premise_en
stringlengths
7
402
premise_nl
stringlengths
8
417
hypothesis_en
stringlengths
0
295
hypothesis_nl
stringlengths
1
308
label
int32
0
2
explanation_1_en
stringlengths
0
917
explanation_1_nl
stringlengths
3
766
explanation_2_en
stringclasses
1 value
explanation_2_nl
stringclasses
1 value
explanation_3_en
stringclasses
1 value
explanation_3_nl
stringclasses
1 value
da_premise
stringlengths
3
6
mqm_premise
stringlengths
3
7
da_hypothesis
stringlengths
3
6
mqm_hypothesis
stringlengths
3
6
da_explanation_1
stringlengths
3
6
mqm_explanation_1
stringlengths
3
7
da_explanation_2
stringclasses
1 value
mqm_explanation_2
stringclasses
1 value
da_explanation_3
stringclasses
1 value
mqm_explanation_3
stringclasses
1 value
A man prepares fish at an Asian seafood market.
Een man bereidt vis voor op een Aziatische vismarkt.
A fisherman cleans his fish in a store.
Een visser reinigt zijn vis in een winkel.
1
Not every man is a fisherman.
Niet elke man is visser.
0.8205
0.1268
0.5841
0.1146
0.8573
0.1221
A man prepares fish at an Asian seafood market.
Een man bereidt vis voor op een Aziatische vismarkt.
A man works with fish at the market.
Een man werkt met vis op de markt.
0
Preparing fish is a type of working with fish. An Asian seafood market is a market.
Een Aziatische vismarkt is een markt voor vis.
0.8208
0.1268
0.6527
0.111
0.5685
0.1264
An Asian fish market with fish being cut up for sale.
Een Aziatische vismarkt met te koop gesneden vis.
Fish are being sold.
Er wordt vis verkocht.
0
That fish are being cut up for sale implies that the fish are being sold.
Dat vis te koop wordt gesneden, betekent dat de vis wordt verkocht.
0.6086
0.1215
0.4976
0.1207
0.0834
0.101
An Asian fish market with fish being cut up for sale.
Een Aziatische vismarkt met te koop gesneden vis.
The fisherman lands a marlin.
De visser landt met een marlijn.
2
the fisher man is catching fish where the Asian fish market is selling and cutting fish.
de visser is vis aan het vangen waar de Aziatische vismarkt vis verkoopt en snijdt.
0.6102
0.1216
0.2027
0.1014
0.5016
0.0898
An Asian fish market with fish being cut up for sale.
Een Aziatische vismarkt met te koop gesneden vis.
Fresh fish are readied for restaurant buyers.
Verse vis wordt klaargemaakt voor restaurant kopers.
1
A fish market does not necessarily imply fresh fish or that the fish is being readied for restaurant buyers in particular.
Een vismarkt impliceert niet noodzakelijkerwijs verse vis of dat de vis wordt voorbereid voor restaurantkopers in het bijzonder.
0.6102
0.1216
0.8639
0.1042
0.4531
0.127
Customers buy cut raw fish at the market.
Klanten kopen gesneden rauwe vis op de markt.
People are buying chicken.
Mensen kopen kip.
2
People buying raw fish cannot be buying chicken
Mensen die rauwe vis kopen kunnen geen kip kopen
0.8014
0.1339
0.0017
0.1186
0.4282
0.1175
Customers buy cut raw fish at the market.
Klanten kopen gesneden rauwe vis op de markt.
People are buying fish.
Mensen kopen vis.
0
Customers are people, and cut raw fish is a type of fish.
Klanten zijn mensen, en gesneden rauwe vis is een soort vis.
0.8022
0.1341
0.0
0.1151
0.5368
0.1098
Customers buy cut raw fish at the market.
Klanten kopen gesneden rauwe vis op de markt.
People are buying fish for dinner.
Mensen kopen vis voor het diner.
1
Fish is not only eaten for dinner.
Vis wordt niet alleen gegeten voor het diner.
0.8022
0.1341
0.8299
0.1204
0.6527
0.1318
A child at a water park is sprayed from all sides by a ring of water.
Een kind in een waterpark wordt van alle kanten besproeid door een ring van water.
A child is sprayed with water.
Een kind wordt besproeid met water.
0
A child at a water park is a type of child, and sprayed implies water.
Een kind in een waterpark is een kind, en besproeid betekent water.
0.4883
0.1303
0.8401
0.1305
0.15
0.1025
A child at a water park is sprayed from all sides by a ring of water.
Een kind in een waterpark wordt van alle kanten besproeid door een ring van water.
The child enjoys the water.
Het kind geniet van het water.
1
Not all children enjoys being sprayed.
Niet alle kinderen besproeien graag.
0.4876
0.1304
0.9887
0.1516
0.0001
0.1227
A child at a water park is sprayed from all sides by a ring of water.
Een kind in een waterpark wordt van alle kanten besproeid door een ring van water.
A woman sprays herself with the hose.
Een vrouw spuit zichzelf met de slang.
