text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 266
Publicatiedatum 10 april 2015
Ingekomen onder Q
Ingekomen op 1 april 2015
Behandeld op 1 april 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Flentge, mevrouw Moorman, mevrouw Shahsavari-
Jansen en de heer Blom inzake de Amsterdamse MBO-agenda 2015-2018
[afspraken over kwalitatieve verbeteringen op scholen voor het middelbaar
beroepsonderwijs (MBO)].
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Amsterdamse MBO-agenda 2015-2018
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 225);
Overwegende dat leraren en studenten ondersteund kunnen worden om onderwijs en
begeleiding van hoog niveau aan te bieden,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— bij de start van de MBO-agenda met de scholen af te spreken dat elke school er
naar streeft betere cijfers te hebben dan het landelijke gemiddelde van
vergelijkbare scholen of in ieder geval verbeteringen kan laten zien met betrekking
tot:
e het percentage leerlingen dat binnen twee jaar een baan heeft gevonden;
e het percentage leerlingen tussen de 18 en de 23 dat zonder startkwalificatie
zijn school verlaat [voortijdige schoolverlaters (VSV'ers)y;
e het percentage lesuren dat uitvalt;
e het cijfer dat leerlingen geven over hun gevoel van veiligheid op school;
— deze afspraken te maken op basis van het principe 'pas toe of leg uit, zodat
scholen worden gestimuleerd kwalitatieve verbeteringen na te streven (en niet
door strenger selecteren aan de poort);
— de raad te informeren over de tussentijdse resultaten bij de MBO-Monitor.
De leden van de gemeenteraad,
EA. Flentge
M. Moorman
M.D. Shahsavari-Jansen
S.R.H. Blom
1
| Motie | 1 | discard |
x% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 826
Ingekomen op 1juli 2020
Behandeld op 2 juli 2020
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Martens, Ceder, Kreuger en Boomsma inzake direct starten met
een marketingcampagne voor binnenlands toerisme.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Actualiteit Maatregelen Vrijetijdseconomie.
Overwegende dat:
- De Amsterdamse vrijetijdseconomie hard geraakt wordt door de gevolgen van het
coronavirus en de daarbij behorende maatregelen;
- Wanneer er geen verandering komt vele Amsterdamse horecabedrijven en
culturele instellingen nog voor het einde van dit jaar om zullen vallen;
-__Erin Amsterdam totaal 70.000 banen gemoeid zijn met de vrijetijdseconomie;
- De Amsterdamse gemeenteraad de plicht heeft om alles op alles te zetten om
deze bedrijven te helpen;
- Veel Nederlanders vanwege het coronavirus geen vakantieplannen hebben en in
eigen land zullen blijven;
-__ Rotterdam een campagne voert om binnenlandse toeristen aan te trekken;
-__ Binnenlands toerisme voor Amsterdam de nodige bezoekers en dus omzet zal
generen die tegelijkertijd beheersbaar is wanneer dit om gezondheidsredenen
nodig is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De opdracht te geven om per direct een campagne te starten die zich richt op het
aantrekken van toeristen uit binnenland gedurende de rest van het jaar.
De leden van de gemeenteraad
C. Martens
D.G.M. Ceder
K.M. Kreuger
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
ee persoonlijk |
BE
CN |
mevrouw des. F. Halsema |
Burgemeester |
Stadhuis
Amstel 1 |
1011 PN Amsterdam |
|
onderwerp _ bescherming grondwettelijke vrijheden |
bijlage 1 2018-11-14, 3500 handtekening, petitie aanbieden, cc. email bericht
bijlage II 2018-11-08, Waarom? cc. brief aan GEE, hoofdredacteur Nieuw
Israëlitisch Weekblad |
Cc. _ de heer W. Rutten, Gemeentesecretaris, ter distributies van de brief met bijlagen aan
de gemeenteraad fracties
: CE ê 8 Den Haag, 18 november 2018 - |
Geachte mevrouw Halsema, en Ph be fe EE en | pO ef
_-Bij-vòorbaat bied ik.u mijn verontschuldiging aan over het feit ‘dat ik alweer uw aaridacht ee
vraag over het vraagstuk Israël. Zoals in het 'onderwerp' hierboven weergegeven, betreft het.
de bescherming van onze:grondwettelijke vrijheden, mijns inziens een belangrijk onderwerp.
de aanleiding . EB en El en Salle pd 1 ze
-___Om-onbegrijpelijke, maar welkome redenen ontving ik het bijgesloten émail bericht [bijlage tn U
IJ. het betreft de petitie Stop de haat en leugens tegen Israël op de Dam. Blijkens het bericht in
zijn ruim 3500 handtekeningen verzameld, een nogal mager resultaat. Op.15 november jl.
sloot de aanmelding en zou de petitie op 15 november aangeboden zijn. "Change.org''
___assisteerde slechts aan de technische kant van de organisatie van de petitie. or A be & |
de achtergrond. _ ES ‘ 7 |
Geruime tijd staat de activist MEP regelmatig op de Dam. Hij draagt een kritische |
boodschap over de misdrijven van het Israëlische regime tegen de Palestijnse burgers uit. De |
politie was, naar ik begreep, van oordeel dat SEB het recht op vrije meningsuiting heeft en
als enige participant aan de manifestaties geen toestemming voor zijn: optreden bij de
gemeente behoeft aan te vragen.
Vrijwel steeds is zelf en zijn voorlichtingsmateriaal onderwerp van verbale en
lichamelijke agressie waar de politie regelmatig bij betrokken raakt. Als ík goed ben
geïnformeerd, werd zijn belangrijkste agressor veroordeeld tot het zich onthouden van |
agressie togen MR en zijn eigendommen. Daarnaast ervaart Bone genlijke agressie |
van personen die verklaren jood te zijn.
De agressie neemt dusdanige vormen aan dat medestanders van regelmatig te hulp
moeten schieten om te proberen hem en zijn bezittingen te beschermen. |
eten rk Du Wp ete 7 : |
à NT 7 “Wart Ls *
rijten se Er Ent ia
het systeem
De agressie tegen GER, en die spreekt uit de onderhavige petitie vormen onderdeel
van een systematische campagne, ook van de Nederlandse tak van de wereldwijde Israël
lobby - door mij kortheidshalve aangeduid als ‘het CIDI en de CIDI-achtigen'.
Op allen die zich in het openbaar kritisch over het Israëlische regime uitlaten wordt min of
meer hetzelfde programma losgelaten. Het omvat tenminste vier vaste bestanddelen: het |
onterecht en onredelijk oprekken van het begrip antisemitisme, karaktermoord, het frustreren |
van grondwettelijke gegarandeerde vrijheden, het stimuleren van de kwalijke praktijken van
de Israëlische semioverheid NGO Monitor in Nederland,
In een recente brief aan GENERE: [bijlage 1 heb ik deze ergerlijke praktijken |
aan de orde gesteld. Op de bladzijden 4, 5 en 6 ga ik nader op deze vier soorten misdragingen
en trek daaruit op blz. 6 mijn conclusies.
de petitie, de conclusie |
En wat is de rol van het recht in het beschermen of beperken van een geweldloze |
transnationale protestbeweging die met haar doelen handhaving van het internationaal recht |
nastreeft? |
5 Dr. Mr. T.J. Michiel Bot, Het recht om te boycotten. Over de pogingen om boycots van Israël te beperken
door nriddel van het recht, Nederlands Juristenblad, 2018-05-01, afl. 4
Ik hoop, en ga er voetstoots van uit, dat de Amsterdamse Gemeenteraad en B&W zich - met
“mij en vele anderen - zorgen maken over deze praktijken en daar paal en perk aan stellen. Op …
grond van de vrijheid van meningsuiting behoort, de bedoelde petitie wellicht *) in be
_— _» behandeling te worden genomen. Ik kan mij evenwel niet voorstellen dat - ongeacht de En
7 inhoud - hét misbruik vaû de"grondwettelijke vrijheid, van meningsuiting met als doel om kee
eer diezelfde vrijheid‘voor anderen té frustreren, ook maar één seconde wordt’getolereerd. eme |
Met veel belangstelling zal ik de wederwaardigheden van de petitie in Amsterdam volgen. en |
Dank voor úw aandätht.-” hendel Ln | /
eN EN neg | ___… Met vriendelijke groeten, k |
. et ; |
|
*) zonder uitzondering wordt in de Grondwet elke formulering van vrijheden gevolgd door een. beperkende
voorwaarde: behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De overtreding van deze
verantwoordelijkheid door de indieners van de petitie schendt overduidelijk niet alleen de wet, maat vooral de
Grondwet zelf. Op grond van die feiten kan overwogen worden de petitie als niet ontvankelijk. voor behandeling
te verklaren. :
De casu ver schat op zich al ruim voldoende grondwettelijke handvatten.
fi |
2
Geen,
Hoofdredacteur |
het Nieuw Israëlitisch Weekblad
Eerste Jan Steenstraat 2hg |
1072 NP Amsterdam
onderwerp Waarom?
Den Haag, 8 november 2018
Geachte GENERE
Al enige tijd heb ik het voornemen om u te schrijven. Maar daar is het tot nu toe niet van |
gekomen. De doorslag werd gegeven door het artikel De tentakels van BDS van mmm
Ln het NIV van 22 oktober 2018. at PS
Waarom? _— | | Eey ve be ‘ RE
1 Ik, ben erg nieuwsgierig: naar de reden dat u en uw weekblad bijdragen aan hèt verwachte … … =|
ineenstorten van-de staät' Israël. Hoewel ik hoop op een antwoord, is mijn verwachting niet Ein |
» hoog gefpannen.. EEn on EES
Mijn achtergrond : Ee OE ge
»s… Geboren in-Rotterdam in 1938, heb ik nog enige hetinneringen aan, vooral het einde van de ES et.
' _ Tweede" Wereldoorlog: “de angst dat onze vader zou zijn opgëpakt en afgevoerd naar de
Arbeitseinsaiz in Duitsland, de honger en de kou“ tijdens de winter 1944/45, de Ë
__voedseldroppings en de intocht van de Canadezen, 4 eet
Na de oorlog nam-ik deel aan de-discussies over de vraag hoe het zo ver heeft kunnen komen. … Zl
“Sinds die tijd heb ik begrepen dat veel joden hechten aan Israël als veilige uitwijkplaats. |
“ Vanwege 36 ambtelijke arbeidzame járen in het buitenland heb ik een diep respect verworven ' |
voor het internationaal recht. Op grond daarvan erken ik het bestaan en het bestaansrecht van
de staat Israël. Echter, zoals het Internationaal Gerechtshof [IGH] op 9 juli 2004 kristalhelder |
bepaalde, dient Israël zich onder andere vreedzaam, zonder voorwaarden en-zonder landruil |
terug te trekken uit de bezette gebieden. Pas daarna worden de finale status onderhandelingen |
gevoerd,
De Grondwet
De Grondwet, art. 91 t/en 94, bepaalt dat het internationaal recht in rechtskracht boven het
Nederlandse recht gaat. Waar alle parlementariërs en alle bewindspersonen de eed van trouw |
op de Grondwet hebben afgelegd, zijn zij daaraan. gebonden. Waar de Advisory Opinion |
[AO] van het IGH gebaseerd is op bestaand, dwingend recht, geldt deze uitspraak van de |
hoogste rechter ter wereld eveneens als maatstaf voor onze politieke klasse, Ì Waar de |
„parlementariërs en de bewindspersonen ten aanzien. van het Israëlische bewind het
ER WS.
|
internationaal recht negeren en aldus hun ambtseed schenden, hebben de verantwoordelijke
politici het enige instrument voor vrede tussen Israël en Palestina genegeerd, zulks met
dramatische gevolgen voor de Palestijnen, de bedoeïenen, de Israëliërs, voor de MO-regio en
ook voor ons, Europeanen.
Liefde maakt blind
En absolute liefde maakt stekeblind. |
OE hoorde tot de zionistische stroming die de opbouw van Israël zag als een. |
samenwerking tussen joden en Palestijnen. Deze stroming legde het af tegen de politiek |
zionisten onder de leiding van GEN, Het vitgengspunt was en is nog steeds:
Groot-Israël is voor en van de joden. Het verdrijven van Palestijnen en het vernietigen. van |
hun dorpen voor en na het uitroepen van de staat Israël zou nu gekwalificeerd worden als
genocide, volkerenmoord. Groot-Israël wordt koste wat het kost doorgezet, zelfs als dat ten
koste van de staat Israël zelf kan gaan.
OP voorspelde correct de rampen die Israël en zijn omgeving zouden treffen, Zij vertrok |
uit het gebied om nooit terug te keren. |
In Nederland kennen we een verstandige joodse stroming, vooral belichaamd im Een Ander |
Joods Geluid [EAJG] en het Steuncomité Israëlische Vredes- en Mensenrechtenorganisaties |
[Stvmo]. Het overgrote deel van de - uiterst kleine - Nederlandse joodse gemeenschap leunt |
___echter sterk aan tegen het: politiek zionisme. Tal van organisaties dragen dit gedachtegoed uit.
D Gemakshalve noem ik deze het CIDI en de CIDI-achtigen. Het NIW.eïi zijn hoöfdredaöteut |
Ei reken ik volmondig tot de-politiek-zionistische_strorning. Belangrijke bindende kenmerken si He ||
= zijn: he en ee
Mton het negeren of zelfs ontkennen van deugdelijk verifieerbare feiten;
et} het negeren van het Nederlandse rechtsstelsel, “inclusief de plaats van het
“internationaal recht daarin; — * bel Se ne AR b
vO Cee wäarde hechten aän de door het Israëlische regime” ontwikkelde, - en n
internationaal hiet erkende, versie van het internationaal recht; ” og, #5
km ‘het ageren met antidemocratische middelen. « - E
Hoewel niet joôds, kan GM © | gerekend worden tot de politiek zionisten. Sen |
“Uit de weinige wederzijdse contacten heb ik de indruk aan een aardige, wellevende man, vol SN On
goede bedoelingen, overgehouden. Het bovengenoemde artikel is technisch goed geschreven. |
Hij roept evenwel een compleet ander universum - Fantasia land - op dan waar ik vertrouwd. |
mee ben. Het is een lang betoog dat veel facetten belicht. Veel van zijn observaties slaan de |
plank evenwel volledig mis. Enige voorbeelden:
- onder het kopje ‘boycot roemt GENE het Iron Dome afweersysteem. Dit is, |
samen: met vele andere door de Israel Defense Forces en de Israëlische |
inlichtingendiensten ontwikkelde militaire en semimilitaire hard- en software, |
ontegenzeggelijk van. uitstekende kwaliteit. De auteur laat na er op te wijzen dat deze |
kwaliteit werd bereikt en nu gehandhaafd door het voortdurend testen op de |
Palestijnse bevolking, met tienduizenden doden en honderdduizenden gewonden tot
gevolg. De Palestijnse bevolking moet dus als proefkonijnen beschikbaar blijven. Ook
daarom is het Israëlische regime tegen vrede met- de Palestijnen;
heee onder het beladen kopje 'Bloedsprookje' beticht GMN PEN en Kairos-Sabeel: Die.
peri ”_OiDe- BDS-delegitimatiecampagne| speelt soms in op klassieke antisemitische same |
5 “thema's, inclusief varianten op het 'bloedsprookje' en de valse beschuldiging van dn |
…_godsmoord. Voordat de schrijver de overdaad aan beladen. termen gebruikt, komt het
mij als gewenst voor dat hij regelmatig betrouwbaar gebleken bronnen raadpleegt.
Meer specifiek wijs ik hem op: Remember these children and countless others - a
project of American Educational Trust, Americans for Middle East Understanding,
Committee Against House Demolitions, The Parents Circle - Bereaved Families
Forum, 2007. Zeer gedetailleerd wordt een overzicht gegeven van alle Israëlische en
Palestijnse kinderen [en de omstandigheden], gedurende 15 jaar vermoord door ij
officiële instanties en kolonisten. De verhouding Israëlische en Palestijnse |
slachtoffertjes is 1 op 7. Gemiddeld werd in die 15 jaren elke drie dagen een Palestijns |
kind vermoord. En dat bestrijkt een relatief rustige periode. De recente wekelijkse
incidenten bij de grens van Gaza en Israël voegen aanzienlijke aantallen kinderen toe |
aan de slachtoffers van Israëlisch militair geweld. Het gemiddeld aantal dagen dat |
kinderen het slachtoffer worden, zal nu wel veel hoger zijn dan één kind elke drie
dagen;
- ik citeer CN ON /ce/l zich in zijn Íruistocht met talloze dubieuze
personages en rechtspersonen ingelaten. Hij sloot zich aan bij Stop de Bezetting van |
OK ‘cop foar website antisemitische artikelen plaatste, [:]. Als
voormalig bestuurslid van Stop de Bezetting en langjarig vriend van mg.
MP beschik ik over eerstehands informatie ME naakt in dit korte citaat niet
minder dan vier blunders: :
: a. veel van wat GE publiceerde kwam in onderlinge samenspraak |
, met mij tot stand. Ik daag de auteur uit aan te tonen dat ooit sprake was van. ep
_ “antisemitisme [vanzelfsprekend met weglaten van het onzinnige, oriterium ‘kritiek op:
«elke. te ° nn A he rk 1 _
“1E + b. waar hij dat'niet kan c.q. wil aantonen, is de kwalificatie ‘dubieuze personage! voor … … |
m5 He Eis =n ders dan vuige laster; Ker PA en br ri eN La 7
& CG kan zich dus evenmin hebben ingelaten met 'de dubieuze personage MK eg |
Se =d. bovendien berust de-stelling 'Hij sloot Zich aan:bij Stop de Bezetting, op.èen _ ne
«+ + vomjuiste weergave van de feiten QE heeft zich nooit bij Stop de Bezelling ee |
aangesloten. 4 a Ende và
= REEDE Ct ODE, 2 hij een citaat 'dat Israël een misdadige staat Ln |
in, zou zijn’ inde mond legt van MM, n werkelijkheid heeft NN, aldus ee |
iis OE, deze passage zelf geschreven. Dit is een ernstige beschuldiging, |
waarvan de juistheid gecontroleerd moet kunnen. worden, Mane acht het Ì
kennelijk niet nodig een aanwijzing te verstrekken waar het bewijs te vinden zou zijn. _
Hangend een betere onderbouwing, moet de onvermijdelijke conclusie zijn dat
OD, als beschuidist |
De algemene indruk die het bedoelde artikel achterlaat is: eenzijdig, insinuerend, vaak |
feitelijk onjuist, veelal ongefundeerd, onvolledig, onbewezen en ten onrechte niet gebaseerd |
op de Nederlandse Grondwet en het internationaal recht.
Ik zal mij verder onthouden van het rechtzetten van OEE cle beweringen. |
Hierboven en hieronder treft u namelijk mijn visie ter zake aan.
Ik heb mij afgevraagd welke etiketten ik. zou moeten kiezen voor het kwalificeren van het
wangedrag van het CIDI en de CIDI-achtigen. Dat lijkt mij echter verspilde moeite. Sommige
van de in praktijk gebrachte acties hebben één verrassend, kennelijk niet her- en niet |
… pol onderkend kenmerk gemeen: zij delepitimeren het politiek zionisme in het algemeen en de … nj ze 1
"e u „doelstellingen en het beleid van het Israëlische regime in het bijzonder. enke En
3
|
Ik heb ter onderbouwing vier aspecten geselecteerd: antisemitisme, karaktermoord, de
grondwettelijk gegarandeerde vrijheden en de NGO Monitor.
1. Antisemitisme
Ondanks de tragische aanleiding, kan antisemitisme als misdaad wegens smaad en laster
gezien worden als een van de verworvenheden van na de Tweede Wereldoorlog. Het is een
belangrijk wapen tegen degenen die ‘tegen joden zijn omdat het joden zijn. Gelukkig toont
het CIDI steeds weer aan, dat antisemitisme in Nederland slechts sporadisch voorkomt. De
Nederlandse samenleving, en zeker ook de joodse gemeenschap in ons midden, zou er
verstandig aan doen om dit morele en juridische instrument te koesteren en te beschermen.
Echter, niets is minder waar. |
Politiek zionisten, niet in de laatste plaats het Israëlisch regime, doen hun uiterste best om |
kritiek op Israël moreel, politiek en juridisch gelijk te stellen aan antisemitisme. Ik permitteer |
mij om dit streven als nogal lachwekkend en contraproductief af te wijzen. Mmmm: |
artikel is een van de vele voorbeelden. Deze groteske inflatie van waar antisemitisme voor |
moet staan, maakt het begrip, tot schade van de joodse gemeenschap, nutteloos. |
2. _Karaktermoord
Karaktermoord * werd vanuit politiek zionistische zijde in ieder geval ingezet opn |
ke nn
…—_… Een opmerkelijk en uitgebreid staaltje karaktermoord is het artikel ín het NIW van MS " |
OO over de BDS-beweging. Meer specifiek beslaat zijn overzicht vrijwel het gehele Hs
“spectrum van vooral Nederlandse op Israël kritische organisaties en personen: GEE
‚Ik hoop dat ikk niemand heb overgeslagen. Onder het voorbehoud dat ik iets of iemand over |
het hoofd heb gezien, ontbreekt in deze 'erelijst', zulks zeer tot mijn teleurstelling en
if ongenoegen, mijn naaf; mogelijk als miskende voorstander van het voortbestaan van Israël at
en: dus-voor sancties tegen het uitzonderlijk misdadige Israëlische regime. Nas
Mijn medeleven gaat uit naar GGN Zoveel BDS-ers tegelijk bestrijden moet
wel als een zware last op zijn schouders wegen. E
3. _Grondwettelijke vrijheden |
In dit verband zijn vooral de vrijheid van meningsuiting en van vereniging en vergadering
relevant. Ik ben een. hartstochtelijk verdediger van de Grondwet, en dus ook van deze
vrijheden. Dat geldt, hoewel ik het met die boodschappen hartgrondig oneens ben, onverkort |
voor zowel u persoonlijk, voor ME, «soor het NIW en ook voor het CIDI
en de andere CIDI-achtigen.
Ik kan u desgewenst, compleet met de onderbouwingen, tenminste zes voorbeelden geven
waarbij pogingen in het werk worden gesteld om die vrijheden van Palestijnen in Nederland
en van Nederlandse pro-Palestijnse en/of antizionistische organisaties te frustreren.
| Ik denk aan de kwatijke rol van ME |
es _ tevergeefs probeerdesediidijeonkomst van!3,000 in -Europa'-wonende Palestijnsdemannen, Polen
ee vrouwen en kinderen têlderkinderen. Eén'ander, uiteindelijk ‘ook mislukt gevalibetrof de In vet |
Er A jaarlijkse bijeenkomst vanceen-in Berlijn gevestigde internationale Palestijnse organisatie, dit |
4
|
keer in Rijswijk (ZH). Verschillende bijeenkomsten in Amsterdam warten eveneens doelwit.
In onze hoofdstad, symbool bij uitstek van het vrije woord, werden pogingen gedaan om
bijeenkomsten met GEE, ‘© belernmeren. Voorts
werden andere bijeenkomsten, georganiseerd door ME, lastiggevallen en werd een
discussie van studenten over het Israëlisch/Palestijns conflict in de Vrije Universiteit van
Amsterdam op het allerlaatste moment verboden. |
Gen bracht in 2005 zijn indrukwekkend standaardwerk, Een bijzondere
relatie, Het conflict Israël-Palestina nader bekeken, 1897-1993, uit. Kort voor de lancering |
werd zijn Uitgeverij Aspekt - die ook publicaties voor het CIDI verzorgde - door dit Centrum |
en door denn benaderd. Zij maakten bezwaar tegen het uitgeven van het boek.
De website van The Rights Forum klaagt op goede gronden regelmatig het democratisch,
juridisch, politiek en maatschappelijk wangedrag van de pro-lsraël lobby aan. Naar aanleiding
van het recente bezoek van mensentechtenverdedigers uit Israël en Palestina, onder wie de
onder het kopje Wenn EEE «vroegere Israëlische ambassadeur in
Zuid-Afrika, bevat de website op 5 november 2018 een verslag van de ervarmgen met de
Nederlandse Israël lobby: :
quote |
de, probeert mensenrechtenverdedigers mendaaas te maken |
: A : : À | î |
Erzijn grofwerk drie methodes wàar de Israëlische regering en de door « |
_… haar aängestùurde eri-gefinancierde lobbyorganisaties gebruik van maken … êá
… ofn het werk. van mensenrechtenactivisten te dwarsbomen. Zò worden …
kritische organisäties in een kwaad daglicht gesteld. door middel ván —— …
5 _fastercampagnès. …… Instellingen … die _ ondêrdak” “bieden. aän
____mensenrechtenorganisaties, bijvoorbeeld. voor spreekbeurten-‘of debat, …. dn A
“worden aangevallenen &r wordt gelobbyd voor het beëindigen-van de
subsidiefing van ‘orgänisaties die ‘kritisch zijn bp het Israëlische 7
____bezettingsbeleid. « kn 4 ee SD rde e |
___… Het was ironisch mäar ook bedroevend dat de Nederlandse Israël lobby de
…eer afgelopen-weken zich: van dezelfde tactieken bediende..Zo probeerde het ee
…_… CIDI de twee Palestijnse leden van de delegatie in diskrediet te brengen |
door hen te belasteren als activisten “met banden met de terroristische
PFLP en iemand van een organisatie die terreur tegen Israëlische burgers
goedpraat”.
Dat was propagandistisch nepnieuws en gelukkig trapten de Kamerleden
van CDA, VVD, D66, Groenlinks en SP, die de delegatieleden ontmoetten,
er niet in, Ook aan een oproep van SGP Kamerleden om de
Israëlisch/Palestijnse delegatie te boycotten werd geen gehoor gegeven. |
Aan de Universiteit van Leiden, waar vorige week een ontmoeting tussen |
studenten en de mensenrechtenverdedigers was gepland, leek het de
s Israël lobby wel te lukken een debat onmogelijk te maken, De |
ó bijeenkomstaerd. namelijk, na, "externe klachten”, GEAN EeN: Ì valt ze:
aldent in? za daten if gd
EE eee se zen grt ì ee ERA Rnaer een £ ziene 8
5 5
|
|
Na ingrijpen van de rector magnificus, voor wie vrijheid van meningsuiting -
en het open debat aan de universiteit zwaar wegen, ging de bijeenkomst
gelukkig alsnog door.
unguote
Het bovenstaande is slechts een kleine selectie uit tal van soortgelijke incidenten.
4. _NGO Monitor
Politiek zionistisch Nederland - samen met de Tweede Kamerfracties van. de VVD, de SGP
en de CU - heeft ruim baan verschaft aan een delegatie van het semioverheidsorgaan, de
Israëlische NGO Monitor. man, haalde The Rights Forum door het
slijkt: Insane. Also immoral, And evil. $ Het gebrek aan beoordelingsvermogen, ook aan
Nederlandse zijde, wordt treffend onderbouwd door het recente onderzoek naar deze
organisatie. In de studie Shrinking Space, NGO Monitor: Defaming human rights
organizations that criticize the Israeli occupation. * wordt met deze 'ngo' de vloer
aangeveegd. De auteurs zijn voornamelijk Israëlische ex-diplomaten onder voorzitterschap
van Wree. :
' [
… Conclusies :
Elk van deze vier wantoestanden. schreeuwt al om afwijzend commentaar. De verleiding |
‘ daartoe heb ik weten te weerstaan. Ik volsta met de volgende drie conclusies: er”
ee Wie zich:;vernedert tot het inzetten var antidemocratische instrumenten, demonstreert. BE Os |
Rn BE te Win _zernstig gebrek aan beoordelingsvermogen.…; Ben en |
Het toont ook gan dathet CIDI en de CIDI-achtigen zich inzettèn voor doeleinden die het ae À
B din er daglicht niet kunnen verdragen. … Eg heet we
DA mk Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel, Nn At
Wellicht is het Moment aangebroken om dit - ook grondwettelijke - probleem in een ruimere
context an de orde te stellen. Gedacht kan worden aan een gezamenlijke gang naar de
Nationale Ombüidsman of de strafrechter. Je in
> Wie voor Israël is, bestrijdt het Israëlische regime RE Vr a We |
Geaclite mmm. zult zich vaar ik hoop bewust zijn dat de Israëlisch/joodse |
bevolking al zeven decennia lang door de politiek zionistische vollssmenners gehersenspoeld |
is. Wijdverbreide paranoïde is het resultaat. Algemeen. gelooft joods Israël inmiddels dat de |
hele wereld zich opmaakt voor de tweede Holocaust. Dat verschaft een vrijbrief voor
tomeloos geweld tegen de Palestijnen en de bedoeïenen, de Libanezen, de Syriërs en |
binnenkort wellicht de Iranese bevolking. Het doel, de ‘voorzorgsmaatregel’, is de Israëlische
veiligheid te waarborgen. Het tegendeel is, naar mijn overtuiging, het resultaat.
U herinnert zich zeer waarschijnlijk nog de uitspraak van mn
toenmalige president van Iran: De zionistische entiteit - zijn woorden - zal verdwijnen, zoals |
het bewind van de Shah van Perzië, het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime en-de Sovjet Unie |
zijn verdwenen. Hij claimde geen rol voor zijn land. ' :
De internationale steun voor het Israëlische regime lijkt sterker jen ooit, Maar dat is schijn. |
ET ORN „in een, sle 7 j N
Ml dae il k bigbee! S= mier |
6
Het Israëlische regime interesseert zich kennelijk alleen voor de korte termijn effecten. Het
verwelkomde, wellicht slechts samen met Rusland, GE ls president
van de VS. OSR ordt ou in Israël geadviseerd zich te distantiëren van deze
Amerikaanse president, wiens politieke leven per definitie beperkt is tot maximaal 8 jaar. En
twee jaar zijn al bijna verbruikt. |
- |
Dezer dagen werd in Brazilit Gamma tot president gekozen. Door veel Braziliaanse en |
internationale waarnemers wordt hij beschreven als een vrouwenhater, een populist en een |
regelrechte fascist, En, hoe kan het ook anders: hij is een warme vriend van het Israëlische
regime. In navolging van de VS en Guatemala wil hij, in strijd met het internationaal recht ter
zake, de Braziliaanse ambassade verplaatsen naart Jeruzalem, 8
De wekelijks gehouden recente moordpartijen van TE |
ongewapende verplegers, artsen, ambulances en veldhospitalen, journalisten en burgers op de |
grens van Israël en Palestijns Gaza, vreet verder aan de internationale reputatie van het |
regime. |
Voor het eerst in de recente Amerikaanse geschiedenis weigeren vier Republikeinse en drie |
Democratische senatoren in hun herverkiezingscampagnes steun aan Israël te betuigen. |
De oude generatie Amerikaanse joden maakt geleidelijk. plaats voor de jonge garde. Deze is
…_meer seculier, trouwt vaak seculier, is of niet geïnteresseerd in Israël of juist boos op dat E
: regime. 3 : : }
De traditionele Amerikaanse steun voor het Israëlische regime is of lijkt op termijn niet meer id |
gegarandeerd. IEN velt Vlie vaat & . 20 EN en
7 “Gezagtiebbénde Israëlische commentatoren kwalificeren hun Jand als -vagistisch en fascistisch. Er
… „Over. het racistische karakter hoeft“geen discussie meer. worden gevoerd. De Knesset” |
‚ aanvaardde op 19 juli 2018 de Basie Law Israel as the Nation State of the Jewish People. …
GP Een aanzienlijk aantal Israëlische waarnemers uit allerlei delen van de bevolking meent dat en |
_ ___ het politieke en sociale ‘klimaat in Israël nu veel. overeenkomsten vertoont'met ‘die van het f
“Duifsland van de jaren dertig van de vorige eeuw. Een Kristall Nacht kan elk moment in |
… Israël plaatsvinden. De Da EW B ie? gels
In Nazi-Duitsland werden de joden veracht en als minderwaardig beschouwd. Zij konden sie ||
probleemloos worden vermoord. Het Israëlische regime en veel joodse Israëliërs verachten de nin
Palestijnen, beschouwen hen met de grootste minachting en, nauwelijks als mensen. |
Palestijnen en bedoeïenen kunnen en worden. dan ook in grote aantallen jaar-in-jaar-uit zonder |
juridische gevolgen gevangen gezet, gemarteld en vermoord door de IDE, de politie en de |
kolonisten. ’
When 2.3 million people live in a closed-off Gaza, it's going to be a human catastrophe. […]
Those people will become even bigger animals than they are today, with the aid of an insane
fundamentalist Islam. The pressure at the border will-be awful. I's going to be aterrible war.
So, if we want to remain alive, we will have to kill and kill and kill, All day, every day. […] If
we don't kill, we will cease to exist. The only thing that concerns me is how to ensure that the
boys and men who are going to have to do the killing will be able to return home to their |
families and be normal human beings. |
Gene eene B ront, het weekeinde 0
7 „bijvoegsel van The Jerusalem Post, Tel Aviv, 2004-05-21, — Harn fr ef
7
Beter laat dan nooit constateerde SE: Want ook Israël is nu in de greep van bloed-en-
bodem-politiek, waarvan de Palestijnen de dupe zijn. GN 00) vo de
Holocaust van stal om zijn positie te verdedigen. Maar hij heeft veel meer gemeen met bigotte
evangelische christenen, of met rechtse volksmerners zoals GE, ar met gematigde
Amerikaanse Joden. *
OBB, noteerde al in 2005: Het is een wrange ervaring te moeten vaststellen dat het
nazisme en het zionisme familiaire trekken vertonen. Ook de geschiedenis van die Israëlieten
cs. is doordrenkt in bloed en bodem en wordt verbonden met de bodem van het beloofde
land, * |
Gelukkig zijn in Israël nog verstandige mensen aanwezig die de hersenspoeling hebben weten |
te weerstaan. Zij voegen. zich, waarschijnlijk onbewust, bij de opvatting van Gn
EE. Ook zij verwachten dat de staat Israël zal imploderen, niet als gevolg van |
externe factoren, maar door interne spanningen. Genoemd worden zowel de onderlinge |
tegenstellingen tussen de diverse joods/Israëlische bevolkingsgroepen als de illegale bezetting
van alle gebieden van de staat Palestina, È
Het Israëlische regime, gesterkt door zowel een solide meerderheid van de joods/Israëlische |
bevolking als van GM, heeft de vervolmaking van Bretz- of Groot Israël in |
de hoogste versnelling gebracht. Daarmee wordt de afschuw voor het regime in de EU en _ |
5 zelfs in de VS navenant aangewakkerd. GED steun aan GWB ken zich later tegen
hem keren; * ek a 5
- De recente moord op Gamma ken voor Israël repercussies opleveren. Hetineident - … … |
Ee, veroorzadkte wereldwijd. aanzienlijke consternatie. Hier was waarschijnlijk sprake van ar UR
Ze miúsléiding, “wellicht martelen en standrechitelijke executie. Vandaag verschenen nog. © nn
… _…. ombevestigde berichten dat hiet Israëlische ‘beveiligingsbedrijf NSO Group instrumenteel was si De
… = bijhet volgen van GMP door de Saudi autoriteiten, die hem. vervolgens naar het … er |
‚____… “eoïsulaat-gêneraal‘in Istanbul konden’ lokken. Bs er ì an vd OMR |
_ ‘Opmerkelijk is“ dat het Israëlische regime jaarlijks in-de: meest letterlijke zin _ … |
E honderdduizenden malen dezelfde en vele andere’ misdaden begaat zonder dat de politieke :
Pea klasse in de VS en de EU daar tot nu toe tegen in verweer is gekomen. je ze Erde
De EU en andere partijen: nemen het Israëlische regime kwalijk dat het druk op de VS heeft … |
uitgeoefend om uit de nucleaire overeenkomst met Iran te stappen. B Ook wordt de |
oorlogsretoriek: van OM (ezen Tran niet bepaald gewaardeerd.
Er doen zich nog andere, in de optiek. van het Israëlische regime zorgwekkende, scenario's |
voor: |
- Rm verloor een Republikeinse meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en |
verstevigde zijn positie in de Senaat. Per saldo is daarmee zijn machtspositie |
werzwakt. Hoewel de resultaten nog vers zijn en alle gevolgen nog niet geheel zijn |
neergedaald, lijkt het besluit Iran aan te vallen - ook met het oog opde |
presidentsverkiezingen ín 2020 - problematischer. Weliswaar is de Senaat cruciaal in
de besluitvorming over een eventuele oorlog met Iran. Ooit was het gebruik dat pas
tot oorlogvoeren wordt besloten wanneer een ruime meerderheid van beide
partijen in de Senaat daar voorstander van zijn. De scherpe tegenstellingen tussen de
Be … „Republikeinse Partij en de Democratische lijken de bron voor een ander scenario: Ene ES
BEE Hs de: Senaat kiest voor oorlog met ran, hiet Huis vat Äfbevaardigden-weigert daarvoor "ii
ot de financiële middelen aan het ministerie van Defensie ter beschikking te stellen; |
8
- het GN ocident beperkt de mogelijkheid van Saudi Arabië om de continue
expott van energiedragers te garanderen nadat Israël en de VS de toevoer van uit Iran
zullen hebben afgeknepen;
Het ligt in het voornemen van GN, on de Iranese export van olie en gas
tot nul te reduceren. Iran kan evenwel grote schade veroorzaken aan de Saudi olie-,
gas- en waterinfrastructuur aan de Golf en ook de Straat van Hormuz afsluiten.
Dan gaan bij ons de prijzen omhoog en ontstaat wellicht energieschaarste. Wij zullen
dat alles Israël evenmin in dank afnemen.
Nogmaals: waarom?
Als de voortekenen ons niet bedriegen, dan wordt de missie van het NIW binnen afzienbare
tijd nog zinlozer dan deze nu al is.
Veel indicatoren in de westerse wereld en in Israël wijzen op grote lange en korte termijn 5 |
risico's, Deze bedreigen niet alleen het regime, maar - en dus veel erger - ook het voortbestaan
van de staat Israël. Wie graag zouden zien dat de staat Israël verdwijnt, zouden deze risico's |
willen bevorderen. |
U hecht om u moverende redenen kennelijk aan het woortbestaan van Israël. Als die |
veronderstelling juist is, vraag ik mij af waarom u en uw medestanders een handje meehelpen |
om het regime te ondersteunen en - paradoxaal genoeg - de staat Israël te ondermijnen. |
Ik zou mij, integendeel, kunnen voorstellen dat u het internationaal récht, eù vooral de et |
u Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof, zou omarmen als enige reddingslijnen p
voor Israël en, bij uitsluiting van allerlei verzinsels, als enig uitzicht op yrede tussen de
„soevereine staat Israël en de soevereirië staat Palestina. …” ES ne eN Sy
—___… Bekvriende zijde houdt mij voor dat het NIW decènnia geleden een- centrum voor debat En me |
_ _„ discussie over vrede tussen Israël en Palestina was, De teloorgang van het weekblad tot een _ RP |
EN politiek zionústisch. instrument wordt nog steeds als een pijnlijk gemis ervaren, Ik spreek. de © zac |
“v> hoop uit dat het NIW onder üw leiding ‚de hoognodige functie van open en uitdagend , |
______debatforum herstelt. ek de Ka ie y height $ Ee 1e Ee ná,
: : . € ï |
__Ik ben zeer nieuwsgierig naar uw reactie. ' dn 5 |
RS en Met vriendelijke groeten, … … |
mek el)
WE:
ps-L. hoewel ik het betwijfel, zou u belangstelling kunnen hebben voor mijn recente analyse
van het internationale en nationale politieke landschap ter zake, Het bovenstaande is |
merendeels aan deze studie ontleend. Desgewenst zend ik het u graag toe. |
ps-2, mag ik u uitnodigen voor het nuttigen van enige gezamenlijke consumpties, waar en
wanneer het u zou schikken? ©. ba ne Ie
i e= 4 ’ ERIS Ce Apes : : nn, deet vu À fe
9 0 |
| Raadsadres | 11 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 990
Publicatiedatum 5 augustus 2016
Ingekomen op 14 juli 2016
Ingekomen onder BR
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Groen en Van Lammeren inzake de business case begane grond
stadhuis (voedsel uit Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de business case begane grond stadhuis (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 852).
Constaterende dat:
— het college kiest voor een invulling van de Stopera onder de noemer ‘Gemaakt in
Amsterdam’;
— in de voedselvisie van de gemeente als doelstelling staat opgenomen dat
Amsterdam stad wil zijn met een duurzame en gezonde voedingsomgeving die is
gebaseerd op onder andere een voedseleconomie met een hogere regionale
productie, verwerking en afzet waarbij stadslandbouw als integraal onderdeel van
de stedelijke ruimte wordt beschouwd en de relatie tussen de stad en boeren en
tuinders in de regio wordt versterkt;
— erin de voorstellen voor de invulling van de Stopera verschillende initiatieven op
en rondom voedsel zijn.
Overwegende dat:
— voedsel uit stadslandbouw, dan wel lokaal op ambachtelijke wijze geproduceerd,
bij uitstek onder het label ‘Gemaakt in Amsterdam’ past; Gezonde voeding en het
aanbod daarvan daarnaast een belangrijke bijdrage leveren aan gemeentelijke
doelstellingen op het gebied van gezondheid, obesitas en duurzaamheid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij de selectie van de initiatieven op en rond voedsel die een plaats krijgen in
de nieuwe Stopera, de doelstellingen van de voedselvisie op het gebied van:
— duurzaamheid,
— streekproducten en stadslandbouw, en
— gezondheid en obesitas,
te betrekken en/of als criterium te gebruiken.
1
De leden van de gemeenteraad
RJ. Groen
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de commissie Werk, Inkomen en Onderwijs
Datum 6 juli 2021
Behandeld door Directie Inkomen, [email protected]
Onderwerp Voortgang Amsterdamse ondersteuning bij hersteloperatie toeslagenaffaire
Geachte commissieleden,
De toeslagenaffaire heeft veel Amsterdamse gezinnen getroffen. Het leed van deze gezinnen,
veroorzaakt door het handelen van de overheid en de consequenties daarvan op verschillende
leefdomeinen, is enorm. Het college ondersteunt Amsterdamse ouders bij de hersteloperatie
vanuit de Rijksbelastingdienst. Hieraan geven wij hoge prioriteit. Daarnaast is de gemeente
Amsterdam soms zelf ook schuldeiser, omdat veel gezinnen door de problemen met de
kinderopvangtoeslag op meer plekken in de schulden zijn geraakt.
Het college heeft u het afgelopen half jaar via drie raadsinformatiebrieven* en de bespreking van
deze brieven in de commissievergaderingen, geïnformeerd over de wijze waarop het college de
Amsterdamse ondersteuning bij de hersteloperatie van de toeslagenaffaire vormgeeft. Dat kent
twee onderdelen: hoe wij vanuit de rol als schuldeiser omgaan met openstaande vorderingen en
hoe wij de gemeentelijke ondersteuning op verschillende leefdomeinen vormgeven. In deze brief
informeren wij v over de voortgang op deze twee onderdelen.
1. Kwijtschelden? van schulden vanuit onze rol als publieke schuldeiser
In de raadsbrief van 3 februari jl. heeft het college u laten weten dat wij de openstaande schulden
bij de gemeente Amsterdam van gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire willen schrappen. De
schulden van ouders in een minnelijk schuldsaneringstraject bij de gemeente Amsterdam hebben
we na het besluit van de staatssecretaris} om deze schulden volledig over te nemen, al definitief
stop kunnen zetten. Hierover hebben wij u geïnformeerd in de brief van 12 mei jl. De schulden van
ouders die niet in een schuldsaneringstraject zitten, zijn gepauzeerd conform het moratorium dat
*“Hersteloperatie toeslagenaffaire” (ZD 2021-002422), 3 februari 2021
“Amsterdamse ondersteuning bij hersteloperatie toeslagenaffaire” (VN 2021-002422), 2 maart 2021
“Versneld stopzetten minnelijk schuldsaneringtraject van gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire”
(VN2021-013537), 12 mei 2021
2 In deze brief wordt met kwijtschelding gedoeld op het nieuwe artikel 26a Invorderingswet 1990
(onderdeel van de beoogde Verzamelwet hersteloperatie toeslagen), dat gemeenten de grondslag
geeft om belastingschulden kwijt te schelden voor gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire. Niet te
verwarren met de ‘reguliere’ kwijtschelding zoals die is geregeld in artikel 26 van de Invorderingswet
1990.
3 https:/fwww.rijksoverheid.nl{documenten{/kamerstukken/2021/04/20/uitbetaling-en-overnemen-
schulden-voor-ouders-in-de-msnp-en-wsnp
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juli 2021
Pagina 2 van6
het Rijk voor gedupeerde ouders ingesteld heeft. Gezinnen betalen niet langer af en de kosten
lopen niet op.
De afgelopen periode heeft het Rijk gewerkt aan de benodigde juridische grondslagen en kaders
zodat gemeenten en andere publieke schuldeisers de schulden van gedupeerde ouders definitief
kwijt kunnen schelden. Dit krijgt vorm in de beoogde “Verzamelwet hersteloperatie toeslagen”,
die naar verwachting op Prinsjesdag 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden wordt en vervolgens
op 1 janvari 2022 in werking kan treden. Omdat het voor het herstel van ouders essentieel is dat zij
zo snel mogelijk van hun schulden af zijn, heeft het college besloten om anticiperend op deze
nieuwe wetgeving, nu al over te gaan tot het definitief schrappen van gemeentelijke vorderingen.
Dit is conform de richtlijn van de VNG. Het college heeft op 1 juli jl. de gegevens ontvangen van
2.251 ouders en/of toeslagpartners die door de Rijksbelastingdienst als gedupeerde aangemerkt
zijn, waardoor wij voor deze gezinnen over kunnen gaan tot definitieve kwijtschelding. Het Rijk
compenseert gemeenten volledig voor de publieke schulden die worden kwijtgescholden. Dit
betekent dat zowel het kwijt te schelden bedrag als de vitvoeringskosten die hieraan verbonden
zijn, worden vergoed.
Het is goed nieuws voor gezinnen met schulden dat er nu schot komt in het kwijtschelden van
gemeentelijke en andere publieke vorderingen. Maar gedupeerden zijn pas echt geholpen als het
gehele schuldenpakket overgenomen is. Pas dan kunnen ze verder met een schone lei en het
college blijft zich hier hard voor maken. De staatssecretaris heeft in haar kamerbrief* van 25 mei jl.
aangegeven dat de Rijksoverheid ook van plan is om alle private schulden van ouders volledig over
te nemen. Het is nu zaak dat het Rijk zorgt voor een zorgvuldige vitwerking. Het college is hier de
afgelopen tijd samen met de VNG veelvuldig over in gesprek geweest met het Rijk en de
verwachting is dat de concrete uitwerking na de zomer aan de Tweede Kamer aangeboden wordt.
2. Voortgang ondersteuning bij de hersteloperatie toeslagenaffaire
Totstandkoming ondersteunende rol
Naast onze rol als publieke schuldeiser heeft de gemeente Amsterdam ook een rol als
ondersteuner van ouders in de hersteloperatie. De hersteloperatie van de
Rijksbelastingdienst/Toeslagen is gericht op het bieden van financiële compensatie. Dat gebeurt
via de Catshuisregeling, waarmee gedupeerden een forfaitair bedrag van € 30.000,- krijgen
uitgekeerd. Daarnaast kan iedere gedupeerde (aanvullende) compensatie krijgen na een volledige,
integrale beoordeling door de Rijksbelastingdienst. Gedupeerden met meer schade dan het
forfaitaire bedrag kunnen hier gebruik van maken. Maar een integrale beoordeling kan ook
wenselijk zijn voor gedupeerde ouders die meer inzicht willen in wat er gebeurd is, of ouders die
hun verhaal willen bespreken.
Het college heeft er bij het Rijk op aangedrongen om gemeenten een aanvullende rol te geven in
de hersteloperatie. Want de problemen met toeslagen hebben voor veel gezinnen geleid tot
problemen op meer gebieden, waar gemeenten een taak tot ondersteuning hebben. Schulden
4 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/o5/25/update-6e-vgr-
kinderopvangtoeslag
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juli 2021
Pagina 3 van 6
komen immers zelden alleen. Na een pilot in Amsterdam, Rotterdam en Tilburg in het voorjaar van
2020 hebben de VNG en de Rijksbelastingdienst op 28 september 2020 de afspraak gemaakt dat
gemeenten, in aanvulling op de financiële compensatie vanuit de Rijksbelastingdienst,
gedupeerde ouders ondersteuning bieden op vijf leefgebieden: schuldhulpverlening, wonen, zorg,
gezin en werk. Hierbij vergoedt het Ministerie van Financiën aan gemeenten de financiële
middelen die nodig zijn voor de ondersteuning bij alle hulpvragen die voortkomen uit de
toeslagenaffaire. Dit wordt vergoed vanuit een specifieke uitkering (SPUK).
Inrichting begeleiding
In de brief van 2 maart jl. heeft het college u geïnformeerd hoe de begeleiding van gedupeerde
ouders is ingericht. Het uitgangspunt voor de Amsterdamse ondersteuning is dat we naast de
ouder gaan staan en ondersteuning bieden bij de brede hulpvraag. Na eerste ervaringen met
zelfmelders sinds eind 2020, konden de Buurtteams vanaf 22 februari 2021 voor het eerst aan de
slag met het actief benaderen van gedupeerde Amsterdamse ouders. De begeleiding van ouders
gebeurt vanuit een samenwerking tussen de gemeente en de Buurtteams en ziet er als volgt uit:
* Het benaderen van gedupeerde ouders gebeurt door de Vroeg Eropaf Teams van de
Buurtteams;
e Wanneer ouders aangeven dat zij gemeentelijke ondersteuning willen, bieden alle Buurtteams
‘warm casemanagement’: vaste contactpersonen en casemanagers die ouders kunnen
begeleiden en ondersteunen. Op basis van de behoefte en vragen wordt hulp georganiseerd;
e De afdeling Armoedebestrijding biedt de Buurtteams een aanspreek- en escalatiepunt voor
signalen, vragen en knelpunten in het proces en zaken waar ouders tegenaan kunnen lopen,
zoals bij voorzieningen of bijzondere bijstand. Het gaat hierbij om het organiseren van
maatwerk of voorrang met de mogelijkheid om van regels af te wijken waar dat nodig is;
e Tenslotte is er een escalatieplatform via een gemeentelijk Doorbraakteam. Als sprake is van
zeer complexe en/of meervoudige problematiek dan kan het Buurtteam het Doorbraakteam
inschakelen. Het Buurtteam blijft daarbij de expertise op schuldhulpverlening bieden.
Aantallen en hulpvragen
De gemeente krijgt tweewekelijks de gegevens van Amsterdammers die zich bij de
Rijksbelastingdienst gemeld hebben als gedupeerde. Van deze Amsterdammers is dan nog niet
bekend of zij daadwerkelijk worden aangemerkt als gedupeerde. De Buurtteams nemen met
iedereen contact op. Het aantal aanmeldingen is op dit moment 4.401 (stand 1 juli 2021). Dat is
fors hoger dan vooraf verwacht vanuit de Rijksbelastingdienst, die lange tijd vitging van zo'n 1.700
Amsterdamse gedupeerden. Het hogere aantal aanmeldingen komt overeen met het landelijke
beeld. Het gegeven dat de aanmeldingen blijven oplopen betekent dat de ondersteuning bij de
hersteloperatie geen afgebakend project is met begin- en einddatum, maar een lange adem vergt.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juli 2021
Pagina 4 van 6
In onderstaande tabel is de verdeling van gedupeerden over de stadsdelen in beeld gebracht:
Stadsdeel Aantal gemeld als [Aandeel stadsdeel
gedupeerde
Nog onbekend 984 n.v.t.
De aantallen per Buurtteam verschillen aanmerkelijkS. De financiering die ieder Buurtteam
beschikbaar heeft, is gebaseerd op de aantallen ouders en wordt via een specifieke uitkering
vergoed door het Rijk. Het college houdt hierbij nauw vinger aan de pols bij de Buurtteams of er
knelpunten in capaciteit ontstaan. De Buurtteams bellen zo snel mogelijk de gedupeerde ouders,
maar ze doseren het beltempo waar dat nodig is om direct na het eerste contact de gewenste
begeleiding te kunnen bieden. Het uitgangspunt is dat binnen een week een intake-afspraak
plaats moet kunnen vinden. Vervolgens bieden zij ondersteuning aan vanuit bestaande
voorzieningen, waar dit kan en past. Amsterdam biedt een breed scala aan
ondersteuningsmogelijkheden voor kwetsbare groepen in onze stad. Waar nodig wordt maatwerk
toegepast, in overleg met de afdeling Armoedebestrijding en/of door het inschakelen van het
gemeentelijk Doorbraakteam bij complexe problematiek. Het gemeentelijk Doorbraakteam heeft
sinds de start 80 gedupeerden in begeleiding, waarvan bij 15 ouders de begeleiding inmiddels
afgerond is.
De Buurtteams hebben inmiddels contact opgenomen met 1.217 ouders (stand 15 juni 2021). Met
736 ouders is contact. Met ouders met wie een eerste contactpoging niet lukte, zijn de Buurtteams
nog bezig met tweede en derde pogingen. Het (voorlopig) bereik van de meldingen die volledig
afgehandeld zijn is 91%. lets meer dan de helft (53%) van de ouders die de Buurtteams bereiken,
hebben een directe hulpvraag of worden al ondersteund vanuit het Buurtteam. Hierbij valt op dat
5 Deze verschillen zijn in dit stadium nog niet goed te duiden, onder andere omdat deze aantallen om
zelfmelders gaan en niet om daadwerkelijk gedupeerden. Hierbij kunnen veel factoren een rol spelen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juli 2021
Pagina 5 van 6
veel ouders ondersteuning willen of vragen hebben over het proces bij de Rijksbelastingdienst. Dit
gaat om vragen over de status van de ouder bij de Rijksbelastingdienst, ouders die al lang wachten
op de toekenning van een persoonlijk zaakbehandelaar, vragen over de schuldafhandeling door de
Rijksbelastingdienst en ouders die graag hun dossier willen inzien. Daarnaast zijn
schuldhulpverlening, wonen en psychosociale gezondheid leefdomeinen waarover veel ouders
hulpvragen hebben. Ook hebben ouders vragen over zorgkosten omdat zij lange tijd niet
aanvullend verzekerd waren. Deze kosten vergoedt het college vanuit een maatwerkbudget. Ook
vragen over begeleiding naar werk of opleiding en de ondersteuning bij de opvoeding komen voor.
Extra maatregelen
Op sommige leefgebieden is meer hulp nodig gebleken in deze eerste periode van ondersteuning.
Dat geldt tot nu toe op het gebied van wonen en psychosociale gezondheid. Ook de nazorg van
medewerkers vergt extra aandacht. Het college onderzoekt op deze gebieden welke extra
maatregelen we kunnen treffen.
Sommige ouders zijn door toedoen van de toeslagenaffaire hun huis kwijtgeraakt. Ook zijn veel
ouders gescheiden. Dit heeft geleid tot dakloosheid, inwoning en het noodgedwongen accepteren
van veel te kleine of te dure woningen. Het college heeft op basis van de hardheidsclausule in de
huisvestingsverordening gezorgd voor urgentieverlening aan enkele ouders die nu in beeld zijn.
Vanwege de enorme schaarste aan sociale huurwoningen ligt er een knelpunt om op grotere
schaal urgenties te verlenen uit de voorraad voor kwetsbare groepen. Het college wil dit graag
oplossen en onderzoekt de mogelijkheden daartoe.
De verhalen van veel ouders zijn schrijnend. Ook zien we dat na jarenlang overleven, de pijn van
het onrecht (opnieuw) naar boven komt. Dit vergt psychosociale zorg die hulpverleners vanuit het
Buurtteam in sommige gevallen zelf kunnen leveren. Ook kunnen zij Slachtofferhulp Nederland
inschakelen, die met de Rijksbelastingdienst afspraken heeft gemaakt om de professionele
ondersteuning van gedupeerde ouders, waaronder ook het faciliteren van lotgenotencontact, te
verzorgen. De Buurtteams verwijzen door naar tweedelijns GGZ als dit nodig is. Hier is echter
sprake van wachtlijstproblematiek. Daarnaast speelt het feit dat niet alle problematiek die naar
boven komt bij gedupeerden van psychiatrische aard is. Om de buurtteams in hun hulpverlening te
ondersteunen overlegt de afdeling MGGZ van de GGD met hen over extra ondersteuning in
deskundigheidsbevordering en screeningsmogelijkheden voor ouders. Tegelijkertijd agendeert
het college wachtlijstproblematiek in de gesprekken binnen Amsterdam Vitaal en Gezond en
gesprekken met het Rijk.
Het onrecht waarmee ouders te maken hebben gehad en de problemen die zij daardoor gekregen
hebben, laat ook de hulpverleners zelf niet onberoerd. Daarbij is de snelheid waarmee ze ouders
duidelijkheid kunnen geven door beperkte oplossingsmogelijkheden die de Belastingdienst biedt
een belemmering. Dit zorgt voor extra handelingsverlegenheid bij professionals, waardoor het
werk ook voor hen persoonlijk erg zwaar is. Buurtteamorganisaties zorgen zelf voor extra
intervisie en begeleiding voor hun medewerkers. Daarnaast onderzoekt het college in nauwe
samenspraak met de Buurtteams wat we hierop aanvullend kunnen organiseren.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juli 2021
Pagina 6 van 6
Tot slot
De ondersteuning van gedupeerde ouders bij de hersteloperatie van de toeslagenaffaire is een
flinke opgave in Amsterdam. De aantallen zijn op dit moment meer dan verdubbeld ten opzichte
van de verwachting vooraf (1.700 Amsterdamse ouders). En ouders blijven zich melden. Het bereik
van ouders en het aandeel ouders dat hulp wil is ook groter dan vooraf verwacht. Het is goed
nieuws dat ouders onze ondersteuning willen, zeker gezien het wantrouwen naar de overheid. Het
maakt wel dat we voor een grote opgave staan die een lange adem vergt. Ook met het oog op de
regelingen die de Rijksbelastingdienst nog in voorbereiding heeft. Het gaat dan om ex-partners en
kinderen van gedupeerden en om mensen die zijn gedupeerd door de huur- en zorgtoeslag. Op 22
juni jl. heeft de staatssecretaris de Tweede Kamer hierover geïnformeerd in de brief bij de 7°
Voortgangsrapportage over de hersteloperatie®. In diezelfde brief geeft zij aan vanwege de druk
op de uitvoering de totale aanpak van de hersteloperatie deze zomer tegen het licht te zullen
houden. De VNG heeft in een reactie op de brief van de staatssecretaris aangegeven dat bij
gemeenten grote zorgen leven met betrekking tot de ondersteuning van de zwaarst gedupeerden
en dat zij daarom de noodzaak van de aangekondigde herziening van de herstelaanpak
onderschrijft. Ook in Amsterdam herkennen we deze zorgen. Het college voert daarom
doorlopend en nauw overleg met de Buurtteamorganisaties over de wijze waarop we de
ondersteuning gezamenlijk vormgeven en de aantallen ouders die zij goed kunnen bedienen.
Vanuit onze rol als schuldeiser is het college blij dat we nu daadwerkelijk over kunnen gaan tot het
schrappen van schulden. Ook is de totaaloplossing voor ouders met schulden in zicht. Dat
betekent dat ouders nu eindelijk zicht hebben op een schone lei. De concrete uitwerking van de
landelijke brede schuldenaanpak, waarin het Rijk regelt dat de schulden van ouders overgenomen
worden, heeft de staatssecretaris aangekondigd om direct na de zomer aan te bieden aan de
Tweede Kamer. Via de VNG is het college hierover doorlopend in gesprek om te zorgen voor een
vitlegbare, juridisch houdbare en goed uitvoerbare regeling waarmee we duidelijkheid kunnen
bieden voor iedereen. Het college blijft u periodiek informeren over de voortgang van de
hersteloperatie.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Ì LA
Marjolein Moorman
Wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering
Shttps://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2021211483&did=2021D2489
| Brief | 6 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 25 januari 2023
Ingekomen onder nummer 024
Status Aangenomen
Onderwerp Amendement van de leden Van Renssen en Bloemberg-lssa inzake
verduidelijking werkwijze TAC
Onderwerp
Advisering TAC
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende(n) hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Beleidskader Hoofdgroenstructuur
- In aanmerking nemende dat in de raadsvoordracht in Hoofdstuk 4 een werkwijze wordt
voorgesteld om versterking en uitbreiding van het groen te bereiken in ruil voor flexibili-
teit;
- dat de werkwijze uitgebreid is besproken maar dat ook na de behandeling in de raads-
commissie er nog onduidelijkheden zouden kunnen bestaan over deze nieuwe werkwijze
en de rol van de TAC,
- het daarom goed is het volgende te verduidelijken in de tekst van Hoofdstuk 4:
Besluit:
In Hoofdstuk 4 toe te voegen
Op pagina 72, na de zin aan het einde van de tweede alinea die eindigt met “inrichting/vormge-
ving)”:
“De gebruikelijke procedure, zoals beschreven in hoofdstuk 5, is van toepassing; indien de TAC nega-
tief adviseert over het voorstel en het college is voornemens dit TAC-advies niet te volgen, dan kan
dat alleen met instemming van de raad.”
N.A. van Renssen
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 1 | discard |
Eerste voortgangsrapportage
Regioaanpak ‘Veiligheid voor elkaar’
Programma Huiselijk geweld en kindermishandeling
regio Amsterdam-Amstelland
22 december 2021
Veiligheid
voor | B
elkaar 4 n
Ee HT n f
Inhoudsopgave
1 Inleiding … oons onnrsnnenorren eene eneesenenneneneenseneennnnnnsnenrenensenennnnenenseenvensennnnenenrennenn 3
2 Speerpunt 1. Zichtbaar, bespreekbaar en ieders verantwoordelijkheid…… … 5
3 Speerpunt 2. Verantwoord ouderschap en veilige relaties …………………unsueesssenereererne. 12
4 Speerpunt 3. Geweld stoppen en structureel oplossen … ……….unnsonsssnnenenrnnneneervnennenr 18
5 Monitoring... onrsoenoerssnnnenrnersenerrrseeneersennneesvennneerensvnnenrvenenensvernneneervnnnnenrvnenen 2h
akar “ Nn
zn NN | J
el ii Ì ) | | Á bh
1 k | Á zak
|
KE aai | qd Ear
Mm lin PA RN
Ï Tran HU ij GES WP ML 4 ANT SI
b. el Of Nn DJ eN Haes AD
ì dE IN Een re Je ts ET el M LANE
(ad SEN Fl LT AR, NN /
B EL 7 td ie 5:
ee sn f gn q Mann if
b. SLE om MADE 5
q S We | E Li ' EN NE
TTR UE OU HAP D ien S hd il}
DR en
kcal Dn AN Hat \ RL A | u e alt If
AEN 2 Den. AN i Fire
eeen
WIJ... doorbreken de cirkel van geweld, Stichting open Mind.
2
1 Inleiding
In het najaar van 2020 is de Regioaanpak Veiligheid voor elkaar 2020-2024 (hierna: de regioaanpak)
vastgesteld door de verschillende gemeenteraden uit de gemeenten van de regio Amsterdam-
Amstelland (hierna: de regio). Voor u ligt de eerste voortgangsrapportage van de regio. In deze
voortgangsrapportage blikken we terug op het eerste jaar en kijken we vooruit naar de aankomende
periode.
Waar in de vorige regioaanpak de nadruk heeft gelegen op het inrichten van Veilig Thuis en het gebruik
van de Meldcode ligt de nadruk in deze aanpak op het creëren van een veilige thuissituatie voor elke
inwoner van de regio. De aanpak richt zich dan ook op het investeren in de preventieve aanpak, door een
beroep te doen op de inwoners van Amsterdam-Amstelland en hen in staat te stellen om te handelen bij
geweld in huis. Ook richt het zich op de professionals waardoor zij in staat zijn om risicosignalen tijdig te
signaleren en adequaat op te volgen. We richten ons daarbij specifiek op professionals die te maken
hebben met jeugdigen en ouderen met een groter dan gemiddeld risico om slachtoffer (of pleger) van
huiselijk geweld te zijn en gaan hierbij gebiedsgericht te werk.
De regio Amsterdam-Amstelland heeft de ambitie gesteld dat geen enkel kind, geen enkele volwassene
meer te maken krijgt met geweld in huis.
Om deze ambitie zo goed mogelijk te realiseren zijn de werkzaamheden onderverdeeld in drie
speerpunten die de leidraad vormen van zowel de Regioaanpak als deze voortgangsrapportage.
Speerpunt a. Zichtbaar, bespreekbaar en ieders verantwoordelijkheid
Speerpunt 2. Verantwoord ouderschap en veilige relaties
Speerpunt 3. Geweld stoppen en structureel oplossen
Per punt lichten we de eerste tastbare resultaten toe en geven we aan wat onze ambities zijn voor de
aankomende periode. Zowel in de (jeugd) zorg als in het onderwijs zien we toenemende tekorten op de
arbeidsmarkt die we daarbij in ogenschouw te nemen hebben.
2020 — 2021: corona en geweld achter de voordeur
Het eerste jaar van de uitvoering van de Regioaanpak Veiligheid voor elkaar zit erop. Met langdurige
periodes van lockdownmaatregelen werden alle inwoners van Nederland op de proef gesteld. Maar voor
wie te maken heeft met bijvoorbeeld partnergeweld of emotionele verwaarlozing tijdens het
maandenlange thuisonderwijs, waren de maatregelen extra zwaar. Het was tevens een jaar waarin het
coronavirus van grote invloed was op het werk van professionals in de keten van huiselijk geweld en
kindermishandeling.
De afgelopen anderhalf jaar hebben zorg- en veiligheidspartners er veel aan gedaan om ervoor te zorgen
dat de kwetsbare groepen niet vit het oog werden verloren. Ondanks de beperkende maatregelen
hebben de meeste organisaties face-to-face contact onderhouden met hun cliënten. Toch moesten we
in de vroege winter van 2021 constateren dat het zicht dat partners met elkaar hebben op gezinnen en
huishoudens in deze tijd vermoedelijk minder goed was dan in een normaal functionerende
3
maatschappij®. De scholen waren immers opnieuw gesloten, laagdrempelige voorzieningen in de wijk
moesten dicht blijven. Tijdens beide lockdownperiodes hebben de Amsterdam-Amstellandgemeenten
en Veilig Thuis op allerlei manieren extra aandacht gegenereerd om mensen te wijzen op de
mogelijkheid om — zo laagdrempelig mogelijk —-advies te vragen of een melding te doen. Met onder meer
jongerenwerk, vrijwilligersorganisaties en zelforganisaties hebben we extra afspraken gemaakt over het
signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling. Als regio hebben we grote bewondering voor
hoe de professionals zich flexibel hebben opgesteld en zich onverminderd hebben ingezet voor de
kwetsbare huishoudens.
Rapport Onmacht
Op 28 december 2020 werd in Amsterdam Oost de 14-jarige Famke door haar vader doodgeschoten,
waarna hij ook zichzelf doodschoot. Een vreselijke gebeurtenis die iedereen schokte. In de eerste plaats
natuurlijk de nabestaanden die hun geliefde verloren en daarmee een enorm groot verdriet te verwerken
kregen.
Naar aanleiding hiervan is daarom een grondig, onafhankelijk onderzoek uitgevoerd op verzoek van
zowel het college van B&W van de gemeente Amsterdam als de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en
de Inspectie Justitie en Veiligheid. Het onderzoeksrapport ‘Onmacht' (C.E. Dettmeijer-Vermeulen,
oktober 2021) is op 14 oktober 2021 gepubliceerd.
Naar aanleiding van de onderzoeksaanbevelingen heeft de gemeente Amsterdam met de betrokken
organisaties drie kernpunten uit het rapport gedestilleerd, die noodzakelijk zijn om medewerkers beter
te equiperen en met maatwerk de kinderen en gezinnen beter teondersteunen en beschermen. Dit
vraagt om structurele wijzigingen:
1. Rusten ruimte voor de professional
2. Toewerken naar netwerksamenwerking, met bijzondere aandacht voor institutioneel
vertrouwen
3. Verbeteren van de samenwerking met de volwassenen GGZ
Op 30 november 2021? heeft het Amsterdamse college de raad geïnformeerd over de Verbeterbelofte die
de zorgpartijen Jeugdbescherming Regio Amsterdam (Jeugdbescherming), Veilig Thuis Amsterdam-
Amstelland (VT), Raad voor de Kinderbescherming Amsterdam-Amstelland (RvdK) en de Ouder- en
Kindteams Amsterdam (OKT) zichzelf op verzoek van het college en de Inspecties hebben gesteld. Ook
geeft het college aan wat zijzelf en enkele externe partijen, zoals het OM en het Rijk ondernemen n.a.v.
de aanbevelingen die de externe onderzoeker aan hen richtte. Verder heeft het college een externe
begeleidingscommissie gevraagd om kritisch mee te kijken of de gewenste bewegingen in het stelsel
ook daadwerkelijk worden gemaakt.
De opvolging van een aantal van de bijbehorende aanbevelingen zal de komende jaren ook via de
regioaanpak huiselijk geweld en kindermishandeling vitgevoerd worden. In de volgende
voortgangsrapportage gaan we hier uitgebreider op in.
* Zie ook Raadsbrief Gemeente Amsterdam ‘Stand van zaken impact lockdownmaatregelen op huiselijk
geweld en kindermishandeling!, 24 februari 2021
2 Zie ook raadsbrief Gemeente Amsterdam ‘Bestuurlijke reactie en vervolg onderzoeksrapport Onmacht,' 30
november 2021
4
2 Speerpunt 1. Zichtbaar, bespreekbaar en ieders
verantwoordelijkheid
Bij de start van de regioaanpak ‘Veiligheid voor elkaar’ was duidelijk dat we in de regio het praten over
veiligheid willen normaliseren. Hoe meer er over huiselijk geweld wordt gesproken, hoe laagdrempeliger
het wordt om er zelf over te praten en hulp te zoeken. Partners en aangesloten gemeenten uit de regio
hebben het afgelopen jaar verschillende acties ondernomen om het taboe dat op geweld achter de
voordeur rust te doorbreken en daarnaast handelingsbekwaamheid bij professionals te bevorderen.
Doelen van dit speerpunt
1. Kennis en bewustwording —ledereen kent en herkent signalen
2. Open dialoog — Eris een open dialoog over overtuigingen en normen over geweld
3. Handelingsbekwaamheid en weerbaarheid — Het gesprek over geweld aankunnen en aandurven
4. Vertrouwen geven door ontzorgen en faciliteren — De route naar advies en hulp is bekend
5. Aandacht voor specifieke groepen — Specifieke groepen met een groter risico op huiselijk geweld
of kindermishandeling worden bereikt, zoals ouderen.
Acties & Voortgang
Preventie in de buurt
Het doel van preventie in de buurt is primair om huiselijk geweld en kindermishandeling beter en eerder
bespreekbaar te maken en te voorkomen. Daarvoor werken we samen met partners in de buurt en
worden activiteiten uitgevoerd. Deze activiteiten gaan niet altijd letterlijk over huiselijk geweld en
kindermishandeling, maar dragen bij aan de weerbaarheid van de inwoners van de regio Amsterdam-
Amstelland. De preventieve aanpak is een zeer belangrijk speerpunt in de regio. Op de regionale
bijeenkomst van 7 oktober werd dit door alle partners ook nogmaals benadrukt. De preventieve aanpak
wordt in de regio per gemeente naar behoefte ingericht.
Preventie in de buurt — Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel (DUO-gemeenten)
Alle DUO-gemeenten hebben een medewerker Huiselijk geweld en kindermishandeling binnen hun
sociaal team die de weg weet naar passende ondersteuning. Daarnaast wordt in de gemeente Uithoorn
het preventiewerk verricht door Uithoorn voor elkaar. In Diemen wordt het preventiewerk verricht door
Stichting Welzijn Diemen (SWD). Zij zijn actief in het jongerenwerk, ouderenwerk, vrijwilligers,
ontmoetingsactiviteiten, preventieve huisbezoeken 75+, welzijnscoach en sociaal cultureel werk. Tijdens
de lockdownperiodes is er in Diemen lokaal nog extra gecommuniceerd via lokale kranten en social
media. In Ouder-Amstel wordt het preventiewerk verricht door lokale welzijnsorganisatie Coherente.
Coherente is actief in het jongerenwerk, ouderenwerk, vrijwilligers, en biedt een breed pakket aan
activiteiten, van sociaal cultureel werk, tot maatjes, gezonde leefstijl en ontmoetingsactiviteiten. Ook
het maatschappelijk werk van de regionale organisatie Participe is betrokken bij preventie in de buurt.
5
Preventie in de buurt — Amstelveen en Aalsmeer
In Amstelveen en Aalsmeer verzorgt Participe het preventiewerk. Waar het om (vermoedens van)
huiselijk geweld gaat weten de medewerkers advies te geven en de routes naar passende ondersteuning
te vinden. Amstelveen kent een sociale wijkaanpak om kwetsbare mensen zo vroeg mogelijk te vinden,
te bereiken en te versterken. Deze aanpak richt zich op alle kwetsbare personen en daarmee ook
(potentiele) slachtoffers van huiselijk geweld. In 2021 start in dit kader een pilot met een sociale aanpak
per wooncomplex en per buurt aan de hand van welzijnsbezoeken. Het onderwerp ouderenmishandeling
wordt hierin meegenomen.
Op meerdere momenten in 2020 en 2021, zoals tijdens de week tegen kindermishandeling 2020, is er
lokaal in Amstelveen en Aalsmeer via campagnes opgeroepen om alert te zijn en melding te maken bij
(een vermoeden van) huiselijk geweld of kindermishandeling. Hierbij is gebruik gemaakt van sociale
media maar ook van lokale media, nieuwsbladen en de gemeentelijke websites. In de coronaperiode zijn
mensen middels een landelijke campagne ‘quarantaine beschermt niet tegen huiselijk geweld’
opgeroepen om extra alert te zijn en melding te maken bij (een vermoeden) van huiselijk geweld. De
gemeenten Amstelveen en Aalsmeer hebben zich actief aangesloten bij deze gezamenlijke campagne
van het landelijk netwerk Veilig Thuis, het feministische platform De Bovengrondse en Vice Nederland
met als doel mensen in kwetsbare posities te laten weten dat er hulp is en om omstanders op te roepen
in actie te komen.
Preventie in de buurt - Amsterdam
In de gemeente Amsterdam zijn er per stadsdeel ambtenaren verantwoordelijk voor
preventieactiviteiten ter voorkoming van huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze zogenoemde
preventiemedewerkers hebben voor het jaar 2021 subsidies gehonoreerd aan partijen zoals Stichting
Praat, Stichting Kezban, Sexmatters, Kikid, Stichting Mazi, Stichting Periscoop en Trias Pedagogica. De
beschikbare capaciteit en middelen zijn groter in stadsdelen waar meer kwetsbare groepen wonen.
Afgelopen jaar organiseerde Kikid het afgelopen jaar voorlichting over zelfbeschikking en seksualiteit
door middel van theater en workshops. Stichting Mazi verzorgde workshops en trainingen om een
handelingsperspectief te bieden bij seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag. Verder droeg
Stichting Periscoop bij aan het bespreekbaar maken van huiselijk geweld en kindermishandeling door
het opzetten van vertelcabines voor kinderen op schoolpleinen en speeltuinen. Ook stichting Praat
maakte kindermishandeling bespreekbaar, bijvoorbeeld door middel van praatposters en zogenaamde
‘vuile was-manifestaties’. Trias Pedagogica organiseerde opvoeddebatten waarbij de rol van vaderschap
nadrukkelijk naar voren kwam. Een laatste voorbeeld is Stichting Kezban. Kezban is een organisatie die
zich richt op het bespreekbaar maken van huiselijk geweld, en het doorbreken van het taboe dat op dit
onderwerp rust, bij mensen met een niet-westerse achtergrond. Zij doen dit door middel van coaching
en deskundigheidsbevordering, wat het afgelopen jaar gelukkig doorgang heeft kunnen vinden ondanks
de lockdowns. Hun intervisie en dialoogbijeenkomsten zijn ook doorgegaan, maar hebben online
plaatsgevonden. Kezban is actief in de stadsdelen Noord, Oost, West en Nieuw West.
De indrukwekkende expositie ‘WIJ. doorbreken de cirkel van geweld’ was in de zomer van 2021 te zien in
het Rembrandtpark, bij de Bijlmer Arena en in de Openbare Bibliotheek van stadsdeel Noord. Stichting
Open Mind liet hiermee indringende portretten en verhalen zien van personen die de cirkel van geweld
doorbroken hebben. Sommige van deze portretten vind je terug in deze rapportage. In de expositie werd
het belang van de rol en nabijheid van familieleden, buren, vrienden, leraren of andere personen in de
omgeving van deze mensen benadrukt. Wethouder Simone Kukenheim en de stadsdeelvoorzitters Tanja
Jadnanansing van Zuidoost en Emre Ünver van Nieuw West openden de expositie. Publiciteit voor deze
6
tentoonstelling was er onder andere via een item op AT5. In dit artikel is een video opgenomen waarin
een ervaringsdeskundige van stichting HARTvrouwen haar verhaal vertelt.
In de regiogemeenten zijn de voorbereidingen gestart om in 2022 de buitenexpositie op een passende
locatie in de gemeenten te organiseren.
In het najaar van 2021 hebben we aandacht besteed aan de jaarlijks terugkerende week tegen de
Kindermishandeling, de week zonder geweld en 16 days of Violence. De preventiemedewerkers Huiselijk
geweld en kindermishandeling faciliteren partners om activiteiten in deze periode te laten plaatsvinden.
Werkwijze voor informele hulp en ondersteuning
Om de samenwerking tussen informele en formele organisaties te versterken is in de gemeente
Amsterdam het Handboek ‘Samen Sterker tegen Huiselijk Geweld en Kindermishandeling’ (hierna: het
Handboek) ontwikkeld. De gemeente Amsterdam, Blijf Groep en diverse informele partijen hebben hier
samen aan gewerkt. In het Handboek staat bijvoorbeeld hoe informele organisaties het gesprek met
formele organisaties aan kunnen gaan over samenwerking en waar organisaties aan moeten denken als
het gaat om hun (vrijwilligers-)beleid en het vergroten van expertise. De samenwerking is vormgegeven
aan de hand van casuïstiekbesprekingen onder begeleiding van de Blijf Groep. Eind 2020 hebben twee
succesvolle pilots plaatsgevonden in de stadsdelen Zuidoost en Nieuw West. Op 4 maart 2021 is de
definitieve versie van het handboek gepresenteerd in Pakhuis de Zwijger. Op dit moment wordt het
Handboek verder uitgerold over de stadsdelen. Hierbij betrekken we zowel informele als formele
partijen en staan casuïstiekbesprekingen centraal om zo dicht mogelijk bij de praktijk aan te sluiten.
2% Gemeente
% Amsterdam
ps N Samen Sterker tegen
eV esn. Huiselijk Geweld en
AEN. nt PN Kindermishandeling
ER en en |
| = jj a
En
Een Informele en Formele Hulp
s werken samen voor de Amsterdammer
eeen
Links: WIJ... doorbreken de cirkel van geweld, Stichting open Mind. Fotograaf: Mounir Raji
Rechts: Handboek ‘Samen Sterker tegen Huiselijk geweld en Kindermishandeling’ vitgebracht maart 2021
7
Routes naar advies en hulp aanreiken
Corona
Net als in het voorjaar van 2020 is tijdens de tweede lockdownperiode (februari 2021) in de regio
Amsterdam-Amstelland extra aandacht besteed aan het bereiken van (potentiële) slachtoffers van
huiselijk geweld en kindermishandeling. In de gemeente Amsterdam zijn huisartsen en Wmo-
professionals extra geïnformeerd over de route naar onder andere de buurtteams, Ouder- en Kindteams
en Veilig Thuis. Ook sprak burgemeester Halsema via een videoboodschap Amsterdammers toe om hen
een hart onder de riem te steken en te wijzen op de mogelijkheden voor hulp en advies. In meerdere
regiogemeenten, waaronder in Uithoorn, is in 2021 de campagne uit 2020 ‘Quarantaine beschermt niet
tegen geweld’ ingezet.
Graag lichten we hieronder drie organisaties vit die wat betreft voorlichting, advies en toeleiding een
belangrijke bijdrage leveren aan de doelstellingen van de regioaanpak in Amsterdam-Amstelland.
Centrum Seksueel Geweld
Het Centrum Seksueel Geweld (CSG) heeft verschillende acties ondernomen om routes richting hulp
kenbaar te maken. Het CSG heeft zich de afgelopen jaren onder meer gericht op scholieren en studenten
vanwege het hoge verkrachtingsrisico voor inwoners tussen de 12 en 24 jaar. Onder andere via
advertenties, een speciale online toolkit? en voorlichtingen* bereiken zij een groot publiek. Een ander
voorbeeld is de themaweek ‘seksueel geweld raakt ons allemaal’ die plaats vond van 21 juni t/m 25 juni
2021. In deze week werden meerdere online en fysieke activiteiten georganiseerd, met een mooie
opkomst. De week werd geopend in het Pakhuis de Zwijger door burgemeester Halsema van de
gemeente Amsterdam, een panelgesprek met ervaringsdeskundigen en professionals en intermezzo
door Damn, Honey. Verder waren er diverse webinars in New Metropolis door Fairspace, Emancipator en
de Phoenix Sisters. De rest van de week waren er onder andere filmvertoningen, lunchwandelingen en
een panelgesprek. Wethouder Kukenheim van de gemeente Amsterdam sloot de geslaagde week af.
Blijf Groep Amsterdam-Amstelland
De Blijf Groep Amsterdam heeft ook in 2020 en 2021 Lotgenotengroep ‘Je bent niet de enige?
georganiseerd voor zowel mannen als vrouwen. Daarnaast zijn er ter bevordering van weerbaarheid
verschillende workshops gegeven aan verschillende doelgroepen. Bijvoorbeeld speciaal voor vrouwen of
kinderen in het Oranjehuis, zoals trauma-yoga of een cursus ‘Sterk’ in het ambulante aanbod. Blijf Groep
Amsterdam heeft sinds 2021 een projectleider Ervaringsdeskundigheid die organisaties kan helpen bijv.
hun bijeenkomst nog relevanter te maken door samen te werken met ervaringsdeskundigen. Ook als
regiogemeenten maken we van deze mogelijkheid gebruik om onze aanpak aan te scherpen.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland
Veilig Thuis zorgt in de regio Amsterdam-Amstelland voor onder andere bijscholing van zogenaamde
sleutelpersonen. Verder dragen zij bij aan verschillende campagnes en advertenties bijvoorbeeld over
wereldvrouwendag. In mei en juni zijn online bijeenkomsten gehouden over seksueel geweld en
ouderenmishandeling. Zie ook de volgende alinea's over LHBTIQ+ en schadelijke praktijken.
3 https:/[centrumseksveelgeweld.nlftoolkit-studenten/.
4 UvA studenten initiatief https://ourbodies-ourvoice.com/ en samenwerkingen met Opido
5 Het samenwerken met ervaringsdeskundigen had ook een belangrijke plek in het initiatiefvoorstel ‘Voorkom
huiselijk geweld’ van raadslid el Ksaihi (gemeente Amsterdam) van 18 februari 2021
8
Publiciteit en dialoog
Geweld hoort nergens thuis
Als regio hebben we in september 2021 invulling gegeven aan de landelijke campagne die vanuit het
Rijksprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis! is gestart. Deze campagne is gericht op slachtoffers en
omstanders en reikt diverse hulproutes aan. In de campagne zijn foto's te zien van slachtoffers die in een
oneliner vertellen wat hulp inschakelen hen heeft opgeleverd. Deze campagne is getoetst bij
ervaringsdeskundigen. De regio heeft enkele landelijke campagnebeelden geselecteerd en toegesneden
op onze de lokale situatie met de keuze om drie subdoelgroepen specifiek aandacht te geven:
1. Huiselijk geweld binnen LHBTIO gemeenschap — 27 september 2021 Webinar Veilig Thuis
2. Ouderenmishandeling - 1 oktober 2021 Nationale Ouderendag
3. Geestelijke mishandeling - 15 — 21 november 2021 (Week tegen kindermishandeling) via
verschillende online artikelen en via een online bijeenkomst voor professionals vanuit
debatcentrum de Balie op 15 december 2021
Achteraf had 5
VOUIIE se Sr Teak
moeten We |
oe: E
dg Elan ge |
N f /
BNN /
IN n HEN 7 Seen
Regionale campagne
Om aandacht te vragen voor geweld achter de voordeur tijdens de pandemie, hebben de Amsterdam-
Amstelland gemeenten verschillende o.a. social media, green graffiti en mupi’s ingezet om hun inwoners
te bereiken. Zo heeft een social mediacampagne (Facebook, Youtube en Instamgram) in de regio in
totaal ruim 270.000 mensen bereikt en zijn 121 digitale mupi’s ingezet. In de tweede campagneflight, die
liep van 12 mei 2020 t/m 26 mei 2020, is een video verspreid via Facebook en Instagram zijn ruim
390.000 weergaven gegenereerd. Deze social media campagne is in de maanden januari en februari van
2021 nog een keer herhaald.
Publiek debat
We nemen op verschillende manieren deel aan kennisdelingsbijeenkomsten. Zo droeg onze regionaal
projectleider van het programma Geweld hoort nergens thuis bij aan een debat over geweld richting
vrouwen. Dit gesprek werd in april 2021 georganiseerd door Pakhuis de Zwijger, Femcity en At5. Hoe
gaan we geweld tegen vrouwen, van straatintimidatie tot femicide, tegen?
9
Schadelijke praktijken
Het rijk heeft voor 2021 en 2022 middelen vrij gemaakt om Schadelijke Praktijken te voorkomen,
slachtoffers eerder te helpen en om het duurzaam om te lossen®. Onder het begrip ‘Schadelijke
Praktijken’ vallen de verschillende verschijningsvormen waarbij het gaat om gendergerelateerd geweld
in afhankelijkheidsrelaties: eergerelateerd geweld, vrouwelijke genitale verminking (VGV) en
huwelijksdwang en achterlating. Schadelijke praktijken is nog een relatief onbekend fenomeen, landelijk
en ook binnen de regio Amsterdam. In september 2021 zijn er twee projectleiders gestart om, aan de
hand van een op te stellen projectplan, in samenwerking met betrokken professionals uit de
vitvoeringspraktijk, zoals Veilig Thuis, de GGD en verschillende informele (migranten) organisaties, en
de regiogemeenten uitvoering te geven aan dit project. De focus ligt op bewustwording creëren,
preventie en het bieden van handelingsperspectief ten aanzien van de verschillende
verschijningsvormen. Onze inzet is zowel gericht op burgers als professionals, waarbij we actief
raakvlakken opzoeken met reeds lopende programma's binnen de gemeente en regio.
Rondom het thema schadelijke praktijken heeft Veilig Thuis in 2021 een netwerkbijeenkomst over
vrouwelijke genitale verminking georganiseerd voor sleutelpersonen en organisaties die in contact staan
met de doelgroep. Daarnaast traint Veilig Thuis sleutelpersonen over huwelijks dwang en achterlating.
Ook organiseert Veilig Thuis in december een voorlichtingsbijeenkomst rondom bredere thematiek
Schadelijke praktijken.
De gemeente Amsterdam neemt deel aan een onderzoek van Platform Zelfbeschikking en
Verblijfsrecht? naar de gevolgen van het afhankelijk verblijfsrecht voor de emancipatie, integratie en
veiligheid van vrouwen in kaart brengt. Naast het vergaren van kennis, wordt de kennis van het
onderzoek verder verspreid om uiteindelijke knelpunten structureel op te lossen. De regio Amsterdam is
daarnaast één van de onderzochte regio's in het ZonMW onderzoek naar de praktische uitvoering van
het beleid ten aanzien van vrouwelijke genitale verminking en de behoeften en wensen van de
doelgroep?
Bn Wi ej »
rn Ee LE
ee wd
A En eng B Sn
A Le eh EEG HL Ki Ii |
[ ed teg il LE 4 i
db ia PE le AN lacs Waren Ta Áo Ee
ERLE GE UT bc tn N „ig! ah GBE An A
nF Rt KN REE MEA Ml EE
Eg ge Ee Me
eeen
WIJ... doorbreken de cirkel van geweld, Stichting open Mind. Fotograaf: Mounir Raji
6 Actieagenda Schade ijke praktijken VWS, via actieagenda-schade ijke-praktijken (a).pdf. Voorde regio Amsterdam-Amstelland is voor
2021 en 2022 een bedrag van ruim €900.000 beschikbaar.
7 Dit Platform is een gelegenheidssamenwerking tussen Marokkaanse Vrouwen Vereniging Nederland (MVVN), Nederlandse
Vrouwenraad, NisaáNisa, Steungroep Vrouwen Zonder Verblijfsvergunning (SVZV), Stichting Landelijke Werkgroep Mudawannah,
Stichting Kezban en TIYE, en in samenwerking met Petra Snelders (Advies, training en projecten Mensenrechten, Vrouwen en Migratie)
en de VU (Betty de Hart, (Hoogleraar Transnationale gezinnen en Migratierecht).
8 De praktische uitvoering van het beleid ten aanzien van vrouwelijke genitale verminking en de behoeften en wensen van de doelgroep -
ZonMw
10
Vooruitblik 2022
Ook in 2022 werken we verder aan de reguliere activiteiten vit ‘Veiligheid voor elkaar’. Daarnaast zijn er
drie aanvullende activiteiten te noemen waar we in 2022 op inzetten.
1. We geven in de regio verder vorm aan een klankbordgroep met ervaringsdeskundigen die te
maken hebben gehad met verschillende vormen van geweld. Zij zullen meekijken en
meedenken in de ontwikkelingen van de regionale activiteiten ter voorkoming van huiselijk
geweld en kindermishandeling.
2. Het Centrum voor Seksueel Geweld gaat in samenwerking met de politie, OOV/Veilige Steden
en Fairspace/Sexmatters een brede vitgaanscampagne opzetten.
3. We geven invulling aan het plan van aanpak Schadelijke praktijken in samenwerking met de
regiogemeenten en partners die betrokken zijn bij verschillende verschijningsvormen. We
sluiten waar mogelijk aan bij bestaande activiteiten en netwerken waarbij de aanvullende
rijksmiddelen ruimte bieden om deze activiteiten een impuls te geven. Bijvoorbeeld in de
samenwerking met de GGD en sleutelpersonen binnen de aanpak van genitale verminking en
het aanbieden van voorlichting aan jongeren. Daarnaast bieden we ruimte voor het ontwikkelen
van nieuwe projecten waarbij in alle activiteiten nadrukkelijk aandacht is voor de duurzame
impact en borging na 2022.
11
3 Speerpunt 2. Verantwoord ouderschap en
veilige relaties
Partners en gemeenten hebben tijdens het ontwikkelen van de regioaanpak geconstateerd dat we de
mogelijkheden van publieke professionals om risico’s op geweld eerder te signaleren nog beter kunnen
benutten. Aan speerpunt 2 heeft de regio acties verbonden om professionals meer in staat te stellen om
risico's op huiselijk geweld op tijd op te merken en om ondersteuning te bieden. De doelen bij speerpunt
2 zijn erop gericht om professionals betrokken te houden bij het onderwerp en meer in staat te stellen
om risico’s op huiselijk geweld op tijd op te merken en om ondersteuning te bieden. Dit is een continu
proces waar al jaren aan gewerkt wordt en dat ook nooit af is. Het is van belang dat organisaties deze
aanpak zelf levend houden, en dat wij als regiogemeenten hier blijvend aan helpen herinneren en in
faciliteren. Daarvoor zoeken we jaarlijks goede momenten en nieuwe vormen. Dit betekent dat we
behalve op algemene voorlichtingen en trainingen voor professionals het afgelopen jaar meer hebben
gefocust op specifieke risicogroepen of -momenten.
Doelen
1. Alle professionals hanteren dezelfde visie —ledereen werkt volgens dezelfde inzichten en
gedeelde visie
2. Professionals zijn getraind om te handelen — Getraind op risicosignalen
3. Eriseen adequate zorgstructuur — Er wordt gewerkt met de meldcode en organisaties hebben
een werkproces opgesteld
4. Centrale rol voor wijkteams — Wijkteams vervullen een signaleringsfunctie, beschikken over
deskundigheid, bieden ondersteuning en kunnen specialisten betrekken.
Acties & Voortgang
Trainingen
Jaarlijks worden er vele trainingen gegeven over huiselijk geweld en kindermishandeling. Denk aan
werknemers in de kraamzorg, verloskundigen, de voorleesexpres en sportverenigingen. Zo wordt er in
Uithoorn in het najaar een bijeenkomst georganiseerd voor de sportverenigingen, een training Meldcode
voor nieuwe medewerkers en zal er een training komen voor medewerkers die werken met de LHBTIO+
doelgroep. En zo werden in Kudelstaart de vrijwilligers van een voetbalvereniging getraind. Ook voor
interne medewerkers bij de gemeenten is veel aandacht voor de thematiek. In september 2021 vond een
speciale inspiratiebijeenkomst plaats voor collega’s van het sociaal domein binnen de gemeente
Amsterdam. Bij deze bijeenkomst werd onder andere benadrukt dat voorkomen of tegengaan van
huiselijk geweld en kindermishandeling een belangrijke voorwaarde is voor kansengelijkheid. Daarbij
werden er tools gegeven hoe je dit onderwerp kunt bespreken, bijvoorbeeld met de organisatie waar je
accounthouder van bent. De bijeenkomst werd bijgewoond door accounthouders van
vrijwilligersorganisaties, maar ook van welzijnsorganisaties, onderwijs en voorscholen. De meerderheid
van de trainingen die jaarlijks worden gegeven vinden plaats in het onderwijs, de sociale wijkteams en bij
en door de zorg- en veiligheidspartners.
12
Trainingen: Onderwijs en kinderopvang
Trainingen onderwijs en kinderopvang — Diemen en Ouder-Amstel
BOink heeft voor de gemeenten Diemen en Ouder-Amstel professionals uit onderwijs en kinderopvang
een training gegeven. Hierbij is doelgerichte informatie verschaft over het thema huiselijk geweld en
kindermishandeling en het gebruik van de verbeterde meldcode in praktijk. Ook de rol en werkwijze van
Veilig Thuis en de relatie met onderwijs en kinderopvang zijn tijdens deze virtuele bijeenkomst aan bod
gekomen. Verder zijn de meest voorkomende knelpunten die professionals bij het gebruik van de
meldcode besproken.
Trainingen onderwijs en kinderopvang — Uithoorn
Medewerkers van het kinderdagverblijf spraken de behoefte uit om af te spreken met de
aandachtsfunctionarissen in het basisonderwijs om van elkaar te leren. Op 5 oktober 2021 heefteen
bijeenkomst aandachtsfunctionarissen kinderdagverblijven en onderwijs plaatsgevonden.
Trainingen onderwijs en kinderopvang — Amstelveen-Aalsmeer
In Amstelveen en Aalsmeer willen we dat pedagogische medewerkers van de kinderopvang in een vroeg
stadium terecht kunnen bij een jeugdhulpverlener zodat vroegtijdig gesignaleerd kan worden en
laagdrempelig de juiste steun kan worden geboden (pilot vroegsignalering). De ondersteuningsbehoefte
kan zich op allerlei terreinen voordoen. De jeugdhulpverlener is getraind in het herkennen van diverse
handelingsvragen en weet de route naar passende hulp en ondersteuning zoals ook het lokale sociale
team of Veilig Thuis.
Trainingen onderwijs en kinderopvang — Amsterdam
Ongeveer 6 keer per jaar krijgen groepen ouder- en kindadviseurs en aandachtsfunctionarissen in het
primair onderwijs de training ‘Samenwerken bij onveiligheid van kinderen in het primair onderwijs’. In
de zomer van 2020 is door BOink een online training over de Meldcode gegeven aan
leerplichtambtenaren en assistenten. In april 2021 is het gesprek gevoerd met schoolbesturen,
aandachtsfunctionarissen, netwerkfunctionarissen en directeuren over de training, ander
trainingsaanbod en wensen om het thema onveiligheid en huiselijk geweld binnen de organisaties goed
onder de aandacht te blijven houden, zodat risico’s op tijd opgemerkt en gesignaleerd worden.
Afgesproken is om nog meer te gaan werken met aandachtsfunctionarissen en bovenschoolse
expertisenetwerken.
Voor de kinderopvang worden meerdere keren per jaar gratis trainingen gegeven zoals de training
“Kinderen die opvallen”. Bij deze training leren deelnemers wanneer een kind opvalt en ook hoe je het
gesprek hierover met ouders aan kunt gaan. Veilig Thuis verzorgt altijd een deel van deze training.
Andere voorbeelden van aangeboden gratis trainingen zijn “Gespreksvoering met ouders” en
“Traumasensitief werken in de kinderopvang”.
Daarnaast zijn voor de kinderopvang tijdens de lockdown in januari 2021 online webinars georganiseerd
door jeugdhulppartners rond de kinderopvang. Onderwerpen waren onder andere ‘lastige gesprekken
met ouders’ door MOC Kabouterhuis en ‘hoe start ik mijn groep op na de lockdown.’ Bij deze webinars
was veel aandacht voor de moeilijke periode die kinderen hebben gehad in deze periode. Honderden
pedagogisch medewerkers hebben deze webinars gevolgd.
Trainingen: Sociale wijkteams en buurtteams in de regio Amsterdam-Amstelland
In de wijkteams en buurtteams van de gemeenten in regio Amsterdam-Amstelland zijn alle
medewerkers getraind in de meldcode. In de meeste gemeenten zit in het team ook iemand met meer
expertise op het gebied van Huiselijk geweld en kindermishandeling. In de gemeente Uithoorn vangt
13
deze persoon bijvoorbeeld altijd de eerste vragen op en neemt deze plaats bij de huisartsenpraktijk. Dit
aanspreekpunt neemt een gedeelte van de handelingsverlegenheid weg om te overleggen of om
signalen direct te melden bij Veilig Thuis. In Amstelveen en Aalsmeer zijn er zowel binnen de teams
aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld en kindermishandeling. Zij houden spreekuur voor collega's,
houden de stappen van de meldcode in de gaten, sluiten indien nodig aan bij gesprekken en voeren
wekelijks overleg met Veilig Thuis over de aanmeldingen. In 2020 en 2021 zijn medewerkers van de
teams, in company getraind op het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling.
De gemeente Amsterdam heeft buurtteam voor de volwassenenzorg en het Ouder- en Kindteam voor
jeugd en gezinnen. De buurtteams zijn geschoold in de meldcode en in de laatste drie maanden van 2021
zal een verdiepende training op maat worden ontwikkeld in gezamenlijkheid met de buurtteams zelf en
onder andere Blijf Groep, Veilig Thuis, Jeugdbescherming, Blijvend Veilig en de gemeente Amsterdam.
Binnen de Ouder- en Kindteams is de afgelopen tijd gewerkt aan de generalistische basis voor alle
medewerkers. Daarin is veiligheid een belangrijk thema. Veiligheid voor iedereen, signaleren, bespreken
en gebruik van de meldcode en daarnaast een structuur om binnen het Ouder- en Kindteam de
professionals met meer specifieke kennis en deskundigheid op veiligheid te betrekken. Verder zijn in het
kader van de visie ‘Gefaseerd samenwerken aan veiligheid’ medio 2021 zo'n 200 medewerkers van de
Ouder- en Kindteams geschoold in de Top-3 methodiek van Civil Care (Van Arum & Vogtlander). Ook
zijn er methodische leergroepen opgezet om het werken met de Top-3 verder vorm te geven. Ook is met
netwerkpartners gewerkt aan het gezamenlijk verder vormgeven van de gedeelde de visie ‘Gefaseerd
samenwerken aan veiligheid’ van Civil Care. De Top-3 methodiek helpt bij het ordenen van relevante
informatie over onveiligheid, deze te concretiseren, te taxeren en te prioriteren. Dit leidt tot een
gedeelde visie en een stapsgewijze transparante aanpak, en vergemakkelijkt het samenwerken met alle
betrokkenen aan het gezamenlijke doel van veiligheid. Met deze methodiek zijn goede ervaringen voor
het doorbreken van intergenerationele onveiligheid en geweld.
Trainingen: Zorg- en veiligheidspartners
Er worden door vitvoeringsorganisaties zoals Jeugdbescherming en de William Schrikker groep ook
trainingen gegeven rondom het thema Veiligheid in de stad. Bijvoorbeeld aan lokale teams. Deze
trainingen zijn vaak geïnitieerd vanuit de Vijfhoek. Daarbij behandelt de training zowel het ‘wat’, waarin
wordt ingegaan op de Top-3 methodiek samenwerken aan veiligheid, als het ‘hoe’. Het idee is dat
soortgelijke trainingen ook gevolgd kunnen worden door andere professionals die met gezinnen en
huishoudens werken zoals de lokale teams in Amstelland en de (Volwassen) GGZ. De laatste groep is
ook gelinkt aan het programma Amsterdam Vitaal en Gezond.
Regionale conferentie: ‘Samenwerken in coronatijd voor de veiligheid van kinderen’
Op 8 december 2020 heeft de onlineconferentie genaamd ‘Samenwerken in coronatijd voor de
veiligheid van kinderen’ plaatsgevonden. Voor de conferentie waren regiobreed organisaties
uitgenodigd die zich bezighouden met kinderen en jongeren, waaronder onderwijs en kinderopvang. De
conferentie was gericht op preventie van en samenwerking rond het thema kindermishandeling. De
wervingstekst voor de conferentie luidde: “In deze lastige tijd zijn er vast regelmatig kinderen waar je
twijfels over hebt of het wel goed met ze gaat. Dan is het goed om te weten met wie je die zorgen kunt
delen. Wie is er nog meer bij dit kind betrokken. En hoe kan er effectief worden samengewerkt in het
belang van kind.” De rode draad tijdens de bijeenkomst was het gebruik van MULTIsignaal, de
verwijsindex van deze regio. Andere onderwerpen die aan bod kwamen waren samenwerking rond een
kind en de AVG, gespreksvoering en wat je kunt betekenen voor het kind. Met ruim 200 deelnemers
vanuit kinderopvang, onderwijs en andere organisaties was het een zeer geslaagde conferentie.
14
VNG: Training over de meldcode
Op 4 maart 2021 hebben aandachtsfunctionarissen en (zorg-)coördinatoren ambulante ondersteuning,
hulp bij huishouden en dagbesteding een VNG meldcode training gevolgd tijdens de Meldcodetour
Samen werken aan veiligheid. De training was gericht op het signaleren en handelen bij vermoedens van
fysieke mishandeling en/of financiële uitbuiting bij ouderen. De training bestond uit een aantal
interactieve sessies, waarbij de nadruk lag op signaleren en gespreksvoering. Aanbieders vit de regio
Amsterdam-Amstelland hebben deelgenomen aan deze training. Er was een goede opkomst (79
deelnemers) en de training is hoog gewaardeerd (8.1).
Doelgroepgerichte aanpak: LHBTIO+
In het kader van het vergroten van de bewustwording rondom de huiselijk geweld en
kindermishandeling problematiek bij de LHBTIQ+ doelgroep vond op 27 september 2021 een
bijeenkomst plaats, georganiseerd door Veilig Thuis in samenwerking met de gemeente Amsterdam.
De bijeenkomst is niet alleen gericht op het vergroten van de bewustwording, maar ook het herkennen
van signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, hiernaar te handelen en sensitief te zijn in de
bejegening van de LHBTIO-+ doelgroep. Deelnemers aan de bijeenkomst: formele organisaties, bi-
culturele en LHBTIO+-zelforganisaties, informele organisaties en medewerkers van de regiogemeenten.
Specifieke aandacht ging uit naar transgenderpersonen, waar de prevalentie van structureel huiselijk
geweld hoger ligt vergeleken met de algemene bevolking.
Training transgender personen - Vrijwilligers
Vrijwilligers in de transgenderlotgenoten gemeenschap worden getraind in het herkennen van
risicosignalen van HGKM bij transgenderpersonen. Het gaat hierbij ook om het vergroten van de
bewustwording. Doelgroep: vrijwilligers in de bi-culturele en LHBTIO-+ zelforganisaties.
Tevens is in het najaar een geïntegreerde training aangeboden (training specifiek gericht op
transgenderpersonen en de meldcode training) aan vrijwilligers in de bi-culturele en LHBTIO-
zelforganisaties.
Training transgender personen - Zorgprofessionals
Huisartsen, hulpverleners in de (transgender)zorg en lokale teams worden getraind om de kennis over
de LHBTIQ+ doelgroep te vergroten. De training moet bijdragen aan meer en betere kennis over
LHBTIO+ en identiteiten, en in het bijzonder bi-culturele of gevluchte LHB en transpersonen. Met de
training worden handvatten en tools aangereikt als het gaat om valkuilen, blinde vlekken en ‘verschillen’
tussen transpersonen van verschillende afkomst. Verder worden tijdens de training praktijkervaringen
gedeeld en kan eigen casuïstiek ingebracht worden. De training wordt aangeboden in het eerste
kwartaal van 2022.
Onderzoek transgender personen
Eind september is bijgevoegd onderzoeksrapport Versterken aanpak HGKM jegens transgender
personen afgerond. Dit is vitgevoerd in opdracht van de gemeente Amsterdam en maakt deel vit van
een project?! waarin de gemeente Amsterdam samenwerkt met Transgender Netwerk Nederland en de
gemeente Den Haag. De aanbevelingen uit het rapport worden vertaald naar good practices en
regiobreed geïmplementeerd in zowel de regio Haaglanden als Amsterdam-Amstelland. Het doel is te
komen tot een (meer) sluitende HGKM aanpak voor transgender personen.
Aanleiding voor dit onderzoek was een eerder rapport ‘Overal op je Hoede' van Transgender Netwerk
Nederland (2018), waaruit bleek dat transgender personen vaker dan gemiddeld slachtoffer zijn van
huiselijk geweld (hogere prevalentie van structureel huiselijk geweld, vergeleken met de algemene
bevolking). Een belangrijke bevinding uit dit nieuwe onderzoeksrapport is dat transgender personen
Bl Het onderzoek is gefinancierd vanuit het landelijke programma Geweld Hoort Nergens Thuis
15
onzichtbaar zijn in twee werelden; (2) in organisaties rond de aanpak van huiselijk geweld en (2) in de
wereld van de transgenderzorg/belangenbehartiging. De hulpverlening sloot daardoor vaak niet aan bij
hun ervaringen.
Het rapport bevat heldere aanbevelingen die geprioriteerd zijn en die we de komende maanden verder
uitwerken met o.a. de samenwerkingspartners en ervaringsdeskundigen verbonden aan het onderzoek.
Het doel is te komen tot best practices, bruikbare handvatten en richtlijnen voor gemeentes en formele
zorg- en zelforganisaties. De opbrengsten worden eind 2022 gepresenteerd tijdens een conferentie voor
organisaties betrokken bij het onderwerp en (regenboog)gemeentes.
Doelgroepgerichte aanpak: Ouderen
Voor het verspreiden van informatie over ouderen en oudermishandeling speelt Veilig Thuis altijd een
grote rol. Veilig Thuis heeft ook dit jaar weer bijgedragen aan de landelijke dag ter bewustwording van
ouderenmishandeling. Er werd onder andere een webinar georganiseerd op 14 juni 2021 “Welke ouderen
lopen meer risico op ouderenmishandeling” en wat je kunt doen wanneer je iets signaleert. Dit jaar
redden er bussen rond in de gemeente Amsterdam met informatie. Daarnaast stond er in het Parool en
andere weekbladen een advertentie over ouderenmishandeling om bewustwording te bevorderen en de
route naar hulpverlening onder de aandacht te brengen.
Veilig Thuis heeft daarnaast ook trainingen gegeven aan organisaties die met ouderen werken. En ook
Markant (mantelzorgondersteuning) heeft 12 trainingen gegeven aan professionals over
ouderenmishandeling en overbelaste mantelzorgers. De professionals waren veelal
wijkverpleegkundigen, ambulante ondersteuners en medewerkers hulp bij huishouden. Ook hebben
vrijwilligers via de Vrijwilligers Centrale Amsterdam informatie gekregen over sociale veiligheid.
PAR
ne:
HT > B zi Cammy
HT il A a ll: la)
ee RK Ai: al
ï Je en
en Ee ZN
= Ee Ee t
nn
ER Re B
eeen
WIJ... doorbreken de cirkel van geweld, Stichting open Mind.
16
Vooruitblik 2022
1. We ontwikkelen samen met de gebruikers een handreiking adequate zorgstructuur.
Organisaties zijn verantwoordelijk voor het organiseren van voldoende ondersteuning voor
uitvoerend medewerkers binnen de organisatie en voor de betrokkenen. Wanneer het gaat om
signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling, is het belangrijk dat binnen een
organisatie goed omgegaan wordt met deze signalen. Het gaat hierbij om het delen van een
signaal over afspraken wie dit bespreekt met de ouder of het kind. Hiervoor is een goede
zorgstructuur essentieel. De gemeente wil hier graag ondersteunend aan zijn. Zo is er een
handreiking adequate zorgstructuur in ontwikkeling waarin niet alleen staat waar een adequate
zorgstructuur aan moet voldoen maar waarin ook tools worden aangereikt om dit in praktijk te
brengen. Door de handreiking in samenwerking met de gebruikers (scholen en
kinderopvangorganisaties) te ontwikkelen stimuleren we dat organisaties de komende jaren
toewerken naar een adequate zorgstructuur, als ze die nu nog niet hebben. Uiteindelijk kan dit
ook meegenomen worden in beschikkingen en opdrachtbrieven.
2. Training medewerkers woningcorporaties. AFWC (Amsterdamse Federatie van
Woningcorporaties), Kadera (uitvoeringsorganisatie die de training Safe at Home verzorgt),
Meldpunt Zorg & Overlast en het buurtteam hebben gesproken over het trainen van
medewerkers van woningcorporaties regiobreed op het herkennen van signalen van huiselijk
geweld. Aankomende maanden worden de gesprekken vervolgd met de diverse stakeholders en
wordt o.a. geïnventariseerd welke afspraken er zijn tussen de woningcorporaties en de lokale
teams, om de vervolgstappen te bepalen.
3. Stimuleren van het gebruik van MULTIsignaal (de verwijsindex risicojongeren). Het afgelopen
jaar is zowel voor de kinderopvang als voor het onderwijs regelmatig MULTIsignaal onder de
aandacht gebracht. Helaas is de positie van de kinderopvang wettelijk nog niet geregeld voor
het gebruik van de Verwijsindex. Dit blijft komend jaar een punt van aandacht. MULTIsignaal
heeft dit zelf opgelost door meldingen van de kinderopvang onder maatschappelijke
organisaties te zetten, waardoor signalen van de kinderopvang in MULTIsignaal ook gezien
worden door andere gebruikers van de verwijsindex in andere gemeenten. In Amstelveen en
Aalsmeer is er al een aandachtsfunctionaris Multisignaal actief om het werken met Multisignaal
onder de aandacht te blijven houden bij organisaties en medewerkers die werken met jongeren.
Door kenbaar te maken dat zij betrokken zijn wordt het integraal werken bevorderd.
17
4 Speerpunt 3. Geweld stoppen en structureel
oplossen
In de regio willen we dat professionals dezelfde taal spreken en goed met elkaar samenwerken. Het is
daarom belangrijk dat in de regio de visie van Vögtlander en van Arum op de aanpak van onveiligheid
breed wordt gedragen. Om de doelen te verwezenlijken zijn er verschillende acties ondernomen.
Blijvend Veilig heeft al zichtbare resultaten geboekt in een vernieuwende vorm van samenwerking. Ook
de pilot Veelplegers HGKM en de MDA++ aanpak dragen bij aan het doel dat alle professionals dezelfde
visie hanteren, tijdig escaleren en specialistische kennis inschakelen.
Doelen
1. Professionals werken samen volgens één visie — Alle organisaties zijn overtuigd om samen te
werken met aandacht voor het hele huishouden
2. De aanpak van het geweld is toegankelijk en dichtbij — Er is laagdrempelig aanbod in de buurt
3. Eris aansluiting door de volwassenen-GGZ bij de aanpak van geweld — Er is een goede
samenwerking met GGZ-volwassenenzorg.
4. Aanvullende zorg en bescherming door specialisten vindt plaats op wijkniveau in één
veiligheidsteam — Er is hulp op wijkniveau
5. Interventies zijn beschikbaar voor slachtoffers en directbetrokkenen — Voldoende mogelijkhede
voor traumabehandeling
6. Eris optimale informatie-vitwisseling tussen de zorg- en de justitieketen — De informatie is zo
vroeg en volledig mogelijk beschikbaar, om een afgewogen en goed geïnformeerde
strafrechtelijke beslissing te nemen.
7. De inzet van Tijdelijke Huisverboden vanuit hulpinstanties is doorontwikkeld - We zetten het
instrument al in een eerder stadium in om verdere escalatie te voorkomen.
8. Eris effectieve escalatie van complexe en weerbarstige casuïstiek - Het is voor professionals
mogelijk om bij stagnatie van zeer complexe casuïstiek te escaleren.
Acties & Voortgang
Blijvend Veilig
Blijvend Veilig is in juni 2019 gestart als één van de zes landelijke pilots en als één van de projecten in het
Transformatieprogramma in de regio Amsterdam-Amstelland. De aanleiding voor het starten van een
samenwerking als Blijvend Veilig was dat gezinnen en huishoudens zijn soms jaren bezig zijn met een
route langs zorg- en veiligheidspartijen. Tien jaar of meer is helaas geen vitzondering. Ondanks de grote
inspanningen van al deze partijen lukt het vaak niet om voorbij symptoombestrijding te komen en de
oorzaken van huiselijk geweld en kindermishandeling duurzaam aan te pakken. In het voorjaar van 2019
is goed gekeken hoe de keten is georganiseerd en tot welke effecten dat leidt voor huishoudens. In 2020
werd er een nieuwe werkwijze ontwikkeld dat leidde tot een nieuwe werkwijzebeschrijving en
contourennota. Belangrijke onderdelen zijn het gebiedsgericht werken en reduceren van overdrachten.
18
Door de gebiedsgerichte aanpak sluit Blijvend Veilig aan bij andere lokaal georganiseerde partijen. De
aanpak van Blijvend Veilig moet veel overdrachten voorkomen wat zowel de effectiviteit als de
efficiëntie ten goede moet komen. Daarnaast komen er verbindingen in de wijk tot stand die leiden tot
meer samenwerken en minder overdragen. Het is de bedoeling dat de aanpak zal leiden tot minder inzet
van gezagsbeperkende maatregelen. Een mooie, eerste resultaat is dat in 2021 doorbraken werden
gerealiseerd bij gezinnen die al een lange geschiedenis van hulpverlening hadden zonder dat duurzame
verandering werd bereikt.
In september 2021 hebben de regiogemeenten op uitnodiging van het Rijk Blijvend Veilig aangemeld
voor een landelijke ‘proeftuin’. Het doel van de proeftuinfase van Blijvend Veilig is om de reeds
ontwikkelde gebiedsgerichte werkwijze zodanig door te ontwikkelen dat generieke invoering ervan
mogelijk wordt. ‘Werkwijze’ is daarbij een breed concept: het verwijst niet alleen naar het handelen van
de professionals in interactie met de gezinnen en huishoudens maar ook naar de gehele context waarin
dat handelen plaatsvindt, en alle randvoorwaarden die daarbij gerealiseerd dienen te worden om
succesvolle generieke invoering mogelijk te maken. De proeftuin duurt voort tot eind 2022.
De DUO gemeenten zijn gestart om Blijvend Veilig te laten aansluiten bij de lokale wijkteams.
Nieuwe werkwijzen intensieve vrijwillige hulpverlening
13weeks traject (IHV13W) in de gemeenten Amstelveen en Aalsmeer
De gemeenten Amstelveen en Aalsmeer zijn samen met de Jeugdbescherming, Veilig Thuis, de Raad
voor de Kinderbescherming en zorgaanbieders bottom up een nieuwe werkwijze gestart. Het doel van de
werkwijze is het beter aanpakken van grote uitdagingen in de Jeugdbeschermingsketen. Het is namelijk
een keten met veel schakels en wachtlijsten in de hulpverlening. Er is onvoldoende afstemming met de
jeugd- en volwassenhulp wat leidt tot een verminderde effectiviteit van de hulp.
