet worden opgenomen dat het moet gaan om duurzaam
ondernemerschap, waarbij ‘schijn-zzp-constructies’ worden voorkomen;
— in dit plan expliciet gegevens op te nemen met criteria en stappen die aantoonbaar
leiden naar zelfstandig ondernemerschap (evidence based).
Het lid van de gemeenteraad,
D.F. Boutkan
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 18
Datum indiening 26 november 2020
Datum akkoord 29 januari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Taimounti inzake de inzet van politiehonden
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De fractie van DENK heeft met verontwaardiging gekeken naar de aflevering ‘Bijten als
beloning’ op 19 november 2020 van het onderzoeksprogramma Zembla. In de aflevering
komt naar voren dat de inzet van een politiehond als wapen in Nederland nauwelijks officieel
geregeld is. De rechtmatigheid van de inzet van de politiehond is slecht te beoordelen
gezien het ontbreken van een duidelijk wettelijk kader. Politiewetenschapper Jaap Timmer
geeft aan dat dit verstrekkende gevolgen kan hebben. De onduidelijkheid die voortkomt uit
het ontbreken van regelgeving bij de inzet van dit heftige geweldsmiddel zorgt er voor dat
hondengeleiders hun eigen gang kunnen gaan. Dat terwijl de hond erg onvoorspelbaar en
onbeheersbaar kan handelen met mogelijk hevig, zelfs dodelijk, letsel tot gevolg. In de
aflevering werden drie incidenten in Rotterdam behandeld waarbij het de vraag was of de
(wijze van de) inzet van de politiehond te rechtvaardigen was. De inzet van de hond droeg
alles behalve bij aan de-escalatie van de situatie en heeft de situatie wellicht gevaarlijker
gemaakt voor de agenten, de omstanders en met name de mensen die staande worden
gehouden. Het is voor de fractie van DENK onduidelijk hoe vaak de politiehond wordt
ingezet in de regio Amsterdam-Amstelland. De fractie van DENK is daarnaast benieuwd
onder welke omstandigheden een politiehond mag worden ingezet.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Taimounti, namens de fractie van DENK, op grond van
artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke
vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoeveel hondengeleiders werken er momenteel bij de politie Amsterdam-Amstelland
en welke plannen zijn er voor de toekomst voor deze afdeling? Hoe vaak wordt de
politiehond ingezet in Amsterdam? Hoe vaak hebben bijtincidenten plaatsgevonden?
Kan het college daarbij een onderverdeling maken per jaar en aangeven hoe ernstig de
bijtincidenten zijn geweest?
Antwoord:
Bij de politie eenheid Amsterdam werken 27 hondengeleiders (inclusief 3 instructeurs).
In 2019 hebben in de eenheid Amsterdam 36 geweldsaanwendingen met een
diensthond plaatsgevonden (357 in Nederland). Daarvan is 19 keer daadwerkelijk
gebeten. In de meeste gevallen volstond het plakken van een pleister en een
tetanusinjectie. Soms was het nodig dat de wond werd gehecht en in een zeer
uitzonderlijk geval was een operatie nodig.
1 https://www.npostart.nl/zembla/19-11-2020/BV_ 101401006
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteblad R
A mmer Sv18 . Schriftelijke vragen, 26 november 2020
atum 29 januari 2021
2. Onder welke omstandigheden mag een politiehond worden ingezet? Welke procedures
of instructies hanteert de politie daarbij? Hoe wordt hierbij invulling gegeven aan de
principes van proportionaliteit en subsidiariteit?
Antwoord:
In de huidige ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere
opsporingsambtenaren (hierna: ambtsinstructie) is het volgende opgenomen over het
inzetten van een diensthond:
Artikel 15
1. Het inzetten van een politie-surveillancehond is slechts geoorloofd onder het direct
en voortdurend toezicht van een geleider bij:
a. de surveillancedienst, en
b. hetoptreden van een mobiele eenheid als bedoeld in artikel 26 van het Besluit
beheer politie na toestemming van het bevoegd gezag.
2. Het inzetten van een AOT-hond is slechts geoorloofd onder het direct en
voortdurend toezicht van een geleider bij het, na toestemming van het bevoegd gezag,
optreden van een aanhoudings- en ondersteuningsteam als bedoeld in artikel 12, onder
a, van het Besluit beheer politie of een bijstandseenheid als bedoeld in artikel 59 van de
Politiewet 2012.
3. De geleider dient in het bezit te zijn van een krachtens artikel 22 van de Politiewet
2012 vastgesteld certificaat.
Voor de toetsing van de inzet van de diensthond wordt teruggevallen op de beginselen
van proportionaliteit en subsidiariteit die op grond van de Politiewet 2012 gelden.
Artikel 7 van de Politiewet 2012 bepaalt dat toegepast geweld proportioneel, subsidiair,
redelijk en gematigd dient te zijn. Dit betekent in de praktijk dat een politiehond slechts
mag worden ingezet indien dit strikt noodzakelijk is en het doel niet op andere — minder
ingrijpende — wijze kan worden bereikt.
3. Zijnergenoeg waarborgen om ervoor te zorgen dat de inzet van politiehonden een
proportionele maatregel is? Waaruit blijkt dat?
Antwoord:
ledere geweldsaanwending moet op grond van de ambtsinstructie bij de politie worden
gemeld en door de hulpofficier van justitie worden getoetst, dat geldt ook voor het
gebruik van een diensthond als geweldsmiddel. Dat betekent dat achteraf het
toegepaste geweld altijd wordt getoetst op proportionaliteit en subsidiariteit. In
verreweg het merendeel van de gevallen waarbij een diensthond is ingezet is de
geweldstoepassing van de politie rechtmatig. Als dat niet zo is, dan wordt daar op
gecorrigeerd en lering vit getrokken.
4. Is het college het met de fractie van DENK eens dat een geweldsinstructie moet komen
voor de inzet van politiehonden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat het
college hiervoor zetten?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 2.
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteblad R
A mmer Sv18 . Schriftelijke vragen, 26 november 2020
atum 29 januari 2021
Toelichting door vragensteller
In de aflevering van Zembla geeft politiewetenschapper Jaap Timmer aan dat hij vermoedt dat
er zich meer bijtincidenten met politiehonden hebben voorgedaan dan de cijfers doen
voorkomen.
5. In hoeverre wordt de inzet van politiehonden in Amsterdam-Amstelland geëvalveerd?
En met welke criteria wordt er geëvalueerd?
Antwoord:
De inzet van politiehonden moet voldoen aan de regelgeving, de ambtsinstructie (artikel
15) en de Politiewet (artikel 7). Alle honden zijn samen met hun geleiders gecertificeerd
(een keer per 2 jaar). Daarnaast hebben de geleiders samen met hun hond 2 verplichte
trainingsdagen per 4 weken. Deze trainingen worden door de instructeurs voorbereid in
dressuur en thematrainingen. Als er signalen zijn dat de reactie van een hond op
commando's te wensen overlaat, wordt dit onmiddellijk in de (eerstvolgende) training
aangepakt. Mocht de hond op enig moment niet meer geschikt zijn als politiehond, dan
wordt deze afgekeurd.
6. Deelt het college het vermoeden van politiewetenschapper Jaap Timmer als het gaat
om de cijfers die de politie Amsterdam-Amstelland aanlevert?
Antwoord:
Nee, dit vermoeden wordt niet gedeeld. ledere geweldsaanwending, zo ook de inzet van
de diensthond, dient de politie op basis van de ambtsinstructie te melden en registreren.
Toelichting door vragensteller:
In de aflevering van Zembla komt naar voren dat klachten over de inzet van politiehonden
regelmatig worden afgewezen.
7. Zijner klachten ingediend over de inzet van politiehonden door de politie Amsterdam-
Amstelland? Zo ja, hoeveel? Hoeveel van die klachten zijn afgewezen en hoeveel zijn in
behandeling genomen? Wat zijn de uitkomsten van die klachten die in behandeling zijn
genomen?
Antwoord:
In 2019 zijn er 5 klachten bij de eenheid Amsterdam ingediend, waarvan er 3 zijn
bemiddeld,1 klacht is niet ontvankelijk verklaard en bij 1 klacht reageert klager niet meer
op het contactverzoek. In 2020 zijn er 3 klachten binnengekomen. Deze zijn nog in
behandeling.
8. Op grond waarvan wordt een klacht over de inzet van een politiehond in behandeling
genomen dan wel afgewezen? Wie oordeelt daarover?
Antwoord:
Als een klacht ontvankelijk is, wordt deze in behandeling genomen. Of een klacht
ontvankelijk is, wordt bepaald door de AwB (Algemene wet Bestuursrecht) en de
Uitvoeringsregeling klachten. Deze bepalen dat een klacht moet gaan over een concrete
gedraging van een concrete politiemedewerker van de eenheid Amsterdam en binnen 1
jaar na het incident dient de klacht te zijn ingediend. Door de wetgeving wordt de politie
gekaderd of een klacht in behandeling wordt genomen in samenspraak met de
klachtenbehandelaar en de klachtencoördinator.
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
A mmer Sv18 . Schriftelijke vragen, 26 november 2020
atum 29 januari 2021
Toelichting door vragensteller:
Uit de aflevering van Zembla blijkt dat politiehonden regelmatig niet naar commando's van hun
belegeider luisteren en niet loslaten als het gevaar geweken is. Dit kan gevaren opleveren voor
zowel het slachtoffer als de hond.
g. Hoe wordt er omgegaan met honden die niet luisteren naar de commando's van hun
geleiders? Worden deze nog ingezet? Of worden deze niet meer ingezet totdat ze
voldoende getraind zijn? Is het dan nog wel mogelijk om ze “bij te trainen”?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 5.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | val |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
26 oktober Schouw Tijd: 16.30
Krasseurbuurt Locatie: zie mail.
26 oktober 2022 | 12% vergadering | Presentatie ontwikkeling Veren en Sprong over het IJ (60 minuten)
29 oktober Stadsgesprek Tijd: 10.00 — 15.00
over Locatie: Pathé aan Buikslotermeerplein
winkelcentrum
Buikslotermeerpl
ein
ein Sessie vervallen: er wordt een technische sessie gepland tijdens een
vergadering.
9 november 13% vergadering | Presentatie project de FIX-Brigade (thema werk)
2022 Presentatie Aanpak Noord
Vaststellen advies actieplan THOR
14“ vergadering |Presentatie project StageMakers (thema werk)
2022 Vaststellen advies gebiedsopgaven
Locatie: Het Schoolhuis Holysloot - Dorpsstraat Holysloot 38
2022
7 december Sessie veiligheid | Tijd: 19.00 tot 19.30 (Voorafgaand aan vergadering)
politieke Locatie: Burgerzaal
ambtsdragers
15% vergadering | Presentatie project Impower (thema werk)
2022
21 december 16° vergadering | Presentatie Amsterdam Vitaal en Gezond
2022
28 december Kerstreces
2022 t/m 6
januari 2022
11 januari 2023 |17° vergadering | Presentatie Beter Samen in Noord
Termijnagenda - In te plannen onderwerpen
Lagendijk Verkenningssessie stadsdeelpanels
S. Kuijt Technische sessie Buikslotermeerplein
| Agenda | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 133
Publicatiedatum 22 maart 2013
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 13 maart 2013
Behandeld op woensdag 13 maart 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Evans-Knaup inzake het globaal plan van
aanpak en de budgetaanvraag voor de troonswisseling.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 26 februari 2013 tot 2013 tot instemmen met het globaal plan van
aanpak en de budgetaanvraag voor de troonswisseling (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 109);
Overwegende dat:
— de organisatie van de troonswisseling een gedeelde verantwoordelijkheid is van
het Rijk, het Hof, het Nationaal Comité Inhuldiging en de gemeente Amsterdam;
— _ het aandeel van de verantwoordelijkheid van de gemeente Amsterdam als
gastheer van de troonswisseling groot is, ook financieel;
— _ het acquireren van voldoende sponsorgelden in deze tijd hoogst onzeker is;
Voorts overwegende dat:
— Amsterdam de komende jaren ingrijpende en pijnlijke bezuinigingen moet
doorvoeren die alle Amsterdammers raken;
— _ heteen royaal gebaar zou zijn wanneer het Hof zelf meebetaalt aan de
troonswisseling, bijvoorbeeld aan het publieksevenement,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de financiële bijdrage van de gemeente Amsterdam aan publieksevenementen
rond de troonswisseling te beperken en het budget hiervoor te maximeren op
€ 1.000.000;
— met het Rijk, het Hof en het Nationaal Comité Inhuldiging nieuwe afspraken te
maken over deze bijdrage van de gemeente Amsterdam aan deze evenementen
rond de troonswisseling, waarbij de overige kosten voor rekening van het Rijk
en/of het Hof komen, dan wel via sponsoring door het Nationaal Comité
Inhuldiging gedekt worden;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 133 A d é
Datum _ 22 maart 2013 mendemen
— _nate denken over de mogelijkheid om het gereserveerde bedrag toe te kennen
op basis van matching van de financiering door andere partijen.
Het lid van de gemeenteraad,
LR. Evans-Knaup
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2019 Vergaderdatum 18 en 19 december
Afdeling 1 Agendapunt 33A
Nummer 2059
Publicatiedatum 13 december 2019
Onderwerp
Actualiteit van het lid Yilmaz inzake de stijging van het lerarentekort.
Aan de gemeenteraad
Het Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam heeft onderzoek gedaan naar de actuele
omvang van het lerarentekort en concludeert dat het aantal vacatures is gestegen
naar 384 voltijdse leerkrachten. Dit onderzoek betreft de stand van zaken per 1
november. Naar alle waarschijnlijkheid is het tekort groter omdat leerkrachten meestal
wisselen van baan per schoolvakantie. Ook blijkt dat het lerarentekort niet gelijk is
verdeeld en het probleem groter is bij scholen met veel kinderen die een grotere risico
hebben op onderwijsachterstand (gemiddeld drie keer zo groter t.o.v. van scholen
met nauwelijks kinderen met een dergelijk risico).
Reden van spoedeisendheid
Uit dit onderzoek zijn nieuwe schokkende feiten aan het licht gebracht. Aan het begin
van dit schooljaar was er een tekort van 280 fulltime leerkrachten en inmiddels is dat
met meer dan 100 vacatures gestegen naar 384 vacatures. Het tekort treft nu dus
ongeveer 10.000 leerlingen. Verder staat nu onomstotelijk vast dat sommige scholen
veel harder worden geraakt dan andere scholen. Dit speelt voornamelijk op scholen
waar de kansen van kinderen toch al kleiner zijn en leidt niet alleen tot een
afnemende kwaliteit maar ook voor toenemende ongelijkheid. Deze nieuwe feiten
vragen om een bespreking in de raad op zeer korte termijn.
Het lid van de gemeenteraad,
N. Yilmaz
1
| Actualiteit | 1 | train |
Schriftelijke vragen CDA-fractie Amsterdam Nieuw-West - 8 oktober 2013
Afgelopen week werd het Rekenkamerrapport gepubliceerd over het parkeerbeleid in de 7 stadsdelen’,
Ik citeer: “Het onderzoek laat zien dat er grote verschillen bestaan tussen stadsdelen in de diversiteit
aan inzet van parkeermaatregelen. Soms zijn deze te verklaren aan de hand van de grote verschillen in
parkeeroverlast tussen de stadsdelen. Zo wordt in de stadsdelen binnen de ring gebruik gemaakt van
een breed scala aan instrumenten, terwijl dit bij stadsdelen, die grotendeels buiten de ring liggen, niet
het geval is. Opvallend in het rapport is het gegeven is dat sommige maatregelen die kunnen worden
ingezet om de parkeer-overlast te verminderen of die de negatieve effecten van het parkeerbeleid
zouden kunnen verzachten nauwelijks of in het geheel niet worden toegepast. Voorbeelden hiervan zijn
de bezoekersregeling, het parkeren op afstand voor bewoners, tarief-differentiatie bij vergunningen en
maatregelen die gericht zijn op een stimulering van het beter gebruiken van de parkeergelegenheid.”
In het rapport wordt gesteld dat een van de ergernissen van de bewoners in Nieuw West is de hoge
parkeertarieven voor bezoekers en het nog steeds niet beschikbaar zijn invoering van de
bezoekerskaart. Het CDA vindt dit niet passen in het beeld dat het DB uitdraagt om het stadsdeel als
‘Gastvrij Nieuw West’ te bestempelen.
In eerdere debatten is gebleken dat stadsdeel Nieuw-West positief staat tegenover de invoering van de
algemene bezoekersregeling in gebieden met betaald parkeren, maar tot op heden is het voor het CDA
onduidelijk hoe het stadsdeel dit gaat realiseren. Wij vinden het tijd worden dat het stadsdeel actie gaat
ondernemen, Daarom heeft het CDA heeft een aantal vragen aan het DB.
1. Heeft het stadsdeel nieuw west kennis genomen van het Rekenkamerrapport over
parkeerbeleid?
2. Wat doet het stadsdeel met het gegeven dat bewoners van Nieuw West al enkele jaren vragen
om de invoering van bezoekerspassen tegen gereduceerd tarief om zo de hoge parkeertarieven
voor onze bezoekers te reduceren?
3. Wat is de reden dat het in Nieuw West zo lang duurt voordat de bezoekerskaart wordt
ingevoerd, terwijl andere stadsdelen al jaren deze pas kunnen gebruiken?
4, Welke maatregelen gaat het stadsdeel nemen om de bezoekerskaarten ook in Nieuw-West
beschikbaar te stellen?
5. Op welke termijn kunnen wij de invoering van de bezoekerskaarten verwachten?
Femke Schuddebeurs
Duoraadslid CDA fractie Amsterdam Nieuw West
i Bestuurlijk Rapport Parkeren in Amsterdam Een vergelijking tussen 7 stadsdelen oktober 2013
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam J l F
% Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
% Agenda, woensdag 6 maart 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Tijd Aanvang openbaar deel 13:30 uur.
Aanvang besloten deel 16:00 uur.
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Conceptverslagen van de openbare vergadering van de
Raadscommissie JIF d.d. 30 januari en 6 februari 2013.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJlF@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam J l F
Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Agenda, woensdag 6 maart 2013
ICT
11 Versnelling uitrol glasvezel Nr. BD2013-001508
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer De Goede (GrLi).
e Was TKN 10 in de vergadering van 06.02.2013.
Jeugdzaken
12 Brief Toekomst Ontwikkeling Integrale Kindcentra Nr. BD2013-001507
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Poorter (PvdA).
e Was TKN 8 in de vergadering van 06.02.2013.
Financiën
13 Onderzoek van de rekenkamer naar de informatiewaarde van de begroting Nr.
BD2013-001318
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 03.04.2013).
14 Toezeggingen inzake subsidies, bezuinigingen bestuursdienst, overzicht reserves
stadsdelen en opvragen WOZ-waarde door huurders Nr. BD2013-001504
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van duoraadslid de heer De Bruijn (VVD).
e Was TKN 1 in de vergadering van 06.02.2013.
15 Beantwoording Motie 338’ Van Doorninck en De Goede, fiscale vergroening Nr.
BD2013-001854
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer De Goede (GrLi).
e Was TKN 3 in de vergadering van 06.02.2013.
BESLOTEN DEEL AANVANG 16:00 UUR
2
| Agenda | 2 | train |
Koninkeikrelaties
Impact Assessment
Mensenrechten en Algoritmes
| | U
|
Í al sE
p | | PS nd
‚ ä GC) \
: ne n L 4 \ | 8 D “ | |
Vaal Z e nr == 8
PN
Inleiding — Toepassing van het IAMA
PAT PAT PAT PAT
Onderdeel 1 Onderdeel 2 Onderdeel 3 Onderdeel 4
Dit impact assessment voor mensenrechten bij de inzet van algoritmen (IAMA) is een
‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ Belangengroep e
instrument voor discussie en besluitvorming voor overheidsorganen. Het instrument
maakt een interdisciplinaire dialoog mogelijk door degenen die verantwoordelijk Bestuur ®
zijn voor de ontwikkeling en/of inzet van een algoritmisch systeem. Primair is de Burgerpanel e
opdrachtgever verantwoordelijk voor het (laten) uitvoeren van het IAMA.
CISO of CIO e e
Communicatieadviseur e e
Data scientist e e
Het IAMA bevat een groot aantal vragen waarover discussie plaats moet vinden en waarop een
. . . Databeheerder of bronhouder e
antwoord moet worden geformuleerd in alle gevallen waarin een overheidsorgaan overweegt
: : : : : Domeinexpert
een algoritme te (laten) ontwikkelen, in te kopen, aan te passen en/of in te gaan zetten (hierna (medewerker met domeinkennis op . . . .
kortheidshalve: de inzet van een algoritme). Ook wanneer een algoritme al wordt ingezet kan eran goritme toege
het IAMA dienen als instrument voor reflectie. De discussie over de verschillende vragen moet .
. . . . Oe Functionaris Gegevensbescherming e
plaatsvinden in een breed samengesteld team waarin mensen met verschillende specialisaties
en achtergronden zitting hebben. Per vraag is in het IAMA aangegeven wie in ieder geval bij HR-medewerker ®
de discussie moet zijn betrokken. Alle in het schema opgenomen functies of rollen binnen een Jurist e e e e
multidisciplinair team komen in dit instrument aan bod. Veel voorkomende functies hebben
Ee se . . . Ontwikkelaar algoritme e
hierin een plaats gekregen, maar de lijst is niet uitputtend. Ook de benamingen van de functies 8
kunnen per organisatie verschillen. Opdrachtgever e e e
Overige leden projectteam e
Projectleider e e e e
Strategisch adviseur ethiek e e
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 2/og
Inleiding — Toepassing van het IAMA
Om deze exercitie mogelijk te maken wordt er in het IAMA van uitgegaan dat het
besluitvormingstraject rondom algoritmen in drie hoofdfasen kan worden ingedeeld:
De discussie op basis van het IAMA heeft als doel om ervoor te zorgen dat alle relevante
aandachtspunten rondom de inzet van algoritmen in een vroegtijdig stadium en op een O Fases: voorbereiding. In deze fase wordt bepaald waarom een algoritme ingezet
gestructureerde manier aan bod komen. Daardoor wordt tegengegaan dat al te snel gaat worden en wat daarvan de effecten zullen zijn.
een algoritme wordt ingezet terwijl de consequenties daarvan niet goed zijn bekeken,
met de daarbij behorende risico's, zoals die van onzorgvuldigheid, ineffectiviteit O_Fasez: input en throughput. In deze fase gaat het om het wat van de
of inbreuk op grondrechten. Om dít doel te kunnen bereiken is het belangrijk om ontwikkeling van een algoritmisch systeem. In deze fase wordt bepaald hoe het
alle relevante stappen bij de inzet van een algoritme theoretisch door te exerceren algoritme eruit moet zien en van welke data gebruik wordt gernaakt om het
en grondig te doordenken wat de consequenties zijn, welke eventuele mitigerende algoritme te voeden. Binnen deze fase wordt in dit IAMA nader onderscheid
maatregelen kunnen worden genomen etc. gemaakt tussen:
Fase za: data, of input. Het gaat daarbij om vragen waarin steeds de inzet van
Het is de bedoeling dat per vraag de antwoorden en de belangrijkste overwegingen en bepaalde data en databronnen centraal staat
gemaakte keuzes worden vastgelegd. Het ingevulde IAMA kan dienen als naslagwerk Fase zb: algoritme, of throughput. Het gaat hier om vragen omtrent het in te
en ter verantwoording van het besluitvormingsproces rondom de ontwikkeling en de zetten algoritme en de werking en transparantie daarvan.
implementatie van een algoritme.
O Fase3: output, implementatie en toezicht. In deze fase gaat het om het hoe van
het inzetten van het algoritme, dus om de vraag welke output het algoritme
genereert, hoe dat een rol kan spelen in beleid of besluitvorming, en hoe daarop
toezicht kan worden gehouden.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 3/04
Inleiding — Toepassing van het IAMA
In alle fasen moet ervoor worden gezorgd dat grond- of mensenrechten worden
gerespecteerd. Het AMA bevat daarom een afzonderlijk onderdeel waarin bijzondere
aandacht wordt besteed aan het identificeren van risico’s op het maken van inbreuk op
grondrechten en het kunnen vaststellen van een eventuele rechtvaardiging daarvoor.
Het IAMA bestaat uit vier delen: drie delen waarin de drie fasen van besluitvorming rondom Hierdoor kan het IAMA fungeren als een overkoepelend instrument, waarin de andere
de inzet van een algoritme aan de orde komen, en één deel waarin de bredere vragen rondom bestaande instrumenten logisch zijn ingepast. Antwoorden die bij het IAMA al zijn gegeven,
grondrechten centraal staan. Per deel bevat het IAMA een aantal subthema's waarover vragen kunnen daarbij soms ook worden ingepast bij andere instrumenten, zoals het DPIA, en
zijn geformuleerd die in het team moeten worden besproken en beantwoord. Per subthema andersom.
wordt een nadere toelichting gegeven op de gestelde vragen.
In een aantal gevallen zal de uitkomst van een discussie op basis van een IAMA-vraag zijn dat
Het IAMA hangt nauw samen met een groot aantal andere richtsnoeren, handreikingen, een algoritme problematisch kan zijn of grote risico’s in zich kan bergen. In dat geval wordt
toetsings-/afwegingskaders en impact assessments, waaronder de bekende daarop in het IAMA met rode letters gewezen.
gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB, vaak ook DPIA (dataprotectie impact
assessment)). In dit JAMA wordt voor verschillende onderdelen dan ook verwezen naar een
nadere uitwerking of verfijning, een grotere diepgang, of een andere terminologie of indeling
die in dergelijke instrumenten wordt gegeven. Dit gebeurt allereerst doordat per deel van het
IAMA een inleiding is opgenomen met verwijzingen naar de relevante instrumenten. Daarnaast
wordt - waar relevant - bij specifiekere vragen als onderdeel van de toelichting gewezen op
een nadere uitwerking of detaillering in een of meer van deze instrumenten; dit gebeurt steeds
in een andere kleur letters. Daarbij zijn steeds links opgenomen naar de instrumenten, zodat
daar bij de discussie gemakkelijk naar kan worden doorgeklikt.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 4/94
Stroomschema IAMA
START
@ Waarom? @ war @ Hoe? @ Mensenrechten
Beoogde effecten (doel) A) Data (input) Implementatie en gebruik Nagestreefde doelen
es: algoritme (output
Aanleiding Randvoorwaarden 50 (output)
Vragen, doelen, waarden… Vragen, organisatie techniek, Randvoorwaarden
. eo . Aangetaste grondrechten
data, wetgeving. Vragen, organisatie techniek, data.
B) Algoritme (throughput)
Randvoorwaarden
Vragen, organisatie techniek,
transparantie, uitlegbaarheid
NS e=
Indien nodig toepassen
oenenneneensennsensenneensensennsen sereen sen serneens een een seen sen ers een sereen sen senneen sereen sen seen eenn enn sen seen sen sernsensenerdeensenneen serveren neen eenn eenen en ©. BALEN ted
: * Alternatieven
yv o Daarna proces nog eens doorlopen
FINISH — _ Wanneer alle vragen voldoende beantwoord zijn en de grondrechtenafweging
ee bij stap 7 van onderdeel q positief uitvalt, is het IAMA succesvol afgerond.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 5/og
O
Deel 1: Waarom?
Beoogde Effecten — Doelstellingen — Randvoorwaarden
In dit deel komen de volgende vijf onderwerpen aan de orde:
Inleiding
Deel 1 van het AMA gaat over het ‘Waarom?’ van het voornemen om
een algoritme te ontwikkelen, in te kopen, aan te passen en/of in te
. . . . 1.1 Aanleiding en probleemdefinitie (
gaan zetten (hierna kortheidshalve: de inzet van een algoritme).
Wat zijn de aanleiding, de achterliggende beweegreden en de beoogde
. . … . OJ 1.2 Doelstelling
effecten van de inzet van het algoritme? Wat zijn de onderliggende
waarden die de insteek van het gebruik van het algoritme bepalen?
, , , 1.3 Publieke waarden OO
Deze overkoepelende vragen moeten in een besluitvormingsproces
over de inzet van algoritmes als eerste worden behandeld, voordat
B OO 1.4 Wettelijke grondslag
bijvoorbeeld wordt toegekomen aan vragen over randvoorwaarden
of mogelijke impact op grondrechten. De antwoorden zijn voor het 1.5 Betrokkenen en -
beantwoorden van die specifiekere vragen namelijk steeds relevant. verantwoordelijkheden
Instructie
Lees voor het bediscussiëren en beantwoorden van de vraag steeds eerst
de toelichting (die volgt na de vraag). Per vraag staat in de toelichting ook
vermeld wie binnen het team in ieder geval aanwezig moeten zijn bij de
bespreking.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 6/94
O
Deel 1: Waarom?
Beoogde Effecten — Doelstellingen — Randvoorwaarden
Deel 1 bouwt voort op/is gerelateerd aan:
© Integraal afwegingskader beleid en regelgeving O Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare Kunstmatige Intelligentie
In het bekende integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) is een groot Deze vanuit de EU ontwikkelde richtsnoeren hebben tot doel te waarborgen dat algoritmen
aantal relevante handreikingen opgenomen waar het gaat om bijvoorbeeld de keuze wettig, ethisch en robuust zijn en schetsen een kader om dat te bewerkstelligen. Principes
van beleidsinstrumenten, het identificeren van doelstellingen voor beleid en van als autonomie, schadepreventie, rechtvaardigheid en verantwoording staan daarbij
andere belangen en waarden, en het bepalen van de rechtmatigheid van beleid en centraal. Deze principes spelen een belangrijke rol bij de discussie over de vragen in dit
regelgeving. Dit eerste deel van het IAMA sluit zo goed mogelijk aan bij dit kader door eerste deel van het IAMA. Het is daarom goed om deze richtsnoeren in de discussie te
een specifiekere vertaling te geven van de daarin opgenomen uitgangspunten naar de betrekken, ook waar het gaat om het beantwoorden van vragen over de doelen van het
context van het inzetten van een algoritme voor besluitvorming of beleid. Als bepaalde inzetten van een algoritme en de andere vragen in dit eerste deel van het IAMA.
vragen in dit eerste deel een nadere toelichting vergen, kan daarvoor in de meeste
gevallen in het IAK te rade worden gegaan. O Handreiking non-discriminatie by design (Onderdeel 1: probleemdefinitie)
In dit onderdeel van de handreiking komen soortgelijke punten aan de orde als in het
O Toetsingskader Algemene Rekenkamer onderhavige deel van het IAMA, maar dan specifiek gericht op het aanpakken van
Dit toetsingskader bevat aanknopingspunten voor audits van ingezette algoritmen. ongerechtvaardigde ongelijke behandeling in de data. De handreiking kan dan ook worden
De daarin neergelegde beschrijvingen van risico’s, bijvoorbeeld ten aanzien van het gebruikt als verdieping en nadere toelichting bij de hieronder geformuleerde vragen, die
formuleren van doelstellingen van een algoritme of de wettelijke grondslag daarvan, meer algemeen gericht zijn op de ontwikkeling en inzet van algoritmen.
kunnen behulpzaam zijn bij het bediscussiëren van de hiernavolgende IAMA-vragen.
Zij maken onder meer duidelijk hoe en hoe specifiek bepaalde doelen moeten worden
geformuleerd en welke keuzes moeten worden onderbouwd.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 7/oa
O
O Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur DPIA niet altijd hoeft te worden uitgevoerd en dat het bij een DPIA gaat om een smallere
In deze code wordt aandacht besteed aan een ruime reeks rechtsstatelijke en beoordeling dan bij het IAMA; het gaat bij een DPIA immers prima om verwerking van
zorgvuldigheidswaarborgen die in procedures van algoritmische besluitvorming worden persoonsgegevens, terwijl bij de besluitvorming rondom de inzet van een algoritme veel
betrokken. Ook in processen van besluitvorming rondom de inzet van een algoritme meer elementen kunnen komen kijken. Een DPIA kan de toetsing aan het IAMA dan ook
moeten deze waarborgen uiteraard in acht worden genomen. De hierna genoemde vragen niet vervangen. Een checklist voor de vraag wanneer een DPIA moet worden uitgevoerd en
moeten dan ook tegen de achtergrond van deze Code worden beantwoord. een aantal richtsnoeren voor het uitvoeren van een DPIA is te vinden op de website van de
Autoriteit Persoonsgegevens.
O DPIA-checklist Autoriteit Persoonsgegevens
In dit deel van het IAMA worden onder meer vragen geformuleerd over de doelen van het
inzetten van een algoritme. Dergelijke vragen moeten ook worden beantwoord als er een
Data Protection Impact Assessment moet worden uitgevoerd (DPIA). Zo’n DPIA zal bij de
inzet van veel algoritmische systemen nodig zijn, zeker wanneer deze inzet impliceert dat
er persoonsgegevens worden verwerkt. Bij het uitvoeren van een DPIA moet onder meer
worden geïdentificeerd wat de doelen zijn van de verwerking van gegevens. Die doelen
kunnen ook relevant zijn voor de keuzes rondom de inzet van het algoritme als zodanig.
Om die reden kan het nuttig zijn om de bij een DPIA al gemaakte analyse te betrekken
bij het bediscussiëren van de IAMA-vragen, terwijl andersom de in dit deel van het IAMA
gegeven antwoorden nuttig kunnen zijn bij het maken van een DPIA. Belangrijk is dat een
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 8/94
O
1.1
Aanleiding en probleemdefinitie
1.1.1 Licht uw voorstel voor het gebruik/de inzet van een algoritme toe. Wat is de aanleiding hiervoor geweest?
Voor welk probleem moet het algoritme een oplossing bieden?
Letop: de doelstelling van het algoritme komt hierna afzonderlijk, bij vraag 1.2, aan bod.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 9/94
O
1.1
Aanleiding en probleemdefinitie
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: opdrachtgever, projectleider,
domeinexpert, evt. panel van burgers, evt. vertegenwoordiger van belangengroep
Aanwijzingen en toelichting Ook de Handreiking non-discriminatie by design bevat informatie over de noodzaak van een
Bij de eerste vraag van dit thema gaat het erom na te denken over wat nu eigenlijk de goede probleemdefinitie bij de inzet van een algoritme. Daarnaast is in het Toetsingskader
aanleiding is om een algoritme in te willen zetten: wat is het probleem waarvoor de Algemene Rekenkamer de nodige informatie te vinden over de vraag hoe specifiek de doelen
beoogde inzet van het algoritme een oplossing zou moeten vormen? Het gaat hierbij moeten worden geformuleerd.
dus om probleemdefinitie en -afbakening. Daarbij is het essentieel om het probleem zo
concreet en precies mogelijk te krijgen. Soms kan het probleem of de aanleiding een interne Om goede participatie van burgers te realiseren, vroegtijdig inzicht te verkrijgen in
aangelegenheid zijn: interne processen verlopen niet efficiënt of kunnen efficiënter worden verschillende gezichtspunten en draagvlak voor de inzet van een algoritme te creëren kan
gemaakt door de inzet van een algoritme. In andere gevallen kan een algoritme worden het nuttig zijn om burgers te betrekken bij het definiëren van de doelstellingen. Dat kan
ingezet om een maatschappelijk probleem of een probleem bij een bepaalde bevolkingsgroep bijvoorbeeld door een burgerpanel vragen voor te leggen over de doelen van het algoritme.
op te lossen. Een andere optie is het betrekken van een vertegenwoordiger van een belangengroep.
Belangengroepen hebben een grote inhoudelijke expertise en zijn specifiek in het leven
Hoofddoel van de tweede vraag bij dit thema is om te bepalen waarom het gewenst of nodig geroepen om groepen van betrokkenen te representeren.
is om een algoritme in te zetten, wetende dat er vaak ook andere (niet-digitale) instrumenten
beschikbaar kunnen zijn om een probleem te kunnen aanpakken. Er moet vanuit dat Meer informatie over de wenselijkheid en mogelijkheden van het betrekken van burgers
perspectief een discussie plaatsvinden over de vraag waarom een algoritme een betere bij de besluitvorming rondom de inzet van digitale middelen, waaronder algoritmes,
oplossing kan bieden dan een niet-geautomatiseerd of niet-digitaal proces. is te vinden in de Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 10/04
O
1.2
Doelstelling
1.21 Wat is het doel dat bereikt dient te worden met de inzet van het algoritme?
Wat is hierbij het hoofddoel en wat zijn subdoelen?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 11/04
O
1.2
Doelstelling
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: opdrachtgever, projectleider, Als ook een DPIA wordt uitgevoerd — bijvoorbeeld omdat verwacht wordt dat bij de
evt. panel van burgers, evt. vertegenwoordiger van belangengroep ontwikkeling of inzet van het algoritme persoonsgegevens worden gebruikt — is het daarbij
nodig om de doelen van gegevensverwerking te definiëren. Deze doelen kunnen overlappen
met de doelen van het inzetten van een algoritme (al is dat niet noodzakelijk). Het kan dus
Aanwijzingen en toelichting handig zijn om de bij het IAMA gedefinieerde doelen te bewaren en ze ook in te zetten bij
Het zo expliciet mogelijk maken van de doelstelling is belangrijk, omdat in een later stadium een DPIA, of andersom. Meer informatie over het uitvoeren van een DPIA is te vinden in de
de prestaties van het algoritme getoetst moeten kunnen worden aan de doelstelling. Checklist DPIA van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Een algoritme ontwikkelen vanuit goede intenties alleen is niet voldoende om het ontbreken
van ongewenste effecten te waarborgen. Daarnaast moet het beoogde doel legitiem zijn. Voor informatie over het bepalen van de doelen van de inzet van een algoritme kan verder
te rade worden gegaan bij de Handreiking non-discriminatie by design en het Toetsingskader
Voortbouwend op de probleemdefinitie bij 1.1 is het zaak om het doel van de inzet van een Algemene Rekenkamer.
algoritme zo concreet en specifiek mogelijk te definiëren. Dus niet (alleen): ‘bescherming van de
nationale veiligheid’, maar (ook) ‘het geautomatiseerd in kaart Kunnen brengen en analyseren Om goede participatie van burgers te realiseren en draagvlak voor de inzet van een algoritme
van indicatoren voor terrorismerisico’s op bepaalde locaties’. Ook doelen van efficiëntie te creëren kan het nuttig zijn om burgers te betrekken bij het definiëren van de doelstellingen.
of kostenbesparing kunnen worden geïdentificeerd, bijvoorbeeld: ‘geautomatiseerde Dat kan bijvoorbeeld door een burgerpanel vragen voor te leggen over de doelen van
tekstanalyse om de werkdruk voor medewerkers significant terug te dringen en in het het algoritme. Een andere optie is het betrekken van een vertegenwoordiger van een
volgende jaar q fte minder aan personeel nodig te hebben’. Waar mogelijk is het goed om de belangengroep. Belangengroepen hebben een grote inhoudelijke expertise en zijn in het leven
doelstellingen te kwantificeren. geroepen om groepen van betrokkenen te representeren.
Daarnaast is het belangrijk om een zekere rangorde te maken als er meer doelen zijn (dat is Meer informatie over de wenselijkheid en mogelijkheden van het betrekken van burgers bij
bijna altijd zo): wat zijn de belangrijkste doelen en waarom? Welke doelen zijn ‘subdoelen’, de besluitvorming rondom de inzet van digitale middelen, waaronder algoritmes,
waarvoor het niet zo erg is als ze niet voor 100% kunnen worden gerealiseerd? is te vinden in de Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 12/94
O
1.3
Publieke waarden
1.3.1 Wat zijn de publieke waarden die de inzet van het algoritme ingeven? 1.3.2 Wat zijn de publieke waarden die mogelijk in het gedrang komen door
Indien meerdere publieke waarden de inzet van het algoritme ingeven, de inzet van het algoritme?
kan daar een rangschikking in aangebracht worden?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 13/04
O
1.3
Publieke waarden
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: opdrachtgever, bestuur,
jurist, evt. burgerpanel, evt. vertegenwoordiger van belangengroep
Aanwijzingen en toelichting Algoritmen kunnen dienen om bepaalde publieke waarden te vertalen naar concrete
Concreet is het de bedoeling dat de waarden die de ontwikkeling en het gebruik van het besluitvorming. Daarbij kunnen algoritmen bepaalde waarden versterken, maar ze kunnen ook
betreffende algoritme ingeven, expliciet worden gemaakt. Het expliciet maken van de waarden publieke waarden - zoals grondrechten - aantasten. Juist daarom is het belangrijk om in kaart
die besloten moeten liggen in het algoritme, kan helpen om de evaluatie van de effecten van te brengen welke publieke waarden aan de orde kunnen zijn bij de inzet van het algoritme.
het algoritme, in een latere fase van het proces, te vergemakkelijken.
Bij de beantwoording van deze vraag kan rekening worden gehouden met de aanleiding voor
Het is niet altijd gemakkelijk om te weten wat publieke waarden zijn, maar het gaat steeds om de inzet van het algoritme (zie vraag 1.1) en de doelen ervan (zie vraag 1.2), maar ook met de
manifestaties van het algemeen belang. De specifieke publieke waarden die overheidshandelen kernwaarden van de organisatie of de afdeling die het algoritme gaat gebruiken. Daarnaast
ingeven, kunnen daarbij van situatie tot situatie verschillen. Vaak worden publieke waarden moet aandacht worden besteed aan het grondrechtenstappenplan (zie deel 4 van dit JAMA) en
gedestilleerd uit essentiële rechtsstatelijke en democratische grondbeginselen, uit voorwaarden het overzicht van grondrechtenclusters in bijlage 1. Als grondrechten kunnen worden geraakt
om een samenleving goed te kunnen laten functioneren, en uit individuele en collectieve door het algoritme, of als grondrechten juist kunnen worden bevorderd door het algoritme,
grondrechten en vrijheden. betekent dit namelijk dat grondrechten als publieke waarden aan de orde zijn.
Voorbeelden van publieke waarden zijn gelijkwaardigheid, respect voor persoonlijke Wanneer meerdere publieke waarden de inzet van het algoritme ingeven, is het nuttig om na te
autonomie, solidariteit, vrijheid, veiligheid, verantwoordelijkheid, duurzaamheid, denken over het relatieve gewicht van deze waarden. Welke waarden zijn het meest belangrijk?
rechtszekerheid, verdelende rechtvaardigheid, respect voor kwetsbare groepen, participatie Hoe erg is het als deze niet (volledig) kunnen worden gerealiseerd met de inzet van het
en efficiënte besteding van middelen. Op een concreter niveau kan ook bescherming van algoritme?
grondrechten (zoals persoonsgegevensbescherming, vrijheid van meningsuiting, het recht op
toegang tot informatie en het recht op een eerlijk proces) tot de publieke waarden worden
gerekend.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 14/94
O
1.3
Publieke waarden
Als sprake is van een botsing van publieke waarden bij de inzet van het algoritme, moet een Om goede participatie van burgers te realiseren en draagvlak voor de inzet van een algoritme
afweging worden gemaakt. Het kan moeilijk zijn om dit in dit stadium van het IAMA al te te creëren kan het nuttig zijn om burgers te betrekken bij de discussie over de betrokken
doen, dus het is verstandig om nu niet meer te doen dan deze spanning te signaleren. publieke waarden. Dat kan bijvoorbeeld door een burgerpanel vragen voor te leggen
Het doel van het nu al identificeren van de diverse betrokken waarden is vooral gericht over de verwachte positieve en negatieve impact van het algoritme en de daartussen te
op bewustwording en bewustzijn; bij het doorlopen van de vragen in de vervolgdelen maken afwegingen. Een andere optie is het betrekken van een vertegenwoordiger van een
van dit IAMA kunnen de betrokken belangen en eventuele spanningsverhoudingen in het belangengroep. Belangengroepen hebben vaak een grote inhoudelijke expertise en zijn in het
achterhoofd worden gehouden. Uiteindelijk zal in ieder geval bij stappen 5, 6 en 7 van het leven geroepen om groepen van betrokkenen te representeren.
grondrechtenstappenplan (zie deel a van dit IAMA) aandacht moeten worden besteed aan de
wenselijkheid van de inzet van het algoritme in het licht van de waarden en grondrechten die Meer informatie over de wenselijkheid en mogelijkheden van het betrekken van burgers
erdoor worden geraakt. Daar zal ook een afweging moeten worden gemaakt als er sprake is bij de besluitvorming rondom de inzet van digitale middelen, waaronder algoritmes,
van grondrechtenbotsingen die niet op een adequate manier kunnen worden weggenomen. bij besluitvorming en beleid is te vinden in de Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur.
Voor informatie over het bepalen van de eventuele (positieve en negatieve) impact van
de inzet van een algoritme op publieke waarden kan verder te rade worden gegaan bij
de Handreiking non-discriminatie by design, Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur en het
Toetsingskader Algemene Rekenkamer.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 15/94
O
1.4
Wettelijke grondslag
Bij de beantwoording van deze vraag gaat het erom na te gaan of er een wettelijke
1.4.1 Wat is de wettelijke grondslag van de inzet van dit algoritme en van de beoogde grondslag bestaat die — concreet en in heldere bewoordingen — de mogelijkheid biedt
besluiten die genomen zullen worden op basis van dit algoritme? - - - .
8 Pp s om een algoritme in te zetten en deze inzet voldoende voorzienbaar maakt. Als de
verwachting is dat een algoritme tot gevolg heeft dat wordt ingegrepen in het leven
of de vrijheid van mensen, en zeker als de verwachting is dat er grondrechten worden
geraakt, moet er een wettelijke grondslag bestaan voor de inzet van het algoritme.
Ontbreekt in een dergelijk geval een wettelijke grondslag die aan de kwaliteitseisen voldoet, dan mag
het algoritme niet worden ingezet.
NB: aan het wettigheidsvereiste gerelateerde vereisten rondom behoorlijk en goed bestuur,
transparantie en rechtsbescherming komen in de hiernavolgende delen van het IAMA nader
aan de orde.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 16/04
O
1.4
Wettelijke grondslag
Aanwijzingen en toelichting
In een aantal gevallen — in het bijzonder als het algoritme een inbreuk kan maken op een van Nadere specificatie van de eisen voor de wettige inzet van algoritmes is te vinden in het
de grondrechten zoals die in de Grondwet zijn vastgelegd — moet sprake zijn van een grondslag Toetsingskader Algemene Rekenkamer) en in de Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare
in een formele wet? In andere gevallen van ingrijpend overheidshandelen kan een lagere Kunstmatige Intelligentie van de EU. Ook het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving
regeling (bijvoorbeeld een AMvB) als grondslag volstaan. biedt aanknopingspunten voor het bepalen van rechtmatigheid van voorgenomen wetgeving
en beleid, die ook gelden als het gaat om de inzet van algoritmen. In de Code Goed Digitaal
Bij grondrechteninbreuken (zie deel q van dit IAMA) gelden op grond van het Europees Verdrag Openbaar Bestuur wordt eveneens aandacht besteed aan het wettigheidsvereiste.,
voor de Rechten van de Mens een aantal aanvullende vereisten, waarvan er twee voor de inzet De discussie over de wettelijke grondslag moet in het licht van de in deze instrumenten
van algoritmes bijzonder van belang zijn: gegeven toelichtingen worden gevoerd.
Oo De grondrechteninbreuk moet voldoende voorzienbaar zijn. Dat betekent dat de wettelijke
grondslag zo duidelijk moet zijn geformuleerd dat burgers en rechtspersonen kunnen
weten waar ze aan toe zijn en zo nodig hun handelen kunnen afstemmen op de verwachte
gevolgen.
Oo De wettelijke grondslag moet voldoende waarborgen bieden tegen willekeur. Dat betekent
onder meer dat het toegestane handelen (bijvoorbeeld besluitvorming met behulp van
een algoritme) moet worden omkleed met de nodige waarborgen tegen willekeur, dat
er voldoende transparantie moet bestaan rondom de te nemen besluiten, en dat er
voldoende mogelijkheden tot rechtsbescherming moeten bestaan.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 2 Vetzo, Gerards & Nehmelman 2018, p. 53 ev; Koops e.a. 2017. 17/94
O
1.5
Betrokkenen en verantwoordelijkheden
Besteed bij het beantwoorden van deze vraag ook aandacht aan de volgende
1.51 Welke partijen en personen zijn er bij de ontwikkeling/het gebruik/het onderhoud punten:
van het algoritme betrokken?
O Indien meerdere partijen betrokken zijn bij de ontwikkeling/het
gebruik/het onderhoud van het algoritme: kunnen de partijen en hun
rollen expliciet gemaakt worden?
O Indien in de toekomst blijkt dat het algoritme niet meer gewenst/
haalbaar/relevant is, is een exitstrategie dan mogelijk? Hoe zou een
dergelijke exitstrategie eruit kunnen zien?
Als het niet mogelijk is om de verantwoordelijkheden van betrokkenen voldoende te
borgen, mag het algoritme niet worden ingezet.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 18/04
O
1.5
Betrokkenen en verantwoordelijkheden
1.5.2 Hoe zijn de verantwoordelijkheden belegd ten aanzien van de ontwikkeling en de 1.5.3 Wie is eindverantwoordelijk voor het algoritme?
inzet van het algoritme, ook nadat het algoritme eenmaal is afgerond?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 19/04
O
1.5
Betrokkenen en verantwoordelijkheden
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: opdrachtgever,
projectleider, overige leden projectteam, CISO of CIO
Aanwijzingen en toelichting Daarbij moet enerzijds aandacht bestaan voor het belang van maatwerk en voor de menselijke
Het kan verleidelijk zijn om vooral vanuit een beleids- of bestuurlijk perspectief naar de inzet maat, terwijl anderzijds gelijke behandeling en consistentie moeten worden gegarandeerd en
van het algoritme te kijken. Er kan echter een discrepantie bestaan tussen de bestuurlijk- willekeur moet worden uitgesloten. De besluitvormingslijnen moeten zo worden vormgegeven
beleidsmatige besluitvorming over algoritmes en de politieke verantwoordelijkheid daarvoor dat ze oog houden voor deze risico's en spanningsverhoudingen. Nagedacht moet worden over
en controle daarop. Ook is er een risico dat het burgerperspectief uit beeld verdwijnt als het de manier waarop ruimte kan worden geboden voor flexibiliteit, afwijking van de norm etc?
gaat om besluitvorming over de inzet van algoritmes, mede doordat participatie door burgers
bij de discussie over de inzet van algoritmes vaak beperkt is. Het is daarom belangrijk om in Het belang bij het vroegtijdig betrekken van alle belanghebbenden en andere mogelijke
de discussie te bedenken of, naast bestuurlijk verantwoordelijken, ook politiek verantwoordelijken betrokkenen — voor zover mogelijk en relevant — bij de ontwikkeling van een komt
en burgers een rol kunnen of moeten hebben bij de besluitvorming over de inzet van het ook naar voren in de Handreiking non-discriminatie by design. Daarin worden concrete
algoritme en, zo ja, hoe die rol vorm moet krijgen. Niet voor niets is bij de eerdere vragen ook al aanknopingspunten geboden die in de discussie kunnen worden betrokken.
gesuggereerd om ook een burgerpanel bij de discussie te betrekken of op een andere manier te
zorgen voor burgerparticipatie. Op de betrokkenheid van verschillende spelers en de relatie tussen bestuurlijke en politieke
spelers en burgers wordt bovendien nader ingegaan in de Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur.
