premise_en
stringlengths 7
402
| premise_nl
stringlengths 8
417
| hypothesis_en
stringlengths 0
295
| hypothesis_nl
stringlengths 1
308
| label
int32 0
2
| explanation_1_en
stringlengths 0
917
| explanation_1_nl
stringlengths 3
766
| explanation_2_en
stringclasses 1
value | explanation_2_nl
stringclasses 1
value | explanation_3_en
stringclasses 1
value | explanation_3_nl
stringclasses 1
value | da_premise
stringlengths 3
6
| mqm_premise
stringlengths 3
7
| da_hypothesis
stringlengths 3
6
| mqm_hypothesis
stringlengths 3
6
| da_explanation_1
stringlengths 3
6
| mqm_explanation_1
stringlengths 3
7
| da_explanation_2
stringclasses 1
value | mqm_explanation_2
stringclasses 1
value | da_explanation_3
stringclasses 1
value | mqm_explanation_3
stringclasses 1
value |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Older couple is covered in shadows by a bridge. | Ouder paar is bedekt met schaduwen door een brug. | couple covered in shadows | koppel bedekt met schaduw | 0 | The couple is older and the shadows are made by a bridge. | Het paar is ouder en de schaduwen zijn gemaakt door een brug. | 0.4428 | 0.0994 | 0.1944 | 0.1155 | 0.3036 | 0.0947 | ||||||||
A man and woman standing under a covered patio with the sun beaming through the trellis slats. | Een man en vrouw staan onder een overdekt terras met de zon stralend door de trellis latten. | Two people are standing in the sun on their newly constructed patio. | Twee mensen staan in de zon op hun nieuw aangelegde patio. | 1 | Just because the man and the woman are standing under a covered a patio that dose not mean it is newly constructed. | Gewoon omdat de man en de vrouw staan onder een overdekt terras dat dosis niet betekent dat het is nieuw gebouwd. | 0.0001 | 0.1209 | 0.7682 | 0.1486 | 0.0001 | 0.0861 | ||||||||
A man and woman standing under a covered patio with the sun beaming through the trellis slats. | Een man en vrouw staan onder een overdekt terras met de zon stralend door de trellis latten. | Two people are standing. | Er staan twee mensen. | 0 | If it is a man and a woman, that is two people | Als het een man en een vrouw is, is dat twee mensen. | 0.0001 | 0.1207 | 0.7196 | 0.1251 | 0.8783 | 0.1186 | ||||||||
A man and woman standing under a covered patio with the sun beaming through the trellis slats. | Een man en vrouw staan onder een overdekt terras met de zon stralend door de trellis latten. | Two people are dancing in the snow. | Twee mensen dansen in de sneeuw. | 2 | The people cannot simultaneously be dancing and standing | De mensen kunnen niet tegelijkertijd dansen en staan | 0.0001 | 0.1207 | 0.7681 | 0.1324 | 0.6818 | 0.153 | ||||||||
Two elderly people in a dimly lit area. | Twee ouderen in een donker verlicht gebied. | Two elderly people are in a dark alley. | Twee ouderen zijn in een donker steegje. | 1 | Dimly lit does not imply alley. | Dimly verlicht betekent geen steeg. | 0.4063 | 0.1158 | 0.2461 | 0.1046 | 0.0 | 0.0755 | ||||||||
Two elderly people in a dimly lit area. | Twee ouderen in een donker verlicht gebied. | Two elderly people are hit with spotlights. | Twee ouderen worden geraakt met spotlights. | 2 | One cannot be in a dimly lit area and hit with spotlights simultaneously. | Men kan niet in een dim verlicht gebied zitten en tegelijkertijd met spots raken. | 0.4063 | 0.1158 | 0.0 | 0.096 | 0.0001 | 0.1045 | ||||||||
Two elderly people in a dimly lit area. | Twee ouderen in een donker verlicht gebied. | Elderly people are in a dark area. | Ouderen bevinden zich in een donker gebied. | 0 | Elderly people signifies more than one and dimly lit means it can be dark. | Ouderen betekenen meer dan één persoon en het kan donker zijn. | 0.4063 | 0.1158 | 0.5336 | 0.1107 | 0.0001 | 0.089 | ||||||||
An older man wearing a vest looking into a dumpster. | Een oudere man met een vest om in een container te kijken. | An old man is looking into a dumpster. | Een oude man onderzoekt een container. | 0 | The older man can wear a vest. | De oudere man kan een vest dragen. | 0.0 | 0.094 | 0.3893 | 0.1319 | 0.7473 | 0.111 | ||||||||
An older man wearing a vest looking into a dumpster. | Een oudere man met een vest om in een container te kijken. | The old man accidentally dropped his wallet in the dumpster. | De oude man liet per ongeluk zijn portemonnee in de container vallen. | 1 | Looking does not imply the man dropped his wallet. | Kijken betekent niet dat de man zijn portemonnee liet vallen. | 0.0 | 0.094 | 0.6935 | 0.1351 | 0.1247 | 0.0949 | ||||||||
An older man wearing a vest looking into a dumpster. | Een oudere man met een vest om in een container te kijken. | The old man is sitting at a table reading a book. | De oude man zit aan een tafel een boek te lezen. | 2 | One cannot be looking into a dumpster and sitting at a table simultaneously. | Men kan niet tegelijkertijd een container bekijken en aan een tafel zitten. | 0.0 | 0.094 | 0.7602 | 0.135 | 0.347 | 0.111 | ||||||||
