text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
VN2023-018027 N% Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S E D Vavo Amsterdam Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, x Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023 Ter kennisneming Portefeuille Gemeentelijk Vastgoed Agendapunt 3 Datum besluit College van B&W, 11 juli 2023 Onderwerp Nieuwe huurprijssystematiek voor gemeentelijk maatschappelijk vastgoed De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de nieuwe huurprijssystematiek voor gemeentelijk maatschappelijk vastgoed Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 169 Bestuurlijke achtergrond Sinds de invoering van de kostprijsdekkende huur in 2015 zijn er knelpunten, met betrekking tot de betaalbaarheid van maatschappelijk vastgoed, met name bij nieuwbouw. Deze inzichten hebben het college van B&W ertoe gebracht in 2018 aan de gemeenteraad het voornemen kenbaar te maken een nieuwe kostprijssystematiek voor maatschappelijke huur vit te werken. In oktober 2022 heeft de wethouder Gemeentelijk Vastgoed de raad voor het laatst geïnformeerd met een toezegging om medio 2023 een voorstel voor een nieuwe huurprijssystematiek te doen. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nee Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.10 1 VN2023-018027 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, Gemeentelijk % Amsterdam ‚ ‚ _ Vastgoed % Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023 Ter kennisneming 20230712 Nieuwe huurprijssystematiek voor gemeentelijk maatschappelijk AD2023-060420 vastgoed.pdf (pdf) AD2023-060419 Commissie SED Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) directie Gemeentelijk Vastgoed, Pieter Habets, email: p.habets@&amsterdam.nl, tel: 06-11 927 335 Gegenereerd: vl.10 2
Voordracht
2
val
4 Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 30 juni 2022 Portefeuille(s) Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): _ Melanie van der Horst Behandeld door Programma Bruggen en Kademuren, t.hilgers &amsterdam.nl Onderwerp Versterking Marie Thomas Tonnonbrug (brug 2484) Geachte leden van de gemeenteraad, Op 30 mei 2022 bent u geïnformeerd over de vertraging bij het versterken van de Marie Thomas Tonnonbrug (brug 2484) en het als gevolg daarvan langer duren van de afsluiting. Nu is er goed nieuws. De eerder voorbereide versterkingsmethode is na extra controleberekeningen goedgekeurd. Volgens de huidige planning kan de brug vanaf zondag 17 juli weer gebruikt worden door al het toegestane verkeer. Ook het vaarverkeer kan vanaf dan weer onder de brug door. Versterking van de brug Bij de bouw van de brug voor bussen, fietsers en voetgangers is onvoldoende wapening (stalen versterking) in het beton gebruikt. Eind mei stonden we op het punt om de betonnen liggers van de brug te versterken met 2 stalen klemconstructies. De laatste controleberekeningen gaven echter geen uitsluitsel of de liggers met de klemconstructies sterk genoeg zijn om alle krachten op te kunnen vangen. Om geen risico te nemen, zijn de werkzaamheden toen stopgezet. Om meer duidelijkheid te krijgen is met speciale software een aanvullende berekening gemaakt. Die berekening geeft nu uitsluitsel dat de brug veilig versterkt kan worden met de klemconstructies. Dit betekent dat we deze oplossing gaan toepassen. Uit voorzorg wordt de hele brug doorgerekend om uit te sluiten dat we in de toekomst nog voor andere verrassingen komen te staan. Brug weer open op 17 juli We plaatsen in de week van 1 juli de 2 stalen klemconstructies op de betonnen liggers aan beide kanten van de busbaan. De werkzaamheden voor de versterking en het verwijderen van de tijdelijke voetgangersbrug worden naar verwachting in het weekend van 16 juli afgerond, waarna de brug op 17 juli weer in gebruik kan worden genomen. Deze oplossing levert geen hinder op voor bussen, nood- en hulpdiensten, fietsers en voetgangers die de brug gebruiken. Aandachtspunt is dat de hulpconstructie onder het brugdek uitsteekt en daarmee de doorvaarthoogte ter plaatse verkleint. Gebruikers worden hier met borden op geattendeerd. De doorvaarthoogte is over het geheel straks gelijk aan brug 372 ten zuiden van de Marie Thomas Tonnonbrug en vormt daarmee geen beperking voor het vaarverkeer. Beperking voor zwaar verkeer Een belangrijke voorwaarde voor ingebruikname is dat de brug straks alleen door bussen en nood- en hulpdiensten gebruikt wordt. Oneigenlijk gebruik door zwaarder bouw- en landbouwverkeer Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3o juni 2022 Pagina 2 van 2 zoals voorheen, kan nieuwe schade aan de brug toebrengen. De beheerder onderzoekt oplossingen om dit te voorkomen. Tot die tijd worden er tijdelijk extra gehandhaafd. Communicatie Bewoners ontvangen vrijdag 1 juli bijgevoegde informatiebrief. Ook wordt via de BouwApp, de website van de gemeente en via de websites en apps van de vervoersbedrijven gecommuniceerd over de planning. Ik vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Kra Ate) Ë * Ë Melanie van der Horst Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Bijlage: Bewonersbrief 1 juli 2022 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
D Gemeente Amsterdam W l J % Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid % Gewijzigde agenda, donderdag 21 februari 2008 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid Tijd 09.00 tot 12.30 uur Locatie 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 _vragenhalfuur publiek 5a Conceptverslag e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissiewij @raadsgriffie.amsterdam.nl 5b Conceptverslag Besloten vergadering e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissiewij @raadsgriffie.amsterdam.nl 6 openstaande toezeggingen 7 Termijnagenda 8 Actualiteiten Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam W l J Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid Gewijzigde agenda, donderdag 21 februari 2008 Jeugdzaken 9 _ Invulling structurele prioriteit cultuureducatie voor vouchers cultuureducatie 2007 en 2008; stand van zaken cultuureducatie & onderwijs Nr. BD2008-000729 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Riem-Vis (PvdA) in de vergadering van 31- 01-2008 10 Hoofdlijnennotitie Opvoedondersteuning Nr. BD2008-000733 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Mahrach (PvdA) in de vergadering van 10-01- 2008 en uitgesteld in de vergadering van 31-01-2008 Jong Amsterdam - Kinderen Eerst 11 Systeem in Beeld en Basis op orde Nr. BD2008-000734 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van de heer de Wit (VVD) uitgesteld in de vergadering van 31-01-2008 Jeugdzaken 12 Opvoeden en veiligheid, brief tkn van wethouder Buyne Nr. BD2008-000732 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Mahrach (PvdA) en uitgesteld in de vergadering van 31-01-2008 Educatie 13 Aanpak Wachtlijsten Buitenschoolse Opvang en Voortgang Dagarrangementen en Combinatiefuncties Nr. BD2008-000660 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Hoogerwerf (D66) 14 Vervolgonderzoek Voortijdig Schoolverlaten Nr. BD2008-000728 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Van der Pligt (SP) Algemeen 15 Rondvraag 2 Gemeente Amsterdam WIJ Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid Gewijzigde agenda, donderdag 21 februari 2008 TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN Jeugdzaken 16 Licht ambulante hulp BJAA Nr. BD2008-000846 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen Werk en Inkomen 17 Bevordering uitstroom In- en Doorstroombanen; wijziging Beleidsregels Re- integratieverordening Wet werk en bijstand Nr. BD2007-005039 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 18 Rapportage ‘Schuldhulpverlening' GOA - beantwoording vragen raadslid Paquay Nr. BD2008-000764 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen Educatie 19 Van acht tot acht arrangementen in Amsterdam West Nr. BD2008-000879 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 20 Beantwoording schriftelijke vragen mw. Sargentini inzake Sammas Nr. BD2008- 000931 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 3
Agenda
3
val
x Gemeente Amsterdam W B % Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn % Agenda, woensdag 24 september 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn Tijd 09:00 tot 12:30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis Procedureel gedeelte 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie WB d.d. 3 september 2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie WB@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar 6 _Tkn-lijst Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn W B Agenda, woensdag 24 september 2014 Inhoudelijk gedeelte 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Bouwen en Wonen 11 Rapport Teulings en Conijn 'Naar ontvlechting en verzakelijking Nr. BD2014- 008210 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissieleden Shahsavari — Jansen (CDA) en Groot Wassink (GL) e Was Tkn 10 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014 e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 13, 14, 15 en 16 12 Brieven t‚k.n. maatwerk Amsterdam - Utrecht Nr. BD2014-008209 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL) e Was Tkn 9 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014 e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 12, 14, 15 en 16 13 Brieven t‚k.n. over concept Novelle bij Herzieningswet Nr. BD2014-008211 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL) e Was Tkn 12 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014 e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 12, 13, 15 en 16 14 Implementatie Hervormingsagenda minister Blok Nr. BD2014-008212 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL) e Was Tkn 13 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014 e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 12, 13, 14 en 16 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn W B Agenda, woensdag 24 september 2014 15 Notitie RIGO 50 - 50 variant WWS Nr. BD2014-008214 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL) e Was Tkn 14 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014 e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 12, 13, 14en 15 16 Evaluatie jongerencontract Nr. BD2014-008207 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Van Dantzig (D66) e Was Tkn 3 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014 3
Agenda
3
train
| Amsterdam.nl % Formulier raadsadres LN Naam OON hee nn ENE En, en a, | Adres ‚ : : Postcode Plaats Telefoon Uw bericht ee Raadsadres: Aan de Gemeenteraad van Amsterdam. ’ : Onderwerp : Reactie op het vrijgeven van horeca openings- en : sluitingstijden van Rembrandtplein en Leidseplein en de plannen voor : “regel luwe zones” ( ook voor horecazaken!) ' Met onderaan als bijlage: raadsadres dd. 22 februari 2011. Amsterdam, 3 februari 2014 Geachte Raadsleden, Geacht DB, Al jaren maak ik mij grote zorgen over het beleid van de gemeente Amsterdam op het gebied van de toerisme, horeca en openbare ruimte. In het céntrum en omliggende buurten wordt de publieke ruimte steeds ' meer in beslág genomen door particuliere ondernemers en hun klanten 19-3-2015 7 : Page 2 of 9 (dagjesmensen en toeristen). : Door constante groei van het toerisme worden niet alleen straten, trottoirs en pleinen, maar ook (openbare) voorzieningen jaar na jaar slechter toegankelijk voor Amsterdammers zelf. Dit alles gebeurt onder regie van de Gemeente middels toerisme bevorderend beleid. De leefomgeving van Amsterdammers is de laatste jaren door deze “verpretparking” van Amsterdam enorm verslechterd. De privéruimte van steeds meer Amsterdammers wordt dag en nacht aangetast door leef- en slaap verstorende herrie, met als gevolg: chronisch slaaptekort en gezondheidskiachten. Spreiding van toeristen over de stad helpt niet. Weliswaar worden er in steeds meer buurten van Amsterdam toeristen gehuisvest ( air bnb) en nieuwe horecazaken geopend, maar het gevolg is vooral dat er steeds meer overlast komt . De druk op de binnenstad neemt nl. niet af: al die extra toeristen gaan uiteindelijk toch ook nog naar het Centrum om daar de “Highlights” van Amsterdam te zien en te “beleven”. Amsterdam begint daardoor voor steeds meer bewoners een onaangename stad te worden om in te wonen, te leven en te werken. De openbare ruimte wordt te vol, te druk, te lawaaiig en te vuil, niet alleen voor bewoners, maar ook voor bezoekers. De prijs die de “gewone” Amsterdammer hiervoor moet gaan betalen begint veel te hoog te worden! Als de regelgeving verder versoepeld wordt zal dit uitbaten(door particuliere ondernemers) van de openbare ruimte, zonder dat de lokale overheid mogelijkheden en middelen heeft om dit proces fatsoenlijk te On, ae beheren en beheersen, de leefomgeving van steeds meer Amsterdamse … Dn B: burgers ingrijpend aantasten. n : Amsterdam dreigt dan aan het succes van het eigen beleid ten onder te , ‚gaan. . ‚ En : ‚ *__Naar aanleiding van het besluit van de Gemeente om openingstijden op En B Rembrandtplein en Leidseplein te gaan verruimen‘en het plan om oe “regelluwe zones” voor ondernemers in te stellen( ook voor de horeca!) , ’ stuur ik daarom dit raadsadres. 5 … Punten: . 1) Kijk svp uit met het schrappen van regels, met dereguleren! Eenmaal de teugels los, en je krijgt niemand meer in het gareel! Vertrouwen op “zelfregulering” bij dit soort dereguleringsprocessen is niet realistisch ( de fietschaos lost zichzelf niet op, dereguleren van de banken heeft geleid tot een financiële crisis!) Vertrouwen op “zelfregulering” van mensen is met name misplaatst als het zich niet houden aan regels veel voordeel of financieel gewin oplevert en de negatieve effecten/consequenties ervan te verwaarlozen zijn (bij de horeca bv.: geen stok achter de deur: geen sancties, geen boetes, vergunningen kunnen niet afgepakt etc). : Mensen zijn wat dat betreft zeer calculerend! Bovendien is het zich aan de regels houden op grond van empathie, inlevingsvermogen, etc. (wat gij niet wil dat U geschiedt….) of innerlijke beschaving en zelfbeheersing in een stad als Amsterdam ’ ( vrijbuiters!) nauwelijks nog aanwezig, vooral niet als men veel gedronken : heeft of als er veel geld te verdienen valt! Zelfregulering en zelfbeheersing bestaan dan niet. . Uit psychologisch onderzoek kan worden afgeleid dat mensen vooral te bewegen zijn tot gewenst gedrag als ze voor goed gedrag beloond worden en tegelijkertijd ook fors worden gestraft voor gedrag dat niet getolereerd wordt. 19-3-2015 On Page 3 of 9 _ Verder blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat mensen heel slecht afstand kunnen doen van eenmaal verworven goederen en rechten en altijd de buurman als referentiekader nemen (als die zich misdraagt, dan mag/doe ik dat ook!) . Vooral in een vrijheidlievende stad als Amsterdam, waar burgers en ondernemers zeer assertief voor hun vrijheid en hun rechten opkomen, : waar mensen lak hebben aan regels, waar burgers en ondernemers de . randen van de wet opzoeken en speculeren op het onvermogen van ambtenaren en overheid om de wet fatsoenlijk te handhaven, moet je dat dereguleren dus niet willen als bestuurder. 2) De Amsterdamse economie kan niet zonder de toeristenindustrie en horeca, dat is duidelijk en dat snapt elke Mokumer. Maar streven naar nog grotere toeristenaantallen, nog meer internationale bekendheid en economische groei, werkt contraproductief; het werkt uitsluitend “meer van hetzelfde” in de hand en doet een “monocultuur” van “studenten”, “creatieven”, “yuppen”, toeristen en bezoekers, van entertainment en horeca, ontstaan. Een beleid dat gericht is op de groei van toerisme en horeca (meer hotels, . meer entertainment, meer horeca, meer winkels, streven naar 24 uurs horeca-economie) en dereguleren (o.a. regelluwe zones) leidt tot “meer van hetzelfde”. Een dergelijk beleid is: niet divers, niet duurzaam, niet “sociaal, niet kleinschalig, niet milieu vriendelijk. En __ Eigen beleidsuitgangspunten en het unieke “selling point” van Amsterdam ( een goede balans tussen wonen, werken en uitgaan) worden er ingrijpend en blijvend door ondergraven en aangetast. : we 3) Protesteren helpt niets! …: oe en Oer Al jaren leidt het ( steeds luidere) protest van bewoners tegen té massaal 7 toerisme, tegen té luidruchtige horeca, en tegen té grote drukte in de stad on (de. kranten staan er regelmatig vol mee) tot niets. (Zie ook Bijlage: Zen ne Raadsadres beworiersgroepen dd. 22 februari 2011!) TO De Bestuurders lijken-herende doof en ziende blind te’ zijn. en n Pro forma hebben burgers inspraak, maar uiteindelijk hebben inwoners DO niets te zeagen: . ' de trein van het toerisme, van de “verpretparking” van Amsterdam, en de overlast die daar het gevolg van is, dendert, ondanks alle protesten, al jaren voort! 4) Conclusies en wensen: Het afschaffen van regels ( en dan maar vertrouwen op “zelfregulatie”), de slager zijn eigen vlees laten keuren, werkt niet. Vertrouwen op zelfregulering is daarom onverstandig. Regels zijn noodzakelijk om mensen in het gareel te houden. Die regels moeten dan wel functioneel zijn en door de lokale overheid ook effectief worden gehandhaafd. Sturing komt meestal niet uit mensen zelf voort en moet daarom door de lakale overheid georganiseerd worden. . Dat behoort tot de taken van het door Amsterdamse burgers gekozen Gemeentebestuur. De lokale overheid dient regels { vooral die m.b.t. publieke ruimte en de publieke veiligheid: APV) regelmatig te herzien en te vernieuwen, zodat die regels weer functioneel en effectief zijn, voor alle Amsterdamse burgers, en niet alleen voor ondernemers! Het doel ervan is om het samen leven van inwoners, ondernemers en bezoekers in de stad mogelijk te maken en te houden. . Het afschaffen van “regeltjes” kan en mag dus nooit de “oplossing” zijn voor het niet meer functioneel zijn van bestaande regels en een falende 19-3-2015 OO Page 4 of 9 handhaving. Een dergelijk middel ( het afschaffen van regels) is erger dan de kwaal ( het niet functioneel zijn van regels). Het riekt bovendien naar onbehoorlijk bestuur omdat de burger straks geen enkele mogelijkheid meer heeft zich te beroepen op regel- en wetgeving en zich niet meer kan verweren tegen ontwikkelingen die hem in zijn rechten aantasten. Het afschaffen van regels is een zwaktebod en zal leiden tot chaos en asociaal gedrag van gebruikers van de openbare ruimte. Het afschaffen van regels bevoordeelt vooral de sterkste groepen . (ondernemers en bezoekers) en behartigt de belangen van de “gewone” inwoners van Amsterdam onvoldoende. Het is daarom noodzakelijk dat er in onze overvolle stad grenzen gesteld worden aan het gebruik van de openbare ruimte, niet alleen in plaats, maar ook in tijd en ook met betrekking tot het volume van geproduceerd geluid { geluid is per definitie grensoverschrijdend, gaat door ramen en muren en tast zo de privésfeer van mensen ingrijpend aan). Anders wordt de stad onleefbaar! Zich houden aan bestaande regels zal in sommige gevallen ook door de lokale overheid afgedwongen moeten worden, met name om te voorkomen dat de vrijheid van de één de vrijheid van de ander op onacceptabele wijze gaat beperken en minderheden onder de voet gelopen zullen worden. Regels dienen dus niet afgeschaft te worden, maar te worden verbeterd en herzien. Ze moeten worden aangepast aan de elsen van de tijd. - _… *: Dat-betekent niet per definitie minder regels, maar wel bêtere-en meer * , . functionele regels. n Bovendien is het van groot belang om die (nieuwe) regels goed te handhaven. " en. : en : Gezien de vele protesten van bewoners tegen het oeverloos te gelde : maker en bezetten … E Ì ( uitwonen!) van de openbare ruimte door particuliere ondernemers is het dus de hoogste tijd dat onze lokale bestuurders de bescherming van de rechten van bewoners weer prioriteit gaan geven, Immers: Het (mensen)recht om in je eigen huis ongestoord en veilig te kunnen wonen, het recht op privacy en een veilige leefomgeving, wordt in Amsterdam al jaren steeds verder aangetast! Dat zal de stad uiteindelijk ook minder aantrekkelijk maken voor toeristen! Regeren is vooruit zien: & Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald! Met vriendelijke groet, nn. Bewoonster van de Noord Pijp sinds 1982. Bijlage: Hieronder: Raadsadres dd. 22 februari 2011 van diverse bewonersgroepen. Raadsadres: Aan de Gemeenteraad van Amsterdam. Onderwerp : Reactie bewonersgroepen op plan vrijgeven van horeca openings- en sluitingstijden van D66 en de Partij voor de Dieren. : Met vragen en een bijlage. - Amsterdam, 22 februari 2011 Geacht D.B. en geachte Raadsleden, Hierbij onze reactie op het voorstel van D66 en de Partij van de Dieren om openings- en sluitingstijden te verruimen en/of vrij te geven £ Vergadering Commissie Algemene Zaken en Financiën , donderdag 13 januari 2011). 19-3-2015 EE : __ Page S of 9 Alleen al het feit dat men dit serieus overweegt heeft ons bijzonder geschokt, Hieronder zullen wij aangeven waarom. Gevolgen van nachthoreca voor handhaving, beheer openbare ruimte en woonfunctie van dichtbevolkte woonwijken in en rond het Centrum: Met de huidige ontwikkeling van “nightlife” in woonwijken in en rond het Centrum is er een proces in de openbare ruimte in gang gezet dat nauwelijks te sturen of te beheren is, De nieuwe “terrassencultuur” en het “staand drinken” leveren een vorm van overlast op die niernand meer baas kan: horecaondernemers niet, bewoners niet, milieudienst niet en politie niet. De overlast wordt met name veroorzaakt door jongeren en jong volwassenen, die ’s nachts zeer luidruchtig de publieke ruimte opeisen en “bezetten”, staand drinkend en rokend, maar ook schreeuwend, telefonerend, lallend, wild plassend, kotsend, drugs gebruikend, etc. O.a. door het rookverbod ( de hele nacht groepen rokers op straat; deuren van cafés blijven altijd open staan, met kelharde muziek aan) en door het gedogen van staand drinken ( veel meer mensen in/voor cafés en op/naast terrassen!) lukt het al jaren niet om de onacceptabele (geluids) overlast, die ontstaat ten gevolge van dit massale nachtelijke horeca-vertier In de openbare ruimte, te verminderen. De woonfunctie van bepaalde “horeca” buurten in en rond het Centrum is daardoor zo onder druk komen te staan dat heel wat bewoners 1 noodgedwongen zijn verhuisd of zich genoodzaakt zien te gaan verhuizen: verjaagd uit hun woningen en buurten door horeca en horecabezoekers. Na _ het Centrum dreigen nu de bepaalde woonwijken in de Jordaan en de OE" Noord Pijp-door nachtelijke horeca onder de voet te worden gelopen. et En Een onacceptabele gang van zake. : “Afdelingen Milieu ( Handhaving, Stadsdelen) en Politie ( Openbare Orde, ' „ Gemeente), nodig om de zaak in goede banen te leiden, zitten niet alleen en : opgescheept met een wet- en regelgeving die niet afdoende is en/of . 5 ‘moellijk uitvoerbaar, maar hebben ook onvoldoende middelen en Ot 5 menskracht tot hun beschikking om de zaak goed aan té kunnen pakken. “___En dat zal er, met alle noodzakelijke bezuinigingen die moeten worden doorgevoerd, niet beter op worden. Dus (?) gedoogt of dereguleert men, mede onder druk van de publieke opinie, die wordt aangestuurd door de horecalobby, Ai Amsterdam en de Amsterdamse pers, Onder het mom van het “iberale gedachtegoed” wordt “gestreden” voor “de vrijheid” ( van wie eigenlijk?) en tegen de zogenaamde “vertrutting” ( een begrip dat nog nooit fatsoenlijk is gedefinieerd!) Klagende bewoners worden vooral lastig gevonden, geridiculiseerd en gediskwalificeerd (oude zeurpieten!). Zij worden aan het lijntje gehouden met niet effectieve, symbolische maatregelen ( HOT lijn, geluidsmetingen, publieksacties, subsidie op dubbel glas, etc.) en zelf verantwoordelijk gemaakt voor het bestrijden van de overlast ( overlegvormen). Regels die in de praktijk wél effectief blijken om horecaoverlast te begrenzen ( verbod op staand drinken, sluitingstijden die de nachtrust niet verstoren, het gesloten houden van ramen en deuren van cafés als er muziek aanstaat) worden niet gehandhaafd, of, nog erger, afgeschaft. Structurele, preventieve maatregelen die helpen tegen geluidsoverlast ( verplichte akoestische onderzoeken, verplichte muziekbegrenzers, sluitingstijden die de nachtrust van bewoners respecteren, minder ontheffingen etc.) worden niet genomen. 19-3-2015 Page 6 of 9 Toekomstig beleid, regelgeving (sluitingstijden), handhaving horeca: : Als men op deze wijze door blijft gaan met het uitbreiden van horecaexploitatiemogelijkheden en het ontwikkelen van nachtleven in oude woonwijken, dan zal elke poging om grip te krijgen op de nu al onacceptabele horecaoverlast in en rond het Centrum bij voorbaat gedoemd zijn te mislukken. | Uiteraard zijn een goedwerkende HOT lijn, een verbeterde klachtenregistratie, het slimmer inzetten van politie en handhavers en het sneller opleggen van effectieve strenge sancties { Iik op stuk beleid) prima maatregelen om horecaondernemers, die zich niets van regels aantrekken en veel overlast veroorzaken ( ongeveer 20%!), enigszins in het gareel te krijgen. : Maar dat alles zal een oplossing voor de problemen in de publieke ruimte niet dichterbij brengen. Het blijven “doekjes voor het bloeden”. Het gaat nl. niet alleen om “incidenten”, het gaat om structurele horeca (geluids}overlast, die veroorzaakt wordt door het ontwikkelen van té massale nachtelijke horeca in buurten die daarvoor niet geschikt zijn. Om die (geluids) overlast ( gevolgen: chronisch slaaptekort, verminderde arbeidsproductiviteit, gezondheidsklachten etc.) tegen te gaan en zo veel mogelijk te beperken is goed proactief en preventief beleid nodig ( zie Bijlage). Een zich terugtrekkende overheid, het afschaffen van “regeltjes” ( lees: het: schrappen van essentiële regels uit de APV) lost helemaal niets op, maar werkt juist een structurele grenzeloosheid in de openbare ruimte verder in de-hand, : EE, on -Grensoverschrijdend gedrag van horëca ‘en uitgaanspubliek; dat de vrijheid oe van anderen aantast en maar zelf niet wordt begrensd of bestreden, leidt . 7 tot grenzeloos asociaal gedrag In de openbare ruimte en uiteindelijk tot ot _= Syerloedering” van woonbuurten (onacceptabele geluidsoverlast, openbare : ’ dronkenschap, vervuiling, ordeverstoringen etc. ) Overläst is bovendien dikwijls een voorstadium vân chaos, agressie, ongelúkken en criminaliteit. En . . 7 Wij vrezen daarom dat nog meer nachtelijke horeca het proces van : onbeheersbaarheid en verwording van de openbare ruimte in de binnenstad zal versnellen en verergeren. Ì Zelfregulering en zelfbeheersing zijn, zo leert de praktijk, zowel bij horecaondernemers als bij horecabezoekers slechts mondjesmaat aanwezig. Het gaat immers om ( heel veel) geld en € heel veel) drank, De moraal is dan meestal ver te zoeken! . Voor het garanderen van de openbare orde en veiligheid in woonwijken met veel horeca is dus meer nodig dan dereguleren, liberaliseren en vertrouwen op zelfregulering van de horeca. Goed proactief beleid, goede horecaregels, snelle en strenge sancties en een verstandig handhavende overheid zijn onontbeerlijk! Anders zal de woonfunctie van het centrum en aangrenzende woonbuurten verder onder druk komen te staan, hetgeen ons in tijden van grote woningnood niet wenselijk lijkt. Het voorstel, dat ( {n gevallen van horecaoverlast) horecaondernemers “er samen met omwonenden uit moeten komen” voordat er door de lokale overheid ingegrepen wordt (plannen horeca/terrassenbeleid Stadsdeel Centrum) legt de zaak te veel op het bordje van de strijdende partijen zélf en ondergraaft de rechtspositie van bewoners. Juist als het recht van de sterkste ( horecalobby, massaal horecabezoek) gaat overheersen, dient de lokale overheid op te komen voor belangen en 19-3-2015 k Page 7 of 9 | rechten van minderheden, zeker als rechten van de mens ( EVRM art.8) } in het geding zijn. Met name deze taak van de lokale overheid dient dan niet te worden afgewenteld op de gedupeerden zelf. Goede regels, snelle en strenge sancties en een verstandig handhavende overheid blijven dus onontbeerlijk. ’ Doorgaan met plannen om sluitingstijden te verruimen of vrij te geven (om | van de Amsterdamse binnenstad een “Topstad bij Nacht” te maken) zal | voor bewoners van buurten met veel horeca een absolute ramp zijn, ook als het gaat om zogenaamde “pilots”, Doorgaan met liberaliseren en dereguieren van de horecabranche, als . oplossing voor een falende handhaving, vinden wij onbehoorlijk: de hiaten in wet en regelgeving zullen er slechts groter door worden en de mogelijkheden van bewoners om zich te beroepen op wetten en regels zullen nog verder worden beperkt. Bovendien zadelt men zo de eigen ambtenaren ( handhavers, politie) met een onmogelijke opdracht op. . Het veelgebruikte argument, dat het vrijgeven van sluitingstijden minder overlast geeft, is aantoonbaar onjuist en in tegenspraak met onderzoeksresultaten en ervaringen van politie en bewoners. ' Het vrijgeven of verruimen van sluitingstijden bezorgt bewoners juist meer overlast (omdat de overlast langer duurt!) en ook de politie heeft er op den duur geen baat bij. Stem daarom niet in met het plan om horeca openings- en sluitingstijden vrij te geven/ te verruimen/ af te schäffen. 7 oe eine ve Stem niet in met verdere liberalisering/deregulering vande horeca. vene en ' Stop met het beleid dat van de binnenstad en omliggende buurten in de 3 : nacht één grote openluchtsociëteit wil maken (-“Topstad” bij Nacht). . : en Maorkom dat horeca en horecabezoekers het alleenrecht krijgen op de. De. ‘openbare ruimte en deze volledig bezetten in de nacht, 7 DO Oe Stop met het misbruiken van eeuwenoude huizen als pittoresk decor voor nachtelijk privévertier in de publieke ruimte. an Or 7 -_Amsterdam XL is geen feestterrein of pretpark: er wonerm échte mensen. : Respecteer woonrechten van burgers en verkwansel de openbare ruimte … niet. Zet U in voor een horecabeleid, dat meer rekening houdt met de belangen van bewoners van dichtbevolkte woonwijken in en rand het Centrum. zet U in voor het behoud van de woonfunctie van de binnenstad en omliggende buurten. . Stem vóór een horecagebeuren dat bruisend is, maar wel begrensd blijft, in tijd, ruimte en geluidssterkte, en zoek nieuwe, creatieve oplossingen voor vrijere horeca-exploïtatie in de nacht op ruimere en minder dichtbevolkte locaties. Hopelijk kan dan de veel geroemde balans tussen wonen, werken en uitgaan, die de binnenstad van Amsterdam ( XL) zo uniek maakt en die wij allen zo waarderen, weer in ere worden hersteld. . VRAGEN: 1.ls de Gemeenteraad het met ons eens dat verder uitbreiden van nachtelijke horecaexploitatie In en rond het centrum { door het vrijgeven van sluitingstijden) uit den boze is omdat Gemeente en Stadsdelen nu reeds niet in staat zijn om horeca ( geluidsoverlast) en openbare ruimte (veiligheid, ordeverstoringen, criminaliteit) naar behoren te sturen en te beheren? 2.Is de Raad het met ons eens dat er een nieuwe generatie zware drinkers in de maak is onder jongeren in Amsterdam en dat alleen al dáärom 19-3-2015 Page 8 of 9 { voorbeeldfunctie, volksgezondheid, alcoholmatigingsbeleid!) moet worden gestopt met een beleid, dat meer en massaler drankmisbruik in de nacht (op terrassen en in de publieke ruimte) mogelijk maakt? : 3.Waarom baseert men zich bij plannen voor nieuw horecabeleid op uitgangspunten die aantoonbaar onjuist zijn? o„.a.: onjuist standpunt dat vrijgeven van sluitingstijden minder overlast geeft; onjuiste registratie en inventarisatie klachten HOT lijn ) 4.Waarom baseert men zich bij nieuw horecabeleid { terrassenregelgeving, staand drinken, verruimen sluitingstijden etc.) op de gang van zake in andere steden, terwijl de situatie in deze steden op geen enkele manier met die in Amsterdam te vergelijken is? 5, Waarom leidt elke verandering in horecabeleid en horecaregelgeving meestal wél tot een uitbreiding van horeca exploitatiemagelijkheden maar : : vrijwel nooit tot een evenredige uitbreiding van handhaving en politie en een vermindering van overlast? 6. Zijn bewoners, die in de veronderstelling leven dat horecaregelgeving : ook als doel heeft om horeca te reguleren/begrenzen, horecaoverlast te beperken en de woonfunctie te beschermen, onjuist geïnformeerd? "7. a. Is dronkenschap op het terras ook openbare dronkenschap? Als herecaondernemers dat zelf niet in de hand houden, tot wie moet je je als burger dan wenden? Handhaving? Politie? bh. Als er 20 cafébezoekers vóór de cafédeur tot diep in de nacht staan te roken (terras gesloten, wél horecaklanten, geen glas in de hand, wél allemaal stomdronken, veel geluidsoverlast), onder wiens verantwoordelijkheid valt dat dan als de cafébaas niet “ingrijpt” ? . : it c. Zijn dat “hanajongeren”? * er oen ee Bewonersgroep Gerard Doubuurt Bewonersgroep Voetboogstraat . : an Bewonersgroep Hooj/lordaan Bewonersgroep Leidse in Last E … Namens deze Wen, en | . Amsterdam. : Ì DO Antwoorden s.v.p. ook sturen EE . \ BIJLAGE - - : Geluidsoverlast door horeca : : De belangrijkste hinderbepalende factor voor geluidhinder is de geluidsbelasting uit de omgeving. Ook andere, niet-akoestische, factoren ({ bv, angst voor de bron, verwachting, beheersbaarheid, vrijwilligheid, geluidgevoeligheid) spelen een rol , maar deze zijn minder bepalend voor ervaren geluidsoverlast dan de factoren in de omgeving. Ervaren geluidsoverlast wordt dus vooral bepaald door de geluidsbron, nl. door: Intensiteit van het geluid: hoe hard is het geluid: harde muziek, veel decibellen, harde bassen, hard geschreeuw etc. etc. Frequentie van het geluid: hoe vaak komt het geluid voor: Vaak dreunende bassen, vaak schreeuwende en gillende mensen, vaak startende motoren, vaak afgaande alarmen, vaak stationair draaiende taxi's of scooters, vaak rondrijdende sirenes etc. etc. Hoeveelheid geluid: aantal verschillende geluidsbronnen : veel horeca in : één straat, veel bezoekers, veel mensen op het terras ( straat, plein), staterrassen, veel mensen die schreeuwen etc. etc. Tijdsduur van het geluid: hoe lang duurt het geluid: altijd geschreeuw, altijd lawaai, dag en nacht, zomer en winter, late sluitingstijden en dan 's morgens weer bevoorrading met vrachtwagens, het houdt nooit op etc. etc. __Clustering van geluid: zitten de geluidsbronnen bij elkaar in de buurt: . samenvoeging horecazaken, veel horecazaken op een kluitje in één straat, 19-3-2015 Page 9 of 9 een massa horeca/horecabezoekers: het geheel is meer dan de som der delen! Alle beleid dat gericht is op: Verminderen van sterkte, frequentie, hoeveelheid, tijdsduur en clustering van geluid zal dus effectief zijn in het . voorkomen en bestrijden van geluidsoverlast. Mogelijke concrete maatregelen m.b.t. de bronnen van geluidsoverlast zijn . dan bijv: Verminderen geluidssterkte: Structureel verplicht akoestisch onderzoek bij alle nieuwe horecaf/explaitatie vergunningen of verlengingen van horeca/exploitatievergunningen; verlagen grens van toegestane aantal decibellen; structureel installeren muziekbegrenzers; strikte handhaving van toegestane decibellen, etc. Verminderen geluidsfrequentie: Minder vaak herrie, periodes zonder herrie, sluitingstijden die goede nachtrust garanderen, sluitingstijden niet vrijgeven; minder vaak evenementen met harde muziek; minder ontheffingen, etc. etc. Verminderen hoeveelheid geluid: Geen oeverloze uitbreiding horeca; geen supergrote terrassen; geen clustering van horecazaken; geen samenvoeging van panden; geen staterrassen, geen muziek met open ramen en deuren etc. Vermindering geluidsduur: Sluitingstijden niet vrijgeven; sluitingstijden, die rekening houden met de nachtrust van omwonenden; “dag” zaken sluiten om 23.00 uur; oplossingen voor negatieve neveneffecten rookverbod na sluitingstijd terrassen etc. Minder clustering van geluidsbronnen: Geen samenvoeging En horecazaken/panden, geen, uitbreiding horecazaken, geen grote terrassen, bert ’ niet teveel horeca in één straat, geen clustering geluid ( geen open ramen en deuren indien binnen muziek aanstaat!), geen schuifpuien. . E a . Kortom: begrenzing In plaats/ruimte, tijd en decibellen van geluid aan de _ _ ea nn bron, niet uitsluitend reactief , maar ook proactief/preventief. OO ' : ' Mogelijke concrete maatregelen m.b.t. niet akoestische factoren ( zonder … - B k De bronmaatregelen is dat : “dweilen met de kraan open”): - e Verbeteren klachtenregistratie; verbeteren Functioneren HOT lijn ( Waar … . blijven alie klachten? Wat wordt er mee gedaan? Papieren werkelijkheid klopt niet met de realiteit;) * Verbeteren klachtenafhandeling; verbeteren HOT lijn ( bewoners hebben er geen vertrouwen meer in: klagen helpt niets, ondanks alle positieve berichten in officiële beleidsstukken) . e Verbeteren horecaregels; uitbreiding middelen en mankracht handhaving e Verbeteren handhaving: Kortere lijnen; strengere sancties ( je aan de regels houden levert meer op dan je niet aan de regels houden!). e Inhoudelijke strekking van de klachten van bewoners meewegen in het beleid {monitorfunctie van bewoners); niet slechts formeel/procedureel/ reageren op klachten/zienswijzen/inspraak; geen trucjes, geen “windowdressing”, * Compensatie van slachtoffers/gedupeerden horecageluidsoverlast ( subsidiëring isolatiemaatregelen; urgentieverklaringen bij verhuiswens; : vergoeding medische kosten, vergoeding verhuiskosten, financiële compensatie bij waardedaling onroerend goed, financiële vergoeding voor derving inkomsten huren etc, etc.) e Etc. Etc. 19-3-2015 : .
Raadsadres
9
train
x Ke é ps | led / wen mh GT | [1 LPS | / TS mé Ni ld se nb4 ed, NA k pe d uE | dh ke De EE Bi ES hd Le U ere ER Od \ | | | Kr A Factsheet Welke Buurten, Welke Opgaven? Stadsdeel Zuid — Mei 2022 % x x = In deze factsheet wordt ingezoomd op stadsdeel Zuid. Daarbij staat de vraag centraal: welke opgaven spelen er in de buurten in Zuid? = De factsheet is verdeeld in 2 hoofdopgaven: “Veerkracht Bewoners” & “Wonen en Leefbaarheid”. De hoofdopgaven zijn verdeeld in subthema's met onderliggende indicatoren, zie voor een compleet overzicht van de indicatoren de bijlagen. m De factsheet is input voor het voeren van het gesprek. Zie de toelichting hieronder voor aanvullende informatie. m De factsheet is gebaseerd op het dashboard “Welke buurten, welke opgaven?” Beide producten zijn ontwikkeld door team iGGW. Ze geven in één oogopslag inzicht in de relatieve problematiek van buurten en geven een rangschikking van buurten op basis van de opgaven. Het dashboard geeft een overkoepelend beeld op het lage schaalniveau van de buurten: waar in de stad gaat het goed en waar is ruimte voor verbetering. Het dashboard vormt de basis van factsheets voor de 7 stadsdelen en zijn daarmee een aanvulling op de gebiedsanalyses en de website Gebied in Beeld. Toelichting: = __De opgaven geven een actueel beeld van de situatie in buurten. =__De gebruikte kleuren in de factsheet geven aan in hoeverre de achterliggende cijfers afwijken van het Amsterdamse gemiddelde. Ze geven niet aan of een cijfer goed of slecht is. In de kaartjes worden gemiddelde scores gebruikt en komen daarom niet altijd overeen met afzonderlijke kleuren van de subthema's in de tabellen. = __Elk(sub})thematelt even zwaar mee voor het bepalen van de opgave. Elke ‘indicator’ telt even zwaar mee voor het bepalen van een ‘subthema’. = __WVeerkracht Bewoners” is gebaseerd op buurtpercentages (niet op absolute aantallen). "Wonen & Leefbaarheid” is voor een groot deel gebaseerd op rapportcijfers van bewoners. =__ Gebruikte indicatoren kunnen beperkingen hebben. "__ Omdat er over enkele buurten te weinig data beschikbaar is, zijn deze niet opgenomen in deze factsheet. Dit verklaart dan ook de lege en/of missende buurten in de kaarten en tabellen. "Erwordt nog geen gebruik gemaakt van de gebiedsindeling van 2022, omdat daar nog onvoldoende data voor beschikbaar zijn. % An arta 4 [ Dn. REN N EEn A En JÁ : dg m BMA, | | Ars Vé ore De © EN Ae : X EE ee U miek © E_ iS a Oh Veerkracht Bewoners x x x Veerkracht Bewoners » Veerkracht Bewoners bestaat uit 5 subthema's: Werk en Inkomen, . . . Zij Gezondheid en Welbevinden, Jongeren, Ouderen en Kwetsbaarheid. al - 52 buurten in stadsdeel Zuid scoren op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners boven het stedelijk gemiddelde. = 14 buurten in stadsdeel Zuid scoren op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde. | \ -_In onderstaande tabel staan de vijf buurten met de laagste score op de | hoofdopgave Veerkracht Bewoners. De Rijnbuurt West kent de laagste 5 score in stadsdeel Zuid op deze hoofdopgave. Tabel 1. Top 5 laagst scorende buurten stadsdeel Zuid op hoofdopgave Veerkracht Bewoners. A. Gezondheid en Code Gebiednaam Aantal Aantalo- 26 Aantal 66+ A Werk en inkomen welbevinden A Jeugd (0-26 jaar) A Ouderen (66+ jaar) A Meest kwetsbaar Inwoners Jaar (volwassenen) NRN OO en mn TN EN ae meren sn nn Boven Amsterdamse Ú…_ mn Onder Amsterdamse gemiddelde gemiddelde x x x Er zijn 4 buurten in Oud-Zuid die onder het Amsterdamse gemiddelde scoren op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners. Het aandeel langdurige minima- pe” huishoudens en geregistreerde werkloosheid is hier relatief hoog. Ook is er EN een relatief hoog aandeel volwassenen met overgewicht. Op de Schinkelbuurt Zuid na ervaren volwassenen relatief vaker dan gemiddeld weinig regie, lichamelijke beperkingen en psychische klachten. Ook is het aandeel volwas- senen met een AO-uitkering relatief hoog. De ouderen in de 4 buurten zijn relatief vaak eenzaam en ervaren weinig regie. Met de jeugd gaat het in deze buurten relatief goed, al zijn er in de Marathonbuurt West en de Schinkelbuurt A Zuid relatief veel laag opgeleide schoolverlaters (LSV). Daarnaast wonen | kinderen in de Marathonbuurt West en Bertelmanpleinbuurt relatief vaak in | krappe woningen. h Tabel 2. Buurten in Oud-Zuid die op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde scoren. Code Gebiedmaam ee mre Aantal 66+ A Werk en inkomen eN elevinden A Jeugd (o-26 jaar) A Ouderen (66+ jaar) A Meest kwetsbaar (volwassenen) EEEN EEE EN a mm ne Boven Amsterdamse Onder Amsterdamse groe SN ON x x x In De Pijp, Rivierenbuurt scoren 8 buurten onder het Amsterdamse gemiddelde op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners. Het aandeel langdurige minimahuishoudens is in al deze buurten hoger dan gemiddeld in de stad. Ook wat betreft het aandeel bewoners met overgewicht is dit het geval. In veel van deze buurten ervaren relatief veel volwassenen lichamelijke beperkingen, psychische klachten en weinig regie. Wat betreft de jeugd is het aandeel LSV (ver) boven gemiddeld in deze buurten, op de IJselbuurt West en Willibrordusbuurt na. In al deze buurten zijn ouderen relatief vaak eenzaam en ervaren weinig regie. In de Rijnbuurt West, Veluwebuurt en Willibrordusbuurt wonen relatief erg veel 75-plussers alleen. De Rijnbuurt West scoort op bijna alle meegenomen indicatoren ver onder gemiddeld. Tabel 3. Buurten in De Pijp, Rivierenbuurt die op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde scoren. Aantal Aantal a- 26 A. Gezondheid en Code _ Gebiednaam inwoners jaar Aantal 56+ A Werk en inkomen welbevinden A. Jeugd (0-26 jaar) A. Ouderen (66+ jaar) A. Meest kwetsbaar (volwassenen) Kasa Wilibrerdusbuurt zer Es zo | Nd EE 007 x x x Veerkracht Bewoners — Buitenveldert, Zuidas 2 buurten in Buitenveldert, Zuidas scoren op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het Amsterdamse gemiddelde. Er zijn 8 buurten waar het aandeel 75-plussers dat alleen woont relatief erg hoog is, maar deze ouderen hebben verder niet vaker dan gemiddeld (gestapelde) problematiek. Alleen in de 2 onderstaande buurten wonen relatief veel kwetsbare ouderen. In 10 buurten hebben volwassenen bovengemiddeld vaak overgewicht, onder andere in de 2 genoemde buurten. Op andere vlakken scoren de buurten vaak gemiddeld of boven gemiddeld. Alleen in Buitenveldert Oost Midden ervaren relatief veel volwassenen een lichamelijke beperking of weinig regie. In de Klenckebuurt is het aandeel volwassenen met een AO-uitkering relatief hoog. Ook zijn bewoners hier over het algemeen kwetsbaar. Tabel 4. Buurten in Buitenveldert, Zuidas die op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde scoren. A Gezondheid en Code Gebiednaam Aantal Aantalo-26 Aantal 66+ A. Werk en inkomen welbevinden A. Jeugd (o-26 jaar) A. Ouderen (66+ jaar) A. Meest kwetsbaar nwoners Jaar (volwassenen) Boven Amsterdamse Ú…_ mn Onder Amsterdamse gemiddelde gemiddelde % Rs den % 4 AA | Es A In JÁ dg 1 PD <A | < Dn Ee | Ad k WP OEP AE 5 Wonen en Leefbaarheid x x x Wonen en Leefbaarheid » Wonen en Leefbaarheid bestaat uit 7 subthema's: Buurttevredenheid, Ervaren sociale samenhang, Levensloopbestendigheid buurt, Waardering Schoon, heel, prettig & veilig, Beeldkwaliteit schoon, Tevredenheid woningen en Toekomstbestendige woningen. - 38 buurten in stadsdeel Zuid scoren op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid boven of op het stedelijk gemiddelde. = 27 buurten in stadsdeel Zuid scoren op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid onder het stedelijk gemiddelde - dit concentreert zich voornamelijk in De Pijp. -_In onderstaande tabel staan de vijf buurten met de laagste score op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners. De Schinkelbuurt Zuid kent de laagste score in stadsdeel Zuid op deze hoofdopgave. Tabel 5. Top 5 laagst scorende buurten stadsdeel Zuid op hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid. Aantal Aantal Aandeel Aandeel Aandeel n - B. Erwaren - an _ B. mn Ee Ee En Ee Ve ant ee Vn Nn ee EEE ee Boven Amsterdamse Onder Amsterdamse gemiddelde Em gemiddelde x x x g buurten in Oud-Zuid scoren onder het Amsterdamse gemiddelde op de F4 hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid. De opgave concentreert zich op het n SN subthema ‘Beeldkwaliteit schoon’. Daarnaast scoren bijna alle buurten (ver) | N onder gemiddeld wat betreft energielabels, op een viertal buurten na | waaronder de Bertelmanpleinbuurt en Marathonbuurt West. In de Schinkel- | buurt Zuid en Duivelseiland wordt het onderhoud van de speelplaatsen | relatief zwaar ondergewaardeerd. Deze twee buurten scoren op bijna alle LA indicatoren van het subthema ‘Waardering schoon, heel, prettig en veilig a (ver) onder gemiddeld. In het merendeel van onderstaande buurten ervaren a bewoners last van hun buren, in de Marathonbuurt West, Bertelman- pleinbuurt en Schinkelbuurt Zuid is de sociale cohesie daarnaast relatief laag. Tabel 6. Buurten in Oud-Zuid die op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid onder het stedelijk gemiddelde scoren. Aandeel code eieren A EE: En ka8a Bertelmanpleinbuurt 20 sas sos PPE, | | nn Ger smeer sn nn nn Boven Amsterdamse Onder Amsterdamse grids NN % % % Wonen en Leefbaarheid — De Pijp, Rivierenbuurt À, Pe 16 buurten in De Pijp, Rivierenbuurt scoren onder het Amsterdamse gemiddelde op de | Î hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid. Dit komt neer op alle buurten van De Pijp, plus de à gehele IJselbuurt, Kromme Mijdrechtbuurt en de Rijnbuurt Midden. Bijna alle buurten in het gebied scoren (ver) onder het gemiddelde op het subthema ‘Beeldkwaliteit schoon’. Op de Veluwebuurt en Kop Zuidas na geldt dit ook voor de indicator ‘energielabel E t/m G'. | …. . Í \ Bewoners zijn over het algemeen ontevreden over het onderhoud van hun woning. In veel Lj | van de buurten ervaren bewoners overlast van de buren en in 12 van de onderstaande $ ) buurten is de sociale cohesie relatief laag. nm y Ee pe S EN Tabel 7. Buurten in De Pijp, Rivierenbuurt die op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid onder het stedelijk gemiddelde scoren. Aantal Aantal Aandeel Eaenar Aandeel B. Buurttevredenheid B. Ervaren sociale B. Ervaren B. Waardering schoon, _ B. Beeldkwaliteit B. Tevredenheid B. Code Gebiednaam inwaners wonit ie rticuliere 7 7 levensloopbestendig- n et 7 u Toekomstbestendi (zoza) Goan) Vetmoor 06) op in (ea) algemeen samenhang heid bour 9 heel, prettig & veilig schoon woningen woningen 1ge Kzsa Willibrordusbuurt 2.657 1790 35,8 21,2 43 | | Boven Amsterdamse Onder Amsterdamse om SN x x x Er zijn geen buurten in Buitenveldert, Zuidas die onder het Amsterdamse gemiddelde scoren op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid. Wel valt op dat de buurtontwikkeling relatief erg slecht wordt beoordeeld in Buitenveldert Oost Midden, net als het aanbod van OV. In 6 van de 12 buurten wordt de sociale cohesie lager dan gemiddeld beoordeeld. In Buitenveldert Zuidoost en Zuidas Zuid het laagste. In Buitenveldert Midden Zuid, Buitenveldert Zuidwest, de Gelderlandpleinbuurt en de Prinses Irenebuurt is het aandeel energielabels E t/m G relatief hoog. % > Xx MER HTS Tar À B MD Kn Overzicht & definities indicatoren KB 4 % % % Indicatoren hoofdopgave Veerkracht Bewoners Subthema Indicatoren Pi SES Eenheid Jaartal Aandeel 15 tot en met 65-jarigen dat een arbeidsongeschiktheiduitkering ontvangt in december van het peiljaar. Voor de jaren 2010-2016 is gedeeld op het aantal 15 tot en met A O-uitkering (%) 64-jarigen. Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo uitkeringen. Het aantal uitkeringen op basis waarvan het percentage is uitgerekend is afgerond op percentage 2021 ientallen. Aandeel Amsterdammers van 19 jaar en ouder dat (zeer) ernstig eenzaam is volgens de eenzaamheidsschaal De Jong-Gierveld. Er wordt gevraagd naar 11 items met betrekking zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend. permet neetig0 Eingenante en Das afmensteiann dr de genie mt meop entente iben pee foe | Lichamelijke beperking (%) . D n . n a percentage 2020 schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend. - : L er percentage 2020 (volwassenen) olwassenen) kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend. Aandeel Amsterdammers van 18 jaar en ouder met ernstige psychische klachten (hoog risico op angststoornis of depressie) volgens de K1o screeningslijst die bestaat uit 10 Psychische klachten (%) ragen over de gemoedstoestand in de afgelopen vier weken. De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van doorde GGD [percentage 2020 gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend. Aandeel Amsterdammers van 18 jaar en ouder met weinig regie over het eigen leven. Deze indicator is gebaseerd op de volgende zeven stellingen. elk heb weinig controle over de dingen die me overkomen; Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen; eEr is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen; De . elk voel me vaak hopeloos bij het omgaan met de problemen van het leven; Weinig regie (%) . . percentage 2020 eSoms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben; eWat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af; elk kan ongeveer alles als ik mijn zinnen er op heb gezet. De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend. svenn) Fromm no dhg Eenden gegennegepared en gleden aardr tendenzen pee Poe | LSV (%18-22) K 7 7 7 dee: percentage 2020 is een diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of hoger. Er worden alleen gegevens gepresenteerd over gebieden met meer dan 15 bovenleerplichtigen. Paren ma hdete V eond aden ejen a mmarn Alangegmerten genden adapted TS Ope Poe | Peuters met VVE indicatie (%) - : percentage 2020 2014 bestond de doelgroep uit 30 tot en met 48 maanden. Alleen gegevens van gebieden met meer dan 15 peuters worden weergegeven. A. Jeugd (0-26 jaar) Aandeel jongeren tot en met 17 jaar met een lage Sociaaleconomische Score (SES) van 2 tot en met 4. De SES is een inschatting van iemands positie op de maatschappelijke ladder op basis van het inkomens- en opleidingsniveau. De SES heeft een waarde tussen 2 en 10. Elke ISES laag (% 0-17) inwoner krijgt 1 tot 5 punten voor het opleidingsniveau en eveneens 1 tot 5 punten voor het gestandaardiseerde huishoudinkomen. percentage 2019 “Kinderen tot en met 17 jaar krijgen de score van de hoogst opgeleide ouder. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal so inwoners en minimaal 10 personen met een lage SES. Aandeel inwoners van 18 tot en met 26 jaar met een lage Sociaaleconomische Score (SES) van 2 tot en met 4. De SES is een inschatting van iemands positie op de maatschappelijke ladder op basis van het inkomens- en opleidingsniveau. De SES heeft een waarde tussen 2 en 10. Elke inwoner krijgt 1 tot 5 punten voor het opleidingsniveau eveneens 1 tot 5 punten voor het gestandaardiseerde huishoudinkomen. ISES laag (% 18-26) “18 tot 30-jarigen die een opleiding volgen die tot hun startkwalificatie moet leiden, krijgen de score van de hoogst opgeleide ouder. percentage 2019 “Bij 18 t/m 27-jarigen die staan ingeschreven bij een vervolgopleiding wordt het inkomensniveau buiten beschouwing gelaten en telt het niveau van de opleiding die men volgt zwaarder mee. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 50 inwoners en minimaal 10 personen met een lage SES. Het aandeel meest kwetsbare bewoners op de bevolking op basis van de kwetsbaarheidsscore. De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen enfof gezondheid). Personen met leen score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Zij scoren laag op minstens drie van de volgende hulpbronnen: *gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in de laagste 20% NL. a. Meest kwetsbaar Meest kwetsbaar (%) “hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut. percentage zo19 “laag opleidingsniveau of opleiding volgend die niet tot startkwalificatie leidt. *0-17 jaar: ouders kwetsbaar op werk, opleiding en/of gezondheid. “18-65 jaar: geen werk en geen opleiding volgend. “66+: alleenwonend met kwetsbare gezondheid, of partner met kwetsbare gezondheid. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal zo bewoners en minimaal 10 bewoners met de score ‘meest kwetsbaar’. % % % n Indicatoren hoofdopgave Veerkracht Bewoners Subthema Indicatoren Pi SES Eenheid Jaartal Aandeel Amsterdammers van 65 jaar en ouder dat de eigen ervaren gezondheid omschrijft als (zeer) goed. (zeer) gezond 65+ (%) De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de ggd gepubliceerde cijfers, omdat ze op een percentage 2020 andere manier zijn berekend. Aandeel Amsterdammers van 65 jaar en ouder dat (zeer) ernstig eenzaam is volgens de eenzaamheidsschaal De Jong-Gierveld. Er wordt gevraagd naar Eenzaamheid 65+ (%) 11 items met betrekking op emotionele en sociale eenzaamheid. Wanneer op 3 of meer items ‘min of meer’ of ‘ja’ is geantwoord wordt men als eenzaam|percentage 2020 beschouwd. Het aandeel meest kwetsbaren op de bevolking van 66 jaar en ouder op basis van de kwetsbaarheidsscore. De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen en/of A. Ouderen (66+ jaar) gezondheid). Personen met een score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Ouderen van 66 jaar en ouder krijgen 1 punt voor ieder van de volgende kenmerken: Meest kwetsbaar (% 66+) *gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in laagste 20% NL. percentage 2019 “laag opgeleid “hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut. *alleenwonend en kwetsbaar op gezondheid, of samenwonend met een partner die kwetsbaar is op gezondheid. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal so bewoners en minimaal 10 bewoners met de score ‘meest kwetsbaar’. Aandeel Amsterdammers van 65 jaar en ouder met weinig regie over het eigen leven. Deze indicator is gebaseerd op de volgende zeven stellingen. elk heb weinig controle over de dingen die me overkomen; Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen; weinig regie (% 65+) "Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen; percentage 3020 elk voel me vaak hopeloos bij het omgaan met de problemen van het leven; eSoms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben; eWat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af; elk kan ongeveer alles als ik mijn zinnen er op heb gezet. Aandeel huishoudens met drie jaar of langer een inkomen van maximaal 120% van het Wettelijk Sociaal Minimum (WSM) en een vermogen onder de vermogenstoets voor de bijstand. Deze huishoudens, de zogenaamde minimahuishoudens, komen in aanmerking voor de larmoedebestrijdingsregelingen van de gemeente Amsterdam. % Minimahuishoudens langdurig Het betreft alleen huishoudens met een heel jaar inkomen. Studenten en bewoners van instituten zijn buiten beschouwing gelaten. Erisafgerondop1 [percentage 2019 decimaal voor de stad, stadsdelen, 22 gebieden en 27 gebieden. Voor de overige gebiedsindelingen is afgerond op o decimalen. Er worden alleen gegevens gepresenteerd voor gebieden waarbij geen gegevenste herleiden zijn tot minder dan 10 huishoudens. Eventuele percentages boven de 90% zijn op 90% gezet. De geregistreerde werkloosheid is het aandeel 15 tot en met 65-jarigen dat gebruikt maakt van een van de volgende regelingen: - Bijstand (wwb levensonderhoud, wwb bbz, oiaw ioaz) - Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (<80%) 7 7 - Ww A. Werk en inkomen Geregistreerde werkloosheid (%) Tot en met 2017 gaat het om het aandeel 15 tot en met 64-jarigen. In verband met het opschuiven van de WAO-leeftijd wordt vanaf 1-1-2018 gedeeld op percentage 2020 het aantal 15 en 65-jarigen. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 25 geregistreerde werklozen. Het aantal gebruikers van AO en WW is afgerond op tientallen. Aandeel inwoners met een lage Sociaaleconomische Score (SES) van 2 tot en met 4. De SES is een inschatting van iemands positie op de maatschappelijke ladder op basis van het inkomens- en opleidingsniveau. De SES heeft een waarde tussen 2 en 10. Elke inwoner krijgt 1 tot 5 punten voor het opleidingsniveau eveneens 1 tot 5 punten voor het gestandaardiseerde huishoudinkomen. SES [aag (%) “Kinderen t/m 17 jaar en 18 tot 30-jarigen die een opleiding volgen die tot hun startkwalificatie moet leiden, krijgen de score van de hoogst opgeleide percentage 2019 ouder. *Bij inwoners tussen 18 en 30 jaar die staan ingeschreven bij een vervolgopleiding wordt het inkomensniveau buiten beschouwing gelaten en telt het niveau van de opleiding die men volgt zwaarder mee. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal zo inwoners en minimaal 10 personen met een lage SES. Aandeel Amsterdammers van 18 jaar of ouder dat is aangemeld bij Vroeg er op af met een betalingsachterstand bij een woningcorporatie, Agis, Dienst Vroeg er op af (%) Belastingen Gemeente Amsterdam en/of een energieleverancier. percentage 2019 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 10 cliënten. Indicatoren hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid Subthema Indicatoren PS Eenheid Jaartal Het aandeel plekken waar op basis van tellingen minstens de score B is gegeven voor de aanwezigheid van fijn zwerfvuil. In vakken van 100 bij 100 meter Zwerfvuil fijn is steeds gezocht naar de slechtste plek. Deze plek krijgt een score van A+, A, B, Cof D, waarbij A+ het beste resultaat is (geen vuil aanwezig) en D het percentage 2020 B. Beeldkwaliteit schoon slechtste (veel vuil aanwezig). Het aandeel plekken waar op basis van tellingen minstens de score B is gegeven voor de aanwezigheid van grof zwerfvuil. In vakken van 100 bij 100 Zwerfvuil grof meter is steeds gezocht naar de slechtste plek. Deze plek krijgt een score van A+, A, B, Cof D, waarbij A+ het beste resultaat is (geen vuil aanwezig)en D [percentage 2020 het slechtste (veel vuil aanwezig). Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe denkt u dat de buurt waar u woont zich de komende jaren zal ontwikkelen? Buurtontwikkeling (1-10) (1=zeer negatief, 10 =zeer positief). rapportcijfer 2021 B. Buurttevredenheid algemeen Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe tevreden bent v met uw buurt? (totaaloordeel) (1=zeer ontevreden, 10=zeer Tevredenheid eigen buurt (1-10) tevreden). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van groenvoorzieningen in uw buurt? (z=rvim Aanbod groen (1-10) onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van openbaar vervoer in uw buurt? (z=ruim Aanbod OV (1-10) onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Boodschappen (1-10) Wat vindt u van het aanbod van winkels voor dagelijkse boodschappen in uw buurt? (t=ruim onvoldoende, 10= ruim voldoende) rapportcijfer 2021 B. Ervaren levensloopbestendig- Tot en met 2015 werd gevraagd naar het aanbod van winkelvoorzieningen. heid buurt Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Buurt voor ouderen (1-10) In welke mate vindt u vw huidige buurt geschikt om oud in te worden? (1=helemaal niet geschikt en 10=zeer geschikt). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Buurt/wijkcentra (1-10) Wat vindt u van het aanbod van buurthuizen/wijkcentra in vw buurt? (z=ruim onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 5o respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Kindvriendelijk (1-10) In welke mate vindt u uw huidige buurt geschikt om kinderen in opte laten groeien? (1=helemaal niet geschikt en 1o=zeer geschikt). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van speelvoorzieningen in uw buurt? (1=ruim Speelvoorzieningen (1-10) onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Zorgvoorzieningen (1-10) Wat vindt u van het aanbod van zorgvoorzieningen (zoals huisarts) in uw buurt? (z=ruim onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 5o respondenten. , . Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van uw woning? " Onderhoud eigen woning (1-10) : : rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. B. Tevredenheid woningen Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de woningen in de buurt? (a= ruim Onderhoud woningen buurt (1-10) onvoldoende, 10 = ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. En . Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wilt u aangeven in welke mate u tevreden bent over uw woning? (totaaloordeel). n Tevredenheid eigen woning (1-10) : : rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. n D Indicatoren hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid Subthema Indicatoren PS Eenheid Jaartal Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Mensen helpen elkaar (1-10) Helpen mensen elkaar in vw buurt? (z=nooit en zo=heel vaak). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Kunt u met een rapportcijfer 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van andere personen (dan buren)? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). - Overlast andere personen (1-10) rapportcijfer 2021 Tot en met 2017 werd gevraagd naar overlast van andere groepen mensen (dan buren). Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. B. Ervaren sociale samenhang Kunt u met een rapportcijfer van 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van buren? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). n Overlast buren (1-10) . , rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Sociale cohesie is berekend op basis van de volgende stellingen: *De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks *De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om *Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is Sociale cohesie (1-10) “Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. rapportcijfer 2020 De antwoorden worden omgescoord naar rapportcijfers, waarbij een 1 staat voor een zeer negatief en een 10 voor een zeer positief oordeel. Sociale cohesie is het gemiddelde van de rapportcijfers van de vier uitspraken. Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 5o respondenten. Uitzondering zijn de cijfers op buurtniveau: dit iseen driejaarsgemiddelde Jop basis van minstens 30 respondenten. B. Toekomstbestendige Energielabel E t/m G (%) Aandeel woningen met een energielabel van E‚ F of G. woningen Krappe woningen (%) Aandeel van de bewoonde woningen waarvan de oppervlakte minder dan 2omz2 per bewoner beslaat. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de speelvoorzieningen in uw Onderhoud speelplaatsen (1-10) buurt? (1= ruim onvoldoende, 10 = ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de straten en stoepen in uw buurt? Onderhoud straat (1-10) (1= ruim onvoldoende, 10 = ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. ‚ overl iminalitei Kunt u met een rapportcijfer 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van criminaliteit? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). if B. Waardering schoon, heel, verlast criminaliteit 2-20) Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. rapportcijfer oet prettig & veilig Kunt u met een rapportcijfer van 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van horeca? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). n Overlast horeca (1-10) . , rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: In welke mate ondervindt u overlast van verkeersdrukte? (1= ernstige overlast, 10 Overlast verkeersdrukte (1-10) =geen overlast). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: In welke mate ondervindt u overlast van vervuiling? (1= ernstige overlast, 10 Overlast vervuiling (1-10) =geen overlast). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod aan fietsparkeervoorzieningen in uw buurt (1=ruim Parkeren fietsen (1-10) onvoldoende, 10 = ruim voldoende) rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe veilig voelt u zich 's avonds in uw buurt? (1=zeer onveilig, 1o=zeer veilig). Veiligheidsgevoel avond (1-10) pporte) 9 . P 9 9 { bal 9) rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. TA | = | Rs k | . e= e EK. : ze Ll À mms 5 } Ll B 4 | tk KA 4 an | a AE S an | . Ae kel en En het gh bald | ir L en Nn dn NW / _ 5 , à = - SN ge li n 5 it rn D { . \ aen Deze factsheet is een product van team iIGGW (informatiegestuurd GebiedsGericht Werken). Lotte Bloemendaal - Daniëlle de Boer - Tessa de Kruijk - Roland Oude Ophuis - Hans Schoemaker Vragen? Stuur een mailtje naar [email protected].
Factsheet
18
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 12 oktober 2023 Ingekomen onder nummer 555 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Bobeldijk inzake knip Sloterweg, onderzoek andere oplossingen winkelcentrum Belgiëplein Onderwerp Onderzoek andere oplossingen winkelcentrum Belgiëplein Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Sloterweg Constaterende dat: - Bij de aanpak van de grote aantallen verkeer op de Sloterweg West er “een knip” op de Sloterweg is doorgevoerd; - Bij de aanpak is besloten dat er maatregelen zouden worden genomen om te voorkomen dat verkeer naar de A4 nu door Nieuw Sloten zou gaan rijden er daarom ook een knip aan de noordzijde van de Laan van Vlaanderen zou komen; - __ Dat het college heeft besloten om afwijkend van het raadsbesluit de knip alleen tijdens de spitsuren te hanteren; -__Er vanuit de raad alleen onderzoek is gevraagd over de bereikbaarheid van het winkelcentrum na invoering van de knip; Van mening zijnde dat: - De grote mate van verkeer door Nieuw Sloten onwenselijk is, zeker gezien het grote aantal scholen langs deze weg; -__De venstertijden als ongewenst effect hebben dat grote aantallen auto’s door een woon- wijk rijden en niet over het plusnet auto; -__ Het besluit niet lijkt te rijmen met het beleid dat doorgaand verkeer over de plusnetten zou moeten worden afgehandeld; - Er geen raadsbesluit aan ten grondslag ligt om de knip alleen met venstertijden dicht te zetten; Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 -__Er andere opties zijn die de bereikbaarheid van het winkelcentrum Belgiëplein kunnen verbeteren en tegelijkertijd doorgaand verkeer kunnen tegen gaan, zoals een extra knip aan de zuidkant op de Anderlechtlaan tussen de Sloter- weg en de op-/afritten van de A4 te plaatsen en geen ontheffingen voor beide knips af te geven voor één en hetzelfde vak; -__ Indien iedereen (geautomatiseerd) een ontheffing - voor een bepaald tijdvak - voor de knips op maximaal één van beide zijden kan krijgen, kan er niet worden doorgereden door het gebied. Tegelijkertijd is het gebied (door middel van een ontheffing) voor iedereen be- reikbaar; -__ Dit is een technische variant om alleen bestemmingsverkeer mogelijk te maken zonder doorgaand verkeer te ondersteunen. Deze variant is zeer waarschijnlijk wel houdbaar, om- dat voor de onderbouwing van het besluit de term bestemmingsverkeer niet nodig is. Het systeem wordt namelijk juridisch onderbouwd met gesloten verklaringen en ontheffingen. Een dergelijk systeem is later altijd te verfijnen qua tijdsvakken, maar ook qua “doorlaten” van een beperkt aantal automobilisten. -__ Tevens is een dergelijk systeem mogelijk toepasbaar op veel meer wegvakken waar te veel doorgaand verkeer is op wegen die geen plusnet zijn, zoals de Osdorperweg. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__ Verder onderzoek te doen naar de bereikbaarheid van het winkelcentrum Belgiëplein. Bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, conform de hierboven genoemde techni- sche variant om alleen bestemmingsverkeer mogelijk te maken zonder doorgaand ver- keer te ondersteunen; -__Nog in 2023 terug te komen naar de raad met een antwoord. Indiener(s), E. Bobeldijk
Motie
2
discard
Ae N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW usterstaf Ruimte . en Economie % Amsterdam Ruimte en Groen, Water Voordracht voor de Commissie MOW van o7 december 2023 Ter advisering aan de raad Portefeuille Water (incl. Varen) Agendapunt 4 Datum besluit 14 november 2023 Onderwerp Vasstellen van de Binnenhavengeld-verordening pleziervaart 2024 De commissie wordt gevraagd Aan de gemeenteraad te adviseren vast te stellen de Binnenhavengeld-verordening Pleziervaart 2024, waarvan de belangrijkste wijzigingen zijn: 1. Het Noordhollandsch Kanaal en het Markermeer worden vitgezonderd van vignetplicht. 2. De korting van 70% op het reguliere Binnenhavengeld-tarief voor elektrisch en hybride aangedreven vaartuigen wordt afgebouwd tot 50%. 3. Toevoegen van bepalingen om misbruik van het BHG vignet tegen te gaan. 4. De Binnenhavengeld-, de doorvaartvignet- en de afmeertarieven worden geïndexeerd met een indexatie van 5,2%. Wettelijke grondslag e Artikel 216, Gemeentewet: De gemeenteraad besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een belastingverordening. * Artikel 229, Gemeentewet: Rechten kunnen worden geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn. Bestuurlijke achtergrond Jaarlijks stelt de gemeenteraad de Binnenhavengeld-verordening (BHG) Pleziervaart vast. In de BHG-verordening Pleziervaart staat het recht beschreven om belasting te mogen heffen op het gebruik van het binnenhaven water door pleziervaartuigen en worden de tarieven voor Binnenhavengeld, doorvaartvignet en afmeren bepaald. Reden bespreking Het vaststellen van de BHG-verordening Pleziervaart 2024 met inwerkingtreding per 1 januari 2024. Op 30 november 2022 heeft de gemeenteraad de BHG-verordening Pleziervaart 2023 vastgesteld (Gemeenteblad 2022, nr. 544081). Met het vaststellen van de BHG-verordening 2024, wordt de BHG- verordening 2023 ingetrokken per 31 december 2023. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.17 1 VN2023-024784 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare Clusterstaf Ruimte € Amsterdam ‚ . Ruimte en Groen, Water en Economie % Voordracht voor de Commissie MOW van o7 december 2023 Ter advisering aan de raad Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Met het vaststellen van de BHG-verordening wordt geen toezegging of motie afgedaan. Welke stukken treft v aan? AD2023-086761 BHG verordening 2024 pleziervaart. docx (msw22) AD2023-086751 Commissie MOW Voordracht (pdf) AD2023-086763 | Raadsvoordracht BHG-verordening 2024 pleziervaart.docx (msw12) Ter Inzage | Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Programma Varen, Emerentia Meijburg, o6 381 63 663, w. meijburg @®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.17 2
Voordracht
2
train
Er 020047 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO Ontwikkeling X Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023 Ter advisering aan de raad Portefeuille Grond en Ontwikkeling Agendapunt A Datum besluit College van B&W d.d. 3 oktober 2023. Onderwerp Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op de locatie Paasheuvelweg te Amsterdam De commissie wordt gevraagd 1. De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht, waarin wordt voorgesteld de Wet voorkeursrecht gemeenten toe te passen op de locatie Paasheuvelweg te Amsterdam. 2. Kennis te nemen van de geheimhouding die op grond van artikel 87 van de Gemeentewet is opgelegd op bijlage 6 bij de raadsvoordracht. Dit in verband met de belangen genoemd in in artikel 5.1, tweede lid, sub b van de Wet open overheid om de financiële en economische belangen van de gemeente veilig te stellen. De geheimhouding is opgelegd tot 1 janvari 2027 of tot het moment waarop de gemeenteraad besluit deze op te heffen. Wettelijke grondslag Vestigingsgrondslag artikel 6 Wvg, alsmede de overige van toepassing zijnde bepalingen van de Wvg en de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 5.1, tweede lid, sub b van de Wet open overheid en artikel 87 Gemeentewet. Bestuurlijke achtergrond In het geactualiseerde investeringsbesluit Amstel III d.d. 22 april 2021 is het ontwikkelperspectief voor de herontwikkeling van Amstel III beschreven. Voor deze locatie wordt een gewijzigd gebruik ten behoeve van wonen, kantoor, groen en maatschappelijk met bijbehorende voorzieningen voorzien. Op 19 september 2023 is Certitudo Capital Group B.V.(gelieerd aan de erfpachters van onderhavige locatie) failliet verklaard. Omdat deze herontwikkeling c.q. de toegedachte bestemmingen zijn opgenomen in de vigerende omgevingsvisie, wordt de grondslag voor het vestigen van het voorkeursrecht door de raad hier gevormd door artikelen 2 en , Wvg. Reden bespreking Advisering aan de raad. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.38 1 VN2023-020647 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Grond en % Amsterdam Ontwikkeling % Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023 Ter advisering aan de raad n.v.t. Geheimhouding Geheimhouding is opgelegd op bijlage 6 ‘Geheime bijlage’. De geheimhouding is opgelegd om de financiële en economische belangen van de gemeente veilig te stellen (artikel 5.1, tweede lid, sub b van de Wet open overheid en artikel 87 Gemeentewet). Openbaarmaking kan mogelijk de onderhandelingspositie van de gemeente schaden. De geheimhouding is opgelegd tot 1 janvari 2027 of tot het moment waarop de gemeenteraad besluit deze op te heffen. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? hee. Welke stukken treft v aan? AD2023-086548 o. Raadsvoordracht Wvg Paasheuvelweg.pdf (pdf) AD2023-086540 1. TE ONDERTEKENEN Perceelslijst Andreas2_.docx (mswa2) 2. TE ONDERTEKENEN Kadastrale tekening met nummer TK-30404274-02 AD2023-086541 Andreas2_.pdf (pdf) AD2023-08654,2 | 3. Concept-publicatie Gemeenteblad Andreas2_.docx (mswa2) AD2023-086543 4a. Format brief aan belanghebbenden Andreas2_.docx (mswa2) AD2023-08654,4 4b. Bijlage bij format brief aan belanghebbenden Andreas2_.docx (msw22) AD2023-086545 | 5. Eigendomsinformatie. pdf (pdf) AD2023-070496 Commissie RO Voordracht (pdf) AD2023-086401 GEHEIM - 6. Bijlage.docx (msw12) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Grond & Ontwikkeling, Hans Loos, 0683646266, Hans. [email protected] Gegenereerd: vl.38 2
Voordracht
2
train
Bezoekadres Amstel 1 > Gemeente 1011 PN Amsterdam Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 amsterdam.nl > < Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 12 oktober 2020 Onskenmerk __ZOOV20-4389-uit-20-1278 Behandeld door Ronald Kersbergen, [email protected] Kopie aan commissie AZ Onderwerp Afhandeling raadsadres Geachte Op 3 maart jl. heeft u een raadsadres ingediend met als onderwerp ‘het wegwerpen van sigarettenpeuken op straat en geen handhaving daarop’. Uw raadsadres is op 11 maart 2020 in de gemeenteraad behandeld en ter afhandeling aan het college van B&W aangeboden. Allereerst excuses voor de late beantwoording. U geeft aan dat een geplaatste put in de grond bij een kantoorgebouw niet het gewenste effect heeft, omdat de gemeente de put niet hoeft schoon te maken, maar dat de eigenaar dat ook niet doet. En dat medewerkers van het kantoorgebouw onvoldoende gebruik maken van de put en verder gaan met vervuiling van de buurt. N.a.v. uw inspanningen is er door de gemeente op verzoek van het bedrijf in het kantoorgebouw een zogenoemde asbaktegel geplaatst. Voorwaarde voor plaatsing is altijd dat de aanvrager deze put onderhoudt. De aanvrager van de betreffende asbaktegel zal daar wederom op worden gewezen. Een belangrijk nadeel van een asbaktegel is, zoals u heeft geconstateerd, er behoorlijk wat peuken per ongeluk naast de asbaktegel op straat belanden. Omdat we een rookvrije stad willen worden, gaat de gemeente daarom stoppen met de asbaktegels. Deze worden vanaf nu gefaseerd verwijderd, te beginnen in en rondom rookvrije zones (onder andere schoolterreinen, zorginstellingen en openbaar vervoer). Om zwerfpeuken te voorkomen zullen we op drukke plekken in de openbare ruimte meer afvalbakken met een geïntegreerde asbak plaatsen. In tegenstelling tot een asbaktegel is een afvalbak geen exclusieve voorziening voor rokers. Daarnaast ontwikkelen we campagnes om degenen die nog roken bewuster te maken van het zwerfvuil- en milieuprobleem en in de hoop daarmee de hoeveelheid zwerfpeuken verder te beperken. Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 2 U stelt dat door de inzet van handhaving door tegenover de locatie te posten, de kosten kunnen worden terugverdiend uit de inkomsten van de boetes. Handhavingscapaciteit is schaars, zeker in deze tijden waar er gehandhaafd wordt op de noodverordening. In Centrum is de handhavingsinzet op afval geprioriteerd op bijplaatsingen (voornamelijk zakken en grofvuil). Weggegooide afvalpeuken vallen niet onder deze prioriteit. Om hier op te gaan posten is een te verstrekkende en te arbeidsintensieve maatregel t.o.v. de waargenomen overlast. Bovendien zijn er binnen Centrum nog enkele honderden plekken zoals deze. In algemene zin wordt opgemerkt dat ingeval van heterdaadsituaties er door de handhavers wordt opgetreden tegen overtredingen. U stelt dat de APV iets aangescherpt zou moeten worden om de problematiek van het gooien van sigarettenpeuken op straat aan te kunnen pakken. Het weggooien van een sigarettenpeuk wordt beschouwd als het dumpen van afval en dat is een overtreding van de APV waar een boete op staat van € 140. Aanpassing van de APV is daarom niet nodig om tegen deze overtredingen te kunnen optreden. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Namens het college van burgemeester en wethouders, Femke Halsema Burgemeester van Amsterdam
Raadsadres
2
train
VN2021-019367 Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water Verkeer en or x Gemeente M LW % Amsterdam Voordracht voor de Commissie MLW van og september 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 9 Datum besluit 29-02-2021 Onderwerp Beantwoording raadadres inzake aanpassing service- en dienstverlening door NS op NS-stations in Amsterdam De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres ten aanzien van de service- en dienstverlening van NS op Amsterdam Centraal met daarin als belangrijkste punt dat: e Amsterdam geen formele rol heeft in de interne NS-besluitvorming en daarom het verzoek van de NS-medewerkers om het NS-voornemen in de gemeenteraad te bespreken niet kan honoreren; * Amsterdam zowel ambtelijk als bestuurlijk in gesprek blijft met NS om goede service- en dienstverlening op stations hoog op de agenda te houden. Wettelijke grondslag e Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam artikel 55, lid 3. Bestuurlijke achtergrond Op 10 februari 2021 heeft de gemeenteraad besloten de afhandeling van de brief ten aanzien van Amsterdam Centraal in handen te stellen van het college van B&W. Reden bespreking In Raadsadres uiten medewerkers van NS (op stations) zorgen rondom verdere automatisering van dienstverlening en ‘verwezing’ (mijn woord) van stations. Ze schrijven het College aan omdat dit ook de stad aangaat. In reactie is het college wat defensief (we gaan er niet over). Ik vind dat we wel gaan over de situatie rond stations, specifiek met betrekking tot leefbaarheid en veiligheid. Dit is voor NS en Prorail ook een onderwerp, maar onduidelijk is welke rol Amsterdam als gemeente hierin speelt en wat onze ambities hierop zijn. Hier wil het lid Miedema graag over in gesprek. Uitkomsten extern advies Ten behoeve van de beantwoording van het raadsadres is informatie opgehaald bij NS. Geheimhouding Niet van toepassing Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.6 1 VN2021-019367 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water Verkeer en or % Amsterdam % Voordracht voor de Commissie MLW van og september 2021 Ter bespreking en ter kennisneming AD2021-071625 Bijlage 1 - Beantwoording_raadsadres.pdf (pdf) Bijlage 2 - Raadsadres vermindering NS service- en dienstverlening op AD2021-071624 ‚ station Amsterdam Centraal.pdf (pdf) Bijlage 3- Brief aan college NS Tickets en Service tav Amsterdam Zuid. pdf AD2021-071626 (pdf) AD2021-071627 Commissie MLW (2) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) D. (Daan) Pastoor - Verkeer en Openbare Ruimte - Bestuurlijke. Zaken. [email protected] Gegenereerd: vl.6 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 876 Datum indiening 9 maart 2020 Datum akkoord 25 juni 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Nanninga inzake de kraak bij het Sarphatipark Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 8 maart 2020 bereikte de fractie van Forum voor Democratie Amsterdam het bericht dat er een pand is gekraakt op Sarphatipark 87. De groep krakers is vooralsnog onbekend. Op beelden is te zien dat de ramen van binnenuit beplakt zijn met plastic, met daarop links-activistische leuzen. De fractie van Forum voor Democratie dat eigendomsrechten als fundament van ons economische systeem gehandhaafd moeten worden en dat inbreuk op deze rechten in beginsel onacceptabel is. Het is wat de fractie van Forum voor Democratie betreft daarom ook terecht dat kraken strafbaar is en wat de indieners betreft is bij kraken in de zin van het wetboek van Strafrecht ontruimen het uitgangspunt: zero-tolerance, zonder uitzonderingen. Voorkomen moet worden dat kraken en het hiermee overtreden van de wet usance wordt, ook om hiermee op te komen voor Amsterdammers die wél op een legale manier naar een woning zoeken. Gezien het vorenstaande heeft het lid Nanninga, namens de fractie van Forum voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college de kraak bij het Sarphatipark bevestigen? Antwoord Ja 2. Iser aangifte gedaan door de eigenaar van het pand? Antwoord Ja 3. Weet het college op welke termijn er ontruimd gaat worden? Antwoord Het pand is na een gerechtelijk vonnis op 25 mei 2020 ontruimd 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Amer de juri 2020 Schriftelijke vragen, maandag 9 maart 2020 4. Welke bestemming heeft het pand? Antwoord Woonbestemming. B. Zijn er naast de kraak andere illegale activiteiten geconstateerd? Is er bij de kraak schade aangericht? Antwoord Nee, het college is daar niet van op de hoogte. Er is geen schade geconstateerd naast de schade die doorgaans bij een kraak aan slot/ sloten wordt toegebracht. 6. Zijn er naast de kraak andere openbare ordeverstoringen geconstateerd? Antwoord Nee, 7. Is het college het met de fractie van FvD eens dat kraken illegaal is, en dat er in beginsel na aangifte zo snel mogelijk ontruimd moet worden? Antwoord Ja, ieder pand waar een eigenaar een concreet plan qua gebruik voor heeft wordt zo snel mogelijk ontruimd. 8. Iser contact tussen de politie en/of gemeente en de omwonenden geweest en worden omwonenden geholpen bij eventuele overlast? Antwoord De politie in de wijk staat altijd in contact met de buurt en houdt een vinger aan de pols, ook in geval er een pand gekraakt wordt. In het geval er sprake is van overlast kan men zich wenden tot de politie en/ of de gemeente. Politie is op 9 maart omstreeks 09.46 uur ter plaatse geweest naar aanleiding van een melding en trof ongeveer 13 personen in een kluitje aan voor het pand. Zij zijn verzocht geen overlast te veroorzaken en zijn vervolgens naar binnen gegaan of vertrokken. 9, Is bij het college bekend wie de krakers zijn, en of ze bij een (al dan niet activistische) groepering horen? Antwoord Ja. De krakers zijn bij een volgende kraak op last van het OM op heterdaad aangehouden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
> Gemeente Amsterdam DS Amendement Datum raadsvergadering 9 en 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 331 Status Ingetrokken Onderwerp Amendement van de leden Khan en Boomsma inzake Begroting 2023 Onderwerp Het noodfonds verbreden. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat: — Het College extra geld uittrekt om het MKB, sportverenigingen en kunstinstellingen te onder- steunen vanwege de gestegen prijzen als gevolg van de energiecrisis; — _Erookniet-sportverenigingen, stichtingen en religieuze instellingen zijn ook lijden onder de hogere energieprijzen en kostencrisis. Verder constaterende dat: — Maatschappelijke voorzieningen, verenigingen en religieuze instellingen een belangrijke maatschappelijke rol vervullen en we moeten voorkomen dat de hogere kosten zullen leiden tot het niet langer gebruik kunnen maken van maatschappelijke voorzieningen of dat slechts een select gezelschap er toegang tot kan krijgen. Overwegende dat: — De Tweede Kamer een motie heeft aangenomen (van het CDA, de CU en DENK) dat het kabi- net verzoekt om bij de voorgenomen hulp aan het mkb deze ook te verbreden naar maat- schappelijke voorzieningen en verenigingen?; — Verder wordt in de motie ook gevraagd om gemeenten daarbij een centrale rol in te geven. Besluit De tekst van de begroting op pagina 9 “We reserveren € 10 miljoen voor het steunen van MKB-ers en € 10 miljoen voor het steunen van maatschappelijke organisaties zoals sportverenigingen en kunstinstellingen die hard zijn geraakt door de hogere energieprijzen.” 1 https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=2022D37125 Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken Pagina 2 van 2 te vervangen door: “We reserveren € 10 miljoen voor het steunen van MKB-ers en € 10 miljoen voor het steunen van maatschappelijke organisaties zoals (sport)verenigingen, stichtingen en kunst- & religieuze in- stellingen die hard zijn geraakt door de hogere energieprijzen.” Indiener S.Y. Khan D.T. Boomsma
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 71 Publicatiedatum 20 februari 2015 Ingekomen onder D Ingekomen op 11 februari 2015 Behandeld op 11 februari 2015 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Ruigrok inzake de economische structuurversterking (deel de voordelen van deeleconomie). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de economische structuurversterking (Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 45); Constaterende dat: — de middelen voor economische structuurversterking voor het belangrijkste deel ingezet worden voor randvoorwaardelijke investeringen; — de randvoorwaardelijke investeringen worden geconcentreerd op de thema's stimuleren kennis en innovatie, ondersteunen startups/snelle groeiers en balans in de stad; Overwegende dat: — ondernemers in Amsterdam de regeldruk en het aantal instanties waarmee ze te maken krijgen als hoog ervaren; — het college voornemens is om door middel van een actieplan deregulering voor ondernemers te verbeteren; — deeleconomie een steeds groter wordende rol speelt in de economische ontwikkeling van Amsterdam; — veel startups initiatieven opzetten die inspelen op die ontwikkeling; — vanuit het bedrijfsleven wordt aangegeven dat het toestaan van deeleconomie een ongelijk speelveld creëert; — Amsterdam sinds kort de eerste ‘Sharing City van Europa en daarmee een voorloper op het vlak van deeleconomie is, 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 71 Moti Datum _ 20februari2015 “ete Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — bij de uitrol van StartupAmsterdam, in het Amsterdams Ondernemers Programma en andere relevante initiatieven te onderzoeken hoe interessante innovatieve ontwikkelingen op het gebied van de deeleconomie kunnen worden gestimuleerd; — daarbij tevens het gelijke speelveld ten opzichte van de bestaande markt voor ogen te houden. Het lid van de gemeenteraad, M.H. Ruigrok 2
Motie
2
test
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 6-7-2023 Portefeuille(s) Grond en Ontwikkeling Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig Behandeld door Denise Wijnstekers, Grond en Ontwikkeling, [email protected] Onderwerp Tijdelijke initiatieven De Ceuvel en Asile Flottant Geachte raadsleden, Met de raadsinformatiebrief van 12 april 2023 heb ik v onder meer geïnformeerd over het feit dat door vertraging in de planning van de gemeente is besloten om de Ceuvel en Asile Flottant 2 jaar en 1 maand ontruimingsuitstel te verlenen (tot 1 februari 2025 in plaats van 1 januari 2024). Op 1 februari 2025 dient het terrein ontruimd te zijn. Tijdens de commissievergadering op 12 april 2023 heeft de Ceuvel een nieuw verzoek ingediend (ondersteund door vragen van het Parool), waarin zij vraagt of de tender voor kavel 32+35 eerder (in 2023) uitgeschreven kan worden. Op deze manier ontstaat er eerder duidelijkheid voor de Ceuvel of ze wel of niet kunnen terugkeren na afloop van de sanering van circa twee en een half jaar. Dit in verband met de bestaanszekerheid van de bedrijven en het eventueel zoeken naar een andere tijdelijke of definitieve locatie. Naar aanleiding van het verzoek heb ik de mogelijkheden en risico’s van een gewijzigde planning onderzocht. In deze brief wordt uitgelegd waarom ik geen mogelijkheden zie om de tender voor kavel 32 en 35 eerder uit te schrijven. De huidige planning en het proces om tot een tender te komen (kavel 32+35): Ter volledigheid wordt voordat op de argumentatie wordt ingegaan eerst voor kavel 32+35 de huidige planning en werkzaamheden beschreven van de sanering en het tenderproces . Genoemde planningen zijn indicatief, op basis van huidige inschattingen. Tevens wordt het programma toegelicht dat op kavel 32+35 gerealiseerd zal worden. Stappen en planning (voorbereiding) sanering tot en met start bouw (eind 2023 — medio 2028): De gemeente start met civieltechnische voorbereiding van de sanering eind 2023. Wanneer het terrein ontruimd is kan gestart worden met het bodemonderzoek, wat nodig is voor het saneringsplan. Na aanbesteding kan de sanering starten, welke volgens huidige planning gereed is medio 2027. Daarna is er nog een zettingstijd van 12 maanden nodig voordat gestart kan worden met de bouw, te weten medio 2028. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juli 2023 Pagina 2 van 4 Stappen en planning voorbereiding van de tender tot gunning (kavel 32+35): Voor de voorbereiding van de tender moeten er een stedenbouwkundige inpassingsstudie en onderzoeken uitgevoerd worden. Daarna kan, op basis van de stedenbouwkundige uitwerking, gestart worden met het opstellen van de tenderstrategie, een selectieleidraad met bouwenvelop en bijbehorende bijlagen en specificaties. Er wordt nog een onderzoek door Bureau Monumenten en Archeologie (M&A) gedaan naar de monumentale waarde van de scheepshelling. Dit onderzoek zal eind 2023 gereed zijn. Dit is van belang voor de stedenbouwkundige uitwerking. De voorbereiding van de tender neemt circa g tot 10 maanden in beslag. Volgens de huidige planning wordt in het derde kwartaal 2024 gestart met de voorbereiding van de tender, de tenderprocedure zelf heeft tot aan gunning een doorlooptijd van circa 8 tot 12 maanden. Conform de huidige planning kan medio 2026 gegund worden aan de winnende inschrijver, die heeft vervolgens 24, maanden een optie om het ontwerp uit te werken, omgevingsvergunning aan te vragen en een erfpachtaanbieding te accepteren. Programma kavel 32+35 conform HIB en Bestemmingsplan Het bouwprogramma wat gerealiseerd kan worden op kavel 32 conform het herijkte investeringsbesluit is maximaal 1.000 m2 bvo, bestaande uit de functies bedrijven, broedplaatsen (maximaal 5oom2) en horeca (maximaal 250 m2). Op kavel 35 is maximaal 1.900 m2 bvo wonen (ca. 35 woningen) gepland. LUIT en 28 en N N 29 Ne N. 346âm? N EE) 3 \ È mn Ë 3 34 124 Ô 1.84 m \ 1 EE "7 \ 35 \ x _32 5 1.441? FE a me | 263èm! EE 3.4Bém? LN Dann [de Cd TTE Kavelkaart Papaverhoek, waarbij het hier gaat om kavel 32+35 Tender naar voren halen (verzoek van de Ceuvel) Het naar voren halen van de tender van kavel 32+35 is theoretisch mogelijk, maar de consequenties daarvan voor de overige gebiedsontwikkeling in Buiksloterham vind ik te groot. Bovendien nemen de risico’s voor de tenderselectie van kavel 32+35 zelf toe en dat vind ik niet gewenst. Hieronder volgt een toelichting hierop: Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juli 2023 Pagina 3 van 4 Consequenties van naar voren halen tender kavel 32+35: e Het naar voren halen van (de voorbereiding van de) tender van kavel 32+35 heeft consequenties voor de overige opgave in Buiksloterham, omdat er geen (extra) capaciteit beschikbaar is. De huidige beschikbare capaciteit werkt aan de voorbereiding van een grote tender voor kavel 18 (programma kavel 18 = circa 45.000 m2 bvo wonen waarvan circa 200 sociale huurwoningen, circa 200 middensegment huurwoningen, circa 100 vrije sector woningen en ca 20.000 m2 bvo niet woonprogramma). De publicatie van de tender van kavel 18 is gepland voor het eerste kwartaal in 2024. De afgelopen 2,5 jaar is er op kavels 18+19 een grote kostbare saneringsoperatie uitgevoerd, deze kavels zijn momenteel bouwrijp. Strategisch is het wenselijk om zo snel mogelijk na de tenderselectie van kavel 19, ook kavel 18 in de markt te zetten. Niet alleen om financiële redenen maar ook vanwege de grootte, BLVC (Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie) en raakvlakken omliggende werken, werkvolgorde van de bouw en maaiveldinrichting. De huidige planning van kavel 32+35 is hierop (qua capaciteit) afgestemd. Bij het naar voren halen van de (voorbereiding van) tender voor kavel 32+35 moeten de voorbereidende werkzaamheden voor de tender van kavel 18 stil gelegd worden om capaciteit vrij te maken voor kavel 32+35. In de huidige planning van kavel 32+35 is immers geen rekening gehouden met de voorbereidingstijd van circa g tot 10 maanden voor de tender van deze kavel nog dit jaar. e Eris voorde afnemers van kavel 19 een verplichting opgenomen om parkeren af te nemen op kavel 18 (mobiliteitshub). Totdat deze hub is gerealiseerd dienen de afnemers van kavel 19 tijdelijk te parkeren op kavel 8. Later starten van kavel 18 heeft daarom ook gevolgen voor de tender en bouw van kavel 8 (bouwrijp kavel tegenover kavel 18). Het parkeren dat gepland is in de mobiliteitshub op kavel 18 moet dan langer tijdelijk gehandhaafd blijven op kavel 8, waardoor dit kavel pas later bebouwd kan worden. KAVEL 19 KAVEL 18 Stedenbouwkundige voorbeelduitwerking van kavel 18 en 19 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juli 2023 Pagina 4 van 4 Risico's naar voren halen tender 32+35 (optieperiode): Hierboven is beschreven welke gevolgen het heeft voor andere ontwikkelingen in de Buiksloterham als besloten wordt de tender voor kavel 32 + 35 naar voren te halen. Deze gevolgen zijn niet gering. Zo vertraagt de woningbouw daar dan aanzienlijk. Daarnaast brengt het ook risico’s met zich mee voor de tender van Kavel 32+35 zelf. Als de tender naar voren wordt gehaald en de ontruiming en sanering pas na gunning plaatsvinden in afwijking van de huidige planning, moeten alle hiermee gemoeide risico’s (vertraging, onvoorziene omstandigheden, e.d.) worden verwerkt in de tendervoorwaarden. Dat kan een negatieve invloed hebben op de tenderprocedure (minder inschrijvers). Dat levert bovendien meer onzekerheden en risico’s op voor de winnende partij van de tender en voor gemeente dan volgens de huidige planning (tender na ontruiming en belangrijkste fase sanering). Voor zover deze nadelen voor de gemeente en de inschrijvers tevens voordelen opleveren voor de huidige gebruikers verdraagt zich dat mogelijk niet goed met de rol van de gemeente als overheidsorgaan. De kavels 32+35 gefaseerd op de markt zetten Tenslotte is gekeken of het mogelijk is om de kavels 32+35 gefaseerd op de markt te zetten. Bijvoorbeeld door kavel 32 (broedplaats met horeca) eerder te tenderen en kavel 35 (woningbouw) volgens de huidige planning. Dat betekent dat het terrein gefaseerd gesaneerd moet worden. De sanering die moet plaatsvinden zal dermate dichtbij (ontoelaatbare) overlast op gaan leveren aan de Ceuvel en haar gebruikers. Daarnaast is gefaseerd slopen duurder. Ook dient de kade rondom het gehele terrein vervangen te worden, dat is gefaseerd niet mogelijk mede doordat de huidige kade op dit moment van slechte kwaliteit is. Om een tender vit te kunnen zetten is bij de voorbereiding een integrale oriëntatie nodig van beide te ontwikkelen kavels, de omliggende openbare ruimte en architectonische waardevolle objecten. Gezien het feit dat zaken integraal bekeken en ontworpen moeten worden is er geen tijdwinst te bereiken door de kavels 32 en 35 gefaseerd in de markt te zetten. Bij één tender is de verwachting dat een ontwikkelopgave van broedplaatsen met horeca en woningbouw tezamen aantrekkelijker is voor marktpartijen. Het opsplitsen heeft naar verwachting een negatieve impact op de haalbaarheid van de tender. Naar aanleiding van de in beeld gebrachte consequenties (o.a. vertraging woningbouw) en risico's voor zowel kavel 32+35 als voor kavels 8, 18 en 19 is besloten om het verzoek van de Ceuvel niet in te willigen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd Met vriendelijke groet, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
male. LD enne ne enen Stadsdeel Amsterdam-Gertrum Í dek 25 VIN OQ je Reg.nr: Beh. ambt/afd: fg PE | Naar Aan: Stadsdeelraad Centrum Dec ee. eee | Postbus 202 eecoe | 1000 AE Amsterdam Kopie n ee | qe € | Des | Onderwerp: Klacht tegen de Stadsdeelraad wegens onbehoorlijk bestuur \ tte | Brcriekegde: Ad| en Ons kenmerk: brief Child Support van 23 april 2008 en eea | Uw kenmerk: … Amsterdam, 18 februari 2009 VOORAF Child Support is de enige organisatie in Amsterdam werkzaam op het gebied van geïntegreerde GGZ en school in een brede maatschappelijke context. Het gaat om preventie van psychische problematiek, vroeg signaleren, consult, psychodiagnostiek en behandeling gekoppeld aan het inhalen van school- en ontwikkelingsachterstanden. Child Support is de enige organisatie in Amsterdam die deze geïntegreerde diensten aanbiedt (inclusief beleidsondersteuning) gebaseerd op wetenschappelijke evidentie van de juistheid daarvan en de maatschappelijke noodzaak om segregatie van kinderen op grond van hun Sociaal Economische Status zichtbaar en beperkt te houden. Zie relevante beleidsstukken hierover van de Europese Commissie en de OCDE. Geachte Stadsdeelraad, Het is U bekend dat een erg hoog percentage van de kinderen in uw Stadsdeel in onvoldoende mate profiteert van het onderwijs en een nog hoger percentage lijdt onder zeer belemmerende gezondheidsklachten van psychische aard. Zie onze brief van 23 april 2008. Deze zorgelijke feiten komen regelmatig terug op Uw vergaderagenda en op die van Uw voorgangers. Hier wordt al langer dan twintig jaar in Amsterdam over gesproken en een aantoonbaar niet effectief beleid op gevoerd. Tevens heeft nooit iemand beweerd dat deze problemen onoplosbaar zijn of dat hiervoor onvoldoende kennis beschikbaar is. In deze context bood Child Support alternatieven en samenwerking aan; deze brief hehehe is door het Stadsdeel echter nooit beantwoord. gansta Wij zijn van oordeel dat hier sprake is van onbehoorlijk bestuur, ten koste van de bewoners van uw stadsdeel, reden voor ons om een klacht bij U in te dienen over het niet reageren door de Stadsdeel op ons aanbod. Hopend op een snelle afwikkeling van onze klacht door Uw Raad, verblijven wij, hoogachtend, Á 14 ) Bee 8 we ipport { ”e Psycho \ zuronet.nl l t-europe.com lam l Postadre
Raadsadres
2
test
Gemeente Bezoekadres Stadhuis, Amstel 1 Amste rd d m 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14020 > < www.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de raad Datum 1 december 2020 Kenmerk Motie 2018-1394 Behandeld door Heiko Vader, G&O, 06-46705762, [email protected] Bijlagen Stedenbouwkundig Plan, Beeldkwaliteitsplan en Voorontwerp Inrichtingsplan BPAO fase 2 Onderwerp Bestuurlijk reactie op motie 2018-1394 van de leden Van Renssen, Bakker, De Heer en Timman inzake de Lutkemeerpolder (kwaliteit gronden) Geachte leden van de gemeenteraad, In de gemeenteraad van 19 december 2018 is een motie aangenomen van de leden Van Renssen, Bakker, De Heer en Timman (motie 2018-1394) inzake de Lutkemeerpolder en het behoud van de kwaliteit van de gronden in Lutkemeerpolder ten aanzien van de ontwikkeling van Business Park Amsterdam Osdorp fase 2. In deze motie overwegen de leden de uitzonderlijke samenstelling van de huidige bodem op de locatie van Business Park Amsterdam Osdorp (BPAO) fase 2; de technische haalbaarheid om de grond (tijdelijk) te belasten en geschikt te maken voor bedrijfsbebouwing, zonder dat de kwaliteit van de bodem verloren gaat; het behoud (zoveel en zolang mogelijk) van open akkers wegens relevantie voor klimaatadaptatie en biodiversiteit; en een strook of een zone met groen en/of een bomenrij van toegevoegde waarde zal zijn voor de biodiversiteit en migratie van soorten in het gebied. De raad verzoekt het college van burgemeester en wethouders om de GEM Lutkemeer B.V. drin- gend te verzoeken in geval van de ontwikkeling van BPAO fase 2 het gebied op een zodanige ma- nier in te richten dan wel te belasten dat de kwaliteit van de vruchtbare grond niet verloren gaat. Tevens is het dringend verzoek om het gebied zoveel mogelijk behouden blijft voor gebruik in de toekomst en dat het gebied op een zodanige manier wordt ingericht ter bevordering van de biodi- versiteit en migratieroutes. Het college van B&W heeft in haar brief aan de raad d.d. 19 maart 2019 met betrekking tot motie 2018-1394 aangegeven dat de GEM Lutkemeer B.V. de ontwikkeling van BPAO fase 2 gefaseerd Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 1 december 2020 Kenmerk Motie 2018-1394 Pagina 2 van 3 ter hand neemt en daarmee blijven zoveel mogelijk open akkers in de Lutkemeerpolder zolang mogelijk behouden. Tevens is aangegeven dat de overige in de motie genoemde thema's (kwali- teit van de gronden, biodiversiteit en migratieroutes) worden meegenomen in de planvorming en dat de motie afgehandeld kan worden nadat het college van B&W het stedenbouwkundige plan heeft vastgesteld en de plannen ter kennisname zijn gestuurd aan de raadscommissie. Stedenbouwkundig en Voorontwerp Inrichtingsplan De GEM Lutkemeer B.V. heeft een stedenbouwkundig plan, beeldkwaliteitsplan en voorontwerp inrichtingsplan opgesteld. In het stedenbouwkundig plan blijft, conform motie 2018-1394, de kwa- liteit van de vruchtbare grond zoveel mogelijk behouden doordat er zoveel mogelijk wordt ge- werkt met gebiedseigen grond en de huidige vruchtbare toplaag terug wordt gebracht als toplaag voor de groene openbare ruimte. Verder zet dit stedenbouwkundig plan in op het versterken van de biodiversiteit door het toevoegen van attractieve nieuwe biotopen voor plant en dier en voor- ziet het waterpark in een nieuwe recreatieve en ecologische verbinding. Het waterpark met bijbe- horende bomenstructuur voorziet in een belangrijke verbinding tussen Westgaarde en de Groene As voor vleermuizen. De stadsecoloog van Nieuw-West is positief over de plannen en stelt dat indien het nieuwe bedrij- venterrein Business Park Amsterdam Osdorp fase 2 volgens het voorontwerp inrichtingsplan en stedenbouwkundig plan wordt gerealiseerd de biodiversiteit versterkt zal worden ten opzichte van het huidige akkerlandschap. De stadsecoloog onderbouwt zijn advies als volgt: “Het huidige akkerlandschap is homogeen en bijna zonder permanente begroeiing en kent hierdoor weinig variatie in leefgebieden. Ook is de over- gang van het akkerlandschap naar de omliggende gebieden abrupt en kent hierdoor weinig verbin- ding. Homogeniteit en gebrek aan verbinding zorgen voor een lage biodiversiteit ten opzichten van de omringende gebieden en een geringe rol in het versterken van de biodiversiteit van die gebieden. Door de realisatie van het business park ontstaat binnen en aan de rand van het park variatie in leef- gebieden. Aan de randen door de aanwezigheid van een omlijsting met een gevarieerde houtwal en bomenrijen en geleidelijke overgangen van droog naar nat. Binnen in het park zorgt het waterpark met bijbehorende ecologische oevers en kleine landschapselementen zoals poelen, boomgaard en wadi's en bloemrijke bermen voor een breed menu aan leefgebieden. Deze leefgebieden kunnen niet alleen gebruikt worden voor soorten die op het park leven maar ook soorten zoals vleermuizen uit de omliggende gebieden die komen jagen. Op deze wijze wordt niet alleen het huidige akkerland biodi- verser door de realisatie van het business park maar ook de omliggende gebieden.” De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit heeft ook advies gegeven over het stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteitsplan en is lovend over de opzet van het stedenbouwkundig plan en het beeldkwali- teitsplan, waarin de inpassing van de bedrijven in de polder door middel van een parkachtig inge- richte openbare ruimte wordt gerealiseerd en circulariteit en duurzaamheid het vitgangspunt zijn. Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 1 december 2020 Kenmerk Motie 2018-1394 Pagina 3 van 3 Het stedenbouwkundig plan is vastgesteld door het college van B&W. Het college van B&W heeft het voorontwerpinrichtingsplan en beeldkwaliteitsplan voor kennisgeving aangenomen. Het Ste- denbouwkundigplan, voorontwerp inrichtingsplan en beeldkwaliteitsplan zijn ter afhandeling van de motie 2018-1394 ter kennisname gevoegd bij deze brief. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, be, ( A ID)OD AU Ce Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Motie
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1234 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen onder AX Ingekomen op donderdag 5 november 2015 Behandeld op donderdag 5 november 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Paternotte, Shahsavari-Jansen en Moorman inzake de toekomstige samenwerking met Tel Aviv en Ramallah (betrekken gespekspartners). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de toekomstige samenwerking met Tel Aviv en Ramallah (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1177); Overwegende dat: — de gemeente Amsterdam bilateraal gaat samenwerken met zowel Tel Aviv als Ramallah, naar aanleiding van het bezoek van Burgemeester Van der Laan aan beide steden en Wethouder Ollongren aan Tel Aviv; — zowel Amsterdam, Ramallah als Tel Aviv deze samenwerking van belang acht. Een internationale samenwerking op stedelijk niveau kan niet bijdragen aan een politieke oplossing van het conflict in de regio. Samenwerking kan wel de positie van mensen en organisaties verbeteren en versterken, evenals het helpen bij het opbouwen van banden tussen mensen; — de gesprekspartners van de burgemeester en de wethouder tijdens het bezoek met name bestonden uit maatschappelijke organisaties, bedrijven, kennisinstellingen en individuen, en dat daarop ook de nadruk zal liggen in de voorgestelde samenwerking; — de noodzaak van het op gang brengen en houden van de dialoog tussen mensen, maatschappelijke organisaties, bedrijven en overheden door iedereen werd onderschreven ondanks de (betrekkelijk uitzichtloze) politieke situatie; Voorts overwegende dat: — _D66 de samenwerking onder andere steunt omdat we dialoog op gang kunnen brengen tussen mensen, en zo ook moeilijke onderwerpen - met betrekking tot de betrekkelijk uitzichtloze politieke situatie - bespreekbaar kunnen maken; — _op dit moment in de voorgestelde samenwerking gesprekspartners missen die van belang kunnen zijn deze moeilijke onderwerpen daadwerkelijk te bespreken; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1234 Moti Datum 13 november 2015 Vote — erin Tel Aviv en Ramallah non-gouvermentele organisaties (NGO's) zijn die willen werken aan een tweestatenoplossing en op een vreedzame manier mensenrechtenschendingen aan de kaak stellen, zoals het Israëlische ACRI, en Gisha2, en het Palestijnse Adalah3. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — om als verantwoordelijke hoofdstad in de samenwerking met Tel Aviv en Ramallah ook gesprekspartners te betrekken die voor een tweestaten-oplossing zijn en mensenrechtenschendingen aan de kaak stellen, zoals de NGO's ACRI Gisha en Adalah; — deze NGO's in het kader van de samenwerking een platform te bieden om zo daadwerkelijk moeilijke onderwerpen bespreekbaar te maken. De leden van de gemeenteraad J.M. Paternotte M.D. Shahsavari-Jansen M. Moorman t www.acri.org.il/en/ ? gisha.org/ 3 www.adalah.org/ 2
Motie
2
train
VN2023-013120 issi Griffe X Gemeente veiiated aac comme voor Samen Zaken, Openen ore en AZ eirigheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, % Amsterdam $ $ Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 12 Datum besluit n.v.t. Onderwerp AZ-supporters aangehouden in Amsterdamse metro vanwege antisemitische liederen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van het NOS-artikel: 154 AZ-supporters in metro aangehouden vanwege antisemitische liederen Wettelijke grondslag Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in. Bestuurlijke achtergrond Voorafgaand aan de wedstrijd Ajax-AZ van zaterdag 6 mei zijn er door de politie 154 voetbalsupporters aangehouden omdat ze antisemitische liederen zongen in de metro. Ze waren toen al meerdere keren gewaarschuwd om te stoppen met zingen. Ook zijn er vernielingen aangericht in de metro. De Amsterdamse VVD is blij met het optreden van de politie: in Amsterdam is op geen enkele manier ruimte voor antisemitisme. De VVD gaat graag in gesprek met de burgemeester en de commissie welke stappen er nog meer ondernomen (kunnen) worden om antisemitisme rondom voetbalwedstrijden te stoppen. Reden bespreking o.v.v. het lid Martens (VVD) Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2023-013120 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Griffie % Amsterdam ‚ ‚ ‚ % Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023 Ter bespreking en ter kennisneming nee Welke stukken treft v aan? Artikel NOS Nieuws over aanhouding AZ fans vanwege antisemitische AD2023-040114 ‚ liederen.docx (mswa2) AD2023-040094 Commissie AZ Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Het lid Martens (VVD) Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 136 Datum indiening 14 december 2019 Datum akkoord 7 februari 2019 Publicatiedatum 8 februari 2019 Onderwerp Beantwoording nadere schriftelijke vragen van de leden Taimounti, Ceder en Mbarki inzake etnisch profileren en de recent uitgezonden documentaire 'Verdacht'. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: De fracties van DENK, ChristenUnie en PvdA willen nadere schriftelijke vragen stellen op de schriftelijke schriftelijke vragen van de leden Taimounti en Ceder van 12 december 2018. Gezien het vorenstaande hebben de leden Taimounti, Ceder en Mbarki, respectievelijk namens de fracties van DENK, ChristenUnie en PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de nadere schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van de leden Taimounti en Ceder van 12 december 2018 (nr. 135) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Welke indicatoren worden gebruikt om de omvang van etnisch profileren inzichtelijk te maken? Antwoord: Deze vraag is meegegeven aan de Adviescommissie etnisch profileren. Het advies van de adviescommissie wordt in februari van dit jaar verwacht en dan in de driehoek besproken. Daarna zal ook de gemeenteraad worden geïnformeerd. 2. Hoe beoordeelt het college of etnisch profileren af- of toeneemt? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 3. Houdt de Amsterdamse politie het aantal klachten bij die binnenkomen over etnische profileren/onterechte staande houdingen? Antwoord: Ja, de politie houdt bij hoeveel klachten van etnisch profileren door de politie jaarlijks via de klachtenapp van de politie binnenkomen en registreert deze klachten in een intern registratiesysteem. Bij de politie-eenheid Amsterdam zijn in 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng hae Gemeenteblad Datum 8 februari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 14 december 2018 2018 10 klachten over etnisch profileren binnengekomen. De bij de politie ontvangen klachten gaan, na een toets op ontvankelijkheid, de klachtenprocedure in. Bij de behandeling van de klachten wordt beoordeeld of er daadwerkelijk sprake was van etnisch profileren. Het doel van de klachtbehandeling is: — herstel van vertrouwen; — lerend vermogen van de politie versterken; — het imago verbeteren. Voor de politiemedewerker is een klacht in eerste instantie een reflectie op zijn/haar optreden en om van te leren. Een klacht wordt niet opgenomen in het personeelsdossier. Mocht een politiemedewerker meerdere klachten over hetzelfde onderwerp tegen zich gericht krijgen, wordt een extra signaal aan de leidinggevende afgegeven. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in bijscholing of een functioneringstraject. Toelichting door vragenstellers: Tijdens de documentaire Verdacht kwam o.a. Anis Raiss, een Amsterdamse politieagent, aan het woord. Raiss was onterecht aangehouden door de politie in Enschede. Het Openbaar Ministerie oordeelde dat de aanhouding niet rechtmatig was en dat de betrokken inspecteur strafrechtelijk verwijtbaar gehandeld heeft. De zaak werd geseponeerd op de voorwaarde dat de politie intern maatregelen treft. Het Hof besloot om alsnog de vervolging aan te bevelen, maar de uitspraak van het gerechtshof is niet gepubliceerd’. 4. Is het college bekend met de zaak Anis Raiss? a. Wat is het oordeel van het college ten aanzien van de casus Raiss? b. Zijn er lessen die de Amsterdamse politie uit deze casus heeft getrokken met betrekking tot de rol van de Amsterdamse politie in deze zaak, en zo ja, welke zijn dat? c. Gebruikt de Amsterdamse politie dit als casuistiek bij het bewust maken van collega’s op het thema? d. Raiss werkt sinds zijn arrestatie niet meer. Is er nazorg geboden aan de heer Raiss en hoe gaat dat nu? e. Heeft het Amsterdamse politiekorps contact gehad met hun collega’s in Enschede inzake de casus Raiss? Zo ja, wat is hieruit gekomen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het College gaat niet in op individuele zaken van politiemedewerkers. Wellicht ten overvloede merkt het college op dat de verantwoordelijkheid voor personele zaken van de politie met de inwerkingtreding van de Politiewet 2012 is belegd op nationaal niveau. 1 https://controlealtdelete.nl/blog/chronologie-van-een-doofpot 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing hae Gemeenteblad ummer - =: ne Datum 8 februari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 14 december 2018 In algemene zin maakt de eenheid Amsterdam gebruik van verschillende beleidsmaatregelen, waaronder een lespakket met (korte) films, literatuur en lezingen, om het vakmanschap en bewustwording van politiemedewerkers te vergroten. De documentaire ‘Verdacht’ is daar ook in meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