Waar mogelijk en relevant is het wenselijk dat burgers ook in staat worden gesteld om in het Ook met de daar geformuleerde handvatten kan in de discussie over deze vraag rekening
vervolgtraject (dus de fases 2 en 3 en de grondrechtentoets van deel 4) mee te denken over de worden gehouden.
ontwikkeling van een algoritme.° Al in de beginfase van de ontwikkeling van een algoritme kan
nagedacht worden over het al dan niet toepassen van burgerparticipatie en de manier waarop die Aan het vastleggen en borgen van de verschillende rollen en taken van betrokkenen en
participatie vorm kan krijgen. verantwoordelijkheden worden verder de nodige eisen gesteld in het Toetsingskader Algemene
Rekenkamer.
In ieder geval — en ook wanneer geen burgerparticipatie wordt voorzien — moet worden
nagedacht over de manier waarop burgers worden geraakt door het in te zetten algoritme en hoe
de positie van burgers op een goede manier kan worden beschermd.
5 Zie ook Vetzo, Gerards & Nehmelman 2018. DO
6 Gerards 20194.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 7 vel. Altman 2015. 20 /oa
O
1.5
Betrokkenen en verantwoordelijkheden
Een duidelijke verdeling en borging van (verschillende niveaus van) verantwoordelijkheden is Hierbij is ook van belang dat wordt nagedacht over de valkuilen die kunnen bestaan als mensen
cruciaal voor het effectief en verantwoord verloop van het proces rondom de inzet van een met behulp van algoritmen besluiten nemen; het ís zaak om al in een vroegtijdig stadium
algoritme. Zeker wanneer ongewenste effecten (kunnen) optreden bij de implementatie van te bedenken hoe dergelijke valkuilen kunnen worden vermeden. Denk hierbij aan valkuilen
een algoritme zijn korte lijnen en een duidelijke taakverdeling belangrijk voor het doen van omtrent cognitieve vooringenomenheid, bijvoorbeeld automation bias: mensen zijn geneigd
aanpassingen of voor de inzet van mitigerende maatregelen (zie voor een overzicht daarvan om besluiten die zijn gegenereerd door een computer als neutraal te zien en ze daardoor
bijlage 2). Hierover moet op voorhand al worden nagedacht; voorzien moet worden in goede sneller voor waar aan te nemen. Een ander voorbeeld van cognitieve vooringenomenheid is
besluitvormingsstructuren en organisatorische inbedding van het algoritme. anchoring: mensen zijn geneigd om het als eerste aangeboden stukje informatie als ‘anker’
of ijkpunt te gebruiken en daar niet snel van af te wijken wanneer later tegenstrijdige of
Deze duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden dient ook in de toekomst geborgd aanvullende informatie aangeboden wordt.
te blijven. Het is bijvoorbeeld niet ondenkbaar dat bepaalde collega’s van baan wisselen
of om andere redenen hun functie niet kunnen voortzetten. Ook kan het voorkomen dat
(onderdelen binnen) de organisatie gereorganiseerd worden. Centraal in de discussie over
deze thema’s staat dan ook de vraag hoe er binnen de organisatie voor worden gezorgd
dat verantwoordelijkheden en relevante contextuele kennis goed belegd blijven, ook in de
toekomst?
Wanneer, om welke reden dan ook, blijkt dat ontwikkeling of implementatie van het algoritme
niet meer gewenst is, moet het mogelijk zijn om een exitstrategie te volgen. Dit is belangrijk,
omdat het soms voor kan komen dat een organisatie al ‘te diep’ in het project zit en het
lijkt alsof er geen weg terug meer mogelijk is. Dit kan schadelijke consequenties tot gevolg
hebben, zoals de verspilling van publieke middelen of de inzet van een inaccuraat algoritme.
Met een exitstrategie wordt dit voorkomen. De exitstrategie hoeft niet van tevoren al volledig
uitgewerkt te worden; hoofdlijnen kunnen volstaan.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 21 /oa
0 Deel 2A: Wat?
Data — Input
In dit deel komen de volgende vier onderwerpen aan bod:
Inleiding
Als eenmaal vaststaat waarom een algoritme zal worden ingezet en hoe de
organisatorische borging van publieke waarden en belangen vorm zal krijgen, is het zaak
. . . ° i e d O
om na te denken over de vormgeving van het in te zetten algoritme. Daarop heeft deel 2 2A.1 Inschatting: type algoritme
van dit IAMA betrekking, dat gaat over het ‘Wat?’ van het project.
OO 2A.2 Databronnen en kwaliteit
Dit deel valt uiteen in twee onderdelen: deel za betreft de input van het algoritme: de
data (of digitaal vastgelegde gegevens) die gebruikt gaat worden en de randvoorwaarden 2A.3 Bias / aannames in de data
daaromheen. Deel 2b betreft het algoritme zelf, dus de throughput van het project.
CO 2A.g Beveiliging en archivering
Net als deel 1 omvat deel 2 een aantal vragen en punten die in ieder besluitvormingsproces
over de inzet van een algoritme moeten worden meegenomen.
Instructie
Lees voor het bediscussiëren en beantwoorden van de vraag steeds eerst de toelichting (die
volgt na de vraag). Per vraag staat ín de toelichting ook vermeld wie binnen het team ín ieder
geval aanwezig moeten zijn bij de bespreking.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 22 /oa
0: Deel 2A: Wat?
Data — input
Delen za en 2b bouwen voort op/zijn gerelateerd aan: O Richtlijnen voor de uitvoering van een Data Protection Impact Assessment (DPIA) (Autoriteit
O Handreiking non-discriminatie by design (onderdelen 2: dataverzameling; 3: datavoorbereiding; 4: Persoonsgegevens)
modellering) In veel gevallen zal bij het ontwikkelen en inzetten van een algoritme sprake zijn van
In deze handreiking komen soortgelijke punten aan de orde als in het onderhavige deel van verzameling en verwerking van persoonsgegevens. In die gevallen moet vaak een
het IAMA, maar dan specifiek gericht op het aanpakken van bias of ongelijke behandeling in DPIA worden uitgevoerd. Nu het hierbij gaat om een verfijning van het grondrecht op
de data. De handreiking kan dan ook worden gebruikt als verdieping en nadere toelichting gegevensbescherming, besteden we hieraan aandacht in deel q van het IAMA — het
bij de discussie over de hieronder geformuleerde vragen, in het bijzonder waar het gaat om grondrechtenstappenplan (stap 2).
het controleren van de data op bias. In deel 1 van het IAMA is daarnaast ook al aandacht besteed aan het DPIA, namelijk voor
zover het gaat om het formuleren van doelen van de verwerking van persoonsgegevens.
O Toetsingskader algoritmes (in: Aandacht voor algoritmes) (Algemene Rekenkamer, 2020) De bij het uitvoeren van een DPIA gegenereerde informatie en antwoorden kunnen
Dit toetsingskader formuleert vijf perspectieven die moeten worden betrokken in ook relevant zijn bij het discussiëren over de IAMA-vragen hierna; andersom kunnen de
de besluitvorming over algoritmes, waarvan een van deze perspectieven (ethiek) antwoorden op de IAMA-vragen nuttig zijn bij het uitvoeren van een DPIA.
overkoepelend is voor de andere vier perspectieven (sturing en verantwoording, model
en data, privacy en “IT general controls’). De definities en toetsingsonderdelen die in dit O Richtlijnen voor het Toepassen van Algoritmen door Overheden
toetsingskader worden gegeven kunnen worden meegenomen bij de relevante vragen in In deze richtlijnen staan de thema’s transparantie, uitlegbaarheid, validatie,
dit deel van het IAMA, specifiek waar het gaat om veiligheid (deel 2a) en rekenschap en verantwoording en toetsbaarheid centraal. Deze thema’s komen ook in de vragen in dit
verantwoording (deel 2B). Het element privacy uit het ARK-toetsingskader komt meer deel van het IAMA aan bod. Deze richtlijnen zijn van belang bij de discussie over vragen die
specifiek aan de orde in deel q (grondrechtenstappenplan). op deze onderwerpen betrekking hebben, nu er een nadere toelichting in is te vinden over
de genoemde onderwerpen.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 23/04
0: Deel 2A: Wat?
Data — input
O Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare Kunstmatige Intelligentie © Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO)
Vertrekpunt van de vanuit de EU geformuleerde ethische richtsnoeren is dat moet De BIO is een gezamenlijk toetsingskader voor informatiebeveiliging binnen de gehele
worden voorzien in ‘betrouwbare’ Kl door 1) menselijke controle en menselijk toezicht, 2) overheid. Het is van belang om de BIO in acht te nemen bij de vragen over beveiliging in
technische robuustheid en veiligheid, 3) privacy en datagovernance, q) transparantie, 5) deel za,
diversiteit, non- discriminatie en rechtvaardigheid, 6) milieu- en maatschappelijk welzijn en
7) verantwoordingsplicht. Deze verschillende punten komen hierna op verschillende punten © De FAIR- en FACT-principes
en manieren terug, waarbij aan punt 5 vooral aandacht wordt besteed in deel q van het De FAIR- en FACT-principes gaan ervanuit dat de inzet van big data alleen bijdraagt aan een
IAMA (grondrechtenstappenplan) en punt 6 bij deel 1 aan de orde is gekomen (identificatie betere maatschappij voor iedereen wanneer ze zijn ontwikkeld met belangrijke publieke
van publieke waarden). Daarnaast wordt in de richtlijnen veel aandacht besteed aan waarden als uitgangspunt. De FAIR-principes gaan over traceerbaarheid, toegankelijkheid,
betrokkenheid/participatie, aan controleerbaarheid en aan informatievoorziening. Ook interoperabiliteit en herbruikbaarheid. De FACT-principes gaan over eerlijkheid,
deze punten komen in dit deel van het IAMA aan de orde. De richtlijnen kunnen daarbij nauwkeurigheid, vertrouwelijkheid en transparantie.
nadere invulling geven aan de verschillende vragen en kunnen behulpzaam zijn als er
twijfels opkomen. Daarnaast vormt de in de richtsnoeren opgenomen ‘controlelijst' een
nadere verfijning van de hierna opgenomen vragen.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 2q/oa
0 2A.
Inschatting: type algoritme
2A.1.1 Wat voor type algoritme wordt gebruikt, of wat voor type algoritme gaat
ontwikkeld worden? data scientist, ontwikkelaar algoritme, projectleider
De discussie over de keuze voor een bepaald type algoritme wordt uitgebreid
gevoerd in het volgende onderdeel van het IAMA (Deel 2B: Wat? | ‘Algoritme —
throughput’). Toch komt deze vraag hier ook alvast aan bod. Wanneer er namelijk
nog geen ruw idee bestaat over welk type algoritme ingezet gaat worden, zijn de
volgende vragen van dit IAMA-deel, die over data gaan, niet goed te beantwoorden.
Bij de beantwoording van deze vraag kan het handig zijn om al even te kijken naar de
varianten die bij vraag 2B.1 worden genoemd.
Afhankelijk van het antwoord op de vraag of er al een beeld is van het in te zetten algoritme,
zijn er voor de discussie verschillende opties:
© Alser al een ruw (of meer omlijnd) idee is van het in te zetten algoritme, kunnen
de vragen hierna voor dat algoritme worden bediscussieerd.
Oo Alser verschillende te overwegen typen van algoritmes zijn, kunnen de vragen
aan de orde komen voor de verschillende typen.
O Alser nog geen idee is over welk type algoritme gebruikt gaat worden, kan op
dit punt gestopt worden met het gebruik van het IAMA. Pas als er een ruw idee is
over het type algoritme, of een aantal verschillende opties, kan het IAMA verder
worden ingezet.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 25/04
0 2A.2
Databronnen en kwaliteit
2A.2.1 Wat voor type data gaat gebruikt worden als input voor het algoritme en uit welke 2A.2.2 Is de kwaliteit en betrouwbaarheid van de data voldoende voor de beoogde
bronnen is de data afkomstig? Indien geen gebruik wordt gemaakt van inputdata, datatoepassing? Leg uit.
ga door naar onderwerp 2Â.4.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 26/04
EEE
0 2A.2
Databronnen en kwaliteit
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: data scientist, ontwikkelaar
algoritme, databeheerder/bronhouder
Aanwijzingen en toelichting In de Handreiking non-discriminatie by design wordt op deze punten verder ingegaan (zie vooral
Tegenwoordig is iedereen bekend met het principe ‘garbage in = garbage out’. Deze uitspraak onderdelen 2: dataverzameling; 3: datavoorbereiding). Het is goed om deze handreiking
reflecteert het gegeven dat de vraag welke data gebruikt wordt als input voor het algoritme bij de discussie over deze vraag te betrekken. Hetzelfde geldt voor de Richtlijnen voor het
en de kwaliteit daarvan, bepalend is voor de uitkomsten uit het algoritme. Daarom is het Toepassen van Algoritmen door Overheden en voor de aan inputkwaliteit gestelde eisen in het
belangrijk dat de data compleet en accuraat is. De datakwaliteit kan gecontroleerd worden Toetsingskader Algemene Rekenkamer. Ook de FAIR en FACT-principes over kwaliteit van data
op verschillende manieren, bijvoorbeeld met behulp van steekproeven. De vraag die hierbij zijn het bekijken waard.
centraal staat is: beschrijft de data het fenomeen dat onderzocht dient te worden? De data die
wordt verzameld dient de juiste proxy te zijn voor hetgeen dat geïdentificeerd dient te worden.
Indien het gaat om een algoritme dat gebruik maakt van trainingsdata is het nodig om te
onderzoeken waar de trainingsdata van afkomstig is en of deze van goede kwaliteit is. Ook is
het dan van belang om na te gaan of de set met trainingsdata al eerder door wetenschappers is
bekritiseerd als foutief of zelfs is teruggetrokken.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 27/94
Ö 2A.3
Bias / aannames in de data
Zie voor een definitie van bias en een uitleg van
2A.3.1 Welke aannames en bias liggen in de data 2A.3.2 Indien gebruik wordt gemaakt van trainingsdata: verschillende vormen van bias de Handreiking non-
besloten en hoe wordt de invloed daarvan op is de data representatief voor de context waarin discriminatie by design.
de output van het algoritme gecorrigeerd of het algoritme ingezet gaat worden?
anderszins ondervangen of gemitigeerd
(zie ook bijlage 2)?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 28/oq
Ö 2A.3
Bias / aannames in de data
Bij gebruikmaking van trainingsdata zijn ook nog andere factoren van belang om bias te
voorkomen. Trainingsdata kan bijvoorbeeld een goede kwaliteit hebben, maar alsnog niet
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: data scientist, ontwikkelaar
geschikt zijn voor het specifieke algoritme en de doelstelling die met inzet van het algoritme wordt
algoritme, databeheerder
beoogd. Om te kunnen beoordelen of de trainingsdata geschikt is moet worden gekeken naar
de doelstelling van het betreffende algoritme en naar de aard van de trainingsdata. De vraag is
Aanwijzingen en toelichting daarbij of de trainingsdata inderdaad in staat is om het algoritme zodanig te trainen dat het de
Bias (of ‘vooringenomenheid”) is een breed begrip; bias in data kan verschillende doelstelling kan vervullen. Het kan helpen om hierbij kort onderzoek te doen naar eerder gebruik
verschijningsvormen hebben. Het is belangrijk om bij de discussie naar deze verschillende van de set trainingsdata door wetenschappers.
verschijningsvormen te kijken en te onderzoeken hoe daarmee moet worden omgegaan.
Een voorbeeld dat laat zien waarom het belangrijk is om trainingsdata en doelstelling van
Een heldere beschrijving van bias in data en de mogelijke verschijningsvormen ervan is te het algoritme goed op elkaar aan te laten sluiten, is het voorbeeld van een algoritme dat had
vinden in de Handreiking non-discriminatie by design (Onderdeel 1: probleemdefinitie). geleerd om husky’s en wolven van elkaar te onderscheiden. Daarbij was het algoritme getraind
Het Toetsingskader Algemene Rekenkamer bevat een groot aantal normen om bias in data tegen met evenwichtige data die voor de helft uit afbeeldingen van husky’s en voor de helft uit
te kunnen gaan. Het is belangrijk dat de bij dit onderdeel van het IAMA betrokken teamleden afbeeldingen van wolven bestonden. Het neurale netwerk had echter geleerd om het verschil
deze handreiking en de door de ADR gestelde normen zorgvuldig in acht nemen. te herkennen door te signaleren dat afbeeldingen van husky’s vaker een groene omgeving
De hiernavolgende toelichting en aanwijzingen bevatten vooral een aantal voorbeelden en hebben (bijvoorbeeld doordat ze worden gefotografeerd in het gras) en de ander vaker in een
hoofdpunten. In bijlage 2 bij het IAMA is ook nog een lijst is opgenomen met bronnen en voorbeelden _ witte omgeving (sneeuw). Er was dus nog steeds een bias, maar dan een die was gericht op
van maatregelen die kunnen worden genomen om de effecten van bias in data te verzachten. de achtergrond van de afbeeldingen. Daardoor leerde het algoritme weliswaar verschillen in
de afbeeldingen herkennen, maar ging het niet om verschillen die relevant waren vanuit het
Een voorbeeld van bias dat in de Handreiking en in het Toetsingskader genoemd perspectief van het doel (het onderscheiden van husky’ en wolven). Met name bij machine
wordt, is representatiebias. Deze ontstaat wanneer bijvoorbeeld bepaalde groepen learning is het dus van belang om de dataset heel precies vorm te geven om voldoende specifiek
onder- of oververtegenwoordigd zijn in trainingsdata. Een bekend voorbeeld hiervan is te kunnen definiëren wat de machine leert.
gezichtsherkenningssoftware die getraind is met foto’s van overwegend witte en mannelijke
personen. Deze trainingsdata bevat daardoor een grote bias, met als gevolg dat het algoritme Van belang is hiernaast of de dataset compleet en accuraat is. Als enerzijds een algoritmische regel
slecht getraind werd in het herkennen van donkere en vrouwelijke personen en veel fouten wordt bedacht om mensen een uitkering te geven, maar vervolgens niet alle voor het doel van
maakte die grote consequenties hadden. Het is daarom van groot belang om dit type bias in de regel relevante personen in een dataset zijn opgenomen, kan de toepassing van het algoritme
data te voorkomen. alsnog tot bias leiden.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 20/04
Ö 2A.4
Beveiliging en archivering
2A.q. Is de data voldoende beveiligd? Maak hierin onderscheid Besteed bij de beantwoording van deze vraag in ieder geval aandacht aan
tussen de inputdata en de outputdata. de volgende punten:
O Is de data voldoende beschermd voor eventuele aanvallen?
O Zijn er adequate maatregelen genomen om toegang te organiseren
voor de (groepen) mensen die hiertoe bevoegd zijn?
O Vindtlogging plaats om toegang en gebruik van data te monitoren?
Dit om eventuele bedreigingen van binnen de organisatie te
voorkomen en/of te herleiden.
O Zijn er voldoende maatregelen genomen voor het beschermen van de
identiteit van de data, zoals het anonimiseren of pseudonimiseren van
persoonsgegevens?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 30 /oa
Ö 2A.4
Beveiliging en archivering
2A.g.2 Is er controle op de toegang tot de data? Maak hierin onderscheid 2A.4.3 Hoe worden relevante regels over archivering in acht genomen,
tussen de inputdata en de outputdata. zoals die in de Archiefwet zijn vastgelegd?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 31 /oa
Ö 2A.4
Beveiliging en archivering
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: data scientist, ontwikkelaar
algoritme, databeheerder
Aanwijzingen en toelichting
Bij het bediscussiëren van deze vragen is het nodig om de Baseline Informatiebeveiliging
Overheid (BIO) in acht te nemen. Ook het Toetsingskader algoritmes is van belang, omdat
daarin beheersmaatregelen uitgebreid aan bod komen die een organisatie heeft getroffen
om ervoor te zorgen dat de IT-systemen betrouwbaar en integer zijn (IT General Controls).
De belangrijkste toetsingskaders voor de IT General Controls zijn de internationale norm 1SO/
IEC 27002 en de BIO. Ook het Toetsingskader Algemene Rekenkamer bevat een aantal specifieke
normen die betrekking hebben op de informatiebeveiliging. Deze moeten bij de discussie en
besluitvorming over de ontwikkeling en inzet van een algoritme zorgvuldig in acht worden
genomen.
Waar relevant, moeten de regels over archivering in acht worden genomen zoals die in de
Archiefwet zijn vastgelegd. Hiermee voorkom je onder meer dat data langer bewaard wordt
dan wettelijk is toegestaan.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 32 /oa
0 Deel 2B: Wat?
Algoritme — throughput
In dit deel komen de volgende vier onderwerpen aan bod:
Inleiding
Ook deel 2b van de IAMA gaat over het ‘Wat?’ van het project (zie de inleiding op
deel 2 het IAMA). Het algoritme zelf staat bij deze set van vragen centraal. Daarbij
gaat het bijvoorbeeld om de vraag wat voor type algoritme gebruikt wordt en wat de 2B.1 Type algoritme O
randvoorwaarden zijn voor verantwoorde inzet van het algoritme. Zie voor meer informatie
de inleiding bij deel 2 van het IAMA. ® 2B.2 Eigenaarschap en controle
2B.3 Accuraatheid algoritme (
Instructie
. . ( 2B.4 Transparantie en uitlegbaarheid
Lees voor het bediscussiëren en beantwoorden van de vraag steeds eerst de toelichting (die
volgt na de vraag). Per vraag staat ín de toelichting ook vermeld wie binnen het team ín ieder
geval aanwezig moeten zijn bij de bespreking.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 33 /oa
0 2B.1
Type algoritme
2B.1.1 Type algoritme: wat voor soort algoritme wordt gebruikt of gaat worden gebruikt? Hoe werkt het? 2B.1.2 Waarom wordt voor dit type algoritme gekozen?
Onderscheid tussen:
A. Een niet-zelflerend algoritme, waarin de mens de regels specificeert die de computer moet volgen
B. Een zelflerend algoritme, waarin de machine zelf leert over de patronen in de data (machine learning)
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 34/04
0 2B.1
Type algoritme
2B.1.3 Waarom is dit type algoritme het meest geschikt 2B.1.4 Welke alternatieven zijn er en waarom zijn die
om de bij vraag 1.2 geformuleerde doelstellingen minder passend of bruikbaar?
te bereiken?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 35 /oa
0 2B.1
Type algoritme
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: data scientist, ontwikkelaar
algoritme, projectleider
Aanwijzingen en toelichting Essentieel is dat bij niet-zelflerende algoritmen de mens zelf specificeert hoe de computer moet
Een voorbeeld van een niet-zelflerend algoritme is een algoritme dat controleert of een werken, terwijl bij zelflerende algoritmen de mens alleen specificeert wat de computer moet leren
parkeerboete correct is betaald. Hierbij zou een mens bijvoorbeeld kunnen specificeren dat en hoe deze mag leren (type algoritme). NB: We erkennen dat er veel discussie bestaat over
‘als het betalingskenmerk bij de transactie overeenkomt met een openstaande boete én het de definitie van zelflerende en niet-zelflerende algoritmen. Gezien het beoogde doel van het
bedrag dat gestort is op de rekening gelijk is aan het boetebedrag, de parkeerboete correct IAMA kiezen we in dit geval voor de eerder gegeven definitie.
is betaald’. Op basis van dit algoritme kan automatisch een betalingsbevestiging gestuurd
worden aan de persoon waar de boete aan gekoppeld was. Een ander voorbeeld is een Er zijn veel varianten van zelflerende algoritmen. Te denken is bijvoorbeeld aan meer
algoritme voor fraudesignalering, waarbij een expert specificeert dat ‘als er in het afgelopen traditionele algoritmen die werken op basis van lineaire of logistische regressie, maar ook aan
jaar meer dan drie fouten zitten in de aangeleverde administratieve informatie, het systeem modernere algoritmen zoals een ‘decision tree’ of een Support Vector Machine (SVM), of deep-
een signaal moet afgeven dat er nader onderzoek gedaan moet worden naar dit dossier’, learningalgoritmen zoals convolutionele neurale netwerken.
Een voorbeeld van een zelflerend algoritme is een algoritme dat op basis van gelabelde Een kort overzicht van verschillende mogelijke algoritmen is te vinden in de Richtlijnen voor het
voorbeeldfoto's leert of een foto een hond of een kat toont. Een ander voorbeeld is Toepassen van Algoritmen door Overheden. Daarin worden (niet-uitputtend) vijf verschillende
een algoritme dat op basis van verkoopcijfers en klantgegevens leert hoe bepaalde typen algoritmen genoemd: eenvoudige beslisboom, eenvoudige rule-based, lineaire
klanteigenschappen samenhangen met de verkoop aan deze klanten. In het voorbeeld over regressie, logistische regressie en deep learning. Alleen de ‘eenvoudige rule-based’-algoritme
fraudesignalering hierboven kan bijvoorbeeld ook een zelflerend algoritme worden ingezet, kan een niet-zelflerend algoritme zijn, namelijk als de mens zelf de ‘rules’ moet specificeren.
bijvoorbeeld doordat het systeem, op basis van voorbeelden van fraude en niet-fraude, zo De andere algoritmen zijn allemaal voorbeelden van zelflerende algoritmen.°
wordt ingericht dat het kan leren welke eigenschappen en gedragskenmerken samen blijken te
hangen met fraude.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes vo Kleinberg e.a. 019; Khademi e.a. 2010. 36/04
0 2B.1
Type algoritme
De reden waarom het onderscheid tussen deze twee hoofdtypen relevant is, is dat ze verschillende
vragen oproepen over de inzet van een algoritme. Als een mens specificeert wat de machine
moet doen, is het relevant om te reflecteren op de mensen die deze regels specificeren, op
het (leer)proces dat zij doorlopen hebben om tot deze kennis te komen, en op de kwaliteit en
legitimiteit van de keuzes die ze hierbij maken. Voor dit type algoritme zijn vragen relevant
als ‘biedt de menselijke expertise genoeg fundament om het systeem op deze manier vorm
te geven?’, ‘is er onder experts consensus dat deze “regels” gefundeerd zijn en goed van
toepassing zijn op de context waarin het gebruikt wordt?’, en ‘hoe is geborgd dat er menselijke
expertise beschikbaar blijft om de kwaliteit en geschiktheid van deze regels in de toekomst te
kunnen beoordelen?’ Voor de zelflerende algoritmen moet de reflectie vooral gaan over de
‘machine’, hoe deze kan leren, op basis waarvan, en of dat proces geschikt is voor de context
waarin het algoritme gebruikt zou moeten worden.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 37/94
0 2B.2
Eigenaarschap en controle
2B.2. Indien het algoritme is ontwikkeld door een externe partij: zijn er heldere afspraken elke Ae kB ed dk LL ALS KA LA oee
gemaakt over eigenaarschap en beheer van het algoritme? Wat zijn die afspraken? le LEL
Aanwijzingen en toelichting
In sommige gevallen kiest een overheidsorganisatie ervoor om een algoritme te laten
ontwikkelen door een marktpartij. In dat geval moeten er duidelijke afspraken worden
gemaakt over eigenaarschap van het algoritme en de controle daarover. Denk hierbij ook
aan de impact van mogelijke updates van het algoritme die door worden uitgevoerd door
de externe partij. Daarnaast is het eigenaarschap belangrijk voor de uitlegbaarheid van
het algoritme: ook wanneer het algoritme is ontwikkeld door een derde partij, moet de
organisatie die het algoritme uiteindelijk inzet, uitleg kunnen geven over de werking ervan.
Op dit punt kan ook worden teruggekeken naar deel 1, waarin discussie is gevoerd over de
verantwoordelijkheden rondom de ontwikkeling en de inzet van het algoritme.
Zie op dit punt ook het Toetsingskader Algemene Rekenkamer.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 38/04
Ö 2B.3
Accuraatheid algoritme
2B.3.1 Wat is de accuraatheid van het algoritme, 2B.3.2 Is de mate van accuraatheid (vraag 2B.3.1) 2B.3.3 Hoe wordt het algoritme getest?
en op basis van welke evaluatiecriteria is deze acceptabel voor de manier waarop het algoritme
accuraatheid bepaald? ingezet zal worden?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 39 /oa
Ö 2B.3
Accuraatheid algoritme
2B.3.4g Welke maatregelen kunnen worden getroffen 2B.3.5 Welke aannames liggen ten grondslag aan de 2B.3.6 Hoe vaak/erg zit het algoritme ernaast?
om de risico’s van reproductie of zelfs versterking selectie en weging van de indicatoren? (bijv. in termen van aantal false positives,
van biases tegen te gaan (bijv. andere sampling- Zijn die aannames terecht? Waarom wel/niet? false negatives, R-squared, …)
strategie, feature modification, …)?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 40 /oa
Ö 2B.3
Accuraatheid algoritme
A. Gevallen waarin de boete in werkelijkheid correct betaald is én het algoritme aangeeft dat het
correct betaald is (zogenaamde ‘true positives’)
nh kad Alk henk hink B. Gevallen waarin de boete in werkelijkheid niet correct betaald is, maar het algoritme aangeeft
algoritme, domeinexpert (medewerker met domeinkennis op het gebied waar het dat het wel correct betaald is (zogenaamde ‘false positives’)
td hnk G Gevallen waarin de boete in werkelijkheid niet correct is betaald én het algoritrne aangeeft dat
het niet correct betaald is (zogenaamde ‘true negatives’)
Aanwijzingen en toelichting D. Gevallen waarin de boete in werkelijkheid wel correct betaald is, maar het algoritme aangeeft
Een algoritme komt op basis van inputdata en regels dat het volgt tot bepaalde resultaten. Het is dat het niet correct betaald is (zogenaamde ‘false negatives’).
wenselijk dat deze resultaten zo vaak als mogelijk daadwerkelijk correct zijn. Zoals bij 2B.1 beschreven
is onderscheid te maken tussen niet-zelflerende en zelflerende algoritmen. Voor beide typen Het algoritme kan als 100% accuraat getypeerd worden als het altijd ‘true positives’ en ‘true
algoritmen is ‘accuraatheid’ belangrijk. Voor beide typen is het bovendien nodig om in te kunnen negatives' teruggeeft. Met andere woorden: als de boete correct betaald is komt het algoritme
schatten hoe vaak het algoritme het bij het rechte eind zal hebben en hoe vaak het algoritme ook altijd tot die conclusie, en als de boete niet correct is betaald komt het algoritme ook altijd
ernaast zit. De methoden om de accuraatheid te beoordelen verschillen echter van elkaar. Dit tot die conclusie.
heeft te maken met het feit dat bij niet-zelflerende algoritmen de accuraatheid van de door In de praktijk kan het echter zo zijn dat de geprogrammeerde regels niet altijd tot de gewenste
mensen gespecificeerde regels beoordeeld dient te worden, terwijl bij zelflerende algoritmen de resultaten leiden. Stel bijvoorbeeld voor dat het algoritme enkel naar het betalingskenmerk kijkt
accuraatheid van de door de machine geleerde regels beoordeeld dient te worden. Hieronder in het specifiek daarvoor bestemde betalingskenmerkveld, en niet naar het opmerkingenveld. Alle
wordt dit aan de hand van een eenvoudig voorbeeld nader toegelicht. transacties van personen die in de praktijk het betalingskenmerk typen in het opmerkingenveld
zouden dan onterecht als ‘niet correct betaald’ worden aangemerkt (false negative”). Het is dan
Bij niet-zelflerende algoritmen gaat het om de accuraatheid van de regels die door mensen nodig om te onderzoeken en te bediscussiëren of [1] aanpassingen aan het algoritme noodzakelijk
gespecificeerd zijn. Ter illustratie kan het voorbeeld dienen van het algoritme dat controleert zijn en/of [2] dit niveau van accuraatheid acceptabel zou zijn in de context waarin het algoritme
of een verkeersboete correct is betaald (zie toelichting bij vraag 2B.1). Hierbij zou een mens ingezet zou worden.
bijvoorbeeld kunnen specificeren dat ‘als het betalingskenmerk bij de transactie overeenkomt
met een openstaande boete én het bedrag dat gestort is op de rekening gelijk is aan het Bij niet-zelflerende algoritmen is het daarnaast belangrijk om alle mogelijke situaties zo goed mogelijk
boetebedrag, de parkeerboete correct is betaald’, Het algoritme kan twee uitkomsten geven: in kaart te brengen, om vervolgens te beoordelen of het algoritme in al die gevallen tot de gewenste
1] de boete is wél correct betaald of [2] de boete is niet correct betaald. Om een uitspraak te resultaten leidt. Om de accuraatheid te beoordelen is het belangrijk dat betrokkenen het vermogen
doen over de accuraatheid van dit algoritme zou gekeken moeten worden naar vier situaties hebben om alle mogelijke situaties en de interactie met het algoritme in kaart te brengen; dit
die zich kunnen voordoen: proces vraagt om voldoende menselijke reflectie.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 41 /oa
Ö 2B.3
Accuraatheid algoritme
Voor zelflerende algoritmen zijn er andere mogelijkheden om de accuraatheid te beoordelen. Bovenstaande voorbeelden hebben betrekking op algoritmen met een binaire uitkomt (‘wel’
Ter illustratie kan worden gewezen op een algoritme dat foto's van honden en katten te of ‘niet’, 1’ of ‘o’). In de praktijk zijn er uiteraard ook algoritmen die als mogelijke uitkomsten
zien krijgt en dient te leren op welke foto's er een hond staat en op welke foto’s een kat. Een een continue schaal hebben, of meer dan twee categorieën. Voor deze algoritmen zijn er ook
veelgebruikte benadering bij het ontwikkelen van dit algoritme is dat de ontwikkelaars het accuraatheidsmaten, zoals de relatief bekende Ra voor lineaire regressies, maar deze maten
algoritme mogen ‘trainen’ op een deel van alle foto's, en mogen ‘testen’ op een set ongeziene zijn doorgaans technisch complexer en zijn derhalve niet in deze toelichting uitgewerkt. De
foto's. Voor deze nog niet eerder geziene testset kan beoordeeld worden in hoeveel gevallen fundamentele vraag blijft echter hetzelfde: in welke mate is het algoritme accuraat en is deze
het algoritme het juiste resultaat heeft gegeven. mate van accuraatheid acceptabel in de context waarin het algoritme ingezet wordt?
Meer specifiek kan ook hier beoordeeld worden hoeveel true positives, true negatives, false Op de hiervoor beschreven noodzaak van discussie over accuraatheid en de risico’s van niet-
positives en false negatives er zijn. De meest eenvoudige maat voor accuraatheid is wederom accurate algoritmen als het gaat om het bevestigen of versterken van bias en discriminatie
het aantal true positives en true negatives ten opzichte van alle beoordeelde gevallen. Deze wordt ook ingegaan in de Handreiking non-discriminatie by design. Hierin kan ook meer
maat voor accuraatheid is echter niet altijd de meest wenselijke. Stel bijvoorbeeld dat een toelichting worden gevonden op de hierboven genoemde punten. Daarnaast kan op dit punt
algoritme moet inschatten of een persoon een dodelijke ziekte heeft. In dat geval is het aansluiting worden gezocht bij de normen die zijn neergelegd in het Toetsingskader Algemene
voor mensen essentieel dat het algoritme niet aangeeft dat er niks aan de hand is, terwijl Rekenkamer. Het evalueren of een algoritme doet wat het beoogt te doen, is een reguliere stap
de persoon dodelijk ziek is. Een zogenaamde ‘false negative’ weegt duidelijk heel zwaar in in het dataverwerkingsproces, bijvoorbeeld binnen CRISP-DM. De JenV-richtlijnen besteden
deze situatie. Een ogenschijnlijk hoge accuraatheid van 99% zegt dan ook weinig, als dit in hier verdere aandacht aan, dus daar kan te rade worden gegaan voor meer informatie over de
de praktijk betekent dat er vele mensenlevens verloren gaan. Voor een dergelijk algoritme keuze voor data-analysetechnieken en datamining (waarbij CRISP-DM als uitgangspunt wordt
kan het dus nodig zijn om een andere accuraatheidsmaat/prestatiemaat tot uitgangspunt gehanteerd).
voor de discussie te nemen. Bovendien is het van belang dat het voor het beoordelen van
de accuraatheid van een zelflerend algoritme essentieel is dat de trainingsset en testset
representatief zijn voor de context waarin het algoritme ingezet gaat worden.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes q2 /oa
Ö 2B.4
Transparantie & uitlegbaarheid
2B.g. Is het duidelijk wat het algoritme doet, 2B.4.2 Voor welke personen en groepen binnen en
hoe het dit doet, en op basis waarvan (welke data) buiten de eigen organisatie wordt de werking
het dit doet? Leg uit. van het algoritme transparant gemaakt en
hoe gebeurt dit?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 43/94
Ö 2B.4
Transparantie & uitlegbaarheid
2B.4.3 Voor welke doelgroepen moet het algoritme 2B.4.4 Kan de werking van het algoritme voor de bij NB: Op publiekscommunicatie en
uitlegbaar zijn? vraag B.4.3 geïdentificeerde doelgroepen op openbaarheid wordt hierna afzonderlijk
een voldoende begrijpelijke manier worden ingegaan, in onderdeel 3.3.
uitgelegd?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes qa/94
Ö 2B.4
Transparantie & uitlegbaarheid
. . . . . En interne uitlegbaarheid wordt in de Richtlijnen en in het Toetsingskader Algemene Rekenkamer
ook het belang van collegiale uitlegbaarheid benadrukt, d.w.z. de noodzaak voor teams om
ontwikkelaar algoritme, communicatieadviseur, jurist, strategisch adviseur ethiek . . . .
volledige toegang tot en inzicht te hebben in elkaars documentatie, beslissingen en code.
Zeker moet worden gesteld dat die conform de gestelde normen wordt gewaarborgd. Externe
Aanwijzingen en toelichting transparantie wordt in het Toetsingskader Algemene Rekenkamer ook wel publieke uitlegbaarheid
Een veelgehoorde term in verband met transparantie van algoritmes is ‘black box’. Deze genoemd.
term omschrijft een algoritme dat volledig intransparant is: alleen duidelijk is welke data
erin gaat en welk resultaat eruit komt. Wat er in het algoritme gebeurt en waar het algoritme
uit bestaat is niet duidelijk. Een ‘black box’ algoritme is uiteraard ongewenst. Waar het gaat over‘communicatie’ in deel 3.
om transparantie en uitlegbaarheid van algoritmen is een ruime hoeveelheid aanwijzingen
beschikbaar in andere instrumenten. De discussie over deze onderwerpen kan dan ook primair
op basis van die instrumenten worden gevoerd. In welke mate uitlegbaarheid en transparantie nodig zijn, is volgens de Richtlijnen afhankelijk
van (1) de inpact van het algoritme op de beslissing, de uitkomst en de burger; (2) de mate
Volgens de Richtlijnen voor het Toepassen van Algoritmen door Overheden kunnen transparantie van autonomie bij de besluitvorming (d.w.z, de mate waarin menselijke betrokkenheid ís
en uitlegbaarheid als volgt van elkaar worden worden onderscheiden. Bij (‘technische’) gegarandeerd; en (3) het type en de complexiteit van het algoritme. Een nadere toelichting
transparantie gaat het om inzicht in de algoritmische methode die wordt toegepast op deze elementen en de manier waarop zij de discussie over transparantie en uitlegbaarheid
(beslisboom, neuraal netwerk), de broncode, hoe het algoritme is getraind, alsook de data, beïnvloeden is te vinden in de genoemde Richtlijnen, die op hun beurt ook verwijzen
invoervariabelen, parameters en drempelwaarden die worden gebruikt etc. Bij uitlegbaarheid naar de Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare Kunstmatige Intelligentie van de EU. Bij de
gaat het om het in begrijpelijke taal kunnen uitleggen van de uitkomsten van data-analyses en __ discussie over deze vraag kan daarnaast aansluiting worden gezocht bij het Toetsingskader
hoe deze tot stand zijn gekomen. Algemene Rekenkamer, waarin verschillende normen over ‘begrijpelijkheid’, transparantie en
uitlegbaarheid zijn opgenomen.
In de genoemde Richtlijnen wordt daarnaast onderscheid gemaakt tussen “interne
transparantie’ (d.w.z. transparantie binnen de organisatie en ten behoeve van de interne en
externe controleurs, toezichthouders, rechters en betrokkenen (namelijk geïdentificeerde of
identificeerbare personen wiens persoonsgegevens door algoritmen worden verwerkt) en
‘externe transparantie’ (d.w.z. transparantie naar buiten toe, naar het algemene publiek). Bij de
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 45 /oq
Wanneer het om transparantie gaat, is ook de term herleidbaarheid van belang.
Herleidbaarheid betekent dat duidelijk is hoe een algoritme tot een bepaald resultaat is
gekomen. Zie de tweede vraag van dit onderdeel: ‘Is transparant wat het algoritme doet, hoe
het dit doet, en op basis waarvan (welke data) het dit doet?”
Herleidbaarheid speelt een belangrijke rol in de FAIR-principes. De FAIR-principes gaan over
traceerbaarheid, toegankelijkheid, interoperabiliteit en herbruikbaarheid.
NB: in het IAMA corresponderen de genoemde drie aspecten met de hierna te bediscussiëren
aspecten van de invloed van het algoritme op de beoogde maatregelen/beslissingen en de context
(zie deel 3), ook in relatie tot de invloed op grondrechten (zie deel q), en met de vragen over het type
algoritme (zie deel 2B). De genoemde factoren kunnen ook de in de richtlijnen vermelde invloed
hebben op de wijze en aard van de communicatie over het algoritme, te bespreken in deel 3.
Tot slot is in de Richtlijnen voor het Toepassen van Algoritmen door Overheden en
publieksvoorlichting over data-analyses een concrete checklist opgenomen om uitlegbaarheid
te garanderen.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 46/04
Deel 3: Hoe?
SS Implementatie, gebruik en toezicht — output
In dit deel komnen de volgende zeven onderwerpen aan de orde:
Inleiding
Een algoritme als zodanig zorgt niet voor ongewenste effecten. Die worden altijd 3.1 Beslissingen op basis van =
. . . output algoritme
veroorzaakt door implementatie, inzet of toepassing van het algoritme, door de context
waarin het algoritme wordt ingezet en door de beslissingen en maatregelen die worden ” 3.2 De rol van de mens in
. de beslissing
gekoppeld aan de output van het algoritme.
3.3 Effecten van het algoritme OO
Deel 3 gaat dan ook over de implementatie en het gebruik van het betreffende algoritme,
dus over de (omgang met) de ‘output’ van het algoritme. De werkwijze is besproken in de ”
inleiding bij het IAMA.
7
Lees voor het bediscussiëren en beantwoorden van de vraag steeds eerst de toelichting (die
volgt na de vraag). Per vraag staat ín de toelichting ook vermeld wie binnen het team ín ieder 3.7 Evaluatie, auditing en borging O
geval aanwezig moeten zijn bij de bespreking.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 47 /oa
Deel 3: Hoe?
$ Implementatie, gebruik en toezicht — output
Deel 3 bouwt voort op/sluit aan bij: O Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare Kunstmatige Intelligentie
O Handreiking non-discriminatie by design (onderdelen 5: implementatie en 6: evaluatie) Deze in EU-verband opgestelde richtsnoeren besteden onder meer aandacht aan
In dit onderdeel van de handreiking komen soortgelijke punten aan de orde als in het informatievoorziening en communicatie over de werking van algoritmen en aan de (menselijke)
onderhavige deel van het IAMA, maar dan specifiek gericht op het aanpakken van bias controle en toezicht op de inzet van deze Al-systemen, waarmee uitdrukkelijk rekening moet
of ongelijke behandeling in de data. De handreiking kan dan ook worden gebruikt als worden gehouden met de specifieke context waarin deze systemen worden ingezet.
verdieping en nadere toelichting bij de hieronder geformuleerde vragen. Deze punten zijn ook relevant bij de beantwoording van vragen over de implementatie van een
algoritme, dus het kan goed zijn op dit punt de richtsnoeren te bestuderen.
O Richtlijnen voor het Toepassen van Algoritmen door Overheden
In deze richtlijnen staan vooral de thema’s transparantie, uitlegbaarheid, validatie en O Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur
verantwoording centraal. Deze richtlijnen zijn waardevol bij de discussie over vragen die op In de Code Goed Digitaal Bestuur wordt nader aandacht besteed aan het onderwerp
deze onderwerpen betrekking hebben. Als uitgangspunt wordt in deze richtlijnen genomen ‘verantwoordelijkheid’, waarbij het gaat om onder meer aanspreekbaarheid van
dat de mate van transparantie, uitlegbaarheid en verantwoording samenhangt met de uitvoerders, verantwoording, controleerbaarheid, toezicht, integriteit en menselijke
mate van impact, de autonomie en de complexiteit van het algoritme. Deze verschillende eindverantwoordelijkheid. Ook worden hierin voorbeelden genoemd van acties om de
aspecten worden in de richtlijnen verder uitgewerkt, en die uitwerking kan in de discussies organisatie zo in te richten dat deze waarden worden geborgd. Deze toelichtingen en
over de hierna volgende vragen worden betrokken. Daarnaast wordt in de richtlijnen een voorbeelden kunnen worden betrokken in de discussie over de vragen in dit deel.
aantal specifieke aanknopingspunten geboden waar het gaat om de communicatie over
de werking en inzet van algoritmes naar een breder publiek (van niet-experts).
Deze aanknopingspunten zijn relevant waar het gaat om de vragen over communicatie in
dit deel van het IAMA.)
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 48/04
5el
SS Beslissingen op basis van output algoritme
311 Wat gebeurt er met de uitkomsten van het algoritme? Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: projectleider,
Welke beslissingen worden daarop gebaseerd? domeinexpert, CISO of CIO, strategisch adviseur ethiek, jurist, opdrachtgever
Aanwijzingen en toelichting
Een algoritme als zodanig zorgt niet voor ongewenste effecten. Die worden altijd veroorzaakt
door implementatie, inzet of toepassing van het algoritme en door de beslissingen en
maatregelen die worden gekoppeld aan de output van het algoritme. Dit onderdeel ziet op
die implementatie en vraagt uit welke effecten en maatregelen volgen op de output van het
algoritme.
Het gaat er bij deze vraag vooral om te bediscussiëren welke (soorten van) beslissingen
gebaseerd kunnen worden op de output van een algoritme. Die beslissingen kunnen
van diverse aard zijn: het kan gaan om beschikkingen van bestuursrechtelijke aard, maar
bijvoorbeeld ook om het nemen van beleidsmaatregelen of om de inzet van publieke
middelen.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 49/04
3.2
SS De rol van de mens in de beslissing
3.2.1 Welke rol spelen mensen bij het nemen van 3.2.2 ls er nu en in de toekomst voldoende
beslissingen op basis van de output van het gekwalificeerd personeel aanwezig om het
algoritme (‘human in the loop’) en hoe worden zij algoritme te beheren, te herzien en aan te passen
in staat gesteld om die rol te spelen? indien gewenst/nodig?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 50 /oa
3.2
SS De rol van de mens in de beslissing
Volgens de Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare Kunstmatige Intelligentie is het daarnaast
dn Aden Aen hi bn hd essentieel dat mensen steeds betrokken zijn bij het nemen van beslissingen of maatregelen
hmnee dn bis op basis van een algoritme. Volgens de richtsnoeren is het eigenlijk noodzakelijk dat mensen
in alle fasen van de levenscyclus van een algoritme (dus van ontwerp tot implementatie
en toezicht) betrokken zijn en kunnen interveniëren. Dit heet ‘human in the loop’. Er zijn
Aanwijzingen en toelichting ‚ ‚ ‚
_ daarnaast ook andere begrippen die menselijke interventie kunnen afdekken, zoals ‘human on
In het algemeen wordt het belangrijk gevonden dat mensen voldoende controle hebben , ‚ , ‚ ‚ ‚ ‚
. . . . . . the loop’ en ‘human in command’; deze begrippen worden in de richtsnoeren nader uitgelegd.
over de output die een algoritme genereert. Die controle kan in verschillende stadia worden
uitgevoerd. Zo laat dit IAMA al zien dat het essentieel is dat mensen nauw betrokken zijn bij de .
. . . . . _ . Impact kan ook door andere factoren dan het algoritme zelf worden bepaald. Wanneer een
keuze voor een algoritme als instrument voor besluit- of beleidsvorming en bij de vormgeving . … . .
. algoritme bijvoorbeeld alleen invloed heeft op de efficiëntie van de interne werkprocessen
van dat algoritme. . . . .
van een rechtbank, is de inpact anders dan wanneer een algoritme wordt ingezet voor een
. - . … vergaand geautomatiseerd besluitvormingsproces waardoor miljoenen burgers worden
Ook als een algoritme eenmaal geïmplementeerd wordt, is menselijke tussenkomst van . . .
