premise_en
stringlengths
7
402
premise_nl
stringlengths
8
417
hypothesis_en
stringlengths
0
295
hypothesis_nl
stringlengths
1
308
label
int32
0
2
explanation_1_en
stringlengths
0
917
explanation_1_nl
stringlengths
3
766
explanation_2_en
stringclasses
1 value
explanation_2_nl
stringclasses
1 value
explanation_3_en
stringclasses
1 value
explanation_3_nl
stringclasses
1 value
da_premise
stringlengths
3
6
mqm_premise
stringlengths
3
7
da_hypothesis
stringlengths
3
6
mqm_hypothesis
stringlengths
3
6
da_explanation_1
stringlengths
3
6
mqm_explanation_1
stringlengths
3
7
da_explanation_2
stringclasses
1 value
mqm_explanation_2
stringclasses
1 value
da_explanation_3
stringclasses
1 value
mqm_explanation_3
stringclasses
1 value
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
A pancake seller is flipping pancakes for customers.
Een pannenkoekenverkoper flipt pannenkoeken voor klanten.
1
He is a seller of pancakes.
Hij is een pannenkoekenverkoper.
0.0
0.0327
0.146
0.0947
0.9831
0.1192
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
The man hasn't flipped pancakes for years, and is surprised he can still do it.
De man heeft al jaren geen pannenkoeken meer geflipt en is verbaasd dat hij het nog steeds kan.
1
He is surprised at his abilities.
Hij is verbaasd over zijn capaciteiten.
0.0
0.0327
0.6409
0.1044
0.79
0.1314
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
The man is in his kitchen, frying eggs on the stove.
De man is in zijn keuken, eieren bakken op het fornuis.
2
the street is not a kitchen.
De straat is geen keuken.
0.0
0.0327
0.2451
0.119
0.8093
0.1086
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
A man is cooking breakfast for others in his neighborhood.
Een man kookt ontbijt voor anderen in zijn buurt.
1
The pancake is for breakfast.
De pannenkoek is voor het ontbijt.
0.0
0.0327
0.829
0.1392
0.9058
0.1231
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
The man is going to work.
De man gaat werken.
1
He has to work.
Hij moet werken.
0.0
0.0327
0.6608
0.1337
0.5999
0.1105
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
a guy is painting a house
Een man schildert een huis.
2
you cannot be flipping a pancake and painting a house at the same time.
Je kunt niet tegelijkertijd een pannenkoek omdraaien en een huis schilderen.
0.0
0.0327
0.7023
0.1121
0.519
0.1021
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
A man is flipping a pancake.
Een man flipt een pannenkoek.
0
SOME PEOPLE FLIP PANCAKES IN MIDAIR.
Sommige mensen flippen pancakes in Midair.
0.0
0.0327
0.0
0.0775
0.0
0.0833
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
A black haired male stands on the street flipping a pankcake.
Een zwartharige man staat op straat met een pannenkoek.
0
HAIRED AND HAIR ARE THE SAME THING WHEN DESCRIBING SOMEONE.
Haar en haar zijn hetzelfde als iemand anders.
0.0
0.0327
0.2517
0.1055
0.0
0.0711
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
The man is dressed nicely.
De man is mooi gekleed.
0
DRESS PANTS ARE NICELY DRESSED.
De broek is mooi gekleed.
0.0
0.0327
0.9748
0.13
0.2005
0.0857
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
The man is pouring pancake batter all over his naked body.
De man giet pannenkoeken beslag over zijn hele naakte lichaam.
2
flipping and pouring are not the same thing.
Flippen en gieten is niet hetzelfde.
0.0
0.0327
0.938
0.1158
0.184
0.096
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
a guy is cooking pancakes for his family
een man kookt pannenkoeken voor zijn familie
1
His family is there.
Zijn familie is daar.
0.0
0.0327
0.9774
0.137
0.9658
0.1267
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
A man is cooking pancakes in his driveway.
Een man kookt pannenkoeken op zijn oprit.
0
A GARAGE IS NEXT TO A DRIVEWAY.
Een garage is naast een rijweg.
0.0
0.0327
0.9693
0.1283
0.5895
0.1341
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
A man is cooking in his kitchen while his kids watch.
Een man kookt in zijn keuken terwijl zijn kinderen toekijken.
2
a kitchen cannot be on the street.
Een keuken kan niet op straat zijn.
0.0
0.0327
0.8976
0.144
0.7466
0.1291
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
a guy is cooking pancakes by his garage
Een man kookt pannenkoeken bij zijn garage.
0
BEING IN FRONT OF SOMETHING MAKES YOU BY IT.
Voor iets staan maakt je er iets van.
