premise_en
stringlengths
7
402
premise_nl
stringlengths
8
417
hypothesis_en
stringlengths
0
295
hypothesis_nl
stringlengths
1
308
label
int32
0
2
explanation_1_en
stringlengths
0
917
explanation_1_nl
stringlengths
3
766
explanation_2_en
stringclasses
1 value
explanation_2_nl
stringclasses
1 value
explanation_3_en
stringclasses
1 value
explanation_3_nl
stringclasses
1 value
da_premise
stringlengths
3
6
mqm_premise
stringlengths
3
7
da_hypothesis
stringlengths
3
6
mqm_hypothesis
stringlengths
3
6
da_explanation_1
stringlengths
3
6
mqm_explanation_1
stringlengths
3
7
da_explanation_2
stringclasses
1 value
mqm_explanation_2
stringclasses
1 value
da_explanation_3
stringclasses
1 value
mqm_explanation_3
stringclasses
1 value
A man, wearing revolutionary period clothes, is ringing a bell.
Een man, met revolutionaire kleding uit de periode, rinkelt.
A man, wearing a revolutionary apparel is making noise with a bell.
Een man met een revolutionaire kleding maakt lawaai met een bel.
0
Clothes and apparel are synonyms. If a man is making noise with a bell, then he is ringing it.
Kleding en kleding zijn synoniemen. Als een man lawaai maakt met een bel, dan gaat hij rinkelen.
0.0
0.0817
0.4325
0.1113
0.2086
0.0851
A man, wearing revolutionary period clothes, is ringing a bell.
Een man, met revolutionaire kleding uit de periode, rinkelt.
A man,wearing revolutionary apparel is ringing a bell with his right hand.
Een man die revolutionaire kleding draagt, rinkelt een bel met zijn rechterhand.
1
A man ringing a bell does not have to ring the bell with is right hand.
Een man die een belletje laat rinkelen, hoeft de bel niet te luiden met zijn rechterhand.
0.0
0.0817
0.498
0.1089
0.2835
0.1177
A man, wearing revolutionary period clothes, is ringing a bell.
Een man, met revolutionaire kleding uit de periode, rinkelt.
A man is outside riding his bike.
Er staat een man buiten op zijn fiets.
2
Very few men would be outside riding his bike while wearing revolutionary clothes and ringing a bell, That would take some talent.
Weinig mannen zouden buiten op zijn fiets rijden terwijl ze revolutionaire kleren dragen en een bel luiden, dat zou talent vergen.
0.0
0.0817
0.2251
0.1246
0.2403
0.0992
A couple of people working around a pile of rocks.
Een paar mensen die rond een stapel stenen werken.
People are landscaping their yard.
Mensen maken hun tuin schoon.
1
People working around a pile of rocks could be doing many things other than landscaping their yard.
Mensen die rond een stapel stenen werken, kunnen veel andere dingen doen dan hun tuin bebouwen.
0.4894
0.1131
0.4692
0.1352
0.6708
0.112
A couple of people working around a pile of rocks.
Een paar mensen die rond een stapel stenen werken.
People are working.
Mensen werken.
0
"People are working" is a less detailed restatement of "A couple of people working around a pile of rocks."
"Mensen werken" is een minder gedetailleerde restatement van "Een paar mensen die rond een stapel stenen werken."
0.4894
0.1131
0.117
0.1317
0.0
0.089
A couple of people working around a pile of rocks.
Een paar mensen die rond een stapel stenen werken.
People are playing on a playground.
Mensen spelen op een speeltuin.
2
People cannot be working and playing at the same time.
Mensen kunnen niet tegelijkertijd werken en spelen.
0.4874
0.1132
0.6641
0.139
0.7105
0.1437
A man wearing a gray cap is looking down.
Een man met een grijze pet kijkt naar beneden.
A man is wearing a cap
Een man draagt een pet.
0
"A man is wearing a cap"is rephrasing of "A man wearing a gray cap".
"Een man draagt een pet" is rephrasing van "Een man met een grijze pet."
0.4179
0.1177
0.9027
0.1366
0.3929
0.1024
A man wearing a gray cap is looking down.
Een man met een grijze pet kijkt naar beneden.
a man is looking up
een man kijkt omhoog
2
It is not possible to look up and look down simultaneously.
Het is niet mogelijk om tegelijkertijd omhoog te kijken en naar beneden te kijken.
0.4179
0.1177
0.1014
0.1293
0.526
0.1339
A man wearing a gray cap is looking down.
Een man met een grijze pet kijkt naar beneden.
A man is looking down at a puddle
Een man kijkt neer op een plas
1
Just because a man is looking down doesn't mean he is looking at a puddle.
Dat een man naar beneden kijkt betekent niet dat hij naar een plas kijkt.
0.4179
0.1177
0.0001
0.1467
0.0006
0.1264
An older man dressed in blue historical clothing is ringing a bell in his right hand.
Een oudere man gekleed in blauwe historische kleding rinkelt een bel in zijn rechterhand.
police pepper spray protesters
politie pepperspray demonstranten
2
There is no mention of protesters; only an older man.