> Gemeente Amsterdam Amendement Datum raadsvergadering 10 mei2023 Ingekomen onder nummer 176 accent Status Verworpen Onderwerp Protocol Handhaving thema consistentie Onderwerp Protocol Handhaving Integriteit politieke ambtsdragers Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het Protocol Handhaving Integriteit politieke ambtsdragers: Overwegende dat: -_in de twee bullit van de inleiding van het Protocol wordt gerept van het in de openheid van de raadsvergadering spreken over een eventuele passende sanctie, terwijl bij het deel 'Rol- len’, bij de rol van de griffier staat dat hij/zij de burgemeester adviseert over de keuze tus- sen een openbare behandeling dan wel behandeling in de beslotenheid; Besluit: 1. het Protocol Handhaving Integriteit politieke ambtsdragers vast te stellen, met dien ver- stande dat: a. op pagina 1 onder het kopje “Inleiding”, in de laatste zin van de 2de bullit van de drie uitgangspunten, de volgende woorden worden geschrapt: “…de openheid van …”; Indiener(s), A.H.J.W. van Schijndel
Motie
1
train
VN2023-0231/0 X Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA Snderwij, Jeugd en Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en org % Amsterdam | Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023 Ter advisering aan de raad Portefeuille Onderwijs Coördinatie Maatschappelijke Voorzieningen (13) Agendapunt 10 Datum besluit College van B en W 14 november 2023 Onderwerp Wijzigingen Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam De commissie wordt gevraagd De raad te adviseren de Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2020 te wijzigen. Wettelijke grondslag artikel 6.12 van de Wet voortgezet onderwijs 2020; artikel 102 van de Wet op het Primair Onderwijs; artikel 200 van de Wet op de Expertisecentra; artikel 14,7 van de Gemeentewet. Bestuurlijke achtergrond Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2020 vastgesteld bij raadsbesluit van 28 april 2020 (Gemeenteblad nr. 126629) Reden bespreking NVT. Uitkomsten extern advies Over de wijziging van de verordening is op 1 november 2023 Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) gevoerd met alle schoolbesturen in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs die werkzaam zijn in de gemeente. De schoolbesturen hebben laten weten zich te kunnen vinden in de voorgestelde wijzigingen. Geheimhouding NVT. Uitgenodigde andere raadscommissies NVT. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.17 1 VN2023-023170 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: - Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023 Ter advisering aan de raad Nee Welke stukken treft v aan? AD2023-079776 Commissie OZA Voordracht (pdf) AD2023-089448 Conceptbesluit wijzigingsverordening onderwijshuisvesting.docx (msw12) AD2023-088758 DEF afwegingskader.pdf (pdf) AD2023-089535 Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Onderwijs, Jeugd, Zorg, Martijn Droog, 0653119074 m.droog@®&amsterdam.nl Gegenereerd: vl.17 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 291 Datum indiening 30 januari 2020 Datum akkoord 9 maart 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake stop het uitkleden van de ouderenzorg. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De branchevereniging voor instellingen in de ouderenzorg, Actiz, zegt dat de kwaliteit van die zorg binnen afzienbare tijd onder druk komt en dat we nu moeten nadenken over de vraag hoe we de ouderenzorg in de toekomst gaan organiseren. Daarbij zal een groter beroep op mantelzorgers worden gedaan, meldt de NOS. De fractie van de Partij van de Ouderen maakt zich grote zorgen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het artikel ‘Versobering ouderenzorg onvermijdelijk, groter beroep op mantelzorgers ook’ van de NOS?’ Antwoord Het college is hiermee bekend 2. De branchevereniging voor instellingen in de ouderenzorg, Actiz, zegt dat de kwaliteit van die zorg binnen afzienbare tijd onder druk komt en dat we nu moeten nadenken over de vraag hoe we de ouderenzorg in de toekomst gaan organiseren. Daarbij zal een groter beroep op mantelzorgers worden gedaan. Hoe kijkt het college hier tegenaan? Graag een uitgebreid antwoord. Antwoord Het college beaamt dat de druk op mantelzorgers toeneemt door demografische ontwikkelingen. De vergrijzing trekt een grote wissel op beschikbare zorg en ondersteuning en ook op mantelzorgers. Amsterdam heeft nu een vaste ondersteuningsstructuur voor mantelzorgers. Dit bestaat onder andere uit informatievoorziening, praktische ondersteuning, gemeentelijke voorzieningen en mogelijkheden om de zorgtaken waar nodig over te nemen zodat de mantelzorger respijt kan krijgen. Het college is zich ervan bewust dat een goede 1 https://nos.nl/artikel/2320753-versobering-ouderenzorg-onvermijdelijk-groter-beroep-op- mantelzorgers-ook.html 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Jot Gemeenteblad R Datum 9 maart 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 30 januari 2020 ondersteuningsstructuur van belang is om overbelasting onder mantelzorgers tegen te gaan; voor nu, maar ook in de toekomst. Omdat de druk op de ouderenzorg groter wordt, investeert de gemeente in een goede samenwerking tussen formele en informele zorg. In 2019 is er bijvoorbeeld een pilot gestart om huisartsen te informeren en te stimuleren om mantelzorgers te herkennen en door te verwijzen naar het ondersteuningsaanbod. Bij de doorontwikkeling van de Buurtteams wordt ook aandacht geschonken aan de verbinding en samenwerking met informele zorg. Het voorstel is om ook praktische ondersteuning voor mantelzorgers onder te brengen in de Buurtteams. De Buurtteams zullen in staat zijn integrale dienstverlening te organiseren die niet alleen aansluit op de zorgvrager, maar ook op de mantelzorger. Tot slot wordt er geïnvesteerd in het verbeteren en het verder ontwikkelen van bestaande voorzieningen en bestaand aanbod, zodat de aansluiting op de behoefte van de mantelzorgers in Amsterdam verbeterd wordt. 3. Actiz doelt ook op de toename van het aantal ouderen en het aantal mensen met dementie, terwijl het aanbod van werkenden juist afneemt. In de ouderenzorg dreigt daardoor een chronisch personeelstekort. Deelt het college deze visie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wil het stadsbestuur de tekorten gaan oplossen? Antwoord Het college werkt in verschillende verbanden met de partners in de zorg aan het terugdringen van de nu al nijpende personeelstekorten in de zorg. Zo werkt gemeente Amsterdam in de Intersectorale aanpak personeelstekorten maatschappelijke beroepen met partners in het (jeugd)zorg-, kinderopvang- en onderwijsveld samen om medewerkers aan te trekken en te behouden voor de maatschappelijke sectoren. Daarnaast is de gemeente betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van de Regionale Actieplannen Aanpak Tekorten (RAAT) waarin aanbieders van zorg & welzijn, onderwijs, sociale partners en financiers de krachten gebundeld hebben om tot een integrale arbeidsmarktaanpak voor zorg en welzijn te komen. De gemeente werkt hierin samen met de SIGRA die de RAAT-aanpak in de regio Amsterdam coördineert. 4. Eerder deze maand bleek dat de wachtlijsten voor verpleeghuizen nu al toenemen. Hoe groot is de toename van de wachtlijsten in Amsterdam en wat is de status van de wachtlijsten op dit moment? Antwoord In de eerdere beantwoording van de schriftelijke vragen van mw. van Soest over de groei van de wachtlijsten voor verpleeghuizen van 14 januari jl. is hierover het volgende geschreven: De verpleeghuiszorg valt onder de Wet langdurige zorg (WlIz). Verpleeghuiszorg wordt gecontracteerd door het regionale zorgkantoor, in deze regio uitgevoerd door Zilveren Kruis. Uit de opgevraagde cijfers van het zorgkantoor blijkt een stijging van wachtenden? op verpleeghuiszorg zoals ook weergegeven in onderstaande tabel: 2 De wachtlijst maakt onderscheid tussen actief en niet actief-wachtenden. Actief wachtend wil zeggen dat de cliënt de geïndiceerde verpleeghuiszorg wil ontvangen, maar nog niet krijgt, de cliënt wacht buiten zijn wil. Niet-actief wachtenden zijn cliënten die alleen de geïndiceerde verpleeghuiszorg willen ontvangen van een voorkeuraanbieder, de cliënt wacht op eigen verzoek 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Jot Gemeenteblad R Datum 9 maart 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 30 januari 2020 | april2019 | oktober 2019 | januari 2020 Het zorgkantoor heeft geen meer recente cijfers dan die hierboven genoemd. 5. “Belangrijk is allereerst dat de toestroom naar de verzorgingshuizen wordt ingedamd, door langer thuiswonen te stimuleren.” Deelt het college deze visie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wil het college de toestroom in Amsterdam beperken? Antwoord Het college vindt het belangrijk dat mensen op een prettige manier in een vertrouwde omgeving oud kunnen worden. Voor veel ouderen betekent dit dat ze zo lang mogelijk in hun eigen omgeving willen blijven wonen, in de eigen woning of in een andere woonvorm. Met goede zorg en ondersteuning nabij kunnen hierdoor veel mensen wonen in een omgeving die voor hen prettig is. Het stimuleren van langer thuis wonen, vindt het college belangrijk omdat het tegemoet komt aan de wensen van ouderen in de stad en niet om de toestroom naar verpleeghuizen in te dammen. 6. “Daarnaast moeten verpleeghuizen mantelzorgers meer ruimte geven om iets voor hun naasten te doen.” Is het college het met de Partij van de Ouderen eens dat iedereen recht heeft op goede zorg en daarvoor nooit afhankelijk mag zijn van mantelzorgers? Zo nee, waarom niet? Antwoord Het college is het eens met de Partij van de Ouderen dat goede zorg niet afhankelijk mag zijn van mantelzorgers. Zij ziet mantelzorgers niet als vervanging voor zorgprofessionals en investeert daarom steeds in een goede afstemming tussen informele en formele zorg. Tegelijkertijd is het voor veel zorgvragers en mantelzorgers vaak fijn en belangrijk om mantelzorg te ontvangen en te geven. Mantelzorg kan zo een mooie aanvulling zijn op professionele ondersteuning en zorg. De steeds groter wordende rol van mantelzorgers neemt het college echter serieus. Mantelzorg is daarom integraal opgenomen in meerdere beleidsdomeinen van de gemeente. Mantelzorgers kunnen gebruik maken van verschillende vormen van ondersteuning passend bij hun behoefte, om overbelasting te voorkomen. . Verpleeghuiszorg valt onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Hoewel gemeentes er geen invloed op hebben of verpleeghuizen mantelzorgers meer ruimte geven om iets voor hun naasten te doen, ziet Amsterdam zorgaanbieders als belangrijke partners in het leveren van goede zorg aan Amsterdammers en hun mantelzorgers. De gemeente is dan ook permanent in gesprek met zorgaanbieders over de samenwerking en de kwaliteit. 7. Mantelzorgers zijn enorm belangrijk maar kunnen en mogen nooit een vervanging zijn van de professionele zorg. Het tekort aan zorgmedewerkers is ook in Amsterdam erg groot, mede door de hoge woonlasten en het tekort aan woningen. Hoe kijkt het college hier tegenaan? 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Jot Gemeenteblad ummer - =: . : Datum 9 maart 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 30 januari 2020 Antwoord Het college beseft dat het voor zorgmedewerkers moeilijk kan zijn een woning te vinden in Amsterdam. Daarom is sinds 1 januari 2020 de Huisvestingsverordening aangepast en is de voorrangsregeling voor Amsterdamse zorg- en onderwijspersoneel ingegaan. De gemeente Amsterdam heeft met corporaties afgesproken dat er tussen de honderd en tweehonderd woningen jaarlijks beschikbaar worden gesteld voor zorg- en onderwijspersoneel met een huisvestingsprobleem. Dit kunnen zowel sociale als middeldure huurwoningen zijn. Amsterdamse onderwijs- en zorgprofessionals kunnen zich aanmelden voor deze voorrangsregeling op de website amsterdam.nl/woningberoepsgroepen. Hier is ook alle informatie te vinden wanneer iemand voor deze regeling in aanmerking kan komen. 8. Is het college bereid om een lobby te starten richting de minister van Volksgezondheid om meer zorgpersoneel in Amsterdam aan de slag te krijgen? Zo nee, waarom niet? Antwoord Gemeente Amsterdam voert al geruime tijd een lobby richting het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, om meer geld voor de zorg en een verbetering van de arbeidsvoorwaarden voor de sector. Het personeelstekort is een vast onderwerp in onze gesprekken met het ministerie. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1126 Datum akkoord 18 november 2014 Publicatiedatum 19 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 15 oktober 2014 inzake vrouwenopvang. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Blijkens een artikel op de site van het Binnenlands Bestuur! van deze week maakt de Federatie Opvang zich grote zorgen over de (landelijke) toegankelijkheid van de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. De federatie vreest dat de centrumgemeenten, waaronder Amsterdam, in de toekomst vanwege geldgebrek als gevolg van al de bezuinigingen, alleen nog slachtoffers van huiselijk geweld zullen opvangen die uit de gemeente zelf komen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 oktober 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn over het algemeen gebaat bij opvang elders in Nederland, dat wil zeggen niet in de buurt van de eigen woonomgeving. Om ervoor te zorgen dat dit ook kan, zijn landelijke afspraken gemaakt. Volgens de Federatie Opvang staan deze landelijke afspraken nu onder druk vanwege de decentralisatie en de andere verdeling van de financiën. Wat zijn die landelijke afspraken? Antwoord: De meeste slachtoffers worden veilig in de eigen omgeving opgevangen. Desalniettemin moet de opvang landelijk toegankelijk blijven, ook na de herverdeling van de decentralisatie-uitkering. De wethouders van de 35 centrumgemeenten hebben zich daaraan verbonden en dit vastgelegd in een brief, d.d. 19 mei 2014 aan staatssecretaris Van Rijn (“kwaliteitsimpuls vrouwenopvang en huiselijk geweld’). ‘Landelijk netwerk vrouwenopvang in gevaar. Binnenlands bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/landelijk-netwerk-vrouwenopvang-in- gevaar.9448813.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le vember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 15 oktober 2014 2. Deelt het college de zorg van de Federatie Opvang, staan deze afspraken onder druk? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het college deelt de zorg van de Federatie Opvang niet. Zoals uit de brief blijkt is er geen sprake van bezuiniging maar juist van uitbreiding van budget met 10 miljoen. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat Amsterdam, net zoals dat nu gebeurt, in de toekomst slachtoffers van huiselijk geweld die van elders komen altijd moet blijven opvangen, als dat nodig is? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Ja, Amsterdam moet ook slachtoffers van huiselijk geweld uit andere delen van het land kunnen opvangen als dat omwille van de veiligheid noodzakelijk is. Het merendeel van de slachtoffers is echter beter geholpen in de eigen omgeving. Dat is ook nu al de praktijk. 4. Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te garanderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op dit moment ontbreken betrouwbare gegevens over de opvangbehoefte van slachtoffers. De Federatie Opvang voert daarom, binnen een samenwerkingsproject met de VNG, een monitor “instroom en uitstroom” uit. De eerste gegevens daarvan komen in 2015 beschikbaar. Deze zullen dienen als bron voor het bepalen van de opvangbehoefte in Amsterdam. Tot die tijd zal Amsterdam de huidige capaciteit op peil houden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
150
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Raadsagenda, woensdag 8 oktober 2008 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 8 oktober 2008 13.00 uur Locatie Raadzaal, Stadhuis Algemeen 1 Mededelingen. 2 Vaststelling van de agenda. 3 Mededeling van de ingekomen stukken. 4A Uitspreken van de Staat van de Stad door de burgemeester. 4B Aanbieding van de begroting/het jaarplan 2009 door de wethouder van Financiën. 4C Algemene beschouwingen begroting/het jaarplan 2009 door de fractievoorzitters. 5 Mondeling vragenuurtje. Ingekomen stukken 1 Bijzondere ledenbrief van VNG van 22 september 2008 inzake reactie van VNG op de Rijksbegroting 2009. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 1
Agenda
1
discard
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 8 november 2023 Ingekomen onder nummer 597 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Khan inzake Begroting 2024 Onderwerp Onderzoek om jongeren te helpen afkicken als beleidsdoelstelling kan worden opgenomen in de masterplannen Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2024 Constaterende dat: -__soft- en harddrugs gebruik kan leiden tot verslaving; -_ jongeren die opgroeien in kwetsbare gezinnen extra gevoelig zijn hiervoor“; -_schaamtecultuur een drempel kan vormen om hulp te vragen om af te kicken. Overwegende dat: -__de verschillende masterplannen bedoeld zijn om jongeren vooruit te helpen, gezonder en weerbaarder te maken; -__ergeen plan is om jongeren te helpen afkicken van soft- en harddrugs. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders om -_met de allianties en besturen van de masterplannen te onderzoeken of het opnemen van een beleidsdoelstelling om jongeren te helpen afkicken van soft- en harddrugs een posi- tieve bijdrage speelt bij de hoofddoelstellingen; -__deze doelstelling vervolgens op te nemen in de masterplannen. Indiener(s), S.Y. Khan + https://www.nationaledrugmonitor.nl/cocaine-kwetsbare-groepen-jongeren-en-jongvolwassenen/
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 440 Publicatiedatum 20 juni 2014 Ingekomen onder P Ingekomen op woensdag 11 juni 2014 Behandeld op woensdag 11 juni 2014 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam (hondenbelasting). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam (Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 396); Constaterende dat: — de hondenbelasting in Amsterdam in 2013 meer dan twee keer zo hoog was als het gemiddelde tarief in heel Nederland, namelijk € 103,18 per hond in Amsterdam, ten opzichte van € 46 gemiddeld landelijk; — ondanks gelijk gebleven tarieven in Amsterdam de hondenbelasting in 2013 veel meer (14%) heeft opgebracht dan in de voorgaande jaren; Overwegende dat: — gemeenten volgens art. 226, lid 1, van de Gemeentewet niet verplicht zijn om hondenbelasting te heffen; — ín 2013 121 van de 408 gemeenten geen hondenbelasting meer hieven en 6 gemeenten van plan zijn om in 2014 de hondenbelasting af te schaffen; — de hondenbelasting wordt gebruikt als algemene dekking voor uitgaven in verschillende programma's, dus niet voor speciale doelstellingen die met honden in de stad te maken hebben; — een hondenspeeltuin positief kan bijdragen aan het welzijn van honden in de stad alsmede aan het welzijn van hondenbezitters en sociale cohesie in buurten; — in verschillende Rotterdamse deelgemeenten men hier al de vruchten van plukt, wat tot financiële steun van deelgemeenten heeft geleid, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 440 Moti Datum __ 20 juni 2014 otie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de extra geheven inkomsten uit de hondenbelasting ten goede te laten komen aan honden in Amsterdam, door een of meerdere veilige, braakliggende terreinen ter beschikking te stellen aan Amsterdamse honden om daar vrij rond te kunnen rennen voor een periode van minimaal 4 jaar; — de veiligheid van de honden te garanderen door het terrein te omsluiten met een deugdelijk hek; — via de bestaande communicatiekanalen van de gemeente initiatiefnemers uit te nodigen om het terrein of de terreinen hondvriendelijk in te richten. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 691 Publicatiedatum 7 augustus 2015 Ingekomen op 1 juli 2015 Ingekomen onder Y Behandeld op 2 juli 2015 Uitslag verworpen Onderwerp Amendement van het raadslid mevrouw Roosma inzake de Voorjaarsnota 2015 (CABO). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Constaterende dat: -__ Het College voornemens is per 2017 te bezuinigen op CABO, een organisatie die zich inzet voor de participatie van ouderen migranten en ouderen migranten ondersteunt op het gebied van zorg, welzijn, dienstverlening en wonen, voor een bedrag van 238.740 euro structureel. -__In het coalitieakkoord extra middelen voor zorg zijn uitgetrokken: namelijk 4 miljoen structureel voor mantelzorg en 8 miljoen structureel voor dagbesteding per 2015. - Deze middelen vooralsnog ingezet worden voor incidentele prioriteiten in 2015 en 2016, waardoor er structurele ruimte beschikbaar is vanaf 2017. Overwegende dat: -__ Training en ondersteuning van vrijwilligers en informele zorgverleners die ouderen voorlichten en ondersteunen op het gebied van zorg, welzijn en inkomen, zeer belangrijk is omdat dit duurdere zorg voorkomt -__ Vrijwilligers die migranten ouderen ondersteunen niet bereikt worden door andere organisaties. -__ Het netwerk van vrijwilligers weg zou vallen als CABO niet meer gefinancierd wordt. Besluit: — per 2017 CABO te financieren met structureel 175.000 euro uit de nog niet bestemde coalitiemiddelen voor zorg (dagbesteding / mantelzorg); — te onderzoeken hoe het netwerk van CABO beter geïntegreerd kan worden met de andere netwerken van informele zorg en vrijwilligersondersteuning in de stad. Het lid van de gemeenteraad, F. Roosma 1
Motie
1
discard
De voorzitter van de Stadsdeelraad Zuidoost roept de leden van de Stadsdeelraad op tot bijwoning van de stadsdeelraadsvergadering op dinsdag 21 juni 2011 om 20.00 uur en zo nodig op donderdag 23 juni 2011 om 20.00 uur in het stadsdeelkantoor om te beraadslagen en te besluiten over de hieronder vermelde punten. Amsterdam Zuidoost, 9 juni 2011 De voorzitter van de stadsdeelraad N.B. De stukken liggen ter inzage in de leeszaal, en voor publiek bij het Informatiecentrum Amsterdam Zuidoost en in de openbare bibliotheek. 1. Opening en mededelingen 1a. Vaststelling van de agenda 2. Besluitenlijst van de vergadering d.d. 31 mei 2011 3. Ingekomen stukken Voordracht uit categorie A: BESPREEKPUNTEN 4. Bedrijfsplan en begroting exploitatie en beheer stichting Bijlmer Parktheater 2012-2016 SDR110612 Cult/27 5. Evaluatie Onderzoek Rekenkamer naar Jeugd en Jongerenbeleid SDR110621 Jb/28 6. Integrale gebiedsaanpak Holendrecht West SDR110621 RO/29 7. Vaststelling bestemmingsplan Winkelcentrum Gein SDR110621 RO/30 8. Rapport audit Bijlmer Sportcentrum SDR110621 Sp&R/31
Agenda
1
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1472 Datum indiening 16 september 2020 Datum akkoord 17 november 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Rooderkerk inzake de impact van de coronacrisis op kwetsbare kinderen en kansenongelijkheid in het onderwijs Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De coronacrisis heeft de situatie voor veel leerlingen verslechterd. Met name kwetsbare kinderen zijn onevenredig hard geraakt. Een onveilige thuissituatie, gebrek aan hulp van ouders bij het maken van huiswerk, een rustige werkplek of laptop stelden kinderen niet in staat om succesvol thuisonderwijs te kunnen genieten. Met als gevolg dat op bepaalde basisscholen in Zuidoost naar verwachting 50% van de leerlingen een leerachterstand heeft opgelopen. Sommige leerlingen met een leerachterstand dreigden een schoolniveau lager als advies te krijgen. Snel handelen is om deze reden essentieel om zo de kansen op een leerachterstand zoveel mogelijk te beperken. De gemeente heeft toegezegd middelen beschikbaar te stellen voor extra lessen om zo de achterstanden in te halen. Echter hebben docenten van de betreffende scholen aangegeven dat kwetsbare kinderen beter af zijn met een breder schoolprogramma. Ook leerlingen geven aan dat zij meer les zouden willen krijgen. Bij deze rijke schooldagen, bieden scholen bijvoorbeeld extra hulp bij rekenen en taal, schoollunches, sport en culturele activiteiten. Allerlei zaken die bij veel kinderen thuis niet vanzelfsprekend worden aangeboden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Rooderkerk, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college aangeven welke signalen zij ontvangt van scholen over de leerachterstanden van kwetsbare kinderen? ANTWOORD: e Sinds COVID-19 heeft de gemeente Amsterdam intensiever contact met scholen en schoolbesturen om uit te wisselen waar ze bij het geven van onderwijs tegenaan lopen en te bepalen op welke wijze de gemeente hen kan ondersteunen. e Eris geen eenduidig beeld over de omvang van de opgelopen leerachterstanden, wel dat er achterstanden zijn opgelopen. Verschillen 1 https://www.at5.nl/artikelen/204259/forse-leerachterstanden-bij-basisscholen-er-is-geen-tijd-meer- om-het-in-te-halen 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Lo Gemeenteblad Datum 47 november 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 16 september 2020 tussen leerlingen zijn groot, vaak afhankelijk van de vraag hoe goed de ouders/verzorgers in staat zijn geweest de leerlingen te begeleiden bij het thuisonderwijs. e Scholen hebben extra aandacht voor leerlingen in kwetsbare situaties vanuit hun verantwoordelijkheid om onderwijsachterstanden in het onderwijs tegen te gaan. Zij zetten zich vanaf het begin van de crisis extra in om deze leerlingen te ondersteunen en aangehaakt te houden. e Dit najaar publiceert de gemeente in samenwerking met de Amsterdamse schoolbesturen de Staat van het Amsterdamse Onderwijs. Hierin zal ook aandacht zijn voor de leerachterstanden door COVID-19. 2. Op welke manier zorgen scholen voor extra ondersteuning van leerlingen met meervoudige problemen? ANTWOORD: e Scholen blijken veerkrachtig om, binnen de randvoorwaarden die de COVID-19 pandemie vereist, extra ondersteuning te organiseren voor de leerlingen die dit nodig hebben. Tegelijkertijd is dit niet altijd eenvoudig, bijvoorbeeld door het nog altijd hoge lerarentekort en de soms forse achterstanden, waardoor aanvullende inzet en ondersteuning vanuit de gemeente noodzakelijk blijft. e Scholen hebben vanaf het begin van de COVID-19 maatregelen extra aandacht voor de meer kwetsbare leerlingen. Scholen geven hier op verschillende manier invulling aan. Voorbeelden van manieren waarop scholen hiermee omgaan is extra individuele ondersteuning, extra huiswerkbegeleiding op de scholen, inzet van externe (zorg) partners en extra contact vanuit de mentoren met ouders en leerlingen. e Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft via de subsidieregeling inhaal- en ondersteuningsprogramma’s onderwijs 2020 - 2021 scholen de mogelijkheid geboden om extra in te zetten op het compenseren van opgelopen achterstanden. Deze regeling is bedoeld voor het organiseren van inhaal- en ondersteuningsprogramma’s in het lopende schooljaar: de periode van de zomervakantie 2020 tot aan de zomervakantie 2021. Deze programma's zijn niet verplicht en vinden plaats naast het reguliere onderwijsprogramma. De gemeente Amsterdam inventariseert in overleg met het ministerie van OCW en de Amsterdamse schoolbesturen weke scholen hier gebruik van maken en hoe deze middelen worden ingezet. e Vanzelfsprekend blijft de gemeente Amsterdam leerlingen ondersteunen via de scholen in het PO, VO en MBO. Via bijvoorbeeld het faciliteren van kopklassen, zomerscholen en verlengde leertijd en extra ondersteuning in de kansenaanpakken PO en VO. 3. Zijn de middelen van de gemeente voor extra lessen vooral gericht op de korte termijn of zijn er plannen om deze groep leerlingen langdurig te kunnen ondersteunen? ANTWOORD: , Het college faciliteert Amsterdamse scholen structureel om verlengde leertijd en extra ondersteuning te bieden aan de leerlingen die dit kunnen gebruiken; de zogenaamde doelgroepleerlingen. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Lo Gemeenteblad Datum 47 november 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 16 september 2020 e Dit zijn ook de leerlingen die het meeste last hebben gehad van de sluiting van de scholen. Bijvoorbeeld omdat hun ouders de Nederlandse taal niet machtig zijn, ze (door beperkte financiële middelen) niet kunnen deelnemen aan culturele activiteiten, of omdat leerlingen door kleine huisvesting geen rustige plek hadden om te studeren. e In het herijkte coalitieakkoord is incidenteel 5 miljoen beschikbaar gesteld voor het tegengaan van onderwijsachterstanden. Het college werkt op dit moment de plannen hiervoor uit. Hierbij wordt de input van het onderwijs nadrukkelijk meegenomen. e Gezien het incidentele karakter van de extra middelen (3 min in 2020 en 2 min in 2021) zal de besteding van deze middelen gericht zijn op de middellange termijn. Als een structurele inzet van deze middelen nodig blijkt, zal het college in lijn met haar ambitie op het gebied van kansengelijkheid de voorbereidingen treffen om continuering door een volgend college mogelijk te maken. e Naast ondersteuning binnen het onderwijs investeert het college ook in de genoemde rijke schooldagen. MidzomerMokum is hiervan een recent voorbeeld, waarbij onderwijs, sport en cultuur een plek heeft gekregen in een intensief zomerprogramma. Maar ook binnen de sociale basis faciliteren stadsdelen talentontwikkeling, huiswerkbegeleiding en mentoraten. Vanzelfsprekend worden ook deze mogelijkheden meegenomen in de uitwerking van de plannen. e Daarnaast stelt het college via de Sociale Basis structureel middelen beschikbaar ten behoeve van extra (informeel) onderwijs, mentoring en coaching. Georganiseerd door partners rondom het onderwijs. Hierover bent u geïnformeerd in december 2019, in de beantwoording van de toezegging over ‘Overzicht subsidies binnen extra onderwijs, dekking’ (TA2019-001383). Toelichting door vragensteller: In mei bleek dat 13% van de Amsterdamse leerlingen niet aanwezig was na de heropening van de basisscholen.” De fractie van D66 heeft al eerder aangegeven zich hier ernstige zorgen over te maken. Op ongeveer een op de vijf scholen lag het aantal afwezige leerlingen op meer dan twintig procent, vooral in Noord en Nieuw-West. 4. Kan het college aangeven hoeveel procent van de leerlingen volgens de leerplicht ambtenaren nog niet is verschenen? ANTWOORD: Sinds de start van het schooljaar 2020-2021 is de Leerplichtwet weer volledig van kracht. Dit betekent dat scholen het verzuim weer regulier melden bij Leerplicht. Het beeld is dat de meeste leerlingen weer op school aanwezig zijn. In het po en vo zijn er tot nu toe meer 16 uurs meldingen gedaan dan voorgaande schooljaren. Dit zijn meldingen van scholen aan leerplicht conform de door de Onderwijsinspectie gehanteerde grens van meer dan 16 uur ongeoorloofde afwezigheid les- of praktijkuren in een periode van 4 weken. In het mbo is het aantal 16 uurs meldingen lager. Het totale aantal verzuimmeldingen ligt iets lager dan voorgaande schooljaren. 2 https://www.parool.nl/nieuws/dertien-procent-amsterdamse-scholieren-blijft- thuis-b791e1a47/?utm_source=link&utm _medium=app&utm _campaign=shared%20content&utm _c ontent=free 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer vember 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 16 september 2020 Wanneer een leerling niet fysiek aanwezig kan zijn omdat hij/zij zelf of een familielid tot de risicogroep behoort t.a.v. COVID-19 maakt de school in overleg met ouders/leerling en evt. de ouder kind adviseur/jeugdarts en/of leerplichtambtenaar afspraken over thuisonderwijs. Leerplicht heeft geen zicht op hoeveel leerlingen dit betreft. 5. Hoe liggen deze percentages in de buurten als Noord, Nieuw-West en Zuidoost? ANTWOORD: De meeste leerlingen zijn aanwezig op school. Ongeoorloofde afwezigheid in 16 uren les- of praktijktijd in een periode van vier aaneengesloten weken moet gemeld worden bij de gemeente. Het aantal van deze zogenaamde 16 uurs meldingen is het hoogst voor de gebieden Nieuw-West en Zuidoost. Dit is in lijn met het beeld van voorgaande schooljaren. Toelichting door vragensteller: Tussen de 50 tot 100 Amsterdamse leerlingen zijn ‘onvindbaar’ sinds het begin van de corona crisis. Landelijk gezien lukt het 20 procent van de scholen niet om contact te krijgen met gemiddeld vier leerlingen.* 6. Kan het college aangeven of deze groep van ‘onvindbare! leerlingen al is gedaald”? ANTWOORD: De inzet van de gemeente en de scholen is er op gericht om in samenwerking met scholen het aantal onvindbare leerlingen te verkleinen. Dat is een doorlopend proces. De genoemde 50 tot 100 leerlingen betreft een stedelijke inschatting van een schoolbestuurder in het Amsterdamse primair onderwijs, in de periode net na de eerste lockdown (april 2020). De gemeente herkent dit aantal niet op basis van de situatie na de zomer, en registreert geen precieze aantallen van leerlingen die ‘onvindbaar’ zijn. Vanzelfsprekend is de inzet van de gemeente in samenwerking met scholen erop gericht het aantal ‘onvindbare’ leerlingen te minimaliseren. De gemeente heeft sinds de start van het lopende schooljaar geen signalen dat het aantal ‘onvindbare’ leerlingen groot is en dus een probleem zou zijn. De hervatting van het (fysieke) onderwijs zal hiervoor de belangrijkste reden zijn. 7. Kan het college aangeven hoe alles in het werk gesteld wordt om contact te krijgen met deze leerlingen? ANTWOORD: Als een leerling niet op school aanwezig is zonder geldige reden, meldt de school dit bij Leerplicht. De Leerplichtambtenaar start dan een onderzoek volgens de methodische aanpak schoolverzuim (MAS) om te bekijken wat er aan de hand is. De insteek is dat de betreffende leerling weer zo snel mogelijk naar school gaat. De Leerplichtambtenaar kan een deurbezoek inzetten wanneer een leerling niet te bereiken is. Als er twijfel is of een leerling nog wel op een bepaald adres woont, wordt het adres in onderzoek gezet. Toelichting door vragensteller: 3 https://www.parool.nl/nieuws/5000-leerlingen-buiten-beeld-bij-scholen—bfdbOofze/ 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer vember 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 16 september 2020 Leerlingen met meervoudige problematiek gaan vaak zonder ontbijt of lunch naar school en kunnen zich hierdoor vaak slecht concentreren en leveren slechtere schoolprestaties. Om deze reden is op initiatief van fractie van D66 in Zuidoost een pilot gestart voor gratis schoolontbijt met daarbij een onderzoek naar de effecten. 8. Kan het college aangeven hoe het staat met de pilot? ANTWOORD: e Voor het zomerreces hebben de GGD en de afdeling Armoedebestrijding van de gemeente Amsterdam het onderzoeksbureau Muzus een opdracht gegeven voor de ontwikkeling van mogelijke interventies voor het ongezonde ontbijtgedrag van schoolgaande kinderen. e Het doel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen in de onderliggende oorzaken dat kinderen in het primair onderwijs niet of zeer ongezond ontbijten. Hierbij lag de nadruk op gezinnen met een lage sociaal- economische status (SES). Daarnaast was het doel om inzicht te krijgen in mogelijke oplossingsrichtingen en interventies die er aan kunnen bijdragen dat deze kinderen vaker en gezonder gaan ontbijten. e Ondanks de sluiting van de scholen in verband met COVID-19 is het onderzoeksbureau er toch in geslaagd om het onderzoek digitaal uit te voeren. Door middel van de methode van contextmapping hebben zij zich in de leefwereld van kinderen en ouders verdiept. Ze brachten hun motivaties, keuzes en drempels omtrent het ontbijtgedrag van de kinderen in kaart. e Uit dit onderzoek blijkt dat ouders tegen verschillende opvoedkundige uitdagingen aanlopen, waardoor kinderen vaak niet of niet gezond ontbijten. In algemene zin zeggen veel ouders dat het kind ‘iets’ móet eten als ontbijt. Dit leidt vervolgens tot (meer) weerstand bij deze kinderen, waar ouders aan toe blijken te geven. Op deze manier worden ongezonde ontbijtgewoontes in stand gehouden. In sommige gevallen wordt er helemaal niet ontbeten. e Armoede speelt wellicht in een klein percentage van de gezinnen een rol bij het niet ontbijten, maar dit komt zeker niet naar voren als de voornaamste reden van het niet of ongezond ontbijten. e Uit het Muzus onderzoek vloeit voort dat er, naast het ontwikkelen van mogelijke hulpmiddelen voor ouders, ook een kans ligt om ervoor te zorgen dat het kind een positieve en gezonde invloed krijgt op zijn eigen ontbijtgedrag. De voorgestelde handelingsperspectieven uit dit onderzoek zijn daarom gericht op een gedragsverandering bij kinderen én het ondersteunen van ouders bij de organisatorische en opvoedkundige problematiek. e Op dit moment wordt door de Armoedebestrijding, Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht in samenwerking met Onderwijs, Gezonde School en wetenschappelijk instituut Sarphati onderzocht op welke wijze de resultaten uit het onderzoek op een goede wijze benut kunnen worden in de inzet op het tegengaan van niet of ongezond ontbijten en het bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het streven is om bij eventuele inzet aan te sluiten bij de werkwijze van reeds bestaande kanalen, zoals het OKT. Een pilot in bijvoorbeeld stadsdeel Zuidoost kan hiervan een onderdeel zijn. , Het college zal de gemeenteraad binnen enkele maanden informeren over de resultaten en welke mogelijkheden er zijn voor verdere implementatie. 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Lo Gemeenteblad R Datum 47 november 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 16 september 2020 9. Is het college bereid om de pilot, indien deze succesvol blijkt, uit te breiden naar gratis schoollunches op meer scholen met kwetsbare kinderen? ANTWOORD: e Het huidige onderzoek is gericht op het vinden van de meest passende mogelijkheden om in te zetten op tegengaan van niet en/of niet gezond ontbijten van schoolgaande kinderen. Een schoolontbijt had een mogelijke interventie kunnen zijn, maar is niet uit de bus gekomen als meest passend voor de onderliggende problematiek. Het blijkt vaak geen financiële kwestie te zijn dat kinderen niet ontbijten. Het gaat meer over bijvoorbeeld opvoedkundige problematiek die door het aanbieden van een kant en klaar schoolontbijt of schoollunch niet wordt aangepakt. e Op dit moment is het aanbieden van een (gratis) schoolontbijt of een (gratis) schoollunch daarom geen interventie waar het college zich op zal richten. Toelichting door vragensteller: De zorg voor leerlingen met meervoudige problemen kan worden vervuld door jongerenwerkers, van jeugdzorg of OKT, en scholen met elkaar te verbinden. Een aantal scholen geeft aan open te staan voor het huisvesten van jongerenwerk na lestijd, zodat de schoolgebouwen langer in gebruik zijn en jongerenwerkers toegankelijker zijn voor leerlingen. 10. Kan het college hierover in gesprek gaan met jongerenwerk en onderwijsinstellingen en, indien de behoefte bestaat, stimuleren dat zij samenwerken om leerlingen met meervoudige problemen te ondersteunen? ANTWOORD: Zie beantwoording vraag 11. 11. Zijn er scholen die dit al doen en zo ja, kunnen zij ingezet worden als klankbordgroep om de belemmeringen bij scholen en jongerenwerk in kaart te brengen en weg te nemen? ANTWOORD: Tijdens de eerste golf is het jongerenwerk online en op straat actief gebleven in het begeleiden en ondersteunen van jongeren, ook bij huiswerk. Jongerenwerkers ontvangen inmiddels jongeren ook weer in de jongerencentra. Op een aantal scholen wordt al jongerenwerk ingezet. De jongerenwerkorganisaties hebben een gezamenlijke visie op jongerenwerk in scholen ontwikkeld en werken hierin nauw samen met de gemeente (OJZD en Stadsdelen). Vanaf eind 2020 wordt voor 500.000 euro aan jongerenwerk op vo scholen ingezet, waarbij jongerenwerkers in de school aanwezig zijn en jongeren begeleiden bij lichte hulpvragen en/of doorverwijzen naar zorg. De gemeente is in gesprek met het samenwerkingsverband VO en met het jongerenwerk om ervoor te zorgen dat het aanbod wordt ingezet waar dat het hardst nodig is. Toelichting door vragensteller: De leerachterstanden hebben veel impact op de schoolcarrière van deze kwetsbare groep. Geheel buiten de schuld van de leerling dreigen sommigen een lager 6 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Lo Gemeenteblad R Datum 47 november 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 16 september 2020 schooladvies te krijgen. Een oplossing ligt in brede brugklassen en het verbeteren van de samenwerking tussen het primair en voortgezet onderwijs, zodat leerlingen alsnog een kans maken om op een hoger schoolniveau te komen. 12. Kan het college stimuleren dat primair en voortgezet onderwijs hierover in overleg treden? ANTWOORD: Het primair en voortgezet onderwijs werken goed samen om de overstap van leerlingen van de basisschool naar de middelbare school zo soepel en goed mogelijk te laten verlopen. Hiervoor is een periodiek overleg tussen de schoolbesturen georganiseerd in het kader van de kernprocedure, waarin de schoolbesturen afspraken maken over de overstap van het primair naar het voortgezet onderwijs. Het college deelt de zorg dat leerlingen buiten hun schuld om achterstanden oplopen, die bepalend kunnen zijn voor hun schoolcarriëre. Het college is ook in gesprek met de schoolbesturen om te kijken wat hier voor de (middel) lange termijn aan kan worden gedaan. Tegelijk is het op dit moment het onduidelijk wat de invloed van de COVID-19 maatregelen zal zijn op het basisschooladvies van de leerlingen die in september zijn gestart in groep 8. De oplossing ligt volgens het college niet alleen in een betere samenwerking tussen het primair en voortgezet onderwijs, maar juist ook in alle actie die nu door scholen wordt genomen om de onderwijsachterstanden te voorkomen. Daarnaast ligt er als het gaat over de overstap tussen het primair en het voortgezet onderwijs ook een belangrijke opdracht voor het voortgezet onderwijs om opstroom van leerlingen die dit aan kunnen te faciliteren. Uit de schoolloopbanenmonitor die op 28 september met uw raad gedeeld is, blijkt wel dat leerlingen die onder geadviseerd worden relatief vaak opstromen in Amsterdam. Het college draagt hier ook aan bij binnen die Kansenaanpak VO. Daarnaast stimuleert het college via de PIEK-aanpak het versoepelen van de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs middels de Brede Brugklas Bonus. Via deze bonus worden brede brugklassen ondersteund in hun aanpak. Scholen met minimaal drie niveaus (vmbo-t t/m vwo} krijgen extra middelen om te werken aan de kwaliteit van hun onderwijs, dan wel toe te werken naar een brede heterogene onderbouw. Leerlingen krijgen zo langer de tijd om zich te ontwikkelen om te werken naar een optimaal schoolresultaat en hun potentie ten volle tot ontwikkeling te laten komen. 13. Kan het college stimuleren dat scholen kinderen de mogelijkheid bieden alsnog op een hoger schoolniveau te komen? ANTWOORD: Op verschillende wijzen stimuleert het college dat scholen leerlingen de mogelijkheid bieden om alsnog op een hoger schoolniveau te komen. In het voortgezet onderwijs investeert het college sinds het schooljaar 2019-2020 in het tegengaan van onderwijsachterstanden, ouderbetrokkenheid en bevorderen van opstroom en voorkomen van afstroom middels de Kansenaanpak VO. Scholen leveren maatwerkplannen om bij te dragen aan deze ambities. De behoeften van leerlingen staan daarbij centraal. Hoewel de inzet per school verschilt en aansluit bij de populatie is er een aantal overeenkomsten. Scholen zetten met name in op het ontwikkelen van extra cognitieve vaardigheden van leerlingen. Extra taal- en rekenles zijn veelvuldig onderdeel van de maatwerkplannen, waardoor leerlingen 7 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Lo Gemeenteblad ummer = en Datum 47 november 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 16 september 2020 meer kans hebben om hun potentie waar te maken. Ook zetten scholen in op extra persoonlijke begeleiding van leerlingen door bijvoorbeeld een coachend mentoraat of gericht op empowerment, bijles, een huiswerkklas of —-begeleiding. Daarnaast investeerde het college zowel in 2019 als in 2020 ook in de zomerschool voor doorstromers van vmbo-t naar havo en van havo naar vwo. Deze zomerschool is speciaal voor leerlingen die met een klein steuntje in de rug in staat zijn om op een schoolniveau hoger een diploma te halen. Veel leerlingen die wilden doorstromen naar een hoger onderwijsniveau, konden via de zomerschool hun kennis bijspijkeren zodat ze goed uitgerust kunnen beginnen aan hun vervolgopleiding. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 8
Schriftelijke Vraag
8
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 3 Datum akkoord college van b&w van 10 januari 2017 Publicatiedatum 11 januari 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge van 8 november 2016 inzake de regeling voor tijdelijke verhuur van koopwoningen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Sinds 2009 mogen huiseigenaren die hun huis als gevolg van de crisis niet direct verkocht krijgen, en al wel een ander huis hebben, hun te koop staande woning tijdelijk verhuren om zo de dubbele woonlasten op te vangen. Het is nu 7 jaar verder en de woningmarkt is inmiddels weer aangetrokken. Niettemin blijven nog steeds veel huiseigenaren vergunningen aanvragen om hun te koop staande huis tijdelijk te verhuren. Volgens TijdelijkTweeWoningen.nl (TTW) zou de regeling nu vooral gebruikt worden door speculanten, door mensen die met hun spaargeld een tweede huis kopen om dat ‘tijdelijk’ te verhuren en zo meer geld te verdienen dan ze zouden verdienen als ze hun geld gewoon op hun spaarrekening met de lage spaarrente zouden laten staan. De regeling van het tijdelijk verhuren in het kader van de Leegstandwet heeft namelijk het voordeel voor verhuurders dat huurders er per direct uitgezet kunnen worden en dat men zelf de huurprijs mag bepalen en zich dus niet aan het woningwaarderingsstelsel hoeft te houden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het dat de regeling nu vooral gebruikt wordt om te speculeren? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Het college heeft geen concrete cijfers dat de regeling nu vooral gebruikt wordt om te speculeren of niet. Hier wordt geen specifiek onderzoek naar gedaan. Wel is duidelijk dat het aantal verleende vergunningen om tijdelijk een koopwoning te mogen verhuren sinds 2013 sterk is gedaald (zie de tabel hieronder). Zonder dat dit nader is onderzocht is het wel zeer waarschijnlijk dat dit samenhangt met de sinds 2013 sterk aangetrokken koopmarkt. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nmmer 2 januari 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 november 2016 tijdelijke verhuur koopwoningen 8oo 7oo 6oo 5oo 400 _—tijdelijke verhuur 300 koopwoningen 200 100 o 2012 2013 2014 2015 2016 Bron: gemeente Amsterdam: aantal verleende tijdelijke vergunningen vanaf 2012 tot oktober 2016 2. Is het college het met vragensteller eens dat er in dat geval dan snel maatregelen genomen moeten worden? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: De meeste vergunningen om koopwoningen tijdelijk te mogen verhuren worden verleend op basis van de Leegstandwet. Door de wetgever is daarbij bepaald dat gemeenten geen extra voorwaarden mogen stellen aan de vergunningverlening. Zo kan een gemeente geen voorwaarden stellen tegen speculatie. Gemeenten zijn derhalve gebonden om een dergelijke vergunning te verlenen als een aanvraag aan voorwaarden in de Leegstandwet genoemde voorwaarden voldoet. Zie voorts het antwoord op vraag 5. 3. Gemeentes controleren bij het afgeven van een vergunning in het kader van de Leegstandwet op twee elementen: staat de woning te koop en staat er niemand ingeschreven. Als dat het geval is, krijg je een vergunning die 5 jaar geldig is. Klopt de beschreven werkwijze? Wordt er door de gemeente voldoende gecontroleerd of de vergunning wordt gebruikt waarvoor deze is bedoeld”? Kan het college het antwoord toelichten”? Antwoord: Op basis van deze wet kan een vergunning voor tijdelijke verhuur worden verleend voor een periode van 5 jaar. Een dergelijke vergunning wordt verleend in geval: — de woonruimte nog nooit bewoond is geweest (nieuwbouwwoning), of — in de twaalf maanden voordat de woning leeg kwam te staan geheel of grotendeels door de eigenaar bewoond is geweest (of wanneer de woning minder dan een jaar geleden is opgeleverd en sindsdien door de eigenaar bewoond is geweest), of — in detien jaar voordat de woning leeg kwam te staan niet langer dan drie jaar (geheel of gedeeltelijk) verhuurd is geweest. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng \ Gemeenteblad Datum 11 januari 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 november 2016 Bij aanvragen voor tijdelijke verhuur controleert de gemeente op voornoemde voorwaarden. Mocht een vergunning worden verleend dan is dat inderdaad op grond van de wet voor de maximale duur van vijf jaar. Er wordt door de gemeente niet gecontroleerd of de vergunning wordt gebruikt waarvoor deze bedoeld is. Dit omdat dat geen gevolgen zou hebben voor de vergunningverlening. De wetgever heeft gemeenten hier geen ruimte voor gegeven. 4. Volgens TTW zou de gemeente om speculatie te voorkomen, voortaan moeten eisen dat de huiseigenaar bij het aanvragen van een vergunning in het kader van de Leegstandwet ook een toestemming van de bank overlegt. Een bank zou, aldus TTW, namelijk alleen toestemming geven als er echt noodzaak voor verhuur is. Zou dat een goede maatregel zijn? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Op grond van de Leegstandwet mag een dergelijke eis niet worden gesteld als voorwaarde voor vergunningverlening. 5. Welke maatregelen gaat het college nemen om speculatie in het kader van deze regeling te voorkomen? Antwoord: Zoals al eerder aangegeven kan een gemeente alleen controleren op basis van de in de Leegstandwet omschreven voorwaarden. Dat hierdoor mogelijk speculatie in bepaalde gevallen mogelijk is, is iets wat een gemeente niet op basis van het huidige instrumentarium van de Leegstandwet kan voorkomen. Het tijdelijk kunnen verhuren van een woning op grond van de Leegstandwet en daarmee het ontlopen van het huurrecht, was vooral ingegeven door de economische crisis. De tijd dat koopwoningen bijzonder moeilijk werden verkocht. Dit geldt echter niet meer voor Amsterdam. Het college wil daarom aan de minister en de VNG het signaal afgeven dat de mogelijkheid voor tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet voor Amsterdam kan worden geschrapt, daar er geen sprake meer is van een situatie dat koopwoningen niet worden verkocht en huiseigenaren daardoor in de problemen komen. Gezien de veranderde economische omstandigheden zal het college daarom vragen om de Leegstandwet — in ieder geval voor Amsterdam — hieromtrent aan te passen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
x Gemeente Amsterdam F l N % Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie % Agenda, woensdag 28 oktober 2015 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Brede Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Tijd 19.30 uur tot 22.30 uur NB: ALLE LEDEN VAN DE RAAD EN ALLE LEDEN VAN HET COLLEGE WORDEN HIERBIJ UITGENODIGD Locatie Boekmanzaalzaal, 0239, stadhuis Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Opening inhoudelijk gedeelte 5 _inspreekhalfuur publiek 6 Actualiteiten en mededelingen 7 Rondvraag Financiën 8 Preadviezen Begroting 2016 Nr. BD2015-015383 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Hetbeirefteen Brede Commissie Financiën. , Alleleden van de Raad en alle leden van het college worden hierbij uitgenodigd. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1
Agenda
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2018 Afdeling 2 Vergaderdatum 6 juni 2018 Publicatiedatum 20 juni 2018 OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 6 juni 2018 Aanwezig: de leden mevrouw A.L. Bakker (PvdD), de heer N.T. Bakker (SP), de heer Biemond (PvdA), mevrouw (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), mevrouw Bosman (D66), de heer Boomsma (CDA), de heer Boutkan (PvdA), de heer Van der Burg VVD), de heer Ceder (CU), de heer Van Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer Groen (GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), de heer Guldemond (D66), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), mevrouw De Jong (GroenLinks), de heer Karaman (GroenLinks), mevrouw Kilig (DENK), de heer Kreuger (Forum voor Democratie), mevrouw El Ksaihi (D66), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga (Forum voor Democratie), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Van Renssen (GroenLinks), mevrouw Roosma (GroenLinks), mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie), mevrouw Simons (BIJ1), mevrouw Van Soest (Partij voor de Ouderen), de heer Taimounti (DENK), mevrouw Temmink (SP), mevrouw Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Vroege (D66) en de heer Yilmaz (DENK) Afwezig: mevrouw Kat (D66), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren) en mevrouw Naoum Néhmé (VVD) Aanwezig: de wethouders mevrouw Dijksma, mevrouw Van Doorninck, de heer Groot Wassink, de heer Ivens, de heer Kock, mevrouw Kukenheim, mevrouw Meliani en mevrouw Moorman Afwezig: waarnemend burgemeester Van Aartsen Middagzitting op woensdag 6 juni 2018 Plaatsvervangend voorzitter: de heer RK. Torn Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe Verslaglegging: mevrouw Van de Belt De VOORZITTER opent de vergadering om 13.09 uur. De VOORZITTER: Ik open de vergadering van de gemeenteraad van Amsterdam. Ik heet u allen van harte welkom bij deze raadsvergadering, die uit een dagdeel zal bestaan. 1 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Mededelingen De VOORZITTER: De waarnemend burgemeester is afwezig om het Chicago Forum on Global Cities in Chicago bij te wonen. Mevrouw Kat is vandaag en morgen afwezig vanwege persoonlijke omstandigheden; mevrouw Naoum Néhmé is afwezig wegens ziekte en de heer Van Lammeren is afwezig vanwege andere verplichtingen. Wethouder Ivens zal vanmiddag rond 14.30 uur aanwezig zijn. Wethouder Kukenheim zal vanmiddag een deel van de vergadering niet aanwezig zijn omdat zij Hare Majesteit Koningin Máxima begeleidt bij de conferentie over dak- en thuislozen van Stichting Zwerfjongeren Nederland. 2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 16 mei 2018 Conform besloten. 3 Vaststelling van de agenda Conform besloten. De VOORZITTER: Dan stel ik voor dat we eerst de agenda doorlopen om te zien of er agendapunten zonder discussie en hoofdelijke stemming kunnen worden afgedaan. 4 Mededeling van de ingekomen stukken Conform besloten met inachtneming van wijzigingen. 1° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 26 april 2018 inzake de afhandeling van motie 1645.17 van het lid Vroege inzake taxi's met vracht Besloten is, de uitvoering van deze motie te bespreken in de eerstvolgende commissievergadering met de portefeuille Verkeer en Vervoer en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 2° Raadsadres van Missing Chapter Foundation van 7 mei 2018 inzake het geven van raad door kinderen aan de gemeente Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 3° Raadsadres van een burger van 22 mei 2018 inzake de steun van het gemeentebestuur aan de krakersgroep We Are Here 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen aan de leden van de raadscommissie met de portefeuille Openbare Orde en Veiligheid. 4° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2018 inzake de aanbieding van het rapport ‘Wet bescherming persoonsgegevens monitor 2016' Besloten is, dit rapport door te geleiden naar de eerstvolgende commissievergadering met de portefeuille ICT ter kennisneming. 5° Raadsadres van een burger van 22 mei 2018 inzake de ontwikkelingen aangaande de sluiting van Suzy Wong Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij bespreking van dit onderwerp in de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 25 mei 2018. Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van dit onderwerp in de raadsvergadering van 27 juni 2018. 6° Raadsadres van een burger van 16 mei 2018 inzake het verdwijnen van de kunstwerf op de Papaverweg Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Grondzaken. 7° Raadsadres van de Nederlandse Vereniging van Omwonenden van Windturbines van 16 mei 2018 inzake de aanbieding van een toolkit om gemeenten te ondersteunen bij projecten voor de oprichting van windparken Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 8° Brief van wethouder Kock van 15 mei 2018 inzake de afhandeling van motie 75.18 van de leden Groen, De Heer en Guldemond inzake riothermie Besloten is, de uitvoering van deze motie te bespreken in de eerstvolgende raadscommissie met de portefeuille Waterbeheer en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. ge Raadsadres van de Plantage-Weesperbuurtvereniging e.a. van 1/7 mei 2018 inzake de noodzaak tot heroverweging van de volledige besluitvorming over het Holocaust Namenmonument Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 10° Brief van wethouder Van der Burg van 30 april 2018 inzake stand van zaken uitvoering motie 214.18 van voormalig lid Dijk over Groenbeheer naar topniveau 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Besloten is, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende raadscommissie met de portefeuille Ruimtelijke Ordening ter bespreking. 11° Brieven van een burger van mei 2018 inzake de fraudezaak rond de bouw van de Johan Cruyff ArenA Besloten is, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen, onder verwijzing naar de brief van het college van burgemeester en wethouders van 8 augustus 2011, kenmerk nr. 2011/5273. 12° Afschrift van een brief van een burger, gericht aan de gemeente Amsterdam, van 25 mei 2018 betreffende een klacht over de behandeling door medewerkers van het stadsloket Oost Besloten is, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Dienstverlening. 13° Raadsadres van de HvASamen-fracties van de Centrale Medezeggenschapsraad van de Hogeschool van Amsterdam van 29 mei 2018 inzake de verkeerssituatie bij het kruispunt Wibautstraat en de HvA Amstelcampus Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Verkeer en Vervoer. 14° Raadsadres van een burger van 29 mei 2018 inzake het ongedaan maken van het dichtplakken van een woonhuis in de Erich Salomonstraat Besloten is, dit raadsadres in handen van de burgemeester te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Openbare Orde en Veiligheid. 15° Raadsadres van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren van 29 mei 2018 inzake het damhertenbeleid in de Amsterdamse Waterleidingduinen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Waterbeheer. 16° Raadsadres van een burger van 29 mei 2018 inzake het verminderen van geluidsoverlast bij het ophalen van huisvuil, naar het voorbeeld van de gemeente Arnhem Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Duurzaamheid. 17° Brief van het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied van 29 mei 2018 inzake de aanbieding van het uitvoeringsprogramma Noordzeekanaalgebied 2018 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Besloten is, dit uitvoeringsprogramma voor kennisgeving aan te nemen. 18° Raadsadres van een burger van 17 mei 2018 inzake het idee om Amsterdammers te verplichten om gasverbruik te vervangen Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 19° Brief van voormalig wethouder Van der Burg van 16 mei 2018 inzake de stand van zaken betreffende de uitvoering van motie 215.18 van de voormalige leden Vink, Van den Heuvel, Dijk en Nuijens over extra kwaliteit voor het Dokdakpark Zuidas Besloten is, deze brief door te sturen naar de eerstvolgende commissievergadering met de portefeuille Ruimtelijke Ordening ter kennisneming. 20° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 april 2018 inzake het verzoek tot verlenging van de termijn van de afhandeling van motie 305.18 van het lid Groen over kansen voor warmte in Middenmeer-Noord Besloten is, deze brief door te sturen naar de eerstvolgende commissievergadering met de portefeuille Verkeer en Vervoer ter kennisneming. 21° Raadsadres van een burger van 29 mei 2018 inzake de overlast door het gebruik van brandweerauto’s voor boodschappen Besloten is, dit raadsadres in handen van de burgemeester te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Openbare Orde en Veiligheid. 22° Open brief van een aantal burgers van 30 mei en een raadsadres van een burger van 31 mei 2018 als aanvulling op het raadsadres van 16 mei 2018 inzake het verzoek om de kunstwerf in de Waternethaven en het project BLOK te behouden Besloten is, deze open brief en het raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Grondzaken. 23° Raadsadres van de Vereniging Vrienden van het Diemerpark van 24 mei 2018 inzake de overlast als gevolg van de verlening van een vergunning voor de activiteiten in het Diemerpark op 20 mei 2018 Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 24° Raadsadres van twee burgers van 30 mei 2018 inzake de herinrichting van de Hobbemakade en het ruimtebeslag van extra parkeerplaatsen in de kernzone van de woon- en winkelstraten van Duivelseiland Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Verkeer en Vervoer. 5 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen 25° Brief van voormalig wethouder Choho van 23 mei 2018 inzake de stand van zaken van de afhandeling van de termijnagendapunten betreffende de portefeuille Openbare Ruimte en Groen Besloten is, deze brief door te sturen naar de eerstvolgende commissievergadering met de portefeuille Openbare Ruimte en Groen ter bespreking. 26° Brief van voormalig wethouder Choho van 24 mei 2018 inzake de stand van zaken van de afhandeling van de termijnagendapunten betreffende de portefeuille Duurzaamheid Besloten is, deze brief door te sturen naar de eerstvolgende commissievergadering met de portefeuille Duurzaamheid ter bespreking. 27° Brief van wethouder Kukenheim van 31 mei 2018 inzake de uitvoering van motie 922.17 van het voormalig lid Bouchibti over knelpunten jeugd in de wijken Besloten is, de uitvoering van deze motie in de eerstvolgende commissievergadering met de portefeuille Jeugd te bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 28° Raadsadres van een burger van 31 mei 2018 inzake het behoud van het groen in het Buiksloterbreekpark en het redden van de dieren, waaronder de krullevaar Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Openbare Ruimte en Groen. 29° Raadsadres van 3 burgers van 28 mei 2018 inzake aandacht voor status van ambachten in de stad Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Economie. 30° Afschrift van een brief van de bewoners van Blok 6 en van Kop in de Wind, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 28 mei 2018 inzake de verplaatsing van het afvalpunt Cruquiusweg naar Zeeburgereiland Besloten is, deze brief te agenderen voor bespreking in de betreffende eerstvolgende reguliere raadscommissie. Gewijzigd op verzoek van het lid El Ksaihi. 31° Raadsadres van een burger van 3 juni 2018 inzake het strenger handhaven van het nuttigen van alcohol op straat Besloten is, dit raadsadres te agenderen voor bespreking in de eerstvolgende reguliere raadscommissie Algemene Zaken. Gewijzigd op verzoek van het lid Boutkan. 6 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen 32° Raadsadres van een burger van 1 juni 2018 inzake de verkeerssituatie in de Piet Mondriaanstraat Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Verkeer en Vervoer. 33° Raadsadres van de Convey Foundation van 4 juni 2018 inzake een aanpak om kansarme jongeren aan een baan te helpen Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 34° Raadsadres van een burger van 1 juni 2018 inzake de afschaffing van de alleenstaandenkorting op het drinkwater Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Waterbeheer. 35° Brief van de heer E.A. Flentge, fractievoorzitter van de SP, van 5 juni 2018 inzake zijn ontslag als lid en het voordragen van de heer N.T. Bakker als lid van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling agendapunt 7B, Ontslag verlenen aan een lid van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam en agendapunt 8, Aanwijzen van leden van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam. 36° Brief van de heer L.F.G. Ivens, wethouder Openbare Ruimte en Groen, van 5 juni 2018 inzake het verzoek om agendapunt 9, Benoemen van een lid in het algemeen bestuur van Recreatiegebied Vinkeveense Plassen, Recreatieschap Twiske — Waterland, Recreatieschap Groengebied Amstelland en Recreatiegebied Spaarnwoude, over te dragen aan het college van burgemeester en wethouders ter afhandeling en derhalve van de agenda af te voeren Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 9. 5 Mondelingevragenuur De mondelinge vragen van het lid Simons zijn niet toegelaten, maar worden betrokken bij de actualiteit onder agendapunt 9A over de We Are Here-groep. 6 Onderzoek van de geloofsbrieven en installatie van kandidaat duo-raadsleden Dit punt is afgevoerd. 7 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen 7 Benoemen van de voorzitters en leden van de raadscommissies Dit punt is afgevoerd. 7A Installatie van een lid van het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuidoost Dit punt wordt even aangehouden. 7B Ontslag verlenen aan een lid van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 517) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 517 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 8 Aanwijzen van leden van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 518) Dit punt wordt even aangehouden. Voor het stembureau worden benoemd mevrouw De Heer, de heer Vroege en de heer Van Schijndel. 9 Benoemen van een lid in het algemeen bestuur van Recreatiegebied Vinkeveense Plassen, Recreatieschap Twiske — Waterland, Recreatieschap Groengebied Amstelland en Recreatiegebied Spaarnwoude (Gemeenteblad afd. 1, nr. 519) Dit punt is afgevoerd. 9A Actualiteit van de leden Poot en Van der Burg inzake het afwijzen van de aangeboden 24 uursopvang door We Are Here (Gemeenteblad afd. 1, nr. 515) Dit punt wordt even aangehouden. 9B Actualiteit van de leden Flentge, Mbarki, Ernsting, Van Dantzig, Ceder, Poot, Taimounti, Simons, Boomsma, Nanninga, Van Soest en Van Lammeren inzake de zorgen 8 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen van de gemeentelijke Ombudsman over zijn constatering dat misdaad in Amsterdam makkelijk loont door o.a. ‘een ongeorganiseerde overheid tegenover georganiseerde criminaliteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 514) Dit punt is afgevoerd. 10 Wijzigen van de Verordening op het Lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 en kennisnemen van de regelingen voor stimulering van aanwas van leraren in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 461) Dit punt wordt even aangehouden. 11 Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Opladen met de juiste draden! van het lid Torn en kennisnemen van de bestuurlijke reactie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 462) Dit punt wordt even aangehouden. 12 Instemmen met het niet indienen van een zienswijze op de begroting 2019 Gemeenschappelijke regeling GGD Amsterdam Amstelland (Veilig Thuis en Centrum Seksueel Geweld) en het jaarplan 2018 regioaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (Gemeenteblad afd. 1, nr. 463) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een stemverklaring. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): De Partij voor de Dieren kan ermee instemmen nu geen zienswijze in te dienen. Wel gaat ze er na het aangenomen amendement bij het coalitieakkoord van uit dat er ook in regionaal verband bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling meer aandacht komt voor de relatie tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling om zo de veiligheid van alle betrokkenen te realiseren. Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 463 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 12A Actualiteit van het lid Simons inzake de genderkliniek van het VUmc (Gemeenteblad afd. 1, nr. 513) Dit punt wordt even aangehouden. g Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dit punt wordt straks als eerste behandeld omdat wethouder Kukenheim tot 14.30 uur aanwezig is. 13 Kennisnemen van het jaarverslag van de Technische adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 464) Dit punt wordt even aangehouden. 13A Vaststellen van de eerste herziening van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Karperweg-Zuid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 508) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 508 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 14 Beschikbaar stellen van een krediet voor anticiperende aankopen van onroerende zaken in het projectgebied Weespertrekvaart-Oost (Gemeenteblad afd. 1, nr. 466) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een stemverklaring. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): De Partij voor de Dieren is hiertegen, omdat er 362 bomen worden gekapt en slechts een deel wordt terug geplant. Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 466 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 15 Instemmen met de overdracht van het beheer van gemeentelijke parkeergarages van rve Gemeentelijk Vastgoed naar rve Parkeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 468) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 468 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 10 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen 16 Instemmen met het mandateren van de bevoegdheid tot wegonttrekking van alle gemeentelijke wegen van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 469) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 469 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 17 Wijzigen van de Verordening parkeerbelasting 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467) Dit punt wordt even aangehouden. 18 Beschikbaar stellen van een krediet voor vervanging van het gemeentelijk wagenpark 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 432) Dit punt wordt even aangehouden. 18A Kennisnemen van de stand van zaken met betrekking tot dierenwelzijn in de Hollandsche Manege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 509) Dit punt wordt even aangehouden. 19 Kennisnemen van de afhandeling van motie 153217 inzake agendering onderwerpen door stadsdeelcommissies (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470) Dit punt wordt even aangehouden. 19A Instemmen met het voorstel van de fractievoorzitters tot instelling van de raadscommissies (Gemeenteblad afd. 1, nr. 510) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 510 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 11 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen 20 Bekrachtigen van de geheimhouding (Gemeenteblad afd. 1, nr. 471) Dit punt is afgevoerd. 21 Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 465) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 465 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 22 Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 472) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 472 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 7A Installatie van een lid van het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuidoost De VOORZITTER: Hartelijk welkom, mijnheer Wedemeijer. U bent vorige week benoemd tot lid van het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuidoost. U zult vandaag in deze raad de eed afleggen. Ik zal u zo dadelijk de tekst van de eed voordragen en ik wil u vragen dat te bekrachtigen. U kunt dat doen door zo dadelijk uw beide vingers in de lucht te steken en de woorden te spreken ‘zo waarlijk helpe mij God Almachtig’. “Ik zweer dat ik, om tot lid van het dagelijks bestuur benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het dagelijks bestuur naar eer en geweten zal vervullen.” De heer WEDEMEIJER: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. De VOORZITTER: Dan wil ik u van harte feliciteren met uw beëdiging en installatie als lid van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuidoost. Ik wil u ook feliciteren namens de raad door u een bos bloemen aan te bieden. We kunnen heel kort even schorsen zodat we u allen kunnen feliciteren. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. 12 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen De VOORZITTER heropent de vergadering. 12A Actualiteit van het lid Simons inzake de genderkliniek van het VUmc (Gemeenteblad afd. 1, nr. 513) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons. Mevrouw SIMONS: De reden dat Amsterdam BIJ1 deze actualiteit wil indienen, is omdat de impact voor de Amsterdamse gemeenschap voor transmensen heel erg groot is. Er is sprake van een voortslepende en vaak schandalig slechte toegang tot levensreddende zorg. De melding is nu dat de laatste geregistreerde wachttijd 111 weken bedraagt. Men is gestopt met het aangeven van de wachttijden en daarmee is het wat ons betreft acuut geworden. Amsterdam herbergt van oudsher een grote transgemeenschap. Met de brede bekendwording van wat het precies inhoudt, wat trans zijn daadwerkelijk betekent via de media en de grotere toegankelijkheid van wettelijke mogelijkheden tot geslachtswijziging is die transgemeenschap in onze stad alleen maar toegenomen. Dit is een van de redenen waarom de gemeente — nemen wij aan — via de Wmo de transzorgafdeling van CQ in Amsterdam ondersteunt. Een jaar geleden maar ook al een aantal jaren eerder luidde de enige kliniek die transmensen uit acht van de elf provincies in ons land behandelt, te weten het VUmc, de noodklok. Ze hebben een tijd een patiëntenstop ingevoerd. Al een aantal jaren groeit de behandelcapaciteit maar met de helft van de vraagtoename. Er staan inmiddels duizend mensen landelijk op een wachtlijst. Het is bekend dat bij het uitblijven van zorg zich grote geestelijke gezondheidsproblemen kunnen voordoen. Toenemende genderstress en misschien wel het meest wenselijk om te voorkomen: zelfmoord. Transvisie spreekt over een op de vijf transmensen die wel eens een zelfmoordpoging doet. We hebben het dus over 20% van de transmensen en bij jongeren ligt het percentage zelfs op 40%. Amsterdam BIJ1 is van mening dat de gemeente een rol kan en moet spelen in het aanpakken van de eerste nood van in Amsterdam woonachtige transmensen. De gemeente heeft ook een zorgplicht, zeker waar het de jongeren betreft, want dat schrijft simpelweg de Jeugdwet voor. We vragen van de gemeente in elk geval een goede eerste opvang en begeleiding te garanderen voor wie zich meldt met transgenderthematiek bij Jeugdzorg, GGZ of eerstelijnszorg. De gemeente heeft een aantal middelen ter beschikking die ze kan inzetten. Zo kan ze bijvoorbeeld kijken welke jeugdzorginstellingen de grootste deskundigheid hebben en daar indien wenselijk extra, specifieke zorg inkopen. Ze kan bestaande e-learning actiever inzetten ter bevordering van LHBTI-deskundigheid en transgenderthematiek voor de jeugdzorg in het bijzonder. De gemeente kan stimuleren dat zorgvragers naar GGZ-praktijkondersteuning van huisartsenpraktijken gaan en voor een tekort aan medische zorg kan ze overwegen dat de maandelijkse transmedische kliniek haar activiteiten kan verdubbelen. Wij hebben daarbij een tweetal moties die we graag indienen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 37° Motie van de leden Simons, Grooten, La Rose en Bloemberg-Issa inzake de acute problemen in de transgenderzorg (Gemeenteblad afd. 1, nr. 520) 13 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - alles in het werk te stellen om voor transmensen in Amsterdam in elk geval een deskundige eerste opvang en begeleiding beschikbaar te maken binnen de eerste- en tweedelijnszorg 38° Motie van het lid Simons inzake wachtlijsten transgenderzorg kliniek VUmc (Gemeenteblad afd. 1, nr. 521) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij de minister van VWS aan te dringen op een snelle uitbreiding van de transgenderzorg. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege. De heer VROEGE: Dank aan collega Simons voor het aanmelden van deze actualiteit. De zorg voor transgenders heeft ook nadrukkelijk de aandacht van D66 — al vele jaren lang. Vorig jaar heb ik zelf nog een initiatiefvoorstel voor transpersonen ingediend. Ook de huidige wethouder Zorg heeft in zijn vorige rol als wethouder veel voor de transgemeenschap gedaan. Denk onder andere ook aan de ondertekening van de verklaring van Dordrecht. De wachtlijst bij de VU is een zorg. Dat hebben we ook met elkaar besproken in het transgenderdebat dat we in de campagne met elkaar hebben gevoerd. Helaas kunnen we daar als gemeente heel weinig aan doen. Het is een rijksaangelegenheid. Het aansporen van de wethouder om daar in Den Haag met haar collega’s en ook in andere steden, de G4 misschien, aandacht voor te vragen, dat is denk ik een goed teken. Niet omdat deze wethouder aansporing nodig heeft, maar vooral als teken dat wij dit samen met onze wethouder heel belangrijk vinden. Wat betreft de tweede motie, die sluit mooi aan bij het regenboogakkoord dat veel partijen in deze raad met elkaar hebben gesloten. Er was nadrukkelijk aandacht voor de lichamelijke en psychische zorg voor LHBTI's, juist ook voor de T's. Dat regenboogakkoord is nog geen beleid, maar ik denk dat deze motie een mooie aansporing is voor het college en voor de wethouder Zorg om daarmee snel aan de gang te gaan. Wij zullen de motie daarom van harte steunen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten. Mevrouw GROOTEN: Lachend wordt de jongen wakker na zijn operatie. Yes, ze zijn eraf, roept hij, de ogen stralend gericht op zijn borstkas. Die is nog in verband gewikkeld, maar plat. Eindelijk. Plastisch chirurg Mark-Bram Bouwman gaat bijna naar huis. Ik heb honderden van deze operaties verricht. Het blijft wonderlijk: een patiënt bij wie je prachtige borsten verwijdert, maar ik ben er heilig van overtuigd dat de ingrepen noodzakelijk zijn om deze groep mensen gelukkiger te maken. Stilte. Of minder ongelukkig. Wij willen BIJ1 danken voor deze actualiteit. We denken dat het echt een onderwerp is dat op de agenda moet blijven. Als je gaat googelen, zie je dat het eigenlijk al een hele tijd speelt en dat ook de minister hiermee al een tijd bezig is. We denken dat we die druk moeten blijven opvoeren. Als GroenLinks willen we extra inzoomen op kinderen en jongeren die in transitie willen. Als ouder wil je dat je kind gelukkig is en zichzelf kan zijn. Voordat je het besluit neemt om in transitie te gaan, hebben de ouders 14 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen en deze kinderen al een enorme weg afgelegd. Hoe moet het dan zijn om zo lang te moeten wachten en je kind te zien worstelen? Daarom hopen we ook dat de wethouder hierover met de minister kan praten. Dit soort signaalmoties zijn natuurlijk wel altijd heel lastig te controleren en uit te voeren en daarom willen we nog een vraag meegeven aan de wethouder. Dat is de vraag waarom het vastloopt. Waardoor belemmert het en waarom lukt het niet om die capaciteit wel te garanderen”? De tweede motie gaat over wat wij als gemeente dan kunnen doen. Hoe kunnen wij voor die mensen die wachten zorgen dat hun leed zo min mogelijk verergert om te voorkomen dat ze uit pure wanhoop op internet gaan zoeken naar hormonen, mensen die zich niet gezien voelen? Het is goed dat we in Amsterdam als eerste in aanraking komen met deze mensen en ons zo goed mogelijk sterk maken om zorg te verlenen. Dus de huisarts, het Ouder- en Kindteam, psychologen. We moeten zorgen dat ze de juiste kennis en vaardigheden hebben om deze mensen te helpen. Dat zegt de tweede motie die we daarom van harte steunen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim. Wethouder KUKENHEIM: Mooi om in deze nieuwe coalitieperiode hiermee te beginnen, alhoewel niet in een jubelstemming want het is echt tragisch. Wachtlijsten zijn altijd tragisch, zeker in de geestelijke gezondheidszorg. Ik moet zeggen dat deze mij extra aangrijpt omdat ik de laatste tijd heel veel levensverhalen van jongeren en ook van veel ouderen heb gevolgd over de enorme impact die een worsteling met je genderidentiteit met zich meebrengt. Het is heel tragisch dat er zo’n wachttijd is op het moment dat je hulp zoekt. Daarbij wil ik nogmaals aanmerken dat we hier overigens niet te maken hebben met een psychische aandoening. We hebben gewoon te maken met variaties op mensen die wel echt zorg nodig hebben. Ik kan me heel erg vinden in de bijdragen van de verschillende raadsleden. Als je kijkt naar de zorg, dan ligt die in de eerste plaats op het bord van het ministerie en de zorgverzekeraars. Ik kom zo nog even op de Jeugd-GGZ terug. Het is belangrijk dat we als gemeente — en dat doe ik met graagte — erop aandringen dat er stappen worden gezet. Het gaat op dit moment bijvoorbeeld om het zoeken naar een goede kwaliteitsstandaard, juist op het moment dat die vraag stijgt. Het is heel belangrijk dat hetgeen wordt aangeboden echt goede kwaliteit heeft. Maar ook een derde expertisecentrum is belangrijk waarover nu al wordt gesproken door het ministerie en alle betrokkenen. Het gaat om zorg die heel multidisciplinair is, dus waarbij niet alleen een hele fysieke medische component zit, maar ook geestelijke gezondheidszorg en bijvoorbeeld nazorg waarin gemeenten een belangrijke rol spelen. Dat zijn twee belangrijke ontwikkelingen die nu op het bord van het Rijk liggen en waar ik met graagte de vinger aan de pols houd en waarbij ik aandring op hoe urgent het is daar stappen te maken. Dus die aanmoediging neem ik graag aan. Het tweede dat ik wil aangeven, is dat het uiteraard belangrijk is dat het op het gebied van de jeugdigen en de geestelijke jeugdgezondheidszorg heel goed aansluit. Op het moment dat je weet dat jeugdigen moeten wachten, is het belangrijk dat er in de tussentijd voor hen en hun ouders goede zorg is. Er is ook heel veel specialisme. Ik neem graag de opdracht aan dat goed te laten aansluiten op de voorzieningen die er zijn, maar ook daar waar nodig te kijken of er meer nodig is, wetende dat we met die wachttijden zitten. Daarbij speelt ook een rol dat het belangrijk is dat er in het brede veld van de zorg en van de jeugdzorg genoeg sensitiviteit is voor wat deze mensen doormaken en dat er genoeg expertise op het gebied van trans is. Daar is dus werk aan de winkel, met name bij verzekeraars en het Rijk, maar ook zeker bij de gemeente. Ik zal me daarvoor inzetten. 15 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Als ik op deze manier uitvoering aan de moties kan geven, dan voorzie ik ze graag met een positief preadvies. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave voor een stemverklaring. Mevrouw DE GRAVE (stemverklaring): De VVD-fractie zal graag voor deze motie stemmen en ze wijst erop, zeker waar het een signaalmotie betreft, dat de slagkracht van deze raad en ook van het college toch beperkt is. Dat vinden wij van belang richting degenen om wier belang het gaat. Dat moeten we ons goed voor ogen houden. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw La Rose voor een stemverklaring. Mevrouw LA ROSE (stemverklaring): Ook de PvdA ondersteunt deze moties, met name motie nr. 521, omdat wij onze grote zorgen maken over de positie en de zorg van transmensen in Amsterdam. Aan de orde is de stemming over de motie -Simons, Grooten, La Rose en Bloemberg-Issa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 520). De motie-Simons, Grooten, La Rose en Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 520) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Simons, Grooten, La Rose en Bloemberg-Issa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 520) is aangenomen met de stemmen van het Forum voor Democratie en het CDA tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 521). De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 521) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. D21) is aangenomen met de stemmen van het Forum voor Democratie, het CDA en de ChristenUnie tegen. 8 Aanwijzen van leden van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 518) De VOORZITTER: Als het goed is, worden er stembiljetten rondgedeeld. Dan vraag ik de leden van het stembureau gedurende de stemming de stembiljetten zo dadelijk te gaan tellen. Ik schors de vergadering totdat de uitslag van de stemming bekend is. 16 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER: Ik zou graag de uitslag van de stemming met u delen. Aangewezen tot lid van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam zijn: de heer D.F. Boutkan, de heer N.T. Bakker en mevrouw S.A.M. Dijksma, allen met 40 stemmen voor en 0 stemmen tegen. Van harte gefeliciteerd allemaal met deze aanwijzing. 9B Actualiteit van het lid Poot inzake het afwijzen van de aangeboden 24 uursopvang door We Are Here (Gemeenteblad afd. 1, nr. 515) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Burg. De heer VAN DER BURG: U las deze actualiteit al voor als de actualiteit van het lid Poot. Die stond op de agenda als Poot en Van der Burg. De actualiteit was ingediend voor afgelopen maandag. Het zou kunnen zijn dat in het debat ook de activiteiten van afgelopen maandag aan bod zouden komen en daar het mijn zoon betrof die daarbij betrokken was, onthoud ik mij niet alleen van het debat. Ik zal op dit punt niet deelnemen aan de vergadering en uiteraard ook niet aan eventuele stemmingen. Vandaar dat mijn naam niet meer onder de actualiteit staat. De VOORZITTER: Waarvan akte. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Het nieuwe college is nog niet begonnen of het heeft Amsterdam volstrekt geïsoleerd ten opzichte van de rest van Nederland met het rare plan van de 24 uursopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Ik noem dat hier maar even de asielmagneet. Ondertussen beleven we aflevering na aflevering van de We Are Here- soap en exporteert Amsterdam de problemen naar de omliggende gemeenten. (De heer VAN DANTZIG: Vindt u dat Groningen zich volstrekt heeft geïsoleerd van de rest van Nederland?) Ik denk dat ik wel begrijp waarop de heer Van Dantzig doelt. Hij doelt op de 24 uursopvang in Groningen. Ik ga graag met u het debat aan over de 24 uursopvang in Groningen. Zeker als ik hoor wat voor voorwaarden Groningen stelt die u in ieder geval niet heeft gesteld in het coalitieakkoord. (De heer VAN DANTZIG: Ik wil het wel voor een tweede keer proberen. Ik stelde deze interruptie omdat u er ouderwets met een VVD-gestrekt been ingaat. U heeft denk ik kunnen lezen in het coalitieakkoord dat er criteria komen. U heeft denk ik ook de partijen die het coalitieakkoord hebben geschreven, vele malen gehoord in het debat dat we daarbij vooral kijken naar Groningen. Ik zou zeggen: wacht u nu heel even af. Die criteria komen. Als dat het probleem is, dan kunt u ook zeggen dat we op de goede weg zijn en dat u alleen zeer benieuwd bent naar de criteria.) Natuurlijk ben ik daar zeer benieuwd naar. Laat ik de heer Van Dantzig toezeggen dat ik daar zo even op terugkom. Dat is een van de onderwerpen die ik graag wil bespreken en waarvoor ik ook een motie heb. 17 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Ik was gebleven bij het feit dat Amsterdam de problemen exporteert naar omliggende gemeenten. De nieuwe wethouder horen we niet. Hij verwijst in Nieuwsuur naar de nieuwe burgemeester. Het grappige is dan overigens dat de burgemeester weer vrolijk terugverwijst. Dat is misschien een van de eerst vragen. Wie gaat er nu eigenlijk over in het nieuwe college en heeft u ondertussen contact gehad met elkaar om daarover uitsluitsel te geven? Dan ga ik eerst maar even naar de pogingen tot kraken afgelopen zondag en maandag waarbij ik wil beginnen met het uitspreken van mijn steun aan de bewoners en de bedrijven van de panden waar de pogingen tot kraak zijn geweest. Het moet verschrikkelijk zijn als mensen met geweld jouw woning binnendringen. Ik hoop ook dat de daders daarvan snel worden gepakt en worden vervolgd. Ik lees dan in de berichtgeving en ik citeer even dat “toen de opgeroepen agenten constateerden dat er geen sprake was van leegstand, de groep afdroop”. Mijn vraag daarbij is of het klopt dat de politie hier getuige was van een poging tot kraak en wat dan de reden is dat deze krakers niet zijn opgepakt? Kan de wethouder aangeven wat nu het protocol is als agenten getuige zijn van een poging tot kraak? Wij zouden willen voorstellen dat nog eens even goed onder de loep te nemen en de raad te informeren over hoe dat nu exact werkt. Daarvoor hebben we een motie samen met het CDA. Dan de 24 uursopvang. De laatste berichten zijn dat de We Are Here-groep onder voorwaarden gebruik wil maken van deze opvang. Onder voorwaarden. Ik stopte eventjes, want onder voorwaarden — hoort u wat dat is? Wij vinden dat ontluisterend. Een groep die illegaal! in Nederland is, weigert mee te werken aan vertrek, weigert gebruik te maken van reguliere opvang, heeft lak aan onze rechtsstaat en die gaat nu voorwaarden stellen aan haar eigen opvang en aan het bestuur van Amsterdam. Ik vind dat echt de brutaliteit ten top. Ik hoop dan ook van ganser harte dat de wethouder daarin niet meegaat en dat hij zich niet onder druk laat zetten door deze groep en dat hij zich niet laat chanteren door deze groep. Ik hoop dat de wethouder met deze uitingen van de We Are Here-groep nu zelf ook inziet dat deze groep helemaal niet op zoek is naar het vinden van oplossingen, maar uit is op het zo lang mogelijk traineren van haar verblijf in Nederland in de hoop dat iemand uiteindelijk zegt: oké, blijf maar hier. Na deze gebeurtenissen lijkt het wel helder dat de 24 uursopvang zoals deze in het coalitieakkoord staat, geen kans van slagen heeft en overigens ook nog eens in strijd is met het regeerakkoord dat ervan uitgaat dat iemand na 2 weken verplicht gaat meewerken aan zijn of haar terugkeer. Wij willen het college dan ook oproepen om af te zien van de geplande opvang en de We Are Here-groep gewoon te wijzen op de reguliere opvang in de terugkeer-en-vertrekcentra. Ook daarvoor dienen wij een motie in samen met het CDA. (De heer VAN DANTZIG: Wat ik wilde zeggen is dit. U gaat natuurlijk heel erg los op dit nieuwe college. U zegt dat het ingaat tegen landelijk beleid. U vindt eigenlijk dat deze groep gewoon naar een terugkeer-en- vertrekcentrum moet gaan en u vindt dat die oplossing er al is. Ik zat even te denken. De VVD zat sinds 2010 hier in het college en zit landelijk volgens mij vanaf 2010 in de regering. Deze groep is er sinds 2012. Dan komt de vraag bij mij op wat VVD-bewindslieden nu precies in dit dossier hebben gedaan.) Ik ga een vraag terug stellen aan de heer Van Dantzig. Het is namelijk zo dat dit nieuwe regeerakkoord uitgaat van een aantal opvanglocaties waar mensen verplicht mee gaan werken aan hun terugkeer. Dit nieuwe regeerakkoord — waar u ook in de regering zit en waar mijn partij ook in de regering zit — gaat uit van een oplossing waarbij groepen twee weken in een opvang kunnen blijven, maar daarna verplicht gaan werken aan hun terugkeer. Als wij elkaar daarop kunnen vinden en als u dat bedoelt met het Groningse 18 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen model, namelijk dat mensen na twee weken opvang verplicht meewerken aan hun terugkeer — hetgeen in het regeerakkoord staat van de VVD samen met uw partij — dan denk ik dat we elkaar hebben gevonden. (De heer VAN DANTZIG: Een paar constateringen, voorzitter. Constatering 1: dus niets. Constatering 2, en daarbij gaat het over de motie dat er nu wel degelijk direct criteria moeten komen voor een opvang die nog moet worden opgericht en daarbij wil ik mevrouw Poot in herinnering brengen dat op dit moment die LVV die in het regeerakkoord is afgesproken, er ook nog niet is. Men moet nog in onderhandeling met de VNG. Er moeten nog locaties worden gekozen. Er is volgens mij maar een criterium bekend en dat is dat je moet meewerken aan terugkeer en verder nog helemaal niets. Dan ga ik u weer een vraag stellen: wanneer komt dat er dan?) Kijk, uiteindelijk, en dat weet de heer Van Dantzig heel goed, is die opvang er. De heer Van Dantzig weet heel goed, maar ik ga het gewoon nog een keertje vertellen, dat er opvang is als je in de procedure zit. Als je een status hebt gekregen, dan is er opvang. Als je bent uitgeprocedeerd en je werkt mee aan je terugkeer, dan is er opvang. De VVD vindt dat je op zijn minst mag verwachten dat mensen eraan meewerken als ze na een zorgvuldige procedure van de rechter te horen hebben gekregen dat ze moeten vertrekken uit dit land. En dan is er opvang. (De VOORZITTER: Het reglement van orde heb ik dit weekend goed bestudeerd en dat zegt dat degene die zich als eerste meldt bij de microfoon, het woord heeft, maar u gaat nog even door op dit debat. Dan heeft u uw laatste interruptie.) De heer VAN DANTZIG: Zeker, mijn laatste op dit punt. Kijk, nu komen we ergens. D66 is een pragmatische partij en zo kende ik de VVD ook altijd. We constateren met elkaar dat die mensen hier waarschijnlijk niet mogen blijven en dat ze terug moeten. Dat zou kunnen. Sommige mensen zullen misschien wel mogen blijven, maar laat ik even met u meegaan dat ze terug moeten. Hoe weegt u het dan dat deze mensen al zes jaar niet teruggaan en dat we geen enkel middel hebben om dit af te dwingen? En wat gaat de VVD die toch al een jaar of acht in de landelijke regering zit, hieraan nu precies doen?) Ook dat heb ik hier natuurlijk al een aantal keer betoogd en ik breng het de heer Van Dantzig heel graag nog een keer in herinnering. De groep, en u kunt het zien op de site van deze We Are Here-groep, weigert mee te werken, weigert zich te melden bij de Dienst Terugkeer en Vertrek. Het interessante aan ons rechtssysteem is nu eenmaal, als je je meldt bij de Dienst Terugkeer en Vertrek en je geeft aan dat je geen papieren hebt of dat het land van herkomst jou niet terug wil hebben, dan kun je geholpen worden. Dan is er de mogelijkheid tot bemiddeling. En lukt het echt niet, dan is er sprake van een buitenschuldverklaring. Maar je moet wel meewerken en je moet dat wel doen. Deze groep geeft bewust aan op haar site dat ze dat bewust niet doet. Dan houdt het wat ons betreft echt een keer op. (De heer CEDER: Ik werd getriggerd door wat u net zei. Ik vind het een hele belangrijke discussie. Ik kan ook in uw lijn stappen. Ik vind alleen dat u de discussie niet goed voert, omdat u wat feiten niet nuanceert. U heeft het net over het feit dat de We Are Here-groep 24 uursopvang heeft afgewezen. U weet ook dat er een tegenwoord is gekomen waarbij een bepaalde groep die u schaart onder de We Are Here-groep — en waarvan ik van mening ben dat dat geen homogene groep is — dat die andere 19 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen groep heeft aangegeven: nee, wij staan daar wel voor open. Dat noemt u niet en volgens mij weet u dat ook wel. Bent u daarmee bekend en hoe weegt u dat af tegen uw eerdere bewering dat de We Are Here-groep 24 uursopvang afwijst?) Misschien moet ik het dan nog helderder maken. Ik dacht dat ik dat had gedaan. Wat deze groep doet, is voorwaarden stellen. Daarvan zeg ik: dat vind ik echt not done. Je wijst onze rechtsstaat af en je stelt zelf voorwaarden. Dat is echt not done in deze samenleving. (De heer CEDER: Mijn vraag was wat u vindt van de groep die zegt dat ze wel wil meewerken.) Daar ben ik natuurlijk alleen maar blij om. De groep die wil meewerken, en dat heb ik al zo vaak gezegd, daarvoor is opvang. Dus de groep die wil meewerken aan haar terugkeer, daarvoor is opvang in de terugkeer-en-vertrekcentra. Dus als deze groep zich meldt bij het terugkeer-en-vertrekcentrum, dan durf ik u wel te zeggen dat ze dan geholpen wordt bij haar terugkeer. (De VOORZITTER: Derde en laatste interruptie van de heer Ceder.) (De heer CEDER: Dan had ik nog een vraag. In reactie op de heer Van Dantzig gaf u aan dat het Groningse model anders is dan hoe het college van Amsterdam dat zou willen invliegen. Hoor ik daarin dat u het Groningse model en misschien ook het Utrechtse model … als diezelfde criteria zouden worden gehandhaafd, u wel voor de 24 uursopvang bent? Dat hoor ik u toch eigenlijk zeggen.) Misschien is het dan goed dat ik mijn laatste motie aankondig, want ik ken het Groningse en Utrechtse model onvoldoende om te weten of dat exact zo is zoals het ook in dit regeerakkoord is afgesproken. Ik heb u net aangekondigd een motie in te dienen om af te zien van deze 24 uursopvang. Mijn laatste alinea was: stel dat deze motie het niet haalt, dan heb ik nog een motie om zo snel mogelijk met het Rijk in overleg te treden om de criteria voor deze opvang zodanig te maken dat ze in overeenstemming zijn met het regeerakkoord. Een van de belangrijke aspecten uit dat regeerakkoord is: je mag twee weken onvoorwaardelijk blijven en daarna moet je meewerken aan je terugkeer, anders wordt opvang en ondersteuning gestopt. Ik denk dat dat heel verstandig is. Dat is mijn laatste motie die ik ook met het CDA indien. (De VOORZITTER: Mijnheer Ceder, in principe is het uitgangspunt drie interrupties maximaal. Ik wil u in overweging geven dat u zo dadelijk ook gewoon uw eigen termijn kunt hebben en dat u van achter het spreekgestoelte uw punt kunt maken. Ik zou u willen oproepen dat dan te doen en nu geen interruptie te doen.) (De heer CEDER: Dat is goed, voorzitter.) (De VOORZITTER: Dan doen we het zo. (Mevrouw SIMONS: Mevrouw Poot, u praat veel over legaliteit en illegaliteit. Bent u zich ervan bewust dat illegaliteit dan wel legaliteit niet altijd hand in hand gaat met menselijkheid? Zo was slavernij ooit legaal. Zo was verkrachting binnen het huwelijk ooit legaal. Ik denk dat we hier niet spreken over een illegaliteits- dan wel een legaliteitskwestie, maar we hebben het hier over mensenrechten, over mensen die al jaren door deze gemeente en deze gemeenteraad van hot naar her zijn gesleept. Ze komen uit verschillende delen van de wereld met gevaar voor eigen leven. Wat u zegt, het land waar wij commando's heen willen sturen, Afghanistan, omdat het daar niet veilig zou zijn, daar kunt u als mens gewoon naar toe. Het land Zuid-Soedan … 20 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen (De VOORZITTER: Mevrouw Simons, een interruptie moet volgens het reglement van orde kort zijn. Een vraag of een korte opmerking mag ook, maar wel korter dan nu.) (Mevrouw SIMONS: Dan maak ik alleen mijn zin af. Bent u het met mij eens dat legaliteit niet het onderwerp is waarover het in dezen gaat? Maar over mensenrechten in de meest concrete zin van het woord?) Ik ben dat niet met mevrouw Simons eens. Het gaat hier over onze rechtsstaat. Ik vind dat het hier gaat over het feit dat we met elkaar in dit land een asielprocedure hebben afgesproken. Ik vind dat het hier gaat over het feit dat we hier zorgvuldige procedures in dit land hebben. En ik vind dat het hier gaat over het feit dat ik het heel normaal vind op het moment dat de rechter een uitspraak heeft gedaan, dat je je daaraan houdt. Ik kwam bij mijn laatste alinea. Het blijft wat ons betreft onvoorstelbaar en onrechtvaardig dat een groep die geen recht heeft op een verblijf in Nederland telkens weer panden en woningen kraakt en bezet waarvoor Amsterdammers zo lang op de wachtlijst staan. Stop deze waanzin. Geef mensen de boodschap dat hun toekomst buiten Nederland ligt. Stop met het geven van hoop en het faciliteren van actiegroepen die deze mensen misbruiken voor hun eigen gewin. Een langer verblijf van deze mensen in Nederland maakt hun verblijf niet legaler en ondermijnt de rechtsstaat. (De heer MBARKI: Is mevrouw Poot van mening dat het asielbeleid in Nederland sluitend is? Dat er een beginpunt is en een eindpunt en dat het werkbaar is?) Ja. Als je je namelijk zelf ook gewoon aan de wetten houdt. Als je bent uitgeprocedeerd en je werkt mee, dan is het sluitend. Als je bent uitgeprocedeerd en je werkt niet mee, nee, natuurlijk is het dan niet sluitend. (De heer VAN DANTZIG: Dat is natuurlijk de kern van het probleem waarvoor ook een aantal staatssecretarissen van de VVD verantwoordelijk is. Als deze mensen niet meewerken — en daar vind ik van alles van, ik vind ook dat ze dat moeten doen, maar denkt u nu even met mij mee — heeft u dan nog een andere oplossing behalve het veroordelen? Wij bieden die oplossing. 24 uursopvang. Daarmee bent u het niet eens. Zet u daar nu eens een eigen oplossing tegenover en begin dan niet weer over dat terugkeer-en-vertrekcentrum. Ik denk wel dat we kunnen constateren dat die mensen daar niet naar op weg zijn.) Ik weet niet zo goed wat ik hierop moet zeggen. Luister, u wilt ervoor zorgen dat er een 24 uursopvang komt waar in Amsterdam niet eens daklozen recht hebben, waar in Amsterdam mensen 18 jaar en langer op een wachtlijst staan. U wilt ervoor zorgen dat iedereen zo meteen, 500 mensen, naar Amsterdam komen. Ik heb het niet voor niets de asielmagneet genoemd. Ik zie dat D66 hiervoor in ieder geval geen oplossing biedt. Ik ben graag bereid er met u over te praten. Ik kijk uit naar hoe het regeringsbeleid hieraan vormgeeft. Ik hoop dat ook D66 zich dan aan de wet gaat houden. (De heer VAN DANTZIG: U vindt de oplossing van mijn partij geen oplossing. Dat is u goed recht. Daarover verschillen we van politieke mening. Het enige wat ik u vraag is daar een oplossing tegenover te stellen. Vertelt u mij nu een keer behalve het regeerakkoord, behalve het terugkeercentrum, wat nu uw oplossing is.) Nogmaals, ik geef u er twee. Er is opvang. Er is opvang. En ik wacht op het regeringsbeleid. Ik vind het op deze manier echt een rare discussie worden. 21 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen (De VOORZITTER: Ik heb tegen de heer Van Dantzig al gezegd dat het zijn laatste interruptie was. Ik zie nu ook de heer Mbarki bij de microfoon staan. Daarna sluiten we de interrupties. U kunt altijd nog in eigen termijn het woord voeren.) (De heer MBARKI: Ik heb nog een vervolgvraag op de vraag die ik net ook had. Mevrouw Poot heeft het ook over de buitenschuldverklaring die natuurlijk ook speelt in dit verhaal. Dat maakt het ook sluitend. Vindt u dat de buitenschuldverklaring in Nederland optimaal functioneert, ofwel, vindt u dat iedereen die daarvoor in aanmerking komt, die ook zodanig krijgt dat we alles sluitend kunnen maken?) Daar overvraagt de heer Mbarki mij. Dat zou ik op dit moment echt niet kunnen beantwoorden. De VOORZITTER: Dan was dit de eerste termijn van mevrouw Poot. Ik wijs u erop dat u nog maar 4:25 minuten spreektijd over is voor de rest van de vergadering voor de VVD. Dat is nu zelfs nog minder. En ik wil BIJ1 erop wijzen dat er ook nog maar 3:20 minuten over zijn voor de rest van de vergadering. U heeft beiden nog tijd, maar niet maar zo heel erg veel. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 39° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het afwijzen van de aangeboden 24 uursopvang door We Are Here (Gemeenteblad afd. 1, nr. 522) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__in overleg te treden met politie en Openbaar Ministerie om het beleid en de instructie rondom aanhouding en vervolging van kraken en pogingen tot kraken te evalueren; -_ de raad te informeren over de uitkomst van dit overleg. 40° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het afwijzen van de aangeboden 24 uursopvang door We Are Here (Gemeenteblad afd. 1, nr. 523) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - alvorens over te gaan tot eventuele opening van een 24 uursopvang duidelijke toelatingscriteria, voorwaarden en regels op te stellen die van toepassing zijn op hen die in de opvang verblijven en willen verblijven; - deze criteria af te stemmen met de rijksoverheid; - deze criteria voor te leggen aan de gemeenteraad. 41° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het afwijzen van de aangeboden 24 uursopvang door We Are Here (Gemeenteblad afd. 1, nr. 524) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - afte zien van het openen van een 24 uursopvang voor asielzoekers; - eventueel in Amsterdam verblijvende asielzoekers zonder onderdak te verwijzen naar de locatie van het COA in Ter Apel. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. 