premise_en
stringlengths
7
402
premise_nl
stringlengths
8
417
hypothesis_en
stringlengths
0
295
hypothesis_nl
stringlengths
1
308
label
int32
0
2
explanation_1_en
stringlengths
0
917
explanation_1_nl
stringlengths
3
766
explanation_2_en
stringclasses
1 value
explanation_2_nl
stringclasses
1 value
explanation_3_en
stringclasses
1 value
explanation_3_nl
stringclasses
1 value
da_premise
stringlengths
3
6
mqm_premise
stringlengths
3
7
da_hypothesis
stringlengths
3
6
mqm_hypothesis
stringlengths
3
6
da_explanation_1
stringlengths
3
6
mqm_explanation_1
stringlengths
3
7
da_explanation_2
stringclasses
1 value
mqm_explanation_2
stringclasses
1 value
da_explanation_3
stringclasses
1 value
mqm_explanation_3
stringclasses
1 value
Several women sit holding handrails on an incline shuttle.
Verschillende vrouwen zitten met leuningen op een hellingshuttle.
The women are hiking up the mountain.
De vrouwen wandelen de berg op.
2
Mountain is different than shuttle.
De berg is anders dan de shuttle.
0.0
0.0887
0.4923
0.1145
0.0
0.1072
Several women sit holding handrails on an incline shuttle.
Verschillende vrouwen zitten met leuningen op een hellingshuttle.
Women are holding handrails.
Vrouwen houden leuningen vast.
0
The women who are holding handrails must be sitting on an incline shuttle.
De vrouwen die leuningen vasthouden moeten op een schuine shuttle zitten.
0.0
0.0887
0.0696
0.0973
0.0001
0.0945
Several women sit holding handrails on an incline shuttle.
Verschillende vrouwen zitten met leuningen op een hellingshuttle.
There are ladies drinking tea at home.
Thuis drinken dames thee.
2
Sit holding handrails is different than drinking tea.
Zit met leuningen is anders dan thee drinken.
0.0
0.0887
0.0
0.1334
0.0
0.0994
Several women sit holding handrails on an incline shuttle.
Verschillende vrouwen zitten met leuningen op een hellingshuttle.
There are ladies going somewhere.
Er gaan dames ergens heen.
0
The ladies going somewhere must be traveling on an incline shuttle because they are women.
De dames die ergens heen gaan moeten met een schuine shuttle reizen omdat ze vrouwen zijn.
0.0
0.0887
0.1567
0.1146
0.1549
0.109
Several women sit holding handrails on an incline shuttle.
Verschillende vrouwen zitten met leuningen op een hellingshuttle.
Some women are sitting together.
Sommige vrouwen zitten bij elkaar.
0
The women sitting together are on an incline shuttle.
De vrouwen die samen zitten zitten op een hellingshuttle.
0.0
0.0887
0.6706
0.1143
0.0
0.1011
Several women sit holding handrails on an incline shuttle.
Verschillende vrouwen zitten met leuningen op een hellingshuttle.
Several women walk up a flight of stairs.
Verschillende vrouwen lopen een trap op.
2
Stairs is different than shuttle.
De trap is anders dan de shuttle.
0.0
0.0887
0.0001
0.129
0.1706
0.1096
Several women sit holding handrails on an incline shuttle.
Verschillende vrouwen zitten met leuningen op een hellingshuttle.
Several men are standing on an incline shuttle.
Verschillende mannen staan op een hellingshuttle.
2
Sit is different than standing.
Zitten is anders dan staan.
0.0
0.0887
0.0
0.1046
0.791
0.1499
There is a crowd of people standing in a the midst of the city.
Er staat een menigte mensen midden in de stad.
one person protest in the city
één persoon protesteert in de stad
2
One person is different than crowd.
Eén persoon is anders dan menigte.
0.4228
0.1414
0.729
0.1447
0.3725
0.0951
There is a crowd of people standing in a the midst of the city.
Er staat een menigte mensen midden in de stad.
a crowd in the city
een menigte in de stad
0
The crowd in the city must be standing in the midst of a city.
De menigte in de stad moet midden in een stad staan.
0.4228
0.1414
0.2528
0.1203
0.1997
0.1125
There is a crowd of people standing in a the midst of the city.
Er staat een menigte mensen midden in de stad.
a protest forms in the city
een protestformulier in de stad
1
A crowd is not necessarily a protest.
Een menigte is niet noodzakelijkerwijs een protest.
0.423
0.1414
0.0001
0.12
0.4738
0.1453
A young man wearing a black shirt is posing for a picture in a museum.
Een jongeman met een zwart shirt poseert voor een foto in een museum.
A young man is inside.
Er is een jongeman binnen.
0
A museum is a building and if this man is in the museum for a picture, he is inside.
Een museum is een gebouw en als deze man in het museum is voor een foto, is hij binnen.
0.7841
0.1289
0.7303
0.1314
0.2624
0.1044
A young man wearing a black shirt is posing for a picture in a museum.
Een jongeman met een zwart shirt poseert voor een foto in een museum.
The young man is outside skateboarding.
De jongeman is aan het skateboarden.
2
Museums are typically indoor, so he can't also be outside skateboarding.
Musea zijn meestal binnen, dus hij kan niet ook buiten skateboarden.
0.7841
0.1289
0.6498
0.126
0.0537
0.1043
A young man wearing a black shirt is posing for a picture in a museum.
Een jongeman met een zwart shirt poseert voor een foto in een museum.
A young man is with his family in a museum.