Er wordt niet gesproken over demonstranten, alleen over een oudere man.
0.5482
0.0985
0.0
0.1016
0.628
0.1157
An older man dressed in blue historical clothing is ringing a bell in his right hand.
Een oudere man gekleed in blauwe historische kleding rinkelt een bel in zijn rechterhand.
the civil war reenactment underway
het opnieuw uitvoeren van de burgeroorlog
1
An older man in historical clothing ringing a bell does not always signify a civil war reenactment is underway.
Een oudere man in historische kleding die een belletje rinkelt, betekent niet altijd dat er een burgeroorlog nagespeeld wordt.
0.5484
0.0985
0.0
0.1356
0.0001
0.0926
An older man dressed in blue historical clothing is ringing a bell in his right hand.
Een oudere man gekleed in blauwe historische kleding rinkelt een bel in zijn rechterhand.
man ringing a bell
man rinkelt een belletje
0
"Man ringing a bell" is a less detailed restatement of "An older man dressed in blue historical clothing is ringing a bell in his right hand.
"Man die een belletje rinkelt" is een minder gedetailleerde restatement van "Een oudere man gekleed in blauwe historische kleding rinkelt een bel in zijn rechterhand.
0.5481
0.0985
0.0
0.0818
0.0001
0.0766
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
The children are posing because their parents made them.
De kinderen poseren omdat hun ouders ze gemaakt hebben.
1
Children posing on a mountain view background could be doing so for other reasons than their parents made them.
Kinderen poseren op een bergzicht achtergrond kan dit doen om andere redenen dan hun ouders gemaakt.
0.2553
0.0926
0.299
0.085
0.0
0.0632
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
Three children are kicking the camera man.
Drie kinderen schoppen de cameraman.
2
The children cannot be posing and kicking the camera man at the same time.
De kinderen kunnen niet tegelijk poseren en de cameraman schoppen.
0.2553
0.0926
0.081
0.0825
0.0006
0.0767
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
The boy ate the entire apple.
De jongen at de hele appel op.
2
A boy cannot hold an apple if he ate the entire thing.
Een jongen kan geen appel vasthouden als hij alles heeft opgegeten.
0.2553
0.0926
0.0
0.1291
0.7203
0.1275
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
The three young childeren were hold an apple with a bite on it
De drie jonge kinderen hielden een appel vast met een hap erop.
0
Another way of saying an apple has a bite out of it, is to say it has a bite on it.
Een andere manier om te zeggen dat een appel er een hapje uit heeft, is om te zeggen dat er een hapje op zit.
0.2553
0.0926
0.0007
0.09
0.0
0.0882
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
Sisters and brother are posing for a shoot
Zusters en broers poseren voor een schietpartij
1
Just because two girls and a boy are posing together does not mean they are sisters and brother.
Dat twee meisjes en een jongen samen poseren betekent niet dat ze zussen en broers zijn.
0.2553
0.0926
0.3474
0.1091
0.8921
0.1319
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
Girls and boys are having fun outdoors
Meisjes en jongens hebben plezier buiten
0
Girls and boys is a less detailed way of saying two girls and a boy. If there is a mountain in the background, then the children are outdoors.
Meisjes en jongens is een minder gedetailleerde manier van zeggen twee meisjes en een jongen. Als er een berg op de achtergrond, dan zijn de kinderen buiten.
0.2553
0.0926
0.9208
0.1433
0.0006
0.087
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
A boy eats an apple that his sisters threw at him in the car on the way to the mountains.
Een jongen eet een appel die zijn zussen hem in de auto gooiden op weg naar de bergen.
1
Just because a boy poses with two sisters does not mean they are his sisters. The apple was not necessarily thrown at the boy. They boy and girls did not necessarily take a car on the way to pose. The scenic mountain view background could be a photo background and not necessarily in the mountains
Alleen omdat een jongen poseert met twee zussen betekent niet dat ze zijn zussen. De appel werd niet per se gegooid op de jongen. Ze jongen en meisjes niet per se een auto op weg naar poseren. De schilderachtige bergzicht achtergrond kan een foto achtergrond en niet noodzakelijkerwijs in de bergen
0.2557
0.0926
0.2513
0.119
0.0
0.0347
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
The kids are swimming
De kinderen zwemmen.
2
The kids can't be swimming and posing at the same time.
De kinderen kunnen niet tegelijk zwemmen en poseren.
0.2552
0.0926
0.785
0.1287
0.5765
0.1275
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
The elderly women are posing for a picture.
De oudere vrouwen poseren voor een foto.
2
One mentions young children, while the other mentions elderly women.
De ene noemt jonge kinderen, de andere oudere vrouwen.
0.2552
0.0926
0.7178
0.1121
0.5749
0.1228
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
The children are posing for a family photo.
De kinderen poseren voor een familiefoto.
1
Just because three children pose together does not mean they are family. The children could be posing for an artist and not necessarily a photographer.