22 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Veroastrdatum 6 juni 2018 Gemeenteraad Raadsnotulen Mevrouw VAN SOEST: Ik zag tijdens de speech van mevrouw Poot wethouder Van Doorninck een paar keer met het hoofd schudden. Ik wil heel even terug naar de vorige periode. Eberhard van der Laan heeft deze mensen aangeboden een plek te krijgen hier in Amsterdam. Opvang. Bed, bad en brood en alles. Er was echter een voorwaarde aan verbonden. Ze moesten terugkeren naar het land van herkomst. Dat was de afspraak met de heer Van der Laan. Dus we waren hiervoor al heel lang bezig. Nu hebben we deze discussie weer, maar het loopt nu gigantisch uit de hand. Laat ik vooropstellen dat ik een lokale partij ben, dus jullie kunnen me niet allemaal naar Den Haag sturen dat ze het daar moeten regelen. Ik wil het hier in Amsterdam geregeld hebben. Hoe kunnen we voorkomen dat vandaag of morgen de Nederlanders zeggen: we gaan ook kraken? Het is niet meer tegen te houden. Als we dit goed gaan vinden, dan is het hek van de dam. (De heer MBARKI: Ik hoor mevrouw Van Soest beginnen met haar betoog, heel feitelijk, dat onze oud-burgemeester Van der Laan het een en ander heeft gedaan: de bed-bad-broodregeling. Vrij sober overigens. Het was niet zo dat daaraan de voorwaarde zat dat je moest terugkeren. Dat is wat er nu in het regeerakkoord staat. Je ging werken aan je toekomst. Dus vanuit een perspectief kijken wat je zou kunnen doen. Terugkeer was een optie. Dat klopt inderdaad. Kan mevrouw Van Soest dat bevestigen of dacht ze echt dat dat andere het geval was?) Ik had het zo begrepen. Toen ze uit de gevangenis, uit de tramremise weg moesten, toen heeft Eberhard van der Laan deze oplossing gevonden. Hij had er voorwaarden aan verbonden en dat was meewerken aan je terugkeer. Vandaar dat deze mensen het toen al niet pikten en de straat op bleven gaan. (De heer MBARKI: Ik ben dan wel benieuwd hoe mevrouw Van Soest dat rijmt dat ook een aantal mensen een verblijfsvergunning heeft gekregen.) Dat zou best kunnen. Ik wil ook even wijzen op wat er de afgelopen week is gebeurd. Ik ben met spoed gebeld door een collega van mij dat ze zijn pand wilden kraken. Hulde voor de zoon van de heer Van der Burg. “Dit is ons bedrijfspand. Gelukkig hebben we daar antikraak. Als ze de grote poortdeur daarnaast hadden ingebroken, dan waren ze dicht bij 150 kV-ruimte beland met alle gevolgen van dien.” En het gaat over Liander. Dit kan niet meer. We moeten dit stoppen. Als ze potverdorie vechten om je bedrijfspand te bezetten, dan is het te gek voor woorden. Ik kan het Amsterdammers niet meer verkopen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Dank aan mevrouw Poot voor haar eloquente betoog. Op dit vlak ligt haar positie vrij dicht bij de onze. Die is bijna geheel de onze. Ik dank ook mevrouw Van Soest. Dit is inderdaad te gek voor woorden. Dat hebben we hier in deze zaal en ook daarbuiten al herhaaldelijk gezegd. Dit schaamteloze kraakcircus moet stoppen. In plaats daarvan wordt het steeds erger. Er zijn nu een paar pogingen tot inbraak gepleegd. We hebben inderdaad op beeld gezien dat een kraker een bewoner die moedig de toegang tot zijn eigen woning probeert te verdedigen, gewelddadig aan de kant probeert te duwen. En dat met totale schaamteloosheid alsof ze het volste recht hebben om dat te doen, om andermans pand binnen te dringen en alsof dat een soort human right is. Ik vind het kwalijk dat ze daarbij lijken te worden aangemoedigd door allerhande linkse groeperingen die daaromheen zwerven en die deze mensen opjutten en aanmoedigen en 23 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen aanzetten tot het overtreden van onze wetten. Ik vind dat kwalijk. Dat brengt een duurzame oplossing voor deze mensen zeker niet dichterbij. Wat nu moet gebeuren, is wat al veel eerder had moeten gebeuren. Burgemeester, politie en Openbaar Ministerie moeten gaan optreden om die kraak te voorkomen. Inderdaad, voordat een huisrecht wordt gevestigd. Er is meer jurisprudentie bekend. Een huisrecht vestig je niet meteen na een halfuur. Dus waarom kan de politie niet — en mevrouw Poot vroeg het ook al — als ze constateert dat er een poging is tot kraak, op dat moment optreden om dat te verhinderen. Waarom wordt hier niet overgegaan tot vervolging? Als je keer op keer ongestraft onze wetten kunt overtreden, dan mag een overheid zich niet beperken met een reactie van: ik stond erbij en ik keek ernaar. Ik wil dus ook graag van de wethouder horen of van de locoburgemeester hoe hij daarnaar kijkt en of hij bereid is hierop te gaan aandringen. Hij heeft in een vorige vergadering in een andere rol gezegd dat het heel onwenselijk is dat dit kraken doorgaat. Maar gaat hij dan ook vanuit zijn nieuwe rol proberen erop aan te dringen dat dit kraken nu gaat stoppen? En gaat hij iets ondernemen om dat te bereiken tussen nu en de eventuele opvang door het college? Mijn vraag is ook in hoeverre de beleidsregel van deze raad, niet ontruimen voor leegstand, nu een obstakel is bij het optreden bij heterdaadacties. Ik zou graag zien dat hij daarop ingaat. We hebben gisteren dan vernomen dat de groep of een deel van de groep het aanbod van 24 uurs-opvang zou hebben geaccepteerd omdat aan bepaalde eisen zou zijn voldaan. Die vraag had mevrouw Poot ook. Ik hoor graag wat voor afspraken er dan zijn gemaakt. Zijn er al afspraken gemaakt? Welke eisen zijn gesteld door de groep of een deel van de groep en wat was de reactie van het college? Heeft de wethouder of de overlegpartner misschien zelf ook eisen gesteld? Bijvoorbeeld, oké, als jullie die 24 uursopvang accepteren, dan stellen we wel de eis dat jullie niet meer gaan kraken. Of heeft hij alleen eisen aangehoord? Het is inderdaad ongekend dat krakers die de wet overtreden op deze manier eisen denken te kunnen stellen en al helemaal dat wij dan aan dit soort chantage zouden gaan toegeven. Het CDA was en is niet voor die 24 uursopvang voor mensen die zijn uitgeprocedeerd en van wie door de IND is vastgesteld dat ze terug kunnen en moeten naar het land van herkomst en van wie dat vaak is bevestigd door rechters in dit land. Ook dat is de rechtsstaat. Het CDA was en is het eens met het standpunt van voormalig burgemeester Van der Laan dat we als gemeente eventueel een sobere bed-bad- broodvoorziening kunnen organiseren vanuit het standpunt van openbare orde. We willen inderdaad niet dat mensen hier op straat zwerven. Dat hebben we ook altijd gezegd. En we hebben ook altijd gezegd dat je daaraan dan wel eisen moet stellen en dat je daaraan voorwaarden moet verbinden. Die regeling moet je zeker niet openstellen voor iedereen. We hebben ook altijd gezegd dat 24 uursopvang is voor wie ziek is of echt kwetsbaar. En nee, mijnheer Mbarki, het asielbeleid zal nooit sluitend worden, omdat je altijd te maken zult hebben met mensen die weigeren zich neer te leggen bij een beslissing. En nee, D66, er is geen andere oplossing dan dat mensen dat daadwerkelijk gaan doen. Als je het asielbeleid sluitender wilt maken, dan is het in ieder geval cruciaal dat wij niet meer accepteren dat landen hun eigen burgers niet meer terugnemen en dat ze die terugsturen. Als we daarop nu eens zouden inzetten? Ik hoop dat u dat met mij eens bent. (De heer VAN DANTZIG: Weet je wat het is, zeg ik tegen de heer Boomsma. Ik denk dat we het in theorie best wel met elkaar eens zijn, maar zo’n opmerking als “laten we niet meer accepteren dat landen hun eigen burgers niet meer terugnemen”, doet u nu eens met mij mee en laten we met elkaar vaststellen dat dat gewoon een feit is. We hebben volgens mij niet het leger dat we allemaal zouden willen, dus we gaan niet 24 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen binnenvallen. Wat gaan we er dan aan doen? Of zeggen we gewoon tegen die mensen: sorry, de straten van Amsterdam zijn de beste oplossing? Dat moet u ook niet willen, want dan leven al die mensen op straat met bijvoorbeeld de consequentie dat ze panden gaan kraken, wat we allebei verwerpen. Ik ben gewoon op zoek naar een aanknopingspunt voor een oplossing zodat u zich tenminste onderscheidt van de VVD.) Dat de heer Van Dantzig gelijk over een leger begint, dat valt me tegen, want de Nederlandse regering heeft natuurlijk ook andere mogelijkheden om invloed uit te oefenen. Die hebben wat mij betreft de voorkeur. Dat heet soft power. Je kunt natuurlijk aan landen die weigeren hun eigen burgers terug te nemen, bepaalde sancties stellen of bepaalde hulp ter discussie stellen. Dat zou dus ook moeten gebeuren. Het feit dat mensen niet gedwongen kunnen worden uitgezet, betekent nog niet dat ze niet vrijwillig kunnen terugkeren. Daarmee hebben we hier natuurlijk te maken. Ik vind het overigens helemaal niet wenselijk dat iedereen die is uitgeprocedeerd gedwongen zou worden uitgezet. Het is natuurlijk veel wenselijker dat mensen in principe zelfstandig terugkeren. (Mevrouw ROOSMA: Het hele betoog van de heer Boomsma hangt dus samen met iets wat in Den Haag moet worden geregeld en dan ook nog in overeenstemming met allerlei landen die nu geen burgers willen terugnemen. Daar moeten allerlei diplomatieke soft powers op gang komen om dat te realiseren. Daar hangt uw hele betoog nu op, toch?) Nee, daar hang ik nu niet mijn hele betoog aan op. Ik gaf alleen aan dat het asielbeleid nooit helemaal sluitend zal zijn omdat mensen nu eenmaal niet terug willen en daar dus ook hun consequenties aan willen verbinden en misschien proberen te ontsnappen. En als je het sluitender wilt maken, dan moet dat daarvan een heel belangrijk onderdeel zijn. Maar dat verandert niets aan mijn betoog dat ik hier houd over de onwenselijkheid van de 24 uursopvang. (Mevrouw ROOSMA: Wat is dan het voorstel van de heer Boomsma hoe wij hier in Amsterdam moeten omgaan met de situatie die hier nu al jaren is en waarvoor vanuit Den Haag nooit een handreiking is gekomen voor een oplossing tot nu toe?) Wat wij moeten doen, is een greintje realiteitszin opbrengen. Dat betekent dat je dus erkent dat je eisen moet stellen en van mensen mag verwachten dat ze meewerken aan een oplossing en aan terugkeer naar het land van herkomst als dat hier is besloten na een zorgvuldige asielprocedure. Als je die eis niet stelt, dan zal er nooit een oplossing komen. Dat is ook mijn vraag aan het college over de opvang. Wie worden in die 24 uursopvang nu uiteindelijk opgevangen? Ik neem aan dat er toch wel iets meer kan worden gezegd dan wat er nu in het coalitieakkoord staat. Daarover is ongetwijfeld nagedacht. Gaat het dan ook over Dublinclaimanten? Gaat het ook over mensen met een inreisverbod van tien jaar wegens een crimineel verleden? Gaat het ook over mensen die wel veilig in een AZC kunnen verblijven omdat ze een beroepsprocedure hebben aangespannen? Om wie gaat het nu precies? (Mevrouw ROOSMA: Ik vind de heer Boomsma eigenlijk al heel redelijk dat hij zegt dat de asielprocedure niet sluitend is. Dat vind ik al heel goed. Maar hoe kunt u dan zeggen dat we eisen moeten stellen aan terugkeer, terwijl u tegelijkertijd zegt dat die procedure niet sluitend is? We weten dus dat er mensen zijn die niet terug kunnen. Hoe rijmt u dat dan met elkaar?) Nee, ik zeg niet dat mensen niet terug kunnen. Ik zeg dat een asielprocedure nooit sluitend kan zijn, omdat die afhankelijk is van wat mensen zelf gaan doen. Ze kunnen wel terug. Dat is nu juist onderdeel geweest van die procedure. De IND heeft 25 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen aangegeven dat deze mensen terug kunnen en ze moeten dus ook terug. Dat is herhaaldelijk bevestigd door rechters. Als dat niet zo is, dan moeten ze bewijs aanleveren waarom dat niet zou kunnen. Als ze nieuwe feiten hebben, dan kunnen ze altijd een nieuwe procedure beginnen. (De heer CEDER: Ook uw betoog valt mij tegen, omdat u ook voorbijgaat aan een aantal feiten. U heeft het erover dat er een zorgvuldige procedure van de IND is. Mensen zouden moeten werken aan hun terugkeer, maar tegelijkertijd vergeet u te melden dat er al meer dan honderd We Are Here-mensen bij een nieuwe aanvraag bij dezelfde IND die eerder heeft gezegd dat ze op geen enkele grond kunnen blijven, alsnog een reden gevonden hebben om te kunnen blijven. U zegt eigenlijk dat die mensen eerst terug zouden moeten — waarvan ze aangeven dat dat niet kan, maar u gelooft dat niet. Achteraf blijkt dat de regelgeving niet werkt. Hoe rijmt u dat met elkaar? Kunt u erkennen dat de regelgeving niet feilloos is?) Wat de heer Ceder zich moet realiseren en waartoe hij ook de realiteitszin moet opbrengen, is het feit dat in een procedure fouten worden gemaakt, niet betekent dat je die procedure overboord kunt zetten. Het feit dat er inderdaad fouten kunnen worden gemaakt, daarvoor zijn methoden om dat op te vangen. Dat betekent nog niet dat je per definitie dan maar moet zeggen: dan deugt het niet en dan moeten we alles maar anders doen en dan moeten we iedereen maar opvangen. Ik heb ook niet gezegd dat iedereen per definitie terug moet naar het land van herkomst. Ik heb gezegd dat dat in principe het uitgangspunt is tenzij ze kunnen aantonen dat het niet kan en dan moeten ze dat bewijzen. (De heer CEDER: Bent u het dan met me eens dat de personen die bezig zijn om aan te tonen dat dat niet kan, dat die wel in een soort tijdelijke opvang mogen blijven in Nederland?) Mensen die in beroep zijn, kunnen ook opvang krijgen in een AZC onder bepaalde voorwaarden. In sommige gevallen, als het volstrekt kansloos wordt geacht, dan niet. Maar zelfs dan moet je realistisch zijn. Je kunt natuurlijk ook niet zeggen dat iedereen alsmaar in beroep kan blijven gaan zonder overtuigende, nieuwe feiten aan te dragen, want dan gaan allerlei mensen dat ook doen. De realiteit is, en dat begrijp ik, dat heel veel mensen wel terug kunnen, maar niet terug willen. Daarin moeten we dus ook realistisch zijn. (De VOORZITTER: Een laatste interruptie nog en dan wil ik toch ook wel zeggen dat de heer Boomsma zijn betoog verder moet kunnen afmaken zonder interrupties. Eventuele andere fracties kunnen in hun termijn het woord voeren.) (De heer CEDER: U heeft me overtuigd. Ik trek mijn interruptie in. (De VOORZITTER: Ik had het al gezegd, maar de heer Taimounti stond al bij de interruptiemicrofoon. Ik wil u toch een interruptie toestaan.) (De heer TAIMOUNTI: Ik vind het bijzonder. U zegt dat u niet weet wie er zit, dat u niet weet wat de situatie is, dat u niet weet wat hun achtergronden zijn, maar u weet wel dat ze allemaal terug moeten. Dat hoor ik u ook zeggen. Ik vind dat een beetje raar als u niet weet wie daar zitten. Hoe weet u dan dat ze daadwerkelijk terug moeten? Dat zegt u net. Het overgrote gedeelte kan terug. Hoe weet u dat?) Mag ik de heer Taimounti even wijzen op zijn rol als raadslid? Die is namelijk niet om zich persoonlijk te verdiepen en een persoonlijk oordeel te vellen over elk individueel geval van een uitgeprocedeerde asielzoeker. Die is om er in principe van uit te gaan dat de procedures zorgvuldig zijn, tenzij er allerlei aanwijzingen zijn dat dat niet zo is. Het zou 26 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen een hele rare zaak zijn als wij hier als raadsleden gaan bepalen of iemands procedure wel of niet zorgvuldig is verlopen en dat wij dan zelf hier een oordeel gaan vellen of iemand wel of niet mag blijven. Dat zou ik willen vermijden. (De heer TAIMOUNTI: Ik wijs u op uw eigen woorden. U zegt, het overgrote gedeelte kan terug. En dan is mijn vraag gewoon heel legitiem: hoe weet u dat?) En mijn antwoord is dat dat onderzocht is door de relevante autoriteiten die daarover gaan en die daarnaar hebben gekeken, namelijk de IND en verschillende rechters die zich daarover hebben gebogen. Als de heer Taimounti het beter weet, dan hoor ik dat zo meteen graag in zijn betoog. (De heer TAIMOUNTI: Waarom het mij gaat, is dat ik vaak zie dat iedereen over een kam wordt geschoren. Het is allemaal hetzelfde type mensen. Ze moeten allemaal terug; ze kunnen allemaal terug. En tegelijkertijd hoor ik een verhaal van de heer Boomsma dat we niet weten wie die personen zijn. Misschien hebben ze een crimineel verleden. Er is niet veel duidelijkheid over die mensen. Tegelijkertijd zegt u heel stellig dat die mensen allemaal terug kunnen. Wij zijn bij die mensen geweest. Het is feitelijk niet zo. Er zitten mensen die hier al negentien jaar zijn, maar die niet terug kunnen. Bent u bereid daarover eens wat meer informatie op te halen en niet alleen maar de kranten na te praten?) Ik praat geen kranten na. Ik heb ook niet gezegd dat we niet weten wie deze mensen zijn en dat ze misschien een crimineel verleden hebben. U moet leren beter te luisteren, mijnheer Taimounti. Ik heb dat dus niet gezegd. Ik heb de vraag neergelegd welke voorwaarden er nu precies worden gesteld aan deze 24 uursopvang. Welke criteria worden daaraan verbonden? Stelt het college dan inderdaad de eis om hen te vragen mee te werken aan een oplossing, aan terugkeer in principe, of een andere? En gaat u die 24 uursopvang ook openstellen voor Dublinclaimanten en andere groepen die ik heb genoemd? Daarop wil ik graag nog antwoord. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga. Mevrouw NANNINGA: Ja, ik mag namens Forum voor Democratie het woord voeren op deze kwestie, maar ik heb er eigenlijk bijna geen woorden voor wat hier zondag en maandag is gebeurd. Daarnaast zijn er al veel woorden gezegd door mevrouw Van Soest, mevrouw Poot en de heer Boomsma waarbij ik me grotendeels kan aansluiten. Wat we eerst even uit elkaar moeten halen, is het landelijke asielbeleid en of dat sluitend is et cetera en datgene wat er concreet in onze stad is voorgevallen. Dit college, deze raad zitten hier in principe voor alle Amsterdammers is altijd het motto. Ik merk dat veel Amsterdammers zich niet vertegenwoordigd voelen en zelfs niet meer veilig voelen onder dit college en deze raad. Er wordt gesproken van rechten. Wat is de menselijke waardigheid? Wat is het recht van iemand die gewond raakt als hij mensen zijn eigen woning staat uit te duwen? Wat is het onrecht als je mensen hier de boel laat traineren en rekken en hun terugkeer frustreert, terwijl andere mensen die zich aan de procedures hebben onderworpen wel zijn uitgezet? Wat doet het met het draagvlak voor vluchtelingen? Er wordt — deels wel terecht hoor — gezegd dat het nu allemaal als een groot crimineel zooitje wordt beschouwd. Het is allemaal niet zo fortuinlijk dit te laten voort etteren. Die verantwoordelijkheid ligt bij de wethouder en de burgemeester, maar die is er niet. Dat vind ik ook verbijsterend gezien wat er allemaal is gebeurd in de stad. Maar goed, even heel concreet. Wat gebeurt er nu in onze stad met de openbare orde en veiligheid? Waarom wordt er steeds doorverwezen? Dat moet die doen en dat moet die 27 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen doen. Er staat iemand te vechten in de deuropening van zijn woning. Hoe bestaat het dat degenen die dat doen, niet worden opgepakt? En dan heb ik het helemaal niet over de vraag of diegene nu een legale of illegale status heeft. Als ik dat bij u kom doen, dan word ik toch in de boeien geslagen? Of mis ik iets? Begrijp ik iets niet? Hoe kan dit zo voortduren? Hoe kan het dat het Amsterdamse college met die 24 uursopvang zich in een soort Stockholmsyndroom heeft gestort waarbij het wordt gegijzeld door een kleine groep die zegt: we gaan rellen en raddraaien, dingen kapot maken, bewoners duwen en verwonden en we accepteren die opvang van jullie niet eens tenzij … en dan komen ze met voorwaarden? En dan komt het college met een presenteerblaadje aan al die voorwaarden voldoen. Wat doet dit met het rechtssysteem van ons en met het rechtsgevoel van onze Amsterdamse bevolking? Het zit ook in hele kleine dingen. U zult waarschijnlijk wel weer neerbuigend gniffelen, maar een detail: kijk naar de rotzooi die die mensen achterlieten in de Rudolf Dieselstraat. Ga dat even uitleggen aan iemand die de vuilniszak een dag te vroeg buiten zet en een boete krijgt. Dit moet lokaal ophouden. Deze groep overschrijdt grens na grens na grens behalve de enige grens die ze zou moeten overschrijden. Als ze zijn uitgeprocedeerd, moeten ze namelijk terug. Is er een buitenschuldverklaring mogelijk, dan zijn daarvoor ook gewoon procedures. Maar ze moeten meewerken. Wat is er gebeurd met die uitzetting? Het is bekend dat dat maandag ging gebeuren. Wat dacht het college dat die mensen gingen doen? Die 24 uursopvang is nog niet open. Bed-bad-broodregeling weigert ze. Is er contact geweest met die groep wat ze ging doen? Hebben ze het erop aan laten komen? Waarom is daar niet op ingespeeld? Waarom zijn Amsterdammers blootgesteld aan deze gebeurtenissen? U merkt, ik heb vooral veel vragen. Ik ben een beetje verbijsterd over deze gang van zaken. Het einde is voor mij zoek aan het raken. (De heer VAN DANTZIG: Verbijstering en verwondering is altijd goed, maar het is in de politiek ook goed om een oplossing te bieden, dus ik zal gewoon dezelfde vragen stellen die ik aan de VVD ook heb gesteld. Dit allemaal wetende, wat is dan de oplossing die u voorstelt voor het probleem dat nu voorligt?) Dan krijgt u grotendeels hetzelfde antwoord dat onder meer mevrouw Poot ook al aangaf, namelijk of je werkt mee aan de procedures en je gaat naar een terugkeercentrum dat er al is. Of, en dan heb ik het over deze concrete strafbare feiten die zijn gepleegd, je wordt opgepakt en vastgezet. Als u bij mij komt, mijnheer Van Dantzig, en u duwt me uit mijn eigen huis, dan bel ik de politie en dan wordt u meegenomen. Dat zult u toch de normale gang van zaken vinden? (De heer VAN DANTZIG: Ik heb in de politiek geleerd dat je wat de politie, het Openbaar Ministerie en de rechter doen, vooral aan de politie, het Openbaar Ministerie en de rechter moet laten. Het lijkt me aan hen om dat te beoordelen. Is het strafbaar, dan zullen er passende maatregelen volgen. Ik constateer wel, maar misschien kunt u zich herpakken, dat u net als de twee voorgaande sprekers die ik deze vraag heb gesteld, ook geen oplossing heeft. U veroordeelt het, u bent het er niet mee eens, maar u weet ook niet hoe we het moeten oplossen.) Ik geef net aan wat een oplossing is. Deze mensen moeten van de straat af. Er is een bed-bad-broodvoorziening waar ze kunnen verblijven. Ze hoeven niet te kraken; ze hoeven geen burgers te slaan; ze hoeven geen rotzooi te maken. Er zijn procedures, er zijn uitzetcentra waar ze heen kunnen. Dus die oplossing is er gewoon. Daarnaast zijn wij in tegenstelling tot de VVD ook landelijk voor zaken als strafbaarstelling illegaliteit en voor gesloten grenzen. We zijn daar een stuk feller op. Goed, we zijn daarin misschien nog meer van de concrete oplossingen dan de VVD als je het over landelijke issues hebt. Het 28 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen gaat mij nu echter even om onze stad, onze Amsterdammers aan wie dit niet meer valt uit te leggen. Hoe kan het dat dit college dit laat gebeuren en dat het niet heeft geanticipeerd op de verwachte rellen die zouden uitbreken bij de uitzetting? Waarom worden Amsterdammers niet beschermd? (De heer VAN DANTZIG: Ik dacht: dan komt er natuurlijk een vraag aan de locoburgemeester om de veroordeling die mevrouw Nanninga net uitsprak over het optreden van de politie met de locoburgemeester te bespreken. Dat hoorde ik niet, dus ik rende naar de interruptiemicrofoon, want ik wil u dan wel in overweging geven dat wat u zegt over het optreden van de politie, over het laakbaar optreden van het Openbaar Ministerie en de rechters, heel slecht is voor het vertrouwen in de rechtsstaat. U als politica gaat daar niet over. En als u dat echt vindt en u wilt een motie van wantrouwen indienen bij de politie, bij Justitie, dan moet u dat ook met de locoburgemeester bespreken. Wat u nu doet, is alleen maar onrust scheppen over de orde op straat zonder dat u er zelf iets aan doet. Ik vind dat geen pas geven.) Het vertrouwen ondermijnen in de rechtsstaat en onrust scheppen, ik zie echt momenteel maar een groep die dat doet en ook maar een groep die dat faciliteert en dat is dit college met die idiote 24 uursopvangplannen, met die softe aanpak. Er is ook nog zoiets als de driehoek. Daar ligt wel degelijk een politieke verantwoordelijkheid. Ik verwijt het zeker de politiemensen niet die erbij staan te kijken en die gewoon het mandaat niet hebben om te mogen optreden. Maar het is natuurlijk echt van de gekke om te zeggen dat het ondermijnen van de rechtsstaat zich niet al hoog en breed onder onze ogen heeft afgespeeld. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: In april stond ik hier ook. Toen hield ik mijn maidenspeech over de complexe situatie waarin een heleboel mensen van de We Are Here-groep verkeren. Samen met mevrouw Simons van BIJ1 heeft DENK toen meerdere moties ingediend. Een van deze moties was gericht op het organiseren van 24 uursopvang voor de We Are Here-groep. Vanwege de coalitieonderhandelingen die op dat moment bezig waren, heeft die motie het helaas niet gehaald. We zijn ontzettend blij dat de 24 uursopvang het coalitieakkoord wel heeft gehaald. Hierin heeft de coalitie onze steun gekregen. Wel zijn we heel erg benieuwd naar de uitwerking en we zullen de ontwikkelingen natuurlijk nauwgezet blijven volgen. De afgelopen weken is er veel gebeurd rondom de situatie van We Are Here. We hebben allemaal in de kranten kunnen lezen dat We Are Here in eerste instantie geen gebruik wilde maken van de 24 uursopvang. De partijen die hun verontwaardiging hierover hebben geuit, vergeten dat deze groep in jarenlange onzekerheid verkeert. Er heerst niet alleen onzekerheid over huisvesting, maar ook over of ze de volgende dag nog te eten hebben. We Are Here is dagelijks bezig met overleven en velen van ons kunnen zich niet voorstellen wat het precies inhoudt om te vechten voor primaire levensbehoeften. We moeten helaas constateren dat de landelijke pers en partijen slechts oog hebben voor de spanningen tussen Den Haag en Amsterdam in plaats van de schrijnende situatie van We Are Here. We verbazen ons over de vaak eenzijdige berichtgeving alsof het zoeken naar woonruimte zich afspeelt in een vacuüm waar de We Are Here-groep niet elke dag moet vechten voor haar bestaan. Ter illustratie: de laatste 5 jaar is deze groep genoodzaakt geweest om meer dan 30 keer te verhuizen. Gisteren is de DENK-fractie in gesprek gegaan met de woordvoerder van We Are Here, Khalid Jone. We hebben geluisterd naar de terechte zorgen van de groep en daarnaast 29 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen ook duidelijk gemaakt dat de geboden 24 uursopvang een uitgestoken hand is. Daarnaast hebben we ook het gedrag ten opzichte van de bewoners bij het vinden van woonruimte afgekeurd. Het resultaat van onze bemiddeling is dat We Are Here bereid is de 24 uursopvang te accepteren en in gesprek wil gaan met het college over de invulling hiervan. Naar aanleiding van dit gesprek hebben wij een aantal vragen voor het college. Waarom heeft het college gekozen voor een termijn van 1,5 jaar voor 24 uursopvang®? Heeft het college het Groningse model niet als leidraad genomen waar een langdurige termijn van opvang mogelijk is? Is het college bereid in gesprek te gaan met de We Are Here-groep over de invulling van de 24 uursopvang, dus niet over de voorwaarden maar over de invulling? En tot slot, bent u bereid in deze gesprekken ook de vrouwengroep van We Are Here te betrekken aangezien de belangen van deze vrouwen tot nu toe onderbelicht zijn zowel in de media als in de politiek? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig. De heer VAN DANTZIG: Even een paar woorden vooraf aan dit debat, want dit debat heeft wel een heel hoog het-mag-toch-niet-zo-zijn-dat-gehalte. Ik kan je vertellen dat ik me als lid van D66 daaraan erger. Sommige dingen zijn nu eenmaal zo. Ik zal ze even met u afpellen, want we halen ook nog wat dingen enorm door elkaar heen. Laten we beginnen met de ongedocumenteerden. Ongedocumenteerden, daar kunnen we allemaal wat van vinden. Ik ben daar ook niet voor. Ik vind dat mensen die recht hebben op asiel, hier asiel moeten krijgen en dat andere mensen in principe weer terug zouden moeten keren. Alleen, de werkelijkheid is dat dat niet gebeurt. Dan kun je roepen dat er ergens een vertrekcentrum is in Ter Apel en dan kun je zeggen: ‘laten we die andere landen gewoon vertellen dat ze die mensen moeten opvangen’, maar dat is nu eenmaal niet hoe de wereld in elkaar zit. Het is dus een Amsterdams probleem. Dan de We Are Here-groep. En dan kijk ik even heel specifiek naar de VVD. De We Are Here-groep is hier als sinds 2012 en sinds 2012 is dat dus een Amsterdams probleem. Ben ik daarvoor dat ze als groep optrekken? Vind ik er van alles van hoe er met activisten wordt omgegaan? Zeer zeker, maar feit is dat die groep er is en sinds 2012 in wisselende samenstelling hier panden kraakt. Dat brengt mij bij mijn derde punt. Kraken mag niet, maar het gebeurt wel. U weet ook, en misschien kunt u zich allemaal de uitleg van waarnemend burgemeester Van Aartsen de vorige keer herinneren, dat je op dat moment aan het Openbaar Ministerie voorlegt hoe je daarmee omgaat. Dan kun je moord en brand schreeuwen en het allemaal verschrikkelijk vinden, maar dat helpt niet. Het enige waarover ik wel een mening heb, en ik zoek ook even de heer Van der Burg in het publiek, zijn de mensen die daarvan slachtoffer worden. Dat is natuurlijk verschrikkelijk. Dat is heel verschrikkelijk en ik leef ook mee met al die mensen die daarvan onderdeel zijn geweest. De familie Van der Burg. Verschrikkelijk dat het gebeurt, maar — zeg ik dan in de richting van deze raad — het gebeurt wel. Hier moord en brand schreeuwen, alles veroordelen en geen enkele oplossing op tafel leggen gaat ons geen stap verder helpen. Het is misschien fijn om in sommige kranten te komen, maar Amsterdam schiet er niets mee op. (Mevrouw VAN SOEST: Stel nu dat ze plotseling in uw zaak staan en u moet voor uw leven vechten om uw kroeg niet gekraakt te krijgen. Je moet nog oppassen dat je de kraker niet per ongeluk aanraakt, want dan gaat hij naar de politie dat hij is mishandeld. Het gaat te ver, mijnheer Van Dantzig. Dit kan niet langer. Bent u dat met me eens?) We hebben best een gastvrije kroeg, dus ik denk dat ik zou beginnen met ze een kopje koffie aan te bieden en eerst eens rustig een gesprek te voeren over terugkeer. 30 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Bovendien is mijn kroeg geen huis, dus de kans dat die wordt gekraakt, lijkt me niet erg groot. Maar ja, het is nu eenmaal zo. Of het nu krakers zijn die onderdeel zijn van de We Are Here-groep of dat ze uit Spanje komen of dat het gewoon Nederlandse krakers zijn, op het moment dat je in Nederland een pand leeg laat staan en je zet er geen kraakwacht in, dan kan er een huisrecht worden gevestigd. Dat betekent dat het kan worden gekraakt en dat je het dan moet laten ontruimen. Vind ik daar wat van? Zeker. Daarover moeten we het misschien eens een keer landelijk hebben, of dat wel allemaal de juiste weg is. Prima. Maar op dit moment zijn dat wel gewoon de feiten en de regels. En even voor iedereen die zit te luisteren: het komt dus niet voor in de kroeg, want in de kroeg ben ik gewoon gastvrij en daar mag iedereen binnenkomen. Dan geef ik ze koffie. Mocht het in mijn leegstaande huis gebeuren omdat ik heel lang aan het verbouwen ben en ergens anders ben gaan wonen, ja, dan is dat een risico. (Mevrouw VAN SOEST: Dat café is natuurlijk een verkeerd voorbeeld. Laten we meneer zijn huis nemen. Ze staan voor de deur. Nodigt u ze dan ook uit voor gezellig een kopje koffie en de woorden ‘komt u maar binnen, mijnheer"? Het gaat mij hier om. Als je dus je eigendom loopt te verdedigen, dat je dus ook nog niet eens een keer gaat worden aangeklaagd wegens mishandeling. Dat heeft u echt kunnen constateren. De WhatsApp stond er vol mee dat die meneer, ik meen dat het een zoon van de heer Van der Burg was, zijn huis moest verdedigen. De kranten staan er vol mee. Het is te gek voor woorden. Dit kan echt niet meer. Bent u dat met mij eens? Je laat geen hond op straat staan. (De VOORZITTER: Het moet toch echt wat korter in die interrupties. U vroeg: bent u het ermee eens? Daar kan de heer Van Dantzig op reageren. Interrupties moeten echt korter zijn.) (Mevrouw VAN SOEST: Ik ben nog niet klaar.) (De VOORZITTER: Het moet echt korter. Mijnheer Van Dantzig, reageert u alstublieft op de interruptie van mevrouw Van Soest.) Ik zei net al dat ik bijzonder meeleef met de mensen die betrokken zijn. Als zij vinden dat hen onrecht is aangedaan, dan vind ik dat we daarvan aangifte moeten doen, omdat ik vind dat dat niet kan. Maar waarop ik iedereen die zich nu bij de interruptiemicrofoon heeft verzameld, steeds probeer te wijzen, is dat wij het met ons moreel oordeel dat we daaraan geven nog best heel erg met elkaar eens kunnen zijn. Ik ben niet voor kraken. Ik ben er ook niet voor dat er ongedocumenteerden in Amsterdam zijn. En ik ben er ook niet voor dat de We Are Here-groep hier al sinds 2012 is en panden kraakt. Daar ben ik allemaal niet voor. Het enige wat ik daar tegenoverstel, is dat ze er zijn, dat kraken gebeurt en dat ongedocumenteerden niet zomaar terug kunnen naar een ander land. (Mevrouw VAN SOEST: Ik had gehoopt dat u dat ook zo kort en bondig tegen de anderen had gezegd toen die mevrouw Poot zo bleven ondervragen. Maar goed, dat moeten we allemaal leren. Ik vind dus dat we elkaar kunnen vinden op dat laatste punt, mijnheer Van Dantzig. Kijk, we moeten op een gegeven moment een grens stellen en dat betekent dat we ze moeten terugsturen naar Ter Apel waarbij ze worden begeleid om terug te keren naar hun eigen land. Want wat gaan we doen als vandaag of morgen mensen die zonder huis zitten en al jarenlang wachten, plotseling ook gaan lopen kraken? Wat doen we daar dan mee?) (De VOORZITTER: Mevrouw Van Soest, mijn excuses als ik u wat meer heb afgebroken dan anderen. Ik denk wel dat we ons er allemaal aan 31 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen moeten houden dat interrupties kort zijn. Ik zou de heer Van Dantzig willen verzoeken te reageren op uw interruptie en dan kan hij verder gaan.) Nu komen we wel ergens in de geschiedenisles, want volgens mij is dat hele kraken waar u en ik niet voor zijn, ooit ontstaan uit woningnood. Ik meen dat dat in de jaren zestig, begin jaren zeventig was dat mensen gingen kraken omdat ze geen huis hadden. Daar komen al die regels uit voort. Ik denk inderdaad dat de beste oplossing tegen kraken is, ervoor te zorgen dat er niets leegstaat en ervoor te zorgen dat er genoeg woningen zijn. Maar ja, op het moment dat dat niet zo is, kunnen mensen nog steeds kraken. Ik ben daar niet voor; ik ben daartegen, ik neem daar afstand van, maar het is op dit moment wel wat er gebeurt. En ik houd even in gedachten dat het al sinds 2012 gebeurt. Ik voorzie dat we het hierover nog heel vaak gaan hebben, maar volgens mij hebben we dat in het vorige debat ook al met elkaar geconcludeerd. Er is ook geen structurele oplossing. Geen sluitend asielbeleid. En er is ook geen structurele oplossing voor de We Are Here-groep. U kunt mijn fractie erop aanspreken en dat gaat mevrouw Poot ongetwijfeld straks doen, dat wij vinden dat er geen mens noodgedwongen op straat moet slapen en dat we een barmhartige opvang zoeken. Mevrouw Poot en ik verschillen daar gewoon van mening. De VVD wil het niet, maar D66 wil heel graag de vierde B bij bed-bad-brood, namelijk de B van begeleiding. Wij geloven volgens het Groningse model, het Utrechtse model dat dat de weg is — en dat zou mevrouw Poot moeten aanspreken — om deze mensen te begeleiden naar een oplossing. In veel gevallen, en dat heb ik altijd gezegd, zal dat terugkeer zijn naar het land van herkomst. Maar in veel gevallen zal dat ook betekenen dat ze opnieuw in de procedure komen en toch een buitenschuldverklaring krijgen en hier mogen blijven. Dat is in ieder geval een oplossing en dat vind ik altijd nog te verkiezen boven het roepen van schande. (Mevrouw POOT: De heer Van Dantzig maakt er natuurlijk een klein beetje een potje van, want hij zegt hier ‘gelukkig’ en hij zegt dat hij zich wil houden aan de uitspraken van rechters, dat hij vindt dat we het Openbaar Ministerie moeten volgen. Ik ben er blij om dat hij dat zegt. Maar hoe duidt u dan uw eigen standpunt waarbij u zegt: deze mensen zijn uitgeprocedeerd, dat heeft de rechter gezegd, maar ze hoeven wat mij betreft niet terug?) Nee, wat mij betreft moeten ze terug als ze terug kunnen. Het enige waar u en ik elkaar volgens mij niet gaan vinden of omdat u het niet van mij wilt aannemen of omdat ik het niet duidelijk genoeg weet te formuleren waar ik dat toch al een tijdje sta te proberen, is het feit dat die mensen ook allemaal na uitspraken van rechters hier misschien niet mogen blijven, maar hier nog wel zijn. Op dat moment is het een probleem op de straten van Amsterdam. Gezien de ontwikkelingen de afgelopen tijd hebben we wel gezien dat het een probleem is dat je ook niet kunt verzwijgen. Het is een probleem dat we niet gaan oplossen door met elkaar te zeggen dat we het niet zouden moeten willen. Dus er zal een oplossing moeten komen en die oplossing is in mijn beleving en in de beleving van D66 24 uursopvang waarin gewerkt wordt aan begeleiding. Daarmee kunt u het eens zijn of oneens, maar het enige wat ik u telkens en bij herhaling vraag: is er dan een alternatieve oplossing tegenover te zetten? Een oplossing die misschien ook kan werken. Kijk, onze oplossing, daar kunt u van alles van vinden, maar die heeft in ieder geval wel resultaat in andere steden. Uw oplossing heeft het resultaat in Amsterdam dat die niet werkt en dat die mensen hier de panden kraken. (De VOORZITTER: Ik twijfel een beetje, mevrouw Poot. U heeft nog spreektijd dus u mag uw spreektijd voor deze interruptie gebruiken, maar weet wel dat u en uw fractie dan aan het eind van de vergadering 32 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen misschien geen spreektijd meer hebben. Dat wordt dan wel gehandhaafd, kan ik u vertellen. Dus u heeft het woord, mevrouw Poot.) (Mevrouw POOT: Heel kort, alleen een vraag. Is de heer Van Dantzig het met mij eens dat deze mensen naar Ter Apel kunnen? Ik hoef alleen maar een ja of nee te horen.) Kunnen, vast wel. Gaan, niet. Ik heb net wat gezegd over die 24 uursopvang. Ik wil nu nog even mijn mening geven over de We Are Here-groep en ook de uitspraken waarvoor volgens mij deze actualiteit was aangevraagd. Dingen veranderen snel. Bij D66 kijken we naar het individu en ik weiger dan ook een zogenaamde leider van een groep serieus te nemen als die stelt dat de leden van deze groep deze opvang niet zouden willen. Sterker nog, ik hecht eraan op deze plaats duidelijk te maken dat individuen zelf mogen bepalen hoe ze aan hun toekomst werken. Mijn persoonlijke advies zou daarbij zijn: probeer zo nodig met behulp van de voorzieningen die door ons worden geboden, naar een toekomstbestendig doel toe te werken in plaats van krakend door de stad te trekken. En dan nog even over dat kraken. Zolang leden van de We Are Here-groep krakend door de stad trekken, vraag ik de burgemeester, de politie en het Openbaar Ministerie ze te behandelen als een groep die krakend door de stad trekt. Met het Amsterdams Openbaar Ministerie, de Amsterdamse politie en de burgemeester heb ik er alle vertrouwen in dat de groep wordt aangepakt als hiertoe de geldende wet- en regelgeving voldoende aanleiding biedt. Dat is ook goed. Wanneer individuen gebruik willen maken van Amsterdamse voorzieningen die ervoor bedoeld zijn de humane ondergrens te bewaken en mensen perspectief te bieden op een betere toekomst, dan vinden ze in Amsterdam een barmhartige stad met een barmhartig college van burgemeester en wethouders. (De VOORZITTER: Ik zie nog een interruptie van het Forum voor Democratie U heeft nog 4:50 minuut spreektijd voor de rest van de vergadering.) (De heer VAN SCHIJNDEL: De heer Van Dantzig legt de nadruk op het bieden van een oplossing. Het is gewoon een probleem. Er zijn al vele jarenlang problemen. Ik heb het in een eerdere vergadering gehad over het gegeven dat dit toch een overzichtelijk probleem is waarbij zowat de hele vergadering over mij heen viel. Laten we wel wezen. Als je dit probleem zo adresseert zoals dat nu wordt voorgesteld vanuit het college, namelijk we gaan werken aan 24 uursopvang, dan zal het probleem zoals dat er nu is, groter worden. Het zal niet kleiner worden, maar het zal groter worden. Er is al zo vaak op gewezen dat deze groep van We Are Here enorm divers is. Het komt voor dat mensen inderdaad niet zullen worden teruggenomen door hun land.) (De VOORZITTER: Een interruptie is toch iets korter. Kom tot uw vraag.) (De heer VAN SCHIJNDEL: De bewijslast is aan u, mijnheer Van Dantzig, om dan maar eens heel duidelijk te maken dat die vergroting van de problematiek van mensen die niet terug willen gaan, vaak wel terug kunnen maar niet willen, hierdoor een zwieper krijgt. Wat is uw reactie daarop?) (De VOORZITTER: Mijnheer Van Schijndel, interrupties zijn kort. U bent niet de eerste die dit doet. Over regels gesproken: ik lees gewoon maar even artikel 24, lid 2 voor, het reglement van orde van de gemeenteraad van Amsterdam: “Interrupties dienen te bestaan uit vragen zonder inleiding of korte mededelingen.” Ik denk niet dat deze interruptie daaraan voldeed. Dat is één. En twee, het was ook een dure interruptie. Ik denk 33 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen dat u meer dan een minuut van uw kostbare spreektijd heeft gebruikt. Dat is uw eigen keuze. Ik ga nu het woord geven aan de heer Van Dantzig om op uw interruptie te reageren en daarna zijn bijdrage in deze termijn af te ronden.) Ik was al klaar. Ik realiseer me dat de keuze aan Forum voor Democratie is. Maar het is wel ingewikkeld als ik met mevrouw Nanninga in debat was en vervolgens iemand anders met me in debat wil. Ik zou eraan hechten dat bij een persoon te houden. Dat is denk ik goed voor de discussie. Vervolgens vond ik de vraag van de heer Van Schijndel tamelijk lang en ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik daarop moet antwoorden behalve dat ik in de richting van Forum voor Democratie kan zeggen dat ik denk dat we wel met elkaar hebben aangetoond dat het huidige asielbeleid niet werkt. Ik daag iedereen uit met oplossingen te komen die beter zijn, maar op dit moment denk ik dat 24 uursopvang in ieder geval beter is dan de situatie die we nu hebben. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma. Mevrouw ROOSMA: Het is eigenlijk heel verleidelijk om hier in te gaan op de toon van het debat zoals die hier in deze raad is gevoerd, maar ook gewoon buiten deze raad. Ik denk dat het niet verstandig is dat te doen, omdat het hier gaat over een heel ingewikkelde zaak. Het gaat over mensen, kwetsbare mensen. Volgens mij moeten we het hier over de feiten hebben en de actualiteit gaat over het afwijzen van de aangeboden 24 uursopvang. Men zou kunnen zeggen dat deze actualiteit door de werkelijkheid is ingehaald, omdat de We Are Here-groep gisteren heeft laten weten dat ze gebruik wil maken van die 24 uursopvang en dat ze willen praten over voorwaarden. Daarmee is de zorg van de VVD eigenlijk weggenomen. Uiteindelijk veronderstellen de indieners van de actualiteit dat de 24 uursopvang enkel zou zijn bedoeld voor de We Are here-groep en dat we die groep als groep benaderen. Die veronderstellingen zijn allebei onjuist, want de 24 uursopvang is bedoeld voor ongedocumenteerden in deze stad. Mensen zonder papieren die verstrikt zijn geraakt in procedures en soms in het leven zelf. Die 24 uursopvang voorziet hen van basisrechten, maar ook van perspectief om uit die verstrikte situaties te komen. De opvang is dus niet voor de We Are Here-groep, maar voor individuen die ervoor kiezen daarvan gebruik te maken. Die kunnen zich hebben aangesloten bij de verschillende We Are Here-groepen in de stad, maar dat hoeft niet. Hoe die opvang eruit gaat zien, dat weten we nog niet. Dat is nog onduidelijk. De uitgangspunten staan in het coalitieakkoord en die zijn wat mij betreft helder, maar de invulling daarvan, daarover moet nog worden gesproken. Het is volgens mij logisch dat er een roep is om te praten over hoe die 24 uursopvang er uiteindelijk uit gaat zien. Ik vind het ook normaal dat het stadsbestuur hopelijk straks ook in gesprek zal gaan met mensen die in wijken wonen die van het aardgas afgaan of in gesprek zal gaan met ervaringsdeskundigen over de jeugdzorg. Dus dat het stadsbestuur in gesprek gaat met de mensen die straks gebruik willen en zullen maken van die 24 uursopvang. Dat vind ik niet meer dan normaal. Wij zullen dat als GroenLinks-fractie doen. We hebben dat al gedaan en we zullen dat blijven doen om te praten over wat nu een goede invulling is van wat er in het coalitieakkoord staat. Ik hoop ook dat het college dat zal gaan doen. Ik vraag ook aan de wethouder of hij met die groepen in gesprek wil gaan die straks uiteindelijk van die opvang gebruik willen maken. Dan iets over het kraken. Alleen leegstaande panden kunnen worden gekraakt. Als een pand niet leegstaat en als iemand alsnog probeert binnen te dringen, dan is er sprake van huisvredebreuk of van inbraak. Dat vindt GroenLinks niet goed. We hebben een standpunt over kraken. Het is verboden. Wij vinden het jammer dat kraken verboden 34 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen is, maar inbraak of huisvredebreuk is absoluut verboden en daar staan we helemaal achter. Dat vinden we verschrikkelijk en het is ook verschrikkelijk voor de betrokkenen die daarmee te maken hebben. (Mevrouw VAN SOEST: Ik heb net in mijn speech meegegeven dat bij een bedrijf van Liander ook gepoogd is in te breken, maar daar zat toevallig een antikraakwacht in. Een geluk voor hen. Stel nu dat ze die andere deur hadden geopend die ernaast zat. Dan waren er levensgrote ongelukken gebeurd. Daar wil ik ook op wijzen. Ze weten soms niet eens waar de gevaren zitten. Bent u dat ook met me eens?) Ik kan niet oordelen over wat mensen die kraken plegen, precies weten over de gevaren van de panden waar ze intreden. Het lijkt me heel erg onverstandig als je weet dat er mensen in een pand wonen of als er een onveilige situatie is, om daar te gaan kraken. Dat lijkt me zeer onverstandig. Ik kan daar verder geen antwoord op geven. De ironie van deze actualiteit, en dat heeft de heer Van Dantzig eigenlijk ook al geprobeerd bloot te leggen, is dat er enorm veel woede in de stad is over de kraak. Ook in Amstelveen wordt gezegd dat het over de Amsterdamse grenzen heen gaat. Daarmee is er ook gelijk die roep om een oplossing. Wat gaat het stadsbestuur doen? Dan lijkt de oplossing 24 uursopvang bijna voor de hand te liggen. Dat is de oplossing voor deze reeks aan kraken. Dan vind ik het wel ironisch of misschien zelfs cynisch dat de partijen ter rechterzijde er eigenlijk niets tegenover stellen behalve terugkeer en dat het maar in Den Haag moet worden geregeld. Daar komt het uiteindelijk op neer. Wij doen hier iets en wij willen ook niet dat de groep ongedocumenteerden van pand naar pand door de stad trekt. Het is ongelooflijk ingrijpend om telkens, soms na enkele weken, soms na enkele maanden, van woonplaats te moeten wisselen en te moeten wonen in panden die daarvoor vaak ongeschikt zijn zonder goede voorzieningen. Dat is een vreselijke situatie en dat is juist iets waaraan mijn partij en deze coalitie een einde wil maken. Dat is waarom die opvang er is. Het liefst heb ik dat die opvang er morgen komt. Als dat redelijkerwijs zou kunnen, dan zou ik die wens bij het college neerleggen, morgen opvang. Maar dat is geen redelijke eis. Het enige wat ik het college wel wil vragen, is hiermee spoed te maken. Ik wil nog een vraag aan de wethouder stellen. Wanneer schat u in dat die 24 uursopvang open kan? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Volgens mij is dit niet het eerste debat dat we hierover voeren en volgens mij is het zeker ook niet het laatste debat. Ik zou heel graag bij de raadsleden die er al langer zitten en ook bij de nieuwe raadsleden, in herinnering willen brengen dat we dit debat ook in de vorige periode uitvoerig hebben gevoerd. Wat daar vooral opviel, is dat we allemaal wel onze politieke ideologie hadden, onze opvattingen, maar dat we wel iets van gezamenlijkheid hadden. Er was namelijk een probleem en dat moesten we oplossen. Ik denk dat we dat meerdere malen hebben gedaan. Denk aan de Vluchtkerk, denk aan de Vluchtflat, denk aan de Vluchthaven waar overigens ook staatssecretaris Teeven een belangrijke partner was. Dus ik denk dat dat iets is wat we ook nu weer constateren. Volgens mij constateren we allemaal dat er een probleem is. Er moet gewoon een oplossing komen. Laat me heel duidelijk zijn. Ik kijk ook naar mevrouw Van Soest. ledereen is het met u eens dat geweld nooit en te nimmer wordt geaccepteerd in deze stad. Of je dat nu doet in je rol als kraker of op een andere manier. Dat pikken we gewoon niet. Ik spreek nu ook vooral voor mezelf en namens de PvdA. Dat willen we niet. De oplossing die nu voorligt in het coalitieakkoord vinden wij een goede oplossing. Als we kijken naar datgene wat we al hebben besproken, dan concludeer ik dat de praktijk 35 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen weerbarstig is. Er zijn andere partijen van mening dat het beleid wel sluitend is, maar een aantal andere partijen vindt dat niet. Daarover kun je heel lang een semantische discussie voeren, maar op straat lopen gewoon mensen rond in deze stad die nergens terechtkunnen en die gaan niet zomaar weg. Die verdwijnen niet. Dus we zullen een oplossing moeten vinden en die oplossing denken wij gevonden te hebben in het coalitieakkoord. Als ik nog eens mag opmerken voor wie wij deze oplossing hebben bedacht, dan is die niet bedacht voor een groep. In het coalitieakkoord staat nergens het woord We Are Here. Het gaat om mensen, kwetsbare mensen in deze stad die in nood zitten. Het gaat om individuen. Er is ook geen sprake van groepsopvang. Het gaat om opvang van individuen. Daarom gaat het. Dat is wat er nu staat. We hebben ook al gezegd: mensen hebben de ruimte nodig om te werken aan hun toekomst. Dat kan ook terugkeer zijn, maar het gaat met name om de rust, om na te denken over wat je wilt maar niet als voorwaarde. Daarom hebben we gezegd: die LVV's die komen, daarover hebben we hier ook al het debat gevoerd, daarvan denken wij dat die niet de oplossing vormen voor ons hier in Amsterdam. (Mevrouw VAN SOEST: Dank u dat u het met mij eens bent, maar ik zeg ook dat je nog geen hond op straat laat staan. Maar je moet op een gegeven moment wel zeggen: tot hier en niet verder. We geven alle medewerking, maar ze zullen wel moeten terugkeren naar het land van herkomst indien dat mogelijk is. En dat is aan de regering. Die moet hardere maatregelen treffen. Bent u het met mij eens dat de regering hier ook een taak heeft?) Volgens mij heb ik dat net al gezegd. We moeten inderdaad naar het asielbeleid kijken. We kunnen er heel lang over in discussie gaan. Wij constateren in Amsterdam dat er een groep is in Amsterdam die moet worden geholpen. Wij vinden dat de voorwaarde aan de voorkant dat je moet terugkeren, dat vinden wij geen goede. Wij zeggen: je wordt opgevangen omdat je in nood zit en vandaar uit mag je zelf nadenken over het perspectief dat je voor ogen hebt. Dat kan ook terugkeer zijn. Ik wil nog een belangrijk punt maken als het gaat om voorwaarden die zijn gesteld door groepen in de stad die menen wel of geen gebruik te maken van de opvang. Volgens mij is er maar een partij die voorwaarden stelt en dat zijn wij. Dat is iets waarover we heel helder moeten zijn. De opvang is voor individuen, voor kwetsbare mensen. Die mogen daarvan als individu gebruikmaken. Als er groepen in de stad zijn die menen voorwaarden te kunnen stellen, dan is dat aan hen, maar wat de PvdA betreft gaan zij daar niet over. Wij gaan erover. Het moet een opvang zijn voor de stad, voor individuen en niet voor groepen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Temmink. Mevrouw TEMMINK: Ondanks dat ik nu een paar weken raadslid ben, lijkt het inmiddels elke vergadering over de We Are Here-groep te gaan. Ook bewindslieden reageren gretig in de media om hun afkeuring duidelijk te maken bij elk incident. Laten we vooropstellen: een pand kraken dat bewoond wordt, dat kan niet. Maar daarover zijn volgens mij de meningen helemaal niet verdeeld. Het is echter aan het OM tot vervolging over te gaan en te bepalen of het überhaupt strafbaar was. Wat ik vervelend vond, was dat hier de suggestie wordt gedaan alsof de politie niet het mandaat zou hebben om te kunnen optreden bij overtredingen. Dat is natuurlijk onzin. De politie heeft altijd het mandaat om op te treden bij overtredingen. Volgens mij moeten we het over de voorliggende problemen hebben zoals ook de voorgaande sprekers aangaven. Mensen die nog in beroep kunnen, worden al uitgezet. En een landelijk asielbeleid dat mensen wil 36 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen uitzetten naar landen die dat niet accepteren, dat wordt hier niet opgelost. 24 uursopvang zou eigenlijk niet nodig moeten zijn, maar dat is helaas wel zo. Een klein deel van de groep gaf aan niet akkoord te gaan met de 24 uursopvang, maar de groep is niet homogeen. Het is uiteraard geen ultieme oplossing. Daarin kan ik iedereen gelijk geven. Maar zolang het kabinet niet over de brug komt, is een daadwerkelijke oplossing nog ver weg, vrees ik met mijn partij. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons. Mevrouw SIMONS: Ik heb wat aanvullende vragen. Die vragen zijn inderdaad na de verklaring van We Are Here op 5 juni, dus gisteren. Op dit moment leven er volgens schattingen tussen de 4000 en 15.000 ongedocumenteerde mensen in Amsterdam. De geplande opvang biedt echter maar ruimte aan 500 mensen. We zijn dus heel benieuwd hoe wordt bepaald wie zal worden toegelaten. We horen ook graag wat er gebeurt met mensen die na 1,5 jaar niet langer in de opvang mogen blijven. Worden ze opgepakt? Moeten ze weer de straat op? We maken ons zorgen. We zijn ook bang dat deze mensen terugkomen in een procedure die leidt tot uitzetting of eventueel tot uitzetting. Ik weet dat het akkoord zodanig is geschreven dat dit wellicht nog zal moeten worden uitgewerkt. In dat geval horen we graag wanneer we die uitwerking dan kunnen verwachten. Los van onze zorgen over de 24 uursopvang zelf hebben we ook zorgen voor de periode totdat die opvang is gerealiseerd. Het is vandaag al eerder aan de orde gekomen. Tijdens de campagne hebben de partijen die nu het college vormen, een motie ingediend die het college oproept panden die zijn gekraakt door ongedocumenteerden, binnen de kaders van de wet niet te ontruimen totdat dat nieuwe college zou zijn gevormd. Kunnen we er ook op rekenen dat deze afspraak blijft gelden tot de realisatie van die 24 uursopvang? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: Ik begon mijn maidenspeech ook over dit onderwerp, waarbij ik pleitte voor de 24 uursopvang, maar ook opriep tot nuancering. Dat ga ik opnieuw doen, want ik ben van mening dat de wijze waarop de discussie wordt gevoerd over mensen, niet goed wordt gevoerd. Dat heeft met een aantal zaken te maken. Allereerst de koppeling tussen kraker en 24 uursopvang. Ik wil het even loskoppelen. Kraken. Daarbij ga ik misschien iets choquerends zeggen, maar ik ben van mening dat mevrouw Nanninga en anderen wel een punt hebben. De ChristenUnie is van mening dat kraken niet goed is. Het is niet eerlijk, het is niet rechtvaardig. Ik verwacht ook dat de politie daarbij daadkrachtig optreedt. Daarbij meen ik me wel te heugen dat tijdens de laatste vergadering is gezegd dat in afwachting van het collegeakkoord en de 24 uursopvang over kraken nog gesproken zou worden. Ik vraag de wethouder nu, ook omdat ik daarover in het collegeakkoord vrij weinig heb teruggelezen, of het collegebeleid of standpunt verandert omtrent kraken op het moment dat de 24 uursopvang er is. Daarover heb ik weinig of niets kunnen lezen en daarnaar ben ik oprecht benieuwd. Dan even naar die 24 uursopvang. Ik hoor rechts een aantal partijen, het CDA, de VVD, Forum voor Democratie met een gestrekt been de discussie ingaan. Ik proef daar toch geregeld een achilleshiel. Die achilleshiel zal blijven. Dat is de volgende. U heeft geen echte oplossing. U geeft af op de oplossing die nu wordt geboden. Dat snap ik. Dat is uw recht. Dat is uw mening. Maar wanneer continu wordt gevraagd wat u wel als oplossing heeft, dan geeft u die continu niet. Dat vind ik geen goede discussie en helemaal niet als u er met een gestrekt been ingaat. Ook als het gaat om de feiten. Een aantal zaken wordt herhaald terwijl dat feitelijk niet klopt. De We Are Here-groep wordt continu genoemd als een groep. 37 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Het is geen homogene groep. Ik zal het blijven zeggen omdat het continu wordt aangedragen. Het verraste mij toen mevrouw Poot namens de VVD aangaf dat we mogelijk minder strenge criteria zouden hebben dan het Groningse model, en later toegaf zich niet te hebben verdiept in het Groningse model. We zijn nu een aantal weken, maanden, sinds ik in de raad zit, bezig met dit onderwerp en dan verbaast het me dat er geen gedegen onderzoek is gedaan naar de alternatieven die zijn geboden. Ik heb dat wel gedaan. Ik heb contact gehad met de 24 uursopvang in Groningen en Utrecht. Ook uw partijgenoten staan er milder in dan dat u erin staat. Ik vind het jammer dat u er met zo’n gestrekt been ingaat, terwijl niet bekend is hoe de opvang in Groningen er dan uitziet waarbij u wel aangeeft dat de opvang niet zou werken. Dan de opmerking dat de rechter het laatste woord heeft. We kunnen allemaal constateren dat nadat de rechter het laatste woord heeft gehad, er meer dan honderd gevallen bekend zijn van ongedocumenteerden die alsnog hebben laten zien dat ze mogen blijven binnen de kaders van de regelgeving. Dat wordt continu niet genoemd. Het werkt niet door te zeggen dat de rechter het laatste woord heeft als feitelijk al meer dan honderd keer is aangetoond dat dat niet het geval is. Ik wil een degelijke discussie voeren over mensen, mensen met waarde, maar dan helpt het als we dat op de juiste wijze doen en niet telkens in een soort kramp schieten. Mijn laatste vraag. Zoals eerder gezegd pleit ik voor een model zoals in Groningen, ook met die criteria en voorwaarden. Ik hoor de wethouder graag op mijn volgende vraag. Ik hoor de linkse partijen over die 24 uursopvang te weinig en daarbij gaat het misschien om de achilleshiel van die 24 uursopvang. Als het een tijdelijk traject is waarbij aan perspectief wordt gewerkt, enerzijds terugkeer, anderzijds blijven, hoe gaat u dan om met de mensen die na de criteria en voorwaarden alsnog besluiten niet te vertrekken? Gaat u handhaven? Is dat niet het geval, dan is 24 uursopvang alleen uitstel van de problemen. Dus het hangt allemaal af van de vraag wat er gebeurt als de voorwaarden worden geschonden. Daarop krijg ik graag antwoord van de wethouder. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan locoburgemeester Groot Wassink. Locoburgemeester GROOT WASSINK: Dank aan de indieners omdat de vragen en deze actualiteit het college de gelegenheid bieden wat dingen te verduidelijken en antwoorden te geven. Zeer veel dank daarvoor. Ik wil eerst even voor de helderheid opmerken dat ik hier met twee verantwoordelijkheden sta. Ik sta hier als wethouder van de nog op te zetten voorziening en als locoburgemeester bij afwezigheid van onze waarnemend burgemeester. Daarmee hoop ik ook de eerste vraag van mevrouw Poot te hebben beantwoord. Ik kan kort even wat zaken doornemen. Het gaat natuurlijk over de verschillende kraken en de 24 uursopvang. Voor de helderheid, op maandag 4 juni zijn de gekraakte panden aan de Rudolf Dieselstraat verlaten. Op zondagavond 3 juni is geprobeerd een pand aan de Hoge Kadijk te kraken en op maandag 4 juni een pand aan de Weesperzijde. Beide panden bleken al bewoond. Dat is even de feitelijkheid. U weet ook dat ondertussen een deel van de zogenoemde We Are Here-groep zich in Amstelveen bevindt. Ik hecht eraan te zeggen dat ik vanochtend in overleg ben getreden met mijn collega in Amstelveen en dat we in die zin met zo veel mogelijk mensen daarover spreken. 38 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Er zijn zeer veel vragen gesteld die met name gaan over vervolging, heterdaad. Ik hoorde de heer Boomsma zeggen: de burgemeester moet nu optreden. Ik hecht er toch aan om aan te geven dat het niet aan de burgemeester is of er opgetreden wordt en in welke mate er opgetreden wordt. Ik weet dat er wat nieuwe fracties zijn en misschien is het goed nog even te wijzen op de beleidsuitgangspunten bij kraken en ontruimingen. De actualisatie daarvan is in 2016 vastgesteld. Het college hecht er toch zeer aan om deze actualisatie ook nog opnieuw onder de aandacht van iedereen te brengen omdat deze beleidsuitgangspunten glashelder maken waar de verantwoordelijkheden liggen. De wet geeft het Openbaar Ministerie en niemand anders een ontruimingsbevoegdheid. Ook als we het hebben over heterdaad, daarover zijn verschillende vragen gesteld, dan staat hier dat bij heterdaad niet direct wordt opgetreden, maar eerst wordt de feitelijke situatie uitgezocht tenzij op voorhand de belangen duidelijk zijn. Dit maakt duidelijk dat in het geval van huisvredebreuk, in het geval dat het pand bewoond is, er een reden is om direct op te treden. Maar in andere situaties is die spoedeisenheid echt stukken minder. Ik raad u allen aan dit te doen en ik zou u namens het college willen verzoeken als het gaat om oproepen tot vervolging en dergelijke, dat toch echt aan het Openbaar Ministerie te laten. Dat is immers niet aan een burgemeester en ook niet aan politici. Dan zijn er ook wat vragen gesteld over We Are Here en actie tot opvang of niet, over voorwaarden en dergelijke. Daarover wil ik het volgende zeggen. Vanuit het college is niet met de We Are Here-groep noch met een gedeelte van de groep gesproken over voorwaarden. Ik zou dat overigens ook niet accepteren omdat de We Are Here-groep geen voorwaarden kan stellen. Deze coalitie wil een opvang inrichten voor ongedocumenteerden, voor individuen die misschien toegankelijk is voor groepen, maar die niet voor één of een bepaalde groep is opgesteld. In die zin zullen wij ook niet onderhandelen over voorwaarden. Wij zullen een voorstel doen en dat hier aan u voorleggen. Er is mij ook gevraagd of ik als wethouder bereid ben om met de We Are Here- groep bijvoorbeeld in overleg te treden, om met hen te praten, om met hen afspraken te maken. Laat het glashelder zijn, ik wil met iedereen praten, naar iedereen luisteren en horen wat nu de mogelijkheden zijn. Maar dat is heel breed. Dat is met alle partners die we in de stad hebben. Dat is met de desbetreffende bewindspersonen, dat is met hulporganisaties en dergelijke. Dus we zullen heel breed gaan praten. Uiteindelijk zullen wij als college de voorwaarden voor deze 24 uursopvang stellen en we zullen die aan u voorleggen. Dan zijn er behoorlijk wat vragen gesteld over de precieze criteria, hoe de opvang eruitziet, Dublinclaimanten wel of niet. Daarvan kan ik alleen maar zeggen dat ik buitengewoon content ben dat meerdere fracties hebben aangegeven dat ze het optreden van het college in dezen nauwgezet zullen volgen. Dat waarderen we. Dat is natuurlijk ook uw taak. Maar ik ga nu helemaal niets zeggen over voorwaarden, ik ga helemaal niets zeggen over termijnen, ik ga helemaal niets zeggen over tussenliggende voorzieningen. Op dit moment wordt er ambtelijk met veel passie en enthousiasme gewerkt. Maar wij zouden als college geen knip voor de neus waard zijn als we dat niet zorgvuldig zouden doen. Dus u bent echt te vroeg. Dit college is nog geen week in office. Dit is echt iets wat grote zorgvuldigheid vereist. lets wat ook afstemming vereist met bijvoorbeeld het Rijk. Wij zijn zoals ik al zei, meer dan bereid dat gesprek aan te gaan. Ik zou overigens wel willen bestrijden dat hetgeen neergelegd is in het coalitieakkoord in strijd zou zijn met de wet. Volgens mij is dat niet het geval. Maar hoe het er precies uitziet met het lopende traject binnen de VNG, met andere zaken, dat is echt iets waardoor het niet zou passen om hier nu allerlei opmerkingen te plaatsen. Grote zorgvuldigheid is nodig en die zullen we dus 39 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen ook betrachten. We zullen u zo snel als dat kan met inachtneming van die zorgvuldigheid een voorstel voorleggen. En voordat ik overga tot de preadvisering van de moties, wil ik ingaan op de vraag van de heer Ceder of de opvatting van dit college ten aanzien van kraken zou veranderen als er een 24 uurs-voorziening gerealiseerd was. Ik denk het niet. Kraken is strafbaar. Dat is de lijn die het college volgt. Er zijn beleidsuitgangspunten over ontruiming. Dat is iets wat we natuurlijk gewoon zullen handhaven. Dus in die zin zie ik die lijn, die verbinding tussen kraken en de 24 uursopvang ook niet. Kraken is kraken en daar treden politie en Openbaar Ministerie op. Juist de politie en het Openbaar Ministerie doen hun uiterste best om die vermenging met de discussie over bijvoorbeeld ongedocumenteerden te voorkomen. Ik zou daar echt niet in willen treden. Volgens mij moeten we het ook echt in die losheid van elkaar bezien. Mevrouw Simons vroeg naar de motie die door verschillende fracties is ingediend. Kijk, het college heeft natuurlijk niet het correcte beeld van de intentie van deze indieners van deze motie. Het college heeft de motie zo gelezen dat tot aan de verkiezingen het verzoek werd gedaan. Daarmee lijkt dat nu niet aan de orde. Ik kom nu bij de moties. Ik hoop en denk ook dat ik mevrouw Poot nog wel een beetje blij kan maken. Dat zou toch mooi zijn op een dag als deze. Ten aanzien van de eerste motie, nr. 522, zou ik eigenlijk willen zeggen dat het college daartegen niet direct bezwaar heeft. Alleen, daarbij moet ik opmerken — en ik hoop dat ik de motie zo kan begrijpen — dat het OM natuurlijk zelf gaat over het beleid en de instructie met betrekking tot aanhouding en vervolging. Dat is niet aan ons, dat is aan het Openbaar Ministerie. Het college wil echter best in gesprek treden en daarom vragen. Ik moet u wel zeggen dat we in 2016 het beleid hebben geactualiseerd. Maar als u daaraan hecht, dan wil ik dat verzoek overbrengen. Maar laat het duidelijk zijn: het OM gaat daar zelf over. Als ik het zo mag begrijpen, dan kan ik deze motie positief preadviseren. Dan motie 523. Daarin staan toch wat merkwaardige overwegingen. De overweging dat het aanbod van de 24 uursopvang zoals beschreven in het coalitieakkoord door We Are Here, een belangrijke doelgroep, is afgewezen, die is onjuist. Dat hebben we volgens mij gedurende dit debat kunnen constateren. Ik zou ook de laatste overweging dat de rijksoverheid zich tegen het openen van een gemeentelijke 24 uursopvang heeft verzet, toch echt als onjuist willen bestempelen. Er is bij mijn weten vanuit het Rijk niet gezegd dat het voorstel zoals geformuleerd niet zou kunnen of dat de rijksoverheid zich daartegen verzet. Die overwegingen, daarmee heb ik wat moeite. Het college ziet in het dictum eigenlijk niets kwaads omdat we graag de criteria hier voorleggen en met u willen bespreken. Ik weet niet of u die overwegingen nog zou kunnen wijzigen? Ik zou ook kunnen zeggen dat de motie eigenlijk overbodig is. Hetgeen hier staat, is natuurlijk de essentie van wat we met elkaar doen. Dus ik zou neigen naar overbodig, maar als u de motie toch indient, dan zou ik u in overweging willen geven de overwegingen aan te passen. Ze zijn feitelijk onjuist. Dat brengt me bij de laatste motie, nr. 524. Dat is natuurlijk toch een beetje gek. U vraagt in de vorige motie om criteria en om die hier in de raad te bespreken en in deze motie zegt u dat we het gewoon niet moeten doen. Wat wilt u nu, is dan mijn wedervraag. U hoeft die niet te beantwoorden. Ik begrijp dat u beperkt bent in uw spreektijd, maar ik kan niet anders dan deze motie negatief preadviseren. (Mevrouw VAN SOEST: De heer Groot Wassink is niet ingegaan op de gevaren die er tegenwoordig zijn bij het kraken. Hoe schat u dat in?) Mevrouw Van Soest neemt nu wel het risico dat ik een historische verhandeling begin waarbij de risico’s vroeger en nu met elkaar worden vergeleken en dat zou ik toch niet willen doen. Ik wil toch ook hier wel vaststellen dat de beoordeling of de openbare 40 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen orde in het geding is, nadrukkelijk binnen de driehoek is besproken, maar bij het Openbaar Ministerie ligt. Ook dit. Ik verwijs nogmaals naar het document waarnaar ik reeds eerder heb verwezen. Ook de beoordeling of de openbare orde in het geding is, is aan het Openbaar Ministerie en daaraan kunnen wij als college of ik als wethouder of als locoburgemeester niet in treden. (Mevrouw VAN SOEST: Dan blijf ik me toch afvragen of de veiligheid van de Amsterdammers niet in het geding is. Dat is een taak van de burgemeester. Als mensen bedreigd worden omdat ze geen toegang verlenen, hun pand niet willen laten kraken, dan denk ik dat het gaat over veiligheid. Ik neem aan dat daarover de burgemeester gaat.) Ook hier geldt dat over het algemeen op het moment dat er aangifte wordt gedaan — en ik moet ook zeggen dat in het geval van de Weesperzijde is ook aangifte gedaan en daar is de politie druk met opsporing. Ik denk ook dat dat belangrijk is, omdat juist opsporing helpt bij dat versterken van het veiligheidsgevoel. Daarvoor is aangifte nodig. En dan nog steeds wil ik u er echt op wijzen dat overgaan tot vervolging nadrukkelijk de verantwoordelijkheid is van het Openbaar Ministerie. (Mevrouw POOT: Om een tweede termijn te voorkomen: ik kan niet anders dan de locoburgemeester complimenteren met zijn antwoorden en de snelheid waarmee hij zijn GroenlLinks-pet heeft afgezet en die van de wethouder heeft opgezet. Dank u wel daarvoor. Het gaat even over de moties. U heeft natuurlijk helemaal gelijk. Motie 524 gaat verder dan motie 523, dus ik stel de voorzitter voor eerst motie 524 in stemming te brengen en daarna pas motie 523. En als het gaat om die motie 523, dan vroeg de wethouder het eerste en de laatste streepje bij de overwegingen te schrappen. Dat vind ik op zich eigenlijk prima.) De VOORZITTER: Ik hoor mevrouw Poot een voorstel doen om haar motie aan te passen. Eigenlijk moet dat natuurlijk schriftelijk. Het is een schrapping van het eerste gedachtestreepje onder de overwegingen en het laatste, het vierde. Kan de raad ermee leven als we die gedachtestreepjes schrappen? Dat is dan akkoord. De VOORZITTER geeft het woord aan locoburgemeester Groot Wassink. Locoburgemeester GROOT WASSINK: Dan zou het college nog afgezien van de vraag of je zou kunnen praten of dit nu overbodig is of niet, op deze manier de motie positief kunnen preadviseren. De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 523) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 42° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het afwijzen van de aangeboden 24 uursopvang door We Are Here (Gemeenteblad afd. 1, nr. 525) (Bij de overwegingen zijn het eerste en vierde gedachtestreepje geschrapt) 41 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - alvorens over te gaan tot eventuele opening van een 24 uursopvang duidelijke toelatingscriteria, voorwaarden en regels op te stellen die van toepassing zijn op hen die in de opvang verblijven en willen verblijven; - deze criteria af te stemmen met de rijksoverheid; - deze criteria voor te leggen aan de gemeenteraad. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: Mijn vraag betreffende de overweging om de termijn van anderhalf jaar te nemen is nog niet beantwoord. De VOORZITTER geeft het woord aan locoburgemeester Groot Wassink. Locoburgemeester GROOT WASSINK: Dat is correct. Nee, die vraag is nog niet beantwoord en die ga ik ook niet beantwoorden, omdat dit uitgangspunten zijn die wij als coalitiepartij met elkaar hebben geformuleerd. U zult echt nog even geduld moeten hebben omdat we in de nadere uitwerking van de plannen, in de nadere uitwerking van die 24 uursopvang ook die ruimte en die vrijheid nodig hebben om met een goed, met een gedragen en met een zorgvuldig voorstel te komen. Ik ga die vraag dus op dit moment nog niet beantwoorden. (Mevrouw KILIG: Heb ik dan goed begrepen dat er dan nog na die anderhalfjaartermijn wordt gekeken? Dat daar nog flexibiliteit in zit?) We hebben als coalitie heel duidelijke voorwaarden opgeschreven. Het college zal in lijn met deze uitgangspunten natuurlijk nog met een voorstel komen dat het aan u zal voorleggen. Ik zou willen zeggen: het denken staat niet stil, maar ik voel me wel gebonden aan de uitgangspunten zoals geformuleerd in dat verder toch vrij aardige coalitieakkoord. (Mevrouw KILIG: Ik had graag antwoord gehad op die overweging van anderhalf jaar, maar ik begrijp dat de locoburgemeester dat niet gaat geven.) (Mevrouw SIMONS: De locoburgemeester zegt dat het verzoek in de motie om niet te ontruimen liep totdat het college er was. Dat is nu niet meer relevant, want er is een college. Maar het is natuurlijk nog steeds relevant. Er lopen namelijk nog steeds mensen op straat in onze stad die niet in de 24 uursopvang terechtkunnen want die is er nog niet. Nogmaals dus mijn vraag: blijft het college tot die opvang er is, handelen in de geest van die motie?) Het antwoord daarop is nee. Omdat ik de motie goed heb gelezen, heb ik gezegd dat ik de intentie van de opstellers en indieners van die motie als college niet geheel kan achterhalen. Maar als ik sec naar de tekst kijkt die er staat, dan staat er ‘tot de vorming van een nieuw college’. Dat betekent natuurlijk dat we daarmee nu niet doorgaan. De VOORZITTER: Dan sluit ik wat mij betreft deze actualiteit. Ik kijk even rond. Dan doen we het zo. Even voor de duidelijkheid straks over de stemming. We brengen eerst in stemming motie 522, vervolgens motie 524 omdat die verstrekkender is en dan motie 525. In die volgorde gaan we zo stemmen. 42 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma voor een stemverklaring. Mevrouw ROOSMA (stemverklaring): Wij kunnen motie 524 niet steunen omdat wij het dictum afwijzen. Motie 522, daar kunnen wij ons niet vinden in de overwegingen dus die zullen we ook niet steunen. En motie 525, daarvan heeft locoburgemeester Groot Wassink gezegd dat die eigenlijk overbodig is. Die zullen wij dus ook niet steunen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig voor een stemverklaring. De heer VAN DANTZIG (stemverklaring): Volgens mij hebben we over kraken al veel gewisseld. Ik denk dat je daarover doorlopend in overleg moet zijn. Ik ga er ook van uit dat dat in Amsterdam gebeurt. Motie 522 is dus overbodig. En motie 525, die criteria zullen wel naar de raad komen. Dat geldt voor elk voorstel. Dus die is ook overbodig. En motie 524, het zal u niet verbazen dat we die niet gaan steunen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki voor een stemverklaring. De heer MBARKI: Ik kan mij aansluiten bij de stemverklaring van de heer Van Dantzig. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 522). De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 522) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 522) is verworpen met de stemmen van de VVD, het CDA, Forum voor Democratie, ChristenUnie en de Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 524). De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 524) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 524) is verworpen met de stemmen van de VVD, het CDA, Forum voor Democratie en Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 525). De motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 525) wordt bij zitten en opstaan verworpen. 43 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 525) is verworpen met de stemmen van de VVD, het CDA, Forum voor Democratie en de Partij van de Ouderen voor. 10 Wijzigen van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 en kennisnemen van de regelingen voor stimulering van aanwas van leraren in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 461) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge. De heer FLENTGE: Het lerarentekort in Nederland is groot en ook in Amsterdam. Jarenlang heeft de rijksoverheid de salarissen van leraren ver achter laten lopen bij andere bedrijfstakken en daardoor is het lerarenberoep onaantrekkelijk geworden. Er is ook veel te weinig gedaan aan verlaging van de werkdruk. Sterker nog, de bureaucratie is met het zogenaamde Passend onderwijs vaak door leraren als knellend onderwijs ervaren. Het resultaat: de kinderen gaan naar huis. Gelukkig doet Amsterdam er het maximale aan om hieraan iets te doen binnen haar mogelijkheden. Ik heb er eens naar gekeken en het valt niet mee. Ik ben oud-leraar voortgezet onderwijs en ik ga ook eens kijken of het voor de toekomst ooit nog eens een reële optie kan zijn. Ik moet zeggen, het valt allemaal niet mee om de overstap te maken naar het basisonderwijs. Intensieve stage, dan een assessment, dan ben je geschikt en mag je twee dagen lesgeven en drie dagen naar school. Een pabo-achtige opleiding. En allemaal! op een laag salarisniveau. En die ellendige portfolio's waarbij vakinhoud maar al te vaak ondergeschikt wordt gemaakt aan de persoonlijkeontwikkelingsplannen. Wat heb je ervan geleerd? Wat ga je de volgende keer beter doen? En maar schrijven en maar kopiëren. Maar goed, dat is landelijk beleid. Dat zal ik de wethouder niet in haar schoenen schuiven. Het houdt allemaal niet over. Als je de huur moet betalen of een hypotheek en twee of drie kinderen moet onderhouden. Die willen 's avonds toch ook gewoon eten of met papa iets leuks doen in de vakanties. Amsterdam ondersteunt deze zij-instromers. Dat is onderdeel geweest van een flink debat waarin ook de wethouder in een andere rol een flinke duit in het zakje heeft gedaan. Daarvoor hebben wij samen vaak opgetrokken. Zeer positief. Ik waardeer ook de inspanningen van de vorige wethouder in dezen door met een goed en gedegen plan te komen. Die steun was ook financieel. Dat is goed. Ik vroeg de vorige onderwijswethouder al of het genoeg was en of het aansloot bij de vraag die bij de zij- instromers zat. Zij deed de toezegging om daar snel na te gaan, te kijken, te evalueren, te monitoren. Die toezegging heb ik binnen. Ik ga ervan uit dat de wethouder diezelfde toezegging gewoon uitvoert. Gezien het probleem verwacht je dat alles in het werk wordt gesteld om goede zij-instromers die dat willen, die naar onderwijs willen overstappen, te faciliteren en het hen mogelijk te maken om in het onderwijs aan de slag te gaan. Nu hoor ik van een oud-directeur van de Turingschool dat er bij hen op school geen stageplaatsen zouden zijn voor de zij-instromers. En dat er geen bezoek was van de begeleidende pabo. En dat er op de pabo geen plaats meer zou zijn voor zij-instromers. En ook geen persoon om het assessment af te nemen, dus of iemand wel geschikt is om in het onderwijs terecht te komen. Hoe kan dit? Is het bewustzijn er wel bij de besturen, bij de pabo, bij de wethouder dat we een nijpend probleem hebben hier in Amsterdam? Wist u dit? En zo ja, wat heeft u gedaan of wat gaat u doen? Ik zou zeggen: alle lichten op groen. Alle lichten op groen om zo veel mogelijk goede leraren te werven in Amsterdam zodat leerlingen niet 44 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen meer naar huis worden gestuurd. Niet op oranje, niet op rood, niet op een knipperlicht, maar gewoon groen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Volgens mij zijn we het allemaal eens dat het lerarentekort een van de grootste bedreigingen is de komende jaren in het onderwijs. En zonder nu heel erg in een doemscenario te vallen, kunnen veel beleidsmakers wel zeggen veel te gaan investeren in de kwaliteit, maar met onvoldoende leraren de komende jaren hebben we gewoon een gigantisch probleem. In die zin ben ik heel erg blij dat het vorige college al is begonnen om uiting te geven aan die opdracht en ook met een voorstel is gekomen. In die zin ben ik wel blij met wat er nu voorligt. De enige vraag die ik nog wel heb aan de wethouder is in hoeverre we gaan proberen te differentiëren met betrekking tot de plekken in de stad waar de druk wellicht het grootst is. Oftewel, is het mogelijk dat we ook bij deze subsidieregeling gaan kijken in hoeverre we op bepaalde plekken waar de druk het hoogst is, waar het lerarentekort nijpender is, scholen met een zwaardere uitdaging, daar in eerste instantie gaan investeren? En dan kunnen we kijken wat er over is voor wellicht andere plekken die ook kampen met een lerarentekort. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman. Wethouder MOORMAN: Dank u wel voor de vragen die hier zijn gesteld. Dat is zeker een van de redenen waarom ik het zo mooi vind dat ik hier mag staan als wethouder Onderwijs. Ik weet dat de raad altijd ongelooflijk bezig is met de kwaliteit van het onderwijs en dus ook altijd scherp houdt wanneer er dingen te verbeteren zijn. Het lerarentekort is daarvan wel een van de belangrijkste punten. Natuurlijk, en daarin heeft u helemaal gelijk, mijnheer Flentge, dat bedreigt natuurlijk de kwaliteit van ons onderwijs. Zoals u het zelf net ook beschreef, is het inderdaad ontzettend jammer dat zoveel mensen zich beperkt voelen om uiteindelijk weer mee te doen in dat onderwijs. We weten uit metingen dat ongeveer 40% van de beroepsbevolking het best een heel mooi beroep zou vinden en toch is het ongelooflijk moeilijk om mensen te vinden die aan de slag willen in het onderwijs. Dat is nu precies wat we hier proberen op te lossen met de subsidieregelingen die worden voorgesteld om mensen inderdaad over die financiële drempel heen te halen om toch als zij-instromer of als herintreder weer deel te nemen als docent in het onderwijs. Overigens zou u volgens mij opnieuw een fantastische leraar zijn, want volgens mij heeft u daarin al ervaring. Volgens mij bent u geen zij-instromer, maar een herintreder. De beperkingen zouden daarbij moeten meevallen, maar misschien moeten we dat gesprek nog een keer met elkaar voeren. Ik zag vanochtend ook de tweets van de Bootsma van de Turingschool. Ook ik was daardoor gealarmeerd, omdat het natuurlijk ontzettend jammer is als er dingen niet goed gaan. Dit is natuurlijk een gezamenlijke opgave. We hebben in Amsterdam heel mooi een soort crash course — ik vind het een beetje een vervelend woord; ik zeg liever stoomcursus — voor die mensen die zeggen: ik zou het eigenlijk wel interessant vinden om in dat onderwijs aan de slag te gaan. Maar ben ik daarvoor wel geschikt en hoe zit dat dan precies? Dat is dan vrijwillig en dan kun je ongeveer elf dagen meedoen in het onderwijs en op dat moment kun je voor jezelf een keuze maken. Maar daarvoor moeten dan natuurlijk wel de plekken beschikbaar zijn. Ik heb meteen even laten bellen hoe het dan precies zit. Er is inderdaad binnen die crash course, binnen die stoomcursus, behoorlijk veel animo. Dat is natuurlijk mooi. Ik heb begrepen dat er voor het primair onderwijs ongeveer honderd aanmeldingen zijn. Er moeten vervolgens dan wel meteen 45 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen plekken worden gevonden op scholen. Ik heb begrepen dat dat wel is gelukt, maar dat het af en toe inderdaad een beetje zoeken is. Ik denk inderdaad dat de heer Bootsma hier wel op iets wijst en ik vind ook dat we dat inderdaad scherp in de gaten moeten houden. Vervolgens wordt dan het assessment gedaan. Ik heb ook nog begrepen dat er nu al vijftig aanmeldingen zijn voor dat zij-instroomtraject, maar dat dat nog niet is gecapt. Dat wellicht ter geruststelling. Er kan dus nog gewoon worden ingeschreven. De informatie die hier op tafel kwam, het was natuurlijk een NS1, zeker relevant, maar ik heb het ook even laten checken en ik heb begrepen dat het gelukkig nog niet zo is. Maar we moeten daar wel de vinger aan de pols houden natuurlijk. We kunnen dit alleen maar doen samen met het onderwijsveld. Dan ga ik meteen even naar de heer Mbarki. U heeft gelijk. Het is helaas zo dat het lerarentekort niet gelijk is verdeeld over de stad. Er zijn sommige scholen die daarvan meer last hebben dan andere scholen. Dat zijn vaak ook nog eens de scholen waar een grotere taak ligt. Het is zo dat er in deze voorziening geen onderscheid wordt gemaakt. Tegelijkertijd wil ik u meegeven dat dit natuurlijk niet de laatste stap is die we zetten. Dat lerarentekort, daar moeten we de komende tijd bovenop blijven zitten. Ik wil u hiermee toezeggen dat we ook in de toekomst als we dit gaan doorontwikkelen, dit aspect zeker meenemen. En tot slot de toezegging die u eerder van mijn voorganger heeft gehad, wethouder Kukenheim die dit ook altijd uitstekend heeft gedaan, die geldt natuurlijk ook tijdens deze periode. (De heer FLENTGE: Dank voor deze geruststellende antwoorden. Het klinkt in ieder geval goed en beter dan hetgeen ik heb gehoord. Ik hoop dat het ook doorgaat op deze manier. Er is nog een Klein punt dat is blijven liggen en dat is de begeleiding die enkele zij-instromers nodig hebben om überhaupt tot dat rare portfolio te komen. Ook daar zouden problemen zijn. Ik weet niet of u in staat bent geweest dat ook al te controleren, maar dat lijkt me zo’n rare sta-in-de-weg die volstrekt onnodig is.) Daar zitten eigenlijk twee stadia in. Om beoordeeld te worden of je inderdaad in die zij-instroom terechtkan, moet je een portfolio maken om te laten zien wat de ervaring is die je hebt. We willen natuurlijk niet dat mensen die niet geschikt zijn voor het vak, toch instromen. Je gaat als zij-instromer meteen al vier dagen per week voor de klas. Dan moet je ook echt wel wat kunnen en dat moet je ook laten zien. Als er inderdaad hobbels zijn die mensen belemmeren, dan moeten we daar goed naar kijken. Vervolgens is het natuurlijk zo, als je eenmaal in dat zij-instroomtraject zit, dat je ook nog allerlei portfolio- opdrachten hebt. We hebben natuurlijk die subsidie van 20.000 euro voor elke leraar en dat bleek te weinig, daar zetten we nu nog 85.000 euro bij vanuit de gemeente. In de TAR heeft u al eerder gevraagd of dat voldoende was. Ik zeg u toe dat we dat wel heel goed blijven monitoren. Ik kan me voorstellen dat daar misschien op termijn toch nog een aanpassing nodig is. Dan moeten we dat natuurlijk ook doen. We willen nu juist dat er een stimulering van uitgaat en niet dat er allerlei belemmeringen zijn die mensen toch weer beperken. (De heer BLOM: Duidelijk. Heel fijn om te horen dat de wethouder in de nabije toekomst zeker wil kijken naar die scholen die meer te maken hebben met dit probleem. Dat lijkt me heel goed en daarover wil ik zeker snel verder praten. Het vorige college, de voormalige wethouder heeft vanaf eind vorig jaar een campagne gestart om met name Amsterdammers of Nederlanders met een bi-culturele achtergrond aan te trekken om kennis te nemen van het onderwijs. Op welke manier gaat u 46 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen daarmee om? Wilt u deze campagne voortzetten? Vindt u dat ook belangrijk?) Zeker. Soms kan een enorm nadeel ook een voordeel worden. Ik vind ook dat we dat op die manier ook moeten bezien. We hebben een enorm nadeel van het lerarentekort. Tegelijkertijd geeft dat de kans om juist de diversiteit van het lerarenkorps ook te versterken. Dat is hard nodig. Het is heel gek met de enorme diversiteit die we in onze schoolklassen hebben, dat zich dat niet vertaalt in de mensen die voor de klas staan. Dus ik ben het van harte met u eens. De campagne is gestart en we zullen ernaar moeten blijven kijken of dat voldoende is of dat we ook nog andere maatregelen moeten nemen. De VOORZITTER: Dan was dit de eerste termijn en ik neem aan dat de raad geen behoefte heeft aan een tweede termijn. Dat is het geval. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 461). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 461) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 461) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 461 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 11 Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Opladen met de juiste draden! van het lid Torn en kennisnemen van de bestuurlijke reactie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 462) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Dank voor de bestuurlijke reactie. We zijn blij dat het college het met ons eens is dat het kunnen opladen van je elektrische auto op je eigen parkeerplaats in de VvE eigenlijk een onderwerp is dat best wat meer aandacht mag hebben, zeker in grote VvE's. Dus daar zijn we blij om. De bestuurlijke reactie maakt een kleine nuance over de financiering die binnen de kaders moet passen. Daarin kunnen wij ons natuurlijk vinden. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. De heer ERNSTING: Dank aan u, voorzitter, voor het opstellen van dit voorstel. Dank aan mevrouw Poot ook. Het is belangrijk om elektrisch te rijden. Ik had nog een vraag over dat financiële deel waaraan mevrouw Poot net ook refereerde. De bestuurlijke reactie zegt eigenlijk dat het wel moet passen binnen de financiële kaders. Dat voorbehoud wilde ik ook even maken. Daar was het voorstel niet op aangepast, maar zoals mevrouw Poot het heeft gezegd, is het prima. Dan rest me eigenlijk alleen nog maar een vraag. Vier dagen geleden is er op AT5 een nieuwsbericht gekomen dat er een 47 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Veroastrdatum 6 juni 2018 Gemeenteraad Raadsnotulen uitspraak van de rechter is geweest van iemand met een elektrische auto die een garage had en die dan ook in een garage behoort te parkeren en niet op straat. Zijn parkeervergunning werd ingetrokken, maar hij zei dat hij geen laadpunt in zijn garage had. Nu is hem toch een parkeervergunning toegekend op basis van het feit dat dat beter is voor de lucht. Ergens vind ik dat toch een beetje raar. Dus mijn vraag aan het college is: kunnen wij van u een keer een briefje krijgen waarin u ons meedeelt wat u van deze uitspraak vindt en of hier verschillende beleidslijnen met elkaar in conflict aan het komen zijn? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Bakker. De heer N.T. BAKKER: Ook wij willen de vragen stellen die de heer Ernsting stelt en dan specifiek: wat gaat dit kosten? Wat is nu het instrumentarium dat wordt ingezet en hoe kunnen we weten of dit niet een eco-elitair speeltje is waarmee we een bepaalde groep bedienen? Gaan we dit in de toekomst vaker doen en gaan we hiervoor budget vrijstellen of niet? De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons. Mevrouw SIMONS: Om te beginnen waarderen wij natuurlijk ook dat de VVD stappen zet in de duurzaamheidstransitie en we steunen dan ook de oproep om te onderzoeken welke aanpassingen in VvE-garages nodig zijn om oplaadpunten te plaatsen. Maar we denken niet dat het verstrekken van subsidies aan VvE's de beste manier is om duurzaamheidsgelden te besteden. Duurzaamheid is echt veel te belangrijk om een luxeproduct te zijn. Wat ons betreft investeren we dan ook in het gegeven dat juist mensen met minder inkomen ook kunnen meekomen in die duurzaamheidstransitie. De vraag is hoe groot het beslag is van dit voorstel op de gehele begroting. We zullen tegen dit initiatiefvoorstel stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma voor beantwoording van de vragen. Wethouder DIJKSMA: Misschien mag ik allereerst beginnen om via u, voorzitter, het lid Torn van harte te danken en ook te complimenteren met dit initiatiefvoorstel. Ik denk dat het lid Torn zijn tijd vooruit was en heel goed heeft aangevoeld hoe belangrijk het is voor particulieren om de overstap te maken naar elektrisch rijden. Tegen mevrouw Simons zou ik willen zeggen dat dit geen weggegooid geld is. Dan zou de bestuurlijke reactie niet zo zijn geweest als die nu is, namelijk steun voor het initiatief. Ik denk echt dat in dit kader elke stap die wordt gezet, gewoon telt, ook als ik kijk aan de bijdrage die het levert aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Dat gaan mensen op den duur ook echt dagelijks voelen. Ook als je kijkt naar de vervuiling die in delen van de stad nog steeds zodanig is dat we niet eens de Europese gezondheidsnormen halen. Daarmee is het ook, zou ik tegen u willen zeggen, geen luxe ecodingetje maar bittere noodzaak. Noodzaak omdat we echt vooruit willen met de verbetering van de luchtkwaliteit, verbetering van de leefbaarheid van de stad. Er is een aantal wat meer technische vragen gesteld. Ik zou tegen de heer Ernsting willen zeggen dat ik u een brief toezeg. U begrijpt natuurlijk dat zo'n recente juridische uitspraak ook echt moet worden bestudeerd. Het zou onverstandig zijn als ik daarover een beetje ins Blaue hinein zou filosoferen. Dat doe ik dus niet. Ik wil heel graag uw vraag hernemen en met u samen kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat er weer 48 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen logica zit tussen het verlenen van vergunningen aan de ene kant, maar ook de noodzaak om elektrisch te kunnen rijden aan de andere kant. Dat komt dus gewoon terug. Als het gaat om de financiële kaders, dan zijn die inderdaad leidend en het gaat er nu om dat we een bestaande subsidieregeling zo kunnen ombouwen dat men daarvan gebruik kan maken. Het is dus niet een nieuw verhaal. Het gaat erom dat we binnen de bestaande financiële instrumenten ook deze een plek kunnen geven. Daaraan wordt gewerkt en dat is geen sinecure. Daarom dat er een klein sterretje in de beantwoording en de reactie zat. Maar het is wel een uiterste inspanning van mij die terecht via het lid Torn wordt gevraagd. Ik hoop dat ik daarmee de voorlopige vragen van uw raad heb kunnen beantwoorden. Er zullen ongetwijfeld nog discussies volgen over het vervolg en dan krijgt u natuurlijk ook een voorstel vanuit het college. (Mevrouw SIMONS: Is er ook gekeken naar de mogelijkheid om een particuliere installatie in garages van VvE's te stimuleren?) Volgens mij gaat het er nu om dat er een opdracht naar het college gaat om het mogelijk te maken dat particuliere garages van VvE's dit gaan doen. Of dat tot op het niveau van het individu kan gaan, dat kan ik u nu niet zeggen. Dat zou ik uiteraard willen uitzoeken en dat kan ik misschien in de brief die ik de heer Ernsting heb toegezegd, meenemen. De VOORZITTER: Dank u wel, wethouder. Ik zal de complimenten aan de heer Torn overbrengen. Ik denk dat er geen behoefte is aan een tweede termijn. Dan kunnen we gaan stemmen. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 462). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 462) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 462) is aangenomen met de stemmen van de SP en BIJ tegen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 462 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 13 Kennisnemen van het jaarverslag van de Technische adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 464) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Wij danken de Technische adviescommissie Hoofdgroenstructuur voor het jaarverslag. Voor de Partij voor de Dieren is het van groot belang dat de hoofdgroenstructuur in onze stad wordt beschermd en wat ons betreft ook verder wordt uitgebreid en versterkt. De hoofdgroenstructuur is waardevol voor mensen, dieren en het milieu in en om de stad. Groen in de stad zorgt voor een betere berging van water en hitteregulatie. We zijn dan ook benieuwd naar de uitwerking van de aangenomen motie van het lid Van Lammeren over een groen 20-25. Daarin werd opgeroepen om het groene stedelijk weefsel te versterken en uit te breiden en te schetsen hoe dat kan. Dit is afgelopen maart in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening nog aan de orde geweest. Er 49 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen wordt gewerkt aan zo'n visiedocument. We blijven hiervan graag op de hoogte. In de TAR hebben we gesproken over de aanbevelingen die naar voren kwamen in het jaarverslag van de TAC zoals over het vliegen met drones. Ook het Parkenoverleg Amsterdam heeft een brief aan de gemeenteraad en het college gestuurd en zijn zorg geuit over het vliegen met drones in Amsterdamse parken en natuurgebieden. De drones kunnen broedende vogels verjagen en de biodiversiteit nadelig beïnvloeden. De TAC vraagt zich af wat de consequenties zijn van drones in de hoofdgroenstructuur met het oog op de impact op mens en dier en op de privacy. Ze adviseert deze recreatievorm nader te bezien en te betrekken bij de actualisering van het groenbeleid. Het lijkt ons inderdaad goed om hier verder naar te kijken. Sinds 1 januari 2017 gelden er al beperkingen om boven Natura 2000-gebieden te vliegen met een drone. Daarom dien ik een motie in om een en ander te onderzoeken zodat er allereerst kan worden gekeken naar de juridische haalbaarheid met betrekking tot de beperkingen en eventuele schade door het gebruik van drones. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 43° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake het jaarverslag van de Technische adviescommissie Hoofdgroenstructuur 201 7, consequenties van drones in de natuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 526) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de consequenties van het gebruik van drones in het Amsterdamse groen, waaronder voor de flora en fauna, in kaart te brengen; - mogelijkheden te schetsen voor het opleggen van beperkingen voor het recreatief vliegen met drones in het Amsterdamse groen; - de raad hierover in het najaar van 2018 te informeren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINCK: Dank aan mevrouw Bloemberg-lssa voor deze vragen over het jaarverslag van de Technische adviescommissie. Het is voor mij een eer dat ik mijn allereerste inbreng mag doen in uw huis over de hoofdgroenstructuur. Het is een onderwerp dat mij ook altijd in de tijd dat ik hier raadslid was, erg aan het hart ging. De bescherming van het groen in en om onze stad is van groot belang, niet alleen voor de flora en fauna, maar ook voor de inwoners en recreanten van Amsterdam. Ik ondersteun dat volledig. Het is ook zo dat we inderdaad na de zomer terugkomen op een aantal punten en eerdere moties die zijn ingediend in een bredere visie. Ook zullen we na de zomer terugkomen, en dat zal wat later in het jaar zijn, op de actualisatie van de verordening van de Technische adviescommissie, dus dit is de eerste, maar zeker niet de laatste keer dat we het onderwerp bespreken. U zoomt heel specifiek in op een van de aanbevelingen van de TAC en dan gaat het om de drones. Er is inderdaad al eerder een raadsadres hierover door de vrienden van het Diemerpark ingediend en daarop heeft het college ook antwoord gegeven in juni 2017. Als het gaat om welke mogelijkheden er zijn om hiertegen iets te doen, dan gaat het om de luchtvaartwetgeving, de aansprakelijkheidswetgeving, privacywetgeving en natuurbeschermingswetgeving. We hebben dus nogal wat instrumenten die er zijn. We hebben ook gekeken dat voor grote delen van het Amsterdams luchtruim het gebruik van drones sowieso al niet is 50 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen toegestaan. Het probleem bij de handhaving is wel dat mensen dan op heterdaad betrapt moeten worden en specifiek als het gaat om de bescherming van de fauna, zitten we wel met het probleem dat de Natuurbeschermingswet alleen dan geldt, als niet alleen broedende vogels worden verstoord, maar als het ook werkelijk een wezenlijk effect heeft op het voortbestaan of de instandhouding van een bepaalde vogelsoort. Dat maakt het natuurlijk best moeilijk want hoe ga je dat nu precies bewijzen? Als we kijken naar de aanbeveling van de TAC, dan zien we dat die eigenlijk wat breder is dan u in uw onderzoek vraagt. Die kijkt echt in de breedte wat nu de consequentie is. Het is een nieuwe recreatievorm dus het is heel goed dat we ook gaan kijken of dat nu invloed heeft op het groen. Het is goed elke keer weer te kijken welke effecten er zijn van nieuwe mogelijkheden om te recreëren. ledereen heeft zo zijn eigen lol daarin. Het zou de mijne ook niet zijn. Maar wat voor effecten dit heeft op het groen? Ik denk dat het heel goed is om ernaar te kijken. Als ik dan specifiek naar uw motie kijk, dan vind ik die heel erg breed. Dan weet ik eigenlijk niet precies wat u mij vraagt te onderzoeken, want dat zouden heel veel verschillende effecten kunnen zijn. Ik zei het al, de TAC zei: bezie het nu in zijn geheel. Kijk ook naar de privacy voor mensen die aan het recreëren zijn. Kijk naar de flora en kijk naar de fauna. Om dit als college nu te onderzoeken en ook al naar de handhavingsmogelijkheden te kijken, vind ik een vrij brede en daarom ook wat moeilijk uit te voeren opdracht. Zoals ik al zei, ik vind het ook iets waarnaar we moeten kijken. Het is een nieuwe recreatievorm, dus we moeten ook kijken wat de invloeden zijn. Ik wil u graag toezeggen dat ik in gesprek ga met het ministerie hierover en met de verschillende partijen, dus ook met de mensen die rondom de luchtvaartwetgeving werken en met de Natuurbeschermingswet en dat we met elkaar bekijken wat er ook in andere steden gebeurt. Ik begrijp dat er in andere steden in de wereld dit soort verboden bestaan. We gaan kijken wat er allemaal bestaat en wat onze mogelijkheden er zijn voordat we nog zo'n specifiek onderzoek gaan doen. Dan weten we iets meer als onderzoek nodig is, waarnaar we dan onderzoek moeten doen. Dus op dit moment zou ik de motie in deze vorm willen ontraden omdat die heel breed is. Ik ben bang dat ik niet het antwoord ga geven waarop u zit te wachten en ikzelf trouwens ook. Graag schrijf ik een brief naar het ministerie met de vraag hierover het gesprek te voeren en te kijken wat we met deze nieuwe vorm aan moeten, wat de consequenties zijn en ook hoe wij dan als gemeente gezamenlijk met de verschillende diensten de handhaving zouden kunnen uitvoeren. Op die manier kom ik graag aan uw wens tegemoet, maar niet aan uw motie. (Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik wil de wethouder bedanken voor haar toezegging om hierover in gesprek te gaan met onder andere het ministerie. Ik wil mijn motie dan ook intrekken, als ik de termijn hoor waarop u die stappen zult zetten.) Ik kan u zeggen dat de brief zo snel mogelijk de deur uitgaat. Ik kan u natuurlijk niet helemaal zeggen wanneer ik het gesprek aanga met het ministerie want daarbij ben ik van meerdere partijen afhankelijk. Het zou misschien voor de zomer kunnen zijn dat ik bij u terugkom, maar voor de zekerheid beloof ik dat ik na de zomer bij u terugkom. De VOORZITTER: Ik kijk even naar mevrouw Bloemberg-lssa of dit voldoende is om de motie in te trekken. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Dan trek ik de motie in. De motie-Bloemberg-Issa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 526) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. 51 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dan is daarmee dit punt afgehandeld. 17 Wijzigen van de Verordening parkeerbelasting 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer BOUTKAN: Fijn om hier weer te staan. Ik hoop dat het college in ieder geval een hele prettige eerste, bruisende week heeft gehad. Ik heb een korte bijdrage over parkeerbelasting. Ik wil het met name hebben over de mogelijke coulance die gaat gelden voor bewoners in stadsdeel Noord. We hebben pas in de TAR gesproken over de bewoners in de Prinses Irenebuurt. Daar is een toezegging van wethouder Litjens gekomen dat bewoners die een garage hebben die nagelvast is, voor een coulanter regime in aanmerking komen. Dat betekent dat dat niet wordt afgetrokken van het recht dat ze hebben op een parkeervergunning. Het probleem met deze bewoners in Noord is dat ze ervan uitgingen dat ze twee vergunningen zouden krijgen, maar dat nu blijkt dat het er maar een is op het moment dat je een garage hebt die je ook zou kunnen gebruiken als garage. Wat ik graag van de wethouder zou willen weten, is hoe een coulanceregeling eruitziet voor deze specifieke groep bewoners. Wat ik ook graag zou willen weten, is of het klopt dat in december vorig jaar is verteld tegen deze bewoners dat ze recht zouden hebben op twee vergunningen. Als dat zo is, dan zou ik graag van de wethouder horen hoe zij daar tegenaan kijkt. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege die nog 28 seconden spreektijd heeft. De heer VROEGE: Ik kan het kort houden, want collega Boutkan, onze nieuwe coalitievriend, heeft het al goed verwoord. Ik ben het hartgrondig met hem eens. Dus ook het verzoek namens D66: lichte coulance voor die kleine groep bewoners die door niet goede communicatie met de stad in het nauw komen. De regels zijn er voor de stad en de stad is er niet voor de regels. Dus graag coulance van de nieuwe wethouder Verkeer. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Ik val vanmiddag van de ene verbazing in de andere. Een plotselinge draai van de heer Vroege. Ik ben er blij mee, daar niet van. Dus ik begin nu aan mijn bijdrage. In Amsterdam-Noord zitten kleine bedrijfjes. Ik wil vooropstellen dat het in Amsterdam-Noord absoluut niet nodig is dat er betaald parkeren komt. In sommige delen kun je het gewoon af met een blauwe zone. We hebben de blauwe zone in de Molenwijk en de Molenwijk functioneert prima. Geen enkel probleem. Er wordt gehandhaafd. Plus ook nog werkgelegenheid voor mensen die nog staan te wachten op een baantje. Er is nog een ander punt dat ik even zou willen aanhalen. Ik wil wijzen op een rechtsongelijkheid die op dit moment aan de orde is in Amsterdam-Noord. Naast me zit een garagebedrijf en daarnaast zit een andere winkel en die heeft maar liefst plotseling zes vrije parkeerplaatsen op zijn naam gekregen. Ik heb in een motie vastgelegd of daarnaar onderzoek gedaan kan worden. (De heer BOUTKAN: Ik wilde even vragen of mevrouw Van Soest zich er wel bewust van is dat de bewoners in Buikslotermeer zelf hebben 52 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen ingestemd met het invoeren van betaald parkeren om juist problemen te voorkomen uit het overloopgebied. Bent u dat met me eens?) Die bewoners beginnen nu te klagen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 44° Motie van de leden Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 527) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__nate gaan hoe de willekeur is ontstaan (6 plaatsen naast een garage) en - daar waar mogelijk geen betaald parkeren in te voeren en het parkeren waar nodig, te regelen door middel van het instellen van een blauwe zone. Op dit moment werkt het winkelcentrum Molenwijk met een blauwe zone en dat werkt prima voor de veel ‘minder daadkrachtige’ inwoners in Amsterdam- Noord, die zonder dit systeem wel erg duur boodschappen moeten gaan doen; -__om ten minste een overgang te hanteren en coulance te hebben met kleine bedrijven in Amsterdam-Noord. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: Nu eindelijk een bijdrage op mijn eigen portefeuille en dan ook nog eens op een thema waarvan heel veel mensen last gaan krijgen de aankomende jaren — tenminste, als het college zijn zin krijgt. En dan heb ik het uiteraard over parkeren in deze stad. Al die parkeerplaatsen weg, dat wordt nog wat de komende jaren. En natuurlijk moet je in een steeds drukker wordende stad zaken tegen elkaar afwegen. Hier en daar een parkeerplek weg omdat er ruimte moet komen voor andere doeleinden. Oké. Op plekken waar de parkeerdruk echt hoog is, betaald parkeren invoeren. Is ook oké. Maar waar we met zijn allen echt vanaf moeten, is dat wij het idee hebben dat met de auto de stad inrijden echt alleen een luxe is. Dat is het niet altijd. Dan het stuk invoering betaald parkeren in Noord. Ik ben uiteraard ook op onderzoek uit geweest en het blijkt dat er best draagvlak is voor de motie van GroenLinks en D66. Dat is voor Forum voor Democratie altijd een belangrijke graadmeter. Wat vinden de bewoners? Vanzelfsprekend zullen wij de ontwikkelingen op de voet blijven volgen en daar waar nodig aan de bel trekken. Dat doe ik dan ook bij dezen. Als het gaat over de invoer van betaald parkeren in de Prinses Irenebuurt en in Amsterdam-Noord, dan betekenen de plannen van het college namelijk dat sommige bewoners niet meer op straat mogen parkeren omdat ze een parkeergarage hebben. Ja, dan krijg je dus geen vergunning. Dat lijkt begrijpelijk, maar veel mensen die al jaren gewoon op straat parkeren, gebruiken hun garage nu voor andere doeleinden. Voor die groep voelt het nu wel erg pijnlijk en onrechtvaardig om zo streng te zijn. Ik weet dat de wethouder al redelijk coulant is geweest, maar wij willen deze bewoners niet in de kou laten staan. We willen ze ontzien. Wij zijn sowieso tegen de Verordening parkeerbelasting 2018, maar we realiseren ons dat wij dat niet gaan tegenhouden. Daarom steunen wij de moties van het CDA en de Partij van de Ouderen. Die komen zo meteen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. 53 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Veroastrdatum 6 juni 2018 Gemeenteraad Raadsnotulen De heer ERNSTING: Toen ik opgroeide in Noord, vond ik het als kind altijd leuk om te stoepen. Kent u dat? Stoepranden? Je gooit een bal naar de overkant van de stoep en die stuitert terug en dan moest je die koppen en als die dan nog een keer terug stuitert en je vangt hem, dan was je helemaal goed. Als ik de laatste jaren bij mijn ouders kom in Noord, dat zit het stoepen er echt niet meer in want de stoepen staan vol met auto’s omdat elk huishouden in Amsterdam-Noord niet 1, maar 1,5 of misschien wel 2 auto’s heeft. Gemiddeld 1,7, precies. Die staan allemaal in de openbare ruimte. Dus het is heel logisch en zeker omdat Noord ook verder wordt volgebouwd en we nu al te maken krijgen met dichtslibbende wegen in Noord om dat niet meer af te wentelen op de openbare ruimte zodat kinderen weer gewoon kunnen stoppen. Daarom is het ook logisch als je een garage hebt, dat je je auto in principe in je garage zet. Ik kan me voorstellen dat dat echt pregnant wordt op het moment dat je betaald parkeren invoert, want dan gaat het om parkeervergunningen. Als je dan altijd gewend was om die auto op straat te zetten en je moet opeens wel van je garage gebruikmaken, terwijl je die garage bij je huis hebt getrokken of daar een bedrijf uitoefent, dan zit je in de problemen. Ik vind het nog steeds gerechtvaardigd om een garage als garage te gebruiken en die parkeerbehoefte dus niet af te wentelen op de openbare ruimte. Ik vind wel dat er zorgvuldig moet worden gecommuniceerd. Dus ik ben benieuwd hoe dat is gebeurd hier. Het gebruik van garages als garage lijkt mij toch bovenaan staan. (De heer VROEGE: In het geval de communicatie niet helemaal precies is gegaan zoals zou moeten, is dan een kleine coulance, dat mensen wat meer tijd krijgen om aan de nieuwe situatie te wennen, wat GroenLinks betreft bespreekbaar?) Zorgvuldigheid staat altijd voorop. Wat dat betreft ben ik benieuwd naar de antwoorden van de wethouder. Daar ga ik zo meteen goed naar luisteren. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Ik zal het kort houden. Als je een eigen garage hebt, dan krijg je geen vergunning voor op straat. Dat is op zich een logisch uitgangspunt voor nieuwe gevallen. Maar het gaat hier om bestaande situaties waar mensen al decennialang gewend zijn hun auto gewoon op straat te parkeren en zich daar dus ook op hebben ingesteld. Dat is volstrekt logisch. Vaak is in het verleden heel duidelijk gemaakt dat dat kon en er zijn verwachtingen gewekt. Er is een soort gewoonterecht ontstaan. Dus in dat geval vindt het CDA het niet meer dan redelijk en ook eerlijk en acceptabel om die mensen alsnog een straatvergunning te geven, ook al hebben ze een garage als die inmiddels duurzaam voor een ander doel wordt gebruikt. We hebben het hierover inderdaad eerder gehad in de TAR en toen heeft wethouder Litjens toegezegd dat mensen alsnog een vergunning kregen als er sprake was van een verbouwing en als dat nagelvast was. De vraag is dan wel wanneer iets nagelvast is. Ik weet niet precies wat dat inhoudt eigenlijk. Ik wil de vraag van de heer Boutkan onderschrijven. Geldt dat dan ten minste voor Amsterdam-Noord? Ik zou eigenlijk verder willen gaan. Ook mensen voor wie dat niet geldt en die hun garage gewoon op een andere manier in gebruik hebben — ik heb ook echt mensen gesproken voor wie dat echt niet anders kan. Aangezien er toch ruimte is in Noord en ook in de Prinses Irenebuurt is het toch wel heel erg wrang mensen te vragen zich in enorm ingewikkelde bochten te wringen. Voor sommige mensen kan dat niet eens meer en moeten ze misschien gaan verhuizen, terwijl er op straat gewoon ongelooflijk veel ruimte is. Dus ik zou zeggen: laten we kijken wat we hier kunnen betekenen voor mensen en laten we het ze niet onnodig moeilijk maken. Er is ruimte op straat. Dus gun die mensen nu gewoon een straatvergunning. Mocht die het niet halen, 54 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen dan heb ik een andere motie om dat dan in ieder geval wel te doen voor mensen die nu een garage hebben die te klein is voor hun huidige auto. Ik heb ook mensen gesproken die een gezinsauto hebben en die past gewoon niet in die garage of die is niet meer goed bereikbaar via de bestaande wegen doordat er een aanpassing is geweest. Volgens mij geldt dan ook gewoon dat onze eigen parkeerverordening dan nog steeds geldt. Die zegt dat je geen straatvergunning krijgt als je beschikt of kan beschikken over een stallingsplaats. Maar deze mensen kunnen al niet meer beschikken over een stallingsplaats. Dat geldt overigens ook als je die al hebt verkocht. Dan mijn laatste motie. Als die moties het niet halen, geef mensen dan ten minste anderhalf jaar de tijd zodat mensen zich in alle rust kunnen proberen aan te passen aan de nieuwe situatie. Nogmaals, het kan gewoon want die ruimte is er. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 45° Motie van de leden Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger inzake de Verordening parkeerbelasting 2018, Behoud parkeervergunning voor stallingplaatshouders bij invoering betaald parkeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 528) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -___bij de invoering van betaald parkeren in gebieden waar bewoners tot dusver op straat konden parkeren ook als zij beschikten over een stallingsplaats, deze bewoners alsnog een parkeervergunning te verstrekken, indien de stallingsplaats niet meer als zodanig te gebruiken is omdat deze is verbouwd dan wel duurzaam voor andere doeleinden wordt gebruikt, én de parkeerdruk in het gebied dit toelaat. 46° Motie van de leden Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger inzake de Verordening parkeerbelasting 2018, Overgangsperiode voor stallingsplaatshouders bij invoering betaald parkeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 530) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij de invoering van betaald parkeren in gebieden waar ook bewoners met een stallingsplaats tot dusver op straat konden parkeren, maar dat recht verliezen op grond van artikel 9 van de Parkeerverordening, daarbij een overgangsperiode te hanteren van anderhalf jaar. 47° Motie van de leden Boomsma, Van der Burg, Kreuger en Van Soest inzake de Verordening parkeerbelasting 2018, Vergunning voor mensen met te kleine of niet meer bereikbare garage (Gemeenteblad afd. 1, nr. 531) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij de invoering van betaald parkeren in gebieden waar ook bewoners met een stallingsplaats tot dusver op straat konden parkeren, maar dat recht verliezen op grond van artikel 9 van de Parkeerverordening en waar de garage te klein is voor hun auto dan wel niet goed meer bereikbaar, deze bewoners alsnog een parkeervergunning te verstrekken. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Burg. 55 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen De heer VAN DER BURG: Ik houd het kort, want ik kan natuurlijk een heel verhaal gaan houden over het kneiterlinkse beleid van mevrouw Dijksma op dit punt. Een beetje overdreven. Het is door het vorige college in gang gezet. Dus voor nu slechts de mogelijkheid om een motie in te dienen betreffende het doorgeven van kentekenwijzigingen waarmee we ons wat coulanter kunnen opstellen richting de mensen. Uiteraard onderteken ik de moties van de heer Boomsma mee, ten eerste omdat ik het er inhoudelijk mee eens ben en ten tweede om de bewoners van de Prinses Irenebuurt te laten zien dat ik wel meeval. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 48° Motie van het lid Van der Burg inzake het van tevoren doorgeven van een (tijdelijke) kentekenwijziging (Gemeenteblad afd. 1, nr. 532) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bewoners zowel online als bij het stadsloket de optie te geven hun kentekenwijziging ook op een later moment (op een door hen aangegeven datum en tijdstip) in te laten gaan. