text
stringlengths
4
22.7k
label
class label
2 classes
Over het algemeen vind ik haar boeken spannend en goed en helder geschreven. Maar dit boek vind ik lastig. Niet alleen door de vele karakters, ik mis de spanning en het onderwerp van een veenlijk en de zoektocht naar een historisch gedicht vind ik niet interessant. Dus na 50 pagina's ben ik er mee gestopt.
0neg
Ik kom zelf uit Putten op de Veluwe, en het boek heeft heel erg veel raakvlakken met mijn eigen jeugd, er is veel herkenbaar. Maar ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat dit boek me totaal niet kon boeien, het blijft te veel een opsomming van feiten over het leven en de christelijke opvoeding in een boerengezin uit Zeeland. Het boek is saai en al helemaal geen topper, geen idee waarom dit boek zoveel lof heeft geoogst.
0neg
Stefan Brijs debuteerde reeds in 1997 met De verwording en schreef sindsdien een tien boeken waaronder een novelle, essays en enkele romans. Hij is vooral bekend geworden met zijn roman "De engelenmaker" dat toch enkele prijzen wegkaapte. Deze jaren zitten we volop in de herdenkingen van Wereldoorlog I en zoals te verwachten verschijnen er op regelmatige tijdstippen boeken hier rond, ook romans, bijvoorbeeld "De witte veer" van John Boyne. "Post voor mevrouw Bromley" is geen slecht boek maar het grijpt niet en boeit ook vaak niet. In het eerste deel, het thuisfront, wordt vooral de gewetensstrijd van John Patterson belicht. Het is het begin van de oorlog en de druk op jonge mannen om zich als vrijwilliger op te geven om hun land te dienen wordt alsmaar groter. Dit deel is nog een beetje interessant alhoewel ook hier de herhalingen en uitweidingen zich al aandienen. De oorlog laat zich ook voelen in Londen, de bombardementen eisen slachtoffers. Het tweede deel, het westfront, speelt zich dan af in het oorlogsgebied in het noorden van Frankrijk. Dit deel geeft wel een beeld van wat zich in de loopgraven afspeelt en alles daar rondom. Het is echter zeer langdradig en door de vele herhalingen krijg je de neiging om er vlug over te lezen. Stefan Brijs' boek over de Grote Oorlog is inhoudelijk een tegenvaller, ook al is het duidelijk dat hij zich goed geïnformeerd heeft. Het verhaal beklijft niet. Hij heeft echter wel een vlotte schrijfstijl.
0neg
Dit weinig originele thema is ook nog eens op een uiterst amateuristische wijze geschreven. De korte fragmentarische hoofdstukken remmen het verhaal voortdurend. Bovendien is bijna elk hoofdstuk voorspelbaar. Het lijkt erop of de schrijver steeds even in zijn vrije tijd een hoofdstukje heeft toegevoegd om toch maar aan een boek van meer dan 350 pagina's te komen. Het schrappen van 300 pagina's had het verhaal beter gemaakt. Met tegenzin ben ik dapper aan een volgend hoofdstuk begonnen in de hoop dat de schrijver tot een originele wending van de plot zou komen, maar keer op keer werd ik daarin teleurgesteld. De prullenbak in en snel!
0neg
De Franse auteur Grégoire Delacourt schrijft met De vier seizoenen van de zomer een mierzoete roman over de liefde. Er zit een lichtheid in zijn stijl die goed bij het onderwerp past, maar verder is het vooral tenenkrommend proza. Delacourt probeert in vier losse verhalen een ode aan de liefde te brengen. Zo is daar de prille liefde, beschreven in een verhaal over de vijftienjarige Louis die zijn buurmeisje Victoire in het geheim adoreert. De verloren liefde vindt haar plek in het tweede deel; hier probeert een 35-jarige vrouw aan te pappen met haar opnieuw tegen het lijf gelopen jeugdliefde. Vervolgens zijn we getuige van een oudere, wanhopige dame die – al smachtend – de liefde herontdekt. Ten slotte belanden we bij een hoogbejaard echtpaar dat hun onvoorwaardelijke liefde niet wil laten verzanden in gebrekkige ouderdom. Gesmeed concept Grégoire Delacourt is – naast een gevierd auteur – reclamemaker en eigenaar van een reclamebureau in de Franse hoofdstad. En misschien is dat juist wat deze roman de das om doet: reclamemensen zijn volledig gericht op een concept dat vervolgens wordt omgezet in een pakkende advertentie of een meeslepende tv-commercial. De schrijver heeft met dit boek ook duidelijk een concept gesmeed dat een nogal geforceerde uiting oplevert. Dat is zichtbaar in een aantal overeenkomsten. Ten eerste spelen de vier verhalen zich grotendeels af in Le Touquet, een badplaats aan de Normandische kust die in de volksmond ook wel Paris-Plage wordt genoemd, omdat hier de meeste Parijzenaars hun strandvertier zoeken. Daarnaast is 14 juli 1999 de dag waarop de meeste bewegingen zich afspelen en als feestelijke quatorze juillet een verbindende factor dient te zijn. Ook de aankomende eeuwwisseling wordt aangestipt in de verschillende verhalen: het einde van de wereld wellicht? Wat staat ons, en dus de liefde, te wachten? Dan is er nog een overdreven insteek met het Franse chanson, veel titels en teksten worden ingevoegd om wat ‘couleur locale’ op te roepen. Als laatste is er het bloementhema, op de een of andere manier vindt de schrijver het noodzakelijk een aantal bloemsoorten als naamgever en metafoor van de hoofdstukken te laten fungeren. Kunstmatige vorm Met deze onderdelen boetseert de schrijver/reclamemaker zijn boek. Hij is pas klaar als alles klopt, als alle onderdelen met elkaar matchen en de verhalen als een uitwaaierend geheel in elkaar overlopen. Wat hij over het hoofd ziet is dat zijn roman inmiddels een volslagen geconstrueerde en kunstmatige vorm heeft aangenomen. Het eerste verhaal, van de vijftienjarige pubers, is nog het meest charmant in het onvoorspelbare verloop en het Lolita-achtige einde. De andere delen worden gevormd door vervelende en quasi-romantische kitsch, waarbij Delacourt zich uitput in vermoeiende lyriek om zijn concept sluitend te maken. Met als dieptepunt het stuk over de smachtende dame die uiteindelijk tussen de lakens belandt met haar zojuist opgedoken liefde en zich naderhand in zwelgende gedachten uitspreekt: Dankjeweldankjeweldankjeweldankjeweldankjewel Deze roman, die de hartstochtelijke liefde zou moeten beschrijven – wat al een moeilijke opgave an sich is – verzandt in een voorgebakken vorm die niets overlaat aan originaliteit, spontaniteit en werkelijke passie. De schrijver doet een poging om, volgens het schrijfcursushandboek, de diepste menselijke gevoelens te beschrijven, maar verdrinkt in het verraderlijke moeras van clichématige uitkomsten. @8WEEKLY/André van Dijk
0neg
Het pas herdrukte boek Kloon (2003) van Robin Cook is een van de twee boeken van zijn hand waarvan nog geen recensie kon worden aangetroffen op Crimezone. Helaas zal dit boek het gemiddelde aantal sterren aardig omlaag halen. In Kloon beschrijft Cook hoe Daniel Lowell en zijn vriendin en zakenpartner Stephanie een nieuwe revolutionaire methode hebben ontwikkeld om door middel van klonen gezond DNA in zieke cellen te kunnen stoppen. Daarna worden die gezonde cellen dan geïnjecteerd en voilà, de patiënt geneest. Omdat deze methode nog niet is goedgekeurd in Amerika, sterker nog, er wordt zelfs een hoorzitting over gehouden, reizen Daniel en Stephanie af naar de Bahamas waar zij de kans krijgen om in een gloednieuwe kliniek senator Ashley Butler te opereren. Deze senator lijdt aan de ziekte van Parkinson en heeft er alles voor over om daarvan te genezen. Op het achterplat is te lezen dat de senator echter helaas na de operatie epileptische aanvallen krijgt. Al met al zou deze samenvatting garant moeten staan voor een spannend en intelligent boek met een heel actueel thema. Helaas. Niets is minder waar. Het verhaal staat bol van de onwaarschijnlijkheden en clichés en de procedure die leidt tot de epileptische aanvallen zit bijna aan het einde van het boek. Daniel en Stephanie hebben een noodlijdend bedrijf en omdat ze dus hard geld nodig hebben, gaan ze in op het voorstel van de senator om héél veel te betalen voor de procedure. En dat terwijl de senator eerst nog tijdens de hoorzitting voorgeeft Daniel’s grootste tegenstander te zijn. Daarbij stelt de senator wel een eis: het bloed dat ze gaan gebruiken, moet afkomstig zijn van de Lijkwade van Turijn. Kan het gekker? Had Cook zin om een vleugje Dan Brown te lenen of zo? Het lukt ze ook nog om wat van dat bloed te pakken te krijgen, alleen zijn sommige kerkvaders daar helemaal niet blij mee. En verder blijkt Stephanie geld geleend te hebben van haar broer, die het weer heeft geleend van een grote crimineel. Die niet begrijpt, want het is geheim, waarom Stephanie naar de Bahamas vertrekt en die dus maar een enge kerel achter haar aanstuurt om ze eens flink de les te lezen. Dit moet allemaal leiden tot het opvoeren van de spanning maar het wordt op een gegeven moment gewoon lachwekkend. Verder staan er nog wat hoogst eigenaardige zaken in het boek. Zo wordt de kliniek op de Bahama’s gefinancierd door twee artsen die het met de ethiek bepaald niet nauw hebben genomen in het verleden. Ze moesten zelfs Amerika ontvluchten toen twee jonge vrouwen, die onder een schuilnaam in hun ziekenhuis gingen werken, een ontdekking deden. Er schenen namelijk nogal wat vrouwen te verdwijnen daar in de buurt. En ja hoor: die twee vrouwen ontdekten op een dag een operatiekamer en daar lagen op een schaaltje enkele eierstokken, afkomstig van de verdwenen vrouwen. Knap hoor! Zomaar zien van wie een eierstok is! En dan de crimineel die naar de Bahamas wordt gestuurd: op pagina 237 heeft hij ‘een gedrongen bouw’ en op pagina 238 is hij plotseling, lang, gespierd en atletisch. Op een gegeven moment gaat Stephanie aan het werk en verklaart dan, als Daniel zich uitspreekt over haar vaardigheid in het klonen, dan ze zeker weet dat God haar heeft geholpen… En of je nu in God gelooft of niet, dit gaat toch een beetje ver. Verder is Cook ernstig blijven steken in de jaren zeventig, qua schrijfstijl en inhoud. Secretaresses hebben bij hem nog ‘tekstverwerkers’ en over vrouwen in het algemeen wordt bijna uitsluitend geschreven in bewoordingen als ‘met haar mooie ravenzwarte haar’. De dialogen zijn van stevig eikenhout en als men een douche neemt is die altijd ‘zalig’. Waarom is er nu niet eens een redacteur die de boeken van de heer Cook onder handen neemt? Zijn ideeën zijn prima en dertig jaar geleden waren zijn boeken heel bijzonder. Helaas moet ik constateren dat Cook gewoon niet met zijn tijd is meegegaan. Hij schrijft nog net zo als dertig jaar geleden. En dat is toch jammer, voor zo’n oude rot in het vak.
0neg
Bernini is de zeventiende-eeuwse architect die de laatste jaren bekendheid verwierf door Het Bernini mysterie van Dan Brown. 'De Principessa' is een historische roman die zich afspeelt in het zeventiende-eeuwse Rome. Het gaat over de rivaliteit tussen Bernini en de voormalige steenhouwer Castelli die ook een groot architect wil worden. De laatste is volgens Prange zijn hele leven misbruikt door Bernini die zijn ideeën stal, waarbij de Principessa een sleutelrol speelde. De Principessa is een adelijke dame uit Engeland die in Rome verblijft en het werk van de twee architecten bewondert. Zij op haar beurt wordt door hen aanbeden, wat de onderlinge rivaliteit versterkt. Het verhaal is eenvoudig samen te vatten want elke keer herhaalt zich hetzelfde patroon. Bernini haalt de ene triomf na de andere wanneer hij ontwerpen van zijn concurrent bemachtigd heeft. Hoewel de Principessa weet dat Castelli daar woedend over is en graag wil dat de twee tot verzoening komen, herhaalt ze haar trucje keer op keer. Bernini strijkt de eer op ten koste van Castelli en een verzoening is verder weg dan ooit. Het is terecht dat de uitgever op de voorkant van het boek vermeldt dat het om een roman gaat. Een thriller is deze roman niet, ook al is er misdaad in het verhaal verweven. Misdaad speelt een marginale rol en daarom hoort dit boek eigenlijk niet op Crimezone.nl thuis. Alles draait om de driehoeksverhouding, die feitelijk geen driehoeksverhouding is. Want de Principessa heeft een gelukkig huwelijk met haar man thuis in Schotland en wil naar huis terugkeren. De Principessa is zacht uitgedrukt geen goed boek. Het verhaal is slap en voorspelbaar. En de karakters zijn platter dan mijn beeldscherm. Dat het verblijf van de Principessa in Rome telkens gerekt wordt (nota bene jarenlang), komt erg geforceerd over. Ronduit irritant is de persoon van Castelli. Hij is verliefd op de Principessa. In plaats van haar hart te veroveren, stoot hij haar elke keer af met zijn trotse, ongenaakbare gedrag en botte opmerkingen juist op momenten die voor hem gunstig zijn. Het verhaal wordt uitgesmeerd over een periode van meer dan veertig jaar. Tientallen jaren gaan voorbij en nog verandert hij niet. Karakterontwikkeling bestaat niet in het literaire denken van Prange. Misschien dat de Vaticaan-liefhebbers dit boek wel kunnen waarderen. De opeenvolging van huichelachtige pausen met hun nog huichelachtigere volgelingen vormt de achtergrond van dit boek. Overigens geeft Prange aan het eind van het boek een historische overzicht van de feiten over Castelli en Bernini waarop hij het verhaal baseerde. Dan blijkt dat hij de feiten rangschikt zoals ze hem uitkomen. De Principessa heeft zelfs nooit bestaan. Verwacht dus geen historisch betrouwbaar verhaal.
0neg
Na iene miene mutte te hebben gelezen, vroeg ik mij echt af waarom deze reeks een hype zijn. Na dit boek vraag ik het mij nog meer af. Ik kan het niet bekoren. De hoofdstukken zijn erg kort en pas na een paar zinnen weet je welk personage er nu aan de beurt is. Ik vind het een uitgemolken omgeving, moorden en moordenares. Had een beetje het gevoel een jong volwassen boek te lezen ipv een volwassen thriller. Na dit boek ga ik zeker niet verder lezen in de vervolgen.
0neg
Als fietsende vrouw/wielerliefhebster, was ik erg benieuwd naar dit boek. Ook de cover vind ik heel mooi. Ik hoopte wat meer te weten te komen over de achtergrond van het fietsen, misschien wel leuke nieuwe dingen/gadgets/apps/routes te leren kennen en om daarnaast ook een goede motivatieshot te krijgen om veel te trainen. De inleiding viel al tegen, want dat was 1 grote ode aan fietsende mannen en waarom alle fietsende mannen dit boek zouden moeten lezen. Jammer voor de meelezende vrouwen dus. Ook daarna miste het boek samenhang. Het ene moment wordt een bepaald kledingmerk opgehemeld, in een volgend interview haalt iemand de personen die fietsen met deze kleren neer. Het is ook nogal een vrijblijvend overzicht geworden, een verzameling losse stukjes, zonder echte rode draad en zonder dat het ook duidelijk ergens naar toegang. Jammer, want over zo'n interessant onderwerp kon waarschijnlijk heel wat meer verteld worden. (Kijk ook eens op hartvoorboeken.be)
0neg
Seb is een bijzondere jongen van 17. Hij begrijpt niet veel van zichzelf en heeft geen sterke band met zijn familie. Ik denk dat hij misschien autistisch is, maar dit wordt verder niet uitgelegd in het boek. Alleen met Billie kan hij goed opschieten. Als Billie door een ongeluk in coma raakt, dreigt Seb in zichzelf te keren. Van zijn ouders krijgt hij een nep-geweer cadeau waarmee hij samen met vrienden op een verlaten boerderij gaat schieten om zo uit zijn isolement te komen. Het verhaal was vrij traag en het bevatte veel herhaling. Steeds weer de uitgebreide beschrijving van de schietpartijen op de boerderij of de gesprekken tussen de vader, de moeder en de oom waarin niet veel gebeurde. Soms was het wat vaag. Het was onduidelijk waarom de moeder soms zo vreemd reageerde. Ook de gesprekken en gedachten van de oom waren slecht te volgen. Het leek alsof er wat achter schuil ging, maar dit werd niet duidelijk in het boek. De schrijfstijl is soms bijna poëtisch. Heel mooi, maar hierdoor raak je snel de rode draad van het verhaal kwijt. Het verhaal bevat een aantal flashbacks over een gebeurtenis op de boerderij tijdens de oorlog. Ik vond dit het meest interessante deel van het verhaal, maar het paste niet echt bij de rest. Ook werd er teruggeblikt op de belevenissen van Seb samen met Billie, voordat ze in coma raakte. Maar dit waren vrij korte stukjes en ik kon niet echt ‘voelen’ dat ze zielsverwanten waren. Toch wilde ik het graag uitlezen. In tegenstelling tot zijn vrienden nam Seb de gevechten met het nep-geweer erg serieus en ik vroeg me af of hij een keer te ver zou gaan. Hoe loopt het af met Billie? Zal Seb zijn draai vinden of raakt hij weer in zichzelf gekeerd?
0neg
Wat vind ik er nou van, vroeg ik me tijdens het lezen van Vannacht... veelvuldig af. Tsja, ik vind het gewoon niet zo goed. De Passievrucht vond ik fraai, vanwege de lichte toon waarin het geschreven is - hoewel het verhaallijntje flinterdun is. Ik vond deze verhaaltjes te makkelijk, te doorzichtig gecomponeerd, en vooral: te veel van hetzelfde. Toch nog een duimpje gegeven, omdat ik 42 jaar wel jong vind om dood te gaan.
0neg
Over de symbolische relatie die de schrijfster heeft met de twee mannen uit de titel: Ayatollah Komeini en Markies de Sade. Abnousse Shalmani schetst met een bitter ironische toon haar vormende momenten. Opgroeien als meisje tijdens de Iraanse Revolutie (1977-1979), toen 'de in zwart & wit geklede oude man' (Khomeini) fatwa's uitriep over Iran en het islamiseren gevolgen had voor het straatbeeld. Over hoe zij als achtjarige haar kleding afwierp om 'baardmannen' en 'zwartrokken' (lees: de starre uitdragers van het islamitische regime) te provoceren. Vooral de 'zwartrokken' moeten het ontgelden, want die waren - volgens de auteur- valser in het opleggen van fatsoensnormen: hun starende blikken oordeelden harder en er klonk vaker roddel en achterklap uit hun monden. De sterkste passages in de roman zijn beklemmende beschrijvingen van hoe Abnousse Shalmani terugkijkt op haar jeugd in Iran. Ze kijkt terug naar haar jongere ik met een mengeling van trots om haar onverzettelijkheid en bitterheid omdat ze meer wil zijn dan een politieke vluchtelinge: een sterke vrijgevochten vrouw, een Française. Hoe anders dan met Khomeini is haar relatie namelijk met de andere man uit de titel: Marquis de Sade. Eerlijk gezegd heb ik zelf niks met de figuur, behalve dan dat ik na ooit een fragment gezien te hebben uit ‘Salò’ (1975) van Pier Paolo Pasolini, die bewuste verfilming in ieder geval oversla.Toch weet Shalmani ook bij mij enigszins het vuur te ontsteken voor haar passie naar de libertijnse literatuur in het algemeen en de oersadist in het bijzonder. Over hoe zij vrijheid, gelijkheid en broederschap weerspiegeld ziet in de Franse verlichtingsidealen, die in haar ogen diametraal staan tegenover de beklemmende ideologie van de politieke islam. 'Khomeiny, Sade et Moi' (2014) slaat de plank voor mij mis in hoe het meer dan alleen een verwordingsgeschiedenis poogt te zijn, het is ook een enigszins boude politieke en culturele analyse van ontwikkelingen in het hedendaagse Frankrijk. Haar ongezouten en ongefilterde tirade tegen 'baardmannen' en 'zwartrokken' is sympathiek als ze daarmee het proces beschrijft om zelf los te komen van de gedwongen islam uit haar jeugd, maar het wordt irritant als ze dezelfde gechargeerde terminologie loslaat op migranten uit andere moslimlanden. Niet op hun ras of etniciteit (dat nuanceert ze gelukkig wel) maar de islamitische geloofspraktijk blijft ze torpederen met eigen (voor-) oordelen en heilige huisjes. In een nare passage stelt ze een goedkope gemeenplaats dat ze elke vrouw die vrijwillig voor een hoofddoek kiest, niet meer serieus kan nemen omdat die zichzelf buitenspel zetten door hun verhullende kleding. Daarnaast blijken de typeringen als 'baardman' en 'zwartrok' breed inzetbaar, want alles en iedereen die niet kiest voor wat zij ziet als Franse waarden, zoals het libertijnse gedachtegoed waaraan Abnousse zich steeds zelf spiegelt, is er eigenlijk ook één van. Of het gaat om extreemlinks, om extreemrechts, om feministen, om de intellectuele elite of eigenlijk om iedereen die niet redeneert zoals Shalmani dat zelf doet. Het onevenwichtige in haar gekozen terminologie zwakt uiteindelijk de kern van een betoog af dat meer diepte had verdiend: er is overal seksisme te overwinnen, ook in het Frankrijk waar ze met trots een onderdeel van mag zijn. Daarmee wordt de roman veel schieten in de rondte met passages die soms vlijmscherp hun doel raken, maar die vaak belerend voelen. De invloed van de islam uit haar jeugd mag Abnousse Shalmani dan verworpen hebben, maar geloven doet ze nog volop, namelijk in een conservatief idee van één Frankrijk dat een samenhangend geheel zou moeten zijn op basis van háár waarden.
