text
stringlengths 4
22.7k
| label
class label 2
classes |
---|---|
Weet dat dit een YA thriller is maar vond het verhaal meer iets voor kinderen van een jaar of 12', beetje raar en toevallig plot, weinig spanning! | 0neg
|
Renee Kelder is afgestudeerd maatschappelijk werker en afgestudeerd in 2017 aan de Universiteit voor Humanistiek en heeft zich in de verslavingsproblematiek verdiept en als eerste een autobiografisch boek over GHB geschreven.
Renee Kelder is een veelgevraagd spreekster in het onderwijs, overheidsinstellingen en bedrijfsleven. Samen met haar zuster Eva (Auteur) geven ze samen schijfcursussen en schrijfworkshops.
Zelfs op Lowlands hebben ze samen een literair programma gepresenteerd. .
Het boek beschrijft de opkomst en ondergang van reclameman Don Schothorst.
Het is dicht op de huid en met afstand geschreven.
Thema’s die o.a. in het boek verwerkt zijn, zijn verslaving en zingeving.
Wat is eigenlijk de achterliggende reden achter een verslaving? Als je de Don gaat lezen, denk je hier antwoorden op te krijgen…….Ik ben ook eens op internet gaan kijken en vond onderstaand.
Er is wetenschappelijk aangetoond dat er een genetische aanleg bestaat voor afhankelijkheid van alcohol en drugs. Verslaving is een biologische, psychologische en sociale aandoening. Het zijn deze drie assen die elkaar beïnvloeden. Verslaving is een ziekte die zich niet beperkt tot één terrein, het lichaam of de geest, maar samenhangt met meerdere domeinen in het leven van een verslaafde. De steeds hogere eisen die worden gesteld aan mensen, de snelheid van omschakeling, de moordende competitie zowel in- als extern en de economische spanningen, leiden vaak tot stress en burn-out gevoelens waarvoor een uitweg wordt gezocht.
Door het hele boek heen, merk je het gemis aan vaderliefde, zowel bij Don en zijn vader en bij Don en zijn zoon. Ook het willen voorbijstreven van zijn vader is voor Don een hot issue.
Als je het boek leest, is het best wel heftig, de verslaving is hem de baas, ondanks zijn liefde voor Maria en zijn kinderen.
Door het hele boek heen bekruipt mij het gevoel, dat Don zichzelf vergelijkt met Don Corleone, de maffiabaas. Ook de manier waarop hij zich aflaat beelden op de cover, in zijn Chesterfield met een dikke sigaar.
Don Schothorst wilde een boek schrijven over zijn leven Dit is hem aardig gelukt, alleen zijn verslaving aan seks voert wel erg de boventoon. Je leest niets over hoe het nu met zijn kinderen gaat en of zijn levenspatroon hun schade heeft berokkend in hun vorming.
Hij is jarenlang verslaaft geweest en heeft meerdere malen proberen af te kicken. Met altijd de verwachting, dat als hij aan de telefoon hangt en hulp nodig heeft, hij a la minuut geholpen kan worden. Als hij uiteindelijk in een klooster verblijft, herstelt hij van zijn terugval, richt SolotionS op: de eerste particuliere verslavingskliniek van Nederland.
Alleen gebeurde dit nu echt uit de nood om anderen te helpen of speelde hij hier met geld/macht ook weer een rol. Eigenlijk leek het ook wel een beetje op een verslaving…..
Uiteindelijk blijft de lezer met diverse vragen zitten. . Zo ook Don, die er achter kwam, dat op een sexverslaving een taboe rustte en daar niet echt over kon praten en dus deed hij dit maar in zijn autobiografie.
. | 0neg
|
Nick Mason belandt al op jonge leeftijd in de criminaliteit. Het begint met autodiefstal, maar hij stapt met zijn vrienden Eddie en Finn al snel over op inbraken en overvallen. Dat gaat een poosje goed, tot de tijd aanbreekt dat Eddie en Nick kiezen voor huisje-boompje-beestje. Dan krijgen ze de kans om één laatste, grote overval te plegen die ervoor moet zorgen dat ze daarna binnen zijn. De overval loopt verkeerd af. Een agent wordt gedood en Nick krijgt hiervoor 25 jaar gevangenisstraf.
Deal met de duivel begint als Nick er al vijf jaar op heeft zitten. Medegevangene Cole biedt hem een deal aan: een vrij leven buiten de gevangenis, mits Nick de komende twintig jaar alle opdrachten uitvoert die Cole hem oplegt. Nick kan niet weigeren en dat levert hem een luxe huis in Chicago op en een pro forma baantje als manager in een restaurant. Maar voor Nick zich daaraan kan overgeven, gaat de telefoon met de eerste opdracht van Cole.
Deal met de duivel is het eerste deel in de serie over Nick Mason door Steve Hamilton. Van de auteur verscheen eerder al tien boeken in de Alex McKnight serie en een paar standalones, maar deze zijn niet in vertaling uitgebracht.
In Deal met de duivel lijkt Hamilton op een zo groot mogelijke doelgroep te mikken door alles eenvoudig en overzichtelijk te houden.
No shit, Sherlock. Hamilton heeft waarschijnlijk een lezer voor ogen die het allemaal niet zo snel meekrijgt, want hij geeft regelmatig een overbodige uitleg van de feiten. Die simpele stijl zet zich voort in de dialogen en de plot. Elke vorm van subtiliteit is afwezig. Vooral de mannetjes in het boek gaan tegen elkaar tekeer als kemphanen die verwikkeld zijn in een strijd wie de langste heeft.
Een beetje geoefende thrillerlezer ziet al ruim van tevoren aankomen hoe de plot zich ontvouwt. Hamilton veroorlooft zich wat gemakzuchtigheid in de plot die ten koste gaat van de geloofwaardigheid. Het lukt Mason bijvoorbeeld om ongezien een topcrimineel een hele dag te volgen en daarna alleen te treffen in een nachtclub, terwijl die crimineel omringd is door bodyguards. Maar blijkbaar zijn die bodyguards net zo oplettend als de Blind Boys of Alabama.
Het moet gezegd worden, Deal met de duivel kent spannende momenten, namelijk de keren dat Mason opdrachten moet uitvoeren die totaal niet bij hem passen. Maar deze momenten maken niet het hele boek.
Hamilton wil het op het eind te snel afraffelen. Tot dan toe legde hij allerlei overbodige zaken uit, maar op het eind blijft hij de lezer te veel antwoorden schuldig en laat hij de overlevende personages alle gebeurtenissen maar voor zoete koek slikken zonder ergens op terug te komen.
Deal met de duivel zal erg in de smaak vallen bij een voornamelijk mannelijk publiek dat niet veel leest en weinig eisen stelt. De doorsnee thrillerlezer kan kiezen uit betere series. | 0neg
|
Het verhaalt over de familie Cazalet en zij die daarmee verrbonden zijn en is gesitueerd in Groot-Brittannië. Enkele van deze familieleden worden er uitgelicht. Sommigen hebben complexe verhalen, anderen zijn vooral illustratief en ondersteunend voor het verhaal van de anderen. Het verhaal zelf boeit en nodigt uit om door te lezen, zeker omdat het is gesitueerd tegen de achtergrond van de start van de Tweede Wereldoorlog. Je droomt mee door de rijkdom van de familie, de persoonlijke drama's, de intriges en de belevenissen. Maar ook de voorbereidingen op de oorlog en de gevolgen van de oorlog komen aan bod. De veelheid van karakters en verhalen is wat mij betreft tegelijkertijd ook een van de zwaktes van het boek, je verliest snel het overzicht en dat is jammer. Daarnaast is het taalgebruik passend bij de tijd, maar daarmee niet altijd even vlot leesbaar. De dialogen en overdenkingen zijn soms erg lang. Het komt de leesbaarheid niet ten goede. Een boek dat zich aankondigt als vervolg op het eerste deel maar ook zelfstandig te lezen zou moeten zijn. Nou van dat laatste is helaas, door de complexe familierelaties maar beperkt sprake. Het maakt voor mij dat ik dit boek niet snel nog een keer zou willen lezen, maar wel zou aanbevelen bij mensen die houden van het genre. Het boek heeft zeker zo zijn eigen kracht, daar ben ik van overtuigd geraakt in de leesclub. | 0neg
|
Ik ben niet echt fan van dit soort boeken , ik vind er te veel sex in voorkomen .Voor mij is het te saai .Het is geen thriller of fantasy dus dan haak ik al gauw af .De karakters zijn volgens mij niet echt uitgediept .
Dit is het eerst boekje die ik van Wieringa lees , dus ik heb geen vergelijkingsmateriaal | 0neg
|
Na de eerste twee was ik zeer benieuwd naar deze, maar wat viel dat tegen. De spanning komt nog net niet pas op de laatste blz. maar het scheelt niet veel. Het hele boek door een hoop vaag gezeur over waarom de hoofdpersoon claustrofobie heeft en hoe ze haar kinderjaren in een commune heeft beleefd. Ik vond het ook zeer afstandelijk geschreven, het raakte me totaal niet. Heel erg jammer want de eerste 2 waren zo goed. | 0neg
|
Na een pauze van een jaar of tien weer eens begonnen aan een boek van Karen Rose. Vroeger was ik groot fan en verslond ik haar thrillers. Dit keer opnieuw een boek dat vlot weg leest. Het recept blijft wel hetzelfde; een vrouwelijke hoofdpersoon in een context van een actieve seriemoordenaar waar de mannelijke rechercheur (held) haar redt van de ondergang. Eerlijk gezegd begon ik me tijdens dit boek een beetje te irriteren aan de opbloeiende romance die we in ieder boek terugzien en wat krampachtig op mij overkwam. De liefde is allemaal net iets té perfect en op het einde is het object van liefde altijd de held van het verhaal. Prima, als Karen romantische/seks scenes wil beschrijven, maar niet als dit ten koste van het verhaal gaat. Het verhaal an sich vind ik vrij dunnetjes. Opnieuw een actieve moordenaar onder het mom van een soort 'dubbelganger'. Ik heb nog drie ongelezen Karen Rose thrillers in de kast staan, maar ik denk dat ik daar nog even niet aan begin. Bang voor meer van hetzelfde.. | 0neg
|
Ik heb moeite moeten doen om dit boek uit te lezen. Het GTST-niveau
van dit boek gun ik de liefhebbers graag maar is helaas niet aan
mij besteed. Ga nóg wel eens een boek van Saskia Noort lezen, om te
weten te komen of dit inderdaad is wat het is. | 0neg
|
De onwillige getuige is mijn eerste kennismaking met de boeken van Denise Mina. Ze heeft al twee eerdere delen geschreven, en dit is deel drie in de Garnett Hill trilogie.
Ik moet eerlijk zeggen dat het boek mij niet kon boeien. Het verhaal komt moeizaam op gang en is vrij fragmentarisch door de korte hoofdstukken. De uiteindelijke ontknoping van de twee verschillende verhaallijnen is wel weer een beetje verrassend, maar ik vond het niet erg makkelijk om door te blijven lezen tot het einde.
Meestal word je door een hoofdpersoon gegrepen en ga je je met hem of haar identificeren. Als dat niet het geval is omdat de hoofdpersoon bijvoorbeeld onsympathiek is, dan is er meestal op z'n minst een pakkende verhaallijn, en laat dat nu ook niet het geval zijn..... Natuurlijk geldt ook hier weer dat smaken verschillen en ik hoor graag een andere mening. Wellicht dat de drie delen toch niet afzonderlijk te lezen zijn en had ik toch gewoon met deel 1 moeten beginnen? | 0neg
|
Vrij simpele schrijfstijl. Pas aan het eind een beetje spannend. Bovendien zijn we in de Scandinavische thrillers zo langzamerhand overvoerd met manlijke rechercheurs die zwelgen in hun misere en vervolgens de helft van het boek laveloos doorbrengen. | 0neg
|
Gulzig is een boek dat echt compleet anders is dan de gemiddelde thriller. Ten eerste is het natuurlijk een verhalen bundel met verschillende korte verhalen die allemaal al eens op verschillende plekken gepubliseerd zijn. Er is 1 verhaal die echt steengoed is en dat is: Lollipop.
De rest van de verhalen heeft het hem allemaal niet, waarom, omdat het eigenlijk too much weirdness is. Denk bevoorbeeld aan een man die opgewonden raakt van een etende vrouw en haar daarom tijdens de daad volpropt met eten tot ze te dik is om uberhaupt nog seks te kunnen hebben.
Niet echt iets waar je echt een goed verhaal in kan zien, het is het allemaal gewoon net niet. | 0neg
|
Van Ambo/Anthos kreeg ik de gelegenheid om voor de officiële verschijningsdatum het boek achter gesloten deuren van BA Paris te lezen. Er is een hoop werk gemaakt van de promotie voor dit boek. Een brief met een noodkreet van de hoofdpersoon en een deurhanger om op te hangen om niet gestoord te worden tijdens het lezen. Dit alles maakt wel nieuwsgierig.
Het verhaal gaat over Grace die een perfect lijkend huwelijk heeft met Jack, een knappe, succesvolle advocaat. Grace is erg begaan met haar zusje Millie, die het syndroom van Down heeft, en waarvoor zij ook zorgt. Zij munt uit in koken, handwerken en is de perfecte gastvrouw en echtgenote. Een vrouw waar menig andere vrouw jaloers op is. Jack lijkt de perfecte echtgenoot die alles voor zijn vrouw over heeft en zeer gewaardeerd wordt in zijn werk-en vriendenkring. Maar niets is wat het lijkt.
Het boek is verdeeld in hoofdstukken die aangeduid worden met "heden" en "verleden". Als lezer maak je kennis met de hoofdpersonen. In het verleden wordt verteld hoe Grace en Jack elkaar ontmoet hebben en hoe de relatie zich ontwikkelt. In het heden lees je hoe de relatie nu is tussen de twee en familie en vrienden. Voor mensen die van psychologische thrillers houden is dit een aanrader. Het verhaal leest vlot. Doordat het verleden ook verteld wordt krijg je ook wel kijk op wat er in het heden gaat gebeuren.
Het duurde lang voordat het verhaal mij echt kon boeien en daarom krijgt het van mij 2 sterren. | 0neg
|
Ook ik ben sinds jaren King-fan. Toch kon Duma slechts met moeite mijn aandacht vasthouden. King wist mij deze keer niet te boeien.
Net als Lisey's verhaal zal ook Duma mij niet lang bijblijven. "De Ontvoering" vond ik daarentegen wel pakkend. Het blijkt weer eens dat het af en toe goed is op Crimezone recensies terug te kunnen vallen. | 0neg
|
Ik ben verbaasd dat veel mensen dit boek beter vinden dan 'Achter gesloten deuren'. Waar ik bij dat boek een beklemmende spanning ervoer, had ik dat bij 'Gebroken' totaal niet. Cas is het hele boek vreselijk naïef en goedgelovig wat haar nogal vervelend maakt en de ontknoping is niet verrassend. Het verhaal is langdradig maar in de laatste paar hoofdstukken wordt ineens alles uitgelegd. Een beetje een overkill. Zonde! | 0neg
|
Aan een thriller zijn een paar voorwaarden verbonden, zoals bijvoorbeeld dat die spannend moet zijn. Je wil de plot ook kunnen geloven en hij moet sluitend zijn. Dit boek voldoet deels aan de voorwaarden van geloofwaardigheid en sluitendheid. De plot bevat een paar schoonheidsfoutjes maar rammelt niet, en zou in het werkelijke leven kunnen gebeuren. Dat Bette ooit een prostituee was en nu een wat naïeve huisvrouw die niets beters te doen heeft dan het geld van haar man uitgeven, is niet bepaald geloofwaardig, en er zijn nog een paar kleine dingen die wat onwerkelijk overkomen. Sommige plotelementen zijn op het einde van het boek ook niet terdege verklaard. Men kan raden naar het waarom van bepaalde gebeurtenissen maar een thriller is toch maar pas die naam waardig als de feiten ook echt allemaal een plaats hebben gekregen in het verhaal.
Dan is er nog het element spanning. Het boek is 300 bladzijden dik en de eerste 200 bladzijden hebben niets van een thriller. Lucas, de man van Bette, is vermoord, dat is wat de lezer aan het begin van het boek meekrijgt. Maar gedurende die eerste 200 bladzijden is daar verder niets van te merken. De aanloop naar de moord is in feite eerder een chicklit die weinig thrillerfans zal kunnen boeien. Pas na die 200 bladzijden veert het verhaal op en wordt het wat spannender. Het is een milde spanning, want je weet wat er gebeurd is en hoe de zaken zich uiteindelijk keren is iets dat men ruim voor het einde al geraden heeft, zodat de laatste tientallen bladzijden je slechts vertellen wat je eigenlijk al wist.
Conclusie: een tussendoortje dat veel te mager is om zich een thriller te mogen noemen. Het is begrijpelijk dat een auteur van 250 kinderboeken wel eens iets anders wil, maar het spreekwoord 'schoenmaker blijf bij je leest' is niet zomaar ontstaan.
'Mangelvrouw' schopte het tot de shortlist van de Hebban Debuutprijs Thriller 2017. | 0neg
|
Ik vond het een vreselijk slecht boek. Het was vooral een zeur boek waar eigenlijk niets in gebeurd. | 0neg
|
Wat een slecht geschreven boek. In het genre stuiverroman past ie prima. Er gebeurt echt niks. De schrijfstijl vond ik lijken op een opstel van een middelbare scholier. Ook het verhaal was zeer voorspelbaar. Ben er niet echt ingekomen. Als je dan toch over Frankrijk wilt lezen kun je beter Tatiana de Rosnay lezen. | 0neg
|
Over de dos and donts van crimewriting kun je als criticus boeiend discussiëren. Dat is goed voor je referentiekader, heerlijk voor je ego en prima voor je lezers. Want je recensies worden er ongetwijfeld (nog) beter door. Maar het feit dat een boek je tot zon discussie verleidt, hoeft niet per sé positief te zijn. Tot die conclusie kwam ik na het lezen van Sarah Dunants roman Onder het mes. Ik kende haar werk nog niet, maar de informatie op de achterflap had me nieuwsgierig gemaakt. Een schrijver die al eens genomineerd werd voor de Golden Daggar Award en in 2006 de Silver Daggar Award kreeg, moet toch wat in haar mars hebben. Daarom begon ik vol verwachting te lezen.
In het boek, dat overigens enkele jaren eerder al onder de titel Onderhuids bij een andere uitgeverij verscheen, is opnieuw een hoofdrol weggelegd voor Dunants formuledetective/private-eye Hannah Wolfe. Deze keer heeft zij zich beroepshalve laten inschrijven bij een luxueuze beautyfarm in het Engelse graafschap Berkshire. Daar is namelijk iemand druk doende de boel te saboteren. In massagekussens worden spijkers aangetroffen, maden drijven in de yoghurt. Het is, kortom, tijdelijk wat minder prettig toeven op Castle Dean. Gelukkig blijkt Hannah Wolfe haar geld meer dan waard, want binnen de kortste keren heeft zij de dader ontmaskerd. Eind goed, al goed, zou je zeggen, ware het niet dat we dan nog driekwart van het boek voor ons hebben. Het eigenlijke verhaal moet blijkbaar nog beginnen.
In dat verhaal gaat Hannah op zoek naar degene die dreigbrieven stuurt naar Dr. Marchant, plastisch chirurg en echtgenoot van Olivia Marchant, de eigenaresse van Castle Dean. Hannah gaat ervan uit dat de boosdoener gezocht moet worden tussen de cliënten die ontevreden zijn over het werk dat Marchants wereldberoemde handen hebben geleverd. Dat blijkt inderdaad het geval, al zijn het geen esthetische overwegingen die uiteindelijk tot een dramatische ontknoping leiden.