Alleen omdat drie kinderen samen poseren betekent niet dat ze familie zijn. De kinderen kunnen poseren voor een kunstenaar en niet noodzakelijk een fotograaf.
0.2552
0.0926
0.9301
0.1222
0.6425
0.1204
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
Kids pose in front of a mountain background.
Kinderen poseren voor een bergachtergrond.
0
Three young children is a more detailed way of saying "kids".
Drie jonge kinderen is een meer gedetailleerde manier van zeggen "kinderen."
0.2552
0.0926
0.6328
0.1201
0.2525
0.1083
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
A woman drinks wine.
Een vrouw drinkt wijn.
2
A woman is an adult, not a young child.
Een vrouw is volwassen, geen jong kind.
0.2552
0.0926
0.9841
0.1289
0.7149
0.1258
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
Three children pose for a picture.
Drie kinderen poseren voor een foto.
0
If children are posing, then it is for a picture.
Als kinderen poseren, is het voor een foto.
0.2552
0.0926
0.8997
0.1285
0.1293
0.1306
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
A group of children are posing.
Een groep kinderen poseren.
0
Three children is a group.
Drie kinderen is een groep.
0.2559
0.0926
0.8782
0.1361
0.7266
0.1158
Three young children consisting of two girls and a boy who is holding an apple with a bite out of it, are posing on a scenic mountain view background.
Drie jonge kinderen bestaande uit twee meisjes en een jongen die een appel vasthoudt met een hapje eruit, poseren op een schilderachtige bergzicht achtergrond.
The three childeren were enjoying the mountain view background.
De drie kinderen genoten van de achtergrond van het bergzicht.
1
Just because the three children are posing on a background does not imply they are enjoying the background.
Gewoon omdat de drie kinderen poseren op een achtergrond betekent niet dat ze genieten van de achtergrond.
0.2558
0.0926
0.5862
0.1091
0.5427
0.1217
two little girls, one in a green jacket and one in a pink jacket, and a little boy in a green jacket holding an apple sitting on a rock.
Twee kleine meisjes, één in een groen jasje en één in een roze jasje, en een kleine jongen in een groen jasje met een appel op een rots.
Three kids are sitting on a rock.
Drie kinderen zitten op een steen.
0
Two little girls and a little boy can be grouped as three kids.
Twee kleine meisjes en een kleine jongen kunnen worden gegroepeerd als drie kinderen.
0.4265
0.0995
0.7306
0.1231
0.8102
0.1174
two little girls, one in a green jacket and one in a pink jacket, and a little boy in a green jacket holding an apple sitting on a rock.
Twee kleine meisjes, één in een groen jasje en één in een roze jasje, en een kleine jongen in een groen jasje met een appel op een rots.
A bunch of old people sit on a rock.
Een stel oude mensen zitten op een rots
2
Little refers to people that are young and not people who are old.
Weinig verwijst naar mensen die jong zijn en niet naar mensen die oud zijn.
0.4265
0.0995
0.6864
0.1321
0.6476
0.1192
two little girls, one in a green jacket and one in a pink jacket, and a little boy in a green jacket holding an apple sitting on a rock.
Twee kleine meisjes, één in een groen jasje en één in een roze jasje, en een kleine jongen in een groen jasje met een appel op een rots.
Three kids are waiting for their fourth friend.
Drie kinderen wachten op hun vierde vriend.
1
Just because three kids are sitting on a rock doesn't mean they are waiting for a fourth friend.
Dat drie kinderen op een steen zitten, betekent niet dat ze op een vierde vriend wachten.
0.4265
0.0995
0.815
0.1248
0.3991
0.1124
An old man wearing khaki pants and a brown shirt standing on the sidewalk in front of a building.
Een oude man met een kakibroek en een bruin shirt op de stoep voor een gebouw.
The old man is standing outside of a building.
De oude man staat buiten een gebouw.
0
The old man standing outside of a building is the same old man in front of a building.
De oude man die buiten een gebouw staat is dezelfde oude man voor een gebouw.
0.271
0.1101
0.7214
0.1188
0.0592
0.104
An old man wearing khaki pants and a brown shirt standing on the sidewalk in front of a building.
Een oude man met een kakibroek en een bruin shirt op de stoep voor een gebouw.
An old man is standing by a building in downtown.
Een oude man staat bij een gebouw in het centrum.
0
If a man is in front of a building, then he is by a building.
Als een man voor een gebouw staat, dan is hij bij een gebouw.
0.271
0.1101
0.4758
0.1139
0.0004
0.1126
An old man wearing khaki pants and a brown shirt standing on the sidewalk in front of a building.
Een oude man met een kakibroek en een bruin shirt op de stoep voor een gebouw.
The old man is taking a nap at a house.
De oude man slaapt bij een huis.
2
an old man cannot be standing on the sidewalk and taking a nap at a house at the same time
een oude man kan niet op de stoep staan en een dutje doen in een huis op hetzelfde moment
0.271
0.1101
0.0001
0.0867
0.299
0.1053
A man in costume is ringing a bell.
Een man in kostuum rinkelt.
A man is wearing a Santa costume.
