premise_en
stringlengths 7
402
| premise_nl
stringlengths 8
417
| hypothesis_en
stringlengths 0
295
| hypothesis_nl
stringlengths 1
308
| label
int32 0
2
| explanation_1_en
stringlengths 0
917
| explanation_1_nl
stringlengths 3
766
| explanation_2_en
stringclasses 1
value | explanation_2_nl
stringclasses 1
value | explanation_3_en
stringclasses 1
value | explanation_3_nl
stringclasses 1
value | da_premise
stringlengths 3
6
| mqm_premise
stringlengths 3
7
| da_hypothesis
stringlengths 3
6
| mqm_hypothesis
stringlengths 3
6
| da_explanation_1
stringlengths 3
6
| mqm_explanation_1
stringlengths 3
7
| da_explanation_2
stringclasses 1
value | mqm_explanation_2
stringclasses 1
value | da_explanation_3
stringclasses 1
value | mqm_explanation_3
stringclasses 1
value |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Two buildings beyond a concrete wall facing a walkway with a woman talking on a cellphone. | Twee gebouwen achter een betonnen muur tegenover een loopbrug met een vrouw die op een mobieltje praat. | The women is not on her phone. | De vrouwen zitten niet op haar telefoon. | 2 | The woman can either be talking on a cellphone or not be on her phone. | De vrouw kan op een mobieltje praten of niet op haar telefoon. | 0.3492 | 0.0929 | 0.4017 | 0.0958 | 0.3909 | 0.1153 | ||||||||
Two buildings beyond a concrete wall facing a walkway with a woman talking on a cellphone. | Twee gebouwen achter een betonnen muur tegenover een loopbrug met een vrouw die op een mobieltje praat. | a woman talking on her phone | een vrouw die aan haar telefoon praat | 1 | The fact that the woman talking on a cellphone doesn't imply that it is her phone that she is using. | Het feit dat de vrouw die op een mobieltje praat niet impliceert dat het haar telefoon is die ze gebruikt. | 0.3485 | 0.0929 | 0.6815 | 0.1245 | 0.5229 | 0.1504 | ||||||||
Two buildings beyond a concrete wall facing a walkway with a woman talking on a cellphone. | Twee gebouwen achter een betonnen muur tegenover een loopbrug met een vrouw die op een mobieltje praat. | The woman is preoccupied. | De vrouw is bezig. | 0 | If a woman talking on a cellphone she is preoccupied. | Als een vrouw op een mobieltje praat, is ze bezig. | 0.3485 | 0.0929 | 0.0301 | 0.1076 | 0.3096 | 0.122 | ||||||||
Two buildings beyond a concrete wall facing a walkway with a woman talking on a cellphone. | Twee gebouwen achter een betonnen muur tegenover een loopbrug met een vrouw die op een mobieltje praat. | The two building are red. | De twee gebouwen zijn rood. | 1 | Not all buildings are red. | Niet alle gebouwen zijn rood. | 0.3485 | 0.0929 | 0.6332 | 0.1089 | 0.8633 | 0.125 | ||||||||
Two buildings beyond a concrete wall facing a walkway with a woman talking on a cellphone. | Twee gebouwen achter een betonnen muur tegenover een loopbrug met een vrouw die op een mobieltje praat. | A woman on a phone. | Een vrouw aan de telefoon. | 0 | "On a phone" implies the woman is talking on a cellphone. | "Op een telefoon" betekent dat de vrouw praat op een mobiele telefoon. | 0.3485 | 0.0929 | 0.8874 | 0.1207 | 0.5857 | 0.1176 | ||||||||
Two buildings beyond a concrete wall facing a walkway with a woman talking on a cellphone. | Twee gebouwen achter een betonnen muur tegenover een loopbrug met een vrouw die op een mobieltje praat. | The woman is climbing the building. | De vrouw beklom het gebouw. | 2 | If the woman is in a walkway, she cannot be climbing the building. | Als de vrouw op een loopbrug is, kan ze niet het gebouw beklimmen | 0.3498 | 0.0929 | 0.4109 | 0.1184 | 0.3745 | 0.1261 | ||||||||
Two buildings beyond a concrete wall facing a walkway with a woman talking on a cellphone. | Twee gebouwen achter een betonnen muur tegenover een loopbrug met een vrouw die op een mobieltje praat. | A woman talks to a friend on the phone while walking. | Een vrouw praat met een vriend aan de telefoon tijdens het lopen. | 1 | The fact that the woman talking on a cellphone doesn't imply that she is talking to her friend. | Het feit dat de vrouw op een mobieltje praat, betekent niet dat ze met haar vriendin praat. | 0.3498 | 0.0929 | 0.7876 | 0.1254 | 0.6327 | 0.1368 | ||||||||
A girl in a red winter coat walks down the city sidewalk as she speaks on the phone. | Een meisje in een rode winterjas loopt over de stadsstrand terwijl ze aan de telefoon spreekt. | A young lady walks outside. | Een jongedame loopt naar buiten. | 0 | A girl is a young lady, and she is walking down a city sidewalk, so she must be outside. | Een meisje is een jongedame, en ze loopt over een stadsstraat, dus ze moet buiten zijn. | 0.4946 | 0.1264 | 0.7641 | 0.1422 | 0.0591 | 0.1178 | ||||||||
A girl in a red winter coat walks down the city sidewalk as she speaks on the phone. | Een meisje in een rode winterjas loopt over de stadsstrand terwijl ze aan de telefoon spreekt. | A little girl talks to her friends on a cell phone, while dressed as Santa Clause. | Een klein meisje praat met haar vrienden op een mobiele telefoon, terwijl ze verkleed is als kerstman. | 1 | Not all girls are little girls.The fact that a girl walks down the city sidewalk as she speaks on the phone doesn't imply that she talks to her friends.A girl in a red winter coat doesn't necessarily mean that she is dressed as Santa Clause. | Niet alle meisjes zijn kleine meisjes.Het feit dat een meisje over de stoep van de stad loopt terwijl ze aan de telefoon spreekt betekent niet dat ze met haar vrienden praat.Een meisje in een rode winterjas betekent niet per se dat ze verkleed is als kerstman. | 0.4947 | 0.1263 | 0.8111 | 0.1289 | 0.4082 | 0.0905 | ||||||||