0neg
Voor mij was dit een zeer matig boek. Ik vond het behoorlijk stijfjes, saai, hak op de takkerig, Iemand beschreef het als soms ronduit komisch: daar heb ik persoonlijk niks van gemerkt, het was voor mij een behoorlijk somber boek. Wel prettig dat achter in het boek de tijden en gebeurtenissen beschreven stonden. Ik hoop niet dat Sisi "in het echt" zo'n koele, harteloze vrouw was zoals zij beschreven is in dit boek. Nee, ik kon geen sympathie voor haar opbrengen tijdens het lezen.
0neg
Erik Vlaminck hanteert een knappe penvoering. Wat mij betreft neigt Het Schismatieke Schrijven me iets te veel naar de Vlaamse klei. De setting, de gehanteerde taalclichés, de karakters … zijn zò goed gekozen en beschreven dat het geheel toch een déjà-vu-effect ressorteert. Desalniettemin kan Vlaminck in die zin gerust naast bv. een Lanoye staan. Vlaminck vertelt het verhaal van Stanny Van Stokken, een sociaal gehandicapte jongen die uiteindelijk in een psychiatrische instelling belandt. Eirk, zijn vroegere buurjongen, wil schrijver worden en besluit daarom aan de slag te gaan in de psychiatrische instelling waar Stanny verblijft zodat hij ‘een geval’ kan beschrijven in zijn roman. Dit wordt uiteindelijk Het Schismatieke Schrijven waarin Erik Vlaminck de psyche van een ‘geestesgestoorde’ knap weet de vangen. Net iets te Vlaams, maar verrassend goed. Knap geschreven.
0neg
Dit boekwerkje kwam tot stand als onderdeel van het project 'Rotterdam droomt' en werd mogelijk gemaakt door een subsidie van de Rotterdamse Kunststichting en het VSB Fonds Rotterdam. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de stad Rotterdam centraal staat. Volgens de flaptekst gaat De hemelvaart over de Zweedse meesterspeurder Bengt Söderstam. Hij is door zijn dienst naar Rotterdam gestuurd omdat een ontsnapt spion (Arne Lundberg) zich daar zou bevinden. Söderstam is half Zweed, half Rotterdammer, waardoor hij de stad kent van de bezoekjes aan de familie in zijn jeugd. In dit boekje herontdekt hij de stad en de speurtocht naar de ontsnapte Lundberg vormt de aanleiding. De thriller is van ondergeschikt belang. Het gaat om de gesprekken, de indrukken en de ervaringen in de stad. De zoektocht naar Lundberg is het kledingrek waar de ervaringen als kledingsstukken aan opgehangen worden. De hemelvaart is ook een fotoroman voorzien van de producten van de gevoelige plaat van fotograaf Harold Naaijer en afgedrukt in zwart/wit. Het zijn intrigerende foto's die bewijzen dat gesprekken en ervaringen uit het boek resultaat zijn van echte gebeurtenissen met Lundberg als fictieve rode draad die alles verbindt. Daarom is De hemelvaart ook geen echte thriller want de hele speurtocht komt op mij als stupide over. Alleen op het eind van het boekje lijkt de thriller serieuzere vormen aan te nemen, maar dat einde is zowel vergezocht als onwerkelijk. Als je de thriller wegdenkt, heb je hier een dromerig boek met fraaie sfeerimpressies en bijbehorende foto's. Als het zich op het platteland had afgespeeld, zou het een streekroman genoemd worden. Daarom zou ik De hemelvaart willen omschrijven als een aardig stadsromannetje om de Rotterdamse sfeer op te snuiven.
0neg
Ik ken het spel Minecraft, maar zoals het in dit boek werd uitgelegd, is het moeilijk te begrijpen en te volgen. Ik heb ook boeken van een andere Minecraft serie gelezen, van Winter Morgan, deze boeken lezen makkelijker.
0neg
Eigenlijk had ik meer verwacht van dit boek. Ik las zoveel lovende woorden over het boek dat ik had verwacht dat het een meesterwerk zou zijn. Helaas valt dat vies tegen. Het verhaal is enorm overtrokken en onrealistisch opgesteld. Ik irriteerde me mateloos aan de ondoordachte keuzes van Grace. Dat je alles voor je familie doet snap ik, maar als jij gevangen zit kun je niets. Eerst jezelf redden en dan de rest. Als de auteur iets minder probeerde zoveel mogelijk gruwelijkheden in het verhaal te stoppen en wat meer realistische situaties schetste had het een mooi verhaal kunnen worden.
0neg
Als je - net als ik - fan bent van het meest recente werk van McDermid dan kom je na het lezen van Kunstgreep van een koude kermis thuis. Deze Kate Brannigan 'thriller' is van een beduidend minder niveau, maar leest even prettig en snel als het latere werk. Een simpel, vermakelijk en hier en daar komisch verhaal met de vrouwelijke detective Brannigan in de hoofdrol. Geef mij maar Tony Hill!
0neg
Hoe kan het toch dat goedwillende revolutionairen zich keer op keer zo gemakkelijk kunnen ontpoppen tot brute dictators? En waarom lijken politici en CEO’s vaak zo ver verwijderd van de echte wereld? Volgens professor Dacher Keltner ligt dat aan de ‘machtsparadox’. In zijn boek De machtsparadox legt hij uit hoe die valkuil werkt en ook enigszins hoe je hem kunt omzeilen. Het duurt even voordat professor in de psychologie Keltner uitlegt wat die machtsparadox nou precies is, maar na zo’n vijftien pagina’s komt er dan toch een definitie: Want uit onderzoek én de praktijk blijkt dat het verkrijgen van macht een stuk gemakkelijker is als je gewoon een beetje leuk en aardig bent. Hoe komt het dan dat we denken dat het verkrijgen van macht gepaard hoort te gaan met repressie, bedrog, manipulatie, geweld en het zaaien van angst? Dat is de schuld van de zestiende-eeuwse Niccolò Machiavelli en zijn boek De heerser. Dit boek is nog steeds heel populair maar wetenschappelijk gezien zwaar achterhaald. Hoe zit het dan wel? Aan de hand van onderzoek heeft Keltner twintig principes geformuleerd, die heel toevallig zijn te groeperen in vijf groepjes van vier. Cluster één betreft het speelveld van macht, zoals ‘Macht speelt een rol in alledaagse gedragingen’. Cluster twee gaat over de rol van groepen, zoals ‘Groepen straffen degene die het algemeen belang ondermijnt met geroddel’. Cluster drie gaat over het verwerven van ‘echte’ duurzame macht, bijvoorbeeld ‘Duurzame macht komt voort uit geven’. Bij cluster vier komt de machtsparadox om de hoek kijken: ‘Macht leidt tot onbeleefdheid en gebrek aan respect’. Het laatste cluster ten slotte schijnt een licht op de andere kant van de medaille: machteloosheid. Een van de principes in dit cluster is ‘Machteloosheid veroorzaakt een slechte gezondheid’. Hoewel het thema van het boek zeker boeiend en relevant is – de auteur wijst de huidige kloof tussen machtigen en machtelozen niet voor niets aan als sociaal probleem nummer één – is het algehele tempo in het boek nogal traag. Dat komt vooral door de grondige inleiding waarin ook al alle twintig machtsprincipes op een rijtje worden gezet. Met een beetje fantasie kun je die inhoudelijk zelf wel verder invullen en dus is het lezen van de rest van het boek eigenlijk niet nodig. Hoewel je dan wel wat leuke weetjes misloopt. Zo blijken rijke mensen zich bijvoorbeeld relatief vaker schuldig te maken aan winkeldiefstal dan arme mensen! In een epiloog van zes pagina’s beschrijft Keltner nog wel kort hoe je macht kunt verkrijgen zonder jezelf in de paradox daarvan te verliezen en een onaangename knurft te worden. Interessant, maar het gevoel dat de overige 150 pagina’s van De machtsparadox weinig toevoegen, drukt toch een negatieve stempel op de leeservaring.
0neg
het volgende boek met het volgende onderwerp uit de bijbel (goed dat de bijbel zo dik is, dan kunnen er zeker nog honderden thrillers over geschreven worden). het is 'n onwaarschijnlijk verhaal met de vaste waarden, bijbelonderwerp, held, de grote boef en liefde op het eerste gezicht. met de tekst op de achterkant van het boek heb je het verhaal al gelezen met enkele toevoegingen toe. het plot is het meest onwaarschijnlijke, 'n kernexplosie in 'n berg te irak. volgens mij kan byrnes hier nog enkele thrillers aan wijden want dat pikken ze in het oosten nooit. al bij al is het wel 'n goed geschreven verhaal maar had zeker dubbel zo dik kunnen zijn omdat michael byrnes 'n goede verteller is maar hij snijd als 'n warm mes door de welbekende boter heen. als paperback-thriller (19.95) geef ik dit boek 'n slechte waardering. waarschijnlijk had dit het beter gedaan in de supermarkt bij de herenromans voor 2 of 3 euro jammer michael, je kunt veel en veel beter.
0neg
Ik ben echt blanco aan dit boek begonnen omdat de reacties echt totaal verschillemd zijn. Maar ik vind dit echt haar slechtste boek. Ontzettend langdradig verhaal waar totaal geen spanning inzit. Je hebt het zo uit, dus naar mijn mening ook echt zonde van je geld om dit boek aan te schaffen.....
0neg
Een aanfluiting van jewelste, dat dit boek de NS Publieksprijs heeft gewonnen. Een verloochening van schrijfsters als Saskia Noort, Esther Verhoef en de andere genomineerden. Het recept van de VI-clan blijkt prima de werken. Je zoekt een gevallen sportheld (Van der Meijde, Ricksen of Gijp) en schrijft er een boek over, waarin de hoofdpersoon als zielig gewillig slachtoffer wordt neergezet. Een handige marktstrategie en overdreven media-aandacht zorgen vervolgens voor explosieve verkoopcijfers. Gevolg de betrokken ex-sporter kan enkele tonnen op zijn bankrekening bijschrijven, waarmee een eventueel torenhoge schuld in een klap kan worden gecompenseerd. Met literatuur heeft een boek als "Kieft" weinig van doen. Een biografie kun je het niet noemen, het is hooguit een langdradige opsomming van overwegend trieste feiten uit het privéleven van de voetballer, gelardeerd met persoonlijke kanttekeningen. Opmerkelijk en bovenal ergerlijk is dat het woord "kut" talloze keren wordt gebezigd. Tot vervelens toe wordt gerefereerd aan de kopbal tijdens het EK van 1988 als onberispelijk sportief hoogtepunt. Bij een vakjury maak je met dit soort boeken geen schijn van kans voor een prestigieuze prijs, maar als argeloze lezers mogen stemmen hebben gerenommeerde schrijvers het nakijken.
0neg
Rusteloze zielen is deel 5 in de Dodenrijk-serie. Hoofdpersonage is Amelia Gray, die oude begraafplaatsen restaureert als beroep. Ze heeft de gave om geesten te kunnen zien. In dit vijfde deel heeft ze de taak aanvaard om de oude begraafplaats 'Seven Gates Cemetery' te restaureren. Al snel stoot ze daarbij op het lijk van een jonge vrouw die daar overduidelijk levend begraven is. Geholpen, en soms tegengewerkt door de geesten die ze ziet, probeert ze het mysterie van deze jonge vrouw te ontrafelen. Inspecteur Lucien Kendrick, de schijnbaar wat labiele Annalee Nash en agent Tom Malloy helpen haar daarbij. Amelia vertrouwt hen echter geen van allen. Volgens haar zijn ze niet allemaal wie ze zeggen dat ze zijn. Het boek zou te lezen zijn als alleenstaand boek. Dat blijkt in de praktijk echter wat tegen te vallen. Het scheelt toch wel wat als je voordien de andere delen van de serie gelezen hebt. Voor mij was deel 5 de eerste kennismaking met de serie en ik heb veel dingen voorbij zien komen uit de vorige boeken, en die ik daarom niet altijd helemaal - of niet meteen - begreep. Afwikkelingen uit vorige boeken worden ook gebruikt om op verder te bouwen dus je krijgt meteen gigantische spoilers mee. Nu deel 5 uitgelezen is, is de behoefte om de voorgaande vier delen te lezen, dan ook meteen verdwenen. Los daarvan is het boek niet echt geweldig te noemen. De schrijfster goochelt wat met oude, occulte genootschappen en vindt het plezierig om geesten te laten opdraven die er verder niet zoveel toe doen. Amelia krijgt regelmatig de daver op het lijf omdat ze een geest voelt of ziet en dat is het dan. Even later gaat ze verder met datgene waar ze mee bezig is - graven oppoetsen meestal - en we zijn alweer klaar voor een volgend hoofdstuk. Enkele personen gedragen zich wat vreemd, vindt ze, maar dat is 100 bladzijden later nog steeds zo zonder dat het verhaal ook maar in enige mate vooruit lijkt te gaan. Dankzij wat al te opvallende toevalligheden belanden we dan heel plots toch in de finale van het boek. Die finale wordt helaas vrij snel afgehaspeld. Een aantal vreemde zaken die Amelia Gray eerder had opgemerkt of meemaakte, worden niet eens meer aangehaald en dus ook nooit verklaard. Plots is de zaak opgelost, en alles is weer peis en vree. Fans van vampierenboeken zullen hier wel van houden, maar zelfs voor de meest fervente fans van dit genre is het vermoedelijk toch allemaal nog wat dunnetjes. Zo goed als willekeurig welke andere vampieren- of geestenreeks is beter gebracht. Spanning is in dit boek ver te zoeken.
0neg
Ik vond het geen mooi boek, en dat lag aan de manier waarop het geschreven was. Het is me opgevallen, dat ik niet houd van boeken die in de tegenwoordige tijd staan. Ik vind ze iets afstandelijks hebben.
0neg
Op diverse Amerikaanse militaire bases in de wereld breekt een besmettelijke en dodelijke ziekte uit. Het enige wapen tegen deze ziekte kan gemaakt worden uit een organisme genaamd maanmelk. Dat organisme bevindt zich diep in een Mexicaanse grot; duikers zullen enkele dagen in die grot moeten afdalen om het te bereiken. Alsof die afdaling alleen al geen bedreiging genoeg is, bevindt die grot zich ook nog eens in een vijandelijk gebied, waarin o.a. drugscriminelen de dienst willen uitmaken. In allerijl worden vijf wetenschappers met duikervaring samengesmeed tot het team dat de maanmelk boven water mag halen. Diepst geheim van James Tabor is een boek waarvan de constructie van de plot te nadrukkelijk aanwezig is, zoiets als botten die door de huid zichtbaar zijn. De verschillende onderdelen worden niet tot één vloeiend verhaal gebracht. Vijf wetenschappers die met zijn allen de grot induiken? Dan weet je dat Tabor dat aantal gekozen heeft zodat een paar het loodje kunnen leggen. En ja, maak van één van die wetenschappers ook maar een vrouw en zorg ervoor dat er diep onder de grond een romance ontstaat. Kan geen kwaad voor het verhaal, wel? Wel! De ideeën van Tabor, zoals de corrupte wetenschapper uit het onderzoekscentrum die alle geheimen doorspeelt, komen niet verder dan clichés. In het geval van de oorzaak van de besmetting op de militaire bases grenst zo’n vondst van Tabor zelfs aan het lachwekkende. Op een aantal plaatsen in het verhaal schenkt Tabor onevenredig veel aandacht aan bepaalde personages. Daarbij is goed zichtbaar dat hij hen een bepaalde achtergrond wil meegeven, maar als hij dat voornamelijk bij bijfiguren doet en een stuk minder bij hoofdfiguren, dan is de balans weg. Toch weet Tabor op zeldzame momenten goedgetroffen spanning in Diepst geheim in te lassen. In een beter gebalanceerd en vloeiender verhaal waren die scènes beter tot hun recht gekomen.
0neg
Onder druk komt pas na de helft van het boek op gang. Erg jammer, want normaal heeft een boek van Jeffery Deaver me meteen te pakken. Nu heb ik dus dagen over het eerste gedeelte gedaan. Gelukkig ging het tweede gedeelte een stuk beter en heb ik het boek achter elkaar uitgelezen.
0neg
Het verhaal leest lekker weg. Er gebeurt niet heel veel in het verhaal en het einde vond ik saai. Je verwacht een clou of iets dergelijks maar die bleef mijns inziens uit.
0neg
Om te beginnen: ik ben een groot fan van de DJ Jeroen van Inkel. Ik volg hem dan ook al járen, vanaf 1984 of rond die tijd. Ik kan me de dag herinneren dat zijn oudste dochter werd geboren. De parallellen tussen de hoofdpersoon in de thriller en Van Inkel zelf vallen dan vanzelf op, het radiostation laat zich niet moeilijk identificeren als Q Music ('in de kauwgomballenfabriek') waar van Inkel tot zijn terugkeer naar Veronica werkte. Die herkenning is boeiend voor wie de carrière van Van Inkel volgt, het zegt waarschijnlijk ook meer dan genoeg over de duistere periode in het leven van Van Inkel, toen hij nog bij Radio 538 zat en plots van de zender verdween. Door het een thriller te maken, een fictief verhaal, blijft in het midden wat er precies is voorgevallen, wat op zich een slimme zet is: het haalt de pijnlijke privé-kantjes weg en beschermt zijn gezin. Het thrillergenre heeft ook de naam goed te verkopen. Je kunt je namelijk afvragen of een autobiografie van Van Inkel goed zal verkopen: hij heeft niet zo'n spetterend glamourleven als zijn kompaan Adam Curry of de wildheid van een Giel Beelen of Ruud de Wild, of Ad Visser, die rond dezelfde tijd zijn autobiografie het licht deed zien. Als thrillerschrijver heeft Van Inkel een geheel eigen stijl, die overigens makkelijk is te herkennen als de stijl waarmee hij radio maakt: dezelfde speelsheid met woorden, de makkelijke woordenvloed, de stopwoordjes, het flirten met de grenzen van het betamelijke om zich dan schielijk terug te trekken achter een masker van onschuld. Zowel Van Inkel als diens alter ego Vrank van Houten zetten zich daarmee een beetje in de hoek van de anti-held. Hoofdpersoon Vrank droomt er misschien van een goede detective te zijn, in werkelijkheid is hij tamelijk angstig en laat hij zich meer door nieuwsgierigheid dan door natuurlijke roekeloosheid of stoerheid drijven. Helaas stelt het boek als thriller niet veel voor, maar daarin is dit boek zeker niet uniek. De term 'literaire thriller' waarschuwt er eigenlijk al voor. Desondanks is het een onderhoudend verhaal.
