premise_en
stringlengths
7
402
premise_nl
stringlengths
8
417
hypothesis_en
stringlengths
0
295
hypothesis_nl
stringlengths
1
308
label
int32
0
2
explanation_1_en
stringlengths
0
917
explanation_1_nl
stringlengths
3
766
explanation_2_en
stringclasses
1 value
explanation_2_nl
stringclasses
1 value
explanation_3_en
stringclasses
1 value
explanation_3_nl
stringclasses
1 value
da_premise
stringlengths
3
6
mqm_premise
stringlengths
3
7
da_hypothesis
stringlengths
3
6
mqm_hypothesis
stringlengths
3
6
da_explanation_1
stringlengths
3
6
mqm_explanation_1
stringlengths
3
7
da_explanation_2
stringclasses
1 value
mqm_explanation_2
stringclasses
1 value
da_explanation_3
stringclasses
1 value
mqm_explanation_3
stringclasses
1 value
Someone riding sideways on a motorcycle.
Iemand die zijwaarts rijdt op een motor.
There is a person on a machine.
Er zit iemand op een machine.
0
The machine could refer to a motorcycle since a motorcycle is a type of machine.
De machine kan verwijzen naar een motorfiets omdat een motorfiets is een type machine.
0.0003
0.1031
0.843
0.1306
0.8103
0.1273
Someone riding sideways on a motorcycle.
Iemand die zijwaarts rijdt op een motor.
The person wanted to show off to the crowd of onlookers.
De persoon wilde pronken met het publiek van toeschouwers.
1
riding doesn't always mean show off
paardrijden betekent niet altijd show off
0.0003
0.103
0.0001
0.0967
0.2452
0.1048
Someone riding sideways on a motorcycle.
Iemand die zijwaarts rijdt op een motor.
A person is on a motorcycle.
Er zit iemand op een motor.
0
A person refers to someone.
Een persoon verwijst naar iemand.
0.0003
0.103
0.9726
0.134
0.6663
0.1282
Someone riding sideways on a motorcycle.
Iemand die zijwaarts rijdt op een motor.
A man rides a motorcycle sideways on the countryside
Een man rijdt op een motorfiets zijwaarts op het platteland
1
riding doesn't always mean countryside
paardrijden betekent niet altijd platteland
0.0003
0.103
0.4381
0.1273
0.8165
0.1151
Someone riding sideways on a motorcycle.
Iemand die zijwaarts rijdt op een motor.
The birds in the tree are singing and eating worms.
De vogels in de boom zingen en eten wormen.
2
The birds can't be riding a motorcycle while singing and eating worms.
De vogels kunnen niet op een motorfiets rijden terwijl ze zingen en wormen eten.
0.0003
0.103
0.0008
0.1238
0.5053
0.1142
Someone riding sideways on a motorcycle.
Iemand die zijwaarts rijdt op een motor.
A person on a motorcycle is ridding sideways
Een persoon op een motorfiets scheurt zijwaarts
0
The person refers to someone who is riding sideways on a motorcycle.
De persoon verwijst naar iemand die zijwaarts rijdt op een motorfiets.
0.0003
0.103
0.2448
0.1168
0.4211
0.1127
Someone riding sideways on a motorcycle.
Iemand die zijwaarts rijdt op een motor.
A motorcycle rider is showing off.
Een motorrijder pronkt.
1
riding doesn't always mean showing off.
Rijden betekent niet altijd opscheppen.
0.0003
0.103
0.0001
0.0916
0.279
0.1068
Young man standing on one hand in front of an audience.
Jongeman aan de ene kant voor een publiek.
The crowd applauded the young man for standing on one hand.
De menigte juichte de jongeman toe omdat hij aan één hand stond.
1
standing doesn't always mean applauded
staan betekent niet altijd applaudisseerd
0.0
0.0853
0.1178
0.091
0.174
0.0919
Young man standing on one hand in front of an audience.
Jongeman aan de ene kant voor een publiek.
The young man played his guitar.
De jongeman speelde zijn gitaar.
2
The young man can't be standing on one hand if he's playing a guitar.
De jongeman kan niet op één hand staan als hij gitaar speelt.
0.0
0.0853
0.7662
0.1301
0.4962
0.1213
Young man standing on one hand in front of an audience.
Jongeman aan de ene kant voor een publiek.
The young adult stood on one hand during his performance.
De jonge volwassene stond aan de ene hand tijdens zijn optreden.
0
The young adult refers to the young man. A performance is usually done in front of an audience.
De jonge volwassene verwijst naar de jonge man. Een optreden wordt meestal gedaan voor een publiek.
0.0
0.0853
0.273
0.0889
0.5028
0.1144
Man in a hood performing in front of a group of onlookers.
Een man in een kap die optreedt voor een groep toeschouwers.
the man is at home sleeping
De man slaapt thuis.
2
The man can't be sleeping if he's performing.
De man kan niet slapen als hij optreedt.
0.2528
0.1122
0.6138
0.1345
0.2949
0.1121
Man in a hood performing in front of a group of onlookers.
Een man in een kap die optreedt voor een groep toeschouwers.
a man is performing
een man presteert
0
A performance is usually done in front of people.
Een optreden wordt meestal gedaan in het bijzijn van mensen.