2
Child and woman are different stages of human life. Hose and ring of water are different equipments
Kind en vrouw zijn verschillende stadia van het menselijk leven. Slang en ring van water zijn verschillende apparatuur
0.4876
0.1304
0.3812
0.0898
0.6111
0.1124
A swimmer playing in the surf watches a low flying airplane headed inland.
Een zwemmer die in de surf speelt kijkt naar een laagvliegend vliegtuig dat landinwaarts gaat.
The swimmer enjoys his swimming by the airport.
De zwemmer geniet van zijn zwemmen bij het vliegveld.
1
A location where people can see a low flying airplane isn't necessarily the airport.
Een locatie waar mensen een laagvliegend vliegtuig kunnen zien is niet noodzakelijk het vliegveld.
0.2418
0.1214
0.7081
0.115
0.644
0.1482
A swimmer playing in the surf watches a low flying airplane headed inland.
Een zwemmer die in de surf speelt kijkt naar een laagvliegend vliegtuig dat landinwaarts gaat.
There is someone swimming in the sea.
Er zwemt iemand in de zee.
0
The " surf " implies that someone is in the " sea ".
De "surf " impliceert dat iemand in de "zee " is.
0.2418
0.1214
0.5465
0.1361
0.2594
0.1179
A swimmer playing in the surf watches a low flying airplane headed inland.
Een zwemmer die in de surf speelt kijkt naar een laagvliegend vliegtuig dat landinwaarts gaat.
The plane is going to crash into the swimmer.
Het vliegtuig stort neer in de zwemmer.
2
If the swimmer watches an airplane headed inland - away from the surf - then the plane can not also be going to crash into the swimmer.
Als de zwemmer kijkt naar een vliegtuig dat landinwaarts gaat - weg van de surf - dan kan het vliegtuig ook niet tegen de zwemmer botsen.
0.2416
0.1213
0.0837
0.0986
0.1373
0.0994
A group of several people are attending an event.
Een groep van meerdere mensen woont een evenement bij.
The people are in separate locations.
De mensen zijn op verschillende locaties.
2
several people attending an event are together where people in separate locations are not.
verschillende mensen die een evenement bijwonen zijn samen waar mensen op verschillende locaties dat niet zijn.
0.6334
0.1414
0.8865
0.1391
0.068
0.1179
A group of several people are attending an event.
Een groep van meerdere mensen woont een evenement bij.
The people are together.
De mensen zijn samen.
0
That people are in a group implies that they are together.
Dat mensen in een groep zitten impliceert dat ze samen zijn.
0.6334
0.1414
0.7224
0.1246
0.75
0.1486
A group of several people are attending an event.
Een groep van meerdere mensen woont een evenement bij.
The people are having fun.
De mensen hebben plezier.
1
Attending does not imply having fun.
Dat betekent niet dat je plezier hebt.
0.6326
0.1415
0.7689
0.1213
0.2534
0.1093
Children in white shirts are at school.
Kinderen in witte shirts zijn op school.
Children are wearing white shirts at school.
Kinderen dragen witte shirts op school.
0
In can be another way to say wearing in the context of clothing.
In kan een andere manier om te zeggen dragen in de context van kleding.
0.869
0.1386
0.9455
0.1475
0.0
0.0711
Children in white shirts are at school.
Kinderen in witte shirts zijn op school.
Adults are wearing black shirts at church.
Volwassenen dragen zwarte shirts in de kerk.
2
Adults are different from children, and while the adults are at church, the children are at school.
Volwassenen zijn verschillend van kinderen, en terwijl de volwassenen zijn in de kerk, de kinderen zijn op school.
0.869
0.1386
0.6784
0.1345
0.4855
0.1383
Children in white shirts are at school.
Kinderen in witte shirts zijn op school.
Children are wearing white shirts at Catholic school.
Kinderen dragen witte shirts op de katholieke school.
1
The children may not be at Catholic school.
De kinderen mogen niet op de katholieke school zijn.
0.869
0.1386
0.8945
0.1397
0.858
0.1378
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Woman goes to bar for the first time
Vrouw gaat voor het eerst naar de bar
1
It might not be the woman's first time at the bar.
Het is misschien niet haar eerste keer in de bar.
0.4375
0.1029
0.5843
0.1147
0.5081
0.1253
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
the man is a goat
de man is een geit
2
Women refers to more than one person while man refers to one person, also women refers to females while man refers to a male.
Vrouwen verwijzen naar meer dan één persoon, terwijl de man verwijst naar één persoon, ook vrouwen verwijzen naar vrouwen, terwijl de man verwijst naar een man.
0.437
0.103
0.6716
0.1146
0.2773
0.1033
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Women stand at a bar with light cabinets and bare walls.
Vrouwen staan aan een bar met lichte kasten en kale muren.
2
The cabinets are different colors and the woman cannot sit and stand at the same time.
De kasten zijn verschillende kleuren en de vrouw kan niet zitten en staan op hetzelfde moment.