0.0
0.0327
0.8956
0.1164
0.0
0.1086
A white man with black hair dressed nicely in gray dress pants, blazer and purple tie stands on the street in front of a garage flipping a pancake which is captured in midair.
Een witte man met zwart haar mooi gekleed in grijze jurk broek, blazer en paarse stropdas staat op de straat voor een garage flipping een pannenkoek die is gevangen in de lucht.
THe dark haired man is chasing lions off his lawn.
De donkere behaarde man jaagt leeuwen van zijn gazon.
2
you cannot be flipping a pancake and chasing someone at the same time.
Je kunt niet tegelijkertijd een pannenkoek omdraaien en iemand achtervolgen.
0.0
0.0327
0.4702
0.1053
0.2273
0.0866
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A well dressed man is standing in front of a garage door.
Een goed geklede man staat voor een garagedeur.
0
A GARAGE-TYPE DOOR IS THE SAME AS A DOOR.
Een garagedeur is hetzelfde als een deur.
0.0
0.0234
0.4912
0.1308
0.0006
0.1221
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A man stands in front of a garage waiting for it to be open.
Een man staat voor een garage te wachten tot hij open is.
1
He is waiting.
Hij wacht.
0.0
0.0234
0.0134
0.1269
0.3109
0.1124
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A man is running a marathon.
Een man loopt een marathon.
2
you can either be running or holding something but not both.
Je kunt vluchten of iets vasthouden, maar niet allebei.
0.0
0.0234
0.9052
0.137
0.0394
0.1032
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
The gentleman is happily standing on the sidewalk.
De heer staat gelukkig op de stoep.
1
gentleman is happy
Meneer is gelukkig
0.0
0.0234
0.3079
0.1131
0.9733
0.1174
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A woman is cooking in the kitchen.
Een vrouw kookt in de keuken.
2
a woman is not a gentleman.
Een vrouw is geen heer.
0.0
0.0234
0.9842
0.1447
0.5958
0.1206
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A man is holding a frying pan.
Een man houdt een pan vast.
0
HE IS HOLDING FRYING PAN TO COOK.
Hij is pannenkoek aan het bakken.
0.0
0.0234
0.2964
0.1152
0.0
0.1009
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
The man is at church.
De man is in de kerk.
2
a church is not a sidewalk.
Een kerk is geen stoep.
0.0
0.0234
0.0002
0.1191
0.689
0.1298
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
This is a woman wearing a red jacket standing in front of a garage door.
Dit is een vrouw met een rood jasje voor een garagedeur.
2
There is a gentleman in a gray jacket standing in front of a garage door, not a woman in a red jacket.
Er staat een heer in een grijze jas voor een garagedeur, geen vrouw in een rood jasje.
0.0
0.0234
0.2816
0.1093
0.6077
0.1249
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A man is holding a boombox
Een man houdt een boombox vast
2
The gentleman is holding a frying pan, not a boombox.
De heer houdt een koekenpan vast, geen boombox.
0.0
0.0234
0.4158
0.1261
0.0001
0.0966
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A well dressed man is looking through items at a garage sale and is buying a frying pan.
Een goed geklede man kijkt door artikelen bij een garageverkoop en koopt een koekenpan.
1
dressed man is
Gekleed is de man
0.0
0.0234
0.2547
0.1039
0.0
0.0651
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A man is about to cook breakfast.
Een man staat op het punt ontbijt te maken.
1
about to run
Over te gaan lopen
0.0
0.0234
0.6344
0.1478
0.0
0.0873
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A man is trying to get the attention of people in a garage.
Een man probeert de aandacht van mensen in een garage te krijgen.
1
man is up
man is boven
0.0
0.0234
0.7294
0.1115
0.2565
0.0838
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A man is standing outside.
Er staat een man buiten.
0
BEING IN FRONT OF A GARAGE MEANS YOU ARE OUTSIDE.
Voor een garage staan betekent dat je buiten bent.
0.0
0.0234
0.3202
0.1306
0.0
0.1146
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
The gentleman is standing in front of a garage door.
De heer staat voor een garagedeur.
0
HE IS STANDING.
Hij staat op.
0.0
0.0234
0.0001
0.1292
0.0071
0.1197
This is a well-dressed dark-haired gentleman wearing a gray suit jacket, gray trousers, black sweater and lavender tie with a mustache and goatee holding a frying pan, standing on the sidewalk in front of a roll-open garage-type door.
Dit is een goed geklede donkerharige gentleman met een grijs jasje, grijze broek, zwarte trui en lavendel stropdas met een snor en sik met een koekenpan, staand op de stoep voor een roll-open garage-type deur.
A man stands in front of a garage.
Een man staat voor een garage.