0.2521
0.1122
0.176
0.1179
0.7577
0.1363
Man in a hood performing in front of a group of onlookers.
Een man in een kap die optreedt voor een groep toeschouwers.
the man is paid
de man wordt betaald
1
performing doesn't always mean paid
optreden betekent niet altijd betaald
0.2521
0.1122
0.8886
0.1122
0.0
0.096
A guy is on one hand throwing his feet up surrounded by a crowd.
Een man aan de ene kant gooit zijn voeten omhoog omgeven door een menigte.
A man performs tricks for a crowd.
Een man doet trucjes voor een menigte.
0
Tricks could include throwing one's feet up into the air.
Tricks kunnen inhouden dat je voeten in de lucht gooit.
0.3702
0.1078
0.2888
0.0976
0.0
0.0884
A guy is on one hand throwing his feet up surrounded by a crowd.
Een man aan de ene kant gooit zijn voeten omhoog omgeven door een menigte.
A guy is practicing his stunts in his living room.
Een man oefent zijn stunts in zijn woonkamer.
2
The guy can't be surrounded by a crowd if he's in his living room.
Hij kan niet omringd worden door een menigte als hij in zijn woonkamer is.
0.3702
0.1078
0.6438
0.1109
0.5329
0.1346
A guy is on one hand throwing his feet up surrounded by a crowd.
Een man aan de ene kant gooit zijn voeten omhoog omgeven door een menigte.
A man is performing on a city sidewalk.
Een man treedt op op een stadsstrand.
1
throwing doesn't always mean performing
gooien betekent niet altijd optreden
0.3702
0.1078
0.4574
0.1413
0.0292
0.1008
A man in a gray hat and tank top with black shorts doing a handstand.
Een man met een grijze hoed en tank top met zwarte shorts die een handstand doen.
The man is reading a newspaper while seated at his desk.
De man leest een krant terwijl hij aan zijn bureau zit.
2
The man can't be seated and reading a newspaper if he's doing a handstand
De man kan geen krant lezen als hij een handstand doet.
0.2328
0.0833
0.7617
0.1444
0.0338
0.0893
A man in a gray hat and tank top with black shorts doing a handstand.
Een man met een grijze hoed en tank top met zwarte shorts die een handstand doen.
The man is performing at the circus.
Hij treedt op in het circus.
1
performing doesn't always mean doing a handstand.
optreden betekent niet altijd een handstand doen.
0.2328
0.0833
0.4256
0.1224
0.3291
0.1144
A man in a gray hat and tank top with black shorts doing a handstand.
Een man met een grijze hoed en tank top met zwarte shorts die een handstand doen.
The man has his hands on the ground.
De man heeft zijn handen op de grond.
0
Hands must be on the ground in order to do a handstand.
Handen moeten op de grond liggen om een handstand te maken.
0.2323
0.0833
0.7995
0.125
0.3632
0.121
A woman with blond-hair, glasses, necklace, and a green and blue floral dress is holding a yellow container.
Een vrouw met blond haar, bril, ketting en een groene en blauwe bloemenjurk houdt een gele container.
A woman with brown hair is holding a frying pan.
Een vrouw met bruin haar houdt een pan vast.
2
The woman is holding a yellow container.
De vrouw houdt een gele container vast.
0.249
0.1129
0.0007
0.1108
0.7683
0.1352
A woman with blond-hair, glasses, necklace, and a green and blue floral dress is holding a yellow container.
Een vrouw met blond haar, bril, ketting en een groene en blauwe bloemenjurk houdt een gele container.
A woman arrives at a potluck and brings a container of her famous stew.
Een vrouw komt bij een potluck en brengt een container van haar beroemde stoofpot.
1
container doesn't always mean stew.
Een container betekent niet altijd stoofpot.
0.249
0.1129
0.0001
0.0795
0.3413
0.119
A woman with blond-hair, glasses, necklace, and a green and blue floral dress is holding a yellow container.
Een vrouw met blond haar, bril, ketting en een groene en blauwe bloemenjurk houdt een gele container.
A blond woman in a floral dress is holding a container.
Een blonde vrouw in een bloemenjurk houdt een container vast.
0
The container is the yellow container that is being held by the blonde haired woman in a floral dress.
De container is de gele container die wordt gehouden door de blonde haren vrouw in een bloemen jurk.
0.2506
0.1129
0.665
0.1303
0.0
0.108
A lady sitting on the edge of a dock reading a book and listening to music.
Een dame aan de rand van een haven die een boek leest en naar muziek luistert.
A woman is outdoors.
Een vrouw is buiten.
1
sitting doesn't always mean outdoors.
Zitten betekent niet altijd buiten.
0.5147
0.1229
0.5007
0.1131
0.5239
0.1286
A lady sitting on the edge of a dock reading a book and listening to music.
Een dame aan de rand van een haven die een boek leest en naar muziek luistert.
A woman is inside watching TV.
Een vrouw zit binnen tv te kijken.
2
The lady can't be inside watching tv if she's at the edge of a dock reading a book and listening to music.
De dame kan niet binnen tv kijken als ze aan de rand van een haven een boek leest en naar muziek luistert.
0.5147
0.1229
0.6561
0.1261
0.2921
0.1088
A lady sitting on the edge of a dock reading a book and listening to music.
