premise_en
stringlengths 7
402
| premise_nl
stringlengths 8
417
| hypothesis_en
stringlengths 0
295
| hypothesis_nl
stringlengths 1
308
| label
int32 0
2
| explanation_1_en
stringlengths 0
917
| explanation_1_nl
stringlengths 3
766
| explanation_2_en
stringclasses 1
value | explanation_2_nl
stringclasses 1
value | explanation_3_en
stringclasses 1
value | explanation_3_nl
stringclasses 1
value | da_premise
stringlengths 3
6
| mqm_premise
stringlengths 3
7
| da_hypothesis
stringlengths 3
6
| mqm_hypothesis
stringlengths 3
6
| da_explanation_1
stringlengths 3
6
| mqm_explanation_1
stringlengths 3
7
| da_explanation_2
stringclasses 1
value | mqm_explanation_2
stringclasses 1
value | da_explanation_3
stringclasses 1
value | mqm_explanation_3
stringclasses 1
value |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
A male athlete is wearing a teal sweatband and a shirt from Nike and is holding a tennis racket. | Een mannelijke sporter draagt een teal sweatband en een shirt van Nike en houdt een tennisracket vast. | The man is bowling. | De man bowlt. | 2 | If he is holding a tennis racket, he isn't bowling. | Als hij een tennisracket heeft, is hij niet aan het bowlen. | 0.2708 | 0.1246 | 0.0 | 0.1077 | 0.3922 | 0.1152 | ||||||||
A male athlete is wearing a teal sweatband and a shirt from Nike and is holding a tennis racket. | Een mannelijke sporter draagt een teal sweatband en een shirt van Nike en houdt een tennisracket vast. | A man is holding a tennis racket. | Een man houdt een tennisracket. | 0 | Both subjects are holding a tennis racket | Beiden hebben een tennisracket. | 0.2706 | 0.1244 | 0.1508 | 0.1469 | 0.4533 | 0.1245 | ||||||||
A tennis player is carrying a tennis racket. | Een tennisspeler draagt een tennisracket. | A person is carrying a tennis racket. | Een persoon draagt een tennisracket. | 0 | both subjects are carrying a tennis racket | beide personen dragen een tennisracket | 0.7002 | 0.1453 | 0.7649 | 0.1452 | 0.6355 | 0.1521 | ||||||||
A tennis player is carrying a tennis racket. | Een tennisspeler draagt een tennisracket. | The person is playing tennis. | De persoon speelt tennis. | 1 | Carrying a tennis racket and playing tennis are not the same thing. | Een tennisracket dragen en tennissen is niet hetzelfde. | 0.7004 | 0.1452 | 0.9754 | 0.14 | 0.6853 | 0.134 | ||||||||
A tennis player is carrying a tennis racket. | Een tennisspeler draagt een tennisracket. | The person is playinhg volleyball. | De persoon is playinhg volleybal. | 2 | Tennis is different than volleyball. | Tennis is anders dan volleybal. | 0.7013 | 0.1453 | 0.0 | 0.0696 | 0.9835 | 0.1507 | ||||||||
The tennis player is wearing a yellow and blue shirt and a blue headband. | De tennisspeler draagt een geel en blauw shirt en een blauwe hoofdband. | A person is playing Tennis at Wimbledon. | Iemand speelt tennis bij Wimbledon. | 2 | Tennis player is different than person. | Tennisspeler is anders dan persoon. | 0.8992 | 0.134 | 0.8646 | 0.1478 | 0.2919 | 0.1012 | ||||||||
The tennis player is wearing a yellow and blue shirt and a blue headband. | De tennisspeler draagt een geel en blauw shirt en een blauwe hoofdband. | A tennis player wears a handband to keep the hair out of his eyes. | Een tennisspeler draagt een handband om het haar uit zijn ogen te houden. | 1 | A man does not always wear a headband to keep the hair out of his eyes. | Een man draagt niet altijd een hoofdband om het haar uit zijn ogen te houden. | 0.8992 | 0.134 | 0.4289 | 0.1246 | 0.2397 | 0.1252 | ||||||||
The tennis player is wearing a yellow and blue shirt and a blue headband. | De tennisspeler draagt een geel en blauw shirt en een blauwe hoofdband. | A person has a multi-colored outfit on. | Een persoon heeft een kleurrijke outfit aan. | 0 | has a multi-colored outfit on is the same as wearing a yellow and blue shirt and a blue headband | heeft een meerkleurige outfit op is hetzelfde als het dragen van een geel en blauw shirt en een blauwe hoofdband | 0.8992 | 0.134 | 0.6175 | 0.1389 | 0.0212 | 0.0802 | ||||||||
A man plays tennis. | Een man speelt tennis. | The man plays tennis often. | De man speelt vaak tennis. | 1 | He may not play often. | Hij speelt misschien niet vaak. | 0.9838 | 0.1416 | 0.9633 | 0.127 | 0.81 | 0.1259 | ||||||||
A man plays tennis. | Een man speelt tennis. | The woman plays tennis. | De vrouw speelt tennis. | 2 | A man and a woman are two different persons | Een man en een vrouw zijn twee verschillende personen | 0.9838 | 0.1417 | 0.9874 | 0.1304 | 0.9653 | 0.1594 | ||||||||
A man plays tennis. | Een man speelt tennis. | The man plays tennis. | De man speelt tennis. | 0 | A man can be referred to as the man, | Een man kan worden aangeduid als de man, | 0.9838 | 0.1417 | 0.988 | 0.1351 | 0.7276 | 0.1097 | ||||||||