Een jongeman is bij zijn familie in een museum.
1
The young man is not necessarily with his family at the museum.
De jongeman is niet noodzakelijk bij zijn familie in het museum.
0.7844
0.129
0.3785
0.1152
0.0016
0.1033
A young adult in a black shirt is sticking his hand in an animal trap.
Een jonge volwassene in een zwart shirt steekt zijn hand in een dierenval.
The adult is mashing potatoes with his hands.
De volwassene pureert aardappels met zijn handen.
2
Mashing potatoes is different than sticking his hand.
Aardappelpuree pletten is anders dan zijn hand steken.
0.241
0.1083
0.8209
0.1147
0.0027
0.0801
A young adult in a black shirt is sticking his hand in an animal trap.
Een jonge volwassene in een zwart shirt steekt zijn hand in een dierenval.
The adult is holding a rat trap.
De volwassene houdt een rattenval vast.
1
Not every animal is a rat.
Niet elk dier is een rat.
0.241
0.1083
0.0004
0.1006
0.8969
0.1307
A young adult in a black shirt is sticking his hand in an animal trap.
Een jonge volwassene in een zwart shirt steekt zijn hand in een dierenval.
The adult is wearing a shirt.
De volwassene draagt een shirt.
0
The adult in the shirt must be young, wearing a black shirt, and sticking his hand in an animal trap.
De volwassene in het shirt moet jong zijn, draagt een zwart shirt, en steekt zijn hand in een dierenval.
0.241
0.1083
0.7175
0.1177
0.2167
0.0878
Young happy boy in a dark shirt is pretending to stick his hand in a prop animal trap.
Jonge gelukkige jongen in een donker shirt doet alsof hij zijn hand in een prop dier val steekt.
a boy playing with an animal trap
een jongen die met een dierenval speelt
0
The boy is playing with the animal trap by pretending to stick his hand into it.
De jongen speelt met de dierenval door te doen alsof hij zijn hand erin steekt.
0.0
0.0662
0.1692
0.1058
0.2761
0.1029
Young happy boy in a dark shirt is pretending to stick his hand in a prop animal trap.
Jonge gelukkige jongen in een donker shirt doet alsof hij zijn hand in een prop dier val steekt.
a man cleaning his yard tool
Een man die zijn tuingereedschap schoonmaakt.
2
A boy refers to a child while a man refers to an adult. A prop animal trap is not a yard tool.
Een jongen verwijst naar een kind terwijl een man verwijst naar een volwassene. Een rekwisiet dierenval is geen tuingereedschap.
0.0
0.0662
0.2103
0.1063
0.0214
0.0942
Young happy boy in a dark shirt is pretending to stick his hand in a prop animal trap.
Jonge gelukkige jongen in een donker shirt doet alsof hij zijn hand in een prop dier val steekt.
a boy cleaning his hunting gear
Een jongen die zijn jachtspullen schoonmaakt.
1
Putting their hand in an animal trap is not necessarily cleaning.
Hun hand in een dierenval steken hoeft niet per se te reinigen.
0.0
0.0662
0.2473
0.0965
0.0
0.0975
A young man in a black graphic shirt is pretending to place his hand in a torture device in a playful manner.
Een jonge man in een zwart grafisch shirt doet alsof hij zijn hand op een speelse manier in een martelapparaat plaatst.
A person is goofing off with a device of torture.
Een persoon is gek aan het worden met een middel van marteling.
0
The person who is goofing off, is doing so by pretending to place his hand in a torture device.
De persoon die gek is, doet dat door te doen alsof hij zijn hand in een martelapparaat legt.
0.3241
0.1138
0.0
0.0876
0.0813
0.0913
A young man in a black graphic shirt is pretending to place his hand in a torture device in a playful manner.
Een jonge man in een zwart grafisch shirt doet alsof hij zijn hand op een speelse manier in een martelapparaat plaatst.
A young man in a black graphic shirt is pretending to place his hand in an Iron Maiden in a playful manner.
Een jonge man in een zwart grafisch shirt doet alsof hij zijn hand op een speelse manier in een Iron Maiden legt.
1
Not every torture device is an Iron Maiden.
Niet elk martelapparaat is een Iron Maiden.
0.3241
0.1138
0.3143
0.0995
0.5857
0.1022
A young man in a black graphic shirt is pretending to place his hand in a torture device in a playful manner.
Een jonge man in een zwart grafisch shirt doet alsof hij zijn hand op een speelse manier in een martelapparaat plaatst.
A young man in a red graphic shirt is pretending to place his hand in a pool of lava in a playful manner.
Een jonge man in een rood grafisch shirt doet alsof hij zijn hand op een speelse manier in een poel lava legt.
2
The shirt has to be either black or red. A pool of lava is not usually a torture device.
Het shirt moet zwart of rood zijn. Een pool van lava is meestal geen martelapparaat.
0.3241
0.1138
0.5687
0.1243
0.2096
0.1075
A woman in a blue shirt is sitting on a curb.
Een vrouw in een blauw shirt zit op een stoeprand.
The lady in blue is waiting on the bus.
De blauwe dame wacht op de bus.
1
Waiting on the bus is different than sitting on a curb.
Wachten op de bus is anders dan op een stoeprand zitten.
0.7956
0.1398
0.4061
0.1152
0.5247
0.1242
A woman in a blue shirt is sitting on a curb.
Een vrouw in een blauw shirt zit op een stoeprand.
The lady in blue is sitting down.
De dame in het blauw zit.