0
A GARAGE HAS A GARAGE-TYPE DOOR.
Een garage heeft een garagedeur.
0.0
0.0234
0.1699
0.122
0.2874
0.1228
A young man and woman interact with an elderly woman in a wheelchair.
Een jonge man en vrouw communiceren met een oudere vrouw in een rolstoel.
A man and women are talking to an elderly women about life
Een man en vrouw praten met een oudere vrouw over het leven
1
man and guy
man en man
0.6821
0.1109
0.7385
0.1192
0.0001
0.0645
A young man and woman interact with an elderly woman in a wheelchair.
Een jonge man en vrouw communiceren met een oudere vrouw in een rolstoel.
A man and women are talking to an elderly women
Een man en vrouw praten met een oudere vrouw
0
Talking is a way to interact.
Praten is een manier om te communiceren.
0.6821
0.1109
0.6645
0.1069
0.8657
0.1492
A young man and woman interact with an elderly woman in a wheelchair.
Een jonge man en vrouw communiceren met een oudere vrouw in een rolstoel.
A man and women are not talking to an elderly women
Een man en vrouw praten niet met een oudere vrouw
2
The man and woman are talking to an elderly woman, not the opposite.
De man en vrouw praten met een oudere vrouw, niet het tegenovergestelde.
0.6821
0.1109
0.5402
0.1057
0.6405
0.1028
Two teenagers interacting with the elder population.
Twee tieners interageren met de oudere bevolking.
Some kids and old people.
Sommige kinderen en oude mensen.
0
Two teenagers are some kids. Old people are a part of an elder population.
Twee tieners zijn kinderen, oude mensen maken deel uit van een oudere bevolking.
0.4784
0.1136
0.8104
0.0886
0.8679
0.1009
Two teenagers interacting with the elder population.
Twee tieners interageren met de oudere bevolking.
Some kids read to old people.
Sommige kinderen lezen oude mensen voor.
1
some read it
Sommigen lezen het
0.4793
0.1136
0.285
0.0941
0.0026
0.1084
Two teenagers interacting with the elder population.
Twee tieners interageren met de oudere bevolking.
Some middle aged people sit alone.
Sommige mensen van middelbare leeftijd zitten alleen.
2
There are teenagers with a population, not middle aged people who are alone.
Er zijn tieners met een bevolking, niet middelbare ouderen die alleen zijn.
0.4805
0.1135
0.6484
0.1399
0.4676
0.1094
A man wearing a dark shirt and a girl wearing a dark tank top are standing next to an elderly lady seated in a wheelchair.
Een man met een donker shirt en een meisje met een donkere tanktop staan naast een oudere dame in een rolstoel.
A family is spending the day together
Een gezin brengt de dag samen door
1
family is up
Familie is omhoog
0.6589
0.1168
0.9493
0.148
0.0
0.0714
A man wearing a dark shirt and a girl wearing a dark tank top are standing next to an elderly lady seated in a wheelchair.
Een man met een donker shirt en een meisje met een donkere tanktop staan naast een oudere dame in een rolstoel.
A man is wearing a light shirt
Een man draagt een licht hemd.
2
The man is wearing a dark shirt, not a light shirt.
Hij draagt een donker shirt, geen licht shirt.
0.6589
0.1168
0.4547
0.128
0.4849
0.1201
A man wearing a dark shirt and a girl wearing a dark tank top are standing next to an elderly lady seated in a wheelchair.
Een man met een donker shirt en een meisje met een donkere tanktop staan naast een oudere dame in een rolstoel.
A man is wearing a dark shirt
Een man draagt een donker hemd.
0
There is both a man wearing a dark shirt.
Er is een man met een donker shirt aan.
0.6587
0.1169
0.3089
0.1329
0.471
0.1244
2 people stand up wearing black at an old persons home, while some onlookers sit in wheelchairs nearby.
2 mensen staan op zwart dragend bij een bejaardenhuis, terwijl sommige toeschouwers in rolstoelen in de buurt zitten.
Some people are sitting while others are standing
Sommige mensen zitten terwijl anderen staan
0
the wheelchairs are what the people are sitting in. Others signifies more than one, so two are standing.
de rolstoelen zijn waar de mensen in zitten. Anderen betekenen meer dan één, dus er staan er twee.
0.1117
0.0816
0.7312
0.1413
0.2899
0.0839
2 people stand up wearing black at an old persons home, while some onlookers sit in wheelchairs nearby.
2 mensen staan op zwart dragend bij een bejaardenhuis, terwijl sommige toeschouwers in rolstoelen in de buurt zitten.
At the elementary school the people were waiting for lunch
Op de basisschool wachtten ze op de lunch.