A girl in a red winter coat walks down the city sidewalk as she speaks on the phone. | Een meisje in een rode winterjas loopt over de stadsstrand terwijl ze aan de telefoon spreekt. | A female model walks the catwalk during a fashion show. | Een vrouwelijk model loopt tijdens een modeshow over de catwalk. | 2 | She either walks down the city sidewalk or walks the catwalk during a fashion show, she cannot do both at the same time. | Ze loopt door de stad op de stoep of loopt de catwalk tijdens een modeshow, ze kan niet beide tegelijk doen. | 0.4948 | 0.1264 | 0.8022 | 0.1372 | 0.2354 | 0.1098 | ||||||||
Someone walking along a wall. | Iemand die langs een muur loopt. | A child is not moving. | Een kind beweegt niet. | 2 | Walking implies one's moving. | Wandelen impliceert dat iemand beweegt. | 0.2717 | 0.1149 | 0.6308 | 0.1369 | 0.2824 | 0.1378 | ||||||||
Someone walking along a wall. | Iemand die langs een muur loopt. | A kid is walking on a retaining wall afterschool. | Een kind loopt op een muur na school. | 1 | Someone doesn't imply a kid.Not every wall is a retaining wall.The fact that someone walking along a wall doesn't imply someone is coming afterschool. | Iemand impliceert geen kind.Niet elke muur is een steunmuur.Het feit dat iemand langs een muur loopt betekent niet dat er naschools iemand komt. | 0.2729 | 0.1149 | 0.0001 | 0.1089 | 0.0324 | 0.088 | ||||||||
Someone walking along a wall. | Iemand die langs een muur loopt. | A person is moving. | Er beweegt iemand. | 0 | Someone is a person, walking is a way of moving, so a person is walking along a wall. | Iemand is een persoon, lopen is een manier van bewegen, dus een persoon loopt langs een muur. | 0.2716 | 0.115 | 0.0005 | 0.1281 | 0.3263 | 0.1093 | ||||||||
Two women wait for a bus. | Twee vrouwen wachten op een bus. | couple of women looking for bus | paar vrouwen op zoek naar bus | 0 | A couple means two and they are both waiting for the bus to show up | Een paar betekent twee en ze wachten allebei tot de bus komt. | 0.9192 | 0.1382 | 0.3658 | 0.0976 | 0.0 | 0.1048 | ||||||||
Two women wait for a bus. | Twee vrouwen wachten op een bus. | women at work | Vrouwen op het werk | 2 | If the women are at work, then they don't need to wait for a bus. | Als de vrouwen aan het werk zijn, hoeven ze niet op een bus te wachten. | 0.9192 | 0.1382 | 0.8796 | 0.1256 | 0.7839 | 0.1312 | ||||||||
Two women wait for a bus. | Twee vrouwen wachten op een bus. | women at bus stop | vrouwen bij bushalte | 1 | The women could be waiting for a bus without being at the bus stop. | De vrouwen kunnen wachten op een bus zonder bij de bushalte te zijn. | 0.9192 | 0.1382 | 0.8076 | 0.1049 | 0.5641 | 0.1284 | ||||||||
Two blond dogs sniff one another. | Twee blonde honden ruiken aan elkaar. | Two dogs are greeting each other. | Twee honden begroeten elkaar. | 1 | Just because the dogs are sniffing each other, does not mean they are greeting each other. | Omdat de honden aan elkaar ruiken, betekent niet dat ze elkaar begroeten. | 0.5738 | 0.1239 | 0.8338 | 0.1318 | 0.5411 | 0.1326 | ||||||||
Two blond dogs sniff one another. | Twee blonde honden ruiken aan elkaar. | The dogs are attacking one another. | De honden vallen elkaar aan. | 2 | sniff and attacking is not same | Snuiven en aanvallen is niet hetzelfde | 0.5738 | 0.1239 | 0.57 | 0.1286 | 0.1387 | 0.1031 | ||||||||
Two blond dogs sniff one another. | Twee blonde honden ruiken aan elkaar. | Two dogs sniff one another. | Twee honden ruiken aan elkaar. | 0 | Two dogs sniff one another are bad dogs. | Twee honden ruiken aan elkaar zijn slechte honden. | 0.5765 | 0.1238 | 0.446 | 0.1227 | 0.0001 | 0.0633 | ||||||||
A baseball player strains to throw a ball. | Een honkbalspeler wil een bal gooien. | The players shoulder has been hurting him. | De spelers schouder heeft hem pijn gedaan. | 1 | The fact that a baseball player strains to throw a ball doesn't imply that his shoulder has been hurting him. | Het feit dat een honkbalspeler een bal wil gooien betekent niet dat zijn schouder hem pijn heeft gedaan. | 0.0003 | 0.1046 | 0.1542 | 0.1024 | 0.302 | 0.0966 | ||||||||
A baseball player strains to throw a ball. | Een honkbalspeler wil een bal gooien. | The player is throwing the ball. | De speler gooit de bal. | 0 | The baseball player is straining to throw the ball. | De honkbalspeler wil de bal gooien. | 0.0003 | 0.1046 | 0.406 | 0.1259 | 0.0425 | 0.1003 | ||||||||
A baseball player strains to throw a ball. | Een honkbalspeler wil een bal gooien. | The player cannot throw a ball. | De speler kan geen bal gooien. | 2 | If a player strains to throw a ball, it is because it is able to do it. | Als een speler een bal wil gooien, is dat omdat hij het kan doen. | 0.0003 | 0.1046 | 0.7303 | 0.1281 | 0.487 | 0.1177 | ||||||||
A man wearing a black shirt is looking at a binder on a music stand while playing a guitar. | Een man met een zwart shirt kijkt naar een map op een muziekstandaard terwijl hij gitaar speelt. | A man has a guitar. | Een man heeft een gitaar. | 0 | Playing a guitar implies having a guitar. | Een gitaar spelen impliceert een gitaar. | 0.2505 | 0.103 | 0.9841 | 0.1269 | 0.0952 | 0.0996 | ||||||||
A man wearing a black shirt is looking at a binder on a music stand while playing a guitar. | Een man met een zwart shirt kijkt naar een map op een muziekstandaard terwijl hij gitaar speelt. | A man is playing the tuba. | Een man speelt de tuba. | 2 | The man is either playing a guitar or playing the tuba. | De man speelt gitaar of tuba. | 0.251 | 0.103 | 0.9151 | 0.12 | 0.7138 | 0.1147 | ||||||||
A man wearing a black shirt is looking at a binder on a music stand while playing a guitar. | Een man met een zwart shirt kijkt naar een map op een muziekstandaard terwijl hij gitaar speelt. | A man is picking a new song to learn. | Een man kiest een nieuw lied om te leren. | 1 | The fact that a man is looking at a binder on a music stand while playing a guitar doesn't imply that he is picking a new song to learn. | Het feit dat een man tijdens het gitaarspelen naar een map op een muziekstand kijkt, betekent niet dat hij een nieuw nummer kiest om te leren. | 0.251 | 0.103 | 0.3393 | 0.1116 | 0.1861 | 0.0974 | ||||||||