Een dame aan de rand van een haven die een boek leest en naar muziek luistert.
A lady is outside reading and listening to music.
Een dame is buiten aan het lezen en luisteren naar muziek.
0
Edge of a dock implies outside.
Rand van een dok impliceert buiten.
0.5147
0.1229
0.4788
0.1335
0.0
0.0846
A man is getting a book autographed.
Een man laat een boek signeren.
The gentleman proffered his book for an autograph
De heer gaf zijn boek uit voor een handtekening
0
One must have proffered his book in order to be getting a book autographed.
Men moet zijn boek hebben uitgegeven om een boek gesigneerd te krijgen.
0.6163
0.1171
0.3961
0.1062
0.2718
0.1097
A man is getting a book autographed.
Een man laat een boek signeren.
The man was buying diapers at the local Costco
De man kocht luiers bij Costco.
2
The man can't be getting a book authographed while buying diapers.
De man kan geen boek laten tekenen terwijl hij luiers koopt.
0.6163
0.1171
0.3087
0.1207
0.006
0.1031
A man is getting a book autographed.
Een man laat een boek signeren.
The man wanted the famous author to sign his book
De man wilde dat de beroemde auteur zijn boek zou tekenen.
1
autographed doesn't always mean famous author
gesigneerd betekent niet altijd beroemd auteur
0.6161
0.1172
0.2822
0.1009
0.193
0.104
A man with a beard and a woman in sunglasses are standing in front of a liquor store.
Een man met een baard en een vrouw met een zonnebril staan voor een slijterij.
The children are in school.
De kinderen zitten op school.
2
It's either a man and a woman or children. A liquor store is not a school.
Een slijterij is geen school.
0.07
0.1051
0.9633
0.1504
0.1601
0.1134
A man with a beard and a woman in sunglasses are standing in front of a liquor store.
Een man met een baard en een vrouw met een zonnebril staan voor een slijterij.
The man and women are standing.
De man en de vrouw staan.
0
A man and a woman is another way to say the man and women.
Een man en een vrouw is een andere manier om de man en de vrouw te zeggen.
0.07
0.1051
0.4566
0.1134
0.191
0.0973
A man with a beard and a woman in sunglasses are standing in front of a liquor store.
Een man met een baard en een vrouw met een zonnebril staan voor een slijterij.
The man and woman are buying beer.
De man en vrouw kopen bier.
1
Standing in front of a liquor store does not mean buying beer.
Voor een slijterij staan betekent niet bier kopen.
0.07
0.1051
0.7171
0.1199
0.2595
0.1247
A man and woman stand on a one way road in front of a red stuccoed building.
Een man en vrouw staan op een enkele weg voor een rood gestuceerd gebouw.
Two people stand on a road by a building.
Twee mensen staan op een weg bij een gebouw.
0
Two people is another way to describe a man and a woman together.
Twee mensen is een andere manier om een man en vrouw samen te beschrijven.
0.0
0.1087
0.608
0.1326
0.3096
0.115
A man and woman stand on a one way road in front of a red stuccoed building.
Een man en vrouw staan op een enkele weg voor een rood gestuceerd gebouw.
A man and woman standing on the sidewalk outside of the subway station.
Een man en vrouw staan op de stoep buiten het metrostation.
2
The man and woman can't be on the sidewalk outside a subway station if they're on a one way road in front of a building.
De man en vrouw kunnen niet op de stoep staan buiten een metrostation als ze op een enkele weg zijn voor een gebouw
0.0
0.1087
0.7811
0.1329
0.0
0.1042
A man and woman stand on a one way road in front of a red stuccoed building.
Een man en vrouw staan op een enkele weg voor een rood gestuceerd gebouw.
A married couple stand on the road outside of their farmhouse.
Een getrouwd stel staat op de weg buiten hun boerderij.
1
The man and woman are not necessarily married.
De man en vrouw zijn niet per se getrouwd.
0.0
0.1088
0.3207
0.119
0.8928
0.1407
Two people look toward the camera as they cross the street in front of a red building with a sign saying, "Royal."
Twee mensen kijken naar de camera als ze de straat oversteken voor een rood gebouw met een bordje "Royal."
Two men cross a street.
Twee mannen steken een straat over.
1
Not all people are men.
Niet alle mensen zijn mannen.
0.2998
0.1065
0.0031
0.1084
0.9818
0.1279
Two people look toward the camera as they cross the street in front of a red building with a sign saying, "Royal."
Twee mensen kijken naar de camera als ze de straat oversteken voor een rood gebouw met een bordje "Royal."
Two sister relax by a pool.
Twee zusjes ontspannen bij een zwembad.
2
The two sisters will not cross the street at the same time that relax by the pool.
De twee zussen zullen niet de straat oversteken op hetzelfde moment dat ontspannen bij het zwembad.
0.2995
0.1065
0.7117
0.1365
0.0973
0.089
Two people look toward the camera as they cross the street in front of a red building with a sign saying, "Royal."
Twee mensen kijken naar de camera als ze de straat oversteken voor een rood gebouw met een bordje "Royal."
A red building has a sign.
Een rood gebouw heeft een bord.
0
A building has a sign must be with a sign.