. . - . . . . geraakt. De mate van impact van een algoritme heeft ook te maken met de rol van de mens bij
belang. In sommige gevallen is het mogelijk om besluitvorming volledig te automatiseren, . .
. . . ‚ het nemen van beslissingen op basis van een algoritme.
zodat de output van een algoritme direct een (juridisch bindend) besluit genereert. Ook in die
gevallen wordt menselijke interventie meestal nodig gevonden, al is het maar in de vorm van . Dn .
. Als de output van een algoritme niet direct bepalend is voor een beslissing, maar een mens de
voldoende controle en toezicht. …
uiteindelijke beslissing neemt, moet in ieder geval worden gegarandeerd dat deze beslissingen
_ On . . . op een verantwoorde en zorgvuldige manier worden genomen. Daarbij moet onder meer
De noodzaak van menselijke betrokkenheid blijkt vooral uit de Ethische Richtsnoeren voor . . . . Dn
. _ . . . rekening wordt gehouden met het risico van vooringenomenheden bij beslissingen die zijn
betrouwbare Kunstmatige Intelligentie die in EU-verband zijn opgesteld. Daarin wordt uitgebreid . ‚ n
. _ _ . . gebaseerd op de output van een algoritme (zie daarvoor de toelichting bij vraag 2a.3).
ingegaan op menselijke tussenkomst bij beslissingen op basis van de output van een algoritme.
Uitgangspunt is daarbij dat mensen steeds onderbouwde, autonome beslissingen moeten kunnen ‚ ‚ _ ‚ ‚
. . . Het vereiste van ‘betekenisvolle menselijke tussenkomst’ wordt ook uitgewerkt in het
nemen ten aanzien van algoritmische output. Ze moeten de kennis en hulpmiddelen hebben , ‚ ‚ n
. _ . . Toetsingskader Algemene Rekenkamer. Dit toetsingskader vergt daarbij vooral een adequate en
om algoritmes te kunnen begrijpen en er in bevredigende mate mee te kunnen omgaan, en ze ‚ ‚ En ‚ _
Dn Dn _ _ voldoende uitgebreide beschrijving van die menselijke tussenkomst.
moeten, indien nodig, in staat worden gesteld het systeem redelijkerwijs zelf te controleren of
aan te vechten.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 51 /oa
33
SP Effecten van het algoritme
3.3.1 Wat zullen de effecten zijn van de inzet van het algoritme voor burgersen hoe wordt 3.3.2 Welke risico’s voor stigmatiserende, discriminerende of anderszins schadelijke
rekening gehouden met de ‘menselijke maat’ bij het nemen van beslissingen op basis of nadelige effecten zijn er voor de burger en hoe zullen die worden bestreden of
van de output van het algoritme? gemitigeerd?
3.3.3 Hoe zullen de verwachte effecten bijdragen aan de oplossing van het probleem dat 3.3.4 Hoe verhouden de verwachte effecten zich tot de waarden die worden gediend (zie.
de aanleiding is voor de ontwikkeling/inzet van het algoritme (zie vraag 1.1) en het vraag 1.3)? Welke risico’s zijn er dat bepaalde waarden onder druk komen te staan
bereiken van de daarbij gestelde doelen (zie vraag 1.2)? en hoe wordt daarmee dan omgegaan?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 52 /oa
33
PS Effecten van het algoritme
Ten aanzien van het in kaart brengen van de potentiële impact van een algoritme worden
dn Aden Aen hi bn hd verschillende normen gesteld in het Toetsingskader Algemene Rekenkamer. Het is van belang om
HR-medewerker, strategisch adviseur ethiek, opdrachtgever, evt. burgerpanel of belangengroep deze normen in de discussie te betrekken.
Meer informatie over impact is ook te vinden in de Richtlijnen voor het Toepassen van Algoritmen
Aanwijzingen en toelichting ‚ , , ‚ ,
. . - . . door Overheden. Daarin wordt aangegeven dat een algoritme op vier verschillende niveaus
Dit onderdeel is er op gericht om scherp te krijgen of — gelet op de output die het algoritme zal . _ . . _
‚ . … kan worden ingezet: beschrijvend, diagnostisch, voorspellend en voorschrijvend. Dit is
genereren — het algoritme kan tegemoetkomen aan de verwachtingen. Bij het beantwoorden , . _ .
. relevant om de aard van de impact van het algoritme te bepalen: een voorschrijvend algoritme
van deze vraag moet gebruik worden gemaakt van de antwoorden op de vragen over ‚
De . . heeft doorgaans meer impact op een beslissing (en daarmee meer rechtsgevolgen) dan een
‘Aanleiding’ (1), ‘Doelstellingen’ (1.2) en ‘Waarden’ (1.3) uit Deel 1 van de IAMA. _ ‚
beschrijvend algoritme.
Daarnaast is het belangrijk om te bepalen hoe groot en van welke aard de impact van de . ‚ ‚ . _
. . . . . - . . Specifiek ten aanzien van (het identificeren en voorkomen van) mogelijk
output van het algoritme is, mede in het licht van de in deel 1 geïdentificeerde publieke ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚
. . en - . discriminatoire impact van inzet van een algoritme is ook veel informatie te vinden
waarden en individuele belangen. De impact kan beperkt zijn (bijvoorbeeld bij een algoritme ‚ ‚
… . in de Handreiking non-discriminatie by design.
van puur beschrijvende aard), maar de output van het algoritme kan ook een grote rol spelen
(bijvoorbeeld bij een voorschrijvend algoritme dat direct bepaalt welk besluit wordt genomen
en daarmee vrijwel rechtstreeks rechtsgevolgen genereert).
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 53/04
3.4
SS Procedures
3.4.1 Via welke procedures zullen beslissingen op basis 3.4.2 Hoe worden verschillende relevante actoren 3.4.3 Hoe wordt gegarandeerd dat in deze
van het algoritme worden genomen? (bestuurlijke en politiek verantwoordelijken, procedures wordt voldaan aan de eisen van
burgers) bij de besluitvorming betrokken? goed en behoorlijk bestuur en — waar nodig —
rechtsbescherming?
Hebben burgers een effectieve mogelijkheid om
een klacht in te dienen of bezwaar te maken?
Zo ja, op welke manier?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 54/04
3.4
SS Procedures
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: projectleider, data scientist,
HR-medewerker, strategisch adviseur ethiek, jurist
Aanwijzingen en toelichting
Het is zaak om zoveel mogelijk concrete factoren te identificeren die van invloed kunnen zijn op
de mate en aard van de impact van een besluit en te discussiëren over de consequenties van
deze impact, bijvoorbeeld voor besluitvormingsprocedures of betrokkenheid van burgers bij
de totstandkoming van beleidsmaatregelen. In verband daarmee ziet dit onderdeel op het
garanderen van goed en behoorlijk bestuur bij beslissingen die op de output van algoritmes
worden gebaseerd. Daaronder wordt ook burgerparticipatie en rechtsbescherming verstaan.
Op dit punt moet worden gegarandeerd dat de beginselen die zijn neergelegd in
de Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur in acht kunnen worden genomen.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 55/94
35
SP Context
3.5.1 Tijd/periode: wanneer gaat het algoritme ingezet 3.5.2 Plaats: waar Vindt inzet van het algoritme plaats? 3.5.3 Kan het algoritme ook nog worden ingezet als
worden? Hoe lang is de periode dat het ingezet Is dat in een bepaald geografisch gebied, is dat bij contextfactoren veranderen of als het algoritme
wordt? een bepaalde groep personen of dossiers? gebruikt wordt in een andere context dan
waarvoor het is ontwikkeld?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 56/04
35
SP Context
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: projectleider, data scientist,
HR-medewerker, strategisch adviseur ethiek
Aanwijzingen en toelichting
Wanneer inzet van het algoritme in een andere context plaatsvindt dan waar het voor bedoeld
of getraind is (bijvoorbeeld in een wijk waar de bevolkingssamenstelling of andere relevante
data duidelijk afwijken van de trainingsdata), kan dit leiden tot onjuiste of vooringenomen
output. Wanneer de context verandert, kan het zijn dat de aannames waarop het algoritme is
gebaseerd niet meer toepasselijk zijn. En andersom geldt dat wanneer de aannames waarop het
algoritme is gebaseerd veranderen, het algoritme niet meer inzetbaar zou kunnen zijn voor de
gekozen context.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 57 /oa
3.6
DS Communicatie
3.6.1 Hoe open kunt u zijn over de werking van het 3.6.2 Op welke manier beoogt u te communiceren 3.6.3 Wordt de output van het algoritme gevisualiseerd,
algoritme in het licht van de doelstellingen en over de inzet van het algoritme? bijvoorbeeld in een tabel, grafiek of dashboard?
context van de inzet ervan? Zo ja: is de vorm van visualisatie of weergave
een correcte representatie van de output van het
algoritme? Is de visualisatie makkelijk te lezen
voor verschillende gebruikersgroepen?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 58/og
3.6
$S Communicatie
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: projectleider,
opdrachtgever, communicatieadviseur
Aanwijzingen en toelichting In de Richtlijnen voor het Toepassen van Algoritmen door Overheden wordt nader ingegaan op
Bij vraag 2b.g is al aandacht besteed aan transparantie en uitlegbaarheid. Daarbij is aangegeven relevante parameters bij het bepalen van de mate van openheid over de werking en inzet van
dat het sluitstuk van uitlegbaarheid is gelegen in interne en externe communicatie over de algoritmen. Bij de discussie over deze vragen kan daarbij worden aangesloten.
manier waarop het algoritme wordt ingezet, hoe het werkt, welke effecten het beoogt te
genereren etc. Uiteraard moet ook daarover worden nagedacht en de hier geformuleerde De mate van en de vorm van communicatie zijn uiteraard afhankelijk van het precieze
vragen beogen om de discussie te sturen over de aard en vorm van die communicatie. publiek. Dat kan bijvoorbeeld een professioneel publiek zijn (rechters, advocaten,
belangenbehartigingsorganisaties, toezichthouders), maar ook een algemener publiek
Openheid moet daarbij worden beschouwd als een spectrum: organisaties kunnen ervoor (schoolkinderen, burgers die onderworpen gaan worden aan geautomatiseerde vormen van
kiezen om volledig open of volledig gesloten te zijn over de werking en betekenis van het besluitvorming). Om een voorbeeld te noemen: toezichthouders willen graag inzage in de
algoritme, en ook daartussen zijn allerlei vormen denkbaar. In welke mate openheid mag of technische werking van een algoritme en geraakte burgers hebben behoefte aan informatie
moet worden geboden, zal per algoritme kunnen verschillen. over waar ze terecht kunnen met vragen.
De manier waarop wordt gecommuniceerd over de werking van het algoritrne kan dan ook In de Richtlijn inzake publieksvoorlichting over data-analyses (Ministerie van JenV, 2021)
verschillen: sommige organisaties zijn passief in het verstrekken van informatie en doen dat worden nadere aanknopingspunten geboden voor de vormgeving van de communicatie naar
vraaggestuurd, andere organisaties zijn actiever en organiseren informatieavonden, creëren een een breder publiek. Ook zijn hierover enige normen te vinden in het Toetsingskader Algemene
‘dashboard’ met informatie over de werking van een algoritme, of maken informatieve filmpjes. Rekenkamer. Voor extra handvatten omtrent datavisualisaties kan te rade worden gegaan bij
het online hulpmiddel van Kennedy: http://seeingdata.org/developing-visualisation-literacy/top-
5-things-to-look-for-in-a-visualisation/
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 59/04
3ef
’S Evaluatie, auditing en borging
3.7.1 Is voorzien in goede instrumenten voor evaluatie, 3.7-2 Zijn er voldoende mogelijkheden om rekenschap 3.7.3 Welke mogelijkheden zijn er voor auditors en
auditing en borging van het algoritme? en verantwoording af te leggen over het toezichthouders om (formele) consequenties te
algoritme? verbinden aan de inzet van een algoritme door de
overheid (bijv. terugkoppeling van bevindingen,
doen van aanbevelingen, budgettaire
consequenties, …)
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 60/94
3/
NI Evaluatie, auditing en borging
Benodigde expertise/rol voor beantwoording van deze vraag: projectleider,
opdrachtgever, data scientist
Aanwijzingen en toelichting
Bij deze vragen gaat het primair om het garanderen van ‘accountability’ of het afleggen van Als een algoritme eenmaal is ontwikkeld en kan worden ingezet, is het belangrijk om de werking
rekenschap over de werking en effecten van het algoritme. Dit betreft de mogelijkheid van het algoritme goed te blijven controleren. Door contextuele factoren of veranderingen in
om vragen te stellen, de correctheid van handelen te kunnen bediscussiëren en eventuele data kunnen algoritmen anders uitwerken dan verwacht, en hun werking kan door de tijd
consequenties (informeel dan wel forrneel) te kunnen verbinden aan het handelen. Het verschil heen veranderen. Vaak worden bovengenoemde zaken bij de start van de ontwikkeling of
met transparantie en uitlegbaarheid is dat het daarbij gaat om vrij passieve zaken (is er ergens inzet van het algoritme goed geregeld, maar verslapt tijdens latere fasen in het proces de
bijvoorbeeld een uitleg te vinden van het systeem, of staat de source code online?), terwijl het aandacht hiervoor. Daarom is het noodzakelijk dat al voordat het algoritme wordt ingezet,
afleggen van rekenschap actief is (de mogelijkheid tot vraag en antwoord, tot oordeel over het wordt nagedacht over een aantal stappen om de werking van het algoritme in de gaten te
handelen met mogelijke consequenties). blijven houden en het zo nodig bij te stellen. Daarbij kan zowel worden gedacht aan interne
processen van evaluatie, auditing en borging (d.w.z. processen die worden ingericht binnen het
Nadere richtsnoeren voor en uitleg van de noties van rekenschap en verantwoording, en de overheidsorgaan dat het algoritme toegepast) als aan externe processen (bijvoorbeeld toezicht
daarbij geldende criteria en normen, zijn te vinden in de Richtlijnen voor het Toepassen van door een externe toezichthouder).
Algoritmen door Overheden, het Toetsingskader algoritmes (ARK, 2020), het Toetsingskader
Algemene Rekenkamer en de Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare Kunstmatige Intelligentie van
de EU. In het Toetsingskader van de Algemene Rekenkamer wordt op dit punt voortgebouwd
op de Control Objectives for Information and related Technology (COBIT16). Het is belangrijk
om deze verschillende instrumenten in ogenschouw te nemen bij het discussiëren over deze
vraag.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 61/04
3/
NI Evaluatie, auditing en borging
Ten aanzien van interne processen moet in ieder geval worden nagedacht over de volgende Ten aanzien van externe vormen van toezicht en auditing moet aandacht zijn voor vragen als de
vragen: volgende:
O Hoe vaak en op welke momenten dient de inzet van het algoritme geëvalueerd te worden? O Is voorzien in een mechanisme voor interne en/of interne auditing en toezicht?
Beschikt de organisatie over de juiste mensen hiervoor? O Iser voldoende informatie over het algoritme beschikbaar voor de toezichthouder om het
O Zijn er processen die ingericht kunnen worden om te zorgen dat de inzet van het algoritme toezicht uit te kunnen oefenen?
toekomstbestendig blijft? Oo Wordt de praktijk en frequentie van het uitvoeren van audits gecommuniceerd?
O Hoe kan een check worden ingebouwd om ervoor te zorgen dat de maatregelen blijven
bijdragen aan de aanleiding en doelstellingen, ook wanneer een verandering plaatsvindt in Nadere uitgangspunten en randvoorwaarden voor de beide vormen zijn te vinden in de
de context waarin het algoritme wordt toegepast (validatie-instrumenten)? Richtlijnen voor het Toepassen van Algoritmen door Overheden, in het Toetsingskader Algemene
O Hoe wordt geborgd dat de voorgenoemde zaken op peil blijven tijdens de volgende fasen Rekenkamer en in de Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare Kunstmatige Intelligentie (EL).
van de ontwikkeling en inzet van het algoritme?
O Is voldaan aan de bij deel 2B genoemde vereisten van menselijk kapitaal bij de organisatie
waar het algoritme ingezet gaat worden (d.w.z. benodigde ICT- en data-infrastructuur,
personeel met de benodigde capaciteiten, kennis en ervaring)?
O Specifiek voor zelflerende algoritmen geldt: zijn er in de lijnorganisatie processen en
systemen ingericht om modellen te monitoren (bijvoorbeeld op data drift, concept drift en
accuraatheid)?
O Zijn er voldoende mogelijkheden om het algoritme bij te stellen of de inzet van het
algoritme te wijzigen als blijkt dat het niet (meer) aan de aanleiding en doelstellingen
tegemoetkomt?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 62/94
rh DEEL q: Mensenrechten
S— Stappenplan grondrechten
In dit deel komnen de volgende zeven onderwerpen aan de orde:
Inleiding
De eerste drie delen van het IAMA bevatten vragen en aandachtspunten die voor alle
algoritmes relevant zijn en waarvan serieuze en goede bespreking ertoe kan bijdragen dat
algoritmes op een zorgvuldige, doordachte en goed ingebedde manier worden ingezet. oC seams
|
Gelet op het grote belang van de bescherming van grondrechten, en de bijzondere risico’s die
kunnen bestaan voor de aantasting van die grondrechten door inzet van algoritmen, is het van
belang om aan dit onderwerp afzonderlijk aandacht te besteden. Dit deel q van het IAMA bevat
daarom een ‘stappenplan grondrechten’, dat een tweeledig doel heeft:
1. Het dient als hulpmiddel om te identificeren of het in te zetten algoritme grondrechten zal raken; geschiktheid
2. Zoja, dan maakt het een gestructureerde discussie mogelijk over de vraag of er mogelijkheden zijn
om deze grondrechtenaantasting te voorkomen of te mitigeren, en of er gronden zijn waarom de
(al dan niet gemitigeerde) grondrechtenaantasting toch aanvaardbaar moet worden gevonden.
proportionaliteit
Zoals in deel 1 van dit IAMA is vermeld, zijn verschillende stappen van dit model (met name
stap 1 en tot op zekere hoogte stap 7) ook relevant bij de beantwoording van de vraag welke
publieke waarden door een algoritme kunnen worden gediend en geraakt (vraag 1.1).
Instructie
Lees voor het bediscussiëren en beantwoorden van de vraag steeds eerst de toelichting (die
volgt na de vraag). Per vraag staat in de toelichting ook vermeld wie binnen het team in ieder
geval aanwezig moeten zijn bij de bespreking. Omdat het stappenplan tot beantwoording van
de verschillende vragen voor een aantal verschillende grondrechten kan leiden, is aan het einde
van het stappenplan een groter invulschema opgenomen. Daarin kunnen de verschillende
antwoorden voor de grondrechten op een overzichtelijke manier worden samengebracht.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 63/94
rh DEEL q: Mensenrechten
S— Stappenplan grondrechten
NB: dit is een samenvatting van het stappenplan, de verschillende stappen worden hierna
KL LETS
O 1 Grondrecht: © 6. Noodzakelijkheid/subsidiariteit:
raakt het algoritme (of dreigt het te raken) aan een grondrecht? is inzet van dit specifieke algoritme noodzakelijk om dit doel te bereiken en zijn er geen
andere of mitigerende maatregelen beschikbaar om dit te doen?
O 2. Specifieke wetgeving:
is er ten aanzien van het betreffende grondrecht specifieke wetgeving van toepassing © 7. Afweging/proportionaliteit (in strikte zin):
waarmee rekening moet worden gehouden? zijn de doelen — alles bij elkaar genomen — zwaarwegend genoeg om de aantasting van het
grondrecht te kunnen rechtvaardigen?
O 3. Zwaartebepaling:
hoe zwaar wordt dit grondrecht geraakt?
Juristen zal opvallen dat in dit stappenplan de stap van een wettelijke grondslag voor
© _4q. Doelstellingen: . - - - -
_ _ . een grondrechteninbreuk ontbreekt. De verklaring daarvoor is gelegen in het feit dat
welke maatschappelijke, politieke of bestuurlijke doelen worden nagestreefd met de inzet , , , en
. die stap in deel 1 al expliciet aan bod is gekomen, namelijk bij vraag 1.4. Het nogmaals
van het algoritme? , , ,
opnemen van deze stap in het stappenplan zou daarom onnodige herhaling opleveren.
Ook op een aantal andere punten verwijst het stappenplan terug naar eerdere delen
O5, Doeltreffendheid/effectiviteit/geschiktheid:
. . ‚ . . . van het IAMA, zodat geen dubbel werk hoeft te worden gedaan.
is inzet van dit specifieke algoritme een geschikt middel om deze doelen te bereiken?
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 64/94
rh DEEL q: Mensenrechten
S— Stappenplan grondrechten
Benodigde expertise/rol voor doorlopen van dit stappenplan: projectleider,
domeinexpert, jurist
Dit stappenplan grondrechten hangt samen met/bouwt voort op:
O Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare Kunstmatige Intelligentie O Richtlijnen voor de uitvoering van een Data Protection Impact Assessment (DPIA)
In deze richtsnoeren wordt onder de noemer ‘grondslagen van betrouwbare Kl’ een In veel gevallen zal bij het ontwikkelen en inzetten van een algoritme sprake zijn van
aantal ethische uitgangspunten gedefinieerd die nodig zijn om Al en algoritmen op een verzameling en verwerking van persoonsgegevens. In die gevallen moet vaak een Data
goede manier te kunnen inzetten. Daarbij wordt overeenstemming met ‘grondrechten als Protection Impact Assessment worden uitgevoerd. Nu het hierbij gaat om een verfijning
morele en wettelijke rechten’ als een van deze uitgangspunten gedefinieerd, waarbij wordt van het grondrecht op gegevensbescherming, besteden we hieraan aandacht in stap 2 van
aangesloten bij kernwaarden als individuele vrijheid, respect voor democratie, justitie en dit grondrechtenstappenplan.
rechtsstaat, en gelijkheid, non-discriminatie en solidariteit. Deze kernwaarden vormen O Toetsingskader Algemene Rekenkamer
ook de basis voor dit stappenplan grondrechten en voor de lijst van grondrechtenclusters Dit toetsingskader bevat een aantal normen die relevant zijn ten aanzien van de
in bijlage 1. In de richtsnoeren kan een behulpzame nadere uitleg van een aantal van deze privacyrechten, meer specifiek het recht op bescherming van persoonsgegevens.
grondrechten worden gevonden, specifiek met betrekking tot Al. Het toetsingskader moet dan ook in het bijzonder in de discussie worden betrokken als
O Handreiking non-discriminatie by design persoonsgegevens worden verzameld en verwerkt ten behoeve van de ontwikkeling
In deze onderdelen van de handreiking komen soortgelijke punten aan de orde als in of inzet van het algoritme. Dit punt komt verder aan de orde in stap 2 van dit
het grondrechtenstappenplan, maar dan specifiek gericht op het aanpakken van bias of grondrechtenstappenplan.
ongelijke behandeling in de data.
O Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur
In de Code Goed Digitaal Bestuur worden mensenrechten als belangrijk uitgangspunt
gehanteerd voor goed algoritmisch bestuur, waarbij de nadruk wordt gelegd op privacy,
autonomie en menselijke waardigheid. Respect voor mensenrechten vormt volgens de
Code onderdeel van een stabiele basis voor goed digitaal bestuur.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 65/04
ss WN
SS Grondrecht
Ten behoeve van dit onderzoek zijn in de bijlage bij dit IAMA vier hoofdclusters van
aaa Wordt er een grondrecht geraakt door het in te zetten algoritme? grondrechten gedefinieerd:
1. Aan de persoon gerelateerde grondrechten (inclusief een aantal sociale en
economische grondrechten)
2. Vrijheidsgerelateerde grondrechten
3. Gelijkheidsrechten
q. Procedurele grondrechten
Deze verschillende grondrechten kunnen verder worden opgesplitst in subclusters.
Voor ieder algoritme is het nodig om te identificeren welke subclusters een algoritme
raakt of kan raken. Om dit te faciliteren zijn de verschillende clusters in bijlage1 bij het
IAMA opgenomen, steeds voorafgegaan door een korte toelichting op hun onderlinge
samenhang. Het is de bedoeling om de overzichten door te lopen en op papier te
zetten welke grondrechten door de inzet van het algoritme kunnen worden geraakt.
In het invulschema aan het einde van het stappenplan kan voor ieder grondrecht
een samenvatting van de beantwoording van de verschillende grondrechtenvragen
worden ingevuld.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 66/94
ss WN
SS Grondrecht
Aanwijzingen en toelichting Een zorgvuldige omgang met de data (zie deel 2a) is essentieel om bepaalde problemen van
Sommige grondrechten zullen door algoritmen vaker en sneller worden geraakt dan andere. ongelijke behandeling en gegevensbescherming tegen te gaan. Bij de beantwoording van de
De meeste algoritmen hebben tot gevolg dat sprake is van ongelijke behandeling; dat is eigen vraag of de genoemde drie rechten worden geraakt en of sprake is van een ontoelaatbare
aan de categorisering en profilering waarvoor veel algoritmen worden ingezet en aan het beperking of inbreuk (aan de hand van de volgende stappen van het stappenplan), is het dan
gegeven dat veel datasets een bias hebben, in die zin dat ze maatschappelijk bestaande ook nuttig om de antwoorden op de vragen in delen 1-3 van het IAMA mee te nemen.
stereotypen of historische patronen van structurele discriminatie reflecteren.
Natuurlijk kunnen ook andere grondrechten relevant zijn voor het algoritme. Welke
Doordat veel algoritmes worden getraind of gevoed met persoonsgegevens, ligt voor de hand dit zijn is afhankelijk zijn van het beleidsterrein en de aard en doelstellingen van het
dat ook het recht op persoonsgegevensbescherming vaak wordt geraakt. algoritme. Zo zal een algoritme om hate speech te kunnen detecteren al snel raken aan de
vrijheid van meningsuiting en het recht op informatie, kan een algoritme om preventief
Verder is het denkbaar dat inzet van algoritmen gevolgen heeft voor procedurele grondrechten gezondheidsrisico’s te detecteren raken aan verschillende privacyrechten en het recht op
en het recht op behoorlijk bestuur. Zo kan het bij moeilijk kenbare en moeilijk uitlegbare gezondheid, en kan een algoritme voor ondersteuning van het vinden van een baan raken aan
algoritmes moeilijk zijn voor mensen om te detecteren dat het algoritme tot discriminatie de individuele autonomie.
leidt, waardoor ze minder gemakkelijk naar de rechter kunnen stappen om een besluit
aan te vechten en het ook moeilijker is om te bewijzen dat sprake is van een door het Het is belangrijk dat voor ieder algoritme in ieder geval wordt nagegaan of de eerste
algoritme veroorzaakt ongerechtvaardigd onderscheid. Verschillen in kennis van de werking drie genoemde grondrechten door het algoritme worden geraakt (dus: recht op gelijke
van het algoritme tussen de procespartijen kan het recht op equality of arms raken. Bij behandeling, persoonsgegevensbescherming, procedurele rechten). Vervolgens moet
geautomatiseerde besluitvorming met behulp van algoritmes kunnen het zorgvuldigheids- worden onderzocht of er nog andere grondrechten op het spel kunnen staan. Dat kan door
en motiveringsbeginsel of de rechten van de verdediging op het spel komen te staan, die de tabellen in de bijlage bij dit document te bekijken en te zien welke grondrechten(cdusters)
onderdeel vormen van het recht op behoorlijk bestuur. mogelijk geraakt kunnen worden door een grondrecht. Als daarvan een overzicht is gemaakt,
is het nodig om de vervolgstappen van dit stappenplan voor alle grondrechten op de lijst
Voor deze drie grondrechten geldt in het bijzonder dat bepaalde aspecten daarvan al in de delen te doorlopen om te kunnen vaststellen of het, ondanks deze effecten, toelaatbaar en
1-3 Van het IAMA aan bod zijn gekomen. Zo zijn kenbaarheid, uitlegbaarheid, transparantie, aanvaardbaar is om het algoritme in te zetten.
zorgvuldige totstandkoming en communicatie van belang voor het recht op een behoorlijk
bestuur en voor het verkrijgen van het recht op toegang tot een effectief rechtsmiddel.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 67 /o4
EEA 4-2
Specifieke wetgeving en richtsnoeren
a.21 Zijn er specifieke wettelijke bepalingen of richtsnoeren van toepassing op de Afhankelijk van het grondrecht dat wordt geraakt (let op: dat
grondrechteninbreuk? kunnen er meer dan één zijn) moet worden geïdentificeerd of
specifieke wetgeving van toepassing is waarin dat grondrecht
nader wordt uitgewerkt.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 68/94
ss WL
Specifieke wetgeving en richtsnoeren
Aanwijzingen en toelichting In andere gevallen is de wetgeving niet uitputtend, of regelt die maar een klein stukje van
In veel wetgeving zijn specifieke normen neergelegd voor de bescherming en beperking van de materie waarop het algoritme betrekking kan hebben. In dat geval is een nader, breder
grondrechten. grondrechtenonderzoek aan de hand van de stappen 3-7 nodig. Ook als duidelijk is dat er geen
(of maar heel beperkt) specifieke wetgeving van toepassing is op het algoritme, is het verder
Te denken is daarbij allereerst aan wetten die uitsluitend gaan over grondrechten, zoals de Wet doorlopen van het stappenplan vereist.
Openbare Manifestaties bij demonstraties of de Uitvoeringswet Algemene Verordening
Gegevensbescherming. Daarnaast kunnen er in andere wetten specifieke bepalingen zijn In verband met de discussie over specifieke wetgeving moet in het bijzonder aandacht
opgenomen die een bepaald aspect van een grondrecht beschermen, variërend van wetgeving worden besteed aan de gelijkebehandelingswetgeving en de wetgeving over
over mediaregulering (vrijheid van meningsuiting, vrijheid om informatie te ontvangen) tot persoonsgegevensbescherming.
wetgeving over geneeskundige behandelingen (individuele autonomie, privacy, lichamelijke
integriteit). In veel gevallen bevatten dit soort wetten bijzondere vereisten of criteria waaraan Als het recht op persoonsgegevensbescherming aan de orde is, zijn — afhankelijk van de context
een grondrechtenbeperking moet voldoen. Die vereisten of criteria gelden ook als een waarin het algoritme wordt ontwikkeld — de Algemene Verordening Gegevensbescherming,
algoritme wordt ingezet om besluitvorming of uitvoering te automatiseren of te ondersteunen. de Wet politiegegevens (Wpg) of de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wijsg)
van toepassing. In deze regelgeving zijn gedetailleerde regels opgenomen over de
Hierbij is van belang dat specifieke wetgeving soms uitputtend is bedoeld. Dat wil zeggen dat de manier waarop gegevens mogen worden verzameld en verwerkt. Is deze regelgeving
wet beoogt een bepaald grondrecht (voor bepaalde gevallen) zodanig uit te werken dat iedere van toepassing, dan zal het voor het inzetten van een algoritme veelal nodig zijn om een
vorm van beperking daardoor wordt afgedekt; dat is bijvoorbeeld het geval bij de wetgeving gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB) of Data Protection Impact Assessment (DPIA) uit te
over gegevensbescherming (zie ook hierna). In dat geval kan worden volstaan met de toetsing voeren.
van de gevolgen van het in te zetten algoritme aan de relevante wettelijke bepalingen. Het is
da niet meer nodig om voor het betreffende grondrecht het stappenplan verder te doorlopen; meer informatie over de DPIA is te vinden op deze pagina van de Autoriteit Persoonsgegevens.
de stappen van het plan zijn dan als het ware al in de wetgeving geïncorporeerd. Ook het Toetsingskader Algemene Rekenkamer bevat enkele relevante normen met betrekking
tot de verwerking van persoonsgegevens bij het ontwikkelen en inzetten van een algoritme.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 69/94
ss WL
Specifieke wetgeving en richtsnoeren
Gelet op het algemenere karakter van het IAMA gaan wij verder niet in de bijzondere eisen die Voor indirect onderscheid (dus onderscheid dat is gebaseerd op een niet beschermde grond,
bij verwerking van persoonsgegevens worden gesteld. Wel moet worden benadrukt dat het zoals taal, dat wel disproportioneel belastend uitpakt voor een door de beschermde grond
noodzakelijk is om te controleren of een DPIA moet worden uitgevoerd. gekenmerkte groep, zoals mensen van niet-Nederlandse etnische afkomst) geldt dat een
Een gegevensverwerking mag namelijk niet plaatsvinden voordat het DPIA is afgerond. ruimere rechtvaardiging nodig is, die grofweg moet voldoen aan de eisen zoals ze hierna in de
Als uit het DPIA blijkt dat er grote risico’s zijn en dat het niet lukt om die voldoende te stappen 3-7 worden omschreven.”
beperken, is in ieder geval overleg over de gegevensverwerking (en het daarop gebaseerde
of daarmee gevoede algoritme) nodig met de Autoriteit Persoonsgegevens. Bij de beoordeling of bij het ontwerp en de inzet van een algoritme aan deze eisen uit
de gelijkebehandelingswetgeving wordt voldaan, kan gebruik worden gemaakt van de
De gelijkebehandelingswetgeving vormt een implementatie van een aantal EU-richtlijnen Handreiking non-discriminatie by design. Deze Handreiking helpt bij het in kaart brengen van de
over gelijke behandeling. In algemene zin gaat het om de Algemene wet gelijke behandeling verschillende discriminatierisico’s die kunnen optreden in verschillende ontwikkelingsfasen
(AWGB), de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL), de Wet van een algoritme en bij de inzet daarvan in de praktijk. Ten aanzien van risico’s rondom bias
gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte (WGBH/CZ), de Wet gelijke in de data en de manier waarop die in de output van een algoritme kunnen doorwerken zijn
behandeling van mannen en vrouwen (WGB M/V), de Wet onderscheid arbeidsduur (WOA) en normen geformuleerd in het Toetsingskader Algemene Rekenkamer. Ook deze moeten bij de
de Wet onderscheid bepaalde en onbepaalde tijd (WOBOT). Deze wetten verbieden in ieder discussie over risico’s voor ongelijke behandeling en discriminatie in acht worden genomen.
geval ongerechtvaardigd onderscheid op een aantal gronden bij de arbeid. Een deel van de
wetten (met name de AWGB en de WGBH/CZ) is ook van toepassing bij het aanbieden van De Handreiking non-discriminatie by design is ook behulpzaam bij het aanpakken van de vaak
goederen en diensten (inclusief onderwijs) en tot op zekere hoogte bij sociale bescherming. bestaande overlap tussen gegevensbescherming en vraagstukken van bias en ongelijke behandeling.
Voor zover een te ontwikkelen algoritme op een van deze terreinen betrekking heeft, en direct Tot slot bevat deze handreiking een concrete uitwerking van de verschillende toetsingsstappen
of indirect onderscheid kan veroorzaken op een van de beschermde gronden (godsdienst, die moeten worden gezet als er risico’s zijn van bias, stereotypering of ongelijke behandeling.
levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero-of homoseksuele
gerichtheid, burgerlijke staat, leeftijd, handicap, chronische ziekte, arbeidsduur of tijdelijk
of vast arbeidscontract), is het uitgangspunt dat het onderscheid is verboden, tenzij er een
rechtvaardiging voor bestaat. Voor direct onderscheid (dus onderscheid dat rechtstreeks
samenhangt met een verboden grond, zoals ras of geslacht) staan de uitzonderingsgronden
limitatief in de wetgeving opgesomd.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 7 Janssen 2020. 7o /oa
ER 4-3
S— Zwaartebepaling
Als een algoritme een grondrecht raakt of dreigt te raken, betekent dat zeker niet
4-51 Hoe zwaar wordt een grondrecht geraakt door het algoritme? meteen dat een algoritme niet kan worden ingezet. Wel betekent het dat er extra
zorgvuldigheidseisen moeten worden gesteld voordat kan worden besloten om
het algoritme te ontwikkelen of in te zetten (zie punten 4-7 in het stappenplan).
Die zorgvuldigheidseisen hoeven niet altijd even streng te zijn. Daarbij kunnen
drie gradaties van benodigde zorgvuldigheid bij de besluitvorming worden
onderscheiden:'®
A. Zware aantasting, dus bijzondere zorgvuldigheid vereist (rood)
B. Middelzware aantasting, dus zorgvuldigheid vereist (geel)
C. Minder zware aantasting, dus geen bijzonder grote zorgvuldigheid vereist (groen)
De stappen 4-6 moeten voor alle grondrechtenaantastingen worden doorlopen.
Afhankelijk van de ‘kleur’ kunnen de eisen die worden gesteld bij die stappen
zwaar (rood), middel (geel) of licht (groen) zijn. Per stap zal dat hierna verder worden
uitgewerkt.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 18 Janssen 2020. 71 /oa
ER 4-3
S— Zwaartebepaling
Aanwijzingen en toelichting en hoe groter de zorgvuldigheidseisen moeten zijn. Hoe verder een grondrechteninbreuk van
De toe te kennen kleurcode (die de mate van zorgvuldigheid bepaalt waarmee moet worden de kern van het grondrecht vandaan ligt, hoe minder zwaar die inbreuk is, en hoe minder hoog
beoordeeld of aan de stappen q-7 is voldaan) is afhankelijk van twee hoofdfactoren: de zorgvuldigheidseisen hoeven te zijn.
î) _Welkaspect van de bij stap 1 geïdentificeerde grondrechten wordt geraakt?
ij) Is de verwachte aantasting van de grondrechten vergaand, beperkt of iets daartussenin? Zwaar: volledige lockdown waarbij mensen alleen
naar buiten mogen als dat strikt noodzake-
lijk is, gehandhaafd met
Deze twee factoren hangen nauw met elkaar samen en moeten altijd in onderlinge samenhang boetes
worden bekeken. Om dit te kunnen doen kan worden bekeken in hoeverre een concreet \ Middelzwaar: gedeeltelijke lockdown met boetes voor
\ overschrijding van bepaalde regels (bijv.
algoritme (of de toepassing daarvan) zal raken aan de kern van een grondrecht. Die kern GS Í samenscholingsverbod)
wordt bepaald aan de hand van de publieke waarde waarvan het grondrecht een concretisering Licht: beperkte vrijheidsbelemmerende
t.Dek d . hten is bii beeld gel ind d lijk L maatregelen die kunnen worden
vormt. De kern van de privacyrechten is bijvoorbeeld gelegen in de waarden van persoonlijke gehandhaafd, bijv. notitificatieplicht voor
autonomie, menselijke waardigheid, geestelijke en fysieke integriteit, en identiteit; de kern van evenementen
vrijheidsrechten is gelegen in persoonlijke autonomie, pluralisme en democratie. Uitgangspunt (Geen grondrechteninbreuk: alleen dringend advies om
… bepaald gedrag in openbare ruimte te vertonen (bijv.
kan zijn dat naarmate een algoritme (of toepassing daarvan) het moeilijker maakt om deze dragen van mondkapje)
waarden te verwezenlijken, er hogere eisen moeten worden gesteld aan de rechtvaardiging van de
grondrechtenbeperking.'?
Bij de discussie over deze stap moet per (voorgenomen) algoritme en per geïdentificeerd
Een (niet op algoritmen gericht) voorbeeld kan worden gezien in de maatregelen die genomen grondrecht zo’n figuur worden gemaakt, waarna de verwachte grondrechteninbreuk daarop
kunnen worden in het kader van bestrijding van de covid-19-pandemie. Aangenomen kan kan worden gepositioneerd. Het geven van een kleurcode vergt de nodige discussie. Er is
worden dat deze maatregelen inbreuk maken op een groot aantal grondrechtenclusters, namelijk geen objectief juist en eenduidig antwoord te geven op de vraag of een algoritme
maar kijkend naar het cluster van de ruimtelijke privacyrechten kan worden aangenomen dat een grondrecht meer in de kern of meer in de periferie raakt. Belangrijk is vooral dat er goed
volledige bewegingsvrijheid (z=autonomie om zelf te kiezen waar, hoe, met wie etc. je je buiten en open wordt nagedacht en gesproken over dit punt en dat op een navolgbare manier
beweegt) de kern vormt. Volledige verwezenlijking van die kern is het ijkpunt. Hoe moeilijker wordt uitgelegd waarom voor rood, oranje of groen is gekozen. Dit is belangrijk, omdat deze
het wordt om die kern te verwezenlijken, hoe zwaarder de grondrechteninbreuk zal zijn, kleurkeuze bepalend is voor de manier waarop de stappen 4-7 worden toegepast.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 19 Janssen 2020. 72 /oa
ER 44
S— Doelstellingen
Aanwijzingen en toelichting
4.4 Welke doelen worden met inzet van het algoritme nagestreefd? Het is nodig om te bepalen welke doelen met de inzet van een algoritme worden beoogd
Kijk hierbij naar uw antwoord op vraag 1.2 om onder stappen 5 en 6 van dit stappenplan te kunnen beoordelen of het algoritme een
goed middel is om deze doelen te kunnen bereiken en of het daarvoor noodzakelijk is (of
dat met een ander middel kan worden volstaan). Als bijvoorbeeld blijkt dat het helemaal
niet mogelijk is om bepaalde doelen met het algoritme te bereiken, maar met de inzet ervan
wel grondrechten worden geraakt, mag het instrument in principe niet worden ingezet.
Ook voor de uiteindelijk onder stap 7 te maken belangenafweging of kosten/batenanalyse
(ís het wenselijk om het algoritme in te zetten gelet op de doelen ervan, ongeacht het feit
dat er grondrechten worden aangetast?) is het belangrijk om helderheid te hebben over de
nagestreefde doelen.
In het kader van het IAMA zijn de doelen van de ontwikkeling of inzet van het algoritme al
gedefinieerd bij vraag 1.2, als nadere verfijning en concretisering van de publieke waarden
die met de inzet van het algoritme worden gediend. Deze doelen kunnen in dit deel van het
stappenplan worden ingevoegd.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 73/94
A 45
S Doeltreffendheid/effectiviteit/geschiktheid
Aanwijzingen en toelichting De verwachte mate van doelmatigheid en de mate waarin
4.5.1 Vormt het in te zetten algoritme een doeltreffend De vraag naar doeltreffendheid (of geschiktheid, of effectiviteit) bewijs kan worden verwacht voor deze inschatting kunnen
middel om de gestelde doelen te realiseren? is een empirische vraag, die uitgaat van ‘evidence based’-beleid worden bepaald door de hoogte van de zorgvuldigheidseisen,
Leg uit. en -regelgeving. Beantwoording ervan vergt een vooruitziende die bij stap 3 is weergegeven met de kleurcodes. Bij kleurcode
blik: er moet een realistische prognose worden gemaakt van rood (zware aantasting van een grondrecht) mag worden
wat de inzet van een algoritme concreet zal opleveren en verwacht dat veel rigoureuzer wordt onderzocht of het
welke verschillende consequenties die inzet zal hebben. Hoe algoritme wel echt tot realisering van de gestelde doelen zal
waarschijnlijk is het dat het algoritme daadwerkelijk tot een leiden dan bij code groen, en mag ook worden verlangd dat
kostenbesparing of efficiencyslag zal leiden, als ook rekening daar steviger bewijs voor wordt aangedragen. Bij kleurcode
wordt gehouden met de kosten van het ontwikkelen ervan oranje moeten wat extra eisen worden gesteld, maar hoeven
en het auditen achteraf? Hoeveel voordeel biedt het inzetten die niet zo streng te zijn als bij kleurcode rood.
van een algoritme als het gaat om het voorspellen van
risicocategorieën in het licht van de bestaande situatie (bijv.: Als er meer dan één doel is (wat meestal het geval zal zijn), kan
professionals maken een inschatting van het risico dat iemand onduidelijk zijn wat er moet gebeuren als een aantal van die
in de schulden terechtkomt tegenover de situatie waarin een doelen niet goed kunnen worden gehaald, maar andere juist
algoritme die inschatting maakt)? wel, Dat is mede afhankelijk van het relatieve belang van deze
doelen (zie stap 3 en de bij deel 1 van het IAMA vastgestelde
Technisch gezien gaat het bij geschiktheid bijvoorbeeld ook doelen) en van de zorgvuldigheidseisen die kunnen worden
om de vraag of een algoritme betrouwbaar en accuraat is (zie gesteld gelet op de kleurcode die bij stap 3 is toegekend.
vraag 2b.3): als er veel fout-positieven of fout-negatieven
worden verwacht, kan dat (zeker bij kleurcode rood (zie stap Als algemeen houvast kan gelden dat een algoritme potentieel
3)) zo problematisch zijn dat moet worden besloten dat het problematisch is als het niet heel doelmatig lijkt te zijn en een
algoritme niet kan worden ingezet of ontwikkeld. belangrijk grondrecht dreigt te worden geraakt (kleurcode rood of
oranje).
Een maatregel (met of zonder behulp van de inzet van een
algoritme) zal zelden 100% effectief kunnen zijn, dus dat kan
niet worden verwacht.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 7a/oa
Eh 4-6
<— Noodzakelijkheid/subsidiariteit
4.6.1 Is inzet van dit specifieke algoritrne noodzakelijk om dit doel te bereiken en zijn er Aanwijzingen en toelichting
geen andere of mitigerende maatregelen beschikbaar om dit te doen? Leg uit. Om beleidsdoelen te bereiken kunnen allerlei verschillende instrumenten worden ingezet,
waaronder algoritmen. Zelfs als er voor één specifiek instrument wordt gekozen, kan dat
vaak op verschillende manieren worden ingezet. Daarnaast kunnen er soms compenserende/
mitigerende maatregelen (zie bijlage) mogelijk blijken om de nadelen ervan te verzachten.
De te maken keuze tussen verschillende instrumenten staat centraal bij de vraag naar de
noodzakelijkheid en subsidiariteit van de keuze voor een specifiek instrument.
Concrete punten die in de discussie hierover aan de orde moeten worden gesteld zijn de volgende:
© Welke verschillende instrumenten kunnen worden ingezet om de gestelde doelen te
verwezenlijken, naast het voorgenomen algoritme?
O Zijn er niet-algoritmische instrumenten voorhanden?
© Isereen keuze uit verschillende soorten algoritmen of aanbieders daarvan?
Een aantal van deze vragen is ook al aan de orde gekomen bij vraag 1.1; de daar bereikte
conclusies kunnen ook bij de discussie over deze stap worden betrokken.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 75 /oa
Eh 4-6
S— Noodzakelijkheid/subsidiariteit
Aanwijzingen en toelichting Wanneer op basis van dit vereiste wordt gekozen voor inzet van een mitigerende maatregel
Als de verschillende mogelijkheden en instrumenten in kaart zijn gebracht, is de vraag of de wordt gekozen, moet voor het resultaat wel opnieuw het grondrechtenstappenplan worden
inzet van het algoritme de beste optie is, gelet op de grondrechteneffecten daarvan. In meer doorlopen. Vooral bij kleurcode rood (zie stap 3), maar ook bij code oranje moet bovendien
algemene zin geldt bij de keuze tussen alternatieven het uitgangspunt van de ‘best available worden nagegaan of de beschikbare alternatieven of de mitigerende maatregelen
techniques’”° Dit betekent dat die keuze moet worden gemaakt die zo goed mogelijk daadwerkelijk tot een minder vergaande grondrechtenaantasting leiden. Bij code groen
tegemoetkomt aan de randvoorwaarden en de grondrechten die op het spel staan. is de vrijheid groter en kan gemakkelijker worden gekozen tussen een de verschillende
mogelijkheden.
Wanneer technisch gezien preventieve, mitigerende of compenserende instrumenten of
maatregelen beschikbaar zijn waardoor het doel van de inzet van het algoritme nog wel De vraag kan rijzen wat de trade-off moet zijn als een alternatief iets minder effectief lijkt te zijn,
kan worden bereikt, maar grondrechten minder worden aangetast, is het wenselijk dat die maar wel het grondrecht minder lijkt aan te tasten. Hiervoor zijn er geen harde criteria beschikbaar
instrumenten worden ingezet. Dergelijke preventieve en mitigerende maatregelen kunnen ook _— hierover zal vooral een open discussie moeten worden gevoerd. Wel geldt dat wanneer
van regulerende aard zijn: bijv. eerst experimenteerruimte bieden en pas na uitgebreid testen sprake is van kleurcode rood of oranje, en er zijn twijfels over de noodzakelijkheid die niet
uitrollen; werken met horizonbepalingen en evaluatiemomenten; rapportageverplichtingen en kunnen worden weggenomen door mitigerende maatregelen, het algoritme in ieder geval
auditmogelijkheden inzetten; etc. moet worden gerapporteerd.
> In bijlage a bij het IAMA is een (niet-uitputtend) overzicht opgenomen van beschikbare preventieve
en mitigerende maatregelen.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 20 Hih Level Expert Group on Al 2019, par. 105; Janssen 2020. 76 /oq
ss Wu
<< Belangenafweging/proportionaliteit
4.71 Levert inzet van het algoritme een redelijk evenwicht op tussen de te realiseren Aanwijzingen en toelichting
doelen en de grondrechten die worden geraakt, en waarom is dat zo? Als een algoritme een geschikt en een noodzakelijk middel lijkt te zijn om de geformuleerde
doelen te verwezenlijken, is het nodig om altijd nog een laatste stap te zetten. Die heeft
te maken met het relatieve gewicht van het grondrecht dat op het spel gaat, tegenover het
relatieve gewicht van de maatschappelijke doelen die worden nagestreefd. Stel bijvoorbeeld
dat een algoritme een prima geschikt en ook noodzakelijk instrument is om de efficiëntie
van besluitvorming te verbeteren, maar er is wel een groot risico dat het instrument
maatschappelijke discriminatiepatronen bevestigt of versterkt. Is het dan redelijk om het
instrument toch in te zetten?
Het is niet mogelijk om harde en objectieve criteria te formuleren voor de gewichtsbepaling en
de afweging tussen de verschillende rechten, belangen, doelstellingen en publieke waarden.