De nieuwe werkwijze vervangt zo veel mogelijk de vrijwillige jeugdbescherming en de Raad voor de
Kinderbescherming wordt eerder betrokken. Er wordt binnen een aantal weken een start gemaakt met
op elkaar afgestemde jeugd- en volwassenhulp. De hulp zo snel starten en afstemmen is één van de
grootste opgaven. Hiervoor is zowel binnen de gemeenten Amstelveen en Aalsmeer als binnen de keten
flexibiliteit nodig in de werkwijze en financiering. De procesregisseur vanuit de gemeenten coördineert
dit geheel. De resultaten in de eerste tien gezinnen zijn erg positief (10% van de vrijwillige
jeugdbeschermingstrajecten in beide gemeenten). In 2022 wordt het aantal gezinnen flink uitgebreid,
maar alleen als de kwaliteit in de aanpak behouden kan blijven. Neveneffect van de werkwijze is dat er
intensiever wordt samengewerkt met o.a. de jeugdbeschermingsketen waardoor we problematiek of
escalatie in gezinnen eerder signaleren en beter kunnen oppakken. Waar mogelijk vanuit het lokaal team
en met ondersteuning vanuit o.a. de jeugdbescherming.
Intensieve vrijwillige hulpverlening in Amsterdam
In de twee Amsterdamse proefgebieden Noord en Nieuw-West gaan de gezinnen (met complexe
veiligheidsvraagstukken) die voorheen na onderzoek door Veilig Thuis naar de preventieve
jeugdbescherming gingen, nu naar het Ouder- en Kindteam voor Intensieve Vrijwillige Hulpverlening.
Het OKT biedt — zo lang als nodig — in duo’s intensieve vrijwillige hulp, haalt daar in afstemming met het
gezin anderen bij die nodig zijn en realiseert samen met de netwerkpartners stabiele veiligheid. We
onderzoeken één jaar in de proefgebieden met elkaar of dit lukt en wat nodig is om dit goed te kunnen
uitvoeren.
De kern is geen onnodige wisselingen van hulpverleners en zorgvuldigheid en transparantie naar gezin
over rollen, verantwoordelijkheden en termijnen. We kijken vanuit het gezichtspunt van het gezin:
19
o.a. bij toevoegen van expertise (wie komt er wanneer bij) zorgen we dat dit voor het gezin navolgbaar
is. De Top 3-methode vormt de basis voor het gefaseerd samenwerken aan veiligheid. Het afgelopen
jaar is gewerkt aan definities van eenduidig gehanteerde begrippen; is het werkproces op hoofdlijnen
bepaald en wordt aan de hand van concrete casuïstiek met de verschillende partners verder invulling
gegeven aan de netwerksamenwerking. Het komende jaar willen ze zich verder bekwamen in het
motiveren van gezinnen om hulp te aanvaarden en wanneer en hoe ze tijdig expertise op veiligheid
kunnen toevoegen. De professionals werken nauw samen met de Blijvend Veilig teams.
Aansluiting GGZ
In de regioaanpak staat ook omschreven hoe de regio werkt aan een goede samenwerking met GGZ-
volwassenenzorg. Uithoorn, Diemen, Ouder-Amstel en Amstelveen is de GGZ aangesloten bij het
Wijkteam. In Amstelveen en Aalsmeer maken sociaal psychiatrisch verpleegkundigen (SPV) deel uit van
het Sociaal Team. Een ander goed voorbeeld is een samenwerking tussen de Jeugdbescherming (JBRA),
Lewvel, GGD, Arkin en InGeest met de gemeente en Zilveren Kruis. In september 2021 hebben deze
partijen besloten een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan en een verbeteragenda te maken. Deze
partijen hebben met elkaar uitgesproken te willen leren van een werkwijze zoals de Sociaal
psychiatrische verpleegkundigen die gebruiken. Ze zullen acties ondernemen ter verbetering en
ontwikkeling van de ondersteuning aan kwetsbare gezinnen en om een effectieve toeleiding te
realiseren naar passende hulp en behandeling. Er zal later in 2021 een samenwerkingsovereenkomst
worden opgesteld en zowel de gemeente als het Zilveren Kruis zorgen voor de financiering. Een laatste
voorbeeld is de kindcheck. Er wordt op gehamerd om altijd na te gaan of er, wanneer ouders hulp van de
GGZ krijgen, kinderen voorkomen in de thuissituatie. Medewerkers van bijvoorbeeld inGeest kunnen
naar bijeenkomsten om bijgeschoold te worden op de kindcheck. Voor kinderen van ouders met
psychische problemen is er specifiek aanbod. Ook zijn er ouder supportgroepen.
Regionaal onderzoek doelbereiking Tijdelijk Huisverbod (THV)
Het THV geeft de burgemeester de bevoegdheid om een persoon van wie een ernstige dreiging van
geweld in de privésfeer uitgaat, tijdelijk de toegang tot zijn woning te ontzeggen. Het doel van het THV
is ingrijpen in een noodsituatie, het voorkomen van (verdere) escalatie en het op gang brengen van
noodzakelijke hulpverlening. Het THV is dus een belangrijk instrument om geweld achter de voordeur te
stoppen. Het onderzoek naar de doelbereiking van het THV, dat vitgevoerd wordt door VanMontfoort, is
gestart. Doel is te onderzoeken in hoeverre de doelen van een THV bereikt worden en wat er nodig is om
het bestuursrechtelijke instrument maximaal te benutten. Tijdens het onderzoek worden quick wins
geïnventariseerd waar zorg- en veiligheidspartners en gemeente tijdens het onderzoek al mee aan de
slag kunnen om de effectiviteit van de maatregel te verhogen. De quick wins worden momenteel
uitgewerkt. De bevindingen en aanbevelingen vit het onderzoek worden in het voorjaar van 2022
uitgebracht.
THV vanuit de hulpverlening
De politie kan, in mandaat van de burgemeester, een THV opleggen indien (vermoedelijk) sprake is van
een dreiging van geweld achter de voordeur. De hulpverlening kan daarbij een rol vervullen bij het
initiëren van een THV. De route ‘THV vanuit de hulpverlening’ is echter onvoldoende bekend bij
zorgprofessionals en soms is sprake van terughoudendheid. De betrokkenpartners inventariseren op dit
moment in samenwerking met de gemeenten wat nodig is om het veld beter bekend te | maken met
deze mogelijkheid. Daarin wordt rekening gehouden met het veranderende veld, waaronder de komst
van de Buurtteams. Ter voorbereiding worden eerdere zaken geanalyseerd om een duidelijker beeld te
krijgen van knelpunten waar partners tegenaan lopen. Daarna zal de werkwijze opnieuw worden
geïmplementeerd en besteden we in de borging aandacht om deze route regelmatig onder de aandacht
te brengen van zorgprofessionals.
20
Pilot Specifieke Doelgroep THV
Eind 2020 is de pilot Specifieke Doelgroep THV gestart waarin de Reclassering kennis, expertise en
interventies vanaf de start van het THV toevoegt aan de reguliere aanpak. Deze werkwijze wordt ingezet
bij een specifieke doelgroep, te weten: personen met een verhoogd risico op recidive vanwege
zorgmijdend gedrag en/of agressieregulatie-problematiek in combinatie met verslavings- en/of GGZ-
problematiek. De pilot is eind 2021 positief geëvalueerd. De gemeente Amsterdam, de Blijf Groep en
Reclassering Nederland zijn in gesprek om vervolg te geven aan deze werkwijze.
Verkenning THV voor beide ouders
In 2021 is een verkenning gestart naar de vraag of en zo ja, onder welke voorwaarden een THV aan beide
ouders kan worden opgelegd in geval van kindermishandeling. Onderdeel van de verkenning is hoe hulp
en opvang vanuit het netwerk van de ouders en/of de hulpverlening georganiseerd kan worden, zodat de
minderjarige(n) thuis kan verblijven. Zo kan in sommige gevallen mogelijk een vithuisplaatsing van
kinderen worden voorkomen. In het voorjaar van 2022 wordt bekeken of en op welke wijze het opleggen
van een THV aan beide ouders in het afwegingskader oplegging THV kan worden opgenomen.
MDA++ (Gemeente Amsterdam)
In de pilot en MDA++ aanpak worden professionals getraind om volgens dezelfde inzichten te handelen
inzake wat er nodig is om huiselijk geweld en kindermishandeling te stoppen of vroegtijdig te keren.
Er is een pilot ontwikkeld en deze pilot Veelplegers beoogt:
1. Realiseren van directe en structurele veiligheid en herstel in het gezinssysteem, door
advisering over en monitoring van de aanpak;
2. Continuïteit van hulp- en zorgverlening voor alle leden van het gezinssysteem.
3. Borging van samenwerking met partners na de pilot.
De pilot is een voorloper van de (landelijke) aanpak MDA++. De pilot is in het voorjaar van 2021 afgerond
en de uitkomsten van de evaluatie worden momenteel benut voor de (door)ontwikkeling van de MDA++
aanpak. De komende maanden wordt aanpak nog doorontwikkeld binnen het doorbraakteam sociaal
domein en wonen, de aanpak moet in het voorjaar 2022 ‘staan’ en zal dan breder gedeeld kunnen
worden. Op dit moment wordt (nog) ervaring opgedaan met een beperkte caseload en aanmeldroute.
Aanbevelingen vit de evaluatie van de pilot zijn grotendeels doorgevoerd en geïmplementeerd binnen
het DBT (doorbraakteam sociaal domein en wonen) waar MDA++ belegd is. In het voorjaar hebben de
vaste leden van het AT (Analyse Team, waar partners MDA++ vertegenwoordigd zijn) de scholing Top-3
methodiek van v. Arum en Vögtlander (integraal onderdeel van de MDA++ aanpak) gevolgd. Eind 2021
volgen nog 2 onderdelen van de scholing waarna de aanpak verder geïmplementeerd kan worden.
Netwerk Huiselijk geweld en kindermishandeling versterkt
Het Zorg en Veiligheidsoverleg waar beleidsmatige ontwikkelingen over huiselijk geweld en
kindermishandeling op de agenda staan is verbreed met expertise vanuit de GGZ, Maatschappelijke
opvang en buurtteams. Daarnaast zijn er door de opkomst van het buurtteam in de gemeente
Amsterdam er vernieuwde samenwerkingsafspraken gemaakt tussen het buurtteam en de Blijf Groep,
Veilig Thuis en de gecertificeerde instellingen. Het buurtteam is in Amsterdam sinds 2020 de
toegangspoort tot hulp voor volwassenen. Dit kan leiden tot een Wmo-indicatie maar ook
laagdrempelige begeleiding of een introductie tot informeel aanbod.
Geweld hoort nergens thuis - Project Integrale Behandeling & Begeleiding (PIBBH / Switch)
Het Programma Integrale Behandeling en Begeleiding bij huiselijk geweld is één behandelteam
bestaande uit behandelaren van Bright GGZ, De Waag, Blijf Groep en Stichting Altra. Het behandelteam
geeft met elkaar integraal vorm aan de behandeling en begeleiding van alle leden van het
21
(gezins)systeem. De behandeling richt zich op zowel de volwassenen als de kinderen en is zowel
systemisch als individueel van aard. PIBBH combineert in één behandelteam de specialistische kennis en
behandeling/ begeleiding van de (forensische) GGZ, Vrouwenopvang en jeugdhulp. Dit team helpt in
eerste instantie de risico's te verminderen (risicogestuurde zorg) en vervolgens de impact de
geweldspatronen te herstellen (herstelgerichte zorg)
PIBBH biedt integrale behandeling en begeleiding wanneer er binnen het gezin sprake is van langdurig
huiselijk geweld en/of kindermishandeling en wanneer de kans op herhaling van huiselijk geweld en
kindermishandeling groot is.
In 2019-2020 is de werkwijze van PIBBH met subsidie van het landelijke actieprogramma Geweld Hoort
Nergens Thuis vastgelegd in een methodiek bestaande uit een theoretische en praktische handleiding.
De werkwijze en methodiek sluiten naadloos aan bij de doelen 21,3 en 5 van speerpunt 3 van de regiovisie.
In 2021 is het Verwey-Jonker Instituut een procesevalvatie gestart die zich inmiddels in de afrondende
fase bevindt. De procesevaluatie geeft zicht op de werkzame elementen van de methodiek, de
indicatiecriteria en op ketensamenwerking met o.a. de partners uit de strafketen om te komen tot een
doorontwikkeling in de daderbehandeling van o.a. de plegers van intiem terrorisme.
Onderdeel van de methodiek is een hechtingsgerichte werkwijze die door alle partijen wordt gedragen.
In 2019 is het behandelteam gestart met een hechtingsgerichte werkwijze welke verder door ontwikkeld
wordt. In 2021 zijn er in de praktijk en m.b.v. een deskundige weer nieuwe inzichten in ontwikkeld.
Per 1 december is het project voortgezet onder de naam Switch: zie ook www.switch-samen.nl
Drakentemmers
Het platform Drakentemmers is live. Het platform Drakentemmers is een platform voor trauma- en
gehechtheidsbehandelaren om kennis te delen en matchen. Vanuit de regio Amsterdam-Amstelland zijn
6 behandelaren actief op het platform. Drakentemmers biedt trainingen aan en brengt (aankomende)
behandelaren trauma en gehechtheid bij elkaar die kunnen en willen werken voor slachtoffers, plegers
en/of kinderen die met huiselijk geweld en kindermishandeling te maken hebben. In Nederland is nog
een groot gebrek aan gespecialiseerde behandelaren, terwijl het voorkomen van intergenerationele
overdracht bij slachtoffers van huiselijk geweld heel belangrijk is en behandeling daarbij kan helpen.
Intussen zijn al bijna 95 Drakentemmers, verdeeld over de 18 deelnemende GHNT-regio's. Via het
platform kunnen zij hun expertise verder versterken en ook is er een matchingtool tussen behandelaren
en organisaties die een behandelaar zoeken.
Veiligheid Voorop!
Vanuit het Rijk (programma Veiligheid Voorop!) is opdracht gegeven tot het aansluiten van Veilig Thuis
bij Zorgvuldig Snel Maatwerk (ZSM). Veelvoorkomende criminaliteit als (winkel)diefstal, vernieling, licht
vitgaansgeweld of verduistering zorgt voor veel overlast en vraagt om een daadkrachtig en afgewogen
optreden. Daarvoor is de ZSM-aanpak bedoeld. De essentie is dat in elke zaak maatwerk wordt geleverd
via een aanpak die recht doet aan de belangen van de dader, het slachtoffer en de maatschappij. Daarbij
is snelheid een belangrijk element; daders en slachtoffers weten snel waar ze aan toe zijn. Het doel van
Veiligheid Voorop! Is een betere samenwerking tussen de partners — Openbaar Ministerie, politie,
reclassering, Slachtofferhulp Nederland, Raad voor de Kinderbescherming, Halt en Veilig Thuis -
wanneer er een verdachte van huiselijk geweld is aangehouden. Het beter op elkaar afstemmen van straf
en zorg ofwel het gelijktijdig starten van straf en zorg, draagt bij aan het doorbreken van patronen.
Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland neemt via zowel fysieke als telefonische bereikbaarheid deel aan
ZSM en geeft aanvullende relevante informatie over de aangehouden verdachte en zijn/haar
gezinssysteem. Vanaf september 2021 kunnen buren zich in stadsdeel Zuidoost van de gemeente
Amsterdam aanmelden bij de Buurtrechter. Het doel is om onder leiding van de buurtrechter te komen
22
tot elkaar en concrete afspraken vast te leggen over toekomstig handelen. Indien een minderjarige uit
Venserpolder in het kader van personen en familierecht een zelfstandig verzoek doet aan de
kinderrechter bijvoorbeeld bij de omgangsregeling dan kan dit verzoek worden behandeld door de
Buurtrechter.
Onderzoek Veiligheidsschaal 2021
Veilig Thuis onderzocht dit jaar de zogenaamde Veiligheidsschaal. Het onderzoek is erop gericht om
antwoord te geven op de vragen hoe de veiligheidsschaal in de praktijk wordt toegepast en ervaren. De
veiligheidsschaal, onderdeel van de visie op een gefaseerde ketenzorg, heeft als doel om, in de
samenwerking tussen professionals, de veiligheid van gezinnen te kunnen monitoren. Belangrijk is om te
weten of de veiligheidsschaal een valide en betrouwbaar instrument is. Om hier een antwoord op te
geven zijn verschillende professionals, in de hulpverleningsketen van huiselijk geweld en
kindermishandeling, geïnterviewd naar de toepassing van de veiligheidsschaal in de praktijk en werden
drie casussen middels de veiligheidsschaal gescoord. Uit het onderzoek is gebleken dat het huidige
gebruik van de veiligheidsschaal een tool is die het gesprek over veiligheid bevordert. Het gebruik van de
veiligheidsschaal wordt echter zowel binnen als tussen organisaties verschillend gebruikt en de cijfers
worden wisselend geïnterpreteerd.
Vooruitblik 2022
Ook in 2022 werken we verder aan het regioplan ‘Veiligheid voor elkaar’. In het 2022 worden onder
andere deze projecten voortgezet en de resultaten geborgd.
1. De Drakentemmers hebben de ambitie om uit te groeien tot een landelijk dekkend netwerk van
trauma- en gehechtheidsbehandelaars op het gebied van huiselijk geweld en
kindermishandeling, zowel voor slachtoffers, plegers en kinderen. Daarbij streven we ernaar dat
behandeling toegankelijker wordt voor de kwetsbare doelgroep.
2. In het project PIBBH/Switch wordt er begin 2022 een maatschappelijke kosten-baten analyse
opgeleverd om knelpunten en oplossingsrichtingen te achterhalen in relatie tot één gezin, één
plan, één financiering. Daarna is het zaak om op basis van resultaten kosten-baten analyse en
beschrijving Verwey-Jonker de methode te borgen.
3. MDA++ werkwijze en routing zal worden uitgewerkt en geborgd.
4. Bij THV wordt een laagdrempelige mogelijkheid ingericht om hulp en advies te vragen. Daarbij
wordt ervaringsdeskundigheid ingezet.
5. De buurtteams zijn van groot belang voor de inwoners. Zij zijn de ogen en oren van een wijk en
kunnen voordat een situatie is geëscaleerd al ingrijpen. Samenwerking tussen de organisaties en
de buurtteams is hierbij van belang. De reclassering is nu bezig om meer aan te sluiten bij de
buurtteams. Er wordt een training ontwikkeld voor de buurtteams die gegeven zal worden in
het eerste half jaar van 2022.
23
5 Monitoring
Het is essentieel om te meten of we met deze aanpak op de juiste weg zijn en daadwerkelijk verschil
maken. Maar we willen geen onnodige registratiedruk veroorzaken bij de schaarse professionals die
meewerken aan deze aanpak. Daarom beperken we ons tot een compacte set indicatoren.
Indicatoren speerpunt 1
Inwoners weten Veilig Thuis te vinden
Binnen speerpunt 1 is één van de doelstellingen dat inwoners Veilig Thuis vaker weten te vinden met een
adviesvraag of melding. Bij het opstellen van deze regioaanpak wisten we immers al dat de meeste
meldingen (78 % in 2020) afkomstig zijn van de politie, en dat dan vaak de problemen al groot zijn. Een
vergelijking tussen 2020 en 2021 laat het volgende zien:
Indicator 2020} Stand t/m 31 oktober 2021 Prognose ultimo 2021
1 [Percentage adviesvragen en 4% Advies: 48% Advies: 50%
meldingen van inwoners ten
opzichte van het totaal Melding: 4% Melding: 5%
Bijna de helft van het totaal aantal adviesvragen is afkomstig van burgers. Dit is een goede ontwikkeling.
Mogelijk heeft de nieuwe chatfunctie van Veilig Thuis, die laagdrempelig contact stimuleert,
bijgedragen aan de groei van het aantal adviezen.
Inwoners weten wat te doen
Het is belangrijk dat inwoners van Amsterdam-Amstelland aangeven dat zij in staat zijn om
(vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling te herkennen en bespreekbaar te maken,
zowel met kinderen als met ouders/volwassenen. Onze ambitie is dat zij verschillende routes om advies
en hulp te vragen als bekend, toegankelijk en betrouwbaar ervaren. Daarom hebben wij bureau OiS
opdracht gegeven een panelonderzoek uit te voeren onder inwoners van alle gemeenten in onze regio
dat hier een eerste beeld van laat zien. Dit onderzoek herhalen we komende jaren, zodat we zicht
houden op welke routes meer en minder bekend zijn en hoe inwoners de adviezen en hulp waarderen.
Op basis hiervan kunnen we onze inzet aanscherpen en waar nodig aanvullen. In bijlage 1 zijn de
resultaten van dit onderzoek weergegeven.
Een aantal opvallende conclusies:
e Eenderde van inwoners vangt weleens signalen op van huiselijk geweld in de omgeving (33%).
e Onder jongvolwassenen gaat dit zelfs om de helft (51%).
24
e De meeste zorgen gerelateerd aan huiselijk geweld in de sociale omgeving gaan over de buren
en buurtgenoten. Dit onderstreept de noodzaak van de Regioaanpak en het beroep dat we
hierin doen op de burger om in actie te komen.
e _Erbestaan verschillen in de mate waarin mensen menen over zorgen te zullen praten en de mate
waarin zij dit daadwerkelijk doen. Van inwoners die niet kampen met vermoedens van huiselijk
geweld geeft een groot deel aan dat zij contact zouden opnemen met de politie (43%) of een
hulpverlener (39%), waar maar een klein deel van de inwoners die vit ervaring spreken
rapporteert dat zij dit daadwerkelijk gedaan hebben (resp. 13% en 16%).
Behoeften en verbeterpunten
"Een groot deel van de respondenten geeft aan behoefte te hebben aan meer informatie,
communicatie en algemene bewustwording rondom huiselijk geweld;
= Men denkt dat dit gedaan kan worden door campagnes via de (sociale) media en
informatiebijeenkomsten waarmee ingegaan wordt op tekenen van huiselijk geweld en
manieren waarop hierop adequaat gereageerd kan worden;
= Inwoners zijn van mening dat instanties beter zichtbaar zouden moeten zijn voor mensen die
een melding willen maken. De deelnemers aan het onderzoek vragen zich af bij welke
organisatie ze voor welke vragen terecht kunnen;
= Inwoners hebben zorgen over anonimiteit bij het inschakelen van een hulporganisatie. In de
communicatie hierover is het daarom van sterk belang om duidelijker onderscheid te maken
tussen de anonimiteit bij advies (anoniem kan) en bij een officiële melding (anonimiteit niet
mogelijk).
De uitwerking van deze en andere waardevolle aanbevelingen pakken we samen met de betrokken
partners op via de uitvoeringsagenda van de regioaanpak 2022.
Indicatoren speerpunt 2
Meldingen en adviezen door publieke professionals
Binnen dit speerpunt gaat het erom dat professionals aangeven voldoende toegerust te zijn om geweld
achter de voordeur zowel te signaleren als ernaar te handelen. Een indicator die hier inzicht in geeft is de
verhouding meldingen bij Veilig Thuis vanuit politie en overige professionals, waarvan we willen dat het
aandeel van overige professionals stijgt (en het totale aantal meldingen minimaal gelijk blijft).
pee activiteit | 2020 | Stand t/m 31 KS Prognose ultimo 2)
2021
Eel el
meldingen bij Veilig |15% professionals overige
Thuis vanuit politie professionals?
en overige
professionals
In 2020 was de verhouding 83% politiemeldingen (6.151) en 17% meldingen van overige professionals
(1.274). In 2021 is de verhouding verschoven naar 75 % politie en 20% overige professionals. Er zijn in
totaal minder meldingen gedaan in de periode janvari — augustus 2021 dan in diezelfde periode vorig
jaar.
9 Telt niet op tot 100% ivm aandeel burgermeldingen.
25
Het is positief om te zien dat professionals Veilig Thuis steeds beter weten te vinden en we kunnen op dit
punt voorzichtig constateren dat de inzet vanuit speerpunt 2 van de regioaanpak zijn vruchten afwerpt.
De Amstellandgemeenten en Veilig Thuis hebben met elkaar afgesproken dat Veilig Thuis gaat
analyseren welke partners al relatief veel melden, en van welke partners een groter aandeel meldingen
en adviesvragen verwacht mag worden op basis van literatuur en bestaande casussen. Op basis daarvan
kan overwogen worden een klanttevredenheidsonderzoek uit te voeren.
Indicatoren speerpunt 3
Stijging in structurele veiligheid
Veilig Thuis monitort de veiligheid van gezinnen en huishoudens na een melding. Om inzicht te krijgen
of hun veiligheid daarna verbetert, hebben we met Veilig Thuis afgesproken de indicator ‘Aantal
huishoudens waarbij sprake is van structurele veiligheid na een periode van één jaar’ te monitoren. Dit
najaar voert Veilig Thuis een eerste nulmeting vit en spreken we af wat een ambitieus, doch realistisch
streefpercentage zal zijn voor 2022. In de volgende voortgangsrapportage volgt meer informatie.
Genoeg gekwalificeerde professionals
In iedere gemeente werken gekwalificeerde professionals die in staat zijn om met elkaar samen te
werken op basis van de methodiek risicogestuurde zorg. Deze methodiek wordt steeds meer
gemeengoed in de werkwijze van partners als de Blijf Groep, JBRA en Veilig Thuis.
In 2022 nemen we in accountgesprekken met uitvoerend partners op, in hoeverre de methodiek is
ingevoerd en waar behoefte is aan extra trainingen of inzet.
26
Bijlagen
1. Rapportage Huiselijk Geweld Amsterdam-Amstelland, enquête onder inwoners van de regio
Amsterdam-Amstelland (OIS)
2. a. Onderzoeksrapport Versterken aanpak HGKM jegens transgender personen (Atria) inclusief
managementsamenvatting (2.b.)
27
| Onderzoeksrapport | 27 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 25 Oktober 2022
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door R. de Jong, r.dejong@&amsterdam.nl
Onderwerp Voortgangrapportage: Project De Entree
Geachte leden van de Raad,
Hierbij ontvangt u de tiende voortgangsrapportage (VGR 10) van project De Entree over de
periode 1 maart 2022 tot en met 31 augustus 2022. De financiële peildatum is 1 september 2022.
Project De Entree vernieuwt het gehele gebied voor Amsterdam Centraal Station, waaronder: alle
infrastructuur voor de tram, meer ruimte voor langzaam verkeer, een fietsenstalling onder water
met 7.000 fietsparkeerplekken en meer water en bomen.
Het werk is bijna voltooid en nadert de eindoplevering die contractueel op uiterlijk 1 april 2023
staat. Ook deelproject Entree West blijft, ondanks vertraging in de voorbereiding, op koers om
eind 2024 gereed te zijn. Overall ontstaat een stabiel beeld waarbij de verwachting is dat het
budget toereikend is voor de realisatie van het werk.
VGR1o VGRg
i/ol22 1/3/22
Scope De scope van het project is de afgelopen periode stabiel gebleven. Dankzij strakke
mn T sturing is elk van de nog minimale bijbestellingen extern gedekt door derden.
Planning | Het hoofdcontact blijft op koers voor het behalen van de eindmijlpaal oplevering
Lj T werk april 2023. Ingebruikname fietsenstalling is naar verwachting begin 2023.
Deelproject Entree West verwacht eind 2024 op te leveren.
Financiën | Het verwachte resultaat daalt licht met € 0,3 miljoen (afgerond) naar €4,6 miljoen
positief. De snel stijgende indexeringskosten zijn nog niet volledig aanvullend
m | gecompenseerd. De prognoses voor het risicoprofiel en organisatiekosten dalen.
Risico's Hoewel het aantal risico's afneemt door het verder gereed komen van de
1] T werkzaamheden, is er stijging van het risico door steeds lastiger in te schatten
prijsstijgingen.
Kwal.& Org. | Met de einddatum van het hoofdcontract in zicht, schaalt de opdrachtnemer al af,
wat druk zet op de kwaliteit van het geleverde werk. Het projectteam Entree West
[| ml is op sterkte gebracht.
Audit Aanb. | Alle verbetermaatregelen uit de audit zijn geïmplementeerd. In een aantal
gevallen zijn dit doorlopende acties, bijvoorbeeld m.b.t. aangescherpte
[| ml projectbeheersing en verhoogd kostenbewustzijn…
Definitie: | Buiten vastgestelde kaders, niet beheersbaar door projectteamteam, escalatie naar het bestuur.
mm Buiten vastgestelde kaders, beheersbaar door projectteam.
m Binnen vastgestelde kaders.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 2 van 7
b) Voortgang
Het project maakte ook in deze rapportageperiode grote stappen in de voortgang. De
werkzaamheden zijn overwegend conform werkplanning vitgevoerd. Opdrachtnemer van het
hoofdcontract wil eind van het jaar het gehele werk afgerond hebben en opleveren. Van west naar
oost (fig. 1.):
e Entree West
De aanbestedings- en contractstrategie zijn verder voorbereid. De selectieleidraad is
gepubliceerd voor de zomervakantie en geïnteresseerde marktpartijen hebben zich gemeld.
e _Middenkom
Op 29 maart is feestelijk het water weer ingelaten in de middenkom. Afbouw van de
fietsenstalling, de bouw van de noordelijke kademuur en de realisatie van de nieuwe
rondvaartsteigers zijn in volle gang voortgezet. De werkzaamheden liepen enigszins vit, maar
binnen de planningsbuffers.
e Prins Hendrikkade-Oost
Het deel Rokin tot en met de Kamperbrug is gereed. Het deel vanaf de Kamperbrug richting
Oost is overgedragen aan Project fietsroute Geldersekade.
e Stationsplein Oost
Met het flexibel maken van de bovenleiding in juli 2022 zijn de volledige werkzaamheden aan
de traminfrastructuur in het gehele projectgebied afgerond.
7 [ í
d oe ATEN mmm
Ë 7 ED Stationsplein West: u : . - Ì ) 1» e
Aan PT pn 1jatuursteen er vernieuwen | al
— 5 nn | traminfra memmen 3 yr
we gereed januari 2018 IE en . df Ek een
eig zt te En Ef) Stationsplein Oost: ms
De en F El Stationsplein West: IN reen omen en mm pn
Ee ee Lel | _ age kade gereed 2020 B vernieuwen traminfra La A.
— dl ne Ee mel ee gereed 2021 Re n
mn t;
he Wi Stationsplein Oost:
malen heee ast kn. Versterken Kamperbrug
nieuwe steigers en PP gereed 2021
[ REE fietsenstalling
E Opnieuw aanbesteed aorg-aara | LR
ET Entree-West: Vernieuwen PHK-O: Tijdelijke steigers te, 7 Den
Dn vanaf Q3 2023 gereed oktober 2018 4 ef - E
Hats DI bli) PS Ei Et N
er Geel fi PHK-O: Vernieuwen | Uitscope PHK-O:
DA UitscopeMTG: DD Middenkom: ‘Knip’ en tramvenwerinfra WOU Wenienwes werdif is
À} vernieuwen weginfra $ vernieuwen traminfra: Beten Fe vaars
r 7 dl Vanaf 2023 fl M'gracht & Damrak 5 Ne zi =,
4 AL en er OEE Fr WEET
er î „7 Ziel SK N 4m EE HETER e=
dr Em Ok AV N Pi Alles ep IS
Fig. 1: Fasering deelprojecten
c) Toelichting op indicatoren
e Scope
De gecontracteerde scope van het project is stabiel gebleven. In deze afrondende fase van het
werk wordt nog maar beperkt scopewijzigingen toegestaan.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 3 van 7
e Planning
De contractuele eindmijlpaal Oplevering werk door de hoofdaannemer op het hoofdcontract
blijft staan op april 2023.
Middenkom
De aannemer verwacht de stalling in december op te leveren. Vervolgens kan overdracht
plaatsvinden aan de toekomstig beheerder (gemeente). In november zal de NS als exploitant in
opdracht van de beheerder starten met het installeren van de winkel, werkplaats en de bike
lanes die gebruikt worden voor het inchecken in de stalling.
De steigers en lage kades en het omliggend maaiveld worden begin november conform het
uitvoeringsbesluit zonder voorzieningen opengesteld voor gebruik. De Entree heeft tot 1
januari 2023 tijdelijke steigers gehuurd. Het langer gebruik door de reders van de
voorzieningen op de tijdelijke steigers in de Oostkom, nodig tot uiterlijk 1 april 2024 wordt
gefaciliteerd door Programma Varen.
Entree West
De aanbesteding is voor de zomervakantie gestart met de selectiefase. De gunning is voorzien
eind januari 2023. Start van de uitvoering per derde kwartaal 2023, met oplevering eind 2024.
Peildatum: 1 september 2022 | [VGR 10 — baseline 24.0]
|
afgerond
1
Ï
nig / tram- en weginfa !
EEE :
EE bouwkuip Ì fundering / Î ruw en afbouw EÀ A
l
Ee |
1 ij Ï
afgerond / Lafgerond / Ii
1
En Cuyperstrap he '
mona !
1
mg reage ie
EEn,
I Entree
I kid
1
eee eel
2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
Figuur 2: Uitvoeringsplanning De Entree op hoofdlijnen, peildatum 1 september 2022 (schematisch, kleuren
corresponderen met fig. 1). In grijs: planning VGR g, peildatum 31 maart 2022.
e Financiën
Het verwacht resultaat neemt licht af naar € 4,56 miljoen positief, een daling van € 0,27
(afgerond € 0,3) miljoen tegenover € 4,84 miljoen positief op de vorige peildatum.
Dit overschot wordt voldoende groot geacht om mogelijke toekomstige extra indexeringen die
nog niet verwerkt zijn in de Prognose uitgaven op te vangen. Daarbij dient te worden
opgemerkt dat de toekomstige prijsontwikkelingen lastig te voorspellen zijn en dat de
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 4 van 7
gehanteerde inschattingen van de afgelopen periode telkens naar boven dienden te worden
bijgesteld.
Budgetmonitor (in Me) VGR1o | VGRg | Mutatie
Datum standlijn 1-9-2022 1-3-2022
Prognose budget
Prognose uitgaven (Einde Werk) 219,5 21514 Ll
Gerealiseerd 181,9 158,6
In opdracht 12,2 31,4
Nog op te dragen (incl. risicovoorziening) 25,4 25,4
Voorzien overschot of tekort
“ogenschijnlijk verschil in optelling als gevolg van afronding
VGR10 VGR9
250 B Voorzien tekort
200 bami El B Voorzien overschot
0 Nog op te dragen
10 In opdract
B In opdracht
50
_ B Gerealiseerd
Fig. 2: Budgetontwikkeling De Entree (peildata 1/9/22 (VGR 10) en 1/3/22 (VGR 9).
Prognose inkomsten: + € 3,8 miljoen
e _Bijde 4-maands rapportage zijn naar aanleiding van de prijsstijgingen in de markt de
bedragen voor de investeringen bijgesteld. Voor het project De Entree is een
aanvullend indexeringskrediet van €3,8 miljoen toegekend en als aanvulling op het
budget meegenomen. De hoogte van dit bedrag is inmiddels niet meer toereikend
door de werkelijke prijsstijgingen die nog hoger zijn, zie daarvoor de toelichting op de
prognose uitgaven einde werk
Prognose uitgaven: + € 4,1 miljoen
Dit is een saldo van de volgende plussen en minnen:
e Eenstijging van € 4,8 miljoen door prijsstijgingen. Circa € 3,2 hiervan is gerelateerd
aan het lopende werk op hoofdcontract en € 1,6 aan het naar boven bijstellen van de
raming voor Entree West naar het actuele prijspeil.
e _Eendaling van € 2,5 miljoen op het hoofdcontract door:
a) verlaging van de prognose personele inzet en andere kosten met € 1,8 miljoen.
b) verlaging van de risicoreservering met € 0,7 miljoen doordat weer een groter deel
van het werk is opgeleverd is en verlaging van de verwachtingswaarde van de nog
resterend risico’s;
e Een stijging van € 1,8 miljoen op het deelcontract Entree West door:
a) verhoging van de voorbereidingskosten vanwege de langere verwachte
doorlooptijd met € 1,7 miljoen;
b) verhoging van het risicoprofiel met € o,1 miljoen;
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 5van7
P-waarde:
In VGR g is aangegeven dat de P-waarde, d.w.z.de inschatting van de waarschijnlijkheid
dat het project voor de beschikbare dekking wordt gerealiseerd op basis van een
zogenaamde probabilistische analyse verbetert naar 77% (P77). Voor de huidige
voortgangsrapportage is geen P-Waarde bepaald. In de huidige marktomstandigheden
heeft de variabele ‘indexering’ een zodanig grote bandbreedte dat het de ‘onzekerheid in
de prognose’ te zeer beïnvloedt om een probabilistische analyse uit te voeren. Gesteld kan
worden dat de hoge indexering druk zet op de waarschijnlijkheid of we binnen de
aanvullende dekking blijven. Het project gaat er vooralsnog vanuit dat eventuele nog niet
voorziene extra prijsstijgingen kunnen worden opgevangen binnen het momenteel
verwachte positieve projectresultaat van ca 4,6 miljoen.
e Risico's
In algemene zin is het risicoprofiel gedaald, met name doordat diverse kritieke
werkzaamheden zijn afgerond en de resterende looptijd van het hoofdcontract is afgenomen.
Het risico op vertraging is daarmee ook afgenomen. Tegelijkertijd blijft gelden dat er sprake is
van (exogene®) risico’s die de afronding van de werkzaamheden en het moment van
ingebruikname nadelig kunnen beïnvloeden. Zo zien we dat het steeds lastiger is om de
continue prijsstijgingen in te schatten. Vanwege dit laatste effect is het “stoplicht” op geel
gezet.
De actuele top risico’s:
1. Corona claim van opdrachtnemer zorgt voor hogere kosten (Trend: A)
Beheersmaatregel: Opdrachtgever volgt het Handelingskader Corona Claims en stemt de reactie
voorafgaand op betaling af met Inkoop beleid.
2. _Spoorkwaliteit voldoet niet aan contractuele eisen waardoor de gemeente GVB mogelijk
voor extra kosten voor beheer en onderhoud dient te compenseren (Trend: >)
Beheersmaatregel: Opdrachtnemer is in gebreke gesteld voor geleverde kwaliteit en
standpunten zijn uitgewisseld. Dit leidt waarschijnlijk niet tot een oplossing. Gang naar de
Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen om dit punt te beslechten is in voorbereiding.
3. Kosten lopen op door extreme inflatie (Exogeen, Trend: A}
Beheersmaatregel: Voor zover mogelijk zijn inschattingen van de financiële impact voor de
extreme inflatiecijfers gemaakt en opgenomen in de prognose. Daarbij dient te worden
opgemerkt dat de toekomstige prijsontwikkelingen lastig te voorspellen zijn. Belangrijk
aandachtspunt: de marktwerking voor het nog op de markt te zetten werk Entree-West.
4. Openstelling stalling vertraagt door het moeilijk verkrijgen van capaciteit vit de markt
voor afronding laatste werkheden door opdrachtnemer; (Trend: A)
Beheersmaatregel: Tijdig informeren van betrokken partijen zoals NS, Prorail en Vervoerregio
over gewijzigde planning en de reden ervan.
5. _Hellingbanen niet veilig tijdens gebruik, zijn mogelijk te glad bij regen. Dit kan daarnaast
leiden tot imagoschade project Entree. (Exogeen, Trend: ©)
Beheersmaatregel: Na opening start monitoring. Mogelijke oplossingen zoals extra fietscoaches
als ook een tijdelijke en definitieve noodoverkapping zitten niet in de scope van het
* Met exogene risico's worden hier risico’s bedoeld die wel impact hebben op het project en haar doelstellingen maar waar
de projectorganisatie geen invloed (meer) op kan uitoefenen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 6 van 7
project Entree. Deze worden verkend en voorbereid als onderdeel van een separaat
project.
e Kwaliteit en organisatie
e Bemensing Entree West
In juni, vier maanden later dan voorzien, is de positie projectmanager deelproject Entree
West ingevuld. Continuïteit van de bemensing blijft een punt van zorg. Dit geldt voor eigen
personeel als de externe inhuur. Ook betekent het afronden van het project dat
medewerkers op andere projecten worden ingezet en de (deeltijd) beschikbaarheid voor de
Entree afneemt.
e Samenwerking met strategische partners
De Stuurgroep waarin Vervoerregio Amsterdam, GVB, R&D en stadsdeel Centrum
vertegenwoordigd zijn kwam in juni 2022 bijeen. Er zijn afspraken gemaakt inzake de
exploitatie (door NS) en beheer en onderhoud van de stalling.
e _Stakeholdertevredenheid
De verhalen over de mensen en het werk van De Entree krijgen op sociale media vaak
opvallend veel views en positieve feedback. Met opheffing van coronamaatregelen is het
aantal bezoeken aan het project en specifiek de fietsenstalling toegenomen, tot grote
waardering van de stakeholders.
Het Ondernemersoverleg, dat al sinds jaar en dag elke zes weken informeert over de
ontwikkelingen, vond tot tevredenheid van de deelnemers ook af en toe weer live plaats.
De laatste fase van het spoor- en bovenleidingwerk in juli 2022 is voor de omgeving soepel
verlopen. Het herstel van de gevels na verwijdering van oude muurankers voor de
bovenleiding is ook naar tevredenheid van alle eigenaren afgerond.
e Juridische zaken
Twee horecabedrijven dienden een claim in voor nadeelcompenstatie. De behandeling
hiervan ligt bij het gemeentelijk schadeloket.
Daarnaast kondigden de vervoersbedrijven EBS en Connexxion aan mogelijk een claim te
gaan indienen vanwege de stremming van de Oostertoegang in 2021.
e Verkeersveiligheid
De teruggekeerde toeristen en touringcars maakt dat het weer veel drukker is in het
gebied. Met hulp van stewards van Programma Touringcar en afstemming met de
opdrachtnemer is dit in goede banen geleid.
Het bouwverkeer voor de stalling bij de poort bij de kruising Martelaarsgracht was een
blijvend aandachtspunt en wordt altijd begeleid door een regelaar.
e Tegenspraak
Tegenspraak wordt in de regel georganiseerd vooraf aan belangrijke keuzemomenten,
bijvoorbeeld voor het vitvoeringsbesluit of wanneer tijdens tegenvallende realisatie een
spiegel nodig is. Hiervan is in de rapportageperiode geen sprake geweest. Er vonden
daarom dan ook geen tegenspraaksessies plaats. Wel is voor het te contracteren
Bouwteam van Entree West met project Oranje Loper gesproken over hun bevindingen
met bouwteams. Ook hebben projectteamleden op verschillende platforms hun kennis en
ervaring gedeeld, in het bijzonder over de audit en de nasleep ervan.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 7 van 7
e Audit aanbevelingen
Begin 2021 is, naar aanleiding van een geconstateerd tekort, een externe audit uitgevoerd. In
deze audit zijn 13 (geaggregeerde) verbetermaatregelen voorgesteld, met accent op a)
versterking van de projectbeheersing en verbetering van de financiële administratie, b)
beheersing van de scope van het project en c) het intensiveren van de bestuurlijke
betrokkenheid. Alle verbetermaatregelen vit de audit zijn geïmplementeerd. In een aantal
gevallen zijn dit blijvend acties, bijvoorbeeld m.b.t. aangescherpte projectbeheersing en
verhoogd kostenbewustzijn.
d) Actualiteit en vooruitblik
Het geheel overziend concludeer ik dat het project er goed bij staat. De beheersing van het project
is op orde en de positieve lijn, zoals te zien was in de vorige VGR, is doorgezet.
Begin november wordt het maaiveld van de middenkom inclusief de rondvaartsteigers
opengesteld en zal het bouwterrein zich beperken tot een gebied rond de ingang van de
fietsenstalling. Daarrmee zijn dan bijna alle werkzaamheden voor het station zichtbaar afgerond.
Begin 2023 wordt naar verwachting de stalling feestelijk geopend in aanwezigheid van NS, Prorail
en de Vervoerregio. Vanaf dat moment zullen alle stallingen rond het station een 24 uur gratis
regime kennen.
Het streven is om vervolgens in de eerste helft van 2023 een eindrapportage in het kader van de
regeling risicovolle projecten (RRP) op te stellen en met u te delen. Afhankelijk van hoe kort deze
op VGR 11 komt te liggen, worden beide rapportages mogelijk gecombineerd. Insteek is dat het
deelproject Entree West vanaf dan als regulier project, met een relatief beperkte financiële
omvang en complexiteit, verder zal kunnen gaan.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
ALD Ar fs N
A 7 |
GS
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Brief | 7 | test |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 549
Datum akkoord 25 augustus 2014
Publicatiedatum 27 augustus 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer N.T. Bakker
en de heer J.P. Kwint van 31 juli 2014 inzake de ontdekking van asbest In
de kleedruimte van het Amsterdam Centraal Station.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Recent werd schoonmakers op Amsterdam Centraal Station verteld dat zij geen
gebruik meer mogen maken van de opkomst- en kleedruimtes, omdat er in deze
ruimtes asbest zou zitten. Hier zijn ze behoorlijk van geschrokken. Medewerkers
vertoeven al jaren in deze ruimte, die er tevens om bekend staat dat er ‘stof’ dwarrelt
als er een trein overheen rijdt.
Amsterdam Centaal Station is een belangrijk logistiek knooppunt in de stad waar
dagelijks tienduizenden mensen gebruik van maken: Reizigers, forenzen,
medewerkers bouwvakkers. Het feit dat (enkele van) deze groepen het risico lopen
om te worden blootgesteld aan asbestbesmetting is derhalve zorgwekkend.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 31 juli 2014, beiden namens
de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college bekend met de hiervoren beschreven situatie?
Antwoord:
Ja. De GGD Amsterdam, afdeling Milieu en Gezondheid, heeft op 1 augustus
2014 contact gehad met de procesmanager schoonmaak van één van de
schoonmaakbedrijven werkzaam op het Centraal Station. Bij de schoonmakers
was ongerustheid ontstaan over de aanwezigheid van asbest in de kleedruimte
op het Centraal Station te Amsterdam. Gezien het feit dat het een arbeidssituatie
betrof heeft de GGD toen geadviseerd om contact op te nemen met de
arbodienst van het betreffende schoonmaakbedrijf of NS. Op basis van de door
deze procesmanager verstrekte informatie, was de inschatting van de GGD dat er
geen gezondheidsrisico's waren voor publiek en er geen verdere actie vanuit de
GGD nodig was. Inmiddels is de informatie over deze situatie aangevuld met
onderzoeksresultaten.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lo Gemeenteblad
Datum 27 augustus 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 31 juli 2014
2. Onderschrijft het college de mening dat in een belangrijke voorziening als
Amsterdam Centraal Station de volksgezondheid moet worden gegarandeerd?
Antwoord:
Ja, dat onderschrijft het college.
3. Is het college bereid om Prorail duidelijkheid te laten verschaffen over
de volgende zaken:
a. Waarom is de aanwezigheid van asbest nu pas ontdekt, terwijl er al zoveel op
Amsterdam Centraal Station is gebouwd/verbouwd?
Antwoord:
Op verzoek van college heeft de GGD Amsterdam contact gezocht met
ProRail. Hieruit bleek dat NS verantwoordelijk is voor de werkzaamheden in
het kader van het project Warmte en Koude Opslag (WKO), waarbij leidingen
boven de verblijfsruimtes van de schoonmakers worden aangelegd. Hierop
heeft de GGD de benodigde informatie ingewonnen bij NS.
Asbest is niet eerder ontdekt, omdat het asbesthoudend materiaal niet direct
zichtbaar aanwezig was maar na gedeeltelijke verwijdering van het verlaagd
plafond als leidingisolatie is aangetroffen. Op 17 juli 2014 is daarvan een
incidentmelding gemaakt door de aannemer. De NS heeft toen per direct het
gehele schoonmakersverblijf laten afsluiten en op 18 juli 2014 zijn er door de
firma Asbest Solutions in opdracht van NS, metingen verricht (kleef- en
luchtmonsters). Hieruit bleek dat op 4 van de 38 kleefmonsters asbest is
aangetroffen. Deze 4 positieve kleefmonsters betreffen twee ruimtes. Buiten
deze ruimtes waren alle kleefmonsters schoon. In geen van de luchtmetingen
zijn asbestvezels aangetroffen.
b. Zijn er meer ruimtes op Amsterdam Centraal Station met asbest? Zo ja, welke
ruimtes?
Antwoord:
Uit de het asbestinventarisatierapport van 22-7-2014 (conform NEN 2991)
uitgevoerd door Asbest Solutions op 18 juli 2014 blijkt dat zich asbest boven
de plafonds bevindt in de ruimtes C, D, E en mogelijk F.
Ruimte A (lockerruimte) en C (gebedsruimte) waren in gebruik door
personeel. Ruimte D (kantoorruimte) was ontruimd, maar niet afgesloten en
werd ook gebruikt door schoonmaakpersoneel.
In ruimte A en is geen asbest aangetroffen.
In ruimte C en D is op enkele kleefmonsters asbest aangetroffen. Uit de
luchtmetingen 1 dag na de vondst van asbestverdacht materiaal bleek dat er
geen asbestvezels in de lucht aanwezig waren. Deze ruimtes waren nog in
gebruik tijdens de werkzaamheden en zijn direct na de vondst van
asbestverdacht materiaal afgesloten.
In ruimte E is asbest aangetroffen boven het plafond, maar niet in de ruimte.
In ruimte F bevindt zich mogelijk asbest boven het plafond, maar niet in de
ruimte.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lo Gemeenteblad
Datum 27 augustus 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 31 juli 2014
NS zal het aangetroffen asbest saneren en tevens de constructie en leidingen
die zich boven het oude plafondniveau bevinden laten schoonmaken i.v.m.
mogelijke vezelrestanten. Gedurende de periode van de sanering en de
daaropvolgende bouwwerkzaamheden zullen alle schoonmakers elders op
het station gehuisvest blijven.
c. En welk gezondheidsrisico lopen bouwvakkers, stationsmedewerkers en
reizigers op dit moment?
Antwoord:
NS is verantwoordelijk voor de inschatting van gezondheidsrisico's voor
werknemers zoals bouwvakkers, schoonmakers en andere
stationsmedewerkers. Na overleg met NS is gebleken dat zij dit zeer serieus
nemen. NS heeft een onafhankelijk arbeidshygiënist ingehuurd om alle
schoonmakers in een individueel gesprek voor te lichten over de mate waarin
zij mogelijk zijn blootgesteld aan asbest en risico hebben gelopen.
De GGD Amsterdam heeft als taak het waarborgen van publieke gezondheid
en is daarmee verantwoordelijk voor het inschatten van de risico's voor
publiek en reizigers.
Uit de het asbestinventarisatierapport van 22-7-2014 (conform NEN 2991),
uitgevoerd door Asbest Solutions op 18 juli 2014, blijkt dat asbestvezels zich
niet hebben verspreid buiten de eerdergenoemde ruimtes C en D. Bovendien
zijn er in de lucht tijdens metingen geen vezels aangetroffen. De inschatting
van de GGD Amsterdam op basis van het rapport van Asbest Solutions en de
door NS verstrekte informatie is dat reizigers en publiek op het Centraal
Station Amsterdam niet aan extra asbestvezels (ten opzichte van de
achtergrondeoncentratie) zijn blootgesteld. Daarom is er voor reizigers en
publiek geen sprake van een daaruit voortvloeiend gezondheidsrisico door
asbest.
4. Is het college tevens bereid om bij ProRail op acties aan te dringen, als de
gezondheidssituatie daarom vraagt?
Antwoord:
Voor de schoonmakers en andere stationsmedewerkers onderneemt NS
passende vervolgstappen, zoals aangegeven bij vraag 3c. Wat betreft reizigers
en publiek zijn er geen aanwijzingen dat er op dit moment risico’s voor de
gezondheid zijn ten gevolge van de aanwezigheid van asbest op het Centraal
Station Amsterdam. Naar het oordeel van het college is het daarom niet nodig
nadere actie te ondernemen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 7 juni 2023
Ingekomen onder nummer 315
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Hoogtanders, Boomsma en Kreuger inzake projecten
MBO enkel toetsen op bijdrage hoofddoelen
Onderwerp
Toets projecten van mbo-instellingen enkel op hun bijdrage aan de hoofddoelen van de MBO
Agenda.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Vaststellen van de MBO-Agenda 2023-2027, het Economisch Ar-
beidsmarktbeleid 2023-2026 en kennisnemen van de begeleidende raadsbrief.
Constaterende dat,
-_Naast de subsidie-eis dat projecten/activiteiten van de mbo-instellingen moeten bijdra-
gen aan een of meerdere doelen van de MBO Agenda, projecten gericht op niveau 1en 2
studenten of met een duidelijk innovatief karakter voorrang krijgen en voornamelijk pro-
jecten uit de stadsdelen Nieuw West, Noord, en Zuidoost worden gestimuleerd. *
Overwegende dat,
-__Het doel van de MBO Agenda is om een stevige impuls te geven aan de toeleiding naar
het MBO, de kwaliteit van het MBO en de aansluiting op de arbeidsmarkt;
-_Focus op een aantal doelen nodig is voor een maximaal effect van de gemeentelijke mid-
delen en de uitwerking van de MBO Agenda al breed is;
-_ De extra prioriteiten in de MBO Agenda niets toevoegen aan de hoofddoelen, maar de
subsidieregels alleen maar verfijnen met als gevolg versnippering;
-__ De investeringen die de gemeente Amsterdam doet in het MBO ten bate moeten komen
van alle leerlingen en bedrijven, ongeacht woon- of vestigingsplaats.
1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/1278678o/1/MBO-agenda_2023-2027
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Af te zien van de prioritering en stimulatie van bepaalde projecten bij de verdeling van de subsidie-
gelden en de projecten/activiteiten van de mbo-instellingen enkel te toetsen op de bijdrage aan
een of meerdere hoofddoelen van de MBO Agenda.
Indiener(s),
Y.F.W. Hoogtanders
D.T. Boomsma
K.M. Kreuger
| Motie | 2 | discard |
VN2021-015675 Gemeenteraad
Gemeentelijke x Gemeente RAAD
ombudsman X Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van o7 juli 2021
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 5
Datum besluit 24 juni 2021 24 juni 2021
Onderwerp
Jaarrekening 2020 Ombudsman Metropool Amsterdam
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
Positief te adviseren met betrekking tot de jaarrekening 2020 van de Ombudsman Metropool
Amsterdam
Wettelijke grondslag
Artikel 13 Gemeenschappelijke Regeling Ombudsman Metropool Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
Voor u ligt de jaarrekening 2020 waarin de Ombudsman Metropool Amsterdam financiële
verantwoording aflegt over het afgelopen jaar. Het jaar stond voor een groot deel in het teken
van de uitbraak van COVID-19, waardoor enkele projecten zijn stopgezet en de beperkingen
ontmoetingen en ons fysieke spreekuur bemoeilijkten. De reguliere klachtbehandeling ging echter
gewoon door en waar nodig spraken wij in de buitenlucht met inwoners af.
Een onderzoek dat begin 2020 extra urgentie heeft gekregen vanwege de uitbraak van COVID
19 is een onderzoek naar de leefwereld van ongedocumenteerden. Dit onderzoek is inmiddels
afgerond. Daarnaast zijn andere onderzoeken gestart en afgerond in 2020. Zo zijn de resultaten
van de Kinderrechtenscan met vu gedeeld en wordt momenteel gewerkt aan een vervolg. Ook
heeft de ombudsman een bemiddelende rol gespeeld bij klachten als gevolg van de tijdelijke
terrasuitbreiding. Verder speelde de ombudsman in 2020 een rol bij het herstellen van de schade en
het leed als gevolg van de kinderopvangtoeslag affaire. Deze bezigheden lopen in 2021 door.
Een voorgenomen onderzoek waarbij wij ons tijdelijk zouden vestigen in Zuidoost is stopgezet,
aangezien persoonlijke ontmoetingen en samenkomsten helaas niet mogelijk waren en er nog geen
perspectief is op verbetering. Een onderzoek naar uitgaansoverlast is, vanwege de sluiting van de
horeca, eveneens stopgezet.
Op het gebied van (algemene) bedrijfsvoering van de Ombudsman Metropool Amsterdam geldt dat
er in 2020 geen bijzondere wijzigingen hebben plaatsgevonden.
Onderbouwing besluit
n.v.t
Financiële onderbouwing
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Geheimhouding
Gegenereerd: vl.10 1
VN2021-015675 % Gemeente Gemeenteraad
Gemeentelijke % Amsterdam RAA D
ombudsman %
Voordracht voor de raadsvergadering van o7 juli 2021
n.v.t.
Welke stukken treft v aan
AD2021-057765 Controleverklaring Ombudsman Metropool Amsterdam 2020. pdf (pdf)
AD2021-057693 Gemeenteraad Voordracht (pdf)
AD2021-057763 Jaarrekening OMA 2020.pdf (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Zouhair el Yandouzi, zouhair@®ombudsmanmetropool.nl, tel. o20 254 70 20 Alida Williams,
[email protected], tel. o20 254 70 19 May Pastoors, [email protected],
tel. 020 254 70 11
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 640
Datum akkoord college van b&w van 13 juni 2017
Publicatiedatum 14 juni 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Boutkan en N.T. Bakker van 25 april
2017 inzake het partnership van Uber bij de Amsterdam Economic Board.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
21 april 2017 is op de website van de Amsterdam Economic Board bekendgemaakt
dat Uber een nieuwe partner is van de Amsterdam Economic Board. De Amsterdam
Economic Board heeft als missie de welvaart en het welzijn in de metopoolregio
Amsterdam duurzaam te versterken. Hiervoor gaat ze verschillende partnerships aan.
De partners van de Amsterdam Economic Board dragen bij aan innovatie en
duurzame economische groei in de Metropoolregio Amsterdam. Het is de ambitie van
de Amsterdam Economic Board om in 2025 te behoren tot de top 3 van meest
innovatieve regio’s in Europa. Om deze ambitie te realiseren werkt ze samen met
toonaangevende organisaties en kennisinstellingen.
Op 24 april 2017 kwam er een privacyschandaal bij Uber naar boven. Het bedrijf
herkende smartphones en weet, zelfs wanneer de fabrieksinstellingen waren
teruggezet, wie er een account op het toestel heeft gehad. Uber hield dat met een
listige truc geheim voor Apple.
Het incident staat niet op zichzelf. Drie keer eerder kwamen privacyschandalen bij
Uber naar boven. Daarnaast overtrad Uber met UberPop eerder de Nederlandse
Taxiwet en werd het daarom beboet door de Inspectie voor de Leefomgeving en
Transport. Ook beschuldigde oud-medewerkers van Uber van seksuele intimidatie.
Nieuwe activiteiten van Uber in Nederland zijn controversieel te noemen, zoals
UberEats (inzetten van minderjarige ZZP'ers die dachten als medewerker te werken)
en UberPop (taxi's met niet-gelicenseerde chauffeurs). Kortom het taxibedrijf Uber
heeft een bedenkelijke reputatie als het gaat om het overtreden van wet- en
regelgeving en zich houden aan goed werkgeverschap. Ze voeren bovendien een
agressieve PR-campagne waarbij het buigen van de geldende regels naar hun wens
lijkt te worden verkozen boven het netjes houden aan de wet, zoals normale bedrijven
doen.
Ten slotte bleek uit een analyse van Fortune dat Uber via Nederland buiten de
Verenigde Staten bijna geen belasting betaalt. Hiervoor heeft het twee Nederlandse
bedrijven opgericht. Daarbij leed het bedrijf in 2016 een verlies van 2,8 miljard dollar.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Boutkan en N.T. Bakker, respectievelijk
namens de fracties van de PvdA en de SP, op grond van artikel 45 van het
Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen
aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng bo Gemeenteblad
Datum 14 juni 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 25 april 2017
1. Is het college op de hoogte van het partnership van Uber bij de Amsterdam
Economic Board?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van de berichtgeving. Er is een onderscheid
tussen de leden van de Board zelf (het strategisch orgaan) en de leden van de
Network Council (het partnernetwerk van de Board). Uber is lid geworden van de
Network Council, een netwerk van 130 bedrijven, kennisinstellingen en
overheden. De Amsterdam Economic Board bestaat in totaal uit 25 bestuurders
van kennisinstellingen en bedrijven, wethouders en burgemeesters uit de
Metropoolregio Amsterdam (MRA) die samen een ambitie en visie voor
economische ontwikkeling in de metropoolregio bepalen.
2. Is het college betrokken bij de toewijzing van nieuwe partnerships aan de
Amsterdam Economic Board?
Antwoord:
Nee. Alle bedrijven en organisaties werkzaam in de Metropoolregio Amsterdam,
die de ambitie hebben zich in te zetten voor het versterken van een slimme,
gezonde en groene Metropoolregio Amsterdam, kunnen tegen betaling lid worden
van de Network Council. Wanneer bedrijven zich niet aan de Nederlandse wet- en
regelgeving houden zal het lidmaatschap worden heroverwogen. De Board zal
voor oktober 2017 voor toetreding en ontzegging van het lidmaatschap van de
Network Council een Code of Conduct opstellen.
3. Hoe rijmt het college het partnership van Uber bij de Amsterdam Economic Board
met de ambitie zoals hierboven benoemd en op de website van de Economic
Board te vinden?
Antwoord:
De Amsterdam Economic Board zoekt naar samenwerkingen en innovatieve
oplossingen voor vijf specifieke grootstedelijke uitdagingen. Mobiliteit is hier één
van. Niet alleen is Uber een mondiale speler als het gaat om vernieuwende
mobiliteitsstrategieën, ze is bovendien gevestigd in de Metropoolregio
Amsterdam.
Daarom zijn ze lid geworden van de Network Council van de Board.
4. Ziet het college Uber als een toonaangevende organisatie waarmee ze graag
samenwerkt?
Antwoord:
Uber is één van de partijen die vanuit hun eigen invalshoek en ervaring kan
meedenken over nieuwe ideeën, het toepassen van nieuwe technologie en de
ontwikkeling van nieuwe businessmodellen voor mobiliteitsvraagstukken in de
Metropoolregio Amsterdam.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer euri 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 25 april 2017
5. Is het college op de hoogte van de privacy-schandalen, overtredingen,
belastingontduikingen en seksuele intimidaties van en bij Uber? Indien ja, wat is
het oordeel van het college hierover?
Antwoord:
Ja, het college is op de hoogte van de internationale berichtgeving over Uber. Het
college is uiteraard van mening dat Uber zich net als alle andere bedrijven aan de
Nederlandse wet- en regelgeving moet houden.
6. Deelt het college de mening van de fracties van de Pvd en de SP dat bedrijven
die zich niet aan de wet houden niet geschikt zijn als partner van de Amsterdam
Economic Board? Ook als dit geldt voor overtredingen van wetgeving in de
Verenigde Staten?
Antwoord:
Uber voldoet voor zover op dit moment bekend aan de nationale en lokale wet- en
regelgeving. Wanneer bedrijven zich niet aan de Nederlandse wet- en
regelgeving houden zal het lidmaatschap worden heroverwogen. De Board zal
voor oktober 2017 voor toetreding en ontzegging van het lidmaatschap van de
Network Council, een Code of Conduct opstellen.
7. Deelt het college de mening van de fracties van de Pvd en de SP dat Uber als
belastingontduiker gezien kan worden en daarmee niet geschikt is als
samenwerkingspartner zoals ook besloten in het initiatiefvoorstel van de fracties
van de PvdA, GroenLinks, de Partij van de Dieren en de SP?
Antwoord:
Nee, deze mening deelt het college niet. Uber handelt voor zover op dit moment
bekend conform nationale belastingwetgeving en kan derhalve niet als
belastingontduiker worden aangemerkt.
8. Ziet het college Uber als een bedrijf dat kan dienen als voorbeeld van goed
werkgeverschap en daarmee passend in de ambitie van de Amsterdam Economic
Board?
Antwoord:
Ja, in die zin dat Uber een bedrijf is dat gevestigd is in de Metropoolregio
Amsterdam en een belangrijke speler is waar het gaat om vernieuwende
mobiliteitsstrategieën. Deze innovaties kunnen een positieve invloed hebben op
de mobiliteitsvoorzieningen in de regio. Uber is een platform en de chauffeurs die
van Uber gebruik maken zijn niet in dienst bij Uber, noch worden chauffeurs
gedwongen gebruik te maken van het platform. Blijkbaar is de door Uber
gehanteerde formule aantrekkelijk genoeg voor chauffeurs om er gebruik van te
willen maken.
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer euri 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 25 april 2017
9. Een partnerschap bij de Amsterdam Economic Board geeft Uber vele
mogelijkheden zich op een positieve manier te presenteren aan Amsterdam,
ondernemers en haar bewoners. Gezien alle negatieve publiciteit sluit de fractie
van de Pvd niet uit dat Uber het partnerschap voor positieve PR gaat inzetten.
Hoe wil de Amsterdam Economic Board dit uitsluiten?
Antwoord:
Als lid van de Network Council heeft Uber de mogelijkheid, net als andere leden
om zich te presenteren aan Amsterdam, ondernemers en haar bewoners als het
gaat om haar rol binnen de grootstedelijke uitdaging mobiliteit. De Amsterdam
Economic Board ziet hierin geen bezwaar zolang Uber zich aan de geldende
wettelijke regels houdt en het bedrijf bijdraagt aan de ambities van de Board.
10. Korte tijd nadat de Amsterdam Economic Board het toetreden van Uber via twitter
bekendmaakte, werd de tweet verwijderd. Wat was de reden hiervoor?
Antwoord:
Het woord Partnership zoals vermeld in de tweet leidde tot de veronderstelling dat
Uber in de Board zitting heeft genomen, waarin 25 CEO's en bestuurders zitten.
Dat is niet het geval. Uber is lid geworden van de Network Council. Daar zitten
130 bedrijven, kennisinstellingen en gemeentes in die werkzaam zijn binnen de
MRA in. Zie ook vraag 1. Toen signalen binnenkwamen dat het partnership werd
geassocieerd met een zitting in de Board is — om verdere verwarring te
voorkomen — de tweet verwijderd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
3 T % Aerden
MSTErdlmse DS
eee AE %
woningcorporaties @) ELS
Monitor
Samenwerkingsafspraken
2020-2023
Meting 3- resultaten 2022
Amsterdamse prestatieafspraken tussen de
woningcorporaties, de huurderskoepels en de gemeente.
2023
Monitor Samenwerkingsafspraken meting 2022
Voorwoord
Voor u ligt de derde monitor van de Samenwerkingsafspraken 2020-2023 met de resultaten van
het jaar 2022.
We naderen het einde van de huidige afsprakenperiode. Deze zomer ligt de Amsterdamse Aanpak
Volkshuisvesting ter bespreking voor in de gemeenteraad, terwijl de corporaties, gemeente en
huurderskoepels tegelijkertijd in gesprek zijn om Samenwerkingsafspraken voor de periode 2024 —
2027 te maken. Deze monitor biedt inzicht in de voortgang in de eerste drie jaar van de lopende
afspraken. De meeste afspraken zijn behaald. Twee belangrijke onderwerpen verdienen in deze
tijd extra aandacht, namelijk voorraadontwikkeling en duurzaamheid.
Groei van het aantal sociale huurwoningen
Bij het opstellen van de Samenwerkingsafspraken eind 2019 was het uitgangspunt voor de
woningcorporaties, de huurderskoepels en de gemeente dat iedereen in Amsterdam een
betaalbare, goede en duurzame woning verdient. Daarom zijn de drie partijen overeengekomen
dat er meer woningen bij moeten komen voor juist die groepen die op de vrije woningmarkt buiten
de boot vallen. We zetten inmiddels mooie stappen in de goede richting. Tegelijkertijd realiseren
we ons dat we daarmee slechts een bescheiden bijdrage doen aan de woningnood in de stad. De
vraag naar betaalbare woningen is groter dan ooit.
Het positieve nieuws dat is dat de trendbreuk richting een groei van de voorraad sociale
huurwoningen in Amsterdam in 2022 is doorgezet. Na 20 jaar afname van de sociale voorraad en
de laatste jaren een stabilisatie, is sinds 2021 de beoogde groei ingezet. In 2022 zijn er 890 sociale
huurwoningen bij gekomen. In de drie jaar van de lopende afsprakenperiode (2020 t/m 2022) is
daarmee een groei van 1.499 sociale huurwoningen gerealiseerd. De afspraak voor de periode
2020-2023 is een groei met 3.000 sociale huurwoningen woningen en is destijds bewust ambitieus
gemaakt. Deze afspraak zal helaas niet helemaal worden gehaald.
De huidige verwachting (juni 2023) is dat er in 2023 nog rond de 1.200 sociale huurwoningen bij
komen. Overigens wordt een flink aantal opleveringen van nieuwbouwwoningen verwacht in het
eerste kwartaal van 2024 (zo'n 400 woningen), waarvan de oplevering eind 2023 gepland was. Met
de knelpunten in de bouw is dit een goed resultaat van intensieve samenwerking. De trendbreuk
die nu zichtbaar is, was waarschijnlijk niet mogelijk geweest zonder de ambitieuze plannen. Dit
geeft vertrouwen dat we ook de komende jaren, ondanks de veranderde omstandigheden, verder
kunnen werken aan het realiseren van méér woningen voor hen die het zo hard nodig hebben.
Duurzaamheid
De resultaten op duurzaamheid lopen deels achter bij de gemaakte afspraken, zoals al bleek uit de
monitor van 2021. De doelstelling van het aantal aardgasvrije woningen is inmiddels behaald. Op
andere onderdelen, zoals labelstappen, lopen de prestaties achter. Door de afschaffing van de
verhuurderheffing en de bijbehorende nationale prestatieafspraken is er meer aandacht gekomen
voor de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. Mét de energiecrisis en de fikse stijgingen
van de prijzen in 2022 worden huurders geconfronteerd met betaalbaarheidsproblemen en zien
1
corporaties en gemeente meer dan ooit de noodzaak om de woningen in Amsterdam te
verduurzamen. Dit vergt inspanning van alle partijen en een goede samenwerking.
Een belangrijke opgave is het beter isoleren van alle woningen met slechte energielabels, zodat de
landelijke afspraak over het wegwerken van alle E‚ F en G-labels in de sociale voorraad binnen
bereik komt. Dit kost tijd, terwijl mensen de energierekeningen direct al op zagen lopen. Als
onderdeel van het isolatieoffensief is vanaf het einde van de zomer van 2022 dan ook gezamenlijk
extra ingezet op snelle maatregelen om isolatie te verbeteren in grote delen van de stad, om
mensen te helpen de kosten te beperken.
Terug naar de volkshuisvesting
Samengevat zien we in de afgelopen vier jaar, de periode sinds het maken van de lopende
Samenwerkingsafspraken, een kentering in het denken over woonbeleid en over de rol van
corporaties. Vier jaar geleden hebben we gezamenlijk de koers weten te verleggen van afname
naar groei van het aantal sociale huurwoningen in de stad. Nu komt naast deze groei meer focus
op de kwaliteit van de bestaande woningen en op de ervaring en behoeften van de huurders
binnen de woning en in de leefomgeving.
Tien jaar geleden kregen de corporaties te maken met strenger financieel toezicht en beperktere
opvatting van de kerntaken. Nu is er, met de wooncrisis, een breed gevoelde noodzaak tot
samenwerking aan de opgaven. Een beweging van woningmarkt naar volkshuisvesting. De
corporaties, gemeente en de huurderskoepels werken samen aan het aanpakken van de
gezamenlijke opgaven. Deze samenwerking en het aanpakken van knelpunten in de uitvoering,
vinden we belangrijker dan het scherp afrekenen op achterblijvende resultaten. In de gesprekken
over de nieuwe Samenwerkingsafspraken zoeken de drie partijen hier vormen voor.
Leeswijzer Monitor 2022
Hieronder vindt u per hoofdstuk van de Samenwerkingsafspraken 2020 — 2023 de resultaten in het
jaar 2022. In de linkerkantlijn vindt u steeds in het kort de gemaakte afspraak voor de gehele
periode 2020 tot en met 2023.
Inhoudsopgave
pagina
1. Ontwikkeling woningvoorraad 2
2. Betaalbaarheid 8
3. Woningzoekenden en doelgroepen 1
4, Kwetsbare groepen en wonen met zorg 14
5. Kwaliteit en duurzaamheid 15
6. Leefbaarheid en ontwikkelbuurten 19
7. Financiën 20
2
1. Ontwikkeling woningvoorraad
Betaalbare woningen zijn een schaars goed. De vraag naar woningen is veel groter dan het
aanbod. Daarom moeten we flink investeren in de groei van de sociale woningvoorraad en
in de uitbreiding van het aantal middeldure huurwoningen. Ook willen we stevig blijven
bouwen om in de nieuwe uitbreidingsgebieden en transformatiegebieden gemengde
wijken te realiseren. De gemeente, corporaties en huurders zetten zich gezamenlijk in om
de groei te realiseren.
Groei van het aantal sociale huurwoningen
Corporaties zorgen ervoor dat de voorraad sociale huurwoningen in de periode 2020-2023
Netto met 3.000 woningen toeneemt, dit komt overeen met een meerjarig gemiddelde groei
oename iddeld 750 woni jaar. D | is het saldo van d leverd
sociale huur: van gemidde woningen per jaar. Deze groei is het saldo van de opgeleverde (en
3.000 in 4 jaar aangekochte) nieuwbouw en de sociale huurwoningen die zijn geliberaliseerd, verkocht of
gesloopt. De beoogde groei is gebaseerd op oplevering van gemiddeld 2.500
nieuwbouwwoningen per jaar en lukt alleen als we er gezamenlijk in slagen om een aantal
projecten binnen de afsprakenperiode tot oplevering te laten komen. In 2022 zijn door de
corporaties 1.968 sociale huurwoningen opgeleverd, waarvan 250 tijdelijke woningen.
sonoger In 2022 hebben de corporaties 558 sociale huurwoningen verkocht.
opieverIn
OE WbOU Over 2022 is het aantal zelfstandige sociale huurwoningen per saldo met 890 woningen
sociale huur: toegenomen. De ambitie is om een grotere groei dan 750 woningen jaarlijks te realiseren
jaarlijks 2.500 door het toevoegen van extra tijdelijke woningen. In 2022 zijn 250 tijdelijke woningen
opgeleverd.
Tabel 1 Voorraadontwikkeling sociale huurwoningen corporaties
Nieuwbouw zelfstandige sociale huurwoningen 1.312 1.930 1.718
Nieuwbouw onzelfstandige sociale huurwoningen 0 0 0
Nieuwbouw tijdelijke woningen 0 0 250
Totaal nieuwbouwopleveringen 1,572 1,930 1.968
Aankoop sociale huurwoningen 1 0 1
Verkoop sociale huur particulieren 621 868 hh8
Verkoop sociale huur overig (o.a. corporatie /belegger) 5* 0 0
Sloop sociale huurwoningen 435 156 304
Aantal liberalisaties sociale huurwoningen bij mutatie 316 287 217
(incl'ontliberalisatie’)
Saldo zelfstandige sociale huurwoningen -10 619 890
3
*Dit betreft de complexmatige verkoop van 5 woningen aan een woongroep.
Groei van het aantal middeldure huurwoningen
Netto Corporaties zorgen ervoor dat de voorraad middeldure huurwoningen in de periode 2020-
toename 2023 per saldo met 1.100 woningen toeneemt. In 2020, 2021 en 2022 is het aantal
midaenhuur:
1.100 in 4 jaar middeldure woningen verhuurd door corporaties met (netto) 1.962 woningen gegroeid.
Tabel 2 Saldo aantal middensegment huurwoningen van corporaties
EE NE
Saldo aantal middensegment huurwoningen 452 680 830
Nieuwbouw van sociale huurwoningen
In de periode 2018-2025 willen we 17.500 zelfstandige sociale huurwoningen realiseren,
zoals opgenomen in het Woningbouwplan 2018-2025. Dat doen we door nieuwbouw op
door de gemeente uit te geven grond; door sloop/nieuwbouw van corporatiewoningen;
door verdichting en door transformatie van gebouwen.
Er is zorg over de invloed die stijgende bouwkosten kunnen hebben op de productie. In
2021 is een onderzoek naar bouwkostenontwikkeling gestart dat in 2023 is afgerond.
Hierin lag de nadruk op de eisen voor duurzaamheid die verder gaan dan het bouwbesluit
(hemelwaterverordening, aansluitplicht warmtesystemen) en zijn ook
stedenbouwkundige- en welstandseisen betrokken. In het bouwkostenonderzoek is
geconcludeerd dat de onderzochte eisen tot kosteneffecten leiden. Corporaties streven
naar het bieden van kwalitatieve woningen tegen zo laag mogelijke kosten om zoveel
mogelijk woningzoekenden aan een woning te helpen. De gemeente Amsterdam heeft
ditzelfde doel, en benadrukt dat zij eisen stelt die horen bij het bouwen binnen een
hoogstedelijke context. Partijen blijven in gesprek over welke ‘eisen! en ‘wensen’ passen
binnen Amsterdam en haalbaar zijn voor betaalbare sociale woningbouw.
Start bouw: We hebben afgesproken dat in de afsprakenperiode jaarlijks gestart wordt met de bouw
jaarlijks 2.500 van gemiddeld 2.500 permanente sociale huurwoningen in de gemeente Amsterdam. In
huurwoningen 2022 is de bouw van 2.505 zelfstandige sociale huurwoningen gestart.
Tabel 3 In aanbouw genomen nieuwbouw sociale huur
EE NE
Aantal zelfstandige sociale huurwoningen 2.210 1,449 2.505
Aantal zelfstandig verhuurd als 104 0 0
onzelfstandige sociale huurwoningen
Aantal onzelfstandige sociale huurwoningen 263 0 0
Aantal sociale huurwoningen tijdelijk 0 250 0
4
Gemiddelde oppervlakte reguliere sociale hl] m? 50 m? 57 m?
huurwoning
Aandeel aanpasbaar reguliere sociale huur 96% 89% 89%
Belangrijk is dat het woningaanbod divers is en dat zowel één- als
meerpersoonshuishoudens, jongeren als ouderen, mensen met en zonder beperkingen,
nieuwkomers als doorstromers overal betaalbaar kunnen wonen in de stad. In nieuwe
Gemiddeld uitbreidingsgebieden betekent dit dat de nieuwbouw een mix is van woningen van diverse
rouliete omvang in m2. In bestaande gebieden betekent dit dat de gewenste nieuwbouw afhangt
sociale huur van de (wijzigingen in de) bestaande woningvoorraad.
nieuwbouw In 2022 is van de 2099 reguliere sociale huurwoningen, dit is exclusief jongeren- en
studentenwoningen, het gemiddelde oppervlakte 56 m2. In deze 2099 woningen zijn ook
de 145 woningen van het woonconcept Stadsveteranen van Woonzorg meegerekend.
Deze woningen zijn gemiddeld 36m2 en hebben extra gezamenlijke voorzieningen die
niet meetellen voor het woningoppervlak.
Ook is afgesproken dat tenminste negentig procent van de in aanbouw genomen
> 90% woningen in de sociale huur, dit is exclusief jongeren- en studentenwoningen, aanpasbaar
nieuwbouw gebouwd wordt. Tussen augustus 2021 tot en met juli 2022 is 89% van de in aanbouw
sociaal . . : .
aanpasbaar genomen sociale huurwoningen aanpasbaar. In 2021 is de Aanpak Rolstoelwoningen
opgesteld.
We hebben afgesproken om — met een aanlooptijd van twee jaar en op voorwaarde dat er
locaties zijn - plannen te maken om jaarlijks 250 zelfstandige geclusterde
ouderenwoningen in aanbouw te nemen. De intentieverklaring zelfstandig geclusterd
wonen voor ouderen in Amsterdam is op 1 juli 2020 ondertekend door de wethouder
Bouwen en Wonen met 22 andere partijen. Hierin staat een gezamenlijke opgave om
binnen vijf jaar 2.000 geclusterde ouderenwoningen in aanbouw te hebben genomen,
waarvan 1.000 in de sociale huur; 500 in de middeldure huur en 500 in de vrije sector. Het
resultaat is een start bouw van 239 seniorenwoningen in het jaar 2022. Hierbij moet
worden opgemerkt dat het tijd kost om projecten met geclusterde ouderenwoningen in
de planvoorraad op te nemen. Daarom is het tempo niet gelijkmatig over de jaren
verdeeld.
In de Samenwerkingsafspraken 2020-2023 is afgesproken dat de corporaties en gemeente
in 2021 om tafel gaan om aanvullende afspraken in het verlengde van het handboek
‘Natuurinclusief bouwen en ontwerpen’ te maken. Er zijn geen concrete aanvullende
afspraken gemaakt met de corporaties. De focus lag en ligt momenteel op het
natuurinclusief renoveren/isoleren in de bestaande voorraad.
Ontwikkelende partijen moeten bij de woningbouwtenders voldoen aan een
drempelwaarde van 30 punten uit het puntensysteem Natuurinclusief bouwen. Dit geldt
ook voor corporaties.
5
Gemengde stad, gemengde wijken
Verkoopafspraken Amsterdam heeft een gemengde woningvoorraad met in alle wijken aanbod in de sociale
in gebieden met huur, middeldure huur en dure huur en koop. De corporaties spelen van oudsher een grote
Der 15% rol in het behoud van deze gemengdheid. Het doel is om dit gemengde woningaanbod in
0,
voorraad sociale stand te houden, zodat er geen gebieden ontstaan die niet toegankelijk zijn voor
huur bewoners met een laag-of middeninkomen en er evenmin gebieden ontstaan waar geen
bewoners zijn met een hoger inkomen. Bij het maken van de afspraken is onderscheid
gemaakt tussen de gebieden op basis van het aandeel sociale huur (van corporaties en
particuliere verhuurders tezamen). Waar dit aandeel onder 45% lag, zijn corporaties
terughoudend met verkoop of is dit uitgesloten. Dit geldt eveneens voor gebieden waar
dit percentage boven 45% lag, maar waar veel woningen door particulieren worden
verhuurd. In deze gebieden kan immers het aandeel sociale verhuur als gevolg van
liberalisatie door particuliere verhuurders snel onder 45% zakken. In 2022 zijn 556 sociale
huurwoningen verkocht. 165 van deze woningen liggen in één van de gebieden waarvoor
verkoopafspraken zijn gemaakt.
Tabel 4 Verkoop sociale huurwoningen corporaties
DXO1 Centrum-West 10 4 6
DX02 Centrum-Oost 18 30 30
DX05 Oud-West/De Baarsjes 35 44 54
DX08 De Aker, Sloten en Nieuw Sloten 6 1 4
DX10 Oud-Zuid 21 25 16
DX11 Buitenveldert/Zuidas 14 15 9
DX12 De Pijp/Rivierenbuurt 41 58 47
DX16 IJburg/Zeeburgereiland 0 0 0
Overige gebieden 415 685 392
Totaal 632 868 558
Voor vier gebieden hebben we de afspraak gemaakt dat de absolute voorraad sociale en
middeldure huurwoningen van corporaties in de periode 2020-2023 minimaal gelijk blijft.
De tabel hieronder geeft aan wat de ontwikkeling in 2022 is van deze voorraad.
Tabel 5 Aantal sociale en middeldure huurwoningen corporaties
1-1-2020 1-1-2021 1-1-2022 1-1-2023
DX02 Centrum-Oost 6.439 7.049 7.053 7.087
DX10 Oud-Zuid 5.021 5.008 4,992 5.016
DX11 Buitenveldert/Zuidas 3.123 3.106 3.133 3.125
6
DX16 IJburg/Zeeburgereiland 3,161 3,824 3.831 4,155
Voor het gebied Centrum-West is afgesproken dat verkoop van sociale huurwoningen niet
is toegestaan, tenzij deze verkoop vanuit een van onderstaande redenen is gemotiveerd.
Er is ook afgesproken dat we de verkopen in dit gebied monitoren en beschouwen welke
afwegingen daarbij gemaakt zijn. In 2022 zijn er in Centrum-West 6 sociale huurwoning
verkocht.
Tabel 6 Aantal verkochte sociale huurwoningen Centrum-West
1. Sluit niet aan bij taak (monument/renovatie) 4 1 0
2. Verkoop aan wooncoöperatie 0 0 0
3. Gemengde we <= 6 woningen in bezit 6 3 3
4, Complexgewijze verkoop 0 0 3
Totaal 10 4 6
In de samenwerkingafspraken is de afspraak uit de vorige periode om minimaal 47.000
corporatiewoningen te handhaven in voormalig marktgebied 1 verlengd.
Tabel 7 Corporatiewoningen in Marktgebied 1
| 1-1-2020 1-1-2021 1-1-2022 URL
Aantal corporatiewoningen 48.468 48.642 48.485 48.514
Divers: atelierwoningen, wooncoöperaties, woonwagens
Het is voor de stad van belang dat kunstenaars een woon- en werkplek hebben. De
corporaties dragen hierin bij door atelierwoningen te verhuren en de afspraak is dat de
ijzeren voorraad van atelierwoningen wordt verhoogd van 259 naar 293 atelierwoningen
en dat deze voorraad de komende jaren behouden blijft. Eind 2022 verhuren de
corporaties in totaal 364 atelierwoningen.
Tabel 8 Atelierwoningen corporaties
Tenminste 293
atelierwoningen | 1-1-2020 UEA R/A0PA| (ELO) 1-1-2023
Aantal atelierwoningen 328 328 316 364
Woonwagens
1 Stadsdelen Centrum en Zuid en de gebieden Oud West, Oostelijk Havengebied, Overhoeks en Houthavens.
7
De gemeente Amsterdam heeft locaties voor woonwagens en woonwagen in eigendom
en beheer voor verhuur. De afgelopen twee jaar is gewerkt aan het beleidskader
Woonwagens en standplaatsen 2022-2026. Hierin staan onder andere de afspraken die
moeten worden gemaakt tussen gemeente en corporaties om te onderzoeken of, hoe en
onder welke voorwaarden, de verhuur en het beheer van woonwagens en
woonwagenlocaties op termijn over zouden gaan naar de corporaties. In 2022 zijn er
scenario's met de corporaties verkend, maar daar is tot op heden nog geen gezamenlijk
besluit over genomen.
8
2. Betaalbaarheid
Betaalbaarheid van wonen in Amsterdam is een zorg van ons allemaal. Het Rijk draagt bij
aan de betaalbaarheid via de huurtoeslag. Maar ook dan zijn in een aantal gevallen de
woonlasten in verhouding tot het inkomen te hoog. In Amsterdam kunnen gemeente en
corporaties niet alle oorzaken van betaalbaarheid en betalingsproblemen oplossen. We
concentreren ons op wat we wél kunnen doen om te voorkomen dat huishoudens in
financiële problemen komen door de stijging van de woonlasten of daling van het
inkomen.
Aanbiedingsafspraken sociale huurwoningen
We streven naar een gelijkmatige spreiding van aangeboden sociale huurwoningen:
2 10% sociale 1) Tenminste 70% van de sociale huurwoningen wordt onder de
Auurwoningen aftoppingsgrenzen (€633,25 en €678,66 prijspeil 2021) aangeboden.
aftoppingsgrenzen 2) Per stadsdeel wordt tenminste 70% onder de aftoppingsgrenzen (€633,25 en
€678,66 prijspeil 2021) aangeboden.
3) Het aanbod onder de aftoppingsgrenzen staat in redelijke verhouding tot het
deel woningzoekenden dat gezien het inkomen in aanmerking komt voor dit
prijssegment.
In 2022 is 80% van de woningen aangeboden onder de aftoppingsgrenzen, op
stadsdeelniveau varieert dit van 71% tot 84%.
Tabel 8 Percentage verhuringen onder de aftoppingsgrenzen per stadsdeel
Centrum 11% 61% 11%
West 79% 74% 81%
Nieuw West 88% 84% 18%
Zuid 16% 11% 19%
Oost 71% 71% 84%
Noord 81% 82% 84%
Zuidoost 83% 84% 80%
Amsterdam totaal 80% 19% 80%
9
Figuur 1 Percentage toewijzingen en percentage woningzoekenden naar
doelgroep
1% 6% 1% 7% 1% 3%
21% KA Dae oP a or
KI, rie vENS 69% KI, 68%
toewijzingen 2020 actief toewijzingen 2021 actief toewijzingen 2022 actief
woningzoekenden woningzoekenden woningzoekenden
2020 2021 2022
hogere inkomensgroep
m secundaire doelgroep (inkomen < € 40.024 maar geen recht op huurtoeslag)
= primaire doelgroep (recht op huurtoeslag)
Aanbiedingsafspraken middensegment huurwoningen
Alle woningen van de corporaties die in het middensegment worden aangeboden, zijn
Semidderde woningen met een huurprijs tussen de € 763,47 en € 1.075,26 (prijspeil 2022). Afgesproken
middensegment is dat deze een gemiddelde aanvangshuur van €954,34 hebben (prijspeil 2022).
€ 954,34 Huishoudens met een middeninkomen, een huishoudinkomen tot € 64.407 zijn de
primaire doelgroep voor deze woningen en hebben voorrang. Om de doorstroming in de
sociale huur te stimuleren, hebben woningzoekenden met een middeninkomen die een
sociale huurwoning in de regio Amsterdam achterlaten voorrang: tenminste 50% van het
aanbod wordt met voorrang aan deze groep aangeboden.
= 50% In 2022 lag de gemiddelde aanvangshuur van door corporaties in het middensegment
middensegment verhuurde woningen op €941. 69% van deze woningen is met voorrang aangeboden aan
roolonsle aan kandidaten die een sociale huurwoning in de regio achterlaten. 92% van de middenhuur
doorstromers uit woningen zijn met voorrang aangeboden aan kandidaten met een middeninkomen.
sociale huur
Tabel 10 Gemiddelde prijs en verdeling aanbod middenhuur
EE
Gemiddelde aanvangshuur €917 €940 €941
Aandeel met voorrang aangeboden 69% 16% 69%
(sociale huurwoning in MRA)
Aandeel voorrang middeninkomens 14% 80% 92%
10
Huursomontwikkeling en maatwerk voor huurders in de knel
De corporaties pasten een beperkte huursomstijging boven de inflatie toe om vooral te
Maximaal 1,0% kunnen investeren in de kwaliteit en duurzaamheid van het eigen bezit en in mindere
tuursormstijging mate in nieuwbouw. De corporaties hebben de huren van sociale huurwoningen in 2022
met maximaal 2,3% verhoogd. Deze landelijke norm was gebaseerd op de gemiddelde
jaarinflatie tot december 2021, die veel lager lag dan de inflatie in 2022. De ongewogen
gemiddelde huursomstijging van Amsterdamse corporaties komt in 2022 uit op 2,1%; dat
is 0,2% onder inflatie.
u
3. Woningzoekenden en doelgroepen
Regulier woningzoekenden
Er zijn veel woningzoekenden die met voorrang een sociale huurwoning zoeken of krijgen
toegewezen. Een nog grotere groep heeft geen voorrang. Deze zogenoemde reguliere
> 50% aanbod woningzoekende moet ook toegang hebben en houden tot de sociale huurvoorraad.
sociale huur voor Daarom wordt minimaal 50% van het vrijkomende aanbod, zowel bestaande als
regulier nieuwbouwwoningen, toegewezen aan regulier woningzoekenden. In 2022 is 69% van het
woningzoekenden
aanbod toegewezen aan de groep regulier woningzoekenden.
Tabel 11 Toewijzingen sociale huur
EE NE
Regulier 66% 61% 69%
Kwetsbare huishoudens (PHKG) 21% 29% 22%
Sv-kandidaat 5% 1% 6%
Maatwerk 2% 3% 3%
Totaal 100% 100% 100%
Verhuisregelingen
We willen oudere bewoners de mogelijkheid bieden om door te stromen naar een voor
hen mogelijk meer geschikte woning. Daarnaast willen we doorstroming bevorderen,
Verhuisregelingen onder meer om grotere woningen beschikbaar te krijgen voor gezinnen. Hiertoe hebben
om doorstroming we regelingen ontworpen: Van Groot naar Beter’ (/GNB) en ‘Van Hoog naar Laag’ (VHNL).
te stimuleren
Op basis van gegevens in WoningNet zijn er 90 verhuizingen gerealiseerd met VGNB in
2022. Dat betekent dat deze regeling gezorgd heeft voor de doorstroming van 90 kleine
huishoudens uit grote sociale woningen (70 m2 of meer en 4 kamers of meer) die
beschikbaar kwamen voor gezinnen met drie of meer kinderen.
Vanaf 1 juli 2021 is een aanpassing bij Van Hoog Naar Laag van kracht, namelijk dat
ouderen zich bij hun corporatie moeten aanmelden voor VHNL. Er zijn 87 ouderen met
Van Hoog naar Laag verhuisd in 2022.
Tabel 12 Verhuizingen met verhuisregeling
EE
Van Groot naar Beter 102 111 90
Van Hoog naar Laag 92 106 87
12
Jongerenhuisvesting
We willen jongeren een kans bieden op een betaalbare zelfstandige sociale huurwoning.
Jongeren onder de 28 jaar hebben vanwege hun leeftijd een kortere inschrijfduur dan
andere woningzoekenden en daardoor een lagere slaagkans dan gemiddeld. Door het
aanbieden van betaalbare woningen met een jongerencontract, vergroten we de
slaagkans voor deze jongeren én zorgen we voor doorstroming binnen dit deel van de
voorraad.
< 33% reguliere De afspraak is dat maximaal 33% van het reguliere aanbod met een jongerencontract mag
lordawezen met worden aangeboden aan jongeren en starters (tot 28 jaar). In 2022 is 27% van het totale
jongerencontract aantal verhuringen (8.482) via WoningNet aangeboden met een jongerencontract.
Tabel 13 Aandeel toewijzingen met een jongerencontract
Jongerencontract 21% 25% 21%
Overige contractvormen 13% 15% 13%
Totaal 100% 100% 100%
Grote(re) woningen zijn hard nodig voor de huisvesting van grotere huishoudens, daarom
<5% grotere hebben we afgesproken dat met name kleinere woningen met een jongerencontract
toegewezen met mogen worden verhuurd en maximaal 5% van de vrijkomende grotere woningen met een
jongerencontract jongerencontract mag worden aangeboden. In 2022 is 6% van de grotere woningen met
een jongerencontract verhuurd.
Tabel 14 Aandeel grote(re) woningen verhuurd met jongerencontract
Aandeel van grote woningen binnen de ring (> 40 m?) 13% 11% 1%
Aandeel van grote woningen buiten de ring (> 50m?) 4% 4% 4%
Aandeel van grote woningen totaal 9% 8% 6%
Beroepsgroepen
Docenten, zorgverleners en agenten zijn van groot belang voor de stad. De schaarste op
de woningmarkt raakt deze beroepsgroepen zeer, om deze reden is er een
voorrangsregeling van kracht. De beroepen die in aanmerking komen voor voorrang op de
huurwoningenmarkt zijn in 2021 nog de werknemers in de onderwijs- en zorgsector, per 1
januari 2022 is ook de politie als beroepsgroep toegevoegd. De regeling is ingericht voor
de spoedzoekers, namelijk leraren en zorgmedewerkers die vanwege een tijdelijk
huurcontract hun woning moeten verlaten, ver moeten reizen of inwonen bij anderen.
13
Voorstel in de nieuwe huisvestingsverordening per 1 jan 2023 is om te werken met een
toewijzingsquotum per doelgroep per sector.
De gemeente zorgt voor de voordracht van potentiele huurders uit de beroepsgroepen.
Minimaal 50 De corporaties bieden jaarlijks minimaal 50 sociale en 50 middeldure huurwoningen aan
sociale en 50 de potentiele kandidaten. De regeling blijft onverminderd populair: in 2022 zijn 754
annen kandidaten aangemeld door werkgevers. 375 van deze kandidaten voldeden aan de
aangeboden aan voorwaarden. De corporaties hebben 316 woningen aangeboden aan de beroepsgroepen,
beroepsgroepen waarna er 192 woningen zijn toegewezen.
Tabel 15 Aantal verhuringen aan beroepsgroepen door corporaties
VE NE
Sociale huurwoningen 94 188 170
Middeldure huurwoningen 31 22 22
Totaal 125 210 192
14
4, Kwetsbare groepen en wonen met zorg
Huisvesting kwetsbare groepen
In het programma huisvesting kwetsbare groepen (PHKG) werken de gemeente, de
woningcorporaties en de zorgaanbieders samen om kwetsbare Amsterdammers te
ondersteunen. De hoofddoelstelling van het programma is het realiseren van
Jaarlijks 1.800 woonoplossingen in combinatie met het bieden van ondersteuning. De ondersteuning in
/1.950 woningen de vorm van begeleiding wordt gefinancierd en de uitvoering ervan gevolgd door de
naar kwetsbare
groepen gemeente. De corporaties wijzen jaarlijks tussen de 1.800 en 1.950 reguliere woningen toe
aan de kwetsbare doelgroepen uit het programma en aan WLZ-geïndiceerde
huishoudens. De uiteindelijke doelstelling hangt af van het aantal verhuringen in een
jaartijd. In 2022 heeft dit geleidt tot een doelstelling van 1.950 woningen voor kwetsbare
doelgroepen uit het programma.
In 2022 hebben de corporaties 1.850 woningen geleverd voor de huisvesting van
kwetsbare mensen. Daarnaast zijn 5 huishoudens geholpen met een rolstoelwoning of
een verbouwde rolstoelgeschikte woning, zijn 133 woningen aan statushouders verhuurd
in gemengde complexen en zijn 83 woningen verhuurd aan slachtoffers van de
toeslagenaffaire.
Tabel 16 Toewijzingen kwetsbare huishoudens
ME EE
Toewijzing aan kwetsbare huishoudens (PHKG) 1.785 2.117 1.850
Ouderenhuisvesting
Ouderen die kwetsbaarder worden en langer zelfstandig thuis wonen, hebben belang bij
de juiste ondersteuning van gemeente, corporaties en zorgaanbieders. Daarom is in
februari 2019 het Programma Ouderenhuisvesting 2019-2022 vastgesteld door de
gemeenteraad. Het programma richt zich op de groeiende groep 65-plussers en voert
onder meer de regie over de verbouw en transformatie van intramurale verpleeg- en
verzorgingshuizen in de gemeente Amsterdam. Het doel is om deze locaties te behouden
voor (nieuwe vormen van) ouderenhuisvesting. Het Programmateam Ouderenhuisvesting
voert hiervoor regulier overleg met het Zorgkantoor, de AFWG en betrokken
zorgaanbieders in de werkgroep Zorghuisvesting. Het Programmateam
Ouderenhuisvesting is betrokken bij lopende ontwikkelingen op diverse locaties in de
stad, waaronder Nellestein, de Riekerhof, de Venser en de Driehoven. Over de voortgang
van het programma wordt jaarlijks gerapporteerd: https://www.amsterdam.nl/bestuur-
organisatie/organisatie{ruimte-economie/wonen/ouderenhuisvesting/
15
5. Kwaliteit en duurzaamheid
Woningkwaliteit
Een goede woning is een basisbehoefte van de bewoners van de stad. Gemeente,
corporaties en huurderskoepels willen dat de basiskwaliteit van de woningen in
Amsterdam op orde is. Alle woningen dienen minimaal veilig en gezond te zijn. En daar
waar dit vanwege de woningkwaliteit niet het geval is, moet dat worden verbeterd.
De gemeente zet sinds 2017 extra in op woningkwaliteit, door met Woningkwaliteit extra
aandacht te besteden aan kwaliteit, veiligheid, gezondheid en comfort van de bestaande
woningvoorraad. De corporaties zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun
woningen. Dit geldt uiteraard ook voor die woningen die onderdeel zijn van een VvE.
In 2021 is voor het eerst een gezamenlijk beeld gevormd over de kwaliteit van de totale
corporatievoorraad. In 2022 is een volgende stap gezet en zijn de kwaliteitskaarten
verbeterd. Om de kwaliteitskaarten te verbeteren zijn de onafhankelijke conditiescores en
het aantal woningen met een slechte kwaliteits- en onderhoudsscore per buurt
opgenomen. Door conditiescores op te nemen, wordt objectiever beoordeeld of een
complex ‘slecht’ of ‘matig’ is, omdat het een landelijk geldende norm (NEN 2767) betreft
die een onafhankelijk inspecteur toetst. Door het aantal woningen met een slechte score
per buurt op te nemen blijven slechte complexen in beeld die in wijken staan met een
gemiddeld goede of matige score. Op verzoek van de gemeente is ook een kaart met
energielabels toegevoegd om inzichtelijk te maken waar zich in de stad de slecht
geïsoleerde woningen bevinden.
Figuur 1 Onderhoudsscore corporatiewoningen per buurt gemiddeld en met aantal
woningen
We
Az eeen
TH me EERS ® Es man
mis En
m EO
„
Ko
16
In 2022 hebben de corporaties ook de resterende loden leidingen vervangen. Met de
corporaties is intensief samengewerkt om de loden leidingen in hun bezit te
inventariseren en te saneren.
Duurzaamheid
Gemeente en corporaties hebben gezamenlijk de ambitie om in 2050 een CO2-neutrale
woningvoorraad te hebben. De belangrijkste paden om CO2-reductie te realiseren zijn:
1) het aardgasvrij maken van de woningen,
2) het opwekken van hernieuwbare energie,
3) het terugdringen van de warmtevraag (isoleren) en
4) Het terugdringen van de energievraag (gedragsverandering).
Om de ambities te bereiken is de samenwerking tussen corporaties, gemeente en
huurders voortgezet en geïntensiveerd.
In 2022 heeft naar aanleiding van de vermindering en de afschaffing van de
verhuurderheffing een koerswijziging plaats gevonden. De financiële ruimte die is
ontstaan wordt ingezet om woningen met een slechte conditiescore aan te pakken,
energielabels E‚ F en G uit de sector te laten verdwijnen, extra te investeren in
zonnepanelen en in onderhoud en woningverbetering met focus op
schimmelproblematiek, brandveiligheid en loden leidingen. Dit is conform de landelijke
afspraken. In de raadsbrief ‘Extra resultaten voor 2022 en 2023 vanuit de middelen door
vermindering en afschaffing van de verhuurdersheffing in Amsterdam’ van 25 oktober
2022 wordt aangegeven wat de opgave voor de corporaties in Amsterdam is.
CO2-reductie en CO2-monitor
De CO2-reductie in 2022 ten opzichte van peiljaar 2019 is 5,9%. De reductie in 2022 is ten
0% CO2-reductie opzichte van 2021 gestegen met 2,9%. In het najaar van 2021 is in het bestuurlijk overleg
in vier jaar Samenwerkingsafspraken de afspraak over het reductiepercentage voor de hele periode
van de Samenwerkingsafspraken aangepast van 8% naar 9%.
Tabel 17 CO2-reductie vanaf 2020 ten opzichte van peiljaar 2019
NE
Reductie CO2 per jaar 1,7% 1,3% 2,9%
Reductie CO2 cumulatief 1,7% 3,0% 5,9%
Aardgasvrij
Binnen Warm Amsterdam werken zes corporaties, gemeente en warmtebedrijven samen
aan aardgasvrij maken van buurten met als doel circa 110.000 woningen aan te sluiten op
het warmtenet.
In 2021 is de mantelovereenkomst Amsterdamse Warmtemotor met corporaties,
Vattenfall/Westpoort Warmte en gemeente ondertekend. Naar verwachting zullen
17
hiermee in 10 tot 15 buurten in totaal 106.000 woningen voor eind 2026 van het aardgas af
gaan. In 2022 is veel voorbereidend werk gedaan in de eerste 4 buurten (eerste tranche).
Het gaat om circa 4.000 woningen in Hakfort-Huigenbos (Zuidoost), De Kameleon e.o.
(voormalige K-buurt Midden; Zuidoost), de Wildemanbuurt (Nieuw-West) en de Confuci-
usbuurt (Nieuw-West). Voor de tweede tranche (dertien buurten, circa 13.000 woningen)
wordt hetzelfde proces gevolgd als de eerste vier buurten, de businesscase is in deze
buurten echter anders omdat 40% van de woningen van particuliere eigenaren zijn.
Bij renovaties maken corporaties woningen aardgasvrij. Afgesproken is dat de corporaties
in de periode 2020-2023 2.000 woningen van het aardgas afhalen. In de huidige periode
zijn er in totaal 2.077 woningen van het gas af gehaald.
Tabel 18 Aantal corporatiewoningen aardgasvrij gemaakt vanaf 2020
aardgasvrij in 4
jaar Aantal aardgasvrij gemaakt per jaar 580 389 1.108
Aantal aardgasvrij gemaakt cumulatief 580 969 2.077
Zonne-energie
Gemeente en corporaties werken samen aan het realiseren van zoveel mogelijk
zonprojecten op corporatiedaken. In 2020 is daartoe het Programmabureau Zon
opgericht onder gezamenlijke aansturing van AFWG en de gemeente. Het
programmabureau Zon is eind 2022 ondergebracht in de reguliere werkzaamheden De
AFWG, de gemeente en de corporaties hebben nog wel een gezamenlijk netwerk voor het
uitwisselen van kennis.
In 2021 en 2022 heeft de gemeente in totaal €4 miljoen subsidie beschikbaar gesteld voor
extra zonnepanelen op corporatiedaken (Zonmotor), bovenop de bestaande afspraken.
De subsidieregeling was specifiek gericht op het wegnemen van barrières voor het
aanleggen van panelen op daken waar anders geen zonnepanelen gelegd zouden worden.
In maart 2023 is de volledige 4 miljoen euro aan subsidie toegekend. Naar verwachting
worden hiermee in 2023 — 2024 rond de 35.000 zonnepanelen geplaatst op daken waar ze
anders niet zouden komen.
In de Samenwerkingsafspraken is opgenomen dat de corporaties in de periode 2020-2023
15 MW aan zonne-energie installeren. In de huidige periode is er tot heden in totaal 7,3
MW extra vermogen aan zonne-energie opgesteld.
Tabel 19 Zonne-energie op daken corporatiewoningen vanaf 2020
15 mW zonne-
Srsatordina EE NE
jaar Bijgeplaatst vermogen zonnepanelen per jaar 2,9 MW 2,3 MW 2,1 MW
Bijgeplaatst vermogen zonnepanelen cumulatief 2,9 MW 5.2 MW 1,3 MW
18
Energiebesparing
De corporaties verduurzamen de woningvoorraad door bij renovatie en verbetering
isolatie- en andere maatregelen te treffen. Deze ingrepen zorgen ervoor dat het
energielabel van de woning verbetert. Afgesproken is dat de corporaties 50.000
labelstappen realiseren in de periode 2020-2023.
In 2022 heeft er bij de corporaties een koerswijziging plaatsgevonden waardoor er veel
aandacht is komen te liggen op energiebesparing en het verbeteren van de bestaande
woningvoorraad. Dit is tweeledig:
1) Vermindering en afschaffing verhuurdersheffing;
2) Rusland-Oekraïne oorlog en daaraan gekoppelde energiecrisis.
De financiële ruimte die ontstaat door de vermindering en afschaffing van de
verhuurderheffing is niet vrij besteedbaar en gekoppeld aan Nationale Prestatieafspraken
(hierna NPA). Een belangrijk deel van deze afspraken gaat over het verbeteren van de
bestaande woningvoorraad. In de raadsinformatiebrief van 25 oktober 2022 is door de
corporaties in kaart gebracht wat Amsterdamse opgave van de NPA is.
Tabel 20 Aantal verbeterde labelstappen corporatiewoningen vanaf 2020
labelstappen in 4
jaar Labelstappen per jaar 15.174 8.065 9558
Labelstappen cumulatief 15.174 23.239 32.197
Energiebesparing door gedrag
Na de inval van Rusland in Oekraïne zijn de prijzen voor energie exponentieel gestegen.
Het Rijk heeft verschillende regelingen doorgevoerd om huishoudens tegemoet te komen
in hun energiekosten en om gemeenten in staat te stellen huishoudens te ondersteunen
bij energiebesparing.
De gemeente Amsterdam heeft massaal ingezet op energieadvies en kleine
energiebesparende maatregelen. Voor de realisatie van deze projecten is veel afstemming
geweest met de corporaties. De raad is hierover in meerdere raadsinformatiebrieven over
het isolatieoffensief.
Verschillende corporaties hebben energiecoaches opgeleid binnen hun eigen personeel en
samen met de Fixbrigade enkele pilots gedraaid om van elkaar te leren. Ook zijn er
corporatie fix teams opgericht met vakmannen van de corporaties om bewoners te helpen
met treffen van kleine maatregelen.
19
6. Leefbaarheid en ontwikkelbuurten
Corporaties en gemeente werken vanuit hun eigen verantwoordelijkheid continu aan een
leefbare wijk waarin de wooncomplexen van de corporaties en de openbare ruimte
schoon, heel en veilig is. Het behouden en verbeteren van de leefbaarheid vraagt om
maatwerk met een op de wijk, buurt en het complex gerichte aanpak. De gemeente en de
corporaties stemmen hun bijdrage aan het verbeteren van de leefbaarheid per gebied met
elkaar af. De resultaten van de inzet op leefbaarheid worden gemonitord via het
gebiedsgerichte werken onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Jaarlijks wordt per
gebied een plan opgesteld waarin wordt beschreven hoe leefbaarheid wordt bestendigd
of verbeterd: https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/stadsdelen/gebiedsgericht-
werken/
Ontwikkelbuurten
In 2022 is wederom extra geïnvesteerd in de ontwikkelbuurten in Noord, Nieuw-West en
Zuidoost. Het vierjarige programma ontwikkelbuurten richt zich naast de verbetering van
de fysieke leefbaarheid door middel van woningen, voorzieningen en openbare ruimte
ook op de sociaaleconomische positie van bewoners. De kern van de
ontwikkelbuurtenaanpak is dat we investeren in de buurten die dat het hardst nodig
hebben, zodat bewoners er prettiger en beter kunnen wonen, leven en spelen. Dat doen
we met behulp van (grote en kleine) projecten, plannen voor de lange termijn en het
focussen van beleid in nauwe samenwerking met bewoners. De plannen zijn terug te
vinden via: https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-beleid/coalitieakkoord-
uitvoeringsagenda/fijne-buurten/ontwikkelbuurten/. Het budget voor het programma
ontwikkelbuurten loopt tot eind 2022 en het programma loopt verder in de
masterplannen.
Masterplan/Nationaal programma’s Leefbaarheid en Veiligheid
Ondertussen wordt samen met partners waaronder de woningcorporaties gewerkt aan
verschillende integrale plannen voor de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost om
structureel de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren. Sinds 1 juli 2023 behoren Het
Masterplan Zuidoost en Nieuw-West tot het nationaal programma leefbaarheid en
veiligheid. In deze focusgebieden is er een langjarig inzet van het Rijk om samen met
gemeenten en andere lokale partijen de leefbaarheid en veiligheid weer op orde te krijgen
en de bewoners weer perspectief te bieden. In navolging hiervan is op 23 maart 2023 het
convenant ‘Wij zijn Samen Nieuw-West’ ondertekend https://www.samennieuw-west.nl/).
Al in 2021 is het plan van Masterplan Zuidoost vastgesteld en wordt momenteel samen
met allerlei partners uitgevoerd: https://zoiszuidoost.nl/. Voor Noord is gestart met een
aanpak Noord.
20
1. Financiën
Financieel IJkpunt
Het algemene beeld dat uit de dPí 2022 naar voren komt is dat de begrotingen een forse
stijging laten zien in de investeringen in de bestaande voorraad . Deze stijging heeft
voornamelijk te maken met de Nationale Prestatieafspraken (NPA) tussen het Rijk en de
corporaties (Aedes) en de VNG en de afspraken besteding van de financiële middelen
vanuit de afschaffing verhuurderheffing. Een kwart van de vrijgekomen middelen vloeit
weer terug naar het Rijk door effecten vanuit de fiscale regelgeving (VPB/AT AD).
Daarnaast is in de NPA afgesproken dat huurders in 2023 een huurverlaging krijgen als
hun inkomen lager is dan 120% van het sociaal minimum. Deze huurverlaging zet het
exploitatieresultaat verder onder druk.
De exploitatie verbetert sterk. Dit biedt ruimte voor een deel van de investeringen in de
bestaande woningvoorraad De investeringen in de bestaande voorraad en nieuwbouw
kunnen echter niet geheel worden gedaan vanuit de exploitatie. De corporaties trekken de
aankomende periode vooral veel meer leningen aan. De verkoopopbrengsten blijven
nagenoeg gelijk. Het investeringsprogramma is en blijft ambitieus, binnen de financiële
kaders is intensivering niet mogelijk.
Er zijn ontwikkelingen waar echter geen of beperkt rekening mee is gehouden in de dPi
2022, zoals de stijgende rente en stijgende (bouw)kosten voor nieuwbouw, renovatie en
verduurzaming.
21
| Onderzoeksrapport | 22 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1360
Datum indiening 4 juli 2019
Datum akkoord 7 augustus 2019
Publicatiedatum 7 augustus 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake de kraak van een pand in
de Statenjachtstraat
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Een bericht heeft de fractie van de VVD bereikt dat een groep krakers op 30 juni 2019
een pand op in de Statenjachtstraat 598 in Noord zou hebben gekraakt.”
De fractie van de VVD wil dat het voorkomen en bestrijden van kraken een prioriteit
wordt, aangezien kraken overlast en een sterk gevoel van onrechtvaardigheid met
zich meebrengt voor omwonenden en voor Amsterdammers die op een legale manier
een woning zoeken.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. In hoeverre klopt de hierboven genoemde berichtgeving”?
Antwoord
Statenjachtstraat 598 is op 30 juni 2019 gekraakt.
2. Kan het college de kraak bevestigen?
Antwoord
Ja.
3. Watis er bekend over de personen die dit pand hebben gekraakt?
Antwoord
Dat ze sinds 30 juni in het pand verblijven.
4. Worden deze personen verdacht van huisvredebreuk of inbraak?
Antwoord
Het openbaar ministerie bepaalt of en zo ja waarvan deze personen worden
verdacht. Er is aangifte gedaan van huisvredebreuk.
\ https://vww.indymedia.nl/node/46307
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nmmer VEeustus 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 4 juli 2019
5. Welke bestemming heeft het pand?
Antwoord
Het pand heeft een bestemming voor onder andere consumentverzorgende
dienstverlening en horeca.
6. Heeft de eigenaar van het desbetreffende pand aangifte gedaan”?
Antwoord
Ja, de eigenaar heeft op 3 juli aangifte gedaan.
7. Op welke termijn zal het pand worden ontruimd?
Antwoord
Wanneer er ontruimd wordt, is nog niet bekend. Zodra de eigenaar aantoont dat
het pand direct na de ontruiming in gebruik zal worden genomen, zal het
openbaar ministerie beoordelen of de krakers kunnen worden aangeschreven
over het voornemen het pand te ontruimen.
8. Zijn er meldingen bekend van overlast in de buurt door de groep krakers”?
Antwoord
Nee, er zijn geen meldingen bekend.
9. Is er door politie of het college contact geweest met omwonenden of personen die
in de buurt werken? Zo ja, wat is er besproken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De politie in de wijk staat altijd in contact met de buurt en houdt een vinger aan de
pols, ook in geval er een pand gekraakt wordt.
10. Klopt het dat de politie vrij snel ter plekke was? Was zij tijdens de kraak ter
plekke? Zo ja waarom heeft de politie niet ingegrepen”?
Antwoord
De politie was inderdaad snel ter plaatse en heeft opgetreden conform het
vigerende ontruimingsbeleid. Dat betekent dat in principe niet direct wordt
opgetreden bij heterdaad kraaksituaties. Aangifte door de eigenaar is
noodzakelijk om de wederrechtelijkheid te bepalen en de feitelijke situatie vast te
stellen: is het pand juridisch in gebruik of is er sprake van leegstand. Zo kan de
prioriteit van de kraakzaak bepaald worden. Daarbij zijn er risico's verbonden aan
het direct optreden bij heterdaad zoals het ontruimen voor leegstand en escalatie.
11. Zijn er afspraken gemaakt door de politie met de krakers? Zo ja, welke”?
Antwoord
Nee, kraken is strafbaar en daar zijn de krakers door de politie op gewezen.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Ndeing 1360 Gemeenteblad
ummer - …. or
Datum 7 augustus 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 4 juli 2019
12. Heeft de politie na het constateren van de kraak het pand gecontroleerd op
brandgevaar? Zo ja, in hoeverre is dit gevaar aanwezig? Zo nee, gaat dit alsnog
gebeuren?
Antwoord
Er is op dit moment geen informatie dat er sprake is van een brandgevaarlijke
situatie.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda, woensdag 19 mei 2010
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 19 mei 2010 13.00 uur en 19.30 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Afscheid van het raadslid mevrouw J.E. Bos.
2A Onderzoek van de geloofsbrieven en installatie van het nieuwe raadslid
de heer L.M.H. Schimmelpennink.
3 Notulen van de raadsvergadering op 21 april 2010.
4 Vaststelling van de agenda.
5 Mededeling van de ingekomen stukken.
6 Mondelingevragenuur.
7 Actualiteit van het raadslid mevrouw Van der Pligt van 17 mei 2010 inzake de
staking van de reinigers / toezichthouders.