0.4366
0.103
0.677
0.1065
0.1769
0.109
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Woman hanging out at a bar
Vrouw die rondhangt in een bar
1
To sit does not necessarily imply hanging out.
Zitten betekent niet noodzakelijkerwijs dat je met iemand omgaat.
0.438
0.1029
0.009
0.1001
0.0007
0.1104
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Women at a bar
Vrouwen in een bar
0
Dark cabinets, menus, walls, and lights are all physical aspects of a bar.
Donkere kasten, menu's, muren en lichten zijn allemaal fysieke aspecten van een bar.
0.438
0.1029
0.7958
0.1138
0.6239
0.1107
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Women drink moodily, tired from the day's labor.
Vrouwen drinken humeurig, moe van de bevalling.
1
TO sit at a bar does not imply it being done moodily or that the women are tired from the day's labor.
Om te zitten aan een bar betekent niet dat het wordt gedaan humeurig of dat de vrouwen moe van de dag arbeid.
0.438
0.1029
0.0
0.0784
0.0
0.0583
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Women are enjoying their time at the new bar that just opened up.
Vrouwen genieten van hun tijd in de nieuwe bar die net geopend is.
1
Sitting does not imply joining and not every bar has just opened up.
Zitten betekent niet dat je meedoet en niet elke bar is zojuist geopend.
0.4372
0.103
0.8456
0.129
0.1449
0.1103
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Worlds longest toenails on display
Werelden langste teennagels tentoongesteld
2
the woman is in a bar not at the worlds longest toenail display.
de vrouw is in een bar niet op de wereld langste teennagel display.
0.4375
0.103
0.422
0.1138
0.0
0.0652
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Women are sitting at a bar.
Vrouwen zitten in een bar.
0
"Are sitting at a bar" is a rephrasing of "sit at a bar".
"Zitten in een bar" is een herhaling van "zitten in een bar."
0.4371
0.1029
0.9591
0.1291
0.1585
0.1059
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Woman eats at local resturaunt
Vrouw eet bij lokale resturaunt
0
If women are at a bar then it's implied that, of the group, a single woman is at least there. Some bars are also restaurants.
Als vrouwen in een bar dan is het impliciet dat, van de groep, een alleenstaande vrouw er tenminste is. Sommige bars zijn ook restaurants.
0.4371
0.1029
0.6547
0.1299
0.1972
0.106
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
A bar with wall-menus seats several women.
Een bar met muur-menu's plaatsen meerdere vrouwen.
0
"Wall-menus" is another way to say "menus written on the walls". A bar seats several women is another way to say women sit at a bar.
"Wall-menu's" is een andere manier om te zeggen "menu's geschreven op de muren." Een bar zit meerdere vrouwen is een andere manier om te zeggen vrouwen zitten aan een bar.
0.4372
0.103
0.0001
0.0703
0.0003
0.0676
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
a woman is sitting
een vrouw zit
0
Sitting at a bar is a woman and this is the main theme for both sentences.
Zitten in een bar is een vrouw en dit is het belangrijkste thema voor beide zinnen.
0.4373
0.103
0.3859
0.1103
0.0899
0.0908
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
the woman is white
de vrouw is blank
1
Not all women are white.
Niet alle vrouwen zijn blank.
0.4373
0.103
0.0672
0.106
0.8048
0.1314
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Women are at the beach.
Vrouwen zijn op het strand.
2
the woman is either at the bar or the beach.
De vrouw is aan de bar of aan het strand.
0.4373
0.103
0.8074
0.1329
0.5453
0.1186
Women sit at a bar that has dark cabinets, menus written on the walls, and a light hanging above the bar.
Vrouwen zitten aan een bar met donkere kasten, menu's geschreven op de muren, en een lichtje boven de bar.
Woman at a bar table
Vrouw aan een bartafel
2
women at the bar table with no cabinets or menus
vrouwen aan de bar tafel zonder kasten of menu's
0.4375
0.1029
0.799
0.1157
0.0008
0.0777
A woman with a ponytail and wearing a floral patterned dress is holding a teacup and saucer while speaking with another woman who is also wearing a floral patterned dress.
Een vrouw met een paardenstaart en het dragen van een bloemenpatroon jurk houdt een theekopje en schotel terwijl met een andere vrouw die ook draagt een bloemenpatroon jurk.
Woman speaking to someone with a similar dress
Een vrouw spreekt met iemand met een vergelijkbare jurk.
0
There is someone, a woman that is speaking to another woman that is wearing a similar dress and they are speaking and talking.
Er is iemand, een vrouw die praat met een andere vrouw die een soortgelijke jurk draagt en ze spreken en praten.
0.0001
0.0687
0.4062
0.1108
0.3913
0.1222
A woman with a ponytail and wearing a floral patterned dress is holding a teacup and saucer while speaking with another woman who is also wearing a floral patterned dress.
Een vrouw met een paardenstaart en het dragen van een bloemenpatroon jurk houdt een theekopje en schotel terwijl met een andere vrouw die ook draagt een bloemenpatroon jurk.