Wel kan in algemene zin gelden dat hoe ernstiger de verwachte grondrechteninbreuk is, hoe
zwaarder de maatschappelijke doelen moeten wegen die daartegenover staan. Bijvoorbeeld: bij
kleurcode rood (zie stap 3) is de keuze voor een algoritme (hoe geschikt en noodzakelijk het
ook is om bepaalde doelen te bereiken?) alleen aanvaardbaar als die doelen zelf ook heel
zwaarwegend zijn. Het bepalen van het relatieve belang van de doelstellingen die bij stap 1 zijn
geïdentificeerd kan behulpzaam zijn om daarvan een inschatting te maken.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 77/94
Invulschema grondrechten
Onderstaand invulschema kan gebruikt worden ter aanvulling op of in plaats van de antwoorden gegeven in onderdeel q van het IAMA. De eerste rij van het invulschema
geeft de vragen weer die in onderdeel q van het IAMA ook gesteld zijn. Onder de rij met vragen zijn verschillende lege rijen, die per grondrecht ingevuld kunnen worden om
tot een helder overzicht te komen van de geraakte grondrechten en de gevolgen daarvan. In de toelichting op de volgende pagina is een voorbeeldcasus gegeven, waarin te
zien is hoe dit schema er ingevuld uit kan zien.
1. Grondrecht 2. Specifieke wetgeving en 3. Zwaartebepaling 4 Doelstellingen 5. Doeltreffendheid/geschiktheid/ | 6. Noodzakelijkheid/ 7.Afweging/
richtlijnen effectiviteit subsidiariteit proportionaliteit in strikte zin
Welk (aspect van) een Is er specifieke wetgeving van Welk aspect van het grondrecht | Welke doelen worden Is het inte zetten algoritmeeen | Is inzet van dit specifieke Zijn de doelen — alles bij elkaar
grondrecht wordt geraakt? toepassing op dit grondrecht? wordt geraakt en is de nagestreefd? doeltreffend/geschikt/effectief algoritme noodzakelijk, genomen — zwaarwegend
Zo ja, wordt daaraan voldaan? verwachte aantasting vergaand, middel om de gestelde doelen te | d.w.z. zijn er geen andere of genoeg om de aantasting van
Zie toelichting en bijlage (lijst beperkt of iets ertussenin? Zie antwoord op vraag 1.2. realiseren? mitigerende maatregelen het grondrecht te kunnen
grondrechten). Zie toelichting. Welke kleurcode hoort hierbij beschikbaar om dit te doen? rechtvaardigen?
(rood, oranje, groen)? Zie toelichting. Zie toelichting.
Zie toelichting en bijlage 2 (lijst Zie toelichting.
Zie toelichting. mitigerende maatregelen)
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 78 /oa
Invulschema grondrechten
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 79 /oa
© Invulschema grondrechten
Volledig fictief invulvoorbeeld: een voorspellend algoritme dat wordt ingezet om socialezekerheidsfraude te bestrijden. Natuurlijk kan dit schema pas worden ingevuld als
alle eerdere delen (deel 1-3) al volledig zijn behandeld en over alle gestelde vragen moet ook discussie plaatsvinden; onderstaande invulvoorbeelden zijn dus alleen bedoeld
om een beeld te geven van hoe het schema eruit kan komen te zien voor één specifiek in te zetten algoritme.
1. Grondrecht 2. Specifieke wetgeving en 3. Zwaartebepaling 4. Doelstellingen 5. Doeltreffendheid/geschiktheid/ | 6. Noodzakelijkheid/ 7.Afweging/
richtlijnen effectiviteit subsidiariteit proportionaliteit in strikte zin
Welk (aspect van) een Is er specifieke wetgeving van Welk aspect van het grondrecht | Welke doelen worden Is het inte zetten algoritmeeen | Is inzet van dit specifieke Zijn de doelen — alles bij elkaar
grondrecht wordt geraakt? toepassing op dit grondrecht? wordt geraakt en is de nagestreefd? doeltreffend/geschikt/effectief algoritme noodzakelijk, genomen — zwaarwegend
Zo ja, wordt daaraan voldaan? verwachte aantasting vergaand, middel om de gestelde doelen te | d.w.z. zijn er geen andere of genoeg om de aantasting van
Zie toelichting en bijlage 1 (lijst beperkt of iets ertussenin? Zie antwoord op vraag 1.2. realiseren? mitigerende maatregelen het grondrecht te kunnen
grondrechten). Zie toelichting. Welke kleurcode hoort hierbij beschikbaar om dit te doen? rechtvaardigen?
(rood, oranje, groen)? Zie toelichting. Zie toelichting.
Zie toelichting en bijlage 2 (lijst Zie toelichting
Zie toelichting. mitigerende maatregelen)
Recht op toegang tot gegevens Ja, AGV — DPIA nodig Zie DPIA Zie DPIA Zie DPIA Zie DPIA Zie DPIA
Verbod van indirect onderscheid | Ja, Algemene wet gelijke Algoritme zal ertoe leiden dat Importeren vanuit vraag 1.2: Ja, want … Ja, want … maar alleen als Nee: zelfs als mitigerende
op grond van nationale afkomst | behandeling — dus check nodig bepaalde groepen mensen fraudebestrijding; goede de volgende mitigerende maatregelen worden getroffen,
of aan de eisen uit deze wet is sneller gecontroleerd worden inzet van overheidsmiddelen; maatregelen worden getroffen … | blijft het nadeel dat een
voldaan. Uitkomst check: … op fraude; dit kan sterk efficiency. beschermde groep indirect erg
stigmatiserend werken en het zwaar en stigmatiserend kan
gaat om een ‘verdachte’ grond worden getroffen door deze
van onderscheid, dus dit is een maatregel (code rood). Deze
vergaande aantasting met code effecten zijn zo problematisch
rood. dat de baten van de inzet van
het algoritme er niet tegen
opwegen.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 80/94
‚> Invu schema grondrechten
SZ
Recht op een effectief Ja, Algemene wet bestuursrecht | De algoritmische Importeren vanuit vraag 1.2: Ja, want de besluitvormings- Ja, extra aandacht wordt Ja, want het is belangrijk om …
rechtsmiddel — dus check nodig of aan de besluitvormingspro-cedure fraudebestrijding; goede procedure is zo ingericht namelijk besteed aan
eisen uit deze wet is voldaan. wordt zo ingericht dat inzet van overheidsmiddelen; dat aan alle Awb-eisen voor uitlegbaarheid voor en
Uitkomst check: … rechtsbescherming openstaat efficiency. rechtsbescherming is voldaan, communicatie naar de volgende
voor de burger die door een namelijk … groepen: …
besluit wordt geraakt en er
wordt voorzien in voldoende
transparantie, uitlegbaarheid
etc. De rechtsbescherming wordt
dus niet vergaand beperkt.
Wel blijkt dat mensen het bij
algoritmische besluitvorming
vaak moeilijker vinden om te
weten waar ze precies tegen
moeten opkomen, dus er
kan wel enig effect zijn op
de rechtsbescherming. Alles
bekijkende is de inbreuk relatief
gering, dus code groen.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 81/04
BIJLAGE 1- GRONDRECHTENCLUSTERS
Inleiding
In deze bijlage wordt ten behoeve van stap 1 van het stappenplan grondrechten een nadere Een nadere toelichting op veruit de meeste in dit overzicht genoemde grondrechten, met
typologie gemaakt van de verschillende onderscheiden categorieën van grondrechten: nadere verwijzing naar rechtspraak en literatuur, is te vinden in Gerards e.a. 2020. Kortere
1. Aan de persoon gerelateerde grondrechten overzichten, die vooral ook zijn gericht op de vraag hoe algoritmes deze grondrechten kunnen
2. Vrijheidsrechten raken, zijn te vinden bij Vetzo, Gerards & Nehmelman 2018 en bij Gerards 2019. Daarnaast
3. Gelijkheidsrechten kan meer informatie over deze materie worden gevonden in hoofdstuk 3 (“Controleren van
4. Procedurele rechten betrouwbare Al”) van de Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare Kunstmatige Intelligentie (High
Level Expert Group on Al, 2019).
Voor ieder cluster wordt hierna steeds eerst een korte samenvatting gegeven van de relevante
kernwaarden; die kern kan van belang zijn bij het beantwoorden van de vraag hoe zwaar een Van belang is dat de genoemde grondrechten zelden ‘absoluut’ zijn. In de meeste gevallen
bepaald grondrecht wordt geraakt (stap 2 van het stappenplan grondrechten). Daarbij wordt is het mogelijk om redelijke beperkingen te stellen of de uitoefening van grondrechten te
ook een aantal voorbeelden gegeven van grondrechten die nauw met deze kernwaarden reguleren. Om te beoordelen of dat het geval is, moeten de stappen 2-7 van het stappenplan
samenhangen. grondrechten (deel a van het IAMA) worden doorlopen
Deze samenvatting wordt gevolgd door een schematische weergave van de diverse
grondrechten die binnen een bepaald cluster thuishoren. Daarbij wordt in de linkerkolom een
samenhangend cluster van grondrechten weergegeven; in de rechterkolom worden voor dit
cluster voorbeelden gegeven van het soort grondrechten dat ertoe kan worden gerekend.
Deze lijsten van clusters Kunnen systematisch worden nagelopen als onderdeel van het IAMA,
waarbij het de bedoeling is om bij stap 1 van het grondrechtenstappenplan te identificeren
welke verschillende grondrechten door het algoritme kunnen worden geraakt.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 82/04
1. AAN DE PERSOON GERELATEERDE RECHTEN
Inleiding
De brede categorie van de aan persoon gerelateerde rechten is nauw verbonden met Onder de brede categorie van de aan de persoon gerelateerde rechten kan verder een aantal
verschillende kernwaarden, in het bijzonder met de menselijke waardigheid, de persoonlijke rechten worden gebracht die kunnen worden gezien als voorwaardenscheppend voor de
autonomie, de fysieke en geestelijke integriteit en de eigen en de sociale identiteit. Heel kort uitoefening van de genoemde kernwaarden. Het ultierne voorbeeld is het recht op leven: als
en grof samengevat houden die kernwaarden in dat moet worden gerespecteerd dat mensen dit recht niet effectief wordt beschermd, is het op geen enkele manier mogelijk om een van
zijn wie ze (willen) zijn, omdat ze allemaal als mens hun eigen waarde hebben. Ook moeten de andere genoemde rechten te kunnen uitoefenen en om waarden als die van menselijke
mensen (uiteraard binnen redelijke grenzen) de mogelijkheid hebben om zichzelf te ontplooien waardigheid of autonomie te kunnen verwezenlijken.
en hun eigen keuzes te maken.
Belangrijke voorwaardenscheppende grondrechten zijn tot slot ‘sociale’ of economische
Het gaat bij deze waarden allereerst om ‘interne’ aspecten van het mens-zijn en van de grondrechten zoals het recht op water en voedsel, het recht op goede arbeidsomstandigheden,
eigen persoonlijkheid, die moeten worden beschermd tegen inmenging en bemoeienis door het recht op een bestaansmininrnum, het recht op een toegankelijke gezondheidszorg en
anderen. Typische voorbeelden van rechten die nauw met deze kernwaarden samenhangen het recht op een gezonde leefomgeving. Als dergelijke grondrechten onvoldoende worden
zijn het recht op respect voor de persoonlijke leefomgeving (zoals de eigen woning), het recht gerespecteerd en beschermd, is het immers niet mogelijk (of in ieder geval minder gemakkelijk)
op bescherming van persoonsgegevens, rechten die te maken hebben met lichamelijke en om een menswaardig leven te kunnen leiden waarbinnen autonome keuzes mogelijk zijn.
geestelijke integriteit, de bescherming van eer en goede naam en de gewetensvrijheid.
Minstens zo belangrijk zijn meer externe en op sociale identiteit gericht aspecten van de
persoonlijke levenssfeer en de individuele autonomie, die gaan over de interactie met anderen.
Mensen kunnen vaak pas zichzelf zijn en zichzelf ontwikkelen als ze relaties kunnen aangaan
en onderhouden. Concrete uitwerkingen van deze grondwaarde zijn het recht op respect voor
het gezinsleven, het recht om te huwen, en in meer algemene zin het recht om relaties met de
buitenwereld aan te gaan, zowel in het privéleven als in de werksfeer.
2 Vetzo, Gerards & Nehmelman 2018, p. 53 ev; Koops e.a. 2017.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 3 Nickel 2007. 83/94
CE
Persoonlijke identiteit / - Recht op zelfontplooiing
persoonlijkheidsrechten / -_ Vrijheid om het eigen gedrag te bepalen
persoonlijke autonomie -_ Vrijheid om eigen uiterlijk vorm te geven
-_ Vrije beroepskeuze, onderwijskeuze, opleidingskeuze etc.
- Respect voor de eigen identiteit (genderidentiteit / seksuele identiteit etc.)
-__Reproductieve rechten
-__Recht op kennis van de eigen afstamming
-__Naamrechten
-__Contractvrijheid
Sociale identiteit / relationele privacyrechten/ relationele - Recht op respect voor familierelaties / gezinsleven
autonomie -_ Recht om te huwen
-__ Recht op gezinsvorming
- Recht om seksuele relaties aan te gaan
-__Recht om professionele/zakelijke relaties aan te gaan
- Rechtop toegang tot de arbeid/professie
- Recht op toegang tot een land / verblijfsrechten
- Recht op onderwijs
Lichamelijke en geestelijke integriteit -__Gewetensvrijheid / vrijheid van gedachte
- Rechtop leven
- Verbod van foltering / onmenselijke of vernederende behandeling en bestraffing
-_ Verbod van refoulement
-_ Verbod op fouilleren: lijfsvisitatie
-_Toestemmingsvereiste bij medische behandeling en onderzoek
- Rechtop toegang tot de gezondheidszorg
- Respect voor handelingsbekwaamheid
-__Recht op vrijwillige levensbeëindiging
- Recht op abortus
- Verbod op (moderne) slavernij/dienstbaarheid/gedwongen arbeid/mensenhandel/uitbuiting
Gegevensbescherming/ informationele privacyrechten - Bescherming tegen ongeautoriseerde/onzorgvuldige gegevensverwerking
- Rechtop toegang tot gegevens
- Recht op correctie van gegevens
-__ Recht op vergetelheid
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 84/94
Communicatierechten - Briefgeheim
- Bescherming tegen afluisteren/aftappen/interceptie
- Verbod op ongeautoriseerde doorgifte van communicatiegegevens
-_Vertrouwelijkheid communicatie met advocaat, arts etc.
Ruimtelijke privacyrechten - __Bewegingsvrijheid
- _Habeas-corpusrechten (verbod van vrijheidsbeneming, huisarrest etc.)
-_ Vrije woonplaatskeuze
-_Vrijverkeersrechten (EU-recht)
- Recht om het land te verlaten
- Verbod op ongeautoriseerd volgen van personen (GPS-tracker)
- Verbod op ongeautoriseerd cameratoezicht
Eigendomsgebonden privacyrechten -_ Huisrecht (bescherming tegen invallen/doorzoekingen)
-_ Vrije beschikking over eigendom
- Bescherming tegen onteigening
- Bescherming tegen doorzoeking kleding/tassen/laptop/computer etc.
-_Intellectueel-eigendomsrechten
Reputatierechten - Verbod van strafbare belediging / smaad / laster
- Bescherming van eer en goede naam
Gezonde leefomgeving -__Recht op duurzame ontwikkeling
-_Recht op milieubescherming
- Bescherming tegen uitstoot van schadelijke stoffen
- Recht op toegang tot schoon drinkwater
- Recht op toegang tot sanitatie (riolering)
- Recht op toegang tot energie
Sociale en economische rechten -_Recht op een minimum bestaansniveau
- Recht op sociale zekerheid en bijstand
- Toegang tot onderwijs
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 85/04
2. VRIJHEIDSRECHTEN
Inleiding
Vrijheidsrechten hebben een sterke relatie met de hierboven benoemde kernwaarden van De genoemde kernwaarden - waardigheid, autonomie, integriteit en identiteit - zijn niet de
waardigheid, autonomie, identiteit en integriteit. Zij betreffen echter sterker het externe enige die ten grondslag liggen aan de vrijheidsrechten. De vrije uitwisseling van standpunten
aspect: zij zien erop dat individuen onbelemmerd uitdrukking kunnen geven aan hun eigen en ideeën, de toegang tot informatie, een ruime verenigingsvrijheid, de mogelijkheid
identiteit. * Zo zorgt de vrijheid van meningsuiting ervoor dat mensen hun eigen opvattingen om ongehinderd een stem te kunnen uitbrengen op een bepaalde kandidaat tijdens de
of gevoelens kunnen delen met anderen, terwijl de godsdienstvrijheid ruimte laat om een verkiezingen, de mogelijkheid om petities te kunnen indienen: dat alles is ook essentieel om
bepaalde geloofsovertuiging (of juist het ontbreken daarvan) actief te belijden en uitte dragen. een democratische rechtsstaat goed te laten functioneren en om ruimte te laten voor debat
De verenigingsvrijheid laat toe dat mensen samenkomen met gelijkgestemden, terwijl de en de confrontatie van verschillende opvattingen en ideeën. Vrijheidsrechten houden dus ook
demonstratievrijheid betrekking heeft op het op bepaalde manieren kenbaar maken van verband met kernwaarden als rechtsstatelijkheid, pluralisme en democratie.
bepaalde opvattingen aan de buitenwereld, bijvoorbeeld via een mars of een fluitconcert.
De bewegingsvrijheid en het ‘habeas corpus’-recht maken het mogelijk om zich ongehinderd
te verplaatsen. Het kiesrecht maakt het mogelijk dat mensen vrij kunnen kiezen wie hen zal
vertegenwoordigen bij het maken van wetgeving en beleid. Enzovoort.
4 Vetzo, Gerards & Nehmelman 2018.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 5 Zie ook vetzo, Gerards & Nehmelman 2018. 86/94
EE
Uitingsvrijheid -__Persvrijheid/journalistieke vrijheid
-_ Artistieke vrijheid
-_ Vrijheid van wetenschap/academische vrijheid
-_ Vrijheid tot keuze van uitingsmiddel (mondeling/schriftelijk etc.)
-_Klokkenluiden
-_ Journalistieke bronbescherming/verschoningsrecht
Vrijheid om informatie te ontvangen - Passieve informatievergaring (recht op toegang tot aangeboden, bestaande informatie)
-_ Actieve informatievergaring (recht op toegang tot overheidsinformatie / openbaarheid van bestuur)
-__ Plicht tot voorzien in pluriforme informatie
- Recht op vrije toegang tot het internet
Godsdienstvrijheid -_ Vrijheid om een religie te hebben of niet te hebben
- Religieuze uitingsvrijheid (symbolen, rituelen)
-_ Vrijheid om samen te komen met andere gelovigen
-_ Vrijheden van kerkgenootschappen/religieuze gemeenschappen
- Scheiding staat en religie (religieuze neutraliteit van de staat)
-__Respect voor religieuze/filosofische overtuigingen in het onderwijs
Demonstratievrijheid -_ Vrijheid van vergadering
-__Samenkomsten, protestmarsen etc.
- Vrije keuze onderwerp, tijd, plaats en middelen
- Bescherming tegen ‘hostile audiences’
Verenigingsvrijheid -_ Vrijheid om al dan niet lid te zijn van een vereniging
-_ Interne verenigingsvrijheid (eigen keuze leden, activiteiten)
-_ Vrijheid van politieke partijen
-__ Vakbondsvrijheid
- Collectieve actierechten
-_Stakingsrecht
Politieke rechten/vrijheden -__Recht op periodieke organisatie van vrije en geheime verkiezingen
- Actief en passief kiesrecht
-__Petitierecht
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 87/94
3. GELIJKHEIDSRECHTEN worden betrokken, kan het gevolg bovendien zijn dat die mensen in feite alsnog worden
buitengesloten.
Inleiding
Het recht op gelijke behandeling dient allereerst een aantal belangrijke rechtsstatelijke Het recht op ‘gelijke behandeling’ en non-discriminatie impliceert dus vooral een ‘faire’
waarden, namelijk die van rechtsgelijkheid, rechtszekerheid, en bescherming tegen willekeur behandeling die is gebaseerd op objectieve, zoveel mogelijk rationele gronden, waarbij
in het overheidshandelen. ledereen wordt geacht voor de wet gelijk te zijn en als een rekening wordt gehouden met de waarden van gelijkwaardigheid, inclusiviteit en
wettelijke regeling op een bepaalde groep van toepassing is, moet die wet ook in de uitvoering toegankelijkheid. Is eenmaal de keuze gemaakt om bepaalde gevallen of personen op een
daadwerkelijk op al die gevallen worden toegepast. Dat voorkomt dat uitvoeringsambtenaren bepaalde, gelijkwaardige manier te behandelen, dan geldt vervolgens het vereiste van
naar eigen inzicht van de wet afwijken en bevordert bovendien de voorspelbaarheid van de gelijkheid voor de wet.
toepassing van die wet.
Tot slot is van belang om te benoemen dat codificaties van het gelijkheidsbeginsel er meestal
Een tweede kernwaarde die ten grondslag ligt aan de gelijkheidsrechten is de waarde van van uitgaan dat een nadelige behandeling die is ingegeven door bepaalde, expliciet benoemde
gelijkwaardigheid.® De behoeften, kwaliteiten, wensen of talenten van ieder mens zijn anders, persoonskenmerken (beschermde persoonskenmerken’) in beginsel niet toelaatbaar is.
maar die verschillen mogen niet maken dat sommige mensen of groepen van mensen als Reden daarvoor is dat besluiten die op die persoonskenmerken zijn gebaseerd meestal niet
‘minderwaardig’ worden behandeld. ledereen heeft het recht om op gelijke voet aan de zijn ingegeven door objectieve, neutrale overwegingen, maar samenhangen met bias of met
samenleving, de economie en de arbeidsmarkt deel te nemen (de waarde van inclusiviteit) en onjuiste of al te brede stereotypen of vooroordelen. Ook kunnen dergelijke besluiten een
het is niet aanvaardbaar om groepen of personen zonder goede reden uit te sluiten van de uitvloeisel zijn van diepgewortelde patronen van systematische achterstelling en discriminatie
toegang tot belangrijke maatschappelijke goederen (de waarde van toegankelijkheid). Op dit van bepaalde groepen.
punt bestaat er een nauwe relatie met de hiervoor genoemde kernwaarden van menselijke
waardigheid, autonomie, identiteit en integriteit. Het ontbreken van gelijkwaardige en Een besluit dat (direct of indirect) op een beschermd persoonskenmerken is gebaseerd is
inclusieve toegang tot belangrijke voorzieningen maakt het immers moeilijk om aan die daarmee ‘verdacht’, wat betekent dat het alleen toelaatbaar is als overtuigend aannemelijk kan
kernwaarden tegemoet te komen. worden gemaakt dat er goede en objectieve redenen voor het besluit bestaan. Veelgenoemde
beschermde persoonskenmerken zijn ras, nationaliteit, etniciteit, geslacht/gender, seksuele
De noties van gelijkheid voor de wet, gelijkwaardigheid, inclusiviteit en toegankelijkheid geaardheid of gerichtheid, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, geboorte
betekenen niet dat mensen altijd volledig gelijk moeten worden behandeld. Er kunnen (wettig/onwettig/geadopteerd…), burgerlijke staat, handicap, chronische ziekte en leeftijd.
goede redenen zijn om rekening te houden met de verschillen tussen mensen of de Deze lijst is zeker niet uitputtend; verschillende codificaties bevatten verschillende overzichten.
situaties waarin ze zich bevinden. Ongelijke behandeling kan zelfs ‘eerlijker’ zijn dan gelijke Bovendien kan de lijst in de loop van de tijd worden aangevuld als het inzicht groeit dat ook
behandeling als daarmee beter tegemoet wordt gekomen aan de individuele wensen, andere groepen beschermd moeten worden tegen achterstelling en benadeling.
behoeften of capaciteiten. Als de verschillen tussen mensen niet terdege in besluitvorming
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes ee 88/94
Gelijkheid voor de wet - Gelijke toepassing van algemene wetgeving op iedereen die onder haar bereik valt
- Verbod van willekeur
-__Consistentievereiste
- __Rechtszekerheidsbeginsel
Verbod van direct onderscheid op bepaalde gronden - Beslissingen of regels mogen niet in doorslaggevende mate zijn ingegeven door of gebaseerd op beschermde
persoonskenmerken
Verbod van indirect onderscheid op bepaalde gronden - Beslissingen of regels mogen niet disproportioneel benadelend uitpakken voor personen die behoren tot groepen met
beschermde persoonskenmerken
Verbod van discriminatoir gemotiveerd handelen - Verbod van racistisch/xenofoob etc. gemotiveerd handelen (bijv. geweldpleging)
- Verbod van het geven van opdracht tot discriminatie
Rechtop materieel onderscheid / maatwerk -__ Plicht om rekening te houden met verschillen tussen mensen en groepen
Rechtop redelijke accommodatie / positieve actie -__Recht op voorzieningen voor mensen met een handicap die hen in staat stellen gelijkwaardig in de samenleving te
participeren
-_Recht op compenserende maatregelen voor in het verleden ontstane structurele maatschappelijke ongelijkheid
Verbod van profilering - Verbod van het creëren van categorieën of profielen op basis van beschermde persoonskenmerken, die vervolgens de basis
vormen voor besluitvorming of beleid
Verbod van segregatie - Verbod van ruimtelijke of andere vormen van scheiding van groepen die daarbij wel een vergelijkbare behandeling krijgen
6 Gerards 2019a.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 7 val. Altman 2015. 89/94
4. PROCEDURELE RECHTEN
Inleiding
Procedurele grondrechten, zoals het recht op een effectief rechtsmiddel en het recht op een Van oudsher wordt aangenomen dat de procedurele rechten met name betekenis hebben voor
eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter, zijn wezenlijk om geschillen op de zogenaamde ‘contentieuze fase’, dus de fase waarin een besluit is genomen en iemand
een effectieve en objectieve manier te kunnen oplossen en om rechtsherstel te kunnen bieden daarover wil klagen, of de fase waarin er een geschil is ontstaan tussen twee civiele partijen.
bij aantasting van individuele belangen. Daarnaast zijn deze rechten essentieel bij de controle In toenemende mate is echter aanvaard dat procedurele rechten en waarborgen ook al in
op de uitoefening van wetgevende en uitvoerende bevoegdheden door de overheid. Zeker als de ‘precontentieuze’ of besluitvormingsfase moeten worden geboden.” In het bijzonder is
grondrechten zijn aangetast, is het belangrijk dat een objectieve derde dit kan vaststellen en er een tendens om bepaalde algemene beginselen van behoorlijk bestuur te beschouwen
dat deze eventueel een besluit kan vernietigen of een wettelijke regeling buiten toepassing kan als grondrechten; in het EU-Grondrechtenhandvest is een recht op behoorlijk bestuur zelfs
verklaren. expliciet gecodificeerd. Dit betekent dat ook bijvoorbeeld beginselen van transparantie,
motivering en zorgvuldigheid van besluitvorming kunnen worden beschouwd als procedurele
Dit betekent dat procedurele grondrechten deels instrumenteel van aard zijn, in die zin dat ze grondrechten. Dit is voor algoritmes uiteraard van bijzonder belang, nu kwesties rondom
helpen om de hiervoor besproken, meer materiële grondrechten te realiseren. Tegelijkertijd uitlegbaarheid en kenbaarheid van algoritmische besluitvormingsprocessen daarbij regelmatig
kan worden aangenomen dat procedurele grondrechten ook intrinsiek bepaalde kernwaarden spelen. In dit JAMA hebben wij dergelijke beginselen een aparte plaats toegekend in deel 1.
representeren, in het bijzonder waarden als eerlijkheid, openheid, evenwichtigheid, Dit betekent dat bij het doorlopen van het stappenplan vooral de ‘klassieke’ procedurele
objectiviteit en procedurele rechtvaardigheid. rechten voor de contentieuze fase van belang zijn, al is het altijd waardevol om daarnaast na
te gaan of bij inzet van een algoritme het recht op behoorlijk bestuur voldoende kan worden
Om deze kernwaarden te kunnen verwezenlijken is het uiteraard nodig dat er toegang is tot een verzekerd.
effectief rechtsmiddel; dat kan een rechter zijn, maar in voorkomende gevallen ook een ander
onafhankelijk instituut, zoals een toezichthouder of een mensenrechteninstituut. Als toegang
tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter wordt geboden, moet de procedure voor deze
rechter aan een heel aantal eisen voldoen, variërend van berechting binnen redelijke termijn
tot ‘equality of arms’. Een aantal van deze eisen en waarborgen geldt daarbij specifiek voor
strafrechtelijke procedures, zoals de onschuldpresumptie of het verbod van terugwerkende
kracht van strafwetgeving. Elementen daarvan kunnen in voorkomende gevallen echter
ook een rol spelen in andere procedures, zeker waar het bijvoorbeeld gaat om (reparatoire)
handhavingsmechanismen.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 8 Nader Julicher 2019 go /oa
EE
Rechtop behoorlijk bestuur (precontentieuze fase) -__Recht op transparantie en informatievoorziening
-_Participatie- en verdedigingsrechten (bijv. hoorrechten)
- Recht op zorgvuldige besluitvorming
-__ Motiveringsplichten
- Verbod van willekeur
-_ Verbod van abus/détournement de pouvoir
Rechtop een effectief rechtsmiddel en toegang tot de rechter - Bevoegdheid tot bieden van effectief rechtsherstel
(contentieuze fase) - Recht op toegang tot een overheidsrechter
-__Recht op inhoudelijke behandeling
-_ ‘Full jurisdiction’ (gehele zaak moet kunnen worden beoordeeld)
- lus de non evocandi (recht om niet te worden afgehouden van de rechter die iemand in een bepaald geschil toekomt)
- Verbod van hoge drempels (griffierecht, bijstand door advocaat, immuniteiten, termijnen)
- Recht op gefinancierde rechtsbijstand
- Recht op effectieve tenuitvoerlegging rechterlijke uitspraak
Recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechter -_ Persoonlijke onafhankelijkheid (bijv. ambtsduur)
-__ Zakelijke/functionele afhankelijkheid (bescherming tegen druk van buitenaf)
-_ Institutionele onafhankelijkheid
- _Subjectieve onpartijdigheid (geen betrokkenheid bij een van de partijen)
- Objectieve onpartijdigheid (geen legitieme twijfel mogelijk over onbevooroordeelde beoordeling)
Rechtop beoordeling binnen redelijke termijn -__Gehele procedure (inclusief voorprocedure) mag niet te lang duren
-__Recht op mogelijkheden tot versnelling van de procedure
-__Recht op compensatie bij te lange duur van procedure
Rechtop een eerlijk proces - Procedure op tegenspraak
- Equality of arms (voorbereidingstijd, toegang tot dossiers/documenten)
-__Hooren wederhoor
-__Evenwichtige en faire bewijsregels
-___Motiveringsplicht voor rechter
- Gelijke mogelijkheden tot horen getuigen / deskundigen
-__ Openbaarheid zitting/vonnis
-__Rechtszekerheid
-_Verschoningsrechten
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 91 /oa
Rechtop een eerlijk proces: strafrechtelijke waarborgen -_ Onschuldpresumptie
-_Zwijgrecht/recht om niet mee te werken
-_Uitlokverbod
-_Ne bis in idem
-__Recht op bijstand door een advocaat
- Recht op bijstand door een tolk
Strafrechtelijk legaliteitsvereiste (geen straf zonder wet) - Verbod op terugwerkende kracht van strafwetgeving
-__ Lex mitior-beginsel
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes ga /oa
BIJLAGE 2- PREVENTIEVE EN MITIGERENDE MAATREGELEN Regulerings- en bestuurlijke instrumenten die de impact van algoritmes op grondrechten kunnen
verminderen
Inleiding * Werken op basis van een experiment of proeftuin met een beperkte dataset en beperkte
…. . …. . . Hi Ì * Ì Ì 16
In het bijzonder in het stappenplan grondrechten (stap 6: noodzakelijkheid) is aangegeven toegankelijkheid; pas na uitgebreid testen verbreden.
dat het nodig kan zijn om te zoeken naar maatregelen om de (mogelijke) nadelige effecten “_ Horizonbepalingen en evaluatiemomenten opnemen in de regeling op grond waarvan het
. Í i 17
op grondrechten te voorkomen (preventieve maatregelen of in ieder geval te verzachten algoritme kan worden ingezet.
(mitigerende maatregelen) * Verplichtingen tot rapportage en reguliere audits opnemen om regelmatig te kunnen
controleren wat de effecten van het algoritme zijn en hoe het uitwerkt op grondrechten.
Op basis van de bestaande instrumenten en handreikingen (zie daarvoor delen 1-q van het “_Ontoelaatbaar achten van of moratorium zetten op een bepaalde inzet van algoritmes.'*
. .. .. . Ï Ì 19
IAMA) kan daarbij worden gedacht aan een reeks van mogelijkheden. Deze mogelijkheden Formuleren van plafonds voor inzet van bepaalde algoritmes.
zijn hieronder opgesomd (NB: mitigerende maatregelen op het terrein van verwerking en * Inzet van gedragscodes, professionele standaarden of ethische codes voor actoren die een
. …. . . . …. …. Ì 20
bescherming van persoonsgegevens zijn hierin niet meegenomen, omdat zij bij een DPIA aan algoritme zullen hanteren.
de orde kunnen komen). Nadere uitwerking is steeds te vinden in het instrument waarnaar “_ Ontwikkelen van een variant op de hippocratische eed voor ontwikkelaars en toepassers
wordt verwezen en/of in de wetenschappelijke literatuur van algoritmen (mits begeleidt door onderwijs of training omtrent data ethiek)”
* _ Onderwijs of training omtrent data-ethisch bewustzijn.”
Maatregelen om problemen bij de ontwikkeling en inzet van het algoritme te voorkomen * Normalisatie, accreditatie en certificering van algoritmes op basis van hun voldoen aan de
. , . . . . Î Î „23
* _ Verminderen van risico’s van bias in data door instance class modification, instance eisen voor verantwoorde algoritmes
selection of instance weighing * Inzetten van checklists bij het nemen van besluiten op basis van de output van een
. . . Î 24
* _ Zichtbaar maken van de invloed van beschermde persoonskenmerken op de werking van algoritme.
het algoritme door middel van instrumenten van o.m. ‘gender tagging’. ° * __ Aanbieden van inspraakmogelijkheden voor getroffen of betrokken burgers.
Creëren van ‘fairness aware’ algoritmen.” * _ Ontwikkelen van een exitstrategie om gebruik van het algoritme stop te zetten in het geval
* Inzet van in-processing of post-processing methodes van ‘bias mitigation’? dit niet langer wenselijk blijkt,
* _ Inzet van mechanismen voor ‘ethics by design’, ‘equality by design’, ‘security by design’
13 10 Kleinberg e.a. 2019; Khademi e.a. 2019 « 11 Castelluccia & Métayer 2019 | 12 TILT 2020, p. 47-48 \ 13 High Level Expert Group on Al
etc.
T lid za 2019, par. 98 « 14 High Level Expert Group on Al 2019, par. 100-101; Ministerie JenV 2020 | 15 Ministerie JenV 2020 | 16 Janssen 2020; vgl.
' esten en valideren. Ministerie JenV 2020 | 17 Janssen 2020 | 18 Janssen 2020 | 19 Janssen 2020 | 20 High Level Expert Group on Al 2019, par. 105; Janssen
* Inzet van mechanismen om de transparantie en uitlegbaarheid van algoritmes te 2020 | 21 Gerards & Xenidis 2021 | 22 Gerards & Xenidis 2021 \ 23 High Level Expert Group on Al 2019, par. 106-107; Gerards & Xenidis
bevorderen, zoals een ‘crystal box’ of getrapte transparanties 2021 | 24 High Level Expert Group on Al, 2019, par. 117-118 « 25 Vgl. Meijer, Schäfer & Branderhorst 2013; Meijer en Grimmelikhuijsen
2020.
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 93/94
LITERATUUR
Alexy, R. (2002), A Theory of Constitutional Rights, Transl. J. Rivers, Oxford: OUP 2002 Gerards, J.H. & Xenidis, R. (2021), Algorithmic Discrimination in Europe: Challenges and
Opportunities for Equality and Non-Discrimination Law (European Equality Law Network/
Altman, A. (2015), ‘Discrimination’, in: E‚N. Zalta (red), The Stanford Encyclopedia of Philosophy, European Commission, 2020 (forthcoming))
interneteditie 2015, via http://plato.stanford.edu/archives/fall2zo15/entries/discrimination/
Den Houdijker, F.M.J. (2012), Afweging van grondrechten in een veellagig rechtssysteem.
Auditdienst Rijk (2021), Toetsingskader Algemene Rekenkamer, 2021 De toepassing van het proportionaliteitsbeginsel in strikte zin door het EHRM en het HvJ EU,
Nijmegen: WLP 2012
Castelluccia, C. & Le Métayer, D. (2019), Understanding algorithmic decision-making: Opportunities
and challenges, Report for the Panel for the Future of Science and Technology (STOA) of the Janssen, H.L. (2020), ‘An approach for a fundamental rights impact assessment to automated
European Parliament, 2019 decision-making’, 10 International Data Privacy Law (2020) (1) p. 76-106
Eubanks, V. (2018), Automating Inequality: How High-Tech Tools Profile, Police, Julicher, M. (2019), ‘Hoe behoorlijk is de Grondwet?’, Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht
and Punish the Poor, Macmillan 2018 2019/44, P. 441-449
Gerards, J.H. (2002), Rechterlijke toetsing aan het gelijkheidsbeginsel. Een rechtsvergelijkend High Level Expert Group on Al (2019), Ethische Richtsnoeren voor betrouwbare Kunstmatige
onderzoek naar een algemeen toetsingsmodel, Den Haag: Sdu 2002 Intelligentie, Brussel: Europese Commissie 2020
Gerards, J.H. (2018), ‘Core rights and the interaction of normative and analytical elements in Khademi, A e.a. (2019), ‘Fairness in Algorithmic Decision Making: An Excursion Through the Lens
human rights scholarship’, in: M. Schein-in (ed), Methods of Human Rights Research (working _ of Causality’, via https://arxiv.org/pdf/1903.11719.pdf
title), forthcoming, working paper version available via https://ssrn.com/abstract=3333627 Or
http://dx.doi.org/10.2139/ssrn.3333627 Kleinberg, J e.a. (2019), ‘Discrimination in the Age of Algorithms’, via https://arxiv.org/
abs/1902.03731
Gerards, J.H. (2019a), Grondrechten in de platformeconomie, Preadvies Vereniging voor
Burgerlijk Recht (VBR) 2019, Uitgeverij Paris 2019, p. 95-197 Koops, B.J. e.a. (2017), ‘A Typology of Privacy’, 38 University of Pennsylvania International Law
Review 2017 (2), p. 483-575
Gerards, J.H. (2o19b), General Principles of the European Convention on Human Rights,
Cambridge, CUP: 2019
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 94/94
Kulk, S., Deursen, S. van e.a. (2020), Juridische aspecten van algoritmen die besluiten nemen. Vetzo, M., Gerards, J.H. & Nehmelman, R. (2018), Algoritmes en grondrechten, Den Haag: Boom
Een verkennend onderzoek, Den Haag: Boom 2020 juridische uitgevers 2018
Meijer, A, Schäfer, T & Branderhorst, M. (2019), ‘Principes voor goed lokaal bestuur in de digitale Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) (2000), Het borgen van publiek belang,
samenleving. Een aanzet tot een normatief kader’, 73 Bestuurswetenschappen 2019 (4), p. 8-23 rapport nr. 56, Den Haag: WRR 2000
Meijer, A. & Grimmelikhuijsen, S. (2020), ‘Algoritmisch Bestuur. Hoe het gebruik van algoritmen Wieringa, M. (2020), ‘What to account for when accounting for algorithms: A systematic
de legitimiteit van de overheid bedreigt en wat we hieraan kunnen doen’, Preadvies literature review on algorithmic accountability’, in: Conference on Fairness, Accountability, and
Staatsrechtconferentie 2020, via https://www.uu.nl/sites/default/files/Meijer%2C%20 Transparency (FAT* ’20), January 27-30, 2020, Barcelona, Spain, ACM, New York, NY, USA
Grimmelikhuijsen%20-%2oPreadvies%20Staatsrechtconferentie%202020.pdf
Meijer, A. e.a. (2021), Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur
Ministerie voor JenV (2020), Richtlijnen voor het toepassen van algoritmen door overheden en
publieksvoorlichting over data-analyses (Ministerie van JenV, 2020)
Nickel, JW. (2007), Making Sense of Human Rights, ze druk, Malden: Blackwell 2007
O'Neil, C. (2016). Weapons of math destruction: How big data increases inequality and threatens
democracy. Broadway Books.
Van Ommeren, F.J. (2010), ‘Het legaliteitsbeginsel als hoeksteen van het staats- en bestuursrecht’,
Ars Aequi 2010, p. 6
Soriano Arnanz, A. (2020), Posibilidades actuales y futuras para la regulación de la discriminación
producida por algoritmos, Diss. Universitat de València 2020 (beschikbaar in het Engels)
TILT 2020, Handreiking non-discriminatie by design (conceptversie, 2020)
Impact Assessment | Mensenrechten en Algoritmes 95/04
| Onderzoeksrapport | 95 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1546
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 9 november 2016
Ingekomen onder Bl
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma, Roosma en De Heer inzake de Begroting 2017
(snel duidelijkheid over opvangen bezuinigingen stadsdelen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— hetcollege heeft aangegeven sommige van de voorliggende bezuinigingen
mogelijk (deels) terug te kunnen en willen draaien door de betreffende
organisaties en activiteiten alsnog te financieren vanuit centraal stedelijke
budgetten;
— het belangrijk is om daar snel duidelijkheid over te krijgen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
zo snel mogelijk en in ieder geval nog voor het eind van 2016 een brief te sturen aan
de gemeenteraad waarin staat welke van de voorliggende bezuinigingen op de
stadsdelen het college vanuit centraal stedelijke budgetten (deels) zal compenseren
en welke gevolgen dat heeft voor de betreffende activiteiten en organisaties.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
F. Roosma
A.C. de Heer
1
| Motie | 1 | discard |
Graag willen we het onderwerp agenderen rondom de historische winkelpuien in de Pijp.
Sament met PvdA, GroenLinks, CDA en D66, hebben we een wandeling gedaan door de
Van Woustraat, Ceintuurbaan en de Hemonylaan. Bond Heemschut heeft de wandeling
verzorgd samen met een bezorgde bewoner en ons op de prachtige puien gewezen, die
vaak nog verstopt waren achter de platen in de gevel. Het is ontzettend jammer om te zien
dat de straten een geheel ander karakter kunnen verkrijgen, als ze in de originele staat
zouden worden teruggebracht.
De actualiteit is dan ook de verbouwing van het pand aan de Van Woustraat 97, die is zeer
recentelijk ontdaan van z'n glas in lood. Deze orde 3 pand zou bij verbouwing aan de
volgende kermerken moeten blijven voldoen:
Bij verbouwing is behoud en herstel van de oorspronkelijke gevelelementen
uitgangspunt. Hierbij zijn veranderingen in materiaal, maatvoering en detaillering
toegestaan, mits deze de oorspronkelijke karakteristiek van het gebouw niet
verstoren.
Dat lijkt bij dit pand niet te zijn gebeurd. Graag horen we van de dagelijkse bestuurder hoe
hij hiernaar kijkt en wat de beleidskader is voor dit soort panden. De foto is gisteren
genomen en daarop is te zien dat de glas in lood elementen zijn verwijderd. We willen dit
graag als voorbeeld nemen om te begrijpen wat het beleid is rondom de beschermd
stadsgebied regelgeving en hoe isolatie van woningen hierin meespeelt. Zie hieronder
beeldmateriaal ter illustratie.
Rayleich & Ramsey Van Woustraat 97
Bouwjaar pui: 1903/ interbellum 6 onderzoek
Architect en/of bouwer:
Orde pand: 3
| je MJ |
| k == en
4 _ nn nl
| SEN We edelen, _— ï
mt if Le
wr u Ee DE n
bi oe
| re |
en ' …
N | EMAS, n ==
EN
Sr RT
Kwaliteit: pui hoofdzakelijk vit bouwtijd pand, met glas-in-loodramen uit interbellum in de stijl
van de Amsterdamse school
Aandachtspunten: overschildering en kleurstelling van gehele gevel, deur bovenwoning
overtimmerd?
Kleurenonderzoek en herstel oorspronkelijke kleurstelling.
Foto genomen op 23-05
Ln 71 _ 7 |
N | Á ( PP =>
En 3 / a En / | | |
if ] a al |
ad À “3 LNE | ö
Fame, SNE mz
Zits ve 4 bi he > 4 D= In EEn
gl SE LE De | |
B F, fi Í 3 Bn n ms 97)
en am pn N raa il |
en Ko Mi
ee ges \ Re nn : Re 5 f ! N | |
Í |
| Actualiteit | 3 | test |
Agenda Groen
asen e
mn Vn. de
WD OW “WW
Inhoudsopgave en leeswijzer
pagina
2 Samenvatting schetst het tussenresultaat van de doelstellingen uit de Agenda Groen (septem-
ber 2015) in algemene zin en per thema
3 Infographic geeft aan wat de behaalde resultaten zijn in hetzelfde beeld als de infographic uit
de Agenda Groen van 2015 met aanvullend overzicht voor ecologische knelpun-
ten, groene daken, groene schoolpleinen en postzegelparken
4 Stand van zaken geeft in tabelvorm de stand van zaken weer van de acties en doelen na iets meer
dan één jaar werken aan de Agenda Groen.
Ook wordt de prognose voor 2018 beschreven en waar nodig het handelings-
perspectief voor de komende periode
16 Kaart geeft de gerealiseerde en geplande groenprojecten weer.
Het is een screenshot van de digitale kaart die interactief beschikbaar is via
maps.amsterdam.nl
e Wat is de afgelopen periode al bereikt per thema?
Samenvatting «stadsparken ‚Groen inde buurt
op initiatief van stadsdelen zijn de afgelopen twee jaar in veel stads- de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen biedt scholen de kans om
parken delen opnieuw ingericht, grasvelden verbeterd, basisvoor- een groen schoolplein te ontwikkelen met ruimte voor bewegen,
zieningen toegevoegd en de toegankelijkheid verbeterd. Dat is o.a. biodiversiteit en regenbestendigheid. Eind 2016 waren er al 6 groene
gebeurd in het Rembrandtpark, het Oosterpark en het Martin Luther schoolpleinen bijgekomen. Ook op andere plekken is geïnvesteerd in
. . Kingpark. buurtgroen. Zoals door de aanleg van 5 postzegelparken en 3 groene
De Monitor Agenda Groen is de eerste tussenstand met de stand van Kli biodiversitei speelplekken. De Subsidieregeling Groen in de buurt voor groene
zaken van de acties en doelen uit de Agenda Groen met peildatum * ‚© !maat en Dlorversitelt soho a gi buurtinitiatieven en stadslandbouw- en voedselprojecten is op 12
december 2016. Deze monitor biedt een prognose voor de komende _ PP het gebied van klimaatbestendigheid, bomen en ecologie zijn juli 2016 i de 7
. i . verschillende successen te melden: juli vastgesteld. Hiermee kunnen de komende jaren nog meer
twee jaar en geeft aan welke handelingsperspectieven er voor de ge- n groene initiatieven van de grond komen.
meente zijn. — voor de hele stad is een subsidie voor groene daken beschik-
baar gekomen waarvan in 2016 goed gebruik is gemaakt. In de = Verbindingen en toegankelijkheid
Op 30 september 2015 heeft de raad de Agenda Groen vastgesteld. periode 2015-2016 is meer dan 6.441 m2 groen toegevoegd aan routes naar en tussen groengebieden zijn verbeterd. De verbinding
In deze agenda heeft Amsterdam de koers uitgezet voor investerin- de Amsterdamse daken. tussen het Vondelpark en Rembrandtpark is vergroend en wordt al
gen in het groen in de periode 2015 tot en met 2018. Daarmee wordt — Amsterdam heeft op 14 april 2016 de Green Deal Groene Da- veel gebruikt door fietsers en hardlopers. Ook het Brettenpad (de
richting gegeven aan initiatieven vanuit de gemeente, andere organi- ken Fase 2 ondertekend waardoor samen met vele partners ken- groene recreatieve route van de Haarlemmerpoort tot aan Halfweg)
saties, ondernemers en bewoners. De prioriteit ligt in deze collegepe- nis en mogelijkheden voor groene daken in steden verder worden is verbeterd door de herinrichting van de Molenwerf. Daarnaast laat
riode op vier thema’s: Stadsparken, Klimaat en biodiversiteit, Groen in uitgebreid. ook het succes van het zwemstrand aan de Sloterplas zien dat inves-
de buurt en Verbindingen en toegankelijkheid. Voor die thema's geeft — Sinds 1 oktober 2016 is de Bomenverordening van kracht en adik groene recreatie door de Amsterdammers wordt gewaar-
de Agenda Groen aan wat de doelstellingen zijn richting 2040 en wat via maps.amsterdam.nl is de Bomenkaart met monumentale bo- eerd.
de focus is voor de periode 2015-2018. men beschikbaar. = Hoe doen we het?
. . … — Natuurinclusief bouwen wordt steeds meer toegepast en is In 2016 is de volledige €20 miljoen aan Groengelden toegekend aan
De Monitor Agenda Groen laat zien dat we op de goede weg zijn om opgenomen in verschillende bouwenveloppen en bestemminas- projecten en subsidieregelingen. De Groengelden worden uitgege-
de doelen zoals beschreven in 2015 te halen in 2018, een positief tus- ee, pp 9 ven met cofinanciering als voorwaarde en de Agenda Groen als afwe-
senresultaat. Daarvoor is de komende jaren een nauwe samenwerking Pb . gingskader. Ze zijn een belangrijke financieringsbron gebleken voor
tussen organisaties en initiatieven van belang, zodat we elkaar goed — Op 9 november 2016 is de Amsterdamse Natuurwaardenkaart investeringen in groenprojecten in Amsterdam. Ook andere middelen
op de hoogte kunnen houden van ontwikkelingen bij de uitvoering van vastgesteld. worden aangeboord waardoor de €20 miljoen Groengelden in deze
projecten en kunnen bijsturen als een project toch vertraging dreigt — Ter bevordering van de biodiversiteit zijn 35 ecologische knel- periode gaat zorgen voor een investering van waarschijnlijk meer dan
op te lopen. punten opgelost. €55 miljoen in onze groene stad.