A woman in a blue and white striped shirt holding a green comb. | Een vrouw in een blauw-wit gestreept shirt met een groene kam. | A woman is holding a comb. | Een vrouw houdt een kam vast. | 0 | Holding a green comb is the same as holding a comb | Een groene kam vasthouden is hetzelfde als een kam vasthouden | 0.1314 | 0.099 | 0.4392 | 0.1212 | 0.1469 | 0.0924 | ||||||||
A woman in a blue and white striped shirt holding a green comb. | Een vrouw in een blauw-wit gestreept shirt met een groene kam. | A woman is brushing her hair. | Een vrouw borstelt haar haar. | 1 | A woman holding a comb is not always brushing her hair. | Een vrouw met een kam poetst niet altijd haar haar. | 0.1318 | 0.099 | 0.9774 | 0.1351 | 0.4946 | 0.1172 | ||||||||
A woman in a blue and white striped shirt holding a green comb. | Een vrouw in een blauw-wit gestreept shirt met een groene kam. | A woman is holding a sheep. | Een vrouw heeft een schaap. | 2 | Sheep is different than comb. | Schapen zijn anders dan kam. | 0.1318 | 0.099 | 0.5027 | 0.1244 | 0.0001 | 0.0842 | ||||||||
Older woman holding a light green comb over a weave. | Oudere vrouw met een lichtgroene kam over een weef. | young woman holding a light green comb over a weave. | Jonge vrouw met een lichtgroene kam over een weef. | 2 | Older is different than young. | Ouder is anders dan jong. | 0.0 | 0.0657 | 0.0 | 0.0703 | 0.735 | 0.1144 | ||||||||
Older woman holding a light green comb over a weave. | Oudere vrouw met een lichtgroene kam over een weef. | women are holding a comb | vrouwen houden een kam | 0 | Holding a comb does not have to be green. | Een kam vasthouden hoeft niet groen te zijn. | 0.0 | 0.0657 | 0.0001 | 0.1035 | 0.0 | 0.0786 | ||||||||
Older woman holding a light green comb over a weave. | Oudere vrouw met een lichtgroene kam over een weef. | black women are holding a comb | zwarte vrouwen houden een kam vast | 1 | An older woman is not always black. | Een oudere vrouw is niet altijd zwart. | 0.0 | 0.0657 | 0.3525 | 0.1035 | 0.3193 | 0.0963 | ||||||||
Local African boy doing his daily work guiding the animals that are pulling a cart. | De lokale Afrikaanse jongen die zijn dagelijkse werk doet, leidt de dieren die een kar trekken. | A girl is walking alone and pushing a bicycle with a flat tire. | Een meisje loopt alleen en duwt een fiets met een lekke band. | 2 | Girl and boy are different. | Meisje en jongen zijn anders. | 0.2639 | 0.082 | 0.2407 | 0.0968 | 0.9788 | 0.1352 | ||||||||
Local African boy doing his daily work guiding the animals that are pulling a cart. | De lokale Afrikaanse jongen die zijn dagelijkse werk doet, leidt de dieren die een kar trekken. | A boy is guiding horses pulling a cart. | Een jongen leidt paarden die een kar trekken. | 1 | A boy is not always pulling a cart. | Een jongen trekt niet altijd een kar. | 0.2639 | 0.082 | 0.1747 | 0.0817 | 0.6668 | 0.1069 | ||||||||
Local African boy doing his daily work guiding the animals that are pulling a cart. | De lokale Afrikaanse jongen die zijn dagelijkse werk doet, leidt de dieren die een kar trekken. | A boy is guiding animals pulling a cart. | Een jongen leidt dieren die een kar trekken. | 0 | Guiding animals is the boy's daily work | Leidinggevende dieren is het dagelijkse werk van de jongen | 0.2639 | 0.082 | 0.001 | 0.0808 | 0.0 | 0.0885 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | A young boy is outside. | Er staat een jongetje buiten. | 0 | Sitting in a wagon down a dusty dirt road means the boy is outside. | Zittend in een wagen op een stoffige weg betekent dat de jongen buiten is. | 0.2335 | 0.0878 | 0.8763 | 0.133 | 0.0001 | 0.0941 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | A woman and her son driving down a dusty road. | Een vrouw en haar zoon rijden op een stoffige weg. | 0 | Son follows his mother's wagon means they are driving down a road. | Z'n zoon volgt z'n moeders wagen. | 0.2335 | 0.0878 | 0.432 | 0.1185 | 0.0056 | 0.0817 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | Two brown cows are pulling a wagon. | Twee bruine koeien trekken aan een wagen. | 1 | Not all cows are brown. | Niet alle koeien zijn bruin. | 0.2335 | 0.0878 | 0.4701 | 0.1014 | 0.9657 | 0.1278 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | A girl is driving a car. | Een meisje rijdt in een auto. | 2 | Girl and boy are different. | Meisje en jongen zijn anders. | 0.2335 | 0.0878 | 0.9345 | 0.1432 | 0.9787 | 0.1353 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | The boy is in a wagon going down a dusty road. | De jongen zit in een wagen op een stoffige weg. | 0 | Boy is in wagon following mother so he is going down a road | Jongen zit in wagen achter moeder aan dus hij gaat op een weg | 