premise_en
stringlengths
7
402
premise_nl
stringlengths
8
417
hypothesis_en
stringlengths
0
295
hypothesis_nl
stringlengths
1
308
label
int32
0
2
explanation_1_en
stringlengths
0
917
explanation_1_nl
stringlengths
3
766
explanation_2_en
stringclasses
1 value
explanation_2_nl
stringclasses
1 value
explanation_3_en
stringclasses
1 value
explanation_3_nl
stringclasses
1 value
da_premise
stringlengths
3
6
mqm_premise
stringlengths
3
7
da_hypothesis
stringlengths
3
6
mqm_hypothesis
stringlengths
3
6
da_explanation_1
stringlengths
3
6
mqm_explanation_1
stringlengths
3
7
da_explanation_2
stringclasses
1 value
mqm_explanation_2
stringclasses
1 value
da_explanation_3
stringclasses
1 value
mqm_explanation_3
stringclasses
1 value
A man in orange shorts sits on some steps in front of a big blue door.
Een man in oranje broek zit op een trap voor een grote blauwe deur.
A man in shorts sits on some steps.
Een man in korte broek zit op een paar treden.
0
a man in orange shorts refers to a man in shorts.
Een man in oranje short verwijst naar een man in korte broek.
0.4903
0.1236
0.0322
0.1103
0.4455
0.12
A man is sitting on steps with his legs crossed with a green scarf.
Een man zit op treden met zijn benen gekruist met een groene sjaal.
A man sitting on steps waiting for a cab.
Een man op de trap die wacht op een taxi.
1
Sitting on steps does not necessarily mean waiting for a cab.
Op treden zitten betekent niet noodzakelijkerwijs wachten op een taxi.
0.5164
0.1155
0.3285
0.1099
0.3958
0.112
A man is sitting on steps with his legs crossed with a green scarf.
Een man zit op treden met zijn benen gekruist met een groene sjaal.
A man standing on steps with a red scarf.
Een man op de trap met een rode sjaal.
2
The man cannot be sitting and standing at the same time and green is a different color than red.
De man kan niet tegelijkertijd zitten en staan en groen is een andere kleur dan rood.
0.5164
0.1155
0.527
0.1109
0.5452
0.1292
A man is sitting on steps with his legs crossed with a green scarf.
Een man zit op treden met zijn benen gekruist met een groene sjaal.
A person sitting on steps.
Een persoon die op de trap zit.
0
a man is a person.
Een man is een mens.
0.5164
0.1155
0.1343
0.1109
0.9019
0.1297
A black man is pulling a blue shirt while distracted.
Een zwarte man trekt een blauw shirt terwijl hij afgeleid is.
The man is touching a shirt.
De man raakt een hemd aan.
0
a black man refers to the man.
Een zwarte man verwijst naar de man.
0.2231
0.0821
0.0
0.1013
0.2179
0.0842
A black man is pulling a blue shirt while distracted.
Een zwarte man trekt een blauw shirt terwijl hij afgeleid is.
The man is completely focused on what he is doing and not distracted in any way.
De man is volledig gefocust op wat hij doet en niet afgeleid op geen enkele manier.
2
If someone is distracted then they cannot be not distracted.
Als iemand afgeleid is dan kunnen ze niet afgeleid worden.
0.223
0.0821
0.6307
0.1194
0.2416
0.1062
A black man is pulling a blue shirt while distracted.
Een zwarte man trekt een blauw shirt terwijl hij afgeleid is.
The man is distracted by a moving car.
De man wordt afgeleid door een rijdende auto.
1
No way to know that he is distracted by a moving car.
Hij wordt niet afgeleid door een rijdende auto.
0.223
0.0821
0.4992
0.1124
0.2292
0.1011
a man sitting on steps with headphones and sandals
een man zit op trappen met koptelefoon en sandalen
A man is sitting down on stairs.
Er zit een man op de trap.
0
Sitting on steps is a paraphrase of sitting down on stairs.
Op de trap zitten is een parafrase van zitten op de trap.
0.0922
0.1293
0.3445
0.1176
0.0001
0.1021
a man sitting on steps with headphones and sandals
een man zit op trappen met koptelefoon en sandalen
The man is standing on the steps.
De man staat op de trap.
2
A man can be either sitting or standing on the steps.
Een man kan zitten of op de trap staan.
0.089
0.1292
0.4187
0.1281
0.4979
0.1184
a man sitting on steps with headphones and sandals
een man zit op trappen met koptelefoon en sandalen
The main is listening to music with his headphones.
Het belangrijkste is het luisteren naar muziek met zijn koptelefoon.
1
There is no reason to believe the man is listening to music.
Er is geen reden om te geloven dat de man naar muziek luistert.
0.089
0.1292
0.8742
0.129
0.6304
0.1357
Man in business suite leaning on lion statue.
Man in business suite leunend op leeuwenbeeld.
The man is dressed for business.
De man is gekleed voor zaken.
0
in business suite is a rephrasing of dressed for bussiness.
in business suite is een herformulering van gekleed voor bussiness.
0.0004
0.0934
0.5896
0.1149
0.0
0.0882
Man in business suite leaning on lion statue.
Man in business suite leunend op leeuwenbeeld.
This tycoon just paid all his taxes, reduced his salary, and gave the custodian a raise.
Deze magnaat betaalde net al zijn belastingen, verlaagde zijn salaris, en gaf de conciërge opslag.