Een gebouw heeft een bord met een bord.
0.3
0.1065
0.7479
0.1166
0.0001
0.0765
A man in a blue striped shirt and jeans along with a woman in a brown shirt walking across the street.
Een man in een blauw gestreept shirt en jeans samen met een vrouw in een bruin shirt aan de overkant van de straat.
A man and his sister cross the street to meet their parents.
Een man en zijn zus steken de straat over om hun ouders te ontmoeten.
1
Just because a man and woman walk across the street does not mean it a man and his sister.
Alleen omdat een man en vrouw over de straat lopen betekent het niet dat een man en zijn zus.
0.5257
0.1074
0.6962
0.1295
0.1887
0.0915
A man in a blue striped shirt and jeans along with a woman in a brown shirt walking across the street.
Een man in een blauw gestreept shirt en jeans samen met een vrouw in een bruin shirt aan de overkant van de straat.
A man wearing a striped shirt and a woman wearing a polka dotted shirt cross the street.
Een man met een gestreept shirt en een vrouw met een gestippeld shirt aan de overkant.
2
Brown isn't polka dotted.
Brown is niet gestippeld.
0.5257
0.1074
0.0004
0.1013
0.0001
0.0787
A man in a blue striped shirt and jeans along with a woman in a brown shirt walking across the street.
Een man in een blauw gestreept shirt en jeans samen met een vrouw in een bruin shirt aan de overkant van de straat.
Two people are walking on the street.
Twee mensen lopen op straat.
0
A man and a woman are two people.
Een man en vrouw zijn twee mensen.
0.5255
0.1075
0.9225
0.1506
0.8035
0.1248
Two guys and two girls are playing a casino game.
Twee jongens en twee meisjes spelen een casino spel.
People are playing a game.
Mensen spelen een spelletje.
0
Guys and girls are people.
Jongens en meisjes zijn mensen.
0.9822
0.1327
0.5576
0.1284
0.9905
0.1398
Two guys and two girls are playing a casino game.
Twee jongens en twee meisjes spelen een casino spel.
One guy and Twenty girls are shooting guns.
Eén man en twintig meisjes schieten met wapens.
2
It's either two or one guy. It's either two or twenty girls. Casino games don't involve shooting guns.
Het zijn twee of één man, twee of twintig meisjes.
0.9824
0.1327
0.7524
0.1077
0.3741
0.0868
Two guys and two girls are playing a casino game.
Twee jongens en twee meisjes spelen een casino spel.
Two guys and two girls are on a double date.
Twee jongens en twee meisjes hebben een dubbel date.
1
Playing a casino games does not mean they are on a double date.
Het spelen van een casino games betekent niet dat ze op een dubbele date.
0.9825
0.1326
0.6861
0.1233
0.0
0.0717
A man and a woman look to their left near a liquor store.
Een man en een vrouw kijken naar links bij een slijterij.
A man and a woman sleeping in their bed
Een man en een vrouw slapen in hun bed
2
The man and woman can't be sleeping if they can look to their left near a liquor store.
De man en vrouw kunnen niet slapen als ze naar links kunnen kijken bij een slijterij.
0.399
0.0886
0.6876
0.1384
0.2407
0.085
A man and a woman look to their left near a liquor store.
Een man en een vrouw kijken naar links bij een slijterij.
A man and a woman near a liquor store
Een man en een vrouw bij een slijterij
0
Look to their left near a liquor store and near a liquor store both imply the couple were near a liquor store.
Kijk naar links bij een slijterij en in de buurt van een slijterij... betekent dat het koppel in de buurt van een slijterij was.
0.399
0.0886
0.243
0.1085
0.0
0.068
A man and a woman look to their left near a liquor store.
Een man en een vrouw kijken naar links bij een slijterij.
Husband and wife near a liquor store
Man en vrouw in de buurt van een slijterij
1
The man and woman are not necessarily husband and wife.
De man en vrouw zijn niet noodzakelijk man en vrouw.
0.399
0.0886
0.1515
0.1081
0.0001
0.0899
A man dressed as a pirate stands next to a man playing a saxophone as well as a man playing an accordion as viewers watch.
Een man verkleed als piraat staat naast een man die een saxofoon speelt en een man die een accordeon speelt als kijkershorloge.
The men are a local comedy act at the new comedy club.
De mannen zijn een lokale comedy act in de nieuwe comedy club.
1
No way to know that the men are a local comedy act.
Geen manier om te weten dat de mannen een lokale komedie zijn.
0.162
0.0803
0.5683
0.0964
0.2732
0.0833
A man dressed as a pirate stands next to a man playing a saxophone as well as a man playing an accordion as viewers watch.
Een man verkleed als piraat staat naast een man die een saxofoon speelt en een man die een accordeon speelt als kijkershorloge.
There are three men in this picture
Er zijn drie mannen op deze foto
0
A man, a man, and a man equal three men.
Een man, een man en een man zijn gelijk aan drie mannen.
0.1632
0.0802
0.9785
0.1475
0.569
0.095
A man dressed as a pirate stands next to a man playing a saxophone as well as a man playing an accordion as viewers watch.
Een man verkleed als piraat staat naast een man die een saxofoon speelt en een man die een accordeon speelt als kijkershorloge.