0neg
Jane is een sterke persoonlijkheid die door hard werken en een beetje mazzel aan de top is gekomen. Ze heeft op het juiste moment de juiste personen ontmoet en dat heeft haar, door haar kooktalent, gebracht waar ze nu is. Ze was kok op filmsets en is zo ontdekt. Nu is ze dé tv-kok van de VS, brengt boeken uit (doet denken aan Jamie Oliver; 'Jane in 30 minuten') en dat al voor het 8e seizoen. Ze is niet gelukkig in de liefde maar heeft gelukkig haar grote vriend; opa David. Het verdriet om haar overleden oma, zijn vrouw, is er nog dagelijks. Van haar heeft ze het vak ook geleerd, de liefde voor het koken. Jerry is een nobody, een kleine crimineel die het allemaal nét niet heeft en waarbij alles nét niet lukt. Hij heeft een tijdje in de gevangenis gezeten en heeft schijnbaar het licht gezien. Althans, zo lang hij zijn handboek tot verlichting in de buurt heeft. Hij wordt verliefd op Jane wanneer hij haar op tv ziet en besluit haar te overtuigen van hun liefde, nogal puberaal. Hij is vastbesloten en gaat ervoor. Carl is zijn neef, ook zo'n rare. Maar hij heeft het duidelijk hoog in zijn bol en heeft plannen uitgezet om rijk te worden en dan te verdwijnen. Zijn vriendin Terri-Lynn is stapel op hem, wil een kindje maar weet niet dat zijn plannen totaal haaks staan op die van haar. Samen met Jerry begeeft Carl zich op dun ijs wanneer ze voor zichzelf gaan 'bijklussen'. Hun grote baas Rocky - een soort van klein maffiamannetje- vertrouwt die twee niet en houdt ze in de gaten. En dat heeft ie goed aangevoeld. De twee neven maken er een puinhoop van. De hoofdpersonages; Jane, Jerry, Carl en Terri-Lynn zijn het meest voornaam aanwezig in het verhaal. Zij krijgen de ruimte en je komt best wel het e.e.a. over hen te weten. Vooral over Jane en Jerry. Hij is idolaat van haar en kan zich niet voorstellen dat zij niet hetzelfde zou voelen. Hij doet dan ook alles om bij haar in de aandacht te komen, naïef zoals hij is heeft hij niet in de gaten dat het een averechts effect heeft. De drang om rijk te worden, en het liefst zo snel mogelijk, is dé drijfveer die Jerry en Carl bindt. Ze zitten in feite met elkaar opgescheept, maken bizarre plannen en halen de woede van hun baas op de hals. De naïeve Terri-Lynn is een onzeker en kinderlijk kindvrouwtje, ze wil maar een ding en dat is een baby van Carl. Allen komen ze bij elkaar door hun plannen, hun verlangens en troebele blik op de toekomst. Jane is daarvan de dupe. Doordat er op de flaptekst staat vermeld dat er humor en spanning in het boek zitten is de nieuwsgierigheid alert. Helaas is die verwachting niet, volledig, uitgekomen. Carl en Jerry doen denken aan de jongens uit Dumb & Dumber, alleen dan niet grappig. De auteur probeert het wel, dat is het niet. Maar het is het allemaal nét niet. Wanneer je denkt dat het grappig wordt is het moment al over.... Het boek doet niet 'thriller-achtig' aan, het wordt niet echt spannend of opvallend. Het komt, net als met de humor niet echt uit de verf. Het is niet onaardig..... De invloed van de VS is duidelijk aanwezig, zelfs in zijn taalgebruik is dat te merken. Dat hij met vorig werk prijzen heeft gewonnen zal hem ongetwijfeld lezers opleveren, dat lokt nu eenmaal. Lezers zijn nieuwsgierig. Maar dit boek heeft het net niet. Het is een ietwat voorspelbaar verhaal. 'Man wordt verliefd op onbereikbare liefde, hij is een maatschappelijke mislukking (op zich echt wel grappige ingrediënten!) en probeert het af te dwingen door domme acties te ondernemen. Maar origineel is het dus niet en een dergelijk verhaal kan maar twee kanten uit, zo ook dit verhaal. Voorspelbaar dus. Het doet allemaal een beetje aan als een matige film. Net té interessant om hem uit te zetten/weg te leggen en nét niet boeiend genoeg om de rit uit te zitten. De schrijfstijl is van een dusdanig niveau dat dát de reden is vol te houden. Het was moeilijk de aandacht erbij te houden, vooral de eerste helft. Omdat het verhaal je er niet 'in trekt' leg je het gemakkelijk weg, krijg je geen feeling met het verhaal. De schrijfstijl is oké, vlot en gemakkelijk te lezen. Alleen die feiten die niet kloppen, de foutjes en de onwaarschijnlijkheden. Dat is zo storend. Op zich heeft het verhaal wel alles wat het nodig heeft, daar is goed over nagedacht. Het tv programma met de problemen, een nieuwe liefde, de twee klunzen met hun rare ideetjes, de grote baas Rocky en hét plan. Het zóu hilarisch kunnen zijn, dat zeker! Op het laatst lijkt het alsof het snel is afgeraffeld en haastig is besloten er een eind aan te maken (op meerdere fronten) Terwijl pas ruim over de helft eindelijk het leesritme op gang komt. En dat is jammer. De zwarte humor heb ik echt niet tot uiting zien komen, de aanzet is er zo nu en dan wel. Had daar meer mee gedaan, niets zo leuk dan lachen in een spannend verhaal! Dan val je op. Het boek is zeker niet slecht, absoluut niet. Schrijf er maar eens eentje, sowieso knap. Het is ook geen opvallend of vernieuwend verhaal. Om in de sfeer te blijven; het is een recept waar wat kruiden aan ontbreken en het gerecht daardoor niet volledig tot de juiste smaakbeleving komt. Maar het is te eten. Zorg dat feiten kloppen, ook al is het fictie. Zorg dat het -nagenoeg- foutloos is, en wellicht het belangrijkste is dat het aannemelijk is. De titel is heel goed gekozen, gezien het kookprogramma, niets mis mee en zeker aantrekkelijk genoeg om het boek op te pakken. Maar zoals met alles; smaken verschillen nu eenmaal. Voor mij persoonlijk is het een minder dan gemiddeld boek wat niet echt tot uiting is gekomen. Ik geef het 2,5 ster
0neg
Na de lovende woorden over dit boek moest ik het natuurlijk wel lezen. Helaas, niet onder de indruk. Mooi taalgebruik en mooie beschrijvingen van sommige details, maar noch de psychologische kant, noch de 'thrillerkant' leidt ergens toe. Het blijft even vaag als de echte geschiedenis van 1892.
0neg
Ik heb me echt geïrriteerd aan dit boek. De schrijver gaat vaak de fout in met tijden, springt regelmatig van de hak op de tak waardoor je je gaat afvragen wat de relevantie is van datgene dat hij verteld. De 'ik' gesprekken van de personages slaan werkelijk nergens op. Het boek is ondeskundig geschreven. Inspecteurs van de politie trekken overschoenen enz. aan om de vindplaats van het lijk niet te bevuilen maar lopen eerst nog een stuk door moerasland en lopen ook rustig even van de vindplaats weg om te gaan roken. Op de computer zien ze live beelden van iemand die gemarteld is en die nog maar weinig tijd heeft om te overleven. Desondanks gaan de inspecteurs gewoon naar huis om te slapen, eten, vrijen en. De inspecteurs lopen naar de mensen van de pers toe en geven werkelijk elk detail prijs zoals mascottes die op de lijken gevonden worden, wat voor een soort persoon de dader is enz. Om iets meer te weten te komen van een schip zoeken ze een scheepsmonteur op om foto's van het schip te bekijken.. En laat deze scheepsmonteur nu in het water van het ruim een visitekaartje van zijn collega tegenkomen....... wat ontzettend zwak bedacht. Deze schrijver kan beter kinderboeken blijven schrijven.
0neg
Ik heb het boek helaas niet uitgelezen. Vond er geen klap aan. Op pag. 92 was ik nog net zo ver als op pag. 1; toen vond ik het wel welletjes. Er gebeurde niks; de hoofdpersonen spraken me niet aan. Hup, aan de kant en gauw een interessanter boek gezocht. Toch 2 duimpjes omdat ik denk dat het in potentie een leuk boek is, alleen niet voor mij
0neg
De vrouwelijke personages van Jojo Moyes zijn dapper, onkreukbaar, origineel en onvergetelijk. De pragmatische, humoristische kracht van Louisa Clark in het boek Voor jou en het hilarisch talent van Jess Thomas om buitengewoon creatief te bezuinigen op de dagelijkse levensbehoeften van haar gezin in het boek Vier plus een hebben bij miljoenen lezers een onuitwisbare indruk achtergelaten. Nou lijkt het alsof contemporaine vrouwen beter en levendiger uit de pen van Jojo Moyes rollen dan de vrouwen uit het verleden, die vlakker en geromantiseerd overkomen. Ietwat onecht als een plaatje uit een vergeeld poesiealbum. Dat is zeker het geval in Portret van een vrouw. Terwijl Liv, bevroren in haar verdriet om haar overleden echtgenoot, nog redelijk geloofwaardig en ontroerend is, is personage Sophie in de verhaallijn honderd jaar eerder veel minder overtuigend in haar gewiekste dapperheid. Misschien ligt het in de mislukte poging van de schrijfster om van Sophie een soort alles overlevende verzetsheldin te maken. Weinig overtuigend en zelfs een beetje lachwekkend is de scène waarin Sophie het door haar dorpsgenoten voor de Duitse bezetters verstopte varkentje redt. De honger in het dorp is groot en het varkentje een van de laatste mogelijkheden om aan een redelijke maaltijd te komen. Sophie redt het biggetje door haar als een baby’tje verpakt tegen haar borst aangedrukt te houden tijdens de zoekactie en ondervraging door de Duitsers en wordt door deze infantiele actie tijdelijk de heldin van het dorp. Sophie komt in het hele boek slechts een keer echt tot leven: op Kerstavond danst ze met de Duitse 'kommandant', vol fysiek verlangen, deels veroorzaakt door de langdurige afwezigheid van haar echtgenoot, deels door een soort clandestiene verbondenheid en het begrip dat tussen de Franse schone en Duitse bezetter ontstaat. Het verhaal van Sophie en Liv, verteld met een tijdsverschil van ruim honderd jaar, is verbonden door het bezit van een schilderij, gemaakt door de zeer talentvolle echtgenoot van Sophie, dat in de oorlog is verdwenen. Het is een schilderij van een sensuele en uitdagende vrouw, met een blik die van alles suggereert en in staat is om vanuit het doek de hartstocht van een man te doen oplaaien. Dat gebeurt met de Duitse Kommandant die vanuit bewondering voor de kunst vervalt tot een hopeloze liefde voor het model. Ook Liv, ruim honderd jaar later, is op een onverklaarbare wijze aangetrokken tot de vrouw op het schilderij en bereid, wanneer het erop aankomt, tot grootse offers om haar te mogen behouden. Wanneer het schilderij volkomen onverwachts wordt aangemerkt als object van kunstroof en opgeëist door de oorspronkelijke eigenaren, gaat Liv het bittere gevecht aan in een langdurig en kostbaar proces. Tijdens de voorbereiding van een spectaculaire rechtszaak komt het verleden van het schilderij en de lotgevallen van de mensen die ermee in aanraking kwamen steeds verder aan het licht. Vechtend voor haar meest kostbare bezit vindt Liv de kracht om het verleden af te sluiten en door gaan met haar leven. Helaas komt ook dit deel van het boek geconstrueerd en onecht over. Het talent van Jojo Moyes schuilt in hoge mate in het vermogen om personages uit zeer verschillende werelden bij elkaar te brengen en in het spanningsveld dat uit een dergelijk verbinding ontstaat, een verhaal vol emotie en liefde te scheppen. Een verhaal dat blijft boeien door de veranderingen, verrijking en groei die de personages juist door hun verschillende achtergronden en waarden ondergaan. Meestal lukt het haar om een wereld vol dynamiek, aantrekkingskracht en levendige humor te scheppen. Helaas is dit niet gelukt in Het portret van een vrouw, het blijft een vlak en weinig verrassend boek.
0neg
Portia Kane is een knappe vrouw van middelbare leeftijd in wie iets knapt nadat ze haar man, pornoproducent van beroep, voor de zoveelste keer betrapt op een slippertje. Ze gaat bij hem weg en kiest bewust voor het ongewisse: voor financiële onzekerheid en afstoting uit haar vertrouwde kring. Ze trekt in bij haar geesteszieke moeder in de stad waarin ze is opgegroeid. Terug bij af, het cirkeltje lijkt rond. ‘Thuis’ komt ze erachter dat haar leraar Engels van de middelbare school een enorme crisis heeft doorgemaakt en daar zo ontdaan van is dat hij zich als kluizenaar heeft teruggetrokken ergens in de bossen. Deze leraar is de enige persoon die haar ooit echt heeft geïnspireerd en al zijn leerlingen op het hart drukte altijd te blijven geloven in hun dromen. Zijn eigen raad heeft hij niet opgevolgd. De man is er nog beroerder aan toe dan werd gedacht en balanceert op het randje van de dood. Portia besluit dat het haar taak is om de man te redden van de ondergang. Matthew Quicks Liefde kan mislukken is een langdradig en tragisch pleidooi voor individualiteit, creativiteit en zelfredzaamheid – maar boven alles is het een ode aan blijven dromen, zelfs nadat je jeugddromen zijn uitgedoofd. Althans, dat probeert het te zijn, maar dat lukt niet helemaal. Af en toe is het moeilijk om nog enig sprankje hoop te bespeuren in de vloedgolf aan negativiteit die op de lezer afkomt. Het hoofdpersoon is vreselijk onsympathiek, zelfzuchtig en zwelgt zo in zelfmedelijden dat ik dit boek meerdere keren heb willen wegleggen. ‘Gelukkig’ loopt het verhaal niet goed af: lange tijd wordt toegewerkt naar acceptatie van het feit dat het niet altijd eind goed, al goed is. En dat accepteer je uiteindelijk.
0neg
somber en amper spannend, In dit derde boek van de vooropgezette zesdelige reeks rond Rebecka Martinsson keert het hoofdpersonage terug naar haar geboortestreek, waar ze aan de slag kan als officier van justitie. Net voor ze haar job opneemt, is het lichaam gevonden van een onbekende vermoorde vrouw. Hoewel het haar zaak niet is, raakt workaholic Martinsson er toch bij betrokken als blijkt dat het slachtoffer banden heeft met Mauri Kallis, een succesvol zakenman uit de streek, en samen met tweee reguliere speurders tracht ze de laatste uren van het slachtoffer, en de geldstromen van de zakenman te reconstrueren. Net zoals bij vele andere Schandinavische auteurs, kiest Asa Larsson voor een zeer sombere sfeer en zeer diep uitgewerkte personages. Ze verheft traagheid tot kunst, maar ze vergeet jammer genoeg evenveel aandacht te besteden aan het spannende aspect van het verhaal. In het begin van het boek wordt er nog regelmatig verwezen naar het het proces waarin Rebecka haar recent opgelopen trauma’s verwerkt, maar eens ze terug aan het werk gaat, laat de schrijfster dit draadje vallen, om het heel het boek niet meer op te rapen. Nu is het algemeen geweten dat een job louterend kan werken, maar op deze manier is het niet echt geloofwaardig. En laat het nu net die referenties naar haar emotionele problemen zijn, die de lezer aanzetten om eventueel de voorgaande boeken ook gaan te lezen. Wel geloofwaardig, en zeer goed uitgewerkt is de manier waarop de opkomst en groei van het het imperium van de zakenman beschreven wordt. Qua thematiek is dit boek een kruising van De witte leeuwin en De man die glimlachte, maar de schrijfster haalt nooit dezelfde vlotheid van vertellen als Henning Mankell. Liefhebbers van het werk van Karin Fossum en zielsverwante auteurs zullen dit boek waarschijnlijk wel kunnen smaken, maar anderen laten deze kelk beter aan hen voorbij gaan, want de eindeloze beschrijvingen van het leven van de hoofdpersonagens, van kindsbeen af tot het heden, met daartussen verstopt een flauw politieverhaal dat, op zich de honderd bladzijden niet haalt. De Vlaamse politica Mieke Vogels zou het geheel waarschijnlijk samenvatten als: “veel blabla maar weinig boemboem”.
0neg
Toen ik begon aan dit boek had ik op de een of andere manier het idee dat ik een thriller aan het lezen was. Het duurde ook niet lang voor ik doordat dat dit niet het geval was maar dat het een roman was. Dat moment was mijn eerste struikelblok, doorgaan of stoppen? Ik besloot door te gaan, niet gerealiseerd dat er nog veel twijfelmomenten zouden komen gedurende dit boek. Hoewel je, je het hele boek afvraagt wat in vredesnaam met dat blok ijs in haar auto gaat doen leer je de jonge Eva ook steeds beter kennen. Je herkent haar onzekerheden en de dingen die ze meemaakt in het begin van het boek. Later wordt het rauwer en heb je diep van binnen al een idee wat er gaat gebeuren. Je hoopt dat het niet zo is en je blijft dat hopen tot het moment zelf. Wat er op die zomerdag gebeurd is kan je je bijna niet voorstellen en is echt absoluut verschrikkelijk. Dat is eigenlijk ook meteen de tweede vraag, wat is er in die zomer gebeurd waardoor alles opeens anders werd en waarom keerde ze nooit eerder terug naar het dorp. Je leert over vriendschappen en over hoe het dagelijksleven achter elke deur anders kan zijn. Ieder gezin heeft zijn tragedies en dat heeft Lize mooi weten over te brengen. Waarom dan maar twee sterren? Ik weet het niet. De schrijfstijl van Lize Spit vind ik vernieuwend en zeker ook leuk voor de afwisseling. het verhaal vind ik goed en zeker iets wat ik nog nooit gelezen had. Maar de opbouw, de lengte en het gehele verhaal samen trok mij niet. Het duurde lang voor ik dit boek uit had en ik moest mij er soms echt doorheen slepen. Meerdere keren heb ik op het punt gestaan om ermee te stoppen en een ander boek op te pakken. Én dat is jammer. Wel ben ik blij dat ik Tesje en Eva heb leren kennen en dat ik hun gebeurtenissen kan gebruiken in mijn leven. Al met al een goed boek maar niet mijn soort boek, en dat moet ook prima zijn toch!
0neg
Simon Toyne waagt nog eens een poging om het geheimzinnige kloosterleven als decor te gebruiken voor een spannend verhaal. In mijn beleving is C.J. Sansom met Kloostermoord de laatste auteur die hem in dit genre is voorgegaan. Maar waar Sansom het liet liggen, is Toyne eveneens gestruikeld. De geloofwaardigheid van gebeurtenissen binnen het christelijke geloof verpulveren de spannende scènes tot lachwekkende situaties. In Ruïn, een plaatsje in Zuid Turkije, staat op een berg de Citadel die een gesloten orde monniken herbergt. Broeder Samuel kan zijn aanwezigheid niet meer verantwoorden en vlucht. Hij vlucht niet de berg af maar klimt er tegenop. Als hij boven op de top staat, neemt hij urenlang de houding van Christus aan waarna hij zich van de berg stort. Voor de bewoners van de Citadel is het zaak dat het lichaam terugkeert binnen de muren waardoor het grote geheim zich niet tussen de aardse bewoners zal verspreiden. Echter de nieuwsmedia komen achter de springpoging en publiceren hierover. Liv Adamsen, zus van de jonge Samuel, ontdekt via de media dat haar broer nog in leven is geweest en snelt zich naar Zuid Turkije. Daar zijn diverse partijen niet zo blij met haar bezoek en hebben tegenstrijdige belangen om haar te beschermen of te zorgen dat ze niets te weten komt over het bestaan van haar broer en de rol die hij had in de Citadel. Er ontvouwt zich een jachtpartij die qua spanning een goede opbouw kent en je even rechtop laat zitten. Maar het ongeloofwaardige aspect dat er vanuit de religie wordt bij gestopt, laat je weer moedeloos terugzakken in je stoel. Jammer, het had zo anders kunnen zijn.
0neg
Het niveau van de boeken van George verschilt. Sommige zijn bloedstollend spannend, andere wat minder. Maar Een onafwendbaar einde heb ik echt moeten doorworstelen. Eerst 500 pagina's lang eindeloze herhaling, waarna een ongelofelijk flauw en gezocht plot volgt. Beslist geen aanrader, sterker nog, als ik dit had geweten had ik het boek niet gelezen, zonde van de tijd.