Dunant heeft het verhaal in de ik-vorm geschreven en dat is een keus die interessante mogelijkheden biedt. Door de lezer in de huid van de hoofdpersoon te laten kruipen, kun je een boeiend spel met werkelijkheid en verbeelding spelen. Bovendien bouw je al lezend een heel specifieke relatie met de hoofdpersoon op, die in belangrijke mate de impact van het verhaal bepaalt. Vooral dat laatste zorgde ervoor dat deze roman mijn verwachtingen niet waarmaakte.
In een ik-roman is de hoofdpersoon tevens de verteller; in dit geval dus Hannah Wolfe. Haar verteltrant wordt vooral gekenmerkt door ironie. Voortdurend drijft zij de spot met wie en wat er op haar weg komt; haar eigen persoontje incluis. Nu heeft (zelf)spot de misdaadliteratuur een aantal boeiende personages gebracht denk bijvoorbeeld aan DI Frost, John Rebus en Andy Dalziel en nog veel meer prachtige verhalen. De kracht van die verhalen wordt bepaald door het contrast tussen de trieste werkelijkheid waarmee je kennismaakt en de luchtige toon waarop daarover wordt verteld; ironie in haar zuiverste vorm. Dat contrast ontbreekt in Onder het mes echter totaal. De spot van Hannah Wolfe komt vrijwel nergens boven het niveau van de lolbroekerij uit, waardoor haar verhaal het belangrijkste ingrediënt mist dat nodig is om thriller genoemd te mogen worden: echte thrills.
Over het niveau van Dunants anders misdaadromans kan ik niet oordelen, maar Onder het mes vind ik ronduit een gemiste kans. | 0neg
|
Het beloofde feest is het persoonlijke verhaal van Ilay den Boer (Jeruzalem, 1986). Volgens de achterflap is Jurjen Sytsma (Hilversum, 1986) verantwoordelijk voor het optekenen ervan. Waarom staat zijn naam niet op de voorkant? Voordat Het beloofde feest als boek uitkwam, maakte Den Boer theatervoorstellingen met dezelfde titel. Door in zes voorstellingen de situatie in Israël te belichten vanuit zijn familieleden toonde hij hoe complex de situatie aldaar was. Deze voorstellingen waren in veel landen te zien. Den Boer won veel prijzen met zijn werk. Waarom vindt hij het dan nog nodig zijn ervaringen op papier te zetten?
Ilay is zoon van een Joodse moeder en Nederlandse vader. Zoals veel kinderen met een migratieachtergrond worstelt hij met zijn identiteit. Als kind heeft hij enige jaren in Jeruzalem gewoond. Zijn oma, de moeder van zijn moeder, verwende hem zoals oma’s dat plegen te doen. Zijn vader was vrolijk en zowel het gezinsleven als de contacten met de rest van de familie waren goed te noemen. Aan die tijd heeft hij fijne herinneringen, ook al ontging het hem niet dat de relatie tussen zijn moeder en zijn oma niet al te best was. Ilays moeder kijkt anders aan tegen de problemen tussen Israël en de Palestijnen dan zijn oma. Zijn moeder verkiest het zichzelf en haar kinderen verre te houden van bomaanslagen en oorlogsgeweld. Wat in dit boek vooral naar voren komt, is dat zijn dominante oma een geweldige manipulator is die er niet voor terugschrikt Ilay los te weken van zijn moeder om hem in haar kamp te krijgen, het kamp van degenen die trouw zijn aan hun vaderland en vechten voor hun vaderland. Dat zij haar dochter hiermee kwetst, schijnt haar niet te deren. Evenmin, en daar gaat een groot deel van dit boek over, dat haar kleinzoon hierdoor in gewetensconflict komt.
Dat schrijven voor theaterproducties en het schrijven van non-fictie of een roman twee verschillende dingen zijn, wordt pijnlijk duidelijk in Het beloofde feest. Bij film of een voorstelling zijn het de getoonde beelden die het verhaal vertellen; het kan ook geen kwaad als het beeld regelmatig verschuift of inzoomt; en het gesproken woord doet de rest (om het maar eventjes in simpele bewoordingen te zeggen). Bij een boek kan de lezer zijn informatie alleen uit het geschreven woord halen. Alles draait om hoe deze informatie aangeboden wordt. Het boek Het beloofde feest lijkt niet onder de ogen van een redacteur geweest te zijn! Er zijn passages waarin het onduidelijk is wat er eigenlijk beweerd wordt. Ze zijn van-de-hak-op-de-tak-springend en niet logisch opgebouwd. Regelmatig moet een stukje tekst drie keer gelezen worden om erachter te komen wat bedoeld wordt of is een simpele mededeling omslachtig en dus lastig verwoord: “Misschien wel dankzij hém (een oom), bedacht ik me, terwijl mijn blik nog gefixeerd was op zijn natte lippen, had ik keuzes gemaakt die ertoe hadden geleid dat het onmogelijk was om te dienen in het Israëlische leger.”
Tijdens een sjabbatmaaltijd in familiekring zijn Bien, de vriendin van Ilay, en zijn nicht Dana in een geanimeerd gesprek verwikkeld. Slechts een paar regels verder staat: “Ook Bien en Tamar, die samen hadden zitten kletsen en zich niet hadden bemoeid met het gesprek met Dana vielen stil (…)” Slordig zoals hier omgesprongen wordt met de gesprekspartners. In geschreven vorm blijken de persoonlijke ervaringen van Den Boer niet van dien aard dat ze de aandacht van de lezer lang vasthouden. Het grote aantal fouten van allerlei soort verstoort ook nog eens de concentratie. Enkele voorbeelden: “Met de tranen van het lachen nog in mijn ogen werd Max aangekondigd.” “Maar dat deed ze nooit en zou ook raar voelen.” “Dana beantwoorde...”
Vinden we hier het antwoord op de vraag waarom degene die het verhaal van Ilay den Boer heeft opgetekend, niet op de cover staat? Jammer dat dit debuut door de uitgever zo slecht ondersteund is dat het lezen van dit boek geen feest is. | 0neg
|
Met een beetje creativiteit kun je Rob van Doorn wel enigszins als ervaringsdeskundige beschouwen. Zeker gezien de onderwerpen die Van Doorn in zijn debuutthriller Haarlem Centraal aan de orde stelt. Drie jaren als wethouder, die voorafgegaan zijn door een aantal jaren als raadslid, hebben hem wel gepokt en gemazeld in de politiek. Die kennis, aangevuld met een flinke dosis informatie over terrorisme, moslimgedrag en wereldpolitiek, zou meer dan voldoende stof moeten opleveren voor een interessant verhaal. Met natuurlijk Haarlem als explosief middelpunt.
Haarlems wethouder Frits Halen is op de gemeentelijke nieuwjaarsreceptie als hij telefonisch wordt geïnformeerd dat zijn vrouw Saskia een ongeluk heeft gehad met haar fiets. Nog maar een paar minuten onderweg naar haar schrikt Frits op van een explosie. Het stadhuis is het doelwit geworden van een zelfmoordterrorist en de schade is enorm. Als de Grote Markt volstroomt met belangstellende burgers is er een tweede explosie die nog meer slachtoffers maakt.
Achteraf blijkt dat alle stadsbestuurders zijn gedood en alleen Frits Halen beide explosies heeft overleefd. Als waarnemend burgemeester wordt hij plotseling verantwoordelijk voor de coördinatie van de hulpverlening en het besturen van een rampgebied. Voor Halen is het zaak om zo snel mogelijk met een verklaring te komen omdat de geruchten dat Al Qaida erachter zou zitten, nog meer angst en onrust onder de bevolking veroorzaakt.
Haarlem Centraal is een verhaal waarin het internationaal terrorisme hand in hand gaat met de wereldpolitiek. Een Haarlemse wethouder die, samen met de AIVD, achter de identiteit van de daders probeert te komen en zijn stad wil beschermen. Wat feitelijk begint als een lokaal incident, groeit binnen korte tijd uit tot een mondiaal probleem waarin de moslimstrijd tegen de westerse wereld het hoofdthema vormt.
Rob van Doorn heeft in Haarlem Centraal een breed scala van nationale en internationale gebeurtenissen uit het verleden naar boven gehaald, die in een bepaalde volgorde geplaatst die past in zijn verhaal en met fictie aangevuld. Al lezend wordt het politieke gesjoemel en het ontstaan van complottheorieën heel confronterend door hem duidelijk gemaakt. Waarschijnlijk is hier de politieke ervaringsdeskundige in hem aan het woord geweest.
Als je de inhoud enigszins analyseert kom je snel tot de conclusie dat de auteur nauwelijks creatief is geweest. Een opsomming van talloze gebeurtenissen, die al dan niet wereldwijd de journaals en kranten hebben gehaald, is eenvoudig neer te schrijven. Aangevuld met terroristische acties die inmiddels ook talloze keren zijn gepleegd en uitvoerig beschreven, is dit de basis waarin protagonist Frits Halen zijn weg moet vinden. De opzet van het verhaal ondergaat ongeveer halverwege ook een belangrijke wijziging. In beginsel is het vergelijkbaar met een rekensom waarvan de uitkomst bekend is maar nog gezocht moet worden naar de formule die naar het antwoord leidt. Dit verandert als het in de tegenwoordige tijd gaat spelen. Lopende het verhaal doen tevens sommige scènes ongeloofwaardig aan. Kijk je daar doorheen en neem je een aantal dingen met een korreltje zout, dan is Haarlem Centraal aangenaam leesvoer. Baseer je de beoordeling sec op de fantasie van de auteur, dan blijft er een bescheiden aandeel over. Daarmee blinkt Haarlem Centraal zeker niet uit in originaliteit, dat is de belangrijkste conclusie. | 0neg
|
Vermakelijke dagboekfragmenten, na een aantal bladzijden wordt het wat voorspelbaar, soms zijn de anekdotes wel leuk. Lekker lezen vlak voor het slapen. | 0neg
|
Als je dit boek wil lezen, dan is logisch denken echt niet goed. Simpelweg omdat dan, na een kleine 100 pagina's eigenlijk alles al gezegd is en je aan je kleine teen voelt wie de stouterds zijn.
Vooral met de Da Vinci code in het achterhoofd is dit een quasi identiek scenario met andere poppetjes en ingrediënten.
Wat mij ongelooflijk stoort is de wetenschappelijke bullshit die hij uitkraamt. Zelf ben ik erg wetenschappelijk geschoold en dus een beetje bevooroordeeld.
Mini-robotjes die waanzinnige zaken kunnen, waterstofgelmotoren... mij overtuig je niet...
Nog beter: de hoofdfiguren, voor zover ze al een karakter hebben zijn extreem zwart of wit, iets wat de plot nog sneller onthuld.
Vrij pover geschreven, maar dit bevordert dan weer de leesbaarheid...
Eigenlijk een afknapper als je het verhaal uit hebt, net hetzelfde gevoel had ik met De da Vinci code.
Toch probeer ik nog een enkele keer met wat naar het schijnt zijn beste boek is: Het Bernini mysterie, we zullen zien.
In ieder geval begint het al leuk, de theorie i.v.m. antimaterie is zo bij de haren getrokken dat je je afvraagt waarom iemand bij de bronnen zou willen vermeld staan, maar ja, als je je daarover zet en het verstand iets meer op nul draait schijnt het best mee te vallen. | 0neg
|
In de Verliezer kijkt de 27 jarige hoofdpersoon terug op zijn leven. Voor iemand van 27 heeft hij al behoorlijk wat meegemaakt. De hoofdpersoon heeft in dit boek geen naam, wat ik persoonlijk erg afstandelijk vind lezen.
In het boek komen diverse maatschappelijke thema’s aan bod, waar de schrijver je over wil laten nadenken. De hoofdpersoon heeft hier uiteraard ook een zeer aanwezige/aparte mening over.
In het boek lees je stukken over het leven van de hoofdpersoon en hoe hij hier op terugkijkt. Deze stukken zijn prettig om te lezen (niet alle onderwerpen), zoals ontmoetingen tijdens zijn reizen. Ook zijn er algemene stukken over geschiedenis, geloof, oorlog, die saai en langdradig zijn en naar mijn idee niet veel toevoegen aan het verhaal.
Doordat de hoofpersoon erg ver van mij af staat met zijn ideeën vond ik het boek niet prettig lezen en zou ik het ook niet snel aanraden aan anderen. | 0neg
|
Ik vond het boek lekker weglezen maar geen enkele keer boeiend genoeg. Voor mij had er mee in moeten zitten. Ik zal niet snel nog een boek van Roman lezen denk ik zo. Voor de vlotte schrijfstijl wel 2 sterren waard. | 0neg
|
Je moet ervan houden.
Ik wil de heel graag weten waar nu iedereen zo lyrisch over was en daarom heb ik het boek gelezen. Ik kan echt wel tegen een stootje, en ik heb best wel extreme boeken gelezen maar deze kan écht écht écht niet.
Lang verhaal kort:
Mensenhandel, verkrachting in 'alle gaatjes' (Laat ik het zo maar uitdrukken.) Een serieus geval van Stockholmsyndroom. Zware mishandeling.
Het toppunt was toch wel het moment dat ze de keel van 'haar eigenaar' probeerde door te snijden en het eindigde in dat ze elkaars bloed aan het weglikken en opzuigen waren terwijl ze seks hadden.
Ik weet niet precies wat aan dit boek opwindend zou moeten zijn of hoe je dit kunt vergelijken met vijftig tinten grijs of zo, maar het lijkt er niet eens op. Walgelijk!
Het boek heeft een open einde, stopt midden in het verhaal, en is het eerst deel van een serie van zes, die vanaf boek drie over de broer van de mannelijke hoofdpersoon van dit boek gaat. (2 t/m 6 zijn nog niet vertaald)
Wees gewaarschuwd, als je het toch gaat lezen. | 0neg
|
Het was leuk om te lezen, maar kan er niet echt enthousiast van worden. Bij tijd en wijle vond ik het langdradig. Dit is echt een boek dat je tussendoor leest waarbij het je niet boeit als je er niet in leest. Ik verheugde me althans niet om het weer op te pakken, wat ik bij de meeste boeken wel heb. Las ik erin, was het goed, maar als ik er niet in las was het ook goed. Soms irriteerde ik me aan de hoofdpersoon en andere personen vanwege de dingen die ze deden en hoop niet dat bepaalde dingen mij ooit zal overkomen, dat bepaalde dingen mij aangedaan worden.
Vond de hoofdpersoon en nog een persoon ook bij tijd en wijle erg naïef overkomen. Dat je denkt van daar trapt toch niemand in? Dat doe je toch niet?
Daarnaast vond ik het een erg klagerig persoon. | 0neg
|
Afgunst is mijn eerste kennismaking met het werk van Saskia Noort. Noort schrijft erg beeldend en het verhaal is spannend opgebouwd. Het stoorde me enorm dat de personages vooral in schrijftaal praten en denken; dit komt erg onnatuurlijk over. Het einde vond ik -i n tegenstelling tot de Crimezonerecensent - ronduit zwak: ik voelde me bekocht. | 0neg
|
Vol goede moed ben ik aan dit boek begonnen en de eerste 200 pagina's spraken mij best wel aan. Ik werd best wel nieuwsgierig wat er tijdens het diner verteld zou gaan worden. Maar toen ik aan deel II begon kwamen er zoveel verschillende personages bij, dat je door de bomen het bos niet meer zag. Tenminste dat is mijn mening.
Het kostte me steeds meer moeite om het boek weer op te pakken en ben blij dat ik het boek heb uitgelezen. Het laatste gedeelte bracht nog wel wat spanning terug, maar geef mij de boeken van Nesser maar met Van Veeteren en Barbarotti. | 0neg
|
Op zich een leuk verhaal maar de manier van schrijven spreekt me helemaal niet aan.
De schrijfwijze is aan de ene kant erg kinderlijk en van keukenmeidenroman niveau, terwijl aan de andere kant in dialogen woorden worden gebruikt die ouderwets en te formeel zijn.
Jammer want ik vond het verhaal wel origineel.
Niet mijn auteur. | 0neg
|
Dit is een boek voor anderen
Mensen met andere associaties bij andere woorden
Ik voel niks, geen warm, geen koud, zelfs geen lauw
Ik las het hardop voor aan wie het horen moest en vooral aan mezelf
Ik kon niet blijven luisteren
De woorden werden gehoord, niet begrepen
Een worsteling met verwarring, elke pagina opnieuw
De zinnen gleden langs me heen, ik werd niet geraakt
Het klopte niet voor mij, want als het klopt komt het binnen
Sorry Jonathan, meer dan 1 ster kan ik het niet geven
Het ligt niet aan jou, het ligt geheel aan mij
Ik ben ik en jij bent jij
Zo is het nu eenmaal
Wel geleerd dat er haarlakwiet bestaat
En dat pakt niemand me meer af | 0neg
|
Niet echt mijn boek. Het boek heeft mij niet echt gegrepen en ik had ook weinig zin om door te blijven lezen. Ik heb hem uit gelezen, mede door dat het boek toch niet heel dik is, De hoofdpersoon beleefd een verhaal wat op een grappige manier is omschreven. | 0neg
|
Toen ik hoorde van Seeker en de beschrijving las dacht ik meteen: dit wordt een knaller van een hit! Een kruising tussen The Hunger Games en Game of Thrones kan alleen maar goed uitpakken, dacht ik. Helaas ben ik er niet zo enthousiast over.
Naar mijn mening lijkt Seeker in geen één opzicht op THG of GOT, dit zeg ik niet om lullig te doen maar ik snap de vergelijking gewoon niet. Het hele boek door heb ik het idee gehad dat er hoofdstukken of bladzijdes misten, de vragen die bij mij opkwamen tijdens het lezen worden namelijk niet beantwoord. De belangrijkste vraag die ik had: “Wat is een Seeker?” wordt in de 384 pagina’s nooit volledig uitgelegd, wat mij best frustreerde. Ook het feit dat je nooit 100% weet in welk jaartal ze leven irriteerde me mateloos. De ene keer lijken ze op een middeleeuwse boerderij te wonen en de andere keer lijken ze zich te begeven in een futuristisch Hong Kong? Het verhaal van de athame en de reden waarom het karakter John hem zo graag wilde hebben vond ik daarentegen best interessant. Alleen de manier waarop hij het wilt bemachtigen is best rigoureus, terwijl hij zegt absoluut niemand pijn te willen doen, zet hij mannen in om mensen vast te binden en komt met groot geschud aanzetten.
Al met al was dit geen boek voor mij. De schrijfstijl sprak me niet aan, de karakters frustreerde me en na Seeker te hebben gelezen heb ik té veel onbeantwoorde vragen. | 0neg
|
De Don is een zeer ongeloofwaardige autobiografie over Don Schothorst. Een brei van gebeurtenissen waar geen enkele tijdsaanduiding bij gegeven wordt en uiteindelijk een gevoel van walging opwekt.
Naar eigen zeggen is Don een zeer succesvolle self made reclameman.
Gevoed door een enorme bewijsdrang tegenover zijn vader begint hij een carrière in de reclamewereld van voor het internet- en social media tijdperk.
Hij is succesvoller dan verwacht en komt in een wereld terecht waar drank en drugs de gewoonste zaak van de wereld zijn en hij heeft daarnaast mede door zijn minderwaardigheidscomplex ook nog een heftige sexverslaving.