A child is standing on a walkway with the sun to her back. | Een kind staat op een loopbrug met de zon naar haar rug. | The child is sitting on a bench. | Het kind zit op een bankje. | 2 | standing and sitting are not same positions | Staan en zitten zijn niet dezelfde posities | 0.3965 | 0.1249 | 0.8492 | 0.1303 | 0.305 | 0.1282 | ||||||||
A child is standing on a walkway with the sun to her back. | Een kind staat op een loopbrug met de zon naar haar rug. | A child standing with the sun behind her. | Een kind dat met de zon achter haar staat. | 0 | With the sun behind her is a rephrase of with the sun to her back. | Met de zon achter haar is een herwoord van met de zon op haar rug. | 0.3965 | 0.1249 | 0.1821 | 0.1018 | 0.0 | 0.0885 | ||||||||
A child is standing on a walkway with the sun to her back. | Een kind staat op een loopbrug met de zon naar haar rug. | The child is outside. | Het kind is buiten. | 1 | The child is not necessarily outside. | Het kind is niet per se buiten. | 0.3965 | 0.1249 | 0.8291 | 0.1232 | 0.5171 | 0.1298 | ||||||||
A kid is standing on a boardwalk while the parents watch. | Een kind staat op een promenade terwijl de ouders toekijken. | There are at least three people in this picture, and they are all outside. | Er zijn minstens drie mensen op deze foto en ze staan allemaal buiten. | 0 | Parents imply at least two people, so a kid and parents are three people that are on the boardwalk so they must be outside. | Ouders impliceren minstens twee mensen, dus een kind en ouders zijn drie mensen die op de promenade staan, dus ze moeten buiten zijn. | 0.5916 | 0.1345 | 0.6272 | 0.1337 | 0.0133 | 0.0915 | ||||||||
A kid is standing on a boardwalk while the parents watch. | Een kind staat op een promenade terwijl de ouders toekijken. | The father carries his now asleep son back to the car to head home for the night. | De vader draagt zijn nu slapende zoon terug naar de auto om de nacht naar huis te gaan. | 2 | A kid can't be standing on a broadwalk and be asleep while his father carried him at the same time. | Een kind kan niet op een brede wandeling staan en slapen terwijl zijn vader hem tegelijkertijd droeg. | 0.5916 | 0.1345 | 0.1904 | 0.0934 | 0.1893 | 0.1125 | ||||||||
A kid is standing on a boardwalk while the parents watch. | Een kind staat op een promenade terwijl de ouders toekijken. | The child is playing a carnival game on the boardwalk while his parents wait for him to finish. | Het kind speelt een carnaval spel op de promenade terwijl zijn ouders wachten tot hij klaar is. | 1 | The fact that a kid is standing on a boardwalk while the parents watch doesn't imply that he is playing a carnival game and his parents wait for him to finish. | Het feit dat een kind staat op een promenade terwijl de ouders kijken niet impliceert dat hij speelt een carnaval spel en zijn ouders wachten tot hij klaar is. | 0.5916 | 0.1345 | 0.5506 | 0.1163 | 0.2851 | 0.1061 | ||||||||
A small child with blond-hair and a pink shirt stands alone on a bridge. | Een klein kind met blond haar en een roze shirt staat alleen op een brug. | A small child is about to jump into the river. | Een klein kind staat op het punt in de rivier te springen. | 1 | Not all children standing on a bridge are about to jump.Not all bridges are on the river. | Niet alle kinderen op een brug staan op het punt te springen.Niet alle bruggen zijn op de rivier. | 0.5209 | 0.1333 | 0.5477 | 0.1405 | 0.3356 | 0.1108 | ||||||||
A small child with blond-hair and a pink shirt stands alone on a bridge. | Een klein kind met blond haar en een roze shirt staat alleen op een brug. | A small child is standing on a bridge with their parents. | Een klein kind staat op een brug met zijn ouders. | 2 | A child thar is with their parents is not alone. | Een kind dat bij zijn ouders is is niet alleen. | 0.5215 | 0.1333 | 0.3347 | 0.1388 | 0.1334 | 0.1346 | ||||||||
A small child with blond-hair and a pink shirt stands alone on a bridge. | Een klein kind met blond haar en een roze shirt staat alleen op een brug. | A small child is standing over a river. | Een klein kind staat over een rivier. | 0 | The child is alone on a bridge, so the bridge must be over a river. | Het kind is alleen op een brug, dus de brug moet over een rivier zijn. | 0.5215 | 0.1333 | 0.7124 | 0.134 | 0.2404 | 0.1251 | ||||||||
Man in black shirt plays silver electric guitar. | Man in zwart shirt speelt zilveren elektrische gitaar. | A man is playing on a banjo. | Een man speelt op een banjo. | 2 | electric guitar and banjo are different instruments | elektrische gitaar en banjo zijn verschillende instrumenten | 0.7225 | 0.119 | 0.9336 | 0.1297 | 0.9648 | 0.1252 | ||||||||
Man in black shirt plays silver electric guitar. | Man in zwart shirt speelt zilveren elektrische gitaar. | A man is playing guitar. | Een man speelt gitaar. | 1 | Just because the man plays the guitar sometimes, does not mean that he is playing it now. | Alleen omdat de man soms gitaar speelt, betekent niet dat hij het nu speelt. | 0.7223 | 0.119 | 0.9695 | 0.1299 | 0.4746 | 0.1179 | ||||||||
Man in black shirt plays silver electric guitar. | Man in zwart shirt speelt zilveren elektrische gitaar. | A man plays a silver electric guitar. | Een man speelt een zilveren elektrische gitaar. | 0 | Man in black shirt is the same as man | Man in zwart shirt is hetzelfde als man | 0.7223 | 0.119 | 0.9328 | 0.1295 | 0.3975 | 0.1174 | ||||||||