0neg
Van deze schrijver heb ik eerder enkele boeken gelezen en daarmee heeft hij bewezen een uitstekende thriller-schrijver te zijn met een literaire kwaliteit. De vraag is alleen wel of hij dit ook bewijst met dit boek, één van zijn vroegere werken. Het is een thriller over een getroubleerde Newyorkse politierechercheur die onderzoek doet naar een seriemoord. Op het eerste oog lijkt dit allemaal vreselijk clichématig: hoeveel rechercheurs met rafelrandjes (gedragsproblemen, gebroken gezin, drankprobleem, etc. ) bestaan er immers wel al niet? En daarbij: hoeveel boeken zijn er niet al geschreven over seriemoordenaars? Het is daarbij twijfelachtig of Ellory met zijn hoofdpersoon Frank Parrish die clichés weet te overstijgen. Natuurlijk; de hoofdpersoon maakt enige ontwikkeling door in het boek, met name in positieve zin omdat Frank een manier vindt om om te gaan met zijn vadercomplex, als hij bedenkt dat die (ooit een corrupte politie-agent) misschien minder erg was als gedacht. Maar intussen heeft Ellory wel vreselijk veel woorden nodig voor zijn verhaal. En dat wordt hierdoor ronduit langdradig als ook de zoektocht naar de seriemoordenaar niet echt opwindend of opmerkelijk kan worden. Hiermee is dit verreweg Ellory’s matigste boek dat ik heb gelezen. Mijn tip: lees één van de andere boeken van hem.
0neg
Tot aan deze vond ik het een geweldige serie, maar dodenrol heb ik zelfs weggelegd. Ik heb het boek pas na een jaar uitgelezen. Na dit boek vind ik de serie heel wisselend van kwaliteit. Erg jammer want ik vond het echt een keigoede serie. Heerlijke personages. Scarpetta, Benton en Marino heerlijk. Nu vind ik de personages ingeboet hebben. Minder aansprekend. Met name Lucy en Marino.
0neg
De Nederlands-Limburger Paul Weelen heeft zijn sporen al verdiend als schrijver van talloze gedichten, liedteksten en romans in het Kerkraads dialect. Het schrijven van een kwalitatief goede thriller, zomaar uit de losse pols, is echter niet voor iedere auteur weggelegd. Dat geldt ook voor Pionnenwerk, het (Nederlandse) thrillerdebuut van deze in Canada geboren auteur. Jo Klawitter, Limburger van geboorte, is als undercoveragent werkzaam bij de geheime dienst. Als in Den Haag signalen binnendruppelen dat er in Limburg acties worden ontwikkeld die een terroristisch karakter hebben, wordt Jo naar zijn geboortegrond gestuurd. Hij praat het Limburgs dialect en zal daarom gemakkelijker kunnen infiltreren. Het vermoeden bestaat dat er een ondergrondse afscheidingsbeweging actief is die Limburg wil afsplitsen van Nederland. Klawitter reist af naar Limburg en gaat werken in een snackfabriek. Vanuit zijn tijdelijke woonplaats bezoekt hij sociale groeperingen in Limburg. Als het vermoeden bestaat dat er meerdere doelstellingen bestaan probeert hij als lid of deelnemer te infiltreren om zo meer informatie te krijgen... Met Pionnenwerk doet Paul Weelen een dappere poging om voet aan de grond te krijgen in de thrillerwereld. Alleen is voor een goede thriller meer nodig dan af een toe een spannende scène. In een goede thriller bouwt de spanning zich geleidelijk op naar een climax en zuigt de lezer mee het verhaal in. In Pionnenwerk is dit helaas niet aan de orde. De bezoeken die Jo Klawitter beroepshalve brengt aan Maastricht, Venlo, Kerkrade enz. hebben meer weg van een toeristische reisgids voor Limburgse steden dan dat ze feitelijk bijdragen aan het verhaal. Wat ook nauwelijks relatie heeft met de verhaallijn zijn de flashbacks die een beeld schetsen van Klawitters leven en verleden buiten Limburg. Samenvattend is Pionnenwerk nauwelijks een thriller te noemen, maar meer een spannende roman. Waarbij dan nog de kanttekening moet gemaakt worden dat het met die spanning zeer matig is gesteld, en daar pas in de laatste 50 pagina’'s sprake van is.
0neg
De reacties zijn enthousaiast en ik moet wel bekennen: het verhaal zit goed in elkaar en de lijntjes komen mooi samen. Ik ben dan ook wel benieuwd naar hun tweede boek (De derde stem). Helaas kon vooral de schrijfstijl me niet bekoren. Hoewel ik wel heel af en toe een leuke humoristische zin voorbij zag schuiven. Waarom het boek Springvloed heet snap ik in zoverre niet, dat in het verhaal zelf alleen over springtij wordt gesproken. Jammer en (voor mij) storend. Zeker een lekkere pil voor bij het zwembad maar geen Hjorth Rosenfeldt-niveau, vond ik.
0neg
Dit was echt een soort... Ja. nee, ja, nee, ja, nee verhaal. Het verhaal bestaat uit hoofdstukken die OF over Andy, OF over Rachel gaan, en soms is er iets met hen beiden erin. Het boek is voorspelbaar en aan het begin zelfs een beetje langdradig. Ook begrijp ik niet helemaal hoe het kan dat ik op een gegeven moment in het boek gewoon bijna een hekel aan Rachel kreeg (In haar studententijd...voor wie het gelezen heeft of nog gaat lezen.) Het is erg jammer dat je nooit echt iets van drijfveren, het waarom of hoezo ziet, alleen 30 of 40 jaar van het leven van twee personen die bij elkaar, uit elkaar, bij elkaar, uit elkaar zijn. Ze komen elkaar steeds toevallig tegen, of bellen elkaar op als er iets ergs aan de hand is. Het einde is precies zoals je al verwacht, dus als je verrast wil worden, kun je het laten liggen. Op zich geen verkeerd boek , maar voor mij niet 'wereldschokkend' en 'hartverwarmend' genoeg. Soort van 'net niet'. Voor wat uurtjes hersenloos/niet nadenken/ tijdverdrijf is het te doen, maar je moet niet denken uit je schoenen geblazen te worden of de nieuwe 'Gone with the wind' te lezen want daar is het net allemaal te weinig voor. Jammer.
0neg
Wie Italië zegt, zegt Tim Parks. De al ruim dertig jaar in Italië wonende Britse schrijver draait zijn hand niet om voor weer een boek over zijn passievolle gastland. Of het nu gaat over Italiaanse manieren, over het ondoorgrondelijke spoorwegennet of over een Veronese seriemoordenaar op oorlogspad: de pen van Parks weet niet van stoppen. In De kunst van het moorden gaat Parks op weg met de hoofdpersoon die hij in twee eerdere romans al heeft geïntroduceerd. De Engelsman Morris Duckworth, inmiddels een gewaardeerd lid van de aristocratie in Verona, voelt zich nog altijd een buitenstaander in de Italiaanse machismo maatschappij. Hij is getrouwd met een nazaat van steenrijke wijnbouwers en heeft een indrukwekkende kunstcollectie aangelegd. Moordkunst Duckworth is ook een pathologische moordenaar. Tim Parks laat voorzichtig doorschemeren dat hij al een reeks slachtoffers heeft gemaakt, allemaal vanwege liefdesperikelen of zakelijk gewin. Door het hele boek heen blijven deze doden – in het hoofd van Morris – in gesprek met hun moordenaar. Dat is een aardige vondst maar zij wordt zo ver doorgevoerd dat het de gang van het verhaal behoorlijk verstoort. Een verhaal dat verder geheel gedomineerd wordt door de obsessie van Duckworth: een tentoonstelling samenstellen van kunstwerken die allemaal 'moord' als thema hebben. Niet het sterven of de dood, maar het moment van toeslaan: als de gruwelijke daad op het punt van uitvoeren staat. Hij kan putten uit zijn eigen kunstverzameling, waar een aantal vervalsingen tussen zitten, maar hij wil ook wereldwijd grote musea om bruiklenen te vragen. Losse eindjes Het opvoeren van die tentoonstelling is een prima concept dat Parks tot in de uithoeken van deze roman laat doorwerken. De afzonderlijke schilderijen worden veelvuldig aangehaald en beschreven. Duckworth wil de klassieke werken, waarop men elkaar naar het leven staat, via de officiële museumkanalen van Verona verzamelen. Vanaf dat moment begint de tegenwerking van de museumdirectie en de alomtegenwoordige kerk. De kunst van het moorden is geschreven als 'spannende roman'; het predikaat 'thriller' zou inderdaad teveel eer zijn. Tim Parks strooit kwistig met losse eindjes die op geen enkele wijze tot de grote lijn van het verhaal gaan behoren. Hij is meer geïnteresseerd in de geschiedenis en de afkomst van de 'moorddadige' schilderijen dan in het verloop van het mysterie. Parker of Parkes Als de museumdirecteur onder compromitterende omstandigheden wordt vermoord en Morris Duckworth als mogelijke dader wordt opgepakt, begint Parks de controle te verliezen. De kardinaal, de huisvriend, de Libische maîtresse, de conservator, de meestervervalser, de zoon en de dochter, ze hebben allen een rol in deze geschiedenis maar nergens wordt duidelijk wat ze werkelijk bijdragen aan de kluwen van geheimzinnigheid die de schrijver opwerpt. Het enige 'drama' speelt zich op nogal overdreven wijze af in het hoofd van de opportunistische Morris Duckworth: 'Er waren momenten waarop de realiteit met zo'n enorme chemische intensiteit borrelde en bruiste, dat er maar twee keuzes leken te bestaan: gaan liggen onder het reeds zoevende blad van de guillotine, of een kalashnikov pakken en iedereen in de buurt neerknallen.' Als er tenslotte ook nog 'een Britse schrijver genaamd Parker of Parkes' op het toneel verschijnt, is het genoeg geweest. De kunst van het moorden is een vreemde eend in de bijt van Tim Parks; hij kan duidelijk niet uit de voeten met het thrillergenre. Te uitvoerig en te ingewikkeld geschreven om in een sterke plot te kunnen transformeren. Parks moet vooral over Italië blijven schrijven, als relatieve buitenstaander weet hij feilloos de eigenaardigheden bloot te leggen, maar zich verre houden van misdaad en spanning. @8WEEKLY/André van Dijk
0neg
Voor Nicolet Steemers, journaliste en vertaalster, is Het hart en de moordkuil haar debuut. Ze dong met haar literaire thriller mee naar de Schaduwprijs 2006. Het boek maakte verder deel uit van de groslijst van de Gouden Strop 2006. De hoofdpersoon in het verhaal is Herbert Oostdijk. Hij is een onverbeterlijke man die de spot drijft met zijn eigen gezondheid. Roken en alcohol staan centraal in het leven van de zwaarlijvige beeldend kunstenaar. Een harttransplantatie is voor Herbert de enige manier om aan de dood te ontkomen. Louise, zijn 15-jarige dochter, moet ondertussen lijdzaam toezien hoe het haar vader steeds slechter vergaat. Hij is geen gemakkelijke man, maar voor haar is dat geen reden hem in de steek te laten. Het loopt helemaal uit de hand wanneer er een ruzie ontstaat tussen Herbert en de ex-vriend van zijn nieuwe vriendin. Een hartaanval maakt bijna een einde aan zijn leven. Als hij in het ziekenhuis ligt en Louise vervolgens alleen thuis is, doet ze vervelende ontdekkingen. Uit ongerustheid voor de toestand waarin haar vader verkeert, wil ze hem er niet gelijk mee belasten. Een nieuw donorhart is zonder enige twijfel het voornaamste, beseft ze. Het boek is in een sympathiek jasje gestoken. Het harde leven van een 15-jarig meisje en de manier waarop ze het toch weet in te richten, dwingt respect af. Je kunt met geen mogelijkheid om haar heen. Ook de kenmerken van de vader, een norse vent die getrouwd is met zijn eigen standpunten, worden mooi omschreven. Vader en dochter zijn round characters. Een prima zaak dus. Kijk je vervolgens naar de benodigde bouwstenen voor een sterk misdaadverhaal, dan blijkt dat Het hart en de moordkuil een aantal leemtes telt. Het verhaal komt veel te traag op gang, daar de aandacht meer uitgaat naar het literaire aspect dan naar bizarre onthullingen. Verder ontbreekt het aan een plot waar je klamme handen van krijgt. Ook de hoeveelheid spanningsbogen is ver beneden de maat. De wens naar angstvallige gebeurtenissen wordt nooit vervuld. Conclusie: het boek is feitelijk te ‘charmant’ om te kunnen aarden naar het niveau van een thriller pur sang.
0neg
Ik las All-inclusive enige tijd geleden en vond er niets aan. Geen idee waarom het als literaire thriller wordt bestempeld. Literair (wat mij betreft een synoniem voor hoogstaand) is het geenszins en een thriller zie ik er ook niet echt in. Het eerste deel van het boek was best aardig; tot en met de terugkomst van de hoofdpersonen, Jeroen en Chantal van der Schaaf, na de tragische dood van hun kinderen in het zwembad van het all-inclusive hotel in Turkije. Daarna wordt het een ongeloofwaardige, onsamenhangende brij van gebeurtenissen waarvan de ene nog onwaarschijnlijker is dan de andere. Tussen alle bedrijven door speelt de verziekte verhouding tussen Chantal en haar schoonmoeder. Tegen het eind ontpoppen Jeroen en Chantal zich als een ware Bonnie and Clyde op zoek naar de moordenaars van hun kinderen, met als apotheose de zelfmoord van de zich schuldig voelende directeur van het hotel. Jakkes. Ook van het taalgebruik krommen mijn tenen. De kreten 'joh' en 'meid' en het zichzelf telkens moed inspreken of kapittelend toespreken zijn de grootste boosdoeners. Ik kon me geen moment met Jeroen en Chantal vereenzelvigen en de spanning was ver te zoeken. Ook de verwijzing in het boek naar een grote reisorganisatie genaamd TOI en de vermelding op het omslag dat de schrijfster zogenaamd niet onder haar eigen naam durft te publiceren, zijn te absurd voor woorden. Op geen enkele wijze wordt geloofwaardig gemaakt dat de geschetste vakanties in werkelijkheid ook zo georganiseerd worden. Natuurlijk zal er een kern van waarheid in schuilen; er zal zo goedkoop mogelijk gewerkt worden om de kosten te drukken, maar of dit zo ver gaat als Vermeer beweert... Ten koste van de veiligheid van de consument en het verdoezelen van zoveel ongelukken? En waar blijft de verantwoordelijkheid van jezelf als consument? Wanneer je een all-inclusive vakantie boekt, kun je ook nagaan wat dit betekent voor de lokale bevolking: geen terraszitters, geen restaurantbezoekers, en ga zo maar door. Want alles is gratis op de lokatie. Dus je weet ook wie er wel en wie er niet wijzer worden van dit soort resorts. De vage schets van wat Jeroen en Chantal van der Schaaf hierover opmerken tijdens hun tweede bezoek aan Turkije had in het licht van de kruistocht van de schrijfster tegen all-inclusive vakanties veel verder uitgewerkt moeten worden, om ook hieraan enige geloofwaardigheid toe te kennen.
0neg
Toen ik dit boek in de bus kreeg, was ik erg verrast door de cover die er veelbelovend uit zag. Na een zeer moeizame start kon het verhaal me maar niet te pakken krijgen. Na een ca. 100 bladzijden "history" te hebben gelezen had ik bijna de moed opgegeven. Wél op een gevoelige manier beschreven, vooral de prostitutie, corruptie etc.. Dit boek is écht te zwaar voor mij. Maar heb toch doorgezet. Al met al tóch n leesbaar boek. Dacht de plot te hebben begrepen, echter werd verrast door een niet onverwachts slot. Helaas voldeed het verhaal niet écht aan mijn verwachtingen. Jammer.
0neg
Het boek was niet wat ik van verwachten. Vond het niet echt spannend. las wel vlot. voor wat hoort wat daar komt het op neer ik geef jou iets jij doet iets voor mij. Maar dit gaat wel heel ver.
0neg
Laura en Nicolas verhuizen naar een plattelands dorp om het drukke leven van Parijs te ontvluchten. Als nieuwe bewoners geraken ze verzeilt in de vete die leeft tussen de notaris en een rijke truffelboer. De notaris blijkt ook nog wijnbouwer te zijn en houdt zich hiermee met louche praktijken bezig waardoor hij de Japanse mafia op zijn dak krijgt. O Ja, tussendoor is er ook nog de angst voor een wolf die het dorp terroriseert. Wat een verhaal zeg. Eerlijk, persoonlijk vind ik alles in dit verhaal bij het haar gegrepen en wordt het ook nog eens zeer oppervlakkig en onverzorgd verteld. Dit is ronduit een slechte thriller. Het verhaal is samenraapsel van gebeurtenissen die niet of onvoldoende worden uitgewerkt. De personnages lijken meer op stripfiguren dan mensen van vlees of bloed. Kortom, dit is niet het genre thrillers dat mij aanspeekt en is mijlenver verwijderd van de boeken die ik de vorige maanden las zoals: Nesser, Arne Dahl, Meade, Chris Tvedt, Lemaitre, Grangé, Natsuo Kirino, Dolores Redondo, Bernard Minier, Jens Henrik Jensen, .... Mijn score moet dan ook in verhouding staan tot deze auteurs. Vandaar de povere score.
0neg
Debuut van de schrijfster die een deel van de gebeurtenissen uit eigen ervaring vertelt en die met dit boek een gevarieerd verhaal heeft geschreven met aspecten van chicklit, psychologische thriller. Komt wat moeizaam op gang en springt aanvankelijk van de hak op de tak, maar het verhaal krijgt steeds meer vorm en diepgang.
0neg
2,5 sterren voor Babe, You Got This. Volledige recensie: http://mustmag.nl/recensie-babe-you-got-this-martje-haverkamp-emilie-sobels/ ***MEGA ENTHOUSIAST EN HOGE VERWACHTINGEN*** Ik was heel enthousiast over dit boek en zag het op social media vaak voorbijkomen. Toen ik las waar het boek overging, wilde ik Babe, You Got This zo snel mogelijk zelf hebben. Ik had hoge verwachtingen, want hallo: Neelie Kroes (Europees Commissaris) staat zelfs in dit boek. En als ik iemand geweldig vind, dan is het Neelie wel. Verder spotte ik een paar vrouwen die ik zelf volg op social media, zoals Ginny Ramkisoen van Vacature via Ginny. Vol goede moed begon ik aan het boek, maar ik ergerde me meteen aan een paar dingen. Als eerste merkte ik dat ik de opbouw onduidelijk vond. Elk hoofdstuk heeft een eigen onderwerp, maar voor de rest miste ik een rode draad. Ik had liever pijlers gezien zoals ‘financieel’, ‘fouten maken’ en ‘je carrière combineren met je leven’. Jammer, want als er pijlers in een boek staan is er meer overzicht en blader ik sneller naar hoofdstukken die ik nog een keer wil lezen (het is immers veel makkelijker om op te zoeken). Ook had een eindconclusie veel meer duidelijkheid aan het boek gegeven, maar de schrijfsters zeggen letterlijk dat je de conclusie zelf moet trekken. ***TE VEEL CLICHÉS*** Als tweede merkte ik dat er veel clichés in het boek staan. Bij RTL Boulevard zag ik in een item al dat de schrijfsters van het boek zelf ook zeggen dat het boek er vol mee staat. Toch snap ik die keuze niet. Een paar clichés is natuurlijk logisch en niet erg, maar als er op elke bladzijde zoiets staat vind ik dat erg jammer. Uitspraken als ‘je kan niet alles alleen’ of ‘het is niet erg om fouten te maken’ kwamen bijvoorbeeld voorbij. Zulke uitspraken zijn best fijn om af en toe te lezen, voor als je het zelf niet meer weet en even een reminder nodig hebt. Maar de hoeveelheid clichés vond ik te veel, zeker omdat ik me er zelfs aan ging ergeren. Dat lijkt me niet de bedoeling
0neg
Ik had zeer hoge verwachtingen, nadat al mijn vrienden (ook degene die niet graag lezen) dit boek verslonden hadden. Ik heb er echter wel lang over gedaan. De verhaallijn, die vertelt wordt vanuit verschillende perspectieven verveelt soms. Ze is niet alleen saai, neen, ze is ook op sommige momenten moeilijk te begrijpen. Na het lezen van dit boek ben ik nog altijd geen stap dichter bij wat ik wou bereiken. Het was een negatieve leeservaring voor mij! In het begin krijg je een introductie van veel te veel personages, waardoor het soms verwarrend is voor de lezer. Helemaal vooraan in het boek heb je gelukkig een spiekbriefje, waar je af en toe eens kan op gluren. Ik had echter soms nog steeds het gevoel dat ik niet wist over wie het juist ging. Zelfs op het einde moest ik vaak nog eens spieken...