Een man draagt een kerstman kostuum.
1
Just because ringing a bell does not mean Santa.
Alleen omdat het luiden van een belletje betekent niet de kerstman.
0.0001
0.094
0.942
0.1305
0.0
0.1029
A man in costume is ringing a bell.
Een man in kostuum rinkelt.
A man in costume is reading a book.
Een man in kostuum leest een boek.
2
The man must either ring the bell or read the book.
De man moet aanbellen of het boek lezen.
0.0001
0.094
0.8949
0.1221
0.0661
0.0978
A man in costume is ringing a bell.
Een man in kostuum rinkelt.
A man is playing an instrument.
Een man speelt een instrument.
0
The man is playing an instrument because he is ringing a bell.
De man speelt een instrument omdat hij een belletje rinkelt.
0.0001
0.094
0.9369
0.138
0.3622
0.0988
two female medical personnel read their charts.
Twee vrouwelijke artsen lazen hun kaarten.
The women work in the health field.
De vrouwen werken in de gezondheidszorg.
0
Two females are women. Medical personnel work in the health field.
Twee vrouwen zijn vrouwen, medisch personeel op het gebied van gezondheid.
0.0004
0.0976
0.9459
0.141
0.0012
0.09
two female medical personnel read their charts.
Twee vrouwelijke artsen lazen hun kaarten.
The women are reading the charts to assess their patients' condition.
De vrouwen lezen de kaarten om de toestand van hun patiënten te beoordelen.
1
Just because the women are reading the charts does not imply they are going to assess conditions.
Alleen omdat de vrouwen de grafieken lezen, betekent niet dat ze de omstandigheden gaan beoordelen.
0.0004
0.0976
0.5367
0.1092
0.5539
0.1324
two female medical personnel read their charts.
Twee vrouwelijke artsen lazen hun kaarten.
The women are playing a game of badminton.
De vrouwen spelen een spelletje badminton.
2
The women cannot be reading charts and playing games at the same time.
De vrouwen kunnen niet tegelijkertijd kaarten lezen en spelletjes spelen.
0.0004
0.0976
0.9867
0.1478
0.7379
0.1219
A person in an orange shirt is laying on the ground while others are standing around her, smiling.
Een persoon in een oranje hemd ligt op de grond terwijl anderen om haar heen staan te lachen.
the person is a prisoner
de persoon is een gevangene
1
Just because a person is wearing orange does not imply he or she is a prisoner.
Alleen omdat een persoon oranje draagt, betekent niet dat hij of zij gevangen is.
0.719
0.1364
0.9823
0.1231
0.769
0.1525
A person in an orange shirt is laying on the ground while others are standing around her, smiling.
Een persoon in een oranje hemd ligt op de grond terwijl anderen om haar heen staan te lachen.
the person is in blue and running
de persoon is in het blauw en loopt
2
The person is in an orange shirt, which is not blue.
De persoon zit in een oranje shirt, dat niet blauw is.
0.719
0.1364
0.0
0.1156
0.7254
0.1257
A person in an orange shirt is laying on the ground while others are standing around her, smiling.
Een persoon in een oranje hemd ligt op de grond terwijl anderen om haar heen staan te lachen.
a person in orange
een persoon in oranje
0
In an orange shirt implies a person in orange
In een oranje shirt impliceert een persoon in oranje
0.719
0.1364
0.001
0.111
0.0
0.0921
Two men stand around a mixing bowl.
Twee mannen staan rond een mengkom.
Two men are mixing stuff in a bowl.
Twee mannen mengen dingen in een kom.
1
Two men can stand around a mixing bowl without mixing stuff.
Twee mannen kunnen rond een mengkom staan zonder dingen te mengen.
0.2696
0.1258
0.3776
0.1199
0.4349
0.1026
Two men stand around a mixing bowl.
Twee mannen staan rond een mengkom.
Two men are around a bowl.
Twee mannen zijn in de buurt van een kom.
0
"Two men are around" is a rephrasing of "two men stand around".
"Twee mannen zijn in de buurt" is een herformulering van "twee mannen blijven staan."
0.2696
0.1258
0.0
0.1238
0.1825
0.1095
Two men stand around a mixing bowl.
Twee mannen staan rond een mengkom.
Two men are eating junk food in a car.
Twee mannen eten junkfood in een auto.
2
People cannot stand if they are in a car.
Mensen kunnen niet staan als ze in een auto zitten.
0.2695
0.1259
0.7494
0.1163
0.6628
0.1291
Five people on stage performing and acting while girl lay's on belly.
Vijf mensen die optreden en acteren terwijl het meisje op de buik ligt.
The troup of actors is performing in a play.
De groep acteurs treedt op in een toneelstuk.
1
People on a stage performing does not imply they are in a play.
Mensen op een podium optreden betekent niet dat ze in een toneelstuk.
0.2658
0.0945
0.4062
0.1221
0.0001
0.1101
Five people on stage performing and acting while girl lay's on belly.
Vijf mensen die optreden en acteren terwijl het meisje op de buik ligt.