2
BETER BESTAND TEGEN 3
HEFTIGE BUIEN 6 (van 20) DELEN VAN STADSPARKEN
2 ; POSTZEGELPARKEN 5 ZIJN HERINGERICHT
; ERBIJ ;
VERBINDINGEN TUSSEN . STADSPARKEN HEBBEN ;
GROENGEBIEDEN : 6.441 eo : BASISVOORZIENINGEN ;
, : . et : GEKREGEN :
(van 50.000 m2) ee Et ! i__35 (van 80)
GROEN DAK ERBIJ : 6 : ECOLOGISCHE
: . I Ì I I I I ; SLHOOLPLEINEN ; KNELPUNTEN ZIJN OPGEHEVEN
MIND MW 3 (van 15) : VERGROEND | GESTART MET
GET ! NATUURLIJKE ian Tj VERBETEREN ENTREES f;
; nh HD IN HIHI HN SPEELPLAATSEN ERBIJ E | | | | ; ; ; VAN STADSPARKEN E ;
: rt ult nlt nl dll ult ii pl NA rige : : ; jr : :
: 1 1 lt dll „lt „bt 1 : SEEN : : : 8 : :
: ditte ; 3 8 ® : 8 : B
rhtenntenitendentelnnn e: / wanen Ma
: I / 1 1 1 1 d : E 5 : :
; abba d v EEE ; ì ; 5 ì +
: oatrbrtpbdrba alt ; h 3 ’ d : : „ :
: HH HIN HU : eN L Î dt Ee : ; ;
8 t 4 4 dt ‘ 8 : AA ©: . :
4 Boknltontorsnintnn | Te d L : ; \
: sj ii ; : : 5 : a
. : B . e en 5 +
: etn! " / ; u ae : Â î D= Í pn % :
: ‚ue end NN: ;
En + ME Nn , | pn] | Dn | d
: : 5 S : Ms:
: = ; Ou AS Â i 7
p . : L : Nl EN £ e S { a 8 7
Ko  len MAN A fi 3 3 | n
8 RNN pn ECR tr
E Dr & ee : … ad
Ey rt 49 a al
he 3 6 b
ITE h« laa | pe
rt he
sl, u
pe A | EE | N/A A Tjen
ke NK eerd nn
Groen landschap dt 25 min OPETE TEESE ETET EEN 15 min db Groen landschap
. ee
Opheffen oe Groene  Groene 2E Postzegel-
nt. ecologische knelpunten daken schoolpleinen parken
— — gerealiseerd —— 3757 1
2684
2015 B 2016 Pp B.
in uitvoering prognose ”
3
Es -
TN
En
ln,
8 s ene Dn ï m
Bef 1 En
5 pe p en
° Oene Et iele, aandient, Pdd An ee.
Beels Wee! Et On * kt WI A NE
Zar 5 he 1 nd f Men, ï En ro aj d e Ee Krt
je a Î B Bs
| de s art D e 5 Lm ie vade p
 dent € nn Pen Ee
OE k A77 nn ij Khaled
jn mn ARE Oe ta hee AR tet OO
lk. N La Telef Hi en tl dit APE nh Dd
{ 4 à kao Sa Fi tE NN lee ind bijde Ö
z Nhat EEN dere en de
Ep PEN HEE a EE Ri ne
Rembrandtpark
, k 4 a En, af ' Cis at ET ENE
em ee WEKE EU EERE ERE hin ien ef Ee pet 25 U: Pet
RO AMS es A A AT ee DES of
MTS BN AS RS x en nel Rr Ee Shek 4 Al A Tr ERD eng pe els a Ns nl t LN , Ri EN eh &) % A TR en, ee
dE ak ke DE bre Er Pe > Lif i zh 1 nn SRE Pe EN SN kr Seed JE Mer hehe pe | ef an fs dn 0 a Ar Aere z Hr
ET et a 4 IR MK LA DN PM A Tt RN Me tE EN Te Are nn Ee DES ie
Eee Wi ER MM ver. \ 7 EE te LT te Ken Berk TE ENSER heei Ee. Sn AE 2: me er EDE En Pe -
DD ee he je ke Rr Ed VA EEE ie Pe a NE AE woa Et at Eer Tiet AE eet NC
be EI Be en ee Ad EP he: ve EE EEE NAK Id REV | ik ve AE
\ bel EN Oe EE ENE nde pre © Ef eid Aen $ i/ Te Os de 0E, Pen € nt TN) wd Ll EES RS Deet es | og DAW
ER CN ed EC d Re ee Nd Sr A 5 ide RE er Ze 2 mW, es Fx) A a IE a a AE En
se R hef R Ree de at ne Ean || FTE ARÁ EEN gn NE, Ede zr bn et À ° LTN Vi € EE he ee PE ho hi eee” , ha s
aa rr KT RE NN enge ennn teak zi | hoe Aa WE ie Talen tT Eer re a ES. Fat Erne hi A NE 2e zn
: EE ad ie de EN 1 et E br de 7 / ed kn en EK rin E Fe etn. e E EE, A A nd EE de ä he Ne]
v Ed 5 zt ed np À Ln Te EK ) ie À hae | maa B en : En Dj A Ks. % 5 PS Ee es pr | | wa
eg gen CL TA NAT er TA WEA EE A,
Ns EN RL EE ROE A TE Ek en En Ee r ME BR Er AAN EE Br EEn Ee
— Ee k ae hs dh HE Me ” en EN Es en ar rain, mt ij Ee Ee rez rie Ene gel Re 3 A on ea rd dare a EE te ee e,
EN À an et é RN ee B ne A geef 5 ï AA : on Ed Sg hs , 24 rd mt a ES | a, ve eN 5 Ee St Rn Ne zet
en ARC ie Jan zet RM en ER a Ee Dn ME ale ZE Ee bn 5 5
d iN Ô N. Bei Lel NA ete B Be ede kde . Ren 8 De nen ee lk zn r Re AN br E ee, Pe rt SAE ak ì RS %
rr Ee à Bd ti ke bid Ee ee A De rtl. 77 tnt LRE et Ja dl El hie Er Taen.
gek 4 B ; En es A de nn id EEE We ki Ren PR se AED ra RN A ES ANS Zi fem 7
On : de jl Be weit ed er Re B, Nrd en ee. en, EN en
we S Ee ie È dE Me k En le NE ge, ne le. een En Ee) ee nd et DE EE L BREE Bad \ Áne
ed PE 6 ann pn een ke hee rn he ne, IE de en Re ep Le 4 ms Lp 5 ij Nes Es } te ke KE Een
An Rn ee ie en GE ES Te! E > ed sr Ee A Ei en en ENE 5 ed nr ; dir BE 3 Í Á 4
eg A Ee ld A ad RN Ë ad Et A Se A Ws Me kk Re ES je A ket ke RN ed
KF Ait je ó 4 Rn En ‘ 8 id Een n Kk À en e ea rn ed en 4 part Bn en 4 ht Re rd EE ie | Guk ae » ar “ ‘
t se e ús EL A ä A sado heff ke A cha Ie « d eel P LRE jn ee ke Le TMR 2d it Te Ek EEn AK eN í ir ee Es ee
“ gE d 0 ETE 4 zn Ee, Ben dk ce rn il ij he beed ed ' Be nt en, Ork es a er TA Ee: e Xi Ne
| a a Gata be ttl Ee Nl A a en 45 SN Er EES DN br, de BM. De vara
mh et kt | 4 ie N be ber — rr Te nnn / il en d Ren RNI ee mm the ed Ris ph A Ë Ke B ee RA ze Er pd rn: pe d K. Ke A #) 5
: hek L Ree Pen | it Me aen EE AE en Cr AR er ee el: Be A PES Tk 5 ie, ee Ee RE rik
En hs. R ii ike ME Me rr sed nee | E de dd tk Pd in De LA hens dT ET oe ra Er 6 AT
ij LN OE EE EF WEEER AS $ EE A an Bi on Ae ” En
TE Mk hd Me Ne eerd Pe B / A Pe | É oa a Be |
Ee el AL 1E B: EN. he 8 wiebe Sn f dE beed rid EN jj | 7 ô | | | |
INE tE Pi Ea DEE Es gel dE EA ke REM ll 0 la ha d de | 5 É
se d el AM ini ri, d Ree ree en ene Ees in lr PA eh | , è
8 MM u pe Ee Mal EEN et Rare ze ge RER, dichte Et Mafe + REE RDR Be. 5 |
A an NA je Î BEjehd B ag rd Ee DE mee eht TETE Ot ale Ege \ é 4 ‚£ |
ker ee s 3 s EE Pie ad L ee enke ep dt rt 7 Ren Biden vide Eni ded 8 | | |
In n if se KRS, RR ned k ve EAD 08 0 INNING WEROTTN Jt 8 h
na Ee OE er NA RAC a OMSLAAN é | | 7 ie
. d À Et dr Ee aki hah dik ANNE, il ' 5 |
RR edn We EE Tieke he T- Ls ct ge GR e |
{ ne ie ys 6 Pe el EE ee A dg a fn a Pk Ie m | ze
- Ne n eN PUTT y NK enen EE
Boe Vg En Si RE, Re A ard ak mie
AN Ee “Ip en en Fies iva sd FE ee a : Te. ene NS ar Een on a haan EE a omdeed En nn EN nd ea en
da Ê Ee PT Ee ” \ Ù É PE - 4 RE rs ee he Re Ee, * NE nk en Ee a Sn nn njh en te ZP ER er ne a B ke rs: Ri PEPER en B
a 5 S pe Î ie Ë k E 8 se? ee TE d Ik U zi zi ed HE ne heeele ter tee Ee Ef een EE En ee WE en Te Er Peat EE Drag
Ea 5 in AN A EREN ie PE ie vR A ee ee Pe ENNE Seret Da A RG A Dn EE
Ds F ap RAR Pan en Li al Sk AL en ie ek Ri U D S A ie En
ELS 4 pT REN es a NEE RS
en s Á a 1 Hen P E: d
Flevopark
Oosterpark D
Cà Stadsparken
Focus Doelen Stand van zaken Prognose Handelingsperspectief
2015-2018 opgenomen in acties en maatregelen
van Agenda Groen
Het inrich- m Herinrichten van (delen van) tenminste 3 Eind 2016 is zicht op het halen van alle kwantitatieve doelen voor Amsterdam ligt op koers met het inrichten van stadsparken voor inten- De planning van de
ten van stadsparken, waardoor deze parken uitnodigen stadsparken en zijn 3 van de 4 doelen al gehaald. Delen van stadsparken _ siever gebruik. Voor de stadsparkprojecten zijn de plannen gereed en is uitvoering van grote
een aantal tot intensiever gebruik. Dat kan onder andere zijn ingericht zodat ze beter zijn toegerust op het intensievere gebruik. voldoende budget beschikbaar om ze uit te voeren. Daarmee komt de groenprojecten Is altijd
stadsparken, door voorzieningen te plaatsen op meer geschikte De afgelopen twee jaar zijn in stadsparken gedeeltes opnieuw ingericht, prognose neer op een verdubbeling van de doelen zoals beschreven voor onderhevig aan onvoor-
zodat deze plegen In „et ae Ee IE mn pas- grasvelden verbeterd, basisvoorzieningen toegevoegd en de toegankelijk- deze focus in de Agenda Groen: ziene omstandigheden.
ee PE anting ot door de padenstructuur aan heid verbeterd. Zo zijn Rembrandtpark, Oosterpark en Martin Luther — Totaal 9 stadsparken zijn eind 2018 gedeeltelijk opnieuw ingericht. De neede Ee
ver gebruik wm Verbeteren van tenminste 2 nader te bepalen Ke el KE aken Kees eels pmende mie jaar wordt daarvoor ee verder in een betere
rn grasvelden in stadsparken (door drainage, hebben een gedraineerd grasveld gekregen waardoor die locaties beter Noorderpark en Gaasperpar e samenwerking bij de
ookopzijn bewapening, verplaatsing, of anders), waardoor bestand zijn tegen wateroverlast bij hevige regen. Martin Luther Kingpark, — Totaal 9 grasvelden zijn eind 2018 verbeterd. De komende twee Jaar uitvoering van gemeente-
toegerust. het veld het gehele jaar door divers en intensief Oosterpark, Vondelpark, Sloterpark en Gaasperpark hebben nieuwe wordt daarvoor o.a. geïnvesteerd in Flevopark, Westerpark, Gijsbrecht van lijke groenprojecten.
gebruikt kan worden. basisvoorzieningen gekregen als toiletten, watertappunten, lockers, sport- Aemstelpark, Sarphatipark en Nelson Mandelapark.
m Realiseren van basisvoorzieningen als toiletten, en speltoestellen, hardlooproutes, horeca en een freerunningparcours. — Totaal 5 stadsparken hebben eind 2018 nieuwe basisvoorzieningen
watertappunt, horeca en voorzieningen om bewe- _ Ten slotte hebben het Amsterdamse Bos en Martin Luther Kingpark een gekregen. De komende 2 jaar worden nog meer voorzieningen toegevoegd
ging te stimuleren in tenminste 4 stadsparken. bijdrage uit de Groengelden toegekend gekregen om de toegankelijkheid in o.a. in Oosterpark, Flevopark en Rembrandtpark.
m Verbeteren van de toegankelijkheid van ten- te verbeteren. — Totaal 8 stadsparken hebben eind 2018 1 of meerdere verbeterde
minste 4 stadsparken (waaronder het Rembrandt- entrees gekregen. De komende jaren wordt daarvoor o.a. geïnvesteerd
park en het Flevopark) door het herinrichten van in Rembrandtpark, Martin Luther Kingpark, Noorderpark, Westerpark en
entrees of het aanleggen van nieuwe entrees. Gaasperpark.
Aandacht m Aandachtspunten ten aanzien van evenemen- In 2016 heeft Amsterdam in het kader van het te actualiseren evenemen- Het doel om aandachtspunten voor groen in te brengen bij het evenemen-
voor de ten in het groen worden uitgewerkt en ingebracht _tenbeleid veel aandacht besteed aan balans in het gebruik van stadspar- tenbeleid is gehaald. In 2017 wordt een richtlijn groen toegevoegd aan het
balans in het bij het te actualiseren stedelijk evenementenbe- ken. Het college heeft de uitgangspunten voor het evenementenbeleid evenementenbeleid waarin spelregels ten behoeve van het beschermen
gebruik van leid. vastgesteld op 24 mei 2016. Daarbij zijn voor groen drie belangrijke van groen worden meegegeven voor het organiseren van evenementen.
stadsparken wm Bij het ontwerpen aan herinrichtingen of het aandachtspunten opgenomen: De locatieprofielen voor evenementen worden in 2017 uitgewerkt en
programmeren van stadsparken is aandacht voor 1. De op- en afbouwperiode is zo kort mogelijk. vastgesteld.
variatie tussen en binnen stadsparken. Waar 2. Voor evenementen in parken met een recreatief gebruik geldt dat in
wenselijk en mogelijk worden onderscheidende beginsel maximaal een kwart van het park mag worden afgeschermd voor
kwaliteiten (zoals natuur, water of cultuurhistorie) een evenement.
versterkt. 3. Evenementen mogen alleen plaatsvinden in parken als de organisator
alle nodige maatregelen treft om schade aan aanwezige planten en dieren
te voorkomen.
De concept locatieprofielen (die kaders stellen voor het gebruik van de
locaties voor evenementen) zijn gevuld door de stadsdelen en als advies
aan het college aangeboden.
Mogelijk- De mogelijkheden voor nieuwe stadsparken In het kader van de thematische uitwerking van Koers 2025 genaamd De eerste resultaten van de verkenning (naar mogelijkheden voor nieuwe De resultaten van de
heden voor verkennen in de gebiedsstudies die in het kader ‘Kwaliteitsimpuls Groen’ is in 2016 gestart met onderzoek naar kansen parken) worden in het voorjaar van 2017 verwacht. Dit leidt mogelijk tot verkenning moeten
nieuwe van ‘Ruimte voor de Stad — Ontwikkelstrategie voor het verbeteren, het vergroten of het aanleggen van nieuwe groenge- aanbevelingen voor specifieke gebieden. worden betrokken bij
stadsparken 2025’ worden uitgevoerd bieden, waaronder stadsparken. Ruimte voor de stad en
de Omgevingsvisie.
Bij grote m Bij het ontwerpen aan herinrichtingen van Bij herinrichtingen in stadsparken is incidenteel aandacht besteed aan de In het beleidskader Groene Puccini en in het assetmanagement groen Amsterdam ziet er op
herinrich- stadsparken worden intensief te gebruiken bodemomstandigheden in stadsparken. Zo zijn in het Rembrandtpark en worden in 2017 een aantal principes opgenomen die leiden tot structurele toe dat binnen het kader
tingen grasvelden gepland op geschikte (minder natte) Flevopark maatregelen getroffen om grasvelden aan te passen aan het aandacht voor bodemomstandigheden bij herinrichting van stadsparken. Groene Puccini regels
expliciet locaties binnen een stadspark of er wordt gekozen gebruik. Ook zijn keuzes voor plant- en boomsoorten afgestemd op (geo) De evaluatie van bestaande technieken voor de inrichting van grasvelden voor omgaan met bodem
aandacht voor maatregelen als het ‘wapenen’ van het gras. hydrologische omstandigheden. wordt meegenomen bij het opstellen van toetsings- en monitoringscriteria en hydrologie worden
besteden Eee enen Daarnaast is een breed bodemonderzoek uitgevoerd in 6 stadsparken. voor parkrenovaties in het kader van assetmanagement groen. Het afstem- opgenomen.
aan de stadsparken worden keuzes voor plant- en , Ra , - . .
bodemom- boomsoorten afgestemd op (geo) hydrologische Conform het onderzoeksvoorstel Monitoring bodem stadsparken men van plant- en boomsoorten op (geo)hydrologische omstandigheden in
standighe- omstandigheden. (goedgekeurd in Commisie ID 30 maart 2016) is gedurende 5 maanden stadsparken wordt als principe opgenomen in de Groene Puccini.
den vanhet _m Het meten en monitoren van bodemdaling en onderzoek gedaan in Rembrandtpark, Vondelpark, Oosterpark, Gaasper- Daarnaast vindt in 2017 en 2018 (afhankelijk van het honoreren van de
stadspark bodemverdichting en de gevolgen voor flora en park, Amsterdamse Bos en Westerpark. Het onderzoek heeft zich gericht claim hiervoor bij de Voorjaarsnota 2018) vervolgonderzoek naar de bodem
fauna. op volgende bodemaspecten: natuurlijke veranderingen, veranderingen plaats in 21 stadsparken.
als gevolg van gebruik, verminderde kwaliteit en de gevolgen ervan voor
het groen.
5
úl | } Ee: zi = feed
HE 3 ze zj À je E Mid
zn ne : | in B r Aak EER Î Tr | Bie È Jen ed i - \/ EET! pa
== RB nent E40 a et! E
a Neo ' Ó Aerin Fon sl
td Aiden Wa
ensen MD EE A A eg Pl ND
En mn Pe er an ike PE
Ne Ei ZA zis Ë mes ek OET 5, : en Es EER en
Nn die ale Ì IN | en KES B E Er
Sk et 8 B nn FE lens | ee Ey
Á Sk z As bh à BEE j. Pe rel | Hij:
En SNr sh: Ee Be Ten Ne I
En BER Ma ee S8 e ER
ike ln, al ke je EU fe RL te hz HH Bs vn Î Í hb ed ; Ee jn | kn
hee sede VS et. AN A en ea | Lr A mr TE eef | 4 f
; de # 1 A EZ Ee EN II pl | EN 8 ak Lek
eN 7: rek | hk ls
Eed U E si . ge p -
EN EN | oe
KE \ En er ni EN 5 Î AS zt hann
en, En me Ie, | en Er | rene kred h ee
ei eo a 4 | Be, : d E me, N aten
Di B, oi eN Ë IE ei A n Ok
ee EN el | z- Re 4 end % RE
Ta KE \ A BE er ed E B AS:
k ne \ We : aen == => 7 eee} LE si
4 2e 5 hr Een af PS rn Et hi
8 5 \ AE Ee
ai Nl rd Pp 1 nn - ed Ei d | Ee Nn ac ie
zl | Pé Ki Tm Pi nm ng E 6 E nn dee Kn
D pr Mel 8 ee á Î En “hal EK
1 Wk meen dE en ak
zl he ] | ek: ee „vd
8 À Tl | = ok
F Er) Pet | ï en 5 Í Li
ee Tj | | | ES oM
le A Tl ee. | | EE dt ï Ï
ne Ì 4 Eer ke
Dak Hotel Zoku
ip | E 5 D EEn Ri EPE DEK n r Bà jz NED ME eG EEN Pi Hit EN EN Fi; m hs Ej El L Fer E E nT
BE AR KR zn A NO un f& ea) ed ee Ei EN Ne EE
pe Ken Ed h RE oe Ere 6 n mn NTA eee en : ä B | 7 a En EN
- ls Rl n en k De: re ek B UFA 8 En ed Re Ì EE heen Ô } er S = oef - 1
Ks Ee le Ek kh A ROE le he an RE en Ee Ef ee 1 É gr RE sel MD
ik he £ H El Eh one te î NE sn kant S en k Es GE eesti ij l MS Í Î di En B + | B D Eter din En AN
: ee hiechh W- neer MN B ir Ohe EEN at Ben cn ret ek r EE JE k k IN E
Fles de PEEN Er 8 sn Í Ee Ee ie: Se A en ul Ni | Ä EE 8 mk rr T im EE E RN
CN: E mt el EN A Ey, ae ï NM : ge BEE. Br î Él … k is lide tj. q En " b 1E SI ï | il EN 5
PE EE A, Rt en mer rn N een pen nd SRRI dl Ei il Ck CN | 8 mn
Eh Ee EN , „rare A U iN ee DE EE EES | ij Ì Jie Mia |
Sl, TR verm 2% B WN li OSE RN 4
ek x lk, NN: pe OON INS 5
ee te 5 EE Et TN A ie eene ee hl Nen Ecoline ben mn IN EN EU
EN é meid Widin er E ee Í A ENEN 5 el AE \
be Eh en hin ee |E EN eng en ; en es bi ve AN De 4 AAE SS
: ne oh 5 en heid maen en EER 5 : ar MB Ee Ee | eG es 3 KA Fi | IC AS Lin a
‚} ren ds E, etri 7. DE a in / rn mn : Be Td / End ARS = ij IM
Kn ren Ne Wer, El zenne, ee eenn En en k Pe ee A tn K a Pp d ei mg “ k bs. ie DEES ms | d EN se
À en El = et kr 4E nd re hee heg ara led ng Ü mi Wen mm pn L ee GEE en E mn EA Le
a £ Str q Fe me _ net Pe B n Ene AEN Rn Eje pn ten Pen N : Ee ver EE Fr Ws Rr nd ís en ie: n Ed ei, DE en
hf ej : NE EE ee à aa eN er e lk ee | 5 is en
ze DONE nt ee n 5 8 Í Nn iste ee KC
wi ms" E 2 | mn fi Dee ME A ei RS Ee
RR - - ee EE HAND ie) Dn. SEE — U ie Sup
en E : ’ 3 7 SE OO a nn nn rare
Ee En EE 5 Ee Ee 5 r 7 7 IE KA eds ii í |l Ii 4 u Jp > ZA ke E En ä é 8
EN Ls ee A Ws NeR KN A JD ij ' en REN et ED
wa ie ile ME ez EE df mf Ee bk ik 2 K ENA ti ii kl 5 ie ‚/ Y 5 a in jk _ B De E d en
rn ee EN OO tn, A en
5 EERE RENE ee ZZE Ee iser À MONTS UE EG EENH et \ MERA le, eenn -
En Mee EE Bn „ B EREN B en tang 0 Da Ae Se En Ki Ee ed EE zE HES ä 4 mj Zak ri > 8 al ij - heli l Î Ü u Ke ee Hr A ene ka ze er
jk et a MRE MEAD Ri Pe Ee en ET PR ne le re ng EO EEA en \ d OESO E RE, ie
nnn en TE Oe a de er 5 EE te a En EE A EN in 4 hk | B: sn k
Eb Ee en eN Eee an / / Ë d Bn 4 kn Se ARO an BE MA nn 5 an es on en
he vid Ee Re eten A ee gd A EE ij NEE Pe nat bmm f ] 5 \ 7 Er A ’ Nt KN EN E En
Ee er Arai Ee EN eeen Ne a bn Lj IES EA en 4 Ve 1 ú BEONE AEN Bin ek Sn en
de ee aten Wed eN Nee Nashe” ET ee AG A Rd nde en ROE NE 2e rg Es Á Á Jd re En WET art fel ‚ Heit :
Ez hr dede vn Er EH a Ti ren, GORE ae ge Het RO PEEN LE ao! re iden bg Eh ee ( 1 AN En zal n en lt : Vee, N 5 «
PBR ro ET ie En Ki ken & en ee en ENE OE In Á f ee PEW VEER OO Hi , Mii A |
hee an ACER A en KAn Eene RN a atd ne de TN a An eben 1 S er Ee | Ee ee ENA EO ADL
et ee ne nt en arne NRE eee Ht en NDE Ata ane Be f RE A a er Ee VAREN ue TE: en 5
Pe a ka hs Deane he dee nde dE Ren PR : Rn oa Ee ze ES 4 ze a, We Hú En OO dts Aj 0 Ne Dm
Ke een oe Ae hen re NEN AR nt en PRN Ee J Le VEE EN EE ARMEE On
PN EE BEAR hat ONEK CORE NER DD a Eee Er EE jee ee ae | el TER am Mi NEEN Mi, EE CAM dec on Ze + EE _
nT, Ee elo nete ef re MS RN , EEA om We ENNE Ge ge RENS B if err EN a CM 0e Balk. à dh (ia enk
roe LOD BEE EE od El bi nn Wk A OTE hea he NE MP Tr Je Me erb ee bert ej Dn IEEE EN meds 3 Ee P, ° Pen 1 ORT LE Eid EE AN EO, Zi EE DE
ú ed mhd vd Kn, ee vpe TEE A td SPNA EE A RR ak Paneer ene Ben AE dd A EE En  d eh De PO HE 4 ) hj EE ar pen f :
EE eg Bore Hek as eid Re re En Reen: haer: ee NE dae RE Men. ik Ed 5 ute % AL Kpn zE te Wp 5 al Et HR RN oi î BE
a Zep Et tea MOE eelde Re REN He EE TN Rr ene En dol In ENT Ee ae {Zn EK el | ih pi
fn ien din NO Kea es ar Ke ern REA: Et RE en rare gf gene , f ee B EARN UEN Na Ë U Mp
GM es zer dt EA EN KA AN as Br te AC à ES ee ” ri! A Te MRE eh toet BEL denn Bl NEE a BEN ee Ke be nn Nes jr talk iv Fes
Groot groen dak in uitvoering zomer 2016 Watervertragende groenstrook Zuidelijke Wandelweg
Ls Klimaat en Biodiversiteit
Focus Doelen Stand van zaken Prognose Handelings-
2015-2018 opgenomen in acties en maatregelen perspectief
van Agenda Groen
Plekken m Waar de gemeente investeert in groenvoorzienin- Steeds meer openbare ruimte die kwetsbaar is voor hevige regenval wordt regenbestendig De basisspecificatie verhardingen, het handboek Rode Puccini .
geschikt gen, is expliciet aandacht voor het waterbergend ingericht en vaak wordt dat gecombineerd met vergroening. In 2016 is op dit gebied voor de openbare ruimte en de Groene Puccini worden in 2017 She
maken vermogen van het groen. veel resultaat geboekt maar een regenbestendige inrichting wordt nog niet structureel vastgesteld met Rainproof als aandachtspunt. De verwachting programma
voor de = Het inzetten van vergroening als mogelijkheid toegepast. Welke resultaten zijn bereikt? is dat daarmee in 2017 grote stappen worden gemaakt en aan en
opvang van om de sponswerking (en aantrekkelijkheid) van een 1. Bij de toekenning van Groengelden is een van de criteria waarop is gescoord dat de de Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie zal worden voldaan en
Vn locatie te vergroten, daar waar doer de gemeente investering bijdraagt aan een regenbestendige stad. (ondertekend door Amsterdam in 2014) waarin is afgesproken zocht hoe een
door geïnvesteerd wordt in de openbare ruimte. . . N - . . . . deel van de
5 Ri Ri 2. Ook bij groenprojecten die uit andere bronnen dan Groengelden worden gefinancierd dat klimaatadaptatie vanaf 2020 is verankerd in relevant n
vergroening m Verder opbouwen van kennis over slimme ie vak beni houd t bestendiaheid Is bii d | di's í lik beleid gemeentelijke
combinaties van (regen)water en groenontwerp. is vaker rekening gehouden met regenbestendigheid, zoals bij de aanleg van wadi's in gemeentelijk beleid. On rioolheffing kan
Inbrengen van deze kennis in o.a. de Groene Puccini. Betondorp en de watervertragende groenstrook aan de Zuidelijke Wandelweg. Dit komt De aandacht voor regenbestendigheid bij openbare ruimte- en worden ingezet
= Inventarisatie van locaties op maaiveld in de mede doordat Waternet en de gemeente samenwerken in het programma Rainproof dat woningbouwprojecten wordt in 2017 verder geïntensiveerd. \ Ng
openbare en particuliere ruimte die in aanmerking bijdraagt aan het verspreiden van de kennis over regenbestendigheid. Projecten die regenbestendig worden uitgevoerd zijn bijvoor- ars pestsleve
komen voor ontharding/vergroening. Actie wordt 3. De kennis over regenbestendige toepassingen in de stad is verder ontwikkeld door beeld Centrumeiland Ijburg, de herinrichting rond het Mercator De .
afgestemd op het programma Rainproof waarin het testen van verschillende maatregelen in de stad. Zo is in 2016 een infiltratieproef Gemaal en het Bellamyplein. regenbestendig
onderzoek is aangekondigd naar hoe een deel van gehouden in de Argonautenstraat en is onderzoek gedaan op het daklab van de HvA. Voor In 2017 wordt voor een groot aantal bestaande buurten een anssen Kos
de gemeentelijke rioolheffing ingezet kan worden een aantal buurten (o.a. Rivierenbuurt en Bellamybuurt) is in 2016 een rainproof oplos- Rainproof oplossingenkaart ontwikkeld. Zo wordt per buurt particulieren.
als positieve prikkel voor rainproof’ handelen door singenkaart ontwikkeld. Deze kaart geeft aan waar het overtollige regenwater tijdens een duidelijk hoe de regenbestendigheid kan worden vergroot.
particulieren en bedrijven. hevige regenbui heen moet. Vergroening of een investering in de kwaliteit van groen is
4. Regenbestendigheid is als een van de uitgangspunten opgenomen in de (concept) Visie onderdeel van deze oplossingen. Het doel is deze kaarten
Openbare Ruimte, Amsterdam Heel & Schoon (vaststelling in 2017) en het gemeentelijke te ontwikkelen voor heel Amsterdam en te gebruiken bij alle
Rioleringsplan (2016-2021). werkzaamheden (groot onderhoud, herinrichting en gebiedsont-
5. De knelpunten voor regenwateroverlast zijn in 2016 opgenomen in het Amsterdamse wikkeling) in de openbare ruimte.
Meerjareninvesteringsplan (MIP 2018-2020) hierdoor zal bij werkzaamheden in de open-
bare ruimte nog vaker voor een regenbestendige oplossing worden gekozen.
Aandacht m Opstellen van een stedelijke Hoofdbomenstructuur. In 2016 is veel aandacht besteed aan de gezondheid van onze bomen Met de acties die nog uitgevoerd worden in 2017 is zicht op het
voor m Het maken van een stadsbreed over- — De Bomenkaart met daarop alle bomen in de stad met een monumentale status beschik- halen van alle doelen opgenomen voor bomen in de Agenda
gezonde zicht van de kwaliteit van bomen die deel baar gemaakt via maps.amsterdam.nl. Groen:
bomen. uitmaken van de Hoofdbomenstructuur. — De centrale bomenverordening is vanaf 1 oktober 2016 van kracht. Hierbij geldt ook — De Hoofdbomenstructuur, het stadsbrede overzicht van
" Vaststellen van een voorkeurssoor- de verplichting om te herplanten of compenseren bij kap en is het mogelijk om een de boomtechnische en ruimtelijke kwaliteit van bomen
tenlijst voor bomen. Op basis van best i i Uitgangspunt van de bomenverordening is ‘Kap mits en de voorkeurssoortenlijst gaan onderdeel uitmaken
practices en ter ondersteuning van het ht aan te vragen. itgangsp .. , cemmgis Aap , conijsr g
keuzeproces voor toe te passen straatbomen. erplant’. Als opnieuw planten van een boom bij kap niet mogelijk is of niet gewenstisop vande Groene Puccini die in 2017 wordt vastgesteld. mn
m Ontwikkelen van een Bomenkaart met daarop de betreffende plek, dan is het mogelijk om ergens anders in de stad te herplanten of de — In 2017 krijgt de raad een voorstel voor een adviescommissie
alle bomen in de stad met een monumentale status, Waarde van de gekapte boom wordt in euro's uitgerekend en gestort in het gemeentelijk monumentale bomen, een lijst monumentale bomen en een
= De toetsing aan de centrale bomenverordening herplantfonds. Het geld uit het fonds wordt gebruikt voor nieuwe aanplant van bomen en subsidieregeling voor onderhoud van particuliere monumentale
onderbrengen bij een adviescommissie monumentale ander groen. Jaarlijks wordt gerapporteerd aan het stadsbestuur over kap en bijbehorende bomen.
bomen. aanplant en compensatie.
Oplossen =m Oplossen van tachtig knelpunten in de ecologische In de jaren 2015 en 2016 zijn in Amsterdam 35 ecologische knelpunten opgelost. Deze zijn Op de interactieve kaart maps.amsterdam.nl/ecopassages wordt
van ecologi- structuur. o.a. gericht op de migratie van amfibieen, vissen, kleine en grote zoogdieren. Maatregelen de actuele stand van zaken omtrent aanleg en planvorming van
sche knel- m Ondersteunen van initiatieven gericht op het die zijn toegepast zijn bijvoorbeeld de aanleg van een faunauittreedplaats, een faunarichel, de ecologische knelpunten weergegeven. Eind 2016 is er zicht
punten en vervangen of weghalen van harde beschoeiingen een vispassage, ecologische inrichting van een onderdoorgang onder de Ring en de op het opheffen van 62 van de 80 knelpunten. De prognose is
ee langs waterpartijen, waardoor natuurlijke oevers aanleg van een natuurvriendelijke oever. Op meerdere locaties in de stad, ook indien er dat de doelstelling wordt gehaald en dat ook de resterende
ille ontstaan. geen sprake was van een ecologisch knelpunt, is op basis van advies in 2016 een natuur- 18 knelpunten eind 2018 zijn opgelost. Eind 2020 zijn dan naar
lijke oever gerealiseerd ter bevordering van de biodiversiteit. verwachting alle ecologische knelpunten in de Ecologische
Structuur van Amsterdam aangepakt.
Bevorderen Inventariseren welke maatregelen het meest effectief Het doel om natuurinclusief bouwen te stimuleren is gehaald. De meest effectieve maat- De advisering wordt in 2017 voortgezet. De bestaande
van natuur- _ zijn om natuurinclusief bouwen te bevorderen. Een regelen zijn geinventariseerd en vastgelegd in een folder ter inspiratie bij projecten op inspiratiefolder voor natuurinclusief bouwen wordt in 2017
inclusief mogelijkheid is om natuurinclusief bouwen deel uitte _Centrumeiland IJburg. Middels advisering en de presentatie van het document "Bouwen aangepast en geactualiseerd naar aanleiding van nieuwe ontwik-
bouwen laten maken van het tenderproces. voor Biodiversiteit" zijn in 2016 verschillende partijen waaronder architectenbureaus, kelingen (bijvoorbeeld worden regenbestendige maatregelen
corporaties en de gemeente gestimuleerd om natuurinclusief te bouwen. Dit heeft er toe opgenomen) en dan ook bij andere nieuwe woningbouwlocaties
geleid dat natuurinclusief bouwen inmiddels deel uit maakt van diverse bouwenveloppen, betrokken.
waaronder Amstelkwartier 1e fase en 2e fase, Centrumeiland IJburg, Archimedesplantsoen
en een deel van de Zuidas. Ook is natuurinclusief bouwen als randvoorwaarde opgenomen
in diverse bestemmingsplannen, zoals Weespertrekvaart, Hamerstraatgebied, Havenstad
en Elzenhagen Zuid.
7
rard LHN Ee
of Í | Ki ne.
66E
OEE OE ELD BAANT
HN | ee ee RIE k
uál Tres a EIN
mj ZELE aow ALARA EEA Oe 2e Et Der ET
NEF 1 | ABK EEN | | Ee : 1 of En
gui A I HIE | IN IK el Ô kek, jk! : ER
EH Ca ND I : vr alen
n Ee di Ì | me
__ÂR ES 0 Nd 4 PE
n EE it | Ei Ì je ï il
Liem MEA | [ | ES | Î [
ES ol É | | Í |
5 5 Ê ne ES LA nn
5 ER En ' eE 5 EE Een a oes ree
Te Ee Es an n NE
En er Ee Ee EE ad
NE TT nn 1 af ei SEG
EA er Rs en d EAN SE
Ee sd BE Ker ri an AE den der ne 2 Te za RE & ae Een es en Res 8 pe eid 2
Groen in de buurt e EG ed
EEn BE mn ee le 5, dee bin ;
Natuurlijke speelplek: Kindercampus Zuidas
8 J ne JN BE Er 4 oaf B A EEEN a 5 / ä ET EE zel EEE
f Ô È fs id he et B Jl 7 Do Te dd É Ë : 7 Ee Ea Ô KE e ke 1 fi j É Ë a Î
— 4 N De ek bete rd Za BEE RK nd RL ES E u S L ; B an : what. Í ER Ë Fn /
e= en Be A. ki 0 sm Bt TE GEE on rd tj 5 a en Riek a di er nemen 1:
î 3 bd NE dir sf ER td B Ì KS hen, Kos fen 5 da is Rs E in r 4 : ri et
ENE Ne her — en ie mn EE a Ea mn JR Tin IN} a 1 î 2E ls E en Mil
EP a en NAS men Aa ü ki iN hl l ke Ie al 1 ha el)
7 A) | é „Î ì | À TN # 7 ì p E re Ee 1 E ir F ü 4 le Ì 1, en, ï E: t n : Û Fe jd Í F
hek 5 | ke \ haat |E en : Á: IJ F Be \ k Ee ed Fl UI 7 d std i | ij s
Koe | | ee 5 : ER af Jk: : EN Ee en s Ik E
kl Pekin Pp } Ee E nen re " vi ren kT Bn E
} en '… Elin kl n’ E » 4 cr ‚e ni Ea ER n
f, en rd ee 5 5 le Rel De zh F ee Een | le kirk
pan Nees rd Ï $ P 1 k . 4 ‚Nl Ned Nd Kea B id zhe
ee ; : … Wik VET DET Te rn er
ie Hi | 5E en h el We re | Wie
n PS } Lr DT Î ME ee L Eeen en EL El
1 ï ä ar RE ee ie ï A n Fia 7 Ee En 3 Zn Á ” li ri
8 er : ' e kn « 3 ai hed : pe Ee el > : o. dl E tn , P- ir kil en Gi
GE PP ee ade MN ok Cn rn a er en
ee WN EN Tek: het eef Be ] Ke OP Et - je
\ ; Een 5 Ep aid et er n TE we end ne ae. Pe ed nde je
1 EN ï a % re tekins Eart de B 5 En Lln EE een hr ze
A en 8 et sr n, EE EE ae Aden E E
RN Ee NE ES, RR Eer " EE
RT en ER BRE En & 5 ain, Ad Ln nage Âr m Le eld et; pe; FE hee Ben kpn Et, zeke RT, rie * ik Ee 1 Ee r
8 NG TE Den al ke nn Ear is td, Pre d ee TE F
0 % ien Ae r eer: rak Aer 5 Ef ies. gn nk Kr eind A te, p en
en , , Eben | et PA Ee een kin RE EE 3 Re re
Sn Dee EER enen enn zE ï 7 a zi, ene KN mk e Ee eaf EN te 3 ed eet 5 ee 5 eel r 4
; = A Re zl Ee ; er N, DE nende? : Pr a pa, 4 , Lee a 4
he ir 4 â ' Td el ni ee Ae Fage, Ed, en ;, EL dE en 7
Pe Ee ee ' P / de Sl Eh Ne : N E nt gt Í - er me, De rn PE 5 Ie Se ie ee pe ok | In s
DE ni kane ‘ ae eon HER Ee Re Eeke En de MR
SL Ps Ei Tae en de Rr he) EE en a Tt =| : Mk eh s k ks Dn sh
BE 0 NES in Nn dn EE tr a Er Er Fn hj
Groen schoolplein: Montessori Boven 't IJ Postzegelpark: opening van de Ruyschtuin
8
’ ls .
Ca Groen in de buurt
Focus Doelen Stand van zaken Prognose Handelings-
2015-2018 opgenomen in acties en maatregelen perspectief
van Agenda Groen
Voorzie- m Bijdragen aan de aanleg of verbetering van sport- Het doel is gehaald en verschillende voorzieningen gericht op sporten en bewegen Dex hm A0 17 ls ar VEE gansch soer speren an bendsgan In Het
ningen in veldjes in het groen, geschikt voor intensief en divers _ zijn gerealiseerd of in uitvoering in een groene omgeving: groen:
het groen gebruik. — In diverse gebieden (o.a. Martin Luther Kingpark, Sloterpark, Bullewijkpark, — let els Eamesgllelen kan els steelae Weis ee dat
gericht op m Bijdragen aan de aanleg of verbetering van Beatrixpark) zijn de afgelopen jaren sporttoestellen geplaatst. Amsterdammers meer gaan bewegen. De Beweeglogica geeft
Pe EN wandel-, hardloop-, fiets- en skeelerroutes in groen- ___ In het Nelson Mandelapark is een soort Pokémon-Go-omgeving gekoppeld aan houvast om bewegen op te nemen in een ontwerp of bij de
bewegen. gepieden” b het park voor de duur van 1 jaar. herinrichting van o.a. parken en pleinen. Voorbeelden hiervan zijn
m Waar de gemeente Investeert In nieuwe woonbuur- . . . bredere stoepen om te spelen, meer open zwemwater, voorzienin-
an, werde raf de ontwerpfase aandacht besteed — Op het Marineterrein, in het Westerpark, het Martin Luther Kingpark en het gen voor br Sporters en ee fietsroutes.
aan groenvoorzieningen die uitnodigen tot bewegen. Flevopark zijn hardlooproutes gerealiseerd of verbeterd. “ Vanuit de B de Stad d biï Ia-
— In het Sloterpark is een freerunning parcours aangelegd. En erk ete ed de
— Het programma de Bewegende Stad is betrokken bij diverse ontwerpprojecten teerde projecten in het groen om zo te sturen op intensief en divers
in de stad, te weten: Mario Melchiot plein, Banne Noord, Breedveld, Roomtuintjes, gebruik. .
H-Buurt, Sport-as en Koggeschip. — Daar waar de gemeente investeert in nieuwe woonbuurten, wordt
vanuit Bewegende Stad in een zo vroeg mogelijke fase meegeke-
ken of er in voldoende mate aandacht is voor voorzieningen die
uitnodigen tot bewegen.
Uitdagend m Bijdragen aan de aanleg van groene schoolpleinen Eris de afgelopen jaren veel aandacht voor uitdagend groen voor kinderen. In 2017 worden naar verwachting totaal 36 schoolpleinen uitge-
groen voor _ die uitdagen tot bewegen. Groen waarvan ze kunnen genieten, leren, waardoor ze meer gaan bewegen en voerd en in 2018 nogmaals 15 schoolpleinen. Dit brengt het totaal
kinderen = In lijn met de Amsterdamse Aanpak Gezond groen dat bijdraagt aan een klimaatbestendige en biodiverse stad. Vooral de aan schoolpleinen met een nieuwe groene en regenbestendige
Gewicht worden vijftien natuurlijke speelplaatsen subsidieregeling Amsterdamse Impuls Schoolpleinen (AIS) die op 5 april 2016 inrichting op 57 aan het einde van 2018.
aangelegd of verbeterd. is vastgesteld in het college draagt hier in grote mate aan bij. Deze regeling Een deel van deze groene schoolpleinen zijn ook te gebruiken
maakt het voor scholen mogelijk om hun schoolplein opnieuw in te richten, als natuurlijke of vergroende speelplekken. Daarnaast is op basis
daarbij is veel aandacht voor bewegen en een groene, biodiverse en regenbe- van de reeds toegekende Groengelden zicht op 4 natuurlijke
stendige inrichting. In de regeling is daarvoor € 1 miljoen uit de Groengelden speelplekken die in 2017 aangelegd worden waaronder een
opgenomen voor de periode tot en met 2018. In 2015 en 2016 zijn reeds 6 speelplek in het Flevopark. De prognose is dat de doelstelling
schoolpleinen in Amsterdam vergroend. In 2016 zijn nog eens 25 schoolpleinen van 15 natuurlijke of vergroende speelplekken gehaald wordt.
geselecteerd voor een subsidiebijdrage. Zij worden in 2017 opgeleverd.
De aanleg en verbetering van natuurlijke groene speelplekken blijft nog enigszins
achter in 2016. In de periode 2015-2016 zijn in ieder geval drie natuurlijke speel-
plekken gerealiseerd of verbeterd (in Noord, Oost en Zuid).
Meer en m Vergroenen of aanleggen van 20 postzegelparken. Er komen steeds meer mooie groene plekken in de buurt. 6 postzegelparken zijn Naar verwachting worden in 2017 met een bijdrage uit Groen-
betere m Het voortzetten van gemeentelijke regelingen, al gerealiseerd. Dit zijn o.a. het buurtparkje tegenover het Amstelstation dat op 15 gelden nog zeker 24 postzegelparken in bijna alle stadsdelen
groene waarmee Amsterdammers op een eenvoudige wijze september 2016 is geopend en het postzegelpark aan de Ruyschstraat dat meteen gerealiseerd daarmee wordt het doel gehaald. Enkele voorbeelden
plekken in geveltuintjes kunnen (laten) aanleggen of boom- bijdrage uit de Groengelden op 19 oktober 2016 is geopend. Dat postzegelpark hiervan zijn de Lange Leidsedwarstuin in het Centrum, het Barajas-
de buurt. spiegels kunnen vergroenen. Deze gemeentelijke maakt deel uit van het project Park om de hoek van De Gezonde Stad. plein bij Sloterdijk, het Arthur Meerwaldtplantsoen in Nieuw-West
rsgelling zal voer de glee sid vern kracht dijn, clus Op 12 juli 2016 heeft het college de Subsidieregeling Groen in de Buurt vastge- en Anna's Tuin en Ruigte bij Sciencepark
ook in stadsdelen waar voorheen nog geen regeling PSE 909 ge mg , 9 Jg ) >Stencepars .
bestond. steld. Jaarlijks (2017-2018) is er € 75.000,- per stadsdeel beschikbaar voor Groen Een stedelijk Geveltuinenbeleid is nog niet ontwikkeld. Deze wordt
in de buurt projecten. Stadsdelen kunnen deze subsidie ook voor geveltuintjes en naar verwachting in 2017 opgesteld. Wel maakt de Subsidierege-
boomspiegels verstrekken. ling Groen in de buurt het mogelijk om nu al in stadsdelen waar
geen subsidie of regeling is voor groene bewonersinitiatieven en
geveltuinen een bijdrage voor een groen initiatief aan te vragen.
Ruimte voor _m Op basis van cofinanciering bijdragen aan Amsterdam biedt ruimte voor initiatieven gericht op stadslandbouw en voedsel. Wat Met de lancering van het platform Van Amsterdamse Bodem (voor-
stadsland- initiatieven voor de aanleg van moes-, kruiden-, is er in de periode 2015-2016 gebeurd? heen Voedselpoort) in 2017 worden de doelen voor stadslandbouw
bouw en of pluktuinen en aan initiatieven voor alternatieve — Vier stadslandbouw projecten zijn gerealiseerd waaronder het project “Nieuwe en voedsel gehaald. Deze website voor bewoners en ondernemers
voedsel wijzen van productie, verwerking en distributie inde eiwitten via de menukaart" en het Voedselbos in het havengebied. resulteert in een platform waarin de gemeente samenwerkt met
voedselketen in de metropoolregio Amsterdam. — In 2016 is de Subsidieregeling Groen in de Buurt vastgesteld die ook voorziet in ANMEC, De Gezonde Stad, Foodcabinet, Eetbaar Amsterdam,
d Inltlendlsvan woor stadslandbouw ee eel Ed subsidie voor stadslandbouw en voedselinitiatieven. Deze subsidieregeling draagt Pakhuis de Zwijger, AMS en HvA.
oor informatie op gemeentelijke websites te onder- bi h inimali laevi h d deland- In 2017 d hti k delandb N
houden en samen met maatschappelijke organisaties ij aan het minimaliseren van regelgeving en aan het ondersteunen van stadslan n 2017 worden naar verwachting ook nog meer stadslandbouwi
de Voedselpoort op te zetten. bouw en voedselinitiatieven. nitiatieven uitgevoerd, dat zijn o.a: 1. Stadslandbouw MBO-
= Inventariseren welke belemmeringen in gemeen- deeltijdonderwijs in Tuinen van West; 2. Nieuwe zuivelcoöperatie
telijke regelgeving initiatieven rondom voedsel en Amsterdam; 3. Stiltecafé en informatievoorziening bij een stads-
stadslandbouw in de weg staan en die waar mogelijk landbouwproject in West.
wegnemen.