0neg
Van de Nederlandse Literatuur heb ik een niet een erg hoge pet op. Ook is mij altijd volstrekt onduidelijk gebleven waarom Mulisch, Hermans en Reve tot ‘De Grote Drie’ gerekend worden. Oké, Mulisch heeft met ‘De ontdekking van de hemel’ dan tenminste nog één gedenkwaardig boek afgeleverd, maar voor de rest? Van Hermans kon alleen ‘Onder Professoren’ me nog wel enigszins bekoren. En dan heb je nog Reve, wiens boek ‘De vierde man’ ik ooit gelezen heb, maar dat heeft bepaald weinig indruk achtergelaten. Daarom maar eens een nieuwe poging met dit boek… Maar helaas wordt mijn oordeel voor Reve niet bepaald in positieve zin bijgesteld. Het verhaal gaat over de nogal kleinburgerlijke (Ralphje) Wessel, landmeter bij de gemeente, die besluit een stukje land te kopen. Eigenlijk is daarmee het meeste al gezegd, want een echt plot ontvouwt zich niet. Pagina’s lang lezen we over Wessel’s getwijfel over de grondaankoop en diens verder weinig bijzondere belevenissen in zijn saaie jaren ’50 dorp. Verreweg het meest opmerkelijke zijn dan nog de nogal perverse dagdromen van de latente homo Wessel, die allemaal draaien om het ‘tuchtigen van jongens’. Tja… Laat ik maar kort zijn, naar mijn idee was dit boek echt een regelrechtige flop. Ik kan er werkelijk niets in vinden dat ook maar enigszins rechtvaardigt dat Reve toch blijkbaar tot één van de groten van de vaderlandse literatuur wordt gerekend. Nou ja, Reve schijnt ook vooral vermaard te zijn om zijn brievenboeken, misschien is dat nog eens het proberen waard…
0neg
Geen beroepsgroep heeft zo'n saai imago als de account. We zien de accountant als de wat saaie cijferfreak die zich vooral interesseert in het complete cijfer achter de komma. Sybren Kalkman, zelf ook werkzaam geweest in de accountancy, wil een ander beeld schetsen aan de hand van zijn thriller Claim uit Moskou. Hij schetst een wereld van snelle jongens die zich bezig houden met het grote geld en zodoende te maken krijgen met hebzucht, criminaliteit en afpersing. Een accountant saai? Ze zijn juist de mensen die het dichtst staan bij datgene wat ons allemaal intrigeert: money, money, money! Het verhaal begint met de claim uit Moskou uit de titel. Het Russische bedrijf Korfos dient een claim in van 5 miljard euro tegen het Nederlandse accountancykantoor P&G. Ze zouden cruciale fouten hebben gemaakt in hun werk. Er worden geen middelen geschuwd om de accountants onder druk te zetten om te zwichten tot betaling van het absurd hoge bedrag. De werknemers worden continu geplaagd met intimidatie van stalkende boeven en de constante dreiging van daadwerkelijk fysiek geweld. Wanneer een van de accountants de druk niet meer aankan en zelfmoord pleegt, wordt het tijd voor een revancheslag. Rob van Dam wordt uitgezonden naar Rusland en moet uitzoeken wat er waar is van de claim. Daar aangekomen komt hij in een surrealistische wereld terecht waarin de onderwereld nauwe banden heeft met de bovenwereld. Niets is wat het lijkt! Het onderwerp accountancy is niet bepaald aansprekend voor het grote publiek. Sybren Kalkman doet echter zijn best om de vaart erin te houden met een redelijk geraffineerd plot. Toch sluipt er te vaak saai vakjargon in. Met name de passages rond financiële constructies zijn dan ook niet bijster interessant. In het middenstuk komt er wat meer vaart in als de handelingen zich verplaatsen naar de corrupte wereld in Rusland, waardoor het wat meer de contouren krijgt van een gewone thriller. Compleet met schietpartijen, een begeerlijke femme fatale en interessante schurken. Maar deze spanning wordt niet tot het einde volgehouden en de laatste hoofdstukken zijn weer aan de saaie kant. Het maakt Claim uit Moskou een wat onevenwichtige thriller die niet geheel weet te overtuigen.
0neg
Ik lees hier alleen maar goede recensies, maar ik heb zwaar de griep en astma dus misschien dat ik dan niet zo goed kan nadenken want ik snap echt niet hoe en wat van dit boek. Het verhaal springt van de hak op de tak. Het gaat over allemaal buren onderling in een woonwijk. En ineens wordt er een baby vermoord in de wijk en Bernard V. gaat op onderzoek uit, alle bewijzen gaan uit naar zijn 13- jarige zoon die ook verkeerde vrienden heeft. Het boek wordt dan wat langdradig en het eindigt ermee dat ik niet er op uit kan maken wie deze moord nou gepleegd heeft. Ik denk een open einde. Daar houd ik persoonlijk niet van. Ik heb het boek nou uit en ik weet nou nog niet wie het gedaan heeft. Nee, niet leuk. Ik snap er niks van. Ik geef dit boek dan ook een cijfer: 6.
0neg
De achttienjarige Tessa Young heeft haar vriendje en overbezorgde moeder achtergelaten om te gaan studeren aan de universiteit van Washington. Dit had ze al jaren gepland en ook de rest van haar toekomst lijkt al helemaal vast te liggen. Maar dan ontmoet ze Hardin. Hij is onaardig en zit onder de tattoos en piercings. Zonder dat ze het wil weet Hardin een grote passie in Tessa naar boven te halen. Ze leert zijn wilde en romantische kant kennen en wordt gedwongen een keuze te maken tussen haar vertrouwde jeugdvriendje Noah, en een toekomst die spannend, nieuw en onbekend is… After is ooit begonnen als een One Direction fanfiction en dit leek me zo interessant dat ik dit boek moest lezen. Bovendien zag ik het op verschillende websites en boekenwinkel terugkomen en dat maakte me alleen maar meer nieuwsgierig. Uiteindelijk kocht ik het als ebook in de uitverkoop en ben blij dat ik er niet te veel geld aan uitgegeven heb. Het begin van het boek is best leuk, je volgt een redelijk normaal meisje dat gaat studeren en daarbij haar vriendje en moeder achterlaat. Al snel ontmoet ze mensen met wie ze nooit had gedacht vrienden mee te kunnen worden. Natuurlijk keurt haar moeder en haar vriendje het af dat ze met hen om gaat, maar ze kan toch zeker zelf wel beslissen wat ze wil. Wat ik hierboven heb omschreven gaat zo ongeveer over de eerste 50 bladzijdes van het boek en ik zou zeggen dat de belangrijkste gebeurtenissen bijna allemaal gebeuren nog voordat je bij bladzijde 150 bent. Dat is het probleempunt van dit boek, alles gaat heel snel en uiteindelijk gaat het boek wat te lang door. Ja, ik genoot van het boek, hoe de stijl van fanfiction nog terug te zien was en hoewel het misschien een beetje clique was, was het best leuk om te lezen. Tot je op het punt komt waarvan je anders zou verwachten dat dit het eindpunt was.Op dit punt gaat het boek verder en kom je in een soort saai ritme terrecht. Ja, de verhaallijn na dat punt blijft in cirkels lopen en hoewel het telkens anders wordt uitgevoerd komt het op hetzelfde neer: Good times – ruzie – ‘goedmaken’ en dan begin je weer vooraan. Dit zorgt ervoor dat het steeds wat saaier wordt en uiteindelijk teleurstellend eindigt. Ik wil Anna Todd niet afrekenen op het feit dat ze geen echte schrijfster is en als fanfiction zou deze beslist tot de top van de websites behoren. Toch vind ik het niet helemaal terrecht dat het in een boek is uitgebracht. Het boek is leuk, maar niet goed genoeg. Cijfer: 5
0neg
Will Grayson, Will Grayson leek me een leuke boek om te lezen maar het bleek toch helaas niet zo te zijn. Doordat het een samenwerking was tussen John Green en David Lavithan waren er wel paar dingen wat ik minder vond. Zoals John Greens manier van schrijven vond ik fijner om te lezen en kwam meer professioneler over en vond ik prettiger om te lezen. Maar ik vond het wel duidelijk dat er in het begin duidelijk word gemaakt over welke Will Grayson het over gaat., ze leiden allebei een verschillende leven dus het was makkelijk om het te lezen. De eerste Will Grayson dat in het boek voor komt is mijn favoriete personage omdat hij humor heeft en leuke vrienden, hij komt ook socialer over dan de andere Will Grayson omdat hij wel meer internet vrienden heeft. Het enige waar ik me aan stoorde is dat een bepaald stukje ongeloofwaardig was en té extra. Voor de rest vond ik het boek overdreven en dat is me iets te zoals ik al zei dus geef ik het 2 sterren.
0neg
Vermeer schrijft vakantiethrillers: de laatste twee jaar zelfs twee keer per jaar. Misschien zou ze er goed aan doen om zelf eerst eens op vakantie te gaan voordat ze weer een thriller schrijft, want de spanning neemt m.i. met iedere nieuwe thriller meer af. Tijdens het lezen van Bella Italia dacht ik soms dat ik met een jeugdroman te maken had: Duits jongetje wordt vermoord, Nederlands jongetje is daarvan getuige. De verkeerde dader wordt gepakt en jongetje durft in Nederland niets meer te zeggen over de moordenaar, wel vertoont hij afwijkend gedrag. De plot van het verhaal wordt niet uitgediept en de lezer weet al bladzijden voor het eind wie het dan wel gedaan heeft. Ik heb geen enkele bladzijde spanning gevoeld. Ook het einde komt me voor als een jeugdboek. Jongetje gaat niet meer naar Italië op vakantie, maar gewoon in Nederland om er te vissen met zijn vriendje. Hallo zeg. Onbegrijpelijk dat Lezend Nederland daarvoor een NS Publieksprijs wil geven. Misschien meer iets voor een Schiphol Award.
0neg
Matt Stone is een thrillerschrijver die ooit aardig succesvol was met een drietal boeken die zich een paar honderd jaar geleden afspeelden en daarna besloot een nieuwe serie thrillers te beginnen die Albanië als achtergrond hebben. Deze boeken flopten. Hopend op betere tijden zit Stone thuis en brengt hij dagelijks zijn dochtertje naar en van school omdat zijn exvrouw daar door haar drukke baan geen tijd voor heeft. Dan ontvangt hij een email van een fan die graag wil dat Stone een biografie over hem schrijft. De eerste betaling ligt al snel in de bus, maar de fan heeft ook nog andere middelen om Stone te stimuleren, bijvoorbeeld door een opengesneden golden retriever in het bed van zijn dochtertje te leggen. Stone weet zich in een hoek gedrukt en ziet geen andere uitweg dan de eisen van de fan in te willigen. De fan, die zich White Devil noemt, blijkt een dodenlijst te hebben aangelegd met allerlei mensen die hem ooit eens hebben dwarsgezeten. In een snel tempo wordt de één na de ander gruwelijk vermoord en kan Stone aan de hand van de details die hij ontvangt alleen maar lijdzaam aan de biografie werken. De moorden zijn regelrechte kopieën van de moorden die Stone in zijn eerdere boeken heeft beschreven. Hij realiseert zich dat het niet lang zal duren voor de politie bij hem op de stoep staat en hij besluit terug te slaan. Dit klinkt als een prima thriller en dat zou het ook kunnen zijn, als er niet één groot manco was: de kinderachtige schrijfstijl van Johnston. Afgezien van het gruwelijke onderwerp zou je dit zo een 12-jarige kunnen voorschotelen. Dodenlijst barst van de zinnen met uitroeptekens en vragen die zogenaamd spanning moeten oproepen: “Wat was hier de bedoeling van?” en “Had ik een kans om het derde bedrijf te overleven?” Allemaal vragen die Stone de lezer stelt. Voeg daar de simpele dialogen en het raadselachtige handelen van de personages aan toe en dan weet je dat Johnston zijn lezers zeer laag inschat. Johnston beschrijft ook enkele martelscènes in Dodenlijst die door hetzelfde manco ook niet werken. Als een paar van de slachtoffers zich vlak voor hun dood bedenken dat het niet eerlijk is dat ze vermoord worden, lijkt dat wel heel erg veel op Calimero. Ik heb me het hele boek verbaasd over de gebeurtenissen. Waarom wil de White Devil dat zijn biografie geschreven wordt? Waarom heeft Stone niet gelijk vanaf het eerste moment de politie ingeschakeld (of al die andere keren in het boek dat de mogelijkheid er was)? Waarom denkt Stone dat hij in zijn eentje ongewapend een seriemoordenaar kan uitschakelen? Waarom neemt zijn hele omgeving klakkeloos allerlei opdrachten van hem zonder enige vragen te stellen? Hoe komt het dat een patholoog-anatoom bij een simpele ophanging niet de doodsoorzaak kan vaststellen? Johnston heeft in het boek nog een klein subverhaaltje gestopt over een paar mannen die om eigen redenen op zoek zijn naar de White Devil om met hem af te rekenen. Dit subverhaaltje past niet in het grote verhaal en dient waarschijnlijk alleen om aan het eind het één en ander recht te kunnen strijken. De lezer die het tot eind toe volhoudt, krijgt dan nog een cliffhanger voorgeschoteld die na al het voorafgaande ook zijn doel mist.
0neg
Op de cover staat het al 'Er zijn mysteries die maar beter niet opgelost kunnen worden' en dat is een waarschuwing voor de lezer. Het mysterie dat opgevoerd wordt in Project Babylon blijft nl. onopgelost. 336 bladzijdes vol met geneuzel, getreuzel, gehannes en gedoe. Een verhaal dat niet echt op gang wil komen en een mysterie dat bij diverse sektes niet mysterieus is. Maar het voor mij wel bleef. Een vleugje Ludlum, Brown en mystiek maakt absoluut geen goed boek. De auteur werkt nu aan zijn tweede boek.... heeft hij het eerste dan al af??
0neg
Door eerder gelezen boeken van Liane Moriarty had ik ook van dit boek hoge verwachtingen. Helaas viel Bijna echt gebeurd mij enorm tegen. Het verhaal is erg langdradig. Waar ik het in andere boeken leuk vind dat de “clue” van het verhaal wordt gerekt, vond ik het hierin vervelend dat het zo lang duurde. Ik vond dit boek absoluut geen pageturner en kon het met gemak aan de kant leggen. Toch zal dit mij niet weerhouden om boeken van Liane te blijven lezen!
0neg
Nochtans heb ik al boeken van Stan Lauryssens gelezen en ook al boeken uit de reeks Witse, maar een combinatie van de twee lijkt niet te werken. 't Is dat het uit de Witse - reeks kwam, of ik was al na de eerste 20 pagina's gestopt met lezen. Ik durf stellen dat dit het slechtste verhaal uit de reeks is, en dan heb ik er nog één te lezen (operatie Solar), laat Stan maar zijn eigen verhalen schrijven, liefst niet meer gebaseerd op een bestaande reeks. Ofwel was het vet al van de soep, net als bij de film ...
0neg
Na het lezen van wisselende recensies toch eens begonnen aan dit boek. In het begin was ik blij verrast. Het boek las fijn en zowel het verhaal in huidige tijd als middeleeuwen was interessant. Maar rond pg 250-300 had ik het wel gehad met het boek. Het boeide helemaal niet meer. Er werden veel te veel personages er bij gehaald. Hierdoor is het toch een omvangrijk verhaal geworden van meer dan 500 pg, terwijl er maar weinig gebeurde. Het boek was veel beter geweest als de schrijfster het in 300-350 pagina's had verteld. Omdat ik al over de helft was van een redelijk dik boek wilde ik het toch wel uitlezen, maar de tweede helft ging wel met wat tegenzin en ik vloog ook over de regels heen. Hierdoor dus maar 2 sterren, en ik zat zelfs nog te twijfelen aan 1 ster. Want het zou niet moeten gebeuren dat je een boek met tegenzin moet uitlezen. Maar omdat het begin leuk was toch maar 2 sterren gegeven.
0neg
het verhaal over ene rijke Belgische gepensioneerde worstenman en zijn familie. De jonge Poolse vrouw van de man word vermoord aangetroffen en dan begint de vraag en zoektocht , wie heeft het gedaan? Vooraf zag ik de cover en dacht ik, dit lijkt me spannend. Ik kreeg het boekje en dacht direct ohh maar 200 bladzijdes die heb ik zo uit. Nou dat viel nog best tegen want alhoewel ik het verhaal best volgen kon miste ik de spanning en de drang verder te lezen. Het was niet slecht maar als je er twee weken over doet en na elke 30 pagina's in slaap valt dan zegt dat toch wel iets. En heel erg positief is dat niet. Dus onaardig nee dat was het niet ..boeiend nee!! ook niet.
0neg
Uitgeverij Parelz geeft haar klanten de gelegenheid om zelf de inhoud van een boek samen te stellen. Het aanbod wordt gevormd door een grote voorraad korte verhalen van bekende en minder bekende, pas beginnende auteurs. Omdat de inhoud een persoonlijke keuze van de lezer is, wordt het voor de reguliere boekwinkel praktisch onmogelijk om op voorhand de ideale inhoud samen te stellen. De bundel SOS bevat een vooraf samengestelde verzameling spannende korte verhalen, waarvan enkele door bekende Parelz-auteurs zijn geschreven en andere van de hand van (nog) onbekende auteurs komen. Het is haast ondoenlijk om van negen verschillende korte verhalen, geschreven door evenveel auteurs, één algemeen oordeel te geven. Het is voor deze recensent eerlijker en objectiever om elk kort verhaal te beoordelen en op basis daarvan een gemiddelde waardering voor de gehele bundel te bepalen. Persoonlijk geldt wel dat het een ervaring rijker is om de volstrekt verschillende schrijfstijlen naast elkaar te ervaren. 1. De wandeling, Wanda Bommer; geen echte thriller, open einde, waardering: 2 sterren 2. Sylvie, Herman Vemde; originele thriller, met spanning, waardering: 3 sterren 3. Code 13, John Vermeulen; geen thriller, oppervlakkig en weinig spanning, waardering: 1 ster 4. Kruispunt, Patrick Brannigan; verrassend verhaal, met spanning, waardering: 4 sterren 5. De stilte van de duisternis, Marelle Boersma; volledig verhaal met begin en einde, spannend; waardering: 4 sterren 6. Dood aan de Douro, Jacqueline Zirkzee; aardig verhaal, weinig spanning, waardering: 2 sterren 7. Slag om de taille, John Brosens; verhaal met inhoud maar weinig spannend, waardering: 2 sterren 8. Het meisje, Benny Wouters; verhaal met psychologische trekjes, waardering: 2 sterren 9. Groeten uit Macabria, Tisa Pescar; smakeloos discriminerend verhaal dat niet pakt, waardering: 1 ster. Het is deze combinatie die een oordeel krijgt, waarbij opgemerkt dat een andere selectie waarschijnlijk ook een andere waardering ontvangt. Het Parelz-idee is uiterst origineel dat op kleine schaal zeker succesvol kan zijn. Tevens geeft het een beginnende auteur de mogelijkheid zijn of haar talent verder te ontwikkelen zonder de last van de zware commerciële markt op de schouders. En de lezer? Die heeft een paar uurtjes plezier aan korte verhalen waarvan sommige te snel eindigen omdat ze inhoudelijk echt goed in elkaar steken. De overige zijn net lang genoeg om geen ergernis op te roepen en het boek voortijdig aan de kant te leggen.
0neg
Het is het bekende gegeven van een groep vrienden met een te hoge dunk van zichzelf bij elkaar zetten en je weet al dat het gigantisch uit de hand gaat lopen. Zover niets spannends aan, de vraag is dan alleen nog maar hoe gaat dit verteld worden en wat vindt de lezer ervan. Dat zal bij dit boek voor de één een must worden om te lezen en voor de ander een tenenkrommende leeservaring. Helaas schaar ik mij onder die laatste. Het verhaal was zo voorspelbaar en de personages zo leeg en stereotype. Maar wat mij het ergste stoorde was het platte taalgebruik, wat niets met preutsheid van doen heeft maar totaal geen toegevoegde waarde heeft. Het laat de personages alleen nog maar dommer overkomen dan ze al opgeschreven zijn. Het duurt lang voordat de vaart in het verhaal komt en als de daad dan werkelijk bij het woord gevoegd wordt is het al zo vaak gesuggereerd dat de spanning eraf is. De plotwending op het einde draait dat gevoel niet meer om. De schrijfstijl is simpel en vlot waardoor de vaart er wel goed in blijft. Het literaire aan de thriller ontgaat mij echter volledig. Waar ik absoluut wel mijn enorme waardering voor wil uitspreken is de beschrijving van het eiland Schiermonnikoog. Deze is tot in de details perfect gedaan.