0.2335 | 0.0878 | 0.1577 | 0.1099 | 0.0 | 0.0982 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | A boy and his mother are moving. | Een jongen en zijn moeder verhuizen. | 1 | Being in a wagon does not mean they are moving. | In een wagen zitten betekent niet dat ze bewegen. | 0.2335 | 0.0878 | 0.9413 | 0.1296 | 0.3234 | 0.1248 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | A young boy and his mother running away from home with their last cattle. | Een jonge jongen en zijn moeder rennen weg van huis met hun laatste vee. | 1 | Being in a wagon does not mean they are running away from home. | In een wagen zitten betekent niet dat ze van huis weglopen. | 0.2335 | 0.0878 | 0.6043 | 0.0958 | 0.4662 | 0.1244 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | The boy is sitting with his brothers. | De jongen zit bij zijn broers. | 2 | Brothers cannot be possible if the boy is alone. | Broeders zijn onmogelijk als de jongen alleen is. | 0.2335 | 0.0878 | 0.7001 | 0.1251 | 0.5017 | 0.1218 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | A young boy and some cattle are on a dirt road. | Een jonge jongen en vee liggen op een onverharde weg. | 0 | Two cattle means it is more than one so some cattle are with the boy. | Twee runderen betekent dat het meer dan één is, dus sommige runderen zijn bij de jongen. | 0.2337 | 0.0878 | 0.6633 | 0.1224 | 0.0002 | 0.0895 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | A boy rides down the highway in a car. | Een jongen rijdt over de snelweg in een auto. | 2 | Highway is different than dirt road. | De snelweg is anders dan de zandweg. | 0.2337 | 0.0878 | 0.7675 | 0.138 | 0.5386 | 0.1393 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | A young boy and mother in the same wagon heading down a dusty dirt road. | Een jonge jongen en moeder in dezelfde wagen op een stoffige zandweg. | 2 | Mother cannot be possible if the boy is alone. | Moeder is niet mogelijk als de jongen alleen is. | 0.2337 | 0.0878 | 0.2103 | 0.0982 | 0.3971 | 0.1153 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | A boy hugs a brown cow. | Een jongen omhelst een bruine koe. | 1 | A boy hugs cow doesn't has to be brown | Een jongen knuffelt koe hoeft niet bruin te zijn | 0.2337 | 0.0878 | 0.7291 | 0.1264 | 0.0001 | 0.0925 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | The boy has no mother. | De jongen heeft geen moeder. | 2 | If the boy has no mother, then mother's cannot be possible. | Als de jongen geen moeder heeft, dan is moeder niet mogelijk. | 0.2337 | 0.0878 | 0.9829 | 0.145 | 0.3826 | 0.1012 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | The boy is going to his grandparent's. | De jongen gaat naar zijn grootouders. | 1 | The boy is going somewhere doesn't mean he's going at his grandparent's. | De jongen gaat ergens heen betekent niet dat hij naar zijn grootouders gaat. | 0.2337 | 0.0878 | 0.4736 | 0.1209 | 0.0001 | 0.1182 | ||||||||
A young boy sit alone in a wagon and holds on tightly to two cattle as they follow his mother's wagon down a dusty dirt road. | Een jonge jongen zit alleen in een wagen en houdt zich stevig vast aan twee runderen terwijl ze de wagen van zijn moeder volgen op een stoffige weg. | A child is following his mom. | Een kind volgt zijn moeder. | 0 | The boy is following his mom's wagon so he is following his mom. | De jongen volgt de wagen van zijn moeder dus hij volgt zijn moeder. | 0.2337 | 0.0878 | 0.9132 | 0.1409 | 0.3124 | 0.1042 | ||||||||
an African boy drives his team of oxen down a dirt road. | Een Afrikaanse jongen rijdt zijn team ossen op een onverharde weg. | An African boy prepares tacos. | Een Afrikaanse jongen bereidt taco's voor. | 2 | One cannot be driving a team of oxen and preparing tacos simultaneously. | Men kan geen team ossen besturen en tegelijkertijd taco's bereiden. | 0.3164 | 0.0943 | 0.9521 | 0.1189 | 0.2863 | 0.0939 | ||||||||
an African boy drives his team of oxen down a dirt road. | Een Afrikaanse jongen rijdt zijn team ossen op een onverharde weg. | The boy holding an umbrella has he drives his animals down a dirt road in the pouring rain. | De jongen met een paraplu rijdt zijn dieren over een zandweg in de stromende regen. | 1 | The boy holding doesn't necessarily hold an umbrella when he drives his animals down a dirt road in the pouring rain | De jongen houdt niet per se een paraplu vast als hij zijn dieren over een onverharde weg rijdt in de stromende regen | 0.3157 | 0.0942 | 0.2264 | 0.1033 | 0.3006 | 0.1036 | ||||||||
an African boy drives his team of oxen down a dirt road. | Een Afrikaanse jongen rijdt zijn team ossen op een onverharde weg. | A boy is driving animals outside down a dirt road. | Een jongen rijdt dieren naar buiten op een zandweg. | 0 | Oxen are animals. | Oxen zijn dieren. | 0.3147 | 0.0943 | 0.1668 | 0.104 | 0.9648 | 0.1256 | ||||||||