Two woman ripping off their clothes
Twee vrouwen die hun kleren afrukken.
2
a woman having tea with another is not two women ripping off their clothes.
Een vrouw die thee drinkt met een ander is geen twee vrouwen die hun kleren uittrekken
0.0001
0.0687
0.2264
0.093
0.0248
0.102
A woman with a ponytail and wearing a floral patterned dress is holding a teacup and saucer while speaking with another woman who is also wearing a floral patterned dress.
Een vrouw met een paardenstaart en het dragen van een bloemenpatroon jurk houdt een theekopje en schotel terwijl met een andere vrouw die ook draagt een bloemenpatroon jurk.
Two women discussing where they shopped for their dress
Twee vrouwen bespreken waar ze hun jurk zochten.
1
There is no indication the conversation that the women are having is about where they shopped for their dress.
Er is geen indicatie dat het gesprek dat de vrouwen hebben gaat over waar ze winkelden voor hun jurk.
0.0001
0.0687
0.0376
0.1071
0.4001
0.1094
Two women in black dresses covered in white artwork stand together in the grass while one holds a white mug.
Twee vrouwen in zwarte jurken bedekt met wit kunstwerk staan samen in het gras, terwijl men een witte mok.
Two women are standing oustide talking.
Twee vrouwen staan te praten.
0
There are two women both wearing black dresses and they are both standing together outside and talking.
Er zijn twee vrouwen die beiden zwarte jurken dragen en ze staan allebei samen buiten en praten.
0.0001
0.0756
0.0019
0.121
0.6024
0.1337
Two women in black dresses covered in white artwork stand together in the grass while one holds a white mug.
Twee vrouwen in zwarte jurken bedekt met wit kunstwerk staan samen in het gras, terwijl men een witte mok.
Two women are discussing the weather.
Twee vrouwen bespreken het weer.
1
Just because the women are standing together does not mean they are discussing the weather.
Alleen omdat de vrouwen samen staan betekent niet dat ze het weer bespreken.
0.0001
0.0756
0.6446
0.1302
0.3991
0.1365
Two women in black dresses covered in white artwork stand together in the grass while one holds a white mug.
Twee vrouwen in zwarte jurken bedekt met wit kunstwerk staan samen in het gras, terwijl men een witte mok.
Two women are going to board a plane.
Twee vrouwen gaan aan boord.
2
The two women are either standing together in the grass or boarding a plane.
De twee vrouwen staan samen in het gras of stappen in een vliegtuig.
0.0001
0.0756
0.5279
0.1326
0.4117
0.1197
Two women in dresses are standing across from each other.
Twee vrouwen in jurken staan tegenover elkaar.
The women have legs.
Vrouwen hebben benen.
0
There are two women both have legs and both of them are standing.
Er zijn twee vrouwen die beide benen hebben en beiden staan.
0.6678
0.1258
0.8873
0.1244
0.4372
0.1067
Two women in dresses are standing across from each other.
Twee vrouwen in jurken staan tegenover elkaar.
The women are looking at eachother.
De vrouwen kijken naar elkaar.
1
Just because the women are standing across from one another does not mean they are looking at each other.
Dat de vrouwen tegenover elkaar staan betekent niet dat ze naar elkaar kijken.
0.6678
0.1258
0.5839
0.1375
0.3376
0.1323
Two women in dresses are standing across from each other.
Twee vrouwen in jurken staan tegenover elkaar.
The women are running.
De vrouwen rennen weg.
2
The women can either be standing or running.
De vrouwen kunnen staan of vluchten.
0.6677
0.1258
0.273
0.1172
0.2652
0.1074
Two women wearing dresses white drinking tea.
Twee vrouwen dragen jurken witte thee drinken.
Two women are drinking tea.
Twee vrouwen drinken thee.
0
Two women in white dress are drinking tea.
Twee vrouwen in witte jurk drinken thee.
0.0
0.0917
0.604
0.1349
0.8861
0.1364
Two women wearing dresses white drinking tea.
Twee vrouwen dragen jurken witte thee drinken.
Two women are drinking green tea.
Twee vrouwen drinken groene thee.
1
Many women drink tea, but not all of them drink green tea.
Veel vrouwen drinken thee, maar niet allemaal drinken groene thee.
0.0
0.0917
0.9611
0.1431
0.8735
0.1439
Two women wearing dresses white drinking tea.
Twee vrouwen dragen jurken witte thee drinken.
Two men are playing cards.
Twee mannen spelen kaart.
2
There are either two women drinking tea or two men playing cards.
Er zijn twee vrouwen die thee drinken of twee mannen die kaarten.
0.0
0.0918
0.808
0.1206
0.0001
0.0887
A plane is flying overhead while a man is walking near the water on a beach.
Een vliegtuig vliegt over boven terwijl een man vlakbij het water loopt op een strand.
The man is sitting inside a coffee shop.
De man zit in een koffieshop.
2
The man can either sit in a coffee shop or he can walk on the beach.