The men are best friends trying to settle a bet of who is better at swimming.
De mannen zijn beste vrienden die proberen een weddenschap af te sluiten van wie beter in zwemmen is.
2
The men can't be swimming if they are playing a saxophone and an accordion.
De mannen kunnen niet zwemmen als ze een saxofoon en accordeon spelen.
0.1637
0.0802
0.0292
0.1097
0.7266
0.118
A saxophone player dressed in a blue sweatshirt and an accordion player entertain people on the street, including a pirate.
Een saxofoonspeler gekleed in een blauw sweatshirt en een accordeonspeler vermaken mensen op straat, inclusief een piraat.
A sax player plays for money on the street
Een saxspeler speelt voor geld op straat
1
Just because a saxophone player entertains people on the street does not mean he plays for money.
Gewoon omdat een saxofoonspeler mensen op straat vermaakt betekent niet dat hij voor geld speelt.
0.5675
0.1048
0.4587
0.1162
0.5673
0.1254
A saxophone player dressed in a blue sweatshirt and an accordion player entertain people on the street, including a pirate.
Een saxofoonspeler gekleed in een blauw sweatshirt en een accordeonspeler vermaken mensen op straat, inclusief een piraat.
A sax player entertains people
Een saxspeler vermaakt mensen
0
" A saxophone player entertain people " is a rephrasing of " a sax player entertains people ".
"Een saxofoonspeler entertaint mensen is een rephrasing van een saxspeler entertaint mensen."
0.5678
0.1047
0.7242
0.116
0.0001
0.0828
A saxophone player dressed in a blue sweatshirt and an accordion player entertain people on the street, including a pirate.
Een saxofoonspeler gekleed in een blauw sweatshirt en een accordeonspeler vermaken mensen op straat, inclusief een piraat.
A drummer plays on the street
Een drummer speelt op straat
2
Saxophone and accordion aren't the same as a drummer.
Saxofoon en accordeon zijn anders dan een drummer.
0.5678
0.1047
0.8532
0.1369
0.6588
0.1093
Man dressed as a Pirate listens with a crowd to a band playing.
De man verkleed als een Piraat luistert met een menigte naar een band.
man dressed as pirate
man verkleed als piraat
0
Man dressed as a Pirate means the same thing as man dressed as pirate.
Een man verkleed als piraat betekent hetzelfde als een man verkleed als piraat.
0.388
0.1094
0.6155
0.1059
0.516
0.0974
Man dressed as a Pirate listens with a crowd to a band playing.
De man verkleed als een Piraat luistert met een menigte naar een band.
pirates put on a concert
piraten zetten een concert op
1
Listens with a crowd does not mean it is a concert.
Luistert met een publiek betekent niet dat het een concert is.
0.3896
0.1093
0.567
0.1231
0.0983
0.1055
Man dressed as a Pirate listens with a crowd to a band playing.
De man verkleed als een Piraat luistert met een menigte naar een band.
girl cries loud
meisje huilt luid
2
The person must either be a man or a girl, not both.
De persoon moet een man of een meisje zijn, niet allebei.
0.3896
0.1093
0.9798
0.1388
0.7954
0.1272
An eclectic group of musicians and actors perform for a group of tourists.
Een eclectische groep muzikanten en acteurs treedt op voor een groep toeristen.
A monkey is eating a banana
Een aap eet bananen.
2
A monkey is not a group of musicians and actors; the actions being performed are also in contradiction.
Een aap is geen groep muzikanten en acteurs; de acties die worden uitgevoerd zijn ook in tegenspraak.
0.6317
0.1269
0.5381
0.127
0.2701
0.1006
An eclectic group of musicians and actors perform for a group of tourists.
Een eclectische groep muzikanten en acteurs treedt op voor een groep toeristen.
The musicians and actors are improvising.
De muzikanten en acteurs improviseren.
1
Perform for a group of tourists does not mean they are improvising.
Het optreden voor een groep toeristen betekent niet dat ze improviseren.
0.6317
0.1269
0.7074
0.1228
0.4613
0.1209
An eclectic group of musicians and actors perform for a group of tourists.
Een eclectische groep muzikanten en acteurs treedt op voor een groep toeristen.
Tourist are watching a performance
Toeristen kijken naar een voorstelling
0
One must perform for a group in order for a group to be watching a performance.
Men moet optreden voor een groep om een groep naar een optreden te kijken.
0.6308
0.1269
0.5464
0.1374
0.0749
0.0946
Musicians playing to a crowd of people on the street.
Muzikanten spelen tegen een groep mensen op straat.
The street is long.
De straat is lang.
1
street doesn't imply is long.
straat betekent niet dat het lang is.
0.2389
0.1133
0.3269
0.1196
0.0
0.0782
Musicians playing to a crowd of people on the street.
Muzikanten spelen tegen een groep mensen op straat.
There are people.
Er zijn mensen.
0
There are people is another way to refer to a crowd of people.
Er is een andere manier om naar een menigte mensen te verwijzen.
0.239
0.1132
0.9617
0.1273
0.3137
0.1185
Musicians playing to a crowd of people on the street.
Muzikanten spelen tegen een groep mensen op straat.
The street has no people.
De straat heeft geen mensen.
2
A crowd of people on the street is completely contradictory to there being no people on the street.