A young black boy is guiding his animals down a dirt road with a blue rope. | Een jonge zwarte jongen leidt zijn dieren over een zandweg met een blauw touw. | Young girl guiding animals down a dirt road with a rope. | Jong meisje leidt dieren op een zandweg met een touw. | 2 | Its either a boy or a girl. | Het is een jongen of een meisje. | 0.3284 | 0.1123 | 0.3251 | 0.1154 | 0.9638 | 0.1272 | ||||||||
A young black boy is guiding his animals down a dirt road with a blue rope. | Een jonge zwarte jongen leidt zijn dieren over een zandweg met een blauw touw. | Young boy guiding animals down a dirt road with a rope. | Jonge jongen leidt dieren op een onverharde weg met touw. | 0 | Guiding animals does not have to use a blue rope. | Begeleide dieren hoeven geen blauw touw te gebruiken. | 0.3282 | 0.1123 | 0.3979 | 0.1157 | 0.5156 | 0.1282 | ||||||||
A young black boy is guiding his animals down a dirt road with a blue rope. | Een jonge zwarte jongen leidt zijn dieren over een zandweg met een blauw touw. | Young boy guiding dogs down a dirt road with a rope. | Jonge jongen leidt honden op een zandweg met een touw. | 1 | rope doesn't necessary to guide dogs down a dirt road | touw is niet nodig om honden te begeleiden over een onverharde weg | 0.3281 | 0.1123 | 0.3789 | 0.1029 | 0.5806 | 0.1396 | ||||||||
A baseball player hitting the ball | Een honkballer die de bal slaat | A baseball player is hitting a ball. | Een honkballer slaat een bal. | 0 | Hitting is a paraphrase of is hitting. | Het slaan is een parafrase van slaan. | 0.0001 | 0.0947 | 0.3146 | 0.1158 | 0.0002 | 0.0825 | ||||||||
A baseball player hitting the ball | Een honkballer die de bal slaat | A baseball player is practicing by hitting a ball. | Een honkballer oefent door een bal te slaan. | 1 | He may be doing this for fun, not practicing. | Hij doet dit misschien voor de lol, niet om te oefenen. | 0.0001 | 0.0947 | 0.4343 | 0.1129 | 0.7605 | 0.1231 | ||||||||
A baseball player hitting the ball | Een honkballer die de bal slaat | A baseball player is resting. | Een honkballer rust uit. | 2 | A baseball player can't be hitting the ball while he's resting | Een honkballer kan de bal niet raken terwijl hij rust. | 0.0001 | 0.0947 | 0.0 | 0.0981 | 0.0024 | 0.119 | ||||||||
A group of people demonstrating. | Een groep mensen die demonstreren. | A group of people are sleeping. | Een groep mensen slaapt. | 2 | They cannot be demonstrating and sleeping simultaneously. | Ze kunnen niet tegelijkertijd demonstreren en slapen. | 0.7178 | 0.1528 | 0.4947 | 0.1275 | 0.315 | 0.1266 | ||||||||
A group of people demonstrating. | Een groep mensen die demonstreren. | A group of protesters hold up their signs. | Een groep demonstranten houdt hun borden omhoog. | 1 | A group of protester could hold up anything than signs | Een groep demonstranten kan alles tegenhouden dan tekenen. | 0.7176 | 0.1528 | 0.8446 | 0.1281 | 0.0136 | 0.0979 | ||||||||
A group of people demonstrating. | Een groep mensen die demonstreren. | Several people are doing something together. | Verschillende mensen doen iets samen. | 0 | demonstrating is another way of saying doing something | Het demonstreren is een andere manier om iets te doen. | 0.7173 | 0.1528 | 0.815 | 0.1404 | 0.6709 | 0.132 | ||||||||
A man and two children are sleeping on the floor. | Een man en twee kinderen slapen op de vloer. | Some people are asleep. | Sommige mensen slapen. | 0 | A man and two children are people | Een man en twee kinderen zijn mensen | 0.9468 | 0.1342 | 0.5571 | 0.127 | 0.9157 | 0.1217 | ||||||||
A man and two children are sleeping on the floor. | Een man en twee kinderen slapen op de vloer. | Some people are sleeping on carpet. | Sommige mensen slapen op het tapijt. | 1 | Some peoples could be sleeping on anything other than carpet | Sommige mensen slapen op iets anders dan tapijt. | 0.9463 | 0.1342 | 0.7436 | 0.129 | 0.3008 | 0.1287 | ||||||||
A man and two children are sleeping on the floor. | Een man en twee kinderen slapen op de vloer. | Some people are sleeping in beds. | Sommige mensen slapen in bed. | 2 | They cannot be sleeping on the floor and in beds simultaneously. | Ze kunnen niet tegelijkertijd op de vloer en in bedden slapen. | 0.9463 | 0.1342 | 0.7998 | 0.1355 | 0.2782 | 0.1332 | ||||||||
A boy in a red poncho is reading while leaning on a pole. | Een jongen in een rode poncho leest terwijl hij op een paal leunt. | A girl in a red poncho is reading while leaning on a pole. | Een meisje in een rode poncho leest terwijl ze leunt op een paal. | 2 | Its either a boy or a girl. | Het is een jongen of een meisje. | 0.3813 | 0.1272 | 0.4396 | 0.1327 | 0.9638 | 0.1271 | ||||||||