N.B. De stukken worden u nog toegestuurd.
Raadsaangelegenheden
8 _Iníitiatiefvoorstel van de raadsleden mevrouw Gehrels en de heren Van der Burg
en Van Poelgeest tot aanvaarden van het programakkoord, getiteld: ‘Kiezen voor
de stad’, voor de periode 2010-2014. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 209)
9 Voorstel van de fracties van PvdA, VVD en GroenLinks tot invulling van de
vacatures voor wethouders.
N.B. De cv’s van de kandidaat-wethouders worden u nagezonden.
9A Profielen van en hoorzitting met de kandidaat-wethouders.
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 mei 2010
9B Oordeel van de adhoc-commissie inzake de benoembaarheid van wethouders.
9C Benoeming van de wethouders.
9D Aflegging van de eed / belofte door de wethouders.
9E Raadsvoordracht van het presidium van 10 april 2010 inzake het verlenen van
ontheffing van het vereiste van ingezetenschap voor wethouder Wiebes.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 210)
10 Aanwijzing van wethouder Wiebes tot lid van het algemeen bestuur van de
regioraad en tot lid van het dagelijks bestuur van de regioraad. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 212)
11 Benoeming van een lid van de VVD-fractie in de vertrouwenscommissie voor de
vervulling van de vacature voor burgemeester van Amsterdam. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 211)
N.B. De voordracht wordt u nagezonden.
12 Afscheid van de vertrekkende wethouders.
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 mei 2010
Ingekomen stukken
1 Brief van de heer G.J. Bouwmeester, voormalig fractievoorzitter van D66 van
21 april 2010 inzake overname vice-voorzitterschap van D66 door mevrouw
C.J. Roodink per 19 april 2010 van de heer G.J. Bouwmeester.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
2 Brief van mevrouw J.E. Bos van 26 april 2010 inzake haar ontslag als
gemeenteraadslid van de fractie van de PvdA met ingang van 3 mei 2010.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
3 Brief van de heer J.H. Gerson, wethouder Verkeer, Vervoer en Infrastructuur van
28 april 2010 inzake aanpassingen proef Betaald Rijden.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
4 _Raadsadres van de heer R.W.M. Baars, namens het Comité Hart voor
de Democratie van 14 april 2010 inzake lokale democratie en voorstellen voor
het Programakkoord met name in de zorgsector.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de gemeenteraad
teneinde het te betrekken bij de behandeling van het Programakkoord 2010-2014
en het daarna in handen van het college van burgemeester en wethouders te
stellen ter afdoening.
5 Raadsadres van de heer S. Achouitar, namens Futsal Chabbab van 20 april 2010
inzake projecten van Futsal Chabbab in Nijmegen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de gemeenteraad
teneinde het te betrekken bij de behandeling van het Programakkoord 2010-2014
en het daarna in handen van het college van burgemeester en wethouders te
stellen ter afdoening.
6 Raadsadres van mevrouw A. Stomp, ambtelijk secretaris van de Cliëntenraad
DWI Amsterdam van 23 april 2010 inzake bestrijding van stille armoede.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de gemeenteraad
teneinde het te betrekken bij de behandeling van het Programakkoord 2010-2014
en het daarna in handen van het college van burgemeester en wethouders te
stellen ter afdoening.
7 _Raadsadres van mevrouw S. Boerlage, namens de Stichting Stedelijke
Initatieven van 29 april 2010 inzake suggesties voor verbetering luchtkwaliteit in
Amsterdam en omgeving.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de gemeenteraad
teneinde het te betrekken bij de behandeling van het Programakkoord 2010-2014
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 mei 2010
en het daarna in handen van het college van burgemeester en wethouders te
stellen ter afdoening.
8 Brief van de heer E.D. Wiebes van 10 mei 2010 inzake verzoek om ontheffing
van het vereiste ingezetenschap.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
9E, de raadsvoordracht van het presidium van 10 april 2010 inzake het verlenen
van ontheffing van het vereiste van ingezetenschap voor wethouder Wiebes.
9 Brief van de heer M. van Poelgeest van 27 april 2010 inzake de aanbieding van
het rapport Fakton over de uitkomsten van een second opinion onderzoek naar
een grondtransactie betreffende het Eurocenter op de Zuidas.
Voorgesteld wordt, dit rapport voor kennisgeving aan te nemen.
10 Ledenbrief VNG van 7 mei 2010 inzake de VNG Resolutie ‘Het perspectief van
gemeenten’.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen te stellen van de gemeenteraad en het
college van burgemeester en wethouders ter afdoening.
11 Brief van mevrouw M.H. Ruigrok, namens de fractie van de VVD, van 11 mei
2010 inzake het voordragen van de kandidaat-wethouders van de VVD, de heer
E. van der Burg en de heer E.D. Wiebes.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 9,
het voorstel van de fracties van PvdA, VVD en GroenLinks tot invulling van de
vacatures voor wethouders.
12 Brief van de heer M. van Poelgeest, fractievoorzitter van GroenLinks, van 11 mei
2010 inzake het voordragen van de kandidaat-wethouders van GroenLinks,
mevrouw A.G. van Es en de heer M. van Poelgeest.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 9,
het voorstel van de fracties van PvdA, VVD en GroenLinks tot invulling van de
vacatures voor wethouders.
13 Brief van de heer F. de Wolf, fractievoorzitter van de PvdA van 11 mei 2010
inzake het voodragen van de kandidaat-wethouders van de PvdA, de heer
F. Ossel en mevrouw C.G. Gehrels.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 9,
het voorstel van de fracties van PvdA, VVD en GroenLinks tot invulling van de
vacatures voor wethouders
4
| Agenda | 4 | discard |
AGENDA (concept)
Raadscommissie RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
Datum: woensdag 14 september 2011
Aanvang: 20.00 uur
Zaal: Raadzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
Blok A Procedureel
Nr. \Onderwerp ____________________\Nadereinfo |
Opening/Mededelingen DO
Vaststellen agenda Ter vaststelling
Verslag 8 juni 2011 Ter vaststelling
Openstaande toezeggingen
Mededelingen portefeuillehouder(s)
Blok B Bespreking beleidsonderwerpen
Nr. \Onderwerp __________________\Nadereinfo ____|Regnr. |
6. | Voorbereidingsbesluit Nieuwendam-Zuid 4366
Quickscan Regioplan: Staat van Onderhoud verkend | Ter bespreking ||
8. _\ Risicomanagement grote projecten [Ter bespreking | |
Blok C Algemeen
‚Nr. \Onderwerp
9. Rondvraag
De volgende vergadering is gepland op woensdag 12 oktober 2011
Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering
zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924.
| Agenda | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1182
Datum akkoord college van b&w van 20 september 2016
Publicatiedatum 27 september 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Blom van 20 juni 2016 inzake de positie
van Somaliërs in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Enkele weken geleden heeft er een presentatie plaatsgevonden over de positie van
Somaliërs in Amsterdam, georganiseerd door het Verwey-Jonker Instituut en het
Kennisplatform Integratie en Samenleving. Daar was uiteindelijk de conclusie dat
het niet best is gesteld met de sociaaleconomische positie en de integratie van
de Somaliërs in Amsterdam. Ook diverse onderzoeken uit de afgelopen jaren wijzen
dat uit. Tevens was een van de uitkomsten van de bijeenkomst dat er zorgen zijn
rondom de kwetsbare positie van Somalische jongeren en de kans op radicalisering.
Uit de diverse onderzoeken blijken veelal dezelfde resultaten, onder andere:
e de achterstand van Somaliërs is —significant — groter dan die van andere etnische
groepen/vluchtelingen/asielzoekers/statushouders;
e door de jarenlange burgeroorlog in Somalië hebben m.n. jongeren nauwelijks of
geen onderwijs gevolgd;
e waardoor inburgering, taallessen, scholing of werk voor hen (maar niet uitsluitend)
extra wordt bemoeilijkt;
e een groeiende kloof tussen ouders en kinderen door de verschillende
opvoedingsstijlen in Nederland en Somalië.
Zie ook:
https:/www.opensocietyfoundations.org/sites/default/files/somalis-amsterdam-
summary-dutch-20140402.pdf (samenvatting),
http://www.regioplan.nl/media/pdf/id/740/file _name/2015-somaliers-in-nederland.pdf
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/31/zeven-van-de-tien-somaliers-in-de-bijstand
Bovendien zetten diverse onderzoekers vraagtekens bij de afschaffing van het
doelgroepenbeleid en hoe het generieke integratiebeleid de positie van Somaliërs kan
verbeteren.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Blom, namens de fractie van Groenlinks,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Liez Gemeenteblad
Datum 27 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 20 juni 2016
1. Is het college bekend met de benarde positie van de Amsterdamse
Somaliërs?
Antwoord:
Ja, het college is bekend met de benarde positie van de Amsterdamse Somaliërs.
2. Is er op dit moment sprake van een dialoog met de Amsterdamse Somaliërs,
i.c. hun organisaties of sleutelfiguren?
Antwoord:
Ja, op dit moment is er sprake van een dialoog met de Amsterdamse Somaliërs,
in casu hun organisaties of sleutelfiguren.
In het Beleidskader Vluchtelingen 2015-2018 is de wijze van samenwerking met
belangrijke partners zoals zelforganisaties vastgelegd. Amsterdam stelt
vluchtelingen(zelf)organisaties financieel in staat zich actief in te zetten voor
vluchtelingen. Zij spelen een belangrijke rol bij de belangenbehartiging van en
informatieverstrekking aan hun achterban. Deze organisaties kunnen een beroep
doen op de gemeentelijke subsidieregeling “Burgerschap en Diversiteit” voor
financiering van projecten op het gebied van mensenrechten, bestrijden van
discriminatie, (vrouwen)emancipatie, acceptatie van LHBTI en gedeelde
geschiedenis. Vrouwenorganisaties (waaronder netwerken voor vrouwelijke
vluchtelingen) kunnen bij het Service Punt Emancipatie terecht voor informatie en
advies voor het versterken van hun netwerk, professionalisering en (financiële)
ondersteuning bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten ter versterking van
hun achterban.
Ook via stichting VluchtelingenWerk Amstel tot Zaan (SVAZ) en door
vluchtelingen zelf te betrekken en te bevragen is de gemeente Amsterdam in
dialoog met vluchtelingen.
Daarnaast wordt in het kader van de Amsterdamse aanpak van radicalisering en
polarisatie sinds 2014 ingezet op het vergroten van de weerbaarheid van een
groep jongens van Somalische afkomst. In die aanpak is ook aandacht voor
inburgering, taal, scholing en werk. Met diverse organisaties met een Somalische
doelgroep worden gesprekken gevoerd over de aanpak van radicalisering.
Tevens wordt in 2016 in het kader van de radicaliseringsaanpak ingezet op de
werving van sleutelfiguren vanuit de Somalische gemeenschap in Amsterdam.
3. Zo nee, is het college bereid die aan te gaan? Zo ja, zou die dialoog
geïntensiveerd moeten worden gezien de meervoudig, zorgelijke
constateringen?
Antwoord:
Ja, het college blijft komende jaren onverminderd inzetten op dialoog met de
Amsterdamse Somaliërs, i.c. hun organisaties of sleutelfiguren en doorgaan op
de ingeslagen weg. Op basis van de meervoudig, zorgelijke constateringen
afgezet tegen bovengenoemde benadering ziet het college nu geen aanleiding
om in Amsterdam de dialoog te intensiveren. Binnen de huidige aanpak en kaders
(beleidskader Vluchtelingen 2015-2018 en de Amsterdamse aanpak van
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Liez Gemeenteblad
Datum 27 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 20 juni 2016
radicalisering en polarisatie) is ruimte voor maatwerk en de aanpak is risked
based.
4. Zijn er naar de mening van het college ook andere herkomstgroepen in
Amsterdam met een vergelijkbare stapeling van problematiek? Kan het
college dat in beeld brengen?
Antwoord:
Ja, er is naar de mening van het college ook een andere herkomstgroep in
Amsterdam met een vergelijkbare stapeling van problematiek. Dit betreft Eritrese
statushouders.
Vanuit de gemeente (Wonen, WPI en Diversiteit) en partners zoals SVAZ,
Implacement (uitvoerder Taalverwerving en Oriëntatieprogramma voor
Vluchtelingen) en de woningcorporaties worden steeds vaker signalen gemeld
over problemen met statushouders van Eritrese afkomst. Er zijn zorgen over de
integratie van Eritrese statushouders: ze staan veraf van de Nederlandse
samenleving qua oriëntatie, omgangsvormen, normen en waarden, taal,
participatie, opleiding; laagopgeleid en sprake van analfabetisme. Binnen de
gemeenschap is sprake van onderlinge spanningen en wantrouwen, het ontbreekt
aan rolmodellen en seksuele voorlichting met o.a. tienerzwangerschappen als
gevolg. Het concept van woningdelen en vaste lasten betalen snapt men niet
altijd even goed, waardoor problemen ontstaan met huisgenoten en men
schulden opbouwt.
In het onlangs verschenen rapport van Pharos (zie bijlagen 1 en 2) over de
gezondheid van statushouders worden bovenstaande signalen over Eritrese
statushouders bevestigd. De Eritrese statushouders worden geschetst als
kwetsbare groep die extra aandacht en begeleiding nodig heeft om een goede
start in Nederland te maken en te participeren.
Eritrese statushouders zijn — na de Syriërs — de tweede grootste groep
vluchtelingen in de verhoogde asielinstroom die zich sinds vorig jaar in
Amsterdam hebben gevestigd. Begin 2015 woonden er 356 Eritreeërs in
Amsterdam (bron Staat van de Vluchteling, mei 2015).
Vanuit de Amsterdamse aanpak van radicalisering en polarisatie wordt er ook
ingezet op het aangaan van dialoog met de Eritrese gemeenschap in Amsterdam,
alsmede het werven en trainen van potentiele sleutelfiguren vanuit die
gemeenschap.
5. Is het college van mening dat de aanpak van de geconstateerde
problematiek mogelijk is binnen het vigerend generieke integratiebeleid?
Zo nee, wat is er nog meer nodig, dan wel mogelijk?
Antwoord:
Ja, het college is van mening dat de aanpak van de geconstateerde problematiek
mogelijk is binnen de Amsterdamse Aanpak Statushouders. Binnen de aanpak is
ruimte voor maatwerk. In het najaar zal het college een plan van aanpak
presenteren (inclusief de benodigde middelen) waarin het maatwerk aan deze
doelgroepen (Eritrese en Somalische statushouder) is uitgewerkt.
3
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer TT september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 20 juni 2016
6. Is het college bekend met de aanbeveling van de minister van Sociale Zaken
dat binnen het generiek beleid maatwerk mogelijk moet zijn? En is het
college bereid, in te zetten op maatwerk ten behoeve van de Amsterdamse
Somaliërs?
Antwoord:
Ja, het college is bekend met de aanbeveling van de minister van Sociale Zaken
dat binnen het generiek beleid maatwerk mogelijk moet zijn. Binnen de
Amsterdamse Aanpak Statushouders en de Amsterdamse aanpak van
radicalisering en polarisatie is binnen de bestaande kaders ruimte om maatwerk
te bieden. Zie ook het antwoord op vraag 5.
7. Wat kan het college doen om de kloof tussen Somalische Amsterdammers
en gemeentelijke instanties en bijvoorbeeld hulpverleningsorganisaties
kleiner te maken of te dichten?
Antwoord:
Het college werkt binnen de Amsterdamse Aanpak Statushouders en de
Amsterdamse aanpak van radicalisering en polarisatie met sleutelfiguren en
zelforganisaties om de kloof tussen Somalische Amsterdammers en
gemeentelijke instanties kleiner te maken/te dichten. Verder is binnen de aanpak
de mogelijkheid tot maatwerk. Zie ook het antwoord op vraag 5.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
4 Gemee nte Gemeente Amsterdam
d Bestuurscommissie Oost AB
% Amsterdam gestuit van de vergadering van het algemeen bestuur van
4 Oost 22 maart 2016
Jaar 2016
Registratienummer INT-16-07895
Onderwerp: Startnotitie ontwikkeling DWI locatie Polderweg 1, Oostpoort
Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost,
Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 23 februari 2016;
Overwegende dat op 8 maart 2016 een (informele) bijeenkomst heeft plaatsgevonden met
het Algemeen Bestuur over de startnotitie ontwikkeling DWI locatie Polderweg 1 in
Oostpoort;
Gelet op dat de vragen en opmerkingen uit deze bespreking verwerkt zijn;
Besluit:
1) Inte stemmen met de startnotitie ontwikkeling DWI locatie Polderweg 1en daarmee
opdracht te geven voor het opstarten van de benodigde juridisch planologische
procedure.
Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost
Liane Pielanen, Ivar Manvel,
secretaris voorzitter
Afschrift: Igor Roovers, Gebiedsmanager Oost, Team Gebiedsontwikkeling
1
| Besluit | 1 | train |
Welkomstbrief
Verzorgingstehuis “Sint Jacob”
Beste bewoner,
Gefeliciteerd met jouw nieuwe woonplek in het verzorgingstehuis Sint Jacob, gelegen aan de
Plantage Middenlaan 52 in centrum Amsterdam! Na het doorlopen van een strenge
selectieprocedure maak je vanaf nu deel uit van een uniek project waarbij een aantal
aanvullende regels gelden. Middels deze welkomstbrief willen we je graag informatie geven
over jouw nieuwe woonplek in het verzorgingstehuis. Deze brief bevat belangrijke informatie
dus lees deze goed door!
INHUIZEN
Zoals je weet zijn sommige gedeeltes van het gebouw nog volledig in gebruik als
verzorgingstehuis. Gedurende jouw inhuizing in het gebouw vragen we je om hier
nadrukkelijk rekening mee te houden. Inboedel in de gangen is bijvoorbeeld een obstructie
voor ouderen en verplegend personeel, dit moet te allen tijde vermeden worden. Breng
daarom tijdens het verhuizen jouw spullen in één handeling naar de studio zonder dat je iets
tijdelijk in de gang neerzet. Een stapel dozen of een bankstel in de gang kan tijdens een
spoedgeval grote problemen veroorzaken.
Het inhuizen vindt plaats onder toezicht van de huismeesters van Camelot en Amstelring.
Volg instructies van de huismeesters altijd op. Inboedel gaat via de leveranciersingang aan
de achterzijde van het pand. Het adres hiervan is Plantage Muidergracht 99. Voor het
verhuizen maak je via de mail een afspraak met a.klaver @ camelotbeheer.nl.
Verhuizen kan alleen tijdens kantooruren en op Camelot aangegeven dagen en tijdstippen.
BRANDMELDINSTALLATIE
In het pand is een automatische brandmeldinstallatie aanwezig. Dit houdt in dat er op diverse
plekken optische melders aanwezig zijn die continue checken op mogelijk brandhaarden. Om
deze af te laten gaan is rook- en/of warmteontwikkeling nodig. Ook jouw woon-/slaapkamer
is voorzien van zo’n automatische melder, alsmede de gangen, algemene ruimtes,
huiskamers en keukens. Deze melders zijn extra gevoelig vanwege het feit dat het een
verzorgingstehuis betreft waarin mensen wonen die moeilijk ter been zijn etc.
Zodra een melder afgaat volgt er geen hoorbaar alarm. Er gaat een melding uit naar de
diensthebbende personen ( Camelot en/of Amstelring ). Hierop staat de locatie van de
melding aangegeven. De diensthebbende personen zijn daarna verantwoordelijk voor het
correct afhandelen van deze melding. Alsmede voor het vastleggen in het logboek. Camelot
en haar bewoners willen natuurlijk voorkomen dat zij oorzaak zijn van een valse melding.
Wees dus bedacht op het feit dat het aan laten branden van eten, stoomontwikkeling van het
douchen, roken etc. tot gevolg kunnen hebben dat het brandalarm afgaat en hulptroepen
088-226 3568 m cameloteurope.com u [email protected]
Camelot Vastgoedbeheer B.V. m Postbus 8770 m 5605 LT Eindhoven €
schmes (8) Bin Alva
direct worden ingeschakeld. Valse meldingen als gevolg van nalatigheid van bewoners zullen
worden geregistreerd en kunnen worden beboet.
Tip: via Camelot ontvang je een brandpreventiepakket. Hierin zitten naast twee extra
rookmelders ook een blusdeken en poederblusser. Hang één van de rookmelders op in jouw
keukenruimte als een vooralarm voor de automatische melder in jouw woon-/slaapkamer.
Mocht deze afgaan dan dien je zo snel mogelijk deuren en ramen open te zetten om de
ruimte te laten luchten.
Op elke verdieping zijn voorzieningen aanwezig voor het melden van een brand. Zorg ervoor
dat je bekend bent met de locaties hiervan en wees op de hoogte van de beschikbare
vluchtroutes binnen het pand.
WASSEN
Op de kamers zijn geen aansluitingen aanwezig voor wasmachines en/of drogers. Het is
voor bewoners van Camelot ook niet toegestaan om deze aansluitingen zelfstandig aan te
brengen. Veelal beschikt een verdiepingsgang over 1 gemeenschappelijke ruimte waar de
benodigde voorzieningen aanwezig zijn (schuin tegenover de huiskamer/keuken). Deze
ruimtes zullen worden genaamd met een sticker wasruimte. Het gebruik en plaatsen van
machines dient altijd in overleg met Camelot te worden gedaan. Bewoners blijven te allen
tijde verantwoordelijk voor de door hun geplaatste machines.
Gelieve tussen 11.00 ’s avonds en 7.00 uur ’s ochtends geen gebruik te maken van de
machines in verband met geluidsoverlast. Met name voor de bewoners van de kamers naast
de wasruimtes kan dit zeer hinderlijk zijn.
MAATSCHAPPELIJKE BIJDRAGE
De bewoners van Camelot leveren een maatschappelijke bijdrage aan de bewoners van het
verzorgingstehuis. Het vrijwilligerswerk zal bestaan uit werkzaamheden zoals: gezelschap
houden van de ouderen in de complexen, internethulpdiensten voor ouderen, muziek maken
voor ouderen, het “stand by” staan dmv pieperdiensten, etc.etc Huurder en verhuurder
komen overeen dat huurder gedurende een nader te bepalen aan aantal uur per maand, in
ieder geval tussen de 2 en 10 uur,vrijwilligerswerk uitvoert voor Stichting Amstelring in het
complex. De uitvoering van deze bijdrage wordt gecontroleerd door Camelot en het
verzorgende personeel. Per uur maatschappelijke bijdrage wordt korting gegeven op de kale
maandhuur. Dit wordt per half jaar verrekend. Heb je vragen hierover dan kun je contact op
nemen met: bewonerszaken-nh@ camelotbeheer.nl
GEMEENSCHAPPELIJKE HUISKAMERS EN KEUKENS
Elke verdieping heeft een gemeenschappelijke huiskamer en keuken. In overleg met de
hoofdbewoner van de gang en Camelot kan hier meubilair worden geplaatst. De
hoofdbewoner ziet er op toe dat alles netjes wordt gebruikt en representatief blijft. Camelot
verwacht dat elke bewoner verantwoordelijkheid draagt voor de door hem/haar mee
gebrachte inboedel. Let op: de gemeenschappelijke ruimtes zijn groot en daardoor galmt het
geluid door de gehele gang. Dit is dan ook een grote bron van geluidsoverlast zijn. Tussen
21.00 en 09.00 is het niet toegestaan om gebruik te maken van het balkon, ook niet om hier
te roken. Het is niet toegestaan om het balkon van een andere verdieping te gebruiken. Je
bent met de hele gang verantwoordelijk voor het gebruik van de gemeenschappelijke ruimtes
en/of balkons alsmede de staat en netheid hiervan.
088-226 3568 m cameloteurope.com u [email protected]
Camelot Vastgoedbeheer B.V. m Postbus 8770 m 5605 LT Eindhoven €
echmee 16) Bin Alva
KOKEN & ETEN
Alle kamers beschikken over een klein keukenblokje met daarbij een stroomaansluiting.
Hierop kun je een 1-pits kooktoestel aansluiten van maximaal 1500 Watt. Dubbele kookpitten
zijn niet toegestaan vanwege capaciteitsproblemen. Indien dit wel gebeurt is de kans groot
dat de zekering door brandt. Bewoners zijn zelf verantwoordelijk voor het vervangen van
zekeringen. De groepenkast zijn te vinden op de verdiepingsgangen (tegenover de balkons).
Groepenverklaringen zijn aan de binnenzijde van de groepenkast te vinden. Schakel bij het
vervangen van de zekering eerst desbetreffende groep uit (schakelaar boven zekering),
vervang dan de zekering en schakel de groep weer in.
Zoals eerder aangegeven dien je bij het koken van warme maaltijden rekening te houden
met de brandmeldinstallatie. De kleine keukens lenen zich niet altijd voor het koken van
uitgebreide maaltijden, hiervoor kun je uitwijken naar de grotere keukenvoorzieningen nabij
de huiskamers op jouw verdiepingsgang. Gebruik van deze ruimtes is gemeenschappelijk en
deze dienen ook gezamenlijk door de bewoners van de betreffende verdiepingsgang te
worden schoongehouden. Camelot controleert hier streng op aangezien dit snel een bron
van ongedierte kan worden wanneer hier niet verantwoordelijk mee om wordt gegaan.
ONGEDIERTE
Oude panden (centraal) gelegen in grote steden ontkomen er haast niet aan: ongedierte.
Vanwege de veiligheid en hygiëne dienen onze bewoners hier ook extra verantwoordelijk
mee om te gaan! Bewaar alle etenswaar in afsluitbare plastic bakken om de kans op
ongedierte zo klein mogelijk te houden. Zorg dat de bereidingsplaatsen van voedsel na
gebruik ook direct schoon worden gemaakt. Mocht je onverhoopt toch een muis o.i.d.
tegenkomen dan vragen we je dit direct te melden aan Camelot. Ongedierte is namelijk een
direct gezondheidsgevaar voor de oudere mensen die in het pand wonen. Graag bij de
melding ook de verdieping en locatie vermelden.
Mocht tijdens controle door Camelot blijken dat dezelfde keukens herhaaldelijk onhygiënisch
worden gebruikt dan zullen hier maatregelen tegen worden genomen. Betreffende bewoners
zullen hier verantwoordelijk voor worden gehouden en eventuele kosten worden doorbelast.
We kunnen ons niet veroorloven dat dit een gezondheidsrisico vormt voor de oudere
bewoners.
KAMERS, HUURSUBSIDIE EN INTERNET
Jouw kamer beschikt over een eigen keukenblokje, douche en toilet. Vanwege de grootte
van het keukenblokje en het ontbreken van een eigen huisnummer worden de kamers
aangemerkt als “onzelfstandige woonruimte”. Je kunt je inschrijven op adres Plantage
Middenlaan 52. De kale huurprijs die je maandelijks betaalt is bepaald volgens het
Woningwaarderingsstelsel.
Voor onzelfstandige woonruimte kan geen huursubsidie worden aangevraagd.
Sommige kamers beschikken nog over een koelkastje. Indien deze is achtergebleven dan
mag je hier gebruik van maken. Werkt deze niet (meer) dan dien je deze zelfstandig af te
voeren via het grofvuil. Neem hiervoor contact op met de Gemeente Amsterdam. Hetzelfde
088-226 3568 m cameloteurope.com u [email protected]
Camelot Vastgoedbeheer B.V. m Postbus 8770 m 5605 LT Eindhoven €
schmes (8) Bin Alva
geldt voor aanwezige vloeren, gordijnen etc. Deze mag je gebruiken, indien je deze wilt
vervangen dan dien je de vrijgekomen materialen zelf (netjes!) af te voeren als grofvuil. Het
afvoeren mag geen overlast opleveren of hinderlijk zijn voor de overige bewoners en/of
verplegend personeel. De aanwezige zonneschermen behoren niet tot het gehuurde. Deze
maken gebruik van sensoren en werken automatisch. Bediening met de hand is niet
toegestaan. Reparaties benodigd door ongeoorloofd gebruikt worden uitgevoerd op kosten
van de huurder.
Elke kamer beschikt over een eigen telefoonaansluiting waarop een ADSL-abonnement kan
worden afgesloten voor internet en televisie. Beschikbare aanbieders kun je vinden op bijv.
www.breedbandwinkel.nl
Tip: neem altijd een abonnement inclusief installatie door een monteur! Zo voorkom je
aansluitproblemen. Camelot en/of Amstelring zijn niet verantwoordelijk voor internet en/of
televisieproblemen. De aanwezige kabelaansluitingen leveren een analoog tv-signaal. Een
optie is om alleen een internetabonnement aan te vragen en deze te delen met
medebewoners via WiFi.
RECEPTIE, WINKELTJE EN RESTAURANT
De receptie bij de hoofdingang zal vanaf 1 april worden bemand door Amstelring en Camelot
bewoners. Gedurende de aanwezigheid van de receptie is gebruik van de hoofdingang enkel
mogelijk voor gebruikers van de werkruimtes en de blijvende verzorgingsafdeling van
Amstelring zelf.
Vanaf 1 april 2015 zullen het winkeltje en het restaurant gesloten zijn.
TOEGANG TOT HET GEBOUW
De bewoners van Camelot nemen intrek in zowel het Andreashuis als het Barbarahuis.
Vanaf de voorkant van het pand gezien ligt het Andreashuis aan de linkerzijde en het
Barbarahuis aan de rechterzijde. Beide beschikken over een eigen ingang aan respectievelijk
de Plantage Lepellaan en de Plantage Westermanlaan. Middels de ontvangen tag kun je
gebruik maken van de zijinngang. Problemen hiermee kun je direct te melden aan Camelot.
Deze tags zijn apart geprogrammeerd voor zowel het Andreashuis als het Barabarahuis.
Bewoners kunnen enkel gebruik maken van de ingang van het huis waarin zij wonen.
Let op: zowel voor het betreden als het verlaten van het pand heb je de tag nodig!
088-226 3568 m cameloteurope.com u [email protected]
Camelot Vastgoedbeheer B.V. m Postbus 8770 m 5605 LT Eindhoven €
schmes (8) Bfr Slvaon
n | cameloteurope.com
BOREN, SCHILDEREN EN KLUSSEN
Het is niet toegestaan om te boren in de muren. Op diverse plaatsen lopen er stroomkabels,
brandmeldkabels etc. door de muren. Om storingen te voorkomen is het niet toegestaan om
nieuwe gaten aan te brengen. Indien je iets op wilt hangen dan kun je gebruik maken van de
bestaande gaten of sterke dubbelzijdige tape.
BELANGRIJK:
Gedurende de bouw van het verzorgingstehuis (jaren *70) was het gebruikelijk om asbest te
verwerken in diverse bouwdelen, o.a. vanwege de brandveiligheid. Zolang asbest op een
hechtgebonden manier is toegepast en geen gevaar veroorzaakt voor de gezondheid mag
deze blijven zitten. Hechtgebonden betekent dat de asbest als het ware vast zit in een
bepaalde toepassing (cement, kit etc.). Hierdoor kunnen geen vezels vrij komen, mits het
materiaal niet wordt, beschadigd, geschuurd, bekrast of op een andere manier bewerkt.
Let op de volgende toepassingen (rood omrand):
Sommige badruimtes zijn voorzien van een
schacht waarin waterleidingen, riolering etc.
zijn weggewerkt. In deze schacht zit asbest
verwerkt (achter de houten beplating). Het is
daarom verboden om in deze schacht te
boren, iets op te bevestigen etc. De
schachten zijn gecontroleerd op
beschadigingen. Zodra je deze beschadigt of
iets opmerkt, meld je dit direct aan Camelot.
De panelen boven de
woningtoegangsdeuren bevatten
hechtgebonden asbest. Het is verboden om
deze plaat te demonteren, beschadigen,
kapstokhaken aan op te hangen etc. De
platen zijn gecontroleerd op beschadigingen.
Zodra je deze beschadigt of iets opmerkt,
meld je dit direct aan Camelot.
JE En
In de oude stenen vensterbank (onder de
daadwerkelijke vensterbank) zit
hechtgebonden asbest verwerkt. Hierop mag
ook niet bevestigd worden en de bovenste
vensterbank mag niet gedemonteerd
worden. De ondervensterbanken zijn
gecontroleerd op beschadigingen. Zodra je
deze beschadigt of iets opmerkt, meld je dit
direct aan Camelot.
088-226 3568 m cameloteurope.com u [email protected] el
Camelot Vastgoedbeheer B.V. m Postbus 8770 m 5605 LT Eindhoven
Het schilderen van de kamer is toegestaan, mits dit netjes gebeurt. Bij oplevering dient deze
in neutrale kleuren of de oorspronkelijke staat te worden teruggebracht. Het schilderen van
de radiatoren en verwarmingsleidingen is niet toegestaan.
Tevens is het de bewoner niet toegestaan om de douchestoel en overige
hulpmaterialen te verwijderen.
SCHOONMAAK
De verdiepingsgangen die bewoond worden door bewoners van Camelot vallen niet meer
onder de algemene schoonmaak van het pand. Per verdiepingsgang worden
schoonmaakroosters opgesteld voor de gang, keuken en huiskamer. Per week is één van de
bewoners verantwoordelijk voor schoonmaak hiervan. Camelot controleert op uitvoering en
naleving van het schoonmaakrooster. We vertrouwen erop dat iedereen voldoet aan zijn/haar
plicht. Mocht meermaals blijken dat het rooster niet wordt nageleefd of dat andere bewoners
het niet netjes houden dan is Camelot genoodzaakt om de schoonmaak uit te besteden. Dit
betekent dat er dan periodiek een externe schoonmaakploeg komt. De kosten hiervoor
worden dan doorbelast aan alle bewoners middels een verhoging van de vaste bijdrage
servicekosten.
BEZOEK
Het ontvangen van bezoek is mogelijk, deze dien je wel op te vangen bij de ingang en
naderhand weer onder begeleiding het pand te laten verlaten. Je bent te allen tijde
verantwoordelijk voor jouw bezoek. Max. 2 personen tegelijkertijd toegestaan. Di i.v.m.
eventueel overlast dat door bezoek kan worden veroorzaakt.
SLEUTELS
Bij het tekenen van het contract heb je de volgende sleutels ontvangen:
e 1xtoegangstag zijingang (Cotag)
e 1x sleutel woningtoegangsdeur (Nemef)
Wees hier zuinig op aangezien beide kostbare sleutels zijn. Kosten voor vervanging in geval
van verlies of diefstal zullen worden verrekend met de bewoner. Bijbehorende prijzen staan
vernoemd in het huurcontract.
POST
De post komt centraal binnen bij de receptie en wordt hier per verdieping verdeeld. De
hoofdbewoner van elke verdieping zal de post bij de receptie ophalen en onderling verdelen
of neerleggen in het postvakje op de verdieping. Indien de post nog in zijn geheel aanwezig
is in het postvakje mag deze natuurlijk ook door andere bewoners worden onderverdeeld.
Postpakketjes worden niet (meer ) bij de receptiebalie aangenomen. In de meeste gevallen
vraagt een bezorger dat je tekent voor ontvangst voor het postpakketje. Als er iets voor jou
wordt geleverd, regel je zelf even dat je hiervoor tekent. De verantwoordelijkheid hiervoor
dien je zelf te dragen.
088-226 3568 m cameloteurope.com u [email protected]
Camelot Vastgoedbeheer B.V. m Postbus 8770 m 5605 LT Eindhoven €
echmee 16) Bin Alva
STORINGEN / REPARATIEVERZOEKEN
Indien zich storingen voordoen in jouw ruimte dan kun je in overleg met de huismeester
nagaan of jij daar als huurder dan zelf verantwoordelijk bent voor het herstel of niet. Indien dit
onder de verantwoordelijkheid valt van de verhuurder dan kun je de storingen als volgt
melden:
Tijdens kantooruren: 06-14792118
Buiten kantooruren: 088-2263568 (let op: alleen calamiteiten)
Of online via jouw myCastle account: http://mycastle.cameloteurope.com/
HUISVUIL / GROFVUIL
Huisvuil zoals restafval, oud papier en glas kun je kwijt in de daarvoor aangewezen bakken
nabij de huiskamer / lift aan het einde van de verdiepingsgang. Deze worden meerdere
malen per week geleegd. Zorg er gezamenlijk voor dat deze ruimte netjes blijft.
Grofvuil dient door de bewoner zelf te worden afgevoerd. Hiervoor kun je een afspraak
maken met de Gemeente Amsterdam. Ook kun je grofvuil kosteloos afvoeren bij de
milieustraten. Het is niet de bedoeling dat dit zomaar op de straat wordt gezet.
FIETSEN
Aan de voorzijde en beide zij ingangen van het pand bevinden zich diverse fietsenrekken
tegen de gevel. Let erop dat de fietsen te allen tijde netjes in de rekken staan of op de
daarvoor aangewezen plekken. Fietsen buiten de rekken worden verwijderd.
Het is niet toegestaan om fietsen mee het pand in te nemen, ook niet voor stalling in jouw
kamer. Indien er een fiets in de gang staat zal deze worden verwijderd. Voor de eigen
veiligheid dienen vluchtwegen altijd vrij te zijn van obstakels, fietsen vormen in veel gevallen
een obstructie voor ambulancepersoneel of andere dienstverleners.
Gebruik van de fietsenkelder is vooralsnog alleen bestemd voor personeel van het Sint
Jacob. Het is bewoners vooralsnog niet toegestaan om hier fietsen te stallen.
BRANDVEILIGHEID
Vanwege de brandveiligheid is het in het gehele pand niet toegestaan om te roken, kaarsen
(waaronder ook waxinelichtjes) en wierrook te branden. Roken is enkel toegestaan op de
daarvoor aangewezen plaatsen. Welke zijn de algemene verdiepingsbalkons en de openbare
binnentuinen. Bewoners zijn zelf verantwoordelijk voor het schoonhouden hiervan.
HUISMEESTER
Op vaste dagen is er een huismeester aanwezig. De tijden hiervan zijn te vinden samen met
de huisregels op elke verdieping. Je kan bij hem terecht voor storingen, problemen of overige
zaken met betrekking tot je woonruimte en/of gemeenschappelijke ruimte. De huismeester is
bereikbaar op 020-75464910 wanneer hij in het pand aanwezig is
OVERTREDINGEN HUISREGLEMENT
088-226 3568 m cameloteurope.com u [email protected] ei
Camelot Vastgoedbeheer B.V. m Postbus n indhoven
t tgoedbeh B.V. m Postbus 8770 m 5605 LT Eindh achmeo D Es Silven
Overtredingen van eerder genoemde huisregels worden schriftelijk vastgelegd door Camelot
en bevestigd aan de huurder. Meermaals overtreden van deze huisregels kan leiden tot een
opzegging van de huurovereenkomst.
088-226 3568 m cameloteurope.com u [email protected]
Camelot Vastgoedbeheer B.V. m Postbus 8770 m 5605 LT Eindhoven
achmeo 16) ete Silvan
| Schriftelijke Vraag | 8 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 516
Publicatiedatum 17 mei 2019
Ingekomen onder AV
Ingekomen op donderdag 9 mei 2019
Behandeld op donderdag 9 mei 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Kreuger inzake de Nota Varen deel 1 (meer op- en afstaplocaties in
het centrum)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Nota Varen deel 1 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 447).
Constaterende dat:
- Het schaarse aantal op- en afstapplekken in het centrum zorgt voor extra drukte op
een bepaalde plekken
Overwegende dat:
- Deze drukte kan worden gespreid door meer op- en afstapplekken in het centrum
aan te leggen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Meer op- en afstapplekken aan te leggen in het centrumgebied.
Het lid van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
1
| Motie | 1 | discard |
bre 25021937 X Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd{zorg), Onderwijs en Armoede en
% Amsterdam PoE 9090209 °
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 18 oktober 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Publieke Gezondheid en Preventie
Agendapunt 4
Datum besluit Niet van toepassing
Onderwerp
Corona inzet GGD najaar 2023
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de corona inzet van de GGD in het najaar van 2023
Wettelijke grondslag
Artikel 160 gemeentewet actieve informatieplicht
Bestuurlijke achtergrond
Met deze brief informeert de wethouder publieke gezondheid en preventie v over de inzet van de
GGD in het najaar van 2023. Meer informatie treft u in de brief.
Reden bespreking
Niet van toepassing
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Niet van toepassing
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.5 1
VN2023-021237 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
GGD % Amsterdam _ ‚ ‚ a
% Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 18 oktober 2023
Ter kennisneming
AD2023-072726 Commissie OZA Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief_GGD corona-aanpak najaar 2023 27092023 fb.pdf
AD2023-072727
(pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
GGD, Wiep van Oosten, wvoosten@ggd. amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 13 februari 2023
Portefeuille(s) Grond en Ontwikkeling
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door J.M. van der Muur; juridisch beleidsadviseur, Erfpacht & Uitgifte; Grond &
Ontwikkeling
Onderwerp Raadsinformatiebrief erfpachtontwikkelingen
Geachte leden van de gemeenteraad,
Uw commissie wordt ieder halfjaar geïnformeerd over de verdere ontwikkelingen van het
erfpachtstelsel. Dit, ter vitvoering van onderdeel 14 vit het aangenomen amendement van het
raadslid De Jager (D66) van 16 februari 2022 en tevens zoals besproken in de Raadscommissie RO
van 1 februari jl.
Deze brief is de eerste raadsinformatiebrief erfpachtontwikkelingen en betreft de stand van zaken
per 1 janvari 2023. Over het onderwerp 'Spijtoptantenregeling’ wordt ook de meest actuele
informatie verstrekt.
De verdere verbetering van het erfpachtstelsel is een continu proces, waar Grond & Ontwikkeling
(hierna: G&O) al vele jaren dagelijks aan werkt. Ik heb uv daarover al geïnformeerd in de raadsbrief
van 7 juli 2022*: Graag neem ik vw raad mee in de ontwikkelingen rondom erfpacht in de
afgelopen 6 maanden en blik ik met v vooruit naar de komende periode.
1. De overstapregeling en de verlegging van de focus van G&O op de achterstanden die
bij regulier erfpachtbeheer zijn ontstaan
Sinds de zomer van 2017 heeft G&O op verzoek van ons college vol ingezet op de
uitvoering van de overstapregeling van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht.
Hierdoor is in juni 2022 de doelstelling bereikt dat voor 85% van de particuliere
overstapaanvragen (circa 113.000 erfpachtrechten) een overstapaanbieding is verstuurd
dan wel dat de aanvraag anderszins is afgehandeld. Na het behalen van deze mijlpaal zal
*https://amsterdam.raadsinformatie.nl/{document/11735367/1#search=%22planning%2ov
erbeterpunten%2oerfpacht%2otoekomst%207%20juli%22
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 2 van 15
de focus in de uitvoering weer meer verschuiven naar het reguliere erfpachtbeheer. In de
afgelopen jaren zijn, mede door de focus op de uitvoering van de Overstapregeling, de
doorlooptijden bij reguliere erfpachtwijzigingen als splitsingen, bestemmings- en
bebouwingswijzigingen en tuinuitbreidingen, opgelopen. Hierover zijn de afgelopen
periode ook signalen ontvangen van erfpachters, notarissen en makelaars.
Inmiddels zijn de overstap en beheerteams geïntegreerd in reguliere teams zodat de
kennis en capaciteit beter op het reguliere erfpachtbeheer kan worden ingezet. Daarnaast
wordt door G&O een analyse voor procesoptimalisatie uitgevoerd. Hierbij wordt G&O
begeleid door een adviesbureau. Deze analyse moet oplossingen geven die bijdragen aan
het effectiever en efficiënter verwerken van de erfpachtwijzigingen zodat op termijn ook
de doorlooptijden worden verkort.
2. Uitvoering overstap naar eeuwigdurende erfpacht
De onderstaande figuur geeft het totaal van circa 169.000 aanvragen tot Overstap weer,
onderverdeeld per categorie:
a. aanvragen van grote beleggers
b. aanvragen met een aanvraagdatum van voor 8 januari 2020 (particulieren, niet
van grote beleggers)
C. reguliere aanvragen met een aanvraagdatum van na 7 januari 2020 (niet van grote
beleggers), (nog) niet onder de spijtoptantenregeling
d. aanvragen onder de spijtoptantenregeling (niet van grote beleggers)
Onder ‘grote beleggers’ worden erfpachters met 100 of meer erfpachtrechten verstaan.
Daarnaast is weergegeven in welk stadium de aanvragen met een aanvraagdatum van
voor 8 januari 2020, welke niet van een grote belegger zijn, zich bevinden: of deze
aanvraag al heeft geleid tot een aanbieding (‘aanbieding beschikbaar”), of de
geaccepteerde aanbieding bij de notaris ter ondertekening ligt, of dat de overstapakte al
getekend is (‘overgestapt’).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 3 van 15
Totaal aantal binnengekomen
verzoeken
1 januari 2023
Ingediende aanvragen
onder de
spijtoptantenregeling Grote beleggers . Ingediende
2,2% 14,9% Geregistreerde aanvragen Beschikbare
aanvragen 6.4% Dn
20% „7/0 aanbiedingen
Aangevraagd na 7 januari ’ 0,7%
ag oge anderde de naat
7 0,
5,2% ‚2%
Niet overgestapte
aanvragen
18,5%
Overgestapt
42,2%
Een aanvraag is ingediend indien één of twee stappen na het registreren van de aanvraagdatum in
het overstapportaal zijn doorlopen: de erfpachter heeft gegevens gecontroleerd en heeft zich
gedeeltelijk of geheel kunnen oriënteren op de overstap naar eeuwigdurende erfpacht.
‘Niet overgestapte aanvragen’ geven aan dat er wel een aanvraag voor overstap is gedaan, maar
dat de erfpachter op een later moment heeft aangegeven niet over te willen stappen door de
aanvraag of aanbieding te annuleren of te laten verlopen. Tot 1 augustus 2023 is het mogelijk om
onder de Spijtoptantenregeling een aanvraag te registreren.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 4 van 15
Bij de aanvraag voor de overstap naar eeuwigdurende erfpacht heeft op dit moment circa
52% voor het afkopen van de canon gekozen en circa 48% voor een jaarlijkse canon
gekozen.
3. Uitvoering van de Spijtoptantenregeling en de 10% extra overstapkorting
In de raadsinformatiebrief van 22 november 2022? bent u geïnformeerd over het
collegebesluit om — in lijn met het coalitieakkoord: ‘Amsterdams akkoord’ 2022-2026 — na
de inspraakprocedure de Spijtoptantenregeling definitief vast te stellen.
Vrijwel alle spijtoptanten hebben een persoonlijke brief ontvangen waarin zij zijn
geïnformeerd over de Spijtoptantenregeling. In de brief aan de erfpachters is de invloed
van de hefboomwerking van de WOZ-waarde uitgelegd aan de hand van een
voorbeeldberekening. Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk erfpachters worden
geïnformeerd over de Spijtoptantenregeling is hierover ook gepubliceerd via een
advertentie in een lokaal huis-aan-huisblad en het Parool.
Spijtoptanten zijn tot 1 augustus 2023 in de gelegenheid om een aanvraag in te dienen.
Per 16 januari 2023 hebben circa 5.000 spijtoptanten een aanvraag ingediend. Zoals
eerder aangegeven zal met de verwerking van de spijtoptantenaanvragen op een later
moment, en in ieder geval ná 1 augustus 2023, worden gestart. In geval van spoed geldt
dat een spijtoptantenaanvraag met voorrang en binnen een kortere termijn zal worden
afgehandeld.
Met het instellen van een Spijtoptantenregeling is verbeterpunt 3 uit het
collegeonderzoek naar de toekomst van het erfpachtstelsel3 afgerond. Het college zal u in
de komende periode via de halfjaarlijkse raadsinformatiebrief erfpachtontwikkelingen
blijven informeren over de aantallen aanvragers en de voortgang van de afhandeling van
de aanvragen van de spijtoptanten.
Via voornoemde raadsinformatiebrief bent v eveneens geïnformeerd over het
collegebesluit om naar aanleiding van het coalitieakkoord 2022-2026 de overstapkorting
structureel vast te stellen op 35% in plaats van 25%. Deze wijziging wordt met
terugwerkende kracht toegepast, waardoor ook de erfpachters die na 8 januari 2020 een
*https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/1208563o/1/raadsinformatiebrief _-
algemeen+def+%282%29+%28003%29
3https:/lamsterdam.raadsinformatie.nl/document/10975511/1#search=%22collegeonderzoek%2otoeko
mst%2oerfpacht%22
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 5 van 15
overstapaanvraag indienden en de overstap naar eeuwigdurende erfpacht reeds in een
notariële akte hebben vastgelegd in aanmerking komen voor de 10% extra
overstapkorting. De gemeente zal voor die gevallen de kosten dragen voor de extra
notariële werkzaamheden die moeten plaatsvinden om de overstapkorting vast te leggen
in het kadaster. Het Overstapportaal en het erfpachtadministratiesysteem zullen naar
verwachting in april 2023 gereed zijn voor de uitvoering van dit besluit. Vervolgens zal de
teveel betaalde afkoopsom kunnen worden berekend en terugbetaald. De betreffende
erfpachters zullen hierover worden geïnformeerd.
bh. Afhandeling klantvragen en klachten
In 2022 zijn circa 33.500 klantvragen en 136 klachten met betrekking tot overstap naar
eeuwigdurende erfpacht binnengekomen. In 2022 zijn circa 32.500 klantvragen
afgehandeld en 140 klachten afgehandeld. Er zijn meer klachten in 2022 behandeld dan
zijn ontvangen aangezien 10 klachten vit 2021, begin 2022 zijn afgehandeld.
Op 1 januari 2023 stonden er circa 2.400 klantvragen open om af te handelen en waren 6
klachten nog niet afgehandeld.
Het eerste contact met de indiener van een vraag of klacht is altijd binnen 5 werkdagen.
De inhoudelijke beantwoording kan langer duren. De richtlijn van de Gemeente voor het
beantwoorden van klantvragen is vijf werkdagen. Voor klachten is dit 6 weken.
De werkvoorraad klantvragen is opgelopen in verband met vragen over de
Spijtoptantenregeling en de verstuurde indexeringsbrieven.
5. Het verbeteren van de dienstverlening aan de erfpachters door vernieuwing van de
digitale erfpachtsystemen en het verder verbeteren van de communicatie
De dienstverlening aan erfpachters wordt ondersteund door diverse digitale
erfpachtsystemen. De huidige systemen zijn verouderd en om de erfpachter nog beter van
dienst te zijn worden deze vernieuwd. Dit betekent een grondige vernieuwing van onze
informatie- en ICT-systemen. Dit wordt uitgewerkt onder het interne programma ‘Nieuw
Informatie Systeem Erfpacht (NISE). Uiteindelijk moet er één integraal IT-systeem staan
dat de dienstverlening zo goed mogelijk ondersteunt. Betrouwbare, transparante en
kwalitatief hoogwaardige dienstverlening staat hierbij voorop.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 6 van 15
In de vernieuwde systemen staat de erfpachter zelf aan het roer. De erfpachter kan op elk
gewenst moment erfpachtgegevens inzien en wijzigingen doorgeven. Intern worden
processen gestroomlijnd en zal waar mogelijk geautomatiseerd worden. Het programma
beoogt tot in 2025 in kleine stappen naar het integrale IT-systeem toe te werken. In de
tussentijd worden noodzakelijke ontwikkelingen in de huidige systemen nog wel
doorgevoerd.
Onder andere de uitkomsten van het recente klantwaardeonderzoek worden
meegenomen in het programma. Binnen het onderzoek zijn verschillende klantreizen
zowel intern met collega’s doorgenomen als extern met een aantal erfpachters. Bij de
uitkomsten van het onderzoek zijn een aantal aanpassingen naar voren gekomen om de
klantreizen te optimaliseren. Deze uitkomsten zijn onderverdeeld in zogenoemde “quick
wins” aanpassingen en op langer termijn aanpassingen. De afdeling start met het
uitvoeren van de “quick wins” aanpassingen die voor de dienstverlening aan de erfpachter
een verbetering kunnen zijn. Een voorbeeld hiervan is om erfpachters, die volledig zijn
overgestapt, te informeren over het digitale platform Mijn erfpacht. Hier kunnen
erfpachters de betaalstatus inzien van hun erfpachtrecht en kunnen zij wijzigingen voor
het erfpachtrecht aanvragen. Ook worden de automatisch gestuurde e-mails na het
accepteren van de aanbieding binnen het overstapproces herschreven, zodat het voor
erfpachters duidelijker wordt wat zij moeten doen voordat de akte bij de gekozen notaris
wordt gepasseerd.
6. Voortgang uitwerking verbeterpunten onder meer voortvloeiend uit de
erfpachtonderzoeken van de raad en het college, het amendement De Jager en het
coalitieakkoord 2022 — 2026
Zoals hiervoor toegelicht zijn een deel van de verbeteringen reeds geïmplementeerd en
wordt met de hierboven genoemde punten onder 3 en 5 uitvoering gegeven aan
verbeterpunten 3 en 14 van het collegeonderzoek. Tegelijkertijd vraagt onder andere het
onderzoek naar een onafhankelijke commissie die vooraf gaat adviseren over
voorgenomen beleidswijzigingen en een onafhankelijke geschillencommissie die in
bepaalde maatwerkgevallen achteraf kan toetsen om meer onderzoek. Over de voortgang
van dit onderzoek wordt u in de volgende halfjaarlijkse raadsinformatiebrief
geïnformeerd.
Naast de hierboven besproken verbeterpunten heeft uw raad naar aanleiding van de
genoemde erfpachtonderzoeken in amendement 177 ook een aantal aanbevelingen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 7 van 15
gedaan die betrekking hebben op het begrijpelijk, toegankelijk en transparant maken van
het hoe en waarom van erfpacht. Het gaat onder andere om:
i. Uitleg van de doelstellingen van het erfpachtstelsel:
Dit verbeterpunt is reeds in gang gezet. Met behulp van een externe
communicatieadviseur wordt op dit moment onderzocht hoe we de doelen van het
Amsterdamse erfpachtstelsel intern en extern verder kunnen uitdragen.
ii. _Informatievoorziening aan de raad:
Ter vitvoering van onderdeel 14 vit amendement De Jager heeft in de commissie RO
van 1 februari jl. een gesprek plaatsgevonden over verdere verbeteringen van de
informatievoorziening aan de gemeenteraad. De onderhavige brief is daar het
uitvloeisel van. Dit verbeterpunt is hiermee afgerond. Dit laat onverlet dat het college
uv ook in de toekomst op proactieve wijze zal blijven informeren over de
ontwikkelingen en uitvoering van het erfpachtstelsel.
ü. Toelichting op het grondwaardebeleid. Zie hiervoor punt 9 van deze brief.
7. Financiën Overstap
In miljoenen € 2018 2019 2020 2021 2022 Totaal
Afkoopsommen | 53,5 127,7 178,0 166,0 529,8
Kosten uitvoering -1,9 -5,6 -10,4 -12,2 -8,4 -38,5
De-activatie -1,0 -9,9 -21,3 -25,7 -46,2 104,1
Meerwaarde 1,8 38,0 96,0 140,1 111,4 387,3
Tabel 3 Financiën Overstapaanvragen
In 2022 is een totaal van € 166 miljoen aan afkoopsommen ontvangen als gevolg van de
overstap. Deze afkoopsommen zijn de huidige waarde van de toekomstige
canonbetalingen, die na afkoop niet meer worden ontvangen. Vanaf 2018 tot en met 2022
is door de overstap een bedrag van € 530 miljoen euro aan afkoopsommen ontvangen.
In 2022 bedragen de kosten voor het Programma Overstap € 8 miljoen. Deze kosten
bestaan grotendeels vit loonkosten, inhuur en (C)T-ontwikkeling. Het volledige bedrag
wordt gedekt door de reserve financiering erfpachtgrond. Vanaf 2018 tot en met 2022 is
een bedrag van € 39 miljoen uitgegeven voor de uitvoering van de overstapregeling.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 8 van 15
In 2022 bedraagt de de-activatie € 46 miljoen. De grondwaarde van in het voortdurend
stelsel canon betalende rechten, wordt gedeactiveerd wanneer deze eeuwigdurend
worden afgekocht (de “boekwaarde” op de balans wordt afgeboekt naar € 1,-, omdat er
geen toekomstige inkomsten meer verwacht worden). Vanaf 2018 tot en met 2022 is er
een bedrag van € 104 miljoen gedeactiveerd.
In 2022 bedraagt de meerwaarde, bestaande uit de afkoopsommen minus de de-activatie
en kosten, € 111 miljoen. Vanaf 2018 tot en met 2022 is de meerwaarde € 387 miljoen. Er
wordt uiteindelijk na afronding van de Spijtoptantenregeling een bedrag van ongeveer
€ 5oo miljoen aan meerwaarde verwacht. Van die € 387 miljoen is in 2021 € 150 miljoen
afgedragen aan de algemene reserve. Bij de begroting 2023 is besloten om de resterende
afdrachten aan de algemene reserve niet door te laten gaan.
8. Pilot actief openbaar maken
In 2021 is de afdeling Erfpacht & Uitgifte gestart met de pilot van het actief openbaar
maken van documenten rondom het project Vernieuwing Erfpachtstelsel (VES). Inmiddels
staan er 16.300 documenten online op de website van het Stadsarchief. Deze documenten
komen vit 20 verschillende mappen die binnen de afdeling Erfpacht & Uitgifte centraal zijn
opgeslagen. De afdeling Erfpacht & Uitgifte is op dit moment bezig met het beoordelen
van de laatste map. Er resteren hiervoor nog circa 1500 documenten die bekeken en
beoordeeld moeten worden. De verwachting is dat deze mappen uiterlijk in mei 2023 zijn
afgerond en daarmee ook gepubliceerd op de website van het Stadsarchief. Daarnaast
wordt op dit moment geïnventariseerd hoeveel documenten, waaronder e-mails, verder
nog zijn opgeslagen. Mochten dit relevante documenten zijn, dan worden deze
documenten beoordeeld en gepubliceerd.
De belasting op de ambtenaren van de afdeling Erfpacht & Uitgifte verschilt per periode.
Doorgaans zijn er vijf ambtenaren in deeltijd bezig met de pilot. De afdeling kiest ervoor
om met ongeveer 12 ambtenaren in een gezamenlijke week voltijd te werken aan het
beoordelen van documenten. Deze ambtenaren maken zich hiervoor vrij, waardoor hun
reguliere werkzaamheden niet gedaan kunnen worden. De laatste week heeft
plaatsgevonden in janvari 2023. In februari 2023 staat wederom een week gepland waarin
ongeveer 12 ambtenaren voltijd werken aan het beoordelen van documenten.
9. Overige actualiteiten
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 9 van 15
In het voorjaar van 2021 hebben diverse erfpachters bij de Autoriteit Consument en Markt
(ACM) een handhavingsverzoek gedaan. Deze erfpachters zijn van mening dat de
gemeente met de uitvoering van het erfpachtstelsel regels met betrekking tot onder meer
het consumenten en/of mededingingsrecht zou schenden. De ACM heeft 4 van deze
handhavingsverzoeken afgewezen. De betreffende erfpachters zijn tegen deze besluiten
van de ACM in bezwaar en beroep gegaan. Deze procedures lopen nog.
Over een vijfde handhavingsverzoek moet de ACM nog een beslissing nemen.
10. Verbeterpunten grondwaardebepaling
Zoals hiervoor onder punt 6 vermeld heeft uw raad naar aanleiding van de
eerdergenoemde erfpachtonderzoeken de navolgende aanbevelingen gedaan die
betrekking hebben op de grondwaardebepaling:
A. Dat, waar mogelijk, componenten van het erfpachtstelsel gebaseerd dienen te zijn op
openbare gegevens en waar mogelijk betere toelichting te geven op het
grondwaardebeleid en daarin gehanteerde rekenvitgangspunten en referenties;
B. Te bezien waar verdere verbetering mogelijk is van de checks and balances bij de taxatie
en waardebepaling van erfpachtgronden.
À.
Informatieverstrekking inzake grondwaardebeleid en de daarin gehanteerde
rekenuitgangspunten en referenties
Elke erfpachter kan aan de hand van het Beleid Grondwaardebepaling voor bestaande
erfpachtrechten en de grondwaarderapporten in principe de grondquote van zijn eigen
woning narekenen. Het is echter niet mogelijk om de buurtstraatguote (BSO) exact na te
rekenen, omdat daarvoor grondgquotes van het merendeel van de woningen in een
buurtstraat noodzakelijk zijn. Voor de berekening van een grondguote van een woning is
inzicht in specifieke woningkenmerken nodig en die zijn enkel bij de woningeigenaar c.q.
erfpachter bekend en niet openbaar toegankelijk. De gemeente kan deze gegevens dus
niet verstrekken.
Om tegemoet te komen aan de wens om inzichtelijker te maken op basis van welke
gegevens de erfpachtgrondwaarde tot stand is gekomen, is de informatieverstrekking
daarover de afgelopen periode uitgebreid:
1. WOZ-waarde in openbare Waardeloket
Tot voor kort waren de WOZ-waarden met waardepeildatum 2 januari 2014 niet
openbaar en daarom ook niet in het Waardeloket opgenomen. Om die reden konden
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 10 van 15
deze WOZ-waarden niet door de gemeente worden verstrekt. Hierin is verandering
gekomen toen de Waarderingskamer — het controlerend orgaan bij de uitvoering van
de Wet WOZ door gemeenten - besloot over te gaan tot het opnemen van de WOZ-
waarden met waardepeildatum 2 januari 2014 in het Waardeloket. Hierdoor werd het
mogelijk erfpachters inzicht te geven in WOZ-waarden, die een onderdeel zijn van de
bepaling van de BSQ's gebaseerd op prijspeil 1 janvari 2014. U bent hierover
geïnformeerd via de raadsbrief van 7 september 2020.
2. Verstrekken van grondwaarderapporten
Er is gestart met het verstrekken van grondwaarderapporten aan erfpachters die
daartoe een verzoek indienden. In deze rapporten wordt respectievelijk inzicht
gegeven in de wijze waarop de woningwaarde en de wijze waarop de BSO is bepaald.
Beide gegevens verschaffen relevante inzichten voor de bepaling van de
erfpachtgrondwaarde. Via de raadsinformatiebrief van 24 november 2020 bent u
hierover geïnformeerd. Voor meer informatie over de grondwaarderapporten verwijs
ik u dan ook graag naar die brief. De grondwaarderapporten zijn op dit moment voor
de erfpachter nog altijd op aanvraag beschikbaar.
3. Uitbreiding van de grondwaarderapporten
De gemeente streeft naar maximale transparantie binnen de wettelijke kaders. In dit
kader is in 2021 een onderzoek uitgevoerd door de gemeenteadvocaat naar de
mogelijkheden om de informatieverstrekking ten aanzien van het grondwaardebeleid
en de daarin gehanteerde rekenuitgangspunten en referenties te vergroten. De
resultaten van dit onderzoek zijn via de raadsinformatie op 3 februari 2022 met u
gedeeld. Met inachtneming van de wettelijke beperkingen is na het ingewonnen
juridisch advies ruimte gevonden om de volgende informatie te verstrekken aan
erfpachters die daarom verzoeken:
|___De adressen van woningen die gebruikt zijn om de BSQO/onbezwaarde waarde
te berekenen;
IL ___De adressen van woningen in de buurtstraat die niet zijn gebruikt voor de
berekening van de BSO/onbezwaarde waarde en de reden daarvoor;
Il De individvele grondquotes van de woningen die gebruikt zijn om de
BSO/onbezwaarde waarde te berekenen;
IV. __Eenleeg’ rekenmodel: een format waarmee de stappen om te komen tot de
BSO inzichtelijk worden;
V. _ De gehanteerde WOZ-waarden van woningen die gebruikt zijn om de
BSO/onbezwaarde waarde van deze woningen te berekenen;
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 11 van 15
VL. _De gehanteerde herbouwkosten van woningen die gebruikt zijn om de
BSO/onbezwaarde waarde te berekenen van deze woningen.
Voor het genereren van de uitgebreide rapporten inzake de BSQ en onbezwaarde
waarde zijn nieuwe systemen noodzakelijk geweest. Deze nieuwe systemen zijn reeds
gereed en worden in gebruik genomen.
Grondwaardebepaling gebaseerd op openbare gegevens
De erfpachtgrondwaarde voor overstap naar eeuwigdurende erfpacht wordt bepaald aan
de hand van de WOZ-waarde en de BSO. De gemeenteraad heeft destijds met deze
methode ingestemd, mede omdat hiermee een uitvoerbaar systeem ontstond waarmee
grote aantallen erfpachters in staat konden worden gesteld om over te stappen naar
eeuwigdurende erfpacht.
De WOZ-waarde wordt jaarlijks vastgesteld en is maatschappelijk breed gedragen en
geaccepteerd. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om in bezwaar en beroep te
gaan tegen een WOZ-waardering. Een vastgestelde WOZ-waarde is hiermee te
beschouwen als een geaccepteerde waardering door de belanghebbende.
De BSO is het gemiddelde van individvele grondquotes in een buurtstraat. Door het
hanteren van de BSQ kan daarom voor woningen waarvoor geen opstalwaarde kan
worden bepaald, aan de hand van de BSO, toch een erfpachtgrondwaarde worden
bepaald. Daarnaast wordt met de BSO recht gedaan aan locatieverschillen, omdat
waardeverschillen in buurtstraten worden uitgemiddeld:
e De grondguotes worden onder andere bepaald aan de hand van de herbouwkosten
(opstalwaarde). Deze herbouwkosten worden opgesteld door externe
bouwkostendeskundigen en zijn ook volledig gepubliceerd in het beleid
grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten. Per woning wordt de hoogte
van de herbouwkosten bepaald aan de hand van de geregistreerde WOZ-
woningkenmerken.
e De WOZ-woningkenmerken, welke geregistreerd worden ten behoeve van de WOZ-
waardering, zijn voor de belanghebbende zichtbaar door een WOZ-taxatieverslag.
Deze WOZ-woningkenmerken staan open voor bezwaar en beroep.
e De buurt(straat)begrenzing ten behoeve van de BSO is gebaseerd op de
Amsterdamse wijk- en buurtindeling. Deze wijk- en buurtindeling komt onder andere
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 12 van 15
tot stand aan de hand van de richtlijn Wijk- en Buurtindeling van het Centraal Bureau
Statistiek (CBS).
B.
Verdere verbetering van de checks and balances bij de taxatie en waardebepaling
De grondwaardebepaling van erfpachtgronden en de BSQ kent de volgende checks and
balances:
1. WOZ-waarde en woningkenmerken: De WOZ-woningkenmerken zijn voor
belanghebbende zichtbaar door middel van een WOZ-taxatieverslag. Tegen
deze WOZ-woningkenmerken staat ook bezwaar en beroep open. De
registratie van de woningkenmerken geschiedt conform landelijke richtlijnen.
Op basis van deze woningkenmerken wordt de modelmatige WOZ-
waardering vitgevoerd. De Waarderingskamer controleert en beoordeelt
gemeenten op de uitvoering van de Wet Waardering onroerende zaken (Wet
WOZ).
2. Herbouwkosten (t.b.v. B5Q): de gehanteerde herbouwkostenramingen
worden opgesteld door externe bouwkostendeskundigen. Ten behoeve van
de herijking van de herbouwkosten is tevens opdracht gegeven aan een
tweede onafhankelijke bouwkostendeskundige voor het uitvoeren van een
second opinion en validatie van de te herijken herbouwkostenramingen. De
resultaten van de herijking en de second opinion zijn openbaar en worden
met u gedeeld in verband met de vaststelling van het beleid
grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten en de lijst met
buurtstraatquotes 2023. De herijkte herbouwkostenramingen en de
onderliggende documentatie wordt ook volledig gepubliceerd in het beleid en
hiermee is het voor individuele erfpachters ook mogelijk om de eigen
herbouwkosten na te rekenen.
3. Uitvoering beleid en BSO bepaling: de uitvoering van de grondwaardebepaling
en de BSO berekening wordt jaarlijks gecontroleerd door externe
onderzoekers: Stichting Economisch Onderzoek (SEO) en prof. H.L.F. de
Groot, hoogleraar Regionaal Economische Dynamiek aan de Vrije Universiteit
te Amsterdam. De resultaten van dit onderzoek zijn openbaar en worden
4https://www.cbs.nl/-fmedia/cbs{dossiers/nederland-regionaal{gemeente/gemeente-en-regionale-
indelingen/richtlijnen-voor-gemeenten-vaststellen-indeling-naar-wijken-en-buurten.pdf
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 13 van 15
jaarlijks actief gedeeld met u in verband met de jaarlijkse vaststelling van het
beleid grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten.
4. Bijzondere situaties: voor dossiers waar sprake is van een ontbrekende of
onbruikbare WOZ-waarde of waar sprake is van een ontbrekende BSQ, wordt
maatwerk toegepast. De mogelijkheden voor maatwerk zijn vastgelegd in de
beleidsdocumenten “notitie onbezwaarde waarde, maatwerk BSQ en
procedure voor bedenkingen”. Maatwerk houdt in dat er een onbezwaarde
waarde wordt bepaald, ter vervanging van een ontbrekende of onbruikbare
WOZ-waarde of dat er een maatwerk BSQ wordt bepaald in verband met een
ontbrekende BSO. Voor dossiers waar maatwerk is toegepast, geldt dat de
betreffende belanghebbenden de mogelijkheid hebben om een bedenking te
uiten. De inhoudelijke beoordeling gebeurt door medewerkers van Grond &
Ontwikkeling die niet betrokken zijn bij het opstellen van de betreffende
onbezwaarde waarde en/of maatwerk BSO.
11. Beantwoording diverse vragen naar aanleiding van de bespreking in de commissie RO
van 1 februari jl.
In de commissie RO van 1 februari jl. zijn door verschillende raadsleden uiteenlopende
vragen gesteld. Hieronder treft v de beantwoording aan:
-__Door diverse raadsleden werd gevraagd naar de stand van zaken van de uitvoering van
de aanbevelingen uit de erfpachtonderzoeken van het college en de raad.
Antwoord: Zie hierboven onder punt 6 de stand van zaken.
-_Raadsleden Boomsma en Von Gerhardt vroegen of erfpachters de BSQ kunnen
narekenen.
Antwoord: Erfpachters kunnen grondwaarderapporten aanvragen. In deze rapporten
wordt respectievelijk inzicht gegeven in de wijze waarop de woningwaarde en de wijze
waarop de BSO is bepaald. Zie ook hierboven punt 9.
- Raadslid Boomsma heeft gevraagd of erfpachters geïnformeerd kunnen worden via Mijn
overheid.nl.
Antwoord: Nee, dat kan (nog) niet omdat het hier privaatrechtelijk handelen van de
shttps:/fassets.amsterdam.nl{publish/pages{/921748/onbezwaarde waarde maatwerk _bsg_en_procedu
re van bedenkingen.pdf
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 14 van 15
gemeente betreft, maar de gemeente gaat verkennen of dit mogelijk is en een
verbetering oplevert.
- Raadslid Boomsma vroeg of de raad, naast de halfjaarlijkse raadsinformatiebrief, nog
wel op de hoogte gesteld wordt gesteld van beleidswijzigingen.
Antwoord: Ja.
- Raadslid Boomsma heeft gevraagd hoe het zit met de maximering van de indexering
voor verhuurde woningen op grond van de Algemene Bepalingen.
Antwoord: Dit wordt vitgezocht en hier zal ik later schriftelijk op terugkomen.
- Raadslid Konings heeft verzocht om uitleg over hoe de BSQ wordt berekend aan de
hand van bijvoorbeeld een animatiefilmpje.
-_Antwoord: Op de erfpachtwebsite wordt uitleg gegeven over de berekening van de BSO,
onder meer aan de hand van een animatiefilmpje. Zie de volgende link:
https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/erfpacht/buurtstraatquote-(bsq)/
Indien de raad daar behoefte aan heeft kunnen technische sessies worden georganiseerd
of kunnen raadsleden door G&O over technische onderdelen worden bijgepraat.
- Raadslid Mangal heeft verzocht om een rekentool bij overstap op de erfpachtwebsite,
waardoor een indicatie kan worden gegeven van de kosten zonder dat hoeft te worden
ingelogd met DigiD.
Antwoord: Deze rekentool is er al. Inloggen met DigiD is hiervoor niet nodig. Zie de
volgende link (openen buiten ADW):
https://www.amsterdam.nl/veelgevraagd/?productid=%7BDF83E745-15D1-427C-8132-
349E9182E65A%7DH#case W%7B54oFD43-CC1B-4D73-966D-A1124,D1A867E%7D
- Raadslid Boomsma heeft gevraagd: Hoe vaak gaan mensen niet in op aanbiedingen?
Hoe groot is de groep die niet overstapt? En waarom stappen ze niet over? Hebben we
daar inzicht in?
Antwoord:
Deze cijfers worden elk half jaar opgenomen in de overstaprapportage c.q.
raadsinformatiebrief erfpachtontwikkelingen die aan uw commissie wordt toegezonden.
Zie hiervoor onder punt 2.
Het college heeft in de zomer van 2021 onderzoek laten doen naar de reden waarom
erfpachters niet overstappen. De resultaten van dat onderzoek zijn opgenomen als
bijlage 2b van het collegeonderzoek naar de toekomst van het erfpachtstelsel van 14
december 2021. Deze stukken kunt u terugvinden onder agendapunt 36 van de raad van
16 en 17 februari 2022.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 februari 2023
Pagina 15 van 15
De belangrijkste reden voor erfpachters om niet over te stappen is het feit dat het einde
van het lopende, voortdurende tijdvak nog ver in de toekomst ligt. G&O overweegt om
een dergelijk onderzoek nog eens te herhalen.
Tot slot ter informatie, de overige vragen welke in de commissie RO van 2 februari jl. werden
gesteld, worden momenteel uitgezocht. Hierop zal zo spoedig mogelijk worden teruggekomen.
Ik vertrouw erop u voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 15 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1634
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 20 december 2017
Behandeld op woensdag 20 december 2017
Status Ingetrokken
Onderwerp
Amendement van het lid Van Lammeren inzake het wijzigen van de Algemene
Plaatselijke Verordening 2008 en de Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de
Openbare Ruimte (algemeen voerverbod).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer u voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening
2008 en de Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1615).
Constaterende dat:
- Het aantal meldingen van rattenoverlast bij de GGD de afgelopen jaren steeds
toeneemt;
- Deze dieren voor een groot deel worden aangetrokken door achtergebleven
voedselresten;
Besluit:
De tekst
“Artikel IV
Artikel 5.18 Voeren van dieren
Het college kan gebieden in aanwijzen waar het verboden is om dieren te voeren.”
Te wijzigen in:
“Artikel IV
Artikel 5.18 Voeren van dieren
Er geldt een algeheel verbod in de stad op het voeren van vrijlevende dieren in de
openbare ruimte”
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1634 A d t
Datum 29 december mendemen
2017
De tabel:
5.18 Verbodsgebied | Het is BAO093 €70 €140 €700
voeren van verboden
dieren dieren te
voeren in
een door het
college
aangewezen
gebied.
Te wijzigen in:
5.18 Verbodsgebied | Het is BAO093 €70 €140 €700
voeren van verboden
dieren vrijlevende
dieren te
voeren in
de
openbare
ruimte.
In de toelichting op Artikel 5.18 de zin
“Het artikel biedt de mogelijkheid voor lokaal maatwerk: uitsluitend de plekken waar
bovenstaande problemen zich voordoen of verwacht worden, kunnen - eventueel
tijdelijk — worden aangewezen als verbodsgebied.”"
Te wijzigen in:
“Het artikel zorgt voor duidelijkheid over het voeren van vrijlevende dieren en gaat de
bovenstaande problemen tegen.”
De leden van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1048
Datum akkoord college van b&w van 23 augustus 2016
Publicatiedatum 29 augustus 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boutkan van 21 juni 2016 inzake
achterblijvende instroom van jonge ambtenaren bij Nederlandse gemeenten.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 21 juni 2016 werd via de NOS bekend dat de instroom van jonge ambtenaren bij
Nederlandse gemeenten achterblijft bij wat is afgesproken. Twee jaar geleden
spraken de gemeenten en vakbonden in de CAO afspraken de ambitie uit om 1.500
nieuwe ambtenaren aan te trekken. Dat is niet geslaagd. Sterker nog: het aantal
gemeentelijke ambtenaren onder de 35 jaar is in 2015 volgens de cijfers verder naar
beneden gegaan. Deze berichtgeving kwam tot stand op basis van cijfers van de
Personeelsmonitor Gemeenten’ van het A en O Fonds (https://www.aeno.nl/wp-
content/uploads/2015/05/PMG2015 WEBVERSIE31052016linksrechts.pdf)
Uit deze monitor blijkt onder meer dat op dit moment er meer mensen van 60 jaar en
ouder bij gemeenten werken, dan jongeren onder de 35 jaar bij de gemeenten.
De PvdA Amsterdam heeft bij de Voorjaarsnota een motie ingediend om een
onderzoek te verrichten naar een zogenaamd ‘Generatiepact Mentor Plus’. Via
vrijwillige afspraken met oudere medewerkers wordt met dit pact financiële ruimte
gemaakt om het aantal jonge ambtenaren uit te breiden. Hiermee wordt ingespeeld
op het vitaal houden van de organisatie en het borgen van overdracht van kennis
door ervaren ambtenaren. Dit is een belangrijk uitgangspunt voor strategisch HRM
beleid.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boutkan, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van de cijfers van de Personeelsmonitor?
Antwoord:
Het college heeft kennisgenomen van de Personeelsmonitor Gemeenten 2015.
De Personeelsmonitor vermeldt onder andere het volgende:
e de instroom van jongeren tot 35 jaar is tussen 2014 en 2015 gestegen van 36
naar 39 procent. (In 2011 was dat nog 41 procent).
e de stijging vond vooral plaats in de leeftijdsgroep 25 tot 35 jaar. De instroom
van jongeren jonger dan 25 jaar is daarentegen in dezelfde periode gedaald
en hun uitstroom is relatief hoog (23,4%) in vergelijking met andere
leeftijdsgroepen.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 79 sucustus 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 juni 2016
Op 28 juni 2016 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) via een
persbericht de onjuiste cijfers uit het NOS-bericht van 21 juni 2016 gecorrigeerd
en gemeld dat in 2015 3800 jongeren van 35 jaar of jonger in dienst zijn gekomen
bij de gemeenten, een toename van 1500 ten opzichte van voorgaande jaren.
De ambitie van de sociale partners om de instroom van jongeren met minimaal
1500 te vergroten is hiermee gehaald. Deze gegevens komen ook uit de
Personeelsmonitor Gemeenten 2015, maar zijn niet eerder gepubliceerd.
Link persbericht: https://vng.nl/persberichten/16-06-28/meer-jongeren-bij-
gemeenten-in-dienst.
2. Herkent het college de geschetste ontwikkeling van de tegenvallende instroom
van jonge ambtenaren bij de gemeente Amsterdam?
Antwoord:
Het tegendeel blijkt uit de cijfers. De instroom van jonge ambtenaren tot 35 jaar is
bij de gemeente Amsterdam mede door opheffing van de vacaturestop (november
2015) toegenomen. Bij de jaarrekening 2015 was het aandeel jonge ambtenaren
tot 35 jaar in ons personeelsbestand 13%. Per 5 juli 2016 is het percentage
gestegen naar 13,6%. Dit sluit aan op de groei die de VNG bij de gemeentelijke
sector als totaal signaleert.
3. Kan het college een gedetailleerd overzocht geven van de mobiliteitscijfers van
jonge ambtenaren (tot en met 35 jaar) ? Het gaat dan om instroom en uitstroom
van de laatste 2 jaar. Indien nee, waarom niet?
Antwoord:
In de onderstaande tabellen staan de cijfers met betrekking tot de Instroom en
uitstroom van medewerkers van de gemeente Amsterdam van 35 jaar en jonger
(op aanstelling) over 2014, 2015 en de eerste helft 2016.
Aantal instroom < 35
2014
2015
1e helft o
Aantal uitstroom < 35
2014
2015
1e helft o
4. Wat is op dit moment het aandeel van jonge ambtenaren binnen de gemeente?
Antwoord:
Het aandeel jonge ambtenaren tot 35 jaar in het personeelsbestand is per 5 juli
2016 13,6%. Dit betreft 1939 jonge ambtenaren.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing loss Gemeenteblad
Datum 29 augustus 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 juni 2016
5. Kan het college een analyse geven op de cijfers in het antwoord op vraag 3?
Welke trendmatige ontwikkeling is te zien?
Antwoord:
Na de grote reorganisatie (per 1-1-2015) is de trend dat er meer jongeren
instromen op een aanstelling ten opzichte van het aantal jonge ambtenaren dat
uitstroomt. De opheffing van de vacaturestop in november 2015 bevordert de
instroom van jongeren. Zie ook het antwoord op vraag 2. lets meer dan de helft
van de instroom in deze periode bestaat uit jongeren tot 35 jaar. Een tweede
trend is dat de uitstroom < 35 jaar in dezelfde periode in aantal is gedaald.
6. Hoe staat het college tegenover het Generatiepact?
Antwoord:
Het college is geen voorstander van invoering van een generiek generatiepact,
maar zoekt naar maatwerkoplossingen, indien binnen gemeentelijke onderdelen
aantoonbaar blijkt dat vergrijzing een risico vormt voor de kwaliteit van de
bedrijfsvoering. Daar waar gewenst, zal (gedeeltelijke) uitstroom uit de ambtelijke
organisatie worden bevorderd ten behoeve van instroom van jonge ambtenaren.
7. In de Personeelsmonitor wordt een aantal belangrijke belemmeringen genoemd
die zorgen voor de achterblijvende instroom: het ontbreken van vacatures en
formatie, gebrek aan werkervaring bij jongeren en onvoldoende bekendheid van
de gemeente als werkgever. Kan het college toelichten of/en welke
belemmeringen bij de gemeente een rol (kunnen) spelen?
Antwoord:
Uit voorgaande antwoorden blijkt dat bij de Gemeente Amsterdam geen sprake is
van achterblijvende instroom. De Gemeente Amsterdam voert een jongerenbeleid
in het kader van Amsterdam inclusieve organisatie dat geënt is op goed en
aantrekkelijk werkgeverschap voor de doelgroep. In het jongerenbeleid zullen tot
en met 2019 verschillende activiteiten worden ontplooit om de in- en doorstroom
van jongeren te bevorderen en hun uitstroom tegen te gaan. Zo wordt in de
tweede helft van dit jaar de arbeidsmarktcommunicatie-strategie geactualiseerd
om jongeren op een eigentijdse manier te werven; we zullen daarbij nagaan of
startersbanen op vacatures gecreëerd kunnen worden ; er wordt een traineepool
voor jonge statushouders opgericht en er wordt een trainingsaanbod over
generatieleren/generatiemanagement ontwikkeld voor managers en medewerkers
om de werkcultuur tussen jong en oud in teams te verbeteren. De voortgang zal
periodiek gerapporteerd worden via de P&C-rapportages van het programma
Amsterdam inclusieve organisatie.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam bef
ZT
COA Centraal Orgaan opvang asielzoekers
Programmaplan Amsterdamse inbreng in het azc Willinklaan
20 september 2017
AF
if wd id es é
Ë a} p Ee Ki 1
: | Fe | id (8 k N cn
Â. al pd LE k ke
| nd 3 SP
A, E % \ Ne: E a
ida S P u “
Gemeente Amsterdam & Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)
Opdrachtgever: Ronald Venderbosch, coördinerend directeur Asielzoekers en
Vluchtelingen Gemeente Amsterdam
Opdrachtnemer: Stedelijk Coördinatieteam Asielzoekers & Vluchtelingen
Gemeente Amsterdam
Datum: 20 september 2017
Foto: ANP
Datum 20-09-2017
Pagina 2 van 41
Inhoudsopgave
inleiding … nnee eneneneneneneneneneneneneneneneevenenenenenveenenenenenenenveeneneneeenveeneneneeenenenenenenenveenenenenenvennenenenenenenenenveenenenenenenenenenenenveneneveneeeeeneeeeeneeneneneeeeeneeeeeneenvenenen 3
2 Aanpak..….......nnnnnnneeneeenneenerenerenenenveenereneeenerenverneeenveenveenvenenveenveenveenveenveenvennveenveenveenvennvennveenveenveenveenveenveendeenveenveenveeneendveneeneeneveneeneenveeneenveenveennvenveeneenveenvvenvenenen 3
3 Leeswijzer programmaplan … nnen neneneneeeneneneneneeeneeeneerenerenereneeneeeneeeneeenveenveenvenveenvennveevenveenvennveenvennvennvennveenvennveenveenveenveenveenvennveenvennvennvennveenveenveenveenveenveenveene Á
4 Doelgroepen …......nnnnnnennnennnennnenrnenenenenenenenenenenenenenvenenveenveenenenvennveenveeneneneeeneneneeenveenenenveenveeneneneeenenenveenveenveenveenveeneeenveenveeneeenveenveenveenveeneeenveeveenveenveeenenveenveenevenveenveeneeenen
5 Uitgangspunten … nanne onnsnrreennserreneneereeenserreennserrennneerrvenenserrennnserenenneerensnseerennnverenennenrennnsnenennnserenennenrnennnenennnserneenneerennnnenennnsernvenneerevnnnnerennnserevvnnenennvneerenenverrveenene nnen J
6 Organisatie … …..nnnnnnnnnnennneeenserenereenerreneernnverrnverenenneeenseernnerenerennerenneernnseennverenneerenvennnveennvernnnerenerennsernnveennveennverenvereenvernnseennverenereensenenveeenveennernnvevenveeennveeenvernnverenverennn J
7 Afstemming en overleg … nnen nenveneeenvenvenveneeenvenrenvennveneenvenvenveneeeenvenvenneeneenvenvenvevenvenvenneevenvenvenneenvenveneneenvenveneeeenvenvenveeveenvenveeneeneenvenveenveneenvenveeveeveenvenenn Ö
8 Communicatie... onennneneneervennennvereenenvennenveerveersvenvennennvenen ven vennenvereneenvennennverenneevennenvereneeevennnnnverrn nen vennnnnneene nen vennnnevereneenvennenverennenvennennveeenvenvennenveeeneee vennen G
9 Welkomstpakket azc-bewoners … nnee eenen eneneneneneneneneneeeneneneeeneneneeenenenenenveenenenenenenenenenenenenenenenenenveenenenenenenenenenenenveneeenveneneeenveneeeee nee neneeeeeneeeneeneenveeen 10
10 Werk, opleiding en participatie: de Amsterdamse aanpak … nnen ennneneneneneneneneneneneneneneneneneneeeneeenenenenenveeneeeneeenveeneeenenenveenveenveeneeenveeeeenveenveenenenveenveevenenveeeeeveeee LL
11 Onderwijs … nennen enenenenenenenenenenenveneneneneeeneneneneneneneeenveeneneneeenenenveeenenenenenenveeneneneneneenneeenenene eene neneeenvneneeenenenenenenenveneneeenenee nee eee nee neneneneneneenneeevennvenvenen 15
12 Ouder- en Kindteam Amsterdam en publieke gezondheidszorg … … nnen nennen eeeneeenseeneeeneeeneeeneeenveeneeenveenveeneenseeneeneeneeneenveenveenvvenveenveenveenveenveenveenveeneen 19
13 Sportstimulering azc-bewoners … nnee enneeneeeneeeneeeneeeneeeneeenveenveenveenvennveenveenveenveenveenveenveenveenveendeenveenveenveenveenveendeeneeneeneeneeneeneeneenvenveenveenveeneenveenveenveeneen 22
14 Activiteiten... nnen oennennneneneervennennvereenenvennenennnneerneenvennennnenrn ven vennenverenvenvennennveren nee vennennvereneenvennnnnverrnnenvennnnnneenenenvennnneveeenvenvennenverennenvennenverenvenvennenvveerneeevennnnnnernn 26
15 Veiligheid …… ne erneeeeeneeenneeeneerenere ennen venverenveerenneneneennerendeerenneeenveernerenderenneeeeneenneeenerenneenvnneeeneennerendeeesnnenenveenneenneeenneeennveeenveenneeenneerveneeenveernverenveerrnneen 30
16 Zorg voor kwetsbare groepen … … nnn eenn eenen eeneeenerenveenveenveenveenveenveenveenveenveenveenveenveenveenveenveenveenvenndeenveenveendeeneenveeneeneeneenveenveeneenveenveenveenveenveenveenveeneen 32
17 Preventie en voorlichting … nnee nennen nee enneeenverenvere nnee renee reneereneeeenveennverenverenneeeeneeenerenderenveeevnneeenteennerendeeennneeenveenneennneenenseeenveeenveeenteernveeeveveeenveernveeenveerrnnnen 3Ó
18 Openbare ruimte … ….....nnnnnnenneneneneeenenenenenreenenenreenenenereeneneneeenveenenenenenveeneeeneeeneneneneneeenveenenenenenvenneneneeeneneneneneeenenenenenenenenenenenvenenevenve eene enneeeeenne neve neneeeeeneeeveeneenveenn GO
Datum 20-09-2017
Pagina 3 van 41
Programmaplan Amsterdamse Inbreng in het azc Willinklaan
In november 2017 opent het azc Willinklaan de deuren. Voor deze locatie is een bestuursovereenkomst afgesloten tussen de gemeente Amsterdam en het
Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Met het sluiten van de bestuursovereenkomst hebben het COA en de gemeente Amsterdam basisafspraken en
voorwaarden voor de vestiging van het azc aan de Willinklaan vastgelegd. In deze overeenkomst is opgenomen dat de gemeente Amsterdam, In samenwerking
met het COA, een plan uitwerkt voor de Amsterdamse inbreng in het azc met als doel Amsterdamse azc-bewoners zo snel mogelijk te laten integreren en
participeren in de Amsterdamse samenleving.
1 Inleiding
Het college heeft op 2 maart 2010 ingestemd met de bestuursovereenkomst over de opvang van asielzoekers in Amsterdam die is gesloten met het COA. In deze
overeenkomst is vastgelegd dat de gemeente Amsterdam zich zal inzetten om voor langere tijd opvang van asielzoekers te realiseren. Het gaat hierbij om drie locaties:
Het azc Wenckebachweg (2016-2017), het azc Willinklaan (2017-2019) en het azc Houthavens (vanaf 2019). De verantwoordelijkheid voor opvang en integratie ligt in een
azc primair bij het COA. Gemeentelijke taken zijn wettelijk gezien beperkt tot de onderwijstaak en de basis (jeugd)zorg. De bewoners van het azc zijn ook bewoners van
Amsterdam (tijdelijk dan wel permanent) en daarmee in interactie met Amsterdammers. Zij hebben ook veelal de wens om de regie op het eigen leven (weer) op te
pakken. De gemeente Amsterdam trekt daarom samen met het COA op met als doel dat azc-bewoners zo snel mogelijk integreren en participeren in de Amsterdamse
samenleving. Het COA en de gemeente Amsterdam hebben de ambitie om het wachten op de vervolgstap in de procedure of op een woning betekenisvol en samen met
de bewoners in te vullen. Deze gezamenlijke inzet is beschreven in het programmaplan Amsterdamse inbreng in het azc Willinklaan en is met de ondertekening van de
bestuursovereenkomst van het azc Willinklaan vastgesteld. Het programmaplan voor het azc Willinklaan dient als blauwdruk voor de toekomstige afspraken tussen het
COA en de gemeente Amsterdam over de Amsterdamse inbreng in een azc. In de voorbereiding van de opening van een nieuw azc, zoals de Houthavens, wordt het
programmaplan geactualiseerd.
2 Aanpak
De aanpak op azc Willinklaan bouwt voort op de ingezette werkwijze in het azc Wenckebachweg. Er wordt samengewerkt met Amsterdamse partners, zoals het
bedrijfsleven, maatschappelijke initiatieven, scholen en vrijwilligers. Gemeentelijke voorzieningen krijgen een plek in het azc, maatschappelijk voorzieningen bieden
ruimte aan de bewoners van het azc en samen met particuliere initiatieven stimuleren ze de ontmoeting en verbinding met de stad. Aanvullend wordt er in het azc
gewerkt aan de Amsterdamse Aanpak Statushouders. Het is hierdoor mogelijk om in een eerder stadium dan voorheen te investeren in Amsterdamse statushouders als
volwaardige leden van de Amsterdamse samenleving, en al in het azc te starten met bijvoorbeeld de begeleiding naar werk, opleiding en ondernemerschap. Wanneer dit
niet mogelijk is volgt eerst begeleiding naar zorg of participatie.
Datum 20-09-2017
Pagina 4 van 41
Vaststellen programmaplan Amsterdamse inbreng in het azc Willinklaan
e Het programmaplan Amsterdamse inbreng in het azc Willinklaan wordt met de ondertekening van de Bestuursovereenkomst van de opvanglocatie Willinklaan
vastgesteld door het bestuur van het COA en het gemeentebestuur van de gemeente Amsterdam.
e De inhet plan genoemde werkplannen en/of aanvullende werkafspraken worden in 2017 afgerond en ofwel op ambtelijk niveau ofwel op het niveau van het
locatie-overleg vastgesteld.
3 Leeswijzer programmaplan
Het programmaplan bestaat vit 2 onderdelen: algemene afspraken en inhoudelijke onderwerpen.
Algemene afspraken
Het algemene deel van het programmaplan bevat de volgende onderwerpen:
e Doelgroepen
e Uitgangspunten
e Organisatie
e _ Afstemming en overleg
Communicatie
e Welkomstpakket azc-bewoners
Inhoudelijke onderwerpen
In het programmaplan worden vervolgens de volgende inhoudelijke onderwerpen vitgewerkt:
e Werk, opleiding en participatie: de Amsterdamse Aanpak
Onderwijs
e _Ovder- en Kindteam Amsterdam en publieke Gezondheidszorg
e Sportstimulering azc-bewoners
e Activiteiten
e Veiligheid
e Zorg voor kwetsbare groepen
e Preventie en voorlichting
Openbare ruimte
Datum 20-09-2017
Pagina 5 van 41
De inhoudelijke onderwerpen geven kort weer wat de inzet in het azc behelst. Vervolgens wordt er per sub onderwerp een toelichting gegeven middels onderstaande
tabel. Er worden over de verschillende onderwerpen operationele afspraken gemaakt tussen COA en gemeente gemaakt. Een deel van de werkafspraken is op het
moment van schrijven al gereed en een deel zal in het laatste kwartaal van 2017 met betrokkenen worden opgesteld.
Ee
Een sub onderwerp. Een omschrijving van de inzet op het sub onderwerp, Financiële dekking:
maar daarin onder andere: e Bestaand of aanvullend
Een omschrijving van het kader, met een e Aanleiding e Bijzonderheden
onderscheid tussen: e _ Bestaande inzet gemeente en/of COA e _Dekkingsbron
e _ Aanvullende inzet gemeente en/of COA
1. inzet vanuit wettelijk / bestaand kader: e Uitvoerende partij Personele inzet:
De gemeente is vanuit het wettelijk e _Ruimteclaim en/of toegang e Bestaand of aanvullend
kader of een landelijke afspraak . Tijdspad e Bijzonderheden
verantwoordelijk om inzet te plegen. De e _ Dekkingsbron
wijze waarop wordt toegelicht.
-Of-
2. Aanvullende inzet azc Amsterdam:
De aanvullende inzet, waarvoor de
gemeente niet bij wettelijk kader
verantwoordelijk is.
Afbakening
De volgende onderwerpen maken geen deel vit van het programmaplan, maar zijn wel relevant voor de Amsterdamse inzet voor het azc:
e Het Programma van Eisen (PvE) van het gebouw van de Academie Lichamelijke opvoeding (ALO) wordt door het COA en de gemeente Amsterdam gezamenlijk
opgesteld en apart vastgesteld, en maakt daarom geen deel vit van dit document.
e _ Afspraken rondom de publieke gezondheidszorg van de GGD zijn via een apart contract tussen het COA en de GGD-GHOR geregeld en zijn niet in het
programmaplan opgenomen tenzij er op vitvoeringsniveau bijzondere afspraken zijn gemaakt, zoals met betrekking tot de Jeugdgezondheidszorg.
e De werkwijze rondom de huisvesting van statushouders is onderdeel van een landelijke aanpak van het COA. Bijzondere afspraken met de gemeente Amsterdam
worden door het gemeentebestuur en het COA anderszins vastgelegd.
Datum 20-09-2017
Pagina 6 van 41
Algemene afspraken
Datum 20-09-2017
Pagina 7 van 41
4 Doelgroepen
Er zijn vijf doelgroepen te onderscheiden in het azc:
1. Bewoners in de fase “oriëntatie”: asielzoekers waarbij de IND bezig is om te komen tot een uitspraak.
2. Bewoners met een uitstel vertrek of artikel 64: bewoners die tijdelijk in het azc verblijven vanwege bijvoorbeeld medische noodzaak of die vanwege het Dublin
verdrag in een ander land de asielprocedure moeten volgen.
3. Bewoners in de fase terugkeer en vertrek: asielzoekers die vrijwillig terugkeren of vitgeprocedeerd zijn.
4. Bewoners met een vergunning: asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben. Hier kan een onderscheid worden gemaakt tussen:
| Aan Amsterdam gekoppelde statushouders
IL, Statushouder gekoppeld aan een andere gemeente.
Het programmaplan is opgesteld voor alle bewoners van het azc in Amsterdam. Het aanbod dat beschreven is in dit programmaplan is dus voor iedere azc-bewoner
toegankelijk. Uitzondering hierop zijn bijvoorbeeld de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de Amsterdamse Aanpak voor het azc Amsterdam. Deze aanpak richt
zich specifiek op de aan Amsterdams gekoppelde statushouders die woonachtig zijn in het azc Willinklaan.
5 Uitgangspunten
De volgende uitgangspunten staan centraal bij het programma Amsterdamse azc's:
e _Hetis van groot belang dat alle bewoners van het azc snel starten met hun participatie en integratie.
e _Webouwen voort op de basisvoorzieningen en de ervaring van het COA.
e We vullen de basisvoorzieningen van het COA aan met maatschappelijke initiatieven en lokaal aanbod om ontmoeting en integratie te bevorderen.
e We werken waar mogelijk vanuit het perspectief van de asielzoekers en statushouders en maken gebruik van hun inbreng.
e We werken integraal samen met het COA aan de gedeelde opgave.
6 Organisatie
Bestuurlijk opdrachtgever
e Gemeente Amsterdam heeft drie opdrachtgevers:
o De burgemeester van Amsterdam: verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in Amsterdam.
o Wethouder opvanglocaties: bestuurlijk opdrachtgever voor de opvangvoorzieningen voor asielzoekers en statushouders in Amsterdam en daarmee de
opdrachtgever van de bestuursovereenkomst azc Willinklaan.
o Coördinerend wethouder Vluchtelingen en Asielzoekers gemeente Amsterdam en daarmee de opdrachtgever van het programmaplan Amsterdamse
inzet azc's.
e COA: bestuurder COA
Datum 20-09-2017
Pagina 8 van 41
Ambtelijk opdrachtnemer
e Gemeente Amsterdam: Coördinerend directeur asielzoekers en vluchtelingen, tevens stedelijk aanspreekpunt voor het COA namens de gemeente Amsterdam.
e COA: Regiodirecteur Noord-West
Operationeel
e Gemeente Amsterdam: Stedelijk coördinator Asielzoekers en Vluchtelingen
e COA: Locatiemanager azc Willinklaan
7 Afstemming en overleg
Het overleg en de afstemming tussen het COA en de gemeente Amsterdam vindt op drie niveaus plaats. Deze niveaus kunnen ook worden ingezet als escalatielijn.
Bestuurlijk overleg
e Wethouder opvanglocaties met bestuurder COA.
e Dit overleg vindt minimaal één maal per jaar plaats.
e Het bestuurlijk overleg wordt voorbereid door het stedelijk coördinatieteam asielzoekers en vluchtelingen & team Huisvesting Asielzoekers en Statushouders
e _Indit overleg bespreken de bestuurders o.a. het functioneren van de opvangvoorzieningen in Amsterdam en worden afspraken gemaakt over toekomstige
opvangvoorzieningen.
Ambtelijk overleg
e Directeur Participatie en coördinerend directeur Cluster sociaal gemeente Amsterdam en regiomanager COA.
e Dit overleg vindt minimaal twee maal per jaar plaats.
Het ambtelijk overleg wordt voorbereid door het stedelijk coördinatieteam asielzoekers en vluchtelingen.
e _Indit overleg wordt het bestuurlijk overleg voorbereid en wordt het functioneren en de voortgang van de voorzieningen besproken. Tevens worden eventuele
aanvullende afspraken gemaakt en maatregelen getroffen.
Locatie overleg
e Stedelijk coördinator asielzoekers en vluchtelingen gemeente Amsterdam en locatiemanager azc Willinklaan van het COA.
e Dit overleg vindt tijdens de eerste fase van de vestiging van het asielzoekerscentrum 1 keer per twee weken plaats en kan daarna afgeschaald worden naar 1 keer
per drie weken.
e _Hetlocatie-overleg dient ter informatie- en gegevensuitwisseling, (preventieve) signalering van trends en problemen en ter bespreking van het functioneren van
de opvanglocatie. Bij dit overleg worden naar behoefte/agenda agendaleden vitgenodigd waaronder bijvoorbeeld het aanspreekpunt asielzoekers en
vluchtelingen van stadsdeel Nieuw-West.
Datum 20-09-2017
Paginag van 41
e Het monitoren van de gemaakte afspraken uit het programmaplan en de onderliggende werkafspraken en of werkplannen vindt plaats in het ambtelijk overleg
en het locatie overleg.
Informatie- en gegevensuitwisseling
Het COA verschaft de gemeente Amsterdam van bewonersinformatie en een integrale veiligheidsrapportage. Het stedelijk coördinatieteam asielzoekers en vluchtelingen
is verantwoordelijk voor het delen van bewonersinformatie met de betrokken gemeentelijke afdelingen. In principe beperkt de vitwisseling van persoonsgegevens zich
tot een overzicht van 1. Bewonersaantallen, 2. demografische opbouw, en 3. onderwijsgegevens. De veiligheidsrapportage wordt door het COA maandelijks aangeboden
aan OOV, het stedelijk coördinatieteam, stadsdeel Nieuw-West en de politie. Op dossierniveau worden er per onderwerp, en alleen indien noodzakelijk, afspraken
gemaakt over gegevensuitwisseling. De afspraken hierover worden vastgelegd de betreffende werkplannen.
Onderzoek en evaluatie
COA en de gemeente Amsterdam vinden het belangrijk om de impact van de Amsterdamse inzet in het azc en de resultaten van de samenwerkingsafspraken tussen
gemeente Amsterdam, COA en (lokale, maatschappelijke en vrijwillige) partners te onderzoeken. Hiervoor wordt gezamenlijk een plan van aanpak opgesteld.
8 Communicatie
In alle gevallen geldt dat het stedelijk coördinatieteam asielzoekers en vluchtelingen op het gebied van communicatie het eerste aanspreekpunt is namens de gemeente
Amsterdam. In veel situaties zal per thema gezamenlijk worden gekeken naar een geschikte communicatiestrategie en wie er operationeel aan zet is. In onderstaande
tabel is per thema weergegeven of dit helder is en zo ja, welke partij trekker is en welk organisatieonderdeel van het COA of de gemeente als aanspreekpunt optreedt.
Gemeente Amsterdam en COA stellen gezamenlijk een communicatieplan op.
Verantwoordelijk gemeente Amsterdam Verantwoordelijk COA
Vestiging azc Gemeente Amsterdam Stedelijk coördinatieteam met Stadsdeel Nieuw-West Regiobestuur COA
Fysieke realisatie azc Gemeente Amsterdam Stedelijk coördinatieteam met team Huisvesting Regiobestuur COA
statushouders
Amsterdamse inbreng azc | Gemeente Amsterdam Stedelijk coördinatieteam Locatiemanager COA
Veiligheidsincidenten Gemeente Amsterdam Directie OOV met Stedelijk coördinatieteam en de Locatiemanager COA
coördinerend directeur sociaal domein
Media Gemeente Amsterdam Stedelijk coördinatieteam met coördinerend directeur Locatiemanager COA
Cluster Sociaal
Pers bezoeken e.d. Gemeente Amsterdam Stedelijke coördinatieteam Locatiemanager COA
Datum 20-09-2017
Pagina 10 van 41
9 Welkomstpakket azc-bewoners
Om nieuwe azc-bewoners welkom te heten en wegwijs te maken in Amsterdam wordt een welkomstpakket samengesteld voor het azc Willinklaan. Het welkomstpakket
is voor alle bewoners van het azc, ongeacht in welke fase van de asielprocedure de bewoner zich bevindt. Het welkomstpakket bestaat in eerst instantie vit
informatiemateriaal geleverd door de in dit plan opgenomen betrokken gemeente afdelingen, lokale organisaties en bedrijven. De inhoud van het pakket kan
ontwikkelen en veranderen.
inhoud
e _Welkomstbrief
e Kaart met voorzieningen rondom het azc
e Aanbod lokale ondernemers, organisaties en voorzieningen in Nieuw West
e _Eeneerste overzicht van het activiteitenaanbod in en om azc, inclusief vrijwilligerswerk en het sportprogramma
e Informatie vanuit gemeente Amsterdam van onder andere Onderwijs, GGD en OKT
Datum 20-09-2017
Pagina 11 van 41
Inhoudelijke onderwerpen
Datum 20-09-2017
Pagina 12 van 41
10 Werk, opleiding en participatie: de Amsterdamse aanpak
Bewoners van het azc met een vergunning volgen in het azc de pre-inburgering. Tevens worden zij begeleid door casemanagers van het COA. Waar normaal
gesproken de inzet vanuit de gemeente Amsterdam pas start op het moment van het verkrijgen van een woning, wordt er op het azc Willinklaan al in het azc
gestart met de Amsterdamse Aanpak voor de begeleiding naar werk, opleiding en participatie.
Normaal gesproken start de begeleiding van de gemeente op het moment dat een statushouder een woning betrekt en een vitkering aanvraagt in Amsterdam. Om
statushouders zo snel mogelijk te laten participeren en integreren hebben COA en de gemeente Amsterdam een aanpak ontwikkeld waarin er al in het azc met de
begeleiding van aan Amsterdam gekoppelde statushouders wordt gestart. Afspraken over de Amsterdamse aanpak worden door de gemeente met het COA gemaakt
onder verantwoordelijkheid van het programmamanagement van de gemeente.
Doel: Amsterdamse statushouders zo vroeg mogelijk, dus al startend in het azc, begeleiden naar scholing en duurzaam werk dat aansluit op hun talenten en de
doorlopend proces te organiseren en is in nadere werkafspraken vastgelegd.
Oe
Welkomstbijeenkomsten e De gemeente Amsterdam en het COA nodigen alle Amsterdams gekoppelde Financiën:
statushouders woonachtig in het azc uit voor een welkomstbijeenkomst. De financiering van de Amsterdamse aanpak
-Aanvullende inzet azc Deelname door de statushouder is vrijwillig, maar COA en gemeente sturen is meerjarig geregeld in de
Amsterdam erop dat aanwezigheid als vanzelfsprekend wordt ervaren. gemeentebegroting van 2017-2018.
e _Opde bijeenkomst worden de statushouders geïnformeerd over de
Amsterdamse aanpak, wonen en de pre-inburgering. Personele inzet:
e Zo snel mogelijk na de bijeenkomst heeft de statushouder een startgesprek de inzet van medewerkers van de gemeente
met zijn of haar casemanager over de begeleiding in Amsterdam. Amsterdam gebeurt vanuit de bestaande
Vanuit de Amsterdamse Aanpak is er behoefte aan spreekkamers, een organisatie.
ontmoetingsruimte, een leslokaal en een computerruimte in het azc. De
gemeente Amsterdam mag gebruik maken van de ruimtes van het COA. Dat
betekent dat er in de praktijk goede afspraken moeten worden gemaakt over
flexibel gebruik door gemeente Amsterdam en partners (onder regie van de
gemeente en/of het COA). Er loopt nog een onderzoek naar de mogelijkheid
om in de kelder van het ALO gebouw extra spreekkamers te realiseren.
Individuele begeleiding en e De gemeente werkt in de Amsterdamse aanpak met een caseload van 1 op 50. Financiën:
(COA) en klantmanager moeten halen) begeleid, ongeacht of zij betaald werk hebben of niet. is meerjarig geregeld in de
Datum 20-09-2017
Pagina 13 van 41
(gemeente Amsterdam) e _Zolangeenstatushouder in het azc woont ligt de regie bij het COA. gemeentebegroting van 2017-2018.
Als de casemanager de statushouder overdraagt naar de klantmanager, krijgt
-Aanvullende inzet azc de klantmanager de regie. Er is een aantal basisuitgangspunten de wanneer Personele inzet:
Amsterdam overdracht plaatsvindt: de inzet van medewerkers van de gemeente
o Hoger opgeleide statushouders worden zo snel mogelijk aan een Amsterdam gebeurt vanuit de bestaande
klantmanager overgedragen voor een assessment en het maken van organisatie.
een plan van aanpak richting werk/scholing.
o Statushouders die niet meedoen aan de pre-inburgering worden zo
snel mogelijk overgedragen aan de klantmanager.
o Voor analfabete statushouders wordt een apart programma
ontwikkeld waarbij COA en gemeente samenwerken en gebruik
maken van een aanbieder/methodiek die in deze doelgroep is
gespecialiseerd.
o Midden en laag-lerende statushouders worden na afronding van de
pre-inburgering overgedragen aan de klantmanager, tenzij een
statushouders de pre-inburgering vroegtijdig afbreekt.
o Statushouders die vitstromen naar een woning in Amsterdam worden
volledig overgedragen aan de klantmanager, ook als zij de pre-
inburgering nog niet hebben afgerond.
o Indien de casemanager inschat dat zijn klant naast de pre-inburgering
ruimte heeft voor andere activiteiten, wordt de klantmanager
ingeschakeld om samen te bepalen welke onderdelen van het
Amsterdamse aanbod ingezet kunnen worden.
e Het assessment, dat inzicht geeft in talenten, competenties en (werk)ervaring
van de statushouder, wordt ingezet zodra een statushouder aan de gemeente
wordt overgedragen. Ook hiervoor geldt dat een casemanager kan voorstellen
het assessment al eerder in te zetten.
e Het COAen de gemeente Amsterdam zorgen voor afstermming van de
programmering van bijeenkomsten, trainingen, activiteiten en dergelijken om
de aan Amsterdam gekoppelde statushouders zo goed mogelijk te
ondersteunen en om tijdverlies en overlap te voorkomen.
e Vanuit de Amsterdamse Aanpak is er behoefte aan spreekkamers, een
ontmoetingsruimte, een leslokaal en een computerruimte in het azc. De
gemeente Amsterdam mag gebruik maken van de ruimtes van het COA. Dat
Datum 20-09-2017
Pagina 14 van 41
betekent dat er in de praktijk goede afspraken moeten worden gemaakt over
flexibel gebruik door gemeente Amsterdam en partners (onder regie van de
gemeente en/of het COA). Er loopt nog een onderzoek naar de mogelijkheid
om in de kelder van het ALO gebouw extra spreekkamers te realiseren.
Pre-inburgering en TOV e De gemeente Amsterdam en het COA bieden beiden een Financiën:
introductieprogramma aan, gericht op taal en KNM (Kennis Nederlandse De financiering van de Amsterdamse aanpak
-Aanvullende inzet azc Maatschappij). Herhaling versterkt het leerproces en besloten is dat enige is meerjarig geregeld in de
Amsterdam overlap bijdraagt aan de inburgering. gemeentebegroting van 2017-2018.
e Inde presentatie van de pre-inburgering en het TOV aan de statushouders
(zoals tijdens de welkomstbijeenkomst) worden de twee onderdelen als één Personele inzet:
geheel gepresenteerd. de inzet van medewerkers van de gemeente
e Het COAen de gemeente Amsterdam zorgen voor afstemming van de Amsterdam gebeurt vanuit de bestaande
programmering van bijeenkomsten, trainingen, activiteiten en dergelijken om organisatie.
de aan Amsterdam gekoppelde statushouders zo goed mogelijk te
ondersteunen en om tijdverlies en overlap te voorkomen.
e Vanuit de Amsterdamse Aanpak is er behoefte aan spreekkamers, een
ontmoetingsruimte, een leslokaal en een computerruimte in het azc. De
gemeente Amsterdam mag gebruik maken van de ruimtes van het COA. Dat
betekent dat er in de praktijk goede afspraken moeten worden gemaakt over
flexibel gebruik door gemeente Amsterdam en partners (onder regie van de
gemeente en/of het COA). Er loopt nog een onderzoek naar de mogelijkheid
om in de kelder van het ALO gebouw extra spreekkamers te realiseren.
Communicatie casemanager e _ Klantmanagers hebben toegang tot het registratiesysteem van het COA (TVS). | Financiën:
en klantmanager e Het COA stuurt wekelijks een overzicht van nieuwe, aan Amsterdam De financiering van de Amsterdamse aanpak
gekoppelde statushouders, aan de gemeente Amsterdam. is meerjarig geregeld in de
Aanvullende inzet azc e COA en gemeente wisselen hun managementrapportages uit. gemeentebegroting van 2017-2018.
Amsterdam e De casemanager laat de klantmanager weten wanneer een klant zijn pre-
inburgering bijna heeft afgerond of om andere redenen bijna uitstroomt naar Personele inzet:
gemeente. de inzet van medewerkers van de gemeente
Amsterdam gebeurt vanuit de bestaande
organisatie.
Datum 20-09-2017
Pagina 15 van 41
11 Onderwijs
De gemeente is verantwoordelijk voor het organiseren van onderwijs voor kinderen vanaf de leerplichtige leeftijd van 5 jaar. Aanvullend daarop koopt de
gemeente Amsterdam voorschools aanbod in voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar en biedt het COA kinderopvang aan voor peuters van o tot 2,5 jaar.
In de Nederlandse leerplichtwet is opgenomen dat alle kinderen in de leerplichtige leeftijd naar school moeten. Dit geldt ook voor kinderen woonachtig in een azc. De
gemeente is bij een azc verantwoordelijk voor de huisvesting en inrichting van de onderwijsvoorzieningen en handhaving van de leerplicht. Vanaf het moment dat de
kinderen staan ingeschreven in de BRP heeft de gemeente de wettelijke taak de leerplicht van deze kinderen te handhaven.
Er worden in of rondom het asielzoekerscentrum geen speciale asielzoekers scholen gerealiseerd. De gemeente Amsterdam wil dat kinderen die onderwijs op primair of
voortgezet niveau volgen gebruik kunnen maken van reguliere nieuwkomersklassen en internationale schakelklassen (ISK). Voor het primair onderwijs is de
Burgemeester de Vlugtschool in Geuzenveld gekozen. Het voortgezet onderwijs wordt gevolgd aan het Mundus College of het Montessori College Oost. Omdat de
Gemeente Amsterdam het belangrijk vindt om kinderen een zo goed mogelijke start te geven, wordt op het azc Willinklaan een voorschool klas ingericht. Stichting
Impuls zal dit educatieve aanbod verzorgen.
van 2,5 — 4 jaar educatie aanbod krijgen op de voorschool.
Voorschool en e Het Amsterdamse bestuur heeft zich per B&W besluit d.d. mei 2016 Financiën:
overbruggingsklas 4, gecommitteerd aan het verzorgen van voorschools aanbod voor alle in het Dekking conform B&W besluit van 2016. Geen
jarigen azc woonachtige kinderen van 2,5 tot 4 jaar. aanvullende financiering noodzakelijk.
e _Welzijnsorganisatie Impuls is door de gemeente gevraagd om het aanbod in
Aanvullende inzet Nieuw-West te verzorgen. Stichting Dynamo, die het voorschoolse aanbod
azc Amsterdam voor het azc Wenckebachweg verzorgde zal betrokken blijven in een Personele inzet:
adviserende rol. De kinderen worden geplaatst op beschikbare plekken op de | Vanuit de afdeling onderwijs van de gemeente wordt een
Impuls voorscholen van de Burgemeester de Vlugtschool. Daarnaast kan er centraal aanspreekpunt aangewezen voor onderwijs. Voor
bij een noodzaak tot uitbreiding worden uitgeweken naar de deze inzet is geen aanvullende financiering noodzakelijk.
voorschoolgroepen van de nabijgelegen Immanuel school.
e _Omdetransitie naar de voorschool goed te laten verlopen wordt er door
Impuls in het azc een wengroep ingericht.
e De wengroep maakt op werkdagen een dagdeel gebruik van de ruimte van
de kinderopvang van het COA. Vanuit de wengroep stromen kinderen door
Datum 20-09-2017
Pagina 16 van 41
naar het reguliere voorschoolaanbod.
e De voorschool groep wordt als reguliere voorschool beschouwd. Daarom
gelden de Amsterdamse eisen en werkwijze voor voorscholen en gebeurt
financiering, zoals gebruikelijk, vit het onderwijsachterstandenbeleid (OAB).
e _Nieuwkomersklassen starten normaliter vanaf 5 jaar. Speciaal voor azc-
kinderen is er op de Burgemeester de Vlugtschool aanvullend ook een groep
voor 4-jarigen ingericht. Deze overbruggingsklas wordt in het verlengde van
de voorschool op de Burgemeester de Vluchtschool georganiseerd, om de
overgang naar de reguliere klassen te versoepelen.