A little girl walking on a concrete boardwalk. | Een klein meisje loopt op een betonnen promenade. | A girl is walking as she eats candy. | Een meisje loopt terwijl ze snoep eet. | 1 | You can do other things then eat candy while waling on a concrete boardwalk | Je kunt andere dingen doen dan snoep eten terwijl je op een betonnen promenade wandelt | 0.7814 | 0.1402 | 0.8041 | 0.1344 | 0.5519 | 0.123 | ||||||||
A little girl walking on a concrete boardwalk. | Een klein meisje loopt op een betonnen promenade. | A girl is sitting in the sand. | Er zit een meisje in het zand. | 2 | The girl cant be walking on a concrete boardwalk and be sitting in the sand simultaneously. | Het meisje kan niet op een betonnen promenade lopen en tegelijkertijd in het zand zitten. | 0.7813 | 0.1403 | 0.7254 | 0.1405 | 0.5983 | 0.1315 | ||||||||
A little girl walking on a concrete boardwalk. | Een klein meisje loopt op een betonnen promenade. | A girl is walking on a boardwalk. | Een meisje loopt op een promenade. | 0 | Little is a way to describe a girl, and concrete is a walk to descrie the boardwalk, so the girl is walking on a concrete boardwalk. | Weinig is een manier om een meisje te beschrijven, en beton is een wandeling om de promenade te beschrijven, dus het meisje loopt op een betonnen promenade. | 0.7805 | 0.1403 | 0.7819 | 0.1509 | 0.0001 | 0.071 | ||||||||
A group men playing musical instruments. | Een groep mannen die muziekinstrumenten spelen. | people play jazz | mensen spelen jazz | 1 | There is other kinds of music then jazz | Er zijn andere soorten muziek dan jazz | 0.7826 | 0.1219 | 0.7531 | 0.1106 | 0.9343 | 0.1482 | ||||||||
A group men playing musical instruments. | Een groep mannen die muziekinstrumenten spelen. | people play instruments | mensen spelen instrumenten | 0 | Men are people, so people must be playing musical instruments. | Mannen zijn mensen, dus mensen moeten muziekinstrumenten spelen. | 0.7826 | 0.1219 | 0.6419 | 0.1101 | 0.7591 | 0.1205 | ||||||||
A group men playing musical instruments. | Een groep mannen die muziekinstrumenten spelen. | hockey goalie stops shot | hockey keeper stopt schot | 2 | Men and goalie are contradictory because goalie is gender neutral. | Mannen en keeper zijn tegenstrijdig omdat keeper genderneutraal is. | 0.783 | 0.1219 | 0.0004 | 0.1057 | 0.5314 | 0.1219 | ||||||||
City workers are working on the subway. | Stadsarbeiders werken aan de metro. | people outside | mensen buiten | 2 | City workers provides specificity that people does not, therefore, the sentences are contradictory. | Stadsarbeiders bieden specificiteit dat mensen niet, daarom, de zinnen zijn tegenstrijdig. | 0.7137 | 0.1384 | 0.0798 | 0.0921 | 0.0 | 0.0739 | ||||||||
City workers are working on the subway. | Stadsarbeiders werken aan de metro. | city workers are working | werknemers in de stad werken | 0 | working on the subway shows that city workers are working | werken aan de metro laat zien dat stadswerkers werken | 0.7137 | 0.1384 | 0.0081 | 0.1189 | 0.2772 | 0.1114 | ||||||||
City workers are working on the subway. | Stadsarbeiders werken aan de metro. | people are working outside | mensen werken buiten | 1 | The subway is not always outside | De metro is niet altijd buiten | 0.7134 | 0.1385 | 0.7759 | 0.1293 | 0.6536 | 0.1257 | ||||||||
Four Musicians are playing music on a baseball field. | Vier muzikanten spelen muziek op een honkbalveld. | Six Musicians are playing music on a soccer field. | Zes muzikanten spelen muziek op een voetbalveld. | 2 | The adjectives describing the number (four and six) of musicians is in conflict rendering these sentences as contradictory. | De bijvoeglijke naamwoorden die het aantal (vier en zes) muzikanten beschrijven zijn in conflict waardoor deze zinnen tegenstrijdig zijn. | 0.9091 | 0.1341 | 0.8554 | 0.1389 | 0.3197 | 0.1145 | ||||||||
Four Musicians are playing music on a baseball field. | Vier muzikanten spelen muziek op een honkbalveld. | Four male Musicians are playing music on a baseball field. | Vier mannelijke muzikanten spelen muziek op een honkbalveld. | 1 | Not all musicians are male | Niet alle muzikanten zijn mannelijk | 0.9095 | 0.134 | 0.9083 | 0.1307 | 0.5639 | 0.1154 | ||||||||
Four Musicians are playing music on a baseball field. | Vier muzikanten spelen muziek op een honkbalveld. | Musicians are playing music. | Muzikanten spelen muziek. | 0 | Four musicians playing music is the same as musicians playing music. | Vier muzikanten die muziek spelen is hetzelfde als muzikanten die muziek spelen. | 0.9095 | 0.134 | 0.7275 | 0.1324 | 0.0002 | 0.0911 | ||||||||
Men are playing different musical instruments in a park. | Mannen spelen verschillende muziekinstrumenten in een park. | They make music together | Ze maken samen muziek | 0 | Playing different musical instruments is making music. Men doing it in the same place is men doing it together. | Het spelen van verschillende muziekinstrumenten is het maken van muziek. Mannen doen het op dezelfde plaats is mannen doen het samen. | 0.8457 | 0.1366 | 0.8712 | 0.1339 | 0.4994 | 0.1089 | ||||||||
Men are playing different musical instruments in a park. | Mannen spelen verschillende muziekinstrumenten in een park. | They play hocket in the park | Ze spelen hocket in het park. | 2 | Men and they are contradictory because they is gender neutral . | Mannen en zij zijn tegenstrijdig omdat zij geslachtsneutraal zijn. | 0.8458 | 0.1366 | 0.7011 | 0.1307 | 0.6862 | 0.1284 | ||||||||
Men are playing different musical instruments in a park. | Mannen spelen verschillende muziekinstrumenten in een park. | They have been in a band together for 5 years | Ze zitten al 5 jaar samen in een band. | 1 | They could have known each other for a different amount of time other then 5 years | Ze hadden elkaar anders dan 5 jaar kunnen kennen. | 0.8458 | 0.1366 | 0.8056 | 0.1362 | 0.0301 | 0.0884 | ||||||||