2
One cannot be at an old persons home and at the elementary school simultaneously.
Men kan niet tegelijkertijd in een bejaardentehuis en op de basisschool zijn.
0.1117
0.0816
0.3506
0.1326
0.6329
0.1314
2 people stand up wearing black at an old persons home, while some onlookers sit in wheelchairs nearby.
2 mensen staan op zwart dragend bij een bejaardenhuis, terwijl sommige toeschouwers in rolstoelen in de buurt zitten.
The people in the wheelchairs were waiting for the entertainers to being
De mensen in de rolstoelen wachtten tot de entertainers
1
Standing and sitting does not imply waiting for entertainers.
Staan en zitten betekent niet wachten op entertainers.
0.1117
0.0816
0.0
0.0856
0.1634
0.0943
A heavyset man is standing next to a building.
Een zwaarbezet man staat naast een gebouw.
The man is overweight.
De man is overgewicht.
0
The man is described as heavyset, a synonym for overweight.
De man wordt omschreven als heavyset, een synoniem voor overgewicht.
0.3367
0.0972
0.7389
0.1147
0.0001
0.0771
A heavyset man is standing next to a building.
Een zwaarbezet man staat naast een gebouw.
The man is skinny.
De man is mager.
2
A man can't be heavyset and skinny at the same time.
Een man kan niet tegelijkertijd zwaar en mager zijn.
0.3358
0.0973
0.5456
0.1112
0.1685
0.0945
A heavyset man is standing next to a building.
Een zwaarbezet man staat naast een gebouw.
The man works in the building.
De man werkt in het gebouw.
1
Standing next to a building does not imply that a man works in it.
Naast een gebouw staan betekent niet dat een man erin werkt.
0.3375
0.0972
0.7466
0.1157
0.3611
0.1281
A man is standing and talking to another man who is kneeling over some cables.
Een man staat en praat met een andere man die knielt over wat kabels.
The man is an electrican.
De man is een elektricien.
1
man is now
De mens is nu
0.1079
0.0953
0.993
0.138
0.2596
0.1025
A man is standing and talking to another man who is kneeling over some cables.
Een man staat en praat met een andere man die knielt over wat kabels.
The man is near the other man.
De man is bij de andere man.
0
A man standing to another man is near the other man.
Een man die tegenover een andere man staat, is bij de andere man.
0.1092
0.0953
0.0
0.105
0.0
0.0892
A man is standing and talking to another man who is kneeling over some cables.
Een man staat en praat met een andere man die knielt over wat kabels.
The man is praying in the church.
De man bidt in de kerk.
2
The man is talking to someone, not praying at church.
De man praat met iemand, niet bidden in de kerk.
0.1092
0.0953
0.1972
0.1353
0.2407
0.1024
a little brown dog stands on his hind legs with a red toy in its mouth.
een kleine bruine hond staat op zijn achterpoten met een rood speelgoed in zijn mond.
A dog stands with a toy in its mouth.
Een hond staat met een speelgoed in zijn mond.
0
Both dogs has a toy in its mouth.
Beide honden hebben een speelgoed in hun mond.
0.4669
0.1242
0.4688
0.1256
0.5743
0.1217
a little brown dog stands on his hind legs with a red toy in its mouth.
een kleine bruine hond staat op zijn achterpoten met een rood speelgoed in zijn mond.
A dog is taking a nap.
Een hond doet een dutje.
2
The dog is standing on its hind legs, not taking a nap.
De hond staat op zijn achterpoten en doet geen dutje.
0.4669
0.1242
0.0002
0.1299
0.364
0.1199
a little brown dog stands on his hind legs with a red toy in its mouth.
een kleine bruine hond staat op zijn achterpoten met een rood speelgoed in zijn mond.
A dog stands with its favorite toy in its mouth.
Een hond staat met zijn favoriete speelgoed in zijn mond.
1
dog stands up
hond staat op
0.4669
0.1242
0.2899
0.1155
0.0
0.1061
A man in a black shirt about to blow out candles on a cake, one of the candles looking like a flare.
Een man in een zwart shirt die op het punt staat kaarsen uit te blazen op een taart, één van de kaarsen ziet eruit als een lichtkogel.
A man in a black shirt about to blow out candles on a chocolate cake, one of the candles looking like a flare.
Een man in een zwart shirt die op het punt staat kaarsen uit te blazen op een chocoladetaart, één van de kaarsen ziet eruit als een lichtkogel.
1
man in new
man in nieuw
0.5385
0.0969
0.5505
0.0962
0.0
0.0601
A man in a black shirt about to blow out candles on a cake, one of the candles looking like a flare.
Een man in een zwart shirt die op het punt staat kaarsen uit te blazen op een taart, één van de kaarsen ziet eruit als een lichtkogel.