Young boy holding a baby in a run-down area. | Jonge jongen die een baby vasthoudt in een vervallen gebied | The boy has the baby. | De jongen heeft de baby. | 0 | This implies that holding a baby and having a baby are the same. | Dit impliceert dat het houden van een baby en het krijgen van een baby hetzelfde zijn. | 0.118 | 0.0914 | 0.9265 | 0.1237 | 0.6652 | 0.1474 | ||||||||
Young boy holding a baby in a run-down area. | Jonge jongen die een baby vasthoudt in een vervallen gebied | The boy is holding a dog. | De jongen houdt een hond vast. | 2 | The boy could be holding either a dog or a baby. | De jongen kan een hond of een baby vasthouden. | 0.1188 | 0.0914 | 0.8307 | 0.126 | 0.6477 | 0.1109 | ||||||||
Young boy holding a baby in a run-down area. | Jonge jongen die een baby vasthoudt in een vervallen gebied | The boy is holding his sibling. | De jongen houdt zijn broer vast. | 1 | the baby does not have to be his sibling. | De baby hoeft zijn broer niet te zijn. | 0.1188 | 0.0914 | 0.4961 | 0.1202 | 0.6508 | 0.1198 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | One adult is hurt because of the ride they took. | Eén volwassene is gewond door de rit die ze namen. | 1 | the adult's does not have to be hurt because of the ride they took. | De volwassene hoeft niet gekwetst te worden vanwege de rit die ze namen. | 0.2713 | 0.0875 | 0.1896 | 0.1053 | 0.0718 | 0.0917 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | Two young adults are playing basketball. | Twee jonge volwassenen spelen basketbal. | 2 | One cannot help someone else fix an arm injury while playing basketball at the same time. | Men kan iemand anders niet helpen een arm blessure te herstellen tijdens het spelen van basketbal op hetzelfde moment. | 0.2713 | 0.0875 | 0.9597 | 0.1407 | 0.2837 | 0.1097 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | Two young adults are at a rodeo. | Twee jonge volwassenen zijn bij een rodeo. | 0 | The sentence clarifies that there are two young adults at a rodeo | De zin verduidelijkt dat er twee jonge volwassenen op een rodeo | 0.2717 | 0.0874 | 0.241 | 0.1125 | 0.0001 | 0.1025 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | One is trying to fix his arm injury so they can co on another ride | Eén probeert zijn armletsel te herstellen zodat ze kunnen meerijden. | 1 | We can't infer he will go on another ride. | We kunnen niet afleiden dat hij nog een ritje maakt. | 0.2717 | 0.0874 | 0.1821 | 0.0879 | 0.0001 | 0.1015 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | A young adult helps another after he is injured by a bull at a rodeo. | Een jonge volwassene helpt een ander nadat hij gewond raakt door een stier bij een rodeo. | 1 | We can't infer that he was injured by a bull at a rodeo | We kunnen niet afleiden dat hij gewond raakte door een stier bij een rodeo | 0.2716 | 0.0874 | 0.4776 | 0.1178 | 0.3735 | 0.1128 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | a rodeo is a safe place for all occupants | een rodeo is een veilige plek voor alle inzittenden | 2 | A rodeo is not always safe for all occupants if someone can injure their arm. | Een rodeo is niet altijd veilig voor alle inzittenden als iemand zijn arm kan beschadigen. | 0.2716 | 0.0874 | 0.0004 | 0.119 | 0.0867 | 0.0992 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | the one mending the arm is a trained medic | de ene die de arm repareert is een getrainde arts | 1 | We can't infer the other is a trained medic. | We kunnen niet afleiden dat de ander een opgeleide arts is. | 0.2717 | 0.0874 | 0.0001 | 0.1153 | 0.4634 | 0.1373 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | Two young adults are at a horse event. | Twee jonge volwassenen zijn op een paardenevenement. | 0 | The sentence clarifies that a rodeo is a horse event | De zin verduidelijkt dat een rodeo een paardenevenement is | 0.2713 | 0.0875 | 0.7346 | 0.122 | 0.416 | 0.1264 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | there are people at the rodeo | Er zijn mensen bij de rodeo | 0 | This sentence tells us that young adults are people. | Deze zin vertelt ons dat jonge volwassenen mensen zijn. | 0.2713 | 0.0875 | 0.3554 | 0.1081 | 0.5948 | 0.1263 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | Two young adults want to ride horses. | Twee jonge volwassenen willen paardrijden. | 1 | We can't infer they want to ride horses. | We kunnen niet afleiden dat ze paard willen rijden. | 0.2713 | 0.0875 | 0.9303 | 0.1222 | 0.2482 | 0.1048 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | Two young adults are at a waterpark | Twee jonge volwassenen zijn in een waterpark | 2 | The young adults could be at either a rodeo or a waterpark. | De jonge volwassenen kunnen in een rodeo of een waterpark zijn. | 0.2714 | 0.0875 | 0.5936 | 0.1391 | 0.2799 | 0.1092 