Many people in orange jackets are working in the subway station. | Veel mensen in oranje jassen werken in het metrostation. | Some people are milling around the subway in orange jackets. | Sommige mensen draaien rond de metro in oranje jasjes. | 1 | Just because there are people working in the subway station, does not mean that there are some people that are milling around. | Alleen omdat er mensen werken in het metrostation, betekent niet dat er een aantal mensen zijn die ronddraaien. | 0.7405 | 0.1358 | 0.6472 | 0.1217 | 0.2906 | 0.1247 | ||||||||
Many people in orange jackets are working in the subway station. | Veel mensen in oranje jassen werken in het metrostation. | A person is waiting on a subway. | Iemand wacht op een metro. | 2 | working and waiting are not same actions | werken en wachten zijn niet dezelfde acties | 0.7405 | 0.1358 | 0.5615 | 0.1259 | 0.6849 | 0.1231 | ||||||||
Many people in orange jackets are working in the subway station. | Veel mensen in oranje jassen werken in het metrostation. | Lots of people are working in the subway station. | Veel mensen werken in het metrostation. | 0 | Both subjects are working | Beide onderwerpen werken | 0.7404 | 0.1358 | 0.6827 | 0.1349 | 0.7859 | 0.125 | ||||||||
Workers in hard hats and orange vests laying cement tiles over the floor. | Werknemers in harde hoeden en oranje vesten leggen cement tegels over de vloer. | Workers are working with cement tiles. | Werknemers werken met cementtegels. | 0 | Laying cement tiles is a way of working with cement tiles. | Het leggen van cementtegels is een manier van werken met cementtegels. | 0.5427 | 0.1152 | 0.5197 | 0.1219 | 0.5553 | 0.105 | ||||||||
Workers in hard hats and orange vests laying cement tiles over the floor. | Werknemers in harde hoeden en oranje vesten leggen cement tegels over de vloer. | Workers are adding a new floor to a building. | Werknemers voegen een nieuwe verdieping toe aan een gebouw. | 1 | Laying cement tiles is not always in a building | Het leggen van cementtegels is niet altijd in een gebouw | 0.542 | 0.1152 | 0.7756 | 0.1401 | 0.2774 | 0.1076 | ||||||||
Workers in hard hats and orange vests laying cement tiles over the floor. | Werknemers in harde hoeden en oranje vesten leggen cement tegels over de vloer. | Workers are wearing hard hats and eating lunch. | Werknemers dragen een harde hoed en eten lunch. | 2 | Works can not lay cement tiles and be eating at the same time. | Werken kunnen geen cementtegels leggen en tegelijkertijd eten. | 0.5423 | 0.1152 | 0.3141 | 0.1171 | 0.0001 | 0.076 | ||||||||
Construction workers laying cement in a building. | Bouwvakkers leggen cement in een gebouw. | Tired construction workers are working in a building. | Vermoeide bouwvakkers werken in een gebouw. | 1 | The construction workers are not necessarily tired. | De bouwvakkers zijn niet per se moe. | 0.8167 | 0.1368 | 0.4098 | 0.1231 | 0.4435 | 0.1313 | ||||||||
Construction workers laying cement in a building. | Bouwvakkers leggen cement in een gebouw. | Construction workers are sleeping on the job. | Bouwvakkers slapen op het werk. | 2 | Workers cannot lay cement while sleeping. | Werknemers kunnen geen cement leggen terwijl ze slapen. | 0.8176 | 0.1369 | 0.2016 | 0.1193 | 0.3509 | 0.1234 | ||||||||
Construction workers laying cement in a building. | Bouwvakkers leggen cement in een gebouw. | Construction workers are working in a building. | Bouwvakkers werken in een gebouw. | 0 | Construction workers laying cement is the work in a building | Bouwvakkers die cement leggen is het werk in een gebouw | 0.8167 | 0.1368 | 0.7675 | 0.1381 | 0.1163 | 0.0794 | ||||||||
Musicians play on a baseball diamond. | Muzikanten spelen op een honkbal diamant. | There are people playing baseball | Er spelen mensen honkbal. | 0 | Musicians often play on the diamond before baseball games | Muzikanten spelen vaak op de diamant voor honkbalwedstrijden | 0.2664 | 0.0834 | 0.5847 | 0.1351 | 0.0998 | 0.0772 | ||||||||
Musicians play on a baseball diamond. | Muzikanten spelen op een honkbal diamant. | There are people playing baseball outdoors | Er zijn mensen die buiten honkbal spelen | 1 | Just because musicians are playing, it does not mean people are playing baseball outside | Omdat muzikanten spelen, betekent het niet dat mensen buiten honkbal spelen. | 0.2664 | 0.0834 | 0.0809 | 0.1273 | 0.3724 | 0.1168 | ||||||||
Musicians play on a baseball diamond. | Muzikanten spelen op een honkbal diamant. | There are people watching musicians | Er zijn mensen die muzikanten kijken. | 2 | Musicians play and people watching are two completely different subjects in the sentence. | Muzikanten spelen en mensen kijken zijn twee totaal verschillende onderwerpen in de zin. | 0.2664 | 0.0834 | 0.0 | 0.0989 | 0.0003 | 0.104 | ||||||||
A relaxing day of fishing for this young man. | Een ontspannende dag van vissen naar deze jongeman. | A man fishes. | Een man vist. | 0 | A Man relaxing by fishing | Een man ontspannen door te vissen | 0.0001 | 0.0908 | 0.5774 | 0.098 | 0.3331 | 0.1106 | ||||||||
A relaxing day of fishing for this young man. | Een ontspannende dag van vissen naar deze jongeman. | A tornado passes near a man that is fishing. | Een tornado komt voorbij een man die vist. | 2 | A tornado cannot occur during a relaxing day. | Een tornado kan niet tijdens een ontspannende dag. | 0.0001 | 0.0908 | 0.0 | 0.1026 | 0.0001 | 0.0886 | ||||||||