9
Ús
CA Groen in de buurt
Focus Doelen Stand van zaken Prognose Handelings-
2015-2018 opgenomen in acties en maatregelen perspectief
van Agenda Groen
Faciliteren Met bestuurscommissies en groenorganisaties In de stad is veel behoefte aan buurtgroen en vooral aan advies en ondersteuning In het tweede kwartaal van 2017 ontvangt de raad een beste- De werkwijze wordt
en onder- ontwikkelen van een toolkit met ‘best practices’ met __ voor iniatieven. Bij de begrotingsbehandeling 2017 is een amendement aange- dingsvoorstel op hoofdlijnen voor de € 2 miljoen structureel voor ontwikkeld met
steunen van daarin onder andere voorbeelden van gebruikscon- nomen (nr. 1357) waarin wordt voorgesteld om in de begroting 2017 € 2 miljoen Groen in de Buurt. De intentie is om in 2017 toe te werken naar een bestuurscommissies
buurtinitia- tracten tussen gemeente en initiatiefnemer(s). structureel op te nemen voor Groen in de Buurt. structurele werkwijze en financiering van Groen in de Buurt vanaf en groenorganisa-
tieven 2018 en in 2017 al zoveel mogelijk initiatieven te ondersteunen en _ ties. Daarbij betrekt
buurten te vergroenen. de gemeente
ook de goede
ervaringen van alle
partijen, zowel voor
de organisatie als
de uitvoering en
begeleiding van
groene buurtinitia-
tieven.
7 REL afm
EEN
’ AE DE
Se \ d te DRR
As MS Ik hf Ze og E
EK A pven ee dn Á
IR ee ck ES
Kn SNE Fa | j
n ge ME en RE ' rsr GELE a Ee
p Npe a en TE e d EE
Re eN : EN he 0 VE Pd
Ber DRR GS is Ri Trien et, mn
NE EE ERR
ek er NS RMT EON et en
Re, Kn 5 Eg 5 BE EE eh E de E é k EE, & Ee en rd Ee ed al
Eed B Ee ar in
rts nn EE A wr " Ee re EE. „rt e Ns a _
, Ä ee nme Oe a ee ee B Tet AN
3 : Nen en PRN a en — sen Eek nF A
de ad en ad ef et Pe Fee HESS
EP MORE ER Ee
NE DEE en et } be ee k ei
EEN TEN
en 5 en sE BE 0e ei Ee ae Te Ee ie en
, EN Me
Á : Fat Ae NOAR EE
NR ee ú AS ", a ee Seef ms A É ‚ hd El er EE
ie Lt Ze { oe AN
ide GEEN ds A RR RR
Ee EK WAE PINE Ee
erbindingen en toegankelijkhei Ee en EA
Brettenpad: Molenwerf
10
ox Verbindingen en toegankelijkheid
Focus Doelen Stand van zaken Prognose Handelingsperspectief
2015-2018 opgenomen in acties en maatregelen
van Agenda Groen
Groenge- m Gesprekken voeren en afspraken maken In 2016 is verder gewerkt aan het toegankelijker maken van groengebieden voor ien doe wordt eed verwachting gepaald end NE d Een van de uitwerkingen
bieden voor met maatschappelijke organisaties over het een breder publiek: d . et kader on ni li le © oru en Ee Dn AI t van Koers 2025 is de
een breder verbreden of versterken van de betekenis van — Bij de gebiedsuitwerkingen in het kader van Ruimte voor de Stad/Koers 2025 maatschappelijke organisaties gesprekken over verbreden van Kwaliteitsimpuls Groen die
publiek sportparken, volkstuinparken, schoolwerktuinen zijn gesprekken gevoerd met volkstuinbesturen over onder andere een breder fi in 2017 wordt afgerond.
toegankelijk en begraafplaatsen voor de buurt en de stad. f functies gevoerd. Hieri dt
maken = Het toegankelijk mak gebruik van volkstuinen. — In 2017 wordt geïnvesteerd in de toegankelijkheid van erin wordt Meegenomen
. gankelijk maken en versterken van de In 2 . „. ven: „ . ‚ dat de stad voldoend
. en . — In 2016 is de verblijfskwaliteit van het zwemstrand aan de noordzijde van de verschillende gebieden zoals het Oeverbos aan de Amstel at voor de stad voldoende
verblijfskwaliteit van groengebieden aan het water, - . n lak d
me Sloterplas verbeterd en aantrekkelijker gemaakt voor een breed publiek. Door dat d.m.v. het wandelpad aan de Jan Vroegopsingel bij de oppervlakte groen, aat
onder andere door voorzieningen toe te voegen en he . : … ne -
| die ingreep is het aantal bezoekers in de zomer van 2016 enorm gegroeid. Ouderkerkerdijk ontsloten wordt voor voetgangers. Ook op aansluit bij het gebruik van
recreatieve routes te verbeteren. „5e - … k ne,
Het strand zelf is opnieuw ingericht en allerlei recreatieve voorzieningen zoals andere locaties aan het water zoals bij Het Nieuwe Diep in de Amsterdammers, van
foodtrucks, sport en spel voor kinderen, beachvolleybal, picknicktafels en strand- het Flevopark en aan de Gaasperplas wordt gekeken naar . groot belang is. Daarbij
stoelen zijn in het seizoen beschikbaar. mogelijkheden om de recreatieve functie van het groengebied kan horen dat het huidige
aan het water te versterken. gebruik van semi-openbare
of slecht toegankelijke
groengebieden in de stad
gaat veranderen en open-
baarheid nog belangrijker
wordt.
Aantrek- m Verbeteren van verbindingen tussen en binnen In 2015 en 2016 is begonnen met het aantrekkelijker maken van ver- De gemeente werkt samen met de MRA en andere gemeentes
kelijke groengebieden voor dagelijks recreatief en sportief bindingen tussen en binnen groengebieden. Zo is de verbinding tussen aan de ontwikkeling van het Groennet en daarmee aantrekke-
verbindin- gebruik. Oe het Vondelpark en Rembrandtpark verbeterd voor recreatief en sportief lijke groene fietsroutes naar de landschappen om de stad. Voor
gen tussen m Het zichtbaar verbeteren van fietsverbindingen gebruik. De route is vergroend en heeft nu nog een paar knelpunten, de periode tot eind 2018 wordt hier vanuit Groengelden ook in
en binnen naar landschappen rondom de stad, door het oplos- maar wordt in toenamende mate gebruikt door fietsers, hardlopers en geinvesteerd. Daarmee wordt de doelstelling gehaald. Vanuit
groengebie- sen van knelpunten in de schakels tussen stad en wandelaars. Ook is de openbare ruimte rond Molenwerf heringericht en Groengelden wordt gekeken naar een bijdrage aan:
den. land en/of investeren in de belevingswaarde van de veraroend Dit ; fj deel het Brett d.d 9 fiet 1. de verbinding tussen Oost en Waterland via Vliegenbos, 2.
routes. e he ” k Is ek ee en ei ni enpad, de groene in rk de verbinding tussen Gaasperplas en het Gooi-en Vechtplassen-
waneals, ln skesnsiinelnel wine Se EENS Manpsert HEE san NE Mg) gebied en 3. de verbinding tussen Nieuw West en de Nieuwe
die vanaf 2017 deel uit maakt van het Groennet (voorheen Groene Lopers). Meer ter hoogte van het Christoffel Plantijnpad. In 2017
werkt Amsterdam verder aan de verbetering van de groene
route naar de Amstelscheg, aan de ontbrekende schakel in de
fietsroute IJburg-Zuidoost ter hoogte van het Diemerbos en
aan de route richting de Brettenzone ter hoogte van Sloterdijk.
1
PEER EED WER EEE en OI hen >
MEE NEE RAE OO et OTE
B / Ed AE ager B AD ES AN U Ed
PID ES it Lee en NSE TE LA Oi REN Ce En a a
Ge Sen ME Ei, WEE Ee RR AN FE ED ned A
Her ET hae. EEN ad mr:
E # £ AR Se eN A AN ER
EEn EN Eden a EEN ON en EE Er dn AN A
RDE NRE ee
nn li EEN AE EN ATD P > AGE
a EEEN OTE Shrine EE ERO Va rg Ne Pm ef
T | | | \ | EH En dl bd it é Tros ‚e KEEN Ek B: ER KE ee 5 pre
B: KAD en 00e eon sup en SER
De IE Vn SE TE SEREN 1 ME ES Ne
warn | Pr on De EE 0 PA 7 BE 5 et At ' 3
wegtest Em e= GE et La út B ZE er Pr En REL DE age hen f 7 je
v/ : Os ne ! pe e ka 5 Rs k j A Sn ik ne Re En ' À EL EL: 7 ) ee 28 f
er x Ed Een LS Le
ERA NE os Re eenn } es ry
ENE ENGE On A mmm en ®
soi ve Eben ee EN / A
ss. Ben Ld ht be PE Ee 5 ó A it ze SF Ek bd af
Eer bn B ord ER nn .
<4 ie al Meene OO TE TEEN el EN
« « rd é , ee EO BT ener te nnen. NE se EN
Nes ee bike Oe et ee he en TTE ae IN
< 9 4 het il Ni K fe p gt ed B 3 LEE Er É Ad voet AN ca nee en mn, E: |
«sr Ran he Dat 4 en: BEN eee | À Ee el
et ele Ae CRD ed / F te ate TT WSS eN , et AN
hinne ey een HG pr # / zi edad pe thi DR Se BE
‘ Ì en tn ii he / - es eins Ie en = EE ns a
tt en)
mn TES Pr en EN nen
Et ) mee S " ig 4 K/ / =. Ë =’ # & a 5 B Et ad 8 Ee ë ë SE SZ tr Te 5 d E
ZN k EC Ee A N É Eet / en fl 5 De Ee ee ne 5 5 RE 5 er E Dn À x ee B en ; 7
Ed KVA v # RE KE EN , Ô pe
sE Dt EK ol ee en en ee : re
NEEN on) A
Pe) ge st f En en Rt Ee ee ni mr wi En k al ie en RE ee / K Ed De f
A Di Er ed ri SE IE, 5 ga Pe Dn RENTE EN Br ME
er Re ee EE IE 7 RE ik
PE a Ee aen AV Ie! Mi Eke EN te B et em Dd
Medebeheer in de Curagaostraat
Be re A LL per 5 Ï E PE RT FE Fy TREK EK Eje d Pe
p Ee: . er ’ rj p i Í 1 En ol wk : En df hi : An KF E E nk
Ld r L i 7 hat hin d
| \ Nie " a Ik ea Dn e Ee Ti ge d al en EE en se e. ; ed 4
me | | | $ \ E P / id = kr] en KR ad eh Ne Ì Fn, KE et Bet 8
At ; Les Ì * p Ek Be + ’ rt g Fn ee HE PR GA |
k ‘ f 4 " " É Ken eds a ie er „ ke Er de mi f Pe 5 : _ B
à = E à hik Á _ . Gi ” ú de Ei gr ee Ne oai tf eN, 8 pn ikk , en l Mp
eN hl a % B LG ° k |: É es : el, ka ak rdf RE r t U er À
3 ì Ï ee” á & Ô Ei ú 3 L ü be rl aL Bh hie Tl B jn ú a ei ke Ees eerd LF „ :
laa adhd Dn 3 | KE ee û ê ag en on ES Dr en :
Ee ij 7 TA p aad ‘ \ A hd En enen Tt, re € ï es Er
NAD ADD, AS OU EZ A NE 4 | ad NRR Á A
ni “u OE ij / A ä k ad „_ ú \ is en …ä kJ p re Ei 5 k ke LE Ar Ht % Ll r ]
vi VARA ) ME j NS Kina es í | Í Ea Om ee RE hai os ee Ere
| } ee S fi 8 ik i k li er nd ú "L.
„ \ ik \ ie PF « u " a | ï ij , k df zal Ddl 7 jn - ! tn, Ei Pi Een |
| Gn Î nk rr ' Ae i ar Mi En
EN un ; Ze men \ EERE E iN Ì a
id » hd 8 be im mi Lr ES : AM Pet Ì Er ä 5 vii hii | Ke Ee
Î 4 ms kes rs » mmm et, d 5 ME en Í ej dT Tenat ri i Ar en Pat
Ss 7 a hc Dc ad 5 RE ARE eh ER „ E 1 A zi en
PR Ee 5 W HES qe en el 7 CE
ne Send nn LN ie 5 N an EL ne if eee en HT) BL 8
En ed p K. N \ PNA L ed } Ee Een d a h7 RE of ä ì el | lan „af
{ Dee, EN Ò Oe » ó IR WEE et Oe AT n
wie er PA É Dd A eenheden 3E
y 3 KM % Î ij ia ï | 7 por: get we =
" *. 1í Ps ‚m r 5 | á ET ee 7 Ee Nr | 3 Eijs heen n
vaks Rh / ‚$ en a =de en ed en En ER on
d K ö U 1 Ea K as De | 5 Oi: Eh nn rp ES
Á 5 Kd d k 5, T- _ Nn mn Pla Ee di hd 5 ik _
eN Es «AM va N, é nr ET een er ee KH | hin. „
: Rs RN D rl 7 Em Cf: Li a Ue EE vm ki i mn MS En
Ô eN zn bn Ek | ‚ , ee : - : : d à
‘, Ek mi À Á dg ) e te ii den hens raf pn Ans PN :
} ee ble mt ee, nr ee Et ae ee oer en _— ad -
A, 4 é irl Î Î Dj Dn ee - a kn
Da A E | En en 4
p k ai args pete eat Ee tn Nr 2e N ' ,
riad s: 2 ee” / a et er ei ne :
1 > ART ‘ BA Ae | els ne ne ie -
„Ak Pv’ he El ee en Nd Tr
N £ BI U A pe ZE AT EE ern p= OE
Natuureducatie op de Kindercampus Zuidas Herinrichting Oosterpark
ft
_ Hoe doen we het
Focus Doelen Stand van zaken Prognose Handelings-
2015-2018 opgenomen in acties en maatregelen perspectief
van Agenda Groen
Beheer m Onder de noemer ‘Groene Puccini’ opstellen en In 2016 lag de focus voor wat betreft beheer bij de gemeente op beleidsontwikkeling De gemeente geeft het goede voorbeeld en investeert ook
uitvoeren van beleid voor inrichting en beheer van de en organisatie (o.a. via assetmanagement). Voor de hele openbare ruimte, en dus ook _ in een eigen duurzame organisatie. Investeringen in (klimaat)
groene ruimte. En voor groen, is in 2016 de Concept Visie Openbare Ruimte opgesteld. Deze visie is een bestendige groene openbare ruimte, beheer van groene assets
m Voordat we investeren in groenvoorzieningen met _ eerste stap in de ambitie om meer regie te voeren op ontwikkeling, inrichting, beheer en hergebruik van groene materialen maken daar onderdeel
een beheertoets aangeven op welke manier beheer en daarmee op het gebruik van de openbare ruimte op het schaalniveau van de hele van uit. Eind 2018 zijn de gestelde doelen voor beheer naar
cie els lange detta 15 sjefsesle. . stad. Daarnaast is het kader 1Amsterdam Heel & Schoon de inspraak in gegaan. Dit verwachting gehaald:
m Het groen, ook buiten de Amsterdamse Ecologi- kad de basi de ni dsbred iek het beh _N d b . de kad het beh
sche Structuur, meer ecologisch beheren. ader vormt de basis voor de nieuwe stadsbrede systematiek voor het beheer van u voor de openbare ruimte de kaders voor het beheer en
= Door het bundelen van kennis en kunde over de stad. De gemeente gaat voor hoogwaardig beheer op basis van de volgende vijf de visie op inrichting en beheer bijna zijn vastgelegd kan verder
ee eten ee e principes: gewerkt worden aan de vertaling daarvan naar de Groene Puc-
overzicht van ‘best practices’ opgesteld. — De openbare ruimte kan goed en veilig gebruikt worden. cini. In 2017 wordt deze vastgesteld en daarbij worden aspecten
m Opstellen van een model (mede)beheerovereen- — We beheren de openbare ruimte duurzaam, met oog voor mens en milieu. m.b.t. beheertoetsen, voorbereiding parkrenovatie, ecologisch
komst met daarin randvoorwaarden voor (mede) — Beheer zorgt voor een aantrekkelijke en verzorgde openbare ruimte. beheer, klimaatbestendigheid en medebeheer meegenomen.
beheer van een groene ruimte. Daarin staan richtlij- — Waar mogelijk beheren we samen met bewoners en bedrijven. — De gemeente inventariseert de komende jaren ook de groene
nen over openbaarheid en onderhoud van het groen. _— We beheren slagvaardig en kosteneffectief. grondstoffen om ze te behouden voor de kringloop. Dit gebeurt
= Inventariseren op welke wijze groene materialen Daarnaast is de organisatie van het asset management van het groen in de stad verder o.a. in het kader van het Uitvoeringsplan Afval (juni 2016).
at die glen afvalstroom het beste hoogwaardig vorm gegeven en is veel kennis en data verzameld.
kunnen worden hergebruikt.
Beheer Erop toezien dat 50% van al het openbare groen In verschillende delen van Amsterdam is in 2016 geïnvesteerd in de inrichting en In 2017 start de inventarisatie van het percentage insectvrien-
insectvriendelijk wordt beheerd. het beheer van een insectvriendelijkere openbare ruimte. In Noord en Zuid zijn delijk beheerd openbaar groen. Via diverse projecten zal in
insectvriendelijke projecten gestart met Groengelden. In stadsdeel Noord is in totaal 2017 aan het doel gewerkt worden. Het verhogen van het
10 kilometer bloemenlint aangelegd. In stadsdeel Zuid is een bloemenweide van 3.000 percentage insectvriendelijke beheer zal met name ook via
m2? aangelegd en bloemrijk grasland en oever van 1500 m2. Op initiatief van vier beheerplannen en assetmanagement groen bereikt worden.
volkstuinen in stadsdeel Nieuw West is de beweging Flower power @Tuinen van West Ook wordt de komende jaren geinvesteerd in uitvoeringspro-
gestart. Dit heeft in 2016 geleid tot de aanleg van twee insectvriendelijke groenstro- jecten, zoals een educatieve bijenstal op natuurspeelplaats
ken die in 2017 worden uitgebreid. Veel van de activiteiten die vanuit andere acties Jeugdland met bijvriendelijk ingerichte omgeving, de aanleg
uit de Agende Groen worden gerealiseerd dragen ook bij aan dit thema. Zo hebben van een bloemenlint in Noord en bij- en vlindervriendelijke
ecologisch beheer, de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het toevoegen of inrichtingen in Zuid.
verbeteren van groen in parken of in de buurt vaak een positief effect op de aanwezig-
heid van insecten.
Slim = Inventariseren welke regelgeving belemmerend De regelingen voor de Bomenverordening, de subsidieregeling Groene daken en de Een stedelijk geveltuinenbeleid wordt naar verwachting ontwik-
omgaan met werkt voor groene investeringen en die waar moge- _ subsidieregeling Groen in de Buurt zijn van kracht geworden. Daarmee is voor die keld in 2017. Daarnaast worden nut en noodzaak van stedelijke
regels lijk wegnemen. onderwerpen nu eenduidige regelgeving voor heel Amsterdam en gaan we slimmer regels voor tuinuitbreidingen onderzocht. Ook wordt geïnventa-
m Harmoniseren van een aantal regelingen gericht op _om met regels. riseerd welke belemmerende regelgeving voor groene initiatie-
de groene ruimte. ven nog bestaat en wordt die waar mogelijk weggenomen.
Financiering mn het kader van het traject ‘Ruimte voor de Stad- _ In het kader van financiering en waarde van groen en onderzoek daarnaar is de stand Bij de ‘Kwaliteitsimpuls Groen’ worden ook de kansen voor het
oars 2025’ bepalen were gevieden op midaellange van zaken als volgt: B verbeteren, het vergroten of het aanleggen van nieuwe stads-
en lange termijn priorttert krijgen bij ontwikkeling. — In het collegeakkoord is € 20 miljoen euro aan Groengelden beschikbaar gesteld parken betrokken en mogelijkheden voor de financiering daar-
Investeringen in groen maken een belangrijk onder- voor de uitvoering van projecten. Dit bedrag is eind 2016 volledig geïnvesteerd of van
deel EN deze afweging. . . toegekend aan projecten die bijdragen aan de doelen van de Agenda Groen en heeft _ in 2017 wordt verder gewerkt met Stadswerk en de Vereniging
" Ken van meer een in Nn vormen geleid tot meer dan € 55 miljoen aan investeringen in een groener Amsterdam. h fi d twikkeli iet
van publiek-private samenwerking bij groenprojec- Z Voor de thematische uitwerkin K 2025. de ‘Kwaliteitsi sG ne A esse Aes
ten. Op basis daarvan opzetten van een kader en 5) Van NOS ‚de Kwalrtertsimpuls Groen , Is In 2017 wordt de ramingsmodule groen geimplementeerd en is
werkwijze voor publiek-private samenwerkingen. in 2016 en verkenning naar kansen voor toevoegen of verbeteren Ba het mogelijk om de kosten van groenbeheer in Amsterdam nog
m Analyseren van de kosten en baten van een aantal groengebieden. Een financiële strategie met inzicht in publiek-private samenwerking beter te analyseren. Daarnaast worden in het kader van assetma-
groengebieden in de stad, waaronder het Vondel- maakt onderdeel uit van deze verkenning. nagement verschillende kosten-batenanalyses uitgevoerd voor
park. — Eind 2016 is gestart met het in kaart brengen van de baten van de bomen in het de openbare ruimte.
Sarphatipark. Dit gebeurt in het kader van de ontwikkeling van een tool (i-tree) om de
waarde van bomen in Nederlandse steden beter in beeld te krijgen.
13
e Hoe doen we het
Focus Doelen Stand van zaken Prognose Handelings-
PloS) opgenomen in acties en maatregelen PNT Tj
van Agenda Groen
Monitoring Opzetten van een dataprogramma voor het moni- In 2016 is gestart met het opzetten van een dataprogramma voor het groen voor meer In 2017 wordt het dataprogramma verder ontwikkeld en uitge-
en inzicht toren van de ontwikkeling, beheer en gebruik van mogelijkheden op gebied van monitoring en inzicht. Voor groene daken is gestart breid met nieuwe gegevens en kennis. Dit doet de gemeente
groen. met een analyse van luchtfoto's om de ontwikkeling in de toename van het aantal m2 niet door zelf steeds nieuwe onderzoeken op te zetten, maar
groene daken in Amsterdam te kunnen volgen. Voor het beheer is o.a. in het kader vooral door bestaande kennis binnen en buiten de gemeente
van assetmanagement op 23 november 2016 het Gisilo 2.0 live gegaan. Hierdoor samen te brengen en samen te werken met andere organisaties.
is nu een centrale stedelijke data omgeving beschikbaar met daarin alle beheerde Waar mogelijk worden daarmee ook nieuwe kaarten geprodu-
verharding, bomen en groen van de gemeente Amsterdam. Voor het gebruik van ceerd en beschikbaar gemaakt via maps.amsterdam.nl.
het groen en onderzoek op dat gebied wordt met organisaties binnen en buiten de
gemeente samengewerkt om meer inzicht te krijgen. Dit gebeurt o.a. in G4-verband,
in het Europese project PERFECT (getrokken door de GGD) en met kennisinstellin-
gen.
Monitoring Jaarlijkse publicatie van de groene monitor met Deze eerste publicatie van de Monitor Agenda Groen geeft de stand van zaken van de De komende twee jaar wordt vier keer per jaar aan de wethou-
en inzicht een stand van zaken van de acties en doelen uit de acties en maatregelen uit de Agenda Groen tot eind 2016. Deze resultaten zijn mede der Groen de resultaten t.a.v. de uitgave van de Groengelden
Agenda Groen en het resultaat van de uitgaven uit bereikt doordat de afgelopen twee jaar in verschillende tranches Groengelden zijn gerapporteerd. Aan het einde van het jaar wordt de stand
de Groengelden. toegekend voor de uitvoering van vele projecten. van zaken opgemaakt van alle acties van de Agenda Groen
en opnieuw met via de Monitor Agenda Groen een prognose
gegeven tot eind 2018.
Monitoring ledere vijf jaar actualisatie van de Natuurwaarden- Dit doel is bereikt: de Natuurwaardenkaart is op 9 november 2016 vastgesteld in De Natuurwaardenkaart maakt onderdeel uit van het data
en inzicht kaart, te beginnen in 2015. de gemeenteraad. Deze kaart geeft de totale natuurwaarde weer voor de grote programma voor groen en wordt gebruikt bij planvorming en
groengebieden binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam en het Amsterdamse advisering.
Bos. Het gaat goed met de natuur in Amsterdam. Vooral aan de rand van de stad en
in de parken neemt de biodiversiteit toe, en de kademuren langs de grachten blijken
een uitstekende plek voor een aantal muurplanten. De natuurwaarden zijn bepaald op
basis van biodiversiteit, natuurlijkheid, vervangbaarheid en bijdrage in de ecologische
structuur.
14
Colofon
Monitor Agenda Groen december 2016
Dit is een publicatie van Ruimte en Duurzaamheid van de
Gemeente Amsterdam.
Tekst: Geertje Wijten
Redactie en communicatie: Pauline Koerselman
Met bijdragen van: Marc Nijboer, Corry Dekker, Niek Bosch,
Wouter van de Veur, Caroline Elbers, Geert Timmermans, Hans
Kaljee, Yvonne Limmen en vele anderen
Vormgeving en kaartmateriaal: Jurjen Tjallema, Bart de Vries
Beelden zijn afkomstig van de Gemeente Amsterdam
Met dank aan: alle groenpartners, medewerkers van gemeentelijke
onderdelen en organisaties die bijdroegen aan de totstandkoming
van deze monitor en aan een groener Amsterdam.
15
X Gemeente #
X Amsterdam Monitor Agenda Groen
HX
ATR Rie RA een
ie 5 4 k in hen 5 À in \Ì nj í \l à, d ne | 1 F Pr Ì | 5 & Á ° - ï | ] } / 5 iz Bnr U te ad
rr Ì ‚ a 7 A IJ nn T | 5 B Ö : f à ks Es Nn |
en 5 Lo De / N / & rl T 5 n a zj ee Amsterdam —
Legenda RM In ® TD ® TT 8 / Ae Pa WE
FF Thema's B 5 é 4 Te jl ER a © Ë. ET a . 5 5 EF = 5 7 B
& |P Opheffen Ecologische knelpunten RE dS Je B ke, | - rid 7 Ti y & E P5 > 5 5 e (cht 5 | ' ee ; \
& WP Groene daken Ö Se Á OA / 5 En En ® : 3 ic Se Ak} c$ ® : 5 5 , Ë / À ’
& [S _ Groene schoolpleinen zall | : FE AE s EL e3 se Ê oe l , DE We Ee \
& |F _Natuurlijke speelplaatsen j / VL zl î Ih Be 7 Hi e, BE ‚ Oe ee \e ® See _® OD KS ee @ be \ d B
DO WF Postzegelparken EZ FS EAN / 8 l 1 ® 5 B e Ed ; se
D WW Stadslandbouw \ a ® ©, / ile SE Ne © EN SN VK d pe
B [PF _Stadeparken / | ; ne | MN ml e | Ge d 5 AF A 7 ; KO
B [Ff _ Groene verbindingen SH : 1 eK El B RN er ee ns ze | SL |
1 è Pt er Si A nen mf
|f_ Jaar realisatie K | ne En a | sn 5 | NN 7, Ë | RN Ee
W_ Gerealiseerd in 2015 SU Ee „8 5 rn mm Li he | ee, N ® AN / A Jl Bn A APA Pe
| _ Gerealiseerd in 2016 T UT 4 NE Li í EE À [ Ee 5 fc WE eN d
If Uitvoering in 2017 NN a Ae 0 en EF | pe € : EK | nme Gn à 1
[f_ Prognose 2018 pe Sa | , LO : Li N De fi 7 7 | ne A2 Ee 5 ) ) _$
> Meer kaarten op maps.Amsterdam.nl 4 ; EN Ze El 7 5 Md 7 ITD EE df E DS e_ | , Ji Ts kh TE, ä pi
rd : Sr S f ï zerk E : me il Í à en 4 ii é " U L 3
> In English please t Fä 57 pe E, ZN Te B | SN j Kd { , A ) N Be Í |
Google : ER Ee ZA z A z Je | L 5 d 7 1 km nd > en remendc
http://maps.amsterdam.nl/
16
| Onderzoeksrapport | 16 | val |
ere 023509 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
Marineterrein, Energietransitie
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Zuidas en Marineterrein
Agendapunt 13
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Brug over Oosterdok; verzoek aan raadscommissie RO
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het verzoek.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam.
Bestuurlijke achtergrond
Zie verzoek.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Bakker (SP)
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2021-090835 | Brug over Oosterdok. Verzoek aan de Raadscommissie RO. pdf (pdf)
AD2021-090832 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Gegenereerd: vl.6 1
VN2021-023809 9 Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Griffie % Amsterdam >
% Marineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid T. Bakker (SP)
Gegenereerd: vl.6 2
| Voordracht | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 30 juni 2021
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid, Zorg, Jeugd en Sport
Portefeuillehouder(s): Burgemeester Halsema, Wethouder Kukenheim
Behandeld door Marijke Bleeker, Lieke Brouwer & Tess de Bree (AcVZ)
Onderwerp Afdoening moties bij de voortgangsrapportage Programma tegen Seksuele
Intimidatie en Seksueel Geweld 2020:
e Motie (218.21) van de leden Poot, De Fockert, Boomsma, Flentge en La
Rose inzake de Verlaag drempel hulpverlening.
© Motie (191.21) van de leden De Fockert, Kilic, Veldhuyzen, La Rose, Poot
en Bosman inzake stop shaming
e Motie (181.21) van de leden Khan en De Fockert inzake onderzoek
verbeteren voorlichting online exposing.
Geachte leden,
In de vergadering van de gemeenteraad van 31 maart 2021 heeft vw raad bij de behandeling van de
voortgangsrapportage 2020 van het programma tegen Seksuele Intimidatie en Seksueel Geweld een
drietal moties aangenomen. In deze brief wordt ingegaan op de uitvoering van de verschillende
moties.
Het college vindt het belangrijk om seksuele intimidatie en seksueel geweld beter te voorkomen en te
bestrijden, slachtoffers effectiever te helpen en Amsterdammers er meer bewust van te maken dat in
ons aller omgeving meiden en vrouwen zijn die onvoldoende vrij zijn. ledereen moet zich veilig
kunnen voelen in onze stad.
Motie 218
In motie (218.21) van de leden Poot (VVD), De Fockert (GroenLinks), Boomsma (CDA), Flentge (SP) en
La Rose (PvdA) wordt het college gevraagd om:
1. De mogelijkheden voor slachtoffers om zich te melden voor hulp in kaart te brengen als ook
of hier door professionals of slachtoffers knelpunten in worden ervaren;
2. Hierbij bijvoorbeeld ook te kijken naar de rol van huisartsen, politie, vertrouwenspersonen op
scholen en jongerenwerk;
3. Op basis hiervan de raad een voorstel te doen voor het verder verlagen van de drempel voor
slachtoffers om melding te doen van seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksuele
intimidatie of seksueel geweld.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3o juni 2021
Pagina 2 van7
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
1. Elkslachtoffer moet passende hulp kunnen krijgen. Het is daarom goed dat er verschillende
organisaties zijn waar slachtoffers van seksueel geweld terecht kunnen. Enkele belangrijke
organisaties hierin zijn de volgende:
"Centrum Seksueel Geweld (CSG) Amsterdam-Amstelland: voor alle slachtoffers van
seksuele grensoverschrijding en geweld.
= Expertisecentrum Opido (onderdeel van Lewvel): voor jongeren (12-23 jaar) die
seksueel risicogedrag vertonen en/of te maken hebben (gehad) met seksuele
grensoverschrijding of seksueel misbruik.
= __ Veilig Thuis (VT): voor slachtoffers van (seksueel) geweld binnen (familie)relaties.
= __ Helpwanted.nl: voor slachtoffers van online seksuele grensoverschrijding.
Ondanks de brede beschikbaarheid en specialistische expertise van hulporganisaties, ervaren
slachtoffers toch knelpunten in de weg naar hulp. Hierin speelt mee dat het complexe
problematiek betreft met verschillende bemoeilijkende factoren, zoals vermenging van
slachtofferschap en daderschap, sterk uiteenlopende doelgroepen, schaamte en angst voor
victim blaming.
Recentelijk heeft bureau de DSP-groep in opdracht van de gemeente Amsterdam onderzoek
gedaan naar het perspectief en de behoeften van meiden en jonge vrouwen bij seksueel
grensoverschrijdend gedrag. Hieruit komt naar voren dat hen vaak niet bekend is of zij
(kosteloos) hulp kunnen krijgen, waar zij daarvoor terecht kunnen, en of dit anoniem kan.
Volgens hen kan de signalering en doorverwijzing beter en is deskundigheids-bevordering
van docenten en professionals belangrijk.
Verder geven zowel meiden als professionals aan dat het gesprek over wensen en grenzen op
het gebied van seksualiteit beter kan. Hierin zou onder andere bij voorbaat al (meer)
aandacht kunnen gaan naar waar je terecht kunt voor hulp en advies.
Uit verschillende onderzoeken?” en mediaberichten: blijkt daarnaast dat slachtoffers van
seksueel geweld negatieve ervaringen hebben met het doen van aangifte en/of vanuit de
omgeving meekrijgen dat aangifte doen geen zin heeft. Het belang van het wegnemen van
deze drempels heeft de aandacht van zowel gemeente als politie.
2. Naast de eerdergenoemde organisaties hebben huisartsen, politie, vertrouwenspersonen,
jongerenwerkers en andere professionals een belangrijk aandeel in het signaleren van
slachtofferschap, het verwijzen naar hulpverleningsorganisaties, of het bieden van steun aan
* Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld Tegen Kinderen (2020). Vertrouwen in
Veerkracht.
2 Inspectie Justitie en Veiligheid (2020). Verschillende perspectieven.
3 Parool (21-03-2021). “Verkracht? Wacht nog even met aangifte, zegt de politie nog steeds”.
4 Parool (12-03-2021). “Altijd op jacht: modeman Martijn N. beschuldigd van seksueel geweld”.
2
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3o juni 2021
Pagina 3 van 7
slachtoffers van seksueel geweld. Hieronder wordt ingegaan op hoe deze professionals en
organisaties hierin door de gemeente ondersteund worden.
Als onderdeel van het programma tegen Seksuele Intimidatie en Seksueel Geweld (SISG)
bestaat er vanuit de zogenaamde ‘netwerkaanpak meiden’ in de stadsdelen West en Nieuw-
West een nauwe samenwerking tussen stadsdelen, politie en verschillende zorgpartijen. Met
deze samenwerking wordt beoogd meiden en jonge vrouwen die slachtoffer zijn van seksueel
geweld vroegtijdig in beeld te krijgen en gepaste hulp te bieden. In West en Nieuw-West zijn
er een aantal politieagenten benoemd tot ambassadeurs op dit thema. Zij dragen binnen de
politie bij aan meer bewustwording voor mogelijk slachtofferschap van seksueel geweld en
onderhouden het contact met de hulpinstanties. Er zijn 40 jongerenwerkers getraind in het
herkennen en passend benaderen van meiden die met seksueel geweld te maken hebben
(gehad), met als doel hen vroegtijdig met hulpverlening in contact te brengen. Vanwege de
positieve ervaringen in West en Nieuw-West wordt de netwerkaanpak ook in andere
stadsdelen opgezet en wordt deze training ook daar aan jongerenwerkers aangeboden.
Ook vanuit het programma Positief Perspectief en de Amsterdamse aanpak Schoolveiligheid
wordt geïnvesteerd in bekendheid van jongerenwerkers met (onder andere) het thema
seksueel geweld. Het jongerenwerk innoveert in het kader van Positief Perspectief op vier
thema’s: Jongerenwerk en scholen, jeugd en veiligheid, meidenwerk, en online
jongerenwerk. Hierin komt (online) seksueel grensoverschrijdend gedrag uitgebreid aan bod.
Ten slotte traint het CSG Amsterdam-Amstelland huisartsen in opleiding op hun signalerende
functie. Daarnaast kunnen organisaties zich melden voor training en advies door het
Adviesteam Seksueel Misbruik (nu nog bekend als het ‘Twee of Meersporenteam’) van het
Steunpunt Seksueel Geweld Amsterdam (SSGA).
3. Het college onderschrijft het belang van het verlagen van de drempel om melding te doen
van seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksuele intimidatie en seksueel geweld. Daarbij is
het college van mening dat elk slachtoffer de mogelijkheid moet krijgen om op passende
wijze geholpen te worden. Daarvoor gebeurt al veel in Amsterdam. Maar het kan nog beter.
Daarom zet het college extra in op de volgende acties:
= De campagne #jijstaatnietalleen is herstart als bredere bewustwordingscampagne.
Slachtoffers die een seksueel grensoverschrijdende ervaring hebben meegemaakt
worden aangemoedigd om (telefonisch) contact met het CSG Amsterdam-Amstelland
op te nemen.
= Inde week van 21 juni tot en met 25 juni is de regionale themaweek ‘Seksueel geweld
raakt ons allemaal’ georganiseerd. Het doel hiervan was het bevorderen van
bewustwording en kennis(uitwisseling). Daarnaast was het communiceren over het
handelingsperspectief om je te melden bij het CSG een belangrijke doelstelling. Deze
themaweek richtte zich zowel op inwoners als op professionals en werd georganiseerd
door het CSG Amsterdam-Amstelland, de GGD, de gemeente Amsterdam en het
Actiecentrum Veiligheid en Zorg.
3
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 juni 2021
Pagina 4 van 7
= Het CSG Amsterdam-Amstelland breidt de komende tijd de deskundigheid op online
slachtofferschap verder uit in samenwerking met andere organisaties. Slachtoffers
kunnen zo op één plek terecht met vragen op forensisch, medisch, psychisch, juridisch
en technisch gebied. Op deze manier biedt Amsterdam een duidelijk herkenbare plek
voor slachtoffers van alle vormen van seksueel geweld, online en offline.
= Het college zet extra in op schoolveiligheid. Uitgangspunt daarbij is de verbinding van
scholen aan de juiste jeugd- en veiligheidspartners. Ook investeren we in de
deskundigheid en handelingsbekwaamheid van scholen bij schoolveiligheids-
vraagstukken, waaronder problematiek rondom seksuele intimidatie en seksueel
geweld. Scholen met een specifieke hulpvraag op seksuele grensoverschrijding krijgen
ondersteuning. We zetten in op het vergroten van kennis en bieden handvatten door
inzet van de ROSA-regisseur en ervaringsdeskundigen bij incidenten en crisis rondom
seksuele intimidatie en seksueel geweld.
= Middels een kleinschalig scholenprogramma wordt ingezet op het bespreekbaar
maken van (online) seksueel geweld en het uitreiken naar meiden die behoefte hebben
aan laagdrempelige steun of advies. Zij kunnen terecht bij ELANCE Academy voor een
‘vriendin’ of coach.
= In samenwerking met de ervaringsdeskundigen de Phoenix Sisters wordt er een
interactieve film ontwikkeld voor slachtoffers van seksueel geweld. ‘De weg naar
verwerking’ biedt inzicht in het proces naar verwerking van het trauma van seksueel
geweld. De kijker wordt meegenomen in de verschillende keuzemogelijkheden
rondom hulpverlening en het doen van aangifte. Door de film interactief te maken kan
de kijker keuzes maken die bij hem of haar passen. Momenteel zijn we in gesprek met
verschillende partijen om te kijken hoe de film aan te bieden aan (potentiële)
slachtoffers en hun omgeving.
Motie 191
In motie (191.21) van de leden De Fockert (GroenLinks), Kilie (DENK), Veldhuyzen (Bla), La Rose
(PvdA), Poot (VVD) en Bosman (D66) wordt het college gevraagd om:
1. Binnen de aanpak online seksueel geweld een specifieke aanpak te ontwikkelen voor het
tegengaan en bestrijden van online exposen en shamen en deze met de gemeenteraad te
bespreken;
2. Daarin specifieke aandacht te hebben voor de aard en de impact van exposen en shamen van
jonge vrouwen en LHBTI+ -personen vit gemeenschappen waarin seksualiteit een taboe is;
3. Voor deze specifieke aanpak gebruik te maken van actueel onderzoek.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
De impact van online exposing en shaming op slachtoffers is groot. Het college erkent dat dit het
geval is bij zowel het ongewenst delen van content dat oorspronkelijk seksueel van aard is, als bij niet
seksuele content waaraan door derden een seksuele lading wordt toegekend of toegevoegd. Er wordt
gestreefd naar een aanpak van online seksueel geweld waar alle verschijningsvormen aandacht
krijgen.
1. Hettegengaan en bestrijden van online exposen en shamen wordt opgepakt en
geïntensiveerd door het Programma SISG, Positief Perspectief, en de jeugdhulp.
4
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3o juni 2021
Pagina 5 van7
Het programma Positief Perspectief is ingezet met als doel onder meer het de versteviging
van de netwerken rondom risicojeugd, ook waar het de online leefwereld van jongeren
betreft. Het programma SISG voegt hier de specifieke expertise over het tegengaan van
seksuele online intimidatie en geweld aan toe.
In het Amsterdamse voorlichtingsaanbod aan jongeren wordt aandacht besteed aan
verschillende vormen van online seksueel geweld, waaronder exposen en shamen.
Verschillende voorlichtingsprogramma's worden gezien de urgentie tijdelijk extra vitgebreid
en onder de aandacht gebracht. Het doel van de voorlichting is het vergroten van kennis over
en bewustzijn van de risico’s van sociale media. De gemeente werkt samen met
uitvoeringsorganisaties om preventieve jeugdhulp in te zetten ter voorkoming van
slachtofferschap van online seksueel grensoverschrijdend gedrag onder jongeren en
kinderen. Opido, het seksespecifiek expertisecentrum van Levvel is hierin gespecialiseerd en
biedt voorlichting aan kinderen van de basisschool en de middelbare school en hun ouders.
Zij breiden in opdracht van de gemeente de voorlichtingsactiviteiten uit. Daarbij wordt voor
de zomer vooral ingezet op groep 8 leerlingen, omdat juist de overgang van PO naar VO voor
veel kinderen kwetsbaar is. Het doel van de voorlichting is het vergroten van kennis over en
bewustzijn van de risico’s van sociale media.
Binnen het programma Positief Perspectief wordt ook volop ingezet op het vergroten van de
online weerbaarheid van jongeren. Er is een Amsterdams kader ontwikkeld voor
jongerenwerkers voor het werken in de online leefwereld. Op basis hiervan krijgen
jongerenwerkers training in het begeleiden van jongeren in de online leefwereld, het
herkennen van risico’s en het verbinden met hulpverlening wanneer die nodig is. Ook sluit het
jongerenwerk aan bij allerlei online en offline activiteiten op het gebied van online
weerbaarheid, zoals bijvoorbeeld de week tegen seksueel geweld.
Het programma SISG is mede gericht op het tegengaan van (de verschillende
verschijningsvormen van) online seksueel geweld. Op dit moment worden extra
inspanningen gedaan om online seksueel geweld te bestrijden en slachtoffers zo goed
mogelijk te ondersteunen en helpen. Daarbij is nadrukkelijk aandacht voor alle vormen van
online seksueel geweld. Zo is er door middel van de doorstart van de bewustwordings-
campagne #jijstaatnietalleen aandacht voor de verschillende vormen van (online) seksueel
geweld, waaronder exposen en shamen. Daarnaast wordt later dit jaar een campagne ingezet
om ouders te ondersteunen in het voeren van gesprekken over seksualiteit en online risico's.
Dit is een herhaling van de campagne ‘Het Gesprek’, die in 2017 succesvol is uitgezet onder de
doelgroep ouders. Er is een website aan verbonden met voor ouders relevante handvatten
om het gesprek aan te gaan met hun kinderen, zoals per leeftijdscategorie de meest
gebruikte online applicaties en wat je met je kind zou moeten bespreken.
Bovendien wordt de deskundigheid van het CSG Amsterdam-Amstelland en Veilig Thuis op
online slachtofferschap verder uitgebreid. Alle slachtoffers van seksuele grensoverschrijding,
ongeacht de verschijningsvorm, kunnen bij deze organisaties terecht. Ten slotte beoogt de
gemeente om in samenwerking met politie, OM en andere partners de mogelijkheden van
5
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 juni 2021
Pagina 6 van 7
samenwerking met en aanpak van online platforms nader te verkennen. Hierbij wordt
aangesloten bij landelijke ontwikkelingen.
2. De aard en impact van seksuele grensoverschrijding, zoals exposen en shamen, bij jonge
vrouwen en LHBTI+-personen uit gemeenschappen waarin seksualiteit een taboe is, is een
belangrijk punt van aandacht in de aanpak van (online) seksueel geweld). De gemeente zet
expliciet in op het bereiken van deze doelgroepen in haar preventieve activiteiten.
In de voorlichting en andere activiteiten is er bijzondere aandacht voor personen uit
gemeenschappen waarbinnen seksualiteit een taboe is. Er worden stappen genomen om
lokaal voorlichtingen voor gemeenschappen en ouders te organiseren, door verbinding te
leggen via lokale initiatieven en religieuze instellingen. Door het gesprek op gang te brengen
dicht bij Amsterdammers zelf, via vertrouwde organisaties, wordt de drempel verlaagd om
seksualiteit meer bespreekbaar te maken. Ook is er in de (verspreiding van) de campagnes
#jijstaatnietalleen en ‘Het Gesprek’ specifiek aandacht voor (representatie van) deze
doelgroepen.
Het CSG Amsterdam-Amstelland is betrokken bij het project Vrouw en Gezondheid. Dit door
de Vrije Universiteit geïnitieerde project richt zich op vrouwelijke statushouders die seksueel
of gender gerelateerd geweld hebben meegemaakt. Daarnaast vindt er coördinatie en
assistentie plaats met lokale initiatieven die de hulpverlening richting LHBT-mannen willen
verbeteren.
3. Voor deze aanpak wordt doorlopend gebruik gemaakt van actueel onderzoek en het advies
van deskundigen en partnerorganisaties.
Motie 182
In motie (182.21) van de leden Khan (DENK) en De Fockert (GroenLinks) wordt het college gevraagd
om:
1. Ingesprekte gaan met deskundigen zoals kenniscentrum Rutgers, te onderzoeken hoe de
voorlichting met betrekking tot online exposing verbeterd kan worden en indien nodig dit te
integreren in het Programma tegen Seksuele Intimidatie en Seksueel Geweld.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Het college onderschrijft dat het weerbaar maken van jongeren tegen online seksuele intimidatie en
seksueel geweld door middel van voorlichting heel belangrijk is.
1. Vanuit het programma SISG is er voortdurend contact met deskundigen, alsook
samenwerking met verschillende partners die vanuit hun expertise meekijken op de
verschillende maatregelen binnen het programma. Onderdeel hiervan is de maatregel gericht
op het tegengaan van online seksueel geweld, waaronder exposen.
6
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3o juni 2021
Pagina 7 van7
Zoals hierboven beschreven werkt de gemeente samen met uitvoeringsorganisaties zoals het
gespecialiseerde expertisecentrum Opido. Opido actualiseert de voorlichtingen voortdurend
geactualiseerd op basis van nieuwe inzichten en expertise, ook omdat deze thematiek
onderhevig is aan snelle ontwikkelingen. Eveneens wordt de eerder aangestipte campagne
‘Het Gesprek’ geactualiseerd en verbeterd met behulp van deskundigen alvorens deze
hernieuwd wordt gelanceerd.
Met de bovenstaande moties hebben de leden aandacht besteed aan de preventie van (online)
seksueel geweld en het verlagen van drempels voor hulp die slachtoffers ervaren. Het college deelt
het belang hiervan. Via bovengenoemde aanpakken en activiteiten zet de gemeente erop in
slachtofferhulp en preventie verder te versterken. Het college beschouwt de moties hiermee als
afgehandeld.
Wij danken de leden voor hun inbreng.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Ë Ì 2
| Í / e # 5
Le gd
rr _
Femke Halsema Simone Kukenheim
Burgemeester Wethouder Zorg
7
| Motie | 7 | discard |
D Gemeente Amsterdam F EZ
% Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
% Gewijzigde Agenda, donderdag 28 juni 2007
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
Tijd 09.00 tot 12.30 uur
Locatie Rooszaal 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur Publiek
5 Conceptverslag openbare vergadering van de commissie FEZ d.d. 07 juni 2007.
© Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven (commissieFEZ @®raadsgriffie. Amsterdam.nl
Conceptverslag besloten vergadering van de commissie FEZ d.d. 07 juni 2007.
© Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven (commissieFEZ @®raadsgriffie. Amsterdam.nl
6 Openstaande Toezeggingen
7 Termijnagenda
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven F EZ
Gewijzigde Agenda, donderdag 28 juni 2007
8 Rondvraag
9 Voorjaarsnota 2007 commissie FEZ Nr. BD2007-003361
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
10 Basisprogramma Economie 2007-2010 Nr. BD2007-002758
© _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Lucht- en Zeehaven
11 Startnotie MER Schiphol Nr. BD2007-003896
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd door lvens (SP) in de vergadering van 7 juni 2007.
12 Vaststellen herstructureringsplan Stadhaven Minerva alsmede beschikbaar
stellen van een krediet tov de eerste fase Nr. BD2007-003224
© De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
Economische Zaken
13 Mensenrechtensituatie China Nr. BD2007-003892.
© _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd door De Goede (GroenLinks) in de vergadering van 7 juni 2007
14 Amsterdamse Ambachtsprijs Nr. BD2007-003891
© _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
© _Initiatiefvoorstel van Verweij (VVD).