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | A bull escapes from the rodeo. | Een stier ontsnapt uit de rodeo. | 2 | The man cannot ride a bull after it escapes. | Hij kan niet op een stier rijden als hij ontsnapt is. | 0.2714 | 0.0875 | 0.2561 | 0.1003 | 0.0379 | 0.0908 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | A young adult helps another after an injury at a rodeo. | Een jonge volwassene helpt een ander na een verwonding bij een rodeo. | 0 | This tells us that an adult helps to fix another after a rodeo injury. | Dit vertelt ons dat een volwassene helpt om een andere te herstellen na een rodeo blessure. | 0.2714 | 0.0875 | 0.2931 | 0.1127 | 0.0 | 0.0872 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | Two aduts are at a rodeo. | Twee aduts zijn op rodeo. | 0 | This sentence is implying that two young adults are also aduts. | Deze zin impliceert dat twee jonge volwassenen ook aduts zijn. | 0.2714 | 0.0875 | 0.0001 | 0.0782 | 0.1633 | 0.1109 | ||||||||
Two young adults at a rodeo, one is helping the other to fix an injury to his arm after a brief ride. | Twee jonge volwassenen bij een rodeo, de ene helpt de andere om een blessure aan zijn arm te herstellen na een korte rit. | The bull is jumping into the crowd at a rodeo. | De stier springt in het publiek bij een rodeo. | 2 | Different subject matter: adults versus bull. | Ander onderwerp: volwassenen tegen stier. | 0.2713 | 0.0875 | 0.2222 | 0.0961 | 0.2112 | 0.1077 | ||||||||
A cowboy in a rodeo puts a bandage on his forearm, getting ready for his ride. | Een cowboy in een rodeo doet een verband om zijn onderarm, zich klaarmaken voor zijn rit. | a cowboy is going to milk the cows | een cowboy gaat de koeien melken | 2 | The cowboy can't ride and milk the cows simultaneously. | De cowboy kan de koeien niet tegelijk melken. | 0.0 | 0.0694 | 0.6483 | 0.1391 | 0.2748 | 0.1152 | ||||||||
A cowboy in a rodeo puts a bandage on his forearm, getting ready for his ride. | Een cowboy in een rodeo doet een verband om zijn onderarm, zich klaarmaken voor zijn rit. | a cowboy has a bandage on his arm | een cowboy heeft een verband op zijn arm | 0 | AFTER HE PUT IT ON HIS ARM HE HAS IT ON HIS ARM. | Nadat hij het op zijn arm had gedaan, heeft hij het op zijn arm. | 0.0 | 0.0694 | 0.2518 | 0.1261 | 0.0006 | 0.0829 | ||||||||
A cowboy in a rodeo puts a bandage on his forearm, getting ready for his ride. | Een cowboy in een rodeo doet een verband om zijn onderarm, zich klaarmaken voor zijn rit. | a cowboy hurt his arm shooting a gun | Een cowboy heeft z'n arm bezeerd met een pistool. | 1 | we can't infer he hurt his arm shooting a gun. | We kunnen niet afleiden dat hij zijn arm bezeerde door een pistool te schieten. | 0.0 | 0.0694 | 0.0 | 0.0713 | 0.1482 | 0.0845 | ||||||||
A young woman is drilling holes in a rock with an impact drill | Een jonge vrouw boort gaten in een rots met een inslag boor | Daffy Duck is a pasta chef. | Daffy Duck is een pasta chef. | 2 | Woman and Duck are different subject matter. | Vrouw en Duck zijn ander onderwerp. | 0.0 | 0.0994 | 0.9326 | 0.0997 | 0.3875 | 0.111 | ||||||||
A young woman is drilling holes in a rock with an impact drill | Een jonge vrouw boort gaten in een rots met een inslag boor | The rock is hard. | De rots is hard. | 1 | Just because she is using an impact drill doesn't mean the rock is hard. | Alleen omdat ze een inslag boor gebruikt betekent niet dat de steen hard is. | 0.0 | 0.0994 | 0.0 | 0.0961 | 0.0 | 0.0985 | ||||||||
A young woman is drilling holes in a rock with an impact drill | Een jonge vrouw boort gaten in een rots met een inslag boor | A woman drills rock. | Een vrouw boort steen. | 0 | YOU NEED AN IMPACT DRILL TO GET THROUGH ROCK. | Je hebt een reactie nodig om door Rock te komen. | 0.0 | 0.0994 | 0.0824 | 0.0985 | 0.0 | 0.0728 | ||||||||
A young boy holds a small, dirty girl on his lap while wrapping her in his jacket. | Een jonge jongen houdt een klein, vies meisje op schoot terwijl hij haar in zijn jasje pakt. | The little girl is the boys sister. | Het kleine meisje is de jongens zus. | 1 | We cant infer the girl is his sister. | We kunnen niet bewijzen dat het meisje zijn zuster is. | 0.5014 | 0.1142 | 0.0005 | 0.1291 | 0.766 | 0.1322 | ||||||||
A young boy holds a small, dirty girl on his lap while wrapping her in his jacket. | Een jonge jongen houdt een klein, vies meisje op schoot terwijl hij haar in zijn jasje pakt. | The little boy is taking care of the young girl. | Het jongetje zorgt voor het meisje. | 0 | HE IS TAKING CARE OF HER BY WRAPPING HER. | Hij zorgt voor haar door haar in te pakken. | 0.501 | 0.1142 | 0.9161 | 0.1354 | 0.0537 | 0.1044 | ||||||||