0
The lady in blue is wearing a blue shirt and sitting down on a curb.
De vrouw in het blauw draagt een blauw shirt en zit op een stoeprand.
0.7955
0.1397
0.0012
0.0909
0.5555
0.1263
A woman in a blue shirt is sitting on a curb.
Een vrouw in een blauw shirt zit op een stoeprand.
The lady in blue is running down the road.
De dame in het blauw loopt over de weg.
2
The woman cannot be sitting on a curb and running down the road at the same time.
De vrouw kan niet tegelijkertijd op een stoepje zitten en op de weg lopen.
0.796
0.1399
0.1754
0.1229
0.2647
0.1227
A man and a woman sitting on a curb in an urban setting.
Een man en een vrouw zitten op een stoeprand in een stedelijke omgeving.
The two people are standing in the street.
De twee mensen staan op straat.
2
One can either be sitting or standing.
Men kan zitten of staan.
0.6838
0.1486
0.8478
0.1414
0.7101
0.128
A man and a woman sitting on a curb in an urban setting.
Een man en een vrouw zitten op een stoeprand in een stedelijke omgeving.
The couple is sitting in front of an office building.
Het stel zit voor een kantoorgebouw.
1
The man and the woman aren't necessarily a couple and an office building is not the only type of building in an urban setting.
De man en de vrouw zijn niet noodzakelijk een koppel en een kantoorgebouw is niet het enige type gebouw in een stedelijke omgeving.
0.6845
0.1487
0.1349
0.1256
0.6814
0.1292
A man and a woman sitting on a curb in an urban setting.
Een man en een vrouw zitten op een stoeprand in een stedelijke omgeving.
The couple sits on the city street.
Het stel zit op straat.
0
An urban setting is another way of saying you are located somewhere in a city.
Een stedelijke omgeving is een andere manier om te zeggen dat je ergens in een stad bent.
0.6838
0.1486
0.5622
0.1254
0.1154
0.131
A man and woman sit on a stoop while a man in a brown shirt holds his hand to his head and a person with a backpack stands with his back to the camera.
Een man en vrouw zitten op een stoep terwijl een man in een bruin shirt zijn hand tegen zijn hoofd houdt en een persoon met een rugzak staat met zijn rug naar de camera.
The group are outside because it's a beautiful day.
De groep is buiten omdat het een mooie dag is.
1
Just because the woman is on a stoop, a man holds his to his head and a person has a backpack, it doesn't mean that all are outside and it's a beautiful day.
Gewoon omdat de vrouw op een stoep staat, een man houdt hem tegen zijn hoofd en een persoon heeft een rugzak, het betekent niet dat iedereen buiten en het is een mooie dag.
0.5222
0.1028
0.7085
0.1416
0.0
0.0733
A man and woman sit on a stoop while a man in a brown shirt holds his hand to his head and a person with a backpack stands with his back to the camera.
Een man en vrouw zitten op een stoep terwijl een man in een bruin shirt zijn hand tegen zijn hoofd houdt en een persoon met een rugzak staat met zijn rug naar de camera.
A group of people involved in different activities are outside.
Een groep mensen die betrokken zijn bij verschillende activiteiten zijn buiten.
0
All of the different people in sentence one can be grouped together as a group of people, as stated by sentence 2. Furthermore, all of their different actions can be called different activities, and finally, the details of their locations tell us they are outside, such as sitting on a stoop.
Al de verschillende mensen in de zin kan men worden gegroepeerd als een groep mensen, zoals gesteld in zin 2. Bovendien, al hun verschillende acties kunnen worden genoemd verschillende activiteiten, en ten slotte, de details van hun locaties vertellen ons dat ze buiten, zoals zitten op een stoep.
0.5222
0.1028
0.4293
0.1169
0.0
0.0651
A man and woman sit on a stoop while a man in a brown shirt holds his hand to his head and a person with a backpack stands with his back to the camera.
Een man en vrouw zitten op een stoep terwijl een man in een bruin shirt zijn hand tegen zijn hoofd houdt en een persoon met een rugzak staat met zijn rug naar de camera.
The group of people are sleeping in their beds inside their homes.
De groep mensen slapen in hun bed in hun huis.
2
The people cannot be both awake on a stoop outside the house and sleeping in their beds inside the house at the same time.
De mensen kunnen niet zowel wakker zijn op een stoep buiten het huis en slapen in hun bedden in het huis op hetzelfde moment.
0.5224
0.1027
0.6081
0.1233
0.0513
0.1101
A man in a blue coat and red hat holds a sign with very small writing.
Een man met een blauwe jas en rode hoed heeft een bord met heel kleine letters.
A man driving a motorcycle.
Een man met een motor.
2
The man cannot hold a sign and drive a motorcycle at the same time.
De man kan geen bord vasthouden en tegelijkertijd een motor besturen.
0.5275
0.1141
0.4632
0.1183
0.7028
0.1175
A man in a blue coat and red hat holds a sign with very small writing.
Een man met een blauwe jas en rode hoed heeft een bord met heel kleine letters.
A homeless man holding as sign up asking for food.
Een dakloze die zich inschrijft en om eten vraagt.
1
Just because a man holds a sign with very small writing, it doesn't mean he is homeless and he is begging.
Gewoon omdat een man een teken heeft met heel kleine letters, betekent dat niet dat hij dakloos is en hij smeekt.
0.5269
0.1141
0.1546
0.0955
0.3029
0.1054
A man in a blue coat and red hat holds a sign with very small writing.