A boy in a red poncho is reading while leaning on a pole. | Een jongen in een rode poncho leest terwijl hij op een paal leunt. | A boy in a red poncho is reading a book. | Een jongen in een rode poncho leest een boek. | 0 | IF he is reading a book he must be reading. | Als hij een boek leest moet hij lezen. | 0.3817 | 0.1271 | 0.8091 | 0.1379 | 0.0143 | 0.0867 | ||||||||
A boy in a red poncho is reading while leaning on a pole. | Een jongen in een rode poncho leest terwijl hij op een paal leunt. | A boy in a red poncho is reading The Hobbit while leaning on a pole. | Een jongen in een rode poncho leest The Hobbit terwijl hij op een paal leunt. | 1 | A boy in a red poncho is reading The Hobbit while leaning anything other than a pole | Een jongen in een rode poncho leest The Hobbit terwijl hij iets anders leunt dan een paal. | 0.3813 | 0.1272 | 0.5449 | 0.1297 | 0.0005 | 0.0841 | ||||||||
A child is standing alone hear a pillar reading a book while pointing at the page. | Een kind staat alleen en hoort een pilaar een boek lezen terwijl hij naar de pagina wijst. | A child is enjoying the story. | Een kind geniet van het verhaal. | 1 | A child could be enjoying anything other than story | Een kind kan van alles genieten behalve een verhaal. | 0.221 | 0.0857 | 0.9536 | 0.1285 | 0.2973 | 0.1161 | ||||||||
A child is standing alone hear a pillar reading a book while pointing at the page. | Een kind staat alleen en hoort een pilaar een boek lezen terwijl hij naar de pagina wijst. | A child is standing with his family. | Een kind staat bij zijn familie. | 2 | One cannot be standing alone and with his family simultaneously. | Men kan niet tegelijkertijd alleen en met zijn familie staan. | 0.2209 | 0.0857 | 0.4379 | 0.1276 | 0.6678 | 0.1237 | ||||||||
A child is standing alone hear a pillar reading a book while pointing at the page. | Een kind staat alleen en hoort een pilaar een boek lezen terwijl hij naar de pagina wijst. | A child is listening to someone reading. | Een kind luistert naar iemand die leest. | 0 | If he is hearing someone read then he must be listening to someone read. | Als hij iemand hoort lezen dan moet hij luisteren naar iemand die leest. | 0.222 | 0.0857 | 0.1905 | 0.132 | 0.2814 | 0.1177 | ||||||||
An Asian man lies on a tiled floor with two children, using old clothes for pillows. | Een Aziatische man ligt op een betegelde vloer met twee kinderen, met oude kleren als kussen. | A man lies on the floor | Een man ligt op de grond. | 0 | An Asian man is still a man. | Een Aziatisch man is nog steeds een man. | 0.4814 | 0.1145 | 0.9314 | 0.1311 | 0.9595 | 0.1337 | ||||||||
An Asian man lies on a tiled floor with two children, using old clothes for pillows. | Een Aziatische man ligt op een betegelde vloer met twee kinderen, met oude kleren als kussen. | A man is with children | Een man is met kinderen | 1 | A man could be with anybody than Children | Een man kan met iedereen zijn dan kinderen. | 0.4815 | 0.1145 | 0.7881 | 0.1038 | 0.0032 | 0.093 | ||||||||
An Asian man lies on a tiled floor with two children, using old clothes for pillows. | Een Aziatische man ligt op een betegelde vloer met twee kinderen, met oude kleren als kussen. | The man uses clothes for pillos | De man gebruikt kleren voor pillen. | 2 | The clothes for pillows do not have to be old. | De kleren voor kussens hoeven niet oud te zijn. | 0.4819 | 0.1145 | 0.2647 | 0.0909 | 0.0002 | 0.092 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | A man and two children are wrapped up in sleeping bags on a kitchen floor. | Een man en twee kinderen zitten in slaapzakken op een keukenvloer. | 1 | A man and two children could be wrapped up anywhere in bag than on a kitchen floor | Een man en twee kinderen kunnen overal in een zak worden verpakt dan op een keukenvloer | 0.4897 | 0.1319 | 0.6632 | 0.1271 | 0.2484 | 0.095 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | A view through a door into a small tiled room where a man and two children are preparing dinner for themselves. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen zelf het diner bereiden. | 2 | They cannot be asleep and preparing dinner simultaneously. | Ze kunnen niet tegelijkertijd slapen en eten bereiden. | 0.4894 | 0.1319 | 0.4125 | 0.1325 | 0.4845 | 0.1268 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | A man and children are asleep in a tiled room. | Een man en kinderen slapen in een betegelde kamer. | 0 | Two children are still children | Twee kinderen zijn nog kinderen | 0.4894 | 0.1319 | 0.7303 | 0.1263 | 0.9666 | 0.1303 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | The three people are napping before going to the swimming pool. | De drie mensen slapen voordat ze naar het zwembad gaan. | 1 | They are not necessarily napping before going to the swimming pool. | Ze gaan niet per se slapen voordat ze naar het zwembad gaan. | 0.4897 | 0.1319 | 0.2665 | 0.1259 | 0.2535 | 0.128 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | There's a woman sleeping on the bed with her kids. | Er slaapt een vrouw op bed met haar kinderen. | 2 | Its either a man or a woman. | Het is een man of een vrouw. | 0.4897 | 0.1318 | 0.7509 | 0.1341 | 0.9251 | 0.1211 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | A man and two children sleep outside | Een man en twee kinderen slapen buiten | 2 | They cannot be sleeping on the floor and outside simultaneously. | Ze kunnen niet tegelijkertijd op de vloer en buiten slapen. | 0.4897 | 0.1318 | 0.8557 | 0.1414 | 0.3202 | 0.1264 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | A view through a door into a small tiled room where a father and his two sons are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een vader en zijn twee zonen slapen op de vloer. | 1 | The man is not necessarily the father to the two children. | De man is niet noodzakelijk de vader van de twee kinderen. | 0.4907 | 0.1319 | 0.401 | 0.1263 | 0.9757 | 0.1369 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | A man was playing with his kids until they fell asleep. | Een man speelde met zijn kinderen tot ze in slaap vielen. | 1 | The man was not necessarily playing with his kids before they fell asleep. | De man speelde niet noodzakelijk met zijn kinderen voordat ze in slaap vielen. | 0.4901 | 0.1319 | 0.7248 | 0.1227 | 0.3932 | 0.1111 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | Three people are sleeping indoors on a floor. | Drie mensen slapen binnen op een verdieping. | 0 | A man and two children is equal to three people. | Een man en twee kinderen is gelijk aan drie mensen. | 0.4902 | 0.1318 | 0.7305 | 0.1309 | 0.7557 | 0.1267 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | A man and two children are asleep on the floor | Een man en twee kinderen slapen op de vloer | 0 | A man and two children are asleep on the floor is the same as a man and two children are asleep on the floor. | Een man en twee kinderen slapen op de vloer is hetzelfde als een man en twee kinderen slapen op de vloer. | 0.4899 | 0.1318 | 0.8758 | 0.1493 | 0.7308 | 0.1176 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | A man and two children are tired from playing | Een man en twee kinderen zijn moe van het spelen | 1 | They are not necessarily tired from playing. | Ze zijn niet per se moe van het spelen. | 0.4899 | 0.1318 | 0.9489 | 0.126 | 0.7427 | 0.1166 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | A man and two children are playing frisbee in the park. | Een man en twee kinderen spelen frisbee in het park. | 2 | The man and two children can either be playing frisbee in the park or asleep on the floor. | De man en twee kinderen kunnen frisbee spelen in het park of op de vloer slapen. | 0.4903 | 0.1319 | 0.8965 | 0.1365 | 0.2603 | 0.1131 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | A man and two children aren't sleeping on the couch. | Een man en twee kinderen slapen niet op de bank. | 0 | If they are asleep on the floor then they cannot be sleeping on the couch. | Als ze op de vloer slapen, kunnen ze niet op de bank slapen. | 0.4903 | 0.1319 | 0.7137 | 0.1217 | 0.4328 | 0.1202 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | Two children are sleeping. | Twee kinderen slapen. | 0 | Two children are asleep is the same as two children are sleeping. | Twee kinderen slapen hetzelfde als twee kinderen slapen. | 0.4903 | 0.1319 | 0.8726 | 0.1246 | 0.02 | 0.1032 | ||||||||
A view through a door into a small tiled room where a man and two children are asleep on the floor. | Een uitzicht door een deur naar een kleine betegelde kamer waar een man en twee kinderen op de vloer slapen. | Two children are playing xbox | Twee kinderen spelen xbox | 2 | The two children can either be asleep or playing xbox. | De twee kinderen kunnen ofwel slapen of xbox spelen. | 0.4907 | 0.1317 | 0.9838 | 0.1397 | 0.6247 | 0.1228 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | The floor is tiled. | De vloer is betegeld. | 0 | If it is a tiled floor then it must be tiled. | Als het een betegelde vloer dan moet worden betegeld. | 0.8746 | 0.1385 | 0.6977 | 0.1417 | 0.0 | 0.0888 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | a man wrestles with the children | een man worstelt met de kinderen | 1 | The man was not necessarily about to wrestle with the children. | De man wilde niet per se met de kinderen worstelen. | 0.8746 | 0.1385 | 0.6608 | 0.1063 | 0.3556 | 0.1095 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | The man and the