A young boy holds a small, dirty girl on his lap while wrapping her in his jacket. | Een jonge jongen houdt een klein, vies meisje op schoot terwijl hij haar in zijn jasje pakt. | The little boy is giving the little girl a bubble bath. | De kleine jongen geeft het meisje een bubbelbad. | 2 | The boy cannot simultaneously hold the girl on his lap while giving her a bath. | De jongen kan het meisje niet tegelijkertijd op schoot houden terwijl hij haar een bad geeft. | 0.5011 | 0.1142 | 0.4063 | 0.1236 | 0.4609 | 0.1309 | ||||||||
Two small children in poor conditions trying to survive the elements. | Twee kleine kinderen in slechte omstandigheden proberen de elementen te overleven. | The childreen are poor. | De kinderen zijn arm. | 0 | MANY POOR CHILDREN LIVE IN POOR CONDITIONS. | Veel arme kinderen leven in slechte omstandigheden. | 0.0275 | 0.0849 | 0.2223 | 0.1049 | 0.9422 | 0.145 | ||||||||
Two small children in poor conditions trying to survive the elements. | Twee kleine kinderen in slechte omstandigheden proberen de elementen te overleven. | The children are wealthy. | De kinderen zijn rijk. | 2 | The children cannot simultaneously be poor and wealthy. | De kinderen kunnen niet tegelijkertijd arm en rijk zijn. | 0.0301 | 0.0849 | 0.8099 | 0.1112 | 0.7669 | 0.1325 | ||||||||
Two small children in poor conditions trying to survive the elements. | Twee kleine kinderen in slechte omstandigheden proberen de elementen te overleven. | The children are siblings. | De kinderen zijn broers en zussen. | 1 | children are not always small. | Kinderen zijn niet altijd klein. | 0.0301 | 0.0849 | 0.9684 | 0.1241 | 0.8513 | 0.1116 | ||||||||
A young boy holds an infant which appears to be in distraught. | Een jongen houdt een kind vast dat in de war lijkt te zijn. | A young boy holds a crying baby that needs a diaper change. | Een jonge jongen heeft een huilende baby die een luier verschoning nodig heeft. | 1 | We can't infer the baby needs a diaper change. | We kunnen de baby geen luier verschonen. | 0.1572 | 0.1022 | 0.0001 | 0.1248 | 0.0001 | 0.1176 | ||||||||
A young boy holds an infant which appears to be in distraught. | Een jongen houdt een kind vast dat in de war lijkt te zijn. | A young boy holds a crying baby. | Een jonge jongen heeft een huilende baby. | 0 | CRYING IS A SIGN ON BEING DISTRAUGHT. | Huilen is een teken van misleiding. | 0.1572 | 0.1022 | 0.5142 | 0.1293 | 0.0031 | 0.1031 | ||||||||
A young boy holds an infant which appears to be in distraught. | Een jongen houdt een kind vast dat in de war lijkt te zijn. | A young boy sits next to a crying baby. | Een jongen zit naast een huilende baby. | 2 | The boy cannot hold and sit next to simultaneously. | De jongen kan niet naast elkaar zitten. | 0.1572 | 0.1022 | 0.7669 | 0.1415 | 0.0001 | 0.0997 | ||||||||
A brother holding his younger brother outside in cold air. | Een broer die zijn jongere broer buiten in koude lucht vasthoudt. | There is a brother and sister pair. | Er is een broer en zus paar. | 2 | A brother and a sister are different genders. | Een broer en een zus zijn verschillend geslacht. | 0.3502 | 0.1108 | 0.7475 | 0.1163 | 0.9421 | 0.1356 | ||||||||
A brother holding his younger brother outside in cold air. | Een broer die zijn jongere broer buiten in koude lucht vasthoudt. | There are two brothers. | Er zijn twee broers. | 0 | Two brothers are outside. | Twee broers staan buiten. | 0.349 | 0.1108 | 0.9881 | 0.1327 | 0.7582 | 0.1185 | ||||||||
A brother holding his younger brother outside in cold air. | Een broer die zijn jongere broer buiten in koude lucht vasthoudt. | It is winter. | Het is winter. | 1 | Cold air not necessarily imply that it is winter. | Koude lucht betekent niet noodzakelijkerwijs dat het winter is. | 0.349 | 0.1108 | 0.9703 | 0.1485 | 0.7541 | 0.1579 | ||||||||
An old man wit a straw hat and umbrella is smiling while sitting and watching something in the distance. | Een oude man met een strohoed en paraplu lacht terwijl hij zit en kijkt naar iets in de verte. | The hat is dirty. | De hoed is vies. | 1 | Sentence 1 is missing hat is dirty | Zin 1 ontbreekt hoed is vuil | 0.5683 | 0.1143 | 0.0009 | 0.1085 | 0.0 | 0.0483 | ||||||||
An old man wit a straw hat and umbrella is smiling while sitting and watching something in the distance. | Een oude man met een strohoed en paraplu lacht terwijl hij zit en kijkt naar iets in de verte. | The hat is made out of clay. | De hoed is gemaakt van klei. | 2 | CLAY IS NOT STRAW | CLAY IS NIET STRAW | 0.5688 | 0.1143 | 0.8765 | 0.1228 | 0.2833 | 0.106 | ||||||||
An old man wit a straw hat and umbrella is smiling while sitting and watching something in the distance. | Een oude man met een strohoed en paraplu lacht terwijl hij zit en kijkt naar iets in de verte. | There is a straw hat. | Er is een strohoed. | 0 | WIT AND THERE ARE THE SAME. | Wacht en er is hetzelfde. | 0.5694 | 0.1144 | 0.0707 | 0.115 | 0.0001 | 0.102 | ||||||||
Three cheerleaders are rooting for their team. | Drie cheerleaders steunen hun team. | The cheerleaders show their team support. | De cheerleaders steunen hun team. | 0 | YOU ARE SUPPORT IVE WHEN YOU ARE ROOTING. | Je steunt live als je aan het springen bent. | 0.588 | 0.1236 | 0.3578 | 0.1198 | 0.0 | 0.0898 | ||||||||