Financiën
15 Kredietoverschrijdingen Inventarisatie Nr. BD2007-004144
© _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
2
Gemeente Amsterdam F FZ
Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
Gewijzigde Agenda, donderdag 28 juni 2007
3
| Agenda | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 4
Datum akkoord 12 maart 2014
Publicatiedatum 9 januari 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M. Moorman van
30 september 2013 inzake de aanpak van huiselijk geweld door wijkteams.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
Op 26 september 2013 vond in de Balie een grote bijeenkomst plaats over de aanpak
van huiselijk geweld. Op de bijeenkomst, georganiseerd door het Bureau Jeugdzorg
Agglomeratie Amsterdam (BJAA), werd onder andere gesproken over de aanpak van
huiselijk geweld ná 1 januari 2015, wanneer de wijkteams van maatschappelijk
werkers, verpleegkundigen en huisartsen de gevallen van huiselijk geweld in eerste
instantie gaan beoordelen. De aanwezige hulpverleners van onder andere BJAA,
steunpunt huiselijk geweld, advies- en meldpunt kindermishandeling, vangnet Jeugd,
de Waag, Blijfgroep, politie en anderen, spraken in meerderheid hun zorg uit dat in de
nieuwe opzet huiselijk geweld vaker onopgemerkt zal blijven.
Van de aanwezigen was 82% van mening dat de hulpverlening bij huiselijk geweld
niet moet worden uitgevoerd door generalisten in wijkteams, maar door
gespecialiseerde hulpverleners. Het herkennen van signalen van huiselijk geweld en
het doorbreken van de geweldspiraal vergt specialistische kennis die vaak niet bij
generalisten aanwezig is, aldus de aanwezigen.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 30 september 2013, namens
de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Klopt het dat in de nieuwe aanpak van huiselijk geweld, die ingaat per 1 januari
2015, de signalering en bestrijding van huiselijk geweld voornamelijk een taak
wordt van generalisten in wijkteams? Kan het college uitleggen hoe deze nieuwe
situatie zich onderscheidt van de huidige aanpak van huiselijk geweld?
2. Hoe zal in de nieuwe aanpak van huiselijk geweld de samenwerking tussen
generalisten en specialisten plaatsvinden? Wie is verantwoordelijk voor de
signalering, wie voor de bestrijding en wie voor de nazorg?
3. Is het college het eens met het merendeel van de hulpverleners dat voor de
signalering en bestrijding van huiselijk geweld specialistische kennis nodig is
die onvoldoende aanwezig is bij generalisten in wijkteams?
4. Hoe wordt geborgd dat in de nieuwe aanpak van huiselijk geweld signalen in
voldoende mate worden herkend, de juiste hulp wordt ingeschakeld en recidive
wordt voorkomen?
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 9 janvari 2015 Schriftelijke vragen, maandag 30 september 2013
Beantwoording van het college van burgemeester en wethouders:
In de raadsvergadering van 12 maart 2014 is de gemeenteraad akkoord gegaan met
de bestuurlijke reactie van het college op het intiatiefvoorstel van het raadslid
mevrouw Moorman van 15 oktober 2013, getiteld: ‘Veiligheid achter de voordeur’
(Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 56A).
Hierin is opgenomen de bestuurlijke reactie van het college over de wijkteams,
luidende:
“Zorg voor een sluitende aanpak tussen generalisten en specialisten in sociale
wijkteams.
Antwoord: Ons College onderschrijft de strekking van het voorstel. Het kunnen
inzetten van de lokale teams in de aanpak van huiselijk geweld stelt eisen aan de
deskundigheid van deze teams. Daarnaast blijft, overeenkomstig de G4 visie ‘Een
veilig thuis’ het maken van veiligheidsplannen en het analyseren van het geweld en
de veiligheid de taak van specialisten. De opdracht is derhalve om de deskundigheid
van de lokale teams omhoog te brengen en de specialistische kennis daarnaast te
behouden. Het benoemen van kwaliteitscriteria komt terug in de nog op te stellen
regiovisie Veilig Thuis’, die vanaf 2015 het kader voor de aanpak huiselijk geweld in
de regio Amsterdam-Amstelland gaat vormen. Daarnaast is het benoemen van
kwaliteitscriteria onderdeel van de vorming van het regionale AMHK, waarbij de inzet
van specialisten expliciet aandacht heeft.”
Op grond van deze bestuurlijke reactie zijn de voormelde schriftelijke vragen hiermee
beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 30 mei 2023
Portefeuille(s) Sociale Zaken, Armoedebestrijding
Portefevillehouder(s): Rutger Groot Wassink en Marjolein Moorman
Behandeld door [email protected]
Onderwerp Eindevaluatie actieplan Veerkracht
Geachte leden van de gemeenteraad,
In Amsterdam zagen we vanaf de start van de coronacrisis dat er bijzonder veel zelfstandigen
werden geraakt, in verhouding veel meer dan in de rest van het land. Dat komt onder andere
doordat er veel zelfstandigen in Amsterdam werkzaam zijn in zwaar geraakte branches zoals de
cultuursector, taxibranche en horeca. Hierdoor was het beroep op de steunmaatregelen relatief
groot: Amsterdam had zowel in 2021 als in 2022 landelijk het hoogste aantal aanvragen voor de
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). En ook na de beëindiging van de
Tozo deden (en doen) nog veel Amsterdamse zelfstandigen een beroep op
inkomensondersteuning via het Bbz (besluit bijstandverlening zelfstandigen). De coronacrisis en
de steunmaatregelen stelden de gemeente voor een enorme opgave, die we mede dankzij de inzet
en flexibiliteit van vele gemotiveerde medewerkers met vertrouwen hebben uitgevoerd.
Al snel werd duidelijk dat er meer nodig was om zelfstandig ondernemers weer perspectief te
bieden dan alleen een inkomensondersteuning. Daarom zijn we in Amsterdam eind 2020 gestart
met de uitvoering van het actieplan Veerkracht. Als een van de eerste gemeentes in Nederland
hebben we een integraal aanbod op maat gerealiseerd voor alle zelfstandigen die getroffen waren
door de crisis. De aanpak richtte zich allereerst op het bieden van bestaanszekerheid en
perspectief aan Amsterdamse ondernemers, om ze sterker uit de crisis te laten komen. Met
Veerkracht hebben we acties ingezet die ertoe leiden dat de financieel getroffen zelfstandig
ondernemers zo snel en duurzaam mogelijk weer in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien
en dat (verborgen) armoede- en schuldenproblematiek snel worden aangepakt.
Nu de zwaarste periode voor veel zelfstandigen voorbij is, is het goed om terug te kijken en te
evalveren. Het doel van deze evaluatie is om de dienstverlening aan zelfstandigen verder te
optimaliseren met behulp van de lessen uit de crisisperiode.
In deze brief informeren we u over de resultaten van het actieplan Veerkracht (hierna Veerkracht),
schetsen we op hoofdlijnen hoe de dienstverlening aan zelfstandigen er de komende periode uit
gaat zien en geven we aan hoe we de lessen uit de crisis willen toepassen. Daarnaast gaan we in op
verbeterpunten van de landelijke regelingen voor zelfstandigen, want daar valt de echte winst te
behalen. Helaas zien we dat hier nog steeds onvoldoende actie op wordt ondernomen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 mei 2023
Pagina 2 van6
Terugblik
In de eerste dagen na de afkondiging van de eerste coronamaatregelen zochten al meer dan 2.000
zelfstandig ondernemers contact met de gemeente en zagen we de impact die de crisis in korte
tijd al op veel Amsterdamse zelfstandigen had. Tijdens de crisis was het zorgen voor
bestaanszekerheid altijd de belangrijkste prioriteit van het college en de gemeentelijke
organisatie. We zijn daarom ook trots op dat we door snel handelen, inzet op innovatie en het
centraal stellen van de Amsterdammer in staat zijn geweest om in totaal (cumulatief) in anderhalf
jaar tijd bijna 125.000 Tozo aanvragen van 47.000 zelfstandigen af te handelen. We hebben dit
gedaan op een tijdige en rechtmatige wijze, waardoor we ongeveer de helft van alle Amsterdamse
zelfstandigen tijdens de crisis hebben geholpen om in het bestaan te voorzien.
Toen de crisis voortduurde, zijn we niet stil blijven staan. In het najaar van 2020 zijn we als een van
de eerste gemeentes in Nederland gestart met het bieden van aanvullende dienstverlening, de
uitvoering van het actieplan Veerkracht met als doel dat door de crisis geraakte zelfstandig
ondernemers weer perspectief en bestaanszekerheid krijgen.
Ook toen het Rijk de Tozo en andere landelijke maatregelen per 1 okotber 2021 heeft beëindigd,
was de crisis voor veel zelfstandigen nog niet voorbij en zagen we in Amsterdam nog steeds de
gevolgen ervan. Het beroep op inkomsondersteuning (via het Bbz) is na het beëindigen van de
Tozo nog steeds bijzonder hoog geweest (5.000 Bbz-aanvragen in het laatste kwartaal van 2021
en 6.300 aanvragen in het eerste kwartaal van 2022). We hebben ook het beroep op
schuldhulpverlening zien toenemen, waardoor ook de aanvullende begeleiding vanuit Veerkracht
nog van grote waarde is geweest. In 2023 zien we het aantal aanvragen voor Bbz-uitkeringen
stabiliseren. Wel blven ze op een hoger niveau dan voor de crisis, we hebben ons bereik vergroot
doordat meer zelfstandigen met een laag inkomen nu de weg naar de gemeente kunnen vinden.
Resultaten actieplan Veerkracht
Via het actieplan Veerkracht hebben we integrale dienstverlening aangeboden, bij het zoeken van
een baan in loondienst, bij het bieden van ondersteuning bij de bedrijfsvoering, bij
schuldhulpverlening en het voorkomen van schulden. In de periode daarna hebben we deze
dienstverlening zoveel mogelijk doorontwikkeld.
In de twee jaar dat het actieplan is vitgevoerd, hebben we minimaal één intake- of adviesgesprek
gevoerd met 5.500 individuele ondernemers met een hulpvraag. Soms was één gesprek
voldoende, maar vaak zijn ook de langere begeleidingstrajecten ingezet. Een deel van de
ondernemers heeft gebruikgemaakt van meerdere instrumenten van Veerkracht.
Gedurende de uitvoering van Veerkracht hebben we de dienstverlening zoveel mogelijk
toegespitst op de behoeften van ondernemers en veranderende situaties op de arbeidsmarkt. Zo
nodig hebben we de dienstverlening ook aangepast. Zo is al in de tussenevaluatie van Veerkracht
een aantal verbeterpunten genoemd, zoals stevig inzetten op om- en bijscholing, het focussen op
groeisectoren en het creëren van een netwerk voor ondernemers.
We willen niet alleen vitgaan van directe resultaten en aantallen, maar om de dienstverlening te
kunnen optimaliseren is het ook belangijk om feedback van Amsterdammers zelf te krijgen. Om
meer inzicht te krijgen in hoe de ondernemers verschillende diensten hebben ervaren, hebben we
een kwalitatief en kwantitatief klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren onder de
deelnemers. 120 ondernemers hebben de enquête ingevuld en met 21 van hen zijn verdiepende
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 mei 2023
Pagina 3 van 6
interviews gedaan. Uit de onderzoeksresultaten blijkt op hoofdlijnen dat de dienstverlening over
het algemeen positief wordt beoordeeld door de deelnemers: go procent geeft aan dat het contact
met de gemeente hen geholpen heeft. Belangrijk voor ons is ook dat de geïnterviewden aangeven
de gemeente als serieuze(re) gesprekspartner te zien, waardoor we verwachten ook in de
toekomst meer Amsterdamde zelfstandigen met financiele problemen te kunnen bereiken en
ondersteunen.
Loondienstroute
Zo'n 2.050 ondernemers hebben gebruik gemaakt van de loondienstroute, gericht op de oriëntatie
en de stap naar een baan in loondienst. Hiervoor werd een nieuw programma Switch ingezet. We
zijn meer integraal gaan werken en hebben voor het eerst onze re-integratieinstrumenten, zoals
sollicitatietrainingen voor Amsterdammers met reguliere bijstand, ook ingezet voor de doelgroep
ondernemers. Dit heeft bijgedragen aan een breed aanbod voor bij het maken van een
carrièreswitch of het vinden van een baan in loondienst.
Bij de uitvoering van Switch is extra aandacht besteed aan het vinden van een baan in sectoren
waar grote tekorten zijn, met het oog op een stabiel inkomen en een duurzaam perspectief. Zo'n
30 procent van de ondernemers heeft via deze route direct fulltime of parttime werk in loondienst
gevonden. Ook ongeveer een derde van de ondernemers heeft aangegeven na de gesprekken
weer voldoende perspectief als ondernemer te zien. We hebben daarnaast geconstateerd dat een
parttimebaan in loondienst naast een eigen onderneming (hybride werken) voor
inkomenszekerheid kan zorgen en dat veel ondernemers deze stap eerder bereid is te zetten dan
naar fulltimewerk, waarbij het bedrijf moet worden opgegeven. Dit is een belangrijke les die we
meenemen in het organiseren van onze huidige dienstverlening.
Switch bood daarnaast de mogelijkheid om een aanmelding te doen bij het Regionaal
Mobiliteitsteam (RMT) voor om- en bijscholing. Zo kwam 20 procent van de aanvragen voor om-
en bijscholing bij het RMT vanuit Veerkracht.
Ondernemers hebben de loondienstroute (actielijn 1) positief ervaren met een gemiddeld cijfer
van een 7 en hebben hierbij ook aangegeven (meer) vertrouwen in hun eigen toekomst te hebben
gekregen.
Ondernemersdienstverlening
De tweede route is gericht op de ondernemersdienstverlening. Zelfstandigen konden o.a gebruik
maken van coaching, workshops en werksessies. Dit succesvolle instrument is tijdens de crisis flink
opgeschaald, waarbij we ook zelfstandigen zelf meer regie hebben gegeven over het kiezen van
een geschikte gesprekspartner. Zo'n 60 procent van de deelnemers van deze route heeft een
coachingstraject gevolgd van zes weken tot vijf maanden om zo aan hun
ondernemersvaardigheden of bedrijfsvoering te werken. De coaching en begeleiding wordt
gegeven door specialisten, waaronder ook veel zelfstandigen. Om ondernemers zelf meer inzicht
in de bedrijfsvoering en het toekomstperspectief van het bedrijf te geven, is de zeer goed
bezochte workshop Gun jezelf een doorstartplan ontwikkeld. Deze wordt ook momenteel nog
aangeboden.
De ondernemersdienstverlening is zeer goed beoordeeld door zelfstandigen die hier gebruik van
hebben gemaakt. In totaal hebben we ruim 2.600 ondernemers hiermee geholpen. Zij geven aan
dat ze voornamelijk geholpen zijn met het versterken van hun eigen onderneming en meer
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 mei 2023
Pagina 4 van 6
vertrouwen hebben gekregen in de toekomst. Ook Het Fundament, een programma voor
creatieve ondernemers gericht op het ontwikkelen van ondernemersvaardigheden, is zeer positief
ervaren.
De-escalatieroute
De de-escalatie route richtte zich voornamelijk op het voorkomen of wegnemen van
problematische schulden, maar ook op goed doorverwijzen bij mentale problemen of hulp bij
bedrijfsbeëindiging. We hebben flink ingezet op verbeterde samenwerking binnen de keten, de
dienstverlening bij schulden is doorontwikkeld samen met Buurtteam-organisaties en twee
gespecialiseerde schuldhulpverleningsbureaus. Vanwege de crisis, maar ook mede door de
verbeterde samenwerking een meer proactieve, op preventie gerichte aanpak, weten
zelfstandigen de gemeente beter en sneller te vinden. Het aantal ondernemers met
schuldenproblematiek is tijdens de coronaperiode dan ook gestegen. In totaal hebben 1.975
ondernemers gebruikgemaakt van schuldhulpverlening via de de-escalatieroute.
We zijn grotendeels tevreden met de resultaten van een meer preventieve aanpak en het hogere
bereik. Wel ligt de klanttevredenheid met gemiddeld een 6,4 lager dan bij de andere
dienstverlening. Het gaat om een enigszins indicatief cijfer, omdat het aantal respondenten voor
het onderzoek te laag was om conclusies te trekken. Daarnaast is het lagere cijfer mogelijk te
verklaren door de aard van de hulpverlening (bijvoorbeeld de moeilijke stap naar
bedrijfsbeëindiging). Omdat we het belangrijk vinden onze dienstverlening aan deze kwetsbare
groep (voormalig) zelfstandig ondernemers te verbeteren, vinden wij nader onderzoek nodig; dit
jaar volgt daarom een nieuw klanttevredenheidsonderzoek dat zich specifiek richt op de
schuldhulpverlening aan ondernemers in Amsterdam.
Vervolg
De coronacrisis heeft de kwetsbare positie van veel Nederlandse zelfstandigen en arbeidskrachten
met flexibele contracten extra zichtbaar gemaakt. Toch stijgt het aantal ondernemingen in
Nederland weer. Hoewel zowel vit de KVK-rapportage als uit ons eigen
klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat het in 2022 beter ging met de ondernemers zelf, zijn veel
van hen toch onzeker over de toekomst van hun onderneming. Oorzaken hiervoor zijn onder meer
de hoge energiekosten, de gevolgen van de oorlog in Oekraïne en de gestegen personeelstekorten
op de arbeidsmarkt.
Het college wil zich gericht blijven inzetten om de bestaanszekerheid van de kwetsbare
ondernemers duurzaam te versterken. We zijn zeer tevreden met de resultaten en ervaringen van
Veerkracht, ook gezien de druk waaronder het programma is opgezet. De lessen van Veerkracht
zijn zeer bruikbaar bij onvoorziene crisissituaties, maar zijn ook vooral aanleiding om onze eigen
dienstverlening aan ondernemers weer verder te ontwikkelen en aan te scherpen. Zo bieden we
ondernemers ook in 2023 om- en bijscholing aan, ondersteunen we hen bij het vinden van een
parttimebaan in loondienst en bieden we specialistische schuldhulpverlening bij financiële
problemen. Ook kunnen alle ondernemers met een inkomen tot 130 procent van het sociaal
minimum zich blijven aanmelden voor coaching, werksessies en/of de workshop Gun jezelf een
doorstartplan.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 mei 2023
Pagina 5 van 6
We blijven een groot deel van de tijdens de crisis ontwikkelde dienstverlening dus nog steeds
integraal aanbieden aan zelfstandigen in Amsterdam die ondersteuning nodig hebben. Daarbij
richten we ons vooral op zelfstandigen met een laag inkomen die in de bijstand dreigen terecht te
komen. We gaan daarbij weer meer inzetten op persoonlijk adviesgesprekken. De zelfstandige
geeft zelf aan hoe en waar deze moet plaatsvinden: digitaal, op kantoor bij het ondernemersplein
of bij een van de Ondernemers adviespunten in de Masterplangebieden.
De lessen vanuit het Tozo-aanvraagproces willen we ook gebruiken voor het optimaliseren van het
afhandelen van Bbz-aanvragen. We zetten nog steeds in op een digitaal aanvraagproces en
houden de bewijslast laag. Zo blijft er meer capaciteit beschikbaar voor persoonlijke begeleiding
en maatwerk aan zelfstandig ondernemers.
Landelijke ontwikkelingen Bbz regeling
De coronacrisis heeft niet alleen de kwetsbare positie op de arbeidsmarkt van veel zelfstandigen
en flexibele arbeidskrachten zichtbaar gemaakt. We hebben ook aangetoond dat de
ondersteuning anders, en vooral beter kan. De Tozo en andere steunregelingen zijn in een korte
periode opgetuigd en hebben voor innovatie en vereenvoudiging gezorgd bij de dienstverlening
aan zelfstandigen. Het is zaak dat deze lessen niet verloren gaan, maar dat we deze gebruiken om
de positie van zelfstandigen en flexibele arbeidskrachten structureel te verbeteren.
De huidige Bbz-regeling doet onvoldoende recht aan een veranderde arbeidsmarkt, waarbij het
niet vit moet maken of een uitkeringsgerechtigde doorstart als zelfstandige of via een baan in
loondienst in het inkomen voorziet. De bestaande Bbz-regeling is daarnaast te complex en
onvoorspelbaar, waardoor de bestaanszekerheid van kleine zelfstandigen onvoldoende wordt
gewaarborgd.
De Tweede Kamer heeft de afgelopen jaren twee moties aangenomen die vragen regelingen te
verbeteren en toegankelijker te maken en om de in de crisis opgedane lessen en ervaringen toe te
passen. We maken ons zorgen dat deze lessen verloren dreigen te gaan. Verbetervoorstellen in
een recente kamerbrieft over deze moties legt de focus op (het verspreiden van) bestaande best-
practices, terwijl fundamentele veranderingen vooruit worden geschoven of als niet noodzakelijk
worden aangemerkt. Het college vindt de huidige voorstellen van het Rijk teleurstellend en
volstrekt onvoldoende om de bestaanszekerheid van de meest kwetsbare zelfstandigen te
waarborgen. Gemeentes hebben met de uitvoering van de Tozo waardevolle ervaring opgedaan
met het vitgaan van vertrouwen in aanvragers en vereenvoudiging van de complexe Bbz-regeling.
En die de bestaanszekerheid van kleine zelfstandigen in Nederland daadwerkelijk kunnen
verbeteren. Maar daarvoor is er serieuze bereidheid vanuit het Rijk nodig om echt in te zetten op
structurele hervormingen. In de recente kamerbrief zien we die bereidheid helaas (nog)
onvoldoende.
Ook op de langere termijn zullen aanpassingen in de verschillende regelingen noodzakelijk zijn, in
samenhang met een nieuwe visie op de sociale zekerheid, het toeslagenstelsel en de fiscale
wetgeving. We roepen het Rijk daarom op om samen met gemeentes te werken aan
* Kamerbrief over sociale zekerheid in crisistijd, d.d. 9 mei 2023
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 mei 2023
Pagina 6 van 6
fundamentele verbeteringen van de regelingen voor zelfstandigen en zo de waardevolle lessen uit
de coronacrisis niet verloren te laten gaan.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
C N He
X / bf VI
) bm A zj an : ne — AX
Rutger Groot Wassink, Marjolein Moorman,
Wethouder Sociale Zaken Wethouder Armoedebestrijding
Bijlagen
Eindevaluatie Veerkracht, d.d. 16 mei 2023.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 6 | val |
x% Gemeente Amsterdam
% Actualiteit voor de raadscommissie voor Algemene
Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden,
Preventie Jeugdceriminaliteit, Vluchtelingen en
Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht
Jaar 2019
Datum indiening
Datum behandeling
Onderwerp
Actualiteit van het raadslid Van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake overlast van
lachgasverkopers en/of gebruikers op de Wallen.
Aan de commissie
Inleiding
Deze zomer zijn er beelden verschenen over de overlast van lachgasverkopers op de Wallen
die bewoners bedreigden. Daarbij is in de media naar buiten gekomen dat bewoners slechts
anoniem hun verhaal willen doen vanwege de mogelijke represailles van de lachgasverkopers.
Reden bespreking
De overlast van lachgasverkopers voor bewoners is ernstig en bewoners voelen zich niet meer
veilig in de buurt van hun eigen huis.
Reden spoedeisendheid
Op korte termijn zijn maatregelen nodig om de overlast van lachgasverkopers te verminderen.
De Partij voor de Dieren wil weten welke maatregelen de gemeente / driehoek (gaat) nemen.
Het lid van de commissie,
J.F.W. van Lammeren
https://www.at5.nl/artikelen/196229/lachgas-is-de-druppel-voor-deze-wallenbewoners-
natuurlijk-ben-ik-bang
1
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam F E Z
% Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
% Agenda, donderdag 4 september 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
Tijd 09.00 tot 12.00 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur Publiek
5 Conceptverslag van de vergadering van 19 juni 2008
, _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFEZ @raadsgriffie.amsterdam.nl
6 Openstaande Toezeggingen
7 Actualiteiten
OSSEL-DEEL
Lucht- en Zeehaven
8 Wijziging beheersgebied Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied en
daarmee samenhangende bevoegdheden Nr. BD2008-004067
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
9 Beschikbaar stellen van een krediet van € 39.760.000 exclusief verhaalbare BT VV
voor de verdere inrichting en ontwikkeling van het Afrikahavengebied Nr.
BD2008-004256
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
Algemeen
10 Rondvraag wethouder Ossel / TKN-lijst
ASSCHER-DEEL
Financiën
11 Rekeningrapportage Stadsdeelfinancien 2007 commissie FEZ Nr. BD2008-
005336
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Economische Zaken
12 Follow-up draadloos internet Nr. BD2008-004582
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van de heer Verweij (VVD).
13 Onderzoek Wijkeconomie 2008 Nr. BD2008-004583
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de heer de Goede (Groenlinks) en mevrouw
Hoogerwerf (D66).
14 Stand van zaken Tweede onderzoek Red Tape Nr. BD2008-004584
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
, Geagendeerd op verzoek van mevrouw Hoogerwerf (D66).
15 Preadvies notitie Verweij inzake modesector Nr. BD2008-002975
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
Algemeen
16 Rondvraag wethouder Asscher / TKN-lijst
BESLOTEN DEEL
2
| Agenda | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1005
Publicatiedatum 7 oktober 2015
Ingekomen op 7 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie WB
Te behandelen op 4/5 november 2015
Onderwerp
Motie van de leden Van der Ree en Van Dantzig inzake de Begroting 2016
(van huurdersondersteuning naar bewonersondersteuning).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Overwegende dat:
— in het coalitieakkoord staat: “Huurdersondersteuning gaan we verbreden nar
bewonersondersteuning. Zo zullen de Wijksteunpunten Wonen ook hulp gaan
bieden aan mensen die na het kopen van een (corporatie-)woning aan een
vereniging van eigenaren (VVE) deelnemen en mensen die een erfpachtcontract
afsluiten”;
— inde Begroting 2016 op pagina 208 als doel staat: “Verbreding van het
takenpakket voor de Wijksteunpunten Wonen en nieuwe vormen van
vertegenwoordiging organiseren als ook medezeggenschap van bewoners- en
huurdersorganisaties stimuleren”;
— hier voorbij lijkt te worden gegaan aan het bieden van bewonersondersteuning
van huiseigenaren;
— volgens het onderzoek Wonen in Amsterdam 2013 31,5% van de Amsterdamse
woningen een koopwoning is;
— indiener van mening is dat bewonersondersteuning, ook voor huiseigenaren,
effectiever georganiseerd zou kunnen en zou moeten worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in overleg te treden met Vereniging Eigen Huis en/of andere organisaties die de
belangen van huizenbezitters vertegenwoordigen, een plan te maken om de
bewonersondersteuning in Amsterdam uit te laten voeren door een organisatie
die de belangen van huizenbezitters vertegenwoordigt in plaats van door
organisaties die primair op de belangen van huurders gericht zijn;
— hierbij de middelen uit de begroting die bestemd zijn voor huurdersondersteuning/
bewonersondersteuning zo te verdelen dat de middelen evenredig verdeeld
worden over huurders- en eigenarenondersteuning naar rato van het aantal
koopwoningen en huurwoningen op dat moment in Amsterdam;
— dit plan met de daarbij behorende middelen vóór de Voorjaarsnota 2016 aan de
raad voor te leggen.
1
De leden van de gemeenteraad
D.A. van der Ree
R.H. van Dantzig
2
| Motie | 2 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 423
Publicatiedatum 20 juni 2014
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 11 juni 2014
Behandeld op woensdag 11 juni 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Timman, mevrouw Poot en mevrouw Van der Pligt
inzake de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam (voorgestelde dekking
voor de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam
(Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 396);
Constaterende dat:
— erin 2013 een overbesteding is van € 1,5 miljoen op het onderdeel
Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam (KBA);
— tevens wordt voorgesteld om in de nieuw in te stellen reserve centralisatie
onderwijs, € 1,9 miljoen te reserveren om de kosten te dekken voor het
programma KBA in 2014;
Overwegende dat::
— de KBA de Amsterdamse scholen heeft aangespoord de kwaliteit van het
onderwijs te verbeteren en dat het aantal zwakke scholen de afgelopen jaren al
flink is teruggedrongen;
— kwaliteitsverbetering op basisscholen vanuit de organisatie en de leraar zelf
gedragen moet worden,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het in de reserve centralisatie onderwijs bedoelde bedrag van € 1,9 miljoen niet aan
te wenden ter dekking van een ongewijzigd KBA.
De leden van de gemeenteraad,
D. Timman
M.C.G. Poot
M.M. van der Pligt
1
| Motie | 1 | discard |
% Gemeente Amsterdam R.
% Gemeenteraad
x Motie
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer 025
Behandeld op 10 februari 2021
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021
Onderwerp
Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Westelijk
havengebied (zoekgebied 1)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Reactienota Regionale Energiestrategie.
Constaterende dat:
- Het college in het kader van de Regionale Energiestrategie (RES) het
Westelijk havengebied als zoekgebied voor windturbines heeft
aangewezen;
- Het opwekken van windenergie op land vele malen minder efficiënt is
dan op zee;
- De plaatsing van windturbines in de Haven ondanks voldoende
draagvlak daarom toch geen slim idee is gelet op kostenefficiëntie.
Overwegende dat:
-__ledereen zo efficiënt mogelijk (duurzame) energie wil opwekken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Westelijk havengebied
(zoekgebied 1).
Het lid van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 478
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder B
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw De Soete, de heer Paternotte, mevrouw Moorman
en mevrouw Van Doorninck inzake een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014
(bestuurskracht en sterk opdrachtgeverschap voor bestuurscommissies).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en
wethouders van 7 mei 2013 inzake:
— _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437);
— intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van
de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438);
Overwegende dat:
— de gemeente zich altijd moet kunnen verantwoorden over de prestaties die in
de stad geleverd worden;
— Amsterdam gaat werken met vier clusters met vier concerndirecteuren voor meer
rendement voor de maatschappelijke opgave;
— _ Amsterdam met de verandering van de gemeentelijke organisatie inzet op
gebiedsgericht werken;
— de clusters flexibel worden ingericht naar de specifieke (bestuurlijke) doelen en
vraagstukken die zich in de stad voordoen;
— van bestuurders gevraagd wordt scherper te sturen op resultaat en het afleggen
van verantwoording;
— Amsterdammers de leden van de bestuurscommissies kiezen via directe
verkiezingen;
— de bestuurscommissies de beschikking krijgen over een compact ambtelijk
apparaat (bestuurscommissieorganisatie) en het dagelijks bestuur een
gebiedsagenda opstelt die aansluit bij de stedelijke koers,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 478 .
Datum 26 juni 2013 Motie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het ambtelijk apparaat van de bestuurscommissies zowel kwantitatief als
kwalitatief in verhouding te laten zijn met de verantwoordelijkheid voor het
resultaat en de zwaarte van het opdrachtgeverschap;
— zorg te dragen voor goede en tijdige gemeentebrede, interne processen
waarmee het beoogde opdrachtgeverschap van de bestuurscommissies wordt
geborgd;
— dit uitgangspunt op te nemen in zowel het nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 als
in het Organisatieontwikkelingsplan ‘Naar een sterker Amsterdam: met één
gezicht naar buiten’.
De leden van de gemeenteraad,
M. de Soete
J.M. Paternotte
M. Moorman
G.A.M. van Doorninck
2
| Motie | 2 | val |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 30 augustus 2022
Portefeuille(s) Juridische Zaken/ ICT en Digitale Stad
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema/ Shula Rijxman
Behandeld door Cluster Digitalisering, Innovatie en Informatie
([email protected])
Onderwerp Afdoening toezegging over de interoperabiliteit tussen WhatsApp en Signal
uit de commissievergadering van 9 juni 2022
Geachte leden van de gemeenteraad,
In vw vergadering van 9 juni 2022 heb ik op een vraag van raadslid Aslami (D66) toegezegd u
schriftelijk te informeren over de interoperabiliteit tussen WhatsApp en Signal. Het raadslid bracht
tijdens de raadsvergadering het volgende in:
In het Europese Parlement maar ook in de Europese Commissie is een voorstel aangenomen om chat-
Apps te verplichten interoperabel te zijn met elkaar: dus dat een WhatsApp kan communiceren met
Signal. Hij is benieuwd hoe de gemeente hieraan invulling gaat geven en wat dat betekent voor de
bestaande regels.
De Europese Commissie heeft op 23 maart 2022 ingestemd met de tekst voor de Wet Digitale
Markten (Digital Markets Act). In het tekstvoorstel is opgenomen dat de grote techniekbedrijven
(o.a. Google, Apple, Amazon, Meta en Microsoft) binnen dwingende kaders moeten gaan
opereren. Het doel van de wet is een eerlijker speelveld te creëren voor aanbieders van digitale
diensten. De regels gaan in op verschillende aspecten van dienstverlening aan de Europeaan door
de techniekbedrijven.
Eén van de concrete maatregelen die vit de wet voortvloeit is de mogelijkheid om vanuit een
berichten-app (bijv. WhatsApp) naar een andere berichten-app (bijv. Signal) berichten te kunnen
sturen. De techniekbedrijven moeten hiervoor nog gemeenschappelijke protocollen bedenken en
vaststellen.
De Wet Digitale Markten is nog niet vastgesteld door de Europese Raad. Pas na vaststelling wordt
duidelijk wanneer de wet inwerking treedt. Vanaf de dag dat de wet inwerking treedt zal het
mogelijk worden om berichten tussen verschillende apps te kunnen versturen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 augustus 2022
Pagina 2 van 2
De gemeente Amsterdam kan pas na vaststelling door de Europese Raad en na aanpassingen door
de techniekbedrijven bepalen of er impact is op de huidige gemeentelijke regels voor het gebruik
van berichtenapps.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. De toezegging is hiermee afgedaan.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Shula Rijxman
Wethouder ICT en Digitale Stad
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
VN2021-006463 Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
rve verkeer en or x Gemeente M LW
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MLW van 25 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 7
Datum besluit
Onderwerp
Autoluw Sloten en Nieuw Sloten
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van de raadsinformatiebrief dd 1 maart 2021 inzake de vervolgaanpak van Autoluw
Sloten en Nieuw Sloten.
In de raadscommissie MLW van 4 februari jl. is gesproken naar aanleiding van de op 4 november
2020 vrijgegeven startnotitie Autoluw Sloten en Nieuw Sloten. De wethouder heeft daar
aangegeven dat voor de Sloterweg een Nota van Uitgangspunten wordt opgesteld met meerdere
varianten om het verkeer terug te dringen en dat extra consultatie met omliggende wijken gaat
plaatsvinden.
Bijgevoegde brief gaat in op de extra consultatie, rol en samenwerking met het stadsdeel en de
gemeente Haarlemmermeer, de te onderzoeken oplossingsrichtingen en de effecten daarvan op de
planning.
Wettelijke grondslag
Artikel 160 Gemeentewet
1 Het college is in ieder geval bevoegd:
a. het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet de raad
of de burgemeester hiermee is belast.
Artikel 169, lid 2 Gemeentewet; actieve informatie van college aan raad.
Bestuurlijke achtergrond
Op 2 november 2020 heeft de portefeuillehouder de startnotitie Autoluw Sloten en Nieuw Sloten
vastgesteld. De startnotitie voorziet in de aanpak van de verkeerssituatie op de Sloterweg.
Reden bespreking
Geagendeerd o.v.v. het lid Wijmenga (CDA).
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2021-006463 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
rve verkeer en or % Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie MLW van 25 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Geheimhouding
N.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
N.v.t.
Welke stukken treft v aan?
1. Raadsinformatiebrief van 1 maart 2021 over vervolgaanpak Autoluw
AD2021-022590 ‚
Sloten en Nieuw Sloten (pdf)
AD2021-022587 Commissie MLW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
V&OR, Sander Smit, [email protected] 0613695786
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 2 december 2021
Ingekomen onder nummer 816 accent
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Kilig inzake een lobby om huurders meer rechten te
geven
Onderwerp
Een lobby te starten richting het Rijk om huurders meer rechten te geven om achterstallig onder-
houd in de woning in de praktijk beter af te dwingen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over kwaliteit huurwoningen in Amsterdam.
Constaterende dat:
— Het voor huurders bijna niet mogelijk is om achterstallig onderhoud dat plaats moet vinden in
de woning af te dwingen bij hun verhuurder;
— De verhuurder geen voldoende prikkel heeft om werk te maken van dit onderhoud;
— het probleem hem niet per se zit in hoe het op papier geregeld is. maar hoe het in de praktijk
gaat.
Overwegende dat:
— _ Woningcorporaties vooral onderhoud plegen aan de buitenkant van de woningen zonder daar-
bij de binnenkant mee te nemen in het onderhoud;
— _ Woningcorporaties zich binnen de woning beperken tot slechts kleine reparaties zoals kranen,
verstoppingen en deurkrukken;
— _ Woningcorporaties onderhoud die grotere problemen moeten oplossen, zoals lekkages,
schimmel, vocht, bedrading, loden leidingen, etc, op de lange baan schuiven of helemaal niet
repareren;
— _ Aangezien de formerende partijen nog bezig zijn, het opportuun is om een lobby te starten
ten behoeve van meer rechten voor huurders zodat zij achterstallig (groot) onderhoud in de
woning kunnen afdwingen.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Een lobby te starten richting het Rijk voor scherpere rechten voor huurders zodat zij achterstallig
onderhoud in de woning in de praktijk beter kunnen afdwingen.
Indiener
A. Kilig
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1482
Publicatiedatum 5 oktober 2020
Datum antwoord 19 november 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het voormalig lid Nanninga inzake zorgen
rondom Nation of Islam en andere radicale groepen in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 1 oktober 2020 berichtte De Telegraaf! over de opmars van de radicale sekte
‘Nation of Islam’ in Nederland en andere vergelijkbare extreme groepen die in hun
kielzog opereren. Nation of Islam zou onderdeel zijn van het opkomende zwarte
rechts-extremisme. De Telegraaf beschrijft het vigerende gedachtegoed als volgt:
“het blanke ras is het resultaat van een mislukt fokprogramma, witte mensen zijn
ongeneeslijk slecht, zwarten zijn de meesters van het universum.’ Nation of Islam
heeft volgens de krant aanhang in Nederland en in Amsterdam. Ook zou de nog
radicalere groep ‘Afrikaanse Hebreeërs’, voet aan grond krijgen in Nederland en in
Amsterdam actief zijn. Vorig jaar pleegden leden van die groep een dodelijke aanslag
op Joodse supermarkt in New York.
De fractie van Forum voor Democratie Amsterdam vindt de bovenstaande
ontwikkelingen zeer zorgwekkend en wil dat het college er alles aan doet om te
voorkomen dat deze groepen onze vrijheden en veiligheid in gevaar brengen.
Gezien het vorenstaande heeft het voormalig lid Nanninga, namens de fractie van
Forum voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met de sekte ‘Nation of Islam’?
Ja.
2. Klopt het dat deze sekte ook Nederlandse aanhang heeft en dat deze is opgericht
in de Bijlmer?
Ja. Via het netwerk zijn signalen binnengekomen dat er een afdeling van Nation of
Islam in Zuidoost gevestigd zou zijn, maar het is niet bekend wie daar bij betrokken
zijn of waar het gevestigd is.
1 https://www.telegraaf.nl/nieuws/1312299354/zorgen-over-opmars-militante-sekte-de-
witte-man-is-een-duivel
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le vember 2020 Schriftelijke vragen, maandag 5 oktober 2020
3. Hoe groot is de aanhang van Nation of Islam in Nederland en Amsterdam in het
bijzonder?
Uitgaande van de beperkte uitingen door Nederlandse aanhangers en de
constatering dat publieke activiteiten tot nu toe nauwelijks hebben plaatsgevonden, is
de inschatting van de NCTV dat de beweging in Nederland op dit moment klein is?
Ook schrijft minister Grapperhaus in deze brief dat grootschalige aansluiting bij
dergelijke groeperingen onwaarschijnlijk is.
‘We kunnen onze tijd beter gebruiken om het systeem helemáál uit de weg te ruimen.
De tijd van de witte man is voorbij. Dit is het einde van hun beschaving. Wij van de
Nation weten wat eraan komt.’
4. Is het college bekend met bovenstaande uitingen die gedaan zijn door Nation of
Islam-leden? Hoe beoordeelt het college deze uitspraken in het kader van het
tegengaan van radicalisering, polarisatie en extremisme?
Het college is niet bekend met deze uitingen. In algemene zin is het college is van
mening dat Amsterdam beschermd dient te worden tegen antidemocratische uitingen
of uitingen die de maatschappelijke cohesie in Amsterdam schade toebrengen. Het
spreekt tegelijkertijd voor zich dat de gemeente de grondwettelijke vrijheden
respecteert en beschermt: opvattingen, ook als zij worden ervaren als grof of
schokkend, kunnen worden geuit. Alleen als er gevaar is voor de openbare orde of de
opvattingen aanzetten tot haat en geweld worden deze begrensd.
Bij ieder concreet signaal dat personen haat (zullen) prediken op een locatie in
Amsterdam wordt er een gezamenlijke duiding opgesteld met relevante partijen zoals
het stadsdeel waar het optreden is aangekondigd, de driehoekspartners, de partners
bij het rijk, en mogelijk met de persoon of organisatie die het faciliteert.
Het Openbaar Ministerie maakt de afweging of er sprake is van strafbare uitingen.
5. Wordt de sekte Nation of Islam, en worden er leden van de sekte door de afdeling
Radicalisering van de gemeente en door de politie gevolgd’?
Het college doet geen uitspraken over wie er gevolgd wordt. Het programma
Radicalisering en Extremisme, in nauwe samenwerking met de politie, het Openbaar
Ministerie, heeft aandacht voor alle ontwikkelingen rondom groepen die mogelijk of
potentieel extremistisch gedachtegoed aanhangen of verspreiden.
6. Ziet het college connecties tussen Nation of Islam en de BLM-beweging?
Er is geen informatie beschikbaar die banden aantoont tussen Nation of Islam en de
BLM-beweging.
2 Zie de Kamerbrief: Reactie op bericht "Zorgen over opmars haatzaaiende sekte in
Nederland”, 5 november 2020.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le vember 2020 Schriftelijke vragen, maandag 5 oktober 2020
7. Klopt het bericht dat een organisator (tevens DENK-statenlid) van een actie in
Amsterdam met drie Nation of Islam-leden door de gemeente wordt ingezet in
campagnevideos? En vindt het college dit wenselijk, gezien het gedachtengoed
van deze sekte?
Het is ons niet bekend dat leden van Nation of lslam worden ingezet voor
campagnevideos. In algemene zin wordt er bij het maken van campagnes voor de
gemeente zorgvuldig gekeken naar wie er wordt ingezet.
8. Klopt het bericht dat de nóg radicalere groep Afrikaanse Hebreeërs actief is in
Amsterdam, en dat zij in de Bijlmer in een winkelcentrum overlast veroorzaken?
Wordt deze groep gevolgd door de gemeente dan wel de politie?
Het is bij het college bekend dat een groep die zich de Afrikaanse Hebreeërs noemt
actief is in Zuidoost. Er is ín 2018 contact geweest tussen de politie en het OM inzake
de gedragingen en uitingen van personen betrokken bij deze groep. Dit heeft niet
geleid tot vervolging. Sinds de groep haar activiteiten bij het winkelcentrum
Ganzenpoort heeft gestaakt zijn er geen klachten van overlast binnengekomen. Naast
de aanpak van overlast kunnen wij geen uitspraken doen voer welke groepen gevolgd
worden.
9. Klopt het signaal dat leden van Afrikaanse Hebreeërs banden hebben met IS en
Al Qaeda, en dat er leden van Nation of Islam zijn doorgestroomd naar deze
terreurgroepen? Weet het college of dit om Nederlanders gaat?
Het college noch de politie kan dit signaal bevestigen.
10. Worden er leden/aanhangers van Nation of Islam, Afrikaanse Hebreeërs en/of
andere ideologische gelieerde groepen gevolgd in het kader van de Integrale
Persoonsgerichte Aanpak?
Het college doet geen uitspraken over individuele casuistiek in de persoonsgerichte
aanpak. Los daarvan is er voor ons voldoende aanleiding om samen met stadsdeel
Zuidoost en de veiligheidspartners nog eens nader te kijken naar eventuele
extremistische groepen.
11. Deelt het college de zorgen van de fractie van FVD Amsterdam rond deze
groepen en welke acties onderneemt het college om dit gevaarlijke extremisme in
de kiem te smoren?
In het DTN waarschuwt de NCTV voor polarisatie en radicalisering naar identitair
extremisme en vanuit die invalshoek hebben de diverse ontwikkelingen op dit terrein
de aandacht van het college. Tegelijkertijd acteert de gemeente op concrete signalen
die binnenkomen via het steunpunt radicalisering of via de partners. Wanneer er
concrete signalen van radicalisering of extremisme zijn wordt er per geval gekeken
wat de mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld in het kader van de Persoonsgerichte aanpak
Radicalisering of bij problematisch gedrag middels de taskforce Problematisch
Gedrag en Ongewenste Buitenlandse Financiering. Tot slot is er voortdurend contact
tussen de veiligheidspartners over eventuele zorgelijke ontwikkelingen en signalen
zodat partijen elkaar snel weten te vinden en over dezelfde informatie beschikken.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Liez Gemeenteblad
ummer - =.
Datum 19 november 2020 Schriftelijke vragen, maandag 5 oktober 2020
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
N Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 430
Ingekomen op woensdag 22 april 2020
Behandeld op woensdag 22 april 2020
Status Ingetrokken en vervangen door 430accent
ORDEN
Motie van het lid Yilmaz inzake voorkomen achterstand van leerlingen met speciale
indicatie
Ram de GEMEENERAT
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over actualiteit aanpak Coronacrisis.
Constaterende dat:
-__ Als gevolg van de corona-maatregelen taxibedrijven het hoofd niet meer boven
het water kunnen houden;
-__ Taxibedrijven als Taxi Electric reeds faillissement hebben aangevraagd en TCS
en SchipholTaxi dreigen failliet te gaan”.
Overwegende dat:
- De situatie zeer ernstig is en de gemeente er alles aan moet doen om ervoor te
zorgen onze taxibedrijven deze storm overleven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Om in gesprek te gaan met de Amsterdamse taxibedrijven te onderzoeken waar zij
precies behoefte aan hebben. En om een noodkrediet in het leven te roepen voor
taxibedrijven in nood zodat zij de coronacrisis kunnen overleven.
Het lid van de gemeenteraad
N. Yilmaz
1 https://www.atb.nl/artikelen/201374/ontslag-voor-werknemers-tcs-en-schipholtaxi-door-
onzekere-situatie-coronacrisis
2
1
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres
2x Gemeente Benel
Am ste rd am 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 18 september 2018
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, Sacha Hansen, [email protected]
06-1081 5254
Bijlage Brief over wettelijke richtlijnen voor paardenwelzijn op maneges aan leden van de
Vaste Kamercommissie LNV Tweede Kamer d.d. 18 september 2018
Onderwerp Reactie op motie 535 van de leden A. Bakker, De Heer, Simons, Van Soest, Yilmaz,
Nadif en Ceder inzake dierenwelzijn in de Hollandsche Manege (lobby om wetgeving
voor paardenwelzijn bij het rijk)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 6 juni 2018 heeft vw raad bij de behandeling van de
stand van zaken met betrekking tot dierenwelzijn in de Hollandsche Manege motie 535 van de
raadsleden A.L. Bakker, De Heer, Simons, Van Soest, Yilmaz, Nadif en Ceder aangenomen.
Daarin wordt het college gevraagd om aan de hand van het onderzoek van Dier & Recht namens
Amsterdam bij het Rijk aan te dringen op wetgeving voor paardenwelzijn op maneges.
Naar aanleiding hiervan is op 18 september 2018 een brief gestuurd naar de leden van de Vaste
Commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer. Aangegeven is dat
volgens het rapport van de stichting Dier & Recht “Het welzijn van manegepaarden in Nederland
en Vlaanderen” blijkt dat de huidige zelfregulering van de branche onvoldoende werkt om te
zorgen voor het welzijn van de paarden. Specifieke wettelijke regelgeving voor maneges in
Nederland ontbreekt.
Deze brief is ingebracht voor het Algemeen Overleg Paarden van 3 oktober 2018 van de Vaste
Kamercommissie LNV van de Tweede Kamer waar de reactie van minister Schouten van 4 juni
2018 op misstanden op Nederlandse maneges is geagendeerd, samen met een Stand van
zakenbrief inzake Paarden.
In onze brief worden de leden van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit verzocht in hun bijdrage tijdens het debat aandacht te vragen voor regelgeving
over dierenwelzijn van paarden op maneges. In de brief wordt de wens uitgesproken om in het
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
|
Gemeente Amsterdam Datum 18 september 2018
Pagina 2 van 2 |
Besluit Houders van Dieren nadere invulling te geven aan regelgeving over dierenwelzijn van
paarden op maneges.
Het college beschouwt motie 535 hiermee als afgedaan. |
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Femke Halsema Wil Rutten
burgemeester waarnemend gemeentesecretaris
Bezoekadres
4 Gemeente anle
Amste rda m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
2% amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Leden van de Vaste Commissie voor
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Postbus 20018 2500 EA Den Haag
[email protected]
Datum 18 september 2018
Ons kenmerk AWSH/180918
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, Sacha Hansen ([email protected]), 06-
10815254,
Kopie aan Minister C. Schouten
Onderwerp Wetgeving voor paardenwelzijn op maneges
Geachte leden van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
In het ordedebat van 21 april 2018 heeft het Tweede Kamerlid Van Kooten-Arissen verzocht om
een reactie op misstanden op Nederlandse maneges. Dit naar aanleiding van het rapport “Het
welzijn van manegepaarden in Nederland en Vlaanderen” van de stichting Dier & Recht (maart
2018).
In het Algemeen Overleg Paarden van 3 oktober 2018 is de reactie van minister Schouten van 4
juni 2018 geagendeerd, samen met een “Stand van zakenbrief inzake Paarden”.
Volgens bovengenoemd rapport van Dier & Recht blijkt dat de huidige zelfregulering van de
branche onvoldoende werkt om te zorgen voor het welzijn van de paarden. “In bijna 85 procent
van de onderzochte maneges (4,4 van de 53) blijkt het welzijn van de paarden onvoldoende of
slecht. Dit komt onder andere doordat de paarden nauwelijks langdurige relaties met elkaar
kunnen aangaan. Sociaal contact met steeds dezelfde paarden is voor deze dieren erg belangrijk.