De man kan in een coffeeshop zitten of op het strand lopen.
0.6327
0.13
0.2572
0.1306
0.6167
0.1208
A plane is flying overhead while a man is walking near the water on a beach.
Een vliegtuig vliegt over boven terwijl een man vlakbij het water loopt op een strand.
The man is visiting the Atlantic Ocean.
De man bezoekt de Atlantische Oceaan.
1
Noting about a man walking on the beach indicates that he is visiting nor that it is the atlantic ocean.
Opmerkelijk over een man die op het strand loopt geeft aan dat hij op bezoek is, noch dat het de Atlantische oceaan is.
0.6331
0.1301
0.7159
0.1312
0.0
0.0885
A plane is flying overhead while a man is walking near the water on a beach.
Een vliegtuig vliegt over boven terwijl een man vlakbij het water loopt op een strand.
The man is walking outdoors.
De man loopt buiten.
0
Outside there is a man walking on a beach and he sees a plane flying over head.
Buiten loopt een man op een strand en ziet hij een vliegtuig over het hoofd vliegen.
0.6331
0.1301
0.4726
0.124
0.6671
0.1303
a black woman is talking to three young men.
Een zwarte vrouw praat met drie jonge mannen.
A white women is yelling at three young girls.
Een blanke vrouw schreeuwt tegen drie jonge meisjes.
2
The women can either be black or white. They can either be talking or yelling. The group of people being talked to you can either be young girls or boys.
De vrouwen kunnen zwart of wit zijn. Ze kunnen praten of schreeuwen. De groep mensen die met je wordt gesproken kunnen jonge meisjes of jongens zijn.
0.8835
0.1264
0.5563
0.1251
0.5322
0.0978
a black woman is talking to three young men.
Een zwarte vrouw praat met drie jonge mannen.
A colored lady is talking to a group of men.
Een gekleurde dame praat met een groep mannen.
0
A woman of color is talking to a group of three young men.
Een vrouw van kleur praat met drie jonge mannen.
0.8835
0.1264
0.3655
0.1169
0.289
0.1026
a black woman is talking to three young men.
Een zwarte vrouw praat met drie jonge mannen.
A black women is talking to three young Chinese guys.
Een zwarte vrouw praat met drie jonge Chinezen.
1
There is no indication that the three young men being talked to are Chinese.
Er zijn geen aanwijzingen dat de drie jonge mannen met wie gesproken wordt Chinees zijn.
0.8835
0.1264
0.8469
0.1206
0.7173
0.1365
A woman in a store is holding an item in her left hand while looking away from the camera.
Een vrouw in een winkel houdt iets in haar linkerhand terwijl ze wegkijkt van de camera.
The woman in the store is not looking at the camera.
De vrouw in de winkel kijkt niet naar de camera.
0
A woman looking away from the camera means not looking at the camera.
Een vrouw die wegkijkt van de camera betekent niet naar de camera kijken.
0.5134
0.1242
0.513
0.1235
0.2991
0.1121
A woman in a store is holding an item in her left hand while looking away from the camera.
Een vrouw in een winkel houdt iets in haar linkerhand terwijl ze wegkijkt van de camera.
A woman is shopping in a store for groceries.
Een vrouw winkelt in een winkel voor boodschappen.
1
All items in stores are not groceries.
Alle artikelen in de winkels zijn geen boodschappen.
0.5125
0.1241
0.8386
0.1326
0.2079
0.1126
A woman in a store is holding an item in her left hand while looking away from the camera.
Een vrouw in een winkel houdt iets in haar linkerhand terwijl ze wegkijkt van de camera.
The woman in the store is looking at the camera.
De vrouw in de winkel kijkt naar de camera.
2
The woman is either looking at the camera or looking away from the camera.
De vrouw kijkt naar de camera of kijkt weg van de camera.
0.5126
0.1241
0.6659
0.1264
0.4608
0.1148
A girl talks to three teenage boys.
Een meisje praat met drie tienerjongens.
A boy talks to three teenage boys.
Een jongen praat met drie tienerjongens.
2
either we are talking about a boy or a girl, not both cannot be possible.
Of we praten over een jongen of een meisje, niet allebei kan niet mogelijk zijn.
0.8884
0.133
0.7981
0.1255
0.5431
0.105
A girl talks to three teenage boys.
Een meisje praat met drie tienerjongens.
A sad girl talks to three teenage boys.
Een zielig meisje praat met drie tieners.
1
You can not infer she is sad.
Je kunt niet afleiden dat ze verdrietig is.
0.8884
0.133
0.756
0.1089
0.4948
0.1082
A girl talks to three teenage boys.
Een meisje praat met drie tienerjongens.
A person talks to three teenage boys.
Iemand praat met drie tienerjongens.
0
A girl is a person.
Een meisje is een mens.
0.8884
0.133
0.7055
0.1314
0.9684
0.1435
Two women sitting at the bar having drinks.
Twee vrouwen zitten aan de bar en drinken wat.