De combinatie van goede zakenman zijn en zoveel verslavingen hebben kan natuurlijk niet goed gaan en betekenen meermaals zijn ondergang. Helaas niet alleen voor zichzelf maar ook voor zijn kinderen die voor hun leven beschadigd raken door het gedrag van hun vader.
Toch krabbelt hij steeds weer op en door zijn grote zakelijke inzicht (of zeer goed personeel) stampt hij steeds weer een nieuw succesvol bedrijf uit grond. Of de keuze van bedrijfstak daarbij nu altijd zo logisch en verstandig is valt te betwijfelen. 100% genezen van een verslaving doe je immers uiteindelijk nooit.
De high society gebruikt het woord junk niet en ze laten in dit boek zien dat geld inderdaad niet gelukkig maakt maar dat met datzelfde geld gelukkig wel een discrete afkickbehandeling betaald kan worden. | 0neg
|
Zoals zo veel boeken in de sociale media verschijnen en besproken worden, was dit bij 'De teruggekeerden' van Jason Mott ook zo. Een boek met een intrigerend onderwerp. Ik was benieuwd.
Het boek is vlot te lezen. Interessant onderwerp. Maar daar houdt het voor mij op. Ik was teleurgesteld toen ik het las. Het bleek niet wat ik er van verwacht had. Ik kan me dan natuurlijk niet houden, en lees toch het boek volledig uit. Je weet nooit of het keert, of het uiteindelijk toch nog voor een verrassing zorgt, maar dat was niet het geval voor dit boek.
De inhoud sprak mij enorm aan, maar uiteindelijk bleek het boek niet mijn ding te zijn. Te weinig antwoorden, te weinig verhaal, te weinig spanning.
Gelukkig dat 'smaken en kleuren' verschillen ;-) | 0neg
|
Ik vond het een miskoop. Jip en Janneke van Annie M.G.Schmidt is spannender.
Verdient niet de kwalificatie: thriller. | 0neg
|
De grote Joseph.
Er is zo langzamerhand geen straat meer in Nederland of er woont wel een schrijver. Iedereen die op de Middelbare school een redelijk opstel schreef voelt zich geroepen om een boek te schrijven. Het Is dan ook geenszins vanzelfsprekend dat een goede journalist ook een goed schrijver zou zijn en het is de vraag of het Anneloes Timmerije is gelukt met haar boek “De grote Joseph”. Aanvankelijk bestaat de indruk dat zij met haar korte en vaak hortende zinnen een complete chaos heeft geschapen. Maar even later blijkt dat zij erin is geslaagd om een geheel eigen stijl te ontwikkelen hetgeen volgens velen, sinds W.F. Hermans, nog geen enkele Nederlandse auteur is gelukt. Een volslagen verrassing. Vaak is er sprake van inventief taalgebruik. In het verhaal wordt een zoektocht ondernomen naar een plotseling verdwenen moeder die naar later blijkt een aantal dubieuze ontmoetingen heeft gehad op parkeerplaatsen langs autosnelwegen. Ook naar de jeugd van de moeder en haar broer Joseph wordt in verschillende Franse dorpen uitgebreid onderzoek gedaan. Joseph verblijft in een verpleeghuis en uit zich maar zelden in verstaanbare woorden. Naast het zoeken naar de familiegeheimen houd de ik figuur zich bezig met het zoeken naar bijzondere en in onbruik geraakte woorden in de Nederlandse taal. Heel treffend is het woord “schrijfjeukte”. Het wordt als volgt omschreven:”De schrijfjeukte, een der vele ziekteverschijnselen van de grootheidswaan, woedt sinds mensenheugenis in ons gezegend vaderlandje, en breidt zich,als aanstekende ziekte, naar alle kanten uit”. De vraag rijst in hoeverre Anneloes Timmereije is aangestoken door het schrijfjeukte virus .In het verdere verloop van het verhaal verliest de schrijfster zich maar al te vaak in beschrijvingen van alledaagse gebeurtenissen. De belevenissen van de Franse dorpelingen tijdens de tweede wereldoorlog zijn min of meer verdwaald in het boek. De aanvankelijk hoog gespannen verwachtingen worden, jammer genoeg, niet waar gemaakt.
Lodewijk Lasschuijt.
Titel: De grote Joseph, auteur: Anneloes Timmerije, uitgever: Augustus,ISBN:9789045704142. | 0neg
|
Ik ben tot bladzijde 77 gekomen. Loesje vindt het toch leuker bij Shaffy Chantant. En verlaat Jan. H zorgt wel/niet voor zijn naamloze kinderen. Ik vermoed dat het zo doorgaat. Oh oh wat erg. Oh oh wat leuk enz. enz. Ik vind het niet meer boeiend. Te veel dynamiek en te weinig diepgang. Voor mij. | 0neg
|
Een Vlaams schrijversduo dit keer, Willy Bogaerts en zoon Steven, beiden Leuvenaars en werkzaam in de bankwereld en dat is meteen de plaats en de context waar dit verhaal zich afspeelt.
Van in het begin wordt de toon gezet, de schrijvers beginnen dadelijk met enkele verschillende situaties en de lezer weet dat hij of zij veel moeite zal moeten doen om bij te blijven. Ik zal er dan maar meteen bij vertellen dat ik daar niet in geslaagd ben. Het verhaal spoort niet aan om verder te lezen, het grijpt je helemaal niet. Ik heb het uitgelezen maar het heeft niet veel gescheeld.
Met elk hoofdstuk komen er verhaallijnen en personages bij, ook het aantal doden stijgt regelmatig. Op den duur zie je het bos door de bomen echt niet meer, de wirwar is té groot. Er zijn ook twee verschillende onderzoekslijnen. We volgen voornamelijk de eigengereide kolonel Benson, mysterieuze figuur ook, die het grootste deel van het onderzoek op zich neemt. Van in het begin wordt gesuggereerd dat hijzelf misschien ook niet helemaal pluis is. Daarnaast is er dan de politie die een poging doet om de moorden op te lossen, twee rechercheurs, eentje verdwijnt dan ineens, de andere doet zijn best maar wordt dan op het eind van het boek enigszins vergeten. Rare situaties. Gedurende heel het boek worden er zo nu en dan oplossingen aangebracht. Maar aan het einde had ik nog niet het idee dat ik nu wist hoe het allemaal in elkaar stak. Vele dingen worden aangehaald en later niet meer opgepikt. Het kluwen blijft een kluwen.
Ook de personages zijn niet overtuigend, hun karakters worden niet consequent beschreven, het klopte niet.
En dan is er daar nog de cover van het boek. Zo lelijk heb ik het nog niet vaak gezien. De relatie met de inhoud van het boek is trouwens ver te zoeken, om niet te zeggen niet te vinden.
Om toch met een positieve noot te eindigen, vader en zoon Bogaerts hebben wel een goede schrijfstijl, daarvoor moet je het boek niet laten. | 0neg
|
Het auteursduo Marianne en Theo Hoogstraaten schreef al menig boek, maar werd toch vooral bekend met hedendaagse thrillers waar historische elementen in voorkomen. Met Wat niemand weten mocht slaan ze een nieuwe weg in. Hoewel het boek is uitgegeven door De Crime Compagnie en er enige doodslag in valt te betreuren, is het in principe een historische feelgoodroman. Jammer genoeg zit dit nieuwe genre de auteurs nog niet goed in de vingers. Ze komen een heel eind, maar uiteindelijk blijkt het verhaal toch te mager om als volwaardige historische roman te kunnen tellen.
In Wat niemand weten mocht begeven we ons naar het hart van de middeleeuwen. In 1013 vlucht de 15-jarige Dagna met haar adellijke familie en de verweduwde koningin Emma van Engeland naar Normandië om uit handen te blijven van de roemruchte Vikingkoning Sven Gaffelbaard. Vijf jaar later spoelt ze aan op een strand, zonder zich te herinneren wat er is gebeurd. Wel ontmoet ze dan Enar van Hauteville, de jonge bastaardzoon van een Normandische graaf die het slachtoffer is van muiterij op zijn schip. Samen trekken ze verder en raken verzeild in de Slag bij Vlaardingen (dit jaar precies duizend jaar geleden). Terwijl Dagna langzaam maar zeker haar herinneringen terugkrijgt, voeren haar wegen en die van Enar terug naar het Engelse hof. Daar is Emma opnieuw koningin geworden, ditmaal naast koning Knut, de zoon van Gaffelbaard. Dagna stuit echter op geheimen die bij onthulling veel zullen veranderen in de dan bestaande verhoudingen.
Dagna blijkt een aantrekkelijke en stoere heldin die de lezer voor zich inneemt. Zij en Enar zijn fictieve personages, maar ze begeven zich grotendeels in de historische realiteit. Deze wordt geloofwaardig en levendig neergezet, maar blijft oppervlakkig. Een belangrijk onderwerp in het boek is de gecompliceerde maatschappelijke positie van bastaardkinderen van hooggeplaatste personen; een interessante insteek die niet vaak voorkomt. De auteurs gaan er echter niet zo diep op in en geven alleen informatie die nodig is voor het verhaal. Daardoor blijft het beeld dat wordt geschetst beperkt en wordt niet helemaal duidelijk waarom de positie van bastaardkinderen zo ambivalent was.
Vaak is het een goed idee om infodump in een verhaal te vermijden, maar te karige achtergronden zijn ook niet de bedoeling. Deze auteurs houden het graag eenvoudig, overzichtelijk en strak, zodat het boek en de bijbehorende geschiedenis goed leesbaar blijft voor een breed publiek. Daar valt veel voor te zeggen, maar dit verhaal verliest aan zeggingskracht door het gebrek aan context en zakt gedurende het twee deel van het boek in.
Dat komt echter ook doordat het verhaal maar weinig om het lijf blijkt te hebben. Het begint sterk met spannende scènes die de zaken gelijk op scherp zetten en een tijdlang gebeurt er van alles. Eenmaal terug op het Engelse hof is het echter gedaan met de spanning en de actie. Het draait dan nog vooral om de onthulling van een geheim, wat tot vervelens toe wordt uitgesponnen. Steeds weer wordt er de nodige opwinding gecreëerd over wat die onthulling wel niet tot stand zal brengen, maar wordt de lezer in het ongewisse gelaten. Niettemin kan deze grotendeels raden hoe de vork in de steel zit, met haast onvermijdelijk een anticlimax tot gevolg. En dat wordt alleen nog aangevuld met een wel heel standaard romantisch verhaaltje over een hooggeboren middeleeuwse dame.
Daarmee blijkt Wat niemand weten mocht ondanks het veelbelovende begin van het model nachtkaars. Niettemin wekken Marianne en Theo Hoogstraaten sterk de indruk beter te kunnen. Daartoe hoeven ze alleen maar wat zelfopgelegde beperkingen te laten varen. | 0neg
|
Een seriemoordenaar heeft een bijzondere manier bedacht om zijn slachtoffers aan elkaar te linken: bij elke dode die gevonden wordt, ligt een speelkaart die een aanwijzing geeft wie de volgende gaat worden. De moordenaar zoekt nog meer de publiciteit op door een boek van professor Dylan Reinhart over crimineel gedrag naar een misdaadjournalist te sturen.
Deze daad zorgt ervoor dat rechercheur Elizabeth Needham de professor betrekt in het onderzoek. Wellicht dat hij inzichten heeft over het gedrag en de motieven van de moordenaar? Veel tijd om erover na te denken is er niet, want de moordenaar zit ook niet stil. Terwijl ze van lichaam naar lichaam vliegen, doet Dylan zijn uiterste best om een bijdrage te leveren aan het onderzoek.
Moordspel is het zoveelste boek dat James Patterson samen met een co-auteur schrijft. Of eigenlijk is de werkwijze dat Patterson een plot verzint en dat door een co-auteur, in dit geval Howard Roughan, laat uitwerken. En dat in de stijl van Patterson: snelle actie, korte hoofdstukken en overbodige details weglaten. “I’ve taken the fat out of commercial novels” noemt hij dat in een interview. Gezien zijn succes als bestsellerauteur zal hij gelijk hebben, maar de indruk bij zijn boeken blijft dat er zoveel meer van te maken valt.
Zo ook in Moordspel, waarbij het lijkt dat Roughan wat dialogen en lopende zinnen heeft toegevoegd aan de opzet van Patterson in plaats van er een boek van te maken. Op het eind komen diverse verklaringen voor de voorgaande gebeurtenissen compleet uit de lucht vallen. Zo heeft Patterson bijvoorbeeld bedacht dat een paar betrokken mensen elkaar nog van vroeger kenden. Dat is op zich prima, maar als er voor dat gegeven in de aanloop naar de verklaring nergens aanwijzingen voor worden gegeven, dan slaat de onthulling als een tang op een varken.
Patterson en Roughan maken zich het er wel makkelijk van af in Moordspel. Hebben ze een manier nodig om wat vaart te zetten in het onderzoek zonder dat er tijd aan wordt besteed? Dan verzinnen ze een superhacker die in alle systemen kan komen en alles met elkaar kan verbinden zodat de oplossing binnen no-time op een presenteerblaadje ligt. En de politie kan door met de actie, want daar gaat het toch voornamelijk om.
Vet wegsnijden, noemt Patterson het. Maar in zijn enthousiasme worden er ook hele hompen vlees verwijderd, zodat er eigenlijk een kaal karkas overblijft. De doelgroep van Patterson smult ervan. | 0neg
|
...
Wat ik vooral miste bij dit boek was een toch wel noodzakelijke klik met de personages. Die kwam jammer genoeg niet waardoor het boek me op enkele vermakelijke scènes na niet echt kon raken. Het bleef de hele tijd vrij oppervlakkig aanvoelen en soms ging ik me zelfs een beetje ergeren. Bijvoorbeeld aan de brute benaderingen van Maggie die soms vrij tactloos zijn. Of sommige vrijscènes die vrij afstandelijk overkwamen. Alsof een toeschouwer verslag uitbracht.
Andere zaken bevielen me dan weer wel. Zo vond ik het mooi dat de quotes waarmee een nieuw hoofdstuk werd ingeleid vaak mooi bij die passage leek te passen. Ook de fragmenten over boeken én lezen vond ik als boekenworm heel aangenaam. Zelfs de zoektocht naar Cal’s volledige naam was in het begin grappig. Blijkbaar zijn er echter héél veel mogelijkheden waardoor het na een tijdje weer minder grappig werd. | 0neg
|
veel verwacht van dit boek maar of het echt is waargemaakt? Het leest prettig maar het verhaal vindt ik over de top en moet echt met een korrel zout worden genomen. Niet echt spannend, op het eind een beetje. Lerares gaat wel erg ver voor een leerling. Leuk boek voor tussendoor maar geen hoogvlieger. | 0neg
|
Lucie Whitehouse (1975) gaf zich over aan haar liefde voor talen door klassieke talen te gaan studeren in Oxford. Haar eerste beroep was dat van literair agent, waarna ze naar Londen verhuisde. Daar stortte ze zich voltijds op het schijven. Het huis bij nacht was haar debuut. In dezelfde traditie als haar eerste boek brengt ze nu Onder de huid uit.
Kate, een vlotte jonge vrouw uit het hippe Londen, heeft een intense relatie achter de rug met Richard. De relatie liep uit de hand, waardoor Kate vluchtte en onderdook op het afgelegen Isle of Wight. Ze is eenzaam op het eiland en voelt een verbondenheid met de enigmatische Alice. Alice verdwijnt echter kort na de aankomst van Kate op het Isle of Wight. Kate moet zich als buitenstaander handhaven in de gesloten gemeenschap. Ze knoopt moeizame contacten aan met Sally, een jeugdvriendin van Alice, en Peter, Alices echtgenoot. Alsof dat nog niet alles is, moet ze uit de handen van Richard zien te blijven, die haar bedreigt per e-mail.
De schrijfstijl van Lucie Whitehouse doet veel denken aan de typische stijl die gehanteerd wordt bij chicklit. Er wordt veel aandacht besteed aan de beschrijving van stemmingen en emoties. Deze worden echter maar uitgewerkt tot op een bepaald niveau. Haar hoofdpersonage is bijgevolg een volwassen vrouw van in de 30 met een zeer oppervlakkig emotioneel leven. De elementen die de auteur gebruikt om een extra laag van complexiteit toe te voegen aan het verhaal volstaan niet. Ze komen eerder ongeloofwaardig over. Een voorbeeld daarvan is de laattijdige ontdekking van Kate dat Richard beantwoordt aan het profiel van een psychopaat. Daarnaast blijft het verhaal met enkele losse draden zitten, terwijl de herhalingen van Kates gemoedstoestand eindeloos zijn.
Het is niet correct om het boek te plaatsen in het genre van de literaire thriller. De stijl van het boek leunt eerder aan bij romantische fictie. Liefhebbers van dit laatste genre zullen het boek wel kunnen waarderen. | 0neg
|
In Catch 22 volgen we Yossarian, piloot bij de Amerikaanse luchtmacht, die tijdens W.O. II op een eilandje in de Middellandse Zee gekazerneerd is. Van hieruit moet hij met zijn squadron vijandelijke doelwitten bombarderen .
Het hele verhaal draait erom dat zijn oversten het aantal vluchten dat nodig is om naar huis te mogen gaan, voortdurend opvoeren. Yossarian wordt er gek van zijn leven telkens weer op het spel te moeten zetten, terwijl hij eigenlijk al lang ongedeerd naar huis had kunnen gaan. Hij besluit dus om zich echt gek te laten verklaren omdat hij vindt dat je goed gek moet zijn om nog langer vluchten uit te voeren. De legerartsen vinden dan weer dat het feit dat hij zo snugger is om zich gek te laten verklaren net bewijst dat hij het niet is (want volgens zijn eigen logica zijn zij die wel blijven vliegen dus eigenlijk diegenen die gek zijn). Dus moet Yossarian vluchten blijven uitvoeren. Zo zit het boek barstensvol van tegenstellingen en onmogelijkheden: catches 22. Na het verschijnen van dit boek werd ‘een catch 22’ immers de algemeen gangbare term voor ‘een algemene situatie waarin een individu twee acties dient te verwezenlijken die wederzijds afhankelijk zijn van de andere actie, welke als eerste dient te zijn voltooid’ (Wikipedia). Mooi is ook hoe Heller de draak steekt met de leidinggevenden in het leger (en bij uitbreiding in elke organisatie). Het wemelt in het boek van superieuren (die veilig aan de grond blijven). Zij zijn slechts met één zaak bezig: opklimmen op de hiërarchische ladder. En dit terwijl de ‘gewone piotten’ het slagveld worden opgestuurd.
Natuurlijk is Catch 22 een cultboek. Toch was het voor mij geen page turner. Ook al blijkt na enkele pagina’s dat Heller een komisch effect beoogt door een zeer ernstig onderwerp heel luchtig te benaderen, toch ervaar ik dat dit moeilijk 475 pagina’s lang vol te houden is. Het vergt dus wat geduld je erdoor te wurmen, maar dit wordt beloond met een pakkend einde.