Een man met een blauwe jas en rode hoed heeft een bord met heel kleine letters.
A person holding a sign.
Een persoon met een bord.
0
A man can be generally referred to as a person.
Een man kan algemeen worden aangeduid als een persoon.
0.5271
0.1142
0.0005
0.1168
0.8328
0.1381
a brown dog with his tongue wagging as he runs through a field
een bruine hond met zijn tong wiebelend terwijl hij door een veld loopt
A dog is outside.
Er staat een hond buiten.
0
The detail that the dog is running through a field indicates that he is outside.
Het detail dat de hond door een veld loopt geeft aan dat hij buiten is.
0.5902
0.117
0.74
0.1359
0.5378
0.1242
a brown dog with his tongue wagging as he runs through a field
een bruine hond met zijn tong wiebelend terwijl hij door een veld loopt
A dog is chasing a ball on the back porch.
Een hond zit achter een bal aan op de veranda.
2
The dog cannot be running through a field and on the back porch at the same time.
De hond kan niet tegelijkertijd door een veld en op de achterveranda lopen.
0.5902
0.117
0.0
0.1003
0.1851
0.111
a brown dog with his tongue wagging as he runs through a field
een bruine hond met zijn tong wiebelend terwijl hij door een veld loopt
A dog is running with his litter mates outside.
Een hond rent met zijn nestmaten buiten.
1
Just because a dog is running through a field, it doesn't mean he has his litter mates with him.
Omdat een hond door een veld rent, betekent dat niet dat hij zijn nestmaatjes bij zich heeft.
0.5911
0.117
0.0011
0.091
0.2946
0.1239
2 men in safety vests haul a hose out of a body of water.
2 mannen in veiligheidsvesten trekken een slang uit een waterlichaam.
Men are pulling a hose out of the water.
Mannen trekken een slang uit het water.
0
Men in safety vests are on the job if they are pulling a hose out of water.
Mannen in veiligheidsvesten zijn aan het werk als ze een slang uit water trekken.
0.5995
0.1304
0.6782
0.1209
0.6102
0.1309
2 men in safety vests haul a hose out of a body of water.
2 mannen in veiligheidsvesten trekken een slang uit een waterlichaam.
Men are pulling a hose out from the reservoir.
Mannen trekken een slang uit het reservoir.
1
The body of water the men are pulling the hose out of could be something other than a reservoir such as a lake, pond or river.
Het lichaam van water de mannen trekken de slang uit kan iets anders zijn dan een reservoir zoals een meer, vijver of rivier.
0.5995
0.1304
0.5797
0.1199
0.0
0.0794
2 men in safety vests haul a hose out of a body of water.
2 mannen in veiligheidsvesten trekken een slang uit een waterlichaam.
Men are working on construction in the street.
Mannen werken aan de bouw op straat.
2
Working construction in the street is a different place than a body of water.
Werkende constructie in de straat is een andere plaats dan een waterlichaam.
0.6004
0.1304
0.6158
0.135
0.2833
0.0999
a yellow lab drinks water.
Een geel laboratorium drinkt water.
A dog is thirsty.
Een hond heeft dorst.
0
A yellow lab indicates that we're discussing a dog. The detail that he is drinking water tells us that he is thirsty.
Een geel lab geeft aan dat we het over een hond hebben.
0.0001
0.1019
0.982
0.1335
0.1343
0.0913
a yellow lab drinks water.
Een geel laboratorium drinkt water.
The dog is sleeping on the porch.
De hond slaapt op de veranda.
2
The dog cannot be drinking water and sleeping on the porch at the same time.
De hond kan niet tegelijkertijd water drinken en op de veranda slapen.
0.0001
0.1021
0.9221
0.1345
0.6352
0.134
a yellow lab drinks water.
Een geel laboratorium drinkt water.
A dog has been running a long way and needs a drink.
Een hond heeft een lange weg gelopen en heeft een drankje nodig.
1
A dog need not drink water only after running a long way.
Een hond hoeft pas na een lange weg geen water te drinken.
0.0001
0.1021
0.3104
0.1239
0.3022
0.1179
Female is bathing in a waterfall while wearing a pink flowered bikini.
De vrouw zwemt in een waterval terwijl ze een roze bikini met bloemen draagt.
Person is submerged in a waterfall while wearing a two piece bathing suit.
De persoon wordt ondergedompeld in een waterval terwijl hij een tweedelig badpak draagt.
0
While bathing, a person submerges themselves to get clean. A bikini is a type of two piece bathing suit.
Tijdens het baden duikt een persoon onder om schoon te worden. Een bikini is een soort tweedelig badpak.
0.5963
0.1376
0.5285
0.1331
0.3105
0.1244
Female is bathing in a waterfall while wearing a pink flowered bikini.
De vrouw zwemt in een waterval terwijl ze een roze bikini met bloemen draagt.
Man is cleaning a knife while wearing a sombrero.
De man maakt een mes schoon terwijl hij een sombrero draagt.
2
Either we are talking about a man or a woman. One cannot bathe and clean a knife at the same time.
Of we hebben het over een man of een vrouw, je kunt niet tegelijkertijd een mes wassen en schoonmaken.
0.5959
0.1375
0.2551
0.1099
0.27
0.1087
Female is bathing in a waterfall while wearing a pink flowered bikini.
De vrouw zwemt in een waterval terwijl ze een roze bikini met bloemen draagt.
Blonde woman is washing her hair wearing a bikini with a pattern of Carnations.