A relaxing day of fishing for this young man. | Een ontspannende dag van vissen naar deze jongeman. | A man has a nice break from his wife and kids while off the coast of Florida fishing for marlin. | Een man heeft een mooie pauze van zijn vrouw en kinderen terwijl voor de kust van Florida vissen op marlijn. | 1 | We have no idea if he is off he coast of Florida fishing for marlin, he could be anywhere fishing for any type of fish. | We hebben geen idee of hij voor de kust van Florida is en op marlijn vist. Hij kan overal naar vissen. | 0.0001 | 0.0908 | 0.0001 | 0.0923 | 0.097 | 0.1051 | ||||||||
Two men walking in front of a Farmers Market. | Twee mannen lopen voor een boerenmarkt. | Two men run past a Farmers Market while trying to lose some cops. | Twee mannen lopen langs een boerenmarkt terwijl ze proberen wat agenten te verliezen. | 2 | The verbs walking, run and trying are in conflict thus the sentences contradict one another. | De werkwoorden lopen, lopen en proberen zijn in conflict dus de zinnen spreken elkaar tegen. | 0.0001 | 0.1157 | 0.0 | 0.0694 | 0.0 | 0.1057 | ||||||||
Two men walking in front of a Farmers Market. | Twee mannen lopen voor een boerenmarkt. | Two men are walking in front of a Farmers Market looking for ripe melons. | Twee mannen lopen voor een boerenmarkt op zoek naar rijpe meloenen. | 1 | There is other things at a farmers market then ripe melons | Er zijn andere dingen op een boerenmarkt dan rijpe meloenen | 0.0001 | 0.1158 | 0.2793 | 0.1254 | 0.7 | 0.1392 | ||||||||
Two men walking in front of a Farmers Market. | Twee mannen lopen voor een boerenmarkt. | Two men are walking near a Farmers Market. | Twee mannen lopen in de buurt van een boerenmarkt. | 0 | Walking in front of something constitutes walking near it. | Voor iets lopen betekent er dichtbij lopen. | 0.0001 | 0.1158 | 0.6844 | 0.1301 | 0.0077 | 0.09 | ||||||||
Two men in shorts and flip-flops walking in front of the Farmer's Market. | Twee mannen in shorts en teenslippers die voor de Farmer's Market lopen. | Two men walk in front of a market. | Twee mannen lopen voor een markt. | 0 | The farmers market is a market. | De boerenmarkt is een markt. | 0.23 | 0.1056 | 0.0006 | 0.1138 | 0.7036 | 0.1084 | ||||||||
Two men in shorts and flip-flops walking in front of the Farmer's Market. | Twee mannen in shorts en teenslippers die voor de Farmer's Market lopen. | Two men walk in front of the market they shop at. | Twee mannen lopen voor de markt waar ze winkelen. | 1 | We have no idea if they shop at this market, they could just be walking past it. | We weten niet of ze winkelen op deze markt, ze kunnen er gewoon langs lopen. | 0.2297 | 0.1055 | 0.0002 | 0.1108 | 0.4826 | 0.1123 | ||||||||
Two men in shorts and flip-flops walking in front of the Farmer's Market. | Twee mannen in shorts en teenslippers die voor de Farmer's Market lopen. | Two men burn down a market then run from the cops. | Twee mannen verbranden een markt en rennen weg van de politie. | 2 | Men in shorts and flip-flops are unlikely to burn down a market and they are walking as opposed to running from cops. | Mannen in shorts en flip-flops zijn onwaarschijnlijk om een markt afbranden en ze lopen in tegenstelling tot rennen voor agenten. | 0.2297 | 0.1055 | 0.2887 | 0.101 | 0.0 | 0.0551 | ||||||||
Two men in shorts and sandals are carrying food and drinks at a farmers market. | Twee mannen in shorts en sandalen dragen eten en drinken op een boerenmarkt. | Men looking at used cars. | Mannen kijken naar gebruikte auto's. | 2 | Men cannot be carrying food while looking at used cars. | Mannen kunnen geen voedsel vervoeren terwijl ze naar gebruikte auto's kijken | 0.4506 | 0.1028 | 0.2867 | 0.1161 | 0.1316 | 0.101 | ||||||||
Two men in shorts and sandals are carrying food and drinks at a farmers market. | Twee mannen in shorts en sandalen dragen eten en drinken op een boerenmarkt. | Men enjoying day out and about shopping. | Mannen genieten van dag uit en over winkelen. | 1 | We have no idea if they are enjoying their day, they could be in bad moods. | We hebben geen idee of ze genieten van hun dag, ze kunnen in slechte buien zijn. | 0.4494 | 0.1028 | 0.1249 | 0.0606 | 0.3178 | 0.093 | ||||||||
Two men in shorts and sandals are carrying food and drinks at a farmers market. | Twee mannen in shorts en sandalen dragen eten en drinken op een boerenmarkt. | Men shopping their local market. | Mannen winkelen hun lokale markt. | 0 | Carrying food and drinks at a farmers market is a form of shopping their local market. | Het dragen van voedsel en dranken op een boerenmarkt is een vorm van winkelen op hun lokale markt. | 0.4487 | 0.1028 | 0.2914 | 0.0805 | 0.4703 | 0.1085 | ||||||||
Two men in shorts, sleeveless shirts, and sandals hold plastic cups of iced tea in front of a clock tower labeled' Farmers Market.' | Twee mannen in shorts, sleeveloze shirts en sandalen houden plastic kopjes ijsthee voor een klokkentoren met het label 'Farmers Market'.' | Men in shorts at a market | Mannen in shorts op een markt | 0 | A Farmers Market is a market, being in front of a clock tower with this label happens when at the market. | Een boerenmarkt is een markt, die voor een klokkentoren staat met dit label gebeurt op de markt. | 0.3391 | 0.0915 | 0.0985 | 0.1227 | 0.0 | 0.0724 | ||||||||
Two men in shorts, sleeveless shirts, and sandals hold plastic cups of iced tea in front of a clock tower labeled' Farmers Market.' | Twee mannen in shorts, sleeveloze shirts en sandalen houden plastic kopjes ijsthee voor een klokkentoren met het label 'Farmers Market'.' | Two men buying fresh food for their dinner date | Twee mannen kopen vers eten voor hun diner date | 1 | There is other things then fresh food and it never talks about a dinner date | Er zijn andere dingen dan vers eten en het praat nooit over een diner date | 0.3391 | 0.0915 | 0.4852 | 0.1215 | 0.1311 | 0.1101 | ||||||||