Een menigte mensen op straat is volkomen tegenstrijdig met het feit dat er geen mensen op straat zijn.
0.239
0.1132
0.8466
0.127
0.4886
0.1404
A woman with an umbrella following a car on a billboard.
Een vrouw met een paraplu achter een auto aan op een reclamebord.
A man is on a billboard.
Een man zit op een reclamebord.
2
One can either be a man or a woman not both.
Men kan een man of een vrouw zijn, niet allebei.
0.3678
0.0908
0.9212
0.1275
0.7278
0.1211
A woman with an umbrella following a car on a billboard.
Een vrouw met een paraplu achter een auto aan op een reclamebord.
A woman is on an advertisement.
Een vrouw staat op een advertentie.
1
If it is on a billboard, than it is an advertisement.
Als het op een reclamebord staat, dan is het een advertentie.
0.3678
0.0908
0.8594
0.1313
0.9753
0.1407
A woman with an umbrella following a car on a billboard.
Een vrouw met een paraplu achter een auto aan op een reclamebord.
A woman is on a billboard.
Een vrouw staat op een reclamebord.
0
"A woman is on a billboard," is a rephrasing of, "A woman with an umbrella following a car on a billboard."
"Een vrouw staat op een billboard," is een herhaling van, "Een vrouw met een paraplu die een auto volgt op een billboard."
0.3691
0.0907
0.9662
0.1297
0.5299
0.095
A young man does a trick on his skateboard in a somewhat crowded park area.
Een jongeman doet een truc op zijn skateboard in een ietwat druk park gebied.
A young man skateboarding.
Een jongeman skateboarden.
0
A man does a trick on a skateboard must mean that he is skateboarding.
Een man doet een truc op een skateboard moet betekenen dat hij skateboardt.
0.5009
0.1015
0.5678
0.1047
0.2795
0.079
A young man does a trick on his skateboard in a somewhat crowded park area.
Een jongeman doet een truc op zijn skateboard in een ietwat druk park gebied.
A young man does a trick on his skateboard for an audience.
Een jongeman doet een truc op zijn skateboard voor een publiek.
1
Crowded park area does not mean there is an audience.
Crowded park gebied betekent niet dat er een publiek.
0.5009
0.1015
0.7339
0.1075
0.0
0.0975
A young man does a trick on his skateboard in a somewhat crowded park area.
Een jongeman doet een truc op zijn skateboard in een ietwat druk park gebied.
A young man diving into a pool.
Een jongeman die in een zwembad dook.
2
The two actions the young man is doing are highly unlikely to be occurring at the same time. Diving into a pool while doing a trick on one's skateboard seems rather impossible.
De twee acties die de jongeman doet zijn zeer onwaarschijnlijk te gebeuren op hetzelfde moment. Duiken in een zwembad terwijl het doen van een truc op iemands skateboard lijkt nogal onmogelijk.
0.5009
0.1015
0.3232
0.1191
0.3296
0.0905
Muzzled greyhounds are racing on the track.
Gemuilkorfde windhonden racen op het spoor.
Dogs race on the track.
Honden racen op de baan.
0
Greyhounds are a breed of dog.
Greyhounds zijn een ras van honden.
0.0012
0.0808
0.4943
0.1105
0.8658
0.1355
Muzzled greyhounds are racing on the track.
Gemuilkorfde windhonden racen op het spoor.
The dogs are racing for practice for a big competition coming up.
De honden racen voor de training voor een grote wedstrijd die eraan komt.
1
Just because greyhounds race on the track does not mean it is practice for a big competition.
Gewoon omdat greyhounds race op de baan betekent niet dat het oefenen voor een grote competitie.
0.0013
0.0808
0.2941
0.1027
0.0018
0.0973
Muzzled greyhounds are racing on the track.
Gemuilkorfde windhonden racen op het spoor.
Muzzled greyhouds are eating Kibbles 'N Bits out of a cereal bowl.
Gemuilkorfde grijskoppen eten Kibbles 'N Bits uit een cornflakes schaal.
2
One cannot be racing and eating simultaneously.
Men kan niet tegelijkertijd racen en eten.
0.0012
0.0809
0.0001
0.0578
0.0016
0.1148
Dogs race each other on a muddy track.
Honden racen met elkaar op een modderig spoor.
The dogs are greyhounds
De honden zijn grijshonden
1
Dogs race does not mean they are greyhounds.
Hondenrace betekent niet dat het windhonden zijn.
0.4399
0.1004
0.2986
0.1246
0.3252
0.0993
Dogs race each other on a muddy track.
Honden racen met elkaar op een modderig spoor.
The track is muddy
Het spoor is modderig
0
Dogs race each other must mean that they are on a track.
Honden racen elkaar moet betekenen dat ze op een baan.
0.44
0.1004
0.6555
0.1407
0.0
0.061
Dogs race each other on a muddy track.
Honden racen met elkaar op een modderig spoor.
The track is dry
Het spoor is droog.
2
The condition of the track is a contradiction; the track is either muddy or dry, but not both.
De conditie van het spoor is in tegenspraak; het spoor is modderig of droog, maar niet beide.
0.44
0.1004
0.9629
0.1364
0.5047
0.1193
Race dogs midair while they run.