Primair Onderwijs e Kinderen van 5 tot 12 jaar volgen onderwijs in nieuwkomersklassen op de Financiën:
(PO) Burgemeester de Vlugtschool te Geuzenveld (bestuur Stichting Westelijke Dekking vanuit de reguliere middelen voor
Tuinsteden). nieuwkomersonderwijs en onderwijs aan asielzoekers en
-Wettelijk/bestaand | e Instroom van nieuwe leerlingen startdirect na bewoning van het azc. statushouders vanuit het onderwijs achterstandenbeleid
kader Uitzondering hierop zijn kinderen die verhuizen van het azc Wenckebachweg | (OAB) en LOWAN.
naar het azc Willinklaan. Zij blijven tot de kerstvakantie in Oost onderwijs
volgen. Personele inzet:
e _ Vanuit de gemeente Amsterdam worden leerplichtambtenaren ingeschakeld | Vanuit de afdeling onderwijs van de gemeente wordt een
op het moment dater sprake is van verzuim. centraal aanspreekpunt aangewezen voor onderwijs.
e Lessen vinden plaats binnen de bestaande lesruimtes van de school. Tevens wordt er een leerplicht ambtenaar aangewezen die
Eventuele extra docenten worden volgens regulier beleid speciaal voor het azc wordt ingezet. Voor deze inzet is
nieuwkomersonderwijs geworven. geen aanvullende financiering noodzakelijk.
e _Azc-kinderen die naar het Speciaal Onderwijs moeten kunnen hiervoor
terecht op het Speciaal Onderwijs in Amsterdam. Hiervoor gelden de
reguliere werkwijzen van de gemeente Amsterdam. Hieronder valt ook de
afspraak over het vervoer van en naar het Speciaal Onderwijs. Het centraal
aanspreekpunt onderwijs van de gemeente Amsterdam kan het COA
hierover adviseren.
Primair Onderwijs e Inde bestuursovereenkomst is opgenomen dat het COA alleen het Financiën:
(PO): vervoer noodzakelijke vervoer van kinderen van en naar school betaalt. De kosten voor het vervoer worden gedekt uit bestaande
e Gezien de lange reistijd (te voet +- 35 minuten) verzorgt de Gemeente middelen.
- Wettelijk/ bestaand Amsterdam gemotoriseerde bakfietsen voor het vervoer van de kleinste
kader kinderen in de leeftijdscategorie tot ca. 8 jaar. Kinderen vanaf ca. 8 jaar Personele inzet:
worden gestimuleerd om met hun ouders naar school te fietsen. Het COA Voor deze inzet is geen aanvullende financiering
biedt verkeerslessen aan. noodzakelijk.
Datum 20-09-2017
Pagina 17 van 41
e Indien kinderen meeverhuizen van het azc Wenckebachweg in Oost naar het
azc Willinklaan in Nieuw-West zullen de kinderen tot de kerstvakantie in
Oost op school blijven. Het COA zal het vervoer verzorgen voor deze
schoolgaande kinderen.
Voortgezet e In Amsterdam zijn er twee VO scholen waar kinderen van het azc van 12 tot Financiën:
Onderwijs (VO) 18 jaar instromen. Het gaat om het Mundus College in Nieuw-West (bestuur: | Dekking vanuit de reguliere middelen voor
Espritscholen) en het Montessori College Oost in Oost (bestuur: Montessori nieuwkomersonderwijs en onderwijs aan asielzoekers en
- Wettelijk/ bestaand scholengemeenschap Amsterdam). statushouders vanuit het onderwijs achterstandenbeleid
kader e _ Klassen worden ingedeeld op taalniveau. Wanneer kinderen de ISK-klassen (OAB) en LOWAN.
ontgroeien kan de school zorgen voor een plaatsing op een andere school in
de omgeving. Personele inzet:
e _ Vanuit de gemeente Amsterdam worden leerplichtambtenaren ingeschakeld | Vanuit de afdeling onderwijs van de gemeente wordt een
op het moment dater sprake is van verzuim. centraal aanspreekpunt aangewezen voor onderwijs.
e Lessen vinden plaats binnen de bestaande lesruimtes van de school. Tevens wordt er een leerplicht ambtenaar aangewezen die
Eventuele extra docenten worden volgens regulier beleid speciaal voor het azc wordt ingezet. Voor deze inzet is
nieuwkomersonderwijs geworven. geen aanvullende financiering noodzakelijk.
e Kinderen die meeverhuizen van het azc Wenckebachweg in Oost naar het
azc Willinklaan in Nieuw-West zullen in Oost op school blijven om zo min
mogelijk wisselingen van school te hebben. Bij de plaatsing van nieuwe
kinderen op het Voortgezet Onderwijs zal eerst gekeken worden naar
capaciteit op het Munduscollege alvorens het Montessori College Oost wordt
ingezet.
e _ Azc-kinderen die naar het Speciaal Onderwijs moeten kunnen hiervoor
terecht op het Speciaal Onderwijs in Amsterdam. Hiervoor gelden de
reguliere werkwijzen van de gemeente Amsterdam. Hieronder valt ook de
afspraak over het vervoer van en naar het Speciaal Onderwijs. Het centraal
aanspreekpunt onderwijs van de gemeente Amsterdam kan het COA
hierover adviseren,
Voortgezet e Inde bestuursovereenkomst is opgenomen dat het COA alleen het Financiën:
Onderwijs (VO): noodzakelijke vervoer van kinderen van en naar school betaalt. Dekking voor het vervoer en/of voor de fietsen vindt plaats
vervoer e Het merendeel van de kinderen zal, vanwege de nabijheid van de schoolten | vit bestaande COA middelen.
opzichte van het azc, naar het Mundus college gaan. Dat betekent dat
- Aanvullende inzet kinderen die naar het Munduscollege gaan geen OV kaarten of busvervoer Voor eventuele verkeerslessen en interventies naar
azc Amsterdam krijgen, maar via het COA een fiets kunnen regelen. aanleiding van de veiligheidsschouw vindt dekking plaats
Datum 20-09-2017
Pagina 18 van 41
e Het COA biedt fiets- en verkeersveiligheidslessen aan azc-bewoners. Omdat | uit het stadsdeelbudget voor asielzoekers en
de kinderen zelfstandig van en naar school reizen organiseren de gemeente statushouders.
Amsterdam en het COA gezamenlijk een veiligheidsschouw om de route
goed in kaart te brengen en eventuele gevaarlijke stukken en alternatieve Personele inzet:
routes te bepalen. Voor deze inzet is geen aanvullende financiering
e Zitten de klassen op het Mundus college vol, of verhuizen kinderen mee noodzakelijk.
vanaf het azc in Oost naar Nieuw-West, dan kan het voorkomen dat er toch
kinderen vanaf het azc Willinklaan naar Amsterdam Oost moeten voor
onderwijs. Deze kinderen ontvangen conform COA-beleid een ov-kaart,
omdat de afstand groter is dan 10 km.
Voorlichting e De gemeente Amsterdam voorziet het COA van informatie over het Financiën:
nieuwkomersonderwijs in Amsterdam. Er is geen aanvullende dekking nodig.
-Wettelijk/ bestaand
kader Personele inzet:
Voor deze inzet is geen aanvullende financiering
noodzakelijk.
Datum 20-09-2017
Pagina 19 van 41
12 Ouder- en Kindteam Amsterdam en publieke gezondheidszorg
Het COA heeft landelijk afspraken gemaakt met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) over de Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers
(PGA). In Amsterdam wordt deze publieke gezondheidszorg uitgevoerd door de GGD Amsterdam. Aanvullend wordt op het azc Willinklaan ook gewerkt met het
Ouder- en Kindteam Amsterdam.
Het COA is wettelijk verplicht tot het uitvoeren van publieke gezondheidszorg. Afspraken tussen de GGD en het COA worden zonder tussenkomst van de gemeente
Amsterdam gemaakt. Onderdeel van de publieke gezondheidszorg is de jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor kinderen van o tot en met 18 jaar. Aanvullend op deze
basiszorg heeft de gemeente Amsterdam extra inzet beschikbaar gesteld voor preventie en hulp voor ouders en kinderen die in het azc wonen vanuit het Ouder- en
Kindteam Amsterdam (OKT). Het OKT heeft een stedelijke vluchtelingenteam ingericht, bestaande uit gespecialiseerde ouder- en kindadviseurs en jeugdpsychogen. De
JGZ maakt in Amsterdam deel vit van het OKT. Het OKT heeft sinds de noodopvang (2015) ervaring en expertise opgedaan met de doelgroep asielzoekers en
vluchtelingen. Het team van de Wenckebachweg verhuist mee naar het azc Willinklaan. Het OKT is het eerste aanspreekpunt voor het COA als het gaat om preventieve
jeugdhulp in Amsterdam.
tussen o en 18 jaar door het OKT en JGZ.
Inzet OKT Amsterdam |e Het OKT op het azc bestaat uit ouder- en kindadviseurs en Financiën:
jeugdpsychologen. Het team is de centrale spil van de inzet van e Dekking voor de inzet van de OKT loopt via de afdeling
-Aanvullende inzet azc (preventieve) jeugdhulp op het azc. Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) van de gemeente Amsterdam.
Amsterdam e Het OKT wordt ingezet voor o.a. opgroei- en Middelen zijn tot 1 januari 2018 beschikbaar. Voor 2018 wordt
opvoedondersteuning voor ouders en kinderen, basis-ggz, EMDR door OJZ in 2017 een aanvraag ingediend. Aanvullend doet de
en diverse trainingen en voorlichtingen voor ouders en kinderen. Gemeente Amsterdam voor het jaar 2017 mee aan een
Indien nodig organiseert het OKT een aanpak op maat. Daarnaast landelijke pilot van Menzis in het kader van preventieve
kan het OKT specialistische jeugdhulp inschakelen en andere jeugdhulp in azc's. De inzet van het OKT wordt vanuit deze
professionals adviseren. Ook is het OKT aanspreekpunt voor pilot door Menzis financieel ondersteunt (voor 2017 €95.000,-)
partijen zoals War Child, Vluchtelingenwerk en Team Up, die
bijzondere projecten organiseren voor de begeleiding van Personele inzet:
vluchtelingenkinderen. Een stedelijk team, bestaande vit ouder- en kindadviseurs,
e Het OKT is de schakel tussen het COA en de onderwijsinstellingen | jeugdpsychologen en een teamleider.
voor de ondersteuning en begeleiding van kinderen en geeft
samen met de school voorlichtingen over het onderwijssysteem in
Datum 20-09-2017
Pagina 20 van 41
Nederland.
e In Amsterdam maakt de JGZ deel vit van de OKT's. Hoewel het
contract van de JGZ via het COA gaat, verloopt de aansturing van
het JGZ-team in de praktijk via het OKT. Vanuit de JGZ is er een
centraal aanspreekpunt benoemd.
e Het OKT is dagelijks bereikbaar en gedurende de week ook fysiek
aanwezig op het azc. Het team werkt ook in de avonden.
e Het OKT organiseert trainingen in de avonduren en maakt met
het COA afspraken over de inzet van beveiligers tijdens deze
trainingen.
e Het OKT wordt door het COA vitgenodigd voor het
multidisciplinaire overleg (MDO) op het azc. Het MDO is het
gremium om, indien nodig, relevante gegevens te delen,
bijvoorbeeld over de in- en uitstroom van kinderen die in een
behandeltraject zitten en signalen en informatie-uitwisseling.
e Het OKT wordt door het COA betrokken bij geboortezorg voor
azc-bewoners; het OKT biedt advies over geboortezorg vanuit het
Amsterdamse netwerk en de eigen expertise.
e Het COA informeert nieuwe medewerkers over het bestaan van
het OKT. Indien nodig kan het OKT ook voorlichting verzorgen
over het werk van het OKT-team.
e Het OKT en de partners van het OKT-team krijgen toegang tot
het azc en tot een fysieke werkplek. Er worden aparte kantoor- en
spreekkamers ingericht voor de JGZ en het OKT. Daarnaast
kunnen JGZ en OKT flexibel gebruik maken van een
trainingsruimte.
Rol OKT bij e Wanneer er sprake is van een veiligheidsincident waarbij een Financiën:
veiligheidsincidenten ouder is betrokken, is het belangrijk dat er goede zorg voor de Dekking voor de inzet van het OKT loopt via de afdeling Onderwijs,
kinderen wordt georganiseerd. Jeugd en Zorg van de Gemeente Amsterdam.
e Afgesproken is dat het COA het OKT inschakelt wanneer er
behoefte is aan ondersteuning voor ouders en kinderen. Personele inzet:
e Het OKT kan ondersteuning bieden en meedenken hoe er voor de | Een stedelijk team, bestaande uit ouder- en kindadviseurs,
kinderen zo zorgvuldig mogelijk gehandeld wordt. jeugdpsychologen en een teamleider.
Datum 20-09-2017
Pagina 21 van 41
OKT: doorverwijzen e _ Doorverwijzing naar specialistische hulp verloopt bij het azc Financiën:
naar specialistische normaliter via de zorgverzekeraar van het COA. In Amsterdam is e Dekking voor de inzet van het OKT loopt via de afdeling OJZ.
hulp afgesproken dat, conform de Amsterdamse werkwijze, het OKT e Dekking voor specialistische hulp verloopt via de regulier inzet
ook kan doorverwijzen. en middelen van de gemeente Amsterdam en het COA (RZA).
-Aanvullendeinzetazc | e Het OKT stelt de beschikkingsaanvraag op en dient deze in bij de
Amsterdam zorgverzekeraar van het COA. Personele inzet:
e _ Aanvullende afspraak is dat de specialistische hulp ookop hetazc | Een stedelijk team, bestaande uit ouder- en kindadviseurs,
mag plaatsvinden. De jeugdpartners krijgen toegang tot het azc jeugdpsychologen en een teamleider.
en mogen, indien nodig, gebruik maken van spreekkamers of
andere noodzakelijke ruimtes.
e Het proces rondom de inzet van specialistische jeugdhulp wordt
de komende periode door het COA en de zorgverzekeraar van het
COA herzien. De gemeente Amsterdam wordt geïnformeerd en
nauw betrokken bij eventuele ontwikkelingen.
Publieke e Het COA koopt de publieke gezondheidszorg in bij de GGD- Financiën:
gezondheidszorg GHOR. Dekking voor de publieke gezondheidszorg verloopt via het
e _ Publieke gezondheidszorg gaat om o.a. de pluspakket en de PGA van de gemeente Amsterdam.
-Wettelijk/ bestaand Jeugdgezondheidszorg, infectieziektebestrijding,
kader tuberculosescreening, Gezondheidsbevordering, technische Personele inzet:
hygiënezorg, SOA-HIV preventie en coördinatie van de lokale De GGD heeft een projectleider publieke gezondheidszorg
zorgketen. asielzoekers en statushouders aangesteld. Verder zijn er JGZ-
e De GGD is geautoriseerd tot het administratiesysteem van het medewerkers beschikbaar gesteld, zoals een jeugdarts,
COA. jeugdverpleegkundige en een OKT-assistent.
e De GGD gezondheidsbevorderaar verzorgt 1 keer per 2 weken een
voorlichting binnen het azc over gezondheidsgerelateerde
onderwerpen zoals gezondheidszorg in Nederland, seksuele
gezondheid, psychische problematiek en drugs en/of
alcoholgebruik. Periodiek staat in deze voorlichtingscyclus de
seksuele gezondheid van specifiek de LHBTI bewoners van het azc
centraal.
e Het COA stelt ruimte beschikbaar voor deze voorlichtingen en
geeft toegang aan de betrokkenen.
Datum 20-09-2017
Pagina 22 van 41
13 Sportstimulering azc-bewoners
Sport wordt door COA en de gemeente Amsterdam gezien als een belangrijke en laagdrempelige manier om azc-bewoners te activeren, te helpen integreren en
andere Amsterdammers te ontmoeten. Daarnaast kan lichamelijke beweging een positieve impact hebben op stress en de fysieke gezondheid. Het azc Willinklaan
is omgeven door sportvoorzieningen. Daarbij ligt het azc naast de ALO. De omgeving biedt kansen om een grootschalig en divers sportaanbod te realiseren. Het
COA en de gemeente Amsterdam zetten daarom in op het organiseren van een groot sportprogramma.
De gemeente Amsterdam heeft in 2015 het project Sportstimulering voor Asielzoekers en Vluchtelingen (de afdeling Sport en Bos) opgericht. Sport is een laagdrempelige
manier om azc-bewoners te activeren en om ontmoeting tussen azc-bewoners en Amsterdammers te organiseren. Daarbij is bewegen gezond, niet alleen fysiek, maar
ook voor het verwerken van stress. Bij het organiseren van het sportaanbod wordt gebruik gemaakt van het bestaande Amsterdamse sportaanbod- en voorzieningen, van
Amsterdamse trainers, studenten en van vrijwilligers. Een belangrijk vitgangspunt van het sportaanbod is het leggen van de verbinding tussen azc- en buurtbewoners
door azc-bewoners te laten meedoen aan bestaande sportactiviteiten, evenementen en in sportteams. Daarnaast worden azc-bewoners actief betrokken bij het
organiseren en coördineren van het sportaanbod. De ervaringen met het Amsterdamse sportprogramma zijn op de Wenckebachweg positief. Daar is inmiddels een aantal
bewoners doorgestroomd naar sportclubs in Amsterdam, een belangrijke stap naar een Amsterdams netwerk. Reden te meer om dit programma ook in azc Willinklaan
voort te zetten. De gemeente Amsterdam heeft een projectleider sportstimulering vluchtelingen aangesteld. In samenwerking met het COA en stadsdeel Nieuw-West
zorgt de projectleider gezamenlijk met partners vit de omgeving voor een sportprogramma, zowel in het azc als daar buiten.
Een divers en omvangrijk sportaanbod voor alle azc-bewoners, gebruikmakend van het aanbod van Amsterdamse sportverenigingen en
A
Sportaanbod in het e COA ende gemeente Amsterdam hebben op het azc Financiën:
azc Wenckebachweg een fitnessruimte ingericht. Op het Het COA reserveert een ruimte. Hiervoor zijn geen extra middelen nodig.
azc Willinklaan wordt ook een fitness ruimte De afdeling Sport en Bos betaalt eenmalig de verhuizing van de
-Aanvullende inzet azc gerealiseerd. fitnessapparatuur. Dit bedrag wordt gedekt vit de bestaande middelen van het
Amsterdam e _Defitnessruimte heeft vaste openingstijden, waarvan project Sportstimulering Asielzoekers en Vluchtelingen.
een aantal momenten is gereserveerd voor vrouwelijke
bewoners. Personele inzet:
e De gemeente Amsterdam verzorgt de verhuizing van De inzet van de projectleider sportstimulering loopt tot 1 januari 2018.
het fitnessmateriaal. Het COA zorgt voor een geschikte
ruimte.
Datum 20-09-2017
Pagina 23 van 41
e Bewoners van het azc zijn zelf verantwoordelijk voor het
beheren van de ruimte.
e Naast de fitnessruimte is er op het azc een gymzaal en
zijn er basketbalvoorzieningen. Deze ruimtes zijn door
de azc-bewoners vrij te gebruiken.
Verbinding e De ALO, gelegen naast het azc, wil zich actief inzetten Financiën:
Amsterdams voor de azc-bewoners. Daarom heeft de gemeente Budget voor eventueel materiaal of huur van ruimtes wordt gedekt uit de
sportaanbod Amsterdam met de ALO afspraken gemaakt over het middelen van het project Sportstimulering.
organiseren van stages. Studenten van de opleiding
-Aanvullende inzet azc sportmanagement van de Hogeschool van Amsterdam | Personele inzet:
Amsterdam (HvA) nemen ook deel aan dit project. Inzet van docenten en van de projectleider sportstimulering komt vit de
e 15 studenten gaan zich in het kader van dit project vanaf | bestaande organisatie. De inzet van de projectleider sportstimulering loopt tot
oktober 2017 buigen over het sportprogramma en 1 janvari 2018.
worden verantwoordelijk voor het organiseren en
programmeren van het azc-sportaanbod. Dit
sportprogramma gaat op 1 januari 2018 van start.
e Taken zijn onder andere het activeren van nabijgelegen
sportclubs, het organiseren van aanbod en het
begeleiden van sportactiviteiten. Bij de programmering
wordt rekening gehouden met de behoefte en
kenmerken van de doelgroep: de studenten worden in
vijf groepen verdeeld en per groep verantwoordelijk
gemaakt voor het organiseren van sportaanbod voor de
doelgroepen kinderen, mannen, vrouwen en 35+
bewoners. Daarnaast is een groep verantwoordelijk
voor het opzetten van een zwemlesprogramma.
e Uitgangspunt is dat azc-bewoners zo veel mogelijk
sporten mét andere Amsterdammers en dus bij
Amsterdamse sportclubs. In de praktijk gaat het vaak
om meetrainen. Zonder status kunnen azc-bewoners
zich niet formeel inschrijven.
e Daarnaast wordt voor het sportprogramma, waar
mogelijk, verbinding gelegd tussen de bewoners van
Geuzenveld en Osdorp en de azc-bewoners. Om dit te
Datum 20-09-2017
Pagina 24 van 41
bewerkstelligen worden nauw samengewerkt met de
sportcoördinator van Nieuw-West en
Sportbuurtcoaches.
e Bijhet sportprogramma worden, waar mogelijk, ook
azc-bewoners betrokken om andere bewoners te
mobiliseren of bijvoorbeeld als assistent trainer
e _Destudenten worden begeleid door ALO-docenten en
door de projectleider sportstimulering van de gemeente
Amsterdam.
e _Bijeen succesvolle afronding wil de ALO een minor
inrichten om de inzet van ALO-studenten op het azc
Willinklaan te continveren.
Zwemles kinderen e _Hetkomt regelmatig voor dat azc-bewoners niet goed Financiën:
genoeg kunnen zwemmen. Vooral bij kinderen, een Dekking voor de huur van het zwembad en badmeesters komt uit het budget
-Aanvullende inzet azc kwetsbare doelgroep, is het risico op ongelukken groot. | vanhet projectsportstimvulering van Sport en Bos. Deze dekking is tot 1 januari
Amsterdam e Het COA ende gemeente Amsterdam spannen zich in 2018 beschikbaar.
om alle kinderen in het azc, van 6 tot 18 jaar, zwemles te
laten volgen. Personele inzet:
e Dit kan via het aanbod op school, maar ook via het De coördinatie van dit sportproject loopt via de projectleider sportstimulering.
zwemlesproject van het azc Willinklaan. De afdeling De inzet van deze projectleider loopt tot 1 januari 2018.
sport trekt hierin nauw op met de betrokken
nieuwkomersscholen, zwembaden en de studenten van
de ALO en de HvA.
e Vanuit dit project wordt er zwemles in het
Sloterparkbad aangeboden. Kinderen vit het azc
worden hier begeleid naar hun A-diploma.
e Zowel het COA als de gemeente (via bijvoorbeeld het
OKT en via het sportaanbod) wijzen ouders en kinderen
actief op de noodzaak van zwemles en op de manier
waarop kinderen kunnen worden aangemeld.
e Naast dit aanbod voor kinderen, wordt er ook zwemles
aangeboden voor volwassenen. Dit is onderdeel van het
activiteiten programma.
Datum 20-09-2017
Pagina 25 van 41
sportaanbod sportaanbod en zorgt ervoor dat de eigen medewerkers | Het COA reserveert een ruimte. Hiervoor worden geen kosten in rekening
goed geïnformeerd zijn over het actuele aanbod. Zij gebracht.
-Aanvullende inzet azc hebben een centrale rol bij het doorgeleiden van de azc-
Amsterdam bewoners naar het sportaanbod. Personele inzet:
e Het COA ende gemeente Amsterdam zorgen voor Het COA maakt gebruik van de bestaande organisatie voor inzet van
afstemming van de programmering van o.a. personeel. Hiervoor zijn geen extra middelen nodigen.
bijeenkomsten, trainingen en activiteiten om overlapte | Het ontsluiten van het sportaanbod wordt opgenomen in de
voorkomen. opdrachtformulering van de stadsdeelpartij die het lokale aanbod zal
e Een vaste groep sportvrijwilligers krijgt toegang tot de coördineren.
fitnessruimte en tot het azc, om zodoende bewoners
goed te kunnen bereiken en te kunnen stimuleren om
mee te doen aan de geboden sportactiviteiten.
e Het COAstelt in het azc een baliefruimte in de centrale
hal beschikbaar waar het aanbod op duidelijke en
overzichtelijke wijze gepresenteerd wordt.
e Het sportaanbod zal via de beschikbare
communicatiekanalen en informatiemiddelen van een
door het stadsdeel aangewezen lokale partij worden
ontsloten en beheerd.
Contributie e _Om sport te stimuleren is er in Amsterdam een pilot Financiën:
gestart om de financiële drempel om te gaan sporten Dekking vit bestaande middelen van de gemeente Amsterdam.
- Wettelijk/ bestaand weg te nemen.
kader e De gemeente Amsterdam betaalt vanuit deze pilot het | Personele inzet:
eerste jaar de contributiekosten bij een Amsterdamse De inzet van de projectleider sportstimulering loopt tot 1 januari 2018.
sportvereniging. Amsterdamse statushouders
woonachtig in het azc mogen ook gebruik maken van
deze regeling.
e De gemeente Amsterdam zet de pilot in om aansluiting
tussen statushouders in het azc en sportverenigingen in
de omgeving te faciliteren. De projectleider
sportstimulering legt actief de verbinding tussen de
sportverenigingen in de omgeving en het azc en biedt
informatie over het bestaan van de contributieregeling.
Datum 20-09-2017
Pagina 26 van 41
14 Activiteiten
De gemeente Amsterdam en het COA zetten zich gezamenlijk in om een intensief programma van activiteiten te bieden voor bewoners van azc Willinklaan. Deze
programmering heeft als doel om asielzoekers en statushouders sneller te laten participeren en integreren, verbindingen te leggen en ontmoetingen te
organiseren met Amsterdammers.
De gemeente Amsterdam en het COA werken sinds de noodopvang nauw samen op het gebied van dagbesteding van asielzoekers en statushouders. In Amsterdam is een
groot en divers aanbod beschikbaar waar azc-bewoners gebruik van kunnen maken. Dit aanbod varieert van klusjes en vrijwilligerswerk, tot etentjes, voorlichtingen,
sporten en uitjes. Het gaat om zowel formeel, vanuit de gemeente en maatschappelijke partners, als informeel aanbod, vanuit de Amsterdamse vrijwilligersnetwerken.
Het COA en de gemeente Amsterdam delen de overtuiging dat het deelnemen aan de activiteiten in Amsterdam bijdraagt aan een snellere integratie en participatie in de
Amsterdamse samenleving en aan het opbouwen van een netwerk, maar ook bij het opdoen van werkervaring en werknemersvaardigheden. Deelname aan activiteiten is
voor azc-bewoners niet verplicht, maar COA en gemeente Amsterdam spannen zich gezamenlijk in om zo veel mogelijk bewoners te laten deelnemen aan de
programma’s. Voor de aan Amsterdam gekoppelde statushouders wordt het matchen aan vrijwilligerswerk afgestemd met de klantmanagers van WPI.
Het COA organiseert primair activiteiten in het azc zelf, in samenwerking met de eigen (vaak landelijke) partners. Op het azc werken programmabegeleiders van het COA,
die verantwoordelijk zijn voor het activeren van bewoners voor het aanbod. Aanvullend op dit aanbod zet de gemeente Amsterdam in op het verbinden van azc-bewoners
aan activiteiten in de wijk en in de stad en het koppelen van Amsterdamse vrijwilligers aan initiatieven voor statushouders. Stadsdeel Nieuw-West kiest een lokale
organisatie die verantwoordelijk is voor het leggen van de verbinding tussen het azc en het stadsdeelaanbod op het gebied van activiteiten en programmering in de
omliggende wijken en ook de verbinding tussen azc-bewoners en bewoners van stadsdeel Nieuw-West en de rest van Amsterdam. Vanuit de gemeente wordt extra
ingezet op sportstimulering. Sport is een effectieve manier om azc-bewoners te activeren en om ontmoeting met andere Amsterdammers te stimuleren. De inzet rondom
sport wordt in het hoofdstuk Sportstimulering azc-bewoners beschreven.
In de bestuursovereenkomst hebben COA en de gemeente Amsterdam afgesproken om in te zetten op een intensief programma voor
dagbesteding, met als doel een snellere participatie en integratie in de Amsterdamse samenleving. De gezamenlijke intentie is dat azc-
bewoners deelnemen aan minimaal 2 activiteiten per week
Intensivering activiteiten e De programmabegeleiders van het COA zijn verantwoordelijk voor het Financiën:
en verbinding met het koppelen van azc-bewoners aan het reguliere azc-aanbod. Stadsdeel Nieuw-West kiest een organisatie en voorziet
lokale aanbod e _ Voor het aanbod wordt, waar mogelijk, door het azc aangesloten op het | de organisatie hiermee ook van een activiteitenbudget.
lokale en bestaande Amsterdamse aanbod (de bewoners, voorzieningen | Dekking komt uit de subsidiebeschikking voor 2018 en/of
-Aanvullende inzet azc en activiteiten). het stadsdeelbudget voor statushouders.
Datum 20-09-2017
Pagina 27 van 41
Amsterdam e Het stadsdeel kiest vit het bestaande netwerk een lokale organisatie om
de verbinding te leggen. Deze organisatie zal vanaf de opening vanhet | Personele inzet:
azc operationeel zijn. Inzet van de COA-medewerkers gebeurt vit de
e Deze organisatie is verantwoordelijk voor het activeren en informeren bestaande middelen en personele inzet.
van azc-bewoners over aanbod en het actief stimuleren van bewoners De personele inzet van de organisatie wordt gedekt
om hieraan deel te nemen. Hierin trekt de organisatie nauw samen op vanuit het stadsdeelbudget voor statushouders.
met de programmabegeleiders van het COA.
e Daarnaast kan de organisatie aanvullend op het bestaande aanbod zelf
activiteiten programmeren.
e De organisatie heeft een balie{ruimte in het ALO-gebouw van het azc en
kan flexibel gebruik maken van de recreatiervimten.
Ontmoetingsruimte met e Ook op het azc willen COA en de gemeente ontmoeting tussen Financiën:
de buurt buurtbewoners en azc-bewoners stimuleren. Het COA brengt voor de huur van deze ruimte geen
e Om ditte faciliteren wordt er op het azc een ontmoetingsplek kosten in rekening. Indien nodig zal de gemeente
-Aanvullende inzet azc gerealiseerd met een koffiebar. Hier kunnen buurtbewoners en azc- Amsterdam een partij vanuit het netwerk contracteren.
Amsterdam bewoners vrij inlopen en elkaar in een informele setting ontmoeten.
e De gemeente Amsterdam contracteert hiervoor een partij vanuit Personele inzet:
bestaande netwerk. De kosten voor de inhuur van de partij komen voor
rekening van de gemeente Amsterdam. De personele
inzet van deze partij wordt gedekt vit deze kosten.
Inzet medewerkers COA e De COA-medewerkers zijn goed op de hoogte van het Amsterdamse Financiën:
aanbod en informeren bewoners actief. Dekking vanuit bestaande middelen van het COA.
- Wettelijk/bestaand kader |e Het COA en de gemeente Amsterdam zorgen voor afstemming van de
programmering van o.a. bijeenkomsten, trainingen en activiteiten om Personele inzet:
overlap te voorkomen. Inzet van de COA-medewerkers gebeurt uit de
e _ Hoewel deelname aan activiteiten vrijwillig is is het de gezamenlijke bestaande middelen en personele inzet.
intentie dat bewoners deelnemen aan minimaal 2 activiteiten per week.
e _COA-medewerkers hebben een actieve rol in het signaleren en het
toeleiden van de bewoners naar activiteitenaanbod.
Inzet Amsterdamse e De inzet van vrijwilligers draagt bij aan het behoud van draagvlak. Financiën:
vrijwilligers e _ Vrijwilligers die zich aanmelden bij het COA, de gemeente of een Dekking van de inzet van een lokale
maatschappelijke partner worden door alle partijen actief gekoppeld vrijwilligersorganisatie vanuit bestaande middelen
-Aanvullende inzet azc aan geschikt aanbod. Nieuw-West.
Amsterdam e _ Vrijwilligers die niet zeker weten bij welke partij ze zich kunnen of willen
Datum 20-09-2017
Pagina 28 van 41
aanmelden kunnen terecht bij het verdeelstation (zie ‘onderwerp Personele inzet:
verdeelstation’). Personele inzet vanuit bestaande organisatiestructuur
e _Hetstadsdeelnetwerk wordt actief ontsloten. Stadsdeel Nieuw-West van de lokale vrijwilligersorganisatie.
kiest een geschikte partij om invulling te geven aan het leggen van de
verbinding tussen het azc en het lokale vrijwilligers netwerk vit de
buurt.
Inzet azc bewoners als e De inzet van azc bewoners als vrijwilliger in de stad draagt bij aan het Financiën:
vrijwilliger behoud van draagvlak in de wijk, ontmoeting met Amsterdammers, e Dekking vanuit het project ‘Aan de slag’ door
maar ook aan het opdoen van werkervaring en Pharos.
-Aanvullende inzet azc werknemersvaardigheden. De inzet van ‘Aan de slag’ loopt gedurende de
Amsterdam e _Azc bewoners kunnen via het project ‘Aan de slag’, een samenwerking looptijd van het azc Willinklaan.
tussen de Vrijwilligers Centrale Amsterdam, Pharos en de Gemeente e Dekking van de inzet van een lokale
Amsterdam, worden bemiddeld naar eenmalige klussen. (vrijwilligers)organisatie vanuit bestaande middelen
e _Hetstadsdeelnetwerk wordt actief ontsloten. Stadsdeel Nieuw-West Nieuw-West.
kiest een geschikte partij om invulling te geven aan het matchen van
azc-bewoners aan (lokaal) vrijwilligerswerk. Uitzondering hierop zijnde | Personele inzet:
Amsterdamse statushouders. De matching van Amsterdamse Personele inzet vanuit bestaande organisatiestructuur
statushouders aan vrijwilligerswerk verloopt via de klantmanagers van van de lokale (vrijwilligers)organisatie.
de gemeente Amsterdam.
Verdeelstation e Voorde lichte coördinatie van alle inzet op activiteiten in en rondom het | Financiën:
azc is het Verdeelstation gevormd. Het Verdeelstation is een Er is geen aanvullende financiering beschikbaar voor
-Aanvullende inzet azc samenwerkingsverband, onder leiding van een coördinator vanuit de activiteiten voor azc-bewoners.
Amsterdam gemeente Amsterdam. Andere vaste deelnemers zijn: het COA, VCA,
het stadsdeel en de door het stadsdeel te benoemen organisatie. Personele inzet:
e Het Verdeelstation bewaakt de totale programmering (zowel binnen als | Personele inzet komt vit het stedelijke coördinatieteam
buiten het azc) en signaleert waar er eventuele gaten vallen. asielzoekers en vluchtelingen (tot 1 januari 2018).
e De coördinator van het Verdeelstation heeft naast zijn/haar taak als
voorzitter als kerntaak om externe organisaties te adviseren over het
aanbod, hen te helpen met het concretiseren van de aanpak, en het
doorgeleiden van aanbod én vrijwilligers naar de juiste organisatie voor
de uitvoering.
Fietswerkplaats e Bijhet azc Wenckebachweg bevindt zich een fietsenwerkplaats van het | Financiën:
a | deg eenn | dege
- Aanvullende inzet azc mee naar azc Willinklaan. De fietsenwerkplaats is een werkervaringsplek | begunstigde van de subsidieregeling Aanpak
Datum 20-09-2017
Pagina 29 van 41
Amsterdam voor azc-bewoners. Werkeloosheid Statushouders van de Gemeente
e _Hetfietsdepot van de gemeente Amsterdam en het COA hebben Amsterdam en organiseert vanuit deze subsidie diverse
afspraken over de verschaffing van fietsen uit het depot aan hetazcdie | leerwerktrajecten, waaronder de fietsenwerkplaats.
in de werkplaats kunnen worden opgeknapt en beschikbaar kunnen
worden gesteld aan azc-bewoners. Personele inzet:
e _COA-medewerkers zijn door de ANWB opgeleid om fietsles te geven. e Personele inzet van het AVC wordt gedekt door de
Bewoners die een fiets krijgen zijn verplicht om fietsles te volgen bij het subsidieregeling.
COA. e _Inzetvan de COA medewerkers gebeurt vit de
bestaande middelen en personele inzet.
Naschoolse activiteiten e Het aanbod van naschoolse activiteiten (nsa) is een Financiën:
verantwoordelijkheid van de stadsdelen. Kinderen uit het azc kunnen Dekking uit bestaande middelen.
- Wettelijk/ bestaand kader gebruik maken van het reguliere nsa-aanbod zodra zij over voldoende
beheersing van de Nederlandse taal beschikken. Personele inzet:
Dekking vit bestaande middelen.
Opening azc e _ Voorde opening van het azc organiseren stadsdeel Nieuw-West en het Financiën:
COA een rondleiding voor omwonenden, lokale organisaties, e Dekking vanuit bestaande middelen COA.
- Aanvullende inzet azc vrijwilligers en partners. e Dekking voor gemaakte kosten door het stadsdeel
Amsterdam e _ Stadsdeel Nieuw-West en het COA organiseren samen een komt uit het stadsdeelbudget voor statushouders.
opening/welkomstfeest waarbij zowel buurtbewoners, lokale
organisaties en partners als azc-bewoners betrokken worden en er Personele inzet:
wederzijds kennis gemaakt kan worden. Dekking uit bestaande middelen.
Datum 20-09-2017
Pagina 30 van 41
15 Veiligheid
Het handhaven van de veiligheid binnen de opvanglocatie valt onder de verantwoordelijkheid van het COA. De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare
orde en veiligheid. Daar waar deze twee domeinen elkaar raken zijn de gemeente Amsterdam en het COA continu met elkaar in gesprek.
In de bestuursovereenkomst tussen het COA en de gemeente Amsterdam zijn afspraken gemaakt over ieders taken en verantwoordelijkheden.
Bij het afhandelen van incidenten is het belangrijk dat zowel het COA als de gemeente Amsterdam op de hoogte zijn van elkaars verantwoordelijkheden en prioriteiten,
zodat hier rekening mee kan worden gehouden. Voor het gemeentebestuur van Amsterdam is de bescherming van burgers, waaronder azc-bewoners, zeer belangrijk.
Niet alleen tegen strafbare feiten die mensen direct of fysiek raken zoals diefstal of geweld, maar juist ook strafbare feiten die (hele groepen) mensen kunnen raken in hun
veiligheidsgevoel, zoals discriminatie of haat zaaien. Er is een aantal groepen die kwetsbaar blijkt te zijn voor dergelijke delicten, zoals de LHBTI-bewoners, mensen uit
religieuze minderheden en slachtoffers van huiselijk geweld. Hetgeen zich in het azc plaatsvindt kan impact hebben op de omgeving en bij omwonenden. Vanuit de
gemeente Amsterdam zijn zowel Openbare Orde en Veiligheid (OOV), als de veiligheidscoördinator van het stadsdeel nauw betrokken.
waarborgen binnen en rondom het asielzoekerscentrum.
Signalen en incidenten e COA, gemeente en politie maken afspraken over hoe om te gaan met, en optetreden | Financiën:
bij, incidenten. Dekking uit bestaande middelen.
-Aanvullende inzet azc e Maandelijks wordt er door het COA een integrale rapportage gemaakt van de interne
Amsterdam en externe incidenten en andere noemenswaardige meldingen die impact kunnen Personele inzet:
hebben op de omgeving en/of de verantwoordelijkheden van de gemeente Inzet van personeel gebeurt vanuit het COA
Amsterdam. en de gemeente vanuit de bestaande
e Het COA houdt bij incidenten contact met het preventieve/zorgnetwerk voor formatie en teams.
ondersteuning van slachtoffers.
e _Omde situatie in het azc goed te monitoren hanteren het COA, de gemeente
Amsterdam en de politie een vaste overlegstructuur. Het COA is verantwoordelijk voor
het organiseren en voorzitten van deze overleggen. Het COA doet dit in nauwe
samenwerking met de veiligheidscoördinator van het stadsdeel. Bij de vormgeving van
het omgevingsoverleg, waarbij omwonenden worden vitgenodigd, wordt nauw
opgetrokken met stadsdeel.
e Er vindt op drie niveaus overleg plaats:
Datum 20-09-2017
Pagina 31 van 41
o Strategisch overleg (minimaal 1 x per kwartaal) met: locatiemanager COA, OOV,
veiligheidscoördinator stadsdeel Nieuw-West en teamchef politie.
o _Uitvoeringsoverleg (ca. 1 keer per week) met: locatiemanager COA,
veiligheidscoördinator stadsdeel Nieuw-West, wijkagent en hoofd beveiliging azc.
o _Omgevingsoverleg (minimaal 2x per jaar) met: locatiemanager COA, coördinator
vluchtelingen stadsdeel Nieuw-West, veiligheidscoördinator stadsdeel Nieuw-
West en omwonenden.
Toegang politieteams e Het COA ende gemeente Amsterdam werken op het gebied van kwetsbare groepen Financiën:
kwetsbare groepen nauw samen met de betreffende specialistische onderdelen van de politie. Wanneer de | Dekking uit bestaande middelen.
politie dit nodig acht verschaft het COA de specialistische teams toegang tot het azc.
-Wettelijk/ bestaand Personele inzet:
kader Inzet van personeel gebeurt vanuit de politie
vanuit de bestaande formatie en teams.
Datum 20-09-2017
Pagina 32 van 41
16 Zorg voor kwetsbare groepen
De gemeente Amsterdam en het COA spannen zich in om een veilige opvang te bieden voor alle bewoners van een azc. Vanuit het wettelijk kader besteedt het
COA speciale aandacht aan de individuele veiligheid van kwetsbare groepen en de thema’s huiselijk geweld, kindermishandeling, seksueel geweld en
mensenhandel. Omdat de gemeente Amsterdam grote waarde hecht aan goede zorg zijn met de gemeente Amsterdam aanvullende afspraken gemaakt over de
inzet van het Amsterdamse netwerk.
In een COA-opvanglocatie staan de wet- en regelgeving van de Nederlandse samenleving centraal. Om zware en langdurige problematiek in de toekomst te voorkomen is
het vroeg signaleren van problemen en het snel kunnen inzetten van hulp cruciaal. Amsterdam is een stad met een omvangrijk en zeer gespecialiseerd zorgnetwerk voor
kwetsbare groepen. Het COA en de gemeente Amsterdam hebben daarom afgesproken dat dit netwerk wordt ingezet voor de begeleiding van kwetsbare groepen
woonachtig in het azc. Hierbij gaat er specifieke aandacht naar de thema's: huiselijk geweld en kindermishandeling, seksueel geweld, mensenhandel en naar de
doelgroep LHBTI. Voor deze doelgroep wordt door het COA en de gemeente ingezet op zowel preventie als zorg. De inzet over preventie wordt opgenomen in het
hoofdstuk voorlichting en preventie. Het COA werkt met landelijke afspraken over het melden van bijvoorbeeld mensenhandel, maar ook over het trainen van
medewerkers op het gebied van signalering. Op iedere COA opvanglocatie zijn voor de verschillende kwetsbare groepen aandachtsfunctionarissen aanwezig met
expertise van de thema's, die als vertrouwenspersoon voor de bewoners van het azc kunnen optreden.
Doel: Het bieden van een veilige opvang voor kwetsbare groepen in het azc.
Zorg voor LHBTI Algemeen Financiën:
e Onder zorg voor LHBTI wordt verstaan: zorg voor verminderd zelfredzame LHBTI- De dekking voor de reguliere inzet
-Aanvullende inzet azc statushouders die ondersteuning nodig hebben en die niet op eigen kracht of met hulp | van Veilige Haven wordt afgedekt
Amsterdam van andere personen uit het sociale netwerk de zelfredzaamheid kunnen verbeteren. vanuit de subsidieverstrekking van
e Het COA heeft vertrouwenspersonen voor de doelgroep LHBTI. Zij fungeren als oktober 2017.
gesprekspartner voor collega’s op locatie en zij worden tijdens periodieke
terugkomdagen ingelicht over de laatste actualiteiten met betrekking tot dit
onderwerp. Personele inzet:
e Afgesproken is dat de Amsterdamse partners zoals genoemd in dit stuk toegang Accounthouder kwetsbare groepen
krijgen tot het azc en indien nodig gebruik kunnen maken van spreekkamers van het gemeente Amsterdam.
COA.
Veilige Haven
Datum 20-09-2017
Pagina 33 van 41
e De gemeente Amsterdam heeft Veilige Haven aangewezen als Amsterdamse partner
voor de aandachtsfunctionaris van het COA.
e Veilige Haven verleent maatschappelijke dienstverlening, aan LHBTI-azc-bewoners en
verleent informatie en advies aan het COA (o.a. over het Amsterdamse roze netwerk).
e Veilige Haven is hiermee voor het COA de toegang tot het Amsterdamse LHBTI-
zorgnetwerk en tot verminderd zelfredzame LHBTI-azc-bewoners.
Roze in Blauw
e Roze in Blauw wordt betrokken bij zowel veiligheidsincidenten als rondom signalering,
preventie en zorg.
e Roze in Blauw wordt door het COA periodiek vitgenodigd voor het veiligheidsoverleg.
e Roze in Blauw kan preventief rondes maken door de het azc ten behoeven van
signalering en, indien nodig, gebruik maken van spreekkamers van het COA.
Transgender personen
e _Transgender personen hebben een vergrote kans in onveilige situaties terecht te
komen (mensenhandel, prostitutie).
e Daarom hebben de gemeente Amsterdam en het COA afgesproken dat alle
transgender personen binnen 1 maand na binnenkomst in het azc worden aangemeld
voor een kennismakingsgesprek met Veilige Haven.
Huiselijk geweld/ e Amsterdamse ketenpartners signaleren een verhoogde instroom van statushoudersen | Financiën:
kindermishandeling/ asielzoekers in de vrouwenopvang. Uit landelijk onderzoek blijkt dat het tijdig bereiken | Dekking vanuit bestaande middelen.
eergerelateerd geweld/seksueel van slachtoffers van huiselijk geweld en seksueel geweld in de opvanglocaties moeilijk
geweld is. Het vraagt voldoende kennis en de juiste houding van derden. Personele inzet:
e Vroegsignalering is van belang voor het organiseren van de nodige hulp enter Accounthouder kwetsbare groepen
Aanvullende inzet azc voorkoming dat een slachtoffer of gezin vit het zicht verdwijnt na uitstroom uit het azc. | gemeente Amsterdam.
Amsterdam e Het COAis wettelijk verplicht gebruik te maken van de Meldcode Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling. Dat betekent dat medewerkers worden getraind op signalering.
Het COA heeft aandachtsfunctionarissen aangesteld voor de onderwerpen huiselijk
geweld en kindermishandeling. Deze aandachtsfunctionarissen zijn gesprekspartner
voor collega’s op locatie, vertrouwenspersoon voor bewoners en zij worden periodiek
ingelicht over de laatste actualiteiten met betrekking tot de onderwerpen.
e COA heeft de opdracht om in samenwerking met het lokale netwerk oplossingen te
vinden. Het COA werkt hierin in Amsterdam samen met Veilig Thuis Amsterdam-
Datum 20-09-2017
Pagina 34 van 41
Amstelland, het Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland (integrale
slachtofferhulp), het Steunpunt Seksueel Geweld (advies en signalering),
gespecialiseerde politieteams en de lokale ketenpartners bij huiselijk geweld en
kindermishandeling.
e Ten behoeve van deskundigheidsbevordering stelt de gemeente Amsterdam, ter
aanvulling op het aanbod van het COA, trainingen en voorlichting vit het Amsterdamse
netwerk beschikbaar, bijvoorbeeld door het Steunpunt Seksueel Geweld. Daarnaast
kan de gemeente Amsterdam, indien noodzakelijk, extra preventie-activiteiten
inzetten in het azc om huiselijk geweld en kindermishandeling te voorkomen en
(potentiele) slachtoffers tijdig te bereiken.
e De gemeente Amsterdam organiseert een kennismaking tussen de
aandachtsfunctionarissen van het COA en de gespecialiseerde politieteams, de advies-
en meldpunten huiselijk geweld, seksueel geweld en kindermishandeling, en de
Amsterdamse ketenpartners.
e De gemeente Amsterdam stelt vanaf de opening van het azc informatiemateriaal
beschikbaar voor potentiele slachtoffers van huiselijk geweld, kindermishandeling,
seksueel geweld en eergerelateerd geweld over de lokale
hulpverleningsmogelijkheden.
e De betrokken politieteams kunnen preventief rondes maken door het azc, ten
behoeven van signalering en indien nodig gebruik maken van spreekkamers van het
COA.
e Het COA neemt bij signalen van huiselijk geweld altijd contact op met het politieteam
Huiselijk geweld. Zij kunnen ook zonder aangifte registeren in het landelijke systeem,
zodat een gezin in het azc niet vit het zicht verdwijnt.
Mensenhandel e Bewoners van een azc lopen een vergroot risico slachtoffer te zijn (geweest) van Financiën:
mensenhandel. Extra kwetsbare groepen zijn bijvoorbeeld transgender azc-bewoners. | Dekking vanuit bestaande middelen.
Aanvullende inzet azc e Het COA heeft de wettelijk taak om signalen van mensenhandel en mensensmokkel te
Amsterdam melden bij het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM). Het EMM Personele inzet:
verzamelt informatie, kennis en ervaring over mensenhandel en mensensmokkel. Accounthouder kwetsbare groepen
e _ Het COA heeft voor mensenhandel aandachtsfunctionarissen aangesteld. Zij fungeren | gemeente Amsterdam.
als gesprekspartner voor collega’s op locatie, als vertrouwenspersoon en zij worden
tijdens periodieke terugkomdagen ingelicht over de laatste actualiteiten met
betrekking tot dit onderwerp.
e Onderdeel van de werkwijze is dat COA de opdracht heeft om in samenwerking met
Datum 20-09-2017
Pagina 35 van 41
het lokale netwerk oplossingen te vinden. De landelijke partner van het COA is
Comensha. Wanneer er signalen zijn dat een azc-bewoner slachtoffer is geweest van
mensenhandel wordt Comensha ingeschakeld.
e In Amsterdam werkt het COA samen met de aandachtsfunctionaris mensenhandel van
HVO Querido. Deze functionaris van HVO Querido wordt periodiek vitgenodigd voor
het veiligheidsoverleg van het azc om trends en actualiteiten binnen het thema
mensenhandel in Amsterdam te bespreken.
e Daarnaast kan de aandachtsfunctionaris mensenhandel preventief rondes maken door
het azc, ten behoeven van signalering en indien nodig gebruik maken van
spreekkamers van het COA.
Informatie en samenwerking e De accounthouder kwetsbare groepen van de gemeente Amsterdam voert ca. 4 keer Financiën:
per jaar overleg met de aandachtsfunctionarissen die aangesteld zijn door het COA. Dekking vanuit bestaande middelen.
-Aanvullende inzet azc Tijdens dit overleg worden de afspraken doorgenomen en de samenwerking besproken
Amsterdam en wordt besproken of extra inzet van preventie activiteiten nodig is. Bij dit overleg Personele inzet:
worden periodiek de partners, zoals de gespecialiseerde politieteams en/of Veilige Accounthouder kwetsbare groepen
Haven vitgenodigd. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de veiligheidscoördinator | gemeente Amsterdam.
van het stadsdeel.
Datum 20-09-2017
Pagina 36 van 41
17 Preventie en voorlichting
COA-medewerkers zijn continu in contact met bewoners. In gesprekken met bewoners wordt aandacht besteed aan voorlichting over zorg, veiligheid en
discriminatie. Hierin gaat bijzondere aandacht uit naar LHBTI-bewoners van het azc. In dit hoofdstuk zijn de volgende afspraken over voorlichting en preventie
opgenomen: voorlichting LHBTI, discriminatie en verkeersveiligheid.
Het COA en de gemeente Amsterdam vinden het van belang dat de opvang in het azc door alle bewoners als veilig wordt ervaren. Voorlichting over en preventie van
discriminatie zijn daarom belangrijke onderdelen van de opvang in azc Willinklaan. Bij het organiseren van voorlichting en preventie wordt aangesloten bij het bestaande
aanbod en netwerk in Amsterdam. Voor LHBTI-azc-bewoners betekent voorlichting ook een eerste kennismaking met het LHBTI-netwerk en mogelijke zorg- en
hulppartijen die kunnen ondersteunen in het geval van pesten. Het COA heeft vertrouwenspersonen in dienst. Zij treden op als contactpersoon voor de LHBTI-bewoners
en organiseren met het COC en betrokken bewoners huiskamergesprekken. Tot slot gaat er op het azc Willinklaan extra aandacht uit naar verkeersveiligheid. Vooral voor
kinderen, die vaak van en naar school fietsen, is verkeersveiligheid een aandachtspunt.
DS eene OAregmeeneedr poneEN
verkeersveiligheid.
Discriminatie e Onderlinge discriminatie van bewoners woonachtig in het azc komt zoals bekend voor. | Financiën:
minderheden Het is een gevolg van o.a. het bij elkaar plaatsen van verschillende culturen, Dekking vit bestaande middelen van
opvattingen, stress en de onbekendheid met de Nederlandse normen en waarden. Diversiteit.
Aanvullende inzet azc e De opvang binnen alle COA-locaties is gestoeld op Artikel 2 van de grondwet, hetgeen
Amsterdam betekent dat discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, | Personele inzet:
ras, geslacht of op welke grond dan ook, niet is toegestaan. Vanuit de afdeling Diversiteit van de
e Nieuwe azc-bewoners krijgen in de welkomstgesprekken met het COA een toelichting gemeente is een centraal aanspreekpunt
op de huisregels, de Nederlandse normen en waarden en wetgeving. aangewezen voor het dossier LHBTI-
e Aanvullend worden er voor LHBTI-bewoners vertrouwenspersonen aangesteld. Ook vluchtelingen.
verzorgen deze functionarissen huiskamergesprekken, waarin LHBTI-bewoners elkaar
kunnen ontmoeten, signalen kunnen delen en dilemma's kunnen bespreken.
e Indien bekend worden daders aangesproken en sommige gevallen wordt er door het
COA een strafmaatregel opgelegd.
e De gemeente Amsterdam organiseert trainingen voor azc-bewoners over discriminatie
en diversiteit. Tijdens deze training wordt onder andere aandacht besteedt aan
Datum 20-09-2017
Pagina 37 van 41
seksuele- en genderdiversiteit. Hierover worden met het COA aanvullende afspraken
gemaakt.
e De gemeente Amsterdam organiseert een training over het omgaan met LHBTI-
vluchtelingen voor de aandachtsfunctionarissen van het COA.
e Aanvullend kan de gemeente Amsterdam wanneer noodzakelijk een opdracht
verstrekken aan een partnerorganisatie om COA medewerkers en professionals te
trainen in het signaleren van discriminatie en de omgang met LHBTI azc-bewoners.
Voorlichting bewoners e Het COA voert met alle nieuwe bewoners van het azc introductiegesprekken. In deze Financiën:
LHBTI gesprekken worden ook de huisregels en gedragsvormen toegelicht. Onderdeel hiervan | Dekking vit bestaande middelen van
is het omgaan met LHBTI-medebewoners. Diversiteit.
Aanvullende inzet azc e _Om nieuwe bewoners te informeren over Amsterdam, als stad met een groot LHBTI-
Amsterdam netwerk, organiseert de gemeente voorlichtingsmateriaal dat tijdens de gesprekken Personele inzet:
kan worden gebruikt om bewoners te informeren over netwerkpartners, maar ook over | Vanuit de afdeling Diversiteit van de
de consequentie van bijvoorbeeld discriminatie. gemeente is een centraal aanspreekpunt
aangewezen voor het dossier LHBTI-
vluchtelingen.
Netwerkbijeenkomst e De gemeente Amsterdam organiseert voor het COA twee keer per jaar een Financiën:
COA LHBTI netwerk netwerkbijeenkomst met de LHBTI netwerkpartners in Amsterdam. Dekking vit bestaande middelen van
e Tijdens deze bijeenkomst kunnen COA vertrouwenspersonen LHBTI en Amsterdamse Diversiteit.
-Aanvullende inzet azc netwerkpartners elkaar informeren, adviseren en ontmoeten.
Amsterdam e De eerste bijeenkomst vindt uiterlijk 38 maanden na de opening van het azc plaats. Personele inzet:
Vanuit de afdeling Diversiteit van de
gemeente is een centraal aanspreekpunt
aangewezen voor het dossier LHBTI-
vluchtelingen.
Seksuele voorlichting e De GGD verzorgt 1 keer per 2 weken een voorlichting binnen het azc over seksuele Financiën:
gezondheid. Dekking uit bestaande middelen van de
-Aanvullende inzet azc e _LHBTI-bewoners hebben een hoog risico als het gaat om seksueel overdraagbare GGD.
Amsterdam aandoeningen (soa's).
e Ophet azc Wenckebachweg is daarom gestart met seksuele voorlichting van de GGD Personele inzet:
aan LHBTI-bewoners. Tijdens deze trainingen wordt voorlichting gegeven over seksuele | De voorlichting over seksuele gezondheid
gezondheidzorg, het gebruik van voorbehoedsmiddelen en de informatiepunten en het | worden vanuit de bestaande formatie
hulpaanbod in Amsterdam. Deze voorlichtingen worden voortgezet voor azc gedaan.
Datum 20-09-2017
Pagina 38 van 41
Willinklaan en maakt deel vit van de reguliere voorlichtingscyclus die de GGD op het azc
heeft. Het COA is verantwoordelijk voor de organisatie van de bijeenkomst en het
betrekken van de doelgroep.
e _Deseksvele voorlichting voor LHBTI door de GGD maakt deel vit van de reguliere
voorlichtingscyclus die de GGD op het azc biedt.
Ontmoeting en e Het azc blijft, ondanks de inspanningen van het COA en de gemeente Amsterdam, voor | Financiën:
Netwerkvorming LHBTI LHBTI-bewoners vaak een onprettige woonomgeving. Daarom is het belangrijk dat azc- | Dekking vanuit bestaande middelen van
bewoners snel een veilig Amsterdams netwerk opbouwen. Diversiteit.
Aanvullende inzet azc e Het COC Amsterdam heeft een maatjesproject dat hieraan kan bijdragen. Het COA
Amsterdam brengt LHBTI azc-bewoners actief in contact met dit project. Personele inzet:
e Daarnaast zet de gemeente Amsterdam actief in op het ontsluiten van het aanbod vit _ | Vanuit de afdeling Diversiteit van de
het LHBTI-netwerk. De afdeling Diversiteit is verantwoordelijk voor het inzichtelijk gemeente is een centraal aanspreekpunt
maken van dit netwerk en het actualiseren van het aanbod. Wanneer een aanvullende aangewezen voor het dossier LHBTI-
inzet gesignaleerd wordt kan de gemeente Amsterdam een aanvullende opdracht aan vluchtelingen.
een partnerorganisatie verstrekken.
e De afdeling Diversiteit informeert actief partnerorganisaties en biedt hen, waar nodig,
deskundigheidsbevordering over de doelgroep LHBTI-azc-bewoners. Daarnaast
worden de partners ook actief op de hoogte gehouden van ontwikkelingen, rollen en
taken binnen het netwerk.
e _Voortransgenders worden in Amsterdam in het eigen netwerk aparte
informatiebijeenkomsten en ontmoetingsbijeenkomsten georganiseerd. De gemeente
Amsterdam heeft met het COC Amsterdam afspraken gemaakt over het ontsluiten van
dit aanbod en het bekend maken hiervan bij het COA en azc-bewoners.
e Daarnaast wordt door de gemeente Amsterdam onderzocht of het mogelijk is om een
Amsterdamse LHBTI-organisatie een aanvullende opdracht te geven voor het
organiseren van informele ontmoeting voor azc-bewoners.
e De gemeente Amsterdam onderzoekt of het mogelijk is om een Amsterdamse LHBTI-
organisatie een aanvullende opdracht te geven om activiteiten te organiseren in het
kader van sociale acceptatie en empowerment voor LHBTI-azc-bewoners.
Activeren landelijk e Amsterdam staat onder de LHBTI-vluchtelingen bekend als LHBTI-vriendelijke Financiën:
Regenboognetwerk omgeving. De gemeente Amsterdam ontvangt van partnerorganisaties signalen dat Dekking vit bestaande middelen van
LHBTI-vluchtelingen andere gemeenten willen verlaten om zich te vestigen in Diversiteit.
- Aanvullende inzet azc Amsterdam.
Amsterdam e De afdeling Diversiteit van de gemeente Amsterdam spant zich in om met het Personele inzet:
Datum 20-09-2017
Pagina 39 van 41
landelijke Regenboognetwerk in gesprek te gaan over de inzet van dit netwerk in Vanuit de afdeling Diversiteit van de
andere gemeenten en mogelijke interventies om deze beweging te proberen te gemeente is een centraal aanspreekpunt
verminderen. aangewezen voor het dossier LHBTI-
vluchtelingen.
Verkeersveiligheid e De gemeente Amsterdam en het COA nemen gezamenlijk de verantwoordelijkheidom | Financiën:
zich maximaal in te zetten voor situaties rondom de verkeersveiligheid. Dekking vit bestaande middelen. Geen
Aanvullende inzet azc e _COA-medewerkers zijn door de ANWB opgeleid om fietsles te geven. Het COA zet deze | aanvullende financiering noodzakelijk.
Amsterdam medewerkers in om fiets- en verkeersveiligheidstrainingen te bieden aan azc-bewoners.
Bewoners die een fiets krijgen zijn verplicht om fietsles te volgen bij het COA. Personele inzet:
e De gemeente Amsterdam organiseert een veiligheidsschouw om de verkeersonveilige | Inzet van personeel gebeurt vanuit het COA
punten op de routes van en naar school in kaart te brengen. en de gemeente vanuit de bestaande
e COA engemeente spannen zich gezamenlijk in om te waarborgen dat kinderen in de formatie en teams.
basisschoolleeftijd zich niet onbegeleid in het verkeer bevinden.
Datum 20-09-2017
Pagina 40 van 41
18 Openbare ruimte
De gemeente Amsterdam en het COA spannen zich gezamenlijk in om de openbare ruimte rondom het azc schoon, heel en veilig te houden en overlast en hinder
in de directe omgeving te minimaliseren. Het waarborgen van de leefbaarheid voor zowel de bewoners van het azc als de omwonenden van de opvanglocatie
draagt bij aan het draagvlak voor de opvang van asielzoekers en statushouders. Om de openbare ruimte schoon, heel en veilig te houden maken de gemeente
Amsterdam en het COA daarom aanvullende afspraken. Wanneer toch klachten of andere signalen ontstaan spannen COA en gemeente Amsterdam zich in een
duidelijk meldpunt en adequate oplossingen te bieden.
Het COA is verantwoordelijk voor het onderhoud en de leefbaarheid van het azc en de directe omgeving. Door regelmatig contact te houden met azc- bewoners houden
COA-medewerkers de locatie in de gaten. Op deze wijze kunnen ongemakkelijke situaties, problemen, klachten - van welke aard dan ook - worden gesignaleerd en
bespreekbaar gemaakt. Azc-bewoners zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de eigen en gemeenschappelijke vertrekken. Medewerkers van het COA dragen zorg
voor de naleving van deze verantwoordelijkheid. De gemeente Amsterdam past in de voorbereiding van de oplevering van het azc de openbare ruimte aan zodat deze
voldoet aan de nieuwe bestemming. Tevens heeft de gemeente Amsterdam als taak toezicht te houden op de openbare ruimte en zet deze zich in voor een omgeving die
schoon, heel en veilig is. De komst van een azc en een grote groep nieuwe bewoners vereist goede en aanvullende afspraken op het gebied van verlichting, afval,
onderhoud en overlast, en de rol- en taakverdeling tussen COA en de gemeente Amsterdam op dit gebied.
en
Openbare ruimte e De gemeente Amsterdam past straatlantaarns rondom het azc aan zodat de omgeving Financiën:
voldoende verlicht is. Dekking vit bestaande middelen. Geen
-Wettelijk/bestaand |e Tevens houdt de gemeente Amsterdam een schouw over de openbare ruimte rondom het | aanvullende financiering noodzakelijk.
kader azc. Op basis van deze o-meting worden nadere afspraken gemaakt over o.a. reiniging en
afval . Personele inzet:
e _Omde openbare ruimte rondom het azc extra netjes te houden onderzoekt de gemeente Inzet van personeel gebeurt vanuit de
Amsterdam de mogelijkheid om een werkbrigade in te zetten. De werkbrigade kan onder bestaande formatie en teams.
andere verantwoordelijk gemaakt worden voor het opruimen van zwerfvuil,
groenonderhoud en schoonmaakwerkzaamheden. Hiervoor kunnen ook azc-bewoners
worden ingeschakeld, door middel van Zelfwerkzaamheid (ZWH) kunnen azc-bewoners -
onder begeleiding van het COA worden ingezet om de openbare ruimte te onderhouden.
openbare ruimte Dekking vit bestaande middelen. Geen
Datum 20-09-2017
Pagina 41 van 41
mogelijk bespreekbaar te maken. Door het COA is een openbaar telefoonnummer en e- aanvullende financiering noodzakelijk.
-Aanvullende inzet mailadres opengesteld en een eerste aanspreekpunt aangesteld (locatiemanager) voor
azc Amsterdam meldingen en klachten met betrekking tot de opvanglocatie. Personele inzet:
e Signalen, ervaringen en klachten met betrekking tot de vestiging van het azc en over de Inzet van personeel gebeurt vanuit de
openbare ruimte kunnen in het omgevingsoverleg worden gemeld. (zie ook hoofdstuk bestaande formatie en teams.
Veiligheid)
Gastheren en e _Instadsdeel Nieuw-West wordt gewerkt met gastheren en gastvrouwen. Deze Financiën:
gastvrouwen Amsterdammers worden ingezet als voelsprieten van de wijk en kunnen in overleg met het | Dekking uit bestaande middelen. Geen
COA ook op het azc worden ingezet. De gastheren en -dames werken vanuit aanvullende financiering noodzakelijk.
-Aanvullende inzet werkpraktijkteam het Pluspunt in Geuzenveld.
azc Amsterdam Personele inzet:
Inzet van personeel gebeurt vanuit de
bestaande formatie en teams.
| Onderzoeksrapport | 41 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 718
Datum akkoord 3 juli 2015
Publicatiedatum 3 juli 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw D. Yesilgöz-Zegerius
van 13 mei 2015 inzake de rol van shisha lounges bij handelingen en afrekeningen in
het criminele circuit.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
Amsterdam wordt geteisterd door een ware liguidatiegolf waarbij veel criminele maar
soms ook onschuldige slachtoffers vallen. In de nacht van 12 op 13 mei 2015 was
het weer raak en werd iemand in de De Clergstraat doodgeschoten. Hierbij werden
ook een voorbijrijdende tram, een geparkeerde auto en twee gebouwen geraakt.
Volgens getuigen liepen de daders gemaskerd door geblindeerde motorhelmen en
bewapend met een Kalasjnikov en een pistool kort voor de dodelijke schietpartij
shisha lounge ‘Village’ binnen — tevergeefs — op zoek naar hun slachtoffer dat kort
daarvoor de gelegenheid had verlaten. Na deze vruchteloze zoektocht zou een
schietpartij zijn begonnen die doorging tot op de straat.
Terugkijkend op de afgelopen periode van criminele executies valt op dat meerdere
schietpartijen — al dan niet met dodelijke afloop — plaatsvonden in shisha lounges of
dat de daders of slachtoffers kort daarvoor een shisha lounge bezochten.
De liquidaties van de afgelopen tijd worden frequenter, komen dichterbij en de kans
dat onschuldige slachtoffers vallen, groeit. De fractie van de VVD is van mening dat
we als stad alle mogelijke instrumenten die we tot onze beschikking hebben, moeten
inzetten om een einde te maken aan deze koelbloedige afrekeningen. Wat de fractie
van de VVD betreft moet er tevens in dit verband gekeken worden welke rol shisha
lounges spelen in het criminele circuit en op basis daarvan maatregelen worden
genomen.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 13 mei 2015, namens de fractie van
de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Kan het college aangeven hoeveel shisha lounges er momenteel in Amsterdam
zijn en hoeveel horecazaken er door dezelfde eigenaren als die van de shisha
lounges worden gerund?
Antwoord:
Uit de laatste cijfers (2015) blijkt dat er ongeveer rond de 50 á 60 horecazaken
met shisha-activiteiten dan wel shishalounges in Amsterdam gevestigd zijn. Het
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing on Gemeenteblad
Datum 3 juli 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 13 mei 2015
exacte aantal shishalounges in de stad is niet bekend. Een shishalounge heeft,
naast een horecavergunning, geen aparte exploitatievergunning nodig en wordt
daarom op dit moment niet als categorie geregistreerd. Er zijn verder
verschillende verschijningsvormen van horecabedrijven waar ook waterpijp wordt
gerookt. Er zijn zowel shishalounges met als zonder drankvergunning. Sommige
zaken zijn met name ingericht op het roken van de waterpijp, bij andere zaken
zoals restaurants, maakt het slechts een klein deel uit van de activiteiten.
Om meer inzicht te krijgen in het aantal horecabedrijven waar waterpijpen gerookt
kunnen worden, zal dit voortaan apart worden geregistreerd bij de aanvraag van
een exploitatievergunning en in het horecasysteem. Omdat het aantal
shishalounges op dit moment niet exact is aan te geven, is op dit moment ook niet
bekend om hoeveel verschillende exploitanten het gaat.
2. Kan het college door middel van een tijdlijn aangeven waar en hoeveel
afrekeningen er sinds 2010 in Amsterdam plaatsvonden en welke afrekeningen in
een shisha lounge werden gedaan dan wel bij hoeveel afrekeningen de dader(s)
of het/de slachtoffer(s) een shisha lounge bezochten?
Antwoord:
Hieronder is het aantal geweldsdoden, waaronder gerichte liquidaties,
weergegeven van 2010 t/m 2014. In deze periode hebben er twee liquidaties in of
rondom een shishalounge plaatsgevonden. Het is niet bekend hoeveel
slachtoffers dan wel daders een dergelijke lounge hebben bezocht. Gezien
lopende onderzoeken is het (nog) niet mogelijk cijfers over de eerste helft van
2015 te verstrekken. Wel is bekend dat er half mei een schietpartij met dodelijke
afloop heeft plaatsgevonden, waarbij de daders de Tapas Lounges/The Village op
De Clercqstraat 34 naar binnen gingen op zoek naar het doelwit.
2010 2011 2012 2013 2014
19 18 15 23 25 Geweldsdoden
12 8 g 8 10 Liquidaties
3. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat er een verband lijkt te
bestaan tussen shisha lounges en het criminele circuit? Graag met motivatie.
Antwoord:
Het vermoeden bestaat dat er bij een aantal shishalounges sprake is van
‘malafide praktijken’ of dat bepaalde shishalounges een ontmoetingsplaatsen zijn
voor criminelen. Echter, niet elke shishalounge kan in verband worden gebracht
met criminaliteit. Indien er signalen zijn van ‘malafide’ praktijken in een
shishalounge, kan dit net als bij andere horecabedrijven, aanleiding zijn om in
RIEC verband de zaak nader te onderzoeken en integrale acties in te zetten.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing on Gemeenteblad R
Datum 3 juli 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 13 mei 2015
4. Op welke wijze wordt momenteel een vergunningsaanvraag voor het exploiteren
van een shisha lounge beoordeeld? Hoeveel vergunningsaanvragen zijn er
jaarlijks en hoeveel worden er toegekend? Welke rol speelt het Bibob-beleid
hierin?
Antwoord:
Shisha is geen aparte horecacategorie (zie antwoord op vraag 1). Het is daardoor
niet mogelijk om een ‘shisha-vergunning’ aan te vragen. Zoals bij vraag 1 is
aangegeven zullen shisha activiteiten opgenomen worden in het horeca1
formulier om meer inzicht te krijgen in het aantal shisha activiteiten in de stad.
Eigenaren die een shishalounge willen exploiteren vragen bij het stadsdeel een
exploitatievergunning voor horeca aan. Zoals door het College van B&W is
vastgesteld in de ‘Beleidslijn gemeente Amsterdam voor de horeca-, prostitutie-,
escort- en speelautomatenhallenbranche in het kader van de Wet Bibob’, is het
inleveren van een Bibob-vragenlijst - met vragen naar ondermeer de
bedrijfsstructuur, financiering, zakelijke omgeving en justitieel verleden van de
eigenaar - onderdeel van de vergunningaanvraag. Het stadsdeel voert vervolgens
een basale Bibob-toets, waarbij wordt gekeken naar het eventuele strafblad van
de eigenaar, openbare bronnen worden geraadpleegd en aanvullende vragen aan
de eigenaar kunnen worden gesteld.
Indien uit de basale Bibob-toets twijfels volgen over de integriteit van de eigenaar
danwel van zijn zakenpartners wordt de aanvraag voor een diepergaande Bibob-
toets voorgelegd het gemeentelijke Coördinatiebureau Bibob. Hierbij wordt
eveneens samengewerkt met partners politie, OM en Belastingdienst binnen het
samenwerkingsverband RIEC. Blijven twijfels over de integriteit van de eigenaar,
de zakenpartners dan wel over de financiering en/of bedrijfsstructuur bestaan,
dan wordt de aanvraag voor nader onderzoek en advies voorgelegd aan het
Landelijk Bureau Bibob van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het is ook
mogelijk dat ten aanzien van een reeds verleende vergunning Bibob-toetsing
plaatsvindt, bijvoorbeeld naar aanleiding van signalen van criminele infiltratie.
Het Coördinatiebureau Bibob heeft sinds 2010 in totaal negen shishalounges
diepergaand in het kader van de Wet Bibob onderzocht. Daarvan is een
shishalounge voor nader onderzoek en advies voorgelegd aan het Landelijk
Bureau Bibob, waarna een leidinggevende is geweigerd. In drie gevallen
waren er onvoldoende aanknopingspunten om de Wet Bibob verder toe te
passen. Momenteel zijn nog vijf shishalounges in behandeling c.q. onderzoek
bij het Coördinatiebureau Bibob.
5. Welke aanvullende eisen, zoals het verplicht plaatsen van detectiepoortjes,
kan het college stellen aan de eigenaren en medewerkers van deze lounges?
Antwoord:
Op dit moment ziet het College geen reden om specifiek voor shishalounges
aanvullende eisen op te nemen in de exploitatievergunning. Indien er in specifieke
gevallen vermoedens zijn van criminele activiteiten en/of overlast wordt dit in
RIEC verband opgepakt.
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng Î Gemeenteblad
Datum Sa 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 13 mei 2015
In het College wordt binnenkort een vernieuwde regeling Veiligheidsplan als
onderdeel van de exploitatievergunning besproken. De burgemeester heeft de
mogelijkheid, indien dit wenselijk wordt geacht, om bij afzonderlijke
horecabedrijven een veiligheidsplan verplicht te stellen. In de regeling wordt
vastgelegd in welke gevallen een veiligheidsplan verplicht kan worden gesteld. In
het veiligheidsplan worden eisen en maatregelen opgenomen die de ondernemer
neemt om overlast, openbare orde en veiligheid en goede zeden in en om een
onderneming te waarborgen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam VV L
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn
en Luchtkwaliteit)
% Agenda, donderdag 6 oktober 2011
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit)
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en zonodig van 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis
Procedureel gedeelte van 9.00 uur tot 9.15 uur
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL
d.d. 15 september 2011
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen, schriftelijke vragen
, Termijnagenda en toezeggingenlijst niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar.
e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering
per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen.
6 TKN-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Agenda, donderdag 6 oktober 2011
Inhoudelijk gedeelte vanaf 9.15 uur
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
11 Vaststellen bijzondere subsidieverordening realisatie oplaadpunten elektrische
voertuigen buiten openbare ruimte Nr. BD2011-005970
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 12 oktober 2011).
12 Beschikbaar stellen voorbereidingskrediet Renovatie Oostlijn Nr. BD2011-005426
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 12 oktober 2011).
13 Vervolg Verordening Nadeelcompensatie Noord-Zuidlijn Nr. BD2011-009783
e _Terbespreking en voor kennisgeving aangenomen.
Laatstelijk geagendeerd voor 15 september 2011
e De weihouder geeft een uitgebreide toelichting
e Daarna besluiten of de raadsvoordracht (aangehouden op 13/14 juli en 21 september)
behandeld kan worden in de Gemeenteraadsvergadering op 12 oktober 2011
2
Gemeente Amsterdam VV L
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en
Luchtkwaliteit)
Agenda, donderdag 6 oktober 2011
14 Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer F.M. Molenaar van
20 juli 2011 inzake het opheffen van de speciale parkeervakken voor scooters en
bakfietsen voor het Centraal Station Nr. BD2011-009526
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Molenaar (GrLí)
3
| Agenda | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 239
Ingekomen onder AQ
Ingekomen op donderdag 13 februari 2020
Behandeld op donderdag 13 februari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma, Bloemberg-lssa en Bakker inzake Beantwoording
vragen raadslid Boomsma inzake bouwplan Halvemaansteeg.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
gehoord de beraadslaging over de bouwplannen Halvemaansteeg 4-6 en Amstel 46
en 50,
overwegende dat:
-__een historisch pand met orde-3 op deze bouwlocatie in de historische binnenstad
status illegaal is gesloopt;
-__ daardoor geen nader onderzoek kon worden verricht naar de mogelijke andere
historische en architectonische waarde ervan;
- de schitterende en monumentale binnenstad is aangewezen als Rijksbeschermd
Stadsgebied en Unesco erfgoed;
-__daarvan door de gemeente geen aangifte is gedaan;
-__de illegale sloop niet is bestraft en er uiteindelijk geen consequenties aan zijn
verbonden noch de opdracht is gegeven tot herbouw;
- het bestaande bouwplan niet gebouwd had kunnen worden als het gesloopte
inpandige pand was blijven staan;
- dat een buitengewoon slecht precedent schept,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij de illegale sloop van een historisch pand in Amsterdam altijd aangifte te doen.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
J.F. Bloemberg-lssa
N.T. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres
Amstel 1 2x
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 2x Sector Concernstaf
1000 AE Amsterdam Afdeling SB
Telefoon 14 020
Fax 020 552 4433
ERD NNDELLE 6 Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de heer J. Van Eyck
Bloemgracht 42c
1015 TK Amsterdam
Datum 10 februari 2009 VERZONDEN 13 FEB, 2009
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door H. Hoogeveen
Rechtstreekse nummer 5524435
Faxnummer
Bijlage -
Onderwerp TNT Post, servicepunt Westerstraat
Geachte heer Van Eyck,
Wij sturen u onderhavige brief voor de formele afdoening van uw twee brieven die u de
raad per mail zond op 16 en 25 januari jl.
Op 22 januari besloot de stadsdeelraad uw adres van 16 januari in handen te stellen van
ons dagelijks bestuur ter afdoening, met een afschrift van het antwoord naar de
commissie Algemene Zaken.
Het is juist dat u gelijktijdig aan het verzenden van uw raadsadres van 16 januari al aan
het benutten van de formele klachtprocedure van TNT Post heeft gedacht. Wij nemen
kennis van het feit dat, zoals u in uw mail van 25 januari meedeelde, TNT Post daarop zijn
verantwoordelijkheid heeft genomen en het servicepunt heeft gesloten.
Met u vertrouwen wij erop dat er in de Westerstraat of omgeving spoedig een
klantvriendelijk TNT servicepunt kan worden heropend.
Hoogachtend,
Ot ET stadsdeel Centrum,
nneke Eurelings \s\lfring
secretaris vdorzitter
cc TNT Post
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
| Raadsadres | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
% Actualitert voor de raadsvergadering van
22 JUNI 2022
Van Nanninga
Datum 16 juni 2022
Portefeuille Zorg
Agendapunt 2b
Onderwerp
Communicatie Wethouder Rijxman
Aan de gemeenteraad
Op 16 juni verscheen op bnr.nl de ‘Koster en Van Dijk'-podcast. In deze aflevering vertelt journalist
Ton F. van Dijk te zijn gebeld door het D66-raadslid Hofland om het woord te voeren namens
wethouder Rijkman.
Het raadslid begint vervolgens de zaak van de wethouder bepleiten bij de eerder genoemde
journalist, over een controversiële kwestie inzake een privérelatie die de wethouder in haar vorige
functie als directeur van de NPO zou hebben gehad met een topambtenaar van het ministerie van
OCW. Deze relatie had de oud-bestuurder mogelijk moeten melden bij de compliance officer van
de NPO.
Deze gang van zaken roept bij de fractie van JA21 vragen op over integriteit, netwerkverwarring,
dubieuze taakopvattingen en de rol van raadsleden en/tov wethouders.
Reden van spoedeisendheid
De opvattingen van deze nieuwe wethouder aangaande de dualiteit tussen het college en de raad
komen in deze podcast in een eigenaardig daglicht te staan. Er zijn veel vragen gerezen over deze
handelwijze van de wethouder, dergelijke oneigenlijke inzet van het eigen netwerk en mogelijk
het onjuist benaderen/inzetten van leden van de Amsterdamse raad. Dit dient onverwijld
besproken te worden alvorens zij verder aan de slag gaat als wethouder van Amsterdam.
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1500
Datum indiening 6 november 2017
Datum akkoord 30 november 2017
Publicatiedatum 30 november 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake de spijtoptantenregeling
van Woningnet.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In 2015 heeft de Stadsregio nieuwe regels opgesteld over de verdeling van sociale
huurwoningen. Aanleiding daarvoor waren Europese regels waardoor de woonduur
moest worden afgeschaft. Met vervangen van woonduur voor inschrijfduur, werd ook
de spijtoptantenregeling afgeschaft. De spijtoptantenregeling gaf onlangs verhuisden
de mogelijkheid om binnen een bepaalde termijn door te stromen naar een andere
woning, als de woning niet beviel.
In de vergadering van de regioraad van 17 maart 2015 antwoordde portefeuillehouder
Scholten namens het bestuur van de Stadsregio op de zorg van vele insprekers:
“Ik wil u de toezegging doen ervoor te zorgen dat ook mensen die nu recht hebben op
de spijtoptantenregeling in de toekomst nog een beroep kunnen doen op hun
opgebouwde rechten.”
Onlangs meldde één van de insprekers van destijds zich bij de SP. Zij wil graag een
beroep doen op de spijtoptantenregeling, of een alternatief daarvoor. Maar zowel
Woningnet als de woningcorporatie waarbij de huurster huurt, geven aan dat zij niets
weten van toezeggingen over het behoud van opgebouwde rechten omtrent de
spijtoptantenregeling. De Stadsregio is inmiddels afgeschaft en vervangen door de
vervoerregio die over mobiliteit gaat.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
Inleiding:
Naar aanleiding van de Huisvestingswet 2014 is per 1 juli 2015 toewijzing van sociale
huurwoningen op basis van woonduur afgeschaft. Ook met woonduur
samenhangende regelingen, zoals tijdelijk behoud woonduur en tijdelijk behoud
inschrijfduur zijn afgeschaft. Daarbij is wel voorzien ín een drietal
overgangsregelingen, een korte toelichting per regeling:
' https://online.ibabs.eu/ibabsapi/publicdownload.aspx?site=vervoerregio&id=000013553
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng e00 Gemeenteblad R
Datum 30 november 2017 Schriftelijke vragen, maandag 6 november 2017
1) Overgangsregeling afschaffen woonduur: één ieder die aanspraak op
woonduur kon maken kan zich tot 1 juli 2019 melden bij WoningNet en krijgt
dan automatisch de woonduur omgezet naar inschrijfduur.
2) Overgangsregeling afschaffen regeling tijdelijk behoud woonduur: deze
regeling is per 1 juli 2015 vervallen, maar iedereen die zich voor die tijd (1 juli
2015) aanmeldde voor deze regeling kan hier in elk geval nog twee jaar
gebruik van maken, maar uiterlijk totdat een nieuw systeem van WoningNet in
werking is.
3) Overgangsregeling afschaffen regeling tijdelijk behoud inschrijfduur: deze
regeling is per 1 juli 2015 vervallen, maar iedereen die zich voor die tijd (1 juli
2015) aanmeldde voor deze regeling, kon hier tot 1 juli 2017 gebruik van
maken.
1. Hoe is het sinds het opheffen van de Stadsregio precies geregeld met de
verantwoordelijkheden die de Stadsregio had op het gebied van wonen?
Antwoord:
Het opstellen en wijzigen van regels over woonruimteverdeling ís sinds 1 januari
2016 weer een lokale bevoegdheid. De gemeente stelt de
huisvestingsverordening vast. Overigens wordt daarbij nog steeds wel
samengewerkt tussen de gemeenten die betrokken zijn in het gezamenlijke
WoningNetsysteem Stadsregio Amsterdam.
Samenwerking op het gebied van betaalbare voorraad en woningbouwproductie
is opgeschaald naar het niveau van de Metropoolregio.
2. Watis er gebeurd met de toezegging van het bestuur van de Stadsregio over
de spijtoptantenregeling?
Antwoord:
Op basis van het gesprek in de regioraad van 17 maart 2015 is een
overgangsregeling uitgewerkt voor het afschaffen van de regelingen tijdelijk
behoud woonduur en tijdelijk behoud inschrijfduur (spijtoptantenregelingen).
In de Regioraad van 16 juni 2015 zijn de regioraadsleden hierover geïnformeerd.
Zie ook bijgevoegd memo.
Woningzoekenden die voor 1 juli 2015 kenbaar hebben gemaakt gebruik te willen
maken van deze regelingen hebben dat recht behouden, in elk geval voor een
periode van twee jaar. Inmiddels is de regeling tijdelijk behoud inschrijfduur uit
gefaseerd. Deze liep tot 1 juli 2017. De overgangsregeling voor de regeling
tijdelijk behoud woonduur is nog steeds actief. Deze regeling vervalt definitief op
het moment dat naar een nieuw WoningNet systeem wordt overgeschakeld.
Uiterste vervaldatum is 1 juli 2019.
Om woningzoekenden te attenderen op deze overgangsregeling hebben
corporaties een mailing verstuurd aan alle woningzoekenden die aanspraak
zouden kunnen maken op deze overgangsregelingen. Ook is erover
gecommuniceerd op WoningNet en is er een persbericht over uitgegaan.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer A ember 2017 Schriftelijke vragen, maandag 6 november 2017
3. Op welke manier kunnen mensen die recht hadden op de spijtoptantenregeling
nog een beroep kunnen doen op hun ‘opgebouwde rechten’?
Antwoord:
Zie ook vorige vraag. Indien zij zich voor 1 juli 2015 hebben aangemeld voor de
regeling tijdelijk behoud woonduur kunnen zij hier nog gebruik van maken. Dit
geldt niet voor de regeling tijdelijk behoud inschrijfduur. Deze gaf na verhuizing
recht om nog twee jaar met de oorspronkelijke inschrijfduur een nieuwe
verhuisstap te maken. Deze regeling is na 1 juli 2017 verlopen.
4. Is het college bereid, zich ervoor in te zetten dat de rechtsopvolger van de
Stadsregio, dan wel de corporaties en Woningnet, op een transparante en
laagdrempelige manier de eerder gedane beloftes over de spijtoptantenregeling
nakomen? Zo ja, wat kan/gaat het college hiervoor doen?
Antwoord:
Woningzoekenden die zich voor 1 juli 2015 hebben aangemeld voor de regeling
tijdelijk behoud woonduur kunnen nog gebruikmaken van de regeling.
Mogelijkheid vervalt pas wanneer een nieuw systeem van WoningNet
geïmplementeerd wordt. Op basis van meer concrete informatie over deze casus
kan beoordeeld worden of de woningzoekende in aanmerking komt voor de
overgangsregeling en of de overgangsregeling zoals afgesproken goed wordt
uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E. van der Burg, locoburgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | val |
Bezoekadres XX Gemeente Amsterdam
Pieter Calandlaan 1
Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Postbus 90460 x%
1006 BL Amsterdam Se
Telefoon 14 020
www.nieuwwest.amsterdam.nl AV
Korte Afsprakenlijst
Soort vergadering Vergadering commissie B
Datum 14 maart 2012
Tijd 19.30-00.00 uur
locatie Restaurant
voorzitter Dhr. G.C. Molewijk
Commissiegriffier Dhr. L. Winnips
Aanwezig raadsleden Dhr. S. Akyol (Fractie Akyol), dhr. J. Engel (TvA), dhr. M.J. Fraanje (CDA), mw. T.
Kronenberg (PvdA), dhr. P. Moerman (BNW81), dhr. H. Mulder (D66), mw. L. C.
Ramsahai (VVD), mw. M. Spork (Fractie Spork), dhr. M. Tromp (VVD), dhr. A. Turgut
(GroenLinks), dhr. E.R. Vos (PvdA)
Aanwezige buitengewoon Mw. CG. Donk (SP), dhr. J.W. Dunselman (CDA), dhr. A. Huijsing (BNW81), dhr. J. Mirck
commissieleden (D66), dhr. H. Özdemir (GroenLinks)
Aanwezig leden DB Dhr. A. Baâdoud (PvdA), mw. J. Bos (PvdA), dhr. R. Mauer (D66)
1. Opening/agendavaststelling
De voorzitter opent de vergadering. De VVD heeft twee actualiteiten aangemeld. Eén
over de 4 mei Herdenking en één over spooksubsidies. De heer Tromp neemt zijn
actualiteit over de 4 mei Herdenking terug. De heer Baâdoud zegt toe een schriftelijke
toelichting te geven. Met deze wijziging wordt de agenda vastgesteld.
2. Mededelingen
Geen bijzonderheden.
3. Commissiegebonden Actualiteiten
Mevrouw Ramsahai brengt een actualiteit in over spooksubsidies. Portefeuillenouder
Bos beantwoordt de vragen.
4. Presentatie Social Return
De heer Yuri Starrenburg (ambtenaar) verzorgt een presentatie over social return.
Naar aanleiding daarvan zegt portefeuillehouder Baâdoud toe dat er een leesbare
versie van de presentatie en de extra voorwaarden in verband met Europese
regelgeving zullen worden rondgemaild.
5. Verordening op rechtspositie van db- deelraads- en commissieleden en
modelgedragscode
De voordracht moet evenals het besluit worden aangepast. De griffie zal nagaan of er
een gedragscode uit Osdorp is die moet worden ingetrokken.
De voorzitter concludeert dat de raad over dit onderwerp op 28 maart een besluit kan
nemen.
14 maart 2012 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 2 van 2
6. 1ste Begrotingswijziging gebiedsarrangementen
Portefeuillehouder Bos zegt toe dat de lijst met projecten vóór 28 maart bij de
raadsleden is. De voorzitter concludeert dat de raad op 28 maart een besluit kan
nemen. De voorzitter concludeert verder dat de agendacommissie een besluit moet
nemen over het voorstel van de VVD om op 28 maart een meningvormende sessie te
besteden n.a.v. van de lijst met projecten.
7. Kadernota Bewonersparticipatie
Portefeuillehouder Mauer zegt toe dat hij serieus aan de slag zal gaan met het rapport
“Klagen aan Amstel en IJ” van de gemeentelijke ombudsman. Dit in het kader van de
portefeuille dienstverlening. Tevens zegt hij toe dat er na vaststelling van de
kadernota een bewonersversie zal verschijnen. Naar aanleiding van de gemaakte
opmerkingen in de commissie, zal hij de kadernota participatie aanpassen. De
voorzitter concludeert dat de raad daarom niet op 28 maart een besluit kan nemen,
maar pas op 25 april. Voor die tijd zal de commissie het onderwerp nog gecombineerd
oriënterend en meningvormend behandelen.
8. Sluiting
De voorzitter sluit om 00.00 uur de vergadering.
Deze vergadering is integraal na te zien en te beluisteren op
www.raadsinformatienieuwwest.nl
2
| Actualiteit | 2 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1187
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen op 17 oktober 2017
Behandeld op 9 november 2017
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Flentge inzake de Begroting 2018 (kinderopvangbijdrage).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2018.
Overwegende dat
— alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar die onder de participatiewet vallen
en aan het werk gaan, naast de kinderopvangtoeslag van het rijk, recht hebben op
een tegemoetkomingsregeling van de gemeente voor de resterende eigen bijdrage
aan kinderopvangkosten;
— studerende (alleenstaande) ouders die op grond van WSF/Studiefinanciering naar
school gaan, niet in aanmerking komen voor een (gemeentelijke) vergoeding van
de eigen bijdrage, omdat zij over het algemeen niet tot de doelgroep van het
gemeentelijk armoedebeleid behoren;
— meerdere gemeenten een voorziening voor studerende moeders hebben
opgenomen in hun verordening voor bijzondere bijstand.
Constaterende dat:
— in de Amsterdamse verordening bijzondere bijstand geen voorzieningen zijn
opgenomen voor studerende alleenstaande ouders.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
te onderzoeken of het mogelijk is om met betrekking tot de gemeentelijke
tegemoetkomingsregeling voor de eigen bijdrage aan kinderopvangkosten de
doelgroep van het gemeentelijk armoedebeleid uit te breiden met de doelgroep
‘studenten met kinderen’.
Het lid van de gemeenteraad
E.A. Flentge
4
| Motie | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Eindrapportage
Sportstimuleringsprogramma
Atletiek
in het kader van de EK Atletiek 2016
Programma Sportstimuleringsprogramma Atletiek
in het kader van de EK Atletiek 2016
Datum 20 februari 2017
Opdrachtgever Bestuurlijk Wethouder Sport; Eric van der Burg
Ambtelijk Directeur Sport en Bos; Norbert Krijnen
Programmamanager Matthijs Künzel
Opsteller Matthijs Künzel / Chantal Hazelaar
Looptijd September 2013 t/m juli 2017
N MEE FS Re Á
B OO ok. PN en ELK jk | \ |
Fr B: | JR B Le
bi lk ij p
DR 5 | eN
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Bekijk de belangrijkste resultaten van het
Sportstimuleringsprogramma Atletiek in
een korte video-impressie op:
atletiek.amsterdam/rapportage
2
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Samenvatting
In deze rapportage wordt ingegaan op de resultaten van het Sportstimuleringsprogramma
Atletiek. Het doel van dit vierjarige programma was om samen met de vijf Amsterdamse
atletiekverenigingen, scholen, hardloopgroepen en vele andere betrokken organisaties,
Amsterdammers te enthousiasmeren voor de atletieksport in aanloop naar, tijdens en na de EK
Atletiek. Met als uiteindelijk doel om zoveel mogelijk Amsterdammers, jong en oud, met en
zonder een beperking, op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met atletiek, hen uit
te dagen verschillende onderdelen van de atletieksport te ervaren en te stimuleren om hun eigen
prestaties te verbeteren, al dan niet in georganiseerd verband.
In 2013 gingen de voorbereidingen van start. Na de officiële goedkeuring van het Plan van Aanpak,
draait vanaf mei 2014 het Sportstimuleringsprogramma Atletiek in de gemeente Amsterdam. Op
basis van het opgestelde Plan van Aanpak (gemeente Amsterdam, 2014) en de aangenomen
Motie nr. 110 (Motie Van Roemburg) is in de gemeentebegroting voor 2014 een miljoen euro
opgenomen voor sportstimulering in aanloop naar de EK Atletiek. De gemeentelijke bijdrage aan
dit programma werd ondersteund door subsidies van de Provincie Noord-Holland en van het
Ministerie van VWS. Het programma is conform de begroting uitgevoerd. In 2015 werden de
doelstellingen en ambities van het plan van aanpak uitgewerkt in een Programmaplan (gemeente
Amsterdam, 2015) waarvan de uitwerking en resultaten in deze rapportage worden besproken.
Alhoewel het Sportstimuleringsprogramma Atletiek een initiatief van de gemeente Amsterdam
was en de meeste activiteiten onder de verantwoordelijkheid van de gemeente werden
uitgevoerd, zouden veel doelen niet behaald zijn zonder de samenwerking met een veelheid van
betrokken organisaties en partijen. Waarbij de Atletiekunie, de Stichting EK Atletiek en de vijf
Amsterdamse Atletiekverenigingen (te weten: AAG, ATOS, AV ‘23, Feniks en Phanos) en hun
overkoepelende samenwerkingsverband de SAA (Stichting Amsterdam Atletiek) vanaf het begin
belangrijke samenwerkingspartners zijn geweest die voor input en uitvoering hebben gezorgd van
het Sportstimuleringsprogramma Atletiek. Tussen 2012 en 2016 is er intensief samengewerkt en
opgetrokken wat veel positieve resultaten heeft opgeleverd. Voornaamste aandachtspunt bij alle
samenwerkingen was de afstemming over gemeenschappelijke en organisatie specifieke doelen
en belangen en wederzijdse verwachtingen over de mate van inzet en capaciteit op die
verschillende doelen. Over de gehele linie bekeken is de samenwerking op het gebied van de
maatschappelijke spin-off bijzonder succesvol geweest en heeft geleid tot zowel een hogere
sportparticipatie, als veel extra aandacht voor het hoofdevenement zelf, de EK Atletiek, en de
atletieksport in het algemeen.
De belangrijkste resultaten van het programma op het gebied van kennismaking, stimulering en
structurele beoefening zijn:
e De portal atletiek.amsterdam is ontwikkeld met daarop een overzicht van alle atletiek
en hardloopactiviteiten en evenementen in Amsterdam, informatie voor de
(beginnende) hardloper en docent en een overzicht van alle hardlooproutes. De portal
heeft inmiddels meer dan 15.000 bezoekers getrokken, 1500 inschrijvingen voor de
nieuwsbrief en 36 professionele partijen die ieder een bijdrage leveren op het gebied
van sportstimulering.
3
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
e De campagne JE KAN HET heeft vrijwel elke Amsterdammer bereikt. Zo is de JE KAN
HET Atletiektoer in elk stadsdeel meerdere malen actief geweest, is de
mediacampagne van JE KAN HET in abri's en op metrostations door ruim 182.000
mensen gezien en aanvullend zijn er met de social media-kanalen van JE KAN HET
meer dan 1.000.000 mensen bereikt. Daarnaast is er op meerdere momenten het
afgelopen jaar aandacht geweest voor het Sportstimuleringsprogramma en de
atletiek(sport) in diverse artikelen en bij diverse media zoals de Amsterdam krant,
ATs5, Youtube, Salto Amsterdam, Telegraaf, AD en Parool.
e De campagne werd ondersteund door 13 Amsterdamse topatleten die zich als
ambassadeur ingezet hebben voor de sportstimulering, onder andere op het gebied
van aangepast sporten.
e Inelk vande 22 gebieden in Amsterdam is voor korte of langere periode aandacht
geweest voor atletiek. Zo lagen er verspreid over de stad op 23 prominente en goed
bezochte plekken spectaculars, aangevuld met ruim een honderdtal graffiti uitingen.
e Zijn er vijf nieuwe duidelijk herkenbaar bewegwijzerde hardlooproutes aangelegd en
is er een uniforme aanpak ontwikkeld voor aanleg en bewegwijzering voor alle
bestaande en toekomstige routes in de stad.
e Met diverse docentenscholingen en een lespakket atletiek voor de groepen 3 tot en
met 8 zijn docenten ondersteund.
e De JE KAN HET Atletiektoer heeft in 2016 meer dan 8.000 deelnemers bereikt die
diverse onderdelen van atletiek hebben uitgeprobeerd.
e Met de Amsterdamse Scholenkampioenschappen Atletiek en Athletics School
Champs zijn ruim 8.000 kinderen bereikt. En met een evenement zoals de
Koningsspelen nog eens 6.000 leerlingen.
e Met kennismakingslessen, naschoolse trajecten en schoolevenementen hebben
tussen 2012 en 2016 meer dan 80.000 kinderen en jongeren kennis gemaakt met
atletiek. Deze activiteiten hebben plaatsgevonden op 200 verschillende scholen,
waarvan 19 scholen voor speciaal onderwijs.
e Zijner25 nieuwe trainers (niveau 3, Atletiekunie gecertificeerd) opgeleid en
drie trainingsgroepen voor Amsterdammers met een handicap bijgekomen.
e Bij de Amsterdamse atletiekverenigingen is het aantal pupillen tussen 2012 en 2016
met 47,8 procent gegroeid naar 1002 leden (landelijk 21,1 procent). Het aantal
junioren is met 31,8 procent gegroeid naar 823 leden (landelijk 11,4 procent).
Deze resultaten zijn ook terug te zien in een video impressie op atletiek.amsterdam/rapportage.
Uit deze rapportage blijkt dat het Sportstimuleringsprogramma Atletiek uitermate succesvol is
verlopen. De diversiteit aan projecten, die veelal goed aansloten op bestaande programma's en
structuren in de stad, hebben ervoor gezorgd dat op veel gebieden positieve resultaten zijn
geboekt waarmee vrijwel alle doelen zijn behaald. Het Sportstimuleringsprogramma Atletiek
heeft dan ook een significante en positieve bijdrage geleverd aan het warm laten lopen van de
Amsterdammer voor de atletieksport in het kader van de EK Atletiek 2016.
De belangrijkste aanbeveling naar aanleiding van het Sportstimuleringsprogramma Atletiek is om
voor alle grote sportevenementen goede afspraken te maken over de verdeling tussen de
organisatie van het topsportevenement en de breedtesportstimulering zowel tijdens het
evenement als op de lange termijn. Hier verschillende organisaties voor verantwoordelijk te
maken. En structureel en separaat budget (10% bovenop het totale budget per evenement) voor
vrij te maken. Om zodoende de legacy van elk evenement waardevol te kunnen borgen in
Amsterdam.
4
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Inhoud
Samenvatting 3
Inhoud 5
Inleiding 6
Programma doelstellingen 7
Het Sportstimuleringsprogramma Atletiek 9
Resultaten 13
Maatschappelijk effect 19
Ambitie 22
Conclusie 25
Aanbevelingen 26
Financiën 27
Literatuurlijst 28
BIJLAGE: Projecten 29
1 Spectaculars 30
2 Hardlooproutes 31
3 JE KAN HET Atletiektoer 32
4 Scholenkampioenschappen 33
5 Lespakket 34
6 Sportstimuleringsprogramma’s Atletiek (regulier) 35
7 Docentenscholing 37
8 Sportdagen 38
g Evenementenformats 38
10 Side events 39
11 Activaties 40
12 Ambassadeurs 41
13 Verenigingsadvies 43
14 Combinatiefuncties 45
15 Atletiekaanbieders 46
16 Portal 47
17 Campagne JE KANHET 48
5
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Inleiding
In 2016 hebben de vijf atletiekverenigingen in Amsterdam 47,8% meer pupillen dan in 2012. En
31,8% meer juniorenleden. Zijn er vijf nieuwe bewegwijzerde hardlooproutes aangelegd en heeft
vrijwel elke Amsterdammer in 2016 op de één of andere manier kennisgemaakt met de atletieksport.
Het maatschappelijk effect van de EK Atletiek? In deze rapportage wordt ingegaan op de
resultaten van het Sportstimvuleringsprogramma Atletiek. Het doel van dit vierjarige programma
was om samen met de vijf Amsterdamse atletiekverenigingen, scholen, hardloopgroepen en vele
andere betrokken organisaties, Amsterdammers te enthousiasmeren voor de atletieksport in
aanloop naar, tijdens en na de EK Atletiek. Met als uiteindelijk doel om zoveel mogelijk
Amsterdammers, jong en oud, met en zonder een beperking, op een laagdrempelige manier
kennis te laten maken met atletiek, hen uit te dagen verschillende onderdelen van de atletieksport
te ervaren en te stimuleren om hun eigen prestaties te verbeteren, al dan niet in georganiseerd
verband. Het Sportstimvuleringsprogramma Atletiek is een middel om Amsterdammers aan het
bewegen te brengen en langdurig aan het bewegen te houden.
In de gemeentebegroting voor 2014 is een miljoen euro opgenomen voor sportstimulering in
aanloop naar de EK Atletiek. Dit speciale budget was gebaseerd op de aangenomen Motie nr. 110
(Motie Van Roemburg) en op het opgestelde Plan van Aanpak Sportstimulering Atletiek
(gemeente Amsterdam, 2014). Dit plan voorzag in inzet van de beschikbare middelen tot en met
2017 om ook te zorgen voor borging van activiteiten na de EK Atletiek. Dit plan werd opgesteld
door de afdeling Sportstimulering van de gemeente Amsterdam (voorheen Sportservice
Amsterdam) in nauwe samenspraak met de vijf Amsterdamse atletiekverenigingen en sluit aan op
landelijke projecten van de Atletiekunie en de maatschappelijke ambities op het gebied van spin-
off van de Stichting EK Atletiek zelf. De gemeentelijke bijdrage aan dit programma wordt
ondersteund door subsidies van de Provincie Noord-Holland en van het Ministerie van VWS.
In 2013 gingen de voorbereidingen van start. Na de officiële goedkeuring van het Plan van Aanpak,
draait vanaf mei 2014 het Sportstimuleringsprogramma Atletiek in de gemeente Amsterdam. In
2015 werden de doelstellingen en ambities van het plan van aanpak uitgewerkt in een
Programmaplan (gemeente Amsterdam, 2015) met een doorlooptijd tot en met juli 2017. Het
programmaplan belooft een eindrapportage van het programma in december 2016; het document
dat nu voor u ligt.
Rel | 15 RN 3
ATLETIEK. AMSTERDAM ATLETIEK.AMSTERDAM ATLETIEK.AMSTERDAM
mr in gegen onmens. SN: zeen men
L AMSTERDAN es nnen (AMSTERDAM Amen en AMSTERDA Amr rd
6
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Programma doelstellingen
Het hoofddoel, de missie, van het Sportstimuleringsprogramma Atletiek was om alle
Amsterdammers warm te laten lopen voor atletiek in aanloop naar, tijdens en na de EK Atletiek
2016.
Dit is gedaan door op een laagdrempelige manier Amsterdammers kennis te laten maken met
atletiek, ze te stimuleren atletiek te ervaren en het structureel beoefenen van atletiek te
bevorderen. Dit waren de drie strategische doelen van het programma:
1. Kennismaking
Meer Amsterdammers maken kennis met de atletieksport.
- Waarbij kennismaken ook passief kan zijn; dat wil zeggen niet (perse) fysiek in beweging.
2. Stimulering
Meer Amsterdammers worden gestimuleerd om mee te doen aan atletiekactiviteiten.
- Het betreft hier actieve deelname, maar nog niet (per se) structureel (<12 keer per jaar).
3. Structurele beoefening
Meer Amsterdammers beoefenen structureel atletiek.
- Dit kan in ongeorganiseerd en/of georganiseerd verband, individueel en/of samen bij een
vereniging of andere sportaanbieder. Waarbij er minimaal 12 keer per jaar en tenminste
per maand aan een vorm van atletiek wordt gedaan.
De vraag die in deze rapportage centraal staat is:
Wat is de maatschappelijke impact van het Sportstimuleringsprogramma Atletiek in het kader van
de EK Atletiek 2016 en welke factoren hebben daaraan een bijdrage geleverd?
Aan de hand van de volgende hoofdstukken worden stapsgewijs de maatschappelijke impact van
het Sportstimuleringsprogramma Atletiek in beeld gebracht en worden op het eind enkele
aanbevelingen gedaan over de toegevoegde waarde van een sportstimuleringsprogramma bij een
topsportevenement. Op basis van de opbouw van het Programmaplan (gemeente Amsterdam,
2015) wordt eerst de globale opbouw van het Sportstimuleringsprogramma Atletiek geschetst
met een uiteenzetting van de belangrijkste samenwerkingsverbanden. In het daaropvolgende
hoofdstuk staan de elf concreet behaalde resultaten centraal. Om vervolgens een uitspraak te
kunnen doen over het maatschappelijke effect van het programma op basis van de zeven
indicatoren voor maatschappelijk effect en de drie strategische doelen. Daarna worden de vier
aanvullend geformuleerde ambities geanalyseerd om af te sluiten met een conclusie over het
programma en een aanbeveling voor toekomstige evenementen. Als laatste volgt een financieel
overzicht en in de bijlage een beschrijving van de 17 projecten die onder het programma vielen.
Op de volgende pagina staat de DIN (doelen-inspanningen-netwerk) vit het Programmaplan
(gemeente Amsterdam, 2015) waarin duidelijk de opbouw van het programma en de
onderliggende doelen en hun onderlinge verbanden terug te zien zijn. Mede aan de hand van deze
DIN is de onderliggende evaluatie opgebouwd.
7
20 februari 2017
Atletiek _
Gemeente tage Sporttimwleringsprogramme eËsg
Eindrapportage Sp RE ET: 8 5 SEEEE |
nn (EERS fas BEEREN
nn ESTEN | EEE gaf SESEER
u EohBhons Eeen, LE 588 88e ë SEGE5
| | El an LL REEEDERS ERE dies 8 sEsEEE
' E 4 EE: zE geen EdelEigs Me SEE ARR
Pe | les HE PEREsrdedernedk br of Ê BEE
BE ME EN EE, | Kits Hit Sidi
Ei ER Beas je RE EEzdin
(Ede | En share Es Sisi 8alzss) EEE |
(EEE Sn IE Bs 388 BB: 38835 En
(582 î Î HS Bel Bees Be 8 EEDE 2 € Seen
EE | RA | beifsdlatkdess BER Eg dee
SEE: DE: | "882 Shisgihigr Lj 8 2e Sax |
‚88 , } RK 1 „esn BEE ik zn 28 8 giEs
On: EER Pahiettnni E ssh E s5bEE En |
| | | “ij EE En: seth Ë Eilrs EE 2 Esten |
Ë | E „je SaorS8ER Dn EE 8582 3l5e8s8
| NGD ij St GRfehtrE DH EERE beeft dE
Á | sEEERE sl KESAE Babbie Blshaad
A MA OO | ERAAN BEE ghs HE HN
A ER | el hat ERE Bhddsag dis j
| il | 588 „Es E6REEn ES 8R5E 85de |
A EA | sds |) GEBRERS dili, |
EK | He En: zn) BESEE
| NEN: | venen ennen EESEE || Fehn z 3558 |
| E | :i 5 8eZE8 EN O2 3285
MAER | | sâgbndeidkt: EEEN Te zEaibs |
' î u ' | ö | E5S8r8ue 55 IE esRor vw L& 5 2883 \
| EM: EN 5 satbeEsEe pn (| EEEsEE 3 â5 Estäss |
Rn 8 akk: S sis MER | EERE Est dE El
Nn EN Ee Esse: a | Eitrdt Eels SEEesEs |
EREN 88 | ti TT antatd SEB | diie HE zin |
KC: EE : ES BESSE See iBiant ie, | 8E BEE SlSaEsis
EM 33 ij U Se 3855888 || "8528 5 EIEEEEEes)
lo WM 8 HL ‚a ERSiEse LEER |: Eee Bie Besdsik)
2 MH 2 5 [8 8925 EBloEn ‚| Erie BRE SlesssssE
ARR ER CE Be paige heer Ë dE Bees Bente
EREN ER, been HAND AAE
Kei IN MEER EE: | SERSE Í8 ki SES 83 85 8IEBEEERE
ERR REE k pienantsee É stun ZâlEEE Alt |
ME: n= ' 8 KE W Es "bss BES g585 355 5 Said
ERN RD R: JE Ë SEenhesddd / Betkils Fe $ j
Oo uk L 8 585 (EE SE © ;
EN EN: EE 8 3, | ISELEEES 38 8: |
REN JE6 Hi dor Ïe th Strik EN
KA: u ' í 8 ï 35555 88 88 Hi Ss EBg 288s 25% \
EH RM | SERESE HErsibestene EBER EES dE
KS En 2 z8i „8 EEE EREEEEDE EE Bees Ë 2595 AE: |
los & OEE "IE SSEgE de EEREs | ARES 85 EIEEEDR 8E
Kd: en 1 \ 5 1e 5ShEeoiEg ee 1 BES 23 5EjPE, SjEË i
HERA: id | | BSEEESESD u SEKS bindt bil |
NREÀ: | | | sE | 82 8
EEn | ET gl Et BR |
KZ Ö 5 ip gonsde BEEE 1 ee àl 888)
ARN | En GEE ER brad B sx
REN He SigestinE ES omm bes
In: : sij | FSR5S8P TE DIE SEE, Ee 8 siibde
MEN ä2 ER EEEN bids: 3 2
EREN BE | «EE Ss eo gEesdgsnd | Bebel zER8ir Biss
EN Els | zi i Ed E seite EORREE Sieds: |
WER E55 GL ABEREE | pes SRESEERaES ED Shara BEERS
‚Ez 888 EEËs [358 5oë Sesiesst li Ee 592 2 gE
EN: Li 8 ne Li zie: gisiktn Stel
RE EN | 8 EESEEgeR | AP ARES) BIEREES
ERN | Bel | 88 REE BESEiEs Bliss |
Ù ER be E Ene en Li ae Ë 8 8 |
ER TE sE IT ge EEn eit ( En Be |
EA TINA ss Is akebikessbsd ij ESRESn 5 Bell
ij | R- zl EN 5 EE | RESegE gie Ë 8288 |
| EEE | Hd Ln B EE E EEM brt Bies
ij ak | SSZ8E 5 228f8s 6 u RES SE8bE | Ie SES |.
| ï EE EE: EU |: gEtsh ERE IEEE
_k NG ERR TE: Bist Bessie EL Bieisë
Od | H hell Bed dd 8 ek
LH | if dejil ij AE REE ze úlBBE
OI eEeRs ie8Eeg BEERSSRES 8 EE Se Baat
Pen | | Ait HERRE ih Shahin sdette
82e Oeh SN: RERBEERERSE 8 | (EZsës zE E8ES meneeenseesened
ENEN: ij ij EE 1E 2ERNERIEES REE: ee
Kn | | ii EES nn
(BRE | EE
1 1 Mi 19244
ed MEiveis || AMES
“Old
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Het Sportstimuleringsprogramma Atletiek
1 Verloop
4 november 2011 Toekenning bid EK Atletiek aan Amsterdam
januari 2013 Bijeenkomsten met atletiekverenigingen, Atletiekunie en Stichting
EK Atletiek over de sportstimulering atletiek in aanloop naar de EK
februari — april 2013 Verdiepingsbijeenkomsten met partners
september 2013 Aanstelling van fulltime combinatiefunctionarissen Atletiek bij alle vijf
de Amsterdamse Atletiekverenigingen voor een periode van vier jaar
mei 2014 Vaststelling Plan van Aanpak Sportstimulering Atletiek in het kader
van de EK Atletiek 2016 en opname van budget (één miljoen) in
gemeentelijke begroting
Oprichting programmateam Sportstimulering Atletiek
september 2014 Officiële start Sportstimuleringsprogramma Atletiek en ontwikkeling
17 onderliggende projecten
juli 2015 Oplevering JE KAN HET Campagne
22 september 2015 Eerste editie Amsterdamse Scholenkampioenschappen Atletiek
Live-gang portal atletiek.amsterdam
28 maart 2016 Lancering stads brede campagne JE KAN HET, 100 dagen voor de
start van de EK Atletiek op het Museumplein
28 maartt/ms5 juli 2016 100 dagen bruist Amsterdam van de atletiek, o.a:
e 60 dagen Atletiektoer (>8.000 bezoekers)
e _> 20 spectaculars door gehele stad
e Oplevering vijf bewegwijzerde hardlooproutes
e _Koningsspelen (6.000 kinderen) in teken van Atletiek en EK
e Stedelijke Atletiek Open Dag op 7 mei met veel activiteiten
e Presentatie (gratis) lessenpakket voor basisonderwijs
e En nog vele andere atletiek- en hardloopactiviteiten en
evenementen in de stad
6 t/m 20 juli 2016 EK Atletiek in het Olympisch Stadion en op het Museumplein met
veel aandacht voor de breedtesport met o.a.
e _Atletiektoer gratis toegankelijk voor bezoekers op
Museumplein
e _ Athletics School Champs (EK-uitwerking Amsterdamse
Scholenkampioenschappen Atletiek) met 5.323 deelnemende
kinderen (waarvan 2.743 van Amsterdamse basisscholen) in
combinatie met bezoek Olympisch Stadion
september 2016 Continvering atletiekprojecten in de onderwijsprogramma'’s van de
gemeente Amsterdam
december 2016 Oplevering eindrapportage
januari — juli 2017 Borging programmaonderdelen in organisatie rve Sport en Bos,
gemeente Amsterdam
9
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
2 Samenwerkingsverbanden
Alhoewel het Sportstimuleringsprogramma Atletiek een initiatief van de gemeente Amsterdam
was en de meeste activiteiten onder de verantwoordelijkheid van de gemeente werden
uitgevoerd, zouden veel doelen niet behaald zijn zonder de samenwerking met een veelheid van
betrokken organisaties en partijen. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste.