The group of actors performs on the street corner.
De groep acteurs treedt op op de straathoek.
2
You cannot perform on a stage and a street corner at the same time.
Je kunt niet tegelijkertijd optreden op een podium en een straathoek.
0.2658
0.0945
0.5107
0.1213
0.6732
0.116
Five people on stage performing and acting while girl lay's on belly.
Vijf mensen die optreden en acteren terwijl het meisje op de buik ligt.
A groups of people acts on stage.
Een groep mensen treedt op het podium.
0
Five people are a group of people and performing and acting implies a stage
Vijf mensen zijn een groep mensen en optreden en acteren impliceert een podium
0.2658
0.0945
0.5963
0.1355
0.2924
0.1128
Four people are acting behind a woman in a yellow shirt is lying on the ground.
Vier mensen acteren achter een vrouw in een geel shirt ligt op de grond.
A woman is lying down.
Er ligt een vrouw op de grond.
0
lying down is a rephrasing of lying on the ground
liggend is een herhaling van liggen op de grond
0.1588
0.0913
0.6911
0.1243
0.0
0.0963
Four people are acting behind a woman in a yellow shirt is lying on the ground.
Vier mensen acteren achter een vrouw in een geel shirt ligt op de grond.
People are dancing outside in the rain.
Mensen dansen buiten in de regen.
2
Rain always comes from the sky while a ground is found below our feet.
Regen komt altijd uit de lucht terwijl er een grond onder onze voeten wordt gevonden.
0.1594
0.0913
0.0
0.1214
0.5696
0.1198
Four people are acting behind a woman in a yellow shirt is lying on the ground.
Vier mensen acteren achter een vrouw in een geel shirt ligt op de grond.
The people are putting on a play.
De mensen spelen een toneelstuk.
1
People acting does not imply they are putting on a play.
Mensen acteren betekent niet dat ze een toneelstuk opzetten.
0.1584
0.0913
0.001
0.1122
0.1059
0.1118
Two men cook together with a metal bowl, near a hanging plant.
Twee mannen koken samen met een metalen kom, vlakbij een hangplant.
Two men discussing on business in office
Twee mannen die over zaken praten.
2
A hanging plant cannot be made an office.
Een hangplant kan niet tot kantoor worden gemaakt.
0.2176
0.0971
0.4995
0.1176
0.2652
0.0952
Two men cook together with a metal bowl, near a hanging plant.
Twee mannen koken samen met een metalen kom, vlakbij een hangplant.
Two men cooking together
Twee mannen samen koken.
1
Two men are cooking
Twee mannen koken.
0.2176
0.0971
0.8473
0.0972
0.954
0.1248
Two men cook together with a metal bowl, near a hanging plant.
Twee mannen koken samen met een metalen kom, vlakbij een hangplant.
Near a hanging plant, a metal bowl was used to cook by two mens
Bij een opknoping plant, een metalen kom werd gebruikt om te koken door twee mannen
0
cook by two men implies two men cook together
koken door twee mannen betekent dat twee mannen samen koken
0.2174
0.0971
0.1241
0.0879
0.3116
0.0919
a woman on a yellow shirt is on the floor.
Een vrouw op een geel hemd ligt op de vloer.
A woman lying on her shirt so her pants wont get dirty.
Een vrouw op haar shirt zodat haar broek niet vies wordt.
1
A woman on a shirt does not imply she is trying to get her pants dirty
Een vrouw op een shirt betekent niet dat ze haar broek vuil probeert te maken.
0.4599
0.1351
0.1682
0.0826
0.1527
0.0964
a woman on a yellow shirt is on the floor.
Een vrouw op een geel hemd ligt op de vloer.
A woman on top of her clothes.
Een vrouw bovenop haar kleren.
0
on top of clothes is a simplification of on a yellow shirt
op de top van kleding is een vereenvoudiging van op een geel shirt
0.4601
0.1352
0.7376
0.0965
0.0
0.0667
a woman on a yellow shirt is on the floor.
Een vrouw op een geel hemd ligt op de vloer.
A woman sleeping on her bed
Een vrouw die op haar bed slaapt
2
A bed is not a floor.
Een bed is geen vloer.
0.4606
0.1352
0.3997
0.1183
0.7415
0.1253
Two men share a laugh while in the kitchen.
Twee mannen lachen in de keuken.
Two men are in the kitchen.
Twee mannen zijn in de keuken.
0
There are both men in the kitchen.
Er zijn beide mannen in de keuken.
0.6753
0.1174
0.9093
0.1337
0.867
0.1322
Two men share a laugh while in the kitchen.
Twee mannen lachen in de keuken.
Two men share a laugh while in the kitchen at the table and with dinner on their plates.
Twee mannen lachen in de keuken aan tafel en met eten op hun bord.
1
Laughing doesn't imply being at the table with dinner on plates.
Lachen betekent niet dat je aan tafel zit met eten op de borden.
0.6752
0.1174
0.3255
0.1042
0.3805
0.1054
Two men share a laugh while in the kitchen.