Blonde vrouw wast haar haar in een bikini met een patroon van anjers.
1
Not all pink flowers are Carnations.
Niet alle roze bloemen zijn anjers.
0.5963
0.1376
0.3377
0.1092
0.6658
0.1302
A thin girl, with her eyes closed and her hands touching her head, is wearing a colorful bikini bottom and a red top as she stands beneath a briskly-flowing stream of water coming down from a wet cliff beside her.
Een dun meisje, met haar ogen dicht en haar handen aan haar hoofd, draagt een kleurrijk bikinibroekje en een rood topje als ze onder een stevige stromende waterstroom van een natte klif naast haar staat.
Everybody has eyes opened.
Iedereen heeft ogen open.
2
The girl cannot have her eyes closed if everybody has their eyes opened.
Het meisje kan haar ogen niet dicht hebben als iedereen zijn ogen open heeft.
0.3759
0.0944
0.0
0.0916
0.4425
0.1326
A thin girl, with her eyes closed and her hands touching her head, is wearing a colorful bikini bottom and a red top as she stands beneath a briskly-flowing stream of water coming down from a wet cliff beside her.
Een dun meisje, met haar ogen dicht en haar handen aan haar hoofd, draagt een kleurrijk bikinibroekje en een rood topje als ze onder een stevige stromende waterstroom van een natte klif naast haar staat.
A person with eyes closes
Een persoon met ogen sluit
0
A thin girl can be generally referred to as a person.
Een dun meisje kan meestal worden aangeduid als een persoon.
0.3767
0.0945
0.1456
0.0874
0.3286
0.0898
A thin girl, with her eyes closed and her hands touching her head, is wearing a colorful bikini bottom and a red top as she stands beneath a briskly-flowing stream of water coming down from a wet cliff beside her.
Een dun meisje, met haar ogen dicht en haar handen aan haar hoofd, draagt een kleurrijk bikinibroekje en een rood topje als ze onder een stevige stromende waterstroom van een natte klif naast haar staat.
A tall person with eyes closed
Een lang persoon met ogen dicht
1
Not every thin girl is a tall person,.
Niet elk dun meisje is een lang persoon.
0.3767
0.0945
0.3335
0.1178
0.2947
0.0903
A young lady wearing a bathing suit is rinsing her hair out in nature under a falling stream of water.
Een jongedame in een badpak spoelt haar haar uit in de natuur onder een stromend water.
The lady's bathing suit is one piece.
Het badpak van de dame is een stuk.
1
Not all bathing suits come in one piece.
Niet alle badpakken komen in één stuk.
0.4817
0.1308
0.3596
0.0904
0.1252
0.1215
A young lady wearing a bathing suit is rinsing her hair out in nature under a falling stream of water.
Een jongedame in een badpak spoelt haar haar uit in de natuur onder een stromend water.
A person has wet hair.
Iemand heeft nat haar.
0
A young lady can be generally referred to as a person. The detail that she is rinsing her hair tells us that she has wet hair.
Een jongedame kan over het algemeen worden aangeduid als een persoon. Het detail dat ze is haar haar spoelen vertelt ons dat ze nat haar heeft.
0.4814
0.1309
0.0053
0.1285
0.0
0.0766
A young lady wearing a bathing suit is rinsing her hair out in nature under a falling stream of water.
Een jongedame in een badpak spoelt haar haar uit in de natuur onder een stromend water.
The lady is taking a shower indoors.
De dame neemt een douche binnen.
2
The lady cannot be rinsing her hair out in nature under a falling stream of water and taking a shower indoors at the same time.
De dame kan haar haren niet uitspoelen in de natuur onder een stromend water en tegelijkertijd een douche nemen.
0.4815
0.1307
0.4196
0.1089
0.2837
0.1288
A tan dog has a drink from water being poured from a spout.
Een bruine hond heeft een drankje uit water dat uit een tuit wordt gegoten.
A dog is outside drinking.
Er staat een hond te drinken.
1
A spout does not have to be outside only.
Een tuit hoeft niet alleen buiten te zijn.
0.0001
0.1014
0.0007
0.1165
0.0001
0.1103
A tan dog has a drink from water being poured from a spout.
Een bruine hond heeft een drankje uit water dat uit een tuit wordt gegoten.
A dog is drinking.
Een hond drinkt.
0
A tan dog can be more generally referred to as just a dog. The detail that he is having a drink from water tells us that he is drinking.
Een bruinbruine hond kan meer algemeen aangeduid worden als gewoon een hond. Het detail dat hij drinkt uit water vertelt ons dat hij drinkt.
0.0001
0.1014
0.7062
0.1109
0.2758
0.0853
A tan dog has a drink from water being poured from a spout.
Een bruine hond heeft een drankje uit water dat uit een tuit wordt gegoten.
A dog is taking a nap in the sun.
Een hond slaapt in de zon.
2
The dog cannot be taking a drink and taking a nap at the same time.
De hond kan niet tegelijkertijd een drankje nemen en een dutje doen.
0.0001
0.1014
0.2226
0.119
0.5811
0.1273
The yellow dog is drinking water from a bottle.
De gele hond drinkt water uit een fles.
The yellow dog is eating a bone.
De gele hond eet een bot.
2
The yellow dog cannot be eating a bone and drinking water from a bottle simultaneously.
De gele hond kan niet tegelijkertijd een bot eten en water uit een fles drinken.
0.9806
0.1404
0.7102
0.1038
0.2715
0.1188
The yellow dog is drinking water from a bottle.