Uiteraard was dit boek in zijn tijd een revelatie in boekenland. Heller braakt bij monde van hoofdrolspeler Yossarian en de talrijke nevenpersonages niets dan onzin. Op zich onderstreept dit uiteraard het zinloze van een oorlog. Als lezer heb je verder het gevoel voortdurend cirkeltjes te draaien en dat is nu net wat Yossarian ook doet: hij moet vluchten blijven vliegen terwijl hij maar één ding wil: naar huis gaan (en als lezer wil je op den duur ook maar één iets: dat het boek uit is.) Als klassieker is dit wellicht een must op je leeslijst, maar dan wel een waar je wat moeite moet voor doen. | 0neg
|
Ginny Moon is een autistisch meisje van 14 jaar die inmiddels bij haar derde adoptiegezin woont. Haar adoptiemoeder is hoogzwanger, maar door Ginny’s overgevoeligheid voor harde geluiden en haar reacties hierop vrezen naar adoptieouders voor het welzijn en de veiligheid van de toekomstige baby, dit zorgt voor wrijving in huis en Ginny kan zich moeilijk aanpassen. Zij verlangt terug naar haar moeder Gloria en haar babypop die ze noodgedwongen achter moest laten toen ze 5 jaar geleden door de politie uit huis werd gehaald, en kan de gedachten dat niemand voor haar zorgt niet verkroppen en probeert met man en macht terug te kunnen naar haar biologische moeder.
Ik vond dit boek een beetje vervelend en het gaat heel veel over hetzelfde. Ginny zeurt het hele boek door over haar babypop. Dit gaat tot vermoeiends toe door, hierdoor heb ik het boek meermalen willen wegleggen. Veel herhalingen van hetzelfde, gewoonweg jammer. Misschien is dit boek aantrekkelijker voor mensen die ervaring hebben met kinderen die autistisch zijn en kunnen zij zich beter inleven. Zonder iets weg te geven vond ik het losse eindje van een bepaald persoon ook totaal niet passen. Niks voor mij. Helaas. | 0neg
|
Michael Crichton schreef in z’n leven vele duizenden pagina’s vol met meeslepend drama en filmische spanning. Een bestellerauteur pur sang, gefascineerd door de wondere wereld van (bedrijfs)politiek, technologie en wetenschap. Na zijn overlijden in 2008 ontdekte men twee manuscripten in zijn bureaulade: een matig, maar compleet piratenavontuur (Piraten, 2009) en een derde van een technothriller over microscopisch kleine mensen die proberen te overleven in het van insecten vergeven grote, boze regenwoud van Hawaï. Richard Preston, broer van de ook in Nederland zeer populaire Douglas, mocht zich buigen over de vele aantekeningen die de altijd goed geïnformeerde Crichton bij het onvoltooide manuscript had gevoegd. Hij maakte er een rond verhaal van. Het trieste resultaat heet Micro.
Het uitgangspunt van het boek dat Crichton waarschijnlijk voor ogen had, is veelbelovend. De wetenschap is zover dat ze mensen en machines tot enkele millimeters kunnen verkleinen. Dit maakt talloze revoluties mogelijk op medisch en militair gebied. Maar het biedt ook een uitgelezen kans om nader kennis te maken met de rijke insectenwereld, een ecosysteem waarvan - volgens het onvoltooide voorwoord van Crichton - de mens nog steeds enorm veel kan leren. Het spijt hem dat we het contact met de natuur zijn verloren, juist op een moment dat het van het grootste belang is deze te beschermen.
Micro gaat mank op het verhaal dat uiteindelijk rondom die verkleiningstechnologie is bedacht. Of dat op het conto van Crichton of Preston moet worden geschreven, is onduidelijk. Het is Crichton vaak verweten dat zijn fantasie en feitenkennis de aandacht voor voldoende geloofwaardige verhaallijnen en personages in de verdrukking bracht, maar deze recensent stoorde zich er in Micro pas voor het eerst vrijwel ononderbroken aan. Waarom haalt de megalomane baas van verkleiningslab Nanigen Micro Technologies zeven veelbelovende biologiestudenten naar Hawaï als hij vervolgens weer zo snel mogelijk van ze af wil? En hoe precies goed komt het de auteurs uit dat hij dit doet door ze verkleind en wel het Hawaïaanse regenwoud in te sturen? Want daar draait het boek uiteindelijk om: de strijd die de micromens moet aangaan met de geavanceerde gevechtstechnieken van spinnen, wespen, duizendpoten en mieren. Een bij vlagen zeer boeiende strijd, dat moet gezegd, hoewel de lezer er geen traan om zal laten dat de meeste personages er het leven bij laten. Daarvoor bestaan ze voor een te groot deel uit bordkarton.
Deze laatste Crichton is als een gekunstelde biologieles. Niets mis met de kennis van de leraar, wel met de manier waarop hij dit denkt over te moeten brengen. Micro is slecht geschreven (en matig vertaald), op het infantiele af soms, en zit vol met onnodige herhaling, overbodige uitleg, onlogische dialogen en vooropgezette passages die op onnatuurlijke wijze zijn ingevoegd, puur en alleen omdat de lezer iets moet weten. Wonderlijk ook dat de zeven zojuist geminimaliseerde doctoraalstudenten geen spoor van angst (of voor mijn part fascinatie) tonen terwijl ze omgeven zijn door talloze vervaarlijk uitziende joekels van insecten. In plaats daarvan beginnen ze met biowetenschappelijk verantwoord gefilosofeer over de onbarmhartigheid van Moeder Natuur en ‘dat we nog o zo weinig weten van de insectenwereld’. De film wordt vast beter. Als Preston zich maar niet met het script bemoeit. | 0neg
|
Abraham Peper is wetenschapper. Hij publiceert over zijn onderzoek naar de gewenning van het lichaam aan medicijnen. Het duister van de nacht is zijn literaire debuut.
Willem Friend is privé-detective die zijn centen vooral verdient met eenvoudige opdrachten zoals het schaduwen van overspelige echtgenoten. Op een dag krijgt hij bezoek van de bloedmooie Selma Valento. Valento stamt uit een superrijke Italiaanse familie en vraagt Friends hulp omdat er een dode man in haar huis ligt. Al gauw blijkt dat de moord op de man niet echt is maar nagespeeld door enkele acteurs. Toch laat de hulpkreet van Selma Willem Friend niet los. Hij raakt verwikkeld in een ingewikkelde kluwen van een mysterieus familiedrama. Niets is wat het lijkt en al snel worden er echte moorden gepleegd. Van de daders ontbreekt echter elk spoor en al snel wordt Friend zelf als een mogelijke verdachte beschouwd. Te laat beseft Friend dat hij zelf een acteur is geworden in een subliem opgezet toneelstuk dat als dekmantel dient voor een internationale drugshandel met wortels tot in Turijn en Antwerpen. Aan hem de opdracht om het waarom hiervan te ontrafelen en de daders op te pakken, wil hij er zelf ongeschonden vanaf komen.
Het eerste wat me opviel aan dit verhaal wat de setting van het gebeuren. In het boek wordt er nog met guldens betaald, duiken er actuele dossiers op over Joop den Uyl. Ik heb als lezer dan ook getwijfeld of het hier om een nieuw boek ging dan wel om een heruitgave. Ook qua stijl blijft Peper hangen in dezelfde oubollige clichés. Een vervallen kantoor van de privé-detective, opzichtig geklede hoertjes, Italiaanse malafide figuren, mooie vrouwen, een tipgever die bij een krant werkt
De originaliteit van zijn personages is ver te zoeken.
Het plot van het boek is dan ook nog eens zo ingewikkeld dat je als lezer bijna verplicht bent een stamboom van de personages bij te houden om het spoor niet te verliezen. Dit alles maakt het verhaal saai, stroef om te lezen en wel erg oppervlakkig. Ik heb de indruk dat Peper ontzettend lang over het boek gedaan heeft om het te schrijven en uiteindelijk gepubliceerd te krijgen. Ik kon me tijdens het lezen niet van de indruk ontdoen dat de auteur reeds in de jaren 80 gestart is met het schrijven van het boek en dat hij na verloop van tijd amper zelf nog wist wie welk personage was en hoe het moest evolueren in het verhaal. Erg jammer allemaal. Hopelijk kan de auteur leren van zijn beginnersfouten want het boek kan echt niet wedijveren met de huidige kwaliteit die andere Nederlandse auteurs op dit moment op de markt brengen. | 0neg
|
Ruler Marsh, de hoofdpersoon heeft zich opgewerkt tot de machtigste man ter wereld, met als enig motief om op een gegeven moment het hele (kapitalistische) systeem in elkaar te laten storten. Op het moment dat hij te horen krijgt dat hij ongeneeslijk ziek is, is het moment daar. "Verkopen, verkopen, verkopen!", meldt hij. En de eerste dominostenen beginnen om te vallen. Dat is echter niet het enige dat gebeurt, hij wordt ook 'geroepen' en geeft daar gevolg aan. Hij heeft geen idee wie hem roept of waarheen, maar hij belandt in een vliegtuig richting Brussel. Via een studente filosofie, die worstelt met Heidegger's Sein und Zeit en bijklust als hoer om haar studie te bekostigen, belandt Marsh in Wallem. Wallem is een dorpje in de Kempen, waar de jaarlijkse vliegshow net voorbij is en dus weer plaats genoeg is in het hotel Het Paradijs. Daar verblijft Ruler enige dagen. Het is toevalligerwijze de streek waar zijn grootvader oorspronkelijk vandaan komt.
Van iedereen die onderweg naar Wallem en in Wallem contact heeft met Ruler, krijgen we als lezer wat achtergrondinformatie en bij velen is de ontmoeting met Ruler, ondanks dat hij vrijwel nooit echt een rol daarbij speelt, een keerpunt of zelfs een eindpunt. Het boek zit zo tjokvol weinig subtiele en soms zelfs volkomen uitgekauwde, niets aan de lezer overlatende symbolen en metaforen, dat het bijna lachwekkend is. En mocht de lezer wat dreigen te ontgaan, dan wordt dat gelukkig door van den Broeck nog even heel expliciet gemeld:
Hij wist nog steeds niet dat hij tot de orde geroepen was door het Zijn. [..] Maar wat dan met de staat van verrukking waarin hij haar in haar peeskamertje had gebracht? Het was een uitnodiging geweest van de slimme, sluwe Zijn, dat ...
Om dan nog maar te zwijgen van al dat vliegen en landen. Met gewone vliegtuigen, zweefvliegtuigen, helikopters, met parachutes die niet opengaan (al dan niet gepland) in combinatie met het verhaal over de mislukte pogingen vanFrederik van Eedenop (utopische) coöperaties op te zetten. En wat te denken van die filosofische gesprekken tussen twee ex-folteraars over de beste wijze van martelen en moorden en de klap op de vuurpijl:Steve Fossett die regelmatig langs komt rennen, gekleed in zijn welbekende witte vliegeniersuniform en zelfs nog even met Ruler luncht. Het is allemaal teveel en het ligt er dan ook nog duimendik bovenop. Het is bijna knap, dat ondanks dat duimendikke teveel, het verhaal nog steeds flinterdun is; zeker als je ziet in de verantwoording van wie en wat Walter van den Broeck voor dit boek gebruik heeft gemaakt.
En dan heb ik nog niet eens verteld hoe Ruler aan zijn naam is gekomen.... | 0neg
|
Gebaseerd op de waargebeurde feiten van Marc Dutroux en zijn vrouw. Het hele verhaal wordt verteld vanuit het oogpunt en de gedachten van Odille, zoals de vrouw in dit boek heet. Naar de man wordt verwezen als M. Het is duidelijk dat M. een enorme sekslust bezat, slim, gevoelloos die zijn geld verdiende met lichtcriminele activiteiten. Hij was agressief, zijn vrouw kreeg geregeld slaag, werd vernederd. Hij gunde haar niets en ook zijn kinderen niet. Het beeld dat hieruit naar voor komt is bijna alsof ze een slachtoffer is. Terwijl ze de honden eten ging geven, wist ze dat er kinderen in de kelder zaten, maar ze had het te druk met de honden, haar kinderen en zich ziek voelen. Ze heeft de kinderen laten verhongeren. Na dit boek gelezen te hebben dat alhoewel gebaseerd op waargebeurde feiten toch nog altijd fictie is, heb ik nog altijd een gruwelijke hekel aan zowel haar man als aan haar. Ik vind het totaal fout dat ze de gevangenis heeft mogen verlaten. Ze heeft de nabestaanden van de slachtoffers nog niets betaald alhoewel ze geld had want haar moeder was best vermogend, maar haar advocaat heeft haar geld op rekening van de kinderen gezet zodat zij niets meer heeft. En een kale kip kan je niet pluimen. Lelijke truc van de advocaat. | 0neg
|
De cover is heel mooi met foto’s van Malta maar doet niet denken dat dit een thriller is, meer een reisverslag.
Het verhaal gaat over verschillende personen die hebben deelgenomen aan een meerdaagse schrijfcursus in Flevoland en waarvan verschillenden een reis gaan maken naar uiteenlopende landen. Sommigen komen elkaar tegen in enkele van die streken die ze bezoeken. Dan gebeuren er enkele moorden die Adjunct-commissaris Glormu Vitale veel kopbrekers brengt.
Het zou dus een leuke thriller zijn maar het is niet zoals we gewoon zijn van een thriller. Er komt heel veel geschiedenis, aardrijkskunde, politiek en geloof in. Nogal zwaar om te lezen als je deze materie niet gewoon bent. Wat er wel leuk aan is, is dat de schrijver mooie vergelijkingen maakt zoals: “op het moment dat ze bedenkt dat haar onbewuste blijkbaar gekozen heeft voor een zitplaats met baarmoedertrekjes” en “Geveldecoraties op muren in zachte kleuren geven met het juiste zonlicht een beetje zo een idee van marsepein”.
Geen boek om als ontspanning te lezen want je moet er erg bij zijn met je gedachten maar zeker iets voor personen die graag achtergrondinformatie hebben en graag non-fictie lezen. | 0neg
|
Zoals bij vorige recensies kan ik ook zeggen dat dit eigenlijk geen thriller is. Het boek stond in de top 3 van best verkochte boeken in mijn boekenhandel en eigenlijk zou dit boek geen podiumplaats mogen krijgen. Ik ben er aan begonnen en heb het met plezier uitgelezen: leuke roman, nieuwsgierig hoe het gaat aflopen, maar zeker niet spannend. Jammer, dit boek deed me beslissen om nooit nog een Grisham te kopen. | 0neg
|
Door alle goeie recensies, was ik enorm benieuwd naar dit boek. Maar tot mijn spijt kon het verhaal mij totaal niet boeien.
De korte inhoud sprak mij wel aan, maar ik kon hiervan niet echt iets meer terugvinden. Enkel het 1ste hoofdstukje gaf een korte verwijzing naar dit onderwerp.
Bij mij kwam dit boek langdradig en saai over. Ik had ook gebrek aan een echt samenhangend verhaal. Ik had dikwijls het idee: wat ben ik nu aan het lezen en wanneer begint het echte verhaal?
Voor mij is dit absoluut geen aanrader, niettegenstaande heel veel lovende kritieken. De vervolgdelen laat ik aan mij voorbijgaan! | 0neg
|
Nogal een plat boek. Het zijn meer karakterschetsen dan karakterbeschrijvingen. Het gevoelsleven van de vrouwen lijkt mij meer dat van meisjes van 13, erg onvolwassen dus. Toch lijken de personen die ze beschrijft zeer levensecht, je ziet ze zo rondrijden in hun fourwheeldrives. Er zal vast een film van gemaakt worden met veel soapsterren in de hoofdrol. | 0neg
|
Eerder schreef Jessie Greengrass (1982) al de verhalenbundel An Account of the Decline of the Great Auk, According to One Who Saw It. Sight is haar debuutroman en hiermee veroverde ze meteen een plaats op de shortlist van de Women’s Prize for Fiction 2018. Ze ging er uiteindelijk niet met de prijs vandoor.
Sight is een poging om door middel van analyse helderheid te verwerven. De worsteling van de anonieme hoofdpersoon om in het reine te komen met tegenstrijdige gevoelens over het krijgen van kinderen wordt gekoppeld aan historische doorbraken op het gebied van fotografie, medische wetenschap, psychoanalyse en ruimtevaart. De universele “quest for understanding” is het onderwerp.
De roman kan qua materie ruwweg in tweeën gedeeld worden. Voor elk deel hanteert Greengrass een andere schrijfstijl. De passages over de angsten en twijfels van de naamloze verteller zijn reflecterend, analyserend en vooral op het innerlijk gericht. Handelingen zijn zeldzaam; gekunstelde overpeinzingen zijn in overvloed aanwezig. Al dit zogenaamd diepzinnig gemijmer is als een trein die rondjes rijdt over dezelfde rails: het leidt nergens toe. Het pseudo-intellectuele, introspectieve gezeur van de naamloze verteller begint vermoeiend om vervolgens ronduit vervelend te worden. Het taalgebruik is al niet veel beter. Het wemelt van de beeldspraak die even hoogdravend als nietszeggend is. Toch zit er soms een ironisch pareltje tussen.
'[…] for all the picture seemed significant I could make no sense of it. My memory refused to resolve into anything concrete and the photograph remained impenetrable surface, glossy, chemically rendered and preserved.'
Dat is exact hoe het voelt om Sight te lezen! Wollige beschrijvingen volgen elkaar op zonder enige indruk achter te laten en hierna zweeft de auteur weer verder. Het leest als een middelmatig academisch essay. Denk aan oneindige zinnen gevuld met geforceerde formuleringen, vage gevolgtrekkingen en weinig originele gedachten die keer op keer herhaald worden. Hoe meer je op de steriele tekst kauwt; hoe duidelijker wordt dat het louter uit oppervlakte bestaat. De lezer blijft achter met een hol gevoel.
De fragmenten over pioniers – in disciplines die gerelateerd zijn aan (in)zicht - zijn ontdaan van de kunstgrepen die de rest van de roman zo weeïg doen smaken. Deze ontdekkingen op wetenschappelijk vlak zijn een stuk helderder verwoord. De stijl en inhoud van deze passages is aantrekkelijker dan de eigenlijke focus van Sight. Vooral de biografische stukken over Freud, zijn dochter Anna en de verstrengeling van hun professionele en persoonlijke relatie zijn interessant en relevant. Het spiegelt mooi de relatie tussen de protagonist en haar enigmatische oma, die als psychoanalytica poogt haar kleindochter de techniek van zelfanalyse bij te brengen. De emoties hieromtrent voelen authentiek; ze resoneren. Hier heeft Greengrass werkelijk iets te zeggen en brengt ze iets teweeg. Hier komt het boek tot leven.
Sight is helaas een teleurstelling. De interessante onderdelen zijn dun gezaaid en worden ondergesneeuwd door opgeblazen proza gecombineerd met beschouwingen die nauwelijks het niveau ontstijgen van veredelde navelstaarderij. | 0neg
|
De Duitse schrijfster Nikola Scott werkte als redactrice bij een uitgeverij en besloot zelf te gaan schrijven. Ze debuteerde met de roman De schaduw van mijn moeder (2018). Onlangs verscheen haar tweede roman Een zomer vol geheimen (2019), vertaald door Eefje Bosch.
Het boek bevat twee tijdlijnen die elkaar afwisselen. Het eerste speelt zich af in Engeland in de dagen voorafgaand aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De jongedames Maddy (Madeleine) en Georgiana hebben geen ouders meer en wonen op het landgoed Summerville samen met hun tante Margot. Georgiana is een half jaar in Frankrijk geweest en komt nu terug naar huis. Ze komt echter niet alleen maar heeft een zestal Londense vrienden meegenomen. Een ervan, Victor, is haar geliefde, maar hij heeft een heel eigen agenda.
De tweede verhaallijn speelt zich af in het heden en vertelt het verhaal van Chloë. Ze heeft een leventje om van te dromen. Haar man is arts en zorgt voor alles en regelt alles. Chloë hoeft helemaal niets, alleen maar thuis zitten en koken en wachten tot haar man weer thuiskomt. Nu is ze zwanger, maar blij is ze niet. Wanneer ze wordt benaderd om portretfoto’s te maken van een dame op een landgoed en ze zo haar fotografiewerk weer op kan pakken, heeft ze daar enorm veel zin in. Het wordt direct verboden door haar man en Chloë realiseert zich dat dat ze gevangen zit in een verstikkend huwelijk dat is gebaseerd op macht.