Three cheerleaders are rooting for their team. | Drie cheerleaders steunen hun team. | The cheerleaders are taking a break. | De cheerleaders nemen een pauze. | 2 | Cheerleaders would be taking a break from rooting for their team. | Cheerleaders zouden een pauze nemen om hun team te steunen. | 0.588 | 0.1236 | 0.5378 | 0.1279 | 0.2988 | 0.1187 | ||||||||
Three cheerleaders are rooting for their team. | Drie cheerleaders steunen hun team. | One of the cheerleaders is male. | Een van de cheerleaders is mannelijk. | 1 | one the man | één de man | 0.5877 | 0.1237 | 0.6566 | 0.1141 | 0.3355 | 0.0831 | ||||||||
A young boy wearing a red shirt with yellow writing on it and a red sports cap is squatted in shallow water and touching a yellow pail filled with sand. | Een jonge jongen draagt een rood shirt met geel geschrift erop en een rode sportmuts wordt gekraakt in ondiep water en raakt een gele emmer gevuld met zand. | The little kid with a red shirt and yellow letters, stood on a foot stool to reach both his hands into the dirty water in the sink. | Het kleine kind met een rood shirt en gele letters, stond op een voetkruk om beide handen in het vuile water in de gootsteen te bereiken. | 2 | The boy cannot have squatted and stood silultaneously | De jongen kan niet gekraakt en staan silulant | 0.042 | 0.0833 | 0.2654 | 0.0835 | 0.0 | 0.0766 | ||||||||
A young boy wearing a red shirt with yellow writing on it and a red sports cap is squatted in shallow water and touching a yellow pail filled with sand. | Een jonge jongen draagt een rood shirt met geel geschrift erop en een rode sportmuts wordt gekraakt in ondiep water en raakt een gele emmer gevuld met zand. | Trying to get the attention of his parents, the little red-shirted imp continued to dig handfuls of sand out of the yellow bucket and hurl them at the people lying on the beach. | Om de aandacht van zijn ouders te trekken, bleef de kleine rood-shirt imp handvol zand uit de gele emmer graven en gooien naar de mensen die op het strand liggen. | 1 | trying to go | proberen te gaan | 0.042 | 0.0833 | 0.0708 | 0.0653 | 0.0 | 0.0818 | ||||||||
A young boy wearing a red shirt with yellow writing on it and a red sports cap is squatted in shallow water and touching a yellow pail filled with sand. | Een jonge jongen draagt een rood shirt met geel geschrift erop en een rode sportmuts wordt gekraakt in ondiep water en raakt een gele emmer gevuld met zand. | The young boy in the red shirt had his finger touching the sand filled yellow pail. | De jongen in het rode shirt had zijn vinger aan de zand gevulde gele emmer. | 0 | HE IS TOUCHING. | Hij raakt me aan. | 0.042 | 0.0833 | 0.4801 | 0.1153 | 0.0001 | 0.1027 | ||||||||
A bride and her groom embracing. | Een bruid en haar bruidegom omarmen. | The two people just got married. | De twee mensen zijn net getrouwd. | 1 | two people out | twee mensen uit | 0.405 | 0.114 | 0.7724 | 0.1353 | 0.0 | 0.061 | ||||||||
A bride and her groom embracing. | Een bruid en haar bruidegom omarmen. | The two people are swimming. | De twee mensen zwemmen. | 2 | They cannot be embracing and swimming at the same time. | Ze kunnen niet tegelijkertijd omarmen en zwemmen. | 0.404 | 0.114 | 0.7123 | 0.1234 | 0.246 | 0.1166 | ||||||||
A bride and her groom embracing. | Een bruid en haar bruidegom omarmen. | The bride and groom holding eachother. | De bruid en bruidegom houden elkaar vast. | 0 | YOU ARE HOLDING EACH OTHER WHEN YOU ARE EMBRACING. | Jullie houden elkaar vast als je uit elkaar valt. | 0.404 | 0.114 | 0.5739 | 0.1122 | 0.0009 | 0.1071 | ||||||||
Four snowsuit clad children climb up a snowy hillside. | Vier snowsuit geklede kinderen klimmen op een besneeuwde heuvel. | Four children are outside in the snow. | Vier kinderen zijn buiten in de sneeuw. | 0 | SNOWY HILLSIDE S ARE OUTSIDE | Blonde hills zijn buiten | 0.327 | 0.1126 | 0.565 | 0.1325 | 0.0 | 0.0866 | ||||||||
Four snowsuit clad children climb up a snowy hillside. | Vier snowsuit geklede kinderen klimmen op een besneeuwde heuvel. | It is summertime and warm outside. | Het is zomer en warm buiten. | 2 | If it is snowy outside, then it is not summertime and warm. | Als het buiten besneeuwd is, dan is het niet zomers en warm. | 0.3268 | 0.1126 | 0.6971 | 0.1526 | 0.6221 | 0.142 | ||||||||
Four snowsuit clad children climb up a snowy hillside. | Vier snowsuit geklede kinderen klimmen op een besneeuwde heuvel. | The children are going sledding. | De kinderen gaan sleeën. | 1 | children are now | kinderen zijn nu | 0.3274 | 0.1125 | 0.0 | 0.1154 | 0.3213 | 0.0779 | ||||||||