2
If the man is leaning on a lion statue, then the is not paying all his taxes, reducing his salary, and giving his custodian a raise.
Als de man leunt op een leeuw standbeeld, dan is het niet betalen van al zijn belastingen, het verlagen van zijn salaris, en het geven van zijn bewaarder een opslag.
0.0004
0.0934
0.2158
0.1077
0.0
0.0644
Man in business suite leaning on lion statue.
Man in business suite leunend op leeuwenbeeld.
The City broker leans on the symbol of old England.
De stadsmakelaar steunt op het symbool van het oude Engeland.
1
Man in business suite is not necessarily a city broker.
Man in business suite is niet per se een stadsmakelaar.
0.0004
0.0934
0.9003
0.1073
0.2781
0.1058
A man leans against a statue in front of a building.
Een man leunt tegen een standbeeld voor een gebouw.
a man is sleeping on a bench
een man slaapt op een bank
2
If the man is leaning against a statue, then he cannot be sleeping on a bench.
Als de man tegen een standbeeld leunt, dan kan hij niet op een bankje slapen.
0.5734
0.119
0.7884
0.1487
0.481
0.1211
A man leans against a statue in front of a building.
Een man leunt tegen een standbeeld voor een gebouw.
a man is leaning on a sports statue
een man leunt op een sport standbeeld
1
A statue is not necessarily a sports statue.
Een standbeeld is niet noodzakelijk een sportbeeld.
0.575
0.1189
0.2973
0.1262
0.7628
0.1382
A man leans against a statue in front of a building.
Een man leunt tegen een standbeeld voor een gebouw.
a man on leaning on a statue
een man op leunend op een standbeeld
0
against a statue is a rephrasing of on a statue.
tegen een standbeeld is een herhaling van een standbeeld.
0.575
0.1189
0.1579
0.0959
0.0
0.0885
A man is leaning on an object beside a building.
Een man leunt op een voorwerp naast een gebouw.
A man is outside by a building.
Een man staat buiten bij een gebouw.
0
beside a building refers to being outside.
naast een gebouw verwijst naar buiten zijn.
0.6848
0.1212
0.4887
0.1173
0.0
0.0735
A man is leaning on an object beside a building.
Een man leunt op een voorwerp naast een gebouw.
A man is leaning on a pole by the building.
Een man leunt op een paal bij het gebouw.
1
A pole is an object but an object does not have to be a pole.
Een pool is een object maar een object hoeft geen pool te zijn.
0.6837
0.1212
0.8536
0.1171
0.4241
0.1213
A man is leaning on an object beside a building.
Een man leunt op een voorwerp naast een gebouw.
A man is seated on a park bench in the open park.
Een man zit op een parkbank in het open park.
2
A man cannot be leading on an object and seated on a park bench simultaneously.
Een man kan niet op een object leiden en tegelijkertijd op een parkbank zitten.
0.6846
0.1212
0.8964
0.1417
0.2991
0.1037
A man dressed in blue leans against a lion statue.
Een man gekleed in blauw leunt tegen een leeuw standbeeld.
The man is waiting for someone.
De man wacht op iemand.
1
A man dressed in blue leaning against a statue might be waiting for someone but he might not be.
Een man in het blauw die tegen een standbeeld leunde, wacht misschien op iemand, maar dat is hij misschien niet.
0.279
0.113
0.5567
0.1273
0.2525
0.1036
A man dressed in blue leans against a lion statue.
Een man gekleed in blauw leunt tegen een leeuw standbeeld.
The man is jogging.
Hij is aan het joggen.
2
A man cannot be simultaneously jogging and leaning against a lion statue.
Een man kan niet tegelijkertijd joggen en leunen tegen een leeuw standbeeld.
0.2797
0.113
0.3188
0.1213
0.1002
0.1154
A man dressed in blue leans against a lion statue.
Een man gekleed in blauw leunt tegen een leeuw standbeeld.
The lion statue is sturdy.
Het leeuwenbeeld is stevig.
0
If the man is leaning on the statue then it is sturdy.
Als de man leunt op het standbeeld dan is het stevig.
0.2791
0.1131
0.0001
0.1017
0.2542
0.111
A man is shoveling snow next to a Nissan Altima with New Jersey plates.
Een man schept sneeuw naast een Nissan Altima met New Jersey platen.
A Nissan Altima in NJ has a man shoveling snow next to it.
Een Nissan Altima in NJ heeft een man die er sneeuw naast schept.
0
A man in New Jersey is shoveling snow.
Een man in New Jersey is sneeuw aan het scheppen.
0.0499
0.0895
0.0
0.0851
0.1419
0.1228
A man is shoveling snow next to a Nissan Altima with New Jersey plates.
Een man schept sneeuw naast een Nissan Altima met New Jersey platen.
A man goes to the beach in NJ.
Iemand gaat naar het strand in NJ.
2
A man cannot be shoveling snow and going to the beach at once.
Een man kan niet meteen sneeuw scheppen en naar het strand gaan.
0.0499
0.0895
0.2558
0.1278
0.1126
0.1154
A man is shoveling snow next to a Nissan Altima with New Jersey plates.
Een man schept sneeuw naast een Nissan Altima met New Jersey platen.
Frank tries to dig his Nissan Altima out of his driveway so he can go to work at the Prudential Center.