A couple of women having drinks.
Een paar vrouwen die wat drinken.
0
At the bar there are two women having drinks.
Aan de bar zijn er twee vrouwen die drinken.
0.6138
0.1163
0.2364
0.103
0.696
0.1229
Two women sitting at the bar having drinks.
Twee vrouwen zitten aan de bar en drinken wat.
Two women drinking beer.
Twee vrouwen die bier drinken.
1
Just because they are having drinks at the bar does not mean those drinks are beer.
Alleen omdat ze aan de bar drinken betekent niet dat die drankjes bier zijn.
0.6138
0.1163
0.6258
0.125
0.5249
0.1376
Two women sitting at the bar having drinks.
Twee vrouwen zitten aan de bar en drinken wat.
Two men drinking smoothies at Starbucks.
Twee mannen die smoothies drinken bij Starbucks.
2
The people can either be women or men. They can either be drinking alcoholic drinks or smoothies. They can be either at a bar or at a Starbucks.
De mensen kunnen ofwel vrouwen of mannen zijn. Ze kunnen ofwel alcoholische dranken of smoothies drinken. Ze kunnen ofwel in een bar of in een Starbucks.
0.6138
0.1163
0.6385
0.1404
0.6547
0.1126
A few black guys talking to a girl.
Een paar zwarte jongens die met een meisje praten.
Some men were speaking with a woman.
Sommige mannen spraken met een vrouw.
0
There are a few men speaking with a woman.
Er zijn een paar mannen die met een vrouw praten.
0.5641
0.1224
0.7531
0.1096
0.6313
0.1148
A few black guys talking to a girl.
Een paar zwarte jongens die met een meisje praten.
Some people were at the hockey rink.
Sommige mensen waren op de hockeybaan.
2
The people can either be talking to a girl or at the hockey rink.
De mensen kunnen met een meisje praten of op de hockeybaan.
0.5641
0.1224
0.568
0.1257
0.2738
0.0874
A few black guys talking to a girl.
Een paar zwarte jongens die met een meisje praten.
Some men were talking about football with a girl.
Sommige mannen spraken over football met een meisje.
1
Just because the guys are talking to a girl does not imply they are discussing football.
Alleen omdat de jongens met een meisje praten betekent niet dat ze over voetbal praten.
0.5641
0.1224
0.014
0.1138
0.6967
0.1339
Old car driving down the road.
Oude auto die langs de weg rijdt.
The vehicle is old and on a stree5t.
Het voertuig is oud en op een strie5t.
0
An old car means the vehicle is old and a road is a stree5t.
Een oude auto betekent dat het voertuig oud is en een weg is een stree5t.
0.0395
0.1007
0.0
0.0579
0.0
0.0667
Old car driving down the road.
Oude auto die langs de weg rijdt.
The car is out on the road.
De auto staat op de weg.
1
Old car isn't necessarily out on the road.
Oude auto is niet noodzakelijk op de weg.
0.0378
0.1007
0.6759
0.1263
0.4339
0.1119
Old car driving down the road.
Oude auto die langs de weg rijdt.
The new car is racing down the street .
De nieuwe auto ract door de straat.
2
Old car diving and road versus new car racing and street.
Oude auto duiken en weg versus nieuwe auto racen en straat.
0.0373
0.1007
0.3282
0.1179
0.0
0.049
A man in a white shirt is photographing a blond woman who is wearing a red and white dress.
Een man in een wit shirt fotografeert een blonde vrouw die een roodwitte jurk draagt.
The woman is a fashion model.
De vrouw is een modemodel.
1
Taking pictures of someone does not mean the person you are taking pictures of is a fashion model.
Foto's maken van iemand betekent niet dat de persoon van wie je foto's neemt een modemodel is.
0.7149
0.1293
0.9814
0.1384
0.5352
0.1274
A man in a white shirt is photographing a blond woman who is wearing a red and white dress.
Een man in een wit shirt fotografeert een blonde vrouw die een roodwitte jurk draagt.
A blonde woman in a dress is being photographed.
Een blonde vrouw in een jurk wordt gefotografeerd.
0
A blonde woman wearing a dress is being photographed by a man.
Een blonde vrouw met een jurk wordt gefotografeerd door een man.
0.7155
0.1293
0.9102
0.1353
0.9098
0.1352
A man in a white shirt is photographing a blond woman who is wearing a red and white dress.
Een man in een wit shirt fotografeert een blonde vrouw die een roodwitte jurk draagt.
The woman is wearing a pant suit.
De vrouw draagt een broekpak.
2
The women can either be wearing a red and white dress or a pant suit.
De vrouwen kunnen een rode en witte jurk dragen of een broekpak.
0.7151
0.1294
0.7116
0.1226
0.8614
0.1225
A man in a helmet is working on a building's window.
Een man met een helm werkt aan een raam.
Someone is working on a window.
Iemand werkt aan een raam.
0
A man in a helmet is someone.
Een man met een helm is iemand.