Voor deze roman heeft Nikola Scott ervoor gekozen om verschillende vormen van liefde uit te werken. Liefde die pril, mooi en oprecht is, naast de liefde voor zussen, broer en familie. Maar ook de andere kant van liefde wordt belicht, namelijk de verstikkende liefde die is ontstaan uit behoefte aan macht. Het hebben van schuldgevoel is een tweede groot thema dat royaal aan bod komt in Zomer vol geheimen.
De vraag is of Nikola Scott niet te veel in een boek heeft willen stoppen want niet alles komt even goed uit de verf. Zo blijft Aiden een vrij plat personage, worden er veel personages opgevoerd die niets toevoegen aan het verhaal en wordt er wel heel veel aan het toeval overgelaten. In het verhaal van Maddy loopt ook nog een derde verhaallijn met herinneringen aan de dood van haar vader. Het boek leest wel prettig, maar helaas klopt een aantal zinnen in het boek niet, wat het doorlezen erg verstoort. De twee verhaallijnen komen erg traag op gang en het duurt vrij lang voordat er een samenhang is te vinden tussen de gebeurtenissen en de personages eindelijk gaan leven. Gelukkig krijgt het boek wat meer body vanaf het moment dat Chloë en Madeleine elkaar ontmoeten en zij veel overeenkomsten blijken te hebben. Het contact en hun gesprekken openen bij Chloë de ogen over haar huwelijk en zorgen ervoor dat Maddy afrekent met spoken uit het verleden. De verhaallijnen in het heden en verleden sluiten af met een redelijk spannend plot waarbij een terras met een gammele balustrade een grote rol speelt, maar echt overtuigend zijn deze scènes niet.
Een zomer vol geheimen is een roman met vele vormen van liefde en waarin veel gebeurt in een vrij laag tempo. De afwisselingen tussen heden en verleden zorgen ervoor dat het interessant blijft, maar het geheel hangt te veel af van toevalligheden, wat het verhaal afzwakt. De interactie tussen Maddy en Chloë is bijzonder en het deel van Chloë waarin ze voor zichzelf kiest en uit een verstikkend huwelijk stapt is sterk. Het is een boek met verhaallijnen vol potentie, maar in een uitwerking die de verwachtingen helaas niet waarmaken. | 0neg
|
Vond het een teleurstellend boekenweekgeschenk. Warrig en van de hak op de tak springend zeker in het begin. Wilde het bijna wegleggen.
Enkele leuke gedachten zoals een tablet of e-reader met tweezijdig scherm zodat je in de trein tenminste nog kunt zien wat iemand leest en de vraag wat mensen doen met liefdesmailtjes of sms'jes. Hoe kun je die bewaren met een paarsfluwelen lint eromheen zoals vroeger? Maar echt vernieuwende gedachten zijn dit ook niet.
Het leukst om over te lezen waren zijn jeugdherinneringen zoals: voor ’t eerst in de lange broek
Wat ik bijzonder irritant vond, was de Literagenda met handgeschreven notities boven aan de bladzijdes, leidde me steeds af. | 0neg
|
Het boek is als de Middellandse Zee, het gaat rustig, zonder spanning, naar het einde toe.
Alles wordt uitgebreid uitgelegd, Simpel woordgebruik, zeker niet spannend of origineel en creatief. Het idee is niet gek, maar je weet vanaf het begin al waar de vermiste zich bevindt. Jammer, van de gekapte bomen. | 0neg
|
http://iboek.weebly.com/recensies/ijstijd-maartje-wortel
IJstijd is de tweede roman van Maartje Wortel. Hopelijk kan ze wortel schieten in het schrijverslandschap, want een vlotte pen heeft ze wel. Dat ze nog moet doorgroeien, is evenzeer een feit. Zo stoorde ik me eraan dat de auteur de gemeenplaatsen en oneliners iets te kwistig in het rond strooit, al dan niet bij monde van de vader van het hoofdpersonage. Dat de lezer in een roman zeker ook op zoek is naar wat levenswijsheid, betekent daarom nog niet dat je deze om de tien zinnen naar het hoofd geslingerd moet krijgen. Verder hangt het verhaal me net iets te veel met faits divers en clichés aan elkaar. Pas in het tweede deel krijgt de roman voldoende body en samenhang. Ten slotte bleef ik me er als lezer de hele lectuur te zeer van bewust dat een vrouwelijke auteur haar verhaal brengt vanuit het vertelstandpunt van een mannelijk hoofdpersonage. Of dit aan mij ligt of de auteur, laat ik in het midden …
In IJstijd is hoofdpersoon James Dillard volop aan het ‘afkicken’ van zijn zopas stukgelopen relatie met Marie, wanneer hij telefonisch benaderd wordt door Monica. Als redacteur van een literaire uitgeverij nodigt ze hem uit zijn verhaal te doen. Deze vraag schudt hem wakker uit een zekere lethargie en geeft zijn leven weer enige zin: hij kan weer iemand worden. Net zoals Marie hem gelukkig maakte omdat zij iets van hem vroeg (ze wilde met hem op een Zweeds eiland wonen), kan James de draad terug oppikken omdat Monica hem nu iets vraagt. Misschien is het sleutelzinnetje in deze roman daarom ook wel “Je wordt gelukkig als er iemand is die iets van je wil.” (p. 187). Laat dit nu nog de onliner zijn die niet van de pot gerukt is en richting geeft aan de roman (en de lezer). IJstijd kon mij niet altijd bij de les houden en mist mijns inziens nog te veel bindmiddel om als een solide roman uit te pakken. Anderzijds toch te volgen, die Maartje Wortel. | 0neg
|
Dit is niet het eerste boek van John Sandford dat ik gelezen heb. Wel het eerste boek waarin Lucas Davenport niet de hoofdpersoon is. En laat ik maar meteen met de deur in huis vallen. Het is niet zijn beste boek. Mijn ervaring met Sandford is dat zijn boeken écht spannend zijn. En tevens een hoog tempo hebben. Daar is in dit boek geen sprake van. Natuurlijk heeft dit boek ook wel momenten dat de spanning om de hoek komt kijken, maar deze momenten zijn minimaal. Waar het in dit boek vooral om draait, zijn de politieke steekspelletjes en de moorden die hier het gevolg van zijn. Omdat de verhaallijn in het boek nogal verwarrend is, is het noodzaak om de aandacht vast te blijven houden. En dat laatste valt niet altijd mee. Voor mij was dit boek een teleurstellende ervaring. | 0neg
|
We zijn alweer beland bij het laatste deel van Cia's avontuur in Tosu City. De strijd om een eind te maken aan de test gaat verwoed verder. Het Examen is de afsluiter van de ‘De Test’-trilogie, en het vervolg op De Test en De Studie.
Opvallend is dat het derde deel gelijk vanaf het begin een heel chaotisch boek is, veel verwarrender dan deel een en twee. In dit boek staat de opstand (waar we in het tweede boek al een beetje informatie over hebben gekregen) centraal. Die hele opstand is alleen enorm verwarrend, omdat er meerdere partijen zijn, die weer met allerlei mensen samenwerken in het geheim, en dan is er ook nog een nepopstand (of toch niet?). Op sommige momenten is er geen touw meer aan vast te knopen. Vervelend is ook dat je weinig inzicht krijgt in de 'opstandgroepen'. Zo wordt een deel van de opstand geleid door ene Renata, waarvan de naam steeds genoemd wordt, maar die nooit in levenden lijve in het boek verschijnt.
De schrijfstijl van het derde boek is ook erg vervelend. Cia is in dit boek enorm aan het scenariodenken (‘wat als...’). Je leest veel van haar gedachten, maar die zijn helemaal niet concreet. Dit is storend, want veel van haar denken is helemaal niet relevant, en dus ook niet van toegevoegde waarde voor het verhaal.
Wellicht wordt de schrijfstijl extra benadrukt door het gebrek aan gebeurtenissen. Het boek gaat wat langzaam. Daarnaast is het ook totaal niet origineel, cliché misschien zelfs: deel drie wordt een opstand. Deel een en twee hadden nog iets eigens, maar het derde deel is echt dertien in een dozijn.
Het boek is daarnaast ook erg ongeloofwaardig: Cia wordt door de president gevraagd om de boel als het ware te redden, in haar eentje. Hoe geloofwaardig is het als een president een 17-jarige nodig heeft om haar taken uit te voeren, omdat écht niemand anders dat kan? Het is natuurlijk fictie, maar het verhaal wordt niet overtuigend gebracht. Ook de clou van de test wordt in de laatste pagina's duidelijk, en die is erg kort door de bocht. Ook hier ontbreekt de geloofwaardigheid.
Hebben we dan niks positiefs over Het examen te zeggen? De fijne spanning die in boek een en twee te vinden was, komt in deel drie weer terug, hoewel: ook niet in het hele verhaal, voornamelijk in het begin. Toch is het niet onmogelijk om er doorheen te komen. Als je deel een en twee hebt gelezen, ben je natuurlijk automatisch benieuwd naar deel drie. Het is logisch dat je het verhaal wilt afronden. Maar Het examen vormt een zeer teleurstellend einde. | 0neg
|
Het is nog niet vaak voor gekomen, dat ik een geschenkboekje (boekenweek & maand van het spannende boek) interessant vond. Ik heb altijd het idee dat de schrijvers onder tijdsdruk hebben moeten schrijven en daardoor niet een meesterwerk hebben kunnen creëren.
Uiteraard is dit verhaal wel vermakelijk en is het leuk om steeds de scène vanuit een ander personage te lezen. Maar een geweldig boek van Den Tex: NEE!! | 0neg
|
bijna,
Degene waar niemand voor kwam. Beetje triest om dat over jezelf te denken, maar in het geval van William Wilson, Mentalist en Illusionist, benadert het de waarheid. De afgelopen jaren vulde hij het voorprogramma van een hele zwik cabaretiers en stand-up comedians en sinds kort zit zijn carrière helemaal in het slop. Meer dan wat schnabbels in sextenten zit er niet meer in, en meestal moet hij ter plaatse nog een assistente ronselen.
In De kogelvanger verergert de toch al penibele situatie van William. Vrienden van vroeger doen beroep op zijn vingervlugheid en vragen hem een envelopje uit de binnenzak van een politieman te halen. Ze willen daar een smak geld voor betalen en aangezien William door zijn gokverslaving bijna altijd blut is, twijfelt hij niet lang over de opdracht. Helaas is de agent nogal gehecht aan zijn envelopje en gaat hij over lijken om het terug te krijgen. William kan zich dus maar beter gedeisd houden, iets wat hem aanvankelijk prima lukt in Berlijn, later als ook daar de grond te heet wordt onder zijn voeten - in Glasgow.
De grote verdienste van Louise Welsh is dat ze de etablissementen waar William optreedt, prachtig vangt. Het publiek, de artiesten, de ruimte, de drankjes, de acts en de opgewonden sfeer
Welsh zet het zo uitgekiend neer dat je tijdens het lezen bijna tranende ogen krijgt van de sigarettenrook. Aan die sfeerzetting kan menig schrijver een puntje zuigen. De loop van het verhaal werkt Welsh minder goed uit. De kogelvanger begint bijna, maar niet helemaal, op het einde. Wat volgt is een grote flashback vanuit drie locaties: Londen, Glasgow en Berlijn. Omdat de steden elkaar afwisselen is het moeilijk om de chronologie en daarmee ook het verhaal te volgen. Bovendien is zelfs de flashback niet chronologisch, wat blijkt uit het begin, dat dus het einde is, maar niet helemaal. Inderdaad ingewikkeld en daardoor niet bevorderlijk voor de leesbaarheid.
Toch komen op de laatste paginas alle lijntjes mooi samen. Bovendien zorgt de ontknoping voor een extra dimensie: de iedereen beetnemende goochelaar is zelf beetgenomen. Helaas kan je je als lezer ook niet helemaal van dat gevoel ontdoen. Prachtig geschreven boek, maar met een warrig verhaal en een mager plot. | 0neg
|
Het is zo treurig dat in het tijdperk waarin iedereen (in de vrije wereld althans) uitstekend geëquipeerd is om de juistheid of onbetwistbaarheid van elke stelling, elke bewering zelf na te gaan, vrijwel niemand de moeite neemt om het te doen. Het kritisch vermogen ontbreekt kennelijk volkomen. Een paar muiskliks en je duikt in gedigitaliseerde archieven, bekijkt ebook versies van alle mogelijke studies, leest recensies van alle internationale dagbladen etc etc. Zelfs degenen die ervoor betaald worden, journalisten, recensenten, laten het meestal en merendeels afweten. De echt kritische lezer is een witte raaf.
Zo kan het gebeuren dat er in een boek alom internationaal geprezen wordt en zelfs de belangrijkste literaire prijs van Frankrijk wint, aantoonbare onzin wordt verteld. En dat de auteur in een zegetocht langs alle belangrijke gedrukte media gaat en in interviews poseert als iemand die nieuwe feiten uit de meest stoffige archieven heeft opgedoken. Het gaat hier om het boek ’De orde van de dag’ van de Franse auteur Eric Vuillard, in 2018 in Nederlandse vertaling verschenen. Het is een boek over de gebeurtenissen rond de Anschluss, de Duitse annexatie van Oostenrijk in 1938.
De eerste twee zinnen van het boek hadden mij al moeten waarschuwen, maar ik dacht ’Laat ik deze ene keer nu eens niet elke mug die ik tegenkom gaan ziften’. Had ik het maar wel gedaan. ’De zon is een koude ster. Haar hart, ijsnaalden.’ De zon koud? Nou ja, dat is misschien de beleving van de waarnemer. Maar ijsnaalden in de heetste plaats van ons zonnestelsel? Kleinigheden lijken het. Maar in de rest van het boek neemt de auteur nog meer, veel kwalijker, loopjes met de waarheid.
Mijn alarmbellen gingen opnieuw af toen de auteur na het eerste, toegegeven erg beeldend geschreven hoofdstuk, een zeer polemische, moralistische toon begon aan te slaan alsof hij een persoonlijke vete met enkele van de personages (allemaal allang veroordeeld en dood en begraven) had uit te vechten. Een zeer subjectieve houding die een afgewogen beschrijving van de gebeurtenissen per definitie onmogelijk maakt. Dit kan niet goed zijn, dacht ik meteen. En het was ook niet goed. De auteur vliegt in dit boek door zijn politiek-moralistische vooringenomenheid herhaaldelijk volkomen uit de bocht.
Het boek is uitgebracht als een ’recit’. Geen roman en ook geen historische studie maar ’iets’ ertussen in. Een nieuw genre dat in Frankrijk erg populair schijnt te zijn. Maar meteen ook een heel problematisch genre want hoe weet je als lezer nu of wat je leest feit of fictie is? Van de auteur komen we desgevraagd niet veel te weten. In interviews zegt hij nu eens dit dan weer dat en ontkomt zo telkens aan de schaarse kritische vragen die hem daarover gesteld worden. Hij zou maandenlang onderzoek hebben gedaan in de meeste stoffige archieven om vergeten maar veelzeggende details aan het licht te brengen, maar bronnen noemt hij niet. Hij zou maar weinig aan fictie hebben toegevoegd. Maar het boek bevat geen enkele verantwoording. Hij staaft zijn beweringen niet en dus moet de lezer zelf op onderzoek uit. Zo gezegd, zo gedaan.
De belangrijkste gebeurtenissen die Vuillard tot leven wekt, zijn:
• de ontmoeting tussen Hitler en de industriëlen in 1933
• de lunch tussen Chamberlain en co. en de Duitse ambassadeur Ribbentrop tijdens de Anschluss in 1938
• het verloop van de inval in Oostenrijk zelf.
De eerste gebeurtenis lijkt geheel overeenkomstig de overgeleverde documenten (dagboeken) beschreven te zijn. Maar de auteur kan het niet laten om in zijn (herhaaldelijk geuite) vooringenomenheid tegen de Britse upperclass (zonder bron) te vermelden dat Ribbentrop tijdens zijn verblijf in het Verenigd Koninkrijk een huis huurde van uitgerekend Chamberlain. Volgens Vuillard is dit een door de geschiedschrijvers (bewust!) genegeerd detail dat hij nu eindelijk aan het licht brengt. De auteur insinueert vervolgens dat Chamberlains slappe houding ten opzichte van de nazi’s voortkwam uit een sympathie voor of zelfs vriendschap met Ribbentrop. Vijf minuten zoekwerk en een paar muisklikken leidden mij tot de website van de Conservatieve Partij van Engeland, waar hun officiële geschiedschrijver Lord Lexden in een notitie van 2015 melding maakt van het feit dat Ribbentrop inderdaad een huis van Chamberlain huurde (zie https://www.alistairlexden.org.uk/news/alistair-lexden-reveals-dark-secret-famous-london-square). Dat klopt dus. Maar, zegt Lord Lexden erbij, dat werd Chamberlain hoogstwaarschijnlijk ingegeven door de ernstige geldnood waarin hij destijds verkeerde. Dat hij totaal geen sympathie voor Ribbentrop had, blijkt uit talrijke bronnen van getuigen waarin hij zich over de ambassadeur heeft uitgelaten. Niks geheim, opzettelijk onder het tapijt geveegd detail dus. Dat Ribbentrop zich bij de Britse bestuurdersklasse compleet onmogelijk had gemaakt, door zijn onwetendheid, blunders en onvoorstelbaar ondiplomatieke gedrag, is overal na te lezen. Waarom probeert Vuillard de lezer dan te misleiden? Het kan niet anders dan vooringenomenheid zijn: hij wil de Britse politici (die met zekerheid grote fouten hebben begaan), vertegenwoordigers van de upper class, zo zwart mogelijk afschilderen. Vuillards versie van het verhaal is onjuist en ingegeven door politiek-moralistische motieven.
In de beschrijving van de lunch tussen Ribbentrop en Chamberlain en co. doet Vuillard er nog een schepje bovenop. In een interview zegt de auteur dat het hem na herhaaldelijk herlezen van de memoires van Churchill was opgevallen dat die lunch merkwaardig lang geduurd had. Zo was hij op het idee gekomen dat dat misschien wel door Ribbentrop veroorzaakt was. Als die nu eens wist wat er in het telegram stond dat tijdens de lunch aan Chamberlain overhandigd werd, namelijk dat de Duitsers Oostenrijk hadden geannexeerd? En als de Britten nu eens niet wisten dat Ribbentrop dat wist? Dan had de laatste de lunch misschien wel expres hebben gerekt om Chamberlain de mogelijkheid te ontnemen om direct overleg te plegen met zijn kabinet om althans iets te kunnen doen tegen de Duitse oorlogsdaad. Dat zou een hilarische scene opleveren, iets waar een fictieschrijver zijn vingers bij aflikt. Maar hoe zou Ribbentrop het hebben aangepakt? Vuillard verzint dat de ambassadeur ellenlang zou hebben uitgeweid over een Amerikaanse tennisspeler van die tijd en daarmee Chamberlain tot wanhoop had gedreven. Na vertrek zouden Ribbentrop en zijn vrouw in de dienstauto hartelijk hebben nagegniffeld om hun grap.