Two men in shorts, sleeveless shirts, and sandals hold plastic cups of iced tea in front of a clock tower labeled' Farmers Market.' | Twee mannen in shorts, sleeveloze shirts en sandalen houden plastic kopjes ijsthee voor een klokkentoren met het label 'Farmers Market'.' | Two men sitting down at pizza hut | Twee mannen zitten bij pizza hut | 2 | The sentence are contradictory because the first has a complete predicate using the word hold and the second has a dangling participle with the word sitting. | De zin is tegenstrijdig omdat de eerste een volledig predicaat heeft met behulp van het woord hold en de tweede heeft een bungelend deelwoord met het woord zitten. | 0.3391 | 0.0915 | 0.3234 | 0.1105 | 0.0 | 0.0779 | ||||||||
Two young men similarly attired walk leisurely through a farmer's market shortly before 2 o'clock in the afternoon, drinking a beverage, possibly tea. | Twee net zo aangekleed jonge mannen lopen ontspannen door een boerenmarkt kort voor 2 uur's middags, drinkend een drankje, eventueel thee. | The young men are at the farmer's market. | De jonge mannen zijn op de boerenmarkt. | 0 | men walk at the market | mannen lopen op de markt | 0.4079 | 0.1047 | 0.3639 | 0.1157 | 0.279 | 0.1222 | ||||||||
Two young men similarly attired walk leisurely through a farmer's market shortly before 2 o'clock in the afternoon, drinking a beverage, possibly tea. | Twee net zo aangekleed jonge mannen lopen ontspannen door een boerenmarkt kort voor 2 uur's middags, drinkend een drankje, eventueel thee. | 2 men kick a circus clown | 2 mannen schoppen een circus clown | 2 | The men cannot be walking leisurely through a farmer's market and kicking a circus clown simultaneously. | De mannen kunnen niet ontspannen door de boerenmarkt lopen en tegelijkertijd een circusclown schoppen. | 0.4079 | 0.1047 | 0.0 | 0.0647 | 0.1402 | 0.0539 | ||||||||
Two young men similarly attired walk leisurely through a farmer's market shortly before 2 o'clock in the afternoon, drinking a beverage, possibly tea. | Twee net zo aangekleed jonge mannen lopen ontspannen door een boerenmarkt kort voor 2 uur's middags, drinkend een drankje, eventueel thee. | The young men are causing a scene. | De jonge mannen veroorzaken een scène. | 2 | The word two offers specificity regarding the subjects (men) and the second sentence does not offer the specificity. | Het woord twee biedt specificiteit met betrekking tot de onderwerpen (mannen) en de tweede zin biedt geen specificiteit. | 0.4067 | 0.1048 | 0.2749 | 0.1111 | 0.453 | 0.1086 | ||||||||
Two young men similarly attired walk leisurely through a farmer's market shortly before 2 o'clock in the afternoon, drinking a beverage, possibly tea. | Twee net zo aangekleed jonge mannen lopen ontspannen door een boerenmarkt kort voor 2 uur's middags, drinkend een drankje, eventueel thee. | A gay couple out for a date peruse the farmer's market | Een homo paar uit voor een datum doorzoeken de boerenmarkt | 1 | Young people can go to the farmer's market together without necessarily being a gay couple out for a date. | Jonge mensen kunnen samen naar de boerenmarkt zonder noodzakelijkerwijs een homopaar te zijn voor een date. | 0.4082 | 0.1048 | 0.0 | 0.0658 | 0.1954 | 0.1124 | ||||||||
Two young men similarly attired walk leisurely through a farmer's market shortly before 2 o'clock in the afternoon, drinking a beverage, possibly tea. | Twee net zo aangekleed jonge mannen lopen ontspannen door een boerenmarkt kort voor 2 uur's middags, drinkend een drankje, eventueel thee. | The young men are going to buy fresh produce. | De jonge mannen gaan verse producten kopen. | 1 | It never says they plan to buy anything | Er staat nooit dat ze iets willen kopen. | 0.4082 | 0.1048 | 0.973 | 0.1367 | 0.2732 | 0.125 | ||||||||
Two young men similarly attired walk leisurely through a farmer's market shortly before 2 o'clock in the afternoon, drinking a beverage, possibly tea. | Twee net zo aangekleed jonge mannen lopen ontspannen door een boerenmarkt kort voor 2 uur's middags, drinkend een drankje, eventueel thee. | Two men walking through a market | Twee mannen lopen door een markt | 0 | Young men are men. Walking through a farmers market includes in its scope, walking through a market. | Jonge mannen zijn mannen. Wandelen door een boerenmarkt omvat in het bereik, lopen door een markt. | 0.4073 | 0.1048 | 0.0933 | 0.1193 | 0.0048 | 0.0795 | ||||||||
A boy getting his hair buzzed off by another boy. | Een jongen die zijn haar eraf zoemde door een andere jongen. | A boy getting a haircut because he has gum in his hair. | Een jongen die naar de kapper gaat omdat hij kauwgom in zijn haar heeft. | 1 | You can get a haircut for other reasons then having gum in your hair | Je kunt een kapsel om andere redenen dan met kauwgom in je haar | 0.0 | 0.0657 | 0.0526 | 0.1062 | 0.0 | 0.0606 | ||||||||
A boy getting his hair buzzed off by another boy. | Een jongen die zijn haar eraf zoemde door een andere jongen. | A boy getting a haircut. | Een jongen die naar de kapper gaat. | 0 | Getting hair buzzed off is getting a haircut. | Haar laten afzoemen is een knipbeurt. | 0.0 | 0.0657 | 0.0 | 0.1035 | 0.0 | 0.0554 | ||||||||
A boy getting his hair buzzed off by another boy. | Een jongen die zijn haar eraf zoemde door een andere jongen. | A girl braiding her hair. | Een meisje dat haar haar vlecht. | 2 | The genders of the subjects (girl and boy) are contradictory in these sentences. | De geslachten van de proefpersonen (meisje en jongen) zijn tegenstrijdig in deze zinnen. | 0.0 | 0.0657 | 0.0 | 0.0879 | 0.4977 | 0.1292 | ||||||||
A boy is sitting in a chair getting a haircut. | Een jongen zit in een stoel en wordt geknipt. | A boy is swimming with his friends. | Een jongen zwemt met zijn vrienden. | 2 | The verbs of sitting and swimming are different thus rendering the sentences contradictory. | De werkwoorden van zitten en zwemmen zijn anders waardoor de zinnen tegenstrijdig zijn. | 0.0025 | 0.0829 | 0.8861 | 0.1381 | 0.0935 | 0.1097 | ||||||||