Four children climbing up a snow covered hill. | Vier kinderen klimmen op een besneeuwde heuvel. | Four children climb up an Icy palace in the Norwegian countryside | Vier kinderen klimmen een Icy paleis op het Noorse platteland | 2 | Four children either climb up a snow covered hill or an Icy palace. | Vier kinderen klimmen op een besneeuwde heuvel of een ijspaleis. | 0.6837 | 0.1259 | 0.0001 | 0.0982 | 0.6776 | 0.1063 | ||||||||
Four children climbing up a snow covered hill. | Vier kinderen klimmen op een besneeuwde heuvel. | Four children are climbing in the snow of a covered hill | Vier kinderen klimmen in de sneeuw van een overdekte heuvel | 1 | That they are climbing up a snow covered hill does not necessarily mean they are in the snow on the snow covered hill. | Dat ze op een besneeuwde heuvel klimmen betekent niet noodzakelijkerwijs dat ze in de sneeuw op de besneeuwde heuvel zitten. | 0.6839 | 0.1259 | 0.5014 | 0.1143 | 0.4368 | 0.1137 | ||||||||
Four children climbing up a snow covered hill. | Vier kinderen klimmen op een besneeuwde heuvel. | Four children are climbing on a snowy hill | Vier kinderen klimmen op een besneeuwde heuvel | 0 | An hill snowy is a snow covered hill. | Een besneeuwde heuvel is een besneeuwde heuvel. | 0.6839 | 0.1259 | 0.7657 | 0.1406 | 0.0002 | 0.0999 | ||||||||
Four kids climb a snowy hill, one struggles. | Vier kinderen beklimmen een besneeuwde heuvel, één worstelt. | kids are climbing a hill covered with snow while on school vacation | kinderen beklimmen een heuvel bedekt met sneeuw tijdens schoolvakantie | 1 | kids don't mean on vacation | Kinderen bedoelen niet op vakantie | 0.5458 | 0.1121 | 0.8311 | 0.1439 | 0.1964 | 0.0746 | ||||||||
Four kids climb a snowy hill, one struggles. | Vier kinderen beklimmen een besneeuwde heuvel, één worstelt. | kids are climbing a hill covered with snow | Kinderen beklimmen een heuvel bedekt met sneeuw | 0 | If the kids are climbing a snowy hill, the hill must be covered in snow. | Als de kinderen een besneeuwde heuvel beklimmen, moet de heuvel bedekt zijn met sneeuw. | 0.5435 | 0.112 | 0.8613 | 0.1473 | 0.735 | 0.136 | ||||||||
Four kids climb a snowy hill, one struggles. | Vier kinderen beklimmen een besneeuwde heuvel, één worstelt. | kids playing in the sand | kinderen spelen in het zand | 2 | You can't be in both a snowy and sandy place. | Je kunt niet op een besneeuwde en zanderige plek zijn. | 0.5451 | 0.112 | 0.7486 | 0.1402 | 0.5675 | 0.1423 | ||||||||
A woman wearing a white gown and a man wearing a gray suit embracing. | Een vrouw in een witte jurk en een man in een grijs pak. | A bride is hugging her groom. | Een bruid omhelst haar bruidegom. | 1 | bride is it | Bruid is het. | 0.4107 | 0.1242 | 0.8012 | 0.1267 | 0.4446 | 0.0844 | ||||||||
A woman wearing a white gown and a man wearing a gray suit embracing. | Een vrouw in een witte jurk en een man in een grijs pak. | A woman is wearing a white gown. | Een vrouw draagt een witte jurk. | 0 | "A woman wearing a white gown" is the same as "A woman is wearing a white gown". | "Een vrouw met een witte jurk" is hetzelfde als "een vrouw draagt een witte jurk." | 0.409 | 0.1243 | 0.9397 | 0.1405 | 0.6354 | 0.1054 | ||||||||
A woman wearing a white gown and a man wearing a gray suit embracing. | Een vrouw in een witte jurk en een man in een grijs pak. | A dog is eating. | Een hond eet. | 2 | A woman and a man are humans and a dog is not. | Een vrouw en een man zijn mensen en een hond niet. | 0.409 | 0.1243 | 0.6729 | 0.1087 | 0.5655 | 0.1292 | ||||||||
A bride and groom stand together in front of a wooden fence. | Een bruid en bruidegom staan samen voor een houten hek. | Newlyweds have their photo taken. | Pasgetrouwden hebben hun foto genomen. | 1 | have their own | hun eigen | 0.7193 | 0.1284 | 0.4832 | 0.111 | 0.0001 | 0.0919 | ||||||||
A bride and groom stand together in front of a wooden fence. | Een bruid en bruidegom staan samen voor een houten hek. | A man and woman are outside. | Een man en vrouw staan buiten. | 0 | "A bride and groom" are usually "A man and woman", and "in front of wooden fence" means "outside" | "Een bruid en bruidegom" zijn meestal "een man en vrouw" en "voor een houten hek" betekent "buiten" | 0.7193 | 0.1284 | 0.771 | 0.1307 | 0.2802 | 0.0975 | ||||||||
A bride and groom stand together in front of a wooden fence. | Een bruid en bruidegom staan samen voor een houten hek. | The bride is walking down the aisle to greet her groom. | De bruid loopt naar het altaar om haar bruidegom te begroeten. | 2 | The bride cannot be walking down the aisle to meet her groom if the bride and groom are standing together. | De bruid kan niet naar het altaar lopen om haar bruidegom te ontmoeten als de bruid en bruidegom samen staan. | 0.7193 | 0.1284 | 0.5518 | 0.128 | 0.3943 | 0.1169 | ||||||||
A bride and groom are standing in front of a fence. | Een bruid en bruidegom staan voor een hek. | The bride has blonde hair. | De bruid heeft blond haar. | 1 | has blonde it | heeft blond het | 0.2737 | 0.1318 | 0.9734 | 0.148 | 0.0 | 0.0616 | ||||||||