two small children are standing on the tiled floor. | De man en de twee kleine kinderen staan op de betegelde vloer. | 2 | The man and two small children can either be laying or standing. | De man en twee kleine kinderen kunnen liggen of staan. | 0.8742 | 0.1384 | 0.7586 | 0.1338 | 0.6554 | 0.1134 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | a man rides his bike down a mountain | een man rijdt zijn fiets af een berg | 2 | The man can either lay on the tiled floor or ride his bike down a mountain. | De man kan op de betegelde vloer liggen of met zijn fiets een berg afrijden. | 0.8742 | 0.1384 | 0.4097 | 0.1226 | 0.2873 | 0.1094 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | People are taking a nap. | Mensen doen een dutje. | 1 | Not everyone who lies down is taking a nap. | Niet iedereen die ligt te slapen. | 0.8742 | 0.1384 | 0.0 | 0.1111 | 0.0 | 0.0833 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | a guy and two kids play inside | een man en twee kinderen spelen binnen | 0 | A man is also a guy. Children are also called kids. A tile floor would be located inside. | Een man is ook een man. Kinderen worden ook kinderen genoemd. Een tegelvloer zou zich binnen bevinden. | 0.8746 | 0.1384 | 0.3104 | 0.1163 | 0.0865 | 0.1041 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | The man and two small children are laying down. | De man en twee kleine kinderen gaan liggen. | 0 | To be laying is also called laying down. | Legen wordt ook wel leggen genoemd. | 0.8746 | 0.1384 | 0.361 | 0.109 | 0.0001 | 0.0635 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | two kids play with their dad | twee kinderen spelen met hun vader | 1 | The kids are not necessarily about to play with the man. The man is not necessarily their father. | De kinderen gaan niet per se met de man spelen, hij is niet noodzakelijk hun vader. | 0.8747 | 0.1384 | 0.8131 | 0.1125 | 0.4974 | 0.1264 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | a man and two children lay on the floor | een man en twee kinderen liggen op de vloer | 0 | To be laying is to lay. | Liggen is liggen. | 0.8744 | 0.1384 | 0.8554 | 0.1385 | 0.0 | 0.0865 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | People are tired. | Mensen zijn moe. | 0 | If people are laying, then they are probably tired. | Als mensen liggen, dan zijn ze waarschijnlijk moe. | 0.8748 | 0.1384 | 0.8374 | 0.1317 | 0.6762 | 0.1213 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | A man and his children talk about what they want to be when they grow up while laying down on the floor. | Een man en zijn kinderen praten over wat ze willen worden als ze opgroeien terwijl ze op de grond liggen. | 1 | They are not necessarily talking about what they want to be when they grow up. | Ze praten niet per se over wat ze willen worden als ze groot zijn. | 0.8748 | 0.1384 | 0.353 | 0.112 | 0.4281 | 0.1354 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | a day plays with his kids in the sand | een dag speelt met zijn kinderen in het zand | 2 | The man and kids can either be laying on a tiled floor or play in the sand. | De man en kinderen kunnen op een betegelde vloer liggen of in het zand spelen. | 0.8747 | 0.1384 | 0.0616 | 0.0807 | 0.6736 | 0.1292 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | People are at an amusment park. | Mensen zijn in een pretpark. | 2 | The people can either be on a tiled floor or at an amusement park. | De mensen kunnen ofwel op een betegelde verdieping of in een pretpark. | 0.8747 | 0.1384 | 0.313 | 0.1338 | 0.2719 | 0.1122 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | A man is beating his wife. | Een man slaat zijn vrouw. | 2 | The man can either be with his wife or with his too small children. The man can either be laying or beating. | De man kan bij zijn vrouw zijn of bij zijn te kleine kinderen. | 0.8745 | 0.1385 | 0.5649 | 0.1177 | 0.0001 | 0.0979 | ||||||||
A man and two small children laying on a tiled floor. | Een man en twee kleine kinderen liggen op een betegelde vloer. | The man is the two small children's father. | De man is de vader van de kleine kinderen. | 1 | Not every man with children is their father. | Niet elke man met kinderen is hun vader. | 0.8744 | 0.1385 | 0.8439 | 0.12 | 0.8238 | 0.1183 | ||||||||
A group of people marching in a parade waving flags. | Een groep mensen marcheert in een parade zwaaiende vlaggen. | the group of people are holding something in their hands. They are outside | De groep mensen houdt iets in hun handen. | 0 | If people are waving flags, then they would be holding something in their hands. A parade would be located outside. | Als mensen met vlaggen zwaaien, dan zouden ze iets in hun handen hebben. | 0.5439 | 0.1303 | 0.7329 | 0.1449 | 0.2843 | 0.1132 | ||||||||