Fysiek contact is noodzakelijk voor hen om zich goed te voelen. Verder zijn er te weinig momenten
dat ze vrij mogen loslopen, zoals in een weiland of paddock (omheinde buitenruimte). Ook de
hygiëne in de stal, en de kwaliteit en wijze van aanbieden van het voer zijn nogal eens beneden de
maat.”
In het gemeentelijk beleid van Amsterdam is vastgelegd dat het welzijn van paarden gewaarborgd
moet zijn en dat we vinger aan de pols willen houden ten aanzien van het welzijn van paarden.
(Agenda Dieren 2015-2018). Daartoe moeten houders van paarden voldoen aan de
welzijnsrichtlijnen. Wij constateren echter dat dit nog steeds niet bij alle maneges op orde is. Zo is
er in Amsterdam nog een manege waar stands worden gebruikt. Het vermoeden is dat op
maneges vooral in het winterseizoen onvoldoende weidegang wordt gegeven en dat er meer
aandacht nodig is voor (gezond) sociaal contact tussen de paarden.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 28 september 2018
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Specifieke wettelijke regelgeving voor maneges ontbreekt in Nederland. De zelfregulering door de
sector schiet tekort en heeft gezien de geconstateerde misstanden op maneges de afgelopen
jaren onvoldoende gewerkt. De gemeente Amsterdam vindt dat het welzijn van de paarden op
maneges meer prioriteit dient te gaan krijgen in de bedrijfsvoering van de maneges. Regelgeving
en controle op naleving daarvan is noodzakelijk en is een taak van de rijksoverheid. De Gids voor
Goede Praktijken die door de Sectorraad Paarden is ontwikkeld biedt echter onvoldoende houvast
om het welzijn van de paarden op maneges te kunnen afdwingen. De afhoudende reactie van
minister Schouten - dat zij de conclusies vit het rapport van Dier en Recht niet kan ondersteunen,
en denkt te kunnen volstaan met de Gids voor Goede Praktijken, overleg met de Sectorraad
Paarden, het Keurmerk Paard en welzijn en de Paardenwelzijnscheck - biedt geen oplossing om
misstanden op maneges tegen te gaan. Daarvoor is aanvullende wetgeving noodzakelijk. Om deze
reden wil Amsterdam er dan ook op aandringen dat er in het Besluit Houders van Dieren specifieke
wetgeving wordt opgenomen ter bescherming van het paardenwelzijn. Het gaat onder meer om
regelgeving over voldoende mogelijkheden voor onderling contact en bewegingsvrijheid
(verbieden van stallen met stands, minimale box grootte, voldoende zicht op andere paarden),
beweging (voldoende weidegang om buiten los te kunnen lopen) en eisen ten aanzien van
verzorging en gezondheid, voeding en hygiëne. Op basis van regelgeving kunnen dan
onaangekondigde inspecties plaatsvinden door ter zake deskundige controleurs.
Als gemeente Amsterdam willen we de leden van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit daarom vragen in hun bijdrage tijdens het debat aandacht te vragen voor
regelgeving over dierenwelzijn van paarden op maneges.
Wij hopen dat u zich hiervoor vit oogpunt van het verbeteren van dierenwelzijn op maneges wilt
inzetten.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Ams pjiam
ú Ee Wil Rutten
burgemeester a
| Motie | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 204
Ingekomen onder J
Ingekomen op woensdag 12 februari 2020
Behandeld op donderdag 13 februari 2020
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van lid Van Soest inzake principebesluit tot verkoop AEB
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Uiten van wensen en bedenkingen over het
principebesluit tot verkoop van AEB:
Betreft: Stop bouw biomassacentrale
Constaterende dat:
- er een biomassacentrale door en bij het AEB gebouwd wordt.
Overwegende dat:
- een dergelijke centrale louter interessant is voor de exploitant door de ruim 8
miljard euro die voor dit soort centrales als subsidie beschikbaar komt;
- een dergelijke centrale voor de burgers dramatisch is door de vervuiling, het stof
en het lood wat vrijkomt bij de vervaardiging uit duizenden bomen van de
brandstofkorrels die in een biomassacentrale verbrand gaan worden waardoor
ook nog eens veel fijnstof vrijkomt.
Van mening dat:
- Biomassa ten onrechte als duurzame energie gezien wordt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Per direct te stoppen met het bouwen van de biomassacentrale bij het AEB.
Verworpen
Het lid van de gemeenteraad
mevr. W. van Soest
1
| Motie | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 1 november 2023
Portefeuille(s) Deelnemingen
Portefeuillehouder(s): _ Alexander Scholtes
Behandeld door DMC Deelnemingen ([email protected])
Onderwerp Alliander — verkoop bedrijfsonderdeel Kenter
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over de verkoop van het bedrijfsonderdeel Kenter door
onze deelneming Alliander. Alliander is van plan Kenter te verkopen aan een consortium
bestaande uit het Nederlandse pensioenfonds ABP en het Canadese pensioenfonds OMERS
Infrastructure voor een verkoopprijs van € 940 miljoen. Op 1 november 2023 hebben de
aandeelhouders van Alliander, waaronder Amsterdam, ingestemd met de verkoop. In de bijlagen
vindt u verdere informatie over de verkoop van Kenter.
Kenter
Kenter levert niet-gereguleerde energieoplossingen zoals meetdiensten, transformatoren,
middenspanningsinstallaties en laadoplossingen aan zakelijke klanten. De omzet bedraagt
ongeveer € 100 miljoen en er zijn ruim „oo medewerkers aan het werk bij Kenter. Het werk dat
Kenter doet, is relevant voor de energietransitie. Die relevantie komt echter buiten Alliander beter
tot zijn recht, omdat Alliander als netwerkbedrijf te maken heeft met beperkende wet- en
regelgeving. De andere netwerkbedrijven Stedin en Enexis hebben vergelijkbare
bedrijfsonderdelen de afgelopen jaren al verkocht.
Verkoopproces
Uit het verkoopproces is het consortium van ABP en OMERS Infrastructure als meest geschikte
partij naar voren gekomen om Kenter over te nemen. Deze kopers hebben zich gecommitteerd
om voor langere tijd aandeelhouder te blijven van Kenter en positief bij te dragen aan de
energietransitie. De aandeelhouders van Alliander zijn in het verkoopproces geadviseerd door
KPMG en Houthoff. KPMG stelt dat de verkoopprijs vanuit financieel oogpunt ‘fair! (eerlijk) is voor
de aandeelhouders. Houthoff geeft aan dat het verkoopproces op zorgvuldige wijze is doorlopen.
Opbrengst
De verkoop van Kenter levert een aanzienlijke opbrengst op voor Alliander. Alliander stelt voor om
af te wijken van het gebruikelijke dividendbeleid en af te zien van een superdividend. Het
dividendvoorstel is om 1ox de gemiddelde dividendbijdrage van Kenter over de periode 2019 -
2021 uitte keren als dividend. Dit komt overeen met een dividend van € 53 miljoen en voor
Amsterdam is dit € 4,9 miljoen. Dit dividendvoorstel zal in reguliere aandeelhoudersvergadering in
april 2024 aan de aandeelhouders worden voorgelegd. Het college staat positief tegenover dit
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 november 2023
Pagina 2 van 2
voorstel. Alliander heeft een forse kapitaalbehoefte, vanwege de grootschalige investeringen in de
elektriciteitsnetten de komende 10 à 20 jaar. Hiervoor is additioneel eigen vermogen noodzakelijk.
Als aandeelhouders hebben we daarom eind 2021 een converteerbare lening van € 600 miljoen
verstrekt, waarbij Amsterdam voor € 55 miljoen meedoet. Ook is dit jaar met de Staat een
Afsprakenkader overeengekomen zodat de Staat op termijn toe kan treden als aandeelhouder om
zo (deels) te voorzien in de kapitaalbehoefte. Door deze verkoop wordt het moment waarop de
Staat zal toetreden uitgesteld.
Na goedkeuring van de Europese Commissie, zal de verkoop naar verwachting eind dit jaar
plaatsvinden.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Alexander Scholtes
Wethouder Deelnemingen
Bijlagen
1. Agenda mettoelichting BAvA 1 november 2023
2. Procesbeschrijving en evaluatie
3. Fairness opinie KPMG
4. Comfort Letter Houthoff
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
> Gemeente Agenda vergadering
Amsterdam . . . .
Nieuw-West Voorbereidende Commissie Nieuw-West
2x 6 april 2016
Tijd: 19.30 uur
Voorzitter: Verwachte
Stadsdeelsecretaris: dhr. H. Wink Bespreektijd
Bestuursadviseur: dhr. M. van Rooij
1. Opening
2. Agendavaststelling
3. Mededelingen
4. Mondelinge vragen
5. Gespreksnotitie Kaders subsidies 2017 (Baâdoud) 45 min C
6. Advisering inzake aanpassing parkeerverordening 15 min AB
tbv een nieuwe 10-cent zone nabij August
Allebéplein (Bobeldijk)
7. Zelfbouwkavels Nierkerkestraat (Mauer) 30 min AB
8. Advies gedragscode voor de leden van de 45 min AB
bestuurscommissie (Baâdoud)
9. Sluiting
AB: hierover wordt door het Algemeen Bestuur besloten;
C: hierover wordt alleen in de voorbereidende commissie gesproken.
Meespreken en inspreken
Deze vergadering is openbaar. Wilt uU uw mening, vraag of opmerking aan de
bestuurscommissieleden kenbaar maken? Neem dan contact op met de afdeling
bestuursondersteuning op nummer 020-2536742 of via
bestuurscommissie @nieuwwest.amsterdam.nl.
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u
vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | discard |
oe
Ì
Pi
Vragen aan het DB nav een artikel in het Parool van zaterdag 3 december 2011 met als titel:
“Betaald parkeren in deel Slotervaart onrechtmatig”.
In een wijk in Slotervaart 1s betaald parkeren ingevoerd zonder een goede reden.
De rechter heeft deze week het stadsdeel teruggefloten.
Het stadsdeel heeft niet duidelijk kunnen maken waarom de bewoners in
deelgebied 2 Slotervaart voor parkeren moesten gaan betalen. Enkele rapporten
waren ook niet ter inzage gelegd voor de inspraakprocedure. Volgens de
advocaat van de bewoners zelfs niet na een verzoek van de bewoners.
Het stadsdeel heeft zes weken om een nieuw besluit te nemen.
Ik realiseer me heel goed dat dit een erfenis is van het oude stadsdeel Slotervaart
waar de heer de Wilt het parkeren onder zijn hoede had. Ook in die periode
hebben de bewoners duidelijk gemaakt dat de invoering van betaald parkeren in
Slotervaart 2 een onzinnig plan was. Ondanks het feit dat een meerderheid van
de bewoners aangaf tegen invoering te zijn, ging het plan gewoon door.
Stadsdeel Nieuw West zit nu wel met een probleem en vandaar een aantal
vragen:
1.Bent u van plan om de ingevoerde parkeermaatregel terug te draaien?
Zo ja, binnen welke termijn gaat dit plaatsvinden?
Zo nee, waarom niet? Wat wordt dan de procedure?
2.Bent u bereid om de parkeerautomaten voorlopig uit te schakelen totdat er
duidelijkheid is over de verdere gang van zaken?
3.de rechter heeft aangegeven dat het stadsdeel niet op het verzoek van
bewoners is ingegaan om de benodigde stukken ter inzage te leggen.
Graag uw mening.
4.toch vrij regelmatig krijg ik opmerkingen dat verzoeken van bewoners of
organisaties om informatie of inzage in stukken traag of na heel veel aandringen
of helemaal niet worden gegeven. Kan het DB aangeven welke verzoeken er nu
liggen van bewoners en/of organisaties om informatie cq inzage ? Graag met
aanvraagdatum en afhandelings datum
Jan Engel , raadslid Tulpen voor Amsterdam
| Actualiteit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Voordracht en besluit D B = AB
Registratienummer Z-17-32704 [ INT-17-10958
Afdeling Gebiedspool
Onderwerp
Principebesluit initiatief VORM: woongebouw Fibonacci aan de Panamalaan — hoek
Cruguiuskade
Portefeuille Wonen en grote projecten
DB lid Thijs Reuten
Gebied OHG
Datum DB 14 februari 2017
Datum AB voorbereidend 28 februari 2017
Datum AB besluitvormend 14 maart 2017
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Karoline Legel
06 2900 0302
[email protected]
xZO0OO035584B6EG6G + Pagina a van7
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
het initiatiefdocument Fibonacci, ingediend door VORM op 14 december 2016 en gewijzigd
op 1 februari 2017, ter besluitvorming aan het algemeen bestuur voor te leggen.
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd
1. in principe akkoord te gaan met het initiatiefdocument Fibonacci, ingediend door
ontwikkelaar VORM op 14 december 2016 en gewijzigd op 1 februari 2017, onder de
volgende voorwaarden:
a. de initiatiefnemer werkt het initiatief uit tot een
ontwerpbestemmingsplan;
b. de initiatiefnemer draagt de kosten van de onderzoeken, procedures en
alle andere activiteiten die benodigd zijn om dit initiatief tot realisatie te
kunnen brengen;
c. voorafgaand aan de start van de benodigde juridisch planologische
procedure wordt met de eigenaar van de kavel (NS Vastgoed BV) en de
initiatiefnemer een anterieure overeenkomst afgesloten, waarin onder
andere afspraken worden vastgelegd over kostenverhaal: proceskosten,
planschade, inrichting, beheer en onderhoud van openbare ruimte en van
de openbaar toegankelijke ruimte, herinrichting van (het kruispunt in) de
Panamalaan; evenals over de duurzaamheidsambities, planning,
woonprogramma, communicatie en het betrekken van de omgeving;
d. er worden nadere afspraken gemaakt en vastgelegd over de aansluiting
van het gebouw en bijbehorende parkeergarage op de omgeving;
e. er worden nadere afspraken gemaakt en vastgelegd over de exacte
grenzen tussen de toekomstige openbare ruimte en het openbaar
toegankelijk terrein;
f. _de initiatiefnemer informeert de omwonenden over dit besluit en draagt
zorg voor een goede communicatie met de buurt over de voortgang van
zijn initiatief;
2. akkoord te gaan met het opstellen van bestemmingsplan ‘Woontoren Fibonacci’ op
basis van het initiatiefdocument en onder de voorwaarde dat alvorens het ontwerp
bestemmingsplan ter visie wordt gelegd met de eigenaar van de kavel (NS
Vastgoed BV) en de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst is afgesloten;
3. de initiatiefnemer van dit besluit met een brief op de hoogte te brengen.
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van7
Bevoegdheid
Het voorbereiden en uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur (artikel 25
verordening op de bestuurscommissies).
Bestuurlijke achtergrond
Overwegende dat:
-__initiatiefnemer op de locatie Panamalaan - hoek Cruguiuskade een woongebouw
met 182 woningen en aan het woonprogramma toegespitste voorzieningen wil
realiseren;
-_ uit de hoogbouw effect rapportage is gebleken dat het bouwplan met een
maximale bouwhoogte van 62 meter geen negatief effect heeft op het
omringende stedelijke landschap en het UNESCO-gebied;
-__ het initiatief niet binnen het huidige juridisch-planologische regime past;
-_om medewerking te kunnen verlenen herziening van het bestemmingsplan nodig
is,
-_Het Algemeen Bestuur een uitspraak moet doen of zij in principe bereid is aan het
initiatief mee te werken;
-_ Initiatiefnemer hiervoor, in overleg met de gemeente, het voorliggende
initiatiefdocument Fibonacci heeft opgesteld;
-_ het Initiatiefdocument Fibonacci tevens als startnotitie dient voor het nieuwe
(ontwerp)bestemmingsplan ‘Amsterdam Woontoren Fibonacci’;
-__initiatiefnemer op eigen kosten het bestemmingsplan zal laten opstellen;
-__de gemeente haar verantwoordelijkheid ten aanzien van het publiekrechtelijke
besluitvormingsproces behoudt;
-___voor vaststelling van het bestemmingsplan kostenverhaal geregeld zal moeten
zijn;
Gelet op:
-__de Structuurvisie Amsterdam 2040;
-__Contouren Amsterdamse Woonagenda;
-_Agenda Duurzaamheid.
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
Inleiding
Het plan behelst de bouw van een woongebouw met 182 woningen van ca. 25, 50 en vanaf
75 m° BVO. Het totaal aan BVO is 20.000 m* en voorziet tevens in gedeelde voorzieningen
die op het woningprogramma zijn toegespitst. Het gebouw komt op grond die (nog) in
eigendom is bij de NS, direct aan het spoor op de hoek van de Panamalaan en
Cruguiuskade. Het initiatief gaat uit van een woongebouw dat getrapt wordt opgebouwd
van laag (14 meter) aan de Cruguiuskade in vier stappen (23 en 36 meter) tot hoog (62
meter) aan de Panamalaan.
Initiatiefnemer werkt, in overleg met gemeente en belanghebbenden, het
initiatiefdocument ‘Fibonacci’ verder uit tot een gedragen plan en een nieuw
bestemmingsplan op basis van het initiatiefdocument en de bijbehorende
randvoorwaarden. Ten behoeve van deze ontwikkeling dient de initiatiefnemer vervolgens
een aanvraag omgevingsvergunning in.
Pagina 3 van 7
Argumenten
1.12 Het plan draagt bij aan de behoefte van de gemeente Amsterdam aan voldoende,
betaalbare en kwalitatief goede woningen
In dit complex komen 182 woningen in het sociale huur of koop segment (< 710 euro
per maand of rond 150.000 euro (25 m°), in het middeldure segment (>710 euro tot 970
euro per maand of tot 300.000 euro (5o m°)) of in het dure segment (> 970 euro per
maand of >» € 300.000 (vanaf 75 m°))
1.2 De initiatiefnemer borgt de kwaliteit van dit project door goede afstemming met de
gemeente over ontwerp en inpassing in de omgeving
Eris regelmatig overleg over het project. Afspraken worden mede vastgelegd in een
anterieure overeenkomst. Stedenbouwkundig kan het Fibonacci gebouw een
interessante toevoeging zijn voor de stad. Het gebouw kent een goede mix van
verschillende soorten woningen. De ruimtelijke opbouw is vernieuwend en uniek voor
Amsterdam.
1.3 Duurzaamheid, klimaatbestendigheid en ecologie
VORM heeft een hoge duurzaamheidsambitie die past in het stedelijk beleid. De
ambities EPC 0,15 en GPR 8 met GPR 8,5 voor energie versterken elkaar. Er wordt
aangesloten op de ambities in de Agenda duurzaamheid, doordat er minder energie
verbruikt wordt, duurzame energie opgewekt wordt en het opgesteld vermogen
zonnepanelen vergroot wordt.
Ook wordt in de plannen rekening gehouden klimaatbestendigheid en met
‘natuurinclusief bouwen’ in het kader van het versterken van de biodiversiteit.
1.4 Afstemming met de buurt
De omwonenden worden regelmatig op de hoogte gebracht van de voortgang van het
project. 1 februari jl. is een tweede bewonersbijeenkomst geweest. Het verslag is
bijgevoegd. De Bewonersgroep Panama-Cruguius wordt actief benaderd. Een
klankbordgroep wordt opgericht waarin ook omwonenden zitting hebben.
1.5 Initiatiefnemer werkt het initiatief vit tot een ontwerp bestemmingsplan
Om de ontwikkeling mogelijk te maken is een herziening van het bestemmingsplan
nodig. Aangezien er sprake is van een particulier initiatief, werkt de initiatiefnemer het
initiatief vit tot een ontwerp bestemmingsplan.
1.6 Initiatiefnemer draagt alle kosten om dit initiatief tot realisatie te kunnen brengen
Eris sprake van een particulier initiatief op particuliere gronden. Alle kosten om het
initiatief tot realisatie te brengen, zoals onderzoekskosten en procedurekosten zijn
voor initiatiefnemer.
1.7 Afsluiten anterieure overeenkomst
De gemeenteraad stelt voor gronden waar woningbouw op is voorzien een
exploitatieplan vast of zorgt ervoor dat het verhaal van kosten voor grondexploitatie
op een andere wijze verzekerd is. Tot de te verhalen kosten worden onder andere
gerekend de kosten voor het opstellen en begeleiden van gemeentelijke ruimtelijke
plannen en tegemoetkoming van planschade. Voordat met de planologische
procedure gestart wordt, wordt met initiatiefnemer en de eigenaar van de kavel een
anterieure overeenkomst gesloten, waarin onder andere afspraken worden vastgelegd
over kostenverhaal, waaronder proceskosten, planschade, inrichting, beheer en
onderhoud van de openbare ruimte en de openbaar toegankelijke ruimte,
(betaalbaarheid van) het woonprogramma, herinrichting van (het kruispunt in) de
Panamalaan, de duurzaamheidsambities, planning, en communicatie en het betrekken
van de omgeving.
Het initiatief wordt gerealiseerd op particuliere grond (tot onherroepelijk vastgesteld
Pagina 4 van 7
bestemmingsplan in eigendom van NS Vastgoed, na onherroepelijk vastgesteld
bestemmingsplan in eigendom van initiatiefnemer). Een deel van het plangebied wordt
bebouwd of gebruikt voor de ontsluiting van het woongebouw. Voor de overige
gronden moeten afspraken vastgelegd worden over het gebruik, de gewenste
inrichting en het beheer ervan.
De duurzaamheidsambities gaan verder dan wat wettelijk is geregeld. Om de
afspraken hierover te borgen worden ze vastgelegd.
(Het kruispunt in) de Panamalaan moet worden aangepast om een goede en veilige
ontsluiting te kunnen garanderen. Initiatiefnemer zal dit moeten verzorgen. Om dit te
borgen worden de afspraken hierover vastgelegd.
Initiatiefnemer is verantwoordelijk voor de communicatie en het betrekken van de
omgeving. Ook dit moet in een overeenkomst worden vastgelegd.
Met initiatiefnemer is afgesproken dat het verhaal van kosten via een anterieure
overeenkomst geregeld wordt. Er wordt pas gestart met de
bestemmingsplanprocedure, wanneer een anterieure overeenkomst is gesloten waarin
bovenstaande is geregeld.
1.8 De grenzen tussen openbare ruimte en openbaar toegankelijk terrein worden vastgelegd
Het plangebied is particulier eigendom, maar zal deels openbaar toegankelijk worden.
Welke gronden openbaar worden en openbaar blijven (en al dan niet aan de gemeente
overgedragen worden) moet worden vastgelegd.
2.1 Het initiatief past niet binnen het huidige bestemmingsplan
Het bestemmingsplan Cruquius staat een dergelijke bebouwing niet toe. De
initiatiefnemers willen via een planologisch-juridische procedure vooral woonfuncties
mogelijk maken. Hiervoor moet het vigerende bestemmingsplan worden herzien.
Het initiatiefdocument Fibonacci is tevens startnotitie voor het opstellen van dit
bestemmingsplan. Het initiatiefdocument zal na besluitvorming door het AB ter
kennisname worden gestuurd naar de Wethouder Ruimtelijke ordening van de
gemeente Amsterdam. Het bestemmingsplan zal de wettelijke procedure doorlopen,
waarbij in het stadsdeel de reguliere weg wordt gevolgd (procedure 3 van het
Procesvoorstel bestemmingsplannen Stadsdeel Oost vastgesteld op 24 november
2015). Het verzoek tot stedelijke besluitvorming voor vrijgave van het
ontwerpbestemmingsplan zal ter besluitvorming worden voorgelegd aan het
Algemeen Bestuur.
Kanttekeningen
Voor dit initiatief is de anterieure overeenkomst nog in voorbereiding. Deze dient
ondertekend te zijn, voordat het ontwerp bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd.
Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraad over dit project. De besluitvorming vindt
plaats door de gemeenteraad.
Het is belangrijk dat de partijen betrokken bij het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
(PHS) en bij de ontwikkeling van Fibonacci overeenstemming hebben over de plannen.
Risico's / Neveneffecten
De afspraak die VORM heeft met NS Vastgoed BV is dat alleen als het bestemmingsplan
onherroepelijk wordt, de koop doorgaat.
Pagina 5 van 7
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau Juridisch Bureau stelt anterieure overeenkomst op
Financiën Financiën akkoord
Communicatie Communicatie is geïnformeerd
Overige Beheer OR, Gebiedsteam, Economie, V&OR, R&D en Wonen zijn betrokken. Hun reacties
zijn verwerkt in het Iníitiatiefdocument (door VORM) en de voordracht.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? Nee
Indien ja, dekking aanwezig?
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting Nvt.
Voorlichting en communicatie
De initiatiefnemer wordt per brief geïnformeerd.
Na besluitvorming over het initiatiefdocument, dat tevens dient als startnotitie zal het
besluit aan de wethouder Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam worden
gestuurd. Vervolgens zal conform artikel 1.3.1 Bro het voornemen bekend worden gemaakt
dat een bestemmingsplan wordt voorbereid.
Omwonenden worden door de initiatiefnemer geïnformeerd over het besluit.
Uitkomsten inspraak
N.v.t.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
Verslag van bewonersavond van 1 februari jl. is bijgevoegd. Uit contacten met een aantal
omwonenden komt naar voren dat zij bezwaar hebben tegen de hoogte van het gebouw,
vanwege schaduwwerking, belemmering uitzicht, zorgen over geluidhinder, verkeer en
inpassing in de omgeving.
Pagina 6 van 7
Geheimhouding
n.v.t.
Stukken
Meegestuurd Initiatiefdocument met bijlages:
1. Plangrenzen
2. Bestaande sitvatie kadastraal
3. Situatie bestaand
4. Situatie nieuw
5. Verslag overleg bewonersgroep d.d. 14 december 2016
6. Verslag inloopavond d.d. 1 februari 2017
7. Ruimtelijke onderbouwing d.d. 5 februari 2016
8. Studie omgevingshinder d.d. 2 december 2016
Ter inzage gelegd N.v.t.
Parafen
Manager Portefeuillehouder
Marije Bierlaagh Thijs Reuten
Besluit dagelijks bestuur
Conform.
Pagina 7 van 7
| Besluit | 7 | train |
VN2023-017651 N% Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S E D
Wer Farticipate % Amsterdam Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Opvang (MO/BW, Ongedocumenteerden en Vluchtelingen)
Agendapunt 14
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Verzoek COA inzake verlenging opvanglocatie Westerhoofd (MS Galaxy)
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van:
1. Het verzoek van het COA aan de gemeente Amsterdam tot verlenging van de opvanglocatie
Westerhoofd met één jaar, tot 4 oktober 2024 en het starten van gesprekken over een
mogelijke vervolgverlenging van nogmaals één jaar, tot 4 oktober 2025.
2. De uitkomsten van de evaluatie op basis van de humanitaire toets van de COA-
opvanglocatie Westerhoofd uitgevoerd in augustus 2023.
3. De raadsinformatiebrief inzake de uitkomst van de evaluatie en overwegingen van het
college in de besluitvorming over het verzoek van COA tot verlenging van de opvanglocatie
Westerhoofd tot 4 oktober 2024.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet:
Lid 1: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
raadverantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.
Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft
Lid 4: Zij geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in
artikel 160, eerste lid, onderd, e‚ fen g, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening
ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen
besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van
het college te brengen.
Bestuurlijke achtergrond
31 mei 2022: College geïnformeerd over het verzoek van het rijk/COA voor tijdelijke noodopvang op
een cruiseschip in de gemeente Amsterdam, de mogelijke ligplek en randvoorwaarden. Het college
heeft toen ingestemd om samen met het COA en Havenbedrijf Amsterdam de vraag verder te
verkennen en wethouder Groot Wassink te machtigen deze gesprekken te voeren en de uitkomsten
ter besluitvorming aan het college voor te leggen (GO/NO GO besluit). Parallel hebben gesprekken
met het Rijk plaatsgevonden over de returnvraag van de gemeente Amsterdam met betrekking tot
de bredere inzet van de gemeente Amsterdam op het asieldossier.
30 augustus 2022: collegebesluit realiseren van een tijdelijke noodvoorziening ten behoeve
van opvang van 1.000 asielzoekers en statushouders met de mogelijkheid om in de toekomst te
besluiten met maximaal 5oo plekken op te hogen en de afspraken die daarover zijn gemaakt met het
Rijk.
Januari 2023: verzoek van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan de gemeente
Amsterdam om de noodopvangvoorziening met zes maanden te verlengen en om het aantal
opvangplekken van 1.000 naar maximaal 1.500 plekken op te hogen.
Gegenereerd: vl.30 1
VN2023-017651 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie,
Werk, Participatie __$€ Amsterdam - E D
en Inkomen % Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
6 februari 2023: College heeft kennisgenomen van de evaluatie van de tijdelijke noodvoorziening
Westerhoofd d.d. 2 februari 2023 die op basis van het daarvoor vastgestelde toetsingskader is
uitgevoerd, die laat zien dat aan het grootste deel van de toetsingscriteria is voldaan of dat er
acceptabele alternatieven bedacht zijn.
8 februari 2023: College heeft de evaluatie van de opvanglocatie Westerhoofd en het voornemen
om tegemoet te komen aan het verzoek van de staatssecretaris in de raadscommissie SED
besproken. Er is zowel voor de verlenging als de ophoging van de opvangcapaciteit van 1000 naar
1500 opvangplekken, steun vanuit de commissie uitgesproken.
14 februari: College heeft ingestemd met de verlenging van de overeenkomst voor de
opvanglocatie Westerhoofd tot 4 oktober 2023 en met het ophogen van de capaciteit van de
noodopvangvoorziening met maximaal 5oo opvangplekken in twee tranches tot het afgesproken
maximum van 1.500 personen.
19 juni 2023: Verzoek van het COA om de opvanglocatie Westerhoofd te verlengen voor de periode
van één jaar, tot 4 oktober 2024 en in gesprek te gaan over de mogelijkheid daarna nogmaals te
verlengen voor de periode van één jaar
Reden bespreking
o.v.v. de leden Van der Veen (GL), Peters (JA21) en Broersen (Volt).
De GroenLinks fractie wil de raadsinformatiebrief Verzoek COA inzake verlenging opvanglocatie
Westerhoofd’ agenderen voor de commissievergadering van 13 september. Graag bespreken we met
de commissie het verzoek van het COA om de opvanglocatie aan de kade Westerhoofd op het schip
de MS Galaxy te verlengen.
De fractie van JA21 wil graag TKN 4 ‘verzoek COA inzake verlenging opvanglocatie Westerhoofd
(MS Galaxy) bespreken gedurende de commissievergadering van 13 september 2023. JA21 heeft
namelijk zorgen m.b.t. de draagkracht van asielopvang in Amsterdam.
De fractie van Volt wil graag het gesprek aangaan over de opvanglocatie Westerhoofd(MS Galaxy)
en over hoe we de situatie eventueel kunnen verbeteren.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.30 2
VN2023-017651 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, EF D
Werk, Participatie 9 Amsterdam -
Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
en Inkomen %
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Nee
Welke stukken treft v aan?
230713 Raadsinformatiebrief verzoek COA inzake verlenging opvanglocatie
AD2023-060540
Westerhoofd.pdf (pdf)
AD2023-058457 Commissie SED Voordracht (pdf)
Notitie evaluatie o.b.v. humanitaire toets COA-locatie Westerhoofd.pdf
AD2023-061959
(pdf)
AD2023-061960 Toetsingskader humanitaire toets.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
WPI, Programma Migratie, Asiel en Ongedocumenteerden, Miranda Zwiers,
m.zwiers@&amsterdam.nl, 06-3860 9439 WPI, programma Migratie, Asiel en Ongedocumenteerden,
Alexine van Olst, a.olst@®amsterdam.nl, 06-3927 9298
Gegenereerd: vl.30 3
| Voordracht | 3 | train |
Bezoekersaantallen Amsterdam 2018-2021*
Toerisme in tijd van COVID-19 pandemie 2020-2021
De COVID-19 pandemie heeft de toeristische trends in 2020 wereldwijd abrupt veranderd. De
strenge reis- en contactbeperkingen leggen toeristische activiteiten stil. In Amsterdam is dit terug
te zien in het afgenomen aantal hotelgasten en dagbezoekers en het wegvallen van de cruisevaart.
Naarmate het aantal besmettingen daalt en de maatregelen worden versoepeld, komt toerisme
weer op gang. Het risiconiveau, de hierop afgestemde overheidsmaatregelen en het
veiligheidssentiment zijn bepalend voor de bezoekersaantallen in 2021.
Nieuwe raming bezoekersaantallen 2021
De eerste bezoekersprognose die OIS in opdracht van Economische Zaken heeft gemaakt was
voor de periode 2018-2030. Omdat de situatie in het begin van 2020 wereldwijd en in Amsterdam
is veranderd door COVID-19 heeft deze prognose aan actualiteit ingeboet. OIS heeft in 2020 een
nieuwe raming gemaakt tot eind 2020. De werkelijke bezoekersaantallen in 2020 zijn inmiddels
beschikbaar. In deze publicatie presenteren we de OIS raming voor 2021. De situatie in 2021 is in
drie scenario’s geschetst, rekening houdend met de lockdown, de mate van de toekomstige
versoepelingen, uitrol van de vaccinaties en veiligheidssentiment. De ontwikkelingen in 2020 en
2021 worden vergeleken met het niveau van vóór de coronacrisis (2019).
Toelichting cijfers Amsterdam 2019-2021
Vóór de coronacrisis telde Amsterdam bijna 22 miljoen unieke toeristische bezoekers per jaar
(2019). In 2020 is het toeristisch bezoek aan Amsterdam met 61% gedaald. Het totaal aantal
verblijfsbezoekers is sterker gedaald (-68%) dan het totaal aantal dagbezoekers (-55%).
Het aantal buitenlandse bezoekers is sterker gedaald (-66%), dan het aantal Nederlandse
bezoekers (-4,8%). Naar verwachting herstelt het dagbezoek en het verblijfsbezoek vit Nederland
en sommige buurlanden het snelst, maar in 2021 zullen de aantallen bezoekers nog onder het
niveau van 2019 liggen. De figuren laten het verwachte herstelpad van verschillende
bezoekersmarkten in 2021 zien. Het totaal aantal bezoekers zal in 2021 45-53% lager liggen dan in
2019, in het scenario laag houden we ook rekening met een daling van 68%.
Aantal verblijfs- en dagbezoekers aan Amsterdam in 2018-2019 en bezoekersprognose 2020
verblijfsbezoekers dagbezoekers
2019: 10,3 min 2019: 11,3 min
ze 7,6 min
52min \ inn 6,5 min
veert 11 4,3mln eres
voeerst: 3,2min 2020 : 5,8 min 3,7 min
2020: 3,3 min
2018 2019 2020 2021 2018 2019 2020 2021
—_—2019 Scenario Laag Scenario Midden mm Scenario Hoog mmm prognose 2030 Scenario Laag Scenario Midden me Scenario Hoog
binnenlandse verblijfsbezoekers buitenlandse verblijfsbezoekers
2019: 1,8 min 2019: 8,5 min
n 1,2 min
on een
2020: 1,0 min aten ee Smi
angtigseeeer"" 2,4 min
2020: 2,3 min
2018 2019 2020 2021 2018 20 2020 2071
scenario Laag Scenario Midden mmScenario Hoog mmm2019 nd LEE Schnario Midden Ssang 2013
Aantal verblijfs- en dagbezoekers Amsterdam, definitieve cijfers 2018-2019, voorlopige cijfers 2020 en
bezoekersprognose 2021
TE EN
Kie Ce) Scenario Scenario | 2019- Laag | Midden be
i AE e Ar Pik 2019-| 2019-
48 anak did 2021| _ 2021} _ 2021
totaal dag- en verblijfsbezoekers 20.859.000 21.652.000 8.386.000 6.974.000 10.070.000 11.804.000 -61 -68 -53 -45
totaal verblijfsbezoekers, waaronder 9.687.000 10.355.000 3.300.000 3.243.000 4.264.000 5.196.000 -68 -69 -59 -50
inhotels 8.577.000 9.209.000 3.031.000 2.869.000 3.784.000 4.627.000 -67 -69 -59 -50
overnachtingen van verblijfsbezoekers 20.475.000 21.832.000 6.904.000 6.943.000 9.070.000 10.992.000 -68 -68 -58 -50
inhotels 16.673.000 18.375.000 5.930.000 5.649.000 7.414.000 9.032.000 -68 -69 -60 -51
unieke dagbezoekers 11.172.000 11.297.000 5.086.000 3.732.000 5.806.000 6.608.000 -55 -67 49 42
Bron: berekening OIS (data van CBS/NBTC/VisitorData in opdracht amsterdam&partners{/Oxford University)
Toelichting Scenario's Amsterdam 2021
De bezoekersprognose voor Amsterdam houdt rekening met de verwachtingen van UNWTO voor
het mondiale toerisme en is ook deels gebaseerd op de landelijke prognose van NBTC voor 2021.
De ontwikkelingen in 2020 laten echter zien dat het stedelijke toerisme zich anders ontwikkelt dan
het landelijke toerisme. De beste voorspellende factor voor de bezoekerseconomie in Amsterdam
is de mate van de contactbeperkende maatregelen. Oxford University heeft een methode
ontwikkeld om de overheidsmaatregelen in verschillende landen te indexeren op dagniveau. OIS
gebruikt deze index om verschillende scenario’s tot het einde van 2021 te modelleren. Op basis
hiervan worden de toeristische voorspellingen per herkomstmarkt gemaakt.
Oxford Stringency Index februari 2020-februari 2021 en verwachte scenario’s OIS tot eind 2021
Stringency Index lockdown winter
2020-2021
90,00 nn
80,00 mmm sc@nario_laag
70,00
60,00 scenario_midden
50,00
40,00 mmm SC@NarI0_hoOog
30,00 \ ,
versoepeling
20,00 maatregelen
10,00 zomer2020
0,00
nn ooo ooo ooo dad dad dad d dad dd ad
OON OON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON
ooo ooo oo ooo ooo ooo ooo ooo oo
ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON
N a NN 0 dt OA 0 A Ò HN ENEN ND DO a
TaAAde dede TTA dede de TT
DON ON MM MM Mn MN ND MM AO ad MN MD 0 MM MNM MD MD A OD
ON en on en en on
Scenario Laag: Dit scenario houdt rekening met een vergelijkbaar verloop van COVID-19 als in
2020, hetzelfde risico niveau en seizoenspatronen: restricties in het voorjaar maken langzaam
plaats voor een 1,5 m samenleving in de zomer waarna restricties weer worden opgeschroefd door
de nieuwe coronagolven in de herfst. Vakantiegangers blijven voornamelijk in eigen land, vliegen
blijft beperkt. Het herstel van de binnenlandse zakenmarkt is beperkt.
Scenario Midden: Dit scenario is meer optimistisch dan scenario Laag omdat de vaccinatie de
verwachte resultaten oplevert en de spreiding van het virus minder snel gaat. De
bezoekerseconomie krijgt meer kansen in de zomer en het begin van het najaar voor herstel
(bijvoorbeeld door experimenten met vaccinatiepaspoort bij evenementen). Vanaf oktober kan
een hoger risico niveau in verband met de seizoensgolven van COVID-19 verwacht worden.
Vliegverkeer komt iets meer op gang dan in de zomer van 2020. Zakenmarkt herstelt in beperkte
mate.
Scenario Hoog: Het voorjaar verloopt volgens scenario Laag en Midden, maar de versoepelingen
die in de zomer worden ingevoerd, blijven tot het eind van het jaar. De vaccinatie zorgt voor het
behoud van een lager risiconiveau. Vliegverkeer komt op gang en ook de zakenmarkt begint te
herstellen.
Verwachtingen Amsterdam per maand
De meest nauwkeurige voorspellingen kunnen worden gemaakt voor het aantal gasten en
overnachtingen in hotels op basis van de beschikbare databronnen en de samenhang met de
Stringecy Index. De maandcijfers voor de overige bezoekers zijn een grove schatting (zie bijlage).
Het aantal gasten en overnachtingen in de prognose van OIS volgt de ontwikkelingen van de
Stringency Index in 2021. De huidige prognose is gemaakt eind februari 2021. In mei 2021 wordt
deze prognose geactualiseerd.
Hotelovernachtingen Amsterdam
2.000.000 1,8 min
1.800.000
1.600.000
1.400.000 SOÂT
1.200.000 zer ee ==
1.000.000 Ee rie
800.000 ” erven
600.000 x 0,8 ml
400.000 rr
200.000 paneer En
ot
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
mmm mm 2020 2021 Laag 2021 Midden «sees 2021 Hoog
Bron: berekening OIS (data van CBS/VisitorData in opdracht amsterdam&partners/Oxford University)
Verwachtingen Nationaal en internationaal
Voor heel Nederland verwacht NBTC dat het aantal toeristische verblijfsbezoekers in 2021 35%-
52% lager zal liggen dan in 2019. Het buitenlandse toerisme daalt met 55%-78% sterker dan het
binnenlandse toerisme (-19%-32%). Toerisme uit Duitsland en andere buurlanden die van
Nederland liggen op autoreisafstand zal net als in 2020 minder sterk dalen dan intercontinentale
toerisme.
The World Tourism Organization verwacht dat het internationale toerisme wereldwijd rond 2023
of 2024 zal herstellen op het niveau van 2019. Het binnenlandse toerisme trekt naar verwachting
eerder aan.
Trends in 2021 volgens TripAdvisor en European Travel Commission
1. Toename buitenlandse reizen kan worden verwacht vanaf de tweede helft van 2021.
Binnenlandse vakanties blijven in heel 2021 populair (TripAdvisor)
2. Hetherstel van het toerisme hangt in grote mate af van het tempo van de vaccinatie.
Vaccinatieprogramma's hebben invloed op het consumentenvertrouwen én op de keuze
van de vakantiebestemming (LripAdvisor)
3. Wereldwijd zegt meer dan driekwart (77%) van de reizigers dat ze eerder internationaal
zullen reizen als ze het vaccin krijgen, voor binnenlandse reizen is dit 86% (European
Travel Commission)
Bijlage
1. Aantal verblijfs- en dagbezoekers Amsterdam, definitieve cijfers 2018-2019, voorlopige cijfers 2020
en bezoekersprognose 2021
EEE
Laag Midden Hoog 2019-2021} 2019-2021} 2019-2021
totaal
totaal dag- en verblijfsbezoekers 20.859.000 21.652.000 8.386.000 6.974.000 10.070.000 11.804.000 -61 -68 -53 -45
totaal verblijfsbezoekers, waaronder 9.687.000 10.355.000 3.300.000 3.243.000 4.264.000 5.196.000 -68 -69 -59 -50
inhotels 8.577.000 9.209.000 3.031.000 2869000 3.784.000 4.627.000 -67 -69 -59 -50
overnachtingen van verblijfsbezoekers 20.475.000 21.832.000 6.904.000 6.943.000 9.070.000 10.992.000 -68 -68 -58 -50
inhotels 16.673.000 18.375.000 5.930.000 5649000 7.414.000 9.032.000 -68 -69 -60 -51
unieke dagbezoekers 11.172.000 11.297.000 5.086.000 3.732.000 5.806.000 6.608.000 -55 -49 -42 -54
Nederlands
totaal dag- en verblijfsbezoekers 6.001.000 6.000.000 3.133.000 2.858.000 4.233.000 4.357.000 -48 -52 -29 -27
totaal verblijfsbezoekers, waaronder 1.854.000 1.818.000 987.000 840.000 1.026.000 1.150.000 -46 -54 -44 -37
inhotels 1.654.000 1.637.000 911.000 743.000 911.000 1.024.000 -44 -55 -44 -37
overnachtingen van verblijfsbezoekers 3.518.000 3.519.000 1.853.000 1.646.000 2.001.000 2.230.000 -47 -53 -43 -37
inhotels 2828000 2886000 1.581.000 1.301.000 1.591.000 1.785.000 -45 -55 -45 -38
unieke dagbezoekers 4.147.000 4.182.000 2.147.000 2.019.000 3.207.000 3.207.000 -49 -52 -23 -23
buitenlands
totaal dag- en verblijfsbezoekers 14.858.000 15.652.000 5.252.000 4.116.000 5.837.000 7.447.000 -66 -74 -63 -52
totaal verblijfsbezoekers, waaronder 7.833.000 8.537.000 2.313.000 2.403.000 3.238.000 4.046.000 -73 -72 -62 -53
inhotels 6.923.000 7.572.000 2.120.000 2126000 2874000 3.603.000 -72 -72 -62 -52
overnachtingen van verblijfsbezoekers 16.957.000 18.313.000 5.051.000 5.296.000 7.069.000 8.762.000 -72 -71 -61 -52
inhotels 13846000 15489000 4349000 4349000 5823000 7.247.000 -72 -72 -62 -53
unieke dagbezoekers 7.025.000 7.115.000 2.939.000 1.713.000 2.599.000 3.400.000 -68 -55 -44 -37
2. Aantal verblijfs- en dagbezoekers Amsterdam, schatting per maand volgens 3 prognosescenario’s
2021
Ere eL
Laag) Midden Hoog Laag Midden Hoog Laag Midden Hoog)
jan 145.000 159.000 153.000 67.000 67.000 67.000 78.000 92.000 86.000
feb 223.000 245.000 236.000 104.000 104.000 104.000 119.000 141.000 132.000
mrt 311.000 341.000 328.000 144.000 144.000 144.000 166.000 197.000 184.000
apr 587.000 623.000 623.000 273.000 273.000 273.000 314.000 350.000 350.000
mei 740.000 835.000 1.525.000 344.000 344.000 671.000 396.000 491.000 854.000
jun 630.000 1.265.000 1.265.000 293.000 557.000 557.000 337.000 708.000 708.000
jul 1.204.000 1.318.000 1.268.000 560.000 558.000 558.000 644.000 760.000 710.000
aug 1.456.000 1.538.000 1.538.000 677.000 677.000 677.000 779.000 861.000 861.000
sep 559.000 1.239.000 1.281.000 260.000 522.000 564.000 299.000 717.000 717.000
okt 675.000 1.488.000 1.508.000 314.000 644.000 664.000 361.000 844.000 844.000
nov 254.000 617.000 1.083.000 118.000 203.000 478.000 136.000 414.000 605.000
dec 190.000 401.000 996.000 88.000 170.000 438.000 102.000 231.000 557.000
totaal 6.974.000 10.070.000 11.804.000 3.243.000 4.264.000 5.196.000 3.732.000 5.806.000 6.608.000
3. Aantal hotelgasten per maand Amsterdam, volgens 3 prognosescenario's 2021
NES eee
Laag Midden Hoog Laag Midden Hoog Laag Midden Hoog
jan 645.000 616.000 60.000 60.000 60.000 43.000 43.000 43.000 17.000 17.000 17.000
feb 674.000 638.000 92.000 92.000 92.000 31.000 31.000 31.000 61.000 61.000 61.000
mrt 785.000 277.000 128.000 128.000 128.000 36.000 36.000 36.000 92.000 92.000 92.000
apr 823.000 13.000 242.000 242.000 242.000 60.000 60.000 60.000 182.000 182.000 182.000
mei 820.000 51.000 305.000 305.000 598.000 83.000 83.000 126.000 222.000 222.000 472.000
jun 807.000 130.000 259.000 494.000 494.000 73.000 107.000 107.000 186.000 387.000 387.000
jul 843.000 346.000 495.000 495.000 495.000 92.000 92.000 92.000 403.000 403.000 403.000
aug 808.000 404.000 601.000 601.000 621.000 113.000 113.000 113.000 488.000 488.000 509.000
sep 770.000 220.000 228.000 463.000 488.000 61.000 96.000 96.000 167.000 367.000 391.000
okt 803.000 119.000 278.000 571.000 593.000 80.000 124.000 124.000 197.000 447.000 469.000
nov 730.000 110.000 103.000 180.000 427.000 39.000 67.000 101.000 64.000 114.000 325.000
dec 700.000 108.000 78.000 153.000 390.000 33.000 60.000 95.000 46.000 93.000 295.000
totaal 9.209.000 3.031.000 2.869.000 3.784.000 4.627.000 743.000 911.000 1.024.000 2.126.000 2.874.000 3.603.000
4. Aantal hotelovernachtingen per maand Amsterdam, volgens 3 prognosescenario’s 2021
NES Eer eee
Laag Midden Hoog Laag Midden) Hoog Laag Midden Hoog
jan 1.259.000 1.220.000 104.000 104.000 104.000 71.000 71.000 71.000 33.000 33.000 33.000
feb 1.286.000 1.275.000 172.000 172.000 172.000 52.000 52.000 52.000 120.000 120.000 120.000
mrt 1.544.000 553.000 245.000 245.000 245.000 59.000 59.000 59.000 185.000 185.000 185.000
apr 1.666.000 30.000 481.000 481.000 481.000 111.000 111.000 111.000 371.000 371.000 371.000
mei 1.637.000 89.000 588.000 588.000 1.162.000 145.000 145.000 221.000 443.000 443.000 941.000
jun 1.581.000 233.000 496.000 950.000 950.000 128.000 190.000 190.000 367.000 760.000 760.000
jul 1.733.000 687.000 997.000 997.000 997.000 166.000 166.000 166.000 831.000 831.000 831.000
aug 1.767.000 829.000 1.256.000 1.256.000 1.297.000 203.000 203.000 203.000 1.053.000 1.053.000 1.093.000
sep 1.521.000 424.000 442.000 904.000 950.000 107.000 168.000 168.000 335.000 736.000 782.000
okt 1.597.000 220.000 530.000 1.099.000 1.140.000 138.000 212.000 212.000 392.000 887.000 928.000
nov 1.409.000 182.000 192.000 333.000 797.000 67.000 114.000 173.000 125.000 219.000 624.000
dec 1.376.000 188.000 147.000 285.000 739.000 55.000 101.000 160.000 92.000 184.000 579.000
totaal 18.375.000 5.930.000 4.349.000 5.823.000 7.247.000 1.301.000 1.591.000 1.785.000 4.349.000 5.823.000 7.247.000
| Onderzoeksrapport | 6 | train |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.