Jammer dat er niets van klopt. Vuillard geeft in een interview toe dat hij het verhaal over de tennisspeler heeft verzonnen maar zegt niets over zijn versie van de verdere gang van zaken. In Ian Kershaws ’Hitler - Nemesis’ is (met vermelding van verschillende bronnen!) te lezen dat Chamberlain Ribbentrop meteen na ontvangst van het telegram heeft ingelicht (want Ribbentrop wist van niets!) en ter verantwoording heeft geroepen. Waarom, alweer, vertelt Vuillard onzin? Misschien is de enige reden in dit geval dat hij zijn idee van de hilarische scene perse in het boek kwijt wilde. Hier had de romancier de overhand over de geschiedschrijver. Of heeft hij zelfs de meest voordehand liggende studies (Kershaw is de meest gezaghebbende historicus op dit gebied) niet hebben geraadpleegd? Het was voor mij maar een halfuurtje werk. Zoals Vuillard toegeeft, komt dit verhaal duidelijk uit Churchills memoires. Maar de tekst van Churchill bevat een bananenschil waarover Vuillard is uitgegleden. In de alinea voorafgaand aan de tekst over de lunch spreekt Churchill over de dag van de inval, 12 maart 1938, om daarna nauwelijks merkbaar terug te keren naar de dagen ervoor. Vuillard heeft hier overheen gelezen en plaatst de lunch daardoor op 12 maart, terwijl deze in werkelijkheid op 11 maart, de dag voor de inval plaatshad zoals alle andere bronnen vermelden. Bronnen die hij dus kennelijk niet heeft ingezien terwijl het juist de belangrijkste zijn. Als je de waarheid wil vertellen tenminste en dat zegt hij in interviews ook te doen, of zijn boek nu een récit is of niet.
Dan komende we bij de scene waarin Vuillard beschrijft hoe de Duitse inval helemaal vastloopt op de slechte en modderige wegen bij de grens. Zo vast, dat zelfs Hitler, die later is vertrokken, er niet langs kan. Als oplossing laden de Duitsers de krakkemikkige tanks dan maar op een trein die ze naar Wenen vervoert zodat ze toch aan de triomfparade kunnen deelnemen. Dit bijzondere voorval, dat schijnbaar nog niet eerder verteld is, wordt door alle journalisten die over het boek schrijven, aangehaald. Maar er is helemaal geen bewijs voor! Althans, Vuillard levert het niet (geen bronvermelding) en bij Kershaw en andere, wel serieus te nemen historici is er niets over te vinden. Ja, de inname liep veel vertraging op, maar dat kwam vooral door de massaal toegelopen bewoners die de Duitsers wilden verwelkomen. Vuillard zal dit verhaal toch niet echt uit zijn duim gezogen hebben, denk je dan. Dat kan toch niet waar zijn? Maar de manier waarmee deze auteur met de waarheid omgaat, zoals hiervoor beschreven, doet het ergste vrezen. Na wat langer speurwerk kwam ik erachter dat Vuillard ook hier uit de memoires van Churchill heeft geput. Niet bepaald een obscure bron dus. Churchill vertelt niet waar hij zijn kennis vandaan heeft maar zijn verhaal wordt punt voor punt weersproken door de ooggetuige Guderian, commandant van het Duitse leger in diens herinneringen. Deze komen des te geloofwaardiger over doordat hij ook de voor de Duitsers minder positieve gebeurtenissen vermeldt en Churchill in het algemeen hoog waardeert en als belangrijke bron erkent. Zo vertelt hij bijvoorbeeld dat het Duitse leger zo slecht voorbereid waren dat hij een Duitse generaal een Baedeker reisgids van Oostenrijk moest verstrekken bij gebrek aan een fatsoenlijke kaart. Een smeuïg detail dat Vuillard gemist heeft doordat hij ook deze voordehand liggende bron kennelijk niet heeft geraadpleegd.
Uiteraard mag een auteur van alles verzinnen, zolang hij fictie schrijft en duidelijk is over zijn bedoelingen. Maar Vuillard schippert tussen feit en fictie en laat doelbewust een mist hangen over de scheidslijn tussen beide. Dat is kwalijk. Op deze manier krijgt niet alleen fake news vrij spel, maar nu dus ook fake history. En zoals ik in het begin al schreef, deze valse beschrijving van een periode uit geschiedenis (hoe belangrijk en ernstig ook) wordt bejubeld en op het schild gegeven. Met zijn boek won Vuillard de meest prestigieuze Franse literaire prijs, de Prix Goncourt. De recensies zijn bijna zonder uitzondering lovend, in Nederland, Duitsland, Groot-Brittanië en verder. The Guardian, Le Monde, Die Zeit: de recensenten slikken Vuillards verzinsels voor zoete koek en gaan er blind van uit dat de feiten in het boek waarheid zijn. We leven in vreemde, soms zelfs onvoorstelbare tijden.
Gelukkig heb ik toch een (één) witte raaf gevonden. In Le Figaro (01/12/2017) ontleedt Jean-Louis Thiériot de vooringenomen stellingname van Vuillard en maakt gehakt van een aantal van diens beweringen (andere dan die ik hier noem), als puur ingegeven door een politiek-moralistisch uitgangspunt:
„Les préjugés de l'auteur, habités de la doxa marxiste, donnent de l'histoire une vision biaisée, en tout cas partielle et partiale, très éloignée de la complexité tragique de ces années décisives.”
Vuillard haalt steeds geschiedenis en moraliteit door elkaar en verzwakt daarmee de zeggingskracht van zijn boek:
„Confondant constamment histoire et morale, L'Ordre du jour n'a pas la force des écrits de guerre d'un Malaparte dans La Peau ou dans Kaputt.”
De manier waarop Vuillard de Oostenrijkse figuur van Schussnig in bijna bijbelse bewoordingen vervloekt, is bijna genant:
„Mais l'héroïsme, réclamé par un écrivain grimé en procureur à quatre-vingts ans de distance a quelque chose de dissonant, surtout s'il s'appuie sur une histoire partiellement travestie.”
Eric Vuillard poseert als een historicus die zelfs de diepst weggeborgen bronnen heeft geraadpleegd en daaruit lang vergeten feiten tevoorschijn heeft getoverd. Oké, soms heeft hij er wat bij moeten verzinnen, dat geeft hij toe. Zijn boek is geen geschiedkundige studie tenslotte! Maar bijna alles is overeenkomstige de werkelijkheid, beweert hij en als journalisten de meest pregnante ’nieuwe feiten’ uit zijn boek aanhalen, spreekt hij ze niet tegen. Door de streng-moralistische toon die hij in het boek aanslaat, wekt hij nog sterker de indruk dat wat hij schrijft waar is. Want waarom zou je je opwinden over een verzinsel, je eigen verzinsel op de koop toe? Jammer genoeg klopt er veel niet. Nog spijtiger is het dat de meeste lezers en journalisten het niet doorhebben, bedwelmd door het beeldende, soepele literaire proza van de schrijver en een gebrek aan kritisch vermogen.
Het thema van het boek is (volgens de auteur) dat bluf de wereld regeert. Eindelijk toch nog een waarheid, waarvan de schrijver met zijn eigen boek helaas een bitter bewijs levert. | 0neg
|
De Nederlander Joost Heyink was lang als wetenschappelijk onderzoeker verbonden aan de universiteit van Groningen, maar is nu al een tijdje full time schrijver. Zo publiceerde hij al een tiental jeugdboeken. Hij woont met zijn vrouw en zoon in Zuidwolde. Proefverlof is zijn eerst boek voor de volwassenenmarkt.
TBS-ers blijken populaire hoofdpersonages in het Nederlandse spannende boek van 2008. Na Simone Van der Vlugt (Blauw water) en Marion Pauw (Daglicht) is er nu dus Proefverlof van Joost Heyink. Hierin volgen we Paul Fonteyn die er na een moord alles aan gedaan heeft om toch maar ontoerekinginsvatbaar verklaard te worden, met als enig doel het ontlopen van een levenslange gevangenisstraf door een aanzienlijk kortere internering in een TBS-instelling. Daar heeft hij alle tijd om zijn verleden op een rijtje te zetten en zijn toekomst uit te stippelen.
Doordat ongeveer vijfentachtig procent van het boek zich afspeelt binnen de muren van de psychiatrische instelling alleen tijdens de laatste veertig bladzijden worden er andere horizonten opgezocht is dit een statisch verhaal geworden. Gelukkig gunt de auteur ons bij tijd en wijle ook eens een blik in het hoofd van Paul waardoor we de voorgeschiedenis van het hoofdpersonage wat beter zouden moeten leren kennen. Maar veel wijzer dan de slechte relatie met zijn tweelingbroer Peter, waarbij zowat de enige communicatie tussen de twee bestaat uit het elkaar op puberale wijze zo zwaar mogelijk voor schut zetten; en grote hoeveelheden drank die geconsumeerd worden, wordt de lezer niet, waardoor er absoluut geen band ontstaat tussen lezer en hoofdpersonage.
Hoewel ik natuurlijk geen ervaringsdeskundige ben, wordt het leven binnen de instelling nogal ongeloofwaardig en comfortabel voorgesteld. De hoofdpersoon leeft er als een koning hij brouwt zelfs zijn eigen appelwijn en slaagt er zonder enig probleem in al zijn therapeuten in te palmen en om de tuin te leiden. Ondertussen probeert de auteur de lezer warm te maken voor de geheimzinnige missie van Paul: de drijfveer waarom hij zo snel mogelijk terug op vrije voeten gesteld wil worden.
Ondanks een moord en een moordenaar voelt Proefverlof nooit aan als een spannende boek. Zelfs het atypische, en dus toch wat verrassende einde kan daar niets aan veranderen. Dit is geen voer voor de thrillerliefhebber. | 0neg
|
Serie Q: niks nieuws onder de zon had ook gekund als titel voor deze recensie, of zelfs Serie Q: just another day at the office, hoewel die titel misschien een wat onbesuisde onderschatting zou zijn van de drukke activiteit die inspecteur Carl Mørck deze keer aan de dag moet leggen. Waar het op neerkomt is dit: in Selfies, het zevende deel in de bestsellerserie Q van de Deense auteur Jussi Adler-Olsen, gebeurt heel veel waar evenwel maar heel weinig van verrast. En bijzonder spannend is deze “thriller” ook niet…
Inspecteur Carl Mørck van afdeling Q weet amper nog waar zijn hoofd staat, alles komt tegelijk op hem af…
Eén: zijn oude chef heeft hem gecontacteerd omdat hij een verband ziet tussen een recente moord en een oude zaak die hij nooit heeft kunnen oplossen. Twee: drie jongedames; ze leven van een uitkering, besteden dagelijks uren aan hun make-up en kapsel en doen alles om uit de greep van de arbeidsmarkt te blijven. Nietsvermoedend zijn ze in het vizier gekomen van een moordlustige wraakengel die hun schaamteloze parasitaire gedrag niet langer pikt, en bovendien niks te verliezen heeft. Drie: op het bureau moet Carl op de tenen lopen, want ingevolge ongelukkige interne communicatie én afgunstige tegenwerking van bovenaf zit zijn afdeling Q op de schopstoel. Vier: er is een irritante tv-ploeg op afdeling Q neergestreken. Ze volgt Carl overal waar zijn werk hem brengt, en dat zint hem natuurlijk niet. Vijf: in de stad dendert een moordende maniak op een zware motor rond. Zes: net nu hij haar goed zou kunnen gebruiken, laat Rose het afweten. De vorige zaak (De grenzeloze) is haar emotioneel zo zwaar gevallen dat ze compleet van slag is geraakt en op een bepaald moment zelfs verdwijnt. En, om de chaos compleet te maken, zeven: op het thuisfront krijgt Carl te kampen met een pak amoureuze en andere problemen van zijn huisgenoten…
Het woord is gevallen: chaos. Té streng om dit boek mee te beoordelen – desastreus onoverzichtelijk is het nu ook weer niet − maar toch is Selfies het eerste deel dat van de lezer heel wat meer vraagt dan de ontspannen aandacht waarmee de voorgaande delen konden worden gelezen. Dat is een verrassende vaststelling, we zijn dit van Jussi Adler-Olsen immers niet gewend, en ook niet dat dit verhaal wel ontzettend traag op gang komt, zelfs naar Scandinavische normen. De veel te lange en langdradige voorstelling van enkele personages, en een schier eindeloos uitgesponnen verhaaltje over de verkeerd gelopen registratie van enkele dossiers, maken dat het eigenlijke verhaal lang op zich laat wachten. Gelukkig vergast Assad de lezer af en toe op een van zijn legendarische kamelengrappen; die blijven het écht wel goed doen!
Maar wat is dat “eigenlijke verhaal” dan wel? Eigenaardig genoeg gaat in deze “thriller” veruit de meeste aandacht naar de emotionele en psychische ontreddering van Rose, en naar de vertederende manier waarop Carl, Assad en Gordon zich voluit voor haar inzetten en zeer gedreven naar middelen zoeken om haar te steunen. Mooi en invoelend verteld werkt dit deel van de vertelling toch als een parasol die al het andere overschaduwt. Het had een uitstekende basis voor een psychologische roman kunnen zijn. Het speurwerk dat naar de oplossing van de gepleegde misdaden moet leiden (toch nog altijd de essentie van een detective), wordt door de perikelen rond Rose als het ware gedegradeerd tot een tussendoortje. Voor de rest is Selfies een grabbelton van verhaaltjes geworden.
Wie aan een Q-boek begint verwacht niets minder dan nagelbijtende spanning, en dat is voor deze Selfies niet anders. De lezer is erop ingesteld en voorbereid, en verzekert er zichzelf tijdens het lezen van dat de spanning wel een keer zal losbarsten, dat kan gewoon niet anders. Maar gaandeweg zal zelfs de meest fervente fan de zelfbegoocheling niet kunnen aanhouden en uiteindelijk moeten toegeven dat Selfies de auteur van de Q-reeks onwaardig is.
Is het vet écht van de soep? Heeft de Q-serie zijn beste tijd gehad? Begint de serie te lijden aan het Camilla Läckberg-syndroom, de Zweedse schrijfster die voor haar thrillers nu al jarenlang hetzelfde plaatje gebruikt dat ze iedere keer gewoon anders inkleurt? Het gevaar loert in elk geval om de hoek. Met Het Marco-effect had Adler-Olsen al een keer last van een lichte appelflauwte, maar met de warboel die Selfies geworden is, zakt hij nu toch verontrustend diep door de vloer.
En dus moeten we hem aan de oren trekken en berispen, hij verdient niks minder dan dat! Want Jussi Adler-Olsen kan beter, véél beter, dat heeft hij intussen al meer dan voldoende bewezen. Laten we hem voorlopig het voordeel van de twijfel geven en met vertrouwen uitkijken naar Q nummer acht. Als we Rose mogen geloven, hebben we bijvoorbeeld Het schandaal van Sprogø nog te goed…
Helaas is Adler-Olsen nu de zoveelste auteur die bewijst hoe moeilijk het is een langlopende serie constant op hoog niveau te houden; het is maar aan weinigen gegeven. Op de achterflap van zijn boek wordt deze in se toch talentrijke auteur beschreven als ‘de ongekroonde koning van de Scandinavische misdaadliteratuur’, en ‘ongekroond’ zal hij blijven. Henning Mankell is still safe! | 0neg
|
Met dit motto van David Bowie opent de debuutroman van Trudy Kunz, die jarenlang als journaliste voor damesbladen heeft gewerkt en al in de jaren ’90 een boek maakte met de titel Ik had geen keus. Vrouwen in de greep van een dilemma. Nu lijkt ze haar persoonlijke ervaringen met haar journalistieke werk te hebben gecombineerd in Kroniek van een bange liefde.
Elisabeth Arns is een succesvol journaliste, maar heeft een moeizaam liefdesleven. In een brief aan haar partner blikt ze terug op haar relatie met hem en zijn voorgangers. Er wordt een patroon zichtbaar, waarbij zij – uit angst te worden verlaten – zich afhankelijk opstelt en van slag raakt wanneer de ander zich terugtrekt. Om haar zenuwen de baas te blijven slikt ze pillen. Wanneer ze het probleem niet langer kan onderdrukken, gaat ze er van alles over lezen, therapieën uitproberen, op bezoek bij een psychiater en op spirituele retraite in Findhorn.
“Wat zij niet begrijpt – en wat ik zelf ook pas inzie als het te laat is – is dat jij me met je voortdurende afwijzing en kritiek eerder aan je bindt dan mij van je afstoot. De gevoelens van pijn en angst die je mij ermee bezorgt, voelen heel vertrouwd. Ik lijd er wel onder, maar tegelijk heeft het bijna iets behaaglijks. Alsof ik een oud kinderjasje heb teruggevonden waar ik mijn neus maar in hoef te steken om me thuis te voelen.”
Het probleem lijkt terug te voeren naar de relatie met haar moeder. Die had regelmatig aanvallen van benauwdheid, waar Elisabeth als oudste dochter binnen het gezin het beste mee om kon gaan. Ze raakte eraan gewend om zich te plooien naar de grillen van haar moeder. Die reageert dan ook panisch, wanneer Elisabeth met een vriend aankomt. Niets is goed aan hem. “Die jongen wordt nog mijn dood”, zegt ze letterlijk. Hierdoor komt Elisabeth voor een dilemma te staan. Angstvallig probeert ze aan de ene kant de relatie met haar familie te onderhouden, maar aan de andere kant zich te schikken naar de wensen van haar vriend, die haar familie vreselijk vindt en haar vraagt om voor hem te kiezen. Uiteindelijk grijpt het lot in…
Het boek is toegankelijk geschreven: de hoofdstukken zijn kort, woordkeus en zinsbouw zijn eenvoudig en er worden vragen opgeroepen waardoor je wil weten hoe het verder gaat. Het thema is herkenbaar; er zijn veel vrouwen die hiermee te maken hebben (gehad). Therapeute Hannah Cuppen heeft er het boek Liefdesbang over geschreven en geeft er trainingen over.
Als literaire roman overtuigt Kroniek van een bange liefde echter niet. De jij-vorm werkt vervreemdend voor een lezer die zich niet aangesproken voelt en het gebruik van ‘ik’ gaat irriteren, zeker wanneer het een paar keer achter elkaar aan het begin van de zin staat (bladzijde 14). Er wordt aanvankelijk vooral verslag gedaan van wat er in het verleden is gebeurd, maar de personages blijven vlak en de gebeurtenissen komen niet tot leven. De beide interviews met beroemdheden, die zijn ingelast, vertragen de loop van het verhaal. Wie zich niet kan herkennen in de problematiek van de hoofdpersoon, zal zich ergeren aan het gebrek aan eigenwaarde en het boek als ‘gezeur’ naast zich neerleggen. Wat dat betreft doet het boek denken aan het vroegere werk van Hannes Meinkema (Gelijkheid; En dan is er koffie). Pas halverwege, als de moederbinding ter sprake komt en de recente relatie meer tot leven wordt gewekt, wordt het interessant.
Voor vrouwen die zelf in zo’n relatiepatroon gevangen zitten, is deze roman ongetwijfeld realistisch en inzicht gevend. Voor wie geen hoge (literaire) eisen stelt, zal de stijl ook geen bezwaar vormen. | 0neg
|
Al vele jaren kom ik graag en vaak in Noorwegen, een half jaar geleden nog op de Noordkaap gestaan, niet de eerste keer. Ik ben vertrouwd met het land, de cultuur en spreek de taal. Ik herken mezelf helemaal niet in de beschrijving hier, het is een aanname, want Noorse literatuur is juist heel vertrouwd voor mij. De uitspraak "voor ons Nederlanders" gaat dus ook hier niet op..
Hoewel Espedal een heel groot oeuvre heeft geschreven inmiddels, zijn er pas een paar boeken van hem vertaald in het Nederlands, want Noors en Nederlands hebben beide een heel klein taalgebied als overeenkomst.