A person has a cake.
Iemand heeft een taart.
0
A man is a person.
Een man is een mens.
0.5388
0.097
0.1874
0.1059
0.9353
0.1326
A man in a black shirt about to blow out candles on a cake, one of the candles looking like a flare.
Een man in een zwart shirt die op het punt staat kaarsen uit te blazen op een taart, één van de kaarsen ziet eruit als een lichtkogel.
A man is baking a cake for his customer at the bakery.
Een man bakt een taart voor zijn klant in de bakkerij.
2
The man is about to blow out candles on a cake, not bake a cake.
De man staat op het punt kaarsen uit te blazen op een taart, niet een taart bakken.
0.5391
0.097
0.9551
0.1255
0.3919
0.0951
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
There is a person next to a cake
Er is een persoon naast een taart
0
A man is a person, and the man would need to be next to a cake as he prepares for blowing out the candles on his cake.
Een man is een persoon, en de man zou naast een taart moeten zijn als hij zich voorbereidt om de kaarsen uit zijn taart te blazen.
0.7091
0.1144
0.143
0.1106
0.2851
0.0927
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
A man is sleeping.
Een man slaapt.
2
The man can't be sleeping while prepares to celebrate.
De man kan niet slapen terwijl hij zich voorbereidt om te vieren.
0.7089
0.1144
0.6994
0.1271
0.659
0.1144
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
A great man preparing
Een groot man die zich voorbereidt
1
Just because a man prepares to celebrate his birthday, it doesn't mean that the man is great.
Omdat een man zich voorbereidt om zijn verjaardag te vieren, betekent het niet dat de man geweldig is.
0.7091
0.1144
0.0674
0.1037
0.5635
0.1111
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
A man watches the sunset on the beach
Een man bekijkt de zonsondergang op het strand
2
The man either prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake or he watches the sunset on the beach
De man bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit te blazen op zijn taart of hij kijkt naar de zonsondergang op het strand
0.7091
0.1145
0.6873
0.1514
0.4694
0.1131
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
A man is celebrating the day of his birth.
Een man viert de dag van zijn geboorte.
0
The man can wear black and blowing out the candles is how is celebrates his birthday.
De man kan zwart dragen en de kaarsen uitblazen is hoe hij zijn verjaardag viert.
0.7091
0.1145
0.9717
0.1308
0.3684
0.0993
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
Man wearing a big birthday hat stands next to his birthday cake
Man met een grote verjaardagshoed staat naast zijn verjaardagstaart
1
Celebrating a birthday does not imply wearing a big birthday hat.
Een verjaardag vieren betekent niet dat je een grote verjaardagsmuts draagt.
0.7091
0.1145
0.5853
0.0973
0.5939
0.1228
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
Man blows out cake candles
Man blaast cake kaarsjes uit
0
Both man are blowing out the candles on a cake.
Beide mannen blazen de kaarsen uit op een taart.
0.7092
0.1144
0.0
0.1023
0.7204
0.1082
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
It's a woman's birthday.
Het is de verjaardag van een vrouw.
2
It's a man's birthday, not a woman's birthday.
Het is de verjaardag van een man, niet van een vrouw.
0.7092
0.1144
0.7672
0.1334
0.7459
0.1354
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
It's a man's birthday.
Het is een mannen verjaardag.
0
A man is blowing out the candles on a cake because it is his birthday.
Een man blaast de kaarsen uit op een taart omdat het zijn verjaardag is.
0.7106
0.1146
0.34
0.1172
0.8554
0.1204
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
Woman blows out cake candles
Vrouw blaast cake kaarsen uit
2
A man blows out the candles, not a woman.
Een man blaast de kaarsen uit, geen vrouw.
0.7106
0.1146
0.0001
0.0792
0.8352
0.1257
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
A man is getting ready to eat some cake.
Een man maakt zich klaar om taart te eten.
1
Not everyone likes cake, not everyone can eat cake.
Niet iedereen houdt van taart, niet iedereen kan taart eten
0.7106
0.1146
0.7676
0.1222
0.9559
0.1272
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
People are singing happy birthday.
Mensen zingen gefeliciteerd.
1
They may have already sung happy birthday or just may not be singing.
Ze kunnen al gefeliciteerd hebben of gewoon niet zingen.
0.7106
0.1146
0.225
0.118
0.2118
0.0932
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
A person preparing
Een persoon die zich voorbereid
0
A man is a person.
Een man is een mens.
0.7106
0.1146
0.0037
0.1236
0.9353
0.1326
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
A bird is drinking old milk from a pond.
Een vogel drinkt oude melk uit een vijver.