Twee mannen lachen in de keuken.
Two men engage in a fight while in the kitchen.
Twee mannen vechten in de keuken.
2
You do not share a laugh over a fight.
Je lacht niet om een gevecht.
0.6752
0.1175
0.6792
0.1317
0.0035
0.0931
Two men are cooking in the kitchen using rice milk.
Twee mannen koken in de keuken met rijstmelk.
The couple cooks together in the morning.
Het koppel kookt morgen samen.
1
The men may be cooking separately, not together.
De mannen kunnen apart koken, niet samen.
0.8911
0.1214
0.8836
0.1348
0.5971
0.127
Two men are cooking in the kitchen using rice milk.
Twee mannen koken in de keuken met rijstmelk.
The men go out to eat at a restaurant.
De mannen gaan eten in een restaurant.
2
The men can't be cooking in the kitchen while going to a restaurant.
De mannen kunnen niet koken in de keuken terwijl ze naar een restaurant gaan.
0.8903
0.1215
0.7004
0.1277
0.5464
0.1229
Two men are cooking in the kitchen using rice milk.
Twee mannen koken in de keuken met rijstmelk.
Two guys cook using some rice milk.
Twee jongens koken rijstmelk.
0
Answer: Guys refer to the men
Antwoord: Jongens verwijzen naar de mannen
0.8898
0.1214
0.603
0.1324
0.6578
0.1276
A man windsurfs in a wetsuit.
Een man windsurft in een wetsuit.
A man is swimming in the ocean.
Een man zwemt in de oceaan.
2
One cannot be swimming and windsurfing at the same time.
Men kan niet tegelijkertijd zwemmen en windsurfen.
0.6811
0.1337
0.9488
0.1459
0.706
0.1443
A man windsurfs in a wetsuit.
Een man windsurft in een wetsuit.
A man is windsurfing on the lake.
Een man is aan het windsurfen op het meer.
1
windsurfing in a wetsuit does not mean the man is windsurfing on the lake.
windsurfen in een wetsuit betekent niet dat de man windsurft op het meer.
0.681
0.1337
0.8032
0.1432
0.4447
0.1293
A man windsurfs in a wetsuit.
Een man windsurft in een wetsuit.
A man is windsurfing.
Een man is aan het windsurfen.
0
windsurfing is a rephrasing of windsurfs
windsurfen is een herhaling van windsurfen
0.681
0.1337
0.7753
0.1393
0.4347
0.1054
A kite surfer begins to fall in the ocean.
Een kitesurfer begint in zee te vallen.
A kite surfer is trying to keep their balance
Een kite surfer probeert hun evenwicht te behouden
1
falling in the ocean does not imply the kite surfer is trying to keep their balance
vallen in de oceaan betekent niet dat de kite surfer probeert om hun evenwicht te houden
0.6778
0.1203
0.3466
0.1012
0.2636
0.1002
A kite surfer begins to fall in the ocean.
Een kitesurfer begint in zee te vallen.
A kite surfer is falling
Een vlieger surfer valt.
0
A kite surfer falling implies they will fall in the ocean
Een vlieger surfer die valt, betekent dat ze in de oceaan vallen.
0.6778
0.1203
0.0
0.0761
0.0
0.0887
A kite surfer begins to fall in the ocean.
Een kitesurfer begint in zee te vallen.
A kite surfer is flying
Een vlieger surfer vliegt
2
Flying implies control, falling does not.
Vliegen impliceert controle, vallen niet.
0.6778
0.1203
0.0145
0.0678
0.1284
0.0884
A windsurfer is balancing on choppy water.
Een windsurfer balanceert op choppy water.
There is a windsurfer balancing on choppy water.
Er is een windsurfer balanceren op choppy water.
0
windsurfer balancing on choppy water is a rephrasing of windsurfer is balancing on choppy water
windsurfer balanceren op choppy water is een rephrasing van windsurfer is balanceren op choppy water
0.361
0.0916
0.0002
0.0902
0.0018
0.0695
A windsurfer is balancing on choppy water.
Een windsurfer balanceert op choppy water.
There is a windsurfer who fell on the ground.
Er is een windsurfer die op de grond viel.
2
A ground cannot be a choppy water.
Een grond kan geen krokant water zijn.
0.361
0.0916
0.6872
0.1109
0.0018
0.1098
A windsurfer is balancing on choppy water.
Een windsurfer balanceert op choppy water.
There is a windsurfer who fell in choppy water.
Er is een windsurfer die viel in karperig water.
1
Balancing on choppy water does not imply the wind surfer fell in choppy water.
Balanceren op choppy water betekent niet dat de windsurfer viel in choppy water.
0.3597
0.0916
0.3367
0.1125
0.0096
0.0966
A man wakeboards on choppy water.
Een man wakeboards op haperend water.
A woman wakeboards on choppy water.
Een vrouw wakeboards op haperend water.
2
A man is not a woman.
Een man is geen vrouw.
0.2955
0.1121
0.2968
0.1095
0.9428
0.1282
A man wakeboards on choppy water.