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder DIJKSMA: Het parkeerbeleid. Daar zullen we ongetwijfeld gelet op het coalitieakkoord nog veel met elkaar van gedachten over wisselen. Ik heb mij in de afgelopen week natuurlijk nader verdiept in Amsterdam. Een van de mooiste dingen van Amsterdam is misschien wel de wapenspreuk. Die zegt heldhaftig, vastberaden en barmhartig. Dat kun je natuurlijk op veel onderwerpen van toepassing verklaren. Ik vind het een prachtig motto, maar ik zou het ook willen hanteren als uitgangspunt voor het parkeerbeleid. Heldhaftig, want er moeten dingen veranderen. Dat betekent dus dat je ook met gedurfde voorstellen moet komen en volgens mij, ik zeg het de heer Van der Burg na, is het vorige college daarmee al begonnen. Vastberaden, dat zou ik ook tegen de heer Van der Burg willen zeggen. Dat betekent dat je niet meteen op het moment dat er hier en daar kritiek komt, je plannen wijzigt. Barmhartig is altijd belangrijk omdat je coulance moet hebben voor die mensen die nu eenmaal in een bepaalde situatie te maken krijgen met een aantal zaken dat ze niet hadden kunnen voorzien en dat natuurlijk toch wel een grote impact kan hebben op hun leven. Dat is dus mijn algemene uitgangspunt. Dan nu de situatie in Noord. Daarover vallen verschillende dingen te zeggen. Allereerst is dit door uw gemeenteraad zelf voorgesteld. In meerderheid is dit aangenomen en feitelijk doet het college wat u zelf heeft gevraagd. Het tweede is, en de heer Vroege suggereerde een gebrekkige communicatie vanuit de overheden richting burgers en dat ben ik even nagegaan. Dat valt nog wel te betwisten. Allereerst is het zo dat het parkeerbeleid in overleg met bewoners en bedrijven en ook door stadsdeel Noord is vormgegeven. Er zijn vorig jaar al, zo heb ik begrepen, diverse bijeenkomsten geweest met ook bewoners. Het is van het begin af aan helder geweest dat het op het moment dat je een garage hebt, een effect heeft op het aantal vergunningen dat je kunt krijgen voor op straat. Ik hecht eraan te zeggen dat het in Noord zo is dat het niet om één vergunning per huishouden gaat, maar om twee. Mijnheer Boomsma, ik zou willen zeggen, je moet dan 56 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen wel twee veel te grote gezinsauto's hebben die niet meer in je garage passen wil je echt in de problemen komen. Ik weet niet of dat permanent aan de orde is, maar dat is toch wel iets om rekening mee te houden. Dan de coulance. Daar heeft mijn voorganger, wethouder Litjens, naar aanleiding van opmerkingen van bewoners die speelden in de Prinses lrenebuurt, volgens mij een heel redelijk voorstel gedaan. Een voorstel dat mede op basis van het advies van uw ombudsman tot stand is gekomen. Dat is het volgende voorstel. Het werd al even gememoreerd. Op het moment dat er bij bewoners sprake is van een garage die naar aard nagelvast verbouwd is, bijvoorbeeld omdat mensen daarvan een kinderslaapkamer hebben gemaakt of omdat ze er een bedrijf aan huis van hebben gemaakt, dan is dat uiteraard een reden voor coulance. Dat betekent dat in zo'n geval je je recht op twee vergunningen behoudt en dat die garage niet wordt afgetrokken van het maximale aantal vergunningen. Dus ik zou toch willen betogen dat we met inachtneming van die coulanceregeling die niet alleen voor de Prinses lrenebuurt geldt, maar ook voor die gebieden in Noord waarover we het nu hebben, volgens mij het maximale doen om mensen tegemoet te komen. Dan zou ik u daarnaast willen voorstellen, want dit is eigenlijk een beetje staand beleid, maar niet gecodificeerd zou je kunnen zeggen, het is niet opgenomen in de regelgeving, om dat wel te gaan doen. Dat zou betekenen dat deze bestaande coulanceregeling ook wordt opgenomen in de verordening. Ik heb begrepen dat er altijd aan het eind van het jaar in uw raad nieuwe voorstellen voorliggen. Ik zou dat beruchte artikel 9 dat net even werd genoemd, willen gebruiken om dit daaraan toe te voegen. Dan kunt u daarover met elkaar en met mij spreken. Dus ik ben zeer bereid om die coulance toe te passen, maar wel daar waar het echt nodig is. (De heer VROEGE: De wethouder zei dat we een aantal dingen konden betwisten, dus dat gaan we dan ook maar doen. Ik heb veel bewoners gesproken. Ik heb er tientallen mails over gehad. Ik ben ook twee keer ter plaatse geweest. Bewoners bezweren mij dat het bewoners met een losse garage nooit duidelijk was dat deze garage zou betekenen dat ze een parkeervergunning minder zouden krijgen. Als je een auto hebt, dan krijg je maar een vergunning en heb je dan een garage, dan krijg je nul vergunningen. De impact van geen vergunning is dan groot. Bewoners beweren dat dit pas in de brief van 29 maart voor het eerst duidelijk is geworden. U beweert nu dat het wel goed is gecommuniceerd en mijn vraag is dan: kunt u staven dat het wel goed gecommuniceerd is? Dan ga ik de mails van de bewoners tevoorschijn halen en navragen hoe het kan dat zij iets anders beweren.) Ik moet het doen met de informatie die ik daarover heb. De informatie die ik daarover heb, zegt twee dingen, namelijk dat er bewonersbijeenkomsten zijn georganiseerd al medio 2017 omdat het stadsdeel in samenspraak met bewoners en met bedrijven dit beleid wilde vormgeven. Daar is dat gezegd. En uiteraard is het vervolgens formeel zo, als er dan een brief op de deurmat belandt, dat dat dan in dit voorjaar is. Dat betekent dus niet dat er vanuit de instanties niet gecommuniceerd zou zijn. Dat wordt nu een beetje door u gesuggereerd. Althans, zo zie ik het.) (De heer VROEGE: Er was breed draagvlak onder de bewoners voor het nieuwe parkeerbeleid. Het is vrij uniek in Amsterdam dat mensen zeggen: doe maar betaald parkeren — dankzij de brede inzet van het stadsdeel. Dat kwam mede doordat heel veel bewoners dachten: voor mij persoonlijk verandert er niets. Ik krijg een vergunning voor mijn ene auto als ik die heb of voor mijn twee auto’s. Als ze hadden geweten dat het wel impact had voor hun autobezit, niet meer kunnen parkeren op straat maar 57 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Veroastrdatum 6 juni 2018 Gemeenteraad Raadsnotulen verplicht in de eigen garage die nu voor andere doeleinden wordt gebruikt, dan waren ze massaal in opstand gekomen. Dan waren ze massaal komen inspreken en dan hadden ze gezegd dat ze het er niet mee eens waren. Dat is niet gebeurd en dat is voor mij ook een teken dat ze ervan uitgingen dat er voor hen persoonlijk niets zou veranderen. Kunt u die redenering volgen, wethouder?) Volgens mij is het in uw raad sowieso al bekend dat op het moment dat betaald parkeren wordt ingevoerd, het hebben van een stallingsmogelijkheid per definitie betekent dat dit een aftrek van je vergunning zou kunnen betekenen. Dus in ieder geval kunt u niet verbaasd zijn, zou ik maar willen zeggen, over het feit dat dat het beleid is. Dat heeft u immers zelf door de loop der tijd heen met elkaar afgesproken. Het is dus ook niet zo dat daarop dan nu opeens een uitzondering geldt. Wel is het zo, en dat vind ik heel terecht, als sommige mensen al jaren geleden die garage een andere bestemming hebben gegeven. Het feit dat er echt een andere bestemming op zit, is uiteraard een reden voor coulance. Dat heeft mijn voorganger ook bij de Prinses Irenebuurt al in uw raad betoogd en ook dat kan dus geen verrassing zijn dat dit het beleid is. Tel daarbij op het feit dat er bijeenkomsten zijn georganiseerd en dat er inspraak is georganiseerd. Dan zeg ik heel eerlijk dat het mij verbaast dat er mensen zijn die zeggen dat ze het niet wisten. Dit is de informatie die ik heb. Ik doe het hier nu mee. Ik ben het zeer met u eens dat er coulance moet zijn daar waar mensen ook niet hun garage kunnen opruimen. Dat zou kunnen. Maar als je op dit moment daarin gaat schuiven, dan voorspel ik u een ding: dan gaat dat een drastische betekenis hebben voor het parkeerbeleid van de toekomst. Het zal voor handhavers echt heel ingewikkeld zijn als het om tijdelijk bezetting van garages gaat met spullen die er ook uit kunnen, om te bepalen wat dan wel of niet nog in aanmerking moet komen voor een coulanceregeling. Als bestuurder zeg ik u dat je dan je diensten voor een onmogelijke taak stelt. Ik kan me echt voorstellen dat mijn voorganger, wethouder Litjens, die heel verstandig was, om die reden heeft bepleit dat het alleen maar aan de orde is als mensen daadwerkelijk een verbouwing niet ongedaan kunnen maken omdat het een echte verbouwing betreft. (De heer KREUGER: Het wordt nu een beetje welles-nietes. Ik heb zelf bewoners gesproken uit die buurt en ze geven zelf ook aan dat hen was beloofd dat het geen effect zou hebben op hun eigen parkeergelegenheid. Ze zouden uiteraard niet instemmen met betaald parkeren als ze weten dat ze dan hun plek kwijt zijn. Dat wil ik wel even meegeven.) Ik weet het goed gemaakt met u, want ik heb er weinig behoefte aan in een welles-nietes terecht te komen. Dat lijkt me eerlijk gezegd niet zinvol. Dus wat ik uw raad kan toezeggen, is dat ik gewoon even op een rij laat zetten op welke momenten er wat precies is gecommuniceerd. Dan kunt u dat met mij nazien. (De heer VAN DER BURG: Het is maar goed om mevrouw Dijksma te citeren, dat die grote blonde Twent nu niet op de tribune zit. Dan kan ik in ieder geval mijn liefde voor mevrouw Dijksma wat openlijker uiten. Ik word erg blij van de manier waarop zij hier de raad tegemoet treedt. Ik ga ook grotendeels mee in uw verhaal. Alleen als u zegt dat we het de handhavers lastiger maken, dan denk ik: die klopt niet. Want als je kijkt naar de motie die door het GDA is ingediend, dan wordt er gezegd: doe uitstel van dit verhaal. Dat betekent dus concreet dat mensen gedurende de komende anderhalf jaar nog gewoon twee vergunningen hebben en dat maakt het voor de handhavers op straat vrij overzichtelijk.) Maar dan brengt u mij in een lastig pakket. Ik bedoel, ik zit hier nog maar net vier dagen, maar hiervoor, door het vorige college, is natuurlijk samen met het stadsdeel 58 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen toegewerkt naar een start per 1 juli aanstaande. Dat heeft men niet zomaar voor niets gedaan. Op het moment dat ik nu de hele invoering terughaal, iets wat al helemaal in de steigers staat — want dat hoor ik u nu bepleiten en ik ben uiteraard gevoelig voor alle liefde waarmee ik u dit hoor bepleiten, maar niet gevoelig genoeg — dan wil ik betogen dat datgene wat voorligt, echt redelijk is en ook echt rekening houdt met die bewoners die in zulke omstandigheden zitten, net als in de Prinses Irenebuurt, waarbij die coulance ook betracht moet worden. En als dat in de vorige periode goed genoeg was, zeg ik tegen de heer Van der Burg: dan moet dat ook in deze periode goed genoeg zijn. Op het punt van de communicatie begrijp ik dat er zelfs een enquête onder de bewoners is geweest vorig jaar waarbij dit wel degelijk onderdeel is geweest van de informatie die via de enquête kwam. Dus ook dat staat dan gewoon op schrift. Maar ik zorg ervoor dat u dat allemaal krijgt. Dan kunt u ook antwoorden op de vragen van bewoners die zeggen dat ze het niet hebben gezien. Dat begrijp ik heel goed. De VOORZITTER: Er komt dus een brief van de wethouder richting raad. Ik zie de heer Boomsma bij de interruptiemicrofoon, maar u heeft geen spreektijd meer. Ik geef u één minuut. (De heer BOOMSMA: Dank voor die toezegging. Ik neem aan dat dat dan ook geldt voor de Prinses Irenebuurt en niet alleen voor Noord? Ik heb daar ook wel degelijk allerlei mensen gesproken die zeiden niet goed geïnformeerd te zijn en dat er veel was misgegaan. Daarnaast zegt u dat u niet een besluit dat het vorige college heeft genomen, volledig kunt terugdraaien. Het gaat er niet om het terug te draaien. Betaald parkeren wordt gewoon ingevoerd. Maar de mensen die daar wonen, krijgen dan anderhalf jaar uitstel. Nogmaals, die ruimte is er. Het betaald parkeren gaat gewoon door. Daarom gaat het. Het enige is dat mensen iets meer tijd krijgen om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Dat is toch heel redelijk?) Volgens mij zijn rondom de Prinses Irenebuurt ook bezwaren geweest en daaraan is via deze coulanceregeling tegemoetgekomen. Op dit moment lopen alle procedures al voor de rest van Noord en we proberen die allemaal te hebben afgehandeld voordat de regeling op 1 juli in werking treedt. Er wordt als het ware met de coulanceregeling in de hand vooruit gewerkt. Het punt is nu eenmaal dat door mensen meer tijd te geven, de regeling feitelijk niet verandert. Dat moet u zich goed realiseren. Over anderhalf jaar krijgt u gewoon dezelfde discussie. U moet op een gegeven moment gewoon kiezen. Wilt u nu betaald parkeren invoeren met de consequenties die dat ook heeft voor het vergunningenstelsel of niet? Al deze problematiek blijft voor een deel terugkomen. Ik ben het met u eens dat het voor sommige groepen mensen moet leiden tot coulance. Dat is al gebeurd en dat ga ik ook in de regelgeving nu een vaste plek geven omdat ik dat heel verstandig vind. (De VOORZITTER: Ik zie nu twee fracties staan die altijd erg van de verantwoordelijkheid zijn. Eigen verantwoordelijkheid is ook weten waar je aan toe bent. Met budget moet je zorgen dat je aan het einde van de maand nog voldoende over hebt. Dat geldt voor spreektijd eigenlijk net zo zeer. Dus ik zou u deze interruptie niet willen geven. U bent er echt doorheen. Volgens mij zijn veel standpunten wel voor een groot deel uitgewisseld en u kunt er de volgende keer misschien rekening mee houden. Ik zou wethouder Dijksma wilen vragen haar betoog te vervolgen.) 59 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Ik ben in de afrondende fase. Ik heb u dus een brief toegezegd. Ik zal die spoedig bij uw raad laten bezorgen. Dan rest eigenlijk een oordeel over de moties. Allereerst motie nr. 527. Dat is een motie die ik moet ontraden, omdat alleen al in het verzoek een aantal zaken staat dat gewoon in strijd is met datgene wat de raad zelf eerder in meerderheid heeft uitgesproken. Nu kan de raad natuurlijk altijd vandaag bedenken dat het anders moet en dat wil mevrouw cum suis misschien ook wel, maar u zult van mij begrijpen dat ik me gebonden voel aan datgene wat u in meerderheid eerder met elkaar heeft afgesproken. (Mevrouw VAN SOEST: Ik heb nog een vraag aan mevrouw Dijksma, want hoe gaat u om met de willekeur die gaat ontstaan?) Wat ik kan doen, is nu ik u toch een brief ga sturen, deze kwestie eens opvragen. Hoe zit dat precies? Dan zal ik daarop antwoord geven. U overvraagt mij nu. Ik weet niet of er sprake is van willekeur. Ik ga ervan uit van niet, maar ik kan wel deze casus er even bij pakken en dan de informatie aan uw raad geven. Dus dat wil ik doen. Desalniettemin blijf ik de motie ontraden, ik kan er ook niets aan doen. Dan motie nr. 532 van de heer Van der Burg. Ik moet even vragen aan de heer Van der Burg voor welk probleem dit nu precies een oplossing is. Dat bedoel ik niet vervelend, maar ik wil heel graag een nadere toelichting op wat hier wordt bedoeld. In hoeverre gaat het betekenen dat de handhavers hierdoor in de problemen komen of niet? (De VOORZITTER: Het is een vorm van uitlokking. Als de heer Van der Burg dit nu heel kort zou willen toelichten via een hele korte interruptie?) (De heer VAN DER BURG: Als je je kenteken wilt wijzigen, dan moet je dat doen en dan gaat dat meteen vandaag, hier en nu, in. Vervolgens zijn er mensen die zeggen: Dat red ik vandaag niet. Ik ben er niet. Ik kan dat nu niet. Kan ik het niet over vijf dagen laten ingaan. Ik krijg over vijf dagen namelijk een nieuwe auto of ik krijg over vijf dagen tijdelijk een andere auto. Kan ik niet mijn vergunning over vijf dagen omzetten zodat ik wel de garage in kan? Dat kan nu niet en daarvoor biedt dit voorstel de mogelijkheid dat mensen kunnen zeggen: Over vijf dagen verandert mijn kenteken. En zo kan ik er nog steeds in als ik over vijf dagen bij de garage kom.) Ik weet niet of dat kan, maar zou de heer Van der Burg bereid zijn de motie aan te houden zodat ik gewoon kan uitzoeken wat hier technisch wel of niet mogelijk is? (De heer VAN DER BURG: Dan trek ik de motie in want deze toezegging lijkt mij ruim voldoende.) De motie-Van der Burg (Gemeenteblad afd. 1, nr. 532) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. Dan ga ik verder met de motie van de heer Boomsma cum suis, nr. 528. Ik heb een probleem met het dictum. Daar staat ‘omdat deze is verbouwd’. Punt. Dan wel duurzaam voor andere doeleinden wordt gebruikt, dat is multi-interpretabel. Wethouder Litjens heeft het steeds gehad over aard- en nagelvast. U zei in het debat net dat u geen idee had wat dat betekende. Ik zou willen zeggen dat dat in gewonemensentaal betekent dat het onomkeerbare veranderingen zijn die je er niet zomaar uit kunt halen. Dan moet je bijvoorbeeld gaan slopen en grote kosten maken. Op het moment dat je de interpretatie gewoon breder maakt — en dat doet u hier eigenlijk stiekem op een charmante, maar toch wel indringende wijze — dan brengt u mij in de problemen. Dus als u in staat zou zijn een punt te zetten achter het woord ‘verbouwd’, dan kan ik de motie gewoon accepteren. Dan is het volgens mij bestaand beleid. Dan is het een onderbouwing van de 60 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen coulanceregeling. Maar op het moment dat die breder wordt, dan kom ik in de problemen, ook met de bewoners die in de Prinses Irenebuurt al met de huidige regeling te maken hebben gehad. Het is een suggestie. Dus ofwel in deze vorm ontraden dan wel een mild oordeel bij aanpassing. Dan kom ik bij de motie nr. 530. Dat is ook een motie van de heer Boomsma. Ik heb net al gezegd dat ik die overgangsperiode niet zie zitten, ook niet omdat er kennelijk toch een samenhang is met bijvoorbeeld de invoering van betaald parkeren in Noord en de introductiedatum van de Noord/Zuidlijn. Het is een verordening. Dat zit allemaal heel precies in elkaar. Als ik daaraan nu opeens ga sleutelen, dan gaat als het ware het hele voorstel op de zeephelling. Dat is in ieder geval niet mijn bedoeling. Om die reden moet ik de motie ontraden. Dan kom ik last but not least bij motie nr. 531 van de heer Boomsma cum suis. Ook dat is een interpretatie van de coulanceregeling die ik ingewikkeld vind. Het woord bereikbaar zijn, wat betekent dat dan precies? Ik neem aan als je erin kunt, dat die met de auto bereikbaar is. Ik vind dat ingewikkeld. Ik kan me voorstellen dat er in heel individuele gevallen altijd mogelijkheden zijn om daar gewoon wel naar te kijken. Als je dat als vast uitgangspunt neemt, dan ga je hier een enorme brede interpretatie hanteren van wat allemaal coulance is. Op een gegeven moment wordt de zaak daarmee ook in juridisch opzicht steeds ingewikkelder. Dat moet u zich realiseren. Het blijf zo dat mensen ook twee vergunningen kunnen krijgen als ze meerdere auto’s hebben. Dat is goed om te weten. (De heer BOOMSMA: Wat betreft motie 528 neem ik de suggestie van de wethouder over. Als ik dat hier even mondeling mag toelichten, dan eindigt de zin “… indien de stallingsplaats niet meer als zodanig te gebruiken is omdat deze is verbouwd” met een punt en niet met “dan wel duurzaam voor andere doeleinden wordt gebruikt”. Dat was wel onze intentie, maar als de motie hiermee wel een positief preadvies krijgt, dan pas ik de motie aan. En wat betreft motie nr. 531 is het zo dat garages te klein, te smal of niet goed bereikbaar meer zijn. Ik heb daarvan een aantal gevallen gezien. Als de wethouder nu de toezegging doet te gaan onderzoeken of dat in sommige gevallen speelt, dan kan ik die intrekken. Wethouder DIJKSMA: Eerst even een reactie op de eerste. Mijn interpretatie van de aangepaste motie is dat die verbouwing dan heeft plaatsgevonden voordat men wist dat we dit parkeerbeleid gingen uitvoeren. Anders is het een uitnodiging en gaan mensen een verbouwing doen, want dan hebben ze een extra plek. Dat lijkt mij eerlijk gezegd een goede interpretatie en dan wil ik graag positief preadviseren. Op uw tweede vraag zeg ik: dat wordt onderzocht. Dat gaan we onderzoeken, maar ik zou uw motie willen ontraden. We gaan er geen regel van maken. (De heer BOOMSMA: Dan is motie nr. 531 ingetrokken.) De motie-Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 528) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Boomsma, Van der Burg, Kreuger, Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 531) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 61 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen 49° Motie van de leden Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger inzake de Verordening parkeerbelasting 2018, Behoud parkeervergunning voor stallingplaatshouders bij invoering betaald parkeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 529) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij de invoering van betaald parkeren in gebieden waar bewoners tot dusver op straat konden parkeren ook als zij beschikten over een stallingsplaats, deze bewoners alsnog een parkeervergunning te verstrekken, indien de stallingsplaats niet meer als zodanig te gebruiken is omdat deze is verbouwd. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Ik denk dat er geen behoefte is aan een tweede termijn. Dan gaan we stemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting voor een stemverklaring. De heer ERNSTING (stemverklaring): Groenlinks zal tegen deze moties stemmen. Ze zijn toch wat te algemeen opgesteld. Het blijft een feit dat je welbewust ervoor hebt gekozen een andere functie in de garage uit te oefenen en daarmee wentel je je parkeerbehoefte op de straat af. Of er nu wel of niet betaald parkeren was, dat maakt niet zoveel uit. Ik zou de wethouder willen oproepen dit aspect mee te nemen in de uitwerking van die coulanceregeling. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege voor een stemverklaring. De heer VROEGE (stemverklaring): Met de toezegging van de brief kunnen wij instemmen met de voordracht. Als de brief andere informatie bevat dan de wethouder nu weet, dan gaan we daarover uiteraard stevig verder praten. En gezien de aanpassing zullen wij motie nr. 529 steunen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan voor een stemverklaring. De heer BOUTKAN (stemverklaring): Wij zullen de aangepaste motie nr. 529 ook steunen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti. De heer TAIMOUNTI: Er was een voorstel dat we eerst een stemming over de moties zouden doen en daarna over de verordening. De VOORZITTER: Dat is niet de orde van de vergadering. De heer TAIMOUNTI: Oké, dan wil ik een stemverklaring geven over de verordening. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti voor een stemverklaring. 62 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen De heer TAIMOUNTI (stemverklaring): Wij zullen tegen de verordening stemmen omdat wij vinden dat er in Amsterdam stadsbreed een oneerlijk parkeerbeleid is. Wij zien dat in deze verordening zelfs het bezoekerstarief van € 0,65 naar € 1,50 gaat en dat is wat ons betreft niet eerlijk ten opzichte van andere gebieden waar je 60 uur parkeren hebt. Wij zullen dus tegenstemmen. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467) is aangenomen met de stemmen van DENK, Forum voor Democratie en de Partij van de Ouderen tegen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 527). De motie-Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 527} wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 527) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie en de Partij van de Ouderen voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 529). De motie-Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 529) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 529) is aangenomen met de stemmen van het CDA, de VVD, Partij van de Ouderen, Forum voor Democratie, D66, ChristenUnie, SP, PvdA en DENK voor. Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 530). De motie-Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 530) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 530) is verworpen met de stemmen van het CDA, de VVD, Partij van de Ouderen, Forum voor Democratie en DENK voor. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 467 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 63 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen 18 Beschikbaar stellen van een krediet voor vervanging van het gemeentelijk wagenpark 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 432) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen. De heer GROEN: Er wordt ons vandaag gevraagd in te stemmen met het verschaffen van een krediet van een slordige 28 miljoen euro voor de vervanging van ons wagenpark, specifiek schoonmaakwagens en vuilniswagens. De wenkbrauwen van de GroenLinks-fractie, en dat hebben we ook al eerder in de commissie tot twee keer toe gezegd, gingen wel fronsen toen bleek dat we vooral dieselwagens gaan aanschaffen. Als de gemeente Amsterdam de doelstelling heeft in 2025 emissievrij te zijn en daarnaast ook nog eens zo snel mogelijk de COv-reductie te bewerkstelligen, is dat wel een zeer merkwaardige keuze. Wij hebben inmiddels begrepen dat dat mede is omdat we al twee jaar lang niet onze vuilniswagens vervangen in afwachting van beleid op een duurzaam wagenpark en dat het nu echt nodig is omdat er wagens uitvallen en we andere wagens inhuren die veel duurder en ook veel vervuilender zijn. De GroenLinks-fractie zal voor het krediet stemmen en zeggen: laten we inderdaad onze vuilniswagens maar gaan vervangen. Wij hebben daarbij echter wel een motie. Eerder heeft de wethouder verteld dat we dat op de meest duurzame manier doen, maar wij denken van niet. De motie zal de volgende punten behelzen. Wij denken dat we van deze situatie moeten leren dat we heel snel een strategie nodig hebben voor het energievrij maken van ons wagenpark zodat we niet meer dit soort rare noodsprongen hoeven doen. We roepen het college op om ten minste voor het verlenen van het volgende krediet of volgende besluit over het vervangen van vuilniswagens een strategie te hebben voor de verduurzaming van ons wagenpark. Verder blijkt er in de contractuele sfeer nog wel het een en ander mogelijk om schonere wagens aan te schaffen en we roepen het college op te onderzoeken hoe we daarvan maximaal gebruik kunnen maken. Voorts wordt nu in het besluit omdat we 2 jaar achter zouden lopen, voorgesteld nu in een keer alle achterstand die we hebben opgelopen bij het vervangen van wagens, nu in te halen en bijvoorbeeld 41 vuilniswagens aan te schaffen. Volgens ons is dat helemaal niet nodig. We kunnen dat ook wat temporiseren. Door nu alleen te besluiten die wagens te vervangen door dieselwagens die we echt, écht nodig hebben, kopen we tijd om later duurzamer alternatieven in te kopen. Ten slotte willen we nog voorstellen dat we waar dat kan — en we vragen de wethouder dat te onderzoeken — vrachtwagens aan te schaffen die op biogas rijden. Dat is gas opgewekt uit rioolslib. Dat is veel duurzamer dan diesel, het is zelfs duurzamer dan biodiesel. Dus wij vinden dat we dat moeten doen en we vragen de wethouder te onderzoeken of dat kan. Dan dien ik hierbij die motie in. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 50° Motie van het lid Groen inzake duurzame vuilniswagens (Gemeenteblad afd. 1, nr. 533) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -___voor het verstrekken van een volgend krediet, dan wel vóór de begroting een strategie aan de raad voor te leggen voor de verduurzaming van het wagenpark, én voortaan met enige regelmaat de raad te informeren over de voortgang van de verduurzaming; 64 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen - de vervanging van de wagens te temporiseren, dus nu alleen de wagens kopen die echt op korte termijn vervangen moeten worden; -_ te onderzoeken of de manier waarop de gemeente de (raam)contracten voor deze wagens opstelt de volgende keer zo kunnen doen dat die contracten géén obstakel vormen bij verdere verduurzaming; - te onderzoeken of de aparte contracten voor het chassis, de opbouw, etc. kansen bieden eerder te verduurzamen; - te onderzoeken of en voor welk deel van het wagenpark het mogelijk is te kiezen voor wagens op biogas. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie. Wethouder GROOT WASSINK: Ik zal het kort houden met het oog op de tijd en de temperatuur. De heer Groen heeft natuurlijk gewoon gelijk. Wij willen inderdaad een uitstootneutraal wagenpark, maar dat is echt nog wel een klus. In tegenstelling tot wat de heer Groen zegt, heeft dat ook gewoon te maken met de snelheid waarmee je dat zou kunnen doen. Als het gaat om gewoon de levering van dit soort grote wagens, dan kan dat niet altijd zoals de heer Groen dat misschien in zijn ideale wereld zou wensen. Dat is teleurstellend. Dat deel ik met hem. Maar dat is wel de realiteit waarmee we te werken hebben. Ik zal voorts alleen reageren op de dicta in de motie. U verzoekt het college om voor het volgend krediet een strategie aan te leveren. Ik kan u toezeggen dat in het najaar van 2018 een voorstel naar de raad komt. Vanzelfsprekend kijken wij kritisch naar die vervanging. Kijkend naar het tweede bullet dan is dat ook iets wat we altijd doen, maar we moeten wel steeds kijken naar continuïteit en we moeten ook kijken of de markt het wel aankan. U vraagt ons te onderzoeken of we de manier waarop de gemeente de raamcontracten voor deze wagens opstelt, zo kunnen doen dat die contracten geen obstakel vormen bij verdere verduurzaming. Dat spreekt nogal voor zich zou ik bijna willen zeggen. Wij doen daarin ons uiterste best. Het laatste punt, daar verzoekt u om een onderzoek met betrekking tot biogas. Wij zullen dit onderzoek voor u uitvoeren. (De heer GROEN: De wethouder roept dat allerlei dingen voor zich spreken. Op zich zou ik daar blij mee moeten zijn — of dat het vanaf nu voor zich spreekt. Bij eerdere beraadslaging bleek al dit soort dingen nog wel degelijk een obstakel voor een echt duurzame manier. Ik duid dit maar als een intentieverklaring dat het vanaf nu voor zich spreekt om het op deze manier te doen en dat de wethouder daarmee mijn motie positief preadviseert.) Nu maakt de heer Groen zich er toch een beetje te gemakkelijk vanaf. Er zijn natuurlijk wel degelijk obstakels. Er zijn obstakels in de markt, maar er zijn bijvoorbeeld ook gewoon obstakels in voertuigen die kunnen worden aangeleverd. Ik heb eerder met u van gedachten gewisseld juist over voertuigen met biogas die gewoon niet altijd de optimale oplossing zijn als je kijkt naar hoe Amsterdam is vormgegeven. Ze hebben immers vrij veel ruimte nodig om dat gas op te slaan, wat bijvoorbeeld met zich mee zou kunnen brengen dat je daardoor meer rijbewegingen zou hebben. Er zijn dus wel degelijk obstakels. Dat erken ik. Maar dit college onderschrijft natuurlijk zoals u weet en volgens mij ook de meerderheid van deze raad, het eerder gestelde doel en heeft de grote ambitie om juist dit wagenpark te verduurzamen. Dat lukt misschien niet met de snelheid die u zou 65 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen wensen. Morgen lukt niet. Wij beschouwen de motie die thans voorligt als een aansporing voor dat beleid. Ik heb u van alles toegezegd. Ik zou de motie overbodig kunnen verklaren. Dat doe ik niet. Ik geef u een positief preadvies en ik hoop dus dat de motie wordt aangenomen. (De heer GROEN: Even voor de goede orde. In een eerder debat heb ik bijvoorbeeld gevraagd waarom we nu toch niet wat sneller of andere types elektrische vrachtwagens kopen en toen was een van de antwoorden daarop dat dit kwam omdat we raamcontracten hebben waarin we vast zitten aan een bepaalde wijze van vervanging. Dus een van de bullets is ook te kijken of we bij toekomstige raamcontracten het zo kunnen doen dat we dat niet doen. Er zit wel degelijk een verandering in. Bent u dat met me eens?) Mwa. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Wat we straks in stemming brengen is natuurlijk eerst de voordracht voor het beschikbaar stellen van het krediet en vervolgens de motie. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Guldemond voor een stemverklaring. De heer GULDEMOND (stemverklaring): Wij steunen natuurlijk van harte het idee om ons wagenpark uitstootvrij te maken en de woorden van de wethouder dat hij zich rekenschap wil geven van wat de markt aankan en dat wij ook rekening moeten houden met de markt, die stellen ons extra gerust om voor deze motie te stemmen. De VOORZITTER: Heeft iedereen de motie voor zich? Dat is nog niet het geval. Ik stel voor dat we twee minuten schorsen. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 432). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 432) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 432) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Groen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 533). De motie-Groen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 533} wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Groen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 533) met algemene stemmen is aangenomen. 66 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Veroastrdatum 6 juni 2018 Gemeenteraad Raadsnotulen De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 432 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 18A Kennisnemen van de stand van zaken met betrekking tot dierenwelzijn in de Hollandsche Manege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 509) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bakker. Mevrouw A.L. BAKKER: Ik heb dit punt geagendeerd omdat uit onderzoek van Dier&Recht bleek dat het dierenwelzijn op maneges onvoldoende bleek te zijn en specifiek de Hollandsche Manege kwam echt niet goed uit de verf. Ze hebben nog steeds stands, dat zijn zeer kleine stallen zonder bewegingsvrijheid voor de paarden. Ook wordt er nog onvoldoende weidegang gerealiseerd. Sinds 2011 hebben we nu een systeem en dat is een zelfregulerend systeem en sinds die tijd is er nog steeds geen verbetering op het gebied van dierenwelzijn. Er is ook geen onafhankelijk toezicht dus de branche bepaalt zelf alle spelregels. In 2014 en 2015 zijn duidelijke afspraken gemaakt. We hebben er als Partij voor de Dieren ook herhaaldelijk naar gevraagd, maar er is niets van terechtgekomen. We hebben de wethouder opgedragen in gesprek te treden, maar jaar in jaar uit zijn we door de manege-eigenaren aan het lijntje gehouden. De gemeente Amsterdam is op dit moment eigenaar van het pand en wij willen dat het gewoon wordt geregeld dat de paarden op de Overtoom niet meer in zo’n volstrekt ongeschikt onderkomen staan, maar dat we echt stappen maken om het welzijn te verbeteren. Op deze manier paarden onderbrengen in Amsterdam dat kunnen wij gewoon niet accepteren. Nu wil de gemeente het pand van de hand doen en wordt er gesproken over verkoop. Ik dien daarom een motie in om bij de verkoop afspraken te maken om dierenwelzijnseisen te waarborgen. Los van die motie zou ik de wethouder graag willen vragen, mocht de verkoop niet doorgaan, of hij ons daarvan dan op de hoogte kan stellen zodat wij als blijvende eigenaren vervolgens wel voorwaarden kunnen stellen. Mijn tweede motie gaat over de lange toekomst. We hebben als gemeente te maken met dit disfunctionele zelfreguleringssysteem en je zou het niet verwachten, maar wij hebben zeker zestien maneges op Amsterdams grondgebied. Dan heb ik nog niet eens de kinderboerderijen meegeteld waar ook vaak paarden worden gehouden. Er is echt behoefte aan wettelijke richtlijnen. De wethouder heeft zelf ook zijn twijfel geuit in de commissie twee weken geleden. Daartoe dienen we dan ook een motie in die mede- ondertekend is door acht andere partijen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 51° Motie van het lid A.L. Bakker inzake Dierenwelzijn Hollandsche Manege (voorwaarden paardenwelzijn bij verkoop pand) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 534) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij de verkoop van het monumentale pand Vondelstraat 140 met de koper afspraken te maken over de waarborging van paardenwelzijnseisen volgens de richtlijn en van het voorgestelde Paardenbesluit van de dierenbescherming uit 2011. 67 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen 52° Motie van de leden A.L. Bakker, De Heer, Simons, Van Soest, Yilmaz, Nadif, Ceder, Van der Burg en El Ksaihi inzake Dierenwelzijn Hollandsche Manege (lobby om paardenwetgeving bij het Rijk) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 535) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - aan de hand van het onderzoek van Dier&Recht namens Amsterdam bij het Rijk aan te dringen op wettelijke richtlijnen voor paardenwelzijn op maneges. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder IVENS: Mevrouw Bakker en ik zijn het met elkaar eens dat het hoog tijd wordt om op een goede manier met dieren in Amsterdam om te gaan, waaronder ook met de paarden. Dat moet echt op een goede manier gebeuren. Bij de Hollandsche Manege worden nu afspraken gemaakt en daar zijn wel richtlijnen voor, maar u zei het zo lief, zelfregulering, daarbij heb ik mijn twijfel geuit. Ik dacht dat ik wel iets helderder was in de commissie. Ik geloof ook niet zo in die zelfregulering. Dus laten we daarin helder zijn: daarin zitten we op een lijn. Uw twee moties. De eerste motie nr. 534, daarin beschrijft u dat u wilt dat we bij de verkoop voorwaarden stellen. Ik heb twee redenen waarom ik wat moeite heb met deze motie. De ene reden is een juridische reden. Het is juridisch niet mogelijk om via een huurovereenkomst onderwerpen zoals dierenwelzijn te handhaven casu quo af te dwingen. Dus dit is niet het middel om het te doen via deze huurovereenkomst die er is met deze eigenaar die er nog tot 2023 zit. De tweede reden, en dat is misschien nog wel de gemakkelijkste reden en die kan de interruptie denk ik voorkomen, is dat we al zover zijn in het traject met de verkoop, de verkoop is eigenlijk al rond. Er is eerder over gesproken dat we voor de verkoop van een aantal monumentale panden op zoek zijn naar een partij die dit op een goede manier wil doen, een erfgoedorganisatie. Deze overeenkomst is er. Daarin zit deze Hollandsche Manege en Stadsherstel zal dit overnemen. Daarmee is de verkoop al rond en we kunnen dat dus niet wijzigen. (Mevrouw A.L. BAKKER: Ik hoor twee vreemde dingen in het betoog van de wethouder. Het eerste is dat hij spreekt over een huurcontract, maar wij kijken nu vooruit naar het koopcontract. Hoe staat het daar dan bij? Kunnen we het niet via het koopcontract realiseren? En mijn tweede punt is dat ik het heel vreemd vind dat ik in de commissie duidelijk heb gevraagd hoe het staat met de koop en of het überhaupt klopte dat het pand verkocht werd. Wij wisten daar niets van. Toen zei de wethouder dat er alleen werd gesproken over verkoop en nu blijkt dat het pand al bijna verkocht is en dat alles bijna rond is. Klopt het nu wel wat u zegt? Heeft u ons dan onvolledig geïnformeerd? Ik voel me nu op het verkeerde been gezet.) Zoals u weet, koop breekt geen huur. Dus dit huurcontract tot 2023, dat heb ik ook in de commissie gezegd, dat is er tot 2023. Daarmee hebben we te maken. Daarom vind ik dat huurcontract dat er is, wel degelijk relevant. Daarmee hebben we te maken. De huurder kan tot 2023 blijven zitten ongeacht wie de eigenaar is. En inderdaad, in de eerste fase spreek je over koop. Dat u het niet weet, dat laat ik even bij u want de gemeenteraad is er twee keer over geïnformeerd dat dit pand op de verkooplijst staat. U zat nog niet in de vorige raad, dus wellicht weet u dat niet, maar uw partij en de 68 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen gemeenteraad heeft daarvan kennis kunnen nemen. Dat pand stond op de lijst. Dan wordt erover gesproken en op een gegeven moment is iets rond en dat is nu, dit moment. Ik mag hier nu als nieuwtje vertellen wie de koper hiervan is. Dat is dus Stadsherstel. Het is nu net rond dat deze toch wel gerenommeerde erfgoedorganisatie bereid is een aantal monumentale panden waaronder dit pand over te nemen. Ik had gehoopt dat dat als goed nieuws overkwam. (Mevrouw A.L. BAKKER: Goed nieuws is wanneer de paarden eindelijk op een juiste manier worden gehouden. Ik heb nog een vraag voor de wethouder. Hij impliceert dat mijn motie opdraagt om het lopende huurcontract te ontbinden. Dat is niet het geval. De motie roept op om in overleg te treden om afspraken te maken om dierenwelzijn te waarborgen. Dus dat kan ook bij een eventuele verlenging van het lopende contract. Daarop zou ik graag antwoord krijgen. Mijn tweede vraag gaat over het feit dat het pand wordt verkocht. Het verbaast me nogal dat de wethouder Dierenwelzijn niet uit zichzelf deze discussie heeft betrokken bij het te koop zetten van het pand, want het is iets waarover we al jaren met elkaar praten. Klopt het dat u er helemaal niet over heeft gedacht om hier actief te zorgen dat dit wordt meegenomen in de onderhandelingen of heeft u het wel degelijk geprobeerd?) (De VOORZITTER: U stelt meerdere vragen per interruptie. Stelt u één vraag per interruptie.) U ziet hier een strijder voor dierenwelzijn. Dat is iets anders dan iemand die zegt: ik moet op allerlei manieren alleen maar dingen proberen af te spreken waarbij je uiteindelijk niets kunt doen. Nogmaals, het is juridisch niet mogelijk om via een huurovereenkomst onderwerpen zoals dierenwelzijn te handhaven casu quo af te dwingen. Dus dan maakt het niet uit wie de eigenaar is, of wij dat zijn of dat het een andere eigenaar is. Dan verandert die huurovereenkomst op enig moment. Nogmaals, het is juridisch niet mogelijk om onderwerpen als dierenwelzijn te handhaven casu quo af te dwingen. Mevrouw Bakker, we zijn het met elkaar eens, maar we zullen de goede weg moeten vinden om het daar diervriendelijker te maken in plaats van dat we elke optie neerleggen en zeggen dat het maar zou moeten kunnen. Als iets niet kan, moeten we daar eerlijk in zijn. Ik heb er juridisch naar gekeken en dit blijkt niet de juiste weg te zijn. Dan ga ik straks wat over die tweede motie zeggen want daar zie ik wat meer hoop. (Mevrouw A.L. BAKKER: Fijn dat we elkaar op dat punt kunnen vinden. Dan is mijn vraag: op dit moment wordt er door de gemeente Amsterdam reclame gemaakt voor de Hollandsche Manege bijvoorbeeld voor een ponykamp in de zomer. Is de wethouder het met ons eens als we niet achter de wijze staan waarop daar met de paarden wordt omgegaan, dat we dit soort reclame achterwege moeten laten?) Dat gaat me net een stap te snel. Ik weet niet welke reclame dat precies is. Laat ik het als volgt afspreken dat ik daarop bij u terugkom. Ik moet gewoon even uitzoeken op welke wijze we reclame maken en wat dat precies inhoudt. Daar kom ik graag in de commissie bij u op terug. Dan wil ik nog iets zeggen over motie nr. 535. Die motie is buitengewoon actueel. Dat konden we tijdens de commissie nog niet bespreken, want twee dagen geleden heeft de minister opeens een brief geschreven en tot mijn grote genoegen hebben acht gemeenteraadsleden daarvan al kennisgenomen en zij zien dat dit het momentum is om dit te gaan voorstellen. Ik had anders gezegd dat deze motie overbodig is. U had dit in de commissie kunnen vragen en dan had ik dit toegezegd, maar er ligt nu een brief van de minister. De minister heeft in de brief aangegeven dat ze niet wil dat er op een andere 69 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen manier dan zelfregulering in de paardenbranche te werk wordt gegaan. U zei dat ik mijn twijfel had geuit; ik was daar wat stelliger in. Ik vind dat eigenlijk onvoldoende. Als je iets belangrijk vindt dan moet je regels durven stellen en zeker als er al een aantal jaren over paarden wordt gesproken. Dan moet je daar eens een keer iets mee durven doen. Dus laten we met elkaar de afspraak maken: als u via uw partijlijnen regelt dat deze brief wordt geagendeerd in de Tweede Kamer — en dat is meestal niet zo heel moeilijk, de brief is gestuurd door de minister en dan is het een kwestie van iemand die zijn vinger opsteekt in de Kamer en zegt de brief te willen agenderen — dan zorg ik dat de gemeente Amsterdam, als u de motie aanneemt tenminste, richting deze Kamerleden laat weten dat wat ons betreft regulering beter is dan het aan zelfregulering over te laten. Tot slot hoop ik dan met alle acht indieners af te spreken dat ze hun eigen Kamerleden oproepen dat te gaan doen, want dan ligt volgens mij de bal bij de Kamer en dan kunnen we hopelijk op die manier een mooie stap zetten. Dus ik heb geen bezwaar tegen die motie. De VOORZITTER: Volgens mij is het preadvies positief en dan zou ik het daarbij willen laten. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan kunnen we overgaan tot stemming. De voordracht is een terkennisnamestuk dus die wordt niet in stemming gebracht. We gaan stemmen over de moties. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nadif voor een stemverklaring. Mevrouw NADIF (stemverklaring): Allereerst wil ik de wethouder bedanken voor de steun voor de tweede motie om hier stappen te maken. We begrijpen dat het juridisch niet mogelijk is toch maatregelen te nemen en daarom zullen wij de eerste motie niet steunen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma voor een stemverklaring. De heer BOOMSMA (stemverklaring): Wat ons betreft is zelfregulering in die sector juist heel goed. Deze mensen hebben veel liefde voor die paarden. Het is dus zeker niet nodig aan te dringen op het optuigen van extra regels. We gaan de moties ook niet steunen. Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 534). De motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 534) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 534) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de Dieren voor. Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker, De Heer, Simons, Van Soest, Yilmaz, Nadif, Ceder, Van der Burg en El Ksaihi (Gemeenteblad afd. 1, nr. 535). 70 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen De motie-A.L. Bakker, De Heer, Simons, Van Soest, Yilmaz, Nadif, Ceder, Van der Burg en El Ksaihi (Gemeenteblad afd. 1, nr. 535) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker, De Heer, Simons, Van Soest, Yilmaz, Nadif, Ceder, Van der Burg en El Ksaihi (Gemeenteblad afd. 1, nr. 535) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie en het CDA tegen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 509 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 19 Kennisnemen van de afhandeling van motie 153217 inzake agendering onderwerpen door stadsdeelcommissies (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Guldemond. De heer GULDEMOND: Het gaat over het bestuurlijk stelsel. Daarover hebben we lang en veel gesproken in de vorige periode. Een ding is nog blijven liggen: hoe stadsdeelcommissies in deze raad een punt aanhangig kunnen maken als zij er in de discussie met hun dagelijks bestuur niet uitkomen. Het presidium heeft daarvoor verschillende varianten uitgewerkt en ik wilde graag mede namens de collega's van GroenLinks, PvdA en BIJ1 een motie indienen om daarin een voorkeur voor een scenario uit te spreken en op zich het presidium — omdat we dat in het reglement van orde hebben staan — te vragen daarvoor iets uit te werken. Ik kan me voorstellen dat dat nu even wat ingewikkeld is dus daarom heb ik ervan gemaakt ‘het presidium dan wel het dagelijks bestuur’. Ik hoop dat u het mij gunt dat daarvoor een praktische oplossing gevonden wordt zodat we binnenkort een kleine aanpassing van ons reglement van orde kunnen krijgen. De VOORZITTER: Er is overigens op dit moment gewoon nog een presidium volgens het reglement van orde en volgens mij ben ik daarvan op dit moment het enige lid. Dus het is in goede handen, mijnheer Guldemond. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 53° Motie van de leden Guldemond, Grooten, De Heer en Simons inzake agendering door stadsdeelcommissies (Gemeenteblad afd. 1, nr. 536) Verzoekt het presidium dan wel het dagelijks bestuur van de raad: -__ het voor stadsdeelcommissies mogelijk te maken om in alle raadscommissies onderwerpen te agenderen op zodanige wijze dat deze op de raadscommissieagenda kunnen worden geplaatst waarna de raadscommissie bepaalt of het besproken dient te worden waarbij van het onderwerp afhankelijk wordt in welke raadscommissie een onderwerp op de agenda wordt geplaatst; -__ hiertoe indien nodig een voorziening in het reglement van orde van de raad of de Verordening op de raadscommissies voor te stellen; -__ zorg te dragen voor een evaluatie van deze werkwijze van agendering in 2020 waarbij in ieder geval een bod komen de vraag of op deze wijze recht wordt 71 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen gedaan aan de zwaarwegende adviesrol van de stadsdeelcommissie en de vraag of deze werkwijze op onwerkbare of onoverkomelijke praktische bezwaren stuit. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Burg voor een punt van orde. De heer VAN DER BURG: Ja, van de orde. Ik neem aan dat u een tweede termijn wilt voorkomen terwijl wij nu voor het eerst kennisnemen van deze motie van de heer Guldemond. Kunt u een construct bedenken waardoor ik een verduidelijkende vraag kan stellen aan de heer Guldemond? De VOORZITTER: Dat kan zeker. Daar ga ik even heel goed over nadenken terwijl mevrouw Grooten dan het woord voert. Ik kom daar zo bij u op terug. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten. Mevrouw GROOTEN: Dit is de eerste keer dat we het ook over de stadsdeelcommissies hebben als raad. Dit punt was al per motie ingediend bij de vaststelling van het bestuurlijk stelsel, dus het lijkt goed dat inderdaad te regelen als het kan, zodat de stadsdeelcommissies het straks zo direct mogelijk kunnen agenderen. Er zijn echter nog veel meer dingen en nog veel meer vragen waarvan mensen in de stadsdeelcommissies willen weten hoe dat verder gaat. In de verordening is afgesproken dat er een samenwerkingsakkoord zal komen hoe we gaan samenwerken met de stadsdeelcommissies. Ik zou de raad daarin willen meegeven dat wij daarin ook nadenken hoe we dat willen doen. Dus dat dat niet alleen een stuk is van het college hoe we gaan samenwerken, maar dat wij daarover ook nadenken. Gaan we bijvoorbeeld af en toe de stad in, gaan we een reizende commissie maken zodat we contact met die mensen kunnen onderhouden? (Mevrouw VAN SOEST: We hebben drie varianten voorgelegd gekregen. Mijn vraag is welke variant u exact heeft gekozen.) Het gaat om variant 2, omdat die volgens ons de meest directe variant is waardoor het niet steeds te laat zal zijn. Bij variant 3 komt het op de lijst van ingekomen stukken en dan zijn we bang dat het snel mosterd na de maaltijd wordt. Dan kun je iets proberen te agenderen, maar dan ben je eigenlijk gewoon een burger met een raadsadres. Dus variant 2 leek ons de beste en de snelste. De praktijk zal moeten uitwijzen hoe dat gaat werken, want dan krijg je natuurlijk wel een lijst van dingen die ze willen agenderen en we weten natuurlijk hoe vol onze agenda's kunnen zijn. We moeten wel kijken dat we daar dan recht aan kunnen doen. Daarom staat er ook een evaluatiemoment in de motie om te kijken of het in de praktijd goed gaat werken. (De heer VAN DER BURG: Het is natuurlijk een motie van mevrouw Grooten, dus als ik het aan haar vraag, hebben we een probleem opgelost. Nu hebben we met elkaar gezegd: de verkiezingen doen we niet in / stadsdelen maar in 22 gebieden. Dat doen we juist om niet op stadsdeelniveau de reacties te Krijgen, maar op het niveau van de 22 gebieden. Is het nu zo dat de mogelijkheid wat betreft u wordt geschapen als er vanuit een gebied de roep is om iets te agenderen hier in de commissies? Dus als het is vanuit bijvoorbeeld Gaasperdam, een van de 72 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen drie gebieden in Zuidoost, of moet er echt een raadsmeerderheid in Zuidoost zijn — dat heet geen raadsmeerderheid maar een commissie — die zegt het te willen agenderen? Of kan het ook komen vanuit alleen Gaasperdam?) Dat is best wel een hele goede vraag, mijnheer Van der Burg, want hoe dat gaat werken binnen die stadsdeelcommissies, dat weet ik ook nog niet precies. Ze hebben op zich geen stemmende bevoegdheid. Hoe ga je bepalen of je het met een advies van het dagelijks bestuur eens bent? Ga je daarover stemmen of niet? Hoe ga je bepalen of je iets wilt agenderen? Om heel eerlijk te zijn weet ik dat niet zo goed. Of dat dan een iemand wil zijn die iets wil agenderen — ik denk dat we het onszelf daarmee veel moeilijker kunnen maken, want dan kan ieder lid van een stadsdeelcommissie bij ons iets op de agenda zetten. Dat zou best wel heel druk kunnen worden. Dus ik denk wel dat dat iets is waar we straks bij dat samenwerkingsakkoord verder over door moeten denken en waar die stadscommissies zelf samen moeten kijken hoe je dat werkbaar krijgt. Ik zou zelf denken, je hebt die drie gebieden en die moeten op een gegeven moment uitkristalliseren wat ze met adviezen doen en wat ze met agendering doen. Ik zou wel denken dat ze iets moeten clusteren om te voorkomen dat het een wirwar wordt van voorstellen. Dat is mijn eerste gevoel. (De heer VAN DER BURG: Meer als suggestie, en ik weet niet of dat dan richting u is of richting het college en de uitwerking. Ik kan me heel goed voorstellen dat we buurtparticipatie heel belangrijk vinden, maar we willen voorkomen dat het klassieke coalitievorming op stadsdeelniveau wordt. We kunnen bijvoorbeeld kijken naar een gekwalificeerde minderheid die het kan doen. Ik snap wel dat je niet wilt dat ieder lid het kan. Dus dat je wel op die manier kijkt hoe je een gekwalificeerde minderheid vanuit een van de 22 gebieden de mogelijkheid geeft om te agenderen om te voorkomen dat er ouderwetse politiek wordt bedreven op stadsdeelniveau. Dit is meer een suggestie voor de uitwerking.) Daarop zou ik willen reageren met de woorden dat ik dat een goede suggestie vind, omdat ik denk dat we juist in de eerste tijd moeten proberen zo veel mogelijk wat er uit die stadsdeelcommissies komt naar ons toe, ruimte te geven zodat we daar ook echt iets mee doen en zodat niet alles afketst op een muur van coalitie. Ik vind dat een goede suggestie. De VOORZITTER: Dan was dat de bijdrage vanuit de raad in de eerste termijn. Het is aan het presidium om een preadvies uit te brengen. Dat zal ik bij dezen dan ook maar doen. De heer TORN: Toen ik afgelopen weekend als net verkozen plaatsvervangend raadsvoorzitter het reglement van orde doorlas, kwam ik erachter dat de vicevoorzitter van de raad ook van rechtswege voorzitter is van het presidium en dat daarnaast nog vier andere leden van de raad benoemd kunnen worden tot lid van het presidium. Op dit moment is dat nog niemand. Ik ben dus op dit moment in de gelukkige of misschien minder gelukkige omstandigheid om in mijn eentje het presidium te vormen. Ik mag u daarom ook een preadvies uitbrengen over deze motie. Dat doe ik natuurlijk met veel genoegen. Je moet er natuurlijk goed over nadenken voordat je zo'n preadvies geeft. Ik heb ook al gekeken hoe mijn voorgangers dat over het algemeen deden. Ik denk dat de discussie in de raad al goed is gevoerd. Mevrouw Grooten en de heer Van der Burg hadden er al een kort debat over. Dan is eigenlijk de vraag als het om de motie gaat, wie nu wat bepaalt. De stadsdeelcommissie, dat is het idee van de motie. Dus werk nu iets uit 73 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen waardoor de stadsdeelcommissie iets kan agenderen. En de vraag van de heer Van der Burg is: wie bepaalt dan wat de stadsdeelcommissie wil? Daarover zou je kunnen twisten. Als de raad de motie zou aannemen en dat zou ik overigens graag aan het oordeel van de raad willen laten en dat zou ook het preadvies zijn, maar als de raad deze motie aanneemt dan zou ik naar de heer Van der Burg willen kijken en volgens mij vindt mevrouw Grooten dat ook prima en de heer Guldemond heeft daar denk ik ook geen problemen mee en dan denk ik dat we dan meerdere varianten moeten uitwerken. Daarbij gaat het om de vraag wie nu precies kan agenderen. Moet de voltallige stadsdeelcommissie het daarmee eens zijn? Dat gaat wel heel ver. Of zijn er andere varianten denkbaar? Ik denk dat het presidium de varianten moet uitwerken en dat het aan u als raad is om daarover een besluit te nemen. Dat zou mijn preadvies zijn. (De heer GULDEMOND: Ik hoor de voorzitter van het presidium zeggen dat er nieuwe varianten moeten komen, maar het presidium heeft ons een brief gestuurd waarin al varianten zijn uitgewerkt. De strekking van deze motie is om te kiezen voor variant 2/2B. Dus ik hoor wat u zegt, namelijk dat er nog een paar details verder moeten worden uitgezocht, maar ik hoop toch wel dat het presidium wel een voordracht naar de raad gaat brengen om het reglement van orde te wijzigen omdat ik niet in een kringetje wil blijven rondlopen en dat we nog weer verder dingen moeten gaan uitzoeken.) Ik wil u heel erg bedanken dat u mij deze mogelijkheid geeft, want ik heb het wat onduidelijk uitgedrukt. Ik bedoelde het volgende. Als de raad deze motie zou aannemen, dan kiest u inderdaad voor variant 2 uit de varianten die nu voorliggen. Dan gaan we natuurlijk verder met die variant 2. Wat ik vervolgens wilde zeggen, is: hoe ga je dan met die variant 2 om? Daarin kunnen misschien ook wel weer meerdere varianten zijn, zodat we meerderde varianten uitwerken en met die nieuwe varianten, allemaal opties van variant 2, bij u terugkomen. Dan kunnen we ook die wens van de heer Van der Burg in ieder geval aan u voorleggen en dan kunt u daarover vervolgens een besluit over nemen. (De heer GULDEMOND: Ik hoor wat u zegt, maar ik hoop toch wel dat u daadwerkelijk met een voordracht naar de raad komt. Wat mij betreft mogen daarin best verschillende opties worden geschetst, als er ook maar een voorstel voor een besluit in zit. Dan ben ik tevreden.) Wij zullen dat zeker doen, mijnheer Guldemond. (De heer VAN DER BURG: Een vraag aan u in uw rol van toekomstig voorzitter van een eventueel presidium. Het moge duidelijk zijn dat de VVD deze motie ondersteunt. Een goed voorstel vanuit de coalitiepartijen. Wat ik het presidium vraag is het volgende. Bij bullet 1 staat nadrukkelijk dat het agenderingsrecht bij de stadsdeelcommissie ligt, maar vervolgens kan de gemeenteraadscommissie bepalen of het punt al dan niet wordt besproken. Graag zou ik het presidium willen meegeven stil te staan bij de wijze waarop we handelen op het moment dat de gemeenteraadscommissie besluit een punt niet te bespreken, om te voorkomen dat de meerderheid zegt: bedankt voor de agendering, maar we voeren het af. Er moet wel iets worden geregeld waardoor we dat op een georganiseerde, nette en correcte wijze kunnen doen.) Dank voor deze suggestie. Het presidium zal dat zeker meenemen in de uitwerking van deze plannen. De discussie wordt gesloten. 74 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dan gaan we stemmen. Aan de orde is de stemming over de motie-Guldemond, Grooten, De Heer en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 536). De motie-Guldemond, Grooten, De Heer en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 536) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Guldemond, Grooten, De Heer en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 536) is aangenomen met de stemmen van Forum voor Democratie tegen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 470 van afd. 1 van het Gemeenteblad. De VOORZITTER: Dan was dit het laatste agendapunt voor vandaag. Ik wil u hartelijk danken voor uw medewerking en ik sluit de vergadering. De VOORZITTER sluit de vergadering om 17.40 uur. 75 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen INDEX 432 Beschikbaar stellen van een krediet voor vervanging van het gemeentelijk wagenpark 2018 …….….…. nennen enneneen ennen ennenervennenervenneeervennnnenennnnern ennen OÁ 461 Wijzigen van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 en kennisnemen van de regelingen voor stimulering van aanwas van leraren in Amsterdam. nnn eneneneeenenenenenneneneerenenennenene neen enen veneneen enen ennennen ÂÂ 462 Instemmen met het initiatiefvoorstel Opladen met de juiste draden! van het lid Torn en kennisnemen van de bestuurlijke reactie … … … nnen ennen eneen enneeeen eneen 463 Instemmen met het niet indienen van een zienswijze op de begroting 2019 Gemeenschappelijke regeling GGD Amsterdam Amstelland (Veilig Thuis en Centrum Seksueel Geweld) en het jaarplan 2018 regioaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling … … nnen nnen enneerenenneerenenerrenenvereenenvervennnenen enen rennend 464 Kennisnemen van het jaarverslag van de Technische adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2017 … nennen en enennennee nennen enennennseenen eenen nennen 465 Geheim annen oneens snnneersnverenvenneerenannenersonnvereneneernsonveeneesnneeern serveren erreee nnen | 466 Beschikbaar stellen van een krediet voor anticiperende aankopen van onroerende zaken in het projectgebied Weespertrekvaart Oost annen onneeee nennen 1 Ô 467 Wijzigen van de Verordening Parkeerbelasting 2018 … … nnen enen O2 468 Instemmen met de overdracht van het beheer van gemeentelijke parkeergarages van rve Gemeentelijk Vastgoed naar rve Parkeren … nn nnee eneen | Ô 469 Instemmen met het mandateren van de bevoegdheid tot wegonttrekking van alle gemeentelijke wegen van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders … nnn onnnneneeren enen ennenenenenenenenennene neer enenennenene nennen enennneneneen renee | Î 470 Kennisnemen van de afhandeling van motie 1532.17 inzake agendering onderwerpen door stadsdeelcommissies … …… nnen ennen enneeeerenneeerennennveenn fÀ 471 Bekrachtigen van de geheimhouding … nnen onee nennverenennverenennveree evene eneen 1 472 Geheim nennen ennenensnnneessnneerrenennverrsonnenerssnnverenaneeerveneenensnneerensnneeeevervene enen | 508 Vaststellen van de eerste herziening van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Karperweg-Zuid.… nnee enneeeenenneeeenenneneenenneneenenneeervenneveervenvvervennnne nennen | Ô 509 Kennisnemen van de stand van zaken met betrekking tot dierenwelzijn in de Hollandsche manege … nnn nnnnneenneereneneereneneerenenvervenenvereenenvervenennnveenenvern eneen Öf 510 Instemmen met het voorstel van de fractievoorzitters tot instelling van de raadscommissies … annen erennennnereenenenenneneneerenenenennene neer enenn vennen enen | Î 514 Actualiteit van de leden Flentge, Mbarki, Ernsting, Van Dantzig, Ceder, Poot, Taimounti, Simons, Boomsma, Nanninga, Van soest en Van Lammeren inzake de zorgen van de gemeentelijke Ombudsman over zijn constatering dat misdaad in Amsterdam makkelijk loont door o.a. ‘een ongeorganiseerde overheid tegenover georganiseerde criminaliteit! … nnee nennen enenene nennen en ennenene neee vennennene ennen Ó 515 Actualiteit van het lid Poot inzake het afwijzen van de aangeboden 24-uursopvang door We Are Here … nnen ennnnnenneeer en enensenene nennen enennennne nennen enennennne nnen enen | f 517 Ontslag verlenen aan een lid van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam …..8 518 Aanwijzen van leden van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam … 16 519 Benoemen van een lid in het Algemeen Bestuur van Recreatiegebied Vinkeveense plassen, Recreatieschap Twiske — Waterland, Recreatieschap Groengebied Amstelland en Recreatiegebied Spaarnwoude … nnn onnernneerenneen eneen enereneer ener eene rennen Ö 520 Motie van de leden Simons, Grooten, La Rose en Bloemberg inzake de acute problemen in de transgenderzorg … nennen enneerenenneerenenve evene evenenvere eeen | Ó 521 Motie van het lid Simons inzake wachtlijsten transgenderzorg kliniek VUmc … 14 76 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen 522 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het afwijzen van de aangeboden 24- uursopvang door We Are Here … anneer enneneerenneneerennenervenneervennenere evenveel 523 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het afwijzen van de aangeboden 24- uursopvang door We Are Here … nnee eneen eneerenenvereenenverrenenveeene renner 22, 41 524 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het afwijzen van de aangeboden 24- uursopvang door We Are Here … anneer enneneerenneneerennenervenneervennenere evenveel 525 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake het afwijzen van de aangeboden 24- uursopvang door We Are Here … nnn nenennenenneerenenneerenenvere eneen evenenvern enerverende 526 Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake het jaarverslag van de Technische adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2017, consequenties van drones in de natuur .50 527 Motie van de leden Van Soest en Kreuger … nanne enneennnereneer eneen eener DS 528 Motie van de leden Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger inzake de Verordening Parkeerbelasting 2018, Behoud parkeervergunning voor stallingplaatshouders bij invoering betaald parkeren … anneer een eeneneneren DD 529 Motie van de leden Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger inzake de Verordening Parkeerbelasting 2018, Behoud parkeervergunning voor stallingplaatshouders bij invoering betaald parkeren … nnen eenenener eee O2 530 Motie van de leden Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger inzake de Verordening Parkeerbelasting 2018, Overgangsperiode voor stallingsplaatshouders bij invoering betaald parkeren … nnn ennen eneen enneneenennenervenneneevenneenveennene nennen DD 531 Motie van de leden Boomsma, Van der Burg, Kreuger en Van Soest inzake de Verordening Parkeerbelasting 2018, Vergunning voor mensen met te kleine of niet meer bereikbare garage … nnn oennenerennneeenennenernenneneenenneeevennevervennnnnenennene nennen DD 532 Motie van het lid Van der Burg inzake het van tevoren doorgeven van een (tijdelijke) kentekenwijziging … … nnee ennen enneerenenneereneneerenenve evene evenaren eener DO 533 Motie van het lid Groen inzake duurzame vuilniswagens … nnn eneen. B4 534 Motie van het lid A.L. Bakker inzake Dierenwelzijn Hollandsche Manege (voorwaarden paardenwelzijn bij verkoop pand) … … …… nnen eneen O7 535 Motie van de leden A.L. Bakker, De Heer, Simons, Van Soest, Yilmaz, Nadif, Ceder, Van der Burg en El Ksaihi inzake Dierenwelzijn Hollandsche Manege (lobby om paardenwetgeving bij het Rijk) nnen enneenerenneereneneer eneen eere OB 536 Motie van de leden Guldemond, Grooten, De Heer en Simons inzake agendering door stadsdeelcommissies… … nonnen enneeeerenneeeereneeernenneeeenenneeerennnneenenneenn fÀ Afschrift van een brief van de bewoners van Blok 6 en van Kop in de Wind, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 28 mei 2018 inzake de verplaatsing van het afvalpunt Cruquiusweg naar Zeeburgereiland … nnee ennen eenen Ô Afschrift van een brief van een burger, gericht aan de gemeente Amsterdam, van 25 mei 2018 betreffende een klacht over de behandeling door medewerkers van het stadsloket Or Brief van de heer E.A. Flentge, fractievoorzitter van de SP, van 5 juni 2018 inzake zijn ontslag als lid en het voordragen van de heer N.T. Bakker als lid van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam … nnee f. Brief van de heer L.F.G. Ivens, wethouder Openbare Ruimte en Groen, van 5 juni 2018 inzake het verzoek om agendapunt 9, Benoemen van een lid in het Algemeen Bestuur van Recreatiegebied Vinkeveense plassen, Recreatieschap Twiske — Waterland, Recreatieschap Groengebied Amstelland en Recreatiegebied Spaarnwoude, over te dragen aan het college van b&w ter afhandeling en derhalve van de agenda af te voeren … nnn ennen ennn ennen evene Brief van het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied van 29 mei 2018 inzake de aanbieding van het uitvoeringsprogramma Noordzeekanaalgebied 2018 … 4 77 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Brief van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2018 inzake de aanbieding van het rapport ‘Wet bescherming persoonsgegevens monitor 2016°…….….….…….3 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 26 april 2018 inzake de afhandeling van motie 1645.1 7 van het lid Vroege inzake taxi's met vracht … … … 2 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 30 april 2018 inzake het verzoek tot verlenging van de termijn van de afhandeling van motie 305.18 van het lid Groen over kansen voor warmte in Middenmeer-Noord … nennen anneer eenen D Brief van voormalig wethouder Choho van 23 mei 2018 inzake de stand van zaken van de afhandeling van de termijnagendapunten betreffende de portefeuille Openbare Ruimte TCL EE + Brief van voormalig wethouder Choho van 24 mei 2018 inzake de stand van zaken van de afhandeling van de termijnagendapunten betreffende de portefeuille Duurzaamheid.…..6 Brief van voormalig wethouder Van der Burg van 16 mei 2018 inzake de stand van zaken betreffende de uitvoering van motie 215.18 van de voormalige leden Vink, Van den Heuvel, Dijk en Nuijens over extra kwaliteit voor het Dokdakpark Zuidas … … … 5 Brief van wethouder Kock van 15 mei 2018 inzake de afhandeling van motie 75.18 van de leden Groen, De Heer en Guldemond inzake riothermie … … nnn eneen Ô Brief van wethouder Kukenheim van 31 mei 2018 inzake de uitvoering van motie 922.17 van het voormalig lid Bouchibti over knelpunten jeugd in de wijken. … … … 6 Brief van wethouder Van der Burg van 30 april 2018 inzake stand van zaken uitvoering motie 214.18 van voormalig lid Dijk over Groenbeheer naar topniveau … … 3 Brieven van een burger van mei 2018 inzake de fraudezaak rond de bouw van de Johan Cruyff ArenA nanne anneer ennnenneerrenneenennernneereneeneneeneneeenneenenver enne rnneenenne eneen enne Open brief van een aantal burgers van 30 mei en een raadsadres van een burger van 31 mei 2018 als aanvulling op het raadsadres van 16 mei 2018 inzake het verzoek om de kunstwerf in de Waternethaven en het project BLOK te behouden … en. D Raadsadres van 3 burgers van 28 mei 2018 inzake aandacht voor status van ambachten in de stad ………nnnnnnnnn enen ennnne renee enennennennsernenenenennene nennen enennennne neer nennennennne rennen enen Ô Raadsadres van de Convey Foundation van 4 juni 2018 inzake een aanpak om kansarme jongeren aan een baan te helpen …… … nnen vennen ennen f. Raadsadres van de HvASamen-fracties van de Centrale Medezeggenschapsraad van de Hogeschool van Amsterdam van 29 mei 2018 inzake de verkeerssituatie bij het kruispunt Wibautstraat en de HvA Amstelcampus … annen ennen enneneen ennen ennen Raadsadres van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren van 29 mei 2018 inzake het damhertenbeleid in de Amsterdamse Waterleidingduinen … … 4 Raadsadres van de Nederlandse Vereniging van Omwonenden van Windturbines van 16 mei 2018 inzake de aanbieding van een toolkit om gemeenten te ondersteunen bij projecten voor de oprichting van windparken … … nnen enneeeerenneeeen ennen eerenee er Ó Raadsadres van de Plantage-Weesperbuurtvereniging e.a. van 17 mei 2018 inzake de noodzaak tot heroverweging van de volledige besluitvorming over het Holocaust Namenmonument … nanne eenn er enneeeerenenenennnneneerenenennnene nennen enennennnneeenenenennenneeneen Ô Raadsadres van de Vereniging Vrienden van het Diemerpark van 24 mei 2018 inzake de overlast als gevolg van de verlening van een vergunning voor de activiteiten in het Diemerpark op 20 mei 2018... anneer eneen ennenernenneneenennenervennene vee eenvervenneneen en D Raadsadres van een burger van 1 juni 2018 inzake de afschaffing van de alleenstaandenkorting op het drinkwater … … nennen eneen ennen nnen Raadsadres van een burger van 1 juni 2018 inzake de verkeerssituatie in de Piet Mondriaanstraat … … nnee enneenerenneeeenenneerevenneereneneereneneerevenneeere venen f. Raadsadres van een burger van 16 mei 2018 inzake het verdwijnen van de kunstwerf op de Papaverweg ……….... nnen eeeneeeenennveernennvereneneeeenenneeeenenneeeenennnnvenennn vern ennnern ennen Ô 78 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 6 juni 2018 Raadsnotulen Raadsadres van een burger van 17 mei 2018 inzake het idee om Amsterdammers te verplichten om gasverbruik te vervangen … nnn ennnnenrennnervennenervennene rennen vennen D Raadsadres van een burger van 22 mei 2018 inzake de ontwikkelingen aangaande de sluiting van Suzy Wong... annen ennerenneer eneen ene ennnerenneer eneen ennereneerenneen eneen eneen Ô Raadsadres van een burger van 22 mei 2018 inzake de steun van het gemeentebestuur aan de krakersgroep We Are Here nnn onnenenenneerenennverenennvereneneeeree verve rnenneee Raadsadres van een burger van 29 mei 2018 inzake de overlast door het gebruik van brandweerauto's voor boodschappen …… nnn ennnerenenneerenennverenenneeren ennen eneen À Raadsadres van een burger van 29 mei 2018 inzake het ongedaan maken van het dichtplakken van een woonhuis in de Erich Salomonstraat … … nnn d Raadsadres van een burger van 29 mei 2018 inzake het verminderen van geluidsoverlast bij het ophalen van huisvuil, naar het voorbeeld van de gemeente Arnhem … 4 Raadsadres van een burger van 3 juni 2018 inzake het strenger handhaven van het nuttigen van alcohol op straat …… … nanne enneerenennereenenereenenveerenenve ee enenverr eneen Ô Raadsadres van een burger van 31 mei 2018 inzake het behoud van het groen in het Buiksloterbreekpark en het redden van de dieren, waaronder de krullevaar … … 6 Raadsadres van Missing Chapter Foundation van 7 mei 2018 inzake het geven van raad door kinderen aan de gemeente …… nennen ennnneerenneeeenenneeeenenneeeenenneeenvennnenn ennen Raadsadres van twee burgers van 30 mei 2018 inzake de herinrichting van de Hobbemakade en het ruimtebeslag van extra parkeerplaatsen in de kernzone van de woon- en winkelstraten van Duivelseiland … … … anneer enneneneer eeens € 79
Raadsnotulen
79
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 937 Publicatiedatum 15 november 2013 Ingekomen op 6 november 2013 Ingekomen onder 888’ Behandeld op 7 november 2013 Status Ingetrokken en vervangen door 888” Onderwerp Amendement van de raadsleden mevrouw Poot en de heer Mulder inzake de begroting voor 2014 (beveiliging religieuze en maatschappelijke instellingen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Constaterende dat: — bepaalde groepen in de maatschappij vaker slachtoffer worden van discriminatie, intimidatie, bedreigingen en (gewelds)delicten; — bij de behandeling van de begroting voor 2011 een incidenteel bedrag van 200.000 euro beschikbaar is gesteld voor het beveiligen van religieuze instellingen; — dit bedrag in 2011 is aangewend voor het meebetalen aan de beveiligingskosten van Joodse instellingen; — stadsdeel Zuid structureel 135.000 euro ter beschikking stelt als tegemoetkoming voor de beveiligingskosten die de Joodse gemeenschap zelf maakt (800.000 euro structureel) om in haar eigen veiligheid te kunnen voorzien in Joodse gebouwen, zoals scholen en synagogen; Overwegende dat: — de redenen voor de incidentele subsidie niet zijn weggevallen; — _in het Programakkoord 2010-2014 de bestrijding van discriminatie als essentieel wordt aangemerkt; — het niet redelijk is om de rekening voor veiligheidsmaatregelen voor het overgrote deel bij Joodse instellingen, ouders etc. neer te leggen, aangezien veiligheid een kerntaak van de overheid is; — momenteel vooral Joodse instellingen met deze problematiek te kampen hebben, maar niet uitgesloten kan worden dat ook andere instellingen hier in de toekomst mee te maken krijgen, waardoor ook deze in beginsel in aanmerking zouden moeten komen voor een bijdrage; — het wenselijk is dat structureel een oplossing wordt gevonden waardoor de beveiligingslast voor de Joodse gemeenschap omlaag kan, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 937 Datum 15 november 2013 Amendement Besluit: — vooruitlopend op structurele afspraken met de Joodse gemeenschap, het rijk en stadsdeel Zuid voor 2014 een bedrag van 150.000 euro ter beschikking te stellen voor een bijdrage aan de kosten voor de beveiliging van religieuze en maatschappelijke instellingen; — dit bedrag te dekken door: e 50.000 euro te onttrekken aan de reserve Wij Amsterdammers; e 100.000 euro te onttrekken aan de reserve OOV. De leden van de gemeenteraad, M.C.G. Poot M. Mulder 2
Motie
2
discard
> < gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 30 maart 2021 Portefeuille(s) Reiniging Portefeuillehouder(s): Wethouder Ivens Behandeld door Afval & Grondstoffen (bestuurszaken. [email protected]) Onderwerp Afdoening motie TA2020-000239 ingediend door GL Geachte leden van de gemeenteraad, In vw vergadering van 12 februari 2020 heeft u bij de behandeling van het principebesluit AEB motie TA2020-000239 van raadslid Nadif (Groen Links) aangenomen. Hierin wordt het college gevraagd om: 1. De raad te informeren over de mogelijkheden om criteria toe te voegen aan de afvalcontracten 2. De raad mee te nemen in dit proces. Op 10 februari 2021 heeft het college het go-besluit AEB voor wensen en bedenkingen aan de gemeenteraad voorgelegd (VN2021-000883). Daarbij is gemeld dat een aanbesteding voor een nieuw afvalcontract wordt gestart nadat de verkoop van AEB is afgerond. Ook bent u toen op de hoogte gebracht over welke criteria er gebruikt zullen worden bij de aanbesteding. Afgesproken is dat v door het college op de hoogte wordt gebracht als er een nieuw afvalcontract is afgesloten. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Laurens Ivens Wethouder Reiniging
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 676 Datum indiening 6 mei 2020 Datum akkoord 29 mei 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Schreuders inzake het weer openen van de scholen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Na 11 mei 2020 gaan de basisscholen weer voorzichtig open. Op 25 april 2020 viel in Het Parool te lezen dat meerdere basisscholen in Amsterdam van plan zijn halve dagen open te gaan. De vraag is hoe de halve schooldagen aansluiten op de opvang voor kinderen van ouders in vitale beroepen en kinderen in kwetsbare situaties. Ook is het de vraag hoe de opvang ‘rooster technisch’ georganiseerd moet gaan worden, wanneer het rooster van scholen onderling gaat verschillen.’ Wat er met de middelbare scholen gaat gebeuren wordt in de loop van mei duidelijk. Op het moment van schrijven is de verwachting dat de middelbare scholen vanaf 1 juni voorzichtig weer open gaan. Hierbij zal waarschijnlijk nog niet met hele klassen gewerkt gaan worden.” Gezien het vorenstaande heeft het lid Schreuders, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Welke afspraken worden er momenteel gemaakt door de gemeente met scholen in BBO en OVSVO-verband? Toelichting door vragensteller: {n het voornoemde artikel uit Erik Vlutters van de brancheorganisatie Kinderopvang Amsterdam zijn zorgen over de aansluiting tussen de halve schooldagen en de opvang van kinderen van ouders in vitale beroepen en kinderen in een kwetsbare situatie. 2. Deelt het college deze zorgen? Graag een toelichting. 1 https://www.parool.nl/amsterdam/meerdere-basisscholen-gaan-toch-met-halve-schooldagen- werken-b6fe766e/ ? https://www.nre.nl/nieuws/2020/04/30/middelbare-scholen-voor-zomer-niet-helemaal-open-a3998306 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng dre Gemeenteblad Datum 29 mei 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 6 mei 2020 3. Ziet het college een rol voor zichzelf weggelegd om de aansluiting tussen de opvang en de schooldagen beter te stroomlijnen? Is het college wellicht bereid een coördinerende rol op zich te nemen en een gezamenlijke aanpak te initiëren? Graag een toelichting. Beantwoording vragen 1, 2 en 3: Het college is sinds de sluiting van de scholen en kinderopvang continu in gesprek met de schoolbesturen van basisscholen en de kinderopvang, in eerste instantie om de noodopvang te organiseren en de afgelopen weken om de gedeeltelijke heropening van scholen en kinderopvang voor te bereiden en in goede banen te leiden. Hiervoor is er onder meer een wekelijks overleg tussen de gemeente, het Breed Bestuurlijk Overleg van schoolbesturen (BBO) en de Brancheorganisatie Kinderopvang Amsterdam (BKA). In gezamenlijkheid wordt er getracht om tot goede afstemming en aansluiting te komen. e Bij de meeste scholen zijn er over de heropening de afgelopen weken goede afspraken gemaakt tussen school en kinderopvang. Een beperkt aantal scholen in Amsterdam heeft ervoor gekozen om halve schooldagen open te gaan en wijkt hiermee af van het advies van landelijke organisaties om hele dagen open te gaan. Een model met halve dagen bemoeilijkt de aansluiting op de buitenschoolse opvang, omdat de buitenschoolse opvang vaak met meerdere scholen samenwerkt en voorlopig ook maar voor 50% open mag. Deze gevallen vragen extra inspanning van scholen en kinderopvang om de tijden goed op elkaar af te stemmen. Helaas is dat niet overal gebeurd. e Waar geen goede afspraken zijn gemaakt en ouders en kinderen de dupe dreigen te worden, dringt de gemeente bij het BBO en de BKA aan op een oplossing. De gemeente vraagt tevens in de wekelijkse inventarisatie van de noodopvang aan de kinderopvang waar er problemen zijn met de opvang van kinderen van ouders in vitale beroepen en kinderen in kwetsbare thuissituaties en zoekt met kinderopvang en scholen naar een oplossing. e Het college is uiteraard ook in gesprek met de VO-sector via het OSVO en het Samenwerkingsverband VO over de opening van de scholen en wat daarvoor nog aan voorbereiding nodig is om dit op een verantwoorde manier te organiseren. 4. Denkt het college nog aan andere manieren waarop zij scholen en onderwijzend en ondersteunend personeel kunnen ondersteunen bij het weer voorzichtig openen van de scholen? Graag een toelichting. Beantwoording vraag 4: Het college blijft in gesprek met de schoolbesturen via het BBO om te bekijken waar ondersteuning van de gemeente nodig is. Enkele voorbeelden daarvan zijn: e Ondersteuning GGD en testcapaciteit voor leraren en pedagogisch medewerkers Er kan laagdrempelig getest kan worden wanneer een personeelslid klachten heeft. De GGD ondersteunt het onderwijsveld daarnaast zo goed mogelijk in informatievoorziening over hygiëne. Voor het primair onderwijs en het speciaal onderwijs zijn hier richtlijnen voor opgesteld. Amsterdamse leraren of pedagogisch medewerkers die vragen hebben over de veiligheid van hun werk kunnen bij de GGD Amsterdam terecht via een telefoonlijn. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng dre Gemeenteblad Datum 29 mei 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 6 mei 2020 e Hulplijn voor ouders met vragen Ook voor ouders met vragen is er een hulplijn via het Ouder- en Kindteam . Medewerkers verbinden door richting een Ouder-en Kindadviseur (OKA), jeugdarts of jeugdverpleegkundige. e Mogelijkheden voor parkeren met optie deelfietsen en scooters Voor leraren en pedagogisch medewerkers die buiten de stad wonen kunnen gebruik maken van het ov voor het woon-werkverkeer. Daarnaast heeft de gemeente een aantal extra voorzieningen geregeld die vanaf maandag 11 mei beschikbaar zijn, zodat leraren en pedagogisch medewerkers die buiten de stad wonen en graag met de auto naar hun werk willen, dat kunnen doen zonder hoge kosten te maken voor een parkeerplaats. Schoolbesturen zijn per brief geïnformeerd over de bijbehorende kosten en aanmelding: o Parkeren bij P+R RAI, met optie deelfietsen en scooters Leraren kunnen vanaf maandag 11 mei bij P+R RAI parkeren voor €3,75 per dag. Vervolgens kunnen zij gebruik maken van de deelfietsen van Hello-Bike of deelscooters van felyx voor het laatste stuk naar school. Voor het gebruik van de P+R, Hello-Bike en felyx moeten de schoolbesturen de leraren vooraf aanmelden. Het gaat om maximaal 1000 parkeerplekken, 200 fietsen en 150 deelscooters. o Parkeren bij Westcord Hotels In aanvulling op de parkeerplekken in de RAI Amsterdam zijn er bij diverse WestCord Hotels vanaf 11 mei in Amsterdam ook plekken voor leraren en kinderopvang beschikbaar. o Gebruik van overige parkeerfaciliteiten De reguliere parkeergarages en P+R locaties zijn gewoon open en bieden parkeeropties verspreid over de stad. e ‘Houd anderhalve meter afstand’ in en rond de school en kinderopvang De gemeente Amsterdam heeft materiaal beschikbaar gesteld voor scholen en kinderdagverblijven om ‘afstand houden’ te faciliteren in en rondom de school. Deze toolkits zijn op te halen bij de stadsdeelkantoren. Bij verschillende scholen zijn inmiddels ook aanpassingen gedaan in de openbare ruimte om het brengen en halen van kinderen veilig te laten verlopen. Toelichting door de vragensteller: ‘De coronamaatregelen’ en eventuele wijzigingen daarvan worden steeds vastgelegd in een noodverordening van de Veiligheidsregio. Op dit moment biedt de noodverordening onderwijsinstellingen de mogelijkheid tot ‘kleinschalige begeleiding’ voor leerlingen met bijzondere problematiek of een moeilijke thuissituatie (artikel 2.7 eerste lid onderdeel d). Een flink aantal scholen organiseert ook kleinschalige begeleiding voor deze leerlingen. Maar niet alle leerlingen die volgens de school in aanmerking komen voor ‘kleinschalige begeleiding’ komen ook daadwerkelijk opdagen. 5. Zijn er mogelijkheden om de aanwezigheid van leerlingen, die volgens de school in aanmerking komen voor ‘kleinschalige begeleiding’, een meer verplichtend karakter te geven? Graag een toelichting. 6. Indien deze mogelijkheden er zijn, is het college dan ook bereid op dit punt concrete actie te ondernemen? 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng dre Gemeenteblad Datum 29 mei 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 6 mei 2020 7. Indien deze mogelijkheden er niet zijn, is het college dan bereid om zorgen over leerlingen die niet bereikt worden kenbaar te maken bij het rijk en te inventariseren hoe deze groep het beste bereikt kan worden? Beantwoording vraag 5,6 en 7: Leerplicht en scholen werken sinds het begin van de corona-crisis nauw samen om maatwerk te bieden voor kinderen die (online}verzuimen of buiten beeld zijn. e De Leerplichtwet is gewoon van kracht, hoewel Leerplicht vooralsnog geen proces-verbalen (‘boetes”) kan geven. Als leerlingen afwezig zijn vanwege gezondheidsproblemen of zorgen daarover in relatie tot het corona-virus, overleggen scholen met ouders wat er mogelijk is. Waar nodig betrekt de school de leerplichtambtenaar. Leerplicht heeft scholen nadrukkelijk gevraagd alle online-verzuim te melden. e Als een leerlingen buiten beeld is of veel (online) verzuimt, kan de leerplichtambtenaar een deurbezoek uitvoeren. Tot nu toe (medio mei) zijn er ca. 100 deurbezoeken uitgevoerd. e Leerplicht, OKT en school stemmen ook daarbij met elkaar af wat er nodig is, gezien de situatie van kind en gezin. Zoals bij vraag 4 aangegeven kunnen scholen ouders of jongeren verwijzen naar OKT of GGD voor hulp bij (angst voor) gezondheidsproblemen. e Als er sprake is van verwijtbaar verzuim van ouders of jongere, handelt de leerplichtambtenaar op basis van de leerplichtwet, door met ouders en/of jongere in gesprek te gaan. Eventueel kan de leerplichtambtenaar dit aanvullen met een waarschuwingsbrief (bij geen contact), opname van het verzuim in het dossier (waardoor het meeweegt met eventueel nog volgend verzuim) of een zogenaamde Halt-afdoening (taakstraf) als er sprake is van veel verzuim. Dat is het maximale wat Leerplicht in de huidige situatie kan doen. De leerplichtambtenaar zal altijd met de partners afwegen of dit soort maatregelen zinvol en effectief zijn, mede met het oog op het bieden van hulp en steun. e Aanvullend kunnen scholen indien nodig druk uitoefenen door consequenties van verzuim aan te geven. Bijvoorbeeld; het niet kunnen meedoen aan een examenprogramma. Ook dit is maatwerk. Het is aan het onderwijs dit toe te passen. e Bijna alle gezinnen en/of jongeren, waarbij sprake is van veel of volledig verzuim, zijn al in beeld bij (specialistische) hulpverleners en/of leerplicht. Vanuit de verschillende disciplines wordt het maximale gedaan om gezinnen en kinderen te helpen en te stimuleren onderwijs te volgen. e Het college onderneemt alle acties die in de huidige situatie mogelijk zijn. Het college doet dit in samenwerking met de relevante partijen in het onderwijsveld, zoals scholen, samenwerkingsverbanden, jeugdhulp (OKT en GGD) en eventueel specialistische hulp. e Het college heeft regelmatig overleg over de huidige situatie in het onderwijs met het Rijk, met name met OCW. Signalen van scholen en van Leerplicht over structurele problemen met verzuim en leerlingen die uit beeld zijn betrekt het college bij dit overleg, om te bespreken wat het Rijk kan bijdragen aan mogelijke oplossingen. 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng dre Gemeenteblad Datum 29 mei 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 6 mei 2020 8. Denkt het college nog aan andere manieren of middelen om scholen te ondersteunen bij het organiseren van kleinschalige begeleiding voor leerlingen met bijzondere problematiek of een moeilijke thuissituatie? Beantwoording vraag 8: e De gemeente Amsterdam organiseert al jaren in samenwerking met de basisscholen preventief aanbod, gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Het gaat dan om achterstand in sociale vaardigheden, beginnende gedragsproblemen of om angstig of teruggetrokken kinderen. e Soms hebben kinderen extra aandacht nodig en contact met lotgenoten vanwege hun situatie bijv. doordat hun ouders zijn gescheiden, omdat er huiselijk geweld is geweest of veel stress in huis is of omdat ouders psychiatrische en/of verslavingsproblematiek hebben. e Op veel scholen waren in dit voorjaar trainingsgroepen gestart totdat deze moesten worden afgebroken vanwege de sluiting van scholen en de geldende corona maatregelen. De aanbieders van dit aanbod hebben contact onderhouden met deze kinderen en hun ouders, hen online aanbod aangeboden daar waar mogelijk. Nu de scholen weer gedeeltelijk opengaan, kunnen de aanbieders samen met scholen een oplossing bedenken zodat de groepstrainingen weer kunnen worden vervolgd en nog dit schooljaar kunnen worden afgerond. e Daarnaast hebben diverse specialistische jeugdhulpaanbieders hun ondersteuning aangeboden om scholen en leerkrachten te helpen, als dat nodig zou zijn. We blijven samen met de scholen inventariseren waar zij behoefte aan hebben en op welke wijze vanuit het brede veld van de jeugdhulp ondersteuning kan worden geboden. e Voor het bieden van noodopvang voor kwetsbare kinderen (opvang op scholen op extra dagen/tijden, naast de (halve week) lestijd wordt door de school en de Ouder-kind-adviseur of andere betrokken jeugdhulpverleners steeds een passend oplossing gezocht, ook in de komende periode. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
train
Nummer BD2011-001475 x Gemeente Amsterdam Directie directie sb Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Dienst rekement % Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, bureau x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Ter kennisneming voor de commissievergadering van 2 maart 2011 Portefeuille 25 Agendapunt TKN 1 Datum besluit B&W 2 december 2010 Onderwerp reactie raadsadres toorop De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van bijgaande reactie op het raadsadres aangaande het behoud van broedplaats De Toorop aan stichting springfilm Wettelijke grondslag Artikel 169 gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Op 29 oktober 2010 heeft een van de huurders van Broedplaats De Toorop (stichting springfilm) een raadsadres uit doen gaan met daarin een noodkreet voor de inzet van de gemeente ter behoud van de Toorop. Bijgaand de geaccordeerde reactie op het raadsadres. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Stukken Meegestuurd Raadsadres stichting springfilm, Reactie raadsadres Ter inzage gelegd Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Martijn Braamhaar, 020-5529896, [email protected] 1
Raadsadres
1
train
Van: — ie Verzonden: vrijdag 17 februari 2017 12:07 Aan: Info gemeenteraad CC: Paternotte Jan; Bakker, Guus; Bosman, Marijn; Bruggencate, Mascha ten; Dantzig, Reinier van; Glaubitz, Hans; Guldemond, Paul; Heuvel, Marcel van den; Kaya, Meltem; Osselaer, Joris van; Timman, Dehlia; Verheul, Ariëlla; Vink, Bart; Vroege, Jan-Bert; Moorman Marjolein; Berg, Pia van den; Boldewijn, Henk; Boutkan, Dennis; Heer, Carolien de; Kayar, Orhan; Mbarki, Sofyan; Poorter Maarten; Saadi, Ilham; Unver Emre; Ruigrok Marja; Poot, Marianne; Ree Daniel van der; Toonk Werner; Torn, Rik; Yesilgoz Dilan; Peters, Daniël; Alberts Remine; Bakker, Tiers, Duijndam, Nelly; Flentge, Erik; Kwint, Johannes Petrus; Groot Wassink, Rutger; Blom, Simion; Ernsting, Zeeger; Groen, Jasper; Nuijens, Jorrit; Roosma Femke; Lammeren Johnas van; Shahsavari Marijke; [email protected]; [email protected] Onderwerp: Re: Duurzaam2 Dag dames en heren Nog een video - zo wordt post van de gemeente (!) hier bezorgd. https://youtu.be/p1fMOj7NMao De post moet natuurlijk gewoon lopend op de stoep (evt met fiets aan de hand) bezorgd worden. Graag het contract met van Straaten onmiddelijk opzeggen. Hoogachtend 2017-02-15 10:55 GMT-+01:00 a Dag allemaal Al is de belastingdienst met blauwe enveloppen gestopt, ik krijg nog steeds groene enveloppen van de gemeentebelasting. Wat schetst mijn verbazing als ik merk dat die | bezorgd worden door een brommer ronkend op de stoep voor de deur. Als die dan vervolgens heen en weer scheurt op de fietspad, vraag ik me werkelijk af | hoe het kan dat onze gemeente niet een milieuvriendelijke keuze kan maken om brieven bij de burgers te krijgen? Hier een voorbeeld: https://www.youtube.com/watch?v=rcX68- BDONk&feature=youtu.be Groet | Ä L
Raadsadres
2
train
> Gemeente Amsterdam Vlaggenprotocol gemeente Amsterdam Aan Alle gemeentelijke gebouwen met vlaggenmast Van Thys van den Brule, Externe Betrekkingen, t.van.den.brule@®amsterdam.nl en Sebas van der Sangen, Corporate Communicatie, [email protected] Kopie aan Medewerkers Relatiebeheer & Protocol, externebetrekkingen@®amsterdam.nl Datum 29 mei 2019 Het vlaggenprotocol bevat de volgende onderwerpen: 1. Algemene handleiding voor het gebruik van de Nederlandse vlag 2. Vlaginstructie gemeente Amsterdam 3. Richtlijnen voor het gebruik van vlaggen op het stadhuis 4. Vlaginstructie bij aanslagen en rampen a. Uiting van medeleven bij aanslagen en rampen Bij vragen over het gebruik van vlaggen kan contact worden opgenomen met Bureau Relatiebeheer & Protocol via: externebetrekkingen@&amsterdam.nl. Contactgegevens gebouwen Stadhuis en ambtswoning: Carin de Raad: : [email protected] Facilitair team: [email protected] Gemeentelijke gebouwen/stadsdeelkantoren: [email protected] Stadstorens via Stadswerken (Ester Seijnen en Jolanda Jorna): Evenementen.openbareruimte@®&amsterdam.nl E [email protected] [email protected] Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 1. Algemene handleiding voor het gebruik van de Nederlandse vlag De Nederlandse vlag is het symbool van de eenheid en de onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden. De vlag behoort overal waar zij op het Nederlands grondgebied wordt ontplooid, de ereplaats te hebben. De kleuren van de Nederlandse vlag zijn: helder vermiljoen - helder wit - kobaltblauw. Over de afmetingen van de vlag zijn geen voorschriften. In het algemeen dient de lengte zich te verhouden tot de breedte als 3: 2. Op de Nederlandse vlag behoort geen enkele versiering of andere toevoeging te worden aangebracht. Ook het gebruik van een vlag louter voor versiering behoort te worden nagelaten. Wel mag vlaggendoek voor versiering, bijvoorbeeld in de vorm van draperieën, worden gebruikt. Hijsen van de vlag De vlag dient gehesen te worden aan een stok, waarvan de lengte zodanig is, dat de vlag (ook als zij halfstok is bevestigd) nooit de grond raakt of het verkeer kan hinderen. Nederlandse of buitenlandse vlaggen behoren niet tussen zonsondergang en zonsopkomst gehesen te worden of te blijven. Elke gehesen vlag moet derhalve bij zonsondergang worden neergehaald en zo nodig de volgende dag na zonsopkomst opnieuw worden gehesen. Uitzondering hierop is mogelijk, als de vlag verlicht wordt en de kleuren duidelijk te zien zijn. Halfstok vlaggen Het halfstok hijsen van de vlag behoort op de volgende wijze te geschieden: eerst wordt de vlag vol gehesen, daarna wordt zij langzaam en statig neergehaald, totdat het midden van de vlag op de helft van de normale hoogte is gekomen, waarna de vlaggenlijn wordt vastgebonden; de vlag wordt niet opgebonden. Bij het neerhalen van een halfstok gehesen vlag wordt deze eerst langzaam en statig vol gehesen en vervolgens op gebruikelijke wijze neergehaald. Zijn er meerdere vlaggen, dan hangen alle vlaggen halfstok. Vlaggen mogen de grond niet raken (bij het stadhuis mogen de vlaggen niet “op het dak liggen”, maar moeten er net iets boven hangen). Hijsen van meer vlaggen Bij het hijsen van meer vlaggen behoren deze van gelijke afmetingen te zijn en zo mogelijk op gelijke hoogte te worden gehesen. Bij het ontplooien van twee vlaggen is de ereplaats rechts, gerekend met de rug naar de vlaggen. Daar behoort de Nederlandse vlag. Bij drie vlaggen behoort de Nederlandse vlag in het midden. De tweede plaats is dan rechts van het midden en de derde plaats is links van het midden, gerekend met de rug naar de vlaggen. Niet vlaggen bij te harde wind Geadviseerd wordt om niet te vlaggen bij windkracht 7 en hoger, omdat de vlaggen dan onderhevig zijn aan slijtage en kapot kunnen waaien. De facilitaire teams kunnen dan besluiten om de vlaggen niet te hijsen. Wanneer op onderstaande bijzondere data windkracht 7 of hoger wordt verwacht, zal er afstemming plaatsvinden met Externe Betrekkingen om de vlaggen wel of niet te hijsen. Gemeente Amsterdam Pagina 3 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 2. Vlaginstructie gemeente Amsterdam Het gebruik van de Nederlandse vlag door overheidsgebouwen geschiedt conform de handleiding die is opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, behorende bij de algemene vlaginstructie (dd. 3 juni 2013). De vlaginstructie voor de gemeente Amsterdam is hierop gebaseerd en is opgesteld door Bureau Relatiebeheer & Protocol van de afdeling Externe Betrekkingen. Tussen onderstaande data staan ook de dagen vermeld waarop de regenboogvlag wordt uitgestoken. Er zijn vaste data voor het vlaggen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in “uitgebreid vlaggen” (UV) en “beperkt vlaggen” (BV). UV: De Nederlandse vlag wordt vitgestoken op alle gemeentelijke gebouwen die voorzien zijn van een vlaggenmast, stadstorens (Noorderkerk, Oude Kerk, Westerkerk, Zuiderkerk, Montelbaanstoren, Oosterkerk, Munttoren), de Berlagebrug, de ambtswoning van de burgemeester en de vlaggenmast naast het Nationaal Monument op de Dam. BV: De Nederlandse vlag wordt uitgestoken op het stadhuis en de stadsdeelkantoren. De vlaggen worden altijd uitgestoken na zonsopkomst en worden dezelfde dag voor zonsondergang ingehaald. Uitzondering is mogelijk als de vlag verlicht wordt en de kleuren duidelijk te zien zijn. Tussen haakjes staat de datum waarop er gevlagd wordt als de officiële datum op een zondag of algemeen erkende christelijke feestdag valt. 1 31 januari (1 feb) Verjaardag Prinses Beatrix BV De Nederlandse vlag wordt uitgestoken op het stadhuis en de stadsdeelkantoren. De Nederlandse vlag wordt op deze dag voorzien van een oranje wimpel. Indien de datum op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag valt, dan wordt gevlagd op de tussen de haakjes vermelde datum. Er wordt gevlagd van zonsopkomst ca. 08.20 vur tot zonsondergang ca. 17.25 uur. 2 27 april (26 apr) Koningsdag Uv De Nederlandse vlag wordt uitgestoken op alle gemeentelijke gebouwen die voorzien zijn van een vlaggenmast, stadstorens, de Berlagebrug, de ambtswoning van de burgemeester en de vlaggenmast naast het Nationaal Monument op de Dam. De Nederlandse vlag wordt op deze dag voorzien van een oranje wimpel. Op Koningsdag worden de carillons van de stadstorens bespeeld. Indien de datum op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag valt, dan wordt gevlagd op de tussen de haakjes vermelde datum. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 06.20 uur, in ieder geval vóór 08.00 vur, tot zonsondergang ca. 21.00 uur. Gemeente Amsterdam Pagina 4 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 3 4 mei Nationale dodenherdenking Uv Op 4 mei worden de vlaggen tussen 17.00-18.00 vur halfstok gehangen (zonder wimpel), ook als 4, mei op een zondag of op een algemeen erkende christelijke feestdag valt. Bij het halfstok hijsen van de vlag wordt deze eerst in top gehesen en daarna statig en langzaam gestreken, totdat het midden van de vlag op de helft van de normale hoogte is gekomen. Bij het inhalen geldt dezelfde procedure, in omgekeerde volgorde. Zijn er meerdere vlaggen, dan hangen alle vlaggen halfstok. -tussen 17.00 en 18.00 uur: de Nederlandse vlag gaat halfstok op alle gemeentelijke gebouwen die voorzien zijn van een vlaggenmast, stadstorens, de Berlagebrug, de ambtswoning van de burgemeester, bij het homomonument en Plantage Westermanlaan. Deze vlaggen worden ingehaald vlak voor zonsondergang (ca. 21.10 Uur) -tussen 17.00 en 18.00 uur: de vlaggen gaan halfstok op de fusilladeplaatsen Rozenoord, Mosveld, het Van Randwijkmonument in het Van Randwijkplantsoen. Deze vlaggen worden ingehaald vlak voor zonsondergang (ca. 21.10 Uur) - tussen 17.00 en 18.00 uur: de vlaggen gaan halfstok op de fusilladeplaatsen Weteringplantsoen, Apollolaan en het Verzetsmonument op het Jonas Daniël Meijerplein. Deze vlaggen worden ingehaald even vóór het doven van de belichting (ca. 24.00 Uur) - om 18.00 vur: alle vlaggen gaan halfstok rondom het Nationaal Monument op de Dam (Nederlandse vlag, provincievlaggen en vlaggen ABC-eilanden). De vlaggen worden ingehaald na het beëindigen van het defilé en het afmarcheren van de erewacht (ca. 21.30 uur, eerst de Nederlandse vlag, daarna de andere vlaggen) - vanaf 19.45 Uur tot 30 seconden vóór 20.00 uur: de klokken van de stadstorens (Westerkerk, Noorderkerk, Oosterkerk, Montelbaanstoren, Munttoren) worden geluid - met uitzondering van de Beursklok. De klokken van de Zuiderkerk en de Oude Kerk worden geluid van 19.45 uur tot 19.50 Uur in verband met de herdenking op de Dam 4 5 mei Nationale Bevrijdingsdag Uv De Nederlandse vlag wordt uitgestoken op alle gemeentelijke gebouwen die voorzien zijn van een vlaggenmast, stadstorens, de Berlagebrug, de ambtswoning van de burgemeester, de vlaggenmast naast het Nationaal Monument op de Dam en bij het homomonument en Plantage Westermanlaan, ook als 5 mei op een zondag of op een algemeen erkende christelijke feestdag valt. Op 5 mei worden de carillons van de stadstorens bespeeld. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 06.00 uur, in ieder geval vóór 08.00 uur, tot zonsondergang ca. 21.10 uur. Gemeente Amsterdam Pagina 5 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 5 17 mei (18 mei) Verjaardag van Koningin Máxima BV De Nederlandse vlag wordt uitgestoken op het stadhuis en de stadsdeelkantoren; De Nederlandse vlag wordt op deze dag voorzien van een oranje wimpel. Indien de datum op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag valt, dan wordt gevlagd op de tussen de haakjes vermelde datum. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 05.40 uur, in ieder geval vóór 08.00 vur, tot zonsondergang ca. 21.30 Uur. Op 17 mei vindt ook de jaarlijkse IDAHOT (internationale dag tegen homofobie, bifobie en transfobie) plaats. De afgelopen jaren zijn er verzoeken binnen gekomen om op deze dag de regenboogvlag vit te steken op het stadhuis en om deze datum in het vlaggenprotocol op te nemen. Eris nog geen besluit genomen over het wel of niet hijsen van de regenboogvlag op 17 mei. We hijsen de regenboogvlag tijdens de Pride week en op Nationale Coming Out Dag (zie hieronder). Omdat er meerdere internationale dagen in het leven zijn geroepen voor de LHBTI-gemeenschap is het advies van Externe Betrekkingen het bij deze twee momenten te houden. 6 Laatste zaterdag in juni Landelijke Veteranendag Uv De Nederlandse vlag wordt uitgestoken op alle gemeentelijke gebouwen die voorzien zijn van een vlaggenmast, stadstorens, de Berlagebrug, de ambtswoning van de burgemeester en de vlaggenmast naast het Nationaal Monument op de Dam. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 05.20 uur, in ieder geval vóór 08.00 uur, tot zonsondergang ca. 22.00 uur. 7 Begin augustus Pride Amsterdam BV/UV Jaarlijks vindt op de eerste zaterdag van augustus de botenparade plaats. Pride Amsterdam start een week voorafgaand aan de botenparade en duurt tot en met de zondag na de botenparade (totaal 9 dagen). Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 06.10 uur, in ieder geval vóór 08.00 uur, tot zonsondergang ca. 21.20 uur. De regenboogvlag wordt als volgt uitgestoken: -_Op werkdagen in de week voorafgaand aan de botenparade wordt de regenboogvlag uitgestoken op het stadhuis en stadsdeelkantoren - Op de zaterdag van de botenparade wordt de regenboogvlag gehesen op het stadhuis (4 masten), stadsdeelkantoren, stadstorens en de ambtswoning van de burgemeester 8 15 augustus (16 aug) Formeel einde Tweede Wereldoorlog Uv De Nederlandse vlag wordt uitgestoken op alle gemeentelijke gebouwen die voorzien zijn van een vlaggenmast, stadstorens, de Berlagebrug, de ambtswoning van de burgemeester en de vlaggenmast naast het Nationaal Monument op de Dam. Indien de datum op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag valt, dan wordt gevlagd op de tussen de haakjes vermelde datum. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 06.25 uur, in ieder geval vóór 08.00 uur, tot zonsondergang ca. 21.00 uur. g 11 oktober (12 okt) Nationale Coming Out Dag De regenboogvlag wordt vitgestoken op het stadhuis en de stadsdeelkantoren. Gemeente Amsterdam Pagina 6 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 Indien de datum op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag valt, dan wordt gevlagd op de tussen de haakjes vermelde datum. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 08.00 uur tot zonsondergang ca. 18.55 uur. Gemeente Amsterdam Pagina 7 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 10 27 oktober (28 okt) Verjaardag van Amsterdam Uv De Amsterdamse vlag wordt, tussen zonsopgang en zonsondergang, uitgestoken op het stadhuis en alle stadsdeelkantoren, stadstorens en de ambtswoning van de burgemeester. Alle andere gemeentelijke gebouwen zijn vrij om hierin mee te gaan. Indien de datum op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag valt, dan wordt gevlagd op de tussen de haakjes vermelde datum. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst, in ieder geval vóór 08.00 uur, tot zonsondergang. 11 7 december (8 dec) Verjaardag van de Prinses van Oranje BV De Nederlandse vlag wordt uitgestoken op het stadhuis en de stadsdeelkantoren. De Nederlandse vlag wordt op deze dag voorzien van een oranje wimpel. Indien de datum op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag valt, dan wordt gevlagd op de tussen de haakjes vermelde datum. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 08.35 uur tot zonsondergang ca. 16.30 uur. 12 15 december (16 dec) Koninkrijksdag BV De Nederlandse vlag wordt uitgestoken op het stadhuis en de stadsdeelkantoren. Indien de datum op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag valt, dan wordt gevlagd op de tussen de haakjes vermelde datum. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 08.40 uur tot zonsondergang ca. 16.30 uur. Uitzondering De burgemeester is gemachtigd om af te wijken van de algemene vlaginstructie en het uitsteken van vlaggen van gemeentelijke gebouwen bij andere gelegenheden, dan die hiervoor genoemd worden. Dit kan slechts geschieden, wanneer daartoe door of namens de burgemeester opdracht wordt gegeven. De Directie Communicatie (Afdeling Relatiebeheer & Protocol van Externe Betrekkingen) is namens de burgemeester gemandateerd. Beheer De vlaggenmasten op de stadstorens (Westerkerk, Zuiderkerk, Montelbaanstoren, Noorderkerk, Oosterkerk, Munttoren en Oude Kerk), alsmede de masten bij het Nationaal Monument op de Dam, de Berlagebrug en bij de fusilladeplaatsen, vallen onder verantwoordelijkheid van Stadsdeel Centrum. Het uitsteken en inhalen van de vlaggen van de overige gemeentelijke gebouwen en torens wordt uitgevoerd door en is voor rekening van de desbetreffende facilitaire diensten. Het bespelen van de carillons valt vanaf 2015 onder de verantwoordelijkheid van Gemeentelijk Vastgoed. De twee stadsbeiaardiers zijn vanaf dat moment in de formatie van Gemeentelijk vastgoed opgenomen. Gemeente Amsterdam Pagina 8 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 3. Richtlijnen voor het gebruik van vlaggen op het stadhuis Uitgangspunt Het getuigt van goed gastheerschap als het vlaggenprotocol op de juiste manier gebruikt wordt. Bij het hijsen van meer vlaggen behoren deze van gelijke afmetingen te zijn en zo mogelijk op gelijke hoogte te worden gehesen. De afmetingen van de vlaggen op het stadhuis zijn 2x3 meter. De Nederlandse vlag, de Amsterdamse vlag en de Europese vlag worden op werkdagen permanent uitgestoken op het stadhuis, Amstel 1. De vlaggen worden altijd uitgestoken na zonsopkomst en worden dezelfde dag voor zonsondergang ingehaald. Standaardopstelling werkdagen VOORPLEIN ÀÂ M O4 O3 O2 O1 Ss Leeg Europa Nederland Amsterdam T E L STADHUIS Koningsdag 27 april (26 april) De Nederlandse vlag wordt op deze dag voorzien van een oranje wimpel. Indien de datum op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag valt, dan wordt gevlagd op de tussen de haakjes vermelde datum. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 06.20 uur, in ieder geval vóór 08.00 uur, tot zonsondergang ca. 21.00 uur. VOORPLEIN ÀÂ M O4 O3 O2 O1 Ss Leeg Leeg Nederland Leeg T met oranje wimpel E L STADHUIS Gemeente Amsterdam Pagina g van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 Indien de verjaardag van een lid van het koninklijk huis op een zaterdag valt, geldt ook bovenstaande opstelling van de Nederlandse vlag met wimpel. Nationale Dodenherdenking 4 mei Op 4 mei worden de vlaggen tussen 17.00-18.00 uur halfstok gehangen (zonder wimpel), ook als 4 mei op een zondag of op een algemeen erkende christelijke feestdag valt. Bij het halfstok hijsen van de vlag wordt deze eerst in top gehesen en daarna statig en langzaam gestreken, totdat het midden van de vlag op de helft van de normale hoogte is gekomen. Bij het inhalen geldt dezelfde procedure, in omgekeerde volgorde. De Nederlandse vlag altijd als eerst, daarna de Amsterdamse vlag, daarna de Europese vlag. Deze vlaggen worden ingehaald vlak voor zonsondergang (ca. 21.10 vur). Indien ‚ mei op een zaterdag of een zondag valt, dan wordt alleen de Nederlandse vlag gehesen in mast 2. De Amsterdamse en Europese vlag worden immers enkel op werkdagen gehesen. VOORPLEIN ÀÂ M O4 O3 O2 O1 S Leeg Europa halfstok Nederland halfstok Amsterdam halfstok T E L STADHUIS Bevrijdingsdag 5 mei en landelijke veteranendag (laatste zaterdag in juni) Op Bevrijdingsdag (5 mei) wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 06.00 uur, in ieder geval vóór 08.00 uur, tot zonsondergang ca. 21.10 vur. Op de landelijke veteranendag (laatste zaterdag in juni) wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 05.20 Uur, in ieder geval vóór 08.00 uur, tot zonsondergang ca. 22.00 uur. VOORPLEIN ÀÂ M O4 O3 O2 O1 Ss Leeg Leeg Nederland Leeg T E L STADHUIS Indien 15 augustus (Formeel einde Tweede Wereldoorlog) of 15 december (Koninkrijksdag) op een zaterdag valt, dan geldt ook bovenstaande opstelling. Gemeente Amsterdam Pagina 10 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 Pride Amsterdam (eerste week augustus) Jaarlijks vindt op de eerste zaterdag van augustus de botenparade plaats. Pride Amsterdam start een week voorafgaand aan de botenparade en duurt tot en met de zondag na de botenparade (totaal 9 dagen). Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 06.10 uur, in ieder geval vóór 08.00 uur, tot zonsondergang ca. 21.20 uur. De regenboogvlag wordt als volgt uitgestoken op het stadhuis: - Op werkdagen in de week voorafgaand aan de botenparade wordt de regenboogvlag uitgestoken op het stadhuis in mast 1, zoals aangegeven in de afbeelding. - Op de eerste zaterdag van augustus, de dag van de botenparade, wordt de regenboogvlag in alle 4, de masten gehesen VOORPLEIN ÀÂ M O4 O3 O2 O1 S Europa Nederland Amsterdam Regenboogvlag T (of evenementenvlag) E L STADHUIS Wanneer besloten wordt om een vlag te hijsen van een ander evenement dan kan bovenstaande opstelling worden gebruikt, waarbij de evenementenvlag de plaats van de regenboogvlag inneemt. Nationale Coming Out Dag 11 oktober (12 okt) Valt 21 oktober op een werkdag, dan wordt de regenboogvlag uitgestoken op het stadhuis, zoals in de afbeelding hierboven bij Pride Amsterdam. Valt 11 oktober op een zaterdag dan wordt enkel de regenboogvlag gehesen in mast 2. Indien de datum op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag valt, dan wordt gevlagd op de tussen de haakjes vermelde datum. Er wordt gevlagd vanaf zonsopkomst ca. 08.00 uur tot zonsondergang ca. 18.55 uur. Gemeente Amsterdam Pagina 11 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 Buitenlands bezoek Bij officieel buitenlands bezoek op het stadhuis (ambassadeur of gevolmachtigd minister), wordt de vlag van het gastland gehesen. VOORPLEIN ÀÂ M O4 O3 O2 O1 Ss Amsterdam Nederland Gastland Europa T E L STADHUIS Meerdere landen aanwezig Indien naast de Nederlandse vlag meerdere vlaggen van andere naties worden gehesen, is voor de onderlinge rangorde de eerste letter van de namen van de betrokken landen in de Franse taal bepalend van de plaats van de vlag. VOORPLEIN ÀÂ M O4 O3 O2 O1 Ss 2° land alfabet Nederland 1° land alfabet 3° land alfabet T E L STADHUIS Of bijvoorbeeld in combinatie met de Europese vlag: VOORPLEIN ÀÂ M O4 O3 O2 O1 5) 2° land alfabet Nederland 1 land alfabet Europa T E L STADHUIS Gemeente Amsterdam Pagina 12 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 Evenement van een internationale organisatie Is er sprake van een bezoek van meerdere buitenlandse vertegenwoordigers ter gelegenheid van een evenement van een internationale organisatie, dan is de volgorde van rechts naar links: Nederlandse vlag, (eventueel) internationale organisatie, overige natievlaggen (in Franse alfabetische volgorde en altijd op gelijke hoogte en van dezelfde grootte), de Amsterdamse vlag en als laatste de Europese vlag, tenzij het bezoek in verband staat met de Europese Unie. Bijvoorbeeld: VOORPLEIN ÀÂ M O4 O3 O2 O1 Ss Etats Unis Angleterre NAVO Nederland T E L STADHUIS Bij vragen over het gebruik van vlaggen kan contact worden opgenomen met Bureau Relatiebeheer & Protocol via: [email protected]. Gemeente Amsterdam Pagina 13 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 4. Vlaggenprotocol bij aanslagen en rampen Het halfstok hangen van de vlaggen op het stadhuis Bij een ramp of aanslag in Nederland of in het buitenland wordt soms als blijk van solidariteit besloten tot het halfstok hangen van de vlaggen op het stadhuis. Het betreft de drie vlaggen die op werkdagen op het stadhuis worden gehesen: de Nederlandse vlag, de Amsterdamse vlag en de Europese vlag. Officieel mag de Nederlandse vlag alleen halfstok worden gehangen na een vlaginstructie van de Rijksoverheid, echter is de burgemeester gemachtigd om af te wijken van de algemene vlaginstructie. De Directie Communicatie (Afdeling Relatiebeheer & Protocol van Externe Betrekkingen) is namens de burgemeester gemandateerd. a. Uiting van medeleven bij aanslagen en rampen Naast het halfstok hangen van de vlaggen zijn er verschillende mogelijkheden tot het uiten van medeleven bij een aanslag of ramp. Zo wordt er vaak door de burgemeester een statement afgegeven middels de gemeentelijke (social) media of via de pers. Aanvullend op dit statement kan de burgemeester een bezoek brengen aan een (herdenkings)bijeenkomst of aan een Amsterdamse gemeenschap die geraakt is (bijv. het bezoeken van een moskee na de aanslagen in Christchurch). Het aanlichten van een markant gebouw De laatste jaren zien we in verschillende steden dat de vlag van het land waar een terroristische aanslag is gepleegd wordt geprojecteerd op een markant gebouw. Een hedendaagse en aansprekende manier om uiting te geven van solidariteit: foto’s en video's ervan worden via social media en mainstream media razendsnel verspreid. In Amsterdam hebben we vlaggen geprojecteerd op het Koninklijk Paleis op de Dam en het Centraal Station. Het projecteren van een vlag is een krachtig signaal. De reacties van Amsterdammers, de media en van de betreffende ambassades / consulaten zijn vrijwel uitsluitend positief. De actie wordt ervaren als troostrijk. Waar aanslagen helaas wereldwijd vaker voorkomen, is het streven om de projectie van de vlag in uitzonderlijke gevallen te doen, om de betekenis ervan niet te doen verwateren. Tegelijk is het credo ook: beter een keer te veel troost bieden dan te weinig. Tussen die twee uitgangpunten zit een grijs gebied. Burgemeester besluit tot aanlichten/projecteren De beslissing om bij een aanslag al dan niet de vlag te projecteren wordt genomen door de burgemeester. In de voorfase zijn de Directie Communicatie, Kabinet Burgemeester (en bij projectie op het paleis de Dienst Koninklijk Huis) betrokken . Afwegingen Het besluit wordt niet genomen aan de hand van een protocol of lijst van criteria. Per situatie is maatwerk gewenst. Wel speelt een aantal zaken mee in de afweging: Gemeente Amsterdam Pagina 14 van 14 Vlaggenprotocol — 29 mei 2019 e Bij een terroristische aanslag in het buitenland kijken we in eerste instantie naar de impact van deze aanslag, wereldwijd en specifiek in het westen. (bijvoorbeeld Charlie Hebdo). e De impact van een aanslag wordt daarbij mede bepaald door de verbondenheid met de locatie, is het bijvoorbeeld een partnerstad van Amsterdam (Parijs, Istanbul}? Of betreft het een nabij gelegen land (België/Brussel, Duitsland/Berlijn)? e De grootte van de aanslag en aantal slachtoffers spelen vervolgens ook een rol (aanslagen Sri Lanka). e Doel van het uiten van medeleven is naast tonen van solidariteit ook het geven van een middel om de emotie in de samenleving een plek te geven: de verbondenheid van (groepen) Amsterdammers met de slachtoffers speelt dan een rol (bijvoorbeeld Orlando: LHBTI gemeenschap / Christchurch: moslim gemeenschap). e Aandachtspunt is de vraag of er sprake is van een politiek, militair conflict? Met andere woorden: indien er uiting gegeven wordt aan medeleven, kiest Amsterdam dan een specifieke zijde in dit conflict? Wanneer wordt er gehandeld Zodra de burgemeester heeft besloten om een vlag te projecteren zullen de afdelingen Externe Betrekkingen en Corporate Communicatie van de Directie Communicatie de productie op zich nemen. Deze productie is in een stappenplan beschreven. Corporate Communicatie en Bestuursvoorlichting nemen verder de communicatie van de projectie op zich (zoals bijvoorbeeld het delen van een foto van de projectie op de gemeentelijke social media kanalen).