Met smart wacht ik soms op een vertaling uit het IJslands, die ik ook graag en veel lees. Aan dit boek van Espedal vond ik kraak noch smaak, het boeide me niet en dat bleef zo. Simultaan las ik een ander boek van hem "buiten de orde" en daarin kwamen nogal wat Noorse cliché's dermate sterk naar voren, zwaarmoedigheid en zelfmedelijden, dat ik dat ook niet uitgelezen heb.
De thematiek is boeiend en van alle tijden, maar het proza....pfff!
Henrik Ibsen is er een uit de oude doos, thema's blijven wel actueel en Knausgård heeft met zijn serie "min kamp" heel veel succes geoogst, hoewel ik zijn andere boeken niet te pruimen vind.
Gelukkig zijn er andere Noorse schrijvers opgestaan kort of langer geleden, bijv. Harstad, Mytting, Per Petterson e.a die mooi schrijven over wezenlijke dingen en ook nog met de betoverende schoonheid van de Noorse natuur erin verweven. Smaken verschillen of zoals de Noren zeggen: smaker forskjellig en zo is het maar net. | 0neg
|
Olivia is eenenzeventig als haar man Ludo overlijdt. Droog constateert zij dat ze er niet rouwig om is, terwijl hun dochter Roos het zo moeilijk heeft met de dood van haar vader. De pijn duurt minimaal twee jaar, fluistert vriendin Carmen haar toe, maar Olivia leeft op als nooit tevoren. Ze herschikt de meubelen en gooit de rommel weg waar Ludo zo aan gehecht was. Als Tim, een vrijwilliger bij een ngo, haar overbodige spulletjes komt ophalen en terloops opmerkt dat hij binnenkort weer voor zes weken naar Afrika gaat, besluit ze met hem mee te gaan.
Het is een vreemde sprong in plaats en tijd die Op de Beeck dan toepast, alsof de drukker enkele hoofdstukken uit het verhaal is vergeten. Ineens wiegt Olivia de kleine Ocan op haar schoot. Voormalige kindsoldaten worden in het opvangkamp onderwezen. In het kamp ontmoet ze de Daniël, een vijfenzestigjarige Afrikaanse vrijwilliger. De twee worden verliefd op elkaar, maar vlak nadat zij haar gevoelens durft te onderkennen, vliegt ze alweer terug naar België.
Als Roos over Daniël verneemt, merkt ze dat er iets met haar moeder aan de hand is. Ook de man van Roos, Sander, ziet dat Olivia is opgefleurd. Dan komen de verwijten van dochter naar moeder. Ze waarschuwt dat zo’n zwarte alleen maar uit is op haar geld, het veilige en rijke bestaan in West-Europa. Olivia trekt zich er niets van aan en nodigt Daniël uit zonder haar dochter en schoonzoon daarin te kennen.
Een visum voor drie maanden heeft hij, een hele lange wittebroodstijd. Olivia negeert de roddels in haar omgeving en gedraagt zich als een verliefde puber. Roos stelt zich ronduit vijandig op tegenover de Afrikaan en Sander probeert zoals altijd de vrede te herstellen. Gedurende het verhaal gebeurt dat zo vaak dat je je afvraagt wat er schort aan die man. Vanzelfsprekend komt er een moment dat Daniël moet terugkeren naar zijn vaderland. Olivia heeft echter besloten voor altijd bij hem te willen zijn. Helaas wordt die droom ruw verstoord als België haar grenzen sluit voor een aantal nationaliteiten.
Gezien de feiten is het relaas van een vrouw die het heft in handen neemt, een vrouw die het geluk vindt door haar eigen weg te gaan. Ze besluit naar Daniël te reizen. Als hij niet bij haar mag wonen, zal zij zich vestigen bij hem. Maar dan gaat het fout…
Griet op de Beeck is een uitstekend romancier, maar gelukkig toont ze met dit Boekenweekgeschenk aan een mens van vlees en bloed te zijn, want Gezien de feiten is een ronduit teleurstellend en ongeloofwaardig verhaal. | 0neg
|
Ik vind het erg veel van hetzelfde. Als de schrijftrant van volgende boeken zo blijft dan was dit mijn laatste.
Weinig spanning. Geen raadsels. Zonde van mijn geld | 0neg
|
Laat het maar aan Arthur Japin over om een lofzang te schrijven op de Braziliaanse luchtvaartpionier Alberto Santos-Dumont (1873-1932). De Nederlandse chroniqueur die zich allerhande historische figuren toe-eigent en een iconische figuur die het allemaal was: uitvinder, vliegenier, stijlicoon, celebrity, weldoener en promotor van de vliegerij. Deze nieuwste historische roman van Japin begint en eindigt met de reis die het hart van de vliegenier heeft afgereisd na diens overlijden. Tussen de licht-macabere ‘de hartstocht’ zitten twee langere episodes verweven: eerst Alberto’s jeugd in het Braziliaanse binnenland, daarna zijn hoogtijdagen als vroege twintiger tijdens de Parijse belle époque.
Santos-Dumont is een interessante figuur. Een dromer die met zijn verbeelding de wetenschappelijke kennis over aerodynamica in praktijk kon brengen, terwijl hij later in zijn leven gedesillusioneerd zou raken over de militaire toepassingen van zijn eigen uitvindingen. Hij was een van de eerste personen die beelden voorbij zag komen als wolkenpartijen en het aardse leven als een miniatuur. De mooiste passage is wanneer Dumont over de Parijse wereldtentoonstelling vliegt en contact maakt met zijn fans op de grond, die met zakdoeken terug zwaaien om hun steun te betuigen aan de vliegenier. Aan zulke geromantiseerde beelden geen gebrek, en daar gaat het wringen: de geschetste sfeerschetsen voegen lang niet altijd iets wezenlijks toe aan de psychologische gelaagdheid van het centrale personage.
‘De Gevleugelde’ is opgebouwd als een heroïsche vertelling waarin de goedhartige, de sensitieve, de vooruitstrevende Santos-Dumont steeds bezien wordt vanuit herinneringen en beschouwingen óver de historische figuur en niet vanuit zijn perspectief. Het gevolg is dat het meest interessante personage in de verhaallijn –de vliegenier zelf- een eendimensionale karikatuur blijft. Hij is geen psychologisch gelaagd personage dat zelf grote ontwikkelingen doormaakt, maar de nadruk ligt erop dat zijn grootheid, die in niks past binnen clichés over heldenmoed en mannelijkheid, door mensen in zijn omgeving hogelijk wordt gewaardeerd. In de overleveringen van nabestaanden niks dan clementie voor zijn gemaakte fouten en ontzag voor het symbool dat hij zou worden voor de Braziliaanse natie.
De beperkte heroïsche karakteropbouw wordt problematisch als Arthur Japin de homoseksuele geaardheid van Santos-Dumont als een centraal thema neemt in zijn vertelling. Al in zijn eigen tijd gingen de geruchten dat de modebewuste en ongetrouwde vliegfanaat zich ‘nichterig’ gedroeg en óók nog eens veel tijd met vrienden doorbracht. Tegelijkertijd wist Dumont zijn seksuele voorkeuren goed verborgen te houden, waardoor niemand hem op het ene of het andere vast kon pinnen. Nog steeds worstelen historici met dat stuk van zijn privéleven. Arthur Japin laat er daarom geen misverstand over bestaan: zijn versie van de vliegenier voelt zich aangetrokken tot mannen.
Door het overschot aan verschillende perspectieven en het beperkte psychologische portret, wordt de ‘homoseksuele’ hoofdfiguur gedegradeerd tot louter zijn geaardheid. Er wordt zelfs een tragische onbeantwoorde liefde gesuggereerd die mede zijn zelfmoord in gang heeft gezet. De luchtvaartpionier wil met zijn grenzeloze verbeelding boven de wolken komen omdat het aardse leven hem beklemt met de verstikkende beperkingen en de machtsmachinaties die anderen hem opleggen. Het is een mooie metafoor – en het werkt ook effectief binnen de verhaallijn- maar Japin laat hiermee juist een heleboel mogelijkheden liggen ten aanzien van een contrastrijke persoonlijkheid.
Alberto Santos-Dumont is een figuur die, ondanks de beperkingen van een starre tijdsgeest, tot grote hoogten wist te komen, en wiens neergang misschien wel niks met zijn seksualiteit te maken heeft gehad. Had Japin zich meer gericht op de historische figuur zelf dan op de mythische overleveringen rond zijn persoon, dan had hij wellicht een interessantere roman geschreven over een complex mens in een interessante tijd. Nu blijft het hangen bij een heleboel suggestie in bloemrijke taal en weinig inhoudelijke gelaagdheid. Een gemiste kans. | 0neg
|
Vol overgave begonnen aan het boek. 2 vrouwen uit verschillende milieus ontmoeten elkaar tijdens de oorlog. Een zeer hechte vriendschap komt hieruit voort. Alhoewel ze beiden werkzaam zijn in verschillende functies binnen het leger, raken hun levens verder verweven door een opdracht die zij uit moeten voeren. Het boek bestaat uit 2 delen, waarin de beide hoofdpersonen hun kant van het verhaal vertellen. En hoewel me dit in eerste instantie een aardig gegeven leek pakte het boek mij totaal niet. Vond het verhaal te langdradig met o.a. teveel technische details over vliegtuigen die voor mij de vaart danig uit het verhaal haalden. | 0neg
|
Enkel op het einde is dit boek wat te genieten. Zoals ik al in de vorige recensies opmerkte is het eerder American Trash, drugs, boose, ... no place to be voor mij. Het doet ook iets denken aan de Wild West, het recht in eigen handen nemen, enz.
Waar in zijn vorige werken er een pleiade van muzieknummers en zangers aan bod komen, krijgen we hier de reeks aangevuld met films en acteurs. Het werkt soms wat op de zenuwen. Of is het dat wat de gemeenschap die hij beschrijft interesseert. Ik herinner mij een film waar men van de ene in de andere reclamespot viel en dit als een groot collectief familiaal genoegen beschreef. Oei, ik begin al zoals G.P.!!!
Van de drie boeken die ik al gelezen heb van G.P. kon er geen enkele mij echt bekoren. Waarom dan ook nog de andere op mijn lijstje? Het kan alleen maar beter?! | 0neg
|
Ik vond het niet zo geweldig, een soort van familiedrama in Spanje, een dochter die met de familie gebroken had en nu gaat uitzoeken wat er eigenlijk gebeurd is. Gebaseerd op ware feiten, maar desondanks vond ik het niet zo spannend, het raakte me ook niet. | 0neg
|
Mooie omslag, een fijn lijvig boek met vlot geschreven, korte hoofdstukken. Met in het begin een behoorlijke dosis personages die een rol zouden kunnen spelen in dit raadsel. Veelbelovend boek dus en de eerste 150 bladzijdes overtuigen.
Er wordt al vlug één overduidelijke dader naar voren geschoven en het hele onderzoek richt zich slechts tot dit weggelopen meisje. Onderzoek i.v.m. de slachtoffers is blijkbaar irrelevant en dat zorgt dat je op de helft van het boek toch weet welke kant het waarschijnlijk op gaat. De laatste hoofdstukken dienen daarna enkel als aanknopingspunt voor een volgend boek. Jammer want Joona Linna is op zich wel een boeiend hoofdpersonage. | 0neg
|
Goed, de meesten van ons kennen natuurlijk de boeken van Danielle Steel wel. Veelal spelen sterke vrouwen een hoofdrol, die de nodige problemen voor hun kiezen krijgen. Vrienden voor het leven wijkt daar niet vanaf. Het boek gaat over een vriendengroep die elkaar ontmoeten op de eerste schooldag en de rest van hun leven bevriend blijft. Uiteraard krijgt ieder van hen de nodige lading drama te verduren. Dat is kenmerkend voor de boeken van Danielle Steel en maakt ze, naar mijn mening, meestal ook fijn om te lezen. Eerst de nodige drama en dan komt alles goed. In dit boek is ze echter volledig doorgeschoten met de hoeveelheid drama. Te veel drama in combinatie met niet goed uitgewerkte verhaallijnen en sprongen in de tijd maakt het boek ongeloofwaardig, onrealistisch en simpelweg vervelend om te lezen. | 0neg
|
'Kinderjaren' is de vertaling van het Deense 'Godhavn', in 2015 bekroond met de DR Romanprisen. Auteur Iben Mondrup is geboren op Groenland en haar novelles en romans worden sinds 2009 gepubliceerd.
Het boek bestaat uit drie delen, elk genoemd naar één van de kinderen in het gezin dat centraal staat in deze roman. Eerst geeft kleine Björk (ca. 9) ons een inkijkje in haar dorpsschool, daarna geeft broer Knut (12) zijn kijk op de dingen, en tenslotte is grote zus Hilde (15) die haar eerste stapjes op liefdesgebied zet aan de beurt.
Het verhaal heeft weinig om het lijf en kent te weinig samenhang, soms is het ietwat warrig en boeiend is het al helemaal niet, de irritatie was voor mij als lezer nooit ver weg. | 0neg
|
De eerste keer dat ik een boek van Indridason lees, en ik ben helaas niet overtuigd na het lezen van "Moordkuil".
Indridason kan schrijven, de overgangen tussen heden en verleden zijn goed weergegeven, hoewel niet enorm orgineel, maar vooral de passages over de mishandelingen lijken levensecht beschreven. Op dit punt heeft Indridason enorm knap werk afgeleverd.
Daarnaast heeft het boek echter ook lancunes. In de eerste plaats ontbreekt het aan spanning in dit boek, iets wat je van een goede thriller toch mag verwachten. Ik heb nooit de onweerstaanbare drang gehad om het boek te moeten uitlezen, tenzij om zo vlug mogelijk aan een nieuw boek te kunnen beginnen. Het is ook al vrij vlug duidelijk in welke richting je de oorsprong van het lijk moet vinden. Indridason probeert het nog wel te camoufleren door een verhaallijn toe te voegen, maar veel brengt die niet bij vind ik persoonlijk. Ook de karakteruitwerking van sommige personages laat te wensen over. Ik denk dan vooral aan Sigurður Óli en Elínborg. De uitwerking van Erlendur is wel goed. Indridason maakt hiervoor goed gebruik van de verhaallijn van zijn dochter (maar ook dit is misschien niet bijzonder orgineel). Er zijn ook enkele storende passages; het blijven uitrekken van de opgraving (om toch maar niet te vlug tot een oplossing te komen?), het weglopen van Elinborg bij de dood in het rusthuis en vooral het vlugge vertrek naar de opgravingsite op het einde van het boek terwijl de ontknoping net op dat moment binnen handbereik is.
Als eindconclusie kan ik zeggen dat het toch te weinig was om mij te stimuleren een ander Indridason boek te gaan lezen. | 0neg
|
Via de Buzzz club het boek ontvangen dus ik had er echt zin in. Wat een teleurstelling nadat ik erin ben begonnen. Ik kwam helemaal niet in het verhaal en snapte er het eerste stuk niets van, sprint van de ene verhaallijn in de andere verhaallijn. Er gebeurd ook erg weinig en datgene wat er gebeurd intrigeert me niet. Ben er al zeker 10 keer opnieuw in begonnen maar ik vrees dat ik het einde niet ga halen, erg jammer. Van Sophie Hannah heb ik eerder ook "Kleine meid" gelezen en ook dat boek kon me niet echt bekoren.... | 0neg
|
Hm, ik vrees dat ik niet zo enthousiast ben als de andere lezers die hier een reactie geplaatst hebben. Ik heb me er werkelijk doorheen geworsteld en ik werd alleen gemotiveerd door te lezen omdat ik hem per se uit wilde hebben voor ik op vakantie ga.
Het boek begint goed en intrigeert me. De Cullen familie is interessant, uitdagend en boeit me intens. Totdat... ik ontdek dat het vampiers zijn... Pfff... Been there, done that. Ik had zo gehoopt op iets origineels, aangezien iedereen er mee wegloopt! Ik vraag me ook af of jullie je niet enorm geërgerd hebben aan dat overdreven onhandige gedrag van Bella. Ik verwachtte elk moment een reden voor dat gedrag, maar nee, ze is gewoon 'onhandig'. En dan het feit dat ze meteen en zonder twijfel of scepsis accepteert dat Edward een vampier is. Zucht... Om maar te zwijgen over het constant herkauwen van de discussie hoe moeilijk het allemaal wel niet is om bij elkaar te zijn...
Nee, dit is geen serie voor mij. Ben wel heel blij dat ik het geprobeerd heb; nu hoef ik me nooit meer af te vragen of het iets is... | 0neg
|
Het was mijn eerste boek dat ik las van hun, maar het kon me niet bekoren. Het leest, maar voor de rest. Eerlijk gezegd, er zijn slechtere boeken, want ik heb het boek uitgelezen, maar het gaat heel traag vooruit. Het boek kan in minder pagina's geschreven worden en dan ben je nog volledig met het verhaal mee. Ik denk dat het mijn eerste en tevens laatste boek zal zijn van hun. | 0neg
|
Beslist geen thriller!
Ik vond dit beslist geen thriller, maar eerder een niet al te beste roman. Ik miste de hektiek die heerst in een ziekenhuis. Het boek ging nu over het wel en wee van de personages thuis. Ook het steeds wisselen van personage per hoofdstuk vond ik geen samenhangend geheel. Ik heb in het verleden outcast gelezen van Carla, dus weet dat ze in staat is om een goed boek neer te zetten. Helaas was dit echter dit keer niet het geval. Carla volgende keer graag weer een echte thriller voor de liefhebbers.... | 0neg
|
Zeg commissaris Van Veeteren en inspecteur Barbarotti en iedere thrillerlezer, in het bijzonder de liefhebbers van Scandinavische thrillers zal die namen associëren met Håkan Nesser. Met deze twee protagonisten heeft de Zweedse misdaadauteur zijn grootste bekendheid binnengehaald. Maar beide series zijn beëindigd dus moeten zijn verhalen ergens anders over gaan. Dan maar eens een heel ander onderwerp van stal gehaald, een stervende man die in Londen zijn testament aan zijn erfgenamen bekend wil maken. We hebben het over Nessers laatste boek, Hemel boven Londen.
Londen wordt geteisterd door een seriemoordenaar die zijn slachtoffers achterlaat met een stilstaand horloge om de pols. De tijd die de klokjes aangeven is het waarschijnlijke tijdstip van overlijden. Tijdens deze periode vertrekt Leonard Vermin met Maud, zijn partner, naar Londen. Vermin is ongeneeslijk ziek en huivert van een lang en pijnlijk ziekbed. Om het restant van zijn leven zelf te regisseren, heeft hij de laatste periode nauwkeurig gepland. Op de avond dat het testament aan zijn erfgenamen wordt bekendgemaakt, zal hij vrijwillig het leven verlaten.
Van Nesser is bekend dat hij een groot verteller is. Ook is bekend dat hij in zijn thrillerreeksen de nodige spanning kan inbrengen. Hoewel de cover aangeeft dat Hemel boven Londen een literaire thriller is, heeft de uitgever hier toch een beetje ongelijk in. Hemel boven Londen is een roman met een paar momenten waarin wat spanning in voorkomt. Dat spanning niet de hoofdreden voor Nesser is geweest, blijkt uit het deel van de seriemoordenaar waar de auteur nauwelijks iets mee doet.
Dus blijft het mooi vertelde verhaal rond het leven van Leonard Vermin over en dat is wel interessant, maar bij lange niet spannend.