0neg
Dit boekje lag eind 2017 bij mij onder de kerstboom. Dus ik las het. Maar toen ik het uit had, had ik het gevoel dat ik heel wat gemist had. Ik ben het ook niet gewend om misdaadromans te lezen. Even naar de recensies gaan kijken. Een hele sterrenparade! Dus, ja, ik moest vast en zeker wat gemist hebben! Ik las het boek een tweede keer. (Het telt toch maar 134 blzn.) Nu ik wist wie de moordenaar was, kon ik mij concentreren op het verhaal zelf en op de schrijfstijl. Maar ik ben nog steeds niet overtuigd. Hoe kwam Bärlach erbij om die man van bij het begin te verdenken van de moord? Gewoon op zijn gevoel afgegaan? Erg ongeloofwaardig, vind ik. De schrijfstijl vond ik ook niet zo bijzonder. En ik ergerde me dood aan de term “de oude man” die in het boek de hele tijd gebruikt wordt om de commissaris aan te duiden, die net boven de 60 is. Een onsympathieke oude man, trouwens.
0neg
Ik ben een enorme fan van Slaughter, maar ik kwam echt niet door dit boek heen. Er gebeurt heel weinig en de spanning was voor mij ver te zoeken. Tegenvaller dus!
0neg
Dit is echt een van de slechtste boeken die ik ooit gelezen heb.!!! Wat een vreselijke hoofdpersoon (ik humde). Dat de schrijver hier 4 jaar over heeft gedaan.Triest.
0neg
Markus Zusac heeft naam gemaakt met de bestseller De boekendief. De voor mij onbekende auteur krijgt mooie beschrijvingen over zijn nieuwe werk De bruggenbouwer. Uitgelezen kans om kennis te maken met deze auteur. Het verhaal dat in grote lijnen op de achterflap staat is uitnodigend. Hij krijgt als commentaar mee ‘Geschreven in een krachtige, vindingrijke stijl – van binnen naar buiten en van achteren naar voren. Ook ‘stervensmooi’ krijgt Zusak als predicaat op de achterflap mee. Veelbelovend begin ik aan De bruggenbouwer. De eerste honderd bladzijden is een worsteling. De schrijfstijl van Zusak stelt je concentratievermogen danig op de proef. Voortdurend vraag je je af waar Zusac het over heeft en over wie of wat het gaat. Het aantal namen en bijnamen is verwarrend. Die verwarring versterkt Zusak doordat hij fragmenten vertelt die aan het einde van de alinea of bladzijde helder worden. Van achter naar voren dus. Lastig lezen! Misschien valt deze schrijfstijl onder hoogstaande literatuur, maar moet je als lezer constant puzzeltjes oplossen? Het noodzaakt telkens tot het herlezen van passages. Drie stappen vooruit twee stappen achteruit. Een struggle voor de lezer die niet gewend is aan dergelijke literatuur. Na honderd bladzijden keert het boek zich tegen mij, na bladzijde honderdtweeëntwintig sla ik het definitief dicht. Zeer tegen mijn principes in gaan de laatste vierhonderdnegenveertig bladzijden ongelezen de boekenkast in. Helaas.
0neg
Titel : Ademnood Auteur : Belinda Aebi Uitgeverij : Lannoo ISBN : 9789401447393 Belinda Aebi blijft met ‘Ademnood’ vasthouden aan prachtig gestilleerde covers. De rode gloed over de zwartlederen jack valt op. Zowel naam als titel genieten een mooi lettertype en vormen een mooi geheel wat de cover knap afwerkt. Waar ik wel aanstoot aan geef is de vermelding van ‘het spannende genre’, want laat dat nu net iets zijn dat dit boek enorm mist. Politie Gent zit serieus met hun handen in het haar omtrent 2 dossiers die sinds 2001 lopende zijn. Bij beide moorden werd er telkens een onbekende man opgemerkt in de nabijheid van het slachtoffer vlak voor of na hun dood. Opvallend is ook dat zowel Lisa Broeckx als Franky Baele tijdens hun jeugd verbleven in het zeesanatorium te Wenduine. Er zit voor Brent Baekeland niks anders op dan een profiler in te schakelen, nl. Kaya De Regge. Het boek start alvast met een veelbelovende proloog die de lezer op zich wel een benauwd gevoel geeft. ‘Ademnood’ bestaat daarnaast nog uit 3 delen waarbij in het eerste deel steeds geswitcht wordt tussen 1973/1974 en 2003. Een zeer informatief gedeelte waarbij er weinig tot geen dynamiek aanwezig is. Het personage Baekeland en profiler Kaya worden ruimschoots geïntroduceerd. En dan wel ècht grondig, er wordt op een bepaald moment zowaar een half blad (jawel, u leest het goed) gewijd aan de nieuwe plaatselijke kapper (kan hij in zijn drukke professioneel leven tijd vrij maken om een knipbeurt te krijgen of niet? Ach nee, vrouwlief Katrien moet er maar met kunnen leven dat hij eens ‘nee’ zegt). Ik ben zeker niet tegen wat bijkomend gezwam, maar als je de werkelijk noodzakelijke context kwijt geraakt omdat er teveel nadruk wordt gelegd op het brilletje van zoonlief dat te vuil ziet en het brikje appelsap dat de boekentas drassig heeft gemaakt dan is er toch wel sprake van bladvulling. Iets waar Aebi in dit boek zeker niet gierig met omspringt. De twee moordzaken worden door De Regge ingekeken en worden als het ware door haar ‘verteld’ wat het allemaal zeer droog, te beschrijvend laat overkomen bij de lezer. Weinig schrikwekkend aan want tijdens haar eerste gesprek dat ze voert met Baekeland antwoordt ze ook enkel in korte zinnen. Ja hoor, het droge, neutrale gevoel wordt verdergezet. Meer dan ‘Ik weet niet waarom ik hier ben’ of ‘All clear’ komt er niet uit. Wat me dan weer verder brengt bij de Amerikaanse tongval à la Astrid Bryan. Toegegeven De Regge heeft 11 jaar in Amerika gewoond en Brent vond het accent best wel leuk maar ikzelf vond dit zeer hinderlijk. Ik was eerlijk gezegd blij dat de Engelse woorden in de volgende 2 delen enkel sporadisch voorkwamen. Opmerkelijk is ook dat er pas na zo’n 100 pagina’s, enkele pagina’s vooraleer deel 2 zijn start kent, enig dialoog te vinden is. Gesprekken waar ditmaal meer dan 1 woord tussen elkaar wordt gewisseld. Het tweede stuk van het boek waarin wederom het heden een rol speelt en er flash-backs zijn naar o.a. 1975, 1981. Het verleden omvat, net zoals in het voorgaande deel, een briefwisseling van een zekere JW naar een, voor de lezer, onbekend iemand. Naarmate dit stuk vordert wordt de correspondentie gestaakt en beschrijft JW meer zijn plannen. Ook komt er met mondjesmaat meer licht op zijn beweegredenen omtrent enkele zaken die hij verricht en/of heeft uitgevoerd. Het laatste gedeelte speelt zich in het nu, dus 2003, af. Beetje afgehaspeld allemaal. Er komt, tegenstrijdig met de eerste helft van het boek, best wel meer tempo in. Maar ditmaal komt er teveel onderzoek op je af. Tegen dan had ik het allemaal wel al gehad. Persoonlijk zou ik de proloog ook nooit ‘gebruikt’ hebben bij dit verhaal, omdat dat nadelig werkte. 1+1=2 en de connecties waren snel gelegd. Over het algemeen valt het gewoon op dat het verhaal zeer vlak is. Er wordt zeer weinig emotie getoond. Er zijn slechts een 2-tal momenten dat er angst te voelen is, maar dat zou zoveel intenser kunnen beschreven zijn geweest. Logica is vaak ook ver zoek. Inhoudelijk staan er tal van fouten : een GSM die op 2m afstand in een riool geschopt wordt (Knap gedaan of was dat puur geluk?), de Nekka-nacht in 1973 (dit evenement bestaat dit jaar 25 jaar) ?, een moordenaar die niet checkt of zijn slachtoffer effectief zijn laatste levenslicht zag, een schouderband van een rugzak die om de hals komt te zitten als hij/zij in het water valt, … Ook karakter gebonden zijn de personages niet sterk uitgediept. Kaya blijft vrij emotieloos bij het overlijden van haar moeder terwijl ze dan voor de knappe onderbuur meer gevoel toont. Eén van de slachtoffers wordt omschreven als een manipuleerbaar iemand, een persoon die lief en braaf is maar wanneer ze dan uiteindelijk bedreigd wordt door haar moordenaar is ze plots niet op haar mond gevallen. Zeer tegenstrijdig weer. Kortom, ‘Ademnood’ kent pas in de helft een miniem gevoel aan actie en spanning en een stijgend verloop aan dialoog, maar dan nog blijft deze tweedimensionaal. Van een zekere benauwdheid of meeslepende impact is er geen sprake. Het karakter van de dader begint wel open te bloeien, maar enkel daarmee kan het verhaal zich niet verstevigen. Hopend op een constructiever vervolg op ‘Ademnood’.
0neg
Misschien komt het doordat ik niet houd van korte verhalen. Hoe ik het ook blijf proberen: in de meeste gevallen is het geen succes voor me. Hier zijn vijftien verhalen gebundeld over mensen in Dublin, ruim honderd jaar geleden. Er gebeurt echt helemaal niets in! Het kabbelt maar voort: de mensen zijn arm, ze drinken te veel, ze slaan hun kinderen, zijn zeer katholiek (of juist niet), zijn tegen de Engelsen. Muziek speelt een grote rol in de levens van de Dubliners. En dat was het dan wel zo ongeveer.
0neg
De Amerikaanse Young Adult-auteur Joelle Charbonneau is in ons land vooral bekend geworden met de ‘De test’-trilogie en de daaropvolgende psychologische thriller Nodig. Met de nieuwe serie ‘Aan het hof van Eden’ kiest ze voor een middeleeuws aandoend decor met lichte fantasy-elementen. Wanneer de vader en oudste broer van de koninklijke tweeling Andreus en Carys onverwacht komen te overlijden raakt het koninkrijk Eden op drift. Er is dringend behoefte aan een nieuwe koning, maar onduidelijk is wie van de tweeling hier het meeste recht op heeft. Na advies van de nieuwe profeet besluit de Raad van Ouderen de tweeling strijd te laten voeren met elkaar in een serie duels. Degene die de meeste stemmen van het volk weet te bemachtigen zal de rechtmatige troonopvolger zijn. De tweeling komt voor het eerst in hun leven tegenover elkaar te staan. Loyaliteit slaat om in achterdocht, liefde in haat en de drang naar macht zet de toekomst van Eden op het spel. De cover van Aan het hof van Eden springt direct in het oog, met één eenvoudige afbeelding is het gelukt om de kern van het verhaal samen te vatten. De troon en het zwaard vormen de link naar het kasteel en koninkrijk, terwijl het bloed dat uit de bokaal stroomt de verdeling en strijd weergeeft. De krachtmeting om de troon wordt door de ogen van afwisselend Andreus en Carys beleefd, waardoor de lezer vaak iets meer informatie heeft dan de hoofdpersonen. De schrijfstijl van Joelle Charbonneau is eenvoudig en maakt het boek daardoor ook geschikt voor een wat jongere doelgroep. De summiere beschrijvingen laten veel ruimte voor de eigen fantasie van de lezer, maar dit zorgt er ook voor dat het verhaal wat eendimensionaal blijft. De worldbuilding is nagenoeg afwezig, terwijl er zeker elementen aanwezig zijn die met een diepere uitwerking het verhaal interessanter hadden kunnen maken. Aan het hof van Eden kent geen bijzonder originele plot en thematiek; een strijd om de troon, machtsspelletjes, geheimen en verraad zijn onderwerpen die niet nieuw zijn. De plotwendingen die de auteur heeft ingezet zijn vrij voorspelbaar en brengen niet de nodige verrassing. Veel aandacht gaat uit naar de hoofdpersonen Andreus en Carys en de speciale band die ze als tweeling met elkaar hebben. Ze verbergen allebei een geheim dat invloed uitoefent op hun karakter en gedrag. Deze zwaktes maken ze niet per definitie sympathiek. Vooral Andreus wordt neergezet als een beïnvloedbare en naïeve jongeman wiens gedrag in de loop van het verhaal zo drastisch verandert dat het moeilijk te rijmen valt met zijn eerder opgebouwde persoonlijkheid. Met een tirannieke vader, een afstandelijke moeder en geheimen die beschermd moeten worden is de tweeling al vroeg op elkaar aangewezen waardoor het des te vreemder is om te lezen hoe gemakkelijk ze zich uit elkaar laat drijven. Aan het hof van Eden voldoet niet geheel aan de verwachting, door de afwezigheid van een duidelijke plaats en tijd lijkt het verhaal in de lucht te zweven. Het boek leest gemakkelijk, mede door de goede vertaling van Karien Gommers, maar door de vlakke uitwerking en de voorspelbaarheid van de plot overtuigt het boek niet voldoende.
0neg
Leuk boek om te lezen maar toch net geen echte thriller, meer een (licht) spannende roman. Het boek gaat over Hellen/Heloise, zij werkt in de prostitutie en probeert dit angstvallig voor haar omgeving en dan met name haar zoon verborgen te houden. Heloise zorgt alleen voor haar zoon, de vader van het kind Val weet zelfs niet dat zij een zoon heeft. Na de moord op een andere "madam" gaat Heloise zich afvragen of zij nog wel langer door moet gaan met deze manier van leven/geld verdienen. Zij is slim dus wellicht zijn er andere mogelijkheden. Maar haar verleden met Val begint haar in te halen en personen uit haar omgeving komen hierdoor in gevaar. Ik twijfel qua beoordeling tussen matig en behoorlijk goed. Het idee van het verhaal is leuk maar er ontbreekt de nodige spanning en dat is jammer.
0neg
Een van de mindere boeken van Anne Holt. Het verhaal mist spanning. Het plot is voorspelbaar. De gebeurtenissen op Utoya absorberen alle tijd van de Noorse politie en daardoor is er weinig tijd om de dood van de achtjarige Sander te onderzoeken. De weinige tijd is ook precies het probleem van dit boek, daardoor is het verhaal maar slapjes. Alleen de laatste zin van het boek is verrassend....
0neg
Kurt Gerson werd tussen de 2 oorlogen in een befaamd filmmaker, maar dan wordt hij in WOII gevraagd een film te maken voor een SS commandant, iets wat hij liever niet doet, maar als hij zou weigeren dan wacht hem de trein naar Auschwitz. Het boek is met veel tragiek en humor geschreven, laat helaas niet na dat ik het af en toe toch langdradig vond, eigenlijk ben ik blij dat ik aan een nieuw boek kan beginnen.
0neg
Hoewel ik nog nooit een Persoonlijke Top 100 van Beste Thrillers Aller Tijden heb gemaakt, weet ik zeker dat alle Thomas Lynley-mysteries van Elizabeth George daarin een plaatsje krijgen, mocht ik er ooit aan beginnen. Vanaf haar debuut in 1988 toont George zich een begenadigd schrijver, die met veel gevoel voor couleur locale een romanwerkelijkheid weet te creëren waarin ik als oprechte anglofiel graag vertoef. Maar haar thrillers ontlenen hun charme vooral aan het optreden van een van de boeiendste speurdersduo’s in de hedendaagse misdaadliteratuur: Thomas Lynley en Barbara Havers. De een van adellijke komaf, de ander in een arbeidersmilieu geboren. Afkomstig dus uit twee totaal verschillende werelden en toch is er veel meer dat hen bindt dan alleen hun werk bij de Londonse Metropolitan Police. Havers vindt het nog wel eens moeilijk dat onder ogen te zien en dat geeft hun relatie een dynamiek die je bij geen enkel ander speurdersduo tegenkomt. Het zal duidelijk zijn dat de nieuwe roman In wankel evenwicht, ter ere van twintig jaar Elizabeth George, met het illustere tweetal in de hoofdrol, grote verwachtingen wekt. Een van de motieven in de Lynley-mysteries is Thomas’ onvoorwaardelijke liefde voor de onzekere Helen. Welnu, Helen zullen we niet meer tegenkomen, hoeveel thrillers Elizabeth George in de toekomst ook schrijft. Want Helen is vermoord; op klaarlichte dag zonder enige aanleiding door een twaalfjarige jongen doodgeschoten, nota bene vlak voor de deur van hun huis. Ze was op dat moment enkele maanden zwanger. Thomas is dus in één klap vrouw en kind kwijtgeraakt. Dat gaat een mens niet in de koude kleren zitten, zelfs niet als je beroepshalve met de meest gruwelijke misdrijven te maken hebt gehad, en daarom heeft Thomas zijn politiepenning ingeleverd en London de rug toegekeerd. Hij wil niets meer met het bestrijden van criminaliteit te maken hebben. Als het verhaal begint zien we hem, zich op Oudtestamentische wijze verwaarlozend, langs de kust van Cornwall trekken om alleen te zijn met zijn gedachten. Maar hoezeer hij ook zijn best doet, hij slaagt er toch niet in zijn bestemming te ontlopen. Want halverwege het South West Coast Path vindt hij het lichaam van een jongen. Het blijkt de achttienjarige Santo Kerne te zijn, die tijdens het abseilen op raadselachtige wijze om het leven is gekomen. Die ontdekking zorgt ervoor dat hij weer sneller aan het werk is dan verwacht. Inspecteur Bea Hannaford van de plaatselijke politie zit namelijk nogal krap in haar mensen en als zij ontdekt wie Lynley is, wil zij hem niet meer laten gaan. Wanneer enkele dagen later ook Barbara Havers zich bij hen voegt, zijn alle ingrediënten voor een ouderwets Thomas Lynley-mysterie voorhanden. Helaas wordt het dat niet; eigenlijk wordt het zelfs helemaal geen Lynley-mysterie. Het laatste boek dat als zodanig werd gepresenteerd, In volmaakte stilte, dateert uit 2005. In wankel evenwicht is volgens het omslag een literaire thriller en ik vermoed dat die keus bewust is gemaakt. Het verhaal is namelijk ‘literairder’ dan voorgaande verhalen met Lynley en Havers in de hoofdrol. Het is geen whodunnit, al wil je als lezer natuurlijk graag weten hoe Santo aan zijn einde is gekomen. Nee, In wankel evenwicht gaat over vaders en zonen en hoe gecompliceerd de relatie tussen die twee kan zijn als vaders, met de beste bedoelingen, hun zonen tot bepaalde levenskeuzen willen dwingen. (Overigens hebben ook dochters het in dit verhaal niet gemakkelijk) Op zich kun je rond dat thema een boeiend verhaal opbouwen, maar dat is George helaas niet gelukt; dit verhaal lijdt aan een teveel. Teveel personages bijvoorbeeld. Het heeft werkelijk even geduurd voordat ik de hele cast en hun onderlinge verhoudingen voldoende op mijn netvlies had om niet regelmatig te moeten terugbladeren. Teveel problematische relaties ook – ieder huwelijk is een probleem – en vreemd genoeg teveel seks; sommige passages mogen gerust rauw-realistisch worden genoemd. Zoveel ‘expliciet’ proza zijn we van deze auteur niet gewend. Ik heb me tijdens het lezen dan ook een aantal keren afgevraagd of dit verhaal wel door Elizabeth George geschreven is. De belangrijkste ingrediënten kloppen, zoals Lynley’s voorgeschiedenis en de relatie tussen hem en Barbara Havers, maar het vertrouwde dna ontbreekt. En dan is er die tweede verhaallijn, over de raadsels rond Daidre Trahair. Daidre werkt als dierenarts in de Bristol Zoo en heeft een weekendhuisje in Polcare Cove, waar het drama rond Santo Kerne zich afspeelt. Lynley ontmoet haar bij toeval. Op zoek naar een telefoon om de hulpdiensten te kunnen alarmeren, breekt hij bij haar in. Diadre is echter niet ver weg en als hij haar ontmoet en vertelt wat er gebeurd is, staat zij erop dat hij haar meteen naar de plaats des onheils brengt. Als arts kan zij misschien nog iets voor de verongelukte jongen doen. Maar Lynley weet al dat hun tocht tevergeefs is. Bovendien geldt ook zij vanaf nu voorlopig als verdachte. En dat lijkt niet zonder reden, want Daidre liegt tegen de politie en hult zich in nevelen zodra Lynley naar haar privé-omstandigheden vraagt. Ze verbergt iets, maar wat en waarom? Hannaford geeft Lynley de opdracht dat te onderzoeken. Een spannende zoektocht levert dat helaas niet op; boeiend is zij slechts in beperkte mate. Maar mijn belangrijkste kritiek geldt de functionaliteit ervan: dit verhaal-in-een-verhaal heeft met de dood van Santo Kerne en de intermenselijke problemen in het kleine dorpje nauwelijks iets te maken. Het is simpelweg een losse draad en ook dat ben ik in geen enkel ander boek van George ooit tegengekomen. Alles bij elkaar was mijn hernieuwde kennismaking met het werk van deze veelgeprezen auteur een teleurstelling. Het lijkt wel alsof ze de touch een beetje kwijtgeraakt is. Alsof ze gaandeweg ontdekte dat het gegeven van al die broeierige relaties in een piepklein dorpje aan de zuidwest kunst van Cornwall eigenlijk geen roman van ruim zeshonderd bladzijden waarde was en toen toch maar besloot om door te gaan met schrijven. Erg jammer. Niettemin zal de volgende roman van Elizabeth George er voor mij toch weer een zal zijn om naar uit te kijken. Oude liefde roest immers niet.