A bride and groom are standing in front of a fence. | Een bruid en bruidegom staan voor een hek. | The bride and groom are dancing in the hotel. | De bruid en bruidegom dansen in het hotel. | 2 | They cannot be standing and dancing at the same time. | Ze kunnen niet tegelijkertijd staan en dansen. | 0.2734 | 0.1318 | 0.7277 | 0.1213 | 0.7286 | 0.1375 | ||||||||
A bride and groom are standing in front of a fence. | Een bruid en bruidegom staan voor een hek. | A bride and groom stand near a fence. | Een bruid en bruidegom staan bij een hek. | 0 | "in front of " is one way to be "near" a fence. | "voor" is één manier om "bij" een hek te zijn. | 0.2737 | 0.1318 | 0.5908 | 0.1252 | 0.0 | 0.0665 | ||||||||
A man crosses a busy city street. | Een man steekt een drukke straat over. | A man almost gets hit by a car. | Een man wordt bijna geraakt door een auto. | 1 | man almost it | Man bijna. | 0.0 | 0.1325 | 0.5283 | 0.1337 | 0.0025 | 0.053 | ||||||||
A man crosses a busy city street. | Een man steekt een drukke straat over. | A man runs across a road without paying attention to traffic. | Een man loopt over een weg zonder aandacht te besteden aan het verkeer. | 2 | If the man crosses the street, it does not mean that he is running. | Als de man de straat oversteekt, betekent dat niet dat hij rent. | 0.0 | 0.1325 | 0.571 | 0.1368 | 0.2721 | 0.1294 | ||||||||
A man crosses a busy city street. | Een man steekt een drukke straat over. | A man makes his way through traffic, no foot. | Een man rijdt door het verkeer, zonder voet. | 0 | A man crosses a street usually means he is on foot. | Een man steekt een straat over, betekent meestal dat hij te voet is. | 0.0 | 0.1325 | 0.2184 | 0.0979 | 0.0 | 0.1071 | ||||||||
A man in a white shirt and tie walking across the street. | Een man in een wit shirt en stropdas die over de straat loopt. | A man wearing a uniform walks through a busy street. | Een man met een uniform loopt door een drukke straat. | 1 | White shirt and tie doesn't imply uniform. Across the street doesn't imply that the street is busy. | Witte shirt en stropdas betekent geen uniform. Aan de overkant betekent niet dat de straat druk is. | 0.6287 | 0.1158 | 0.7552 | 0.1354 | 0.0969 | 0.0833 | ||||||||
A man in a white shirt and tie walking across the street. | Een man in een wit shirt en stropdas die over de straat loopt. | A man walks outside. | Een man loopt naar buiten. | 0 | The man in a white shirt and tie may not be that same a the one who walks outside. | De man met een wit shirt en das is misschien niet dezelfde als degene die naar buiten loopt | 0.6287 | 0.1158 | 0.6648 | 0.1392 | 0.1718 | 0.0946 | ||||||||
A man in a white shirt and tie walking across the street. | Een man in een wit shirt en stropdas die over de straat loopt. | A woman walks across the street. | Een vrouw loopt over de straat. | 2 | A man is not a woman. | Een man is geen vrouw. | 0.6287 | 0.1158 | 0.6164 | 0.1318 | 0.9423 | 0.1282 | ||||||||
A man walks across a road with his tie flipped over his shoulder. | Een man loopt over een weg met zijn stropdas over zijn schouder. | A woman walks across a road with her tie flipped over his shoulder. | Een vrouw loopt over een weg met haar stropdas over zijn schouder. | 2 | A man and a woman are two different people. | Een man en vrouw zijn twee verschillende mensen. | 0.3157 | 0.1212 | 0.1783 | 0.1046 | 0.9389 | 0.1429 | ||||||||
A man walks across a road with his tie flipped over his shoulder. | Een man loopt over een weg met zijn stropdas over zijn schouder. | A man walks across a busy road with his tie flipped over his shoulder. | Een man loopt over een drukke weg met zijn stropdas over zijn schouder. | 1 | man walks it | De mens loopt ermee. | 0.3159 | 0.1212 | 0.4957 | 0.1228 | 0.0 | 0.0993 | ||||||||
A man walks across a road with his tie flipped over his shoulder. | Een man loopt over een weg met zijn stropdas over zijn schouder. | A man walks across a street with his tie blowing in the wind | Een man loopt over een straat met zijn stropdas waait in de wind | 0 | Usually tie is flipped over shoulder because it is blowing in the wind. | Meestal wordt stropdas over de schouder gedraaid omdat het waait in de wind. | 0.3159 | 0.1212 | 0.0977 | 0.0951 | 0.2849 | 0.1141 | ||||||||
An older man in a nice dress shirt with a tie over his shoulder, walking across a street in downtown. | Een oudere man in een mooi jurkshirt met een stropdas over zijn schouder, lopen over een straat in het centrum. | A man is sitting in a cafe down town. | Een man zit in een cafe in de stad. | 2 | The man can not be walking and sitting at the same time. | De man kan niet tegelijkertijd lopen en zitten. | 0.518 | 0.1102 | 0.7009 | 0.1312 | 0.8342 | 0.1381 | ||||||||