Eindoordeel: 2 sterren
Spanning: 2 sterren
Plot: 3 sterren
Leesplezier: 2 sterren
Schrijfstijl: 4 sterren
Originaliteit: 3 sterren
Psychologie: 2 sterren | 0neg
|
Wanneer de wereldvreemde Anna een pop onder een bankje op school ontdekt, komt ze in contact met schoolgenoot Abel. Abel is niet de jongen waar je ouders je graag mee thuis zien komen, drugsdealer, onverzorgd en een tikkeltje vreemd. Toch is er iets aan Abel wat Anna speciaal vindt en ze is van plan hem te doorgronden.
Met het nodige speurwerk komt ze in de wereld van Abel en zijn zusje Misha. Op een middag hoort ze hem een sprookje vertellen aan zijn zusje en vanaf dat moment is Anna verkocht. Ze moet en zal Abel en Misha helpen. Naarmate het sprookje vordert wordt het verhaal grimmiger. En ook de werkelijkheid staat op z'n kop. Als de eerste dode zich aandient is er als snel een link te vinden die Abel als verdachte aangeeft. Anna kan niet geloven dat Abel tot zo iets in staat zou zijn en gaat op zoek naar antwoorden. Al snel wordt er een verdachte opgepakt en gaat het sprookje verder. Anna gaat ver voor de liefde van Abel, maar tot hoe ver kan ze gaan? Of maakt liefde echt blind?
Antonia Michaelis heeft geprobeerd een YA-thriller te schrijven en is daar ten deel in geslaagd. Door er een nieuw elemement van een sprookje in te verweven zal het zeker ook de jongere lezers aanspreken. En door mysterie er in te brengen, 'wie heeft het gedaan' is er ook zeker een thriller-aspect in te vinden. Helaas zijn de hoofdpersonen zo oppervlakkig dat zowel het verhaal als deze personen behoorlijk ongeloofwaardig blijven.
We kennen allemaal sprookjes van honderden jaren oud, helaas is 'de Sprookjesverteller' geen sprookje wat over honderd jaar nog steeds keer op keer vertelt gaat worden. | 0neg
|
De recensies op de ommekant van de flap zijn - hoe kan het ook anders - erg chauvinistisch getint : alle komen ze uit de Spaanse literaire wereld. Het moet wel een barslecht vertaling in het Spaans zijn geweest om De Da Vinci code van de eerste plaats te kunnen verdringen. Het boek heeft mij niet bekoord ; ik las het in stukken en niets zette mij ertoe aan verder te lezen : dialogen zijn te braaf, te gekunsteld en vooral voorspelbaar. Nee , echt niet om in je bezit te hebben. | 0neg
|
Het boek Indian Summer is een bundeling uiteenlopende verhalen met één gemeenschappelijk kenmerk. Ze bevatten elk een ‘inwijding’, zoals Geeraerts het in zijn ‘commentaar post factum’ zelf noemt. Maar eigenlijk wordt er in elk verhaal een overtreding, of zeg maar een misdaad begaan. In Indian Summer verbrandt de verteller een dode, in De Vogels is er sprake van incest tussen broer en zus, In Anovlar wordt een abortus gepleegd, in Lieve Mama is er pedofilie in het spel, in De zeer goede Plek komt doodslag voor en in Avondspelen geestelijke wreedheid t.o.v. een bejaarde. Dat Geeraerts hier mee weg komt, heeft uiteraard alles te maken met zijn meesterlijke schrijf- en vertelstijl. Nu eens nerveus maar zakelijk, met aaneenrijgingen van korte zinnen en meticuleuse beschrijvingen, dan weer lyrisch met bladzijdenlange zinnen. Dat moeten we hem geven. Maar tussen de regels door, lees ik (nu, 27 jaar na een eerste lezing) echter ook iets over Geeraerts –hoe langer hoe meer verwerpelijke- moraal. Hoe shockerend zijn publicaties in de zestigerjaren ook moeten geweest zijn (naast een open pleidooi voor een vrije seksuele moraal, krijgen de kerk en de staat er lelijk van langs ... -precies daardoor wellicht kunstzinnig?-) toch blijft anno 2011 een wat kwalijk aura over. Spreekt hier een niet al te rechts persoon die zijn lichte sympathie voor het nazi-Duitsland niet onder stoelen of banken steekt? Dat hij met zijn publicaties toentertijd ook flink de wind van voor kreeg, blijkt uit zijn ‘commentaar post factum’ waarin hij het nodig vindt om critici een stapje voor te zijn door hen een en ander toe te lichten over zijn verhalenbundel, zij het handig verkocht als ‘vervreemdingseffect voor de (aandachtige) lezer’. Dit laatste hoofdstuk (toch 59 van de 143 blz.) vormt een stijlbreuk met de verhalen en is voor mij, of beter gezegd voor de (aandachtige) lezer van 2011, niet echt een must.
Wie echter een knap geconstrueerd verhaal wil lezen, vindt dit in Indian Summer, Anovlar, maar zeker in De zeer goede Plek die dan ook met stip mijn voorkeur wegdraagt. | 0neg
|
Mirjam Hommes is naast auteur ook cultuurhistorica en actief geweest in de gemeente en de landelijke politiek. Sinds ze in Frankrijk woont richt ze zich vooral op schrijven en schilderen. In april 2016 verscheen haar nieuwste boek Een leuke man bij uitgeverij Elikser. Een verhaal over de ontwikkelingen in de maatschappij en vrouwenemancipatie.
Laura doet voor de gein mee aan een computer-dating experiment. Ze merkt dat het met de eerste date die ze heeft meteen klikt. Leon, de man in kwestie, is weliswaar wat ouder, maar voldoet verder aan het ideale plaatje. Laura en Leon beginnen binnen de kortste keren een relatie, trouwen met elkaar en het eerste kind is al snel op komst. Maar voelt Laura zich wel thuis bij deze ‘leuke man’? Het antwoord op die vraag komt heel duidelijk naar voren in het verhaal. Meerdere malen probeert Laura zich los te wurmen van haar leven met Leon. Ze houdt haar huis in Amsterdam bijvoorbeeld lang aan of huurt op latere leeftijd opnieuw een woning voor zichzelf waar ze helemaal alleen gaat wonen.
Want Leon is een leuke man, vooral voor de mensen in zijn omgeving. Feestje hier, feestje daar en altijd wel een interessant verhaal dat hij kan vertellen. Voor alle vrienden en kennissen lijken Leon en Laura dan ook een geweldig huwelijk te hebben. Maar zij weten niets van de gruwelijke buien die Leon soms heeft en ook de ruzies tussen kind en (stief)vader worden niet aan de grote klok gehangen.
Het verhaal begint in 1967, de tijd dat vrouwen nog niet veel rechten hadden. De man was baas in huis, ook voor veel instanties. Dat maakt dat dit onderwerp interessant is om over te lezen. Laura is een vrijgevochten vrouw die wat van haar leven wil maken. Die zich niet wil laten onderwerpen aan de manier waarop de maatschappij met bepaalde situaties omgaat. Ze zorgt dan ook zelf dat ze een ontwikkeling doormaakt en ze is bereid daar offers voor te brengen.
Een zeer interessant onderwerp, maar zeer oninteressant uitgewerkt. De verhalen, die je als hoofdstukken kunt zien, zijn chronologisch en trekken je niet mee in het verhaal. Herhaling op herhaling volgt en op een gegeven moment heb je zelf het gevoel dat je een autobiografie van iemand aan het lezen bent. Stilistisch heeft het verhaal weinig te bieden.
Laura maakt wel een grote ontwikkeling door en dat maakt dat het lezen over vrouwen in deze tijd nog enigszins interessant is. Bijna onvoorstelbaar hoe hard vrouwen nog geen vijftig jaar geleden voor hun eigen leven moesten knokken. Werken? Dat mocht niet. Geld opnemen bij de bank? Dat deed de man. En de opkomst van de Dolle Mina is ook interessant te noemen. Maar daar wordt te weinig op ingegaan. Zo tussen neus en lippen door wordt weleens wat over de maatschappij verteld, maar veelal gaat het boek over het huwelijk van Laura en Leon, over haar studie en dat ze het huis te koop heeft gezet. Jammer, want het onderwerp leent zich voor een prachtig historisch verhaal. Nu scoort het niet hoger dan een slappe autobiografie. | 0neg
|
Stervensgelukkig
Ottila is dertig en toe aan een nieuw hoofdstuk in haar leven en dat houd ook in stoppen met drinken en vreemdgaan. Ze werk bij Magie`s Centre een kankercentrum en heeft een verhouding met haar baas Andre. Als ze bij de koffiebar Thales leert kennen weet ze dit is hem en word eerst goede vrienden met hem en naarmate het verhaal vordert gaat het over in een relatie. Het boek is een verzameling van e-mails ,bonnetjes, opnames met haar therapeut en brieven. Zo lees je hoe haar zusje Mina door psychische problemen in een instelling komt en dat Ottila doormiddel van berichten en brieven met haar contact houd. Ook met haar moeder word er op deze manier gecommuniceerd. En dan is er ook nog haar vriendin Grace waar ze eerst altijd mee uit ging en nooit echt nuchter thuis kwamen. Maar in haar nieuwe leven is voor drank geen plaats meer. Het is best even wennen om op deze manier een boek te lezen en door alle verschillende soorten van berichten vond ik het soms onrustig lezen. | 0neg
|
Grappig boekje voor tussendoor, maar wat mij betreft geen literaire thriller zoals op de kaft staat vermeld. Daarvoor is het te weinig. Ik vond het een beetje vergelijkbaar met het boek van Suzanne Vermeer dat ik heb gelezen, al had dit boek een iets meer volwassen schrijfstijl.
De flaptekst had wat subtieler aangepakt mogen worden, want de ontknoping was hierdoor al bekend voordat ik begon te lezen. Het einde was te gehaast.
Het las wel fijn weg, denk dat dit leuke boeken zijn voor in de zomervakantie als je lekker languit en lui op je ligstoeltje in het zonnetje ligt. Luchtig, niet teveel nadenken en kort. Verder niet bijzonder, daarom 2,5*. | 0neg
|
Ergens las ik de vergelijking met Kluun. Ook al is de schrijfstijl heel anders, dit boek doet mij daar ook wel aan denken. Het gaat over een jonge man die tijdens de langdurige ziekte van zijn vrouw leeft voor het geld maar toch de zorg voor zijn vrouw heeft. Natuurlijk is Mischka jaren getrouwd met zijn zieke vrouw, maar de liefde is in het boek toch een beetje een bijzaak. Het boek gaat vaak uitvoerig in op alle zakendeals en de grote bedragen die daarbij een rol spelen. Daardoor komt de liefde tussen Mischka en zijn vrouw niet echt goed uit de verf. Het verhaal pakte me daarom ook helemaal niet. Ik onderschrijf dan ook niet alle lovende recensies die dit boek heeft gekregen. Want ik vond het echt geen mooi boek om te lezen. Terwijl het plot zo mooi had kunnen zijn. Tenslotte, het boek is op zo'n manier geschreven dat het een autobiografisch verhaal lijkt.. En dat moet je ook wel liggen. | 0neg
|
Ate de Jong, regisseur en producent van verschillende binnenlands en buitenlands films, maakt zijn thrillerdebuut met De stalen Madonna. Het is dan ook niet vreemd dat het decor van deze thriller bekend terrein is, namelijk Hollywood. Wordt de Jong net zo succesvol als auteur als regisseur?
De stalen Madonna speelt zich voornamelijk af op de set van de film Highway to Hell. Niet geheel toevallig eveneens een film waar Ate de Jong nauw bij betrokken was. Filmproducent Lloyd Bloom is vermoord, waardoor de verzekeringsmaatschappij grof geld moet uitkeren. Leo Berliner is uitverkoren om namens de maatschappij op onderzoek te gaan. Is de moord daadwerkelijk door de maffia gepleegd of zijn er medewerkers rondom de film erbij betrokken? Sinds de dood van zijn vrouw Rebecca verafschuwt Leo de filmwereld. Desondanks neemt hij de klus aan, mede om meer te weten te komen rondom de afschuwelijke moord op Rebecca.
Het voelt vreemd aan om een thriller te lezen die zich afspeelt op een filmset van een daadwerkelijk uitgebrachte film, geproduceerd door de auteur van het boek. Het voelt op de een of andere manier aan als borstklopperij. Dit daargelaten bevat de thriller verschillende schoonheidsfouten. In het boek wordt verwezen naar de strijd tussen Gore en Bush, die plaatsvond rond 2000, terwijl de film in 1992 werd geproduceerd. Het is begrijpelijk dat de schrijver dicht bij zichzelf wil blijven, maar het is erg belangrijk om de feiten goed op orde te hebben.
Naast deze minpunten weet de thriller nooit echt spannend te worden, toch wel het belangrijkste aspect van een thriller. Moord, maffia en wapens domineren het boek, maar nergens weet het te boeien. De Jong dwaalt te vaak af naar randverschijnselen en bijzaken, waardoor je aandacht van de zaak afdwaalt.
Ondanks voorgaand negativisme, weet de Jong wel een aansprekende setting neer te zetten. Zo nu en dan struikel je over de ellenlange zinnen, maar over het algemeen zijn de scènes stilistisch beschreven. Elke scène is extreem gedetailleerd, haast alsof het boek zelf enkel uit filmbeelden bestaat.
Terugkomend op de vraag of de Jong net zo succesvol wordt als auteur? Voorlopig is het antwoord hierop stellig nee. De stalen Madonna bevat te veel afleiding en te weinig spanning om uit te groeien tot een aansprekende thriller. | 0neg
|
E. Robert Pendleton is oud, eenzaam en onsuccesvol als schrijver. Een denigrerend gesprek met een bestsellende collega geeft hem het laatste duwtje richting pillenkast. De zelfmoordpoging mislukt. Erger nog, het maakt van hem een treurige kasplant. Een literatuurliefhebster ontfermt zich over Pendleton en ontdekt in zijn archief een niet uitgegeven boek. Schreeuw wordt een groot semi-postuum verkoopsucces. Met trieste gevolgen, want Pendleton wordt verdacht van moord als blijkt dat het boek veel overeenkomsten heeft met daadwerkelijke gebeurtenissen.
Ook deze uitgever kiest voor het predicaat literaire thriller op de omslag. Literair is nog best te verdedigen, al laat Michael Collins de lezer soms verdwalen in een bos van filosofische overpeinzingen en onalledaagse woorden. Spannende personages en verrassende verhaalwendingen kent deze thriller nauwelijks. De titel belooft veel meer dan wordt waargemaakt. | 0neg
|
Het beste verhaal uit dit boekje vond ik ‘Huisbezoek’. Verder is er een overkill aan seks. Ik heb het net uitgelezen. Ik kwam de woorden self fulfilling prophecy en promiscuïteit tegen. Ik dacht waar heeft ze het over. Heb het ook niet zo meer op met de boeken van Loes. (Troostkind vond ik goed maar dat las ik al een poos geleden). Later heb ik de rest met moeite uitgelezen, vaak met diepe zuchten van alweer... en dacht gelukkig zijn ze van de bieb. | 0neg
|
Soms denk je als je recensies over een boek leest: dat wil ik ook lezen. Zo lovend enzovoort. Maar bij dit boek heb ik jjuist het tegengestelde ervaren. Het was niet hilarisch, leuk, vlot en aangenaam leesvoer. Tenminste, dat is mijn mening. Jammer van de tijd die het me gekost heeft? Nee, niet echt. Zo weet ik tenminste goede boeken te waarderen. Yin en Yang, je kunt, alleen maar iets goed vinden als er ook iets slechters naast staat. | 0neg
|
Pfff... niks voor mij. | 0neg
|
Leuk om te zien dat dit boek toegevoegd is. Hele oude herinneringen komen weer boven. De vierde klas van de lagere school. Elke dag werd hieruit voorgelezen door een onwijs leuke leraar nl Meneer Vogel.
Toch weer apart hoe het geheugen van een mens werkt. Ik zie de titel "Wiplala" en ik denk gelijk aan deze tijd van pak een beet 30 jaar geleden.
Grappig! | 0neg
|
Geschiedenisboeken zijn en in overvloed, sommige over een bepaald stukje geschiedenis, andere geven een overzicht over een lange periode.
De meeste geschiedenisboeken gaan over de bekende personen, de helden, de mensen die iets bijzonders gedaan hebben.
Zelden gaat het over de gewone man.
En dat is precies wat Jos Palm nu wel gedaan heeft: de geschiedenis beschreven door het oog van de gewone man, de arbeider, sjacheraar, de horige en de slaaf.
In ongeveer negen hoofstukken passeren verschillende belangrijke periodes uit de wereldgeschiedenis; o.a. de oertijd, de farao’s, de Romeinen, de middeleeuwen en de oorlogen in de eerste helft van de 20ste eeuw.
Belevingen en gevoelens van de gewone man worden verteld en aangevuld met citaten van schrijvers en filosofen.
De gebeurtenissen uit de belangrijke periodes in de geschiedenis zijn bij iedereen wel zo ongeveer bekend, meegekregen tijdens geschiedenislessen op school. Dit boek voegt daar niet echt iets aan toe, buiten het originele vertelperspectief van de gewone man.
Wie bij het zien van dit boek een verhaal als dat door Geert Mak geschreven zou kunnen zijn verwacht, komt bedrogen uit. Het is allesbehalve dat.
Het boek is in een hele snelle, populaire en toegankelijke taal geschreven doorspekt met modewoorden, iets wat bij mij al snel irritatie opwekte, ik vond dit absoluut niet passen bij een geschiedkundig verhaal.
Dit samen met het feit dat de onbekende man niet echt een gezicht of naam krijgt maar slechts een algemene term blijft maakt het een afstandelijk en onpersoonlijk relaas, en maakte ook dat ik moeite had om het boek niet aan de kant te leggen maar uit te lezen.
Positief is echter wel het toevoegen van vele mooie passende illustraties. | 0neg
|
Eerst De Da Vinci code gelezen. Een razend spannend boek dat je meezuigt naar de laatste pagina, of je het wil of niet. Tijdens die spannende tocht word je overweldigd door een unieke mengeling van fictie en realiteit. De vele raadsels kruiden het geheel. Daarna Het Bernini mysterie. Komt aardig in de buurt van DVC, had voor mij iets weg van de film Seven die ik ook zeer kon appreciëren. En dan... Juvenalis. Moest dus ook wel goed zijn. Nou moe! De wendingen in het verhaal en de beweegredenen van de hoofdpersonages hangen met haken en ogen aan elkaar; zelfs voor een beginnend schrijver absoluut ondermaats. Dan jongen, ik ben blij dat je je nadien hebt kunnen herpakken. | 0neg
|
Veerle en haar opa wonen vlakbij het strand. Ze zijn met zijn tweetjes, Veerles ouders zijn omgekomen bij een ongeluk, vlak daarna is ook oma overleden.
Opa en Veerle verzamelen schelpen die ze in kistjes bewaren. Bij elke schelp hoort een verhaal. Veerle verzamelt alleen mooie schelpen, maar opa heeft ook schelpen die niet zo fraai zijn.
Lees verder op mijn site | 0neg
|
Een flauw aftreksel in de hype van de Da Vinci Code.
Kort verteld: Zoek de schat. Je kunt hem vinden door raadseltjes op te lossen. Wat mij betreft geen aanrader. | 0neg
|
Prima boek voor tussendoor. Ik vond het erg voorspelbaar door de nadruk op dingen vanaf het begin van het boek en daardoor nauwelijks spannend (en wat ongeloofwaardig). | 0neg
|
Subsets and Splits
No saved queries yet
Save your SQL queries to embed, download, and access them later. Queries will appear here once saved.