2
A man is not a bird. One cannot drink milk while blowing out candles.
Je kunt geen melk drinken terwijl je kaarsen uitblaast.
0.7106
0.1146
0.9301
0.1479
0.688
0.1336
Man in black prepares to celebrate his birthday by blowing out the candles on his cake.
De man in het zwart bereidt zich voor om zijn verjaardag te vieren door de kaarsen uit zijn taart te blazen.
Man just celebrated his birthday
Man heeft net zijn verjaardag gevierd.
1
The man is still celebrating it and has not celebrated.
De man viert het nog steeds en heeft het niet gevierd.
0.7106
0.1146
0.7896
0.1201
0.4114
0.0932
Two men are sitting at a table in front of decorated birthday cake with rosebuds, candles, and a large light.
Twee mannen zitten aan een tafel voor de versierde verjaardagstaart met rozenknoppen, kaarsen en een groot licht.
There is a birthday cake on the table.
Er ligt een verjaardagstaart op tafel.
0
A birthday cake is usually placed on a table.
Een verjaardagstaart wordt meestal op tafel gelegd.
0.6131
0.0995
0.9733
0.1446
0.9051
0.1304
Two men are sitting at a table in front of decorated birthday cake with rosebuds, candles, and a large light.
Twee mannen zitten aan een tafel voor de versierde verjaardagstaart met rozenknoppen, kaarsen en een groot licht.
The men are standing in the kitchen.
De mannen staan in de keuken.
2
The men cannot be sitting if they are standing.
De mannen kunnen niet zitten als ze staan.
0.6131
0.0995
0.7698
0.1312
0.4653
0.1137
Two men are sitting at a table in front of decorated birthday cake with rosebuds, candles, and a large light.
Twee mannen zitten aan een tafel voor de versierde verjaardagstaart met rozenknoppen, kaarsen en een groot licht.
The birthday cake says "Happy 40th Birthday!"
Op de verjaardagstaart staat: "Gefeliciteerd met je 40e verjaardag."
1
The cake doesn't need to say anything or it could says something different.
De taart hoeft niets te zeggen of het kan iets anders zeggen.
0.6133
0.0995
0.9496
0.1318
0.4487
0.1115
A cake with five regular candles and one tall, spark shooting candle is on a table in front of two men.
Een taart met vijf gewone kaarsen en een grote, vonkschietende kaars ligt op een tafel voor twee mannen.
A set of conjoined twins celebrate their birthday in complete darkness.
Een stel samengekomen tweelingen vieren hun verjaardag in complete duisternis.
2
Two men are not the same as conjoined twins. There would not be complete darkness if there were five regular candles and one shooting candle.
Twee mannen zijn niet hetzelfde als een tweeling. Er zou geen complete duisternis zijn als er vijf gewone kaarsen en een schietkaars waren.
0.6402
0.0906
0.549
0.1272
0.3656
0.1133
A cake with five regular candles and one tall, spark shooting candle is on a table in front of two men.
Een taart met vijf gewone kaarsen en een grote, vonkschietende kaars ligt op een tafel voor twee mannen.
A decorated cake emits light.
Een versierde taart straalt licht uit.
0
A cake with five regular candles is decorated cake and spark means it emits light.
Een taart met vijf gewone kaarsen is versierd taart en vonk betekent dat het licht uitstraalt.
0.6402
0.0906
0.8921
0.1303
0.0012
0.074
A cake with five regular candles and one tall, spark shooting candle is on a table in front of two men.
Een taart met vijf gewone kaarsen en een grote, vonkschietende kaars ligt op een tafel voor twee mannen.
A set of twins celebrate their birthday.
Een tweeling viert hun verjaardag.
1
Not all men are twins.
Niet alle mannen zijn tweelingen.
0.6402
0.0906
0.8705
0.1163
0.7789
0.1191
An elderly man enjoys the view under an umbrella to prevent the sun rays.
Een oudere man geniet van het uitzicht onder een paraplu om zonnestralen te voorkomen.
The man is tired
Hij is moe.
1
Being elderly doesn't make you always tired.
Ouder zijn maakt je niet altijd moe.
0.7332
0.131
0.3251
0.1057
0.7711
0.1126
An elderly man enjoys the view under an umbrella to prevent the sun rays.
Een oudere man geniet van het uitzicht onder een paraplu om zonnestralen te voorkomen.
The man is angry
Hij is boos.
2
A man would not be angry if he enjoys the view.
Een man zou niet boos zijn als hij geniet van het uitzicht.
0.7337
0.131
0.9402
0.1118
0.7017
0.1155
An elderly man enjoys the view under an umbrella to prevent the sun rays.
Een oudere man geniet van het uitzicht onder een paraplu om zonnestralen te voorkomen.