Een man wakeboards op haperend water.
The man is competeing in a competition.
De man doet mee aan een wedstrijd.
1
Sentence 1 is missing competing in competition
Straf 1 mist concurrentie in concurrentie
0.2955
0.1121
0.6986
0.1317
0.0
0.0603
A man wakeboards on choppy water.
Een man wakeboards op haperend water.
A man is wakeboarding.
Een man wakeboardt.
0
wakeboarding is a rephrasing of wakeboards
wakeboarden is een herformulering van wakeboards
0.2955
0.1121
0.4956
0.1215
0.3792
0.105
A man parasails in the choppy water.
Een man parasailt in het water.
The water was choppy as the man parasailed.
Het water was haperend zoals de man parasailed.
0
water was choppy and parasailed are rephrasings of choppy water and parasails
water was choppy en parasailed zijn rephrasings van choppy water en parasails
0.1821
0.1078
0.0
0.0782
0.0
0.0607
A man parasails in the choppy water.
Een man parasailt in het water.
The man parasailed in the calm water.
De man parasailed in het kalme water.
2
Choppy water cannot be a calm water at the same time.
Choppy water kan geen kalm water tegelijk zijn.
0.1824
0.1078
0.2407
0.1081
0.2023
0.1086
A man parasails in the choppy water.
Een man parasailt in het water.
The calm waves turned choppy as the main started to parasail.
De kalme golven werden huiverig toen de hoofdweg begon te parasailen.
1
We cannot infer that the waves were calm and then turned choppy as he started to parasail. It could have been choppy before he started. We don't know if the man just started to parasail or if he has been doing it for hours.
We kunnen niet afleiden dat de golven kalm waren en toen huiverig werden toen hij begon te parasailen. Het kan choppy geweest zijn voordat hij begon. We weten niet of de man net begon te parasailen of dat hij het al uren doet
0.1833
0.1078
0.0
0.0822
0.0
0.0459
A woman in a white dress with a tiara sings in a chorus, which has a row of men in sailor hats.
Een vrouw in een witte jurk met een tiara zingt in een refrein, met een rij mannen in zeilmutsen.
The men in sailor hats are dancing on stage.
De mannen met zeilmutsen dansen op het podium.
1
Having a row of men in sailor hats does not imply the men are dancing on stage.
Een rij mannen in matrozenhoeden betekent niet dat de mannen op het podium dansen.
0.4818
0.1102
0.7416
0.1221
0.3887
0.1082
A woman in a white dress with a tiara sings in a chorus, which has a row of men in sailor hats.
Een vrouw in een witte jurk met een tiara zingt in een refrein, met een rij mannen in zeilmutsen.
The chorus is singing.
Het refrein zingt.
0
The woman sings chorus.
De vrouw zingt koor.
0.4816
0.1102
0.1642
0.1055
0.5823
0.1188
A woman in a white dress with a tiara sings in a chorus, which has a row of men in sailor hats.
Een vrouw in een witte jurk met een tiara zingt in een refrein, met een rij mannen in zeilmutsen.
The woman wearing a tiara is getting married.
De vrouw met een tiara gaat trouwen.
2
A row of men cannot be called a woman.
Een rij mannen kan geen vrouw genoemd worden.
0.4816
0.1102
0.4689
0.1159
0.2126
0.1049
A child using a woodworking tool
Een kind met behulp van een houtbewerking gereedschap
the child is a woodworker.
Het kind is een houtwerker.
1
Just because the child is using a woodwork tool does not mean the child is woodworker.
Alleen omdat het kind een houtbewerkingstool gebruikt betekent niet dat het kind houtbewerker is.
0.0005
0.1065
0.7986
0.1066
0.7751
0.1272
A child using a woodworking tool
Een kind met behulp van een houtbewerking gereedschap
the child is in the bathroom
het kind is in de badkamer
2
A child is not a tool.
Een kind is geen gereedschap.
0.0005
0.1065
0.4573
0.1279
0.1927
0.1177
A child using a woodworking tool
Een kind met behulp van een houtbewerking gereedschap
the child is working with wood.
het kind werkt met hout.
0
When using a woodworking tool, one is often working with wood.
Bij het gebruik van een houtbewerkingstool werkt men vaak met hout.
0.0005
0.1065
0.698
0.1158
0.7557
0.1203
A little kid enjoying some sledding on a winter day.
Een klein kind geniet van sleeën op een winterdag.
The kid is wearing skates.
Hij draagt schaatsen.
2
One cannot sled and wear skates at the same time.
Men kan niet tegelijkertijd sleeën en schaatsen dragen.
0.2801
0.1273
0.0704
0.1168
0.6126
0.1222
A little kid enjoying some sledding on a winter day.
Een klein kind geniet van sleeën op een winterdag.
There is snow on the ground.
Er ligt sneeuw op de grond.
0
You can't sled if there isn't snow on the ground.
Je kunt niet sleeën als er geen sneeuw op de grond ligt.
0.2801
0.1273
0.9592
0.1671
0.6771
0.1443
A little kid enjoying some sledding on a winter day.