Amsterdamse Atletiekverenigingen
De vijf Amsterdamse Atletiekverenigingen (te weten: AAC, ATOS, AV ‘23, Feniks en Phanos) en
hun overkoepelende samenwerkingsverband de SAA (Stichting Amsterdam Atletiek) zijn vanaf
het begin een belangrijke samenwerkingspartner geweest in het Sportstimuleringsprogramma
Atletiek die voor input en uitvoering hebben gezorgd. Tussen 2012 en 2016 is er intensief
samengewerkt en opgetrokken wat veel positieve resultaten heeft opgeleverd zoals te lezen is in
het hoofdstukken resultaten en bij de diverse projectbeschrijvingen in de bijlage.
Opvallend in de samenwerking met verenigingen is, ondanks de grote inzet van de vereniging en
de bereikte resultaten, dat de samenwerking tussen de gemeente en de vereniging fragiel blijft.
De oorzaak hiervan is te vinden in het verschil in focus/doel. De focus van verenigingen ligt vooral
op het draaiend houden van de dagelijkse activiteiten terwijl de focus van de gemeente ligt op
sportstimulering en daarmee het vergroten van het bereik en het in beweging brengen van nieuwe
doelgroepen. De ambitie van de gemeente kan daarbij een te hoge druk met zich meebrengen
voor de draagkracht van een vereniging. Als reactie schoot de gemeente in een trekkende rol en
kregen de verenigingen het gevoel dat hun focus ondergesneeuwd raakte. Dit gevoel werd
versterkt doordat het lastig bleek om genoeg mensen/vrijwilligers vanuit de vereniging te
betrekken bij diverse onderwerpen die vooraf gezamenlijk met de verenigingen waren bepaald. De
inzet van de combinatiefunctionaris bij deze onderwerpen zorgde vaak voor een
professionaliseringsslag of meer aandacht voor een bepaald onderwerp voor een afgebakende
periode. In de komende periode komt de uitdaging dan ook vooral op het moment dat de extra
gelden voor de financiering voor de combinatiefuncties atletiek wegvallen. Is er dan voldoende
draagkracht en organisatorisch kader binnen de verenigingen en bij de afdeling sportstimulering
om de huidige behaalde doelen en resultaten in stand te houden en/of verder uit te bouwen?
(a Ô
we U eee) AV ATOS
FENIKS AMSTERDAM
zelfs ze (AR:
EES
10
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Stichting EK Atletiek Amsterdam 2016
Sinds de start van de oprichting van de Stichting voor de organisatie van de EK Atletiek is er nauw
contact en afstemming geweest op het gebied van de maatschappelijke spin-off en
sportstimulering alsmede op het gebied van de promotie van de EK Atletiek als evenement zelf.
Centraal stond de samenwerking op het gebied van de acht side-events rondom de EK die
moesten leiden tot een maatschappelijke spin-off op het gebied van gezondheid en vitaliteit.
Middels een subsidie van VWS werd invulling gegeven aan deze activiteiten, waarbij een deel van
projecten en activiteiten van het Sportstimuleringsprogramma Atletiek tevens werden ingezet als
onderdeel van het maatschappelijke spin-off programma van de EK. De gemeentelijke investering
in het Sportstimuleringsprogramma Atletiek was tevens een belangrijke voorwaarde voor
cofinanciering voor de toekenning van de subsidie van VWS aan de EK-organisatie, Atletiekunie en
gemeente Amsterdam.
In de uitvoering werden vanuit het Sportstimvuleringsprogramma Atletiek van de gemeente
Amsterdam de reguliere sportstimulering atletiek (schoolatletiek), de Amsterdamse
Scholenkampioenschappen Atletiek (Athletics School Champs), docentenscholing (kennisdeling),
verenigingen (verenigingsactiviteiten), aangepaste atletiek (IPAC-events) en de Atletiektoer
(Museumplein) ook ingezet voor de brede maatschappelijke spin-off van het evenement zelf. De
resultaten en een nadere uitwerking van de projecten en samenwerking zijn terug te vinden in de
revaluatie van de maatschappelijke spin-off van de EK Atletiek 2016 (DSP-groep, 2016).
Over het algemeen verliep de afstemming goed. Er waren veel overlappende ambities wat de
samenwerking ten goede kwam. Naar mate de Europese Kampioenschappen dichterbij kwamen
kreeg bij de EK-stichting de organisatie en promotie van het hoofdevenement meer de nadruk en
werden ambities op maatschappelijk! breedtesport vlak secundair. Vooral in de afstemming over
de communicatie van de diverse sportstimvuleringsactiviteiten was het hierbij regelmatig zoeken
naar de balans en het uitvoeren van eerder uitgesproken ambities. Bij de organisatie van de
Athletics School Champs lag de nadruk van de EK-organisatie op het zo goed mogelijk organiseren
van deze kampioenschappen waarbij de verenigingen een belangrijke rol (met name inzet van
vrijwilligers) speelde, voor het programmateam speelde daarnaast de lange termijn ontwikkeling
bij verenigingen een belangrijke rol. Ook hier was het soms zoeken naar de balans tussen de
verschillende belangen en een goede afstemming.
Over de gehele linie bekeken is de samenwerking op het gebied van de maatschappelijke spin-off
bijzonder succesvol geweest en heeft geleid tot zowel een hogere sportparticipatie als veel extra
aandacht voor het hoofdevenement zelf, de EK Atletiek.
} "
5 2 ar” b SD ‚ ne
: _ ER hb — tr
EL Ei ( en
L ws ef ie
11
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Atletiekunie
Met Atletiekunie is er sinds de toekenning van de EK Atletiek aan Amsterdam veelvuldig
afstemming geweest over de atletiekverenigingen en het ontwikkelen van de atletieksport. Zo is
er een Amsterdams trainersopleidingsmodel opgezet, zijn de Amsterdamse
Scholenkampioenschappen Atletiek ontwikkeld naar het model van Athletics Champs en was er
veelvuldig contact over verenigingsontwikkelingen in Amsterdam.
Belangrijkste verschil tussen de gemeente en de Atletiekunie zat in het feit dat de Atletiekunie
primair is gericht op de ontwikkeling van de atletieksport en het ondersteunen van haar leden en
de atletiekverenigingen. Voor de gemeente Amsterdam staat het in beweging brengen en houden
van de Amsterdammer centraal en is het minder van belang op welke manier (sport) of bij wie
(welke aanbieder) dat gebeurt. Dit verschil zorgde in de aanloop naar de EK dat beide organisaties
niet altijd dezelfde ambities of prioriteiten hadden. Dit kon in de onderlinge afsternming af en toe
voor (lichte) spanningen zorgen.
Over het algemeen kan echter gesteld worden dat beide organisaties elkaar op veel momenten
aanvullen en dat een nog betere afstemming van activiteiten en prioriteiten voor de lange termijn
nog meer resultaat op het gebied van sportstimulering en verenigingsontwikkeling zullen
opleveren.
Overige
Naast deze drie belangrijke partners werd er nog met tal van andere partijen en organisaties
samengewerkt. Onder meer de verschillende stadsdelen, het onderwijs, Topsport Amsterdam,
andere rve’s van de gemeente Amsterdam en vele andere sportaanbieders en sportieve
organisaties in Amsterdam e.o. De inzet en betrokkenheid van deze partijen was van groot belang
bij het behalen van de doelstellingen van het programma. De belangrijkste uitkomsten van deze
samenwerkingen staat bij de uitwerking van de projecten in de bijlage.
Ê &
BA P „ » : p 8 el he, ee . 6 - a E
VEV MD le
Uy S 62 wil kes eN ee 0 Da nn:
u eter Viale Neel ana ll ME
iN rn Ï echl Pe Madd d ri rf E „ ï rd se
sn ETA OM a - RE « | Ee
: RR le ar TN € is: LI ie EM pen,
Es Pion han en
p £ > men " 'e me et , ie À 5 —
8 te EN Ban Ne
BE Ä en et Í |
Ee (EE dn ne '
fame d Ds Ran 5 a er
_ À Ag We ee „
12
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Resultaten
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten op een rijtje gezet, die direct zijn gerealiseerd
door het Sportstimuleringsprogramma Atletiek. Dit wordt gedaan door aan te geven wat er
daadwerkelijk gerealiseerd is van de elf vooraf SMART geformuleerde resultaten van het
Programmaplan. Onderstaande aanduidingen corresponderen met de DIN van pagina 6.
1 Meer Amsterdammers maken kennis met de atletieksport
A1 Vanaf 28 maart 2016 is er een (informatie)voorziening, die toegankelijk is voor alle
Amsterdammers. Hier kan alle relevante informatie over het atletiekaanbod en de
voorzieningen in Amsterdam geïnventariseerd en geraadpleegd worden. Aanbieders kunnen
hun informatie (zelf) up-to-date te houden tot en met minimaal 31 juli 2017.
/ Resultaat behaald. Belangrijkste uitkomsten:
e Op 22 september 2015 is de portal atletiek.amsterdam live gegaan.
e _Op 28 maart 2016 is de portal in de huidige versie opgeleverd.
Op deze portal:
"_staateen overzicht van de hardloop- en atletiekevenementen in
Amsterdam.
= sportaanbieders kunnen hun trainingsaanbod etaleren.
"staat informatie voor de beginnende hardloper en voor docenten.
"_staateen overzicht van hardlooproutes en spectaculars.
"staat informatie over alle activiteiten die onder het Sportstimulering-
programma Atletiek vallen.
e Erzijn 36 verschillende partijen die een actieve bijdrage leveren aan de content
en activering van de portal.
e De portal heeft meer dan 15.000 bezoekers en meer dan 1.500 actieve
inschrijvingen op de verschillende nieuwsbrieven.
A2 Tussen 28 maart en 20 juli 2016 komen Amsterdammers (en bezoekers) op minimaal 22
plekken in de openbare ruimte in aanraking met de diverse onderdelen van de atletieksport.
v Resultaat behaald. Belangrijkste uitkomsten:
e Erzijn 23 fysieke spectaculars geplaatst in de openbare ruimte; 7 blikvangers, 9
sprintbanen, 5 kogelstootcourts en 2 verspringbakken.
e Daarnaast zijn er vier 3D-tekeningen en 80 greengraffiti 's geplaatst.
e Tussen 28 maart en 10 juli vond er driemaal een activeringscampagne op de B-
zijde mupi's op 184 plaatsen in de stad. Gedurende de maand mei hebben er op
vier prominente metrostations activerende billboards gehangen. Deze
campagnes bereikte ruim 182.000 mensen.
13
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
peruverroom KE @ en Landsmeer
_— O Westerspoor (el PE en
@ Stopera E155) ma @ mi. Niee Gons Het Schouw
Hemb 4 Eel San
® Sporthallen Zuid nn Zanten elk en va De-Zuid
A EBA IN247)
@® Amsterdam Bijlmer ArenA E di dosrzaan Eh, De Het Nopeind
WESTELIJK 2% Zl 5
® EVE HAVENGEBIED Be # sorinttdk re E Zunderdorp
WESTPOORT of 5 : it
® Buiksloot = ra ad Ea] Blikvanger voorzien va Vu
ee BLOTERDIJK A= T Á SRR RTE
@® Marineterrein Amsterdam keg | Eil] 6 N
® Ceintuurbaan Kl ED | He 9 at D K
DRACHT raal | HOS EN ä IL p À
@® Amstelveld [Lommer En Durgerd:
Winch re) Te mi) ,= er Ng,
asbschoof Poste k, | ee gan Marineterre. | iten
% AMSTERDAM k AmSE pen An ’ E
@ Kasterleepark NIEUW-WEST Sprintbagpbil de SKOPARTIS i
9 EB Rijksmuseum Ga) EE
@ Makassarplein 1 reen me pe Pee Experience 7 [end]
Q Frederik Hendrikplantsoen Aker %- | Koogigigpirho op het. KE f.
too EE T UT Hm SE
® ien Reen Seer | 9 Pel
Ii RAI Amsterdam 4 On
’ Anton de Komplein Sloten gE Stimbeen Sponhauendd EES hi se Biemen zn.
edo AS SFAMSTERDAM-ZUID AA ar Md Se
ili ied s104) - | ‚‚ jiemen-Zui
@® Openbare Bibliotheek Amsterdam mi a @= anal Bandss kf De
@ Motorwal 300 nd n a e 7 ra En à 5
k Ears Blikvanger voorzien va di, W Kogelstdöhing bij Bas E
@ De Krijtmolen Ke ne } Ea En c@ y ke zl
@ Baden Powellweg/Jan van Zutphenstraat m) à Amstelveen Amsterda bij san. Ze
5 é \ msterdam-Zuidoost
@® Speelterrein Bastion Hotel Amsterdam Z…. IEN Dn ie rio INSEE Eule rl
Schiphol-Oost ij Fen. "& B
@ De Cuserstraat 3 op men) Ee ze =d nn EE a Ork GEN
ie d 1 I N / f
9 Hoek Kastelenstraat/Buitenveldertselaan de Meer BOVENKERK SE) Ak EI re ä
@ Buikslotermeerplein 2000 Blerk noar & Pi,
De. Zwarte Kat ä
Oosteinde [A2 |
A3 Vanaf 28 maart 2016 zijn er voor Amsterdamse Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs,
inclusief Speciaal Onderwijs scholen praktische tools beschikbaar waarmee docenten hun
leerlingen kennis kunnen laten maken met atletiek. Mede hierdoor hebben nagenoeg alle
leerlingen in het Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs op 31 juli 2017 kennis gemaakt
met atletiek.
v Resultaat behaald. Belangrijkste uitkomsten:
e Eriseenlespakket ontwikkeld voor docenten van de groepen 3 tot en met 8 van
het Primair Onderwijs.
e De JE KAN HET Atletiektoer heeft op 17 scholen gedraaid.
e Erzijn tussen 2012 en 2016 in totaal vijf docentenscholingen atletiek
georganiseerd, daaraan hebben 207 docenten deelgenomen.
e 57 scholen vit Amsterdam hebben deelgenomen aan de Amsterdamse
Scholenkampioenschappen Atletiek of de Athletics School Champs of zijn tijdens
een atletieksportdag actief geweest bij een vereniging in de buurt.
e Erzijn evenementen formats ontwikkeld waarmee docenten of trainers zelf
atletieksportdagen of evenementen kunnen organiseren op een eigen locatie of
op een atletiekbaan in de buurt.
e 383 docenten bewegingsonderwijs worden minimaal driemaal per jaar
geïnformeerd over atletiek met een speciale digitale nieuwsbrief.
14
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
As Tussen 1 september 2013 en 31 juli 2017 is bij elk van de deelprojecten specifiek aandacht
geweest voor mensen met een handicap of beperking
v Resultaat behaald. Belangrijkste uitkomsten:
e _ Alle activiteiten en evenementen werden laagdrempelig aangeboden, zodat
iedereen mee kon doen.
e _Erisgebruik gemaakt van paralympische topsportambassadeurs Marlou van
Rhijn, Robin van Damme en Margriet van den Broek voor de promotie van
atletiek in het algemeen en voor mensen met een beperking/handicap in het
bijzonder.
e De portal atletiek.amsterdam is zodanig ingericht dat bij alle evenementen en
trainingsgroepen staat of deze ook toegankelijk of specifiek bedoeld zijn voor
mensen met een handicap of beperking.
2 Meer Amsterdammers worden gestimuleerd actief mee te doen aan atletiekactiviteiten
Ba Tussen 28 maart en 10 juli 2016 heeft verspreid over alle stadsdelen bij ten minste 20 scholen,
45 openbare plekken en 10 evenementen een laagdrempelige atletiek stimuleringsactiviteit
plaatsgevonden.
/ Resultaat behaald. Belangrijkste uitkomsten:
e De JE KAN HET Atletiektoer heeft op 17 scholen gedraaid, tijdens 16
evenementen en op 20 pleinen of winkelcentra en heeft 8.010 deelnemers
bereikt.
e _Op 287 scholen heeft een kennismakingsactiviteit of een naschools traject
atletiek plaatsgevonden.
e Erzijn 23 spectaculars geplaatst in de openbare ruimte, waarop diverse
activiteiten zijn georganiseerd.
e Erzijn vijf nieuwe hardlooproutes aangelegd, waarvan er twee geopend zijn met
een hardloopevenement.
e Erzijn meer dan 5o evenementen in Amsterdam gepromoot of ondersteund
voor de beginnende hardloper.
Aantal deelnemers JE KAN HET
Atletiektoer
100
doo 2970
2900
z8oo
2700
2600 B Aantal deelnemers JE KAN
2500 HET Atletiektoer
2400
2300
2200
17 Scholen zoPleinen 16 Evenementen
5
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
B2 Tussen 1 september 2013 en 31 juli 2017 heeft verspreid over de stad op 80% van de PO-, VO-
en SO-scholen een kennismakingsactiviteit atletiek plaatsgevonden.
v Resultaat behaald. Belangrijkste vitkomsten:
e Op 80% van de scholen in Amsterdam heeft een kennismakingsactiviteit of
naschools traject atletiek plaatsgevonden.
Verdeling deelnemende scholen
m 190 Primair onderwijs
= 28 Speciaal onderwijs
m 69 Voortgezet onderwijs
B3 Inhetschooljaar 2015-2016 is verspreid over de stad het aantal meerweekse naschoolse
atletiekactiviteiten gegroeid naar 120 in het Primair Onderwijs en 40 in het Voortgezet
Onderwijs. Hierbij zitten tenminste vijf Speciaal Onderwijsscholen.
v Resultaat gedeeltelijk behaald. Belangrijkste vitkomsten:
v Primair Onderwijs 135 naschoolse trajecten
% Voortgezet Onderwijs 9 naschoolse trajecten
v Speciaal Onderwijs 8 scholen
B, Inhet schooljaar 2015-2016 hebben verspreid over de stad tenminste 5o scholen op een
atletiekbaan bij hun in de buurt deelgenomen aan een atletiekactiviteit.
v Resultaat behaald. Belangrijkste vitkomsten:
e De Amsterdamse Scholenkampioenschappen zijn 13 keer georganiseerd en
bereikte 2.gog kinderen. In totaal deden 34 scholen mee.
e De Athletics School Champs zijn 16 keer georganiseerd en bereikte 5.323
kinderen. Hiervan kwamen 23 scholen uit Amsterdam met in totaal 2.734
deelnemende kinderen.
e _Intotaal organiseerden 87 scholen in het schooljaar 2015-2016 een eigen
sportdag op een van de vijf atletiekbanen in Amsterdam.
16
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
3 Meer Amsterdammers beoefenen structureel atletiek
C1 Inde periode tot tussen 1 september 2013 en 31 juli 2017 zijn tenminste vijf atletiekaanbieders
ondersteund om een kwalitatief goed en laagdrempelig atletiekaanbod voor alle
Amsterdammers te verzorgen.
v Resultaat behaald. Belangrijkste uitkomsten:
e Bij de vijf atletiekverenigingen in Amsterdam is aantal pupillen tussen 2012 en
2016 met 47,8 procent is gegroeid naar 1002 leden. Het aantal junioren is met
31,8 procent gegroeid naar 813 leden.
e Erzijn 25 nieuwe trainers (niveau 3, Atletiekunie gecertificeerd) opgeleid en
drie trainingsgroepen voor Amsterdammers met een handicap bijgekomen.
e Eris actief ingezet op het creëren van het Amsterdams Baan Circuit
(wedstrijdcircuit voor Amsterdamse atleten) en de Stichting Amsterdam
Atletiek (SAA, overkoepelende stichting van de vijf Amsterdamse verenigingen)
is bij diverse ontwikkelingen en activiteiten ondersteund.
C2 Op 1juli 2016 liggen er verspreid over de stad tenminste drie nieuwe hardlooproutes die
toegankelijk zijn voor alle Amsterdammers. Dit aanbod voldoet aan de richtlijnen waarmee
het netwerk van hardlooproutes gedurende de programmalooptijd, en daarna, verder
uitgebouwd kan worden.
v Resultaat behaald. Belangrijkste uitkomsten:
e Eriseenstedelijke aanpak ontwikkeld voor de aanleg van nieuwe en bestaande
hardlooproutes. Deze aanpak voorziet in advies en richtlijnen voor een uniforme
aanpak ten aanzien van bepaling, aanleg en onderhoud van nieuwe en bestaande
routes. Deze aanpak is vastgelegd in een handboek hardlooproutes dat op 8
maart 2016 door het college is vastgesteld.
e Tussen april en juli 2016 zijn vijf nieuwe hardlooproutes aangelegd (Flevopark,
Marineterrein, Westerpark Noord, Westerpark Zuid en Martin Luther Kingpark).
e Begin 2017 worden in Amsterdam-Noord nog drie nieuwe routes gerealiseerd.
En Sal W \
hein mett
a105 sin lbh dede (DEVE Filmmuseum 5 e
STAATSLIEDENBUURT ms Schellingwoude vel
[rai] Dierenkliniek De-Jordaan Q u.
PP BOS EN
1 LOMMER Durgerdam
NE De Oude Kerk ad)
AE X (eoa) En e eN '
a f © NEMO science Museum ZEEBURG EB
jaens0! NN Ee “Wen,
} ans Amsterdam ED 0 ROGUIusEILAND £ EA
0 VEEN: Ge © OOSTELIJK ij
BE SVE RIe OME : u Bloemenmarkt Stopera ARTISS HAVENGEBIED zu
ë Hlasne ge Koninklijk Theater Carré INDISCHE BUURT,
5 _____Paradiso& © El „nde Flevba En Steigereiland
Overtoomseveld d [eros] @ Rijksmuseum [ni ; B ee leens e ieder sn
[roe] B [eros] Van Gogh Museum @ OQ Heineken Experience EDAM EO Samunication & [ea] %
u: Albert Cuypmarkt We Omar eting Amsterdam EN
LOTERVAART, [ror] A OE PIJP Ez] ®
HOOFDDORPPLEINBUURT je Ed) WATERGRAAFSMEER
Eer id ne en
En ion ne ee B Arboretum De
[e107] [ros] 2 ede „© EMT E à s
Olympisch Stadion PS x  Nieuwe Ooste a Diernerpolder
AED RAlAmsterdam@ © 2 RIE
. _ Lenz] à
= 7 ed
TEDe E rd De OMVAL ne Overd|
Dern AMSTERDAM-ZUID} ï Em
17
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
C3 Bij alle atletiekactiviteiten en -evenementen waarbij de afdeling Sportstimulering van de
gemeente Amsterdam betrokken is (actief of passief) tussen 1 september 2013 en 31 juli 2017,
is de mogelijkheid tot structurele atletiekbeoefening bij een atletiekaanbieder in de buurt
door of in samenspraak met de aanbieder actief gepromoot.
v Resultaat behaald. Belangrijkste uitkomsten:
e Zeven combinatiefunctionarissen hebben bij alle atletiekevenementen en —
activiteiten de deelnemers actief benaderd om lid te worden van een
atletiekvereniging. Jaarlijks komen hierdoor 5oo kinderen op bezoek bij een van
de vijf Amsterdamse atletiekverenigingen.
e Eriseen actie opgezet 8 keer trainen voor € 10,- in samenwerking met alle
atletiekverengingen. Deze staat op alle diploma’s, oorkondes, informatieflyers en
de portal. Via de portal is er in de periode van oktober 2015 t/m 12 december 2016
82 keer gebruik gemaakt van deze actie.
e _Opde portal atletiek.amsterdam staat al het trainingsaanbod van de
Amsterdamse atletiekverenigingen en andere atletiekaanbieders in Amsterdam.
Bovendien wordt dit via social media-kanalen Facebook, Twitter en Instagram
actief gepromoot onder de Amsterdammers.
Eindresultaat
Tien van de elf SMART geformuleerde resultaten zijn volledig behaald en van een van de
resultaten is slechts gedeeltelijk behaald. Alleen het aantal naschoolse activiteiten in het
Voortgezet Onderwijs is ver achtergebleven bij de andere resultaten. Verklaring hiervoor ligt in het
feit dat het programma niet aantrekkelijk genoeg was voor scholen. De ontwikkeling van het
naschoolse programma in het VO vereiste veel aandacht en er zat veel tijd en energie in het
opzetten van het programma in samenwerking met de stadsdelen en de VO-instellingen. Door de
veelheid aan projecten in het kader van het Sportstimuleringsprogramma Atletiek is bij de
verdeling van vren meer prioriteit gegeven aan de andere projecten en het Primair Onderwijs waar
meer en sneller resultaat geboekt werd, waardoor het VO-programma is achtergebleven.
Ee rg 4 Ees Ee b id Dn 5 d E ee Ea her up ö S
Ï if 1e Ä Bk ad Fi ES en if, ‘ we) \ el kaas PS ee EU
18
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Maatschappelijk effect
Nu de resultaten en inspanningen van de deelprojecten bekend zijn, kan het maatschappelijk
effect van het Sportstimuleringsprogramma Atletiek aangegeven worden. Dit doen we door aan
te geven wat is gerealiseerd op basis van de zeven indicatoren voor maatschappelijk effect. Op
deze manier wordt inzichtelijk hoe en in welke mate de drie strategische doelen behaald zijn. Ook
de onderstaande aanduidingen corresponderen met de DIN van pagina 6.
1 Meer Amsterdammers maken kennis met de atletieksport
|. Gedurende de programmalooptijd maken Amsterdammers op enigerlei wijze (actief of
passief) kennis met een vorm van de atletieksport.
v Indicator aanwezig. Belangrijkste resultaten ter indicatie:
Az, A2, A3, A4, B1, B2, B3, B4, Ca, C2 en C3
IL. Aan het eind van de programmalooptijd weten Amsterdammers wat er onder atletiek
verstaan wordt en kunnen zij tenminste drie onderdelen benoemen.
v Indicator aanwezig. Belangrijkste resultaten ter indicatie:
Àz, A2, A3, Ba, B2, B3 en B4
Il Aan het eind van de programmalooptijd weten Amsterdammers waar zij atletiekaanbod
kunnen opzoeken en/of waar atletiekactiviteiten in Amsterdam plaatsvinden.
v Indicator aanwezig. Belangrijkste resultaten ter indicatie:
Az, A2, A3, A4, B1, B2, B3, B4, Ca, C2 en C3
In elk van de 22 gebieden in Amsterdam is voor korte of langere periode aandacht geweest voor
atletiek. Zo lagen er verspreid over de stad op 23 prominente en goed bezochte plekken
spectaculars, aangevuld met ruim een honderdtal graffiti uitingen en vijf nieuwe duidelijk
herkenbaar bewegwijzerde hardlooproutes. Tel daarbij op de JE KAN HET Atletiektoer die in elk
stadsdeel meerdere malen actief is geweest en de mediacampagne van JE KAN HET in abri's en op
metrostations die vrijwel alle Amsterdammers heeft bereikt. Aanvullend is er veel informatie
verstrekt via diverse social media-kanalen van JE KAN HET (bereik van meer dan 1.000.000
mensen). Daarnaast is er op meerdere momenten het afgelopen jaar aandacht geweest voor het
Sportstimuleringsprogramma en de atletiek(sport) in diverse artikelen en bij diverse media zoals
de Amsterdam krant, AT5, Youtube, Salto Amsterdam, Telegraaf, AD en Parool.
v Doelstelling behaald:
Mede door de verschillende inspanningen en resultaten van het
Sportstimuleringsprogramma Atletiek hebben meer Amsterdammers kennis
gemaakt met de atletieksport.
19
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
2 Meer Amsterdammers worden gestimuleerd actief mee te doen aan
atletiekactiviteiten
IV. Gedurende de programmalooptijd neemt het aantal Amsterdammers toe dat deelneemt
aan eenmalige atletiekactiviteiten of -evenementen.
/ Indicator aanwezig. Belangrijkste resultaten ter indicatie:
Àa, B1en B4
V. Gedurende de programmalooptijd neemt het aantal Amsterdammers toe dat deelneemt
aan kortdurende atletiekactiviteiten
v Indicator aanwezig. Belangrijkste resultaten ter indicatie:
Aa, B2 en B3
Met de JE KAN HET Atletiektoer in 2016 zijn meer dan 8.000 deelnemers bereikt die diverse
onderdelen van atletiek hebben uitgeprobeerd. Ok met de Amsterdamse Scholen-
kampioenschappen Atletiek en Athletics School Champs zijn ruim 8.000 kinderen bereikt. En met
een evenement zoals de Koningsspelen nog eens 6.000 leerlingen. Dit samen met het aanbod van
kennismakingslessen, naschoolse trajecten en schoolevenementen zorgt ervoor dat 130.000
kinderen en jongeren via deze weg kennis gemaakt hebben met atletiek. Ook het aantal (vooral
hardloop) evenementen voor volwassenen is toegenomen en de deelname aan deze
hardloopevenementen wordt steeds populairder. Diezelfde ontwikkeling is waarneembaar op het
gebied van (hardloop)trainingsaanbod. Zowel het aanbod als het aantal deelnemers stijgt nog
steeds.
v Doelstelling behaald:
Mede door de verschillende inspanningen en resultaten van het
Sportstimuleringsprogramma Atletiek hebben meer Amsterdammers actief in
atletiekactiviteiten geparticipeerd.
3 Meer Amsterdammers beoefenen structureel atletiek
VL. Gedurende de programmalooptijd neemt het aantal Amsterdammers toe dat structureel
atletiek beoefend in georganiseerd verband.
v Indicator aanwezig. Belangrijkste resultaten ter indicatie:
Az, As, Ba, B2, B3, Caen C3
VII. Gedurende de programmalooptijd neemt het aantal Amsterdammers toe dat structureel
atletiek beoefend in ongeorganiseerd verband.
v Indicator aanwezig. Belangrijkste resultaten ter indicatie:
A1, A2 en C2
20
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Met name bij de jeugd is de groei duidelijk toegenomen. Uit cijfers van de Atletiekunie is gebleken
dat in Amsterdam het aantal pupillen tussen 2012 en 2016 met 47,8 procent is gegroeid naar 1002
leden (landelijk 21,1 procent). Het aantal junioren is met 31,8 procent gegroeid naar 813 leden
(landelijk 11,4 procent). Dit aantal zal naar verwachting nog verder doorgroeien. Dit is vele malen
hoger dan de landelijke cijfers in de atletiek waarbij ook al een mooie groei zichtbaar is. De
Amsterdamse cijfers spreken helemaal tot de verbeelding wanneer deze naast de sport brede
Nederlandse en Amsterdamse cijfers van verenigingslidmaatschap worden gelegd
1600
1477
a |
SD |
1000
879
B Jaar 2012 Totaal aantal leden
2244
800 716
B Jaar 2016 Totaal aantal leden
0
> m 7
382
_ m m
7 | n n m m
0
Feniks AAC ATOS AV23 Phanos
Deelname toenamen in ongeorganiseerd verband is lastiger te monitoren. De Sportmonitor 2013
laat zien dat het aandeel sporters in Amsterdam dat hardlopen, joggen en trimmen beoefend
sinds 2009 verdubbeld is. In 2017 wordt de nieuwe Sportmonitor verwacht en kan naar de cijfers
tussen 2013 en 2016 gekeken worden. Wel lijkt eenzelfde tendens nog steeds zichtbaar. Een
tendens die ook onderschreven wordt door de verschillende atletiekaanbieders waar vanuit het
Sportstimuleringsprogramma mee wordt samengewerkt dat het aantal Amsterdammers dat voor
zichzelf of met vrienden loopt nog steeds stijgt.
v Doelstelling behaald:
Mede door de verschillende inspanningen en resultaten van het
Sportstimuleringsprogramma Atletiek zijn meer Amsterdammers structureel
atletiek gaan beoefenen.
21
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Ambities
Naast de hoofddoelstelling, het in beweging brengen en houden van de Amsterdammer, zijn in
het Programmaplan (gemeente Amsterdam, 2015) vier aanvullende ambities geformuleerd waar
het Sportstimuleringsprogramma Atletiek een bijdrage aan levert. In dit hoofdstuk staat in welke
mate de ambities gerealiseerd zijn en wat de belangrijkste vitkomsten zijn.
1. Borging
Gestelde ambitie: Na de EK Atletiek is er een breed toegankelijk en toereikend atletiekaanbod voor
elke Amsterdammer. Activiteiten die succesvol gestart zijn, worden zoveel mogelijk geborgd in
bestaande programma's in samenwerking met atletiekaanbieders in de stad.
V ambitie gerealiseerd. Belangrijkste uitkomsten:
e Het atletiekaanbod is flink uitgebreid. Naast de atletiekverenigingen die hun
eigen trainingsaanbod verder verbreed hebben, zijn er ook veel (Commerciële en
niet-commerciële) atletiek- en hardloopaanbieders met extra aanbod bijgekomen
vooral op het gebied van recreatief hardlopen. Een uitgebreid trainingsaanbod
van de atletiek- en hardloopmogelijkheden in Amsterdam is te vinden op de
portal onder atletiek.amsterdam/trainingen.
e Extra noemenswaardig is de uitbreiding van het aanbod van
trainingsmogelijkheden voor mensen met een handicap naar zes (twee in 2012)
activiteiten op diverse plekken in de stad bij de verschillende
atletiekverenigingen.
e Per 1janvari 2017 zijn alle onderliggende projecten van het
Sportstimuleringsprogramma Atletiek ondergebracht bij de verschillende
afdelingen van de rve Sport en Bos van de gemeente Amsterdam.
= Alle activiteiten op het gebied van sportstimulering (zoals o.a. de
Atletiektoer, sportstimulering, verenigingen en onderwijs) vallen onder
de afdeling Sportstimulering.
= __Hardlooproutes en spectaculars worden opgepakt door de afdeling
Sportbeleid binnen de vitvoeringsagenda Sport in de openbare ruimte als
uitwerking van de Sportvisie 2025.
= De portal en campagneactiviteiten vallen onder de afdeling Sportpunt
vooruitlopend op gemeente brede inzet van middelen ter bevordering
van sportstimvulering voor alle sporten.
22
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
2. Voorbeeldfunctie
Gestelde ambitie: Het Sportstimuleringsprogramma Atletiek wordt het voorbeeld van de
kruisbestuiving tussen een topsportevenement en een breedtesportstimuleringsprogramma.
ambitie gerealiseerd. Belangrijkste uitkomsten:
e Erisintensief samengewerkt met de Stichting EK Atletiek Amsterdam 2016. De
Athletics School Champs zijn hier een mooi voorbeeld van. Leerlingen van
scholen konden tijdens de EK Atletiek in de ochtend een atletiekmeerkamp zelf
ervaren op een atletiekbaan en vervolgens kijken op de tribunes naar de EK
Atletiek of andersom. Daarnaast hebben meerdere topsportambassadeurs die
ook mee hebben gedaan met de EK Atletiek, zoals Jamile Samuel, Marlou van
Rhijn en Gregory Sedoc, zich belangeloos ingezet voor de
breedtesportevenementen.
e _Centraalstond de samenwerking op het gebied van de acht side-events rondom
de EK die moesten leiden tot een maatschappelijke spin-off op het gebied van
gezondheid en vitaliteit, waarbij de gemeente Amsterdam grotendeels
verantwoordelijk was voor de uitvoering in de stad. Waarbij de gemeentelijke
investering in het Sportstimuleringsprogramma Atletiek tevens een belangrijke
voorwaarde voor cofinanciering was voor de toekenning van de subsidie van VWS
aan de EK-organisatie, Atletiekunie en gemeente Amsterdam.
e De opzet van het Sportstimuleringsprogramma Atletiek en de campagne JE KAN
HET kunnen als blauwdruk gebruikt worden voor sportstimuleringsactiviteiten bij
andere grote evenementen. Waarbij afhankelijk van de grootte en soort
evenement onderdelen van het programma ingezet kunnen worden om
maatschappelijke spin-off te creëren.
3. Sportstad
Gestelde ambitie: De gehele stad wordt hierbij het podium, de stad Amsterdam ademt atletiek in
aanloop naar en tijdens de EK en profileert zich derhalve als de sportstad van Nederland.
ambitie gerealiseerd. Belangrijkste uitkomsten:
e Vanuit het programma Sportstimulering Atletiek zijn door de hele stad meerdere
activiteiten ontplooit. Zo zijn er meer dan 100 spectaculars neergelegd. Zijn er vijf
blijvende hardlooproutes gerealiseerd en heeft de JE KAN HET Atletiektoer op 53
locaties, verdeeld over de zeven stadsdelen, gedraaid.
e _Aldeze activiteiten hebben zowel in de media, als online enorm veel aandacht
gegenereerd voor de (atletiek)sport in Amsterdam en hebben bijgedragen aan
het brede sportieve karakter van de stad.
23
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
be Succesvol EK
Gestelde ambitie: Het programma levert een bijdrage aan een goede promotie van de EK, een
sportieve sfeer door de gehele stad en draagt bij aan vijf dagen lang een gevuld Olympisch Stadion
tijdens de EK.
ambitie gerealiseerd. Belangrijkste uitkomsten:
* In alle communicatie-uitingen is meegenomen dat de EK Atletiek plaatsvindt. Zo
is op alle diploma's, posters, kleding, tasjes vermeld: “binnenkort ook ín
Amsterdam, EK Atletiek, 6-10 juli 2016”. Bovendien is de mascotte ADAM
veelvuldig gebruikt in de uitvoering bij evenementen en op bijvoorbeeld
scorekaarten, spandoeken en bij acties.
e Bij de verschillende posteracties met metrobillboards en in bushokjes en bij alle
artikelen en interviews over het Sportstimuleringsprogramma Atletiek en de JE
KAN HET-Campagne is ook steeds de verbinding met de EK meegenomen. Het
zelf ervaren (bewegen) stond centraal en de EK werd meegenomen als
inspiratiemoment.
e Bij alle spectaculars en graffiti-vitingen werd middels borden een link gelegd met
de EK. Weetjes over de sport, onderdelen tijdens de EK en diverse winacties op
onlinemedia brachten de Amsterdammer in contact met de mogelijkheid de EK te
bezoeken en te volgen, dan wel zelf actief te worden.
e Ook de opzet van de Athletics School Champs waarbij de kinderen tevens een
bezoek brachten tijdens de EK Atletiek aan het Olympisch Stadion bracht sfeer en
beleving die zowel door bezoekers als atleten niet onopgemerkt is gebleven en
zeer werd gewaardeerd.
e Datzelfde gold voor de JE KAN HET Atletiektoer tijdens de EK Atletiek op het
Museumplein. Kijken en zelf ervaren werden hierdoor met elkaar verbonden en
gaven de bezoeker een extra mogelijkheid om het evenement te beleven.
e Metaldeze acties en activiteiten hebben het Sportstimuleringsprogramma
Atletiek en de campagne JE KAN HET een belangrijke bijdrage geleverd aan de
side-events en promotie van de EK Atletiek
Impressies
In
sonen FP spr ei nne eh zown vil zen
zoo | |
zoon
on | f
WB (geo:amsterdam | ams.
2.648.967 579) 0% ee
mosse ostief vegatier
24
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Conclusie
De vraag die in deze rapportage centraal staat is: Wat is de maatschappelijke impact van het
Sportstimuleringsprogramma Atletiek in het kader van de EK Atletiek 2016 en welke factoren
hebben daaraan een bijdrage geleverd?
Uit deze rapportage blijkt dat het Sportstimuleringsprogramma Atletiek uitermate succesvol is
verlopen. De diversiteit aan projecten, die veelal goed aansloten op bestaande programma's en
structuren in de stad, hebben ervoor gezorgd dat op veel gebieden positieve resultaten zijn
geboekt. In het oog springend en vernieuwd waren de projecten in de openbare ruimte (de
hardlooproutes en spectaculars), maar ook de gerichte mediacampagne die zowel online als
offline de diverse projecten met elkaar verbond middels de campagne JE KAN HET. Het inzetten
van een online portal voor de sportstimulering van atletiek waren zaken die zonder dit programma
niet op deze wijze en termijn ontwikkeld zouden zijn. Het Sportstimuleringsprogramma Atletiek
heeft hier een enorme impuls aan gegeven.
Met betrekking tot de maatschappelijke impact van het Sportstimuleringsprogramma Atletiek kan
geconcludeerd worden dat tien van de elf geformuleerde resultaten behaald zijn en dat het elfde
resultaat slechts ten dele niet is behaald. Aan de hand van deze resultaten kunnen de zeven
indicatoren voor maatschappelijk effect als volledig gerealiseerd worden beschouwd. Voor de drie
overkoepelende strategische doelstellingen kan hieruit geconcludeerd worden dat het gewenste
effect bereikt is. Het Sportstimuleringsprogramma Atletiek heeft dan ook een significante en
positieve bijdrage geleverd aan het warm laten lopen van de Amsterdammer voor de atletieksport
in het kader van de EK Atletiek 2016.
Veel van deze zaken worden ook onderschreven in de EK-rapportage over maatschappelijke spin-
off (DSP-groep, 2016).
Jer Äe a Kadi EF E î DN la IJ
E F le Ae  olifan em Dak ESE
nn Si EER HA an Ee hal zei rn
me Mk in eef LE me. RE
REE ä} Bien rl y il L a
ie eN k rd / nd Ì
â a js B LS ue à zi A
a PA 5 | Ì 8 pe , e 7 À
er mmm Pl Jk Nn
ze NN
me en
= Le
k
25
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Aanbevelingen
In dit rapport staat de maatschappelijke impact van het Sportstimuleringsprogramma Atletiek
beschreven en welke factoren daar een bijdrage aan geleverd hebben. Uit deze gegevens en de
ervaringen tijdens het gehele traject kunnen een aantal aanbevelingen gedaan worden met
betrekking tot de toegevoegde waarde van een sportstimuleringsprogramma dat gekoppeld is aan
een topsportevenement.
Aanbeveling 1
Scheidt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en het budget tussen
topsportevenementen en breedtesport programmering.
Voorheen werden breedtesport side-events vaak als onderdeel ondergebracht bij de organisatie
van een topsportevenement. In de vitvoering resulteerde dit vaak in een prioritering van het
hoofdevenement en minder aandacht voor het brede maatschappelijke karakter. Door bij de
organisatie van topsportevenementen een specifiek en los budget te reserveren voor de
breedtesport (zoals bij de EK Atletiek het geval door 10% bovenop de toernooi begroting
beschikbaar te stellen voor de breedtesport) en deze verantwoordelijkheid bij een andere
organisatie onder te brengen, wordt aandacht en inzet op dat vlak duidelijker gewaarborgd.
Daarbij blijft het belangrijk dat de organisatie van het topsportevenement de opdracht meekrijgt
om ook doelstellingen op breedtesportgebied te realiseren en hier budget voor in te zetten. Op die
manier kunnen beide organisaties elkaar ondersteunen en versterken zoals bij de EK Atletiek
positief heeft uitgepakt. Belangrijk is dat beide partijen open over hun doelstellingen zijn en dat de
samenwerking vanuit beide partijen als een meerwaarde voor de sport en het evenement wordt
gezien. Het maken van duidelijke afspraken over de uitvoering en benoemen van
verantwoordelijkheden is hierbij van groot belang.
Aanbeveling 2
Stel 10% bovenop het budget voor elk internationaal sportevenement voor het ontwikkelen
van de breedtesportstimulering.
Gezien de ambitie van de gemeente Amsterdam op het gebied van topsportevenementen en het
jaarlijks terugkerende karakter van meerdere van dit soort evenementen is het aan te bevelen
hiervoor standaard per evenement aanvullend budget voor op te nemen. Bijkomend voordeel van
deze manier van werken is dat de specifieke kennis in de tak van sport behouden blijft en niet keer
op keer verdwijnt wanneer een evenementenorganisatie na het evenement ophoudt te bestaan.
26
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Financien
Uitgaven 2015 2016 2017 Totaal
Programma
e Personele inzet €70.000 €149.000 £€9.750 €228.750
e _ Programma inrichting €1.000 €/4.000 €8.750 €13.750
Projecten
Openbare ruimte
1. Spectaculars €83.500 €83.500
2. Routes €25.500 €25.500
Onderwijs en verenigingen
3. Atletiektoer €9.000 €45.000 €54.000
4. Scholenkampioenschappen €28.750 €4.750 €33-.500
5. Reguliere Sportstimulering ek hall ek hall
6. Docentenscholing ek “ ek “
7. Lespakketen
8. Sportdagen *eL.O0OO *€6.750 *€10.750
g. Evenementen formats
10. Side events * €5.750 * €5.750
11. Activaties €11.000 €13.500 €24.500
12. Verenigingsadvies ek hall ek hall
13. Combinatiefuncties €113.000 €117.000 €78.000 €308.000
e Personele inzet €30.000 €23.500 €14.000 €67.500
Online sportstimulering
14. Atletiekaanbieders diek dekek diek dekek
15. Portal €26.500 €77.000 €30.000 €133.500
16. Ambassadeurs kkk kkk kkk kkk
17. Campagne JE KAN HET €77.000 €55.250 €132.250
e Personele inzet €97.750 €61.000 €158.750
Totaaluitgaven €370.250 €708.250 €201.500 €1.280.000
Inkomsten
Gemeente Amsterdam €1.000.000 €1.000.000
e Ministerie van VWS €155.000 €155.000
e Provincie Noord-Holland €125.000 €125.000
Totaal inkomsten €1.280.000
* Project 7,8 en 9 betreft gezamenlijke vitgaven voor deze drie projecten.
ek Hoofdzakelijk gefinancierd vanuit de reguliere jaarlijkse sportstimuleringsactiviteiten
atletiek van de afdeling Sportstimulering van de rve Sport en Bos (ca €350.000 per jaar)
“kk De kosten voor project 14 (Atletiekaanbieders) zijn vooral gemaakt bij project 15 (portal)
“kk Hetzelfde geldt voor project 16 (ambassadeurs) waar de voornaamste kosten zaten in het
produceren van materialen voor de campagne JE KAN HET, project 17.
27
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Literatuurlijst
DSP-groep, van der Gugten, M. en van Berkel, D., m.m.v. HvA, Dallinga, J. en van der Werf, J.
(2016) Athletics like never before, Evaluatie maatschappelijke spin-off EK Atletiek 2016
Gemeente Amsterdam, Künzel, M. en Aquina, A. (2014) Plan van Aanpak, Sportstimulering
Atletiek, in het kader van de EK Atletiek 2016
Gemeente Amsterdam, Künzel, M., (2015) Programmaplan, Sportstimulering Atletiek, in het kader
van de EK Atletiek 2016
ATLETIEK.AMSTERDAM
28
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
BIJLAGE: Projecten
Om de opgestelde doelstellingen te behalen zijn er voor de uitvoering van het
Sportstimuleringsprogramma Atletiek 17 deelprojecten opgestart. Deze zijn als middel ingezet om
een bijdrage te leveren aan het behalen van een of meerdere van de beoogde 11 resultaten. Zie
pagina 11 t/m 16 van deze rapportage en de DIN op pagina 6.
In het onderliggende stuk volgt een beschrijving van de inspanning van elk deelproject gevolgd
door een overzicht van de behaalde resultaten.
Opbouw programma en samenhang deelprojecten
Portal
Alle deelprojecten verwijzen naar de portal atletiek.amsterdam, waar men meer informatie kan
vinden over elk project met uiteraard als doel een bijdrage te leveren aan de drie strategische
doelen van het programma:
Kennismaking
Meer Amsterdammers maken kennis met de atletieksport.
- Waarbij kennismaken ook passief kan zijn; dat wil zeggen niet (perse) fysiek in
beweging.
Stimulering
Meer Amsterdammers worden gestimuleerd om mee te doen aan atletiekactiviteiten.
-_Het betreft hier actieve deelname, maar nog niet (perse) structureel (<12 keer per jaar).
Structurele beoefening
Meer Amsterdammers beoefenen structureel atletiek.
-__Dit kan in ongeorganiseerd en/of georganiseerd verband, individueel en/of samen bij een
vereniging of andere sportaanbieder. Waarbij er minimaal 12x per jaar en tenminste 1x
per maand aan een vorm van atletiek wordt gedaan.
Campagne JE KAN HET
De campagne JE KAN HET is
hierbij de verbinding tussen alle Campagne
deelprojecten met als doel om
het geheel met elkaar te
verbinden en eenduidigheid
te creëren in promotie en
uitstraling.
Portal
atletiek amsterdam
JE KAN HET
29
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
1 Spectaculars
Inspanning
Het realiseren van fysieke atletiekattracties in de openbare ruimte waarbij Amsterdammers in
ieder geval passief en waar mogelijk actief atletiek kunnen ervaren op een uitdagende en
laagdrempelige manier.
Resultaat: A2
e Erzijn meer dan 100 spectaculars geplaatst in de openbare ruimte, waarvan 23 fysieke
attracties (7 blikvangers, 5 kogelstootcourts, 9 sprintbanen en 2 verspringbakken) en 84
grafische attracties (4 3D-tekeningen en 80 green-graffiti’s).
IN ë zl UP ik
lele ante |
Ee Ren Sn Er es
nn En Be \ É e ee Ni
me De nn, Ke) ke
1
Ti EK 3 , Ea Le En Kd
5 - ie Lam! s hd De LAME ki er
Dn hbe haalt
CEE N mmh
GI ee < Ve
dhr ET. ES
Ber RO RL k á 4
3 se é AN
en pe
NA Mb hem
es hee) ’
ee ae
Impressie van spectaculars op diverse locaties in Amsterdam.
De spectaculars hebben in de media veel positieve aandacht opgeleverd. De spectaculars waren
goed zichtbaar in Amsterdam. Het concept is ludiek, simpel en gerealiseerd met beperkte kosten
in verhouding tot traditionele accommodaties. Een aantal spectaculars, zoals de sprintbaan in
Amsterdam-Noord, zal zelfs nog langere tijd blijven liggen.
30
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
2 Hardlooproutes
Inspanning
e _Hetrealiseren van een vastgestelde en uniforme gemeentelijke aanpak voor de aanleg en
markering van een stedelijk netwerk van beweegroutes.
e Het bijdragen aan de totstandkoming van nieuwe routes en een bijdrage leveren aan de
promotie van bestaande, sociaal veilige, routes.
Resultaat: A2 en C2
e Erzijn vijf nieuwe hardlooproutes in 2016 in Amsterdam gerealiseerd. De hardlooproutes
zijn allemaal gemarkeerd met dezelfde ‘punaises’. In 2017 worden er nog drie
hardlooproutes aangelegd in Amsterdam-Noord.
e De hardlooproutes vormen een blijvende spin-off van het Sportstimuleringsprogramma
Atletiek en hebben veel media-aandacht gegenereerd. Zowel stadsdelen als private
partijen tonen veel interesse voor uitbreiding van hardlooproutes en het creëren van een
hardloopnetwerk.
e Eriseen handboek hardlooproutes ontwikkeld met inzicht, overzicht en spelregels voor
alle (nieuwe) routes die aangelegd gaan worden in Amsterdam.
e Ook zijn alle 21 reeds bestaande bewegwijzerde hardlooproutes in Amsterdam in kaart
gebracht en deze zijn geëtaleerd en gepromoot via de portal atletiek.amsterdam.
e Het boekje Amsterdam RENT, met daarin zowel bewegwijzerde routes als door
Amsterdammers zelf aangedragen hardlooproutes beschreven, is gepubliceerd en
voorzien van een JE KAN HET kaft. Hiervan zijn 2000 exemplaren uitgegeven onder
beginnende en ervaren hardlopers.
Verdere uitrol van het hardlooproutenetwerk wordt opgepakt door de afdeling Sportbeleid binnen
de vitvoeringsagenda Sport in de openbare ruimte als vitwerking van de Sportvisie 2025.
ERO RLA ES
Nieuwe hardlooproutes: Hie a A re
En d Sha
hi S K* Es
Marinterrein 2,2 km dd ed
Westerpark-Noord 2,7 km ii at
sh iet
Westerpark- Zuid 3,1 km eb Ee
Flevopark 3,2 km eg bt B
Martin Luther Kingpark km KR EN Ti
artin Luthe gpa 315 en A err ee
31
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
3 JE KAN HET Atletiektoer
Inspanning
Inzetten van mobiele, vitdagende atletiekactiviteiten die op verschillende locaties opgezet kunnen
worden, waarbij deelnemers op een laagdrempelige manier diverse atletiekvormen kunnen
ervaren.
Resultaat: A2, A4, B1 en C3
Eris een pakket gerealiseerd met vijf uitdagende en unieke, opblaasbare, atletiekonderdelen:
kogelstoten, hoogspringen, speerwerpen, sprinten, hordelopen, een phocabby en een
videoscherm. Dit is vervoerd in een bestickerde bus, waardoor er direct promotie werd gemaakt
voor de campagne JE KAN HET en de EK Atletiek. In totaal is de JE KAN HET Atletiektoer in totaal
53 keer ingezet in de periode van 28 maart 2016 t/m 20 juli 2016. Op 17 scholen, tijdens 16
evenementen en op 22 pleinen of winkelcentra heeft de JE KAN HET Atletiektoer gedraaid. Per
keer waren er gemiddeld 150 bezoekers, voornamelijk kinderen. In totaliteit zijn 8.010
deelnemers in beweging gekomen met de JE KAN HET Atletiektoer.
Aantal deelnemers JE KAN HET
Atletiektoer
3200
2970
3000
2800
2600 2 m Aantal deelnemers JE KAN
HET Atletiektoer
2400
2200
17 Scholen 20 Pleinen 16
Evenementen
De uitvoering van de JE KAN HET Atletiektoer is gedaan door ROC-studenten samen met een
extern ingehuurde sportbegeleider. De materialen van de Atletiektoer zijn ondergebracht bij de
Sport-O-Theek voor verhuur en inzet ten behoeve van de sport, een van de reguliere activiteiten
van de afdeling Sportstimulering.
32
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
h Scholenkampioenschappen
Inspanning
Initiëren en mede opzetten en organiseren van de Amsterdamse Scholenkampioenschappen
Atletiek in samenwerking met de atletiekverenigingen.
Resultaat: A3, A4, Ba, B4, Caen C3
In 2015 zijn de Amsterdamse Scholenkampioenschappen Atletiek (ASK) ontwikkeld in
samenwerking met de vijf Amsterdamse atletiekverenigingen. De Amsterdamse
Scholenkampioenschappen Atletiek hebben 13x plaatsgevonden en in totaal zijn er 2.909
leerlingen bereikt. De Athletics School Champs (ASC) zijn hiervan een afgeleide en hebben tijdens
de EK Atletiek 16x plaatsgevonden en een totaal van 5.323 leerlingen bereikt, waarvan 23 scholen
met 2.734 leerlingen uit Amsterdam.
6000
| m deelnemers uit de rest
4000 ik van Nederland
2000 | en OO 2734 B deelnemers uit
0
ASK ASC
Tijdens de Athletics School Champs heeft er ook nog een G-5 Battle plaatsgevonden. Een
onderlinge wedstrijd tussen de steden Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Amsterdam.
NE - Per ej hi 4 5 7 be
… ee b ny el F jers nn B, /
ni À hi di Î ij zi rÔ
Ie Gen ES RD
f Zi K Ed mar 4 ,
ef 4 a
y a
en Eindhove Ë :
Pehl 4 Ee
osisf | , dl à SS
De ambitie is om in het voorjaar van 2017 de volgende Amsterdamse Scholenkampioenschappen
Atletiek samen met de Amsterdamse atletiekverenigingen te organiseren.
33
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
5 Lespakket
Inspanning
Aanbieden van voorbeeldlessen atletiek die docenten bewegingsonderwijs en atletiektrainers
kunnen gebruiken om atletiek op een uitdagende en laagdrempelige manier aan te bieden aan
kinderen en jongeren.
Resultaat A3, A4 en C3
Er is een lespakket ontwikkeld voor de groepen 3 en 4, een lespakket voor de groepen 5 en 6, en
een lespakket voor de groepen 7 en 8 van het Primair Onderwijs.
De lespakketten zijn via de portal atletiek.amsterdam gratis te downloaden. Ze zijn toepasbaar
voor docenten en atletiektrainers voor zowel onder als na schooltijd. Tevens zijn de lessen een
goede voorbereiding voor de jaarlijkse Amsterdamse Scholenkampioenschappen Atletiek, welke
tijdens de EK omgedoopt waren tot Athletics School Champs.
fi ' id za Pa En SN
Tikt E -=
EK | | 1059, 3 reen
| MW
Se é e à S
en K nt Pl
: Pe : ze bf =e
hid 4 a IN nb » f Ei, Pan '
cp 5 n KC fj KS | f Í ; ri
OE 0 NRO. ren.
led k E n ï af \ El Bd | fj | Wis ij ed eN
Ke E Kd PAR, BA EP
\ Z NT N
NN ek OR
| ec EN AM ii é
A : eN his. mn
had Rie _” 2 N d En meh
34
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
6 Sportstimuleringsprogramma’s Atletiek (regulier)
Inspanning
Organiseren van de reeds bestaande reguliere sportstimuleringsprogramma’s atletiek in het
onderwijs. Met hierbij extra aandacht voor JE KAN HET en de EK Atletiek.
Resultaat: A4, B2, B3, B4 en C3
Bij de programma’s van Topscore voor het Voortgezet Onderwijs en JUMP-in en sportstimulering
voor het Primair Onderwijs hebben diverse lessen plaatsgevonden zoals kennismakingslessen.
Kennismakingslessen bestonden uit één tot maximaal drie lessen onder schooltijd. Van 2012 t/m
2016 hebben in totaal 2.772 kennismakingslessen plaatsgevonden op het Primair Onderwijs en 965
kennismakingslessen op het Voortgezet Onderwijs. Daarmee zijn op het Primair Onderwijs
29.131 leerlingen bereikt en op het Voortgezet Onderwijs 27.594 leerlingen.
3000
2500
2000
= Speciaal Onderwijs
1500 m Regulier Onderwijs
1000
500
0
Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs
Kennismakingslessen in Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs tussen 2012 en 2016.
35
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Daarnaast vonden er naschoolse trajecten plaats. Naschoolse trajecten bestonden uit acht tot
twaalf lessen na schooltijd. In totaal zijn er 517 trajecten op het Primair Onderwijs gerealiseerd
met een bereik van 8.240 leerlingen en 93 trajecten op het Voortgezet Onderwijs met een bereik
van 1.435 leerlingen.
Primair Onderwijs Voortgezet
180 Onderwijs
160
140 40
120 35
100 Je
80
20
60 15
40 10
20 5
0 0
9) Ò 5 © 5 Ò 5 ©
Sy Sy Sy Sy Sy Sy Sy Sy
9 9 5 ° 9 9 9 \
OR ERK a
DD DD LD
<” Nú Nú <” < Nú <” <”
Ò Ò Ò Ò Ò Ò Ò Ò
Ò Ò Ò Ò Ò Ò Ò Ò
ò > ò ò ò ò° ò ò
© © ® © © OS OS Oe
cr cc cc ce cc Se cr ce
Alleen het aantal naschoolse activiteiten in het Voortgezet Onderwijs is ver achtergebleven bij de
andere resultaten. Verklaring hiervoor is dat het programma niet aantrekkelijk genoeg was voor
scholen. De ontwikkeling van het naschoolse programma in het VO vereiste veel aandacht. Niet
alleen moest er voor jongeren een aantrekkelijk programma ontwikkeld worden, er ging ook veel
tijd en energie gingen zitten in het opzetten van het programma in samenwerking met stadsdelen
en VO-instellingen. Door de veelheid aan projecten in het kader van het
Sportstimuleringsprogramma Atletiek is bij de verdeling van vren meer prioriteit gegeven aan de
andere projecten en het Primair Onderwijs waar meer en sneller resultaat geboekt werd, waardoor
het VO-programma is achtergebleven.
Naast de reguliere activiteiten tijdens en naschooltijd zijn er tussen 2012 en 2016 96 evenementen
georganiseerd, bijvoorbeeld als afsluiting van een schooltraject of als evenement in de wijk met in
totaal ruim 13.000 deelnemers. Eén van de opvallendste resultaten is de Cross Challenge voor
leerlingen van groep 7 en 8 en van het voortgezet onderwijs. Dit is inmiddels vitgegroeid naar een
jaarlijks terugkerend evenement met in het afgelopen jaar meer dan 7oo deelnemers.
In totaal hebben 19 scholen van het Speciaal Onderwijs deelgenomen aan kennismakingslessen
en/of naschoolse trajecten. Hiervoor zijn speciaal opgeleide combinatiefunctionarissen
aangetrokken.
Voor schooljaar 2016/2017 staat een uitgebreid vitvoeringsprogramma gepland voor Primair en
Voortgezet onderwijs. Ook voor de jaren daarna staat atletiek als basissport op het programma in
de reguliere sportstimuleringsprogramma’s van de afdeling Sportstimulering.
36
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
7 Docentenscholing
Inspanning
Organiseren van bijscholingsbijeenkomsten atletiek voor docenten bewegingsonderwijs om
docenten te enthousiasmeren voor atletiek.
Resultaat: A3, A4 en C3
Er zijn tussen 2012 en 2016 vijf docentenscholingen atletiek georganiseerd voor docenten
lichamelijk opvoeding vit Amsterdam van het Primair, Speciaal en Voortgezet Onderwijs. In totaal
hebben er aan deze scholingen 207 docenten deelgenomen.
Daarnaast is er een lespakket ontwikkeld welke voor docenten gratis beschikbaar is en krijgen de
docenten daarbij advies van de combinatiefunctionarissen atletiek over hun lichamelijke
opvoedingslessen en atletiek gerelateerde evenementen.
De uitvoering van de docentenscholing is onderdeel van de reguliere taken van de
sportcoördinator atletiek en zal eenmaal in de twee jaar blijven plaatsvinden.
Aantal docenten
januari 2012 41
Te eN
september 2014 75
november 2015 51
|
0 10 20 30 40 50 60 70 80
37
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
8 Sportdagen
Inspanning
Stimuleren van sportdagen op een atletiekbaan in de buurt met daarbij primaire focus op scholen
voor Speciaal, Primair en Voortgezet onderwijs, maar zo mogelijk ook voor andere doelgroepen.
Resultaat: A3, A4, Ba, B4 en C3
In 20216 hebben in totaal 87 scholen een sportdag georganiseerd op een van de vijf atletiekbanen
in Amsterdam. De scholen organiseren dit zelf, maar worden ondersteund en geadviseerd door de
combinatiefunctionarissen atletiek. Ook zijn er inhoudelijke formats beschikbaar gesteld voor
scholen ter ondersteuning in de uitvoering.
EN eN
- > E f en SÀ
Te 5 (\f 1 ï Ei Le
En ar ff” Ne k | RE ù
= - ns
- , Pe Ee PE
ne en
9 Evenementenformats
Inspanning
Beschikbaar stellen van diverse formats waarmee docenten en trainers atletiekevenementen en
activiteiten op een laagdrempelige en uitdagende manier kunnen organiseren.
Resultaat: A3, A4, B4 en C3
De formats voorzien scholen en verenigingen van handzame tools om zelf atletiek op een
laagdrempelige manier aan te bieden. Een mooi voorbeeld hierin is het draaiboek van de
Amsterdamse Scholenkampioenschappen Atletiek dat voor diverse evenementen toepasbaar is.
De evenementenformats zijn gratis beschikbaar via de portal en daarnaast ook op te vragen via de
sportcoördinator atletiek van de afdeling Sportstimulering van de gemeente Amsterdam.
38
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
10 _ Side events
Inspanning
Organiseren van de reeds bestaande side events bij atletiekactiviteiten en evenementen. Zoals
onder andere de Dam tot Damloop, Amsterdam Marathon, Flame Games et cetera.
Resultaat: A2, A4, B1 en C3
Rondom de Flame Games heeft er een atletiektoer en sprintchallenge plaatsgevonden.
Bij de Dam tot Damloop wordt er jaarlijks een aparte Kidsrun in Amsterdam Noord georganiseerd
met ruim 800 deelnemers per jaar. Ook bij de TCS Amsterdam Marathon worden op vijf locaties
één kilometerloopjes georganiseerd met jaarlijks rond de 1.500 jeugdige deelnemers, waarbij in
2016 de inschrijvingen via de portal atletiek.amsterdam zijn gegaan. Bij
Via de campagne JE KAN HET en de portal is er vanaf heden ook de mogelijkheid om de doelgroep
(en ouders) rechtstreeks met verschillende activiteiten in contact te brengen. Door het
evenemententeam van de afdeling Sportstimulering van de gemeente Amsterdam zullen de side
events van atletiek- of hardloopevenementen uitgevoerd blijven worden. Er wordt daarbij een
koppeling gemaakt met de JE KAN HET-uitingen met onder andere vlaggen, banners etc.
: | | end ai ki zl lk N RA ; |
ltd «
ha en be NRR Ni Dj nlnà
Korte zl ON ey ie PU sE
{ 4 { } EE id ie Ee s\n
ï | Á a Ì ( or \ we ON N / \
\ se Ë Ko k A z i À, p/ 4
es Rn £ EN \ s
be 8 / Ò kh .
E ij LN ki pr
39
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
11 _Activaties
Inspanning
Het (laten) organiseren van activiteiten die Amsterdammers op een vitdagende en laagdrempelige
manier atletiek laten ervaren waarbij een link wordt gelegd met het structureel beoefenen van de
sport.
Resultaat: A2, A4, Ba, C1, C2 en C3
Er zijn meerdere evenementen georganiseerd voor diverse doelgroepen en op diverse locaties.
Daarbij is door middel van mijlpalen afgeteld tot aan de EK Atletiek. De evenementen hebben veel
media-aandacht opgeleverd van onder andere de Telegraaf, het Jeugdjournaal, Algemeen
Dagblad, etc.
Overzicht georganiseerde evenementen:
® 100 dagen voor de EK — Lancering campagne JE KAN HET - op het Museumplein - met
diverse genodigden, prominenten en ambassadeurs. Dit heeft veel persaandacht
gegenereerd.
® 75 dagen voor de EK — Koningsspelen - voor kinderen van het Primair Onderwijs is op
negen locaties in de stad een atletiekprogramma georganiseerd. Ruim 6.ooo kinderen
hebben hieraan deelgenomen
e _6o dagen voor de EK — Open Atletiekdag/opening 1° spectacular — Op 14 locaties in
Amsterdam werd er een gratis atletiekaanbod georganiseerd door een vereniging of
atletiekaanbieder. Daarnaast is de 1° spectacular sprintbaan naast de Stopera in gebruik
genomen.
e _5o dagen voor de EK — Lancering lessenpakket — Eric van der Burg heeft het eerste
lessenpakket uitgereikt aan de Professor Burgerschool (Speciaal Onderwijs) waar alle
kinderen hebben kunnen deelnemen aan de atletiektoer.
e 25 dagen voor de EK — Flashmob — op vier spectaculars in Amsterdam is een Flashmob
georganiseerd waarbij alle voorbijgangers zijn vitgedaagd atletiek actief te proberen.
e 10 dagen voor de EK — Opening 1° hardlooproute — Samen met directeur rve Sport & Bos
Norbert Krijnen hebben diverse hardlopers de 1° hardlooproute in het Flevopark actief in
gebruik genomen.
Ber” FE
je WR Rij #
HO Ne
Pe Ey 7 é
- A lee k f
1 Ë k f F 1% en
» == on à an $
$ n Ù de nn
3 ee en
40
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
12 Ambassadeurs
Inspanning
Inzetten van topatleten van de Amsterdamse atletiekverenigingen als boegbeeld voor de
campagne en als inspiratie om aan atletiek te gaan doen.
Resultaat: A3, A4, B1 en C3
Er zijn 13 topsportambassadeurs verbonden aan de campagne JE KAN HET. Alle ambassadeurs
zijn lid bij een van de vijf atletiekverenigingen in Amsterdam. De ambassadeurs zijn:
e Bianca Baak 4oom hordelopen
e Björn Blauwhof 4oom sprint
e Denzel Comenentia kogelstoten en kogelslingeren
° Gregory Sedoc 110m hordelopen
e _Jamile Samuel 100m en 2oom sprint
e Jolanda Keizer hoogspringen
e Koen Smet 110m hordelopen
e _Madiea Ghafoor 20om en „oom sprint
e Margriet van den Broek wheelen (paralympisch)
e _ Marlou van Rhijn 100m en 20om sprint (paralympisch)
e Maureen Koster 1500m en 5ooom
e Nicky van Leuveren 20om en „oom sprint
e Robin van Damme werpen (paralympisch)
ne
zc == av
ek ee Rn |
Me TD. zj % s es
zgadk Ine e lj
KMPERE 201 5 De, ES GI Gt gel
EE 5 m es aus ) ed :
PA, Ë en IE FEE
LES Er ms Ü
re ik Ak Ber enne"
U. En
Y Î 1 kN \ Mn rl
u % = nd : pt ze Ad | j ROT: Lame men
js nn E rs mn SR EE
De De ES DD De
KEE, fd En a.k en AA
EE 7e Sn ' Pp . Ke 5 Nee Je Pa Ee ed Vr
aw OR PV ad * perd prefpreS
f NED EI EE He
En AE nn A 4 \
a: oe 6 ef } d á, Ghatoor d
ER Dn hon A ARP T
Ke AE ek Ne
hed Ï MAMSTERDAM M= nme en
A RECHT EC TR | JEN, Eeen:
y I MER! ET 7 | - mn En
41
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Diverse ambassadeurs waren aanwezig bij evenementen zoals de kick-off, Koningsspelen, opening
1° hardlooproute, Vondelgames etc. Van de ambassadeurs is ook beeldmateriaal gebruikt voor
posters, MUPI's, social media en informatieborden. Daarnaast hebben ze diverse interviews
gegeven, zoals Jamile Samuel voor AT5 Amsterdam informeert https://youtu.be/N4sovHsgDMU.
gn ES 5 P et er AE ü EE
Ek Kidia| fr 1 ETT ee, imm é ë ie É Î
eden „el Kel mr li s | ae De 4 Bs:
eK. al WEE ee /
5 * bar. ° 4 En XN D 4 5 È tn ed | à
> ‚ mee {FR he _ df 5 an
ai en L: SS AS | Pd
Daarnaast zet rapper/schrijver Atta de Tolk zich in voor de campagne. Atta heeft een muziektrack
en video gemaakt voor de campagne JE KAN HET te zien op You Tube:
https://youtu.be/ngiQLkVoxVO. Op diverse evenementen, onder andere de Amsterdamse
Olympische Dagen, Flashmobs en Koningsspelen is Atta dan ook aanwezig geweest om op te
treden.
Ook wordt de campagne ondersteund door cabaretier Dolf Jansen, schrijver Abdelkader Benali,
psycholoog Bram Bakker en voedingsdeskundige Miriam van Reijen.
Alle topsportambassadeurs hebben zich geheel vrijwillig voor de sportstimuleringscampagne
atletiek ingezet. Al was het soms lastig met de andere prioriteiten, wedstrijden of
sponsorverplichtingen die ze hadden.
Ook in 2017 zal een aantal (topsportjambassadeurs zich in blijven zetten voor atletiek in
Amsterdam. Deze worden gekoppeld aan het reguliere sportstimuleringsprogramma. Ook zijn er
afspraken gemaakt om artikelen speciaal voor JE KAN HET ter beschikking te stellen voor de
portal. Zo zal bijvoorbeeld Miriam van Reijen een maandelijkse column schrijven.
42
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
13 Verenigingsadvies
Inspanning
Het ondersteunen van sportaanbieders op het gebied van atletiek. Gericht op het vergroten,
verbeteren en uitbreiden van het atletiekaanbod op een verantwoorde, vitdagende en
laagdrempelige wijze.
Resultaat: A4, Ca en C3
Op elk van de atletiekverenigingen in Amsterdam is de afgelopen vier jaar een fulltime
combinatiefunctionaris ingezet, is een sportbuurtvereniging in stadsdeel West op gezet en zijn
diverse verenigingen ondersteund bij het opzetten van trainingsgroepen voor mensen met een
handicap of beperking. De combinatiefunctionarissen hebben de verenigingen ondersteund met
het maken van een vrijwilligersplan, het aantrekken en opleiden van trainers, een jeugdplan en/of
beleidsplan.
De verengingen zijn in een vroeg stadium betrokken bij de voorbereidingen van de campagne JE
KAN HET. Voor de opzet en ontwikkeling hebben in totaal 18 gezamenlijke bijeenkomsten
plaatsgevonden met alle verenigingen samen. Hieruit zijn afspraken gemaakt over de inzet van de
portal atletiek.amsterdam en bijvoorbeeld het aanbod 8 keer trainen voor € 10,- voor de jeugd bij
elke vereniging. Ook heeft elke vereniging een promotiepakket gekregen met materialen zoals
vlaggen en banners van JE KAN HET met hun eigen verenigingslogo erop. Deze zijn onder andere
ingezet bij de Amsterdamse Scholenkampioenschappen, Athletics School Champs en
verenigingsevenementen zoals de Gaasperplasloop, Sloterplasloop of baanwedstrijden.
De vijf Amsterdamse atletiekverenigingen werken op een aantal gebieden samen binnen de
Stichting Amsterdam Atletiek (SAA). Vanuit dit verband is er maandelijks overleg geweest waarbij
de sportcoördinator atletiek aansloot voor de breedtesport en sportstimulering. Het Amsterdams
Baan Circuit is een reeks baanatletiekwedstrijden in Amsterdam en Amstelveen waarbij de focus
met name ligt op de recreatieve atleten. In samenwerking met de sportcoördinator atletiek zijn er
in 2015 en 2016 negen wedstrijden georganiseerd. De wedstrijden van het Amsterdams Baan
Circuit zijn toegankelijk voor iedereen, van c-pupil tot master, van beginnende atleet tot topatleet.
ledere wedstrijd bestaat daarnaast uit drie programma’s: een jeugdprogramma met een
meerkamp, een coopertest (gericht op ongebonden lopers) en een junioren/senioren{masters
programma met een aantal losse onderdelen en een speedmeerkamp. Ook in 2017 staat het
Amsterdams Baan Circuit wederom op het programma.
Ook zijn er door de afdeling Sportstimulering vijf HBO-stages begeleid die werden uitgevoerd bij
en op verzoek van verenigingen onder andere op het gebied van ledentevredenheidsonderzoeken,
verenigings({vrijwilligers)werk, exit analyses (ledenverloop/opzeggingen) en een waarde
propositie onderzoek voor de SAA.
© 2013 AV '23-Ledentevredenheidsonderzoek — onderzoek en rapport
® 2014 -— AV '23— Verenigingswerk — onderzoek en rapport
® 2014 — SAA— Exit Analyse Verenigingen — onderzoek en rapport
® _2015- ATOS -Ledentevredenheidsonderzoek — onderzoek en rapport
® 2016 — SAA - Waarde propositie — onderzoek en rapport
43
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
Met name bij de jeugd is de groei duidelijk toegenomen. Uit cijfers van de Atletiekunie is gebleken
dat in Amsterdam het aantal pupillen tussen 2012 en 2016 met 47,8 procent is gegroeid naar
1.002 leden (landelijk 21,1 procent). Het aantal junioren is met 31,8 procent gegroeid naar 813
leden (landelijk 11,4 procent). Dit aantal zal naar verwachting nog verder doorgroeien. Dit is vele
malen hoger dan de landelijke cijfers in de atletiek waarbij ook al een mooie groei zichtbaar is. De
Amsterdamse cijfers spreken helemaal tot de verbeelding wanneer deze naast de sport brede
Nederlandse en Amsterdamse cijfers van verenigingslidmaatschap worden gelegd
1600
1477
Do ON
n ON
1000
300 716 2244
0 B Jaar 2016 Totaal aantal leden
_ m n
400 382 387
7 Î m m m m
0
Feniks AAC ATOS AV23 Phanos
bb
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
14 _Combinatiefuncties
Inspanning
Het inzetten van een combinatiefunctionaris bij verenigingen en in het onderwijs met als
voornaamste doel de vereniging te versterken bij het werven en vasthouden van leden. Belangrijk
daarbij is om de instroom vanuit het onderwijs naar de verenigingen te bevorderen en aante laten
sluiten bij de beleving van kinderen en jongeren.
Resultaat: A3, A4, B2, B3, B4, Caen C3
Eris de afgelopen vier jaar 5,05 fte ingezet op het ondersteunen van de vijf atletiekverenigingen en
het aanbieden van kennismakingslessen en naschoolse trajecten atletiek op Primair en Voortgezet
Onderwijs in Amsterdam. Ook zijn er combinatiefunctionarissen voor het Speciaal Onderwijs en
aangepast sporten ingezet. Deze hebben drie nieuwe groepen voor kinderen met een handicap
opgezet bij een vereniging.
Ook in schooljaar 2016/2017 is er nog volledige inzet met combinatiefunctionarissen.
Het inzetten van combinatiefunctionarissen heeft een belangrijke bijdrage geleverd bij het
behalen van de positieve resultaten voor de reguliere sportstimuleringsprogramma’s in het
onderwijs. Zonder de inzet van deze experts op het gebied van onderwijs en atletiek zouden de
behaalde deelnemersaantallen zowel tijdens als na schooltijd fors lager zijn uitgevallen. Ook de
positieve stijging van het aantal leden bij verenigingen is grotendeels te verklaren aan de hand van
de inzet van deze professionals. Instroom vanuit het basisonderwijs bij de pupillen is met bijna
5o% gestegen. Een enorm verschil met landelijke atletiekcijfers en met andere sporten in
Amsterdam. Ook de stijging bij de junioren, voortgezet onderwijs leeftijd, is zeer opvallend te
noemen. Het Amsterdamse percentage van ruim 32% is uitzonderlijk hoog ten opzichte van
overige landelijke data en is vooral te verklaren door de inzet van verenigingen en
combinatiefunctionarissen op het gebied van ledenbehoud bij junioren.
Daarnaast is er door de inspanningen van de sportcoördinator atletiek en de combinatie-
functionarissen in samenwerking met de vijf atletiekverenigingen en de Atletiekunie een
Amsterdamse trainingsopleiding opgezet waarmee inmiddels 25 nieuwe trainers op niveau 3
(Atletiekunie gecertificeerd) zijn opgeleid.
dl Mil EO OET
È / EI 7 jm , É |
De ah 6 rl
hin Nm es NN EE
AMxn 8
sf | |
an e L
; Keir
45
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
15 _Atletiekaanbieders
Inspanning
Het samenwerken met sportaanbieders en evenementenorganisaties om meer Amsterdammers
incidenteel en structureel aan atletiek te laten doen.
Resultaat: Aa, A4, C1, C2 en C3
Het atletiek- en hardloopaanbod voor de Amsterdammer is hiermee enorm uitgebreid. Naast
het traditionele aanbod van atletiekverenigingen is er nu ook veel laagdrempelig aanbod van
overige (Commerciële) aanbieders en organisatoren bij gekomen. Deze partijen en organisaties
bieden met name (hard)looptrainingen en —evenementen aan voor de recreatieve lopers. Hierdoor
is er meer diversiteit in het aanbod en zijn er dus veel meer locaties waar atletiek/hardlopen
beoefend kan worden. Al het aanbod is te vinden op de portal atletiek.amsterdam.
Er is bij de diverse sportaanbieders en evenementenorganisatoren veel bereidheid om met de
gemeente samen te werken. Ze zien de gemeente als een autoriteit en onafhankelijke partij
waarmee ze graag op meerdere fronten mee samenwerken. Door deze samenwerking dragen ze
tevens bij aan het behalen van de gemeentelijke doelstellingen.
Er zijn nu 36 partijen die het Sportstimuleringsprogramma Atletiek actief ondersteunen, onder
andere Runnersworld magazine, Veiligheid.nl, Run2day, Le Champion, Sportzorg et cetera.
Vrijwel alle activiteiten en ondersteuning vindt plaats via de portal atletiek.amsterdam als plek
vanuit waar Amsterdammers worden gestimuleerd om in beweging te komen of om in beweging
te blijven.
HARDLOPEN & ATLETIEK IN AMSTERDAM
7 gs RVE, n= TETE
Áj S p wd SENATE die Rite
En 4 ks EN Ee NON Le sl E 5 B nd
| & K° WN NEP AIK RP
ATLETIEK Ei d Ì A. 7 3 E Ü Tee
en ee - Dn ne CIN Edi ele liene LNA
EET Ee = Ees El D 1 > Goor” id
Bee ER
8 TTE, DN ef
ln RR DB en AN
5 | en
te EE Pak
Kn a
ALLES OVER ATLETIEK Bekijk alles
De basis van atletiek Trainingen Ten ad > ED)
ï |) IE Aas NPN OO an
A NO [
î } EU ú t hd 4 Ü 5 ng arr Armato.
PA EAA : …| | We, Î
46
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
16 Portal
Inspanning
Realiseren en inzetten van de portal atletiek.amsterdam als de centrale plek waar al het
atletiekaanbod in Amsterdam terug te vinden is. Op de portal is daarnaast informatie te vinden
over het op een veilige en verantwoorde manier beoefenen van atletiek en hardlopen. Tevens is
het een platform waar de Amsterdamse topatleten worden geïntroduceerd en de plek waar alle
informatie over de campagne en alle projecten van JE KAN HET terug te vinden is.
Resultaat: Aa, A3, A4, Ca, C2 en C3
Op atletiek.amsterdam is alles over atletiek/hardlopen in Amsterdam te vinden. Op de portal staat
een overzicht van evenementen en het trainingsaanbod in Amsterdam. Daarnaast is er
informatie voor de beginnende hardloper, voor docenten en een overzicht van hardlooproutes
en spectaculars. Alles wat er gepubliceerd wordt op social media, dan wel in een nieuwsbrief of
hardcopy verwijst uiteindelijk door naar de portal. Hierdoor is de portal een overkoepelende
paraplu (spil) van de sportstimuleringscampagne atletiek geworden waar de Amsterdammer op
het gebied van hardlopen en atletiek alles kan vinden (om te starten met bewegen, dan wel
gestimuleerd wordt structureler te gaan bewegen).
Door middel van acties met aanbieders, organisatoren en verenigingen wordt geprobeerd de
drempel voor de niet bewegende Amsterdammers verder te verlagen. Met als doel om ze te
stimuleren, faciliteren, enthousiasmeren en uiteindelijk te activeren om in beweging te komen en
te blijven. Dit gebeurt door vraaggericht te werk te gaan (vraag en aanbod samen te brengen),
door directe communicatie met de Amsterdammer (op de site en d.m.v. social media) en door het
etaleren en promoten van het aanbod in Amsterdam.
In 2017 wordt de portal nog verder geoptimaliseerd en door ontwikkeld en wordt er wellicht ook
een directe koppeling gemaakt met de diensten en producten die vanuit het Sportpunt worden
aangeboden. Zodat de Amsterdammer op een centrale plek alles kan vinden m.b.t. atletiek en
hardlopen in Amsterdam. Tevens wordt er verder onderzocht of een inrichting zoals deze sport
breed ingezet zou moeten worden. Dit gebeurt vanuit de afdeling Sportpunt, die verantwoordelijk
is voor alle communicatie over sport in de gemeente Amsterdam.
De portal heeft in 2016 meer dan 15.000 bezoekers getrokken en meer dan 1.500 actieve
inschrijvingen op de verschillende nieuwsbrieven.
Bereik Nieuwsbrief
600
383 399
400
200
0
Doelgroep Scholen Stakeholders
47
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
17 Campagne JE KAN HET
Inspanning
De campagne JE KAN HET is de verbindende strik om alle activiteiten en projecten die we
organiseren in het Sportstimuleringsprogramma Atletiek. De strik is zichtbaar met een
campagne(huis)stijl. De activiteiten worden zoveel mogelijk als één geheel gebracht in de interne
en externe communicatie met een gezamenlijke campagneboodschap. JE KAN HET geeft
bekendheid aan alle activiteiten via onder andere straatpromotie, free publicity en pers.
Campagneactiviteiten worden ook bekend gemaakt via atletiek.amsterdam, een digitale
nieuwsbrief en diverse JE KAN HET social mediakanalen.
Resultaat: A1, A2, A3, A4, B1, B2, B3, B4, Ca, C2 en C3
De uitstraling van JE KAN HET is heel duidelijk naar voren gekomen. JE KAN HET is als een merk
gelanceerd en was duidelijk zichtbaar op bijvoorbeeld alle T-shirts, tasjes, posters, diploma's,
scorekaarten, portal, social media, medailles enzovoort. Het campagnebeeld heeft een positief
inspirerende uitstraling en de herkenbaarheid is groot. De campagne heeft veel media-aandacht
gegenereerd, welke weer een positieve bijdrage heeft geleverd aan de promotie van atletiek in
Amsterdam en het evenement de EK Atletiek.
Tussen 28 maart en 10 juli heeft driemaal een activeringscampagne op de B-zijde Mupi’s op 184
plaatsen in stad plaatsgevonden. Gedurende de maand mei hebben er op vier prominente
metrostations activerende billboards gehangen. Met deze campagnes zijn ruim 182.000 mensen
bereikt.
| /
‚mn
ET RE let lees |
TRE
EN iik
et EE deet er
B
ZE Een ee ee en ai me
sf es EN Be : En
48
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
De social mediakanalen Twitter, Facebook en Instagram zijn ingezet om alle inwoners van
Amsterdam warm te laten lopen voor atletiek en te informeren over alle activiteiten van het
Sportstimuleringsprogramma Atletiek. Hier is veel positieve respons opgekomen. Voor het eerst is
vanuit de gemeentelijke sportorganisatie gewerkt met betaalde Facebookadvertenties onder
andere voor de opening van de eerste nieuwe hardlooproute en promotie van de spectaculars.
Ruim 80.000 mensen hebben de advertenties gezien en ruim 4.700 mensen hebben deze berichten
gedeeld, geliked of erop gereageerd. Dit is vele malen hoger dan met een niet betaald bericht. In
vergelijking hebben meerdere berichten in de maand november 2016 in totaal 6.500 mensen
bereikt met een betrokkenheid van 300 mensen.
In totaal zijn tussen september 2015 en december 2016 via facebook.com/atletiek.amsterdam
517.298 mensen bereikt en zijn er op twitter.com/atletieko20 483.8go Tweetweergaven
geweest. Het bereik van de JE KAN HET social media kanalen is daarmee in de campagne periode
hoger dan 1.000.000.
voortgezet onderwijs
leuke actieve manier kennis
pleinen atletiektoer pasis
grote atletiekbaan
winkelcentra POP buurt daag
open atletiek dag dagen
spo rtevenementen
Ook is er informatie verstrekt via de regionale en huis-aan huisbladen, Amsterdam krant, ATs,
Youtube, Salto Amsterdam. Met daarnaast ook aandacht voor het programma en de atletiek bij
diverse artikelen in onder meer de Telegraaf, AD en Parool.
Zo heeft Salto Amsterdam een 10-delige reportagereeks gemaakt over atletiek met onder andere
de JE KAN HET Atletiektoer https://youtu.be/CuJ1FyXwp3s.
Met de verschillende acties is ook een bijdrage geleverd aan de promotie van de EK Atletiek.
Onder meer door:
e In alle communicatie-uitingen is meegenomen dat de EK Atletiek plaatsvindt. Zo is op alle
diploma's, posters, kleding, tasjes vermeld: “binnenkort ook in Amsterdam, EK Atletiek, 6-
10 juli 2016”. Bovendien is de mascotte ADAM veelvuldig gebruikt in de uitvoering bij
evenementen en op bijvoorbeeld scorekaarten, spandoeken en bij acties.
e Bij de verschillende posteracties met metrobillboards en in bushokjes en bij alle artikelen
en interviews over het Sportstimvuleringsprogramma Atletiek en de JE KAN HET-
Campagne is ook steeds de verbinding met de EK meegenomen. Het zelf ervaren
(bewegen) stond centraal en de EK werd meegenomen als inspiratiemoment.
e Bij alle spectaculars en graffiti-vitingen werd middels borden een link gelegd met de EK.
Weetjes over de sport, onderdelen tijdens de EK en diverse winacties op onlinemedia
brachten de Amsterdammer in contact met de mogelijkheid de EK te bezoeken en te
volgen, dan wel zelf actief te worden.
49
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
De campagne JE KAN HET zal ook komend jaar nog actief ingezet worden. Zo blijft JE KAN HET
zichtbaar op alle middelen die ingezet worden bij de reguliere sportstimulering atletiek en
atletiekevenementen, kan de Atletiektoer ingezet worden en wordt bij al deze activiteiten en
evenementen een directe verwijzing en koppeling gemaakt naar atletiek.amsterdam.
M A Ka |
JN ik bk Bk Oe 4 sh
Fr es Fb hiet di nt RR
J/ un NN ee mg
| CG. 5 U, kent LA
il en U ’ N . Ei = LIBRE Ins id eN Ad A "5
a DS Ke Ki goe en
« Pi | U ee 4 Bes a
- am NR NK ee En
EN A Ei te ES
lj B an El # kds ee d En:
À Ee keld
8, | NE d
Vs ee mé ia
el dl 8 NN
AN 4 |} }
mi 4 zl Pa 5
Ee An Ka BE
3 en
4 A
Lancering campagne JE KAN HET op Museumplein 100 dagen voor de EK Atletiek.
50
Gemeente Amsterdam 20 februari 2017
Eindrapportage Sportstimuleringsprogramma Atletiek
51
| Onderzoeksrapport | 51 | train |
% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 408
Datum indiening 6 november 2019
Datum akkoord 9 april 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake de zorgen van
de Amsterdamse Sportraad over het achterblijven van sportlocaties in
ontwikkelbuurten
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De Amsterdamse Sportraad roept op 31 oktober 2019, in een advies aan
de gemeenteraad, de politiek op om de tientallen ontwikkelplannen voor de stad beter
te toetsen op de aanwezigheid van voldoende ruimte voor sport.
Uit een inventarisatie van de Amsterdamse Sportraad gedaan in de zomer van 2019
blijkt dat vijf van de zes onderzochte gebieden te weinig ruimte bieden aan
sportvoorzieningen. Het tekort aan sportvoorzieningen in deze gebieden is ongeveer
200.000 vierkante meter.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college op de hoogte van de zorgen die de Amsterdamse sportraad heeft
over het niet inplannen van ruimte voor nieuwe sportlocaties in ontwikkelplannen?
Antwoord:
Ja, het college is hiervan op de hoogte.
2. Is hier tussen de Amsterdamse Sportraad en de gemeente recent contact over
geweest? Zo ja, hoe?
Antwoord:
Nee, niet ten tijde van het advies. De Amsterdamse Sportraad is een
onafhankelijk sportadviesorgaan. Wel is het zo dat de gemeente regelmatig in
gesprek is met de Sportraad over het sportbeleid.
3. Welke mogelijkheden zijn er om binnen deze gebieden ruimte op te nemen voor
de sportopgave? Gaat de gemeente deze ruimte creëren? Zo nee, waarom niet
en hoe gaat de gemeente dit oplossen?
Antwoord:
De sportnorm is uitgangspunt bij de uitwerking van plannen. Deze norm borgt de
sportopgave aan de voorkant van de planvorming. Bij de uitwerking van de
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng oe Gemeenteblad
Datum 9 april 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2019
plannen wordt altijd eerst gekeken naar de mogelijkheden om de
buitensportvoorzieningen te realiseren binnen het plangebied. Omdat de schaal
van sommige projecten te klein is om volwaardige sport te realiseren en omdat de
gemeente niet altijd de grond in eigendom heeft, kan de sportopgave niet altijd
binnen het gebied zelf opgelost worden.
Dan is het intensiveren van bestaande sportparken in de nabijheid van het
plangebied een mogelijkheid om invulling te geven aan die opgave. Dat sluit goed
aan op het uitgangspunt van de Sportvisie 2025 om de bestaande sportruimte
optimaler te benutten.
De gemeente zoekt de oplossingen en realiseert de sportvoorzieningen in veel
gevallen dus ‘bovenplans’ op schaal van de windrichtingen.
Per plangebied maakt de gemeente met de projectorganisatie afspraken hoe de
sportopgave ingevuld wordt. Bij de planning en realisatie van de
sportvoorzieningen is ligging in de nabijheid van de nieuwe woningen een
belangrijke voorwaarde. Deze werkwijze is ook vastgelegd in het Strategisch
Huisvestingsplan Sport (SHP-Sport), dat op 23 januari 2019 door de
gemeenteraad is vastgesteld.
4. De Amsterdamse Sportraad wijst op het feit dat plannenmakers de sportopgave
vaak doorverwijzen naar andere ontwikkeltrajecten en/of al bestaande
sportparken in de buurt. Waarom kiest de gemeente voor deze aanpak?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 3.
5. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat de sportopgave
gerealiseerd moet worden binnen het eigen ontwikkelgebied omdat een langere
reisafstand naar sportfaciliteiten slecht is voor de sportparticipatie en dus niet kan
worden doorgeschoven naar andere gebieden?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 3. Bij de uitwerking van de plannen wordt altijd eerst
gekeken naar de mogelijkheden om de buitensportvoorzieningen te realiseren
binnen het plangebied. Het is echter niet altijd mogelijk om de sportopgave te
realiseren binnen het eigen ontwikkelgebied. Voor de oplossing in de windrichting
zijn nabijheid en een goede bereikbaarheid vanuit het ontwikkelgebied dan de
belangrijkste uitgangspunten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Voorbereidende commissie
Agenda
Datum 08-03-2017
Aanvang 19:00
Open huis: 100 jarige mevrouw vertelt haar verhaal over NW
Mevrouw Voogel heeft op 6 februari jl. een eerbiedwaardige leeftijd van 100 jaar bereikt en heeft een bijzonder
verhaal over de geschiedenis van Nieuw-West wat ze met ons komt delen.
1. Opening
2. Agendavaststelling
3. Mededelingen
4. Mondelinge vragen
5. Evaluatie Evenementen 2016 (Baâdoud)
6. Plan maatschappelijke voorzieningen (Baâdoud)
7. Voorjaarsnota 2017 (Baâdoud)
8. Sluiting
| Agenda | 1 | discard |
4 Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 17 februari 2022
Portefeuille(s) Economische Zaken
Portefeuillehouder(s): Victor Everhardt
Behandeld door Economische Zaken en Cultuur, [email protected]
Onderwerp Toelichting inspanningen en resultaten amsterdam inbusiness 2021
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over de resultaten van de activiteiten van amsterdam
inbusiness (aib) over het afgelopen jaar. Binnen aib werken de gemeenten Almere, Amstelveen,
Haarlemmermeer en Amsterdam samen aan het aantrekken van buitenlandse bedrijven en het
onderhouden van de relatie met deze bedrijven in de Metropoolregio Amsterdam (MRA). In deze
brief geef ik v een toelichting op de inspanningen en de resultaten in 2021.
Amsterdam inbusiness richt zich op acquisitie van bedrijven die een stimulans geven aan de lokale
werkgelegenheid, duurzaamheid en innovatie. De belangrijkste redenen voor internationale
bedrijven om zich hier te vestigen zijn de strategische ligging in Europa, de goede digitale en
logistieke verbindingen en de aanwezigheid van en aantrekkingskracht op talent. Het streven
hierbij is om deze bedrijven zo duurzaam mogelijk te verankeren in de MRA en op innovatief vlak
verder te laten groeien. Dit doet aib onder andere door het verbinden van buitenlandse bedrijven
met lokale bedrijven en met startups, kennisinstellingen en maatschappelijke initiatieven in de
stad en regio. Bedrijven die louter komen voor belastingvoordelen zonder een bijdrage te leveren
aan de lokale werkgelegenheid of innovatie worden door aib dus niet ondersteund en zijn ook niet
bekend.
Impact coronacrisis op buitenlandse investeringen in 2021
De Metropoolregio Amsterdam beleeft een sterk herstel in het aantrekken van internationale
bedrijven ten opzichte van 2020. Dit geeft aan dat de MRA economisch in staat is om haar
verdienvermogen op peil te houden na een forse economische klap. Dit komt onder andere omdat
de kracht van de MRA is dat zij zich niet enkel op één sterke sector richt, maar in een brede waaier
van sectoren en maatschappelijke uitdagingen een sterke positie heeft. Door de breedte in de
sectoren te waarborgen en tegelijkertijd de sectoren van nu zoals de ICT & tech en life science &
health (LSH) te versterken, is Amsterdam in staat haar concurrentiepositie verder uit te bouwen -
dus ook tijdens en na de coronacrisis.
Dit beeld komt ook naar voren in de Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2021
(EVMRA) waarin uiteen wordt gezet dat de economie van de MRA relatief zwaar is getroffen in
2020, maar daarna een relatief goed herstel meemaakte in 2021. De krimp in de MRA die het
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 17 februari 2022
Pagina 2 van 4
gevolg was van de coronacrisis zal volgens de EVMRA eind 2022 teniet zijn gedaan (er vanuitgaand
dat de covid pandemie geen invloed meer heeft). Binnen dit tijdspad zou er daarmee sprake zijn
van een snel en krachtig herstel. Niettemin dient te worden opgemerkt dat bij dit herstel sprake is
van een gemengd beeld. Daar waar veel sectoren weer de weg omhoog hebben gevonden is de
schade aan bedrijven en het leed bij ondernemers in andere sectoren nog steeds groot.
De economie in de MRA is sterk, snel en innovatief omdat deze internationaal verankerd is. Binnen
de Metropoolregio Amsterdam werkt amsterdam inbusiness daarom samen met Amsterdam
Trade & Innovate en IN Amsterdam onder de naam Amsterdam International Business.
Amsterdam Trade & Innovate houdt zich bezig met internationalisering van startups en innovatief
MKB terwijl IN Amsterdam de rol heeft van gezamenlijk loket (one-stop-shop service) voor
internationale nieuwkomers die in de MRA komen werken bij Nederlandse bedrijven, buitenlandse
bedrijven en de Amsterdamse kennisinstellingen. De onderlinge samenwerking binnen
Amsterdam International Business dient als vliegwielfunctie voor internationaal zakendoen in de
MRA.
De positie van de MRA als metropool die zich internationaal kan meten is echter niet
vanzelfsprekend. Voortdurend is er beleid nodig om onze positie te waarborgen. Het Economisch
herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 levert hier een bijdrage aan. Amsterdam
International Business is binnen dit plan gepositioneerd om vernieuwing in duurzame
groeisectoren in de MRA verder aan te jagen. De in 2021 nieuw opgerichte regionale
ontwikkelingsmaatschappij ROM InWest is hierin een belangrijke nieuwe speler waarmee nauw
samengewerkt gaat worden.
Resultaten 2021
De 133 nieuwe bedrijven die zich hier in 2021 vestigden hebben aangegeven binnen 3 jaar in totaal
4.089 nieuwe arbeidsplaatsen te creëeren in de MRA (t.o.v. 101 bedrijven met 1.970
arbeidsplaatsen in 2020). De inschatting (op basis van cijfers CBS uit 2017) is dat iedere
arbeidsplaats bij een (internationaal) bedrijf ook nog eens 1 arbeidsplaats elders op de
arbeidsmarkt oplevert.
ICT & tech was afgelopen jaar de sector met de meeste arbeidsplaatsen. Op de tweede plaats
volgt de financieel/zakelijke dienstverlening & fintech. In 2021 was er sprake van bijna een
verdubbeling in zowel het aantal nieuwe bedrijven als het aantal arbeidsplaatsen in deze sector.
Daarna volgden de sectoren transport & logistiek, de creatieve sector en LSH.
Uitbreidingen bij 30 buitenlandse bedrijven die reeds in de MRA gevestigd zijn hebben daarnaast
in 2021 gezorgd voor nog eens 2.474 nieuwe arbeidsplaatsen (ten opzichte van 35 uitbreidingen
met 2.485 arbeidsplaatsen in 2020). Deze uitbreidingen komen ook voornamelijk van bedrijven
actief in de ICT & tech, gevolgd door de financieel{zakelijke dienstverlening & fintech, de transport
& logistiek en de LSH. De meeste uitbreidingen van bestaande bedrijven in de MRA komen nog
steeds van Noord-Amerikaanse bedrijven: meer dan 43% van de bedrijven met meer dan 66% van
de arbeidsplaatsen kwam uit deze regio.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 17 februari 2022
Pagina 3 van 4
Het aantal sectoren dat groeiende is door zowel nieuwe bedrijven als uitbreidingen geeft de kracht
weer van de brede en diverse economie van de MRA. Tevens zijn in 2021, 32 internationale
hoofdkantoren in de MRA gevestigd, goed voor 1702 banen. Dat is een forse toename t.o.v. 2020
waarmee we weer terug zijn op het oude niveau van voor de coronacrisis. Tot slot is, zowel qua
aantallen bedrijven als arbeidsplaatsen, in 2021 wederom zichtbaar dat bedrijven meer dan
voorheen kiezen voor de regio. 29% van de bedrijven met 26% van de arbeidsplaatsen landen
buiten Amsterdam maar binnen de MRA. Ter vergelijking: in 2020 was dat aandeel vergelijkbaar
met 29% bedrijven en 31% arbeidsplaatsen. In 2019 lag het aandeel MRA (exclusief Amsterdam)
nog op 20% bedrijven en 11% arbeidsplaatsen.
Gevolgen van de Brexit
Brexit heeft in 2021 tot gevolg gehad dat er in totaal 27 bedrijven zijn geweest die mede door de
Brexit hebben besloten zich in de MRA te vestigen of hier uit te breiden, goed voor in totaal 678
arbeidsplaatsen. Deze banen zijn onderdeel van de hierboven genoemde totale cijfers over 2021
en betreffen zowel nieuwe bedrijven als uitbreidingen. Brexit is daarmee in 2021 goed geweest
voor 10% van de door buitenlandse bedrijven gecreëerde nieuwe arbeidsplaatsen (t.o.v. 30% in
2020). Hiermee zijn er sinds het Brexit-referendum in 2016 nu in totaal 169 bedrijven naar de MRA
gekomen of hier vitgebreid door de Brexit, waarbij in totaal 6.139 arbeidsplaatsen werden
gecreëerd. Er lopen daarnaast nog meer dan 100 projecten waarbij bedrijven de MRA als mogelijke
locatie overwegen voor nieuwe activiteiten of vitbreidingsinvesteringen (mede) ten gevolge van
de Brexit.
Verwachtingen en inzet voor 2022
Het is aannemelijk dat de coronacrisis ook in 2022 nog een belemmerende factor zal zijn voor
internationaal zakendoen. Er blijft dus onzekerheid bij bedrijven en hun werknemers omdat de
uitdagingen nu eenmaal groot zijn. Zo is de arbeidsmarkt zeer krap geworden, zijn de problemen
op het stroomnet groot, blijft de schaarste aan grondstoffen oplopen en lijkt de inflatie ook een
steeds belangrijkere rol te spelen. Wel zien wij dat de grootste klap van de coronacrisis op
buitenlandse investeringen in de MRA waarschijnlijk achter ons ligt. Daarnaast zien wij binnen alle
onderdelen van Amsterdam International Business tekenen van herstel, met name in de tweede
helft van 2021. Dat momentum verwachten wij in 2022 verder door te trekken.
Net als in de afgelopen jaren is duidelijk dat de concurrentie tussen regio’s binnen Europa hevig zal
blijven. De MRA heeft echter een uitstekende uitgangspositie, zowel digitaal als fysiek.
Amsterdam inbusiness zal in 2022 blijven inzetten op het positioneren van de MRA op de sectoren
waarin de MRA sterk is of waar de meeste kansen liggen op herstel, zoals de ICT & tech, LSH en de
financieel/zakelijke dienstverlening & fintech. Amsterdam inbusiness zal zich daarbij steeds meer
focussen op bedrijven die een bijdrage leveren aan de maatschappelijke vitdagingen van de stad
en regio op gebied van duurzaamheid, innovatie en gezondheid.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 17 februari 2022
Pagina 4 van 4
In de bijlage treft u een nadere onderbouwing en analyse van de resultaten van amsterdam
inbusiness in 2021 aan. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende informatie over de inspanningen en
toelichting op de resultaten van amsterdam inbusiness te hebben gegeven.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Victor Everhardt
Wethouder Economische Zaken
Bijlage
1. Onderbouwing en analyse resultaten amsterdam inbusiness 2021
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
> < Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
x Aanbiedingsformulier
x van het dagelijks bestuur aan de raadscommissie
Verzoek tot agendering in Commissie Algemene Zaken
Onderwerp Conceptbeanwoording raadsadres door overlast van filmopnamen
d.d. 24 oktober 2013
Reden voor agenderen Ter bespreking
Gewenste 14 januari 2014 / urgentie normaal
raadsvergadering / mate en
reden van urgentie
Bestuurlijke samenvatting Op 24 oktober jl. is een raadsadres ontvangen over overlast van filmopnamen in de
omgeving van de Langestraat. De stadsdeelraad heeft op 29 oktober jl. besloten de
brief door het dagelijks bestuur te laten beantwoorden, nadat het conceptantwoord is
behandeld in de raadscommissie Algemene Zaken. In het conceptantwoord wordt
uitgelegd dat producenten ervoor moeten zorgen dat de overlast acceptabel is en dat
bij elke toestemming voor filmopnamen door het stadsdeel voorwaarden worden
gesteld om de overlast te beperken. De algemene voorwaarden uit het vastgestelde
filmprotocol worden meegestuurd.
Meegezonden stukken * Conceptantwoord
* Raadsadres d.d. 24 oktober 2013
* Algemene voorwaarden voor filmopnamen
Wijze van voorbereiding N.v.t.
Behandelend ambtenaar __ Arjan Bijkerk
Doorkiesnummer 64481
Directie/Afdeling Dienstverlening/Maatwerkvergunningen
DIV-Nummer
Paraaf directeur Paraaf portefeuillehouder
| Raadsadres | 1 | train |
Adv,
„ess _
Ò À Agenda voor de bijeenkomst op donderdag
JI
Ö 9] 03-05 - 2018
De Ouderen Advies Raad Oost in de
OOST Raadzaal, Stadsdeelhuis
Aanvang 14.00 — 16.00 uur
1. Welkom en berichten van verhindering.
2. Korte mededelingen.
3. Concept notulen bijeenkomst 05 — 04 - ’18, nieuwe stijl.
(10 minuten) n.a.v. Buurtkamer Akropolis
4. Thema: Voorlichting “veiligheid algemeen” uitgesteld i.v.m.
vakantie
- Stand van zaken overzicht “Levenstestament”.
Willen jullie dit overzicht voor de vergadering lezen???
5. Pauze (10 minuten)
6. Speerpunten 2018:
= themabijeenkomst “Happy Ouwer” 2.0
= werkgroep “Levenstestament”.
= Stand van zaken voorbereiding “2e Symposium wonen”,
7. Laatste informatie, ontwikkelingen en terugkoppeling: (10 min.)
- Bijeenkomst “Zorgeloost” (2), samenwerking zorg in Oost (26/4)
- Wijktafel bijeenkomsten
- Ketenzorg ouderen in OLVG/Vumc
- Ontwikkelingen WoningNet
8. Overige onderwerpen:
- (AVI)-lijst (5 minuten)
9, Dwars door de Buurt: deadline 27/4 2018
10. Rondvraag en sluiten.
Vereniging Ouderen Advies Raad Oost www.oar-oost.nl voor meer informatie
Technisch voorzitter: Frank Robert Stork 020 6651063 [email protected]
| Agenda | 1 | discard |
% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 282
Datum indiening 10 september 2018
Datum akkoord college van b&w van 12 maart 2019
Publicatiedatum 12 maart 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boutkan inzake misstanden bij
riviercruise-rederijen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Nieuwe ernstige signalen over uitbuiting en mogelijk zelfs mensenhandel bij rederijen
van riviercruises kwamen afgelopen weekend via verschillende media naar buiten.
Het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico heeft in opdracht van Trouw en
radioprogramma ‘Argos' onderzoek gedaan. Het nieuws is ook in verschillende
dagbladen verschenen.
Werknemers worden onderbetaald en uitgebuit en moeten zeer lange werkdagen
maken. Ook worden situaties genoemd waarbij werknemers hun paspoort moeten
inleveren. Voor het ontduiken van wet- en regelgeving wordt gebruik gemaakt van
schimmige constructies met buitenlandse firma's.
Er wordt gesteld dat ‘de financiële kant, met internationale dochterondernemingen,
waarschijnlijk ‘perfect legaal’ is, maar het toepassen van de Cypriotische
arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid 'zeer zeker niet’. Volgens een hoogleraar
Arbeidsrecht zal blijken dat een deel van de medewerkers recht heeft op Nederlandse
arbeidsvoorwaarden.
Het gaat ook om rederijen die gebruik maken van Amsterdamse faciliteiten. Al op
6 april 2016 heeft de fractie van de PvdA schriftelijke vragen ingediend over de
arbeidsomstandigheden bij rederijen van riviercruises die aanmeren in Amsterdam.
Deze vragen zijn op 31 januari 2017 beantwoord (zie nr. 86 van 2017).
Over heel 2017 legden riviercruises ongeveer 2000 keer aan in de stad.
De fractie van de PvdA maakt zich hier ernstige zorgen over en vraagt zich af hoe het
kan dat de situatie nog steeds niet is verbeterd, maar dat er eerder sprake is van een
verslechtering. Deze uitbuiting moet hard worden bestreden en mag op geen enkele
wijze worden gefaciliteerd.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boutkan, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Jaz Gemeenteblad R
Datum 12 maart 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 september 2018
1. Kan hetcollege aangeven wat er klopt van de berichtgeving in de media over
misstanden bij riviercruise rederijen? Wat is het oordeel van het college hierover?
Antwoord:
Het college heeft navraag gedaan bij verschillende controlediensten. Bij meer dan
de helft van de controles in Nederland blijkt sprake van overtredingen en/of
misstanden. Het is echter onbekend in hoeverre in Amsterdam de situatie
hetzelfde is als het landelijke beeld.
Het college is van mening dat bedrijven zich dienen te houden aan Nederlandse
wet- en regelgeving en elke vorm van uitbuiting bestreden en waar mogelijk
voorkomen moet worden.
2. Kan het college specifiek aangeven om welke rederijen die in Amsterdam
aanmeren overtredingen zijn geconstateerd?
Antwoord:
Het college beschikt niet over deze informatie, want er zijn geen specifieke
controle gegevens voor Amsterdam beschikbaar. Alleen geanonimiseerde
detailinformatie is te vinden in ter beschikking gestelde controle rapportages van
Aquapol.
Aquapol (Europese associatie van politieorganisaties m.b.t. handhaving en
veiligheid op het water) geeft desgevraagd aan dat de sector bestaat uit een klein
aantal (<10) grote bedrijven en ongeveer 70 kleine. In totaal gaat het om
ongeveer 400 schepen. De aandacht van de onderzoekers tijdens de Aquapol
controles (NL, D, B, FR, CH) richt zich primair op de grote ondernemingen en die
komen allemaal in Amsterdam.
3. Hetcollege gaf in 2017 aan om de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SZW), riviercruise en vakbond Nautilus te betrekken bij het ontwikkelen van
een Amsterdamse aanpak. Wat is hiervan uitgevoerd en wat was het resultaat?
Hoe kan het zijn dat de situatie sinds 2017 niet is verbeterd?
Antwoord:
De riviercruise markt is een complexe markt waar niet in alle gevallen een beroep
kan worden gedaan op de Nederlandse wet-en regelgeving. Primair zijn de
werkgevers verantwoordelijk voor naleving van wet- en regelgeving. Gebeurt dit
niet of onvoldoende dan zijn er diverse instanties betrokken bij toezicht en
handhaving, zoals de Inspectie SZW, de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT) en de politie. Hoewel de gemeente Amsterdam geen rol heeft als
handhavende instantie, heeft het college onderstaande acties ingezet of
ondersteund.
In 2017 is Amsterdam in gesprek gegaan met de Inspectie SZW, Nautilus
(internationale vakbond voor zeevarenden) en Aquapol (Europese associatie van
politieorganisaties m.b.t. handhaving en veiligheid op het water) over de aanpak
van misstanden. De organisaties voeren controles uit en de inspectie SZW heeft
ook boetes uitgedeeld. Inspectie SZW, Aquapol, Nautilus en de gemeente zetten
de werkzaamheden voort en kijken naar mogelijke extra acties.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer naart 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 september 2018
Op 20 september 2018 heeft een ronde tafel conferentie plaats gevonden, waarbij
riviercruise maatschappijen en vakbonden uit heel Europa om tafel zaten. Hier is
besproken dat de politie binnenkort op strafrechtelijk niveau gaat controleren. In
Duitsland worden nu de eerste strafrechtelijke onderzoeken opgestart. November
2018 zijn de betreffende diensten van de Aquapol expertgroep voor het eerst
samen gekomen met de Openbaar Ministeries van de betrokken landen om de
strafrechtelijke aanpak te bespreken en een internationale coördinatie te
ontwikkelen. De expertgroep heeft gezamenlijk besloten dat er nu twee sporen
ingezet worden bij misstanden; het arbeidsrecht en het strafrecht. Dit betekent dat
door strafrecht niet alleen het bedrijf maar ook een persoon specifiek
aansprakelijk gesteld kan worden.
Het college steunt de reeds genomen acties van het kabinet om zich in Europees
verband sterk te maken om fatsoenlijk werk voor werknemers binnen de EU te
bevorderen.
4. Kan het college aangeven of er nu daadwerkelijk sprake is van het overtreden
van de Nederlandse wet- en regelgeving en de arbeidswetgeving?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
5. Welke mogelijkheden gaat het college inzetten om een einde te maken aan het
overtreden van de wet- en regelgeving?
Antwoord:
Om het collegevoornemen ‘Amsterdam een stad waar goed werkgeverschap de
norm is’ te bewerkstelligen is het college momenteel bezig met het scherp in kaart
brengen en een goede afbakening wat het handelsperspectief van de gemeente
is kijkende naar ‘goed werkgeverschap’. De gemeente heeft in veel gevallen niet
de bevoegdheden of instrumenten om concrete misstanden op het gebied van
arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden aan te pakken. Zo ligt de
verantwoordelijkheid en expertise over het signaleren en handhaven in handen
van de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en bij werkgevers,
ondernemersverenigingen en belangenorganisaties. Met deze instanties en
organisaties wordt intensief overlegd om tot afspraken te komen en samen ‘goed
werkgeverschap te bevorderen.
Het Havenbedrijf heeft aangegeven bereid te zijn mee te denken hoe de
misstanden kunnen worden tegengegaan door in gesprek te gaan met de
Europese Brancheorganisatie van de Binnenvaart (EBU) en de Overkoepelende
Europese Werknemersorganisatie (EFT) over extra maatregelen om deze
misstanden in de branche tegen te gaan.
In de uitwerking van de bestuursopdracht riviercruisebeleid zal ‘goed
werkgeverschap’ als criterium worden toegepast.
Zie verder ook het antwoord op vraag 3.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer naart 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 september 2018
6. Het college zag in 2017 geen aanleiding om direct met de Inspectie SZW in
overleg te treden over misstanden. Gaat Amsterdam invloed uitoefenen op de
prioritering bij de Inspectie SZW van het controleren van riviercruiseschepen? Zij
hebben namelijk eerder laten weten dit niet als prioriteit te zien.
Antwoord:
De Inspectie SZW heeft laten weten dat zij de afgelopen jaren diverse
onderzoeken heeft uitgevoerd naar de naleving van arbeidswetgeving in de
binnenvaart, waaronder de riviercruisevaart. Dit heeft geresulteerd in diverse
bestuurlijke boetes die zijn opgelegd aan riviercruiserederijen voor overtreding
van de Wet arbeid vreemdelingen. Een aantal mogelijke overtredingen van de
Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt door de Inspectie nader
onderzocht. De Inspectie SZW heeft laten weten dat de aanpak van misstanden
in de riviercruisevaart blijvende aandacht heeft.
7. De fractie van de PvdA vindt dat goed en sociaal werkgeverschap een
voorwaarde moeten zijn om in Amsterdam zaken te mogen doen. Welke
mogelijkheden zijn er om deze voorwaarden op te nemen bij het
vergunnen/toestaan dat rederijen aanmeren in Amsterdam? Wij denken hierbij
aan vergelijkbare voorwaarden die op ons verzoek zijn opgenomen bij het
verstrekken van nieuwe hotelvergunningen.