A man has an umbrella
Een man heeft een paraplu.
0
An elderly man is a man. He used an umbrella to prevent the sun rays, which means he has an umbrella.
Een oudere man heeft een paraplu gebruikt om zonnestralen te voorkomen, wat betekent dat hij een paraplu heeft.
0.7337
0.131
0.9846
0.137
0.5121
0.1116
The man has a cake decorated with indoor fireworks.
De man heeft een taart versierd met binnen vuurwerk.
The man hopes to surprise people with the fireworks.
De man wil mensen verrassen met het vuurwerk.
1
The fireworks may be for decoration rather than to surprise.
Het vuurwerk kan eerder voor decoratie dan om te verrassen.
0.2134
0.0869
0.4265
0.1125
0.6079
0.1008
The man has a cake decorated with indoor fireworks.
De man heeft een taart versierd met binnen vuurwerk.
The man has put fireworks in a decorated cake.
De man heeft vuurwerk in een gedecoreerde taart gedaan.
0
cake decorated is decorated cake and indoor fireworks is fireworks.
taart gedecoreerd is gedecoreerd taart en binnen vuurwerk is vuurwerk.
0.213
0.0869
0.2598
0.1025
0.0
0.0592
The man has a cake decorated with indoor fireworks.
De man heeft een taart versierd met binnen vuurwerk.
The cake was very delicious.
De taart was erg lekker.
2
If the cake was delicious the man would no longer have it.
Als de taart heerlijk was, zou de man hem niet meer hebben.
0.2135
0.0869
0.8963
0.1339
0.6036
0.0869
A long line waits eagerly to get into a closed tent.
Een lange rij wacht met spanning om in een gesloten tent te komen.
There is a long line at a tent
Er is een lange lijn bij een tent
0
Closed tent is a tent.
Gesloten tent is een tent.
0.5121
0.119
0.0
0.1131
0.2232
0.1097
A long line waits eagerly to get into a closed tent.
Een lange rij wacht met spanning om in een gesloten tent te komen.
There is nobody in line
Er is niemand in de rij
2
The line would not be long if there were nobody in it.
De lijn zou niet lang zijn als er niemand in zat.
0.5121
0.119
0.3478
0.1219
0.5225
0.1146
A long line waits eagerly to get into a closed tent.
Een lange rij wacht met spanning om in een gesloten tent te komen.
The tent is at a concert
De tent is bij een concert
1
The tent could be anywhere, not just at a concert.
De tent kan overal zijn, niet alleen bij een concert.
0.5124
0.119
0.7003
0.1142
0.7761
0.1315
A crowd is gathered behind the fence near a blue tent.
Achter het hek bij een blauwe tent staat een menigte.
group of people sitting beside a campfire
groep mensen die naast een kampvuur zitten
2
If the people were sitting beside a campfire they would not be gathered behind the fence.
Als de mensen naast een kampvuur zaten, zouden ze niet achter het hek verzameld worden.
0.5738
0.1266
0.6207
0.1418
0.4328
0.1206
A crowd is gathered behind the fence near a blue tent.
Achter het hek bij een blauwe tent staat een menigte.
people gathered beside a blue tent
mensen verzameld naast een blauwe tent
0
A crowd is people. Also, near a blue tent is beside a blue tent
Een menigte is mensen. Ook, vlakbij een blauwe tent is naast een blauwe tent
0.5736
0.1266
0.634
0.1325
0.0
0.0747
A crowd is gathered behind the fence near a blue tent.
Achter het hek bij een blauwe tent staat een menigte.
group of people meeting behind the fence
groep mensen die elkaar achter het hek ontmoeten
1
Being behind a fence doesn't mean they're meeting there.
Achter een hek zitten betekent niet dat ze daar afspreken.
0.5747
0.1266
0.4707
0.1327
0.3725
0.1395
A crowd of people are in front of a tent that is closed.
Een menigte mensen staan voor een gesloten tent.
The media is waiting outside the medical tent for updates.
De media wacht buiten de medische tent op updates
1
Not all tents are medical tents.
Niet alle tenten zijn medische tenten.
0.5397
0.1456
0.4448
0.1184
0.8648
0.1296
A crowd of people are in front of a tent that is closed.
Een menigte mensen staan voor een gesloten tent.
Mice are running away from the cat.
Muizen lopen weg van de kat.
2
People are not mice.
Mensen zijn geen muizen.
0.5397
0.1456
0.3345
0.1136
0.946
0.1403
A crowd of people are in front of a tent that is closed.
Een menigte mensen staan voor een gesloten tent.
People are waiting.
De mensen wachten.