Frank probeert zijn Nissan Altima van zijn oprit te graven zodat hij naar het Prudential Center kan gaan.
1
Frank needs his car free to go to work at the Prudential Center while a man may not be frank and Frank's car isn't required to have New Jersey plates.
Frank heeft zijn auto vrij nodig om te gaan werken in het Prudential Center terwijl een man misschien niet eerlijk is en Frank's auto niet nodig is om New Jersey kentekens te hebben.
0.0518
0.0895
0.3036
0.1009
0.135
0.0681
A man is working out in the outdoors.
Een man traint buiten.
A man is outside.
Er is een man buiten.
0
man is working out in the outdoors implies he is outside
De mens is aan het trainen in de buitenlucht. Hij is buiten.
0.2094
0.1331
0.4547
0.1251
0.0001
0.1183
A man is working out in the outdoors.
Een man traint buiten.
A man rakes leaves.
Een man harkt bladeren.
1
A man rakes leaves is working in the outdoors but that could mean many other tasks as well.
Een man harkt bladeren werkt in de buitenlucht, maar dat zou kunnen betekenen veel andere taken.
0.2088
0.1331
0.1441
0.1049
0.0
0.0957
A man is working out in the outdoors.
Een man traint buiten.
A dong is swimming.
Een dong zwemt.
2
A man is not the same thing as a dong.
Een man is niet hetzelfde als een dong.
0.2089
0.1332
0.0052
0.0903
0.1209
0.0998
a man wearing a hat, sunglasses, gloves and a jacket holds a shovel on a snowy street in front of a gray nissan Altima.
Een man met een hoed, een zonnebril, handschoenen en een jasje heeft een schop in een sneeuwstraat voor een grijze Nissan Altima.
A man prepares to dig his car out of the snow with a shovel.
Een man bereidt zich voor om zijn auto uit de sneeuw te graven met een schep.
1
A man holding a shovel near a Nissan Altima does not have to be preparing to dig his car out.
Een man met een schop bij een Nissan Altima hoeft zich niet voor te bereiden om zijn auto uit te graven.
0.0
0.0597
0.63
0.1202
0.1188
0.0804
a man wearing a hat, sunglasses, gloves and a jacket holds a shovel on a snowy street in front of a gray nissan Altima.
Een man met een hoed, een zonnebril, handschoenen en een jasje heeft een schop in een sneeuwstraat voor een grijze Nissan Altima.
Someone is outside in the snow.
Er is iemand buiten in de sneeuw.
0
If a man is on the street then he is outside.
Als een man op straat is dan is hij buiten.
0.0
0.0597
0.3629
0.1283
0.5221
0.1154
a man wearing a hat, sunglasses, gloves and a jacket holds a shovel on a snowy street in front of a gray nissan Altima.
Een man met een hoed, een zonnebril, handschoenen en een jasje heeft een schop in een sneeuwstraat voor een grijze Nissan Altima.
The man uses a blower to move the snow.
Hij gebruikt een blower om de sneeuw te verplaatsen.
2
A man does not use a shovel and a blower at once.
Een man gebruikt geen schop en een blower tegelijk.
0.0
0.0597
0.3623
0.1158
0.3696
0.1167
Woman goes rock climbing.
Vrouw gaat rotsklimmen.
Woman vigorously goes rock climbing.
Vrouw gaat krachtig bergbeklimmen.
1
The woman may not vigorously go rock climbing.
De vrouw mag niet krachtig gaan rotsklimmen.
0.0
0.0953
0.1114
0.0925
0.4189
0.0968
Woman goes rock climbing.
Vrouw gaat rotsklimmen.
Woman rock climbing.
Vrouw rotsklimmen.
0
To ways of saying woman is rock climbing
Op manieren om te zeggen dat vrouw rotsklimmen is
0.0
0.0953
0.0
0.0765
0.0
0.073
Woman goes rock climbing.
Vrouw gaat rotsklimmen.
Woman goes shopping.
Een vrouw gaat winkelen.
2
A woman cannot go rock climbing and shopping at the same time.
Een vrouw kan niet tegelijkertijd rotsklimmen en winkelen.
0.0
0.0953
0.7234
0.1276
0.2811
0.107
person in orange clothing lying on a wall
persoon in oranje kleding op een muur
A person dressed in orange is laying on a wall.
Een persoon gekleed in oranje ligt op een muur.
0
If a person is in clothing he is dressed.
Als iemand kleren draagt, is hij aangekleed.
0.3374
0.0976
0.8098
0.1275
0.5323
0.1144
person in orange clothing lying on a wall
persoon in oranje kleding op een muur
The person is wearing a pink rain coat while running through the forest.
De persoon draagt een roze regenjas terwijl hij door het bos rent.
2
Orange clothing is different from a pink rain coat, and a person cannot be lying on a wall and running through the forest simultaneously.
Oranje kleding is anders dan een roze regenjas, en een persoon kan niet op een muur liggen en tegelijkertijd door het bos lopen.
0.3373
0.0976
0.5853
0.1265
0.2955
0.1065
person in orange clothing lying on a wall
persoon in oranje kleding op een muur
The prisoner is laying on a wall in the prison yard.
De gevangene ligt op een muur in de gevangenis.
1
A person in orange clothing could be a prisoner but he does not have to be.
Een persoon in oranje kleding kan een gevangene zijn, maar dat hoeft niet.
0.3373
0.0976
0.8256
0.1226
0.7086
0.1243
A dog runs along a beach near the waves.