De gele hond drinkt water uit een fles.
The yellow dog is thirsty.
De gele hond heeft dorst.
0
The detail of drinking water indicates thirst.
Het detail van drinkwater duidt op dorst.
0.9807
0.1405
0.9861
0.1183
0.2646
0.0948
The yellow dog is drinking water from a bottle.
De gele hond drinkt water uit een fles.
The yellow dog just finished playing catch.
De gele hond is net klaar met vangen.
1
Dogs don't necessarily drink water only after finishing playing catch.
Honden drinken niet per se water alleen na het afspelen van de vangst.
0.9807
0.1405
0.0005
0.0837
0.2848
0.1018
A young woman wearing a bikini, standing under a waterfall.
Een jonge vrouw met een bikini onder een waterval.
The woman is standing.
De vrouw staat.
0
If you are under a waterfall, you need to be standing on a ledge behind the falling water because otherwise the water would knock you down.
Als je onder een waterval zit, moet je op een richel achter het vallende water staan omdat anders het water je zou neerslaan.
0.4366
0.1336
0.0767
0.1212
0.0
0.1115
A young woman wearing a bikini, standing under a waterfall.
Een jonge vrouw met een bikini onder een waterval.
The woman is going to work while eating bars of gold.
De vrouw gaat werken terwijl ze staven goud eet.
2
Going is an active action while standing is passive, you can't do both.
Gaan is een actieve actie terwijl staan is passief, je kunt niet beide doen.
0.4366
0.1336
0.0
0.0718
0.3016
0.1257
A young woman wearing a bikini, standing under a waterfall.
Een jonge vrouw met een bikini onder een waterval.
The woman is at nice resort.
De vrouw is in een mooi resort.
1
A young woman standing under a waterfall is not necessarily at a nice resort and she could be out in the natural world.
Een jonge vrouw die onder een waterval staat is niet per se in een mooi resort en ze kan in de natuurlijke wereld zijn.
0.4366
0.1336
0.5769
0.1182
0.161
0.1124
A brown dog drinks from a water bottle.
Een bruine hond drinkt uit een waterfles.
An animal drinks.
Een dierendrankje.
0
A brown dog can be referred to more generally as an animal.
Een bruine hond kan meer in het algemeen als dier worden aangeduid.
0.9141
0.1488
0.0003
0.1002
0.956
0.1195
A brown dog drinks from a water bottle.
Een bruine hond drinkt uit een waterfles.
A brown female dog drinks.
Een bruine hond drinkt.
1
A brown dog need not be a female dog.
Een bruine hond hoeft geen vrouwelijke hond te zijn.
0.9141
0.1488
0.3278
0.1009
0.9332
0.1263
A brown dog drinks from a water bottle.
Een bruine hond drinkt uit een waterfles.
A brown cat drinks from a bowl.
Een bruine kat drinkt uit een kom.
2
The subject cannot be both a dog and cat.
Het onderwerp kan niet zowel een hond als kat zijn.
0.9141
0.1488
0.8303
0.1435
0.7071
0.1147
A group of people standing outside next to a tree and some chairs, there are cars and more trees in the background.
Een groep mensen die naast een boom staan en stoelen, er staan auto's en meer bomen op de achtergrond.
A group of people stand under a tree by some chairs.
Een groep mensen staat onder een boom bij enkele stoelen.
0
You cannot be under a tree with cars unless you are outside.
Je kunt niet onder een boom zitten met auto's tenzij je buiten bent.
0.5392
0.1075
0.4519
0.1135
0.5098
0.1062
A group of people standing outside next to a tree and some chairs, there are cars and more trees in the background.
Een groep mensen die naast een boom staan en stoelen, er staan auto's en meer bomen op de achtergrond.
A group of people sit inside a car.
Een groep mensen zit in een auto.
2
You cannot sit inside and stand outside at the same time.
Je kunt niet binnen zitten en tegelijkertijd buiten staan.
0.5396
0.1075
0.5457
0.1322
0.6728
0.1278
A group of people standing outside next to a tree and some chairs, there are cars and more trees in the background.
Een groep mensen die naast een boom staan en stoelen, er staan auto's en meer bomen op de achtergrond.
A group of people stand by some cars and a tree
Een groep mensen staat bij sommige auto's en een boom
1
The group of people stand outside by a tree and some chairs but they may or may not stand by some cars which are in the background.
De groep mensen staat buiten bij een boom en een aantal stoelen, maar ze kunnen wel of niet staan bij sommige auto's die op de achtergrond.
0.5401
0.1074
0.0739
0.1113
0.0001
0.0803
A bald man holds his daughter up on his shoulders.
Een kale man houdt zijn dochter op zijn schouders.
A bald man holds a girl up on his shoulders.
Een kale man houdt een meisje op zijn schouders.
0
A daughter can be referred to more generally as a girl.
Een dochter kan in het algemeen worden aangeduid als een meisje.
0.6792
0.1241
0.6323
0.124
0.9075
0.1495
A bald man holds his daughter up on his shoulders.
Een kale man houdt zijn dochter op zijn schouders.
A man with a mullet holds his daughter up on his shoulders.
Een man met een mullet houdt zijn dochter op zijn schouders.
2
The man cannot be both bald and have a mullet.
De man kan niet allebei kaal zijn en een mullet hebben.
0.6784
0.1242
0.0007
0.0948
0.0003
0.0894
A bald man holds his daughter up on his shoulders.
Een kale man houdt zijn dochter op zijn schouders.