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 5.
8. Op welke manier gaat Amsterdam overleggen met alle betrokken instanties en
ketenpartners om uitbuiting te voorkomen?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 5.
9. Zijn er signalen van mensenhandel met betrekking tot de riviercruise binnen
gekomen bij de gemeente Amsterdam? Indien ja, graag een toelichting wat
hiermee is gebeurd.
Antwoord:
Bij de gemeente Amsterdam zijn geen signalen van mensenhandel met
betrekking tot de riviercruise binnen gekomen. Bij het Amsterdams
Coördinatiepunt voor de opvang van slachtoffers mensenhandel zijn geen
(vermoedelijke) slachtoffers van uitbuiting op riviercruise schepen in de
ambulante hulpverlening of opvang bekend. Ook in het RIEC (Regionaal
Informatie en Expertise Centrum) en Port of Amsterdam zijn geen signalen naar
voren gekomen.
De gemeente werkt in de bestrijding van mensenhandel (arbeidsuitbuiting,
seksuele uitbuiting en criminele uitbuiting) nauw samen met diverse ketenpartners
als Inspectie SZW, politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst en IND in het
RIEC samenwerkingsverband.
Zie verder het antwoord op vraag 1.
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Jaz Gemeenteblad
ummer - =.
Datum 12 maart 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 september 2018
10. Zijn er bij de opvang van slachtoffers van mensenhandel in Amsterdam ook
mensen die bij riviercruiserederijen hebben gewerkt?
Zie het antwoord op vraag 9.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord sn
Samenwerkingsverband van bewoners uit Amsterdam Noord
contactadres: Voorsteven 8, 1034 SK Amsterdam tel: 020 6316682, http://www.ibw-n.nl,
[email protected]
Amsterdam, 23 mei 2017.
Aan het College van B&W van Amsterdam,
Aan de leden van de Commissie Wonen.
Betreft: Belofte College d.d. 08 februari 2016, kenmerk 16/654514
Geacht College en leden van de Commissie Wonen,
Het IBW-N heeft in de afgelopen jaren verschillende malen, middels o.a. notities, aandacht gevraagd
voor de verslechterende situatie van de voorraad sociale huurwoningen in Amsterdam. In november
2015 met de notitie “Is er perspectief voor een werkelijk “ongedeelde stad”? Vervolgens als reactie
op het antwoord van het College een notitie met up to date cijfers, die de verslechtering nog
zichtbaarder maakten. En eind februari van dit jaar de notitie: Eerlijke verdeling van schaarste bestaat
niet ! In deze notitie de laatste stand van zaken met up to date cijfers die opnieuw een teruggang van
de voorraad sociale huurwoningen in Amsterdam benadrukte, en opriep tot een aantal maatregelen op
zowel gemeentelijk als landelijk niveau en op het gebied van wooncorporaties en de particuliere
voorraad
Ondertussen is de Amsterdamse woonagenda 2025 verschenen. In deze woonagenda staan een
groot aantal punten en gaat u o.a. in op de ontwikkeling van de particuliere sociale woningvoorraad.
Zo stelt u:
p. 22: “Omdat de WOZ-waarde in Amsterdam zo hoog is, komen bijna alle vrijkomende particuliere
huurwoningen in de vrije sector. Alleen in de randen van de stad is dit nog niet het geval”.
Op pagina 32 staat het volgende:
“Uit de prognose blijkt verder dat het aantal gereguleerde huurwoningen door liberalisatie en verkoop
daalt tot 181.000 woningen in 2025. Dat is lager dan de 187.000 uit het Coalitieakkoord. Dit lagere
aantal komt doordat er minder particuliere huurwoningen in het gereguleerde segment overblijven dan
verwacht op het moment dat de samenwerkingsafspraken gemaakt werden. Dit komt door de sterke
stijging van de WOZ-waarde sindsdien waardoor huurwoningen eerder geliberaliseerd kunnen
worden.”
Dat het aantal particuliere huurwoningen sterker daalt dan aangegeven in de
samenwerkingsafspraken, en waardoor dit kwam, werd al door het IBW-N aangekondigd in haar
notities. Dit wordt nu bevestigt door het gestelde in de woonagenda 2025.
Het IBW-N drong, en dringt nog steeds, aan op openbreken van de samenwerkingsafspraken om met
de laatste, nieuwe gegevens tot nieuwe afspraken te komen en o.a. de verkoop en de verdere
liberalisatie van sociale huurwoningen per direct te stoppen.
In de beantwoording van het college op de notitie van het IBW-N van 08 februari 2016, kenmerk
16/64514(zie bijlage, blad1 onderste alinea) belooft het college:
Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord sn
Samenwerkingsverband van bewoners uit Amsterdam Noord
contactadres: Voorsteven 8, 1034 SK Amsterdam tel: 020 6316682, http://www.ibw-n.nl,
[email protected]
“Indien de ontwikkeling van de sociale huurwoningen van particulieren afwijkt van de
verwachting, treden we in overleg met de huurdersvereniging en corporaties.”
Het IBW-N is dan ook van mening dat het college haar belofte gestand moet doen en snel het initiatief
tot overleg moet nemen om de samenwerkingsafspraken aan te passen zodat deze beter aansluiten
bij de huidige situatie en cijfers. Omdat de huidige ontwikkelingen, door uzelf aangegeven in de
woonagenda 2025, geenszins nog kunnen verantwoorden dat verdere uitholling van de sociale
woningvoorraad een verdedigbaar beleid is.
Behoud van wat er nu is, o.a. door een onmiddellijke stop op de verkoop en liberalisatie van sociale
huurwoningen in alle wijken van Amsterdam, is daarbij een eerste stap, met daarnaast een forse
investeringsagenda om sociale nieuwbouw te realiseren.
Namens het initiatief voor Betaalbaar Wonen Amsterdam-Noord (IBW-N),
Wil van Zijl, secretaris
Han Wanders, woordvoerder
Bijlage: brief College 8 februari 2016
ec: AFWC en HA
Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord sn
Samenwerkingsverband van bewoners uit Amsterdam Noord
contactadres: Voorsteven 8, 1034 SK Amsterdam tel: 020 6316682, http://www.ibw-n.nl,
secretariaat@®ibw-n.nl
Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord sn
Samenwerkingsverband van bewoners uit Amsterdam Noord
contactadres: Voorsteven 8, 1034 SK Amsterdam tel: 020 6316682, http://www.ibw-n.nl,
secretariaat@®ibw-n.nl
Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord sn
Samenwerkingsverband van bewoners uit Amsterdam Noord
contactadres: Voorsteven 8, 1034 SK Amsterdam tel: 020 6316682, http://www.ibw-n.nl,
secretariaat@®ibw-n.nl
| Raadsadres | 5 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 607
Publicatiedatum 17 juni 2016
Ingekomen op 16 juni 2016
Ingekomen in raadscommissie ZS
Te behandelen op 13/14 juli 2016
Onderwerp
Amendement van de leden Van den Berg en Poorter inzake de Voorjaarsnota 2016
(cultuurparticipatie ouderen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Overwegende dat:
— _cultuurparticipatie (zelf muziek en theater maken, dansen, zingen, schilderen)
bijdraagt aan een langer en gelukkiger leven;
— veel ouderen nu niet in aanmerking komen met cultuur, terwijl veel bestaande
projecten laten zien dat cultuurparticipatie oftewel actieve kunstbeoefening
bijdraagt aan het verbeteren van welzijn;
— in het kader van de Ouderenvriendelijke stad het zinvol is te investeren in het
welzijn en de gezondheid van ouderen, met name om ook eenzaamheid tegen te
gaan;
— veel cultuurbeoefenaars en cultuurliefhebbers in deze tijd 65* zijn.
Besluit:
1. aan de Voorjaarsnota 2016 toe te voegen aan de paragraaf Economie en cultuur
(p.18-19):
“Cultuurparticipatie en actieve kunstbeoefening zorgt ervoor dat veel ouderen
langer actief meedoen aan de samenleving. Daarom investeert de gemeente de
komende jaren in projecten voor ouderen op het gebied van zang, theater, dans,
schilderen, muziek maken, etc. De gemeente wil zich hiermee concreet profileren
binnen de afspraken rond Ouderenvriendelijke stad. De gemeente maakt hiervoor
2 miljoen euro vrij voor de periode 2017-2020. Het AFK zal aanvragen voor
subsidies beoordelen en toekennen";
2. dit voorstel te dekken uit de verhoging van de toeristenbelasting.
De leden van de gemeenteraad
P.J.M. van den Berg
M.F. Poorter
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente
Amsterdam
% Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum : dinsdag 11 oktober 2022
Aanvang : 19.00 UUr
Locatie : raadzaal, 1° verdieping stadsdeelkantoor
Voorzitter : Michel Idsinga
Secretaris : Jochem Oostveen
Agenda
1. Opening en Vaststellen agenda 19.00
2. Bewoners aan het woord 19.05
3. Mededelingen 19.15
4. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 27 september 2022 19.20
5. a. Mondelinge vragen 19.25
-__dhr. Bakker (BIJ1) inzake Kinderarmoede
-__dhr. Heuvel (PvdA)
b. Moties
-_mw. Gharbharan (GL) inzake bord Bijlmerdijk
6. Ingekomen stukken 19.55
BESPREEKPUNTEN
Gevraagde adviezen
7. Ontwerpbestemmingsplan H-buurt midden (bespreken) 20.00
8. Rondvraag en sluiting 20.15
Ter kennisname:
Toezeggingenlijst SDC oktober 2022
| Agenda | 1 | train |
Het verbeteren van de
. IN (20) 26) (24) verkeersveiligheid is een
v N speerpunt in Amsterdam.
EN JN Met het Meerjarenplan
Blackspots Protocol locaties Niet-protocol Veilige Verkeersveiligheid
Infrastructuur Onderzocht Uitgevoerd (ernstig en dodelijk) locaties schoolomgevingen 2016-2021 (MJPV) richt
de gemeente zich op die
In voorbereiding In uitvoering 30.000 ‚ doelgroepen, die door
pn ® = Intelligent Speed Adaptation (ISA) m Pilot gedragsinterventies roodlichtnegatie = Doortrappen activiteiten voor 8 a nd A hun grote aantallen in de
4 m_Standaardisering verkeersveilig- m Geen fietspadpalen tenzij oudere op de fiets uitgedee'd DI Ran
. e … a er Te il . . handhavingsacties politie las EeE0
heidsmaatregelen maaltijd- =m Gedragstraining maaltijdbezorgers en =m Onderzoek vergevingsgezinde £ .
Hd bezorgers in samenspraak met G4 workshop ongevallen registratie trottoirbanden en kantmarkering 3.500 z-cards verspreid en/of hun kwetsbaarheid
. m Onderzoek conflicten fietsers-voetgangers op fietspaden met fiets verkeersregels onder aandacht verdienen. Per
Fietsers en voetgangers 51 fiets verhuurders
doelgroep nemen we
Campagnes uitgevoerd preventieve maatregelen
a Ingezet Campagnes uitgevoerd «P De week van het verkeer A
an. Va 2 ne necsniommenecp 09 op 28 locaties P_ Alcohol BOB Campagne Snelheid X Fietsverlichting AAN ongevallen te voorkomen
Snelheidsradar op ‘Î locatie Afleiding MONO VF Rij ballonvrij Westelijk Spaakbeknelling Veilig achterop N
nm 47 2 Flitspalen Stadhouderskade/Leidseplein in voorbereiding “Onze scholen zijn weer Havengebied P_ Afleiding MONO ik aah AAA Sd Se
Automobilisten en plaatsing van 2 flitspalen Stadhouderskade/F Bolstraat begonnen VL Fietshelden ontwerpwedstrijd het beïnvloeden van
gedrag door campagnes
en verkeerseducatie.
Deng meet voterbank 1.630 gecontroleerde ee ereen Ee Diamaest ia we ons
En op het contro eren van snor- en voertuigen Digita e! an avingsproe gere top op een veilige infrastructuur
| 3 bromfietsers op technische gebreken en de ee de snorfiets op rijbaan en fietspad Ten
À mm constructiesnelheid met behulp van een rollerbank BiBi voor ale doelgroepen.
E SA mW (eeeeseesses) 8 8 8 8 8 8 8 8
Snor- en bromfietsers BD ID IR ID IR IB «000
Scholen maken gebruik van het aanbod verkeerseducatie:
Dodehoeklessen op 122 verkeers- DE SCHOLEN ZIJN WEER BEGONNEN!
„e {25% ze {85% ze 41% 9 basischolen nn
Ee N = ij basisscholen
en z d 27% in 2020 > 73% in 2020 ae 32% in 2020 |
san geen B 115 ]
van de peuterspeelzalen van de basisscholen van de middelbare scholen 110 in 2020 Spandoek Ii
. . - . andoeken
Kinderen en jonge bestuurders en P I
Openbaar Vervoer Ulgevoerd In voorbereiding
GEA aA 2 Maatregelen in Nieuw-West uitge- m Proef met dode hoekstempels - Wo A tram mn nn
voerd n.a.v. schouw tramcorridor lijn uitgevoerd, attentiewaarde voor = Direct Vision % schoolstraat gerealiseerd,
mm A 17 op verkeersveiligheid vrachtwagens verbeterd 2 in voorbereiding
OV en vrachtverkeer
1.370 Ernsti den (inclusief dodelijk * Vanwege het ontbreken van recente
. . 1.291 VA ens bd ambulancedata, zijn er vanaf 2017 geen
950 1.070 1.060 ln 1.210 1.140 1.120 leen Lee 1.120 slachtoffers) (SWOV) SWOV-cijfers meer over het aantal ernstige
992 verkeersgewonden. Daarom gebruiken we
820 873 nn Ernstig gewonden (inclusief dodelijke nu de cijfers uit Monitor Handhaving Politie.
slachtoffers) (Monitor Handhaving * De Projectgroep Doodsoorzakenstatistiek
Politie®) van het CBS corrigeert jaarlijks het aantal
ereersdoden gi de Re
za at asis van extra bronnen en onderzoek. Sinds
ME} 22 pi 17 uk Dodelijk slachtoffers (Politie) april 2022 hebben wij beschikking over deze
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 BN bocerjke slachtoffers (CBS ** Ile
181142 30.05.2022 V4
e ® © ® . epe ©
Toelichting Monitor uitvoering maatregelen verkeersveiligheid 2021
d/mm\Á\
®
A
mE
_—
nn
Infrastructuur Ie © e 1e © >
â ® ® ® 1e Ds „Ân ®
Duurzaam veilig D. Mo Ei F3 Zo A N& UIN
Alle weggebruikers profiteren van een
veilige infrastructuur. Daarom is verkeers-
veiligheid een randvoorwaarde in alle in-
frastructurele projecten van de gemeente. .
Leidend hierbij zijn de landelijke richtlijnen Onderzoek fiets/fiets en Radarsnelheidsmeters gepland en werden alternatieven aange-
‘Duurzaam Veilig’. fiets/voetganger conflicten Op aanvraag worden in de hele stad bestuurders boden, zoals bij JONGleren en Blijf uit de
Het wordt steeds drukker op het fiets- Met belangengroeperingen zijn snelheidsradars en -informatiedisplays Dode Hoek! Het Theoretisch en Praktisch
Blackspots en voetpad. Fietsers en voetgangers gesprekken gevoerd over de geplaatst voor snelheidsmetingen en Schoolstraten Verkeersexamen zijn doorgegaan. Het
Een blackspot is een plaats waar veel zijn kwetsbaar, omdat ze zonder onderzoeksresultaten van pilots rondom beïnvloeding van de rijsnelheid. De me- Na een positieve pilot voor de zomer en is gelukt om bijna alle verkeerseducatie
verkeersongevallen plaatsvinden. Het bescherming deelnemen aan het verkeer. fiets/fiets en fiets/voetganger conflicten op tingen kunnen aanleiding vormen voor instemming van de buurt, is bij basis- doelstellingen te halen.
programma Verkeersveiligheid laat In 2021 zijn verschillende maatregelen VRI-geregelde kruisingen: welke stroom snelheidsremmende maatregelen of een scholen De Meidoorn en St. Jan een
jaarlijks een overzicht opstellen van de genomen: neemt of geeft voorrang onder welke gesprek met omwonenden. definitieve schoolstraat ingericht. Tijdens Week van het Verkeer
blackspots in de stad. De Werkgroep omstandigheden. Uitwerking volgt in het halen en brengen is de Chasséstraat In maart werd wederom een Week van het
Blackspots Amsterdam (WBA) heeft hierin Pilot gedragsinterventies nieuw uitvoeringsplan verkeersveiligheid. Camera's roodlichtnegatie/snelheid afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Verkeer georganiseerd. Een initiatief om
een onderzoeks-, advies- en toetsingsrol roodlichtnegatie Twee flitspalen op kruising Stadhouders- Eind oktober is een pilot schoolstraat van kinderen, ouders en scholen extra verkeers-
en werkt samen met de juridisch weg- Om roodlichtnegatie onder fietsers tegen Doortrappen voor ouderen op de fiets kade/Ferdinand Bolstraat zijn in werking 4 maanden gestart bij basisschool De bewust te maken. Gemeente Amsterdam
beheerder bij de aanpak van blackspots. te gaan, zijn diverse gedragsinterventies In 2021 is een kwalitatieve evaluatie getreden. Flitspalen op kruising Stad- Kaap. Pilot schoolstraten zijn in voorbe- bood basisscholen lespakketten aan. Op 39
Ook in 2021 is ruim voldaan aan de be- ontwikkeld. Eind oktober is een proef uitgevoerd. Wekelijkse fietsgroepen houderskade/Leidseplein zijn in voorbe- reiding bij de Elzenhagen en Catamaran. basisscholen zijn extra activiteiten georga-
stuurlijke toezegging in het MJPV om 15 gestart op vier verkeersonveilige zijn opgestart in Noord, Oost, West en reiding. niseerd zoals virtual reality-, fiets- en dode-
gevaarlijke locaties te onderzoeken en/ kruispunten in de stad: Apollolaan/ Nieuw-West. In elk stadsdeel is een kara- Veilige schoolomgevingen hoeklessen en pimp en check je fiets.
of uit te voeren per jaar. De WBA heeft Beethovenstraat, Frederiksplein/ vaan georganiseerd. AT5 en RTV Noord In 2021 zijn rondom 24 scholen knel-
daarnaast 12 keer advies opgesteld voor Westeinde, Kamerlingh Onneslaan/ Holland zonden een enthousiasmerende punten in kaart gebracht. Waar mogelijk
andere projecten/derden. Nobelweg en Stadhouderslaan/F. 10 delige docuserie uit. Veel verkeersonveiligheid onder snor- zijn aanpassingen voorgesteld voor
Bolstraat. fietsers is het gevolg van het risicoge- uitvoering van kansrijke infrastructurele Verkeersveiligheidsscan tramcorridor
Protocol locaties Vergevingsgezinde trottoirbanden drag van de bestuurder. In 2020 zijn maatregelen. Dat kunnen kleinschalige lijn 17 en 19
Na elk dodelijk ongeval wordt door de Geen fietspadpalen tenzij Onderzoek naar de nieuwe daarom vanuit het stedelijk handha- maatregelen zijn zoals het aanbrengen De routes van tram 17 en 19 zijn in 2020
WBA een onderzoek gedaan naar de In de stadsdelen zijn alle fietspaaltjes vergevingsgezinde standaard is vingsprogramma wederom acties uitge- van verkeersdrempels, het aanpassen geschouwd, samen met Vervoer Regio
infrastructuur. Ook na ernstige ongevallen beoordeeld en gecategoriseerd. Er afgerond. Uitwerking handboek Puccini voerd gericht op snor- en bromfietsers. van markering, het (ver)plaatsen van Amsterdam en GVB. Voor tram 17 zijn twee
die door de politie aan de WBA worden is gekeken of er paaltjes wegkunnen in 2022. fietsenrekken of het aanbrengen van maatregelen uitgevoerd in Nieuw-West.
voorgelegd gebeurt dit conform het pro- en/of aanpassingen nodig zijn ter Pilot camerahandhaving SNOR de markering ‘School’. Door Covid zijn Verdere uitvoering in 2022 en verder.
tocol afhandeling verkeersongevallen met verbetering van de verkeersveiligheid. In Intelligent Speed Adaptation (ISA) Digitale handhaving is ingezet in de schouwen bij 11 middelbare scholen
dodelijke en ernstige afloop. Indien nodig West en Noord zijn paaltjes verwijderd; Onderzoek naar de mogelijkheden om Cuyperspassage en bij de onderdoor- doorgeschoven naar 2022. Vrachtauto's
worden na een onderzoek versneld aan- verwijdering overbodige paaltjes in de invoering ervan te versnellen en pilots gang van het Rijksmuseum. Een pilot Voor de zomer is een experiment uitge-
passingen gedaan aan de infrastructuur. andere stadsdelen is in voorbereiding. uit te voeren. met digitale handhaving gericht op de Verkeerseducatie voerd met extra bebording voor vrachtwa-
snorfiets op de rijbaan en het fietspad zijn onervaren verkeersdeelnemers en gens en stempels op straat voor fietsers,
Risicolocaties Verkeersveiligheid Gedragstraining en ongevallendata startte in november. een kwetsbare doelgroep. Op 1 februari ter verhoging van de attentiewaarde van
Dit zijn locaties die als verkeersonveilig maaltijdbezorgers Inzet rollerbank acties is een nieuwe uitvoerder gekozen voor de dode hoek. Daarnaast worden op
gemeld zijn door bewoners, ondernemers In 2021 nam een groep Automobilisten zijn in de stad Ook in 2021 is ingezet op het controle- het educatie aanbod 0-18 in de gehele basisscholen dodehoeklessen gegeven,
en gebiedsteams. Locaties die objectief maaltijdbezorgers deel aan een voornamelijk als tegenpartij betrokken bij ren van snor- en bromfietsers op tech- Vervoerregio Amsterdam: een consorti- waarbij een chauffeur met een vuilniswa-
onveilige kenmerken bevatten worden online discussietraining over ongevallen met fietsers en voetgangers. nische gebreken en de constructiesnel- um van Verkeersplein Amsterdam, VVN, gen langskomt op de school. Verkeers-
nader onderzocht door de WBA en waar verkeersveiligheid. In juni vond een De meeste ongevallen met fietsers heid d.m.v. een rollerbank. Handhaving Team Alert en DTV. De aanbesteding veiligheid is speerpunt in de Logistieke
nodig aangepakt. verkennende workshop plaats over gebeuren door snelheidsverschillen, het & Toezicht en politie hebben 1630 voer- is samen met de VRA uitbesteed. De Strategie Amsterdam.
registratie van ongevallengegevens. ontbreken van vrijliggende fietspaden op tuigen gecontroleerd, waarvan circa 128 nieuwe uitvoerder startte in schooljaar
Niet protocollocaties Met het ministerie van l&W, G4 en 5Okmwegen en snelheidsovertredingen. een WOK-signaal (Wacht Op Keuring) 2021-2022. Direct Vision
Vanaf 2021 zijn deze IVM locaties toege- bezorgdiensten zijn gesprekken De raad stemde in met een verlaging van in het RDW-kentekenregister hebben Onderzoek naar Direct Vision en de
voegd aan programma Verkeersveilig- gevoerd over verkeersveiligheid en de maximumsnelheid van 50 naar 30 km gekregen. Het voertuig mag dan niet Corona mogelijkheden om de invoering ervan te
heid. Prioritering van maatregelen vindt arbeidsomstandigheden. per uur in grote delen van de stad per meer op de openbare weg rijden totdat Corona zorgde ook dit schooljaar versnellen voor het eigen wagenpark en
plaats in overleg met de stadsdelen. 2023. het opnieuw is gekeurd door de RDW. voor uitdagingen. Op veel scholen zijn bij opdrachten van de gemeente.
verkeerseducatie activiteiten opnieuw
5 5
er LT Kd eN Het verbeteren van de verkeersveiligheid is een speerpunt in Amsterdam. Het aantal ernstig doelstelling O verkeersdoden in 2050. In aanloop naar een nieuw uitvoeringsplan verkeersveiligheid hebben
ein | ein verkeersgewonden is een indicator voor de ontwikkeling van de verkeersveiligheid. In het Meerjarenplan we een aanscherping uitgevoerd, rekening houdend met de ambities uit het SPV 2030.
a Verkeersveiligheid 2016-2021 is vastgesteld dat Amsterdam streeft naar een daling van 25% van het aantal In het najaar vonden gesprekken plaats over verkeersveiligheidsthema’s in de stadsdelen, Weesp en
Ernstige verkeersgewonden verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden in 2020 ten opzichte van peiljaar 2010. met specifieke doelgroepen. Stadsbreed is daarnaast een online enquête gehouden. Het opgestelde
en -doden in Amsterdam In 2020 heeft de Rijksoverheid het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV 2030) gelanceerd, met als eindrapport en verzamelde data vormen input voor het nieuwe uitvoeringsplan.
| Onderzoeksrapport | 2 | train |
2x Es Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 26 september 2023
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): _ Vooren achternaam collegelid of -leden
Behandeld door Verkeer en openbare ruimte ([email protected])
Onderwerp Afdoening motie 455 van Asruf, Boosma, Alberts en Van Schijndel
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 20 juli 2023 heeft uw raad bij de behandeling van het
Voorkeursbesluit Vernieuwing Station Amsterdam Lelylaan motie 455 van de leden Asruf,
Boomsma, Alberts en Van Schijndel aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om in te
brengen bij de verschillende partners (met name ProRail) die betrokken zijn bij de vernieuwing van
station Lelylaan dat roltrappen noodzakelijk zijn en terug moeten komen in het definitieve ontwerp
van het station. Stadsdeel Nieuw-West heeft het college een ongevraagd advies gegeven met
dezelfde strekking.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie en het ongevraagd advies:
Het standpunt dat voldoende roltrappen moeten terugkomen is ingebracht in de stuurgroep met
directieleden van de projectpartners.
De projectpartners geven aan dat zij het belang van goed toegankelijk én comfortabel openbaar
vervoer herkennen en erkennen. Dit aspect zal ook nadrukkelijk meegenomen worden in de
afweging of en waar roltrappen terugkomen. Op dit moment is er echter nog geen volledig zicht
op de technische inpasbaarheid, de consequenties voor de duurzaamheid en de financiën van het
project. Bovendien willen de projectpartners de tijd nemen voor deze ook in hun ogen belangrijke
keuze en daarbij ook het maatschappelijk veld raadplegen.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld en komt op dit onderwerp terug zodra
de consequenties inzichtelijk zijn gemaakt.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
(Ar 12 IN ,
KAD)
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
| Motie | 1 | discard |
2% Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 2 december 2021
Ingekomen onder nummer 824
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Bloemberg-Issa inzake herontwikkelen van sportpark
Spieringhorn (geen school in de Hoofdgroenstructuur)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de herontwikkelen van sportpark Spieringhorn (VN2021-
030681).
Constaterende dat:
— _ sportpark Spieringhorn behoort tot de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam;
Overwegende dat:
— de Hoofdgroenstructuur geen geschikt zoekgebied is voor (uitbreiding van) scholen.
Besluit:
Beslispunt 3 van het ontwerp-besluit Instemmen met de afwijken van het TAC-advies ten
behoeve van de herontwikkeling van sportpark Spieringhorn, luidende:
“In te stemmen met het afwijken van het negatieve TAC-advies ten behoeve van de
realisatie van de alles-in-één school vanwege de relatie met de gebiedsontwikkeling
Sloterdijk-Centrum, de meerwaarde van een dergelijke school in het sportpark en de
kwaliteitsslag”,
te vervangen door de volgende tekst:
“Niet ín te stemmen met het afwijken van het negatieve TAC-advies ten behoeve van de
realisatie van de alles-in-één school vanwege de relatie met de gebiedsontwikkeling
Sloterdijk-Centrum, de meerwaarde van een dergelijke school in het sportpark en de
kwaliteitsslag. Er wordt niet gebouwd in de Hoofdgroenstructuur."
Indiener
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 276
Publicatiedatum 13 april 2017
Ingekomen onder H
Ingekomen op woensdag 5 april 2017
Behandeld op woensdag 5 april 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Dijk inzake het bestemmingplan Noord/Zuidlijn De Pijp
(uitsluiten van shishalounges).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer u voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 227).
Constaterende dat:
— in het voorliggende bestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp geen algemeen
gebruiksverbod voor shishalounges is opgenomen.
Overwegende dat:
— het voorontwerpbestemmingsplan De Pijp wel een algemeen gebruiksverbod voor
shishalounges kent;
— het de planologische helderheid ten goede komt als in de gehele Pijp nieuwe
shishalounges niet mogelijk zijn;
— hettoestaan van nieuwe shishalounges ongewenst is, mede met het oog op
veiligheid.
Besluit:
— in het voorliggende bestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp onder Artikel 17.2
Gebruiksverbod (pagina 44 van de Regels en Toelichting) lid b als volgt te
wijzigen: ‘als automatenhal, belwinkel, geldwisselkantoor, shishalounge,
seksinrichting, smartshop en massagesalon’;
— het bestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp verder dienovereenkomstig aan te
passen.
Het lid van de gemeenteraad
T.W. Dijk
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 10 mei2023
Ingekomen onder nummer 177
Status Verworpen
Onderwerp Protocol Handhaving thema sancties
Onderwerp
Protocol Handhaving Integriteit politieke ambtsdragers
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Protocol Handhaving Integriteit politieke ambtsdragers:
Overwegende dat:
- uit het Protocol volgt dat de burgemeester noch de gemeenteraad jegens een raadslid een
sanctie kan opleggen;
- het nogthans voor wat betreft het spreek- en stemrecht passend is dit in het Protocol tot
uitdrukking te brengen.
Besluit:
1. het Protocol Handhaving Integriteit politieke ambtsdragers vast te stellen, met dien verstande
dat op:
-__pagina 4, 4°° bullit van boven, na de laatste zin de volgende zin wordt toegevoegd: “Bij een
raadslid kan de geadviseerde sanctie niet bestaan vit het opwerpen van belemmeringen voor
de uitoefening van het spreek- en stemrecht in de vergaderingen van de gemeenteraad en
raadscommissies”.
Indiener(s),
A.H.J.W. van Schijndel
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
| Motie | 2 | discard |
AGENDA (concept)
Raadscommissie LEEFOMGEVING
Datum: Dinsdag 14 mei 2013
Aanvang: 20.00 uur
Zaal: Raadzaal, stadsdeelhuis Buikslotermeerplein 2000
Blok A Procedureel
Nr. [Onderwerp ________________________\Nadereinfo
Opening/Mededelingen DO
Vaststellen agenda Ter vaststelling
3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde
onderwerpen
Verslag 12 maart 2013 Ter vaststelling
Openstaande toezeggingen
6. _ [Mededelingen portefeuillehouder(s
Blok B Bespreking beleidsonderwerpen
Nr. [Onderwerp ________________________\Nadereinfo |Regnr.
7. _|Programmajaarrekening 2012 Ter advisering 5897
programma 3. Verkeer en Infrastructuur
programma 9. Openbare Ruimte en Groen
Parkeervoorstellen 2013 Ter advisering 5913
Nota 'Actualisering parkeerbeleid stadsdeel Noord,
gemeente Amsterdam 2013-2017
9. [Oosveer_ | Terbesprekng | _________
Voortgangsrapportages moties Terbespreking | ___ |
Blok C Algemeen
‚Nr. [Onderwerp
Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering
zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924 of raadsgriffie @noord.amsterdam.nl. De raads- en
commissievergaderingen worden live uitgezonden via internet. De uitzending is ook achteraf te raadplegen.
www.noord.amsterdam.nl/deelraad
| Agenda | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam AZF!
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid, OZK
Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving,
x Raadsaangelegenheden, Communicatie en de Raadscommissie voor Onderwijs,
Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur, Monumenten
en Lokale Media
Agenda, woensdag 11 mei 2011
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare gezamenlijke vergadering van de
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid,
Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving,
Raadsaangelegenheden, Communicatie en de Raadscommissie voor Onderwijs,
Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur, Monumenten en
Lokale Media
Tijd 09.00 tot 12.00 uur
Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
Openbare Orde en Veiligheid / Jeugdzaken / Zorg en Welzijn
4 Rapport commissie Gunning
e _Hetrapport van de commissie Gunning en de brief van 18 april 2011 van de
burgemeester namens de Vierhoek, het College en de dagelijkse besturen van de
stadsdelen zijn reeds in uw bezit.
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 1 juni 2011).
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
| Agenda | 1 | train |
RAADSADRES
Aan het Stadsdeelraad Centrum
T.a.v. Voorzitter Dagelijks Bestuur, Mvr. E. Iping
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Amsterdam, 18 januari 2010
Betreft: verzoek behandeling in: Raadsvergadering van Stadsdeel Centrum op 28 januari 2010, punt:
Investeringsbesluit / Stedenbouwkundig Programma van Eisen Nieuwe Oostenburgerstraat
Geachte mevrouw Iping,
Hierbij vragen wij uw aandacht voor het volgende. Het DB van Stadsdeel Centrum heeft onlangs haar
goedkeuring gegeven voor de aanheling van twee kopse panden tegen het Oostenburgercomplex in de
Nieuwe Oostenburgerstraat. Deze panden zijn begin jaren °70 afgebroken vanwege verzakking.
Het Oostenburgercomplex is een historisch complex, daterend uit 1873 en ontworpen door architect A.L.
Van Gendt. Het heeft de status van stedelijkmonument. Op dit moment ondergaan de panden een
hoogwaardige renovatie door de Alliantie Amsterdam.
Het plan van het Stadsdeel en de goedkeuring die zij de Alliantie geven om nieuwbouw aan te palen aan ons
historische panden, stuit bij het Platform oostenburgercomplex (gesprekspartner van de Alliantie) en de
Bewonerscommissie “Hart voor Oostenburg’, op grote weerstand. Wij hebben een aantal zwaarwegende
argumenten waarom de geplande nieuwbouw geen doorgang mag vinden.
Architectuur
Vanuit architectonisch oogpunt zijn wij van mening dat nieuwbouw op de koppanden van dit complex geen
enkele toegevoegde waarde heeft voor wat betreft de historie en de oorspronkelijke structuur. Integendeel,
deze nieuwbouw zal slechts afbreuk doen aan het nu bestaande, historische aanzicht. In verband met de
renovatie van het Oostenburgercomplex heeft Bureau Monumentenzorg Amsterdam, de Alliantie terecht
strenge eisen gesteld ten aanzien van aanpassingen aan interieur en exterieur. De gevels en de detaillering
daarvan moeten van BMA monumentwaardig- en in originele staat hersteld worden. Dit is ook de reden
waarom aan de Alliantie geen vergunning is verleend om, aan een groot aantal bestaande woningen (blok L.),
balkons te bouwen. Dit geldt evengoed voor de aanvraag van serres die zijn afgewezen.
Wij zien het daarom als een discrepantie dat “het aanmetselen’ van nieuwbouw, die ook nog smaller uit zal
vallen, wél op goedkeuring van het Dagelijks Bestuur kan bogen. Om een metafoor van een van de bewoners
te gebruiken: “het is als een ongewenste prothese aan een geamputeerd lichaam”.
Lichtinval
Door aanbouw van de nieuwe panden zal de lichtinval in onze smalle en dicht op elkaar staande
woonblokken ernstig afnemen. De bestaande woningen, die achter de nieuwe panden komen te liggen, zullen
hierdoor een grote reductie van daglicht ondergaan. Men heeft dan wel een gerenoveerde woning die aan de
normen van deze tijd voldoet, maar qua licht en uitzicht, wordt men teruggeworpen in de negentiende eeuw.
Openbare ruimte
Door nieuwbouw te plegen op beide hoeken van de Nieuwe Oostenburgerstraat zal terplekke een deel van de
groene, openbare ruimte verdwijnen. Deze openbare ruimte rondom het Oostenburgercomplex bestaat al
vanaf de jaren °70 en vervult een unieke- en een sociaalcontact bevorderende functie! Ondanks de huidige
slechte staat, door gebrek aan onderhoud en de lage kwaliteit van de inrichting, heeft het een grote
gebruikswaarde voor de bewoners van Oud-Oostenburg en omgeving. Het is een ontmoeting- en
recreatieplek voor openbare filmavonden, buurtfeestjes, waar kinderen nog veilig kunnen spelen en rustpunt.
Voor bewoners die geen eigen buitenruimte hebben wordt deze plek ervaren als: ‘het balkon van de buurt’!
Zoals beschreven in het Structuurplan Amsterdam: “De binnenstad moet op lange termijn een gebied blijven
met een mix van functies, ongeveer zoals dat nu het geval is. Voorkomen moet worden dat wonen teveel gaat
domineren. De binnenstad en de gordels daaromheen hebben baat bij investeringen in de kwaliteit van de
openbare ruimte, water en groen, met onder andere ‘postzegelparken’ en binnentuinen.” En: “Het streven is
om het vloeroppervlak van de verschillende soorten functies ongeveer te handhaven op het huidige niveau.”
Wij onderschrijven deze stelling volledig!
NB. Te uwer informatie: het aantal woningen op Oud-Oostenburg, te weten in de Oostenburgervoorstraat
perceel 63 t/m 77 ( zie bijgevoede plattegrond) zal in de toekomst uitgebreid worden met 16 woningen.
Plannen voor de eerste acht woningen liggen klaar en zullen worden gebouwd door grondeigenaar Dhr.
Orsouw.
De tot nu toe gevoerde procedure
1. Op 27 november 2007 is er een voorlichting- en inspraakavond gehouden door het Stadsdeel Centrum
betreffende nieuwbouw aan de koppanden van het Oostenburgercomplex en de herinrichting van o.m. de
groenstrook. De aanwezige bewoners hebben zich toen, op een persoon na die buiten het woongebied
woonde, unaniem tegen het toenmalige voorstel gestemd.
2. Op het schrijven van een aantal buurtbewoners later, waarin opgenomen de zienswijzen en
tegenargumenten van deze plannen, hebben zij nooit reactie ontvangen. Op 17 december 2009 heeft het Huis
van de Buurt om nadere informatie verzocht inzake besluitvorming door het Dagelijkse Bestuur over de
koppanden. Dit, na aanleiding van een alerte buurthuismedewerker die een persbericht hierover had gelezen!
Als excuus voor het uitblijven van een reactie werd o.m. aangevoerd dat er nog geen beslissing was genomen
over de plaats van de Bandenboot. Voor de helderheid: de beslissing over afbouw, opslag, renovatie en
verplaatsing van de Bandenboot werd al in maart 2009 genomen en in mei 2009 gerealiseerd.
3. Sinds 2007 hebben de bewoners, anders dan over afbouw en herplaatsing van de Bandenboot in de
toekomst, niets meer van de herinrichting van de openbare ruimte vernomen. Ook op de
Platformvergaderingen met Wooncoorperatie De Alliantie in het afgelopen jaar, is de bouw van de
koppanden niet meer ter discussie gesteld.
Zoals gesteld: de buurtbewoners werden pas eind 2009 door het Huis van de Buurt op de hoogte gebracht
van het besluit van het Dagelijkse Bestuur om de koppanden te herbouwen.
Samenvatting en verzoek
Gezien bovenstaande bezwaren tegen de nieuwbouw aan de kopse panden en de gevoerde procedure,
verzoeken wij u niet in te stemmen met het Investeringsbesluit / Stedenbouwkundig Programma van Eisen in
de Nieuwe Oostenburgerstraat.
Oorspronkelijke situatie Oud-Oostenburg voor de renovatiewerkzaamheden
Hf WE 3 5 7 9 NB 5 U 19 &
É | | En Hed E ed : neen Í - hanne 5 en Î
HAES Oo: Oe
DA & : 8
ee Nieuwe Oostenburgerstraat B un am .
PE 5 ‚ OO ‚ ® | fn Re '
7 84 6 8 WW | 14 16 18 20E Se
di 5 Bi 4% 8 "
El © TTT TTT 8 a
“Baj O' an 9
B ie Ls EE
gal „57 59 61 | 79
Oostenburgervoorstraat
Bee struiken en bomen
ME water
portiershuisje
Ee bankjes
GC voormalige plek Bandenboot
Bezoekadres x Gemeente Amsterdam
Amstel 1
Kort PN Amsterdam Stadsdeel Centrum
Postbus 202 x Sector Bouwen en Wonen
1000 AE Amsterdam Afdeling Regie an Beleid
Telefoon 14 020 x
Fax 020 552 4433
www centrum. amsterdam.nl ( Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum Û q AFK. tui
Ons kenmerk (io "466 D)
Uw kenmerk
Behandeld door Nico Karsijns
Rechtstreekse nummer 020 552 4736
Faxnummer 020 552 4695
Bijlage
| Onderwerp Beantwoording raadsadressen Investeringsbesluit Nieuwe Oostenburgerstraat
Geachte mevrouw V
In verband met het investeringsbesluit Nieuwe Oostenburgerstraat e.o. hebt u twee
brieven aan de stadsdeelraad van stadsdeel Centrum gestuurd.
Uw brief van 18 januari 2010 is betrokken bij de behandeling van het investeringsbesluit in
de commissie Bouwen, Wonen en Stedelijke Ontwikkeling van 4 februari 2010. Uw brief
van 15 februari 2010 is betrokken bij de behandeling in de stadsdeelraad van 18 februari
2010. In beide gevallen is besloten dat het dagelijks bestuur uw brieven beantwoordt.
In beide brieven maakt u bezwaar tegen het investeringsbesluit Nieuwe
Oostenburgerstraat en u verzoekt de stadsdeelraad om niet in te stemmen met het
voorgenomen besluit. In deze brief zuilen wij ingaan op het besluit van de stadsdeelraad
en het vervolg van dit project.
Besluit stadsdeelraad
De stadsdeelraad van stadsdeel Centrum heeft op 18 februari 2010 het
investeringsbesluit Nieuwe Oostenburgerstraat behandeld. Voorafgaand aan deze
vergadering en de voorbereidende commissievergadering hebben insprekers hun
bezwaren op het plan kenbaar gemaakt. Na discussie heeft de stadsdeelraad met een
meerderheid ingestemd met het investeringsbesluit. Ook heeft de stadsdeelraad een
motie aangenomen, waarin is opgenomen dat de uitbouw aan de achterkant van het
zuidelijke bouwblok komt te vervallen en dat het dagelijks bestuur gaat onderzoeken of
een verlies van openbare ruimte gecompenseerd kan worden door het creëren van
drijvende tuinen in de Wittenburgervaart.
À Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 44 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein
Gemeente Amsterdam
Stadadeel Centrum
Pagina 2 van 2
Vervolg
De stadsdeelraad heeft met het instemmen met het investeringsbesluit ook het
stedenbouwkundige programme van eisen (SPvE) vastgesteld. Dit SPvE wordt
overgenomen in het bestemmingsplan Oostelijke Eilanden, waarvan het ontwerp van 26
februari Um 8 april 2010 ter inzage ligt.
Het stadsdeel gaat nu op zoek naar een partij om de nieuwbouw te ontwikkelen. Deze
partij maakt het ontwerp en zal een bouwvergunning aanvragen. Vervolgens wordt gestart
met de realisatie van de koppen. Om zoveel mogelijk overlast te voorkomen heeft het de
voorkeur om gelijktijdig of aansluitend aan de renovatiewerkzaamheden van compiex
Oostenburg te beginnen met de nieuwbouw voor de koppen.
In de tussentijd wordt gestart met het ontwerp voor de openbare ruimte. Bij dit
| ontwerpproces wordt ook de buurt betrokken. Dan zat ook bekeken worden of sen
drijvende tuin gerealiseerd kan worden.
| Wij hopen dat wij u met deze brief voldoende hebben geïnformeerd,
met vriendelijke groeten,
het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum,
(usb, |
Anneke Eurelings Els \ping
Secretaris voorzitter
| Raadsadres | 5 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1234
Datum indiening 7 november 2018
Datum akkoord college van b&w van 2 juli 2019 m.i.v. wijzigingen
wijzigingen 9 juli 2019 akkoord
Publicatiedatum 10 juli 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Bloemberg-lssa, Mbarki, Timman,
Blom, Flentge, Yilmaz, Simons en Ceder inzake de inmenging van Shell in
het onderwijs
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Shell heeft verschillende educatieve programma’s voor leerlingen en
nascholingscursussen voor docenten om ervoor te zorgen dat kinderen met
informatie gevoed worden dat de wereld tot ver in de toekomst niet zonder fossiele
brandstoffen kan. Volgens vragenstellers is dit een slinkse duw in de verkeerde
richting en een vorm van kindermarketing. Shell zaait bewust twijfel over de noodzaak
van de energietransitie en de haalbaarheid van het Klimaatakkoord van Parijs, terwijl
het bedrijf zelf belang heeft bij vertraging van de energietransitie. De fracties van de
Partij voor de Dieren, PvdA, D66, GroenLinks, SP, Denk, BIJ1 en de ChristenUnie
vinden dat de wethouder er alles aan moet doen om Shell uit de Amsterdamse
klaslokalen te weren.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Bloemberg-lssa, Mbarki, Timman, Blom,
Flentge, Yilmaz, Simons en Ceder, respectievelijk namens de fracties
van Partij voor de Dieren, PvdA, D66, GroenLinks, SP, DENK, BIJ en Christeninie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college bekend met de inmenging van Shell in het Nederlands
onderwijs en wat vindt het college hiervan?
Antwoord:
Ja, het college is bekend met projecten van Shell gericht op het onderwijs.
Technisch geschoold personeel is schaars en de vraag ernaar zal in de komende
jaren alleen maar toenemen. Tegelijkertijd daalt de interesse onder jongeren om
een technische opleiding te gaan volgen en constateert het bedrijfsleven dat het
opleidingsniveau van beroepsopleidingen, de vaardigheden en de kennis van
leerlingen onvoldoende aansluiten op hun kwaliteitseisen en de innovatiewensen
van hun opdrachtgevers.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1234 Schriftelijke vragen,
atum 10 juli 2019
Gezien de ondertekening van het klimaatakkoord van Parijs ligt het in de rede dat
bedrijven in de fossiele brandstoffenindustrie een omslag gaan maken naar
hernieuwbare energiebronnen. Tegelijkertijd zullen fossiele brandstoffen in de
komende decennia nog onderdeel uitmaken van de mondiale energiemix en zullen
er geschoolde werknemers nodig zijn die dit werk kunnen en willen doen. Liefst op
een wijze die het klimaat zo weinig mogelijk belast.
Tegen die achtergrond heeft het basisonderwijs vanaf 2020 de plicht te voorzien in
aandacht voor Wetenschap & Techniek in het curriculum, een landelijk
vastgestelde ambitie. Deze ambitie is neergelegd in onder andere het
Techniekpact, het actieplan Kiezen voor Technologie en het Bestuursakkoord
tussen de PO-raad en staatssecretaris OCW. De gemeente Amsterdam sluit aan
bij het landelijk geformuleerde uitgangspunt (Techniekpact) dat iedere school in
het basis- en voortgezet onderwijs voor ondersteuning bij het aanbieden van
wetenschap en techniek terecht kan bij aanbieders uit de praktijk, onder meer
vanuit het bedrijfsleven.
In 2013 kreeg het landelijk Techniekpact een Amsterdamse vertaling met het
Masterplan Techniek Amsterdam. Dit is het samenwerkingsverband tussen het
technisch bedrijfsleven, het beroepsonderwijs (vmbo, mbo en hbo) en de
gemeente. Dit zorgt ervoor dat de leerlingen in het voortgezet onderwijs een
goede oriëntatie krijgen op mbo en hbo opleidingen. En ook op de
loopbaanperspectieven in techniek en technologie op alle niveaus. Via de
technologieroute oriënteren leerlingen zich op de verschillende sectoren, via
workshops, excursies, gastlessen en bedrijfsbezoeken. Ook worden doorlopende
leerlijnen tussen de verschillende onderwijssoorten gecreëerd. Vanuit de
Uitvoeringsagenda Onderwijs-Arbeidsmarkt (op 13 maart 2019 door de raad
vastgesteld) wordt de komende jaren ingezet op het verder versterken van het
samenwerkingsverband Masterplan Techniek.
Onderdeel hiervan is ook de inzet (van de gemeente) om kinderen (en
leerkrachten) al vroeg te interesseren voor Wetenschap & Techniek (W&T).
Hiervoor heeft het college 16 oktober 2018 besloten om het Actieplan Wetenschap
& Technologie op Koers!” (2016-2018) met een jaar te verlengen tot eind 2019.
Het Actieplan geeft een impuls om Wetenschap & Technologie structureel en
verankerd in het primair onderwijs aan te bieden. Doelstelling is dat er uiteindelijk
100 basisscholen een passende vertaling van W&T naar hun onderwijs maken.
Daarnaast ondersteunt de gemeente het initiatief dat de Amsterdam Economic
Board heeft genomen om samen met onderwijsinstellingen te komen tot het
manifest Circulair Onderwijs! Dit manifest is op 7 februari 2019 getekend door
onderwijsinstellingen van primair tot wetenschappelijk onderwijs. Door het tekenen
committeren deze partijen zich aan de afspraak dat zij het gedachtengoed van de
circulaire economie opnemen in het curriculum, dat het thema centraal staat in de
relevante opleidingen en dat het verankerd wordt in de missie en visie van de
instelling. Tot slot committeren ze zich aan de plannen die aan het manifest
worden toegevoegd en waarin beschreven staat hoe iedere onderwijsinstelling dit
manifest implementeert, opgezet rond de principes en de verschillende rollen van
het onderwijs.
1 https://www.amsterdameconomicboard.com/circulairmanifest
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteblad R
Nummer 1234 Schriftelijke vragen,
atum 10 juli 2019
De gemeente stimuleert ook via de MBO-Agenda 2019-2023 en de
Uitvoeringsagenda Aansluiting Onderwijs-Arbeidsmarkt 2019-2022 de ontwikkeling
van opleidingen en projecten in het onderwijs die zich richten op de
energietransitie.
De ambities van de MBO-Agenda zijn toekomstbestendig middelbaar
beroepsonderwijs en een optimale schoolloopbaan voor mbo-studenten door
onder andere te investeren in onderwijsinnovatie en vernieuwing van het
curriculum en door de samenwerking onderwijs-werkveld te intensiveren’.
Het college vindt nadrukkelijk dat Amsterdamse kinderen moeten worden
meegenomen in de gevolgen van klimaatverandering.
Oneigenlijke marketing door Shell is niet gewenst en het college zal daar streng
op toe zien.
2. Is het college bereid om haar steun uit te spreken voor de petitie ‘Stuur Shell
de klas uit' voor fossielvrij onderwijs”?
Antwoord:
Nee, zie antwoord op vraag 1. Voor het college is het evident dat het bedrijfsleven
een grote rol vervult in het enthousiasmeren van jongeren voor techniek en
techniekonderwijs. Om te voorkomen dat de inbreng van het bedrijfsleven leidt tot
oneigenlijke sponsoring, hebben het ministerie van OCW, de PO-raad, de VO-
raad, Aob, de landelijke ouderraad, VNO-NCW, MKB Nederland, de Groep
Educatieve Uitgeverijen en het Landelijk Aktie Komitee Scholieren het convenant
‘Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring’ ondertekend.”
Klachten met betrekking tot oneigenlijke marketing in lesmateriaal kunnen op basis
van dit convenant worden ingediend bij de Reclame Code Commissie.
3. Is het college bekend met de nascholing die Shell aan docenten aanbiedt?
Zo ja, wat vindt de wethouder hiervan en wordt deze nascholing ook
aangeboden aan Amsterdamse leraren?
Antwoord:
Ja, het college is bekend met de nascholing die wordt aangeboden door Shell.
Voor leerkrachten in het primair onderwijs biedt Shell geen na/bijscholing.
Voor VWO/HAVO docenten organiseren zij een Masterclass van 4 avonden op
locatie. Dit wordt aangeboden en gecoördineerd door de VU, Bêtapartners en de
ITS academy. Voor VMBO/MBO docenten organiseert Shell een Masterclass van
2 avonden op Pernis en Moerdijk in samenwerking met TECHForce te Rotterdam.
Naast Shell zijn er veel bedrijven waar leerkrachten een kijkje in de keuken kunnen
nemen zodat zij een indruk krijgen van de praktijk. Dit wordt vanuit het ministerie
van OCW ook gestimuleerd.
Het is het college onbekend of Amsterdamse leerkrachten gebruik maken van
deze nascholing.
2 https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/onderwijs-leerplicht/amsterdamse-mbo/
® https://www.rijksoverheid.nl/documenten/convenanten/2009/02/24/convenant-scholen-
voorprimair-en-voortgezet-onderwijs-en-sponsoring
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1234 Schriftelijk
Datum _ 10 juli 2019 chrmte'ijke vragen,
Toelichting door vragenstellers:
Shell organiseert al een aantal jaar Generation Discover in Den Haag, een
evenement dat zich voornamelijk richt op leerlingen uit het basisonderwijs. Shell
gebruikt het evenement om een nieuwe generatie warm te maken voor fossiele
industriële activiteiten en afgelopen oktober hebben zo’n vijfduizend leerlingen uit het
hele land deelgenomen aan dit evenement. In Den Haag boycotten al tientallen
basisscholen het door Shell georganiseerde techniekfestival Generation Discover en
heeft de gemeente haar subsidie ingetrokken.
4. Is het college ervan op de hoogte of Amsterdamse leerlingen hebben
deelgenomen aan Generation Discover?
Antwoord:
Nee, het college is hiervan niet op de hoogte. Het staat individuele leerlingen vrij
deel te nemen aan evenementen die voor hen worden georganiseerd.
NB: Navraag bij de gemeente Den Haag leert dat de subsidie aan het evenement
niet is ingetrokken door de gemeente, maar dat Shell voor 2018 geen nieuwe
aanvraag heeft gedaan voor subsidie ter ondersteuning van het Generation
Discover Festival.
5. Is er gemeentelijke subsidie verbonden aan het evenement Generation
Discover of andere op het onderwijs gerichte projecten van Shell?
Antwoord:
Nee, er is geen gemeentelijke Onderwijs subsidie verbonden aan projecten van
Shell.
6. Worden er vertegenwoordigers van de gemeente afgevaardigd naar dit soort
evenementen?
Antwoord:
Nee, het evenement is gericht op scholen en leerlingen.
7. Is het college bereid, zich ervoor in te zetten dat er vanuit Shell in
Amsterdam geen scholen- en kinderactiviteiten over techniek en
duurzaamheid georganiseerd worden waarin het zijn pro-fossiele boodschap
mag propaganderen?
Antwoord:
De wethouder kan individuele scholen en leerlingen niet verbieden deel te nemen
aan evenementen die worden georganiseerd door bedrijven of vanuit particuliere
initiatieven. Graag verwijzen we ook naar de beantwoording van Kamervragen
over dit onderwerp’.
* https://zoek.officielebekendmakingen..nl/ah-tk-20162017-2608.html en
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2018/04/1 O/kamerbrief-over-
invloed-van-de-fossiele-industrie-op-het-onderwijs
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1234 Schriftelijk
Datum _ 10 juli 2019 chrmte'ijke vragen,
Toelichting door vragenstellers:
Generation Discover vertrekt uit Den Haag en Shell gaat met het evenement op
tournee door de rest van het land. In 2017 organiseerde Shell in Amsterdam nog het
evenement Bright ldeas Hub op het Marineterrein in Amsterdam.
8. Kan het college toezeggen dat Generation Discover niet welkom is in
Amsterdam?
Antwoord:
Bedrijven die een aanbod hebben voor het onderwijs dienen zich te houden aan
het convenant ‘Sponsoring in het onderwijs’. Zolang bedrijven zich hieraan
houden, ziet het college geen aanleiding ze te weren.
9. Is het college bereid om geen ruimte meer beschikbaar te stellen, ook niet
via bureau Marineterrein?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 8.
Toelichting door vragenstellers:
Uit een artikel in NRC Handelsblad van 29 oktober jongstleden blijkt dat deelnemers
aan Generation Discover van Shell in Den Haag een geheimhoudingsverklaring
moesten ondertekenen voordat zij mee konden doen aan dit evenement. Met het
ondertekenen van de geheimhoudingsverklaring stemden deelnemers in dat ze de
inhoud van Generation Discover vertrouwelijk behandelen en dat beeldmateriaal van
de deelnemers gebruikt mag worden voor commerciële doeleinden.
10. Deelt het college de maatschappelijke verontwaardiging over het feit dat
Shell kinderen vraagt dit soort verklaringen te tekenen en hoe beoordeelt
het college deze geheimhoudingsverklaringen?
Antwoord:
Bij navraag is gebleken dat Shell niet heeft gevraagd aan kinderen om een
geheimhoudingsverklaring te tekenen. Wel is Shell, in verband met de nieuwe
privacywetgeving, wettelijk verplicht formulieren te gebruiken waarin
voorwaarden voor het nemen van foto’s staan opgenomen. Alleen die kinderen
zijn gefotografeerd waarvan de ouders toestemming hebben gegeven voor het
maken en gebruiken van foto’s, en alleen deze foto's zijn gebruikt in
mediaberichten.
11. Is het college ervan op de hoogte of Amsterdamse leerlingen deze
geheimhoudingsverklaringen hebben ondertekend?
Antwoord:
Het is onbekend of Amsterdamse leerlingen aan het evenement Generation
Discover hebben deelgenomen en dus ook of er in dat geval formulieren zijn
ondertekend door ouders met betrekking tot het maken en gebruiken van
beeldmateriaal.
> https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/financiering-
onderwijs/documenten/brochures/2015/06/01/spelregels-sponsoring-op-scholen
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Taa Gemeenteblad
ummer = en
Datum 10 juli 2019 Schriftelijke vragen,
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
X Gemeente
Amsterdam
% Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum : dinsdag 21 februari 2023
Aanvang - 19.00 UUr
Locatie : raadzaal, 1° verdieping stadsdeelkantoor
Voorzitter : Michel Idsinga
Secretaris : Jochem Oostveen
Agenda
1. Opening en vaststellen agenda 19.00
2. Bewoners aan het woord 19.05
3. Mededelingen 19.15
4. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 7 februari 2023 19.20
5. Kiezen voorzitter stadsdeelcommissie 19.25
6. a. Mondelinge vragen 19.35
-__Mw. Lugman (PvdA)
-__Dhr. Van der Kamp (VVD)
-_Mw. Marshall (Lijst Marshall)
b. Moties
7. Ingekomen stukken 20.05
BESPREEKPUNTEN
Gevraagde adviezen
8. Strategie concept innovatiedistricten (vaststellen) 20.10
g. Voorontwerpwijziging Omgevingsplan Amsterdam (vaststellen) 20.15
10. Beleidsvoornemen invoering betaald parkeren (vaststellen) 20.20
Ongevraagde adviezen
11. Gebiedsopgaven Masterplan Zuidoost/ dhr. Idsinga (bespreken) 20.25
12. Rondvraag en sluiting 20.35
Ter kennisname:
Toezeggingenlijst SDC februari 2023
| Agenda | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1682
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 21 december 2020
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma, Biemond, Nadif en De Grave-Verkerk inzake het
Kunstenplan 2021-2024 (Zorg voor voldoende muziekonderwijs in Zuidoost)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Kunstenplan 2021-2024.
Overwegende dat:
— college en raad de ambitie koesteren dat alle kinderen in Amsterdam de kans
krijgen om desgewenst muziekonderwijs te volgen;
— beschikbare middelen tevens onder druk komen te staan omdat het Leerorkest
docenten conform CAO moet gaan betalen, wat ook zeer gewenst is, maar waar
echter geen extra middelen voor zijn gereserveerd;
-— het Leerorkest zorgt voor kwalitatief zeer hoogstaand muziekonderwijs in
Zuidoost, maar op dit moment in dat stadsdeel minder middelen beschikbaar zijn
voor binnen- en buitenschools muziekonderwijs dan elders in de stad;
— weinig activiteiten zo verbindend en verheffend zijn en dus bijdragen aan een
inclusieve stad als samen musiceren en muziekinstrumenten leren bespelen;
— het Leerorkest op dit moment 140.000 euro tekort komt om aan de bestaande
vraag aan muziekonderwijs in Zuidoost te kunnen voldoen;
— eventuele andere financieringsbronnen die het Leerorkest probeert aan te boren
op dit moment nog onzeker zijn.
Spreekt uit:
Dat het aanbod van muziekonderwijs in Amsterdam Zuidoost niet onder dient te doen aan
het aanbod in andere stadsdelen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Zich in te spannen zodat het Leerorkest komend jaar niet gedwongen wordt om haar
activiteiten qua muziekonderwijs te verminderen. En bij het uitblijven van voldoende
sponsor- of andere inkomsten een voorstel voor te leggen aan de gemeenteraad voor het
voldoende op peil houden van het muziekonderwijs in Zuidoost.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
H.J.T. Biemond
|. Nadif
D.G.M. de Grave-Verkerk
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1311
Publicatiedatum 5 december 2018
Ingekomen onder N
Ingekomen op woensdag 28 november 2018
Behandeld op woensdag 28 november 2018
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Kreuger inzake de Verordening Parkeerbelastingen 2018
(gratis parkeren in Amsterdam Noord op zaterdag en zondag).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het wijzigen van de Verordening Parkeerbelastingen 2018
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1272),
Constaterende dat:
— ertot1 juli 2018 geen noemenswaardige parkeerproblemen waren in Amsterdam-
Noord;
— de invoering van betaald parkeren vanaf 1 juli 2018 in Amsterdam-Noord voor
meer parkeerproblemen heeft gezorgd;
— automobilisten in Amsterdam onevenredig hard worden geraakt door de keuzes
van het College;
— erop zaterdag en zondag aanzienlijk minder parkeerdruk is van woon-
werkverkeer.
— erin andere gebieden, zoals Buitenveldert, op zaterdag en zondag gratis
geparkeerd kan worden. Dit gebied ligt ook aan het uiteinde van de Noord-
Zuidlijn.
Overwegende dat:
— parkeerbelasting een middel is om parkeerdruk te verlagen;
— parkeerbelasting geen verdienmodel op zich is voor de gemeente Amsterdam;
— bewoners in Amsterdam Noord in ieder geval in het weekend laagdrempelig en
zonder rompslomp bezoek kunnen ontvangen of met de auto boodschappen
kunnen doen.
Verzoekt het College op:
— het besluit te nemen de gebieden in Amsterdam Noord waar betaald parkeren van
kracht is (m.u.v. NDSM-terrein en Overhoeks) het parkeren op zaterdag en
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1311 Moti
Datum _ 28 nov. 2018 ome
zondag gratis te maken;
— heteffect van deze wijziging op de parkeerdruk te monitoren en hierover te
rapporteren aan de gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
2
| Motie | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 754
Status Ingetrokken en vervangen door 754 accent
Onderwerp Motie van het lid Van Soest inzake Nederlandse vlag in raadzaal
Onderwerp
Nederlandse vlag in raadzaal
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2022.
Constaterende, dat:
e de Nederlandse driekleur en de Amsterdamse vlag belangrijke symbolen zijn van onze
identiteit.
Overwegende, dat:
e de Nederlandse vlag inmiddels ook in de Tweede Kamer een permanente en promi-
nente plek heeft gekregen;
e veelgemeenten dit landelijke voorbeeld gevolgd hebben.
Verzoekt het presidium
de Nederlandse vlag een permanente en prominente plek in de raadzaal te geven.
Indiener
W. van Soest
| Motie | 1 | discard |
Jk
ERFGOED A9 VERENIGING
if u ld dl
Heemsch
Betreft: toename fictspontons in de binnenstad
Amsterdam, 7 juli 2011
Geachte leden van het Dagelijks Bestuur,
Met deze brief wil Erfgoedvereniging Heemschut pleiten voor een terughoudend gebruik van
fietspontons als middel om de fietsparkeerdruk in de binnenstad tegen te gaan. Aanleiding
hiervoor vormt de plaatsing van een extra ponton in het Singel en een aantal recente a 2
voornemens tot plaatsing van een dergelijk object. Verder staat in het Actieplan Fietsparkeren
Leidseplein de optie van plaatsing van een fietsponton ter hoogte van Muziekcentrum De
Melkweg ter verlichting van de fietsparkeerdruk op het Leidseplein.
De binnenstad van Amsterdam wordt in steeds hogere mate ontsierd door de vele fietsen die
in Amsterdam, tijdelijk dan wel gedurende lange periode, geparkeerd staan. De reden hiervoor
is het nog steeds toenemende fietsgebruik in Amsterdam, het vooralsnog beperkt aantal
stallingen in het Centrum en de relatief beperkte openbare ruimte. In afwachting van een
definitieve oplossing heeft u ervoor gekozen om op een aantal plaatsen stalling op een ponton
toe te staan waarvan de zogenaamde fietsflat het meest sprekende voorbeeld is. Dé fietsflat
zou van beperkte duur zijn totdat een aantal inpandige dan welondergrondse fietsenstallingen
op het Stationsplein zal zijn gerealiseerd. Wij zien ook dat u probeert de fietsparkeerdruk te
verlichten door ‘quick wins’ zoals het verwijderen van zogenaamde zwerffietsen, door
strenger op te treden tegen fietsparkeren op plekken waar dat op grond van algemene
plaatselijke verordening niet is toegestaan, door plaatselijk onderzoek naar de duur van
fietsparkeren en door belijning aan te brengen op het trottoir. Wij erkennen dat u zo doende
veel in het werk stelt om de fietsparkeerdruk in het Centrum ter verlichten. De toename van
het aantal fietspontans vervult ons echter met zorg. Deze ontwikkeling kan in potentie uw
beleid om strenger te gaan optreden tegen woonboten (en andere daaraan verbonden ;
vaartuigen) en het uitgangspunt in het concept ontwerp van het Bestemmingsplan Water teniet di
doen en de kwaliteit van het stadsbeeld aantasten. 5
' Wij realiseren ons dat ook Amsterdam geconfronteerd wordt met bezuinigingen en dat een
5 aantal oplossingen wellicht op dit moment financieel niet haalbaar is. De opname van de
Amsterdamse grote delen van de Binnenstad op de Werelderfgoedlijst van Unesco betekent
. echter dat op u een bijzondere verantwoordelijkheid rust om het water vrij te houden van
obstakels en dat andere oplossingen dan het plaatsen van fietspontons noodzakelijk zijn. Als
. alternatief kan dan wellicht beter worden gewacht tot de financiële middelen er weer wel zijn.
Tot slot willen wij niet nalaten u te waarschuwen voor de mogelijk aanzuigende werking van
het plaatsen van fietspontons op het fietsparkeren.
Amsterdam bevindt zich op een moment in de geschiedenis waarin wellicht meer
onorthodoxe maatregelen tegen het fietsparkeren in ieder geval moeten worden overwogen.
Bijna dringt zich de vergelijking op met de crisissituatie in 1992 op het moment van het
referendum over een autoluwe binnenstad.
Uiteraard staan wij open voor een overleg over deze problematiek.
Hovgachtend,
Namens het bestuur van Erfgoedvereniging Bond Heemschut, Commissie Amsterdam,
| Raadsadres | 1 | train |
Bezoekadres
> Gemeente Bezoek
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 24 november 2020
Ons kenmerk
Behandeld door K. Kruijer, directie Participatie
Onderwerp Beantwoording van motie 1122 accent van raadsleden Boomsma (CDA) en Flentge
(SP) inzake het verstrekken van mondkapjes aan/via voedselbanken
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 30 september 2020 heeft uw raad bij de behandeling
van de actualiteit over de snelle stijging van het aantal COVID-19 besmettingen in de
veiligheidsregio motie 1122 accent van raadsleden Boomsma (CDA) en Flentge (SP) aangenomen.
Hierin wordt het college gevraagd te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor de verstrekking
van mondkapjes aan voedselbanken om deze te verdelen bij de voedselpakketten. Ook wordt het
college gevraagd om eventuele andere relevante locaties in kaart te brengen waar het verstrekken
van mondkapjes passend is en helpt om het dragen ervan te stimuleren en faciliteren. Het college
informeert v in deze brief over de uitvoering van de motie.
Verstrekking van mondkapjes aan de Voedselbank
Het college vindt het belangrijk dat mondkapjes beschikbaar zijn voor Amsterdammers die
gebruik maken van ondersteuning door de Voedselbank en niet over de financiële middelen
beschikken om zelf te voorzien in een mondkapje. Naar aanleiding van vw motie zal het college
mondkapjes verstrekken aan de Voedselbank Amsterdam. De Voedselbank ontvangt 15.000
herbruikbare mondkapjes en zal in de eerste week van december tijdens de uitgifte van de
voedselpakketten drie mondkapjes uitdelen per persoon. In overleg met de GGD Amsterdam
grijpen we deze mogelijkheid aan om de ontvangers van de mondkapjes in te lichten over goed
gebruik van de mondkapjes en het verlagen van de kans op besmetting.
Verstrekking mondkapjes aan de meest kwetsbare bewoners
We hebben onderzocht op welke andere locaties het verstrekken van mondkapjes passend is en
helpt om het dragen ervan te stimuleren en faciliteren. We zien dat op veel plaatsen in de stad
mondkapjes worden uitgedeeld: bij de stadsloketten worden eenmalige mondkapjes uitgedeeld
aan bezoekers. Ook worden tijdelijke acties georganiseerd. In stadsdeel Zuidoost zijn bijvoorbeeld
in november herbruikbare mondkapjes uitgedeeld bij verschillende stations voor het openbaar
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 24 november 2020
Kenmerk
Pagina 2 van 2
vervoer. Deze mondkapjes zijn beschikbaar voor alle gebruikers, ongeacht inkomen of
mogelijkheden om zelf in een mondkapje te voorzien.
Niet voor alle bewoners van de stad is het goed mogelijk om zelf in een mondkapje te voorzien.
Het college vindt het belangrijk dat mondkapjes beschikbaar zijn voor de meest kwetsbare
bewoners van de stad, zoals bewoners van de opvang en dak- en thuislozen. Op veel plaatsen
worden mondkapjes beschikbaar gesteld door ons als gemeente of door onze subsidiepartners.
Zowel bij de Screeningsbalie Bijzondere Doelgroepen waar daklozen zich kunnen melden voor
hulpvragen, als bij het Loket Ongedocumenteerden worden mondkapjes uitgedeeld. Deze zomer
hebben 5oo bewoners van de opvang voor ongedocumenteerden twee herbruikbare mondkapjes
ontvangen, gemaakt door ongedocumenteerden binnen het project Here to Support. Binnen de
maatschappelijke opvang worden door HVO-Querido mondkapjes verstrekt aan de bewoners.
Ook de Regenbooggroep deelt gratis wegwerp mondkapjes vit aan de bezoekers in de
inloophuizen die niet zelf over een mondkapje beschikken. Op dit moment ontvangen onze
partners geen signalen dat er extra mondkapjes nodig zijn. We houden vinger aan de pols, zodat
we bij kunnen springen indien dit nodig blijkt.
De verstrekking van mondkapjes via de Voedselbank in combinatie met de verstrekking van
mondkapjes via andere locaties zoals de maatschappelijke opvang en de opvang voor
ongedocumenteerden, maakt dat mondkapjes ook beschikbaar zijn voor de meest kwetsbare
bewoners van Amsterdam. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
| | Dr
Femke Halsema Peter Teesink
Burgemeester Gemeentesecretaris
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 814
Publicatiedatum 7 juli 2017
Ingekomen onder T
Ingekomen op woensdag 28 juni 2017
Behandeld op woensdag 28 juni 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Ernsting inzake de Overstapregeling van voortdurende naar
eeuwigdurende erfpacht (gevolgen huurprijzen monitoren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het collegebesluit tot vaststelling van de Overstapregeling
van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht voor woonbestemmingen 2017
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 683).
Overwegende dat:
— van een woning waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, de volledige
grondwaardestijging in de toekomst aan de erfpachter toekomt;
— dit woningen aantrekkelijker maakt voor investeerders en speculatief gedrag in de
hand kan werken;
— de vraag naar woningen met eeuwigdurend afgekochte erfpacht onevenredig zou
kunnen toenemen ten opzichte van andere woningen en de prijzen opdrijven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
te monitoren wat de prijsontwikkelingen (huur en koop) komende jaren zijn van
woningen die zijn overgestapt naar afgekochte eeuwigdurende erfpacht, die te
vergelijken met de prijsontwikkeling van andere woningen en de raad daar periodiek
over te informeren, minimaal eens per halfjaar.
Het lid van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam J l F
% Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
% Agenda, woensdag 28 maart 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig van 19.30 tot 22.30 uur
Locatie Rooszaal 0239
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de
Raadscommissie JIF d.d. 7 maart 2012.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJlF@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 17:30)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam J l F
Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Agenda, woensdag 28 maart 2012
ICT
11 11ste 4-maandsrapportage Stabilisatieplan ICT 2012 Nr. BD2012-001945
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Financiën
12 Amsterdams Investeringsfonds: uitwerking van veranderingen na behandeling in
JIF 14 december 2011 Nr. BD2012-000220
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
13 Eerste bevindingen realisatie bezuinigingen 2011 Nr. BD2012-001949
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
14 Toezegging vermakelijkheidsretributie (TA2011-000395) Nr. BD2012-002446
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Toonk (VVD).
e Was TKN 2 in de vergadering van 07.03.2012.
15 Toezegging crematorium Noorderbegraafplaats (TA2012-000098) Nr. BD2012-
002447
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Evans-Knaup (Red Amsterdam).
e Was TKN 3 in de vergadering van 07.03.2012.
Jeugdzaken
16 Vaststellen Visie en programmaplan Om het kind! Hervorming Zorg voor de
Jeugd Nr. BD2012-001334
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
17 Notitie integrale aanpak voor kwetsbare meisjes en jonge vrouwen Nr. BD2012-
002040
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Gemeente Amsterdam J l F
Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Agenda, woensdag 28 maart 2012
Educatie
18 Vaststellen Kwaliteitsimpuls Voortgezet Onderwijs Amsterdam 2012-2014 en
schoolveiligheid Nr. BD2012-001356
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
19 Presentatie Kwaliteitswijzer Nr. BD2012-002449
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de commissie van 08.02.12 en 07.03.2012,
20 Jaarrapportage voor- en vroegschoolse educatie (vve) 2011 Nr. BD2012-002448
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Ulichki (GrLí).
e Was TKN 8 in de vergadering van 07.03.2012.
21 Laatste generatie kinderen met taalachterstand Nr. BD2012-002511
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
22 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel Sahin getiteld: TaalPlan Amsterdam,
Alliantie tegen laaggeletterdheid Nr. BD2012-001719
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
23 Bestuursakkoord G4-Rijk 'VVE en extra leertijd jonge kinderen”: vaststellen
afspraken en verdeling middelen 2012 Nr. BD2012-001472
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
| Agenda | 3 | train |
VN2021-025972 X Gemeente Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en ZJ S
Onderwijs, Jeugd en Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
Zorg % Amsterdam
Voordracht voor de Commissie ZJS van 14 oktober 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Zorg
Agendapunt 2
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Raadsinformatiebrief voortgang inkoopprocedure AIO en Hbh
De commissie wordt gevraagd
1. _Kenniste nemen van de raadsinformatiebrief over de voortgang inkoopprocedure
Aanvullende Individuele Ondersteuning (AIO) en Hulp bij het huishouden (Hbh).
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 169; actieve informatieplicht van het college aan de gemeenteraad.
Bestuurlijke achtergrond
Op 18 janvari 2021 is de gemeenteraad geinformeerd over het besluit om de
aanbestedingsprocedure in te trekken. De gemeente wil een zorgvuldig proces doorlopen. Op 18
mei 2021 is de gemeenteraad geinformeerd naar aanleiding van het collegebesluit, op basis van de
uitgevoerde evaluatie en overwegingen die zijn gemaakt, om in twee fases te contracteren.
Eerder is de gemeenteraad geinformeerd over het streven per 1 oktober 2021 de inkoop AlO en
Hbh te kunnen publiceren. Eris echter meer tijd nodig om het proces zorgvuldig te doorlopen. In
bijgaande brief vindt u hier meer informatie over.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-025972 % Gemeente Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam jn . .
z % Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
org
Voordracht voor de Commissie ZJS van 14 oktober 2021
Ter kennisneming
AD2021-099866 Commissie ZJS Voordracht (pdf)
AD2021-099886 Raadsinformatiebrief voortgang inkoopprocedure AlO en Hbh.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Onderwijs, Jeugd, Zorg & Diversiteit, Anne Roseboom, [email protected], mobiel 06 12
28 57 07
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
N Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
“ Amendement
“
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1434
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021 (verhoog tarieven
precariobelasting voor woonboten in 2021 niet)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Overwegende dat:
- de verhoging van de precariobelasting een zeer forse verhoging van de
woonlasten van woonbootbewoners betekent van ong. 100 euro per maand;
- __ wat in sommige gevallen op jaarbasis neer komt op een vol maandsalaris aan
woonlastenverzwaring;
- het college voorstelt om de precariobelasting voor terrassen volgend jaar niet
te heffen om bedrijven tegemoet te komen;
-__ veel mensen door de Coronacrisis in extra financiële moeilijkheden zijn
gekomen en het derhalve redelijk is om de tarieven die in 2020 al fors zijn
verhoogd niet in 2021 nog verder te verhogen;
-__ uit onderzoek blijkt dat woonbootbewoners al een aanzienlijk hoger deel van
hun inkomen uitgeven aan woonlasten dan gemiddeld, o.a. door hellingkosten
en andere onderhoudskosten, en deze verhoging ertoe leidt dat mensen geen
geld meer hebben voor onderhoud, en/of hun boot moeten verkopen;
-__op 22 april 2020 de aanpak nulmeting woonboten is vastgesteld waarvoor de
komende 4 jaar € 2.524.000 is gereserveerd;
-__ het mogelijk is om deze aanpak te temporiseren;
Besluit:
- Op pagina 348 onder “Precariobelasting” de tekst “Vanaf 2020 levert precario gemiddeld
€ 2 miljoen meer aan opbrengsten op.” te schrappen en vervangen voor “Om de
woonlasten van woonbootbewoners niet onevenredig te verhogen maar bewoners in deze
zware tijd tegemoet te komen, draaien we de verhoging van de precariobelasting terug, en
handhaven we de tarieven van 2020.”
- De benodigde € 325.000 voor 2021 te dekken uit de middelen gereserveerd voor de
Aanpak Nulmeting Woonboten en/of middelen gereserveerd voor handhaving op water.
- De relevante andere passages en teksten conform het bovenstaande te wijzigen.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
STADSDEEL ZUIDOOST RAADSGRIFFIE
Anton de Komplein 150
1102 CW Amsterdam
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam
RAADSCOMMISSIE WERK EN DIVERSITEIT
Grote Stedenbeleid / Sociaal Economische Vernieuwing / Arbeidsmarkt, Economische zaken (inclusief
markten), Sociale activering en inburgering / Armoedebeleid en Schuldhulpverlening, Coördinatie
Diversiteitbeleid
Voorzitter : mw. L Koenen - Wilson
Commissiegriffier : mw. A. Jhinkoe-Rai
Telefoon : 020 - 252.5025
AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie Werk en Diversiteit op
dinsdag 6 oktober 2009 van 20:00 — 23:10 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost
Punt Onderwerp Tijdschema
À. ALGEMEEN 20:00 uur
A1. Opening en Vaststelling agenda
A2. Vragen halfuurtje
A3. Mededelingen
A4. a. Conceptverslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 8 september 2009
(niet gereed)
b. Actielijst
(bijgaand)
A5. Raadsadressen
Geen
B. BESPREEKPUNTEN
B1. Raadsvoordracht Visienota De Verbindende kracht van diversiteit 20:30 — 22:00 uur
(raadsbreed)
(bijgaand)
B2. Uitgangspunten aanbesteding Opbouwwerk (raadsbreed) 22:00 — 23:00 uur
(bijgaand)
C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING
C1. Termijnagenda 23:05 uur
D. RONDVRAAG 23:10 uur
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij
de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] . 1
De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
E. SLUITING 23:10 uur
TER KENNISNEMING MEEGEZONDEN:
1. Tussenrapportage Armoedebeleid: rapportage Kansrijk H- buurt
(bijgaand)
2. Jaarverslag Inburgering 2008 (DB140709 SAI/453)
(bijgaand)
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij 2
de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] .
De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
| Agenda | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 20 september 2023
Ingekomen onder nummer 539
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Veldhuyzen en Khan inzake realisatie nieuwe locatie
standplaatsen voor woonwagens
Onderwerp
Realisatie nieuwe locatie standplaatsen voor woonwagens
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Beleidskader Woonwagens en Standplaatsen 2023.
Constaterende dat:
-_Het college er naar streeft om het onrecht dat woonwagenbewoners decennialang is aan-
gedaan door de gemeente recht te zetten door in te zetten op het realiseren van nieuwe
standplaatsen voor woonwagenbewoners;
-__ Bestaande woonwagens een grotere omvang hebben dan 200 m2 en deze hierdoor niet
geplaatst zouden kunnen worden op de nieuwe locaties waar nu nog naar wordt gezocht;
Overwegende dat:
-__ Het college er alles aan doet om zoveel mogelijk recht te doen aan de wensen en behoefte
van de woonwagenbewoners, maar tegelijkertijd erkent dat er nog een lange weg is gaan
om van daadwerkelijk herstel te kunnen spreken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-__Naast de voorgestelde 15 nieuwe standplaatsen die op korte termijn dienen te worden ge-
realiseerd tevens een nieuwe locatie te zoeken waar zo snel mogelijk een centrum van
standplaatsen voor woonwagenbewoners kan worden gerealiseerd waarbij er minimaal
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
ruimte is voor 20 nieuwe standplaatsen waarvan minimaal een kwart van de standplaat-
sen minstens 200 m2 omvang heeft;
-__ Hiervoor specifiek te zoeken en/of ruimte te creëren in gebieden die op dit moment nog in
ontwikkeling zijn zoals het Strandeiland en Havenstad.
Indiener(s),
J.A. Veldhuyzen
S.Y. Khan
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 16
Datum indiening 1 december 2020
Datum akkoord 26 januari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake de bodemverontreiniging in
het Oosterpark
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In het Oosterpark is sprake van zorgwekkende waardes van lood in de grond en
daardoor ernstige bodemverontreiniging die een gevaar vormt voor de
volksgezondheid.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de
Ouderen, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en
raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het artikel ‘'Zorgwekkende waardes lood’ van
12 november 2020 in De Telegraaf over de bodemverontreiniging in het Oosterpark?
Antwoord:
Het college heeft kennisgenomen van het artikel in de Telegraaf.
2. Kenthet college het óók door BC Oost erkende onderzoeksrapport van het
bodemonderzoeksbureau IDDS over de bodem van het Oosterpark?
Antwoord:
Het onderzoek (IDDS, 18 september 2020) is door de Stichting Herstel Oosterpark
aangeboden aan het college. Het onderzoek is beoordeeld door de gemeente. De
resultaten van het onderzoek zijn op 3 november 2020 besproken met de deskundigen
van de Stichting Herstel Oosterpark en deskundigen van de gemeente,
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en de GGD. Op 17 november 2020 is een
reactie naar de Stichting Herstel Oosterpark verstuurd met een toelichting op het
standpunt van Stadsdeel Oost.
Gemiddeld is in de bovengrond van het park een loodgehalte van 190 mg/kg
aangetoond. Dit is ver beneden het saneringscriterium van 8oo mg/kg dat in de Nota
bodembeheer is vastgesteld voor de bodemfunctie stadspark. De gehalten die in het
onderzoek van IDDS en eerder uitgevoerd onderzoek zijn aangetroffen in de
bovengrond van het Oosterpark geven geen aanleiding om vervolg onderzoek te doen,
dan wel maatregelen te treffen.
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Aeg sv 6 Gemeenteblad R
Datum 36 janvarl 2022 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 december 2020
De gemeente volgt landelijke adviezen (van RIVM en GGD) met betrekking tot aanpak
van diffuse loodverontreinigingen op. Risicomodellen gaan voor speelplaatsen vit van
dagelijkse blootstelling van meerdere uren. In het park zelf vind minder intensief contact
plaats met de bodem door spelende kinderen, daarom valt een stadspark niet onder een
gevoelige locatie en daarom gelden voor het park zelf ruimere normen voor lood in de
bodem.
3. Klopt het dat op diverse plaatsen in het Oosterpark de loodwaarden veel hoger zijn dan,
volgens onder meer het RIVM, veilig is voor gebruikers? Zo nee, wat klopt er niet aan het
onderzoek? Zo ja, wat wil het college doen om het Oosterpark veilig te maken voor
kinderen en andere gebruikers?
Antwoord:
Stadsdeel Oost onderschrijft de conclusies van het onderzoek van IDDS. Op basis van de
nieuwe metingen, aangevuld met resultaten van eerder uitgevoerde onderzoeken, zijn
door IDDS de actuele risico’s in het park beoordeeld. IDDS stelt dat er geen sprake is van
humane risico’s. Gemiddeld is in de bovengrond van het park een loodgehalte van 190
mg/kg aangetoond en kan daarmee als licht verontreinigd beschouwd worden. Deze
gemiddelde waarde is ver beneden het saneringscriterium van 800 mg/kg dat in de Nota
bodembeheer is vastgesteld voor de bodemfunctie stadspark. De gehalten die in dit en
eerder uitgevoerd onderzoek zijn aangetroffen in de bovengrond van het Oosterpark
geven geen aanleiding om vervolg onderzoek te doen, dan wel maatregelen te treffen.
Ook de GGD onderschrijft dat geen sprake is van onaanvaardbare humane risico’s bij de
huidige bodemfunctie als stadspark. Er is op basis van dit en eerder uitgevoerd
onderzoek geen reden om maatregelen te nemen voor de humane gezondheid. De GGD
bevestigt dat alle bezoekers, jong en oud, veilig gebruik kunnen maken van het park.
In de ondergrond, dieper dan o,5 meter beneden maaiveld, zijn wel verhoogde waarden
aan onder andere lood aangetoond. Deze verontreinigingen zijn echter gebonden aan
de bodem en verplaatsen zich dus niet door de verschillende grondlagen. Omdat in het
park bij normaal gebruik geen contact plaats vind met deze grond, vormen deze
verontreinigingen geen risico voor het gebruik van het park.
4. Volgens het IDDS-rapport ontbreken er een aantal noodzakelijke
saneringsonderzoeken, de zogenaamde BUS-meldingen. Klopt het dat deze BUS-
meldingen noodzakelijk zijn voor de omgevingsvergunning waarmee de
werkzaamheden in het Oosterpark zijn uitgevoerd?
Antwoord:
lemand die wil saneren of handelingen wil verrichten waardoor ernstige
bodemverontreiniging wordt verminderd of verplaatst, moet dit melden met een
saneringsplan of een BUS-melding. Het college heeft de Omgevingsdienst
Noordzeekanaalgebied mandaat gegeven voor uitvoeren van de bevoegd gezag taak
voor de Wet bodembescherming.
Eenvoudige graafwerkzaamheden, zoals werk aan kabels en leidingen, kunnen na
melding worden uitgevoerd volgens de standaardaanpak van het Besluit Uniforme
Saneringen (BUS). Het is niet nodig hiervoor een saneringsonderzoek te doen. Dat
gebeurt alleen bij omvangrijke en complexe bodemsaneringen, waarbij verschillende
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Aeg sv 6 Gemeenteblad R
Datum 36 janvarl 2022 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 december 2020
saneringsvarianten en bijbehorende kosten met elkaar vergeleken worden om de beste
variant te bepalen.
Stadsdeel Oost geeft aan dat de ‘ontbrekende’ BUS-meldingen zijn ingediend voor
aanleg/vervangen van kabels en leidingen waarvoor graafwerk nodig was in de
ondergrond, dieper dan 0,5 meter beneden het maaiveld. In deze diepere laag komen
wel sterke verontreinigingen voor, waaronder lood.
Voor de renovatiewerkzaamheden van project Verdubbeling Oosterpark, ook wel fase 1
+ 2 genoemd, is geen alomvattende omgevingsvergunning afgegeven. Hiervoor zijn
meerdere losse omgevingsvergunningen verleend. Het betrof werkzaamheden aan de
openbare ruimte. Voor het uitvoeren van deze omgevingsvergunningen was het echter
niet nodig om BUS-meldingen te doen.
5. Op basis van welke omgevingsvergunning zijn de werkzaamheden uitgevoerd in relatie
met de ontbrekende BUS-meldingen?
Antwoord:
Zie laatste alinea van het antwoord onder vraag 4.
6. Volgens prof. dr. J. de Boer in het genoemde krantenartikel, hanteert de gemeente
normen voor de vervuilde grond die afwijken van de normen van de RIVM en de GGD.
Kan het college duidelijkheid verschaffen over de gehanteerde normen?
Antwoord:
Naar aanleiding van het “Aanvullend advies met informatie voor GGD-adviseurs
gezondheid en milieu GGD-projectgroep bodem - definitieve versie: 29 januari 2016”
heeft de gemeente in de Nota bodembeheer 2019 beleid opgenomen voor lood in de
bodem. Lood is schadelijk voor jonge kinderen, daarom is het beleid gericht op
vermindering van blootstelling aan de verontreinigde grond op plaatsen waar kinderen
spelen. De aanpak richt zich met name op woningen met tuin en kinderspeelplaatsen,
zogenaamde gevoelige locaties. De aanpak van bodemlood van de gemeente sluit aan
bij het aanvullend advies en volgt de adviezen van RIVM en de GGD. Stadsparken
worden beschouwd als bodemfunctie ‘groen met natuurwaarden’, deze functie valt niet
onder de gevoelige locaties en daarom gelden voor het park zelf ruimere normen. Prof.
Dr. J. de Boer geeft in het genoemde krantenartikel aan dat de loodwaardes volgens het
onderzoek van IDDS gemiddeld vitkomen op 190 mg/kg. IDDS stelt in datzelfde
onderzoek dat deze waarde geen risico voor de humane gezondheid oplevert. IDDS
baseert deze conclusie op berekeningen met een model dat wordt beheerd door het
RIVM en in bodemonderzoek standaard wordt toegepast om eventuele
gezondheidsrisico's in beeld te brengen. De berekeningen zijn herhaald en bevestigd
door de GGD.
7. Waarom gelden normen voor kinderspeelplaatsen niet voor andere plaatsen in het park
waar kinderen spelen?
Antwoord:
Stadsdeel Oost geeft aan dat voor het spelen op kinderspeelplaatsen strengere
risicogrenswaarden gelden dan voor het spelen in een park. Risicomodellen gaan voor
speelplaatsen uit van dagelijkse blootstelling van meerdere vren. Geconcludeerd wordt
dat ten aanzien van de speelplekken in het Oosterpark geen kans is op
gezondheidsrisico’s door lood in de bodem.
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
emmer ae aar 2021 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 december 2020
Voor het gebruik van het park zelf wordt vitgegaan van een minder intensieve
blootstelling. De bovengrond is overwegend licht verontreinigd. Door het gebruik en
omdat de bodem grotendeels bedekt is met gras, is de kans klein dat bezoekers
‘gedurende langere tijd' in aanraking komen met de grond in het park. Ook als er af en
toe kale plekken in het gras ontstaan levert dat geen gevaar voor de gebruikers op.
8. Volgens prof. dr. J. de Boer zijn er twee opties voor het Oosterpark: of het Oosterpark
moet schoon gemaakt worden, of kinderen mogen er niet spelen. Hoe wil het college
het Oosterpark weer veilig maken voor kinderen?
Antwoord:
Stadsdeel Oost geeft aan dat de toplaag van het park lood bevat dat ruim beneden het
saneringscriterium ligt. Bezoekers, jong en oud, kunnen veilig gebruik maken van het
Oosterpark.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 117
Datum akkoord 7 februari 2017
Publicatiedatum 8 februari 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Toonk van 1 december 2016 inzake
het fenomeen ‘schoolhoppers’.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het Parool van 19 november 2016 berichtte dat kinderen in Amsterdam Zuidoost
meer dan gemiddeld wisselen van basisschool. Er is sprake van ‘schoolhoppers’ die
in 8 jaar tijd zes keer van school wisselen. De redenen voor deze schoolwisseling
lopen uiteen van de weigering om aan een IQ-test mee te doen, de angst voor
inmenging van hulpverleners in de thuissituatie tot het niet krijgen toestemming voor
extra vrije dagen buiten de reguliere vakanties.
Voorheen bestond er een stilzwijgende afspraak tussen scholen om er alles aan te
doen om een kind op een school te houden. Tegenwoordig concurreren scholen met
elkaar om leerlingen en lijkt deze afspraak te zijn verlopen. Omdat schoolhoppen niet
altijd in het belang van het kind is, wil de fractie van de VVD graag weten wat er
momenteel over bekend is.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Toonk, namens de fractie van de VVD,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college bekend met het fenomeen schoolhoppen? Kan het college een
cijfermatig overzicht verstrekken van het aantal schoolhoppers per
stadsdeel? Hoe hebben die aantallen zich de afgelopen jaren ontwikkeld?
Zijn er stadsdelen en scholen die bovengemiddeld veel schoolhoppers
hebben?
Antwoord:
Het college is bekend met schoolwisselaars, ofwel kinderen die tijdens hun
schooltijd binnen Amsterdam van basisschool wisselen.
Het college heeft cijfers beschikbaar over het aantal schoolwisselaars in het
basisonderwijs per stadsdeel tussen 1 oktober 2014 en 1 oktober 2015 (zie
tabel 1). Dit soort cijfers over leerlingen werden in eerdere jaren wel bijgehouden,
maar de parameters hadden een minder specifiek detailniveau. Dat maakt dat
vergelijking met eerdere jaren niet goed mogelijk is. Sinds schooljaar 2015-2016
wordt specifiek bijgehouden hoe de instroom en de tussentijdse uitstroom zich tot
elkaar verhouden. Het college zal deze gegevens voortaan jaarlijks monitoren.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng on Gemeenteblad
Datum 8 februari 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 1 december 2016
Tabel 1. Percentage en aantallen leerlingen die tussen 1-10-14 en 1-10-15 zijn gewisseld
tussen basisscholen.
Percentage schoolwisselingen Aantal schoolwisselingen
Centrum 2% 72
Nieuw-West 4% 372
Noord 4% 367
Oost 5% 432
West 3% 261
Zuid 3% 236
Zuidoost 7% 244
Totaal 4% 1984
Uit de cijfers blijkt dat stadsdeel Zuidoost het hoogste percentage
schoolwisselaars tussen 1 oktober 2014 en 1 oktober 2015. Als het percentage
schoolwisselaars wordt gecorrigeerd voor de komst van nieuwe scholen, wat
aanleiding kan zijn voor een overstap, dan blijkt dat het percentage
schoolwisselaars per stadsdeel, ook van Zuidoost, minder van elkaar verschilt
(zie tabel 2). De scholen waar de meeste wisselingen plaatsvinden, zijn
voornamelijk nieuw gestarte scholen.
Tabel 2. Percentage en aantallen leerlingen dat tussen 1-10-14 en 1-10-15 is gewisseld
tussen BO scholen, gecorrigeerd voor nieuwe scholen.
Percentage schoolwisselingen Aantal schoolwisselingen
Centrum 2% 72
Nieuw-West 3% 333
Noord 4% 336
Oost 4% 415
West 3% 261
Zuid 3% 236
Zuidoost 4% 220
Totaal 3% 1873
2. Wat zijn de meest voorkomende redenen voor ouders om hun kinderen van
basisschool te laten wisselen? Zijn de redenen die Het Parool op
19 november 2016 aanhaalde representatief voor schoolhoppers?
Antwoord:
Ouders hebben verschillende redenen om hun kind te laten wisselen van
basisschool. Verhuizingen en een veranderend aanbod van basisscholen in de
wijk door de komst of het sluiten van een basisschool zijn voor ouders onder meer
reden om hun kind te laten wisselen van basisschool. In Zuidoost heeft een
uitbreiding op het schoolaanbod een rol gespeeld bij het aantal kinderen dat van
basisschool is gewisseld. Ook de voorbeelden die Het Parool op 29 november
2016 aanhaalt, kunnen voor ouders reden zijn geweest om hun kind van
basisschool te laten wisselen. Signalen over zorgmijding zijn bij ons bekend. Het
college heeft echter geen informatie over welke redenen voor ouders
doorslaggevend zijn. Vaak is er sprake van een combinatie van factoren.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing 1 Gemeenteblad
Datum 8 bran 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 1 december 2016
3. Kan het college aangeven of afspraken tussen basisscholen om kinderen op
een school te houden in strijd zijn met landelijke wetgeving op het gebied
van schoolkeuzevrijheid? Graag met motivatie.
Antwoord:
Doorgaans hebben de ouders, de oude basisschool en de nieuwe basisschool
met elkaar overleg over het kind dat gaat wisselen en de reden van de ouders
hiervoor. Schoolbesturen hebben met elkaar de afspraak om te zorgen voor een
warme overdracht als een kind van basisschool wisselt. Daarnaast is het
uitgangspunt van schoolbesturen dat het wisselen van basisschool plaatsvindt
vanaf het nieuwe schooljaar, maar in het belang van het kind kan hier ook van
worden afgeweken. Deze afspraken zijn niet in strijd met de huidige wetgeving.
4. Welke concrete maatregelen gaat het college nemen om onwenselijke
vormen van ‘schoolhoppen’ tegen te gaan?
Antwoord:
Het zijn de scholen zelf die signaleren of het schoolwisselen onwenselijke vormen
aanneemt en die hierop het beste kunnen anticiperen, onder andere richting de
ouders. Het college ziet geen aanleiding om generieke maatregelen te nemen die
onwenselijke vormen van schoolwisselen tegengaan. In specifieke gevallen heeft
de gemeente een ondersteunende rol, bijvoorbeeld door op verzoek van scholen
of besturen aan te sluiten bij overleggen. Zorgmijding kan besproken worden met
de ouder en kindadviseur, en in de wijkoverleggen passend onderwijs, die vallen
onder het Samenwerkingsverband PO.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
X Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
x Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 7 april 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur en eventueel vanaf 19.30 uur
Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ, d.d.
1/7 maart 2016
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie.amsterdam.nl
e Het conceptverslag wordt nagezonden
5 Termijnagenda, per portefeuille
Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 7 april 2016
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Raadsaangelegenheden
11 Initiatiefvoorstel van de leden Paternotte, Peters en Ruigrok: Amsterdam blijft van
iedereen. Nr. BD2016-004174
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e __Deleden van de raadscommissies FIN, ID, JC, RO, WB, WE en ZS zijn hierbij
uitgenodigd
Bestuurlijk Stelsel
12 Initiatiefvoorstel van het lid Groot Wassink (GL): Democratische Proeftuin Nr.
BD2016-004362
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Uitgesteld in de raadscommissie AZ, d.d. 17 maart 2013
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 13
13 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel Groenlinks (democratische proeftuin
Amsterdam) Nr. BD2016-000036
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 12
2
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 7 april 2016
Dienstverlening
14 Aanpassen van de verordening op de heffing en invordering van leges 2016
gemeente Amsterdam met bijbehorende tarieventabel Nr. BD2016-003945
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 20 april 2016)
e _Deleden van de raadscommissie FIN zijn hierbij uitgenodigd
15 Brief aan raad over verruiming openingstijden stadsloketten 8 tot 20 uur Nr.
BD2016-004358
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het commissielid Glaubitz (D66)
e Was Tkn 2 in de raadscommissie AZ, d.d. 17 maart 2016
Openbare Orde en Veiligheid
16 Stedelijk handhavingsprogramma 2016 Nr. BD2016-002888
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
17 Concept besluit tijdelijk opheffen exploitatievergunningplicht ten behoeve van het
experiment mengformules in de Czaar Peterstraat en de Westerstraat Nr.
BD2016-003981
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
18 Pilot Gastvrij en Veilig Rembrandtplein: halfjaar monitor Nr. BD2016-004360
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het commissielid Kwint (SP)
e Was Tkn 9 in de raadscommissie AZ, d.d. 17 maart 2016
19 Beantwoording raadsadres Pak je Kans Nr. BD2016-004359
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het commissielid Blom (GL)
e Was Tkn 7 in de raadscommissie AZ, d.d. 17 maart 2016
3
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 7 april 2016
20 Kennisnemen van het concept voorgenomen besluit over de deelname in
1012Inc. Nr. BD2016-004324
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _Deleden van de raadscommissies WE en RO zijn hierbij uitgenodigd
BESLOTEN DEEL
4
| Agenda | 4 | discard |
2 En Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 18 oktober 2023
Portefeuille(s) Afval en Reiniging
Portefeuillehouder(s): Zita Pels
Behandeld door Stadswerken ([email protected])
Onderwerp Afdoening motie 264 (Amsterdam Cleanup Day) van het lid Krom (PvdD)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 19 en 20 juli 2023 heeft uw raad bij de behandeling
van de Voorjaarsnota 2023 de motie 264 aangenomen van het lid Krom (PvdD) waarin het college
gevraagd wordt om:
Jaarlijks World Cleanup Day te vieren in Amsterdam door:
— Via de stadsdelen contact te leggen met lokale vrijwilligersgroepen in alle buurten, zoals
SchoonWest en Vuilnisoproer, en in gezamenlijkheid opruimactiviteiten op te zetten voor
World Cleanup Day;
— Via gemeentelijke commvunicatiemiddelen World Clean Up Day (en mogelijkheden om deel te
nemen) zoveel mogelijk onder de aandacht te brengen bij Amsterdammers.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
Het college is heel blij met elke Amsterdammer die zich vrijwillig inzet voor de schonere stad en
steunt het initiatief World Cleanup Day. De organisatie van de World Cleanup Day ligt bij de
stichtingen Nederland Schoon en Plastic Soup Foundation. Deze stichtingen stemmen af met de
betrokken gemeenten in heel Nederland.
Vanuit de gemeente Amsterdam dragen wij op dit moment al bij door via de gemeentelijke
communicatiekanalen de World Cleanup Day onder de aandacht te brengen van Amsterdammers
en door het leveren van knijpers en ringen aan deelnemers.
We gaan hiermee door. Ruim voorafgaand aan een landelijke schoonmaakactie halen we via de
stadsdelen op welke bewonersgroepen actief zijn en doen vervolgens met communicatie een
oproep (via mailing, website, etc.) om opruimactiviteiten te organiseren voor de landelijke
schoonmaakactie, waarbij wij hen zullen faciliteren.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 oktober 2023
Pagina 2 van 2
Het college beschouwt motie 264 hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
d je
pd j
C/ 5
Zita Pels
Wethouder Afval en Reiniging
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
Rapportage
Stand van zaken
Woningbouwplan 2018-2025
Najaar 2019
Ba (definitief)
Inhoudsopgave
Samenvatting
| Inleiding ……..nssvenssrerverrsernneerveerverrevenvenrenvenvenvennennensensenvnnsnnsnnensvnnrve ven vnervern Je
1. Woningbouwplan 2018-2025
2. Economische perspectief
3. Woondeal
4. Ontwikkelingen korte termijn en middellange termijn
5. Moties, schriftelijke vragen, actualiteiten en toezeggingen
IL Woningbouwambitie 2018-2025 nnn senssense ron sensenne enn ennen ennsnnennenevenvnnerr ree: LO
1. Doelstelling 52.000 woningen
2. Startbouw 2019
3. Planvoorraad 2019-2025
4. Principe-, project- en investeringsbesluiten
5. Tenders
6. Transformatie
7. Stikstofproblematiek
III Ambitie sociale huur woningcorporaties 2018-2025... sn sns onsen son sor sensne ennen: 16
1. Doelstelling 17.500 woningen
2. Startbouw 2019
3. Planvoorraad 2019-2025
4. Samenwerkingsafspraken woningcorporaties 2020-2023
IV Ambitie middeldure huurwoningen 2018-2025... sous onsen sonen senen ven snee 1
1. Doelstelling 11.690 woningen
2. Startbouw 2019
3. Planvoorraad 2019-2025
4. Evaluatie Actieplan Meer Middeldure Huur
V Dure huur en koopwoningen... sun vanssnsnr sassen sensensnsonn ven vnnsnennnennenesnernnens venen 20
1. Geen kwantitatieve doelstelling
2. Startbouw 2019
3. Planvoorraad 2019-2025
4. Regulering koopwoningen
VI Doelgroepen.…...unuarssensnensnenernrsnarrrvenreerversnvenvenrenvenvensennnnsennnnennenesnnenn vans 23
1. Zelfbouw en wooncoöperaties
2. Jongeren en studenten
3. Ouderenhuisvesting (geclusterde woningen)
4. Kwetsbare groepen (restant bouwopgave statushouders)
5. Maatschappelijke Professionals (onderwijs en zorg)
6. Bijzondere woonconcepten
2
VII Specifieke thema’s … nennen sense ren veneeeveerenveneenvenvensvennnennnnnennennvenenvenennne 27
1. Amsterdam Klimaatneutraal 2050
2. Nieuwe ontwikkelmodellen
3. Veiligheid
4. Omgevingsvergunningen
5. Woninggrootte
VIII Financiële ruimte …… uns nennen seenn sneren snaren snnnnevennenrensnsnenenseneensensnenennenenrennnn 33
Bijlage Moties, schriftelijke vragen, actualiteiten en toezeggingen
3
SAMENVATTING
Inleiding
De gemeente zet alles op alles om de gewenste bouwproductie te realiseren. De ambtelijke
capaciteit is uitgebreid om de noodzakelijke opgaven goed te kunnen vervullen. De voortgang van
de plannen wordt gevolgd en bij knelpunten wordt bezien of vertraging kan worden voorkomen.
Marktomstandigheden vormen de bepalende factor voor de bouwproductie. De voortdurend
stijgende bouwkosten en de schaarste aan bouwcapaciteit zijn een zorgpunt.
Er is nog altijd sprake van economische groei, maar minder vitbundig. De verwachting is dat het
groeitempo de komende jaren verder afneemt. De aanhoudend lage rente maakt investeren in
vastgoed aantrekkelijk.
De krapte van de woningmarkt staat hoog op de politieke agenda. De Metropoolregio Amsterdam
(MRA) heeft in juli 2019 een Woondeal gesloten met het Rijk om het woningtekort terug te
dringen en te zorgen voor voldoende betaalbaar woningen.
Ondanks de stijgende bouwkosten en de schaarste aan bouwcapaciteit gaat het dit jaar nog steeds
goed met het aantal in aanbouw genomen woningen. Om de bouwproductie op hoog niveau te
houden wordt gewerkt aan gebiedsontwikkeling en nieuwe ruimtelijke projecten met een nadruk
op de betaalbare segmenten.
Stand van zaken start bouw 2019
De woningbouwproductie ligt in aantallen op schema 2019. Per 1 juli zijn 3.884 woningen in
aanbouw genomen, dat is ongeveer de helft van de gemiddeld nagestreefde productie. De
planvoorraad voor de ze helft van 2019 omvat ruim 5.000 woningen en biedt perspectief op het
halen van een productie 7.500 woningen in 2019. De ervaring leert dat in het laatste kwartaal veel
woningen in aanbouw worden genomen.
Er zijn in de eerste helft van 2019 587 middeldure huurwoningen in aanbouw genomen en de
woningcorporaties zijn gestart met de bouw van 1.043 sociale huurwoningen. Het gemiddelde
streefcijfer van respectievelijk 1.670 woningen en 2.500 woningen zal in 2019 niet worden gehaald.
Planvoorraad tot 2025
De omvang en samenstelling van de planvoorraad is cruciaal voor het kunnen halen van de doelen
in het Woningbouwplan 2018-2025. De meest recente update van de planvoorraad voor de
periode 2019-2024 komt uit op 61.316 woningen (dat is exclusief de 12.523 reeds in aanbouw
genomen woningen in 2018 en 2019). Deze planvoorraad is voldoende om de start bouw van ca.
40.000 woningen tot 2025 mogelijk te maken. De ambitie van 52.500 woningen in de periode van
2018 tot 2025 is dus haalbaar.
2025 2019-2025 Per f 2019-2025 Per 2018-2025 1-2018-1-7-
Woningbouwplan 1-1-2019 1-7-2019 2019
programma (niet
EE
LL zor | 26 | ciao | 52500 | sas
* woningcorporaties en particuliere partijen
* Waarvan door corporaties: 2.844
4
Een totale productie van gemiddeld 7.500 woningen per jaar kan worden gehaald als de focus bij
alle partijen blijft liggen op de uitvoering van de planvoorraad en er geen grote tegenslagen
komen die de productie kunnen belemmeren zoals de stikstofproblematiek of een economische
recessie.
Een groeiend deel van de planvoorraad zit in transformatiegebieden en dat is kwetsbaar. De
gemeente heeft te maken met zittende erfpachters en eigenaren. De gemeente is meer de
onderhandelaar dan de sturende partij.
Om op het gewenste gemiddelde van 2.500 sociale huurwoningen van corporaties te komen
moeten op tijd voldoende bouwlocaties beschikbaar zijn. In transformatiegebieden moeten zoveel
mogelijk sociale huurwoningen bij corporaties worden ondergebracht. Ook moeten de kansen in
ontwikkelbuurten en op “eigen erf” worden benut. Punt van zorg is de investeringscapaciteit van
de woningcorporaties.
De planvoorraad aan middeldure huurwoningen is sterk gegroeid waardoor start bouw van het
gewenste gemiddelde van 1.670 middeldure huurwoningen vanaf 2020 / 2021 haalbaar lijkt.
Doelgroepen
Het Amsterdams Actieplan Wooncoöperaties is op 17 september 2019 door het college
vastgesteld. In het „e kwartaal vindt implementatie plaats. Het gaat dan om de uitwerking van
randvoorwaarden als financieringsregeling en erfpachtvoorwaarden, het maken van afspraken
met corporaties en het inventariseren van mogelijke projecten.
Het Plan jongeren- en studentenhuisvesting 2019-2022 heeft voor de gemeente de basis gelegd
voor het ondertekenen van het Convenant studentenhuisvesting Amsterdam 2019-2022, dat op
28 maart 2019 is ondertekend. Er zijn ambities opgenomen voor het terugbrengen van het tekort
aan huisvesting, het verbeteren van de betaalbaarheid van deze woningen en de rechtspositie van
studenten in de woningmarkt.
In het op 14 februari 2019 door de raad vastgestelde Programma Ouderenhuisvesting 2019-2022
wordt voor de komende jaren de focus gelegd op het realiseren van zelfstandige woningen. De
inzet van het college is opgenomen in een brief aan de raad van g juli 2019.
Sinds 2016 werken woningcorporaties, zorgaanbieders en gemeente Amsterdam samen aan de
ondersteuning en huisvesting van kwetsbare groepen. Op 14 maart 2019 heeft de Gemeenteraad
het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen 2019-2022 vastgesteld. Het in 2015 vastgestelde
bouwprogramma voor statushouders wordt afgemaakt. Op dit moment zijn ca. 1.900 vande
2.700 woningen in aanbouw en staan ca. 550 woningen in de planning.
Het college wil het tekort aan personeel in onderwijs en zorg terugdringen en heeft de raad op 25
juni 2019 geïnformeerd over de te nemen maatregelen. Eén van de maatregelen is om afspraken
te maken met ontwikkelaars en beleggers over de toewijzing van nieuw op te leveren woningen
aan leraren en/of zorgpersoneel.
Het Woningbouwplan 2018-2025 zet in op innovatieve woonconcepten. Op 17 mei 2019 is een
sessie gehouden met de corporaties. Er zijn werkgroepen geformeerd met leden van gemeente en
corporaties. In het 4° kwartaal van 2019 worden de resultaten gedeeld en aanbevelingen gedaan
voor de verdere uitwerking en realisatie.
5
Specifieke opgaven
Klimaat en energietransitie zijn speerpunten van beleid. Voor de woningbouw is de ambitie
geformuleerd om energieneutraal of energieleverend te bouwen. Hier kan via de tenders of bij 1-
op-1 onderhandelingen op worden ingezet. Amsterdam doet mee aan het Regionaal Programma
Cirkelstad van de MRA. Het doel is gezamenlijke afspraken te maken over gelijkluidende
bouwvoorschriften voor circulair en energieneutraal bouwen vanaf 2023.
Het college wil burgers en toekomstige bewoners meer mogelijkheden bieden om de eigen woon-
en leefomgeving vorm te geven. In de eerste helft van 2019 zijn verschillende woonprojecten
bezocht waar burgers een actieve rol hadden in de ontwikkeling. De opgedane lessen worden
verwerkt in een startnotitie met daarin de principes voor alternatieve ontwikkelmodellen.
Financiële ruimte
Bij het opstellen van het Woningbouwplan 2018-2025 is vitgegaan van een groei van de
vereveningsruimte naar € 695 miljoen ultimo 2022. Daarbij werd aangegeven dat dit bedrag nodig
was voor de (voor)investeringen waarmee de gebiedsontwikkeling ook na 2022 op peil kan worden
gehouden. De ontwikkeling van de vereveningsruimte wordt nu lager ingeschat (€ 537 miljoen
ultimo 2023). Enerzijds door aanvullende vitnames waartoe bij de Voorjaarsnota is besloten,
anderzijds door actualisatie van de winstnemingen. Deze vereveningsruimte moet nog wel
worden verdiend.
Op basis van de huidige ramingen en het doorzetten van de huidige economische conjunctuur
wordt verwacht dat er de komende jaren voldoende opbrengsten worden gerealiseerd en dat
daarmee voldoende vereveningsruimte ontstaat voor nieuwe investeringen om de planvoorraad
op peil te houden. Wel is geconstateerd dat het risico in de grondexploitatieportefeuille groter
wordt als gevolg van de marktomstandigheden (stijgende bouwkosten en stabiliserende
huizenprijzen) en de toenemende complexiteit.
6
| Inleiding
1. Woningbouwplan 2018-2025
Het Woningbouwplan is op 20 november 2018 door het College van B&W vastgesteld. Het college
heeft daarin de ambitie opgenomen om jaarlijks gemiddeld 7.500 woningen in aanbouw te nemen,
waarvan gemiddeld 2.500 sociale huurwoningen door corporaties en gemiddeld 1.670 middeldure
huurwoningen. Daarnaast zet het College in op toekomstbestendige duurzame wijken,
betaalbaarheid en de huisvesting van specifieke doelgroepen.
De gemeente zet alles op alles om de gewenste bouwproductie te realiseren. De ambtelijke
capaciteit is uitgebreid om de noodzakelijke opgaven goed te kunnen vervullen. De voortgang van
de plannen wordt op de voet gevolgd en bij knelpunten wordt bezien of vertraging kan worden
voorkomen. De gemeente werkt intensief samen met investeerders. De gemeente is voor het
bouwen immers afhankelijk van de investeringsbereidheid van ontwikkelaars, beleggers en
woningcorporaties. Marktomstandigheden vormen een bepalende factor voor de bouwproductie.
De voortdurend stijgende bouwkosten, de schaarste aan bouwcapaciteit, de effecten van
jurisprudentie over stikstof en de nieuwe eisen over PFAS stoffen in zijn een zorgpunt. Niettemin
wordt er ook in de huidige collegeperiode nog steeds volop gebouwd.
Het college heeft toegezegd 2x per jaar te rapporteren over de voortgang, in het voorjaar over het
voorgaande kalenderjaar en in het najaar over de ontwikkelingen in het eerste half jaar. Het gaat
om een integrale rapportage. Naast de terugblik op het aantal in aanbouw genomen woningen
wordt met name vooruitgekeken. Biedt de planvoorraad perspectief op het halen van de
bouwdoelstelling in 2019 en latere jaren? Is er sprake van een robuust Vereveningsfonds? Hoe
staat het met de gesprekken met institutionele beleggers en woningcorporaties en met de lobby
bij het Rijk? Welke investeringsbesluiten zijn genomen om te zorgen dat de planvoorraad op
termijn gewaarborgd is? Wat is in gang gezet en bereikt voor specifieke doelgroepen? Hoe wordt
verder gewerkt aan aangekondigde bijzondere woonconcepten en nieuwe ontwikkelmodellen?
De rapportage geeft derhalve een breed beeld van de lopende acties in het kader van het
Woningbouwplan.
2. Economisch perspectief; nog steeds economische groei, maar minder uitbundig
Er is nog altijd sprake van economische groei in Nederland. De ruim 1,5% waar de economie in
2019 mee zal groeien is echter geringer dan de vier voorgaande jaren van forse economische
ontwikkeling. De lagere groei is het gevolg van internationale ontwikkelingen, waardoor de export
minder hard groeit dan voorheen. Daarnaast is het consumentenvertrouwen gedaald en heeft de
afkoelende woningmarkt een dempende werking op de groei. De economie in Nederland laat
echter een hogere groei zien dan in veel andere landen in het eurogebied. Het aantal banen blijft
nog steeds sterk toenemen. In het afgelopen jaar zijn er ruim 200.000 banen bij gekomen,
waardoor de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt. De verwachting is dat het groeitempo de
komende jaren nog iets verder afneemt, maar dat er nog steeds sprake zal zijn van een
economische groei van bijna 1,5%.