Racehonden in de lucht terwijl ze rennen.
Huskies are racing in the iditarod
Huskies racen in de iditarod
1
Huskies are just one breed of dog, just like the iditarod is a specific race.
Huskies zijn slechts één ras van honden, net als de iditarod is een specifiek ras.
0.0
0.0769
0.0
0.118
0.4023
0.0965
Race dogs midair while they run.
Racehonden in de lucht terwijl ze rennen.
Fish are swimming in circles
Vissen zwemmen in cirkels
2
The subject is either a group of dogs or fish.
Het onderwerp is een groep honden of vis.
0.0
0.0769
0.0
0.1065
0.8434
0.1176
Race dogs midair while they run.
Racehonden in de lucht terwijl ze rennen.
Dogs are racing
Honden racen
0
If race dogs run, they are racing.
Als racehonden rennen, zijn ze aan het racen.
0.0
0.0769
0.0003
0.1226
0.1941
0.1069
A boy in a green sweatshirt and blue jeans performs a trick on a skateboard while spectators in the background are looking on.
Een jongen in een groen sweatshirt en blauwe jeans voert een truc uit op een skateboard terwijl toeschouwers op de achtergrond kijken.
A young man rides a skateboard.
Een jongeman rijdt een skateboard.
0
A boy performs trick on a skateboard must mean he rides a skateboard.
Een jongen doet trucjes op een skateboard moet betekenen dat hij op een skateboard rijdt
0.7062
0.1211
0.8687
0.1331
0.4572
0.0737
A boy in a green sweatshirt and blue jeans performs a trick on a skateboard while spectators in the background are looking on.
Een jongen in een groen sweatshirt en blauwe jeans voert een truc uit op een skateboard terwijl toeschouwers op de achtergrond kijken.
The skateboarder performs for the judges.
De skateboarder treedt op voor de jury.
1
Spectators does not imply judges.
Toeschouwers impliceren geen rechters.
0.7062
0.1211
0.4555
0.1175
0.0015
0.1176
A boy in a green sweatshirt and blue jeans performs a trick on a skateboard while spectators in the background are looking on.
Een jongen in een groen sweatshirt en blauwe jeans voert een truc uit op een skateboard terwijl toeschouwers op de achtergrond kijken.
The piano player finishes his piece of music.
De pianospeler maakt zijn muziek af.
2
Performing a trick on a skateboard and finishing a piece of piano music are two totally different actions; they certainly could not be done at the same time.
Het uitvoeren van een truc op een skateboard en het afwerken van een stuk pianomuziek zijn twee totaal verschillende acties; ze konden zeker niet tegelijkertijd worden gedaan.
0.7062
0.1211
0.2712
0.1031
0.6972
0.1003
A male in a green sweatshirt and blue jeans is doing a skateboard trick on a tiled outdoor surface along a river walk.
Een mannetje in een groen sweatshirt en blauwe jeans doet een skateboard truc op een betegeld buitenoppervlak langs een rivierwandeling.
A man is riding a bike in a park.
Een man rijdt op een fiets in een park.
2
The person must either be on a skateboard or a bike. The man cannot be riding both things at the same time.
De persoon moet ofwel op een skateboard of een fiets. De man kan niet rijden beide dingen tegelijkertijd.
0.3056
0.0974
0.8945
0.139
0.4859
0.1014
A male in a green sweatshirt and blue jeans is doing a skateboard trick on a tiled outdoor surface along a river walk.
Een mannetje in een groen sweatshirt en blauwe jeans doet een skateboard truc op een betegeld buitenoppervlak langs een rivierwandeling.
A skateboarder does a trick.
Een skateboarder doet een truc.
0
Doing a skateboard trick must mean he does a trick.
Een skateboardtruc moet betekenen dat hij een truc doet.
0.3055
0.0974
0.4356
0.1043
0.0045
0.0675
A male in a green sweatshirt and blue jeans is doing a skateboard trick on a tiled outdoor surface along a river walk.
Een mannetje in een groen sweatshirt en blauwe jeans doet een skateboard truc op een betegeld buitenoppervlak langs een rivierwandeling.
A skateboarder is grinding along a river walk.
Een skateboarder slijpt langs een rivierwandeling.
1
Doing a trick does not imply grinding along a river walk.
Het doen van een truc betekent niet slijpen langs een rivierwandeling.
0.3055
0.0974
0.1432
0.0921
0.0
0.068
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
The people are standing near a man doing an ollie.
De mensen staan bij een man die een ollie doet.
0
A man is people.
Een man is mensen.
0.0679
0.0748
0.0
0.0686
0.2993
0.0797
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
A man is skating.
Een man is aan het schaatsen.
0
A man does an ollie on a skateboard must mean he is skating.
Een man doet een ollie op een skateboard betekent dat hij aan het schaatsen is.
0.0679
0.0748
0.392
0.1358
0.0
0.0651
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
The people in the park are watching the skateboarder.
De mensen in het park kijken naar de skateboarder.
1
People in the park does not imply they are watching.
Mensen in het park zeggen niet dat ze kijken.
0.0677
0.0748
0.4789
0.1227
0.003
0.1135
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
The man is in the park.
De man is in het park.
0
A man with people in the park must mean that the man is in the park.