A bald man holds his daughter up on his shoulders so she can get a better look at the concert.
Een kale man houdt zijn dochter op zijn schouders zodat ze beter naar het concert kan kijken.
1
You need not hold a child high above only to look at the concert.
Je hoeft geen kind hoog boven te houden alleen om naar het concert te kijken.
0.6793
0.1242
0.581
0.116
0.3353
0.1035
Man in backpack in tight gray biker shorts bent over.
Man in rugzak in strakke grijze fietsbroek gebogen voorover.
The man is white.
De man is blank.
1
Any man could have a backpack and biker shorts - not just a white man.
Elke man kan een rugzak en fietsbroek hebben. Niet alleen een blanke man.
0.1834
0.0709
0.579
0.1079
0.4478
0.1151
Man in backpack in tight gray biker shorts bent over.
Man in rugzak in strakke grijze fietsbroek gebogen voorover.
The man has a cat.
De man heeft een kat.
2
The man cannot be in a backpack in tight gray biker shorts bent over and have a cat.
De man kan niet in een rugzak in strakke grijze biker shorts gebogen voorover en hebben een kat.
0.1834
0.0709
0.9926
0.1353
0.0
0.0549
Man in backpack in tight gray biker shorts bent over.
Man in rugzak in strakke grijze fietsbroek gebogen voorover.
A man has a backpack.
Een man heeft een rugzak.
0
No matter his outfit, if a man has a backpack, he has a backpack.
Als een man een rugzak heeft, heeft hij een rugzak.
0.1834
0.0709
0.6412
0.1195
0.0001
0.1
Several men and women gather at a sporting event.
Verschillende mannen en vrouwen komen samen op een sportevenement.
The old people watch the event.
De oude mensen kijken naar het evenement.
1
The several men and women gathered at the sporting event may or may not be old. The do not necessarily watch the event.
De verschillende mannen en vrouwen verzameld op het sportevenement kan al dan niet oud zijn. De niet noodzakelijk kijken naar het evenement.
0.7006
0.1293
0.6847
0.1161
0.0
0.0674
Several men and women gather at a sporting event.
Verschillende mannen en vrouwen komen samen op een sportevenement.
The kids cheer for the magician.
De kinderen juichen voor de goochelaar.
2
Cheer is different than gather. Kids is different than men and women.
Kinderen zijn anders dan mannen en vrouwen.
0.7003
0.1293
0.7118
0.1187
0.2077
0.1142
Several men and women gather at a sporting event.
Verschillende mannen en vrouwen komen samen op een sportevenement.
The people hang out at the sporting event.
De mensen hangen op het sportevenement.
0
Men and women are all people.
Mannen en vrouwen zijn allemaal mensen.
0.7011
0.1294
0.0001
0.1018
0.9919
0.1417
A bald man in a black shirt with a girl sitting on his shoulders walking in the street.
Een kale man in een zwart shirt met een meisje op zijn schouders die op straat loopt.
A bald man walks down the street with his daughter on his shoulders.
Een kale man loopt op straat met zijn dochter op zijn schouders.
1
walks down block
wandelt naar beneden blok
0.3691
0.1132
0.7537
0.1277
0.0
0.0881
A bald man in a black shirt with a girl sitting on his shoulders walking in the street.
Een kale man in een zwart shirt met een meisje op zijn schouders die op straat loopt.
A man with a red shirt is bowling with his 2 sons.
Een man met een rood shirt bowlt met zijn twee zonen.
2
The man cannot be in both a black and red shirt. The man also cannot have a girl sitting on his shoulders walking in the street and be bowling with his 2 sons.
De man kan niet zowel in een zwart als rood shirt zitten. De man kan ook geen meisje op zijn schouders op straat laten zitten en bowlen met zijn twee zonen.
0.3691
0.1132
0.6328
0.1232
0.3275
0.0915
A bald man in a black shirt with a girl sitting on his shoulders walking in the street.
Een kale man in een zwart shirt met een meisje op zijn schouders die op straat loopt.
A bald man and a girl are outside.
Een kale man en een meisje staan buiten.
0
A street is found outside.
Een straat is buiten te vinden.
0.3675
0.1132
0.8292
0.1188
0.303
0.1165
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
a little girl sits on a mans shoulders
een klein meisje zit op een mannen schouders
0
Mask or not, a little girl is still sitting on a man's shoulders.
Masker of niet, een klein meisje zit nog op de schouders van een man.
0.4284
0.1109
0.6482
0.1235
0.5379
0.1299
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders smiling as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man... glimlachend terwijl ze door een drukke straat lopen.
1
wearing a bum
een zwerver dragen
0.4284
0.1109
0.5116
0.1036
0.0
0.0681
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
a girl is sitting on her dads shoulders after her school play
een meisje zit op haar vaders schouders na haar schoolspel
1
girl is now
meisje is nu
0.4284
0.1109
0.5507
0.1231
0.8488
0.0939
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they are walking.
Meisje met een masker op de schouders van de mens terwijl ze lopen
0
Walking is a conjugation of the word walk.
Wandelen is een vervoeging van het woord lopen.
0.4273
0.1109
0.3909
0.0748
0.8081
0.1274
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
Young lady with face covering riding atop man's neck as they jaunt through a busy area in tandem.
Jonge dame met gezicht dekking rijden opop man's nek als ze springen door een drukke omgeving in tandem.
0
To jaunt is a bouncy form of to walk.
Om uit te springen is een springvorm van lopen.