De economie in Amsterdam en de rest van de Randstad groeit sterker dan het nationaal
gemiddelde, maar ook hier neemt het groeitempo in 2019 af. De bedrijvigheid in zakelijke en ICT-
diensten neemt toe en blijven nieuwe bedrijven zich vestigen. Ook is de werkloosheid wederom
7
afgenomen. Net als voor Nederland is ook voor Amsterdam de verwachting dat de economische
groei in de komende jaren net op een iets lager niveau zal liggen dan in de voorgaande jaren.
De aanhoudend lage rente maakt investeren in vastgoed aantrekkelijk. De prijzen van woningen
en ander vastgoed in Amsterdam stijgen nog steeds, maar vlakken wel wat af. De betaalbaarheid
van het wonen staat nog steeds onder druk.
3. Woondeal
De burgemeester heeft namens de Metropoolregio Amsterdam (MRA) op 5 juli 2019 een
Woondeal gesloten met de minister van Binnenlandse Zaken. Met de Woondeal gaan Rijk en MRA
een langjarige samenwerking aan om het woningtekort terug te dringen en te zorgen voor een
structureel voldoende betaalbaar woningaanbod.
De MRA wil met steun van het Rijk 100.000 woningen bijbouwen tot 2025. De woningcorporaties
staan voor de opgave om in de MRA jaarlijks 5.000 sociale huurwoningen te bouwen en
tegelijkertijd de bestaande woningvoorraad te verduurzamen.
Rijk en MRA hebben afgesproken te zoeken naar oplossingen om de bestaande woningvoorraad
betaalbaar te houden omdat niet alles met nieuwbouw kan worden opgelost (aanpassing % WOZ
in Woning Waarderings Stelsel en inwerking stellen noodknop excessieve huurverhogingen) en te
zorgen voor voldoende investeringscapaciteit bij woningcorporaties.
De raadsleden zijn via de commissie Wonen en Bouwen van 2 oktober 2019 geïnformeerd over de
activiteiten die in de regio worden ontplooid om tot voldoende woningbouwproductie te komen
(Versnellingsopgave Metropoolregio Amsterdam”).
4. Ontwikkelingen op korte en middellange termijn
Start bouw korte termijn
Het gaat nog steeds goed met de economie en de vraag naar nieuwe huur- en koopwoningen.
Bovendien is er een grote bereidheid en inzet van de meeste marktpartijen en corporaties om in
gang gezette plannen op korte termijn tot uitvoering te brengen. Dit is niet makkelijk gegeven de
schaarste aan bouwcapaciteit en de voortdurende bouwkostenstijging.
Ook de gemeente zet alles op alles om de publieke processen op tijd te doorlopen. Het gaat dan
om het begeleiden van planvorming, het afgeven van omgevingsvergunningen en het sluiten van
erfpachtcontracten.
Niet alle projecten lopen volgens planning en niet alle investeerders zijn in staat om tijdig tot een
succesvolle aanbesteding te komen. Tot nu toe gaat het in absolute stedelijke aantallen goed.
Halverwege het jaar 2019 is meer dan de helft van de gewenste 7.500 woningen per jaar in
aanbouw genomen.
Planvoorraad middellange termijn
Om de bouwproductie over meerdere jaren op hoog niveau te houden, moeten gebieden tot
ontwikkeling worden gebracht. Er is veel capaciteit nodig om na een principebesluit te komen tot
een investeringsbesluit, een werkbaar bestemmingplan, bouwrijpe grond en afspraken met
investeerders. Er wordt op veel grote en kleine locaties gewerkt aan planproducten.
Grote klappers op korte termijn zijn het nemen van een investeringsbesluit voor Strandeiland,
Buiksloterham (herziening) en Hamerstraatkwartier. Al deze bestuurlijke trajecten moeten tot een
goed einde worden gebracht. Voor het Hamerstraatgebied is het uitblijven van een keuze voor de
brug over het Y bijvoorbeeld een zorgpunt.
8
Voor het realiseren van het bouwprogramma is de gemeente in steeds grotere mate afhankelijk
van transformaties. Daarnaast is bij transformatiegebieden de planvorming afhankelijk van de
medewerking van eigenaren en erfpachters. Dit maakt ontwikkelingen kwetsbaar. De combinatie
van stijgende bouwkosten, gemeentelijke vitgangspunten en de groeiende vraag naar kantoor- en
bedrijfsruimte maakt voor sommige eigenaren andere opties dan transformatie interessant.
Er zit veel dynamiek in de planvoorraad. Planningen worden in de loop van de tijd scherper
gemaakt en bijgesteld. Het goede nieuws is dat de stedelijke planvoorraad voor de periode tot
2025 op peil is gebleven en dat het aandeel sociale huur en middeldure huur is toegenomen.
5. Moties, schriftelijke vragen, actualiteiten en toezeggingen
De raad is zeer betrokken bij de bouwopgave en dat is terug te zien in de discussie in de
raadscommissies en de raad.
Er zijn de afgelopen maanden veel schriftelijke vragen gesteld over de voortgang van de
bouwproductie, moties ingediend en actualiteiten aangevraagd (zie bijlage).
9
IL Woningbouwambitie 2018-2025
1. Doelstelling (52.500 woningen)
Het College heeft een bouwambitie vastgesteld van 52.500 woningen voor de periode 2018-2025.
Dit betekent de start bouw van gemiddeld 7.500 woningen per jaar. Het gaat om een ongekend
hoge ambitie in historisch perspectief.
Ontwikkeling start bouw vanaf 2006 (exclusief tijdelijke en onzelfstandige woningen)
9.000
Beco
„000
6.000
5.000
4.000 |
34.000
2.000 [| | m T Li
Onnen
o Hann
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
mhuur<710,68 — middeldurehuur mdurehuur mkoop
Om gedurende 7 jaren een productie van gemiddeld 7.500 woningen te halen is een overmaat aan
plannen nodig. Ten tijde van de opstelling van het Woningbouwplan bestond de planvoorraad
voor de hele periode 2018-2025 uit 73.093 woningen.
Er is gerekend met een slagingspercentage van 75%. Een dergelijk hoog percentage werd haalbaar
geacht omdat de meeste projecten gepland staan voor de eerste jaren en er voor meer dan 43.000
woningen gemeentelijke investeringsbesluiten waren genomen. Er was wel het voorbehoud van
blijvende gunstige economische omstandigheden.
2. Start bouw 2019
De planvoorraad aan het begin van het jaar omvatte 13.419 woningen. Dit vormde de basis om in
de buurt te komen van een productie van 7.500 woningen. De zorg aan het begin van het jaar was
dat vertragingen op de loer liggen door de voortdurende bouwkostenstijging en de schaarse
bouwcapaciteit. Een andere constatering was dat de planvoorraad aan sociale huurwoningen en
middeldure huurwoningen een smalle basis vormde om dit jaar de gemiddelde
betaalbaarheidsdoelstellingen van het college te halen.
Planvoorraad 2019 (naar segment)
| __ Aantallen Streefcijfer
Sociale huur corporaties
Sociale huur particulier 4 |
Middeldure huur
Durehuur+koopwoningen | 6185 |
10
Halfjaarcijfer (3.884 woningen)
Tijdens het proces van planvorming en projectontwikkeling zijn er verschillende mijlpalen te halen
en hobbels te overwinnen waardoor start bouw door kan schuiven naar een volgend kalenderjaar.
Soms zijn projecten in de tijd opgeknipt. Voor andere projecten geldt dat het traject van
vergunningverlening of aanbesteding langer duurt dan geraamd.
Halverwege het jaar 2019 is meer dan de helft van de gewenste 7.500 woningen per jaar in
aanbouw genomen. Het gaat per 1 juli om 3.884 woningen.
Het aantal sociale en middeldure huurwoningen blijft, zoals verwacht werd, achter bij het
gemiddeld gewenste aantal.
0 500 1,000 1,500 2,000 2,500 3,000 3,500 4,000
B gereguleerde huur corporaties gereguleerde huur particuliere partijen
middeldure huur B dure huur
B koop
Prognose
Begin 2019 was de planvoorraad voor 2019 13.419 woningen. Daarvan zijn 3.884 woningen in
aanbouw genomen en 4.588 woningen doorgeschoven naar 2020 en verder.
Op basis van de update van de planvoorraad (per 1 juli 2019) kunnen in de 2° helft van 2019 nog
bijna 5.000 woningen in aanbouw worden genomen.
Historisch gezien is het mogelijk om 7.500 woningen in 2019 in aanbouw te nemen, omdat er in
het laatste kwartaal van het jaar altijd een grote productie is maar dan moeten er niet teveel
projecten alsnog doorschuiven naar 2020.
Het is niet meer mogelijk om de gewenste productie van gemiddeld 2.500 sociale huurwoningen
door corporaties en gemiddeld 1.670 middeldure huurwoningen in 2019 al te halen.
Segment Gestart 1-7- | voorraad juli
EN
Onbekend | jo |
3. Planvoorraad 2019-2025 (per 1 juli 2019)
De planvoorraad neemt in de loop van de tijd af omdat woningen in aanbouw worden genomen. In
de afgelopen 1,5 jaar ging het in totaal om 12.523 woningen. Dit betekent tegelijkertijd dat bijna
een kwart van de bouwambitie is gerealiseerd.
Met de update per 1 juli 2019 kwam de planvoorraad uit op 61.316 woningen. Deze planvoorraad is
voldoende om de start bouw van nog eens 40.000 woningen tot 2025 mogelijk te maken. De
ambitie van een productie van 52.500 woningen is mogelijk.
Er wordt hard gewerkt aan de uitwerking van de plannen in de planvoorraad. Een productie van
gemiddeld 7.500 woningen per jaar kan worden gehaald als de focus van alle partijen blijft liggen
11
op de uitvoering van de planvoorraad en er geen grote tegenslagen komen die de productie
kunnen gaan belemmeren zoals de stikstofdiscussie of een economische recessie.
De productie in te transformeren gebieden is het meest kwetsbaar omdat de gemeente daar
beperkte sturingsmogelijkheden heeft en afhankelijk is van de medewerking van eigenaren en
erfpachters. De gemeente is bij transformatie meer de onderhandelaar dan de sturende partij.
Dynamiek ín de planvoorraad
De planvoorraad neemt af omdat er woningen in aanbouw zijn genomen, groeit omdat er nieuwe
plannen worden vastgesteld en wisselt per jaar omdat er plannen worden doorgeschoven, soms
over de periode (na 2024) heen. De dynamiek wordt hieronder zichtbaar gemaakt met een tweetal
tabellen en een grafiek.
Planvoorraad (inclusief start bouw Woningbouwplan 2018-2025 per segment, svz 1 juli 2019)
sociale huur middeldure huur dure huur en koop |onbekend Totaal
2018-
2025
gestart Planv. gestart Planv. [gestart Planv.
2018 3.116 1.152 4.371 0 8.639
2019 1.211 942 587 837 2.086 3.168 0 8.831
2020 5.326 2.566 5.114 B11| 13.517
2021 4.060 3.635 4.494 331| 12.520
2022 2.648 3.072 4.835 42f 10.597
2023 2.822 2.620 2.740 0 8.182
2024 4.237 3.596 3.420 300| 11.553
4.327 20.035 1.739| 16326 6457| 23771| 1184| 73.839
Total) 2432] Bo] z0228| | 73839
Toelichting
De start bouwcijfers voor 2018 en de eerste helft van 2019 staan in de kleur groen. De cijfers over
de planvoorraad staan in zwart. Het getal 8.831 in de kolom totaal is inclusief de 3.884 in 2019
gestarte woningen. Als de totale resterende planvoorraad 2019 daadwerkelijk start, is dit de
maximaal mogelijk start bouw in 2019. In de rest van de tabel staat de resterende planvoorraad
per segment voor de periode 1 juli 2019 tot en met 31 december 2024.
Planvoorraad (incl start bouw Woningbouwplan 2018-2025 per segment svz 1 juli 2019)
16.000
14-000
8,000 m
6,000 | m
|
4.000 B |
7 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
m gestart sociale huur middeldure huur _m dure huur en koop onbekend
12
Toelichting
De voorgaande grafiek laat in de groene blokjes zien wat is gestart in de periode 1 januari 2018 tot
1 juli 2019. De rode kleuren geven de segmenten aan. Er is in deze grafiek geen onderscheid
gemaakt tussen de sociale huurwoningen van corporaties en marktpartijen en tussen dure huur-
en koopwoningen.
Ontwikkeling planvoorraad 2018-2025 (tot 1 juli 2019)
Segment Planvoorraad | Planvoorraad | Planvoorraad | Bouwambitie | Gerealiseerd
2018-2025 2019-2025 | 2019-2025 | 2018-2025 [per1-7-2019
Woningbouwplan | Per 1-1-2019 | Per 1-7-2019
24.198 19.635 20.035 17.500
middeldure huur 11.817 15.577 16.326 11. 690
dure huur en koop 29.046 23.916 23.771 6.457
rogramma (niet
Pros 8.032 3.858 1.184
ingevuld)
| ____73.093 62.986 61.316 52.500
Toelichting
In de tabel worden cijfers gepresenteerd over de planvoorraad vanaf 1 janvari 2018 tot 1 januari
2025, de periode van het Woningbouwplan. De cijfers geven de ontwikkelingen aan, afgezet tegen
de bouwambitie in het Woningbouwplan en het aantal in aanbouw genomen woningen. Zo
ontstaat een beeld van de dynamiek in de planvoorraad.
Die planvoorraad vermindert omdat er woningen in aanbouw zijn genomen of omdat geplande
woningen doorschuiven naar de periode van na het Woningbouwplan (2025 en later) en in een
enkel geval omdat een plan vervalt of het programma wijzigt.
Tegelijkertijd groeit de voorraad door nieuwe plannen of gewijzigde plannen (er worden dan meer
of minder woningen gebouwd dan eerder gepland en /of in een ander segment).
In de ontwikkelbuurten en door de transformatie van monofunctionele gebieden komen in de
periode van het Woningbouwplan nog nieuwe projecten die kunnen leiden tot start bouw voor
2025. Deze aantallen zijn nog niet bekend en daarom niet opgenomen in de nog te realiseren
planvoorraad.
4. Principe-, project- en investeringsbesluiten
De planvoorraad 2018-2025 bevat voor een deel projecten die nog in een vroege fase van
planontwikkeling zijn. Nadere bestuurlijke besluitvorming is dan nodig om tot uitvoering te
komen.
In de eerste helft 2019 zijn de volgende besluiten genomen:
2 investeringsbesluiten (Omval Weespertrekvaart en Zeeburgereiland, Baaibuurt statushouders)
2 projectbesluiten (Klaprozenbuurt en Sixhaven)
2 principebesluiten voor ontwikkelbuurten (Banne Noord en Geuzenveld/ Slotermeer)
1 principebesluit (Schinkelkwartier) en in stadsdeel West het principebesluit Gulden Winckel.
3 woningcorporaties en particuliere partijen
* Waarvan door corporaties: 2.844
13
5. Tenders
Er zijn diverse tenders in voorbereiding. De kavels worden verspreid op de markt gebracht om een
zo goed mogelijk resultaat te kunnen halen.
In de eerste helft van 2019 zijn vier tenders uitgeschreven en twee selectieprocedures voor
Medeopdrachtgeverschap (zelfbouw):
e Tender Blok 8A Amstelkwartier. Het programma bestaat uit 5.800 m2? bvo middeldure
huurwoningen en een kinderdagverblijf. In totaal waren er twee inschrijvingen, beiden
Nederlandse partijen.
e Tender Blok 4 en 5 Reimerswaalbuurt. De selectieprocedvre van deze tender loopt nog.
Het programma ziet er als volgt uit: 22.000 m° woningbouw en 500 m° maatschappelijke
voorzieningen{/commerciële ruimte. De woningaantallen voor Blok 4 en 5 bestaan uit
maximaal 190 woningen waarvan tenminste 120 middeldure huurwoningen. Het
oppervlak van de woningen dient minimaal 60 m2? GO (Blok 4) en minimaal 7zo m2 GO (Blok
5) te zijn. Het aandeel beneden-bovenwoningen en grondgebonden woningen met eigen
voordeur op maaiveld is minimaal 20%.
e Tender Bakema Park Zuid. De selectieprocedure van deze tender is nog niet afgerond. Het
programma ziet er als volgt vit: minimaal 9.450 m? bvo en maximaal 11.725 m2? bvo
middeldure huurwoningen met een totaal van minimaal gemiddelde woninggrootte van
7o m? en 2.423 m? bvo parkeren.
e Tender Kavel 5 Amstelkwartier. De selectieprocedure van deze tender is nog niet
afgerond. Het programma ziet er als volgt uit: 14.000 m2 bvo, bestaande uit minimaal 7o
middeldure huurwoningen, 7o tot go dure koopwoningen en voorzieningen in de plint.
e _Selectieprocedure Medeopdrachtgeverschap (MO) Kavel 04-09 Centrumeiland IJburg
Amsterdam. Het programma ziet er als volgt uit: 2.300 m* bvo koopwoningen met
medeopdrachtgeverschap. Er waren 20 inschrijvingen in de eerste ronde (alleen
Nederlandse partijen) de tweede ronde met vijf partijen loopt nog.
e _Selectieprocedure Medeopdrachtgeverschap (MO) Kavel 08-02 Centrumeiland IJburg
Amsterdam. De selectieprocedure van deze tender is nog niet afgerond. Het programma
ziet er als volgt uit:5.400 m2? bvo koopwoningen met mede opdrachtgeverschap.
6. Transformatie
De gemeente zet stevig in op transformatie als onderdeel van de woningbouwopgave en om
gemengde woon-werkgebieden te realiseren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen
transformatie van gebouwen en transformatie van bedrijfsterreinen en kantoorgebieden.
De afgelopen jaren zijn met succes veel leegstaande gebouwen getransformeerd. Er is 700.000 m2
aan kantoorruimte onttrokken aan de voorraad. Daarvoor in de plaats kwamen 6.500 nieuwe
woningen, hotels en voorzieningen.
Het College heeft in juni 2019 een brief gestuurd naar de leden van de Raadscommissie Wonen en
Bouwen over de aard van de lopende onderhandelingen, als antwoord op vragen van Van Dantzig.
De brief is behandeld in de Commissie Wonen en Bouwen van 2 oktober 2019. Op een vraag van
lid Hammelburg heeft de Wethouder Bouwen toegezegd bij de stadsdelen na te vragen of er een
overzicht is van de gesprekken die uiteindelijk niet tot daadwerkelijke transformatie hebben
geleid.
14
Afwijken van 40-40-20 (bij particuliere transformatie)
Verzoeken tot afwijken van 40-40-20 worden voorgelegd aan de directeur Grond & Ontwikkeling.
De verzoeken worden per project beoordeeld aan de hand van het door de Gemeenteraad
vastgestelde “Stedelijk Kader voor Particuliere transformatie”.
In het najaar van 2018 heeft het college voor het eerst verantwoording afgelegd over het gebruik
van de afwijkingsbevoegdheid. De evaluatie is op 21 november 2018 behandeld in de commissie
Wonen en Bouwen. De conclusie was dat het Stedelijk Kader voldoende houvast geeft om te
kunnen beoordelen of afwijken van 40-40-20 nodig is. Bij alle ingediende verzoeken was er sprake
van goede redenen om af te wijken. Opvallend was dat de toegestane afwijkingen samen, tot een
programma leidden dat in de buurt komt van het stedelijke vitgangspunt.
In de periode augustus 2018 tot en met juli 2019 zijn zeven afwijkingsverzoeken ingediend en
goedgekeurd. Tezamen tellen deze afwijkingen op tot 310 sociale huurwoningen, 202 middeldure
woningen en 183 vrije sectorwoningen, een verhouding van 45-29-26. Dat ook nu weer een groot
deel van de particuliere woningen zich in het betaalbare segment bevindt, komt omdat deze
woningen veelal een geringe omvang hebben. De verantwoordingsrapportage over deze periode
zal in het najaar van 2019 bestuurlijk worden voorgelegd.
7- Stikstofproblematiek
Het college heeft een ambitieus Woningbouwplan 2018-2025 vastgesteld, gebaseerd op een
aanzienlijk planaanbod en vitgaande van voortzetting van gunstige omstandigheden.
In het kader van de Wet Natuurbescherming moet worden aangetoond dat ontwikkelingen als
woningbouw geen significante gevolgen hebben voor Natura-2000 gebieden. Na een negatieve
uitspraak van de Raad van State op 29 mei 2019, moet elk project individueel worden getoetst (net
als voor 2015). Dit kan tot vertraging leiden.
Tot nu toe kende Amsterdam geen grote stikstofproblemen vanwege de grote afstanden tot
Natura-2000 gebieden en het feit dat er in het IJmeer geen stikstofgevoelige gebieden liggen. Het
afstandscriterium is echter niet afdoende. Van elk individuele project moet op objectieve gronden
worden aangetoond dat het geen significante gevolgen heeft voor de omringende Natura-2000
gebieden. De raad is nader geïnformeerd in de Commissie RO van 30 oktober 2019.
15
II Ambitie sociale huur corporaties 2018-2025
1. Doelstelling (17.500)
Het College heeft een ambitie vastgesteld van 17.500 woningen voor de periode 2018-2025. Dit
betekent de start bouw van gemiddeld 2.500 woningen door woningcorporaties per jaar. Het gaat
om een substantieel hogere inzet dan in het recente verleden en dan in de afgelopen perioden is
gerealiseerd. In het verleden werd uitgegaan van 30% sociale huur wat bij een bouwproductie van
4.000 woningen uitkomt op 1.200 sociale huurwoningen per jaar. De samenwerkingsafspraken
met de corporaties voor de periode 2016-2019 gaan ook uit van 1.200 sociale huurwoningen.
Figuur ontwikkeling start bouw sociale huur corporaties vanaf 2006 (permanent, zelfstandig)
2.500
2.000
1.500
1.000
_ | I Ì |
0
zo06 2007 2008 zoog 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 zo17 2018
2. Start Bouw 2019
De planvoorraad van de corporaties omvatte aan het begin van het jaar 3.037 woningen. De zorg
was dat vertragingen op de loer lagen door de voortdurende bouwkostenstijging en de schaarste
aan bouwcapaciteit. De planvoorraad vormde bovendien een smalle basis om de doelstelling van
2.500 woningen in 2019 te halen.
Halfjaarcijfer (1.043 woningen)
In het kader van het gevoerde investeringsoverleg met de individuele corporaties in het voorjaar
van 2019 werd duidelijk dat de gezamenlijke corporaties dit jaar minder sociale huurwoningen in
hun planning hebben staan dan nodig om de doelstelling van gemiddeld 2.500 woningen te halen.
Naast een aantal planspecifieke factoren werd gewezen op problemen bij de aanbesteding en op
onvoldoende investeringsruimte. Halverwege 2019 zijn 1.043 permanente woningen in aanbouw
genomen (= 83% van 1.250 woningen).
Aantallen
Sociale huur door corporaties 1.043
Waarvan:
Studentenwoningen corporaties 565
Jongerenwoningen corporaties 82
16
Prognose
Gegeven het resterend planaanbod kunnen corporaties in 2019 in totaal maximaal 1.770 woningen
in aanbouw nemen.
1 juli o1g 1 juli 2019
Halfjaarcijfer particuliere sociale huur (168 woningen)
Naast corporaties hebben ook marktpartijen gereguleerde sociale huurwoningen in aanbouw
genomen. Het gaat om 168 woningen.
3. Planvoorraad 2019-2025
Het Woningbouwplan 2018-2025 kende een planvoorraad van 73.093 woningen. Daarvan
behoorde 24.198 woningen tot de categorie sociale huur. Het ging om 17.285 woningen van
corporaties en 6.913 woningen van marktpartijen.
Om de bouw van 17.500 woningen door corporaties mogelijk te maken moeten er meer plannen
van corporaties komen. De planvoorraad kan worden opgevoerd door:
- het verwerven van posities bij particuliere ontwikkeling en transformatie;
- het verder brengen van de plannen voor ontwikkelbuurten;
- ontwikkelingen op eigen erf van corporaties hard maken.
Aan al deze mogelijkheden wordt gewerkt.
Bij particuliere ontwikkeling en In transformatiegebieden probeert de gemeente corporaties in
positie te brengen via 2 op 1 onderhandeling met de eigenaar/erfpachter. Corporaties proberen op
hun beurt afspraken te maken met marktpartijen. Een uitruil van posities kan daarbij helpen.
Gemeente en corporaties werken tevens samen aan ontwikkelingen op eigen erf en aan plannen
voor ontwikkelbuurten. Het zijn plannen in bestaand stedelijk gebied en dat vraagt om zorgvuldig
handelen. Bewoners moeten goed worden meegenomen in de plannen en er moet rekening
worden gehouden met erfgoedwaarde.
Het is nog niet duidelijk in welke mate de planvoorraad sociale huur corporaties kan groeien. Punt
van zorg is bovendien de investeringscapaciteit van de corporaties.
Twee keer per jaar krijgt de gemeente van de corporaties een update van de planvoorraad. Daarin
komt tot uiting wat corporaties denken te kunnen (qua planning en financiële mogelijkheden). Per
april 2019 omvatte de planvoorraad volgens de corporaties 17.685 woningen voor de periode tot
2025 (inclusief start bouw 2018 en inclusief tijdelijke bouw).
4. Samenwerkingsafspraken 2020-2023
De gemeente, de huurdersvereniging en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties
(federatie) werken in 2019 toe naar prestatieafspraken voor de periode 2020-2023. De Federatie
heeft op 28 juni 2019 een bod gedaan op de in november 2018 gepubliceerde gemeentelijke inzet.
Over de gemeentelijke inzet en het bod van de Federatie wordt gesproken.
Het gaat om een breed pakket van samenhangende afspraken. De complexiteit zit mede in de
beperkte investeringscapaciteit van de corporaties. Onderzoek van het Waarborgfonds Sociale
Woningbouw laat zien dat het mede gegeven de omvang van de heffingen en belastingen van het
Rijk en de verduurzamingsopgave voor de corporaties niet mogelijk is om alle ambities in de
Metropoolregio Amsterdam waar te maken.
17
IV Ambitie middeldure huurwoningen 2018-2025
1. Doelstelling (11.69o woningen)
Het College heeft een ambitie vastgesteld van 11.690 woningen voor de periode 2018-2025. Dit
betekent de start bouw van gemiddeld 1.670 woningen per jaar. Het gaat om een hogere inzet
dan in eerdere jaren. De inzet is ook hoger dan wat de afgelopen jaren is gerealiseerd.
In 2015 is bij amendement besloten om de productie mideldure huur op te voeren van 800
woningen in 2016, goo woningen in 2017 en 1.000 woningen in 2018 en 2019. Met het Actieplan
Meer Middeldure Huur (2017) is deze inzet verder verhoogd tot 1.500 woningen per jaar.
Figuur ontwikkeling start bouw middeldure huur vanaf 2006
1.400
1.200 +
1.000 +
Bao
boo +
400 |
| Ì Ì
EN _ LJ El
zo06 zo07 2008 zoog 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
2. Start bouw 2019
De planvoorraad aan het begin van het jaar omvatte 2.271 woningen.
De zorg was dat vertragingen op de loer lagen door de voortdurende bouwkostenstijging en de
schaarste aan bouwcapaciteit. De planvoorraad vormde bovendien een smalle basis om de
doelstelling van 1.670 woningen in 2019 te halen.
Halfjaarcijfer (587 woningen)
Halverwege 2019 zijn 587 woningen in aanbouw genomen (= 70% van 835 woningen).
Prognose
Gegeven het resterend planaanbod kunnen ontwikkelaars en beleggers in 2019 in totaal maximaal
1.424 woningen in aanbouw nemen.
Segment Gestart per voorraad per
1 juli o1g 1 juli 2019
Middeldure huurwoningen
18
3. Planvoorraad 2019-2025 (per 1 juli 2019)
Het aandeel middeldure huur in de planvoorraad is sterk toegenomen. De planvoorraad in het
Woningbouwplan omvatte 11.817 woningen. Na 1,5 jaar zijn daarvan 1.739 woningen in aanbouw
genomen terwijl de planvoorraad voor de periode juli 2019-2025 nog 16.326 woningen bevat.
ee Lord |
EE
EC
a | es |
EN EE
os |
EE
Gegeven de groei van de planvoorraad lijkt de start bouw van het gewenste gemiddelde van 1.670
middeldure huurwoningen per jaar vanaf 2020 / 2021 haalbaar.
De inzet van de gemeente is om alle nieuwe plannen onder de condities van het Actieplan Meer
Middeldure Huur te realiseren en dat geldt zowel voor tenders op gemeentelijke locaties als voor
afspraken over transformatie.
4. Evaluatie Actieplan Meer Middeldure huur
Het actieplan is twee jaar oud. Sindsdien zijn diverse tenders vitgeschreven en gegund aan
investeerders. De eerste resultaten zullen zichtbaar worden met het in aanbouw nemen van de
projecten Buiksloterham kavel 3D, Sloterdijk kavel O (blok 5) en Amstelstation blok +C. Daarnaast
zijn de afgelopen jaren ook in transformatiegebieden woningen ontwikkeld op basis van de
voorwaarden van het Actieplan (o.a. Wonam in stadsdeel Zuidoost).
De woningmarkt is nog steeds verhit en dat heeft geleid tot een verdere prijsstijging in de vrije
sector. De noodzaak en urgentie voor het bouwen en betaalbaar houden van middeldure
huurwoningen is vergroot.
De lopende tenders zijn geëvalveerd. Over de gemeentelijke voorwaarden wordt stevig
gediscussieerd. Institutionele beleggers hebben aangegeven niet meer in staat zijn in te schrijven
op Amsterdamse tenders. Zij geven aan dat door de beperkte ruimte voor huurverhogingen
onvoldoende rendement kan worden gerealiseerd.
Het college wil graag dat institutionele beleggers inschrijven op gemeentelijke tenders
en onderzoekt de mogelijkheden om beleggers meer ruimte te bieden.
Concrete voorstellen zullen aan de Raad worden voorgelegd bij de evaluatie van het Actieplan
Meer Middeldure huur.
19
V Dure huur en koopwoningen
1. Geen kwantitatieve doelstelling
Het college wil veel woningen bouwen waarvan een substantieel deel betaalbaar. Om de slag naar
meer betaalbare woningen te maken wordt bij nieuwe projecten in lijn met de Woonagenda 2025
stedelijk ingezet op een programma van 40-40-20.
De projecten van voor 2018 zijn veelal vastgesteld met het vitgangspunt 30% sociaal en 70%
markt. In de planvoorraad voor de periode tot 2025 zit dan ook een aanzienlijke hoeveelheid
marktwoningen waarvan een behoorlijk deel dure huur en koop.
De huidige marktomstandigheden bieden in dit segment de mogelijkheden om de stijging van de
bouwkosten te compenseren.
5.000
4.500
4.000
3.500
3.000
2.500
2.000
1.500
1.000 1
ze m8
a
2006 2007 2008 zoog 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
dure huur mkoop
2. Start bouw 2019
45% van het stedelijk planaanbod bestond aan het begin van het jaar vit dure huur- en
koopwoningen (6.185 woningen).
Halfjaarcijfer (2.086 woningen)
Halverwege 2019 zijn 1.461 dure huurwoningen en 625 koopwoningen in aanbouw genomen, dit is
54% van de stedelijke productie.
Prognose
Gegeven het resterend planaanbod kunnen ontwikkelaars en beleggers in 2019 in totaal maximaal
5.244 dure huur en koopwoningen in aanbouw nemen.
3. Planvoorraad 2019-2025
Het aandeel dure huur en koop in de planvoorraad is op niveau gebleven. In het Woningbouwplan
waren ruim 29.000 dure huur- en koopwoningen opgenomen.
Na 1,5 jaar zijn daarvan 6.457 woningen in aanbouw genomen terwijl de planvoorraad voor de
periode juli 2019-2025 nog 23.771 woningen bevat.
20
__[gestart |planvoorraad
2018 4.371
2019 2.086 3.168
2020 5.114
2021 4.494
2022 4.835
2023 2.740
2024 3.420
4. Regulering koopwoningen
Veel Amsterdammers willen graag kopen, maar de prijzen blijven stijgen en het is voor veel
woningzoekenden moeilijk een geschikte en betaalbare koopwoning te vinden. De koopmarkt is
verder onder druk komen te staan door het opkopen en verhuren van woningen, dit wordt ook wel
buy-to-let genoemd. Het college vindt dit geen goede ontwikkeling en bereidt de volgende
maatregelen voor.
Verhuurverbod
Het college werkt aan een verhuurverbod voor alle nieuwe koopwoningen. De voorstellen kunnen
naar verwachting in het eerste kwartaal van 2020 aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Zelfbewoningsplicht
Naast het verhuurverbod is een motie aangenomen waarin het college wordt verzocht om een
zelfbewoningsplicht op te leggen van 3 jaar bij middeldure koopwoningen. De raad wordt op korte
termijn separaat geïnformeerd over de actuele stand van zaken.
Middeldure koopwoningen
Met de Woonagenda 2025 is bepaald dat 40% van het nieuwbouwprogramma wordt gericht op
het middensegment. In projecten met meer dan 800 woningen kunnen behalve middeldure
huurwoningen ook middeldure koopwoningen worden gerealiseerd. Op 27 maart 2019 is de raad
per brief geïnformeerd over de regels en voorwaarden van deze middeldure koopwoningen.
Een middeldure koopwoning is een koopwoning met een eerste verkoopprijs tussen de € 175.000
tot € 297.000 VON (inclusief afkoop erfpacht). De grenzen zijn gebaseerd op de leencapaciteit van
huishoudens met een middeninkomen (€ 30.035 — € 60.095). De maximale verkoopprijs wordt
jaarlijks in janvari vastgesteld door de gemeente, op basis van de inkomensontwikkeling van
Amsterdamse huishoudens. Dit maximale bedrag wordt vanaf ingang van het erfpachtrecht
geïndexeerd met de consumentenprijsindex (CPI).
Uitgangspunt bij een middeldure koopwoning is dat deze marktconform wordt gerealiseerd.
De maximale verkoopprijs bij de eerste verkoop wordt vastgelegd in de erfpachtvoorwaarden.
Bestaande contracten met ontwikkelaars worden gerespecteerd omwille van het tempo en de
voortgang van projecten. Bij nieuwe projecten worden afspraken vastgelegd in de
erfpachtvoorwaarden. Om te voorkomen dat de maximale verkoopprijs wordt omzeild, is
doorverkoop alleen toegestaan aan natuurlijke personen.
21
Moties 485 en 486
Tijdens de gemeenteraad van 9 mei 2019 zijn twee moties ingediend met betrekking tot de
koopmarkt.
Motie 485 van het lid De Jong verzoekt onderzoek te doen naar het anti-speculatiebeding en
inzicht te geven in de voor- en nadelen van een dergelijk instrument. Daarnaast is verzocht om te
kijken naar de mogelijkheden van huurkoop. Doel van de motie is instrumenten in te zetten die
voorkomen dat middeldure koopwoningen na korte tijd voor veel meer geld worden doorverkocht
en er voor te zorgen dat nieuwbouwwoningen voor langere tijd in het middeldure segment
behouden blijven. De gemeente heeft onderzoeksbureau Rebel de opdracht gegeven om een
rapport hierover op te stellen.
In motie (4,86), ingediend door leden Mbarki, De Jong, Ceder, Kilig, Simons, A.L. Bakker en Flentge
wordt het college verzocht om bij de te realiseren middeldure koopwoningen maatregelen te
treffen die speculatie en hoge winstmarges bij snelle doorverkoop tegengaan. Deze motie wordt
betrokken bij de voorstellen over het verhuurverbod.
22
VI Doelgroepen
1. Zelfbouw en wooncoöperaties
De gemeentelijke taakstelling voor zelfbouw is 350 woningen per jaar. Ontwikkeling vindt plaats
via de gemeentelijke uitgifte van kavels, posities van andere eigenaren en corporaties.
Het gemeentelijke planaanbod voor 2019 maakt de bouw van 259 zelfbouwwoningen mogelijk.
Circa 86% van dit aanbod is een vorm van Samen Bouwen, zoals Mede Opdrachtgeverschap (MO),
Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) en Wooncoöperaties. Het gemeentelijke
aanbod kan mogelijk nog verder groeien.
Een deel van het planaanbod is al op de markt gebracht. De inschrijving daarvoor sloot op 2
september 2019. Dat betrof aanbod voor 77 zelfbouwwoningen op Centrumeiland en enkele
teruggekomen kavels uit aanbod van eerdere jaren.
De Zelfbouwmarkt is dit jaar op zaterdag 2 november op locatie De Hallen.
Er is per 1 juli 2019 gestart met de bouw van g1 collectieve zelfbouwwoningen en 35 particuliere
zelfbouwwoningen.
Wooncoöperaties
Om de realisatie van de wooncoöperaties te versnellen heeft de gemeente een aanjager
aangesteld (in de persoon van Maarten van Poelgeest).
De aanjager heeft op basis van gesprekken met corporaties, (initiatieven voor) wooncoöperaties
en professionals een Amsterdams Actieplan Wooncoöperaties opgesteld. Het actieplan heeft
zowel betrekking op nieuwbouw als bestaande bouw en kent meerdere lijnen. Het bevat concrete
doelen, voorstellen voor noodzakelijke aanpassing of vernieuwing van beleid en suggesties voor
concrete ondersteuning van initiatieven. Op 17 september 2019 heeft het college ingestemd met
het Actieplan Wooncoöperaties.
In het „e kwartaal van 2019 wordt het Actieplan geïmplementeerd. Het gaat dan om de vitwerking
van randvoorwaarden als financieringsregeling en erfpachtvoorwaarden, het maken van afspraken
met corporaties en het inventariseren van mogelijke projecten.
De lopende pilots voor wooncoöperaties worden vervroegd geëvalueerd. Het gaat om De
Warren op de locatie Centrumeiland IJburg (erfpachtaanbieding is getekend) en om De Nieuwe
Meent op de locatie Archimedesplantsoen (optieovereenkomst is gegund).
2. Jongeren en studenten
De gemeente zet voor de periode 2019-2022 in op het realiseren van g.ooo betaalbare jongeren-
en studentenwoningen in Amsterdam. Het plan zet zowel in op zelfstandige woningen als
woningen met gedeelde voorzieningen, op permanente en tijdelijke woningen en op gemengde
complexen en aparte complexen per doelgroep.
De permanente, zelfstandige woningen maken deel vit van de ambitie om gemiddeld 7.500
woningen per jaar in aanbouw te nemen. De tijdelijke en onzelfstandige woningen vallen
daarbuiten, maar tellen wel mee voor het halen van de 9.000 jongeren- en studentenwoningen.
Convenant
Het Plan jongeren- en studentenhuisvesting 2019-2022 vormde voor de gemeente tevens de basis
voor het Convenant studentenhuisvesting Amsterdam 2019-2022. Het convenant is op 28 maart
2019 ondertekend bij de opening van project Oudemanhuispoort. Met het convenant komen de
23
gemeente, de Amsterdamse universiteiten, hogescholen, de ASVA studentenunie en betrokken
corporaties De Key en DUWO overeen dat ze de positie van studenten op de Amsterdamse
woningmarkt willen verbeteren. Er zijn ambities opgenomen voor het terugbrengen van het tekort
aan huisvesting, het verbeteren van de betaalbaarheid van deze woningen en de rechtspositie van
studenten in de woningmarkt.
Betaalbaarheid
Bij het uitgeven van nieuwe kavels kan de gemeente harde eisen stellen en met corporaties
kunnen specifieke afspraken worden gemaakt. De gemeente gaat bij nieuwe complexen uit van
een verdeling waarbij 50% van de woningen is gereserveerd voor jongeren en studenten onder de
23 jaar met een maximale huur van € 4,24 per maand en 50% voor de groep tussen de 23 tot 28 jaar
met een maximale huur tot € 607 per maand.
Bij particuliere ontwikkeling op eigen grond of op een bestaand erfpachtrecht kan de gemeente
niet hetzelfde eisen. Hierbij is de regel dat alle woningen onder de 4o m2 een maximale huur
krijgen tot de liberalisatie-grens van € 720 per maand.
Moties
Het Plan jongeren- en studentenhuisvesting 2019-2022 is behandeld in de commissie Wonen en
Bouwen van 27 maart jl. en de raad van 5 mei jl
Bij de behandeling van het plan in de raad zijn twee moties aangenomen. Motie 478 van Flentge
(SP) en Kilic (Denk) over Amsterdams netwerk jongerenhuisvesting en motie 479 van De Jong (GL)
e.a. over een woontop voor jongeren.
Het Amsterdamse Netwerk Jongerenhuisvesting is vitgenodigd om actief deel te nemen aan de
werkgroepen jongeren- en studentenhuisvesting. Het Netwerk is bovendien gevraagd om actief
mee te denken over de nieuwe huisvestingsverordening en is aangehaakt bij het proces om te
komen tot samenwerkingsafspraken met corporaties.
Dit najaar worden de voorbereidingen getroffen om te komen tot een woontop voor jongeren. De
woontop staat gepand voor medio 2020 waarbij een grote diversiteit aan jongeren uit Amsterdam
is vertegenwoordigd (inclusief jongeren uit de omliggende regiogemeenten).
3. Ouderenhuisvesting (geclusterd wonen)
Op 14 februari 2019 is het Programma Ouderenhuisvesting 2019-2022 in de Raad vastgesteld. De
komende jaren wordt de focus gelegd op het realiseren van zelfstandige woningen in een
geclusterde samenstelling. Geclusterde woningen zijn overigens niet nieuw. Amsterdam kent
reeds lang WIBO-woningen, aanleunwoningen, seniorencomplexen en woongroepen voor
ouderen.
Het college wil samen met woningcorporaties, zorgaanbieders en marktpartijen extra stappen
zetten om meer geclusterde woningen van de grond te krijgen.
Met zorgaanbieders en woningcorporaties wil de gemeente concrete afspraken maken over de
transformatie van verpleeg- en verzorgingshuizen. Transformatie biedt goede kansen om extra
zelfstandige, geclusterde woningen voor ouderen te realiseren. Zorgaanbieders worden daarin
ondersteund bij het vinden van locaties voor wisselwoningen.
Marktpartijen hebben aangegeven bereid te zijn meer aandacht te besteden aan aanpasbaar
bouwen en levensloopbestendig bouwen. Over de concrete invulling wordt dit najaar een aparte
sessie georganiseerd met vastgoedbeleggers.
24
Met corporaties worden gezamenlijk nieuwe woonconcepten uitgewerkt en de inzet is dat
corporaties doorgaan met aanpasbaar bouwen en het labelen van een deel van de nieuwe
woningen voor ouderen.
In het „° kwartaal van 2019 organiseert de gemeente een ambtswoninggesprek om het draagvlak
voor de opgave onder alle betrokkenen verder te vergroten en de realisatie van geclusterde
woningen en nieuwe woonconcepten te versnellen.
De inzet van het college is opgenomen in een brief aan de leden van de Gemeenteraad van g juli
2019. Deze is ter kennisname aangenomen in de Commissie Wonen en Bouwen van 2 oktober
2019.
4. Kwetsbare groepen
Sinds 2016 werken woningcorporaties, zorgaanbieders en gemeente Amsterdam samen aan de
ondersteuning en huisvesting van kwetsbare groepen. Op 14 maart 2019 heeft de Gemeenteraad
het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen 2019-2022 vastgesteld.
Met de corporaties worden in 2019 afspraken gemaakt over de huisvesting gedurende de periode
2020-2024.
Het aanbod voor mensen met een indicatie voor een rolstoelgeschikte woning en grote gezinnen
blijft achter bij de behoefte. Onderzocht wordt in welke mate (en gebieden) het noodzakelijk is om
specifieke woningtypen aan de bestaande voorraad toe te voegen. Daarover dienen vervolgens
concrete afspraken te worden gemaakt met de corporaties. Het opheffen van een tekort kan door
renovatie, transformatie en nieuwbouw.
Resterende bouwopgave statushouders
Het in 2015 vastgestelde bouwprogramma voor statushouders wordt afgemaakt.
De doelstelling is de oplevering van 2.700 wooneenheden voor 1 januari 2022. Op dit moment zijn
circa 1.900 woningen in aanbouw genomen en staan er circa 550 woningen in de planning. De
gemeente zet zich in om ook de laatste 250 woningen te realiseren.
5. Maatschappelijke Professionals
Amsterdam wil een aantrekkelijke stad zijn om in te wonen en te werken, in het bijzonder voor de
in de stad werkzame professionals in de maatschappelijke sector.
Het Werkplan Intersectorale Aanpak Personeelstekorten Maatschappelijke beroepen bevat de
maatregelen die het college neemt om het tekort aan personeel terug te dringen.
Het college heeft de Gemeenteraad per brief op 25 juni 2019 geïnformeerd over de maatregelen
op het gebied van het wonen. De brief van het college is op 11 september 2019 ter kennisname
geagendeerd in de Commissie Wonen en Bouwen.
Het college zet zich in het kader van het woningtekort in om voor alle Amsterdammers passende,
betaalbare huisvesting te realiseren. Voor het voldoende kunnen huisvesten van onderwijs- en
zorgprofessionals zet het College in op een aantal specifieke aanvullende maatregelen:
-_ In de nieuwe Huisvestingsverordening komt per 2 janvari 2020 een voorrangsregeling voor
de toewijzing aan onderwijs- en zorgprofessionals voor zowel sociale huurwoningen als
middeldure huurwoningen;
-__Met woningcorporaties worden afspraken gemaakt over het bij voorrang toewijzen van
huurwoningen aan professionals;
25
-_ Ontwikkelaars en beleggers wordt gevraagd om een deel van de nieuw op te leveren
middeldure huurwoningen toe te wijzen aan professionals;
-__ Beleggers worden vitgenodigd om een deel van de leegkomende bestaande
huurwoningen toe te wijzen;
-__De gemeente stelt een loket in waar Amsterdamse professionals zich kunnen aanmelden
om te komen tot een match met de beschikbare woningen.
Het in 2018 gestarte experiment om leraren voorrang te geven bij de woningtoewijzing is
vooruitlopend op de nieuwe Huisvestingsverordening verlengd tot 2 januari 2020 en daarbij is het
experiment tevens verbreed naar jonge zorgprofessionals.
6. Bijzondere woonconcepten
Het Woningbouwplan 2018-2025 zet in op innovatieve woonconcepten. De schaarste aan ruimte,
het kleiner wonen in hoge dichtheden, de toename van alleenstaanden, het langer zelfstandig
wonen van ouderen en het normaliseren van de huisvesting van kwetsbare groepen vragen alle
om woonvormen waarbij wordt ingezet op gedeelde voorzieningen. Begrippen als
gezamenlijkheid, gemeenschap en inclusiviteit spelen daarin een centrale rol.
De inzet is te komen tot nieuwe concepten die nog in deze bestuursperiode kunnen worden
uitgevoerd. Het streven is pilots te realiseren voor doelgroepen als:
-_ gezinnen (vitgaande van minder ruimte per woning)
-__ alleenstaanden (delen van meerdere voorzieningen)
-__ ouderen (geclusterd wonen)
-_ kwetsbare groepen (menging in reguliere complexen, in combinatie met zorg).
De gemeente faciliteert het proces om te komen tot pilots en zal de pilots ondersteunen tijdens
de realisatie, maar investeerders zijn uiteindelijk aan zet. Het gaat dan zowel om
woningcorporaties, marktpartijen als zorgaanbieders.
Gegeven de inzet op gezamenlijkheid, gemeenschap en inclusiviteit zullen niet alleen ontwerpers
maar ook beheerders nadrukkelijk een rol spelen in het vormgeven en uitwerken van de nieuwe
woonconcepten.
Er lopen twee trajecten, een met corporaties en een met marktpartijen.
Corporaties zijn een bijzondere samenwerkingspartner voor de gemeente vanwege hun rol in de
huisvesting van lagere inkomens en hun bijdragen in de huisvesting van aandachtgroepen van
beleid. Woonconcepten zullen mogelijk onderdeel zijn van de te maken samenwerkingsafspraken
voor de periode na 2019. Op 17 mei 2019 is een sessie gehouden met de corporaties. Tijdens deze
sessie zijn reeds gerealiseerde projecten gepresenteerd en zijn werkgroepen geformeerd met
leden vanuit de gemeente en corporaties. Zij gaan de komende periode woonconcepten
uitwerken. In het 4° kwartaal van 2019 wordt een tweede sessie gehouden waarin de resultaten
worden gepresenteerd en aanbevelingen worden gedaan om deze concepten te realiseren.
Marktpartijen ontwikkelen regelmatig nieuwe concepten. Het is van belang goede ideeën vanuit
alle hoeken te ontvangen en daarvan de meest interessante een kans te geven. De gemeente wil
een prijsvraag uitschrijven voor bijzondere woonconcepten. De resultaten van deze prijsvraag
vormen input voor een in 2020 te publiceren gemeentelijke tender. Daarnaast worden
marktpartijen actief ondersteund, die een bijzonder woonconcept willen toepassen op een eigen
locatie, maar aanlopen tegen beperkende regelgeving.
26
VII Specifieke thema’s
1. Amsterdam klimaatneutraal 20250
Klimaat en energietransitie zijn speerpunten van beleid. Amsterdam heeft de ambitie de CO2
uitstoot terug te dringen met 55% in 2030 en 95% in 2050. In de Routekaart Amsterdam
klimaatneutraal wordt deze ambitie concreet gemaakt via 5 transitiepaden: gebouwde omgeving,
mobiliteit, industrie en haven, elektriciteit en eigen organisatie.
Voor de woningbouw is de ambitie geformuleerd om energieneutraal of energieleverend te
bouwen. Hier kan via de tenders of bij 1-op-1 onderhandelingen op worden ingezet. In Amsterdam
geldt vanaf begin 2019, voor iedereen die een nieuwbouwwoning bouwt, een EPC van < 0,2 op
grond van de Crisis- en herstelwet. Deze norm geldt tot inwerkingtreding van BENG (Bijna Energie
Neutrale Gebouwen). BENG treedt naar verwachting in werking per juli 2020. Aan de wettelijke
normen wordt getoetst bij de bouwvergunning.
Sinds 2018 is het wettelijk niet meer toegestaan om nieuwbouw woningen op aardgas aan te
sluiten.
Extra kosten, lagere grondopbrengsten
De grondprijzen van de gemeente gaan in de loop van 2019 uit van een EPC van 0,2 en van
aardgasvrij bouwen (bijvoorbeeld door aansluiting op het warmtenet).
Het stellen van een hogere eis dan de landelijk EPC-norm van 0,4 brengt hogere kosten met zich
mee voor de bouwer. De extra kosten liggen in de regel tussen de € 2000 en € 5ooo per woning
(afhankelijk van de woninggrootte). De extra kosten worden verrekend in de grondprijs en dat
leidt in de regel tot lagere grondopbrengsten. Bij sociale huur en middeldure huur kunnen en
worden de extra kosten niet gecompenseerd door hogere aanvangshuren.
Combineren met andere ambities duurzaamheid
Bij gemeentelijke tenders weegt het selectiecriterium ‘Duurzaamheid’ altijd voor minimaal 30%
mee bij het kiezen van de ontwikkelaar. Een inzending die beter scoort dan de concurrentie, maakt
meer kans op selectie.
Er worden in 2019 drie tenders gereserveerd waar bij duurzaamheid wordt ingezet op circulair
bouwen en drie projecten op natuurinclusief bouwen. In alle overige tenders geldt inzet op
minimaal energie neutraal.
Met de woningcorporaties worden in 2019 afspraken gemaakt over duurzaamheid in het kader van
de nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2020-2023.
Regionaal Programma Cirkelstad
De wethouder duurzaamheid is bestuurlijk trekker van het Regionaal Programma Cirkelstad van
de MRA. Het doel is om gezamenlijk afspraken te maken over gelijkluidende bouwvoorschriften
voor circulair en energieneutraal bouwen vanaf 2023. Het gaat om een driejarig pilottraject.
De gemeente Amsterdam heeft nog geen project aangedragen.
2. Nieuwe ontwikkelmodellen
De invloed van burgers en toekomstige bewoners op gebieds- en projectontwikkeling is
relatief beperkt. Marktwoningen worden in belangrijke mate ontwikkeld door commerciële
ontwikkelaars en beleggers. Zelfbouw is van bescheiden omvang. Het college onderzoekt of een
inzet op andere ontwikkelmodellen een manier is om burgers meer mogelijkheden te geven de
eigen woon- en leefomgeving vorm te geven.
27
Werkbezoeken
In de eerste helft van 2019 zijn enkele projecten bezocht ter inspiratie: Pondok en Schoonschip in
Amsterdam en in Almere (Oosterwold), Utrecht (Smakkelaarsveld) en Den Haag
(Roggeveenstraat).
In juni 2019 is een bezoek gebracht aan Zurich. Daarbij zijn de gebiedsontwikkelingen bezocht die
gerealiseerd zijn door Genossenschaften (wooncoöperaties).
De lessen uit de werkbezoeken worden verwerkt in een startnotitie waarin een aantal principes
voor alternatieve ontwikkelmodellen en een aanpak voor hoe deze principes toegepast kunnen
worden en op welke wijze Amsterdammers betrokken kunnen worden. De startnotitie moet in
het 1° kwartaal van 2020 gereed zijn. Mogelijk kan dan reeds in 2020 worden gestart met een
eerste (experimenteel) project.
De nieuwe ontwikkelmodellen hebben raakvlakken met het programma Zelfbouw. Binnen dit
programma vallen de pilotlocaties voor wooncoöperaties. Het verschil met deze coöperatieve
verenigingen is dat zij alleen het woongebouw betreffen. Bij de nieuwe ontwikkelmodellen gaat
het om een de bredere toepassing van andere vormen van opdrachtgeverschap en eigenaarschap
en alternatieve financieringsmodellen in gebiedsontwikkeling.
3. Veiligheid in de nieuwbouw
Het college heeft twee moties aangenomen over veiligheid in en rond nieuwbouw. Dit zijn motie
477 over de veiligheidscheck voor studentencomplexen en motie 1042 die pleit voor (meer)
aandacht voor inbraakveiligheid en sociale veiligheid gedurende het ontwerpproces.
Specifiek ten aanzien van studentencomplexen heeft het college een nieuw onderzoek naar de
veiligheid in en rond studentencomplexen in gang gezet. Hierbij wordt gekeken naar bestaande en
geplande complexen met minimaal 100 bewoners en complexen met een combinatie van
studenten en statushouders. Er wordt gescand op een aantal veiligheidskenmerken, zoals
klachten, incidenten, locatie, ontwerp en onderhoudsstaat van het gebouw en de openbare
ruimte, het gemeenschapsgevoel en de bereikbaarheid. Daarnaast worden cijfers van politie en
andere relevantie informatie betrokken. De resultaten van dit onderzoek worden in het 4°
kwartaal van 2019 verwacht.
Ten aanzien van de acties rond sociale veiligheid en inbraakpreventie is een inventarisatie gestart
van de huidige processen om in beeld te brengen waar deze onderwerpen al gewaarborgd zijn en
waar ruimte is voor verbetering. Hierbij wordt naar het gehele ontwikkelproces gekeken en naar
de rol die de verschillende diensten hierin spelen. Het doel is om voor ieder project een meer
gestructureerde en integrale werkwijze te ontwikkelen ten aanzien van sociale veiligheid. Dit
traject zal naar verwachting enkele maanden in beslag. De bevindingen kunnen in de eerste helft
van 2020 worden gedeeld met de Raad.
4. Omgevingsvergunningen
Op 14 maart 2019) heeft wethouder Ivens de toezegging gedaan om elk halfjaar te rapporteren
over het aantal verleende omgevingsvergunningen.
28
Landelijk wordt het aantal verleende omgevingsvergunningen gezien als een van de belangrijke
indicatoren voor de voortgang van de woningbouwproductie. Het CBS publiceert elk kwartaal
nieuwe cijfers en vergelijkt dat met eerdere kwartalen en jaren.
Amsterdam hanteert al meer dan 25 jaar start bouw als belangrijkste indicator. Amsterdam houdt
precies bij of de aannemer daadwerkelijk met de bouw is gestart, wat veelal zichtbaar is door het
slaan van een eerste (hei)paal. Heel veel andere gemeenten in het land doen dat niet, maar
hebben vaak ook geen expliciete bouwdoelstelling geformuleerd.
In de gemeente Amsterdam zijn de stadsdelen en de Omgevingsdienst verantwoordelijk voor het
afgeven van omgevingsvergunningen. leder heeft daarbij een eigen registratiesysteem. Er is geen
gezamenlijk stedelijk systeem waarin alle omgevingsvergunningen worden geregistreerd en
waarin met een druk op de knop beleidsinformatie kan worden gedestilleerd.
De registraties geven bovendien alleen informatie over het aantal vergunningen, niet over het
aantal betrokken woningen. Eén vergunning kan voor meerdere woningen tegelijk worden
verstrekt, oplopend tot meer dan honderd woningen.
Er wordt op dit moment wel gewerkt aan een centraal vergunningensysteem, dat begin 2020 in
werking moet treden. Ook dit systeem zal echter geen gegevens bevatten over het aantal
wooneenheden dat is vergund.
De afdeling Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Amsterdam ontvangt van de
stadsdelen en de Omgevingsdienst verleende bouwvergunningen.
De BAG bevat echter geen volledig overzicht van alle aangevraagde, verleende en afgeronde
vergunningen. In het proces van aanvraag tot verlening van de bouwvergunningen vinden
bijvoorbeeld vaak wijzigingen plaats die niet altijd goed doorkomen, zoals het bouwen in afwijking
van de verleende vergunning. Het is daarom volgens de afdeling BAG Amsterdam niet mogelijk
om inzicht te krijgen in de aantallen nieuwbouwwoningen die zijn vergund.
De gegevens uit de Basisregistratie worden doorgegeven aan het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS). Daaruit blijkt dat in de eerste helft van 2019 meer bouwvergunningen (1.286) zijn
verleend dan in de eerste helft van 2018 (784).
Het vergaren van informatie van alle vergunningen kost veel tijd en het aantal vergunningen zegt
weinig over de omvang van het aantal betrokken nieuwbouwwoningen, omdat niet apart wordt
geregistreerd voor hoeveel nieuwe woningen de vergunning is afgegeven.
Het aantal vergunningen dat aan het CBS is doorgegeven voor de jaren 2015 tot en met het
tweede kwartaal 2019 is in onderstaand overzicht weergegeven:
2.000
1.800
1.600
1.400
1.200
1.000
800
600
400
200
0
SSSÄSSSSSSEEEERHEE
Deeg EEENeeeeSe
Td Td Td hal
29
5. Woninggrootte
Bij de behandeling van de rapportage van het Woningbouwplan in de commissie Wonen en
Bouwen van 17 april 2019 heeft wethouder Bouwen de toezegging gedaan om in de eerstvolgende
rapportage nader in te gaan op woninggrootte.
Het college rapporteert sinds 2016 jaarlijks over de woninggrootte van alle in aanbouw genomen
woningen in een kalenderjaar. Hieruit blijkt dat de gemiddelde woninggrootte de afgelopen jaren
schommelt tussen 7o en 80 m2. De gemiddelden zijn sterk afhankelijk van individuele projecten.
Om een trend in beeld te brengen is een langere reeks gegevens nodig.
Er is geen vastgestelde norm voor woninggrootte voor de verschillende woningbouwsegmenten.
In 2018 zag dit er als volgt uit (figuur 1).
Figuur 1: gemiddelde woninggrootte naar segment (incl studenten, exclusief tijdelijke woningen)
met start bouw 2016, 2017 en 2018
140
120
100
60 m 2016
60 2017
40 m 2018
20
0
sociale huur middeldure dure huur koop totaal
huur
Tabel 1 gemiddelde woninggrootte in vierkante meters gbo en segment van in aanbouw genomen
woningen in 2018, inclusief studentenwoningen, exclusief tijdelijke woningen
stadsdeel
Noord | we} 685) 733} son} 696)
Zuidoost __ | 298| s22| | moo} 350|
Amsterdam | tool saal ssl sors| 600
In 2018 zijn 1.256 tijdelijke woningen in aanbouw genomen. Het betreft allemaal
studentenwoningen in het sociale huursegment. De gemiddelde grootte is 23,3 m?.
30
Conclusie woninggroottes 2018
e De gemiddelde woninggrootte was in 2018 69 m? en verschilde aanzienlijk per stadsdeel.
Deze gemiddelden worden sterk beïnvloed door enkele projecten. Zo is het gemiddelde
woningoppervlak van de in 2018 in aanbouw genomen woningen in Zuidoost 35 m2. Dit
heeft te maken met het project Our Domain waar 955 kleine woningen voor jongeren in
aanbouw zijn genomen.
e De gemiddelde woninggrootte van reguliere sociale huurwoningen is 63,5 m2.
e De gemiddelde woninggrootte van koopwoningen is 102,5 m?.
e _Indestadsdelen Oost en West zijn in 2018 relatief veel grote woningen in aanbouw
genomen. In Oost gaat het onder andere om koopwoningen in het project Cruquius van
meer dan 100 m2 en vrije sector huurwoningen van circa go m2 in het project Cruquius en
van 80 m2 in het project Sluishuis op IJburg.
e _Instadsdeel West zijn in de Houthavens veel grote koopwoningen in aanbouw genomen
(groter dan 120 m2).
e Het aantal in aanbouw genomen woningen is sinds 2015 historisch groot. In alle groottes
en segmenten zijn in 2018 meer woningen in aanbouw genomen dan in 2017.
Bestaande bouw
In de bestaande woningvoorraad is 48% van de woningen groter dan 7o m2 gbo en 25% vande
totale woningvoorraad is go m2 of groter. Die mix is in alle stadsdelen ongeveer dezelfde m.u.v.
stadsdeel West ( figuur 2), 34% heeft 4 of meer kamers ( figuur 3).
In de OIS registratie over de bestaande voorraad is geen onderscheid in segmenten gemaakt.
Figuur 2 Aandeel woninggrootte/ oppervlakte bestaande voorraad 2018 (Bron Amsterdam in
cijfers, OIS)
Amsterdam 25%
Centrum 24%
West 12%
Nieuw... 31%
|
Zuid 25%
|
Oost 30%
|
Noord 25%
|
Zuidoost 28%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Etot 40 M40-50 M50-60 M60-70 m70-80 =m30-90 = 90+ onbekend
31
Figuur 3: Aandeel 1-2, 3, 4, 5 kamerwoningen in bestaande voorraad 2018 (Bron Amsterdam in
cijfers, OIS)
|
Amsterdam 30% EE PEN Ho
Centrum vb WASE uh 8%
|
West Eid hb NSE Do
neee |
Nieuw-West nE:s 35% Er
| |
Zuid PE 36% PEI a
| |
Oost 33% Bep ih Wo
| |
Noord 20% 33% 35% o
| |
Zuidoost 31% 22% 35% GA
|
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
142 m3 m4 =5t overig/onbekend
32
VIII Financiële ruimte
De realisatie van het Woningbouwplan is mede afhankelijk van de ruimte in het Vereveningsfonds
en de reserve Zuidas. De vereveningsruimte is dat deel van de reserve dat resteert nadat het
weerstandsvermogen en de reserveringen zijn bepaald.
Over de financiële stand van zaken is voor het laatst gerapporteerd in het Meerjarenperspectief
Grondexploitaties 2019 (MPG). Dit MPG is op 29 mei 2019 door de raad vastgesteld.
In het voorjaar van 2019 zijn de grondexploitaties en de ramingen in het Vereveningsfonds en de
Zuidas opnieuw geactualiseerd. De uitkomsten komen terecht in de “Actualisatie MPG 2019”
(AMPG 2019) die in het najaar aan het bestuur wordt voorgelegd.
Daarnaast hebben de aanvullende vitnames bij de Voorjaarsnota 2019 een direct effect op de
financiële ruimte voor de komende jaren.
Voorjaarsnota 2019
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota heeft de raad besloten om, aanvullend op de € 200
miljoen uit het coalitieakkoord, een bedrag van € 197 miljoen vit te nemen uit de reserves van het
Vereveningsfonds en Zuidas.
Het gaat bij de vitname van € 197 miljoen om: € 5o miljoen in 2019 als gevolg van de gerealiseerde
toename van de vereveningsruimte; € 135 miljoen in 2020 en 2021 voor de dekking van de
Javabrug vit de algemene middelen en € 12 miljoen in 2019-2022 voor de dekking van de kosten
van fase o en 1 van het Plaberum.
Actualisatie MPG 2019
De ontwikkeling van de vereveningsruimte is aangepast aan de hand van de actualisatie van de
grondexploitaties en de besluitvorming bij de Voorjaarsnota.
De winstnemingen zijn naar beneden bijgesteld. Dit heeft te maken met marktomstandigheden
(stijgende bouwkosten en een tekort aan bouwmaterialen en —-personeel) en toenemende
complexiteit van projecten (juridisch-planologisch, duurzaamheid, betaalbaarheid). Een
uitgebreide toelichting is opgenomen in het AMPG 2019. De groei van de vereveningsruimte is
lager dan bij het MPG 2019 werd verwacht.
Vereveningsruimte
Op basis van de geactualiseerde, geraamde kasstromen is de verwachting dat de reserves de
komende jaren zullen groeien op basis van winstneming in de huidige, actieve plannen.
Onder de aanname dat er geen aanvulling op de bestaande planvoorraad plaatsvindt, geldt dat
ook de vereveningsruimte verder groeit, en wel naar een bedrag van circa € 535 miljoen in 2023.
Dit is minder dan de € 800 miljoen die bij het MPG 2019 werd verwacht in 2023. Zoals aangegeven
wordt dit veroorzaakt door aanvullende vitnames bij de Voorjaarsnota 2019 en de neerwaartse
bijstelling als gevolg van de actualisatie. De verwachte toename van de vereveningsruimte moet
overigens nog wel worden verdiend. De gerealiseerde vereveningsruimte ultimo 2018 bedraagt
€ 128 miljoen.
Een aantal nieuwe plannen bevindt zich op dit moment in de besluitvormingsprocedure (o.a.
Strandeiland, Sloterdijk 1 Zuid) waarmee een voorinvestering van circa € 130 miljoen is gemoeid.
Als de raad instemt met deze plannen is de gerealiseerde vereveningsruimte ultimo 20129 vrijwel
geheel aangewend. Ook andere nieuwe plannen met claims op de vereveningsruimte zitten al in
een vergevorderd stadium van de planvoorbereiding en zullen in de loop van 2020 de
besluitvorming ingaan. Om voldoende woningen te kunnen blijven bouwen en de voortgang in de
33
gebiedsontwikkeling te behouden, is er geen ruimte voor nieuwe vitnames zoals bij de
Voorjaarsnota 2019.
Ruimte voor nieuwe bestedingen
Bij het opstellen van het Woningbouwplan 2018-2025 is vitgegaan van een groei van de
vereveningsruimte naar € 695 miljoen ultimo 2022. Daarbij werd aangegeven dat dit bedrag nodig
was voor de (voor)investeringen om gebiedsontwikkeling ook na 2022 op peil te houden. De
ontwikkeling van de vereveningsruimte wordt nu lager ingeschat, maar daartegenover staat dat
de Javabrug niet meer vanuit het Vereveningsfonds wordt gedekt.
Op basis van de huidige ramingen en het doorzetten van de huidige economische conjunctuur
wordt verwacht dat er de komende jaren voldoende opbrengsten worden gerealiseerd en dat
daarmee voldoende vereveningsruimte ontstaat voor nieuwe investeringen om de planvoorraad
op peil te houden. Wel is geconstateerd dat het risico in de grondexploitatieportefeuille groter
wordt als gevolg van de marktomstandigheden (stijgende bouwkosten en stabiliserende
huizenprijzen) en de toenemende complexiteit.
34
Bijlage
Overzicht van in 2019 ingediende moties, schriftelijke vragen, actualiteiten en toezeggingen.
Stand van zaken per begin september.
2019
Moties
e _9-5-19 Motie 485 van het lid De Jong inzake de vitwerking van de bouw van middeldure
koopwoningen (anti-speculatiebeding). De commissie is per brief (ingekomen stuk voor
de raad van 19-6-19) geïnformeerd over de wijze en planning van uitvoering van deze
motie.
e _9-5-19 Motie 486 Mbarki en De Jong inzake de brief ‘uitwerking middeldure
koopwoningen’. De bestuurlijke reactie wordt betrokken bij de vitwerking van het
verhuurverbod. De commissie is hierover per brief (ingekomen stuk voor de raad van 19-6-
19) geïnformeerd.
® _9-5-19 Motie 477 (K) van Naoum Néhmé, Poot en Flentge - veiligheidscheck bij
nieuwbouw studentenwoningen. De bestuurlijke reactie op de motie wordt in samenhang
met de reactie op motie 1042 d.d. 20-6-2019 inzake het rapporteren over het criterium
veiligheid in het volgende woningbouwproductieplan opgesteld.
e _9-5-19 Motie 478 van Flentge en Kilic bij het Plan Jongeren- en Studentenhuisvesting
2019-2022: Amsterdams netwerk jongerenhuisvesting. De bestuurlijke reactie op de
motie is aangeleverd aan de raad van zo juli 2019 (ingekomen stuk).
e _9-5-19 Motie 479 van De Jong e.a. bij het Plan Plan Jongeren- en Studentenhuisvesting
2019-2022: woontop. De bestuurlijke reactie op de motie is aangeleverd aan de raad van
10 juli 2019 (ingekomen stuk).
© _20-6-19 Motie 1042 van Naoum Néhmé en Boomsma inzake het rapporteren over het
criterium ‘veiligheid’ in het volgende woningbouwproductieplan (20-6-2019). De
bestuurlijke reactie op de motie wordt in samenhang met de reactie op motie 477
veiligheidscheck bij nieuwbouw studentenwoningen opgesteld.
Schriftelijke vragen
© _14-2-19 Schriftelijke vragen van De Jong en Van Renssen inzake het bericht
“Middenhuurproject Rhapsody in Kolenkit opeens honderden euro's duurder”. De
beantwoording is op 26-3-19 met de dagmail verzonden aan de raad.
e _28-3-19 Schriftelijke vragen van De Jong inzake middenhuurwoningen die voor veel
hogere huurprijzen verhuurd worden dan afgesproken.
® _2-5-19 Beantwoording schriftelijke vragen van Naoum Néhmé inzake het
woningbouwprogramma. De beantwoording is op 29-5-19 met de dagmail verzonden aan
de raad.
® _3-7-19 Schriftelijke vragen van Hammelburg inzake middenhuurvoorstel van institutionele
beleggers. De beantwoording is op 16-7-19 met de dagmail verzonden aan de raad.
e _18-6-19 Schriftelijke vragen van Naoum Néhmé en Poot inzake uitspraken wethouder
Kock over noodzaak van meer koopwoningen. De beantwoording is op 19-6-19 met de
dagmail verzonden aan de raad.
® _29-7-19 Schriftelijke vragen van Naoum Néhmé inzake het afgewezen voorstel van
institutionele beleggers over meer middenhuurwoningen. De beantwoording is op 26-8-
19 met de dagmail verzonden aan de raad.
e _13-8-19 Schriftelijke vragen van Mbarki inzake een tekort aan studentenwoningen. De
beantwoording is op 4-9-19 met de dagmail verzonden aan de raad.
35
® _27-8-19 Schriftelijke vragen van Van Schijndel inzake inzakkende woningbouw in
Amsterdam. /s bijna gereed; afhandelingsdatum wordt toegevoegd bij aanlevering van deze
rapportage voor het college
e _30-8-19 Schriftelijke vragen van Naoum Néhmé inzake Bouwers keren de stad de rug toe:
Amsterdam heeft een enorm probleem. De beantwoording is op 1-10-19 met de dagmail
verzonden aan de raad.
e _4-9-19 Nadere schriftelijke vragen van Van Schijndel inzake inzakkende bouwproductie in
relatie tot de hoge grondprijzen en gasloos bouwen, grotendeels op slot zetten van
Haven-Stad, alsmede de Amsterdamse inzet op het miljardenfonds voor economische
structuurversterking. /s bijna gereed; afhandelingsdatum wordt toegevoegd bij aanlevering
van deze rapportage voor het college
Actualiteiten
e _6-3-19 Actualiteit van Naoum Néhmé inzake het bericht dat de bouw van huurwoningen
stokt in Amsterdam.
e _11-9-19 Actualiteit van Naoum Néhmé inzake het door het college afgewezen voorstel van
institutionele beleggers over meer middenhuurwoningen.
Toezeggingen
© 12-12-18 Toezegging om de commissie WB medio 2019 een update te sturen over het
actieplan middenhuur. Afdoening is naar verwachting november/december 2019.
® _17-4-19 Toezegging aan Havelaar dat de ontwikkeling van de omvang van de
koopwoningen in de volgende rapportage van het Woningbouwplan wordt meegenomen.
Is meegenomen in de 2° Voortgangsrapportage Woningbouwplan; planning commissie
WB 20-11-19.
© _17-4-19 Toezegging aan Hammelburg dat de commissie binnenkort een verslag tegemoet
kan zien van de gesprekken die gevoerd worden met de marktpartijen. De brief ter
afdoening was aangeleverd voor de commissie WB van 3-7-19, gepiept door het lid
Naoum Néhmé naar de raad van 18-9-19 en in de raad van 19-9-19 afgevoerd.12-6-19
Toezegging aan commissie WB inzake rapportage m.b.t. Bouwen en Wonen in de MRA.
De afdoening is toegezonden aan de commissie WB van 11-9-2019 en op verzoek van lid
Havelaar gepiept naar de commissie van 2-10-19.
Gepiept naar commissie of raad
© _27-3-19 Kennisnemen van de brief aan de raadscommissie Wonen en Bouwen inzake de
uitwerking van de bouw van middeldure koopwoningen. Behandeling in de raad (8-5-19)
gewenst op verzoek van de Leenders en Hammelburg. Incl. nieuwe brief Minimale
inschrijfduur bij nieuwe middeldure koopwoningen voor de raad van 8-5-19. Voor
kennisgeving aangenomen in de raad van 8-5-19.
© _17-4-19 Kennisnemen van de Rapportage Stand van zaken Woningbouwplan 2018-2025,
Voorjaar 2019. Behandeling in de raad gewenst op verzoek van Naoum Néhmé. Voor
kennisgeving aangenomen in de raad van 19-9-19.
2018 met afronding in 2019
© _7-11-18 Motie 874 van Hammelburg en De Jong Voldoende vakmensen in de bouw
(afgerond 6-3-19).
® _7-11-18 Motie 1052 van De Jong en Hammelburg Afspraken met marktpartijen (afgerond
6-3-19).
36
© _7-11-18 Motie 1055 bij Begroting 2019 van Hammelburg e.a. over tijdelijke
studentenhuisvesting op het water (afgerond 8-5-19).
© 13-12-18 Schriftelijke vragen van Hammelburg inzake het achterblijven van de bouw van
middenhuurwoningen (afgerond 29-1-19).
37
| Onderzoeksrapport | 37 | val |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 937
Publicatiedatum 31 oktober 2014
Ingekomen op 29 oktober 2014
Ingekomen in brede raadscommissie FIN
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Groen, de heer Van Lammeren en mevrouw
Van den Berg inzake de begroting voor 2015 (regels welstand zonnepanelen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— de gemeente Amsterdam de doelstelling heeft de CO2-uitstoot in de stad in 2025
te hebben teruggedrongen naar 2050 kTon per jaar en in 2040 tot 855 kTon;
— om deze doelstelling te halen ook in Amsterdam alle zeilen moeten worden
bijgezet;
— alle Amsterdammers daaraan een bijdrage kunnen leveren;
Constaterende dat:
— de motie die D66 heeft ingediend betreft de Welstandsnota wordt ontraden omdat
het een onbedoeld effect is van die motie dat het moeilijker wordt zonnepanelen te
plaatsen;
— GroenLinks in 2013 reeds heeft voorgesteld om de Welstandsnota zo aan te
passen dat het makkelijker zou worden zonnepanelen te plaatsen, en gepleit heeft
voor ‘het helemaal welstandsvrij verklaren van zonnepanelen’;
— In de discussie over aanpassing van de welstandsnota door het college is
toegezegd (19 juni 2013) dat ‘de 30%-regel betrekking heeft op andere zaken dan
zonnepanelen’,
— deze toezegging klaarblijkelijk niet op een bevredigende manier verwerkt is in de
Welstandsnota;
— Tenslotte overwegende dat deze omissie eenvoudig moet zijn recht te zetten,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de Welstandsnota aan te passen zodat deze omissie wordt gecorrigeerd;
— in ieder geval de 30%-regel te verwijderen;
— te onderzoeken of zonnepanelen geheel welstandsvrij kunnen worden gemaakt.
De leden van de gemeenteraad,
RJ. Groen
J.F.W. van Lammeren
P.J.M. van den Berg
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda, woensdag 16 juni 2010
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 16 juni 2010 13.00 uur en 19.30 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
1A Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het duo-raadslid
mevrouw P.G.M. Verweij (Red Amsterdam).
2 Notulen van de raadsvergadering op 19 mei 2010 en van de raadsvergadering op
26 mei 2010.
3 Vaststelling van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 Mondelingevragenuur.
Benoemingen
6 Aanwijzing van het raadslid mevrouw Alberts als lid van de regioraad van de
Stadsregio Amsterdam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 241)
6A Benoeming van het raadslid de heer Limmen tot lid van de raadscommissies
Bouwen en Wonen c.a. en Verkeer en Vervoer, Noord/Zuidlijn c.a.
6B Benoeming van het duo-raadslid mevrouw Verweij tot lid van de
raadscommissies Werk, Inkomen en Participatie c.a. en Onderwijs, Jeugd en
Welzijn c.a.
Educatie
7 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 juni 2010 tot
wijzigen van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van de verordening
Leerlingenvervoer 2010-2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 237)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 juni 2010
Juridische Zaken
8 Voordracht van de commissie voor bezwaar- en beroepschriften van 20 mei 2010
inzake het bezwaarschrift van M.J.P. Kamp tegen het besluit waarbij een krediet
beschikbaar is gesteld voor het realiseren van een Geïntegreerde Voorziening
aan de Elisabeth Wolfstraat 2-4. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 236)
Ruimtelijke Ordening
9 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 11 mei 2010 tot
vaststellen van het bestemmingsplan Kop Weespertrekvaart.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 238)
Grondzaken
10 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 23 maart 2010
tot beschikbaar stellen van een anticiperend krediet voor een golfbreker voor de
NDSM-werf. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 239)
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
11 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 maart 2010
tot beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor de
Langzaamverkeerspassage CS. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 240)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 juni 2010
Ingekomen stukken
1 Brief van mevrouw drs. E. Eshuis, voorzitter van de Amsterdamse Raad voor de
Stadsontwikkeling van 17 mei 2010 inzake Weesperplein en Roeterseiland.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen
voorstellen terzake.
2 Brief van mevrouw N. Frijda, fractievoorzitter van Red Amsterdam van 3 juni
2010 inzake voordragen van mevrouw P.G.M. Verweij als duoraadslid namens de
fractie van Red Amsterdam en voor benoeming in de raadscommissie Onderwijs,
Zorg en Kunst en in de raadscommissie Werk, Inkomen en Participatie.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van de agenda-
punten 1A en 6B.
3 Brief van de heer drs. C.J.G.M. de Vet, lid directieraad VNG van 18 mei 2010
inzake de workshop voor raadsleden ‘Minder regels meer service voor
raadsleden’.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen te stellen van het presidium van de
gemeenteraad ter afdoening.
4 Brief van de heer dr. V.L. Eiff, directeur Rekenkamer Amsterdam van 27 mei
2010 inzake het rapport ‘Armoedebeleid in Amsterdam’.
Voorgesteld wordt, dit rapport te behandelen in de commissie Werk, Inkomen en
Participatie.
5 Ledenbrief VNG van 28 mei 2010 inzake het nieuwe model brandbeveiligings-
verordening.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen
voorstellen terzake.
6 Ledenbrief VNG van 28 mei 2010 inzake de herziene modelverordening
winkeltijden.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
7 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Ruimtelijke Ordening van 26 april
2010 inzake kennisneming startnotitie m.e.r. Zuidas.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 juni 2010
8 Brief van de heer J.H. Gerson, voormalig wethouder Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur van 12 mei 2010 inzake de voortgang van de stationsrenovaties
metro Oostlijn.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
9 Brief van de heer mr. J.A. van der Bos, inspecteur-generaal van het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 mei 2010 inzake het jaarverslag
van de Inspectie Werk en Inkomen 2009.
Voorgesteld wordt, dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen.
10 Brief van mevrouw drs. A.Th.B. Bijleveld-Scholten, staatssecretaris van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties van 17 mei 2010 inzake
handreiking integriteit politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en
waterschappen.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen te stellen van het presidium van de
gemeenteraad ter afdoening.
11 Raadsadres van een burger van 23 mei 2010 inzake geluidsoverlast te water.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in n handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Commissie Economische Zaken, Bedrijven,
Personeel en Organisatie.
12 Brief van de heer A. de Vries, projectdirecteur Amstelveenlijn van 12 mei 2010
inzake informatiebijeenkomsten over de ombouw van de Amstelveenlijn tot
metro.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
13 Raadsadres van een aantal verontruste Spaarndammers en de Stichting
Vrienden van Forten van Spaarndam van 28 april 2010 inzake het Fort
Benoorden Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Commissie Bouwen en Wonen.
14 Brief van de heer H. Grünhagen, secretaris ARS van 11 mei 2010 inzake het
jaarverslag 2009 van de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling.
Voorgesteld wordt, dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen.
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 juni 2010
15 Raadsadres van de heer J. Riezenkamp, voorzitter van de Amsterdamse
Kunstraad van 12 mei 2010 inzake bezuinigingen op de cultuurbegroting in het
kader van het Programakkoord 2010-2014 ‘Kiezen voor de stad’.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ten einde het te betrekken bij de door hen in te dienen
voorstellen terzake.
16 Ledenbrieven VNG van 27 mei 2010 inzake aanpassingen ALV 8 juni 2010 van
VNG: instelling nieuwe beleidscommissies - moties en amendementen over
resolutie Het perspectief van gemeenten en over contributievoorstel 2011.
Voorgesteld wordt, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen.
17 Brief van de heer N. van Paridon, afdelingshoofd Openbaar Vervoer van
Stadsregio Amsterdam van 27 mei 2010 inzake de volledige invoering van de
OV-chipkaart in Stadsregio Amsterdam per 3 juni 2010.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
18 Brief van de heer |.P. Vrolijk, griffier van de gemeenteraad van Wormerland van
19 mei 2010 inzake steunbetuiging aan de motie van de gemeente Beemster
over behandeling van de structuurvisie van de provincie Noord-Holland.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
19 Brief van mevrouw H.W.M. Oppenhuis-de Jong, provinciesecretaris
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 18 mei 2010 inzake de financiële
positie - sluitend meerjarenperspectief van de gemeente.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
20 Brief van mevrouw M.D. Shasavari-Jansen, vice-fractievoorzitter van de fractie
van het CDA van 1 juni 2010 inzake het voordragen van de heer M.H.J. Limmen
voor benoeming in de raadscommissie Bouwen en Wonen en in de
raadscommissie Verkeer en Vervoer.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 6A.
21 Raadsadres van een burger van 31 mei 2010 inzake verstedelijking van de
Amsterdamse parken in het kader van de ontwerp-Structuurvisie 2040.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen
voorstellen terzake.
5
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 16 juni 2010
22 Raadsadressen van burgers van 31 mei 2010 inzake afschaffing van de
strippenkaart en invoering van de OV-chipkaart per 3 juni 2010.
Voorgesteld wordt, deze raadsadressen in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het
antwoord te zenden aan de leden van de Commissie Verkeer en Vervoer.
23 Brief van mevrouw mr. S.E. Korthuis, lid directieraad VNG van 3 juni 2010 inzake
de handreiking ‘Harmonisatie voorschoolse voorzieningen’.
Voorgesteld wordt, deze handreiking in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening.
24 Brief van mevrouw drs. E. Eshuis, voorzitter ARS van 25 mei 2010 inzake het
Raam-investeringsbesluit Hamerstraat.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen
voorstellen terzake.
6
| Agenda | 6 | train |
Gemeente Amsterdam
5 Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2017
Afdeling 2
Vergaderdatum 29 juni 2017
Publicatiedatum 12 juli 2017
Avondzitting op donderdag 29 juni 2017
Voorzitter: het raadslid de heer Ünver, plaatsvervangend voorzitter.
Raadsgriffier: mevr. mr. M. Pe.
Verslaglegging: de heer Seelen.
Voorzitter: de heer Ünver
De VOORZITTER heropent om 19.35 uur de 's middags geschorste vergadering.
32
Instemmen met de financiële jaarstukken van de recreatieschappen Twiske-
Waterland, Spaarnwoude en Groengebied Amstelland en een zienswijze in te dienen op
de begroting 2018 van Groengebied Amstelland (Gemeenteblad afd. 1, nr. 672)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen.
De heer GROEN: De prachtige groengebieden rondom Amsterdam zijn zeer
belangrijk voor zowel de natuurbeleving van Amsterdammers als een plek waar zij rust
kunnen vinden. Dat was altijd al het geval, maar dat is des te meer het geval nu dit
college blijkbaar heeft besloten dat parken er niet meer voor natuur en rust zijn, maar voor
recreatie en evenementen. Dan is het heel goed dat we nog groengebieden hebben waar
de Amsterdammer wel rust en natuurbeleving kan vinden. Dan is het erg dat de meeste
recreatieschappen de beheertekorten die ze hebben, moeten dekken door nog meer
commercie en activiteiten te organiseren. Mevrouw Alberts zei het prachtig in de
commissiebehandeling. Zij zei: “Een recreatieschap is geen productiemiddel.” Ik ben dat
roerend met haar eens. Ik haal het hier graag aan. We moeten ze daarom ook geen
productiemiddel laten zijn. Dat dat de schuld is van voormalig minister Bleker die
rücksichtslos de bijl aan de wortel van het Nederlandse natuurbeheer heeft gezet,
verandert daar weinig aan. Ik vind dat Amsterdam, de provincie en de omringende
gemeenten dan maar hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen.
Ik heb daarom twee zienswijzen die ik wil indienen, samen met de PvdA. De ene
roept het college op om in de recreatieschappen de zienswijze in te dienen dat
commerciële activiteiten in die schappen niet langer worden ingezet om de tekorten te
dekken. Misschien wel als ze om andere redenen nodig zijn, maar niet meer daarom. De
tweede is om in ieder geval in groengebied Amstelland, waar ik weet dat het nodig is, in te
zetten op een kleine extra hoeveelheid geld voor het beheertekort, 50.000 euro per jaar
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
voor Amsterdam. Daarmee is het in ieder geval daar niet meer nodig om extra
evenementen of commerciële activiteiten te organiseren. Ik heb even met de griffie
overlegd over de beste manier om een zienswijze in te dienen. Dat heeft nu de vorm
aangenomen van een amendement en een motie.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie en het volgende amendement
zijn ingekomen:
83° Amendement van de raadsleden Groen en Van den Berg inzake de
financiële jaarstukken van recreatieschappen (beheerkosten geïndexeerd)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 830).
Besluit:
Beslispunt 1 te schrappen en te vervangen door:
-_ in alle recreatieschappen (GGA, Twiske-Waterland en Spaarnwoude) de
zienswijze in te dienen dat de beheerkosten ten minste geïndexeerd moeten
worden;
-__in alle recreatieschappen de zienswijze in te dienen en het standpunt uit te
dragen dat de tekorten in de beheerkosten van de groengebieden in de
toekomst gefinancierd moeten worden zonder de commerciële activiteiten in
de gebieden uit te breiden om meer inkomsten te genereren;
-_ hiertoe in alle recreatieschappen voorstellen en/of scenario’s te laten
uitwerken.
84° Motie van de raadsleden Groen en Van den Berg inzake de financiële
jaarstukken van recreatieschappen (kiezen voor scenario 2) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
831).
Verzoekt het college:
Ten aanzien van beslispunt 2:
- in het db van het GGA een zienswijze in te dienen om alsnog te kiezen voor
scenario 2 voor het oplossen van het beheertekort van het groengebied en de
programmabegroting 2018 GGA daarop aan te passen;
-__ uitsluitend in te stemmen met scenario 1 voor het oplossen van het
beheertekort van het groengebied als er in het ab van het GGA geen
meerderheid is om voor optie 2 te kiezen;
- de meerkosten van dit besluit voor de gemeente Amsterdam van 50.000 euro
in 2018 op te nemen in de 4-maandsrapportage 2018 en/of deze te dekken uit
de stelpost ontwikkelingen tussen voorjaarsnota en begroting.
De motie en het amendement maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van den Berg.
Mevrouw VAN DEN BERG: De heer Groen heeft het al heel mooi uitgelegd en
ook in de commissie heeft mevrouw Alberts een bevlogen betoog gehouden voor het
behoud van de groengebieden rondom Amsterdam. Het zijn de longen van Amsterdam.
We moeten ze echt groen houden. Dat staat ook in de Agenda Groen. We hebben veel
groene ambities. We moeten het groen daarom niet vercommercialiseren. Met name het
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
groengebied Amstelland is daarbij een zorg. t Twiske heeft op zich best een creatief idee
uitgewerkt door het meer daar uit te diepen zodat duikers en snorkelaars daar kunnen
recreëren. Dat zijn creatieve oplossingen. Wij willen zoiets ook voor groengebied
Amstelland. Daarom heb ik de motie en het amendement ondertekend. Ik ben heel
benieuwd hoe de andere bestuursleden hierover denken. Kiezen zij allemaal voor
scenario 1, twijfelen ze nog of bestaan er ook andere ideeën? En zijn ze bereid om
andere ideeën te ontwikkelen om het groengebied groen te houden?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Choho.
Wethouder CHOHO: Ik zie dat de heer Groen al klaarstaat. Ik wilde juist beginnen
met te zeggen dat ik bewonder hoe u de zaken altijd weet te simplificeren. Ik bewonder
dat dus het is een compliment. Om te voorkomen dat we de commissie herhalen, wil ik
verwijzen naar wat zowel u als mevrouw Van den Berg heeft gezegd over hoe wij naar
recreatieschappen kijken. In de commissie heb ik ook gezegd dat de provincie hierin haar
verantwoordelijkheid heeft genomen door dit najaar een bijeenkomst te organiseren waar
we gaan praten over de toekomst van de schappen. Dan gaat het zowel over de
organisatie, de structuur, de financiën, hoe we dat democratisch hebben belegd als alle
zaken die daarbij horen. Ik vind dat een bewonderenswaardig initiatief van de provincie
waaraan we moeten participeren om gezamenlijk te bepalen hoe we verdergaan met de
recreatieschappen. We moeten er niet één element uitlichten. Dat gezegd hebbend, ga ik
naar amendement nr. 830.
(De heer GROEN: Ik breng de wethouder in herinnering dat mevrouw
Alberts van de SP het scenario waar nu in groengebied Amstelland voor
gekozen wordt “van de zotte” heeft genoemd, omdat er al te veel
evenementen zijn. Is de wethouder het met mij eens dat we het
groengebied vragen om voor ten minste één jaar het aantal evenementen
niet uit te breiden en we daardoor de tijd hebben om er met de provincie
een goed debat over te voeren?)
Dat raakt aan de motie en het amendement die ik net wilde preadviseren. Daarop
vooruitlopend, kan ik zeggen dat een van de vraagstukken van de recreatieschappen is
dat wij een minderheid zijn in een collectief van besluitnemers. Daar is besloten om
scenario 1 uit te werken. We doen dat gedurende een jaar en na dat jaar evalueren we
dat om na te gaan wat de impact ervan is. Ik zou zeggen: laten we dat afwachten en
instemmen met het besluit voor scenario 1. Ik blijf benadrukken dat we daarnaast de
verschillende schappen ook opdragen om hun financiële inzicht te vergroten zodat we als
deelnemers aan de schappen een goed inzicht krijgen in de financiële staat van die
schappen.
(De heer GROEN: Ik was bij de vergadering waar dat besluit genomen
werd. De reden dat de andere deelnemende gemeenten kozen voor
scenario 1 is dat zij dachten dat Amsterdam helemaal geel geld erbij wilde
leggen. Zij hebben toen gezegd: wij willen wel terug naar onze raad in
afwachting van wat er in Amsterdam besloten wordt. Daarom is deze
motie zo mooi. U kunt het voortouw nemen door aan de andere
gemeenten het signaal af te geven dat Amsterdam er geld bij wil leggen
en niet meer evenementen wil. Krijg ik dan een positief preadvies?)
Ik heb meegekregen dat u daarbij was en dat u daar een eigenstandige mening
hebt verkondigd en niet zozeer de mening van Amsterdam. Dat is toch echt een verschil,
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
mijnheer Groen. Ik ga toch over tot de preadviezen, want ik begrijp dat u daarover met mij
in discussie wilt gaan. Misschien helpt het als ik eerst het preadvies heb uitgesproken.
(De heer GROEN: Ik hoor het preadvies graag, maar ik hoorde net een
incorrecte weergave van de stand van zaken. Ik heb in dat schap naar
beste vermogen het standpunt van Amsterdam weergegeven zoals dat
bediscussieerd is in de raad en waar bijvoorbeeld mevrouw Alberts krasse
woorden had gesproken over wat we in dat schap willen. Ik denk daarom
dat ik daar het juiste signaal heb afgegeven en om daar een vervolg aan
te geven, hoop ik nu op een positief preadvies.)
Ik vrees dat ik u moet teleurstellen en op een negatief preadvies op amendement
nr. 830 uitkom. Zoals ik zojuist heb betoogd, vind ik dat we de bijeenkomst met de
provincie in het najaar moeten afwachten en een integrale visie op hoe wij verdergaan
met de schappen moeten ontwikkelen. Dat moment moeten we afwachten.
Motie nr. 831 wil ik ook negatief preadviseren omdat ik zojuist heb gezegd dat we
nu eenmaal besloten hebben om scenario 1 uit te werken en dat na een jaar te evalueren.
Het lijkt mij verstandig om daar gevolg aan te geven voordat wij nu al besluiten om meer
geld daarvoor vrij te maken. Daarnaast kan ik ook niet akkoord gaan met de dekking die u
in deze motie aandraagt.
(De heer GROEN: Dat van die dekking laat ik even passeren, want
volgens mij klopt die wel. Wat die bijeenkomst met de provincie betreft:
daar kan Amsterdam een passieve rol aannemen en afwachten. Ik begrijp
dat ik daar nu weinig aan kan veranderen. Is de wethouder in ieder geval
wel bereid om in de geest van deze motie uit te dragen dat Amsterdam de
groengebieden op een fatsoenlijke manier wil onderhouden?)
Ik begrijp dat het woord ‘geest’ hier vandaag vaak rondgaat. Het is mijn inzet om
naar het geheel te kijken en niet naar één aspect. Het belang waar we het over eens zijn,
is dat we goed willen omgaan met het groen in de regio en dus ook met de schappen. Dat
moeten we afwegen en dat is de inzet die ik meeneem naar de bijeenkomst in het najaar.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Alberts voor een stemverklaring.
Mevrouw ALBERTS (stemverklaring): Ik wilde de commissievergadering niet
overdoen. Ik heb daar inderdaad ferme woorden gesproken over wat er in de
recreatieschappen gebeurt en alle ellende waar we mee te maken hebben. De conferentie
in het najaar vind ik een goed initiatief. Ik denk dat de wethouder niet alleen de geest van
de motie en van het amendement heeft gezien, maar dat hij ook het debat heeft
meegekregen. Heel veel Amsterdammers maken zich zorgen over de recreatieschappen.
Wij steunen de voordracht en niet de twee voorstellen van de heer Groen en mevrouw
Van den Berg.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Groen en Van den Berg
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 830).
Het amendement-Groen en Van den Berg (Gemeenteblad afd. 1, nr. 830) wordt
bij zitten en opstaan verworpen.
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Groen en Van den Berg
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 830) is verworpen met de stemmen van de PvdA, GroenLinks
en het CDA voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 672).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 672) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 672) is
aangenomen met de stemmen van de PvdA en GroenLinks tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Groen en Van den Berg
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 831).
De motie-Groen en Van den Berg (Gemeenteblad afd. 1, nr. 831) wordt bij zitten
en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Groen en Van den Berg
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 831) is verworpen met de stemmen van de PvdA, GroenLinks
en het CDA voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 672 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
34
Instemmen met het afwijken van het bestedingskader van de
versnellingsmiddelen Duurzaamheid voor de vergroening van de gemeentelijke
elektriciteitsinkoop met garanties van oorsprong voor 100% wind (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 671)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen.
De heer GROEN: Wij zetten met dit besluit een puntje op de i van een debat dat
wij uitgebreid gevoerd hebben. GroenLinks is heel blij dat we hebben kunnen regelen dat
we het stroomcontract van de gemeente zo uitputtend gaan vergroenen. Daarom zullen
wij van harte voorstemmen.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 671).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 671) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 671)
met algemene stemmen is aangenomen.
5
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 671 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
35
Instemmen met het niet indienen van een zienswijze op de begroting 2018 van de
gemeenschappelijke regeling Veilig Thuis en Centrum Seksueel Geweld Amsterdam
Amstelland (Gemeenteblad afd. 1, nr. 673)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kaya.
Mevrouw KAYA: Ik kan er heel kort over zijn. Ik heb dit al twee keer in de
commissie aan de orde gesteld. Veilig Thuis moet voor iedereen het meldpunt zijn om
huiselijk geweld te kunnen melden. Het idee is dat dat dit laagdrempelig moet zijn.
Volgens D66 moet dat zowel voor burgers als professionals laagdrempelig zijn. Wij
hebben een motie omdat dit voort professionals nu niet het geval is. Zij moeten meerdere
formulieren meerdere malen indienen. Wij hadden daar met de wethouder in de
commissie een een-tweetje over, want hij zei dat professionals nu eenmaal zaken iets
beter kunnen opschrijven. Voor hen is dat makkelijker dan voor burgers. Voor een hulp bij
het huishouden of een kraamzorger met mbo niveau 2 of 3 is dat niet altijd makkelijk. Wij
denken dat dat makkelijker moet kunnen en wij vragen het college om die procedure
onder handen te nemen en om te onderzoeken of het mogelijk is dat er zoveel mogelijk
mondeling gemeld kan worden en de procedure te versimpelen. Ik dien de motie samen
met mevrouw Roosma in.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
85° Motie van de raadsleden Kaya en Roosma inzake zienswijze op de
begroting van Veilig Thuis (administratieve lasten voor professionals bij Veilig Thuis)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 832).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de procedure om meldingen te kunnen doen voor professionals bij Veilig
Thuis te versimpelen;
-__ hierbij het ook voor professionals mogelijk te maken telefonisch meldingen te
doen dan wel telefonisch meldingen uit te diepen;
- deze nieuwe werkwijze zo breed mogelijk te communiceren aan het veld;
-_ hierover in oktober 2017 terugkoppeling te geven aan de gemeenteraad.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Poorter.
De heer POORTER: Veilig Thuis is een dossier dat in de Raadscommissie voor
Zorg elk kwartaal terugkomt. Wij bespreken elk kwartaal de voortgang, want wij hebben
iets in te halen. Bij Veilig Thuis spreken we pas van goede dienstverlening als die ook
echt goed is. Daar waren we het in de commissie gelukkig allemaal over eens. Ik
waardeer het zeer dat we steeds bekijken hoe we die kunnen verbeteren. We hebben ook
niet voor niets tegen de wethouder gezegd dat hij de middelen die hij nodig heeft kan
6
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
gebruiken om het personeel te vinden dat we nodig hebben om wachtlijsten weg te
werken en de triages te versnellen. Het is belangrijk dat we het personeel vinden, want we
hebben een tekort aan zorgpersoneel en het is ongelooflijk belangrijk dat we
hooggekwalificeerd personeel vinden dat zulk belangrijk werk gaat doen. Wij zullen ook
instemmen met de voordracht. We hebben vertrouwen in het plan dat voorligt en in de
bestemming van de middelen.
We willen graag nog één accent aanbrengen. Ik heb dat in de commissie ook
aangekondigd en ik heb er ook met alle partijen over gesproken. Het is een motie om het
college te verzoeken om ons nader te informeren over de situatie rondom mensenhandel.
lets wat deze kwestie raakt waar het gaat om prostitutie en loverboys, maar
mensenhandel is een breder probleem als het gaat om uitbuiting in arbeidssituaties in
bredere zin. Het lijkt ons een goed idee om in kaart te brengen in hoeverre de opvang
toereikend is en of ook het zorgaanbod en het doorgeleiden van vermoedens van
mensenhandel toereikend is. Dit is in de vorm van een motie die ik samen met de heer
Boutkan heb geschreven. Daarna hebben de heer Boomsma, mevrouw Roosma,
mevrouw Duijndam en mevrouw Van Soest haar medeondertekend.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
86° Motie van de raadsleden Poorter, Boutkan, Boomsma, Roosma, Duijndam
en Van Soest inzake zienswijze op de begroting van Veilig Thuis (opvangcapaciteit
toereikend) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 833).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken en aan de raad inzichtelijk te maken in hoeverre de
activiteiten van de gemeente op het gebied van opvang van slachtoffers en
voorlichting en preventie toereikend zijn;
-__te onderzoeken en inzichtelijk te maken in hoeverre de opvangcapaciteit en
het zorgaanbod voor slachtoffers van mensenhandel op dit moment
toereikend is;
- aan de raad een plan voor te leggen hoe de capaciteit en de wijze van
hulpverlening (voor zover nodig) kan worden aangepast aan de vraag.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
(Mevrouw KAYA: Opvang van slachtoffers van mensenhandel is heel
belangrijk. Als de heer Porter daar een onderzoek naar wil, dan lijkt ons
dat heel erg goed. Mijn collega Verheul heeft daar al eerder schriftelijke
vragen over ingediend en het college heeft al zo'n analyse gedaan. Ik kan
me voorstellen dat dit weer opnieuw nodig is. De heer Poorter zegt ook
dat er signalen zijn dat er op dit moment een tekort aan opvang is. Waar
komen die signalen vandaan?)
De heer POORTER: Ik heb hier niet gezegd dat ik signalen heb opgevangen. Ik
heb u dat op een ander moment gezegd. Die signalen heb ik gekregen en dat leek mij
voldoende aanleiding om deze vragen te stellen en het onderzoek voor te leggen aan de
wethouder. We hebben het er een tijdlang niet over gehad. U hebt volkomen gelijk dat in
2015 uw collega schriftelijke vragen heeft gesteld, met name over de
loverboyproblematiek die een onderdeel is van dit verhaal. Daarnaast is er ook naar
cijfers over de opvang gevraagd. Wij vinden dit een dusdanig belangrijk onderwerp dat we
7
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
het nog een keer willen laten onderzoeken om het goed en integraal in kaart te brengen.
Het had ook op een andere manier gekund, via een initiatief of via schriftelijke vragen,
maar dit leek ons passend bij dit onderwerp.
(Mevrouw KAYA: Wij staan zeker op het standpunt dat het goed is om dit
goed in de gaten te houden en een nieuwe analyse is zeer welkom. Ik heb
de laatste versie van de motie niet gezien en ik verkeerde in de
veronderstelling dat daarin staat dat er signalen zijn dat op dit moment de
opvangcapaciteit tekortschiet. Klopt dat? En waar komen die signalen dan
vandaan?)
Ik heb het net heel voorzichtig proberen te zeggen. Ik kan het ook iets explicieter
zeggen. Soms krijg je signalen waarbij je in dit soort situaties niet precies vertelt waar de
bron zich bevindt. Hopelijk respecteert u dat.
(Mevrouw KAYA: Ik zal die bron zeker respecteren, maar ik vind dit heel
belangrijk. Als er een tekort is aan opvang voor slachtoffers van
mensenhandel, dan trek ik mij dat ook persoonlijk aan. Daar moeten we
allemaal aan werken. Ik heb ook gebeld naar zowel de bestuurder als de
teamleider van de organisatie en mij wordt verteld dat er bedden
leegstaan. Als dat zo is, dan is zo'n onderzoek uiteraard heel erg welkom,
maar ik vind wel dat de raad de verantwoordelijkheid heeft om signalen op
een goede manier te bespreken. Ik heb andere signalen.)
(De VOORZITTER: Komt u tot een vraag.)
(Mevrouw KAYA: Ik ben benieuwd wat de heer Poorter precies wil
onderzoeken en wat die signalen zijn.)
Wat ik wil onderzoeken, staat in de motie. Het is heel goed dat u al begonnen
bent met rondbellen. Als blijkt dat er genoeg bedden zijn, dan is dat alleen maar mooi. Het
is een onderzoeksvraag. Bij een onderzoek weten we nooit precies wat de uitkomst is.
Wellicht kan het heel snel gebeuren en kunnen we aan de hand daarvan met elkaar
praten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Duijndam.
Mevrouw DUIJNDAM: Wij zullen de voordracht steunen. We zullen ook voor de
motie van mevrouw Kaya stemmen omdat het belangrijk is om de regeldruk te
verminderen. Dit is een van de dingen waarmee dat gebeurt: minder regels, meer zorg.
We weten allemaal hoe belangrijk het is om goede opvang te hebben voor slachtoffers
van mensenhandel en vooral dat er een gespecialiseerd zorgaanbod is. Er is vaak sprake
van een meervoudige problematiek, LVB, verslaving en de taalbarrière speelt een rol. De
heer Poorter heeft zijn motie zo aangepast dat hij vraagt om een gespecificeerd
zorgaanbod. Daarom sluit ik mij van harte aan bij deze motie.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Ik geloof dat dit agendapunt een beetje een
kapstokfunctie vervult. Niemand heeft namelijk gesproken over het voorliggende stuk,
maar omdat in de titel de termen ‘Veilig Thuis’ en ‘seksueel geweld’ staan, praten we daar
nu over. U bepaalt dat, maar ik heb er zin in vanavond. We zijn bijna onder elkaar dus wat
mij betreft gaan we tot vanavond 01.00 uur door. Als u ervoor kiest om onderwerpen aan
de orde te stellen die niet op de agenda staan, dan mag ik natuurlijk breedvoerig gaan
adviseren.
8
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
(De VOORZITTER: Wethouder, ook al is het college ruim door zijn
spreektijd heen, u krijgt de ruimte.)
Kijk. Een topper, die voorzitter.
Goed, de moties. Ik vat de motie van mevrouw Kaya zo op dat zij bij het tweede
verzoek zegt: “Professionals de mogelijkheid te bieden telefonisch te melden dan wel
telefonische meldingen uit te diepen.” Dat is een belangrijke zin. In beginsel moeten
professionals schriftelijk melden. Een melding van een professional komt in het dossier en
een melding van een burger niet. Dat is het verschil. Dat is een van de redenen dat het
schriftelijk gebeurt. Mevrouw Kaya heeft gelijk, we dienen te streven naar zo min mogelijk
regels, niet alleen voor burgers, maar misschien juist voor professionals zodat zij zich met
andere zaken bezig kunnen houden. U dient deze motie ook in op grond van uw eigen
ervaring als professional. Laat ik het daarom zo makkelijk mogelijk maken voor de
professionals. Zo interpreteer ik motie nr. 832. Die krijgt dus een positief preadvies.
Mijnheer Poorter, een paar kanttekeningen bij uw motie. De eerste is dat juist bij
deze doelgroep opvang heel vaak niet plaatsvindt op de plek waar het geweld plaatsvond.
Juist bij seksueel geweld en zeker als het gaat om mensenhandel is het verstandig om
iemand die in het Amsterdamse milieu zit op te vangen in Groningen. We kunnen kijken
naar de situatie in Amsterdam, maar die is daarmee niet maatgevend voor de opvang die
noodzakelijk is voor mensen uit Amsterdam, want het kan heel goed zijn dat wij vooral
Limburgers en Groningers opvangen, zoals Limburg en Groningen Amsterdammers zullen
opvangen. Met mevrouw Kaya zijn mij ook geen signalen bekend dat zich hier een
knelpunt voordoet. Bovendien wil ik er geen misverstand over laten bestaan dat dit de
categorie is waarvan de commissie tegen mij heeft gezegd: hoe ver u de begroting ook
overschrijdt, dat zal ons een zorg zijn, want u levert in ieder geval resultaat. Dat unanieme
mandaat van de gemeenteraad heb ik goed in mijn oren geknoopt, maar binnen dat kader
wil ik hiernaar kijken.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kaya voor een stemverklaring.
Mevrouw KAYA (stemverklaring): Ik heb de wethouder goed beluisterd over motie
nr. 833. Hij zegt in feite dat ze volstrekt overbodig is en dat er geen signalen bekend zijn.
Wij vinden het echter niet sympathiek om tegen een onderzoeksmotie te stemmen. Wij
gunnen dit de heren Poorter en Boutkan van harte. Wij stemmen dus voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 673).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 673) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 673)
met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kaya en Roosma (Gemeenteblad afd.
1, nr. 832).
De motie-Kaya en Roosma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 832) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
9
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kaya en Roosma (Gemeenteblad afd.
1, nr. 832) met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poorter, Boutkan, Boomsma, Roosma,
Duijndam en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 833).
De motie-Poorter, Boutkan, Boomsma, Roosma, Duijndam en Van Soest
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 833) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poorter, Boutkan, Boomsma,
Roosma, Duijndam en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 833) met algemene stemmen
is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 673 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
36
Vaststellen Verordening tot wijzigen van de Verordening maatschappelijke
ondersteuning Amsterdam 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 674)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma.
Mevrouw ROOSMA: In principe bespreken we nu een technische wijziging van de
Wmo-verordening en geen onbelangrijke wijziging. Er wordt onder andere een aantal
voorstellen opgenomen over het verlagen dan wel afschaffen van eigen bijdragen. Dat is
niet onbelangrijk in deze stad. Wij wilden deze gelegenheid aangrijpen om ook een aantal
andere dingen onder de aandacht te brengen. Het eerste is het afgeven van
beschikkingen en de argumenten waarom mensen geen plek in de opvang voor huiselijk
geweld dan wel maatschappelijke opvang kunnen krijgen. Ik denk dat het belangrijk is dat
er goed beargumenteerd wordt waarom mensen bijvoorbeeld ambulante ondersteuning
krijgen in plaats van een plek in de opvang en dat het ook duidelijk is op welke manier zij
bezwaar kunnen maken en in beroep kunnen gaan. Wij horen dat daar nu vaak
onduidelijkheid over bestaat. Wij hopen dat dit in een volgende verordening dan wel in de
praktijk aangepast kan worden. Daarvoor hebben wij een motie.
Een tweede punt gaat over woonruimteaanpassingen. Wij weten dat er op dit
moment een enorm tekort is aan rolstoeltoegankelijke woningen in deze stad. Dat leidt
ertoe dat mensen die niet zelfstandig thuis kunnen wonen als er geen
woningaanpassingen kunnen plaatsvinden nu vaak worden doorverwezen naar een
woning die niet geschikt is of moeten wachten op een woning die geschikt is. Wij willen
dat beleid versoepelen door na te gaan of het toch niet beter is als mensen langer thuis
kunnen blijven wonen met woningaanpassingen zodat ze ook in hun eigen buurt kunnen
blijven wonen. Wij denken dat dat op termijn ook goedkoper is dan verhuizen.
Ten slotte de pgb's. We hebben gezien dat er een enorme afname is van de
vraag naar pgb's, met name bij ambulante begeleiding en bij dagbesteding. Ik betoog al
een aantal jaren dat de hoogte van de pgb’s in feite te laag is, met name bij deze twee
voorzieningen, waardoor mensen minder zorg krijgen dan als ze zorg in natura zouden
nemen. Ik vind dat die tarieven omhoog moeten en dat dat het gebruik van pgb's, wat
10
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
uiteindelijk goedkoper is dan zorg in natura, zou kunnen stimuleren. Ik heb daarvoor ook
een motie. Ik weet dat de wethouder nog gaat onderzoeken of deze tarieven naar boven
dan wel naar beneden kunnen worden bijgesteld, maar ik denk dat het belangrijk is dat we
de tarieven verhogen en ik wil het college alvast een opdracht daartoe geven.
(Mevrouw KAYA: Mevrouw Roosma pleit er al langer voor dat de pgb-
tarieven omhoog moeten. Nu heeft wethouder Van der Burg al een paar
keer gezegd dat hij dat zal onderzoeken. Er loopt nu een onderzoek.
Begrijp ik nu goed dat mevrouw Roosma zich daar niets van aantrekt
omdat de tarieven sowieso omhoog moeten?)
Ja, dat is een adequate samenvatting van mijn standpunt.
(Mevrouw KAYA: Dat begrijp ik vanuit de ideeën van mevrouw Roosma.
Hoe meer hoe beter. Links. Is het niet veel verstandiger om het onderzoek
van de wethouder af te wachten en na te gaan hoe hoog het tarief moet
zijn? Ik ken u als een inhoudelijk raadslid dat zaken inhoudelijk benadert.
Nu zegt u eigenlijk: ach, laten we de tarieven maar verhogen. Wat stelt u
voor? Hoeveel moet het tarief omhoog?)
Dank u voor de complimenten. Ik ben inderdaad altijd gericht op de inhoud, maar
ik ben ook een ideologisch gedreven raadslid. Ik vind het belangrijk dat er goede tarieven
voor zorg zijn, of het nu zorg in natura is of een pgb. Hoe hoog het tarief precies moet zijn,
laat ik graag over aan de uitvoerders, maar ik ben ervan overtuigd dat het tarief omhoog
moet. Met deze motie hoop ik ook het college daarvan te overtuigen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
87° Motie van de raadsleden Roosma en Poorter inzake Verordening
maatschappelijke ondersteuning (pgb-tarieven) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 834).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- naast het huidige pgb-tarief voor begeleiding een hoger tarief voor
hooggespecialiseerde begeleiding te introduceren, vergelijkbaar met de
hogere tarieven in andere gemeenten die differentiëren in tarieven voor
ambulante begeleiding;
-__alle pgb-tarieven vast te stellen als percentage voor zorg in naturatarieven;
-__in elk geval pgb-tarieven voor begeleiding en dagbesteding naar boven bij te
stellen.
88° Motie van de raadsleden Roosma, Kaya, Duijndam, Poorter en Van Soest
inzake Verordening maatschappelijke ondersteuning (criteria woonvoorzieningen)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 835).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De criteria voor woonvoorzieningen te evalueren en te onderzoeken of bij de
volgende wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam de
criteria voor woonvoorzieningen gewijzigd kunnen worden op de volgende punten:
- verhuizen niet als goedkoopste adequate voorziening wordt aangemerkt
wanneer de cliënt niet binnen een redelijke termijn uitzicht heeft op het
bewonen van een geschikte woning;
-__een redelijke termijn voor het wachten op een (rolstoel)toegankelijke woning
maximaal een jaar is;
11
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
-__ook in afwachting van een verhuizing de cliënt door het aanbrengen van
(tijdelijke) aanpassingen op een zelfstandige manier gebruik moet kunnen
maken van de woning.
89° Motie van de raadsleden Roosma, Kaya, Duijndam, Poorter en Van Soest
inzake Verordening maatschappelijke ondersteuning (beschikkingen) (Gemeenteblad afd.
1, nr. 836).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken of bij het niet-toekennen van een maatwerkvoorziening voor
opvang een beschikking ofwel een gemotiveerde schriftelijke toelichting afgegeven kan
worden. Het doel is dat hiermee cliënten beter worden geïnformeerd en het recht op
bezwaar en beroep voor iedereen duidelijk gecommuniceerd wordt.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
[Vanwege een storing in de geluidsinstallatie wordt er zonder gebruik te
maken van de microfoons verder vergaderd.
De VOORZITTER: Vrienden, we gaan beginnen. Ik stel voor dat u oplet.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Duijndam.
Mevrouw DUIJNDAM: Vanwege de geluidsproblemen zal ik het heel kort houden.
Ik heb ook zorgen geuit over de woningaanpassingen. Ik dien graag mede de motie in die
mevrouw Roosma heeft opgesteld over de mogelijkheid dat mensen bezwaar kunnen
aantekenen tegen een beschikking.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kaya.
Mevrouw KAYA: Ik heb een motie over vervoer van en naar dagbesteding. Het
college constateert in een bestuursrapportage dat er minder mensen naar de
dagbesteding gaan omdat het vervoer niet meer standaard onderdeel is van de
dagbesteding. Het college onderzoekt of vervoer via het AOV kan. Dat is een methode.