Een hond loopt langs een strand bij de golven.
The pup is running along the sand near the water.
De pup loopt langs het zand bij het water.
1
There is nothing specifying the dog is a pup. Just because there is sand does not mean it is a beach.
Er is niets om aan te geven dat de hond een pup is. Alleen omdat er zand is betekent niet dat het een strand is.
0.4767
0.1082
0.4103
0.1172
0.4997
0.121
A dog runs along a beach near the waves.
Een hond loopt langs een strand bij de golven.
The dog is swimming in the water.
De hond zwemt in het water.
2
The dog can not be swimming as it runs.
De hond kan niet zwemmen als hij loopt.
0.4767
0.1082
0.9154
0.1367
0.6704
0.1184
A dog runs along a beach near the waves.
Een hond loopt langs een strand bij de golven.
A dog is running.
Er loopt een hond rond.
0
The verb is the same
Het werkwoord is hetzelfde
0.4767
0.1082
0.7287
0.1367
0.8439
0.1474
a large group of people in red uniforms are playing in a band.
Een grote groep mensen in rode uniformen speelt in een band.
People are laying down.
De mensen gaan liggen.
2
People cannot be playing in band while lying down at the same time.
Mensen kunnen niet in de band spelen terwijl ze tegelijkertijd liggen.
0.7191
0.1429
0.0
0.103
0.1502
0.106
a large group of people in red uniforms are playing in a band.
Een grote groep mensen in rode uniformen speelt in een band.
The band is playing for a football game.
De band speelt voor een voetbalwedstrijd.
1
People playing in a band might be playing for a football game but they could be playing for many other reasons as well.
Mensen die in een band spelen spelen misschien voor een voetbalwedstrijd, maar ze kunnen ook om vele andere redenen spelen.
0.7194
0.1429
0.7283
0.1166
0.3115
0.1188
a large group of people in red uniforms are playing in a band.
Een grote groep mensen in rode uniformen speelt in een band.
A band is playing.
Er speelt een band.
0
A group of people are playing then they are a band.
Een groep mensen speelt dan een band.
0.7193
0.1429
0.9133
0.1277
0.3591
0.1242
A man with red earphones is working on a red and white painted hot rod from Team ACE Racing.
Een man met rode oortelefoons werkt aan een rood-wit geverfde hot rod van Team ACE Racing.
A man in blue earphones is jogging in central park.
Een man met een blauwe oortelefoon joggt in Central Park.
2
Red earphones are a different color than blue earphones, and a man cannot be working and jogging simultaneously.
Rode oortelefoons zijn een andere kleur dan blauwe oortelefoons, en een man kan niet tegelijkertijd werken en joggen.
0.3298
0.1083
0.4048
0.1291
0.4963
0.1211
A man with red earphones is working on a red and white painted hot rod from Team ACE Racing.
Een man met rode oortelefoons werkt aan een rood-wit geverfde hot rod van Team ACE Racing.
A man is messing with a Team ACE hotrod.
Een man knoeit met een Team ACE hotrod.
0
If a man is working on a hotrod then he is messing with it.
Als een man werkt aan een hotrod dan is hij er mee aan het knoeien.
0.3302
0.1083
0.0
0.0802
0.0
0.1
A man in a dark shirt and wearing earmuffs is checking the engine of a red and white race car while another man wearing sunglasses looks on.
Een man in een donker shirt en het dragen van oordopjes is het controleren van de motor van een rode en witte race auto, terwijl een andere man draagt zonnebril kijkt op.
A tall human checking
Een lange menselijke controle
1
Not all men are tall.
Niet alle mannen zijn lang.
0.0057
0.0713
0.0001
0.0997
0.2361
0.098
A man in a dark shirt and wearing earmuffs is checking the engine of a red and white race car while another man wearing sunglasses looks on.
Een man in een donker shirt en het dragen van oordopjes is het controleren van de motor van een rode en witte race auto, terwijl een andere man draagt zonnebril kijkt op.
Nobody is checking
Niemand controleert.
2
A man can not be checking the engine and not be checking the engine.
Een man kan de motor niet controleren en de motor niet controleren.
0.0053
0.0713
0.0046
0.1244
0.4056
0.0757
A man in a dark shirt and wearing earmuffs is checking the engine of a red and white race car while another man wearing sunglasses looks on.
Een man in een donker shirt en het dragen van oordopjes is het controleren van de motor van een rode en witte race auto, terwijl een andere man draagt zonnebril kijkt op.
A human checking
Een menselijke controle.
0
A man is a human and is in the process of checking something.
Een man is een mens en is bezig iets te controleren.
0.0055
0.0713
0.0021
0.0978
0.6444
0.1294
A man in a black t-shirt works on a race car.
Een man in een zwart t-shirt werkt op een raceauto
The man is working on something.
De man werkt ergens aan.
0
The car is something and the man is working on it.
De auto is iets en de man werkt eraan.
0.6641
0.1177
0.4486
0.1352
0.2523
0.0915
A man in a black t-shirt works on a race car.
Een man in een zwart t-shirt werkt op een raceauto
The man is working on a truck.
De man werkt aan een vrachtwagen.
2
A race car is different from a truck.
Een racewagen is anders dan een vrachtwagen.
0.6623
0.1176
0.7121
0.1156
0.9579
0.1295
A man in a black t-shirt works on a race car.