0.2892
0.1259
0.0426
0.1321
0.308
0.0974
A man in a helmet is working on a building's window.
Een man met een helm werkt aan een raam.
A man in a helmet is working on a building's foundation.
Een man met een helm werkt aan een gebouw.
2
The window and foundation are two different areas of the building.
Het raam en de fundering zijn twee verschillende delen van het gebouw.
0.2892
0.1259
0.7231
0.1184
0.9197
0.1302
A man in a helmet is working on a building's window.
Een man met een helm werkt aan een raam.
A man repairing a window broken by a baseball.
Een man die een gebroken raam repareert door een honkbal.
1
The man may not necessarily be making a repair to the window and it may or may not have been broken by a baseball.
De man kan niet noodzakelijkerwijs een reparatie aan het raam en het kan al dan niet zijn gebroken door een honkbal.
0.2892
0.1259
0.0366
0.0838
0.0
0.0688
A woman with blond-hair wearing a red and white dress with a black belt and boots modeling for photographers in the street.
Een vrouw met blond haar draagt een rode en witte jurk met een zwarte riem en laarzen modelleren voor fotografen op straat.
Nobody is taking photographs.
Niemand neemt foto's.
2
There can either be photographers taking pictures or no one taking pictures.
Er kunnen fotografen zijn die foto's nemen of niemand die foto's neemt
0.117
0.0812
0.7693
0.1394
0.2609
0.1261
A woman with blond-hair wearing a red and white dress with a black belt and boots modeling for photographers in the street.
Een vrouw met blond haar draagt een rode en witte jurk met een zwarte riem en laarzen modelleren voor fotografen op straat.
Someone is wearing a dress.
Iemand draagt een jurk.
0
There is a blond haired woman wearing a dress and is modeling for photographers outside.
Er is een blonde behaarde vrouw die een jurk draagt en model staat voor fotografen buiten.
0.116
0.0813
0.6463
0.1347
0.5713
0.1229
A woman with blond-hair wearing a red and white dress with a black belt and boots modeling for photographers in the street.
Een vrouw met blond haar draagt een rode en witte jurk met een zwarte riem en laarzen modelleren voor fotografen op straat.
Someone is wearing black boots.
Iemand draagt zwarte laarzen.
1
Nothing about the woman's wardrobe indicates that boots are black.
Niets over de kledingkast van de vrouw wijst erop dat laarzen zwart zijn.
0.1166
0.0813
0.6799
0.139
0.5932
0.1178
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A man and woman are sitting on a blanket at a park.
Een man en vrouw zitten op een deken in een park.
2
They can either be sitting or standing.
Ze kunnen zitten of staan.
0.625
0.115
0.7059
0.1305
0.7357
0.1346
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A woman is sitting down.
Er zit een vrouw.
2
The woman can either be sitting or standing.
De vrouw kan zitten of staan.
0.6248
0.115
0.132
0.0968
0.7906
0.1388
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A man and woman are standing next to each other.
Een man en vrouw staan naast elkaar.
0
If a woman is standing next to a man, they are standing next to each other.
Als een vrouw naast een man staat, staan ze naast elkaar.
0.6245
0.115
0.8529
0.13
0.727
0.137
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
People are surfing the waves in the ocean.
Mensen surfen op de golven in de oceaan.
2
The people can not be standing and surfing at the same time.
De mensen kunnen niet tegelijkertijd staan en surfen.
0.6245
0.115
0.0
0.13
0.5818
0.1366
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A woman is sitting at a cafe table on the sidewalk.
Een vrouw zit aan een cafe tafel op de stoep.
2
The woman can not be standing and sitting at the same time.
De vrouw kan niet tegelijk staan en zitten.
0.6244
0.115
0.6667
0.1221
0.7191
0.1368
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A couple is waiting in line to get into the building.
Een stel wacht in de rij om het gebouw binnen te komen.
1
There is no way to know if the man and woman are a couple or just sanding next to each other by chance.
Er is geen manier om te weten of de man en vrouw een koppel zijn of gewoon naast elkaar schuren bij toeval.
0.625
0.115
0.5172
0.1284
0.3052
0.1099
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A woman is bald.
Een vrouw is kaal.
1
Not all women are bald.
Niet alle vrouwen zijn kaal.
0.6246
0.115
0.8953
0.1105
0.9495
0.1313
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A woman is on a date with a man.
Een vrouw heeft een date met een man.
1
Just because the woman is standing next to the man does not mean she is on a date with him.
Alleen omdat de vrouw naast de man staat betekent niet dat ze een date met hem heeft.
0.6246
0.115
0.7167
0.1413
0.7149
0.1419
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A woman is standing next to a man.
Een vrouw staat naast een man.
0
A woman standing next to a man is a woman standing next to a man.
Een vrouw naast een man staat een vrouw naast een man.
0.6246
0.115
0.89
0.1376
0.3686
0.0927
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A woman is with a man.
Een vrouw is met een man.
0
Standing next to implies that they are with each other.
Naast elkaar staan betekent dat ze bij elkaar zijn.