An older man in a nice dress shirt with a tie over his shoulder, walking across a street in downtown. | Een oudere man in een mooi jurkshirt met een stropdas over zijn schouder, lopen over een straat in het centrum. | A man is walking across a street downtown to get to his favorite shop. | Een man loopt over een straat in het centrum om zijn favoriete winkel te bereiken. | 1 | man is it | Man is het. | 0.5181 | 0.1102 | 0.7539 | 0.1308 | 0.4318 | 0.0849 | ||||||||
An older man in a nice dress shirt with a tie over his shoulder, walking across a street in downtown. | Een oudere man in een mooi jurkshirt met een stropdas over zijn schouder, lopen over een straat in het centrum. | A man is walking across a street downtown. | Een man loopt over een straat in het centrum. | 0 | An old man is A man, and he is walking across a street downtown. | Een oude man is een man en hij loopt over een straat in het centrum. | 0.5174 | 0.1101 | 0.6363 | 0.1384 | 0.1896 | 0.097 | ||||||||
Two women with colorful hats sit in a field. | Twee vrouwen met kleurrijke hoeden zitten in een veld. | The women are friends. | De vrouwen zijn vrienden. | 1 | Sentence 1 is missing women are friends | Wraak 1 is vermist vrouwen zijn vrienden | 0.7171 | 0.1265 | 0.8513 | 0.1054 | 0.0 | 0.0628 | ||||||||
Two women with colorful hats sit in a field. | Twee vrouwen met kleurrijke hoeden zitten in een veld. | Two women are sitting. | Er zitten twee vrouwen. | 0 | Two women sit in a field is the a form of sitting. | Twee vrouwen zitten in een veld is de vorm van zitten. | 0.7166 | 0.1264 | 0.7293 | 0.11 | 0.0 | 0.0821 | ||||||||
Two women with colorful hats sit in a field. | Twee vrouwen met kleurrijke hoeden zitten in een veld. | The women are standing. | De vrouwen staan. | 2 | The women can not be sitting and standing at the same time. | De vrouwen kunnen niet tegelijkertijd zitten en staan. | 0.717 | 0.1264 | 0.3449 | 0.1235 | 0.7697 | 0.1371 | ||||||||
A man in a suit is holding a frying pan. | Een man in een pak heeft een koekenpan. | There is a man cooking. | Er is een man aan het koken. | 0 | Holding a frying pan is a form of cooking. | Een koekenpan vasthouden is een vorm van koken. | 0.0 | 0.1038 | 0.8226 | 0.1313 | 0.5244 | 0.1167 | ||||||||
A man in a suit is holding a frying pan. | Een man in een pak heeft een koekenpan. | The man is cooking before work. | De man kookt voor het werk. | 1 | He needs to go to work soon. | Hij moet snel naar z'n werk. | 0.0 | 0.1037 | 0.7353 | 0.1114 | 0.4646 | 0.1399 | ||||||||
A man in a suit is holding a frying pan. | Een man in een pak heeft een koekenpan. | The man is juggling. | Hij is aan het jongleren. | 2 | The man can not be holding a frying pan if he is juggling. | De man kan geen pan vasthouden als hij jongleert. | 0.0 | 0.1038 | 0.0004 | 0.1054 | 0.2186 | 0.1019 | ||||||||
A well dressed man holds a skillet in public. | Een goed geklede man heeft een koekenpan in het openbaar. | The man is cooking on the street. | De man kookt op straat. | 1 | This is out on the street. | Dit is op straat. | 0.0001 | 0.101 | 0.7219 | 0.1307 | 0.0001 | 0.1333 | ||||||||
A well dressed man holds a skillet in public. | Een goed geklede man heeft een koekenpan in het openbaar. | A man dresses well. | Een man kleedt zich goed. | 0 | A well dressed man is a rephrasing of man dresses well. | Een goed geklede man is een herformulering van de man kleedt zich goed. | 0.0001 | 0.101 | 0.7417 | 0.1167 | 0.0 | 0.0952 | ||||||||
A well dressed man holds a skillet in public. | Een goed geklede man heeft een koekenpan in het openbaar. | The man is getting on a plane. | De man stapt op een vliegtuig. | 2 | a plane is not a public area. | een vliegtuig is geen openbare ruimte. | 0.0001 | 0.101 | 0.6588 | 0.1313 | 0.5852 | 0.129 | ||||||||
A man in a gray suit and purple tie is flipping a pancake in the middle of a sidewalk. | Een man in een grijs pak en paarse stropdas flipt een pannenkoek in het midden van een stoep. | The person is flipping food. | De persoon flipt met eten. | 0 | A man is a person, and pancake is a form of food | Een man is een persoon, en pannenkoek is een vorm van voedsel | 0.0 | 0.0843 | 0.0002 | 0.0858 | 0.8106 | 0.1323 | ||||||||
A man in a gray suit and purple tie is flipping a pancake in the middle of a sidewalk. | Een man in een grijs pak en paarse stropdas flipt een pannenkoek in het midden van een stoep. | The person works for IHOP. | De persoon werkt voor IHOP. | 1 | The pancakes are from IHOP. | De pannenkoeken zijn van IHOP. | 0.0 | 0.0843 | 0.9661 | 0.1194 | 0.9816 | 0.1259 | ||||||||
A man in a gray suit and purple tie is flipping a pancake in the middle of a sidewalk. | Een man in een grijs pak en paarse stropdas flipt een pannenkoek in het midden van een stoep. | The person is wearing a yellow suit. | De persoon draagt een geel pak. | 2 | gray is not yellow. | grijs is niet geel. | 0.0 | 0.0843 | 0.789 | 0.132 | 0.8512 | 0.1316 |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.