Een man in een zwart t-shirt werkt op een raceauto
The race car belongs to the man.
De raceauto is van de man.
1
If a man works on a race car it does not mean the race car belongs to the man.
Als een man werkt aan een race auto betekent niet dat de race auto behoort aan de man.
0.6637
0.1176
0.2455
0.1162
0.325
0.1282
A man services a red and white hot rod dragster car.
Een man bedient een rode en witte hot rod dragster auto.
A man is working on a motorcycle.
Een man werkt aan een motor.
2
A dragster car is different from a motorcycle.
Een sleepwagen is anders dan een motorfiets.
0.618
0.0963
0.6954
0.1279
0.9807
0.1199
A man services a red and white hot rod dragster car.
Een man bedient een rode en witte hot rod dragster auto.
There is a man near a red and white dragster.
Er is een man in de buurt van een roodwitte draak.
0
A dragster is a car.
Een dragster is een auto.
0.6195
0.0962
0.1154
0.0997
0.9032
0.1048
A man services a red and white hot rod dragster car.
Een man bedient een rode en witte hot rod dragster auto.
The man is tuning up the car for a race.
De man is de auto aan het afstemmen voor een race.
1
A man servicing a dragster car can be doing many other things besides tuning up the car for a race.
Een man die dienst doet aan een dragster auto kan veel andere dingen doen dan het afstemmen van de auto voor een race.
0.618
0.0962
0.2059
0.1056
0.2044
0.0868
A man is spraying something on this drag car.
Een man spuit iets op deze sleepwagen.
There is a drag car getting sprayed
Er wordt een sleepwagen besproeid
0
The man is spraying the car so it's gets sprayed.
De man besproeit de auto zodat hij besproeid wordt.
0.3175
0.1079
0.0188
0.104
0.0
0.0853
A man is spraying something on this drag car.
Een man spuit iets op deze sleepwagen.
A man is spraying a drag car with soap
Een man besproeit een sleepwagen met zeep
1
A man spraying something on this drag car could be spraying with soap or many other substances.
Een man die iets op deze sleepwagen spuit kan besproeien met zeep of veel andere stoffen.
0.3169
0.1079
0.375
0.1267
0.0707
0.0849
A man is spraying something on this drag car.
Een man spuit iets op deze sleepwagen.
A man is walking away from this drag car
Een man loopt weg van deze sleepwagen.
2
A man can not be spraying something when he is walking away.
Een man kan niet iets besproeien als hij wegloopt.
0.3179
0.1078
0.4046
0.1037
0.1539
0.0964
An elderly person is getting their haircut by another person wearing a cap, in front of a sign with Chinese characters.
Een oudere persoon wordt geknipt door een ander die een pet draagt, voor een bord met Chinese karakters.
An older person is getting their haircut for a date.
Een oudere wordt geknipt voor een date.
1
People get haircuts without going on a date.
Mensen worden geknipt zonder afspraakje.
0.0
0.0675
0.0
0.0698
0.0
0.0791
An elderly person is getting their haircut by another person wearing a cap, in front of a sign with Chinese characters.
Een oudere persoon wordt geknipt door een ander die een pet draagt, voor een bord met Chinese karakters.
Someone is getting their haircut.
Iemand wordt geknipt.
0
SOMEONE IS GIVING AN ELDERLY PERSON A HAIRCUT
Iemand geeft een oudere persoon een haarverf
0.0
0.0675
0.0001
0.0907
0.0
0.1114
An elderly person is getting their haircut by another person wearing a cap, in front of a sign with Chinese characters.
Een oudere persoon wordt geknipt door een ander die een pet draagt, voor een bord met Chinese karakters.
A person is getting hair extensions.
Iemand krijgt haarextensies.
2
You can not get your haircut when you are getting hair extensions.
U kunt uw kapsel niet krijgen wanneer u haarextensies.
0.0
0.0675
0.0001
0.1221
0.0
0.0806
A woman in black walks down a street with luggage.
Een vrouw in het zwart loopt door een straat met bagage.
A woman is walking
Een vrouw loopt.
0
A woman is walking down a street with luggage.
Een vrouw loopt door een straat met bagage.
0.5513
0.1152
0.5037
0.1301
0.3999
0.1256
A woman in black walks down a street with luggage.
Een vrouw in het zwart loopt door een straat met bagage.
A man is walking down the street
Een man loopt over straat.
2
A woman and a man can not be the same person.
Een vrouw en een man kunnen niet dezelfde persoon zijn.
0.5521
0.1152
0.6135
0.1341
0.9016
0.1412
A woman in black walks down a street with luggage.
Een vrouw in het zwart loopt door een straat met bagage.
A woman is looking for something
Een vrouw zoekt iets.
1
People with luggage wouldn't be looking for something on a street.
Mensen met bagage zouden niet naar iets op straat zoeken.
0.5513
0.1152
0.426
0.1287
0.3193
0.1163
A tribesman makes his way up a tree with his feet and his hands.
Een stamgenoot gaat een boom op met zijn voeten en handen.
A man is inside talking on the phone.
Er is een man binnen aan de telefoon.
2
A man can not be inside talking on the phone while he is making his way up a tree.
Een man kan niet binnen aan de telefoon zijn terwijl hij een boom in gaat.
0.0
0.0947
0.0665
0.113
0.0
0.079
A tribesman makes his way up a tree with his feet and his hands.