0.6246
0.115
0.6866
0.1187
0.3456
0.1223
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
They have never met each other, and she is not sure whether to talk to him or not.
Ze hebben elkaar nooit ontmoet en ze weet niet zeker of ze met hem moet praten of niet.
1
The fact the woman is in a red and white dress and standing next to the man does not imply they have never met each other, or that she is not sure whether to talk to him or not.
Het feit dat de vrouw in een rode en witte jurk staat en naast de man staat, betekent niet dat ze elkaar nooit ontmoet hebben, of dat ze niet zeker weet of ze met hem moet praten of niet.
0.6246
0.115
0.7668
0.1376
0.6611
0.1144
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A man and woman are standing together at a ball.
Een man en vrouw staan samen op een bal.
1
The fact that the man and woman are dressed up and standing next to each other does not imply that they are at a ball or that they are together.
Het feit dat de man en vrouw gekleed zijn en naast elkaar staan betekent niet dat ze op een bal zitten of dat ze samen zijn.
0.6246
0.115
0.5124
0.1154
0.3609
0.1205
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A man and a women wearing clothes stand near eachother.
Een man en een vrouw met kleren staan bij elkaar.
0
Shirt, dress, vest, and hat are clothes. Next to implies near.
Shirt, jurk, vest en hoed zijn kleren.
0.625
0.115
0.2302
0.0872
0.0001
0.1011
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A woman and man are seeing each other from afar.
Een vrouw en man zien elkaar van ver.
2
The woman and the man are either next to each other or afar.
De vrouw en de man zijn of naast elkaar of ver weg.
0.6249
0.1151
0.7535
0.1188
0.5596
0.1131
A woman in a red and white dress standing next to a man in a pink shirt, purple vest, and brown hat.
Een vrouw in een rode en witte jurk die naast een man staat in een roze hemd, paars vest en bruine hoed.
A man is dressed in multiple hues.
Een man is gekleed in meerdere tinten.
0
Pink, purple, and brown are multiple hues.
Roze, paars en bruin zijn meerdere tinten.
0.6248
0.115
0.7414
0.1157
0.9431
0.1162
A man in blue cap is holding the net.
Een man met een blauwe pet houdt het net vast.
The net belongs to the man
Het net is van de man.
1
Just because the man is holding the net it doesn't mean the net belongs to him.
Alleen omdat de man het net vasthoudt betekent het niet dat het net van hem is.
0.2769
0.121
0.0
0.0901
0.3979
0.1235
A man in blue cap is holding the net.
Een man met een blauwe pet houdt het net vast.
A man is playing basketball
Een man speelt basketbal.
2
The man cannot be holding a net and playing basketball simultaneously.
De man kan geen net vasthouden en tegelijkertijd basketbal spelen.
0.2769
0.121
0.9121
0.145
0.3073
0.1187
A man in blue cap is holding the net.
Een man met een blauwe pet houdt het net vast.
A man is wearing a blue cap
Een man draagt een blauwe pet.
0
"In" is a way of saying "is wearing".
"In" is een manier om te zeggen "is dragen."
0.2769
0.121
0.9631
0.1362
0.0
0.0659
A man in a purple shirt is holding a large fishing net.
Een man in een paars shirt heeft een groot visnet.
A man takes a nap on a park bench.
Een man slaapt op een bankje in het park.
2
The man can either be holding a fishing net or taking a nap.
De man kan een visnet hebben of een dutje doen.
0.3191
0.1191
0.6182
0.1371
0.0
0.0831
A man in a purple shirt is holding a large fishing net.
Een man in een paars shirt heeft een groot visnet.
A man holds up a fishing net.
Een man houdt een visnet vast.
0
Holding is the same as holds up.
Houden is hetzelfde als ophouden.
0.3191
0.1191
0.4073
0.1175
0.0976
0.1219
A man in a purple shirt is holding a large fishing net.
Een man in een paars shirt heeft een groot visnet.
A man is excited about all of the fish in his net.
Een man is opgewonden over alle vissen in zijn net.
1
The fact the man is holding a fishing net does not mean he is excited or that there are fish in the net.
Het feit dat de man een visnet heeft betekent niet dat hij opgewonden is of dat er vis in het net zit.
0.3189
0.1191
0.9163
0.1313
0.3482
0.1137
A man in a blue hat standing with a large net in his hand.
Een man met een blauwe hoed met een groot net in zijn hand.
A man is wearing a blue hat.
Een man draagt een blauwe hoed.
0
In is another word for wearing for the blue hat.
In is een ander woord voor dragen voor de blauwe hoed.
0.373
0.1199
0.9398
0.141
0.0
0.0811
A man in a blue hat standing with a large net in his hand.
Een man met een blauwe hoed met een groot net in zijn hand.
A man is wearing a yellow hat.
Een man draagt een gele hoed.
2
The man is either wearing a blue or a yellow hat.
De man draagt een blauwe of een gele hoed.
0.3724
0.12
0.9225
0.139
0.7977
0.1309