A group of people marching in a parade waving flags. | Een groep mensen marcheert in een parade zwaaiende vlaggen. | the people are inside watching a movie | de mensen zitten binnen een film te kijken | 2 | The people can either be marching and waving flags in a parade or watching a movie inside. | De mensen kunnen ofwel marcheren en zwaaien vlaggen in een parade of kijken naar een film binnen. | 0.5441 | 0.1303 | 0.2981 | 0.1181 | 0.0565 | 0.0952 | ||||||||
A group of people marching in a parade waving flags. | Een groep mensen marcheert in een parade zwaaiende vlaggen. | the people carry the texas flag in the parade | de mensen dragen de Texas vlag in de parade | 1 | Not every flag is the texas flag. | Niet elke vlag is de Texas vlag. | 0.5441 | 0.1303 | 0.5802 | 0.1297 | 0.7299 | 0.1319 | ||||||||
A cop is walking a crime dog to find something while paramedics discuss by their van. | Een agent laat een misdaadhond uit om iets te vinden terwijl de ambulance bij hun busje praat. | A policeman and his canine are searching for evidence at the crime scene while the paramedics talk to the victims. | Een politieman en zijn hond zoeken naar bewijs op de plaats delict terwijl de ambulance met de slachtoffers praat. | 1 | Just because the cop is walking a crime dog doesn't mean that he is searing for evidence. | Omdat de agent een misdaadhond uitlaat, betekent niet dat hij naar bewijs zoekt. | 0.0335 | 0.076 | 0.6179 | 0.1079 | 0.1604 | 0.1132 | ||||||||
A cop is walking a crime dog to find something while paramedics discuss by their van. | Een agent laat een misdaadhond uit om iets te vinden terwijl de ambulance bij hun busje praat. | A policeman and his canine are searching for something while paramedics talk by their van. | Een politieman en zijn hond zijn op zoek naar iets terwijl de ambulance bij hun busje praat. | 0 | Policeman is another word for cop. Canine is another word for dog. If you are trying to find something, then you are searching for it. To discuss something, people would need to talk. | Politieman is een ander woord voor agent. Hond is een ander woord voor hond. Als je probeert om iets te vinden, dan ben je op zoek naar het. Om iets te bespreken, mensen zouden moeten praten. | 0.0327 | 0.076 | 0.2346 | 0.0901 | 0.0001 | 0.0749 | ||||||||
A cop is walking a crime dog to find something while paramedics discuss by their van. | Een agent laat een misdaadhond uit om iets te vinden terwijl de ambulance bij hun busje praat. | The paramedics treated the victims of the fire while the cop and his dog rested in their squad car. | De ambulance behandelde de slachtoffers van de brand terwijl de agent en zijn hond rustten in hun patrouillewagen. | 2 | The paramedics can either discuss or treat. The cop and dog can either be walking or rested in the car. | De ambulance kan ofwel bespreken of behandelen. De agent en hond kunnen ofwel lopen of rusten in de auto. | 0.0327 | 0.076 | 0.5649 | 0.1103 | 0.0288 | 0.0877 | ||||||||
Man in a blue shirt fires a gun at a target. | Een man in een blauw shirt schiet een pistool op een doelwit. | a man hits a bullseye with a shot | een man slaat een roos met een schot | 1 | He may not hit a bullseye. | Misschien slaat hij geen bullseye. | 0.4099 | 0.1183 | 0.0 | 0.084 | 0.1599 | 0.0997 | ||||||||
Man in a blue shirt fires a gun at a target. | Een man in een blauw shirt schiet een pistool op een doelwit. | a man fires a bow at a target | een man schiet een boog af op een doel | 2 | A gun and a bow are two different objects | Een pistool en een boog zijn twee verschillende objecten | 0.411 | 0.1183 | 0.159 | 0.1285 | 0.7909 | 0.1312 | ||||||||
Man in a blue shirt fires a gun at a target. | Een man in een blauw shirt schiet een pistool op een doelwit. | a man with a gun | een man met een pistool | 0 | Man in a blue shirt is a type of man, and fires implies gun. | Een man in een blauw shirt is een soort man, en vuur betekent geweer. | 0.411 | 0.1183 | 0.7334 | 0.1138 | 0.254 | 0.0879 | ||||||||
A good slide into home at a Philly game | Een goede glijbaan naar huis bij een Philly spel | A slide is happening. | Er gebeurt een dia. | 0 | For there to be a slide, then the slide would need to be happening. | Voor een dia, dan zou de dia moeten gebeuren. | 0.0 | 0.0645 | 0.0 | 0.081 | 0.0 | 0.0648 | ||||||||
A good slide into home at a Philly game | Een goede glijbaan naar huis bij een Philly spel | A man is playing in the World Series. | Een man speelt in de World Series. | 2 | The event is either at a Philly game or at the World series. | Het evenement is ofwel bij een Philly wedstrijd of bij de World Series. | 0.0 | 0.0645 | 0.7509 | 0.1308 | 0.3306 | 0.1081 |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.