Een stamgenoot gaat een boom op met zijn voeten en handen.
A man wearing a red shirt is climbing a tree.
Een man met een rood hemd klimt in een boom.
1
Although he is a tribesman, it does not imply he is wearing a red shirt.
Hoewel hij een stamman is, betekent dat niet dat hij een rood hemd draagt.
0.0
0.0947
0.5632
0.1196
0.6087
0.1304
A tribesman makes his way up a tree with his feet and his hands.
Een stamgenoot gaat een boom op met zijn voeten en handen.
A man is outside climbing a tree.
Een man staat buiten een boom te beklimmen.
0
A tribesman is a man, climbing is an upwards motion and trees are primarily found outdoors
Een stamman is een man, klimmen is een opwaartse beweging en bomen worden voornamelijk buiten gevonden
0.0
0.0947
0.5554
0.1178
0.1588
0.0813
People are gathered at a bar.
Mensen zijn verzameld in een bar.
Men and women are celebrating a birthday in a bar.
Mannen en vrouwen vieren een verjaardag in een bar.
1
People go to bars to drink, not just for a birthday.
Mensen gaan naar bars om te drinken, niet alleen voor een verjaardag.
0.7185
0.1349
0.9639
0.1169
0.7536
0.1215
People are gathered at a bar.
Mensen zijn verzameld in een bar.
The people are attending church.
De mensen gaan naar de kerk.
2
People would not be attending church in a bar.
Mensen zouden niet naar de kerk gaan in een bar.
0.7185
0.1349
0.7099
0.1357
0.6339
0.1141
People are gathered at a bar.
Mensen zijn verzameld in een bar.
There are people in the bar.
Er zijn mensen in de bar.
0
at a bar almost the same as in the bar
aan een bar bijna hetzelfde als in de bar
0.7185
0.1349
0.8494
0.137
0.0
0.0743
A man in sunglasses, a red striped sweater, and a leather jacket smiles and points his finger.
Een man met een zonnebril, een rood gestreepte trui en een leren jas glimlacht en wijst zijn vinger.
A black man in sunglasses and a leather jacket is smiling while pointing a finger
Een zwarte man in een zonnebril en een leren jasje lacht terwijl hij een vinger wijst
1
Not every man is a black man.
Niet elke man is zwart.
0.6896
0.115
0.6546
0.1211
0.9613
0.1305
A man in sunglasses, a red striped sweater, and a leather jacket smiles and points his finger.
Een man met een zonnebril, een rood gestreepte trui en een leren jas glimlacht en wijst zijn vinger.
A man in sunglasses and a leather jacket points while smiling
Een man met een zonnebril en een leren jas wijst terwijl hij glimlacht
0
A man in sunglasses, wearing a leather jacket points his finger while smiling.
Een man met een zonnebril, die een leren jas draagt wijst zijn vinger terwijl hij lacht.
0.6896
0.115
0.4041
0.0954
0.3855
0.1119
A man in sunglasses, a red striped sweater, and a leather jacket smiles and points his finger.
Een man met een zonnebril, een rood gestreepte trui en een leren jas glimlacht en wijst zijn vinger.
A man in sunglasses and a leather jacket is riding a motorcycle
Een man met een zonnebril en een leren jasje rijdt op een motor
2
The man who points his finger is not riding a motorcycle.
De man die met zijn vinger wijst, rijdt niet op een motor.
0.6896
0.115
0.7837
0.1501
0.7695
0.1246
A man climbs through trees like a monkey.
Een man klimt door bomen als een aap.
The man could fall out of the tree if he isn't careful.
De man kan uit de boom vallen als hij niet voorzichtig is.
0
A man climbing through trees could fall if he isn't careful.
Een man die door bomen klimt kan vallen als hij niet voorzichtig is.
0.6252
0.1191
0.4632
0.1179
0.3041
0.1178
A man climbs through trees like a monkey.
Een man klimt door bomen als een aap.
The animal trainer is climbing through the trees in hopes that the monkeys will learn to trust him more.
De dierentrainer klimt door de bomen in de hoop dat de apen hem meer zullen leren vertrouwen.
1
Not every person who climbs a tree is an animal trainer.
Niet iedereen die in een boom klimt is een dierentrainer.
0.6245
0.1191
0.5144
0.1111
0.5774
0.106
A man climbs through trees like a monkey.
Een man klimt door bomen als een aap.
The man is out in his rowboat fishing on the rainy day.
De man zit in zijn roeiboot te vissen op de regenachtige dag.
2
A man can not climb through trees while fishing.
Een man kan niet door bomen klimmen tijdens het vissen.
0.6244
0.119
0.6597
0.1318
0.7479
0.1229
male construction workers observing something from a construction site.
mannelijke bouwvakkers observeren iets van een bouwplaats.
A construction worker deciding what to do next.
Een bouwvakker die beslist wat hij nu gaat doen.
1
Although they are observing something, it does not imply they are deciding what to do next.
Hoewel ze iets observeren, betekent het niet dat ze beslissen wat ze gaan doen.
0.1356
0.1007
0.1228
0.1204
0.5136
0.1436
male construction workers observing something from a construction site.
mannelijke bouwvakkers observeren iets van een bouwplaats.
A construction worker observing the site.
Een bouwvakker die het terrein observeert.