Schriftelijke Vraag
14
discard
Stadsdeel Amsterdem-Gentrum d.d. in: hr: Beh, embt/afd: Lectmtd. DL Kople gan: RAADSADRES. Amsterdam, 10 november 2008. Ï archiefende: ‘dessier nr; í En zen Zee Geachte Raad van Het Stadsdeel Centrum van de Gemeente Amsterdam. FT \ OO Hierbij vraag ik uw aandacht voor hetvolgende: Bijgevoegd vindt u drie bijlagen omtrent het afgeven van een horecavergunning tbv. een terras. Dit terras heeft in eerste instantie géén vergunning gekregen voor dát terras ivm. de geldende regels, welke vastgelegd zijn in de nieuwe Terrasnota 2008. (saillant detail in de afwijzing is de voorzet (waar Maradonna in elk willekeurig WK jaloers op zou zijn geweest…) van de betreffende Dienst, om -dezelfde- vergunning opnieuw aan te vragen op basis van hetzogeheten Maatwerk). Tot mijn verbijstering is op basis van Maatwerk exact dezelfde aanvraag positief vergund. Verbijsterend, daar drie van de vier criteria om een terras-vergunning ‘aan de andere kant van de straat’ af te wijzen -volgens de Terrasnota- in de Maatwerk-procedure simpelweg terzijde geschoven zijn. Mijn vraag behelst hetvolgende: —_ Waarom in hemelsnaam een Terrasnota als je middels Maatwerk alles terzijde kunt schuiven? Overigens zou bij de vaststelling van het Maatwerk de Portefeuillehoudster u, de Raad, toegezegd hebben, dat eea. in de Maatwerk-procedure in -nauw- overleg met ‘de buurt' en/of omwonenden plaats zou vinden. In onderhavig geval (blijkt alleen al uit de data van de correspondentie) heeft dit in het geheel niet plaatsgevonden. Dank voor uw aandacht, je A / 4 4 Z Dhr/ Ron van’ Hemért Stakenburg, C JOE of OO N pacilita postkame ngen en 2008 4 Q NOV. Bezoekadres Amstel1 > 2 Gemeente Amsterdam 1011 PN Amsterdam Stadsdeel Centrum Postbus 202 _ 1000 AE Amsterdam Sector Bouwen en Wonen 5 Telefoon 14 020 Afdeling Vergunningen Gebruik Fax 020 552 4433 x www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam JM VELDT, M STAPHORST, R STAPHORST, OM ULRICH, MH WIJSMULLER Zandhoek 14 1013 KT AMSTERDAM Datum 15 APR. 2008 ’ Behandeld door M.A. Ronodikromo Doorkiesnummer 020-5524483 _… Faxnummer 020-5524409 Onderwerp Vergunningen ‚ _ Geachte heer/mevrouw, Hierbij doe ik u toekomen de door u gevraagde exploitatievergunning (met bijbehorende openingstijdenkaart) voor het horecabedrijf, gevestigd in perceel ZANDHOEK 14 1013 KT AMSTERDAM. In deze vergunning zijn voorschriften op grond van de APV opgenomen met betrekking tot de openingstijden en - indien van toepassing - voor een terras. Met betrekking tot het ongebouwd terras schuin tegenover de (zijjgevel van uw horecabedrijf, welke op 23 november 2004 bij wijze van proef is verleend, bericht ik u het volgende. De reden dat het terras aan de overzijde (tijdelijk) is toegestaan, is dat op grond van het toen geldende beleid een terras op deze locatie niet was toegestaan. Het nieuwe terrassenbeleid was nog in ontwikkeling. Op 2 mei 2007 is aan u geschreven dat zolang het nieuwe terrassenbeleid niet was vastgesteld, u het terras aan de overzijde mocht blijven exploiteren. Aangezien het terrassenbeleid op 1 april 2008 in werking getreden is, is er een einde gekomen aan de proefperiode voor het terras aan de overzijde van uw zaak. Uw terras aan de overzijde zal thans aan het nieuwe beleid moeten worden getoetst. Volgens het nu geldende beleid is een terras aan de overzijde van de weg toegestaan als dit recht tegenover de gevel is gesitueerd én als de openbare ruimte niet al voor een : ander doel in gebruik is. Het terras aan de overzijde is niet recht tegenover de gevel gesitueerd en past derhalve niet in het nieuwe beleid. Dit betekent dat u vanaf heden het proefterras aan de overzijde van de weg niet meer mag exploiteren. Echter, de Terrassennota 2008 laat wel ruimte voor maatwerk. Bij de “maatwerkprocedure” wordt aan de hand van vier criteria bepaald of maatwerk mogelijk is. De criteria zijn: -__ toezicht op het terras vanuit de horecazaak; -_ verkeersveiligheid; d ie 2 Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 2 Stadsdeel Centrum C _ het woon- en leefklimaat; het meest doelmatige gebruik van de openbare ruimte. Om in aanmerking te komen voor een terras “op maat” dient u een aanvraag in te dienen. Op deze aanvraag, zal na ambtelijk advies, door de stadsdeelvoorzitter worden beslist. Dit laat echter onverlet dat u het terras aan de overzijde niet meer mag exploiteren, totdat op __de nieuwe aanvraag is beslist. Ik hoop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, De Burgemeester van Amsterdam, namens deze, het hoofd van Ö Vergunningen Gebruik, H. van Wijnen Ik wijs u erop dat u ingevolge het bepaalde in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht tegen deze beschikking binnen 6 weken na verzending hiervan een gemotiveerd bezwaarschrift kunt indienen bij de Burgemeester van Amsterdam, Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM. Het indienen van een . bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan er een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank (sector bestuursrecht) te Amsterdam, postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Voor het indienen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Ë 2 café - restaurant Café - Restaurant De Gouden Reael Zandhoek 14 DE GOUDEN REAEL 1013 KT Amsterdam regionale franse keuken tel. 020 - 623 3883 fax: 020 - 625 7317 www.goudenreael.nl e-mail: [email protected] Stadsdeel Centrum Amsterdam T.a.v. Sector Bouwen en Wonen Afdeling Vergunningen Gebruik Dhr. H. van Wijnen Postbus 202 1000 AE Amsterdam Amsterdam, 30 april 2008 Betreft: aanvraag terrasvergunning volgens maatwerkprocedure, uw brief d.d. 25 april 2008, onderwerp Vergunningen. Geachte heer van Wijnen, Onlangs ontvingen wij van uw afdeling de gevraagde exploitatievergunning. Hieruit bleek dat de vergunning voor ons terras op het aan de overzijde gelegen bruggenhoofd toch niet is verleend, aangezien 40% van dat terras niet recht tegenover de gevel is gesitueerd. Wij willen hierbij een aanvraag voor een maatwerkprocedure doen. Wij voldoen aan alle criteria die in uw schrijven vermeld worden, zoals al 2 maal door alle betreffende ambtenaren is vastgesteld en zoals u wellicht zelf kunt nakijken, aangezien wij tijdens de vaststelling van het terrassenbeleid blijkbaar dienst gedaan hebben als “analyseterras”, Ook wil ik opmerken dat dit stuk terras al sinds mei 2005 in gebruik is geweest, zonder klachten of problemen! Aanvullende tekeningen zijn bijgevoegd (bijlage 1 en 2). Om alle misverstanden te voorkomen: het gaat om het terrasdeel C, volgens de Terrastekening d.d. 8 november 2004 van Rayon West (zie bijlage 3). Aangezien ons brugterras in de namiddag door de buurtbewoners wordt gebruikt als borrelterras, (omdat hier de hele dag zon is) vragen wij u deze aanvraag met extra spoed te behandelen, en ook of tijdens deze periode niet “gehandhaafd” zou kunnen worden. Reden hiervoor is de late datum van ontvangst van dit nieuws. Het is inmiddels al mei en als wij de normale duur van de behandeling zouden moeten afwachten, is het zeer waarschijnlijk pas augustus als wij het terras mogen gebruiken, en heeft de buurt zijn terrasje bijna de hele zomer moeten missen! U kunt mij desgewenst bereiken via bovenstaande adresgegevens, of via mij directe mobiele nummer: 0643442067. Bij voorbaat dank voor uw reactie. Namens Café-Restaurant “De Gouden Reael”, Rob Staphorst | / Û Sr == Í 8 | er At A 24 sants aj nnen, ® Ve 4 ie 5 . Og RT, ee. hd T Ss o LD) 2 \\ ei B OQ Ne Za SS OB. 317 | PETEMAIJENBRUG / ej STap f 5 X « “Dee, ee 02) Aare nj A oe } Z El \ 5, BL s a , ® Ni Gi JA Hi gn de nn ee Na 0 11,70 ee 7 te u ken} | En aan | Rayon West || ot 7 E | Legenda Terrastekening KF His l B gereed 0 Adres: Zandhoek 14 rde k Î ‚ © 1,50 Naam: De Gouden Reaal \ zt NN ee Ü ne Ll Omschrijving pe Ee j Terras onbebouwd _ ———— Vee — Hi Terras bebouwd mr Í — HW Oppervlakte | pn Tj o | B; Bebouwdterras : A:6.75;B:29.25;C:27.98 m2 oeren ee O: Onbebouwd terras: . | o kr Em Totale oppervlakte : 63.98 m2 | = fj ok | alle maten in meters ' U jg 1 hj ij ramone i A baasen ipana ij : pe 7 il Giame Aan deze tekening kunnen geen rechten worden ontleend | 2 Ee k Ren ij Ingetekend; Datum: Í f ej |. Visser 8 nov 2004 a o f | Ì f ed stadsdeel Amsterdam-Centrum ks enen î 8 STRAAT ! Ï sector Openbare Puree TAAN Ln nl | ROR / Stafbureau / Iutormatisering en Distribuue irene EL Kluns Ì | nn | Î pn Amstel | WON PIN Amnsterdan: ‚ ES en Ge Stadsdeel Centrum KO PEN Amsterdam P | E Bs P ‚ D Sector Bouwen en Wonen mp Postbus 202 Afdeling Vergunningen Gebruik . _”_1000 AE Amsterdam >_< 5 Telefoon 14 020 Ë Fax 020 552 4433 www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam CG J.M. Veldt, M. Staphorst, R. Staphorst, O.M. Ulrich, M.H. Wijsmuller Zandhoek 14 1013 KT AMSTERDAM 1 guu 2008 Datum Behandeld door Vergunningen Gebruik Doorkiesnummer 14 020 Faxnummer 020-5524409 Onderwerp Vergunningen Geachte heer/mevrouw, Op 4 mei 2008 heeft u een aanvraag ingediend voor een terras ‘op maat” schuin tegenover de (zij) gevel van uw horecabedrijf. Volgens het reguliere beleid zou u in aanmerking komen voor een terras aan de overzijde van de weg, recht tegenover de zaak. Een terras op die plek is echter niet mogelijk vanwege de aanwezigheid van objecten zoals bankjes en een afvalbak. In de Terrassennota 2008 staat dat maatwerkprocedure voor individuele gevallen voor uitzonderlijke situaties mogelijk moet zijn. Aan de hand van vier criteria wordt bepaald of | maatwerk mogelijk is: | e Toezicht op het terras vanuit de horeca-zaak e Verkeersveiligheid | e Het woon- en leefklimaat Í e Het meest doelmatige gebruik van de openbare ruimte | Bij toetsing van deze criteria is gebleken dat in uw geval de maatwerkprocedure | gerechtvaardigd is, gelet op de uitzonderlijke inrichting van de locatie van de openbare ruimte ter plaatse. De ruimte loopt dood en kan nergens anders voor gebruikt worden. Aan u wordt een voorwaardelijke vergunning verleend voor het terras schuin tegenover de (zijgevel van uw horecabedrijf met als belangrijkste voorwaarde dat er niet meer dan drie overtredingen per jaar mogen plaatsvinden. Na drie overtredingen wordt de | voorwaardelijke vergunning voor het terras ingetrokken. Fee eN En Ln ng a MP Gemeente Amsterdam Go, doe ik u toekomen de door u op 4 mei 2008 gevraagde exploitatievergunning (met bijbehorende openingstijdenkaart) voor het horecabedrijf, gevestigd in perceel ZANDHOEK 14 1013 KT AMSTERDAM. In deze vergunning zijn voorschriften op grond van de APV opgenomen met betrekking tot de openingstijden en - indien van toepassing - voor een terras. Hoogachtend, De Bur ster van Amsterdam, ens deze, de senior medewerker Vergunningen Gebruik, ig Ik wijs u erop dat u ingevolge het bepaalde in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht tegen deze beschikking binnen 6 weken na verzending hiervan een gemotiveerd bezwaarschrift kunt indienen bij de Burgemeester van Amsterdam, Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan er een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank (sector bestuursrecht) te Amsterdam, postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Voor het indienen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. 8 2 Bezoekadres Amstel 1 2x 1011 PM Arnsterdam Postbus 202 > 4 Sector Bouwen en Wonen 1000 AE Amsterdam Afdeling Vergunningen Gebruik Telefoon 14 020 Fax 020 552 4433 AOL ( Retouradres Postbus 202, 1000 AE Amsterdam De heer R. van Hemert Stakenburg Zandhoek 104 1013 KT AMSTERDAM N. 2008 Datum 10 JA Ons kenmerk Uw kenmerk Behandetd daar H. van Wijnen Doorkiesnummer 020-552 4484 Faxnummer 020-552 4409 Bijlage Onderwerp Beantwoording raadsadres Geachte heer Van Hemert Stakenburg, Op 10 november heeft u aan de deelraad een brief gestuurd met betrekking tot toepassing van de maatwerkprocedure zoals bedoeld in de Terrassennota 2008. Uw brief is behandeld in de raadsvergadering van 12 november 2008 waarbij besloten is uw brief ter afdoening in handen van het dagelijks bestuur te stellen met een afschrift van de antwoordbrief aan de Commissie Algemene Zaken. In uw brief geeft u aan dat het terras van cafê-restaurant De Gouden Reaal op grond van de regels, vastgelegd in de nieuwe Terrassennota 2008 is geweigerd, terwijl dezelfde situatie op grond van de Maatwerkprocedure alsnog is vergund. Daarbij bevreemdt het U dat in het oorspronkelijke besluit tot weigering gewezen wordt op de mogelijkheid tot het verzoeken om toepassing van de Maatwerkprocedure. U vraagt zich af waarom een Terrassennota is opgesteld als door middel van Maatwerk alles terzijde kan worden geschoven. In de Terrassennota 2008 is bepaald dat maatwerk voor individuele gevallen in uitzonderlijke situaties mogelijk moet zijn. Er is gezocht naar een oplossing om wel een heldere en eenduidige nota te maken, waarbij ook ruimte is voor maatwerk. In plaats van heldere regels wordt voor deze categorie een heldere procedure toegepast. Maatwerk kan alleen in uitzonderlijke situaties. Daarvan kan slechts sprake zijn indien door de inrichting van de openbare ruimte een terrasvergunning op de locatie voor de gevel of recht tegenover de gevel niet of nauwelijks tot de mogelijkheden behoort. Als dat niet het geval is en het terras wel op een andere locatie mogelijk is, dan kan worden bekeken of afwijking van het beleid door middel van de maatwerkprocedure gerechtvaardigd is. Aan de hand van vier criteria wordt bepaald of er maatwerk moet worden geleverd. De criteria zijn: 1. toezicht op het terras vanuit de horeca-zaak, 2. verkeersveiligheid, 3. het woon- en leefklimaat; Het stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram (lijnen S en 14} of metro (lijnen 51, 53 en 54), halte Waterlaoplein Gemeente Amsterdam 1013653450 Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 3 d. het meest doelmatige gebruik van de openbare ruimte, Naar het oordeel van de Bezwaarschriftencommissie is met betrekking tot het bedoelde terras voldaan aan de hierboven genoemde criteria, Tegen het besluit het bedoelde terras door toepassing van de maatwerkprocedure te vergunnen heeft u bezwaar gemaakt. Dit bezwaar heeft de burgemeester naar aanleiding van het advies van de Bezwaarschriftencommissie op 17 oktober 2008 ongegrond verklaard en de vergunning gehandhaafd. Het dagelijks bestuur verwijst voor de motivering van het besluit van de burgemeester naar het advies van de Bezwaarschriftencommissie welke met de beschikking van 17 oktober 2008 als bijlage is meegestuurd. Dat de exploitant in de oorspronkelijke weigering van het terras is gewezen op dat de Terrassennota 2008 ruimte laat voor maatwerk, benoemt u in uw brief als voorzet. Het dagelijks bestuur wijst er op dat deze passage is opgenomen uit oogpunt van volledige informatievoorziening en het streven naar een hoog dienstverlenend niveau, wat een speerpunt van dit stadsdeel is. Dit is gedaan als feitelijke mededeling waarbij geen enkele toezegging is gedaan over de uitkomst van een dergelijke aanvraag. Het dagelijks bestuur betreurt daarom de omschrijving die u in uw brief hanteert, die de suggestie wekt dat met een dergelijke mededeling impliciet is toegezegd dat langs deze weg het terras alsnog vergund zou worden. De aanvraag voor een terrasvergunning ‘op maat” is gepubliceerd in Stadsdeelnieuws. Met de publicatie heeft het dagelijks bestuur gelegenheid geboden tot het indienen van zienswijzen. Hiervan heeft u gebruik gemaakt en tijdens de beoordeling is uw zienswijze meegewogen. Dat anders dan via de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen door de partefeuillehouder een toezegging is gedaan dat er nauw overleg met de buurt en/of omwonenden plaats zou vinden, is onjuist. Na toezending van uw brief aan de stadsdeelraad heeft u op 25 november 2008 bij de Rechtbank Amsterdam beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van 17 oktober 2008 Nu uw beroep nog in behandeling is bij de Rechtbank Amsterdam zal de gemeente in het kader wan die procedure haar besluit nader toelichten. Vooralsnog verwijst het dagelijks bestuur u naar het besluit en de motivering van de burgemeester van 17 oktober 2008. Het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum, | Áo Oil Anneke Eurelings Is Ip zt A g/ secretaris voorzifter G Een afschrift van deze brief wordt gestuurd aan de Commissie Algemene Zaken. H | het onderwerp voor de raadsvergadering van 29 januan niet geagendeerd werdt ter bespreking, bestaat voer u wel de mogelijkheid tot mepreken. Als u hiervan gebruik wilt maken dient u dit vooraf kenbaar te maken via de Raadsgriffie. te bereiken op telefgennummer 020 552 4368 of ger mail aan [email protected]. Aanbevolen wardt dit zo vroeg magelijk te doen. 2
Raadsadres
9
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1336 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 Onderwerp Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Kilig, Kreuger, Van Schijndel en Van Soest inzake de Begroting 2021 (Geen strengere BENG-eisen die woningbouw schaden). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Overwegende dat: — Amsterdam een gigantisch tekort heeft aan betaalbare woningen; — Amsterdam strengere duurzaamheidseisen hanteert dan de landelijke norm, deze eisen de bouw vertragen en zorgen voor hogere kosten; — Duurzame en toekomstbestendige woningen belangrijk zijn maar niet ten koste mogen gaan van de bouwproductie; — Op 29 oktober 2020 in de Tweede Kamer een motie is aangenomen om het experiment met strengere energie-eisen in Amsterdam te verbieden; — Eind september 2020 vier brancheverenigingen die verenigd zijn in het 'Lente- akkoord Zeer Energiezuinige Nieuwbouw’, zijnde Aedes, Bouwend Nederland, NEPROM en NVB Bouw, een brandbrief schreven over deze aanvullende eisen van Amsterdam. — Zij in deze brandbrief aangaven dat de bouwkosten door deze strengere eisen onevenredig toenemen en de CO2-uitstoot navenant niet af neemt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Als Amsterdam geen strengere BENG-eisen te hanteren tenzij deze in samenspraak met de branche hebben geleid tot een voorstel dat haalbaar, betaalbaar en effectief is zodat de woningbouwproductie hier niet onder lijdt. De leden van de gemeenteraad H. Naoum Néhmé D.T. Boomsma A. Kilig K.M. Kreuger A.H.J.W. van Schijndel W. van Soest 1
Motie
1
train
N Gemeente Amsterdam Gemeenteraad x Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 571 Ingekomen op 19 mei 2020 Behandeld op 20 mei 2020 Status verworpen Onderwerp Motie van het lid Kreuger inzake Nota Varen Deel 2 (Geen emissieloos varen voor passagiersvaart in 2025) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Nota Varen deel 2 Constaterende dat: - De passagiersvaart hard geraakt wordt door de coronacrisis; - Een boot emissieloos maken heel duur is. Overwegende dat: - Het college ondernemers nu niet op kosten moet jagen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Emissieloos varen voor passagiersvaart niet per 2025 in te voeren, maar uit te stellen Het lid van de gemeenteraad K.M. Kreuger 1
Motie
1
train
NI Gemeente Amsterdam | Se Stadsdeel Amsterdam-Noord | ò6 Bestuursflap | Û 3 | | | | | | Samenvatting | Onderwerp Beantwoording raadsadres van de Huurders Vereniging Van der Pekbuurt | Zaaknummer Z10-30072 | Behandelend ambtenaar O. Aslan (020 6349414) : | Unit/Afdeling UOS/OFD Programma Stedelijke ontwikkeling Bevoegd bestuursorgaan Dagelijks Bestuur, ter kennisneming aan Deelraad Procedure A | Na besluitvorming Origineel met bijlagen (via JBZ) naar DDV | Soort notitie raadsadres | Kopieën naar L. Kokhuis, |l. Eegerdingk, S. Meulenbelt | | | | | | | | | | | Besluit nr. …-À Gemeente Amsterdam | Beantwoording raadsadres stadsdeel Noord | Huurdersvereniging Van der raadsadres | Pekbuurt dd. 21 oktober 2010 | Pagina 2 van 5 Besluit dagelijks bestuur | Nummer Lob ga | Onderwerp Beantwoording raadsadres van de Huurdersvereniging Van der Pekbuurt | | | Bestuurlijke . TS | verantwoordelijkheid Portefeuille Z Pal À | Bestuurlijk verantwoordelijke " Z ZS FTS ILA | Á 8 - | Pa K. Diepeveen | rant vermeer | Het dagelijks bestuur van stadsdeel Amsterdam-Noord bestuit: | | | De inhoud van de brief met kenmerk Z10-30072, waarin het dagelijks bestuur het | raadsadres van de Huurdersvereniging Van der Pekbuurt van 21 oktober 2010 beantwoordt, vast te stellen. nmmr Ondertekening 1& DEC. 2210 Het dagelijks bestuur van het eenn | stadsdeel A osterdam — Noord Pas ) | Carn ( D | Nh \ De ze Hf EN 7 enten mevefar:k. Brasz » ‘drs. R. Post | en Seoreterid zj Voorzitter | í | | | Besluit nr. 4069-A Gemeente Amsterdam Beantwoording raadsadres stadsdeel Noord | Huurdersvereniging Van der raadsadres | Pekbuurt d.d. 21 oktober 2010 Pagina 3 van 5 Bestuurlijke context | Op 21 oktober 2010 heeft de Huurdersvereniging Van der Pekbuurt een raadsadres | ingediend inzake de Van der Pekbuurt. De deelraad heeft de beantwoording van dit | raadsadres in handen van het db gesteld. Middels deze brief wordt dit raadsadres | beantwoord, evenals de mondelinge vragen over hetzelfde onderwerp van mevrouw A. | Kroon, gesteld tijdens de vergadering van de commissie RO op 8 december 2010. | Financiële toelichting | Jaar Totale lasten (=bruto} Financiële dekking Bron | Structurele lasten Ï € Í € ÍProd uetnummer Ï | : Î Incidentele lasten ä € ij € EFcL Ï | Bedrag waarvoor geen el Incidenteel: € [Betrekken bij: | dekking is opgenomen Structureel: € | | nat | Ingewonnen adviezen | Er is geen juridisch advies ingewonnen. | Er is geen financieel advies ingewonnen. | Er is geen extern advies ingewonnen. | mz | Risico's / Neveneffecten | Publieke acties Participatie / Inspraak | | Meegezonden stukken Concept brief aan de Huurdersvereniging Van der Pekbuurt | Kabinet | Registratienummer Naam Waar op te vragen / in te zien ETT Openbaar | | | | Besluit nr. …-A Gemeente Amsterdam | Beantwoording raadsadres stadsdeel Noord Huurdersvereniging Van der raadsadres | Pekbuurt d.d. 21 oktober | 2010 | Pagina 4 van 5 | Paraaf ambtelijk eindverantwoordelijke | Í | | in 5, Lr H. Elbêrs__N _N Û | Î | | - | | | | | £ | | £ | 5 Î | | | | | | E | EZEL i | Besluit nr. 4069-A Gemeente Amsterdam | Beantwoording raadsadres stadsdeel Noord | Huurdersvereniging Van der raadsadres | Pekbuurt dd. 21 oktober | 2010 | Pagina 5 van 5 Publiekssamenvatting | Î | Ì | | | | | : | | | | | Ì | EEE | | | | | | | | | | | | | | | | | | Bezoekadres INU Gemeente Amsterdam | guiksloemeerplen2000 wr Stadsdeel Amsterdam-Noord | _ 1025 XL Amsterdam | % | Postbus 37608 | 1030 BB Amsterdam | Telefoon: 14 020 | Fax: 020 634 9340 A 4 | www.noord.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 37608 1030 BB Amsterdam | 1% Huurders Vereniging Van der Pekbuurt | tav. de heer Mussig | Sleutelbloemstraat 31 ÎH | 1031 AK AMSTERDAM | eneen | | | Datum | Ons kenmerk Z10-30072/19880 | Uw kenmerk : | __Behandeld door O0. Aslan | Doorkiesnummer 020 634 9414 | E-mail [email protected] | Onderwerp Raadsadres Van der pekbuurt | Geachte heer Mussig, | Naar aanleiding van uw raadsadres van 21 oktober 2010 betreffende Van der Pekbuurt | ontvangt u hierbij de beantwoording. In deze beantwoording gaan wij gelijktijdig in op de vragen die mevrouw Kroon mondeling heeft gesteld tijdens de vergadering van de Raadscommissie RO van 8 december j/. | Inleiding ‘Creatieve herinterpretatie sociaal plan’ | Het sociaal plan proefgebied Van der Pekbuurt ís in 2007 opgesteld om een | voorbeeldproject mogelijk te maken. Op basis van het resultaat van dit voorbeeldproject | zou worden besloten of deze aanpak een vervolg krijgt in de buurt. Het huidige sociale | plan gaat uit van pandsgewijze renovatie en vrijwillig vertrek. | | Inmiddels heeft Ymere openlijk toegegeven, zoals verwoord door de heer Onverzaagt, regiodirecteur Noord Ymere, ín de vergadering van de raadscommissie Ruimtelijke | Ordening d.d. 8 december jl, zich vergist te hebben in de ernst van de problematiek. Ymere heeft aangegeven dat zij verwacht dat pandsgewijze renovatie voor 25 jaar zowel technisch als financieel niet haalbaar is. De financiële haalbaarheid van de plannen is volgens Ymere alleen veiliggesteld wanneer er gerenoveerd wordt voor de duur van 50 jaar, waarbij een deel van de woningen wordt | samengevoegd en de funderingen worden vervangen. Gevolg van deze aanpak is dat an | volgens Ymere er geen sprake meer is van een pandsgewijze aanpak op basis van | vrijwilligheid, maar van een bloksgewijze aanpak met een verplicht karakter. Het stadsdeel | gaat ervan uit dat Ymere binnen afzienbare tijd de resultaten van het onderzoek in het | proefgebied bekend maakt, zodat de partijen de financiële en technische haalbaarheid van | de plannen kunnen beoordelen. | Tegelijkertijd beseft het stadsdeel dat er een nieuwe situatie is ontstaan. Het stadsdeel is | het met Ymere eens dat in deze nieuwe situatie ook een nieuw sociaal plan noodzakelijk is. De inzet en de uitkomst van dit nieuwe sociale plan staan nu nog niet vast. Ymere, | bewoners en hun vertegenwoordigers moeten gezamenlijk de inhoud hiervan bepalen. | Voor het stadsdeel is het van belang dat alle partijen instemmen met het sociale plan en | dat er in alle gevallen een terugkeergarantie wordt afgegeven naar een qua huur en | oppervlakte passende woning in het onderzoeksgebied, | Gemeente Amsterdam | Kenmerk Z10-30072/19880 Stadsdeel Noord | Pagina 2 van 6 | Het stadsdeel ziet ondanks de huidige impasse zowel bij Ymere als bij de | Huurdersvereniging de bereidheid om er samen uit te komen. Voorwaarde is wel dat de partijen het overleg hervatten. | Het stadsdeel gaat ervan uit dat de vrees van de bewoners dat Ymere via de rechter een | gedwongen verhuizing van de zittende bewoners in het proefgebied zal afdwingen niet | gegrond is. Het stadsdeel vindt dat Ymere de taak heeft om de angst van de bewoners | weg te nemen. Wat het staddeel betreft, staat de komende tijd niet in het teken van een | juridische procedure, maar van een nieuw sociaal plan. Instemming van beide partijen is | hierbij essentieel. Bovendien is het stadsdeel van mening dat er, nu er in het gebied zoveel | bewoners zijn verhuisd, meer mogelijkheden zijn om maatwerk te leveren en tegemoet te | komen aan de wensen van de individuele bewoners. De gefaseerde aanpak van de | renovatie biedt extra mogelijkheid om rekening te houden met de wensen en belangen van | de zittende bewoners. | 1. ‘Op basis waarvan zijn de tijdelijke huurvergunningen afgegeven?” | Het besluit over de peildatum bij renovatie wordt doorgaans genomen door het OGA op | basis van een gekwalificeerd advies van het stadsdeel. Het stadsdeel beoordeelt daarbij of | de planning realistisch is en of de belangen van de bewoners voldoende gewaarborgd zijn (sociaal plan). Op basis van de toen bekende gegevens heeft het stadsdeel een positief advies gegeven voor het afgeven van een peildatumbesluit. | Het stadsdeel heeft juist gehandeld bij het adviseren over het afgeven van een | peildatumbesluit voor het proefgebied. | 2. ‘Stopt de raad het oneigenlijk gebruik van tijdelijke huurcontracten met terugwerkende kracht?’ | Van oneigenlijk gebruik van tijdelijke huurcontracten is geen sprake. Daarnaast is stoppen | met terugwerkende kracht in het algemeen onmogelijk en juridisch ongewenst. In het | raadsadres wordt de indruk gewekt dat het aantal tijdelijk verhuurde woningen in de Van | der Pekbuurt onbeperkt toeneemt. Dat is - voor zover bij het stadsdeel bekend - niet het geval. Tijdelijke verhuur is ingezet als instrument na de vrijwillige verhuizing van bewoners | met een sv-status. Aangezien het verlenen van de sv-status aan de bewoners van het gebied per 1 april 2010 stopgezet is, gaat het stadsdeel ervan uit dat na deze datum geen | sprake is van nieuwe gevallen van tijdelijke verhuur. Navraag leert dat Ymere, bij tijdelijke | verhuur, een standaardovereenkomst afsluit met de verhuurder waarin de volgende | standaardtekst is opgenomen: “dat Ymere eigenaar/pachter is van de woning, dat deze woning binnen een afzienbare tijd ingrijpend verbeterd wordt of gesloopt dan wel verkocht | gaat worden”. Deze tekst is ook in de Van der Pekbuurt gebruikt. Dat verklaart de | geciteerde tekst. 3, ‘Hoe zorgt de raad ervoor dat achterstallig onderhoud wordt uitgevoerd, zoals afgesproken in het coalitieakkoord?” Ymere geeft aan voldoende aandacht te besteden aan het onderhoud van de woningen in het proefgebied en daarbuiten. Het stadsdeel vindt echter op dit punt dat het inderdaad noodzakelijk is dat Ymere zich meer inspant. | | Onderhoud aan woningen is in heel Noord de komende tijd een belangrijke prioriteit. Het stadsdeel wil samen met de bewoners en Ymere een onderhoudsplan maken voor hele Van der Pekbuurt. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van de inzet van het | Werkbedrijf Van der Pek Werkt en wat het stadsdeel betreft wordt een dergelijk | onderhoudsplan onderdeel van het nieuwe sociale plan. | 4. ‘Wat vindt de raad van hervatting van het alternatieve renovatieplan van architect | Anke Colijn?’ | Het genoemde plan is bij het stadsdeel niet bekend. Belangrijker is het dat een dergelijk plan de instemming heeft van Ymere. Bij de renovatie gaat het immers om aanzienlijke investeringsbedragen, waarbij financiële overwegingen zeer essentieel zijn. Wellicht kunnen elementen van het genoemde plan meegenomen worden in de nieuwe plannen. . Gemeente Amsterdam | Kenmerk Z10-30072/19880 _ Stadsdeel Noord | Pagina 3 van 6 | 5. ‘Er is een verloedering in de Van der Pekbuurt door de vertragingstactiek van | Ymere. Wanneer grijpt het stadsdeel in?’ | Wij hebben niet het gevoel dat er sprake is van een vertragingstactiek van de kant van | Ymere en ook niet van de kant van de bewoners. | Waarop het beeld van verloedering in de Van der Pekbuurt, geschetst in het raadsadres, | gebaseerd is, is niet duidelijk. Als het gaat om het onderhoud van woningen vindt het | stadsdeel dat er veel meer nodig is (zie antwoord 3). Voor het overige geldt dat de buurt | over de hele linie vooruit gaat, maar dat de vorderingen niet snel genoeg gaan en vaak | achterblijven bij het Amsterdamse gemiddelde. De Van der Pekbuurt is een van de buurten | waar zowel door het stadsdeel als door Ymere extra wordt geïnvesteerd op verschillende . | terreinen: sociaal ('t Crat), economisch (winkelstraatmanagement, Werkbedrijf), openbare | ruimte (inzet buurtmeester en extra investeringen in schoon en heel), veiligheid (Buurt Veiligheidsteam) , sport en kinderen. | Er is bovendien een zeer ruim budget beschikbaar om de ideeën van de buurtbewoners | voor hun buurt te realiseren. In de bijlage kunt u lezen waaruit de extra investeringen in de | Van der Pekbuurt bestaan. Wel vindt het stadsdeel dat er meer onderhoud aan de | bestaande woningen nodig is. | Is of wordt Van der Pekbuurt een beschermd stadsgezicht?ls er een Europese subsidie | voor de van der Pekbuurt? Zo ja hoeveel en waarvoor? Waar is dat geld? | De Van der Pekbuurt staat op de nominatie voor ‘beschermd stadsgezicht’, maar de effectuering daarvan laat op zich wachten vanwege problemen die zich op rijksniveau afspelen. Een Europese subsidie voor Van der Pekbuurt is bij het stadsdeel niet bekend. | 6. ‘Hoe groot is de kernvoorraad in de Van der Pekbuurt en hoe groot moet die | blijven?” | Hoe groot is de kernvoorraad…, | Er zijn alleen gegevens bekend op buurtcombinatieniveau: Volewijck, inclusief Van der | Pekbuurt. Uit het tweejaarlijks onderzoek ‘Wonen in Amsterdam’ (WIA) blijkt dat de kernvoorraad (tot € 398 per maand, in relatie tot de totale woningvoorraad) in Volewijck in | 2009 68% bedroeg. | … en hoe groot moet die blijven? | In de Woonvisie Wonen in Noord 2010 en verder’, die in 2009 door de deelraad is | vastgesteld, staat dat adequate huisvesting van de primaire doelgroep (huishoudens met een laag inkomen) niet verwaarloosd mag worden - de kernvoorraad moet kwantitatief en kwalitatief goed geborgd zijn (Wonen in Noord 2010 en verder’, blz. 7). | Het stadsdeel streeft naar een meer gemengde bevolkingssamenstelling en een | gevarieerdere woningvoorraad. Met de overstap op aanbiedingafspraken zijn afspraken | over de omvang van de (kern-)voorraad niet meer geldig (idem, biz. 7). Betaalbaarheid van de woningvoorraad voor zittende bewoners blijft voor het stadsdeel echter van groot | belang (idem, blz. 7). Eén van de doelstellingen van het dagelijks bestuur is erop toe te zien dat er in Noord | voldoende sociale huurwoningen beschikbaar blijven voor mensen met een minder ruime | beurs (Coalitieakkoord 2010-2014, blz. 15). | Hoeveel mensen met een laag inkomen kunnen in de Van der Pekbuurt nog wonen? 68% van alle woningen in Volewijck behoorde in 2009 tot de kernvoorraad; 56% van alle huishoudens 2009 behoorde er in 2009 tot de lage inkomens (tot € 1200 netto per maand voor alleenstaanden en € 1700 voor meerpersoonshuishoudens - bron: WIA). | Ì Hoe garandeert het stadsdeel dat er voldoende goedkope woningen blijven in de | . kernvoorraad? | Alle woningen in de kernvoorraad zijn per definitie goedkope woningen met een huur tot | € 398 per maand. In plaats van afspraken over de omvang van de kernvoorraad worden | sinds 1 januari 2007 met de corporaties afspraken gemaakt over het aantal aan te bieden | huurwoningen voor huishoudens met een laag inkomen of laag middeninkomen: de | ‘aanbiedingsafspraken’. Voor Noord is afgesproken dat van alle vrijkomende | huurwoningen minimaal 65% wordt aangeboden aan huishoudens met een laag inkomen | en 85% aan huishoudens met een laag of laag middeninkomen. | Gemeente Amsterdam | Kenmerk Z10-30072/19880 _ Stadsdeel Noord Pagina 4 van 6 . | Û Bij de nieuwe afspraken voor 2011-2014 moet rekening gehouden worden met de nieuwe | Europese richtlijn dat van aile aangeboden huurwoningen minimaal 90% moet worden | verhuurd aan inkomens tot € 33.000. In 2009 werd overigens al 86% van alle vrijkomende | woningen verhuurd aan deze inkomensgroep. | Naast de aanbiedingafspraken zet het bestuur zich er voor in dat het beleid waarin bij | nieuwbouwprojecten minimaal 30% sociale huurwoningen worden gebouwd van kracht blijft. Het stadsdeel zet zich er verder voor in dat de verkoop van sociale huurwoningen | niet verder uitgebreid wordt bovenop de al gemaakte afspraken. Verkoop van bestaande | huurwoningen moet mogelijk blijven, met voorkeur voor verkoop aan zittende bewoners. | Het aantal betaalbare huurwoningen mag hier niet door in gevaar komen. | Í En hoe groot is die kernvoorraad? Van alle woningen in Amsterdam-Noord bestaat 36% uit huurwoningen met een huur lager dan € 398 (bron: WIA). In 2009 bedroeg de kernvoorraad dus 36% van de totale | woningvoorraad in het stadsdeel. 32% bestond daarnaast uit huurwoningen in de | betaalbare voorraad met een huur tussen € 398 en € 525. Dat wil zeggen dat 68% van alle | woningen in Noord een huurwoning is met een huur lager dan € 525. | Wat is de visie van de deelraad? | Zie beantwoording hierboven: De deelraad heeft de Woonvisie op 22 april 2009 | vastgesteld. | En sluit dit aan bij het coalitieakkoord? | Het dagelijks bestuur sluit met het coalitieakkoord aan bij ‘Wonen in Noord 2010 en | verder’. Betaalbaarheid van de woningvoorraad voor de zittende bewoners blijft voor het | stadsdeel van groot belang. Eén van de doelstellingen van het bestuur is dat het er op toe | ziet dat er in heel Noord voldoende sociale huurwoningen beschikbaar blijven voor mensen met een minder grote beurs (Coalitieakkoord 2010-2014, blz. 15). | Naast de aanbiedingafspraken zet het bestuur zich er voor in dat bij nieuwbouwprojecten | minimaal 30% sociale huurwoningen worden gebouwd. Het stadsdeel zet zich er verder | voor in dat de ruimte voor verkoop van sociale huurwoningen niet verder uitgebreid wordt | bovenop de al gemaakte afspraken. Verkoop van bestaande huurwoningen moet mogelijk | blijven, met een voorkeur voor verkoop aan zittende bewoners. Het aantal betaalbare | huurwoningen mag hier niet door in gevaar komen (idem, blz. 15). | 7. ‘Wat is de visie van de deelraad tav sloop en reprobouw in de Van der Pekbuurt?’ | In de twee blokken die nu leegstaan is thans een technisch onderzoek gaande. Na het | onderzoek worden in de blokken voorbeeldwoningen gebouwd. Het doel daarvan is om | een realistisch beeld te krijgen van de technische en financiële mogelijkheden voor de renovatie. Een van de gerealiseerde voorbeeldwoningen zal een repro-woning zijn. Het | stadsdeel is op voorhand niet tegen de mogelijkheid van reprobouw, maar wil daarover | pas een standpunt innemen als de resultaten van voorbeeldbouw bekend zijn. De uitspraak van de heer Paquay, waaraan in het raadsadres wordt gerefereerd, wordt uit zijn context gehaald. De heer Paquay heeft geen uitspraak gedaan over sloop en | nieuwbouw. | Een aanvraag van Ymere van een sloopvergunning voor de Van der van der Pekbuurt is | bij het stadsdeel niet bekend. Evenmin is een sloopvergunning door het stadsdeel afgegeven. 8. ‘Steunt de raad een onafhankelijk bouwtechnisch onderzoek?’ | Zodra de resultaten van het technisch onderzoek bekend zijn, zal het stadsdeel die kritisch | beoordelen. Pas dan kan besloten worden over de zin van een onafhankelijk onderzoek. | Wel moet bedacht worden dat er al veel rapporten zijn en nieuw onderzoek tot verdere | vertraging leidt en het oplopen van de kosten. Overigens, Ymere heeft bij monde van de | heer Onverzaagt al toegezegd dat alle rapporten kunnen worden ingezien. | k £ Û Gemeente Amsterdam | Kenmerk Z10-30072/19880 Stadsdeel Noord Pagina 5 van 6 | | 9, ‘Hoe steunt de raad haar burgers?’ | Ymere is de eerste aangewezene om angst en onzekerheid bij de bewoners te voorkomen ij en weg te nemen. De altijd met dit soort processen gepaard gaande onzekerheid moet ZO | beperkt mogelijk blijven. Daarom zijn nu snelle stappen en duidelijke communicatie | noodzakelijk. Om het proces soepeler te laten verlopen heeft het stadsdeel haar | bemiddelende diensten aangeboden. | Het spreekt voor zich dat bewoners mede bepalen hoe de buurt en de renovatie eruit moet | zien. De instemming van de bewoners met de plannen is voor het stadsdeel bepalend voor | de renovatie. Daarnaast hecht het stadsdeel, wat betreft de bewoners, veel waarde aan | het uitgangspunt dat alle zittende bewoners, ongeacht de gekozen variant, in alle gevallen | terug kunnen keren in een passend huis in het onderzoeksgebied. | 10. Zou het niet verstandig zijn om een onafhankelijke onderzoekscommissie in te | stellen naar de gang van zaken in de Van der Pekbuurt sinds 1998? Geld, visie en beleid. | Nee, Het stadsdeel wil het liefst naar voren kijken, vaart maken en het vertrouwen tussen | de partijen herstellen. Onderzoek zou leiden tot verdere vertraging en het oplopen van de | kosten. Het is bovendien onduidelijk wat de meerwaarde is van een onderzoek door een | dergelijke commissie. Immers, Ymere heeft openlijk verklaard zich vergist te hebben in de | technische en financiële haalbaarheid van de oorspronkelijke uitgangspunten en plannen. | Dat is de kern van de impasse tussen Ymere en de Huurdersvereniging. | | Beantwoording aanvullende vragen van mevr. Kroon gesteld in de Raadscommissie | RO van 8 december 2010 | find het stadsdeel dat de toezegging gestand gedaan moet worden dat alle | bewoners die dat willen, kunnen blijven in hun huidige woning en zal het stadsdeel | dan ook plannen niet goedkeuren wanneer dat niet goed geregeld is’ | Nee. Wat het stadsdeel betreft is het geen uitgemaakte zaak dat de bewoners moeten | kunnen blijven wonen in hun huidige woning. Afspraken hierover moeten gemaakt worden | in het kader van een nieuw op te stellen sociaal plan. Voor het stadsdeel zijn wel twee | zaken essentieel: | a. de bewoners moeten de plannen zelf mede bepalen en daarmee instemmen | b. de bewoners moeten in alle gevallen de mogelijkheid hebben om in het | onderzoeksgebied zelf terug te keren naar een passende woning. | ‘Met (gedeeltelijke) sloop nieuwbouwl/herbouw worden de bewoners de wijk | uitgejaagd. Zal het stadsdeel zich verzetten tegen een dergelijke variant.” | De bewoners zullen in geen geval de buurt uitgejaagd worden. De plannen voor de buurt zijn nog niet uitgekristalliseerd. Niet uitgesloten moet worden dat de bewoners vanwege de renovatieplannen tijdelijk moeten verhuizen. Maar dat ziet het stadsdeel niet als het ‘wegjagen’ van bewoners uit de buurt. Het stadsdeel vindt het belangrijk dat de bewoners instemmen met het sociaalplan en terug kunnen keren naar een passend huis in het onderzoeksgebied. | | Vind het stadsdeel ook dat er voldoende rekening moet worden gehouden in de | plannen met de terugkeerwens van bewoners met een laag inkomen, die afhankelijk | zijn van de kernvoorraad?” | Ja | Î ‘Bewoners van het onderzoeksgebied zitten in een uitzonderlijke positie. Aan hen | zijn toezeggingen gedaan. Vindt u ook dat deze bewoners (die niet zijn verhuisd en | dus willen blijven) in ieder geval in huidige woning mogen blijven.” | Deze vraag is hierboven al beantwoord. | {mere schuift toezeggingen op de lange baan met haar onderzoeken. Vind het | stadsdeel ook dat de huidige bewoners recht hebben op zekerheid nu - los van wat | voor technisch onderzoek dan ook?” | Gemeente Amsterdam | Kenmerk Z10-30072/19880 Stadsdeel Noord | Pagina 6 van 6 | Het stadsdeel vindt in ieder geval dat vertraging in het proces de verstandhouding tussen | de partijen negatief beïnvloedt. De bewoners hebben recht op zekerheid en deze is ook | naar de mening van het stadsdeel niet afhankelijk van onderzoeken. | ‘Het huidige sociale akkoord 2007 voor de wijk is nog van kracht, kan de lokale | politiek erop toezien dat de overeenkomsten en regels worden nageleefd? Zijn hier instrumenten voor?” | De interpretatie van het sociale plan door Ymere en de bewoners loopt uiteen. Ymere | geeft bovendien toe een aantal toezeggingen in het sociale plan (vrijwillig vertrek, het | bouwen voor 25 jaar) niet meer te kunnen en willen garanderen. Het stadsdeel is niet bij | machte de partijen te dwingen om zich aan afspraken te houden. Met name wanneer het | gaat om financiële overwegingen. De partijen kunnen, in geval van de niet-naleving van de | reeds gemaakte afspraken, natuurlijk naar de rechter stappen. Maar dat zou naar de | mening van het stadsdeel het minst bevredigende resultaat opleveren. Nogmaals, het | stadsdeel ziet hervatting van het overleg tussen Ymere en de Huurders Vereniging als het | beste instrument om er samen uit te komen. | Hoogachtend, | | Het dagelijks bestuur van | Gemeente Amsterdam en | stadsdeel Moord, B À | fe fee Mey D: Brasz, „Tds. R. se | secrejäris Pal voorzitter | £ | | | | | | Ô | | | È í f | | Ê | | Huurders Vereniging Van der Pekbuurt | Sleutelbloemstraat 31 iH | 1031 AK Amsterdam | | Betreft: RAADSADRES | Aan: Stadsdeelraad Noord | Van: Huurdersvereniging van der Pekbuurt | Datum: 21 oktober 2010 Geachte deelraad, | De Huurders Vereniging Van der Pekbuurt (HV) wil graag de situatie voor de bewoners In de Van der | Pek buurt bij u onder de aandacht brengen en van de gemeenteraad antwoord krijgen op | onderstaande vragen en het standpunt van de raad weten t.a.v, onderstaande stellingen. | Inleiding: Creatieve herinterpretatie sociaal plan. | In het sociaal plan van 2007 staat dat pandsgewijs gerenoveerd wordt en dat verhuizen vrijwillig is in | ü het zogeheten onderzoeksgebied, De te renoveren panden vormen samen het voorbeeldproject. | ' Daarna wordt bekeken hoe verder wordt gegaan in de rest van de buurt. Er is namelijk gebleken dat | er geen draagvlak is voor de bloksgewijze gedwongen renovatie met ontbinding van alle | huurcontracten, die Ymere voor ogen staat, | Ymere Interpreteert sinds januarf 2009 het soctaal plan echter als volgt: het voorbeeldproject bestaat | nog slechts uit 2 leeggekomen blokken in het onderzoeksgebied, Na technisch onderzoek en renovatie van deze blokken wordt gekeken hoe verder wordt gegaan in het onderzoeksgebied en de rest van de | buurt. Daarmee wordt de voor het hele onderzoeksgebied afgesproken vrijwilligheid niet meer gegarandeerd en pandsgewijze renovatie niet nagekomen. De vrijwllligheid.Is nu alleen gegarandeerd voor de 2 lege blokken, die nu het voorbeeldproject heten. Daardoor Is er enorme onrust ontstaan in het onderzoeksgebied, Bewoners zijn bang dat zij na de evaluatie van de 2 voorbeeldblokken, door | toepassing van de 70% regel alsnog gedwongen worden om te verhuizen. Ymere is tot nu toe niet | . pereid deze onrust bij de HV weg te nemen. | In gesprekken die het Bewonerscomité en de HV met Kees Diepeveen, Chris de Wild Propitius en | Oktay Aslan hierover hebben gehad, blijkt dat zij meegaan met Ymere in deze herinterpretatie van het | sociaal plan, Deze interpretatie is onjuist. Ze omzeilt de uitkomst van het draagvlak onderzoek. Want “Ymere hoopt door deze creatieve interpretatie alsnog de bewoners te kunnen dwingen te verhuizen, | de huurcontracten te ontbinden, en dan is er ruim baan voor een duurder marktsegment, | Dit vinden wij niet eerlijk, rechtvaardig en soctaal ten opzichte van de buurtbewoners, ef zeker niet | ‚ democratisch. | { 1. Op basis waarvan zijn de tijdelijke huurvergunningen afgegeven voor het onderzoeksgebied in de | Van der Pekbuurt? Op 7 december 2006 heeft Bewonerscomité Van der Pek portefeuillehouders Kees Diepeveen en Chris | de Wild Propitius erop gewezen, dat niet voldaan is aan de door de gemeente opgestelde voorwaarden voor het afgeven van deze vergunningen en een peildatum. 2, Stopt de raad het oneigenlijk gebruik van tijdelijke huurcontracten met terugwerkende kracht? | | De tijdelijke huurvergunningen die zijn afgegeven worden oneigenlijk gebruikt sinds 2009, nu Ymere Lj het sociaal plan niet nakomt, waarvoor de vergunningen zijn verleend. Ymere gebruikt nog steeds de | vergunning van 2007 om vaste huurcontracten in het onderzoeksgebied te vervangen door tijdelijke | huurcontracten, zonder dat er een plan is voor de buurt en hier afspraken over zijn, Daarom moet | | onmiddellijk gestopt worden met het afgeven van tijdelijke huurcontracten en moet de vergunning | hiervoor worden opgeheven. Het sociaal plan van 2007 bestaat volgens Ymere niet meer. Daardoor is een nieuwe situatie ontstaan. Alle tijdelijke huurcontracten moeten daarom worden omgezet naar vaste huurcontracten, Het stadsdeel blijkt op basis van herinterpretatie een verlenging van Lj toestemming voor tijdelijke verhuur te hebben goedgekeurd. In de tijdelijke huurcontracten staat: dat | | Ymere eigenaar/pachter is van de woning, dat deze woning binnen afzienbare tijd {ingrijpend | | verbeterd of GESLOOPT dan wel verkocht gaat worden, Dat voor het tijdelijk verhuren op basis van de | feegstandswet een vergunning Is verleend voor de perlode 01-03-2009 tot O1 -03-20011, Wat doet de | Dn raad aan deze onrechtvaardige en ondemocratische handelwijze van het stadsdeel en Ymere? | Raadsadres Huurdersvereniging van der Pekbuurt www vapekbuurt.nl 1 | - : | | | 3, Hoe zorgt de raad ervoor dat: achterstallig onderhoud wordt uitgevoerd, zoals is afgesproken in | het coalitie akkoord? | . (coalitie akkoord 2010-2014, Pag. 9 Bouw en wonen. ‘Het aantal betaalbare huurwoningen moet | hierdoor niet in gevaar komen. Goede afspraken met woningcorporaties hierover zijn noodzakelijk. | Het stadsdeel zet zich ervoor in dat de ruimte van verkoop (hoeveel, waar en wanneer?) van sociale | huurwoningen niet verder uitgebreid wordt bovenop de gemaakte stedelijke afspraken”) Waarom | wordt Ymere hier niet aangehouden? Voorbeeld: Met hout dichtgetimmerde ramen in verhuurde woningen, worden niet hersteld, ondanks verzoeken hiertoe van de bewoners. 4, Wat vindt de raad van hervatting van het alternatieve renovatieplan van architect Anke Colijn? | : Er Is een alternatief renovatieplan van architect Anke Colijn. Weet de raad hiervan? Verspreid door de | buurt zijn een aantal woningen in de Van der Pekbuurt op deze wijze gerenoveerd, Deze renovaties | waren onderdeel van achterstallig onderhoud, Rond 1998 is hiermee gestopt. Sindsdien is achterstallig | onderhoud verwaarloosd, Hoeveel geld heeft Ymere uitgespaard door jarenlang geen achterstallig | onderhoud te doen In de Van der Pekbuurt? Op deze vraag kreeg het Bewonerscomité geen antwoord | van Ymere, Dit geld dient te worden gebruikt om achterstallig onderhoud te doen en tegemoet te | komen aan de wensen van de huidige bewoners | 5, Er is verloedering in de Van der Pekbuurt door de vertragingstactiek van Ymere, Wanneer grijpt ( | het stadsdeel in? | Is of wordt de Van der Pekbuurt een beschermd stadsgezicht? Is er Europese subsidie voor de van der | Pekbuurt? Zo ja, hoeveel en waarvoor? Waar is dat geld? | 6, Hoe groot is de kernvoorraad in de Van der Pekbuurt en hoe groot moet die blijven? | Hoeveel mensen met een laag inkomen, kunnen in de Van der Pekbuurt nog wonen? Hoe garandeert het stadsdeel dat er voldoende goedkope woningen blijven In de kernvoorraad? En hoe groot is die kernvoorraad? Wat is de visie van de deelraad? En sluit dit aan bij het coalitie akkoord? | 7. Wat is de visie van de deelraad tav. sloop en reprobouw in de van der Pekbuurt? | Het schijnt dat Ymere d van de 2 lege blokken wil slopen en reprobouw/nieuwbouw plegen. Daar is de | raad toch op tegen? Dit is toch niet afgesproken? Zijn er sloopvergunningen afgegeven? Dit Is geen | renovatie, Hoe ver mag Ymere gaan? Dit na onduidelijkheid In verband met uitspraken van de heer | Willem Paquay ‘SP’, dat bij onderhandelen met Ymere sloop niet moet worden uitgesloten. | 8, Steunt de raad een onafhankelijk bouwtechnisch onderzoek? De HV is van mening dat Ymere in haar onderzoek toewerkt naaf een sloopvariant, door niet alleen de | huidige situatie te analyseren, maar ook toekomstvoorspellingen te vragen van constructeurs over een | periode van 50 jaar. In onze ogen zou eerst een onafhankelijk onderzoek moeten worden gedaan, | voordat er conclusies worden getrokken en beleid wordt bepaald. ( N E 9, Hoe steunt de raad haar burgers? | Op basis waarvan drijft Ymere bewoners de buurt uit met angst? Weet de raad dat mensen angst | aangepraat wordt? Ymere moet stoppen met het bewoners angst aanjagen met sloop en stoppen met deze geruchten te verspreiden. Door de her nterpretaie van het sociaal plan ís er grote onrust en onzekerheid bij de bewoners met een vast huurcontract in het onderzoeksgebied, De HV heeft geprobeerd om in overleggen een uitspraak van Ymere te krijgen, die deze onzekerheld weg kan nemen. Ymere wil niets toezeggen en laat de bewoners nu al jaren in onzekerheid verkeren. Welke macht heeft Ymere? 10, Zou het niet verstandig zijn om een onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen naar de gang van zaken in de Van der Pekbuurt sinds 1998? Geld, visie en beleid, | De Huurders Vereniging Van der Pekbuurt ziet uw antwoorden en standpunten met belangstelling | tegemoet. Bij voorbaat hartelijk dank voor uw inzet. | Met vriendelijke groet, | : Huürders Vereniging Van der Pekbuurt - | Raadsadres Huurdersvereniging van der Pekbuurt www vdpekbuurt.nl 2 | : - Í | d E 5 Oet ze B re on Te Reenen eN Á Ë Dn Ee sn be ae LE TR nd NE B de Oh RE he ze ee En Sn sal N BN AE nn Oe Fn On B Sn be Í De An en An dn de et deed OAN ee B 5 he Ode En be he ee Ee LOER Es Ve ae En Ean en vr ee HD | D B 8 LN ike reed en A Ee Benen met nn neee he En | ERE BEE DRA NA Ee Rosh ne peten RAAR en SENA ERD BAE Se ï EE ECRONESEENN SNN nen He Oe ë ke Es ei RE Ee í k Re ROEMEN, RE A 5 be À et AE EO EETL DEEKIE OA EEA HA ï . ä ved ed bol 1e bnn me. Ea EA en et be ENE vee ade id RR Ld me Oene ne B en B De | Bn Ot a A setae | En ” KEO d ne bek À ‘ ’ de eneen rkenen | En HENS NEEN BO et 1% te sr S En 3 f À ge a | he ant vd Aga Bee de AA | ke EER dE Ae a es a Le B En À OR be At oe AN eet be 5 sal | Bn RN dn de En OEE A enne En DA AE B | De EE ERRRRENEE B EE ae Oe eben 8 Bn et ed d | ot Meen ed B Fn dn ee ee B ve En (Te RER B teast zi Re ER Ee Bee 4d he ED | HA dl EENES EN Oe EE 3 ek En: ke A NAE nt ER Fn be Ì ir eee ek EE dd En LE Et 8 he En mg EE Dn E Ek tn AN be EEEN EE EE DO Et hen aeta En bdans ge Be : PPE En Se Za e Rn en Ï ; er KE bn rand BE RD ee Ee Rt vre SE GEN vt B Í hi EE AEEA il Rr ed En He blend en he al EE Bn jd Ki Ee a He ï En Rt 1 ETE, ON DE EE NCIM Es En EE ee Pnt a seh Ì ar REENER he Ee BAL ER a nh ree em | rota Met Cm GE es beden eeri EE A | Et AN ze N EE RER ALS AA Ken EE 5 Er we ren B ne Ì NE Er se A KA Ad are k rate | BER ot EE ERN DE AE A En EE On On EE tee ! Ree bnn Rd rn bee been dn a en Ee: SE teh A En A | KE B Ha EAO en ER EE he | E EEE ; Be ef EA en Ai ECP En OEE nd Oe sede Ï É ene hef BEREN er EN mk BRD ge LES ld Rane DE EEA LE KEO Ee BANE GEN zee k ERROR R EEE BUT de EE Et Re ed ent tere Ad A B | Here 5 Oe ad B en Pe ea | Iv KN ANNEN ED Be Ear ee rela Sd wi we eN oM weeer B KEA | bi : AETR SEA je er ER 5 ie, Bn ee ed í Ee ee eh Ce Se En Nen at reder zo | ESR EEE ERE nn d ES ON Ge Ok De An af EN ve dre neee } EERE z ler A B a eeen en eneen | DO o akten R RENE G. p GEE Ì He BA B En RN gean mei, voten ON E | EE EERS en E hash EEN Ea Be EN Bt BEIASRN ge ! K ANR AEN EN en EEE EL EEEN Ee Ei. a LN A sene bete mn De Oe | AAE KERN He reerd RN „tE k ehh Nd arhate ER eea Ma B | A : AET NEN 5 rr EA ied ERR, ERE AN REED EEn ee BRR ee ah ee d B BO | E DRO ee EMAS VON DENDER CM RE rabe ERN heen Dn Hi vt EENS en BNG EnAd REEN EE ERE A 4 8 EEND 4 ENE EN ON BEL EERE ETA EAR DRE í En : AN ER HAR de ra Be El OE DA f] etend mt mek ent e EE Ae í NEEN En A en AEN ent ee Aves Bee | KA EN ë BANEN 0 Ee re REE EE A OEREN Ae ee VEA EN | AA ee OON A ID Ve As NDR there ERE rie | EL a EEE A nes DATE CAREER rn Adr A Oe | Oe eN À A REE EE at, NEER Beb 3 EEEN KR Co EE ME athene EEEN EREN EE be ' REA EEEN GE edna De REK EE ER Ee ane etn | FE: ER, fi RSI: naaf tent! EERE ME gent EUN EE NER EE PERO Y eed. f On Za DEAM EE En 7 Ae Re A eten oe | PN * Je EAS AL ’ fj N EE Ei A he ete | LR : OENE: Ee Ee E At Rd EEE E er nE EA EE ne | Bet hs e Nd are sa ed EN OE eeen eeh | Pd a EREN d RN End KERS Re iT hon, Et En AE ERR Ee EE AN NEMA A | ble nd RENE SE CEN. eend DEN OE Ï bl RE : ee en mn OA Ee tE De 5 ee ere ES ER REE El Î Et Ed N en EE ne IN KE SN DR RENS benen AN Ver de Í Bih te ERN he A er en meel rt Seek RE [ Ki RE: MERE een er EN Ei B - HO OE An A EEEN ES sens RA AE { BA eee OE ER bert EN B El OAN 3 nn ed Band NER Re í tie Nr A ERE KD Ain ENNE B A ee PERS B aat vern ne Seret RE RAA ERR nok Í B et EE Et eeh Zk He oe ed EET 1e | EN RE REAR el ree On E, bÀ ERR BEER RAe RR ten EE ERN En ben î ee gehard NA en LE ANNE en Ee Re vrek RAE De Re EE OE EA Benen Pre n re RE El EEEN AEON La ne Boe Pe EE kn Er hed A | IN eet aad BRE ET He En ze ke DEE NEEN Me Ee en Ee | Ld aen Mn ee and DO he REKE OEE Ere Tt ren OE ee ED be: ete ed. ebben 8 | Sn EA | A A Be PRS Ee gets e EN B DE On Aike ten Be Ne RON Ee EA ee, EE í Re Ie nd bele rn ee Hi EE ERO OTTER En EN eden vree EE EE Í NT TEE Se hd bed DN ad B E44 HAT A ES ne RE, DE RER í ae beant phoe EE Oene en Cn eeh $ B D Ja A WE Fil: | ij | DRE B ed Dn dies He Eke í Ee EE seen Aen beneden, KT ee ekke ke B DEAD, E | Bt arte A . eN En ek 15 À kele vee pe pe cape eek A 1e 1 pede | E ee: 8 RE ze iter Hett en 0 Bnn tE Ohe Oe Eee vei ERVEN nen Gn 5 aa Sn le MAar Ee ke Ee ween Ge Ode EERE OR SEE 5 ha el HER ein Ade. dE vegen | Gn EEn REE RE 8 er Sg PL ARA ee 1 A eben. An | ZONA OA EE OREN EE id AA za Ee 145 SER weather De hbe | Ee ne ° Ee KE RA AS Er à 1 B Ì af EE REE EEEN Hr tn ERE EE DANE SE Í Dn Tt EE weeer fet 7 | DE Ke EE eN EE enne EE AAE í On EE EN MEAD ptn ES El AR Ja Tg EEA GEE: 8 REA A ENEN U SNR en RN Ì ER: RES RDeE Eel Ee vebetaneRn Leen | h K EE Oe Oee een De eN Me De Ee | Ee Ee WOERDEN EEN et a EA Ee He Ee | d N . n ER KE De LOE WEE EEEN | Ë 7 En DR ERN 0 ee f Î KE R meed EN En Genen en Br | ON " IJ te ant Been BRR PEEN a EE RNN EEE aen neen B zn Ì En EE TN MENE He De ELD EES NRR BORE ERE | Be 8 EN EEN Oe geeen KR : 8 8 ze RE OA EF t SE Í b ROER NET EE, RN AOL Ä 8 : NEE TEE GERE EE í Ee tn ERE AEN en B Gn EE et A ee | HE En er bn a re OEE ee | i EN MAES EO Henn A 8 d ! h À ì Be 8 AREA EEE OENE B OENE ah AS en IE | B ‚ het a. Ë een Ln A A DER aen í ER d ‘ en td DEES Bena ern ENE A GEEN MED EEE EN Ee Kn AE nn d fi Baden Ë 8 EE NER KE | Kn , Re B On : varende heien Ì El R en ORN er PA den Ee 7 ged EE 8 8 : Ï He OE ee: ret sn Gan E EEE De en En Ee | de ele er À EE RE ie ce EEE eek Î dn On B Á : Ee en En in se, GR Aen : HE ve Ù REEN EN EAA ri ie Ë sj 4 RORE id Ef B EE ER B | Ea ; a teentje Dn B ú LR , vAn REED: E í 8 en wa EAT ed En eee 5 | : H RE DE 5 OE egg Kek A B EE ERE REESE AEN Ì rs Î E etende zn BE 8 EE en On dE E d : B é Ee dE EREN Te 8 d EE re SLEEN ERRENE 8 kl RA OEE ERE vre be OP KLA ee ä PRO ie A An 5 EE kl EEEN Rt mt | eh Re Ee RE, 5 B d OENE RENEE ENNE EER Dd KEN 8 et En rea ve B Î N re En En De d ú be HRe RE Í b NER dn Cele ER 8 en En OLEN EE ï N ij A ad e dn id ee ee ER en en Zn Ï 8 DE B Es 4 ú Ë 5 NE he en EE bj Ô RSE EN En Ei É EAN Ed Ed AR ERN 5 | En RE wet E A e Ht En 5 À 8 EN en Ee RR en vn el Í he ER EADE EE B 5 1 B Oe vann EE B S Ì n : Ë LS Pee RAR | laa za ENE : : SE : KR: El Í E DR 8 ek e ek if ES EE : 1 An ' : ORE SRA GD FEI 2 RS A En Bn nt E Í | REE ne an Del oe E | al : , S an ma B ee | | vt OE 4 : en D | | E : K ET nam : EE | D Alen Me | me | ij NE CE El : Ne DEE i En En B | | HE | An Sn A id ze : en MOS | SD vee. dte B ttal ! B A | On NEE RE Ke EEN U ze À : A B ie: E Î EE 3 EE ie. Oe Ü 7 En RO | CE A 8 AE B wr Lya md ee TER u ee d , EEE H EEEN ne " Ì Én jé A Rn Ha 8 El EM | Ei : ' NS E d Rel kens | git ed zt , Î ES j u a Ì Ee RE en Ee E H î 8 in B : Ze | Eb . vre Le nk 8 a on | En On tn Oe ER en B trits Oe he EN | ER et kee en dt En gn En B BRE RE ER g 8 EN E 8 BE ie EEL ee E Br = hd À x RD 5 Rn sr HEEREN b tin Î an a GO fe Es 5 oe EN Oee ERE Ï Vette armen eet Alten ee AD EA eene el E En De Nn N Ì id a ze dee mam cn in nn 7 5 a en Ë E Ee | ee mt nn S | B | ö — OEE Í 5 ú er BEN GO ER A Oe | | IE | LORE En ke Î 5 | , . in | zi | L | u : | En: de | a % P 5 ú . En | E 5 DG ä at od el De | 3E sn E85 „et Shii & Ee | | SRS ebs a REE ES 5 e Rd | b = T Ze 535 | ne: B Hs k 8 8 ï 5 5 ä 8 & 5 5 z 8 5 8 # ze d de | Be & Eh & a 8 ke Ae 8 ö han ee | 58 Ë 8 8 EE ZEE 5 Ä | SEE En 5E ER: zet & 5 5 | ER Car B & & 1 5e Dt mt & 8 Ò kr ke ! 5 a W 3 A 5 5 : 0 8 We & TG ûs - ee A | C5 DEE B OE :: 5E Eise 5 E | BE5a BSE sl SALES } | E de Goe ú Ea 8 EES & Z Ee | | : _ sa Ee SE ee B ú En 4 ok 5 ö 8 EE B | B 6 ® 5 KEA Ö ma ® 5 er 5 5 kn B CL. B Ò 5 E ä i % Ez Sant 8 z z ö Ee | > ke EN 8 pd ü Ee ® 5 A CG a En De A êr zt | ams SE 88 d KERN: z 8 eg ERE $ ed 4 ij | zen aj SSESE 2E 8 Dg LSK 5 suk E | DE & uE EH a aas G EA 8 be | & BESS Á SAE GE ERN: Sea be 5 8 8 d | ' 7 ’ Sw 5 CL ud ë 8 5E aad Ee Zug jd | 63 Td EL È G E î ú 50 EE 56 5 e E soa otkaE F2 EE: ZE 5 ga ® ie | 5 gek vels ë s Oes EE RR pe R ü € 3 5 e= kr | GG & en EE Eh en Î O7 SEE 8 8e se sSEE “8 5E Ù | AEN Ô det ce E Dn 2 mn 0 ® â Es E24 ce & 3 E E 8 ER X 8 S Re aj 5 ® zj DG E aa % ü Bas > 8 - OEE ae ‚8 @, B ú & 8 d B zee nw EG à zt B 5 @ 8d Bac ? HR EE: ge Ee 8 zes Ì EE agg a8ak 5 2 8 En} 5 58 2E ä Jl | dn Sr ms ee Ù KE EUS E 5 R 5 6 5 d: | 4 u B 5 8 Ô : } Ö ù sh Rm & 40 55 Za H di : & är Ë A & 0 Tann | Kk " dn ae ® RAR: ü a £ ores sE KES EE 2 BC ; Ó : et Les En 8 a CR zE ned E he | OO Ba8ES gags 82e Era Be RERER: OO | ii ZE ERN: 8 a 84 d 8 0 d 8 u ba DR be he 15 za bb Bn | 4, & 1 9 dE 8 Ä 7 E 5 5 E BEE 6 B en tl | ; a8 Ka) E ú Ö = es ke ö RR | Ba La 5 8 4 ä ul ï Ë Se DH ke u 5 E “ hJ AS Dek í EE ® … d & E En RE: . an | E ee aise HEE dE EER 2Ì BEE Es Doe ZEE | DE z3ghe BEGKO SAS ZREB8 25 bie E ok En | a m0 0 kr De ee EN id Bae | : nf a } Be B EE Dn Bs | 6 Eer nn va ble} KL. 4 di ke Ee ì B ER je OE een B El rte ede te eN al Fi jM U Nt ON Oe: A ER Lh Re Kn Biden tn we 5 OO en mn A u ia Deane Be | EN He ie es „E A Ka 6 Ba | a … a 0 ts 0 . 8 EEE EE: Ì d me & a 4 @ @ B | 7 À Be ä & EE E EE | ms! cs Zi il En ë A id ESE E A ke EEN ij & Zaan Ë , rn x3 E Dn an En ze 5 D ä ( Ee Ù N De @ & G Ee - tn bon Ein. * ka VEEN É OR Ge ze Z he NR SE à & en 5 Jin ai 5 @ eee En 7 d Ö a 4 DN d ZEE : ke 5 ü Re EE 7: an Een d A a 5 De Re k 7 - a o GO OE 5 Xe Ia Er lau 5 á oe E à NAE ke vri ! dl En Gn 5 e È EO: AE 5 GE € ze fe) u 5 ü RS i £ Dn E Ö z E EEE k EE O7 L& S & A NR 3 ZS 7 5 B 5 5 Al @ e à ge de E :: Ö MR : El Em) d en z 1 Te KN 8 8 B es „3 4 8 À 5 É TG 8 Se BE 43 HÈ a: À B K 5 se 0 8 A 2% & ÀL 9 jen 8 Or 6 à U 8 SR OG El o & Ei Ol @) EE 5 8 A Go GA O8 ®@ al KE OS 5 Wi Ee Pa Ie ú H k di Frei : Ta) % rd Ei wer &. den 5 à tE A & ve dì 2 it 7 at vi Ei ho 5 A u Én & ü rn pn EE : EE 5 OE 2 3 6 85 En HE È Ë EE 8 B EE 5 & a DA 5 E E 8 Ke en ‚ äa me Se 5 Ë & E d : - St cn y 5 dn ’ is 0 En ò E : i 5 En l | 7 5 | je ie | ie Ï E | a { EO | En en TT TTT Re | EEE A Ee Be | En wa | . et | & ER se 4 | | Dn | H en OR rel Hel ; On ne A KO ME / Ee : k dane hk E fl be Ek kj B eN En eN Rn | baie 14 RA AE zn | D LN ee | ple 5 , B8e Ee 5 ® EE | En Ä a BES EEE: 85 IE Ee | Ë Jet SHDEE&e DE ù A RE: CT 1 | je k 55 8 B GG E G ® Et D 8 E A Ee B 5 EN vn 7 d & EK Hes st 2 o & ne AN : ï SE Ö » … E & ä U OF ZW U EL 3 B } EAasë SERVE Oe d&s 2de RN | EBA Es HÉ o's gE Bez WR 1 | oe à o <8 5 t 8 28 Ë ä Öo ä 5 Be é eN re: Ea a & En 8d & à u Ge AEN E SOES È Ben ef de DE 3 8E ERN ; X z a ri Uk dt a êS ” ERATO | Ë ER ER E ER s ù D Kl ze IEKE No | Ô bone seut ag gege 588 EE | On EAP = 8 EB z Ta DE DE TONER É 5 a E “OE 5 u 9 & Fi 5 & ih EENES RENSE \ 8 5 da & NEU A „8E : GE EGEERE 8 28 ö 8 ak WE ENE & 5 5 ARTAN RS 58E: 5 5 DE ZES aag RN KEVER | 8 o re EE ee … & EB zu 4 EE | | EERE oErEgeS REGE zB 5e ej ct | De dBESEE BESaRER SER 88de ERR En ‚8 EE D Tt d ze Z vs > cn U A EA ien eN „2 SN > dese EE ö DL EE NN Eter y a Á ú & a äs kel 3 wl gE 5 . 5 } Ee Ë È 5 5 RE KAG RE | EA Ke Oe A DE k ü OE, ta EE Zn i R SARS E hee a Beik 28 ENOMENE ij DAE 2 @ 5 8 i D E & € & 'G OE BEN EN LE & kk ü D= rn & 8 2 q & a & # 7 : Ee 0 GQ NR RA ER : A EE ú 5 5D & Tu & tE EZ Ur Er B ne EN: ee. Ee gEEaRd BESTE SHAER SEES B AR Ee Zege 58 Eeë ESSE wae8ä EEMS | à Bote Dune $ 8 5 EE Ee E85 en EO | En SBRSES HSSEEGEE Sadee E55 GRE B Sssees È EEE BEERS SE u eeN … Ee Sims ô5 & SS Ee 3 ZE5Ëe 8 DER GN be Gr Se 4 U De or fi 6 Ú ei en is Eiitnhitet, 5 xn W Ei 2 A à G « 1 ts & =d & Zi vrat DN NN: PEER NRE EN enZSes 88 ci2 bo HES SE aES4 Poet B on HEEE BEREA BABS Heep NN OO Dn grises BESe4saë BEESE 28 Je | ER Axa 5 Ee sE R A OE Vn ER ä sE EZ > ” Be wieden He Ed 5 2 E RE 7: abe eek. EA kt AN El | er Ee a Nh he er Sn EE Of 5 Ro A gp Sr . KN B Ee Ri he B DE Oe OM ONK Wi 4 HS EE Ee | Ô DO HR RE Gifs . OE Am B Ne | EN NE OM a OE | EO, ONES, ben MA Eg deM De # ed A Ee En | ú Ae te e EO bi RE. SE 5 He it Berne id Hs Vti Ze “ a Zx BE 1 En, 7 ln Ë Rr = # ü De ade BE Brrr PE, dq U Ù Ë 8 28E 5 ö ä B | B KNA Ee ® 0 5 BEG Le: BEE as RR | Es KEIEN B | 9 £ & Een g LE: - dE stiasà zis BE88da B À Bae ZED ENE kik: De 5e 0 d | Ö ent Ea 6 U oe Dias e dag & ge En | Ë 2 etos g 3882 Zee Ee | Dh N BEER BREE, gigs k Ó GE …, 5 vas E Ee Wij Ik 4 en SS ba Ss A zh a 2 BE dn DE ú ù ERE s RER: Es ò 8 > Be 5E D 4 4 SE A ne Á ES: EEE EERE stelEs É i 5 3En8AES 534558 SEEEES q | il U RAE ee HE Ees Eoe50ë 0 | Rij Fens Rd E 5, ú En DA 5e ss à Ea i e Hahsads Bihiin BEAEES, kl pi ee Ô „6 & EE An : tl D B A 'B En í G ke & ® e SB Ä 2 RG & Ee: | & SS So bä Siet r snid Ig | SBahh3s, S2fabs HanbeEe 5 | Ì 5 REEN BEDETE BEERS En | bj qd a | Z ù = À HB AD U : 5 À í if EREN: HEP egad Seis E E À SSSR ES SBE G sOEERSE go == EE: JE ie 0 sessie BoBEEE Bae nsg 5 3 Gey Besád BEE BE & 28E ge oe 5 Ensues dE t cEEKEE e 8 | oz Beusdgs v6has8 EERE RE: E | ö SERiEes Hehe A8 SGjesNe É hm 25E É EE Beg k G & , D E. u ® ERN: Ee bEs: STER ne b ú ä 7 5 EE z Ò B 8 SS Ö on E zE dense SE ee 45 ANGER afpead =S 8 le} EE ú 5 û u ö 5 5 G Ö 8 8 7 A [ Ô 5 = T 2 ú DD & ie | | ® SEnEnbsú beeses ESSE 5 | | L ERSRAHa EGÈSES | E | 2 & on a „8 E | | En | El br | E 2, Ee | kj ' E | i 2 Ee 5 ern : | E een EE ij en & í | gn Ô | i Le i A ee In | … | Ô EE | nn keel | e B | B he G ee Î En „bil 8 8 5 | É EE 4 E 1: 6 | ESE E 58% Ng EB ® Ee zis E MAR: 55 8 EE LR A | KEES 5 5 SES â oss d EEEN Es en En SEAL ä or: aid BEER EE : 8 boris s Sg ä ss & S3EGE ES je | E de 5 Ô z 3 WH WE & SDE et ie | E “ESE z B Har SE Zg ® 8 8 5 ò & w | | 8888 Gn 45e 0 ce a8dekEgS En | | GRA t a se g Aer HUGE 8 D | À Hr 5 0 % Bed EE s0PE zn e REE ë EB 4 RER oiEsnE î 48E 5 Bk & ee Basis En \ E st > ä 05 6 8 G 5 Z WEE He Sl ! ; SUE e an a À SEE 5 4 sho De ï | ERE 7 aE85 zE g aiidoegë Ei | | GEREED Y ei: SEB EGER S En | SEGERS ä LEER 35 At 20E DE | Ees Eke Gn ESE zb SHE PH DD | e) 8e 8 sE ZEE Saus sES Ù | Ze dB 8 nt EE ge 8m 5 ERN oe | E 5 CEES 2 5 Eë EEOBAES | Kl Semäisg 8 aENE GSE Beers HM | 5 Ee BE 5 Z 6 = O Za 5E EREN RK: el Ui 3 ne ES ë z € te 3 U E de ï > 8 5 2 HS E55 SG voeien ù a Û Kenis ET ERE za B S3sgbes He | 5 EEnibe 5 Hebi, be B EEitsas Kk | geEERe 8 Sed Gad Suid Ee 5 a ERK: u AES sE SOZ e Ö 5 ane es Ee EEe ES e8 8 5 aties E = ae 5 s E ä 8505 EE HE sages en | 4 5 4E 3 Ea Ke it z ® ti ús u 4 15 8 í 8 E aSa ij dk A SGEE R ESE a EEE È EN O6 SEsdei à à sEe5 DEEL ARECEEl MO: G SSAcBdRs 6 SBReke She BESEESE EC: | On ee BEEBCAAG 8 gE sÈ58 SEE S En Ee ln EREA geS U 4 24E ARR OREN Ee Là 3 s 6 7 gt  mr À À nn st GEESEË Eg 55 25E gEfed BEEREN ME fi EN ERR: BE àl se Zak Ee Seda pan rn k ’ sG Hi dE K-4 at 2 5 EG E .E A dE B ff & dE sE REN Ë DE dE 5 EEn zz Mi E 8 ús ei Í ij Ee hd dE 2 ú EO b Û TAP Uik Slke 1 EO. ei La En ee pa en Gn He EN kr ik she NE sn. RAT) he Le Sn ht Kan RE KR SD Í È A E Ze eN 7 H- „a dn , ne en L Hie sle” 0 5 Jh ee EL en Ge BA Ed el en : nl He | EA a OE En B Ed en Rn Ad AR keld Ale Ah AL A Ee OA KE ii Ô on EO veer Ne ere dee je AA At KE: Hin f : AN he dt ee Ee in 8 ae Kek he En PDE giraf en et Lt gr 8 . In inder d EE EN BE Dn bte Darden eld en EEE Sn : EA En En Ie leen id, En RA Been É B EE ee Ae B He TN ne Ee Be 5 F4 B ' i A rhenen EE EE dd Ean RE le ERA ER EN NE LK ir oen: Ù - A EN En Rd denn Ë En SE NE B bi Se eed Ee É . Be Dae EN A RE CAE OEE | : B ne FE Bee Edd Re BENE ed nge Belk | On B do ze A EO Be Ken ak Ee Oe tte Ar Up eeN En 5 en B Eon Ea RE ER en EA RE EEE An B HE ee Ee ANR EA Pe zi IE TN. AE Ge NRS ED RNN EE Re REE KE © R EEE ke an kn 5 RE One B a BEL De E ESD ergen ie Ee Ee A RE B REA OE = Ke Be OEE Ae ERROR Pe A |L z 5 GE one UG A, RAe Ee zet Een ern ME Ss k B es EE BENEL BEN B MERE E Á f Eu INS PD We En lend En b nen er sé Mh B be Pt % 88 | B ee a E Ö s (À Pens een A B hete = E EE a AAE BR PE Ed AN s à IE B Oek Gen ih dn Gele BAE zr LER otd AAE hee 7 5 8 \ j Zen AR A EER Ee A B gE | Bee Ee jee En ROE: A A ol W LEG de Ah EN ES te re E ze f ge a A Ee ei de Cv en A et À Gp „4 E Ee Bord Re De Mn 5 S En 8 Ee gn Td ren AAE AN Bie Ai EE Ô ek be Re Ae nee EN Ee 8 q Sn A c He RER hm hed Be SE Da 5 5 Ed ä FE Ì A enen AT GT DE SARS APS Re ACT NIER rar SS On OE af vake ae TN tie dt „ & MNN A ON EC dE E/F OR Ln Re E Nn ne BESC Bie Ee a En ER GC 8 Po eee Le] 5 ED We RESTE KEN IE Ld Ans ro a 8 6 EN kek Ee En, harde en A Sn à ® RVA 89 Ee nen Ae RO) a dn pe nà TE Ek oe Ear, GEEN Eh d vem BE A Ra Ve oe HRN En) RED As ma Lm rn aten. El 5 de OE Ee da rh U: VE Be NE EN VE ate OR DR en ze 5: KE du ER PA dà en A ae rr Kd Ed Hls a > 8 dà Ee En: RE HEER DA: LEE den ME ede ps: En U a rd zE B DE Sr KEEL Et ned PE RN OA ge E à 5 E ri BS SE Et Ee EEE en Bte a GEL EA A a 5 5 5 B 5 9 E 6 BD ehh Sn ND Re i He jad EN an af 8 Et IJ Nek br En DEE ee en od fe Ae TN ep on Mere Heg Al ne en 8 0 nn kel B î rt er Ee et PRD Reed PEN ten Reed Bees A, EE a ed ee A ae POS ERI EA ee nn A ee Ee on Ae 5 = A ER Gn GER tete hae en B ek, Bee AS ele RE Bigas ie . EE e - 7 en mr DA nii mer Eri et Ë ie | - - B > | Pr n R 9 fj | Ee A meme ie Ke Et Ee | ded besl Ee ad Hf Eed | Pe eters on st í DE re Kes En i Eke En sten Joh : id PS u Ke Ee 8 Te) a 4 1 E Sn he Rt 6 E zu FE L = 8 Ee HE led B - A Gj j G @ | Ô et 8 Ô ere! Rm , & 2 8 in | Ë EIK EB EE hs Ek d El | Ce KiEEl EE gp & 8 8 X et | : RS Sel: Ser a 8 L | Gd z 4 B 3 0 # = Pil be 8 5 Ë a : „58 EE 8 us OS zv Sad & 5 , ë ax B Ea das ee asibg à 8 5 sk So 8s es Ed | | SEERG ES OOAD oi Ess 845 | | | HAEas 52 it 8 OSEUDEs Ee Ss 5 Ù Us E 8 dn Á , 5 S S À G Pd K] 5 Pp & & 0 à & te sidie 2 OONK BEESEES 88e Ì | == 3 7 a € de SEG es 5 bn OE VEE a áe f : 5 d D Ô e GN 5 % CREE EE GADO 2EESEES geb 5 | G ä 5 ä Km B DN 5 kaf a G o Ì Ë - dE z N 5 B BE E … Em de D zE Sn Em Ed ü. E 0 Sg E KEN: f | 5 ry ï Es il zie db ee Ee DD gEENESs 2 | INN SERSEs O8 Ë : & Dr Do De ; 5 & be E 8 8 A & 5 Mr à 8 EA 8 Dop E E 5 ® 55 De ì Ë RTE ä 5 5 RE 5 ZONES EEN a | Ie bi ol d ad : D OE We Ï 8 8 6 0 Fo! 8 Ri c do 8 a 8 En 55 $ wet R g * B ú 5 ï WK 5 24 Ber Ee dE & 2 B B MN É 2 KE E ci) ol Ë U 5 ‚ ZO Ed À GEST eet S 8 Ee SO E58 Ea eöe8 : Ô 2 5 u 2 A & ú E dE OERS A B El LEGEND ES s Sb 5 Ï EG & 3 0 Ko Ee ö ee 0 Db 4e Ne) ä in | | SRE 82 EN BuBodsais EEns | | E SALLE B 5 4 Eed DH & Tate Ei Ù a . | | Esblânp EE BEEN EOleiis: iPod DO ei E. s Ë zE B 4 Berdine dk it 5 5 % B : Ka om 5 2 5 AE Et ch Be Tt EE 0 Sw Pm on ï ‚ ö 5E 5 es E > a U 0 DEE A wd. Er i = U & à & 5 RE ë 3 ö B a 5 Te Ë 8 Á 5 5 EB & 5 Nr BRU Brel ö & E ur : & 7 te ERN } . Z Ad 2 EEA E ú 5 ä DE 5 Bk | VEE Ee aika 25 BEREn SA Ë5 ra kn DEK gE e @ & st BE ESE SE Em E 5 = ä Ee Rd £ B | IK sä 8 5 0 5 À Pe] Behe) hed 2 B a 4 e se BE en í : z Me A B 5 E des | ERE EL 2 @ GS 5 dm ö E h 8 d Ker | Ö ; 8E 4 & 5 SH Ht ar 0 B AS 5 8 ù > B | , 3e 8 S B Ee Fe 8 5 4 mt Beret k : EEE he OEE ER Ban w B En : Sg BE E E eat BE Ù Ee Bie ä 2 3 25 Zed 0 ed ) : TE 6 : od Ô Hesi Dieser 3 58u EN OSS B Î ; Esens hee ge : 5 EEE n a WW B | î ä Hi al ed < il ne EE HERE | À Á il gen Ee Hl Ee Î Aad A EA ed ME Ì Ô me a ne CN me ú A Hr } A al er % re eld. Ì E DE Zn Ee m ve: ee pd Fi Di il Hi Hb 7 Je Ii Ie dia 8 B | Rn OM OM Beije A Ae Ë A: 0 Jh AED 7 Vree ef Ô # B ae Ter ee OE EEE 5 Li ille Jl nd da Ba B ME KEA B Ô rr en re ore EL ede î BE ap CE, x ú @ 4 Been Ì Wein Eh ú en Ea EG Beene. ! 5 pine En, mj ë à te A 6 u S à B ten Ì Eee u 0 3 3 ve Dn ‚enÈs Se Haa } 8 BE B Pens, ü 6 5 0 @ Id 5 & ME Ee ED ú 5 E45 B ú Td KN GE d Ù RMR b BEESE SG öea 5 o ou 8 5 BE Û B, ES 8 B & 5 & 5 Pr 5 4 ä kn! 5 ed s úb Ë En rn | hj 58 ges SE PS u EE 5 8 1e HE 5 DE 5 Ont: | E zE Sn Hed PS E Ee BRE ö re he | LE 3 EE wv EE à fed He TE 5 SE @ & Ë E 1 He) & Ei Ï H De Dae B 5 U 5 Ren: E 5 H Ù Ú B E 3 ee ! El an @ x 5 & nl tn ä ER mt D hr y KI E 1 À 1 | 28 BEE 58 Bamass 5 E25 HW Ei 5 A Ur un d BE % 8 De Ë 5 5 5 RENNEN: 6 5 RE 5 E & De f Em BE HE z 0 5E ve 5% 3 5 KS En H : [et] 6 ® 9E A ue Ls dg ZG B î È gust ed Ab E2G aEEE “ B 5E & 5E En ten . ‚ ret 1 5 - a DP B 5 CPE 8 ö 5 E uw '® whe # 5e ERS & En 0 B ) 2 Haniss SEE G SERRES S2e È eh8 Ee bi H EL Ù Ü fl beed Ê ö ni 5 de af z Ea hbs DE EL 5E RE: nes HM 5d B 7 u B B Ù o ge ® ho 4 dj 5D SH Ee Ee UE He a Ù Ee 3 ú NE: Sessa ee # 4 kes En | EE OnÔES De SO eE ERSTE SRAHE tj dee in | ù a, AE Ti IE Za DE B & DO ve 8 De Tt Tm a SF RA LL û 5 de | Ú 5 ä u & TE PE Sat Pek 6 E | | 8 BERAES BARD eis gEPEsshEnen 8 Ges Wb Ù % 2 EE & CB ú- == R 2 ee Tt den 5 5 ëá%E 5 Ë e EE ® eEe D RE u 5 Pa 0 A 8 u WE Ee f „5 5 5 & eV 5 ® 5 2 Ë 8 5 @ 5 6 & Nn 8 Dees 8 ns . f E ä RBR ä Ss Se 5 a ® z 58E 7 N SESGsuia BEE es EAESSGDEEE 5 82E B DE ERD 2D j 5 OG 5 ZES 35 H ak „ B em En | Bäboassi EES d RENE: Bel & EEE Ee kl 2 er OG : = Gh has "5 2 hs] 0 at Ee BESSREEE a SSS oESeninEEe 8 258 Mi sG 5 u 8 ND 2 „5 d 8 Ö re 0 : EE Se He NE AED NE® Sa Seavassë Z 5E nm En ö E TE A & & @ 5 Eh ER 5D al b8skesien gaESEEg BERNE ENE Dd c E EE E zo EG Ee, ë Ù 5 ij 5 aj SRS SEE eme SEE kEg sp 5 2 5 ú s & Á î e z E EESESEDE ZEGERES BEgebEsjacsbbes WH ‘u EE 0 2 À sE 5 5 2 & R's 0 0 PH a t Ö A & bee | 5 ù Zn & & A 5 MR NE ue EE U u ® E E ft Ae | HadË ES) E4Beses PERREN EKEREN: De | Seviume ZE cE8EEES döSERSREEES * Oe | a el Ee u H 5 Hú & ee MO A 5 dn Ì ù 8 { JA se d Á : 6 5 q , a a | d ESB SA88 E | d 28 a Ee | id Î a Ee ES ! . 2% de Ì | n i | Ë 5 BO . AS net En . ZA Ú DTe Ee ' Bene De zen | Bedenk OT 5 Bak Ed KA el Ee 2 | OO EN BOO | ö en ie ' | Ö ep OP N Kij | ee CET al. 8 | 5 En En en ts we ; B, PE ia | titel Em Deme 2 8 & Ë cle. Ee 5 a NSS en En À 9 À Ë kend a OE ke | 5 Er nt ee 5 6 & 8 z qe En k | Een 3 & 8 8 SE se & A Ee Ô vie Ee B en Ed 5 5 8 5 Ss 3 5 5 En Len Be 5 ‘5 dn Be ie re Se ee dr Ei 5. haf | 8 ZE Ht E5 Ee Reg Ge 1 S en | En OE OP re ú a 2u 5 Le ne 5 Ge Ee | a À A ee At w 4 8 z eg > Se k nn ER en à g ik 5 dr Re verta L k hal et He er 8 en E a EH 4 © Er SO nn Re 5 à 55 & 4835 „Siel EE bte en keeg EN: sg D em: | | en OE OGS u de RE sIalEl Á OE OEE Bed bi MAP Ô | DR ee Rn ie ge 8 ee à 5 BEELEN. Ee | en me O5 65 äs Ps a8së ik i | Ee nt veg EN ® bil 8 8 a a & G sei En | EN ent LEL A OR B Ad TD 5 ä GD 5 SA 5 a Ë dn Br Á H bn HE EE Vn nt de! TE D an W “zB E wl E | ! Ee Ka le & Sm & a & & 5 EE E E rn ä S&D 54 SR88 : fs) e | : di Rd, An) ka] & = EE) Een ged O8 Agde Hi SEENR Ù | | : A ' En 85 a 25 En | | Ó Rn Ce RBE a 886 eà LER | e | a ë Bartels HESS | : | Ek g Aen : u SES 8E SV è Pp mee 2 BseaZal de 88 B E ‘ jk Bn Wa en Lt 6 - Ô ä BS ® ZG e 5 Z 8 4 In K ie B ne ä onse Ad a EE 6 | RAA LO dn 5 ti Ee ch U 8E 0 @ Fa 8 ne, Ee N vreten 7 Kn S ® zr S 8 # | ij É ik en DE Ri RA EER: Vd = Bà „e Tj: TE Ë EE OE Oe jzessige 5E, ER EE | en En ODE 8 adu ANR Aer 4 EE AN BA A Ö = - PD R fd 5 ÀL RE ® ‚Ù El CT AE bre CEE | 7 , LEARN. RE RE dn B He LS 5 ä ® Q ws Er d bn he id HEN He Bed E Ee Dr Em EK be Ei | ! BA Rn Re 8e À 5 no 5 5 0 & 8 0 FS El en | E Re En Sn 4 ge 8 ez # 5 ä a 5 5 8 ER | En | Ee 7 Ain ie bi ES a ë ESTE 5 Ei ZE DE | EE [4 A | ; vn HE Ne A 5 a EE 5 Aen À Oe ZE airs 4 “Sd Dr A On eenn ante En nh So e « & a u 0 ie 2 DE 5 B zi rn OE | d Eee Re en Es oe RE - me EE ee va mn wim On Ee a, Mi RE RE OM Od E Ri oe ä ANR En Mi | ij RED eee 1 er CE OV OP Balt Ad B OR Ae jh EL bn | À n … KA Ô d ie EE De He d ut a de B en dt nf Ó En ij 5 d tE U SER RD. RAM en A ! | | | : 58 En B En 8 $ E vr ent Gen he aus # 5 nk a | BES Fo È 23 Ee DT He OS 0 î Hè EE a En =de 5 sE 5 ® 8 EN EN: EEn dee En 8 B CG 8 A 5 za D KS zien Ri EN N | RE | ET al 285 B 58 AE a | iD „He 8 88 S HE Ë. EE ER Be 5 le) = 8 Dd z KE: NR EV et ORE K == g 6 HO 2 5 - A ES) DE tee en ü CE An GREENS En 5 an TiS È 35 Ss 8e EE ü it Es in | DD 6588 242 OT fg iet Ben 8 dn EE d an: > = 8 5 A = ZS 6 LN Dn ANS ( ï 5 3 SES 8 à 8 Ek: EA Af d en „56 22 ä ë X ' B Ü 3 EE 3 E =d sE G a E & zE Ë ús ER: EEE % E E k id À  u Z 0 XE ze T ED Ani | tt 8, ö 8 mj d NC = ci: 5 nae 8 ä d 0 5 Ee 5 5 ä EEA Dn TE OGER 8 25 De î ih 4 hd & EN | > a, BRoSbRBE 8 Sa i RS . 5 % Es à oe SR | KC SSS 28 RE N. Ì B ze EG 7 nf gr, De en | dT D ZD Dh Ha # a ® RL SEAN m E me bn cs Se A # z ús # en ed Ti Ù ® EE & A & L 5 sn bee te | — G ge5Eeens à 8 8 i SE sE à BEES Sui D&g B RN rs 4 ad ú T is ES & 2 he] eN) z Ë Rn N bna LE E Sa Ee 8 Sg EERE: 5 8 8 = ee ett 8 vZean!s z 6 m5 ae CE EN Gh Om Baets bsët ER ER pn B OE c AUGEEEAE 88E ar: B E hen H a 3 Oe oe Û 6 Ke EE E De EE: 3 a Le Ob Er dE il DE ip Ú hoz ne q ä Da & EG We ON Ù R ZW kn 38 A c mn EE H zie EN , Od GREEGASES Ess ia ki nn C eSLRESerE Eis» A EN : | DD MD. ó à aeg „HS & dien EN En 17 „ERE OnEg KE mm DP dn ' ' ES LO neos äj ä 8 Bene pO Rn En, À B ren eK ss 0 Z 8 « dn oo a ij : E î 8 8 Î . EE | in 8 KLE 5 OR ' B OTT E En Hi ei ’ nnn pie B | G B | een Hen | Hi : | ie : | De ï | ei | is í Ek EE : | EE: 55 8 kn “8 sit “ & d il | erf 8 ä hee Ti Er > Zn : | À BE 5 d: d 8 ak 1" ie KS 2 Ë ü 5 £ ie 3E 8 B ; En : | ” 3 U ä Ze 8 5 de | Sa 8 E55 Ë 5 G | 8 of 5 Be > EZ EE | „se 6 EE ze E | sE 2 4 A B En | 5e Ee © 6 ee | E55 Ë 8 5 Ie: De | E 5 ú 4 Dr 2 a ke | À ‚Ù 1 k AC El ES i và ä EEN, 8 5 he | | - òE WE E B E E CR ES 8 Ër dn 2 Et KS ú D EE | 588 S 5 U B 5 ï | 5 a Kn & et B | ERE & $ 8D a & 5 . ERR HEE uE : 88E ë 5 8E Ee À d SEL sr # = B Di Ä | k Ace Eis eË BOO | ohis8 255 E 5 d. | Seas 88 d8 8% de | zB en ö SHE B 3 @ RR | ENEN: EEE Sá En EE Eh SE sä ze OE . ij E - ee En 5 5 Dn | IEEE = KET ES DR | AE 5 : ä 58 EE ERR gi 58 AR | : . He U Á DE EE | EE de | í — ä Do hehe Ene | _& Ek El id E \ Wi Ae KA EE : etn he | ’ de Ü tn Oe EO RA Ae de he her OE (a | mn rde: | 2 ze da En ! „8 fn as 5 , ER | 5 " : .® en ven VER BESS s …2ö® ò á Boe E OR | Kaa, At s® 3 2 EBS @ eN RS | se Ë U DE % Pe E Ë Eet E EKC í vl nerZsds adds han 5SEReË OO | TI Am EE ZEE E @ ö BE tg d ie | nl HE & o U 2E me ® Ei 5 U a Fe E ë GA Ô B í LT sg e GSE $ LRE DE EE: | ve MR ENE Sn Bg & & gee : j me, en - D 5 E25 E ä 5 ö Ei Ee a B 5 8 2 Se 5 a £ A de Bk 9 Ee ee G EED dà RRRS: ie. =EEsg 5 5 vendue BED 5 EEE Kes KEE AR EN EES @8 5 DSE : | hen Aa & @ EL u EE Es & “ 4 GS 5 OE a í s 8 ERE: Kes & E & B ú 5 | … 0. Deele Bôags} KS mEEERS JN z gie äs gEodel 53 genees d Oe de Ee ö 4 Ì uE 6 T B HRE ® 2 ESES ke e | beds s guusgd n & Sura E | Ì Dd ERLE E 0 à dE EKE, £ 5 5 8 > Ok 4 ' | BG gd ER EE SAB E ë 2 # © e EE & … + SSUPSEse 3de 88 bna nR2Ss , vePEEsEe hENeeö 8 8 SaR EED : ve en SEE» eG LE En SEH S ge esse s dd dT s 8 ee Zed E = 0 BEES E oERS EE pä debanse | re EERE REN: eef zâ SED 88 0 g Ei BaiBieig gabeli Be BESS & À 5 Ë 5 E ö & & d | 5e EEddchad 8 SEOE an EERE 5 | Rl Erde B 8 X gs & Ss U be & D my , | an 4 U Ee RUE 5 $ sn D Pa u 8 u « & A & 5 8 ä 8 & 5 5 Ö SE BEES ERR BORE BE SOES E De EË HE 5 = ò d Z 8 5 SERA oe at 5 ® be u ö ke D 3 à Ee 4 5 k hen Se ANSAaR& W sek we EES aE ij sE EBZdkáne SOSEESS Ex HEBE nl Her n ” ra En 8 0 Seles ESekie „8 SOESEË E BEE Ship E zeg 25E ES ES ge) „itS2ees 5 d Ë D ant enn Ë 5 L x s U E te 0 8 ke pd at KR 5 eotès8e5 GEDEEEE z85 SER a : ua sE. 885 ENNE S ï sa©fâsts Ord En . zn | ; en ON _ Denn NE ech es El | H ge HUE È ee OOG | Ô u bs KHE í Ë Ë z ie rs GRT Ee E | g Z E 5 ERR Er Re ri OO | 8E rik RE, A Menn RE wd | Jer 7 Tri Etre fi hom EEN PA HORROR EPEN EE EN Ë Ô t Ù Pr PRE £ he Mn EE Mee Ì zn | en 5 ä Ë AE Red A hete edn den B En | AA Ä 8 Dt een rg 8 ne AES ER EN en Al zu Ene we Be NO: zi | En 5 8 d haf ME ne En EE REE En ® G d 5 ER RE rd ite DE , e Ti OA et etn rt Eend EE tn BEENSIRUE KE EEND OE : Ao Eb 4 eej ZN nn He ne ee Du a ü E 7 tE He En B BENEN Be EREN orketd 8 EE ZED . EEE eren EREN RN , NEE vn | 8 a 5E 5 Bee TE ERR vi Ee AEN | : 8 Be RE sjietes OEE ‘ BE & ú @ Teen dj DE EAA EOS rak A 0 9 A Et A nn RE re KAR EREN DAN Ei RE Î DR 8 zE 5 2e nr Een AEN Re ES tn à 8 EDT erk ENEN RE OAN EA KO Te ba GT ty ë D ENE ens EER END Wree er NER EE 5 Er zn ita KEO BORE RE rt ï En nà 8 x ® EEEN REE OEREN ORE REEN A: | È E Z E 8 dt 8 eN zel et BORRE Ae NS EE 5 ENEN Krt Bn 7 ve Ë "5 3 At ADT DEOREEN EEE Ed OE À 8 d 8 5 Ek & B : zien 7 zen Ei dn ENOR Bee ENEN RE NN EI De, Ar : | $ E 5 5 8 Es At 7 zh hi EURE BU : zn a 5 2e 5 ® Ea Ek OEREN | KEE ; & ä Oo 5 ge en =, us Tl Sn 7 EN RE Î 8e 5 Seg we … en en EEROSNNEN | zn REE: 5 S TT Kr ore SE ii EERE A | 8E E ö a =l ne nn MR Be: . DE sne | m8 Û 8 …„aE tn NN Ee NA: nrd | | sid rn EN a ek 8 EEE Wer | Ee è a vh dd sy se Eee mins een 1 / ER ret : vas Ea En Sen een rr” EE | DE dd 1 „a ES td Den de Ere wt (et E 8 E Ss & e aen ee SEN Ì \ En ER E d Ë ä 5 en SALEEN Sn, ee R , Dn zr yn . . OE "ej re nn ee SS A B A ni, : 8 5 5 5 & 5 ef an CN En ORE EE | E B re EN ER: te : Berne eN vEsSE % ka 6 EEE en: oF Hen | | 835 HEK es! rid Ba | lk Sá NBS EERE PE ANN ne n a | a Da Br rrte dg AN tend EER Ren en ij D Ee . . er ne 5 Ee de | | En De e KA A N B ON PE … VR ern mn He 4 | In vn hal ‚ ú ; 8 Dj se TE ae Ziek ze N ee | bee k A a u 4 : HN prada PEN Wide nig seat EE be en ij oem & A den ae | en 7 ' ol on vel ntt De He | det Gwe 5 ò z an EE es ee | DR 5 ed ee re ee | on : be ú Ez È À Ë Bee oe ef a RR 4 EE | oe, 5 gel, E NE An OE | 5E Lag 6e …L EEn bt RS Ti | nt 5 se ® 7 Be pe 8 5 È ZA . | Ln ES DE EP Ei Ln ES D | Ss Aen 5 er: RE A EE | 8 E A NR NE ; ad nd REN & a De ‘ EEE e | ERE se A er Ka ú E 5 8 0 DEN RE benk s m ZS 6 5 EN ES q Ee Ö B id Ed eh et B SE k E A Ee 4 EE U d Dv pi Ee LM eee: ri 8 5 te en En tua. E Dj Ee EE ETA 8 se De Dn z „Sas Oe AE SE Mr Ree Mm à E @ 5 RS rel EE LE A à E ù be - en a Ee mi id UE Rr re if ER È EE & S ; en sE 5 ù E Ep dq Daed a B B - EN De El & @ 5 DE ü Ee a RAE ei Eel Er B A 5 8 8 & i OE 5 sss 8 Ër KLR E Ek B 8 | ig a SRRED EA | ERR £ bs B Hee DE ERS} EE 4 Ee jd OTE ine BE 5 en Ì E E Bie SP 5 U Eef En Beel en ne E A en So nf . gaas S ES Eu en El RAR 3 E be RR z4 OE RN 2 RER: EARN > SR en age di Renn RAN 5 DE ZIEL RE 5 gier: 2 En AK MN RARE £ © La Ne k nn ni f 8 A rh BTT ERE 5 f ek Ar B 55E “5 B AA 5 allee 5 ® ed u EEEN dr lede ke id NR EEE al 5 5 El a pn 7 ek ae ele E dE 3 > oe AEN EREN 2 BAER 5 © l eet Oe oft Bà & wt ee T Br Re RA B atd bg Led ú OT ie Ee & ie: eef 5 „ aad el ee d bl end Wi B E E DE 8 SN h E a È 5 5 E : TEN. SE c HED EIS É & nn On ga 58 N EE ON Sn 5 DEAR Ee En Ead8s 3E Ee MN Be K hen Gabëg ze l 8 | IER Ssi “if ES | 2 | 8 B | | Ep DOOS | IEË KR d bet B he 5D & n Ö En LS ú En Ô Lid 5 5 IS DE Ee ok rd Ea OC ; D B EE Sn ERM | Ee B bes EEn A ; 5 Ed En En hed Ee B Hd ) Ee E De 5 5 a EN AEK al Bale d ei EA DA Sei En id ee ne ari EE LE Lt Ee e K " Fn À. À La En il 0 Ï kt a pe. | TEN Se Sn { He 8 8 8 5 EE 8 Be 8 Ge bn ed Eh S E B enn Pe, ONAAEEEEEE me Psn in nd ek EE _ ä en r 7 emt rr Sn ie G En de | De 7 B he & B | a MO | 8 D B 6 Gr B he Be S 2E 28 O4 Ss NE | ineen c „8 Z Ee SG ® '& a 5 Et e L kr Ee S ® Ds 5E & À ee ER SEE 5 28 8 ed Z58 de B ed 3 & 5 ® 5 ù q 8 zee A En “ ba E8 5 E 5 5 5E =® ne Ä Et Ee 8 à EE 5 & ® SAE ee zi | ur U GO mW Aa H 5 E … We Í Ji ZE u Gs ® R Ì 5 | Dn EER ® ä xx & E CZ B 9 b oe | us E d al a kad 5 ci BX Ë Re 885 5 ge 5 Se BE À | a Ö … BEA. Er 9 ö “an : | 28E er B oo A 8 5 “8 8 R | a Hie ds 8 ú ak & Ss À ö a Hd on | De 3e Le ù 5 5 = ui E 8 B. ' | Da 30 B & w G 5 cs 5 5 GO 4 8 q 8 d 0 DP 5 Z A pi q r- ö Es 5 8 5 2 „ZB 8 d: / & Ek ij Ba 3 5 ye DE 0 = A se | q dE änSoE a B 8 4 5 5 aë 8 e Go a B Fe) É A a Á 8 ad Ce EE & 9 | SE es 5 = ä d E DE 5E s | 5 EDS 5 5 a es TW CJ G Le B £ z je | sESDes5 S8 Ù Pe 2 @ ‚9E 538 sE sE 28 8E & ET 6 ® OO | EPE n AR OS 8 A 5 RB EB x 5 | = . uk z & Ru 5 = | | BeheSERS SS Se 8 ERGE 8E 8 : | à DE Ó 2 5 B & 3 ‚a 5 B W HD HD z 4 E bApsER PE BEN A DG 58 4 Ì | dt ù a dt GC wt d G- c E 5 == U at í AD 5 1 @ a Bx a nl Ú 3 EE & 5 í soa gass 54 Eas Ù P8leE BEG ; | | Snider ZE 434 2 Evas Zoë 2 Bende ER WSÁ & EE: 8 ew Ee é 88E DW oa u De T E EEE DEE HE Ì : EE Egg EN: ® g 5 z „BEDE Ss ge ern | k EE À. z 5 tr ijEbe se Bs L&K 5 5% ä 2 aeaË Ee | otirt Ei Ta er Soag Ees en Ë EN 5EKoSE m ® Mm 5 5 5 u & B nù DD E % En Dl ck eRhS WE EE, 8 5 8 55 58 de | ef SEEDERS A5 PNESEGRPDERE 28 B | | eZ … 8 : SEE 5 SD ER : B } gildes go GERE EGSEE ERS Rn h x TE ei ied 3 Et 4 , ie brt n Bokndhen ÈA baisjORsdent Bad Ei dl ü 8 56 8 é î Koe Saz ERE E EE 4 ; aEitaerb BE SEEBnbotdsed 28E he : 8 : 5 : 5 E sE EES ww WE re AC BE En : a CG 8 ns EZ GO 5 BL a 5 BE ve Ate HE Ue L HESBREEE aÌ sAERe aneh 4558 B 5 ee . - R/ Een in beek Í 4 il a ie ä TL ii EO I er U } NO ob RAA Fe A | al Ree 8 c ermee ee z Ra | ij „388 Es ORR BENANER co oe Ee Dt } EN de CR | Ì SZ ë A ä 3 8 5 8 Ë Hie Telt 5 a GE 5 Ë 95 gn | 5 & ì dE ï S . RRRS ij seo re S EOSEEAN OEE OE Me ï st 58 oe - BAN EE de Bint B us Ë 0 5E Gr Ka ES Een alek ES ER ee Bnn Se ma SN rd B Zw 6 Q X Ù Ú we Ô " 0 EE OEE Lt ES A t B ehh b g 8 5 & Af En } j ERE Bd Ii 4} u 5 inn OE vEt 8 =d 5 el ERN 2 5 6 ei Bren d Buös #2 5 ®, Ë AIR tl Beed Ti g " Ed ë Ee E ml NK Seis He 2 GARNER ENNE B ed OT Bitos Ei 5 IE BEN EER KE k pr dmo aE a 5 E B E Ô Ee te 0 Ee AAE A Û 56 28E 58 5 EE A & Ss BR 8 D ERSA Gî2 3e BEN Nn ARR SES Me id T Cc Ö et AE 5 E 5 ER En Id LE 5 in ie er SEN At # SK | f EER En B CE ij 5 BpRges 855 28 | ANNE Ss MB jl @ neEEss sE 5E id 8 PEES Mn Ë a 5 & E B TD 4 Er dm EN Á 8 A : BE … E zie 8 Tj zg 8 GO B & Ba 5 k OS 0 nú : EE ze k TER SES 8E Ee OMR . SE ED ED qà EREN da 5 Di OR . MESEN Kk 5 Ö t 5 Ba EG A 1. B bo bij ; " il Ei BE © D Z RR Ë nessSsd E dez 2 B vd 0 B a 6E ® B O5 È ú d 8 8 ge 8 Ë 5 5 5 „LE D . Ee 5 B E 8 î : zn E „ Pen SEE ER: 1e telg B Ze SH BE ( Ù EEESReE me 5 RE Ee Es SS ON Ea D nen TE ® © 3 8 m Tr 2 Ee EA i rt Hi Ë Ben 0 G bk bebt E â oe | 4 8 mm B á É Gb OE Oe TE ä AE EREN A {Be » : Le Ü ne Ed ü OB 8 Br k : 5 RRA K: 8553 SE EA DE AE jes dn Hi ig de z z u sk 8 Ì BR & & a gant | 5 dekoaig SEE 24 REE ; EEN Sese Mi | ij ko HA 3 Ue | Ë " EEE 0 ee HR | vt B A 5 ED a zE & DE Á Ras Ni EEA an GE | Ì LL Z8RSdEd O2 55 MEREN ORE Me E EREN ‘u Se & EN KE EKE Oe A oa Hee BSse aÖEs #6 BEREA EN ft On ES El EAN EE Re Ke adt GAN KE RR OEEEN DESEREDEEN Hat Û , Oe: ON ERE Oe AE B Ee Ë N 5 3 ER EE zes Ì Ë Bie Ban B En [Ale MR SEE EN en Ë kn Ë A ok KEEN El Kel ä |D | & . ee nnee EE | EO WA vee B En Í Ë -7 Mn | ’ a ë Re | 5 mld B B | Ô B Ee t Ï Bd | RS | | BOE BO | - =d ke d B Biene wen tene On EE nit , 5 5 Ee & ú NE: Kal Sn He ENE e ede EE | úr ® a Gm 8 Ke Eje een Bnn Rn TP A RE í É ES Ë 2e 8 … & 5 Ò & à & dek vk dk Ee B | | Ems 2 & GEE Bz 5 z bieden ot GR | “eg 8 … & 5e ES a À 8 Bet 3 Re dr Ae AAE í | Daer Ef EERE E AA ke Ì eG EE het 8e ij E BER eet A Û #5 8 We meses ; tn Ee OE | 5 ö Ò # B 6 0 e= Ok 5 & Eb BR OEE ; AL NEE | Ô E LR 58 DW ä D 4e E u BAN ete En Cen ' k a 8 E B 5 zE ö & HOLA OREN Ati RN | l G & 1 er DP E ki Eed Ae Dee Ker i de BAE | 885 80 ets 8 ö SA A Ï 2 N & - D 8 ed A NS DS ® an ce beBmnE g Ë RER Kn ek He Be | É Ba dae ë GE gu Cc & > EE Tarte IE B | Ë 2 5 à 855 ö edes 5 E ee: nn tat nn IE EE | EE 5 a ® JG 5 B 3 EE OEL OA Re B | 38E 2 d keus Ô d Zn ESH HERE ii Hd Ë ERREREN Genta teë 5 le Ai | be (GR | za Ki EE re aast De Ed EN N ERROR Í je d 8 v uk 28 ar 5 UBER > Ee \ Er hee Ra Har | gese ER: Boats es Ë En EN HE L md a n= hs @ À EE LNA Mr Pen ek B nti Ï Ë eK Ee E 5 mo B £ En TN A ad 5 ETEN DIER RER ! g 5 „858 Ë jers sgg 5 VN ek Ee ME B b as & hee zm t5aErG ee EEA A Wd: H ze E & 5 Gd i + KEE MUTE Ie MP) Pd RAL LA EEND | ShEeEgss SAEDEEE EER OE en B Ó nan RE gs ES Dö 25 s 8 RN Ni A E SEE EEE HR BEL 4sEE X 58 ent A EEN " ER | f SBE EESn BEES a ä des tE: nt | ì DX a À RAE 3 GN En KE EE 7 8 8 @ He ne u tek à 5 5 ERE , Se La SEN BE k Ai in ij vetes BeEà „itabeBEd a& 5 Er le, RAR Á Det ke 8 B 5 A Eb U DH & 2 a al KE eer ACNE AN Di | ì ERS la Gibis Sa ë 880 DE KLA | À ue 5 5 : Ed dr RE Bin | 5 É Sese Bit 8 Erde E62 ie Per he A B | 4 Ege Eu ESE S ù 5 A Rn en ae REAR Ä ER à 5 ÖAEsE ER 5 De A NE ae | gE wt Gc a id 5 Ed ä we > G De B HD rn Ën. Pa AREN EEN DOEN ENS nj An í d G 5 ä 8 EE E 5 bnr 4 Fe @ & WOE Se À Beernink OEREN eere í 5 . ü a tú ë e 8 wv 5 & ä TD E me A Voka B „ W ze ZE DD & E E i A d ä & 0 : E EE He BR LEE WE enen EN de ùüsbcgsd doGEEtAsE uE d eN emee LEE tt Á _ GA&BEBEMGE masanar 2 A5 OB B a En MW | AN Et dl Rl | ä | ERA BR ee ij , $ ' el e 3 S À A ee Ti ver je fe ha Ne zh & Ne KE | ij ì 5 {4 4 ERO ee OY 7 AEN Ha Ke De de OE re ee re WL , ds ; AN STE | K B: 4 Wa 2 RN a al | EO É É É e HE EN B E LR | ij :: LE 5 ‚ERK ëe B h RSE oú ge # ö OE | (3 x g B & Er é ä REN | Ë PEss 84 ab 6 Ë ë DE Hed - èd E heit Î ZES 5 8 ús d È Od LE mss SE 5 5 he) 8 Ë ZELE Sdë ge 8 a | | Eise Ba ER 2 B 5e guÈ 5 & ZR & . EES ast Ze 8 ra 5 B ie 25äcSSs ZEE 3 OH ed ERE RER: EES La 8 ae ES ete Be È be 8 Oe T Ea bees5 5E es a OE EN dd XE E HS @ on u EERE HE À „58 8 , ER ò Ke BR gg ö Hi E 5 he EE Ee cj ke) Zerez B k ES 2 E Ee a EZS 588 Sia 8 E d. aBEEE a, BEoS ® En ke > £ E 58E ‚U À B 2 EN EO " 2 HX Qi ë 4 È i cn ex E B Ë ú 5 HN En dS 1. En 2 Belobtss Aessiiiss o <t gese ® DeSEESSB Ea 5 dE EE EE AASERERGEN El | 5 EERE B ú iaEgsEedne En co Ss 2 RE: E ä Ë 5e EE NE EO Ì Ch SERA En zes SnEgEË h En Maa Ù 3 Û a & ei Mn a OE keen s a | s ERSBREde REAR EEE 5 | à a: , ü G 7 B & Za & En d ER Am mj 5 EN u G en Sn ka a #3 Bes E ë Ee z Segsae CNE DeRESE SS S | O ZEeRbEES Bebi nEsEn a e Ke En he Fa dn Fa EE ee ze kep Ô 5 GERSEOEE EERE ERK ARKE, S | dea dass» mk £ Sa ue & 6 s k | : | , é nj ge 2 | E f A OO | } Li | . Ze ei = emd = ei ee n= der een a RE | Kn ‚ | B | ed Pe nn en | Oe 1 tt Ve ! ite end B re | B | B | dn 5 | ' | Ë | ä Î Ü 8 | . Ee | | 0 6 5 db, & z Xa , ] = Ei 5 9 eg Ô | nt a 8 d | qì De 8 B em 8 Ì | ij : | sG Ô E } a E | Ù D & z fen 20 | vd & * od Te k U Te ë en 5 uE Sn 8 ze = ë ® | ù 5 Dr EN: „8 5 5 | ta H5 8 8E 8 Be 55 | na E | bn TD 5 Ù ä A8 ü Da & & | On f ® ù A Ù H ò B 0 | En HD @ 5 ù, Oe B 8 : | Kk a 5 7 E A TE B a ë À E ) Dzn ËE Ke ® E 5 B = 8 2 E : RN bd Ch EL d 3 & G ù B EE tl ® z 0 5 … O RE 4 . 5 5 ee mn & B u a et EE 8 Se nn > 0 ä a 8 ae Bass Had 5 A i : do ê ee & 5 8 zm t sn d E & ed À E. : ee 85 Se EB EE Zw & 8e Rn d @ ge 884 Ö Ea EEE „nä eed jk : Be 268 De 3 8 ZE age Ee ik Á U è 258 d Os 8 5 8 8 oe Dn Er En 828 ER GARE 8 8 ëd 8 NE EEN B 5 5 85 & à D ä zò tr 8 & AE B | Ù, ge 33 E82 80 Eoad Eis EE A El GERERS 2 = = Ze FER B At & oss ak Henke RES Kn ( Br ie Bn ae Bend Jelke: ER He BN be wa: en Te a EE am ‚ 1 te ie Dn er EN A ER MO gn he ee Bed , Sa OR ge | 8 Ee av 5 We EN OFK Ë Kh Ka dr 1 } E ) IJ 5 É Selk Au ne ete el ee jk de Ss Ket Mi | dd de SOE GEE rie EEn | den Ee ee a Eer NR | È _ ‘ 5 On En Ì E HOK É B DE | | 8 Mn | 5 5 Eed | | 8 ES 3 re | 6 ES B B ä 8 B 0 ú &l OO Ì 3 Ei B En 5 GE 8 & 4 > ng Ë E . . 9 El 5 & Ee E e 2e a 8 E 4 7 2 KU at & | kl 5 ï 9 Ë ze B B 5 d. ù 9 & Pre jd B à oes» 5 à E 5 g LE 0 d ö 5 uE B E E | Ô 5 B B B 8 Ei j BE Ü Ed | & 8 6 Oe at IJ / | ú Kij av Ò 5 | u = SPR 5E & D 8 Ù Ss oe 5 .& Ze > HE Dl | Ss abd o8 E Ù ERR EERE ZE 5 d 5 AN 5 5 g 5 EE 6 5 5 TD » 8 8 * ca ee 5 EP 2 388 g85Ne8 d Te UG u Ë d " sE 8 OA mEÉNG E EZ Vv =D ES za £ ë oi . NK: í a EZ E 8 8 5 Es Ë On | EB a an e= ú D | Ô cú 2E z EA ws Ed | El go EE B kt 5 E d _—e ú ® sE EK d i d D. ZOE nb ER 5 En EE 5 D Eebitsdtaës E DE 8 sE D e Ce weg SerE Ì | m7 É & & à 6 D | Sn | E | Ë Ei | | E | i "3 d | ä Ff : a JI e | > 4 nr nasi on | 5 Nn == es een eenen ni D : an Dn nnn Rn deet |
Raadsadres
25
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1044 Datum akkoord 24 juni 2016 Publicatiedatum 29 juli 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge van 13 mei 2016 inzake de doorstroming van vmbo-t/mavo naar havo. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Sinds 2012 hanteren veel schoolbesturen een ‘toelatingscode!' voor leerlingen die na de vmbo-t of mavo willen verder gaan in de vierde klas van de havo. Een school voor havo kan een gemiddeld eindexamencijfer eisen van een 6,8. De Tweede Kamer heeft uitgesproken, deze barrière voor doorstroom te willen verwijderen. Maar staatssecretaris Dekker en de landelijke vereniging van schoolbesturen in het voortgezet onderwijs treuzelen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college het met de SP eens dat extra toelatingseisen voor leerlingen met een vmbo-t- of mavo-diploma die naar de havo willen, een extra drempel kunnen zijn voor de ontwikkeling van de talenten van deze leerlingen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Het college is het hier mee eens. Het college benadrukt het belang van een optimale schoolloopbaan voor alle leerlingen en extra toelatingseisen kunnen hiervoor een drempel zijn. Tegelijkertijd wijst de Onderwijsraad op de uitdagingen die liggen in een passende aansluiting tussen vmbo-t- of mavo en havo. OCW en de VO-raad onderzoeken samen de mogelijkheden om deze aansluiting verder te verbeteren, waardoor de extra toelatingseisen kunnen verdwijnen. Het college volgt deze ontwikkelingen nauwlettend. 2. Onlangs maakte de Onderwijsinspectie zichtbaar dat de kansenongelijkheid in het onderwijs groeit. Inkomen en opleidingsniveau van de ouders zijn steeds bepalender voor een schoolloopbaan. Deelt het college de zorg van de SP dat toelatingscodes des te meer een drempel zijn voor kinderen van ouders met een laag inkomen en lage opleiding, omdat juist die jongeren zich vaak iets later ontpoppen? Antwoord: Ja, het college deelt deze zorg. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neng loaá Gemeenteblad ummer = su … . Datum 29 juli 2016 Schriftelijke vragen, vrijdag 13 mei 2016 3. Een korte telefonische steekproef onder middelbare scholen in Amsterdam leert dat ook hier extra eisen worden gesteld aan leerlingen die na de vmbo-t of mavo willen doorstromen naar de havo. Kan het college een overzicht geven van de eisen die de verschillende scholen in Amsterdam stellen aan deze leerlingen? Antwoord: Het college beschikt niet over een compleet overzicht van de extra toelatingseisen die de VO-scholen in Amsterdam hanteren. Een recente rondgang langs de scholen maakt inzichtelijk dat vrijwel alle scholen in Amsterdam extra toelatingseisen hanteren. Over het algemeen eisen scholen dat leerlingen minimaal een gemiddeld eindexamencijfer tussen de 6,5 en 6,8 hebben behaald. Daarnaast richten de scholen zich op andere eisen zoals motivatie en houding. 4. Is het college bereid, in gesprek te gaan met schoolbesturen van Amsterdamse middelbare scholen om een drempelloze overgang van vmbo-t naar havo te bepleiten? Zo ja, wil het college de resultaten hiervan bespreken met de leden van de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd en Cultuur? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college is voornemens om dit onderwerp mee te nemen in een breder gesprek met de Amsterdamse schoolbesturen over kansengelijkheid. Over de uitkomsten van dit bredere gesprek zal de wethouder Onderwijs de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd en Cultuur in het najaar van 2016 informeren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