0.4273
0.1109
0.017
0.0715
0.0001
0.09
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
Toddler with disguise riding on dad's back as he carries her along a busy route.
Peuter met vermomming op papa's rug terwijl hij haar meeneemt op een drukke route.
1
riding on it
Er op rijden.
0.4273
0.1109
0.172
0.0948
0.0
0.0814
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
a girl is carrying her dad
een meisje draagt haar vader
2
The little girl cannot be wearing a mask sitting on the mans shoulders as they walk through a crowded street together and be carrying her dad at the same time.
Het kleine meisje kan niet een masker dragen zittend op de mannen schouders als ze lopen door een drukke straat samen en dragen haar vader tegelijkertijd.
0.4273
0.1109
0.3559
0.0925
0.1511
0.0725
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
The little girl is with her daddy.
Het kleine meisje is bij haar vader.
1
girl is out
Het meisje is weg.
0.4265
0.1109
0.7712
0.141
0.9155
0.1161
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
The man and girl are outside together.
De man en het meisje zijn samen buiten.
0
A street is found outside.
Een straat is buiten te vinden.
0.4265
0.1109
0.6259
0.1191
0.3024
0.1164
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
Youngster with mask on daddy's back as they travel through a lonely village.
Jonge met een masker op papa's rug als ze reizen door een eenzaam dorp.
2
The street cannot be crowded if it is in a lonely village.
De straat kan niet druk zijn als het in een eenzaam dorp is.
0.4266
0.1109
0.6007
0.0948
0.7173
0.1303
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
The girl sitting on the man's shoulders is his daughter.
Het meisje op de schouders van de man is zijn dochter.
1
on the top
boven
0.4272
0.1109
0.5274
0.1188
0.0001
0.0788
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
The little girl is is running behind the man.
Het kleine meisje loopt achter de man.
2
The little girl cannot simultaneously be running behind the man and sitting in his shoudlers.
Het kleine meisje kan niet tegelijkertijd achter de man rennen en in zijn schudders zitten.
0.4271
0.1109
0.2991
0.1242
0.0025
0.079
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
The man and girl are outside walking on the street.
De man en het meisje lopen buiten op straat.
0
A street is found outside.
Een straat is buiten te vinden.
0.4269
0.1109
0.7811
0.1293
0.3017
0.1164
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
The girl is wearing a mask while runs around the crowded street.
Het meisje draagt een masker terwijl ze door de drukke straat loopt.
2
The dad cannot be walk and runs simultaneously.
De vader kan niet tegelijkertijd lopen en lopen.
0.4274
0.1109
0.6659
0.1363
0.1245
0.0879
Little girl wearing a mask sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een masker op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
Little girl wearing a giraffe sitting on man's shoulders as they walk through a crowded street together.
Een klein meisje met een giraffe op de schouders van een man terwijl ze door een drukke straat lopen.
2
The little girl cannot be wearing a mask and giraffe at the same time.
Het kleine meisje kan niet tegelijkertijd een masker en giraffe dragen.
0.4274
0.1109
0.3671
0.104
0.5029
0.1021
A man puts a little girl atop his shoulders while walking down a busy street.
Een man legt een klein meisje op zijn schouders terwijl hij door een drukke straat loopt.
A man walks down a street.
Een man loopt door een straat.
0
Walking and walks are different versions of the word walk.
Wandelen en wandelingen zijn verschillende versies van het woord wandelen.
0.7345
0.1311
0.6709
0.1386
0.499
0.097
A man puts a little girl atop his shoulders while walking down a busy street.
Een man legt een klein meisje op zijn schouders terwijl hij door een drukke straat loopt.
A man is carrying his son.
Een man draagt zijn zoon.
2
A girl is a daughter not a son.
Een meisje is een dochter, geen zoon.
0.7349
0.1311
0.5328
0.0988
0.7819
0.1174
A man puts a little girl atop his shoulders while walking down a busy street.
Een man legt een klein meisje op zijn schouders terwijl hij door een drukke straat loopt.
A man has his daughter on his shoulders.
Een man heeft zijn dochter op zijn schouders.
1
man has it
de mens heeft het
0.7349
0.1311
0.8523
0.1251
0.0001
0.0984
A girl wearing a mask rides on a man's shoulders through a crowded sidewalk.
Een meisje met een masker rijdt op de schouders van een man door een drukke stoep.
The girl is with her father, and they are on their way to a Halloween party.
Het meisje is bij haar vader, en ze zijn op weg naar een Halloween feest.
1
her father it
haar vader het
0.3061
0.1175
0.5474
0.1296
0.2774
0.0562
A girl wearing a mask rides on a man's shoulders through a crowded sidewalk.
Een meisje met een masker rijdt op de schouders van een man door een drukke stoep.
The girl is wearing sunglasses and riding a scooter.
Het meisje draagt een zonnebril en rijdt op een scooter.
2
The sunglasses is not a mask and a mans shoulders cant be a scooter.
De zonnebril is geen masker en een man kan geen scooter zijn.
0.3059
0.1175
0.8966
0.1481
0.2397
0.0962
A girl wearing a mask rides on a man's shoulders through a crowded sidewalk.
Een meisje met een masker rijdt op de schouders van een man door een drukke stoep.
The girl is wearing a mask.
Het meisje draagt een masker.
0
' A ' and ' the ' are interchangeable when referring to the girl wearing a mask.
'A' en 'de' zijn uitwisselbaar als je verwijst naar het meisje dat een masker draagt.
0.306
0.1175
0.8904
0.1573
0.1756
0.1105