0
The place under construction is the site
De plaats in aanbouw is het terrein
0.1351
0.1007
0.0216
0.1155
0.1807
0.1012
male construction workers observing something from a construction site.
mannelijke bouwvakkers observeren iets van een bouwplaats.
An office worker typing on a computer.
Een kantoormedewerker die typet op een computer.
2
There can not be one worker at the same time as being a group of workers.
Er kan niet één werknemer tegelijk zijn als een groep werknemers.
0.1377
0.1007
0.5617
0.1304
0.422
0.1207
A crowd runs on a wide track for a race.
Een menigte loopt op een brede baan voor een race.
a crowd of people sits around
een menigte mensen zit rond
2
The crowd can't got on runs if they're sit around.
De menigte kan niet rennen als ze zitten.
0.2837
0.1199
0.0983
0.1325
0.0
0.1022
A crowd runs on a wide track for a race.
Een menigte loopt op een brede baan voor een race.
some people compete
sommige mensen concurreren
0
People are competing by running a track race against each other.
Mensen concurreren door een race tegen elkaar te houden.
0.2835
0.1199
0.1742
0.1252
0.3772
0.1192
A crowd runs on a wide track for a race.
Een menigte loopt op een brede baan voor een race.
racers in the olympics run for first place
racers in de Olympische Spelen lopen voor de eerste plaats
1
There is no indication that the running crowd is participating in the Olympics. They are not all necessarily competing for first place.
Er is geen indicatie dat de hardloopploeg deelneemt aan de Olympische Spelen. Ze zijn niet noodzakelijkerwijs allemaal concurreren voor de eerste plaats.
0.2837
0.1199
0.0037
0.1119
0.1185
0.1096
A young man looking at the sky through a personal telescope in the evening.
Een jongeman die's avonds door een persoonlijke telescoop naar de hemel kijkt.
The young man is building a bird house.
De jongeman bouwt een vogelhuis.
2
A young man is not building a bird house when he is looking at the sky through a telescope.
Een jongeman bouwt geen vogelhuis als hij door een telescoop naar de hemel kijkt.
0.384
0.1241
0.9651
0.1343
0.5523
0.1308
A young man looking at the sky through a personal telescope in the evening.
Een jongeman die's avonds door een persoonlijke telescoop naar de hemel kijkt.
The young man with the telescope is loking for stars.
De jongeman met de telescoop zoekt sterren.
1
If it is evening you can't see the stars.
Als het avond is kun je de sterren niet zien.
0.3836
0.1241
0.6338
0.1177
0.595
0.1419
A young man looking at the sky through a personal telescope in the evening.
Een jongeman die's avonds door een persoonlijke telescoop naar de hemel kijkt.
There is a young man using a telescope.
Er is een jongeman met een telescoop.
0
A young man is using a telescope to look at the sky this evening.
Een jongeman gebruikt een telescoop om naar de hemel te kijken vanavond
0.3843
0.1241
0.4997
0.1289
0.6765
0.1529
Young girls wearing green jerseys and black shorts stretch their legs.
Jonge meisjes dragen groene truien en zwarte shorts strekken hun benen.
The girls are soccer players.
De meisjes zijn voetballers.
1
Although they are wearing green jerseys, it does not imply they are soccer players.
Hoewel ze dragen groene truien, het betekent niet dat ze voetballers.
0.4429
0.0929
0.8517
0.1368
0.3299
0.1224
Young girls wearing green jerseys and black shorts stretch their legs.
Jonge meisjes dragen groene truien en zwarte shorts strekken hun benen.
The girls are skipping rope.
De meisjes slaan touw over.
2
The girls can not stretch their legs while skipping rope.
De meisjes kunnen hun benen niet strekken terwijl ze touw overslaan.
0.4414
0.0929
0.0001
0.1016
0.2799
0.1054
Young girls wearing green jerseys and black shorts stretch their legs.
Jonge meisjes dragen groene truien en zwarte shorts strekken hun benen.
The girls are wearing uniforms.
De meisjes dragen uniformen.
0
Green jerseys and black shorts are a uniform.
Groene truien en zwarte shorts zijn een uniform.
0.4429
0.0929
0.9502
0.1483
0.6407
0.1245
One black man and one caucasian man are at the front of the pack of otherwise predominantly Asian track runners; all wearing shorts, running shoes and numbered paper race-bibs.
Eén zwarte man en één Kaukasische man staan aan de voorkant van de roedel van verder voornamelijk Aziatische tracklopers; allen dragen shorts, hardloopschoenen en genummerde papieren race-bibs.
There are asian track runners by the black and caucasian man.
Er zijn Aziatische renners bij de zwarte en Kaukasische man.
0
Asian runners are in the pack with a black and Caucasian men in the front of the pack ,they are all wearing shorts running shoes and numbered paper race bibs,
Aziatische lopers zijn in de roedel met een zwarte en blanke mannen voorin de roedel, ze dragen allemaal shorts running schoenen en genummerde papieren race slabben,
0.02
0.0741
0.0005
0.081
0.0
0.0624
One black man and one caucasian man are at the front of the pack of otherwise predominantly Asian track runners; all wearing shorts, running shoes and numbered paper race-bibs.
Eén zwarte man en één Kaukasische man staan aan de voorkant van de roedel van verder voornamelijk Aziatische tracklopers; allen dragen shorts, hardloopschoenen en genummerde papieren race-bibs.
The black man and caucasian man are friends.
De zwarte man en Kaukasische man zijn vrienden.