Gemee nte Bezoekadres A d Amstel 1 mster am 1011 PN Amsterdam > < Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Per e-mail: GD Datum 12 januari 2021 Ons kenmerk 8523-7170 Uw kenmerk Behandeld door GD Kopie aan Raadscommissie Algemene Zaken Onderwerp Reactie op uw brief van 5 juni 2020 Geacht U heeft op 5 juni 2020 een brief geschreven aan de raad van de gemeente Amsterdam over de afstand die mensen kunnen houden tot terrassen. Allereerst bied ik v mijn verontschuldigingen aan voor de late reactie op uw brief. Dit is mede het gevolg van de huidige crisis die we doormaken. U geeft aan zich zorgen te maken over de ruimte die beschikbaar is om terrassen te passeren als voetganger en fietser en vraagt zich af waarom de terrassen niet verplicht aangepast worden zodat de 1,5 meter afstand overal in acht genomen kan worden. De raad heeft mij, als bevoegd bestuurder, verzocht op uw brief te reageren. De raad ontvangt ook een afschrift van deze brief. Voordat ik inhoudelijk op vw brief in ga verontschuldig ik me voor de late reactie op uw brief. Voorop staat dat de (volks)gezondheid in deze tijden leidend is. Deze mag niet in gevaar komen door het gebruik van terrassen. De openbare ruimte is in tijden van corona en een anderhalve meter maatschappij een schaars goed in een drukbevolkte en dichtbebouwde stad. Tegelijkertijd hebben horecaondernemers — die zwaar getroffen zijn en worden door de coronacrisis — rechten verkregen voor het exploiteren van een terras en ik wil die rechten zo veel mogelijk respecteren. Grote delen van onze stad zijn niet gebouwd op het houden van anderhalve meter afstand tot elkaar. Het afstand bewaren wordt bemoeilijkt door allerlei obstakels in de openbare ruimte en door medegebruik van veel verschillende partijen. Het inperken van alle terrassen zou niet in verhouding staan tot de beperkte winst die daarmee in het grotere geheel behaald zou kunnen worden. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 12 janvari 2021 Kenmerk Pagina 2 van 2 Daar waar blijkt dat een terras — of dat nu een tijdelijk of regulier terras betreft — de openbare ruimte te veel belast of het risico op verspreiding van het virus vergroot kunnen er maatregelen worden genomen. Dat kan betekenen dat de toestemming voor een terras weer wordt ingetrokken, geheel of gedeeltelijk. Ik probeer daarbij echter wel alle feiten en omstandigheden te betrekken en niet generiek alle terrassen op voorhand in te perken omdat zo'n maatregel niet in verhouding staat tot de inrichting van onze stad. Daarbij hecht ik ook belang aan het feit dat de wetenschappelijke inzichten die bestaan over de verspreiding van het virus lijken te wijzen op een verminderde kans op verspreiding in de buitenlucht, zeker waar het een vluchtig contact betreft, zoals het passeren van een bezoeker op een terras. Daarbij speelt ook mee dat bezoekers aan de horeca een gezondheidscheck ondergaan en een ieder verzocht wordt thuis te blijven bij klachten. Dit alles overziend en alle betrokken belangen afwegend heb ik gemeend dat het op voorhand inperken van alle terrassen niet proportioneel is. Met vriendelijke groet, d Sg LH E - / Femke Halsema Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 253 Datum akkoord college van b&w van 28 maart 2017 Publicatiedatum 28 maart 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake 23 februari 2017 inzake huisjesmelkers in Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 23 februari 2017 maakte ROOD, jong in de SP bekend dat de verhuurder van studentencomplex Hicondo de huisjesmelker van het jaar is. Al sinds de oplevering zijn er veel problemen in het complex. Er zijn veel mankementen aan de kamers, terwijl de huur erg hoog is. De privacy van de huurders wordt stelselmatig aangetast door de onaangekondigde komst van personeel over de vloer en cameratoezicht op de kamerdeuren. De huisbaas maakt zich met regelmaat schuldig aan intimidatie. Zo moeten huurders zwijgcontracten tekenen en is de huisbaas zelfs gewelddadig geweest. De klachten staan opgeschreven in een rapport. Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wat vindt het college van het gedrag van de verhuurder van Hicondo? Wat kan en gaat het college doen om de huisbaas aan te pakken en de huurders te helpen? Antwoord: Het college wil dat huurders in Amsterdam op een rechtmatige manier worden behandeld. Het college heeft geen mening over de verhuurder. Voor situaties waarin stelselmatig het huurrecht wordt aangetast is in Amsterdam Woon actief. Zie voor een uitgebreide toelichting het antwoord op vraag 4. Het college heeft aandacht voor de woonsituatie van de huurders in dit complex, temeer omdat hier een combinatie van problemen speelt. Voor de technische mankementen hebben huurders de Huurcommissie ingeschakeld en deze heeft uitspraak gedaan op 8 december 2016. De Huurcommissie heeft geoordeeld dat de huurprijs alleen vanwege het ontbreken van een deur tussen de badkamer/ toilet en de keuken verlaagd moet worden. Voor het overige is geoordeeld dat de huurprijs correct is. Stadsdeel Zuidoost is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op het Bouwbesluit. In dat kader wordt, vanwege klachten hierover, een extra meting uitgevoerd naar de ventilatie waarvan de resultaten binnenkort verwacht worden. 1 https://rood.sp.nl/sites/rood.sp.nl/files/juryrapport_huisjesmelker2017_def.pdf 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng des Gemeenteblad R Datum 28 maart 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 23 februari 2017 Verder hebben stadsdeel Zuidoost en HiCondo al verschillende gesprekken gehad, op initiatief van HiCondo, om een aantal beheerproblemen op te lossen. 2. Heeft de eigenaar van Hicondo, Young Dominium Management BV, nog meer bezit in Amsterdam? Wat kan het college hierover vertellen? Antwoord: De eigenaar van Hicondo, Young Dominicum Management BV, heeft verder geen bezit in Amsterdam. 3. Zijn er bij het college plannen bekend van de eigenaar van Hicondo om nieuwe complexen te bouwen? Zo ja, wat betekent het zeer slechte huisbaasgedrag voor gemeentelijke medewerking bij deze plannen? Antwoord: Op dit moment zijn geen plannen bekend van de eigenaar van HiCondo om nieuwe complexen te bouwen. 4. Kan het college uiteenzetten wat precies het gemeentelijke beleid is ten opzichte van huisbazen die stelselmatig het huurrecht negeren, zich intimiderend opstellen tegen huurders of op andere onrechtmatige manieren misbruik maken van de woningnood in Amsterdam? Antwoord: Huurders die te maken krijgen met huisbazen die stelselmatig het huurrecht negeren kunnen hier civielrechtelijk tegen in verweer komen. Huurders kunnen informatie, advies en ondersteuning Krijgen van WOON. IWWOON is de vernieuwde organisatie voor bewonersondersteuning in Amsterdam, voortkomend uit de zeven Wijksteunpunt Wonen en het ASW waarbinnen ook het Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag valt. Indien juridische procedures noodzakelijk zijn kan er een beroep gedaan worden op het Emil Blaauw proceskostenfonds. Wanneer huisbazen zich intimiderend opstellen kunnen huurders ook terecht bij WOON en daarnaast kunnen ze in dat soort situaties aangifte doen bij de politie. In 2017 start de gemeente met een campagne huurrecht. Het doel van deze campagne is om Amsterdamse huurders te wijzen op hun rechten, meer huurders te bereiken en te laten zien dat het kan lonen om in actie te komen. Het is vervolgens aan huurders zelf om actie te ondernemen. Het gemeentelijk beleid spitst zich toe op het onrechtmatig of onjuist gebruik van woningen in Amsterdam. Handhaving van het huurrecht of intimidaties zijn daar geen onderdeel van. In het kader van de handhavingsaanpak Woonfraude worden huisjesmelkers meegenomen. Bij overtreding van de bestuursrechtelijke regels kan de gemeente optreden door middel van onder andere een bestuurlijke boete, dwangsom of bestuursdwang (sluitingen). 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng des Gemeenteblad R Datum 28 maart 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 23 februari 2017 5. Welke instrumenten heeft het college tot zijn beschikking om op te treden tegen huisjesmelkers? Hoe vaak worden deze instrumenten gebruikt? En zijn deze instrumenten voldoende om huisjesmelkers aan te pakken? Antwoord: Het college heeft enkele bestuursrechtelijke instrumenten tot haar beschikking om op te treden tegen huisjesmelkers. Op 5 maart 2014 heeft minister Blok een brief gestuurd aan de Tweede Kamer met als onderwerp ‘Escalatieladder aanpak huisjesmelkers’. De brief beschrijft de versterking van het handhavings- instrumentarium Woningwet voor gemeenten en schetst vijf stappen uit de escalatieladder: 1. Last onder dwangsom of last onder bestuursdwang 2. Bestuurlijke Boete 3. Beheerovername of sluiting 4. Onteigening op grond van de Onteigeningswet 5. Strafrechtelijke vervolging op basis van de Wet op de economische delicten. Stap 1 (last onder dwangsom of last onder bestuursdwang) en stap 2 (bestuurlijke boete) zijn instrumenten die momenteel worden toegepast door de gemeente Amsterdam. Wat betreft stap 3 (beheerovername of sluiting) wordt alleen sluiting al ingezet. Het is van groot belang om huisjesmelkers lik op stuk aan te pakken. Vastgesteld moet worden dat Amsterdam deze instrumenten nog niet ten volle benut. Ten aanzien van stap 3 (deels), 4 en 5 wordt nader onderzocht wat hiervoor de mogelijkheden zijn. Dit onderdeel wordt meegenomen in de Woonagenda. Cijfers over de aanpak van specifiek huisjesmelkers zijn niet bekend. Wat er verder nodig is aan instrumenten wordt besproken bij de beantwoording van vraag 6. 6. Biedt de landelijke wetgeving voldoende middelen voor het college om huisjesmelkers adequaat aan te pakken? Zo nee, waar ontbreekt het aan? Antwoord: Het college vindt het huidige instrumentarium om huisjesmelkers aan te pakken onvoldoende. Het college zou huisjesmelkers graag effectiever aanpakken door hen ook in de portemonnee te raken. Daarom wil het college de mogelijkheden om bestuurlijke boetes op te kunnen leggen verruimen. Daarnaast wil het college dat de feitelijke situatie bij kamerhuurders wordt getoetst door de huurcommissie. Dit betekent dat er niet alleen naar het contract wordt gekeken. In veel gevallen is namelijk sprake van één huurcontract voor een vrije sectorwoning terwijl feitelijk sprake is van kamerverhuur. 7. Utrecht heeft een speciale aanpak voor huisjesmelkers. Wat zijn de verschillen tussen de Utrechtse aanpak en de manier waarop Amsterdam met huisjesmelkers omgaat? Wat kan Amsterdam leren van de Utrecht? Antwoord: Bij de gemeente Amsterdam heeft de aanpak van huisjesmelkers die illegale hotels uitbaten prioriteit. In Utrecht is er in de handhaving meer aandacht voor kamerverhuur en bouwkundige aspecten. Het is belangrijk dat hierover kennisuitwisseling plaatsvindt, wat regelmatig zowel ambtelijk als bestuurlijk gebeurt. Zo is er op 10 april 2017 een bijeenkomst in Utrecht over dit onderwerp. 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing des Gemeenteblad ummer seal: ‚ Datum 28 maart 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 23 februari 2017 Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 530 Publicatiedatum 7 augustus 2015 Ingekomen op 1 juli 2015 Ingekomen onder 44T'B Behandeld op 2 juli 2015 Uitslag ingetrokken Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Voorjaarsnota 2015 (indicatoren dierenwelzijn). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Overwegende dat: — doelen en indicatoren beleid controleerbaar maken; — enkele doelen en indicatoren dreigen te worden geschrapt en sommige helemaal ontbreken; — de voorgestelde indicator ‘Aantal consulten/behandelingen van huisdieren van minima voor gereduceerd tarief bij een dierenarts (stadspasjaar van sept t/m aug)’ niet representatief is voor het doel ‘Het maken van een kwaliteitsslag in dierenwelzijnsbeleid’ (pagina 175); Besluit: 1. het doel 3.5.4 ‘Maken van een kwaliteitsslag in dierenwelzijnsbeleid’ te voorzien van de volgende indicator (op pagina 175 van de Voorjaarsnota): — aantal dieren dat verblijft in Amsterdamse dierenopvangcentra; — percentage en absoluut aantal zwerfhonden en zwerfkatten dat door de asielen met de eigenaar kan worden herenigd; — percentage en absoluut aantal zwerfdieren (ex retour eigenaar) en afstandsdieren dat jaarlijks door de asielen kan worden herplaatst; 2. deze indicatoren met waardes op te nemen in de begrotingen van 2016, 2017 en 2018. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Amendement Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1111 Behandeld op 30 september 2020 Status Ingetrokken Onderwerp Amendement van het lid Naoum Néhmé inzake de actualisatie van het Investeringsbesluit NDSM-Werf 2020 (Amsterdam moet voldoende ruimte houden voor bedrijvigheid en ondernemerschap) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over actualisatie van het investeringsbesluit NDSM-Werf 2020 Overwegende dat: e Aantrekkelijke steden wereldwijd plekken zijn waar veel functies samenkomen met name wonen, werken en recreëren; e Steden met veel bedrijvigheid en ondernemerschap plekken zijn waar er sprake is van welvaart, innovatie en banen en waar er minder luchtvervuiling is doordat er minder woon-werk verkeer is; e Het stadsbestuur een wijziging voorstelt van reeds genomen besluiten voor de NDSM-werf uit 2013 waarin het aandeel toegestane niet-wonen minimaal 45% was; e De voorgestelde wijziging inhoudt dat tweederde van de geplande ruimte voor bedrijven en ondernemerschap wordt geschrapt. Hierdoor moet het nieuwe aandeel niet-wonen minimaal 15% worden; e In de commissiebehandeling van 23 september 2020 de wethouder Ruimtelijke Ordening niet duidelijk kon maken ten koste van welke huidige en toekomstige bedrijvigheid deze houding zal gaan. Hierdoor kan het geactualiseerde investeringsbesluit schade toebrengen aan het vestigingsklimaat; e De overheid een betrouwbare partner moet zijn voor burgers en bedrijven en daarom niet onnodig investeringsbesluiten opnieuw ter discussie moet stellen; e De Bedrijvenstrategie 2020 van gemeente Amsterdam duidelijk aangeeft dat er in transformatiegebieden 25% tot 40% productieve ruimte nodig en deze verhouding realistisch te achten 1 Besluit: Het raadsbesluit als volgt te wijzigen: Beslispunt 1a te wijzigen in: 1. Tot het vaststellen van de Actualisatie Investeringsbesluit NDSM-werf 2020 als actueel stedenbouwkundig en programmatisch kader voor de resterende ontwikkeling van de NDSM-werf tot 2030, waarbij specifiek wordt gevraagd om: a. In te stemmen met wijziging van de verhouding tussen het woon en het niet-woon programma van ca.50/50% naar resp. max. 70% en min. 30%. Hierbij geldt dat deze percentages van toepassing zijn op het gehele investeringsbesluit NDSM-werf 2020. Het lid van de gemeenteraad H. Naoum Néhmé 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam BWK % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 19 februari 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Tijd 09.00 tot 17.00 uur en zonodig vanaf 19.30 uur Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis PORTEFEUILLE WETHOUDER OSSEL (OCHTENDDEEL) 09.00 UUR Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur 1 __ Opening procedureel gedeelte e De spreektijd voor de ochtend is 3,5 uur. 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergaderingen van de Raadscommissies BWK d.d. 29 januari 2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 19 februari 2014 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. 6 _Tkn-lijst Inhoudelijk gedeelte van 09.15 uur tot 09.30 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Volkshuisvesting 11 Nadere afspraken Bouwen aan de Stad Il (2014) Nr. BD2014-001609 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 12 Vaststellen van tussentijdse bestedingsvoorstellen 2014 Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nr. BD2014-000790 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 12/13 maart 2014). 13 Brief waarin meerdere toezeggingen worden behandeld. Nr. BD2014-001556 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Combrink (GrLí) e Was Tkn 10 in de raadscommissie BWK, d.d. 8 januari 2014 e _ Uitgesteld in de vergadering van 29 januari 2014 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 19 februari 2014 Openbare Ruimte en Groen 14 Initiatiefvoorstel van het lid Van Lammeren, getiteld: Bouwen aan de biodiverse stad. Nr. BD2014-001558 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 15 e _ Uitgesteld in de vergadering van 29 januari 2014 15 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), getiteld Bouwen aan de biodiverse stad Nr. BD2014-001559 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 14 e _ Uitgesteld in de vergadering van 29 januari 2014 16 Initiatiefvoorstel van de PvdD getiteld 'De bij- en vlindervriendelijke stad’ Nr. BD2014-001560 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 17 e _ Uitgesteld in de vergadering van 29 januari 2014 17 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel van het raadslid Van Lammeren (PvdD) getiteld de bij- en vlindervriendelijke stad Nr. BD2014-000478 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 16 e _ Uitgesteld in de vergadering van 29 januari 2014 18 Afspraken met Amstelveen over het Amsterdamse Bos Nr. BD2014-001562 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de vergadering van 29 januari 2014 3 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 19 februari 2014 Zeehaven en Westpoort 19 Toevoegen van de centraal stedelijke gebieden de Sloterdijken in Westpoort aan de stadsdelen Nieuw-West en West per 1 januari 2015 Nr. BD2014-001053 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 12/13 maart 2014). 20 Eerste fase verkennende gesprekken in het kader van de regionalisering van Havenbedrijf Amsterdam Nr. BD2014-000540 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. PORTEFEUILLE WETHOUDER VAN POELGEEST (MIDDAGDEEL) 13.30 UUR Procedureel gedeelte van 13.30 uur tot 13.45 uur 21 Opening procedureel gedeelte e De spreektijd voor de middag is 3,5 uur. 22 Mededelingen 23 Vaststellen agenda 24 Conceptverslag van de openbare vergaderingen van de Raadscommissies BWK d.d. 29 januari 2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl 25 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. 26 Tkn lijst 4 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 19 februari 2014 Inhoudelijk gedeelte van 13.45 uur tot 14.00 uur 27 Opening inhoudelijk gedeelte 28 Inspreekhalfuur publiek 29 Actualiteiten en Mededelingen 30 Rondvraag Grondzaken 31 Dekken weglek € 7,2 miljoen maatregel 5&6 1 Stad 1 Opgave Nr. BD2014- 000426 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 12/13 maart 2014). e Deleden van de Raadscommissies JIF en VVL zijn hierbij uitgenodigd 32 Aanwijzen van het project Houthaven als een grootstedelijk project per 12 maart 2014 Nr. BD2014-001565 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 12/13 maart 2014). 33 Stedelijke Vastgoedstrategie Nr. BD2014-000595 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 34 Beantwoording raadsvragen van het raadslid Alberts d.d. november 2013 over de leegstaande kantoorpanden Nr. BD2014-000479 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Kabinetbijlage ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie 5 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 19 februari 2014 Ruimtelijke Ordening 35 Instemmen met de afwijking van de uitwerking van de geldende structuurvisie op het voorontwerp van de 3e herziening bestemmingsplan Landelijk Noord Nr. BD2013-014046 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 12/13 maart 2014). 36 Herontwikkelen Rechtbank Amsterdam Nr. BD2014-000846 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 12/13 maart 2014). 37 Kennisnemen van het Ambitiedocument ZuidasDok, richtinggevend masterplan voor planuitwerking en aanbesteding Nr. BD2014-000031 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Deleden van de Raadscommissie VVL zijn hierbij uitgenodigd 38 Adviezen Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) rond Diemerpark Nr. BD2014-001429 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Combrink (GrLi) 39 Strategisch Plan fase 3 Nr. BD2014-001555 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Mulder (PvdA) e Was Tkn 6 in de raadscommissie BWK, d.d. 29 januari 2014 BESLOTEN DEEL 6 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 19 februari 2014 TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN Openbare Ruimte en Groen 40 Vaststellen 5 jarenprogramma De Oogst van de Floriade in Zuidoost Nr. BD2014- 001938 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Mulder (PvdA) Grondzaken 41 Verplaatsen Clink Hostel van Weesperzijde 99 naar Grootlab in Overhoeks. Nr. BD2014-001910 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e VOORSTEL IS OM DIT PUNT ALS EERSTE INHOUDELIJKE AGENDAPUNT IN DE MIDDAG TE BEHANDELEN 7
Agenda
7
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 718 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 7 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie ID Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015 (groenfonds). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Constaterende dat: — groen van groot belang is voor de gezondheid van Amsterdammers omdat het beweging en ontspanning faciliteert; — groen van groot belang is voor de stad vanwege het vermogen om water op te vangen, fijnstof af te vangen en voor verkoeling te zorgen in de zomer; Overwegende dat: — de vergroeningsopgave zoals genoemd in de begroting (‘het verder vergroenen van de openbare ruimte’, p.99) op gespannen voet staat met de bouwopgave; — de aanleg en het onderhoud van groen geld kosten en groen daarom vaak een sluitpost is bij nieuwbouw en in beleid; — een groenfonds kan bijdragen aan structurele financiering van groen in de stad, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de mogelijkheden te onderzoeken voor ontwikkeling van een groenfonds, waarbij: e de inkomstenbronnen worden gezocht binnen woningbouw(projecten); e een vaste bijdrage of bijdrage op basis van een percentage van de bouwsom wordt vastgesteld; e de gelden in het groenfonds te oormerken voor aanleg en onderhoud van groen; — deze verkenning uiterlijk in januari 2015 terug te koppelen aan de gemeenteraad. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
VN2022-035940 X Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV Wonen en Erfgoed % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 07 december 2022 Ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt 5 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van de toezegging over asbest bij renovatie Korte Water (Osdorp) De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Zita Pels ter afdoening van de toezegging in de commissie Woningbouw en Volkshuisvesting (WV) van 11 oktober 2022 over asbest bij renovatie Korte Water (Osdorp). Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de commissie WV van 11 oktober 2022 heeft wethouder Zita Pels naar aanleiding van vragen van het raadslid Alberts toegezegd zo spoedig mogelijk schriftelijk terug te komen op de bijzonderheden omtrent asbest bij renovatie Korte Water (Osdorp). Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.18 1 VN2022-035940 9 Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 07 december 2022 Ter kennisneming Ja, toezegging TA2022-000918 Asbest bij renovatie Korte Water (Osdorp) Welke stukken treft v aan? 20221027 Raadsinformatiebrief def. - afdoening toezegging asbest AD2022-106782 Ymere.pdf (pdf) AD2022-100590 Commissie WV Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Stella Vlasman, 0683636331, [email protected] Gegenereerd: vl.18 2
Voordracht
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 21 februari 2023 Portefeuille(s) RO en Monumenten Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid ([email protected]) Onderwerp Afdoening toezegging uit de raadsvergadering van 21 december 2022 Geachte leden van de gemeenteraad, In de raadsvergadering van 21 december jl. werd door mij naar aanleiding van een vraag van raadslid Hofman (D66) een beeld geschetst van hoe de verduurzaming van de Lodewijk van Deysselbuurt in Nieuw West is verlopen. Ik kondigde daar aan op dit onderwerp terug te komen en uw raad te laten weten welke stappen zijn gezet om de verduurzaming van corporatiebezit sneller en gemakkelijker te laten verlopen. In deze brief geef ik v een stand van zaken. Achtergrond De Lodewijk van Deysselbuurt werd gebouwd in 1954 als onderdeel van de westelijke tuinsteden en bestaat in het totaal uit circa 30 blokken met ongeveer 1500 portieketagewoningen, bijna geheel corporatiebezit. Net als in de andere delen van de westelijke tuinsteden is ook in deze wijk het stedenbouwkundige patroon vniek: alle woningen zijn in principe noord-zuid georiënteerd en in de ruim bemeten openbare ruimte is veel plaats voor bomen, plantsoenen en speelplekken voor kinderen. De kwaliteit van de individuele woningen en van de architectonische buitenzijde is sterk wisselend. Door materiaalschaarste na de oorlog en de enorme opgave om versneld woningen te bouwen, zijn de woningen vaak klein en is de buitenkant sober. In de jaren ‘80 en ‘go zijn de meeste blokken in deze buurt (laagwaardig) gerenoveerd in de vorm van buitenisolatie met betegelde plinten en stucwerk. Deze blokken worden nu voor het grootste deel gesloopt en door nieuwbouw vervangen. Sinds de jaren ‘go is de aandacht voor de kwaliteit van de westelijke tuinsteden aanzienlijk toegenomen, waarbij de nadruk ligt op de bijzondere stedenbouwkundige aanleg, het karakteristieke patroon van de ‘stempels’, het groene karakter van de openbare ruimte en de oriëntatie van de woningen. Nieuw West kent inmiddels twee gemeentelijke beschermde gezichten en een deel van de tuinsteden is door het Rijk aangewezen als ‘wederopbouwgebied van nationaal belang’. De Lodewijk van Deysselbuurt is geen onderdeel van de beschermde wijken, maar bij renovatie wordt in de hele westelijke tuinsteden geprobeerd een balans te vinden tussen verdichting, renovatie (energieprestatie) en behoud van stedenbouwkundige en architectonische waarden, uitgangspunten die door bewoners in algemene zin worden ondersteund. In 2021 is het stedenbouwkundig plan voor de Van Deysselbuurt door uw raad vastgesteld. Dit plan is gebaseerd op een mix tussen sloop-nieuwbouw, verdichting en renovatie van bestaande blokken waarbij de stedenbouwkundige waarden intact blijven en waar mogelijk op een Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 februari 2023 Pagina 2 van 3 gedoseerde manier wordt verdicht en woningen worden toegevoegd. Dit plan wordt gesteund door Monumenten en Archeologie (M&A) en door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK). De discussie die recent is ontstaan gaat dan ook niet over de renovatie van de gehele Lodewijk van Deysselbuurt maar over vier van de zogenaamde 'F-blokken! met in het totaal 192 woningen. F-blokken Als onderdeel van het bovengenoemde stedenbouwkundige plan worden vier blokken behouden omdat zij aan de buitenzijde nog relatief origineel zijn en daarmee een goed beeld geven van het oorspronkelijke jaren ‘5o karakter van deze buurt. Om die reden en vanwege de hier wél zorgvuldige vormgeving en detaillering van de gevels, zijn ze op de Stedenbouwkundige en Architectonische Waarderingskaarten AUP gewaardeerd als orde 2 (met voor het onderdeel architectuur de hoogste subwaardering van 5 punten). In het in opdracht van Rochdale gemaakte beeldkwaliteitplan voor de nieuwe buurt zijn de blokken, samen met een deel van de laagbouw, aangemerkt als ‘identiteitsdragers’ die richting kunnen geven aan de nieuwbouw en die de visuele relatie tussen vroeger en nu in stand moeten houden. Behoud is dus het vitgangspunt en als zodanig zijn de blokken ook opgenomen in het stedenbouwkundig plan. Voor orde 1 en orde 2 panden geldt als beleidsuitgangspunt een ‘restauratieve aanpak van de buitenzijde’, waarbij het aanbrengen van een isolatiepakket aan de buitenkant in principe niet mogelijk is. Hoewel er aanvankelijk overeenstemming was over de uitgangspunten, kwam uit overleg met de bewoners een sterke voorkeur naar voren voor het aanbrengen van buitenisolatie. Dat heeft te maken met de beperkte omvang van de woningen en de keuze van de corporatie om bij ingrijpende renovatie uit te gaan van een energielabel A. Een plan in die geest is verder uitgewerkt en ingediend als aanvraag omgevingsvergunning. Dat plan is aanvankelijk negatief beoordeeld door M&A en door de CRK vanwege het verlies aan erfgoedwaarde en omdat het aanbrengen van buitenisolatie niet in overeenstemming is met de beleidsmatige uitgangspunten voor behoud en herstel. In heroverweging heeft de CRK aangegeven toch akkoord te gaan met dit plan onder voorwaarde dat voor de uitwerking van de buitenzijde in plaats van minerale steenstrips (kunststof), keramische steenstrips worden gebruikt en dat wordt nagegaan hoe dit soort misverstanden in de toekomst kunnen worden voorkomen. De reden voor heroverweging was dat er al verregaande afspraken waren gemaakt met bewoners en dat de plannen zover waren uitgewerkt dat een geheel nieuw plan zou zorgen voor een onevenredige vertraging. Duurzaam na-isoleren De voorgestelde manier van isoleren heeft een aantal (technische) voordelen maar uit milievoogpunt ook een aantal evidente nadelen. Zowel het isolatiemateriaal als de aanvankelijk voorgestelde minerale steenstrips zijn op aardolie gebaseerde producten, niet circulair en niet recyclebaar en met een onzekere levensverwachting voor de buitenschil. Het op deze manier inpakken van gebouwen is snel en efficiënt en kan voor de korte termijn een oplossing zijn om de energieprestatie van gebouwen te verbeteren maar is voor de langere termijn moeilijk verenigbaar met gemeentelijke opvattingen over duurzaamheid en circulariteit. Om die reden wordt vanuit de afdeling Duurzaamheid gekeken naar toekomstige alternatieven die in de markt beschikbaar komen en is het overleg over biobased en circulair na-isoleren een van de vervolgstappen. Verbeterpunten en vervolg Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 februari 2023 Pagina 3 van 3 -__Poor Ruimte en Duurzaamheid en de corporaties wordt een overlegmodel in het leven geroepen waarbij in de afweging tussen sloop-nieuwbouw of renovatie, naast de erfgoedwaarde, ook de belangen van huurders, de staat van de woningen en de technische/ financiële mogelijkheden zijn meegenomen. In geval van renovatie moet vroeg in het proces worden vastgesteld of na-isoleren aan de binnenzijde mogelijk is of dat gekozen wordt voor renovatie in combinatie met een nieuwe buitenschil. Betere afstemming aan het begin had in het geval van de Lodewijk Van Deysselbuurt kunnen voorkomen dat in de fase van vergunningverlening alsnog tegenstellingen aan het licht kwamen, die op een ongewenst moment in het proces voor vertraging zorgen. -__De CRK geeft in overleg met de corporaties opdracht voor het updaten van de richtlijnen van ‘Mooi Verduurzamen' (zie ook: https://www.crk.amsterdam.nl/mooi verduurzamen). Daarin worden voorbeelden verzameld waarbij technische verbetering hand in hand is gegaan met behoud van architectonische kwaliteit en erfgoedwaarde. Deze voorbeelden kunnen door initiatiefnemers (corporaties, VVE's en particuliere opdrachtgevers) worden gebruikt in de planvorming en geven zicht op een soepele besluitvorming en vergunningverlening. -_ Als onderdeel van het Amsterdams Isolatieplan wordt onderzoek gedaan naar het na-isoleren van bestaande gebouwen, waarbij rekening wordt gehouden met huidig en toekomstig beleid ten aanzien van biobased en circulaire isolatiematerialen. Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Met vriendelijke groet, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 280 Publicatiedatum 13 april 2017 Ingekomen onder L Ingekomen op donderdag 6 april 2017 Behandeld op donderdag 6 april 2017 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Van Soest inzake de verwachte parkeer- problematiek als gevolg van het uitvoeringsbesluit Keerlus Tolhuisgebied (integrale oplossing parkeren Tolhuisgebied). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Voorlopig Ontwerp en het uitvoeringsbesluit Keerlus Tolhuisgebied (Gemeenteblad afd. 1, nr. 234). Overwegende dat: -__ Het uitvoeringsbesluit als gevolg heeft dat 50 parkeerplekken in het Tolhuisgebied gaan verdwijnen; - Omwonenden aangeven dat in de huidige blauwe zone niet adequaat wordt gehandhaafd; -__[n de nota van beantwoording wordt gesproken over “veelvuldig langdurig parkeren door mensen zonder ontheffing" en het gebrek aan handhaving hiermee dus in feite wordt bevestigd; - Het van belang is om dit project integraal te benaderen en dus ook de parkeerproblematiek mee te nemen in het besluit over de keerlus; - Op verschillende plekken in Amsterdam op dit moment vergelijkbare problematiek al opgelost wordt door belanghebbenden parkeren cq. parkeren voor vergunninghouders. - Bewoners hebben aangegeven geholpen te zijn met een dergelijke oplossing; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ Belanghebbendenparkeren in te voeren in de directe omgeving van het Tolhuisgebied op het moment dat de huidige vijftig parkeerplaatsen voor het project worden onttrokken aan de publieke ruimte; - De precieze afbakening van het gebied en uitwerking van het belanghebbendenparkeren in overleg met bewoners en de bestuurscommissie Noord in te vullen en een besluit hierover uiterlijk in het derde kwartaal van 2017 voor te leggen aan de gemeenteraad; 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 280 Motie Datum 13 april 2017 De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma W. van Soest 2
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 70 Publicatiedatum 20 februari 2015 Ingekomen onder C Ingekomen op 11 februari 2015 Behandeld op 11 februari 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Ruigrok inzake de economische structuurversterking (voor tegenspraak). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de economische structuurversterking (Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 45); Constaterende dat: — in 2015 en 2017 in totaal € 32 miljoen in economische structuurversterking wordt geïnvesteerd; — de middelen voor economische structuurversterking voor het belangrijkste deel ingezet worden voor randvoorwaardelijke investeringen; — de randvoorwaardelijke investeringen worden geconcentreerd op de thema’s: stimuleren kennis en innovatie, ondersteunen startups/snelle groeiers en balans in de stad; — voor ieder van deze thema’s aparte actieprogramma’s worden voorgelegd aan het college en de gemeenteraad; Overwegende dat: — de effectiviteit en doelmatigheid van actieprogramma’s in het kader van de economische structuurversterking grotendeels door bewoners en bedrijven worden ondervonden; — tussentijdse evaluatie in samenspraak met bewoners en bedrijven kan leiden tot verbetering van effectiviteit en doelmatigheid van de actieprogramma'’s, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in het kader van de diverse actieprogramma’s jaarlijks externe tegenspraak te organiseren en hierbij belangengroeperingen die het bedrijfsleven en bewoners vertegenwoordigen te betrekken. Het lid van de gemeenteraad, M.H. Ruigrok 1
Motie
1
discard
Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid LO TA = Ter Advisering aan de deelraad TB = Ter Bespreking TK = Ter Kennisgeving TV = Ter Vaststelling Agenda (Onderwerp Portefeuillehouder Data Soort Cie Data Raad Soort Commissie | behandeling behandeling Blaas Milieuprogramma + milieujaarverslag 2012 Joep Blaas 15-jan-13 30-jan-13 45 [Cie Fietsenstalling 1e Jan van der Heijdenstraat: conclusie Marco Kreuger 15-jan-13 TK LO nvt haalbaarheidsonderzoek en advies vervolgtraject 46 |Deelraad [Amstelveenlijn: nota van beantwoording / besluit Marco Kreuger 12-feb-13 TA LO 27-feb-13 TV variantkeuze definitief Uitvoeringsprogramma Schoon: presentatie en monitoring [Joep Blaas 12-feb-13 B Opm 51 [Cie Boerenweteringgarage: ontwerp bestemmingsplan Marco Kreuger / 12-feb-13 TK LO nvt Egbert de Vries Rijnstraat-Zuid: PVE + VO Joep Blaas / Marco 12-mrt-13 TK LO nvt Kreuger De Lairessestraat: VO/PvVE Joep Blaas / Marco 12-mrt-13 TK LO nvt Kreuger 57 [Cie Ondergrondse afvalinzameling: compensatie Joep Blaas / Marco 12-mrt-13 TK LO nvt parkeerplaatsen en vaststelling uiteindelijke selectie Kreuger 1 Agenda Onderwerp Portefeuillehouder Data Soort Cie Data Raad Soort Commissie | behandeling behandeling Ring Oud Zuid 5: VO en PvE Joep Blaas / Marco 21-mei-13 TK LO nvt Kreuger 64 [Deelraad |[Zuidas: ontwikkelmodel Ravel Paul Slettenhaar / 11-jun-13 TA LO 26-jun-13 TV Egbert de Vries epe Ring Oud Zuid fase 9: DO Joep Blaas / Marco 11-jun-13 TK LO nvt Kreuger Van Woustraat: Nota van Uitgangspunten Joep Blaas / Marco 11-jun-13 TK LO nvt Kreuger pe Rode Loper: Nota van Uitgangspunten Joep Blaas / Marco 11-jun-13 TK LO nvt Kreuger 70 [Deelraad [Verordening stadsdeelparkeerfonds en uitwerkingsnotitie Marco Kreuger 11-jun-13 TA LO 26-jun-13 TV stadsdeelparkeerfonds 72 \Deelraad [Boerenweteringgarage: definitief bestemmingsplan Marco Kreuger / 11-jun-13 TA LO 26-jun-13 TV Egbert de Vries 73 [Deelraad |Zuidas: toekomstvisie RAI / motie over bebouwing langs Paul Slettenhaar / 11-jun-13 TA LO 26-jun-13 TV Wielingenstraat en parkrand Egbert de Vries 74 Y\Deelraad |Zuidas: uitvoeringsbesluit RAI Paul Slettenhaar / 11-jun-13 TA LO 26-jun-13 TV Egbert de Vries 2 Agenda Onderwerp Portefeuillehouder Data Soort Cie Data Raad Soort Commissie | behandeling behandeling Verkeerscirculatieplan Stadionplein: vaststelling 10-sep-13 25-sep-13 Rijnstraat-Zuid: DO beperkte herinrichting Joep Blaas / Marco 8-okt-13 TK LO nvt Kreuger 79 \Deelraad [Zuidas: startbesluit Rechtbank Paul Slettenhaar / 3e kw. 2013 TA LO 3e kw. 2013 TV Egbert de Vries Eerste evaluatie afmeerbeleid Reinier Vinkeleskade Joep Blaas 3e kw. 2013 KPM spe Van Woustraat: DO Joep Blaas / Marco | 3e kw. 2014 TK LO nvt Kreuger Van Woustraat: PvE / VO Joep Blaas / Marco | 4e kw. 2013 TK LO nvt Kreuger Reclamebeleid Zuid, harmoniseren, dereguleren: concept _|Joep Blaas 4e kw. 2013 KPM Reclamebeleid Zuid, harmoniseren, dereguleren: definitief |Joep Blaas 4e kw. 2013 4e kw. 2013 Meerjarenonderhouds- en uitvoeringsprogramma's 2014 _ |Joep Blaas 4e kw. 2013 KPM Eerste evaluatie pilot afmeerbeleid Reiniers Vinkeleskade [Joep Blaas 3e kw. 2013 KPM 163 [Cie Integrale aanpak parkeren Zuidas, wo 'Uitwerken voorstel Marco Kreuger 2e kw 2013 TK LO nvt invoeren vergunningentarief Prinses lrenebuurt'. 41 [Cie Implementatie besluitvorming overdracht BWT taken Paul Slettenhaar / 4e kw. 2013 TK LO / DEV nvt flanken Zuid-as: evaluatie Egbert de Vries 3
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 65 Publicatiedatum 3 februari 2017 Ingekomen onder J Ingekomen op 25 januari 2017 Behandeld op 25 januari 2017 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Roosma inzake de beleidsnota reserves en voorzieningen 2017. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de beleidsnota reserves en voorzieningen 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 10). Overwegende dat: — het maximum bij verschillende egalisatiereserves voorheen op 10% lag; — verschillende egalisatiereserves momenteel een hogere stand hebben dan het in de nota gestelde maximum van 5%; — erin veel egalisatiereserves sprake is van flinke schommelingen; — het wenselijk is een hoger maximum mogelijk te maken. Besluit: onder Uitgangspunt 14.f op pagina 9 en op pagina 21 de volgende wijziging aan te brengen: — '5%" te wijzigen in: 10%". Het lid van de gemeenteraad F. Roosma 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 42 Datum indiening 18 januari 2021 Datum akkoord 16 februari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid El Ksaihi inzake toezicht op gedupeerden van de toeslagenaffaire Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag concludeerde in haar eindverslag dat de gedupeerde ouders slachtoffer zijn geworden van de harde aanpak van de Belastingdienst en dat hen “ongekend onrecht” is aangedaan*. Het leed is ondanks een schadevergoeding van 30 ooo euro per huishouden bij lange na nog niet beëindigd. Veel gedupeerden hebben doordat de Belastingdienst jarenlang een aanslag deed op hun inkomen grote restschulden gekregen bij diverse schuldeisers. Energierekeningen, telefoonabonnementen, lokale heffingen en huren konden niet altijd op tijd worden betaald? Woningbouwcorporaties bleken onwelwillend om rekening te houden met de situatie van gedupeerden. Zij dreigden in de afgelopen jaren gedupeerde huurders hun woning uitte zetten bij betalingsachterstanden 3. In Amsterdam zijn zo'n 1700 huishoudens slachtoffer geworden van de toeslagenaffaire. Zij komen door de hierboven opgesomde problemen er nauwelijks aan toe om hun leven weer op te pakken. De gemeente Amsterdam probeert waar nodig en mogelijk de gedupeerde ouders te helpen via o.a. de aanpak Hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Voor een deel blijft echter de verantwoordelijkheid voor het zoeken van hulp bij de gedupeerden zelf. Helaas zoekt een gedeelte van de gedupeerden nog altijd geen hulp. Het is om die reden van belang dat de gemeente de gedupeerden actiever gaat benaderen. Alleen zo helpt Amsterdam deze groep door deze lastige tijd heen. Gezien het vorenstaande heeft het lid El Ksaihi, namens de fractie van D66, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: * https://www.parool.nl{nederland/commissie-oordeelt-hard-over-toeslagenaffaire-ouders-is- ongekend-onrecht-aangedaan-bbo158aa/ 2 https://www.omroepwest.nl{nieuws/4330231/Slachtoffer-toeslagenaffaire-Janet-tevreden-met- aftreden-kabinet-Ik-ben-alles-kwijtgeraakt 3 https://www.parool.nl/amsterdam/woningcorporatie-dreigt-gedupeerde-toeslagenaffaire-uit- huis-te-zetten-bg57doae/ 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad A vmmer ° Schriftelijke vragen 1. In hoeverre zaten er gedupeerden tussen die niet in de problemen zaten maar door dé verkeerde stempel van fraudeur hierdoor wel in problemen kwamen? Antwoord: Tot nu toe is de ervaring met gedupeerden dat de meeste mensen vooral last hadden van de invorderingen zelf. Maar er zijn zeker ook gevallen waarin het stempel fraude ertoe leidde dat er problemen kwamen, zoals het verlies van een baan. 2. Heeft de gemeente een overzicht waarin staat hoeveel van de circa 1700 Amsterdamse gedupeerden zich heeft aangemeld voor hulp? Gezien dit o.a bij schuldhulpverlening niet wordt bijgehouden. Antwoord: De gemeente houdt maandelijks bij hoeveel gedupeerde ouders zich bij de maatschappelijke dienstverlening hebben gemeld voor ondersteuning vanuit de gemeente. Per 1 februari 2021 hebben zij bekend gemaakt dat 66 Amsterdamse ouders zich gemeld hebben. Tegelijkertijd kan het zo zijn dat gedupeerde ouders al langer bekend waren bij de schuldhulpverlening. Dit is niet apart bijgehouden. Het kan ook zijn dat gedupeerde ouders zich uitsluitend bij de Rijksbelastingdienst/Toeslagen melden, omdat ze geen ondersteuning nodig hebben (of willen) vanuit de gemeente. Het laatste door de Rijksbelastingdienst/Toeslagen bekend gemaakte aantal Amsterdamse ouders dat zich bij de Rijksbelastingdienst/Toeslagen heeft gemeld voor herstel is 1.383 ouders per 26 janvari 20215. 3. In hoeverre zijn er meer slachtoffers dan de bekende 1700 Amsterdamse huishoudens die doordat ze van gemeentelijke instanties de stempel fraudeur kregen in de problemen zijn gekomen? Antwoord: De 1.700 slachtoffers van de toeslagenaffaire betreft ouders die slachtoffer zijn geworden van het handelen van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen bij de kinderopvangtoeslag. Als het gaat om Amsterdammers die problemen ondervinden doordat ze van gemeentelijke instanties het stempel fraudeur krijgen, dan geldt dat het college, bij het verstrekken van uitkeringen vanuit de Participatiewet, verplicht is om een schuld die ontstaat door een schending van de inlichtingenplicht, als fraudevordering aan te merken. Bij Amsterdammers met een bijstandsschuld houdt de gemeente bij of het al dan niet om een fraudevordering gaat. Rondkomen met een bijstandsinkomen is moeilijk. Als daar een schuld bijkomt, frauvdevordering of anderszins, kunnen mensen snel in de problemen raken. Aan minnelijke saneringen mag de gemeente bovendien bij fraudevorderingen niet meewerken. Waar het college kan, voorkomt het een verdere opstapeling van problemen. Ook met een fraudevordering kunnen Amsterdammers aanspraak maken op bijstand of andere sociale voorzieningen. Ook hanteert de gemeente altijd de + https://over-ons.belastingdienst.nl/dossier-herstel-kinderopvangtoeslag/samen-werken- aan-herstel-kinderopvangtoeslag/ 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 5 Gemeenteraad Datum Schriftelijke vragen beslagvrije voet. Amsterdammers met een bijstandsschuld zijn hiermee verzekerd van het sociaal minimum. De verplichting om een schending van de inlichtingenplicht als fraudevordering aan te merken, komt door het fraudebegrip in de sociale zekerheid. Een schuld die ontstaat door een (al dan niet bedoelde) schending van de inlichtingenplicht, leidt op grond van dwingend recht in de Participatiewet tot een fraudevordering. Ook moet het opleggen van een bestuurlijke boete altijd worden overwogen. De gemeente Amsterdam is terughoudend bij het opleggen van bestuurlijke boetes. Het college pleit er al langere tijd voor dat de Participatiewet meer ruimte geeft aan gemeenten om onderscheid te kunnen maken tussen bijstandsvorderingen die het gevolg zijn van een bewuste fraude en vorderingen die het gevolg zijn van onwetendheid of een kleine fout . En dat wij meer ruimte willen om mee te werken aan minnelijke saneringen, in het belang van inwoners van onze stad. De staatssecretaris SZW heeft begin dit jaar toegezegd het fraudebegrip te gaan herformuleren zodat onbedoelde schending van de inlichting niet langer als fraude in aanmerking moet worden genomen. Het college dringt aan op een spoedige uitwerking door het kabinet en heeft hierover samen met wethouders sociale zaken uit de andere grote steden een brief aan de minister gestuurd op 3 februari jl. 4. In hoeverre hebben onze eigen gemeentelijke instanties zich laten leiden door de fraudeurstempel bij de hulpbehoevende? Antwoord: De gemeentelijke instanties, WPI, Belastingen van de gemeente Amsterdam en de gemeentelijke schuldhulpverlening die door de maatschappelijk dienstverleners in de stad wordt vitgevoerd, hebben zich hier in Amsterdam niet door laten leiden. Amsterdamse slachtoffers hebben in de behandeling bij gemeentelijke dienstverlening geen nadeel ondervonden van het stempel fraudeur dat de Rijksbelastingdienst/Toeslagen hen oplegde. Wel zijn Amsterdamse slachtoffers natuurlijk benadeeld. Vooral ook door de schulden bij Rijksbelastingdienst/T oeslagen en het harde invorderingsbeleid van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen, waardoor ze op meer plekken betalingsproblemen kregen, bijvoorbeeld ook bij het betalen van gemeentelijke belastingen. Vanuit het Amsterdams beleid voor schuldhulpverlening kunnen burgers met fraudeschulden bij de schuldhulpverlening terecht. Minnelijke saneringen van toeslagenfraudes waren nooit mogelijk, omdat de Rijksbelastingdienst/Toeslagen hier bij mensen met een fraudestempel niet aan meewerkte. De schuldhulpverlening hielp Amsterdammers wel in het stabiliseren van schulden of het toeleiden naar de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen). Amsterdam heeft de afgelopen jaren op landelijk niveau steeds aandacht gevraagd voor knellende regelgeving rondom het moeilijk kunnen saneren van fraudeschulden, ook wanneer de verwijtbaarheid discutabel was. 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R „deling 1 Gemeenteraad Datum ° Schriftelijke vragen 5. Welke afspraken zijn er met corporaties gemaakt om gedwongen huisuitzettingen met gedupeerden te voorkomen? Antwoord: Amsterdam heeft samen met de corporaties een sluitende aanpak, waarbij de maatschappelijk dienstverleners al in een vroeg stadium contact zoeken met Amsterdammers met huvrachterstanden. Het doel is om huisuitzettingen om financiële redenen daarmee te voorkomen. Dat lukt steeds beter: van 800 uitzettingen in 2009 zijn er in 2019 nog 78 ontruimingen om financiële redenen geweest. In 2020 waren het er 35, dit lage aantal komt mede door de stop op ontruimingen tijdens lockdowns. Tijdens lockdowns wordt er in principe helemaal niet ontruimd. En als gevolg van de coronacrisis hebben we de aanpak vroegsignalering geïntensiveerd en gaan nu eerder op meldingen af, waarbij corporaties ook maatwerk en coulance bieden. Bovenop deze sluitende aanpak die ook voor gedupeerden van de toeslagenaffaire voorkomt dat Amsterdammers vanwege schulden hun corporatiewoning vit worden gezet, gaan de gemeente en de corporatie in voorkomende gevallen in gesprek waarbij een passende oplossing wordt gevonden. Coulance, zorgvuldigheid en natuurlijk een pas op de plaats tot herstel vanuit de Belastingdienst heeft plaatsgevonden, zijn daarbij het uitgangspunt. De corporaties hebben aangegeven dat ze alles op alles zetten om te voorkomen dat slachtoffers van de toeslagenaffaire vit hun huis worden gezet. Het bericht in het Parool waar in de inleiding door de vragensteller naar verwezen wordt, betreft een casus in de regio Amsterdam, niet in de gemeente Amsterdam. 6. In hoeverre is de gemeente bereid om in gesprek te treden met verschillende schuldeisers om zo het leed voor de gedupeerden te verzachten? Antwoord: De Rijksbelastingdienst/Toeslagen heeft de regie over het vinden van een goede oplossing om te zorgen dat gedupeerde ouders met schulden zelf kunnen beschikken over hun compensatie. Het college vindt het van groot belang dat er snel een goede, uitgewerkte oplossing komt en blijft hier, ook via de NVVK en in VNG verband, stevig over in gesprek met de Rijksbelastingdienst/Toeslagen. In het belang van landelijke en eenduidige afspraken voor ouders neemt het college hier geen eigenstandige actie in richting schuldeisers. 7. Is het gezien de verstoorde relatie tussen de Belastingdienst en gedupeerden niet beter om juist vanuit de gemeente actief hulp aan te bieden? Antwoord: Ja, voor sommige ouders is het beter als er vanuit de gemeente hulp wordt aangeboden. De gemeente biedt de ondersteuning daarom actief aan en maakt dit bekend via lokale media en andere commvunicatie-vitingen. Daarbij is berichtgeving via intermediairs een belangrijk speerpunt. Waar vertrouwen in de overheid, soms ook de gemeente, ontbreekt, kunnen zij vanuit een vertrouwenspositie een waardevolle bijdrage leveren aan het bereiken van ouders. 4 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R „deling 1 Gemeenteraad ummer 0 . =. Datum Schriftelijke vragen Binnenkort heeft de gemeente bovendien de mogelijkheid — nadat we hier langere tijd op hebben aangedrongen bij de staatssecretaris — om direct contact op te nemen met gedupeerde ouders. Zodra we de gegevens van de Rijksbelastingdienst/Toeslagen ontvangen voor dit doeleinde, gaan de maatschappelijk dienstverleners hier hard mee aan de slag. Ons doel is om zoveel mogelijk Amsterdamse ouders te bereiken en onze ondersteuning actief aan te bieden. Het college informeert u later deze maand per brief over deze aanpak. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
x Gemeente Amsterdam Z S % Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie % Agenda, donderdag 30 oktober 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Tijd 9:00 tot 12:30 uur Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Conceptverslagen van de openbare vergaderingen van de Raadscommissie ZS d.d. 25 september en 9 oktober 2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieZS@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Z S Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Agenda, donderdag 30 oktober 2014 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur publiek 9 Actualiteiten en mededelingen e Actualiteit van het raadslid mevrouw Alberts (SP) inzake rapport AbvaKabo over kwaliteit Ambulance Zorg Amsterdam. e Actualiteit van het raadslid Poorter (PvdA) inzake vereenzaming en verdikking van randstedelingen 10 Rondvraag Zorg en Welzijn 11 Vaststellen van de tarieven Hulp bij het huishouden voor zorg in natura voor 2015 Nr. BD2014-009664 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 5 november 2014). 12 Aangaan Final Contract inzake oprichting AHTI Nr. BD2014-009833 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 5 november 2014). 13 Afhandeling klachten Nr. BD2014-010098 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Poorter (PvdA) en Alberts (SP). 2 Gemeente Amsterdam Z S Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Agenda, donderdag 30 oktober 2014 14 Clientondersteuning in de nieuwe Wmo Nr. BD2014-009458 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Roosma (GrlLi). e Was TKN 8 in de Commissievergadering ZS van 25 september 2014. 15 Uitgangspunten aanbesteding Hulpmiddelen Wet maatschappelijke ondersteuning in 2014 Nr. BD2014-009661 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 16 Prestaties hulpmiddelen leverancier Welzorg in Amsterdam Nr. BD2014-010138 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 17 Informatie over vervanging en herverstrekking hulpmiddelen Nr. BD2014-010151 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 18 Aanvraag middelen HHT Nr. BD2014-010170 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 19 MKB Amsterdam, contractering ZZP'ers en kleine zorgondernemers Nr. BD2014- 009457 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Kaya (D66). e Was TKN 7 in de Commissievergadering ZS van 25 september 2014. 20 Afdoening Raadsadres Huisvesting ex-gedetineerden in Amsterdam (TA2014- 000028) Nr. BD2014-009456 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het raadslid de heer Poorter (PvdA). e Was TKN 2 in de Commissievergadering ZS van 25 september 2014. 3
Agenda
3
train
> < Gemeente Amsterdam Bezoek aan het Van Bossepad Aan Leden van de Stadsdeelcommissie West Van Melanie van der Horst Datum 17 april 2020 Geachte leden van de stadsdeelcommissie, Op 28 januari heb ik toegezegd u zo snel als mogelijk nader te informeren over de situatie aan het Van Bossepad, zoals toegelicht door de inspreker in de stadsdeelcommissiebijeenkomst. De inspreker constateert overtredingen bij de bouw van de bungalows grenzend aan haar perceel. Op 24 februari heb ik u laten weten dat het meer tijd vergt om het dossier compleet te maken. Wel zijn we al enige tijd in contact met de inspreker over een bezoek ter plaatse. Dit bezoek is echter uitgesteld tot 23 april vanwege de maatregelen om de verspreiding van het Coronavirus te beperken. Aangezien de maatregelen nog even voortduren, heb ik op 23 april telefonisch contact met de inspreker. Ik ben alleen langs geweest om de situatie ter plaatse te bekijken. Ik heb onderstaande antwoorden op haar vragen ter voorbereiding op het gesprek, met haar gedeeld. Daar wil ik u middels deze memo over informeren. Woningbouw aan het Van Bossepad Op het perceel waar nu gebouwd wordt, stonden enkele loodsen, waar illegaal gebruik van werd gemaakt. Dat zorgde voor veel overlast. Het toenmalig stadsdeelbestuur heeft na overleg met de omgeving besloten om hier woningbouw mogelijk te maken. In 2009 is daarvoor een omgevingsvergunning verleend en in 2009 is ook in het bestemmingsplan de bestemming gewijzigd naar ‘Wonen’. Het heeft echter lang geduurd voordat de ontwikkelaar ook daadwerkelijk is gestart met de bouw van de woningen. Bezwaren inspreker De inspreker constateert overtredingen bij de bouw van de bungalows grenzend aan haar perceel. Ze geeft aan dat ze hierover in 2009 afspraken heeft gemaakt met toenmalig stadsdeelwethouder Dirk de Jager en de ontwikkelaar en dat deze afspraken niet opgevolgd worden. Ze heeft op 26 november 2019 een handhavingsverzoek ingediend omdat er niet conform de omgevingsvergunning is gebouwd, er sprake is van overlast, schade, lichtbeneming en waardeverlies van haar eigendom. Deze hebben wij afgewezen op 6 december 2019 vanwege het niet overtreden van de regelgeving. Daarop heeft ze bezwaar gemaakt op 13 januari 2020. De onderbouwing van haar bezwaarschrift heeft ons nieuwe informatie gegeven die aanleiding is om het handhavingsverzoek opnieuw te beoordelen. Legalisatieonderzoek Naar aanleiding van het handhavingsverzoek hebben wij overtredingen geconstateerd en zijn wettelijk verplicht om bij handhaven eerst te onderzoeken of legalisatie mogelijk is. Op 27 janvari zijn wij daarom een legalisatieonderzoek gestart. Middels foto’s van de overtredingen is dat onderzoek vitgevoerd en afgerond op 7 april. De vitkomst daarvan is dat het bouwwerk deels gelegaliseerd kan worden zonder aanpassing en deels met een aanpassing. De vervolgstap daarin zou zijn dat we de ontwikkelaar wijzen op de overtredingen en vragen om aanvullende informatie (tekeningen) van het gerealiseerde bouwwerk. Op basis van de tekeningen én de vereiste aanpassingen dient er een nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd te worden door de ontwikkelaar die getoetst zal worden aan regelgeving en wetgeving. Tegen het verlenen of weigeren van de omgevingsvergunning daarop zou opnieuw bezwaar en beroep mogelijk zijn door de inspreker en andere belanghebbenden. Echter op 2 april 2020 heeft de ontwikkelaar zelf een vergunningsaanvraag ingediend voor legalisatie van de onderdelen die hij zonder vergunning heeft gebouwd. De aanvraag is op dit moment nog incompleet. Wij hebben hem om aanvullingen gevraagd. Zodra die binnen zijn, wordt de aanvraag beoordeeld. Wij staken ons legalisatie onderzoek en gaan verder met deze vergunningsaanvraag. Hierbij zullen we de uitkomsten uit het legalisatieonderzoek gebruiken, in combinatie met de volledige informatie vit de tekeningen die de ontwikkelaar ons verstrekt van het gerealiseerde bouwwerk. Op basis van de tekeningen én de vereiste aanpassingen wordt dan over een nieuwe vergunning besloten. Daarop is opnieuw bezwaar en beroep mogelijk door de inspreker en andere belanghebbenden. De overtredingen Hieronder ga ik in op de overtredingen die de inspreker constateerde en waarover zij op 28 janvari insprak tijdens de stadsdeelcommissiebijeenkomst: 1. De woningen wijken in omvang sterk af van de vergunning De bouwvergunning kan niet door het stadsdeel worden verstrekt. Hetgeen nu is/wordt gebouwd verschilt in ieder geval op 2 belangrijke en in het oog springende punten Als bijlage treft u de bouwtekening, gewaarmerkt 5250-01, aan. e _De bungalows zijn bijna 3,90 meter hoog (zie bijgevoegde afbeeldingen opmeten tuin en 2008-6- 25_bewonersbrief-woningen-fietsenstalling, 2008-10-27 _verslag-bespreking-Van-Bossepad, 2008-12-11 goedkeuring-bouwplan-van Bossepad ) e _De bungalow loopt aan de linker- en rechterzijde op de begane grond verder door. De kopgevels lopen door tot de rand van de kelderbak, hoewel op de vergunde bouwtekening aan beide zijden glas in het plafond van dat deel van de kelder is ingetekend. De bouwhoogte is de kern van de kwestie: de afspraken waarvan zij aangeeft dat die destijds zijn gemaakt met haar, de bestuurder en de ontwikkelaar (maximaal 3.00 meter), is niet doorgevoerd bij de wijziging van de bestemming naar wonen in 2009. In het bestemmingsplan is een bouwhoogte tot 4.00 m. mogelijk. De bouwvergunning is verleend voor 3.20 meter Ik heb na de opmerkingen van de inspreekster hierover nogmaals de hoogte laten beoordelen en daaruit blijkt dat de ontwikkelaar— in strijd met de vergunning - een hogere bouwhoogte heeft gerealiseerd. 2 Voor het legalisatieonderzoek mogen wij slechts toetsen aan het bestemmingsplan en daaruit blijkt dat een bouwhoogte tot 4.00 is toegestaan. De twee aanbouwen zijn aan de linkerzijde en rechterzijde van het bouwblok gerealiseerd. Deze zijn gerealiseerd op de vergunde kelderbakken. De vitbouwen op beide kopgevels waren aanvankelijk door ons beoordeeld als vergunningvrij, echter de aanbouwen staan op de kelderbakken en niet op de grond en zijn daarom vergunningplichtig. De vitbouwen zijn voorgelegd aan de welstandcommissie. Het welstandsadvies hierover is negatief. Volgens het welstandsadvies verstoren de vitbouwen het beeld als toegevoegde elementen, die zich losmaken van het verder eenduidig vormgegeven hoofdvolume. Voor een positief welstandadvies moet een ontwerpslag plaatsvinden. 2. Deels is vergund buiten de grenzen waar volgens het bestemmingsplan mag worden gebouwd. Volgens het bestemmingsplan Westerpark Zuid geldt de bestemming Wonen-1 tot een grens die samenvalt met de kopgevels van de woningblokken aan de Schaepmanstraat en Tweede Keucheniusstraat (zie bijgevoegde afbeelding overschrijding 2019-07-30 en bestemmingsplan). De woningen zijn echter over de volle breedte circa één meter in het plantsoen gebouwd. Die mate van overschrijding van de bestemmings- en/of bouwgrenzen is hier niet toegestaan. Bovendien is op basis van bovenstaande een uitspraak gedaan inzake mijn bedenking bij de planologische commissie en gedeputeerde zaken van Noord-Holland waar minder bebouwing werd genoemd. In de vergunningstekeningen is de genoemde strook opgenomen en mee vergund. Op grond van de vergunning heeft de vergunninghouder recht van bouwen op genoemde strook. In de herziening van het bestemmingsplan Westerpark-zuid zal deze (onherroepelijk) vergunde situatie worden geformaliseerd: bestaande bouwrechten uit het huidige bestemmingsplan of vit verleende vergunningen worden hierbij niet ingeperkt. Er is tevens op 13 februari 2020 een aanvraag binnengekomen voor realisatie van een looppad door het ‘Groen! naar de woningen. Op 6 april 2020 zijn de gevraagde aanvullende gegevens aangeleverd. Eind april zal hierover besloten worden. 3. Belangrijke bouwkundige wijziging op moment dat de bouw is gestart. In een zeer laat stadium is een belangrijke constructieve wijziging doorgevoerd bij de bouw van de bungalows. Er is een vergunning verleend voor gebruik van een damwand en niet voor een afzinkkelder. Volgens de regels omtrent een bouwvergunning moeten de constructieve gegevens viterlijk vier weken voordat met het bouwen wordt begonnen, ter goedkeuring bij het stadsdeel zijn ingediend. De nieuwe documenten (onder meer CT o1 t/m CTo7) waarin gebruik wordt gemaakt van een afzinkkelder zijn echter pas op 29 mei 2019 of later ingediend (bijlage: statische berekening door Brouwer & Kok). De bouw was toen al begonnen. En de kelders waren al afgezonken. De ingediende wijziging voor het uitvoeren van prefab wanden die worden afgezonken is op 1 juli 2019 goedgekeurd door onze constructeur. De techniek die werd toegepast is goedgekeurd en als zodanig vitgevoerd, maar het is niet goed gelukt met afzinken doordat er schade ontstond aan 3 belendende schuren/opstallen, die niet waren onderheid. Bovendien was er sprake van waterspanning in de grond waardoor het afzinken bemoeilijkt werd. Hierdoor is een afwijking in de bouwhoogte ontstaan gemeten ten opzichte van het bestaande straatniveau op basis van de verleende bouwvergunning. Dat heeft geleid tot bouwen in afwijking van de vergunning (toename van de bouwhoogte ten opzichte van het straatniveau) en daarop handhaven wij nu. 4. Pleisterwerk in lichte kleur In alte bewonersbrieven en in het Welstandsadvies 2008-2011 is sprake van een lichtkleurig pleisterwerk. Er is nu zwarte prefab houten wand te zien aan de achterkant. In de vergunningstekening is de achtergevel niet gedetailleerd. Op de plattegrondtekening is ons inziens zichtbaar dat er aan de achterzijde een plaatmateriaal is getekend. Kleur en soort plaat is onbekend. Wij gaan met de ontwikkelaar in gesprek over een acceptabelere oplossing voor de aangrenzende tuinen. 5. _Bezonningsstudie Er schijnt een bezonningsstudie te zijn gedaan. Echter mijn woning is daarin voor zover ik weet niet meegenomen. Graag voer ik op kosten van het stadsdeel of de ontwikkelaar alsnog een bezonningsstudie uit. (waarbij ik de voorkeur geef aan een onafhankelijke partij die ik zelf uitkies) Zodat de feitelijke afname van daglicht kan worden onderbouwd. Dit is een kwestie waarin wij geen partij zijn en niet kunnen adviseren. Wij geven het de ontwikkelaar mee in overweging tijdens ons gesprek met hem. 6. Omwonenden zijn op afstand gezet door geen, onvolledige en te late communicatie. Relevante documenten zoals de bouwvergunning zijn nog steeds niet verkregen. In reactie op informatieaanvragen die deze zomer zijn gedaan over het bouwproject, is zelfs aangegeven dat de bouwvergunning vit 2009 niet meer in het bezit is van het stadsdeel. Wat een zeer kwalijke zaak is. Tijdens het vergeven van de kapvergunning zijn niet-bestaande postbusnummers vermeld op de brief van dhr. Bouwmeester. Evenals niet-bestaande adressen op het Van Bossepad. Het dossier met verleende Bouwvergunning was en is altijd in het bezit van het stadsdeel West (fysiek dossier bij de afdeling Toezicht & Handhaving). Daarover is op een eerder moment anders gecommuniceerd en dat is ongelukkig. Overige handhavingsverzoeken Naast overtredingen van de bouwvergunning, is door buurtbewoners (waaronder de inspreker) nog een aantal andere handhavingsverzoeken ingediend met betrekking tot de herplant van de groenstrook. Dit deden zij naar aanleiding van de bewonersbrief van 2 april 2020 waarin uitstel van de herplant werd aangekondigd, omdat de ontwikkelaar uitliep in zijn werkzaamheden. Hierover heeft ook SDC-lid Pijpers vragen gesteld (6 april 2020) die zijn beantwoord op 16 april 2020. Er is een oplossing gevonden om toch eind deze maand of begin mei nog (gedeeltelijke) herplant te 4 realiseren. De andere handhavingsverzoeken betreffen betegeling en parkeerplaatsen. Deze zijn nog in behandeling en de vitkomst daarvan is nog niet bekend. Contact met de inspreker Tijdens het gesprek volgende week zal er ruimte zijn voor toelichting en vragen door de inspreker en zullen we daar zoveel mogelijk op ingaan. Tevens zullen we haar meedelen dat de onderbouwing van haar bezwaarschrift op onze afwijzing van haar handhavingsverzoek, nieuwe informatie heeft gegeven die aanleiding geeft om het handhavingsverzoek opnieuw te beoordelen. Dat is in gang gezet door het door het uitvoeren van een legalisatieonderzoek. Inmiddels zijn we onderweg naar een besluit over een nieuwe vergunning. Met vriendelijke groet, NZ zl LEN DV ETANEN AASI Melanie van der Horst Portefeuillehouder Bouwen en Wonen 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
HX Er % Zuidoost Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost Datum : dinsdag 17 oktober 2023 Aanvang : 19.00 Uur Locatie : raadzaal stadsdeelkantoor (1°“ verdieping), Anton de Komplein 150 Voorzitter : Wim van der Kamp Secretaris : Jochem Oostveen Agenda 1. Opening en vaststellen agenda 19.00 2. Bewoners aan het woord 19.05 3. Mededelingen 19.15 4. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 3 oktober 2023 19.20 5. a. Mondelinge vragen 19.25 -_Mw. Lugman (PvdA) - Dhr. Bakker (BlJ1) b. Moties 6. Ingekomen stukken 19.55 BESPREEKPUNTEN Gevraagde adviezen 7. Adviesaanvraag beeldkwaliteitsplan Nelson Mandelabuurt (vaststellen) 20.00 8. Adviesaanvraag Concept beleidskader sociale basis Amsterdam 2025-2032 (bespreken) 20.05 Ongevraagde adviezen g. Eerde helden van Zuidoost/ Mw. Lugman (vaststellen) 20.30 10. Rondvraag en sluiting 20.35 Ter kennisname: Toezeggingenlijst SDC oktober 2023
Agenda
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Raadsactualiteit Jaar 2018 Vergaderdatum 14 en 15 maart 2018 Afdeling 1 Agendapunt 6B Nummer 285 Publicatiedatum 12 maart 2018 Onderwerp Actualiteit van de leden Vroege, Torn, Alberts, Boldewijn, Ernsting, Boomsma, Van Soest en Van Lammeren inzake onrust in de taxiwereld Aan de gemeenteraad Het AD berichtte onlangs over een Telegram-groep genaamd “WegMetUber”, waarin ongeveer 300 anonieme leden zitten. In de groep zou een bestorming van het hoofdkantoor van Uber worden beraamd, die plaats moet vinden op 20 maart om 16:00. Uit quotes die de krant geeft afkomstig uit de appgroep, ontstaat een dreigend beeld. Er wordt onder meer geciteerd: “Neem je bakstenen, vuurwerk en molotovs meel!” Indien leden van een Telegram-groep daadwerkelijk van plan zijn een Amsterdams pand te bestormen, gebruikmakend van dergelijke geweldsmiddelen, dan levert dit evident een acuut dreigend gevaar op voor de openbare orde en voor de veiligheid van Amsterdammers. Het Parool meldt dat de politie eerder al een verband legde tussen criminaliteit en de sterke toename van het aantal taxi's in de stad. De omzet staan onder druk door groei van het aantal taxi's waaronder van Uber. Chauffeurs moeten steeds langere dagen draaien om genoeg te verdienen. Dit zou tot grote frustratie onder chauffeurs leiden. Uiteraard is er geen enkel excuus voor (oproepen tot) geweld. De initiatiefnemers van deze actualiteit bespreken graag in de gemeenteraad wat de gemeente kan doen om deze bestorming, of soortgelijke acties te voorkomen. Reden van spoedeisendheid De bestorming zou gepland staan voor 20 maart en de gemeenteraadsvergadering van Amsterdam biedt de enige mogelijkheid om voor die datum deze berichtgeving te bespreken. De leden van de gemeenteraad J.S.A Vroege (D66) R.K. Torn (VVD) R. Alberts (SP) H.B. Boldewijn (PvdA) Z.D. Ernsting (GroenLinks) 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 285 Raadsactualiteit Datum 12 maart 2018 D.T. Boomsma (CDA) W. van Soest (Partij van de Ouderen) J.F.W. van Lammeren (Partij voor de Dieren) 2
Actualiteit
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1359 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 2 november 2016 Ingekomen in brede commissie Begroting Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Guldemond, De Heer, Poot, Peters en Roosma inzake de Begroting 2017 (dekking vastgoedproblematiek). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017; Overwegende dat: — in de concept-Begroting 2017 een taakstelling van € 14 miljoen structureel is opgenomen voor de budgetten van de bestuurscommissies; — het college in zijn brief d.d. 6 oktober 2016 voorstelt de taakstelling te knippen in twee keer € 7 miljoen en de tweede € 7 miljoen viaeen begrotingswijziging op dit moment te dekken uit het beschikbare saldo in het meerjarenbeeld; — er daarmee ook zonder invulling van het tweede deel van de taakstelling een meerjarig sluitende begroting is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in samenspraak met de bestuurscommissies te focussen op het zo goed mogelijk opvangen van de gevolgen van de taakstelling voor de eerste € 7 miljoen; — het tweede deel van de taakstelling voor de bestuurscommissies te annuleren. De leden van de gemeenteraad P.V. Guldemond A.C. de Heer M.C.G. Poot D.W.S. Peters F. Roosma 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Volgnummer 1227 Datum indiening 5 oktober 2020 Datum akkoord 28 oktober 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Vroege inzake de dode hoek van vrachtwagens Aan de gemeenteraad Toelichting vragensteller: Er gebeuren nog altijd te veel ongelukken met vrachtwagens in de stad die kunnen worden voorkomen. Afgelopen maand schrok de fractie van D66 van het nieuws dat er wederom een dodelijk slachtoffer is gevallen nadat een vrachtwagen een fietser klemreed in zijn dode hoek. Er zijn signalen dat er vrachtwagens in Amsterdam rondrijden zonder enige bescherming voor fietsers te hebben. Bouwlogistiek is groot en zwaar. Hier is de Amsterdamse infrastructuur met kleine straten niet op gebouwd. Ook betreft het vaak chauffeurs die niet met regelmaat in Amsterdam autorijden. In 2017 heeft de stad Amsterdam samen met 17 andere steden al een brief gestuurd naar de Europese Commissie om met Europese richtlijnen te komen voor de veiligheidseisen die gesteld worden aan vrachtwagens. Inmiddels heeft Londen het heft in eigen hand genomen en een veiligheidsverplichting per oktober 2020 ingesteld om de dode hoek te minimaliseren? Een groot deel van de grote bouwlogistiek in Amsterdam rijdt in opdracht van de gemeente. Gezien het vorenstaande heeft het lid Vroege, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoeveel ongevallen per jaar zijn veroorzaakt door een vrachtwagen en hoeveel daarvan is bouw gerelateerd”? Aantal dodelijke Aantal dodelijke Totaal aantal ongeval met ongeval met andere dodelijke DEE Li vrachtwagen modaliteiten ongevallen 2010 AM 2011 AB) 2012 5 15 2013 A15 2014 B 19 2015 0 2016 12 2017 A4 A 1_https://www.parool.nl/amsterdam/31 -jarige-vrouw-overleden-bij-aanrijding-metvrachtwagen-in-west-bdbe63ct/ 2 https://www.emta.com/spip.php?article1336&lang=fr 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng lr Gemeenteblad ummer wees: Datum 28 oktober 2020 Schriftelijke vragen, maandag 5 oktober 2020 Eindtotaal_ | ____________49| _M3| 132] Antwoord: Dodelijke ongevallen met vrachtwagens in Amsterdam 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng lr Gemeenteblad R Datum 28 oktober 2020 Schriftelijke vragen, maandag 5 oktober 2020 Letselongevallen met vrachtwagens in Amsterdam Op basis van beschikbare gegevens zijn er ongeveer 40 ongevallen per jaar bekend waarbij een vrachtwagen betrokken is, ofwel ongeveer 2% van alle letselongevallen per jaar. De betrouwbaarheid van het aantal letselongevallen in Amsterdam is vanwege onvolledige ongevallenregistratie de laatste jaren niet goed weer te geven. Het aantal bouw gerelateerde ongevallen daarvan is niet bekend. Opgemerkt dient te worden dan niet alle vrachtwagen gerelateerde ongevallen, dode hoek ongevallen zijn. 2. Wordt bouwlogistiek nog meegenomen in de BLVC-procedure in het algemeen en specifiek bij bouwopdrachten van de gemeente zelf? En zo ja, in welke mate? Antwoord: Ja. Bouwlogistiek is onderdeel van de bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie (BLVC) plannen die worden opgesteld bij bouwprojecten (in het bijzonder infrastructuurprojecten) waarvan de gemeente opdrachtgever is. Aan aannemers wordt gevraagd een logistiek plan te maken waarin zij uitleggen wat zij zuilen doen aan het spreiden van vervoersbewegingen in de tijd en in modaliteit, verduurzamen van de gebruikte voertuigen, minimaliseren van de overlast en daarnaast met betrekking tot projectspecifieke zaken. Er is in het BLVC-kader een lijst van mogelijk te overwegen maatregelen (best-practices) opgenomen. Daarnaast moeten aannemers aangeven hoe zijn de inzet gaan borgen. 3. Wat is nu het beleid rondom de dode hoek van vrachtwagens? Antwoord: Wat doen we al binnen het Meerjarenplan Verkeersveiligheid (MJPV) en Fiets: -__ Veiliger inrichten kruispunten (o.a. de aanpak fietsvriendelijke kruispunten binnen het programma Fiets, maar ook Black Spots, risicolocaties en herinrichtingen) -__Educatieprogramma'’s op scholen met lessen over de dode hoek -__ Onderzoek naar verschillende typen 360 graden-camera'’s op gemeentelijke vrachtwagens -__ Inrichten van spiegelafstelplaatsen voor vrachtverkeer Deze maatregelen worden geëvalueerd op effectiviteit en mogelijk opgeschaald in het kader van de aanscherping van het MJPV, dat begin volgend jaar wordt voorgelegd aan de raad. Daarin kijken we naar nieuwe aanvullende maatregelen, en naar het intensiveren van de bestaande aanpak van onveilige kruispunten en black spofs. 4. Zouden er specifiek strengere eisen gesteld kunnen worden aan bouwlogistiek bij orders van de gemeente? Antwoord: Het BLVC kader betreft de (bouwlogistieke) inzet die een aannemer pleegt in het kader van de contracten tussen de gemeente en aannemer. Daarbij gaat het vooral om de inzet zo weinig mogelijk voertuigbewegingen te hebben en zo schoon en veilig mogelijk te rijden. Het BLVC kader heeft niet de vorm van specifieke eisen waaraan aannemers of transportbedrijven moeten voldoen. Voor zaken rondom eisen aan bouwplaatsen en transportmiddelen en veiligheid is er landelijke wet- en regelgeving. Aannemers hebben de nodige keuzevrijheid om de benodigde inzet voor bouwlogistiek te plegen. De lijst van te overwegen maatregelen (best-practices) kan worden aangevuld met extra maatregelen ten aanzien van verkeersveiligheid. Dit laatste vereist een aanpassing van het BLVC kader. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng lr Gemeenteblad Datum 28 oktober 2020 Schriftelijke vragen, maandag 5 oktober 2020 5. En kan Amsterdam het voorbeeld van Londen volgen met betrekking tot verzwaarde eisen aan vrachtverkeer in het algemeen? Antwoord: Het college vindt het heel belangrijk om de verkeersveiligheid in de stad verder te verbeteren en is voornemens om nog meer in te zetten op het terugdringen van het aantal ernstige verkeersongelukken. Mede onder invloed van de door Amsterdam in 2017 ondertekende brief werkt de EU aan nieuwe voertuigwetgeving voor onder meer vrachtverkeer. Naar verwachting duurt de implementatie van deze wetgeving nog een lange tijd. Londen is vooruitlopend op deze nieuwe EU wetgeving gestart met eigen wetgeving en handhaving op deze nieuwe vrachtvoertuigveiligheidseisen. Het college wil vooruitlopend op de nieuwe EU wetgeving verkennen wat in Amsterdam op kortere termijn gedaan kan worden op dit thema. Het college werkt aan een Agenda Logistiek in bredere zin waarin: -_Ín Amsterdam voor eenduidigheid in de aanpak van logistiek verkeer in de stad voor de komende jaren wordt gezorgd. -__ Hierbij zullen we ook samen met de branche de kansen verkennen voor het stellen van aanvullende verkeersveiligheids- en voertuigeisen (zoals Direct Vision) naar voorbeeld van Londen. -_ Logistiek heeft daarnaast ook te maken met veel andere gemeentelijke ambities, zoals het streven naar een zero-emissie zone, meer vervoer over water en een autoluwe stad. -__ Ook zullen we onderzoeken of een bepaald type vrachtwagens niet meer toegestaan kan worden in (een gedeelte van) de stad middels juridische of stimuleringsmaatregelen. Daarbij houden we rekening met de geldende landelijke en Europese (voertuig)regels en beschikbaarheid van voertuigen. - Voor voertuigen die zwaarder zijn dan 45 ton, vaak bouwverkeer, is het momenteel alleen onder voorbehoud van een routetoets toegestaan om het gebied rond het centrum te betreden. Dat betekent dat zij een route worden aangewezen die zij verplicht zijn te gebruiken. Er wordt momenteel gewerkt aan het aanscherpen van deze regel en een strengere grens voor deze routetoets. Het betreden van het centrum door zwaar verkeer wordt daardoor verder aan banden gelegd. - De Agenda Logistiek wordt in het voorjaar van 2021 via het college aan de raad aangeboden. Binnen de aanscherping van het MJPV kijkt het college aanvullend naar: - Het intensiveren van bestaande maatregelen zoals het veiliger inrichten van kruispunten en meer gedragsmaatregelen. -__Ín hoeverre nieuwe Europese voertuigveiligheidseisen voor vrachtwagens in de gemeentelijke aanbestedingscriteria, die van toeleveranciers en die van bouwverkeer (BLVC) gestimuleerd kunnen worden. -_ De MJPV aanscherping met het pakket aan nieuwe maatregelen wordt naar verwachting in december via het college aan de raad aangeboden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
D Gemeente Amsterdam AZ % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, x Juridische Zaken en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 31 januari 2008 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Tijd 13.30 tot 17.00 uur Locatie Boekmanzaal Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Vragenhalfuur Publiek 5 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ d.d. 10 januari 2008 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 31 januari 2008 6 Openstaande Toezeggingen 7 Termijnagenda 8 Actualiteiten Burgemeester 9 Rondvraag Algemene Zaken 10 Reactie initiatiefvoorstel Manon Van der Garde inzake arbeidsmarktproblematiek Nr. BD2007-008236 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid zijn hiervoor ook uitgenodigd e Deleden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen zijn hiervoor ook uitgenodigd Openbare Orde en Veiligheid 11 Nodale oriëntatie Nr. BD2007-007918 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Presentatie door dhr. Schönfeld 12 Bestuurlijk ophouden Nr. BD2007-008101 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Inte stemmen met de voorgestelde vervolgprocedure. 2 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 31 januari 2008 13 Verplaatsing speelautomatenhal naar Citytheater Nr. BD2008-000175 e Inte stemmen met het concept antwoord van de gemeenteraad. Juridische Zaken 14 Vaststelling Verordening tot wijziging van de Verordening op de stadsdelen Nr. BD2007-003721 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad op woensdag 12 maart 2008) Bestuurlijk Stelsel 15 Werkbezoek Commissie AZ aan Londen, 4-7 maart 2008 e Inte stemmen met het conceptprogramma voor het werkbezoek. NAGEKOMEN AGENDAPUNT: Openbare Orde en Veiligheid 16 Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevr. J. Sargentini van maandag 29 oktober 2007 inzake fouilleeracties op metrostations. e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 3
Agenda
3
train
x Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van % Amsterdam 23Jvni 2015 X Oost Jaar 2015 Registratienummer Z-15-18728 / INT-15-05361 Onderwerp: Laden en lossen Dirk van den Broek Pretoriusstraat Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost, Gehoord hebbende diverse bewoners op bewonersavonden op 9 september 2014, 25 maart jongstleden en 2 juni jongstleden en de fracties d.d. 26 mei jongstleden over voorkeurslocaties voor een laad- en loshaven voor de Dirk van den Broek in de Pretoriusstraat en bijbehorende randvoorwaarden en gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. g juni 2015 Overwegende 1. Dat de vestiging Pretoriusstraat 9 al decennia lang een supermarktbestemming kent die wordt bevoorraad aan de achterzijde van de winkel aan de Transvaalstraat omdat zich daar het magazijn bevindt; 2. Dat de vrachtwagen van Dirk van den Broek om in de Transvaalstraat te kunnen laden en lossen achteruit, tegen de verkeersrichting in, de Transvaalstraat inrijdt en daarbij een druk fietspad kruist hetgeen leidt tot onacceptabele verkeersonveilige situaties; 3. Datervoor de vrachtwagen van Dirk van den Broek om in de Transvaalstraat te kunnen laden en lossen nog geen laad- en los plek is ingericht waardoor de vrachtwagen op straat geleegd en gevuld wordt waardoor tijdens elke bevoorrading van de supermarkt verkeersstremmingen voor nood- en hulpdiensten en overig verkeer ontstaan van tussen de 30 en 45 minuten; 4. Dat bewoners in de Transvaalstraat en Transvaalbuurt in meer en mindere mate overlast ervaren van de laad- en losmomenten van de Dirk van den Broek. Gelet op 1. De afspraak die het Dagelijks Bestuur met de Dirk van den Broek heeft kunnen maken om de laad- en losmomenten tot een minimum te beperken (van gemiddeld 7 keer per dag begin dit kalenderjaar naar maximaal 3 x per dag op doordeweekse dagen en zondagen 5x op zaterdag) 2. De afspraak die het Dagelijks Bestuur met de Dirk van den Broek heeft kunnen maken om de venstertijden te versmallen naar a. Ladenen lossen op doordeweekse dagen en zaterdag tussen 07.30 uur en 17.00 vur (was tussen 07.00 Ur en 19.00 Uur) b. Laden en lossen op zondag tussen 08.30 vur en 16.00 vur (was tussen 07.30 Uur en 17.00 Uur) 3. De afspraak die het Dagelijks Bestuur met de Dirk van den Broek heeft kunnen maken om de overlast van het laden en lossen te beperken door de volgende maatregelen extra te treffen: a. Het nog efficiënter en effectiever inrichten van het laad- en losproces door lege wagentjes pas op de stoep te plaatsen als de vrachtwagen arriveert, direct daarop volgend de volle wagentjes in het magazijn te plaatsen om daarna de lege wagentjes in de vrachtwagen te plaatsen; blad | b. Met delaad- en losmedewerkers de afspraak te maken zo weinig mogelijk te communiceren en zeker niet te schreeuwen; c. De koelmotoren van de vrachtwagen in principe uit te zetten, tenzij dat als gevolg van de buitentemperatuur (warmer dan 25 graden Celsius) niet mogelijk is; d. De motor van de vrachtwagen tijdens het laden en lossen uit te zetten; e. Stelconplaten te plaatsen tussen de straat en het magazijn om geluidsoverlast tot een minimum te beperken omdat ribbels tussen tegels verdwijnen; f. _Hettot een minimum beperken of zelfs uitsluiten van de piepsignalen van de achteruitrijdende vrachtwagen hetgeen geluidsoverlast voor bewoners verminderd; 4. Dat bij de inrichting van de laad- en los plek vitgegaan wordt van de maximaal mogelijke afstand tot de balkons van de koopwoningen in combinatie met 3.50 meter vrije weg in de Transvaalstraat zodat noch nood- en hulpdiensten, noch overig verkeer wordt gestremd ; 5. De afspraak die het Dagelijks Bestuur met de Dirk van den Broek heeft kunnen maken inzake a. Toekomstige vervanging van het vervoer tussen vrachtwagen en magazijn: de Dirk van den Broek oriënteert zich maximaal op het vinden van wieltjes en/of wagentjes die bewezen nog minder geluidsoverlast veroorzaken; b. Pilot duurzaamheid: de Dirk van den Broek neemt contact op met de wethouder Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam en spreekt bij hem de bereidheid vit om als pilot mee te werken aan minder uitstoot-veroorzakende bevoorrading die tevens minder geluidoverlast veroorzaakt, waarbij de Transvaalstraat als prioritaire locatie kan en zal dienen; 6. Dat het Dagelijks Bestuur erop toeziet dat bewoners in het bezit van een auto met een parkeervergunning in dit gedeelte van de Transvaalstraat met prioriteit de mogelijkheid aangeboden krijgen om hun auto onder dezelfde voorwaarden als die gelden in de Transvaalstraat in de Q-park in Oostpoort mogen parkeren; 7. Dat het Dagelijks Bestuur het verlies van één parkeerplaats in de Paardekraalstraat als gevolg van aanpassingen van de bochten niet op straat maar eveneens in de in de Q-park in Oostpoort compenseert; 8. Dathet Dagelijks Bestuur, samen met de wethouder Duurzaamheid, Eigen Haard (eigenaar van het pand), Dreef B.V. (beheerder van het pand) en de Dirk van den Broek (exploitant van het pand) een uiterste inspanning leveren om het dak (dat toe is aan vervanging) te vergroenen, hetgeen een positief effect kan en zal hebben op het uitzicht van bewoners maar ook op het verminderen van geluidsoverlast en het verminderen van het energieverbruik van de Dirk van den Broek; 9. Dat het Dagelijks Bestuur, net als bewoners, wil voorkomen dat de Transvaalstraat een sluiproute wordt en daarom kiest om de vrachtwagen uit te laten rijden via de Paardekraalstraat en de Pretoriusstraat terug de Linnaeusstraat op en daarmee op dit onderdeel expliciet afwijkt van het advies van de Centrale Verkeerscommissie; 10. Dat er in geen enkele straat sprake is van het aanpassen van de rijrichting en dat de kosten van het aanleggen van de laad- en loshaven van € 17.500,- voor rekening van Dirk van den Broek komen en de kosten voor het aanpassen van twee bochten in de Pretoriusstraat van € 7.000,- voor rekening van de Bestuurscommissie Oost komen en gedekt worden uit de vrijval van de fysieke focusgelden 2014; 11. Dat het Dagelijks Bestuur met de Dirk van den Broek afspreekt dat de winkelmanager elk kwartaal het initiatief neemt met de bewoners de situatie rondom het laden en lossen alsook andere onderwerpen te bespreken en waar mogelijk verbeteringen op de hierboven geformuleerde afspraken doorvoert. Besluit: 1. Zo snel als mogelijk een laad- en los plek te creëren voor de Dirk van den Broek in de Transvaalstraat ter hoogte van huisnummers 30-34 2 2. Dirk van den Broek te instrueren de laad- en los plek aan te rijden vanuit de Linnaeusstraat 3. Dirk vanden Broek te instrueren de laad- en los plek te verlaten door vanuit de Transvaalstraat, rechtsaf de Paardekraalstraat, rechtsaf de Pretoriusstraat in en daarna rechts af de Linnaeusstraat weer op te gaan Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost Liane Pielanen, Ivar Manvel, Secretaris Voorzitter Afschrift: 3
Besluit
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1773 Datum akkoord 22 december 2016 Publicatiedatum 23 december 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kwint van 4 oktober 2016 inzake het bericht dat studenten in het ziekenhuis zijn beland door ontgroeningsrituelen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 3 oktober 2016 kwam het nieuws naar buiten dat ten minste drie leden van het Amsterdams Studentencorps (ASC) in het ziekenhuis zijn beland na hun ontgroening. Na drie weken zou er nog steeds één van de drie in het ziekenhuis liggen. Het zou gaan om leden van één dispuut, dat na de ontgroening van het ASC ook nog een dispuutsontgroening organiseerde. Het bericht volgt na een eerder geval van vandalisme waar de SP op 31 augustus 2016 schriftelijke vragen over heeft gesteld (beantwoording zie Gemeenteblad afd. 1, nr. 1696). Gezien het vorenstaande heeft het lid Kwint, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wat is de mening van het stadsbestuur over het bericht dat drie van de twaalf leden van één dispuut in het ziekenhuis belandden na hun ontgroening? Kan het college vertellen wat er gebeurd is en of er strafbare feiten zijn gepleegd? Antwoord: Volgens de rector van het A.S.C.-A.V.S.V. (Amsterdamsch Studenten Corps/Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging) is een jongen na een sprong van een hekje ongelukkig terecht gekomen en verzwikte zijn enkels, hij is hiervoor naar het ziekenhuis gegaan. Een tweede jongen heeft een longontsteking opgelopen en is hiervoor ook naar het ziekenhuis gegaan. Bij een derde jongen is een chronische erfelijke darmaandoening opgespeeld, naar eigen zeggen door vermoeidheid. Hij heeft hiervoor na afloop van de kennismakingstijd in het ziekenhuis gelegen. Het is bij het college niet bekend of er bij deze incidenten strafbare feiten zijn gepleegd. Dit is niet te vinden in de systemen van de politie. ! http://nos.nl/artikel/21 35762-drie-studenten-in-het-ziekenhuis-na-ontgroening-amsterdams- corps.htm| 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neng bra Gemeenteblad Datum 23 december 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 4 oktober 2016 2. Zijn er bij het college meer incidenten bekend die te maken hebben met de ontgroeningsperiode? Zijn er aangiftes gedaan van mishandeling? Antwoord: De politie registreert niet of een incident of mishandeling een relatie heeft met de ontgroening. De politie heeft wel gekeken in de politiesystemen of hier eventueel ontgroening gerelateerde incidenten uitgehaald kunnen worden. Dit heeft geen resultaat opgeleverd. 3. In Groningen bleken zwijgcontracten te bestaan voor leden van een studentenvereniging. Dat is zeer kwalijk omdat het een grote drempel is om aangifte te doen na misstanden. Kan het college uitsluiten dat er zwijgcontracten bestaan bij Amsterdamse studentenverenigingen? Antwoord: Volgens de rector van het A.S.C.-A.V.S.V zijn er enkele (gedrags-)regels opgesteld waaraan aspirant-leden zich dienen te houden gedurende de kennismakingstijd. In het geval aspirant-leden deze regels overtreden kunnen zij worden uitgesloten van verdere deelname aan de kennismakingstijd. Het doel van de overeenkomst is om de kennismakingstijd goed te laten verlopen. Er zijn ook enkele regels over de omgang met de pers opgenomen. Aspirant-leden kunnen met de media communiceren over de vereniging tijdens de kennismakingstijd indien zij hiervoor toestemming hebben van het bestuur. De reden achter deze regel is dat het bestuur wil voorkomen dat aspirant-leden uit naam van de vereniging spreken met de pers. De rector voegt hieraan toe dat het aspirant- leden vanzelfsprekend vrij staat om over eigen ervaringen te spreken met de media. Er zijn in deze overeenkomst geen bepalingen opgenomen ten aanzien van het contact met andere instanties, zoals de politie of de gemeente. Het college ziet geen aanleiding na te gaan of er zwijgcontracten bestaan bij de andere Amsterdamse studentenverenigingen. 4. Is het college het met de fractie van de SP eens dat als er sprake is van mishandeling een interne sanctie alleen niet voldoende is? Is het college het met de fractie van de SP eens dat er in onze stad geen sprake hoort te zijn van een parallelle juridische structuur naast onze reguliere rechtsorde? Is het college bereid om in gesprek te gaan met de studentenverenigingen om ze te verplichten om strafbare feiten bij de politie te melden? Antwoord: Het college is van mening dat in geval van strafbare feiten, zoals mishandeling altijd aangifte dient te kunnen worden gedaan bij de politie. Indien het slachtoffer of de getuige bang is voor represailles of wraakacties is het mogelijk om de adresgegevens af te schermen of om anoniem aangifte te doen. Alleen in enkele gevallen bestaat de verplichting om aangifte te doen. Dit is aan de orde als er sprake is van ernstige misdrijven. In art. 160 van het Wetboek van Strafvordering is omschreven dat als er sprake is van moord of doodslag, verkrachting of een dreiging tegen de staat men aangifte moet doen. En dan niet alleen als het feit gepleegd is, ook pogingen of voorbereidingen daartoe moeten aangegeven worden bij de politie. Dit is een uitzondering op de regel dat alleen aangifte gedaan kan worden van een misdrijf dat reeds heeft plaatsgevonden. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neng bra Gemeenteblad Datum 23 december 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 4 oktober 2016 Burgers — ook studentenverenigingen — kunnen niet verplicht worden om andere strafbare feiten te melden bij de politie. Stadsdeel Centrum is momenteel in gesprek met het A.S.C.-A.V.S.V. over een goede aanpak om geluidsoverlast in het algemeen en incidenten zoals tijdens de ontgroening te voorkomen. Hierbij hoort ook het gesprek over de eigen verantwoordelijkheid van de studentenvereniging en welke sancties zij kunnen opleggen indien de regels worden overschreden. 5. Kan het college toelichten welke actie de Amsterdamse universiteiten en hogescholen hebben ondernomen na het bekend worden van de misstanden? Vindt het college dat de universiteiten en hogescholen adequaat hebben gereageerd”? Antwoord: Er is volgens het college onvoldoende grond om te constateren dat er hier sprake is van misstanden. Het college ziet derhalve geen aanleiding om bij de universiteiten en hogescholen na te vragen welke actie zij hebben ondernomen. 6. Welke middelen heeft het stadsbestuur tot zijn beschikking om misstanden bij ontgroeningen tegen te gaan? Is het bijvoorbeeld mogelijk om vergunningen voor evenementen ter discussie te stellen? Of de exploitatievergunning voor het clubhuis van de studenten? Antwoord: Evenementen vergunningen kunnen onder andere worden geweigerd indien de vrees bestaat dat als het gevolg van het evenement de openbare orde zal worden verstoord, het evenement een onevenredige belasting voor het woon- en leefklimaat met zich meebrengt of er wanordelijkheden dreigen. De organisator van een evenement moet kunnen waarborgen dat het evenement goed verloopt. Het is denkbaar dat bij aanvragen door groepen of personen die zich in het verleden schuldig hebben gemaakt, er onvoldoende vertrouwen zal zijn dat zo'n organisator het evenement in goede banen zal leiden. Indien vergelijkbare evenementen in het verleden tot wanordelijkheden of overlast hebben geleid, kan dit ook een grond zijn om de vergunning te weigeren. Echter niet voor alle ontgroeningsactiviteiten moet een vergunning worden aangevraagd. Het intrekken van lopende vergunningen (zoals de exploitatievergunning van het clubhuis) is een ingrijpende maatregel, die alleen mogelijk is bij incidenten die direct aan het clubhuis kunnen worden gerelateerd. Daarvan lijkt vooralsnog geen sprake. Het college wil met name inzetten op verandering van het gedrag door met de verenigingen in gesprek te gaan. Zo werden dit jaar voorafgaand aan de introductieweken de dispuuthoofden van Amsterdamse Studenten Corpsen uitgenodigd door de politie en gemeente (stadsdeel Centrum). In dit gesprek kwam het volgende aan de orde: e De dispuuthoofden zijn met klem gevraagd om de overlast te beperken e Openbare ordeverstoringen zoals geschreeuw en keiharde muziek zijn verboden. e Ook vuurspuwen en het in grachten springen behoren tot overtredingen waartegen zal worden opgetreden. e Tevens is gevraagd om rekening te houden met het veranderde stadsbeeld in het Centrum en de vele bezoekers in het gebied. 3 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R weing bra Gemeenteblad ummer - -. . Datum 23 december 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 4 oktober 2016 , Gesuggereerd is om bepaalde klassieke rituelen te heroverwegen en meer in lijn met de huidige tijdgeest uit te voeren. Dit gesprek is voor herhaling vatbaar en zal zeer waarschijnlijk ook volgend jaar vóór de introductieweken plaatsvinden. Ook zijn groepen nieuwe studenten (ongeveer 500 personen in totaal) toegesproken door de wijkagenten over de bijzondere wijk waarin zij verblijven. Dit was toegespitst op de wallen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