Een klein kind geniet van sleeën op een winterdag.
The kid is wearing a hat.
De jongen draagt een hoed.
1
sledding on a winter day does not necessarily mean the kid is wearing a hat.
Sleeën op een winterdag betekent niet noodzakelijk dat het kind een hoed draagt.
0.2801
0.1272
0.8885
0.1383
0.4684
0.1488
A person is looking at water jets.
Iemand kijkt naar waterstralen.
The person is at a car lot.
De persoon is op een parkeerplaats.
2
A person cannot be looking at water jets if they are at a car lot.
Een persoon kan niet kijken naar waterjets als ze op een auto partij.
0.5296
0.1448
0.4508
0.123
0.0
0.086
A person is looking at water jets.
Iemand kijkt naar waterstralen.
The person is interested in a water jet.
De persoon is geïnteresseerd in een waterstraal.
0
When a person is looking at something, it means he is interested in it.
Als iemand ergens naar kijkt, betekent dat dat hij er in geïnteresseerd is.
0.5315
0.1446
0.4429
0.1215
0.6054
0.1481
A person is looking at water jets.
Iemand kijkt naar waterstralen.
The person wants a water jet.
Hij wil een waterjet.
1
Not everyone wants a water jet.
Niet iedereen wil een waterjet.
0.5315
0.1446
0.6161
0.1216
0.8398
0.1292
Two people enjoying a water fountain display.
Twee mensen genieten van een waterfontein display.
two people by a fountain
twee mensen bij een bron
0
people are enjoying the water fountain
mensen genieten van de waterfontein
0.546
0.1101
0.0
0.1025
0.7439
0.1382
Two people enjoying a water fountain display.
Twee mensen genieten van een waterfontein display.
one dog sleeping
één hond slaapt
2
There can be either one person or two people.
Er kunnen één persoon of twee mensen zijn.
0.546
0.1101
0.5361
0.1118
0.9495
0.129
Two people enjoying a water fountain display.
Twee mensen genieten van een waterfontein display.
two people in the water of a fountain
twee mensen in het water van een bron
1
Enjoying a water fountain display does not mean the two people are in the water of a fountain
Geniet van een waterfontein display betekent niet dat de twee mensen in het water van een fontein
0.546
0.1101
0.3547
0.1118
0.0
0.0869
A boy in a red and blue shirt painting a log.
Een jongen in een rood en blauw shirt die een blok schildert.
A boy painting a log in the rain.
Een jongen schildert een boomstam in de regen.
1
Painting a log does not mean the boy is painting in the rain.
Het schilderen van een logboek betekent niet dat de jongen schildert in de regen.
0.1811
0.0947
0.4472
0.1101
0.024
0.0965
A boy in a red and blue shirt painting a log.
Een jongen in een rood en blauw shirt die een blok schildert.
A boy painting a log.
Een jongen die een blok schildert.
0
A boy is painting a log.
Een jongen schildert een boomstam.
0.1821
0.0947
0.2997
0.0971
0.6004
0.1123
A boy in a red and blue shirt painting a log.
Een jongen in een rood en blauw shirt die een blok schildert.
A girl aslee on a log.
Een meisje in een boomstam.
2
One can either be a boy, a girl, or non gender conforming, but not more than one of these.
Men kan ofwel een jongen, een meisje, of niet geslacht conform zijn, maar niet meer dan een van deze.
0.1813
0.0947
0.0
0.1061
0.0001
0.093
Child in red and blue shirt painting a log.
Kind in rood en blauw shirt schilderen een blok.
A log is being painted by a child.
Een logboek wordt geschilderd door een kind.
0
"A log is being painted by a child" is a passive form of "A child is painting a log".
"Een logboek wordt geschilderd door een kind" is een passieve vorm van "Een kind schildert een logboek."
0.0052
0.0878
0.2284
0.0936
0.5093
0.1097
Child in red and blue shirt painting a log.
Kind in rood en blauw shirt schilderen een blok.
The child is painting the log blue.
Het kind schildert het blok blauw.
1
Not all children paint logs blue.
Niet alle kinderen schilderen blauw.
0.0049
0.0878
0.6628
0.1126
0.0002
0.0965
Child in red and blue shirt painting a log.
Kind in rood en blauw shirt schilderen een blok.
A child in a multicolored shirt is painting a log
Een kind in een veelkleurig shirt schildert een log
0
A child is painting a log.
Een kind schildert een boomstam.
0.0054
0.0878
0.525
0.1165
0.5902
0.1145
Child in red and blue shirt painting a log.
Kind in rood en blauw shirt schilderen een blok.
The child is painting a log for his grandpa.
Het kind schildert een logboek voor zijn opa.
1
The sex and purpose of the child is unknown so we don't know if it is his painting as could be hers and may not be for a grandpa.
Het geslacht en doel van het kind is onbekend, dus we weten niet of het zijn schilderij is zoals het van haar zou kunnen zijn en misschien niet voor een opa.
0.0054
0.0878
0.4385
0.0912
0.0608
0.0805