0neg
Een van de meest opvallende vergelijkingen die ik de laatste tijd gelezen heb, komt uit het boek De lieve vrede van Geertje Kindermans. "Sommige mensen zijn net slootjes waar je niet overheen kunt komen. En dan moet je niet eindeloos proberen er toch overheen te springen, soms kun je beter een plankje over zo'n slootje leggen." Voor Lotte is Vieze Arie zo'n slootje. Ik erger me zelden heel erg aan romanpersonages, maar Vieze Arie krijgt het voor elkaar. Wat een irritant ventje! Bijna ongemerkt weet hij het bestaan van Lotte binnen te dringen. Steeds weer duikt hij op, net als ze het niet verwacht. Net als een stalker... Lotte overkomt het allemaal. Ze weet niet hoe ze haar grenzen moet bewaken en ze durft geen tegengas te geven. Niet bij Arie, niet bij de bitcherige Tilly, niet bij haar moeder. Nooit komt ze voor zichzelf op, alles is gericht op het handhaven van de lieve vrede. Uiteraard is het allemaal te verklaren: ook de moeder van Lotte kan geen besluiten nemen en ook zij komt nooit voor zichzelf op. Geen wonder dat Lotte dat ook nooit heeft geleerd! En dit is nu net de reden waarom het boek me niet echt greep: ik vind het te eenvoudig allemaal. In het boek wordt afgewisseld tussen het verhaal van Lotte en brieven die de moeder aan Lotte schrijft. Op die manier krijgt de lezer inzicht in de achtergrond van Lotte. Aangezien moeder de brieven niet verstuurt, moeten ze op een andere manier bij Lotte terecht komen: via Arie, die zichzelf bij de ouders van Lotte naar binnen heeft gekletst. Hij slaapt op de kamer van Lotte en hij heeft de brieven van haar moeder gepakt. Niet zo waarschijnlijk. Hoewel het boek vlot wegleest, sluit ik me niet aan bij de tekst op de achterflap "(...) boek dat onder je huid gaat zitten." Daarvoor is het allemaal te voor de hand liggend. De lieve vrede is genomineerd voor de Dioraphte literatourprijs, maar wat mij betreft is dat teveel eer.
0neg
Na alle positieve berichten die ik las onder de reviews, was ik toch wel nieuwsgierig geworden naar deze schrijfster. Alleen wat een teleurstelling zeg. Op de achterzijde van het boek stond onder andere 'goed voor een aantal uurtjes nagelbijten', maar helaas is dat er niet van gekomen. Een verhaal met aan de ene kant een vrouw met een kind dat in hun eigen huis vast wordt gehouden door een ontsnapte tbs'er, en aan de andere kant een vrouw die toevallig verdwaald is geraakt en toevallig bij hen langs komt om de weg te vragen. Nee een beetje te veel toevalligheidjes allemaal en weinig verrassingen want je ziet het einde van het verhaal eigenlijk al vanaf het begin aankomen. Dit verhaal ligt voor mij ver onder de maat en kan bij lange na niet tippen aan toppers van bijvoorbeeld Mankell, Adler-Olsen en Larsson. Ik vond dit dan ook een minder dan gemiddeld boek, dus 2 sterren.
0neg
Winnaar van de gouden Strop 2004. Die prijs kunnen we dus ook niet meer serieus nemen. Het boek is op zo een kinderachtige manier geschreven, dat je het idee krijgt dan je een voorlees boek voor peuters in handen hebt (à la Dick Bruna). De hoofdpersonen (Winston en Cordelia, een getrouwd stel) noemen elkaar in werkelijk ELKE zin bij de voornaam. Hun namen overtreffen zelfs de lidwoorden en zijn de meest voorkomende woorden in het eerste hoofdstuk. Hoe onrealistisch. Wanneer noem je überhaupt je partner bij de voornaam, laat staan in elke zin. Dit wekte bij mij zo veel irritatie op dat ik het boek na een hoofdstuk dichtgeslagen heb. Ik raad Elvin Post aan eens een boek van bijvoorbeeld Peter de Zwaan te lezen om te zien hoe het wel moet. De storyline (zoals ik deze achterop las) zag er erg interessant uit maar inhoudelijk kan ik dus tot mijn spijt geen mening geven. Het artwork (layout, omslag) ziet er perfect uit en dat is dan ook het enige positieve wat ik kan zeggen over dit boek. Dat dit boek genomineerd was voor de Gouden Strop is naar mijn mening al verbazingwekkend, maar dat deze ook nog gewonnen heeft is waanzin...
0neg
In de afgelopen 50 jaar zijn er, om onverklaarbare redenen, alleen nog maar jongens geboren. Wat in eerste instantie werd afgedaan aan grappige toevalligheid, wordt al snel problematisch. De mensheid lijkt met uitsterven bedreigd. Maar dan wordt er voor het eerst in 50 jaar toch ineens een meisje geboren: Eve. Ze groeit beschermd op, want zij is de enige die de mensheid in stand kan houden. Nu ze 16 jaar is, wordt het voor haar tijd om kennis te maken met de drie jongens die als potentiële vaders van haar kinderen geselecteerd zijn. Eve heeft haar lot altijd geaccepteerd, maar nu het zover is beginnen andere gevoelens op te spelen. Kiest ze voor de mensheid, of kiest ze voor zichzelf? De proloog is intrigerend en maakt nieuwsgierig naar de rest van het verhaal. Helaas wordt het niveau van de proloog nergens in het boek meer gehaald. Dat komt allereerst doordat de personages vlak blijven. We leren de hoofdpersonen, Eve en Bram, nergens echt kennen. Eve accepteert eerst klakkeloos alles, maar ook als ze daarna wat meer gaat rebelleren krijgt ze niet echt een duidelijke eigen identiteit. Daarnaast zijn de personages erg zwart-wit: ze zijn goed, of slecht. Zo wordt het personage dat de touwtjes in handen blijkt te hebben als dé slechterik weggezet, de motieven achter het slechte gedrag bestaan puur uit de zucht naar macht. Gedrag wordt op deze manier wel erg gemakkelijk verklaard, terwijl de achtergrond van het verhaal zich juist leent voor meer complexe en meer diepgaande verklaringen. Het verhaal had ook meer diepgang kunnen krijgen door de focus wat meer te leggen op het probleem waar deze wereld zich mee geconfronteerd wordt en welke morele kwesties daar bij komen kijken. In plaats daarvan is gekozen om de verliefdheid van Eve en Bram breed uit te meten. Hierdoor is het vooral een boek geworden om even lekker bij weg te zwijmelen. Het verhaal start wat traag, maar geeft wel de gelegenheid om de wereld waarin Eve leeft goed te ontdekken. Vooral het hologram Holly is leuk gevonden. Gaandeweg komt er meer actie in het verhaal en loopt het tempo snel op. Jammer genoeg gaat het op het einde wat te snel en te gemakkelijk, waardoor het verhaal aan geloofwaardigheid inboet. Zo komt Bram wel erg gemakkelijk bij de Freevers terecht en krijgt hij wel erg gemakkelijk een goede positie binnen die groep. Bij de missies die hij met de Freevers uitvoert had wat meer tegenstand ook meer in de verwachte lijn gelegen. Eve of man is een makkelijk leesbaar, vermakelijk liefdesverhaal. De proloog schept echter verwachtingen die het verhaal niet waar weet te maken. Een leuk boek om even tussendoor te lezen, maar de diepgang ontbreekt.
0neg
Het kan soms ook tegenvallen. Een schrijver waar je heel veel van verwacht, vanwege een eerder boek dat je van hem of haar gelezen hebt. Dat had ik bij 'Jouw land' van Cesare Pavese. Ik had 'Het grote vuur' gelezen dat Pavese eind jaren 50 samen met Bianca Garufi heeft geschreven (in 2012 verschenen bij uitgeverij Karaat). Het was een ongelovelijk mooi boek over een voorbije liefde, waarvan een van de geliefden hoopt dat hij toch weer opbloeien zal. Mooi verhaal en geweldig geschreven. Betoverend. Met 'Jouw land' - de eerste roman van Pavese uit 1938 - verwachte ik ook betoverd te zullen worden. Maar het loopt niet. Misschien ligt het aan de vertaling - ik hoop het. Maar te vaak stokt de tekst, waardoor de kracht van het verhaal niet beklijfd. Jammer, maar wellicht hebben anderen er geen last mee hoe het geschreven is.
0neg
Laat ik beginnen met de hoofdpersoon. Zelden ben ik zo’n ongelofelijk onsympathieke botterik als hoofdpersoon tegengekomen als Michele Balistreri. Begrijp me niet verkeerd: ik lees regelmatig over allerlei mensen die je in het dagelijks leven liever niet tegen zou willen komen in een donker steegje. Maar meestal is de schrijver van het boek zich bewust van de onhebbelijkheid van het personage. Met Roberto Costantini weet ik dat niet zeker. Maar terug naar Michele. Het is al meteen moeilijk om met hem mee te leven. Hij is namelijk een fascist. Verder besluit hij na een vervelende ervaring met twee vrouwen (hij is hoofdzakelijk zelf verantwoordelijk voor de rampzalige afloop) al vroeg dat alle vrouwen hoeren zijn. Dit zegt hij ook regelmatig. Vrouwen zijn hoeren. Geen uitzonderingen. Ook vrouwen die schijnbaar niet eens sex hebben: hoeren. Michele is in zijn tienerjaren een crimineel en als volwassene een politieagent. Dat had een interessant gegeven kunnen zijn. De weg van het ene naar het andere uiterste wordt er echter in een paar pagina’s doorheen gejaagd. Ook als agent blijft Michele een klootzak. Hij is een luie zakkenvuller die iedereen in Italie minachtend bestempeld als luie zakkenvullers. Hij ziet hier duidelijk de hypocrisie niet van in. De schrijver doet zijn uiterste best om Michele neer te zetten als een rebel without a cause en later als een Walter White-achtige anti-held, maar faalt jammerlijk. De tijdsprongen in het begin zijn ronduit verwarrend. De dialogen zijn tenenkrommend slecht en bestaan vooral uit expositie. Alles ligt er zo dik bovenop. Iets wordt uitgelegd en opnieuw in andere bewoordingen uitgelegd en tenslotte nog een keer. Tot in den treure. Het boek behandelt me als een idioot. In het begin stoort dit alleen, maar na verloop van tijd wordt het bloed irritant. Vanaf de 100ste bladzijde komt het boek pas echt op gang. Jammer genoeg is het dan al te laat voor mij. Er is op zich niets mis met het verhaal, maar er mankeert zo veel aan de manier waarop het verteld wordt dat ik amper kan genieten van het spannende plot.
0neg
Helaas is hier op Hebban geen foto van de cover van het boek, maar geloof me als ik zeg dat deze echt prachtig is! De omschrijving, als een sprookje met een prins een draak en dame die gered moet worden, in combinatie met de prachtige cover van het boek hebben mij direct omgehaald om dit boek in huis te halen. Bijna gelijk na ontvangst ben ik gretig in het boek gestart, maar....helaas is dit een ernstig geval van don't judge a book by it's cover. Allereerst wordt dit boek gepresenteerd als een YA boek. Dit is het absoluut niet. Is op zich geen enkel probleem, ik lees ook graag gewoon fantasy zonder dat het YA is. Echter met deze benaming ga je een boek in met een heel ander idee. De schrijfstijl vond ik persoonlijk erg vervelend. Het was zeer opsommend. Als voorbeeld: "de draak had grote, rode, oranje, glimmende schubben die glinsterden, bijna schitterden in het felle licht van de zon." En zo ging het vooral in de eerste hoofdstukken maar door. Daarnaast gebeurt er eigenlijk ontzettend weinig in het hele boek. Vrouwen worden neergezet als minderwaardig, enkel bedoeld om voort te planten en het huis schoon te houden. De mannen werden allemaal neergezet als een bruut, mishandelaars, verkrachters. Eigenlijk was het enige waar positief over geschreven werd, de katten. Ook het einde was zeer weinig verrassend. die ontknoping en de 'openbaring' over wie of wat de Damsel is zag ik ook al vanaf hoofdstuk 3 aankomen. Positieve was wel dat het maar 309 pagina's waren met korte hoofdstukken waardoor je er alsnog heel snel doorheen vloog. Al met al dus helaas een tegenvaller en voor mij niet meer dan 2 en halve ster waard.
0neg
Net zoals ik me verheug op ieder nieuw seizoen, kijk ik vol verlangen elk jaar weer uit naar de voorjaar- zomer- en najaarsaanbieding van de diverse uitgeverijen. Ik bekijk met aandacht alle brochures en sla in een bestandje al de boeken op die ik wil lezen. Altijd springt er hier of daar wel eentje uit. Soms val ik voor het verhaal, voor het onderwerp, voor de cover. Natuurlijk krijgt een nieuw te verschijnen boek van een lievelingsauteur wat extra aandacht. Maar eens om de zoveel maanden valt je oog op dat boek dat al deze elementen in zich combineert en geschreven is door een auteur waarvan je nog nooit een werk las. Zo verging het mij bij de kennismaking met de nieuwste roman van Alma Mathijsen “Vergeet de meisjes”. Vriendschap, vrouwenvriendschap, liefde versus vriendschap, zelfopoffering of egoïsme… Onderwerpen waarover ik op 56 jarige leeftijd wel een mening heb. Nieuwsgierig was is vooral naar wat een 33 jarige –in mijn ogen- ravissante en flamboyante vrouw hierover te vertellen had. Toen ook nog eens het boek mijn weg opkwam, alvorens het grote publiek er kennis meegemaakt had, kon mijn leesvreugde niet op. Lezer, schrijver en boek zouden elkaar hier zeker gaan vinden. Alma Mathijsen wist me ook nog- voor het lezen van de eerste bladzijde van haar roman- te verbazen. Ik was er mee weg. Met de site over de schrijfster Iris Kouwenaar. Alleen kon ik mij maar niet voorstellen dat een dergelijke bekende roman als haar “Antidote” nooit mijn pad had gekruist. Weer een pluspunt voor de schrijfster voor originaliteit. Maar eens aan het lezen heb ik mij meer dan eens de vraag gesteld waar wil de schrijfster haar lezer op wijzen, waar wil ze haar accenten leggen, wat wil ze dat hij meedraagt na het lezen van deze roman. Het geheel voelt bij aanvang wat chaotisch, zelfs wat te geknutseld aan, om daarna wat verder te kabbelen en te eindigen met een wat al te voorspelbaar slot. De 3 hoofdpersonages komen naar mijn smaak niet echt uit de verf. Hoe duidelijker het verhaal wordt hoe meer afstand ik voelde ten opzichte van de personages. Voor mij was het geheel “noch vis, noch vlees”. Ofwel had het verhaal meer de nadruk moeten krijgen ofwel de diverse geponeerde stellingen. In hoofdzaak kreeg je als lezer stellingen over sterke vrouwen, vrouwen die hun lot in eigen handen nemen, vrouwen die op elk terrein hun mannetje staan. Als man ben je het noodzakelijk kwaad, hij heeft immers het zaad. Het hoeft geen betoog dat mijn hooggespannen verwachtingen matig zijn ingelost. Misschien heeft men bij het schrijven van deze roman wel wat teveel zijn best willen doen naar inhoud en originaliteit en heeft dit afbreuk gedaan aan het geheel.
0neg
Ik weet dat ik tegen de stroom in ga door dit boek zo laag te scoren, maar het deed me helemaal niets. Maggie O'Farrell vertelt over bijna-dood ervaringen, maar wat mij betreft kan iedereen dit soort verhalen vertellen want we zijn allemaal wel eens bijna door een auto overreden of bijna verdronken bij het zwemmen in de zee of bijna dood gegaan van een ziekte. Het is maar hoe bijna het is. Wanneer een kunstenaar zoals Mondriaan twee lijnen op een doek zet, eentje horizontaal en eentje verticaal die elkaar onderaan kruisen, dan denk ik, dat had ik ook gekund, of denk aan zijn schilderijen met gekleurde vlakken. Bij kunst is het meestal zo dat degene die het eerst doet, daarbij is het kunst. Ik denk dat ik naar dit boek ook zo moet kijken. Maggie O'Farrell is misschien wel de eerste die bijna-dood ervaringen in een boek neerpent, en dan zal het wel opzienbarend zijn zeker. Zijn er erge dingen bij? Uiteraard. Ze schrijft ook over haar dochter die heel erg allergisch is en voor zowat alles moet uitkijken. Is dat erg? Natuurlijk. Zelf is ze als kind erg ziek geweest, iets neurologisch en is ze lang bedlegerig geweest of zat ze in een rolstoel. Erg? Natuurlijk is dat erg. Soms is het gewoon wat overdreven. Iedereen die veel reist, doet ook al eens een parasiet op en loopt daarna leeg en droogt uit. Enfin, een boek om snel te vergeten.
0neg
Nogal voorspelbare misdaadroman over een intelligente jongeman die steeds meer vast komt te zitten in een crimineel netwerk. Misschien heeft dit werk nog enigszins een originele insteek omdat het de betreffende drugskoerier toont als iemand die totaal geen zich heeft op plotselinge machtsverschuivingen en gebeurtenissen die zijn eigen bestaan gaan beïnvloeden. Via een onbetrouwbare verteller laat het de verkokerde visie zien van een jong personage die zijn eigen identiteit vormt rond machogedrag en rond een iets te verleidelijke leefstijl. Grootste minpunt is dat het werk niet spannend wil worden als een goed lopende thriller, maar dat het tegelijkertijd hangt het teveel vasthoudt aan genreconventies om enige literaire aspiraties waar te maken.
0neg
Dit is het tweede boek van Sophie Hannah dat ik las. Ik ben amper 100 pagina's ver geraakt, gewoon verveeld door de vele beschouwelijke gedachten, de eindeloze pseudo-psychologie. Mijn echtgenote is direct naar mij ook aan het boek begonnen en heeft het nog sneller weggelegd. Dit is niets waard als thriller voor mij. Spijtig want Branschoon vonden we beide een uitstekend boek.
0neg
'Adellijke intriges' heeft een goed verhaal in zich maar kon veel beter uitgewerkt worden. De link tussen kunstmidaaad en de adel, wat door omstandigheden leidt tot moord, vind ik wel goed gekozen. De personages en de werkmethodes van het speurdersteam De Winter en Somers zijn niet altijd even realistisch en kunnen nog wat verfijnd worden. Bij de schrijfstijl staat de dialoog centraal. Daardoor mistte ik toch wel het spelen met taal en de beschrijvingen die voor mij een boek tot iets meer maken dan een verhaal. Kortom een goede aanzet die tot meer kan uitgroeien.
0neg
Ja, zo'n romantisch en spannend Nora Roberts boek, ik heb er een zwak voor. Verstand op nul en lekker lezen. Dit boek hangt echter van de clichés aan elkaar. Vrouw wil niets van mannen weten door gebeurtenissen uit het verleden, maar Man weet met aardig wat dwang en drang (ook op seksueel gebied) haar er toch van te overtuigen dat hij de ware is. En ondertussen worden ze ingezet als pionnen bij het oprollen van een groot drugskartel. Beetje saai en het weet niet te pakken.
0neg
Het langlopende 'Game of thrones' en de nieuwe serie 'Nightflyers' heb ik niet gezien, en dat gaat waarschijnlijk ook niet gebeuren. Zonde van al die uren, waarin je ook een mooi boek kunt lezen ... en je eigen fantasie kunt gebruiken. Deze bundel met sf verhalen uit het begin van zijn carrière vallen me een beetje tegen. Als geen ander kan Martin binnen enkele pagina's een hele wereld neerzetten en dat lukt hem hier ook, of het nou in de benauwde sfeer van een ruimteschip is, of op een onherbergzame verre planeet. Je zit er direct middenin. Dan is het extra jammer als de karakters zo vlak blijven. Goed: het zijn korte verhalen, maar kies dan voor wat minder karakters en wat meer verdieping. Belangrijkste minpunt: bijna alle verhalen voelen naar het eind toe aan als 'hoe draai ik er een punt aan'. Positief eindigend: het laatste verhaal 'Een lied voor Lya' steekt boven dit wat dorre maaiveld uit. Dus dan blijft er in ieder geval een goed gevoel hangen na de laatste pagina.