Een man met mensen in het park moet betekenen dat hij in het park is.
0.0679
0.0748
0.7441
0.1247
0.0547
0.0964
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
a man rides a skateboard
een man rijdt op een skateboard
0
A man does an ollie on his skateboard must mean he rides a skateboard.
Een man doet een ollie op zijn skateboard moet betekenen dat hij een skateboard rijdt.
0.0676
0.0748
0.8745
0.1384
0.0
0.0532
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
The man is riding his bike down the fast lane.
De man fietst op de snelweg.
2
The actions performed by the man are in contradiction. He is either doing a trick (an ollie) on a skateboard or riding a bike, but certainly not both at the same time.
De acties van de man zijn in tegenspraak. Hij doet ofwel een truc (een ollie) op een skateboard of op een fiets, maar zeker niet beide tegelijk.
0.0669
0.0749
0.2076
0.1253
0.211
0.0774
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
a man is asleep in front of a cozy fire
een man slaapt voor een gezellig vuur
2
The man is either asleep or doing an ollie on a skateboard, but certainly not both. The locations also present a contradiction: Is he in a park or in front of a cozy fire?
De man slaapt of doet een ollie op een skateboard, maar zeker niet beide. De locaties vormen ook een contradictie: Is hij in een park of voor een gezellige brand?
0.0669
0.0749
0.0
0.0808
0.0
0.0527
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
A man in a tux rides a cab.
Een man in smoking rijdt met een taxi.
2
The different clothes presents one contradiction. If the man is wearing a tux, it is highly unlikely that he is also wearing a hoodie. His actions are also incompatible; if he is riding in a cab, he can't be riding a skateboard at the same time.
De verschillende kleren vormen een tegenstrijdigheid. Als de man een smoking draagt, is het hoogst onwaarschijnlijk dat hij ook een hoodie draagt. Zijn acties zijn ook onverenigbaar; als hij in een taxi rijdt, kan hij niet tegelijkertijd op een skateboard rijden
0.0669
0.0749
0.3476
0.1245
0.2828
0.0843
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
A man is skateboarding near the park.
Een man skateboardt vlakbij het park.
0
A man with the park in the backround must mean that he is near a park.
Een man met het park in de achtertuin moet betekenen dat hij in de buurt van een park is.
0.0669
0.0749
0.6711
0.1268
0.0
0.0995
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
The skateboard is on the ground.
Het skateboard ligt op de grond.
2
The skateboard would not be on the ground while doing an ollie
Het skateboard zou niet op de grond liggen terwijl je een ollie doet
0.0669
0.0749
0.8876
0.1259
0.0055
0.0802
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
a man is a skilled skateboarder
een man is een ervaren skateboarder
1
Doing an ollie does not imply being a skilled skateboarder.
Een ollie doen betekent niet dat je een ervaren skateboarder bent.
0.0669
0.0749
0.7245
0.1226
0.0
0.076
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
The man has never done this trick before.
De man heeft dit nog nooit gedaan.
1
Doing an ollie does not imply he has never done this trick before.
Een ollie doen betekent niet dat hij deze truc nooit eerder heeft gedaan.
0.0669
0.0749
0.7549
0.128
0.0
0.0756
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
A man with ripped jeans skateboards.
Een man met gescheurde jeans skateboards.
1
Not all skateboarders wear ripped jeans.
Niet alle skateboarders dragen gescheurde jeans.
0.0682
0.0748
0.0
0.056
0.4421
0.1018
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
The man is good with a skateboard.
De man is goed met een skateboard.
1
Doing an ollie does not imply being good with a skateboard necessarily.
Het doen van een ollie betekent niet noodzakelijk goed zijn met een skateboard.
0.0688
0.0748
0.7016
0.1042
0.0
0.0608
A man in a hoodie does an ollie on his skateboard with people in the park in the background.
Een man in een hoodie doet een Ollie op zijn skateboard met mensen in het park op de achtergrond.
The man is sitting down on his skateboard.
De man zit op zijn skateboard.
2
The man would not be sitting down if he were doing an Ollie
De man zou niet zitten als hij een Ollie deed.
0.0688
0.0748
0.6203
0.1194
0.0
0.0566
A man in a green hoodie is trying to do a trick on his skateboard in a park.
Een man in een groene hoodie probeert een truc te doen op zijn skateboard in een park.
a man in green
een man in het groen
0
A man in a green hoodie must mean the man is in green.
Een man met een groene capuchon betekent dat de man in het groen is.
0.6704
0.1123
0.1586
0.0994
0.0386
0.0863
A man in a green hoodie is trying to do a trick on his skateboard in a park.
Een man in een groene hoodie probeert een truc te doen op zijn skateboard in een park.
the man is white
de man is blank
1
Not all men are white.
Niet alle mannen zijn blank.
0.6709
0.1124
0.2185
0.0829
0.9605
0.1363
A man in a green hoodie is trying to do a trick on his skateboard in a park.
Een man in een groene hoodie probeert een truc te doen op zijn skateboard in een park.
the man is nude
de man is naakt
2
He wouldn't be nude if he were wearing a hoodie
Hij zou niet naakt zijn als hij een hoodie droeg.
0.6706
0.1124
0.8538
0.1136
0.5282
0.1333