We krijgen ook van het Rijk middelen om mensen naar de dagbesteding te vervoeren. Er
zijn meerdere manieren mogelijk. Wij hebben een motie waarin we de wethouder
oproepen het mogelijk te maken dat cliënten naar de dagbesteding kunnen en dat dat
geregeld wordt.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
90° Motie van de raadsleden Kaya en Roosma inzake Verordening
maatschappelijke ondersteuning (vervoer van en naar dagbesteding in de Wmo)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 837).
12
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ ervoor zorg te dragen dat cliënten kunnen deelnemen aan dagbesteding en
dat het vervoer van en naar dagbesteding hiervoor geen belemmering vormt;
-__ hierover terugkoppeling te geven aan de raad in oktober 2017.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Ik maak mij grote zorgen als wethouder Zorg. Ik
was vorige week bij het OLVG op de kraamafdeling. Daar stonden 22 bedden leeg
wegens gebrek aan personeel. Nu de stad niet meer naar dit debat kan luisteren,
verwacht ik over 9 maanden een nog veel grotere crisis.
Dat gezegd hebbend, zal ik mij beperken tot de moties. De eerste motie over het
pgb-tarief. Mevrouw Roosma, u loopt voor de troepen uit. Dat weet u ook. Ik breng voor
de zomer het voorstel in het college dat we na de zomer gaan bespreken. U bent te
ongeduldig dus ik ben negatief over motie nr. 834.
Motie nr. 835, onderzoek de criteria. Het lijkt mij een goed compromis, want in
eerste instantie lag er een voorstel om zaken te veranderen. Er moet inspraak mogelijk
zijn. Dat geldt voor zowel motie nr. 835 als voor motie nr. 836 en motie nr. 837. Ik ben
daarvoor dus alle drie de moties krijgen een positief preadvies.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kaya voor een stemverklaring.
Mevrouw KAYA (stemverklaring): Wij zullen tegen motie nr. 834 stemmen omdat
wij eerst het onderzoek van de wethouder willen afwachten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 674).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 674) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 674)
met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma en Poorter (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 834).
De motie-Roosma en Poorter (Gemeenteblad afd. 1, nr. 834) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma en Poorter (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 834) is verworpen met de stemmen van de PvdA, GroenLinks en de Partij van
de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma, Kaya, Duijndam, Poorter en
Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 835).
13
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
De motie-Roosma, Kaya, Duijndam, Poorter en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 835) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma, Kaya, Duijndam, Poorter en
Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 835) met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Roosma, Kaya, Poorter, Duijndam en
Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 836).
De motie-Roosma, Kaya, Poorter, Duijndam en Van Soest (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 836) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Roosma, Kaya, Poorter, Duijndam en
Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 836) met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kaya en Roosma (Gemeenteblad afd.
1, nr. 837).
De motie-Kaya en Roosma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 837) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kaya en Roosma (Gemeenteblad afd.
1, nr. 837) met algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 674 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
37
Instemmen met het actieplan: Age Friendly City - Naar een levensloopbestendig
Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 675)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Ik wil vragen of het echt noodzakelijk is om dit vanavond
te behandelen, anders kunnen we het doorschuiven naar de volgende raadsvergadering.
(De VOORZITTER: De wethouder maakt duidelijk dat dit kan. Ik wil
nagaan wat de raad daarvan vindt.)
(De heer GROOT WASSINK: Ik vraag mij af op basis waarvan.)
Omdat ik het belangrijk vind dat de mensen kunnen meeluisteren. Het is mijn
punt.
De VOORZITTER: Dit is een ordevoorstel. De wethouder vindt dat uitstel geen
gevolgen heeft. Zijn er fractievoorzitters die hiermee instemmen dan wel niet mee
instemmen? Akkoord. Dit punt wordt doorgeschoven naar de volgende raadsvergadering.
Conform besloten.
14
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
Dit punt is van de agenda afgevoerd.
39
Kennisnemen van de principenota Amstelstation — Amsteloever, instemmen met
de uitgangspunten voor het vervolgproces en bekrachtigen van de geheimhouding
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 678)
De VOORZITTER: De enige spreker die zich hiervoor had aangemeld, was de
heer Van Lammeren. Zijn er andere leden van de raad?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Nuijens.
De heer NUIJENS: Dit punt is niet door ons gepiept. (Applaus omdat de
microfoon bij het katheder weer functioneert.) Staat u mij toe om enkele seconde te doen
of dit applaus voor mij bedoeld is. Dank u wel dat u mij dit gegund hebt. Er is een causaal
verband tussen mijn verschijnen hier en het weer werken van de elektronica. Dat gezegd
hebbend, dit punt is niet gepiept door mij, maar door de vrienden van de Partij voor de
Dieren. Wij zijn tevreden over de stappen die het college wil zetten. Het is belangrijk dat
het gebied integraal wordt aangepakt. We willen complimenten geven aan wethouder Van
der Burg en wethouder Ivens omdat zij, ondanks de zorgen van coalitiepartner SP, toch
stappen willen zetten in de Van der Kunbuurt. 1000 sociale huurwoningen in plaats van
270 is winst. Ik heb 1 vraag aan de wethouder waarvan ik denk dat de heer Van
Lammeren die gesteld zou hebben als hij hier had kunnen zijn. Wilt u kijken naar de
mogelijkheid om in het plangebied een dubbele watergang te realiseren? Zoals u als
wethouder Ruimtelijke Ordening weet, is een dubbele rietkraag ontzettend belangrijk voor
de biodiversiteit. Ik hoop dat ik de heer Van Lammeren en mijn eigen fractie recht doe met
dit verzoek.
(De heer VINK: U dient geen motie in. Dit had ook later in de commissie
besproken kunnen worden als de nadere voorstellen om dit uit te werken,
gereed zijn. Kunnen we dan hierover spreken? Dan kunnen we ook alle
andere facetten van dit plan bespreken.)
Dat kan. Mijn fractie kiest ervoor om dat niet te doen. Ik zal u ook zeggen waarom.
In de regel zal ik bij elk bouwplan vragen of er een dubbele watergang gerealiseerd kan
worden. En zo niet, waarom niet. Aan het water is een dubbele watergang het ecologisch
uitgangspunt. Ik ben eigenlijk verbaasd, mijnheer Vink, dat dit voor u niet het geval is.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Kijken kan altijd.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 678).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 678) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
15
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 678)
met algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 678 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
41
Vaststellen van de beleidsregel Wonen en vliegen 20 Ke-contour Schiphol
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 681)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vink.
De heer VINK: De beleidsregel Wonen en vliegen 20 Ke-contour. Ik heb in de
commissie tamelijk uitvoering betoogd wat ik daarvan vind. Ik zal dat heel kort herhalen.
D66 is ontzettend blij dat er afspraken met het Rijk gemaakt zijn en dat daarmee de
onduidelijkheid voor ons is opgelost en wij binnen bestaand stedelijk gebied kunnen
bouwen als wij dat een goed plan vinden. Waardering voor het college. Het glas is halfvol
en het halflege glas houdt in dat wij op lange termijn liever willen dat de sturing niet door
Den Haag plaatsvindt, maar dat wij onze eigen afwegingen kunnen maken en dat wij, laat
ik zeggen baas in eigen buik zijn wat dit betreft. Daarvoor heb ik een motie opgesteld die
ik mede namens mevrouw De Heer van de Partij van de Arbeid indien.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
91° Motie van de raadsleden Vink en De Heer inzake beleidsregel Wonen en
vliegen 20 Ke-contour Schiphol (decentraliseren beleid) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 838).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In lijn met het algehele ruimtelijke c.q. omgevingsbeleid het Rijk op te roepen bij
de eerstvolgende aanpassing van het beleid rond Schiphol het beleid voor zover het niet
de veiligheid op de grond dan wel in de lucht betreft te decentraliseren naar provincie en
gemeenten.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg.
Wethouder VAN DER BURG: Ik kan niet helemaal overzien wat dit voor de rest
van Nederland betekent, want decentralisatie betekent dan dat alle 388 gemeenten en 12
provincies er iets over te zeggen krijgen terwijl dat in den lande natuurlijk een
verschillende rol speelt. Als deze motie echter wordt aangenomen, dan zal het college bij
de kabinetsformatie kenbaar maken dat dit het standpunt is van de gemeenteraad.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 681).
16
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 681) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 681)
met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vink en De Heer (Gemeenteblad afd.
1, nr. 838).
De motie-Vink en De Heer (Gemeenteblad afd. 1, nr. 838) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vink en De Heer (Gemeenteblad afd.
1, nr. 838) met algemene stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 681 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De VOORZITTER: Geachte leden, hiermee zijn we aan het eind van de
raadsvergadering. Ik dank u wel.
De VOORZITTER sluit de vergadering om 20.45 uur.
17
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 29 juni 2017 Raadsnotulen
INDEX
671 Instemmen met het afwijken van het bestedingskader van de versnellingsmiddelen
Duurzaamheid voor de vergroening van de gemeentelijke elektriciteitsinkoop met
garanties van oorsprong voor 100% wind … … nnn enerenerenenennenvennennereeneenvere enen D
672 Instemmen met de financiële jaarstukken van de recreatieschappen Twiske-
Waterland, Spaarnwoude en Groengebied Amstelland en een zienswijze in te dienen
op de begroting 2018 van Groengebied Amstelland … nnn oneene ennen ennen Î
673 Instemmen met het niet indienen van een zienswijze op de begroting 2018 van de
gemeenschappelijke regeling Veilig Thuis en Centrum Seksueel Geweld Amsterdam
AAC EE
674 Vaststellen Verordening tot wijzigen van de Verordening maatschappelijke
ondersteuning Amsterdam 2015 … nonnen enneeeerennneeeenenneneeenenneeerenennveerr vennen 1
675 Instemmen met het actieplan: Age Friendly City - Naar een levensloopbestendig
Amsterdam … nnn nnenenneneerenenennenneneseer senen enennenneneneeren eenen ennenneveeren ennen ÎÁ
678 Kennisnemen van de principenota Amstelstation — Amsteloever, instemmen met de
uitgangspunten voor het vervolgproces en bekrachtigen van de geheimhouding ….……..15
681 Vaststellen van de beleidsregel Wonen en vliegen 20 Ke-contour Schiphol … 16
830 Amendement van de raadsleden Groen en Van den Berg inzake de financiële
jaarstukken van recreatieschappen (beheerkosten geïndexeerd) … nnen ennn 2
831 Motie van de raadsleden Groen en Van den Berg inzake de financiële jaarstukken
van recreatieschappen (kiezen voor scenario 2) … anneer nennen ennen enneen ennen
832 Motie van de raadsleden Kaya en Roosma inzake zienswijze op de begroting van
Veilig Thuis (administratieve lasten voor professionals bij Veilig Thuis) … … … 6
833 Motie van de raadsleden Poorter, Boutkan, Boomsma, Roosma, Duijndam en Van
Soest inzake zienswijze op de begroting van Veilig Thuis (opvangcapaciteit toereikend)
834 Motie van de raadsleden Roosma en Poorter inzake Verordening maatschappelijke
ondersteuning (pgb-tarieven) … nnn onnneennnerenneeen eene ennnnen eneen eener ennen 1 Î
835 Motie van de raadsleden Roosma, Kaya, Duijndam, Poorter en Van Soest inzake
Verordening maatschappelijke ondersteuning (criteria woonvoorzieningen) … … 11
836 Motie van de raadsleden Roosma, Kaya, Duijndam, Poorter en Van Soest inzake
Verordening maatschappelijke ondersteuning (beschikkingen) … … nnen 12
837 Motie van de raadsleden Kaya en Roosma inzake Verordening maatschappelijke
ondersteuning (vervoer van en naar dagbesteding in de Wmo) … … nnee. 12
838 Motie van de raadsleden Vink en De Heer inzake beleidsregel Wonen en vliegen
20 Ke-contour Schiphol (decentraliseren beleid) … nnn onneenneerenneeneenee ennen eenn 1Ö
18
| Raadsnotulen | 18 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda, woensdag 2 april 2014
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 2 april 2014 13.00 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Vaststelling van de agenda.
3 Mededeling van de ingekomen stukken.
4 _Mondelingevragenuur.
Grondzaken
5 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 25 maart 2014
tot kennisnemen van de uitwerking van de varianten en moties inzake de
vernieuwing van het erfpachtstelsel, terugkomen op het raadsbesluit
d.d. 3 juli 2013, nr. 145/536 van 2013, over de uitgangspunten voor nieuwe
Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht en intrekken van de
raadsbesluiten van 19 december 2013 inzake het referendum van 22 mei 2014,
nr. 260/1157 van 2013. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 346)
Sport en Recreatie
6 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 25 maart 2014
tot instemmen met het voorstel tot ondertekening van het Host City Agreement
voor het VEFA (Union des Associations Européennes de Football) Evenement
EURO 2020, instemmen met het voorstel het college op te dragen in de
bestuursperiode 2014-2018 voorstellen te doen ter dekking van vijf tot acht
miljoen euro, en instemmen met het voorstel de belangen van Amsterdam te
borgen in een nader op te stellen convenant met de KNVB (Koninklijke
Nederlandse VoetbalBond), de Amsterdam ArenA en het ministerie van VWS
(Volksgezondheid, Welzijn en Sport). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 345)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 2 april 2014
Raadsaangelegenheden
7 Voordracht van het voorlopig presidium van 27 maart 2014 tot vaststellen van
een Verordening tot wijziging van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 338)
8 Voordracht van het voorlopig presidium van 27 maart 2014 tot vaststellen van
een Verordening tot wijziging van de Verordening op de raadscommissies 2009.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 337)
9 Voordracht van het voorlopig presidium van 27 maart 2014 tot kennisnemen van
het besluit van het voorlopig presidium tot continuering van de
spreektijdenregeling zoals vastgelegd in het Reglement van orde van de raad van
Amsterdam en de Verordening van de raadscommissies 2009.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 342)
10 Gewijzigd initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Ivens van 29 augustus 2013,
getiteld: ‘Beperk de kosten van de gemeenteraad’ en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 343)
11 Voordracht van het voorlopig presidium van 27 maart 2014 tot vaststellen van de
verdeling van de fractievergoedingen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 341)
12 Voordracht van het voorlopig presidium van 27 maart 2014 tot kennisnemen van
het besluit van het voorlopig presidium inzake het opleidingsbudget voor
raadsleden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 339)
13 Voordracht van het voorlopig presidium van 27 maart 2014 tot kennisnemen van
het besluit van het voorlopig presidium om de bijdrage voor de aanschaf van een
computer en randapparatuur ongewijzigd te laten.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 340)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 2 april 2014
Ingekomen stukken
1 _Raadsadres van enkele bewoners van de Prins Hendrikkade van 24 maart 2014
inzake het verzoek tot uitstel van de besluitvorming betreffende de touringcar-
haltes Prins Hendrikkade — Barbizon.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur (inclusief Noord/Zuidlijn en Luchtkwaliteit).
2 _Raadsadres van de Huurdersvereniging De Gekroonde Valk van 25 maart 2014
inzake de wijziging van het huurbeleid van woningcorporatie De Key met
betrekking tot de Sibbelwoningen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen
en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen,
Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid.
3 Brief van Stadsarchief Amsterdam van 28 februari 2014 inzake de aanbieding
van het jaaroverzicht 2013 van de activiteiten in het gebouw De Bazel.
Voorgesteld wordt, dit jaaroverzicht voor kennisgeving aan te nemen.
4 Raadsadres van de groep Straatwijzen van 26 maart 2014 inzake
de voorbereidingen voor een project voor het opkomen van de belangen voor
dak- en thuislozen.
Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden
van de gemeenteraad.
5 Raadsadres van de Nederlandse Vereniging van Journalisten van 26 maart 2014
inzake de reactie op het incident van het afschermen van de Chinese president
Xi Jinping.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare
Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,
Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie.
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 2 april 2014
6 Raadsadres van de Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders van 26 maart 2014
inzake de betekenis van de kermis voor de gemeente en dit te betrekken bij
de coalitieonderhandelingen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de fractievoorzitters na
de gemeenteraadsverkiezingen teneinde desgewenst te betrekken bij de
collegeonderhandelingen.
7 Brief van de Inspectie van het Onderwijs van 25 maart 2014 inzake de
aanbieding van het rapport, getiteld: ‘Kwaliteit gemeentelijk toezicht kinderopvang
2012-2013’.
Voorgesteld wordt, dit rapport in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
4
| Agenda | 4 | train |
Me2023-004435 N Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
onen
en Erfgoed
% Amsterdam S
Voordracht voor de Commissie WV van 22 februari 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling
Opvang (MO/BW, Ongedocumenteerden en Vluchtelingen)
Agendapunt 5
Datum besluit 22 november 2022 -
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsbrief over de verdeling van de 1800 woningen voor het Programma
Huisvesting Kwetsbare Groepen in 2023.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsbrief over de verdeling van woningen voor het Programma Huisvesting
Kwetsbare Groepen in 2023.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 169, lid 1:Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad
verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.
Gemeentewet, artikel 169, lid 2:Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening
van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Het programmaplan Huisvesting Kwetsbare Groepen 2019 — 2022 is op 13 maart 2019 vastgesteld
door de gemeenteraad. In de Samenwerkingsafspraken 2020-2023 is vastgelegd dat jaarlijks 1800
corporatiewoningen beschikbaar komen voor de doelgroepen van het PHKG. Deze woningen
worden verdeeld over de drie hoofdgroepen ‘wonen met begeleiding’, ‘wonen zonder begeleiding!
en statushouders.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.17 1
VN2023-004435 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 22 februari 2023
Ter kennisneming
N.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-009928 Commissie WV Voordracht (pdf)
AD2023-009981 Raadsinformatiebrief_verdeling 2023.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Emma Kat, 06-34449149, @.kat@®amsterdam.nl; Directie Zorg, Christian Schreuder,
06-36595119, [email protected]
Gegenereerd: vl.17 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 712
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen onder Br
Ingekomen op donderdag 2 juli 2015
Behandeld op donderdag 2 juli 2015
Status aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake de samenwerkingsafspraken op
hoofdlijnen tussen huurders, corporaties en gemeente (overal betaalbaar).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de samenwerkingsafspraken op hoofdlijnen tussen
huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 644);
Constaterende dat:
— inde aanbiedingsafspraken (1.1, p. 7) is afgesproken dat ten minste 75%
wordt aangeboden onder de hoge en lage aftoppingsgrens (resp. € 576,87 en
€ 618,24 prijspeil 2014);
— tevens wordt vermeld dat spreiding van de aanbiedingen over de stad van
belang is en daarom ook wordt onderzocht hoe er ook in gebieden met een
hoge druk, zoals Centrum, Zuid en delen van West, voldoende woningen
onder de aftoppingsgrens worden aangeboden;
Van mening zijnde dat:
— voor een ongedeelde stad het noodzakelijk is dat betaalbare woningen ook in
gebieden met een hoge druk, in voldoende mate beschikbaar zijn onder de
aftoppingsgrens;
— de 75%-regel derhalve niet als gemiddelde zou moeten gelden voor de gehele
stad, maar voor elk van de 22 gebieden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de nadere uitwerking met de corporaties en de Huurdersvereniging over
de samenwerkingsafspraken als inzet vanuit de gemeente in te zetten op
het aanbieden van 75% van de beschikbare woningen onder de aftoppingsgrens
in elk van de 22 gebieden.
Het lid van de gemeenteraad
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Gemeente Amsterdam
% A t d Bestuurscommissie Oost AB
msterdam gestuit van het algemeen bestuur van
X Oost 27 september 2016
Jaar 2016
Registratienummer Z-16-28935 / INT-16-09431
Onderwerp: Ingevulde formats Locatieprofiel voor stadsdeel Oost
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 30 augustus 2016,
overwegende dat:
-_ het college van B&W op 24 mei 2016 de notitie “Uitgangspunten voor een nieuw
evenementenbeleid” heeft vastgesteld;
-_ het college van B&W de bestuurscommissie heeft verzocht volgens een stedelijk
format;
gelet op het AB-besluit ‘Evaluatie evenementenbeleid en evenementenseizoen 2015, deel Il:
Locatieprofielen’ d.d. 12 januari 2016, waarin naar aanleiding van een evaluatie nieuwe
locatieprofielen zijn vastgesteld die de basis vormen voor de ingevulde formats
Locatieprofiel,
besluit:
1. de 15 ingevulde formats Locatieprofiel voor stadsdeel Oost vast te stellen;
2. destadsdeelvoorzitter te verzoeken de 15 ingevulde formats Locatieprofiel voor
stadsdeel Oost vóór 15 oktober 2016 als advies aan het college van B en Wte doen
toekomen.
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Afschrift: Stedelijk Evenementenbureau
*ZOO2CO0O4DE8EFI1 «
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1226
Datum indiening 21 september 2020
Datum akkoord 27 oktober 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake de proef met vijf
Exmoorpony's in het Schinkelbos
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Sinds eind 2019 grazen er in het kader van een proef vijf Exmoorpony's in het
Schinkelbos'. In het Bosplan is te lezen dat de introductie van de Exmoorpony’s,
naast de Schotse Hooglanders die hier al liepen, bijdraagt aan het vergroten van de
biodiversiteit. Er blijkt op de website en in het Bosplan echter geen sprake van een
duidelijke doelstelling met betrekking tot de aanwezigheid van soorten, die bevorderd
of behouden moeten worden en hoe de begrazing door pony's hierop aansluit.
Met de komst van de vijf Exmoorpony's wordt de begrazingsdruk opgevoerd. De Partij
voor de Dieren-fractie heeft ter vergelijking onderzocht hoe hoog de begrazingsdruk is
in andere natuurgebieden in Nederland met een mix van gras en poelen of moeras
waar ook runderen en Exmoorpony's als grazers worden ingezet. Uit deze
vergelijking lijkt het Schinkelbos een veel hogere begrazingsdruk te hebben? Dit roept
vragen op over de effecten van meer begrazing op de biodiversiteit. Volgens BuWa
(de organisatie die in 2000, 2002, 2006 en 2010 de monitoring van flora en fauna in
het Schinkelbos heeft uitgevoerd in opdracht van de Dienst Amsterdam Beheer/RVE
Amsterdamse Bos) is de rijkdom aan libellen en dagvlindersoorten van grote waarde
voor het Schinkelbos®. Met betrekking tot de vlindersoorten zou de inzet van zowel
runderen als Exmoorpony's een probleem kunnen vormen, omdat intensieve
begrazing een negatief effect heeft op bloemen. Voor de vroege glazenmaker-libel
zijn gevarieerde, hoge rietzones van belang: die moeten dus niet te veel weg
gegraasd worden. Daarnaast is een te sterke begrazingsdruk ook nadelig voor de
aanwezige diersoorten die gebaat zijn bij een dichte oeverbegroeiing en ruigere
veldjes. Het vergt dus nauwgezette monitoring en visie om tot een type en intensiteit
van begrazing te komen waarbij de biodiversiteit (het aantal soorten en de structuur
van het terrein) minstens op peil blijft.
1 Onderweg naar 100 jaar Amsterdamse bos. Bosplan 2020-2023. Inspraakversie. Gemeente Amsterdam.
Gemeente Amstelveen.
2? De vergeleken natuurgebieden en de berekening kunnen bij de fractie worden opgevraagd
$ https://www.buwa.nl/monitor-flora-fauna-schinkelbos.html
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Sober 2020 Schriftelijke vragen, maandag 21 september 2020
Gezien het vorenstaande heeft het lid A.L. Bakker, namens de fractie van de Partij
voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Watis de aanleiding, doelstelling en de opzet van de proef met Exmoorpony's,
zoals het Bosplan op pagina 59 meldt?
Antwoord:
Aanleiding voor de proef met begrazing door Exmoorpony's is de bosontwikkeling
in het grasland en de rietvegetaties. Doelstelling is het tegengaan van verdere
bosontwikkeling en het vergroten van de biodiversiteit. Opzet is de introductie van
5 Exmoorponys (ruinen) in de plaats van 4 Schotse Hooglander koeien.
2. Watis het langetermijnplan voor het Schinkelbos voor de ontwikkeling van de
soortenrijkdom en de verbindingsfunctie met omliggende natuurgebieden?
Antwoord:
Het Schinkelbos is aangelegd als onderdeel van Groene AS (de provinciale
ecologische verbindingszone Amstelland — Spaarnwoude) en een belangrijke
schakel in de ecologische structuur tussen het Amsterdamse Bos en de
Oosteinderpoel.
Het streefbeeld voor het Schinkelbos is een (zo veel als mogelijk) natuurlijk,
halfopen landschap bestaande uit een mozaïek van bloemrijk grasland, (riet-
)ruigte, struweel, bos, moeras en open water. Daarvan bestaat ca 1/3 van de
oppervlakte uit opgaand bos. Er is gekozen voor begrazing als middel om dit
streefbeeld te bereiken.
Inrichting en beheer is afgestemd op de ontwikkeling en duurzame
instandhouding van de gewenste combinatie van natuurtypen en (biotoop)eisen
van gidssoorten voor de Groene AS zoals ringslang en Noordse woelmuis.
3. Wat is concreet de toegevoegde waarde van de introductie van Exmoorpony’s in
het Schinkelbos op de soortenrijkdom ervan?
Antwoord:
Uit luchtfoto interpretatie blijkt dat het aandeel bos in het gebied de afgelopen
10 jaar is toegenomen ten koste van open grasland en riet. Daarmee staat de
gewenste variatie (en daarmee samenhangend de soortenrijkdom) onder druk.
Doel van de inzet van Exmoorpony's is onder meer het tegengaan van
verbossing. Meer dan Schotse Hooglanders eten ze namelijk van houtige
gewassen. Daarnaast grazen ze vegetaties korter af waardoor open plekken in
stand blijven.
Het specifieke graasgedrag van Exmoorpony's heeft naar verwachting een
gunstig effect op de ruimtelijke variatie in vegetatiestructuren en daarmee de
biodiversiteit van het gebied. Omdat de mest van Exmoorpony's wordt
geconcentreerd in zogenaamde latrines (waar ze niet grazen) ontstaan tevens
meer verschillen in voedselrijkdom.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng ze Gemeenteblad R
Datum 27 oktober 2020 Schriftelijke vragen, maandag 21 september 2020
4. Zijn er criteria op grond waarvan het aantal in te zetten Exmoorpony's is bepaald?
Zo nee, waarom niet en hoe is dan tot het aantal van vijf tot stand gekomen? Zo
ja, welke zijn dat geweest en hoe wordt beoordeeld in het ontwikkelende
Schinkelbos of het aantal nog steeds aan deze criteria voldoet?
Antwoord:
Door middel van begrazing wordt de beoogde afwisseling van natuurtypen
nagestreefd. Het aantal grazers wordt afgestemd op de voedselrijkdom en
ontwikkeling van het gebied. Momenteel lopen er 5 Exmoorpony's en 9 Schotse
Hooglanders (exclusief jongvee) op een oppervlakte van ca. 37 ha. Dat komt
overeen met nog geen 0,4 grootvee-eenheid (gve) per hectare. De 5
Exmoorpony's zijn in de plaats gekomen van 4 Schotse Hooglanders. Met de
komst van de Exmoorpony's is de begrazingsdruk dus ook niet wezenlijk
verhoogd (sinds 2009, zie onderstaande tabel).
Grazer _|2001 ___|2008 __|2009 \2016 _|2020 |
_Sch.Hooglander 5 8 [u | je |
LExmoorpony_|__e5|
Graasdruk per ha, exclusief jongvee
* oppervlakte begraasd gebied in 2001 t/m 2008: 17 ha, 2009 t/m 2015: 35 ha, vanaf
2016: 37 ha
Uit onderzoek blijkt dat er bij een graasdruk van minder dan een halve grootvee-
eenheid per hectare op voedselrijke gronden nog bosverjonging plaats vindt
(Cornelissen, P. 2017). Het percentage oppervlakte van de verschillende
natuurtypen in het Schinkelbos wordt door middel van luchtfoto interpretatie
bepaald. Dit is in 2002, 2006, 2010 en 2020 door Bureau Waardenburg uitgevoerd.
Daaruit blijkt dat het aandeel bos als gevolg van de relatief lage graasdruk de
afgelopen 10 jaar met 7% is toegenomen ten koste van open grasland en riet (zie
onderstaande tabel). In deze periode is ook het aandeel struweel in het open
grasland toegenomen. Zonder aanvullende maatregelen gaat deze ontwikkeling
ten koste van het aandeel bloemrijke graslanden en rietvegetaties. Daarom wordt
naast begrazing periodiek mechanisch beheer toegepast waarbij rietoevers vrij
worden gemaakt van wilgenopslag.
|Natuurtype _| 2000 | 2002 | 2006 | 2010 | 2020 | streefbeeld
|Gras/ruigte/struweel__ | 86 | 54 | 48 | 51 | 47 | 47
17
[bos 0 A | 35 | 32 | 39 | 36
Percentage oppervlakte natuurtypen Schinkelbos fase 1 (Waardenburg, 2000, 2002,
2006, 2010, 2020).
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng ze Gemeenteblad R
Datum 27 oktober 2020 Schriftelijke vragen, maandag 21 september 2020
5. Waarom is de begrazingsdruk met de introductie van pony's nu relatief hoog in
vergelijking met andere natuurgebieden met een mix van gras en poelen of
moeras en een mix van runderen en Exmoorpony's”?
Antwoord:
Het aantal grazers wordt afgestemd op de ontwikkeling van het gebied. Met als
doel de beoogde afwisseling van natuurtypen en verhouding open landschap en
opgaand bos duurzaam in stand te houden. Bij de beantwoording van vraag 4 is
aangegeven dat de begrazingsdruk met de introductie van de Exmoorpony's niet
wezenlijk is toegenomen en voor voedselrijke gebieden eerder te laag dan te
hoog is.
Grote grazers worden in zeer uiteenlopende natuurterreinen ingezet. De
samenstelling en aanwezigheid van verschillende vegetatiestructuren speelt een
minder grote rol bij de bepaling van de begrazingsintensiteit dan de productiviteit
van de bodem. Met name de mate waarin nutriënten beschikbaar zijn is bepalend
voor het aantal GVE dat in een gebied kan worden ingezet.
6. Wordt onderschreven dat de libellen- en vlinderrijkdom één van de grote waardes
is van het Schinkelbos? Zo nee, welke soortengroep is dan specifiek van waarde
voor het Schinkelbos? Zo ja, welke soorten worden gemonitord en welke soorten
fungeren als parameter om het effect van de begrazing op hun ontwikkeling te
bepalen?
Antwoord:
De waarde van het Schinkelbos voor deze diergroepen wordt onderschreven.
Libellen en vlinders profiteren mee van het beheer dat zich richt op de
ontwikkeling van de beoogde afwisseling van natuurtypen en verhouding open
landschap en opgaand bos. De ontwikkeling van libellen en vlinders wordt tot nu
toe nog niet gebruikt als parameter om het effect van begrazing te monitoren.
7. Hoe wordt een eventuele negatieve trend voorkomen op het aantal
dagvlindersoorten (17 in 2010), en het bruin blauwtje en de vroege glazenmaker
(libel), die als rodelijstsoorten in 2010 in het Schinkelbos voorkwamen?
Antwoord:
Voor deze soorten wordt in het Schinkelbos geen gericht beheer toegepast.
Het beheer zoals omschreven, waarbij structuur- en kruidenrijke vegetaties zich
kunnen ontwikkelen, heeft in algemene zin een positief effect op deze soorten.
8. Watis het effect van het betreden van de oever en het weg-eten van riet en gras
door paarden en runderen op de aantrekkelijkheid van het Schinkelbos voor
diersoorten die profiteren van een dichte oeverbegroeiing of veldjes met een
zekere mate van verruiging? Wordt dit gemonitord? Hoe wordt de begrazing
beheerst om een te hoge begrazingsdruk van het gebied voor deze soorten te
voorkomen?
Antwoord:
Niet zozeer het uitblijven van riet- en ruigtevegetaties maar de opslag van houtige
gewassen in de oeverzones en open terreindelen is problematisch. Dit is mede
het gevolg van de relatief lage begrazingsdruk en het ontbreken van natuurlijke
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng ze Gemeenteblad R
Datum 27 oktober 2020 Schriftelijke vragen, maandag 21 september 2020
processen als overstroming, ijsgang en vuur. (Daarom is aanvullend mechanisch
beheer ook noodzakelijk). De ontwikkeling van de vegetatiestructuur wordt aan de
hand van luchtfoto interpretatie gemonitord (zie vraag 4).
Inleiding voor vragen over het toezicht op welzijn en de zorg voor de Exmoorpony's
Het is niet duidelijk hoe de pony's in het Schinkelbos worden verzorgd of hoe er op
hun welzijn wordt toegezien. In andere natuurgebieden met Exmoorpony's in
Nederland geldt dat er (in verschillende vormen) toezicht is op de dieren en er bij
voedselschaarste wordt bijgevoerd. De dieren zijn gechipt en in een beperkt gebied
door de mens ingebracht, dus het zijn gehouden dieren.
Daarnaast is niet duidelijk hoe de groep van vijf pony's is samengesteld (alleen
merries of ruinen, merries met een ruin/met ruinen, of merries met een hengst) en of
het de bedoeling is om de dieren te laten voortplanten. Het lot van eventuele veulens
is daardoor ook niet bekend.
Wanneer paarden en runderen door bezoekers geaaid of gevoerd worden, kunnen
deze opdringerig worden en ongewenst gedrag gaan vertonen naar recreanten’.
Daarnaast kan een hengst de neiging hebben om merries te beschermen of bereden
paarden lastig te vallen. Het is niet duidelijk hoe voorkomen wordt dat de
Exmoorpony’s in het Schinkelbos worden gevoerd door bezoekers, of wat er gebeurt
als een pony opdringerig wordt.
9. Vindt er toezicht plaats op het welzijn van de Exmoorpony's? Zo ja, door wie en
welke deskundigheid en middelen hebben deze personen om het welzijn goed te
beoordelen?
Antwoord:
De koeien en pony's zijn eigendom van Stichting Taurus. De kuddes van deze
stichting begrazen al 30 jaar gebieden in heel Nederland. De stichting is
verantwoordelijk voor de veterinaire zorg van de dieren. Daarnaast is er dagelijks
toezicht door medewerkers van het Amsterdamse Bos. De medewerkers hebben
ruime ervaring met toezicht en de verzorging van koeien en paarden.
10. Hoe is de groep samengesteld (zijn er ruinen of merries of een combinatie) en
waar is deze keuze op gebaseerd?
Antwoord:
Er is gekozen voor ruinen in verband met de aanwezigheid van maneges in de
directe omgeving.
11. Zal de groep pony's in het Schinkelbos zich gaan voortplanten? Indien ja:
a. Waarom?
b. Hoe wordt met de aanwezigheid van een hengst de veiligheid van paarden en
bezoekers gegarandeerd”?
c. Welke overwegingen gelden er om al dan niet een andere bestemming van de
veulens te bepalen?
Antwoord:
Nee, de groep pony's bestaat uit ruinen.
4 https://www.ark.eu/nieuws/2016/exmoor-pony%E2%80%99s-maashorst-gevaar-door-voeren
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Sober 2020 Schriftelijke vragen, maandag 21 september 2020
12. Wordt er toegestaan dat bezoekers voedsel achterlaten voor pony's of ze
benaderen met voedsel? Zo ja: hoe wordt voorkomen dat de paarden opdringerig
worden? Zo nee, hoe wordt voorkomen dat bezoekers dit toch doen?
Antwoord:
Nee, in het dagelijks toezicht door medewerkers van het Amsterdamse Bos wordt
hier specifiek op gelet. De pony's worden vooralsnog niet gevoerd of benaderd
door bezoekers. Om dit te voorkomen wordt door middel van borden bij de
toegang tot het gebied (en zo nodig door de toezichthouders) bezoekers
gevraagd afstand te houden en de dieren niet te voeren.
13. Hoe wordt er gehandeld indien een pony zich richt op mensen en welke criteria
worden er gehanteerd om dit vast te stellen?
Antwoord:
Er is juist gekozen voor de Exmoor omdat deze (meer dan bijvoorbeeld de Konik)
afstand houdt tot bezoekers. Maar mocht het gedrag van dieren daar aanleiding
toe geven dan worden deze door de eigenaar vervangen door andere dieren. Dat
geldt zowel voor de pony's als de koeien. Uitgangspunt daarbij is dat het
Schinkelbos veilig is voor de bezoekers van het gebied. Bij de samenstelling van
de kudde wordt rekening gehouden met de aard en intensiteit van het gebruik van
het gebied.
14. Wat is het lot van een pony wanneer deze gericht blijft op mensen? Is er de
mogelijkheid om die dieren bij particuliere paardenhouders onder te brengen?
Zo ja, welke criteria zijn er voor de keuze van een alternatieve houder? Zo nee
waarom niet?
Antwoord:
Als het gedrag van dieren daar aanleiding toe geeft dan worden deze door de
eigenaar vervangen door andere dieren. De dieren worden door de eigenaar dan
bij voorkeur herplaatst in een ander begraasd natuurterrein. Als dat niet mogelijk
is dan kijkt de eigenaar naar alternatieven.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 0
Datum indiening 22 juli 2020
Publicatiedatum
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden N.T. Bakker en Ceder inzake
de privétunnel naar het voormalige pand van Hudson Bay op het Rokin
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Eind 2019 sloot warenhuisketen Hudson Bay officieel haar deuren in Nederland.
Toen werd ook hun gigantische pand aan het Rokin verkocht omdat het bedrijf ‘niet
langer levensvatbaar was door gebrek aan gezonde economische vooruitzichten. *
Wat kennelijk wel levensvatbaar beschouwd wordt is de privétunnel vanaf het
metrostation Rokin die verbonden zou worden met van het voormalige pand van
Hudson Bay. Na maanden van stilstand na de verkoop van het pand door Hudson
Bay worden nu de werkzaamheden om deze tunnel aan te leggen voortgezet. Een
woordvoerder van de nieuwe eigenaar van het pand, betalingsverwerker Adyen, stelt
dat ‘de tunnel een mooie bonus was, maar zeker niet cruciaal’? De doorbraak tussen
de tunnel en het pand zou volgens de planning in september 2020 plaatsvinden. Meer
dan genoeg tijd om deze ontwikkeling terug te draaien dus.
Gezien het vorenstaande hebben de leden N.T. Bakker en Ceder, respectievelijk
namens de fracties van de SP en de ChristenUnie, op grond van artikel 45 van het
Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen
aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Welke afspraken zijn er met Hudson Bay gemaakt rond het bouwen van deze
tunnel?
Antwoord:
Er zijn geen afspraken met Hudson's Bay gemaakt. De afspraken zijn gemaakt
met de toenmalige ontwikkelaar (overeenkomst d.d. 15 september 2015) die het
vorige gebouw op deze plek heeft afgebroken en het nieuwe gebouw heeft
neergezet. Bij de bouw van dat pand is afgesproken dat er een ondergrondse
doorgang zou komen. De kosten van deze doorgang zijn volledig voor de
gebouweigenaar. Van Hudson's Bay als huurder was toentertijd nog geen
sprake: de warenhuisketen betrok het nieuwe pand in het najaar van 2016. De
raad is over de ondergrondse verbinding tussen het metrostation en het
bedrijfspand voor het eerst geïnformeerd via de rapportage Noord/Zuidlijn over
1 hitps:/www.at5.nl/artikelen/196868/hudsons-bay-aan-rokin-sluit-eind-2019-de-deuren
2 https://www.at5.nl/artikelen/203389/werkzaamheden-metrotunnel-naar-voormalig-hudsons-bay-
pand-in-volle-gang
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 5 Gemeenteblad R
Datum <datum onbekend> Schriftelijke vragen, woensdag 22 juli 2020
het 4° kwartaal 2015 (behandeld in de raadscommissie Infrastructuur en
Duurzaamheid van 27 januari 2016) en vervolgens in elke kwartaalrapportage tot
en met het derde kwartaal 2017.
2. Indien er afspraken zijn gemaakt, door wie zijn deze bizarre afspraken gemaakt?
Waarom zijn deze afspraken gemaakt?
Antwoord:
Op initiatief van de toenmalige vastgoedeigenaar zijn reeds in 2014 gesprekken
gevoerd met de gemeente over de technische haalbaarheid, wenselijkheid en
uitvoeringsperiode van een ondergrondse verbinding. Het college en de
vastgoedeigenaar hebben in 2015 principe-afspraken gemaakt over
taakverdeling, uitvoeringsperiode, kostentoedeling, waarna deze afspraken in
september 2015 in een overeenkomst tussen gemeente en vastgoedeigenaar
zijn bekrachtigd. De gemeente was met de ontwikkelaar van het pand van
mening dat deze entree een unieke mogelijkheid is om het metrostation nog
aantrekkelijker te maken voor de reiziger. De heersende opvatting was dat de
verbinding voor het winkelende publiek een stimulans vormde om de metro te
nemen voor het vervoer van en naar het winkelpand. Inmiddels is duidelijk dat er
geen sprake meer is van een winkelpand. Het vertrek van Hudson's Bay was bij
aanvang van het afbouw-/inbouwproject medio 2019 nog niet bekend. Het vertrek
van deze winkelketen en de verhuur van het gebouw als kantoorruimte hebben
niet geleid tot stilleggen van het project. De eigenaar/verhuurder heeft te kennen
gegeven dat de tunnel conform de overeenkomst zal worden ingericht en ook zal
worden gebruikt door de huurder van het pand. De werkzaamheden worden in
het najaar van 2020 afgerond.
3. Deelt het college de mening dat het opmerkelijk is dat deze tunnel wordt
aangelegd, met alle bijbehorende overlast voor omwonenden, terwijl het dure
prestigeproject de Noord-Zuidlijn al is afgerond en er al een toegankelijke en
functionele metro-uitgang staat op het Rokin?
Antwoord:
De doorgang is aan de zijde van het gebouw al aangelegd toen het gebouw werd
neergezet. In de metrohal is er eveneens rekening mee gehouden. Het gaat nu
alleen nog om de feitelijke doorbraak, de inrichting en afbouw en de
ingebruikname van de verbinding. De feitelijke doorbraak van de wand van het
station vond plaats in het voorjaar van 2020; in de zomer en najaar vindt
(ondergronds) afbouw en inrichting van de verbinding plaats. De overlast voor
omwonenden en bedrijven gedurende de werkzaamheden was minimaal. Het
ging om beperkingen van het gebruik van de openbare ruimte en minimale
overlast als gevolg van nachtelijke afvoer van vrijkomende materialen.
4. Deelt het college de mening van de fractie van de SP dat openbaar vervoer in
het voordeel van het grote publiek moet zijn en niet in het voordeel van financieel
kapitaal?
Antwoord:
Het college ziet graag zoveel mogelijk mensen in het openbaar vervoer. Deze
verbinding vergroot het reizigersgemak en stimuleert derhalve het gebruik van
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer OS atum onbekend> Schriftelijke vragen, woensdag 22 juli 2020
het openbaar vervoer.
5. Indien Hudson Bay de verantwoordelijkheden op zich nam als gevolg van de
afspraken omtrent de tunnel, neemt Adyen nu deze verantwoordelijkheden over?
Antwoord:
De afspraken zijn niet gemaakt met de huurder, maar met de eigenaar van het
gebouw. De gemeente ziet er op toe dat de eigenaar/verhuurder afspraken
maakt met de huurder omtrent het gebruik en de schoonmaak van de tunnel.
6. Indien er afspraken zijn gemaakt, kunnen deze worden teruggedraaid? Zou het
terugdraaien van deze afspraken de aanleg van de tunnel stopzetten?
Antwoord:
De tunnel ligt er al; deze is door de toenmalige eigenaar van het pand in 2016
aangelegd tijdens de bouw van de Noord/Zuidlijn. Nu vinden er afrondende
werkzaamheden plaats ten behoeve van de daadwerkelijke doorbraak naar het
metrostation en inrichting/afwerking van de verbindingstunnel. De doorbraak is in
het voorjaar 2020 gerealiseerd en op dit moment vindt afbouw en inrichting
plaats. Terugdraaien van de afspraken zou contractbreuk betekenen. Dit zou de
gemeente geld kosten en zou de aanleg niet ongedaan maken.
7. Welke garantie kan het college geven dat er geen cent publiek geld gaat naar
deze private toegang tot publieke metrolijnen? Kan het college het antwoord
toelichten?
Antwoord:
Er wordt geen publiek geld geïnvesteerd in de verbinding. In het contract dat de
gemeente op 15 september 2015 heeft gesloten met de toenmalige eigenaar is
vastgelegd dat alle kosten (realisatie van de verbinding en de organisatiekosten)
voor rekening en risico van de gebouweigenaar komen. Het contract wordt
conform uitgevoerd; termijnen worden tussentijds door de gemeente verstuurd,
waarna deze door de andere contractpartij worden voldaan.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | val |
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Motie
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer 013
Behandeld op 20 januari 2021
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Kreuger inzake kennisnemen van de bestuurlijke reactie
op analyse Bureau Integriteit over ontvreemding van gemeenschapsgeld
in de G-buurt (Stichting Democratisering G-Buurt had geen subsidie
mogen ontvangen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het kennisnemen van de bestuurlijke reactie
op analyse Bureau Integriteit over ontvreemding van gemeenschapsgeld
in de G-buurt.
Overwegende dat:
- Het bij het verstrekken van buurtbudgetten beter is als een plan geld zoekt,
in plaats van geld een plan.
- Buurtinitiatieven dus echt bottom-up moeten ontstaan.
De raad spreekt uit:
- Dat de Stichting Democratisering G-buurt niet bottom-up is ontstaan;
- Dat de subsidie (250.000 euro) in kader van buurtbudgetten derhalve niet
had moeten worden toegekend aan deze stichting.
Het lid van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
| Motie | 1 | discard |
Jaar 2020 Vergaderdatum 9 en 10 september
Afdeling 1 Agendapunt 9B
Nummer 970
Publicatiedatum 4 september 2020
Onderwerp
Actualiteit van de leden van Dantzig, Roosma, Taimounti, van Lammeren en Simons
inzake het feit dat de burgemeester in de driehoek het voorstel zal voorleggen om in
daarvoor aangewezen gebieden wapencontroles (preventief fouilleren) in te zetten.
Aan de gemeenteraad
In een brief van 2 september bevestigt de burgemeester het voornemen om
wapencontroles (preventief fouilleren) enkele malen bij wijze van proef in te zetten.
Het gaat daarbij om maximaal drie (gelijktijdige dan wel consecutieve) aanwijzingen
van een veiligheidsrisicogebied, waarbij elk aanwijzing voor de duur van maximaal
een maand zal zijn.
Reden van spoedeisendheid
De aankondiging van dit voorstel is reeds gedaan en de volgende stap is dat dit
voorstel in de driehoek wordt besproken. Indien wordt gewacht op een later moment
verliest de raad de kans om een raadsuitspraak te doen over dit voorstel alvorens het
aan de driehoek wordt voorgelegd. De hoofdcommissaris, onderdeel uitmakend van
die driehoek, heeft eerder over preventief fouilleren aangegeven: “de bal ligt nu bij de
raad”.
Indien dit voorstel in de driehoek wordt besproken en besloten zonder dat de raad
over het specifieke onderwerp een raadsuitspraak kan doen wordt de kans gemist er
een kennelijk relevant geacht oordeel over uit te spreken. De wens een tijdig een
raadsuitspraak te kunnen doen is daarmee in een volgende raad overbodig en niet
meer aan de orde.
N.B. Op grond van artikel 42, lid 2 RvO is er sprake van spoedeisendheid wanneer
beraadslaging of besluitvorming in een volgende raadsvergadering overbodig is of
niet meer aan de orde zou zijn.
De leden van de gemeenteraad,
R.H. van Dantzig
F. Roosma
M. Taimounti
J.F.W. van Lammeren
S.H. Simons
| Actualiteit | 1 | train |
VN2022-020098 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Griffie X Gemeente jderijke A'g TAR
% Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Raadsaangelegenheden
Agendapunt 53
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
De communicatie door wethouder Rijxman
De commissie wordt gevraagd
Op 16 juni verscheen op bnr.nl de ‘Koster en Van Dijk'-podcast. In deze aflevering vertelt journalist
Ton F. van Dijk te zijn gebeld door het D66-raadslid Hofland om het woord te voeren namens
wethouder Rijkman. Het raadslid begint vervolgens de zaak van de wethouder bepleiten bij
de eerder genoemde journalist, over een controversiële kwestie inzake een privérelatie die
de wethouder in haar vorige functie als directeur van de NPO zou hebben gehad met een
topambtenaar van het ministerie van OCW. Deze relatie had de oud-bestuurder mogelijk moeten
melden bij de compliance officer van de NPO. Deze gang van zaken roept bij de fractie van JA21
vragen op over integriteit, netwerkverwarring, dubieuze taakopvattingen en de rol van raadsleden
en/tov wethouders.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
nvt.
Reden bespreking
De opvattingen van deze nieuwe wethouder aangaande de dualiteit tussen het college en de raad
komen in deze podcast in een eigenaardig daglicht te staan. Er zijn veel vragen gerezen over deze
handelwijze van de wethouder, dergelijke oneigenlijke inzet van het eigen netwerk en mogelijk het
onjuist benaderen/inzetten van leden van de Amsterdamse raad. Dit dient onverwijld besproken te
worden alvorens zij verder aan de slag gaat als wethouder van Amsterdam.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.8 1
VN2022-020098 __ $% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Griffie % Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee
Welke stukken treft v aan?
AD2022-062979 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Nanninga (JA21)
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1680
Ingekomen op 17 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie MLD
Te behandelen op 6/7 november 2019
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2020 (Voorrang gezinnen bij
parkeervergunningen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Overwegende dat:
— een auto voor gezinnen vaak belangrijker is dan voor jongvolwassenen en andere
groepen, die gemakkelijker de fiets of het openbaar vervoer kunnen gebruiken;
— vooral gezinnen met jonge kinderen dus vaak sterker zijn aangewezen op het
gebruik van een auto dan anderen voor allerlei vervoersvragen:;
— veel gezinnen (overwegen om) de stad te verlaten terwijl het cruciaal is om
gezinnen te behouden voor de stad;
— hetbeleid van de coalitie en het college erop is gericht om het autogebruik te
ontmoedigen en de stad autoluwer te maken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Te onderzoeken of en hoe gezinnen met (jonge) kinderen voorrang zouden
kunnen krijgen op de wachtlijsten voor parkeervergunningen;
2. De raad daarover te informeren.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
4
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1022
Datum indiening 9 april 2020
Datum akkoord 8 september 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van lid Simons inzake onderadvisering tijdens de
coronacrisis
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Naar aanleiding van de maatregelen rondom de coronacrisis is er besloten dit jaar het
centraal examen op het voortgezet onderwijs en de CITO-toets op het primair
onderwijs niet door te laten gaan. Dit is begrijpelijk gezien de omstandigheden.
Toch maakt de fractie van BIJ1 zich zorgen over de consequenties voor de
kansenongelijkheid in het onderwijs. In het geval van de overgang van het primair
onderwijs naar het voortgezet onderwijs betekent dit dat het advies voor de
vervolgopleiding volledig afhangt van het oordeel van de docent. Normaliter kan een
toetsadvies het schooladvies beïnvloeden, als de toets bijvoorbeeld beter wordt
gemaakt dan verwacht.
Uit recent onderzoek van Onderwijsconsument bleek dat tien tot twintig procent van
de leerlingen in Amsterdam een hoger toetsadvies dan schooladvies krijgt. Hierin
blijkt een duidelijk verband met de samenstelling van de school. Dat wil zeggen dat
onderadvisering het meest voorkomt op scholen met veel zogenoemde
‘gewichtenleerlingen’.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de effecten van onderadvisering erg
schadelijk zijn, en vaak zorgen voor een permanente achterstand, zowel in het
onderwijs als later op de arbeidsmarkt. Daarom wil de fractie van BIJ1 graag de
volgende vragen stellen aan het college van burgemeester en wethouders.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Simons, namens de fractie van BIJ1, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kan het college uitweiden over wat zij momenteel doet (in samenwerking met de
schoolbesturen) om ervoor te zorgen dat het niet doorgaan van de CITO-toets zo
min mogelijk invloed heeft op kansenongelijkheid in het Amsterdamse onderwijs?
De coronacrisis laat zien dat de ambitie van dit college om kansenongelijkheid in het
onderwijs te bestrijden zeer urgent blijft. Op 23 januari bent u geïnformeerd over de
factsheet basisschooladvies en doorstroom in onderbouw VO (OIS, 2019). Hieruit
blijkt dat onderadvisering bijdraagt aan de ongelijkheid in het onderwijs,
onderadvisering vindt namelijk niet willekeurig plaats, maar komt twee keer zo vaak
voor bij leerlingen met laagopgeleide ouders ten opzichte van leerlingen met
hoogopgeleide ouders.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 022 Gemeenteblad R
Datum 8 september 2020 Schriftelijke vragen, 9 april 2020
Het wegvallen van de heroverwegingsfase heeft daarom ook de aandacht van het
college. De coronacrisis mag wat het college betreft er niet voor zorgen dat de
ongelijkheid tussen leerlingen in Amsterdam groter wordt. Het college vindt het
belangrijk dat leerlingen echt de kans krijgen om onderwijs te volgen op het niveau
dat past bij hun capaciteiten en mogelijkheden. Het college heeft daarom afgelopen
zomer met Midzomer Mokum en de zomerscholen po en vo ingezet op een goede en
frisse start van het nieuwe schooljaar en een leuke zomer voor alle leerlingen in
Amsterdam. Met de schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs is
afgesproken dat zij samenwerken aan een warme overdracht van de leerlingen en
komend schooljaar goed blijven volgen of leerlingen op het juiste niveau zijn
ingestroomd. Het college is ook blij met de brief van het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap d.d. 19 april 2020 aan alle scholen en schoolbesturen, waarin
de minister van Onderwijs, Arie Slob, het onderwijs nadrukkelijk heeft verzocht te
zorgen voor een warme overdracht bij de overstap van het primair naar het
voortgezet onderwijs. In de brief doet de minister het verzoek aan po- en vo-scholen
om ‘ruimhartig toe te laten’ en ‘kansrijk te plaatsen’. Naast het onderwijskundig
rapport is dit jaar ook een formulier gemaakt dat door school en ouders kan worden
ingevuld en toegevoegd aan het overgangsdossier. Op dat formulier kan men
aangeven dat, als de eindtoets wel was doorgegaan, men dan wellicht een hoger
advies had gegeven. De schoolbesturen in Amsterdam zien ook dat hier een opdracht
ligt voor hen. Hierbij gaan zij uit van de Handreiking ‘Aanpassing bevorderingsbeleid
i.v.m. scholensluiting in schooljaar 2019-2020’ geschreven door de VO-raad.
2. Ziet het college mogelijkheden om de ervaringen van onderadvisering te
onderzoeken tijdens de coronamaatregelen en deze in kaart te brengen? Zo ja,
hoe zou zij dit aanpakken? Zo nee, waarom niet?
Het college vindt het zeer belangrijk om de ontwikkelingen en de effecten van de
coronamaatregelen op de schoolloopbaan van jongeren goed te volgen. Op 23
januari 2020 heb ik u reeds geïnformeerd over het onderzoek van Onderzoek,
Informatie en Statistiek (OIS) naar onder- en overadvisering in Amsterdam. Ook in de
tweejaarlijkse schoolloopbanenmonitor voor het voortgezet onderwijs van OIS wordt
ruim aandacht besteed aan onder- en overadvisering. Ik verwacht de
schoolloopbanenmonitor in september met de raad te kunnen delen. Samen met de
schoolbesturen, OIS en de onderwijsinspectie werken we samen om ‘De staat van het
Amsterdams primair onderwijs’ te ontwikkelen. Hierin wordt kansengelijkheid bij de
overgang van het po naar het vo, inclusief de onder- en overadvisering ten opzichte
van eerdere jaren onderzocht. Deze samenwerking is nieuw en zal in november 2020
tot de publicatie van ‘de Amsterdamse Staat' leiden.
3. Welke mogelijkheden ziet het college om de gevolgen van de onderadvisering de
komende tijd tegen te gaan, en in hoeverre sluiten deze mogelijkheden aan bij
haar huidige beleid?
Het college ziet verschillende mogelijkheden, zoals zomerscholen, het bevorderen
van opstroom in de eerste drie leerjaren van het voorgezet onderwijs, een warme
overdracht van het primaire naar het voorgezet onderwijs en inzetten op de
adviesvaardigheden van de leraren in het primair onderwijs. Tevens pleit het college
al langere tijd voor het uitstellen van de vroegselectie, zodat leerlingen pas op latere
leeftijd een weloverwogen keuze kunnen maken voor het type onderwijs dat zij willen
volgen en zodat leerlingen die dat nodig hebben langer de tijd krijgen om te
onderzoeken en te laten zien welk type onderwijs bij hen past. Via het lopende beleid,
zoals de kansenaanpak po en vo, de PIEK-aanpak en specifiek de brede brugklas
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer 8 september 2020 Schriftelijke vragen, 9 april 2020
bonus, zet het college in op het verwezenlijken van deze ambitie en op de genoemde
maatregelen. Via de kansenaanpakken investeert dit college in verlengde leertijd voor
leerlingen die dit nodig hebben. In het vo wordt ook extra ingezet om leerlingen die
net dat extra zetje nodig hebben om op te stromen deze kans te bieden. Via de PIEK-
aanpak en de Brede Brug Klas Bonus wordt gewerkt aan de kwaliteit van de brede
brugklassen om onder andere de opstroommogelijkheden voor leerlingen te
faciliteren. In de brief van 23 januari 2020 over het onderzoek naar onder- en
overadvisering gaat wethouder Moorman uitgebreid in op de belangrijkste
maatregelen en initiatieven die bijdragen aan het tegengaan van de negatieve
gevolgen van onderadvisering en het voorkomen van vroegselectie.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | val |
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Gemeenteblad
Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 613
Ingekomen op 19 mei 2020
Behandeld op 20 mei 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Nadif, Groen, Biemond, Timman en N.T. Bakker inzake de
strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 (rioolwater)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de strategie Amsterdam Circulair 2020-2025
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 499).
Constaterende dat:
- Fosfaat een essentiële grondstof is voor de voedselvoorziening in de wereld, en
dat de voorraad eindig is en naar verwachting ergens tussen 2035 en 2050
uitgeput raakt;
- ___Struviet-technologie maar een derde van de fosfaat uit rioolslib terugwint, en dat
andere technologieën bestaan en in ontwikkeling zijn die een veel groter aandeel
fosfaat kunnen terugwinnen.
Overwegende dat:
- Er hierbij voor de allergrootste vuilwaterstroom van Amsterdam, het rioolslib, geen
strategie of actielijn benoemd is ten aanzien van nutriënten (anders dan voor
energie);
= __Rioolslib zelfs nog meer nutriënten bevat dan het GFT van Amsterdam;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In aanvulling op de acties in de strategie circulair in overleg te treden met Waternet
over hoe een nog groter deel van de nutriënten uit afvalwater kan worden
teruggewonnen.
De leden van de gemeenteraad
|. Nadif
R.J. Groen
H.J.T. Biemond
D. Timman
N.T. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
2 gemeente Raadsinformatiebrief
m raam
| steraa Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 7 maart 2023
Portefeuille(s) Duurzaamheid, energietransitie en circulaire economie
Portefeuillehouder(s): Zita Pels
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, [email protected]
Onderwerp Afdoening motie (347accent) inzake Amsterdam biomassavrij in 2030 van de
raadsleden Boomsma (CDA) en Kreuger (JA21)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 9 november 2022 heeft uw raad bij de behandeling
van agendapunt 3. Vaststellen van de begroting 2023 van de gemeente Amsterdam (VN2022-
033657)’ de motie (347accent) inzake Amsterdam biomassavrij in 2030 van de raadsleden
Boomsma (CDA) en Kreuger (JA21) aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om te
streven naar een Amsterdamse collectieve energieproductie die in 2030 volledig vrij is van houtige
biomassa.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Het college herkent de discussie over het toepassen van houtige biomassa voor de opwek van
energie en de voor- en tegenargumenten daarvoor. Het college is van mening dat terughoudend
omgegaan moet worden met het gebruik van biomassa voor de opwek van energie; biomassa
wordt alleen ingezet indien er geen duurzamere en betaalbaardere alternatieven beschikbaar zijn.
Dat betekent dat nieuwe toepassingen dienen te worden voorkomen en bestaande toepassingen
zo spoedig mogelijk en uiterlijk in 2030 worden beëindigd. In dat streven heeft het college wel
rekenschap te geven aan bestaande afspraken en daaruit vloeiende verplichtingen, de
beschikbaarheid van betaalbare duurzame alternatieven en het wettelijk instrumentarium dat de
gemeente ter beschikking staat om invloed uit te oefenen.
Het college zoekt actief naar duurzame alternatieven voor fossiele brandstoffen. Het streven is de
rol van biomassa voor warmte in de gebouwde omgeving op termijn af te bouwen omdat
biomassa naar verwachting in andere sectoren harder nodig zal zijn — in lijn met de visie van de
Rijksoverheid. Daartoe onderzoekt het college samen met partners de mogelijkheden die
aardwarmte en restwarmte bieden om het energienet te verduurzamen.
Daarnaast voert de gemeente Amsterdam samen met het havenbedrijf gesprekken met de meest
energie-intensieve bedrijven in Westpoort. Er is onlangs een overzicht gemaakt van de huidige
energie-inname en CO2-emissie en de plannen voor energietransitie en CO2-emissiereductie. Een
aantal alternatieve duurzaamheidsroutes zoals, stoom, elektrificatie, waterstof, warmte
uitwisseling en het afvangen van CO2 kunnen tot significante CO‚-reductie leiden. De komende
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 7 maart 2023
Pagina 2 van 2
tijd zullen er met de bedrijven, de haven, de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en andere
stakeholders stappen gezet worden om deze ambitie dichterbij te brengen.
Ondanks de inspanningen om nieuwe duurzame warmtebronnen te vinden voor de warmtenetten
is gebruik van warmte uit biomassa op dit moment een gegeven. Het college heeft geen of zeer
beperkt ruimte om besluiten hierover tegen te houden of terug te draaien (zie hiervoor ook de
beantwoording van motie 53-22). Het college doelt hierbij bijvoorbeeld op de in gebruik zijnde bio-
energie centrale van AEB (BEC) en de geplande biomassacentrale van Vattenfall in Diemen. De
Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) subsidie voor de BEC heeft
een looptijd van 12 jaar. Eerder stoppen met de productie en het gebruik van warmte uit biomassa
heeft grote financiële consequenties. Voor het Diemernet geldt dat het convenant verduurzaming
stadsverwarmingscentrale Diemen (ondertekend in juli 2019 door gemeenten Diemen, Almere,
Amsterdam, Weesp en Gooise Meren, de provincie Noord-Holland en Vattenfall) ruimte laat voor
bijstook van houtige biomassa als transitiebrandstof voor een periode van 12 jaar na start van de
exploitatie. Ondanks bovengenoemde beperkingen zal het college bij Vattenfall aandringen om de
uitfasering van biomassa te versnellen om in 2030 zoveel mogelijk biomassavrij te zijn.
Het vorige college heeft zich hard gemaakt bij de minister van EZK om de subsidie voor het
gebruik van houtige biomassa voor de opwek van energie te stoppen. Zoals u weet heeft onze
druk en die van anderen viteindelijk geleid tot het kabinetsbesluit begin 2022 om het subsidiëren
via de SDE-regeling van grootschalige toepassing van houtige biomassa voor het opwekken van
energie per direct te stoppen. Het gebruik van biomassa is daardoor minder aantrekkelijk en het
college verwacht dat daarmee het gebruik van biomassa op termijn wordt afgebouwd.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Á /
Cy ,
Zita Pels
Wethouder Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1440
Publicatiedatum 28 december 2018
Ingekomen onder BB
Ingekomen op donderdag 20 december 2018
Behandeld op donderdag 20 december 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Ceder inzake de overheveling van de coalitieakkoord-
middelen en de doelenboom (bestrijding van mensenhandel)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de overheveling van de coalitieakkoordmiddelen en
de doelenboom (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1346).
Constaterende dat:
— In de doelenboom mensenhandel niet wordt genoemd.
Overwegende dat:
— De bestrijding van mensenhandel onverminderd aandacht verdient.
Besluit:
Op pagina 7 de activiteit 1.2.1.1 te wijzigen in:
We bestrijden criminaliteit, radicalisering, ondermijning en mensenhandel.
En bij deze activiteit op pagina 8 een zesde indicator toe te voegen, namelijk:
Aantal geregistreerde gevallen van mensenhandel.
Het lid van de gemeenteraad,
D.G.M. Ceder
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 392
Datum akkoord 22 mei 2014
Publicatiedatum 23 mei 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw M.C.G. Poot en
mevrouw M.H. Ruigrok van 25 april 2014 van inzake de procedure omtrent
de aanvraag van een Bbz-uitkering.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers:
Voor zelfstandige ondernemers die tijdelijk niet in hun eigen onderhoud kunnen
voorzien bestaat de Bbz-uitkering (Bbz = Besluit bijstandsverlening zelfstandigen).
Deze uitkering vult het inkomen aan tot bijstandshoogte. De hoogte van deze
uitkering hangt af van de gezinssituatie van de verdere inkomsten van de
ondernemer. De Bbz-uitkering is een renteloos voorschot. Of het voorschot moet
worden terugbetaald, hangt af van het inkomen dat het desbetreffende jaar is
verdiend. Op basis hiervan berekent de Dienst Werk en Inkomen (DWI) of er geld
terugbetaald moet worden of dat er een nabetaling moet plaatsvinden.
De fractie van VVD Amsterdam vangt regelmatig signalen op van zzp'ers die een
beroep doen op een Bbz-uitkering maar die door omstandigheden tussen wal en
schip raken. Hierdoor zijn zij genoodzaakt zijn om reguliere bijstand aan te vragen
met veel direct en indirecte financiële en administratieve rompslomp als gevolg.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 25 april 2014, beiden namens de
fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Kan het college aangeven op welke problemen en/of knelpunten zelfstandigen
stuiten bij het aanvragen van een Bbz-uitkering?
Antwoord:
Het meest voorkomende probleem bij het aanvragen van een Bbz-uitkering is dat
de ondernemer geen jaarrekeningen kan overleggen en dat de administratie niet
op orde is. Daarnaast is er vaak geen toetsbaar doorstartplan. We bieden een
(ruime) hersteltermijn’ om de gegevens alsnog aan te leveren. Bij niet leveren van
deze gegevens, heeft DWI onvoldoende informatie om de aanvraag te
beoordelen en wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten.
1 Is geen standaardtermijn maar een maatwerktermijn (circa 2 weken).
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer mei 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 april 2014
2. Hoeveel businessplannen worden jaarlijks in het kader van een Bbz-aanvraag
ingediend? Op welke criteria wordt een businessplan getoetst? Hoeveel
businessplannen worden afgewezen? Waarop worden deze businessplannen
afgewezen? Op welke wijze worden ondernemers met een afgewezen
businessplan begeleid?
Antwoord:
In 2013 zijn 1855 aanvragen voor het Bbz ingediend. De onderstaande tabel biedt
een meerjarige cijferoverzicht over de Bbz (met het onderscheid naar
ondernemersuitkering en kredietverlening). Een cruciaal criterium waarop een
aanvraag wordt getoetst is de levensvatbaarheid van de onderneming. In de
regel worden aanvragen afgewezen omdat het bedrijf naar verwachting niet
levensvatbaar is. Niet-levensvatbaar in de zin dat er onvoldoende inkomen is om
aan alle zakelijke en privéverplichtingen te voldoen. Dit kan liggen aan
bijvoorbeeld te lage omzet/winst, onvoldoende onderscheidend vermogen ten
opzichte van concurrentie, te hoge schulden, slechte marktsituatie, enz. In 2013
zijn 325 Bbz-aanvragen afgewezen. Ondernemers met een afgewezen Bbz-
aanvraag worden niet begeleid. DWI adviseert om extra inkomensbron te zoeken,
of verwijst naar reguliere bijstand of naar andere betrokken instanties zoals
schuldhulpverlening, vrijwillige ondernemersplatforms (zoals Klankbordgroep
Ondernemers) of naar Qredits (waar ondernemers wellicht wel in aanmerking
voor kredietverstrekking, afhankelijk van individuele situatie). Als de ondernemer
besluit de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, biedt DWI wel tijdelijke
inkomensondersteuning aan zodat bijvoorbeeld het bedrijf of voorraden kunnen
worden verkocht.
Toekenning (aanvullende) Bbz-uitkering
Toekenning loaz- uitkering (ex-zelfstandigen)
Onvoldoende info geleverd/aanvraag buiten
behandeling 485 682 714
3. Welke instantie beoordeelt de ingediende businessplannen? Welke kosten zijn
hier per businessplan aan verbonden? Kan een businessplan na aanpassing
opnieuw worden getoetst?
Antwoord:
DWI heeft drie contractpartners ter beoordeling van businessplannen: het Instituut
voor Midden en Kleinbedrijf (IMK), Friedeberg Consultancy BV, en KplusV.
Deze 3 partijen zijn geselecteerd na een openbare aanbesteding. Een bedrijfs-
economisch onderzoek kost € 2.453, exclusief BTW.
Een businessplan kan na aanpassing opnieuw worden getoetst mits er sprake is
van substantiële wijzigingen.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing Jep Gemeenteblad R
Datum 23 mei 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 april 2014
4. Is er een mogelijkheid om in bewaar te gaan tegen een afwijzing van een
businessplan en zo ja, hoe verloopt zo'n procedure?
Antwoord:
De ondernemer ontvangt gelijktijdig met DWI het adviesrapport en dit
adviesrapport wordt telefonisch toegelicht door de bedrijfsadviseur. Als de
ondernemer het niet eens is met het uitgebrachte advies kan hij hier schriftelijk op
reageren. De bedrijfsadviseur beoordeelt of de reactie aanleiding geeft het advies
te herzien en reageert schriftelijk naar zowel de ondernemer als DW]. Pas als de
tegenreactie is ontvangen neemt DWI een besluit op de aanvraag. Tegen het
besluit kan de ondernemer binnen 6 weken in bezwaar. Dit is de gebruikelijke
DWI bezwaarprocedure.
5. Kan het college aangeven of bij de aanvraag van een Bbz-uitkering de inkomsten
van de ondernemer inclusief of exclusief BTW worden gewogen? Wat is hiervoor
de achterliggende reden?
Antwoord:
Bij een aanvraag van een Bbz-uitkering gaat DWI uit van de netto winst, dit is
exclusief BTW. BTW valt immers niet onder de bedrijfs- of beroepsbaten.
De zelfstandige moet de BTW over de omzet namelijk afdragen aan de
Belastingdienst.
6. Hoeveel zelfstandige ondernemers die een Bbz-aanvraag doen, krijgen deze
uiteindelijk toegewezen? Hoeveel zelfstandige ondernemers die een Bbz-
aanvraag doen, moeten uiteindelijk een beroep doen op reguliere bijstand?
Antwoord:
Van de 1855 Bbz-aanvragen in 2013 zijn er 816 toegekend. In 2013 hebben
51 klanten bij wie sprake was van het wegvallen van inkomsten zelfstandig
beroep/bedrijf een bijstandsuitkering aangevraagd. In 2012 waren dat nog
30 klanten en in het jaar 2011 13 klanten. Ondanks relatief lage aantallen is er
hier sprake van een stijgende groei van het aantal klanten dat na een afwijzing
financiële ondernemersondersteuning in de WWB terecht komt.
7. De fractie van de VVD hoort signalen dat zelfstandigen zich, na afwijzing van een
businessplan, uitschrijven bij de Kamer van Koophandel om op deze wijze in
aanmerking te komen voor een reguliere bijstandsuitkering. Is het college het met
de fractie van de VVD eens dat dit onwenselijk is en welke concrete maatregelen
stelt het college voor om dit te voorkomen?
Antwoord:
De feitelijke vraag is of iemand ondernemer is of niet. Een inschrijving in het
handelsregister is niet als enige bepalend of iemand als ondernemer aangemerkt
wordt. Er wordt bv ook gekeken hoeveel uur iemand als zelfstandige werkt en of
hij bij de Belastingdienst gebruik maakt van de fiscale faciliteiten. Als een Bbz-
aanvraag is afgewezen, kan de ondernemer op eigen risico doorgaan met zijn
bedrijf (bv middels ondersteuning van familie) of hij moet zijn bedrijfsactiviteiten
beëindigen. In dat laatste geval kan hij mogelijk voor Wwb in aanmerking komen.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng Jep Gemeenteblad
ummer = …. … -
Datum 23 mei 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 april 2014
De bijstandswet kent geen criteria rond inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
Wat daarbij wel aan orde komt, is beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
1.1 Formulier raadsadres 3-6
Naam
Uw bericht
Geachte raadscommissie,
Hierbij vraag ik uw aandacht voor een verschijnsel dat ik sinds ruim een jaar ervaar:
geluidsoverlast door motorrijders.
Ik heb het dan met name over de Nieuwmarktbuurt, waar ik woon, maar ik vermoed dat dit
elders in Amsterdam ook speelt.
En misschien is het wel een algemene trend in de grote steden.
Het afgelopen jaar nam de geluidsoverlast van motorrijders in de Nieuwmarkt-omgeving in
mijn beleving toe.
En een klein onderzoekje leerde mij dat ik niet de enige buurtbewoner ben die dit
probleem ervaart.
In een tijd dat we ook al te maken hebben met toenemend lawaai van vliegtuigen en
toeristen, ben ik daar niet blij mee.
Het gaat om motorrijders die onnodig veel lawaai maken, door gas te geven op momenten
dat dat volkomen onnodig is, door harder te rijden dan toestaan is en door uitlaten die
onvoldoende het motorgeluid dempen.
Let wel, ik heb op zich niets tegen motorrijders. Ik heb er een aantal aangesproken de
afgelopen tijd en de meesten reageren zeer vriendelijk.
Het gaat mij om het gebruik van de motor. Als gemotoriseerde politie in Amsterdam en
een deel van de burger-motorrijders geluidsvriendelijk kan rijden, moeten de anderen dat
toch ook kunnen?
Ik heb sterk de indruk dat het aantal motoren in Amsterdam toeneemt. En dat een deel
van de bezitters/gebruikers niet beseft wat een lawaaioverlast zij veroorzaken. Of daar
bewust helemaal geen rekening mee wil houden.
In mijn directe woonomgeving, ervaar ik vooral last op Binnenkant, Oude Waal en
Oudeschans. Waarbij ik ook vermoed dat motorrijders deze route als sluiproute gebruiken,
wellicht om verkeerslichten te omzeilen.
Maar ook de Prins Hendrikkade en de Wibautstraat zijn bij motorrijders erg geliefd om te
accelereren, daarbij veel geluid te produceren en zeker de toegestane snelheid van 50
km/uur te overschrijden.
Dit geluid, van hard optrekkende motoren, is honderden meters verderop in der stad
hoorbaar.
Verder maak ik me wat zorgen over de toekomst en de trends die ik meen te zien.
Amsterdam wordt auto-luwer, daar ben ik voorstander van.
De parkeertarieven gaan omhoog, daar ben ik voorstander van.
Gemotoriseerd vervoer (auto's, brommers, rondvaartboten) gaat over op elektrisch en dus
geluidsarm, daar ben ik voorstander van.
Maar ik zie tegelijkertijd een verschuiving van auto- naar motorvervoer. Ga maar na: op de
motor manoevreer je sneller door een drukker wordende stad, hoef je geen parkeergeld te
betalen en mag je overal je voertuig gratis parkeren. Ik vermoed dat dit een trend is die
zich zal voortzetten.
En tegelijk onttrekken motorrijders zich geheel aan de ontwikkeling naar geluidsarmer
transport. En onttrekken ze zich bijna geheel aan handhaving op geluidsoverlast, is mijn
indruk.
Motorrijders met verbrandingsmotor zijn, met het rijgedrag zoals ik dat waarneem, in dat
opzicht in een grote stad eigenlijk niet meer van deze tijd, een anachronisme.
Ik hoop dat u hier aandacht aan wil geven.
Een paar suggesties:
* max. snelheid van 30 km voor gemotoriseerd verkeer in het centrum en handhaving
daarvan
* het in het algemeen terugdringen van gemotoriseerd verkeer in het centrum
* speciale geluidsoverlast-waarschuwings-borden voor motorrijders
* verplicht maken van de geluidsdemping die wettelijk bij aankoop op de uitlaat zit, maar in
veel gevallen door de eigenaar vrij snel na aankoop verwijderd wordt.
* strengere handhaving op geluidsoverlast
* In beleidsinformatie naar de burgers nu al vooruit lopen op toekomstige verplichtstelling
van elektrisch (ipv verbrandingsmotor) aangedreven motoren voor motorrijders (zoals dat
mbt auto's al gebeurd is)
* aansluiten op London, door ook betaald parkeren voor motoren in te voeren.
Misschien zijn er andere, betere, opties.
Ik wil graag verder meedenken.
Met vriendelijke groet,
mn
| Raadsadres | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 922
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Ingekomen op 10 oktober 2013
Ingekomen in raadscommissie BWK
Te behandelen op 6/7 november 2013
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Shahsavari-Jansen en de heer Van Drooge
inzake de begroting voor 2014 (Stimuleringsfonds volkshuisvesting richten op
ouderenhuisvesting).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Overwegende dat:
— de komende jaren er een grote opgave gaat ontstaan met betrekking tot
ouderenhuisvesting;
— dit veroorzaakt wordt doordat vanaf 2013 het aantal ouderen versneld zal
toenemen van 2,7 miljoen in 2012 tot een hoogtepunt van 4,7 miljoen in 2041,
waarvan een derde ouder is dan 80 jaar;
— dit nog versterkt wordt doordat enerzijds ouderen zelf langer thuis willen blijven
wonen en anderzijds kabinetsmaatregelen ouderen daartoe dwingen;
— vanuit het Stimuleringsfonds volkshuisvesting (Stifo) sociale
woningbouwprojecten financieel worden gefaciliteerd;
— dit fonds nu niet gebruikt wordt voor expliciet ouderenhuisvestingsprojecten,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de voorgestelde en geplande sociale woningbouwprojecten vanuit
het Stimuleringsfonds volkshuisvesting te herzien in het licht van de opgave die
er ligt ten aanzien van ouderenhuisvesting;
— wanneer nodig voorstellen te doen om de kaders van het Stimuleringsfonds
volkshuisvesting hiertoe aan te passen;
— hiertoe het overleg aan te gaan met de woningbouwcorporaties.
De leden van de gemeenteraad,
M.D. Shahsavari-Jansen
Â.H. van Drooge
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1617
Publicatiedatum 16 oktober 2019
Ingekomen onder AW
Ingekomen op donderdag 10 oktober 2019
Behandeld op donderdag 10 oktober 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Van Soest inzake de Amsterdamse Agenda Armoede en Schulden
2019-2022 (Armoede onder ouderen in beeld)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Amsterdamse Agenda Armoede en Schulden 2019-
2022 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1617).
Constaterende dat:
— Veel ouderen in armoede leven;
— Ouderen opzien tegen verjaardagen van kinderen en kleinkinderen omdat ze
weinig of geen geld hebben voor een cadeautje;
— Sommige ouderen vanwege hun leeftijd en/of gezondheid gedwongen worden te
verhuizen naar een (meestal fors duurdere) aangepaste woning of een
woonzorgcentrum;
— Kwetsbare alleenstaande ouderen met alleen AOW maandelijks zo'n 200 euro
tekort komen als ze bijvoorbeeld dagelijks een maaltijd van 8 euro willen en ook
de was moeten laten doen.
Overwegende dat:
— Het voormalige verzorgingshuis een uitkomst was voor kwetsbare ouderen en
deze node gemist wordt door deze groep;
— Het belangrijk is om in kaart te hebben hoeveel ouderen in Amsterdam in
armoede leven en welk beleid hierop gemaakt kan worden
Roept het college van burgemeester en wethouders op:
De armoede onder ouderen specifiek in beeld te brengen en te benoemen in de
Agenda Armoede en Schulden 2019-2022.
Het lid van de gemeenteraad
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
EE AL a En a En en ed
Ee nn en B EWE CH: B} id Intellig en i v 1E EE:
len DE rePrnrdmil Ekdh A refe aki mee eee OE En en
dn el ne EE
EE. Ee In % a a ET Ee Eeken En pe ei k ' S 5 S Sje EEE de er je En Aen leg Te G f ren 1 ER 45 5 e ee ee a:
| ie de ite rein
a Ee EDE Md ne EA Ad el ehs rf rees heete heteen ede nie” — en
ze 0 hen Ee Ze hdi eneen sE AR ne inkelnnhiien ee PA Ei. Er
En n LLL PER gore nem Cruijff ArenA, Amsterdam
En pe en Kets ;
Integrating control mechanism for supply & demand and for power flows
Team
= Dr Phuong Nguyen | Eindhoven University of Technology Currently, the electricity grid is operated by two DISPATCH has developed a framework based on the
= Niels Blaauwbroek, PhD student | Eindhoven University of separate control mechanisms. Firstly, demand interaction between both control mechanisms to
Technology and supply are balanced by electricity markets. overcome the uncertainty challenges.
= Maryam Hajighasemi, PhD student | University of Twente Secondly, (regulated) grid operators (TSO and DSOs)
= Dirk Kuiken, PhD student | University of Groningen control the grid by keeping the system within secure
= Dr Shahab Shariat Torbaghan, postdoctoral researcher | bounds (voltage, current, frequency) on a much % Framework for energy markets
Eindhoven University of Technology finer time scale (milliseconds to minutes) while The framework combines the 15-minute schedules of the
= Dr Thai Vo, postdoctoral researcher | Eindhoven University of taking care of the physical location of injections and energy markets with the much shorter time schedules of
Technology withdrawals from the grid. The massive integration grid operators. This multi-disciplinary approach includes
= Thijs van der Klauw, postdoctoral researcher | University of Twente of renewable energy sources and new demand electrical power engineering, advanced control theory and
= Fernandes Más, postdoctoral researcher | University of Groningen technologies challenges the power system because the use of novel ICT concepts plus appropriate legal and
= Prof Martha Roggenkamp | University of Groningen of more uncertainty on all time scales. This makes organisational instruments.
= Prof Johann Hurink | University of Twente it increasingly difficult to control the power flows
in real-time, and especially to balance supply and
Partners demand to guarantee stability and reliability at all
Eindhoven University of Technology = University of Twente = times and all places, without involvement of the
University of Groningen = Essent = Eneco = Statkraft = market and deploying its flexibility.
Alliander = Enexis = Cofely = IBM = DNV GL u TenneT «=
Johan Cruijff ArenA
Period
o1 August 2014 —1 July 2019
Insights & recommendations
Read more
1 L. Diestelmeier, D. Kuiken (2016): Sustaining Universal Service [2] National policy makers should carefully analyse the the combination of the physical network and the larger
Conditions in Smart Electricity Systems, Network Industries national markets for communication services and conclude simulated network, MCAs can be tested for scalability as
Quarterly whether communication services will be available to all well as accuracy. A data acquisition and processing system
2 L. Nordstroom, N. Blaauwbroek, J. Slootweg, H. Nguyen household consumers that are, or will become part of has been presented that acquires all the true system states
(2017): Interfacing solutions for power hardware-inthe-loop the SES. If no minimum guarantee for the provision of of both the physical feeder and the real-time simulated
simulations of distribution feeders for testing monitoring and communication services suitable for SES communications network, such that the MCAs can be verified in real-time.
control applications IET Generation, Transmission & Distribution exists, it is suggested that the minimum quality standards The functioning of the PHIL-interface is validated using
3 N.Blaauwbroek, H. Nguyen (2017): Interfacing applications for internet services could be aligned with the minimum practical results and illustrated using a test case for
for uncertainty reduction in smart energys systems utilizing standards for SES communications. Alternatively, the the performance assessment of a branch current state
distributed intelligence, Renewable and Sustainable Energy smart meter communication infrastructure could be used estimation algorithm.
Reviews to integrate SES communication services.
4 D. Kuiken, L. Diestelmeier (2017): Smart Electricity Systems: EU policy makers should address household consumers’ [3] A conceptual framework for SES development has been
Access Conditions for Household Customers Under EU Law, access conditions for SES. They could consider adopting developed to give an overview of Distributed Intelligence-
European Competition and Regulatory Law Review a safety net, setting minimum requirements for either based applications in different specific SES domains. The
the smart meter infrastructure, or perhaps data ultimate goal for modelling and simulation techniques for
communication services. This would also service a broader SES and DI is to create an affordable testing environment
policy objective enshrined in the Digital Agenda for Europe: to validate and verify various DI-based applications. This
ensuring (high quality) internet access throughout the EU. accelerates the development of the SES and smoothens
the transition to suitable energy systems by reducing a
[2] The need for advanced monitoring and control applications great part of the uncertainty.
(MCAs) in future distribution networks calls for highly
accurate and fully integrated simulation solutions for the [4] There are four different options for household customers
purpose of performance assessment of these MCAs. Power to access communication systems for SES under current
hardware-in-the-loop (PHIL) simulations are considered EU legislation. Ensuring a level playing field for household
a cost-effective approach to overcome these challenges. customers to participate in SES requires EU and national
A PHIL-interface has been designed that allows for the policy makers to guarantee comparable conditions for
integration of a physical low-voltage feeder within a household customers to access SES communication
larger real-time simulated distribution network. Using services.
The research programme Uncertainty Reduction in Smart Ener:
Systems (URSES) ao reac: enor to a reliable, model ed Netherlands Organisation AMM\S TKI URBAN ENERGY
and sustainable energy system possible. It is a joint initiative of several N WO for Scientific Research M AMSTERDAM INSTITUTE FOR Topsector Energie
departments of NWO, Shell, AMS and the TKI Urban Energy. ADVANCED METROPOLITAN SOLUTIONS
| Factsheet | 2 | train |
X Gemeente
Amsterdam
% Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum » donderdag 10 september 2020
Aanvang : 19.00 UUr
Locatie : video vergaderen
Voorzitter : Wim van der Kamp
Secretaris : Rinze van Opstal
Agenda
1. Opening en vaststellen agenda 19.00
2. Mededelingen 19.05
3. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 27 augustus 2020 19.10
4. Ingekomen stukken 19.15
5. Bewoners aan het woord 19.20
6. Stem van Zuidoost Stem van Zuidoost: Duurzame zelfbouwwoningen bij 19.50
Gaasperdammertunnel (toelichting/ optie voor indiener)
7. Masterplan Zuidoost (bespreken stand van zaken) 20.10
Adviezen (gevraagd)
8. a. Voorlopig Ontwerp maaiveld basisschool De Tamboerijn 20.30
te Reigersbos (vaststellen)
b. Concept Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders 20.40
Amsterdam (vaststellen)
c. APV-wijziging t.b.v. opneming afsteekverbod vuurwerk door particulieren 20.50
(vaststellen)
d. Conceptwijzigingen evenementenbeleid en APV (vaststellen) 21.00
e. Vrijgeven ontwerp Verordening tot wijziging van de Bouwverordening 21.10
Amsterdam 2013, BENG (bespreken en vaststellen)
Adviezen (ongevraagd)
f. Vervolg vragen naar aanleiding van evaluatie evenementen (bespreken) 21.30
g. Rondvraag en Sluiting 21.50
Stukken ter kennisname
e _Toezeggingenlijst
| Agenda | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 507
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder AK
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de zonvisie Amsterdam
(Schiphol).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 7 mei 2013 inzake de zonvisie Amsterdam, getiteld: ‘Burgers en
bedrijven gaan voor de zon! (Gemeenteblad afd. 1, nr. 414);
Constaterende dat:
— _ Amsterdam 20,03% aandelen heeft in de Schiphol Group;
— _ Schiphol in 2020 20% van de eigen energiebehoefte zelf duurzaam wil
opwekken;
— _ Schiphol nu al experimenteert met grootschalige zonne-energie;
Overwegende dat:
— in het kader van het Luchthavenindelingsbesluit duizenden ganzen worden
vergast omwille van veilige luchtvaart;
— _ Schiphol wordt omringd door akkerbouw die voor vogels een zeer aanlokkelijke
werking heeft;
— het Onderzoeksbureau Alterra al in 2007 de aanbeveling heeft gedaan om geen
voor vogels aantrekkelijke gewassen te verbouwen rond Schiphol;
— de Amerikaanse luchtvaartautoriteit het standpunt huldigt dat in een straal van
5 mijl om een luchthaven geen agrarische activiteiten zouden moeten
plaatsvinden;
— zonnepanelen in plaats van grasland rond de start- en landingsbanen van
Schiphol het gebied minder aantrekkelijk maken voor grote vogels en daarmee
bijdragen aan de luchtverkeersveiligheid,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 507 Moti
Datum _ 26 juni 2013 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in het kader van de zonvisie en dierenwelzijn en in de rol van aandeelhouder van
Schiphol:
— bij Schiphol Group te pleiten voor transformatie van grasland tot zonneweides;
— bij Schiphol Group te pleiten voor overleg met en informatievoorziening aan
boeren in de omgeving over het transformeren van (gedeelten van) hun akkers
tot zonneweides.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
Commissie Wonen
Agenda
datum 19 maart 2012
aanvang 20:00
plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, raadzaal
voorzitter Ardine Nicolaï (GroenLinks)
griffier Cindy Heusingveld
1. Opening / vaststelling agenda
2. Insprekers
3. Commissieweergave 13 februari 2012
4. Bestuurlijke jaar-termijnagenda
| Ter advies aan de raad
5. Bestemmingsplan Don Bosco en Park Frankendael (45 min)
6. Bestemmingsplan Oosterparkbuurt (45 min)
Il Bespreekpunten
7. Beantwoording raadsadres Binnentuinen (20 min)
8. Rapport ontwikkeling Sumatraplantsoen (30 min)
9. Stadsstrand Paradijsplein (ingediend door de SP) (10 min)
Onder voorbehoud na goedkeuring commissie
10. Ontruimingsprocedure Dierenasiel (ingediend door de SP) (10 min)
Onder voorbehoud na goedkeuring commissie
11. Actualiteit
12. Sluiting
Commissie Wonen versie 15-03-2012
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam Z S
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
% Actualiteit
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer *
Publicatiedatum 24 maart 2017
Onderwerp
Actualiteit van de raadsleden Kaya (D66), Bouchibti (VVD), Poorter (PvdA) Duijndam (SP) en
Roosma (GroenLinks) inzake de mogelijke besmetting van patiënten van de GGD met
hepatitis of HIV
Aan de gemeenteraad
Bij een polikliniek van de GGD in Amsterdam zijn patiënten mogelijk besmet met hepatitis B, C
of hiv nadat er een fout is gemaakt met een glucosemeetapparaat. De fracties van D66, VVD,
PvdA, SP en GroenLinks willen met de wethouder in gesprek over de mogelijke besmetting
van patiënten van de GGD met hepatitis of HIV. Alhoewel de kans op besmetting volgens de
GGD zeer klein is bestaat er een risico dat de bezoekers van de locatie aan de
Valckeniersstraat in contact zijn gekomen met besmet bloed via een Glucosemeetapparaat’.
De fracties vinden dat de deskundigheid van de GGD niet ter discussie mag staan en willen er
zeker van zijn dat dit nooit meer gaat gebeuren.
Reden van spoedeisendheid
De aanleiding van de actualiteit is het bericht in het Parool van 24 maart 2017 over deze
mogelijke besmetting, welke ernstige gevolgen kan hebben voor de mensen die het mogelijk
betreft. Graag horen onderstaande raadsleden hoe deze mogelijke besmetting heeft
plaatsgevonden, wat de oorzaak hiervan is en hoe dit in de toekomst voorkomen kan worden.
De leden van de gemeenteraad,
M. Kaya (D66)
S. Bouchibti (/VD)
M.F. Poorter (PvdA)
P.J.M. Duijndam (SP
F. Roosma (GroenLinks)
* De sterretjes worden door de raadsgriffie ingevuld
In te vullen door het raadslid/de fractie:
1. _naam/namen van raadslid/-leden; 5. reden van spoedeisendheid
2. datum van indienen; 6. _naam/namen van raadslid/-leden vermelden incl.
3. onderwerp van de actualiteit; initialen.
1 http:/www.parool.nl/amsterdam/patienten-ggd-mogelijk-besmet-met-
hepatitis-of-hiv-a4478446/
1
Jaar 2005 Gemeente Amsterdam R
Aideling : Gemeenteblad
Datum . Raadsactualiteit
atum
4 vrjetkst
2
| Actualiteit | 2 | train |
VN2021-019938 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
Ortwikkeing % Amsterdam Marineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Grondzaken
Agendapunt 3
Datum besluit College van B en W‚ 6 juli 2021
Onderwerp
Vaststellen stedenbouwkundig plan Groenehuyzen-Blomwijckerpad, grondexploitatie en het
beschikbaar stellen van een krediet
De commissie wordt gevraagd
|L Inte stemmen met de concept-raadsvoordracht waarin de gemeenteraad wordt voorgesteld de
volgende besluiten te nemen;
1. Kennis te nemen van het positieve advies van het bestuur van stadsdeel Nieuw-West op het
concept-stedenbouwkundig plan Groenehuyzen-Blomwijckerpad.
2. Kennis te nemen van de resultaten van het participatie- en inspraaktraject; het verslag van
de informatieavond, de nota van beantwoording inspraakreactie, de notitie planvorming en
participatie, en de notitie wijzigingen.
3. Vast te stellen het stedenbouwkundig plan Groenehuyzen en waarvan de belangrijkste punten
zijn:
1. Het vervangen van 36 sociale huurwoningen, detailhandel (12 winkels), huis van de wijk ‘t
Blommetje en 18 garageboxen door circa 231 woningen waarvan 175 woningen in de sociale
huur en twee woongebouwen met 56 middeldure huurwoningen, detailhandel circa 11
winkels, een nieuw Huis van de Wijk en een wijkkantoor van woningcorporatie Stadgenoot.
2. Een dvurzaamheidsambitie waar de focus ligt op Aardgasvrij, aansluiting op warmtenet, de
eisen voor bijna energie-neutrale gebouwen (BENG), en natuur-inclusief bouwen;
3. Het uitwerken van de ze fase (Hoekenes) waar circa 200 woningen op termijn kunnen
worden gerealiseerd.
4. Kennis te nemen van de (GEHEIM) concept financiële paragraaf investeringsnota Groenehuyzen
- Blomwijckerpad grondexploitatie nr. 21179. De financiële paragraaf is de toelichting op de
grondexploitatie en geeft inzicht in het programma, verwachtte grondopbrengsten, uitgaven,
fasering en financiële risico's.
5. Vaststellen van de grondexploitatie Groenehuyzen - Blomwijckerpad met een positief saldo van
€18.276 contant per 1-1-2021, waarin de grondkosten en grondopbrengsten zijn opgenomen. Het
saldo zal ten goede komen aan het Vereveningsfonds.
6. Kennis te nemen van de vitkomsten van de financiële risicoanalyse (hoofdstuk 9 van de financiële
paragraaf) welke onlosmakelijk verbonden is met de grondexploitatie. Als risico’s zijn benoemd:
1) de aangevraagde middelen in de Voorjaarsnota voor het Huis van de Wijk zijn nog niet definitief
toegekend, 2) vertraging door verplaatsing trafo-huisje, 3) extra parkeermaatregelen door hoge
parkeerdruk, en 4) nog te maken afspraken met Stadgenoot inzake verdeling kosten sloop en
nieuwbouw Huis van de Wijk. De kans dat deze risico’s zich ook feitelijk gaan voordoen worden als
klein ingeschat.
7. Beschikbaar te stellen een krediet van € 2 min. voor proceskosten, verwerving, bouwrijp maken en
aanpassing van de openbare ruimte.
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2021-019938 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en R
Grond en % Amsterdam Mari in-E ‚ Hi
ontwikkeling % arineterrein, nergietransi le
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter advisering aan de raad
8. Kennis te nemen van de geheimhouding die op grond van artikel 25, tweede lid van de
Gemeentewet is opgelegd voor de duur van twee jaar na afsluiting van de grondexploitatie op de
bij deze voordracht meegezonden bijlage “GEHEIM concept financiële paragraaf investeringsnota
Groenehuyzen - Blomwijckerpad grondexploitatie nr. 21179’, en het verzoek aan de gemeenteraad
om die tijdens de eerstvolgende vergadering na aanlevering van de stukken bij de raadsgriffie te
bekrachtigen.
IL Kennis te nemen van de geheimhouding die op grond van artikel 25, tweede lid van de
Gemeentewet is opgelegd. Dit in verband met de belangen genoemd in artikel 10, tweede lid, onder
b van de Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding wordt opgelegd voor de duur van twee
jaar na afsluiten van de grondexploitatie.
IL Kennis te nemen van het verzoek om de opgelegde geheimhouding op grond van artikel 25,
derde lid van de Gemeentewet tijdens de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad na
aanlevering van de stukken bij de raadsgriffie te bekrachtigen.
Wettelijke grondslag
Artikel 108 jo artikel 14,7 lid 2 Gemeentewet
De gemeenteraad is bevoegd tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente.
Artikel 6, tweede lid van de Financiële verordening gemeente Amsterdam.
Het college draagt er zorg voor, dat alle door de raad vastgestelde wijzigingen van de
begroting en investeringskredieten juist en volledig in de budgetten van de programma's, de
programmaonderdelen en de budgetten van de investeringskredieten worden verwerkt.
Artikel 189, eerste lid artikel 212, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 6, eerste lid van de
Financiële verordening gemeente Amsterdam. De gemeenteraad is bevoegd tot vaststelling van de
grondexploitatie. Het college draagt er zorg voor dat alle door de raad vastgestelde wijzigingen juist
en volledig worden verwerkt.
Artikel 25, 2e en 3e lid Gemeentewet, jo. art. zo lid 2 sub b Wob
Op grond van een belang, genoemd in artikel 20 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan
geheimhouding worden opgelegd door het college ten aanzien van stukken die zij aan de
raad overleggen. De opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan de
raad overgelegde stukken vervalt, indien de oplegging niet door de raad in zijn eerstvolgende
vergadering wordt bekrachtigd.
Bestuurlijke achtergrond
Eris in het verleden diverse planvorming voor de Wildemanbuurt geweest met als hoogtepunt
het stedelijke vernieuwingsplan Parkstad in 2010. Er waren grootse plannen voor en met de buurt.
In een actief participatietraject met de bewoners zijn er toen concrete plannen gemaakt voor
sloop-nieuwbouw en andere verbeteringen van de buurt. Deze plannen zijn bij aanvang van de
economische crisis van tafel verdwenen en sindsdien niet gerealiseerd.
Voor de Wildemanbuurt is er geen Principenota opgesteld. Om de voortgang van de stedelijke
vernieuwing niet te vertragen wordt direct een stedenbouwkundig plan voorgelegd.
B&W heeft op 16 februari 2021 het concept-stedenbouwkundig plan Groenehuyzen-
Blomwijckerpad vrijgegeven voor inspraak. Na deze vrijgave op 16 februari 2021 heeft het concept
Gegenereerd: vl.l1 2
VN2021-019938 9 Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en R
Grond en % Amsterdam ‚ ‚ ‚
er: Marineterrein, Energietransitie
ontwikkeling %
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter advisering aan de raad
stedenbouwkundig plan, conform de algemene inspraakverordening, ter inzage gelegen. Er zijn in
deze periode, ondanks uitgebreide participatie en communicatie, één zienswijzen binnengekomen.
Er zijn een paar kleine wijzigingen aangebracht op het ter visie gelegde concept-stedenbouwkundig
plan. Zie hiervoor bijlage ‘Notitie wijzigingen concept-stedenbouwkundig plan Groenehuyzen-
Blomwijckerpad’.
Aanvullende informatie commissie
Op de 30 juni jl. was de voordracht Vaststellen stedenbouwkundig plan Groenehuyzen-
Blomwijckerpad, grondexploitatie en het beschikbaar stellen van een krediet’ geagendeerd. Er
is nadat agendering voor deze vergadering van 30 juni had plaatsgevonden een omissie in de
voordrachten en bijlagen bevonden. Vervolgens is verzocht het plan niet in de vergadering van 30
juni te bespreken en het, nadat deze omissie is gerepareerd, het wederom aan te bieden aan de
commissie.
Reden bespreking
Advisering aan de raad
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
Het college heeft op grond van artikel 25, lid van de Gemeentewet geheimhouding opgelegd op de
bij deze voordracht meegezonden bijlage “GEHEIM concept financiële paragraaf investeringsnota
Groenehuyzen - Blomwijckerpad grondexploitatie nr. 21179’. Dit in verband met de belangen
genoemd in gelet op artikel 10 tweede lid onder b van de Wet openbaarheid bestuur. Door
openbaarheid van de gegevens uit de bijlagen kunnen de financiële belangen van de gemeente
worden geschaad. Het belang van openbaarheid weegt daar niet tegenop. De financiële paragraaf is
geheim vanwege de vertrouwelijke informatie over kosten en opbrengsten
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.l1 3
VN2021-019938 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Grond en % Amsterdam Mari ME iet Hi
ontwikkeling % arineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter advisering aan de raad
AD Bijlage 1 Concept-stedenbouwkundig plan Groenehuyzen-
2021-0
73343 Blomwijckerpad.pdf (pdf)
Bijlage 2 Advies Dagelijks Bestuur bestuur Nieuw-West op
AD2021-073344 . "
Stedenbouwkundig Plan Groenehuyzen-Blomwijckerpad.pdf (pdf)
Bijlage 3 Notitie planvorming en participatie project Groenehuyzen-
AD2021-073345 7
Blomwijckerpad.docx (mswa2)
Bijlage 4, Verslag informatieavond concept Sted. Plan Groenehuyzen-
AD2021-073346 …
Blomwijckerpad (d.d. 31 maart 2021). docx (msw12)
Bijlage 5 Nota van beantwoording Sted. Plan Groenehuyzen
AD2021-073347 ‚
(geanomiseerd).doc (msw)
Bijlage 6 Notitie wijzigingen concept Stedenbouwkundig Plan
AD2021-073348 8
Groenehuyzen-Blomwijckerpad.docx (mswa2)
Bijlage 7 GEHEIM Financiele paragraaf Groenehuyzen-
AD2021-073349 …
Blomwijckerpad.docx (mswa2)
Bijlage 8 Voordracht gemeenteraad vaststellen SP Groenhuyzen-
AD2021-073421 8
Blomwijckerpad en grondexploitatie.docx (msw22)
AD2021-073335 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond en Ontwikkeling, Alfred Spronk, a.spronk@&amsterdam.nl, 06-1233 8347
Gegenereerd: vl.l1 4
| Voordracht | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 371
Datum indiening 1 maart 2019
Datum akkoord 2 april 2019
Publicatiedatum 3 april 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Grave-Verkerk inzake de inzet van
koelbaden bij hardloopevenementen tegen hitteberoertes.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 28 februari 2019 besteedde het documentaire-programma Zembla aandacht aan
een tweetal dodelijke incidenten die hebben plaatsgevonden bij
hardloopevenementen in Amsterdam als gevolg van een hitteberoerte.!
De Amsterdamse fractie van de VVD wil dat de gemeente zich inspant om samen met
zorgorganisaties en sportorganisaties maatregelen te nemen die de risico's op
dergelijke incidenten bij toekomstige sportevenementen minimaliseren.
Gezien het vorenstaande heeft het lid De Grave-Verkerk, namens de fractie van
de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. In de documentaire wordt gesproken over een ‘woud van zorg’. Kan het college
aangeven welke zorgorganisaties actief zijn bij zulke sportevenementen en welke
rol en bevoegdheden zij hebben?
Antwoord:
Op basis van een risicoanalyse van een evenement worden in een
evenementenvergunning voorwaarden gesteld aan de omvang en het
(zorg)niveau van eerste hulp en medische zorg opgenomen. De organisator van
het evenement is verantwoordelijk voor het inhuren van zorgorganisaties, met
inachtneming van de gestelde voorwaarden.
1 https://www.npostart.nl/zembla/28-02-2019/BV 101392231
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Sapri 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 maart 2019
2. Is ereen zorgorganisatie die eindverantwoordelijk is voor het welzijn van
deelnemers? Zo ja, welke? Zo nee, is het college het met de fractie van de VVD
eens dat het goed is dat één organisatie deze verantwoordelijkheid heeft?
Zo ja, welke?
Antwoord:
De organisator van het evenement is eindverantwoordelijk voor de zorg en het
welzijn van de deelnemers. In het door de organisator opgestelde veiligheidsplan
is de medische organisatie beschreven. Het plan wordt getoetst door de GHOR.
De GHOR adviseert namens de Directeur Publieke Gezondheid van de GGD de
gemeente over (publieke) gezondheid en veiligheid bij evenementen.
3. Is het college van mening dat vrijwilligersorganisaties voldoende kennis en
capaciteit hebben om zorg te kunnen verlenen bij dergelijke sportevenementen?
Antwoord:
Ja. In de vergunningsvoorwaarden zijn de omvang en het niveau van medische
zorg opgenomen. De organisator huurt, met inachtneming van deze voorwaarden
eerste hulp en/of medische organisaties in. Deze eerste hulp en medische
organisaties dienen bovendien aan landelijke richtlijnen te voldoen.
4. Welke andere sportevenementen, naast hardloopevenementen, hebben volgens
het college een risicoprofiel als het gaat om oververhitting van deelnemers”?
Antwoord:
Sportevenementen waarbij bovenmatige lichamelijke inspanningen worden
verricht. Aanvullende risicofactoren zijn weersomstandigheden, prestatiedrang
(wedstrijden), conditie van de deelnemer, duur van het evenement/activiteit et
cetera.
Behalve bij sportwedstrijden komt oververhitting ook voor bij dance-events. Vooral
door XTC/MDMA-gebruik wordt de lichaamstemperatuur ontregeld en kan
oververhitting het gevolg zijn. In mei 2015 is het “Amsterdams beleidskader dance
events” vastgesteld, waarin extra voorwaarden zijn opgenomen om
gezondheidsrisico’s te beperken.
5. Hoe oordeelt het college over de inzet van koelbaden bij hitteberoertes? Is het
college van mening dat koelbaden effectief kunnen zijn in het tegengaan van
hitteberoertes?
Antwoord:
Uit onderzoek blijkt dat onderdompeling in een koelbad, de meest effectieve
manier van koelen bij een heatstroke is. Een koelbad voorkomt geen heatstrokes,
maar zorgt voor de snelste temperatuurdaling van circa 0,20 graden per minuut.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Sapri 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 maart 2019
6. Zoja, wil het college in gesprek gaan met zorgorganisaties en organisatoren van
sportevenementen over de inzet van koelbaden en andere maatregelen ter
voorkoming en/of bestrijding van hitteberoertes? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Om koelbaden op een verantwoorde manier als behandeling in te zetten is een
medisch protocol nodig. Hieraan wordt gewerkt door een expertgroep
hyperthermie. Deze expertgroep bestaat uit de GGD/GHOR, sportorganisator
Le Champion, enkele EHBO organisaties en medische experts op het gebied van
heatstrokes. Er is momenteel een protocol heatstroke in ontwikkeling. Dit protocol
wordt in mei 2019 vastgesteld door het NVSEH (Nederlandse Vereniging van
Spoedeisende Hulp Artsen). Daarna kunnen koelbaden worden toegepast.
7. Zou het college willen kijken naar de mogelijkheden om de aanwezigheid van
koelbaden als veiligheidseis op te nemen voor het verlenen van een
evenementenvergunning voor dergelijke (hardloop)sportevenementen? Zo ja,
wil het college op basis hiervan een voorstel uitwerken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Na het vaststellen van het protocol, dient er gekeken te worden naar wanneer het
inzetten van koelbaden het meest effectief is en hoe de invulling van de inzet van
koelbaden er uit dient te zien .
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam FI N
% Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
% Gewijzigde agenda, donderdag 15 december 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer,
Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Tijd 13:30 tot 17:00 uur en eventueel van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Financiën (FIN)
van 24.11.2016.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFIN @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam FI N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Gewijzigde agenda, donderdag 15 december 2016
Personeel en Organisatie
11 Brief aan de raad inzake flexibele inzet medewerkers en externe inhuur Nr.
BD2016-016692
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Peters (SP).
Gemeentelijk Vastgoed
12 Beantwoorden moties van de raadsleden De Heer en Groen inzake ‘Spelregels
Vastgoed’ Nr. BD2016-017505
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden De Heer (PvdA) en Groen (GL).
e Was TKN 8 in de vergadering van 24.11.2016.
Raadsaangelegenheden
13 Vaststellen van de extra opdracht aan de accountant bij de jaarrekeningcontrole
over 2016 Nr. BD2016-017317
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 21.12.2016).
14 Vaststellen van het programma van eisen voor de accountantscontrole 2017
inclusief de rechtmatigheidsmatrix 2017 Nr. BD2016-017330
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 21.12.2016).
Sport en Recreatie
15 Initiatiefvoorstel van de leden Poot (VVD), Duijndam (SP) en Glaubitz (D66)
inzake het faciliteren van een zwemplek op het Marineterrein Nr. BD2016-016264
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de indieners.
e _ Gevoegd behandelen met agendapunt 16,
16 Beantwoording IV zwemplek marineterrein Nr. BD2016-016816
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Gevoegd behandelen met agendapunt 15,
2
Gemeente Amsterdam FI N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Gewijzigde agenda, donderdag 15 december 2016
Financiën
17 Initiatiefvoorstel van het raadslid Ruigrok getiteld; "Geef om je stad door te
geven”. Nr. BD2016-016263
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek het lid Ruigrok (VVD).
e _ Gevoegd behandelen met agendapunt 18,
18 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van het raadslid Ruigrok (VVD)
getiteld ‘Geef om je stad door te geven’ Nr. BD2016-017528
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Gevoegd behandelen met agendapunt 17.
19 Kennisnemen van garantieraamwerkovereenkomst Stichting Waternet Nr.
BD2016-017518
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 21.12.2016).
20 Brief ter beantwoording twee moties VJN 2016; lagere OZB klimaatneutrale
gebouwen (799, Poot) en OZB op basis van de vervuiler betaalt (928, Van
Lammeren) Nr. BD2016-015852
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
21 Zevende Voortgangsrapportage Belastingen Nr. BD2016-01 7580
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Duurzaamheid
22 Initiatiefvoorstel van de raadsleden Bosman (D66) en Groen (GL), getiteld:
Deelplatform voor zonnedaken. Nr. BD2016-018256
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de indieners.
e __De voorzitter zal, op verzoek van de indieners, voorstellen om de inhoudelijke
behandeling van dit punt te verplaatsen naar de vergadering van 19.01.2017.
3
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam BWK
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken,
Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort,
x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 14 november 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie,
Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Tijd 09.00 tot 17.00 uur en van 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie BOEKMANZAAL
NB: De onderwerpen uit de portefeuille van wethouder Ossel worden in de
ochtend behandeld. Als niet alle agendapunten kunnen worden afgehandeld
in de ochtend, dan zullen de overgebleven agendapunten in de avond
worden behandeld. Dit mede om een overvolle agenda en daarmee mogelijk
een avondvergadering te vermijden tijdens de volgende
commissievergadering van 5 december. U wordt dus gevraagd rekening te
houden met een avondvergadering.
PORTEFEUILLE WETHOUDER OSSEL 09.00 — 12.30 UUR
Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 14 november 2012
4 Conceptverslag van de openbare vergaderingen van de Raadscommissie BWK
d.d. 26 september 2012 en d.d. 10 oktober 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering
per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen.
6 _Tkn-lijst
Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Zeehaven en Westpoort
11 Afronding verlengde onderzoeksfase verzelfstandiging haven Amsterdam Nr.
BD2012-010844
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 28 november 2012)
e _Kabinetbijlage ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage in de kluis bij de
Raadsgriffie
e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en
Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening,
Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd
e Wordt gevoegd behandeld met agendapunt 12
e _ Stukken reeds in uw bezit
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 14 november 2012
12 Eindrapport aanvullende externe evaluatie van de verlengde onderzoeksfase
verzelfstandiging haven Amsterdam Nr. BD2012-011050
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en
Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening,
Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd
e Wordt gevoegd behandeld met agendapunt 11
e _ Stukken reeds in uw bezit
Zorg en Welzijn
13 Opvolgingsonderzoek van de rekenkamer naar zorgwoningen Nr. BD2012-
010286
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _Deleden van de Raadscommissie voor Kunsten Cultuur, Zorg en Welzijn, Sport en
Recreatie, Monumenten en Lokale Media zijn hierbij uitgenodigd
Volkshuisvesting
14 Initiatiefvoorstel van het raadslid Alberts, getiteld: Geen leegstand in Amsterdam
Nr. BD2012-011055
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
15 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel raadslid mevr. Alberts 15-08-2012:
Geen leegstand in Amsterdam Nr. BD2012-010517
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
16 Effecten Wonen 4.0 in Amsterdam Nr. BD2012-009843
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
17 Van der Pekbuurt Nr. BD2012-010660
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 14 november 2012
18 Zienswijze gemeente Amsterdam op splitsing Stadsherstel Amsterdam NV Nr.
BD2012-010222
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
19 Zienswijze fusie studentenhuisvesters DUWO en SLS Wonen Nr. BD2012-
010576
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
PORTEFEUILLE WETHOUDER VAN POELGEEST 13.30 — 17.00 UUR
Procedureel gedeelte van 13.30 uur tot 13.45 uur
20 Opening
21 Mededelingen
22 Vaststellen agenda
23 Conceptverslag van de openbare vergaderingen van de Raadscommissie BWK
d.d. 26 september 2012 en d.d. 10 oktober 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl
24 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering
per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen.
25 Tkn-lijst
4
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 14 november 2012
Inhoudelijk gedeelte vanaf 13.45 uur
26 Opening inhoudelijke gedeelte
27 Inspreekhalfuur Publiek
28 Actualiteiten en mededelingen
29 Rondvraag
Ruimtelijke Ordening
30 Vaststellen Stedenbouwkundig Plan Driehoek Kop Java, 2012 Nr. BD2012-
008006
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 28 november 2012)
e _ Stadsdeel Oost is hierbij aanwezig
31 Welstandskader light voor studentenhuisvesting Rl-Oost, Zeeburgereiland Nr.
BD2012-010933
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 28 november 2012)
32 Vaststellen van een verordening tot wijziging van de Verordening geldelijke
voorzieningen externe commissieleden Nr. BD2012-004509
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 28 november 2012)
Klimaat en Energie
33 Voorgenomen oprichtingsbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Nr.
BD2012-009316
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 28 november 2012)
5
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 14 november 2012
Grondzaken
34 Kennisnemen van de evaluatie van de Bouwportemonnee, intrekken van de
Bouwportemonnee en van de bijdrageregeling voor grondexploitaties en wijziging
bijlage A van de Verordening op de Stadsdelen Nr. BD2012-010004
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 28 november 2012)
35 Afsluiten grondexploitaties Amstel Ill, vaststellen Investeringsbesluit en
transformatie-exploitatie kantorenstrook Amstel Ill, vaststellen Resplan
bedrijvenstrook Amstel IIl en het beschikbaar stellen van een krediet voor de
kantorenstrook Nr. BD2012-009690
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 28 november 2012)
36 Selecties van marktpartijen bij gronduitgifte anno 2012 Nr. BD2012-007440
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
37 Pilot met overeenkomsten met een afnamerecht van de grond in erfpacht (in
plaats van afnameplicht zoals nu gebruikelijk) Nr. BD2012-009172
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Volkshuisvesting
38 Brief aan Raadscie. BWK over aanbiedingsafspraken 2012 Nr. BD2012-011432
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
6
| Agenda | 6 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1635
Publicatiedatum 14 december 2016
Ingekomen onder T
Ingekomen op woensdag 30 november 2016
Behandeld op woensdag 30 november en donderdag 22 december 2016
Status Niet in stemming gebracht
Onderwerp
Amendement van het lid Dijk inzake het uitsluiten van shishalounges in
het bestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1596).
Constaterende dat:
— in het voorliggende bestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp geen algemeen
gebruiksverbod voor shishalounges is opgenomen.
Overwegende dat:
— het voorontwerpbestemmingsplan De Pijp wel een algemeen gebruiksverbod voor
shishalounges kent;
— het de planologische helderheid ten goede komt als in de gehele Pijp nieuwe
shishalounges niet mogelijk zijn;
— hettoestaan van nieuwe shishalounges ongewenst is, mede met het oog op
veiligheid.
Besluit:
— in het voorliggende bestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp onder Artikel 17.2
Gebruiksverbod (pagina 44 van de Regels en Toelichting) lid b als volgt te
wijzigen: ‘als automatenhal, belwinkel, geldwisselkantoor, shishalounge,
seksinrichting, smartshop en massagesalon’;
— het bestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp verder dienovereenkomstig aan te
passen.
Het lid van de gemeenteraad
T.W. Dijk
4
| Motie | 1 | discard |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.