0neg
Vanwege de lovende recensies ben ik enthousiast aan dit boek begonnen, maar gaandeweg begreep ik niet waarom dit boek zo hoog gewaardeerd werd. Ik hoopte dat 'het' nog zou komen, maar na 188 pagina's heb ik het toch echt opgegeven.
0neg
Rene Gutteridge (35) studeerde scenarioschrijven aan de universiteit van Oklahoma. Zij is auteur van diverse toneelstukken en sketches en heeft daarnaast inmiddels 13 romans geschreven. De thriller Ghostwriter is haar debuut. Ze woont met haar man Sean en 2 kinderen in Oklahoma City. Jonathan Harper, een succesvol uitgever, bevindt zich in een crisis. Zijn baan bij de uitgeverij staat onder druk omdat zijn laatste projecten niet echt een succes zijn geworden. Hij steekt daardoor (te) veel tijd in zijn werk, waardoor hij maar weinig thuis is en zijn vrouw Kathy en hun drie kinderen aandacht te kort komen. Zijn huwelijk begint eronder te lijden. Daarbij komt dat hij gevoelens koestert voor een van zijn collega’s, Sydney. Er moet iets gebeuren om het tij te doen keren. Dan ontvangt hij op een dag, tussen zijn post, een verhaal dat hem, zodra hij het gaat lezen, een ontzettende angst inboezemt. Het is het verhaal over zijn eigen jeugd en de dood van zijn broertje. Niemand, behalve zijn ouders, kennen dit verhaal en zijn ouders zijn inmiddels over-leden. Met tussenpozen ontvangt hij elke keer weer delen met de verhalen over zijn leven en de beschrijvingen zijn dusdanig gedetailleerd dat het van iemand uit Jonathans directe omgeving moet komen. Maar van wie? Jonathan is vastbesloten om de schrijver te ontmaskeren, maar ten koste van wat? In Ghostwriter wordt, mede door de vaak lange citaten uit 2 manuscripten (het verhaal dat Jonathan toegestuurd krijgt over zijn leven en het manuscript dat Clyde hem gegeven heeft) de vaart totaal uit het eigenlijke verhaal gehaald. Het verhaal is al vrij langdradig door de herhalingen in het taalgebruik en het te veel en te vaak beschrijven van dezelfde gebeurtenissen en gevoelens van voornamelijk Jonathan. Door dit alles wordt ook een bepaalde spanningsop-bouw, die een goede thriller nodig heeft, node gemist. Het gevoelsleven van Jonathan wordt uitvoerig beschreven, maar met veel te weinig fantasie. Elke keer wordt, zij het in iets andere bewoordingen, hetzelfde naar voren gebracht en er zit dan ook weinig schot in het oplossen van zijn innerlijke problemen, datgene waar het in het boek uiteindelijk grotendeels over gaat. Het sukkelt maar voort en op het moment dat je het boek uit hebt, vraag je je zelf af wat er nu eigenlijk in het hele boek gebeurd is. Voor een thriller in ieder geval veel te weinig! Het is, al met al, té herhalend, té langdradig, niet boeiend en niet spannend. De lezer zal al vrij snel de neiging hebben om te stoppen met het volledig lezen van de vaak paginalange teksten uit het manuscript van Clyde, omdat ze gewoon niet relevant zijn. Aan het einde van het boek wordt er weliswaar verwezen naar dit verhaal, als zijnde het verhaal van het leven van Jonathan. Zelfs met de uitleg erbij is dit echter iets te ver gezocht. Verder zal de onwetende koper/lezer verrast worden door de duidelijk aanwezige christelijke ondertoon. Uiteraard mag er in een boek over God of over het geloof geschreven worden, maar als je het niet weet of niet verwacht, kan het een beetje oubollig overkomen, zoals in scènes waarin een flirt met een collega, of alleen het denken aan haar, al als overspel wordt gezien, Ik zou dit boek niet zozeer willen typeren als een razend spannende thriller, maar meer als een roman over een radeloze man wiens huwelijk op de klippen dreigt te lopen en wiens baan op het spel staat, met als boodschap dat God uiteindelijk de redder is die alles ten goede keert.
0neg
In P.S. uit Parijs van Marc Levy is de hoofdrol weggelegd voor de Amerikaanse schrijver Paul en de Engelse filmactrice Mia. Ze ontmoeten elkaar in Parijs in het romantische Montmartre en besluiten vrienden te worden. Ze hebben allebei namelijk helemaal geen behoefte aan een nieuwe relatie. Mia is haar man ontvlucht, een filmster die steeds affaires heeft, en Paul heeft een los-vastverhouding met zijn Koreaanse vertaalster. Maar in de meest romantische stad ter wereld moet je dan stevig in je schoenen staan. Als ik de quote van Le Parisien op de cover mag geloven is het 'aangrijpend, geestig, origineel en verrassend'. En ook de quotes op de achterzijde van de cover zijn veelbelovend. Ik verwacht dus dat ik vanaf pagina 1 het verhaal wordt ingetrokken en deel ga uitmaken van het leven van Mia en Paul en eerste rang zit bij het ontstaan van hun romance (ik kan me namelijk niet voorstellen dat ze geen happy end krijgen). Jammer genoeg had ik moeite om in het verhaal te komen. Er werden steeds toespelingen naar gebeurtenissen gemaakt, die verder niet worden uitgelegd of in het verhaal terugkomen. Pas toen ik de voetnoot pag. 104 las kreeg ik door dat Paul, Lauren en Arthur (Paul’s Amerikaanse vrienden) al eerder de hoofdpersonen van het boek Just like heaven waren. Het is jammer dat dat nergens op de cover is terug te vinden. Overall vond ik de personages niet zo sterk neergezet. Ze bleven voor mij erg oppervlakkig en ik voelde me emotioneel totaal niet bij ze betrokken. Sommige keuzes die gemaakt werden, snapte ik ook gewoon niet en kwamen volledig uit de lucht vallen. Waarom laat Mia niet aan Paul weten dat ze verhinderd is op het etentje dat hij speciaal voor haar gemaakt heeft en reageert ze niet op zijn appjes. En waarom gaat Mia er bijvoorbeeld vandoor in Korea? Allemaal dingen waarbij ik al lezende mijn wenkbrauwen fronste en dacht: waarom? Ze gingen in ieder geval als persoon niet voor me leven en er kwam weinig emotie bij me los. Over de opbouw was ik ook minder tevreden. Het is allemaal wat rommelig. Er worden dingen genoemd waarop later in het verhaal totaal niet meer teruggekomen wordt. Paul heeft het bijvoorbeeld over regelmatig terugkerende hoofdpijnen waar hij toch eens met Lauren (die chirurg is) over moet praten. Je verwacht minstens dat hij iets onder de leden heeft, misschien op het verkeerde been gezet door de term 'aangrijpend' op de cover. Maar dit komt helemaal niet meer terug. Voor Paul dus maar gelukkig ... Een ander voorbeeld is de rol van de karikaturist. Krijgt hij nu wel of niet iets met Daisy, Mia's vriendin? Ook de opbouw van de romance tussen Paul en Mia wist me gewoon niet te pakken. De verhaallijn in Korea vond ik wel weer erg leuk bedacht, hoewel je dat natuurlijk wel een beetje ziet aankomen. Paul’s boeken zijn tot zijn verbazing nl. alleen in Zuid-Korea bestsellers. Dat neemt niet weg dat de schrijfstijl van Marc Levy prettig te lezen is. Hij wisselt humor af met wat serieuzere zaken waardoor het verhaal levendig blijft. Jammer genoeg weegt dit niet op tegen de minpunten die ik al lezende ervoer. Ik vond het verhaal aan alle kanten een beetje rammelen omdat voor mijn gevoel werden zaken niet helemaal lekker uitgewerkt. Ik vond het niet aangrijpend en ook niet echt verrassend. Ik heb me er op zich wel mee vermaakt, maar het boek komt bij lange na niet in mij favoriete top 25.
0neg
Het is goed om enthousiast te zijn. Sterker nog, een ongebreideld geloof in je ‘project’, vaak tegen beter weten in, is een basisvoorwaarde voor kunst, een verdedigingsmechanisme. Het enthousiasme van de nieuwlichter Olivier Willemsen aangaande de literatuur is hartverwarmend. Hij denkt er zelfs over – of heeft de gewaagde stap al genomen – om zijn baan als hoofd communicatie van het Amsterdamse culturele centrum De Balie eraan te geven ten gunste van de pen. Moedig. Punt. Daarvoor valt gemakkelijk sympathie op te brengen. Willemsen werkt aan zijn tweede roman. Vooral doorgaan. En dat is niet bedoeld als een sneer voor non-valeurs van de dansjury. Je mag (veel) later, als je gepokt en gemazzeld bent, met enige gêne terugkijken op je debuut, zelfs op pakweg de eerste drie à vier boeken. Dat dondert niet, is zelfs goed. Je hebt toch maar het lef gehad om je kwetsbaar op te stellen. En dat is al heel wat. Dat verdient categorisch respect. Rigoureus neersabelen is eenvoudig, is een zwaktebod van de recensent. Veel boeken waren beter in de coulissen gebleven, maar dat geldt uiteindelijk toch niet voor Morgen komt Liesbeth, de debuutroman van Willemsen. Ruim gezet, iets meer dan honderd pagina’s. Soit, tekstueel is lengte van generlei belang. Veel romans zouden met een onsje minder toe kunnen. Een verhaal is rond of niet. Willemsen doet een aantal dingen goed en sommige (goed) fout. De vertellers zijn twee naamloze jongens van een onbestemde leeftijd. Het verhaal begint min of meer in medias res. Ze zitten begin jaren vijftig van de vorige eeuw opgesloten in een appartement in Wenen. Hun vader heeft hen verlaten, naar het schijnt voorgoed. Wel met de instructie zich in de kast te verstoppen als er aangebeld wordt of als er mensen op de trap te horen zijn. Zijn camera heeft hij achtergelaten, alsook een aantal fotoalbums met zeer uiteenlopende reportages. De jongens zitten elke dag met hun neus tegen het raam geplakt. Vanwege de tramhalte voor de deur, vanwege de kar met gegrilde kippen, vanwege het feit dat lieve Liesbeth elk moment kan komen. Tegen de waarschuwingen van hun vader in hebben ze namelijk een keer de telefoon opgenomen in de gang en gehoord dat Liesbeth, die altijd aardig voor ze is geweest, haar komst aankondigt. Nu komt bij ondergetekende Liesbeth er niet meer in, en dit was voor de jonge vertellers wellicht ook beter geweest. Al zorgt ze wanneer ze na veertien dagen op een rantsoen van pepermuntjes hebben geleefd wel met pannen met zuurkool voor het verdwijnen van de spijkers in de maag van de jongens. Willemsen weet de spanningsboog goed op te bouwen. Het eerste en tevens grootste bezwaar is dat de stem van de vertellers niet klopt. (En nu niet roepen: vervreemding en zo.) De auteur piept er onaangenaam doorheen. Geen enkel kind of jongvolwassene, hoe hoogbegaafd, of hoe knotsgek dan ook, gebruikt bijvoorbeeld de woorden: wederopbouw, tegemoet treden, volstrekken, verschijning, zoetjesaan, weerzinwekkend, passanten, fotogeniek, plaatskaartjes, kakofonie, kleermakerszit of gefixeerd, in de zin van vastgebonden. Beste redacteur, ja, jij daar, wordt eens wakker, neem een auteur in bescherming. Een zin als "De wasem besloeg het raam als vanouds" kan zogezegd echt niet ronddolen in het brein van een kind of een jongvolwassene, maak dat mijn geëxalteerde hoedje wijs. Willemsen is in zijn debuut zoekende. En dat valt te prijzen. Het is niet bezwaarlijk dat zijn zinnen kort zijn. Staccato mag, maar in dit geval versterkt het ontegenzeggelijk het ‘en-toen-en-toen-karakter’ van het boek, vooral tegen het einde. Eigenlijk al vanaf het begin heb je het idee dat de twee vertellers een rariteit zijn, misschien wel een Siamese tweeling. Hoe dat precies in elkaar steekt laat Willemsen – hulde –geheel in het midden. Ze worden afgevoerd in een kooi. De rest moet u zelf maar lezen. De fotoalbums worden veel te veel gebruikt om te verklaren waarom de twee (eenheid) bepaalde zaken kunnen duiden – duiden uiteraard en niet weten. Het wordt daardoor welhaast een trucje. Net zoals de herhalingen aangaande de fotografische aanwijzing van hun vader – niet tegen de zon in, want dat is iets kunstzinnigs – gaan irriteren. Al heeft dat in het geheel nog een functie. Beste Olivier Willemsen, wees spaarzaam met metaforen, of laat ze liever helemaal weg, en probeer eens alledaagse woorden uit. Dan komt het allemaal goed. Morgen komt Liesbeth is onevenwichtig. En dat is voornamelijk de redactie aan te rekenen. Probeer opsommingen en uitweidingen te vermijden, weiger beslist elke woordgrap, gebruik metaforen spaarzaam of liever helemaal niet, ga niet op zoek naar geforceerd poëtisch taalgebruik, denk van tevoren na over de constructie, vermoord uw lievelingen, of te wel: schrap, snoei en snij keer op keer zonder terughoudendheid, wees kwetsbaar én sterk tegelijk – zelfspot helpt, heus waar – en probeer de juiste balans te vinden tussen laten zien en vertellen.
0neg
Dit boek zou één van de beste debuten moeten zijn van de laatste jaren in de VS. En ook die naam ‘Atticus Lish’ klinkt als een klok. Leuk is dan ook nog dat hij de zoon is van Gordon Lish. Dit is een redacteur die veel heeft gewerkt met Raymond Carver en er om bekend stond de manuscripten van die schrijver grondig onder handen te nemen; met name door 60% of zo ervan te schappen. Het bizarre eraan is dat Carver juist door de hieruit resulterende extreem uitgebeende stijl enorm veel succes kreeg. Toen Carver namelijk later zelf een boek heruitgaf in de ongeredigeerde vorm, zoals hij het zelf had bedoeld dus, sloeg dat volledig dood… Dat is allemaal erg grappig, maar dan heb ik het nog niet over dit boek gehad. En daarover kan ik helaas niet positief zijn, want nee: dit boek kon me helaas niet bekoren. In tegenstelling tot die andere succesvolle debutant Nathan Hill, schrijft Lish in een weerbarstige ‘staccato’ stijl die het de lezer bepaald moeilijk maakt, ook omdat Lish het bijvoorbeeld verdomt om dialoog in aanhalingstekens te zetten. Ik vind zoiets toch een soort dedain naar de lezer uitstralen, alsof Lish zegt: “Je moet maar wat meer moeite voor me doen, want zo goed ben ik…” Hiernaast greep ook het verhaal me niet en vond ik zelfs nogal langzaam en vaak veel te gedetailleerd. Zelfs de titel vind ik te lang. Hierdoor, moet ik toegeven, heb ik het boek half-gelezen weggelegd. Iets wat ik zelden doe. Nee, geen succes!
0neg
Ted Dekker heeft uiteindelijk zijn ambitieuze plan gerealiseerd: het laatste deel van zijn serie 'De Cirkel' is afgerond, maar of dit ook een afronding is van het pompeuze verhaal is nog maar de vraag. In 2005 begon 'De Cirkel' met Zwart dat werd bestempeld als ‘een boek met een boodschap’. In hetzelfde jaar verscheen Rood dat een ‘uitdaging’ bleek te zijn. In 2006 kwam Wit op de markt dat in kwaliteit terugzakte naar het predicaat ‘sloom’. Toen bleef het drie jaar erg rustig rond 'De Cirkel', en pas in 2009 was Dekker zover dat hij eindelijk Groen op de markt kon brengen. Het is voor de auteur te hopen dat de dalende trend zich in dit slotboek niet heeft doorgezet. Thomas van Hunter leidt de bevolking van De Cirkel die zich als een stel nomaden over de wereld beweegt. In een conflict met zijn zoon Samuel ontwikkelt zich een grote tegenstelling in opvattingen en moraal, waardoor Samuel De Cirkel verlaat. Hij sluit zich aan bij de Eramieten en probeert daar grote invloed uit te oefenen op de leider, Eram. Intussen ontmoet Billy Rediger Kara Hunter, de zus van Thomas. Met zijn eigenschap als gedachtelezer 'ziet' hij meer dingen dan in zijn omgeving worden uitgesproken. Hij ontmoet Janae de Raison en probeert met haar, via een druppel bloed van Thomas, naar een ander tijdperk te verhuizen. Daar ontdekken ze de werkelijke plannen die Samuel in alle stilte aan het ontwikkelen is, plannen die het voortbestaan van alle volken in gevaar brengen. Er is maar één persoon die deze moordmachine kan stoppen. Thomas van Hunter moet in stelling worden gebracht om zijn invloed op het juiste moment aan te wenden. Een allesvernietigende strijd tussen de Eramieten, Horde en Albino’s lijkt niet te voorkomen. Bij de uitwerking van het project 'De Cirkel' blijkt weer dat het venijn in de staart zit. Met een verhaal dat voor meer dan 80 procent in de categorie fantasy valt, tracht Dekker te redden wat er nog te redden valt. Op en neer hoppen naar andere tijdvakken, transformaties van mensen in andere personen en zelfs sprekende supervogels verschijnen voor het voetlicht. Als dan tot slot ook nog de auteur en gever van het leven in de persoon van de mythische figuur Elyon opdraaft, wordt het langzaam wel duidelijk. Alles wat er over begin en einde van De Cirkel is gesuggereerd, blijkt als een zeepbel uit elkaar te spatten. Bekend is wat er overblijft van een ronde, uit elkaar spattende zeepbel: niets, helemaal niets. En zo vergaat het 'De Cirkel' ook! De achterflap meldt dat Groen het langverwachte laatste deel is van de reeks. Het goede nieuws is dat er dus geen deel meer zal verschijnen.
0neg
Ik vond het boek erg tegenvallen, op zich een lekkere schrijfstijl maar het verhaal sprak me niet aan, erg ongeloofwaardig, pas op de laatste blz. wordt het wat boeiender maar het blijft een ogeloofwaardig verhaal. Vond het ook absoluut geen thriller, jammer Stuk was veel beter!
0neg
“Als je een thriller zoekt waarin de spanning geen moment afneemt en waarin het vooral moet gaan om de personages, dan moet je dit boek lezen.” Deze uitspraak van George Pelecanos staat op de twee eerste delen van de Sara Lintontrilogie en om hoge verwachtingen te scheppen kan zo’n citaat tellen. Jammer genoeg vind ik dat deze verwachtingen niet ingelost worden. Als je als lezer vooral geïnteresseerd zou zijn in personages, dan kom je bedrogen uit want er worden niet-consistente typetjes neergezet (vergeet de “levensechte personages” van de achterflap). Helaas doorbreken hun gesprekken de spanning regelmatig, waardoor dus ook het andere deel van de belofte ongedaan gemaakt wordt. Het meest storend echter vond ik dat ik op verschillende plaatsen het gevoel kreeg dat het boek "qua psychologisch inzicht" niet klopte. Eén voorbeeldje: rechercheur Lena heeft een moeilijke jeugd achter de rug, waarvoor ze een deel van de schuld bij haar oom legt, die ze in haar volwassen leven dus ook zoveel mogelijk ontwijkt. Dan kan je op pagina 389 lezen, nadat Lena een zeer traumatische ervaring opliep “… Lena (wilde) met niemand praten, zelfs niet met haar oom Hank.” Allicht niet! Nachtschade is Slaughters debuut, en ik vind het wat groen. Ik hoop dat ze in de volgende delen gegroeid is.
0neg
Boek over ongewilde kinderloosheid en draagmoederschap. Ik ben niet weg van het boek. In het begin wisselt het perspectief tussen Kate en Hanna, maar er zijn ook wel twee hoofdstukken achter elkaar vanuit dezelfde vrouw. Ik vond dat verwarrend. De stijl ligt me niet erg. Alles is erg sterk aangezet, ik vond dat niet geloofwaardig. Ik vond het verdriet om de kinderloosheid ook geen moment ontroerend. Ook de overige emoties worden meer beschreven dan gevoeld.
0neg