1
Being in the lead of a race doesn't make people friends.
Het leiden van een ras maakt mensen nog geen vrienden.
0.02
0.0741
0.742
0.1058
0.0001
0.1003
One black man and one caucasian man are at the front of the pack of otherwise predominantly Asian track runners; all wearing shorts, running shoes and numbered paper race-bibs.
Eén zwarte man en één Kaukasische man staan aan de voorkant van de roedel van verder voornamelijk Aziatische tracklopers; allen dragen shorts, hardloopschoenen en genummerde papieren race-bibs.
The black man and caucasian man are in front of a group of horses.
De zwarte man en de Kaukasische man staan voor een groep paarden.
2
These men can not be in front of a pack of track runners and in front of a group of horses at the same time.
Deze mannen kunnen niet voor een pakje renners en voor een groep paarden tegelijk staan.
0.02
0.0741
0.5474
0.0985
0.0001
0.0962
A young women's soccer team with green uniforms is performing a stretching exercise.
Een jong vrouwenvoetbalteam met groene uniformen voert een uitrekkende oefening uit.
A young women's soccer team with blue uniforms is performing a stretching exercise.
Een jong vrouwenvoetbalteam met blauwe uniformen voert een oefening uit.
2
If they wear green uniforms, they are not wearing blue ones.
Als ze groene uniformen dragen, dragen ze geen blauwe.
0.4406
0.1038
0.6162
0.131
0.6662
0.1302
A young women's soccer team with green uniforms is performing a stretching exercise.
Een jong vrouwenvoetbalteam met groene uniformen voert een uitrekkende oefening uit.
The girls' soccer team are warming up.
Het voetbalteam van de meisjes warmt op.
0
the soccer team is performing a stretching exercise, they are getting their bodies ready for activity.
Het voetbalteam voert een oefening uit, ze maken hun lichaam klaar voor activiteit.
0.441
0.1038
0.4142
0.1417
0.4972
0.1284
A young women's soccer team with green uniforms is performing a stretching exercise.
Een jong vrouwenvoetbalteam met groene uniformen voert een uitrekkende oefening uit.
A young women's soccer team with green uniforms is performing a stretching exercise after a game.
Een jong vrouwenvoetbalteam met groene uniformen voert een oefening uit na een wedstrijd.
1
WE have no idea if this is after a game or before a game or even just a practice.
We hebben geen idee of dit na een wedstrijd of voor een wedstrijd of zelfs maar een oefening is.
0.4398
0.1038
0.5434
0.1188
0.2652
0.1194
A group a man with numbers pinned to their shirts run in a race.
Een groep een man met nummers die aan hun overhemden vastzitten, rent in een race.
A group of men are switching their numbers on their shirts in a race.
Een groep mannen verwisselt in een race hun nummer op hun shirts.
1
Peopel running a race would have a hard time switching anything.
Peopel die een race runt zou het moeilijk hebben om van alles te wisselen.
0.0
0.0868
0.3043
0.1113
0.0159
0.0909
A group a man with numbers pinned to their shirts run in a race.
Een groep een man met nummers die aan hun overhemden vastzitten, rent in een race.
A group of men are moving supplies around in a garage.
Een groep mannen vervoert voorraden in een garage.
2
A group of men can not be moving supplies in a garage while they run in a race.
Een groep mannen kan geen voorraden verplaatsen in een garage terwijl ze rennen in een race.
0.0
0.0868
0.6825
0.1223
0.251
0.0995
A group a man with numbers pinned to their shirts run in a race.
Een groep een man met nummers die aan hun overhemden vastzitten, rent in een race.
A group of men are in a race.
Een groep mannen zit in een race.
0
A group of men are running in a race all have paper numbers pinned to their shirts.
Een groep mannen rent in een race hebben allemaal papieren nummers gepind aan hun shirts.
0.0
0.0868
0.55
0.1264
0.0
0.0836
A marathon of runners running on a red track.
Een marathon van hardlopers die op een rood spoor lopen.
Runners are on a track.
De renners zijn op een spoor.
0
The runners of a marathon are running on a track.
De loopsters van een marathon rennen op een spoor.
0.411
0.1222
0.1364
0.1196
0.184
0.1254
A marathon of runners running on a red track.
Een marathon van hardlopers die op een rood spoor lopen.
Workers are taking a break.
De werknemers nemen een pauze.
2
You can not run and take a break at the same time.
Je kunt niet vluchten en een pauze nemen op hetzelfde moment.
0.4106
0.1222
0.8464
0.1393
0.2936
0.1145
A marathon of runners running on a red track.
Een marathon van hardlopers die op een rood spoor lopen.
Runners are racing on a track.
De renners racen op een baan.
1
The group may be warming up instead of racing.
De groep warmt misschien op in plaats van te racen.
0.4098
0.1223
0.3476
0.1197
0.0888
0.1106
A man in a blue sweater and brown pants, pushed a young girl wearing a white shirt and blue jeans on a scooter down the sidewalk.
Een man in een blauwe trui en bruine broek, duwde een jong meisje met een wit shirt en blauwe jeans op een scooter op de stoep.
The people are clothed
De mensen zijn gekleed.
0
The clothed man pushed a clothed young girl on a scooter on the sidewalk.
De gekleed man duwde een gekleed jong meisje op een scooter op de stoep.
0.5502
0.1013
0.5806
0.1309
0.3704
0.1031