1
Sentence 1 is missing people are waiting
Verdachtheid 1 is vermist mensen wachten
0.5397
0.1456
0.6926
0.1321
0.0
0.08
A line of people is forming in front of a tent that appears to be closed to the public.
Een lijn van mensen vormt zich voor een tent die lijkt te zijn gesloten voor het publiek.
People standing in line waiting to enter the circus in the orange tent.
Mensen die in de rij staan wachten om het circus in de oranje tent te betreden.
1
Not all tents are circus tents and all tents are not orange.
Niet alle tenten zijn circustenten en alle tenten zijn niet oranje.
0.417
0.1286
0.5213
0.1244
0.1923
0.1202
A line of people is forming in front of a tent that appears to be closed to the public.
Een lijn van mensen vormt zich voor een tent die lijkt te zijn gesloten voor het publiek.
People are standing in line.
Mensen staan in de rij.
0
People are usually standing when they form a line.
Mensen staan meestal als ze een lijn vormen.
0.417
0.1286
0.7369
0.1318
0.1931
0.1205
A line of people is forming in front of a tent that appears to be closed to the public.
Een lijn van mensen vormt zich voor een tent die lijkt te zijn gesloten voor het publiek.
People are sitting in a circle.
Mensen zitten in een cirkel.
2
People are either sitting in a circle or form a line in front of a tent.
Mensen zitten in een cirkel of vormen een lijn voor een tent.
0.417
0.1286
0.234
0.1292
0.2464
0.1178
a group of people, restrained by fencing, wait at the entrance to a tent; there are signs at the entrance that read' tent closed'.
Een groep mensen, omringd door omheining, wacht bij de ingang van een tent; er zijn borden bij de ingang die de tent lezen gesloten'.
Some people are getting ready to go swimming.
Sommige mensen gaan zwemmen.
2
The people would not wait at the entrance to a closed tent if they were getting ready to go swimming.
De mensen zouden niet wachten bij de ingang van een gesloten tent als ze klaar waren om te gaan zwemmen.
0.2611
0.1012
0.2038
0.1179
0.4802
0.1168
a group of people, restrained by fencing, wait at the entrance to a tent; there are signs at the entrance that read' tent closed'.
Een groep mensen, omringd door omheining, wacht bij de ingang van een tent; er zijn borden bij de ingang die de tent lezen gesloten'.
Some people are trying to get into a tent for medical supplies.
Sommige mensen proberen in een tent te komen voor medische voorraden.
1
Not all tents contain medical supplies.
Niet alle tenten bevatten medische voorraden.
0.2611
0.1012
0.441
0.1073
0.7511
0.1259
a group of people, restrained by fencing, wait at the entrance to a tent; there are signs at the entrance that read' tent closed'.
Een groep mensen, omringd door omheining, wacht bij de ingang van een tent; er zijn borden bij de ingang die de tent lezen gesloten'.
Some people are behind a fence.
Sommige mensen zitten achter een hek.
0
A group of people is some people and entrance to a tent is behind a fence.
Een groep mensen is sommige mensen en de ingang van een tent is achter een hek.
0.2605
0.1012
0.8235
0.1417
0.17
0.0903
The woman in the green skirt is walking a path through the park.
De vrouw in de groene rok loopt een pad door het park.
The woman walks through a crowded park.
De vrouw loopt door een druk park.
1
park doesn't always mean crowded
park betekent niet altijd druk
0.6068
0.1259
0.5125
0.1247
0.0001
0.1155
The woman in the green skirt is walking a path through the park.
De vrouw in de groene rok loopt een pad door het park.
The woman walks through the park.
De vrouw loopt door het park.
0
A woman in the green skirt is a woman
Een vrouw in de groene rok is een vrouw
0.6074
0.126
0.7644
0.127
0.8733
0.1203
The woman in the green skirt is walking a path through the park.
De vrouw in de groene rok loopt een pad door het park.
The woman walks through the zoo.
De vrouw loopt door de dierentuin.
2
The woman could not be walking through the park and the zoo simultaneously.
De vrouw kon niet tegelijkertijd door het park en de dierentuin lopen.
0.6074
0.126
0.7742
0.123
0.7626
0.1228
A woman with a large bag walks down the sidewalk.
Een vrouw met een grote tas loopt over de stoep.
Woman with empty hands lays down on the sidewalk.
Een vrouw met lege handen ligt op de stoep.
2
This woman cannot be carrying a large bag and also have empty hands. She also cannot be walking on the sidewalk and laying down at the same time.
Deze vrouw kan geen grote tas dragen en heeft ook lege handen. Ze kan ook niet op de stoep lopen en tegelijkertijd liggen.
0.4634
0.1233
0.6742
0.1284
0.4135
0.1086