A boy is sitting in a chair getting a haircut. | Een jongen zit in een stoel en wordt geknipt. | A boy is sitting down. | Er zit een jongen. | 0 | Sitting in a chair is sitting down. | In een stoel zitten is zitten. | 0.0025 | 0.0829 | 0.1786 | 0.0972 | 0.0001 | 0.101 | ||||||||
A boy is sitting in a chair getting a haircut. | Een jongen zit in een stoel en wordt geknipt. | A boy is donating hair to charity. | Een jongen schenkt haar aan een goed doel. | 1 | A boy getting his hair cut will not necessarily be donating hair to charity. | Een jongen die zijn haar laat knippen hoeft niet per se haar te doneren aan een goed doel. | 0.0024 | 0.0829 | 0.0 | 0.1101 | 0.5944 | 0.1226 | ||||||||
A boy is shaving a African American's hair in a home setting he has clothing over him so he does n't get hair on himself. | Een jongen scheert het haar van een Afro-Amerikaan in een huis setting hij heeft kleding over hem zodat hij geen haar op zichzelf krijgt. | A boy gives another person a hair cut. | Een jongen geeft een ander een kapsel. | 0 | Shaving a person's hair is giving them a hair cut. | Het scheren van iemands haar geeft ze een kapsel. | 0.0 | 0.0844 | 0.0001 | 0.1056 | 0.0003 | 0.0897 | ||||||||
A boy is shaving a African American's hair in a home setting he has clothing over him so he does n't get hair on himself. | Een jongen scheert het haar van een Afro-Amerikaan in een huis setting hij heeft kleding over hem zodat hij geen haar op zichzelf krijgt. | A male is shaving a black persons hair , while wearing a garment. | Een mannetje scheert een zwart persoonshaar, terwijl hij een kledingstuk draagt. | 0 | A boy is a male. Most African-Americans are black. Clothing is a garment. | De meeste Afro-Amerikanen zijn zwart, kleding is een kledingstuk. | 0.0 | 0.0844 | 0.0001 | 0.095 | 0.4266 | 0.1082 | ||||||||
A boy is shaving a African American's hair in a home setting he has clothing over him so he does n't get hair on himself. | Een jongen scheert het haar van een Afro-Amerikaan in een huis setting hij heeft kleding over hem zodat hij geen haar op zichzelf krijgt. | A woman is braiding the long hair of another woman outside. | Een vrouw vlecht het lange haar van een andere vrouw buiten. | 2 | Woman and boy are different gender. Shaving and braiding hair are different actions. | Vrouw en jongen zijn verschillend geslacht. Scheren en vlechten haar zijn verschillende acties. | 0.0 | 0.0844 | 0.2482 | 0.0986 | 0.2322 | 0.1141 | ||||||||
A boy is shaving a African American's hair in a home setting he has clothing over him so he does n't get hair on himself. | Een jongen scheert het haar van een Afro-Amerikaan in een huis setting hij heeft kleding over hem zodat hij geen haar op zichzelf krijgt. | An African American is sitting at the barbershop. | Een Afro-Amerikaan zit in de kapper. | 2 | A barbershop is typically not in a home. | Een kapperszaak is meestal niet in een huis. | 0.0 | 0.0844 | 0.0 | 0.1073 | 0.6215 | 0.1216 | ||||||||
A boy is shaving a African American's hair in a home setting he has clothing over him so he does n't get hair on himself. | Een jongen scheert het haar van een Afro-Amerikaan in een huis setting hij heeft kleding over hem zodat hij geen haar op zichzelf krijgt. | A boy is happily shaving an African American's hair. | Een jongen scheert gelukkig het haar van een Afro-Amerikaanse. | 1 | The boy isn't necessarily happily shaving hair. | De jongen is niet per se gelukkig met haar scheren. | 0.0 | 0.0844 | 0.1287 | 0.1052 | 0.0001 | 0.1168 | ||||||||
A boy is shaving a African American's hair in a home setting he has clothing over him so he does n't get hair on himself. | Een jongen scheert het haar van een Afro-Amerikaan in een huis setting hij heeft kleding over hem zodat hij geen haar op zichzelf krijgt. | An African American man shaves a little girl's head. | Een Afro-Amerikaanse man scheert het hoofd van een klein meisje. | 2 | A man is not considered a boy. | Een man wordt niet beschouwd als een jongen. | 0.0 | 0.0844 | 0.3723 | 0.1163 | 0.8061 | 0.1338 | ||||||||
A boy is shaving a African American's hair in a home setting he has clothing over him so he does n't get hair on himself. | Een jongen scheert het haar van een Afro-Amerikaan in een huis setting hij heeft kleding over hem zodat hij geen haar op zichzelf krijgt. | A boy is shaving an African American's hair. | Een jongen scheert het haar van een Afro-Amerikaanse. | 0 | HE IS SHAVING. | Hij schaatst. | 0.0 | 0.0844 | 0.6232 | 0.1141 | 0.0001 | 0.1073 | ||||||||
A boy is shaving a African American's hair in a home setting he has clothing over him so he does n't get hair on himself. | Een jongen scheert het haar van een Afro-Amerikaan in een huis setting hij heeft kleding over hem zodat hij geen haar op zichzelf krijgt. | A boy is running. | Er loopt een jongen rond. | 2 | One cannot be running and shaving hair at the same time. | Men kan niet tegelijkertijd rennen en haar scheren. | 0.0 | 0.0844 | 0.5247 | 0.1252 | 0.0001 | 0.0976 | ||||||||
A boy is shaving a African American's hair in a home setting he has clothing over him so he does n't get hair on himself. | Een jongen scheert het haar van een Afro-Amerikaan in een huis setting hij heeft kleding over hem zodat hij geen haar op zichzelf krijgt. | A boy is cutting his fathers hair. | Een jongen knipt zijn vaders haar. | 1 | The boy is not necessarily cutting his fathers hair. | De jongen knipt niet per se zijn vadershaar. | 0.0 | 0.0844 | 0.7298 | 0.1114 | 0.3008 | 0.1031 |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.