VN2021-026187 N% Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O Zo Jeugd en Amsterdam Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, x Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van 13 oktober 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt A Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de Tweede voortgangsbrief Kansengelijkheid in het onderwijs en afhandeling van motie o10 d.d. 20 janvari 2021 van de leden Blom en Veldhuyzen inzake ‘Effectiviteit van het onderwijskansenbeleid!' De commissie wordt gevraagd 1 Kennis te nemen van de tweede voortgangsbrief 'Kansenongelijkheid in het onderwijs’ waarmee het college van B en W de raad informeert over de voortgang en resultaten van de inzet op het bevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs, inclusief bijbehorende bijlagen. 2 Kennis te nemen van de afhandeling van motie o1o d.d. 20 januari 2021 van de leden Blom en Veldhuyzen inzake ‘Effectiviteit van het onderwijskansenbeleid' opgenomen in de voortgangsbrief. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet: actieve informatieplicht van het college. Artikel 160 van de Gemeentewet: uitvoering door college van door de raad vastgestelde kaders. Artikelen 79 en 80 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: afhandeling van moties Bestuurlijke achtergrond Het college ondersteunt de scholen die dat het hardst nodig hebben, met speciale programma's en subsidieregelingen gericht op individuele begeleiding en ondersteuning. De raad is op 28 augustus 2020 geïnformeerd over de voortgang op deze programma’s voor het schooljaar 2019-2020. Met deze tweede voortgangsbrief geven we de recentelijke ontwikkelingen rondom kansengelijkheid in het onderwijs weer, het versterkende effect van corona en de voortgang op de belangrijkste onderdelen van de gemeentelijke inzet op kansengelijkheid in het onderwijs. Daarnaast benadrukt bijgaande brief de urgentie van het college van B en W om de door de crisis vergrote kansenongelijkheid in het onderwijs tegen te gaan. De coronacrisis heeft bestaande kansenongelijkheid in het onderwijs meer zichtbaar gemaakt en vergroot. Dit wordt versterkt door het voortdurende lerarentekort. De schoolsluiting heeft de meest kwetsbare kinderen met een risico op leerachterstanden het hardst getroffen. De brief is als volgt opgebouwd: 1. Recente ontwikkelingen kansengelijkheid en versterkende effect van de coronacrisis 2. Duurzaam investeren in gelijke kansen in Amsterdam; specifiek aanbod voor onderwijs 3. Landelijke ontwikkelingen en vitdagingen, ook voor het Amsterdamse Onderwijs Bijlage 1 van de voortgangsbrief geeft een beeld van ervaringen van scholen in zes portretten rondom de ingezette voorzieningen binnen Kansengelijkheid in het onderwijs. Bijlage 2 van de brief geeft de uitvoering van de motie ‘Effectiviteit van het onderwijskansenbeleid' van de leden Blom en Veldhuyzen weer. Bijlage 3 tot en met 5 zijn de tussenrapportage monitor en evaluatie Brede Gegenereerd: vl.5 1 VN2021-026187 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - Zorg % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van 13 oktober 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Brugklas Bonus, het Advies Onderwijsraad: Later selecteren, beter differentiëren en de Rapportage Zomerschool Amsterdam. Bijlage 6 betreft motie o10. Reden bespreking O.v.v. het lid Marttin (VVD). Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, afdoening motie o1o d.d. 20 januari 2021 van de leden Blom en Veldhuyzen inzake Kansenongelijkheid over effectiviteit van het onderwijskansenbeleid. Welke stukken treft v aan? Bijlage o_Raadsinformatiebrief kansengelijkheid in het onderwijs.pdf (pdf) AD2021-100863 Bijlage 1_Verhalen van scholen rondom kansengelijkheid. pdf (pdf) Bijlage 2_Effectiviteit van onderwijskansenbeleid.pdf (pdf) Bijlage 3_ Tussenrapportage Brede Brugklas Bonus mrt 2021. pdf (pdf) Bijlage 4_Advies Onderwijsraad Later selecteren+beter differentieren.pdf AD2021-100866 (pdf) AD2021-100867 Bijlage 5_ Rapportage zomerschool Amsterdam 2020.pdf (pdf) Bijlage 6_Motie o1o d.d. 20-01-2021 van leden Blom en Veldhuyzen inzake AD2021-100869 … . kansenongelijkheid.pdf (pdf) AD2021-100870 Commissie WIO (1) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZD/onderwijs: Karima Halioui, 06- 10245376, k.haliovi®amsterdam.nl en Priscilla Obeng, 06- 14824909, priscilla. obeng@ amsterdam.nl Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 903 Datum indiening 5 juni 2020 Datum akkoord 27 juli 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Taimounti inzake de effectiviteit van het handhavingsbeleid op de Eerste Sweelinckstraat. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Nu de discussie is opgelaaid over etnisch profileren bij de Belastingdienst zijn de signalen die de fractie van DENK binnenkrijgt over willekeur bij de gemeente Amsterdam zorgelijk. Wij willen daarbij vooropstellen dat wij geen oordeel vellen, maar aan waarheidsvinding willen doen. De fractie van DENK heeft het volste vertrouwen in de kundigheid van onze ambtenaren, maar wij zijn tegelijkertijd ook scherp op onbewuste vooroordelen. Daarom willen wij dat de signalen van willekeur serieus worden genomen en goed worden onderzocht. In het kader daarvan wil de fractie van DENK opheldering over het volgende; op en rond de Eerste Sweelinckstraat in Amsterdam zijn ongeveer 15 eet- en drinkgelegenheden. De fractie van DENK wil graag weten hoe effectief de handhavingsmethode is die momenteel wordt gebruikt en hoe deze wordt ingezet. De signalen die wij binnenkrijgen spreken van willekeur. Om een beeld te krijgen over wat er precies in deze straat en omgeving gebeurt, heeft de fractie van DENK de volgende vragen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Taimounti, namens de fractie van DENK, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoeveel horecazaken op en/of rond de Eerste Sweelinckstraat hebben, in de afgelopen 5 jaar, een bestuurlijke sanctie opgelegd gekregen? En op welke grond(en) van het huidige handhavingsbeleid zijn deze opgelegd? Kan het overzicht worden gespecificeerd naar de grond(en) waarop de sancties zijn opgelegd? 2. Welke overtredingen hebben geleid tot het opleggen van de handhavingsinstrumenten? Gelieve te specificeren per onderneming. Antwoord op de vragen 1 en 2 Voor overtredingen van de regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening en de Drank- en Horecawet wordt gesanctioneerd conform de Handhavingsstrategie Horeca APV/DHW 2013. Voor overtredingen met betrekking tot de regels omtrent muziekgeluid in het Activiteitenbesluit geldt de Handhavingsstrategie Muziekgeluid 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Amer 2 Ju 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 5 juni 2020 2017. Tenslotte kan gesanctioneerd worden volgens het Wabo handhavingsbeleid als het overtredingen betreft m.b.t geur of het bestemmingsplan of andere Wabo-regels. Deze handhavingsstappenplannen kennen verschillende typen sancties. Bij de hieronder genoemde aantallen worden alle ‘stappen’ meegeteld, waaronder ook de toepassing van de coulanceregeling en de bestuurlijke waarschuwing. Aan de Eerste Sweelinckstraat tot aan de hoeken met de Albert Cuypstraat zijn op 8 adressen horecagelegenheden gevestigd. Bij alle zaken (9 in totaal, want 1 zaak is overgenomen door een nieuwe exploitant) zijn de afgelopen 5 jaar één of meerdere handhavingsstappen opgelegd. In totaal zijn er 34 keer handhavingsstappen opgelegd, waarvan 16 i.v.m. overtredingen van het terras (sluitingstijd of uitwaaieren), 5 i.v.m. afwezigheid van de leidinggevenden, 9 i.v.m. milieu (muziekgeluid of geur), 2 i.v.m. strijd met bestemmingsplan, en 1 i.v.m. exploiteren zonder vergunning. 3. Wordt er bijgehouden welke horecagelegenheden zijn gecontroleerd en waarop zij zijn beoordeeld? Zo ja, kan er een overzicht daarvan worden verstrekt? Zo nee, hoe wordt vastgesteld welke ondernemingen (reeds) zijn gecontroleerd? Antwoord: Dit wordt deels bijgehouden. Veel controles vinden plaats naar aanleiding van overlastmeldingen. Niet na iedere melding wordt een controle uitgevoerd, dit is afhankelijk van het tijdstip, de aard van de melding en de exploitatiegeschiedenis van de ondernemer. Bij een controle gaat een toezichthouder ter plaatse na of er sprake is van een overtreding. Als dat het geval is, zal na een juridische check een stap opgelegd worden conform het stappenplan. Bij de betreffende zaken ging het in de afgelopen jaar om 50 geregistreerde controles na overlastmeldingen en 4 geregistreerde geplande controles. Deze hebben geleid tot de genoemde 34 handhavingsstappen. Daarnaast zijn er diverse zogenaamde preventieve rondes geweest op verschillende potentiële overlastlocaties in de Pijp. Deze zijn hierbij niet meegeteld. 4. Zoals reeds genoemd komen ons klachten over willekeur ter ore. Wat is het beleid van dit college om willekeur te voorkomen en hoe kan dit worden gemeld als ondernemers dit ervaren? 5. Indien er sprake is van willekeur om wel of geen overtredingen te negeren, hoe komt de gemeente daar dan achter? Welke mechanismen zijn er om dit te constateren? Antwoord op vragen 4 en 5: Het college herkent zich niet in deze willekeur. Op basis van overlastmeldingen en exploitatiegeschiedenis worden controles uitgevoerd. Als er bij een controle een overtreding wordt geconstateerd worden handhavingsstappen opgelegd. Hierbij speelt de afkomst van een ondernemer geen enkele rol. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
test
x Gemeente Amsterdam M L D % Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Duurzaamheid en Circulaire Economie % Agenda, donderdag 13 juni 2019 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Duurzaamheid en Circulaire Economie Tijd 09:00 tot 12:30 uur Locatie De Raadzaal Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie MLD d.d. 23.05.2019. e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieMLD @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 _TKN-lijst 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam M L D Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Duurzaamheid en Circulaire Economie Agenda, donderdag 13 juni 2019 Financiën 11 Het Jaarverslag 2018 Nr. BD2019-004836 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad d.d. 19.06.2019). 12 De Voorjaarsnota 2019 Nr. BD2019-004700 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad d.d. 29.05.2019 en 10.07.2019), 13 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het Generaal Verslag 2018 van ACAM Nr. BD2019-005062 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad d.d. 19.06.2019). 2
Agenda
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 388 Datum akkoord 16 mei 2014 Publicatiedatum 23 mei 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van 26 maart 2014 inzake de sloopplannen voor de Suhabuurt. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster: Op 24 maart 2014 zijn twee bewoners door de rechter gedagvaard omdat hun verhuurder (Eigen Haard) wil dat ze hun (sloop-)woning in de Suchtelen — van de Haarebuurt (Suhabuurt) verlaten. Eigen Haard was tot dagvaarding overgegaan omdat genoemde bewoners geen van de door Eigen Haard sinds september 2013 aangeboden vervangende woonruimte had geaccepteerd. Volgens de bewoners hadden zij de aangeboden woningen niet geaccepteerd, omdat de aangeboden woningen niet gelijkwaardig waren aan hun huidige woning: zo was de huur veel hoger, had de woning minder kamers, lag de woning in een heel ander deel van de stad, enz. Kortom, door de woning te accepteren zouden ze er op achteruitgaan. De sloopplannen voor de Suhabuurt liggen er al sinds 2008. In 2008 hebben de bewoners de melding gekregen dat hun woningen op de nominatie stonden om in de naaste toekomst gesloopt te worden. In het plan van aanpak werd gesproken van terugkeergarantie. Deze gold met name voor mensen met een lange woonduur. In het plan van aanpak was verder vastgelegd dat circa 30% van de bewoners kon doorschuiven naar nieuwbouw elders in Osdorp. Vanwege de crisis is de sloop vervolgens in de ijskast gezet. In september 2013 meldde Eigen Haard dat een deel van de sloopplannen weer opgepakt werden en dat de nieuwbouw startte in 2015. Eigen Haard meldde dat 64 huishoudens moesten verhuizen. De bewoners zouden geen wisselwoning krijgen, maar moesten via Woningnet een andere woning zoeken. Alle bewoners zouden bij verhuizing een nieuw huurcontract krijgen voor onbepaalde tijd. Mochten ze in de toekomst, zodra de nieuwbouw in de Suhabuurt klaar was, willen terugkeren, dan kregen zij wel voorrang, maar hun sv-urgentie zou niet gelden, aangezien zij bij verhuizing uit de sloopwoning een nieuw huurcontract hadden getekend. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 26 maart 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing J8 Gemeenteblad Datum 23 mei 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 26 maart 2014 1. Naast de genoemde twee bewoners zullen tussen nu en november 2014 nog eens achtendertig bewoners gedagvaard worden, als zij niet voor die tijd zijn verhuisd. Is het gebruikelijk dat bewoners van een sloop-/nieuwbouwproject door hun verhuurder gedagvaard worden? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Nee, het komt wel eens voor dat bewoners door hun verhuurder gedagvaard worden in deze fase van het proces maar is niet gebruikelijk. Zes maanden voor de sloopdatum wordt de huur opgezegd en huurders krijgen bemiddeling aangeboden bij het zoeken naar een andere woning. Als een bewoner niet meewerkt, wordt er een juridische procedure gestart. Zo is het vastgelegd in de kaderafspraken, die gemeente Amsterdam is overeengekomen met de Federatie van Woningcorporaties en de Huurdersvereniging Amsterdam. Zie http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie- diensten/wzs/publicaties/overig/stedelijke/stedelijke/amsterdamse/ Het komt echter weinig voor dat een huurder in zo’n geval daadwerkelijk gedagvaard wordt. Het is zeker niet de bedoeling alle achtendertig huurders te dagvaarden. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen, als de corporatie meer dan voldoende aanbiedingen heeft gedaan, maar er niet uitkomt met de huurder en de wensen van de huurder niet redelijk acht, start de corporatie een kort geding. Het Wijksteunpunt Wonen wordt daarvan op de hoogte gesteld. Het Wijksteunpunt Wonen kijkt als onafhankelijke partij naar het dossier en geeft de huurder advies. Het Wijksteunpunt Wonen heeft daarmee een rol als mediator. Het is aan de huurder of deze het advies ter harte neemt. Tot op dit moment is er in de SuHa buurt één kort geding gestart. Eigen Haard is daarbij door de rechter in het gelijk gesteld. Eén van de twee in de vraag genoemde huurders heeft uiteindelijk toch nog een aanbod van Eigen Haard aanvaard. 2. Volgens de bewoners zijn hen geen goede woningen aangeboden. Sterker, de woningen waren niet gelijkwaardig aan hun sloopwoning. Is het college het met vragenstelster eens dat woningen die in een dergelijk kader worden aangeboden ten minste gelijkwaardig moeten zijn in de ogen van de bewoners aan de te verlaten woning? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: In de Kaderafspraken is gedefinieerd wat gelijkwaardig is en dat betekent hetzelfde aantal kamers en dezelfde kwaliteit. Het heeft geen betrekking op de huurhoogte. Die zal vaak hoger uitvallen dan de huidige huur. Gelijkwaardig betekent passend bij de huidige gezinssituatie. Een huurder die nog alleen in een vijfkamerwoning woont, krijgt een driekamerwoning. Huurders hebben vaak een subjectieve beleving en weigeren woningen op basis van subjectieve criteria (niet mooi, te oud, te ver van winkels). Een huurder, die kwam van een driekamerwoning van 49 m2, vond een vijfkamermaisonnette van 75 m2 op de begane grond met een cv geen verbetering omdat de woning oud was en cv leidingen zichtbaar waren en de bank niet zou passen. Het College gaat wat betreft gelijkwaardigheid uit van in de Kaderafspraken vastgelegde objectieve criteria voor passendheid en dus niet van “wat in de ogen van de bewoners gelijkwaardig is”. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing J8 Gemeenteblad Datum 23 mei 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 26 maart 2014 3. Eén bewoner kreeg dezelfde woning tweemaal aangeboden, het tweemaal aanbieden van dezelfde woning gold als twee aparte aanbiedingen. Vindt u het terecht dat dit als twee aanbiedingen wordt geteld? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Het College vindt het niet terecht dat het tweemaal aanbieden van dezelfde woning als twee aanbiedingen wordt geteld. De corporaties vinden dat ook en zullen dezelfde woning dan ook niet twee keer aanbieden. Volgens Eigen Haard is dat hier ook zeker niet gebeurd en Eigen Haard verneemt graag om welk voorval dit zou gaan. De huurder heeft dit niet eerder bij de Eigen Haard gemeld. 4. Is het normaal dat een verhuurder aan een bewoner tweemaal dezelfde woning ter vervanging aanbiedt? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Het College vindt dat geen normale gang van zaken. In de praktijk komt twee keer aanbieden alleen voor als een corporatie een woning voor het betreffende huishouden reserveert. Dat gebeurt soms bij een rechtzaak. Aanbieden van gelijke woningen in eenzelfde straat, wordt wel gezien als aparte aanbiedingen 5. In de nabijheid van het te slopen complex bevinden zich een aantal braakliggende terreinen, terreinen van bouwprojecten die vanwege de crisis niet zijn doorgegaan. Nu er voor de bewoners van de Suhabuurt geen geschikte woningen elders in de wijk gevonden lijken te kunnen worden, zou het een idee kunnen zijn om de geplande nieuwbouw naar deze nu braakliggende terreinen te verplaatsen, dan wel op deze terreinen tijdelijke (wissel-)woningen neer te zetten. Voor de achtendertig huishoudens zou na oplevering van de nieuwbouw vervolgens wel gelijkwaardige woningen gevonden kunnen worden en er zouden dan geen bewoners gedagvaard hoeven worden. Is het college het met vragenstelster eens en kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Corporaties kiezen niet snel meer voor de inzet van wisselwoningen omdat ook dan de positie van huurders onzeker is. Door de slechte economische situatie op de markt staat vaak nog niet helemaal vast wat er uiteindelijk daadwerkelijk gebouwd gaat worden op de nieuwbouwlocatie. Programma en planning worden vaak in de tussentijd aangepast en dat betekent dat huurders veel langer in wisselwoningen zitten dan de bedoeling was. Van inzet van wisselwoningen is bij de herhuisvesting van deze groep bewoners in de SuHa buurt nooit sprake geweest. Er is in stadsdeel Nieuw west voor deze groep voldoende aanbod in bestaande bouw en in nieuwbouw, om de huishouders passend te herhuisvesten. Bewoners van dit complex hebben (minimaal) gelijkwaardige woningen in de nieuwbouw (met een huur onder de aftoppingsgrens en huurgewenning) aangeboden gekregen en geweigerd, zelfs aan de overkant van de straat. Tijdelijke huisvesting in wisselwoningen levert geen zekerheid over het accepteren van de vervangende nieuwbouw op de locatie waar nu dit complex zal worden gesloopt. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer nei 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 26 maart 2014 Tenslotte is het niet eerlijk om de spelregels, waarover duidelijk en transparant gecommuniceerd is, vlak voor de sloop te wijzigen in het voordeel van een kleine groep bewoners die er nu nog wonen. Eigen Haard biedt alle bewoners overigens passende (her)huisvesting en een terugkeerregeling op basis van objectieve criteria. De braakliggende terreinen in de omgeving zijn overigens ontwikkellocaties waarover afspraken zijn gemaakt met ontwikkelaars (SuHa 1°° fase) worden ontwikkeld voor zelfbouw (Maria Montessori locatie) of kennen reeds een tijdelijke invulling (De Punt Dijkgraafplein). Er zijn dus geen beschikbare terreinen. 6. Is het college bereid in overleg te treden met Eigen Haard om ervoor te zorgen dat voor de huidige bewoners een bevredigende oplossing wordt gevonden”? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Herhuisvesting van bewoners uit te slopen complexen is een onderwerp dat besproken wordt op stadsdeelniveau tussen het stadsdeel, het Wijksteunpunt Wonen en de corporatie. Dat is ook gebeurd met de herhuisvesting van bewoners uit dit complex in de Suhabuurt. In oktober 2013 heeft portefeuillehouder Jesse Bos haar zorgen over de voortgang van de herhuisvesting in dit complex met mij besproken. Navraag bij Eigen Haard leverde het inzicht dat deze te herhuisvesten huishoudens voldoende vervangende en passende huisvesting, ook in de nieuwbouw, aangeboden hebben gekregen maar dat aanbod hebben geweigerd. Eigen Haard handelt volgens de Kaderafspraken. Daarmee is nader overleg hierover door het College niet aan de orde. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
x Gemeente Amsterdam Gemeenteraad x Gemeenteblad x Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1117 Behandeld op 30 september 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Biemond, Groen en Kilic inzake de Transitievisie warmte (Energiecontactpersonen in de wijk) “Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: Gehoord de discussie over de Transitievisie warmte (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1050). Overwegende dat: -— De TVW een ingewikkeld document dat voor veel bewoners moeilijk te begrijpen zal zijn; — En de energietransitie ingrijpend zal zijn voor de manier waarop Amsterdammers wonen en hun huis verwarmen; — Het daarom belangrijk is om iedereen in de stad mee te krijgen en te zorgen dat Amsterdammers zich kunnen voorbereiden op deze transitie; — Het voor mensen die minder taalvaardig of digitaal vaardig zijn, onvoldoende is om hiervoor een uitgebreide website ter beschikking te stellen. Voorts overwegende dat: — De gemeente al werkt met sleutelfiguren in de wijk; — Deze sleutelfiguren vaak dichterbij hun buurtbewoners staan en daarom een belangrijke rol kunnen spelen om meer lokale betrokkenheid onder buurtbewoners te krijgen; — Dat deze mensen door hun netwerk en activiteiten in de buurt als contactpersonen kunnen worden ingezet, zonder dat zij zelf nu al voorloper in de energietransitie te zijn. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te onderzoeken hoe contactpersonen (vergelijkbaar met de sleutelfiguren) uit de wijk opgeleid kunnen worden om hun buurtbewoners uit te leggen wat de energietransitie voor hen betekent. “De leden van de gemeenteraad, H.J.T. Biemond R.J. Groen A. Kilig 1
Motie
1
discard
Í | > < Gemeente | Amsterdam > < West | Í Besluit Algemeen Bestuur A-besluit Afdeling: Gebiedspool Ruimte en Duurzaamheid Behandelende ambtenaar: Hugo Misset Telefoon 020-2530142 | Datum behandeling: 4 april 2017 | Besluitnummer: INT-17-02987 | Portefeuille: Ruimtelijke ordening | Onderwerp: Voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes. | Planning van de bespreking en besluitvorming | e _Oordeelvorming dinsdag 21 maart 2017 e Besluitvorming dinsdag 4 april 2017 | Het Algemeen Bestuur besluit: | 2. inte stemmen met het voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes; 2. het voorontwerpbestemmingsplan vrij te geven voor vooroverleg met die instanties die op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) | geraadpleegd dienen te worden; 3. het voorontwerpbestemmingsplan vrij te geven voor het | participatietraject met bewoners. Korte samenvatting: (max. 10 regels) | De Wet ruimtelijke ordening schrijft voor dat bestemmingsplannen elke tien | jaar worden herzien. Voor De Baarsjes geldt op dit moment een | bestemmingsplan dat is vastgesteld op 19 december 2006 en onherroepelijk | is geworden op 30 augustus 2007. Vanwege deze actualisatieplicht wordt er nu een nieuw bestemmingsplan opgesteld voor De Baarsjes. Het nieuwe | bestemmingsplan De Baarsjes dient vastgesteld te worden binnen 20 jaar na | het onherroepelijk worden van het nu vigerende plan. Dit betekent dat de | gemeenteraad uiterlijk op 29 augustus 2017 een besluit moet nemen tot | vaststelling. | | | | | | | | Stadsdeel West Pagina 2 van 5 | A-besluit | Besluitnr: INT-17-02987 | Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context): Eris een aantal redenen om een nieuw bestemmingsplan voor de Baarsjes op te stellen. De eerste reden is dat de Wet ruimtelijke ordening voorschrijft dat bestemmingsplannen elke tien jaar dienen te worden herzien. Voor De | Baarsjes geldt op dit moment een bestemmingsplan dat is vastgesteld op 19 december 2006 en onherroepelijk is geworden op 30 augustus 2007. Vanwege deze actualisatieplicht wordt er nu een nieuw bestemmingsplan opgesteld voor De Baarsjes. Het nieuwe bestemmingsplan De Baarsjes dient: | vastgesteld te worden binnen 20 jaar na het onherroepelijk worden van het nu vigerende plan. Dit betekent dat de gemeenteraad uiterlijk op 29 augustus 2017 een besluit moet nemen tot vaststelling. De tweede reden is dat in de loop der jaren op verschillende beleidsterreinen en op verschillende bestuursniveaus nieuw beleid is vastgesteld, bijvoorbeeld | ten behoeve van het behoud van kleinschalige bedrijfsruimten. Dit nieuwe | beleid wordt in het nieuwe bestemmingsplan verwerkt zodat het een actueel | juridisch planologisch kader biedt. | Met de afdeling Vergunningen en de stedenbouwkundigen van Ruimte en Duurzaamheid is onderzocht of er de afgelopen jaren voor een bepaalde | categorie bouwwerken veel vergunningaanvragen zijn geweest waarvoor een planologische procedure nodig was, maar waaraan in de praktijk binnen door de stedenbouwkundigen gehanteerde kaders in alle gevallen medewerking werd verleend. In de Baarsjes betreft dit de dakuitbouwen. Dit zijn | uitbreidingen op het achterdakvlak die aansluiten op een bestaande opbouw | of kap. Deze bouwwerken worden in dit nieuwe bestemmingsplan toegestaan | als recht, waardoor de planologische procedure niet meer nodig is en de regeldruk wordt verminderd. Met de afdelingen Vergunningen en de stedenbouwkundigen van Ruimte en Duurzaamheid zijn hiervoor de | ruimtelijke kaders vastgesteld die ook bij de toetsing van aanvragen zijn | gebruikt en met hen is ook de regeling in de planregels afgestemd. Uitgangspunt voor het nieuwe bestemmingsplan is het overnemen van de | planologische rechten van de vigerende bestemmingsplannen, waaronder De | Baarsjes 2006 en het Paraplubestemmingsplan stadsdeel West Amsterdam | deel 1 2012 (dat betrekking heeft op onder andere dakterrassen en | kinderopvangvoorzieningen). Daarnaast zijn de verleende | omgevingsvergunningen van de afgelopen 20 jaar (sinds de vaststelling van | het geldende bestemmingsplan) verwerkt. Op enkele hoofdpunten is het nieuwe bestemmingsplan anders dan de vigerende bestemmingsplannen: -__ er wordt de mogelijkheid geboden voor dakuitbouwen (zie | voorgaande tekst); -_de vestigingsgrootte van winkels voor het winkelgebied is beperkt | van 1.000 ma tot 350 m2. Daarmee wordt de nieuw vestiging van grote winkels met bijbehorende verkeersaantrekkende werking en mogelijke overlast door laad- en losbewegingen voorkomen Voor nieuwe grote winkels is een (korte) planologische procedure | nodig waarin de ruimtelijke inpasbaarheid op de betreffende locatie kan worden getoetst; | | | | Stadsdeel West Pagina 3 van5 | A-besluit Besluitnr: INT-17-02987 =_ kiosken: uitsluitend de bestaande kiosken worden toegestaan | conform het paraplubestemmingsplan dat naar verwachting op 15 | februari 2017 zal worden vastgesteld door de gemeenteraad; | =_ conform de algemene beleidslijn om bestemmingsplannen waar mogelijk flexibel te maken, wordt ondergeschikte horeca in winkels | toegestaan en zijn vormen van publieksgerichte dienstverlening toegevoegd aan de toegestane functies. Ad. 1 Instemmen met de inhoud van het voorontwerpbestemmingsplan | Bijgaand voorontwerp is de eerste versie van het bestemmingsplan. Het | plangebied heeft betrekking op de Baarsjes. De aftrap van de | voorbereidingen is gegeven in de gebiedstafel van 24 oktober 2016 toen de “Startnotitie bestemmingsplan De Baarsjes” is besproken. Op 8 november | 2016 is de startnotitie vastgesteld door het DB. | Ad 2 vooroverleg ex artikel 3.1.2. Bro | | Over het voorontwerpbestemmingsplan zal conform artikel 3.1.1. Bro in ieder geval overleg moeten worden gevoerd met Waternet. Net als bij andere | bestemmingsplannen zal ook de regionale brandweer in de adviesronde | worden betrokken. | Ad. 3 Participatie Voor de wijze waarop de participatie wordt vormgegeven: zie apart memo. Reden van het besluit: De formele bestemmingsplanprocedure is een bevoegdheid van het college van B&W en de gemeenteraad. De bestuurscommissie is bevoegd bestemmingsplannen voor te bereiden. De voorbereiding verloopt conform de werkwijze die het Algemeen Bestuur heeft vastgesteld op 22 september | 2015. Het voorontwerp en het voorgestelde participatietraject wordt ter accordering voorgelegd aan het Algemeen Bestuur (AB). | De voorbereidingsfase bestaat onder andere uit het vrijgeven van het voorontwerpbestemmingsplan voor vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro en voor het participatietraject. De verwachting is dat de uitkomsten van het vooroverleg geen belemmering vormen voor de voortgang van de | bestemmingsplanprocedure. In het voortraject is er al afstemming met Waternet geweest, onder andere over grondwateraandachtsgebieden (zie onder Voorbereiding en adviezen). De uitkomsten van de participatie en vooroverleg worden vervolgens verwerkt in de volgende fase van het plan, het ontwerpbestemmingsplan. Dit wordt opnieuw voorgelegd aan het AB en ter inzage gelegd door het college van B&W, waarna een ieder de mogelijkheid heeft om zienswijzen naar voren te brengen. Deze zienswijzen worden vervolgens door de gemeenteraad betrokken in de | besluitvorming omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. | | Stadsdeel West Pagina 4 van 5 A-besluit Besluitnr: INT-17-02987 Kosten, baten en dekking: | De kosten voor de voorbereiding van het bestemmingsplan komen ten laste | van het stadsdeel en zijn gedekt in de lopende begroting. Vanaf de | terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, liggen de kosten bij | Ruimte & Duurzaamheid. Voorbereiding en adviezen: | Het voorontwerpbestemmingsplan is opgesteld in samenwerking tussen de gebiedsteams, economische zaken, stedenbouw, handhaving en | vergunningen. De water huishoudkundige aspecten zijn besproken met Waternet. | Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg: | Over de startnotitie heeft geen inspraak plaatsgevonden. In het kader van het | voorontwerpbestemmingsplan zal participatie plaatsvinden (zie bijgevoegd | memo). | Meegezonden/ter inzage gelegde stukken: | 1) Voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes, verbeelding blad 1 | 2) Voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes, verbeelding blad 2 3) Voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes, verbeelding blad 3 | 4) Voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes, verbeelding blad 4 | 5) Voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes, verbeelding blad 5 | 6) Voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes, regels | 7) _Voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes, bijlagen bij de regels | 8) Voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes, toelichting 9) Voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes, bijlagen bij de toelichting 10) Memo participatie bestemmingsplan De Baarsjes Afschrift aan: | _ Marcel Zwaagman Bekendmaking / publicatie: Bewoners en andere gebruikers van het plangebied De Baarsjes worden per | bewonersbrief vitgenodigd voor een bewonersavond. Daarnaast wordt deze avond aangekondigd in de bekendmakingen van het stadsdeel, via Facebook, | het netwerk van de buurtcoördinatoren, buurtmedia en andere geschikte | communicatiemiddelen. Het bestemmingsplan is voorafgaand aan de | bewonersavond beschikbaar op de website van het stadsdeel en op de | landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. | Communicatie: Op de website (buurtpagina; projectenpagina) zal worden vermeld dat het voorontwerpbestemmingsplan De Baarsjes ter inzage wordt gelegd en dat er | een informatieavond wordt georganiseerd, met informatie over de te volgen | procedure. | Ter kennisname doorsturen aan: | Nvt. | 1 Stadsdeel West Pagina 5 van 5 A-besluit Besluitnr: INT-17-02987 Besloten in de vergadering van: 4 april 2017 Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West, Secretaris: Voorzitter: { SR e \ 5 \ ZESON | {\ E.M. Overzier G.J. Bouwmeester
Besluit
6
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad D Gemeenteblad x% Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 4TT Ingekomen op woensdag 22 april 2020 Behandeld op woensdag 22 april 2020 Status Verworpen via schriftelijke stemming op 28 april 2020 Onderwerp Motie van het lid van Soest inzake de actualiteit inzake aanpak Coronacrisis (zorghotels voor ouderen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Actualiteit inzake aanpak Coronacrisis. Constaterende dat: - __ Amsterdamse hotels kampen met grote leegstand door de coronacrisis; - __ ouderen nu al de vraag van de huisarts krijgen of ze erover willen nadenken of ze op de intensive care willen indien ze corona krijgen; - _ ouderen daardoor het gevoel krijgen dat zij geen keuzevrijheid meer hebben. Overwegende dat: - ouderen door de coronacrisis al extra hard geraakt worden; -__ virus wordt hen eerder fataal - doordat ze geen bezoek magen ontvangen raken ze sneller in een sociaal isolement; -__thuiszorg/mantelzorg komt vaak ook niet meer uit angst voor besmettingsgevaar en het ontbreken van beschermingsmaterialen. Van mening dat: - ereen goed alternatief moet komen voor ouderen die te slecht zijn voor thuis en te goed zijn voor het ziekenhuis waarmee ook recht gedaan wordt aan de keuzevrijheid voor ouderen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In gesprek te gaan met Amsterdamse hotelketens die met leegstand te kampen hebben. Teneinde zorghotels voor ouderen die besmet zijn met het coronavirus in te richten waar zij de zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben zonder in eenzame thuisquarantaine te hoeven verblijven. Het lid van de gemeenteraad, W. van Soest 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder nummer 430 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Heinhuis inzake stop de verkoop van sociale huur in specifeke gebieden. Onderwerp Stop de verkoop van sociale huur in specifieke gebieden Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de AAV. Constaterende dat: -__Met de snelle groei van het aantal huishoudens in Amsterdam wordt, bij een gelijkblijvend aandeel lage inkomens (48,8%), het tekort aan sociale huurwoningen in 2040 vele malen groter; -__Veelgebieden in de stad een te lage sociale woningvoorraad kennen, waarbij opvalt dat in de stadsdelen West en Oost respectievelijk slechts 33% en 38% van de woningvoorraad sociale huur betreft en in de stadsdelen Centrum en Zuid het zelfs gaat om minder dan een kwart van de woningvoorraad; -__ Meerdere huurdersverenigingen en bewonerscommissies uit verschillende wijken in de stad pleiten voor een stop op de verkoop van sociale huurwoningen om het gemengde karakter van die gebieden zoveel mogelijk te behouden; -_ Het college het behoud van gemengde wijken als belangrijke invalshoek kwalificeert, en de inzet van het college voor de nieuwe samenwerkingsafspraken met woningcorporaties daarom is dat de corporaties geen sociale huurwoningen verkopen, tenzij er heel duidelijke volkshuisvestelijke redenen zijn. Overwegende dat: -_Amsterdam een lange traditie kent van gemengde wijken waarin verschillende groepen bij elkaar wonen, wat essentieel is geweest voor de leefbaarheid van wijken en de sociale cohesie in de stad; - Delage percentages sociale huurvoorraad in de stadsdelen West, Oost, Zuid en Centrum raken aan het gemengde karakter van de stad en aan de volkshuisvestelijke prioriteiten; -_Het voor het behoud van het gemengde karakter van de stad essentieel is dat er niet alleen ‘nee, tenzij’ beleid wordt gevoerd, maar er ook in specifieke gebieden waar het Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 2 percentage sociale huurvoorraad dermate laag is en er weinig mogelijkheden zijn om bij te bouwen, een stop komt op de verkoop van sociale huurwoningen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__Om zich maximaal in te spannen om bij de samenwerkingsafspraken specifieke gebieden aan te wijzen waar de woningcorporaties geen sociale huurwoningen verkopen; - Deze aante wijzen gebieden, waar een stop op de verkoop van sociale huurwoningen moet komen, nader uit te werken; -_ Bij de vitwerking hiervan in het bijzonder te kijken naar gebieden waar het percentage sociale huurwoningvoorraad aanzienlijk lager ligt dan in andere gebieden en waar niet of nauwelijks mogelijkheden zijn om bij te bouwen. Indiener, L.E. Heinhuis
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 9 november 2022 Ingekomen onder nummer 422 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2023 Onderwerp Commiteren aan de inschrijving bij tenders Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023, Overwegende dat de huidige marktomstandigheden veel onzekerheden met zich meebrengen voor partijen die nieuwbouw realiseren Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Om risico op vertraging te reduceren bij nieuwe tenders verplicht te stellen dat zowel een project- ontwikkelaar als een financier bekend zijn bij inschrijving en zich commiteren aan de inschrijving Indiener(s), D.T. Boomsma
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1506 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 9 november 2016 Ingekomen onder 1255’ Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Poorter, Groot Wassink, Duijndam, Kaya, D. Yesilgöz- Zegerius, Boomsma, Van Soest en Van Lammeren inzake de Begroting 2017 (red de buurtwerkbedrijven). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Constaterende dat: — In Amsterdam in stadsdeel Zuidoost Buurtwerkkamers actief zijn, waarvan het voortbestaan na 31 december 2017 wordt bedreigd; — In de Buurtwerkkamers activiteiten worden georganiseerd voor kwetsbare mensen in de buurten, op het terrein van Nederlandse taalonderwijs, kookprojecten, vrijwilligerswerk, enz; — De buurtwerkkamers een belangrijke rol spelen in het activeren en verbinden van mensen, waardoor eenzaamheid wordt tegengegaan; — In Zuidoost 1200 bewoners gebruik maken van de Buurtwerkkamers; — De Buurtwerkkamers vrijwel geheel draaien op basis van vrijwilligers en als organisatievorm een coöperatie zijn. Besluit: — de Buurtwerkkamers in Zuidoost voor de stad te behouden; — inde Begroting 2017 middelen vrij te maken om te voorkomen dat de buurtwerkkamers per 1 januari 2017 de deuren moeten sluiten; — dekking te vinden in de middelen die in 2017 vrijvallen uit het Fonds Zorg, Werk & Jeugd; — bijde Voorjaarsnota 2017 voorstellen te doen voor structurele financiering. De leden van de gemeenteraad M.F. Poorter B.R. Groot Wassink P.J.M. Duijndam M. Kaya D. Yesilgöz-Zegerius D.T. Boomsma 1 W. van Soest J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 478 Publicatiedatum 17 mei 2019 Ingekomen onder L Ingekomen op woensdag 8 mei 2019 Behandeld op woensdag 8 mei 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Flentge en Kili inzake het plan jongeren- en studenten- huisvesting 2019-2022 en het convenant Studentenhuisvesting Amsterdam 2019 2022 (Amsterdamse Netwerk Jongerenhuisvesting) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het plan jongeren- en studentenhuisvesting 2019-2022 en het convenant Studentenhuisvesting Amsterdam 2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438). Constaterende dat — Het Plan JSHV stelt dat jongeren een belangrijke schakel zijn in de plannen voor JSHV, omdat zij input leveren over de kansen en de knelpunten; — In hetzelfde plan ook wordt gesteld dat jongeren nog onvoldoende vertegenwoordigd zijn; — Ende vertegenwoordiging van jongeren nog extra aandacht verdient. Overwegende dat — De beste manier om de betrokkenheid en vertegenwoordiging van jongeren te vergroten en te verbeteren is door jongeren een stem te geven; — Het Netwerk Amsterdamse Jongerenhuisvesting Amsterdamse momenteel Amsterdamse jongeren vertegenwoordigt; — Er nu concreet werk gemaakt kan worden van de vertegenwoordiging van jongeren door het Amsterdamse Netwerk Jongerenhuisvesting alvast een stem te geven. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Het Amsterdamse Netwerk Jongerenhuisvesting actief te benaderen en te betrekken bij het ontwikkelen van beleid rond jongerenhuisvesting; 2. Wanneer zich in de toekomst andere gegadigden aandienen het aantal actief te benaderen en te betrekken partijen op het terrein van jongerenhuisvesting eventueel uit te breiden. De leden van de gemeenteraad E.A. Flentge A. Kilig 1 2
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 624 Datum akkoord 17 september 2014 Publicatiedatum 19 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw A. Verheul en mevrouw M. ten Bruggencate van 22 augustus 2014 inzake verplicht eigen risico bij de Collectieve Zorgverzekering voor Minima. Aan de gemeenteraad Inleiding door vragenstelsters. Door een bureaucratische regeling van Agis Zorgverzekeringen en de Dienst Werk en Inkomen (DWI) wordt jaarlijks circa 3,7 miljoen euro van de mensen uit de laagste inkomensgroepen afgehouden. Terwijl Amsterdam zelf met miljoenen euro's aan maatregelen voor armoedeverlichting probeert de financiële en maatschappelijke positie van Amsterdamse minima te verruimen en te versterken. De fractie van D66 vindt dit niet alleen niet sociaal maar ook niet efficiënt en stelt daarom schriftelijke vragen. Amsterdam probeert via diverse armoederegelingen de vaak moeilijke situatie In minimahuishoudens te verlichten en heeft hiervoor miljoenen beschikbaar gesteld. De Collectieve Zorgverzekering voor Minima (via Agis) is een van deze regelingen die uit deze middelen wordt gerealiseerd. Agis biedt deze verzekering sinds de jaren '90 aan aan burgers met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau. Deelname aan deze collectieve verzekering betekent automatisch ook deelname aan de op maat gemaakte aanvullende pakketten. De aanvullende verzekering is speciaal en in samenspraak door Agis met DWI ontwikkeld. Deelname aan deze verzekering is vrijwillig. Net als iedereen moeten mensen met een minimuminkomen een verplicht eigen risico betalen indien gebruik wordt gemaakt van zorg die onder het eigen risico valt. Het komt geregeld voor dat mensen ineens het hele bedrag aan verplicht eigen risico moeten betalen wanneer gebruik is gemaakt van zorg. Dit kan voor de verzekerde ongewenste betalingsproblemen voor het verplicht eigen risico tot gevolg hebben. Om dit te voorkomen worden deelnemers aan de collectieve zorgverzekering van Amsterdam sinds 2013 verplicht maandelijks, gespreid, het eigen risico te betalen. Deze afspraak is op voorwaarde van DWI tot stand gekomen. Op de website van DWI valt te lezen: “Als u zich bij Agis verzekert via de collectieve verzekering van de gemeente Amsterdam, dan betaalt u het verplicht eigen risico in twaalf termijnen van € 30 per maand. Dat bedrag komt boven op uw premie. U krijgt dat geld in het eind 2015 (gedeeltelijk) terug als blijkt dat u weinig of geen zorg hebt gebruikt.” 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing boa Gemeenteblad R Datum 19 september 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 augustus 2014 Uit gesprekken die de fractie van D66 heeft gevoerd met de Cliëntenraad van DWI is gebleken dat deze specifieke voorwaarde het extra moeilijk maakt voor cliënten om de financiële touwtjes aan elkaar te knopen. Diverse cliënten hebben hierover klachten ingediend bij de Cliëntenraad. lemand die een jaar lang geen zorg nodig heeft gehad, heeft 360 euro voorgeschoten om het risico op (betalingsproblemen bij) facturen af te dekken. Vervolgens wordt dit geld niet aan het einde van het jaar waarin dit is gereserveerd, maar pas een vol jaar later teruggestort. Als reden hiervoor geeft Agis aan dat het voor kan komen dat er nog een jaar later zorgfacturen kunnen binnenkomen bij de zorgverzekeraar. Op het moment dat bij de zorgverzekeraar zoveel mogelijk zekerheid is verkregen dat er geen zorgfacturen over het jaar ervoor binnen komen, wordt het eigen risico tot 360 euro, zonder rente, naar de cliënt teruggestort. De terugstorting die ruim een jaar later plaatsvindt is volgens Agis gebaseerd op praktische overwegingen. “Met deze regeling wordt voorkomen dat bij veel klanten geld wordt terugbetaald en later in het jaar alsnog moet worden teruggevorderd.” De fractie van D66 heeft begrip voor een regeling dat het verplicht eigen risico gespreid betaald kan worden over het jaar om te voorkomen dat mensen in een keer geconfronteerd worden met een hoge factuur. De fractie van D66 constateert tegelijk dat mensen met een minimuminkomen vaak zeer veel moeite hebben de financiële eindjes aan elkaar te knopen. Een extra jaar lang kunnen mensen die het verplicht eigen risico niet hebben hoeven gebruiken, zonder dringende noodzaak, niet beschikken over een bedrag tot wel 360 euro per persoon. Bovendien lopen zij hierover de rente-inkomsten mis. Waarschijnlijker is zelfs dat veel van deze mensen juist extra kosten maken om dit te kunnen betalen, bijvoorbeeld omdat zij rood staan of geld moeten lenen omdat zij dit bedrag moeten (blijven) reserveren. Uit navraag bij Agis blijkt dat er op moment ca. 80.000 deelnemers aan deze regeling zijn. Het gaat om circa 35.000 mensen met een bijstandsuitkering en 45.000 behorende tot de groep overige minima (met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum). In het collegeakkoord is afgesproken dat de toelatingsgrens voor armoedevoorzieningen zoals de Collectieve Zorgverzekering voor Minima wordt opgehoogd naar 120% van het sociaal minimum voor o.a. ouderen, wat betekent dat er potentieel vele duizenden extra klanten voor deze collectieve verzekering bij zullen komen de komende jaren. Het kan bovendien voorkomen dat in 1 huishouden meerdere personen van deze verzekering gebruik maken en dus ook voor meerdere mensen het volledige eigen risico twee jaar lang zonder noodzaak moet worden gemist. Ook blijkt uit navraag dat in de afgelopen jaren gemiddeld ruim 80% van de gebruikers (64.000 mensen) het verplicht eigen risico geheel en 14% (11.200 mensen) gedeeltelijk opgebruikte. 6% van de deelnemers (4800 mensen) gebruikt geen eigen risico op. Stel dat de 11200 mensen van wie het eigen risico gedeeltelijk wordt opgebruikt, gemiddeld de helft van hun eigen risico gebruikt in een jaar. Dan is het bedrag dat door Agis voor deze groep een extra jaar wordt gereserveerd ruim 2 miljoen euro (11.200 x 180 euro x 1 jaar). Samen met ruim 1,7 miljoen euro die gereserveerd wordt door mensen die helemaal geen eigen risico opgebruiken, kom je uit op 3,7 miljoen euro wat een extra jaar wordt gemist door Amsterdamse minima. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing boa Gemeenteblad Datum 19 september 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 augustus 2014 De spaarrente die zij daardoor mislopen is zo’n 60.000 euro, de potentiële kosten die zij ervoor kunnen maken door rood staan kunnen wel zo'n 370.000° euro zijn. De sociale kosten die zij hierdoor mogelijk maken — zoals het afzien van het bezoeken van een verjaardagsfeest omdat er geen budget is voor een cadeau — zijn niet te becijferen. Gezien het vorenstaande hebben vragenstelsters op 22 augustus 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is deze klacht van gebruikers van de Collectieve Verzekering voor Amsterdam bij het college bekend? Antwoord: Het college heeft kennisgenomen van het standpunt van de Clientenraad en is bekend met het gegeven dat in een aantal individuele situaties, deelnemers hun ontevredenheid hebben geuit over de late uitbetaling van de reservering. Om deze reden heeft het college het voornemen om in 2015 de verplichte deelname aan de gespreide betalingsregeling los te laten. Dit is onderdeel van de besprekingen met de Zorgverzekeraar, die daartoe administratieve aanpassingen zal moeten doen. 2. Hoe oordeelt het college over dit aspect van deze regeling? Vindt het college het sociaal en wenselijk dat Amsterdamse minima hierdoor een extra jaar lang 360 euro moeten missen? Vindt het college het rechtvaardig dat de zorgverzekeraar op deze manier maximale zekerheid heeft dat zij niet met meer administratie en/of met moeilijk inbare vorderingen komt te zitten, terwijl dit ten koste gaat van de financiële ruimte van cliënten, en het risico op oninbare vorderingen daardoor geheel bij deze cliënten wordt neergelegd”? Antwoord: De late uitbetaling van het ongebruikte deel van de reservering is een nadeel van deze regeling. De oorzaak ligt in het feit dat zorgbehandelingen tot 1 januari 2015 uiterlijk 365 dagen mogen duren. Nota's worden vaak pas na het afsluiten van een behandeling verzonden. Vanaf 1 januari 2015 mogen zorgbehandelingen nog maar maximaal 120 dagen duren. Dat zal het in de toekomst mogelijk maken de reservering eerder uit te betalen aan deelnemers. Dit zal op zijn vroegst in 2016 merkbaar zijn. Bij de gesprekken met de Zorgverzekeraar over de voortzetting van de collectieve zorgverzekering wordt desalniettemin geprobeerd al in 2015 tot een zo vroeg mogelijke terugbetaling van de reservering van 2014 te komen. De reserveringsregeling is op verzoek van de Dienst Werk en Inkomen tot stand gebracht en is bedoeld om betaalproblemen te voorkomen, niet om de Zorgverzekeraar van dienst te zijn. Betalingsproblemen kunnen optreden als het verplicht eigen risico op enig moment in een jaar volledig verschuldigd is. Mensen met een laag inkomen kunnen in de meeste gevallen geen € 360,00 ineens betalen. Dat blijkt ook uit de landelijke stijging van het aantal “wanbetalers” in de 1 Gerekend met particulier spaarrente van 1,6% ? Gerekend met 10% rente tarief voor geoorloofd rood staan 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing boa Gemeenteblad Datum 19 september 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 augustus 2014 zorg. Die stijging wordt voor een deel veroorzaakt door achterstanden in premiebetalingen en in toenemende mate door achterstanden in de betalingen van het verplicht eigen risico. Wanbetalers komen onder een uitzichtloos zwaar incassoregime te vallen, waar zonder hulp niet is uit te komen. De reservering voor het verplicht eigen risico helpt dat te voorkomen en heeft het voordeel dat deelnemers die het verplicht eigen risico vroeg in het jaar gebruiken, daar pas achteraf voor gaan betalen, omdat de Zorgverzekeraar de kosten voorschiet. In die gevallen wordt geen kredietvergoeding gevraagd. 3. Hoe oordeelt het college over het gegeven dat terugstortingen worden gedaan zonder rentevergoeding? Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Belastingdienst die bij teveel geinde belasting wel een rentevergoeding uitkeert? Agis zegt hierover: “hier tegenover staat dat het merendeel van de verzekerden zijn eigen risico reeds begin 2014 verschuldigd zal zijn, terwijl ze gespreid over het jaar hiervoor betalen. Achmea schiet hier in principe het eigen risico bedrag gedeeltelijk voor. Hierover betalen de verzekerden geen rente.” Worden de kosten hiervoor nu in feite volledig doorgeschoven naar de groep minima die in een jaar het geluk hadden geen zorgkosten te maken? Antwoord: Het college accepteert noodgedwongen het gegeven dat er aan 6% van de deelnemers die geen zorg gebruiken, geen rentevergoeding wordt verstrekt. De belangrijkste reden om geen rente te vergoeden ligt in het feit dat het Zorgverzekeraars wettelijk niet is toegestaan bancaire activiteiten te ontplooien. Rente vergoeden of een kredietvergoeding vragen worden als zodanig beschouwd. Het is niet te verwachten dat De Nederlandsche Bank als toezichthouder hier toestemming voor zal verlenen. Vasthouden aan een rentevergoeding zou daarom de reserveringsregeling voor de 90% van de deelnemers die wel het verplichte eigen risico verschuldigd zijn, zeer lastig of zelfs onmogelijk maken. Het college kan zich niet vinden in de vergelijking met de Belastingdienst. Voor de Belastingdienst geldt In tegenstelling tot Zorgverzekeraars een wettelijke plicht tot het heffen en betalen van (invorderings)rente. Voor de deelnemers geldt dat zij vooraf weten, of kunnen weten, waaraan ze meedoen. De voorwaarden voor deelname worden jaarlijks in een persoonlijke brief toegelicht. Elk individu dient zelf de afweging te maken of hij gaat deelnemen. Er worden in geen geval kosten doorgeschoven. Alle (automatiserings)kosten die de Zorgverzekeraar maakt om deze regeling administratief te faciliteren worden door de Zorgverzekeraar gedragen. Het nadeel voor de 6% klanten waarbij achteraf blijkt dat ze geen eigen risico verschuldigd zijn, bedraagt over 24 maanden gerekend, € 8,40, uitgaand van een eigen risico van € 350,00 in 2014 en een gemiddelde spaarrente van 1,6 %. Dit nadeel zou niet opwegen tegen de kosten van een kredietvergoeding, zo die was toegestaan, bij dat deel van de 90% verzekerden dat vroeg in het jaar met het volledig verplicht eigen risico te maken krijgt, omdat krediet vergoedingspercentages een veelvoud bedragen van spaarrentepercentages. Als de onderhandelingen met de Zorgverzekeraar slagen wordt de keuzevrijheid vergroot. Vanaf 2015 kan er dan aan de collectieve verzekering deelgenomen worden zonder de reserveringsregeling voor het verplicht eigen risico. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing boa Gemeenteblad R Datum 19 september 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 augustus 2014 4. Wegen de door Agis genoemde praktische voordelen van de huidige regeling volgens het college op tegen de bezwaren, namelijk dat Amsterdamse minima gedurende lange tijd niet kunnen beschikken over hun geld, daardoor nog meer moeite hebben de financiële eindjes aan elkaar te knopen en daarvoor eveneens geen compensatie krijgen? Antwoord: De afweging van de voor- en nadelen dient door de deelnemers gemaakt te worden. Het college staat achter de regeling om maandelijks te reserveren voor het verplicht eigen risico. Daarmee wordt de kans op betalingsproblemen zo klein mogelijk gehouden. Het college dient er van uit te gaan dat er ook in lage maandinkomens, aangevuld met de maandelijkse Zorgtoeslag, € 30,00 ruimte aanwezig is om in de kosten van het verplicht eigen risico te voorzien. Zorgkosten zijn niet te voorzien en worden soms pas in een volgend jaar gedeclareerd. Het komt voor dat er in één jaar twee keer verplicht eigen risico is verschuldigd, over het actuele jaar en het voorgaande jaar. Als er niet gereserveerd is, ontstaat er meteen een groot betalingsprobleem, bijna ter hoogte van een maanduitkering. Bijna alle Zorgverzekeraars bieden inmiddels betalingsregelingen achteraf aan. Maar uit het rapport “Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013” van de Nederlandse Zorgautoriteit van 13 mei 2014, blijkt dat er ook bij dit soort betalingsregelingen betalingsachterstanden ontstaan. Die problemen komen niet voor bij reserveringsregelingen vooraf. Het grootste risico voor deelnemers is tot nu toe dat zij een relatief gering bedrag aan mogelijk renteverlies lijden. Zie verder de beantwoording van de vragen 1, 2 en 3. 5. Vindt het college het efficiënt dat Amsterdam aan de ene kant hard werkt aan het verbeteren van de financiële en maatschappelijke positie van minima door het aanbod van onder andere diverse armoedevoorzieningen, en aan de andere kant verlangt dat 360 euro van minima een extra jaar bij Agis gereserveerd wordt; geld dat ook gebruikt kan worden als leefgeld, leergeld, woongeld, reisgeld, spaargeld en speelgeld? Antwoord: De reservering voor het verplicht eigen risico draagt bij aan de verantwoorde besteding van het inkomen en voorkomt het ontstaan van betalingsachterstanden. Betalingsachterstanden zijn bijna niet in te lopen als men een minimum inkomen heeft. Deelnemers hebben vooraf de zekerheid dat zij overige gemeentelijke armoedevoorzieningen volledig kunnen gebruiken voor het doel waarvoor ze verstrekt worden, omdat ze niet geconfronteerd worden met hoge zorgnota's die een spoedoplossing vergen. Amsterdammers die afzien van deelname nemen het risico dat zij tot ver in het volgende jaar nota's voor het verplicht eigen risico kunnen ontvangen. Dat bij 6% van de deelnemers achteraf blijkt dat de reservering voor het verplicht eigen risico overbodig is geweest, is een voorlopig onvermijdelijk gevolg. Het college vindt dit een verantwoorde afweging. 5 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing boa Gemeenteblad Datum 19 september 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 augustus 2014 6. Deelname aan de collectieve verzekering is vrijwillig. Het staat minima vrij om geen gebruik te maken van het aanbod. Zij lopen daardoor echter ook de korting op de basisverzekering mis. De collectieve verzekering voor minima is op verzoek van het gemeentebestuur tot stand gekomen om minima in Amsterdam tegemoet te komen; hun financiële situatie te verlichten en tegelijk te zorgen voor een goede verzekering en goede (toegang tot) zorg. Uit de aantallen blijkt dat veel minima in Amsterdam daar graag gebruik van maken. Het is volgens de fractie van D66 niet wenselijk dat minima in Amsterdam afzien van deze collectieve verzekering vanwege dit aspect van de regeling. Wat is het standpunt van het college hierover? 7. Is het college bereid samen met de Cliëntenraad van DWI te kijken naar alternatieve regelingen voor het al dan niet verplicht gespreid betalen van het eigen risico en de terugbetaling van het niet gebruikte deel daarvan? Antwoord vragen 6 en 7: Het college bepleit deelname aan de collectieve zorgverzekering. Om zoveel mogelijk Amsterdammers te laten meedoen streeft het college naar keuzevrijheid ten aanzien van deelname aan de reserveringsregeling voor het verplicht eigen risico. De wens van de Cliëntenraad heeft daartoe bijgedragen en wordt betrokken bij de onderhandelingen met de Zorgverzekeraar. Voor de deelnemers blijft het college streven naar zo vroeg mogelijke uitbetaling van ongebruikte gereserveerde gelden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 6
Schriftelijke Vraag
6
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1622 Datum indiening 25 september 2020 Datum akkoord 14 december 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Dantzig inzake de inzet van influencers Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Verschillende influencers en artiesten kwamen deze week in opspraak na uitingen op social media waarin ze onder de hashtag #ikdoenietmeermee hun volgers stimuleerden om de coronamaatregelen niet meer in acht te nemen. Wat velen tegen de borst stuitte was het feit dat een van de influencers vlak ervoor met anderen 65.000 euro incasseerden voor het promoten van de 1,5 meter- en andere coronamaatregelen. Volgens de fractie van D66 is het benutten van influencers om beleid onder een breder publiek te promoten in de kern een goed middel. Het kan een grote groep jongeren bereiken waarbij het anders lastig kan zijn om in hun informatiebubbel terecht te komen. Maar wanneer de influencer zich na de betaling compleet tegen de boodschap keert is dat zonde van het belastinggeld. Het is onwenselijk dat influencers aanspraak maken op betalingen voor het promoten van een boodschap als ze die even later extreem ondermijnen. Gezien vorenstaande heeft het lid van Dantzig, namens de fractie van D66, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft de gemeente eerder influencers ingehuurd om een boodschap te verspreiden of kracht bij te zetten? Antwoord: Ja. In één geval (#jijstaatnietalleen) heeft de gemeente rechtstreeks een influencer ingeschakeld. In de overige twee gevallen heeft een door de gemeente ingeschakeld campagnebureau' een influencer ingeschakeld als onderdeel van een campagne waarvoor de gemeente dat betreffende bureau dan inzette. 2. Om hoeveel influencers ging dat in 2019 en tot nog toe in 2020? Antwoord: Het ging om drie influencers in 2020: -__In 2020 is een influencer ingezet om meiden en jonge vrouwen te bereiken in het kader van tjijstaatnietalleen -__In 2020 is een influencer ingezet in een filmpje Mono om jongeren te waarschuwen hun telefoon niet te gebruiken in het verkeer 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 1622 Gemeenteblad R Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 september 2020 -_In mei 2020 is een influencer ingezet in een video op social media voor de coronacampagne “hou afstand, vermijd drukke plekken”. 3. Is het de verwachting dat we in de toekomst gebruik zullen maken van influencers? Zo ja: op welke schaal? Antwoord: De gemeente stelt zich zeer terughoudend op bij het (al dan niet door het door de gemeente ingeschakelde campagnebureau) inzetten van influencers. Liever werkt de gemeente met zogenaamde ambassadeurs. Deze worden niet betaald voor het plaatsen van een social media post maar verbinden zich aan een onderwerp (bijv. antidiscriminatie). Voor het ambassadeurschap ontvangen zij een kleine onkostenvergoeding. 4. Welke afspraken maken we standaard vooraf als we influencers inhuren? Antwoord: De gemeente heeft tot nu toe 1 keer een influencer rechtsreeks ingeschakeld. Van standaard afspraken is (dus) geen sprake. De toen gemaakte afspraken zagen met name toe op de door de influencer te posten content, de mogelijkheden voor de gemeente om daar vooraf input op te leveren en de betaling. In de overige gevallen maakt de gemeente zelf geen afspraken met de influencer (of diens management). Dat doet het door de gemeente ingeschakelde campagnebureau. Tussen de gemeente en het campagnebureau gelden dan de gemeentelijke algemene inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten. Daarin is onder meer opgenomen dat het campagnebureau de volledige verantwoordelijkheid draagt voor door het bureau ingeschakelde partijen. Als de door het campagnebureau ingeschakelde influencer de communicatie-uitlatingen ‘even later’ extreem ondermijnt kan de gemeente zich dus (in de eerste plaats) wenden tot het campagnebureau. 5. Is het weleens voorgevallen dat influencers de boodschap waarvoor ze werden ingehuurd even later juist tegenspraken? Antwoord: Nee dat is bij ons niet bekend. 6. Nemen we voor dit soort gevallen standaard in de overeenkomst op dat de gemeente geen betaling verschuldigd is voor het doen van communicatie- uitingen, indien die even later door degene die hiervoor wordt ingehuurd extreem wordt ondermijnd? Antwoord: Nee, dat wordt niet standaard opgenomen. Tot nu toe is dit ook nog niet nodig gebleken, maar het maken van strakkere afspraken hierover is een goede suggestie voor als de gemeente toch vaker influencers zal gaan inschakelen. Het ligt vermoedelijk wel in de aard van de opdracht/overeenkomst besloten dat de (door de gemeente of het campagnebureau) ingezette influencer niet binnen korte termijn in het openbaar een standpunt mag uiten in tegenspraak met de campagne-boodschap. Als dat gebeurt kan dat een toerekenbare tekortkoming van de influencer (of diens management) of van het campagnebureau inhouden en kan de gemeente van de influencer (of diens management) of van het campagnebureau een schadevergoeding vorderen. Het hangt af van alle omstandigheden van het geval (zoals hoe ernstig de ondermijning is, hoeveel tijd er tussen de campagne en de ‘ondermijning’ zit en 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Ndeing 1622 Gemeenteblad ummer - =. " Datum 14 december 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 september 2020 hoe groot de rol van was van de influencer in de campagne) of die zal worden toegekend en hoe hoog die zal zijn. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
VN2023-024796 G Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare emeente ' ' Waternet % Ruimte en Groen, Water M OW % Amsterdam Voordracht voor de Commissie MOW van o7 december 2023 Ter kennisneming Portefeuille Water (excl. Varen) Agendapunt 2 Datum besluit 14 november 2023 Onderwerp Kennisnemen van de PFAS Resultaten 2022 bij Waternet en instemmen met het voortzetten van de extra zuiveringsinspanning in het verwijderen van PFAS uit drinkwater De commissie wordt gevraagd Kennisnemen van de onderzoeksresultaten naar de verwijdering van PFAS in de drinkwaterzuivering van Weesperkarspel en Leiduin. Met als belangrijkste conclusie dat Waternet een handelingsperspectief heeft in het verlagen van de concentraties PFAS in het drinkwater door het sneller vervangen van de actieve koolfilters. Waternet kan circa 30%-40% van de concentratie verlagen door het sneller reactiveren van de actief kool. Het is nu nog niet duidelijk of hiermee de richtwaarde van het RIVM voor beide productielocaties kan worden gehaald; Wettelijke grondslag Drinkwaterwet, hoofdstuk 2 artikel 2, Bestuursorganen dragen zorg voor de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening. Drinkwaterwet, hoofdstuk 3 artikel 21 lid 1, De eigenaar van een drinkwaterbedrijf draagt er zorg voor dat het drinkwater dat hij aan consumenten of andere afnemers ter beschikking stelt, geen organismen, parasieten of stoffen bevat, in aantallen per volume-eenheid of concentraties, die nadelige gevolgen voor de volksgezondheid kunnen hebben. Drinkwaterwet, hoofdstuk 3 artikel 21 lid 2, De eigenaar van een drinkwaterbedrijf draagt er tevens zorg voor dat het ontwerp en de staat van de van dat drinkwaterbedrijf deel vitmakende watervoorzieningswerken, toestellen en leidingnetten geen gevaar kunnen opleveren voor verontreiniging van de daarop aangesloten collectieve watervoorzieningen, collectieve leidingnetten, woninginstallaties en andere installaties en van het aan de betreffende eigenaars of consumenten ter beschikking gestelde drinkwater. Conform de Gemeentewet, artikel 160, eerste lid, onder a en 169, eerste lid. Bestuurlijke achtergrond De gemeenteraad is met een raadsinformatiebrief geïnformeerd over PFAS in drinkwater (dd. 3 november 2022). De onderzoeksresultaten over de verwijdering van PFAS in drinkwater bij Waternet 2022 zijn gereed en worden conform afspraak aangeboden aan de wethouder en het college. Op 27 oktober 2022 heeft de wethouder de raad geïnformeerd. De wethouder ging in de commissie in op de concentratie PFAS in het drinkwater. Het drinkwater voldoet aan alle normen, maar het RIVM heeft een rapport naar de Tweede Kamer gestuurd met aanbevelingen over strengere richtwaarden. Bij Waternet vindt al een proef plaats over hoe PFAS beter uit het water verwijderd Gegenereerd: vl.7 1 VN2023-024796 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW msterdam Waternet % Ruimte en Groen, Water Voordracht voor de Commissie MOW van o7 december 2023 Ter kennisneming kunnen worden. De wethouder wil hier, ongeacht de resultaten, mee aan de slag, omdat Waternet voor haar drinkwater oppervlaktewater uit de Rijn gebruikt dat meer PFAS bevat. Reden bespreking nvt Uitkomsten extern advies nvt Geheimhouding nvt Uitgenodigde andere raadscommissies nvt Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nvt Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam AD2023-086816 | Commissie MOW Voordracht (pdf) | AD2023-086818 Raadsinformatiebrief PFAS in drinkwater.pdf (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam | Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Thomas Blokhuis, bestuursadviseur Waternet; thomas. [email protected] 0622081584 Job Rook senior adviseur drinkwater Waternet [email protected] 0610340809. Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 466 Publicatiedatum 19 juni 2015 Ingekomen op 17 juni 2015 Ingekomen in raadscommissie WE Te behandelen op 1/2 juli 2015 Onderwerp Amendement van het raadslid mevrouw Saadi inzake de Voorjaarsnota 2015 (indicator internationale bedrijven). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Constaterende dat: — het college de ambitie uitspreekt dat de Metropoolregio Amsterdam (MRA) behoort tot de top 5 van economische regio's van Europa; — het college de ambitie uitspreekt dat Amsterdam een aantrekkelijke vestigingsstad voor ZZP'ers, MKB en (internationale) bedrijven dient te blijven; — de indicator ‘Aantal nieuwe internationale bedrijven in de Metropoolregio’ wordt geschrapt in de Voorjaarsnota 2015; Van mening dat: — teneinde haar kaderstellende en controlerende taak te kunnen uitoefenen, de gemeenteraad behoefte heeft aan meerindicatoren om inzicht te verschaffen in het resultaat van de investeringen van het college op dit terrein, Besluit: op bladzijde 183 van de Voorjaarsnota 2015 de volgende indicator niet te schrappen: ‘Aantal nieuwe internationale bedrijven in de Metropoolregio’. Het lid van de gemeenteraad, |. Saadi 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam Z S % Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie % Agenda, donderdag 15 januari 2015 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ZS d.d. 11 december 2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieZS@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Z S Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Agenda, donderdag 15 januari 2015 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Zorg en Welzijn 11 Nadere regels en Financieel Besluit Wmo 2015 Nr. BD2014-014084 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 12 Brief Contractering Wmo 2015 Nr. BD2014-013691 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Kaya (D66). 13 Onderzoek van de rekenkamer naar mantelzorg Nr. BD2014-014065 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden mevrouw Bouchibti (VVD) en mevrouw Kaya (D66). e Was TKN 10 in de Commissievergadering ZS van 20 november 2014, e De directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam, de heer De Ridder is hierbij uitgenodigd. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering ZS van 11 december 2014. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 14 en 15. 2 Gemeente Amsterdam Z S Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Agenda, donderdag 15 januari 2015 14 Beantwoording motie 883 Van der Pligt inzake de ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers die complexe zorg leveren Nr. BD2014-014066 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Alberts (SP). e Was TKN 8 in de Commissievergadering ZS van 20 november 2014, e _ Uitgesteld in de Commissievergadering ZS van 11 december 2014. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 13 en 15 15 Besluit inzake bestedingsvoorstel extra middelen mantelzorg 2015 Nr. BD2014- 011714 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 13 en 14. 16 Stand van zaken (doorontwikkeling) wijkzorg Nr. BD2014-014062 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het raadslid Roosma (GrLí). e Was TKN 1 in de Commissievergadering ZS van 11 december 2014, 17 Beschermd wonen: vaststelling Subsidieregeling Beschermd wonen 2015 Gemeente Amsterdam Nr. BD2014-014063 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het raadslid Roosma (GrLí). e Was TKN 2 in de Commissievergadering ZS van 11 december 2014, 3 Gemeente Amsterdam Z S Raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie Agenda, donderdag 15 januari 2015 18 Regioaanpak Huiselijk geweld en kindermishandeling 2015-2020 “Op weg naar duurzame veiligheid” Nr. BD2014-014134 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Deleden van de Raadscommissie voor Algemene Zaken en de leden van de Raadcommissie voor Jeugd en Cultuur zijn hierbij uitgenodigd. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19. Jeugd 19 Positionering van Veilig Thuis binnen Amsterdam en de regio Amsterdam - Amstelland Nr. BD2014-013734 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Deleden van de Raadscommissie voor Algemene Zaken en de leden van de Raadcommissie voor Jeugd en Cultuur zijn hierbij uitgenodigd. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 18. 4
Agenda
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 448 Publicatiedatum 19 juni 2015 Ingekomen op 17 juni 2015 Ingekomen in raadscommissie ID Te behandelen op 1/2 juli 2015 Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Groen inzake de Voorjaarsnota 2015 (in 2 jaar invoeren van LED). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Constaterende dat: — de gemeente ten aanzien van haar eigen organisatie een doelstelling heeft om de uitstoot van CO2 in 2025 met 45% te reduceren, en een motie van GroenLinks en D66 oproept dat nog te versnellen; — straatverlichting in Amsterdam goed is voor 35% tot 50% van het energieverbruik, en invoeren van LED een cruciale bijdrage kan leveren aan deze doelstelling; bij het huidige beleid de straatverlichting in 20 jaar vervangen wordt door LED; — uit een in opdracht van B&W ontwikkeld nieuw rekenmodel blijkt dat het versnellen van de vervanging van straatverlichting door LED in 1 jaar te doen een extra besparing van ca. 70.000 ton CO2 oplevert, voor meerkosten van € 6 miljoen over de gehele periode van 20 jaar, ofwel ca. € 300.000 per jaar, voor ca. 80 € per bespaarde ton; — op deze manier op korte termijn een zekere besparing wordt gerealiseerd, tegen gunstige kosten; — nog extra besparingen gerealiseerd kunnen worden doordat meteen overgaan kan worden op het dimmen van de straatverlichting; Overwegende dat: — de gemeente op het gebied van duurzaamheid en besparing van energie het goede voorbeeld moet geven; — Amsterdam hiermee een kans heeft om van een achterloper op het gebied van LED nog binnen deze collegeperiode een koploper wordt; — het college in haar brief van 4 juni aangeeft dat voor deze meerkosten nu geen ruimte is opgenomen in de begroting, Besluit: — de straatverlichting in Amsterdam versneld te vervangen door LED; — te versnellen naar vervanging in 2 jaar; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 448 A d é Datum _ 19 juni 2015 mendemen — de meerkosten te dekken uit de vrijvallende middelen AIF. Het lid van de gemeenteraad, RJ. Groen 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 76 Ingekomen onder AC Ingekomen op woensdag 22 januari 2020 Behandeld op donderdag 23 januari 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden N.T. Bakker, Boutkan en Kreuger inzake de Agenda Autoluw (knooppunt bij Lijnden) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 31). Overwegende dat: — Ermeer knooppunten nodig zijn om zowel binnen het openbaar vervoer over te stappen (tussen trein/metro/tram/bus), als ook voor overstap van auto, fiets en alternatieve vervoerssystemen op OV. — Het doortrekken van tramlijn 1 Osdorp-De Aker naar Lijnden met Hoogwaardig Openbaar Vervoer van Haarlem naar Bijlmer-Arena, met P+R voor auto en fiets, het begin kan zijn van een dergelijk knooppunt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De mogelijkheden in kaart te brengen om langs de A9 bij Lijnden een knooppunt te ontwikkelen waarbij tramlijn 1 Osdorp-De Aker wordt doorgetrokken naar Lijnden, waarbij er tevens Hoogwaardig Openbaar Vervoer van Haarlem naar Bijlmer-Arena en P+R-voorzieningen voor auto en fiets aanwezig zijn. De leden van de gemeenteraad N.T. Bakker D.F. Boutkan K.M. Kreuger 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 577 Datum indiening 14 mei 2018 Datum akkoord college van b&w van 26 juni 2018 Publicatiedatum 28 juni 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Nanninga inzake overplaatsing van niet tot de asielprocedure toegelaten vreemdelingen naar de Extra Begeleiding en Toezichtlocatie aan de Transformatorweg. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Blijkens artikelen in Elsevier Weekblad’ en de Volkskrant? zijn op of omstreeks 7 mei 2018 rond dertig overlastgevende bewoners van het asielzoekerscentrum (azc) te Weert overgeplaatst naar Extra Begeleiding en Toezichtlocaties in Amsterdam en Hoogeveen. Extra Begeleiding en Toezichtlocaties (Ebtl's) zijn bestemd voor vreemdelingen die als asielzoeker tot de Algemene of Verlengde asielprocedure zijn toegelaten en zich in een Asielzoekerscentrum hebben misdragen. Zij kunnen in een Ebtl gedurende drie maanden een intensieve training in gedragsverandering ondergaan. De training is gericht op terugkeer naar een regulier azc. Uit de aangehaalde publicaties blijkt dat het overlastgevend gedrag onder meer heeft bestaan uit het plegen van diverse strafbare feiten jegens medebewoners en/of personen in de buurt van het azc, zoals bedreiging, mishandeling en diefstal. In de maand april 2018 was daardoor in Weert tevens sprake van een ernstig openbare orde probleem, waarbij de politie 29 keer moest uitrukken. De groep overlastgevers bestaat uit zogeheten asielhoppers, dat wil zeggen vreemdelingen die niet in de asielprocedure kunnen worden toegelaten doordat zij uit een als veilig aangemerkt land komen en/of een eerste asielaanvraag hebben gedaan in een andere EU-lidstaat. Het verblijf in een Asielzoekerscentrum is niet bedoeld voor personen die niet (meer) kunnen worden aangemerkt als asielzoeker. Gezien het vorenstaande heeft het lid Nanninga, namens de fractie van Forum voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 https://www.elsevierweekblad.nl/nederland/achtergrond/2018/05/crisisberaad-over- rovende-asielzoekers-611086/ ? De asielhoppers, de Volkskrant, 11 mei 2018, p. 21. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 26 Juri 2018 Schriftelijke vragen, maandag 14 mei 2018 Toelichting bij beantwoording. Op 27 juni 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met de vestiging van een extra begeleiding en toezichtlocatie (ebtl) aan de Transformatorweg 6 voor een periode van twee jaar. De gemeente Amsterdam en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) hebben via een bestuursovereenkomst (eindigend op 31.10.2019) afspraken gemaakt over de werkwijze en veiligheid in en rondom de ebtl. Deze is door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en op 15 november 2017 aan de raadscommissies AZ en RO gestuurd. U vindt de bestuursovereenkomst bijgevoegd. De ebtl is een opvanglocatie van het COA voor de opvang van vreemdelingen die in een reguliere COA-locatie overlast hebben veroorzaakt. De overlast kan meerdere vormen hebben gehad zoals: pesterijen, vernielingen, agressie of meerdere malen de huisregels overtreden. In de bestuursovereenkomst is vastgelegd dat er geen vreemdelingen uit veilige landen worden overgeplaatst, tenzij het Dublin-claimanten zijn in afwachting van overdracht aan een EU land van een eerder verblijf. Ook worden bewoners van een azc met (ernstige) psychische of psychiatrische problematiek niet overgeplaatst naar de ebtl. Voor deze bewoners zijn er andere opvangmogelijkheden. Asielzoekers die veroordeeld zijn voor een misdrijf, volgen de strafrechtelijke weg. Daarnaast is er in de bestuursovereenkomst afgesproken dat er geen 1-oudergezinnen en minderjarigen worden geplaatst in de ebtl. Actualiteit. Op 8 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een brief aan de Tweede Kamer gestuurd betreffende de ‘Aanpak overlastgevende asielzoekers’. In de brief wordt door de Staatssecretaris een aantal veranderingen aangekondigd die betrekking hebben op de ebtl. Een belangrijke wijziging is dat het ministerie wenst om ook minderjarige vluchtelingen (vanaf 16 jaar) in de ebtl te plaatsen. Dit is niet in lijn met de bestuursovereenkomst. Wethouder Kukenheim zal hierop met de Staatssecretaris in gesprek gaan. 1. Heeft het college kennisgenomen van de aangehaalde perspublicaties? Antwoord: Het college heeft kennisgenomen van de perspublicaties. 2. Hoeveel personen van de groep uit Weert zijn op of omstreeks 7 mei 2018 overgeplaatst naar Amsterdam? Antwoord: In tegenstelling tot het beweerde in de aangehaalde artikelen uit Elsevier Weekblad en de Volkskrant zijn er naar aanleiding van overlastincidenten in het azc te Weert 30 maart 2018 drie personen in de ebtl in Amsterdam geplaatst. 3. Als te doen gebruikelijk zal de Staatssecretaris voor Vreemdelingenzaken en/of de onder hem ressorterende diensten COA en Dienst Terugkeer en Vertrek over een mogelijke overplaatsing overleg hebben geopend met het college van burgemeester en wethouders. Wanneer heeft het college vernomen dat Amsterdam in beeld was voor een mogelijke overplaatsing? Vanaf wanneer is 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 26 Juri 2018 Schriftelijke vragen, maandag 14 mei 2018 door of vanwege het college ter zake overleg gevoerd met de Staatssecretaris en/of de betrokken diensten van het Ministerie van Justitie? Antwoord: De plaatsing van de drie personen van het azc Weert naar de ebtl in Amsterdam, is verlopen binnen de afspraken uit de bestuursovereenkomst tussen de gemeente Amsterdam en het COA. Er is daarom geen extra overleg geweest met het COA. Wel is de plaatsing besproken in het reguliere uitvoeringsoverleg tussen de gemeente, politie en het COA. 4. Welke standpunten heeft het college gedurende dit overleg ingenomen? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 3. 5. Waarom is de gemeenteraad over een mogelijke c.q. voorgenomen verplaatsing van de overlastgevende groep niet geïnformeerd? Antwoord: De verplaatsing vond plaats binnen de afspraken omtrent de doelgroep zoals benoemd in de bestuursovereenkomst. 6. Een ‘intensieve training gericht op gedragsverandering’ is enkel zinvol voor asielzoekers die nog kans maken op een status. Deelt uw college de opvatting dat een Extra Begeleiding en Toezichtlocatie niet geschikt is voor personen die niet tot de asielprocedure worden toegelaten en voor wie terugkeer naar een regulier Asielzoekerscentrum dus niet aan de orde is? Antwoord: Ja het college deelt deze opvatting; personen die niet tot de asielprocedure worden toegelaten, worden niet in een azc opgevangen en kunnen dus ook niet naar de ebtl worden overgeplaatst. 7. Deelt het college de opvatting dat plaatsing in een Ebtl niet geïndiceerd kan zijn indien betrokkene wegens overlastgevend gedrag een vreemdelingenrechtelijke maatregel (detentie) kan worden opgelegd, dan wel kan worden vastgezet in het kader van strafrechtelijke vervolging? Antwoord: Plaatsing in een ebtl is geen strafrechtelijke maatregel voor het plegen van een misdrijf. Het is een maatregel voor mensen die volgens COA worden gekwalificeerd als overlastgevers. De ebtl is geen detentievoorziening. 8. Amsterdam zit niet te wachten op het binnenhalen van een extra en in potentie groot openbare orde probleem. Welke stappen gaat het college richting het Rijk zetten om ervoor te zorgen dat het bij deze ene overplaatsing blijft, c.q. deze actie geen precedent schept? Antwoord: De overplaatsing van de drie bewoners past binnen de afspraken tussen de gemeente Amsterdam en het COA en schept daarmee geen precedent. Er vindt 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing 1 Gemeenteblad ummer - =: . Datum 28 juni 2018 Schriftelijke vragen, maandag 14 mei 2018 regulier overleg plaats tussen het COA, politie en de gemeente Amsterdam. Daarbij wordt gemonitord of de uitvoering verloopt volgens de afspraken in de bestuursovereenkomst. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1677 Ingekomen op 17 oktober 2019 Ingekomen in raadscommissie MLD Te behandelen op 6/7 november 2019 Onderwerp Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Begroting 2020 (Zeggenschap over aardgasvrije buurten) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Overwegende dat: — Amsterdam een duurzame toekomst wil realiseren die voor iedereen bereikbaar is; — In een aantal buurten in Amsterdam met bewoners en betrokken partijen projecten zijn gestart om deze buurten aardgasvrij te maken; — Draagvlak onder bewoners voor een dergelijke energietransitie essentieel is; — Sommige betrokken partijen een (financieel) belang hebben bij de keuze voor een bepaalde optie, terwijl deze optie niet per se door buurtbewoners als de beste wordt gezien; — Bewoners van sommige buurten vrezen dat dergelijke belangen bewust of onbewust een rol gaan spelen ten koste van de wens van bewoners. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Erin samenspraak met corporaties en andere betrokken partijen voor te zorgen dat het aardgasvrij maken van buurten altijd gebeurt op basis van technische en inhoudelijke argumenten en kan rekenen op draagvlak onder bewoners; 2. Erbij betrokken partijen op aan te dringen hierover helder te communiceren naar de bewoners. Het lid van de gemeenteraad N.T. Bakker 4
Motie
1
train
11 januari 2022 Persoonlijke mededeling van bezorgde NL inwoner. Zolang we blijven vliegen zal elke nieuwe Covid mutant zich pijlsnel verspreiden en we stimuleren ook de opwarming. Consuminderen goed voor onze (klein)kinderen; meest noodzakelijk om opwarming af te remmen. 7 VUmc disclaimer : www.vumc.nU/disclaimer AMC disclaimer : www.amc.nl/ disclaimer
Raadsadres
1
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 26 juli 2022 Portefeuille(s) Openbare Ruimte en Groen Portefeuillehouder(s): Melanie Van der Horst Behandeld door Sport en Bos (bestuurszaken.seb@&amsterdam.nl) Onderwerp Continuiteit Veerpont Nieuwe Meer 2022 Geachte leden van de raad, In de raadsvergadering van 13 juli jl. stelde de heer Bobeldijk bij de mondelinge vragen aan de orde of het college ervoor kan zorgen dat de veerpont over de Nieuwe Meer kan blijven varen. Ik heb daarop aangegeven dat het pontje op de zondagen vaart, met behulp van de bijdrage vanuit het Amsterdamse Bos. Om het pontje op beide weekenddagen te kunnen laten varen, is aanvullende financiering nodig. Ik heb toegezegd naar een oplossing te zoeken en u hier zo snel mogelijk verder over te informeren. Het is mij gelukt om de financiering te regelen om de veerpont tot het eind van deze zomer wekelijks op beide weekenddagen te laten varen. Echter, is in overleggen met de reder gebleken dat het de reder deze zomer niet gaat lukken om het pontje daadwerkelijk op beide weekenddagen te exploiteren. Dat betekent dat er deze zomer enkel op zondagen wordt gevaren. Na de zomer ga ik bekijken of, en zo ja welke, mogelijkheden er zijn om het pontje structureel op zaterdag en zondag te laten varen. U wordt hierover later op de hoogte gehouden. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, Met vriendelijke groet, 7 AA K NY AS ) \ Melanie Van der Horst Wethouder Openbare Ruimte en Groen
Brief
1
train
x Gemeente Amsterdam BWK % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 9 mei 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Tijd 09.00 tot 17.00 uur en zonodig vanaf 19.30 uur Locatie Boekmanzaal, Stadhuis PORTEFEUILLE WETHOUDER OSSEL 09.00 — 12.30 UUR Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie BWK d.d. 11 april 2012 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 9 mei 2012 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen. 6 _Tkn-lijst Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag 11 ACAM-rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2011 van diensten & bedrijven e Bijgevoegd de ACAM rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2011 van diensten en bedrijven (voor zover aangeleverd bij de Raadsgriffie) > Dienst Milieu en Bouwtoezicht > Dienst Wonen, Zorg en Samenleven > _ Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam > Haven Amsterdam e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e De door het College toegezegde reacties op de ACAM rapporten worden zonodig nagezonden e Rapporten gevoegd behandelen met de Jaarrekening 2011 Gemeente Amsterdam, deze wordt nagezonden/ separaat verzonden 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 9 mei 2012 Volkshuisvesting 12 Shortstay, reactie B&W nav Cie BWK van 1 februari 2012 Nr. BD2012-004191 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd 13 Vaststellen van tussentijdse bestedingsvoorstellen Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nr. BD2012-001518 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 14 notitie hervorming stedelijke vernieuwing dd. 23 maart 2012 Nr. BD2012-004186 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 15 Beantwoording Motie 108.11, Combrink Capel - Bouwen aan de Stad en Woningisolatie Nr. BD2012-004402 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Combrink (GrLí) e Was Tkn 8 in de raadscommissie BWK, d.d. 11 april 2012 Openbare Ruimte en Groen 16 Stand van zaken fort Benoorden Spaarndam Nr. BD2012-003255 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. BESLOTEN DEEL aan het eind van het ochtenddeel 3 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 9 mei 2012 PORTEFEUILLE WETHOUDER VAN POELGEEST 13.30 — 17.00 UUR Procedureel gedeelte van 13.30 uur tot 13.45 uur 17 Opening 18 Mededelingen 19 Vaststellen agenda 20 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie BWK d.d. 11 april 2012 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl 21 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen. 22 Tkn-lijst Inhoudelijk gedeelte vanaf 13.45 uur 23 Opening inhoudelijke gedeelte 24 Inspreekhalfuur Publiek 25 Actualiteiten en mededelingen 26 Rondvraag 4 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 9 mei 2012 27 ACAM-rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2011 van diensten & bedrijven e Bijgevoegd de ACAM rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2011 van diensten en bedrijven (voor zover aangeleverd bij de Raadsgriffie) > Dienst Milieu en Bouwtoezicht > Dienst Wonen, Zorg en Samenleven > _ Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam > Haven Amsterdam e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e De door het College toegezegde reacties op de ACAM rapporten worden zonodig nagezonden e Rapporten gevoegd behandelen met de Jaarrekening 2011 Gemeente Amsterdam, deze wordt nagezonden/ separaat verzonden Ruimtelijke Ordening 28 Vaststellen technische wijziging begrenzing hoofdgroenstructuur Structuurvisie Amsterdam 2040 Nr. BD2012-002175 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 23 mei 2012) 29 Vaststellen Voorbereidingsbesluit Amstel [Il Nr. BD2012-002317 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 23 mei 2012) 30 Vaststellen voorbereidingsbesluit Overamstel Nr. BD2012-001830 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 23 mei 2012) 31 Samenvatting schikking dienst Zuidas en CBRE Nr. BD2012-004591 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Gevoegd behandelen met agendapunt 21 5 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 9 mei 2012 32 Rapport Royal Haskoning inzake contra expertise verkeersstudie Zuidas-de flanken Nr. BD2012-004623 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Van der Ree (VVD) e Gevoegd behandelen met agendapunt 20 e _Deleden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur zijn hierbij uitgenodigd Grondzaken 33 Nieuwbouw EYE Filminstituut Nr. BD2012-004512 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 34 Voortgangsrapportage implementatieplan verbetering beheer Vereveningsfonds Nr. BD2012-001833 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 35 Beantwoording vraag heer Van der Ree inzake grondprijzen nieuw tijdvak bij particuliere verhuur in het sociale segment Nr. BD2012-004152 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. TOEGEVOEGD AGENDAPUNT Financiën 36 Jaarrekening 2011 Gemeente Amsterdam Nr. BD2012-004395 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 23 mei 2012) e _ Jaarrekening gevoegd behandelen met agendapunten 11 en 27, ACAM rapporten e De definitieve versie Jaarrekening is reeds aan u toegezonden , De jaarverslagen van de diensten/ bedrijven liggen ter inzage in de leeskamerraad (voor zover deze zijn aangeleverd bij de raadsgriffie) 6
Agenda
6
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 26 mei 2023 Portefeuille(s) Bedrijfsvoering en Duurzaamheid Portefeuillehouder(s): Van Buren en Pels Behandeld door Facilitair Bureau, Marjan Rave, 06 206 337 36 Onderwerp Beantwoording vraag raadslid Van Meerburg met betrekking op de voortgang van de uitvoering van motie 307 van het lid Krom inzake plantaardige keuze mogelijk maken Geachte leden van de gemeenteraad, Begin 2019 heeft vw raad het initiatiefvoorstel Carnivoor, geef het door! van raadslid Van Lammeren aangenomen, met als gevolg dat de banquveting binnen de gemeente sindsdien standaard vegetarisch wordt verstrekt. Vlees en vis wordt alleen op expliciete aanvraag van de besteller geleverd. Op 14 september 2022 nam uw raad motie 307 aan van het lid Krom (TA2022-000789). Daarin verzoekt lid Krom het college “de keuze voor plantaardig binnen de gemeentelijke organisatie mogelijk te maken, door te zorgen dat minstens de helft van de voedsel- en drankopties, die aangeboden worden in gemeentelijke gebouwen, volledig plantaardig is”. Ik heb deze motie op 23 november 2022 beantwoord. Op 20 april jl. vroeg raadslid Van Meerburg mij naar de stand van zaken van de uitvoering van de motie. Hierover informeer ik u als volgt. Duurzame catering Met duurzame catering bedoelen we samen een duurzamer voedselsysteem creëren, mede door de manier waarop we eten te veranderen, om uiteindelijk onze Co2-footprint te verkleinen. De doelstelling in het huidige cateringcontract is 100% duurzame catering aanbieden, waarbij de afspraak is dat de focus voor banqueting 100% vegetarisch is, tenzij specifiek wordt aangegeven dat vlees/vis onderdeel moet zijn. Dit is conform het huidige beleid van de gemeente Amsterdam en de onderliggende contractafspraken. Binnen het huidige contract, dat loopt tot 31 oktober 2026, werken wij toe naar een plantaardig aanbod van 50%. Daarna sluiten wij een nieuwe overeenkomst af waarbij een plantaardig aanbod van minimaal 50% een eis is. Plantaardig aanbod binnen huidig contract Wij breiden het plantaardige aanbod bij banqueting en in de restaurants uit om onze collega’s kennis te kunnen laten maken met een nóg duurzamer aanbod. Er zijn in het bedrijfsrestaurant op Amstel 1 op alle dagen van de week plantaardige belegde broodjes, plantaardige salades en plantaardige soep verkrijgbaar en er is regelmatig een plantaardige snack. Daarnaast staan er in de vitrines diverse plantaardige producten zoals plantaardige smeersels voor op brood, plantaardige melk, plantaardige boter, plantaardige yoghurt, plantaardige sapjes, smoothies en frisdranken. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 mei 2023 Pagina 2 van 3 Gerechten die populair waren tijdens de “Week zonder vlees” komen vanaf mei 2023 in alle restaurants terug als combi-deal met een plantaardig drankje. Vanaf juni starten we, naast de Meatless Monday, met een extra vegetarisch dag; Veggie Friday. Gaandeweg meten we hoe de collega’s dit ervaren. De banqueting map is al 100% vegetarisch en sinds begin 2023 zijn er 20 nieuwe plantaardige keuzes bijgekomen. Reductie voedselverspilling Nog grotere stappen richting plantaardig kunnen tot voedselverspilling leiden. Tot een derde van het voedsel dat in de wereld wordt geproduceerd gaat verloren; een enorme belasting voor natuurlijke hulpbronnen. Wij sturen sterk op reductie van voedselverspilling en nemen daarom kleine stapjes. Een mooi voorbeeld van het tegengaan van voedselverspilling is onze deelname aan Too Good To Go. Producten die niet verkocht worden, kunnen aan het einde van de dag tegen gereduceerd tarief gekocht worden via de app van Too Good To Go en opgehaald worden in het bedrijfsrestaurant. Communicatie In onze restaurants is minimaal 50% van het aanbod vegetarisch omdat de collega’s een keuze moeten hebben. Wij zien dat we nu echt in een transitie zitten; van vlees, via vegetarisch, naar uiteindelijk plantaardig. In deze fase vinden wij het belangrijk dat de collega’s geleidelijk kennismaken met plantaardig voedsel. Dat doen wij zoveel mogelijk door ze “te verleiden” en door het delen van ervaringen; de week zonder vlees, die van 6 tot 10 maart jl. in alle bedrijfsrestaurants is gehouden, is hier een succesvol voorbeeld van. Wij geven in de bedrijfsrestaurants ook duidelijker aan wanneer een product vlees bevat, vegetarisch of plantaardig is. Veel vegetarische en plantaardige producten zijn niet meer van vlees te onderscheiden, waardoor de indruk kan ontstaan dat er vlees wordt aangeboden terwijl dit niet het geval is. Plantaardige melk We zijn met de leverancier in gesprek om, als vervolg op onze proef met plantaardige melk in koffiemachines, over te stappen van creamersticks met dierlijk melkpoeder naar creamersticks met plantaardig melkpoeder. Deze stap betekent dat iedere ambtenaar van de gemeente Amsterdam al op korte termijn de keuze heeft om voor een plantaardige melk te kiezen in de koffie. Het huidige contract loopt tot 31 mei 2024. Bij de nieuwe aanbestedingen nemen wij de plantaardige opties als eis mee in het standaard aanbod. CO2 besparing Naast de stappen die wij nu nemen, compenseren wij alle vrijgekomen Coz in de voedselketen om 100% duurzame catering aan te bieden. Daarvoor ontvangen we elk kwartaal een certificaat van Trees For All via de cateringleverancier. Het certificaat geeft de besparing in CO2 op catering aan van dat kwartaal, waarmee wij dus ook de Coa uitstoot van plantaardige producten compenseren. Wij benutten ook nog andere manieren om ons eten te veranderen en zo een duurzamer voedselsysteem creëren. Onze cateraar koopt seizoensgebonden producten bij lokale boeren. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 mei 2023 Pagina 3 van 3 Dit vermindert niet alleen de CO2-uitstoot die is gerelateerd aan transport, het biedt ook ondersteuning aan kleinschalige boeren. Ik hoop v hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Hester van Buren Wethouder Bedrijfsvoering Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
3
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad x% Raadsactualiteit Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 814 Publicatiedatum 29 juni 2020 Agendapunt BA Datum actualiteit 29 juni 2020 Onderwerp Actualiteit van de leden Martens, Taimounti, Kreuger, Boomsma, Ceder en Van Soest inzake het herstel van de vrijetijdseconomie en de visie en het beleid van het college hierover Aan de gemeenteraad Diverse vertegenwoordigers uit de culturele sector en de hospitality sector luidden op 23 juni de noodklok over de kritieke situatie waarin hun branches zich bevinden. Veel ondernemingen uit deze sectoren zou als gevolg van de COVID-maatregelen het einde jaar niet kunnen halen. Massafaillissementen liggen op de loer en talloze Amsterdammers dreigen hun baan te verliezen. In de sector is behoefte aan realistische vooruitzichten. De visie van het college op balans in de stad, het herstel van de vrijetijdseconomie en de toeristische sector is voor deze branches cruciaal. Alleen zo kunnen zij anticiperen op de onzekere tijd die volgt. Maar toegezegde strategische beleidsstukken, die de koers van het college hiervoor zouden bepalen, blijken te zijn vertraagd. Reden van spoedeisendheid De wethouder Economische Zaken gaf in de commissie FEZ van 25 juni 2020 aan pas na het zomerreces te komen met nieuwe maatregelen en diens visie op toerisme en het economisch herstel van de stad, terwijl ondernemers uit de vrijetijdssector snakken naar duidelijkheid en niet kunnen wachten tot na het toeristische hoogseizoen. De indieners van willen echter niet wachten tot september en willen in plaats daarvan tijdens de laatste vergadering voor het zomerreces een aantal concrete voorstellen doen die ondernemers in nood tegemoet te komen en zekerheid te bieden. De leden van de gemeenteraad, C. Martens M. Taimounti K.M. Kreuger D.T. Boomsma D.G.M. Ceder W. van Soest 1
Actualiteit
1
test
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering gen 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 320 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Koyuncu inzake Begroting 2023 Onderwerp Gratis OV voor alleenstaande ouders met kleine kinderen Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat: — De stijgende kosten voor vervoer, de hoge inflatie, de stijgende energiekosten het voor veel Amsterdammers moeilijk is om rond te komen — Het voor alleenstaande ouders met een laag inkomen extra zwaar is gezien ze er ook vaak al- leen voor staan en hierdoor extra kwetsbaar zijn in economisch moeilijke tijden. — Alleenstaande ouders door o.a. verantwoordelijkheden richting de kinderen vaak minder kun- nen werken. Overwegende dat: — _ Ook het NIBUD stelt dat alleenstaanden met een minimum inkomen een kleine, en vaak niet toereikende bestedingsruimte hebben? — _ De gemeente Amsterdammers met een lastige financiële sitvatie zoveel mogelijk wil onder- steunen; — _ Alleenstaande ouders met een laag inkomen in de strijd om rond te komen steun verdienen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — _ Te onderzoeken of er een gratis OV-abonnement gegeven kan worden aan alleenstaande ou- ders met een laag inkomen; — _ Hierover te rapporteren aan de raad. Indiener S. Koyuncu + https://www.nibud.nl/download/2050/ Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken Pagina 2 van 2
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 28 juni 2023 Ingekomen onder nummer 391 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Koyuncu, Boomsma en Kabamba inzake de Weesperknip Onderwerp Verleen voor alle openbaar vervoer (AOV, leerlingenvervoer en taxi) per direct een ontheffing voor de Weesperknip Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Weesperknip Constaterende dat: -_Het ontbreken van een vitzondering aanvullend openbaar vervoer (AOV) bij de "knip" in de Weesperstraat, de toegankelijkheid voor leerlingen met een beperking ernstig heeft belemmert; -_ Het ontbreken van een uitzondering leerlingenvervoer bij de "knip" in de Weesperstraat, de toegankelijkheid voor leerlingen met een beperking ernstig heeft belemmert; -_De impact hiervan op hun opleiding en deze onbelemmerd te kunnen bereiken, in strijd is met onze principes van inclusiviteit en zorg voor de meest kwetsbare leden van onze ge- meenschap; -__ De coalitiepartijen hebben aangegeven belangrijk te vinden dat iedere leerling naar school moet kunnen. Overwegende dat: -_ Sommige aanvullend openbaar vervoer (AOV) uitgevoerd wordt door individuele taxi's; -_ Individuele taxi's ook worden ingezet als leerlingenvervoer; -_Het onrechtvaardig is om ontheffing te verlenen aan alle openbaar vervoer, zelfs toeris- tenbussen, behalve taxi's, die ook onder openbaar vervoer wordt geschaard. Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Per direct een ontheffing te verlenen voor aanvullend openbaar vervoer (AOV), leerlingenvervoer en taxi's voor de knip op de Weesperstraat en zorg te dragen dat deze ontheffing de toegankelijk- heid voor de leerlingen waarborgt die afhankelijk zijn van leerlingenvervoer voor hun mobiliteit, waarbij het vermogen om basisdiensten en scholen te bereiken niet langer in het gedrang komt. Indiener(s), S. Koyuncu D.P.B. Boomsma C.K.E. Kabamba
Motie
2
discard
Nummer BD2017-000041 x Gemeente Amsterdam l D Directie directie sb Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Dienst we parkeren % Duurzaamheid en ICT % Ter kennisneming voor de commissievergadering van 17 mei 2017 Portefeuille 35 Agendapunt TKN 8 Datum besluit B&W n.v.t. Onderwerp Beantwoording raadsadres wielklem Europese gehandicaptenparkeerkaart (GPK) De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van De beantwoording van een raadsadres over een wielklem die is aangebracht aan een auto van iemand met een Europese gehandicaptenparkeerkaart (GPK). Wettelijke grondslag Artikel 169 Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Op 30 november 2016 heeft de gemeenteraad besloten bijgaand raadsadres ter afdoening in handen te stellen van het college en een afschrift hiervan aan de leden van de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid te sturen. Omdat de indiener ook de ombudsman heeft aangeschreven, heeft B&W ervoor gekozen het raadsadres ambtelijk af te handelen. Inmiddels is het onderzoek van de Ombudsman en de klachtencoördinator Parkeren afgerond. Indiener is gedeeltelijk in het gelijk gesteld omdat hij in een eerder gesprek uitgebreid op de hoogte is gebracht hoe de gehandicaptenparkeervergunning geactiveerd moet worden. Om die reden zijn alleen de naheffingsaanslagen van voor het gesprek vernietigd. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Stukken Meegestuurd 01 ANONIEM raadsadres wielklem GPK 02 ANONIEM beantwoording raadsadres wielklem GPK 1 Portefeuille 35 Gemeente Amsterdam l D Agendapunt TKN 8 Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT Ter kennisneming voor de commissievergadering van 17 mei 2017 Ter inzage gelegd n.v.t. Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Parkeren, Anna Post, 06 5777 1800, a.post@ amsterdam.nl 2
Raadsadres
2
train
03750 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 15 november 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt 7 Datum besluit College van B&W, d.d. 5 september 2023 Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief betreffende de stand van zaken invoering Omgevingswet. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief betreffende de stand van zaken invoering Omgevingswet. Wettelijke grondslag Artikel 169 Gemeentewet Lid 2: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond In Amsterdam werken wij al vele jaren aan de voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dat doen we in nauwe samenwerking met de partners in de regio (zoals de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, de Provincie Noord-Holland, de Veiligheidsregio, de Vervoersregio en verschillende Waterschappen), omdat de Omgevingswet vraagt om een intensievere samenwerking en afspraken met andere bevoegd gezagen rondom vergunningverlening, toezicht, handhaving en planvorming. De belangrijkste speerpunten bij de voorbereiding zijn het kunnen uitvoeren van de wettelijke taken op het gebied van Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH), het faciliteren van gebiedsontwikkeling, de voorbereiding op één Omgevingsplan Amsterdam en overige noodzakelijk te nemen bestuurlijke besluiten. Middels deze raadsinformatiebrief wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de stand van zaken rondom de invoering van de Omgevingswet. Met name om een reële verwachting mee te geven van de gevolgen van inwerkingtreding. De drie hoofdelementen in de brief zijn: 1. de stand van zaken op hoofdlijnen van de voorbereiding in Amsterdam; 2. de verwachte negatieve effecten in de periode na inwerkingtreding op de doorlooptijden van vergunningsaanvragen en de door initiatiefnemers en belanghebbenden ervaren dienstverlening; 3. De stand van zaken van de landelijke voorbereidingen op de implementatie en onzekerheid over de incidentele en structurele financiële effecten (aan de hand van de brief van de minister voor volkshuisvesting en ruimtelijke ordening) Tevens geeft deze raadsinformatiebrief inzicht in de samenhang tussen verschillende Omgevingswet gerelateerde trajecten die tegelijkertijd lopen en waarover de raad separaat Gegenereerd: vl.5 1 VN2023-023758 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van 15 november 2023 Ter bespreking en ter kennisneming wordt geïnformeerd: vaststelling nota van beantwoording voorontwerpwijziging Omgevingsplan Amsterdam en de wijzigingen bijlage 2+3 van de verordening op de stadsdelen. Reden bespreking Vanwege de consequenties voor de gemeente Amsterdam. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nvt. Welke stukken treft v aan? 1. Bestuurlijke besluitvormingskalender Omgevingswet (3). pdf (pdf) 2. Brief van de minster voor volkshuisvesting en ruimtelijke ordening ‚pdf AD2023-082064 (pdf) AD2023-082063 3. Raadsinformatiebrief Invoering Omgevingswet def.pdf (pdf) AD2023-082065 Bijlage 2 bij brief van de minister.pdf (pdf) AD2023-082066 Bijlage 2 bij brief van de minister.pdf (pdf) AD2023-082067 Bijlage 3 bij brief van de minister. pdf (pdf) AD2023-082068 Bijlage 4 bij brief van de minister.pdf (pdf) AD2023-082069 Bijlage 5 bij brief van de minister. pdf (pdf) Commissie RO (2) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Cécile Gronert, 0619263520, [email protected] Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
train
Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken a gn U mede B SU Linde de Herder Jasper Steenvoorden Lisa de Groot Gerard Oostermeijer Onderzoek IBED-UvA Gemeente Amsterdam, Ruimte & Duurzaamheid Es A % Gemeente a x Amsterdam Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, blz. 1 Colofon Rapport nr. IBED-UvA 07-2018 Titel: Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken Auteurs: L. de Herder, J. Steenvoorden, L. de Groot & J.G.B. Oostermeijer Status: Eindrapport Publicatiedatum: 19 juli 2018 Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam, afd. Ruimte & Duurzaamheid, P. van Beveren Foto omslag: © Gerard Oostermeijer Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de hierboven aangegeven opdrachtgever en de hieronder genoemde contactpersoon, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica, Universiteit van Amsterdam Afd. Evolutie en PopulatieBiologie Contactpersoon IBED: Dr. Gerard Oostermeijer, j.g.b.oostermeijer@ vva.nl Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, blz. 2 Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken Inhoudsopgave 2. _ONDERZOEKSOPZET … … os voos veovoonveorversnervervenseorvenrenneensvenverrvenveervenrvervververseers 2.1 Ideale opzet nanne eneen eneen eeenenseneenseneensenenneeneenennsenenn eneen enennnaenennnvennennneenenen À 2.2 Alternatieve onderzoeksopzet ……....nnnunanaurven venten sene enenenennsenneeneeneenseenennnen Ô 3. _EVENEMENTENDATA.. neon veovoorveorverseersnsvenseorvenrennverseersvorvenveerverrverversverveerveere Ô 3.1 Geluid... aanne ennseneeneeanensaaeneeneenenunennereneeereenennnaenseneenenenennerenneeneeneenenenennene Ô 3.3 Bezoekersaantallen ……....unnanananan sereen eenennnaene sereen ennneenseneeneenennnaenneereeneenvnnnennene Ó 3.4 De factor tijd... eeen aaan eenenenn eeneenenanennaaeneeereenenneaenseneenenenennnsenneereeneenseenennene Ó 4. _BIODIVERSITEITSDATA … … oan voos ooncorveonseerverveerverseersnerenssenvenrvenrvenvervenvenvververrvnn 10 5. _BASISGEGEVENS PARKEN … soes sooo ooer verven veorvenrenncerseerverrversvorverrverversverveernen 1Q 6.1 Algemeen......nnnnnuunvarennnenneneneeneenennnenn sereen eennensnenenenseeneevennsereenvenvennnev ener |L 6.2 EvenementendatO.….....nnnunnnan ennen een eneen sens sereen eenrenneeneenvenrennsenseeneeneeeenr |L 6.3 BiodiversiteitsdatO … naaar eere eeanennnaenn sereen ennnenneneeenveerenmnsenseenseneeneeen | 2 6.4 Habitatbeschrijvingen …....nnnaunann sentent ennennsenn sereen eenen seneenrenvenmnsenseeneeneeeenn | 2 6.5 Projectvoorste@l naren server eeens seneenenenennaenseereeneeneernseneenveevenmnaenseensenerneenr | 2 6.6 Databeheer … nan aaanannneenn eere ennen aaneen enenenarnnererenennvernseneenveevenmneens erneer | 3 Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, biz. 3 Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, blz. 4 Samenvatting Stadsparken herbergen vaak een grote biodiversiteit, en vormen een essentieel onderdeel van het stadsecosysteem. Daarnaast hebben ze een belangrijke functie voor o.m. recreatie, zuurstof productie en klimaatregulatie. In toenemende mate is er behoefte aan het organiseren van kleinere en grotere evenementen in parken. Een urgente vraag is of er een conflict bestaat tussen de ecologische en (intensieve) recreatieve functie van stadsparken. In dit onderzoek is getracht om de biodiversiteit van een groot aantal Amsterdamse stadsparken statistisch te relateren aan eigenschappen van de parken als grootte en ligging, het aantal evenementen dat er de afgelopen jaren in is georganiseerd en de intensiteit ervan in termen van aantal bezoekers, geluids- en lichtbelasting. Het bleek op dit moment onmogelijk om de voor een dergelijke analyse benodigde gegevens bijeen te brengen. Gegevens over evenementen in de stad Amsterdam worden pas sinds 2016 systematisch verzameld, maar (meet)gegevens over bezoekersaantallen, geluid en licht maken daar (nog) geen deel van uit. De periode van twee jaar waarvoor gegevens van evenementen beschikbaar waren is te kort om biodiversiteitsdata vit de Nationale Database Flora en Fauna te kunnen gebruiken. Dergelijke gegevens, die bestaan uit op niet-systematische wijze verzamelde waarnemingen uit allerlei bronnen, worden pas bruikbaar als ze geaccumuleerd kunnen worden over een periode van minimaal vijf jaar. Vanwege het ontbreken van betrouwbare gegevens is afgezien van het uitvoeren van de geplande analyse. De resultaten van het onderzoek worden gebruikt om aanbevelingen te formuleren voor het op gestructureerde wijze verzamelen van gegevens over (a) evenementen in stadsparken, en (b) biodiversiteit, o.a. met inzet van studenten die in het kader van hun opleiding moeten oefenen in herkenning van flora en fauna en de monitoring daarvan. In een uitgebreid vijfjarig (promotie)onderzoek, waarin de Gemeente Amsterdam en IBED kunnen samenwerken, kunnen de voor de analyse benodigde gegevens bijeen worden gebracht en geanalyseerd, zodat uiteindelijk een goed antwoord gegeven kan worden op de vraag of biodiversiteit en evenementen in stadsparken goed samengaan of niet. Pas dan wordt het mogelijk om goed beleid te formuleren m.b.t. het organiseren van evenementen in stadsparken. Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, blz. 5 Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, biz. 6 1. Inleiding Meer en meer wordt erkend en herkend dat stadsgroen een belangrijke functie heeft voor het welbevinden en de gezondheid van de stadsbewoner. Daarnaast blijkt meer en meer dat de groene gebieden in de stad ook in ecologisch opzicht een grote waarde hebben (Alvey 2006). De stad vormt in feite een uniek ecosysteem waarin soorten leven die in de stad equivalenten vinden van hun wilde leefgebied of zich met succes aan de aanwezigheid van de mens hebben aangepast. Niet zo vreemd dat in de moderne metropool sterk wordt ingezet op de ontwikkeling van een duurzaam urbaan ecosysteem, waarin naast unieke biodiversiteit ook nog steeds ruimte is voor rust en recreatie. Door de toenemende behoefte aan beide laatstgenoemde aspecten neemt de druk op de relatief geringe oppervlakte natuur in steden de laatste jaren echter zeer sterk toe. Deze druk bestaat niet alleen uit toenemende aantallen rustzoekers en recreanten, maar ook steeds vaker uit grootschalige festivals en andere evenementen met een hoge verstoringsintensiteit, maar ook een relatief korte duur. Er is toenemend behoefte aan een wetenschappelijk onderbouwd afwegingskader dat kan worden toegepast tijdens de besluitvorming over het al of niet verlenen van vergunningen voor festivals en evenementen. De kennis over de effecten van evenementen op flora en fauna is nog erg beperkt. In opdracht van de Gemeente Amsterdam is door Dirksen en De Fouw in 2016 een literatuuronderzoek gedaan waaruit naar voren kwam dat er weliswaar redelijk wat bekend is over de effecten van individuele verstoringselementen op bepaalde soortgroepen, maar dat er nog vrij weinig onderzoek is gedaan naar de effecten van evenementen zelf. De weinige studies die zijn gedaan hebben voornamelijk directe effecten gemeten door het bestuderen van diergedrag en tellingen rondom en tijdens evenementen (Shirley et al. 2001, Oudega 2012, Krijgsveld 2015). Het probleem met deze methode is dat sommige effecten die op langere termijn belangrijk kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld een verlaagde weerstand of uitputting, niet direct waarneembaar zijn. Het is met deze methode ook niet vast te stellen of waargenomen effecten ook op populatieniveau doorwerken en dat is uiteindelijk wat van belang is voor een duurzame biodiversiteit. Daarom is het belangrijk dat er onderzoek wordt gedaan naar de langetermijneffecten van evenementen op biodiversiteit. 2. Onderzoeksopzet 2.1 Ideale opzet Om de bovengenoemde langetermijneffecten te kwantificeren zou een dosis- effectonderzoek naar de effecten van verstoring door evenementen op stadsparken ideaal zijn, maar dergelijk onderzoek is om meerdere redenen niet eenvoudig te realiseren: 1. erzijn nagenoeg geen parken meer waar in het recente verleden géén evenementen plaatsgevonden hebben. Zulke ongestoorde parken zijn van belang als referentie (controle). Daarnaast bestaan van de parken waar wél evenementen plaatsvinden en -gevonden hebben geen goede nulmetingen van de biodiversiteit van vóór de verstoringen. 2. geen enkel park is gelijk wat betreft oppervlak, inrichting, ligging t.o.v. andere parken of groengebieden binnen en buiten de stad, “normaal” gebruiken biodiversiteit. 3. hettype verstoring en de intensiteit ervan verschilt per evenement aanzienlijk. Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, blz. 7 2.2 Alternatieve onderzoeksopzet Uit bovenstaande paragraaf blijkt dat eigenlijk niet meer voldaan kan worden aan een ideale onderzoeksopzet, waarbij ongestoorde parken met een bekende biodiversiteit wel of niet aan een of twee gestandaardiseerde typen evenementen worden blootgesteld, waarna de effecten op de biodiversiteit worden gemeten. De in het huidige rapport nagestreefde alternatieve opzet was om gebruik te maken van een groot aantal parken in de Metropoolregio, zodat er meer keuze was en er als referentie ook nog enkele parken geselecteerd konden worden waar nog geen of nauwelijks verstoring door evenementen heeft plaatsgevonden. Het plan was om daarnaast gebruik te maken van grotendeels reeds beschikbare gegevens over: a. parkeigenschappen, als oppervlak, ligging t.o.v. andere groengebieden (parken, tuinen, landbouw- en natuurgebieden aan de rand van de stad), inrichting (aanwezigheid water, bomen, gazon, beplanting, bestrating/verharding); b. het aantal evenementen en het type en de intensiteit ervan, in termen van bezoekersaantallen, geluids- en lichtniveaus; c. de biodiversiteit, vit quickscans door organisatoren voorafgaand aan evenementen, en uit de databases van gemeenten en de NDFF). Te Tabel 1. Ecologische responsvariabelen Op basis van de beschikbare data zal een nn voorselectie van (veel) parken worden gemaakt voor e Biodiversiteit (langere termijneffect) een eerste vergelijkende analyse. Op grond daarvan kan , spontane/aangeplante vegetatie een beeld worden gevormd van belangrijke en minder (vertrapping) belangrijke factoren. Deze inzichten kunnen gebruikt e Broedvogels (nesten), roestende vogels worden voor opzetten van vervolgonderzoek, waarbij (roestbomen) de biodiversiteit en de respons op evenementen in een beperktere selectie van parken meer in detail worden * Roestende/jagende vleermuizen gemonitord. Daarbij kunnen allerlei responsvariabelen _e aanwezige zoogdieren: eekhoorns, egels, gebruikt worden (Tabel 1). marters, muizen, spitsmuizen, konijnen Het doel van het huidige onderzoek is om de ° eren vor emnesteende sonar bijen, biodiversiteit in parken en eventwele trends daarin te lienhotels, foeragerende/ s kuik : . . e Vluchtgedrag vogels/vleermuizen verklaren aan de hand van eigenschappen van die (licht/geluid) arken en de evenementen die er afgelopen jaren in ad: ia hebben plaatsgevonden. Door multivariate analyse van roputateenteld emfibleén (vertrapping, ‚ geluid) deze data kan de bijdrage van evenementen aan de e Massale aantrekking insecten door licht: waargenomen variatie in biodiversiteit worden bepaald prooivermeerdering/-vermindering en kunnen covariabelen worden ontdekt (bijv. mogelijk verschilt het effect van evenementen op biodiversiteit _ * Bodemverdichting (vertrapping) tussen grote en kleine parken). Op deze manier kunnen mogelijk parken worden geïdentificeerd waar de biodiversiteit minder sterk door evenementen zal worden beïnvloed. 3. Evenementendata 3.1 Geluid De mate waarin evenementen effect hebben op de biodiversiteit zal afhankelijk zijn van meerdere factoren. De intensiteit van verstoring van flora en fauna hangt vermoedelijk af van de frequentie waarmee evenementen worden gehouden, het aantal bezoekers, het tijdstip, het geluidsvolume in decibel (dB) en de aanwezigheid van andere verstorende elementen als verlichting, vuurwerk of rook (uit rookmachines). Uit ons onderzoek bleek Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, biz. 8 helaas dat de gegevens over evenementen die door de Gemeente Amsterdam worden verzameld en opgeslagen nog (lang) niet toereikend zijn om de gestelde vragen te kunnen beantwoorden. Hieronder gaan we in op de waargenomen lacunes in de benodigde gegevens. Het grootste probleem, dat de geplande data-analyse direct onmogelijk maakte, is dat er een aantal aspecten die voor de effecten op de biodiversiteit zeer relevant zijn helemaal niet wordt geregistreerd. De belangrijkste hiervan is het geluid dat tijdens de gehouden evenementen werd geproduceerd. Geluid is een van de grootste potentiële oorzaken van verstoring van dieren als vogels en vleermuizen (Kleijn 2008, Dirksen en de Fouw 2016, Shirley et al. 2001). In de meeste gevallen is helemaal niet gemeten hoeveel geluid er werd geproduceerd, en als er wél meetgegevens (dB) zijn is er gemeten op de dichtstbijzijnde gevelwand. Metingen en regelgeving omtrent geluid blijken dus geheel afgestemd op de menselijke omwonenden en niet op andere dierlijke parkbewoners. Om te kunnen onderzoeken wat het effect van evenementen op de biodiversiteit is had er idealiter gemeten moeten worden hoeveel dB er daadwerkelijk gemiddeld en maximaal geproduceerd is. Uit het gegevensbestand blijkt dat er tijdens evenementen zélf eigenlijk zelden geluid gemeten wordt, en dat hooguit geregistreerd wordt wat de aanvragende organisatoren aan geluidssterkte verwachtten. 3.2 Licht Een ander mogelijk verstorend element waarover weinig tot geen kwantitatieve gegevens beschikbaar bleken te zijn is licht. Het gebruik van felle lampen, lichtkanonnen etc. kan mogelijk effect hebben op bijvoorbeeld vogels, vleermuizen en insecten (Alerstam 1990, Bruinzeel et al. 2009, Poot et al. 2008). Als organisatoren doorgeven of er verlichting wordt gebruikt, en zo ja welk type, kan dat worden geregistreerd. Als duidelijk is dat licht een potentiële verstoring kan vormen kunnen de gerealiseerde lichtniveaus worden gemeten, zodat ze in (toekomstige) analyses kunnen worden opgenomen. Hetzelfde geldt voor andere mogelijk verstorende elementen als vuurwerk (licht én geluid, Shamoun-Baranes et al. 2011) of rookmachines (luchtkwaliteit). 3.3 Bezoekersaantallen De informatie over het aantal bezoekers in het gegevensbestand van de evenementen is vaak alleen gebaseerd op het verwachte aantal dat genoemd werd in de vergunningaanvraag. Het is onduidelijk in hoeverre deze verwachtingen uiteindelijk accuraat blijken. Als organisatoren naderhand zouden doorgeven hoeveel mensen het evenement daadwerkelijk bezocht hebben en hoeveel mensen er op het drukste moment tegelijk aanwezig waren zou deze data veel bruikbaarder worden. 3.4 De factor tijd Een grote belemmering voor het huidige onderzoek was dat gegevens over evenementen pas relatief kort (sinds 2016) centraal worden bijgehouden en opgeslagen. Data van vóór 2016, opgevraagd bij diverse stadsdelen, bleek viteindelijk niet voorhanden, óf nauwelijks bruikbaar. Sinds het opstellen van profielen voor evenementlocaties en registratie door het stedelijk evenementenbureau van de Gemeente Amsterdam is er duidelijke verbetering opgetreden in de overzichtelijkheid van de data. De toegankelijkheid ervan is echter nog vrij beperkt. Het kostte daardoor veel tijd om een bruikbare dataset samen te stellen. Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, biz. 9 4. Biodiversiteitsdata Het grootste probleem voor dit onderzoek was de matige tot slechte kwaliteit van de bestaande gegevens over de biodiversiteit in parken. Omdat er geen gestandaardiseerde monitoring door de Gemeente zelf plaatsvindt zijn data gebruikt vit de Nederlandse Databank Flora en Fauna (NDFF), waarin alle soortwaarnemingen vanuit meerdere bronnen verzameld worden. De hoeveelheid én de betrouwbaarheid van deze data bleek voor onze onderzoeksopzet echter onvoldoende. De data is afkomstig vit een combinatie van uitgebreidere monitoringprogramma’s (zoals het Meetnet Urbane Soorten) en losse waarnemingen. In veel gevallen is er waarschijnlijk sprake van een sterk waarnemerseffect (Legg & Nagy 2006). Grotere parken en parken die bekend staan om bepaalde soorten of hoge natuurwaarde zullen meer natuurliefhebbers aantrekken die vervolgens meer waarnemingen doorgeven. Daarnaast is er ook een zg. ‘bias’ in de waarnemingen: bijzondere en/of zeldzame soorten zullen veel meer worden doorgegeven dan algemenere soorten. Het blijkt dat er in Amsterdam zestien parken en plantsoenen zijn waarvoor over de afgelopen periode van vijf jaar geen enkele vogelwaarneming aan de NDFF (of een daarin opgenomen database) is doorgegeven. Dat komt niet doordat er op deze locaties al vijf jaar geen vogel aanwezig is geweest, maar doordat mensen niet zo geneigd zijn een meerkoet, duif of kraai in een stadsplantsoen als waarneming door te geven, terwijl ze dat voor een havik, zwarte specht of zilverreiger wél zullen doen. Daarnaast worden in de NDFF en daarin opgenomen bronnen (als waarneming.nl) vrijwel nooit nulwaarnemingen doorgegeven. Dat is nl. alleen mogelijk tijdens bezoeken waarbij er wel (op een systematische wijze) gezocht en geteld is maar een soort niet is waargenomen. Op basis van het bestand met NDFF-waarnemingen is het nagenoeg onmogelijk te bepalen hoe frequent parken door waarnemers zijn bezocht. Een hoog aantal waarnemingen in een gebied is hierdoor geen bruikbare graadmeter voor de biodiversiteit maar duidt vooral op een hoge bezoekfrequentie door natuurliefhebbers/waarnemers. 5, Basisgegevens parken Naast data over evenementen en biodiversiteit zijn gegevens over de eigenschappen van verschillende parken essentieel in de geplande data-analyse. De biodiversiteit in parken en de mate waarin deze gevoelig is voor verstoring door evenementen kan zoals eerder vermeld afhangen van de oppervlakte, niet aan evenementen gekoppelde bezoekersaantallen, ligging ten opzichte van andere groengebieden en de aanwezigheid van verschillende habitattypen (Kerr & Parker 1997, Cornelis & Hermy 2004). Doordat de Gemeente Amsterdam beschikt over goede digitale kaarten van parken en groengebieden konden park-oppervlakten en afstanden tot andere parken en stedelijke groengebieden met behulp van software in een Geografische Informatie Systeem (GIS) eenvoudig berekend worden. De beschikbaarheid van gegevens over habitattypen wisselt echter sterk van park tot park. Voor bijvoorbeeld het Vondelpark is een gedetailleerde kaart van de parkinrichting te vinden op de website van de Gemeente Amsterdam, maar voor de meeste parken is deze informatie niet goed ontsloten. De enige beschikbare informatie over bezoekersaantallen van parken komt uit “Het Grote Groenonderzoek 2013” (van Kempen & Smeets 2013) waarin mensen werd gevraagd hoe vaak zij hun favoriete park bezoeken. Op basis hiervan is een groot deel van de parken ingedeeld in categorieën variërend van “niet vaak bezocht park” tot “heel erg vaak bezocht park”. Deze data is relatief onnauwkeurig en inmiddels ook weer verouderd. Daarnaast is in het genoemde onderzoek geen onderscheid gemaakt tussen regulier parkbezoek en parkbezoek vanwege een evenement. Daardoor waren de bezoekersaantallen los van eventuele evenementen eigenlijk niet goed vast te stellen. Het is de moeite waard te onderzoeken of er makkelijker manieren zijn om data van Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport 1BED-UvA, 07-2018, biz. 10 bezoekersaantallen tijdens evenementen te verzamelen, bijvoorbeeld met behulp van tellers/sensoren bij parkingangen of met behulp van met een drone gemaakte luchtfoto's. 6. Conclusies 6.1 Algemeen Door de in voorgaande hoofdstukken beschreven lacunes in de data bleek het onmogelijk om een betrouwbare multivariate analyse uit te voeren. Daar is om die reden dan ook van afgezien. Voor de meeste factoren die een effect op de biodiversiteit kunnen hebben bleken helemaal geen gegevens, of gegevens van onvoldoende kwaliteit, beschikbaar, en ook de biodiversiteitsgegevens zelf zijn te beperkt en kwalitatief onvoldoende. Hierdoor is het vanuit statistisch oogpunt onverantwoord om conclusies te trekken over de relatie tussen biodiversiteit en evenementen in stadsparken. Het beeld dat een analyse zou geven van de mogelijke oorzaken van eventuele verschillen in biodiversiteit tussen parken is simpelweg onbetrouwbaar, en kan daardoor niet voor het formuleren van beleid worden gebruikt. Het onderzoek leert ons wel een duidelijke les, en dat is dat de registratie van gegevens in databases niet automatisch inhoudt dat ze ook bruikbaar zijn voor (beleidsondersteunend) onderzoek. Het zou beter zijn om vooraf te onderzoeken welke vragen er moeten worden beantwoord, zodat alleen de daarvoor benodigde gegevens zo efficiënt mogelijk worden gemeten en opgeslagen. Dit is van toepassing op de gegevens over evenementen, maar net zo goed op de biodiversiteitsgegevens. Wij geven in dit rapport suggesties om de kwaliteit van beide typen gegevens zodanig te verbeteren dat ze geschikt worden voor beleidsondersteunend onderzoek. 6.2 Evenementendata Om de kwaliteit van de evenementendata voor toekomstig onderzoek te vergroten is een voorbeeld opgesteld van de variabelen die zouden moeten worden gergistreerd. Daarnaast is een praktische manier voorgesteld om de resulterende gegevens op te slaan (Bijlage 1). Door de organisatoren van evenementen te verplichten deze informatie op gestandaardiseerde wijze (d.w.z. via een door gemeente vastgesteld data-protocol) te verschaffen op twee momenten: (1) bij de vergunningaanvraag en (2) nadat het evenement heeft plaatsgevonden, kan deze data zonder veel moeite worden verzameld. Als het dataformulier online moet worden ingevuld waarbij voor het grootste deel van de velden vit vooraf vastgestelde invulopties moet worden gekozen (zodat geen onduidelijke informatie of meetwaarde kan worden ingevuld) kan de ingeleverde data automatisch worden overgezet naar een bestand als Bijlage 1. Het is daarnaast van groot belang dat geregistreerd wordt of de vergunning voor een evenement verleend is en of het evenement daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Dit is momenteel nog niet in alle gevallen duidelijk. Bij grote (podium)jevenementen verdient het aanbeveling om gedurende het hele evenement metingen uit te (laten) voeren van de geluid- en lichtintensiteit. Ook de daadwerkelijke bezoekersaantallen moeten op een gestandaardiseerde wijze (met tellers van in- en uitgaande bezoekers) worden gemeten. Nóg beter is het om met behulp van dataloggers geluid en licht op meerdere plaatsen in een groot aantal parken jaarrond te meten, met meetintervals van 15 of 30 minuten. Daarmee kunnen jaarprofielen voor licht en geluid worden gegenereerd. De eventuele pieken door evenementen kunnen dan relatief worden gesteld aan de normale niveaus op de betreffende locatie. Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, blz. 11 6.3 Biodiversiteitsdata Om te kunnen bepalen wat de effecten van evenementen op de biodiversiteit in parken zijn moeten betrouwbaarder gegevens over de biodiversiteit worden verzameld. Het gedurende een langere periode — minimaal vijf en liefst tien jaar — volgen van een vooraf voor dit specifieke doel opgesteld monitoringprotocol is hierbij van belang (Hermy & Cornelis 2000, Oakley et al. 2003). Wij zien hier grote mogelijkheden voor de samenwerking tussen de Gemeente Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam (en tevens de daaraan deelnemende HBO en MBO onderwijsinstellingen als Aeres en InHolland) in Amsterdam Green Campus. In het kader van vakken waarin biodiversiteit en identificatie van soorten aan bod komt, of via veldwerkexcursies van de studievereniging CONGO zou een selectie van 30 kleinere tot grote parken jaarlijks door studenten geïnventariseerd kunnen worden. Zo mogelijk wordt vooraf vastgelegd dat er in een deel van deze parken geen grotere evenementen zullen worden toegestaan. Voor een goede monitoring moeten jaarlijks minimaal drie (maar liefst vier of vijf) bezoeken aan elk park gerealiseerd worden, waarbij planten, vogels, vleermuizen, amfibieën, zweefvliegen en dagvlinders langs vaste teltransecten worden gekwantificeerd. Vleermuizen zouden ook gedurende meerdere momenten gedurende hun vliegseizoen (én vooraf aan, gedurende en na afloop van evenementen) kunnen worden gemonitord met zg. batloggers, die drie dagen lang alle ultrasone geluiden opnemen. Met een dergelijk project kan het leren herkennen van soorten en het uitvoeren van gestandaardiseerde biodiversiteitsmonitoring worden gecombineerd met het verzamelen van gegevens die van groot belang zijn voor het vakgebied Urban Ecology en ter ondersteuning van het biodiversiteits- en evenementenbeleid van de Gemeente Amsterdam. 6.4 Habitatbeschrijvingen Een tweede mogelijkheid voor het inzetten van studenten bij het verzamelen van data voor dit onderzoek is het maken van gedetailleerde habitatbeschrijvingen in elk park. Met behulp van bijv. LiIDAR-scans kunnen verschillende substraten en vegetatietypen makkelijk van elkaar worden onderscheiden, gekwantificeerd en geanalyseerd (Bradbury et al. 2005). De aanwezigheid en diversiteit van verschillende vegetatie(structuur)-typen is zeer waarschijnlijk een belangrijke verklarende variabele voor de biodiversiteit. Tevens zou de horizontale en vertikale vegetatiestructuur door de dempende werking en het bieden van schuilgelegenheid van belang kunnen zijn voor de mate waarin evenementen biodiversiteit beïnvloeden. In combinatie met de biodiversiteitsmonitoring kunnen datasets worden gegenereerd die wetenschappelijk zeer interessant zijn én de analyses nog veel bredere toepassing verlenen dan alleen de Gemeente Amsterdam. 6.5 Projectvoorstel Door het combineren van onderwijs en inzet van enthousiaste studenten met het gestandaardiseerd verzamelen van data kunnen binnen enkele jaren genoeg betrouwbare gegevens zijn verzameld om goed onderbouwde conclusies te kunnen trekken over de effecten van evenementen op de biodiversiteit in parken. Daarnaast kan, net als bij de evenementendata, een goede dataset over biodiversiteit in parken ook gebruikt worden voor het beantwoorden talloze andere vragen over het functioneren van het vrbane ecosysteem. Het is daarom het overwegen méér dan waard om in het kader van het samenwerkingsverband tussen IBED en de Gemeente Amsterdam een vijfjarig deeltijd (0,8 Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, biz. 12 fte) promotieonderzoek te starten waarin één persoon verantwoordelijk is voor de coordinatie van het verzamelen van de benodigde gegevens door studenten en ‘citizen scientists’, de opslag en analyse van data én de rapportage erover. Dit geeft de beste garanties dat er na vijf jaar een gedegen onderzoek ligt dat antwoord geeft op veel prangende vragen die in dit onderzoek nog niet beantwoord konden worden. 6.6 Databeheer Het is van groot belang dat de verzamelde data centraal opgeslagen en beheerd worden. De zoektocht naar bruikbare gegevens voor dit onderzoek duurde ondanks de hulp van velen lang, omdat het vaak onduidelijk was waar data gevonden konden worden of konden worden opgevraagd. Wij stellen voor deze data in direct voor gebruik in Geografische Informatie Systemen (GIS) geschikte bestanden op te slaan in het online dataportaal van de gemeente Amsterdam. Ook hierin kan de UvA een belangrijke rol spelen: de afdeling Theoretical and Computational Ecology van IBED heeft met het EcoGrid (Arp et al. 2011) project aan de basis gestaan van wat nu de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF) is, en kan er dus o.m. voor zorgen dat de op te zetten gemeentelijke database daar naadloos op aansluit. 7. Literatuur Alerstam, T. (1990). Bird migration. Cambridge University Press, Cambridge. Alvey, A.A. (2006). Promoting and preserving biodiversity in the urban forest. Urban Forestry & Urban Greening, 5(4), 195-201. Arp, W., van Reenen, G., Seeters, R., Tentij, M., Veen, L. & Zoetebier, D. (2011) The NDFF- EcoGRID logical data model, version 3. - Document version 1.1. Rapport IBED- Computational Geo-Ecology & GegevensAutoriteit Natuur. Bradbury, R.B., Hill, R.A., Mason, D.C, Hinsley, S.A, Wilson, J.D, Balzter, H., … & Bellamy, P.E. (2005). Modelling relationships between birds and vegetation structure using airborne LiDAR data: a review with case studies from agricultural and woodland environments. /bís, 1473), 443-452. Bruinzeel, L.W., J. van Belle & L. Davids (2009). The impact of conventional illumination of offshore platforms in the North Sea on migration bird populations. Rapport 1227. Altenburg & Wymenga, Veenwouden Cornelis, J., & Hermy, M. (2004). Biodiversity relationships in urban and suburban parks in Flanders. Landscape and Urban Planning, 69(4), 385-401. Dirksen S. & de Fouw J. (2016). Review effecten evenementen en festivals op natuur. Hermy, M., & Cornelis, J. (2000). Towards a monitoring method and a number of multifaceted and hierarchical biodiversity indicators for vrban and suburban parks. Landscape and vrban planning, 49(3-4), 149-162. Kerr, J.T. & Packer, L. (1997). Habitat heterogeneity as a determinant of mammal species richness in high-energy regions. Nature, 385(6613), 252. Kleijn D. (2008). Effecten van geluid op wilde soorten - implicaties voor soorten betrokken bij de aanwijzing van Natura 2000 gebieden. Rapport 1705. Alterra. Krijgsveld K.L., Smit R.R. & van der Winden J. (2008). Verstoringsgevoeligheid van vogels Update literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie. Rapport 08-173. Bureau Waardenburg bv. Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, biz. 13 Krijgsveld K.L. (2015). Broedvogels en Amsterdam Open Air 2015. Notitie 15-068. Bureau Waardenburg bv. Legg, C.J, & Nagy, L. (2006). Why most conservation monitoring is, but need not be, a waste of time. Journal of environmental management, 78(2), 194-199. Oakley, K.L., Thomas, L.P, & Fancy, S.G. (2003). Guidelines for long-term monitoring protocols. Wildlife Society Bulletin, 1000-1003. Oudega H. (2012). Monitoring broedvogels Festival Fusion of Dance. Toetsing aan de Flora- en faunawet Wijthmenerplas, Zwolle 2012. Tauw, Deventer. Poot, H., Ens, B.J, de Vries, H., Donners, M.A, Wernand, M.R., & Marquenie, J.M. (2008). Green light for nocturnally migrating birds. Ecology and Society, 13(2). Shamoun-Baranes J., Dokter A.M., van Gasteren H., van Loon E.E, Leijnse H. & Bouten W. (2011). Birds flee en mass from New Year's Eve fireworks. Behavioral Ecology 22:1173- 1177. Shirley, M.D.F., Armitage, V.L., Barden, T.L, Gough, M., Lurz, P.W.W., Oatway, D.E., … & Rushton, S.P. (2001). Assessing the impact of a music festival on the emergence behaviour of a breeding colony of Daubenton's bats (Myotis daubentonif). Journal of Zoology, 254(3), 367-373. Van Kempen H. & Smeets H. (2013). Het Grote Groenonderzoek 2013: Het bezoek aan en gebruik van parken, recreatiegebieden en groen in de woonomgeving van Amsterdam. Rapport Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek, 112 pp. 8. Bijlage Bij dit rapport hoort Bijlage 1: een Excel-document met een protocol en een voorbeeld- databestand voor de registratie van gegevens over de evenementen in (Amsterdamse) parken. Evenementen en biodiversiteit in Amsterdamse stadsparken — Rapport IBED-UvA, 07-2018, blz. 14
Onderzoeksrapport
14
train
Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier Besluit vaststelling hogere grenswaarden Wet Geluidhinder, bestemmingplan Draka Terrein, Hamerkwartier Legenda E rs he | Aes d C Plargeted - Draka-bemrein E Ë JN CZ] Hamerkwartier K rl 5 Ne en a, NÀ ON CA ERD CE } Ee PR Ee be en an ZA Ü ad MAAN Ee en Colofon Opdrachtgever Grond en ontwikkeling, project Hamerkwartier, gemeente Amsterdam 13 mei 2022 Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier TOELICHTING Bestemmingsplan Draka Terrein Hamerkwartier Op dit moment geldt voor het plangebied van deze herziening het bestemmingsplan “Hamerstraatgebied". Dit bestemmingsplan is op 24 april 2013 door de voormalige deelraad van stadsdeel Noord vastgesteld en is vervolgens op 26 juni 2013 onherroepelijk geworden. Een deel van dit bestemmingsplan is herzien middels het bestemmingsplan “Hamerstraatgebied 1° herziening”. De 2° herziening is vastgesteld op 8 juli 2021 door de gemeenteraad van Amsterdam. Met deze herziening worden een deel van de regels uit het bestemmingsplan “Hamerstraatgebied” gewijzigd of verwijderd. De ongewijzigde overige regels uit het bestemmingsplan “Hamerstraatgebied” blijven van kracht. ORE Rel dpi EN ATS 4 Re je EN 4 1f 8 3 De DE ADS VEND Eke BENN ANP 2 ‘ Geke oa ne Ve WA em Bestemmingsplan Hamerstraatgebied Het (postzegel)bestemmingsplan ‘Draka Terrein Hamerkwartier’ is een herziening van een deel van het bestemmingsplan “Hamerstraatgebied” en het bestemmingsplan “Hamerstraatgebied 21° herziening”. Het plangebied van het bestemmingsplan wordt globaal begrensd door het Gedempt Hamerkanaal, de Hamerstraat, het IJ en de Aambeeldstraat. Het bestemmingsplan voorziet in een gemengd programma voor de locatie met circa 1.630 woningen (120.000 m? BVO), circa 12.000 m? BVO maakindustrie, circa 9.000 m? BVO kantoren, circa 6.500 m? BVO voorzieningen en circa 3.900 m? voor een school. De overige gronden van het Hamerkwartier vallen buiten het plangebied. Hiervoor zullen afzonderlijke plannen (afwijken middels omgevingsvergunning/ bestemmings- of omgevingsplan) worden opgesteld op het moment dat herontwikkeling op die plaatsen aan de orde is. Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier EL? NN WE mi ee ij - ee I Ì here) m Uu LI} L pi Ll u À GEE DP TA - Ee kl Pre el … | | u HE A eri ESn Er wrd PEER ee A | ei | | pa: Verbeelding bestemmingsplan Draka Terrein Hamerkwartier In opdracht van de eigenaar/ ontwikkelaar van het Draka Terrein is ten behoeve van het bestemmingsplan door adviesbureau Peutz akoestisch onderzoek uitgevoerd om inzicht te geven in de geluidsbelasting op de gevels als gevolg van verschillende geluidsbronnen. Akoestisch onderzoek Het plangebied is gelegen binnen de zones van een aantal, conform de Wet geluidhinder, gezoneerde wegen. Daarnaast ligt het plangebied in de geluidzone van het, conform de Wet geluidhinder, gezoneerd industrieterrein Johan van Hasseltkanaal Oost. De Wet geluidhinder geeft aan welke geluidbelasting aanvaardbaar is. Deze normen moeten bij het opstellen van een bestemmingsplan in acht worden genomen. Indien de voorkeursgrenswaarden worden overschreden en geluidsbeperkende maatregelen niet of onvoldoende mogelijk zijn, biedt de Wet geluidhinder de mogelijkheid om hogere waarden vast te stellen. Naast wegverkeerslawaai en industrielawaai is ook het geluid van scheepvaartverkeer over het IJ beschouwd, en de geluidbelasting vanwege naastgelegen bedrijvigheid (bedrijven en milieuzonering). De resultaten van het akoestisch onderzoek zijn vastgelegd in de volgende rapporten: e rapport ‘Nieuwbouwproject Draka te Amsterdam Noord, akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai’, projectnummer H 6120-1-RA-008 van 5 mei 2022 uitgevoerd door Peutz; e rapport ‘Nieuwbouwproject Draka te Amsterdam Noord, onderzoek industrielawaai, scheepvaartlawaai en beschouwing bedrijven en milieuzonering, rapportnummer H 6120- 3-RA-014 d.d. 5 mei 2022 uitgevoerd door Peutz. Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier Deze akoestische onderzoeken zijn, net als dit Besluit Hogere waarden, als bijlagen bij de toelichting van het bestemmingsplan gevoegd. In de onderzoeken zijn de bouwblokken binnen het plangebied genummerd, de nummering is weergegeven op onderstaand figuur. en == or u Ei E in, a WEE - =| | = Te HL Di 5 Se Lek ee 4 : \ E ar es Evs Ee D ae 5 mj sz tent PIAN REEL ed _ " pn hi ne pe - en cit ze in 5 5 re s hek ne 5 | ki - go N Î % en , En De ' el 4 Wes B Ä ee hed at Et he 5 A CR LM À t ai Í À " - 4 | el Gn EO TN \ etn Ten SN J ee a ál 4 5 Ore el | z v ik E j k A OO enn B EB- | ne LN en | À “u - À Ee Î 1 = = cl ke 1 ij ee d he ij Nh hs ande Ei N he A} * EN El eert ai mn | je, i En \ IJ L - ' Á a k mn ME nn EN ne À EI En me A=! Lam rE \ Í Nn K i Al er ee En A é ij e= ne we en RO O7 5 } mn cen | } La : Ô er ‚- Ine it 0 sb 10 150m Aanduiding bouwblokken Hieronder wordt ingegaan op industrielawaai, wegverkeerslawaai, scheepvaartlawaai en bedrijven en milieuzonering. Vervolgens wordt ingegaan op de cumulatie van geluid en gelvidbeperkende maatregelen. e _Industrielawaai De projectlocatie ligt binnen de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein ‘Johan van Hasseltkanaal Oost’. Ten gevolge van een gezoneerd industrieterrein bedraagt de voorkeurswaarde 5o dB(A) op geluidgevoelige bestemmingen binnen de geluidzone rondom het gezoneerde industrieterrein. Het bevoegd gezag kan in bepaalde gevallen hogere grenswaarden toestaan voor nieuw te realiseren woningen binnen de zone tot ten hoogste 55 dB(A) en voor onderwijsgebouwen tot ten hoogste 60 dB(A). Uit de rekenresultaten blijkt het volgende: Er wordt niet op alle punten voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 5o dB(A). Op een deel wordt tevens niet voldaan aan de maximale ontheffingswaarde. Voor deze woningen zijn aanvullende maatregelen benodigd. Voor alle gevels met een geluidbelasting van meer dan 5o dB(A) worden Hogere waarden vanwege industrielawaai vastgesteld. Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier In de tabel hieronder zijn de berekende etmaalwaarden (Letmaai) ten gevolge van het industrieterrein Johan van Hasseltkanaal Oost ter plaatse van de gevels van de verschillende bouwdelen weergegeven. Berekende etmaalwaarden (Lamas ten gevolge van het industrieterrein Johan van Hasseltkanaal Oost Beuwdeel Lsa inr dB(A) (etmaalwaarde) {zie figuur 2.3) À 45 B 46 C 45 D 5 É 57 F 58 6 56 H 5 In onderstaand figuur wordt middels verticale geluidcontouren weergeven op welke gevels de waarde van 5o dB (A) wordt overschreden, met gele, oranje en rode vlakken: Terre er a: Alp lev ISEEN er a a Ee Pr n Ee Bef e _ ie nr ene nn RA En L À 0 _N me F bh @ ir | Be Dg he 5 RR Oe B a en er eN DE a Kn Is Dn ak Rid a en, 8 a k ls Ee | he an sn > han St een ê EE | k kn Ee zn he. aks Ee. kh En OO a 5 E E ND, | ee 4 Gi in Den. a 8 En en in 8 en es 8 ae ed | = en 7 4, \ ln Re i- Din 0 | B a. En n OO er En ps heal (lins a en Dm oa pn 5 oe Í A Geluidbelasting op gevels tgv industrielawaai, groene s5o dB(A), geel 50-53 dB(A), oranje 53-55 dB(A), rood is>55 dB(A). Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier De uitkomsten van het akoestisch onderzoek leiden tot het vaststellen van onderstaande hogere waarden voor industrielawaai. Aan te vragen hogere waarden voor het industrieterrein Jahan van Hasseltkanaal Oost Bouwdeel Gevelzijde Nadere specificatie positie Aan te vragen hogere waarde in dB(A) (zie figuur 2.3) (etmaalwaarde) D Oastgevel Enkel de gevel van het hoogbouwdeel 55 E Naardgevel Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) 55 Oastgevel Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) Zuidgevel Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) F Oastgevel Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) 55 Zuidgevel Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) 6 Moordgevel Enkel de gevel van het meest zuidelijk gelegen hoogbouwdeel 55 Oastgevel Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) Zuidgevel Enkel de gevels van de twee hoogste hoogbouwdelen H Oastgevel Enkel de gevel van het meest noordelijk gelegen hoagbouwdeel 55 Zuidgevel Enkel de gevel van het meest noordelijk gelegen hoogbauwdeel Voor nieuwe geluidgevoelige functies, zoals woningen, kan een hogere waarde worden vastgesteld tot ten hoogste 55 dB(A). Op een aantal gevels van de beoogde ontwikkeling treden echter (vanaf een bepaalde hoogte) geluidniveaus op tot ten hoogste 58 dB(A) en wordt de maximale ontheffingswaarde overschreden. Voor deze posities zullen dove gevels toegepast worden. In onderstaande figuur worden deze posities weergeven met rode lijnen. Van deze (dove gevel)verplichting kan slechts onder voorwaarden worden afgeweken: namelijk indien (met een nader akoestisch onderzoek) is aangetoond dat als gevolg van gewijzigde omstandigheden wordt voldaan aan de maximaal toelaatbare geluidsnormen zoals deze zijn vastgesteld bij het ten behoeve van dit bestemmingsplan op grond van de Wet geluidhinder vastgestelde besluit hogere waarden industrielawaai. Met het bovenstaande wordt de geluidruimte van het bedrijf Albemarle BV (gelegen op het gezoneerde industrieterrein ‘Johan van Hasseltkanaal Oost’) gerespecteerd. Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier dl (IJ \ zing rel x LAS AIG Ln Tf Ne 1 laid _ l | Ni 7 ek enn ONS Pos, Ji : me ä | Le AER EN Ed Ä K … | L ci ES ee 4 kt WN A EN \ rn eee a OD NE Eee Aer BON nn el Ed ik ae en en en nd see IE seri Nl be er 4 ern 2 A \ A Ï ik Ô à p jk ; = Fa L: Ei 4 8 , ETEN | \ af LJ E 7 Lu L |. Ì Hf [ L Ee, ik  5 4 \ Ì i d le ek 5 Jl ï À L Fis Ü k, AN Ada TETE HER de LAEHT Al 5 __ Ale Meme bk Helm, Ber ER | 8 L. Ä Dien DA . li en - zn en | me a Afbeelding positie dove gevels Voor de beoogde ontwikkeling zullen voor de gevels waar sprake is van een overschrijding van de waarde van 5o dB(A) hogere waarden aangevraagd worden. « Wegverkeerslawaai In de Wet geluidhinder wordt gesteld dat elke weg een geluidzone heeft, waarbinnen aandacht moet worden besteed aan verkeerslawaai en getoetst moet worden aan grenswaarden. Uitzondering hierop zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/u of lager, die geen geluidzone hebben. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de geluidbelasting van deze wegen echter wel meegenomen in het akoestisch onderzoek. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai bedraagt 48 dB (artikel 82, eerste lid Wet Geluidhinder). De maximale geluidbelasting door een gezoneerde weg in stedelijke situaties bedraagt 63 dB (artikel 83, tweede lid Wgh). De projectlocatie is gelegen binnen de zone van verschillende gezoneerde wegen. Deze wegen zijn: _Gedempt Hamerkanaal; e Hamerstraat; e Ketelstraat; e Aambeeldstraat; e _Boorstraat; e _Schaafstraat; e _Mokerstraat; e Beitelkade; e _Spijkerhaven; e Meeuwenlaan. In het kader van de herontwikkeling van het Hamerkwartier zal de verkeersstructuur van de omgeving van het plangebied worden gewijzigd. Als gevolg hiervan bevindt het plangebied zich in de toekomstige situatie enkel in de geluidzone van de Meeuwenlaan. De overige genoemde Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier wegen komen te vervallen, wijzigen naar een 30 km/u weg of worden autovrij/autoluw in de toekomstige situatie. De maximaal optredende geluidbelastingen ten gevolge van de beschouwde wegen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Hierin is de maximale geluidbelasting ter plaatse van de gevels-per bouwdeel van de beoogde ontwikkeling- ten gevolge van wegverkeer weergegeven. Opgemerkt wordt dat enkel de geluidbelastingen ten gevolge van de 5o km/uur weg de Meeuwenlaan en de overige 30 km/uur wegen, welke een relevante bijdrage leveren aan de optredende geluidbelasting, in deze tabel zijn opgenomen. Maximaal optredende geluidbelasting Lees ten gevolge van de omliggende wegen (inclusief 5 dB aftrek) Bouwdeel Maximaal optredende geluidbelasting Lan (zie figuur 2.2) [dB] Meeuwenlaan Gedempt Hamerstraat Ketelstraat Nieuwe weg plangebied Hamerkanaal (nr. 25 op figuur 4.1) A 38 38 48 47 28 8 36 36 4 40 36 C 33 38 4 32 43 D 36 al 2 3 47 E 38 a 2 2% 46 F 40 58 34 Ni 46 G aa 58 4 2 48 H 45 57 55 4l 45 Uit de tabel volgt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ter plaatse van de gevels van de beoogde ontwikkeling vanwege zoneplichtige wegen, niet wordt overschreden. De geluidbelasting bedraagt als gevolg van wegverkeer over de Meeuwenlaan ten hoogste 45 dB. Hiermee wordt ook de maximale ontheffingswaarde niet overschreden. Opgemerkt wordt dat de waarde van 4,8 dB ten gevolge van wegverkeer over het Gedempt Hamerkanaal, de Hamerstraat, de Ketelstraat en de nieuwe weg binnen het plangebied wordt overschreden. Aangezien voor deze wegen (vanwege de maximaal toegestane snelheid van 30 km/uur) geen toetsing aan grenswaarden hoeft plaats te vinden, hoeven hiervoor echter geen hogere waarden te worden aangevraagd. In het kader van een goede ruimtelijke ordening vraagt dit echter wel om een beschouwing. De gemeente draagt tijdig zorg voor aanwijzen van de straten als 3okm/uur-gebied. Met name als gevolg van wegverkeer over het Gedempt Hamerkanaal is sprake van relatief hoge geluidbelastingen. Als gevolg van de overige wegen in de omgeving van het plangebied is slechts zeer plaatselijk sprake van een beperkte overschrijding van de waarde van 48 dB. Nergens is sprake van een geluidbelasting hoger dan 63 dB wat voor geluidgezoneerde wegen als onaanvaardbaar wordt geacht. Op grotere afstand van het Gedempt Hamerkanaal neemt de optredende geluidbelasting als gevolg van wegverkeer over het Gedempt Hamerkanaal af. De geluidbelasting als gevolg van wegverkeer over het Gedempt Hamerkanaal ter plaatse van de gevels van de beoogde ontwikkeling is nader inzichtelijk gemaakt middels verticale gelvidcontouren. Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier Gedempt Hamerkanaal 5 AEN ss je, AA ha li 53 P Ë, hail F ” k el ” pe 3 48 he ij } el 4 û a he e _N a OST OEP kh | E MN le g P_ i “ ne f B Hers: ee „> l, he. Pa | ss le we De KS m - el Dn. a a | EK Ë | î | Eed ad he nd e= n - XN NA Rs NDE hk ne N nt NL E kh E E t N Fn Ne ee L Sf NE h U Mn ha Ee k hl) % Nr h NK kk a Mi he kh hk Î eN hk _N : re Den _N A IE | zj NS D\ ee NN | B h\ EA — 1 Geluidbelasting op gevels als gevolg van wegverkeerslawaai Cumulatie wegverkeerslawaai De maximaal gecumuleerde (in casu gesommeerde) geluidbelasting ten gevolge van alle omliggende wegen bedraagt Lcum = 65 dB, inclusief o dB aftrek, ex artikel 3.4 Rmgq2012. Het overzicht van de optredende gecumuleerde geluidbelasting per bouwdeel is weergegeven in onderstaande tabel. Gecumuleerde geluidbelasting ten gevolge van de wegverkeerslawaai Bauwdeel Gecumuleerde geluidbelasting (exdusief aftrek conform artikel 1009 Wgh) À EE] B 54 C 48 D 52 E 52 F 63 6 64 H 62 De gecumuleerde geluidbelasting van alle wegen samen bedraagt ten hoogste 64 dB. Ondanks dat het hogere waarden beleid in voorliggende situatie niet van toepassing is, wordt met een Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier waarde van 64 dB wel voldaan aan de maximaal aanvaardbare gecumuleerde geluidbelasting. Er is conform het gemeentelijk hogere waarden beleid pas sprake van een onaanvaardbare geluidsbelasting als de gecumuleerde waarde meer dan 3 dB hoger is dan de hoogste van de maximaal toegestane ontheffingswaarden. In dit geval is de maximale ontheffingswaarde 63 dB, waarmee de hoogst aanvaardbare waarde 66 dB bedraagt. _Scheepvaartlawaai De planlocatie ligt aan het IJ. Hierover vindt beroepsscheepvaart plaats. Vanuit goede ruimtelijke ordening is ook het scheepvaartlawaai beschouwd. Bij de beoordeling wordt daarbij aangesloten op de waarde voor industrielawaai, te weten 5o dB (A). Beoardelngekeder scheervaartlewaai Geluideäreeu Percentage gehinderden Beoordeling E55 Het aantal emstig gehinderden is mscimaal 5% Speke is wan en zandachtssitwatie. ed Het aantal eemslig gebinderder hs serwaarloabaar Eris geen genbileerm te verwachten Uit de rapportage van adviesbureau Peutz kan geconcludeerd worden dat de gevelbelasting ter plaatse van het plangebied naar alle verwachting ongeveer tussen de 5o en 55 dB (A) zal bedragen. Plaatselijk wordt de waarde van 55 dB (A) lichtelijk overschreden. De woningen direct aan het IJ worden daarbij blootgesteld aan relatief hoge geluidbelastingen. Deze woningen zijn echter niet blootgesteld aan hoge geluidbelastingen als gevolg van andere gelvidbronnen. De woningen die verder van het IJ af zijn gelegen zullen daarnaast grotendeels worden afgeschermd door bebouwing. De GS a NN 2 Legenda É Mm En, E ID KEN Oc-soau D kp de. en 50-55 dBA) 1 ar dr k 4 | k en AEN OO 55-400 R P d 4 PS BN so-esaw la > s den Saijp 65 — FI dBA) en Pd # il le Pred ) din Pen Ene ’ ind Pk | FP ln ROZ B ij TE E | LA U, JES EVD LS hj dr \ rn Ne ef 4 15 A Ps S S ‘ | De mi Le he Od EE ï h\ Ei, Po ed zl en ME nF G pat ed ik ARN OO CA Ee E | Ee ne el ’ te n {7 Tut AN Es N x A | Pake el Nr en en Ace Et 4 Vil kn Hi a ee | Kek el | a | 8 ij kn Wi Cd nn | zal MEH U en en OCEANEN me ZA Sa UE Bi: TA ee ae en 8 AS 15e } re en 1 ke f eef Ir Bet dl | E i n eN MAELEPRE Geluidbelasting op 50 meter hoogte, met in blauw aangegeven de beoogde bouwblokken Langs het IJ zijn er (vanwege andere geluidbronnen) mogelijk maatregelen nodig om een stille zijde, dan wel een situatie waarbij sprake is van een mogelijk aanvaardbare beperkte overschrijding (3 dB), te realiseren. Door gedeeltelijk gesloten balkons en geluidsabsorberende Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier plafonds of loggia's kan dit bereikt worden. Naar verwachting zal een groot deel van de aan het IJ gelegen beoogde woningen beschikken over een buitenruimte welke juist aan de zijde van het IJ zal zijn gepositioneerd. Hierbij zal het naar verwachting haalbaar zijn om een stille zijde te realiseren. Daarnaast zal zorggedragen worden bij de verdere vitwerking van het ontwerp dat aan de nieuwbouweisen voor het binnenniveau uit het Bouwbesluit 2012 wordt voldaan. e Bedrijven en milieuzonering In de omgeving van het plangebied bevinden zich bedrijfsactiviteiten, die niet zijn gelegen op het industrieterrein Johan van Hasseltkanaal Oost en/of West. Opgemerkt moet worden dat de herontwikkeling van het Draka-terrein deel vitmaakt van de transformatie van het Hamerkwartier. In het vigerende bestemmingsplan worden rondom het plangebied bedrijven toegestaan die tot milieucategorie 2 behoren. Deze bedrijvigheid vormt geen belemmering voor de herontwikkeling van het plangebied, gelet op de VNG richtafstanden. Voor een aantal locaties wordt middels een maatbestemming op basis van het vigerend bestemmingsplan Hamerstraatgebied een hogere milieucategorie toegestaan. Een aantal van deze maatbestemmingen -voor bedrijven die inmiddels niet meer in het plangebied zijn gevestigd, zoals voor het bedrijf Exclusiva -zijn verwijderd door middel van het bestemmingsplan ‘Hamerstraatgebied 1° herziening’, dat op 8 juli 2021 door de raad is vastgesteld. Er bevindt zich nog één bedrijf met een hogere milieucategorie nabij het plangebied. Dit betreft GVB Veren. Exclusiva Ten noorden van het plangebied bevindt zich het bedrijf Exclusiva. Voor deze gronden is een bestemmingsplanprocedure doorlopen ten behoeve van woningbouw. De bedrijfsactiviteiten zijn hiermee beëindigd, derhalve wordt Exclusiva niet belemmerd in haar bedrijfsactiviteiten door de herontwikkeling van het Draka-terrein. GVB Veren Direct grenzend aan het plangebied bevindt zich een vestiging van GVB Veren, behorend tot milieucategorie 4.1. Voor milieucategorie 4.1 geldt een richtafstand van 100 meter. Opgemerkt dient te worden dat er reeds woningen gesitueerd zijn op kortere afstand tot dit bedrijf dan de beoogde woningen. Op het terrein van de veerpontdienst bevindt zich woonbebouwing. Op circa 10 meter afstand van de veerpontdienst bevindt zich aan de Aambeeldstraat 16 eveneens reeds een woning. Het bedrijf wordt daarom reeds in haar milieugebruiksruimte beperkt door de aanwezigheid van de reeds bestaande woningen. Door M+P raadgevende ingenieurs is in 2020 onderzoek vitgevoerd naar het geluid ten gevolge van de veerpontdienst in relatie tot de beoogde ontwikkeling. De geluidsbelasting als gevolg van de veerponthaven van het GVB is in het onderzoek bepaald voor een drietal peiljaren: 2020, 2025 en 2030. Gedurende deze periode wordt een elektrificering van de pontvloot doorgevoerd. Tussen 2020 en 2025 is de elektrificering op een dusdanig punt beland dat geen sprake meer is van een overschrijding van de etmaalwaarde van 5o dB (A) voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau. Wat betreft het maximale geluidniveau wordt de van toepassing zijnde gelvidgrenswaarde vit het Activiteitenbesluit voor de dagperiode van 7o dB overschreden. Voor de avond- en nachtperiode wordt aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit voldaan. De overschrijding tijdens de dagperiode wordt veroorzaakt door werkzaamheden op het bedrijfsterrein. Tijdens de dagperiode is slechts sprake van een overschrijding van 1 dB. Vanwege deze beperkte overschrijding, in combinatie met de variatie in locatie van de werkzaamheden op het terrein, wordt dit aanvaardbaar geacht. De werkzaamheden zullen daarbij niet iedere keer tot een overschrijding leiden. Daarnaast vinden er niet iedere dagperiode werkzaamheden plaats. Als gevolg van de incidentele feesten ter plaatse van het Veerhuis wordt de etmaalwaarde van 5o dB (A) overschreden ter plaatse van het plangebied. Sprake is van een overschrijding van Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier maximaal 4 dB. Dit wordt met name veroorzaakt door muziekgeluid tijdens feesten. Een dergelijk feest komt echter niet vaker dan 6 keer per jaar voor en wordt daarom aanvaardbaar geacht. Cumulatie In artikel 110a en 1aof van de Wet geluidhinder zijn voorschriften opgenomen voor cumulatie van geluid. Volgens artikel 1aof lid 3 Wgh moet deze cumulatie worden betrokken als: a. een hogere waarde wordt vastgesteld; b. meer dan één geluidbron de voorkeurswaarde overschrijdt. Op grond van het Amsterdams beleid is geformuleerd dat de gecumuleerde waarde niet hoger mag zijn dan de hoogst toegestane grenswaarde plus 3 dB. Met een gecumuleerde geluidbelasting van maximaal 57 dB wordt voldaan aan de voorwaarde uit het Amsterdamse geluidbeleid. Aangezien alleen als gevolg van industrielawaai hogere waarden aangevraagd dienen te worden is het formeel gezien wet- en regelgeving niet benodigd om de gecumuleerde geluidbelasting te beoordelen. In de voorliggende situatie bedraagt de gecumuleerde geluidbelasting ter hoogte van de beoogde ontwikkeling ten hoogste 65 dB ten gevolge van wegverkeers- en industrielawaai. Er treedt hiermee geen onaanvaardbare geluidsbelasting op. Er is conform het gemeentelijk hogere waarden beleid pas sprake van een onaanvaardbare geluidsbelasting als de gecumuleerde waarde meer dan 3 dB hoger is dan de hoogste van de maximaal toegestane ontheffingswaarden. In dit geval is de maximale ontheffingswaarde (voor wegverkeer) 63 dB, waarmee de hoogst aanvaardbare waarde 66 dB bedraagt. Naast dat de gecumuleerde geluidbelasting relevant is in het kader van het gemeentelijk geluidbeleid, vraagt dit ook om aandacht in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Hierbij worden ook geluidbronnen betrokken welke niet onder de werkingssfeer van de Wet geluidhinder vallen. Wat de gecumuleerde geluidbelasting betreft is voor de posities waar sprake is van een relatief hoge geluidbelasting overwegend sprake van één maatgevende geluidbron. De afzonderlijke geluidbronnen in de omgeving van het plangebied kennen allen een andere maatgevende positie wat de optredende geluidbelasting ter plaatse van de gevels van de beoogde ontwikkeling betreft. Voor industrielawaai is bijvoorbeeld voornamelijk aan de oostzijde sprake van relatief hoge geluidbelastingen, waar ten aanzien van wegverkeerslawaai juist direct langs het Gedempt Hamerkanaal sprake is van hoge geluidbelastingen. Voor scheepvaartlawaai is voornamelijk langs het IJ sprake van relatief hoge geluidbelastingen. Hierdoor wijkt de gecumuleerde geluidbelasting niet sterk af van de hoogste geluidbelasting per geluidbron. Alwaar sprake is van een hoge gecumuleerde geluidbelasting komt hiermee overwegend overeen met de posities waar sprake is van een hoge geluidbelasting als gevolg van één van de afzonderlijke geluidbronnen. Geluid beperkende maatregelen Voordat een hogere waarde wordt vastgesteld, moet eerst zijn onderzocht of maatregelen kunnen worden getroffen om een lagere geluidbelasting te realiseren. Volgens het bepaalde in artikel 110a, vijfde lid, Wgh, mag alleen een hogere waarde worden verleend als toepassing van maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting onvoldoende doeltreffend is, of overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundig of financiële aard. Maatregelen In het onderzoek worden voor wat betreft industrielawaai drie mogelijkheden ten aanzien van maatregelen aangedragen. Dit betreffen: e Maatregelen bij de bron: het toepassen van geluidreducerende maatregelen bij de bedrijven op het gezoneerde industrieterrein Johan van Hasseltkanaal Oost. In voorliggende situatie zijn de mogelijkheden voor maatregelen aan de bron en in de overdracht beperkt. Maatregelen aan de woningen zijn daarbij het meest kansrijk. Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier Daarnaast is het wenselijk om juist niet geluidgevoelige functies op de meest geluidbelaste posities te situeren. Bij het ontwerp dient bij een geluidbelasting hoger dan 5o dB(A) rekening gehouden te worden met de eis vanuit het gemeentelijke geluidbeleid dat een dergelijke woning over een stille zijde moet beschikken. Een stille zijde kan hierbij gecreëerd worden door gedeeltelijk gesloten balkons en geluidsabsorberende plafonds of loggia's. e Maatregelen in de overdracht: dit kan bijvoorbeeld bestaan uit het plaatsen van schermen of wallen. Rekening houdend met de ligging van het plangebied ten opzichte van het industrieterrein, kan worden geconcludeerd dat het treffen van een maatregel in het overdrachtsgebied niet effectief is. Ook uit het MER Hamerkwartier volgt dat bron- en overdrachtsmaatregelen (zoals een geluidsscherm) voor het gezoneerde industrieterrein niet doelmatig zijn. e Maatregelen bij de ontvanger: conform het gemeentelijke geluidbeleid dienen nieuwbouwwoningen in eerste aanleg over een stille zijde te beschikken. Wanneer gemotiveerd kan worden dat het redelijkerwijs niet mogelijk is om maatregelen te treffen om de geluidsbelasting te verlagen, is een geringe overschrijding van de voorkeursgrenswaarde (bij de stille zijde) van 3 dB acceptabel en wordt geacht sprake te zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. In voorliggende situatie beschikt een groot aantal woningen reeds over een stille zijde, of is sprake van een geringe overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. Op deze posities zijn maatregelen nodig om een stille zijde te realiseren. Opgemerkt wordt dat voor een deel van de gevels van de beoogde woningen sprake is van een geluidbelasting van hogere dan 55 dB(A). Hier zullen dove gevels toegepast worden. Het binnenmilieu wordt beschermd door de eisen opgelegd vanuit het Bouwbesluit. De geluidwering van de gevel dient zodanig te zijn, dat het resterende gelvidniveau in de woning niet meer bedraagt dan 33 dB. Bij deze berekening wordt de cumulatieve geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer gebruikt. Stille zijde Conform het beleid van de gemeente, kan het college alleen een hogere waarde vaststellen, indien er een stille zijde aanwezig is. Bij de indeling van de appartementen dient hiermee rekening te worden gehouden. Er is sprake van een stille zijde wanneer ten minste één geluidgevoelige ruimte beschikt over een raam waar de geluidbelasting voldoet aan de voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder, en het raam beschikt over zodanige spuiventilatie dat voldaan wordt aan de desbetreffende eisen van het Bouwbesluit 2012. Daarnaast kan de verplichting tot stille zijde ook ingevuld worden met glazen afscherming op een balkon die naar behoefte open en dicht gedaan kan worden, door middel van te verschuiven delen. In de regels van het bestemmingsplan “Draka Terrein Hamerkwartier” is dit geborgd door een verplichting op te nemen om een geluidsluwe gevel te realiseren bij woningen waarvoor een hogere grenswaarde is vastgesteld . Hier kan slechts onder strikte voorwaarden van worden afgeweken: “Het bevoegd gezag is bevoegd om omgevingsvergunning te verlenen voor: É‚ het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder o ten behoeve van het toestaan van een geluidsluwe gevel met een geluidsniveau van 3dB(A) hoger dan de voorkeursgrenswaarde, indien: 1. met akoestisch onderzoek is aangetoond dat het voldoen aan de voorkeursgrenswaarde, ondanks technische maatregelen, niet doelmatig is, dan wel onwenselijk om stedenbouwkundige en architectonische redenen; 2. slaapkamers worden gesitueerd aan de meest geluidsluwe kant van de woning. 3. extra geluidsisolerende maatregelen worden getroffen. Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier Maatregelen vanuit goede ruimtelijke ordening Om de geluidbelasting ter plaatse van de gevels van de beoogde ontwikkeling als gevolg van wegverkeer over het Gedempt Hamerkanaal te reduceren kunnen in het kader van een goede ruimtelijke ordening maatregelen worden overwogen. Hieronder worden de (on)mogelijke maatregelen nader beschouwd. Hierbij wordt aangesloten op de voorkeursvolgorde bron- overdracht-ontvanger conform de Wet geluidhinder, hetgeen inhoudt dat het treffen van maatregelen aan de bron de voorkeur verdient boven het treffen van maatregelen in de overdracht, en dat het treffen van maatregelen in de overdracht de voorkeur verdient boven het treffen van maatregelen bij de ontvanger. Bronmaatregelen kunnen bestaan uit het toepassen van geluid reducerend asfalt of snelheidsverlaging. Nu al sprake zal zijn van 3okm/u op — onder andere — het Gedempt Hamerkanaal — is dit geen doelmatige maatregel. Rekening houdend met de ligging van de beoogde ontwikkeling ten opzichte van het Gedempt Hamerkanaal kan worden geconcludeerd dat het treffen van een maatregel in het overdrachtsgebied effectief kan zijn. In de 'Vaststelling hogere grenswaarden Wetgeluidhinder Amsterdams beleid' wordt gesteld dat in de praktijk de plaatsing van schermen alleen mogelijk is langs grote auto{snel)wegen en spoorbanen. Los daarvan zijn bij woningen gelegen op grote hoogte, wat hier het geval is, schermen niet effectief. Gesteld kan worden dat er geen maatregelen aan de bron en/of in de overdracht mogelijk of wenselijk zijn om de geluidbelasting verder te reduceren ter plaatse van de gevels van de beoogde ontwikkeling. De geluidbelasting is plaatselijk als hoog te beschouwen als gevolg van wegverkeer over de omliggende 30 km/uur-wegen. Bij de nadere vitwerking van het plan kan hier rekening mee gehouden worden door juist op de meest geluidbelaste posities niet-geluidgevoelige functies te situeren. Het is wenselijk om hier bijvoorbeeld commerciële functies te positioneren. Daarnaast kan bij de verdere uitwerking van het ontwerp rekening gehouden worden met een strategische positionering van de diverse bouwdelen. Door bebouwing te realiseren met een afschermende werking kunnen immers geluidluwe gebieden worden gecreëerd. Hier zou bijvoorbeeld een geluidluwe gemeenschappelijke buitenruimte kunnen worden gesitueerd, welke bijdraagt aan een goed woon- en leefklimaat. De beoogde ontwikkeling voorziet thans in mogelijkheden voor dergelijke maatregelen. Door de gemeente is bovendien aangegeven dat, ondanks dat het hogere waarden beleid niet van toepassing is, ook voor deze situatie het uitgangspunt is om een stille zijde te realiseren. Bij voorkeur dienen slaapkamers aan deze stille zijde gesitueerd te worden. Op een groot aantal posities reeds sprake van een stille zijde ten aanzien van wegverkeerslawaai. Een deel van de woningen beschikt echter niet over een stille zijde. Een stille zijde kan hierbij gecreëerd worden door gedeeltelijk gesloten balkons en geluidsabsorberende plafonds of loggia's. Resumerend gesteld kan door middel van een strategische indeling van het plangebied, waarbij gebruik wordt gemaakt van bebouwing met een afschermende werking, en door juist niet geluidgevoelige functies op de meest geluidbelaste posities te situeren, bij de verdere uitwerking van het ontwerp rekening gehouden kan worden met de relatief hoge geluidbelastingen als gevolg van wegverkeer over het Gedempt Hamerkanaal. Indien alsnog sprake is van hoge geluidbelastingen ter plaatse van de gevels van geluidgevoelige functies, en hier geen sprake is van een stille zijde, kunnen maatregelen getroffen worden aan de woningen om hier alsnog in te Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier voorzien. Deze maatregelen betreffen maatwerk, en zullen in een later stadium nader uitgewerkt moeten worden. Wel zal gestreefd moeten worden naar het realiseren van een geluidluwe zijde voor de beoogde woningen. Een stille zijde kan hierbij, voor zover deze nog niet aanwezig is, gecreëerd worden door gedeeltelijk gesloten balkons en geluidsabsorberende plafonds of loggia's. Conclusie geluid beperkende maatregelen Aangezien bron- en overdrachtsmaatregelen bij dit project niet mogelijk of niet doelmatig zijn, dient het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam hogere waarden vast te stellen waar de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. In bijlage A zijn de hogere waarden industrielawaai die dienen te worden vastgesteld, opgenomen. Amsterdams geluidbeleid In Amsterdams geluidbeleid is vastgesteld wanneer van de bevoegdheid tot het vaststellen van hogere waarden gebruik wordt gemaakt. Het doel van het Amsterdams geluidbeleid is het borgen van een akoestisch aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij de bouw van woningen (en andere geluidgevoelige gebouwen) op geluid belaste locaties. Van belang voor een aanvaardbaar wonen leefklimaat is het rustig kunnen slapen met geopend raam in het slaapvertrek. Volgens Amsterdams geluidbeleid wordt een akoestisch aanvaardbaar woon- en leefklimaat gerealiseerd als de woning wordt voorzien van een ‘stille zijde’ oftewel een geluidluwe gevel. Een stille zijde is een (deel van een) gevel waar de geluidbelasting gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde of lager. Bij de indeling van de appartementen dient hiermee rekening te worden gehouden. Er is sprake van een stille zijde wanneer ten minste één geluidgevoelige ruimte beschikt over een raam waar de geluidbelasting voldoet aan de voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder, en het raam beschikt over zodanige spuiventilatie dat voldaan wordt aan de desbetreffende eisen van het Bouwbesluit 2012. Daarnaast kan de verplichting tot stille zijde ook ingevuld worden met glazen afscherming op een balkon die naar behoefte open en dicht gedaan kan worden, door middel van te verschuiven delen. Advies TAVGA Het voornemen tot vaststellen van hogere waarden is besproken in het Technisch Ambtelijk Vooroverleg Geluid Amsterdam (TAVGA) op 16 september 2021. TAVGA is akkoord met het ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai, maar vraagt aandacht voor de volgende punten: In het akoestisch onderzoek de nieuwe inzichten van VMA 3.0 betrekken; het meest actuele zonemodel industrielawaai gebruiken; geen generieke mogelijkheid voor afwijken met 3dB van geluidluwe zijde (slechts met afwijking gemotiveerd specifiek toe te passen, met raadpleging van TAVGA) en aandacht voor maatregelen scheepvaartlawaai. Deze adviezen van TAVGA zijn opgevolgd en waar nodig verwerkt in het akoestisch onderzoek, dit hogere waarden besluit en het ontwerpbestemmingsplan Draka Terrein Hamerkwartier. Schriftelijke en mondelinge reacties n.a.v. ter inzage legging Het ontwerpbesluit hogere waarde Wet geluidhinder heeft voor de duur van zes weken met ingang van 27 januari 2022 ter inzage gelegen met de mogelijkheid voor belanghebbenden om gedurende deze termijn zienswijzen in te dienen. Tegen dit ontwerpbesluit is één zienswijze ingediend, namelijk door Albemarle Catalysts BV. Naar aanleiding van de ingediende zienswijze, is de tabel in het besluit hogere waarden verduidelijkt (hogere waarden zelf zijn niet gewijzigd). Voor de beantwoording van deze zienswijze wordt volledigheidshalve verwezen naar de Nota van beantwoording zienswijze en wijzigingen, behorend bij het collegebesluit. Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier Samenvatting en conclusie Onderzoek geeft aan dat de geluidwaarde vanwege industrielawaai op diverse gevels van de bebouwing binnen het Draka-terrein hoger is dan 5o dB(A). Op een aantal van de torens bedraagt de geluidbelasting aan de oostzijde boven een bepaalde bouwhoogte bovendien meer dan de maximale ontheffingswaarde, tot maximaal 58 dB(A). Voor alle gevels met een hogere geluidbelasting dan 5o dB(A) wordt een hogere waarde vastgesteld. Zo ook voor de gevels met een belasting van boven de 55 dB(A): hiervoor geldt een verplichting om een dove gevel of vliesgevel te bouwen; tenzij bij de aanvraag van de omgevingsvergunning door initiatiefnemer aan het bevoegd gezag aangetoond kan worden dat door gewijzigde omstandigheden wel voldaan kan worden aan de vastgestelde hogere waarde grens van 55dB(A). Bron- en overdrachtsmaatregelen zijn niet doeltreffend. Voor de toekenning van een hogere waarde moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Door deze voorwaarden wordt een leefbare woonsituatie bewerkstelligd. Het betreft voorwaarden ten aanzien van de aanwezigheid van een geluidluwe gevel en de hoogte van de gecumuleerde geluidbelasting. De gecumuleerde geluidbelasting voldoet aan het criterium vit het Amsterdamse geluidbeleid. In de regels van het bestemmingsplan “Draka Terrein Hamerkwartier” is de geluidluwe gevel geborgd door een verplichting op te nemen om een geluidsluwe gevel te realiseren bij woningen waarvoor een hogere grenswaarde is vastgesteld. Hier kan slechts onder strikte voorwaarden van worden afgeweken. De uitwerking hiervan zal plaatsvinden in het verdere ontwerpproces. Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier BESLUIT Het college van burgemeester en wethouders heeft op 7-06-2022 besloten in te stemmen met het voorliggende besluit tot de vaststelling van de navolgende hogere waarden voor het industrielawaai, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Het college van burgemeester en wethouders besluit: |. vast te stellen op grond van artikel 110a van de Wet geluidhinder hogere grenswaarden dan de voorkeursgrenswaarden als gesteld in de Wet geluidhinder voor het bestemmingsplan ‘Draka Terrein Hamerkwartier’, voor de gevels zoals, opgenomen in bijlage A bij dit besluit; Il te bepalen, dat dit besluit direct in werking treedt; IN te bepalen, dat zodra het besluit onherroepelijk wordt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 210 i van de Wet geluidhinder, de vastgestelde hogere waarden zo spoedig mogelijk worden ingeschreven in de openbare registers. Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier BIJLAGE A BIJLAGE BIJ HET BESLUIT inzake vaststelling hogere waarden dan de voorkeursgrenswaarden als gesteld in de Wet geluidhinder voor het bestemmingsplan ‘Draka Terrein Hamerkwartier’ De hogere waarden industrielawaai worden vastgesteld voor de functie wonen en geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen, als aangegeven in onderstaande tabel: Aan te vragen hogere waarden vaor het industrieterrein Jahan van Hasseltkanaal Oost Bouwdeel Gevelzijde Nadere specificatie positie Aan te vragen hogere waarde in dB(A) (zie figuur 2.3) (etmaalwaarde) D Oostgevel Enkel de gevel van het hoogbouwdeel 55 E Naordgevel ___ Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) 55 Oastgevel____ Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) Zuidgevel ___ Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoagbouwdeel} F Oastgevel____ Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) 55 Zuidgevel Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) 6 Noordgevel___ Enkel de gevel van het meest zuidelijk gelegen hoogbouwdeel 55 Oastgevel____ Alle gevelzijden (zowel van het laagbouw- als hoogbouwdeel) Zuidgevel Enkel de gevels van de twee hoogste hoogbouwdelen - Oostgevel Enkel de gevel van het meest noordelijk gelegen hoogbouwdeel 55 Zuidgevel Enkel de gevel van het meest noordelijk gelegen hoogbouwdeel Afbeelding ligging velden A t/m H Draka Terrein Hamerkwartier ee se, Plangebied B: en A kn „ a | Besogde bebouwing | Ld Pe nn L P ma kl „8 E. je LI r hee ed Ee 1 Le El Ì | LN F3 Kd Î Nij À + al ke ï Lier kN 4 RN 2 tt n A SN RR: I Dn he | en En \ Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier Kadastrale gegevens Het gaat om de volgende kavels, kadastraal bekend onder nummers: sectie KK, nr. 7404, nr. 7364, nr.7405 en nr. 7772 [plaatselijk bekend als Boorstraat 2, Hamerstraat 2-4 te Amsterdam] Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder, BP Draka Terrein Hamerkwartier BIJLAGE B Collegebesluit 7 juni 2022
Besluit
20
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1357 Datum indiening 19 oktober 2018 Datum akkoord college van b&w van 11 december 2018 Publicatiedatum 11 december 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake de oproep van verhuurder Camelot om woonruimte op Airbnb aan te bieden. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Verhuurder Camelot raakte eerder dit jaar in opspraak omdat ze te hoge en discutabele (servicekosten rekent, waaronder de ruim twee honderd euro om in te loggen op de website MyCastle. Momenteel bereiken de SP-fractie signalen dat Camelot huurders actief benadert om hun woonruimte aan te bieden op Airbnb. Huurders worden opgeroepen hun studio/studentenkamer beschikbaar te stellen zodat ‘ze wel tot 30 per nacht winst kunnen maken!’ De SP vindt dit een ongewenst en verwerpelijke ontwikkeling en vraagt zich af of dit wel is toegestaan. Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met de door Camelot verspreidde aanmoediging onder haar huurders om hun studentenkamer/studio op Airbnb aan te bieden? Antwoord: Het college heeft door berichten in de pers kennis genomen van de berichten van Camelot aan haar huurders. 2. Mag Camelot hiertoe oproepen? Antwoord: Camelot heeft zich als bedrijf ontwikkeld van beheerder van leegstaande panden tot een brede vastgoedbeheerder met ook eigen panden met huurwoningen. Voor het aanbieden van huurwoningen voor vakantieverhuur is in eerste instantie toestemming van de eigenaar van het pand nodig. Voor panden waar Camelot geen eigenaar van is, is de oproep daarom misplaatst. De situatie ligt anders bij die panden waar het bedrijf zelf eigenaar van is. Een woning die verhuurd is aan de huurder betekent dat het exclusieve gebruiksrecht is verleend aan de huurder, die daarvoor huur betaalt. Een eigenaar van de woning kan dan niet beslissen over het gebruik van die woning tijdens de vakantie van de huurder. In de Huisvestingsverordening is daarom expliciet voorgeschreven dat de hoofdbewoner zelf vakantieverhuur meldt. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer NL eember 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 19 oktober 2018 De hoofdbewoner moet dan inloggen met zijn of haar DigiD in het gemeentelijk systeem. DigiD is strikt persoonsgebonden en borgt dat de woning wordt gemeld door degene die er ook daadwerkelijk woont. Camelot kan dus niet optreden als verhuurder van vakantieverhuur, maar eventueel wel als tussenbedrijf (sleutelbedrijf) een rol bij de verhuur op zich nemen. 3. In de e-mail wordt gesproken over het ‘delen van de winst’ en ‘het maken van winst tot wel 30 euro per nacht’. Deelt het college de mening van de SP-fractie dat dit verwerpelijk is en studentenkamers/studio's bedoelt zijn om mensen te huisvesten en niet als verdienmodel horen te fungeren? Antwoord: Het college deelt de mening dat studentenkamer/studio’s bedoeld zijn om mensen te huisvesten en niet als verdienmodel horen te fungeren. 4. In de e-mail die door Camelot is verspreid staat expliciet vermeld dat ‘het wettelijk niet is toegestaan om je gehuurde studio onder te verhuren. Camelot Europe als eigenaar van het pand mag dit wel’. a. Is het volgens de geldende wet- en regelgeving toegestaan om woonruimte onder te verhuren via Aibnb? Antwoord vraag 4a: Het is op grond van het huidige beleid in het kader van vakantieverhuur toegestaan om woonruimte maximaal 60 nachten per kalenderjaar te verhuren via een zelf te kiezen platform. Dat mag ook bij een huurwoning. Voorwaarde daarbij is wel dat de eigenaar van de woning toestemming heeft gegeven en de woning brandveilig is. Voorts mag aan maximaal 4 personen per keer worden verhuurd en moet de vakantieverhuur vooraf worden gemeld. Kennelijk geeft Camelot, als eigenaar, aan haar hoofdhuurders geen toestemming voor vakantieverhuur. Met de constructie dat verhuur wel mag als dit via Camelot geregeld zou worden, werpt Camelot zich op als verplicht sleutelbedrijf. Dat is vermoedelijk in strijd met het huurrecht en de Mededingingswet omdat Camelot hierbij een onredelijk voordeel verkrijgt. Daar de gemeente echter geen partij is in de huurrelatie is het niet aan de gemeente om hier tegen te procederen. Dat is aan de huurders. Het is daarbij uiteindelijk aan de rechter om hierover een oordeel te vellen. b. Deelt het college de mening van de fractie van de SP dat het een ongewenste ontwikkeling is om studentenkamers/studio’s aan te bieden op Airbnb? Antwoord vraag 4b: Verhuurconstructies zoals hier worden voorgesteld, zijn ongewenst. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing 1367 Gemeenteblad ummer - -. … Datum 11 december 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 19 oktober 2018 5. Welke mogelijkheden staan het college ter beschikking om te voorkomen dat studentenkamers/studio’s via een dergelijke constructie als verkapte hotelkamer gaan fungeren? Antwoord vraag 5: Door te verplichten dat elke hoofdbewoner zich zelf meldt bij de gemeente voorkomen we dat woningen door een verhuurder als hotelkamer kunnen worden verhuurd. Bij geconstateerde overtredingen van deze Meldplicht treedt de gemeente handhavend op. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 935 Datum akkoord 28 oktober 2014 Publicatiedatum 29 oktober 2014 Onderwerp Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren van 11 september 2014 inzake verdronken katten bij het bouwproject Twiske Zuid. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Op AT5 en Dichtbij.nl was op 15 mei 2014 te lezen dat in een sloot in Noord aan de achterkant van huizen die in de Stoombootweg staan, meerdere katten zijn verdronken. De sloot is gegraven met aan weerszijden damwanden ter versteviging om te kunnen baggeren, ten behoeve van het bouwproject Twiske Zuid. Katten die hierin vallen konden er niet meer uit komen. De door Dichtbij.nl en At5 geraadpleegde bewoners hadden op dat moment al twee katten verloren aan verdrinking in de sloot. Ook buren van deze bewoners hebben een kat verloren aan de sloot. Jelle Prins, projectleider van Twiske-Zuid, gaf aan op de hoogte te zijn van het probleem en vertelde te hebben aangeboden om bij te dragen in eventuele voorzieningen die aangebracht moeten worden. Op 1 september 2014 verscheen wederom een bericht op AT5 over deze situatie. Inmiddels zijn zeker zes katten omgekomen in de sloot. De buurt vreest nu voor een kattenhater. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 11 september 2014, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen — op zijn vragen van 15 mei 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 419) — tot het college van burgemeester en wethouders gericht 1. Is het college bekend met het artikel? Antwoord: Ja. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer be oktober 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 11 september 2014 2. Kan het college bevestigen dat er sinds de beantwoording van de eerdere schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren wederom huisdieren van omwonenden zijn verdronken in dit water? Om hoeveel huisdieren gaat het? Indien van toepassing: zijn ook dode wilde dieren gevonden? Antwoord: Er kan niet worden bevestigd dat er wederom huisdieren van omwonenden zijn verdronken en of er dode wilde dieren zijn gevonden. in de beantwoording op de schriftelijke vragen van 15 mei 2014 van de fractie van de Partij voor de Dieren werd aangegeven dat het college het lastig te beoordelen vond of de situatie veilig was voor huisdieren (zie Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 419). Het college stelde toen: Misschien kan bij Twiske Zuid de hoge schutting aan de overkant van de sloot een rol gespeeld hebben. Deze schutting is in 2012 geplaatst om zandverstuiving en diefstal tegen te gaan. De projectmanager heeft met de bewoner afspraken gemaakt over het aanbrengen van eenvoudige voorzieningen (vlotjes met trapjes) en de vergoeding hiervan. Hiervan is er voor zover ons bekend één aangebracht. Binnenkort zal ook de hoge schutting aan de overkant van de sloot verwijderd worden.’ Ook gaf het college aan dat ‘bij bouwprojecten met sloten en damwanden de veiligheid wellicht zou kunnen worden verbeterd door het aanbrengen van oplossingen waarbij dieren weer zelfstandig uit het water kunnen komen.’ 3. Kan het college aangeven of er in de tussentijd meer maatregelen zijn genomen om dierenleed in deze sloot te voorkomen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Er is in dit specifieke geval een trapje aangebracht en er liggen verspreid planken en balken in het water. Er zijn dus mogelijkheden voor dieren om zich te redden. Maar als er een kattenhater actief is, helpen de genomen maatregelen niet als de katten al dood zijn voor ze in het water belanden. Onbekend is waar ze aan zijn doodgegaan. 4. De verantwoordelijke voor het neerzetten van de damwanden is de gemeente. Heeft de gemeente inmiddels omwonenden van de sloot geïnformeerd over de risico’s die deze constructie meebrengt voor hun huisdieren? Antwoord: Dergelijke sloten met damwanden (wel in bijna alle gevallen van hout) komen in de zeer waterrijke en dus slootrijke buurt bijna overal voor. Bewoners daar zijn met deze situatie en de eventuele risico's bekend. 5. Hoe schat het college het idee van buurtbewoners in, dat er in de buurt van de Stoombootweg een kattenhater actief zou zijn? Is de situatie bekend bij de (dieren)politie? Antwoord: Het is niet aan het college om daarover te oordelen. De situatie is onder de aandacht van de politie. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing das Gemeenteblad Datum 29 oktober 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 11 september 2014 6. In antwoord op de schriftelijke vragen van 15 mei 2014 gaf het college aan na te zullen gaan of bij de vergunningverlening van dergelijke projecten een verplichting zou kunnen worden opgenomen om voorzieningen aan te brengen waardoor dierenleed als gevolg van tijdelijke (bouw)constructies zou kunnen worden tegengegaan. Hier bestond op dat moment geen regelgeving voor. Kan het college aangeven of dit inmiddels is nagegaan? Is het college voornemens of bereid deze verplichting voor te leggen aan de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn ter bespreking? Antwoord: In het kader van de Omgevingsvergunning kan niet de verplichting worden opgelegd voorzieningen ter bescherming van dieren op te nemen, tenzij het gaat om bescherming van soorten als bedoeld in de Flora en faunawet. Als er bij de bouwwerkzaamheden handelingen worden verricht waarvoor een ontheffing op grond van de Flora en Faunawet nodig is, kunnen er in het kader van deze ontheffing aan de Omgevingsvergunning door het Rijk opgestelde voorschriften worden verbonden. Zowel de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998 bieden hier evenmin mogelijkheden voor, aangezien die alleen toezien op respectievelijk beschermde soorten en natuurgebieden. Dat geldt dus niet voor niet-beschermde soorten, zoals honden en katten. Bovendien betreft het in Twiske Zuid een op zichzelf staand geval waarbij het te ver gaat hieraan een algemeen geldende verplichting te gaan verbinden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 11 november 2021 Ingekomen onder nummer 725 accent Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake inclusieve uniformen bij de handhaving Onderwerp Uniformen van handhavers en toezichthouders inclusiever maken Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2022. Constaterende dat: — _ De uniformen van handhaving en toezichthouders niet inclusief zijn voor mensen die vanwege hun religieuze c.q. levensbeschouwelijke overtuigingen zich anders kleden; — __ Hierdoor mannen en vrouwen die bijvoorbeeld hun hoofden bedekken hun levensstijl niet goed kunnen combineren met het werk voor de gemeentelijke handhaving zonder hiervan af- stand te moeten doen; — _ De handhaving kampt met een personeelstekort en het dus ook vanuit dat opzicht belangrijk is om de uniformen inclusiever te maken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — _ te onderzoeken of het inclusiever maken van de uniformen van de gemeentelijke handhaving en toezichthouders gewenst is door dragers van een hoofddeksel (van de verschillende ge- loofsgemeenschappen); — _en daarbij te vragen of een dergelijke aanpassing het voor hen zou vergemakkelijken om te solliciteren naar functies bij de gemeentelijke handhaving en toezichthouders. Indiener N. Yilmaz
Motie
1
train